Yamaha DTX900M User Manual [nl]

DRUM TRIGGER MODULE
DTX900 DTX900M
Gebruikershandleiding
NL
Het modelnummer, het serienummer, de stroomvereisten, enz. worden vermeld op of in de nabijheid van het naamplaatje, dat zich aan de onderzijde van het toestel bevindt. Het is raadzaam dit serienum­mer in de hieronder gereserveerde ruimte te noteren. Bewaar ook deze handleiding als permanent aankoopbewijs om identificatie in geval van diefstal te vergemakkelijken.
Modelnummer
Serienummer
(bottom_nl_01)
Informatie voor gebruikers van inzameling en verwijdering van oude apparaten.
Dit teken op de producten, verpakkingen en/of bijgaande documenten betekent dat gebruikte elektrische en elektronische producten niet mogen worden gemengd met algemeen huishoudelijk afval. Breng alstublieft voor de juiste behandeling, herwinning en hergebruik van oude producten deze naar daarvoor bestemde verzamelpunten, in overeenstemming met uw nationale wetgeving en de instructies 2002/96/EC.
Door deze producten juist te rangschikken, helpt u het redden van waardevolle rijkdommen en voorkomt u mogelijke negatieve effecten op de menselijke gezondheid en de omgeving, welke zich zou kunnen voordoen door ongepaste afvalverwerking.
Voor meer informatie over het inzamelen en hergebruik van oude producten kunt u contact opnemen met uw plaatselijke gemeente, uw afvalverwerkingsbedrijf of het verkooppunt waar u de artikelen heeft gekocht.
[Voor zakelijke gebruikers in de Europese Unie]
Mocht u elektrische en elektronisch apparatuur willen weggooien, neem dan alstublieft contact op met uw dealer of leverancier voor meer informatie.
[Informatie over verwijdering in ander landen buiten de Europese Unie]
Dit symbool is alleen geldig in de Europese Unie. Mocht u artikelen weg willen gooien, neem dan alstublieft contact op met uw plaatselijke overheidsinstantie of dealer en vraag naar de juiste manier van verwijderen.
(weee_eu)
OBSERVERA!
Apparaten kopplas inte ur växelströmskällan (nätet) så länge som den ar ansluten till vägguttaget, även om själva apparaten har stängts av.
ADVARSEL:
stikkontakt, som er t endt — også selvom der or slukket på apparatets afbryder.
VAROITUS:
Netspændingen til dette apparat er IKKE afbrudt, sålæenge netledningen siddr i en
Laitteen toisiopiiriin kytketty käyttökytkin ei irroita koko laitetta verkosta.
(standby)

For DTX900M Owners

Voor eigenaren van een DTX900M
Verschillen met een DTX900
Het vlaggenschip in onze serie drumtriggermodules – het verbeterde DTX900M-model levert nog meer gemak met gebruikmaking van de performance en functionaliteit van de DTX900. Zo beschikt de DTX900M met name over verbeteringen op de volgende drie gebieden.
Samplegeheugen is standaard opgenomen Toevoeging van een nieuwe automatische uitschakelfunctie Toevoeging van nieuwe padtypen
Deze verbeteringen van DTX900M worden hieronder verder toegelicht.
Samplegeheugen is standaard opgenomen
De DTX900M wordt geleverd met 512 MB ingebouwd samplegeheugen (SDRAM). De externe audio kan dus worden gesampled zonder dat u daarvoor een afzonderlijke geheugenchip (DIMM) moet aanschaffen.
BELANGRIJK
• Vanwege de toevoeging van SDRAM hoeft u geen losse geheugenchips (DIMM) meer te installeren. De sectie over de installatie van optioneel DIMM in deze gebruikershandleiding (op pagina 147 t/m 149) is dus niet van toepassing op de DTX900M.
• Dus telkens wanneer u in deze gebruikershandleiding de uitdrukking 'DIMM (afzonderlijk verkrijgbaar)' tegenkomt, kunt u deze interpreteren als 'SDRAM (ingebouwd)'.
LET OP
• SDRAM ondersteunt zowel het schrijven als verwijderen van gegevens. De inhoud van dit geheugen wordt echter gewist zodra de stroom wordt uitgeschakeld.
Toevoeging van een nieuwe automatische uitschakelfunctie
De DTX900M beschikt over een automatische uitschakelfunctie die u helpt energie te besparen in het geval u zelf vergeet het instrument uit te schakelen. Met deze functie wordt de drumtriggermodule automatisch uitgeschakeld wanneer deze een ingestelde periode niet is gebruikt.
De automatische uitschakelfunctie instellen
Voer de volgende procedure uit als u wilt instellen hoe lang de automatische uitschakelfunctie wacht voordat de drumtriggermodule wordt uitgeschakeld.
Procedure Instellingen (minuten)
[UTILITY] [F1] GENERAL [SF5] OTHER Verander de instelling van AutoPowerOff [STORE]
off (Auto Power-Off uitgeschakeld), 5, 10, 15, 30, 60, 120
Standaardinstelling
(minuten)
30
F
Sneltoets om de automatische uitschakelfunctie uit te schakelen
Als u de knop [REC] ingedrukt houdt terwijl u de DTX900M aanzet, wordt de automatische uitschakelfunctie uitgeschakeld (en wordt het bericht 'Auto power off disabled' weergegeven). Deze functie blijft uitgeschakeld totdat u een nieuwe automatische uitschakeltijd instelt.
888
LET OP
• De DTX900M blijft geladen en verbruikt een kleine hoeveelheid stroom, zelfs wanneer deze is uitgeschakeld. Trek daarom de stekker uit het stopcontact als u het apparaat volledig wilt uitschakelen.
• In bepaalde bedieningsmodi schakelt de automatische uitschakelfunctie de drummodule mogelijk niet uit als de ingestelde tijd is verstreken. Wij raden u daarom aan de drummodule altijd handmatig uit te schakelen als u klaar bent met het gebruik ervan.
• Als de drummodule is aangesloten op andere apparatuur, zoals een versterker, luidsprekers of een computer, en u deze een bepaalde tijd niet gaat gebruiken, adviseren we u om alle apparaten uit te schakelen zoals in de bijbehorende gebruikershandleidingen wordt beschreven. Op die manier vermijdt u het risico dat de andere apparatuur wordt beschadigd. Schakel de automatische uitschakelfunctie uit als u niet wilt dat de drummodule automatisch wordt uitgeschakeld wanneer deze op andere apparatuur is aangesloten.
• Als de automatische uitschakelfunctie de drummodule uitschakelt, gaan alle niet-opgeslagen data verloren. Zorg er daarom voor dat u uw werk opslaat voordat de drummodule wordt uitgeschakeld.
• Als de parameter AutoPowerOff van de drummodule is ingesteld op 'off', blijft deze instelling behouden wanneer u extern opgeslagen systeemdata importeert, ongeacht de instelling van Auto Power-Off in die data. Als er echter een automatische uitschakeltijd is ingesteld met de parameter AutoPowerOff en er systeemdata worden geïmporteerd, wordt de instelling van Auto Power-Off in die data toegepast.
OPMERKING
• Instellingen voor de functie Auto Power-Off zijn geen exacte tijden en de werkelijke automatische uitschakeltijden kunnen in beperkte mate verschillen.
• Als u de drummodule weer wilt inschakelen nadat deze met de automatische uitschakelfunctie is uitgeschakeld, drukt u eenmaal op de schakelaar
(Standby/On) om deze in de positie Standby te zetten en drukt u nog een keer om de schakelaar in de positie On te zetten.
Toevoeging van nieuwe padtypen
Er worden nu twee nieuwe padtypen ondersteund – de XP70 en XP80. (pagina 109.) De volledige tabel met padtypen ziet er dus als volgt uit.
KP125W, KP125, KP65, XP120/100 (voor snare), XP120/100 (voor tom), XP80 (voor snare), XP80 (voor tom), XP70 (voor snare), XP70 (voor tom) , TP120SD/100 (voor snare), TP120SD/100 (voor tom), TP65S (voor snare), TP65S
Instellingen
Deze gebruikershandleiding lezen
(voor tom), TP65S (voor hihat), TP65, PCY155, PCY135, PCY150S, PCY130SC, PCY130S/130, PCY65S/65, RHH135, RHH130, DT10/20 (voor snare), DT10/20 (voor HiTom), DT10/20 (voor LoTom), DT10/20 (voor Kick), TRG Snare, TRG HiTom, TRG LoTom, TRG Kick
Vanaf dit punt is de inhoud van deze handleiding hetzelfde als die van de handleiding bij de originele DTX900. Met uitzondering van de drie hierboven beschreven functies, zijn er geen andere verschillen tussen de DTX900 en de DTX900M. Dus telkens wanneer u in deze gebruikershandleiding de term 'DTX900' tegenkomt, kunt u deze interpreteren als 'DTX900M.

VOORZICHTIG

LEES DIT ZORGVULDIG DOOR VOORDAT U VERDERGAAT
Bewaar deze gebruikershandleiding op een veilige plaats voor eventuele toekomstige raadpleging.
*
WAARSCHUWING
Volg altijd de hierna vermelde algemene voorzorgsmaatregelen op om ernstig of zelfs dodelijk letsel als gevolg van elektrische schokken, kortsluiting, beschadiging, brand of andere gevaren te voorkomen. Deze maatregelen houden in, maar zijn niet beperkt tot:
Spanningsvoorziening/netadapter
• Plaats het netsnoer uit de buurt van warmtebronnen zoals verwarmingen en kachels, buig of beschadig het snoer niet, plaats er geen zware voorwerpen op en zorg dat niemand op het snoer kan trappen, erover kan struikelen of voorwerpen erover kan rollen.
• Gebruik het instrument uitsluitend op de voorgeschreven elektrische spanning. De vereiste spanning wordt vermeld op het naamplaatje van het instrument.
• Gebruik uitsluitend de voorgeschreven adapter (pagina 155). Gebruik van een andere adapter kan beschadiging of oververhitting veroorzaken.
• Controleer de elektrische stekker regelmatig en verwijder vuil of stof dat zich erop heeft verzameld.
Niet openen
• Dit instrument bevat geen door de gebruiker te repareren onderdelen. Maak het instrument nooit open en probeer niet de inwendige onderdelen te demonteren of te wijzigen. Als het instrument defect lijkt, stopt u onmiddellijk met het gebruik ervan en laat u het instrument nakijken door bevoegd Yamaha­servicepersoneel.
Waarschuwing tegen water
• Stel het instrument niet bloot aan regen, gebruik het instrument niet in de buurt van water of onder natte of vochtige omstandigheden en plaats er geen voorwerpen met vloeistoffen op die in de openingen kunnen terechtkomen. Wanneer een vloeistof, zoals water, in het instrument lekt, schakelt u het instrument onmiddellijk uit en verwijdert u de stekker uit het stopcontact. Laat het instrument vervolgens nakijken door bevoegd Yamaha-servicepersoneel.
• Steek/verwijder nooit een stekker in/uit het stopcontact wanneer u natte handen hebt.
Waarschuwing tegen brand
• Plaats geen brandende voorwerpen, zoals kaarsen, op het apparaat. Een brandend voorwerp kan omvallen en brand veroorzaken.
Als u onregelmatigheden opmerkt
• Als een van de volgende storingen optreedt, schakelt u de POWER-schakelaar onmiddellijk uit en verwijdert u de stekker uit het stopcontact. Laat het instrument vervolgens nakijken door bevoegd Yamaha-servicepersoneel.
• Het netsnoer of de stekker raakt versleten of beschadigd.
• Het instrument verspreidt een ongebruikelijke geur of er komt rook uithet instrument.
• Er is een voorwerp gevallen in het instrument.
• Het geluid valt plotseling weg tijdens het gebruik van het instrument.
LET OP
Volg altijd de hierna vermelde algemene voorzorgsmaatregelen op om lichamelijk letsel bij uzelf en anderen of beschadiging van het instrument en andere eigendommen te voorkomen. Deze maatregelen houden in, maar zijn niet beperkt tot:
Spanningsvoorziening/netadapter Locatie
• Sluit het instrument niet via een verdeelstekker aan op het stopcontact. Dit kan leiden tot een verminderde geluidskwaliteit of oververhitting in het stopcontact.
• Trek altijd aan de stekker en nooit aan het snoer wanneer u de stekker verwijdert uit het instrument of het stopcontact. Het snoer kan beschadigd raken als u eraan trekt.
• Verwijder de stekker uit het stopcontact tijdens onweer of als u het instrument gedurende langere tijd niet gebruikt.
• Plaats het instrument niet op een onstabiele plek waar het per ongeluk kan omvallen.
• Verwijder alle aangesloten kabels alvorens het instrument te verplaatsen.
• Let erop tijdens het opstellen van het instrument dat het te gebruiken stopcontact gemakkelijk bereikbaar is. Als er een storing optreedt of het instrument niet correct werkt, schakelt u de POWER-schakelaar onmiddellijk uit en verwijdert u de stekker uit het stopcontact. Ook wanneer de POWER­schakelaar is uitgeschakeld, loopt er nog een minimale hoeveelheid stroom naar het instrument. Verwijder de stekker uit het stopcontact als u het instrument gedurende langere tijd niet gebruikt.
• Gebruik uitsluitend de/het voor het instrument bedoelde standaard/rek. Gebruik uitsluitend de meegeleverde schroeven om de standaard of het rek te bevestigen. Als u dit niet doet, kunnen de inwendige onderdelen beschadigd raken en kan het instrument omvallen.
1/2
(7)-1
Aansluitingen
• Schakel de stroomtoevoer naar alle onderdelen uit voordat u het instrument aansluit op andere elektronische componenten. Stel alle volumeniveaus in op het laagste niveau voordat u de stroomtoevoer naar alle onderdelen in- of uitschakelt.
• Zorg dat het volume van alle componenten is ingesteld op het laagsteniveau en voer het volume tijdens het bespelen van het instrument geleidelijk op tot het gewenste niveau.
Yamaha is noch aansprakelijk voor ontstane schade door oneigenlijk gebruik of modificatie van het instrument, noch voor verlies of beschadiging van gegevens.
Schakel het instrument altijd uit als u het niet gebruikt.
Zelfs als de STANDBY/ON-schakelaar in de 'STANDBY'-stand staat, loopt er nog een minimale hoeveelheid stroom naar het instrument. Verwijder de stekker van het netsnoer uit het stopcontact als u het instrument gedurende langere tijd niet gebruikt.
Zorgvuldig behandelen
• Steek nooit papier, metaal of andere voorwerpen in de openingen van het paneel en laat deze nooit hierin vallen.
• Leun niet op het instrument, plaats er geen zware voorwerpen op en ga voorzichtig om met de knoppen, schakelaars en aansluitingen.
• Gebruik het instrument/apparaat of een hoofdtelefoon niet te lang op een hoog of oncomfortabel geluidsniveau, aangezien dit permanent gehoorverlies kan veroorzaken. Consulteer een KNO-arts als u ruis in uw oren of gehoorverlies constateert.
LET OP
Volg de voorzorgsmaatregelen op die hieronder worden opgesomd om te voorkomen dat het apparaat, gegevens of andere eigendommen beschadigd raken.
Behandeling en onderhoud
• Gebruik het instrument niet in de nabijheid van een tv, radio, stereoapparatuur, mobiele telefoon of andere elektrische apparaten. Anders kunnen het instrument, de tv of radio bijgeluiden opwekken.
• Stel het instrument niet bloot aan grote hoeveelheden stof of trillingen, of extreme koude of hitte (zoals in direct zonlicht, bij een verwarming of overdag in een auto), om eventuele vervorming of verkleuring van het instrument of beschadiging aan de interne componenten te voorkomen.
• Plaats geen vinyl, plastic of rubberen voorwerpen op het instrument, aangezien dit verkleuring van het paneel of het keyboard tot gevolg kan hebben.
• Gebruik bij het schoonmaken van het instrument een zachte, droge of licht bevochtigde doek. Gebruik geen verfverdunners, oplosmiddelen, schoonmaakmiddelen of chemisch geïmpregneerde schoonmaakdoekjes.
Gegevens opslaan
• DRAM-data (pagina 76) gaan verloren als u het instrument uitzet. Sla de data op een extern USB-opslagapparaat op.
• Om gegevensverlies door mediabeschadiging te voorkomen, adviseren wij u belangrijke gegevens op twee USB-opslagapparaten op te slaan.
Informatie over de meest recente firmwareversie
Met het oog op productverbetering kan Yamaha van tijd tot tijd de firmware van het product updaten zonder voorafgaande kennisgeving. Wij adviseren u regelmatig onze website te controleren op nieuwe versies en upgrades voor de firmware van de DTX900.
http://download.yamaha.com/
De beschrijvingen in deze gebruikershandleiding zijn gebaseerd op de firmwareversie die geldig was bij het produceren van deze gebruikershandleiding. Raadpleeg de hierboven vermelde website voor meer informatie over functies die zijn toegevoegd in latere versies.
Informatie over de pads
In deze gebruikershandleiding worden de drumpadmodellen beschreven die kunnen worden aangesloten op de DTX900. Dit waren de meest recente modellen bij het produceren van deze gebruikershandleiding. Raadpleeg de volgende website voor meer informatie over recentere modellen.
http://www.yamaha.com/
2/2
(7)-2

Inleiding

Dank u voor de aanschaf van de Yamaha DTX900.
De nieuwe DTX900 is uitgerust met de alom geprezen AWM2-toongenerator
en een geavanceerde muzieksequencer.
Naast de functies van zijn voorganger biedt de DTX900 volledige ondersteuning voor de huidige
Yamaha-triggerproducten. Bovendien is het apparaat voorzien van een USB-aansluiting voor MIDI-verbindingen
(naast de conventionele MIDI-connectoren) en biedt het een geïntegreerde samplingfunctie waarmee
u uw eigen drumvoices kunt maken.
Dit instrument is ideaal voor nagenoeg elke toepassing: live optredens, ritmetraining, muziekcreatie en studio-
opnames. Lees deze handleiding zorgvuldig door om optimaal gebruik te maken van de DTX900. Bewaar deze
handleiding op een veilige plaats wanneer u deze hebt doorgenomen,
zodat u deze later zo nodig kunt raadplegen.

Bijgeleverde accessoires

Netadapter*
* Wordt mogelijk niet meegeleverd in uw regio. Neem hiervoor contact op met uw Yamaha-dealer.
Modulestandaard Bevestigingsschroeven voor modulestandaard (4 stuks; bijgeleverd) Gebruikershandleiding (dit document) Data List DVD-ROM* (met de software)
* Zie pagina 159 voor meer informatie over de meegeleverde DVD-ROM.
Informatie
Auteursrechten
• Het kopiëren van commercieel verkrijgbare muziekgegevens, inclusief maar niet beperkt tot MIDI-gegevens en/of audiogegevens, is strikt verboden, uitgezonderd voor persoonlijk gebruik.
• Dit product bevat en gaat vergezeld van computerprogramma's en inhoud waarvan Yamaha alle auteursrechten heeft of waarvan het over de licenties beschikt om gebruik te mogen maken van de auteursrechten van derden. Onder dergelijk materiaal waarop auteursrechten berusten, vallen, zonder enige beperkingen, alle computersoftware, stijlbestanden, MIDI-bestanden, WAVE-data, bladmuziek en geluidsopnamen. Elk ongeautoriseerd gebruik van dergelijke programma's en inhoud, buiten het persoonlijke gebruik van de koper, is volgens de desbetreffende wettelijke bepalingen niet toegestaan. Elke schending van auteursrechten heeft strafrechtelijke gevolgen. MAAK GEEN, DISTRIBUEER GEEN OF GEBRUIK GEEN ILLEGALE KOPIEËN.
Functies/data die bij het instrument zijn meegeleverd
• Dit apparaat kan muziekgegevens van verschillende typen en indelingen gebruiken door deze van tevoren naar de juiste muziekgegevensindeling voor gebruik met het instrument te optimaliseren. Hierdoor wordt op dit apparaat muziek mogelijk niet exact zo afgespeeld als de componist het oorspronkelijk heeft bedoeld.
DTX900 : T-1240067 DTX900M : T-1250147
Deze handleiding
• Yamaha Corporation heeft het exclusieve eigendom van de inhoud van deze gebruikershandleiding en het auteursrecht ervan.
• De afbeeldingen en LCD-schermen zoals deze in deze handleiding te zien zijn, zijn uitsluitend bedoeld voor instructiedoeleinden en kunnen dus enigszins afwijken van de werkelijkheid.
• De namen van bedrijven en producten die in deze handleiding worden genoemd, zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van hun respectieve eigenaars.
DTX900 GebruikershandleidingGebruikershandleiding
6

Belangrijkste eigenschappen

De DTX900, die in de eerste plaats is ontworpen voor professionele drummers, heeft een drumtriggerfunctie, een toongenerator met polyfonie van 64 noten, een geïntegreerde samplingfunctie waarmee u de beschikbare geluiden kunt uitbreiden, een geavanceerde metronoomfunctie (automatisch klikgeluid) en een geïntegreerde muzieksequencer voor het opnemen en afspelen van ritme- en begeleidingspatterns. Met deze sequencer kunt u zelfs een complete song maken. De DTX900 is een uiterst veelzijdig instrument dat in diverse situaties, zoals live optredens, persoonlijke oefening, enzovoort, kan worden gebruikt.
Drumtrigger
• De DTX900 drumtriggermodule is compatibel met de nieuwe pads (XP-serie).
• Er zijn 15 triggeringangsaansluitingen en een aansluiting voor een hi-hatcontroller ingebouwd in het toestel.
• Het instrument is ook voorzien van aansluitingen die compatibel zijn met twee- of driezonepads (pads die verschillende signalen verzenden, afhankelijk van het gebied dat wordt geraakt). Bovendien is de aansluiting voor de snaredrum compatibel met de pads met padbesturing. Hiermee kunt u de 'virtuele' snares en de stemming aanpassen, net als bij een snaredrum. De bespeelbaarheid, expressiviteit en functionaliteit van de DTX900 en een akoestische drumkit zijn vrijwel gelijk.
• U kunt de DTX900 op een akoestische drumkit aansluiten met drumtriggers, zoals Yamaha DT20.
• Door de Stack-functie, waarmee u meerdere voices (MIDI­noten) tegelijk kunt afspelen, te combineren met de Alternate-functie, waarmee u een sequentie van het Stack­programma kunt afspelen, kunt u complexe performances creëren en in realtime passages spelen die op conventionele akoestische drums onmogelijk zijn.
Toongenerator
• De DTX900 is voorzien van een 16-bits AWM2­toongenerator (PCM) van hoge kwaliteit met polyfonie van 64 voices, waarmee dynamische voices of uitzonderlijk realistische geluiden worden geproduceerd.
• Het instrument beschikt over een breed scala aan voices, zoals authentieke akoestische drums, unieke elektronische percussie, geluidseffecten en normale toetsenbordvoices. Het kan ook in combinatie met verschillende MIDI­apparaten worden gebruikt als drumtoongenerator van hoge kwaliteit, zelfs zonder het gebruik van de drumpads.
• Het instrument bevat ook 50 vooraf ingestelde drumkits die bestaan uit natuurlijke, authentiek klinkende akoestische drumkits, een breed scala aan muziekgenres, zoals rock, funk, jazz, reggae, Latin, enzovoort. Daarnaast kunt u 50 sets opslaan in het geheugen van de gebruikerskit. Hiermee kunt u uw eigen originele drumkits instellen met de diverse drumvoices.
• Met de samplingfunctie kunt u het audiosignaal opnemen op de DTX900 of het audiobestand laden vanaf het USB­opslagapparaat om uw originele voice te creëren. De voice die u hebt gecreëerd, kan vervolgens worden toegewezen aan de gewenste drumkit.
• Het instrument biedt een Variation-effect, dat voor elke drumkit kan worden gebruikt, evenals Reverb-, Chorus- en Master-effecten, die voor de hele DTX900 kunnen worden gebruikt. Daarnaast is een Insertion-effect voor de geluidsingang via de AUX IN/SAMPLING IN-aansluiting beschikbaar, waarmee u de kwaliteit van AUX IN/ SAMPLING IN-geluid kunt aanpassen of een audiosignaal kunt opnemen, waarbij het Insertion-effect op de DTX900 in Sampling-modus wordt toegepast.
Muzieksequencer (Song)
• De geïntegreerde sequencer bevat een heel scala aan vooraf ingestelde songs. Met de Mute-functie kunt u de ritmepartij (drum- en percussiegeluid), de baspartij en andere begeleidingspartijen individueel in- of uitschakelen, of elke track in- of uitschakelen.
• Met de DTX900 kunt u uw optreden ook in realtime opnemen en meespelen met de songdata terwijl de originele drumpartij is gedempt.
• Vier padsongs kunnen afzonderlijk worden bestuurd en tegelijk worden afgespeeld via triggerinvoer vanuit de pads.
Geavanceerde metronoom (automatisch klikgeluid)
• De DTX900 is voorzien van een uitgebreide, multifunctionele metronoom, waarmee u diverse klikinstellingen zoals voice en afstemming voor elke maattiming kunt instellen. Bovendien kunt u de accenttiming wijzigen en de Measure Break-functie gebruiken, waarmee het afspelen van het klikgeluid herhaaldelijk wordt in- of uitgeschakeld (dempen).
• Met de Groove Check-functie worden controles uitgevoerd en ontvangt u direct feedback over uw ritmische vaardigheden, zodat u uw techniek kunt verbeteren. De geïntegreerde Rhythm Gate-functie genereert alleen geluiden als uw timing nauwkeurig is.
Chain
• Door een chainsequentie te programmeren kunt u het drumkitnummer, songnummer en de klikinstellingen (tempo en maat) oproepen zodat u deze waarden tijdens een live optreden kunt wijzigen. Elke stap van de geprogrammeerde chain kan worden opgeroepen met een slag op de pad.
Interfaces
• Via de USB-aansluiting en de MIDI-connectoren op het achterpaneel kunt u een computer en andere MIDI­apparaten aansluiten op de DTX900. Dit biedt snelle, efficiënte en uitgebreide mogelijkheden voor het maken van muziek. U kunt geluiden afspelen vanuit een externe toongenerator en uw eigen spel opnemen met de meegeleverde Cubase AI.
• Via elk van de zes individuele uitgangsaansluitingen kan een willekeurige geselecteerde drumvoice (zoals Snare en Tom) worden uitgevoerd, zodat het signaal van elk instrument naar een externe mixer kan worden gezonden voor een live optreden of opnamesessie. Bovendien kunt u via een digitale uitgangsaansluiting (S/PDIF) de stereogeluiden van de DTX900 zonder ruis en met volledige digitale kwaliteit overbrengen naar andere apparaten.
• Het instrument beschikt over een ingebouwde AUX IN/ SAMPLING IN-aansluiting voor het aansluiten van een cd­speler op de DTX900. Hierdoor kunt u het instrument bespelen terwijl de cd wordt afgespeeld en ook de krachtige samplingfunctie gebruiken.
DTX900 Gebruikershandleiding
7

Inhoudsopgave

Inleiding...................................................................6
Bijgeleverde accessoires ........................................6
Belangrijkste eigenschappen ..................................7
Paneelregelaars................................................... 10
Basisbediening.................................................... 13
Configureren........................................................ 16
De pads aansluiten ...............................................16
De voeding aansluiten ..........................................18
Het instrument aanzetten......................................18
Aansluiten op luidsprekers of hoofdtelefoon.........19
Aansluiten op externe audioapparatuur................19
Externe MIDI-apparaten aansluiten ......................20
Een USB-opslagapparaat aansluiten.................... 21
Trigger Setup selecteren.......................................22
Computer aansluiten.............................................24
Cubase configureren voor afstandsbediening ......25
Een song creëren door een computer
te gebruiken ..........................................................26
Het geluid en displaycontrast aanpassen .............27
Beknopte handleiding 28
De drumpads bespelen....................................... 28
De DTX900 bespelen........................................... 30
Op de pads slaan..................................................30
Een drumkit selecteren .........................................30
Het volume aanpassen met de regelaars .............31
Meespelen met de klik ........................................ 32
De klik (metronoom) starten..................................32
Het tempo en de maatsoort van de klik wijzigen...33
Taptempo............................................................. 34
Met een song meespelen.................................... 35
Song afspelen .......................................................35
Het begeleidingsvolume van de song
aanpassen ............................................................38
Het tempo van de song wijzigen ...........................38
Instelling voor dempen van songpartij ..................39
Een drumkit maken............................................. 40
Uw drumspel opnemen als een song................ 43
Opnamesysteem...................................................43
Opnamemethode ..................................................43
Uw drumspel opnemen als een song....................44
Extra noten opnemen op een reeds
opgenomen track (overdub)..................................46
Samen met de vooraf ingestelde song opnemen ...46
Een track na het wissen opnieuw opnemen .........48
Een naam toewijzen aan een gebruikerssong......49
De functie Groove Check gebruiken..................50
Check Timing instellen ......................................... 50
Groove Check uitproberen ................................... 51
Rhythm Gate uitproberen ..................................... 52
De gemaakte gegevens opslaan op een
USB-opslagapparaat ...........................................54
File/map selecteren .............................................. 54
De gemaakte gegevens opslaan op een
USB-opslagapparaat ............................................ 55
Een file laden die is opgeslagen op een
USB-opslagapparaat ............................................ 56
Referentie 57
Basisstructuur van de DTX900...........................57
Functionele blokken.............................................. 57
Pads (triggeringangsbronnen) en triggersignalen
Toongeneratorblok (drumkits en drumvoices) ...... 62
Sampling............................................................... 65
Song ..................................................................... 67
Effecten ................................................................ 68
Intern geheugen en bestandsbeheer.................... 76
Drum Kit-modus [DRUM KIT]..............................78
Basisprocedure in de Drum Kit-modus................. 78
Een drumkit selecteren [F1] PLAY ....................... 79
Drumvoiceparameters instellen [F2] VOICE......... 79
Stack/Alternate programmeren [F3] STK/ALT...... 86
Effectinstellingen [F4] EFFECT ............................ 89
Pad-instellingen [F5] PAD .................................... 92
Overige instellingen [F6] OTHER ......................... 95
Song-modus [SONG]...........................................98
Songs afspelen [F1] PLAY ................................... 98
Songs opnemen [F1] PLAY
Song-jobs [F2] JOB .............................................. 98
Click-modus [CLICK].........................................104
Basisprocedure in de Click-modus ..................... 104
Basisinstellingen van het automatische
klikgeluid [F1] PLAY ........................................... 105
Click Voice-instellingen [F2] VOICE ................... 106
Tap Tempo-functie [F3] TAP .............................. 106
Groove Check-functie [F4] GROOVE................. 106
Click Sound-instellingen [F5] OTHER ................ 107
Trigger-modus [TRIGGER]................................108
Basisprocedure in de Trigger-modus ................. 108
Trigger Setup selecteren [F1] SELECT .............. 109
Padtype selecteren [F2] TYPE ........................... 109
Trigger Sensitivity-instellingen [F3] SENS.......... 109
Rejection instellen [F4] REJECT ........................ 110
Overige instellingen [F5] OTHER ....................... 111
[REC]................... 98
... 58
DTX900 Gebruikershandleiding
8
File-modus [FILE]...............................................112
Terminologie voor de File-modus ....................... 112
Bestandstypen compatibel met de DTX900 ....... 113
Bestand opslaan [F1] SAVE ............................... 114
Bestand laden [F2] LOAD................................... 116
Naam van bestand of directory wijzigen
[F3] RENAME ..................................................... 121
Een bestand of map verwijderen
[F4] DELETE ...................................................... 122
USB-opslagmedia formatteren [F5] FORMAT.... 123
Utility-modus [UTILITY] .....................................124
Basisprocedure in de Utility-modus .................... 124
Algemene instellingen [F1] GENERAL ............... 124
Pad-instellingen [F2] PAD .................................. 126
Effectinstellingen [F3] EFFECT .......................... 127
Externe audio-instellingen [F4] AUXIN ............... 128
MIDI-instellingen [F5] MIDI ................................. 130
De initiële fabrieksinstellingen van het gebruikersgeheugen herstellen [F6] FACTSET ... 131
Chain-modus [CHAIN] .......................................132
Geprogrammeerde chain gebruiken
[F1] SELECT ...................................................... 132
Een chain programmeren [F2] EDIT................... 133
Naam opgeven voor gecreëerde chain
[F3] NAME .......................................................... 134
Sampling-modus [SAMPLING]..........................135
Sampling voorbereiden....................................... 135
Samplen en gebruikersvoices toewijzen
[F1] SELECT/[F2] SETTING............................... 136
Gebruikersvoice trimmen [F3] TRIM................... 139
Sampling-jobs [F4] JOB...................................... 142
Inhoudsopgave
Appendix 147
Optionele DIMM’s installeren............................147
Problemen oplossen..........................................150
Displayberichten ................................................153
DTX900 & DTX900M Specificaties ....................155
Index....................................................................156
Over de meegeleverde schijf ............................159
SOFTWARELICENTIEOVEREENKOMST..........159
DTX900 Gebruikershandleiding
9

Paneelregelaars

Voorpaneel
q LCD-display
De grote LCD-display toont de informatie en gegevens die u nodig hebt om de DTX900 te bedienen.
OPMERKING
• Verwijder voor het gebruik het transparante film die op de lcd-display is aangebracht als bescherming tijdens het transport.
w LED-display
De LED-display geeft de huidige drumkit of tempowaarde met drie cijfers weer.
OPMERKING
• Verwijder voor het gebruik het transparante film die op de led-display is aangebracht als bescherming tijdens het transport.
e [DRUM KIT]-knop
Druk op deze knop om de Drum Kit-modus te activeren voor het selecteren van de gewenste drumkit (pagina 30 en 78).
r [CLICK]-knop
Druk op deze knop om de Click-modus te activeren voor het configureren van de metronoom (automatisch klikgeluid) (pagina 32 en 104).
t [FILE]-knop
Druk op deze knop om de File-modus te activeren voor het beheren van data die in de verschillende modi zijn gemaakt (pagina 54 en 112).
DTX900 Gebruikershandleiding
10
y [CHAIN]-knop
Druk op deze knop om de Chain-modus te activeren voor het programmeren van een chain, d.w.z. een serie drumkits en songs in een door u opgegeven volgorde (pagina 132).
u [SONG]-knop
Druk op deze knop om de Song-modus te activeren voor het afspelen van een bestaande song of het opnemen van uw drumspel (pagina 35 en 98).
i [TRIGGER]-knop
Druk op deze knop om de Trigger-modus te activeren voor het selecteren of programmeren van een triggerinstelling (pagina 22 en 108).
o [UTILITY]-knop
Druk op deze knop om de Utility-modus te activeren voor het instellen van parameters betreffende het hele systeem van de DTX900 (pagina 124).
!0 [SAMPLING]-knop
Druk op deze knop om de Sampling-modus te activeren voor het opnemen van het externe audiosignaal en vervolgens het maken van gebruikersvoices (pagina 135).
!1
TRIGGERINDICATOR
Dit lampje geeft aan of de DTX900 het triggersignaal ontvangt via de triggeringangsaansluitingen. Het lampje gaat branden wanneer het triggersignaal wordt ontvangen. Het gaat ook branden wanneer op de Audition-knop wordt gedrukt (zie verderop).
!2 Audition-knop
U kunt deze knop gebruiken in plaats van de drumpad. Een druk op deze knop komt overeen met de ontvangst van een signaal van de momenteel geselecteerde triggeringangsbron (pagina 58). Een druk op deze knop bij het inschakelen van de voeding komt overeen met het slaan op de kop van de snarepad (de pad die is aangesloten op de SNARE-aansluiting).
!3 [F1]- tot [F6]-functieknoppen
Met deze knoppen, direct onder de LCD-display, roept u de desbetreffende functies op die op de display worden aangegeven. In de displayhiërarchie worden deze [F]-functies direct onder de modi weergegeven.
!4 [SF1]- tot [SF6]-subfunctieknoppen
Met deze knoppen, direct onder de LCD-display, roept u de desbetreffende subfuncties op die op de display worden aangegeven. In de displayhiërarchie worden deze [SF]­subfuncties direct onder de [F]-functies weergegeven.
!5 Transportknoppen (pagina 35)
Met deze knoppen regelt u het opnemen en afspelen van de songsequencedata.
pp
pp
-knop (Begin)
Hiermee keert u terug naar het begin van de huidige song (d.w.z. de eerste tel van de eerste maat).
rr
rr
-knop (Terugspoelen)
Druk kort in om één maat tegelijk terug te spoelen of houd ingedrukt om continu terug te spoelen.
ff
ff
-knop (Vooruitspoelen)
Druk kort in om één maat tegelijk vooruit te spoelen of houd ingedrukt om continu vooruit te spoelen.
REC-knop (Opnemen)
Druk hierop om het opnemen van de song mogelijk te maken. (De indicator licht op.)
>>
>>
/-knop (Afspelen/Stoppen)
Druk hierop om het opnemen of afspelen te starten of te stoppen. Tijdens het afspelen kunt u op deze knop drukken om het afspelen te stoppen op het huidige punt van de song, en er nogmaals op drukken om weer af te spelen vanaf dat punt. Tijdens het opnemen en afspelen licht de indicator op.
CLICK ON/OFF-knop
Druk op deze knop om de metronoom (automatisch klikgeluid) te starten/stoppen.
!6 MASTER-regelaar (pagina 31)
Past het uitgangsvolume van de stereomix van de OUTPUT L/ MONO- en R-aansluitingen aan.
!7 PHONES-regelaar (pagina 31)
Past het uitgangsvolume van de gemengde stereogeluiden voor de PHONES-aansluiting aan. Deze instelling is onafhankelijk van de MASTER-regelaarinstelling.
Paneelregelaars
!9 ACCOMP-regelaar (pagina 31)
Past het uitgangsvolume van de begeleidingspartijen (alle partijen behalve MIDI-kanaal 10) in de song aan.
@0 KICK-regelaar (pagina 31)
Past het volume van de basdrum aan.
@1 SNARE-regelaar (pagina 31)
Past het volume van de snaredrum aan.
@2 TOM-regelaar (pagina 31)
Past het volume van de toms aan.
@3 CYMBAL-regelaar (pagina 31)
Past het volume van de cimbalen aan.
@4 HI-HAT-regelaar (pagina 31)
Past het volume van de hi-hatcimbalen aan.
@5 MISC-regelaar (pagina 31)
Past het volume van verschillende ritme- en percussiegeluiden aan, met uitzondering van basdrums, toms, hi-hats, en ride­en crashcimbalen.
@6 Datadraaiknop
Hiermee bewerkt u de huidige geselecteerde parameter. Als u de waarde wilt verhogen, draait u de knop rechtsom (met de klok mee). Als u de waarde wilt verlagen, draait u de knop linksom (tegen de klok in). Wanneer een parameter met een groot waardebereik is geselecteerd, kunt u de waarde in grotere stappen wijzigen door de knop snel te draaien.
@7 [DEC/NO]-knop (pagina 13)
Hiermee verlaagt u de waarde van de huidige geselecteerde parameter. Gebruik deze knop ook om een job- of opslaghandeling te annuleren.
@8 [INC/YES]-knop (pagina 13)
Hiermee verhoogt u de waarde van de huidige geselecteerde parameter. Gebruik deze knop ook om een job- of opslaghandeling uit te voeren.
@9 Cursorknoppen (pagina 13)
Met de cursorknoppen kunt u de cursor verplaatsen in het scherm van de LCD-display, en de diverse parameters markeren en selecteren.
#0 [EXIT]-knop
Druk op deze knop om een handeling te annuleren wanneer een bevestigingsbericht op de LCD-display verschijnt. U kunt deze knop ook gebruiken wanneer het drumgeluid per ongeluk of onverwachts blijft weerklinken en u het wilt stoppen.
#1 [ENTER/STORE]-knop
Net als bij de ENTER-knop drukt u op deze knop om de display van bijvoorbeeld de geselecteerde songjob-/samplingjob op te roepen. Net als bij de STORE-knop drukt u op deze knop om de bewerkte data in de Drum Kit-, Click-, Trigger-, Utility- of Chain­modus op te slaan. U kunt deze knop ook gebruiken bij het uitvoeren van een song- of samplingjob.
!8 CLICK-regelaar (pagina 31)
Past het uitgangsvolume van het klikgeluid aan.
DTX900 Gebruikershandleiding
11
Paneelregelaars
Achterpaneel
q F (Standby/On)-schakelaar
Druk op deze schakelaar om de spanning aan of uit te zetten.
w DC IN-aansluiting
Sluit de netadapter aan op deze connector.
e Kabelklem
Wikkel de gelijkstroomuitgangskabel van de adapter om de kabelklem om te voorkomen dat de kabel per ongeluk wordt losgetrokken tijdens het gebruik van het instrument.
r LCD-contrastregelaar
Gebruik deze regelaar om de leesbaarheid van de LCD-display optimaal in te stellen.
t GAIN-knop
Hiermee past u de ingangsversterking van de audio in de AUX IN/SAMPLING IN-aansluiting aan. Afhankelijk van het aangesloten apparaat (microfoon, cd-speler, enz.) moet deze instelling mogelijk worden aangepast om een optimaal niveau te bereiken. Wanneer u de knop met de klok mee draait, wordt de versterking verhoogd; draait u de knop tegen de klok in, dan wordt de versterking verlaagd.
y AUX IN/SAMPLING IN-aansluiting
Via deze steekplugaansluiting (standaard stereosteekplug) kunnen externe audiosignalen worden ingevoerd. Dit is handig wanneer u mee wilt spelen met de muziek van een cd-speler of een ander apparaat. In Sampling-modus wordt deze aansluiting gebruikt voor het vastleggen van audiodata als gebruikersvoices.
u OUTPUT L/MONO- en R-aansluitingen
Via deze steekplugaansluitingen (1/4-inch monosteekplug) kunnen externe audiosignalen worden ingevoerd. U kunt verschillende apparaten aansluiten op deze aansluitingen, zoals een microfoon, gitaar, basgitaar of cd-speler. Voor stereosignalen (zoals van audioapparatuur) gebruikt u beide aansluitingen. Voor monosignalen (zoals van een microfoon of gitaar) gebruikt u alleen de L-aansluiting.
i PHONES-aansluiting
Hiermee sluit u een stereohoofdtelefoon aan.
o Individuele uitgangsaansluitingen 1 – 6
Via deze steekplugaansluitingen (1/4-inch monosteekplug) worden de lijnniveau-audiosignalen van het instrument uitgevoerd. Deze uitvoer verloopt onafhankelijk van de hoofduitvoer (via de L/MONO- en R-aansluitingen) en kan vrij worden toegewezen aan ongeacht welke drumvoice. Hierdoor kunt u specifieke geluiden routen om deze te bewerken met uw favoriete externe effectapparaat.
!0 DIGITAL OUT-aansluiting
Deze connector kunt u op een coaxiale digitale ingang (S/PDIF) van een extern geluidsapparaat aansluiten. Deze connector zorgt voor het digitaal verzenden van stereo­audiosignalen identiek met die van de OUTPUT L/MONO- en R-aansluitingen, maar wordt niet beïnvloed door de instelling van de !6 MASTER-volumeregelaar (via de digitale aansluiting
worden de audiosignalen altijd met maximaal volume verzonden).
!1 MIDI IN/OUT-connectoren
Deze aansluitingen worden gebruikt om MIDI-data van en naar externe MIDI-apparaten te verzenden en ontvangen.
!2 USB-aansluitingen
Dit instrument is voorzien van twee typen USB-aansluitingen op het achterpaneel: USB TO HOST en USB TO DEVICE. De USB TO HOST-aansluiting is bedoeld om dit instrument via een USB-kabel te verbinden met een computer. De USB-verbinding tussen het instrument en de computer kan uitsluitend worden gebruikt voor het overdragen van MIDI-data. Via USB kunnen geen audiodata worden overgedragen. De USB TO DEVICE­aansluiting is bedoeld om dit instrument via een USB-kabel te verbinden met een USB-opslagapparaat (flashgeheugen, vaste schijf, enzovoort). Hiermee kunt u de data die u op het instrument hebt gemaakt, opslaan op een extern USB­opslagapparaat. Daarnaast kunt u de data die op het apparaat zijn opgeslagen, in uw instrument laden. De Save/Load­handelingen kunnen worden uitgevoerd in de File-modus.
!3 HI-HAT CONTROL-aansluiting
Hierop kunt u een pad of een hi-hatcontroller aansluiten. Afhankelijk van de instelling in de Drum Kit-modus (pagina 78) kunt u MIDI-berichten zoals Control Change verzenden met behulp van de hi-hatcontroller.
!4
Triggeringangsaansluiting (q SNARE – o HI-HAT)
Deze aansluitingen zijn compatibel met stereopads (twee- en driezonepads) en monopads, en ontvangen het triggersignaal dat door de drumpads wordt verzonden. Bovendien zijn de q SNARE-aansluiting – t TOM4-aansluiting ook compatibel met de padcontroller (pagina 59).
!5 Triggeringangsaansluiting (!0/!1 KICK)
Deze aansluiting is ontworpen voor het ontvangen van twee aparte triggersignalen van twee mono (enkelvoudige) pads via een Y-vormige kabel (stereohoofdtelefoonstekker voor deze aansluiting en twee monostekkers voor de twee pads). Als u de KP125W/KP65 met de PAD INPUT-aansluiting
gebruikt, kunnen de triggersignalen van een andere pad die is aangesloten op de PAD INPUT-aansluiting en die van de KP zelf via één stereokabel (geen Y-vormige kabel nodig) naar de DTX900 worden verzonden. In dat geval sluit u de stereokabel aan op de OUTPUT-aansluiting van een pad en op deze triggeringangsaansluiting.
!6 Triggeringangsaansluiting (!2 – !5)
Deze aansluitingen zijn compatibel met stereopads (twee- en driezonepads) en monopads, en ontvangen het triggersignaal dat door de drumpads wordt verzonden.
DTX900 Gebruikershandleiding
12

Basisbediening

Deze functies kunnen met behulp van de overeenkomstige knop ([F1] – [F6]) worden geselecteerd.
Deze functies kunnen met behulp van de overeenkomstige knop ([SF1] – [SF6]) worden geselecteerd.
De cursor bewegen
Gebruik deze vier knoppen om door de display te bladeren, waarbij u de cursor beweegt door de verschillende beschikbare items en parameters op het scherm. Als een item is geselecteerd, wordt dit gemarkeerd (de cursor wordt weergegeven als een donker blok met tekens in tegenovergestelde kleur). U kunt de waarde van het item (de parameter) waarop de cursor zich bevindt, wijzigen door de datadraaiknop of de [INC/YES]- en [DEC/NO]­knoppen te gebruiken.
Functies en subfuncties
Elke hierboven beschreven modus bevat verschillende displays met verschillende functies en parameters. Als u door deze displays wilt bladeren en de gewenste functie wilt selecteren, gebruikt u de knoppen [F1] – [F6] en [SF1] – [SF6]. Als u een modus selecteert, worden de beschikbare displays of menu's direct boven de knoppen onder aan de display weergegeven (zoals hieronder aangegeven). Afhankelijk van de momenteel geselecteerde modus zijn er maximaal zes functies beschikbaar die u kunt oproepen met de knoppen [F1] – [F6]. Houd er rekening mee dat de beschikbare functies afhankelijk zijn van de geselecteerde modus. Afhankelijk van de momenteel geselecteerde modus zijn er ook maximaal zes functies (subfuncties) beschikbaar die u kunt oproepen met de knoppen [SF1] – [SF6]. Houd er rekening mee dat de beschikbare functies afhankelijk zijn van de geselecteerde modus. (Op bepaalde displays zijn er mogelijk geen subfuncties voor deze knoppen.)
Parameterwaarden wijzigen of bewerken
De datadraaiknop rechtsom draaien (met de klok mee) verhoogt de waarde, linksom draaien (tegen de klok in) verlaagt deze. Voor parameters met een groot waardebereik kunt u de waarde in stappen van 10 verhogen door de [INC/YES]-knop ingedrukt te houden en de [DEC/NO]­knop in te drukken. Als u de waarde in stappen van 10 wilt verlagen, moet u het tegenovergestelde doen: de [DEC/NO]-knop ingedrukt houden en op de [INC/YES]-knop drukken.
VerhogenVerlagen
Met 1
verlagen
Met 1 verhogen
DTX900 Gebruikershandleiding
13
Basisbediening
Modi
Alle functies en handelingen zijn in 'modi' gegroepeerd om de bediening van de DTX900 zo eenvoudig en vlot mogelijk te maken. Om de gewenste modus te activeren drukt u op de overeenkomstige modusknop.
De functie van elke modus is als volgt:
Modus Functie Pagina
Drum Kit Een drumkit selecteren/bewerken. 78
De metronoomgerelateerde parameters
Click
File
Chain Een chainsequentie programmeren. 132
Song Een song selecteren/opnemen. 98
Trigger Een triggerinstelling selecteren/bewerken. 108
Utility
Sampling
(automatisch klikgeluid) instellen en de Groove Check-functie uitvoeren.
Bestanden en directory's (mappen) beheren.
De systeemgerelateerde parameters instellen.
Audiosignalen opnemen om een gebruikersvoice te creëren.
104
112
124
135
Een getal rechtstreeks invoeren
Voor parameters met een groot waardebereik kunt u de waarde ook rechtstreeks invoeren door de knoppen onder de LCD-display als numeriek toetsenblok te gebruiken. Wanneer de cursor zich op een dergelijke parameter bevindt, verschijnt het pictogram [NUM] in de rechterbenedenhoek van de LCD-display. Wanneer u in deze modus op de [SF6] NUM-knop drukt, wordt op de onderstaande manier een cijfer (1 – 9, 0) toegewezen aan de knoppen [SF1] – [SF5] en [F1] – [F5], zodat u rechtstreeks getallen kunt invoeren met behulp van deze knoppen. Nadat het volledige getal is opgegeven, drukt u op de [ENTER/STORE]-knop om het getal daadwerkelijk in te voeren. Let op: de cursormarkering kan naar het momenteel bewerkte getal worden verplaatst met een druk op de [F6] CURSOR-knop, en vervolgens tussen de cijfers worden verplaatst met behulp van de [N]- en [M]­cursorknoppen. Dit is handig als u slechts één specifiek cijfer rechtstreeks wilt wijzigen. De cursor verdwijnt wanneer u nogmaals op de [F6]-knop drukt.
Edit-indicator
U kunt verschillende parameters in elke modus aanpassen of instellen met behulp van de datadraaiknop, de [INC/ YES]-knop en de [DEC/NO]-knop. Als u de waarde van de parameter wijzigt in deze modi, wordt de [E]-indicator (Edit) weergegeven in de linkerbovenhoek van de LCD­display. Hiermee wordt aangegeven dat het huidige programma (Drum Kit, enzovoort) is gewijzigd, maar nog niet is opgeslagen. Als u de status die of het geluid dat is verkregen door de bewerking, wilt opslaan, moet u het huidige programma met behulp van de [ENTER/STORE]­knop opslaan in het interne gebruikersgeheugen voordat u een ander programma selecteert.
Als de Edit-indicator wordt weergegeven...
Numeriek
toetsen-
blok
DTX900 Gebruikershandleiding
14
Basisbediening
Als de cursor zich bij de naam bevindt, wordt het pictogram [LIST] weergegeven en kunt u de lijst met tekens oproepen door de [SF6]-knop ingedrukt te houden. Laat de [SF6]­knop los om terug te keren naar de oorspronkelijke display.
Voer de onderstaande handelingen uit terwijl u de [SF6]-knop ingedrukt houdt.
Verplaats de cursor naar de gewenste locatie.
Selecteer een teken voor de locatie van de cursor in de naam.
Tekens invoeren (naam, enzovoort)
Zoals hieronder wordt weergegeven, kunt u de naam instellen door de twee handelingen te herhalen: het verplaatsen van de cursor naar de gewenste locatie met behulp van de cursorknoppen en vervolgens het selecteren van een teken met behulp van de datadraaiknop, de [INC/YES]-knop en de [DEC/NO]-knop.
De cursor verplaatsen naar de gewenste locatie in de naam
De lijst met tekens gebruiken
Als u moeite hebt met het selecteren van de gewenste tekens met de bovenstaande methode, is het mogelijk handiger om de volgende methode te gebruiken: het rechtstreeks selecteren van de tekens in een lijst.
Een teken selecteren op de locatie van de cursor
DTX900 Gebruikershandleiding
15
Configureren
BELANGRIJK
U moet de triggerinstelling van de DTX900 wijzigen, afhankelijk van het type drumset dat u gebruikt (Standard Set/Special Set/Acoustic Drums, enzovoort). Als de instelling niet correct is, kunnen er problemen optreden. Het geluid kan verkeerd zijn, of de volumebalans tussen de pads. In de sectie 'Trigger Setup selecteren' op pagina 22 wordt aangegeven hoe u de juiste waarden kunt instellen.

De pads aansluiten

Op de illustratie hieronder wordt aangegeven hoe u de uitgangskabel van elke pad kunt aansluiten op de triggeringangsaansluitingen op het achterpaneel van de DTX900. Alle triggeringangsaansluitingen zijn gelabeld (1 SNARE, enzovoort). Zorg ervoor dat elke pad is aangesloten op de juiste triggeringangsaansluiting.
WAARSCHUWING
• Om schokken en beschadiging van de apparaten te voorkomen moet u de DTX900 en alle andere apparaten uitschakelen voordat u apparaten aansluit op de ingangs- en uitgangsaansluitingen van de DTX900.
DTX900K
DTX900
Bevestigingsschroeven voor modulestandaard, 4 stuks (bijgeleverd)
naar 9HI-HAT
De modulestandaard bevestigen
Bevestig de bijgeleverde modulestandaard met de bevestigingsschroeven aan de DTX900.
* Zorg ervoor dat u de bijgeleverde schroeven
Modulestandaard (bijgeleverd)
DTX900
RHH135
gebruikt.
PCY135
naar 7CRASH
naar 2TOM1
XP100T XP100T
XP120SD
naar 3TOM2
KP125W
OPMERKING
• De padmodellen uit de illustraties maakten deel uit van de standaardset/speciale set bij het produceren van deze gebruikershandleiding. Houd er rekening mee dat de modelnamen van uw standaardset of speciale set kunnen verschillen van de namen die hier worden weergegeven. Ga naar de volgende website voor de meest recente informatie over Yamaha-drumpads.
http://www.yamaha.co.jp/english/product/drums/ed/
naar 6RIDE
PCY155
PCY135
naar
8CRASH2
XP100T
naar HI-HAT CONTROL
* Sluit eerst de [PAD]-
uitgangsaansluiting van de RHH135 aan op de 9HI-HAT-aansluiting van de DTX900, en sluit vervolgens de [HI-HAT CONTROL]­uitgangsaansluiting van de RHH135 aan op de HI-HAT CONTROL-aansluiting van de DTX900.
DTX900 Gebruikershandleiding
16
naar 4TOM3
naar 1SNARE
* Het voetpedaal wordt niet
bijgeleverd bij de standaardset.
naar JKICK/K
DTX950K
* Sluit eerst de [PAD]-uitgangsaansluiting
van de RHH135 aan op de 9HI-HAT­aansluiting van de DTX900, en sluit vervolgens de [HI-HAT CONTROL]­uitgangsaansluiting van de RHH135 aan op de HI-HAT CONTROL­aansluiting van de DTX900.
DTX900
naar 7CRASH1
naar 9HI-HAT
naar HI-HAT CONTROL
RHH135
PCY135
naar 2TOM1 naar 3TOM2
XP100T XP100T
XP120SD
PCY155
XP120T
Configureren
naar 6RIDE
PCY135
naar 8CRASH2
DTX900
Modulestandaard (bijgeleverd)
KP125W
naar JKICK/K
naar 1SNARE
* Het voetpedaal wordt niet
bijgeleverd bij de speciale set.
De modulestandaard bevestigen
Bevestig de bijgeleverde modulestandaard met de bevestigingsschroeven aan de DTX900.
* Zorg ervoor dat u de bijgeleverde schroeven
gebruikt.
XP120T
naar 4TOM3
naar 5TOM4
Bevestigingsschroeven voor modulestandaard, 4 stuks (bijgeleverd)
Configuratie met akoestische drums
De DTX900 kan worden afgespeeld vanaf een akoestische drumkit als deze kit is voorzien van een optionele set drumtriggers (bijvoorbeeld de Yamaha DT20-drumtriggers) die correct zijn aangesloten op de ingangsaansluitingen van de DTX900.
DTX900 Gebruikershandleiding
17
Configureren

De voeding aansluiten

Zorg ervoor dat de F (Standby/On)-
1
schakelaar van het instrument op standby staat ( ).
Sluit de gelijkspanningsstekker van de
2
bijgeleverde adapter aan op de DC IN­aansluiting van het achterpaneel. Om te voorkomen dat de kabel per ongeluk wordt losgetrokken, is het aan te raden de kabel om de kabelklem te wikkelen en vast te zetten.

Het instrument aanzetten

Nadat u alle nodige aansluitingen hebt gemaakt (trigger, audio, MIDI), draait u alle volume-instellingen van de DTX900 en de andere audioapparaten dicht. Zet het apparaat aan ( ) door op de F (Standby/On)-
schakelaar op het achterpaneel van de DTX900 te drukken, en zet vervolgens de versterkers aan.
Een mixer of andere MIDI-apparaten
aansluiten
Controleer of alle volume-instellingen tot het minimumniveau zijn dichtgedraaid. Zet vervolgens de apparaten in uw installatie aan in deze volgorde: MIDI-masters (regelaars), MIDI-slaves (ontvangers), audioapparatuur (mixers, versterkers, luidsprekers, enz.).
1 DTX900
(zendapparaat)
2 MIDI-slave
LET OP
• Zorg dat het snoer van de adapter niet wordt geknikt terwijl u het om de klem wikkelt. Het snoer kan dan worden beschadigd en er kan brand ontstaan.
Sluit het andere eind van het netsnoer aan
3
op een stopcontact.
WAARSCHUWING
• Gebruik uitsluitend de bijgeleverde netadapter of een door Yamaha aanbevolen equivalent. Als u een andere adapter gebruikt, kan het apparaat worden beschadigd of kunnen er problemen optreden.
• Gebruik alleen de spanning die als juist wordt aangegeven voor de DTX900.
• Zelfs als het instrument is uitgeschakeld, loopt er nog een minimale hoeveelheid stroom naar het instrument. Als u de DTX900 gedurende langere tijd niet gebruikt, moet u de netadapter verwijderen uit het stopcontact.
3 Externe audioapparatuur
(mixer versterker)
OPMERKING
• Bij het uitzetten van de installatie draait u eerst weer het volume van elk audioapparaat dicht. Vervolgens zet u alle apparaten in de omgekeerde volgorde uit (eerst de audioapparatuur, dan MIDI).
DTX900 Gebruikershandleiding
18
Configureren
INDIVIDUAL OUTPUT
DIGITAL OUT
DIGITAL IN
AUX OUT LINE OUT
AUX IN
O1V96
SOLO SOLO
ON ON
SOLOONSOLOONSOLOONSOLOONSOLOONSOLOONSOLOONSOLOONSOLOONSOLOONSOLOONSOLOONSOLOONSOLOONSOLOONSOLO
ONON
PEAK
SIGNAL
PEAK SIGNAL
PEAK SIGNAL
PEAK SIGNAL
PEAK SIGNAL
PEAK SIGNAL
PEAK SIGNAL
PEAK SIGNAL
PEAK SIGNAL
PEAK SIGNAL
PEAK SIGNAL
PEAK SIGNAL
PEAK SIGNAL
PEAK SIGNAL
1-16 17-32 MASTER REMOTE
LAYER
SEL SEL SEL SEL SEL SEL SEL SEL SEL SEL SEL SEL SEL SEL SEL SEL SEL SELSEL
ST IN
ENTER
EQUALIZER
HIGH
HIGH-MID
LOW-MID
LOW
Q
FREQUENCY
GAIN
STEREO
SELECTED CHANNEL
PAN
DEC INC
SOLO CLEAR
RECALL
STORE
SCENE MEMORY
PHONES
MONITOR
OUT
MONITOR 2TR IN
CH15/16 2TR IN
LEVEL
PHONES
LEVEL
0100
10
+4
-26
GAIN
+4
-26
GAIN
+4
-26
GAIN
GAIN
+4
-26
GAIN
20dB
-16 -60
GAIN
20dB
-16 -60
GAIN
20dB20dB20dB20dB20dB20dB20dB20dB20dB20dB
-16 -60
GAIN
-16 -60
GAIN
-16 -60
GAIN
-16 -60
GAIN
-16 -60
GAIN
-16 -60
GAIN
-16 -60
GAIN
-16 -60
GAIN
-16 -60
GAIN
-16 -60
PAD
FADER MODE
DISPLAY ACCESS
AUX 1
AUX 1 AUX 2 AUX 3 AUX 4 AUX 5 AUX 6 AUX 7 AUX 8 BUS 1 BUS 2 BUS 3 BUS 4 BUS 5 BUS 6 BUS 7 BUS 8
AUX 2 AUX 3 AUX 4
AUX 8AUX 7AUX 6AUX 5
HOME (METER)
DYNAMICS
EQ EFFECT VIEW
PATCH
UTILITYMIDISCENE
DIO/SETUP
/ INSERT/ DELAY
PAN/
ROUTING
PAIR/ GROUP
ABABABABABABABABABABABA
B
16
1513
121110987643215
14
INSERT I/O INSERT I/OINSERT I/O INSERT I/O INSERT I/O INSERT I/O INSERT I/OINSERT I/O INSERT I/O INSERT I/O INSERT I/O INSERT I/O
L
R
IN OUT
2TR
-10dBV (UNBAL)
PHANTOM +48V
CH9-12CH5-8CH1-4
INPUT
(BAL)
INSERT
OUTIN (UNBAL)
ST IN 1 ST IN 2
USER DEFINED
KEYS
12
34
56
78
55
5
+10
5
1010
10
1515
15
2020
20
303030
30
4040
40
5050
50
6060 7070
20
30
40
40
50
50
60 70
00
5
10
15
20
0
0
5
+10
5
10
15
30
20
30
40
40
50
50
60 70
20
30
40
40
50
50
60 70
20
30
40
40
50
50
60 70
20
30
40
40
50
50
60 70
20
30
40
40
50
50
60 70
15
0
5
10
15
20
0
5
+10
5
10
0
30
15
5
10
15
20
0
5
+10
5
10
0
30
15
5
10
15
20
0
5
+10
5
10
0
30
15
5
10
15
20
0
5
+10
5
10
0
30
15
20
30
40
40
50
50
60 70
30
15
20
30
40
40
20
30
40
20
30
40
20
30
40
50
50505050
20
30
40
50
20
30
40
50
60 70
40
50
60 70
40
50
60 70
40
50
60 70
40
50
60 70
40
50
60 70
40
50
60 70
40
50
60 70
30
15
5
10
15
20
0
5
+10
5
10
0
5
10
15
20
0
5
+10
5
10
0
5
10
15
20
0
30
5
10
15
20
0
30
5
10
15
20
0
30
5
10
15
20
0
30
5
10
15
20
0
303030
5
10
15
20
0
5
10
15
20
0
5
10
15
20
0
5
+10
5
10
0
15
5
+10
5
10
0
15
5
+10
5
10
0
15
5
+10
5
10
0
15
20
30
40
50
15 15
20
30
40
50
15
5
+10
5
10
0
5
+10
5
10
0
5
+10
5
10
0
5
+10
5
10
0
123456
123456
7
8 9 10 11 12
7
8 9 10 11 12
13 14 15 16
13 14 15 16
32313029282726252423222120191817
STEREO
13 1415 16
OVER
0
-3
-6
-9
-12
-15
-18
-24
-30
-36
-48
Cd-speler
Md-speler
DTX900

Aansluiten op luidsprekers of hoofdtelefoon

Aangezien de DTX900 geen geïntegreerde luidsprekers heeft, hebt u een externe geluidsinstallatie of een stereohoofdtelefoon nodig om het geluid goed te beluisteren.
Monitorsysteem voor de DTX-serie MS100DRJ, MS50DRJ, enzovoort.
OUTPUT L/MONO, R
Hoofdtelefoon
PHONES

Aansluiten op externe audioapparatuur

Bij het opnemen van uw spel op een DTX900-drumkit of het verzenden van zijn geluiden naar een mixer, sluit u uw apparatuur als volgt aan:
LET OP
• Als u een aansluiting tot stand brengt, moet u erop letten dat de kabelplug correspondeert met het type aansluiting op het apparaat.
OUTPUT L/MONO- en R-aansluitingen
(standaard monohoofdtelefoon)
Deze aansluitingen maken het mogelijk om de DTX900 aan te sluiten op een externe versterker/luidspreker en een vol, versterkt geluid te produceren.
• Gebruik de OUTPUT L/MONO-aansluiting om de DTX900 aan te sluiten op een apparaat met een mono-ingang.
PHONES-aansluiting (standaard stereo
hoofdtelefoonaansluiting)
Het algehele hoofdtelefoonvolume stelt u in met de PHONES-regelaar.
LET OP
• Gebruik de DTX900 niet gedurende een langere periode op een hoog volumeniveau, aangezien dat uw gehoor kan beschadigen. Dit kan namelijk tot gehoorverlies leiden.
De OUTPUT- (L/MONO en R) en INDIVIDUAL OUTPUT- (1 tot 6) aansluitingen genereren altijd lijnniveau-audiosignalen, ongeacht of er een hoofdtelefoon is aangesloten. Dit zijn aansluitingen van het type monohoofdtelefoon. Als u een audioapparaat via deze aansluitingen wilt verbinden, gebruikt u kabels met een monohoofdtelefoonstekker voor de DTX900 en een geschikte stekker voor het andere apparaat.
Gebruik beide OUTPUT- (L/MONO en R) aansluitingen voor stereo-uitvoer. Als het andere apparaat een mono­ingang heeft, gebruikt u alleen de L/MONO-aansluiting.
OPMERKING
• Sluit een hoofdtelefoon op de PHONES-aansluiting aan voor het beluisteren van de stereo-uitvoer (identiek met die van de OUTPUT­aansluitingen). De geluiden die worden uitgevoerd via de INDIVIDUAL OUTPUT-aansluitingen, zijn niet hoorbaar via de hoofdtelefoon die is aangesloten op de PHONES-aansluiting.
• Afhankelijk van het andere aangesloten apparaat, kan het nodig zijn dat u de parameterinstellingen in de Utility-modus moet wijzigen. Zie voor details pagina 128.
De DIGITAL OUTPUT-connector kunt u op een coaxiale digitale ingang (S/PDIF) van een extern geluidsapparaat aansluiten. Deze connector zorgt voor het digitaal verzenden van stereo-audiosignalen identiek met die van de OUTPUT L/MONO- en R-aansluitingen.
Externe audiosignalen die worden ingevoerd via de AUX IN/SAMPLING IN-aansluiting kunnen samen met de geluiden van de DTX900 worden beluisterd via een hoofdtelefoon die is aangesloten op de PHONES­aansluiting, en kunnen worden opgenomen om extra gebruikersvoices te maken. Indien nodig kunt u de [GAIN]-knop op het achterpaneel gebruiken om de versterking van het ingangssignaal te regelen.
DTX900 Gebruikershandleiding
19
Configureren

Externe MIDI-apparaten aansluiten

Via een (apart te verkrijgen) standaard MIDI-kabel kunt u een extern MIDI-apparaat aansluiten en het aansturen vanaf de DTX900. Via deze verbinding kunt u een externe MIDI-toongenerator (synthesizer, toongeneratormodule, enz.) aansturen door de DTX900 te bespelen of een song af te spelen op de DTX900. U kunt ook een externe sequencer gebruiken om de toongenerator van de DTX900 aan te sturen. Bovendien is dankzij het gebruik van MIDI-functies een nog groter scala aan spel- en opnamemogelijkheden beschikbaar met de DTX900.
OPMERKING
• U kunt een willekeurige DTX900-interface (MIDI-connectoren of de USB-aansluiting) gebruiken voor het ontvangen of verzenden van MIDI-data. U kunt echter slechts één interface tegelijk gebruiken. U selecteert als volgt de connector die wordt gebruikt voor MIDI-dataoverdracht in de Utility-modus: [UTILITY] [F5] MIDI [SF3] OTHER MIDI IN/OUT
Een externe toongenerator of synthesizer aansturen
Gebruik een MIDI-kabel om de MIDI OUT-aansluiting van de DTX900 aan te sluiten op de MIDI IN-aansluiting van het externe MIDI-apparaat.
MIDI OUT-aansluiting
MIDI-kabel
DTX900
MIDI IN-aansluiting
MIDI-apparaat
Aansturen vanaf een extern MIDI-toetsenbord of synthesizer
Gebruik een MIDI-kabel om de MIDI IN-connector van de DTX900 aan te sluiten op de MIDI OUT-connector van het externe MIDI-apparaat.
MIDI IN-aansluiting
MIDI-kabel
MIDI OUT-aansluiting
MIDI-apparaat
DTX900
Synchroniseren met een extern MIDI-instrument (master en slave)
De songs van dit instrument kunnen worden gesynchroniseerd op het afspelen van een externe MIDI-sequencer. Hiervoor moet één apparaat op interne clock en het andere apparaat (evenals alle andere apparaten die moeten worden aangestuurd) op externe clock worden ingesteld. Het apparaat dat is ingesteld op interne clock fungeert als referentie voor alle aangesloten apparaten en wordt het 'master'-instrument genoemd. De aangesloten apparaten die zijn ingesteld op externe clock worden 'slaves' genoemd. Als u in het bovenstaande verbindingsvoorbeeld afspeeldata van een externe MIDI-sequencer opneemt in een song van de DTX900, moet u de MIDI-synchronisatieparameter instellen zodat een externe clock wordt gebruikt. Hiervoor voert u de volgende handeling uit in de Utility-modus.
DTX900 Gebruikershandleiding
20
Configureren

Een USB-opslagapparaat aansluiten

U kunt een USB-opslagapparaat aansluiten op de USB TO DEVICE-aansluiting op het achterpaneel van dit instrument.
flashgeheugen
USB-
DTX900
USB-opslagapparaat
of
USB TO DEVICE­aansluiting
opslagapparaat (harde schijf, enz.)
Voorzorgsmaatregelen tijdens het gebruik van de USB TO DEVICE­aansluiting
Dit instrument heeft een ingebouwde USB TO DEVICE­aansluiting. Ga voorzichtig om met het USB-apparaat wanneer u dit op de aansluiting aansluit. Volg de onderstaande belangrijke voorzorgsmaatregelen.
OPMERKING
• Zie de gebruikershandleiding bij het USB-apparaat voor meer informatie over het omgaan met USB-apparaten.
Compatibele USB-apparaten
USB-opslagapparaten (flashgeheugen, harde schijf, enz.) Het instrument ondersteunt niet noodzakelijkerwijs alle
commercieel beschikbare USB-apparaten. Yamaha kan de werking niet garanderen van USB-apparaten die u aanschaft. Voordat u een USB-apparaat voor gebruik met dit instrument aanschaft, kunt u het beste uw Yamaha­dealer of een geautoriseerde Yamaha-distributeur (zie het overzicht achter in de gebruikershandleiding) raadplegen of de volgende internetpagina bezoeken:
http://www.yamaha.co.jp/english/product/drums/ed/
Verbinden met een USB-
USB-opslagapparaten gebruiken
Als u het instrument aansluit op een USB-opslagapparaat, kunt u de data die u hebt gemaakt, opslaan op het aangesloten apparaat en data lezen van het aangesloten apparaat.
OPMERKING
• Hoewel cd-r/rw-stations kunnen worden gebruikt om data op het instrument in te lezen, kunnen deze niet worden gebruikt voor het opslaan van data.
USB-opslagmedia formatteren
Als een USB-opslagapparaat is aangesloten of er als er een medium is geplaatst, kan er een bericht verschijnen waarin u wordt gevraagd het apparaat/medium te formatteren. Als dat gebeurt, voert u de Format-handeling uit (pagina 123).
LET OP
• Met de formatteerhandeling worden alle reeds bestaande data overschreven. Zorg ervoor dat het medium dat u formatteert geen belangrijke data bevat.
Uw data beveiligen (schrijfbeveiliging)
Pas de schrijfbeveiliging toe die bij het opslagapparaat of het opslagmedium is geleverd, om te voorkomen dat belangrijke data onopzettelijk worden gewist. Als u data op het USB-opslagapparaat wilt opslaan, zorgt u ervoor dat u de schrijfbeveiliging uitschakelt.
OPMERKING
• Andere USB-apparaten zoals een computertoetsenbord of muis kunnen niet worden gebruikt.
USB-apparaat aansluiten
Zorg als u een USB-apparaat aansluit op de [USB TO DEVICE]-aansluiting, dat u de juiste aansluiting op het apparaat gebruikt en in de juiste richting aansluit.
Hoewel het instrument de USB 1.1-standaard ondersteunt, kunt u ook een USB 2.0-opslagapparaat aansluiten en gebruiken met het instrument. De overdrachtssnelheid is in dit geval echter wel die van USB 1.1.
OPMERKING
• Gebruik bij de aansluiting een USB-kabel van maximaal 3 meter lang.
USB-opslagapparaat aansluiten/
verwijderen
Controleer voordat u het medium van het apparaat verwijdert of het instrument geen gegevens gebruikt (zoals bij het opslaan, laden en verwijderen van data).
LET OP
• Vermijd het snel achter elkaar aan-/uitzetten van het USB­opslagapparaat, of het te vaak aansluiten/loskoppelen van het apparaat. Als u dit doet, loopt u het risico dat het instrument vastloopt. Koppel de USB-aansluiting NIET los, neem de media NIET uit het apparaat en zet de apparaten NIET uit terwijl het instrument toegang heeft tot de data (zoals bij het opslaan, verwijderen, laden en formatteren). Als u dit toch doet, kunnen de data op een of beide apparaten beschadigd raken.
DTX900 Gebruikershandleiding
21
Configureren

Trigger Setup selecteren

Trigger Setup bevat diverse instellingen die betrekking hebben op triggeringangssignalen die worden ontvangen van pads of drumtriggers (Yamaha DT20, enz.) die zijn aangesloten op de triggeringangsaansluitingen. Met deze instellingen kunt u de werking en de reactie op deze signalen van de DTX900 optimaliseren. Selecteer uit de voorgeprogrammeerde Trigger Setup-waarden van de DTX900 de waarde die optimaal geschikt is voor uw drumkit. In de lijst hieronder wordt aangegeven hoe u de optimale waarde voor Trigger Setup kunt selecteren.
Trigger Setup selecteren
Druk op de [TRIGGER]-knop om de
1
Trigger-modus te activeren.
De display voor het selecteren van de trigger wordt weergegeven.
1
1
Trigger Setup-nummer
Geeft het huidige Trigger Setup-nummer aan.
Instellingen PRE: 01 – PRE: 07, USR: 01 – USR: 05
Triggeringangsniveau-indicator
B
Wanneer u op de pad slaat, wordt het triggeringangsniveau als een staafdiagram weergegeven boven het nummer van de triggeringangsaansluiting waarmee de desbetreffende pad is verbonden.
[SF6] Input Lock
C
Met deze knop schakelt u Input Lock ('L'-indicator in de rechterhoek van de display) in of uit. Normaal gesproken kunt u controleren welke triggeringangsaansluiting of triggeringangsbron moet worden bewerkt door op de overeenkomstige pad te slaan. Als u deze instelling wilt behouden zelfs als u op een van de pads slaat, drukt u op deze knop om Input Lock ('L'-indicator) in te schakelen.
2
3
Standaard Trigger Setup instellen voor oproepen bij aanzetten
Als u een bepaalde Trigger Setup (d.w.z. de Setup die u hierboven hebt geselecteerd) wilt oproepen elke keer dat de DTX900 wordt aangezet, volgt u de onderstaande instructies.
Druk op de [UTILITY]-knop om de Utility-
1
modus in te schakelen.
Druk achtereenvolgens op de [F1]
2
GENERAL-knop en de [SF4] START UP-knop om het Start Up-display op te roepen.
1
1 TriggerNo (Trigger Setup-nummer)
Geeft het nummer aan van de Trigger Setup die wordt opgeroepen bij het aanzetten van de DTX900.
Verplaats de cursor naar het Trigger Setup-
3
nummer en selecteer het gewenste nummer met de datadraaiknop, de [INC/YES]-knop of de [DEC/NO]-knop.
Zie de Trigger Setup-lijst op pagina 23 voor meer informatie over de verschillende Trigger Setups.
Druk op de [ENTER/STORE]-knop als u
4
de instelling wilt opslaan.
Selecteer het gewenste Trigger Setup-
2
nummer met de datadraaiknop, de [INC/ YES]-knop of de [DEC/NO]-knop.
Zie de Trigger Setup-lijst op pagina 23 voor meer informatie over de verschillende Trigger Setups.
DTX900 Gebruikershandleiding
22
OPMERKING
• U kunt uw eigen Trigger Setup maken door verschillende parameters te bewerken. Zie voor details pagina 108.
LET OP
• Voor Factory Set-handelingen die langere tijd in beslag nemen, ziet u het bericht 'Please keep power on…' (Schakel het instrument niet uit) tijdens de verwerking. Schakel het instrument nooit uit terwijl een dergelijk bericht wordt weergegeven (er worden data naar het flash-ROM geschreven). Het instrument uitzetten in deze situatie heeft het verlies van alle gebruikersdata tot gevolg en kan zorgen dat het systeem vastloopt (vanwege beschadigde data in het flash-ROM). Hierdoor wordt het instrument mogelijk niet goed gestart, ook niet als u het instrument de volgende keer inschakelt.
Trigger Setup-lijst
Nr. Naam Beschrijving
PRE: 01 XP Wide
PRE: 02 XP Normal
PRE: 03 SP Wide
PRE: 04 SP Normal
PRE: 05 SP Narrow
PRE: 06 STD Wide
PRE: 07 STD Normal
PRE: 08 STD Narrow
PRE: 09 DT10/20
USR: 01 – 05 User Trigger
* In de standaardinstelling is 'PRE: 01 XP Wide' voor de DTX950K/900K geselecteerd.
Voor DTX950K/ 900K
Voor speciale DTXTREME III­drumset
Voor standaard DTXTREME III­drumset
Groot dynamisch bereik. Deze instelling is bedoeld voor maximale expressieve besturing waarbij een heel subtiele reproductie over een groot dynamisch bereik mogelijk is.
Normale instelling Groot dynamisch bereik. Deze instelling is bedoeld voor maximale expressieve besturing
waarbij een heel subtiele reproductie over een groot dynamisch bereik mogelijk is. Normale instelling Een gecontroleerd dynamisch bereik met als resultaat een stabiele triggerdetectie. Deze
instelling produceert een soepeler en uniformer geluid met beperkte volumeschommelingen. Groot dynamisch bereik. Deze instelling is bedoeld voor maximale expressieve besturing
waarbij een heel subtiele reproductie over een groot dynamisch bereik mogelijk is. Normale instelling Een gecontroleerd dynamisch bereik met als resultaat een stabiele triggerdetectie. Deze
instelling produceert een soepeler en uniformer geluid met beperkte volumeschommelingen. Wordt gebruikt voor DT10/20-drumtriggersystemen die worden toegepast op akoestische
drums. Hiermee kunt u zelf triggersetups maken.
De initiële fabrieksinstellingen van het gebruikersgeheugen herstellen
Configureren
U kunt als volgt de oorspronkelijke fabrieksinstellingen van het gebruikersgeheugen van dit instrument herstellen (pagina 76). U kunt voor elke modus aangeven of de gebruikersgeheugendata worden geïnitialiseerd.
LET OP
• Wanneer u de fabrieksinstellingen herstelt, gaan alle data die u in elke modus hebt gecreëerd, verloren. Zorg ervoor dat u geen belangrijke data overschrijft. Sla alle belangrijke data op een USB-opslagapparaat op voordat u deze procedure start (pagina 114).
Druk op de [UTILITY]-knop om de Utility-
1
modus in te schakelen.
Druk op de [F6] FACTSET-knop om de
2
Factory Set-display op te roepen.
1
Verplaats de cursor naar het selectievakje
3
van de gewenste modus, en plaats of verwijder het vinkje met de datadraaiknop, de [INC/YES]-knop of de [DEC/NO]-knop.
Druk op de [ENTER/STORE]-knop.
4
Op de display wordt u gevraagd om dit te bevestigen. Druk op de [DEC/NO]- of de [EXIT]-knop als u de
handeling wilt annuleren.
Druk op de [INC/YES]-knop om de Factory
5
Set-handeling uit te voeren.
Nadat Factory Set is uitgevoerd, wordt het bericht 'Completed' (Voltooid) weergegeven en wordt de oorspronkelijke display opnieuw weergegeven.
1 Selectievakje
Als u in stap 3 hieronder een vinkje zet naast een modusnaam op de display, worden bij het uitvoeren van Factory Set de initiële fabrieksinstellingen hersteld voor de gebruikersgeheugendata of instellingen van de overeenkomstige modus. Voor de modi zonder vinkje blijven de gebruikersgeheugendata of instellingen behouden, zelfs als Factory Set wordt uitgevoerd.
LET OP
• Voor Factory Set-handelingen die langere tijd in beslag nemen, ziet u het bericht 'Executing...' (Bezig met uitvoeren...) of 'Please keep power on…' (Schakel het instrument niet uit) tijdens de verwerking. Schakel het instrument nooit uit terwijl een dergelijk bericht wordt weergegeven (er worden data naar het flash-ROM geschreven). Het instrument uitzetten in deze situatie heeft het verlies van alle gebruikersdata tot gevolg en kan er voor zorgen dat het systeem vastloopt (ten gevolge van corrupte data in het flash-ROM). Dit betekent dat het instrument mogelijk niet goed wordt gestart, ook niet als u het instrument de volgende keer inschakelt.
DTX900 Gebruikershandleiding
23
Configureren

Computer aansluiten

De DTX900 is weliswaar zelf al uitzonderlijk krachtig en veelzijdig, maar door deze via een USB-kabel op een computer aan te sluiten, beschikt u over nog meer kracht en veelzijdigheid. Dankzij deze voorziening kunt u MIDI-data overdragen tussen de DTX900 en uw computer. In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de verbindingen uitvoert.
OPMERKING
• Aangezien de DTX900 geen geïntegreerde luidsprekers heeft, hebt u een externe geluidsinstallatie of een stereohoofdtelefoon nodig om het geluid goed te beluisteren. Zie voor details pagina 19.
Download het USB-MIDI-stuurprogramma
1
van onze website:
Zet de MIDI IN/OUT-parameter op 'USB'
http://www.global.yamaha.com/download/usb_midi/
OPMERKING
• Op de bovenstaande website vindt u ook informatie over systeemvereisten.
OPMERKING
• Het USB-MIDI-stuurprogramma kan zonder voorafgaande kennisgeving worden aangepast en bijgewerkt. Download indien nodig de meest recente versie van de bovenstaande website.
4
met behulp van de [DEC/NO]-knop, de [INC/YES]-knop of de datadraaiknop.
Installeer het gedownloade USB-MIDI-
2
stuurprogramma op de computer.
Raadpleeg de online installatiehandleiding in het gedownloade bestandspakket voor installatie­instructies. Als u de DTX900 tijdens de installatieprocedure op een computer aansluit, sluit dan de USB-kabel aan op de USB TO HOST-aansluiting van de DTX900 en de USB-aansluiting van de computer, zoals hieronder wordt geïllustreerd.
USB TO HOST-aansluiting
USB-
aansluiting
USB-kabel
Achterpaneel van de DTX900
Controleer of de USB TO HOST-aansluiting
3
van de DTX900 is geactiveerd.
Druk op de [UTILITY]-knop om de Utility-modus te activeren, en druk vervolgens op de [F5] MIDI-knop gevolgd door de [SF3] OTHER-knop.
Druk op de [ENTER/STORE]-knop als
5
u deze instelling wilt opslaan.
Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik van de USB TO HOST­aansluiting
Neem de volgende punten in acht wanneer u de computer aansluit op de USB TO HOST-aansluiting. Als u dit niet doet, loopt u het risico dat de computer vastloopt en dat data worden beschadigd of verloren gaan. Als de computer of het instrument vastloopt, start u de toepassingssoftware of het besturingssysteem van de computer opnieuw op, of schakelt u het instrument uit en weer in.
LET OP
• Gebruik een USB-kabel van het type AB die niet langer is dan ongeveer 3 meter.
• Voordat u de computer op de USB TO HOST-aansluiting aansluit, haalt u de computer uit eventuele energiebesparende modi (zoals de sluimerstand, de slaapstand of stand-by).
• Voordat u het instrument inschakelt, verbindt u de computer met de USB TO HOST-aansluiting.
• Ga als volgt te werk voordat u het instrument aan-/uitzet, of de USB-kabel verbindt met of loskoppelt van de USB TO HOST­aansluiting
• Sluit eventuele geopende softwaretoepassingen op
de computer af.
• Zorg ervoor dat er geen data door het instrument worden
verzonden. (Er worden alleen data verzonden als de pads worden bespeeld of als er een song wordt afgespeeld.)
• Als er een USB-apparaat op het instrument is aangesloten, wacht u minimaal zes seconden tussen deze handelingen: (1) het uitzetten en vervolgens weer aanzetten van het instrument, of (2) het aansluiten en vervolgens weer loshalen van de USB-kabel en andersom.
DTX900 Gebruikershandleiding
24
Configureren
Cubase configureren voor afstandsbediening
Dankzij deze speciale functie kan de DTX900 als afstandsbediening voor Cubase worden gebruikt. U kunt bijvoorbeeld het Cubase-transport bedienen, de metronoom van Cubase in- of uitschakelen en verschillende andere functies besturen vanaf het voorpaneel van het instrument, waardoor de doelmatigheid van de werkstroom voor muziekproductie aanzienlijk wordt vergroot.
Computerinstellingen
Als u de Cubase-afstandsbediening voor het eerst instelt, moet u de volgende stappen uitvoeren om uw computer correct in te stellen.
Download de meest recente versie van de
1
DTX900-uitbreiding naar uw computer van de volgende wegpagina.
Sla het gecomprimeerde bestand op een gemakkelijk te vinden locatie op en pak het bestand uit.
http://www.yamaha.co.jp/product/drum/ed
OPMERKING
• Controleer of het meest recente USB MIDI-stuurprogramma op uw computer is geïnstalleerd (zie pagina 24).
• Op de bovenstaande website vindt u ook informatie over systeemv­ereisten.
• De DTX900-uitbreiding kan zonder voorafgaande kennisgeving worden aangepast en bijgewerkt. Bezoek vóór installatie boven­staande webpagina om de meest recente informatie te raadplegen en om te controleren of u over de meest recente versie beschikt.
Voer de DTX900-uitbreiding uit voor het
2
voltooien van de vereiste installatieproce­dure. Raadpleeg de gebruikershandleiding bij het pakket dat u hebt gedownload voor meer informatie.
DTX900-instellingen
Voer de volgende stappen op de DTX900 uit om de functie Cubase Remote te gebruiken.
Controleer of de USB TO HOST-aansluiting
1
van de DTX900 is geactiveerd.
Druk op de [UTILITY]-knop om de Utility-modus te activeren, en druk vervolgens op de [F5] MIDI-knop gevolgd door de [SF3] OTHER-knop. Zie pagina 131 voor details.
Zet de MIDI IN/OUT-parameter op 'USB'
2
met behulp van de [DEC/NO]-knop, de [INC/YES]-knop of de datadraaiknop.
Controleer of de DTX900 op juiste wijze op
3
uw computer is aangesloten en start Cubase.
Zie pagina 24 voor meer informatie over het aansluiten.
Houd de [CHAIN]-knop ingedrukt en druk
4
tegelijkertijd op de [SAMPLING]-knop.
Het bericht 'Cubase Remote' wordt weergegeven ter bevestiging van de activering van de functie.
Houd de [CHAIN]-knop opnieuw ingedrukt
5
terwijl u op de [SAMPLING]-knop drukt als u de modus Cubase Remote weer wilt uitschakelen.
Knopfuncties in de modus Cubase Remote
Knop Werking
[p]
r]
[
f]
[
[REC] Begint het opnemen.
>/] Begint en stopt het afspelen.
[
[CLICK ON/OFF] De clicktrack aan- en uitzetten.
[]
[F1] Kwantificeren*
[F2] Ongedaan maken*
[F3] Inzoomen*
[F4] Uitzoomen*
[F5] De geselecteerde track inzoomen*
[F6] De geselecteerde track uitzoomen*
[SF1] Niet toegewezen*
[SF2] Niet toegewezen*
[SF3] Niet toegewezen*
[SF4] Niet toegewezen*
[SF5] Niet toegewezen*
[SF6] Niet toegewezen*
[-1/DEC], [+1/INC] Hiermee verplaatst u de projectcursor 1 maat.
[INC/YES]
[DEC/NO]
[ ] Hiermee selecteert u een vorige track.
[ ] Hiermee selecteert u een volgende track.
[ ] Hiermee selecteert u een vorige track.
[ ] Hiermee selecteert u een volgende track.
[CHAIN]+[SAM­PLING]
* U kunt aan de knop elke willekeurige Cubase-functie toewijzen.
Hiermee wordt het transport teruggespoeld naar het begin van de song (TOP).
Hiermee wordt het transport teruggespoeld (REW).
Hiermee wordt het transport snel vooruitgespoeld (FF).
Hiermee zet u Solo Defeat van de geselecteerde track aan of uit.
Hiermee verlaagt u het programmanummer van het geselecteerde VST-instrument met 1.
Hiermee verhoogt u het programmanummer van het geselecteerde VST-instrument met 1.
Hiermee schakelt u de functie Cubase Remote in of uit.
DTX900 Gebruikershandleiding
25
Configureren

Een song creëren door een computer te gebruiken

Uw spel op de DTX900 opnemen op een computer
OPMERKING
• De afkorting DAW (Digital Audio Workstation) verwijst naar muzieksoftware voor het opnemen, bewerken en mixen van audio­en MIDI-data, zoals Cubase.
De DTX900 configureren
Op de DTX900 moet u de Local Control-parameter instellen op 'off' (uit) om een dubbel geluid te voorkomen. Als MIDI Thru is ingesteld op 'on' (aan) in DAW-/ sequencersoftware op uw computer, worden de noot-events die u afspeelt op de DTX900, naar de computer verzonden en vervolgens weer teruggeleid naar de DTX900, waardoor een dubbel geluid wordt gegenereerd omdat het toongeneratorblok speldata (MIDI-data) zowel rechtstreeks van het toetsenbord als van de computer ontvangt. U kunt dit probleem voorkomen door het toetsenbordblok te scheiden van het toongeneratorblok van de DTX900. Daarom moet Local Control worden ingesteld op 'off'.
Druk op de [UTILITY]-knop om de Utility-
1
modus te activeren, en druk vervolgens op de [F5] MIDI-knop gevolgd door de [SF1] SWITCH-knop.
DAW op de computer configureren
Stel MIDI Thru in de DAW in op 'on'.
1
Hierdoor worden de MIDI-data die worden gegenereerd door de pad te bespelen en naar de computer worden verzonden, teruggeleid naar de DTX900. Zoals in het volgende voorbeeld wordt geïllustreerd, worden de MIDI-data die door de DTX900 worden verzonden en vervolgens op de computer worden opgenomen via MIDI-kanaal 1, teruggeleid van de computer naar de DTX900 via MIDI-kanaal 3, volgens de instelling van de opnametrack. Hierdoor geeft de toongenerator van de DTX900 de MIDI-data die worden gegenereerd door de pad te bespelen, weer als MIDI-data van kanaal 3.
OPMERKING
• Raadpleeg de handleiding bij de DAW die u gebruikt voor gedetailleerde instructies.
USB TO HOST-aansluiting
Toongenerator-
blok
(herkennen van
op kanaal 3)
data
Local Control = off
DTX900
Toetsenbord
(uitvoer via
MIDI-
kanaal 1)
CH1
IN
OUT CH3
Verplaats de cursor naar 'LocalCtrl' en stel
2
deze parameter in op 'off'.
Druk op de [ENTER/STORE]-knop als
3
u deze instelling wilt opslaan.
DTX900 Gebruikershandleiding
26
Computer
(Cubase, enz.)
MIDI Through = on
Song afspelen op een computer met de DTX900 als toongenerator
In de volgende instructies wordt uitgelegd hoe u de DTX900 als toongenerator gebruikt. In deze situatie moeten de daadwerkelijke MIDI-sequencedata worden verzonden vanaf een DAW of sequencer op de computer.
DAW op de computer configureren
Stel de MIDI-poort op de DTX900 in.
1
Start het afspelen van het MIDI-bestand.
2
Configureren

Het geluid en displaycontrast aanpassen

U kunt het algehele volume van het DTX900-geluid aanpassen. Gebruik de MASTER-regelaar om het uitgangsvolume van de stereomix via de OUTPUT L/MONO- en R-aansluitingen aan te passen. Gebruik de PHONES-regelaar om het uitgangsvolume van de gemengde stereogeluiden voor de PHONES-aansluiting aan te passen. Deze instelling is onafhankelijk van de MASTER-regelaarinstelling. Zie pagina 31 voor meer informatie over alle schuifregelaars, inclusief PHONES en MASTER.
Als de display niet goed leesbaar is, pas dan het contrast aan met de contrastregelaar op het achterpaneel.
Het algehele volume aanpassen met
de MASTER-/PHONES-regelaar
Pas het displaycontrast aan
met de contrastregelaar.
DTX900
OPMERKING
• U moet er wel rekening mee houden dat de LCD-display niet van het type aanraakscherm is. Raak de display niet rechtstreeks of met kracht aan.
DTX900 Gebruikershandleiding
27

Beknopte handleiding

De drumpads bespelen

Snare/Tom Hi-hatbekken
Net zoals bij een akoestische snaredrum kunt u op drie verschillende manieren op de drumpad (bijvoorbeeld de hieronder afgebeelde XP120SD) slaan. Onthoud dat de XP120SD uit het voorbeeld hieronder is verdeeld in drie secties.
Gesloten rimshot (rand 2)
Headshot (hoofdpad)
Open rimshot (rand 1)
Net zoals bij een akoestisch hi-hatbekken kunt u de bekkenpad (bijvoorbeeld de hieronder weergegeven RHH135) op de onderstaande manieren samen met de hi-hatbesturing (HH65, enz.) bespelen. Onthoud dat de RHH135 uit het voorbeeld hieronder is verdeeld in twee secties.
Bowshot
Headshot
Als u op het hoofdoppervlak van de pad slaat, produceert u een headshotgeluid.
Open rimshot
Als u op het randgedeelte slaat dat het dichtst bij u ligt, produceert u een open­rimshotgeluid.
Gesloten rimshot
Als u op het randgedeelte slaat dat het verst van u af ligt, produceert u een gesloten-rimshotgeluid.
Edgeshot
Open/gesloten
Naast het foot-closegeluid dat u krijgt door op de hi­hatbesturing te drukken, kun u de besturing nog verder indrukken (in de gesloten toestand) voor een nog meer gesloten hi-hatgeluid.
Bowshot
Als u op het hoofdoppervlak van de pad slaat (het booggedeelte tussen de kom en de rand), produceert u een bowshotgeluid.
Edgeshot
Als u buiten de rand van de pad slaat, produceert u een edgeshot-geluid.
DTX900 Gebruikershandleiding
28
Hi-hatsplash
Als u de hi-hatbesturing indrukt en deze meteen weer loslaat, produceert u het hi-hatsplashgeluid.
Loading...
+ 134 hidden pages