Sony RM-AV3000T User Manual [nl]

3-245-133-52(1)
Geïntegreerde afstandsbediening
Gebruiksaanwijzing
RM-AV3000T
© 2002 Sony Corporation
2
Kenmerken
258 labels van bedieningstoetsen in het display personaliseren
Via het LCD met dot matrix kunnen labels worden gepersonaliseerd. In totaal kunnen 258 labels, zoals componentlabels, macrolabels, enz., worden gepersonaliseerd. Labels van tekens (cijfers, letters of symbolen) kunnen worden gekozen en weergegeven.
Bediening van 18 componenten
Er kunnen maximaal 18 componenten (TV, STB, VCR, DVD, CD, AMP enz.) worden bediend. Veel gebruikte componenten kunnen worden gekozen met 6 toetsen op de afstandsbediening en 12 toetsen op het LCD (verschijnen door op de OTHER toets te drukken). De verlichte componentkeuzetoetsen zijn makkelijk te bedienen en goed zichtbaar in het donker.
Maximaal 45 macrocommando’s instellen in maximaal 32 stappen
Er kunnen maximaal 45 macrocommando’s worden ingesteld waarbij maximaal 32 verschillende stappen onder één enkele toets worden opgeslagen (15 systeembedieningsmacro’s, 18 componentmacro’s en 12 timermacro’s). De uitvoersnelheid van de macro’s is regelbaar. Alle
in-
/uitschakelmacrocommando’s voor Sony componenten zijn in de fabriek vooringesteld.
Klokweergave en timerfunctie
Voor elke component kunnen 12 timermacro’s, timersturing voor automatische bedieningsfuncties (bijvoorbeeld opnemen, stoppen, enz.) worden gebruikt.
in-
/uitschakeling en andere
maximaal
maximaal
8
Centrale bediening van Sony audio/ videocomponenten met deze ene afstandsbediening
Deze afstandsbediening is reeds in de fabriek gereed gemaakt voor de bediening van Sony apparatuur, dus na het uitpakken heeft u onmiddellijk een regelcentrum voor al uw Sony audio/ videocomponenten.
Bedieningssignalen voor andere merken ook al vooringesteld
Deze afstandsbediening is geschikt voor apparatuur van de meeste grote merken, ook andere dan Sony. Voor het bedienen van uw componenten hoeft u slechts het codenummer ervan in te voeren (pagina 12).
Aanleerfunctie voor het programmeren van nieuw vereiste bedieningssignalen
Deze afstandsbediening heeft een aanleerfunctie, om afstandsbedieningssignalen voor niet­ingestelde componenten of functies over te nemen (pagina 19). Bovendien kan deze afstandsbediening ook bedieningssignalen (alleen infrarode signalen) aanleren voor andere apparatuur dan audio/video, zoals airconditioning, verlichting, enz. (het is mogelijk dat dit voor sommige toestellen of functies niet kan) (pagina 49).
Kanaalmacrofunctie om een programmapositie te kiezen met één enkele toets
Onder macrotoetsen (Label-toetsen) kunnen maximaal 5 toetsstappen worden geprogrammeerd. Wanneer u de toetsbedieningen voor het invoeren van een programmapositienummer opslaan onder een macrotoets, kan die programmapositie worden gekozen door die macrotoets in te drukken (pagina 58).
Handige tiptoetsen op LCD-scherm met blauwe achtergrondverlichting
Nadat u een component hebt gekozen, toont het LCD-scherm van de afstandsbediening alleen de toetsen die u daarvoor nodig heeft. Dit maakt de bediening heel makkelijk. Door de achtergrondverlichting is
bediening ook in het donker mogelijk.
3
Inhoudsopgave
Voorbereidingen
Plaats en functie van de bedieningselementen.................................................................... 6
Batterij-inleg......................................................................................................................... 7
Wanneer de batterijen te vervangen .................................................................................. 8
De klok instellen ................................................................................................................... 8
De klok voor het eerst instellen nadat de batterijen zijn geplaatst ............................... 8
De klok bijregelen na het instellen ................................................................................... 10
Basisbediening
Instellen van de code voor vaste audio/video-apparatuur................................................. 12
Kiezen van de code voor een component ....................................................................... 12
Controleren of het codenummer werkt........................................................................... 15
Opzoeken van een componentcode met de zoekfunctie .............................................. 16
Op afstand bedienen van uw apparatuur........................................................................... 18
Instellen van de geluidssterkte ......................................................................................... 19
Overnemen van nieuwe bedieningssignalen — Aanleerfunctie......................................... 19
Voor zorgvuldig aanleren van nieuwe functies ............................................................. 25
Wijzigen of wissen van een aangeleerde functie ........................................................... 25
Geavanceerde functies
Volumeregeling voor video-apparatuur aangesloten op een stereo-installatie ................ 29
Uitvoeren van een reeks bedieningsfuncties — System Control-functies ......................... 31
Programmeren van een reeks bedieningsfuncties voor de SYSTEM CONTROL
toetsen of de Label-toetsen ............................................................................................. 32
Opmerkingen over de System Control bedieningsreeksen.......................................... 37
Programmeren van een reeks bedieningscommando’s voor de
componentkeuzetoetsen of de Label-toetsen .............................................................. 38
Aanpassen van de tijdsduur tussen de commando’s in een bedieningsreeks .......... 40
De uitvoeringstijd van een componentmacro regelen .................................................. 42
Toevoegen van een extra functie aan de componentkeuzetoetsen ................................... 43
Programmeren van de inschakelcode voor de gekozen component
(alleen voor Sony apparatuur) ....................................................................................... 43
Toevoegen van een extra code bij de keuze van een component ................................ 45
Toewijzen van andere apparatuur aan de componentkeuzetoetsen of de
Label-toetsen ...................................................................................................................47
De instellingen van een componentkeuzetoets of een Label-toets overnemen
onder een andere toets .................................................................................................... 47
Programmeren van een vaak gebruikte functie voor de SYSTEM CONTROL toetsen
of de Label-toetsen .......................................................................................................... 49
Opmerkingen over het aanleren van de bedieningssignalen voor een
airconditioning .................................................................................................................52
Gegevensuitwisseling tussen afstandsbedieningseenheden ............................................. 52
Verzenden van gegevens ................................................................................................... 52
4
Ontvangst van gegevens ................................................................................................... 56
Een programma kiezen door op één enkele toets te drukken
— Channel Macro-functie ................................................................................................ 58
De timer instellen ............................................................................................................... 61
Een nieuw timerprogramma instellen............................................................................. 61
Een ingesteld of ander programma wijzigen ................................................................. 65
Andere nuttige functies
Bedieningselementen vergrendelen — Hold toetsenbeveiliging ...................................... 71
Beveiligen van uw instellingen — Vergrendelingsfunctie instellen ................................... 72
Instellen van de automatische uitschakeltijd van het uitleesvenster ................................ 73
Regelen van de verlichting van het uitleesvenster ............................................................ 74
Instellen van de bedieningspieptoon ................................................................................. 77
Regelen van het contrast van het uitleesvenster ............................................................... 78
Wijzigen van de namen van de Label-toetsen of de componentnamen op de Mode
Display-toets .................................................................................................................... 79
Alle instellingen wissen ...................................................................................................... 81
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen........................................................................................................ 83
Onderhoud .......................................................................................................................... 83
Technische gegevens .......................................................................................................... 83
Verhelpen van storingen..................................................................................................... 84
Appendices
Overzicht van vooringestelde functies ............................................................................... 88
TV (TV-toestel) .................................................................................................................... 88
STB (digitaal satelliet, analoog satelliet, digitaal aarde) ............................................... 89
VCR, VCR2, VCR3 (Videorecorders 1, 2, 3) .................................................................... 90
DVD, DVD2, DVD3 (DVD videospelers 1, 2, 3)............................................................. 91
CD (compact disc speler)................................................................................................... 92
AMP (versterker) ................................................................................................................93
MD (minidisc-recorder) ..................................................................................................... 94
TAPE A, TAPE B (Cassettedeck A, B) .............................................................................. 95
CABLE (kabeldecoder) ...................................................................................................... 95
LD (Laserdisc-speler) ......................................................................................................... 96
DAT (digitaal cassettedeck) .............................................................................................. 96
Beknopt bedieningsoverzicht ............................................................................................. 97
Volledig display .................................................................................................................. 99
Index ........................................................................................................................... Omslag
5

Voorbereidingen

Plaats en functie van de bedieningselementen

TV STB VCR DVD CD AMP
qk qj
qh
qg
1 Clock Display-toets (pagina 8)
Toont de klok, de zendaanduiding, de batterij-aanduiding en de timeraanduiding.
2
Mode Display-toets (pagina 8, 13, 20, 30, 32, 40)
Toont de the status van de gekozen mode. De werking van de toets verschilt volgens de gekozen mode.
3 LCD scherm en toetsenpaneel
Hier verschijnen de tiptoetsen voor de bediening van elke gekozen component en het instellen van de afstandsbediening.
Opmerking
Probeer nooit de tiptoetsen te bedienen met een spits voorwerp zoals een balpen of potlood.
6
SYSTEM CONTROL
OK
MENU EXIT
TIMER
MORE321
PROGRAM
OTHER
COMMANDER
OFF
4 Label-toetsen (pagina 8, 13, 20, 23,
30, 32, 40, 79)
De gekozen modes (max. 8 tekens voor elke Label-toets) verschijnen.
1 2
Labels veranderen in volgorde van stap één tot drie en dan opnieuw, bij elke druk op de Mode Display, OTHER, MORE of TIMER toets,
3 4
5 6 7 8 9
0
qa qs
qd qf
afhankelijk van de gekozen mode.
5 Componentkeuzetoetsen (pagina 12)
Voor het kiezen van het apparaat dat u wilt bedienen.
6 OTHER toets (pagina 13)
Label-toetsen veranderen in volgorde van stap één tot drie, enzovoort, bij elke druk op de OTHER toets wanneer de naam van de gekozen component op de Label-toetsen verschijnt.
7 TIMER toets (pagina 68)
Om het timerprogramma in te stellen en het timerprogramma in of uit te schakelen.
8 schermverlichtingstoets (pagina
76)
Druk hierop om de verlichting van het LCD scherm in te schakelen. Druk éénmaal om de verlichting in te schakelen en druk nogmaals om het licht weer uit te doen.
9 COMMANDER OFF
Uitschakeltoets voor afstandsbediening. Om de afstandsbediening uit te schakelen. Alle aanduidingen verdwijnen dan.
0 PROGRAM +/– toetsen (pagina 88,
89, 90, 91)
Voor het kiezen van de programmapositie.
qa toets (pagina 88) qs 2 +/– volumetoetsen* (pagina 19,
29)
Voor het instellen van de geluidssterkte.
qd % geluiddempingstoets* (pagina
19, 31)
Voor het uitschakelen van het geluid. Bij nogmaals drukken klinkt het geluid weer op de oorspronkelijke sterkte.
qf EXIT toets (pagina 89)
Om het instelmenu te verlaten.
qg MENU toets (pagina 88)
Om het menu voor toetsen met een menufunctie te laten verschijnen.
qh OK toets en cursorbedieningstoetsen
(pagina 9, 64, 88)
qj SYSTEM CONTROL toetsen (pagina
31)
Onder elk van de drie SYSTEM CONTROL toetsen kunnen tot 32 opeenvolgende toetsbedieningen worden geprogrammeerd. Met een druk op een toets kan dan een volledig programma worden afgewerkt.
qk MORE toets (pagina 32)
Label-toetsen veranderen in volgorde van stap één tot drie, enzovoort, bij elke druk op de MORE toets in de systeemstand.

Batterij-inleg

Schuif het deksel van het batterijvak open en plaats hierin vier R6 (AA­formaat) alkalinebatterijen (niet bijgeleverd). Zorg dat alle batterijen met de + en – polen in de juiste richting liggen, zoals aangegeven met de + en – in het batterijvak.
* Betreffende de 2 +/– en de %
geluiddempingstoets
Na het kiezen van een videocomponent kunt u met de afstandsbediening het TV-geluid instellen of desgewenst uitschakelen. Na het kiezen van een audiocomponent kunt u met de afstandsbediening de geluidsweergave via de versterker instellen of desgewenst uitschakelen.
U kunt echter deze instellingen ook wijzigen (pagina 29).
In- en uitschakelen van het scherm van de afstandsbediening
Om het scherm in te schakelen, drukt u op om het even welke toets behalve de COMMANDER OFF toets. Om het uit te schakelen drukt u op de COMMANDER OFF toets, of als u dit nalaat en de afstandsbediening niet meer gebruikt, zal het scherm na 10 minuten automatisch worden uitgeschakeld. Deze tijdsduur kunt u desgewenst ook anders instellen (pagina 74).
Wordt vervolgd
7
Batterij-inleg (vervolg)

De klok instellen

Wanneer de batterijen te vervangen

Batterijen van de afstandsbediening en de schermverlichting (vier R6 (AA­formaat) batterijen)
In normale omstandigheden zullen alkalinebatterijen ongeveer 5 maanden meegaan. Als uw apparatuur niet meer zo vlot op de afstandsbediening reageert, kunnen de batterijen bijna leeg zijn, hetgeen wordt aangegeven door de E aanduiding op het LCD scherm. Als het scherm of de verlichting van de tiptoetsen minder helder oplicht, dient u de alkalinebatterijen door nieuwe te vervangen.
Opmerkingen bij de batterijen
• Gebruik geen oude batterijen samen met nieuwe en gebruik ook geen batterijen van verschillende types samen.
• Wanneer batterijen lekken, moet u het batterijvak schoonmaken met een doek en de batterijen vervangen door nieuwe. Om te voorkomen dat de batterijen gaan lekken, moet u die verwijderen wanneer u de afstandsbediening gedurende lange tijd niet zult gebruiken.
• Na het vervangen van de batterijen moet u de klok instellen (pagina 8).

De klok voor het eerst instellen nadat de batterijen zijn geplaatst

Meteen na het aanbrengen van de batterijen bevindt de afstandsbediening zich in de klokinstelstand. “CLOCK” verschijnt op de Mode Display-toets en “–:– –” knippert op de Clock Display­toets, terwijl “STD TIME” en “DS TIME” op de Label-toetsen knipperen.
1
Kies STD TIME (standaardtijd) of DS TIME (zomertijd).
Druk op DS TIME in een gebied waar de zomertijd geldt. Druk op de STD TIME toets indien dat niet het geval is. Druk op de STD TIME in een gebied waar niet wordt overgeschakeld naar zomertijd.
of
De gekozen STD TIME of DS TIME toets licht op. “SET” en “SU” knipperen en “12:00 AM” op de Clock Display-toets licht op.
8
2 Stel de dag van de week in.
Kies de dag van de week door op de
of toets te drukken.
De gekozen dag van de week knippert.
SU : Zondag MO : Maandag TU : Dinsdag WE : Woensdag TH : Donderdag FR : Vrijdag SA : Zaterdag
3 Stel het uur en AM (of PM) in
door op de drukken. Het gekozen uur en AM (of PM) knipperen.
toets
of toets te
toets
toets
Druk vervolgens op de toets. De dag van de week wordt ingesteld.
“12”, “AM” en “SET” knipperen.
Opmerking
Door op de toets te drukken, wordt de dag van de week ingesteld en springt de instelling naar stap 4.
toets
Druk vervolgens op de toets. Het uur en AM (of PM) worden ingesteld.
“00” (minuut) en “SET” knipperen.
Opmerking
Door op de toets te drukken, wordt het uur en AM (of PM) ingesteld en keert de instelling terug naar stap 2.
Wordt vervolgd
9
De klok instellen (vervolg)
4 Stel de minuten in door op de
of toets te drukken.
toets
De gekozen minuut knippert.
Opmerkingen
• Door op de toets te drukken, wordt de minuut ingesteld en keert de instelling terug naar stap 2.
• Door op de minuut ingesteld en keert de instelling terug naar stap 3.
• Ga naar stap 5 om de klokinstelling te beëindigen.
toets te drukken, wordt de
toets

De klok bijregelen na het instellen

TV STB VCR DVD CD AMP
SYSTEM CONTROL
MORE321
OK
MENU EXIT
1
Houd de COMMANDER OFF toets ingedrukt en druk daarbij op %.
COMMANDER
OFF
“SET” verschijnt op de Mode Display-toets.
OTHER
COMMANDER
TIMER
OFF
PROGRAM
2
3
1
5 Druk op de SET toets.
De klok begint te lopen vanaf 0 seconden.
Opmerking
Wanneer u in één van de bovenstaande stappen op de SET toets drukt, wordt de klok ingesteld. De klok begint dan te lopen vanaf 0 seconden.
10
2 Druk tweemaal op de Mode
Display-toets (SET).
Bij elke druk op de SET toets veranderen de Label-toetsen als volgt.
“CLOCK” verschijnt en knippert op één van de Label-toetsen op het display.
STD TIME (standaardtijd) of DS TIME (zomertijd) kiezen
Wanneer de afstandsbediening overschakelt naar de klokinstelstand terwijl de klok al is ingesteld, blijft de vooraf ingestelde tijdstand (STD TIME of DS TIME) oplichten en knippert de andere tijdstand, terwijl wordt overgegaan naar stap 4. Druk op de knipperende toets (STD TIME of DS TIME) om van tijd te veranderen. De gekozen STD TIME of DS TIME toets licht op en de instelling gaat naar stap 4. Druk op de of toets wanneer u niet van tijd wilt veranderen. De instelling gaat naar stap 4.
4 Volg stap 2 - 5 pagina 9-10 om de
klok in te stellen.
3 Druk op de CLOCK toets.
De afstandsbediening schakelt over naar de klokinstelstand. “CLOCK” verschijnt op de Mode Display-toets en de huidige tijd knippert.
Opmerking
Wanneer u in stap 3 of 4 op de SET toets drukt, wordt de klok ingesteld. De klok begint te lopen vanaf 0 seconden.
11

Basisbediening

Instellen van de code voor vaste audio/ video-apparatuur

De afstandsbediening is in de fabriek ingesteld voor de bediening van audio/ video-apparatuur van het merk Sony (zie onderstaande tabel). Als u de afstandsbediening wilt gebruiken voor deze vooraf ingestelde Sony componenten, kunt u de volgende procedures overslaan. U kunt de afstandsbediening ook gebruiken voor audio/video-apparatuur van andere merken. Voor gebruik met andere AV­componenten, moet u de onderstaande procedures volgen om de juiste codes in te stellen voor elke component.
12
Component­keuzetoets
TV STB
VCR
DVD
CD AMP
Label-toets
STB2
MD TAPE A
TAPE B
VCR2
VCR3
STB3
LD
Voor de bediening van
TV Digitaal satelliet
Videorecorder
DVD-speler
CD-speler Versterker
Voor de bediening van
Analoog satelliet
MD deck Cassettedeck*
Cassettedeck*
Videorecorder
Videorecorder
Digitaal aard
LD-speler
Fabrieksinstelling
Sony TV Sony digitaal
satelliet Sony VHS
videorecorder (VTR3)
Sony DVD­speler (DVD1)
Sony CD-speler Sony versterker
Fabrieksinstelling
Sony analoog satelliet
Sony MD deck Sony
cassettedeck Sony
cassettedeck Sony 8mm VCR
(VTR2) Sony Beta VCR
(VCR1) Sony digitaal
aard Sony LD-speler
Label-toets
DVD2
DVD3
DAT CABLE * Analoge audio compact cassettedecks
Voor de bediening van
DVD-speler
DVD-speler
DAT deck Kabeldecoder
Fabrieksinstelling
Sony DVD­speler (DVD2)
Sony draagbare DVD-speler
Sony DAT deck Kabeldecoder
Zie het Overzicht van vooringestelde functies (pagina 88) voor de functies van de diverse toetsen voor de afzonderlijke componenten.

Kiezen van de code voor een component

TV STB VCR DVD CD AMP
SYSTEM CONTROL
MORE321
OK
MENU EXIT
OTHER
COMMANDER
TIMER
OFF
PROGRAM
5 3
4 7
2
Voorbeeld: Voor bediening van een Philips TV-toestel
1
Zie de tabellen in de bijgeleverde lijst met Componentcodenummers, om de juiste viercijferige code voor het te bedienen apparaat te vinden.
Gebruik het eerste nummer wanneer er meer dan één codenummer vermeld staat. Om de afstandsbediening bijvoorbeeld in te stellen op bediening van een Philips TV kiest u codenummer 8086. Het eerste cijfer van het componentcodenummer slaat op het type component (TV, videorecorder, enz). Meer details vindt u in de tabellen in de bijgeleverde lijst met Componentcodenummers.
4 Druk op de componentkeuzetoets
of de Label-toets voor het gewenste type apparaat.
TV
Om de Label-toetsen te wijzigen, drukt u herhaaldelijk op de OTHER toets. Bij elke druk op de OTHER toets, verandert de weergave van de Label-toetsen als volgt.
2 Houd nu de COMMANDER OFF
toets ingedrukt en druk daarbij op de % dempingstoets.
COMMANDER
OFF
SET verschijnt op de Mode Display­toets.
3 Druk op de PRESET toets.
PRESET verschijnt op de Mode Display-toets.
Wanneer de gewenste component is gekozen, verschijnt de naam die vooraf is ingesteld onder de componentkeuzetoets of de Label­toets (in dit geval TV) samen met de viercijferige componentcode die vooraf aan de component werd toegekend. 0 - 9, ENT, CLEAR en POWER1 knipperen.
Wordt vervolgd
13
Instellen van de code voor vaste audio/video-apparatuur (vervolg)
5 Voer de viercijferige code voor het
betreffende apparaat in en druk op de ENT toets in het tiptoetsenpaneel op het scherm.
Voorbeeld: Om “8086” in te voeren
Voer “8,” “0,” “8,” “6,” in en druk op “ENT”.
Als u op de CLEAR toets drukt tijdens het invoeren van cijfers
Ingevoerde cijfers worden geannuleerd. Het vooraf ingestelde viercijferige componentcodenummer verschijnt en de cursor keert terug naar het eerste cijfer.
Wanneer de code met succes is ingesteld
De gekozen componentnaam, de vooringestelde viercijferige componentcode en “OK” lichten op terwijl er een pieptoon weerklinkt. Het display keert vervolgens terug naar stap 3.
6 Als u nog een code voor een
ander apparaat wilt invoeren, herhaalt u de stappen 4 en 5.
Als u de COMMANDER OFF toets langer dan 2 seconden ingedrukt houdt
Dan schakelt de afstandsbediening uit.
Als u de COMMANDER OFF toets minder dan 2 seconden ingedrukt houdt
Dan keert de afstandsbediening terug naar de vorige instelstand.
Opmerkingen
Als u een codenummer invoert dat niet voorkomt in de bijgeleverde lijst met Componentcodenummers, laat de afstandsbediening na het indrukken van de ENT toets vijf pieptonen horen en gaat de aanduiding NG knipperen. Er wordt dan teruggekeerd naar de vorige instelling. In dit geval controleert u het componentcodenummer en probeert u het opnieuw.
Als het invoeren wordt onderbroken en er verstrijken meer dan twee minuten tussen twee stappen, dan vervalt de instelprocedure. Dan zult u voor het invoeren van de code opnieuw op de % dempingstoets moeten drukken terwijl u de COMMANDER OFF toets ingedrukt houdt.
Het eerste cijfer van het componentcodenummer slaat op het type component (TV, videorecorder, enz). De component die overeenkomt met het viercijferige componentcodenummer wordt ingesteld in stap 5. Als u een component instelt van een ander type dan voorheen was ingesteld onder de componentkeuzetoets of de Label-toets, kunt u indien nodig de componentnamen op de Mode Display-toets of de Label-toetsen wijzigen (pagina 79).
Wanneer u een componentcode voorinstelt nadat u tekens hebt ingevoerd voor de Mode Display-toets (pagina 24) of de Label-toetsen (pagina 23), worden die gewist en keert het originele display terug. Wijzig de tekens nadat u de component hebt gekozen door een code voorin te stellen.
7 Druk op de COMMANDER OFF
toets.
COMMANDER
OFF
14

Controleren of het codenummer werkt

1 Druk op de componentkeuzetoets
of de Label-toets voor het apparaat dat u hebt ingesteld.
Om de Label-toetsen weer te geven en te wijzigen, drukt u herhaaldelijk op de OTHER toetsen.
4 Als het tot zover goed verloopt,
kunt u controleren of de andere functies van het apparaat ook goed reageren op de afstandsbediening, zoals de programmapositie en de volumeregeling.
Pagina 18 voor nadere bijzonderheden hieromtrent.
TV
De afstandsbediening wordt ingeschakeld en de tiptoetsen verschijnen op het scherm.
2 Schakel het te bedienen apparaat
in met de aan/uit-schakelaar op het apparaat zelf.
3 Richt de afstandsbediening naar
het apparaat en druk op de POWER1 toets in het tiptoetsenscherm.
Tijdens het verzenden van het bedieningssignaal verschijnt het symbool op het scherm.
Nu hoort het apparaat te worden uitgeschakeld.
5 Druk op de COMMANDER OFF
toets.
COMMANDER
OFF
Als u de COMMANDER OFF toets langer dan 2 seconden ingedrukt houdt
Dan schakelt de afstandsbediening uit.
Als u de COMMANDER OFF toets minder dan 2 seconden ingedrukt houdt
Dan keert de afstandsbediening terug naar de vorige instelstand.
Als de afstandsbediening niet goed lijkt te werken
Probeer of het beter lukt na instellen van een andere code uit de tabel voor dezelfde component (pagina 12).
Toetsen waarvoor al een afstandsbedieningssignaal is “aangeleerd”
Als er voor een bepaalde toets al eerder een signaal is geprogrammeerd met de aanleerfunctie (pagina 19), zal de aangeleerde functie blijven werken, ook al stelt u een ander componentcodenummer in. Voor gebruik als een vaste component-bedieningstoets zult u dan eerst de “aangeleerde” functie moeten wissen (pagina 25).
Wordt vervolgd
15
Instellen van de code voor vaste audio/video-apparatuur (vervolg)

Opzoeken van een componentcode met de zoekfunctie

U kunt een beschikbaar codenummer opzoeken voor een component die er nog geen heeft, in de bijgeleverde lijst met componentcodenummers.
Alvorens de zoekfunctie in te schakelen
Zet de componenten in de volgende stand om de zoekfunctie naar behoren te laten werken. TV, AMP: ingeschakeld CD, MD, TAPE, DAT: ingeschakeld met een geluidsbron klaar voor weergave (disc, cassette, enz.) Andere componenten: uitgeschakeld
2
TV STB VCR DVD CD AMP
SYSTEM CONTROL
4
MENU EXIT
MORE321
OK
1 Houd de COMMANDER OFF
toets ingedrukt en druk daarbij op de % dempingstoets.
COMMANDER
OFF
16
SET verschijnt op de Mode Display­toets..
2 Druk op de PRESET toets.
PRESET verschijnt op de Mode Display-toets.
5
3 Druk op de componentkeuzetoets
6 3
OTHER
COMMANDER
TIMER
PROGRAM
7
OFF
1
of de Label-toets voor het gewenste apparaat.
TV
Om de Label-toetsen te wijzigen, drukt u herhaaldelijk op de OTHER toets. Bij elke druk op de OTHER toets, verandert de weergave van de Label-toetsen zoals in stap 4 pagina
13. Wanneer het gewenste apparaat is gekozen, verschijnen de componentnaam die eerder is ingesteld voor de componentkeuzetoets of de Label­toets (in dit geval, TV) en het viercijferige componentcodenummer dat eerder is ingesteld voor het apparaat.
4
Druk op de PROGRAM + of PROGRAM – toets om te zoeken naar componentcodenummers uit dezelfde categorie (in dit geval, codenummers die beginnen met “8”).
Druk op de PROGRAM + toets om door te gaan naar het volgende codenummer. Druk op de PROGRAM – toets om terug te gaan naar het vorige codenummer.
PROGRAM
Opmerking
Om componentcodenummers uit een andere categorie te kiezen, keert u terug naar stap 3 of voert u vóór stap 4 een viercijferig componentcodenummer uit een andere categorie in (bijvoorbeeld een codenummer dat begint met “3”, “4”, enz.).
5 Richt de afstandsbediening naar
de component en druk op de POWER1 toets.
6 Druk op de ENT toets.
Er klinkt een pieptoon en de gekozen componentnaam, het vooringestelde viercijferige componentcodenummer en OK lichten gedurende 2 seconden op. Het scherm keert terug naar stap 2.
Opmerking
Noteer het codenummer om het niet te vergeten.
7 Druk op de COMMANDER OFF
toets.
COMMANDER
OFF
Als u de COMMANDER OFF toets langer dan 2 seconden ingedrukt houdt
Dan schakelt de afstandsbediening uit.
Als u de COMMANDER OFF toets minder dan 2 seconden ingedrukt houdt
Dan keert de afstandsbediening terug naar de vorige instelstand.
Tijdens het verzenden van het bedieningssignaal verschijnt het symbool op het scherm.
Als dit goed werkt (TV, AMP worden uitgeschakeld, de weergave begint voor CD, MD, DAT, TAPE en andere componenten worden ingeschakeld), ga dan naar stap 6. Heeft het niet het gewenste effect, herhaal dan de stappen 4 en 5.
17

Op afstand bedienen van uw apparatuur

Om een apparaat van een ander merk dan Sony te bedienen, zult u eerst de betreffende componentcode moeten instellen (pagina 12).
Om de Label-toetsen te wijzigen, drukt u herhaaldelijk op de Mode Display-toets (in dit geval, DVD). Bij elke druk op de DVD toets, verandert de weergave van de Label-toetsen als volgt.
DVD
TV STB VCR DVD CD AMP
SYSTEM CONTROL
2
MENU EXIT
MORE321
OK
OTHER
COMMANDER
TIMER
OFF
PROGRAM
Voorbeeld: Weergave met een DVD-speler
1 Druk op de betreffende
componentkeuzetoets of de Label-toets die u hebt ingesteld voor het apparaat.
Om de Label-toetsen weer te geven en te wijzigen, drukt u herhaaldelijk op de Mode Display-toets.
DVD
De afstandsbediening wordt ingeschakeld en de tiptoetsen voor het gekozen apparaat verschijnen op het scherm.
1
2 Druk op de gewenste toets het
3
tiptoetsenscherm.
Tijdens het verzenden van het bedieningssignaal verschijnt het symbool op het scherm.
Indien nodig kunt u behalve de LCD tiptoetsen ook toetsen op de afstandsbediening gebruiken, zoals de 2 +/– toetsen, de % toets of de PROGRAM +/– toetsen. Zie Overzicht van vooringestelde functies (pagina 88) voor de functies van de toetsen voor elke component.
3 Wanneer u naderhand de
afstandsbediening niet meer gebruikt, drukt u op de COMMANDER OFF toets om de afstandsbediening uit te schakelen.
COMMANDER
OFF
18
Opmerking
De afstandsbedieningssignalen kunnen voor bepaalde componenten of functies wel eens ietwat afwijken. Dan kunt u het juiste bedieningssignaal beter zelf programmeren met de aanleerfunctie (pagina 19). Merk evenwel op dat componenten en functies die niet met infrarood afstandsbediening werken, niet met deze afstandsbediening kunnen worden bediend.

Instellen van de geluidssterkte

Druk op de 2 +/– volumetoetsen om de geluidssterkte te regelen en op de % dempingstoets om het geluid te dempen. Als u instelt op een videocomponent kunt u met de afstandsbediening het TV­geluid instellen of uitschakelen, en als u kiest voor een audiocomponent kunt u met de afstandsbediening de geluidsweergave via de versterker instellen of desgewenst uitschakelen. U kunt echter deze instellingen ook wijzigen (pagina 29).
Opmerkingen
Als u voor de 2 volumetoetsen of de dempingstoets voor bepaalde componenten een nieuw signaal hebt geprogrammeerd met de aanleerfunctie (pagina 19), zal bij de bediening van dat apparaat dat signaal worden doorgegeven in plaats van de geluidsregeling van de TV of de versterker.
• Als u voor de 2 +/– volumetoetsen of de % dempingstoets voor de TV of AMP stand een nieuw signaal hebt geprogrammeerd met de aanleerfunctie, wordt dat signaal ook doorgegeven als u een andere component kiest. Als u echter een signaal hebt geprogrammeerd voor de 2 +/– toetsen of de % toets van een andere component, wordt dat signaal alleen doorgegeven wanneer u die component hebt gekozen.
Als u aan de TV of AMP toets een andere component hebt toegewezen, dan zult u de geluidssterkte van de TV of de versterker niet kunnen regelen, ook niet wanneer u instelt op andere componenten.
%
Overnemen van nieuwe bedieningssignalen
Aanleerfunctie
Voor het bedienen van componenten of functies die niet vast zijn ingesteld, kunt u de volgende “aanleer” procedure volgen om de afstandsbediening een nieuwe functie te laten overnemen van een andere afstandsbediening. U kunt deze aanleerfunctie ook gebruiken om de functie van afzonderlijke toetsen te wijzigen na het instellen van het componentcodenummer (pagina 12). Pagina 45 voor het “aanleren” van de componentkeuze- of Label-toetsen.
Pagina 49 voor het “aanleren” van de SYSTEM CONTROL of Label-toetsen.
Opmerking
Er kunnen wel eens signalen zijn die de afstandsbediening niet kan overnemen of aanleren.
TV STB VCR DVD CD AMP
SYSTEM CONTROL
MORE321
OK
MENU EXIT
OTHER
COMMANDER
TIMER
OFF
PROGRAM
5 3
4 8 2
Wordt vervolgd
19
Overnemen van nieuwe bedieningssignalen Aanleerfunctie (vervolg)
Voorbeeld: Programmeren van het N (weergave) bedieningssignaal van uw component onder de VCR N (weergave) toets van de afstandsbediening
1 Leg de RM-AV3000T recht
tegenover de afstandsbediening van het apparaat dat u wilt bedienen.
Afstandsbediening van uw component
ongeveer 5 – 10 cm tussenruimte
RM-AV3000T
2 Houd de COMMANDER OFF
toets ingedrukt en druk daarbij op %.
COMMANDER
OFF
3 Druk op de LEARN toets.
LEARN
LEARN verschijnt op de Mode Display-toets.
4 Kies de gewenste component
waarvan u de signalen wilt aanleren door op de componentkeuzetoets of op de Label-toets te drukken.
VCR
Om de Label-toetsen te wijzigen, drukt u herhaaldelijk op de OTHER toets. Bij elke druk op de OTHER toets, verandert de weergave van de Label-toetsen als volgt.
20
SET verschijnt op de Mode Display­toets.
Alle toetsen die u kunt programmeren knipperen.
Om de Label-toetsen te wijzigen, drukt u herhaaldelijk op de Mode Display­toets (in dit geval, VCR). Bij elke druk op de VCR toets, verandert de weergave van de Label-toetsen als volgt.
VCR
Betreffende de knipperende toetsen
De toetsen waarvoor al een functie voor de gekozen component is ingesteld, knipperen tweemaal en de toetsen die nog niet zijn ingesteld, knipperen eenmaal.
Om de naam van de Label-toets te wijzigen
Volg de procedure pagina 23.
Om de componentnaam op de Mode Display-toets te wijzigen
Pagina 24.
Om de functie-aanduiding van de toets te wijzigen
Volg de procedure pagina 23.
5 Druk op de toets op de
afstandsbediening waaronder u een functie wilt overnemen of aanleren.
De aanduiding “LEARN” knippert en alleen de ingedrukte toets blijft in het scherm zichtbaar.
Aanleren van functies voor een toets die niet op het LCD-scherm staat
Alleen LEARN knippert.
6 Houd de toets op de andere
afstandsbediening ingedrukt tot u een pieptoon hoort.
(Als u de toets loslaat voor u een pieptoon hoort, is het mogelijk dat het signaal niet goed is aangeleerd.)
De aanduiding “LEARN” stopt met knipperen en blijft branden. Als het bedieningssignaal succesvol is overgenomen, blijft de toets met de nieuwe functie verlicht en gaan de andere programmeerbare toetsen weer knipperen.
Als de aanduiding NG op het scherm knippert
Dan is er bij het aanleren iets misgegaan. Probeer de stappen 5 en 6 nogmaals.
7 Herhaal de stappen 5 en 6 voor
elke functie die u onder een toets wilt overnemen.
Overnemen van signalen van nog een andere afstandsbediening
Kies de betreffende component in stap 4, en volg weer de stappen 5 en 6 voor het aanleren van de toetsfunctie.
8 Druk op de COMMANDER OFF
toets.
COMMANDER
OFF
Als u de COMMANDER OFF toets langer dan 2 seconden ingedrukt houdt
Dan schakelt de afstandsbediening uit.
Als u de COMMANDER OFF toets minder dan 2 seconden ingedrukt houdt
Dan keert de afstandsbediening terug naar de vorige instelstand.
Wordt vervolgd
21
Overnemen van nieuwe bedieningssignalen Aanleerfunctie (vervolg)
Opmerkingen
Als u de stappen voor het aanleren niet binnen 2 minuten uitvoert, vervalt de aanleerfunctie.
Als u stap 6 niet binnen 10 seconden na stap 5 uitvoert, keert het scherm terug naar de aanduidingen van stap 4. (Dan knipperen weer alle toetsen die u kunt programmeren.) In dit geval voert u stap 5 opnieuw uit terwijl de schermaanduidingen knipperen.
Als u per ongeluk de verkeerde toets indrukt bij stap 6, houdt u ter correctie de DEL toets ingedrukt en drukt u daarbij weer op de verkeerde toets. Vervolgens herhaalt u de procedure voor het aanleren vanaf stap 5.
Indien de afstandsbediening niet goed lijkt te werken
Als de apparatuur niet goed reageert op de toets met de nieuwe functie, doe het overnemen van de functie dan opnieuw. (Als bijvoorbeeld de geluidssterkte plotseling veel luider wordt na slechts eenmaal kort indrukken van de 2 + toets, dan kan het aanleren zijn verstoord door ruis.)
Als u een componentcode voor een toets instelt na het aanleren van een nieuw bedieningssignaal
Als u voor een toets een nieuwe bedieningsfunctie hebt geprogrammeerd met de aanleerfunctie, zal de toets die functie behouden, ook al kiest u een nieuwe componentcode voor die toets.
Overnemen van het REC (opname) signaal
Als u voor het opnemen twee toetsen tegelijk moet indrukken (bijvoorbeeld z en B) op uw cassettedeck of videorecorder, neem het signaal voor de opnamestart dan over op een van de volgende manieren.
Voor bediening met twee toetsen op de afstandsbediening
Houd bij stap 5 (pagina 21) de REC toets ingedrukt en druk daarbij de B weergavetoets in zodat beide toetsen oplichten. Vervolgens drukt u in stap 6 de beide toetsen op de afstandsbediening van het opname-apparaat tegelijk in.
22
Voor bediening met een enkele toets op de afstandsbediening
Druk bij stap 5 (pagina 21) alleen de REC toets in. Vervolgens drukt u in stap 6 de beide toetsen op de afstandsbediening van het opname-apparaat tegelijk in.
Bij het overnemen van signalen voor de 2 +/ – volumetoetsen of de % dempingstoets
Als u voor de 2 +/– volumetoetsen of de % dempingstoets voor een andere component dan de TV of de versterker (AMP) een nieuw signaal hebt overgenomen met de aanleerfunctie, zal dat signaal alleen worden verzonden als u hebt ingesteld op die component.
•Als u voor de 2 +/– volumetoetsen of de % dempingstoets voor de TV of de versterker (AMP) een nieuw signaal hebt overgenomen met de aanleerfunctie, zal dat signaal ook worden verzonden als u hebt ingesteld op een andere component. Als u echter voor de 2 +/– volumetoetsen of de % dempingstoets voor een andere component een nieuw signaal hebt overgenomen met de aanleerfunctie, zal dat signaal alleen worden verzonden als u hebt ingesteld op die component.
Voor aanleren van bedieningssignalen voor een airconditioning
Zie de opmerkingen pagina 52.
Weergeven van alleen de regelmatig gebruikte toetsen
Houd na stap 4 pagina 20 de DEL toets ingedrukt en druk op de toets die u wilt weglaten (die knippert). De ingedrukte toets gaat dan langzamer knipperen en wordt daarna niet meer weergegeven bij de bediening. Om de toets weer te zien, herhaalt u deze procedure.
Opmerking
Een toets waarvoor al een signaal is aangeleerd kunt u niet onzichtbaar maken.
Wijzigen van de functie­aanduiding van een toets
U kunt uit alle beschikbare aanduidingen voor de toets de best passende nieuwe functie-aanduiding kiezen, om die vast aan een toets toe te wijzen.
1 Houd na stap 4 (pagina 20) de
Mode Display-toets (in dit geval, VCR) ingedrukt en druk nu de toets die de nieuwe functie aanleert meermalen in.
VCR
Telkens wanneer u op deze toets drukt, verandert de aanduiding in het uitleesvenster als volgt.
2 Wanneer de gewenste aanduiding
verschijnt, laat u de Mode Display-toets los.
Opmerkingen
U kunt de aanduiding voor een toets alleen aanpassen wanneer u een nieuwe functie voor die toets overneemt met de aanleerfunctie. Als u de aanduiding wilt wijzigen voor een toets waaronder al eerder een nieuwe functie is aangeleerd, zult u dat signaal eerst moeten wissen (pagina 25). Vervolgens neemt u hetzelfde signaal opnieuw over volgens de bovenstaande aanwijzingen om hierbij ook de aanduiding te wijzigen.
Zolang u de aanduiding voor een toets niet wijzigt, wordt steeds de oorspronkelijke aanduiding getoond.
U kunt de aanduidingen niet wijzigen voor de cijfertoetsen 1 tot 9.
De naam van een Label-toets wijzigen
U kunt voor een Label-toets een naam laten weergeven die u verkiest. De naam mag tot 8 lettertekens of cijfers tellen.
1 Houd na stap 4 (pagina 20) de
Label-toets waarvan u de naam wilt wijzigen (bijvoorbeeld COUNTER) langer dan 2 seconden ingedrukt.
COUNTER
De afstandsbediening schakelt over naar de Label-invoerstand.
3 Hierna volgt u de stappen 6 tot 8
(pagina 21).
Wordt vervolgd
23
Overnemen van nieuwe bedieningssignalen Aanleerfunctie (vervolg)
2 Voer cijfers of tekens in op de
Label-toets door op de cijfertoetsen (0 - 9), SYMBOL 1 of SYMBOL 2 op het LCD scherm te drukken.
De cursor knippert links in de Label­toets. Begin cijfers of letters in te voeren van links. Druk herhaaldelijk op de cijfertoets tot de gewenste cijfers of letters worden weergegeven. De cijfers of letters zijn als volgt toegekend aan de toetsen.
3 Kies het cijfer of het teken dat u
wilt invoeren door op de of een andere cijfertoets te drukken.
Wanneer de toets wordt ingedrukt, beweegt de cursor naar links. Op de plaats waar de cursor knippert, kan een cijfer of letter worden ingevoerd.
toets
4 Herhaal stap 2 en 3 tot u een
geschikte naam voor de Label­toets hebt ingevoerd.
Wanneer de cursor zich volledig rechts bevindt, keert hij terug naar links wanneer de toets of een andere cijfertoets wordt ingedrukt.
24
1: 1 2: A t B t C t a t b t c t 2 3: D t E t F t d t e t f t 3 4: G t H t I t g t h t i t 4 5: J t K t L t j t k t l t 5 6: M t N t O t m t n t o t 6 7: P t Q t R t S t p t q t r t
s t 7 8: T t U t V t t t u t v t 8 9: W t X t Y t Z t w t x t y
t z t 9 0: 0 SYMBOL 1 :!, &, /, ?, p, P, O, o, +, -, :,
,, ., ", ', ~, *, #, |, spatie
SYMBOL 2 :spatie, , 9, , , , ,
(, ), <, >, b, B, t, T, x, W, X, x, $
Wanneer u zich vergist, breng dan de cursor naar het cijfer of teken dat u wilt corrigeren door op de of toets te drukken, en voer het opnieuw in. Wanneer u op de CLEAR toets drukt, verschijnt de vorige Label-toets opnieuw.
5 Bevestig de weergave van de
Label-toets door op de RETURN toets te drukken.
Het LCD scherm gaat naar stap 5 pagina 21.
De componentnaam op de Mode Display-toets wijzigen
Wanneer u een signaal voor een Label­toets programmeert, kunt u ook de componentnaam op de Mode Display­toets wijzigen met behulp van maximaal 8 tekens of cijfers (pagina 79).

Voor zorgvuldig aanleren van nieuwe functies

Zorg dat de afstandsbedieningseenheden tijdens het aanleren niet bewegen.
Blijf voor het overnemen de toets van de andere afstandsbediening ingedrukt houden tot u een pieptoon hoort.
Zorg dat beide afstandsbedieningen zijn voorzien van verse batterijen.
Verricht het overnemen niet in de volle zon of onder sterk fluorescerend licht.
De plaats waar het signaal uit de afstandsbediening komt kan verschillen volgens de afstandsbediening. Als het aanleren niet lukt, verander dan de positie van beide afstandsbedieningseenheden tegenover elkaar ietwat en probeer het opnieuw.
Wanneer u deze afstandsbediening signalen aanleert van een afstandsbediening met interactief signaaluitwisselsysteem (wordt bij sommige Sony receivers en versterkers geleverd), dan kan het responssignaal van het hoofdapparaat het aanleren van signalen hinderen. Ga dan naar een plaats waar de signalen het hoofdapparaat niet kunnen bereiken (b.v. in een andere kamer).

Wijzigen of wissen van een aangeleerde functie

Om een aangeleerde functie door een andere te vervangen, zult u die functie eerst moeten wissen, om dan een nieuwe functie over te nemen.
Wissen van een aangeleerde functie van een enkele toets
1 Houd na stap 4 (pagina 20) de
DEL toets ingedrukt en druk op de toets waarvan u de functie wilt wissen.
De toets waarvan de functie is gewist gaat knipperen, samen met de andere beschikbare toetsen.
2 Druk op de COMMANDER OFF
toets.
COMMANDER
OFF
BELANGRIJK
Houd de afstandsbediening buiten het bereik van kleine kinderen en huisdieren. Gebruik bovendien de Hold toetsvergrendeling om alle toetsen van de afstandsbediening te blokkeren (pagina 71) wanneer u de afstandsbediening niet gebruikt. Bepaalde elektrische apparatuur zoals airconditionings, verwarmingstoestellen, elektrische toestellen en elektrisch bediende rolluiken of gordijnen die met infrarood straling werken, kan gevaarlijk zijn wanneer er per ongeluk op een toets van de afstandsbediening wordt gedrukt.
Als u de COMMANDER OFF toets langer dan 2 seconden ingedrukt houdt
Dan schakelt de afstandsbediening uit.
Als u de COMMANDER OFF toets minder dan 2 seconden ingedrukt houdt
Dan keert de afstandsbediening terug naar de vorige instelstand.
Wordt vervolgd
25
Overnemen van nieuwe bedieningssignalen Aanleerfunctie (vervolg)
Wissen van alle aangeleerde signalen voor een bepaalde component
1 Houd de COMMANDER OFF
toets ingedrukt en druk daarbij op %.
COMMANDER
OFF
SET verschijnt op de Mode Display­toets.
3 Druk op de RESET toets.
RESET
RESET verschijnt op de Mode Display-toets.
4 Druk op de COMPO toets.
COMPO
2 Druk eenmaal op de Mode
Display-toets (SET).
RESET verschijnt en knippert op één van de Label-toetsen op het
scherm.
26
De componentnamen verschijnen op de Label-toetsen.
Om de Label-toetsen te wijzigen, drukt u herhaaldelijk op de OTHER toets. Bij elke druk op de OTHER toets, verandert de weergave van de Label-toetsen zoals in stap 4 pagina
13.
5 Druk op de componentkeuzetoets
of de Label-toets waarvan u de instellingen wilt wissen.
De componentnaam wordt weergegeven op de Label-toets links.
6 Druk op de YES toets.
7 Druk op de COMMANDER OFF
toets.
COMMANDER
OFF
Als u de COMMANDER OFF toets langer dan 2 seconden ingedrukt houdt
Dan schakelt de afstandsbediening uit.
Als u de COMMANDER OFF toets minder dan 2 seconden ingedrukt houdt
Dan keert de afstandsbediening terug naar de vorige instelstand.
YES
Tijdens het wissen blijft c c branden. Wanneer het wissen is voltooid, verschijnt “OK” en klinkt er een pieptoon.
Als u op de NO toets drukt
Dan keert het scherm terug naar stap 4.
Als u de aangeleerde signalen voor andere componentkeuzetoetsen of overeenkomstige Label-toetsen wilt wissen
Herhaal de stappen 5 en 6.
Wissen van alle aangeleerde signalen voor alle componentkeuzetoetsen of overeenkomstige Label-toetsen
1 Volg de stappen 1 tot 3 pagina 26.
2 Houd de DEL toets ingedrukt en
druk daarbij op de COMPO toets.
COMPO
Wordt vervolgd
27
Overnemen van nieuwe bedieningssignalen Aanleerfunctie (vervolg)
3 Druk op de YES toets.
5 Druk op de COMMANDER OFF
toets.
COMMANDER
OFF
YES
REALLY?” blijft branden. “YES” enNO knipperen.
Als u op de NO toets drukt
Het scherm keert terug naar stap 1.
4 Druk op de YES toets.
YES
Tijdens het wissen blijft c c c c branden. Wanneer alle instellingen voor de componentkeuzetoetsen en overeenkomstige Label-toetsen gewist zijn, verschijnt “OK” en klinkt er een pieptoon.
Als u de COMMANDER OFF toets langer dan 2 seconden ingedrukt houdt
Dan schakelt de afstandsbediening uit.
Als u de COMMANDER OFF toets minder dan 2 seconden ingedrukt houdt
Dan keert de afstandsbediening terug naar de vorige instelstand.
28
Als u op de NO toets drukt
Het scherm keert terug naar stap 1.

Geavanceerde functies

Volumeregeling voor video-apparatuur aangesloten op een stereo-installatie

De afstandsbediening is in de fabriek vooringesteld volgens het principe dat u het geluid van uw video-apparatuur hoort via de luidsprekers van uw TV­toestel en de geluidsweergave van alle stereo-apparatuur via de luidsprekers aangesloten op uw versterker.
Label-toets
STB2 MD TAPE A TAPE B VCR2 VCR3 STB3 LD DVD2 DVD3 DAT CABLE
Regelt de geluidssterkte van
TV versterker versterker versterker TV TV TV TV TV TV versterker TV
Zo kunt u steeds gemakkelijk de geluidssterkte van de TV of versterker regelen zonder dat u hiervoor altijd eerst hoeft over te schakelen van de geluidsbron naar de TV of AMP. Om bijvoorbeeld de geluidssterkte bij videoweergave in te stellen, hoeft u niet op de TV toets te drukken, maar dienen de volumetoetsen automatisch al voor het TV-geluid. Het volume van alle videocomponenten kan tegelijk worden geregeld via de versterker.
De volgende tabel toont de fabrieksinstellingen voor de volumeregeling bij de verschillende componenten.
Componentkeuzetoets
TV STB VCR DVD CD AMP
Regelt de geluidssterkte van
TV TV TV TV versterker versterker
Als uw video-apparatuur echter is aangesloten op een stereo-installatie, zult u waarschijnlijk ook het geluid van uw TV en uw videorecorder willen horen via de luidsprekers aangesloten op uw versterker in plaats van via de TV­luidsprekers. In dat geval dient u de fabrieksinstelling om te schakelen, zodat u de geluidssterkte van uw video­apparatuur kunt regelen zonder eerst de afstandsbediening te hoeven omschakelen naar de versterker.
Wijzigen van de fabrieksinstelling voor de volumeregeling
2 4
3
TV STB VCR DVD CD AMP
SYSTEM CONTROL
OK
MENU EXIT
TIMER
MORE321
COMMANDER
PROGRAM
5
OTHER
6
OFF
1
Wordt vervolgd
29
Volumeregeling voor video-
VOLUME
apparatuur aangesloten op een stereo-installatie (vervolg)
1 Houd de COMMANDER OFF
toets ingedrukt en druk daarbij op %.
COMMANDER
OFF
MODE verschijnt op de Mode Display-toets.
SET verschijnt op de Mode Display­toets.
2 Druk tweemaal op de Mode
Display-toets (SET).
Bij elke druk op de SET toets, veranderen de Label-toetsen zoals in stap 2 pagina 11.
MODE verschijnt en knippert op één van de Label-toetsen.
3 Druk op de MODE toets.
4 Druk op de VOLUME toets.
VOLUME verschijnt op de Mode Display-toets en “AMP” knippert op een van de Label-toetsen.
5
Als u de instelling voor de volumeregeling voor visuele onderdelen (TV, STB, STB2, STB3, VCR, VCR2, VCR3, DVD, DVD2, DVD3, LD en CABLE) wilt wijzigen, drukt u op de AMP toets.
Met een pieptoon wordt de instelling voor de volumeregeling voor visuele onderdelen overgeschakeld naar de versterker.
30
MODE
Als u de instelling voor de volumeregeling wilt terugzetten op TV, drukt u op de TV toets.
Loading...
+ 70 hidden pages