Toyota Verso 2014 Owner's Manual [nl]

INHOUDSOPGAVE
Voordat u gaat
1
rijden
Tijdens het
2
rijden
3
Interieur
Onderhoud en
4
verzorging
5
Bij problemen
6
Specificaties
Het afstellen en bedienen van systemen als de portiervergrendeling, spiegels en stuurkolom
Airconditioning en audiosystemen, en andere systemen in het interieur die het rijden tot een comfortabele ervaring maken
Schoonmaken en beschermen van uw auto, uitvoeren van doe-het-zelfonderhoud en onderhoudsinformatie
Wat moet u doen als de auto gesleept moet worden, een lekke band krijgt of betrokken raakt bij een aanrijding
Gedetailleerde informatie over de auto
Trefwoordenlijst
Alfabetisch overzicht van de informatie in deze handleiding
1
INHOUDSOPGAVE Trefwoordenlijst
1-6. Antidiefstalsysteem
1
Voordat u gaat rijden
1-1. Informatie over sleutels
Sleutels................................. 28
1-2. Openen, sluiten en vergrende-
len van de portieren
Smart entry-systeem met
startknop............................. 32
Afstandsbediening................ 54
Portieren............................... 63
Achterklep............................. 69
1-3. Verstelbare onderdelen
(stoelen, spiegels, stuurwiel)
Voorstoelen........................... 74
Achterstoelen........................ 76
Hoofdsteunen ....................... 84
Veiligheidsgordels................. 86
Stuurwiel............................... 94
Binnenspiegel met
antiverblindingsstand.......... 95
Buitenspiegels ...................... 99
1-4. Openen en sluiten van ruiten
en zonnescherm panorama-
dak
Elektrisch bedienbare
ruiten................................. 102
Zonnescherm
panoramadak.................... 105
1-5. Tanken
Openen van de tankdop ..... 108
1-7. Veiligheidsinformatie
2-1. Rijprocedures
Startblokkering................... 114
Supervergrendeling............ 124
Alarm.................................. 126
De juiste houding achter
het stuur........................... 135
SRS-airbags....................... 137
Baby- en kinderzitjes.......... 149
Plaatsen van een baby- of
kinderzitje......................... 157
Handmatig in-/uitschakel-
systeem airbag................. 168
2
Tijdens het rijden
Rijden met de auto............. 174
Contactslot (auto's zonder
Smart entry-systeem en
startknop)......................... 188
Startknop (auto's met Smart
entry-systeem en
startknop)......................... 192
Multidrive CVT.................... 198
Automatische
transmissie....................... 204
Handgeschakelde
transmissie....................... 212
Richtingaanwijzer-
schakelaar........................ 216
Parkeerrem ........................ 217
Claxon................................ 219
2
2-2. Instrumentenpaneel
Meters en tellers................. 220
Controlelampjes en
waarschuwingslampjes..... 224
Multi-informatiedisplay........ 230
2-3. Bedienen van verlichting en
ruitenwissers
Lichtschakelaar................... 242
Schakelaar mistlampen ...... 249
Ruitenwissers en
-sproeiers.......................... 250
Achterruitenwisser en
-sproeier ........................... 256
2-4. Gebruik van overige
rijsystemen
Cruise control...................... 257
Snelheidsbegrenzer............ 261
Toyota Parking Assist-
sensor............................... 264
Stop & Start-systeem.......... 272
Ondersteunende
systemen.......................... 279
Hill Start Assist Control....... 285
2-5. Rijinformatie
Lading en bagage............... 287
Tips voor rijden in
de winter........................... 290
Rijden met een
aanhangwagen................. 295
3
Interieur
3-1. Gebruik van airconditioning
en achterruitverwarming
Handmatig bediende
airconditioning.................. 306
Automatische
airconditioning.................. 311
Extra verwarming............... 318
Achterruit- en buitenspiegel-
verwarming ...................... 320
3-2. Gebruik van het audiosysteem
Soorten audiosystemen ..... 322
Gebruik van de radio.......... 324
Gebruik van de CD-speler.. 328 Afspelen van discs met MP3-
en WMA-bestanden......... 333
Bedienen van een iPod...... 339
Bedienen van een USB-
geheugen......................... 346
Optimaal gebruikmaken
van het audiosysteem...... 353
Gebruik van de AUX-
aansluiting........................ 355
Gebruik van de audiotoetsen
op het stuurwiel................ 356
3-3. Gebruik van de interieurver-
lichting
Overzicht
interieurverlichting............ 359
• Hoofdschakelaar leeslampjes/
interieurverlichting............ 360
• Leeslampjes/interieur-
verlichting......................... 361
1
2
3
4
5
6
3
INHOUDSOPGAVE Trefwoordenlijst
3-4. Gebruik van de opberg-
mogelijkheden
Overzicht van opberg-
mogelijkheden .................. 363
• Dashboardkastje............... 364
• Consolevak....................... 365
• Dakconsole....................... 366
• Bekerhouders................... 367
• Fleshouders...................... 368
• Extra opbergvakken.......... 369
3-5. Overige voorzieningen in
het interieur
Zonnekleppen..................... 372
Make-upspiegels................. 373
Conversatiespiegel............. 374
Accessoireaansluitingen..... 375
Stoelverwarming................. 377
Armsteunen ........................ 379
Tafeltje aan rugleuning
voorstoelen....................... 380
Zonneschermen zijruiten .... 382
Handgrepen........................ 383
Vloermat ............................. 384
Voorzieningen
bagageruimte.................... 386
4
Onderhoud en verzorging
4-1. Onderhoud en verzorging
Reinigen en beschermen van
het exterieur...................... 396
Schoonmaken en beschermen
van het interieur................ 400
4-2. Onderhoud
Onderhoudsvoorschriften... 403
4-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Voorzorgsmaatregelen bij
zelf uit te voeren onderhoud
en controles ..................... 406
Motorkap............................ 410
Plaatsen van een
garagekrik........................ 412
Motorruimte........................ 414
Banden............................... 436
Bandenspanning................ 450
Velgen................................ 452
Interieurfilter....................... 455
Batterij van de elektronische
sleutel............................... 457
Controleren en vervangen
van zekeringen................. 461
Lampen.............................. 475
5
Bij problemen
5-1. Belangrijke informatie
Alarmknipperlichten............ 492
Als uw auto moet worden
gesleept ........................... 493
Als u denkt dat er iets
mis is................................ 502
Uitschakelsysteem brandstof-
pomp (benzinemotor)....... 503
4
5-2. Stappen die genomen moeten
worden in noodgevallen
Als er een waarschuwingslamp-
je gaat branden of als er een waarschuwingszoemer
klinkt... .............................. 504
Als er een waarschuwings-
melding verschijnt............. 514
Als de auto een lekke band
heeft (auto's met een
reservewiel)...................... 525
Als de auto een lekke band
heeft (auto's met een
reparatieset) ..................... 541
Als de motor niet wil
aanslaan........................... 564
Als de selectiehendel niet uit
stand P kan worden gezet (auto's met Multidrive CVT of automatische
transmissie)...................... 567
Als u uw sleutels verliest..... 568
Als het openingssysteem van
de achterklep niet werkt.... 569
Als de elektronische sleutel
niet goed werkt (auto's met
Smart entry-systeem en
startknop).......................... 570
Als de accu ontladen is....... 573
Als de motor oververhit
raakt.................................. 577
Als u zonder brandstof komt te
staan en de motor afslaat
(dieselmotor)..................... 580
Als de auto vastzit............... 581
Als uw auto in geval van nood
tot stilstand moet worden
gebracht............................ 583
6
Specificaties
6-1. Specificaties
Onderhoudsgegevens
(brandstof, oliepeil, enz.).. 586
Informatie over brandstof... 611
6-2. Persoonlijke voorkeurs-
instellingen
Systemen met mogelijkheden
voor persoonlijke voorkeursin-
stellingen.......................... 615
6-3. Initialisatie
Te initialiseren
onderdelen....................... 626
Trefwoordenlijst
Lijst met afkortingen ................ 622
Alfabetische index.................... 623
Wat moet u doen als... ............. 633
1
2
3
4
5
6
5
Blz. 242
Blz. 242
Overzicht
Blz. 249
Blz. 216
Blz. 410
Blz. 250
Blz. 99
Blz. 253
Blz. 242
Blz. 242, 245
Blz. 216
Blz. 287
Exterieur
Koplampen (dimlicht)2 Koplampen (dim- en grootlicht)
Ruitenwissers voor
Motorkap
Parkeerlichten voor/ dagrijverlichting
1
3
Richtingaanwijzers voor
Buitenspiegels
Met roofrails1
Koplampen (grootlicht)
6
2
Koplampsproeiers1
Richtingaanwijzers opzij
Mistlampen voor
Blz. 436
Blz. 525
Blz. 541
Blz. 607
Blz. 256
Blz. 63
Blz. 108
Blz. 249
Blz. 320
Blz. 242
Blz. 242
Blz. 216
Achterklep
Blz. 69
Achterruitverwarming
Achterlichten
Tankdopklep
Portieren
Banden
Wisselen
1
Vervangen
Tijdelijk repareren
Bandenspanning
Mistachterlicht
Achterruitenwisser
Camera Rear View
1
Monitor-systeem
1
Kentekenplaatverlichting
*
Richtingaanwijzers achter
: Raadpleeg de handleiding voor het navigatie- en multimediasysteem.
*
1
: Indien aanwezig
2
: Auto's met halogeenkoplampen
3
: Auto's met gasontladingskoplampen
7
Blz. 375
Overzicht
Blz. 86
Blz. 137
Blz. 137
Blz. 84
Blz. 369
Blz. 77
Blz. 74
Blz. 137
Blz. 364
Blz. 379
Blz. 380
Blz. 384
Blz. 168
Blz. 219
Blz. 369
Blz. 76
Interieur
Bestuurdersairbag
Hoofdsteunen
Tafeltjes aan rugleuning voor-
stoelen
Veiligheidsgordels
Claxon
Handmatig in-/uitscha-
kelsysteem airbags
Extra opbergvak
Voorpassagiers­airbag
Derde zitrij
Armsteun
Tweede zitrij
Accessoireaansluiting
Extra opbergvakken
8
Dashboard­kastje
Vloermat Voorstoelen
Side airbags
Blz. 373
Blz. 105
Blz. 373
Zonnekleppen*
Blz. 372
Blz. 137
Blz. 366
Blz. 361
Blz. 361
Blz. 360
Blz. 374
Blz. 95
Blz. 88
Blz. 383
Blz. 105
Make-upspiegels
Make-upverlichting
Leeslampjes/interieurverlichting
Hoofdschakelaar leeslampjes/interieurverlichting
Schakelaar voor zonnescherm panoramadak
1
Microfoon∗*
Zonnescherm panoramadak
Leeslampjes/interieurverlichting
Veiligheidsgordel middelste zitplaats tweede zitrij
Curtain airbags
Handgrepen
Dakconsole
Conversatiespiegel
Binnenspiegel met antiverblindingsstand
: Indien aanwezig
1
*
: Gebruik NOOIT een baby- of kinderzitje waar-
bij het kind achteruit kijkt op een stoel met een INGESCHAKELDE AIRBAG, omdat het KIND anders ERNSTIG LETSEL kan oplopen als de airbag wordt geactiveerd. (→Blz. 166)
2
*
: Raadpleeg de handleiding voor het navigatie-
en multimediasysteem.
2
9
Blz. 102
Overzicht
Blz. 64
Blz. 64
Blz. 102
Blz. 368
Vergrendelknoppen portier
Interieur
Blokkeerschakelaar ruitbediening
Schakelaar centrale vergrendeling
Schakelaars ruitbediening
Fleshouders
10
Deblokkeerschakelaar
Blz. 567
Blz. 199, 205
Blz. 198, 204, 212
Sportmodusschakelaar
Selectiehendel
: Indien aanwezig
11
Overzicht
Blz. 375
Blz. 377
Blz. 217
Blz. 365
Blz. 379
Blz. 367
Blz. 273
Interieur
Accessoireaansluiting
Bekerhouders
Armsteun
Consolevak
Schakelaars stoelverwarming
Parkeerremhendel
Uitschakeltoets Stop & Start-systeem
: Indien aanwezig
12
Overzicht
Blz. 242
Blz. 216
Blz. 249
Blz. 410
Blz. 220
Blz. 230
Blz. 322
Blz. 137
Blz. 492
Blz. 339, 346, 355
Blz. 108
Blz. 438
Instrumentenpaneel
Meters en tellers
Lichtschakelaar
Multi-informatiedisplay
Richtingaanwij­zerschakelaar
Schakelaar mist­lampen
Schakelaar alarmknipper­lichten
Audiosysteem Navigatie-/multimedia­systeem
*
Tankdopklepontgrendeling
AUX-aansluiting/USB-aansluiting
Ontgrendelingshendel motorkap
Resetknop bandenspanningswaarschuwingssysteem
Knie-airbag
*: Raadpleeg de handleiding voor het navigatie- en multimediasysteem.
: Indien aanwezig
13
Blz. 168
Blz. 320
Blz. 114
Overzicht
Blz. 306
Handmatig bediende airconditioning
Controlelampje antidiefstal-
systeem
Airconditioning
Instrumentenpaneel
Controlelampje PASSENGER AIRBAG
Schakelaar achterruit- en buitenspiegelverwarming
14
Automatische airconditioning
Blz. 114
Blz. 320
Blz. 168
Blz. 311
Schakelaar achterruit- en buitenspiegelverwarming
Airconditioning
Controlelampje
antidiefstalsysteem
Controlelampje PASSENGER AIRBAG
15
Overzicht
Blz. 192
Blz. 188
Blz. 250
Blz. 256
Schakelaar ruitenwissers en -sproeiers
Schakelaar achterruitenwisser en -sproeier
Instrumentenpaneel
Startknop (auto's met Smart entry-systeem en startknop)
Contactslot (auto's zonder Smart entry-systeem en startknop)
16
Blz. 243
Blz. 318
Blz. 99
Blz. 280
Blz. 94
Blz. 264
Dimmer dashboardverlichting
Blz. 223
Draaiknop koplampverstelling
Schakelaars buitenspiegels
Ontgrendelingshendel stuurverstelling
Schakelaar Toyota Parking Assist-sensor
Toets VSC/TRC OFF
Schakelaar extra verwarming
: Indien aanwezig
17
Overzicht
Blz. 200, 206
Blz. 231
Blz. 231
Blz. 356
Blz. 257, 261
Blz. 261
Instrumentenpaneel
Paddle shift-schakelaars
DISP-schakelaar Telefoontoets
*
18
Audiotoetsen
Cruise control-schakelaar
Schakelaar snelheidsbegrenzer
*: Raadpleeg de handleiding voor het navigatie- en multimediasysteem.
: Indien aanwezig
Spraaktoets∗*
DISP-schakelaar
Overzicht
Blz. 388
Blz. 387
Blz. 70
Auto's zonder derde zitrij
Bagageafdekking
Bagageruimte
Achterklepgreep
Extra opbergvakken
: Indien aanwezig
19
Blz. 387
Blz. 388
Blz. 70
Blz. 80
Overzicht
Auto's met derde zitrij
Bagageafdekking
Bagageruimte
Achterklepgreep
Extra opbergvak
Ontgrendellussen
20
Blz. 70
Bagagehaken
Blz. 386
Blz. 375
Blz. 386
Blz. 367
Blz. 367
Bekerhouders
Bagageruimteverlichting
Accessoireaansluiting
Bekerhouders
Bagagehaken
: Indien aanwezig
21
Ter informatie
Handleiding
Deze handleiding is bestemd voor alle uitvoeringen van dit type auto; alle mogelijke opties zijn in deze handleiding opgenomen. Er zullen dan ook ongetwijfeld onderwerpen worden beschreven die niet op uw Toyota van toe­passing zijn.
Alle specificaties in dit boekje waren actueel ten tijde van de druk. Toyota streeft er doorlopend naar haar producten te perfectioneren en wij behouden ons dan ook het recht voor tussentijdse wijzigingen in specificatie en uitvoe­ring door te voeren zonder voorafgaande kennisgeving.
Afhankelijk van de specificaties kan de in de afbeeldingen getoonde auto afwijken van uw auto voor wat betreft de uitrusting.
Accessoires, onderdelen en veranderingen aan uw Toyot a
Er is een grote hoeveelheid originele en niet-originele onderdelen en acces­soires voor uw Toyota te verkrijgen. Als een origineel onderdeel of acces­soire van uw Toyota moet worden vervangen, raadt Toyota u aan om originele Toyota-onderdelen en -accessoires te gebruiken. U kunt ook andere onderdelen of accessoires van gelijkwaardige kwaliteit gebruiken. Toyota kan geen garantie geven of betrouwbaarheid garanderen voor onder­delen en accessoires die geen origineel Toyota-product zijn en ook niet voor het vervangen door of monteren van dergelijke onderdelen. Bovendien is het mogelijk dat schade aan of slechte prestaties van niet-originele Toyota­onderdelen of -accessoires niet onder de garantie vallen.
22
Inbouw van een zend-/ontvanginstallatie
De inbouw van een zend-/ontvanginstallatie in uw auto kan elektronische systemen beïnvloeden, zoals:
(Sequentieel) multipoint brandstofinspuitsysteem
Cruise control-systeem (indien aanwezig)
Antiblokkeersysteem
SRS-airbagsysteem
Gordelspanner
Neem voor voorzorgsmaatregelen of speciale voorschriften met betrekking tot de inbouw van een zend-/ontvanginstallatie contact op met een Toyota­dealer of erkende reparateur.
Nadere informatie met betrekking tot frequenties, vermogens, antenneposi­ties en montagevoorwaarden voor zend-/ontvanginstallaties is op verzoek beschikbaar bij een Toyota-dealer of erkende reparateur.
Vernietigen van uw Toyota
De airbags en de gordelspanners in uw Toyota bevatten explosieve chemi­caliën. Wanneer uw auto, om welke reden dan ook, wordt vernietigd, terwijl het airbagsysteem en/of de gordelspanners nog intact zijn, kan tijdens de vernietiging een ontploffing plaatsvinden en brand ontstaan. Laat daarom het airbagsysteem en de gordelspanners eerst verwijderen en afvoeren door een Toyota-dealer of erkende reparateur.
23
WAARSCHUWING
Algemene voorzorgsmaatregelen tijdens het rijden
Rijden onder invloed: Ga niet rijden met uw auto als u alcohol of drugs gebruikt hebt omdat deze middelen invloed kunnen hebben op de rijvaardig­heid. Alcohol en bepaalde drugs vergroten de reactietijd, beïnvloeden het beoordelingsvermogen en hebben een negatieve invloed op de coördinatie, waardoor aanrijdingen kunnen ontstaan met ernstig letsel als gevolg.
Defensief rijden: Rijd altijd defensief. Anticipeer op fouten die andere bestuurders of voetgangers zouden kunnen maken omdat u hierdoor wel­licht een ongeluk kunt voorkomen.
Afleiding van de bestuurder: Houd altijd uw volledige aandacht bij het ver­keer. Alles wat de aandacht van de bestuurder kan afleiden, zoals het veran­deren van instellingen, telefoneren of lezen, kan leiden tot een aanrijding waarbij u, de andere inzittenden van de auto of anderen ernstig letsel kun­nen oplopen.
Algemene voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de veiligheid van
kinderen
Laat kinderen nooit alleen in de auto achter en laat ze nooit met de sleutel spelen.
Kinderen zullen wellicht proberen de auto te starten of de neutraalstand in te schakelen. Er bestaat ook het risico dat kinderen letsel oplopen wanneer ze met de aansteker, de ruiten of andere voorzieningen in de auto spelen. Ver­der kan de temperatuur in de auto zo hoog oplopen of zo ver dalen dat dat kinderen fataal kan worden.
Uw auto is uitgerust met batterijen en/of accu's. Zorg ervoor dat deze gescheiden worden ingezameld en op een milieuvriendelijke manier worden afgevoerd (richtlijn 2006/66/EG).
24
Symbolen die in dit handboek gebruikt worden
WAARSCHUWING
OPMERKING
Pijlen die handelingen aangeven
Geeft de handeling aan voor het bedie-
nen van schakelaars en dergelijke (druk­ken, draaien, enz.).
Geeft het resultaat van een handeling
aan (er wordt bijvoorbeeld een klep geopend).
Waarschuwingen en opmerkingen
Dit is een waarschuwing tegen iets wat mensen letsel kan toebrengen. U wordt geïnformeerd over wat u moet doen of niet moet doen, om het risico op letsel voor uzelf en voor anderen te verminderen.
Dit is een waarschuwing tegen iets wat schade aan de auto of uitrusting ervan kan veroorzaken als de waarschuwing wordt genegeerd. U wordt geïnfor­meerd over wat u moet doen of niet moet doen om schade aan uw Toyota en de uitrusting ervan te vermijden of het risico te verminderen.
Symbolen die in de afbeeldingen worden gebruikt
Waarschuwingssymbool
Het symbool van een cirkel met een schuine streep erdoor betekent dat er iets niet mag worden gedaan of mag gebeuren.
25
26
Voordat u gaat rijden
1
1-1. Informatie over sleutels
Sleutels............................... 28
1-2. Openen, sluiten en vergren-
delen van de portieren
Smart entry-systeem met
startknop......................... 32
Afstandsbediening.............. 54
Portieren............................. 63
Achterklep........................... 69
1-3. Verstelbare onderdelen
(stoelen, spiegels,
stuurwiel)
Voorstoelen ........................ 74
Achterstoelen.................... 76
Hoofdsteunen..................... 84
Veiligheidsgordels .............. 86
Stuurwiel............................. 94
Binnenspiegel met
antiverblindingsstand........ 95
Buitenspiegels .................... 99
1-4. Openen en sluiten van ruiten
en zonnescherm panoramadak
Elektrisch bedienbare
ruiten............................... 102
Zonnescherm
panoramadak.................. 105
1-5. Tanken
Openen van de tankdop ... 108
1-6. Antidiefstalsysteem
Startblokkering.................. 114
Supervergrendeling .......... 124
Alarm ................................ 126
1-7. Veiligheidsinformatie
De juiste houding achter
het stuur.......................... 135
SRS-airbags ..................... 137
Baby- en kinderzitjes ........ 149
Plaatsen van een baby- of
kinderzitje ....................... 157
Handmatig in-/uitschakel-
systeem airbag............... 168
27
1-1. Informatie over sleutels
Bij de auto worden de volgende sleutels geleverd.
Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop (type A)
Hoofdsleutel (met afstands­bediening)
Gebruik van de afstandsbedie­ning (→Blz. 54)
Hoofdsleutel (zonder afstandsbediening)
Plaatje met sleutelnummer
Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop (type B)
Hoofdsleutels
Gebruik van de afstandsbedie­ning (→Blz. 54)
Plaatje met sleutelnummer
Auto's met Smart entry-systeem en startknop
Elektronische sleutels
• Bedienen van het Smart entry-systeem met start­knop (→Blz. 32)
• Gebruik van de afstandsbe­diening (→Blz. 54)
Mechanische sleutels Plaatje met sleutelnummer
Sleutels
28
1-1. Informatie over sleutels
Gebruik van de hoofdsleutel (auto's zonder Smart Entry-systeem en startknop)
Druk op de knop om de sleutel te openen.
1
Druk, om de sleutel op te bergen, op de knop en klap de sleutel in.
Gebruik van de mechanische sleutel (auto's met Smart entry­systeem en startknop)
Druk op het ontgrendelknopje om de mechanische sleutel uit de elektronische sleutel te halen.
Bewaar de mechanische sleutel na gebruik in de elektronische sleutel. Zorg dat u de mechani­sche sleutel en de elektronische sleutel bij u hebt. Als de batterij van de elektronische sleutel leeg is of de instapfunctie niet werkt, bent u op de mechanische sleutel aangewezen. (→Blz. 570)
Voordat u gaat rijden
29
1-1. Informatie over sleutels
OPMERKING
Plaatje met sleutelnummer
Bewaar het plaatje met het sleutelnummer op een veilige plaats buiten de auto. Als u een sleutel (auto's zonder Smart entry-systeem en startknop) of mechanische sleutel (auto's met Smart entry-systeem en startknop) kwijt­raakt, kunt u een nieuwe sleutel laten bijmaken. Hiervoor kunt u met het sleutelnummer terecht bij een Toyota-dealer of erkende reparateur. (Blz. 568)
Aan boord van een vliegtuig
Druk aan boord van een vliegtuig nooit op de knoppen van de sleutel met afstandsbediening. Zorg dat de knoppen niet per ongeluk kunnen worden ingedrukt als de sleutel zich bijvoorbeeld in uw tas bevindt. Als op de toetsen van de sleutel wordt gedrukt, kunnen er radiogolven worden uitgezonden die de werking van de vliegtuigsystemen kunnen verstoren.
Voorkomen van beschadiging van de sleutel (auto's zonder Smart
entry-systeem en startknop)
Stel de sleutels niet bloot aan sterke schokken, hoge temperaturen als
gevolg van plaatsing in direct zonlicht of vocht.
Stel de sleutels niet bloot aan elektromagnetische straling en bevestig
geen materialen aan de sleutels die elektromagnetische straling tegen­houden.
Haal de sleutel niet uit elkaar.
30
Loading...
+ 608 hidden pages