De auteursrechtelijke bescherming waarop aanspraak wordt gemaakt, geldt voor alle materialen en vormen van
informatie die momenteel wettelijk zijn erkend als vallend onder het auteursrecht of die in het navolgende als zodanig
worden aangemerkt, inclusief, maar niet beperkt tot materiaal dat wordt gegenereerd door softwareprogramma's die
op het scherm worden weergegeven, zoals stijlen, sjablonen, pictogrammen, schermweergaven, enzovoort.
®
Xerox
, CentreWare®, WorkCentre®, PrintingScout® en Walk-Up® zijn handelsmerken van Xerox Corporation in de
Verenigde Staten en/of andere landen.
Reader®, Adobe Type Manager®, ATM™, Flash®, Macromedia®, Photoshop® en PostScript® zijn
Adobe
handelsmerken van Adobe Systems Incorporated in de Verenigde Staten en/of andere landen.
®
Apple
, AppleTalk®, Bonjour®, EtherTalk®, Macintosh®, Mac OS® en TrueType® zijn handelsmerken van
Apple Computer, Inc. in de Verenigde Staten en/of andere landen.
®
HP-GL
, HP-UX® en PCL® zijn handelsmerken van Hewlett-Packard Corporation in de Verenigde Staten en/of
andere landen.
®
IBM
en AIX® zijn handelsmerken van International Business Machines Corporation in de Verenigde Staten en/of
andere landen.
Microsoft
®
, Windows Vista®, Windows® en Windows Server® zijn handelsmerken van Microsoft Corporation in de
In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen behandeld:
•Veiligheid bij het gebruik van elektriciteit op pagina 12
•Veiligheid bij het onderhoud op pagina 14
•Veiligheid bij de bediening op pagina 15
•Symbolen die zich op de printer bevinden op pagina 17
De printer en de aanbevolen verbruiksartikelen zijn getest en voldoen aan strikte veiligheidsnormen. Als
u de volgende informatie in acht neemt, bent u verzekerd van een ononderbroken veilige werking van
uw printer.
11
Veiligheid
Veiligheid bij het gebruik van elektriciteit
•Gebruik het netsnoer dat bij de printer wordt geleverd.
•Sluit het netsnoer van de printer rechtstreeks aan op een stopcontact dat op de juiste wijze is
geaard. Zorg dat beide uiteinden van het snoer goed zijn aangesloten. Vraag een elektricien om
het stopcontact na te kijken als u niet weet of dit is geaard.
•Sluit de printer niet via een adapter aan op een stopcontact dat niet is geaard.
•Gebruik geen verlengsnoer of verdeeldoos.
•Controleer of de printer is aangesloten op een stopcontact met de juiste spanningsvoeding. Bekijk
de elektrische specificaties van de printer eventueel samen met een elektricien.
Waarschuwing: Voorkom de kans op elektrische schokken door ervoor te zorgen dat de printer
goed is geaard. Apparaten die gebruikmaken van elektriciteit kunnen gevaarlijk zijn bij
onjuist gebruik.
•Plaats de printer niet op een plek waar mensen op het netsnoer kunnen gaan staan.
•Plaats geen voorwerpen op het netsnoer.
•Blokkeer de ventilatieopeningen niet. Deze openingen zijn aangebracht om oververhitting van de
printer te voorkomen.
•Laat geen paperclips of nietjes in de printer vallen.
•Duw geen voorwerpen in sleuven en openingen van de printer. Aanraking van een voltagepunt of
kortsluiting van een onderdeel kan brand of elektrische schokken tot gevolg hebben.
Als u ongewone geluiden of geuren bespeurt, gaat u als volgt te werk:
1. Zet de printer onmiddellijk uit.
2. Trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact.
3. Bel een erkende Service-medewerker om het probleem op te lossen.
WorkCentre 7425/7428/7435
12
Gebruikershandleiding
Veiligheid bij het gebruik van elektriciteit
Het netsnoer is op een aansluitpunt achter op de printer aangesloten. Als het nodig is om de
stroomvoorziening naar de printer op te heffen, haalt u de stekker uit het stopcontact.
Waarschuwing: Verwijder geen kleppen of beschermplaten die met schroeven zijn bevestigd, tenzij
u optionele apparatuur installeert en specifieke instructies hebt ontvangen om dit te doen. Als u
dergelijke installaties uitvoert, moet u de printer UITSCHAKELEN. Haal het netsnoer uit het
stopcontact als u kleppen of beschermplaten verwijdert om optionele apparatuur te installeren.
Buiten de door de gebruiker te installeren opties, bevinden zich achter deze kleppen geen
onderdelen die u kunt reinigen of die onderhoud nodig hebben.
De volgende situaties vormen een gevaar voor uw veiligheid:
•Het netsnoer is beschadigd of gerafeld.
•Er is vloeistof in de printer terechtgekomen.
•De printer is blootgesteld aan water.
Als een van deze situaties zich voordoet, gaat u als volgt te werk:
1. Zet de printer onmiddellijk uit.
2. Trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact.
3. Bel een erkende service-medewerker.
Let op: Gebruik uitsluitend een telefoonkabel met een doorsnede van 26 AWG (American Wire
Gauge) of groter.
WorkCentre 7425/7428/7435
Gebruikershandleiding
13
Veiligheid
Veiligheid bij het onderhoud
•Probeer geen onderhoudsprocedures uit te voeren die niet specifiek zijn beschreven in de
documentatie die bij uw printer is geleverd.
•Gebruik geen schoonmaakmiddelen in spuitbussen. Het gebruik van verbruiksartikelen die niet zijn
goedgekeurd, kan tot slechte prestaties leiden en gevaarlijke situaties tot gevolg hebben.
•Verbruiksartikelen of items voor routineonderhoud mogen niet worden verbrand. Ga voor
informatie over Xerox-recyclingprogramma's voor verbruiksartikelen naar www.xerox.com/gwa.
WorkCentre 7425/7428/7435
14
Gebruikershandleiding
Veiligheid bij de bediening
Veiligheid bij de bediening
In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld:
•Printerlocatie op pagina 15
•Richtlijnen voor gebruik op pagina 15
•Printerverbruiksartikelen op pagina 16
Uw printer en de bijbehorende verbruiksartikelen zijn getest en voldoen aan strenge veiligheidseisen.
Ze zijn onderzocht en goedgekeurd door veiligheidsinstanties en voldoen aan de
gestelde milieunormen.
Als u de volgende veiligheidsvoorschriften in acht neemt, bent u verzekerd van een ononderbroken
veilige werking van uw printer.
Printerlocatie
•Plaats de printer in een stofvrije ruimte met een temperatuurbereik van 10º C tot 28º C (50 ºF tot
82ºF) en een relatieve luchtvochtigheid van 15 tot 85 procent (niet-condenserend).
•Plaats de printer op een plek met voldoende ruimte voor ventilatie, bediening
en onderhoudswerkzaamheden.
•Plaats de printer niet rechtstreeks op tapijt (zonder een standaard). Losgeraakte vezels uit de
vloerbedekking kunnen in de printer terechtkomen en problemen met de afdruk en
kopieerkwaliteit veroorzaken.
•Plaats de printer niet in de buurt van een warmtebron.
•Plaats de printer niet direct in het zonlicht om te voorkomen dat lichtgevoelige onderdelen aan het
zonlicht worden blootgesteld.
•Plaats de printer niet op een plek waar deze direct aan de koude luchtstroom van de
airconditioning wordt blootgesteld.
Richtlijnen voor gebruik
•Bedek of blokkeer de sleuven en openingen van de printer niet. Als er onvoldoende ventilatie is, kan
de printer oververhit raken.
•Plaats de printer op een vlak, stevig en niet-vibrerend oppervlak dat sterk genoeg is om het gewicht
van de printer te dragen. Het basisgewicht van de printer zonder verpakkingsmateriaal is ongeveer
101 kg.
•Houd handen, haar, stropdassen en dergelijke uit de buurt van de uitvoer- en invoerrollers.
•Verwijder de papierinvoerlade die u via het printerstuurprogramma of het bedieningspaneel als de
papierbron hebt geselecteerd niet wanneer de printer bezig is met afdrukken of kopiëren.
•Open nooit de kleppen terwijl de printer bezig is met afdrukken.
•Verplaats de printer nooit tijdens het afdrukken.
WorkCentre 7425/7428/7435
Gebruikershandleiding
15
Veiligheid
Printerverbruiksartikelen
•Gebruik de verbruiksartikelen die specifiek voor de printer zijn ontworpen. Gebruik van
niet-geschikte materialen kan resulteren in slechte prestaties en gevaarlijke situaties.
•Volg alle waarschuwingen en aanwijzingen op die zijn aangegeven op, of geleverd bij de printer,
opties en toebehoren.
Let op: Het gebruik van niet-Xerox-verbruiksartikelen wordt afgeraden. Beschadigingen, storingen
of slechte prestaties als gevolg van het gebruik van niet-Xerox verbruiksartikelen of het gebruik van
Xerox-verbruiksartikelen die niet voor deze printer zijn bestemd, vallen niet onder de garantie,
serviceovereenkomsten en de Total Satisfaction Guarantee (Volle-tevredenheidsgarantie) van
Xerox. De Total Satisfaction Guarantee (volle-tevredenheidsgarantie) van Xerox is beschikbaar in
de Verenigde Staten en Canada. Buiten de VS en Canada kunnen andere garantievoorwaarden
gelden. Neem voor meer informatie contact op met uw plaatselijke vertegenwoordiger.
WorkCentre 7425/7428/7435
16
Gebruikershandleiding
Symbolen die zich op de printer bevinden
Symbolen die zich op de printer bevinden
SymboolBeschrijving
Waarschuwing of Voorzichtig:
Het negeren van deze waarschuwing kan ernstig letsel of zelfs overlijden tot
gevolg hebben.
Het negeren van deze waarschuwing kan persoonlijk letsel of schade aan het
apparaat veroorzaken.
Heet oppervlak op of in de printer. Wees voorzichtig zodat lichamelijk letsel
wordt voorkomen.
Raak geen onderdelen aan met dit symbool. Hierdoor kunt u gewond raken.
Verbrand het item niet.
Heet oppervlak. Wacht de aangegeven tijd voordat u het oppervlak aanraakt.
WorkCentre 7425/7428/7435
Gebruikershandleiding
17
Veiligheid
WorkCentre 7425/7428/7435
18
Gebruikershandleiding
Toepassingen
In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen behandeld:
•Voordat u de printer gebruikt op pagina 20
•Onderdelen van de printer op pagina 21
•Printerconfiguraties op pagina 28
•Bedieningspaneel op pagina 30
•Meer informatie op pagina 34
2
19
Toepassingen
Voordat u de printer gebruikt
Xerox Welcome Center
Als u hulp nodig hebt tijdens of na de installatie van het product, bezoekt u de website van Xerox voor
online oplossingen en ondersteuning.
www.xerox.com/office/worldcontacts
Als u meer hulp nodig hebt, neemt u contact op met onze experts van het Xerox Welcome Center. Bij de
installatie van het product hebt u mogelijk het telefoonnummer van een plaatselijke
vertegenwoordiger gekregen. Noteer dit telefoonnummer in de ruimte hieronder zodat u dit later
makkelijk kunt terugvinden.
Telefoonnummer van Welcome Center of plaatselijke vertegenwoordiger:
Als u meer hulp nodig hebt bij het gebruik van uw printer:
1. Raadpleeg deze gebruikershandleiding.
2. Neem contact op met de getrainde operateur.
3. Bezoek onze website voor klanten op www.xerox.com/office/WC7425_WC7428_WC7435support
of neem contact op met het Xerox Welcome Center.
Zorg dat u het serienummer van uw printer bij de hand hebt wanneer u contact opneemt met Xerox.
Het Welcome Center heeft de volgende informatie nodig: de aard van het probleem, het serienummer
van de printer, de foutcode (indien weergegeven) en de naam en plaats van uw bedrijf. Volg de
onderstaande stappen om het serienummer van uw printer op te zoeken.
1. Druk op het bedieningspaneel van de printer op Apparaatstatus.
2. Standaard wordt het tabblad Apparaatinformatie weergegeven. Het serienummer wordt
weergegeven aan de linkerkant van het aanraakscherm van de printer.
Opmerking: Het serienummer is ook te vinden op het metalen plaatje aan de linkerkant van de
printer achter klep A.
WorkCentre 7425/7428/7435
20
Gebruikershandleiding
Onderdelen van de printer
In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld:
•Aanzicht voorzijde/linkerzijde op pagina 21
•Aanzicht achterzijde/linkerzijde op pagina 22
•AOD's op pagina 23
•Interne onderdelen op pagina 24
•Professionele afwerkeenheid (optioneel) op pagina 25
•Standaardafwerkeenheid LX (optioneel) op pagina 26
•Geïntegreerde afwerkeenheid (optioneel) op pagina 27
wordt verwijderd wanneer een afwerkeenheid
wordt geïnstalleerd.
WorkCentre 7425/7428/7435
Gebruikershandleiding
25
Toepassingen
Standaardafwerkeenheid LX (optioneel)
14
13
12
11
1. Bevestiging opvangbak
2. Katerneenheid (optioneel)
3. Zijklep katerneenheid (optioneel)
1
4. Nietcassette katernen (optioneel)
2
5. Bovenklep
3
6. Middelste opvangbak rechts
4
5
7. Kreukeleenheid (optioneel)
6
7
8. Nietcassette
8
9
9. Voorklep
10
10. Standaardafwerkeenheid LX
wc74xx-007
11. Voorste transportklep
12. Afvalcontainer perforator
13. Perforator (optioneel)
14. Middelste opvangbak-onder
Opmerking: De middelste
opvangbak-boven wordt
verwijderd wanneer
een afwerkeenheid
wordt geïnstalleerd.
WorkCentre 7425/7428/7435
26
Gebruikershandleiding
Geïntegreerde afwerkeenheid (optioneel)
1. Middelste opvangbak
5
4
3
1
2
2. Geïntegreerde afwerkeenheid
3. Nietcassette
4. Voorklep
5. Bovenklep
-
Onderdelen van de printer
Opmerking: De middelste opvangbak-boven
wordt verwijderd wanneer de afwerkeenheid
wordt geïnstalleerd.
WorkCentre 7425/7428/7435
Gebruikershandleiding
27
Toepassingen
Printerconfiguraties
In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld:
•Standaardfuncties op pagina 28
•WorkCentre-configuraties op pagina 28
•Opties op pagina 29
Standaardfuncties
De WorkCentre 7425/7428/7435 biedt vele mogelijkheden om in uw kopieer- en afdrukbehoeften
te voorzien:
•Kopiëren, afdrukken, en als optie scannen en faxen
•Maximale kopieersnelheid van 35 pagina's per minuut (PPM) voor kleur- en zwart/witkopieën
(op gewoon papier van Letter-formaat) afhankelijk van de configuratie
•Beeld- en kopieerkwaliteit via LED's in 1200 x 2400 dpi
•Kopiëren en afdrukken van documentformaten tot 11 x 17 inch (optioneel 12 x 18 inch/SRA3)
•Automatisch 2-zijdig afdrukken
•Dubbelzijdige AOD met capaciteit tot maximaal 75 vellen
•Kleurenaanraakscherm op bedieningspaneel
•Lade 1 met capaciteit van maximaal 250 vellen
•Handmatige invoer met capaciteit van maximaal 100 vellen
•Geheugen van 1,5 GB
•Interne vaste schijf voor toepassingsondersteuning
•PostScript en PCL
•Aansluiting voor Ethernet 10/100Base-TX
WorkCentre-configuraties
De printer is leverbaar in drie configuraties:
Model
WorkCentre 742520 kleur/25 zwart/wit
WorkCentre 742828 kleur/28 zwart/wit
WorkCentre 743535 kleur/35 zwart/wit
WorkCentre 7425/7428/7435
28
Gebruikershandleiding
Afdruksnelheid in PPM
(enkel- en dubbelzijdig)
Printerconfiguraties
Opties
De volgende opties zijn leverbaar voor de WorkCentre 7425/7428/7435:
•PostScript-pakket (voor regio's waar dat niet standaard is)
•Geïntegreerde afwerkeenheid
•Standaardafwerkeenheid LX
•Professionele afwerkeenheid
•Scanpakket
•Scannen naar bureaublad pc
•Enveloppenlade
•Module met drie laden met ondersteuning voor 12 x 18 inch/SRA3
•Grote papierlade met ondersteuning voor 12 x 18 inch/SRA3
•Dubbele grote papierlade
•Set voor parallel afdrukken
•Mediakaartlezer
•Set voor afdrukken vanaf USB-stick
•Standaardwerkoppervlak
•Set voor miniatuurvoorbeelden
•Serverfax
•Fax met één lijn of drie lijnen
•Set voor netwerkaccountadministratie op opdrachtbasis (voor regio's waar dat niet standaard is)
•Gegevensbeveiligingspakket (voor regio's waar dat niet standaard is)
•Set voor beveiligd watermerk
•Set voor beveiligde toegang
•FreeFlow SmartSend
•Handmatig nietapparaat
•Xerox-kaart voor algemene toegang
•Externe interface
Ga voor meer informatie over opties naar:
www.xerox.com/office/WC7425_WC7428_WC7435supplies
WorkCentre 7425/7428/7435
Gebruikershandleiding
29
Toepassingen
Bedieningspaneel
In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld:
•Indeling van het bedieningspaneel op pagina 30
•Printergegevens op pagina 32
Indeling van het bedieningspaneel
Weergave en bediening via aanraakscherm
•Geeft de huidige bedrijfsstatus van de printer weer.
•Geeft toegang tot toepassingen voor kopiëren, afdrukken, scannen en faxen.
•Geeft toegang tot informatiepagina's.
•Geeft aan wanneer u papier moet laden, verbruiksartikelen moet vervangen en storingen
moet oplossen.
•Geeft fouten en waarschuwingen weer.
WorkCentre 7425/7428/7435
30
Gebruikershandleiding
Toe ts en
0
3
Bedieningspaneel
12345
6
7
8
9
1. Aanraakscherm
Geeft informatie weer en geeft toegang
tot printerfuncties.
2. Toets Alle functies
Geeft de printerfuncties weer op
het aanraakscherm.
3. Aanmelden/afmelden
Geeft met een toegangscode beveiligde toegang
tot de standaardinstellingen van de printer.
4. Taal
Wijzigt de taal van het bedieningspaneel.
5. Toets Energiebesparing
Wanneer de printer zich in de modus Laag
stroomverbruik bevindt, drukt u eenmaal op deze
toets om deze modus te annuleren. Als de printer
zich in de normale modus bevindt, drukt u op
deze toets om naar de modus Laag
stroomverbruik te gaan.
6. Alles wissen
Eenmaal indrukken: stelt de
standaardinstellingen opnieuw in en geeft het
eerste scherm van de huidige selectie weer.
Tweemaal indrukken: stelt alle functies opnieuw
in op de standaardinstellingen.
14
11121
1
-
8. Stoppen
Onderbreekt de huidige opdracht tijdelijk. Volg
de aanwijzingen op het aanraakscherm op om
de opdracht te annuleren of te hervatten.
9. Start
Start de opdracht.
10. Alfanumeriek toetsenblok
11. C
Wist numerieke waarden of het laatst
ingevoerde cijfer.
12. Kiespauze
Neemt een pauze op in een telefoonnummer bij
het verzenden van een fax.
13. Toets Apparaatstatus
Geeft de huidige status van de printer weer op
het aanraakscherm.
14. Toets Opdrachtstatus
Geeft opdrachtvoortgang weer op
het aanraakscherm.
7. Onderbreken
Onderbreekt de huidige kopieeropdracht tijdelijk
om een andere opdracht met voorrang uit te
kunnen voeren.
WorkCentre 7425/7428/7435
Gebruikershandleiding
31
Toepassingen
Printergegevens
Uw printer geeft statusinformatie weer op het aanraakscherm van het bedieningspaneel en in
afgedrukte overzichten. Gebruiks- en factureringsgegevens worden ook weergegeven op
het aanraakscherm.
Statusinformatie
Weergeven van opdrachtstatus voor controleren en beheren van huidige opdrachten en opdrachten
in wachtrij:
1. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel van het apparaat.
2. Selecteer de gewenste opdracht op het aanraakscherm. Gebruik indien nodig de schuifpijlen aan
de rechterkant van de lijst.
Druk het configuratieoverzicht af voor een gedetailleerde lijst met printerconfiguratie, -instellingen
en -status.
1. Druk op de toets Apparaatstatus.
2. Selecteer het tabblad Apparaatinformatie op het aanraakscherm.
3. Selecteer Overzichten afdrukken en vervolgens Afdrukoverzichten.
4. Selecteer Configuratie-overzicht en druk op de groene toets Start.
Tellers
Op het scherm met tellers wordt informatie over het printergebruik en facturering weergegeven.
1. Druk op het bedieningspaneel van de printer op de toets Apparaatstatus.
2. Raak op het aanraakscherm van de printer het tabblad Factureringsinformatie aan.
3. De tellers worden aan de linkerkant van het scherm weergegeven.
4. Raak voor meer informatie Tellersaan.
WorkCentre 7425/7428/7435
32
Gebruikershandleiding
Bedieningspaneel
Auditron instellen
Auditron wordt gebruikt voor het bijhouden van facturering en het regelen van toegang tot printerfuncties
voor iedere gebruiker. De modus Auditron regelt toegang tot kopiëren, scannen, faxen of afdrukken. Nadat
de modus Auditron is ingeschakeld, moet de gebruikers op de toets Aan-/afmelden drukken en vervolgens
hun gebruikers-ID invoeren om de printer te kunnen gebruiken.
Om Auditron te kunnen gebruiken, is het raadzaam om eerst gebruikersaccounts in te stellen. U kunt
maximaal 1000 gebruikersaccounts maken. De namen en ID's van de gebruikersaccounts voor
Auditron moeten uniek zijn.
Bij gebruikersaccounts moeten gebruikers-ID, gebruikersnaam, functietoegang en accountlimiet
worden opgegeven.
Opmerking: Voor het inschakelen van Auditron is de toegangscode van de
systeembeheerder vereist.
1. Druk op de toets Aan-/afmelden, voer de aanmeldingsgegevens van de systeembeheerder in en
druk vervolgens op de toets Apparaatstatus.
2. Raak op het aanraakscherm van de printer het tabblad Hulpprogramma's aan. Raak op het
volgende scherm Accountadministratie en vervolgens Type accountadministratie aan.
3. Raak op het volgende scherm Lokale accountadministratie en vervolgens Opslaan aan.
4. Druk op de toets Aan-/afmelden. Raak op het scherm Apparaat opnieuw starten de optie Nu opnieuw starten aan. De printer wordt opnieuw gestart.
De modus Auditron is nu ingeschakeld.
WorkCentre 7425/7428/7435
Gebruikershandleiding
33
Toepassingen
Meer informatie
Raadpleeg de volgende bronnen voor meer informatie over uw printer en de mogelijkheden van
uw printer.
InformatieBron
Read MeGeleverd bij de printer
InstallatiehandleidingGeleverd bij de printer
Handleiding voor snel gebruikGeleverd bij de printer
Functionele postersGeleverd bij de printer
Gebruikershandleiding (PDF)Software and Documentation CD-ROM (cd-rom met software
en documentatie)
www.xerox.com/office/WC7425_WC7428_WC7435docs
System Administrator Guide
(Handleiding voor systeembeheerder)
Recommended Media List
(Lijst met aanbevolen media)
Printer Management Tools
(hulpprogramma's voor printerbeheer)
Online support-assistent
Tec hn is c he on de rs t e u ni ng
Gegevenspagina'sAfdrukken via het bedieningspaneel
In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen behandeld:
•Een verbindingsmethode kiezen op pagina 36
•De printerstuurprogramma's installeren op pagina 38
•CentreWare Internet Services op pagina 42
Zie ook:
Online Support-assistent op www.xerox.com/office/WC7425_WC7428_WC7435support
3
35
Netwerkinstellingen - Basis
Een verbindingsmethode kiezen
De printer kan op een Ethernet-netwerk worden aangesloten, of optioneel met behulp van een
USB-kabel.
•Ethernet: meerdere computers kunnen met de printer communiceren. Voor elke computer is een
netwerkaansluiting nodig. Met een netwerkaansluiting hebt u via CentreWare Internet Services
(een op het web gebaseerde interface) toegang tot de printerinstellingen en de statusinformatie.
•USB: een verbinding voor afdrukken vanaf één computer. U hebt een USB-kabel nodig om
verbinding met de printer te maken. De computer moet zich dus in de buurt van de printer
bevinden. Veel functies waarvoor internettoegang en netwerkcommunicatie nodig is (zoals
scannen naar mailbox en internetfaxen) zijn niet beschikbaar.
Opmerking: Kabels en andere netwerkhardware, zoals hubs of routers, worden niet met uw printer
meegeleverd en moeten apart worden aangeschaft.
Opmerking: USB- en Ethernet-poorten moeten door de systeembeheerder worden geconfigureerd.
Zie de System Administrator Guide (handleiding voor de systeembeheerder) voor meer informatie.
Vereisten voor het besturingssysteem
•PC: Windows 2000, XP, Windows Vista, Windows Server 2003 of nieuwer.
•Macintosh: OS X, versie 10.3 of nieuwer.
wc74xx-159
Verbinding maken via Ethernet
Via een Ethernet-verbinding worden meerdere computers op de printer aangesloten. Alle
functionaliteit is beschikbaar, inclusief toegang tot CentreWare Internet Services (CentreWare IS).
De printer op een Ethernet-netwerk aansluiten:
•Eén computer: sluit een uiteinde van een categorie 5 twisted-pair-kabel aan op een live-netwerk.
Sluit het andere uiteinde van de kabel op het RJ-45-contact aan.
•Meerdere computers: sluit een standaard Ethernet-kabel van elke computer op een Ethernet-hub
of een kabel/DSL-router aan. Sluit een standaard Ethernet-kabel tussen de hub/router en het
RJ-45-contact van de printer aan.
WorkCentre 7425/7428/7435
36
Gebruikershandleiding
Een verbindingsmethode kiezen
Verbinding maken via USB
Verbinding maken via USB:
1. Schakel de printer en de computer uit.
2. Sluit het A-uiteinde van een USB 2.0 A/B-kabel op uw computer aan en het B-uiteinde op de
USB-poort van de printer.
3. Schakel de printer in.
4. Schakel de computer in.
Zie ook:
System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) op
www.xerox.com/office/WC7425_WC7428_WC7435docs
Online Support-assistent op www.xerox.com/office/WC7425_WC7428_WC7435support
WorkCentre 7425/7428/7435
Gebruikershandleiding
37
Netwerkinstellingen - Basis
De printerstuurprogramma's installeren
In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld:
•Een printerstuurprogramma kiezen op pagina 38
•Het stuurprogramma installeren (Windows 2000 of later) op pagina 39
•Het stuurprogramma installeren (Macintosh OS X 10.4 of later) op pagina 40
•Het stuurprogramma installeren (UNIX/Linux) op pagina 41
Een printerstuurprogramma kiezen
U hebt een Xerox-printerstuurprogramma nodig om speciale afdrukopties te activeren.
Xerox biedt stuurprogramma's voor verschillende PDL's (Page Description Languages) en
besturingssystemen. De volgende printerstuurprogramma's zijn beschikbaar:
PCL 5- en PCL 6-stuurprogramma
(Windows 2000/Windows 2003
Server/Windows 2008
Server/XP/Vista)
Xerox Global Print Driver
(Windows)
Xerox Mobile Express Driver
(Windows)
Met dit originele Adobe® PostScript®-stuurprogramma kunt u alle
afdrukopties van uw printer openen. het is het standaard
printerstuurprogramma op de cd-rom met software en documentatie.
Het PCL-stuurprogramma (Printer Command Language) kan worden
gebruikt voor toepassingen waarvoor PCL 5 of PCL 6 nodig is.
Dit is een printerstuurprogramma dat kan worden gebruikt met alle
PostScript-printers op uw netwerk, zelfs printers die door andere
fabrikanten zijn gemaakt. Het printerstuurprogramma wordt bij
installatie automatisch voor uw individuele printer geconfigureerd.
Dit is een printerstuurprogramma dat kan worden gebruikt met alle
PostScript-printers op uw netwerk, zelfs printers die door andere
fabrikanten zijn gemaakt. Elke keer dat u afdrukt, wordt dit
printerstuurprogramma automatisch voor de geselecteerde printer
geconfigureerd. Als u vaak naar dezelfde locaties reist, kunt u uw
favoriete printers in die locatie opslaan. Het printerstuurprogramma
onthoudt uw instellingen dan.
WorkCentre 7425/7428/7435
38
Gebruikershandleiding
PrinterstuurprogrammaBeschrijving
De printerstuurprogramma's installeren
Macintosh OS X-stuurprogramma
(Macintosh OS X, versie 10.3
of nieuwer)
UNIX-stuurprogrammaMet dit stuurprogramma kunt u afdrukken vanaf een
Met dit printerstuurprogramma hebt u toegang tot alle afdrukopties
van uw printer vanaf een Macintosh.
UNIX-besturingssysteem.
Ga naar www.xerox.com/office/WC7425_WC7428_WC7435drivers voor de nieuwste
printerstuurprogramma's.
Het stuurprogramma installeren (Windows 2000 of later)
Voorbereidende stappen
Controleer voordat u een printerstuurprogramma installeert of de printer is aangesloten op het
stopcontact, is ingeschakeld en op een actief netwerk is aangesloten.
Stappen voor een snelle installatie vanaf cd-rom
1. Plaats de cd-rom in het cd-rom-station van uw computer. Als het installatieprogramma niet
automatisch start, gaat u als volgt te werk:
•Klik op Start en dan op Uitvoeren.
•Typ in het venster Uitvoeren: <cd-rom-station>:\Setup.exe.
2. Als u de taal wilt wijzigen, klikt u op de toets Taal, selecteert u de gewenste taal in de lijst en klikt u
op OK.
3. Klik op Installeer de drivers en klik dan op Printer- en scandrivers installeren.
4. Accepteer de licentieovereenkomst.
5. Selecteer uw printer in de lijst met gevonden printers en klik op Installeren.
6. Als uw printer niet in de lijst met gevonden printer verschijnt:
a. Klik op de toets IP-adres of DNS-naam aan de bovenkant van het venster.
b. Typ het adres of de naam van de gewenste printer en klik op Zoeken. (Als u het IP-adres van de
printer wilt opzoeken, drukt u via het bedieningspaneel van de printer op de toets
Apparaatstatus. Het IP-adres staat aan de linkerkant van het aanraakscherm.)
c.Wanneer de printer in het venster wordt weergegeven, klikt u op Installeren.
7. Selecteer het gewenste printerstuurprogramma:
•PostScript
•PCL 5
•PCL 6
WorkCentre 7425/7428/7435
Gebruikershandleiding
39
Netwerkinstellingen - Basis
8. Selecteer het gewenste scanstuurprogramma:
•TWAIN
•WIA
•Xerox-scanprogramma inschakelen
9. Volg de instructies op het scherm.
Zie ook:
Online Support-assistent op www.xerox.com/office/WC7425_WC7428_WC7435support
Het stuurprogramma installeren (Macintosh OS X 10.4 of later)
Het printerstuurprogramma installeren:
1. Plaats de cd-rom met software en documentatie in het cd-rom-station.
2. Open de map Mac en dan Mac OS 10.3+Universal Installer.
3. Open WorkCentre 7425/7428/7435 CD.dmg.
4. Voer het VISE-installatieprogramma uit om het printerstuurprogramma te installeren.
5. Voer uw toegangcode in en accepteer de licentieovereenkomst.
6. Selecteer uw printer in de lijst met gevonden printers en klik op Installeer.
7. Als uw printer niet in de lijst met gevonden printer verschijnt:
a. Klik op IP-adres of DNS-naam van de printer invoeren aan de onderkant van het venster.
b. Typ het adres of de naam van de gewenste printer en wacht totdat de computer de printer
heeft gevonden. (Als u het IP-adres van de printer wilt opzoeken, drukt u via het
bedieningspaneel van de printer op de toets Apparaatstatus. Het IP-adres staat aan de
linkerkant van het aanraakscherm.)
8. Klik op de toets Installeer wanneer deze toets wordt opgelicht.
9. Als het installatieprogramma klaar is, klikt u op Voltooien.
De printer moet nu in de vervolgkeuzelijst met printers verschijnen wanneer u vanuit een
toepassing wilt afdrukken.
Zie ook:
Online Support-assistent op www.xerox.com/office/WC7425_WC7428_WC7435support
WorkCentre 7425/7428/7435
40
Gebruikershandleiding
De printerstuurprogramma's installeren
Verbinding maken via USB
Het printerstuurprogramma vanaf de cd-rom met software en documentatie installeren:
1. Plaats de cd-rom in het cd-rom-station.
Opmerking: Open het hulpprogramma Printerconfiguratie in Macintosh OS X 10.4 of eerder. Open
de map Utilities in de map Applications op de vaste schijf van de Macintosh om de
hulpprogramma's weer te geven. In OS X 10.5 is de printerconfiguratie in het besturingssysteem
opgenomen. De stappen zijn gelijksoortig.
2. Klik op de knop Voeg toe.
3. Selecteer USB in de vervolgkeuzelijst.
4. Selecteer de printer in het venster.
5. Selecteer Xerox in de vervolgkeuzelijst met fabrikanten.
6. Selecteer de juiste printerconfiguratie in de lijst met beschikbare printers.
7. Klik op de knop Voeg toe.
Als de cd-rom met software en documentatie niet beschikbaar is, downloadt u het nieuwste
printerstuurprogramma via www.xerox.com/office/WC7425_WC7428_WC7435drivers.
Het stuurprogramma installeren (UNIX/Linux)
Uw printer kan via de netwerkinterface op verschillende UNIX-platforms worden gebruikt. Deze versie
van CentreWare for UNIX/Linux ondersteunt een netwerkverbinding van de printer met de
volgende werkstations:
•AIX 5
•HPUX 11.0 / 11i
•Solaris SPARC 8/9/10
•Solaris x86 10
•Redhat Fedora Core 5
•Redhat Enterprise Linux v4
•OpenSuse 11
Zie de System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) op
www.xerox.com/office/WC7425_WC7428_WC7435docs voor meer informatie.
WorkCentre 7425/7428/7435
Gebruikershandleiding
41
Netwerkinstellingen - Basis
CentreWare Internet Services
CentreWare Internet Services (CentreWare IS) levert een eenvoudige interface waarmee u uw printer
vanaf uw computer met behulp van de in de printer ingebouwde webserver kunt beheren en instellen.
Het biedt toegang tot de printerstatus, afdruk- en scanfuncties. Met CentreWare IS kunt u uw printer
met behulp van een webbrowser via een TCP/IP-netwerk openen.
Met CentreWare IS kunt u:
•De status van de papierinvoer op de printer vanaf uw computer controleren.
•De status van toner en andere verbruiksartikelen controleren.
•Afdrukopdrachten verzenden.
•Scanbestanden die in mappen van de printer zijn opgeslagen, openen en beheren.
Opmerking: Voor gebruik van CentreWare IS hebt u een webbrowser en een TCP/IP-verbinding
tussen de printer en het netwerk nodig (in Windows-, Macintosh- en UNIX-omgevingen). Uw
systeembeheerder moet TCP/IP en HTTP in de printer inschakelen en er is een browser nodig die
JavaScript ondersteunt. Als JavaScript is uitgeschakeld, verschijnt er een waarschuwingsbericht en
functioneert CentreWare IS niet correct.
Als u CentreWare IS wilt gebruiken, hebt u het IP-adres van de printer nodig.
Het IP-adres van de printer bekijken:
1. Druk via het bedieningspaneel van de printer op Apparaatstatus.
2. Het IP-adres staat aan de linkerkant van het aanraakscherm.
CentreWare IS openen
1. Open uw webbrowser vanaf uw computer.
2. Typ het IP-adres van de printer in de adresbalk van uw webbrowser en druk op Enter.
De CentreWare IS statuspagina wordt op het scherm van uw computer weergegeven.
Opmerking: Als u het IP-adres van uw printer in de favorieten van uw webbrowser zet, kunt u later
gemakkelijker met de printer communiceren.
WorkCentre 7425/7428/7435
42
Gebruikershandleiding
Afdrukken
In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen behandeld:
•Overzicht op pagina 44
•Ondersteunde media op pagina 45
•Media plaatsen op pagina 47
•Afdrukken op speciale media op pagina 61
•Afdrukopties instellen op pagina 64
•Dubbelzijdig afdrukken op pagina 68
•Welk papier moet ik gebruiken? op pagina 70
•Meerdere pagina's op één vel papier afdrukken (N op 1) op pagina 71
•Katernen afdrukken op pagina 72
•Kleurcorrecties gebruiken op pagina 74
•Afdrukken in zwart/wit op pagina 75
•Scheidingsvellen transparanten op pagina 76
4
43
Afdrukken
Overzicht
1. Plaats de juiste media indien nodig in de lade en geef op het aanraakscherm van de printer
formaat, kleur en type op.
2. Open het afdrukmenu in uw softwaretoepassing (Bestand/Afdrukken of CTRL+P in Windows, Bestand/Druk af of CMD+P op een Macintosh voor de meeste softwaretoepassingen).
3. Selecteer de printer in het afdrukdialoogvenster van uw toepassing en klik op Eigenschappen of
Voorkeuren (Windows) of op Xerox toepassingen voor Macintosh. De titel van de toets kan
variëren afhankelijk van de toepassing.
4. Pas de instellingen van het printerstuurprogramma indien nodig aan en:
•Klik op OK (Windows) en klik weer op OK om de opdracht naar de printer te verzenden. De
stappen kunnen variëren afhankelijk van uw toepassing.
•Klik op een Macintosh op Druk af om de afdruktaak naar de printer te verzenden.
WorkCentre 7425/7428/7435
44
Gebruikershandleiding
Ondersteunde media
Ondersteunde media
In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld:
•Aanbevolen media op pagina 45
•Algemene richtlijnen voor het plaatsen van media op pagina 45
•Papier dat de printer kan beschadigen op pagina 46
•Richtlijnen voor papieropslag op pagina 46
Deze printer kan verschillende typen media verwerken. Volg de richtlijnen in dit gedeelte voor de beste
afdrukkwaliteit en ter voorkoming van papierstoringen.
Gebruik voor de beste resultaten de Xerox-afdrukmedia die worden aanbevolen voor de
WorkCentre 7425/7428/7435.
Aanbevolen media
Een volledige en regelmatig bijgewerkte lijst met aanbevolen typen media is beschikbaar op:
•www.xerox.com/paper Recommended Media List (lijst met aanbevolen media)
(Verenigde Staten)
•www.xerox.com/paperRecommended Media List (lijst met aanbevolen media) (Europa)
Media bestellen
Als u papier, transparanten of andere speciale media wilt bestellen, kunt u contact opnemen met uw
plaatselijke vertegenwoordiger of gaat u naar www.xerox.com/office/WC7425_WC7428_WC7435supplies.
Waarschuwing: Schade die wordt veroorzaakt door het gebruik van niet-ondersteund papier,
transparanten en andere speciale media, wordt niet gedekt door de garantie, serviceovereenkomst
of de Total Satisfaction Guarantee (volle-tevredenheidsgarantie) van Xerox. De Total Satisfaction
Guarantee (volle-tevredenheidsgarantie) van Xerox is beschikbaar in de Verenigde Staten en
Canada. Buiten de VS en Canada kunnen andere garantievoorwaarden gelden. Neem voor meer
informatie contact op met uw plaatselijke vertegenwoordiger.
Algemene richtlijnen voor het plaatsen van media
Volg deze richtlijnen bij het plaatsen van papier en andere media in de juiste laden:
•Gebruik alleen transparanten van Xerox. Bij andere transparanten kan de afdrukkwaliteit variëren.
•Gebruik geen etikettenvellen waarvan een of meer etiketten zijn verwijderd.
•Gebruik alleen papieren enveloppen. Bedruk enveloppen alleen op één kant.
•Leg niet te veel papier in de papierladen.
•Pas de papiergeleiders aan het papierformaat aan.
WorkCentre 7425/7428/7435
Gebruikershandleiding
45
Afdrukken
Papier dat de printer kan beschadigen
Uw printer is ontworpen om verschillende soorten papier en media voor afdruk- en kopieeropdrachten
te kunnen verwerken. Het gebruik van bepaalde soorten media kan echter de afdrukkwaliteit negatief
beïnvloeden, meer papierstoringen dan normaal tot gevolg hebben of schade aan de
printer veroorzaken.
Gebruik geen van de volgende media:
•Ruwe of poreuze media
•Inkjetpapier
•Overdrachtpapier
•Dura-papier
•Niet voor laserprinter geschikt glanspapier of gecoat papier
•Gefotokopieerd papier
•Gevouwen of gekreukt papier
•Papier met uitgeknipte delen of perforaties
•Geniet papier
•Vensterenveloppen, enveloppen met metalen klemmen, naden op de zijkanten of plakranden
met beschermstrips
•Gewatteerde enveloppen
•Kunststoffen media (anders dan de ondersteunde transparanten)
Richtlijnen voor papieropslag
Het creëren van goede opslagomstandigheden voor uw papier en andere media draagt bij aan
optimale afdrukresultaten.
•Bewaar papier in een donkere, koele en relatief droge ruimte. Het meeste papier kan door
ultraviolet en zichtbaar licht worden beschadigd. Vooral UV-straling, die wordt uitgezonden door
de zon en tl-lampen, is heel schadelijk voor papier. De intensiteit en de duur waarmee papier aan
zichtbaar licht wordt blootgesteld, moeten zoveel mogelijk worden verkleind.
•Zorg voor een constante omgevingstemperatuur en relatieve vochtigheidsgraad.
•Vermijd de opslag van papier op zolders of in keukens, garages of kelders. Deze ruimten hebben
doorgaans buitenmuren waarop aan de binnenzijde vaak vochtafzetting plaatsvindt.
•Papier moet vlak worden opgeslagen, hetzij op pallets, in kartonnen dozen, op planken of in kasten.
•Bewaar geen voedsel of drank in de opslag-/verwerkingsruimte van het papier.
•Open verzegelde papierpakken pas wanneer u het papier in de printer wilt plaatsen. Laat
opgeslagen papier in de originele verpakking zitten. De verpakking van de meeste commerciële
standaardformaten is aan de binnenkant voorzien van een beschermlaag tegen vochtverlies
of -toename.
•Sommige speciale media worden verpakt in hersluitbare plastic zakken. Laat de media in de
verpakking totdat u het papier gaat gebruiken. Bewaar ongebruikte media in de verpakking en sluit
deze goed.
WorkCentre 7425/7428/7435
46
Gebruikershandleiding
Media plaatsen
In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld:
•Ondersteunde mediaformaten en -gewichten op pagina 48
•Compatibiliteit met lademedia op pagina 50
•Media plaatsen in lade 1, 2, 3 of 4 op pagina 52
•Media plaatsen in lade 5 (handmatige invoer) op pagina 54
•De enveloppeninvoer configureren op pagina 55
•Enveloppen plaatsen in de enveloppeninvoer op pagina 56
•Papier plaatsen in de grote papierlade op pagina 57
•Papier plaatsen in de module met dubbele lade op pagina 60
Media plaatsen
WorkCentre 7425/7428/7435
Gebruikershandleiding
47
Afdrukken
Ondersteunde mediaformaten en -gewichten
Lade #Ondersteund
standaardformaat
Printer1Min.: A5 KKE
Max.: A3 KKE,
11 x 17” KKE
Module met 3
laden
Dubbele grote
papierlade
Handmatige
invoer
2, 3, 4Min.: A5 KKE
Max.: SRA3 KKE,
12 x 18” KKE
2Min.: A5 KKE
Max.: SRA3 KKE,
12 x 18” KKE
3Min.: A5 KKE
Max.: A4 LKE of
Letter LKE
4Min.: A5 KKE
Max.: A4 LKE of
Letter LKE
5Min.: briefkaarten,
enveloppen
Max.: SRA3 KKE,
12 x 19” KKE
Aangepast
formaat: breedte
3,5 tot 12,6” x
hoogte 3,86
tot 19”
2. Schuif de papierladegeleiders desgewenst verder naar buiten om het nieuwe papier te kunnen
plaatsen. Om de zij- en achtergeleiders aan te passen, knijpt u in de geleiderhendel van elke
geleider en schuift u de geleiders naar de nieuwe positie. Laat de hendel los om de geleider op z'n
plaats te vergrendelen.
WorkCentre 7425/7428/7435
52
Gebruikershandleiding
wc74xx-011
Media plaatsen
2
3. Voor u het papier in de lade plaatst, moet u de randen ervan goed uitwaaieren. Hierdoor worden
vellen die aan elkaar plakken, losgeschud en wordt de kans op papierstoringen verkleind.
Plaats het papier tegen de linkerzijde van de lade.
Zorg dat het papier niet boven de maximumvullijn uitkomt. Als dat wel gebeurt, kan er een
papierstoring optreden.
Opmerking: Om papierstoringen en foutieve invoer te voorkomen, verwijdert u het papier pas uit de
verpakking wanneer u het papier gaat gebruiken.
wc74xx-01
4. Stel de geleiders zo af dat deze net de randen van het papier raken.
wc74xx-013
5. Duw de lade helemaal in de printer.
6. Raak desgewenst Instellingen wijzigen op het aanraakscherm aan, kies formaat, soort en kleur
van het papier op het aanraakscherm van de printer, raak Opslaan aan en raak Bevestigen aan.
7. Stel de printer zo in dat het geplaatste papierformaat automatisch wordt gedetecteerd of geef het
formaat handmatig op via het aanraakscherm.
8. Als u het mediatype niet hebt gewijzigd, raakt u Bevestigen aan op het aanraakscherm.
WorkCentre 7425/7428/7435
Gebruikershandleiding
53
Afdrukken
Media plaatsen in lade 5 (handmatige invoer)
Met de lade voor handmatige invoer kunt u verschillende mediatypen gebruiken. De lade is vooral
bedoeld voor kleine opdrachten waarbij speciale media worden gebruikt. De lade voor handmatige
invoer bevindt zich aan de linkerkant van de printer. Er wordt een ladeverlengstuk bijgeleverd voor
groter papier. Nadat u papier in de lade voor handmatige invoer hebt geplaatst, controleert u of de
instellingen voor deze lade op het aanraakscherm overeenkomen met het formaat en de soort van het
geplaatste papier.
1. Open de lade voor handmatige invoer door deze naar buiten te roteren.
wc74xx-024
2. Plaats het papier met de korte of de lange kant eerst.
Opmerking: Papierformaten die breder zijn dan 320 mm/12,6 inch moeten met de korte kant eerst
worden ingevoerd.
Opmerking: Geperforeerd papier moet met de gaatjes tegen de linkerrand worden geplaatst.
Opmerking: Zorg dat het papier niet boven de maximumvullijn uitkomt. Als dat wel gebeurt, kan er
een papierstoring optreden.
-
3. Centreer de stapel en verschuif de geleiders zodat ze net de randen van de stapel raken.
4. Selecteer Bevestigen op het aanraakscherm. Als u een andere papiersoort plaatst, raakt u
Instellingen wijzigen op het aanraakscherm aan, kiest u formaat, soort en kleur van het papier op
het aanraakscherm van de printer, raakt u Opslaan aan en raakt u Bevestigen aan.
5. Stel de printer zo in dat het geplaatste papierformaat automatisch wordt geselecteerd of geef de
lade voor handmatige invoer handmatig op via het aanraakscherm.
WorkCentre 7425/7428/7435
54
Gebruikershandleiding
Media plaatsen
Enveloppen plaatsen in lade 5 (handmatige invoer)
Enveloppen kunnen alleen worden geplaatst in de lade voor handmatige invoer of in de
optionele enveloppeninvoer.
Enveloppen in de lade voor handmatige invoer plaatsen:
1. Open de lade voor handmatige invoer door deze naar buiten te roteren.
2. Plaats enveloppen in de lade voor handmatige invoer met de klep omhoog. De kleppen moeten
altijd gesloten zijn en tegen de voorkant (rechts) worden geplaatst.
-
3. Centreer de stapel en verschuif de geleiders zodat ze net de randen van de stapel raken.
4. Selecteer Instellingen wijzigen op het aanraakscherm, kies het envelopformaat op het
aanraakscherm van de printer, raak Opslaan aan en raak Bevestigen aan.
5. Stel de printer zo in dat het geplaatste envelopformaat automatisch wordt geselecteerd of geef de
lade voor handmatige invoer handmatig op via het aanraakscherm.
De enveloppeninvoer configureren
De optionele enveloppeninvoer biedt capaciteit voor een groter aantal enveloppen. De
enveloppeninvoer vervangt lade 1 in de printer en moet vóór gebruik worden geconfigureerd.
De enveloppeninvoer configureren voor gebruik:
1. Haal lade 1 uit de printer.
2. Plaats de enveloppeninvoer op de plaats van lade 1 in de printer.
3. Druk op het voorpaneel van de printer op Aan-/afmelden.
4. Voer via het toetsenbord op het aanraakscherm van de printer admin in, raak Volgende aan, voer
1111 in en raak ENTER aan.
5. Druk op Apparaatstatus.
6. Raak het tabblad Hulpprogramma's aan en raak Systeeminstellingen aan.
7. Raak Instellingen veelgebruikte functies aan.
8. Schuif onder Toepassingen omlaag naar Overige instellingen en raak Configuratie lade 1 aan.
9. Raak Instellingen wijzigen aan en raak Gekoppeld als envelopinvoer aan.
10. Raak Opslaan aan en raak Sluiten aan.
WorkCentre 7425/7428/7435
Gebruikershandleiding
55
Afdrukken
11. Raak onder Toepassingen de optie Instellingen papierlade aan en raak Kenmerken papierlade
aan en raak Lade 1 aan.
12. Raak Instellingen wijzigen aan, raak het selectievakje voor Envelopinvoer aan en raak Instellingen wijzigen aan.
13. Controleer of Papiersoort is ingesteld op Envelop.
14. Raak onder Papierformaat het gewenste envelopformaat aan.
15. Raak achtereenvolgens Opslaan, Bevestigen, Sluiten en nogmaals Sluiten aan.
16. De enveloppeninvoer is nu klaar voor gebruik.
Enveloppen plaatsen in de enveloppeninvoer
Enveloppen in de enveloppeninvoer plaatsen:
1. Trek de enveloppeninvoer naar buiten en naar u toe.
2. Plaats de enveloppen in de enveloppeninvoer met de klep omlaag. De kleppen moeten gesloten
zijn en langs de voorrand liggen.
3. Stel de geleiders in de enveloppeninvoer zo af dat ze net de randen van de stapel raken.
wc74xx-207
4. Duw de lade helemaal in de printer.
5. Als het envelopformaat hebt gewijzigd, raakt u Instellingen wijzigen op het aanraakscherm aan,
kiest u het envelopformaat op het aanraakscherm van de printer, raakt u Opslaan aan en raakt u
Bevestigen aan.
6. Als u meer enveloppen van hetzelfde formaat plaatst, raakt u Bevestigen aan op
het aanraakscherm.
WorkCentre 7425/7428/7435
56
Gebruikershandleiding
Media plaatsen
A4
8.5"
A4
11"
A4
11"
A4
11"
A4
11"
Papier plaatsen in de grote papierlade
Papier plaatsen in de grote papierlade:
1. Trek de papierlade naar buiten en naar u toe.
wc74xx-188
2. Schuif de papierladegeleiders desgewenst verder naar buiten om het nieuwe papier te kunnen
plaatsen. Om de zij- en achtergeleiders aan te passen, knijpt u in de geleiderhendel van elke
geleider en schuift u de geleiders naar de nieuwe positie. Laat de hendel los om de geleider op z'n
plaats te vergrendelen.
wc74xx-189
-
WorkCentre 7425/7428/7435
Gebruikershandleiding
57
Afdrukken
3. Voor u het papier in de lade plaatst, moet u de randen ervan goed uitwaaieren. Hierdoor worden
vellen die aan elkaar plakken, losgeschud en wordt de kans op papierstoringen verkleind.
wc74xx-191
Voor 1-zijdig afdrukken:
•Plaats het papier tegen de linkerzijde van de lade.
•Plaats de zijde waarop moet worden afgedrukt omlaag.
•Plaats geperforeerd papier met de gaatjes naar de linkerzijde van de lade.
•Plaats het briefhoofd (of de bovenkant van de pagina) naar de voorkant van de lade.
XEROX
XEROX
wc74xx-192
Opmerking: Zorg dat het papier niet boven de maximumvullijn uitkomt. Als dat wel gebeurt, kan er
een papierstoring optreden.
Opmerking: Om papierstoringen en foutieve invoer te voorkomen, verwijdert u het papier pas uit de
verpakking wanneer u het papier gaat gebruiken.
Voor 2-zijdig afdrukken:
•Plaats de zijde waarop eerst moet worden afgedrukt (pagina 1) omhoog.
•Plaats geperforeerd papier met de gaatjes naar de rechterzijde van de lade.
•Plaats het briefhoofd (of de bovenkant van de pagina) naar de voorkant van de lade.
4. Stel de geleiders zo af dat deze net de randen van het papier raken.
WorkCentre 7425/7428/7435
58
Gebruikershandleiding
Media plaatsen
5. Duw de lade helemaal in de printer.
wc74xx-193
6. Raak desgewenst Instellingen wijzigen op het aanraakscherm aan, kies formaat, soort en kleur
van het papier op het aanraakscherm van de printer, raak Opslaan aan en raak Bevestigen aan.
7. Stel de printer zo in dat het geplaatste papierformaat automatisch wordt gedetecteerd of geef het
formaat handmatig op via het aanraakscherm.
Als u het mediatype niet hebt gewijzigd, raakt u Bevestigen aan op het aanraakscherm.
WorkCentre 7425/7428/7435
Gebruikershandleiding
59
Afdrukken
Papier plaatsen in de module met dubbele lade
Met de module met dubbele lade kunt u grotere hoeveelheden papier plaatsen zodat het afdrukken
minder vaak wordt onderbroken. De module bevat drie laden. Lade 2 is geschikt voor papierformaten
tot maximaal 12 x 18 inch/SRA3. Lade 3 en 4 zijn geschikt voor papierformaat Letter/A4.
Opmerking: U kunt geen aangepast papierformaat plaatsen in lade 3 of 4 van de module met
dubbele lade.
Papier plaatsen in lade 3 of 4:
1. Trek lade 3 of 4 uit de kast.
2. Plaats het papier tegen de linkerhoek achter in de lade.
wc74xx-201
Opmerking: Zorg dat het papier niet boven de maximumvullijn uitkomt.
Opmerking: Plaats papier altijd in de richting die in het schema wordt weergegeven, in de lade.
3. Stel de geleiders zo af dat deze de randen van de stapel raken.
4. Duw de lade helemaal in de kast.
5. Raak desgewenst Instellingen wijzigen op het aanraakscherm aan, kies soort of kleur van het
papier op het aanraakscherm van de printer, raak Opslaan aan en raak Bevestigen aan.
WorkCentre 7425/7428/7435
60
Gebruikershandleiding
Afdrukken op speciale media
Afdrukken op speciale media
In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld:
•Afdrukken op transparanten op pagina 61
•Afdrukken op enveloppen op pagina 62
•Afdrukken op etiketten op pagina 62
•Afdrukken op glanspapier op pagina 63
Afdrukken op transparanten
Voor een lijst met laden die afdrukken op transparanten ondersteunen, raadpleegt u Compatibiliteit
met lademedia op pagina 50. Gebruik voor de beste resultaten uitsluitend aanbevolen
Xerox-transparanten.
Als u papier, transparanten of andere speciale media wilt bestellen, kunt u contact opnemen met uw
plaatselijke vertegenwoordiger of gaat u naar www.xerox.com/office/WC7425_WC7428_WC7435supplies.
Let op: Beschadigingen die het gevolg zijn van het gebruik van niet-toegestane papiersoorten,
transparanten of andere speciale media, vallen niet onder de garantie, serviceovereenkomst of
Total Satisfaction Guarantee (volle-tevredenheidsgarantie) van Xerox. De Total Satisfaction
Guarantee (volle-tevredenheidsgarantie) van Xerox is beschikbaar in de Verenigde Staten en
Canada. Buiten de VS en Canada kunnen andere garantievoorwaarden gelden. Neem voor meer
informatie contact op met uw plaatselijke vertegenwoordiger.
Voor meer informatie gaat u naar www.xerox.com/paper, Recommended Media List (lijst met
aanbevolen media) (Verenigde Staten) of www.xerox.com/europaper, Recommended Media List
(lijst met aanbevolen media) (Europa).
Richtlijnen
•Verwijder al het papier voordat u transparanten in de lade plaatst.
•Houd transparanten met beide handen langs de zijkanten vast. Vingerafdrukken en kreukels
kunnen de oorzaak zijn van een verminderde afdrukkwaliteit.
•Plaats niet te veel transparanten in de lade. Hierdoor kunnen papierstoringen in de
printer optreden.
•Gebruik geen transparanten met stroken langs de zijkanten.
•Waaier transparanten niet uit voordat u deze plaatst.
•Wijzig de papiersoort op het aanraakscherm van de printer nadat u de transparanten
hebt geplaatst.
•Selecteer in het printerstuurprogramma Transparanten als papiersoort of kies de juiste lade
als papierbron.
WorkCentre 7425/7428/7435
Gebruikershandleiding
61
Afdrukken
Afdrukken op enveloppen
Voor een lijst met laden die afdrukken op enveloppen ondersteunen, raadpleegt u Compatibiliteit met
lademedia op pagina 50.
Richtlijnen
•Correct afdrukken op enveloppen is vooral afhankelijk van de kwaliteit en constructie van de
enveloppen. Gebruik alleen papieren enveloppen die voorkomen in de Recommended Media List
(lijst met aanbevolen media) op www.xerox.com/paper (Verenigde Staten) of
www.xerox.com/europaper (Europa).
•Zorg voor een constante omgevingstemperatuur en relatieve luchtvochtigheid.
•Bewaar ongebruikte enveloppen altijd in hun oorspronkelijke verpakking om te voorkomen dat ze
te droog of te vochtig worden. Als dat toch gebeurt, kan dat de afdrukkwaliteit negatief
beïnvloeden of ertoe leiden dat de enveloppen kreuken. Als enveloppen te vochtig worden, kunnen
ze aan elkaar blijven plakken vóór of tijdens het afdrukken.
•Gebruik geen gewatteerde enveloppen. Koop enveloppen die vlak liggen op een oppervlak.
•Vermijd enveloppen met warmteactieve lijm.
•Vermijd enveloppen met druksluitingen.
•Leg een zwaar boek op de enveloppen om luchtbellen uit de enveloppen te verwijderen voordat u
ze in de printer plaatst.
•Selecteer in het printerstuurprogramma het Envelopformaat als papiersoort of kies de juiste lade
als papierbron.
Let op: Gebruik nooit enveloppen met vensters of metalen klemmen. Deze kunnen de printer
beschadigen. Beschadigingen die het gevolg zijn van het gebruik van niet-ondersteunde
enveloppen, vallen niet onder de garantie, serviceovereenkomst of de Total Satisfaction
Guarantee (volle-tevredenheidsgarantie) van Xerox. De Total Satisfaction Guarantee
(volle-tevredenheidsgarantie) van Xerox is beschikbaar in de Verenigde Staten en Canada.
Buiten de VS en Canada kunnen andere garantievoorwaarden gelden. Neem voor meer informatie
contact op met uw plaatselijke vertegenwoordiger.
Afdrukken op etiketten
Voor een lijst met laden die afdrukken op etiketten ondersteunen, raadpleegt u Compatibiliteit met
lademedia op pagina 50.
Als u papier, transparanten of andere speciale media wilt bestellen, kunt u contact opnemen met uw
plaatselijke vertegenwoordiger of gaat u naar de Xerox-website met verbruiksartikelen op
•Voer een vel etiketten niet meer dan eenmaal in de printer in.
•Druk slechts op één zijde van een vel met etiketten af. Gebruik alleen volle vellen met etiketten.
•Gebruik geen vellen waarop etiketten ontbreken; onvolledige vellen kunnen de printer beschadigen.
•Bewaar niet-gebruikte etiketten liggend in de originele verpakking. Laat de vellen met etiketten in
de oorspronkelijke verpakking zitten totdat u ze gaat gebruiken. Plaats ongebruikte vellen met
etiketten weer in de oorspronkelijke verpakking en sluit deze goed.
•Bewaar etiketten niet in zeer droge of vochtige, of zeer warme of koude omgevingen. Als u de
etiketten in extreme omstandigheden bewaart, kunnen ze kwaliteitsproblemen veroorzaken of de
printer laten vastlopen.
•Draai de stapel vellen regelmatig om. Als etiketten erg lang onder extreme omstandigheden zijn
opgeslagen, kunnen ze omkrullen en vastlopen in de printer.
•Selecteer in het printerstuurprogramma Etiketten als papiersoort of kies de juiste lade
als papierbron.
Afdrukken op glanspapier
Voor een lijst met laden die glanspapier ondersteunen, raadpleegt u Compatibiliteit met lademedia op
pagina 50.
Als u papier, transparanten of andere speciale media wilt bestellen, kunt u contact opnemen met uw
plaatselijke vertegenwoordiger of gaat u naar de Xerox-website met verbruiksartikelen voor uw printer:
•Open verzegelde pakken glanspapier pas wanneer u het papier in de printer wilt plaatsen.
•Laat het glanspapier in de oorspronkelijke verpakking en haal een pak pas uit de doos wanneer u
het wilt gebruiken.
•Verwijder al het overige papier uit de lade voordat u glanspapier plaatst.
•Plaats alleen het aantal vellen glanspapier dat u wilt gebruiken. Laat het glanspapier niet in de
lade zitten wanneer u klaar bent met afdrukken. Plaats ongebruikt glanspapier terug in de
oorspronkelijke verpakking en sluit deze goed.
•Draai de stapel vellen regelmatig om. Als glanspapier erg lang is opgeslagen onder extreme
omstandigheden, kan het gaan omkrullen en vastlopen in de printer.
•Raak in het printerstuurprogramma Glanzend, Glanzend papier - zijde 2, Zwaar glanzend papier
of Zwaar glanzend papier - zijde 2 aan als papiersoort of kies de lade waarin het gewenste papier
is geplaatst.
Zie ook:
Ondersteunde mediaformaten en -gewichten op pagina 48
Compatibiliteit met lademedia op pagina 50
WorkCentre 7425/7428/7435
Gebruikershandleiding
63
Afdrukken
Afdrukopties instellen
Afdrukopties (ook wel printerstuurprogrammaopties genoemd) zoals aangepast formaat en
2-zijdig afdrukken, worden geselecteerd in Voorkeursinstellingen (Windows) en
Xerox toepassingen (Macintosh).
In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld:
•Afdrukopties onder Windows op pagina 64
•Afdrukopties onder Macintosh op pagina 66
Afdrukopties onder Windows
In de volgende tabel bevat een overzicht van afdrukopties die zijn gerangschikt in tabbladen in het
venster Voorkeursinstellingen:
Beeldopties: Verkleinen/vergroten via applicatie, Conceptmode, Kantlijnen,
Gespiegelde aflevering, PostScript-doorvoer
Katernopmaak: Beeldvolgorde in katern
Geavanceerde afdruktoepassingen, Downloadoptie voor TrueType-fonts, Uitvoeroptie
(PostScript), PostScript-taalniveau, Handler voor PostScript-fouten verzenden
Opmerking: Voor meer informatie over printerstuurprogrammaopties onder Windows klikt u op de
toets Help in de rechteronderhoek van het tabblad in het venster Voorkeursinstellingen.
WorkCentre 7425/7428/7435
64
Gebruikershandleiding
Afdrukopties instellen
Instellen van standaardafdrukopties (Windows)
Wanneer u in een willekeurige softwaretoepassing afdrukt, gebruikt de printer de instellingen voor de
afdrukopdracht, die zijn opgegeven in het venster Voorkeursinstellingen. U kunt uw meest
voorkomende afdrukopties instellen en deze opslaan zodat u de instellingen niet telkens hoeft te
wijzigen wanneer u afdrukt.
Als u bijvoorbeeld bij de meeste opdrachten op beide zijden van het papier wilt afdrukken, geeft u
2-zijdig afdrukken op bij Voorkeursinstellingen.
Voorkeursinstellingen wijzigen:
1. Klik op de Windows-statusbalk op Start, Instellingen en klik op Printers en faxapparaten.
2. Klik met de rechtermuisknop in de map Printers en faxapparaten op het pictogram van uw printer
en klik op Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
3. Klik op een tabblad in het venster Voorkeursinstellingen, voer selecties uit en klik op OK om op
te slaan.
Opmerking: Voor meer informatie over printerstuurprogrammaopties onder Windows klikt u op de
toets Help in de rechteronderhoek van het tabblad in het venster Voorkeursinstellingen.
Afdrukopties selecteren voor een specifieke opdracht (Windows)
Als u voor een bepaalde opdracht speciale afdrukopties wilt gebruiken, moet u de voorkeursinstellingen
wijzigen voordat u de opdracht naar de printer verzendt. Als u bijvoorbeeld de afdrukkwaliteit
Verbeterd wilt gebruiken bij het afdrukken van een bepaald document, kiest u deze instelling bij de
voorkeursinstellingen voordat u de betreffende opdracht afdrukt.
1. Terwijl het document geopend is in uw toepassing, opent u het dialoogvenster Afdrukken
(Bestand/Afdrukken of CTRL+P in Windows, Bestand/Druk af of CMD+P op een Macintosh voor
de meeste softwaretoepassingen).
2. Kies de WorkCentre 7425/7428/7435 en klik op de toets Eigenschappen om het venster
Voorkeursinstellingen te openen. Deze toets heet is sommige toepassingen Voorkeuren. Kies een
tabblad in het venster Voorkeursinstellingen en maak selecties.
3. Klik op OK om op te slaan en sluit het venster Voorkeursinstellingen.
4. Druk de opdracht af.
Een set veelgebruikte afdrukopties opslaan (Windows)
U kunt een set afdrukopties benoemen en opslaan zodat u deze snel kunt toepassen op
toekomstige afdrukopdrachten.
Een set afdrukopties opslaan:
1. Klik op Opgeslagen instellingen onder aan het venster Voorkeursinstellingen en klik op Opslaan als in de lijst.
2. Benoem de set afdrukopties en klik op OK. De set opties is opgeslagen en wordt weergegeven in de
lijst. De volgende keer dat u met deze opties wilt afdrukken, kiest u gewoon de naam in de lijst en
klikt u op OK.
WorkCentre 7425/7428/7435
Gebruikershandleiding
65
Afdrukken
Afdrukopties onder Macintosh
Zie de volgende tabel voor specifieke afdrukopties in het PostScript-printerstuurprogramma
van Macintosh:
GeavanceerdBeeldvolgorde in katern: Links naar rechts, Rechts naar links
Voorblad: Inschakelen, Uitschakelen
Staffelen: Niet staffelen, Elke set
Invoerrand lade 5 (handmatige invoer): Lange kant eerst (normaal), Korte
kant eerst
Opties selecteren voor een specifieke opdracht (Macintosh)
Als u afdrukinstellingen wilt kiezen voor een specifieke opdracht, moet u de instellingen van het
stuurprogramma wijzigen voordat u de opdracht naar de printer verzendt.
1. Open het document in uw toepassing, klik op Bestand en klik op Druk af.
2. Kies uw printer in de lijst Printer.
3. Kies de gewenste afdrukopties in de vervolgkeuzelijsten die worden weergegeven.
4. Klik op Druk af om de opdracht af te drukken.
WorkCentre 7425/7428/7435
66
Gebruikershandleiding
Afdrukopties instellen
Een set veelgebruikte afdrukopties opslaan (Macintosh)
U kunt een set afdrukopties benoemen en opslaan zodat u deze snel kunt toepassen op
toekomstige afdrukopdrachten.
Een set afdrukopties opslaan:
1. Kies de gewenste afdrukopties in de vervolgkeuzelijsten in het menuscherm Druk af.
2. Klik op Opslaan als in het menu Voorinstellingen om de set afdrukopties te benoemen en op
te slaan.
3. De set opties is opgeslagen en wordt weergegeven in de lijst Voorinstellingen. De volgende keer
dat u met deze opties wilt afdrukken, selecteert u gewoon de naam in de lijst.
WorkCentre 7425/7428/7435
Gebruikershandleiding
67
Afdrukken
Dubbelzijdig afdrukken
In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld:
•Richtlijnen voor automatisch 2-zijdig afdrukken op pagina 68
•Een 2-zijdig document afdrukken op pagina 69
•Indelingsopties voor 2-zijdige pagina op pagina 69
Richtlijnen voor automatisch 2-zijdig afdrukken
Een 2-zijdig document kan worden afgedrukt op ondersteund papier. Voordat u een 2-zijdig document
afdrukt, controleert u of de papiersoort wordt ondersteund.
De volgende papiersoorten en media kunnen niet worden gebruikt voor automatisch
2-zijdig afdrukken:
•Transparanten
•Enveloppen
•Etiketten
•Zijde 2 gewoon papier
•Licht papier
•Zijde 2 zwaar papier
•Zeer zwaar papier
•Zijde 2 zeer zwaar papier
•Zwaar glanzend papier
•Zijde 2 zwaar glanzend papier
De volgende papiersoorten en media kunnen worden gebruikt voor automatisch 2-zijdig afdrukken:
•Gewoon papier
•Briefhoofdpapier
•Zwaar papier
•Kringlooppapier
•Bankpostpapier
•Voorbedrukt papier
•Glanspapier
Zie ook:
Ondersteunde mediaformaten en -gewichten op pagina 48
Compatibiliteit met lademedia op pagina 50
WorkCentre 7425/7428/7435
68
Gebruikershandleiding
Dubbelzijdig afdrukken
Een 2-zijdig document afdrukken
Zie de volgende tabel voor printerstuurprogramma-instellingen voor 2-zijdige documenten:
BesturingssysteemProcedure
Windows Vista, Windows 2000,
Windows XP of Windows Server
2003
Macintosh OS X versie 10.3 of
hoger
Klik op het tabblad Papier/uitvoer.
Kies een optie onder 2-zijdig afdrukken:
2-zijdig afdrukken
2-zijdig afdrukken, omslaan via korte kant
Klik in het dialoogvenster Druk af op Opmaak.
Kies een optie onder 2-zijdig:
Ingebonden aan lange zijde
Ingebonden aan korte zijde.
Zie Afdrukopties instellen op pagina 64 voor meer informatie.
Indelingsopties voor 2-zijdige pagina
Wanneer u 2-zijdig afdrukken kiest op het tabblad Papier/aflevering, kunt u de pagina-indeling
opgeven, waarmee wordt bepaald hoe de pagina's worden omgeslagen.
Opties opgeven voor pagina-indeling voor 2-zijdig afdrukken:
1. Klik op het tabblad Opmaak/watermerk.
2. Klik opPortret, Landschap of Geroteerd landschap.
3. Klik op 2-zijdig afdrukken of 2-zijdig afdrukken, omslaan via korte kant.
Portret
2-zijdig afdrukken
PortretLandschap
Portret
2-zijdig afdrukken,
omslaan via korte kant
Landschap
2-zijdig afdrukken,
omslaan via korte kant
WorkCentre 7425/7428/7435
Gebruikershandleiding
Landschap
2-zijdig afdrukken
69
Afdrukken
Welk papier moet ik gebruiken?
Als u een afdrukopdracht naar de printer verzendt, kunt u de printer automatisch het papier laten
selecteren, gebaseerd op het door u geselecteerde documentformaat en de papiersoort. Ook kunt u de
printer opdracht geven papier uit een bepaalde lade te gebruiken.
Selecteren welk papier u wilt gebruiken:
Windows:
1. Klik in het printerstuurprogramma op het tabblad Papier/aflevering. In het overzicht Papier wordt
weergegeven welk papier er voor de afdrukopdracht moet worden gebruikt.
2. Als u het papier wilt wijzigen, klikt u op de toets aan de rechterkant van het papieroverzicht om het
vervolgkeuzemenu voor papierselectie weer te geven.
3. Als u een lade wilt opgeven, klikt u op de lade in het menu Selecteren per lade.
•Als u een papiersoort wilt opgeven, klikt u op de soort in het menu Andere soort.
•Als u een standaardpapierformaat wilt opgeven, klikt u op het menu-item Ander formaat in
het dialoogvenster Papierformaat en klikt u op een papierformaat in de vervolgkeuzelijst Papierformaat afdruk.
Macintosh:
1. Klik op Papierinvoer in het dialoogvenster Druk af.
2. In de vervolgkeuzelijst Alle pagina's uit klikt u op Auto-selecteren om het papier te selecteren op
basis van de instellingen van uw toepassing. Ook kunt u zelf een bepaalde papiersoort
of -lade selecteren.
WorkCentre 7425/7428/7435
70
Gebruikershandleiding
Meerdere pagina's op één vel papier afdrukken (N op 1)
Meerdere pagina's op één vel papier
afdrukken (N op 1)
Wanneer u een document van meerdere pagina's afdrukt, kunt u meer dan één pagina op een vel
papier afdrukken. U kunt één, twee, vier, zes, negen of zestien pagina's per zijde afdrukken.
12
43
Ga als volgt te werk als u meerdere pagina's op één vel papier wilt afdrukken in een
ondersteund stuurprogramma:
Windows (2000 of later)
1. Klik op het tabblad Opmaak/watermerk.
2. Klik op de toets Pagina's per vel (N op 1) voor het aantal pagina's dat u op elke zijde van het vel
wilt afdrukken.
Macintosh OS X (versie 10.3 of hoger)
1. Klik in het dialoogvenster Druk af op Opmaak.
2. Kies in het vervolgkeuzemenu Pagina's per vel het aantal pagina's per vel.
3. Klik op een toets bij Opmaakrichting om de volgorde te selecteren waarin de beelden op het vel
worden afgedrukt.
4. De beelden worden standaard op één zijde van het vel afgedrukt. Klik op 2-zijdig en op een
bindrand om op beide zijden van het vel af te drukken.
WorkCentre 7425/7428/7435
Gebruikershandleiding
71
Afdrukken
Katernen afdrukken
Met de optie voor 2-zijdig afdrukken kunt u een document in de vorm van een klein boek afdrukken. U
kunt katernen afdrukken op elk papierformaat dat wordt ondersteund voor 2-zijdig afdrukken (duplex).
Het stuurprogramma verkleint elk paginabeeld automatisch en drukt vier pagina's per vel af (aan
iedere zijde twee pagina's). De pagina's worden in de juiste volgorde afgedrukt, zodat u deze kunt
vouwen en nieten om een katern te maken.
Bij het afdrukken van katernen kunt u in ondersteunde stuurprogramma's tevens de verschuiving en
bindrug opgeven.
•Verschuiving: hiermee wordt opgegeven hoeveel de paginabeelden naar buiten verschoven
worden (in stappen van 0,1 punt). Dit compenseert voor de dikte van het gevouwen papier,
waardoor het beeld op de pagina anders enigszins naar buiten zou verschuiven wanneer het papier
wordt gevouwen. U kunt een waarde van nul tot en met 1,0 punt opgeven.
•Bindrug: hiermee wordt de horizontale afstand (in punten) tussen de paginabeelden opgegeven.
Een punt is 0,35 mm (1/72 inch).
VerschuivingBindrug
In sommige stuurprogramma's zijn de volgende extra opties voor het afdrukken van
katernen beschikbaar:
•Paginakaders aanbrengen: hiermee wordt een kader rondom elke pagina afgedrukt.
•Bestemmingspapierformaat: hiermee wordt het papierformaat voor het katern bepaald.
•Rechts naar links: hiermee wordt de volgorde van de pagina's in het katern omgedraaid.
WorkCentre 7425/7428/7435
72
Gebruikershandleiding
Katernen afdrukken
Een katern afdrukken in een ondersteund stuurprogramma:
Windows 2000 of hoger en PostScript-stuurprogramma
1. Klik op het tabblad Opmaak/watermerk.
2. Klik op Katernopmaak.
Als u het PostScript-stuurprogramma gebruikt, klikt u op de toets Katernopties om verschuiving en
bindrug op te geven.
3. Klik desgewenst op Paginakaders aanbrengen in de vervolgkeuzelijst.
Stuurprogramma onder Macintosh OS X (versie 10.3 of hoger)
1. Klik in het dialoogvenster Druk af op Xerox toepassingen en klik op de vervolgkeuzelijst
Opmaak/watermerk.
2. Klik in de vervolgkeuzelijst Katernopmaak op Inschakelen. U kunt ook op Paginakaders
aanbrengen of Geen paginakaders klikken.
3. Klik op Katernopties, selecteer een waarde bij Schalen naar nieuw paginaformaat en stel
Bindrug en Vers chuiving in.
4. Klik op Watermerk om een vooraf ingesteld of aangepast watermerk toe te voegen.
WorkCentre 7425/7428/7435
Gebruikershandleiding
73
Afdrukken
Kleurcorrecties gebruiken
De opties voor kleurcorrectie bieden simulaties van verschillende kleurenapparaten. Automatisch is de
standaardcorrectie voor algemene beeldverwerking. Zie de volgende tabel om te bepalen welke optie u
wilt gebruiken.
KleurcorrectieBeschrijving
Automatische kleur
(aanbevolen)
Zwart/witHiermee worden alle kleuren naar zwart/wit of grijstinten geconverteerd.
KleuraanpassingenHiermee worden de aanpassingen aan de kleur weergegeven. Pas de kleur aan door
De kleurcorrectie selecteren in een ondersteund stuurprogramma:
Windows 2000 of hoger en PostScript-stuurprogramma
1. Klik op het tabblad Kleuropties.
2. Selecteer de gewenste kleurcorrectie: Automatische kleur, Zwart/wit of Kleuraanpassingen.
3. Als u de kleurcorrecties wilt aanpassen, klikt u op de toets Kleuraanpassingen.
•Gebruik de schuifregelaar Lichter/donkerder om het gehele beeld lichter of donkerder te maken.
•Gebruik de vervolgkeuzelijst CMYK-kleur om drukperskleuren toe te passen. Selecteer in de
vervolgkeuzelijst de optie Commercieel, SNAP, SWOP, EuroScale of Japan Color.
Stuurprogramma onder Macintosh OS X (versie 10.3 of hoger
1. Klik in het dialoogvenster Druk af op Xerox toepassingen en klik op de
vervolgkeuzelijst Beeldopties.
2. Klik in de vervolgkeuzelijst Afdrukkleurcorrectie op Automatisch, sRGB of Geen.
Gebruik de vervolgkeuzelijst CMYK-broncontrole voor het toepassen van drukperskleuren. Klik in de
vervolgkeuzelijst op Commercieel, SNAP, SWOP, EuroScale of Japan Color.
Hiermee wordt de beste kleurcorrectie toegepast op elk grafisch element: tekst,
afbeeldingen en foto's.
op deze toets te klikken.
WorkCentre 7425/7428/7435
74
Gebruikershandleiding
Afdrukken in zwart/wit
Afdrukken in zwart/wit
Als u wilt afdrukken in zwart/wit en grijstinten, selecteert u zwart/wit in een ondersteund stuurprogramma:
Windows 2000 of hoger en PostScript-stuurprogramma
1. Klik op het tabblad Kleuropties.
2. Klik op de optie Zwart/wit.
Stuurprogramma onder Macintosh OS X (versie 10.3 of hoger)
1. Klik in het dialoogvenster Druk af op Xerox toepassingen en klik op de vervolgkeuzelijst Afdrukkleur.
2. Klik op Grijsschaal.
WorkCentre 7425/7428/7435
Gebruikershandleiding
75
Afdrukken
Scheidingsvellen transparanten
Met deze toepassing wordt een scheidingsvel (een scheidingspagina) tussen de bedrukte
transparanten in uw afdrukopdracht ingevoegd. De papiersoort voor uw opdracht moet zijn ingesteld
op Transparant.
Opmerking: Scheidingsvellen voor transparanten worden niet in uw opdracht opgenomen als uw
opdracht op een ander type media wordt afgedrukt. Ze worden niet opgenomen als u vanuit een
bepaalde lade afdrukt, zelfs wanneer de betreffende lade transparanten bevat.
Windows 2000 of hoger en PostScript-stuurprogramma
1. Klik in het printerstuurprogramma op het tabblad Papier/aflevering. In het overzicht Papier wordt
weergegeven welk papier er voor de afdrukopdracht moet worden gebruikt.
2. Klik op de toets aan de rechterkant van het papieroverzicht om het vervolgkeuzemenu voor de
papierselectie weer te geven.
3. Klik op Andere soort en klik op Transparant.
4. Klik nogmaals op de toets aan de rechterkant van het papieroverzicht om het vervolgkeuzemenu
voor de papierselectie weer te geven.
5. Klik op Scheidingsvellen transparanten.
6. Klik in de vervolgkeuzelijst Scheidingsvellenopties op Blanco scheidingsvellen, Bedrukte
scheidingsvellen (het bedrukte scheidingsvel bevat hetzelfde beeld als de transparant) of
Geen scheidingsvellen.
7. Klik in de vervolgkeuzelijst Bron op de lade die u voor de scheidingsvellen wilt gebruiken.
•Auto-papier selecteren: hiermee wordt automatisch de lade geselecteerd waarvoor de
papiersoort van het scheidingsvel is opgegeven.
•Lade 1 tot en met Lade 5: hiermee wordt een papierlade geselecteerd waarvoor de papiersoort
van het scheidingsvel is opgegeven.
•Deze instellingen voor scheidingsvellen voor transparanten vervangen eventuele instellingen
voor scheidingsvellen voor transparanten in de toepassing. Scheidingsvellen voor
transparanten kunnen niet worden opgegeven bij katernafdruk.
Stuurprogramma onder Macintosh OS X (versie 10.3 of hoger)
1. Klik in het dialoogvenster Druk af op Xerox toepassingen en klik op de
vervolgkeuzelijst Papieraflevering.
2. Klik op de toets aan de rechterkant van het papieroverzicht om het vervolgkeuzemenu voor de
papierselectie weer te geven.
3. Klik op Andere soort en klik op Transparant.
4. Klik nogmaals op de toets aan de rechterkant van het papieroverzicht om het vervolgkeuzemenu
voor de papierselectie weer te geven.
5. Klik op Scheidingsvellen transparanten.
6. Klik in de vervolgkeuzelijst Scheidingsvellenopties op Blanco scheidingsvellen, Bedrukte
scheidingsvellen (het bedrukte scheidingsvel bevat hetzelfde beeld als de transparant) of
Geen scheidingsvellen.
7. Klik in de vervolgkeuzelijst Bron op de lade die u voor de scheidingsvellen wilt gebruiken.
WorkCentre 7425/7428/7435
76
Gebruikershandleiding
Omslagen afdrukken
Omslagen afdrukken
Een omslag is de eerste of de laatste pagina van een document. U kunt op de printer voor de omslag
een andere papierbron selecteren dan voor de resterende pagina's van een document. Gebruik
bijvoorbeeld het briefhoofdpapier van uw bedrijf voor de eerste pagina van een document of gebruik
zwaar papier voor de eerste en laatste pagina van een rapport.
•U kunt elke geschikte papierlade gebruiken als bron voor het afdrukken van omslagen.
•Controleer of de omslag hetzelfde formaat heeft als het papier dat u voor de overige pagina's van
het document gebruikt.
Als u in het printerstuurprogramma een ander formaat opgeeft dan het formaat van het papier in de
lade die u als bron voor de omslagen selecteert, worden de omslagen op hetzelfde papier afgedrukt als
de resterende pagina's van het document.
U hebt meerdere keuzemogelijkheden voor omslagen:
•Geen omslagen: hiermee worden de eerste en de laatste pagina van uw document afgedrukt
vanuit dezelfde lade als de rest van uw document.
•Alleen vooromslag: hiermee wordt de eerste pagina afgedrukt op papier uit de opgegeven lade.
•Alleen achteromslag: hiermee wordt de laatste pagina afgedrukt op papier uit de opgegeven lade.
•Voor- en achteromslag: Hetzelfde: de eerste en laatste pagina worden vanuit dezelfde
lade afgedrukt.
•Voor- en achteromslag: Verschillend: de eerste en laatste pagina kunnen vanuit verschillende
laden worden afgedrukt.
VoorbladAfdrukoptiePagina's afgedrukt op omslag
Eerste1-zijdig afdrukkenPagina 1
2-zijdig afdrukkenPagina 1 en 2
Laatste1-zijdig afdrukkenLaatste pagina
2-zijdig afdrukken
(oneven pagina's)
2-zijdig afdrukken
(even pagina's)
Laatste pagina
Laatste twee pagina's
WorkCentre 7425/7428/7435
Gebruikershandleiding
77
Afdrukken
Als bij 2-zijdig afdrukken niet mag worden afgedrukt op de achterzijde van het vooromslag, moet
pagina twee van uw document blanco zijn. Als niet mag worden afgedrukt op de achteromslag van uw
document, raadpleegt u de volgende tabel voor het invoegen van blanco pagina's.
Afdrukoptie
1-zijdig afdrukkenVoeg één blanco pagina toe aan het einde van het document.
2-zijdig afdrukkenOnevenVoeg twee blanco pagina's toe aan het einde van het document.
Laatste pagina
met tekst
EvenVoeg één blanco pagina toe aan het einde van het document.
Blanco pagina's
Omslagen selecteren in een ondersteund stuurprogramma:
Windows 2000 of later
1. Klik op het tabblad Speciale pagina's.
2. Klik op de toets Omslagen toevoegen.
3. Kies de omslagoptie en de te gebruiken lade in het dialoogvenster Omslagen toevoegen.
Stuurprogramma onder Macintosh OS X (versie 10.3 of hoger)
1. Klik op Papierinvoer in het dialoogvenster Druk af.
2. Klik op Eerste pagina uit en klik op de lade die u voor de omslagen wilt gebruiken.
3. Klik onder Resterende pagina's uit op de lade die u wilt gebruiken voor de resterende pagina's.
Opmerking: Bij het afdrukken van katernen moet de omslag worden geselecteerd als Papierbron
laatste pagina.
WorkCentre 7425/7428/7435
78
Gebruikershandleiding
Schaal aanpassen
Schaal aanpassen
U kunt uw paginabeelden bij het afdrukken verkleinen of vergroten door een schalingswaarde tussen
25 en 400 procent te selecteren. De standaardinstelling is 100 procent.
50%100%200%
Schaalaanpassing selecteren in een ondersteund stuurprogramma:
Windows 2000 of later
1. Klik op het tabblad Papier/uitvoer.
2. Klik op de toets aan de rechterkant van het overzicht Papier en selecteer Ander formaat.
3. Klik op een optie in de vervolgkeuzelijst Schaalopties.
4. Als u op Handmatig aanpassen klikt, moet u een percentage in het percentagevak invoeren.
Stuurprogramma onder Macintosh OS X (versie 10.3 of hoger)
1. Klik op Bestand.
2. Klik op Pagina-instelling.
3. Geef het percentage op in het vak voor Schaal.
WorkCentre 7425/7428/7435
Gebruikershandleiding
79
Afdrukken
Watermerken afdrukken
Een watermerk is aanvullende tekst die op een of meerdere pagina's kan worden afgedrukt. Zo kunt u
bijvoorbeeld termen als Concept en Vertrouwelijk, die u op een pagina zou willen weergeven voordat u
het document verspreidt, met een watermerk invoegen.
In sommige Windows-stuurprogramma's kunt u:
•Een watermerk maken.
•De tekst, kleur, locatie en hoek van een bestaand watermerk bewerken.
•Een watermerk op de eerste pagina of op alle pagina's van een document plaatsen.
•Een watermerk op de voorgrond of de achtergrond afdrukken, of combineren met
de afdrukopdracht.
•Een afbeelding als watermerk gebruiken.
•Een tijdstempel als watermerk gebruiken.
Opmerking: Niet alle toepassingen ondersteunen het afdrukken van watermerken.
Watermerken selecteren, maken en bewerken:
Windows 2000 of later
1. Klik op het tabblad Opmaak/watermerk.
•Als u een bestaand watermerk wilt gebruiken, kiest u dit in de vervolgkeuzelijst Watermerk.
•Als u het watermerk wilt bewerken, klikt u op de toets Bewerken om het dialoogvenster
Watermerk maken/bewerken weer te geven.
•Als u een nieuw watermerk wilt maken, klikt u op Nieuw en gebruikt u het dialoogvenster
Watermerk maken/bewerken.
2. In de vervolgkeuzelijst Watermerk bij Opties:
•Kies een optie om het watermerk op de voorgrond of achtergrond af te drukken of te
combineren met de afdrukopdracht.
•Kies een optie om het watermerk op alle pagina's of alleen op de eerste pagina af te drukken.
WorkCentre 7425/7428/7435
80
Gebruikershandleiding
Watermerken afdrukken
Stuurprogramma onder Macintosh OS X (versie 10.3 of hoger)
1. Klik in het dialoogvenster Druk af op Xerox toepassingen en klik op Opmaak/watermerk.
•Als u een bestaand watermerk wilt gebruiken, kiest u dit in de vervolgkeuzelijst Watermerk.
•Als u het watermerk wilt bewerken, klikt u op de toets Bewerken in de vervolgkeuzelijst
Watermerk om het dialoogvenster Watermerk maken/bewerken weer te geven.
•Als u een nieuw watermerk wilt maken, klikt u op Nieuw in de vervolgkeuzelijst Watermerk om
het dialoogvenster Watermerk maken/bewerken weer te geven.
2. In de vervolgkeuzelijst Opties:
•Kies een optie om het watermerk op de voorgrond of achtergrond af te drukken of te
combineren met de afdrukopdracht.
•Kies een optie om het watermerk op alle pagina's of alleen op de eerste pagina af te drukken.
WorkCentre 7425/7428/7435
Gebruikershandleiding
81
Afdrukken
Spiegelbeelden afdrukken
U kunt pagina's als spiegelbeeld afdrukken (het beeld wordt horizontaal gespiegeld op de
pagina's afgedrukt).
Spiegelbeeld selecteren in een ondersteund stuurprogramma:
Windows 2000 of hoger en PostScript-stuurprogramma
1. Klik op het tabblad Geavanceerd.
2. Klik onder Beeldopties op Aan bij Gespiegelde aflevering.
Stuurprogramma onder Macintosh OS X (versie 10.3 of hoger)
1. Klik in het dialoogvenster Druk af op Xerox toepassingen en klik op Beeldopties.
2. Klik in Beeld omkeren op Spiegelbeeld.
WorkCentre 7425/7428/7435
82
Gebruikershandleiding
Aangepaste formaten maken en opslaan
Aangepaste formaten maken en opslaan
U kunt vanuit lade 5 op aangepast papierformaat afdrukken. U kunt instellingen voor aangepast
papierformaat opslaan in een ondersteund printerstuurprogramma. Deze aangepaste formaten
worden in het besturingssysteem van uw computer opgeslagen, zodat u deze kunt selecteren in de
toepassingen die u gebruikt.
Windows 2000 of later
1. Klik op het tabblad Papier/uitvoer.
2. Klik op de toets aan de rechterkant van het overzicht Papier en klik op Ander formaat.
3. Klik in het dialoogvenster Papierformaat op Nieuw in de vervolgkeuzelijst Papierformaat afdruk.
4. Voer in het dialoogvenster Nieuw aangepast formaat een beschrijvende naam in het vak Naam in
en voer de afmetingen in de vakken Breedte en Hoogte in.
5. Klik op OK.
Macintosh OS X (versie 10.3 of hoger)
1. Klik in het menu Bestand op Pagina-instelling.
2. Kies de printer onder de optie Opmaken voor.
3. Klik in de vervolgkeuzelijst Papierformaat op Beheer aangepaste formaten.
4. Klik op de toets + als u een nieuw aangepast paginaformaat wilt toevoegen.
5. Geef een beschrijvende naam op voor het aangepaste paginaformaat en voer het paginaformaat
en de kantlijngegevens in.
6. Klik op OK.
WorkCentre 7425/7428/7435
Gebruikershandleiding
83
Afdrukken
Bericht 'Opdracht voltooid'
U kunt kiezen of u een bericht wilt ontvangen wanneer uw opdracht is afgedrukt. Rechts onder in het
scherm van uw computer wordt een bericht weergegeven met de naam van de opdracht en de naam
van de printer waarop de opdracht is afgedrukt.
Opmerking: Deze toepassing is alleen beschikbaar wanneer de printer via een netwerk met de
computer is verbonden.
Het bericht 'Opdracht voltooid' inschakelen in een ondersteund stuurprogramma:
Windows 2000 of later
1. Klik onder aan een tabblad van Voorkeursinstellingen voor een stuurprogramma op de toets
Meer status.
2. Klik op het menu Kennisgeving en klik op de gewenste optie.
3. Klik op de X in de rechterbovenhoek om het venster te sluiten.
WorkCentre 7425/7428/7435
84
Gebruikershandleiding
Speciale opdrachttypen afdrukken
Speciale opdrachttypen afdrukken
U kunt een van de volgende speciale opdrachttypen kiezen:
•Beveiligde afdruk: hiermee wordt de opdracht pas afgedrukt nadat u uw naam hebt geselecteerd
en uw numerieke toegangscode van vier tekens op het bedieningspaneel hebt ingevoerd.
•Proefafdruk: hiermee wordt één exemplaar van de opdracht afgedrukt, zodat u deze kunt
controleren. Als u extra exemplaren wilt afdrukken, geeft u de opdracht vrij op het aanraakscherm
van de printer.
•Uitgestelde afdruk: hiermee wordt de opdracht afgedrukt op een door u opgegeven tijdstip.
•Opslaan in mailbox: hiermee wordt de opdracht op de vaste schijf van de printer opgeslagen
zodat de opdracht op aanvraag kan worden afgedrukt via het aanraakscherm van de printer of
vanuit CentreWare IS.
Opdrachten van het type beveiligde afdruk, proefafdruk, uitgestelde afdruk of
opgeslagen in mailbox verzenden
Gebruik een ondersteund stuurprogramma om een opdracht aan te merken als opdracht van het type
beveiligde afdruk, proefafdruk, uitgestelde afdruk of opgeslagen in mailbox.
Windows 2000 of later
1. Klik op het tabblad Papier/uitvoer.
2. Klik onder Opdrachttype op het gewenste opdrachttype.
3. In het dialoogvenster:
•Voor een opdracht van het type Beveiligde afdruk voert u uw viercijferige toegangscode in het
venster Beveiligde afdruk in en bevestigt u deze code.
•Voor een opdracht van het type Proefafdruk kiest u de afdrukinstelling voor de opdracht, klikt u
op Proefafdruk en klikt u op Afdrukken.
•Voor een opdracht van het type Uitgestelde afdruk voert u het tijdstip in waarop de opdracht
moet worden afgedrukt, klikt u op OK en klikt u op Afdrukken.
•Voor een opdracht van het type Opslaan in mailbox voert u een naam voor de opdracht in (klik
op de vervolgkeuzelijst voor opties) en vervolgens het vooraf gedefinieerde Mailboxnummer.
Kies desgewenst opties voor Beveiligde opgeslagen opdracht.
WorkCentre 7425/7428/7435
Gebruikershandleiding
85
Afdrukken
Stuurprogramma onder Macintosh OS X (versie 10.3 of hoger)
1. In het dialoogvenster Druk af selecteert u het opdrachttype in de vervolgkeuzelijst Opdrachttype.
•Voor een opdracht van het type Beveiligde afdruk voert u uw viercijferige toegangscode in het
venster Beveiligde afdruk in en bevestigt u deze code.
•Voor een opdracht van het type Proefafdruk kiest u de afdrukinstelling voor de opdracht, klikt u
op Proefafdruk en klikt u op Afdrukken.
•Voor een opdracht van het type Uitgestelde afdruk voert u het tijdstip in waarop de opdracht
moet worden afgedrukt, klikt u op OK en klikt u op Afdrukken.
•Voor een opdracht van het type Opslaan in mailbox voert u een naam voor de opdracht in (klik
op de vervolgkeuzelijst voor opties) en vervolgens het vooraf gedefinieerde Mailboxnummer.
Kies desgewenst opties voor Opslaan, Opslaan en afdrukken en Beveiligde opgeslagen opdracht.
Beveiligde afdrukopdrachten afdrukken of verwijderen
1. Druk op het bedieningspaneel van de printer op Opdrachtstatus. Het tabblad Actieve opdrachten
wordt weergegeven.
2. Raak de gewenste opdracht aan en kies de gewenste actie in het vervolgkeuzemenu.
3. Voer uw toegangscode in via het toetsenbord van de printer en raak Bevestigen aan.
Proefafdrukopdrachten afdrukken of verwijderen
1. Druk op het bedieningspaneel van de printer op Opdrachtstatus. Het tabblad Actieve opdrachten
wordt weergegeven.
2. Raak de gewenste opdracht aan en kies de gewenste actie in het vervolgkeuzemenu.
Uitgestelde afdrukopdrachten afdrukken of verwijderen
1. Druk op het bedieningspaneel van de printer op Opdrachtstatus. Het tabblad Actieve opdrachten
wordt weergegeven.
2. Raak de gewenste opdracht aan en kies de gewenste actie in het vervolgkeuzemenu.
In de mailbox opgeslagen afdrukopdrachten afdrukken of verwijderen
1. Druk op het bedieningspaneel van de printer op Opdrachtstatus. Het tabblad Actieve opdrachten
wordt weergegeven.
2. Raak de gewenste opdracht aan en kies de gewenste actie in het vervolgkeuzemenu.
WorkCentre 7425/7428/7435
86
Gebruikershandleiding
Kopiëren
In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen behandeld:
•Eenvoudige kopieertaken op pagina 88
•Kopieeropties aanpassen op pagina 90
5
87
Kopiëren
Eenvoudige kopieertaken
Kopieën maken:
1. Plaats uw originelen. Gebruik de glasplaat voor enkele kopieën of de AOD voor meerdere pagina's.
-
Glasplaat
Til de klep van de AOD omhoog en plaats het
origineel met de beeldzijde omlaag in de hoek
linksachter van de glasplaat.
-
AOD
Plaats originelen met de beeldzijde omhoog
waarbij de linkerrand van de pagina als eerste
in de AOD wordt ingevoerd. Het groene lampje
duidt op correcte plaatsing van de originelen.
wc74xx-205
Stel de papiergeleiders zo af dat ze tegen de
originelen passen.
2. Raak op het bedieningspaneel van de printer de toets Alles wissen aan om eerdere
kopieerinstellingen te verwijderen.
3. Raak op het aanraakscherm van de printer Kopiëren aan.
WorkCentre 7425/7428/7435
88
Gebruikershandleiding
Eenvoudige kopieertaken
4. Gebruik het toetsenbord aan de rechterkant van het bedieningspaneel om het aantal kopieën in
te voeren. Het geselecteerde aantal kopieën wordt weergegeven in de rechterbovenhoek van
het aanraakscherm.
•Als u het aantal kopieën dat via het toetsenbord is ingevoerd, wilt corrigeren, drukt op u de gele
toets Alles wissen.
•Als u een kopieeropdracht wilt stoppen, drukt u op de rode toets Stop op het bedieningspaneel.
Raak op het aanraakscherm Hervatten aan om door te gaan met de opdracht of raak
Annuleren aan om de opdracht volledig te annuleren.
5. Wijzig desgewenst de kopieerinstellingen. Zie Kopieeropties aanpassen op pagina 90.
6. Druk op de groene toets Start op het bedieningspaneel.
•Wanneer u de AOD gebruikt, gaat het kopiëren door totdat de AOD leeg is.
•Wanneer u de glasplaat gebruikt voor 2-zijdig kopiëren, wordt een bericht op het
aanraakscherm weergegeven wanneer het tijd is om het volgende origineel op de glasplaat te
leggen. Druk op de groene toets Start om het volgende origineel te kopiëren.
WorkCentre 7425/7428/7435
Gebruikershandleiding
89
Kopiëren
Kopieeropties aanpassen
In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld:
•Basisinstellingen op pagina 90
•Aanpassingen afdrukkwaliteit op pagina 94
•Opmaakaanpassingen op pagina 97
•Aanpassingen aan afleveringsopmaak op pagina 101
•Geavanceerd kopiëren op pagina 106
Basisinstellingen
Gebruik het tabblad Kopiëren om de volgende basisinstellingen te wijzigen:
•Kleurenkopieën of zwart/witkopieën selecteren op pagina 90
•Beeld verkleinen of vergroten op pagina 91
•Lade voor kopieerpapier selecteren op pagina 91
•2-zijdige originelen opgeven voor kopieën op pagina 92
•Kopieën in sets op pagina 92
•Kopieën nieten op pagina 93
•Kopieën vouwen op pagina 93
•Kopieën perforeren op pagina 93
•Katern maken op pagina 93
Kleurenkopieën of zwart/witkopieën selecteren
Als het origineel kleuren bevat, kunt u kopieën in 4 kleuren, in een enkele kleur (monochroom) of in
zwart/wit maken.
De afdrukkleur selecteren:
1. Raak Kopiëren aan op het aanraakscherm.
2. Selecteer de afdrukkleur:
•Automatische herkenning: Hiermee wordt de kleurinhoud van het origineel gedetecteerd en
worden kopieën in 4 kleuren gemaakt als het origineel een kleurendocument is of worden
kopieën in zwart/wit gemaakt als het origineel een zwart/witdocument is.
•Kleur: Er worden kopieën in 4 kleuren gemaakt waarbij alle vier de afdrukkleuren worden
gebruikt (cyaan, magenta, geel en zwart).
•Zwart/wit: Er worden kopieën in alleen zwart/wit gemaakt. Kleuren in het origineel worden
naar grijstinten geconverteerd.
3. Voor kopieën die in tinten van een enkele kleur worden afgedrukt:
a. Raak het tabblad Beeldkwaliteit aan en raak Kleureffecten aan.
b. Raak 1 kleur aan en raak een van de zes kleurkeuzen aan.
c.Raak Opslaan aan.
WorkCentre 7425/7428/7435
90
Gebruikershandleiding
Kopieeropties aanpassen
Beeld verkleinen of vergroten
De beeldgrootte kan worden verkleind tot maximaal 25% van het origineelformaat of worden vergroot
tot maximaal 400% van het origineelformaat.
Het beeld verkleinen of vergroten:
1. Raak Kopiëren aan op het aanraakscherm.
2. Als u het beeld verhoudingsgewijs wilt verkleinen of vergroten, raakt u de pijl-omhoog of de
pijl-omlaag aan.
3. Het beeld verhoudingsgewijs verkleinen of vergroten met een vooraf ingestelde factor, bijvoorbeeld
wanneer het op een bepaald papierformaat moet passen:
a. Raak Meer aan.
b. Raak Proportioneel % aan en raak een van de toetsen Voorinstelling % aan.
Opmerking: U kunt ook de pijl-omhoog en de pijl-omlaag aanraken om het percentage te wijzigen.
c.Als u het beeld op de pagina wilt centreren, raakt u Automatisch midden aan.
d. Raak Opslaan aan.
4. De breedte en lengte van het beeld verkleinen of vergroten met verschillende percentages:
a. Raak onder Verkleinen/vergroten de optie Meer aan en raak Onafhankelijk X-Y% aan.
b. Gebruik de pijltoetsen om de breedte (X-as) van het beeld te wijzigen.
c.Gebruik de pijltoetsen om de lengte (Y-as) van het beeld te wijzigen.
Opmerking: U kunt ook een van de toetsen Voorinstelling % aanraken.
d. Als u het beeld op de pagina wilt centreren, raakt u Automatisch midden aan.
e. Raak Opslaan aan.
Lade voor kopieerpapier selecteren
U kunt kopieën maken op briefhoofdpapier, gekleurd papier, verschillende papierformaten of
transparanten door een papierlade te selecteren waarin de gewenste media zijn geplaatst.
De lade selecteren die u wilt gebruiken:
1. Raak Kopiëren aan op het aanraakscherm.
2. Raak een van de laden die worden weergegeven onder Papierinvoer aan.
Opmerking: De printer bevat twee papierladen en als optie zijn extra laden verkrijgbaar.
Opmerking: Laden kunnen ook als volgt worden geselecteerd:
a. Raak Meer aan.
b. Raak de gewenste lade aan.
c.Raak Opslaan aan.
Opmerking: Met Auto-selectie kan de printer automatisch laden gebruiken die het juiste
papierformaat bevatten.
WorkCentre 7425/7428/7435
Gebruikershandleiding
91
Kopiëren
2-zijdige originelen opgeven voor kopieën
De AOD kan worden gebruikt om een of twee zijden van 2-zijdige originelen te kopiëren. U kunt ook
1-zijdige of 2-zijdige kopieën maken van 2-zijdige originelen.
De zijden selecteren voor kopiëren:
1. Raak Kopiëren aan op het aanraakscherm.
2. Raak een van de volgende opties aan onder 2-zijdig kopiëren:
•1 -> 1-zijdig: hiermee wordt slechts één zijde van de originelen gescand en worden 1-zijdige
kopieën gemaakt.
•1 -> 2-zijdig: hiermee wordt slechts één zijde van de originelen gescand en worden 2-zijdige
kopieën gemaakt.
•2 -> 2-zijdig: hiermee worden beide zijden van de originelen gescand en worden 2-zijdige
kopieën gemaakt.
•2 -> 1-zijdig: hiermee worden beide zijden van de originelen gescand en worden 1-zijdige
kopieën gemaakt.
3. Als u 2-zijdige kopieën hebt geselecteerd en u wilt de beelden op zijde 2 180 graden gedraaid
hebben, raakt u Zijde 2 roteren aan.
Kopieën in sets
Wanneer er verschillende kopieën van een document met meerdere pagina's worden gemaakt, kunnen
de kopieën automatisch tot sets worden gevormd. Wanneer u bijvoorbeeld drie enkelzijdige kopieën in
sets maakt van een document van 6 pagina's, worden de kopieën in onderstaande volgorde afgedrukt:
2. Raak voor kopieën in sets de optie Sets aan onder Aflevering kopieën.
3. Als u over de juiste afwerkeenheid beschikt, kunt u kopieën in sets nieten. Raak Sets Nietje of Sets
2 nietjes aan.
Kopieën in stapels
1. Raak Meer of Perforeren en meer (standaardafwerkeenheid LX en professionele afwerkeenheid)
onder Aflevering kopieën aan.
2. Raak Stapels of Stapels, scheidingsvellen (als u scheidingsvellen in een andere lade hebt
geplaatst) onder Aflevering in sets aan.
3. Raak Opslaan aan.
WorkCentre 7425/7428/7435
92
Gebruikershandleiding
Kopieeropties aanpassen
Kopieën nieten
Als uw printer over een afwerkeenheid met een nietapparaat beschikt, kunnen kopieën automatisch
worden geniet.
Nieten selecteren:
1. Raak Kopiëren aan op het aanraakscherm.
2. Als het origineel is:
a. Sets: raak onder Aflevering kopieën de optie Sets Nietje of Sets 2 nietjes aan.
b. Stapels: raak Meer of Perforeren en meer (standaardafwerkeenheid LX en professionele
afwerkeenheid) aan en raak 1 nietje, 2 nietjes of 2 nietjes boven aan. Op het scherm wordt de
plaats van het nietje op de pagina weergegeven.
c.Raak Opslaan aan.
Kopieën vouwen
Als uw printer is uitgerust met de standaardafwerkeenheid LX, kunt u kopieën knikken en vervolgens
handmatig vouwen. Als u over de professionele afwerkeenheid beschikt, kunt u kopieën vouwen.
1. Raak Kopiëren aan op het aanraakscherm.
2. Raak Vouwen aan onder Aflevering kopieën en raak Enkele vouw aan.
3. Raak Een pagina per keer vouwen of Vouwen als set aan.
4. Wanneer Vouwen als set is geselecteerd, zijn de volgende opties beschikbaar:
•Nieten aan of uit.
•Omslagen, met opties voor Blanco omslagen of 2-zijdige omslagen en ladeselectie voor
papier voor voorbladen en corpus. Zie Omslagen opnemen op pagina 103 voor
meer informatie.
5. Raak Opslaan aan.
Kopieën perforeren
Als uw printer is uitgerust met de standaardafwerkeenheid LX met perforator of met de professionele
afwerkeenheid, kunnen kopieën automatisch worden geperforeerd.
1. Raak Kopiëren aan op het aanraakscherm.
2. Raak onder Aflevering kopieën de optie Perforeren en meer aan.
3. Raak onder Perforeren de optie 2 gaten of 3 gaten aan.
4. Raak Boven aan om de bovenzijde van de pagina te perforeren in plaats van de linkerzijde.
Katern maken
Als uw printer is uitgerust met de standaardafwerkeenheid LX of de professionele afwerkeenheid,
kunnen kopieën als katern worden ingedeeld. Het katern kan worden gevouwen, geniet of beide.
Zie Katernen maken op pagina 101.
WorkCentre 7425/7428/7435
Gebruikershandleiding
93
Kopiëren
Aanpassingen afdrukkwaliteit
Gebruik het tabblad Afdrukkwaliteit op het aanraakscherm om de volgende instellingen voor de
afdrukkwaliteit te wijzigen:
•Origineeltype opgeven op pagina 94
•Aanpassen van donkerheid, scherpte en verzadiging op pagina 94
•Achtergrondverschillen automatisch onderdrukken op pagina 95
•Contrast aanpassen op pagina 95
•Kleureffecten selecteren op pagina 95
•Kleurbalans aanpassen op pagina 96
•Glansniveau selecteren op pagina 96
Origineeltype opgeven
De printer optimaliseert de afdrukkwaliteit van kopieën op basis van het soort beelden in het origineel
en hoe het origineel is gemaakt.
Het origineeltype opgeven:
1. Raak Kopiëren op het aanraakscherm aan en raak het tabblad Afdrukkwaliteit aan.
2. Raak Origineeltypeaan.
3. Raak Automatisch, Foto en tekst, Te k st , Foto of Kaarten aan.
•Voor Foto en tekst of Foto raakt u Gerasterde foto, Foto of Fotokopie aan.
•Voor tekst raakt u Afgedrukte tekst of Lichte tekst aan (alleen beschikbaar als de kleur voor de
aflevering van kopieën is ingesteld op Zwart/wit).
4. Raak Opslaan aan.
Aanpassen van donkerheid, scherpte en verzadiging
U kunt kopieën lichter of donkerder maken en de scherpte en verzadiging aanpassen.
Deze beeldopties aanpassen:
1. Raak Kopiëren op het aanraakscherm aan en raak het tabblad Afdrukkwaliteit aan.
2. Raak Beeldopties aan.
3. Verplaats de schuifregelaar Lichter/donkerder door de pijl-omhoog of pijl-omlaag aan te raken om
het beeld lichter of donkerder te maken.
4. Verplaats de schuifregelaar Scherpte door de pijl-omhoog of pijl-omlaag aan te raken om het
beeld scherper of zachter te maken.
5. Verplaats de schuifregelaar Verzadiging door de pijl-omhoog of pijl-omlaag aan te raken om de
beeldkleuren meer of minder levendig te maken.
6. Raak Opslaan aan.
WorkCentre 7425/7428/7435
94
Gebruikershandleiding
Kopieeropties aanpassen
Achtergrondverschillen automatisch onderdrukken
Wanneer u originelen gebruikt die op dun papier zijn gedrukt, schijnt de tekst of het beeld op de ene
zijde van het papier soms door op de andere zijde van het papier. U kunt dit in uw kopie voorkomen
door de instelling Automatische onderdrukking te gebruiken zodat de printer minder gevoelig is voor
variaties in lichte achtergrondkleuren.
Deze instelling wijzigen:
1. Raak Kopiëren op het aanraakscherm aan en raak het tabblad Afdrukkwaliteit aan.
2. Raak Afdrukverbetering aan.
3. Raak onder Achtergrondonderdrukking de optie Automatische onderdrukking aan.
4. Raak Opslaan aan.
Contrast aanpassen
Contrast is het verschil tussen lichte en donkere gebieden in een beeld. Het contrast van de kopieën
verkleinen of vergroten:
1. Raak Kopiëren op het aanraakscherm aan en raak het tabblad Afdrukkwaliteit aan.
2. Raak Afdrukverbetering aan.
3. Raak Handmatig contrast aan.
4. Verplaats de schuifregelaar door de pijl-omhoog of pijl-omlaag te gebruiken om meer of minder
contrast te selecteren.
5. Raak Opslaan aan.
Kleureffecten selecteren
Als u een kleurenorigineel hebt, kunt u de kopiekleuren aanpassen via voorinstellingen genaamd
Kleureffecten. De kopiekleuren kunnen helderder of koeler worden gemaakt.
Een kleureffect selecteren:
1. Raak Kopiëren op het aanraakscherm aan en raak het tabblad Afdrukkwaliteit aan.
2. Raak Kleureffecten aan.
3. Raak de gewenste voorinstelling voor kleur aan. De voorbeelden die aan de rechterkant van het
aanraakscherm worden weergegeven, laten zien hoe de kleuren worden aangepast.
4. Raak Uit aan om de kleuraanpassing te annuleren.
5. Raak 2 kleuren aan om een kopie met twee kleuren te maken.
a. Raak Bronkleur aan en raak Anders dan zwart of Kleur aan om de bronkleur te selecteren en
raak vervolgens Opslaan aan.
b. Raak Kleur doelgebied aan, raak de kleur aan die de bronkleur moet vervangen binnen het
doelgebied, en raak Opslaan aan.
c.Raak Kleur niet-doelgebied aan, raak de kleur aan die de bronkleur moet vervangen buiten het
doelgebied, en raak Opslaan aan.
6. Raak 1 kleur aan om een kopie te maken in een enkele kleur die in de lijst is geselecteerd.
7. Raak Opslaan aan.
WorkCentre 7425/7428/7435
Gebruikershandleiding
95
Kopiëren
Kleurbalans aanpassen
Als u een kleurenorigineel hebt, kunt u de balans tussen de primaire afdrukkleuren (cyaan, magenta,
geel en zwart) aanpassen.
De kleurbalans aanpassen:
1. Raak Kopiëren op het aanraakscherm aan en raak het tabblad Afdrukkwaliteit aan.
2. Raak Kleurbalans aan.
3. De dichtheidsniveaus van hooglicht, middentoon en schaduw aanpassen op kleur:
a. Raak de gewenste kleur aan.
b. Raak de pijl-omhoog of pijl-omlaag aan om de niveaus voor hooglichten, middentonen en
schaduwen aan te passen.
c.Herhaal stap 3a en 3b voor elke kleur.
4. Raak Opslaan aan.
Kleurverschuiving aanpassen
Als u een kleurenorigineel hebt, kunt u de tinten van de kopiekleuren aanpassen.
De kleurbalans aanpassen:
1. Raak Kopiëren op het aanraakscherm aan en raak het tabblad Afdrukkwaliteit aan.
2. Raak Kleurverschuiving aan. De balk Kleur origineel vertegenwoordigt de kleuren van het origineel.
De balk Kleur kopie vertegenwoordigt de kleuren van de kopie.
3. Raak een van de vijf toetsen van Min tot Plus aan om de gewenste kleurverschuiving te selecteren.
4. Raak Opslaan aan.
Opmerking: Deze toepassing is alleen beschikbaar wanneer de afdrukkleur is ingesteld op
Automatische herkenning of Kleur.
Glansniveau selecteren
Het glansniveau kan worden verbeterd zodat er glanzender kopieën worden gemaakt.
Het glansniveau aanpassen:
1. Raak Kopiëren op het aanraakscherm aan en raak het tabblad Afdrukkwaliteit aan.
2. Raak Glansniveau aan.
3. Raak Normaal aan voor normale glans of raak Verbeterd aan voor glanzender kopieën.
4. Raak Opslaan aan.
WorkCentre 7425/7428/7435
96
Gebruikershandleiding
Kopieeropties aanpassen
Opmaakaanpassingen
Gebruik het tabblad Opmaakaanpassing om de volgende instellingen te wijzigen:
•Kopiëren (boek) op pagina 97
•2-zijdig kopiëren (boek) op pagina 98
•Origineelformaat opgeven op pagina 98
•Randen van kopieerdocumenten wissen op pagina 98
•Beeld verschuiven op pagina 99
•Het beeld roteren op pagina 100
•Het beeld omkeren op pagina 100
•De richting van het origineel opgeven op pagina 99
Kopiëren (boek)
Wanneer u een boek, tijdschrift of ander ingebonden document kopieert, kunt u tegenover elkaar
liggende pagina's op afzonderlijke vellen kopiëren.
Gebruik de glasplaat voor het kopiëren van boeken, tijdschriften en pamfletten. Plaats geen
ingebonden originelen in de AOD.
Opmerking: Deze toepassing en 2-zijdig kopiëren (boek) op pagina 98 kunnen niet tegelijkertijd
worden geactiveerd.
Opmerking: Documenten met een niet-standaardformaat worden niet op correcte wijze in twee
pagina's gescheiden.
Pagina's kopiëren uit een boek of ander ingebonden document:
1. Raak Kopiëren op het aanraakscherm aan en raak het tabblad Opmaakaanpassing aan.
2. Raak Kopiëren (boek) aan. Raak op het volgende scherm Aan aan.
a. Als u beide pagina's van een opengeslagen boek op paginavolgorde wilt kopiëren, raakt u
Beide pagina's aan. Raak desgewenst de pijl-omhoog of pijl-omlaag aan om de hoeveelheid
voor het Bindrug wissen, de ruimte tussen het beeldgebied en de bindrand, op te geven.
b. Als u alleen de linkerpagina van een opengeslagen boek wilt kopiëren, raakt u Alleen
linkerpagina aan. Raak desgewenst de pijl-omhoog of pijl-omlaag aan om de hoeveelheid
voor het Bindrug wissen, de ruimte tussen het beeldgebied en de bindrand, op te geven.
c.Als u alleen de rechterpagina van een opengeslagen boek wilt kopiëren, raakt u Alleen
rechterpagina aan. Raak desgewenst de pijl-omhoog of pijl-omlaag aan om de hoeveelheid
bindrug op te geven, die moet worden gewist.
3. Raak Opslaan aan.
Opmerking: De tegenover elkaar liggende pagina's van een ingebonden document moeten in
een horizontale richting op de glasplaat worden geplaatst, zoals op het aanraakscherm
wordt aangegeven.
WorkCentre 7425/7428/7435
Gebruikershandleiding
97
Kopiëren
2-zijdig kopiëren (boek)
Met deze toepassing kunt u 2-zijdige kopieën van tegenover elkaar liggende pagina's van het
ingebonden origineel maken.
Opmerking: Deze toepassing en Kopiëren (boek) op pagina 97 kunnen niet tegelijkertijd
worden geactiveerd.
Opmerking: Gebruik de glasplaat voor het kopiëren van boeken, tijdschriften en pamfletten. Plaats
geen ingebonden originelen in de AOD.
Opmerking: Documenten met een niet-standaardformaat worden niet op correcte wijze in twee
pagina's gescheiden.
Pagina's kopiëren uit een boek of ander ingebonden document:
1. Raak Kopiëren op het aanraakscherm aan en raak het tabblad Opmaakaanpassing aan.
2. Raak 2-zijdig kopiëren (boek) aan. Raak op het volgende scherm Aan aan.
3. Met Eerste en laatste pagina worden de eerste en laatste pagina voor het kopiëren opgegeven.
•Raak voor Beginpagina de optie Linkerpagina of Rechterpagina aan
•Raak voor Eindpagina de optie Linkerpagina of Rechterpagina aan
4. Raak Opslaan aan.
Origineelformaat opgeven
Het origineelformaat opgeven zodat het juiste gebied wordt gekopieerd:
1. Raak Kopiëren op het aanraakscherm aan en raak het tabblad Opmaakaanpassing aan.
2. Raak Origineelformaataan.
a. De printer kan de eerste pagina van de originelen vooraf scannen om het gebied te bepalen
dat moet worden gekopieerd. Raak Automatische herkenning aan.
b. Als het te kopiëren gebied overeenkomt met een bepaald papierformaat, raakt u Formaat
handmatig invoeren aan en raakt u het gewenste papierformaat aan. Raak desgewenst de
schuifpijlen aan om de volledige lijst weer te geven.
c.Als u een aangepast formaat wilt maken, raakt u Aangepast formaat aan de bovenkant van
de lijst Standaardformaten aan. Raak de pijl-omhoog of pijl-omlaag aan om de lengte en
breedte van het scangebied op te geven.
d. Als het origineel pagina's van verschillende formaten bevat, raakt u Originelen van gemengde
formaten aan.
3. Raak Opslaan aan.
Randen van kopieerdocumenten wissen
U kunt inhoud uit de randen van uw kopieën wissen door de te wissen hoeveelheid aan de rechter-,
linker-, boven- en onderrand op te geven.
Randen op kopieën wissen:
1. Raak Kopiëren op het aanraakscherm aan en raak het tabblad Opmaakaanpassing aan.
2. Raak Randen wissen aan.
WorkCentre 7425/7428/7435
98
Gebruikershandleiding
Kopieeropties aanpassen
3. Dezelfde hoeveelheid van alle randen wissen:
a. Raak Alle randen aan.
b. Raak de pijl-omhoog of pijl-omlaag aan om de hoeveelheid op te geven die van alle randen op
zijde 1 moet worden gewist.
4. Verschillende hoeveelheden voor de randen opgeven:
a. Raak Afzonderlijke randen aan.
b. Raak de pijl-omhoog of pijl-omlaag aan om de hoeveelheid op te geven die van elke rand moet
worden gewist.
c.Als u de richting van het origineel wilt opgeven wanneer u het origineel in de AOD of op de
glasplaat plaatst, raakt u Staand beeld of Liggend beeld (bovenkant links) aan en raakt u
Opslaan aan.
5. Als u 2-zijdige kopieën hebt geselecteerd, raakt u de pijl-omhoog of pijl-omlaag aan om de te
wissen hoeveelheid van elke rand op zijde 2 op te geven of raakt u Zijde 1 spiegelen aan.
Opmerking: Als vooraf ingestelde waarden zoals Wissen perforatie of Wissen kop-/voettekst
eerder zijn opgeslagen, kunt u de voorinstelling in de linkeronderhoek van het venster aanraken.
6. Raak Tot rand afdrukken aan om het wissen van randen te annuleren.
7. Raak Opslaan aan.
De richting van het origineel opgeven
Als u de kopieën automatisch wilt laten nieten, geeft u de richting op:
1. Raak Kopiëren op het aanraakscherm aan en raak het tabblad Opmaakaanpassing aan.
2. Raak de toets Origineelrichting aan.
3. Raak Staande beelden of Liggende beelden (bovenkant links) aan.
4. Raak Opslaan aan.
Beeld verschuiven
U kunt de plaatsing van het beeld op de kopiepagina wijzigen. Dit is handig als de beeldgrootte kleiner
is dan het paginaformaat.
Plaatsing van het beeld wijzigen:
1. Raak Kopiëren op het aanraakscherm aan en raak het tabblad Opmaakaanpassing aan.
2. Raak Beeldverschuiving aan.
3. Als u het beeld op de pagina wilt centreren, raakt u Automatisch midden aan.
4. Positie van het beeld opgeven:
a. Raak Kantlijnverschuiving aan.
b. Raak de pijl-omhoog of pijl-omlaag aan om de hoeveelheid verschuiving Omhoog/omlaag en
Links/rechts voor zijde 1 op te geven.
5. Als u de richting van het origineel wilt opgeven wanneer u het origineel in de AOD of op de
glasplaat plaatst, raakt u Origineelrichting aan, en vervolgens Staand beeld of Liggend beeld (bovenkant links) en Opslaan aan.
WorkCentre 7425/7428/7435
Gebruikershandleiding
99
Kopiëren
6. Als u 2-zijdige kopieën hebt geselecteerd, raakt u de pijl-omhoog of pijl-omlaag aan om de te
wissen hoeveelheid van elke rand op zijde 2 op te geven of raakt u Zijde 1 spiegelen aan.
Opmerking: Als vooraf ingestelde waarden zoals Wissen perforatie of Wissen kop-/voettekst
eerder zijn opgeslagen, kunt u de voorinstelling in de linkeronderhoek van het venster selecteren.
7. Raak Opslaan aan.
Het beeld roteren
Als de richting van het papier dat momenteel in de lade is geplaatst, verschilt van de richting van uw
origineel, roteert de printer de kopie automatisch zodat deze op het papier past.
1. Raak Kopiëren op het aanraakscherm aan en raak het tabblad Opmaakaanpassing aan.
2. Raak Beeldrotatie aan en selecteer een van de volgende opties:
•Raak Uit aan om de rotatie te annuleren.
•Raak Altijd aan aan voor automatische rotatie van de kopie van uw origineel zodat deze goed
op het geselecteerde papier past.
•Raak Aan bij Automatisch aan voor automatische rotatie van de kopie van uw origineel
wanneer Automatische papierselectie of Auto % is geselecteerd.
•Raak Opslaan aan.
Het beeld omkeren
Originelen kunnen als spiegelbeelden worden afgedrukt; hierdoor wordt elk beeld horizontaal
gespiegeld op de pagina.
Originelen kunnen als negatieve beelden worden afgedrukt; hierdoor worden de lichte en donkere
gebieden in elk beeld omgekeerd.
Beelden omkeren:
1. Raak Kopiëren op het aanraakscherm aan en raak het tabblad Opmaakaanpassing aan.
2. Raak Beeld omkeren aan.
3. Als u beelden wilt spiegelen, raakt u Spiegelbeeld aan. De standaardinstelling is Normaal beeld,
waarmee de beelden niet worden gespiegeld.
4. Als u negatieve beelden wilt maken, raakt u Negatief beeld aan. De standaardinstelling is Positief beeld, waarmee de lichte en donkere gebieden in de beelden niet worden omgekeerd.
5. Raak Opslaan aan.
WorkCentre 7425/7428/7435
100
Gebruikershandleiding
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.