Sony VPCEE3L0E, VPCEE4M1R, VPCEE3J0E, VPCEE3E1E, VPCEF3S1E Manual [nl]

...
0 (0)
Sony VPCEE3L0E, VPCEE4M1R, VPCEE3J0E, VPCEE3E1E, VPCEF3S1E Manual

N

Gebruikershandleiding

Personal computer

VPCEE-serie/VPCEF-serie

n 2 N

Inhoud

 

Voor gebruik .......................................................................

4

Meer informatie over uw VAIO-computer......................

5

Ergonomische overwegingen........................................

8

Aan de slag.......................................................................

10

De besturingselementen en poorten ...........................

11

De lampjes ..................................................................

13

Een stroombron aansluiten .........................................

14

De batterij gebruiken ...................................................

16

De computer veilig uitschakelen .................................

23

Energiebesparingsstanden gebruiken.........................

24

Uw computer in optimale conditie houden ..................

27

De VAIO-computer gebruiken...........................................

30

Het toetsenbord gebruiken..........................................

31

Het touchpad gebruiken ..............................................

33

De knop voor speciale functies gebruiken ..................

34

De ingebouwde camera gebruiken .............................

35

Het optische station gebruiken....................................

36

De Memory Stick gebruiken ........................................

43

Andere modules/geheugenkaarten gebruiken ............

49

Het internet gebruiken.................................................

53

Het netwerk (LAN) gebruiken......................................

54

Het draadloze LAN gebruiken .....................................

55

De Bluetooth-functie gebruiken...................................

60

Randapparaten gebruiken.................................................

65

Externe luidsprekers of een hoofdtelefoon

 

aansluiten ....................................................................

66

Een externe monitor aansluiten...................................

67

Weergavemodi selecteren...........................................

72

Een externe microfoon aansluiten ...............................

73

Een USB-apparaat aansluiten .....................................

74

Uw VAIO-computer aanpassen.........................................

76

Het wachtwoord instellen.............................................

77

AMD-V gebruiken ........................................................

84

VAIO Control Center gebruiken...................................

85

Uw VAIO-computer uitbreiden...........................................

86

Geheugen toevoegen en verwijderen..........................

87

n 3 N

Voorzorgsmaatregelen .....................................................

93

Informatie over de veiligheid .......................................

94

Informatie over reinigen en onderhoud .......................

97

Met de computer omgaan ...........................................

98

Met het LCD-scherm omgaan ...................................

100

De stroomvoorziening gebruiken ..............................

101

Met de ingebouwde camera omgaan........................

102

Met schijven omgaan ................................................

103

De batterij gebruiken .................................................

104

Memory Sticks hanteren ...........................................

105

Met het ingebouwde opslagapparaat omgaan ..........

106

Problemen oplossen .......................................................

107

Computerbewerkingen ..............................................

109

Systeemupdates/-beveiliging ....................................

115

Herstellen ..................................................................

116

Batterij .......................................................................

118

Ingebouwde camera..................................................

120

Netwerken (LAN/draadloos LAN)..............................

122

Bluetooth-technologie ...............................................

125

Optische schijven ......................................................

129

Beeldscherm .............................................................

133

Afdrukken ..................................................................

137

Microfoon ..................................................................

138

Luidsprekers..............................................................

139

Touchpad...................................................................

141

Toetsenbord ..............................................................

142

Diskettes....................................................................

143

Audio/video................................................................

144

Memory Stick.............................................................

146

Randapparatuur.........................................................

147

Handelsmerken ...............................................................

148

Opmerking.......................................................................

150

Voor gebruik >

n 4 N

Voor gebruik

Gefeliciteerd met de aankoop van deze Sony VAIO®-computer en welkom bij de Gebruikershandleiding op het scherm. Sony heeft speerpunttechnologie op het gebied van audio, video, computertechnologie en communicatie gecombineerd en geïntegreerd in deze uiterst geavanceerde computer.

!

Externe aanzichten die in deze handleiding worden geïllustreerd, kunnen enigszins verschillen van de werkelijke aanzichten van uw computer.

Locatie van specificaties

Mogelijk zijn niet alle voorzieningen, opties en meegeleverde items beschikbaar op uw computer.

Ga naar de ondersteuningswebsite van VAIO op http://support.vaio.sony.eu/ voor meer informatie over de configuratie van uw computer.

Voor gebruik >

 

Meer informatie over uw VAIO-computer

n 5 N

Meer informatie over uw VAIO-computer

In dit gedeelte vindt u ondersteuningsinformatie over uw VAIO-computer.

1. Gedrukte documentatie

Handleiding Snel aan de slag: een overzicht van het aansluiten van onderdelen, configuratiegegevens, enzovoort.

Gids systeemherstel, back-up en probleemoplossing

Voorschriften, Garantie en Ondersteuning

Lees de informatie in Voorschriften, Garantie en Ondersteuning zorgvuldig door voordat u de functies voor draadloze communicatie, zoals het draadloze LAN en de Bluetooth-technologie, activeert.

Voor gebruik >

 

Meer informatie over uw VAIO-computer

n 6 N

2. Documentatie op het scherm

VAIO-gebruikershandleiding: algemene informatie over uw VAIO-computer, met informatie over ondersteuning en het oplossen van problemen.

Om toegang te krijgen tot de VAIO-gebruikershandleiding klikt u achtereenvolgens op Start , Alle programma's en Handleiding VAIO.

Windows Help en ondersteuning: een uitgebreide bron voor praktisch advies, zelfstudies en demo's die u leren uw computer te gebruiken.

Voor toegang tot Windows Help en ondersteuning klikt u achtereenvolgens op Start en op Help en ondersteuning, of houdt u de Microsoft Windows-toets ingedrukt en drukt u op F1.

Voor gebruik >

 

Meer informatie over uw VAIO-computer

n 7 N

3. Ondersteuningswebsites

Als u een probleem hebt met de computer, vindt u op de ondersteuningswebsite van VAIO op http://support.vaio.sony.eu/ instructies voor probleemoplossing.

Verder zijn de volgende informatiebronnen beschikbaar:

Via de Club VAIO community op http://club-vaio.com hebt u de mogelijkheid om vragen te stellen aan andere VAIO-gebruikers.

Informatie over producten vindt u op onze website met producten op http://www.vaio.eu/ of in de online winkel op http://www.sonystyle-europe.com.

Zorg dat u het serienummer van uw VAIO-computer bij de hand hebt wanneer u contact opneemt met de ondersteuning voor VAIO. Het serienummer bevindt zich aan de onderkant, aan de achterkant of in het batterijcompartiment van uw VAIO-computer. Als u uw serienummer niet kunt vinden, raadpleegt u de aanvullende instructies op de ondersteuningswebsite van VAIO.

Voor gebruik >

 

Ergonomische overwegingen

n 8 N

Ergonomische overwegingen

U zult uw computer waarschijnlijk op verschillende plaatsen gebruiken. Indien mogelijk moet u rekening houden met de volgende ergonomische overwegingen die zowel betrekking hebben op gewone als op draagbare computers:

Positie van de computer: plaats de computer direct voor u. Houd uw onderarmen horizontaal, met uw polsen in een neutrale, comfortabele positie als u het toetsenbord of aanwijsapparaat gebruikt. Houd uw bovenarmen ontspannen naast uw bovenlichaam. Pauzeer regelmatig tijdens het gebruik van de computer. Als u te veel met de computer werkt, kunt u uw ogen, spieren of pezen overbelasten.

Meubilair en houding: gebruik een stoel met een goede rugsteun. Stel de hoogte van de stoel zo in dat uw voeten plat op de grond staan. Gebruik een voetbankje als u daar comfortabeler mee zit. Neem een ontspannen houding aan, houd uw rug recht en neig niet te ver naar voren (ronde rug) of naar achteren.

Voor gebruik >

 

Ergonomische overwegingen

n 9 N

Gezichtshoek t.o.v. het scherm: kantel het scherm tot u de optimale gezichtshoek vindt. Dit is minder belastend voor uw ogen en spieren. Stel ook de helderheid van het scherm optimaal in.

Verlichting: zorg ervoor dat zonlicht of kunstlicht niet direct op het scherm valt om reflectie en schittering te vermijden. Werk met indirecte verlichting om lichtvlekken op het scherm te vermijden. Met de juiste verlichting werkt u niet alleen comfortabeler, maar ook efficiënter.

Opstelling van een externe monitor: als u een externe monitor gebruikt, plaatst u deze op een comfortabele gezichtsafstand. Plaats het scherm op ooghoogte of iets lager als u vlak voor de monitor zit.

Aan de slag >

n 10 N

Aan de slag

In dit deel wordt beschreven hoe u aan de slag kunt met de VAIO-computer.

De besturingselementen en poorten (pagina 11)

De lampjes (pagina 13)

Een stroombron aansluiten (pagina 14)

De batterij gebruiken (pagina 16)

De computer veilig uitschakelen (pagina 23)

Energiebesparingsstanden gebruiken (pagina 24)

Uw computer in optimale conditie houden (pagina 27)

Aan de slag >

 

De besturingselementen en poorten

n 11 N

De besturingselementen en poorten

Neemt u even de tijd om de volgende naslaglijsten door te nemen, zodat u weet waar de besturingselementen en poorten op uw computer zitten.

!

Het uiterlijk van uw computer zoals dit in deze handleiding wordt geïllustreerd, kan verschillen van het werkelijke uiterlijk van uw computer vanwege verschillen in de specificaties.

Lijst met aanduidingen voor besturingselementen en poorten

Aanduiding besturingselement/poort

Naam besturingselement/poort

 

 

MOTION EYE

Ingebouwde MOTION EYE-camera (pagina 35)

 

 

WIRELESS

WIRELESS-schakelaar (pagina 55), (pagina 60)

 

 

 

Memory Stick Duo-sleuf (pagina 43)

 

Uw computer ondersteunt alleen Memory Sticks in het Duo-formaat.

 

 

SD

Sleuf voor SD-geheugenkaart (pagina 49)

 

 

1

Aan/uit-knop

 

 

ASSIST

ASSIST-knop (pagina 34)

 

 

 

USB-poort (pagina 74)

 

Compatibel met de USB 2.0-standaard en ondersteuning voor hoge/volle/lage snelheid.

 

 

 

Netwerkpoort (LAN) (pagina 54)

 

 

a

Monitorpoort (pagina 68)

 

 

HDMI

HDMI-poort (pagina 70)

 

 

m

Microfoonconnector (pagina 73)

 

 

i

Hoofdtelefoonconnector (pagina 66)

 

 

Aan de slag >

 

De besturingselementen en poorten

n 12 N

Lijst met locaties van besturingselementen en poorten zonder aanduidingen

Naam besturingselement/poort

Locatie

 

 

Optisch station (pagina 36)

Bevindt zich aan de rechterzijde van de computer.

 

 

Ingebouwde microfoon (mono)

Bevindt zich aan de linkerzijde van de ingebouwde MOTION EYE-camera.

 

 

Lampje voor mediatoegang (pagina 13)

Bevindt zich tussen de Memory Stick Duo-sleuf en de SD-geheugenkaartsleuf.

 

 

Beveiligingssleuf

Bevindt zich aan het rechteruiteinde aan de rechterzijde van de computer.

 

 

DC IN-poort

Bevindt zich aan het linkeruiteinde aan de linkerzijde van de computer.

 

 

 

Kapje van geheugenmodulecompartiment

Bevindt zich aan de onderzijde van de computer.

(pagina 86)

 

 

 

Aan de slag >

 

De lampjes

n 13 N

De lampjes

Uw computer is voorzien van de volgende lampjes:

Lampje

Functies

 

 

Aan/uit 1

Brandt groen als de computer in de normale stand is, knippert langzaam oranje als de computer in de

 

slaapstand is gezet en gaat uit als de computer wordt uitgeschakeld of in de sluimerstand is gezet.

 

 

Batterijlading

Brandt als de batterij wordt opgeladen. Zie De batterij opladen (pagina 19) voor meer informatie.

 

 

Ingebouwde MOTION EYE-camera

Brandt als de ingebouwde camera in gebruik is.

 

 

Mediatoegang

Brandt terwijl gegevens worden gelezen van een geheugenkaart, zoals een Memory Stick of een

 

SD-geheugenkaart. (Zet de computer niet in de slaapstand of schakel de computer niet uit wanneer dit lampje

 

brandt.) Als het lampje niet brandt, wordt de geheugenkaart niet gebruikt.

 

 

Schijfstation

Brandt als gegevens worden gelezen van het ingebouwde opslagapparaat of het optische station. Zet de

computer niet in de slaapstand of schakel de computer niet uit wanneer dit lampje brandt.

 

 

 

Num lock

Druk op de toets Num Lk om het numerieke toetsenblok in te schakelen. Druk er nogmaals op om het numerieke

toetsenblok uit te schakelen. Als het lampje niet brandt, is het numerieke toetsenblok uitgeschakeld.

 

 

 

Caps lock

Druk op de toets Caps Lock als u hoofdletters wilt typen. Letters worden als kleine letters weergegeven als

u op de toets Shift drukt terwijl het lampje brandt. Druk nogmaals op de toets om het lampje uit te schakelen.

 

 

U kunt weer normaal typen als het lampje Caps lock niet meer brandt.

 

 

Scroll lock

Druk op de toetsen Fn+Scr Lk om het bladeren op het scherm te wijzigen. U kunt weer normaal bladeren als

het lampje Scroll lock niet meer brandt. De functies van de toets Scr Lk kunnen verschillen, afhankelijk van het

 

 

gebruikte programma. De toets werkt niet in alle programma's.

 

 

WIRELESS

Brandt als een of meer draadloze opties zijn ingeschakeld.

 

 

Aan de slag >

 

Een stroombron aansluiten

n 14 N

Een stroombron aansluiten

De computer kan werken op netstroom (via een netadapter) of op een oplaadbare batterij.

De netadapter gebruiken

Wanneer de computer rechtstreeks op een netspanningsbron is aangesloten en er een batterij is geplaatst, wordt netspanning gebruikt.

Gebruik alleen de meegeleverde netadapter voor uw computer.

De netadapter gebruiken

1Steek het ene uiteinde van het netsnoer (1) in de netadapter (3).

2Steek het andere uiteinde van het netsnoer in een stopcontact (2).

3Sluit de kabel van de netadapter (3) aan op de DC IN-poort (4) van de computer.

!

De vorm van de netadapterconnector kan variëren, afhankelijk van de netadapter.

Aan de slag >

 

Een stroombron aansluiten

n 15 N

Als u de netstroom naar de computer volledig wilt verbreken, koppelt u de netadapter los van het stopcontact. Zorg ervoor dat er een gemakkelijk toegankelijk stopcontact is.

Als u de computer langere tijd niet gaat gebruiken, zet u de computer in de sluimerstand. Zie De sluimerstand gebruiken (pagina 26).

Aan de slag >

 

De batterij gebruiken

n 16 N

De batterij gebruiken

De batterij die bij uw computer wordt geleverd, is niet volledig opgeladen op het moment van de levering.

De batterij plaatsen/verwijderen

De batterij plaatsen

1Schakel de computer uit en sluit het LCD-scherm.

2Schuif het vergrendelingslipje LOCK voor de batterij naar de ontgrendelstand.

3Schuif de batterij diagonaal in het batterijcompartiment tot de uitsteeksels (1) aan beide kanten van het batterijcompartiment in de U-vormige uitsparingen (2) aan beide kanten van de batterij vastzitten.

Aan de slag >

 

De batterij gebruiken

n 17 N

4 Duw de batterij omlaag in het compartiment totdat die op zijn plaats klikt.

5 Schuif het vergrendelingslipje LOCK voor de batterij naar de positie LOCK om de batterij in de computer vast te zetten.

Aan de slag >

 

De batterij gebruiken

n 18 N

De batterij verwijderen

!

U verliest alle niet-opgeslagen gegevens als u de batterij verwijdert terwijl de computer is ingeschakeld en niet is aangesloten op de netadapter.

1Schakel de computer uit en sluit het LCD-scherm.

2Schuif het vergrendelingslipje LOCK voor de batterij naar de ontgrendelstand.

3Schuif de RELEASE-pal voor de batterij opzij en houd die vast, plaats een vingertop onder het lipje op de batterij en til de batterij in de richting van de pijl omhoog. Schuif de batterij vervolgens uit de computer.

!

Voor uw veiligheid wordt u ten zeerste aanbevolen de originele oplaadbare batterijen en netadapters van Sony te gebruiken die voldoen aan de kwaliteitsnormen en die Sony voor uw VAIO-computer levert. Sommige VAIO-computers werken mogelijk alleen met een originele Sony-batterij.

Aan de slag >

 

De batterij gebruiken

n 19 N

De batterij opladen

De batterij die bij uw computer wordt geleverd, is niet volledig opgeladen op het moment van de levering.

De batterij opladen

1Plaats de batterij.

2Sluit de computer met de netadapter aan op een stopcontact.

Het batterijlampje brandt als de batterij wordt opgeladen. Wanneer de batterijlading bijna het opgegeven maximale percentage heeft bereikt, gaat het batterijlampje uit.

Batterijlampje

Betekenis

 

 

Brandt oranje

De batterij wordt opgeladen.

 

 

Knippert samen met het groene aan/uit-lampje

De batterij is bijna leeg. (Normale stand)

 

 

Knippert samen met het oranje aan/uit-lampje

De batterij is bijna leeg. (Slaapstand)

 

 

Is oranje en knippert snel

Er is een batterijstoring opgetreden vanwege een defecte

 

of niet goed vergrendelde batterij.

 

 

!

Laad de batterij vanaf de eerste keer op zoals is beschreven in deze handleiding.

Aan de slag >

 

De batterij gebruiken

n 20 N

Laat de batterij in de computer zitten als deze rechtstreeks op een netspanningsbron is aangesloten. De batterij wordt verder opgeladen terwijl u de computer gebruikt.

Als de batterijlading bijna op is en de batterijen stroomlampjes knipperen, moet u de netadapter aansluiten zodat de batterij weer kan worden opgeladen of de computer uitschakelen en een volledig opgeladen batterij plaatsen.

Uw computer wordt geleverd met een oplaadbare lithium-ionbatterij. Het opladen van een gedeeltelijk ontladen batterij heeft geen invloed op de levensduur van de batterij.

Tijdens het gebruik van sommige toepassingen of randapparaten is het mogelijk dat de computer niet overschakelt op de sluimerstand, zelfs niet als de batterij bijna leeg is. Om te vermijden dat u gegevens verliest wanneer de computer op batterijstroom werkt, moet u uw gegevens geregeld opslaan en handmatig een energiebeheerstand activeren, bijvoorbeeld de slaapof sluimerstand.

Als de batterij leeg raakt terwijl de computer in de slaapstand staat, verliest u alle gegevens die nog niet zijn opgeslagen. Het is niet mogelijk terug te keren naar de voorgaande werksituatie. Om te vermijden dat u gegevens verliest, moet u uw gegevens geregeld opslaan.

Aan de slag >

 

De batterij gebruiken

n 21 N

De oplaadcapaciteit van de batterij controleren

De oplaadcapaciteit van de batterij neemt langzamerhand af, als de batterij vaker wordt opgeladen of als de batterij al langer in gebruik is. Voor een optimaal profijt van de batterij controleert u de laadcapaciteit van de batterij en wijzigt u de instellingen van de batterij.

De oplaadcapaciteit van de batterij controleren

1Klik op Start, Alle programma's en VAIO Control Center.

2Klik op Energiebeheer (Power Management) en Batterij (Battery).

U kunt ook de batterijbeheerfunctie inschakelen om de levensduur van de accu te verlengen.

Aan de slag >

 

De batterij gebruiken

n 22 N

De levensduur van de batterij verlengen

Als de computer op batterijstroom werkt, kunt u de levensduur van de batterij verlengen met de volgende methoden.

Verminder de helderheid van uw computerscherm.

Gebruik de energiebesparingsstand. Zie Energiebesparingsstanden gebruiken (pagina 24) voor meer informatie.

Stel de wallpaper in bij Een energiebesparende wallpaper instellen (Long Battery Life Wallpaper Setting) in het VAIO Control Center als de achtergrond voor uw bureaublad.

Aan de slag >

 

De computer veilig uitschakelen

n 23 N

De computer veilig uitschakelen

Zorg ervoor dat u de computer op de juiste manier afsluit om te vermijden dat u gegevens verliest, zoals hieronder wordt beschreven.

De computer afsluiten

1Schakel alle op de computer aangesloten randapparaten uit.

2Sla uw gegevens op en sluit alle actieve softwaretoepassingen af.

3Klik op Start en op Afsluiten.

Na een korte tijd wordt de computer automatisch uitgeschakeld. Controleer of het stroomlampje uitgaat.

Aan de slag >

 

Energiebesparingsstanden gebruiken

n 24 N

Energiebesparingsstanden gebruiken

Via de instellingen voor energiebeheer kunt u ervoor zorgen dat de batterij minder snel leeg raakt. Naast de normale werkingsmodus heeft de computer twee andere energiebesparingsstanden waaruit u kunt kiezen: slaapen sluimerstand.

!

Als u de computer langere tijd niet gaat gebruiken terwijl deze is losgekoppeld van de netspanningsbron, zet u de computer in de sluimerstand of schakelt u de computer uit.

Als de batterij leeg raakt terwijl de computer in de slaapstand staat, verliest u alle gegevens die nog niet zijn opgeslagen. Het is niet mogelijk terug te keren naar de voorgaande werksituatie. Om te vermijden dat u gegevens verliest, moet u uw gegevens geregeld opslaan.

Stand

Beschrijving

 

 

Normale stand

Dit is de normale toestand als de computer in gebruik is. Als de computer in deze stand staat, brandt het groene

 

stroomlampje.

 

 

Slaapstand

In de slaapstand wordt het LCD-scherm uitgeschakeld en worden de ingebouwde opslagapparatuur en de CPU

 

ingesteld op laag energieverbruik. Als de computer in deze stand staat, knippert het oranje stroomlampje

 

langzaam. De computer verlaat de slaapstand sneller dan de sluimerstand. In de slaapstand verbruikt de

 

computer echter meer stroom dan in de sluimerstand.

 

 

Sluimerstand

Als de computer in de sluimerstand staat, wordt de toestand van het systeem opgeslagen in de ingebouwde

 

opslagapparatuur en wordt de stroom uitgeschakeld. Zelfs als de batterij leeg raakt, zullen er geen gegevens

 

verloren gaan. Als de computer in deze stand staat, brandt het aan/uit-lampje niet.

 

 

Aan de slag >

 

Energiebesparingsstanden gebruiken

n 25 N

Slaapstand gebruiken

De slaapstand activeren

Klik op Start, de pijl naast de knop Afsluiten en op Slaapstand.

Terugkeren naar de normale stand

Druk op een willekeurige toets.

Druk op de aan/uit-knop van uw computer.

!

Als u de aan/uit-knop langer dan vier seconden ingedrukt houdt, wordt de computer automatisch uitgeschakeld. Alle nog niet opgeslagen gegevens gaan hierbij verloren.

Aan de slag >

 

Energiebesparingsstanden gebruiken

n 26 N

De sluimerstand gebruiken

De sluimerstand activeren

Druk op Fn+F12.

U kunt ook klikken op Start, op de pijl naast de knop Afsluiten en op Sluimerstand.

!

Verplaats de computer niet tot het stroomlampje uitgaat.

Terugkeren naar de normale stand

Druk op de aan/uit-knop.

!

Als u de aan/uit-knop langer dan vier seconden ingedrukt houdt, wordt de computer automatisch uitgeschakeld.

Aan de slag >

 

Uw computer in optimale conditie houden

n 27 N

Uw computer in optimale conditie houden

Uw computer bijwerken

Werk uw VAIO-computer regelmatig bij met de volgende softwaretoepassingen om de efficiëntie, beveiliging en functionaliteit van uw computer te verbeteren.

De toepassing VAIO Update waarschuwt u automatisch wanneer er nieuwe updates beschikbaar zijn op het internet, en downloadt en installeert die op de computer.

Windows Update

Klik op Start, Alle programma's en Windows Update, en volg de instructies op het scherm.

VAIO Update 5

Klik op Start, Alle programma's en VAIO Update 5, en volg de instructies op het scherm.

!

Uw computer moet verbinding hebben met het internet voordat u updates kunt downloaden.

Aan de slag >

 

Uw computer in optimale conditie houden

n 28 N

De antivirussoftware actueel houden

U kunt de softwareprogramma's voor internetbeveiliging actueel houden met de recentste updates door deze updates vanaf de website van de producent te downloaden en te installeren.

!

Uw computer moet verbinding hebben met het internet voordat u updates kunt downloaden.

Wanneer u McAfee gebruikt:

1 Klik op Start, Alle programma's, McAfee en McAfee SecurityCenter.

2 Klik op de knop in de linkerbovenhoek van het venster om de software bij te werken.

3 Volg de aanwijzingen op het scherm op om de update te voltooien.

Wanneer u Norton Internet Security gebruikt:

1 Klik op Start, Alle programma's, Norton Internet Security en LiveUpdate of Norton Internet Security.

2 Volg de aanwijzingen op het scherm op om de update te voltooien.

Raadpleeg het Help-bestand dat bij uw softwareprogramma wordt geleverd voor meer informatie.

!

De werkelijke procedure kan afwijken van hetgeen hiervoor is beschreven, afhankelijk van de updates die op uw computer zijn geïnstalleerd. In dat geval volgt u de instructies op het scherm op.

Aan de slag >

 

Uw computer in optimale conditie houden

n 29 N

VAIO Care gebruiken

Met VAIO Care kunt u regelmatig prestatiecontroles en –afstellingen op uw computer uitvoeren om ervoor te zorgen dat deze optimaal blijft werken. Start VAIO Care wanneer er een probleem op uw computer is aangetroffen. De functie VAIO Care levert de juiste maatregelen om het probleem te verhelpen.

VAIO Care starten

Op modellen met de ASSIST-knop

Druk op de ASSIST-knop als uw computer aan staat.

Op modellen zonder de ASSIST-knop

Klik op Start, Alle programma's, VAIO Care en VAIO Care.

!

Druk niet op de ASSIST-knop als de computer in de sluimerstand staat.

Raadpleeg het Help-bestand dat bij VAIO Care wordt geleverd voor meer informatie.

Wanneer u op modellen met de ASSIST-knop op deze knop drukt terwijl de computer uit staat, wordt VAIO Care Rescue gestart. U kunt de functie VAIO Care Rescue gebruiken om uw computer te herstellen na een storing, bijvoorbeeld wanneer Windows niet wordt gestart.

De VAIO-computer gebruiken >

n 30 N

De VAIO-computer gebruiken

In dit deel wordt beschreven hoe u optimaal kunt gebruikmaken van alle mogelijkheden van de VAIO-computer.

Het toetsenbord gebruiken (pagina 31)

Het touchpad gebruiken (pagina 33)

De knop voor speciale functies gebruiken (pagina 34)

De ingebouwde camera gebruiken (pagina 35)

Het optische station gebruiken (pagina 36)

De Memory Stick gebruiken (pagina 43)

Andere modules/geheugenkaarten gebruiken (pagina 49)

Het internet gebruiken (pagina 53)

Het netwerk (LAN) gebruiken (pagina 54)

Het draadloze LAN gebruiken (pagina 55)

De Bluetooth-functie gebruiken (pagina 60)

Loading...
+ 121 hidden pages