Het afstellen en bedienen van systemen als de
portiervergrendeling, spiegels en stuurkolom
Rijden, stoppen en informatie over veilig rijden
Airconditioning en audiosystemen, en andere systemen
in het interieur die het rijden tot een comfortabele
ervaring maken
Schoonmaken en beschermen van uw auto, uitvoeren
van doe-het-zelfonderhoud en onderhoudsinformatie
Wat moet u doen als de auto gesleept moet worden,
een lekke band krijgt of betrokken raakt bij een
aanrijding
Gedetailleerde informatie over de auto
Trefwoordenlijst
Alfabetisch overzicht van de informatie in deze
handleiding
1
INHOUDSOPGAVETrefwoordenlijst
1-6. Antidiefstalsysteem
1
Voordat u gaat rijden
1-1. Informatie over sleutels
Sleutels................................. 28
1-2. Openen, sluiten en vergrende-
len van de portieren
Smart entry-systeem met
startknop............................. 32
Afstandsbediening................ 54
Portieren............................... 63
Achterklep............................. 69
1-3. Verstelbare onderdelen
(stoelen, spiegels, stuurwiel)
Voorstoelen........................... 74
Achterstoelen........................ 76
Hoofdsteunen ....................... 84
Veiligheidsgordels................. 86
Stuurwiel............................... 94
Binnenspiegel met
antiverblindingsstand.......... 95
Buitenspiegels ...................... 99
1-4. Openen en sluiten van ruiten
en zonnescherm panorama-
dak
Elektrisch bedienbare
ruiten................................. 102
Zonnescherm
panoramadak.................... 105
1-5. Tanken
Openen van de tankdop ..... 108
1-7. Veiligheidsinformatie
2-1. Rijprocedures
Startblokkering................... 114
Supervergrendeling............ 124
Alarm.................................. 126
De juiste houding achter
het stuur........................... 135
SRS-airbags....................... 137
Baby- en kinderzitjes.......... 149
Plaatsen van een baby- of
kinderzitje......................... 157
Handmatig in-/uitschakel-
systeem airbag................. 168
2
Tijdens het rijden
Rijden met de auto............. 174
Contactslot (auto's zonder
Smart entry-systeem en
startknop)......................... 188
Startknop (auto's met Smart
entry-systeem en
startknop)......................... 192
Multidrive CVT.................... 198
Automatische
transmissie....................... 204
Handgeschakelde
transmissie....................... 212
Richtingaanwijzer-
schakelaar........................ 216
Parkeerrem ........................ 217
Claxon................................ 219
2
2-2. Instrumentenpaneel
Meters en tellers................. 220
Controlelampjes en
waarschuwingslampjes..... 224
Multi-informatiedisplay........ 230
2-3. Bedienen van verlichting en
ruitenwissers
Lichtschakelaar................... 242
Schakelaar mistlampen ...... 249
Ruitenwissers en
-sproeiers.......................... 250
Achterruitenwisser en
-sproeier ........................... 256
2-4. Gebruik van overige
rijsystemen
Cruise control...................... 257
Snelheidsbegrenzer............ 261
Toyota Parking Assist-
sensor............................... 264
Stop & Start-systeem.......... 272
Ondersteunende
systemen.......................... 279
Hill Start Assist Control....... 285
2-5. Rijinformatie
Lading en bagage............... 287
Tips voor rijden in
de winter........................... 290
Rijden met een
aanhangwagen................. 295
3
Interieur
3-1. Gebruik van airconditioning
en achterruitverwarming
Handmatig bediende
airconditioning.................. 306
Automatische
airconditioning.................. 311
Extra verwarming............... 318
Achterruit- en buitenspiegel-
verwarming ...................... 320
3-2. Gebruik van het audiosysteem
Soorten audiosystemen ..... 322
Gebruik van de radio.......... 324
Gebruik van de CD-speler.. 328
Afspelen van discs met MP3-
en WMA-bestanden......... 333
Bedienen van een iPod...... 339
Bedienen van een USB-
geheugen......................... 346
Optimaal gebruikmaken
van het audiosysteem...... 353
Gebruik van de AUX-
aansluiting........................ 355
Gebruik van de audiotoetsen
op het stuurwiel................ 356
3-3. Gebruik van de interieurver-
lichting
Overzicht
interieurverlichting............ 359
• Hoofdschakelaar leeslampjes/
interieurverlichting............ 360
• Leeslampjes/interieur-
verlichting......................... 361
1
2
3
4
5
6
3
INHOUDSOPGAVETrefwoordenlijst
3-4. Gebruik van de opberg-
mogelijkheden
Overzicht van opberg-
mogelijkheden .................. 363
• Dashboardkastje............... 364
• Consolevak....................... 365
• Dakconsole....................... 366
• Bekerhouders................... 367
• Fleshouders...................... 368
• Extra opbergvakken.......... 369
3-5. Overige voorzieningen in
het interieur
Zonnekleppen..................... 372
Make-upspiegels................. 373
Conversatiespiegel............. 374
Accessoireaansluitingen..... 375
Stoelverwarming................. 377
Armsteunen ........................ 379
Tafeltje aan rugleuning
voorstoelen....................... 380
Zonneschermen zijruiten .... 382
Handgrepen........................ 383
Vloermat ............................. 384
Voorzieningen
bagageruimte.................... 386
4
Onderhoud en verzorging
4-1. Onderhoud en verzorging
Reinigen en beschermen van
het exterieur...................... 396
Schoonmaken en beschermen
van het interieur................ 400
4-2. Onderhoud
Onderhoudsvoorschriften... 403
4-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Voorzorgsmaatregelen bij
zelf uit te voeren onderhoud
en controles ..................... 406
Motorkap............................ 410
Plaatsen van een
garagekrik........................ 412
Motorruimte........................ 414
Banden............................... 436
Bandenspanning................ 450
Velgen................................ 452
Interieurfilter....................... 455
Batterij van de elektronische
sleutel............................... 457
Controleren en vervangen
van zekeringen................. 461
Lampen.............................. 475
5
Bij problemen
5-1. Belangrijke informatie
Alarmknipperlichten............ 492
Als uw auto moet worden
gesleept ........................... 493
Als u denkt dat er iets
mis is................................ 502
Uitschakelsysteem brandstof-
pomp (benzinemotor)....... 503
4
5-2. Stappen die genomen moeten
worden in noodgevallen
Als er een waarschuwingslamp-
je gaat branden of als er
een waarschuwingszoemer
klinkt... .............................. 504
Als er een waarschuwings-
melding verschijnt............. 514
Als de auto een lekke band
heeft (auto's met een
reservewiel)...................... 525
Als de auto een lekke band
heeft (auto's met een
reparatieset) ..................... 541
Als de motor niet wil
aanslaan........................... 564
Als de selectiehendel niet uit
stand P kan worden gezet
(auto's met Multidrive CVT
of automatische
transmissie)...................... 567
Als u uw sleutels verliest..... 568
Als het openingssysteem van
de achterklep niet werkt.... 569
Als de elektronische sleutel
niet goed werkt (auto's met
Smart entry-systeem en
startknop).......................... 570
Als de accu ontladen is....... 573
Als de motor oververhit
raakt.................................. 577
Als u zonder brandstof komt te
staan en de motor afslaat
(dieselmotor)..................... 580
Als de auto vastzit............... 581
Als uw auto in geval van nood
tot stilstand moet worden
gebracht............................ 583
6
Specificaties
6-1. Specificaties
Onderhoudsgegevens
(brandstof, oliepeil, enz.).. 586
Informatie over brandstof... 611
6-2. Persoonlijke voorkeurs-
instellingen
Systemen met mogelijkheden
voor persoonlijke voorkeursin-
stellingen.......................... 615
6-3. Initialisatie
Te initialiseren
onderdelen....................... 626
Trefwoordenlijst
Lijst met afkortingen ................ 622
Alfabetische index.................... 623
Wat moet u doen als... ............. 633
1
2
3
4
5
6
5
Blz. 242
Blz. 242
Overzicht
Blz. 249
Blz. 216
Blz. 410
Blz. 250
Blz. 99
Blz. 253
Blz. 242
Blz. 242, 245
Blz. 216
Blz. 287
Exterieur
Koplampen (dimlicht)∗2
Koplampen (dim- en grootlicht)
Ruitenwissers voor
Motorkap
Parkeerlichten voor/
dagrijverlichting
1
∗
3
∗
Richtingaanwijzers voor
Buitenspiegels
Met roofrails∗1
Koplampen (grootlicht)∗
6
2
Koplampsproeiers∗1
Richtingaanwijzers opzij
Mistlampen voor
Blz. 436
Blz. 525
Blz. 541
Blz. 607
Blz. 256
Blz. 63
Blz. 108
Blz. 249
Blz. 320
Blz. 242
Blz. 242
Blz. 216
Achterklep
Blz. 69
Achterruitverwarming
Achterlichten
Tankdopklep
Portieren
Banden
●Wisselen
1
●Vervangen
∗
●Tijdelijk repareren∗
●Bandenspanning
Mistachterlicht
Achterruitenwisser
Camera Rear View
1
∗
Monitor-systeem
1
Kentekenplaatverlichting
*
Richtingaanwijzers achter
: Raadpleeg de handleiding voor het navigatie- en multimediasysteem.
*
1
∗
: Indien aanwezig
2
∗
: Auto's met halogeenkoplampen
3
∗
: Auto's met gasontladingskoplampen
7
Blz. 375
Overzicht
Blz. 86
Blz. 137
Blz. 137
Blz. 84
Blz. 369
Blz. 77
Blz. 74
Blz. 137
Blz. 364
Blz. 379
Blz. 380
Blz. 384
Blz. 168
Blz. 219
Blz. 369
Blz. 76
Interieur
Bestuurdersairbag
Hoofdsteunen
Tafeltjes aan rugleuning voor-
∗
stoelen
Veiligheidsgordels
Claxon
Handmatig in-/uitscha-
kelsysteem airbags
Extra opbergvak
Voorpassagiersairbag
Derde zitrij∗
Armsteun∗
Tweede zitrij∗
Accessoireaansluiting∗
Extra opbergvakken
8
Dashboardkastje
Vloermat
Voorstoelen
Side airbags
Blz. 373
Blz. 105
Blz. 373
Zonnekleppen*
Blz. 372
Blz. 137
Blz. 366
Blz. 361
Blz. 361
Blz. 360
Blz. 374
Blz. 95
Blz. 88
Blz. 383
Blz. 105
Make-upspiegels
Make-upverlichting
Leeslampjes/interieurverlichting
Hoofdschakelaar leeslampjes/interieurverlichting
Schakelaar voor zonnescherm panoramadak∗
1
Microfoon∗*
Zonnescherm panoramadak∗
Leeslampjes/interieurverlichting
Veiligheidsgordel middelste zitplaats
tweede zitrij
Curtain airbags
Handgrepen
Dakconsole
Conversatiespiegel
Binnenspiegel met antiverblindingsstand
∗: Indien aanwezig
1
*
: Gebruik NOOIT een baby- of kinderzitje waar-
bij het kind achteruit kijkt op een stoel met een
INGESCHAKELDE AIRBAG, omdat het KIND
anders ERNSTIG LETSEL kan oplopen als de
airbag wordt geactiveerd. (→Blz. 166)
2
*
: Raadpleeg de handleiding voor het navigatie-
en multimediasysteem.
2
9
Blz. 102
Overzicht
Blz. 64
Blz. 64
Blz. 102
Blz. 368
Vergrendelknoppen portier
Interieur
Blokkeerschakelaar ruitbediening
Schakelaar centrale
vergrendeling
Schakelaars ruitbediening
Fleshouders
10
Deblokkeerschakelaar∗
Blz. 567
Blz. 199, 205
Blz. 198, 204, 212
Sportmodusschakelaar∗
Selectiehendel
∗: Indien aanwezig
11
Overzicht
Blz. 375
Blz. 377
Blz. 217
Blz. 365
Blz. 379
Blz. 367
Blz. 273
Interieur
Accessoireaansluiting
Bekerhouders
Armsteun∗
Consolevak
Schakelaars stoelverwarming∗
Parkeerremhendel
Uitschakeltoets Stop & Start-systeem∗
∗: Indien aanwezig
12
Overzicht
Blz. 242
Blz. 216
Blz. 249
Blz. 410
Blz. 220
Blz. 230
Blz. 322
Blz. 137
Blz. 492
Blz. 339, 346, 355
Blz. 108
Blz. 438
Instrumentenpaneel
Meters en tellers
Lichtschakelaar
Multi-informatiedisplay
Richtingaanwijzerschakelaar
Schakelaar mistlampen
Schakelaar alarmknipperlichten
Audiosysteem∗
Navigatie-/multimediasysteem
∗*
Tankdopklepontgrendeling
AUX-aansluiting/USB-aansluiting∗
Ontgrendelingshendel
motorkap
Resetknop bandenspanningswaarschuwingssysteem∗
Knie-airbag
*: Raadpleeg de handleiding voor het navigatie- en multimediasysteem.
∗: Indien aanwezig
13
Blz. 168
Blz. 320
Blz. 114
Overzicht
Blz. 306
Handmatig bediende airconditioning
Controlelampje antidiefstal-
systeem
Airconditioning
Instrumentenpaneel
Controlelampje PASSENGER AIRBAG
Schakelaar achterruit- en buitenspiegelverwarming
14
Automatische airconditioning
Blz. 114
Blz. 320
Blz. 168
Blz. 311
Schakelaar achterruit- en buitenspiegelverwarming
Airconditioning
Controlelampje
antidiefstalsysteem
Controlelampje PASSENGER AIRBAG
15
Overzicht
Blz. 192
Blz. 188
Blz. 250
Blz. 256
Schakelaar ruitenwissers en -sproeiers
Schakelaar achterruitenwisser en -sproeier
Instrumentenpaneel
Startknop
(auto's met Smart entry-systeem en startknop)
Contactslot
(auto's zonder Smart entry-systeem en startknop)
16
Blz. 243
Blz. 318
Blz. 99
Blz. 280
Blz. 94
Blz. 264
Dimmer dashboardverlichting
Blz. 223
Draaiknop koplampverstelling∗
Schakelaars buitenspiegels
Ontgrendelingshendel
stuurverstelling
Schakelaar Toyota Parking
Assist-sensor
Toets VSC/TRC OFF
Schakelaar extra verwarming∗
∗
∗: Indien aanwezig
17
Overzicht
Blz. 200, 206
Blz. 231
Blz. 231
Blz. 356
Blz. 257, 261
Blz. 261
Instrumentenpaneel
Paddle shift-schakelaars∗
DISP-schakelaar∗
Telefoontoets
∗*
18
Audiotoetsen
Cruise control-schakelaar∗
Schakelaar snelheidsbegrenzer∗
*: Raadpleeg de handleiding voor het navigatie- en multimediasysteem.
∗: Indien aanwezig
Spraaktoets∗*
DISP-schakelaar∗
Overzicht
Blz. 388
Blz. 387
Blz. 70
Auto's zonder derde zitrij
Bagageafdekking∗
Bagageruimte
Achterklepgreep
Extra opbergvakken
∗: Indien aanwezig
19
Blz. 387
Blz. 388
Blz. 70
Blz. 80
Overzicht
Auto's met derde zitrij
Bagageafdekking∗
Bagageruimte
Achterklepgreep
Extra opbergvak
Ontgrendellussen
20
Blz. 70
Bagagehaken
Blz. 386
Blz. 375
Blz. 386
Blz. 367
Blz. 367
Bekerhouders
Bagageruimteverlichting
Accessoireaansluiting
Bekerhouders
Bagagehaken
∗: Indien aanwezig
21
Ter informatie
Handleiding
Deze handleiding is bestemd voor alle uitvoeringen van dit type auto; alle
mogelijke opties zijn in deze handleiding opgenomen. Er zullen dan ook
ongetwijfeld onderwerpen worden beschreven die niet op uw Toyota van toepassing zijn.
Alle specificaties in dit boekje waren actueel ten tijde van de druk. Toyota
streeft er doorlopend naar haar producten te perfectioneren en wij behouden
ons dan ook het recht voor tussentijdse wijzigingen in specificatie en uitvoering door te voeren zonder voorafgaande kennisgeving.
Afhankelijk van de specificaties kan de in de afbeeldingen getoonde auto
afwijken van uw auto voor wat betreft de uitrusting.
Accessoires, onderdelen en veranderingen aan uw Toyot a
Er is een grote hoeveelheid originele en niet-originele onderdelen en accessoires voor uw Toyota te verkrijgen. Als een origineel onderdeel of accessoire van uw Toyota moet worden vervangen, raadt Toyota u aan om
originele Toyota-onderdelen en -accessoires te gebruiken. U kunt ook
andere onderdelen of accessoires van gelijkwaardige kwaliteit gebruiken.
Toyota kan geen garantie geven of betrouwbaarheid garanderen voor onderdelen en accessoires die geen origineel Toyota-product zijn en ook niet voor
het vervangen door of monteren van dergelijke onderdelen. Bovendien is het
mogelijk dat schade aan of slechte prestaties van niet-originele Toyotaonderdelen of -accessoires niet onder de garantie vallen.
22
Inbouw van een zend-/ontvanginstallatie
De inbouw van een zend-/ontvanginstallatie in uw auto kan elektronische
systemen beïnvloeden, zoals:
Neem voor voorzorgsmaatregelen of speciale voorschriften met betrekking
tot de inbouw van een zend-/ontvanginstallatie contact op met een Toyotadealer of erkende reparateur.
Nadere informatie met betrekking tot frequenties, vermogens, antenneposities en montagevoorwaarden voor zend-/ontvanginstallaties is op verzoek
beschikbaar bij een Toyota-dealer of erkende reparateur.
Vernietigen van uw Toyota
De airbags en de gordelspanners in uw Toyota bevatten explosieve chemicaliën. Wanneer uw auto, om welke reden dan ook, wordt vernietigd, terwijl
het airbagsysteem en/of de gordelspanners nog intact zijn, kan tijdens de
vernietiging een ontploffing plaatsvinden en brand ontstaan. Laat daarom het
airbagsysteem en de gordelspanners eerst verwijderen en afvoeren door
een Toyota-dealer of erkende reparateur.
23
WAARSCHUWING
■ Algemene voorzorgsmaatregelen tijdens het rijden
Rijden onder invloed: Ga niet rijden met uw auto als u alcohol of drugs
gebruikt hebt omdat deze middelen invloed kunnen hebben op de rijvaardigheid. Alcohol en bepaalde drugs vergroten de reactietijd, beïnvloeden het
beoordelingsvermogen en hebben een negatieve invloed op de coördinatie,
waardoor aanrijdingen kunnen ontstaan met ernstig letsel als gevolg.
Defensief rijden: Rijd altijd defensief. Anticipeer op fouten die andere
bestuurders of voetgangers zouden kunnen maken omdat u hierdoor wellicht een ongeluk kunt voorkomen.
Afleiding van de bestuurder: Houd altijd uw volledige aandacht bij het verkeer. Alles wat de aandacht van de bestuurder kan afleiden, zoals het veranderen van instellingen, telefoneren of lezen, kan leiden tot een aanrijding
waarbij u, de andere inzittenden van de auto of anderen ernstig letsel kunnen oplopen.
■ Algemene voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de veiligheid van
kinderen
Laat kinderen nooit alleen in de auto achter en laat ze nooit met de sleutel
spelen.
Kinderen zullen wellicht proberen de auto te starten of de neutraalstand in te
schakelen. Er bestaat ook het risico dat kinderen letsel oplopen wanneer ze
met de aansteker, de ruiten of andere voorzieningen in de auto spelen. Verder kan de temperatuur in de auto zo hoog oplopen of zo ver dalen dat dat
kinderen fataal kan worden.
Uw auto is uitgerust met batterijen en/of accu's. Zorg ervoor dat deze
gescheiden worden ingezameld en op een milieuvriendelijke manier
worden afgevoerd (richtlijn 2006/66/EG).
24
Symbolen die in dit handboek gebruikt worden
WAARSCHUWING
OPMERKING
Pijlen die handelingen aangeven
Geeft de handeling aan voor het bedie-
nen van schakelaars en dergelijke (drukken, draaien, enz.).
Geeft het resultaat van een handeling
aan (er wordt bijvoorbeeld een klep
geopend).
Waarschuwingen en opmerkingen
Dit is een waarschuwing tegen iets wat mensen letsel kan toebrengen. U
wordt geïnformeerd over wat u moet doen of niet moet doen, om het risico op
letsel voor uzelf en voor anderen te verminderen.
Dit is een waarschuwing tegen iets wat schade aan de auto of uitrusting ervan
kan veroorzaken als de waarschuwing wordt genegeerd. U wordt geïnformeerd over wat u moet doen of niet moet doen om schade aan uw Toyota en
de uitrusting ervan te vermijden of het risico te verminderen.
Symbolen die in de afbeeldingen worden gebruikt
Waarschuwingssymbool
Het symbool van een cirkel met een schuine streep erdoor betekent
dat er iets niet mag worden gedaan of mag gebeuren.
25
26
Voordat u gaat rijden
1
1-1. Informatie over sleutels
Sleutels............................... 28
1-2. Openen, sluiten en vergren-
delen van de portieren
Smart entry-systeem met
startknop∗ ......................... 32
Afstandsbediening.............. 54
Portieren............................. 63
Achterklep........................... 69
1-3. Verstelbare onderdelen
(stoelen, spiegels,
stuurwiel)
Voorstoelen ........................ 74
Achterstoelen∗.................... 76
Hoofdsteunen..................... 84
Veiligheidsgordels .............. 86
Stuurwiel............................. 94
Binnenspiegel met
antiverblindingsstand........ 95
Buitenspiegels .................... 99
1-4. Openen en sluiten van ruiten
en zonnescherm
panoramadak
Elektrisch bedienbare
ruiten............................... 102
Zonnescherm
panoramadak.................. 105
1-5. Tanken
Openen van de tankdop ... 108
1-6. Antidiefstalsysteem
Startblokkering.................. 114
Supervergrendeling .......... 124
Alarm ................................ 126
1-7. Veiligheidsinformatie
De juiste houding achter
het stuur.......................... 135
SRS-airbags ..................... 137
Baby- en kinderzitjes ........ 149
Plaatsen van een baby- of
kinderzitje ....................... 157
Handmatig in-/uitschakel-
systeem airbag............... 168
27
1-1. Informatie over sleutels
Bij de auto worden de volgende sleutels geleverd.
Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop (type A)
Hoofdsleutel (met afstandsbediening)
Gebruik van de afstandsbediening (→Blz. 54)
Hoofdsleutel (zonder
afstandsbediening)
Plaatje met sleutelnummer
Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop (type B)
Hoofdsleutels
Gebruik van de afstandsbediening (→Blz. 54)
Plaatje met sleutelnummer
Auto's met Smart entry-systeem en startknop
Elektronische sleutels
• Bedienen van het Smart
entry-systeem met startknop (→Blz. 32)
• Gebruik van de afstandsbediening (→Blz. 54)
Mechanische sleutels
Plaatje met sleutelnummer
Sleutels
28
1-1. Informatie over sleutels
Gebruik van de hoofdsleutel (auto's zonder Smart Entry-systeem
en startknop)
Druk op de knop om de sleutel te
openen.
1
Druk, om de sleutel op te bergen,
op de knop en klap de sleutel in.
Gebruik van de mechanische sleutel (auto's met Smart entrysysteem en startknop)
Druk op het ontgrendelknopje
om de mechanische sleutel uit
de elektronische sleutel te halen.
Bewaar de mechanische sleutel
na gebruik in de elektronische
sleutel. Zorg dat u de mechanische sleutel en de elektronische
sleutel bij u hebt. Als de batterij
van de elektronische sleutel leeg
is of de instapfunctie niet werkt,
bent u op de mechanische sleutel
aangewezen. (→Blz. 570)
Voordat u gaat rijden
29
1-1. Informatie over sleutels
OPMERKING
■ Plaatje met sleutelnummer
Bewaar het plaatje met het sleutelnummer op een veilige plaats buiten de
auto. Als u een sleutel (auto's zonder Smart entry-systeem en startknop) of
mechanische sleutel (auto's met Smart entry-systeem en startknop) kwijtraakt, kunt u een nieuwe sleutel laten bijmaken. Hiervoor kunt u met het
sleutelnummer terecht bij een Toyota-dealer of erkende reparateur.
(→Blz. 568)
■ Aan boord van een vliegtuig
Druk aan boord van een vliegtuig nooit op de knoppen van de sleutel met
afstandsbediening. Zorg dat de knoppen niet per ongeluk kunnen worden
ingedrukt als de sleutel zich bijvoorbeeld in uw tas bevindt. Als op de toetsen
van de sleutel wordt gedrukt, kunnen er radiogolven worden uitgezonden die
de werking van de vliegtuigsystemen kunnen verstoren.
■ Voorkomen van beschadiging van de sleutel (auto's zonder Smart
entry-systeem en startknop)
● Stel de sleutels niet bloot aan sterke schokken, hoge temperaturen als
gevolg van plaatsing in direct zonlicht of vocht.
● Stel de sleutels niet bloot aan elektromagnetische straling en bevestig
geen materialen aan de sleutels die elektromagnetische straling tegenhouden.
● Haal de sleutel niet uit elkaar.
30
Loading...
+ 608 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.