Yamaha CVP-202 User Manual [nl]

Page 1
Handleiding
BELANGRIJK
Verzeker u ervan dat de plaatselijke netspanning over­eenkomt met het voltage dat aangegeven staat op het naamplaatje op de bodemplaat. In sommige landen wordt de Clavinova geleverd met een voltageschakelaar op de bodemplaat, bij het netsnoer. Controleer of de voltageschakelaar is ingesteld op de netspanning van uw land. Af-fabriek staat de schakelaar op 240V. Gebruik een platkopschroevendraaier om de schakelaar op het juiste voltage in te stellen. Draai de schakelaar totdat het pijltje het juiste voltage aanwijst.
Page 2
Inleiding
SPECIALE MEDEDELINGEN
PRODUCT VEILIGHEIDSMARKERINGEN:
De elek­tronische producten van Yamaha zijn voorzien van labels, zoals hieronder afgebeeld, of gegoten, gestempelde of gestanste afbeeldingen met deze aanduidingen. De uitleg van deze aanduidingen wordt op deze bladzijde beschre­ven. Neem nota van alle hier genoemde waarschuwingen, alsook van de waarschuwingen in het veiligheidsinstruc­tiegedeelte.
CAUTION
RISK OF ELECTRIC SHOCK
DO NOT OPEN
CAUTION: TO REDUCE THE RISK OF ELECTRIC SHOCK.
DO NOT REMOVE COVER (OR BACK).
NO USER-SERVICEABLE PARTS INSIDE.
REFER SERVICING TO QUALIFIED SERVICE PERSONNEL.
Zie de onderkant van de behuizing voor de grafische symbolen.
Het uitroepteken in de gelijkzijdige driehoek is bedoeld om u te wijzen op de aanwezigheid van belangrijke be­dienings- en onderhoudsinstructies in de handleiding van het product.
De bliksemschicht met pijlpunt, in de gelijkzijdige driehoek, is bedoeld om de gebruiker te waarschuwen voor de aanwezigheid van ongeïsoleerde ge­vaarlijke spanningen in de behuizing van het product, die voldoende groot kunnen zijn om een gevaar voor een elektrische schok te vormen.
BELANGRIJKE OPMERKING:
ducten van Yamaha zijn getest en goedbevonden door een onafhankelijk laboratorium om er zeker van te zijn dat, als het product op de juiste wijze geïnstalleerd is en ge­bruikt wordt, er geen voorspelbare risico’s zullen zijn. Modificeer het instrument NIET en vraag ook anderen niet om het instrument te modificeren wanneer Yamaha zelf hier niet de toestemming voor heeft gegeven. Hierdoor kan de kwaliteits- en/of veiligheidsstandaard van het product verlaagd worden. Als er aanspraak wordt gemaakt op de garantie, kan dit geweigerd worden indien het product toch gemodificeerd is. Dit kan ook van in­vloed zijn op andere garanties.
Alle elektronische pro-
ductiemethodes aan deze doelstellingen voldoen. Om ons zowel aan de letter als de geest van de wet te houden, wil­len we dat u zich bewust bent van de volgende zaken:
Kennisgeving batterij:
Dit product KAN een kleine, niet­oplaadbare batterij bevatten, die (indien van toepassing) vastgesoldeerd is. De gemiddelde levensduur van zo’n batterij is ongeveer vijf jaar. Als verv anging noodzakelijk wordt, neem dan contact op met gekwalificeerd service­personeel om de vervanging uit te voeren.
Waarschuwing:
Probeer deze batterij niet op te laden, te demonteren of te verbranden. Houd alle batterijen bij kin­deren vandaan. Gooi gebruikte batterijen meteen en vol­gens de plaatselijke wettelijke bepalingen weg. Opmerking: In sommige landen bent u volgens de wet verplicht defecte onderdelen te retourneren. U kunt de dealer vragen om deze onderdelen voor u weg te gooien.
Opmerking over verwijdering:
Als u dit product weg wilt doen omdat het kapot is en niet meer gemaakt kan worden of omdat het apparaat om een of andere reden aan het eind van zijn bruikbare levensduur is, vergewis u er dan van wat de wettelijke v oorschriften op dat moment zijn voor het verwijderen van producten die lood, batterij­en, plastics, etc. bevatten.
OPMERKING:
Servicekosten die te wijten zijn aan ge­brek aan kennis betreffende een functie of een effect (mits het apparaat werkt zoals het hoort) vallen niet onder de aankoopgarantie en zijn derhalve uw eigen verant­woordelijkheid. Bestudeer deze handleiding zorgvuldig en raadpleeg uw dealer voordat u om service verzoekt.
POSITIE NAAMPLAATJE:
De illustratie hieronder geeft de locatie van het naamplaatje aan. U vindt hierop het modelnummer, serienummer, vereisten voor de span­ningsvoorziening, etc. Het is verstandig om het model­nummer, het serienummer en de aankoopdatum in de hieronder gereserveerde ruimte te noteren. Bewaar ook uw officiële aankoopbon, aangezien dat uw garantiebe­wijs is.
SPECIFICATIES ONDERHEVIG AAN WIJZIGINGEN:
Wij menen dat de informatie die deze handleiding bevat juist is op het moment van drukken. Yamaha houdt zich echter het recht voor de specificaties te veranderen of aan te passen, zonder kennisgeving en zonder de verplichting reeds bestaande modellen daaraan aan te passen.
MILIEUZAKEN:
Yamaha streeft ernaar om producten te maken die zowel veilig als milieuvriendelijk zijn. Wij menen oprecht dat onze producten en de gebruikte pro-
92-469
Model
Serienummer
Aankoopdatum
1
Page 3
VOORZORGSMAATREGELEN
LEES ALLES ZORGVULDIG DOOR VOOR U VERDER GAAT
* Bewaar deze voorzorgsmaatregelen op een veilige plaats voor eventuele toekomstige raadpleging.
WAARSCHUWING
Volg altijd de algemene voorzorgsmaatregelen op die hieronder worden opgesomd om te voorkomen dat u gewond raakt of zelfs sterft als gevolg van elektrische schokken, kortsluiting, schade, brand of andere gevaren. Deze voorzorgsmaatregelen houden in, maar zijn niet beperkt tot:
• Gebruik alleen het voltage dat als juist wordt aangegeven voor het instrument. Het vereiste voltage wordt aangegeven op het naamplaatje van het instrument.
• Controleer regelmatig de netstekker en verwijder al het stof en vuil dat er zich op verzameld heeft.
• Gebruik uitsluitend het/de bijgeleverde netsnoer/stekker.
• Plaats het netsnoer niet in de buurt van warmtebronnen zoals radiatoren en ka­chels, verbuig of beschadig het snoer niet, plaats geen zware voorwerpen op het snoer. Leg het snoer uit de weg, zodat niemand erop trapt of erover kan struike­len en zodat er geen zware voorwerpen over heen kunnen rollen.
• Open het instrument niet, haal de interne onderdelen niet uit elkaar en modifi­ceer het instrument niet. Het instrument bevat geen door de gebruiker te repare­ren onderdelen. Als het instrument stuk lijkt te zijn, stop dan met het gebruik ervan en laat het nakijken door een officieel Yamaha Service Center.
• Stel het instrument niet bloot aan regen, gebruik het niet in de buurt van water of onder natte of vochtige omstandigheden, en plaats geen voorwerpen op het in­strument die vloeistoffen bevatten die in de openingen kunnen vallen.
• Haal nooit een stekker uit en steek nooit een stekker in het stopcontact als u natte handen heeft.
• Zet geen brandende voorwerpen zoals kandelaars op het instrument. Een bran­dend voorwerp kan omvallen en brand veroorzaken.
• Als het netsnoer of de stekker beschadigd is of stuk gaat, als er plotseling geluids­verlies optreedt in het instrument, of als er een ongewone geur of rook uit het instrument komt, moet u het instrument onmiddellijk uitzetten, de stekker uit het stopcontact halen en het instrument laten nakijken door een officieel Yamaha Service Center.
PAS OP
Volg altijd de algemene voorzorgsmaatregelen op die hieronder worden opgesomd om lichamelijk letsel te voorkomen aan u of anderen, of schade aan het instrument of andere eigendommen. Deze voorzorgsmaatregelen houden in, maar zijn niet beperkt tot:
• Als u de stekker uit het stopcontact haalt, moet u altijd aan de stekker trekken, nooit aan het snoer. Aan het snoer trekken kan het beschadigen.
• Haal de stekker uit het stopcontact als u het instrument lange tijd niet gebruikt, of tijdens elektrische stormen, zoals onweer.
• Sluit het instrument niet aan op een stopcontact via een verdeelstekker. Dit kan resulteren in een verminderde geluidskwaliteit en het stopcontact oververhitten.
• Lees zorgvuldig de bijgeleverde montagevoorschriften. Zou u het instrument niet in de juiste volgorde monteren, dan kan dit schade aan het instrument of zelfs persoonlijk letsel veroorzaken.
• Stel het instrument niet bloot aan extreme schokken of stof, extreme koude of warme omstandigheden (zoals in direct zonlicht, bij de verwarming, of in de auto) om vervorming van het paneel of schade aan de interne elektronica te voor­komen.
• Gebruik het instrument niet in de nabijheid van een TV, radio, stereo-apparatuur mobiele telefoon of andere elektrische apparaten, aangezien dit storing kan ver­oorzaken.
• Plaats het instrument niet in een onstabiele positie waardoor het kan omvallen.
• Verwijder alle aangesloten kabels alvorens het instrument te verplaatsen.
• Plaats het instrument niet tegen een muur (minimaal 3 cm speling) aangezien dit kan zorgen voor onvoldoende luchtcirculatie en mogelijk oververhitting van het instrument kan veroorzaken.
• Voordat u het instrument aansluit op andere elektronische componenten moet u alle betreffende apparatuur uitzetten. Voordat u alle betreffende apparatuur aan­zet moet u alle volumes op het minimum zetten. Voer de volumes van alle com­ponenten, na het aanzetten, geleidelijk op tot het gewenste luisterniveau.
• Gebruik bij het schoonmaken van het instrument een zachte, droge of licht be­vochtigde doek. Gebruik geen verfverdunners (b.v. thinner), oplosmiddelen, schoonmaakmiddelen of chemische schoonmaakdoekjes.
• Let er op dat de toetsendeksel uw vingers niet afknelt en steek uw vingers niet in de spleten van de toetsendeksel of het instrument.
• Steek nooit papier, metaal of andere voorwerpen in de spleten van de toetsen­deksel, het bedieningspaneel of het toetsenbord. Als er toch zoiets in zou komen
moet u onmiddellijk het instrument uitzetten, de stekker uit het stopcontact halen en het instrument laten nakijken door een officieel Yamaha Service Center.
• Plaats geen voorwerpen van vinyl, plastic of rubber op het instrument aangezien deze het paneel en het toetsenbord kunnen verkleuren.
• Leun niet op en plaats geen zware voorwerpen op het instrument, ga voorzichtig om met de knoppen, schakelaars en aansluitingen.
• Gebruik het instrument niet te lang op een oncomfortabel geluidsniveau aange­zien dit permanent gehoorverlies kan veroorzaken. Consulteer een KNO-arts als u geruis in uw oren of gehoorverlies constateert.
DE BANK GEBRUIKEN (indien meegeleverd)
• Plaats de bank niet op een onstabiele ondergrond waardoor hij zou kunnen om­vallen.
• Speel niet met de bank en ga er niet op staan. Het gebruiken van de bank als opstapje of voor elk ander doel kan een ongeluk of letsel veroorzaken.
• Er zou slechts één persoon tegelijk moeten plaatsnemen op de bank om letsel of ongelukken te voorkomen.
• Als de schroeven van de bank los komen te zitten vanwege langdurig gebruik, moet u deze weer vastdraaien.
DATA OPSLAAN
• Intern gebackupte data (zie blz. 152) blijven gedurende ongeveer 1 week behou­den nadat de stroom is uitgeschakeld. Wordt deze periode overschreden, dan gaan de data verloren. Schakel de stroom minstens éénmaal per week een paar minuten in. De data kunnen verloren gaan door een storing of bedieningsfout. Sla belangrijke data daarom op op een diskette (zie blz. 139).
• Om te voorkomen dat er data verloren gaan als gevolg van beschadigde media, bevelen wij aan om uw belangrijke data op twee diskettes op te slaan.
Yamaha kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor schade die te wijten is aan onzorgvuldig gebruik of modificaties die zijn aangebracht aan het instrument, of data die kwijt is geraakt of vernietigd.
Zet het instrument altijd uit als u het niet gebruikt.
(1)B-7
1
CVP-202
3
Page 4
Dank u voor de aankoop van de Yamaha Clavinova! Wij adviseren u om deze handleiding zorgvuldig door te lezen, zodat u volledig profijt kunt trekken van de vernuftige, handige functies van de Clavinova. We beve­len u ook aan om deze handleiding bij de hand te houden op een veilige plaats, voor latere raadpleging.
Accessoires
Music Software Collection Diskette (en Muziekboek)
Deze diskette bevat voorbeeldsongs, die u kunt afspelen op uw Clavinova.
Diskette
Gebruik deze lege diskette om uw eigen spel op te nemen.
Handleiding
Deze handleiding bevat complete instructies om uw Clavinova te kunnen bedienen, instruc­ties voor de montage van uw Clavinova, alsook de specificaties.
Data List
Dit Engelstalige boekje bevat overzichten van de voices, stijlen en parameters, etc.
Bank
In sommige landen kan het zijn dat er een bank wordt meegeleverd.
• De afbeeldingen en LCD-schermen in deze handleiding zijn alleen voor instructiedoeleinden en kunnen enigszins afwijken van de werkelijkheid.
• Het kopiëren zonder toestemming van software waarop au­teursrechten rusten, voor doeleinden anders dan voor persoon­lijk gebruik door de koper, is verboden.
OPMERKING OVER AUTEURSRECHTEN
Dit product bevat en gaat vergezeld van computerprogramma’s en inhoud waarvan Yamaha alle auteursrechten heeft of waarvan het over de licenties beschikt om gebruik te mogen maken van de auteursrechten van derden. Onder dergelijke auteursrechten vallen, zonder enige be­perkingen, alle computersoftware, stijlfiles, MIDI-files, WAVE-data en geluidsopnamen. Elk ongeautoriseerd gebruik van dergelijke program­ma’s en inhoud buiten het persoonlijk gebruik van de koper, is volgens de betreffende wettelijke bepalingen niet toegestaan. Elke schending van auteursrechten heeft wettelijke consequenties. MAAK GEEN, DISTRIBUEER GEEN OF GEBRUIK GEEN ILLEGALE KOPIEËN
Handelsmerken:
• Apple en Macintosh zijn handelsmerken van Apple Compu­ter, Inc.
• IBM-PC/AT is een handelsmerk van International Business Machines Corporation.
• Windows is het geregistreerde handelsmerk van Microsoft® Corporation.
• Alle andere handelsmerken zijn eigendom van hun respec­tieve eigenaars.
.
De Paneellogo’s
De logo’s afgebeeld op het paneel van de Clavinova geven aan welke standaards/formats en speciale mogelijkheden beschikbaar zijn.
GM System Level 1
“GM System Level 1” is een toevoeging aan de MIDI-standaard die garandeert dat data, die aan de standaard voldoen, probleem­loos afspelen op elke toongenerator of synthesizer die GM-com­patibel is.
XG Format
XG is een nieuwe Yamaha MIDI-specificatie die een enorme uitbreiding en verbetering is ten opzichte van de “GM System Level 1” standaard met een grotere voicebewerkingscapaciteit, expressievere bediening en effectmogelijkheden, maar toch volle­dig compatibel met GM. Bij gebruik van de XG-voices van de Clavinova is het mogelijk om songfiles op te nemen die XG­compatibel zijn.
XF Format
Het Yamaha XF-format geeft de SMF (Standard MIDI File) stan­daard grotere functionaliteit met een open architectuur voor uit­breiding in de toekomst. De Clavinova is in staat om songteksten
(lyrics) weer te geven als er een XF-file die lyricdata bevat, af­speelt. (SMF is het meest gebruikte format voor MIDI-sequence­files. De Clavinova is compatibel met de SMF-formats 0 en 1, en neemt zelf “song”-data op in SMF-format 0.)
Disk Orchestra Collection
Het DOC voicetoewijzingsformat zorgt ervoor dat de Clavinova compatibel is met veel Yamaha-instrumenten en MIDI-appara­ten.
Style File Format
Het Style File Format (SFF) is Yamaha’s originele stijlfileformat, dat een uniek conversiesysteem gebruikt om begeleiding te ge­nereren van hoge kwaliteit, gebaseerd op een grote hoeveelheid akkoordsoorten. De Clavinova gebruikt SFF intern, leest los ver­krijgbare SFF-stijldiskettes en creëert SFF-stijlen met de Custom Stijlfunctie.
4
CVP-202
2
Page 5
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
Mogelijkheden van de Clavinova
Bedieningsvriendelijk LCD-scherm
De LCD (samen met de verschillende paneelknoppen) voorziet in een uitgebreide maar gemakke-
lijk te begrijpen bediening van de functies van de Clavinova (blz. 16).
Ruime hoeveelheid volle, realistische voices
De CVP-202 heeft een grote verscheidenheid authentieke, dynamische voices (klanken/instrumen­ten), waaronder 243 originele voices, 480 XG-voices, en 14 drum/SFX-kits. Hieronder bevinden zich bijvoorbeeld een bijzonder natuurlijkklinkende piano-, strijk- en blaasinstrumenten en een zeer expres­sieve “SweetTrumpet”-voice. Bovendien kunt u, direct vanaf het toetsenbord, realistische drum- en percussieklanken spelen (blz. 31).
Songdiskettes afspelen
De Clavinova kan verschillende commercieel verkrijgbare songdiskettes afspelen. Met de juiste diskettesoftware, kunt u de pianopartij van de song zelf meespelen met een volledig orkest of bege­leidingsband (blz. 93). Als de software songteksten bevat, kunt u deze oproepen in de LCD van de Clavinova.
Speciale gidsfuncties voor gemakkelijk leren
Met de juiste software op diskette, helpen het LCD-scherm en de gidslampjes u om muziekstukken in te studeren, door aan te geven waar en wanneer de noten gespeeld moeten worden. Het drie-staps­systeem helpt u om het stuk snel en gemakkelijk onder de knie te krijgen (blz. 105).
Prettige, dynamische automatische begeleiding
De automatische begeleiding van de Clavinova voorziet in volledige en opwindende instrumentale begeleidingen in uw favoriete muziekstijlen, afhankelijk van de akkoorden die u speelt (blz. 57). Er is zelfs een ruime hoeveelheid “Pianist”-stijlen waarmee u kunt genieten van pianosolobegeleiding (blz.
58). Kies uit 170 begeleidingsstijlen of creëer uw eigen customstijlen (blz. 73).
Gemakkelijke toegang tot veel muziekplezier
De Clavinova biedt verschillende manieren om paneelinstellingen te veranderen zonder omslachtig gedoe. U kunt de One Touch Settingfunctie gebruiken om uit vier combinaties met voice-, effect- en andere instellingen te kiezen, passend voor elke begeleidingsstijl (blz. 72). Of gebruik de Music Data­base om uit 463 combinaties van stijl- en voice-instellingen te kiezen, die u kunt selecteren op titel of op stijl (blz. 67). U kunt zelfs uw huidige instellingen opslaan voor later gebruik d.m.v. de handige registratiefunctie (blz. 89).
Bedieningsvriendelijke opnamemogelijkheden
U kunt songs opnemen d.m.v. verschillende methodes, afhankelijk van uw speelervaring en voor­keur. Kies uit de Quick Record-, Track Record- en Chord Sequence Recordfuncties (blz. 110).
Praktische TO HOST-aansluiting voor directe aansluiting op computers
De Clavinova kan gebruikt worden als geluidsbron van topkwaliteit om muzieksoftware voor com­puters af te spelen. Hij kan ook gebruikt worden als masterkeyboard, voor het invoeren van data, om muziek te creëren met een computer (blz. 160).
“The Clavinova-Computer Connection” is een supplement voor beginners dat beschrijft wat u met uw Clavinova en een per­sonal computer kunt doen en hoe u een Clavinova-Computersysteem kunt installeren (deze handleiding is niet geschreven voor specifieke modellen). Het document is beschikbaar als PDF-file (Engelstalig) op de volgende internetadressen:
Clavinova website (alleen Engelstalig):
http://www.yamahaclavinova.com/
Yamaha Manual Library (Electronic Musical Instruments)
http://www2.yamaha.co.jp/manual/dutch/
3
CVP-202
5
Page 6
Inhoudsopgave
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
HOOFDSTUK 1:
Voorbereidingen
Over deze handleiding 8
Omgaan met de diskdrive (FDD) en diskettes 9
De Clavinova opstellen 10
Muzieklessenaar .............................................................................. 10
Toetsendeksel.................................................................................. 10
Het instrument aan- en uitzetten ...................................................... 11
Hoofdtelefoons ................................................................................. 11
Andere aansluitingen ....................................................................... 11
Bedieningspaneel en aansluitingen 12
Demosongs afspelen 14
HOOFDSTUK 2:
Algemene bediening
Het gebruik van de LCD-knoppen 16
Een functie selecteren .....................................................................16
Een instelling veranderen ................................................................17
Een instelling veranderen in een menuscherm................................ 18
Een andere pagina oproepen ..........................................................19
De standaardinstelling terugzetten ..................................................19
Functies, afgebeeld in scherpe rechthoeken, gebruiken .................20
Naar het hoofdscherm terugkeren ................................................... 21
De Direct Accessfunctie gebruiken .................................................. 21
Het volume instellen 23
Het totaalvolume instellen ................................................................ 23
Het volume instellen van de begeleiding of song............................. 23
Het toetsenbordvolume instellen...................................................... 23
De niveaus van begeleidings- of songparts instellen....................... 24
De metronoom gebruiken 25
De metronoom gebruiken ................................................................25
De metronoominstellingen veranderen ............................................ 26
De helpfunctie gebruiken 27
HOOFDSTUK 3:
Voices
Voices selecteren 29
Een voice selecteren via het VOICE SELECT-scherm.................... 29
Voices selecteren vanuit het hoofdscherm ...................................... 30
Toetsenbordpercussie .....................................................................31
De toetsenbordinstellingen voor de hoofdvoice veranderen ............ 31
Twee voices tegelijk spelen — Dualmode 33
De tweede voice selecteren............................................................. 33
De hoofdvoice veranderen in de dualmode ..................................... 33
De toetsenbordinstellingen voor de tweede voice veranderen ........ 34
De dualmode verlaten...................................................................... 35
Twee voices bespelen op twee gedeeltes van het toet­senbord — Splitmode 36
De LEFT-voice selecteren ............................................................... 36
De hoofdvoice in de splitmode veranderen...................................... 36
De toetsenbordinstellingen voor de LEFT-voice veranderen........... 37
De dual- en splitfuncties tegelijk gebruiken...................................... 39
De splitmode verlaten ...................................................................... 39
De pedalen gebruiken 40
Damperpedaal (rechts) .................................................................... 40
Sostenutopedaal (midden)............................................................... 40
Softpedaal (links) ............................................................................. 40
HOOFDSTUK 4:
Reverb en andere effecten
Reverb 41
De reverb aan- of uitzetten .............................................................. 41
De reverbinstellingen veranderen .................................................... 41
Chorus 44
De chorusinstellingen veranderen ................................................... 44
Voice-effecten 46
De effecten aanzetten...................................................................... 46
De effectinstellingen veranderen ..................................................... 46
HOOFDSTUK 5:
Begeleidingsstijlen
(Ritme en automatische begeleiding)
Begeleidingsstijlen selecteren 49
Een stijl selecteren ........................................................................... 49
Spelen met gebruik van stijlen 51
Stijlvariaties selecteren .................................................................... 51
De begeleidingsstijl starten .............................................................. 52
De stijl stoppen ................................................................................ 55
Spelen met de automatische begeleiding 57
De automatische begeleiding gebruiken.......................................... 57
De automatische begeleiding starten............................................... 58
De automatische begeleiding stoppen ............................................. 58
De instellingen van de automatische begeleiding veranderen......... 59
Het volume van elke part instellen ................................................... 65
Andere functies van de automatische begeleiding 67
Muziekdatabase ............................................................................... 67
Harmony .......................................................................................... 69
One Touch Setting (lett. éénknopsinstelling) ................................... 72
Uw eigen stijlen creëren 73
Een customstijl opnemen................................................................. 73
Andere customstijlfuncties ............................................................... 80
Uw customstijlen afspelen ............................................................... 84
Mededelingen in de customstijlmode ............................................... 84
Stijlfiles gebruiken 86
Over het Yamaha Style File Format................................................. 86
Stijlen van een diskette laden .......................................................... 86
Geladen stijlfiles afspelen ................................................................ 88
6
CVP-202
4
Page 7
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
HOOFDTUK 6:
Registraties
Registraties gebruiken 89
Een registratie opslaan .................................................................... 89
De geregistreerde paneelinstellingen oproepen .............................. 90
Paneelinstellingen beschermen ....................................................... 91
HOOFDSTUK 7:
Songparameters
Songs afspelen 93
Songs afspelen ................................................................................ 93
Een part annuleren .......................................................................... 97
Tracktoewijzing aan 1/RIGHT en 2/LEFT, en voicetoewijzing ......... 98
Volumeschuif algeheel songvolume ................................................ 99
Trackinstellingen aanpassen ......................................................... 100
Instellingen veranderen in het MIXER-scherm .............................. 100
Repeatfuncties (herhaalfuncties) ................................................... 101
Andere afspeelfuncties .................................................................. 103
Andere types muziekdata afspelen ................................................ 104
Gidsfunctie (Guide Control) 105
Gidsmethodes en de piano roll ...................................................... 105
De gidsfunctie gebruiken ............................................................... 106
Andere aanverwante gidsfuncties .................................................. 108
Songs opnemen 110
Opnamesetup: diskette formatteren............................................... 111
Quick Record (snel opnemen) ....................................................... 112
Track Record (multitrackopname).................................................. 115
Nieuwe tracks toevoegen............................................................... 118
Punch-in/out Record (in-/uitprikopname) ....................................... 118
Diskette 139
FUNCTION [DISK 1]-scherm — pagina 4...................................... 139
FUNCTION [DISK 2]-scherm — pagina 5...................................... 142
FUNCTION [DISK 3]-scherm — pagina 6...................................... 144
FUNCTION [DISK 4]-scherm — pagina 7...................................... 145
FUNCTION [DISK 5]-scherm — pagina 8...................................... 146
MIDI 147
FUNCTION [MIDI 1]-scherm — pagina 9 ...................................... 147
FUNCTION [MIDI 2]-scherm — pagina 10 .................................... 148
FUNCTION [MIDI 3]-scherm — pagina 11 .................................... 149
FUNCTION [MIDI 4]-scherm — pagina 12 .................................... 150
Backup 152
FUNCTION [BACKUP 1]-scherm — pagina 13 ............................. 152
FUNCTION [BACKUP 2]-scherm — pagina 14 ............................. 153
Utility 154
FUNCTION [MICRO TUNING]-scherm — pagina 15 .................... 154
FUNCTION [SCALE TUNING]-scherm — pagina 16 .................... 155
HOOFDSTUK 9:
Aansluitingen
Audio-aansluitingen 158
Hoofdtelefoons ............................................................................... 158
Audio in- en uitgangen ................................................................... 158
Data-aansluitingen 160
MIDI-apparatuur aansluiten ........................................................... 160
Aansluiten op een hostcomputer ................................................... 160
APPENDIX
Akkoorden opnemen (chord sequence) 121
Andere chord sequencefuncties .................................................... 124
Andere opnamebewerkingsfuncties 126
Setup Memory (Instellingengeheugen) .......................................... 126
Song Name (benoemen)................................................................ 127
Track Edit ....................................................................................... 128
Initial Edit (aanvangsinstellingen veranderen) ............................... 130
Instellingen maken in het INITIAL EDIT-scherm ............................ 131
Opnemen zonder diskette 133
Over de CVP MEMORY-song........................................................ 133
HOOFDSTUK 8:
De Utility-functies
Toetsenbord 136
FUNCTION [KEYBOARD 1]-scherm — pagina 1 .......................... 136
FUNCTION [KEYBOARD 2]-scherm — pagina 2 .......................... 137
Pedaal 138
FUNCTION [PEDAL]-scherm — pagina 3 ..................................... 138
Effecttype-overzichten 163
Mededelingen 165
Problemen oplossen 170
MIDI- en datacompatibiliteit 172
Index 173
Montage 175
Specificaties 178
5
CVP-202
7
Page 8
HOOFDSTUK 1: Voorbereidingen
Over deze handleiding
Dit gedeelte verklaart de door deze gehele handleiding heen gebruikte schrijfwijze.
Spekhaken [ ]...........................................................................................................
Spekhaken omsluiten de namen van paneelknoppen, schuiven en aansluitingen, zoals deze staan aangeduid op uw Clavinova. De DEMO-knop wordt bijvoorbeeld geschreven als [DEMO].
Vetgedrukte lettertekens ............................................................................
Vetdruk vertegenwoordigt items afgebeeld in het LCD-scherm, alsook de corresponderende knoppen (d.w.z., de knoppen direct onder, rechts of links van deze items). “Selecteer RIGHT1 VOICE” betekent bijvoor­beeld, dat u op de knop moet drukken direct onder het item “RIGHT1 VOICE” onder in het scherm.
DEMO
HELP
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
Symbolen bij de uitleg van de bedieningsprocedures
Er worden verschillende soorten symbolen gebruikt om de verschil­lende stappen van een bedieningsprocedure te onderscheiden van zijn resultaten.
Bedieningsstappen
♥ ➾ ♣ …geeft aan dat u moet doen, daarna ♣.
Bedieningsresultaten
♥ ➔ ♠ …geeft aan dat het doen van ♥ resulteert in ♠.
8
CVP-202
...
6
Page 9
Omgaan met de diskdrive (FDD) en diskettes
Voorzorgsmaatregelen
Behandel diskettes en de diskdrive altijd met zorg. Volg de onder-
De lees/schrijfkop van de diskdrive rei-
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
nigen
......................................................................................
staande voorzorgsmaatregelen nauwgezet op.
Reinig de lees/schrijfkop regelmatig. Het gaat hier om een
Compatibele diskettetypes
Er kunnen 3,5" 2DD- en 2HD-diskettes worden gebruikt.
precisie magnetische lees/schrijfkop die gedurende een langere periode van gebruik een laagje magnetische deeltjes oppakt van de gebruikte diskettes, wat eventueel lees- en schrijffouten kan veroorzaken.
Om de diskdrive in optimale conditie te houden, beveelt
Diskettes plaatsen/uitwerpen ...........................
Een diskette in de diskdrive plaatsen:
Houd de diskette met het label naar boven en met het schuifkapje in de richting van de opening van de diskdrive. Schuif de diskette voorzichtig in de drive en druk zacht totdat hij op zijn plaats “klikt” en de uitwerpknop naar buiten springt.
D
IS
K
IN
U
S
E
Yamaha aan om een commercieel verkrijgbare reinigings­diskette (droog systeem) te gebruiken om de kop onge­veer eens per maand te reinigen. Vraag uw Yamaha dealer naar de verkrijgbaarheid van geschikte reinigings­diskettes.
Open of sluit de toetsendeksel nooit terwijl er een diskette uit de drive steekt (d.w.z. in de uitgeworpen positie). De deksel kan de diskette raken en mogelijk de diskette of zelfs de diskdrive beschadigen.
Stop nooit iets anders dan diskettes in de diskdrive. Ande­re voorwerpen zouden de diskdrive of de diskettes kun­nen beschadigen.
Een diskette uitwerpen:
Zorg, voordat u de diskette uitwerpt, dat de drive gestopt is (kijk of het [DISK IN USE]-lampje uit is). Druk dan voorzichtig de uitwerpknop zo diep mogelijk in; de diskette komt er vanzelf uit. Als hij er helemaal uitgekomen is, kunt u hem er voorzichtig uitpakken.
Omtrent diskettes .......................................................
Hoe diskettes met zorg te behandelen:
Plaats geen zware voorwerpen op, buig geen, en oefen op geen enkele manier druk uit op diskettes. Bewaar ze altijd in hun beschermdoosjes als u ze niet gebruikt.
Stel een diskette niet bloot aan direct zonlicht, extreem
DISK IN USE-lampje
D
IS
K
IN
U
S
E
hoge of lage temperaturen, hoge luchtvochtigheid, stof of vloeistoffen.
Open het schuifkapje niet en raak nooit het oppervlak van de schijf aan, achter het kapje.
Stel de diskette niet bloot aan magnetische velden, zoals geproduceerd door televisies, luidsprekers, motoren, etc., aangezien dit de data op de diskette geheel of gedeeltelijk zou kunnen wissen, dus onleesbaar maken.
Gebruik nooit een diskette met een vervormd schuifkapje
Verwijder een diskette nooit, of schakel nooit de stroom uit, tijdens opnemen of afspelen. Daardoor kan schade veroor­zaakt worden aan de diskette en mogelijk aan de diskdrive.
Als de uitwerpknop te snel wordt ingedrukt, of niet diep genoeg, zal de diskette niet goed worden uitgeworpen. De uitwerpknop kan dan blijven hangen in half ingedrukte positie waarbij de diskette slechts enkele millimeters naar buiten steekt. Als dit gebeurt, probeer dan niet aan de gedeeltelijk uit­stekende diskette te trekken, aangezien dit het mechanisme van de drive of de diskette kan beschadigen. Om een diskette in zon situatie te verwijderen kunt u opnieuw op de uitwerp­knop drukken, of de diskette terug in de drive duwen om de uitwerpprocedure te herhalen.
Verwijder een diskette altijd voordat u het instrument uitzet. Een diskette die lange tijd in de diskdrive blijft zitten kan ge­makkelijk stof en vuil oppakken dat data lees- en schrijffouten kan veroorzaken.
7
of vervormde behuizing.
Plak niets anders dan de meegeleverde labels op een diskette. Zorg er ook voor dat de labels op de goede plaats worden geplakt.
Uw data beschermen (write-protectschuifje):
Om uw belangrijke data te beschermen tegen per ongeluk
wissen, zet u het write-protectschuifje in de “protect” stand (schuifje open).
Data backup
Voor een maximale beveiliging raadt Ya-
maha u aan om twee kopieën te bewaren van belangrijke data op aparte diskettes. Dit voor­ziet in een backup als één diskette verloren zou gaan of beschadigd wordt. Om een backupdiskette te maken gebruikt u de Disk Copy-functie op blz. 142.
CVP-202
9
Page 10
De Clavinova opstellen
Muzieklessenaar
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
De muzieklessenaar omhoogklappen: .......................................
Z Trek de lessenaar zover mogelijk omhoog en naar u toe.
X Klap de twee metalen steuntjes links en rechts op de achterkant van
de lessenaar omlaag.
C Laat de lessenaar zakken zodat hij op zijn metalen steuntjes rust.
De muzieklessenaar inklappen: .........................................................
Z Trek de lessenaar zover mogelijk naar u toe.
X Klap de twee metalen steuntjes in, totdat ze plat liggen tegen de ach-
terkant van de lessenaar.
Toetsendeksel
Wees voorzichtig dat u uw vingers niet verwondt tijdens het openen of sluiten van de deksel.
C Laat de lessenaar rustig zakken totdat hij helemaal is ingeklapt.
PAS OP
Gebruik de lessenaar nooit half omhooggeklapt. En als u hem inklapt, let er dan op dat hij helemaal naar beneden wordt gedrukt, voordat u hem loslaat.
De toetsendeksel openen: .......................................................................
Z Til de deksel een beetje op (niet te veel).
X Schuif de deksel open.
De toetsendeksel sluiten: .........................................................................
Z Schuif de deksel naar u toe.
10
X Laat de deksel voorzichtig over de toetsen zakken.
PAS OP
Houd de deksel met beide handen vast terwijl u hem beweegt en laat hem niet eerder los tot hij helemaal open of dicht is. Pas op dat uw vingers (of die van anderen) niet tussen de deksel en het instrument komen.
Plaats geen voorwerpen op de deksel. Kleine voorwerpen kunnen immers in het instrument vallen als de deksel wordt geopend en kunnen misschien niet meer verwijderd worden. Dit kan elektrische schokken, brand, kortsluiting of andere ernstige schade veroorzaken aan het instrument.
8
CVP-202
Page 11
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
Het instrument aan- en uitzetten
Z Sluit het netsnoer aan.
Steek de stekker aan de ene kant van het snoer in de AC INLET op het onderpaneel van de Clavinova en de andere kant in het stopcontact. In sommige landen wordt er wellicht een stekkeradapter meegeleverd als aanpassing aan uw stopcontact.
POWER
MASTER VOLUME
VOLUME
MAX
ACMP/SONG
VOLUME
CONTRAST
MAX
X Druk op de [POWER]-schakelaar.
Het hoofdscherm verschijnt in het LCD-scherm. (De voice Grand Piano en de begeleidingsstijl 60’sGtrPop worden automatisch als
standaardinstellingen geselecteerd.) Het powerlampje helemaal links van het toetsenbord brandt ook.
C Stel de LCD in.
Als de LCD moeilijk leesbaar is, stel het contrast dan in met de [CONTRAST]-knop links van de LCD.
V Stel het volume in.
Gebruik de [MASTER VOLUME]-schuif om het volume op het gewenste niveau in te stellen.
De Clavinova opstellen
Als u het instrument uit wilt zetten, druk dan opnieuw op de
MIN
MIN
[POWER]-schakelaar. Zowel het LCD-scherm als het powerlampje helemaal links van het toetsenbord, gaan uit.
Hoofdtelefoons
Sluit een hoofdtelefoon (niet meegeleverd) aan op de [PHONES]-
Standaard hoofdte­lefoonaansluitingen
PHONES
aansluiting. Als er een hoofdtelefoon is aangesloten, worden de inge­bouwde luidsprekers automatisch uitgeschakeld. De Clavinova heeft twee PHONES-aansluitingen die het mogelijk maken dat twee personen tegelijk van het spel kunnen genieten.
De hoofdtelefoonophangbeugel gebruiken: ........................
Er is een hoofdtelefoonophangbeugel bijgeleverd in de CVP-verpak-
PHONES
king, zodat u hoofdtelefoons aan de Clavinova kunt hangen. Plaats de hoofdtelefoonophangbeugel, zoals aangegeven in de illustratie, met be­hulp van de twee bijgeleverde schroeven (4 x 10mm).
PAS OP
Hang niets anders dan hoofdtelefoons aan de beugel. Anders kan de Clavinova of de beugel beschadigd raken.
Andere aansluitingen
Uw Clavinova is uitgerust met een aantal aansluitingen om andere
audio- en MIDI-apparatuur aan te kunnen sluiten. Deze aansluitingen
MIDI
IN
OUT
AUX INRRAUX OUT
9
+
L/L+RL/L
R
THRU
HOST SELECT
PC-2
PC-1
MIDI
Mac
bevinden zich links op het achterpaneel.
TO HOSTPEDAL
U kunt andere instrumenten, die u via de luidsprekers van de Cla­vinova wilt laten spelen, aansluiten op de AUX IN-aansluitingen, of het geluid van de Clavinova laten klinken via externe luidsprekers d.m.v. de AUX OUT-aansluitingen. Gebruik de MIDI-aansluitingen als u de Clavinova wilt gebruiken om een MIDI-instrument aan te sturen of om­gekeerd. Er is zelfs een TO HOST-aansluiting waarmee u de Clavinova rechtstreeks kunt aansluiten op uw PC.
Zorg dat de apparaten uit staan tijdens het aansluiten of loskoppelen van andere apparatuur. Zie de instructies in hoofdstuk 9 van deze hand­leiding voor details.
CVP-202
11
Page 12
Bedieningspaneel en aansluitingen
MIDI
IN
OUT
AUX IN
AUX OUT
RR
L/L+RL/L
J K
+
L
R
THRU
HOST SELECT
PC-2
MIDI
: z
x
TO HOSTPEDAL
PC-1
Mac
○○○○○
21
MASTER VOLUME
VOLUME
MAX
MIN
ACMP/SONG
VOLUME
3
DEMO
MAX
HELP
4
ACMP ON
MIN
9
CANCEL
A-1 D0C0B-1 A0G0F0E0
H
PHONES
Volumegedeelte
1 [MASTER VOLUME] ...................................... blz. 23
2 [ACMP/SONG VOLUME ].............................. blz. 23
Speciale functiesgedeelte
3 [DEMO] ........................................................... blz. 14
4 [HELP] ............................................................ blz. 27
Begeleidingsstijlengedeelte
5 STYLE knoppen .............................................blz. 49
6 [DISK/CUSTOM]............................................. blz. 73
7 [MUSIC DATABASE]...................................... blz. 67
8 [HARMONY] ...................................................blz. 69
Automatische begeleidingsgedeelte
9 [ACMP ON]..................................................... blz. 57
0 [INTRO]...........................................................blz. 54
! [MAIN A] ......................................................... blz. 51
@ [MAIN B ] ......................................................... blz. 51
# [MAIN C ] ......................................................... blz. 51
$ [MAIN D ] ......................................................... blz. 51
% [ENDING]........................................................ blz. 55
^ [FADE IN/OU T ] ......................................... blz. 55, 56
Metronoomgedeelte
& [METRONOME].............................................. blz. 25
POP & ROCK
COUNTRY
INTRO
POP
BALLADS
LATIN
MAIN A
5
STYLE
SWING &
JAZZ
DANCE
MARCH &
WALTZ
WORLD
AUTO ACCOMPANIMENT
AUTO FILL
MAIN B
MAIN C
R&B
BALLROOM
MAIN D
PIANIST
CUSTOM
ENDING
6
7
MUSIC
DATABASE
HARMONYDISK
FADE
IN
/
OUT
&
METRONOME RESET
8
TAP SYNCHRO START/STOP
START/STOP
*
TEMPO
0 ! @ # $ % ^ ( ) q
w
CONTRAST
BEAT
e
MIXER
FUNCTION
r t
DIRECT ACCESS
PAGE
u o
y
i
C1 D1 E1 F1B0G1 A1 B1 C2 D2 E2 F2 G2 A2 B2 C3 D3 E3
* TEMPO [–], [+] ............................................... blz. 25
Start/stop-gedeelte
( [TAP] ............................................................... blz. 53
) [SYNCHRO].................................................... blz. 53
q [START/STOP] .........................................blz. 52, 55
LCD-bedieningsgedeelte
w [CONTRAST].................................................. blz. 11
e [BEAT] lampjes ............................................... blz. 52
r [FUNCTION] ................................................. blz. 136
t[MIXER] ........................................................... blz. 24
y LCD scherm.................................................... blz. 16
u PAGE [<], [>] ................................................ blz. 19
i [DIRECT ACCESS] ........................................ blz. 21
o LCD-knoppen .................................................blz. 18
p [EXIT].............................................................. blz. 21
Q Data-dial .........................................................blz. 17
W [–], [+ ].............................................................. blz. 17
Songbedieningsgedeelte
E [SONG] ........................................................... blz. 94
R [PLAY/STOP].................................................. blz. 95
T [REC] ............................................................ blz. 113
Y [PAUSE]........................................................ blz. 103
U [REW] ........................................................... blz. 103
I [FF] ............................................................... blz. 103
12
10
CVP-202
Page 13
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
c
v
b
Bedieningspaneel en aansluitingen
S
d
DUAL
REVERB
SPLIT
EFFECT
f h
ONE TOUCH
REGIST-
SETTING
RATION
A
DISK IN USE
g
Q
EXIT
p W
s
VOICE
ORGAN & ACCORDION
PERCUSSION
CHOIR &
STRINGS
PAD
REGISTRATION/ ONE TOUCH SETTING
234
GUITAR
BANK
SONG
E
PAUSE REW FF
Y
EASY PLAY
SONG CONTROL
PLAY/ STOP
R U
GUIDE CONTROL
NEXT NOTE
SOUND REPEAT
PIANO & HARPSI.
REC
T I
BRASS
E. PIANO
WOODWIND
1
O P a j k l ;
BASS
XGSYNTH.
BANK
F3 G3 A3 B3 C4 D4 E4 F4 G4 A4 B4 C5 D5 E5 F5 G5 A5 B5 C6
Gidsfunctiegedeelte
O [EASY PL AY] ................................................ blz. 105
P [NEXT NOTE] ............................................... blz. 105
a [SOUND REPEAT] ....................................... blz. 106
Voicegedeelte
s VOICE-knoppen .............................................blz. 29
d [DUAL] ............................................................ blz. 33
f [SPLIT]............................................................ blz. 36
L [PEDAL]................................. blz. 34 in de Data List
: MIDI [IN], [OUT], [THRU] ............................. blz. 160
z [HOST SELECT]...........................................blz. 160
x [TO HOST]....................................................blz. 160
Pedalen
c Softpedaal ...................................................... blz. 40
v Sostenutopedaal ............................................blz. 40
b Damperpedaal (sustain)................................. blz. 40
g [REVERB].......................................................blz. 41
h [EFFECT]........................................................ blz. 46
Registratie/One Touch Setting-gedeelte
j [1] tot [4]....................................................blz. 72, 90
k [BANK –] ......................................................... blz. 89
l [BANK + ] ......................................................... blz. 89
; [REGISTRATION]........................................... blz. 90
A [ONE TOUCH SETTING] ............................... blz. 72
S [DISK IN USE]-lampje...................................... blz. 9
D Diskdrive (3,5) ................................................. blz. 9
F [POWER] ........................................................ blz. 11
G Gidslampjes bij de toetsen...........................blz. 109
Aansluitingen
H [PHONES].....................................................blz. 158
J AUX IN [L/L+R], [R]...................................... blz. 158
K AUX OUT [L/L+R], [R].................................. blz. 159
D
G
D6 E6 F6 G6 A6 B6 C7
CVP-202
F
POWER
11
CVP-202
13
Page 14
Demosongs afspelen
De Clavinova heeft in totaal 50 demosongs: 4 gehele songs, 24 spe­ciale stukken die de voices, en 22 die de stijlen demonstreren. Luister naar al deze songs en ontdek wat de Clavinova allemaal kan.
Z Roep de Demo Playmode op ...............................................................
Druk op [DEMO]. Het lampje van de STYLE-knop en van de
VOICE-knop knippert voortdurend en het DEMO-scherm verschijnt.
DEMO
HELP
X Selecteer de gewenste play (afspeel) mode .......................
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
Druk op de meest rechtse LCD-knop om de gewenste afspeelmode te
selecteren. De volgende drie modes zijn beschikbaar:
ALL Alle songs spelen voortdurend af in volgorde, te beginnen met
de geselecteerde song, totdat het afspelen gestopt wordt.
RANDOM Alle songs spelen voortdurend af in willekeurige volgorde, te
beginnen met de geselecteerde song, totdat er gestopt wordt.
SINGLE Alleen de geselecteerde song speelt af. Als de song afgelopen
is, stopt het afspelen automatisch.
C Selecteer de song en start het afspelen..................................
Als u een song selecteert, start de demo automatisch in de geselec­teerde mode. Er zijn drie manieren om een demosong te selecteren, zoals hieronder beschreven:
(A) Om één van de beschikbare demosongs af te luisteren,
drukt u op één van de knoppen onder de nummers 1 tot 4 in het scherm.
Het huidige songnummer is gemarkeerd tijdens het afspelen.
OPMERKING
• U kunt ook het afspelen van een demo starten, te beginnen bij de eerste ge­hele demosong, door op [START/ STOP] of [PLAY/STOP] te drukken.
• Raadpleeg blz. 7 van de Data List voor een compleet overzicht van alle demo­songs van de Clavinova.
14
12
CVP-202
Page 15
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
Demosongs afspelen
(B) Druk, om naar een voicedemo te luisteren, op de VOICE-
knop die correspondeert met de gewenste voicecategorie.
Het afspelen start met de eerste demosong van de geselecteerde
categorie. Het lampje van de corresponderende VOICE-knop knip­pert.
PIANO & HARPSI.
BRASS
E. PIANO
WOODWIND
ORGAN &
ACCORDION
STRINGS
VOICE
PERCUSSION
CHOIR &
PAD
GUITAR
BASS
XGSYNTH.
DUAL
SPLI T
REVERB
EFFECT
(C) Druk, om naar een stijldemo te luisteren, op de STYLE-
knop die correspondeert met de gewenste stijlcategorie.
Het afspelen start met de eerste demosong van de geselecteerde
categorie. Het lampje van de corresponderende STYLE-knop knippert.
POP & ROCK
COUNTRY
POP
BALLADS
LATIN
DANCE
MARCH &
WORLD
STYLE
SWING &
JAZZ
WALTZ
R&B
BALLROOM
PIANIST
CUSTOM
MUSIC
DATABASE
HARMONYDISK
OPMERKING
Er zijn twee demosongs voor elke voice­categorie. Druk, om over te schakelen naar de tweede song, nogmaals op de knipperende knop.
OPMERKING
Er zijn twee demosongs voor elke stijl­categorie. Druk, om over te schakelen naar de tweede song, nogmaals op de knipperende knop
VStel het volume in.
Gebruik de [MASTER VOLUME]-schuif om het volume in te stellen.
B Stop de demo........................................................................................................
Druk, om het afspelen te stoppen, hetzij op [START/STOP] of op
[PLAY/STOP], of op de LCD-knop die correspondeert met de song die
afspeelt.
N Verlaat de demomode..................................................................................
Druk, om de demomode te verlaten, nogmaals op [DEMO] (of druk
op [EXIT]).
Meespelen met de demosongs
U kunt op het toetsenbord meespelen terwijl een demosong afspeelt.
U kunt ook het tempo veranderen (blz. 25) en de [REW]-, [FF]- en [PAUSE]-knoppen gebruiken. Als u de 3. Lyric Demo afspeelt, toont de Clavinova de songteksten zodat u kunt meezingen (én meespelen). U kunt ook de gidsfunctie (blz. 105) gebruiken terwijl de Clavinova de
4. GUIDE Demo afspeelt. U kunt echter niet van voice veranderen terwijl de demo afspeelt.
OPMERKING
De [ACMP/SONG VOLUME]-schuif kan niet gebruikt worden.
OPMERKING
Tijdens afspelen van song veranderen:
Druk op de LCD-knop, de VOICE-knop of op de STYLE-knop van een andere song; deze begint meteen te spelen. Als ALL of RANDOM is geselecteerd als afspeel­mode, zal de Clavinova andere songs af­spelen als de geselecteerde song afgelo­pen is.
OPMERKING
Demosongdata worden niet uitgestuurd via de [MIDI OUT]-aansluiting; uw eigen spel op het toetsenbord echter wel.
13
CVP-202
15
Page 16
HOOFDSTUK 2: Algemene bediening
Het gebruik van de LCD-knoppen
U zult het LCD-scherm veelvuldig raadplegen tijdens de bedie­ning van uw Clavinova. Dit gedeelte bevat korte lessen die u zullen helpen hoe het LCD-scherm te lezen en de bijbehorende knoppen te gebruiken.
Een functie selecteren
Veel van de functies van de Clavinova worden weergegeven onder in de LCD. Het hoofdscherm hieronder afgebeeld, bevat twee functies: KBD VOL en RIGHT1 VOICE. Deze items staan afgebeeld in afge­ronde rechthoeken wat aangeeft dat zo’n item instellingen vertegen­woordigt die veranderd kunnen worden.
○○○○○
OPMERKING
Hoofdscherm
Onthoud: Het hoofdscherm is het scherm dat als eerste verschijnt als u de Cla­vinova aanzet.
Voordat u de instelling van een functie kunt veranderen, moet u deze eerst selecteren. In het hoofdscherm is de RIGHT1 VOICE-functie geac- centueerd, wat aangeeft dat deze functie is geselecteerd.
Om een functie te selecteren, drukt u kort op de LCD-knop, direct onder die functie. U kunt bijvoorbeeld KBD VOL selecteren door op de meest linkse LCD-knop te drukken.
Druk om te selecteren.
OPMERKING
Gemarkeerde items
Geselecteerde items zijn gemarkeerd (d.w.z. witte letters op een donkere ach­tergrond).
OPMERKING
LCD-knoppen
De vijf LCD-knoppen onder het LCD­scherm vertegenwoordigen telkens an­dere functies, afhankelijk van de inhoud van het scherm.
16
14
CVP-202
Page 17
Een instelling veranderen
Er zijn verschillende manieren om de waarde van een functie te ver-
anderen. Hier zijn de twee belangrijkste manieren:
Het gebruik van de LCD-knoppen
De data-dial of de []- en [+]-knoppen gebruiken .......
Als u een functie eenmaal heeft geselecteerd, kunt u zijn instelling
veranderen met de data-dial of de [–]- en [+]-knoppen. Aangezien u zo­juist KBD VOL heeft geselecteerd, probeer dan nu eens aan de dial te draaien of de [–]-knop in te drukken totdat hij 0 aangeeft.
De KBD VOL-functie stelt het toetsenbordvolume in. Als het op 0
staat, zult u merken dat het toetsenbord geen enkel geluid produceert, hoe hoog u de [MASTER VOLUME]-schuif ook zet!
De LCD-knoppen gebruiken....................................................................
U kunt de instelling ook laten toenemen door de corresponderende LCD-knop gewoon langer ingedrukt te houden. In dit geval, omdat u het toetsenbord weer wilt horen, houdt u de meest linkse LCD-knop inge­drukt totdat de waarde van KBD VOL terug is op 127.
OPMERKING
U kunt herhaaldelijk op de [–]- en [+]­knoppen drukken om de waarde een klein beetje te veranderen, of ingedrukt houden om de waarde snel te verande­ren.
OPMERKING
Raadpleeg blz. 23 voor details over de KBD VOL-functie.
OPMERKING
Dit is ook de reden waarom u de LCD­knop slechts kort moet indrukken als u een functie selecteert: u zou anders zijn waarde kunnen verhogen, terwijl u hem wellicht juist wilt verlagen!
Houd ingedrukt voor toename.
Als het toetsenbordvolume weer op het goede niveau is, kunt u nu iets leren over een aantal andere manieren waarop u instellingen kunt veran­deren.
15
CVP-202
17
Page 18
Het gebruik van de LCD-knoppen
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
Een instelling veranderen in een menuscherm
U kunt één van de hierboven beschreven methodes ook gebruiken om van voice te veranderen. Druk gewoon op de RIGHT1 VOICE en houd de knop ingedrukt of ge­bruik de data-dial of de [+]-knop om de mogelijkheden door te lopen. Luister ook maar even naar enkele van de voices die u tegenkomt…
Het nadeel van deze methode is dat het moeilijk kan zijn om de voice die u zoekt, te vinden — want de Clavinova heeft meer dan 700 voices! Daarom zult u waarschijnlijk liever een menuscherm gebruiken zodat u sneller kunt zien wat uw keuzes zijn. Druk nu eens op de [PIANO&HARPSI.]-knop.
PIANO & HARPSI.
E. PIANO
ORGAN & ACCORDION
PERCUSSION
Als u op een van de VOICE-knoppen drukt, verschijnt er in het LCD-scherm een nieuwe groep functies met voices van dat soort. U zou nu het menu van pianovoices moeten kunnen zien.
De LCD-knoppen gebruiken...................................................................................
Elke pianovoice in dit scherm is afgebeeld als een aparte functie in een afgeronde rechthoek. Dit betekent dat u de LCD-knoppen kunt gebruiken om voices te selecteren, precies zoals u met de KBD VOL- en RIGHT1 VOICE-functies deed aan het begin van deze les.
OPMERKING
Voice
Een voice is een van de klan­ken waarmee de Clavinova muziek maakt.
OPMERKING
Raadpleeg blz. 29 voor meer details over het selecteren van voices.
18
Druk op een LCD knop om de corresponderende voice te selecteren.
De data-dial of de []- en [+]-knoppen gebruiken ...........................
Er is nog een andere manier om voices in dit scherm te selecteren. U kunt de
-
data-dial of de [–] Druk op [–] of draai de data-dial linksom om een voice meer links te selecteren; druk op [+] of draai de dial rechtsom om een voice meer rechts te selecteren.
Onthoud goed dat u de data-dial of de [–]- en [+]-knoppen alleen kunt gebrui­ken om functies te selecteren in een menuscherm. In andere schermen, zullen deze gebruikt worden om de waarde van de geselecteerde functie te veranderen.
Probeer nu eens, voordat u verder gaat met de volgende stap, een paar ver­schillende pianovoices te selecteren.
CVP-202
en [+]-knoppen gebruiken om de selectie te veranderen.
OPMERKING
Menuschermen
U zult menuschermen gebrui­ken voor twee doeleinden: om een voice te selecteren, zoals hier afgebeeld, of om een bege­leidingsstijl te selecteren (blz.
49).
Gebruik de data-dial of de [–]- en [+]- knoppen om een voice te selec­teren.
16
Page 19
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
Een andere pagina oproepen
Het gebruik van de LCD-knoppen
Terwijl u de pianovoices uitprobeerde in de voorgaande stap, werd u misschien verrast toen plotseling alle voicenamen vervangen werden door een geheel nieuwe groep voices. Dit gebeurt vooral als u de meest rechtse voice in het scherm (Grand Harps1) selecteert, en dan de data-dial rechtsom draait of op de [+]-knop drukt.
Dit gebeurt omdat de CVP-202 meer pianovoices heeft dan op het scherm passen. Ook in andere gevallen waar het scherm te klein is om alle functies tegelijk te tonen, zullen deze verdeeld worden over twee of meer schermpagina’s. Het VOICE SELECT Pianoscherm bestaat uit twee schermpagina’s, zoals hieronder afgebeeld:
PAG E
Gebruik de PAGE-knoppen om van pagina te wisselen.
Als een scherm is verdeeld in pagina’s, kunt u de PAGE-knoppen gebruiken om van pagina’s te wisselen. Probeer het eens: druk op de [<]-knop om pagina 1 te zien, of op de [>]-knop om pagina 2 te zien. Heeft u eenmaal de gewenste pagina, dan kunt u de LCD-knoppen ge­bruiken om een voice te selecteren van die pagina, zoals beschreven in de vorige stap.
OPMERKING
Schermpaginas
Sommige schermen zijn verdeeld in twee of meer pagina’s, aangegeven door een serie overlappende vierkantjes in de rechterbovenhoek van het scherm. Het nummer in het bovenliggende vierkant is het nummer van de huidige scherm­pagina.
OPMERKING
Raadpleeg blz. 138 voor details over de functies van de FUNCTION [PEDAL]­schermpagina.
De standaardinstelling terugzetten
Nadat u de waarde van een functie heeft veranderd, wilt u deze mis­schien weer terugzetten op zijn standaardinstelling. Om dit te demonstre­ren gaan we nu naar een ander scherm. Druk op de [FUNCTION]-knop.
FUNCTION
MIXER
Deze knop roept één van de FUNCTION-schermen op. U kunt dit scherm gebruiken om te stemmen en om het toetsenbord te transponeren.
De TUNE-functie in dit scherm correspondeert met de twee LCD­knoppen en . U kunt deze knoppen gebruiken om het toetsenbord hoger of lager te stemmen. Houd de -knop ingedrukt (of gebruik de data-dial of de [–]-knop) om het toetsenbord zover mogelijk omlaag te stemmen.
17
OPMERKING
Standaardinstellingen
• De functies van de Clavinova zijn af­fabriek op bepaalde standaardwaarden of -condities afgesteld. Deze instellin­gen en condities noemen we de stan­daardinstellingen.
• De standaardinstellingen van een func­tie staan over het algemeen in de rech­terkolom van deze handleiding teza­men met het instelbereik voor die func­tie.
• U kunt ook de Recall-functie (blz. 153) gebruiken om de standaardinstelling terug te roepen wanneer u maar wilt.
OPMERKING
Raadpleeg blz. 136 voor details over de TUNE- en TRANSPOSE-functies.
CVP-202
19
Page 20
Het gebruik van de LCD-knoppen
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
Als u nu een paar noten speelt, zult u merken dat uw Clavinova veel
lager gestemd is. Laten we aannemen dat u het toetsenbord weer terug
+
wilt zetten op 440.0 Hz. U zou de -knop (of de data-dial, of de [
]-
knop) kunnen gebruiken om de waarde op zijn standaardinstelling terug te zetten — maar het kan eenvoudiger:
Als een functie een standaardinstelling heeft, kunt u deze terugzetten
door tegelijk op de - en -knoppen (of tegelijk op de [–]- en [+]-knop- pen) te drukken. Probeer het maar meteen.
Als het toetsenbord weer juist gestemd is, bent u gereed voor de vol-
gende handeling.
OPMERKING
Er zijn enkele functies waarvan de stan­daardinstellingen niet kunnen worden teruggezet door tegelijk op de ▲- en ▼­knoppen (of [–]- en [+]-knoppen) te druk­ken.
20
Functies, afgebeeld in scherpe rechthoeken, gebruiken
Als u kijkt in de rechter bovenhoek van het scherm, ziet u dat het
FUNCTION-scherm bestaat uit verschillende schermpagina’s. Druk één keer op de PAGE [>]-knop om de volgende pagina te openen, getiteld FUNCTION [KEYBOARD 2]. We zullen de functies van deze pagina ge­bruiken om de volgende handeling te bespreken.
Behalve de FIXED VELOCITY-functie, welke in dit scherm geselec­teerd is, heeft de FUNCTION [KEYBOARD 2]-pagina nog twee functies in scherpe rechthoeken: KEY TOUCH en VOICE SETTING. Zulke func­ties kunnen niet worden geselecteerd; in plaats daarvan, veroorzaakt het drukken op de corresponderende LCD-knop een directe verandering van de instelling, zonder de functie te selecteren.
CVP-202
De FIXED VELOCITY-functie wordt beschreven op blz. 137.
OPMERKING
18
Page 21
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
Het gebruik van de LCD-knoppen
Door bijvoorbeeld op de LCD-knop onder KEY TOUCH te drukken, kunt u de respons van de Clavinova aanpassen aan de wijze waarop u speelt. De waar-de in de rechthoek wisselt van NORMAL naar SOFT, dan FIXED, dan HARD — maar de FIXED VELOCITY-functie blijft gewoon geselecteerd.
De VOICE SETTING-functie bepaalt of reverb, chorus, effect, en andere instellingen automatisch geselecteerd worden of niet. Het werkt een beetje an­ders: als u op de LCD-knop drukt, schakelt de gemarkeerde instelling tussen AUTO en MANUAL. Maar FIXED VELOCITY blijft nog steeds geselecteerd.
Er zijn nog meer soorten functies die afgebeeld worden in scherpe rechthoeken, zoals die u gebruikte om een demosong te selecteren in de demomode (zie blz. 14). Belangrijk om te onthouden is dit: u selecteert ze niet, u voert ze uit.
Nu zijn we klaar om terug te keren naar het hoofdscherm. Maar zet eerst de KEY TOUCH- en VOICE SETTING-functies terug op respectie­velijk NORMAL en AUTO.
OPMERKING
Raadpleeg blz. 137 voor meer details over de KEY TOUCH-functie.
OPMERKING
Raadpleeg blz. 137 voor meer details over de VOICE SETTING-functie.
Naar het hoofdscherm terugkeren
Druk, om het huidige scherm te verlaten, op de [EXIT]-knop.
EXIT
Het hoofdscherm zou nu de pianovoice moeten tonen die u het laatst heeft geselecteerd in het VOICE SELECT Pianoscherm.
De Direct Accessfunctie gebruiken
De laatste functie die we moeten bespreken is Direct Access. Met de [DI­RECT ACCESS]-knop kunt u direct naar bepaalde pagina’ s met bijzonder
bruikbare instellingen “springen”. Als u op [DIRECT ACCESS] drukt, ver­schijnt de mededeling “Press a button to display corresponding settings” in het scherm.
DIRECT ACCESS
OPMERKING
U kunt normaalgesproken de [EXIT]-knop gebruiken om terug te keren naar het hoofdscherm. In sommige gevallen ver­schijnt echter een vorig (instel) scherm. Als dit gebeurt, druk dan nogmaals op [EXIT] waardoor u terugkeert naar het hoofdscherm.
19
CVP-202
21
Page 22
Het gebruik van de LCD-knoppen
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
Deze mededeling blijft ongeveer drie seconden op het scherm. Druk, voordat deze mededeling weer verdwijnt, op de knop corresponderend met de instellingen die u in het scherm wilt oproepen.
Hier is een lijst van pagina’s die u kunt oproepen met Direct Access:
[DIRECT ACCESS] plus: Dan verschijnt: Zie blz.:
[HARMONY] HARMONY 69 [ACMP ON] [METRONOME] METRONOME 26
Eén v.d. VOICE-knoppen KEYBOARD [RIGHT2]
[DUAL] KEYBOARD [RIGHT2] 34 [SPLIT] KEYBOARD [LEFT] 37
[REVERB]
[EFFECT]
(4)
(4)
[REGISTRATION]
ACCOMPANIMENT MODE
(1)
KEYBOARD [RIGHT1]
KEYBOARD [LEFT]
(2)
(3)
59
31 31 31
REVERB 41 REVERB DEPTH 43 EFFECT 46 EFFECT DEPTH 48 REGISTRATION [FREEZE]
91
OPMERKING
U kunt de betreffende knop ook indruk­ken terwijl u de [DIRECT ACCESS]-knop ingedrukt houdt.
OPMERKING
(1)
Als RIGHT1 VOICE is geselecteerd in
het hoofdscherm.
(2)
Als RIGHT2 VOICE is geselecteerd in
het hoofdscherm.
(3)
Als LEFT VOICE is geselecteerd in het
hoofdscherm.
(4)
Selecteert de meest recente pagina.
Over mededelingen
Om de bediening te vereenvoudigen, toont de Clavinova verschillende mededelingen (zoals de mededeling van de Direct Accessfunctie, hierboven beschreven) die u verwijst naar de volgende handeling, om uw bevestiging vraagt, of u informeert dat de laatste handeling ongeldig, verkeerd of niet effectief was. Als er zo’n mededeling verschijnt, volg dan de getoonde instructies op. Raadpleeg het gedeelte “Mededelingen” op blz. 165 voor details over iedere mededeling.
Uw veranderingen opslaan
Nu u geleerd heeft hoe u instellingen kunt veranderen, vraagt u zich wellicht af of deze verande­ringen worden onthouden door de Clavinova, zelfs als deze wordt uitgeschakeld. Het antwoord is ja — maar u moet hem wel vertellen welke instellingen onthouden moeten worden.
Standaard zal de Clavinova de meeste van de door u gemaakte instellingen niet onthouden. Er zijn twee manieren om hem te laten weten welke instellingen hij moet onthouden:
U kunt uw instellingen opslaan met de Registration-functie (blz. 89). Heeft u eenmaal uw instellingen opgeslagen, dan kunt u te allen tijde de standaardinstellingen weer terugzetten d.m.v. enkele knoppen.
U kunt de Clavinova instrueren om bepaalde instellingen te onthouden als deze wordt uitgeschakeld, zodat ze weer terugkomen als u de Clavinova weer aanzet. Om dit te doen, dient u de instellingen van de backupfunctie te veranderen (blz. 152).
22
20
CVP-202
Page 23
Het volume instellen
De Clavinova heeft twee schuiven waarmee u het totaalvolume, het volume van de begeleiding of van songs kunt instellen Er zijn ook instellingen die u kunt gebruiken om het toetsenbordvolume en
het volume van elke part van de begeleiding of song in te stellen.
VOLUME
MASTER
ACMP/SONG
VOLUME
VOLUME
MAX
MAX
MIN
MIN
Het totaalvolume instellen
VOLUME
MASTER
ACMP/SONG
VOLUME
VOLUME
MAX
MAX
MIN
MIN
STYLE
POP
SWING &
POP &
BALLADS
R&B
JAZZ
DEMO
HELP
ACMP ON
PIANIST
DANCE
ROCK
MARCH &
WALTZ
LATIN
WORLD
COUNTRY
BALLROOM
CUSTOM
AUTO ACCOMPANIMENT
AUTO FILL
INTRO
ENDING
MAIN B
MAIN D
MAIN A
MAIN C
CONTRAST
MUSIC
TEMPO
DATABASE
BEAT
METRONOME RESET
FUNCTION
HARMONYDISK
START/STOP
FADE IN
/
OUT
TAP SYNCHRO START/STOP
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
SONG CONTROL
PLAY/ STOP
MIXER
DIRECT ACCESS
PAGE
SONG
PAUSE REW FF
GUIDE CONTROL
EXIT
EASY PLAY
NEXT NOTE
VOICE
PIANO &
ORGAN & ACCORDION
E. PIANO
WOODWIND
STRINGS
REGISTRATION/ ONE TOUCH SETTING
234
DUAL
GUITAR
REVERB
BASS
PERCUSSION
CHOIR &
SPLIT
EFFECT
XGSYNTH.
PAD
ONE TOUCH
REGIST-
SETTING
RATION
BANK
BANK
HARPSI.
REC
BRASS
SOUND REPEAT
1
Gebruik de [MASTER VO-
LUME]-schuif om het totaalvolume van de Clavinova in te stellen.
MASTER VOLUME
VOLUME
ACMP/SONG
MAX
MIN
VOLUME
MAX
MIN
Het volume instellen van de begeleiding of song
MASTER VOLUME
VOLUME
ACMP/SONG
MAX
MIN
VOLUME
MAX
MIN
Gebruik de [ACMP/SONG VO­LUME]-schuif om het volume in te stellen van een song of van de auto­matische begeleiding.
Het toetsenbordvolume instellen
OPMERKING
• De [MASTER VOLUME]-schuif bepaalt ook het uitgangsniveau van het signaal van de [PHONES]-aansluiting (hoofd­telefoon).
• Inkomend signaal via de AUX IN-aan­sluitingen wordt ook beïnvloed door de [MASTER VOLUME]-instelling, het uit­gaande signaal via de AUX OUT-aan­sluitingen echter niet.
OPMERKING
Deze schuif heeft geen invloed op het volume van uw eigen spel op het toet­senbord.
Selecteer KBD VOL in het
hoofdscherm en gebruik dan de data-dial of de [–]- en [+]-knoppen om het toetsenbordvolume te veran­deren.
21
CVP-202
23
Page 24
Het volume instellen
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
De niveaus van begeleidings- of songparts instellen
Roep het MIXER-scherm op door op [MIXER] te drukken. In het
MIXER-scherm, kan het volume van de automatische begeleiding en van individuele parts van een song, ingesteld worden. Druk opnieuw op [MIXER] (of [EXIT]) om terug te keren naar het voorgaande scherm.
Er zijn twee types MIXER-schermen, zoals hieronder wordt getoond.
Automatische begeleidingsmixer
Dit MIXER-scherm verschijnt als u niet in de songmode bent.
Zie “Het volume van elke part instellen” (blz. 65) voor details.
Songmixer
Dit MIXER-scherm verschijnt in de songmode.
Zie “Trackinstellingen wijzigen” (blz. 100) voor details.
24
22
CVP-202
Page 25
De metronoom gebruiken
○○○○○○○○○○○
De Clavinova heeft een handige metronoom, ideaal bij het oefenen. De procedure voor het instellen van het tempo van de metronoom kan ook gebruikt worden voor het tempo van de automatische begeleiding (blz. 49) en van songs (blz. 93).
CONTRAST
MUSIC
TEMPO
DATABASE
BEAT
METRONOME RESET
MIXER
FUNCTION
HARMONYDISK
START/STOP
FADE
/
OUT
IN
TAP SYNCHRO START/STOP
DIRECT ACCESS
PAGE
METRON OME
VOLUME
MASTER
ACMP/SONG
VOLUME
VOLUME
MAX
MAX
MIN
MIN
STYLE
POP
SWING &
POP &
BALLADS
R&B
JAZZ
DEMO
HELP
ACMP ON
PIANIST
DANCE
ROCK
MARCH &
WALTZ
LATIN
WORLD
BALLROOM
COUNTRY
CUSTOM
AUTO ACCOMPANIMENT
AUTO FILL
ENDING
INTRO
MAIN B
MAIN D
MAIN A
MAIN C
De metronoom gebruiken
U kunt de metronoom starten en het tempo instellen, ongeacht in welk scherm u zich bevindt.
De metronoom starten en stoppen.................................................
Druk gewoon op de [METRONOME]-knop om de metronoom te
starten.
METRONOME RESET
Het [METRONOME]-lampje brandt en de metronoom start (de maat
wordt aangegeven door de BEAT-lampjes).
TEMPO
SONG CONTROL
PLAY/ STOP
SONG
PAUSE REW FF
GUIDE CONTROL
EXIT
EASY PLAY
NEXT NOTE
VOICE
PIANO &
ORGAN & ACCORDION
E. PIANO
WOODWIND
STRINGS
REGISTRATION/ ONE TOUCH SETTING
234
DUAL
GUITAR
REVERB
BASS
PERCUSSION
CHOIR &
SPLIT
EFFECT
XGSYNTH.
PAD
ONE TOUCH
REGIST-
SETTING
RATION
BANK
BANK
HARPSI.
REC
BRASS
SOUND REPEAT
1
OPMERKING
• De metronoom kan ook gebruikt
worden bij het afspelen in de auto­matische begeleiding (blz. 49) of songmode (blz. 93).
• De metronoom kan niet gebruikt
worden tijdens het afspelen van software op diskette die is opge­nomen in free-tempo (zie blz. 96).
CONTRAST
BEAT
Druk opnieuw op de [METRONOME] knop om de metronoom te
stoppen.
Het tempo instellen..........................................................................................
Het huidige tempo, aangegeven links in het scherm, hangt af van de geselec-
teerde stijl (zie blz. 49). Druk op de T EMPO [–]- en [+]-knoppen om het tempo te veranderen.
METRONOME RESET
De tempo-indicatie in het hoofdscherm is gemarkeerd en het
tempo verandert.
U kunt kort op de TEMPO [–]- of [+]-knoppen drukken om het tempo
een beetje te veranderen, of de knop ingedrukt houden voor een grotere tempoverandering.
Als het tempo gemarkeerd is in het scherm, kunt u ook de data-dial of
[–]- en [+]- knoppen gebruiken om het tempo in te stellen.
TEMPO
Langzamer Sneller
OPMERKING
Tempo
• Bereik: 32 — 280
• Standaardinstelling: Afhankelijk van
de stijl.
OPMERKING
Het standaardtempo terugzetten
U kunt het standaardtempo terugzetten voor de geselecteerde stijl door tegelijk op beide TEMPO [–]- en [+]-knoppen te drukken.
OPMERKING
Tijdens afspelen van stijl of song
• Als een stijl of song is gestart terwijl
de metronoom “loopt”, zal de metro­noom gewoon meespelen met die stijl of song.
• De metronoom gebruikt, tijdens het
afspelen van een stijl of song, de maatverdeling van de stijl of song in plaats van de BEAT-instelling.
• De metronoom stopt als de stijl of
song stopt.
23
CVP-202
25
Page 26
De metronoom gebruiken
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
De metronoominstellingen veranderen
U kunt de maatsoort en het volume van de metronoom veranderen
met de instellingen in de METRONOME-pagina.
De metronoominstellingen oproepen..........................................
Druk op [DIRECT ACCESS], dan op [METRONOME] om de
METRONOME-pagina op te roepen.
DIRECT ACCESS
Het METRONOME-scherm verschijnt.
METR ONOME RESE T
TEMPO
De BEAT (maatsoort) instellen ............................................................
Gebruik de BEAT ▼- en ▲-knoppen om de maatsoort te veranderen.
(Als de BEAT-functie is gemarkeerd, kunt u ook de data-dial of de [–]- en [+]-knoppen hiervoor gebruiken.)
Als NORMAL is geselecteerd, tikt de metronoom regelmatig zonder
accenten.
Als BEAT op 2, 3, 4, of 5 gezet wordt, is er in overeenstemming met de
gekozen maatsoort een “bel”-geluid op elke eerste tel.
Het metronoomvolume instellen........................................................
Gebruik de VOLUME - en -knoppen om het metronoomvolume te
-
wijzigen. (Als de VOLUME gen ook wijzigen met de data-dial of de [–]
functie is gemarkeerd, kunt u zijn instellin-
-
en [+]-knoppen.)
OPMERKING
BEAT
• Instellingen: NORMAL, 2 — 5
• Standaardinstelling: NORMAL
OPMERKING
VOLUME
• Bereik: 0 — 127
• Standaardinstelling: 64
26
Het volume van de metronoom wordt zowel bepaald door de VOL-
UME
-
functie als door de [ACMP/SONG VOLUME]-schuif (behalve in
de songmode, want dan wordt het metronoomvolume niet beïnvloed door de schuif). Als u de schuif gebruikt, wordt tegelijk ook het volume van de automatische begeleiding (blz. 50) beïnvloed.
CVP-202
24
Page 27
De helpfunctie gebruiken
De helpfunctie voorziet in gemakkelijke uitleg van de belangrijkste functies van de Clavinova. U kunt de helponderwerpen selecteren vanuit een menu, afgebeeld in de LCD, of door op een knop op het
paneel te drukken om de daarbij behorende informatie te verkrijgen.
○○○○○○○○○○○○
HELP
VOLUME
MASTER
ACMP/SONG
VOLUME
VOLUME
MAX
MAX
MIN
MIN
STYLE
POP
SWING &
POP &
BALLADS
R&B
JAZZ
DEMO
HELP
ACMP ON
PIANIST
DANCE
ROCK
MARCH &
WALTZ
LATIN
WORLD
BALLROOM
COUNTRY
CUSTOM
AUTO ACCOMPANIMENT
AUTO FILL
INTRO
ENDING
MAIN B
MAIN D
MAIN A
MAIN C
CONTRAST
MUSIC
TEMPO
DATABASE
BEAT
METRONOME RESET
MIXER
FUNCTION
HARMONYDISK
START/STOP
FADE
/
OUT
IN
TAP SYNCHRO START/STOP
DIRECT ACCESS
PAGE
EXIT
Z Roep de helpmode op................................................................................
Druk op de [HELP]-knop.
DEMO
HELP
Het HELP-menuscherm verschijnt.
SONG CONTROL
SONG
PAUSE REW FF
GUIDE CONTROL
EASY PLAY
PLAY/ STOP
NEXT NOTE
VOICE
PIANO &
ORGAN &
DUAL
ACCORDION
HARPSI.
GUITAR
PERCUSSION
CHOIR &
STRINGS
PAD
REGISTRATION/ ONE TOUCH SETTING
REVERB
BASS
SPLIT
EFFECT
XGSYNTH.
ONE TOUCH
REGIST-
SETTING
RATION
BANK
BANK
REC
E. PIANO
WOODWIND
BRASS
SOUND REPEAT
234
1
OPMERKING
Terwijl de helpfunctie actief is, zijn er geen andere handelingen mogelijk.
X Selecteer zonodig een ander taal...................................................
Selecteer de gewenste taal voor de helpfunctie (ENGELS, JAPANS,
DUITS, FRANS, of SPAANS) door op de vierde LCD-knop te drukken.
C Selecteer een helponderwerp .............................................................
Gebruik de
gende acht menu-items te selecteren.
Het geselecteerde menu is gemarkeerd.Druk op de LCD-knop onder ENTER om uw selectie te bevesti-
gen.
De eerste pagina van de geselecteerde helpinformatie verschijnt.
SELECTSELECT
SELECT - en -LCD-knoppen om één van de vol-
SELECTSELECT
Helponderwerpen
Basic Operations Accompaniment
Demo Songs Song Playback
Voices Song Recording
Styles Functions
OPMERKING
De Clavinova zal de geselecteerde taal altijd onthouden, zelfs na het uitschake­len van het instrument.
25
CVP-202
27
Page 28
De helpfunctie gebruiken
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
V Sla de paginas om en lees de helpinformatie...................
Gebruik de vierde LCD-knop om de pagina om te slaan. U kunt de
derde LCD-knop gebruiken om terug te keren naar de vorige pagina.
B Verlaat het helponderwerp .....................................................................
Druk op de LCD-knop onder
EXIT EXIT
EXIT om terug te keren naar het HELP-
EXIT EXIT
menu. U kunt nu een ander menu-item of een paneelknop selecteren om andere helponderwerpen door te lezen.
N Verlaat de helpmode......................................................................................
U kunt op elk moment de helpmode verlaten en terugkeren naar het
hoofdscherm, door gewoon op [HELP] te drukken.
DEMO
HELP
28
26
CVP-202
Page 29
HOOFDSTUK 3: Voices
Voices selecteren
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
De Clavinova heeft een grote hoeveelheid volle, realistische voices, waaronder piano, strijkers en blaasinstrumenten. Ook bezit hij een toetsenbordpercussiefunctie die u in staat stelt realistische drum­en percussiegeluiden direct vanaf het toetsenbord te bespelen.
PIANO & HARPSI.
BRASS
E. PIANO
WOODWIND
VOLUME
MASTER
ACMP/SONG
VOLUME
VOLUME
MAX
MAX
MIN
MIN
STYLE
POP
SWING &
POP &
DEMO
ROCK
COUNTRY
HELP
ACMP ON
INTRO
MUSIC
BALLADS
R&B
JAZZ
DANCE
MARCH &
WALTZ
LATIN
WORLD
AUTO ACCOMPANIMENT
AUTO FILL
MAIN B
MAIN A
MAIN C
TEMPO
PIANIST
DATABASE
METRONOME RESET
BALLROOM
HARMONYDISK
CUSTOM
START/STOP
FADE
/
OUT
IN
ENDING
TAP SYNCHRO START/STOP
MAIN D
Voicetypes
• Clavinova Voices: 243
• XG Voices: 480
• Drum/SFX Kits: 14
CONTRAST
BEAT
MIXER
FUNCTION
DIRECT ACCESS
PAGE
SONG CONTROL
PLAY/ STOP
SONG
PAUSE REW FF
GUIDE CONTROL
EXIT
EASY PLAY
NEXT NOTE
VOICE
ORGAN &
PIANO & HARPSI.
REC
BRASS
SOUND REPEAT
1
ACCORDION
E. PIANO
WOODWIND
STRINGS
234
GUITAR
PERCUSSION
CHOIR & PAD
REGISTRATION/ ONE TOUCH SETTING
BANK
DUAL
REVERB
BASS
SPLIT
EFFECT
XGSYNTH.
ONE TOUCH
REGIST-
SETTING
RATION
BANK
* Raadpleeg blz. 3 in de Data List voor een overzicht van de
voices.
* De voices van de Clavinova zijn verdeeld in twaalf groepen,
corresponderend met de twaalf VOICE-knoppen op het paneel.
ORGAN & ACCORDION
STRINGS
VOICE
PERCUSSION
CHOIR &
PAD
GUITAR
BASS
DUAL
REVERB
XGSYNTH.
SPLIT
EFFECT
Een voice selecteren via het VOICE SELECT-scherm
ZSelecteer de voicegroep ........................................................................
Selecteer de gewenste voicegroep door de passende VOICE-knop in
te drukken.
Het VOICE SELECT-scherm verschijnt.
PIANO & HARPSI.
BRASS
E. PIANO
WOODWIND
ORGAN &
ACCORDION
STRINGS
VOICE
PERCUSSION
CHOIR &
PAD
GUITAR
BASS
XGSYNTH.
DUAL
SPLI T
REVERB
EFFECT
OPMERKING
Het scherm verlaten
Druk op [EXIT] om terug te keren naar het hoofdscherm.
OPMERKING
De geselecteerde voice opslaan
• Als u het instrument aanzet, wordt de Grand Piano-voice automatisch geselec­teerd. Als de Backupfunctie (blz. 152) echter op ON staat, wordt de laatst gese­lecteerde voice automatisch geselec­teerd.
• Wanneer de Backupfunctie (blz. 152) op ON staat, blijft de laatst geselecteerde voice in elke groep bewaard, zelfs nadat u het instrument heeft uitgeschakeld.
27
CVP-202
29
Page 30
Voices selecteren
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
XSelecteer de voice...........................................................................................
Selecteer de gewenste voice door op de passende LCD-knop te druk-
ken. Ook kunt u de data-dial en de [–]- en [+]-knoppen gebruiken.
Elk VOICE SELECT-scherm bevat twee of meer pagina’s. Gebruik de
PAGE [<]- en [>]-knoppen om de verschillende pagina’s op te roepen.
CBespeel de geselecteerde voice......................................................
Stel het volume af door de [MASTER VOLUME]-schuif te gebruiken.
Voices selecteren vanuit het hoofdscherm
U kunt ook een voice selecteren door de RIGHT1 VOICE-functie in
het hoofdscherm te gebruiken.
OPMERKING
Automatische voicegerelateerde in­stellingen
Bij het selecteren van een voice worden automatisch ook de meest geschikte reverb-, chorus-, effect- en andere instel­lingen voor die voice ingesteld. U kunt deze functie ook uitschakelen, zodat dit niet meer automatisch gebeurt (blz. 137).
ZSelecteer de RIGHT1 VOICE-functie...........................................
Als de RIGHT1 VOICE-functie nog niet gemarkeerd is, druk dan op
de vierde LCD-knop om hem alsnog te markeren.
XSelecteer de voice ............................................................................................
Selecteer de voice door de data-dial of de [–]- en [+]-knoppen te ge-
bruiken. U kunt ook de RIGHT1 VOICE-knop ingedrukt houden om de hele lijst van klanken door te lopen. (Als u op deze manier een voice selecteert, kunt u niet alleen uit een bepaalde voicegroep, maar uit alle voices kiezen.)
CBespeel de voice................................................................................................
Stel het volume af door de [MASTER VOLUME]-schuif te gebrui-
ken.
OPMERKING
Over ensemblevoices
De ensemblevoices van de Clavinova zijn volle, samengestelde voices die bespeeld kunnen worden zonder de dualmode (blz.
33) te activeren. Druk op de [Ensemble]­knop om het menu van de samengestelde voices op te roepen.
OPMERKING
Over XG-voices
Yamaha’s XG-format is een nieuwe, forse uitbreiding op het GM (General MIDI) System Level 1-format. Het voorziet in meer instrumentklanken en variaties, alsook in een meer expressieve besturingsmogelijkheid van voices en effecten. XG verzekert u ook van compatibiliteit met toekomstige instru­menten en software.
• Druk op de [XG]-knop om een menu van de XG-voices op te roepen.
• Druk, terwijl u de [XG]-knop ingedrukt houdt, op een andere VOICE-knop om een lijst van XG-voices op te roepen van die voicecategorie.
30
28
CVP-202
Page 31
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
Toetsenbordpercussie
Voices selecteren
De Clavinova heeft twaalf drumkits en twee SFX-kits, die te vinden zijn op pagina 3 en 5 van de [PERCUSSION]-voicegroep. Als een van de drum­of SFX-kits geselecteerd is, is aan elke toets een andere drum- of percus­sieklank of zelfs geluidseffect toegewezen, zodat u deze klanken vanaf het toetsenbord kunt bespelen.
De verschillende drum- and percussie-instrumenten van de Standard Kit worden aangegeven door symbolen boven de betreffende toetsen.
Raadpleeg het drum-/SFX-kit overzicht op blz. 8 in de Data List voor een opsomming van de sounds in elke drum-/SFX-kit.
ORGAN & ACCORDION
STRINGS
VOICE
PERCUSSION
CHOIR &
PAD
GUITAR
SYNTH.
OPMERKING
• Als er een drumkit geselecteerd is, zul­len alleen de toetsen met drum- of per-
cussiesymbolen erboven, geluid geven.
• Als er een SFX-kit geselecteerd is, zullen toetsen die geen toewijzing hebben voor een geluidseffect, geen enkel geluid voortbrengen.
• De Transpose- (blz. 136), Tune- (blz.
136) en Octave-functies (blz. 32, 34 en
38) hebben geen invloed op de drum-/ SFX-kits.
De toetsenbordinstellingen voor de hoofdvoice veranderen
U kunt de instellingen in de KEYBOARD [RIGHT1]-schermpagina gebruiken om het volume, octaaf, en de stereopositie van de geselec­teerde voice te veranderen door de RIGHT1 VOICE-functie te gebrui­ken.
De hoofdvoice-toetsenbordinstellingen oproepen......
OPMERKING
De instellingen die u in deze pagina maakt, beïnvloeden alle voices die u selecteert d.m.v. de RIGHT1 VOICE-functie. Er kun­nen geen verschillende instellingen voor elke afzonderlijke voice gemaakt worden.
Z Als u in de dualmode of splitmode speelt, zorg er dan voor dat
RIGHT1 VOICE is geselecteerd in het hoofdscherm.
X Druk op [DIRECT ACCESS] en vervolgens op een van de VOICE-
knoppen.
Het KEYBOARD [RIGHT1]-scherm verschijnt.
VOICE
PERCUSSION
CHOIR &
PAD
GUITAR
BASS
XGSYNTH.
DIRECT ACCESS
PIANO & HARPSI.
BRASS
E. PIANO
WOODWIND
ORGAN &
ACCORDION
STRINGS
OPMERKING
U kunt wisselen tussen de KEYBOARD [RIGHT1]-pagina en de [RIGHT2]- (blz.
34) of [LEFT]-pagina’s (blz. 37) door ge­bruik te maken van de PAGE [<]- en [>]­knoppen.
DUAL
SPLIT
REVERB
EFFECT
29
CVP-202
31
Page 32
Voices selecteren
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
Het volume van de hoofdvoice Instellen..................................
U kunt de VOLUME-functie in de KEYBOARD [RIGHT1]-pagina
gebruiken om het volume van de hoofdvoice te veranderen. Z Druk op de VOLUME-knop.
De VOLUME-functie is gemarkeerd.
X Stel het volume van de hoofdvoice in.
Gebruik de data-dial of de [–]- en [+]-knoppen om het volume te veranderen of houd de VOLUME-knop ingedrukt om het volume te verhogen. Druk tege­lijk op de [–]- en [+]-knoppen om terug te keren naar de standaardinstelling.
Het octaaf van de hoofdvoice instellen ......................
De OCTAVE-functie in het KEYBOARD [RIGHT1]-scherm maakt het mogelijk de toonhoogte van de hoofdvoice een of twee octaven lager of hoger te zetten. Druk op de OCTAVE-knop.
Elke keer dat u op de knop drukt, verandert de waarde.
De stereopositie van de hoofdvoice instellen ...........
De PAN-functie in het KEYBOARD [RIGHT1]-scherm maakt
het mogelijk de stereopositie van de hoofdvoice in te stellen.
Z Druk op de PAN-knop.
De PAN-functie is gemarkeerd.
OPMERKING
Om het algehele toetsenbordvolume in te stellen kunt u ook de KBD VOL-functie in het hoofdscherm (blz. 23) gebruiken.
OPMERKING
VOLUME
• Bereik: 0 — 127
• Standaardinstelling: 127
OPMERKING
OCTAVE
Instellingen:
• Standaardinstelling: 0
OPMERKING
Sommige voices hebben octaafinstel­lingen die automatisch geselecteerd wor­den als de voice geselecteerd wordt. (Zulke instellingen zijn niet zichtbaar in de OCTAVE-functie.) U kunt de octaaf­instelling blokkeren, zodat hij niet veran­dert als u een voice selecteert, door de VOICE SETTING-functie (blz.137) op MANUAL (handmatig) te zetten.
OPMERKING
PAN
• Instellingen: L — — R
• Standaardinstelling: (midden)
–2 (2 octaven lager) –1 (1 octaaf lager) 0 (
geen octaafverandering)
+1 (1 octaaf hoger) +2 (2 octaven hoger)
32
X Stel de stereopositie in.
Gebruik de data-dial of de [–]- en [+]-knoppen om de stereopositie te ver­anderen, of houd de PAN-knop ingedrukt om de positie naar rechts te verschuiven. Druk tegelijk op de [–]- en [+]-knoppen om terug te keren naar de stan­daardinstelling.
30
CVP-202
Page 33
Twee voices tegelijk spelen — Dualmode
○○○○○○○○○○○○○○○○○○
In de dualmode van de Clavinova kunt u twee verschillende voices selecteren en tegelijk bespelen (een ‘layer’ genoemd). Hierdoor kunt u eenvoudig bijzonder volle, brede klankcombinaties creëren. U kunt ook het volume, octaaf en de stereopositie van de tweede voice instellen en de tweede voice ten opzichte van de hoofdvoice verstemmen om een vollere klank te verkrijgen.
VOLUME
MASTER
ACMP/SONG
VOLUME
VOLUME
MAX
MAX
MIN
MIN
STYLE
POP
SWING &
POP &
BALLADS
R&B
JAZZ
DEMO
HELP
ACMP ON
PIANIST
DANCE
ROCK
MARCH &
WALTZ
LATIN
WORLD
BALLROOM
COUNTRY
CUSTOM
AUTO ACCOMPANIMENT
AUTO FILL
ENDING
INTRO
MAIN B
MAIN D
MAIN A
MAIN C
CONTRAST
MUSIC
TEMPO
DATABASE
BEAT
METRONOME RESET
MIXER
FUNCTION
HARMONYDISK
START/STOP
FADE IN
/
OUT
TAP SYNCHRO START/STOP
DIRECT ACCESS
PAGE
SONG CONTROL
PLAY/ STOP
SONG
PAUSE REW FF
GUIDE CONTROL
EXIT
EASY PLAY
NEXT NOTE
VOICE
PIANO &
ORGAN &
DUAL
ACCORDION
HARPSI.
GUITAR
PERCUSSION
CHOIR &
STRINGS
PAD
REGISTRATION/ ONE TOUCH SETTING
REVERB
BASS
XGSYNTH.
SPLIT
EFFECT
ONE TOUCH
REGIST-
SETTING
RATION
BANK
BANK
REC
E. PIANO
WOODWIND
BRASS
SOUND
REPEAT
234
1
De tweede voice selecteren
Z Selecteer de hoofdvoice ............................................................................
Selecteer een voice op de normale manier (blz. 29), druk daarna op
[EXIT] om terug te keren naar het hoofdscherm.
DUAL
X Roep de dualmode op ..................................................................................
Druk op de [DUAL]-knop om de dualmode op te roepen.
De RIGHT2 VOICE-functie verschijnt in de rechter benedenhoek
van het LCD-scherm en de huidige tweede voice staat rechts van de hoofdvoice (na het plusteken).
PIANO & HARPSI.
BRASS
E. PIANO
WOODWIND
ORGAN & ACCORDION
STRINGS
VOICE
PERCUSSION
CHOIR &
PAD
GUITAR
BASS
XGSYNTH.
DUAL
SPLIT
REVERB
EFFECT
C Selecteer de tweede voice......................................................................
Selecteer de tweede voice op dezelfde manier als beschreven voor de hoofdvoice (blz. 29). Om de tweede voice te kunnen selecteren, moet de RIGHT2 VOICE-functie geselecteerd zijn.
OPMERKING
Tweede voice
• Bereik: Alle voices
• Standaardinstelling: SlowStrs
De hoofdvoice veranderen in de dualmode
Selecteer, om de hoofdvoice te veranderen terwijl u in de dualmode speelt, de RIGHT1 VOICE-functie, en selecteer daarna de hoofdvoice op de normale manier.
31
OPMERKING
Als u de VOICE-knoppen zou gebruiken om een voice te selecteren, terwijl het tempo of de KBD VOL-functie gemar­keerd is, zal de door u geselecteerde voice worden gebruikt als de hoofdvoice.
CVP-202
33
Page 34
Twee voices tegelijk spelen — Dualmode
C
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
De toetsenbordinstellingen voor de tweede voice veranderen
U kunt met de functies in de KEYBOARD [RIGHT2]-pagina het volume, octaaf, pan (stereopositie) en detune (verstemming), van voices geselecteerd via de RIGHT2 VOICE-functie, instellen.
Instellingen voor de tweede voice oproepen......................
Druk op [DIRECT ACCESS], daarna op [DUAL].
VOICE
DIRECT ACCESS
USSION
OIR &
AD
GUITAR
BASS
Het KEYBOARD [RIGHT2]-scherm verschijnt.
DUAL
SPLI T
XGSYNTH.
REVERB
EFFECT
Het volume van de tweede voice instellen ............................
U kunt de VOLUME-functie in de KEYBOARD [RIGHT2]-pagina gebruiken om het volume van de tweede voice te veranderen.
Z Druk op de VOLUME-knop.
OPMERKING
De in deze pagina gemaakte instellingen gelden voor elke via de RIGHT2 VOICE­functie geselecteerde voice. Er zijn geen aparte instellingen mogelijk voor elke voice.
OPMERKING
Als de RIGHT2 VOICE-functie is geselec­teerd in het hoofdscherm, kunt u de KEY­BOARD [RIGHT2] pagina ook oproepen door op [DIRECT ACCESS] te drukken gevolgd door een van de VOICE-knoppen.
OPMERKING
U kunt wisselen tussen de pagina’s KEY­BOARD [RIGHT2] , [RIGHT1] (blz. 31) of [LEFT] (blz. 37) d.m.v. de PAGE [<]- en [>]-knoppen.
OPMERKING
Wilt u het algehele toetsenbordvolume in­stellen, gebruik dan de KBD VOL-functie in het hoofdscherm (blz. 23).
De VOLUME-functie is gemarkeerd.
X Stel het volume in van de tweede voice.
Gebruik de data-dial of de [–]- en [+]-knoppen om het volume in te stel-
len, of houd de VOLUME-knop ingedrukt om het volume te verhogen.
Of druk tegelijk op [–] en [+] om de standaardinstelling terug te roepen.
Het octaaf van de tweede voice instellen................................
Met de OCTAVE-functie in het KEYBOARD [RIGHT2]-scherm kunt u de toonhoogte van de tweede voice één of twee octaven hoger of lager
-
stemmen. Druk op de OCTAVE
De waarde verandert telkens als u op de knop drukt.
34
CVP-202
knop.
OPMERKING
VOLUME
• Bereik: 0 — 127
• Standaardinstelling: 127
OPMERKING
OCTAVE
•I
nstellingen:
• Standaardinstelling: 0
OPMERKING
Sommige voices hebben octaafinstel­lingen die automatisch geselecteerd wor­den als de voice geselecteerd wordt. (Zulke instellingen zijn niet zichtbaar in de OCTAVE-functie.) U kunt de octaaf­instelling blokkeren, zodat hij niet veran­dert als u een voice selecteert, door de VOICE SETTING-functie (blz.137) op MANUAL (handmatig) te zetten.
–2 (2 octaven lager) –1 (1 octaaf lager) 0 (
geen octaafverandering)
+1 (1 octaaf hoger) +2 (2 octaven hoger)
32
Page 35
Twee voices tegelijk spelen — Dualmode
C
De stereopositie van de tweede voice instellen .............
De PAN-functie in het KEYBOARD [RIGHT2]-scherm maakt het
mogelijk om de stereopositie van de tweede voice in te stellen. Z Druk op de PAN-knop.
De PAN-functie is gemarkeerd.
X Stel de stereopositie in.
Gebruik de data-dial of de [–]- en [+]-knoppen om de stereopositie te veranderen, of houd de PAN-knop ingedrukt om de positie naar rechts te verschuiven. Druk tegelijk op de [–]- en [+]-knoppen om terug te keren naar de standaardinstelling
De tweede voice verstemmen.............................................................
De DETUNE-functie in het KEYBOARD [RIGHT2]-scherm maakt het mogelijk om de tweede voice licht te verstemmen t.o.v. de hoofd voice, om een rijker geluid te produceren.
Z Druk op de DETUNE-knop.
De DETUNE-functie is gemarkeerd.
-
OPMERKING
PAN
• Instellingen: L — — R
• Standaardinstelling: (midden)
OPMERKING
DETUNE
• Bereik: 0 — 10
• Standaardinstelling: 5
X Stel de diepte van de verstemming af.
Gebruik de data-dial of de [–]- en [+]-knoppen om de mate van de ver-
stemming te veranderen of houd de DETUNE-knop ingedrukt om de
verstemming te laten toenemen. Druk tegelijk op de [–]- en [+]-knop-
pen om terug te keren naar de standaardinstelling.
De dualmode verlaten
Druk op de [DUAL]-knop om de dualmode te verlaten.
Het [DUAL]-knoplampje gaat uit en het toetsenbord speelt niet
langer meer in de dualmode.
VOICE
GUITAR
USSION
OIR &
AD
33
BASS
DUAL
XGSYNTH.
SPLI T
REVERB
EFFECT
CVP-202
35
Page 36
Twee voices bespelen op twee gedeel­tes van het toetsenbord — Splitmode
De splitmode van de Clavinova zorgt ervoor dat u twee verschillende voices kunt selecteren en bespelen, met elke hand één. Bijvoorbeeld, de bas met de linkerhand en de piano met uw rechterhand.
VOLUME
MASTER
ACMP/SONG
VOLUME
VOLUME
MAX
MAX
MIN
MIN
STYLE
POP
SWING &
POP &
BALLADS
R&B
JAZZ
DEMO
HELP
ACMP ON
PIANIST
DANCE
ROCK
MARCH &
WALTZ
LATIN
WORLD
BALLROOM
COUNTRY
CUSTOM
AUTO ACCOMPANIMENT
AUTO FILL
INTRO
ENDING
MAIN B
MAIN D
MAIN A
MAIN C
De LEFT-voice selecteren
Z Selecteer de hoofdvoice .............................................................................
Selecteer een voice op de normale manier (blz. 29), druk dan op
[EXIT] om terug te keren naar het hoofdscherm. De voice die u selec­teert zal gespeeld worden door het rechterdeel van het toetsenbord.
X De splitmode oproepen ...............................................................................
Druk op de [SPLIT]-knop om de splitmode op te roepen.
De LEFT VOICE-functie verschijnt middenonder in het LCD-
scherm, en de huidige LEFT-voice wordt aangegeven links van de hoofdvoice (voor de schuine streep). Het gidslampje bij de toets, corresponderend met het splitpunt, brandt nu.
PIANO & HARPSI.
BRASS
E. PIANO
WOODWIND
ORGAN &
ACCORDION
STRINGS
PERCUSSION
CHOIR &
MUSIC DATABASE
HARMONYDISK
FADE IN
PAD
CONTRAST
TEMPO
BEAT
METRONOME RESET
MIXER
FUNCTION
START/STOP
/
OUT
TAP SYNCHRO START/STOP
DIRECT ACCESS
PAGE
SONG CONTROL
PLAY/ STOP
SONG
PAUSE REW FF
GUIDE CONTROL
EXIT
EASY PLAY
NEXT NOTE
VOICE
PIANO &
ORGAN &
DUAL
ACCORDION
HARPSI.
GUITAR
PERCUSSION
CHOIR &
STRINGS
PAD
REGISTRATION/ ONE TOUCH SETTING
REVERB
BASS
XGSYNTH.
SPLIT
EFFECT
ONE TOUCH
REGIST-
SETTING
RATION
BANK
BANK
REC
E. PIANO
WOODWIND
BRASS
SOUND REPEAT
234
1
VOICE
GUITAR
BASS
XGSYNTH.
DUAL
SPLIT
REVERB
EFFECT
○○○○○○○○
SPLI T
OPMERKING
Splitpunt
Het splitpunt is de toets die de rechter­en linkergedeelten van het toetsenbord verdeelt. U kunt het splitpunt veranderen door de SPLIT POINT-functie in de KEYBOARD [LEFT]-schermpagina (blz.
39) te gebruiken.
OPMERKING
U kunt de Single Finger-, Multi Finger-, Fingered1-, of Fingered2-modes (blz. 59) van de automatische begeleidingsfunctie gebruiken, terwijl u speelt in de splitmo­de. In dit geval zullen toetsen, gespeeld in het linkerdeel van het toetsenbord, zowel de automatische begeleidings­voices als de LEFT-voice bespelen.
36
C Selecteer de LEFT-voice.............................................................................
Selecteer de LEFT-voice op dezelfde manier als beschreven voor de hoofdvoice (blz. 29). Om de LEFT-voice te selecteren, moet de LEFT VOICE-functie gemarkeerd zijn.
De hoofdvoice in de splitmode veranderen
Om de hoofdvoice te veranderen terwijl u speelt in de splitmode, selec-
teert u de RIGHT1 VOICE-functie, en vervolgens selecteert u de hoofd­voice op de normale manier.
CVP-202
OPMERKING
LEFT-voice
• Bereik: Alle voices
• Standaardinstelling: Aco.Bass
OPMERKING
Als u de VOICE-knoppen gebruikt om een voice te selecteren terwijl ofwel het tempo of de KBD VOL-functie is gemar­keerd, zal de voice die u selecteert ge­bruikt worden als de hoofdvoice.
34
Page 37
○○○○○○○○
C
De toetsenbordinstellingen voor de LEFT-voice veranderen
Twee voices bespelen op twee gedeeltes van het toetsenbord — Splitmode
U kunt de instellingen in de KEYBOARD [LEFT]-schermpagina gebruiken om het volume, octaaf en pan van de geselecteerde voice te veranderen door de LEFT VOICE-functie te gebruiken. U kunt ook het gedeelte van het toetsenbord selecteren dat moet reageren op de pedalen, alsook het splitpunt dat het rechter- en linkerdeel splitst, met behulp van de functies in deze pagina.
De toetsenbordinstellingen voor de LEFT-voice op-
roepen...........................................................................................................................
Druk op [DIRECT ACCESS], dan op [SPLIT].
Het KEYBOARD [LEFT]-scherm verschijnt.
VOICE
DIRECT ACCESS
USSION
OIR &
AD
GUITAR
BASS
XGSYNTH.
DUAL
SPLI T
REVERB
EFFECT
OPMERKING
De instellingen die u maakt in deze pa­gina betreffen elke voice die u selecteert met de LEFT VOICE-functie. Er kunnen geen afzonderlijke instellingen voor elke voice gemaakt worden.
OPMERKING
Als de LEFT VOICE-functie is geselec­teerd in het hoofdscherm, kunt u ook de KEYBOARD [LEFT]-pagina oproepen door op [DIRECT ACCESS] te drukken, gevolgd door een van de VOICE-knop­pen.
OPMERKING
U kunt wisselen tussen de KEYBOARD [LEFT]-pagina en de pagina’s [RIGHT1] (blz. 31) of [RIGHT2] (blz. 34) door de PAGE [<]- en [>]-knoppen te gebruiken.
Het volume van de LEFT-voice instellen ..................................
U kunt de VOLUME-functie in de KEYBOARD [LEFT]-pagina ge­bruiken om het volume van de linkervoice te veranderen.
ZZ
Z Druk op de VOLUME-knop.
ZZ
De VOLUME-functie is gemarkeerd.
XX
X Stel het volume van de LEFT-voice af.
XX
Gebruik de data-dial of de [–]- en [+]-knoppen om het volume te
veranderen of houd de VOLUME-knop ingedrukt om het volume te
verhogen. Druk tegelijk op de [–]- en [+]-knoppen om terug te ke-
ren naar de standaardinstelling.
OPMERKING
Wilt u het algehele toetsenbordvolume in­stellen, gebruik dan de KBD VOL-functie in het hoofdscherm (blz. 23).
OPMERKING
VOLUME
• Bereik: 0 — 127
• Standaardinstelling: 127
35
CVP-202
37
Page 38
Twee voices bespelen op twee gedeeltes van het toetsenbord — Splitmode
○○○○○○○○
Het octaaf van de LEFT-voice instellen.....................................
De OCTAVE-functie in het KEYBOARD [LEFT]-scherm maakt het mogelijk om de toonhoogte van de LEFT-voice één of twee octaven la­ger of hoger te zetten. Druk op de OCTAVE-knop.
De waarde verandert telkens als u op de knop drukt.
De stereopositie van de LEFT-voice instellen............
De PAN-functie in het KEYBOARD [LEFT]-scherm zorgt ervoor dat u de stereopositie van de LEFT-voice kunt afstellen.
Z Druk op de PAN-knop.
De PAN-functie is gemarkeerd.
OPMERKING
OCTAVE
Instellingen:
• Standaardinstelling: +1
OPMERKING
Sommige voices hebben octaafinstel­lingen die automatisch geselecteerd wor­den als de voice geselecteerd wordt. (Zulke instellingen zijn niet zichtbaar in de OCTAVE-functie.) U kunt de octaaf­instelling blokkeren, zodat hij niet veran­dert als u een voice selecteert, door de VOICE SETTING-functie (blz.137) op MANUAL (handmatig) te zetten.
OPMERKING
PAN
• Instellingen: L — — R
• Standaardinstelling: (midden)
–2 (2 octaven lager) –1 (1 octaaf lager) 0 (
geen octaafverandering)
+1 (1 octaaf hoger) +2 (2 octaven hoger)
X Stel de stereopositie af.
Gebruik de data-dial of de [–]- en [+]-knoppen om de stereopositie te ver­anderen of houd de PAN-knop ingedrukt om de positie naar rechts te ver- schuiven. Druk tegelijk op de [–]- en [+]-knoppen om de standaardinstel­ling terug te roepen.
Het gedeelte instellen dat door de rechter- en linker-
pedalen beïnvloed wordt............................................
Met de PEDAL-functie in het KEYBOARD [LEFT]-scherm kunt u aangeven welke gedeelten van het toetsenbord door de damper (sustain) en glidefuncties beïnvloed worden, bestuurd door de linker- en rechter-
-
pedalen, terwijl u in de splitmode speelt. Druk op de PEDAL
De waarde verandert telkens als u op de knop drukt.
knop.
OPMERKING
PEDAAL
• Instellingen: R (alleen rechts) L (alleen links) L+R (beide)
• Standaardinstelling: R
OPMERKING
Zie blz.138 voor een lijst van de functies die bestuurd kunnen worden door het linkerpedaal.
38
36
CVP-202
Page 39
○○○○○○○○○
Twee voices bespelen op twee gedeeltes van het toetsenbord — Splitmode
Het splitpunt veranderen ..........................................................................
U kunt de SPLIT POINT-functie in het KEYBOARD [LEFT]-scherm gebrui­ken om het splitpunt op elke gewenste toetspositie te zetten. In de splitmode wordt de LEFT-voice gespeeld door alle noten links van (en inclusief) het splitpunt.
De standaardinstelling van het splitpunt is F#2.
F 2
Linkergedeelte
C3 C4 C5 C6 C7C2C1C0
Rechtergedeelte
Z Druk op de SPLIT POINT-knop.
De SPLIT-functie is gemarkeerd
X Het splitpunt veranderen.
Gebruik de data-dial of de [–]- en [+]-knoppen om het splitpunt te ver-
anderen of houd de SPLIT POINT-knop ingedrukt om het splitpunt
naar rechts te verschuiven. Druk tegelijk op de [–]- en [+]-knoppen om
terug te keren naar de standaardinstelling.
Het toetsenlampje corresponderend met het geselecteerde splitpunt
brandt en de toetsnaam wordt vermeld in de SPLIT POINT-functie.
OPMERKING
SPLITPUNT
Instellingen: Elke toets op het toetsen­bord
Standaardinstelling: F#2
C3
De dual- en splitfuncties tegelijk gebruiken
De [DUAL]- en [SPLIT]-knoppen kunnen tegelijk aangezet worden.
Als u dit doet, zal het rechterdeel van het toetsenbord zowel de hoofd­voice als de tweede voice spelen.
De splitmode verlaten
Druk op de [SPLIT]-knop om de splitmode te verlaten.
Het [SPLIT]-knoplampje gaat uit en het toetsenbord speelt niet langer
in de splitmode.
ER-
SION
ENSEMBLE
XG
SPLIT EFFECT
OPMERKING
Als de dual- en de splitmode beide aan­staan, zal de naam van hetzij de tweede voice of de LEFT-voice vermeld worden in het hoofdscherm samen met de hoofd­voice .
37
CVP-202
39
Page 40
De pedalen gebruiken
De Clavinova heeft drie pedalen.
Demperpedaal (rechts)
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
Het demper- of sustainpedaal heeft dezelfde functie als het demperpedaal op een akoestische piano, waarmee u het geluid van voices kunt laten door­klinken zelfs nadat u de toetsen heeft losgelaten.
Sostenutopedaal (midden)
Als u een noot of akkoord speelt op het toetsenbord en het sostenuto­pedaal indrukt, terwijl de toetsen nog ingedrukt zijn, zullen deze tonen doorklinken zolang u het pedaal ingedrukt houdt, maar alle volgende ge­speelde noten zullen niet doorklinken. Dit maakt het bijvoorbeeld moge­lijk een akkoord aan te houden terwijl andere noten staccato (kort) wor­den gespeeld.
OPMERKING
Enkele voices in de [PERCUSSION]­en [XG]-groepen worden niet beïn- vloed door het gebruik van het dem­perpedaal.
Sommige voices kunnen, als het dem­perpedaal ingedrukt is, continu klinken of hebben een lange naklank.
OPMERKING
Enkele voices in de [PERCUSSION]­en [XG]-groepen worden niet beïn- vloed door het gebruik van het soste­nutopedaal.
Enkele voices, zoals [ORGAN&AC­CORDION] of [BRASS], houden con­tinu aan als het sostenutopedaal inge­drukt is.
40
Softpedaal (links)
Dit pedaal indrukken, vermindert het volume en verandert het timbre van
de noten die u speelt een klein beetje.
U kunt ook een van de vele andere functies aan dit pedaal toewijzen; u kunt het pedaal bijvoorbeeld gebruiken om de automatische begeleiding aan of uit te zetten of om Fill Ins af te spelen. Zie blz. 138 voor details.
CVP-202
OPMERKING
De werking van het softpedaal kan licht verschillen afhankelijk van de geselec­teerde voice.
38
Page 41
HOOFDSTUK 4:
Reverb en andere effecten
Reverb
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
Reverb is een effect dat de akoestiek nabootst van verschillende types concertruimten — van jazzclub tot concertgebouw. Er is keuze uit een grote verscheidenheid van reverbeffecten; u kunt de diepte van elk reverbeffect aan uw eigen voorkeur aanpassen.
VOLUME
MASTER
ACMP/SONG
VOLUME
VOLUME
MAX
MAX
MIN
MIN
STYLE
POP
SWING &
POP &
BALLADS
R&B
JAZZ
DEMO
HELP
ACMP ON
PIANIST
DANCE
ROCK
MARCH &
WALTZ
LATIN
WORLD
COUNTRY
BALLROOM
CUSTOM
AUTO ACCOMPANIMENT
AUTO FILL
INTRO
ENDING
MAIN B
MAIN D
MAIN A
MAIN C
CONTRAST
MUSIC
TEMPO
DATABASE
BEAT
METRONOME RESET
MIXER
FUNCTION
HARMONYDISK
START/STOP
FADE
/
OUT
IN
TAP SYNCHRO START/STOP
DIRECT ACCESS
PAGE
SONG CONTROL
PLAY/ STOP
SONG
PAUSE REW FF
GUIDE CONTROL
EXIT
EASY PLAY
NEXT NOTE
VOICE
PIANO &
ORGAN & ACCORDION
E. PIANO
WOODWIND
STRINGS
234
GUITAR
PERCUSSION
CHOIR &
PAD
REGISTRATION/ ONE TOUCH SETTING
BANK
DUAL
REVERB
BASS
SPLIT
EFFECT
XGSYNTH.
ONE TOUCH
REGIST-
SETTING
RATION
BANK
HARPSI.
REC
BRASS
SOUND REPEAT
1
De reverb aan- of uitzetten
Druk op de [REVERB]-knop om reverb toe te voegen aan part(s).
PIANO & HARPSI.
E. PIANO
ORGAN & ACCORDION
VOICE
PERCUSSION
GUITAR
BASS
DUAL
REVERB
REVERB
OPMERKING
Reverb ON/OFF
Standaardinstelling: Afhankelijk van de voice.
BRASS
WOODWIND
STRINGS
CHOIR &
PAD
SPLI T
XGSYNTH.
EFFECT
Het lampje brandt.
Druk nogmaals op [REVERB] om de reverb uit te zetten.
Het lampje gaat uit.
Omdat de standaardinstelling van de [REVERB]-knop afhangt van
de voice, kan de reverb automatisch aan- of uitschakelen als u een andere voice selecteert.
De reverbinstellingen veranderen
U kunt het reverbtype en de diepte ervan veranderen in de REVERB-
en REVERB DEPTH-schermpagina’s.
De reverbinstellingen oproepen........................................................
ZZ
Z Druk op [DIRECT ACCESS], daarna op [REVERB].
ZZ
OPMERKING
De instelling van de [REVERB]-knop heeft geen invloed op de songmode of de automatische begeleiding.
DIRECT ACCESS
BASS
DUAL
XG
SPLI T
39
REVERB
EFFECT
CVP-202
41
Page 42
Reverb
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
Het LCD-scherm laat hetzij de REVERB-pagina of de REVERB
DEPTH-pagina zien (welke het laatst geselecteerd was).
X Gebruik de PAGE [<]- en [>]-knoppen om tussen de REVERB-
en de REVERB DEPTH-pagina te wisselen.
Het reverbtype veranderen ....................................................................
U kunt het reverbtype veranderen in het REVERB-scherm Gebruik de TYPE - en -knoppen om het reverbtype te verande-
ren, of selecteer de TYPE-functie en gebruik de data-dial of de [–]- en
[+]-knoppen.
.
OPMERKING
Als u op de [>]-knop drukt terwijl de REVERB DEPTH-pagina in beeld is, verschijnt de CHORUS-pagina. Zie ver­derop in dit hoofdstuk voor details van chorus- en andere effectinstellingen.
OPMERKING
Reverbtype
• Instellingen: Zie tabel op blz. 163.
• Standaardinstelling: Afhankelijk van de stijl.
Het geselecteerde reverbtype is gemarkeerd.
Aangezien de standaardinstelling van het reverbtype afhangt van de begeleidingsstijl, kan het reverbtype automatisch veranderen zodra u een andere stijl selecteert.
De totale diepte instellen ..........................................................................
De algehele diepte van het geselecteerde reverbeffect kan worden inge­steld d.m.v . de TOTAL DEPTH-functie in het REVERB-scherm.
Z Selecteer de TOTAL DEPTH-functie.
De TOTAL DEPTH-functie is gemarkeerd.
OPMERKING
• Het selecteren van een reverbtype beïnvloedt alle voices die op het toet­senbord of door de automatische begeleiding gespeeld worden. Er kunnen geen afzonderlijke instellingen gemaakt worden voor elke part.
• Afhankelijk van de geselecteerde voice kan de reverbdiepte sterker of zwakker overkomen, ook al is het­zelfde reverbtype geselecteerd.
• Reverbeffecten hebben geen invloed op het signaal van de AUX IN [R]- en [L/L+R]-aansluitingen.
• Het is ook mogelijk om reverbeffecten toe te voegen aan de voices van het toetsenbord d.m.v. de [EFFECT]-knop. Zie “De effectinstellingen veranderen” op blz. 46 voor details.
• Wanneer zowel de [REVERB]- als de [EFFECT]-knop aanstaat, zullen beide effecten worden toegepast.
OPMERKING
TOTAL DEPTH
• Bereik: 0 (geen effect) — 127 (max.)
• Standaardinstelling: 64
42
40
CVP-202
Page 43
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
Reverb
XStel de totale diepte van het reverbeffect in.
U kunt de instelling veranderen d.m.v. de TOTAL DEPTH - en - knoppen, de data-dial, of de [–]- en [+]-knoppen. Om de standaardinstelling van 64 terug te zetten, drukt u tegelijk op de
TOTAL DEPTH- en -knoppen, of tegelijk op de [–]- en [+]-knoppen.
De reverbdiepye voor elke part instellen.................................
In het REVERB DEPTH-scherm (blz. 42) kunt u de reverbdiepte apart instellen voor ritme- en begeleidingsparts, alsook voor de parts die u bespeelt vanaf het toetsenbord.
ZSelecteer een part.
Druk op de LCD-knop corresponderend met RHYTHM om de reverb-
diepte af te stellen van de drumpart, of selecteer ACMP om dit te
doen voor alle andere begeleidingsparts. Selecteer LEFT, RIGHT1 of
RIGHT2 om hetzelfde te doen voor de toetsenbordparts.
De geselecteerde functie is gemarkeerd.
OPMERKING
• De TOTAL DEPTH-instelling is van in­vloed op alle voices. Er kunnen dus geen afzonderlijke instellingen worden gemaakt voor elke voice.
• U kunt de reverbdiepte wel apart in­stellen voor ritme- en begeleidings­parts en voor elke part op het toetsen­bord. (Zie de volgende handeling.)
OPMERKING
• U kunt ook een aantal parts tegelijk selecteren om de instellingen voor al die parts tegelijk in te stellen.
X Stel de reverbdiepte in.
Stel de reverbdiepte van de gemarkeerde part in met de data-dial of de [–]- en [+]-knoppen. U kunt de waarde ook verhogen door de corresponderende LCD-knop (meermaals) in te drukken. Om de standaardinstelling terug te zetten, drukt u tegelijk op de [–]- en [+]-knoppen.
Omdat de standaardinstelling van de LEFT-, RIGHT1- en RIGHT2- functies afhangen van de geselecteerde voices, kan de reverbdiepte­instelling automatisch veranderen als u een andere part selecteert.
OPMERKING
RHYTHM en ACMP
• Bereik: 0 (geen effect) — 127 (max.)
• Standaardinstelling: 64
LEFT, RIGHT1 en RIGHT2
• Bereik: 0 (geen effect) — 127 (max.)
• Standaardinstelling: Afhankelijk van de voice.
OPMERKING
De hoeveelheid reverb hangt af van zo­wel de instellingen van de partdiepte als van de TOTAL DEPTH-instellingen. Als één van de twee op 0 staat zal er geen reverb aan die part worden toegevoegd, zelfs al zou de andere op 127 staan.
41
CVP-202
43
Page 44
Chorus
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
Met de choruseffecten van de Clavinova kunt u voices die u vanaf het toetsenbord bespeelt nog warmer en voller maken. Flangereffecten geven een sterke modulatie voor een futuris­tische klank. U kunt kiezen uit een verscheidenheid van chorus­en flangereffecten, en de diepte ervan instellen voor iedere toetsenbordvoice.
De chorusinstellingen veranderen
In tegenstelling tot de reverb (blz. 41) en andere effecten (blz. 46), die aan- en uitgezet kunnen worden d.m.v. knoppen op het paneel, staat de chorusfunctie altijd op “on” (aan). Welke uitwerking chorus op elke voice heeft, hangt af van het chorustype en de diepte-instellingen. U kunt deze instellingen veranderen d.m.v. de functies in de CHORUS-scherm­pagina.
De chorusinstellingen oproepen.....................................................
Z Druk op [DIRECT ACCESS], daarna op [REVERB].
Het LCD-scherm van ofwel de REVERB-pagina of de REVERB
DEPTH-pagina verschijnt (welke het laatst geselecteerd was).
X Druk één of twee keer op de PAGE [>]-knop, indien nodig.
Druk twee keer op PAGE [>] als de REVERB-pagina in beeld was,
of één keer als de REVERB DEPTH-pagina in beeld was.
De CHORUS-pagina verschijnt.
OPMERKING
De instellingen van het CHORUS-scherm hebben geen invloed op de songmode of de automatische begeleiding.
OPMERKING
• U kunt ook op [DIRECT ACCESS] drukken, gevolgd door [EFFECT] en dan op de PAGE [<]-knop om de CHORUS-pagina van hetzij de EF­FECT-pagina of de EFFECT DEPTH­pagina te activeren.
• Voor details over reverb en het instel­len van andere effecten kunt u de be­treffende gedeeltes van dit hoofdstuk raadplegen.
44
Het chorustype veranderen...................................................................
U kunt het chorustype selecteren in de CHORUS-pagina. Gebruik de CHORUS - en -knoppen om het chorustype te veran-
deren, of selecteer de CHORUS-functie en gebruik de data-dial of de [–]- en [+]-knoppen.
CVP-202
OPMERKING
Chorustype
• Instellingen: Zie tabel op blz. 163.
• Standaardinstelling: Afhankelijk van de stijl.
42
Page 45
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
Chorus
Het geselecteerde chorustype is gemarkeerd.
Aangezien de standaardinstelling van het chorustype afhangt van de begeleidingsstijl, kan het chorustype automatisch veranderen als u een andere stijl selecteert.
De chorusdiepte voor elke part instellen ................................
Met de andere functies in de CHORUS-pagina kunt u de chorusdiepte voor elke part van het toetsenbord afzonderlijk instellen.
Z Selecteer een part.
Druk op LEFT, RIGHT1, of op RIGHT2 om de chorusdiepte voor
elke part van het toetsenbord afzonderlijk in te stellen.
De geselecteerde functie is gemarkeerd.
OPMERKING
• De selectie van het chorustype beïn­vloedt elke toetsenbordpart. Er kunnen dus geen afzonderlijke instellingen voor elke part worden gemaakt.
• Afhankelijk van de geselecteerde voice, kan de diepte van het effect sterker of zwakker overkomen, ook al is hetzelfde chorustype geselecteerd.
• Het is ook mogelijk om choruseffecten aan de voices van het toetsenbord toe te voegen d.m.v. de [EFFECT]-knop. Zie “De effecten veranderen” op blz. 46 voor details.
OPMERKING
U kunt ook een aantal parts tegelijk se­lecteren om de instellingen voor al die parts ineens in te stellen.
X Stel de chorusdiepte in.
Stel de chorusdiepte van de gemarkeerde part in d.m.v. de data-dial of de [–]- en [+]-knoppen. U kunt ook de waarde verhogen door (meermaals) op de corresponde­rende LCD-knop te drukken. Om de standaardwaarde terug te zetten, drukt u tegelijk op de [–]- en [+]-knoppen.
Aangezien de standaardinstelling van de chorusdieptefuncties afhan­gen van de geselecteerde voices, kan een chorusdiepte-instelling auto­matisch veranderen als u een andere voice selecteert.
OPMERKING
Chorusdieptefuncties
• Bereik: 0 (geen effect) — 127 (max.)
• Standaardinstelling: Afhankelijk van de voice.
OPMERKING
Omdat de chorusfunctie altijd aan is, moet u de chorusdiepte op 0 zetten bij elke part die u geen chorus wilt geven.
43
CVP-202
45
Page 46
Voice-effecten
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
De Clavinova heeft, naast reverb en chorus, een verscheidenheid van effecten om de klank van de voices te bewerken, of om krachtige, speciale geluidseffecten te creëren. U kunt de diepte van het effect naar wens instellen.
VOLUME
MASTER
ACMP/SONG
VOLUME
VOLUME
MAX
MAX
MIN
MIN
STYLE
POP
SWING &
POP &
BALLADS
R&B
JAZZ
DEMO
HELP
ACMP ON
PIANIST
DANCE
ROCK
MARCH &
WALTZ
LATIN
WORLD
BALLROOM
COUNTRY
CUSTOM
AUTO ACCOMPANIMENT
AUTO FILL
INTRO
ENDING
MAIN B
MAIN D
MAIN A
MAIN C
CONTRAST
MUSIC
TEMPO
DATABASE
BEAT
METRONOME RESET
MIXER
FUNCTION
HARMONYDISK
START/STOP
FADE
/
OUT
IN
TAP SYNCHRO START/STOP
DIRECT ACCESS
PAGE
SONG CONTROL
PLAY/ STOP
SONG
PAUSE REW FF
GUIDE CONTROL
EXIT
EASY PLAY
NEXT NOTE
VOICE
PIANO &
ORGAN & ACCORDION
E. PIANO
WOODWIND
STRINGS
REGISTRATION/ ONE TOUCH SETTING
234
DUAL
GUITAR
BASS
PERCUSSION
CHOIR &
XGSYNTH.
SPLIT
PAD
REGIST­RATION
BANK
BANK
HARPSI.
REC
BRASS
SOUND REPEAT
1
De effecten aanzetten
Druk, om het effect aan de toetsenbordparts toe te voegen, op de
[EFFECT]-knop.
PIANO & HARPSI.
BRASS
E. PIANO
WOODWIND
Het lampje brandt.
ORGAN &
ACCORDION
STRINGS
Druk nogmaals op [EFFECT] om het effect uit te zetten.
Het lampje gaat uit.
Aangezien de standaardinstelling van de [EFFECT]-knop afhangt
van de voice, kan het effect automatisch aan- of uitschakelen als u een andere voice selecteert.
VOICE
PERCUSSION
CHOIR &
PAD
GUITAR
BASS
XGSYNTH.
DUAL
SPLI T
REVERB
EFFECT
REVERB
EFFECT
ONE TOUCH SETTING
EFFECT
OPMERKING
Effect ON/OFF
Standaardinstelling: Afhankelijk van de voice.
OPMERKING
Het [EFFECT]-lampje brandt niet als de effect depth (blz. 48) op 0 staat.
OPMERKING
Als het effectsysteem ook wordt gebruikt door een begeleidingsstijl of song, zal het effect voor de part(s) van het toetsenbord automatisch uitgezet worden, als u de automatische begeleiding of de song start, afhankelijk van welk effecttype door de stijl of song wordt geselecteerd. Als dit gebeurt, kunt u wellicht effect aan de toetsenbordpart(s) toevoegen door nog­maals op de [EFFECT]-knop te drukken. Dit heeft geen invloed op voices van de automatische begeleiding of song.
De effectinstellingen veranderen
U kunt het effecttype en de diepte veranderen d.m.v. de EFFECT- en
EFFECT DEPTH-schermpagina’s.
\De effectinstellingen oproepen..........................................................
ZDruk op [DIRECT ACCESS], vervolgens op [EFFECT].
DUAL
SPLI T
REVERB
EFFECT
DIRECT ACCESS
BASS
XG
De LCD laat hetzij de EFFECT-pagina of de EFFECT DEPTH-
pagina zien (welke het laatste gebruikt was).
OPMERKING
Als u op de [<]-knop drukt terwijl de EFFECT-pagina in beeld is, zal de CHORUS-pagina verschijnen. Raadpleeg de eerste twee gedeeltes van dit hoofd­stuk voor details over reverb- en chorus­instellingen.
46
44
CVP-202
Page 47
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
X Gebruik de PAGE [<]- en [>]-knoppen om te wisselen tussen de
EFFECT- en EFFECT DEPTH-pagina’s.
Voice-effecten
Het effecttype veranderen ........................................................................
U kunt het effecttype veranderen in de EFFECT-pagina. Selecteer een
effecttype d.m.v. de TYPE - en -knoppen, of accentueer de TYPE­functie en gebruik de data-dial of de [–]- en [+]-knoppen.
Om de standaardinstelling terug te zetten, drukt u tegelijk op de EF-
FECT TYPE- en -knoppen, of tegelijk op de [–]- en [+]-knoppen.
Het geselecteerde effecttype is gemarkeerd.
Aangezien de standaardinstelling van het effecttype afhangt van de voice, kan het effecttype automatisch veranderen als u een andere voice selecteert.
OPMERKING
Effecttype
• Instellingen: Zie tabel op blz. 164.
• Standaardinstelling: Afhankelijk van de voice.
OPMERKING
• Het geselecteerde effecttype beïn­vloedt alle toetsenbordparts. Er kun­nen dus geen afzonderlijke instellingen worden gemaakt voor elke part.
• Als de standaardinstelling van de [EFFECT]-knop op ON staat voor twee of drie voices die geselecteerd zijn in de dual- en/of splitmode, dan zal de Clavinova automatisch het meest geschikte effecttype selecteren en de effectdiepte (blz. 48) voor elke part instellen op een passende waarde.
• Afhankelijk van de geselecteerde voice kan het effect sterker of zwakker over­komen, ook al is hetzelfde effecttype geselecteerd.
• Wanneer zowel de [EFFECT]- als de [REVERB]-knop aanstaat, zullen beide effecten worden toegevoegd.
Het effect variëren ...........................................................................................
Elk effecttype heeft een variatie die geselecteerd kan worden d.m.v. de VARIATION-functie in de EFFECT-pagina. Druk hiervoor op de LCD-knop onder VARIATION.
De waarde weergegeven door de VARIATION-functie wisselt
tussen OFF en ON, en het effect verandert.
Op welke manier het effect verandert, hangt af van het effecttype (zie de tabel op blz. 164). Ook de standaardinstelling van de VARIATION­functie hangt af van de voice, dus ook deze instelling kan automatisch veranderen als u een andere voice selecteert.
OPMERKING
VARIATION-functie
• Instellingen: OFF, ON
• Standaardinstelling: Afhankelijk van de voice.
45
CVP-202
47
Page 48
Voice-effecten
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
De effectdiepte voor elke part instellen ....................................
Met de instellingen in de EFFECT DEPTH-pagina kunt u de effect-
diepte voor elke part die u bespeelt vanaf het toetsenbord, apart instellen.
ZSelecteer een part.
Druk op LEFT, RIGHT1 of RIGHT2 om de effectdiepte in te stellen voor de corresponderende toetsenbordpart.
De geselecteerde functie is gemarkeerd.
X Stel de effectdiepte in.
Stel de effectdiepte in voor de gemarkeerde part met de data-dial of de [–]- en [+]-knoppen. U kunt ook de waarde verhogen door (meermaals) op de correspon­derende LCD-knop te drukken. Om de standaardwaarde terug te zet­ten, drukt u tegelijk op de [–]- en [+]-knoppen. Aangezien de standaardinstellingen van de effectdieptefuncties afhan­gen van de geselecteerde voices, kan een effectdiepte-instelling auto­matisch veranderen als u een andere voice selecteert.
OPMERKING
Effectdieptefuncties
• Bereik: 0 (geen effect) — 127 (max.)
• Standaardinstelling: Afhankelijk van de voice.
48
46
CVP-202
Page 49
HOOFDSTUK 5:
Begeleidingsstijlen
(Ritme en automatische begeleiding)
Begeleidingsstijlen selecteren
De Clavinova heeft een grote keuze in muziekstijlen die u kunt gebruiken voor b.v. alleen drumbegeleiding, of als volledig begeleidingsorkest — inclusief bas- en ritme­partij — als u de automatische begeleidingsfunctie (Auto Accompaniment) gebruikt (blz. 57). Er zijn zelfs een aantal “Pianist”-stijlen die voorzien in pianobegeleiding als u de automatische begeleiding activeert.
DANCE
MARCH &
WORLD
STYLE
SWING &
JAZZ
WALTZ
R&B
BALLROOM
PIANIST
CUSTOM
MUSIC
DATABASE
HARMONYDISK
VOLUME
MASTER
ACMP/SONG
VOLUME
VOLUME
MAX
MAX
MIN
MIN
STYLE
POP
SWING &
POP &
BALLADS
R&B
JAZZ
DEMO
HELP
ACMP ON
CANCEL
PIANIST
DANCE
ROCK
MARCH &
WALTZ
LATIN
WORLD
COUNTRY
BALLROOM
CUSTOM
AUTO ACCOMPANIMENT
AUTO FILL
INTRO
ENDING
MAIN B
MAIN D
MAIN A
MAIN C
CONTRAST
MUSIC
TEMPO
DATABASE
BEAT
METRONOME RESET
MIXER
FUNCTION
HARMONYDISK
START/STOP
FADE
/
OUT
IN
TAP SYNCHRO START/STOP
DIRECT ACCESS
PAGE
SONG CONTROL
PLAY/ STOP
SONG
REC
PAUSE REW FF
GUIDE CONTROL
EXIT
SOUND REPEAT
EASY PLAY
NEXT NOTE
* Zie, voor informatie over stijlen, het stijloverzicht op blz. 10 in de Data
List.
* De stijlen van de Clavinova zijn verdeeld in elf groepen, corresponde-
rend met de elf STYLE-knoppen op het paneel.
* De PIANIST-stijlen en Guitar Serenade in de TRAD/WALTZ-stijlgroep
hebben geen drumbegeleiding. Activeer de automatische begeleiding (blz. 58) als u deze stijlen gebruikt.
POP
POP &
BALLADS
ROCK
LATIN
COUNTRY
Stijltypes
• Ritmestijlen: 134
• Pianiststijlen: 36
• Customstijlen: 4
PIANO & HARPSI.
BRASS
1
ORGAN & ACCORDION
E. PIANO
WOODWIND
STRINGS
REGISTRATION/ ONE TOUCH SETTING
234
○○○○○○○○
VOICE
DUAL
GUITAR
REVERB
BASS
PERCUSSION
CHOIR &
XGSYNTH.
SPLIT
EFFECT
PAD
ONE TOUCH
REGIST-
SETTING
RATION
BANK
BANK
Een stijl selecteren
Z Selecteer een stijlgroep..............................................................................
Druk op de passende STYLE-knop om de gewenste stijlgroep te se­lecteren.
POP & ROCK
COUNTRY
POP
BALLADS
LATIN
DANCE
MARCH &
WORLD
Het corresponderende STYLE SELECT-scherm verschijnt.
STYLE
SWING &
JAZZ
WALTZ
R&B
BALLROOM
PIANIST
CUSTOM
MUSIC
DATABASE
HARMONYDISK
OPMERKING
Disk- en customstijlen
Met de [DISK/CUSTOM]-knop kunt u stijlen gebruiken van los verkrijgbare Style File diskettes (blz. 86) of van uw eigengemaakte stijlen (blz. 73) .
OPMERKING
• Als de backupfunctie (blz. 152) op ON
staat, zal de Clavinova de laatst gese­lecteerde stijl in elke groep onthouden, zelfs nadat u het instrument heeft uit­geschakeld.
• Als u het instrument aanzet, wordt ge-
woonlijk de 60’sGtrPop-stijl automa­tisch geselecteerd. Als de backup­functie (blz. 152) echter op ON staat, wordt in plaats daarvan de laatst gese­lecteerde stijl geselecteerd.
• In de Song Playmode (blz. 93) kunnen
geen stijlen worden geselecteerd.
47
CVP-202
49
Page 50
Begeleidingsstijlen selecteren
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
X Selecteer een stijl ...............................................................................................................
Druk op de passende LCD-knop om de gewenste stijl te selecteren.
PAG E
U kunt de stijl ook selecteren d.m.v. de data-dial of de [–]- en [+]-knoppen. Elk STYLE SELECT-scherm bevat meerdere pagina’s. Gebruik de PAGE
[<]- en [>]-knoppen om van pagina te wisselen.
C Keer terug naar het hoofdscherm ....................................................................
Druk op [EXIT] om terug te keren naar het hoofdscherm.
EXIT
OPMERKING
Tempo van de begeleiding
• Telkens als u een stijl selec­teert, wordt het presettempo vanzelf geselecteerd (u kunt het tempo echter, nadat de stijl gestart is, aanpassen).
• Stel het tempo in, zoals be­schreven op blz. 25.
OPMERKING
Volume van de begeleiding
Gebruik de [ACMP/SONG VOLUME]-schuif om het volu­me van de begeleiding in te stellen, zoals beschreven staat op blz. 23.
50
48
CVP-202
Page 51
Spelen met gebruik van stijlen
Gebruik de ST ART/STOP-knoppen om de stijl te bedienen en de AUTO ACCOMP ANIMENT-knoppen om de stijlvariaties te selecteren.
○○○○○○○○○○
INTRO
MAIN A
MAIN B
AUTO FILL
MAIN C
MAIN D
VOLUME
MASTER
ACMP/SONG
VOLUME
VOLUME
MAX
MAX
MIN
MIN
STYLE
POP
SWING &
POP &
BALLADS
JAZZ
DEMO
DANCE
ROCK
MARCH &
WALTZ
LATIN
WORLD
HELP
COUNTRY
AUTO ACCOMPANIMENT
AUTO FILL
ACMP ON
INTRO
MAIN B
MAIN A
MAIN C
ENDING
R&B
PIANIST
BALLROOM
CUSTOM
ENDING
MAIN D
FAD E
IN
/
OUT
MUSIC
TEMPO
DATABASE
METRONOME RESET
HARMONYDISK
START/STOP
FADE
/
OUT
IN
TAP SYNCHRO START/STOP
TAP SYNCHRO START/STOP
CONTRAST
BEAT
MIXER
FUNCTION
DIRECT ACCESS
PAGE
AUTO ACCOMPANIMENT
Stijlvariaties selecteren
Elke stijl heeft vier variaties, corresponderend met de AUTO
ACCOMPANIMENT-knoppen [MAIN A], [MAIN B], [MAIN C] en [MAIN D].
AUTO ACCOMPANIMENT
INTRO
MAIN A
MAIN B
AUTO FILL
MAIN C
Gebruik deze knoppen om stijlvariaties te selecteren.
MAIN D
ENDING
IN
FAD E
/
OUT
START/STOP
EXIT
SONG
PAUSE REW FF
GUIDE CONTROL
EASY PLAY
SONG CONTROL
PLAY/ STOP
NEXT NOTE
VOICE
PIANO &
ORGAN & ACCORDION
E. PIANO
WOODWIND
STRINGS
REGISTRATION/ ONE TOUCH SETTING
234
DUAL
GUITAR
REVERB
BASS
PERCUSSION
CHOIR &
XGSYNTH.
SPLIT
EFFECT
PAD
ONE TOUCH
REGIST-
SETTING
RATION
BANK
BANK
HARPSI.
REC
BRASS
SOUND
REPEAT
1
MAIN A is meestal de basisvorm van de stijl; bij de andere variaties is meer of minder voortgebouwd op hetzelfde basisthema. Doordacht omschakelen tussen deze variaties maakt uw spel een stuk interessanter.
Een variatie selecteren..................................................................................
U kunt een stijlvariatie selecteren voordat u de stijl start. Druk ge­woon op de corresponderende knop.
AUTO ACCOMPANIMENT
INTRO
MAIN A
MAIN B
AUTO FILL
MAIN C
MAIN D
ENDING
IN
FAD E
/
OUT
Het lampje van de knop brandt.
De stijl begint te spelen als u deze start op een van de manieren zoals beschreven in het volgende onderdeel.
Fill-in’s gebruiken...............................................................................................
Als u een andere stijlvariatie kiest terwijl de stijl speelt, zal er, tijdens het omschakelen naar de nieuwe variatie, een fill-inpattern klinken. Elke variatie heeft een ander fill-inpattern.
OPMERKING
Fill-inpatterns
Een “fill-inpattern” is een uitbreiding op het basisritme, gewoonlijk gespeeld aan het einde van een muziekfrase als ver­rassende overgang naar de volgende frase.
49
CVP-202
51
Page 52
Spelen met gebruik van stijlen
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
Druk om, terwijl de stijl speelt, van variatie te veranderen, op de knop van die variatie.
Het lampje van de knop knippert terwijl de Clavinova de fill-in af-
speelt.
Over het algemeen start de fill-in kort nadat u op de knop heeft ge­drukt. Als u een variatie echter na de laatste achtste tel van een maat se­lecteert, begint de fill-in aan het begin van de volgende maat.
Als de fill-in is geëindigd, gaat het lampje van de knop weer con-
tinu branden als de Clavinova het MAIN-pattern speelt.
De auto fill-in mogelijkheid zorgt voor een verrassende overgang als u van de ene variatie naar de andere omschakelt. Als MAIN A b.v. speelt en u drukt op [MAIN B], komt eerst fill-in B, daarna variatie MAIN B.
Meer plezier met fill-ins ................................................................................
Van fill-in veranderen
Het is mogelijk van variatie te veranderen terwijl een fill-in speelt. De
Clavinova schakelt om naar de fill-in van die variatie en vervolgt dan
met het MAIN-pattern.
OPMERKING
Pedaal gebruiken
U kunt ook het linkerpedaal gebruiken om de stijl tijdelijk te stoppen of een bepaalde fill-in te activeren als u de LEFT PEDAL-functie (blz. 138) op BREAK of BREAK FILL instelt.
OPMERKING
U kunt fill-inpatterns ook gebruiken zon­der van variatie te veranderen. Druk dan gewoon op de knop van de variatie die al speelt. De Clavinova zal dan de fill-in spelen voor die variatie en dan terugke­ren naar het MAIN-pattern.
Herhaling zelfde fill-in
Als u de knipperende knop ingedrukt houdt, of erop drukt na de laat-
ste achtste noot van de maat, zal de fill-in herhaald worden.
De fill-in afbreken
Als u de knipperende knop eerder dan de laatste achtste noot van de
maat indrukt, terwijl de fill-in speelt, zal de Clavinova de spelende
fill-in afbreken en verdergaan met het MAIN-pattern.
De begeleidingsstijl starten.
Er zijn verschillende manieren om de begeleidingsstijl te starten, zoals hieronder beschreven:
Standaard start......................................................................................................
Dit is de eenvoudigste manier om een stijl te starten. Kies, indien nodig, een variatie zoals beschreven op blz. 51, druk daarna op de [START/STOP]-knop.
START/STOP
TAP SYNCHRO START/STOP
Het lampje brandt en de stijl start.
OPMERKING
Pedaal gebruiken
U kunt ook het linkerpedaal gebruiken om de stijl te starten en te stoppen door de LEFT PEDAL-functie (blz. 138) in te stellen op START/STOP.
OPMERKING
Beat-indicator
Als een stijl afspeelt dan knippert het meest linkse lampje (rood) op de eerste tel van elke maat en de andere lampjes (groen) knipperen op hun beurt. Het huidige tempo en maatnummer staan links in het scherm.
52
50
CVP-202
Page 53
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
Gesynchroniseerd starten ........................................................................
Op deze manier kunt u de stijl starten wanneer u gewoon een toets of
akkoord op het toetsenbord speelt.
Spelen met gebruik van stijlen
Z Activeer de synchro startfunctie.
Druk indien nodig op de [SYNCHRO]-knop.
START/STOP
TAP SYNCHRO START/STOP
Het lampje brandt en het rode [BEAT]-lampje knippert.
X Begin te spelen.
Als u er klaar voor bent, speel dan een noot op het toetsenbord. De stijl start op het moment dat u de eerste toets aanslaat.
Het [SYNCHRO]-lampje gaat uit, het [START/STOP]-lampje gaat
branden en de stijl start.
Tap start.........................................................................................................................
Met deze functie kunt u het tempo instellen en tegelijk de stijl starten.
Selecteer, indien nodig, een variatie zoals beschreven op blz. 51,
daarna tikt u meermalen op de [TAP]-knop in het gewenste tempo. Tik vier keer voor 2/4 en 4/4 maat stijlen, drie keer voor 3/4 en vijf keer voor 5/4 maat stijlen.
OPMERKING
• Als de [SYNCHRO]-knop wordt inge­drukt terwijl een stijl speelt, dan stopt de stijl en de synchro startfunctie is automatisch weer stand-by.
• Als u het toetsenbord gebruikt in de splitmode (blz. 36), of de automatische begeleiding gebruikt in elke andere mode dan FULL KEYBOARD (blz. 61), reageert de synchro start alleen op het gedeelte voor de linkerhand van het toetsenbord.
OPMERKING
Om de synchro startfunctie uit te zetten voordat u de stijl start, drukt u opnieuw op de [SYNCHRO]-knop.
OPMERKING
Als u niet het vereiste aantal keren op de [TAP]-knop zou tikken (b.v. 3 keer voor een 3/4 maat stijl), dan wordt de tap startfunctie na een paar seconden gean­nuleerd.
START/STOP
TAP SYNCHRO START/STOP
Voor een 4/4 maat stijl… Tik 4 keer.
De [TAP]-knop kan ook gebruikt worden om het tempo te veranderen
terwijl de stijl al speelt (door twee keer te tikken). In dat geval zal er geen tap “click” hoorbaar zijn.
51
CVP-202
53
Page 54
Spelen met gebruik van stijlen
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
Een intro toevoegen.........................................................................................
Met deze functie kunt u uw muziekstuk beginnen met een mooie in-
troductie.
Z Activeer het intro.
Selecteer de variatie die het intro moet spelen, zoals beschreven op blz. 51, druk dan op de [INTRO]-knop. Er zijn drie intropatterns, zoals u in onderstaand schema kunt zien:
Intropatterns
Pattern Gespeeld door: INTRO A INTRO B INTRO C/D
[MAIN A] [MAIN B]
[MAIN C] of [MAIN D]
Het [INTRO]-lampje brandt en het lampje van de geselecteerde
variatie knippert.
AUTO ACCOMPANIMENT
INTRO
MAIN A
MAIN B
AUTO FILL
MAIN C
MAIN D
ENDING
FAD E
IN
/
OUT
X Selecteer het MAIN-pattern.
Selecteer nu het MAIN-pattern dat moet gaan spelen na het intro. (Als u wilt dat dezelfde variatie als die van het intro verder speelt na het intro, dan kunt u deze stap overslaan.)
Het lampje van de reeds eerder geselecteerde knop brandt, en het
lampje van de zojuist geselecteerde knop knippert.
AUTO ACCOMPANIMENT
INTRO
MAIN A
MAIN B
AUTO FILL
MAIN C
MAIN D
ENDING
FAD E
IN
/
OUT
OPMERKING
Het knipperende lampje geeft aan welke variatie na het intro gaat spelen. In de afbeelding hier links zal de Clavinova INTRO A spelen, gevolgd door MAIN A.
OPMERKING
Aangezien het knipperende lampje aan­geeft welke variatie gaat spelen na het intro, geeft de afbeelding links aan dat de Clavinova INTRO C/D zal spelen, ge­volgd door MAIN A.
54
C Start de stijl.
Gebruik een van de drie op de voorgaande bladzijden beschreven manieren om de stijl te starten.
CVP-202
OPMERKING
Druk nogmaals op de [INTRO]-knop als u het intro wilt annuleren voordat u de stijl start.
52
Page 55
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
Fade-in gebruiken.....................................................................................................
Met deze functie kunt u het volume van de stijl langzaam laten aanzwellen. U kunt de fade-infunctie aanzetten op elk moment, voordat u de stijl heeft gestart, en hem gebruiken in combinatie met elke startmethode (inclusief de introfunctie).
Spelen met gebruik van stijlen
Z Druk op de [FADE IN/OUT]-knop.
AUTO ACCOMPANIMENT
INTRO
MAIN A
MAIN B
AUTO FILL
Het lampje brandt en de synchro startfunctie (blz. 53) gaat auto-
matisch aan.
X Start de stijl.
Gebruik een van de drie manieren die beschreven staan op de voor­gaande bladzijden om de stijl te starten.
Het [FADE IN/OUT]-lampje knippert gedurende de fade-in en gaat
uit als hij zijn functie voltooid heeft.
De stijl stoppen
Er zijn ook meerdere manieren om een stijl te stoppen, zoals hieron-
der wordt beschreven:
MAIN C
MAIN D
ENDING
IN
FAD E
/
OUT
OPMERKING
Pedaal gebruiken
U kunt ook het linkerpedaal gebruiken om de fade-in of fade-out te activeren als u de LEFT PEDAL-functie (blz. 138) in­stelt op FADE IN/OUT.
OPMERKING
Druk opnieuw op de [FADE IN/OUT]­knop om de fade-in te annuleren voordat u de stijl start.
Standaard stop ......................................................................................................
Druk op de [START/STOP]-knop om de stijl te stoppen.
START/STOP
TAP SYNCHRO START/STOP
Het lampje gaat uit en de stijl stopt onmiddellijk.
Een ending toevoegen...................................................................................
Druk op de [ENDING]-knop om een ending toe te voegen voordat de
stijl stopt.
AUTO ACCOMPANIMENT
INTRO
MAIN A
MAIN B
AUTO FILL
MAIN C
MAIN D
ENDING
Het ENDING-lampje brandt en de Clavinova stopt de stijl aan het
einde van het ending-pattern.
IN
FAD E
/
OUT
OPMERKING
Pedaal gebruiken
U kunt ook het linkerpedaal gebruiken om de stijl te starten en te stoppen als u de LEFT PEDAL-functie (blz. 138) instelt op START/STOP.
OPMERKING
Als u op of na de tweede tel van de maat op de [ENDING]-knop drukt, dan zal de ending aan het begin van de volgende maat inzetten.
53
CVP-202
55
Page 56
Spelen met gebruik van stijlen
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
Afhankelijk van het MAIN-pattern die op dat moment speelt, zal de Clavinova een van de drie endingpatterns spelen, zoals blijkt uit onder­staand schema:
Endingpatterns
Pattern Gespeeld door: ENDING A ENDING B ENDING C/D
[MAIN A] [MAIN B]
[MAIN C] of [MAIN D]
Druk nogmaals op [ENDING], terwijl de ending al speelt, om een ritardando-effect (geleidelijke tempoverlaging) te verkrijgen.
De fade-out gebruiken ...................................................................................
Door op de [FADE IN/OUT]-knop te drukken kunt u de fade-out activeren. Als de fade-out voltooid is, zal de stijl automatisch stoppen.
IN
FAD E
/
OUT
START/STOP
TAP SYNCHRO START/STOPENDING
OPMERKING
Pedaal gebruiken
U kunt ook het linkerpedaal gebruiken om de endingpattern en de ritardando te activeren als u de LEFT PEDAL-functie (blz. 138) instelt op ENDING/RIT.
OPMERKING
Pedaal gebruiken
U kunt ook het linkerpedaal gebruiken om de fade-in of fade-out te activeren als u de LEFT PEDAL-functie (blz. 138) instelt op FADE IN/OUT.
Het lampje knippert tijdens de fade-out.
U kunt de fade-outfunctie gebruiken in combinatie met elk pattern (inclusief de intro- en endingfuncties).
56
54
CVP-202
Page 57
Spelen met de automatische begeleiding
De Clavinova heeft een zeer ingenieus automatische begelei­dingssysteem dat automatisch ritme-, bas- en akkoordbegelei­ding bij uw spel kan genereren in 134 verschillende stijlen, plus nog eens 36 verschillende stijlen met alleen pianobegeleiding.
○○○
OPMERKING
De automatische begeleidingspartijen gaan standaard niet naar de MIDI [OUT]-poort. Wilt u dit wel, gebruik dan de ACMP&RHY- en HARMONY­functies in de FUNCTION [MIDI 4]-pagina, beschreven op blz. 150.
ACMP ON
VOLUME
MASTER
ACMP/SONG
VOLUME
VOLUME
MAX
MAX
MIN
MIN
STYLE
POP
SWING &
POP &
BALLADS
R&B
JAZZ
DEMO
HELP
ACMP ON
PIANIST
DANCE
ROCK
MARCH &
WALTZ
LATIN
WORLD
BALLROOM
COUNTRY
CUSTOM
AUTO ACCOMPANIMENT
AUTO FILL
INTRO
ENDING
MAIN B
MAIN D
MAIN A
MAIN C
CONTRAST
MUSIC
TEMPO
DATABASE
BEAT
METRONOME RESET
MIXER
FUNCTION
HARMONYDISK
START/STOP
FADE
/
OUT
IN
TAP SYNCHRO START/STOP
DIRECT ACCESS
PAGE
EXIT
De automatische begeleiding gebruiken
U kunt verschillende methoden gebruiken om akkoorden door te ge­ven aan het automatische begeleidingssysteem. Kies de begeleidings­mode die het beste past bij uw manier van spelen.
Single Finger
De Single Finger-methode maakt het u gemakkelijk om begeleiding te verkrijgen in majeur-, majeur septiem-, mineur- en mineur septiemak­koorden door het indrukken van bepaalde toetsen (volgens eenvoudige regels), links van het splitpunt. Het splitpunt wordt aangegeven door het gidslampje bij het toetsenbord. (Zie blz. 60.)
SONG CONTROL
SONG
PAUSE REW FF
GUIDE CONTROL
EASY PLAY
PLAY/
HARPSI.
STOP
REC
BRASS
SOUND REPEAT
NEXT NOTE
1
ACCORDION
E. PIANO
WOODWIND
STRINGS
REGISTRATION/ ONE TOUCH SETTING
234
DUAL
GUITAR
REVERB
BASS
PERCUSSION
CHOIR &
XGSYNTH.
SPLIT
EFFECT
PAD
ONE TOUCH
REGIST-
SETTING
RATION
BANK
BANK
VOICE
PIANO &
ORGAN &
OPMERKING
Gedetailleerde uitleg van elke begelei­dingsmode wordt op bladzijde 60 en 61 gegeven.
Multi Finger
Als u de Multi Finger-mode selecteert, kunt u zowel volgens de Sin­gle Finger-methode als de Fingered 1-methode akkoorden doorgeven voor de begeleiding. (Zie blz. 60.)
Fingered 1
Met de Fingered 1-methode kunt u de begeleiding besturen door vol­ledige akkoorden te spelen, links van het splitpunt. (Zie blz. 60.)
Fingered 2
Deze mode accepteert dezelfde vingerzettingen als de Fingered 1­mode, gespeeld links van het splitpunt, met dien verstande dat de meest links gespeelde noot zal worden gebruikt als basis voor de baspartij (in de Fingered 1-mode wordt de grondtoon van het akkoord altijd gebruikt als basis). Dus u kunt deze mode gebruiken om “on bass” of deelakkoor­den te spelen. (Zie blz. 61.)
Full Keyboard
De Full Keyboard-mode produceert passende automatische begelei­ding bij alles wat u speelt, waar dan ook op het toetsenbord. (Zie blz. 61.)
55
CVP-202
57
Page 58
Spelen met de automatische begeleiding
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
De automatische begeleiding starten
Wellicht wilt u een begeleidingsmode (blz. 59) selecteren voordat u begint te spelen. Als dat gebeurd is, kunt u de automatische begeleiding als volgt starten:
Z Selecteer een stijl .............................................................................................
Selecteer de gewenste stijl. (Zie blz. 49.)
POP & ROCK
COUNTRY
POP
BALLADS
LATIN
DANCE
MARCH &
WORLD
STYLE
SWING &
JAZZ
WALTZ
R&B
BALLROOM
PIANIST
CUSTOM
MUSIC
DATABASE
HARMONYDISK
X Stel het tempo en het begeleidingsvolume in...................
Gebruik de TEMPO-knoppen om het tempo (blz. 25), en de [ACMP/ SONG VOLUME]-schuif om het volume van de begeleiding in te stel-
len (blz. 23).
C Zet de automatische begeleiding aan ........................................
Druk op de [ACMP ON]-knop.
ACMP ON
Het [ACMP ON]-lampje brandt.
Het [SYNCHRO]-lampje brandt ook, om aan te geven dat u de bege­leiding kunt starten met de synchro startfunctie (blz. 53). Ook geeft een gidslampje de huidige positie van het splitpunt aan.
OPMERKING
Pianiststijlen
U kunt de PIANIST-stijlen en Guitar Serenade in de WALTZ-stijlgroep alleen afspelen met gebruik van de automati­sche begeleiding (blz. 49). Aangezien deze stijlen geen drumpartij bevatten, moet u een akkoord ingeven, als u de stijl start, om de begeleiding te horen.
OPMERKING
• De automatische begeleiding zal auto­matisch aanspringen als u een stijl uit de Pianiststijlgroep selecteert.
• De automatische begeleiding kan ook aangezet worden tijdens het afspelen van songs, opgenomen op de CVP-
202.
• Als u de automatische begeleiding aanzet terwijl een song afspeelt, die is opgenomen met de automatische begeleiding, zal dat opgenomen spoor stilvallen in ruil voor de begeleiding die u nu speelt.
58
V Start de automatische begeleiding ...............................................
Begin te spelen met de synchro startfunctie, of start op een van de
andere manieren, beschreven op bladzijde 52 en 55.
Op de volgende bladzijden worden de methoden beschreven hoe u
akkoorden kunt ingeven.
De automatische begeleiding stoppen
Gebruik een van de manieren, beschreven op blz. 55 om de stijl plus
begeleiding te stoppen.
Om de begeleiding uit te zetten, drukt u op de [ACMP ON]-knop
waardoor het lampje uitgaat.
CVP-202
OPMERKING
• U kunt, terwijl u meespeelt met de automatische begeleiding, ook stijl­variaties en fill-ins selecteren, zoals beschreven op blz. 51.
• Druk nogmaals op de [ACMP ON]­knop om de automatische begeleiding uit te zetten voordat u begint te spelen.
56
Page 59
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
De instellingen van de automatische begeleiding veranderen
U kunt de begeleidingsmode (waarmee u de methode om akkoorden in te geven selecteert), het splitpunt en andere automatische begeleidings-in­stellingen veranderen in de ACCOMPANIMENT MODE-schermpagina.
Automatische begeleidingsinstellingen oproepen......
Druk op [DIRECT ACCESS], daarna op [ACMP ON].
Spelen met de automatische begeleiding
DIRECT ACCESS
ACMP ON
Het ACCOMPANIMENT MODE-scherm verschijnt.
Een begeleidingsmode selecteren ..............................
Gebruik de FINGERING - en -knoppen om een begeleidings­mode te selecteren.
OPMERKING
Accompaniment (begeleidings)-mode
• Instellingen: Zie volgende bladzijde.
• Standaardinstelling: MULTI FINGER
De geselecteerde begeleidingsmode is gemarkeerd.
De methode om akkoorden in te geven voor elke begeleidingsmode zal hierna uitvoerig worden beschreven.
57
CVP-202
59
Page 60
Spelen met de automatische begeleiding
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
Begeleidingsmodes
Single Finger
Door één, twee of drie toetsen in te drukken op het linkerdeel van het toetsenbord (links van het splitpunt, incl. de toets bij het lampje), volgens onderstaande regels, kunt u de automatische begeleiding besturen. Speel de melodie (op het rechterdeel) met de begeleiding mee.
Single Finger-akkoorden
De volgende 4 akkoordsoorten kunnen in de Single Finger-mode gespeeld
worden:
C
Cm
C
Cm
7
7
• Majeur
Druk de grondtoon van het akkoord in.
• Mineur [m]
Druk de grondtoon van het akkoord tegelijk met een van de daarvan linksgelegen zwarte toetsen in.
• Septiem [7]
Druk de grondtoon van het akkoord tegelijk met een van de daarvan linksgelegen witte toetsen in.
• Mineur septiem [m7]
Druk de grondtoon van het akkoord tegelijk met een van de witte én een van de zwarte toetsen links daarvan, in (drie toetsen tegelijk).
OPMERKING
• Links in het scherm, onder het tempo, verschijnen de namen van de akkoor­den die u speelt.
• Dezelfde begeleiding speelt gewoon door (zelfs als u het akkoord loslaat), totdat u het volgende akkoord speelt.
OPMERKING
De onderstaande illustratie laat zien welke toets bij welke grondtoon hoort.
C# Eb
(Db)(D#)
CDEFGAB
F# Ab Bb
(Gb)(G#)(A#)
Multi Finger
Met deze methode kunt u de automatische begeleiding zowel besturen met de Single Finger-methode (zoals hierboven beschreven) als met de Fingered 1-methode (hieronder beschreven). In dit geval is het echter belangrijk om, in geval van mineur- of mineurseptiem-akkoorden, de witte en/of zwarte toets(en) te gebruiken, direct links van de grondtoon van het akkoord.
Fingered 1
Speel een akkoord in het linkergedeelte van het toetsenbord (links en inclusief het splitpunt), om de automatische begeleiding te besturen. Speel de melodie (op het rechterdeel) met de begeleiding mee.
OPMERKING
• De automatische begeleiding zal soms niet veranderen wanneer verwante akkoorden elkaar opvolgen (b.v. een mineur-akkoord gevolgd door een mineur septiem-akkoord).
• Als de Clavinova het akkoord dat u speelt niet kan herkennen, zal er een sterretje “ * ” verschijnen in het scherm, in plaats van de akkoordnaam.
• Alleen-drumsbegeleiding kan verkre­gen worden door drie opeenvolgende noten (b.v., C, C#, D) gelijktijdig te spelen. Dit maakt het mogelijk dynami­sche drumsolo’s in te voegen in uw muziek. In het scherm verschijnen dan een serie streepjes (“- - -”).
OPMERKING
Twee-noots-vingerzettingen zullen een akkoord produceren dat gebaseerd is op het voorafgaand gespeelde akkoord.
60
58
CVP-202
Page 61
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
Akkoorden in de Fingered 1-mode
De onderstaande akkoordsoorten kunnen gespeeld worden in de Fingered 1­mode. Zie bladzijde 12 van de Data List voor een overzicht van vingerzettin­gen waarin alle akkoorden in C worden afgebeeld.
Majeur
Sext [6]
Majeur septiem [M7]
Majeur septiem verminderde kwint [M7 (b5)]
• Majeur overmatig undecime [M7 (#11)]
Toegevoegde none [add 9]
Majeur none [M7 (9)]
Sext met toegevoegde none [6 (9)]
Verminderde kwint [(b5)]
Vermeerderd [aug]
Septiem vermeerderde kwint [7 (#5)]
Majeur septiem vermeerderde kwint [M7 (#5)]
Mineur [m]
Mineur sext [m6]
Mineur septiem [m7]
Mineur septiem verminderde kwint [m7 (b5)]
Mineur none [m add 9]
Mineur septiem met toegevoegde none
[m7 (9)]
Mineur undecime [m7 (11)]
Mineur majeur verminderde kwint
[mM7 (b5)]
Mineur majeur septiem [mM7]
Mineur majeur septiem met toegevoegde
none [mM7 (9)]
Mineur verminderde kwint [m (b5)]
Verminderd septiem [dim7]
Septiem [7]
Septiem met toegevoegde kwart [7sus4]
Septiem met toegevoegd none [7 (9)]
Overmatig undecime [7 (#11)]
Tredecime [7 (13)]
Septiem verminderde kwint [7 (b5)]
Verminderde none [7 (b9)]
Verminderde tredecime [7 (b13)]
Kleine none [7 (#9)]
Toegevoegde kwart [sus4]
Spelen met de automatische begeleiding
Fingered 2
Speel akkoorden op het linkergedeelte van het toetsenbord, zoals voor Fingered 1, om de automatische begeleiding te besturen. In deze mode wordt de laagste noot die u speelt evenwel gebruikt als grondtoon, zoals rechts staat afgebeeld.
Akkoorden in de Fingered 2-mode
De Clavinova zal dezelfde akkoordensoorten herkennen als hierboven
vermeld staan voor de Fingered 1-mode.
Full Keyboard
Als de Full Keyboard-mode is geselecteerd, zal de Clavinova automa­tisch de passende begeleiding creëren, terwijl u speelt wat u maar wilt, met beide handen, waar maar ook op het toetsenbord. U hoeft zich niet druk te maken over het bepalen van de begeleidingsakkoorden. De naam van het herkende akkoord zal in het scherm verschijnen.
On-bass-akkoorden
C
C op G
OPMERKING
Alhoewel de Full Keyboard-mode ontworpen is voor vele soorten mu­ziek, kan het voorkomen dat som­mige arrangementen niet geschikt zijn voor deze functie.
Akkoordherkenning gebeurt bij elke achtste tel. Extreem korte akkoorden korter dan een achtste tel wor­den soms niet herkend.
OPMERKING
Onthoud
U kunt de dual- en splitmodes tegelijk met de automatische begeleiding ge­bruiken.
C op E
59
CVP-202
61
Page 62
Spelen met de automatische begeleiding
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
De synchro stopfunctie gebruiken................................................
De SYNCHRO STOP-functie in het ACCOMPANIMENT MODE- scherm stopt automatisch de automatische begeleiding als u geen toetsen links van het splitpunt ingedrukt houdt.
Druk op de SYNCHRO STOP-knop om de functie aan te zetten.
De SYNCHRO STOP-functie is gemarkeerd en het [SYNCHRO]-
lampje brandt.
De automatische begeleiding start automatisch als u speelt op het linkergedeelte van het toetsenbord, en stopt als u loslaat.
Druk nogmaals op SYNCHRO STOP om de functie uit te zetten.
OPMERKING
Deze functie kan alleen aangezet worden als de automatische begeleiding aan staat en de Full Keyboardmode niet geselecteerd is.
OPMERKING
Dit is nuttig voor beginnende spelers die moeite hebben om precies op tijd te spelen. Het is ook gemakkelijk om een begeleidingsonderbreking te creëren tijdens het spel.
Hulp bij akkoorden ...........................................................................................
De CHORD ASSIST-functie in het ACCOMP ANIMENT MODE­scherm gebruikt de gidslampjes bij de toetsen om u de passende vinger­zettingen voor de akkoorden te tonen.
Z Zet de Chord Assistancefunctie aan.
Druk op de CHORD ASSIST-knop.
Het CHORD ASSIST-scherm verschijnt en de begeleidings-
mode verandert automatisch in Fingered 1
OPMERKING
Chord Assistance
De chord assistancefunctie is in wezen een elektronisch “akkoordenboek” dat u laat zien welke vingerzettingen u moet gebruiken voor akkoorden; het is gemak­kelijk wanneer u snel wilt leren hoe u bepaalde akkoorden moet spelen. Geef in het scherm aan welk akkoord u wenst
en de vingerzettingen voor de Fingered 1-
methode worden aangegeven door de gidslampjes bij de toetsen.
OPMERKING
Als de [ACMP ON]-knop uit is, zal hij aangaan.
Als het splitpunt lager dan op F#2 staat ingesteld, zal het automatisch op F#2 ingesteld worden.
Als de chord assistance aanstaat zullen de gidslampjes geen splitpunt aangeven, omdat de lampjes gebruikt worden om de akkoordvingerzettingen aan te geven.
62
60
CVP-202
Page 63
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
X Start de automatische begeleiding.
Druk op [START/STOP] of gebruik de synchro startfunctie (blz. 53) om de automatische begeleiding te starten.
Spelen met de automatische begeleiding
C Geef de grondtoon van het akkoord in.
Gebruik de ROOT-knop om een grondtoon te selecteren.
De ROOT-functie is gemarkeerd en de grondtoon verandert.
Als de ROOT-functie gemarkeerd is, kunt u ook de data-dial of de [–]- en [+]-knoppen gebruiken om een grondtoon te selecteren.
V Geef het akkoordsoort in.
Gebruik de TYPE- en -knoppen om een akkoordsoort te selecteren.
De TYPE-functie is gemarkeerd en het akkoordsoort verandert.
Als de TYPE-functie is gemarkeerd kunt u ook de data-dial of de [–]- en [+]-knoppen gebruiken om een akkoordsoort te selecteren.
OPMERKING
Rootfunctie
Instellingen: Zie rechterkolom blz. 60.
OPMERKING
Als u de ROOT-knop ingedrukt houdt, kan de INVERT-instelling ook verande­ren.
OPMERKING
TYPE-functie
Instellingen: Zie de lijst hier links.
De onderstaande akkoorden kunnen worden ingegeven in de display:
Majeur [Maj] Mineur [m] Septiem [7] Mineur septiem [m7] Mineur sept. vermind. kwint [m7 (b5)] Sext [6] Mineur sext [m6] Majeur septiem [seventh [M7] Toegevoegde kwart [sus4]
Vermeerderd [aug] Mineur verminderde kwint [m (b5)] Septiem met toegevoegde kwart [7sus4] Septiem verminderde kwint [7 (#5)] Vermeerderde septiem [dim7] Verminderde kwint [(b5)] Septiem verminderde kwint [7 (b5)] Mineur majeur septiem [mM7]
B Keer de vingerzetting om als u dit wenst.
Druk op INVERT om de vingerzetting op het toetsenbord te verande- ren. Elke keer dat u de INVERT-knop indrukt, zal de volgende moge­lijke vingerzetting voor het akkoord verschijnen. De INVERT-functie laat het nummer van de omkering zien.
61
CVP-202
63
Page 64
Spelen met de automatische begeleiding
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
N Geef het akkoord in.
De gidslampjes geven de vingerzetting aan voor het geselecteerde akkoord. Op dit punt kunt u het akkoord op het toetsenbord naspelen of de ENTER-knop indrukken om de begeleiding te horen spelen.
M Stop de automatische begeleiding.
Als u klaar bent met de chord assistance, druk dan op [START/ STOP] of [ENDING] om de begeleiding te stoppen.
< Zet de chord assistance uit.
Druk op [EXIT] of [ACMP ON] om de chord assistance uit te zetten.
Het hoofdscherm verschijnt. Als u op [ACMP ON] drukt, dan zal
tegelijkertijd ook de automatische begeleiding uitgaan.
OPMERKING
Elk akkoord herkend in de Fingered 1­mode kan ingegeven worden vanaf het toetsenbord.
De naam van het door u op het toet­senbord gespeelde akkoord verschijnt links in het LCD-scherm, onder het tempo. U kunt dit dan vergelijken met de ROOT- en TYPE-functies van de chord assistancefunctie, om te contro­leren of uw vingerzetting juist is. Wan­neer de grondtoon van het gespeelde akkoord overeenkomt met één van de zwarte toetsen van het toetsenbord, dan kan de grondtoon als mol of als kruis worden weergegeven; Bb bijvoor­beeld kan ook worden weergegeven als A# (zie de rechterkolom op blz. 60 voor details).
Een knipperend gidslampje geeft aan, dat u die noot niet heeft aangeslagen.
Het splitpunt veranderen...........................................................................
U kunt de SPLIT POINT-functie in het ACCOMPANIMENT MODE
-scherm gebruiken om het splitpunt in te stellen op elke gewenste toets­positie. De toetsen links van (en inclusief) het splitpunt, besturen de ak­koorden gespeeld door de automatische begeleiding in elke begelei­dingsmode behalve Full Keyboard.
F 2
Linkerdeel
C3 C4 C5 C6 C7C2C1C0
Rechterdeel
Gebruik de data-dial of de [–]- en [+]-knoppen om het splitpunt te veranderen. Druk tegelijk op de [–]- en [+]-knoppen om de standaardinstelling terug te
zetten.
OPMERKING
SPLIT POINT-functie
Instellingen: Elke toets op het toetsen­bord.
Standaardinstelling: F#2
OPMERKING
Het splitpunt kan niet ingesteld worden als de Full Keyboard-mode is geselec­teerd.
Verandert u het splitpunt hier, dan geldt deze verandering ook automa­tisch voor de splitmode (zie blz. 39).
64
De geselecteerde toetsnaam wordt getoond door de SPLIT POINT-
functie.
Als de automatische begeleiding of de splitmode (blz. 36) aanstaat, zal het toetsenlampje dat overeenkomt met het geselecteerde splitpunt branden.
62
CVP-202
Page 65
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
Het volume van elke part instellen
Spelen met de automatische begeleiding
De Clavinova heeft vijf begeleidingsparts: Rhythm, Bass, Chord, Pad
en Phrase.
RHYTHM
BASS
CHORD
PAD
PHRASE
Deze part vormt de basis van de begeleiding. De Rhythmpart speelt gewoonlijk alleen op een van de drumkits.
De Basspart gebruikt voices die bij de stijl passen, met inbegrip van akoestische bas- en synthesizerbasvoices.
De Chordpart voorziet in ritmische akkoordbegeleiding voor iedere stijl. U zult hierin instrumenten aantreffen zoals gitaar, piano en andere begeleidingsinstrumenten.
De Padpart speelt indien nodig aanhoudende akkoorden met instrumenten zoals strijkers, orgels en zangkoren.
De Phrasepart wordt gebruikt voor versieringen zoals spetteren­de “uithalers” van blazers, gebroken akkoordlopertjes en andere extra’s die een begeleiding interessanter kunnen maken.
De volume-instellingen voor de vijf parts, kunnen individueel worden
ingesteld in de MIXER-schermpagina.
Z Druk op de [MIXER]-knop........................................................................
FUNCTION
MIXER
OPMERKING
• Het algehele begeleidingsvolume kan worden ingesteld met de [ACMP/ SONG VOLUME]-schuif.
• Door de volumebalans tussen de verschillende parts te veranderen, of door het volume van sommige parts op 0 te zetten, kunt u variaties creëren op de standaard stijlbegeleiding.
• Sommige stijlen bevatten niet alle vijf begeleidingsparts.
• U kunt ook de waarde van de reverb, die aan de begeleidingsparts is toege­voegd, instellen (zie blz. 43 voor de­tails).
OPMERKING
Part-volumeverhoudingen
• Het volumeniveau van elke begelei­dingspart is afhankelijk van de [ACMP/ SONG VOLUME]-instelling.
• De [ACMP/SONG VOLUME]-instelling is afhankelijk van de [MASTER VO­LUME]-instelling.
Het lampje brandt en de MIXER-pagina verschijnt.
X Selecteer een part ............................................................................................
Druk op de LCD-knop voor de part waarvan u het volume wilt instellen.
De geselecteerde functie is gemarkeerd.
63
CVP-202
65
Page 66
Spelen met de automatische begeleiding
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
C Stel het volumeniveau in..........................................................................
Gebruik de data-dial of de [–]- en [+]-knoppen om het volumeniveau
in te stellen. U kunt het niveau ook verhogen door de knop, die u heeft gebruikt om de part te selecteren, ingedrukt te houden.
U kunt het volume van de gemarkeerde part op 0 zetten, door de knop zeer kort in te drukken. Om de voorgaande waarde weer terug te roepen, drukt u nogmaals op de knop.
Om het volume van de gemarkeerde parts op hun standaardwaarde van 110 terug te zetten, drukt u tegelijk op de [–]- en [+]-knoppen.
V Herhaal stap Xen C ....................................................................................
Herhaal de voorgaande stappen om het volume van de overige parts in te stellen. (U kunt ook meerdere parts selecteren om hun volume-in­stellingen simultaan in te stellen.)
B Verlaat het MIXER-scherm......................................................................
Druk opnieuw op de [MIXER]-knop, of druk op [EXIT] om de func- tie te verlaten.
FUNCTION
MIXER
EXIT
OPMERKING
Partvolumeniveaus
• Bereik: 0 (min.) — 127 (max.)
• Standaardinstelling: 110
Het lampje gaat uit en het hoofdscherm verschijnt.
66
64
CVP-202
Page 67
Andere functies van de automatische begeleiding
De Clavinova heeft nog veel meer mogelijkheden en functies die het gebruik van de automatische begeleiding nog makkelijker en plezie­riger maken. Met deze functies kunt u heel eenvoudig paneelinstel­lingen selecteren, die bij een bepaalde muziekstijl passen, zodat er een harmonieus geheel ontstaat met uw eigen melodielijn.
MUSIC
MUSIC
DATABASE
DATABASE
HARMONY
HARMONY
VOLUME
VOLUME
MASTER
ACMP/SONG
MASTER
ACMP/SONG
VOLUME
VOLUME
VOLUME
VOLUME
MAX
MAX
MAX
MAX
MIN
MIN
MIN
MIN
STYLE
STYLE
POP
POP
SWING &
SWING & POP &
POP &
BALLADS
BALLADS
R&B
R&B JAZZ
JAZZ
PIANIST
DEMO
DEMO
HELP
HELP
ACMP ON
ACMP ON
PIANIST DANCE
DANCE
ROCK
ROCK
MARCH &
MARCH &
WALTZ
WALTZ LATIN
LATIN
WORLD
WORLD
BALLROOM
BALLROOM
COUNTRY
COUNTRY
CUSTOM
CUSTOM
AUTO ACCOMPANIMENT
AUTO ACCOMPANIMENT
AUTO FILL
AUTO FILL INTRO
INTRO
ENDING
ENDING
MAIN B
MAIN D
MAIN B
MAIN D
MAIN A
MAIN C
MAIN A
MAIN C
CONTRAST
CONTRAST
MUSIC
MUSIC
TEMPO
TEMPO DATABASE
DATABASE
BEAT
BEAT
METRONOME RESET
METRONOME RESET
MIXER
MIXER FUNCTION
FUNCTION
HARMONYDISK
HARMONYDISK
START/STOP
START/STOP
FADE
FADE IN
IN
/
OUT
/
OUT
TAP SYNCHRO START/STOP
TAP SYNCHRO START/STOP
DIRECT ACCESS
DIRECT ACCESS PAGE
PAGE
234
234
1
1
SONG CONTROL
SONG CONTROL
PIANO &
PIANO &
ORGAN &
ORGAN &
PLAY/
PLAY/
ACCORDION
ACCORDION
HARPSI.
HARPSI.
STOP
STOP
SONG
REC
SONG
REC
E. PIANO
E. PIANO
WOODWIND
WOODWIND
STRINGS
STRINGS BRASS
BRASS
PAUSE REW FF
PAUSE REW FF
GUIDE CONTROL
GUIDE CONTROL
REGISTRATION/ ONE TOUCH SETTING
REGISTRATION/ ONE TOUCH SETTING
SOUND
SOUND EXIT
EXIT
REPEAT
REPEAT
EASY PLAY
EASY PLAY
234
234
NEXT NOTE
NEXT NOTE
1
1
REGISTRATION/ ONE TOUCH SETTING
REGISTRATION/ ONE TOUCH SETTING
BANK
BANK
VOICE
VOICE
DUAL
DUAL GUITAR
GUITAR
REVERB
REVERB BASS
BASS
PERCUSSION
PERCUSSION
CHOIR &
CHOIR &
SPLIT
EFFECT
SPLIT
EFFECT
XGSYNTH.
XGSYNTH.
PAD
PAD
ONE TOUCH
REGIST-
ONE TOUCH
REGIST-
SETTING
RATION
SETTING
RATION BANK
BANK
BANK
BANK
ONE TOUCH
REGIST-
ONE TOUCH
REGIST-
SETTING
RATION
SETTING
RATION
BANK
BANK
Muziekdatabase
De ingebouwde muziekdatabase van de Clavinova, biedt u de mogelijk­heid om eenvoudig een stijl, voice en effectinstellingen te selecteren die bij een specifieke muziekstijl passen. Selecteer gewoon een van de 463 keuze­mogelijkheden in de muziekdatabase; de Clavinova doet de rest!
Raadpleeg blz. 11 van de Data List voor een overzicht van alle instellin­gen waaruit de muziekdatabase is opgebouwd.
Z Roep de muziekdatabase op................................................................
Druk op de [MUSIC DATABASE]-knop.
MUSIC
DATABASE
HARMONY
Het lampje brandt, en het MUSIC DATABASE-scherm verschijnt.
Gemarkeer­de setup
Stijlnaam
OPMERKING
• Als u de muziekdatabase oproept, zal de Clavinova automatisch een paneel­instelling oproepen die de huidige stijl gebruikt. (De naam van deze instelling is gemarkeerd in het Music Database­scherm.) Als u deze geselecteerde instelling wilt gebruiken, kunt u een­voudig doorgaan naar stap 4 van de procedure.
• De automatische begeleiding gaat ook vanzelf aan als u de muziekdatabase activeert. Als u de muziekdatabase activeert als u de stijl nog niet heeft gestart, gaat de synchro startfunctie (blz. 53) ook vanzelf aan.
Het MUSIC DATABASE-scherm bevat een lijst met paneelinstellingen die u kunt sorteren op stijl of alfabetisch. De naam van de stijl, die door de gemarkeerde setup wordt gebruikt, staat in de rechterbovenhoek van het scherm.
65
CVP-202
67
Page 68
Andere functies van de automatische begeleiding
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
X Sorteer de lijst, indien nodig................................................................
Druk op de SORT-knop om de gemarkeerde instelling te wisselen
tussen STYLE en A–Z.
Als STYLE gemarkeerd is, wordt het menu-overzicht op stijl gesor-
teerd en een paneelinstelling die de op dat moment geselecteerde stijl gebruikt, is gemarkeerd.
Als A–Z gemarkeerd is, wordt het menu gesorteerd op alfabetische
volgorde.
C Selecteer en roep een paneelinstelling op ...........................
Gebruik de data-dial of de [–]- en [+]-knoppen om de gewenste pa-
neelinstelling in de muziekdatabase lijst te markeren, druk dan op de SET- knop om de gemarkeerde instelling te activeren.
OPMERKING
Druk gewoon op de corresponderende STYLE-knop om de paneelinstellingen van een specifieke stijlgroep op te roe­pen. Het menu wordt automatisch gesor­teerd op stijl en een paneelinstelling die de gangbare geselecteerde stijl gebruikt in de gekozen groep, wordt gemarkeerd.
OPMERKING
De Harmonyfunctie zal niet worden aan­gezet als de Full Keyboardmode geselec­teerd is, zelfs niet als de geselecteerde muziekdatabase-instelling “Harmony On” bevat.
68
De stijl-, voice- en effectinstellingen veranderen automatisch.
Als u eenmaal een paneelinstelling van de muziekdatabase heeft gese­lecteerd, kunt u de stijl-, voice- en effectinstellingen veranderen om deze aan uw eigen voorkeur aan te passen. U kunt ook de registratiefunctie (blz. 89) gebruiken om deze paneelinstellingen in het geheugen van de Clavinova op te slaan.
V Keer terug naar het hoofdscherm..................................................
Druk op [EXIT] om het Music Database-menuscherm te verlaten.
Het voorgaande scherm verschijnt.
B Zet de muziekdatabase af........................................................................
Druk nogmaals op de [MUSIC DATABASE]-knop als u de muziek- database-instelling niet meer nodig heeft.
Het [MUSIC DATABASE]-lampje gaat uit en de paneelinstellingen
die u in gebruik had voordat u de muziekdatabase raadpleegde worden weer teruggezet.
CVP-202
66
Page 69
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
Harmony
Deze mogelijkheid voegt harmony of “versierde” noten toe aan de melodie die u speelt met gebruik van de hoofdvoice op het rechterge­deelte van het toetsenbord. De harmonynoten worden automatisch gepro­duceerd op basis van de akkoorden die gespeeld worden door de automa­tische begeleiding.
Andere functies van de automatische begeleiding
Harmony toevoegen........................................................................................
Omdat de harmonyfunctie onder het spelen aan- en uitgezet kan wor­den, kunt u uw spel heel professioneel laten klinken door harmony toe te voegen aan bepaalde frases, terwijl u speelt.
Z Zet de harmonyfunctie aan.
Druk op de [HARMONY]-knop.
MUSIC
DATABASE
HARMONY
Het lampje brandt.
X Bespeel het toetsenbord.
Bespeel het toetsenbord samen met de automatische begeleiding.
C Zet de harmonyfunctie uit.
Druk nogmaals op de [HARMONY]-knop.
Het lampje gaat uit.
De harmony-instellingen oproepen ...............................................
U kunt het harmonytype, het volume ervan, de harmonyvoice en andere harmony-instellingen veranderen in de HARMONY-schermpagina.
Druk, om de HARMONY-pagina op te roepen, eerst op [DIRECT AC- CESS], en vervolgens op [HARMONY].
DIRECT ACCESS
MUSIC
DATABASE
OPMERKING
• De harmonyfunctie kan niet aangezet worden als Full Keyboard is geselec­teerd als begeleidingsmode (blz. 59).
• De harmonyfunctie kan gebruikt wor­den terwijl u het intro of de ending speelt en bij uitzondering ook terwijl de automatische begeleiding uitstaat, mits een van de volgende harmonytypes (blz. 70) geselecteerd is: Octave, 1+5, Echo, Tremolo of Trill.
OPMERKING
• Bij sommige harmonytypes zal de voice die gebruikt wordt voor de har­mony verschillend zijn van de op dat moment geselecteerde hoofdvoice.
• Als akkoorden gespeeld worden in het rechterdeel van het toetsenbord, zal de harmony worden toegevoegd aan de laatstgespeelde noot.
OPMERKING
Pedaal gebruiken
• Als u de LEFT PEDAL-functie op HARMONY (blz. 138) instelt, zal de harmony alleen hoorbaar zijn als het linkerpedaal ingedrukt is.
• Als u het linkerpedaal gebruikt om de harmony te besturen, zal dat pedaal niet werken als de harmonyfunctie uitstaat (d.w.z., als het [HARMONY]­lampje niet brandt).
HARMONY
Het HARMONY-scherm verschijnt.
67
CVP-202
69
Page 70
Andere functies van de automatische begeleiding
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
Een harmonytype selecteren ................................................................
U kunt het type van de harmony die gespeeld wordt, veranderen door de
TYPE-functie in het HARMONY-scherm te gebruiken.
Gebruik de TYPE ▲- en ▼-knoppen om een harmonytype te selecteren, of
selecteer de TYPE-functie en gebruik de data-dial of de [–]- en [+]-knoppen.
Het geselecteerde harmonytype is gemarkeerd.
Druk op de TYPE - en -knoppen, of tegelijk op de [–]- en [+]-
knoppen om de standaardinstelling voor de momenteel geselecteerde hoofdvoice terug te zetten.
Aangezien de standaardinstelling van de TYPE-functie afhangt van de momenteel geselecteerde hoofdvoice, kan er automatisch een ander harmonytype geselecteerd worden als u de mainvoiceselectie verandert.
OPMERKING
TYPE-functie
• Instellingen: Zie tabel op deze bladzijde.
• Standaardinstelling: Afhankelijk van de hoofdvoice.
Harmonytypes
Type Snelheid Duet
Trio
Block
4 Part
Country
Octave
1+5
Echo
Tremolo
Trill
Strumming
Add Jazz Gtr
Add Brass
Add Strings
In The Forest
OPMERKING
• Sommige harmonytypes (aangegeven met een “❍” in de kolom ‘Snelheid’ van de tabel hier links) hebben een snel­heidsinstelling die ingesteld kan wor­den. Zie het volgende onderwerp voor details.
70
68
CVP-202
Page 71
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
Andere functies van de automatische begeleiding
De snelheid van de harmony veranderen ...............................
U kunt de snelheid van harmonynoten gespeeld door de Echo-,
Tremolo- en Trill-harmonytypes veranderen door de SPEED-functie
in het HARMONY-scherm te gebruiken.
Z Selecteer de SPEED-functie.
Druk op de LCD-knop onder de SPEED-functie.
De SPEED-functie is gemarkeerd.
X Verander de SPEED-instelling.
Gebruik de SPEED-knop, de data-dial, of de [–]- en [+]-knoppen om
de waarde van de SPEED -functie te veranderen.
OPMERKING
SPEED-functie
• Instellingen: 4, 6, 8, 12 (Echo)
8, 12, 16, 32 (Tremolo) 12, 16, 24, 32 (Trill)
• Standaardinstelling: Afhankelijk van de
hoofdvoice.
Het volume van de harmony veranderen.................................
U kunt het volume van de harmonynoten veranderen door de VO-
LUME-functie in het HARMONY-scherm te gebruiken.
Z Selecteer de VOLUME-functie.
Druk op een van de LCD-knoppen onder de VOLUME-functie.
De VOLUME functie is gemarkeerd.
X Verander de VOLUME-instelling.
Gebruik de VOLUME - en -knoppen, de data-dial, of de [–]- en [+]-knoppen om de waarde van de VOLUME-functie te veranderen. Druk op de VOLUME - en -knoppen, of tegelijk op de [–]- en
knoppen om de standaardinstelling van de VOLUME-functie
[+]­terug te zetten.
OPMERKING
VOLUME-functie
• Instellingen: 0 (min.) — 127 (max.)
• Standaardinstelling: Afhankelijk van de
hoofdvoice.
69
CVP-202
71
Page 72
Andere functies van de automatische begeleiding
One Touch Setting (lett. éénknopsinstelling)
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
De handige One Touch Settingfunctie van de Clavinova maakt het u heel gemakkelijk om voices en effecten te selecteren die geschikt zijn voor de stijl die u speelt. Elke stijl heeft vier voorgeprogrammeerde paneelinstellingen die u kunt selecteren door één enkele knop in te druk­ken.
Raadpleeg blz. 11 van de Data List voor een overzicht van de One Touch Settingparameters.
Z Selecteer een stijl .............................................................................................
Selecteer de gewenst stijl op de normale manier (zie blz. 49).
POP & ROCK
COUNTRY
POP
BALLADS
LATIN
DANCE
MARCH &
WORLD
STYLE
SWING &
JAZZ
WALTZ
R&B
BALLROOM
PIANIST
CUSTOM
MUSIC
DATABASE
HARMONYDISK
X Zorg dat de ONE TOUCH SETTING-functie aanstaat.
Druk, indien nodig op de [ONE TOUCH SETTING]-knop.
OPMERKING
De One Touch Settingfunctie kan niet gebruikt worden met stijlen in de [DISK/ CUSTOM]-groep.
REGIST­RATION
ONE TOUCH SETTING
Het [ONE TOUCH SETTING]-knoplampje brandt.
C Selecteer een paneelinstelling...........................................................
Druk op een van de vier genummerde knoppen onder de REGIS­TRATION/ONE TOUCH SETTING.
1
234
REGISTRATION/ ONE TOUCH SETTING
BANK
BANK
REGIST­RATION
De voice- en effectinstellingen veranderen automatisch.
Als u eenmaal een paneelinstelling heeft geselecteerd met de One Touch Settingfunctie, kunt u de voice- en effectinstellingen veranderen om die aan uw eigen wensen aan te passen. U kunt ook de registratie­functie (blz. 89) gebruiken om deze paneelinstelling op te slaan in het geheugen van de Clavinova.
ONE TOUCH SETTING
OPMERKING
• Als u een paneelinstelling selecteert, zal de automatische begeleiding auto­matisch aangaan. Als u een paneel­instelling selecteert voordat u de stijl start, zal de synchro startfunctie (blz.
53) ook automatisch aangaan.
• De harmonyfunctie zal niet aangaan als de Full Keyboardmode is geselec­teerd, zelfs niet als de geselecteerde One Touch Setting-instelling “Harmony On” bevat.
OPMERKING
De voorgeprogrammeerde paneelinstel­lingen van de Clavinova kunnen worden bewaard in een registratiegeheugen waardoor deze gemakkelijk kunnen worden opgeroepen. Registreer met de REGISTRATION-functie de fabrieksin­stellingen (de voorgeprogrammeerde instellingen die aanwezig zijn op het mo­ment dat de Clavinova voor de eerste keer wordt aangezet) op [REGIST A-1] (zie blz. 89). Als u hierna [A-1] selecteert, zullen alle paneelinstellingen terugkeren naar hun fabrieksinstellingen.
72
70
CVP-202
Page 73
Uw eigen stijlen creëren
U kunt met de Clavinova uw eigen custombegeleidingsstijlen creëren, die u ten alle tijde kunt oproepen en gebruiken, net als de fabrieksstijlen. Het geheugen van de Clavinova biedt plaats aan vier customstijlen tegelijk en u kunt zoveel stijlen als u wilt opslaan op diskettes, voor later gebruik.
Een customstijl opnemen
Gebruik de volgende procedure om uw eigen customstijlen op te
nemen.
○○○○○○○○○○○○○○○
ZSelecteer de DISK/CUSTOM-stijlgroep ......................................
Druk op de [DISK/CUSTOM]-knop.
POP & ROCK
COUNTRY
POP
BALLADS
LATIN
DANCE
MARCH &
WORLD
Het lampje brandt en het DISK/CUSTOM STYLE-scherm
verschijnt.
STYLE
SWING &
JAZZ
WALTZ
R&B
BALLROOM
PIANIST
CUSTOM
MUSIC
DATABASE
HARMONYDISK
XSelecteer de CUSTOM STYLE-functie............................................
Druk op de CUSTOM STYLE-knop.
OPMERKING
• Eén tijdelijke stijl (genaamd TEMP.
STYLE) wordt automatisch geladen in het DISK/CUSTOM-stijlgeheugen als het instrument wordt aangezet.
• Als u andere stijldata heeft geladen
(zie blz. 87), kunt u iedere stijl van het DISK/CUSTOM STYLE-menu selecte­ren als basis voor uw nieuwe custom­stijl.
71
CVP-202
73
Page 74
Uw eigen stijlen creëren
De mededeling “Select a source style” verschijnt een paar
seconden en wordt daarna vervangen door pagina 1 van het CUSTOM STYLE-scherm. De stijl die geselecteerd is in het DISK/ CUSTOM STYLE-scherm begint te spelen.
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
C Selecteer een bronstijl ................................................................................
Selecteer een voorgeprogrammeerde stijl die veel lijkt op de stijl die u
wilt creëren. Het selecteren gebeurt op de normale manier (blz. 49).
U kunt ook de reeds in het DISK/CUSTOM STYLE-scherm geselecteerde stijl gebruiken als basis voor uw nieuwe stijl, of hiervoor een andere DISK/ CUSTOM-stijl selecteren, op dezelfde manier als de voorgeprogrammeerde stijl.
V Selecteer de sectie die u wilt opnemen ...................................
Op pagina 1 van het CUSTOM STYLE-scherm, drukt u herhaaldelijk op de SECT.-knop, totdat het gedeelte verschijnt dat u wilt opnemen: MAIN A, MAIN B, MAIN C, MAIN D, INTRO, FILL IN, of ENDING.
OPMERKING
• PIANIST-stijlen kunnen niet gebruikt worden om een customstijl te creëren.
OPMERKING
• In het CUSTOM STYLE-scherm wor­den de variaties en patterns die samen een stijl vormen “secties” genoemd.
• Een customstijl bevat maar één intro-, één fill-in- en één endingsectie.
• De intro-, fill-in- en endingsecties van een customstijl zijn gebaseerd op de corresponderende patterns voor de stijlvariaties (MAIN A, MAIN B, MAIN C, of MAIN D) die geselecteerd waren op het moment dat u de CUSTOM STYLE-knop indrukte (blz. 73).
74
De SECT. functie is gemarkeerd en elke sectie verschijnt op zijn
beurt. De Clavinova speelt de geselecteerde sectie steeds opnieuw.
B Verander de maatsoort en het aantal maten.......................
Als u een stijl wilt creëren met een andere maatsoort dan de geselec-
teerde stijl, of het aantal maten wilt veranderen in de geselecteerde sec­tie, druk dan op de PAGE [>]-knop.
Pagina 2 van het CUSTOM STYLE-scherm verschijnt.
72
CVP-202
Page 75
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
Uw eigen stijlen creëren
De maatsoort (beat) veranderen:
Druk op de BEAT-knop om een andere maatsoort te selecteren.
De vraag: “Clear style?” verschijnt.
Druk op OK om de stijl te wissen, of op CANCEL om te annuleren.
Als de stijl gewist is, kunt u de BEAT-knop, de data-dial, of de [–]- en [+]-knoppen gebruiken om een nieuwe maatsoort te selec­teren.
Het aantal maten veranderen:
Druk op de MEAS.-knop om het aantal maten in de huidige sectie te
veranderen.
OPMERKING
BEAT-functie
• Instellingen 2, 3, 4, 5
• Standaardinstelling: Afhankelijk van de
stijl.
OPMERKING
“Clear style?”
Omdat, als u de maatsoort verandert, de patterns van de geselecteerde stijl niet meer bij de nieuwe maatsoort passen, moet u de stijl volledig wissen en hele­maal opnieuw beginnen met opnemen.
OPMERKING
MEAS.-functie
• Instellingen: 1 — 8
• Standaardinstelling: Afhankelijk van de
stijl.
De vraag: “Clear section?” verschijnt.
Druk op OK om de sectie te wissen, of op CANCEL om te annu-
leren. Als de stijl gewist is, kunt u de MEAS.-knop, de data-dial, of de [–]- en [+]-knoppen gebruiken om het aantal maten te veranderen.
Als u hiermee klaar bent:
Als de BEAT- en/of MEAS.-parameters op de gewenste wijze zijn
ingesteld, druk dan op de PAGE [<]-knop om terug te keren naar pa­gina 1 van het CUSTOM STYLE-scherm.
OPMERKING
“Clear section?”
• Als u het aantal maten verandert, moet
u alle parts van de momenteel gese­lecteerde sectie wissen en helemaal opnieuw beginnen met opnemen.
• De vraag: “Clear section?” verschijnt
niet als u de sectie al heeft gewist, terwijl u de maatsoort veranderde, zoals hierboven wordt beschreven.
OPMERKING
De lengte van de FILL IN-sectie kan alleen op één maat ingesteld worden.
73
CVP-202
75
Page 76
Uw eigen stijlen creëren
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
N Selecteer de part die u wilt opnemen .........................................
Gebruik de PART LCD-knop, de data-dial, of de [–]- en [+]-knoppen
om de part te selecteren die u wilt opnemen.
R1 Rhythm 1 R2 Rhythm 2 Bs Bass C1 Chord 1 C2 Chord 2 Pd Pad P1 Phrase 1 P2 Phrase 2
Opnamepart
Elke part die u selecteert, kan opgenomen worden door de meest rechtse LCD-knop te gebruiken, om REC te selecteren, nadat u de part geselecteerd heeft.
OFF
Part zonder dataAfspeelpart
OPMERKING
Het R1-part is reeds geselecteerd en klaargezet voor opname.
OPMERKING
• Er kan maar één part tegelijk op op­name worden ingesteld.
• Alle andere parts zullen op PLAY gezet worden (het partnummer wordt in een vierkant weergegeven), of op OFF (alleen het partnummer wordt weergegeven).
Het partnummer is gemarkeerd. Als u een andere part dan R1 of
R2 heeft geselecteerd, verschijnt de vraag: “Clear part?
Druk op OK om de part te wissen en door te gaan, of op
CANCEL om te annuleren.
M Selecteer de voice voor de part.........................................................
Op dit punt kunt u ook de voice selecteren waarmee u de part wilt opnemen. Selecteer de voice op dezelfde manier als de hoofdvoice van het toetsenbord (zie blz. 29).
Part Voices die gebruikt kunnen worden R1 Elke drum- of SFX-kit in de PERCUSSION-groep R2 Elke Others Elke behalve een drumkit of SFX-kit
OPMERKING
“Clear part?”
• Als de bronstijl een voorgeprogram­meerde stijl is, of een stijl die is gela­den van een los verkrijgbare Style File­diskette, moeten de parts eerst gewist worden, voordat u ermee kunt opne­men (geldt niet voor part R1 en R2).
• De vraag: “Clear part?” verschijnt niet als de geselecteerde part geen data bevat.
OPMERKING
De voorgeprogrammeerde voice voor de part die opgenomen wordt is reeds gese­lecteerd.
76
74
CVP-202
Page 77
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
Uw Eigen Stijlen Creëren
< Neem de geselecteerde part op .................................................
U kunt nu nieuwe noten in de geselecteerde part opnemen door, in de maat, op het toetsenbord te spelen. Neem non-percussieparts in C-majeur septiem (CM7) op, omdat de customstijl wordt opgenomen als een C-majeur septiempattern.
Als u een totaal nieuwe part van het begin af wilt creëren, moet u op de CLEAR LCD-knop drukken om de geselecteerde part te wissen, voordat u met opnemen begint. Als beide (R1 en R2) parts zijn gewist, zal de metro­noom klinken om de timing aan te geven. (Het metronoomgeluid wordt niet opgenomen en stopt als de customstijl is opgeslagen.)
W anneer u een drumkitvoice in part R1 of R2 opneemt, kunt u één enkel druminstrument van de part wissen door de toets, corresponderend met het instru­ment dat gewist moet worden, in te drukken, terwijl u tegelijkertijd de C1-toets op het toetsenbord ingedrukt houdt. (De C1-toets heeft de functie: “CANCEL”.) Het tikken van de metronoom kan op deze manier ook gewist worden.
Een ander handig hulpmiddel tijdens opnames is de SOLO LCD-knop: als deze knop ingedrukt en gemarkeerd wordt, zal alleen de geselecteerde part klin­ken. Druk nogmaals op de SOLO-knop om de solofunctie uit te zetten en alle parts in de geselecteerde sectie weer te kunnen horen.
OPMERKING
• Het afspelen van de customstijl kan gestart en gestopt worden door op de [START/STOP]-knop te drukken. (Data kunnen niet opgenomen worden als het afspelen is gestopt.)
• Alle noten stoppen automatisch aan het einde van de pattern (d.w.z., op het punt waar de herhaling begint tijdens het opnemen). Het is daarom niet aan te raden om voorbij dit punt op te nemen.
75
CVP-202
77
Page 78
Uw eigen stijlen creëren
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
> Quantizeer de opgenomen part, indien noodzakelijk
U kunt de timing van een opgenomen part “strakker” maken door de PART QUANTIZE-functies, in pagina 2 van het CUSTOM STYLE­scherm, te gebruiken om alle noten aan de specifieke maatsoort aan te passen. Druk op de PAGE [>]-knop om de functie op te roepen, en druk vervolgens op de middelste LCD-knop om de quantizeermaat te selecte­ren:
1/32 noten
3
1/16 triolen 1/16 noten
3
1/8 triolen 1/8 noten
3
kwartnoottriolen kwartnoten
Wanneer de gewenste quantizeergrootte geselecteerd is, drukt u op de START LCD-knop om de huidige part te quantizeren. De part begint te spelen in de nieuwe timing en de START-knop verandert in UNDO, waar­mee u de quantizeerhandeling ongedaan zou kunnen maken en terug kunt keren naar de data van vóór de quantizeerhandeling, als de resultaten niet aan uw verwachtingen voldoen. U kunt de UNDO-functie niet meer ge­bruiken nadat u een andere knop heeft ingedrukt.
?Herhaal dit totdat de customstijl compleet is.....................
Herhaal stap 4 tot en met 9 om andere parts van de huidig geselec­teerde sectie op te nemen.
Herhaal stap 4 tot en met 10 om andere secties op te nemen, totdat alle secties opgenomen zijn.
[ Geef een naam aan de customstijl ................................................
Als uw customstijl compleet is, kunt u met de PAGE-knoppen pagina 3 van het CUSTOM STYLE-scherm selecteren, druk vervolgens op de STYLE NAME LCD-knop om de NAME-pagina op te roepen.
OPMERKING
Er is geen MIXER-scherm beschikbaar tijdens opname van de customstijl.
78
76
CVP-202
Page 79
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
Gebruik de > LCD-knop om de cursor onder het te veranderen teken
te zetten (stijlnamen kunnen maximaal uit 12 tekens bestaan). Gebruik de data-dial en/of de [–]- en [+]-knoppen om het teken dat u wilt ingeven te selecteren in de reeks midden in het scherm, druk vervolgens op de CH.SET LCD-knop om het teken op de cursorpositie te plaatsen. Herhaal deze procedure totdat de registratienaam compleet is. De BACK LCD­knop kan gebruikt worden om één plaats terug te gaan, naar het vorige teken.
Als de naam compleet is, drukt u op OK om de naam van de huidige
customstijl op te slaan, of op CANCEL om te annuleren.
Uw eigen stijlen creëren
Sla de customstijl op....................................................................................
Druk op de STORE LCD-knop in pagina 3 van het CUSTOM STYLE­scherm om de huidige customstijl in het interne geheugen van de Clavi­nova op te slaan.
Er verschijnt een mededeling waarin u om bevestiging gevraagd
wordt voor het opslaan van de stijl.
OPMERKING
Het tempo dat is ingesteld op het mo­ment dat de stijl wordt opgeslagen, wordt het presettempo van die stijl.
Gebruik de MEMORY NO. - en -knoppen, de data-dial, of de
[–]- en [+]-knoppen om het geheugennummer te selecteren (1 - 4) waarin u de customstijl wilt opslaan, druk vervolgens op OK om op te slaan, of op CANCEL om te annuleren.
77
OPMERKING
Als het geselecteerde geheugennummer reeds een stijl bevat, verschijnt de stijl­naam naast het geheugennummer. De bestaande stijl wordt vervangen door de nieuwe stijl.
CVP-202
79
Page 80
Uw eigen stijlen creëren
Vergeet niet uw data op te slaan!
Customstijldata blijven niet in het geheugen als de stroom wordt uitgeschakeld, dus zorg ervoor dat u uw customstijl opslaat voordat u de stroom uitschakelt (zie blz. 82).
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
Verlaat de functie als u klaar bent..................................................
Druk op de [EXIT]-knop om het CUSTOM STYLE-scherm te verla­ten en terug te keren naar het hoofdscherm.
EXIT
Andere customstijlfuncties
In aanvulling op de basisfuncties voor het opnemen van een custom stijl, zoals hierboven beschreven, bevat het CUSTOM STYLE scherm nog meer functies die u handig zult vinden bij het creëren van custom stijlen.
RECALL SECTION-functie.........................................................................
Deze functie maakt het mogelijk om de laatst opgeslagen versie van de momenteel geselecteerde sectie terug te roepen (dit geldt voor alle parts van die sectie). Druk gewoon op de RECALL SECTION LCD-knop in pagina 2 van het CUSTOM STYLE-scherm. Als de Clavinova niet in staat is om de voorgaande versie terug te roepen (b.v., nadat de maatsoort veranderd is) verschijnt de mededeling: “Can’t recall!”. Als dit ge­beurt, druk dan op OK om terug te keren naar het vorige scherm.
STYLE CLEAR-functie ....................................................................................
Druk op de STYLE CLEAR LCD-knop in pagina 3 van het CUSTOM STYLE-scherm om de huidige customstijl volledig te wissen. De vraag: “Are you sure?” verschijnt. Druk op YES om de stijl te wissen, of op NO om de opdracht te annuleren.
80
78
CVP-202
Page 81
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
Volume en effecten.........................................................................................
Pagina 4 van het CUSTOM STYLE-scherm bevat verschillende func­ties waarmee u het volume, reverb, chorustype en -diepte, en pan voor elke part kunt instellen, voor elke customstijlsectie.
Z Selecteer sectie en part.
Gebruik de SECT.-functie om een sectie te selecteren (of selecteer
ALL voor alle secties) en de PART-functie om een part te selecteren
(of selecteer ALL voor alle parts).
Uw eigen stijlen creëren
X Selecteer de parameter die u wilt instellen.
De derde LCD-knop selecteert de parameter die u wilt instellen voor
de huidige sectie en part. Kies uit VOLUME, REVERB, CHORUS of
PAN.
C Selecteer het chorustype.
Als u CHORUS heeft geselecteerd in stap 2, dan staat nu de TYPE-func-
tie boven de vierde LCD-knop. Gebruik deze functie om het chorustype
te selecteren die u wilt gebruiken voor de huidige sectie en part.
Chorustype-overzicht
• CHORUS 1
• CHORUS 2
• CHORUS 3
• CELESTE 1
• CELESTE 2
• CELESTE 3
• FLANGER 1
• FLANGER 2
• OFF
79
CVP-202
81
Page 82
Uw eigen stijlen creëren
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
VStel de waarde of de diepte in van de geselecteerde parameter.
De VALUE (of DEPTH)-functie, boven de meest rechtse LCD-knop, regelt de hoeveelheid of diepte van de in stap 2 geselecteerde parameter . Wanneer VOLUME is geselecteerd, is de SECTION-instelling vast­gesteld op ALL en het VALUE-bereik is van –50 tot +50 (deze waarde is gerelateerd aan het voorgeprogrammeerde volume van de bronstijl). Als de REVERB- of CHORUS-parameter is geselecteerd, kan de DEPTH worden ingesteld van 0 tot 127. Als PAN is geselec­teerd, kan de VALUE-functie worden ingesteld van L10 (uiterst links) via C (midden) tot R10 (uiterst rechts).
B Herhaal indien nodig.
Herhaal de voorgaande stappen om andere parameters in te stellen voor elke part en sectie in de customstijl.
Stijlen op diskette opslaan.....................................................................
Met behulp van pagina 5 van het CUSTOM STYLE-scherm kunt u customstijlen op diskette opslaan. U kunt ze afzonderlijk opslaan, of in een complete set van maximaal vier stijlen.
Nadat u een correct geformatteerde diskette (blz. 111) in de diskdrive van de Clavinova heeft gedaan, gebruikt u de MEMORY NO. - en ▲- knoppen om de customstijl te selecteren, die u op diskette wilt opslaan, of selecteer ALL om een complete set van maximaal vier customstijlen op te slaan. Als dit gebeurd is, drukt u op de SAVE LCD-knop om met het opslaan te beginnen. Op dit moment verschijnt het SAVE-scherm.
OPMERKING
Het reverbtype dat wordt gebruikt voor de customstijl wordt bepaald door de stijl die geselecteerd werd als basis voor het creëren van de customstijl.
Normaalgesproken zijn de VALUE- en chorusTYPE-instellingen van de ge­programmeerde stijl al geselecteerd. Wanneer de PART-functie op ALL staat, worden de geprogrammeerde waarden voor part R1 weergegeven. Als de SECTION-functie op ALL staat, worden de geprogrammeerde waarden voor MAIN A weergegeven.
Het woord OTHERS kan verschijnen als chorustype, als de geprogram­meerde stijl een ander chorustype gebruikt dan die in het overzicht staan. De instelling: “OTHERS” kan niet meer geselecteerd worden nadat u een ander chorustype heeft geselec­teerd.
82
Geef een naam in voor de stijlfile. De procedure hiervoor is dezelfde
als die gebruikt werd om een naam voor een customstijl in te geven (blz.
140). Druk op SAVE als de naam is ingegeven. Als er al een file met dezelfde naam bestaat, verschijnt de mededeling: “Same name!
Overwrite?”. Druk op OK om de bestaande file te vervangen, of op CANCEL om de handeling te annuleren.
80
CVP-202
Page 83
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
Uw eigen stijlen creëren
Customstijlen moeten, voordat ze kunnen worden opgeslagen op een diskette, eerst in het interne geheugen van de Clavinova opgeslagen wor­den. Als een customstijl nog niet is opgeslagen, en u de stijl op een dis­kette probeert op te slaan, verschijnt de mededeling: “Store in me- mory before saving to disk”. Als dit gebeurt, moet u op OK drukken om terug te keren naar pagina 5 van het CUSTOM STYLE­scherm. Sla de customstijl op (zie stap 12 op blz. 79), en probeer het daarna opnieuw.
Stijlfiles wissen...................................................................................................
Stijlfiles kunnen ook weer van een diskette gewist worden d.m.v. de DELETE-functie in pagina 5 van het CUSTOM STYLE-scherm.
OPMERKING
De op diskette bewaarde stijlfiles kunnen geladen worden met de ALL LOAD- en SINGLE LOAD-functies, zoals beschre­ven staat in het gedeelte Stijlfiles laden (blz. 86).
Na het plaatsen van een diskette waar stijlfiles op staan, drukt u op de DELETE LCD-knop. Gebruik de FILE - en -knoppen om de stijlfile te selecteren die u van de diskette wilt verwijderen. De vraag: “Are you sure?” verschijnt. Druk op YES om de stijl te wissen, of op NO om te annuleren.
De customstijlmode verlaten .......................................
Druk op de [EXIT]-knop om de customstijlmode te verlaten en terug te keren naar het hoofdscherm.
81
CVP-202
83
Page 84
Uw eigen stijlen creëren
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
Uw customstijlen afspelen
Uw eenmaal gecreëerde customstijlen kunnen geselecteerd worden
om ze af te spelen, door op de [DISK/CUSTOM]-knop te drukken, ver­volgens gebruikt u de STYLE - en - LCD-knoppen, de data-dial, of de [–]- en [+]-knoppen om de customstijl te selecteren die u wilt afspe­len. De geselecteerde stijl kan worden gebruikt op exact dezelfde manier als de voorgeprogrammeerde stijlen (blz. 51).
Mededelingen in de customstijlmode
De volgende mededelingen kunnen verschijnen tijdens het creëren en
opslaan van een stijl in de customstijlmode.
Geheugen vol tijdens opname ...........................................................
Deze mededeling verschijnt als het geheugen vol raakt tijdens op-
name of bewerking.
OPMERKING
Aangezien er maar één intro-, één fill-in­en één endingpattern opgenomen kan worden voor elke customstijl, zijn er tijdens het afspelen ook geen intro-, fill­in- of endingvariaties beschikbaar.
Druk op OK om terug te keren naar het CUSTOM STYLE-scherm,
vereenvoudig vervolgens de stijl door b.v. een part te wissen, etc.
Onvoldoende geheugen om op te slaan .................................
Deze mededeling verschijnt als er niet genoeg geheugenruimte be-
schikbaar is om het opslaan uit te kunnen voeren.
In dit geval zal het nodig zijn om hetzij een stijl te wissen die u niet nodig heeft, of de stijl die u opneemt te vereenvoudigen. Druk op CANCEL om terug te keren naar het CUSTOM STYLE-scherm en ver­eenvoudig de huidige stijl (door een part te wissen, etc.), of gebruik de DELETE-functie om één of meer stijlen te wissen.
Als u de DELETE-functie selecteert, verschijnt de mededeling: “Se- lect style to delete”.
OPMERKING
De hoeveelheid geheugen die door elke stijl gebruikt wordt, wordt naast de stijl­naam weergegeven (in kilobytes, bij benadering). Aan de hand van dit gege­ven kunt u afleiden hoeveel geheugen (van het totaal van 100 KB) er vrijkomt als de betreffende stijl gewist wordt.
84
82
CVP-202
Page 85
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
Gebruik de MEMORY NO. - en -knoppen om de stijl te selecte-
ren die u wilt wissen, druk vervolgens op OK om de stijl te wissen, of op CANCEL om de handeling te annuleren.
Als de mededeling: “Can’t delete this style!” verschijnt als u een stijl wilt wissen, komt dat doordat u een stijl wilde wissen die de basis vormde van uw customstijl. Als dit gebeurt, druk dan op OK om terug te keren naar het “Select style to delete”-scherm en selec­teer vervolgens een andere stijl om te wissen.
De customstijlmode verlaten zonder op te slaan..........
Als u op de [EXIT]-knop drukt om de customstijlmode te verlaten voordat u de stijl heeft opgeslagen, verschijnt de onderstaande vraag:
Uw eigen stijlen creëren
Selecteer een geheugennummer en druk op YES om de stijl op te slaan en te verlaten, of op NO om te verlaten zonder de stijl op te slaan, of druk op CANCEL om naar de customstijlmode terug te keren.
Van stijl veranderen alvorens op te slaan.............................
Als u een andere bronstijl wilt selecteren voordat u de stijl die u zo­juist bewerkt heeft, heeft opgeslagen, verschijnt de volgende vraag:
Selecteer een geheugennummer en druk op OK om de stijl op te slaan en selecteer een nieuwe bronstijl, of druk op CANCEL om terug te keren naar de customstijlmode.
OPMERKING
Wanneer u een andere bronstijl wilt selecteren zonder de huidige stijl op te slaan, verlaat dan de customstijlmode zonder de stijl op te slaan (zie De customstijlmode verlaten zonder op te slaan hierboven) en keer dan weer terug naar de customstijlmode.
83
CVP-202
85
Page 86
Stijlfiles gebruiken
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
U kunt stijlfiles, die gecreëerd zijn in het Style File Format, laden en afspelen van hetzij los verkrijgbare Yamaha “Style File”-diskettes, of van diskettes die eigengemaakte customstijlfiles bevatten.
DISK
CUSTOM
VOLUME
MASTER
ACMP/SONG
VOLUME
VOLUME
MAX
MAX
MIN
MIN
STYLE
POP
SWING &
POP &
BALLADS
R&B
JAZZ
DEMO
HELP
ACMP ON
PIANIST
DANCE
ROCK
MARCH &
WALTZ
LATIN
WORLD
BALLROOM
COUNTRY
CUSTOM
AUTO ACCOMPANIMENT
AUTO FILL
ENDING
INTRO
MAIN B
MAIN D
MAIN A
MAIN C
CONTRAST
MUSIC
TEMPO
DATABASE
BEAT
METRONOME RESET
MIXER
FUNCTION
HARMONYDISK
START/STOP
FADE
IN
/
OUT
TAP SYNCHRO START/STOP
DIRECT ACCESS
PAGE
EXIT
Over het Yamaha Style File Format
Het Style File Format is een origineel Yamaha format voor automatische begeleiding, dat in de loop van jaren van ontwikkeling en verfijning tot stand gekomen is. Het Style File Format voorziet in een uniek conversie­systeem waarmee u begeleidingen van uitzonderlijk hoge kwaliteit kunt afspelen met een verscheidenheid aan akkoordsoorten. Als aanvulling op de interne stijlen, kunt u met het Style File Format ook andere kwaliteitsstijlen gebruiken van los verkrijgbare Style File-diskettes, alsook stijlen die ge­creëerd en opgeslagen zijn op diskette via de customstijlmode.
Stijlen van een diskette laden
Z Plaats een diskette in de diskdrive ...............................................
Doe een diskette, die stijlfiles bevat, in de diskdrive. Het [DISK IN USE]-lampje zal kort oplichten terwijl de Clavinova de diskette leest en identificeert. Als het een Style File-diskette is, verschijnt automatisch het STYLE FILE LOAD-scherm (zie stap 2 beneden).
Als de diskette er al in zit en het STYLE FILE LOAD-scherm niet is verschenen, moet u op de [DISK/CUSTOM]-knop drukken om het DISK/CUSTOM STYLE-scherm op te roepen, druk vervolgens op de LOAD SINGLE-knop.
SONG CONTROL
SONG
PAUSE REW FF
GUIDE CONTROL
EASY PLAY
PLAY/ STOP
NEXT NOTE
VOICE
PIANO &
ORGAN &
DUAL
ACCORDION
HARPSI.
GUITAR
PERCUSSION
CHOIR &
STRINGS
PAD
REGISTRATION/ ONE TOUCH SETTING
REVERB
BASS
XGSYNTH.
SPLIT
EFFECT
ONE TOUCH
REGIST-
SETTING
RATION
BANK
BANK
REC
E. PIANO
WOODWIND
BRASS
SOUND REPEAT
234
1
OPMERKING
Stijlfiles gemaakt voor eerdere Clavinova modellen dan de CVP-202 kunnen een enigszins afwijkend format hebben. Als u zulke files probeert te laden, kan de stijl wellicht niet helemaal klinken zoals u verwacht. (Omgekeerd kan dit ook het geval zijn bij het gebruik van stijldata van de CVP-202 op oudere Clavinova-model­len.)
OPMERKING
Wanneer een diskette zowel songdata als stijlfiles bevat, verschijnt automatisch het SONG PLAY-scherm. Als dit gebeurt, druk dan op de [SONG]-knop of op de [EXIT]-knop om naar het hoofdscherm terug te keren en druk dan op de [DISK/ CUSTOM]-knop.
86
D
IS
K
IN
U
S
E
Om een set van vier stijl files te laden die zijn opgeslagen vanuit de cus­tomstijlmode met de selectie ALL als geheugennummer (zie blz. 82), drukt u op de ALL LOAD LCD-knop in plaats van de LOAD SINGLE-knop.
CVP-202
84
Page 87
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
Stijlfiles gebruiken
X Selecteer een stijlfile.....................................................................................
Selecteer de gewenste stijl met gebruik van de data-dial, of de [–]- en
[+]-knoppen.
U kunt de geselecteerde stijl al even beluisteren door op de LISTEN LCD-knop te drukken. (De LISTEN-functie is niet beschikbaar in het ALL LOAD-scherm.) Druk nogmaals op de LISTEN LCD-knop om het luisteren te beëindigen, of druk op de [START/STOP]-knop.
C Selecteer een geheugennummer en laad de stijl ..........
Gebruik de MEMORY LCD-knop om het geheugennummer te selec­teren waarheen de geselecteerde stijl moet worden geladen (1 - 4), druk vervolgens op de LOAD LCD-knop om de stijlfile te laden.
Herhaal de stappen 2 en 3 om andere stijlfiles te selecteren en te laden.
OPMERKING
Wordt er een tempo ingesteld alvorens de stijl te laden, dan wordt dát tempo de standaard voor de te laden stijl.
Sommige stijlen zijn te groot voor de LISTEN-functie. In dat geval verschijnt de mededeling: Too much data for LISTEN function! Please load data. Als dit gebeurt, laad de stijl dan recht­streeks in, zoals in stap 4.
De automatische begeleiding wordt automatisch aangezet als de LOAD SINGLE-knop wordt ingedrukt, en als de LISTEN LCD-knop wordt ingedrukt, speelt de stijl automatisch af met de automatische begeleiding in C-majeur. U kunt het akkoord wijzigen of het toet­senbord bespelen, terwijl u de stijl van te voren beluistert.
OPMERKING
Als het geselecteerde geheugennum­mer reeds een stijl bevat, verschijnt de naam van de stijl boven de MEMORY­en LOAD-functies in het scherm. De bestaande stijl wordt vervangen door de nieuwe stijl die geladen wordt. (Eén voorgeprogrammeerde tijdelijke stijl wordt automatisch geladen in het [DISK/CUSTOM]-geheugen als het instrument wordt aangezet.)
Het is niet noodzakelijk een geheugennummer te selecteren als ALL
LOAD is geselecteerd in stap 1. Druk gewoon op OK om te laden of op
OPMERKING
Het ALL LOAD-scherm ziet er zo uit:
CANCEL om te annuleren.
Als er niet genoeg geheugen is om de betreffende stijlfile te laden, verschijnt de vraag: “Not enough memory! Delete an unneeded style?”. In dat geval is het noodzakelijk om een stijl te wissen die u niet nodig heeft, voor­dat u de nieuwe stijl laadt. Gebruik de MEMORY NO. ▼- en ▲-knoppen om het nummer te selecteren van de stijl die u wilt wissen, druk vervolgens op DELETE om de stijl te wissen, of op CANCEL om te annuleren.
85
Als ALL LOAD wordt uitgevoerd, wor­den alle data, in de vier geheugens, vervangen door nieuwe data.
De hoeveelheid geheugen die door elke stijl gebruikt wordt, wordt weerge­geven naast de stijlnaam (in kilobytes, bij benadering). Aan de hand van dit gegeven kunt u afleiden hoeveel ge­heugen (van het totaal van 100 KB) er vrijkomt wanneer een bepaalde stijl gewist wordt.
CVP-202
87
Page 88
Stijlfiles gebruiken
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
V Haal de diskette eruit als u klaar bent .......................................
Als u klaar bent met de Style File-diskette, druk dan op de EJECT­knop van de diskdrive om deze uit te werpen en terug te keren naar het gewone playmodescherm. U kunt ook terugkeren naar de gewone play­mode zonder de diskette uit te werpen door op de [EXIT]-knop te drukken.
Geladen stijlfiles afspelen
Eenmaal geladen, kunnen stijlfiles geselecteerd worden om afgespeeld te worden door op de [DISK/CUSTOM]-knop te drukken, waarna u de linker en rechter LCD-knoppen, de STYLE ▲- en -LCD-knoppen, de data-dial, of de [–]- en [+]-knoppen gebruikt om de stijl te selecteren die u wilt afspelen. De gese­lecteerde stijl kan dan afgespeeld worden op precies dezelfde manier als de voor­geprogrammeerde stijlen (blz. 51).
POP &
ROCK
COUNTRY
POP
BALLADS
LATIN
DANCE
MARCH &
WORLD
STYLE
SWING &
JAZZ
WALTZ
R&B
BALLROOM
PIANIST
CUSTOM
MUSIC
DATABASE
HARMONYDISK
PAS OP Het [DISK IN USE]-lampje brandt als de stijl wordt geladen. Probeer NOOIT een diskette uit te werpen als het [DISK IN USE]-lampje brandt.
OPMERKING
De LISTEN-, LOAD-, [EXIT]- en STYLE­knoppen functioneren niet tijdens het laden van stijldata (d.w.z., als het [DISK IN USE]-lampje brandt).
OPMERKING
Geladen diskettestijlen blijven in het geheugen totdat de stroom wordt uitge­schakeld.
88
86
CVP-202
Page 89
HOOFDSTUK 6: Registraties
Registraties gebruiken
(Opslaan en terugroepen van paneelinstellingen)
Met de registratiefunctie kunt u complete combinaties van pa­neelinstellingen (registraties) opslaan en terugroepen wanneer u maar wilt. U kunt in totaal 20 registraties (5 banken van 4 geheu­genplaatsen elk) opslaan in het geheugen van de Clavinova.
VOLUME
MASTER
ACMP/SONG
VOLUME
VOLUME
MAX
MAX
MIN
MIN
STYLE
POP
SWING &
POP &
BALLADS
R&B
JAZZ
DEMO
HELP
ACMP ON
PIANIST
DANCE
ROCK
MARCH &
WALTZ
LATIN
WORLD
COUNTRY
BALLROOM
CUSTOM
AUTO ACCOMPANIMENT
AUTO FILL
INTRO
ENDING
MAIN B
MAIN D
MAIN A
MAIN C
Een registratie opslaan
Gebruik de volgende procedure om de paneelinstellingen als een re-
gistratie in het geheugen van de Clavinova op te slaan.
CONTRAST
MUSIC
TEMPO
DATABASE
BEAT
METRONOME RESET
MIXER
FUNCTION
HARMONYDISK
START/STOP
FADE
/
OUT
IN
TAP SYNCHRO START/STOP
DIRECT ACCESS
PAGE
SONG CONTROL
PLAY/ STOP
SONG
PAUSE REW FF
GUIDE CONTROL
EXIT
EASY PLAY
NEXT NOTE
VOICE
PIANO &
ORGAN & ACCORDION
E. PIANO
WOODWIND
STRINGS
234
PERCUSSION
CHOIR &
PAD
REGISTRATION/ ONE TOUCH SETTING
DUAL
GUITAR
REVERB
BASS
SPLIT
EFFECT
XGSYNTH.
ONE TOUCH
REGIST-
SETTING
RATION
BANK
BANK
234
1
HARPSI.
REC
BRASS
SOUND
REPEAT
1
○○○○○○○○○○○○○○○○
REGISTRATION/ ONE TOUCH SETTING
BANK
BANK
REGIST­RATION
ONE TOUCH SETTING
Z Stel alles in zoals u dat wenst .............................................................
Raadpleeg blz. 11 van de Data List voor een overzicht van alle instel-
lingen waaruit het geheugen van de registratiefunctie bestaat.
X Selecteer een registratiebank ..............................................................
Gebruik de [BANK +]- en [BANK –]-knoppen om de gewenste bank
te selecteren.
REGISTRATION/ ONE TOUCH SETTING
1
234
BANK
BANK
REGIST­RATION
De geselecteerde bank staat in de linkerbovenhoek van het hoofd-
scherm
Registratiebank
ONE TOUCH SETTING
OPMERKING
Registratiebank
• Bereik: A — E
• Standaardinstelling: A
87
CVP-202
89
Page 90
Registraties gebruiken
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
C Sla de registratie op .......................................................................................
Druk, terwijl u de [REGISTRATION]-knop ingedrukt houdt, op een
van de knoppen [1] tot en met [4] onder REGISTRATION/ONE TOUCH SETTING corresponderend met het registratiegeheugen waar u de regi­stratie wilt opslaan.
1
234
REGISTRATION/ ONE TOUCH SETTING
BANK
BANK
REGIST­RATION
Het nummer van het geselecteerde registratiegeheugen verschijnt naast
de banknaam in de linkerbovenhoek van het hoofdscherm. De paneelin­stellingen, die van tevoren waren opgeslagen in de geselecteerde regi­stratie, worden gewist en vervangen door de nieuwe instellingen.
Registratienummer
ONE TOUCH SETTING
OPMERKING
Registration Memory
• Bereik: 1 — 4 (elke bank)
• Standaardinstelling: Geen
OPMERKING
• Voorgeprogrammeerde instellingen
zijn al opgeslagen in alle registratie­geheugens als u de Clavinova voor het eerst aanzet.
• Als er iets mis gaat, worden de regis-
tratie-instellingen toch behouden, zelfs als de stroom wordt uitgeschakeld (zie blz. 152). U kunt ook afzonderlijke registraties (of complete sets van 20 registraties) op diskette bewaren om ze later weer in het geheugen te kun­nen terugzetten (zie blz. 139).
De geregistreerde paneelinstellingen oproepen
Z Druk op de [REGISTRATION]-knop...............................................
1
234
REGISTRATION/ ONE TOUCH SETTING
BANK
BANK
REGIST­RATION
Het [REGISTRATION]-lampje brandt.
X Selecteer een bank.........................................................................................
Gebruik de [BANK +]- en [BANK –]-knoppen om de bank te
selecteren die de gewenste registratie bevat.
1
234
REGISTRATION/ ONE TOUCH SETTING
BANK
BANK
De geselecteerde bank wordt weergegeven in de linkerboven-
hoek van het hoofdscherm.
REGIST­RATION
ONE TOUCH SETTING
ONE TOUCH SETTING
90
C Selecteer een registratie.
Druk op een van de knoppen [1] tot en met [4] onder REGISTRA-
TION/ONE TOUCH SETTING corresponderend met het registratie­geheugen dat u wilt oproepen.
88
CVP-202
Page 91
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
Registraties gebruiken
1
234
REGISTRATION/ ONE TOUCH SETTING
BANK
BANK
REGIST­RATION
ONE TOUCH SETTING
Het nummer van de opgeroepen registratie verschijnt naast de
banknaam in de linkerbovenhoek van het hoofdscherm.
Een potloodicoon verschijnt rechts van het registratienummer in het scherm zo gauw er ook maar iets verandert met de paneelknoppen of -instel­lingen. Het potloodicoon wordt getoond om u eraan te herinneren dat de hui­dige paneelinstellingen verschillen van de instellingen die opgeslagen zijn in de registratiefunctie.
Bewerkings-
symbool
OPMERKING
• Geregistreerde paneelinstellingen worden nog niet opgeroepen als u een bank selec­teert. De instellingen worden alleen opge­roepen als een van de vier genummerde knoppen ([1] - [4]) wordt ingedrukt.
• Als de LEFT PEDAL-functie is ingesteld op REGISTRATION (zie blz. 138), kan het lin­kerpedaal gebruikt worden om de registra­tiegeheugens in volgorde te selecteren (A1
- E4), waarbij u, iedere keer dat u het pe­daal indrukt, de volgende registratie kunt oproepen. Andere linkerpedaalinstellingen die in de registratiefunctie opgeslagen zijn, kunnen intussen niet worden gebruikt.
OPMERKING
De voorgeprogrammeerde paneelinstellingen van de Clavinova kunnen worden bewaard in een registratiegeheugen waardoor deze gemak­kelijk kunnen worden opgeroepen. Registreer met de REGISTRATION-functie de fabrieksin­stellingen (de voorgeprogrammeerde instellin­gen die aanwezig zijn op het moment dat de Clavinova voor de eerste keer wordt aangezet) op [REGIST A-1] (zie blz. 89). Als u hierna [A-1] selecteert, zullen alle paneelinstellingen terug­keren naar hun fabrieksinstellingen.
Paneelinstellingen beschermen
U kunt de Registration Freezefunctie gebruiken om ervoor te zorgen dat bepaalde paneelinstellingen niet veranderen als een registratie wordt opge­roepen. Dit maakt het mogelijk om verschillende registraties op te roepen tijdens het gebruik van de automatische begeleiding, zonder plotselinge veranderingen van stijl- of volume-instellingen.
Z Open het REGISTRATION [FREEZE]-scherm.....................
Druk op [DIRECT ACCESS], vervolgens op [REGISTRATION].
DIRECT ACCESS
REGISTRATION/ ONE TOUCH SETTING
34
BANK
BANK
REGIST­RATION
ONE TOUCH SETTING
Het REGISTRATION [FREEZE]-scherm verschijnt.
OPMERKING
Raadpleeg blz. 11 in de Data List voor een overzicht van instellingen van elke freezecategorie.
Freeze­categorieën
Categorieën die “bevroren” moeten worden zijn gemarkeerd met een asterisk (*) in de menulijst. Ook de ON-instelling (van de ON/OFF-func­ties boven de middelste LCD-knop) is gemarkeerd.
89
CVP-202
91
Page 92
Registraties gebruiken
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
X Geef categorieën aan voor de Freeze ON-functie..........
Gebruik de - en -knoppen, de data-dial, of de [–]- en [+]-knoppen
om een categorie te selecteren, druk dan op de ON/OFF-knop om de geselecteerde categorie te markeren of juist niet.
Herhaal deze stap om dit, zo nodig ook te doen met andere catego-
rieën.
C Zet de Freezefunctie aan of uit ..........................................................
Druk op de FREEZE LCD-knop om de categorieën die u in stap 2
gemarkeerd heeft, te “bevriezen” of juist niet.
OPMERKING
Freezecategorieën
• Instellingen: ON, OFF
• Standaardinstelling: ON (ACMP SETTING)
OFF (andere) Backup van de laatste instelling: ON
De FREEZE-functie is gemarkeerd als de gemarkeerde catego-
rieën “bevroren” zijn. Als de freezefunctie uitstaat, zijn de instellin­gen (van alle categorieën) niet beschermd.
V Het scherm verlaten .......................................................................................
Druk op [EXIT] om het REGISTRATION [FREEZE]-scherm te ver-
laten en terug te keren naar het hoofdscherm.
OPMERKING
FREEZE
• Instellingen: ON (gemarkeerd), OFF (niet gemarkeerd)
• Standaardinstelling: OFF
• Backup van de laatste instelling: ON
92
90
CVP-202
Page 93
HOOFDSTUK 7: Songparameters
Songs afspelen
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
De Clavinova kan zelfopgenomen songs afspelen met behulp van de song recordfunctie (blz. 1 10), alsook songdata van in de winkel verkrijgbare software op diskette. U kunt tijdens het afspelen van de songs ook meespelen op het toetsenbord. Bovendien, als de songdatasoftware ook songteksten bevat, verschijnen deze op het scherm tijdens het afspelen.
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
• Zie “Omgaan met de diskdrive (FDD) en diskettes” (blz. 9) voor infor­matie over het gebruik van diskettes.
• De Clavinova kan tot 99 songs, opgenomen op één enkele diskette, af­spelen. Songs met een hoger nummer kunnen niet afgespeeld worden.
• Afspeeldata wordt normaalgesproken niet uitgestuurd via MIDI. U kunt de Clavinova echter op output songdata instellen met behulp van de song transmissionfunctie in het FUNCTION [MIDI 4]-scherm (blz. 150).
• Afgezien van de songs die u zelf heeft opgenomen, kan de CVP-202 Yamaha DOC-software, XG-software en Disklavier PianoSoft alsook GM-software, van in de winkel verkrijgbare diskettes, afspelen. Zie “Andere types muziekdata afspelen” op blz. 104.
• Vraag uw Yamaha dealer om informatie over songdata die compatibel zijn met de Lyric (songteksten) displayfunctie van de Clavinova.
VOLUME
MASTER
ACMP/SONG
VOLUME
VOLUME
MAX
MAX
MIN
MIN
STYLE
POP
SWING &
POP &
BALLADS
R&B
JAZZ
DEMO
HELP
ACMP ON
PIANIST
DANCE
ROCK
MARCH &
WALTZ
LATIN
WORLD
BALLROOM
COUNTRY
CUSTOM
AUTO ACCOMPANIMENT
AUTO FILL
ENDING
INTRO
MAIN B
MAIN D
MAIN A
MAIN C
CONTRAST
MUSIC
TEMPO
DATABASE
BEAT
METRONOME RESET
MIXER
FUNCTION
HARMONYDISK
START/STOP
FADE IN
/
OUT
TAP SYNCHRO START/STOP
DIRECT ACCESS
PAGE
SONG CONTROL
PLAY/ STOP
SONG
PAUSE REW FF
GUIDE CONTROL
EXIT
EASY PLAY
NEXT NOTE
VOICE
PIANO &
ORGAN & ACCORDION
E. PIANO
WOODWIND
STRINGS
234
GUITAR
PERCUSSION
CHOIR &
PAD
REGISTRATION/ ONE TOUCH SETTING
BANK
DUAL
REVERB
BASS
XGSYNTH.
SPLIT
EFFECT
ONE TOUCH
REGIST-
SETTING
RATION
BANK
HARPSI.
REC
BRASS
SOUND REPEAT
1
SONG
PAUSE REW FF
Songs afspelen
De LCD-schermen in deze handleiding zijn alleen voor instructiedoeleinden. Songnamen, etc., kunnen verschillend worden weergegeven, afhankelijk van de diskette die u gebruikt.
Z Activeer de song playmode...............................................................
Plaats de meegeleverde “Music Software Collection”-diskette of een diskette met zelfopgenomen songs, voorzichtig in de diskdrive. Duw de diskette, op de juiste manier (zoals hieronder afgebeeld), voorzichtig in de diskdrive, totdat deze op zijn plaats “klikt”. De song playmode wordt automatisch opgeroepen als een songdiskette in de diskdrive wordt gestopt.
D
IS
K
IN
U
S
E
SONG CONTROL
PLAY/ STOP
REC
OPMERKING
De song playmode wordt niet automatisch opgeroepen als u de diskette in de diskdri­ve plaatst als een van de diskettegerela­teerde FUNCTION-schermen (blz. 139) of het CUSTOM STYLE-scherm (blz. 74) te zien is.
Schuifkapje
Label
91
CVP-202
93
Page 94
Songs afspelen
Het DISK IN USE-lampje brandt terwijl de Clavinova de diskette
leest en identificeert. Als de diskette eenmaal geïdentificeerd is, zal het SONG PLAY [MAIN]-scherm (schermpagina 1) verschijnen en het [SONG]-lampje gaan branden.
Als er al een diskette inzit, maar de song playmode nog niet actief is,
druk dan op de [SONG]-knop.
Het [SONG]-lampje brandt. Druk op de PAGE [<]- en [>]-knop-
pen om de eerste pagina te selecteren, indien het SONG PLAY [MAIN]-scherm nog niet zichtbaar is.
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
X Selecteer een songnummer ..................................................................
Selecteer het gewenste songnummer dat u af wilt spelen met behulp
van de SONG-knop, data-dial of de [–]- en [+]-knoppen.
Het geselecteerde songnummer, de naam, het huidige tempo en het
file-icoon dat het filetype aangeeft, worden in het scherm weergegeven.
Selecteer “ALL” als u alle songs op de diskette achter elkaar wilt af­spelen. Selecteer “RANDOM” als u alle songs op de diskette in wille­keurige volgorde wilt afspelen. Bij zowel “ALL” als “RANDOM” wor­den de songs herhaald totdat het afspelen wordt gestopt.
Huidige voice v. h. toetsenbord
Tempo Geselecteerde
songnr./-naam
File-
icoon
OPMERKING
Songnummers 1 tot en met 99 staan in het scherm, inclusief songnummers die geen data bevatten. Er staan echter geen namen in het scherm van songnummers die geen data bevatten.
94
File-iconen
Er zijn vier iconen (hieronder afgebeeld) die het filetype aangeven.
Iconen Filetype
XG/SMF-format file DOC/ESEQ-format file Yamaha Disklavier PianoSoft of XG/ESEQ file Songdata opgenomen met de CVP-202
CVP-202
OPMERKING
• Raadpleeg het gedeelte “MIDI- en datacompatibiliteit” (blz. 172) voor informatie over fileformats.
• In sommige gevallen worden iconen niet getoond voor GM-songfiles, of songdatafiles opgenomen met ande­re apparaten/instrumenten dan de CVP-202.
92
Page 95
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
Songs afspelen
Gebruik de PAGE [<]- en [>]-knoppen om het SONG PLAY [LIST]-
scherm (schermpagina 3) op te roepen, om de complete lijst met song­namen van de diskette op het scherm te zien. De gewenste song kan ge­makkelijk geselecteerd worden met behulp van de data-dial of de [–]- en [+]-knoppen. In het scherm staan maximaal acht songtitels. Als er meer songs op de diskette staan, zullen de volgende acht titels op het scherm verschijnen als u voorbij de laatste titel in het scherm gaat.
C Het afspelen starten en stoppen .................................
Start het afspelen van de geselecteerde song door de [PLAY/STOP]-
knop in te drukken.
SONG CONTROL
PLAY/
SONG REC
Het afspelen van de geselecteerde song begint. Behalve wanneer
ALL of RANDOM is geselecteerd, zal de geselecteerde song af­spelen tot het einde, waarna automatisch gestopt wordt. Het maat­nummer en het tempo zijn tijdens het afspelen voortdurend zicht­baar in het scherm.
U kunt het afspelen van de geselecteerde song ook starten door de
[START/STOP]-knop in te drukken.
Druk op de [PLA Y/ST OP]-knop op het paneel om het afspelen te stoppen.
Het afspelen van de song stopt.
U kunt het afspelen ook stoppen door op [START/STOP] te drukken. Om de song playmode te verlaten drukt u op [SONG] of [EXIT]. Het
lampje gaat uit en het vorige scherm verschijnt.
STOP
OPMERKING
Als er niets verschijnt op de plaats van de songnaam…
Dit geeft aan dat er geen songdata zijn voor dit songnummer.
OPMERKING
Bepaalde songs herhaaldelijk afspelen
Als u eerst ALL in het SONG PLAY [MAIN]­scherm selecteert en vervolgens een song in het SONG PLAY [LIST]-scherm (schermpa­gina 3) selecteert, worden alle songs her­haaldelijk afgespeeld, beginnend bij de ge­selecteerde song.
OPMERKING
Eén song herhaaldelijk afspelen
Als u een song selecteert in het SONG PLAY [MAIN]-scherm of in het SONG PLAY [LIST]-scherm (schermpagina 3), en dan 1 SONG in het SONG PLAY [REPEAT]-scherm (schermpagina 4), selecteert, wordt alleen de geselecteerde song herhaaldelijk afgespeeld totdat hij wordt gestopt.
OPMERKING
Voiceselectie gedurende het afspelen
De voice die u speelt op het toetsenbord kan worden gewijzigd tijdens het afspe­len, door op de normale manier een voice te selecteren (blz. 29). De voices die worden afgespeeld door de 1/RIGHT­en 2/LEFT-parts, kunnen veranderd wor­den in het SONG PLAY [L&R VOICE] ­scherm (blz. 98).
OPMERKING
Houd er rekening mee dat de song niet onmiddellijk begint nadat u op [PLAY/ STOP] heeft gedrukt.
OPMERKING
De gidslampjes uitzetten
De gidslampjes bij de toetsen correspon­derend met de noten die door de 1/ RIGHT- en 2/LEFT-parts worden afge­speeld, branden in realtime. Deze gids­lampjes kunnen uitgezet worden in het SONG PLAY [GUIDE MODE]-scherm (schermpagina 5). (Zie blz. 109.)
OPMERKING
Het Lyric-scherm uitzetten
De songteksten worden op het scherm getoond tijdens het afspelen van soft­ware die tekstdata bevat. Als u niet wilt dat de tekst zichtbaar is, kunt u deze functie uitzetten in pagina 5 van het SONG PLAY [GUIDE MODE]-scherm.
OPMERKING
Pedaal gebruiken om het afspelen te starten/stoppen
Als u de LEFT PEDAL-functie op START/ STOP instelt in het FUNCTION [PEDAL]­scherm (pagina 3) ,dan heeft het linkerpe­daal dezelfde functie als de [START/STOP]­knop. (Zie blz. 138.)
93
CVP-202
95
Page 96
Songs afspelen
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
Het tempo instellen
Het afspeeltempo van de song kan naar wens gewijzigd worden. (Zie
blz. 25.) Het geprogrammeerde tempo voor de geselecteerde song kan op ieder moment teruggezet worden door de TEMPO [–]- en [+]-knoppen tegelijk in te drukken.
Gewoonlijk wordt het tempo met cijfers aangegeven. In het geval van free-temposoftware, verschijnt “- - -” in het scherm in plaats van het tempo en zullen de maatnummers in het scherm niet met de werkelijke maten overeenkomen; het geeft dan alleen aan hoeveel van de song al is afgespeeld. De toename of afname van het tempo, gebaseerd op het stan­daardtempo, wordt aangegeven door een percentageteken in het scherm, zodra het tempo wordt veranderd (van -99 tot +99 maximaal; het bereik verschilt afhankelijk van de software).
TEMPO
METRONOME RESET
OPMERKING
Het kan zijn dat het BEAT-lampje (blz.
52) niet knippert tijdens het afspelen van free-temposoftware.
OPMERKING
Bij sommige songs komen de maat­nummers in het LCD-scherm niet overeen met de maatnummers die in het muziekboek staan aangegeven.
VV
V De diskette verwijderen .............................................................................
VV
Als u klaar bent met de momenteel geladen diskette, hoeft u slechts op de EJECT-knop te drukken om deze te verwijderen.
Het LCD-scherm keert terug naar het hoofdscherm.
DISK IN USE
PAS OP
Haal de diskette er NOOIT uit zolang het DISK IN USE-lampje brandt of tijdens het afspelen van een song.
OPMERKING
Volume instellen voor elke part
Het volume van elke part kan ingesteld worden in het MIXER-scherm.
OPMERKING
De volumeverhoudingen v.d. song t.o.v. de toetsenbordvoices instellen
Stel het volume in met de [ACMP/SONG VOLUME]-schuif (blz. 23).
OPMERKING
Tijdens het afspelen van songs opgeno­men op de CVP202, kan de automati­sche begeleiding aangezet worden door op de [ACMP ON]-knop te drukken.
96
94
CVP-202
Page 97
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
Een part annuleren
Songs afspelen
De knoppen 1/RIGHT (rechterhand), 2/LEFT (linkerhand) en
ORCH (begeleiding) in het SONG PLAY [MAIN]-scherm, kunnen ge-
bruikt worden om het afspelen van de corresponderende parts aan of uit te zetten. De knoppen zijn gemarkeerd als de parts aan staan. U kunt bijvoorbeeld de parts voor de rechter- en/of linkerhand uitzetten, zodat u deze kunt oefenen op het toetsenbord.
s
In dit voorbeeld is 1/RIGHT uitgezet.
De track toewijzing voor elke knop kan veranderd worden in scherm-
pagina 6 van het SONG PLAY [L&R VOICE]-scherm (blz. 98).
Individuele begeleidingsparts aan- of uitzetten
Normaalgesproken, zet het drukken op de ORCH (begeleiding)-LCD knop alle orkestparts (tracks 3 - 16) — ofwel alle parts behalve 1/RIGHT en 2/LEFT — in één keer aan of uit. U kunt deze parts echter ook indi­vidueel aan of uitzetten in het SONG PLAY [TRACK PLAY]-scherm (LCD pagina 2).
OPMERKING
Parts kunnen tijdens het afspelen aan­en uitgezet worden.
Parts die geen data bevatten, kunnen niet aangezet worden. Dit is het geval als er in de toegewezen track werkelijk geen data aanwezig zijn (blz. 98), of als deze track is toegewezen aan de 2/ LEFT-part en deze op TRK -- (OFF) staat.
OPMERKING
Bij gebruik van Yamaha Disklavier Piano­Soft-files, DOC-files en XG/ESEQ-files, zal de partindicatie niet verschijnen voor parts zonder data.
Z Selecteer de SONG PLAY [TRACK PLAY]-pagina.
Gebruik de PAGE [<]- en [>]-knoppen om het SONG PLAY [TRACK PLAY]-scherm (LCD pagina 2) te selecteren.
Tracks die data bevatten worden aangegeven boven de TRACK
<- en >-knoppen. Tracks die klaar staan om afgespeeld te wor-
den zijn aangegeven met hun tracknummer omgeven door een vierkant. Tracks die geen data bevatten staan niet afgebeeld.
OPMERKING
Alle tracknummers verschijnen, of de tracks nu data bevatten of niet, als er een Standard MIDI-filesong is geselecteerd (behalve songs die zijn opgenomen op de CVP-202).
95
CVP-202
97
Page 98
Songs afspelen
X Selecteer de gewenste track om af te spelen (PLAY/OFF, SOLO).
Selecteer de track door middel van de TRACK <- en >-knoppen, de data-dial, of de [–]- en [+]-knoppen.
De geselecteerde track is onderstreept.
Zet de geselecteerde track aan of uit, door op de meest rechtse LCD­knop te drukken, om PLAY (afspelen) of OFF te selecteren. Wanneer een track uitstaat, verdwijnt het vierkant dat het tracknum­mer omgeeft. De voice die gebruikt wordt door de momenteel gese­lecteerde track staat aangegeven boven PLAY/OFF.
Selecteer een track, druk daarna op de SOLO LCD-knop, zodat SOLO gemarkeerd is, om alleen de geselecteerde track te horen. Druk opnieuw op de SOLO LCD-knop om de SOLO-functie te annuleren.
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
Tracktoewijzing aan 1/RIGHT en 2/LEFT, en voicetoewijzing
Tracktoewijzing aan
1/RIGHT1/RIGHT
1/RIGHT en
1/RIGHT1/RIGHT
2/LEFT2/LEFT
2/LEFT................................
2/LEFT2/LEFT
Specifieke tracks kunnen worden toegewezen aan de 1/RIGHT- en 2/LEFT- functies in het SONG PLA Y [MAIN]-scherm, om het afspelen van de daaraan toegewezen tracks gemakkelijk aan en uit te kunnen zetten. TRK - - (OFF) kan worden toegewezen aan 2/LEFT. Het is niet mogelijk om een track aan beide parts toe te wijzen.
Roep het SONG PLA Y [L&R VOICE]-scherm (LCD-pagina 6) op met de P AGE [<]- en [>]-knoppen.
Druk op de 1/RIGHT-knop of op de 2/LEFT-knop om de corresponde-
rende functie te markeren in het scherm, gebruik vervolgens de data-dial of de [–]- en [+]-knoppen om de gewenste track toe te wijzen.
U kunt de track ook selecteren door op de 1/RIGHT- of 2/LEFT-knop te drukken.
OPMERKING
1/RIGHT
Instellingen: 1 16
Standaardinstelling: Hangt af van het
filetype.
2/LEFT
Instellingen: 1 16, -- (off)
Standaardinstelling: Hangt af van het
filetype.
OPMERKING
De tracktoewijzingen van DOC-files en Yamaha Disklavier PianoSoft-files staan vast en kunnen daarom niet gewijzigd worden.
OPMERKING
Tracks kunnen alleen worden toegewe­zen als het afspelen gestopt is en de song op zijn beginpunt staat.
98
96
CVP-202
Page 99
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
Songs afspelen
Voices Selecteren voor 1/RIGHT- en 2/LEFT-parts
De afspeelvoices voor de 1/RIGHT- en 2/LEFT-parts kunnen gese-
lecteerd worden in het SONG PLAY [L&R VOICE]-scherm.
Druk op L&R VOICE - of - om de corresponderende functies in
het scherm te markeren, selecteer vervolgens de afspeelvoice voor de 1/ RIGHT- en 2/LEFT-parts met de data-dial of de [–]- en [+]-knoppen.
U kunt een voice ook selecteren d.m.v. L&R VOICE of .
Volumeschuif algeheel songvolume
OPMERKING
De afspeelvoice kan alleen veranderd worden als het afspelen is gestopt en de song op zijn beginpunt staat.
Met de [ACMP/SONG VOLUME]-schuif kunt u het algehele vo-
lume van de song instellen.
Als u in de song playmode komt, staat het volumeniveau automatisch op het niveau dat het laatst was ingesteld in de song playmode, ongeacht de positie van het schuifje. Als u het schuifje verandert, komt het volume op het corresponderende niveau te staan.
VOLUME
MASTER VOLUME
MAX
MIN
ACMP/SONG
VOLUME
MAX
MIN
OPMERKING
Als de automatische begeleiding aan­staat tijdens het afspelen van een song die is opgenomen op de CVP-202, beïn- vloedt de [ACMP/SONG VOLUME]-rege­laar het niveau van de automatische be­geleiding in plaats van de song.
97
CVP-202
99
Page 100
Songs afspelen
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
Trackinstellingen aanpassen
Om afspeelv ol u me-, v oice- en paninstellingen, alsook de rev erb-, chorus- en
eff ectdiepte voor afzonderlijke tracks in te s te llen, drukt u op de [MIXER]-knop, terwijl u in de song play mode bent, om het MIXER-sch erm op te roepen.
FUNCTION
MIXER
U kunt het MIXER-scherm gebruiken om onderstaande parameters in te stellen. Zie de aangegeven bladzijden van de Data List voor beschrij­vingen van elke parameter.
Beschikbare parameters in het MIXER-scherm
Als track 1 — 16 is geselecteerd:
• VOLUME (Zie blz. 32.)
• VOICE (Zie blz. 29.)
• PAN (Zie blz. 32.)
• REVERB DEPTH (Zie blz. 43.)
• CHORUS DEPTH (Zie blz. 45.)
• EFFECT DEPTH (Zie blz. 48.)
Als TOTAL is geselecteerd:
• TEMPO (Zie blz. 25.)
• Overall REVERB DEPTH (Zie blz. 42.)
• REVERB TYPE ( Zie blz. 42.)
• CHORUS TYPE (Zie blz. 44.)
• EFFECT TYPE (Zie blz. 47.)
OPMERKING
Het programmawijzigingsnummer (PRG#), de bank-LSB (BKL)- en bank­MSB (BKM)-parameters, die gebruikt worden om voices te selecteren via MIDI, worden getoond als VOICE is geselec­teerd.
OPMERKING
Afhankelijk van het filetype, kunnen sommige parameters niet aangepast worden.
100
Instellingen veranderen in het MIXER-scherm
Z Selecteer de track die veranderd moet worden ..............
Druk op TRACK < of > om de gewenste track te selecteren. Het selecteren van TOTAL zal de instellingen van de gehele song veranderen in plaats van de instellingen van afzonderlijke tracks. Druk op de meest rechtse LCD-knop om PLAY (afspelen), OFF of SOLO te selecteren voor de geselecteerde track. Selecteer SOLO als u alleen de geselecteerde track wilt afspelen.
98
CVP-202
Loading...