Toyota Yaris 2015 Owner's Manual [nl]

Overzicht
Veiligheid
1
en beveiliging
Zoeken op afbeelding
Zorg ervoor dat u dit leest
Instrumenten-
2
Bediening van
3
elk onderdeel
4
Rijden
5
Audiosysteem
Voorzieningen in
6
het interieur
Onderhoud
7
en verzorging
8
Bij problemen
9
Specificaties
Het aflezen van de meters en tellers, het interpreteren van de verschillende waarschuwingslampjes en indicatoren, enz.
Openen en sluiten van de portieren en ruiten, afstellen vóór het rijden, enz.
Handelingen en adviezen die voor het rijden moeten worden opgevolgd
Bedienen van het audiosysteem
Gebruik van de voorzieningen in het interieur, enz.
De zorg voor uw auto en onderhoudsprocedures
Informatie over wat u moet doen bij een storing of noodgeval
Specificaties, systemen met mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursinstellingen, enz.
Trefwoordenlijst
PZ49X-52F20-NL
Zoeken op symptoom
Alfabetisch zoeken
2
INHOUDSOPGAVE
Ter informatie .................................6
Over deze handleiding ...................8
Zoekmethoden ...............................9
Overzicht ......................................10
1
Veiligheid en beveiliging
1-1. Voor een veilig gebruik
Voordat u gaat rijden ...........28
Veilig rijden ..........................30
Veiligheidsgordels................32
SRS-airbags ........................39
Aan/uit-schakelaar
airbag.................................51
Veiligheidsinformatie
voor kinderen.....................54
Baby- of kinderzitjes ............55
Plaatsen van
veiligheidssystemen
voor kinderen.....................65
Belangrijke voorschriften
in verband met
uitlaatgassen .....................75
1-2. Antidiefstalsysteem
Startblokkering.....................76
Supervergrendeling .............81
2
Instrumentenpaneel
Bediening van
3
elk onderdeel
3-1. Informatie over sleutels
Sleutels ............................. 104
3-2. Openen, sluiten en
vergrendelen van de portieren
Portieren............................ 116
Achterklep ......................... 123
Smart entry-systeem
met startknop .................. 129
3-3. Verstellen van de
stoelen
Voorstoelen ....................... 140
Achterstoelen .................... 143
Hoofdsteunen.................... 146
3-4. Verstellen van het
stuurwiel en de spiegels
Stuurwiel ........................... 148
Binnenspiegel.................... 150
Buitenspiegels................... 153
3-5. Openen en sluiten van
de ruiten
Elektrisch bedienbare
ruiten ............................... 156
4
Rijden
2. Instrumentenpaneel
Waarschuwingslampjes en
indicatoren .........................84
Meters en tellers ..................90
Multi-informatiedisplay .........92
Informatie over
brandstofverbruik...............98
4-1. Voordat u gaat rijden
Rijden met de auto ............ 162
Lading en bagage ............. 173
Rijden met een
aanhangwagen ............... 175
3
4-2. Rijprocedures
Contactslot
(auto's zonder Smart
entry-systeem en
startknop).........................184
Startknop
(auto's met Smart
entry-systeem en
startknop).........................187
Multidrive CVT ...................193
Handgeschakelde
transmissie ......................198
Richtingaanwijzer-
schakelaar .......................202
Parkeerrem ........................203
4-3. Bedienen van verlichting
en ruitenwissers
Lichtschakelaar..................204
Schakelaar mistlampen .....210
Ruitenwissers en
-sproeier ..........................212
Achterruitenwisser en
-sproeier ..........................216
4-4. Tanken
Openen van de tankdop ....218
4-5. Toyota Safety Sense
Toyota Safety Sense .........222
PCS (Pre-Crash Safety-
systeem) ..........................226
LDA
(Lane Departure Alert).....235
Automatic High
Beam-systeem.................240
4-6. Gebruik van de
ondersteunende systemen
Cruise control .................... 245
Snelheidsbegrenzer .......... 249
Stop & Start-systeem ........ 253
Ondersteunende
systemen......................... 260
Roetfiltersysteem .............. 265
4-7. Rijtips
Rijden in de winter............. 267
5
Audiosysteem
5-1. Basishandelingen
Soorten audiosystemen .... 272
Stuurwieltoetsen
audiosysteem.................. 274
USB-aansluiting ................ 275
5-2. Gebruik van het
audiosysteem
Optimaal gebruikmaken
van het audiosysteem ..... 276
5-3. Gebruik van de radio
Radiobediening ................. 278
5-4. Afspelen van audio-CD's
en discs met MP3-/ WMA-bestanden
Bediening CD-speler ......... 283
5-5. Gebruik van een extern
apparaat
Afspelen van bestanden
op een iPod..................... 292
Afspelen van bestanden op
een USB-geheugen ........ 299
1
2
3
4
5
6
7
8
9
4
INHOUDSOPGAVE
Voorzieningen in het
6
interieur
7
Onderhoud en verzorging
6-1. Gebruik van het airconditio-
ningsysteem en de
achterruitverwarming
Handmatig bediende
airconditioning .................306
Automatische
airconditioning .................313
Extra verwarming...............321
Stoelverwarming ................323
6-2. Gebruik van de
interieurverlichting
Overzicht interieur-
verlichting ........................325
• Interieurverlichting .........325
• Leeslampjes ..................326
6-3. Gebruik van de
opbergmogelijkheden
Overzicht van
opbergmogelijkheden ......327
• Dashboardkastje............328
• Bekerhouders ................329
• Fleshouders...................330
• Extra opbergvak ............331
Voorzieningen
in de bagageruimte..........332
6-4. Gebruik van de overige
voorzieningen in het
interieur
Overige voorzieningen
in het interieur..................335
• Zonnekleppen................335
• Make-upspiegels ...........335
• Uitneembare asbak .......336
• Aansteker ......................337
• Accessoireaansluiting....338
• Armsteun .......................339
• Zonnescherm
panoramadak ................339
• Handgrepen...................340
7-1. Onderhoud en verzorging
Reinigen en beschermen
van het exterieur ............. 342
Schoonmaken en
beschermen van
het interieur ..................... 345
7-2. Onderhoud
Onderhoudsvoorschriften.. 348
7-3. Zelf uit te voeren
onderhoud
Voorzorgsmaatregelen bij
zelf uit te voeren
onderhoud en controles .. 351
Motorkap ........................... 354
Plaatsen van de
garagekrik ....................... 356
Motorruimte ....................... 358
Banden.............................. 373
Bandenspanning ............... 387
Velgen ............................... 389
Interieurfilter ...................... 392
Afstandsbediening/
batterij elektronische
sleutel.............................. 394
Controleren en vervangen
van zekeringen................ 397
Lampen ............................. 403
8
Bij problemen
8-1. Belangrijke informatie
Alarmknipperlichten........... 420
Als uw auto in geval van
nood tot stilstand
moet worden gebracht .... 421
5
8-2. Stappen die genomen moeten
worden in noodgevallen
Als uw auto moet worden
gesleept ...........................423
Als u denkt dat er iets
mis is ...............................429
Uitschakelsysteem
brandstofpomp (alleen
benzinemotor)..................430
Als een
waarschuwingslampje gaat branden of een waarschuwings-
zoemer klinkt ...................431
Als de auto een lekke
band heeft (auto's met
reservewiel) .....................445
Als de auto een lekke
band heeft (auto's met
bandenreparatieset) ........460
Als de motor niet wil
aanslaan ..........................475
Als de selectiehendel niet
uit stand P kan worden gezet (auto's met
Multidrive CVT)................477
Als de elektronische sleutel
niet goed werkt (auto's met Smart entry-systeem
en startknop)....................478
Als de accu ontladen is......480
Als de motor oververhit
raakt.................................485
Als u zonder brandstof
komt te staan en de
motor afslaat (alleen
dieselmotor).....................489
Als de auto vast komt te
zitten ................................491
9
Specificaties
9-1. Specificaties
Onderhoudsgegevens
(brandstof, oliepeil,
enz.) ................................ 494
Informatie over
brandstof ......................... 513
9-2. Persoonlijke
voorkeursinstellingen
Systemen met
mogelijkheden voor persoonlijke
voorkeursinstellingen ...... 515
9-3. Te initialiseren
onderdelen
Te initialiseren
onderdelen ...................... 519
Trefwoordenlijst
Wat moet u doen als...
(Problemen oplossen) ............. 522
Alfabetische index...................... 526
1
2
3
4
5
6
7
8
9
6
Ter infor matie
Handleiding
Deze handleiding is bestemd voor alle uitvoeringen van dit type auto; alle mogelijke opties zijn in deze handleiding opgenomen. Er zullen dan ook ongetwijfeld onderwerpen worden beschreven die niet op uw auto van toe­passing zijn.
Alle specificaties in dit boekje waren actueel ten tijde van de druk. Toyota streeft er doorlopend naar haar producten te perfectioneren en wij behouden ons dan ook het recht voor tussentijdse wijzigingen in specificatie en uitvoe­ring door te voeren zonder voorafgaande kennisgeving.
Afhankelijk van de specificaties kan de in de afbeeldingen getoonde auto afwijken van uw auto voor wat betreft de uitrusting.
Accessoires, onderdelen en veranderingen aan uw Toyota
Er is een grote hoeveelheid originele en niet-originele onderdelen en acces­soires voor uw Toyota te verkrijgen. Als een origineel onderdeel of accessoire uit de Toyota moet worden vervangen, raadt Toyota u aan om originele Toyota-onderdelen en -accessoires te gebruiken. U kunt ook andere onder­delen of accessoires van gelijkwaardige kwaliteit gebruiken. Toyota kan geen garantie geven of betrouwbaarheid garanderen voor onderdelen en accessoi­res die geen origineel Toyota-product zijn en ook niet voor het vervangen door of monteren van dergelijke onderdelen. Bovendien is het mogelijk dat schade aan of slechte prestaties van niet-originele Toyota-onderdelen of ­accessoires niet onder de garantie vallen.
Inbouw van een zend-/ontvanginstallatie
De inbouw van een zend-/ontvanginstallatie in uw auto kan elektronische systemen beïnvloeden, zoals:
(Sequentieel) multipoint brandstofinspuitsysteem
Cruise control-systeem (indien aanwezig)
Antiblokkeersysteem
SRS-airbagsysteem
Gordelspanner
Toyota Safety Sense
Neem voor voorzorgsmaatregelen of speciale voorschriften met betrekking tot de inbouw van een zend-/ontvanginstallatie contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalifi­ceerde en uitgeruste deskundige.
Nadere informatie met betrekking tot frequenties, vermogens, antenneposi­ties en montagevoorwaarden voor zend-/ontvanginstallaties is op verzoek beschikbaar bij een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Vernietigen van uw Toyota
WAARSCHUWING
De airbags en de gordelspanners in uw Toyota bevatten explosieve chemica­liën. Wanneer uw auto, om welke reden dan ook, wordt vernietigd, terwijl het airbagsysteem en/of de gordelspanners nog intact zijn, kan tijdens de vernie­tiging een ontploffing plaatsvinden en brand ontstaan. Laat daarom het air­bagsysteem en de gordelspanners eerst verwijderen en afvoeren door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Uw auto is uitgerust met batterijen en/of accu's. Zorg ervoor dat deze gescheiden worden ingezameld en op een milieuvriendelijke manier worden afgevoerd (richtlijn 2006/66/EG).
Algemene voorzorgsmaatregelen tijdens het rijden
Rijden onder invloed: Ga niet rijden met uw auto als u alcohol of drugs gebruikt hebt omdat deze middelen invloed kunnen hebben op de rijvaar­digheid. Alcohol en bepaalde drugs vergroten de reactietijd, beïnvloeden het beoordelingsvermogen en hebben een negatieve invloed op de coördi­natie, waardoor aanrijdingen kunnen ontstaan met ernstig letsel als gevolg.
Defensief rijden: Rijd altijd defensief. Anticipeer op fouten die andere bestuurders of voetgangers zouden kunnen maken omdat u hierdoor wel­licht een ongeluk kunt voorkomen.
Afleiding van de bestuurder: Houd altijd uw volledige aandacht bij het ver­keer. Alles wat de aandacht van de bestuurder kan afleiden, zoals het ver­anderen van instellingen, telefoneren of lezen, kan leiden tot een aanrijding waarbij u, de andere inzittenden van de auto of anderen ernstig letsel kun­nen oplopen.
Algemene voorzorgsmaatregelen met betrekking tot veiligheid van kin-
deren
Laat kinderen nooit alleen in de auto achter en laat ze nooit met de sleutel spelen.
Kinderen zullen wellicht proberen de auto te starten of de neutraalstand in te schakelen. Ook kunnen kinderen zich bezeren als ze met de aansteker, de elektrisch bedienbare ruiten, het zonnescherm van het panoramadak of andere systemen in de auto spelen. Verder kan de temperatuur in de auto zo hoog oplopen of zo ver dalen dat dat kinderen fataal kan worden.
7
8
1
2
3
Over deze handleiding
WAARSCHUWING: Geeft uitleg over iets dat kan resulteren in ernstig letsel wanneer de voorzorgsmaatregelen niet in acht worden genomen.
OPMERKING: Geeft uitleg over iets dat kan resulteren in schade of storingen aan de auto of de uitrusting wanneer de voorzorgsmaatregelen niet in acht worden genomen.
Geeft bedienings- of werkingsprocedures aan. Volg de stappen in de aangegeven volgorde.
Geeft de handeling aan voor het bedienen van schake­laars en dergelijke (druk­ken, draaien, enz.).
Geeft het resultaat van een handeling aan (er wordt bij­voorbeeld een klep ge­opend).
Geeft het onderdeel of de positie aan waarover uitleg wordt gegeven.
Dit betekent dat er iets niet mag worden gedaan of mag gebeuren.
Zoekmethoden
Zoeken op naam
• Alfabetische index ... Blz. 526
Zoeken op montagepositie
• Overzicht ................... Blz. 10
Zoeken op symptoom of
geluid
• Wat moet u doen als...
(Problemen oplossen)
................................ Blz. 522
9
Zoeken op titel
• Inhoudsopgave............ Blz. 2
10
Overzicht
Overzicht
Exterieur
De illustratie geeft de situatie aan voor 5-deurs uitvoeringen en verschilt uiterlijk mogelijk van de 3-deurs uitvoeringen.
1
Portieren. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 116
Vergrendelen/ontgrendelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 116
Openen/sluiten van de zijruiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 156
Vergrendelen/ontgrendelen met de mechanische sleutel
Waarschuwingslampjes. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 435
2
Achterklep . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 123
Vergrendelen/ontgrendelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 123
Waarschuwingslampjes. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 435
3
Buitenspiegels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 153
Verstellen van de spiegelhoek. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 153
Inklappen van de spiegels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 154
Ontwasemen van de spiegels
2
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 309, 317
1
*
. Blz. 478
Overzicht
10
11
12
13
14
15
4
Ruitenwissers . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 212, 216
Voorzorgsmaatregelen bij rijden in de winter. . . . . . . . . . . . .Blz. 267
Voorzorgsmaatregelen voor de wasstraat. . . . . . . . . . . . . . .Blz. 343
5
Tankdopklep. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 218
Tanken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 218
Brandstofsoort/inhoud brandstoftank. . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 499
Banden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 373
6
Bandenmaat/bandenspanning. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 509
Winterbanden/sneeuwketting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 268
Controle . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 373
Wisselen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 374
In geval van een lekke band . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 445
7
Motorkap . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 354
Openen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 354
Motorolie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 500
In geval van oververhitting. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 485
Lampen voor verlichting buitenzijde tijdens rijden
(Vervangingsmethode: Blz. 403, wattage: Blz. 512)
8
Halogeenkoplampen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 204
9
Parkeerlichten voor/dagrijverlichting . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 204
Mistlampen voor
Richtingaanwijzers . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 202
Rem-/achterlichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 204
Kentekenplaatverlichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 204
Mistachterlicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 210
Achteruitrijlicht
Zet de selectiehendel in stand R . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 193, 198
Mistachterlicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 210
Achteruitrijlicht
Zet de selectiehendel in stand R . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 193, 198
2
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 210
11
1
*
: Auto's met Smart entry-systeem en startknop
2
*
: Indien aanwezig
12
Overzicht
Dashboard (auto's met linkse besturing)
1
Startknop . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 184, 187
Starten van de motor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 184, 187
Wijzigen van de standen van het contact . . . . . . . . . . . Blz. 185, 188
Noodstop van de motor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 421
Wanneer de motor niet wil aanslaan . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 475
Waarschuwingslampjes
2
Selectiehendel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 193, 198
Wijzigen van de schakelstand . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 193, 198
Voorzorgsmaatregelen bij slepen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 423
Als de selectiehendel niet in een andere stand kan worden gezet
3
Tellers . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 90
Tellers aflezen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 90
Waarschuwingslampjes/indicatoren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 84
Als de waarschuwingslampjes gaan branden . . . . . . . . . . . .Blz. 431
2
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 477
1
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 442
Overzicht
10
11
12
4
Multi-informatiedisplay . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 92
5
Parkeerrem. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 203
Activeren/deactiveren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 203
Voorzorgsmaatregelen bij rijden in de winter. . . . . . . . . . . . .Blz. 268
Waarschuwingszoemer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 431
6
Richtingaanwijzerschakelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 202
Lichtschakelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 204
Koplampen/parkeerlichten voor/achterlichten . . . . . . . . . . . .Blz. 204
Mistlampen voor
7
Schakelaar ruitenwissers en -sproeier . . . . . . . . . . .Blz. 212, 216
Gebruik (voor) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 212
Gebruik (achter). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 216
Bijvullen van het ruitensproeierreservoir . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 371
8
Schakelaar alarmknipperlichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 420
9
Ontgrendelingshendel motorkap . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 354
Ontgrendelingshendel stuurverstelling . . . . . . . . . . . . . .Blz. 148
Airconditioning . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 306, 313
Gebruik (handmatig bediende airconditioning) . . . . . . . . . . .Blz. 306
Gebruik (automatische airconditioning) . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 313
Achterruitverwarming. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 309, 317
Audiosysteem Navigatie-/multimediasysteem
3
*
/mistachterlicht. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 210
3
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 272
3, 4
*
13
1
*
: Auto's met Smart entry-systeem en startknop
2
*
: Behalve handgeschakelde transmissie
4
*
: Raadpleeg de handleiding voor het navigatie- en multimediasysteem.
3
*
: Indien aanwezig
14
Overzicht
Schakelaars (auto's met linkse besturing)
1
Schakelaars buitenspiegels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 153
2
Draaiknop koplampverstelling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 206
3
Schakelaar extra verwarming
4
Schakelaar Automatic High Beam-systeem
5
Schakelaar PCS
* . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 227
*. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 321
* . . . . . . . . . .Blz. 240
Overzicht
1
Ruitbediening, blokkeerschakelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 156
2
Schakelaar centrale vergrendeling . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 120
3
Ruitbediening, schakelaars . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 156
4
Resetknop bandenspanningswaarschuwingssysteem
* .Blz. 376
15
*: Indien aanwezig
16
TYPE A TYPE B TYPE C
Overzicht
1
Afstandsbediening audiosysteem
2
Paddle shift-schakelaars
3
Telefoonschakelaar
4
Schakelaar snelheidsbegrenzer*1. . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 249
5
Schakelaar LDA (Lane Departure Alert)
6
Cruise control-schakelaar
1
Toets SPORT
2
Uitschakeltoets Stop & Start-systeem
3
Stoelverwarmingsschakelaar
4
Schakelaar VSC OFF
1
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 194
1
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 195
2
*
1
*
1
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 261
1
*
. . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 274
1
*
. . . . . . . . . . . . .Blz. 235
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 245
1
*
. . . . . . . . . . . . . .Blz. 254
1
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 323
2
*
: Raadpleeg de handleiding voor het navigatie- en multimediasysteem.
1
*
: Indien aanwezig
Interieur (auto's met linkse besturing)
Overzicht
17
1
SRS-airbags . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 39
2
Vloermatten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 28
3
Voorstoelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 140
4
Achterstoelen
5
Hoofdsteunen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 146
6
Veiligheidsgordels. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 32
7
Vergrendelknoppen binnenzijde portier . . . . . . . . . . . . . .Blz. 120
8
Bekerhouders . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 329
9
Handgrepen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 340
*. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 143
*: Indien aanwezig
18
y zitje waarbij het kind achteruit kijkt op een stoel met een INGESCHAKELDE AIRBAG, omdat het KIND anders ERNSTIG LETSEL kan oplopen als de airbag wordt geactiveerd. (Blz. 72)
*
2
: Indien aanwezig
Overzicht
1
Binnenspiegel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 150
2
Zonnekleppen
3
Make-upspiegels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 335
4
Interieurverlichting/leeslampjes. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 325
5
Zonnescherm panoramadak
1
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 335
2
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 339
Dashboard (auto's met rechtse besturing)
Overzicht
19
1
Startknop . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 184, 187
Starten van de motor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 184, 187
Wijzigen van de standen van het contact . . . . . . . . . . . Blz. 185, 188
Noodstop van de motor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 421
Wanneer de motor niet wil aanslaan . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 475
Waarschuwingslampjes
2
Selectiehendel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 193, 198
Wijzigen van de schakelstand . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 193, 198
Voorzorgsmaatregelen bij slepen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 423
Als de selectiehendel niet in een andere stand kan worden gezet
3
Tellers . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 90
Tellers aflezen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 90
Waarschuwingslampjes/indicatoren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 84
Als de waarschuwingslampjes gaan branden . . . . . . . . . . . .Blz. 431
2
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 477
1
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 442
1
*
: Auto's met Smart entry-systeem en startknop
2
*
: Behalve handgeschakelde transmissie
20
10
11
12
Overzicht
4
Multi-informatiedisplay . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 92
5
Parkeerrem. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 203
Activeren/deactiveren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 203
Voorzorgsmaatregelen bij rijden in de winter. . . . . . . . . . . . .Blz. 268
Waarschuwingszoemer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 431
6
Richtingaanwijzerschakelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 202
Lichtschakelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 204
Koplampen/parkeerlichten voor/achterlichten . . . . . . . . . . . .Blz. 204
Mistlampen voor
7
Schakelaar ruitenwissers en -sproeier . . . . . . . . . . .Blz. 212, 216
Gebruik (voor) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 212
Gebruik (achter). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 216
Bijvullen van het ruitensproeierreservoir . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 371
8
Schakelaar alarmknipperlichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 420
9
Ontgrendelingshendel motorkap . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 354
Ontgrendelingshendel stuurverstelling . . . . . . . . . . . . . .Blz. 148
Airconditioning . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 306, 313
Gebruik (handmatig bediende airconditioning) . . . . . . . . . . .Blz. 306
Gebruik (automatische airconditioning) . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 313
Achterruitverwarming. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 309, 317
Audiosysteem Navigatie-/multimediasysteem
1
*
/mistachterlicht. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 210
1
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 272
1, 2
*
1
*
2
*
: Raadpleeg de handleiding voor het navigatie- en multimediasysteem.
: Indien aanwezig
Schakelaars (auto's met rechtse besturing)
1
Schakelaars buitenspiegels* . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 153
2
Draaiknop koplampverstelling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 206
3
Schakelaar PCS
4
Schakelaar Automatic High Beam-systeem
* . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 227
Overzicht
* . . . . . . . . . .Blz. 240
21
*: Indien aanwezig
22
Overzicht
1
Ruitbediening, blokkeerschakelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 156
2
Schakelaar centrale vergrendeling . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 120
3
Ruitbediening, schakelaars . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 156
4
Resetknop bandenspanningswaarschuwingssysteem
1
*
. . . . . . . . . .Blz. 376
Overzicht
TYPE A TYPE B TYPE C
23
1
Afstandsbediening audiosysteem
2
Paddle shift-schakelaars
3
Telefoonschakelaar
4
Schakelaar snelheidsbegrenzer*1. . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 249
5
Schakelaar LDA (Lane Departure Alert)
6
Cruise control-schakelaar
1
Toets SPORT
2
Uitschakeltoets Stop & Start-systeem
3
Stoelverwarmingsschakelaar
4
Schakelaar VSC OFF
1
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 194
1
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 195
2
*
1
*
1
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 261
1
*
. . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 274
1
*
. . . . . . . . . . . . .Blz. 235
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 245
1
*
. . . . . . . . . . . . . .Blz. 254
1
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 323
2
*
: Raadpleeg de handleiding voor het navigatie- en multimediasysteem.
1
*
: Indien aanwezig
24
Overzicht
Interieur (auto's met rechtse besturing)
1
SRS-airbags . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 39
2
Vloermatten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 28
3
Voorstoelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 140
4
Achterstoelen
5
Hoofdsteunen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 146
6
Veiligheidsgordels. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 32
7
Vergrendelknoppen binnenzijde portier . . . . . . . . . . . . . .Blz. 120
8
Bekerhouders . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 329
9
Handgrepen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 340
2
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 143
Overzicht
*
1
: Gebruik NOOIT een baby- of kinder-
zitje waarbij het kind achteruit kijkt op een stoel met een INGESCHAKELDE AIRBAG, omdat het KIND anders ERNSTIG LETSEL kan oplopen als de airbag wordt geactiveerd. (Blz. 72)
*
2
: Indien aanwezig
1
Binnenspiegel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 150
2
Zonnekleppen
3
Make-upspiegels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 335
4
Interieurverlichting/leeslampjes. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 325
5
Zonnescherm panoramadak
1
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 335
2
*
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 339
25
26
Overzicht
27
Veiligheid en beveiliging
1
1-1. Voor een veilig gebruik
Voordat u gaat rijden ...........28
Veilig rijden ..........................30
Veiligheidsgordels................32
SRS-airbags ........................39
Aan/uit-schakelaar
airbag.................................51
Veiligheidsinformatie
voor kinderen.....................54
Baby- of kinderzitjes ............55
Plaatsen van
veiligheidssystemen
voor kinderen.....................65
Belangrijke voorschriften
in verband met
uitlaatgassen .....................75
1-2. Antidiefstalsysteem
Startblokkering.....................76
Supervergrendeling .............81
28
*
1-1. Voor een veilig gebruik
Voordat u gaat rijden
Vloermat
Gebruik alleen vloermatten die speciaal zijn ontworpen voor auto's van hetzelfde model en modeljaar als uw auto. Bevestig ze op de juiste wijze op de vloerbedekking.
1
Steek de klemhaken (clips) in de ringen in de vloermat.
2
Draai het bovenste hendeltje van de klemhaken (clips) om de vloermatten te bevestigen.
*: Breng de merktekens altijd in
lijn.
De vorm van de klemhaken (clips) wijkt mogelijk af van wat is aangegeven in de afbeelding.
1-1. Voor een veilig gebruik
WAARSCHUWING
Controleer of de vloermat stevig op de
juiste plaats is bevestigd met alle meeg­eleverde klemhaken (clips). Voer deze controle altijd uit nadat de vloer van de auto is gereinigd.
Zet de motor uit, zet de selectiehendel
in stand P (Multidrive CVT) of in stand N (handgeschakelde transmissie) en trap elk pedaal volledig in om te controleren of ze de vloermat niet raken.
Houd u aan de volgende voorzorgsmaatregelen. Als u dat niet doet, kan de vloermat van de bestuurder gaan schuiven, wat de bediening van de pedalen tijdens het rijden kan hinderen. Hierdoor kan de snelheid plotseling toenemen of kan mogelijk niet geremd worden. Dit kan lei­den tot een ongeval waarbij ernstig letsel kan ontstaan.
Wanneer u de vloermat van de bestuurder plaatst
Gebruik geen vloermatten die zijn ontworpen voor auto's van een ander
model en/of modeljaar, zelfs niet als het gaat om originele Toyota-vloer­matten.
Gebruik alleen vloermatten die zijn ontworpen voor de bestuurderszijde.
Zet de vloermat altijd vast met behulp van de meegeleverde haken (clips).
Leg nooit twee of meer vloermatten boven op elkaar.
Bevestig de vloermat niet met de onderzijde naar boven of in de verkeerde
richting.
Voordat u gaat rijden
29
1
Veiligheid en beveiliging
30
1-1. Voor een veilig gebruik
Veilig rijden
Om veilig te kunnen rijden, moet u vooraf de stoel in de juiste positie zetten en de spiegels afstellen.
De juiste houding achter het stuur
1
Pas de hoek van de rugleuning zo aan dat u rechtop zit en niet voorover hoeft te leunen om te kunnen sturen. (Blz. 140)
2
Pas de zitting zo aan dat u de pedalen helemaal kunt intrap­pen en dat uw armen licht gebogen zijn bij de ellebogen wanneer u het stuurwiel vast­houdt. (Blz. 140, 148)
3
Vergrendel de hoofdsteun in de stand waarin het midden van de hoofdsteun gelijk ligt met de bovenzijde van uw oren. (Blz. 146)
4
Draag de veiligheidsgordel op de juiste wijze. (Blz. 32)
Juist gebruik van de veiligheidsgordels
Controleer voordat u wegrijdt eerst of alle inzittenden de veiligheids­gordel dragen. (Blz. 32) Gebruik een passend baby- of kinderzitje tot het kind groot genoeg is om de veiligheidsgordel van de auto op de juiste wijze te dragen. (Blz. 55)
Loading...
+ 510 hidden pages