Gebruiksaanwijzing
Bruksanvisning
Manual de Instruções
NL
SE
PT
P
MDS-JA555ES
1999 by Sony Corporation
WAARSCHUWING
Stel het apparaat niet bloot
aan regen of vocht, om gevaar
van brand of een elektrische
schok te voorkomen.
Open de behuizing niet, om
gevaar van elektrische
V oorzor gsmaatregelen
Veiligheid
Mocht er een voorwerp of vloeistof in
het apparaat terecht komen, verbreek
dan de aansluiting op het stopcontact
en laat het apparaat eerst door een
deskundige controleren alvorens het
weer in gebruik te nemen.
schokken te vermijden. Laat
reparaties over aan de erkende
vakman.
De laser in dit apparaat is in staat om
straling uit te zenden die de limiet
van klasse 1 overschrijdt.
Dit apparaat is geclassificeerd als een
KLASSE 1 laserproduct. Het CLASS 1
LASER PRODUCT MARKING LABEL
bevindt zich aan de achterkant van het
apparaat.
Binnenin het apparaat bevindt zich het
volgende waarschuwings label.
Voor de Klanten in Nederland
Bij dit produkt zijn
batterijen geleverd.
Wanneer deze leeg zijn,
moet u ze niet
weggooien maar
inleveren als KCA.
IN GEEN ENKELE SITUATIE KAN
DE VERKOPER AANSPRAKELIJK
WORDEN GESTELD VOOR
DIRECTE SCHADE, SECUNDAIRE
SCHADE OF WAT VOOR SCHADE
DAN OOK, VOORTVLOEIEND UIT
GEBRUIK VAN HET APPARAAT
OF EEN DEFECT HIERIN, NOCH
VOOR HIERMEE SAMENHANGENDE ONKOSTEN OF
VERLIEZEN.
NL
2
Stroomvoorziening
• Controleer, alvorens de MD-recorder
aan te sluiten, of de bedrijfsspanning
ervan overeenkomt met de plaatselijk
netspanning. De bedrijfsspanning van
het apparaat staat vermeld op het
naamplaatje dat zich aan de
achterzijde van het apparaat bevindt.
• Het apparaat blijft op de stroombron
(netspanning) aangesloten zolang als
de stekker in het stopcontact zit, zelfs
indien het apparaat is uitgeschakeld.
• Trek de stekker uit het stopcontact als
u denkt de MD-recorder geruime tijd
niet te gebruiken. Om de aansluiting
van de stekker op het stopcontact te
verbreken, dient u de stekker vast te
pakken, trek nooit aan het snoer zelf.
• Het netsnoer mag alleen vervangen
worden bij het erkende servicebedrijf.
Bediening
Wanneer het apparaat rechtstreeks van
een koude in een warme omgeving
wordt gebracht of in een vochtige
kamer is gezet, kan er op de lenzen
binnenin de MD-recorder vocht uit de
lucht condenseren. In dat geval kan de
MD-recorder niet meer goed werken.
Verwijder in dat geval de MD en wacht
ongeveer een uur, met het apparaat
ingeschakeld, totdat het vocht verdampt
is.
Betreffende de MD
• Open het schuifdeksel niet zodat het
gevoelige oppervlak van de MD
vrijkomt.
• Voorkom blootstelling van de MD
aan fel zonlicht, hoge temperaturen,
vocht en stof.
Maak de ombouw, het paneel en de
bedieningsorganen schoon met een
zachte doek, licht bevochtigd met een
oplossing van water met een mild
schoonmaak-middel. Gebruik nooit een
schuursponsje, schuurpoeder, of een
oplosmiddel zoals alcohol of
wasbenzine.
Mocht u vragen of problemen hebben
betreffende uw MD-recorder, aarzel dan
niet contact op te nemen met uw
dichtstbijzijnde Sony handelaar.
Welkom!
Dank u voor het aanschaffen van deze
Sony MD-recorder. Lees, alvorens het
apparaat in gebruik te nemen, deze
gebruiksaanwijzing aandachtig door en
bewaar deze voor eventuele naslag.
Betreffende deze
gebruiksaanwijzing
Afspraken
• De aanwijzingen in deze handleiding
beschrijven de toetsen en regelaars op
de MD-recorder; tevens kunt u de
toetsen op de afstandsbediening
gebruiken met dezelfde naam of
hetzelfde symbool; waar de naam
afwijkt, wordt deze in de
aanwijzingen tussen haakjes
genoemd.
• De onderstaande symbolen worden in
deze gebruiksaanwijzing gebruikt:
Dit symbool verschijnt bij
Z
bedieningshandelingen
waarvoor u de
afstandsbediening nodig hebt.
Controleer of u het volgende toebehoren in de
verpakking aantreft:
• Audio-aansluitsnoeren (2)
• Afstandsbediening RM-D39M (1)
• R6 (AA-formaat) batterijen (2)
Plaatsen van de batterijen in de
afstandsbediening
U kunt deze MD-recorder bedienen via de bijgeleverde
afstandsbediening.
Plaats twee R6 (AA-formaat) batterijen in de
afstandsbediening en let hierbij goed op de plaats van
(+) en (–) polen. Richt de afstandsbediening op de
afstandsbedieningssensor g van de MD-recorder.
Aansluiten van het systeem
Overzicht
In deze paragraaf wordt uitgelegd hoe u de MDrecorder kunt aansluiten op een versterker of op
andere audio-apparatuur, zoals een CD-speler of een
DAT cassettedeck. Zorg dat u, alvorens de
aansluitingen te maken, alle betrokken apparatuur
uitschakelt.
naar een stopcontact
(of naar een schakelklok,
voor schakelklok-opname
of -weergave)
Versterker
z Wanneer moeten de batterijen vervangen worden?
Bij normaal gebruik gaan de batterijen ongeveer
6 maanden mee. Als u het apparaat niet langer meer op
afstand kunt bedienen, vervang dan alle batterijen door
nieuwe.
Opmerkingen
• Laat de afstandsbediening nooit op een erg warme of
vochtige plaats liggen.
• Zorg dat er geen vreemde voorwerpen in de
afstandsbediening terecht komen. Let hier vooral op
tijdens het verwisselen van de batterijen.
• Stel de afstandsbediening niet bloot aan direct zonlicht of
andere sterke lichtbronnen. Dit kan de juiste werking
ervan verstoren.
• Als u denkt de afstandsbediening geruime tijd niet te
gebruiken, kunt u de batterijen er beter uit verwijderen,
om schade als gevolg van batterijlekkage en corrosie te
vermijden.
Sluit de versterker aan op de LINE(ANALOG) IN/
OUT aansluitingen met behulp van de (bijgeleverde)
audio-aansluitsnoeren en zorg dat de rode stekkers
(voor het rechter kanaal) in de rode stekkerbussen
worden gestoken en de witte stekkers (voor het linker
kanaal) in de witte stekkerbussen. Steek de stekkers
stevig en over de volle lengte in de stekkerbussen, om
ruis en brom te vermijden.
MD-recorder
LINE(ANALOG)
OUT
IN
L
R
çç
ç: Signaalstroom
çç
L
R
ç
Ç
Aansluiten van de MD-recorder op digitale
apparatuur, zoals een CD-speler, een DAT
cassettedeck, een digitale versterker of een andere
MD-recorder
Sluit de apparatuur aan op de DIGITAL IN/OUT
aansluitingen met behulp van twee (of drie) optische
aansluitsnoeren (niet bijgeleverd) en/of twee coaxiale
digitale aansluitsnoeren (niet bijgeleverd).
Bij gebruik van optische aansluitsnoeren
Verwijder de dopjes van de stekkerbussen en steek dan de
stekkers parallel erin totdat zij goed vastzitten.
Zorg ervoor dat u de optische aansluitsnoeren niet verbuigt
of samenbindt.
Versterker
TAPE/MD
INOUT
L
R
Bij gebruik van een coaxiaal digitaal aansluitsnoer
MD-recorder
DIGITAL IN
COAXIALOPT2OPT1
DIGITAL OUT
COAXIAL
OPTICAL
Digitale apparatuur
DIGITAL
COAXIAL
OUT
IN
Ç
Ç
çç
ç: Signaalstroom
çç
z Indien “Din Unlock” en “C71” op het display
verschijnen
Controleer of het optische aansluitsnoer of het coaxiale
digitale aansluitsnoer goed is aangesloten.
z Automatische omzetting van de digitale
bemonsteringsfrequenties tijdens opname
De ingebouwde bemonsteringsfrequentie-omzetter zal
automatisch de bemonsteringsfrequentie van uw
verschillende digitale geluidsbronnen omzetten in de
44,1 kHz bemonsteringsfrequentie van deze MDrecorder. Dit stelt u in staat digitale opnamen te maken
van 32-kHz of 48-kHz DAT cassettes of satellietuitzendingen, benevens CD’s en andere MD’s.
Opmerking
Als “Din Unlock” en “C71” beurtelings in het display
verschijnen of “Cannot Copy” in het display verschijnt, is
opnemen via de digitale aansluiting niet mogelijk. In dat
geval kunt u de geluidsbron slechts opnemen via de
LINE(ANALOG) IN aansluitingen en dient u de INPUT
schakelaar hiervoor op “ANALOG” te zetten.
MD-recorder
DIGITAL IN
COAXIALOPT2OPT1
DIGITAL OUT
COAXIAL
OPTICAL
ç
Ç
U kunt het optische aansluitsnoer
zowel op OPT1 als OPT2 aansluiten.
çç
ç: Signaalstroom
çç
Digitale apparatuur
DIGITAL
OPTICAL
OUTIN
Aansluiten van het netsnoer
Steek de stekker van het netsnoer in een stopcontact
of in de netuitgang van een schakelklok.
NL
5
Voorbereidingen
Het CONTROL A1bedieningssysteem
Dit MD-deck is geschikt voor het CONTROL A1 bedieningssysteem.
Het CONTROL A1
ontworpen om geluidsinstallaties die uit meerdere
Sony-componenten bestaan, gemakkelijker te kunnen
bedienen. CONTROL A1
een route voor de overdracht van bedieningssignalen
die automatische bediening mogelijk maken en
functies bedienen welke doorgaans in verbinding
worden gebracht met geïntegreerde systemen.
Op dit moment maken CONTROL A1
tussen een Sony MD-deck, CD-speler, versterker
(ontvanger) en cassettedeck automatische functiekeuze
en synchroon-opname mogelijk.
In de toekomst zal de CONTROL A1
werken als een multifunctionele bus waarmee u van
elke component meerdere functies kunt bedienen.
Opmerking
Het CONTROL A1 -bedieningssysteem is ontworpen voor
opwaartse compatibiliteit omdat het bedieningssysteem
wordt verbeterd om nieuwe functies te kunnen verwerken.
In dit geval zullen oudere componenten echter niet geschikt
zijn voor de nieuwe functies.
Compatibiliteit van CONTROL A1 en CONTROL
A1
Het CONTROL A1-bedieningssysteem is vernieuwd
en heet nu CONTROL A1
in de SONY 300 disc CD-wisselaar en andere
recentelijk uitgekomen Sony-componenten.
Componenten met CONTROL A1-aansluitbussen
kunnen worden gebruikt in combinatie met
componenten met CONTROL A1
elkaar worden aangesloten. In beginsel zullen de
meeste functies die beschikbaar zijn met het
CONTROL A1-bedieningssysteem ook beschikbaar
zijn met het CONTROL A1
Wanneer u echter aansluitingen maakt tussen
componenten met CONTROL A1-aansluitbussen en
componenten met CONTROL A1
kan het aantal functies dat u kunt bedienen al naar
gelang de component beperkt zijn. Voor nadere
bijzonderheden dient u de met de betreffende
component(en) meegeleverde gebruiksaanwijzing te
raadplegen.
-bedieningssysteem werd
-aansluitingen zorgen voor
-aansluitingen
-aansluiting
, het standaard systeem
en kunnen op
-bedieningssysteem.
-aansluitbussen,
Aansluiten van het CONTROL A1 bedieningssysteem
Sluit mono (2P) ministekkerkabels in serie aan op de
CONTROL A1
elke component. U kunt maximaal tien CONTROL
A1
-compatibele componenten in elke gewenste
volgorde aansluiten. Van elk type component kunt u er
echter slechts één aansluiten (d.w.z. één CD-speler, één
MD-speler, één tapedeck en één ontvanger).
(Al naar gelang het model kunnen er echter in
bepaalde gevallen meer dan één CD-speler of MD-deck
worden aangesloten. Raadpleeg de met de betreffende
component meegeleverde gebruiksaanwijzing voor
nadere bijzonderheden.)
Voorbeeld
Versterker
(Ontvanger)
Bij het CONTROL A1
de bedieningssignalen zich in beide richtingen,
waardoor er geen onderscheid bestaat tussen IN- en
OUT-aansluitbussen. Indien een component beschikt
over meer dan één CONTROL A1
beide bussen gebruiken of verschillende componenten
aansluiten op één aansluitbus.
Aansluitbussen en voorbeelden van aansluitingen
CONTROL A1-aansluitbussen en aansluitingen
Het is mogelijk om aansluitingen te maken tussen
CONTROL A1- en CONTROL A1 -aansluitbussen. Voor
bijzonderheden over bepaalde aansluitingen of
instelmogelijkheden dient u de met de betreffende
component(en) meegeleverde gebruiksaanwijzing te
raadplegen.
Aansluitkabel
Bij sommige CONTROL A1 -compatibele componenten
wordt als accessoire een aansluitkabel meegeleverd. Gebruik
in dat geval de aansluitkabel om de aansluiting te maken.
Bij gebruikmaking van een in de handel verkrijgbare kabel
dient u een mono (2P) ministekkerkabel te gebruiken met
een lengte van minder dan 2 meter en zonder weerstand
(zoals de Sony RK-G69HG).
-aansluitbussen op de achterkant van
CD-speler MD-deck Tapedeck Andere
component
-bedieningssysteem verplaatsen
-aansluitbus, kunt u
CD-speler
MD-deck
NL
6
Voorbereidingen
Basisfuncties van het CONTROL
A1-bedieningssysteem
Automatische functiekeuze
Wanneer u CONTROL A1 -compatibele Sonycomponenten aansluit door gebruikmaking van control
A1
-kabels (niet bijgeleverd) en u de afspeeltoets van
één van de aangesloten componenten indrukt, schakelt
de functiekiezer op de versterker (of ontvanger)
automatisch over op de juiste ingang.
(Indien u ( (afspeeltoets) op het MD-deck indrukt
terwijl de CD wordt afgespeeld, schakelt de
functiekiezer op de versterker over van CD naar MD.)
Opmerkingen
• Deze functie werkt alleen wanneer de componenten zijn
aangesloten op de ingangen van de versterker (of
ontvanger) in overeenstemming met de namen op de
functietoetsen. Bij bepaalde ontvangers kunt u de namen
van de functietoetsen met elkaar verwisselen. Raadpleeg
daarvoor de gebruiksaanwijzing die met de ontvanger is
meegeleverd.
• Tijdens het opnemen kunt u alleen naar de opnamebron
luisteren en geen andere componenten afspelen. Hierdoor
zou namelijk de automatische keuzefunctie geactiveerd
worden.
Gelijkzetten van de klok
Wanneer u de ingebouwde klok eenmaal op de juiste
tijd hebt ingesteld, zal de MD-recorder de datum en
tijd van alle opnamen automatisch vastleggen. Dan
kunt u bij het afspelen van een opgenomen muziekstuk
de opnamedatum en -tijd ervan in het display laten
verschijnen (zie blz. 24).
De tijd wordt op deze MD-recorder aangegeven
volgens een 24-uurs cyclus.
YES~≠ AMS ±MENU/NO
)0
P
p
r
(
§
0/)
OPEN/CLOSE
§
MENU/NO
YES
TIME
SCROLL
DISPLAY
PLAY MODE
CONTINUE
B
A
G
F
1
L
K
6
Q
P
11
V
U
16
PROGRAM
SHUFFLEPRESENTRECORDED
C
D
H
I
3
2
M
N
8
7
R
S
13
12
14
W
X
18
17
19
FILTER
DATE
DATE
E
PRESENT
J
4
5
O
9
10
T
15
Y
20
Synchroonopname
Met deze functie kunt u synchroon opnemen van het
MD-deck naar de gekozen broncomponent, en vice
versa.
1 Stel de bronkiezer op de versterker (of ontvanger)
in op de broncomponent.
2 Zet de broncomponent in de pauzestand (de
indicators ( en P moeten beide gaan branden).
3 Zet het deck in de opnamepauzestand.
4 Druk op P op het deck.
De broncomponent schakelt over uit de
pauzestand en even later begint het opnemen.
Wanneer het afspelen van de broncomponent
eindigt, stopt het opnemen.
Opmerkingen
• Zet maximaal één component in de pauzestand.
• Dit MD-deck is voorzien van een speciale
synchroonopnamefunctie die gebruikmaakt van het
CONTROL A1 -bedieningssysteem (zie “Synchroonopnamen van een CD-speler die is aangesloten met een
CONTROL A1 -aansluitsnoer” op blz. 20).
1 Met de MD-recorder in de stopstand drukt u
tweemaal op MENU/NO zodat “Setup Menu” op
het display verschijnt.
2 Draai AMS om “Setup 16” te kiezen en druk
daarna op AMS of YES.
Nu begint de dag-aanduiding te knipperen.
3 Draai de AMS regelaar om de dag in te voeren en
druk de AMS regelaar vervolgens in.
De dag-indicatie stopt met knipperen en blijft
branden en nu begint de maand-aanduiding te
knipperen.
(Wordt vervolgd)
NL
7
Voorbereidingen
4 Herhaal stap 3 om achtereenvolgens de maand,
het jaar, het uur en de juiste minuut in te voeren.
z Nauwkeurige datum- en tijdsaanduiding voor al uw
opnamen
Zet de tijd minstens een keer per week gelijk, als u
precisie wenst.
Opmerking
Als het netsnoer uit het stopcontact is getrokken, zal de
tijdinstelling zijn gewist en zal de indicatie “Initialize” in het
display gaan knipperen wanneer de MD-recorder weer
wordt ingeschakeld. Als dit zich voordoet, dient u de klok
opnieuw gelijk te zetten.
Aangeven van de huidige datum en tijd Z
Druk op DATE PRESENT.
Telkens wanneer u op deze toets drukt, verandert de
indicatie in het display als volgt:
n Huidig display n Datum n Tijd
Veranderen van de klokinstelling(en)
Voer de bovenstaande stappen 1 en 2 uit.
1
2 Druk herhaald op AMS of 0/) totdat de
instelling die u wilt veranderen, begint te
knipperen.
3 Draai AMS om de instelling te veranderen en
druk daarna op AMS of YES.
4 Om de instelling te voltooien, drukt u enkele
malen achtereen op AMS of 0/) tot geen van
de indicaties meer knippert.
NL
8
Basisbediening
Opnemen op een MD
Basisbediening
2
STANDBY
TIMER
OFFREC PLAY
PHONES
PHONE LEVEL
MIN MAX
INPUT
OPT1
OPT2
•
4
5,8
PITCH
DISPLAY/
SCROLL
CONTROL
COAX
•
•
ANALOG
•
FILTER
REPEAT
CHAR
PLAY MODE
FADER
TIME
3
6,7
AMS
≠
±
MENU/NO
PUSH ENTER
CLEAR
OPEN/CLOSE
YES
0)
11
10
REC LEVEL
DIGITAL
–
ANALOG
456
7
3
+
8
2
9
1
10
0
RL
REC
rpP(§
9
Schakel de versterker in en stel in op de geluidsbron die u wilt
1
opnemen.
Basisbediening
Druk op 1/u.
2
De STANDBY indicator gaat uit.
Druk op de § OPEN/CLOSE toets om de disc-lade te openen,
3
plaats daarin een voor opnemen geschikte MD en druk
nogmaals op de toets om de disc-lade te sluiten.
Pijl naar binnen wijzend
Label-kant boven
Als er al opnamen op de MD staan, zal de MD-recorder
automatisch met opnemen beginnen vanaf het
eind van het laatst opgenomen muziekstuk.
Zet INPUT in de stand voor de geluidsbron-aansluiting
4
waarvan u iets wilt opnemen.
Voor opnemen viaZet INPUT op
DIGITAL IN OPT1OPT1
DIGITAL IN OPT2OPT2
DIGITAL IN COAXIALCOAX
LINE(ANALOG) INANALOG
(Wordt vervolgd)
NL
9
Basisbediening
Druk tweemaal op MENU/NO zodat “Setup Menu” in het
5
uitleesvenster verschijnt.
Draai AMS om “Setup 17” te kiezen en druk daarna op AMS.
6
Draai AMS om de functie te kiezen waarin u wilt opnemen en
7
druk daarna op AMS.
Om op te nemenKies*
Stereo-geluidStereo Rec
Mono-geluid*
*1Tijdens de opname of opnamepauze kunt u niet de functie kiezen.
*2Tijdens opnemen in mono kunt u ongeveer tweemaal zo lang opnemen als
tijdens opnemen in stereo.
Druk op MENU/NO.
2
1
Mono Rec
8
Druk op r REC.
9
De MD-recorder is nu klaar voor opname.
Stel het opnameniveau in.
10
Bij opname via de DIGITAL IN (COAXIAL, OPT1, of OPT2)
aansluiting
Stel de DIGITAL REC LEVEL-regelaar zo in dat de
piekniveaumeter op het display maximaal 0 dB aangeeft.
Voor bijzonderheden, zie blz. 16.
Bij opname via de LINE(ANALOG) IN-aansluitingen
Voor de meeste doeleinden is het voldoende om de
ANALOG REC LEVEL L/R-regelaars op 4 te zetten. Voor
bijzonderheden, zie blz. 16.
Druk op ( of P.
11
Nu begint het opnemen.
Start de weergave van de geluidsbron.
12
10
NL
Basisbediening
Wanneer “TOC Writing” in het
display knippert
De MD-recorder is dan bezig met
bijwerken van de inhouds-opgave
(Table Of Contents). Op dit
moment mag u niet de stekker uit
het stopcontact trekken en niet
tegen de MD-recorder stoten. De
nieuw opgenomen informatie
wordt pas op de MD vastgelegd
wanneer de inhoudsopgave (TOC)
bijwerkt door de MD eruit te
nemen, of door de MD-recorder in
de wachtstand te zetten met de
1/u toets.
Trek nooit onmiddellijk na het opnemen de stekker van de MD-recorder
uit het stopcontact
Als u de stroomaansluiting verbreekt, kan het opgenomen materiaal niet naar
behoren op de MD worden vastgelegd. Na het opnemen mag u wel op de
§ OPEN/CLOSE toets drukken om de MD eruit te nemen, of op de 1/u toets
om het apparaat uit te schakelen. In het display zal dan eerst even “TOC
Writing” gaan knipperen, om aan te geven dat de informatie op de MD wordt
bijgewerkt.
Nadat “TOC Writing” stopt met knipperen en uitgaat, kunt u de stekker uit
het stopcontact trekken.
VoorDrukt u op
Stoppen met opnemenp.
Pauzeren van de opname*P. Druk nogmaals op deze toets of op ( om de
opnemen te hervatten.
Uitnemen van de MD§ OPEN/CLOSE, na afloop van het opnemen.
* Telkens wanneer u pauzeert, d.w.z. het opnemen onderbreekt, wordt het
muziekstuknummer met één verhoogd. Als u bijvoorbeeld het opnemen van
muziekstuk nummer 4 onderbreekt, zal de rest van het muziekstuk bij hervatting
het nummer 5 krijgen en als afzonderlijk muziekstuk gaan gelden.
Basisbediening
Beveiligen van een MD tegen per ongeluk wissen
Om de opnamen op een MD te beveiligen, schuift u het nokje in de richting
van de pijl, zodat er een opening ontstaat. Om opnemen mogelijk te maken,
schuift u het nokje dicht.
Achterkant van de disc
Wispreventienokje
Schuif het nokje in de
richting van de pijl
11
NL
Basisbediening
Afspelen van een MD
2
STANDBY
TIMER
PHONES
OFFREC PLAY
PHONE LEVEL
MIN MAX
PITCH
DISPLAY/
SCROLL
CONTROL
INPUT
OPT1
COAX
OPT2
•
•
•
ANALOG
•
FILTER
REPEAT
CHAR
PLAY MODE
FADER
TIME
MENU/NO
CLEAR
≠
PUSH ENTER
OPEN/CLOSE
AMS
±
YES
–
0)
DIGITAL
REC LEVEL
+
2
3
1
ANALOG
456
0
7
8
9
10
RL
REC
rpP(§
z In de stopstand kunt u
gemakkelijk een
muziekstuk kiezen en de
weergave ervan starten
1 Draai AMS (of druk op
= of +) tot het
nummer van het weer te
geven muziekstuk wordt
aangegeven.
2 Druk op AMS of op ( .
z Luisteren via een
hoofdtelefoon
Sluit de hoofdtelefoon aan op
de PHONES stekkerbus. Stel
de geluidssterkte naar wens
in met PHONE LEVEL .
z U kunt de afspeelsnelheid
van de MD veranderen
Zie “Veranderen van de
toonhoogte” op blz. 32.
3
4
Schakel de versterker in en stel met de ingangskeuzeschakelaar
1
ervan in op MD-recorder.
Druk op 1/u.
2
De STANDBY indicator gaat uit.
Plaats een MD en sluit de disc-lade.
3
Pijl naar binnen wijzend
Druk op (.
4
Het afspelen van de MD begint. Stel de geluidssterkte naar
wens in op de versterker.
VoorDoet u het volgende:
Stoppen met afspelenDruk op p.
Pauzeren van deDruk op P. Druk nogmaals op deze
weergavetoets of op ( om de weergave te hervatten.
Doorgaan naar hetDraai AMS naar rechts (of druk op +
volgende muziekstukvan de afstandsbediening).
Teruggaan naar hetDraai AMS naar links (of druk op =
begin van het huidige ofvan de afstandsbediening).
voorafgaande muziekstuk
Uitnemen van de MDDruk op § OPEN/CLOSE nadat het afspelen is
gestopt.
Labelkant boven
12
NL
Opnemen op MD’s
Opmerkingen betreffende het
opnemen
Indien “Protected” en “C11” beurtelings in het
display verschijnen
De MD is beveiligd tegen opnemen. Schuif het
wispreventienokje om de uitsparing af te dekken (zie
de paragraaf “Beveiligen van een MD tegen per
ongeluk wissen” op bladzijde 11).
Indien ”Din Unlock“ en ”C71“ beurtelings in het
display verschijnen
• Dan is de digitale geluidsbron die u wilt opnemen
niet aangesloten op de aansluiting die u met de
INPUT hebt gekozen in stap 4 op blz. 9.
Om nu verder te gaan, sluit u de apparatuur voor
opname aan op de juiste ingangsaansluiting.
• De geluidsbron staat niet ingeschakeld.
Schakel de geluidsbron in.
Afhankelijk van de menu-instellingen en de
geluidsbron die wordt opgenomen, zullen
muziekstuknummers als volgt worden aangebracht:
• Tijdens opnemen van een CD-speler of MD-recorder
met de INPUT ingesteld op COAX, OPT1 of OPT2 en
de opnamebron aangesloten op de respectieve
digitale aansluiting:
Nu zal de MD-recorder de muziekstuknummers
automatisch aanbrengen in dezelfde volgorde als op
de opnamebron. Als een muziekstuk echter meerdere malen wordt afgespeeld (bij voorbeeld door
herhaalde weergave van een enkel muziekstuk) of er
twee of meer muziekstukken zijn met hetzelfde
nummer (dus van verschillende MD’s of CD’s), zal
dit muziekstuk of stel muziekstukken als één
doorlopend nummer worden opgenomen. Overigens
zullen bij opnemen vanaf een CD-speler
muziekstukken met een speelduur korter dan
4 seconden niet van een nummer worden voorzien.
• Tijdens opnemen van sommige CD-spelers en multi-
disc-spelers die zijn aangesloten op een van de digitale ingangsaansluitingen, met de INPUT ingesteld
op de overeenkomstige digitale positie:
Het is mogelijk dat de MD-recorder de muziekstuknummers niet automatisch zal aanbrengen. In
zo’n geval dient u de muziekstuk-nummers na het
opnemen aan te brengen met behulp van de DIVIDE
functie (zie “Onderverdelen van opgenomen
muziekstukken” op blz. 38).
Opnemen op MD’s
• Bij het opnemen van een geluidsbron die is aangesloten op de LINE(ANALOG) IN aansluitingen,
met de INPUT op “ANALOG”, of bij het opnemen
van een satelliet-uitzending of een DAT cassettedeck
aangesloten op een van de digitale
ingangsaansluitingen, met de INPUT in de
betreffende digitale stand en de “T.Mark Off”
instelling gekozen in het 02 Instelmenu:
Al het opgenomen materiaal zal nu gelden als één
enkel muziekstuk.
• Ook bij het opnemen van een analoge geluidsbron of
een digitale zoals een DAT cassette of een satellietuitzending, kunt u wel muziekstuknummers
aanbrengen, “T.Mark LSyn” is gekozen in het 02
Instelmenu (zie “Aanbrengen van muziekstuknummers tijdens het opnemen” op blz. 17).
• Bij opnemen vanaf een DAT cassettedeck of satellietuitzending, met de INPUT ingesteld op de juiste
digitale ingang, zal de MD-recorder automatisch een
muziekstuknummer aanbrengen bij elk punt waar de
bemonsteringsfrequentie van het ingangssignaal
verandert, ongeacht de instelling in het 02
Instelmenu.
z Zowel tijdens als na het opnemen kunt u
muziekstuknummers aanbrengen
Zie voor nadere bijzonderheden de beschrijving onder
“Aanbrengen van muziekstuknummers tijdens het
opnemen” (blz. 17), resp. “Onderverdelen van
opgenomen muziekstukken” (blz. 38).
Wanneer “TOC Writing” in het display knippert
De MD-recorder is dan bezig met bijwerken van de
inhoudsopgave (Table Of Contents). Op dit moment
mag u niet de stekker uit het stopcontact trekken en de
MD-recorder niet verplaatsen. De nieuw opgenomen
muziek-informatie wordt pas op de MD vastgelegd
wanneer u de inhoudsopgave (TOC) bijwerkt door de
MD eruit te nemen, of door de MD-recorder in de
wachtstand te zetten met de 1/u toets.
Deze MD-recorder werkt volgens het SCMS ééngeneratie kopieersysteem (Serial Copy Management
System, zie blz. 49)
MD’s die zijn opgenomen via een digitale
ingangsaansluiting kunnen niet op digitale wijze, via
de digitale uitgangsaansluiting, worden gekopieerd of
overgespeeld op een andere MD of een DAT cassette.
Bij opnemen en in de opnamepauzestand worden
digitale signalen die binnenkomen via de digitale
ingangsaansluitingen doorgegeven via de digitale
uitgangsaansluiting met dezelfde, oorspronkelijke
bemonsteringsfrequentie.
Om een inkomend digitaal signaal voor het uitsturen
om te zetten naar een andere bemonsteringsfrequentie
(zonder het signaal op een MD op te nemen), gebruikt
u de ingangscontrolefunctie (zie blz. 14).
13
NL
Opnemen op MD’s
Handige tips voor opname
INPUT DISPLAY/CHARMENU/NO
TIME
§ OPEN/CLOSE
Controleren van de resterende opnameduur
op de MD
Druk op TIME.
• Telkens wanneer u op TIME drukt als de MDrecorder in de stopstand staat, geeft het display om
en om de totale opgenomen speelduur en de
resterende opnameduur aan op de MD (zie blz. 23).
• Telkens wanneer u tijdens het opnemen op de TIME
toets drukt, verschijnen de opnametijd van het
huidige muziekstuk en de resterende opnameduur
op de MD beurtelings in het display.
Veranderen van het display tijdens het
opnemen
Elke keer wanneer u op DISPLAY/CHAR (of
DISPLAY) drukt terwijl de MD-recorder bezig is met
opnemen, verandert het display als volgt:
Normale indicatie
≠ AMS ±
0)
P
(
§
p
(
p
r
r REC
Controleren van het ingangssignaal
(ingangscontrole voor opname)
Voor u begint met opnemen, kunt u het gekozen
ingangssignaal controleren via de
uitgangsaansluitingen van de MD-recorder.
1 Druk op § OPEN/CLOSE en verwijder de MD.
2 Stel met INPUT in op de aansluitingen van de
gekozen geluidsbron.
Met INPUT in de “ANALOG” stand
Het analoge signaal dat binnenkomt via de
LINE(ANALOG) IN aansluitingen wordt na
analoog/digitaal omzetting doorgegeven aan de
respectieve DIGITAL OUT aansluiting, en
vervolgens na digitaal/analoog (terug) omzetting
doorgegeven via de LINE(ANALOG) OUT
aansluitingen en de PHONES hoofdtelefoonaansluiting.
Met INPUT ingesteld op “OPT1”, “OPT2” of
“COAX”
Het digitale signaal dat binnenkomt via de
respectieve DIGITAL IN aansluiting wordt na
verwerking door de bemonsteringsfrequentieomzetter doorgegeven via de respectieve DIGITAL
OUT aansluiting, en vervolgens na digitaal/
analoog omzetting doorgegeven via de
LINE(ANALOG) OUT aansluitingen en de
PHONES hoofdtelefoon-aansluiting.
3 Druk op r REC.
Als INPUT in de “ANALOG” stand staat, zal het
display “AD-DA” aangeven.
Als INPUT op “OPT1”, “OPT2” of “COAX” staat,
zal het display “-DA” aangeven.
14
Als “Auto Cut” in het display verschijnt
Indrukken
Display van opnameniveau
Indrukken
Display van bemonsteringsfrequentie (FS)
Indrukken
Uitleesvenster “DF” (digitaal filter)
Indrukken
NL
(automatische afslag)
De afslagfunctie is dan in werking getreden, omdat er
al meer dan 30 seconden lang geen ingangssignaal is
waargenomen. De MD-recorder schakelt over naar de
opname-pauzestand en de 30 seconden stilte worden
vervangen door een pauze van 3 seconden.
Als de MD-recorder na het in werking treden van de
“Auto Cut” functie ongeveer 10 minuten in de
pauzestand blijft staan, zal het opnemen automatisch
stoppen.
Let erop dat de “Auto Cut” functie niet geactiveerd zal
worden wanneer het opnemen werd gestart vanaf het
stille gedeelte, zelfs indien er ongeveer 30 seconden
lang geen ingangssignaal werd waargenomen.
z U kunt de automatische afslagfunctie desgewenst
uitschakelen
Zie voor nadere bijzonderheden de onderstaande
paragraaf “Uitschakelen van de “Smart Space” functie
en “Auto Cut” functie” op blz. 15. Overigens zal bij
uitschakelen van de “Auto Cut” functie tevens de
“Smart Space” functie worden uitgeschakeld.
Opnemen op MD’s
Als “Smart Space” in het display verschijnt
(inkorten van te lange pauzes)
Dan is er tijdens het opnemen een stilte van 4 tot
30 seconden lengte geweest. Deze stilte wordt
vervangen door een standaard-pauze van 3 seconden
en dan gaat het opnemen op de MD verder. Na deze
pauze van 3 seconden kan er wel eens geen nieuw
muziekstuknummer worden aangebracht. Bovendien
zal de “Smart Space” functie niet geactiveerd worden
wanneer het opnemen werd gestart vanaf het stille
gedeelte, zelfs indien er een aangehouden stilte van 4
tot 30 seconden is geweest.
Uitschakelen van de “Smart Space” functie en
“Auto Cut” functie
1 Druk in de stopstand MENU/NO tweemaal in,
zodat “Setup Menu” in het display verschijnt.
2 Draai AMS om “Setup 05” te kiezen en druk dan
AMS in.
3 Draai AMS om in te stellen op “S.Space Off” en
druk dan AMS in.
4 Druk op MENU/NO.
Weer inschakelen van de “Smart Space” functie en
“Auto Cut” functie
1 Volg de aanwijzingen 1 en 2 onder “Uitschakelen
van de “Smart Space” functie en “Auto Cut”
functie” hierboven.
2 Draai AMS om in te stellen op “S.Space On” en
druk dan AMS in.
3 Druk op MENU/NO.
Opmerkingen
• Bij uitschakelen van de “Smart Space” functie wordt
tevens de “Auto Cut” functie uitgeschakeld.
• Bij aflevering van het apparaat zijn zowel de “Smart
Space” functie als de “Auto Cut” functie ingeschakeld.
• Als u de MD-recorder uitschakelt of de stekker uit het
stopcontact trekt, onthoudt het apparaat de laatste
instelling (Aan of Uit) van de “Smart Space” functie en
“Auto Cut” functie, zodat deze weer net zo geldt wanneer
u de MD-recorder weer inschakelt.
Opmerkingen
• Deze functie werkt alleen voor de digitale signaalingang
via de digitale ingangsaansluiting.
• De bitlengte is gewoonlijk ingesteld op 20 bit, maar u kunt
kiezen uit 24, 20 en 16 bit.
• Indien u de bitlengte tijdens het opnemen omschakelt, zal
het geluid tijdelijk wegvallen.
Afspelen van zojuist opgenomen
muziekstukken
Voer deze bedieningshandelingen uit als u
muziekstukken die zojuist zijn opgenomen,
onmiddellijk wilt afspelen.
Druk, onmiddellijk nadat het opnemen is stopgezet,
op (.
Het afspelen start nu vanaf het eerste muziekstuk van
het materiaal dat zojuist is opgenomen.
Na opnemen direct het afspelen starten vanaf het
eerste muziekstuk van de MD
1 Druk nadat het opnemen gestopt is, nogmaals op p.
2 Druk op (.
Het afspelen start vanaf het eerste muziekstuk van
de MD.
Opnemen over bestaande muziekstukken
heen
Volg de onderstaande aanwijzingen om een nieuwe
opname te maken over bestaand materiaal heen, net
zoals op een analoge cassetteband.
1 Volg de aanwijzingen 1 t/m 8 onder “Opnemen
op een MD” op blz. 9 en 10.
2 Draai AMS (of druk op = of +) tot in het
display het nummer verschijnt van het
muziekstuk waarover u een nieuw stuk muziek
e.d. wilt opnemen.
3 Om op te nemen vanaf het begin van het
muziekstuk, vervolgt u nu met stap 9 onder
“Opnemen op een MD” op blz. 10.
Omschakelen van de bitlengte
U kunt de opnamekwaliteit verbeteren door de
bitlengte aan te passen aan de CD-speler, het DATdeck of andere digitale apparatuur die is aangesloten
op de digitale ingangsaansluiting.
1 Met de MD-recorder in de stopstand drukt u
tweemaal op MENU/NO zodat “Setup Menu” op
het display verschijnt.
2 Draai AMS om “Setup 12” te kiezen en druk
daarna op AMS.
3 Draai AMS om de gewenste bitlengte te kiezen en
druk daarna op AMS.
4 Druk op MENU/NO.
z Wanneer “Tr” in het display knippert
De MD-recorder is dan bezig op te nemen over een
bestaand muziekstuk, en wanneer het einde van het
bestaande muziekstuk bereikt wordt, stopt de indicatie
met knipperen.
z Voor opnemen vanaf het midden van een bestaand
muziekstuk
1 Druk na de bovenstaande stap 2 op ( om de
weergave te starten.
2 Druk op P bij het punt waar u wilt beginnen met
opnemen.
3 Vervolg nu met stap 9 onder “Opnemen op een MD”
op blz. 10.
Opmerking
Opnemen vanaf het midden van een bestaand muziekstuk is
niet mogelijk wanneer “PROGRAM” of “SHUFFLE” wordt
aangegeven.
15
NL
Opnemen op MD’s
Instellen van het
opnameniveau
U kunt het opnameniveau instellen alvorens de
opname te starten.
MENU/NO
≠ AMS ±
W
V
U
X
Y
18
17
16
19
23
22
A˜B
REPEAT
!
WRITECLEAR
NUM
CHAR
+ r
)
CD-SYNC
STANDBY=STARTPSTOP
+
.
,
24
A.SPACE
M.SCAN
(
)
P.HOLD
P p
T.REC MUSIC SYNC
DIGITAL REC LEVEL
/ANALOG OUT LEVEL
20
25
–
Z
21
?
/
>
25
NAME
·
=
0
CD PLAYERFADER
DIGITAL REC LEVEL
0)
P
(
§
ANALOG REC LEVEL L/R
P.HOLD
DIGITAL REC LEVEL
/ANALOG OUT LEVEL +/–
4 Stop de weergave van de opname-geluidsbron.
5 Om te beginnen met opnemen, volgt u de
aanwijzingen vanaf stap 11 onder “Opnemen op
een MD” op blz. 10.
z Met de piek-vasthoudfunctie kunt u de uitslag van
de niveaumeters bij de hoogste signaalpieken
vasthouden
Om de piek-vasthoudfunctie in te schakelen door
instelling 06 van het Instelmenu
p
r
1 Druk in de stopstand MENU/NO tweemaal in, zodat
“Setup Menu” in het display verschijnt.
2 Draai AMS om “Setup 06” te kiezen en druk dan
AMS in.
3 Draai AMS om in te stellen op “P.Hold On” en druk
vervolgens AMS in.
4 Druk op MENU/NO.
Om de piek-vasthoudfunctie in te stellen door
gebruikmaking van de afstandsbediening
Druk op P.HOLD zodat “P.Hold On” op het display
verschijnt.
Om de piek-vasthoudfunctie uit te schakelen, kiest u
“P.Hold Off” in stap 3 hierboven. (Of druk op P.HOLD
op de afstandsbediening zodat “P.Hold Off” op het
display verschijnt.)
Instellen van het digitale opnameniveau
Gewoonlijk hoeft u het digitale opnameniveau niet in
te stellen. Het niveau wordt meestal ingesteld wanneer
het niveau van de bron te laag is.
1 Volg de aanwijzingen 1 t/m 9 onder “Opnemen
op een MD” op blz. 9 en 10.
2 Speel het gedeelte met de luidste passages (het
krachtigste ingangssignaal) af.
3 Terwijl u meeluistert naar het geluid, draait u de
DIGITAL REC LEVEL (of drukt u op DIGITAL
REC LEVEL/ANALOG OUT LEVEL +/–) om het
opnameniveau zo in te stellen dat de
piekniveaumeters hun hoogste punt bereiken
zonder dat de OVER-indicatie wordt
ingeschakeld. Incidenteel branden van “OVER” is
aanvaardbaar.
Instellen van het analoge opnameniveau
Volg de aanwijzingen 1 t/m 9 onder “Opnemen
1
op een MD” op blz. 9 en 10.
2 Speel het gedeelte met de luidste passages (het
krachtigste ingangssignaal) af.
3 Terwijl u meeluistert naar het geluid, draait u de
ANALOG REC LEVEL L/R om het
opnameniveau in te stellen.
Indien het uitgangsniveau van de aangesloten
component te laag is, kan het niet mogelijk zijn
het opnameniveau op de maximale waarde in te
stellen.
4 Stop de weergave van de opname-geluidsbron.
5 Om te beginnen met opnemen, volgt u de
aanwijzingen vanaf stap 11 onder “Opnemen op
een MD” op blz. 10.
16
OVER indicatie
Indien het niveau van de digitale signalen van de
bron te laag is, kan het opnameniveau niet altijd
op de hoogste stand worden ingesteld.
NL
Aanbrengen van
Opnemen op MD’s
Om in te stellen op “T.Mark Off” of “T.Mark LSyn” in
Instelmenu 02, volgt u de onderstaande aanwijzingen:
muziekstuknummers tijdens
het opnemen (Muziekstuknummers aanbrengen)
U kunt muziekstuknummers zowel handmatig als
automatisch aanbrengen. Door op specifieke punten
muziekstuknummers aan te brengen, kunt u de
muziekstukken later snel en gemakkelijk terugvinden
met behulp van de AMS functie of de montagefuncties.
~≠ AMS ±MENU/NO
)0
P
p
r
(
§
r REC
Handmatig aanbrengen van muziekstuknummers
U kunt tijdens het opnemen op ieder gewenst tijdstip,
op iedere willekeurige plaats op de MD een
muziekstuknummer aanbrengen.
Druk tijdens het opnemen op r REC bij de plaats waar
u een muziekstuknummer wilt aanbrengen.
Automatisch aanbrengen van
muziekstuknummers
De MD-recorder brengt de muziekstuknummers op
verschillende wijzen aan, als volgt:
• Bij het opnemen van CD’s of MD’s, met INPUT
ingesteld op OPT1, OPT2 of COAX:
De MD-recorder brengt muziekstuknummers
automatisch aan.
De functie voor het automatisch aanbrengen van
muziekstuknummers zal echter niet werken wanneer
u opneemt van sommige CD-spelers en multidiscspelers.
• In alle andere gevallen:
Als “T.Mark LSyn” in Instelmenu 02 is gekozen,
brengt de MD-recorder een nieuw
muziekstuknummer aan telkens wanneer het
opgenomen signaal gedurende ongeveer anderhalve
seconde of langer tot of beneden een bepaald peil
daalt om vervolgens weer tot een bepaald
peil te stijgen.
1 Druk in de stopstand MENU/NO tweemaal in,
zodat “Setup Menu” in het display verschijnt.
2 Draai AMS om “Setup 02” te laten verschijnen en
druk AMS dan in.
3 Draai AMS om in te stellen op “T.Mark Off” of
“T.Mark LSyn” en druk AMS weer in.
“L.SYNC” gaat branden als u instelt op
“T.Mark LSyn”.
4 Druk op MENU/NO.
z U kunt het stiltepeil instellen dat nodig is voor het
aanbrengen van een nieuw muziekstuknummer
Bij het automatisch aanbrengen van
muziekstuknummers moet het ingangssignaal
gedurende 1,5 seconde of langer beneden een bepaald
peil blijven, om daarna tot een krachtiger peil aan te
zwellen, vóór de MD-recorder bij dat punt een nieuw
muziekstuknummer aanbrengt.
Ga voor het instellen van het stiltepeil als volgt te werk.
Let erop dat “T.Mark LSyn” in Instelmenu 02 gekozen
moet zijn.
1 Druk in de stopstand MENU/NO tweemaal in,
zodat “Setup Menu” in het display verschijnt.
2 Draai AMS om “Setup 03”te kiezen en druk AMS
dan in.
3 Draai AMS om het stiltepeil in te stellen.
U kunt het stiltepeil instellen van –72 dB tot 0 dB in
stapjes van 2 dB.
4 Druk na het instellen van het stiltepeil weer op AMS.
5 Druk op MENU/NO.
Opmerking
Als u de MD-recorder uitschakelt of de stekker uit het
stopcontact trekt, onthoudt het apparaat de laatste instelling
van de automatische muziekstuknummer-aanbrengfunctie
(“T.Mark LSyn” of “T.Mark Off”), zodat deze weer net zo
geldt wanneer u de MD-recorder weer inschakelt.
17
NL
Opnemen op MD’s
V eiligheids-opnamestart met
Stoppen met de tijdmachine-opname
Druk op p.
zes seconden muziek uit het
buffergeheugen (Tijdmachineopname)
Bij opnemen van een FM radio-uitzending of een
satelliet-uitzending kunnen de eerste paar seconden
van de uitzending vaak verloren gaan, omdat het even
kan duren voor u tot opnemen besluit en op de
opnametoets drukt. Om dit verlies van het begin van
muziekstukken e.d. tegen te gaan, is dit apparaat
voorzien van de tijdmachine-opnamefunctie, die
voortdurend de laatste 6 seconden aan audio-gegevens
in een buffergeheugen bewaart, zodat bij de
opnamestart eerst deze 6 seconden aan audio-gegevens
worden opgenomen, zoals in onderstaande afbeelding
aangegeven.
Indrukken van
AMS in stap 3
Audiogegevens in een 6-seconden buffergeheugen
Einde van het programma
dat u wilt opnemen
Tijd
Opgenomen
gedeelte
Opmerking
De MD-recorder begint met het opslaan van audio-gegevens
wanneer de recorder in de opname-pauzestand staat en en u
de weergave van de geluidsbron start. Wanneer de
geluidsbron nog geen 6 seconden lang aan staat, zijn er dus
nog geen 6 seconden aan audiogegevens in het
buffergeheugen opgeslagen, en dan zal de tijdmachineopname beginnen met minder dan 6 seconden aan audiogegevens.
Begin van het programma
dat u wilt opnemen
A˜B
REPEAT
A.SPACE
M.SCAN
!
?
/
(
≠ AMS ±
0)
(
§
>
25
NAME
=
0
P
p
r
WRITECLEAR
NUM
CHAR
P p
·
+ r
T.REC MUSIC SYNC
)
CD-SYNC
STANDBY=STARTPSTOP
CD PLAYERFADER
+
)
P.HOLD
DIGITAL REC LEVEL
/ANALOG OUT LEVEL
T.REC
1 Volg de aanwijzingen 1 t/m 9 onder “Opnemen
op een MD” op blz. 9 en 10.
De MD-recorder komt dan in de
opnamepauzestand te staan.
2 Start de weergave van de geluidsbron die u wilt
opnemen.
Vanaf dit ogenblik worden nu doorlopend de
laatste 6 seconden aan audiogegevens in een
buffergeheugen opgeslagen.
3 Druk op AMS (of T.REC) om de tijdmachine-
opname te starten.
De opname begint nu met de 6 seconden aan
audiogegevens uit het buffergeheugen.
18
NL
Opnemen op MD’s
Synchroon-opname met een
gewenste geluidsbron
(Synchroon-muziekopname) Z
Met behulp van de MUSIC SYNC toets kunt u het
opnemen automatisch gelijktijdig laten starten met het
inkomend signaal van de opname-geluidsbron.
Hierbij kan het markeren van muziekstuknummers op
verschillende manieren verlopen, afhankelijk van de
opgenomen geluidsbron en de instelling in Instelmenu
02 (zie de “Opmerkingen betreffende het opnemen” op
blz. 13).
–
Z
.
,
23
22
21
24
25
A˜B
REPEAT
A.SPACE
M.SCAN
!
?
/
(
WRITECLEAR
NUM
CHAR
·
+ r
T.REC MUSIC SYNC
)
CD-SYNC
STANDBY=STARTPSTOP
CD PLAYERFADER
+
P p
DIGITAL REC LEVEL
/ANALOG OUT LEVEL
)
P.HOLD
MUSIC SYNC
>
25
NAME
=
0
1 Volg de aanwijzingen 1 t/m 8 onder “Opnemen
op een MD” op blz. 9 en 10.
2 Druk op MUSIC SYNC.
De MD-recorder komt dan in de
opnamepauzestand te staan.
Synchroon-opname met een
Sony CD-speler Z
Als u deze MD-recorder op een Sony CD-speler of een
hi-fi installatie aansluit, kunt u snel en gemakkelijk
CD’s op MD’s opnemen met behulp van de CD
synchroon-opnametoetsen op de afstands-bediening.
Als uw MD-recorder op een Sony CD-speler is
aangesloten met een digitaal aansluitsnoer, worden er
bovendien muziekstuknummers aangebracht in
dezelfde volgorde als op de CD, ook al is er ingesteld
op “T.Mark Off” in Instelmenu 02. Als de MD-recorder
is aangesloten op een Sony CD-speler met audioaansluitsnoeren via de LINE(ANALOG) IN
aansluitingen, dan worden de muziekstuknummers
alleen automatisch aangebracht als u hebt ingesteld op
“T.Mark LSyn” in Instelmenu 02 (zie blz. 17).
Aangezien u met dezelfde afstandsbediening zowel de
MD-recorder als de CD-speler bedient, kan de
bediening wel eens moeilijk zijn als de CD-speler te ver
van de MD-recorder staat. Zet deze apparaten daarom
dicht bij elkaar.
–
Z
.
,
23
22
21
24
25
A˜B
REPEAT
A.SPACE
M.SCAN
!
?
/
(
WRITECLEAR
NUM
CHAR
·
+ r
T.REC MUSIC SYNC
)
CD-SYNC
STANDBY=STARTPSTOP
CD PLAYERFADER
+
P p
DIGITAL REC LEVEL
/ANALOG OUT LEVEL
)
P.HOLD
STANDBY
START
STOP
CD PLAYER P
>
25
NAME
=
0
3 Start de weergave van de op te nemen
geluidsbron.
De MD-recorder zal nu automatisch met opnemen
beginnen.
Uitschakelen van de synchroon-muziekopname
Druk op p.
Opmerking
Bij de synchroon-muziekopname zullen de “Smart Space”
functie en “Auto Cut” functie automatisch worden
ingeschakeld, ongeacht de door u gekozen instelling (Aan of
Uit) of het soort ingangssignalen (digitaal of analoog).
1 Zet de ingangskeuzeschakelaar van de versterker
in de stand voor weergave van CD’s.
2 Volg de aanwijzingen 2 t/m 8 onder “Opnemen
op een MD” op blz. 9 en 10, om de MD-recorder
klaar voor opname te zetten.
3 Plaats een CD in de CD-speler.
4 Kies op de CD-speler de gewenste afspeelfunctie
(SHUFFLE weergave, PROGRAM weergave, etc.).
5 Druk op STANDBY.
De CD-speler komt in de weergave-pauzestand te
staan en de MD-recorder in de opnamepauzestand.
(Wordt vervolgd)
19
NL
Opnemen op MD’s
6 Druk op START.
De MD-recorder begint met opnemen en de CDspeler begint met afspelen.
Het muziekstuknummer en de verstreken
speelduur van het muziekstuk verschijnen in het
display.
Als de weergave van de CD-speler niet start
Bij sommige CD-spelers zal de weergave niet
beginnen als u op START van de afstandsbediening drukt. In een dergelijk geval dient u in
plaats hiervan P op de afstandsbediening van de
CD-speler zelf in te drukken.
7 Druk op STOP wanneer u de synchroon-opname
wilt stoppen.
Tijdelijk onderbreken van de opname
Druk op STANDBY of op CD PLAYER P.
Om de opname hierna te hervatten, drukt u op START
of nogmaals op CD PLAYER P.
Telkens wanneer u de opname onderbreekt, wordt er
een nieuw muziekstuknummer aangebracht.
Opmerkingen
• Wanneer de afstandsbediening van de MD-recorder een
functieschakelaar heeft voor afstandsbediening van de
CD-speler, dient u deze in te stellen op CD1.
• De MD-recorder zal mogelijk niet automatisch
muziekstuknummers aanbrengen wanneer u opneemt van
sommige CD-spelers.
z Tijdens synchroon-opname kunt u ook de
afstandsbediening van de CD-speler gebruiken
Bij indrukken van p, stopt de CD-speler en komt de
MD-recorder in de opnamepauzestand te staan.
Bij indrukken van P, pauzeert de CD-speler en komt de
MD-recorder in de opnamepauzestand te staan.
Om de synchroon-opname te hervatten, drukt u op ·.
z U kunt van CD’s wisselen en hierna weer doorgaan
met de CD synchroon-opname
Voer, in plaats van de bovenstaande stap 7, de volgende
bedieningshandelingen uit.
1 Druk op p op de afstandsbediening van de
CD-speler.
De MD-recorder komt in de opnamepauzestand te
staan.
2 Verwissel de CD.
3 Druk op · op de afstandsbediening van de
CD-speler.
De CD synchroon-opname gaat nu weer verder.
z Synchroon-opname is ook mogelijk met een Sony
video-CD speler
Op dezelfde wijze als voor het synchroon opnemen met
een Sony muziek-CD speler, kunt u ook synchroonopnamen maken met een Sony video-CD speler.
Om in te stellen op de video-CD speler, dient u echter
voor u begint eerst nummertoets 2 tegelijk met de 1/u
toets van de afstandsbediening in te drukken.
Om de CD-speler weer te kiezen, drukt u nummertoets
1 tegelijk met de 1/u toets in.
De MD-recorder staat bij aflevering ingesteld op
synchroon-opname met een gewone muziek-CD speler.
z U kunt de resterende opnameduur op de MD
controleren
Druk op TIME (zie blz. 23).
z Tijdens synchroon-opname kopieert de MD-recorder
de CD-tekstgegevens (CD-tekst en disc-memo’s)
ongewijzigd naar de MD (disc-memokopieerfunctie)
De disc-memokopieerfunctie werkt wanneer u een
synchroon-opname maakt van een Sony CD-speler die
via een CONTROL A1 -aansluitsnoer is aangesloten op
de MD-recorder.
Opmerkingen
• Bij uiterst korte CD-muziekstukken zal de discmemokopieerfunctie soms niet werken.
• Bij sommige CD’s bestaat de kans dat de tekstgegevens
niet gekopieerd worden.
Synchroon-opnamen van een CD-speler die
is aangesloten met een CONTROL A1
-
aansluitsnoer
U kunt een synchroon-opname maken van een Sony
CD-speler waarvan een CONTROL A1
via een CONTROL A1
met de MD-recorder.
-aansluitsnoer is verbonden
-aansluiting
1 Schakel de versterker in en zet de
bronkeuzeschakelaar op CD.
2 Verricht de stappen 2 t/m 8 van “Opnemen op
een MD” op blz. 9 en 10.
3 Zet de CD-speler in de afspeelstand (bijv. afspelen
in geprogrammeerde of willekeurige volgorde)
die u wilt gebruiken voor de opname op de MDrecorder.
4 Zet de CD-speler in de pauzestand voor afspelen.
(· en P gaan beide branden.)
20
5 Druk op r REC op de MD-recorder.
De MD-recorder bevindt zich nu in de stand-by
stand voor opnemen.
6 Druk op P op de MD-recorder.
De pauzestand van de CD-speler wordt
opgeheven en de opname begint. Wanneer het
NL
afspelen van de CD is beëindigd, stopt de
opname.
Fading-in en out van de
opname (In/uit-faden)
Met de “FADE” functie kunt u het geluid aan het begin
van de opname geleidelijk laten opkomen (In-faden
van de opname) en/of het geluid aan het eind
geleidelijk laten wegsterven (Uit-faden van de
opname).
Deze functie is bijvoorbeeld handig als u het geluid
niet abrupt wilt laten afbreken aan het eind van de
MD.
FADER
–
Z
21
?
/
>
25
NAME
·
=
0
CD PLAYERFADER
23
22
A˜B
REPEAT
!
WRITECLEAR
NUM
CHAR
+ r
)
CD-SYNC
STANDBY=STARTPSTOP
+
.
,
24
A.SPACE
(
)
P p
T.REC MUSIC SYNC
DIGITAL REC LEVEL
/ANALOG OUT LEVEL
25
M.SCAN
P.HOLD
FADER
Opnemen op MD’s
z U kunt de tijdsduur voor het in- en uit-faden
afzonderlijk naar wens instellen
1 Druk in de stopstand MENU/NO tweemaal in,
zodat “Setup Menu” in het display verschijnt.
2 Voor instellen van de tijdsduur voor het in-faden:
Draai AMS om “Setup 08” te kiezen en druk AMS in.
Voor instellen van de tijdsduur voor het uit-faden:
Draai AMS om “Setup 09” te kiezen en druk AMS
dan in.
3 Draai AMS om de gewenste tijdsduur voor het in-,
resp. uit-faden te kiezen.
Voor zowel het in-faden als het uit-faden kunt u de
tijd instellen (in stapjes van 0,1 seconde).
4 Druk na het instellen van de fade-tijdsduur weer op
AMS.
5 Druk op MENU/NO.
In-faden van de opname
Druk in de opnamepauzestand op FADER bij het punt
waar u het geluid geleidelijk wilt laten opkomen.
“Fade Z 3.2s” verschijnt in het display waarvan Z
knippert en de MD-recorder neemt het geluid
langzaam opkomend op tot de teller de stand “0.0s”
bereikt.
Uit-faden van de opname
Druk tijdens het opnemen op FADER bij het punt waar
u het geluid geleidelijk wilt laten wegsterven.
“Fade z 3.2s” verschijnt in het display waarvan z
knippert en de MD-recorder laat het geluid wegsterven
tot de teller de stand “0.0s” bereikt.
Na afloop van het uit-faden komt de MD-recorder in
de opnamepauzestand te staan.
21
NL
Opnemen op MD’s
Opnemen op een MD met
behulp van een schakelklok
Door het aansluiten van een audio-schakelklok (niet
bijgeleverd) op deze MD-recorder kunt u het opnemen
laten beginnen en eindigen op van tevoren ingestelde
tijdstippen. Zie voor nadere bijzonderheden over het
aansluiten van de schakelklok en het instellen van de
begin- en eindtijden de bijgeleverde
gebruiksaanwijzing van de schakelklok.
0)
P
p
r
(
§
TIMER
1 Volg de aanwijzingen 1 t/m 10 onder “Opnemen
op een MD” op blz. 9 en 10.
2 • Als u alleen de begintijd voor het opnemen wilt
instellen, drukt u op p.
• Als u alleen de eindtijd voor het opnemen wilt
instellen, volgt u de aanwijzingen 11 en 12 onder
“Opnemen op een MD” op blz. 10.
• Als u zowel de begintijd als de eindtijd voor het
opnemen wilt instellen, drukt u op p.
3 Zet TIMER van de MD-recorder op “REC”.
4 Stel de schakelklok in op de gewenste begintijd
en/of eindtijd voor de opname.
• Als u op de schakelklok de begintijd voor het
opnemen hebt ingesteld, zal de MD-recorder
automatisch worden uitgeschakeld. Bij het
bereiken van de ingestelde begintijd wordt de
MD-recorder ingeschakeld en begint dan met
opnemen.
• Als u alleen de eindtijd voor het opnemen hebt
ingesteld en reeds met opnemen bent begonnen,
gaat de MD-recorder door met opnemen. Bij het
bereiken van de door u ingestelde eindtijd stopt
de MD-recorder en wordt dan uitgeschakeld.
• Als u zowel de begintijd als de eindtijd voor het
opnemen hebt ingesteld, wordt de MD-recorder
uitgeschakeld. Bij het bereiken van de begintijd
wordt de MD-recorder ingeschakeld en begint
dan met opnemen. Op de ingestelde eindtijd
stopt de MD-recorder met opnemen en wordt
dan uitgeschakeld.
p
5 Na afloop van de schakelklok-opname zet u
TIMER van de MD-recorder terug op “OFF”.
Vervolgens zet u de MD-recorder in de stand-by
stand door de netsnoerstekker in het stopcontact
te steken of de audio-schakelklok terug te zetten
in de stand voor normale werking.
• Als u TIMER in de “REC” stand laat staan, zal
de MD-recorder bij de eerstvolgende keer dat u
het apparaat inschakelt, automatisch beginnen
met opnemen.
• Als u de MD-recorder niet binnen een week na
afloop van de schakelklokopname in de stand-by
stand zet, kunnen de opgenomen gegevens
verloren gaan.
Zorg dat u de MD-recorder in de stand-by stand zet
binnen een week na afloop van de schakelklokopname
De inhoudsopgave (TOC) van de MD wordt bijgewerkt
en de opgenomen muziekgegevens worden vastgelegd
wanneer u de MD-recorder inschakelt. Als de opnamegegevens verloren zijn gegaan, zal de aanduiding
“Initialize” gaan knipperen wanneer u de MD-recorder
weer inschakelt.
Opmerkingen
• De opname begint pas ongeveer 30 seconden nadat de
MD-recorder is ingeschakeld. Houd rekening met deze
korte vertraging wanneer u de begintijd voor opnemen
met de schakelklok instelt.
• Tijdens schakelklok-opname zal, als de MD reeds
opnamen bevat, het nieuwe materiaal automatisch achter
de bestaande opnamen worden vastgelegd.
• Het materiaal van de gemaakte schakelklokopname zal bij
inschakelen van de MD-recorder op de MD worden
vastgelegd. De aanduiding “TOC” zal dan in het display
knipperen. Zorg er voor dat u de MD-recorder niet
beweegt en de stekker van het netsnoer niet uit het
stopcontact trekt zolang deze “TOC” indicatie knippert.
• De schakelklok-opname zal worden stopgezet als de MD
vol is.
22
NL
Afspelen van MD’s
Informatie in het display
In het display kunt u informatie laten verschijnen over
de MD en de muziekstukken, zoals het totaal aantal
muziekstuknummers, de totale speelduur, de
resterende opnameduur op de MD, de titel van de MD
en de opnamedatum en -tijd van het weergegeven
muziekstuk.
SCROLL
DISPLAY/CHAR
0)
P
p
r
(
§
Afspelen van MD’s
Bij het inleggen van een MD zal het display de disctitel, totaal aantal muziekstukken, de totale speelduur
van de MD en de muziekkalender aangeven, als volgt:
Disc-titel
Totaal aantal
muziekstukken
Totale speelduur van
de MD
De muziekkalender toont alle muziekstuknummers
binnen een raster als het een voorbespeelde MD is, en
zonder raster als het een MD voor opname is.
Als het totale aantal muziekstukken de 15 overschrijdt,
verschijnt er een pijltje z rechts van het getal 15 in de
muziekkalender.
Muziekkalender
TIME
SCROLL
DISPLAY
>25
=/+
OPEN/CLOSE
DISPLAY
CONTINUE
A
F
K
P
U
Z
/
§
1
6
11
16
21
>
25
NAME
=
0
MENU/NO
TIME
SCROLL
PLAY MODE
PROGRAM
SHUFFLEPRESENTRECORDED
C
B
D
H
G
I
3
2
M
L
N
8
7
R
Q
S
13
12
W
V
X
18
17
–
.
23
22
A˜B
REPEAT
!
?
(
WRITECLEAR
NUM
CHAR
P p
·
+ r
T.REC MUSIC SYNC
)
CD-SYNC
STANDBYSTARTSTOP
YES
4
9
14
19
24
A.SPACE
FILTER
DATE
E
J
5
O
10
T
15
Y
20
,
25
M.SCAN
)
P.HOLD
TIME
DATE
RECORDED
Cijfertoetsen
Controleren van het totaal aantal
muziekstukken, de totale speelduur en de
resterende opnameduur op de MD
Telkens wanneer u in de stopstand op TIME drukt,
verandert de informatie in het display als volgt:
Totaal aantal muziekstukken en totale speelduur
van alle opgenomen muziekstukken
Opmerking
Wanneer u een nieuwe MD plaatst of wanneer u de MDrecorder uitschakelt en weer inschakelt, verschijnt het laatst
aangegeven soort informatie opnieuw.
Controleren van de verstreken speelduur,
de resterende speelduur en het nummer
van het weergegeven muziekstuk
Telkens wanneer u tijdens het afspelen van een MD op
TIME drukt, verandert de informatie in het display als
hieronder aangegeven. Na afspelen van elk
muziekstuk verdwijnt het bijbehorende nummer uit de
muziekkalender.
Nummer en verstreken speelduur van het
weergegeven muziekstuk
Indrukken
Nummer en resterende speelduur van het
weergegeven muziekstuk
Indrukken
Resterende opnameduur op de MD (alleen
voor opname-MD’s)
De resterende opnameduur van de disc wordt niet
aangegeven als het een voorbespeelde MD betreft.
Indrukken
Indrukken
Resterende speelduur van alle opgenomen
muziekstukken
Indrukken
(Wordt vervolgd)
23
NL
Afspelen van MD’s
z De titels van de nummers en de disc-titel worden als
volgt in het display aangegeven:
De disc-titel wordt aangegeven wanneer de MDrecorder in de stopstand staat, om tijdens het afspelen
plaats te maken voor de titel van het weergegeven
muziekstuk. Als er geen titel is vastgelegd, verschijnt in
plaats daarvan de aanduiding “No Name”.
Zie voor het instellen van titels voor een opname-MD en
de muziekstukken daarop de beschrijving onder
“Naamgeving van MD’s en opgenomen
muziekstukken” op blz. 41.
z Een titel van 12 of meer letters kunt u door het
display laten lopen
Druk op de SCROLL.
Aangezien het display maximaal 11 letters tegelijk kan
aangeven, dient u nogmaals op SCROLL te drukken om
de rest van de titel te zien, als die uit 12 of meer letters
bestaat.
Druk nogmaals op SCROLL om het doorlopen stil te
zetten en opnieuw om het doorlopen weer te laten
vervolgen.
Aangeven van de opname-datum Z
Als de ingebouwde klok op de juiste tijd is ingesteld
zullen bij het opnemen op een MD automatisch ook de
datum en tijd van de opname worden vastgelegd. Bij
het afspelen van een aldus opgenomen MD kunt u dan
de opnamedatum en -tijd van elk muziekstuk in het
display laten verschijnen.
Veranderen van de indicaties
Telkens wanneer u tijdens weergave of in de stopstand
op DISPLAY/CHAR (of DISPLAY) drukt, veranderen
de indicaties in het display als volgt:
Normale aanduidingen
Indrukken
De inhoud van het muziek-programma
(alleen als “PROGRAM” wordt aangegeven)
Indrukken
Titel (Disc-titel en muziekstuktitel)
Indrukken
Uitgangsniveau (terwijl de MD-recorder zich in de stopstand
bevindt, wordt op het display het opnameniveau aangegeven.)
Indrukken
1 Zoek het muziekstuk op waarvan u de
opnamedatum en -tijd wilt controleren.
Als de MD-recorderDrukt u op
in de stopstand staat= of +.
met weergave bezig=, + of de
is of in de weergave-cijfertoetsen.
pauzestand staat
2 Druk op DATE RECORDED.
De indicatie “No Date” verschijnt als de
ingebouwde klok niet is gelijkgezet of als het
muziekstuk op een andere MD-recorder zonder
datum- en tijdregistratie is opgenomen.
Indicatie van toonhoogte
Indrukken
Uitleesvenster “DF” (digitaal filter)
Indrukken
24
NL
Opzoeken van het gewenste
muziekstuk
U kunt ieder gewenst muziekstuk snel en gemakkelijk
opzoeken gedurende het afspelen van een MD met
behulp van AMS (Automatische Muziek Sensor), =
en +, de cijfertoetsen of M.SCAN van de
afstandsbediening.
Afspelen van MD’s
z U kunt de speelduur voor de intro-weergave
verlengen
1 Druk in de stopstand MENU/NO tweemaal in, zodat
“Setup Menu” in het display verschijnt.
2 Draai AMS om “Setup 07”te kiezen, en druk AMS
dan in.
3 Draai AMS om de speelduur te kiezen binnen het
bereik van 6 tot 20 seconden (in stapjes van
1 seconde) en druk AMS dan in.
4 Druk op MENU/NO.
>25
·
OPEN/CLOSE
DISPLAY
CONTINUE
A
F
K
P
U
Z
/
NAME
§
1
6
11
16
21
>
25
=
0
MENU/NO
TIME
SCROLL
PLAY MODE
PROGRAM
SHUFFLEPRESENTRECORDED
C
B
H
G
3
2
M
L
8
7
R
Q
13
12
W
V
18
17
–
23
22
A˜B
REPEAT
!
?
WRITECLEAR
NUM
CHAR
·
+ r
T.REC MUSIC SYNC
)
CD-SYNC
STANDBYSTARTSTOP
YES
D
I
4
N
9
S
14
X
19
.
24
A.SPACE
(
P p
≠ AMS ±
0)
(
§
(
P
p
r
=/+
Voor opzoeken vanDoet u het volgende:
het volgende of een
later muziekstuk
het weergegeven of
een eerder muziekstuk
een bepaald
muziekstuk Z
een bepaald
muziekstuk met de
AMS zoekfunctie
door elk muziekstuk
de eerste 6 seconden
te scannen (introweergave) Z
Draai tijdens het afspelen AMS naar
rechts (of druk net zovaak op +)
tot u het gewenste muziekstuk vindt.
Draai tijdens het afspelen AMS naar
links (of druk net zovaak op =) tot
u het gewenste muziekstuk vindt.
Voer het muziekstuknummer in met
de cijfertoetsen.
1 Draai in de stopstand AMS tot het
gewenste muziekstuk wordt
aangegeven (d.w.z. het nummer
knippert).
2 Druk op AMS of op (.
1 Druk op M.SCAN voordat het
afspelen begint.
2 Hoort u het gewenste muziekstuk,
druk dan op ·.
z Pauzeren aan het begin van een muziekstuk
FILTER
DATE
E
J
5
O
10
Cijfer-
T
15
toetsen
Y
20
,
25
M.SCAN
)
M.SCAN
P.HOLD
Draai AMS (of druk op = of + ) nadat u de MD-
recorder in de weergave-pauzestand heeft gezet.
z Snel naar het begin van het laatste muziekstuk gaan
Draai AMS linksom (of druk op =) wanneer het
display het totaal aantal muziekstukken, de totale
speelduur of de resterende opnameduur (alleen bij een
opname-MD) of de disc-titel aangeeft (zie blz. 23).
z Direkt opzoeken van een muziekstuk met een
nummer boven 25 Z
Druk eerst op de >25 toets en dan op de betreffende
cijfertoetsen.
Druk >25 eenmaal in als u een nummer van twee
getallen wilt invoeren en tweemaal voor het invoeren
van een muziekstuknummer van drie getallen.
Om een nul (“0”) in te voeren, drukt u op de 10 toets.
Voorbeelden: • Weergeven van muziekstuknummer 30
Druk eenmaal op >25 en daarna op 3 en
op 10.
• Weergeven van muziekstuknummer
100
Druk tweemaal op >25 en daarna op 1,
op 10 en nogmaals 10.
25
NL
Afspelen van MD’s
Opzoeken van de gewenste
muziekpassage
Tijdens het afspelen of afspeelpauze kunt u ook 0 en
) gebruiken om een bepaalde muziekpassage op te
zoeken.
0/)
0)
P
p
r
(
§
Voor opzoeken vanDrukt u op
een passage
terwijl u luistert
naar het versnelde
afspelen
terwijl u het display
in het oog houdt
tijdens afspeelpauze
) (voorwaarts) of 0
(terugwaarts) en houdt u deze
ingedrukt totdat u de gewenste
passage heeft gevonden.
) of 0 en houdt u deze ingedrukt
totdat u de gewenste passage heeft
gevonden. U hoort hierbij geen
geluid.
Herhaaldelijk afspelen van
muziekstukken
U kunt muziekstukken in iedere gewenste
afspeelfunctie laten herhalen.
REPEAT
0)
P
p
r
(
§
Druk op REPEAT.
“REPEAT” verschijnt in het display.
De muziekstukken worden nu op de volgende manier
herhaald:
Bij afspelen vanDe MD-recorder
de MD metherhaalt
normale weergave (blz. 12)alle muziekstukken.
SHUFFLE weergave (blz. 27) alle muziekstukken in
PROGRAM weergavehetzelfde programma
(blz. 28)nogmaals.
willekeurige volgorde.
z Als “—Over—” verschijnt tijdens indrukken van )
in de afspeel-pauzestand
Het einde van de MD is bereikt. Druk op 0 (of =)
of draai AMS linksom om terug te gaan.
Opmerkingen
• De MD-recorder stopt als het einde van de MD wordt
bereikt terwijl u ) ingedrukt houdt, bij zoeken aan de
hand van het versnelde afspelen.
• Het kan gebeuren dat muziekstukken die slechts enkele
seconden lang zijn tijdens het zoeken worden
overgeslagen. Als u dergelijke muziekstukken wilt
opzoeken, is het beter om de MD op normale snelheid af
te spelen.
Uitschakelen van de herhaalde weergave
Druk herhaaldelijk op REPEAT totdat “REPEAT”
verdwijnt.
De MD-recorder keert nu terug naar de voorgaande
afspeelfunctie.
Herhalen van het afgespeelde muziekstuk
Druk tijdens het afspelen van het gewenste muziekstuk
met normale weergave, SHUFFLE weergave of
PROGRAM weergave, enkele malen op de REPEAT
toets, totdat “REPEAT 1” in het display verschijnt.
Indien u “REPEAT 1” kiest terwijl de MD-recorder zich
in de stopstand bevindt, wordt het eerstvolgende
muziekstuk dat afgespeeld moet worden herhaald.
26
NL
Herhalen van een bepaalde passage
(A-B herhaalfunctie) Z
U kunt een bepaalde passage binnen een muziekstuk
herhaaldelijk afspelen, bijvoorbeeld voor het uit het
hoofd leren van een tekst van een liedje. De passage
die herhaald wordt, dient echter wel in zijn geheel
binnen één muziekstuk te liggen.
OPEN/CLOSE
§
MENU/NO
YES
TIME
SCROLL
REPEAT
A˜B
)
F
K
P
DISPLAY
CONTINUE
A
11
U
Z
/
NAME
PLAY MODE
G
1
L
6
Q
16
21
>
25
=
0
PROGRAM
SHUFFLEPRESENTRECORDED
C
B
D
H
I
3
2
M
N
8
7
R
S
13
12
W
V
X
18
17
–
.
23
22
A˜B
REPEAT
A.SPACE
!
?
(
WRITECLEAR
NUM
CHAR
P p
·
+ r
T.REC MUSIC SYNC
)
CD-SYNC
STANDBYSTARTSTOP
FILTER
DATE
E
J
4
5
O
9
10
T
14
15
Y
19
20
,
24
25
M.SCAN
)
CLEAR
P.HOLD
p
Afspelen van MD’s
Afspelen van muziekstukken in
willekeurige volgorde
(SHUFFLE weergave)
U kunt de MD-recorder de muziekstukken in
willekeurige volgorde laten afspelen.
0)
P
p
r
(
§
PLAY MODE
1 Druk in de stopstand enkele malen op PLAY
MODE (of eenmaal op SHUFFLE), totdat
“SHUFFLE” in het display verschijint.
(
1 Druk tijdens weergave op A˜B bij het
beginpunt (punt A) van de te herhalen
muziekpassage.
“REPEAT A-” verschijnt en “B” knippert in het
display.
2 Vervolg de weergave van de betreffende passage
of druk op ) totdat u bij het eindpunt van de
passage (punt B) bent aangekomen en druk hier
nogmaals op A˜B.
“REPEAT A-B” blijft branden in het display. De
MD-recorder zal het gespecificeerde gedeelte nu
herhaaldelijk blijven afspelen.
Uitschakelen van de A-B herhaalfunctie
Druk op REPEAT, CLEAR of p.
Instellen van een nieuw begin- en eindpunt
U kunt de passage onmiddellijk volgend op de passage
die nu gespecificeerde is, laten herhalen, door het
beginpunt en het eindpunt te veranderen.
1 Druk op A˜B terwijl “REPEAT A-B” in het
display verschijnt.
Het bestaande eindpunt B wordt het nieuwe
beginpunt A, “REPEAT A-” gaat aan en “B”
knippert in het display.
2 Vervolg het afspelen van de betreffende passage of
druk op ) totdat u bij het eindpunt van de
nieuwe passage (punt B) bent aangekomen en druk
hier nogmaals op A˜B.
“REPEAT A-B” blijft branden in het display en de
MD-recorder zal het nieuw gespecificeerde gedeelte
weer herhaaldelijk blijven afspelen.
2 Druk op ( om de SHUFFLE weergave te starten.
“—Shuffle—” en “J” verschijnen in het display
terwijl de MD-recorder de muziekstukken in
willekeurige volgorde zet.
Uitschakelen van de SHUFFLE weergave
Druk in de stopstand enkele malen op PLAY MODE
(of eenmaal op CONTINUE ), totdat “SHUFFLE” van
het display verdwijnt.
z U kunt tijdens SHUFFLE weergave muziekstukken
specificeren
• Om het volgende muziekstuk af te spelen, draait u
AMS rechtsom (of u drukt op +).
• Om het afspelen weer vanaf het begin van het
afgespeelde muziekstuk te starten, draait u AMS
linksom (of drukt u op =). U kunt AMS (of =)
niet gebruiken om terug te gaan naar het begin van
muziekstukken die reeds zijn afgespeeld.
27
NL
Afspelen van MD’s
Afspelen van muziekstukken in
een zelf gekozen volgorde
(PROGRAM weergave)
U kunt de afspeelvolgorde van de muziekstukken op
een MD zelf bepalen en zo uw eigen programma
samenstellen van maximaal 25 muziekstukken.
DISPLAY/CHAR
§
PLAY MODE
DISPLAY
>25
·
0/)
OPEN/CLOSE
DISPLAY
CONTINUE
A
F
K
P
U
Z
/
§
1
6
11
16
21
>
25
NAME
=
0
SCROLL
PLAY MODE
SHUFFLEPRESENTRECORDED
B
G
2
L
7
Q
12
V
17
–
22
REPEAT
?
WRITECLEAR
CHAR
·
CD-SYNC
MENU/NO
TIME
PROGRAM
C
H
M
R
13
W
18
23
A˜B
!
NUM
+ r
)
STANDBYSTARTSTOP
D
I
3
N
8
S
X
.
A.SPACE
(
P p
T.REC MUSIC SYNC
0/)
YES
FILTER
DATE
E
J
4
5
O
9
10
T
14
15
Y
19
20
,
24
25
M.SCAN
)
P.HOLD
(
MENU/NO
YES
PROGRAM
Cijfertoetsen
CLEAR
1 Druk in de stopstand MENU/NO tweemaal in,
zodat “Setup Menu” in het display verschijnt.
0)
(
YES~≠ AMS ±MENU/NO
P
p
r
b) Bij gebruik van de afstandsbediening
Gebruik de cijfertoetsen om de gewenste
muziekstukken in de door u gekozen volgorde
in te voeren.
Om een muziekstuk met een nummer hoger
dan 25 in te voeren, dient u de >25 toets te
gebruiken (zie blz. 25).
Bij een vergissing in de keuze van het
nummer
Druk op 0 of ) tot het verkeerde
muziekstuknummer gaat knipperen en voer
dan het juiste nummer in met de cijfertoetsen.
Indien “0” knippert, drukt u op 0.
4 Herhaal stap 3 voor het invoeren van alle
gewenste muziekstukken.
Het ingevoerde muziekstuk wordt toegevoegd op
de plaats waar de “0” knippert.
Telkens wanneer u een muziekstuk aan het
programma toevoegt, wordt de speelduur hiervan
bij de duur van het programma opgeteld en de
totale speelduur van het programma verschijnt in
het display.
5 Na afloop van het programmeren drukt u op YES.
“Complete!!” verschijnt en hiermee is het
programmeren voltooid.
6 Druk enkele malen op PLAY MODE (of eenmaal
op PROGRAM), totdat “PROGRAM” in het
display aangaat.
7 Druk op ( om de weergave te starten.
28
2 Draai AMS om “Program ?” te laten verschijnen
en druk dan AMS of YES in.
3 Kies voor a) of b):
a) Met de toetsen op de MD-recorder
Uitschakelen van de PROGRAM weergave
Druk in de stopstand enkele malen op PLAY MODE
(of eenmaal op CONTINUE ) totdat “PROGRAM” van
het display verdwijnt.
1 Draai AMS tot het nummer van het gewenste
muziekstuk in het display verschijnt.
2 Druk AMS in.
Bij een vergissing in de keuze van het
z Het programma blijft bestaan, zelfs nadat de
PROGRAM weergave is beëindigd
Door indrukken van ( kunt u hetzelfde programma
nogmaals afspelen.
nummer
Druk op 0 of ) tot het verkeerde
muziekstuknummer gaat knipperen, draai dan
AMS om het juiste nummer te kiezen en druk
weer op AMS.
Indien “0” knippert, drukt u op 0.
NL
Opmerkingen
• Het display zal in plaats van de totale speelduur
“- -m - -s” aangeven als de totale speelduur van het
programma langer dan 199 minuten is.
• “ProgramFull” (“programma vol”) verschijnt wanneer u
meer dan 25 muziekstukken probeert te programmeren.
Wis de onnodige muziekstukken om andere
muziekstukken te kunnen programmeren.
Controleren van de volgorde van de
muziekstukken
Druk herhaaldelijk op DISPLAY/CHAR (of op
DISPLAY) terwijl de MD-recorder is gestopt en
“PROGRAM” wordt aangegeven.
De muziekstuknummers verschijnen in de volgorde
waarin ze werden geprogrammeerd, als volgt:
“/3 / 5 / 8 / 1 / 2/”
Controleren van de volgorde van de rest van de
muziekstukken
Draai AMS.
U kunt het display doen rollen om alle
geprogrammeerde muzieknummers te controleren.
Veranderen van de afspeelvolgorde van de
muziekstukken
U kunt de volgorde van de muziekstukken in het
programma veranderen, alvorens het afspelen te
starten.
VoorDoe het volgende na stappen
1 en 2 van “Afspelen van
muziekstukken in een zelf
gekozen volgorde”:
Wissen
Toevoegen
van een
muziekstuk
Veranderen van een
muziekstuk in het
programma
van een
muziekstuk
van het hele
programma
aan het begin
van het
programma
in het midden
van het
programma
aan het einde
van het
programma
Druk op 0 of ) totdat het te
wissen nummer knippert, en druk
dan op CLEAR.
Blijf drukken op CLEAR totdat alle
geprogrammeerde muziekstuknummers zijn verdwenen.
1 Druk op 0 totdat “0” knippert
aan de linkerzijde van het eerste
nummer.
2 Volg de stappen 3 t/m 5 op
blz. 28.
1 Druk op 0 of ) totdat het
nummer dat voorafgaat aan het
toe te voegen nummer knippert.
2 Druk op AMS zodat “0”
knippert, en volg dan de stappen
3 t/m 5 op blz. 28.
1 Druk op ) totdat “0” knippert
aan de rechterzijde van het
laatste nummer.
2 Volg de stappen 3 t/m 5 op
blz. 28.
1 Druk op 0 of ) totdat het te
veranderen nummer knippert.
2 Volg de stappen 3 t/m 5 op
blz. 28.
Afspelen van MD’s
Nuttige tips voor het opnemen
van MD’s op cassette
~≠ AMS ±MENU/NO
0)
P
p
r
(
§
Inlassen van pauzes tijdens het opnemen op
cassette (automatische pauze-inlasfunctie)
Met de automatische pauze-inlasfunctie kunt u tijdens
het opnemen van MD’s op cassetteband pauzes van
3 seconden tussen alle muziekstukken inlassen. Dit
maakt het mogelijk om later met de AMS functie snel
en gemakkelijk naar het begin van ieder gewenst
muziekstuk te gaan.
1 Druk in de stopstand MENU/NO tweemaal in,
zodat “Setup Menu” in het display verschijnt.
2 Draai AMS om “Setup 04” te kiezen en druk
AMS dan in.
3 Draai AMS om in te stellen op “Auto Space” en
druk AMS weer in.
4 Druk op MENU/NO.
z U kunt de automatische pauze-inlasfunctie ook met
de afstandsbediening inschakelen Z
Druk met de MD-recorder in de stopstand enkele malen
op A.SPACE , totdat “Auto Space” in het display
aangaat.
Uitschakelen van de automatische pauzeinlasfunctie
Uitschakelen van de automatische pauze-inlasfunctie via
de menu-instelling
1 Volg de aanwijzingen 1 en 2 onder “Inlassen van pauzes
tijdens het opnemen op cassette” op deze bladzijde.
2 Draai AMS om in te stellen op “Auto Off” en druk
AMS in.
3 Druk op MENU/NO.
Uitschakelen van de automatische pauze-inlasfunctie met
de afstandsbediening Z
Druk met de MD-recorder in de stopstand enkele malen op
A.SPACE , totdat “Auto Off” in het display aangaat.
Opmerking
Als de automatische pauze-inlasfunctie is ingeschakeld
tijdens het opnemen van een stuk muziek dat meerdere
muziekstuknummers bevat (zoals een symfonie of een
medley), zullen er in het muziekstuk pauzes worden ingelast
op de plaatsen waar de muziekstuknummers veranderen.
(Wordt vervolgd)
29
NL
Afspelen van MD’s
23
NUM
!
A˜B
22
–
CHAR
?
REPEAT
WRITECLEAR
21
Z
NAME
/
>
25
24
.
(
P.HOLD
A.SPACE
+
STANDBY=STARTPSTOP
T.REC MUSIC SYNC
25
,
)
M.SCAN
0
=
·
)
+ r
P p
CD-SYNC
CD PLAYERFADER
DIGITAL REC LEVEL
/ANALOG OUT LEVEL
FADER
FADER
Pauzeren na elk muziekstuk (automatische
pauzeerfunctie)
Als de automatische pauzeerfunctie ingeschakeld is,
zal de MD-recorder na elk muziekstuk in de
pauzestand komen te staan. Deze automatische
pauzeerfunctie is handig als u slechts één muziekstuk
of verscheidene niet opeenvolgende muziekstukken
wilt opnemen.
Volg de aanwijzingen onder “Inlassen van pauzes
tijdens het opnemen op cassette” op blz. 29, maar kies
in stap 3 “Auto Pause” in plaats van “Auto Space”.
z U kunt de automatische pauzeerfunctie ook met de
afstandsbediening inschakelen Z
Druk met de MD-recorder in de stopstand enkele malen
op A.SPACE, totdat “Auto Pause” in het display
aangaat.
Hervatten van het afspelen na de pauze
Druk op ( of P.
Fading-in en out van de
weergave (In/uit-faden)
Met de “FADE” functie kunt u het geluidssignaal dat
wordt weergegeven via de LINE(ANALOG) OUT
aansluitingen en de PHONES aansluiting aan het begin
geleidelijk laten opkomen (in-faden van de weergave)
en/of het geluid aan het eind geleidelijk laten
wegsterven (uit-faden van de weergave).
Deze functie is bij voorbeeld handig als u het geluid
niet abrupt midden in een muziekstuk wilt laten
beginnen of eindigen, maar een soepele overgang wilt
horen.
Uitschakelen van de automatische pauzeerfunctie
Uitschakelen van de automatische pauzeerfunctie via de
menu-instelling
Volg de aanwijzingen 1 t/m 3 onder “Uitschakelen van de
automatische pauze-inlasfunctie” op blz. 29.
Uitschakelen van de automatische pauzeerfunctie met de
afstandsbediening Z
Druk met de MD-recorder in de stopstand enkele malen op
A.SPACE, totdat “Auto Off” in het display aangaat.
Opmerking
Als u de MD-recorder uitschakelt en/of de stekker uit het
stopcontact trekt, onthoudt het apparaat de laatste instelling
van de “Auto Space” en “Auto Pause” functies, zodat deze
weer zullen gelden wanneer u de MD-recorder weer
inschakelt.
In-faden van de weergave
Druk in de weergavepauzestand op FADER bij het
punt waar u het geluid geleidelijk wilt laten opkomen.
Z in “Fade Z 3.2s” knippert en de MD-recorder geeft
het geluid langzaam opkomend weer tot de teller de
stand “0.0s” bereikt.
Uit-faden van de weergave
Druk tijdens weergave op FADER bij het punt waar u
het geluid geleidelijk wilt laten wegsterven.
z in “Fade z 3.2s” knippert en de MD-recorder geeft
het geluid steeds zwakker weer tot de teller de stand
“0.0s” bereikt.
Na afloop van het uit-faden komt de MD-recorder in
de weergavepauzestand te staan.
Opmerking
Het niveau van de uitgangssignalen naar de digitale
uitgangsaansluiting verandert niet.
30
z U kunt de tijdsduur voor het in- en uit-faden van de
weergave afzonderlijk naar wens instellen
Volg de aanwijzingen 1 t/m 5 onder “U kunt de
tijdsduur voor het in- en uit-faden afzonderlijk naar
wens instellen” op blz. 21.
NL
Loading...
+ 130 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.