Xerox DocuColor 12 SYSTEM ADMINISTRATOR'S GUIDE [nl]

XEROX DOCUCOLOR 12
DIGITAL KLEURENPRINTER
HANDLEIDING VOOR DE SYSTEEMBEHEERDER
©
1999, 2000, 2001 Xerox Corporation. Alle rechten voorbehouden.
®
Xerox
, The Document Company, de gestileerde X® en alle productnamen en -nummers van Xerox die worden vermeld in deze publicatie zijn geregistreerde handelsmerken van Xerox Corporation. Xerox Canada is een licentiehouder van al deze handelsmerken. Andere productnamen en merken van andere ondernemingen kunnen handelsmerken of geregistreerde handelsmerken zijn van hun respectievelijke bedrijven; deze worden hierbij erkend.
PANTO N E
®
-kleuren die worden gegenereerd door de DocuColor 12 zijn simulaties van vier- en driekleurenprocessen en kunnen niet altijd overeenkomen met de PANTONE-standaard van volle kleuren. Actuele kleurenreferentiehandleidingen van PANTONE geven overzichten van accurate kleuren.
PANTO N E
®
-kleurensimulaties kunnen alleen met dit product worden verkregen als gebruik wordt gemaakt van officieel gelicentieerde Pantone-softwarepakketten. Pantone, Inc. verstrekt een actuele lijst van erkende licentiehouders.
PANTO N E eigendom van Pantone, Inc.
®
en andere handelsmerken van Pantone, Inc. zijn
©
Pantone, Inc., 1988.
Dit document wordt regelmatig bijgewerkt. In latere uitgaven zullen wijzigingen, technische onnauwkeurigheden en typefouten worden gecorrigeerd.
Gedrukt in het Verenigd Koninkrijk.
Veiligheidsbepalingen .........................................................................V
Elektrische veiligheid ............................................................................... V
Veiligheid van de laser .......................................................................... VII
Veiligheid bij onderhoud ....................................................................... VIII
Veiligheid bij het gebruik ......................................................................... IX
Informatie over ozon ................................................................................ X
Mededelingen ......................................................................................XI
Radiofrequentie ...................................................................................... XI
FCC-richtlijnen (alleen voor de VS) .......................... XI
Veiligheidsgoedkeuring m.b.t. extra lage spanning .............................. XII
Conformiteitsverklaring ......................................................................... XIII
1
2
3
Info over deze handleiding .............................................................. 1-1
Conventies in deze handleiding ............................................................ 1-2
Tellers en verbruiksartikelen ........................................................... 2-1
Overzicht .............................................................................................. 2-1
Toegang tot de beheermode ................................................................ 2-2
Tellers ................................................................................................... 2-2
Status verbruiksartikelen ...................................................................... 2-4
Overzicht .............................................................................................. 3-1
4
5
6

DOCUCOLOR 12 HANDLEIDING VOOR DE SYSTEEMBEHEERDER III INHOUDSOPGAVE

7
Mode Hulpprogramma’s ..................................................................3-1
1
Mode Hulpprogramma’s openen en afsluiten ....................................... 3-2
Mode Hulpprogramma’s openen ............................ 3-2
Mode Hulpprogramma’s afsluiten ........................... 3-3
Ladebeheer .......................................................................................... 3-4
Papiersoort ............................................................. 3-4
Machine-instelling ................................................................................. 3-6
Geluidssignalen .................................................................................... 3-7
Machinetimeouts .................................................................................. 3-8
Toegangsnummer voor hulpprogramma’s wijzigen ............................ 3-10
2
Onderhoud ........................................................................................ 4-1
Overzicht .............................................................................................. 4-1
Aanraakscherm reinigen ....................................................................... 4-2
Verbruiksartikelen vervangen ............................................................... 4-3
Tonercassette vervangen ....................................... 4-3
Tonerafvalcontainer vervangen .............................. 4-7
3
Verzoek service/reparatie ................................................................... 4-25
Verbruiksartikelen en vervangbare eenheden bestellen .................... 4-27
Ontwikkelaarafvalcontainer vervangen ................. 4-10
Afdrukmodule vervangen ...................................... 4-13
Fuseroliecassette vervangen ................................ 4-17
Reinigingsband vervangen ................................... 4-22
Verbruiksartikelen die u op voorraad
dient te hebben ..................................................... 4-29
Aanbevolen papier en transparanten .................... 4-30
4
5
6
7
INHOUDSOPGAVE IV DOCUCOLOR 12 HANDLEIDING VOOR DE SYSTEEMBEHEERDER
De DocuColor 12 van Xerox en de aanbevolen onderhoudsartikelen zijn ontworpen en getest om te voldoen aan strenge veiligheidseisen. Indien u de volgende veiligheidsmaatregelen opvolgt, bent u verzekerd van een veilige werking van uw printer.
Uitsluitend het bij de DocuColor 12 geleverde
netsnoer gebruiken.
Het netsnoer rechtstreeks op een goed
geaard stopcontact aansluiten. Geen verleng­snoer gebruiken. Indien niet bekend is of het stopcontact goed is geaard, contact opnemen met een elektricien.
1
2
3
4
Geen geaarde verloopstekker gebruiken om
de DocuColor 12 aan te sluiten op een stopcontact zonder een randaarde.
Waarschuwing: Indien het stopcontact niet goed is geaard, kan dit leiden tot zware elektrische schokken.
De DocuColor 12 niet zo plaatsen dat iemand
op het snoer kan stappen of erover struikelen. Geen voorwerpen op het netsnoer plaatsen.
Elektrische of mechanische veiligheidsscha-
kelaars niet overbruggen of uitschakelen.
De ventilatieopeningen niet blokkeren.
Door deze openingen wordt oververhitting van het apparaat voorkomen.
5
6
7

DOCUCOLOR 12 HANDLEIDING VOOR DE SYSTEEMBEHEERDER V VEILIGHEIDSBEPALINGEN

Waarschuwing: Geen voorwerpen in sleuven of openingen in het apparaat steken. Dit kan leiden
1
tot een elektrische schok of brand.
Indien een van de volgende omstandigheden zich voordoet, het apparaat onmiddellijk uitschakelen en het netsnoer uit het stopcontact verwijderen. Contact opnemen met een erkende Xerox­technicus om het probleem te verhelpen.
2
geuren of maakt ongewone geluiden.
Het netsnoer is beschadigd of gerafeld.
Een aardlekschakelaar, een zekering of
De DocuColor 12 verspreidt ongewone
andere veiligheidsapparatuur heeft de stroomtoevoer onderbroken.
3
Er is vloeistof in de DocuColor 12
terechtgekomen.
Het apparaat werd blootgesteld aan water.
Een ander onderdeel van het apparaat is
beschadigd.
Het apparaat van de stroom
4
ontkoppelen
Het apparaat wordt volledig van de stroom ontkoppeld d.m.v. het netsnoer. Het netsnoer is ingestoken rechtsachter op het apparaat. Indien u de stroomtoevoer naar het apparaat volledig wilt afsluiten, dient u de stekker van het netsnoer uit het stopcontact te nemen.
5
6
7
VEILIGHEIDSBEPALINGEN VI DOCUCOLOR 12 HANDLEIDING VOOR DE SYSTEEMBEHEERDER
Voorzichtig: Gebruik, aanpassing of uitvoering van procedures die afwijken van de procedures genoemd in deze handleiding kan leiden tot gevaarlijke blootstelling aan laserstraling.
De DocuColor 12 voldoet aan de internationale veiligheidsstandaarden, zoals die zijn vastgesteld door nationale en internationale instanties voor een Klasse 1-laserproduct. Het apparaat straalt geen gevaarlijk licht uit, de lichtstraal is in geen enkele bedieningsmode en bij de uitvoering van geen enkele onderhoudstaak zichtbaar.
1
2
3
4
5
6
DOCUCOLOR 12 HANDLEIDING VOOR DE SYSTEEMBEHEERDER VII VEILIGHEIDSBEPALINGEN
7
1
Nooit onderhoudshandelingen uitvoeren die
niet specifiek worden beschreven in de documentatie bij uw printer.
Geen schoonmaakmiddelen in spuitbussen
gebruiken. Gebruik van niet-goedgekeurde artikelen kan leiden tot een laag prestatie-
2
niveau van uw printer en gevaarlijke situaties veroorzaken.
Schoonmaakmiddelen en -artikelen
uitsluitend volgens de aanwijzingen in deze handleiding gebruiken. Al deze materialen buiten het bereik van kinderen houden.
Nooit deksels of beschermplaten die met
3
schroeven vastzitten verwijderen. Achter deze beschermplaten bevinden zich geen onder­delen die moeten worden onderhouden door de gebruiker.
Nooit onderhoudshandelingen uitvoeren die u niet heeft geleerd van een Xerox-technicus of die niet specifiek worden beschreven in de documentatie bij de DocuColor 12.
4
5
6
7
VEILIGHEIDSBEPALINGEN VIII DOCUCOLOR 12 HANDLEIDING VOOR DE SYSTEEMBEHEERDER
Xerox-apparaten en -materialen zijn ontworpen en getest om te voldoen aan strenge veiligheids­eisen, waaronder erkende milieu-eisen die gesteld, goedgekeurd en geïnspecteerd worden door verscheidene veiligheidsinstanties.
Indien u de volgende veiligheidsmaatregelen opvolgt, bent u verzekerd van een veilige werking van uw printer.
Altijd specifiek voor de DocuColor 12
ontworpen materialen en verbruiksartikelen gebruiken. Gebruik van ongeschikt materiaal kan leiden tot een laag prestatieniveau en gevaarlijke situaties veroorzaken.
Alle waarschuwingen en instructies opvolgen
die zijn aangebracht of meegeleverd.
Het apparaat in een goed geventileerde
ruimte installeren met genoeg ruimte voor het plegen van onderhoud.
Het apparaat op een vaste, vlakke onder-
grond installeren (geen hoogpolig tapijt) met genoeg draagkracht voor het gewicht van het apparaat.
1
2
3
4
Niet proberen het apparaat te verplaatsen.
Een waterpasstelmechanisme onder het apparaat, ingesteld tijdens de installatie, kan de vloerbedekking of de vloer beschadigen.
Het apparaat niet in de buurt van een
verwarming of een andere warmtebron plaatsen.
Het apparaat niet in direct zonlicht plaatsen.
5
6
7
DOCUCOLOR 12 HANDLEIDING VOOR DE SYSTEEMBEHEERDER IX VEILIGHEIDSBEPALINGEN
Het apparaat niet in de koude luchtstroom van een airconditioner plaatsen.
1
Geen kopjes koffie of andere dranken op het
apparaat plaatsen.
De sleuven en openingen van het apparaat
niet blokkeren of afdekken. Deze zijn bedoeld om oververhitting van het apparaat te voorkomen.
2
3
Elektrische of mechanische veiligheidsscha-
kelaars niet overbruggen of uitschakelen.
Waarschuwing: Indien u het apparaat bedient in zones die voorzien zijn van dit waarschuwings­symbool, dient u voorzichtig te zijn. Deze zones kunnen zeer heet zijn en persoonlijk letsel veroor­zaken.
Voor meer informatie over het apparaat of over materialen, kunt u contact opnemen met uw Xerox-leverancier.
Wanneer dit apparaat is ingeschakeld, produceert
4
het een kleine hoeveelheid ozon. De ozon is zwaarder dan lucht. De hoeveelheid ozon die wordt geproduceerd, is afhankelijk van het aantal afdrukken dat wordt gemaakt. Wanneer het apparaat in de juiste omgeving wordt opgesteld, zoals die wordt beschreven in de Xerox-installatie­procedures, voldoet de concentratie aan ozon aan de veiligheidseisen.
5
6
7
VEILIGHEIDSBEPALINGEN X DOCUCOLOR 12 HANDLEIDING VOOR DE SYSTEEMBEHEERDER
FCC-richtlijnen (alleen voor de VS)
Het apparaat is getest en goedgekeurd volgens strenge veiligheidsnormen die gelden voor een digitaal Klasse B-apparaat onder deel 15 van de FCC-regels. Deze veilig­heidsnormen zijn opgesteld om een aanvaardbare bescherming tegen schadelijke interferentie in woonomge­vingen te bieden. Het apparaat genereert en gebruikt radiofrequentie en kan deze uitstralen. Indien het niet volgens de instructies wordt geïnstalleerd en gebruikt, kan het schadelijke interferentie voor draadloze verbindingen veroorzaken. Interferentie kan echter nooit volledig worden uitgesloten. Indien het apparaat de radio- of televi­sieontvangst stoort, wat kan worden vastgesteld door het apparaat aan en uit te zetten, kan storing worden opgeheven door een of meerdere van de volgende stappen uit te voeren:
1
2
3
4
De ontvangantenne draaien of verplaatsen.
De afstand tussen het apparaat en het
ontvangtoestel (radio, tv, telefoon, e.d.) vergroten.
Het apparaat op een stopcontact van een
andere groep aansluiten dan het stopcontact waarop het ontvangtoestel is aangesloten.
Uw leverancier of een ervaren radio- of
tv-monteur raadplegen.
Elke wijziging die zonder toestemming van Xerox Corpo­ration wordt aangebracht, kan de goedkeuring van de FCC om dit apparaat te bedienen, beïnvloeden.
5
6
7

DOCUCOLOR 12 HANDLEIDING VOOR DE SYSTEEMBEHEERDER XI MEDEDELINGEN

1
De DocuColor 12 van Xerox voldoet aan de bepalingen van verscheidene overheidsinstanties en aan nationale veiligheidsbepalingen. Alle systeempoorten voldoen aan de eisen van “extra lage spanningscircuits”, waarop externe acces­soires van de klant of van een andere fabrikant kunnen worden aangesloten. Dergelijke acces-
2
soires moeten voldoen aan eerder genoemde eisen. Externe eenheden moeten worden geïnstalleerd op de door Xerox voor de DocuColor 12 aangegeven manier.
3
4
5
6
7
MEDEDELINGEN XII DOCUCOLOR 12 HANDLEIDING VOOR DE SYSTEEMBEHEERDER
Het CE-merk op dit product symboliseert de Xerox-verklaring van conformiteit met de volgende van toepassing zijnde richtlijnen van de Europese Unie vanaf de aangegeven data:
1 januari 1995: - Richtlijn 73/23/EEG bij amendement gewijzigd door Richtlijn 93/68/EEG, betreffende de onderlinge aanpassing van de wetten van de lidstaten aangaande apparatuur met lage netspanning.
1 januari 1996: - Richtlijn 89/336/EEG, betref­fende de onderlinge aanpassing van de wetten van de lidstaten aangaande elektromagnetische compatibiliteit.
1
2
Elke wijziging of modificatie die zonder toestemming van Xerox Europa wordt aange­bracht met betrekking tot deze apparatuur, kan het gebruiksrecht voor deze apparatuur tenietdoen.
Bij dit apparaat dienen afgeschermde kabels te worden gebruikt om te blijven voldoen aan Richtlijn 89/336/EEG.
Dit apparaat is niet in eerste instantie bedoeld voor gebruik in een huiselijke omgeving.
Een volledige verklaring met de relevante richt­lijnen en normen kan worden verkregen bij uw Xerox-leverancier.
Waarschuwing: Om dit apparaat te laten werken in de nabijheid van industriële, wetenschappelijke en medische apparatuur, kan het zijn dat de externe straling van die apparaten moet worden beperkt of dat er speciale stralingstemperende maatregelen moeten worden getroffen.
3
4
5
DOCUCOLOR 12 HANDLEIDING VOOR DE SYSTEEMBEHEERDER XIII MEDEDELINGEN
6
7
1
2
3
4
5
6
7
MEDEDELINGEN XIV DOCUCOLOR 12 HANDLEIDING VOOR DE SYSTEEMBEHEERDER
1
Met de systeembeheerschermen kan de systeem­beheerder tellers, verbruiksartikelen en aantallen afdrukken controleren. Hiermee kan de systeem­beheerder ook de mode Hulpprogramma’s openen.
In de mode Hulpprogramma’s kan de systeembe­heerder de standaardwaarden instellen voor diverse afdruktoepassingen van de printer.
De systeembeheerder is meestal als enige getraind om onderhoudstaken uit te voeren, verbruiksartikelen te bestellen en onderdelen te verwijderen of te vervangen.
De handleiding is in drie delen opgesplitst:
Het controleren van tellers, verbruiksartikelen
en aantallen afdrukken
Mode Hulpprogramma’s
Onderhoud
2
3
4
Deze handleiding dient te worden gebruikt samen met de Handleiding voor de gebruiker, de
Handleiding voor kleurenmaterialen, de Lijst met aanbevolen materialen en de gebruikersdocu-
mentatie bij het Digital Front End (DFE).
Voor planningsinformatie kan de Customer Site Planning Guide worden geraadpleegd.
5
6
7

DOCUCOLOR 12 HANDLEIDING VOOR DE SYSTEEMBEHEERDER 1–1 INFO OVER DEZE HANDLEIDING

1
1
2
Beschrijvingen van toepassingen en opties gaan meestal vooraf aan de procedure­stappen. Het kan voorkomen dat u meerdere procedures dient te combineren om het gewenste resultaat te bereiken.
In deze handleiding wordt gebruik gemaakt van een aantal symbolen die u helpen om verschillende soorten informatie van elkaar te onderscheiden. Deze symbolen worden hieronder beschreven.
Het symbool 1, 2, 3 geeft het begin van een procedure aan. U dient deze stappen zorgvuldig in de aangegeven volgorde uit te voeren.
Opmerking: Opmerkingen bevatten extra informatie over het uitvoeren van procedures.
4
5
Belangrijk: Het sleutelsymbool attendeert u op belangrijke aanvullende informatie, aanwij­zingen of tips.
Waarschuwing: Dit symbool waarschuwt u dat het niet strikt opvolgen van een bedienings- of onderhoudsprocedure, een handeling of een opdracht, kan leiden tot letsel of zelfs fatale gevolgen kan hebben.
Waarschuwing: Dit symbool waarschuwt u voor een heet oppervlak. Aanraking van dit gebied heeft lichamelijk letsel tot gevolg.
6
Voorzichtig: Dit symbool waarschuwt u dat het niet strikt opvolgen van een bedienings- of onderhoudsprocedure, een handeling of een opdracht, kan leiden tot gegevensverlies of al dan niet definitieve beschadiging van het apparaat.
7
INFO OVER DEZE HANDLEIDING 1–2 DOCUCOLOR 12 HANDLEIDING VOOR DE SYSTEEMBEHEERDER
De systeembeheerder is verantwoordelijk voor het regelmatig controleren van de afdrukkentellers en van de status van verbruiksartikelen, bijvoorbeeld toner of fuserolie.
U hoeft echter geen systeembeheerder te zijn om de tellers en de status van verbruiksartikelen te controleren. Dit kan door elke gebruiker worden gedaan.
1
2
2
4
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u naar de schermen met tellerstanden en met de status van verbruiksartikelen kunt gaan.
5
6
7

DOCUCOLOR 12 HANDLEIDING VOOR DE SYSTEEMBEHEERDER 2–1 TELLERS EN VERBRUIKSARTIKELEN

Toegang tot de beheermode
1
2
2
4
De beheertoets (de toets met de moersleutel erboven) indrukken om naar de beheermode te gaan. Deze toets bevindt zich boven de aantaltoetsen.
Figuur 1: Beheertoets
Met de toepassing Tellers kunt u het aantal afdrukken in zwart/wit, kleur of in A3 en kleur bekijken, evenals het totaal aantal zwart/wit- en kleurenafdrukken. Zoals eerder reeds vermeld, kan elke gebruiker de tellerstanden controleren.
Indien u nog niet in de beheermode bent, daar nu
5
naartoe gaan. Hiervoor de beheertoets indrukken. Deze toets bevindt zich boven de aantaltoetsen.
Het scherm Toegang wordt weergegeven.
6
Figuur 2: Scherm Toegang
7
TELLERS EN VERBRUIKSARTIKELEN 2–2 DOCUCOLOR 12 HANDLEIDING VOOR DE SYSTEEMBEHEERDER
De toets Tellers aanraken.
1
Figuur 3: Toets Tellers
Het scherm Tellers verschijnt.
Teller 1: Totaal aantal kleur - Deze teller geeft
het totaal aantal afdrukken in kleur weer, ongeacht het papierformaat.
Teller 2: Totaal aantal zwart/wit - Deze teller geeft het totaal aantal afdrukken in zwart/wit weer, ongeacht het papierformaat.
Teller 3: A3 kleur - Deze teller geeft het totaal aantal kleurenafdrukken op A3-formaat weer.
Teller 4: Totaal tellers 1 en 2 - Deze teller geeft het opgetelde totaal aantal afdrukken voor tellers 1 en 2 weer.
De toets Sluiten aanraken om het scherm te verlaten; het scherm Toegang verschijnt.
De toets Sluiten aanraken om de beheermode te verlaten.
2
Figuur 4: Scherm Tellers
4
Figuur 5: Scherm Toegang
5
6
7
DOCUCOLOR 12 HANDLEIDING VOOR DE SYSTEEMBEHEERDER 2–3 TELLERS EN VERBRUIKSARTIKELEN
1

Met de toepassing Status verbruiksartikelen kunt u de huidige status van de verschillende verbruiksartikelen controleren, bijvoorbeeld toner en fuserolie. Zoals eerder reeds vermeld, kan elke gebruiker de status van de verbruiksartikelen controleren.

2
2
Door regelmatig de status van de verbruiksartikelen te controleren, kunt u zien of
er verbruiksartikelen dienen te worden vervangen en indien dit het geval is, welke dit zijn.
Indien u nog niet in de beheermode bent, daar nu naartoe gaan. Hiervoor de beheertoets indrukken. Deze toets bevindt zich boven de aantaltoetsen, zoals weergegeven in figuur 1.
Het scherm Toegang verschijnt.
4
Figuur 6: Scherm Toegang
5
De toets Status verbruiksartikelen aanraken.
Figuur 7: Toets Status verbruiksartikelen
6
7
TELLERS EN VERBRUIKSARTIKELEN 2–4 DOCUCOLOR 12 HANDLEIDING VOOR DE SYSTEEMBEHEERDER
Loading...
+ 44 hidden pages