Sonim XP3 Enduro User Guide [nl]

Copyright © 2007 Sonim Technologies, Inc.
SONIM, Sonim Xperience, Sonim Xtend en het Sonim-logo zijn handelsmerken van Sonim Technologies, Inc. Andere bedrijfsnamen of productnamen in deze handleiding kunnen handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken zijn van de respectievelijke eigenaars.
Ruiming van oude elektrische en elektronische apparatuur
Het symbool van de doorkruiste afvalbak geeft aan dat dit product (en componenten die zijn gemarkeerd met dit symbool) binnen de landen van de Europese Unie niet bij het normale huishoudelijke afval mag worden gedaan en dat het naar een speciaal inzamelingspunt moet worden gebracht.
Ruiming van batterij
Controleer lokaal geldende regelingen voor de ruiming van batterijen.
De batterij mag nooit bij het normale huishoudelijke afval worden gedaan. Breng de batterij naar een inzamelingspunt voor batterijen, indien beschikbaar.
Conformiteitsverklaring
Sonim Technologies Inc. verklaart dat de mobiele telefoon Sonim XP3™ voldoet aan de essentiële vereisten en andere relevante bepalingen van Richtlijn 1999/5/EG.
Inhoudsopgave
Algemene informatie ........................................ 1
Netwerkservices................................................ 1
Ondersteuning door Sonim ................................ 1
Effectief gebruik van de handleiding ................... 1
Veel voorkomende acties ................................... 3
Richtlijnen voor uw veiligheid ..........................4
De batterij ........................................................ 6
Batterijprestaties......................................... 6
Vervanging van de batterij ........................... 6
Kortsluiting voorkomen ................................ 6
Extreme temperaturen vermijden ................. 6
Ruiming van de batterij ............................... 6
Meer veiligheidsinformatie ................................. 7
Persoonlijke medische apparaten.................. 7
Kindveiligheid ............................................. 7
Telefoneren bij een noodgeval ..................... 7
SAR-certificatie ........................................... 7
Aan de slag........................................................ 9
Informatie over de batterij ................................. 9
Batterijgebruik ............................................ 9
De batterij plaatsen en verwijderen .............. 9
De batterij opladen...................................... 10
Batterijsignaal instellen ................................ 11
Uw SIM-kaart.................................................... 11
De SIM-kaart plaatsen ................................. 11
De SIM-kaart verwijderen ............................ 12
Acties die u kunt uitvoeren zonder SIM-kaart 12
Onderdelen van de XP3-telefoon ........................ 12
Toetsenblok XP3 ......................................... 13
Stand-bystand .................................................. 13
Acties in de stand-bystand ........................... 14
Basisinstellingen................................................ 14
Functies van het toetsenblok.............................. 16
Bellen ................................................................21
Een nummer kiezen .......................................... 21
Een internationaal nummer kiezen...................... 21
Een nummer kiezen met de Easy Call-toets ......... 21
Een nummer kiezen via het telefoonboek............ 21
Een nummer kiezen via het menu Gesprekken .... 22
Vaste nummers (FD) ......................................... 23
Snel kiezen ....................................................... 23
Gebeld worden ................................................. 23
Antwoord met elke toets.............................. 23
Een gesprek doorverbinden ............................... 24
Gesprek blokkeren ............................................ 25
Gesprek in wacht .............................................. 25
Autom. opnieuw kiezen ..................................... 26
Autom. antwoord .............................................. 26
Gesprekken filteren ........................................... 26
Zwarte lijst ................................................. 26
Witte lijst.................................................... 27
Instellingen gespreksfilter ............................ 27
Overige gespreksinstellingen .............................. 27
Gespreksgegevens opvragen.............................. 28
Uw XP3-telefoon ...............................................30
Hoofdmenu ...................................................... 30
Indicatoren op het startscherm .......................... 30
Instellingen ...................................................... 32
i
Belinstellingen .............................................32
Volume beltoon............................................32
Netwerkinstellingen ......................................34
Het telefoonboek beheren ..................................36
Een nieuw nummer toevoegen......................36
Een visitekaartje verzenden ..........................37
Telefoonrecords bewerken of verwijderen ......37
Nummers kopiëren of verplaatsen naar andere lijsten 38
Persoonlijke informatie beheren ....................38
Telefoongeheugen .......................................39
Het IP-servicenummer opslaan......................39
Berichten.......................................................... 40
Berichtinstellingen..............................................40
Invoermodus voor tekst......................................41
Conventionele tekstinvoer.............................41
Predictieve tekstinvoer .................................41
Berichten schrijven.............................................42
Een SMS verzenden via het telefoonboek .............43
Een nummer uit een ontvangen SMS-bericht bellen of op-
slaan.................................................................43
Uw berichten beheren ........................................43
Postvak IN...................................................43
Niet verzonden berichten ..............................44
Verzonden berichten ....................................44
Voorgedefinieerde SMS-berichten ..................45
SMS-geheugen opvragen ..............................45
Voicemail ..........................................................45
Geprogrammeerde sneltoetsen........................ 46
WAP.................................................................. 48
Opera Mini ........................................................ 51
Configuratie van APN (Access Point Name - Naam toe-
gangspunt) voor Opera Mini ...............................51
Taal voor Opera Mini selecteren ..........................51
Configuratie van Opera Mini als sneltoets.............51
Tools ................................................................. 53
Organiseren.......................................................53
Nieuwe gebeurtenissen invoeren ...................53
Items bewerken...........................................54
Items verwijderen ........................................54
Wekker .............................................................54
Rekenmachine ...................................................54
Audio-recorder...................................................55
Geluid afspelen ............................................56
Bluetooth ..........................................................56
Bluetooth activeren ......................................56
Bluetooth deactiveren ..................................56
Bluetooth-instellingen...................................56
Apparaten paren ..........................................57
Een Bluetooth-headset verbinden ..................57
Naam gepaard apparaat wijzigen ..................57
Paring verwijderen .......................................58
Gegevens verzenden ....................................58
Gegevens ontvangen....................................59
Stopwatch .........................................................59
Afteltimer ..........................................................59
Wereldklok ........................................................59
Carkit..........................................................60
Zaklantaarn .......................................................60
Handsfree bellen .............................................. 62
Bij aansluiting op een bekabelde headset.............62
GSM-gesprekken..........................................62
ii
Bij gebruik van een Bluetooth-headset ................ 62
GSM-gesprekken ......................................... 62
De telefoon aanpassen ..................................... 64
Thema's ........................................................... 65
Uw bestanden beheren...................................... 65
Menu SIM-kaart ................................................ 65
Telefoon Care ................................................... 67
Index.................................................................69
iii

Algemene informatie

Effectief gebruik van de
Gefeliciteerd met uw aanschaf van een Sonim XP3™ mobiele telefoon. De Sonim XP3-telefoon is volledig compatibel met de recentelijk door de Open Mobile Alliance (OMA) geratificeerde GSM-standaard. De telefoon heeft een intuïtieve gebruikersinterface met vele voorzieningen die het mogelijk maakt de functionaliteit van het XP3-apparaat volledig te benutten.

Netwerkservices

Algemene informatie
Via uw serviceprovider kunnen extra services beschikbaar zijn. Om het meeste uit deze services te halen, moet u zich abonneren op deze diensten via uw serviceprovider en de provider vragen om instructies voor het gebruik.

Ondersteuning door Sonim

Voor aanvullende productinformatie en ondersteuning gaat u naar www.sonimtech.com
.
handleiding
Maak uzelf vertrouwd met de terminologie en symbolen die worden gebruikt in deze handleiding om u te helpen de telefoon effectief te gebruiken.
Drukken Wil zeggen op een toets drukken
en deze onmiddellijk weer loslaten. "Druk op 2" betekent bijvoorbeeld dat u in het toetsenblok moet drukken op de toets met als label het cijfer 2 en de letters “ABC”.
1
Selecteren Betekent dat u op de selectietoets
links of rechts moet drukken om de opdracht uit te voeren die onderaan het scherm wordt aangegeven. Als in deze handleiding bijvoorbeeld wordt gezegd dat u Menu > Berichten > SMS > Schrijf bericht moet selecteren, moet u op de
selectietoets links drukken om
Menu te selecteren, naar de optie Berichten bladeren en nogmaals op de selectietoets links drukken, naar de optie SMS bladeren en weer op de selectietoets links drukken, naar de optie Schrijf bericht bladeren en nog een laatste keer op de selectietoets links drukken. Om Afsluiten te selecteren, drukt u op de selectietoets rechts.
Ingedrukt houden
Menuopties Deze opties worden onderaan het
Menu selecteren
Betekent dat u op een toets moet drukken en deze gedurende 2–3 seconden ingedrukt moet houden, voordat u de toets weer loslaat. Deze actie wordt bijvoorbeeld gebruikt om de telefoon in en uit te schakelen en voor sneltoetsen waarmee bepaalde functies worden gestart. Zo moet u de toets 1 ingedrukt houden om toegang te krijgen tot de voicemail.
scherm weergegeven. U kunt de selectietoetsen gebruiken om de aangegeven optie te selecteren.
Betekent dat u op de
selectietoets links moet drukken
om de optie Menu te selecteren of op de toets Menu (midden) moet drukken.
Algemene informatie
Een menuoptie waarachter drie punten staan (…)
Wil zeggen dat er meer opties beschikbaar zijn, maar dat er in de handleiding maar één wordt genoemd.
2
Geeft een opmerking aan.
Geeft een tip aan.

Veel voorkomende acties

Algemene informatie
De volgende acties kunnen worden uitgevoerd vanuit meerdere menu's:
Afsluiten Hiermee wordt het vorige scherm
weergegeven. Gebruik de selectietoets rechts om deze functie uit te voeren.
Wissen Hiermee worden gegevens teken voor
teken gewist. Gebruik de selectietoets rechts om deze functie uit te voeren.
OK Hiermee bevestigt u een actie. Gebruik
de selectietoets links of de toets Menu om deze functie uit te voeren.
3

Richtlijnen voor uw veiligheid

Lees de volgende richtlijnen voor de veiligheid zorgvuldig door voordat u de telefoon gebruikt. Deze richtlijnen geven informatie die het mogelijk maakt om uw mobiele telefoon veilig te bedienen en te voldoen aan alle wettelijke vereisten met betrekking tot het gebruik.
Gebruik de telefoon niet bij een tankstation. Houd u aan beperkingen die gelden voor radioverkeer bij brandstofdepots en chemische fabrieken en plaatsen waar wordt gewerkt met explosieven. Elektrische interferentie kan het gebruik van de telefoon onmogelijk maken.
Schakel uw mobiele telefoon uit aan boord van een vliegtuig. Draadloze telefoons kunnen
Richtlijnen voor uw veiligheid
interferentie en gevaar voor vliegtuigen veroorzaken. Stel de batterij niet bloot aan hoge temperaturen (boven 60° C).
Houd u aan de wetten voor verkeersveiligheid. Gebruik de telefoon niet terwijl u een auto bestuurt. Zoek eerst een veilige plaats om te stoppen. Spreek niet via een handsfree microfoon terwijl u rijdt. Houd u aan beperkingen die gelden in ziekenhuizen en bij medische apparatuur.
Vermijd gebruik van de telefoon in de buurt van persoonlijke medische apparaten, zoals pacemakers en hoorapparaten.
Gebruik alleen voor de Sonim XP3 goedgekeurde laadapparatuur om uw telefoon op te laden, om schade aan de telefoon te voorkomen.
4
Het symbool van de doorkruiste afvalbak geeft aan dat dit product (en componenten die zijn gemarkeerd met dit symbool) binnen de landen van de Europese Unie niet bij het normale huishoudelijke afval mag worden gedaan en dat het naar een speciaal inzamelingspunt moet worden gebracht.
Laat alleen gekwalificeerd personeel de telefoon installeren of repareren.
De Sonim XP3 is waterbestendig en kan 30 minuten worden ondergedompeld op een diepte tot 1 meter. De waterbestendigheid geldt echter niet voor hogere diepten, tijdens het opladen of wanneer het klepje van de systeemaansluiting aan de onderkant van de telefoon geopend is. De Sonim XP3 is bestand tegen stof, is robuust en is schokbestendig. Grote hoeveelheden stof worden echter niet verdragen en de schokbestendigheid is afhankelijk van de schokkracht. Voor de beste resultaten en de langste levensduur moet de XP3 worden beschermd tegen zout water, stof en krachtige schokken. Maak back-ups van belangrijke informatie die is opgeslagen in uw telefoon of schrijf die informatie op.
Richtlijnen voor uw veiligheid
5

De batterij

Batterijprestaties

Uw apparaat wordt van stroom voorzien door een oplaadbare batterij. Gebruik de batterij alleen voor de beoogde doeleinden. Gebruik nooit een lader of batterij die beschadigd is. Als de batterij helemaal leeg is, kan het een paar minuten duren voorat de indicator voor de lading wordt weergegeven en voordat de telefoon kan worden gebruikt voor gesprekken.
Een nieuwe batterij bereikt het maximale prestatieniveau pas nadat twee of drie volledige cycli van laden en ontladen zijn doorlopen. De batterij kan honderden keren worden opgeladen en ontladen, maar zal uiteindelijk verslijten. Koppel de lader los van het stopcontact en het apparaat wanneer deze niet in gebruik is. Koppel een volledig opgeladen batterij los van de lader. Overladen kan de levensduur bekorten. Als een volledig geladen batterij niet wordt gebruikt, raakt deze langzaam de lading kwijt.

Vervanging van de batterij

Wanneer de gesprekstijd en de stand-bytijd merkbaar korter worden, vervangt u de batterij door een originele Sonim-batterij. Als een vervangende batterij voor het eerst wordt gebruikt of als de batterij gedurende een langere periode niet is gebruikt, kan het nodig zijn om de lader aan te sluiten, dan los te koppelen en opnieuw aan te sluiten om te beginnen met het laden van de batterij.

Kortsluiting voorkomen

Voorkom kortsluiting van de batterij. Een kortsluiting kan zich voordoen wanneer een metalen object, zoals een munt, paperclip of pen, een directe verbinding maakt tussen de positieve (+) en negatieve (-) polen van de batterij. (De polen zien eruit als metalen strips op de batterij.) Dit kan bijvoorbeeld gebeuren wanneer u een reservebatterij in een zak of tas meeneemt. Een kortsluiting kan de batterij of het object dat de verbinding maakt, beschadigen.

Extreme temperaturen vermijden

Wanneer u de batterij op een hete of koude plaats, zoals een afgesloten auto in de zomer of de winter, achterlaat, zullen de capaciteit en levensduur van de batterij minder worden. Probeer de batterij altijd te bewaren bij een temperatuur tussen 15°C en 25°C. Een apparaat met een te hete of te koude batterij kan tijdelijk niet werken, zelfs al is de batterij volledig opgeladen. De prestaties van de batterij gaan met name achteruit bij temperaturen ver onder de nul graden.

Ruiming van de batterij

Gooi batterijen niet in een vuur, aangezien ze kunnen exploderen. Ook batterijen die beschadigd zijn, kunnen exploderen. Volg de lokale regelingen voor het wegdoen van batterijen en recycle ze, indien mogelijk. Doe batterijen niet bij het huishoudelijke afval. Haal batterijen of cellen niet uit elkaar en open ze niet. Voorkom, als een batterij
Richtlijnen voor uw veiligheid
6
lekt, dat de vloeistof in aanraking komt met de huid of ogen. Als dat toch gebeurt, moet u onmiddellijk medische hulp zoeken.

Meer veiligheidsinformatie

Persoonlijke medische apparaten

Mobiele telefoons kunnen de werking van pacemakers en andere geïmplanteerde apparatuur beïnvloeden. Plaats de mobiele telefoon niet direct op de pacemaker, bijvoorbeeld in uw borstzak. Wanneer u de telefoon gebruikt, houdt u die aan het oor dat het verst van de pacemaker is. Als een minimale afstand van 15 cm wordt aangehouden tussen de mobiele telefoon en de pacemaker, is het risico van interferentie beperkt. Als u reden hebt om aan te nemen dat er interferentie optreedt, schakelt u de mobiele telefoon onmiddellijk uit. Neem contact op met uw cardioloog voor meer informatie. Voor andere medische apparaten raadpleegt u uw dokter en de fabrikant van het apparaat.
Richtlijnen voor uw veiligheid
Volg instructies om het apparaat of de RF-transmissie uit te schakelen altijd op, met name in ziekenhuizen en aan boord van vliegtuigen. Apparatuur die op die plaatsen wordt gebruikt, kan gevoelig zijn voor de radiogolven die door het apparaat worden uitgezonden.
Houd ook altijd rekening met beperkingen die gelden bij tankstations en op andere plaatsen met brand- of explosiegevaar.

Kindveiligheid

Laat kinderen niet spelen met de mobiele telefoon of de bijbehorende accessoires. Houd de telefoon buiten hun bereik. Zij kunnen zichzelf of anderen letsel toebrengen of kunnen de telefoon of de accessoires per ongeluk beschadigen. Uw mobiele telefoon en de accessoires kunnen kleine onderdelen bevatten die los kunnen komen en kunnen leiden tot een verstikkingsgevaar.

Telefoneren bij een noodgeval

Mobiele telefoons werken met radiosignalen. Dat betekent dat niet onder alle omstandigheden een verbinding kan worden gegarandeerd. Vertrouw daarom nooit alleen op een mobiele telefoon voor essentiële communicatie (zoals in een medische noodtoestand).
Het is mogelijk dat noodoproepen niet mogelijk zijn in alle gebieden, via alle netwerken voor mobiele telefonie of wanneer bepaalde netwerkservices en/of voorzieningen van de mobiele telefoon in gebruik zijn. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie.

SAR-certificatie

Wanneer de mobiele telefoon communiceert via het draadloze netwerk, zendt deze radiogolven uit, die radiofrequente energie of RF wordt genoemd. De SAR (Specific Absorption Rate) is de eenheid die wordt gebruikt om de hoeveelheid RF-energie te meten die wordt geabsorbeerd door het lichaam bij gebruik van de telefoon. SAR wordt uitgedrukt in watts/kilogram. In
7
overeenstemming met de productstandaarden in de norm EN 50360:2001 is de toegestane limiet voor SAR voor 10 g weefsel gemiddeld 2,0 (W/kg).
De lokale SAR van het draagbare XP3-apparaat is gemeten onder alle omstandigheden waaronder dat volgens de relevante internationale standaarden vereist is. De maximale lokale SAR-waarde waarvoor het apparaat is getest en de blootstellinglimieten waarvoor het is gecertificeerd bij verschillende netwerkbanden ziet u hieronder:
Maximale SAR GSM 900-MHz band
1.02 W/kg SAR bij hoofd
0.56 W/kg SAR bij lichaam
DCS 1800-MHz band
0.197 W/kg SAR bij hoofd
0.255 W/kg SAR bij lichaam
U kunt de blootstelling van het lichaam aan RF-energie verminderen door de telefoon op een afstand van 1,5 cm van het hoofd of lichaam te houden. U kunt bijvoorbeeld een handsfree headset gebruiken.
Richtlijnen voor uw veiligheid
8

Aan de slag

Informatie over de batterij

Batterijgebruik

Aan de slag
 Gebruik alleen voor de XP3 gecertificeerde batterijen,
laders en andere accessoires die zijn ontworpen voor dit telefoonmodel.
 Het gebruik van andere batterijen, laders en
accessoires kan schade veroorzaken en de garantievoorwaarden van uw telefoon nietig maken.
 Stel de batterij niet bloot aan extreme temperaturen
en bescherm deze tegen vochtigheid.
 Houd de batterij buiten het bereik van kinderen.
Soms is de batterijklep moeilijk open te krijgen en moet u wat kracht zetten.

De batterij plaatsen en verwijderen

1. U opent de batterijklep door de twee schroeven van de klep naar links te draaien (zie de afbeelding).
2. Trek de flap die de batterij bedekt omhoog.
9
3. Plaats de batterij recht in de batterijsleuf, zodat de drie
Batterij opladen
metalen contactpunten op de bovenkant van de batterij zijn uitgelijnd met de metalen contactpunten in het batterijcompartiment.
4. Sluit de batterijklep. Draai de schroeven van de batterijklep naar rechts.
5. Om de batterij te verwijderen, opent u de klep aan de achterkant van de telefoon en trekt u de batterij aan de onderkant omhoog uit de sleuf. De batterij kan nu worden verwijderd.

De batterij opladen

De batterij die bij uw mobiele telefoon wordt geleverd, is niet helemaal opgeladen. We raden aan om de batterij drie uur op te laden, voordat u de mobiele telefoon voor het eerst gebruikt.
1. Steek de stekker van de lader in een 220-V stopcontact.
2. Lijn de connector van de lader uit met de USB-poort op de onderkant van de telefoon en steek de connector in de telefoon.
3. Als de batterij wordt opgeladen terwijl de telefoon uitgeschakeld is, wordt alleen het batterijpictogram met het bericht
Laden weergegeven (zie de
afbeelding hiernaast). Wanneer de batterij volledig is opgeladen, verschijnt het bericht
Voltooid.
4. Als de batterij wordt opgeladen terwijl de telefoon ingeschakeld is, zult u zien dat de staven in het
pictogram voor de batterijlading (te zien op het startscherm) bewegen om aan te geven dat de batterij
Aan de slag
10
wordt opgeladen. Wanneer de batterij volledig is
opgeladen, stoppen de staven op het scherm met bewegen. U kunt dan de lader veilig loskoppelen van de telefoon.
5. Wanneer het oplaadproces eenmaal is begonnen, is de enige manier om het te stoppen het loskoppelen van
Aan de slag
de lader. Gebruik, indien mogelijk, een stopcontact waar u de stekker gemakkelijk kunt insteken en uithalen.
Om de USB-poort van de telefoon te beschermen tegen trillingen tijdens het opladen, schakelt u de trilfunctie uit en gebruikt u een beltoon als u de telefoon aan wilt laten terwijl de batterij wordt opgeladen.

Batterijsignaal instellen

Wanneer u het batterijsignaal instelt, hoort u een alarmsignaal telkens wanneer de batterij leeg begint te raken.
1. Om het batterijsignaal in te stellen, selecteert u Menu > Snelle instellingen > Normaal > Aanpassen >
Batterijsignaal > Aan of drukt u op de toets Menu
en schakelt u het selectievakje Batterijsignaal in om het signaal te activeren.
Voor meer informatie over signalen raadpleegt u “De telefoon aanpassen” op pagina 64.

Uw SIM-kaart

U kunt een SIM-kaart kopen bij uw mobiele operator. Op de SIM-kaart zijn uw telefoonnummer en registratiegegevens opgeslagen. De SIM-kaart kan worden gebruikt in elke GSM-telefoon. Uw telefoonnummer en registratiegegevens blijven altijd hetzelfde.

De SIM-kaart plaatsen

1. Zorg ervoor dat de telefoon uitgeschakeld is.
2. Open de batterijklep en verwijder de batterij. Zie “De batterij plaatsen en verwijderen” op pagina 9 voor instructies.
3. Plaats de SIM-kaart in de daarvoor bestemde sleuf aan de onderkant van de telefoon.
4. Schuif de zilveren clip over de SIM-kaart zodat deze beveiligd is (zie afbeelding B).
5. Plaats de batterij en de klep terug. Draai de schroef van de batterijklep met de klok mee om de klep te vergrendelen.
11

De SIM-kaart verwijderen

XP3 in een oogopslag
1. Zorg ervoor dat de telefoon uitgeschakeld is.
2. Open de batterijklep en verwijder de batterij. Raadpleeg de instructies in de sectie “De batterij plaatsen en verwijderen” op pagina 9.
3. Schuif de zilveren clip naar rechts en verwijder de SIM­kaart.
4. Plaats de batterij en de klep terug.

Acties die u kunt uitvoeren zonder SIM-kaart

1. Op de toets Menu drukken om het hoofdmenu te openen.
2. Selecteer SOS > Gesprek om contact op te nemen met de alarmdienst.
Aan de slag

Onderdelen van de XP3-telefoon

Het toetsenblok van de XP3 heeft zeven functietoetsen en 12 alfanumerieke toetsen. Op de linkerzijde van de telefoon bevinden zich drie toetsen en op de rechterzijde bevindt zich één toets:
1.Oordop
2.Scherm
3.Easy Call-toetsen
4.Zijtoetsen
5.Easy Call-toets
6.Functietoetsen
7.Alfanumerieke toetsen
12
8.Poort voor lader
9.Microfoon
10.Poort voor headset
11.Speakers
12.Batterijklep
13.Schroef batterijklep
14.Zaklantaarn

Toe tsenb lo k X P 3

Functies van het toetsenblok
De verschillende toetsen van het toetsenblok en de bijbehorende functies worden beschreven in de volgende afbeelding.
Aan de slag
Functietoetsen
1.Navigatietoetsen (Omhoog/ Omlaag/Rechts/Links)
2.Selectietoets rechts (STR)
3.Toets Menu
4.In-/uitschakelen/Beëindig gesprek
5.Accepteren/Verzenden
6.Selectietoets links (STL)
Numerieke toetsen
7.Ingedrukt houden voor voicemail
8.Ingedrukt houden om luidspreker in of uit te schakelen tijdens een gesprek.
9.Ingedrukt houden om toetsenblok te vergrendelen/ ontgrendelen
10.Ingedrukt houden om stille modus in of uit te schakelen.
11.Ingedrukt houden voor weergave + (voor bellen naar een internationaal nummer)
De alfanumerieke toetsen zijn de toetsen met de cijfers één tot en met nul, de letters A-Z plus de toetsen [*] en [#]. Door op de toetsen te drukken, kunt u cijfers of letters invoeren. Kies de invoermodus voor tekst waarmee u deze toetsen het meest efficiënt kunt gebruiken. Voor meer informatie over invoermodi voor tekst raadpleegt u de sectie “Invoermodus voor tekst” op pagina 41.
Op basis van een aanpassingsverzoek zijn aan sommige toetsen mogelijk andere dan de voorgaande snelkoppelingen toegewezen. Veel van de snelkoppelingen kunt u ook wijzigen via
Menu > Instellingen > Tel.instellingen > Snelkoppelingen.

Stand-bystand

Wanneer de telefoon in de stand-bystand staat, wordt bepaalde informatie weergegeven, zoals de naam van de serviceprovider, de datum en tijd, de status van de batterijlading en informatie over GPRS-verbindingen. Mogelijk worden ook nog andere indicatoren weergegeven, zoals de wekker en doorverbinding (als de voorziening is geactiveerd).
13
Het apparaat kan met een volledig geladen batterij
gedurende 200 uur in de stand-bystand blijven staan.
1.GPRS-verbindingen
2.Indicator signaalsterkte
3.Pictogrammen
4.Indicator batterijlading
5.Serviceprovider
6.Lokale tijd
7.Opdracht die u kiest met STR
8.Opdracht die u kiest met STL
Stand-byscherm
Druk op Voor toegang tot
Selectietoets links Hoofdmenu Selectietoets rechts Telefoonboek Toets Accepteren/
Verzenden
De vier functies die worden uitgevoerd met de pijltoetsen, zijn in de fabriek ingesteld, maar u kunt die wijzigen. U kunt ook nieuwe snelkoppelingen configureren. Voor meer informatie over snelkoppelingen raadpleegt u pagina 33.
Uitgaande gesprekken
Aan de slag

Acties in de stand-bystand

Als de telefoon in de stand-bystand staat of niet in gebruik is, hebt u vanaf het startscherm toegang tot de volgende informatie.
Druk op Voor toegang tot
Pijl omhoog Opera Mini Pijl omlaag Telefoonboek Pijl naar rechts Bericht schrijven Pijl naar links WAP-opties Toet s M e nu Ho o f d menu

Basisinstellingen

Wanneer u de telefoon hebt ingeschakeld, wordt de naam van de serviceprovider weergegeven.
Beveiligingsinstellingen
1. Om gebruik van uw telefoon door onbevoegden te voorkomen, kunt u een pincode instellen. De pincode is afhankelijk van de operator. Pas als deze pincode is geactiveerd, kan de pincode worden gewijzigd in de pincode die de gebruiker kiest.
2. Om gebruik van uw telefoon door onbevoegden te voorkomen, kunt u een pincode instellen. Selecteer
Menu > Instellingen > Beveiligingsinstellingen
> PIN-code > Aan > OK. Voer de pincode in. Selecteer OK. Wanneer u het gebruik van de pincode
14
hebt ingesteld, moet u de pincode invoeren wanneer u de telefoon inschakelt. Als u een foute pincode opgeeft, krijgt u geen toegang tot de telefoon.
3. Om de pincode te wijzigen, selecteert u Menu >
Instellingen > Beveiligingsinstellingen > Wijzig code > OK. U kunt codes wijzigen voor PIN, PIN2 en
het blokkeren van gesprekken.
Datum en tijd
1. Om de datum en tijd in te stell en, selecteert u Menu >
Instellingen > Datum en tijd > OK.
Automatische toetsvergrendeling
1. Als u het toetsenblok wilt vergrendelen, selecteert u
Menu > Instellingen > Tel.instellingen > Autom. toetsvergrendeling > OK. U kunt op deze manier
de voorziening in- en uitschakelen.
2. U kunt het toetsenblok ook vergrendelen en ontgrendelen door de toets ‘*’ ingedrukt te houden.
Stille modus
In de stille modus zijn de signalen voor gesprekken, van Organiseren, van SMS en voor de batterijstatus uitgeschakeld.
1. Selecteer Menu > Snelle instellingen > Stil > OK > Inschakelen.
Aan de slag
15

Functies van het toetsenblok

In de volgende tabel wordt aangegeven welke functies kunnen worden uitgevoerd met de verschillende toetsen:
Toets Werking
Aan de slag
In-/uitschakelen/ Beëindig gesprek
Accepteren/Verzenden
STL/STR
Druk op deze toets en houd die ingedrukt om de mobiele telefoon in of uit te schakelen. Druk, en houd > 5 seconden ingedrukt om de mobiele telefoon in of uit te schakelen. Druk op deze toets om een gesprek te beëindigen. Druk op deze toets om een inkomend gesprek af te wijzen.
Druk op deze toets om een inkomend gesprek te beantwoorden. Druk, na het invoeren van een telefoonnummer, op deze toets om een telefoongesprek te
starten.
Nadat u een contactpersoon hebt geselecteerd en het IP-nummer hebt ingesteld, houdt u de
toets ingedrukt om een IP-gesprek te starten.
Druk terwijl de stand-bystand actief is op deze toets om toegang te krijgen tot de lijst met
uitgaande gesprekken.
Deze toetsen vindt u direct onder het scherm.
Druk op de selectietoets links (STL) of de selectietoets rechts (STR) om de functie te
selecteren die onderaan het scherm wordt aangegeven.
Welke functies beschikbaar zijn, is afhankelijk van de programmadefinities.
Druk op STL in de stand-bystand om toegang te krijgen tot het hoofdmenu. Druk op STR in de stand-bystand om toegang te krijgen tot het telefoonboek.
16
Toets Werking
Deze toets vindt u in het midden tussen de navigatietoetsen.
Druk in de stand-bystand op deze toets om het hoofdmenu te openen. Druk op deze toets om een selectievakje in of uit te schakelen. Druk op deze toets om taken uit te voeren die ook met de selectietoets links kunnen worden
Toet s M e nu (m i dden )
uitgevoerd.
Druk op deze toets om de opdracht OK te selecteren. Druk op deze toets en houd die ingedrukt om het rinkelen voor een binnenkomend gesprek te
dempen.
Aan de slag
17
Toets Werking
Aan de slag
Navigatietoetsen
Numerieke toetsen
Deze groep toetsen staat tussen de selectietoetsen, de toets In-/uitschakelen en de toets Accepteren. Op de toetsen staan pijlen die de richting aangeven waarin u door de informatie op het scherm kunt bladeren.
Omhoog/omlaag
Druk op deze toetsen om te bladeren door pagina's in de teksteditor. Druk op deze toetsen om op hetzelfde niveau te bladeren in menu's/lijsten. Druk op deze toetsen om de vorige of volgende foto te bekijken bij het bekijken van
voorbeelden van foto's.
Druk op deze toetsen om tijdens een gesprek het volume te verhogen of te verlagen.
Links/rechts
Druk op deze toetsen om de cursor in de teksteditor naar links of naar rechts te verplaatsen. Druk op deze toetsen om in het hoofdmenu te bladeren. Druk op deze toetsen om naar de vorige of volgende pagina te gaan bij het bladeren door de
contactpersonen in het adresboek.
Druk op deze toetsen om de vorige of volgende foto op te vragen bij het bekijken van
voorbeelden van foto's.
Druk tijdens een gesprek op de pijl naar links om de telefoon te dempen of het geluid weer in
te schakelen.
Druk tijdens een gesprek op de pijl naar rechts om de handsfree modus in of uit te schakelen. Druk op toetsen om het gewenste telefoonnummer in te voeren en druk op om een
gesprek te starten. U kunt ook het nummer invoeren en dan Opties selecteren om het nummer te kiezen.
Druk op een numerieke toets en houd deze ingedrukt om snelkoppelingen te maken met
de beschikbare opties.
18
Toets Werking
Druk in de stand-bystand op deze toets en houd deze ingedrukt om toegang te krijgen tot uw
voicemail.
Druk bij het invoeren van tekst op deze toets om spaties in te voeren.
Druk op deze toets en houd die ingedrukt om de beltonen voor binnenkomende
gesprekken in te stellen.
Druk op deze toets en houd die ingedrukt om de speaker in of uit te schakelen tijdens een
GSM-gesprek.
Aan de slag
Druk op deze toets en houd die ingedrukt om het alarm in te stellen.
Druk op deze toets en houd die ingedrukt om de rekenmachine weer te geven.
Druk op deze toets en houd die ingedrukt om het Bluetooth-menu weer te geven
Druk op deze toets en houd die ingedrukt om de het talenscherm weer te geven.
19
Toets Werking
Druk op deze toets en houd die ingedrukt om een ‘+’ weer te geven die wordt gebruikt
voor het kiezen van een internationaal nummer.
Druk op deze toets om te schakelen tussen kleine letters, hoofdletters of automatisch
hoofdlettergebruik bij het invoeren van tekst.
Druk op deze toets en houd die ingedrukt om het toetsenblok te vergrendelen. Wanneer u
nog een keer op de toets drukt, wordt het toetsenblok ontgrendeld.
Druk bij het invoeren van tekst op deze toets om speciale tekens, zoals een punt of een
komma, weer te geven.
Druk in de stand-bystand op deze toets en houd die ingedrukt om de stille modus in of uit
te schakelen.
Druk bij het invoeren van tekst op deze toets om te schakelen tussen verschillende modi voor
het invoeren van tekens, zoals T9, abc en 123.
Aan de slag
20

Bellen

Een nummer kiezen met de
Voordat u de telefoon gebruikt om te bellen, moet u het
Bellen
volgende controleren:
 Het toetsenblok mag niet vergrendeld zijn.  Er moet een geldige SIM-kaart zijn geïnstalleerd.  De batterij van de telefoon moet opgeladen zijn.  De telefoon moet ingeschakeld zijn en de naam van de
serviceprovider moet worden weergegeven.

Een nummer kiezen

1. Gebruik de numerieke toetsen om het nummer in te voeren en druk vervolgens op de toets Verzenden
.
2. U kunt ook het gewenste telefoonnummer invoeren en dan Optie > Kiezen > Kiezen > OK selecteren.

Een internationaal nummer kiezen

1. Druk op de numerieke toets 0 en houd deze ingedrukt totdat het symbool + wordt weergegeven. Voer het landnummer, netnummer (zonder 0) en
telefoonnummer in en druk op of selecteer
Optie > Kiezen > Kiezen > OK.
Easy Call-toets
Wanneer u de XP3 vasthoudt, is aan de linkerkant van het apparaat een groep van drie toetsen beschikbaar. De grote toets, de zogenaamde Easy Call-toets kunt u gebruiken om snel te bellen. Raadpleeg “Onderdelen van de XP3-telefoon” op pagina 12 voor informatie over onderdelen van het apparaat.
1. Druk op de Easy Call-toets om toegang te krijgen tot het telefoonboek.
2. Om door de lijst te navigeren, gebruikt u de
zijtoetsen (boven de Easy Call-toets).
3. Om een gesprek te beginne, selecteert u een contact
en drukt u op .

Een nummer kiezen via het telefoonboek

U kunt een nummer rechtstreeks vanuit het telefoonboek kiezen of de optie Zoeken of de optie Toon lijst gebruiken in het telefoonboek.
U zoekt een telefoonnummer als volgt:
1. Selecteer op het startscherm Tel.boek > Zoeken >
OK. Voer de naam of het nummer in (druk op # om te
schakelen tussen numerieke invoer en tekstinvoer) en selecteer OK.
21
OF
Selecteer Tel.boek > Toon lijst > OK.
2. Wanneer de optie Zoeken wordt gebruikt, wordt de
opgegeven naam weergegeven. Druk op om het nummer te kiezen of selecteer Optie > Kiezen >
Kiezen > OK. Selecteer Einde om de verbinding te
verbreken.
3. Wanneer u de optie Toon lijst hebt gebruikt, kiest u in de weergegeven lijst de contactpersoon die u wilt
bellen en drukt u op of selecteert u Optie >
Kiezen > Kiezen > OK om te bellen. Selecteer Eind
om het gesprek te beëindigen.

Een nummer kiezen via het menu Gesprekken

Het menu Gesprekken bestaat uit afzonderlijke lijsten voor uitgaande, beantwoorde en gemiste gesprekken.
In dit menu kunt u de lijst van gesprekken bekijken, een hele lijst van gesprekken verwijderen en gespreksgegevens met betrekking tot onder meer kosten, duur en tijdstip opvragen.
1. Om toegang te krijgen tot Gesprekken, selecteert u
Menu > Gesprekken. Alle beschikbare lijsten van
gesprekken worden weergegeven.
2. Kies een lijst en selecteer OK om de gesprekken in een lijst weer te geven, zoals de lijst Uitgaande gesprekken.
3. Kies een contactpersoon en selecteer OK om de datum en tijd van het gesprek weer te geven.
Voor contacten binnen de lijst van gesprekken zijn de volgende opties beschikbaar:
 Kiezen: hiermee worden de kiesopties weergegeven.
IP kiezen Hiermee wordt een
nummer gebeld via het IP-netwerk.
Kiezen Hiermee wordt een GSM-
nummer gekozen.
IP Handsfree Wanneer u een nummer
belt via het IP-netwerk, kunt u de speaker gebruiken voor het gesprek.
Handsfree kiezen Hiermee kunt u de
speaker gebruiken voor het gesprek.
 Zend SMS: hiermee kunt u een SMS-bericht naar het
geselecteerde contact sturen. Selecteer Optie om de SMS-opties op te vragen.
 Telefoonnummer verzenden: om de naam en het
telefoonnummer van een contactpersoon door te sturen naar de ontvanger.
Bellen
22
 Verwijderen: hiermee wordt het nummer van het
contact verwijderd uit de lijst Gesprekken.
 Controleer nummer: hiermee wordt het nummer
Bellen
van de beller weergegeven.
 Opslaan: hiermee wordt u gevraagd om de naam en
het nummer van het contact op te slaan. Voer de naam in en selecteer Opslaan. Deze optie is niet beschikbaar voor contacten die al zijn opgeslagen in de lijst van contactpersonen.

Vaste nummers (FD)

Een set vaste nummers die wordt opgeslagen als FD en die dan de enige nummers zijn die kunnen worden gebeld. Gebruikers kunnen niet bellen vanuit het telefoonboek of nummers handmatig kiezen. Gebruikers kunnen wel gesprekken van andere nummers aannemen.
Selecteer Menu > Instellingen > Gespreksinstellingen > Vaste nummers > Modus > Aan. Voer de pincode in om het kiezen van vaste nummers te activeren.
Selecteer Nieuw toevoegen om een nieuw nummer aan de lijst toe te voegen of selecteer Vaste nummers om de lijst weer te geven

Snel kiezen

Deze optie maakt het mogelijk om een nummer snel te kiezen via een snelkoppeling.
1. Selecteer op het startscherm Tel.boek > Toon lijst >
OK.
2. Ga naar het nummer dat u regelmatig belt en selecteer
Optie > Snel kiezen > OK.
3. Kies een sneltoets en selecteer OK om de snelkoppeling in te stellen.
4. Om het nummer te bellen, houdt u de toegewezen sneltoets ingedrukt.
Als u via IP belt en al een IP-nummer hebt ingevoerd in het telefoonboek, zal de telefoon automatisch het servicenummer toevoegen voor het nummer dat u hebt ingevoerd en dan bellen.

Gebeld worden

1. Als u gebeld wordt, drukt u op de toets Accepteren
(deze toets wordt gebruikt om te zenden en een
gesprek te accepteren).
2. Als u het gesprek wilt afwijzen, drukt u op de toets In-
/uitschakelen .
3. Als u een ander gesprek wilt aannemen terwijl u al aan het praten bent, moet de voorziening voor gesprekken in de wacht voor GSM-gesprekken zijn ingeschakeld via het menu Instellingen. Voor informatie over het inschakelen van de voorziening Gesprek in wacht raadpleegt u “Gesprek in wacht” op pagina 25.

Antwoord met elke toets

23
Als deze optie ingeschakeld is, kunt u op elke toets behalve
drukken om een gesprek aan te nemen.
1. Om deze voorziening in te schakelen, selecteert u
Menu > Instellingen > Gespreksinstellingen > Antwoord met elke toets > Aan of drukt u op de
toets Menu om het desbetreffende selectievakje in te schakelen.
Door lang op de aan-/uit-toets te drukken tijdens een GSM-gesprek, wordt alleen het gesprek beëindigd en wordt de telefoon niet uitgeschakeld.

Een gesprek doorverbinden

Als u niet beschikbaar bent of ervoor kiest om een gesprek niet aan te nemen, kunt u deze functie gebruiken om inkomende gesprekken door te verbinden naar een nieuw nummer of een bestaand nummer in het telefoonboek (als uw serviceprovider deze service tenminste ondersteunt).
1. Om toegang te krijgen tot de instellingen voor het doorverbinden van gesprekken, selecteert u Menu >
Instellingen > Gespreksinstellingen > Gesprek doorverbinden > OK.
De opties voor het doorverbinden van gesprekken vindt u hieronder:
Optie voor Gesprek doorverbinden
Onconditioneel Alle inkomende gesprekken
Indien bezig Gesprekken worden
Bij geen antwoord Gesprekken worden
Indien onbereikbaar Gesprekken worden
Annuleren De optie voor het
Status De huidige status van het
Functie
worden doorverbonden naar een vooraf opgegeven nummer.
doorverbonden wanneer uw telefoon bezet is.
doorverbonden als u de inkomende gesprekken niet aanneemt.
doorverbonden wanneer u de telefoon uitgeschakeld hebt.
doorverbinden van gesprekken wordt niet toegepast.
doorverbinden van gesprekken wordt gecontroleerd.
Bellen
24
Als Gesprek doorverbinden ingeschakeld is, wordt het
pictogram bovenaan het scherm weergegeven wanneer de telefoon in de stand-bystand staat.
Bellen

Gesprek blokkeren

U kunt deze functie gebruiken om inkomende gesprekken te stoppen. U kunt de voorziening Gesprek blokkeren instellen voor uitgaande gesprekken, internationale gesprekken, lokale gesprekken en alle inkomende of tijdens roaming inkomende gesprekken.
1. Om de instellingen voor Gesprek blokkeren op te geven, selecteert u Menu > Instellingen >
Gespreksinstellingen > OK > Gesprek blokkeren
> OK.
2. Geef het wachtwoord voor blokkeren op. (Dit wachtwoord wordt u gegeven door de serviceprovider voordat u deze functie gebruikt.) Dit wachtwoord wordt ter verificatie naar het netwerk gestuurd.
 Annuleer blokkeren: wanneer u het blokkeren van
gesprekken annuleert, wordt u opnieuw gevraagd om het wachtwoord op te geven. Als het wachtwoord juist is, neemt uw telefoon contact op met het netwerk om de functie uit te schakelen.
 Blokkeerstatus: wanneer u de status controleert,
zendt uw telefoon een aanvraag naar het netwerk en wordt de feedback weergegeven op het scherm.

Gesprek in wacht

Deze voorziening kan worden gebruikt voor GSM-­gesprekken.
GSM-gesprekken
Wanneer Gesprek in wacht is ingeschakeld en uw telefoon in gesprek is, wordt het bericht Gesprek in wacht van... weergegeven wanneer een gesprek binnenkomt.
1. Als u de voorziening Gesprek in wacht wilt inschakelen, selecteert u Menu > Instellingen >
Gespreksinstellingen > Gesprek in wacht > GSM-gesprek > Aan > OK.
2. Als u de voorziening Gesprek in wacht wilt annuleren, selecteert u Menu > Instellingen >
Gespreksinstellingen > Gesprek in wacht > GSM-gesprek > Uit > OK. U wordt dan niet meer
gewaarschuwd wanneer u wordt gebeld terwijl u in gesprek bent. De beller hoort een ingesprektoon.
3. Als u de status van de voorziening Gesprek in wacht wilt verifiëren, selecteert u Menu > Instellingen >
Gespreksinstellingen > Gesprek in wacht > GSM-gesprek > Status.
GPRS-gesprekken
Als de voorziening Gesprek in wacht is ingeschakeld en er een GSM-gesprek binnenkomt terwijl u bezig bent met een GPRS-sessie (bijvoorbeeld wanneer u via de WAP-service op het net aan het kijken bent), wordt het nummer van de beller weergegeven op de telefoon. U kunt er dan voor kiezen om het gesprek aan te nemen of het af te wijzen. Als u het GSM-gesprek accepteert, wordt de WAP-sessie
25
gesloten. Als u het inkomende gesprek afwijst, kunt u doorgaan met de WAP-sessie.
1. Om de voorziening Gesprek in wacht in te stellen, selecteert u Menu > Instellingen >
Gespreksinstellingen > OK > Gesprek in wacht
> OK.

Autom. opnieuw kiezen

Wanneer deze functie ingeschakeld is, zal uw telefoon na het ingestelde interval automatisch opnieuw bellen als een gesprek niet wordt aangenomen.
1. Om deze functie in te schakelen, selecteert u Menu >
Instellingen > Gespreksinstellingen > Autom. opnieuw kiezen > Aan.
OF
Gebruik de toets Menu als een schakelaar voor het in­of uitschakelen van het selectievakje Autom. opnieuw kiezen om de functie in of uit te schakelen.
2. Wanneer een nummer opnieuw gekozen gaat worden, wordt het bericht Opnieuw kiezen? weergegeven. Selecteer OK om opnieuw te kiezen, selecteer
Afsluiten om te stoppen met het opnieuw kiezen. Als
u een ander nummer begint te kiezen terwijl automatisch opnieuw wordt gekozen, zal de telefoon stoppen met het opnieuw kiezen.

Autom. antwoord

Wanneer deze functie ingeschakeld is, worden inkomende gesprekken automatisch beantwoord.
1. Selecteer Menu > Instellingen >
Gespreksinstellingen > Autom. antwoord > Aan.
OF
Gebruik de toets Menu als een schakelaar voor het in­of uitschakelen van het selectievakje Autom. antwoord om de functie in of uit te schakelen.

Gesprekken filteren

Met deze functie kunt u ongewenste inkomende gesprekken voorkomen. U kunt telefoonnummers op een "zwarte lijst" zetten om niet meer vanaf die nummers gebeld te worden en u kunt telefoonnummers op een "witte lijst" zetten.
Wanneer het nummer van een contactpersoon wordt toegevoegd aan de zwarte lijst of witte lijst, moet het nieuwe nummer worden voorafgegaan door '+', gevolgd door het landnummer.
1. Om deze functie in te schakelen, selecteert u Menu >
Instellingen > Gespreksfilter > OK.

Zwarte lijst

In dit menu kunt u nummers waardoor u niet wilt worden gebeld, toevoegen, zoeken, wijzigen en verwijderen. Dit menu heeft twee submenu's: Toevoegen en Zoeken.
Toevoegen aan zwarte lijst
Bellen
26
1. Als u een nummer wilt toevoegen aan de zwarte lijst,
selecteert u op het scherm Gespreksfilter Zwarte lijst > OK > Nieuw toevoegen > OK. Er worden twee
Bellen
opties weergegeven:
 Nieuw nummer: hiermee kunt u een nieuw nummer
invoeren en opslaan in de zwarte lijst.
 Telefoonboek: hiermee kunt u het telefoonboek
openen en een nummer selecteren dat u wilt overzetten naar de zwarte lijst.
Wanneer een contactpersoon wordt toegevoegd aan de zwarte lijst of witte lijst, moet het nieuwe nummer worden voorafgegaan door '+', gevolgd door het landnummer. Om ‘+’ en het landnummer toe te voegen aan een nummer op de zwarte lijst, selecteert u Zwarte lijst >
Zoeken > OK , selecteert u het nummer, kiest
u Optie > Wijzigen, voert u de ‘+’ in voor het nummer en het landnummer en selecteert u
OK.
Zoeken naar nummers op de zwarte lijst
1. Als u een nummer op de zwarte lijst wilt vinden, selecteert u op het scherm Gespreksfilter Zwarte lijst > Zoeken > OK.
2. Ga naar een nummer en selecteer Optie > Wijzigen > OK om een nummer te wijzigen of selecteer Optie > Verwijderen > OK om een nummer te verwijderen van de zwarte lijst.

Witte lijst

Deze lijst bevat telefoonnummers van personen waarmee u wilt spreken. De opties zijn vergelijkbaar met de opties die beschikbaar zijn voor de zwarte lijst. Raadpleeg “Zwarte lijst” op pagina 26.

Instellingen gespreksfilter

U kunt de instellingen van het gespreksfilter in- of uitschakelen.
1. Selecteer op het scherm Gespreksfilter Instellingen
gespreksfilter > OK.
 Zwarte lijst inschakelen: hiermee worden alle
inkomende gesprekken van nummers op de zwarte lijst afgewezen.
 White list inschakelen: hiermee worden alle
inkomende gesprekken van nummers op de witte lijst doorgelaten en worden inkomende gesprekken van alle andere nummers afgewezen.
 Sluit filter: hiermee worden inkomende gesprekken
niet gefilterd.

Overige gespreksinstellingen

 Herinnering minuut: als deze optie ingeschakeld is,
wordt u tijdens een telefoongesprek gewaarschuwd bij de 50ste seconde van elke minuut.
Selecteer Menu > Instellingen >
Gespreksinstellingen > Herinnering minuut > Aan.
27
 Zend-ID: als deze optie ingeschakeld is, wordt uw ID
getoond aan de ontvanger wanneer u belt of een bericht verstuurt. Deze service moet echter wel worden ondersteund door uw netwerk.
1. Om deze optie in te schakelen, selecteert u Menu >
Instellingen > Gespreksinstellingen > Zend-ID
> OK.
2. Selecteer Status > OK om te controleren of de optie ingeschakeld is of niet.

Gespreksgegevens opvragen

1. Selecteer Menu > Gesprekken > Gespreksmeters > OK. De volgende opties zijn beschikbaar:
 Laatste gesprek: hiermee wordt de duur van het
laatste gesprek weergegeven.
 Laatste GPRS: hiermee wordt het aantal bytes
weergegeven dat is overgedragen tijdens de laatste GPRS-sessie.
 Gesprekstimer: hiermee wordt de duur van alle
inkomende en uitgaande gesprekken weergegeven. Selecteer Reset timer > OK om de teller of meter op nul te zetten.
 Toon kosten: als deze optie ingeschakeld is, worden
de duur en de kosten voor het gesprek weergegeven. Deze optie is standaard uitgeschakeld.
 Als u deze functie wilt inschakelen, moet u een PIN2-
code aanvragen bij uw serviceprovider.
 Totale kosten: deze service is alleen beschikbaar
wanneer uw SIM-kaart kostengegevens bevat. Gebruik
deze service om alle kostengegevens met betrekking tot gesprekken te configureren of op te vragen.
U kunt het volgende configureren:
Toon kosten Hiermee worden de
totale kosten van alle uitgaande en inkomende gesprekken sinds de laatste reset weergegeven.
Reset kostenteller Hiermee wordt de teller
op nul gezet (beschermd door PIN2-code).
Toon balans Hiermee wordt de
beschikbare balans weergegeven.
Toon limiet Hiermee wordt het
beschikbare maximum weergegeven.
Limiet annuleren Hiermee wordt het
beschikbare maximum voor kosten geannuleerd (beschermd door PIN2­code).
Bellen
28
Limiet instellen Hiermee wordt het
Bellen
Als de kosten de limiet overschrijden, kunt u niet meer bellen of gebeld worden. Alle gesprekken die zouden leiden tot kosten, worden automatisch geblokkeerd.
beschikbare maximum voor kosten ingesteld (beschermd door PIN2­code).
 Gesprekstarief: hiermee wordt het tarief per
gesprekseenheid weergegeven. Deze informatie is opgeslagen op de SIM-kaart. U kunt het tarief ook instellen en weer op nul zetten.
29

Uw XP3-telefoon

Pictogrammen in het hoofdmenu
1.Gesprekken
2.Instellingen
3.Mijn bestanden
4.Telefoonboek
5.SIM toolkit
6.Tools
7.B e rich ten
8.Snelle instellingen
9.WAP
Indicatoren op het
Dit model is een staafachtige telefoon met één LCD-scherm. Het grafische gedeelte van het scherm is 128 pixels breed en 160 pixels hoog. Met de gebruikte CSTN-technologie kunnen 65K kleuren worden weergegeven.

Hoofdmenu

Om het hoofdmenu te openen, drukt u op de toets Menu of drukt u op de selectietoets links. Het hoofdmenu bevat de volgende negen items:
30
startscherm
De indicatoren op het startscherm zijn zichtbaar wanneer de telefoon in de stand-bystand staat. Pictogrammen geven de status van bepaalde componenten van de telefoon aan, zoals de indicator voor de batterijlading, de indicator voor de netwerkstatus, de datum en de tijd. Sommige pictogrammen worden alleen weergegeven als een specifieke service is geactiveerd.
De volgende tabel beschrijft de indicatoren die beschikbaar zijn op de XP3-telefoon:
Indicator Naam Omschrijving
Batterij Vijf doorschijnende
staven geven aan dat de batterij helemaal is opgeladen. Ondoorzichtige staven geven aan dat de lading minder wordt.
Roaming Dit pictogram wordt
alleen weergegeven wanneer de telefoon is geregistreerd bij een ander netwerk dan uw eigen netwerk.
Uw XP3-telefoon
Indicator Naam Omschrijving
Indicator Naam Omschrijving
Uw XP3-telefoon
GPRS Als de G groen wordt
Voicemail Geeft aan dat er nieuwe
Wekker Geeft aan dat de wekker
Trillen Geeft aan dat de
Gesprek door­verbinden
weergegeven, is het GPRS-netwerk beschikbaar.
Als de G rood wordt weergegeven, is het GPRS-netwerk niet beschikbaar.
voicemails zijn.
is ingesteld.
trilmodus ingeschakeld is.
Geeft aan dat de functie voor het doorverbinden van gesprekken ingeschakeld is.
Stil Geeft aan dat de
telefoon in de stille modus werkt.
Gemiste gesprekken
Navigatie­pijlen
Herinnering aan gebeurtenis
Ongelezen bericht
SMS­geheugen
Geeft aan dat er gemiste GSM-gesprekken en persoonlijke signalen zijn.
Geven aan in welke richtingen genavigeerd kan worden. De pijlen worden altijd onderaan het scherm weergegeven.
Herinnert u aan een nieuwe gebeurtenis.
Geeft aan dat er ongelezen berichten in het SMS-postvak IN staan.
Geeft aan dat het SMS­geheugen vol is.
31
Indicator Naam Omschrijving
WAP-signaal Geeft aan dat een nieuw
WAP-signaal is ontvangen.
Zwarte lijst Geeft aan dat berichten
worden gefilterd met een zwarte lijst.
White list Geeft aan dat berichten
worden gefilterd met een witte lijst.

Instellingen

U kunt verschillende instellingen voor uw XP3-telefoon opgeven en wijzigen.
1. Selecteer op het stand-byscherm Menu >
Instellingen om de opties weer te geven.

Belinstellingen

U kunt verschillende geluiden instellen voor uw inkomende gesprekken, SMS-signalen en alarmsignalen. U kunt ook afzonderlijke geluiden instellen voor verschillende groepen bellers die u beheert in het telefoonboek, zoals familie, vrienden, enz. Daarmee kunt u bellers uit een bepaalde groep sneller identificeren.
U kunt kiezen tussen Standaardgeluiden (in de fabriek opgenomen) en Eigen melodieën (die u hebt gedownload via WAP of de communicatiepoort, of die u zelf hebt opgenomen).
1. Als u de beltonen wilt instellen voor inkomende gesprekken, selecteert u Menu > Instellingen >
Belinstellingen > Inkomende gesprekken > OK
> Collega… > OK.
2. Kies tussen Standaard geluiden en Eigen melodieën en selecteer OK. Selecteer Afsluiten om naar het scherm met inkomende gesprekken te gaan.
Op dezelfde manier kunt u beltonen instellen voor SMS­signalen en alarmsignalen. Voor meer informatie raadpleegt u “De telefoon aanpassen” op pagina 64.

Volume beltoon

Volume-instellingen
1. Voor de volumeregeling selecteert u Menu >
Instellingen > Volume.
OF
Houd 3 ingedrukt om rechtstreeks naar Type gesprekssignaal te gaan.
De telefooninstellingen die worden weergegeven, zijn:
 Autom. Aan/uit: hiermee schakelt u de telefoon
automatisch uit en in op een door u ingesteld tijdstip.
Uw XP3-telefoon
32
 Welkomtekst: hiermee kunt u een tekst maken die
wordt weergegeven wanneer de telefoon wordt ingeschakeld.
 Standby scherm: voor deze optie zijn twee
instellingen beschikbaar.
Type standby scherm: hiermee kunt u het stand­byscherm instellen op Digitaal, Analoog, Maandweergave (kalender) of Wereldklok.
Uw XP3-telefoon
Achtergrond: hiermee kunt u een achtergrond
instellen voor het scherm en daarvoor de afbeeldingen gebruiken die beschikbaar zijn in de telefoon of afbeeldingen die u hebt gedownload naar uw telefoon. De geselecteerde achtergrond wordt alleen weergegeven op het stand-byscherm als u Digitaal selecteert als type stand-byscherm.
Afbeeldingen van elke grootte worden weergegeven in de map Eigen afbeeldingen, maar alleen de afbeeldingen van het type .jpg met een beeldresolutie van 128 x 160 of lager kunnen worden ingesteld als achtergrond.
 Kleurthema: hiermee kunt u het kleurthema instellen
voor het hoofdmenu en de gerelateerde schermen. Er zijn drie thema's beschikbaar.
 Talen: hiermee kunt u alle menuopties en tekst op de
telefoon laten weergeven in een geselecteerde taal. Kies bijvoorbeeld Nederlands om alle menu-items, tekstberichten, enz. weer te geven in het Nederlands. De andere beschikbare talen op dit apparaat zijn: Spaans, Duits, Frans, Chinees, Engels, Zweeds, Grieks, Russisch en Italiaans.
De lijst met talen is representatief voor een bepaalde telefoon en de talenlijst is verschillend voor verschillende telefoons.
 Display-verlichting: hiermee kunt u de periode
kiezen gedurende welke het scherm actief moet blijven. U kunt kiezen tussen 30 seconden, een minuut en drie minuten.
 Snelkoppelingen: hiermee kunt u een sneltoets
toewijzen aan een specifieke functie.
1. Om een sneltoets in te stellen, kiest u op het scherm Snelkoppelingen een toets in de lijst van beschikbare toetsen en selecteert u OK. Er wordt een lijst met opties weergegeven. Kies een optie, zoals SMS , en selecteer OK. De sneltoets is ingesteld.
2. Als u een sneltoets wilt annuleren, selecteert u Menu > Instellingen > Tel.instellingen >
Snelkoppelingen, selecteert u de sneltoets die u wilt
33
annuleren (bijvoorbeeld SMS) en selecteert u Leeg >
OK. De sneltoets is geannuleerd.

Netwerkinstellingen

Deze instellingen hebben te maken met uw serviceprovider. U kunt het netwerk kiezen, de netwerkaccount opgeven, aangeven of GPRS te allen tijde vereist is, enz.
Selecteer Menu > Instellingen > Netwerkinstellingen > OK om de netwerkinstellingen weer te geven.
 Voorkeursnetwerken: hiermee worden opties
weergegeven waarmee u de beschikbare netwerken kunt opvragen, een netwerk kunt toevoegen en een bestaand netwerk kunt verwijderen. Deze opties zijn alleen beschikbaar als uw serviceprovider daarin voorziet.
Toon lijst Hiermee wordt een lijst van
Verwijder lijst Hiermee kunt u een service-
Beschikbare netwerken
voorkeursnetwerken weergegeven. Blader naar een netwerk en kies Selecteren. Het voorkeursnetwerk wordt bovenaan de lijst weergegeven.
provider verwijderen uit de lijst.
Hiermee wordt gezocht naar beschikbare serviceproviders en worden die weergegeven.
Bestaande toevoegen
Netwerkcode toevoegen
Hiermee wordt een lijst van bestaande serviceproviders weergegeven. U kunt een provider toevoegen aan de lijst. Selecteer Toevoegen om een serviceprovider toe te voegen aan de lijst met voorkeursnetwerken.
Hiermee kunt u de code invoeren die van toepassing is voor een netwerk. Dit is vaak vereist wanneer u de roaming service gebruikt. Het opgeslagen PLMN (Public Land Mobile Network) wordt toegevoegd aan de lijst van voorkeursnetwerken.
 GPRS-verbinding: hiermee wordt een continue
GPRS-verbinding mogelijk wanneer de optie Altijd
verbonden wordt geselecteerd. Selecteer Verbonden tijdens sessie als u alleen een GPRS-
verbinding wilt wanneer die nodig is.
 Opnieuw registreren: hiermee kunt u de telefoon
opnieuw registreren. Als u een ander netwerk hebt gekozen, selecteert u deze optie om de telefoon te registreren bij het nieuwe netwerk.
 Netwerkaccount: hiermee kunt u verbinding maken
met een GSM- of GPRS-netwerk. Neem contact op met uw serviceprovider voor informatie over het wijzigen van de in de fabriek ingestelde profielen en over de
Uw XP3-telefoon
34
juiste parameterinstellingen. Verbindingsfouten worden vaak veroorzaakt door foute parameterinstellingen. Het is mogelijk dat bepaalde voorgedefinieerde profielen zijn vergrendeld om opnieuw configureren onmogelijk te maken.
De volgende opties zijn afhankelijk van uw serviceprovider en de service die u hebt aangevraagd.
1. Kies op het scherm Netwerkaccount een
Uw XP3-telefoon
netwerkaccount en selecteer Optie > Beeld > OK om de accountinformatie op te vragen.
2. Selecteer Optie > Bewerken > OK om de volgende accountgegevens te wijzigen.
 Accountnaam: hiermee kunt u de naam van de
geselecteerde netwerkaccount wijzigen.
 Drager: hiermee kunt u kiezen uit twee protocollen
voor de WAP-service. U kunt kiezen tussen alleen GSM en alleen GPRS. GPRS is vereist om de WAP-service te kunnen gebruiken.
 GSM-instellingen: U kunt de volgende GSM-
instellingen configureren:
Type data-verbinding: hiermee kunt u kiezen tussen ISDN en analoog.
Telefoonnummer: hiermee kunt u het telefoonnummer opgeven dat u moet bellen. Wanneer uw telefoon verbinding maakt met het internet, wordt automatisch dit nummer gekozen.
Gebruikersnaam: dit is de gebruikersnaam waarmee u zich aanmeldt bij de WAP-server.
Wachtwoord: dit is het wachtwoord dat u gebruikt voor de aanmelding bij de WAP-service.
 GPRS-instellingen: hiermee kunt u de instellingen
configureren voor APN (Access Point Name, Naam toegangspunt, een vereiste voor GPRS), Gebruikersnaam en Wachtwoord, die nodig zijn voor de aanmelding bij de WAP- of dataserver.
35

Het telefoonboek beheren

U kunt het telefoonboek gebruiken om de telefoonnummers van uw contacten te beheren. Via deze voorziening kunt u telefoonnummers toevoegen, verwijderen en kiezen en SMS-berichten verzenden.
Wanneer u de telefoon inschakelt, duurt het even voor het telefoonboek is geïnitialiseerd. Wacht totdat u de telefoon kunt gebruiken.
Op de SIM-kaart worden de naam en het nummer voor het contact opgeslagen, terwijl in het telefoongeheugen ook andere details worden opgeslagen, zoals naam, contactnummer (inclusief mobiel nummer, nummer op kantoor, thuisnummer en faxnummer), e-mailadres en adres.
Uw XP3-telefoon
Om toegang te krijgen tot het telefoonboek, selecteert u op het startscherm Tel.boek of selecteert u Menu >
Telefoonboek> Selecteren. Er wordt een lijst met opties
voor het telefoonboek weergegeven.
Om direct toegang te krijgen tot het telefoonboek en de bijbehorende opties, drukt u op de navigatietoets
Omlaag.

Een nieuw nummer toevoegen

1. Kies het telefoongeheugen waarin u het telefoonnummer wilt opslaan. Selecteer op het startscherm Tel.boek > Selecteer geheugen > OK.
2. Selecteer SIM-kaart of Telefoon als het geheugen waarin u het nieuwe nummer wilt opslaan en selecteer
OK. Selecteer Afsluiten om terug te keren naar het
startscherm.
Als u een symbool moet invoeren voor het e­mailadres, drukt u herhaaldelijk op 1 totdat het gewenste symbool verschijnt. Druk bijvoorbeeld drie keer op 1 om ‘@’ weer te geven en druk vier keer op 1 om ‘_’ weer te geven.
3. Selecteer Tel.boek > Nieuw toevoegen > OK. Voer de naam en het telefoonnummer in en selecteer
Opslaan.
U kunt een nummer ook direct invoeren en Optie >
Opslaan selecteren. Voer de naam van het contact in en
selecteer Opslaan. Het telefoonboek wordt nu bijgewerkt met het nieuwe nummer.
36

Een visitekaartje verzenden

Een visitekaartje bevat de contactgegevens van een individu. U kunt een visitekaartje verzenden via de optie
Zoeken of de optie Toon lijst in het telefoonboek. U kunt
het visitekaartje verzenden via SMS.
U kunt als volgt een visitekaartje verzenden via SMS:
1. Selecteer Tel.boek > Toon lijst > OK.
2. Ga naar de naam van het contact en selecteer Optie >
Uw XP3-telefoon
Zend visitekaartje > Zenden via SMS > OK.
3. Voer het nummer van het contact in en selecteer OK.
Selecteer een van de volgende opties voor het verzenden van het visitekaartje.
 Tel.boek: hiermee kunt u het contact selecteren
waaraan het visitekaartje moet worden verzonden.
 Groep: hiermee kunt u de groep selecteren waarnaar
het visitekaartje moet worden verzonden.
 Nu zenden: hiermee wordt het bericht onmiddellijk
verzonden.
 Verzenden & opslaan: hiermee kunt u het bericht
verzenden en opslaan.
 Opslaan: hiermee kunt u het bericht opslaan.  Opslaan als door gebruiker gedefinieerd:
hiermee kunt u de gegevens van het visitekaartje opslaan, zodat u die later nog eens kunt gebruiken.
 Icoon toevoegen: hiermee kunt u een afbeelding uit
de map met bestaande emoticons invoegen.

Telefoonrecords bewerken of verwijderen

 Een record bewerken
Selecteer op het startscherm Tel.boek > Toon lijst >
OK. Blader naar het contact dat u wilt bewerken en
selecteer Optie > Bewerken > OK. Breng de wijzigingen aan en selecteer Opslaan. Het record is bewerkt en het bijgewerkte telefoonboek wordt weergegeven.
 Een record verwijderen
Selecteer op het startscherm Tel.boek > Toon lijst >
OK. Ga naar het contact dat u wilt verwijderen en
selecteer Optie > Verwijderen > OK. Selecteer OK om de verwijdering te bevestigen. Het bijgewerkte telefoonboek wordt weergegeven.
U kunt ook de optie Zoeken gebruiken om de naam van een contact te vinden en dan het record bewerken of verwijderen.
 Alle records in het SIM-geheugen verwijderen
Selecteer op het startscherm Tel.boek >
Geavanceerd > OK > Alle SIM-records verwijderen > OK.
37
 Alle records in het telefoongeheugen
verwijderen
Selecteer op het startscherm Tel.boek >
Geavanceerd > OK > Alle telefoonrecords verwijderen > OK.

Nummers kopiëren of verplaatsen naar andere lijsten

 Alle records van de SIM-kaart kopiëren naar het
telefoongeheugen
Selecteer Tel.boek > Geavanceerd > OK > Alles
kopiëren van SIM naar telefoon > OK.
 Alle records van het telefoongeheugen kopiëren
naar de SIM-kaart
Selecteer Tel.boek > Geavanceerd> OK > Alles
kopiëren van telefoon naar SIM > OK.
 Alle records van de SIM-kaart verplaatsen naar
het telefoongeheugen
Selecteer Tel.boek > Geavanceerd > OK > Alles
verplaatsen van SIM naar telefoon > OK. De
verplaatste records worden verwijderd uit de bronlocatie. Dat wil in dit geval zeggen dat alle records die vanaf de SIM-kaart zijn verplaatst, niet meer beschikbaar zijn in het SIM-geheugen.
 Alle records van het telefoongeheugen
verplaatsen naar de SIM-kaart
Selecteer Tel.boek > Geavanceerd > OK > Alles
verplaatsen van telefoon naar SIM > OK. Voor
alle records die worden verplaatst van het telefoonboek naar het SIM-geheugen, gaan details met betrekking tot e-mailadres, adres, postcode en opmerkingen verloren.

Persoonlijke informatie beheren

1. Selecteer Tel.boek > Eigen info > OK > Bewerk
eigen info > OK.
Voer uw naam in en andere persoonlijke gegevens, zoals uw mobiele nummer, nummer op kantoor, nummer thuis, faxnummer, semafoonnummer, e­mailadres, adres en postcode. Gebruik de
navigatietoets Omlaag om naar elk veld te gaan.
2. Als u uw gegevens wilt verwijderen, selecteert u
Tel.boek > Eigen info > OK > Verwijder eigen info > OK.
3. Als u uw gegevens wilt mailen naar een andere persoon, selecteert u Tel.boek > Eigen info > OK >
Zend eigen info > OK.
4. Als u uw gegevens wilt opvragen, selecteert u
Tel.boek > Eigen info > OK > Toon eigen info > OK.
Uw XP3-telefoon
38

Tel ef oo ng eh eu ge n

U kunt records opslaan in het telefoongeheugen en op de SIM-kaart. In het telefoongeheugen kunnen maximaal 500 records worden opgeslagen. Hoeveel records kunnen worden opgeslagen in het SIM-geheugen is afhankelijke van de SIM-provider.
Om de geheugenstatus te controleren, selecteert u
Tel.boek > Geheugenstatus > OK.
Uw XP3-telefoon

Het IP-servicenummer opslaan

U kunt het IP-servicenummer opslaan, zodat u het nummer niet hoeft in te voeren elke keer dat u een IP-gesprek start.
1. Als u het IP-nummer wilt opslaan, selecteert u
Tel.boek > IP-nummer > OK. Voer het IP-nummer
in en selecteer Opslaan.
U kunt alleen IP-gesprekken voeren als uw serviceprovider IP-servicenummers ondersteunt.
39

Berichten

SMS is een eenvoudige en goedkope manier van communiceren. U kunt via deze service een tekstbericht sturen naar andere mensen. U kunt het SMS-menu in uw telefoon gebruiken om een SMS-bericht te sturen naar andere mobiele telefoons of andere apparatuur die SMS­berichten kan ontvangen.
Om toegang te krijgen tot de SMS-functie, selecteert u
Menu > Berichten > SMS. Er wordt een lijst met opties
weergegeven.

Berichtinstellingen

1. Om de instellingen voor uw berichten op te vragen of te definiëren, selecteert u Menu > Berichten > SMS > Instellingen > OK.
OF
Druk op de toets voor navigatie naar rechts. Dit is een snelkoppeling naar het menu Berichten.
 Servicenummer: dit nummer wordt u verstrekt door
uw serviceprovider. Het is het nummer van het berichtencentrum dat wordt gebruikt voor het verzenden en ontvangen van uw berichten. U kunt dit veld bewerken. Als dit veld leeg is, kunnen geen berichten worden verzonden.
 Statusverslag: schakel deze optie in als u een
bevestiging wilt krijgen van de aflevering voor berichten die u verzendt. Gebruik de toets Menu om de optie te selecteren en selecteer vervolgens OK. Deze optie wordt echter tijdelijk uitgeschakeld wanneer een lang bericht (zoals een SMS van vier pagina's) wordt verzonden.
 Antwoordpad: als deze optie ingeschakeld is, worden
de berichten die naar uw postvak worden verstuurd, verzonden via uw servicecentrum en niet via het servicecentrum van de afzender. Gebruik de toets
Menu om de optie te selecteren en selecteer
vervolgens OK.
 Handtekening: met deze optie kunt u een
handtekening instellen die wordt toegevoegd aan het eind van de berichten die u verzendt. Gebruik de toets
Menu om de optie te selecteren en selecteer
vervolgens OK. Voer de handtekening in en selecteer
Opslaan. Als uw bericht het maximumaantal
toegestane tekens overschrijdt, wordt de handtekening automatisch weggelaten uit het bericht.
 Geldigheid: Gebruik de navigatietoetsen om de
periode te kiezen. Met de beschikbare opties kunt u de periode instellen op 12 uur, één dag, één week of de maximale periode. Wanneer de opgegeven periode verlopen is, worden de berichten gewist uit het toegewezen geheugen.
Berichten
40
De telefoon kan berichten van maximaal 612 tekens verzenden en ontvangen. Berichten met
Berichten
meer dan 612 tekens worden gesplitst in meerdere berichten en er worden op basis daarvan kosten in rekening gebracht
 Geheugen: hiermee kunt u de locatie selecteren waar
u de berichten wilt opslaan. De berichten kunnen word en o pge slagen in het geh eug en o p de SIM-kaart of in het geheugen voor het telefoonboek.

Invoermodus voor tekst

Wanneer u tekst invoert, wordt de invoermodus rechts bovenaan op het scherm weergegeven. Druk kort op de toets # om de verschillende invoermodi voor tekst, zoals Conventioneel (Abc), Predictief (T9) en numeriek (123), te selecteren.

Conventionele tekstinvoer

In de conventionele modus moet u één of meerdere keren op een toets drukken om een teken in te voeren.
1. Om de invoermodus (abc / en T9 / 123) te kiezen drukt u kort op de toets #.
2. Om te schakelen tussen hoofdletters, kleine letters en het hoofdlettergebruik voor zinnen, gebruikt u de toets
0. Wanneer u het hoofdlettergebruik voor zinnen
toepast, wordt de letter die direct volgt op een punt (.), uitroepteken (!) of vraagteken (?) automatisch een hoofdletter.
3. Om een teken in te voeren, drukt u meerdere keren op de numerieke toets, totdat het gewenste teken op het scherm verschijnt. Als u bijvoorbeeld GOED wilt invoeren, drukt u in de conventionele tekstmodus één keer op de toets 4 om een G weer te geven, drukt u drie keer op 6 om de O weer te geven, drukt u twee keer op 3 om de E weer te geven en drukt u één keer op 3 om de D weer te geven.
4. Wanneer u bij het bewerken van tekst een spatie wilt invoegen tussen tekens of woorden, drukt u op 1.
5. Als u een teken wilt wissen, selecteert u Wissen.
6. Als u speciale tekens wilt invoegen, drukt u op * om de eerste serie speciale tekens weer te geven en drukt u vervolgens op de navigatietoets naar rechts of de toets omlaag om de tweede en derde serie speciale tekens weer te geven. Aan elk speciaal teken is een numerieke toets toegewezen. Druk op de toegewezen numerieke toets om het speciale teken in te voeren. Druk bijvoorbeeld terwijl de eerste serie wordt weergegeven, op 1 om een punt weer te geven en druk, terwijl de tweede serie wordt weergegeven, op 1 om een haakje openen ‘(‘ weer te geven.

Predictieve tekstinvoer

In de predictieve invoermodus voor tekst hoeft u, in tegenstelling tot de conventionele methode, maar één keer
41
te drukken op de numerieke toets met de letter die u wilt invoeren.
1. Als u de predictieve invoermodus voor tekst wilt kiezen, drukt u kort op de toets # totdat enT9 wordt weergegeven.
2. Om tekst in te voeren, drukt u één keer op de nummertoets met de gewenste letter. Bijvoorbeeld: om het woord GOD in te voeren, drukt u één keer op de toetsen 4, 6 en 3. Het woord GOD wordt dan weergegeven op het scherm.
3. Als het woord dat u wilt invoeren, niet meteen wordt weergegeven, gebruikt u de navigatietoetsen om het juiste woord te vinden. Als u het woord niet kunt vinden, kiest u het woord dat er het meest op lijkt en gaat u daarmee verder.
4. Wanneer het gewenste woord wordt weergegeven, drukt u op de toets 1 of Selecteren om het woord te accepteren en het weer te geven in het tekstvenster.
5. Om het woord weer te geven met een punt, drukt u twee keer op de toets 1.
6. Als u speciale tekens wilt invoeren, drukt u op de toets * om die tekens weer te geven in het tekstvenster. Voor meer informatie gaat u naar stap 6 van “Conventionele tekstinvoer” op pagina 41.

Berichten schrijven

1. Als u een bericht wilt maken, selecteert u Menu >
Berichten > SMS > Schrijf bericht > OK.
2. Voer het nummer in en druk op de pijl omlaag om naar het tekstvenster te gaan.
Of
Selecteer een nummer in het telefoonboek door op de toets Menu te drukken of Optie > Tel.boek te selecteren. Selecteer de contactpersoon door op de toets Menu te drukken en selecteer Afsluiten om terug te gaan naar het tekstvenster. Het adres van het contact wordt weergegeven in het veld Aan.
3. Typ het bericht in het tekstvenster. De invoermodus voor tekst wordt rechts bovenaan op het scherm weergegeven. Druk kort op # om de gewenste invoermodus voor tekst te kiezen.
4. Nadat u het bericht hebt ingevoerd, drukt u op de toets Menu en selecteert u Nu zenden > OK om het bericht te verzenden.
U kunt ook Optie > Nu zenden … > OK selecteren om het bericht te verzenden. Andere beschikbare opties zijn:
 Verzenden & opslaan: hiermee wordt het bericht
verzonden en wordt een kopie van het bericht opgeslagen.
 Opslaan: hiermee wordt het bericht opgeslagen in het
geheugen.
 Opslaan als door gebruiker gedefinieerd:
hiermee wordt het bericht opgeslagen als een door de gebruiker gedefinieerde SMS die later nog eens kan worden gebruikt.
 Icoon toevoegen: hiermee wordt een emoticon
toegevoegd aan uw bericht.
Berichten
42
 Gedefinieerde SMS invoegen: hiermee kunt u een
vooraf gedefinieerd SMS-bericht invoegen vanuit de lijst met gedefinieerde berichten.
4. Voer het bericht in en selecteer Opslaan. Kies een SMS-optie en selecteer OK om het bericht te verzenden.
Een SMS verzenden via het
Berichten
telefoonboek
In het telefoonboek kunt u de optie Zoeken of de optie Toon lijst gebruiken om een SMS-bericht te verzenden.
1. Als u vanuit het startscherm wilt zoeken naar een telefoonnummer, selecteert u Tel.boek > Zoeken >
OK.
Of
Selecteer Tel.boek > Toon lijst > OK.
2. Als u de zoekoptie hebt geselecteerd, voert u het telefoonnummer of de naam van een contactpersoon in en selecteert u OK. Druk op # om te schakelen tussen de invoer van cijfers en de invoer van letters.
3. Kies de contactpersoon waaraan u een bericht wilt sturen en selecteer Optie > Zend SMS > OK.
Verzonden berichten kunnen worden doorgestuurd en tekstberichten kunnen ook aan de afzender worden teruggezonden door toets 1 lang in te drukken.

Een nummer uit een ontvangen SMS-bericht bellen of opslaan

U kunt een nummer uit een ontvangen SMS-bericht bellen.
1. Selecteer Berichten > SMS > Postvak IN > om het bericht te openen.
2. Selecteer Optie > Nummer uit tekst opslaan. Het nummer wordt weergegeven.
3. Selecteer Optie > Kiezen.
OF
Selecteer Optie > Opslaan.

Uw berichten beheren

Postvak IN

43
In het postvak IN worden alle inkomende berichten opgeslagen en weergegeven.
1. Om toegang te krijgen tot het postvak IN, selecteert u
Menu > Berichten > SMS > Postvak IN > OK. In
het postvak IN wordt een lijst van afzenders weergegeven.
2. Als u alleen maar een bericht wilt verwijderen of alle berichten wilt verwijderen, selecteert u Optie >
Verwijderen of Verwijder alles.
3. Om een bericht te openen, bladert u naar het bericht en drukt u op de toets Menu.
4. Wanneer een bericht geopend is, kunnen andere functies worden uitgevoerd. Selecteer Optie om de opties op te vragen.
 Antwoorden: hiermee kunt u een antwoord sturen
naar de afzender van het bericht.
 Doorsturen: hiermee kunt u het bericht naar een
andere ontvanger sturen. Selecteer Optie > Tel.boek om een ontvanger te selecteren in het telefoonboek. Selecteer Optie > Groep om meerdere ontvangers te selecteren.
 Verwijderen: hiermee kunt u een bericht verwijderen
nadat u het hebt gelezen.
 Kiezen: hiermee wordt het nummer van de afzender
gebeld.
 Nummer opslaan: hiermee wordt het nummer van
de afzender opgeslagen nadat u de naam van de afzender hebt ingevoerd in het telefoonboek.
 Naar telefoon: hiermee wordt het nummer van de
beller verplaatst naar het telefoonboek als het bericht is opgeslagen in het geheugen op de SIM-kaart.

Niet verzonden berichten

Berichten die zijn opgeslagen om later te worden verzonden of berichten waarvan de verzending is mislukt, worden opgeslagen in Niet verzonden berichten.
1. Om toegang te krijgen tot Niet verzonden berichten, selecteert u Menu > Berichten > SMS > Niet
verzonden berichten > OK.
2. Selecteer Optie om de opties voor verwijderen op te vragen.
3. Druk op de toets Menu om het bericht weer te geven.
4. Druk op de toets Menu en selecteer Optie > Nu
zenden… om het bericht te verzenden.
U kunt een niet verzonden bericht ook doorsturen.

Verzonden berichten

Berichten die zijn verstuurd, worden opgeslagen in de map Verzonden berichten.
1. Om toegang te krijgen tot Verzonden berichten, selecteert u Menu > Berichten > SMS >
Verzonden berichten > OK.
2. Selecteer Optie om de opties voor verwijderen op te vragen.
3. Druk op de toets Menu om het bericht weer te geven.
4. Druk op de toets Menu en selecteer Optie > Nu
zenden… om het bericht opnieuw te verzenden.
Berichten
44
U kunt een verzonden bericht ook doorsturen.

Voorgedefinieerde SMS-berichten

In het telefoongeheugen kunt u maximaal 10 aangepaste SMS-berichten opslaan.
Berichten
1. Selecteer Menu > Berichten > SMS > Door
gebruiker gedefinieerde SMS > OK.
2. Voer een bericht in en selecteer Opslaan.

SMS-geheugen opvragen

1. Om de geheugencapaciteit voor SMS-berichten op te vragen, selecteert u Menu > Berichten > SMS >
Capaciteit > OK.

Voicemail

U kunt inkomende gesprekken doorsturen naar uw voicemail. De bellers wordt dan gevraagd om een bericht voor u achter te laten. Voor deze voorziening moet u een nummer voor uw voicemail invoeren. Dat nummer wordt u verstrekt door de serviceprovider.
1. Om het nummer voor de voicemail in te stellen, selecteert u Menu > Berichten > Voicemail >
Nummer voicemail > OK. Voer het nummer in dat u
is verstrekt door uw serviceprovider. Dit nummer moet worden gebruikt wanneer u wilt luisteren naar de opgeslagen voicemails.
2. Wanneer u ingekomen voicemails wilt afluisteren, selecteert u Menu > Berichten > Voicemail > Bel
voicemail > OK. Voer het nummer voor de voicemail
in en selecteer Gesprek. U wordt verbonden met uw postbus en u kunt de opgeslagen voicemails beluisteren.
Om snel toegang te krijgen tot de voicemail, drukt u op de toets 1 en houdt u de toets ingedrukt.
45

Geprogrammeerde sneltoetsen

Hieronder vindt u een lijst met geprogrammeerde sneltoetsen.
 Middelste toets lang indrukken - schakelt de beltoon
van de inkomende oproep uit.
 Toets 3 lang indrukken of op de pijl-rechts drukken -
schakelt over naar de luidsprekermodus tijdens een GSM-gesprek.
 De groene kiestoets indrukken vanuit het stand-
byscherm - de lijst met uitgaande oproepen openen.
 Toets 0 gevolgd door VERZENDEN - alle gesprekken in
de wachtstand beëindigen of User Determined User Busy (UDUB) voor het gesprek in de wachtrij instellen.
 Toets 1 gevolgd door VERZENDEN - alle actieve
gesprekken (indien aanwezig) beëindigen en het andere gesprek (in de wachtstand of wachtrij) accepteren.
 Toets 1X gevolgd door VERZENDEN - beëindigt een
specifiek actief gesprek X.
 Toets 2 gevolgd door VERZENDEN - alle actieve
gesprekken (indien aanwezig) in de wachtstand plaatsen en het andere gesprek (in de wachtstand of wachtrij) accepteren.
 Toets 2X gevolgd door VERZENDEN - alle actieve
gesprekken in de wachtstand plaatsen met
uitzondering van gesprek X, waarmee de communicatie wordt opengehouden.
 Toets 3 gevolgd door VERZENDEN - voegt een gesprek
in de wachtstand toe aan de conversatie.
 Toets 4 gevolgd door VERZENDEN - verbindt twee
gesprekken met elkaar en verbreekt de verbinding tussen de abonnee en de beide gesprekken.
 Toets 4 * "nummer in directory" gevolgd door
VERZENDEN - een inkomend gesprek of gesprek in de wachtrij wordt doorgestuurd naar het opgegeven nummer.
 Toets 5 gevolgd door VERZENDEN - activeert het
verzoek om oproepen naar een abonnee die in gesprek is, te voltooien.
 Toets "nummer in directory" gevolgd door VERZENDEN
- alle actieve gesprekken (indien aanwezig) in de wachtstand plaatsen en een nieuw gesprek naar het opgegeven nummer starten.
 Toets EINDE - alle gesprekken van de abonnee
beëindigen (met uitzondering van een mogelijk gesprek in de wachtrij).
 Toets LINKS en RECHTS in lijst met uitgaande/
beantwoorde/gemiste oproepen - hiermee kunt u bladeren door deze drie schermen.
Geprogrammeerde sneltoetsen
46
Geprogrammeerde sneltoetsen
"X" is de nummering (beginnend bij 1) van het gesprek in volgorde van starten of ontvangen van oproepen (actief, in de wachtstand of in de wachtrij) vanuit het oogpunt van de abonnee. De nummering van gesprekken blijft behouden totdat de gesprekken worden beëindigd. Nieuwe gesprekken krijgen het laagste beschikbare nummer.
Wanneer zowel een gesprek in de wachtstand als een gesprek in de wachtrij aanwezig is, zijn de bovenstaande procedures van toepassing op het gesprek in de wachtrij (dus niet het gesprek in de wachtstand) indien deze conflicteren.
47
WAP
Deze mobiele telefoon heeft een interne WAP-browser waarmee u door de inhoud van WAP-websites op het internet kunt bladeren.
Deze voorziening is alleen beschikbaar als u bij uw serviceprovider ook een abonnement op een dataservice hebt voor toegang tot het internet. Neem contact op met uw provider voor meer informatie.
Wanneer u WAP voor het eerst gebruikt, moet u de service configureren. Sommige WAP-parameters op uw telefoon zijn al ingesteld met het oog op een bepaalde serviceprovider. Als u gebruik maakt van de services van die provider, kunt u de ingestelde configuratie gebruiken om te werken met de WAP-service. Als dat niet zo is, moet u de instellingen configureren.
Als u WAP-webpagina's niet kunt weergeven omdat de serviceprovider de WAP­parameters heeft gewijzigd of omdat de inhoudprovider het adres of de inhoud van de WAP-pagina heeft gewijzigd, neemt u contact op met de serviceprovider of de inhoudprovider voor updates.
1. Selecteer Menu > WAP > OK.
Het volgende submenu wordt weergegeven:
 Homepage: Dit is de pagina die als eerste wordt
weergegeven wanneer u de WAP-browser opent.
 Favorieten: dit menu kunt u gebruiken om favorieten
toe te voegen en te beheren en direct naar de bijbehorende webadressen te gaan. U kunt via dit menu ook favorieten bewerken en verwijderen.
 Hervatten: via dit menu hebt u toegang tot de
webpagina's die u eerder hebt bezocht. U kunt beginnen bij de webpagina's die u een vorige keer het laatst hebt bekeken. Selecteer de opties Vorige en Volgende om naar andere webpagina's te gaan.
 Voer adres in: u kunt een webadres typen en
browsen met behulp van dit menu.
 Instellingen: via dit menu krijgt u toegang tot de
volgende instellingen:
Selecteer profiel: via dit menu worden bestaande profielen op het scherm weergegeven. Ga naar het gewenste profiel en selecteer OK.
Bewerk homepage: u kunt het webadres van uw homepage bewerken. Geef een titel en een webadres op.
Verbinding: geef de verbindingsinstellingen voor WAP op. Selecteer een netwerkaccount in de lijst, geef het adres van de proxyserver op, selecteer het type verbinding en geef de poort van de proxyserver op.
WAP
48
Browseropties: met de optie Toon afbeeldingen in dit menu kunt u opgeven of u afbeeldingen op
WAP
webpagina's wilt weergeven. Als u de optie Vernieuwen inschakelen in dit menu selecteert, worden webpagina's vernieuwd.
Hernoem profiel: hiermee kunt u een andere naam opgeven voor een geselecteerd profiel. De naam mag niet langer dan 40 tekens zijn.
Cache: dit is een opslagmechanisme dat in de telefoon beschikbaar is. U kunt kiezen of u de cachemodus wilt inschakelen of het cachegeheugen leeg wilt maken.
Cookies: cookies worden gebruikt wanneer de webbrowser een pagina opvraagt bij de webserver. Via dit menu kunt u cookies in- of uitschakelen.
 Postvak IN Push-berichten: het Push-mechanisme
van WAP wordt door providers en sommige webportalen gebruikt om bepaalde gegevens, zoals configuratiegegevens, beltonen en achtergronden, te verzenden. U kunt de ondersteuning voor deze voorziening configureren en via dit menu de ontvangen berichten opvragen.
49

Opera Mini

Opera Mini is webbrowser die is ontworpen voor mobiele telefoons. Deze browser gebruikt het Java ME-platform. Het mobiele apparaat moet derhalve geschikt zijn voor het uitvoeren van Java ME-toepassingen. Opera Mini wordt gratis beschikbaar gesteld. Op deze mobiele telefoon is een exemplaar van Opera Mini vooraf geïnstalleerd.
Configuratie van APN (Access
Opera Mini
Point Name - Naam toegangspunt) voor Opera Mini
Stel de netwerkaccount voor Opera Mini in.
1. Selecteer Instellingen > Netwerkinstellingen >
Netwerkaccount > Netwerkaccount 3 . Selecteer Bewerken en OK om de details van de
netwerkaccount in te voeren.
2. U moet de volgende gegevens invoeren.
 Accountnaam: Voer de naam in van de
netwerkaccount.
 Drager: Geef aan of de netwerkdrager alleen GSM of
alleen GPRS is.
 GSM-instellingen: Geef de GSM-instellingen op, dat
wil zeggen, het type gegevensverbinding, het
telefoonnummer, de gebruikersnaam en het wachtwoord.
 GPRS-instellingen: Geef de GPRS-instellingen op,
dat wil zeggen, de APN-instelling, de gebruikersnaam en het wachtwoord.
Selecteer OK om de gegevens op te slaan.
Gebruik altijd Netwerkaccount 3 voor Opera Mini.

Taal voor Opera Mini selecteren

De taal voor Opera Mini moet handmatig worden ingesteld.
1. Selecteer Tools > Opera Mini. De browser Opera Mini wordt geopend.
2. Selecteer Menu > Tools > Instellingen > Taal in Opera Mini.
51

Configuratie van Opera Mini als sneltoets

U kunt een sneltoets toekennen voor het starten van Opera Mini.
1. Selecteer Instellingen > Tel.instellingen>
Snelkoppelingen>, selecteer een lege toets en
selecteer OK. De lijst met opties wordt weergegeven. Selecteer Opera Mini en selecteer OK. De sneltoets is ingesteld.
Druk op de sneltoets om Opera Mini te starten.
Opera Mini
52

Tools

Tools worden gebruikt om uw dagelijkse taken op een
Tools
systematische manier te organiseren en te beheren.

Organiseren

De functie Organiseren heeft een kalender waarmee u afspraken kunt instellen, notities kunt maken, de nodige herinneringen kunt plannen, signalen kunt instellen en bepaalde instellingen kunt herhalen.
U kunt taken weergeven per dag, week en maand.
1. Om toegang te krijgen tot de functie Organiseren en de bijbehorende functies, selecteert u Menu > Tools > Organiseren > OK. De kalender voor de huidige maand wordt weergegeven. Gebruik de navigatietoetsen om naar andere maanden te navigeren.
2. Selecteer Optie om de lijst van beschikbare opties op te vragen.
 Nieuw: hiermee kunt u nieuwe items in de
categorieën Vergaderingen en Memo's maken. U kunt onder meer de datum, de tijd, de duur en een herinnering instellen voor een vergadering of memo.
 Controle (deze maand): hiermee worden alle taken
voor de huidige maand in een lijst weergegeven.
 Controleer alles: hiermee wordt de volledige lijst van
taken weergegeven.
 Verwijder alles: hiermee worden alle taken
verwijderd uit het geheugen.
 Verwijder voorbije: hiermee worden alle verlopen
items verwijderd.
 Capaciteit: hiermee wordt de geheugencapaciteit
getoond en het percentage van het geheugen dat in gebruik is. Er kunnen maximaal 30 items worden opgeslagen.
 Wekelijks: hiermee wordt de status voor de huidge
week weergegeven.

Nieuwe gebeurtenissen invoeren

U kunt twee soorten gebeurtenissen invoeren.
 Vergadering: voor een vergadering stelt u de datum
en de tijd in.
 Kies een datum in de kalender en selecteer Optie
> Nieuw > Vergadering > OK of kies een datum en druk op de toets Menu en selecteer
Nieuw > Vergadering > OK.
 Geef de datum, begintijd en eindtijd voor de
vergadering op.
 Geef een opmerking op met betrekking tot de
vergadering, zoals de naam van de persoon waarmee u gaat spreken.
 Stel het waarschuwingssignaal in, bijvoorbeeld op
10 minuten voor de vergadering.
 Stel desgewenst de herhaalmethode of frequentie
van de vergadering in (bijvoorbeeld Wekelijks).
53
 Memo: voor een dag kunt u meerdere memo's
instellen.
 Kies een datum in de kalender en selecteer dan
Optie > Nieuw > Memo > OK.
 Selecteer de datum en tijd voor het memo.
De overige opties zijn vergelijkbaar met de opties voor het instellen van een vergadering.
Als u Geen herinnering selecteert voor de waarschuwing, wordt u niet gewaarschuwd. Het item blijft in het geheugen staan, totdat het wordt verwijderd.

Items bewerken

1. Selecteer Menu > Tools > Organiseren.
2. Ga naar een datum en druk op de toets Menu om een lijst van items voor die datum weer te geven.
3. Kies een item (vergadering of memo) en selecteer
Optie > Wijzigen.

Items verwijderen

U kunt items afzonderlijk verwijderen of alle items tegelijk verwijderen.
1. Als u alle items tegelijk wilt verwijderen, selecteert u
Menu > Tools > Organiseren > Optie > Verwijder alles.
2. Als u afzonderlijke items wilt verwijderen, selecteert u
Menu > Tools > Organiseren. Ga naar een datum
en druk op de toets Menu. Ga naar een item en selecteer Optie > Verwijderen.

Wekker

Selecteer Menu > Tools > Wekker > OK.
U kunt op deze telefoon drie wekkersignalen instellen.
1. Om een alarmsignaal in te stellen, selecteert u op het scherm Wekkerinstellingen Aan om een item te selecteren.
2. Voer de tijd voor het wekkersignaal in, geef desgewenst de frequentie (bijvoorbeeld Elke dag) op en selecteer OK.
3. Om de toon voor het wekkersignaal in te stellen, gaat u naar Belinstellingen en selecteert u Aan >
Standaard geluiden of Eigen melodieën > OK.
4. Als u een wekkersignaal uit wilt schakelen, gaat u op het scherm Wekkerinstellingen naar een item en selecteert u Uit.
5. Druk op de middelste navigatietoets om het alarm in te stellen.
Tools
54

Rekenmachine

Met de rekenmachine in deze telefoon kunt u eenvoudige rekenkundige bewerkingen uitvoeren.
Tools
1. Selecteer Menu > Tools > Rekenmachine > OK.
2. Gebruik de numerieke toetsen om cijfers in te voeren.
3. Gebruik de navigatietoetsen om rekenkundige operatoren in te voeren.
Navigatietoets Operator
Omhoog * (Vermenigvuldigen) Omlaag / (Delen) Links + (Optellen) Rechts - (Aftrekken)
4. Nadat u cijfers en operatoren hebt ingevoerd, drukt u op de toets Menu om het resultaat weer te geven.
5. Selecteer Optie om meer opties op te vragen.
Opties Uitleg
Wissen Hiermee kunt u invoer
wissen en een getal opnieuw invoeren.
MC – Geheugen wissen Hiermee kunt u een getal
verwijderen uit het geheugen.
MR – Geheugen lezen Hiermee kunt u een getal
dat in het geheugen is opgeslagen, lezen.
Opties Uitleg
MS – Opslaan in geheugen
M+ - Optellen bij geheugen
Afsluiten Hiermee wordt het menu
U kunt op de telefoon getallen van maximaal tien cijfers invoeren.
Hiermee kunt u het ingevoerde getal opslaan in het geheugen.
Hiermee wordt een getal opgeteld bij het getal in het geheugen en wordt het resultaat in het geheugen opgeslagen.
gesloten.

Audio-recorder

Selecteer Menu > Tools > Audio-recorder > OK.
1. Om een geluidsbestand op te nemen, selecteert u op het scherm Audio-recorder Opnemen.
2. Selecteer Pauze om het opnemen tijdelijk te stoppen.
3. Selecteer Ophalen om verder te gaan met de opname.
4. Selecteer Stop om de opname te beëindigen.
5. Selecteer Afsluiten om terug te keren naar het vorige scherm.
55
Het opgenomen geluidsbestand wordt opgeslagen in de
map Mijn bestanden. Voor meer informatie raadpleegt u “Uw bestanden beheren” op pagina 65.

Geluid afspelen

1. Om te luisteren naar een opgenomen geluidsbestand, selecteert u Menu > Mijn bestanden > Geluiden >
Eigen melodieën > OK. De luidspreker wordt
automatisch ingeschakeld en u hoort de opname.

Bluetooth

Bluetooth is een technologie voor draadloze verbindingen waarmee apparaten informatie kunnen uitwisselen. Apparaten die binnen een bereik van 10 meter van elkaar staan, kunnen via Bluetooth worden verbonden.
Sonim XP3 is compatibel met Bluetooth-specificatie 1.2 en ondersteunt de volgende profielen: Headset, Handsfree, Objectpush, Inbelnetwerk, Seriële poort. Dit apparaat kan afbeeldingen en audiobestanden verzenden via een Bluetooth-verbinding
In sommige locaties kunnen er beperkingen zijn op het gebruik van Bluetooth­technologie. Neem contact op met de lokale autoriteiten of uw serviceprovider voor meer informatie

Bluetooth activeren

1. Selecteer Menu > Tools > Bluetooth > Activeren.
Wanneer Bluetooth is geactiveerd, wordt een Bluetooth­pictogram weergegeven op het startscherm.

Bluetooth deactiveren

1. Selecteer Menu > Tools > Bluetooth >
Deactiveren.

Bluetooth-instellingen

De volgende tabel beschrijft de instellingen die beschikbaar zijn voor Bluetooth.
Type Functie
Wijzig naam Selecteer deze optie om de
naam van het apparaat te wijzigen
Tools
56
Type Functie
Tools
Verborgen/ Zichtbaar
Service verleend Selecteer deze optie om de
Deactiveer de Bluetooth-verbinding als u die niet gebruikt
Gebruik deze optie als een schakelaar om Verborgen of Zichtbaar te selecteren. Als u Zichtbaar selecteert, kunnen andere apparaten uw apparaat zien. Als u Verborgen selecteert, kunnen andere apparaten uw apparaat niet zien
services weer te geven die voor dit apparaat zijn geleverd

Apparaten paren

1. Selecteer Menu > Tools > Bluetooth > Alle
apparaten.
2. Selecteer Vind meer... om een lijst te zien van de apparaten binnen een bereik van 10 meter die Bluetooth ondersteunen.
3. Selecteer het gewenste apparaat.
4. Selecteer OK.
5. Voer de pincode ‘0000’ in op het scherm Voer PIN in. Dezelfde pincode moet ook worden ingevoerd op het andere apparaat.
6. Selecteer OK.
7. Wanneer het andere apparaat uw aanvraag accepteert, wordt het bericht Paren gelukt weergegeven.
8. Wanneer het andere apparaat uw aanvraag afwijst, wordt het bericht Paren mislukt weergegeven.
Omwille van de beveiliging is het verstandig geen paar te maken met een onbekend apparaat.

Een Bluetooth-headset verbinden

U kunt verbinding maken met een Bluetooth-headset nadat u die met uw apparaat hebt gepaard.
1. Selecteer Menu > Tools > Bluetooth > Alle
apparaten.
2. Selecteer de gepaarde Bluetooth-headset.
3. Selecteer Optie > Verbinden.
57

Naam gepaard apparaat wijzigen

1. Selecteer Menu > Tools > Bluetooth > Alle
apparaten.
2. Selecteer Optie > Naam wijzigen.
3. Geef een nieuwe naam op in het veld.
4. Selecteer OK.

Paring verwijderen

1. Selecteer Menu > Tools > Bluetooth > Alle
apparaten.
2. Selecteer het gepaarde apparaat dat u wilt verwijderen.
3. Selecteer Optie > Verwijderen.
Als u de paring annuleert van een apparaat waarmee een verbinding bestaat, wordt de paring verwijderd en wordt de verbinding onmiddellijk verbroken
2. Als u een audiobestand wilt verzenden, selecteert u
Geluiden > Eigen melodieën.
3. Als u een afbeelding wilt verzenden, selecteert u
Afbeeldingen > Eigen afbeeldingen.
4. Selecteer het bestand dat u wilt verzenden.
5. Selecteer Optie > Verzenden via Bluetooth.
6. Selecteer het gepaarde apparaat waarnaar u het bestand wilt verzenden.
In alle apparaatschermen worden doorgaans de gepaarde apparaten zowel als de niet-gepaarde apparaten weergegeven. Opnieuw paren kan vereist zijn. Als u gegevens naar een niet-gepaard apparaat wilt sturen, selecteert u Vind
meer... en selecteert u het gewenste niet-
gepaarde apparaat. Voer de pincode in wanneer u daarom wordt gevraagd. Raadpleeg “Apparaten paren” op pagina 57 voor meer informatie.
Tools

Gegevens verzenden

U kunt tegelijkertijd verbinding maken met meerdere Bluetooth-apparaten. Als uw telefoon verbonden is met een headset, kunt u tegelijkertijd ook bestanden overdragen naar een ander compatibel apparaat.
1. Selecteer Menu > Mijn bestanden.
7. Wanneer het andere apparaat uw bestand accepteert, wordt het bericht Object verzonden weergegeven.
8. Wanneer het andere apparaat het bestand afwijst, wordt het bericht Verbinding mislukt weergegeven.
58
Tools
XP3 ondersteunt audio-indelingen als .mid/ .amr/.wav/.mp3/.aac en afbeeldingsindelingen als .jgp/.bmp/ .wbmp.

Gegevens ontvangen

Als u via Bluetooth gegevens wilt ontvangen, moet Bluetooth op uw apparaat zijn geactiveerd en moet uw apparaat zichtbaar zijn voor andere apparaten. Raadpleeg “Bluetooth activeren” op pagina 56 en Verborgen/Zichtbaar in het gedeelte “Bluetooth-instellingen” op pagina 56 voor meer informatie.
1. Wanneer u gegevens ontvangt, wordt u gevraagd of u die wilt accepteren.
2. Selecteer Accepteren om de gegevens te ontvangen.
3. Selecteer Afwijzen om de gegevens te weigeren.
 Als u een afbeelding accepteert, wordt het bestand in
de map Mijn bestanden > Afbeeldingen > Eigen
afbeeldingen gezet.
 Als u een audiobestand accepteert, wordt het bestand
in de map Mijn bestanden > Geluiden > Eigen
melodieën gezet

Stopwatch

1. Selecteer Menu > Tools > Stopwatch > OK.
2. Om de timer te starten, selecteert u op het scherm Stopwatch Start. De teller begint te lopen.
3. Als u de teller wilt stoppen, selecteert u Pauze. Om door te gaan, selecteert u Ga.
4. Als u de teller op nul wilt zetten, selecteert u Wissen.
5. Als u een resultaat wilt vastleggen, drukt u op de toets
Menu terwijl de teller loopt. Er worden maximaal zes
resultaten weergegeven.
6. Selecteer Afsluiten om terug te keren naar het scherm Tools.

Afteltimer

Deze functie is handig wanneer u wilt worden herinnerd aan een bepaalde gebeurtenis of als u een taak binnen een bepaalde tijd wilt uitvoeren.
1. Selecteer Menu > Tools > Timer (count-down) >
Aan > OK.
2. Geef het tijdstip waarop u aan iets wilt worden herinnerd op in uren en minuten. De maximale tijd die u kunt instellen is 23 uur en 59 minuten (23:59) en de minimale tijd is één minuut (00:01).
3. Wanneer de timer bij nul komt, gaat het alarm af.
59

Wereldklok

Met deze functie kunt u de tijd in een aantal wereldsteden in verschillende tijdzones opvragen en een bepaalde tijdzone selecteren voor uw telefoon. U kunt ook het gebruik van zomertijd instellen.
De lokale tijd wordt op de onderste helft van het scherm weergegeven en de wereldklok wordt op de bovenste helft weergegeven. Gebruik de navigatietoetsen om langs de tijdzones te gaan.
1. Selecteer Menu > Tools > Wereld-klok > OK om de wereldklok weer te geven.
2. Om uw lokale tijd in te stellen, navigeert u naar een specifieke tijd op de wereldklok en selecteert u Optie > Instellen als lokaal > OK. Navigeer bijvoorbeeld naar San Francisco en stel dan die tijd in als de lokale tijd.
3. Om het gebruik van zomertijd in te stellen, selecteert u
Optie > Zomertijd > Aan > OK. Naast de naam van
een stad wordt een zon weergegeven om aan te geven dat de zomertijd is ingeschakeld.
4. Gebruik de navigatietoetsen om de tijd in verschillende steden op verschillende breedte- en lengtegraden op te vragen. De tijd in een stad wordt naast de naam van de stad weergegeven

Carkit

De carkit is een apparaat dat kan worden geïnstalleerd in motorvoertuigen voor handsfree bediening van mobiele telefoons.
Inkomende gesprekken
Inkomende gesprekken accepteren: Wanneer de
telefoon overgaat, drukt u kort op de knop van de afstandsbediening.
Inkomende gesprekken afwijzen: Wanneer de telefoon overgaat, drukt u gedurende een paar seconden op de knop van de afstandsbediening.
Gesprekken beëindigen: Druk tijdens een gesprek gedurende een paar seconden op de knop van de afstandsbediening.
Uitgaande gesprekken
Gesprekken starten: Wanneer u de Nokia CK-7W Carkit
gebruikt met de Sonim XP3, is het niet mogelijk om uitgaande GSM-gesprekken te voeren. Nummers kunnen alleen worden gekozen met het nummerblok van de telefoon.
Gesprekken beëindigen: Druk tijdens een gesprek gedurende een paar seconden op de knop van de afstandsbediening.
Voor gegevens over de carkit en de lijst met gecertificeerde carkits voor gebruik met de XP3 kunt u de Car Kit Installation Guide downloaden van de Sonim-website www.sonimtech.com.
Tools
60

Zaklantaarn

De XP3 is uitgerust met een zaklantaarn. U kunt de zaklantaarn inschakelen door de knop rechts op de telefoon
Tools
ingedrukt te houden.
De zaklantaarn werkt niet terwijl u Opera Mini of WAP gebruikt.
61

Handsfree bellen

Bij gebruik van een Blue-
U kunt de handsfree modus gebruiken voor GSM- en PTT­gesprekken. U kunt de knop antwoorden/einde gesprek op de headset of de knop van de afstandsbediening in de Carkit gebruiken, zodat u kunt bellen zonder de telefoon vast te houden.
Bij aansluiting op een beka­belde headset

GSM-gesprekken

1. Druk op de knop van de headset om een gesprek aan te nemen.
2. Druk op de knop en houd deze ingedrukt om het gesprek te beëindigen.
3. Als u het gesprek wilt opnemen, drukt u tijdens het gesprek op de knop van de headset.
tooth-headset

GSM-gesprekken

Voor een inkomend GSM-gesprek
1. Druk één keer/ druk twee keer om het gesprek aan te nemen.
2. Druk lang om het gesprek af te wijzen.
Tijdens een GSM-gesprek
1. Druk één keer/ druk twee keer om het gesprek te beëindigen.
2. Druk lang om het gesprek in de wachtstand te zetten.
Bij het kiezen van een GSM-gesprek
1. Druk één keer/ druk twee keer om te stoppen met kiezen.
2. Aan lang drukken is geen actie toegewezen.
.
Wanneer een Bluetooth-verbinding actief is en de gebruiker de kabel van de headset aansluit, wordt de BT-verbinding verbroken en wordt geluid afgespeeld via de headset.
Handsfree bellen
62
Wanneer Bluetooth-verbinding is geactiveerd en de gebruiker de headset met snoer bevestigt, wordt de Bluetooth-verbinding verbroken en wordt de audio via de headset gerouteerd.
Voor de lijst met gecertificeerde Bluetooth-headsets voor gebruik met de XP3 kunt u de Car Kit Installation Guide downloaden van de Sonim-website www.sonimtech.com.
Handsfree bellen
63

De telefoon aanpassen

U kunt de beltonen, signalen en alarmsignalen van uw telefoon aanpassen voor verschillende omstandigheden.
1. Selecteer Menu > Snelle instellingen.
In deze telefoon zijn vier omgevingsprofielen aanwezig. Normaal is het standaardprofiel en daarnaast zijn de profielen Stil, Vergadering, Buiten en Gebruik in auto beschikbaar.
U kunt alleen de parameters voor het profiel Normaal wijzigen.
 Normaal: Dit is het standaardprofiel waarin alle
geluiden ingeschakeld zijn. U kunt de parameters voor dit profiel wijzigen.
U kunt ook de naam van dit profiel wijzigen. Daartoe selecteert u Menu > Snelle instellingen >
Normaal > Wijzig naam.
Selecteer Normaal > Aanpassen > OK om het scherm Geluidinstelling te openen. U kunt dit scherm gebruiken om beltonen of de trilmodus te selecteren voor verschillende signalen, zoals voor een gesprek, de wekker, Organiseren en SMS.
Tevens kunt u het volume instellen voor de beltoon voor GSM-gesprekken, de wekker en signalen.
Voor andere instellingen, zoals Toetstoon, Verbindingssignaal en Batterijsignaal, gebruikt u de toets Menu om het selectievakje voor die instellingen in te schakelen en zo de functie te activeren.
 Stil: hiermee worden alle geluiden, behalve de wekker,
van de telefoon gedempt. De wekker is ook nog hoorbaar wanneer de telefoon in de stille modus is gezet. Om de telefoon in de stille modus te zetten, selecteert u Stil > Aan. U kunt ook de toets # ingedrukt houden terwijl de telefoon in de stand­bystand staat. Selecteer Stil > Beeld om een lijst op te vragen van de signalen die worden uitgeschakeld.
 Vergadering: hiermee wordt voor alle signalen de
trilmodus ingesteld. Als u deze modus wilt activeren, selecteert u Vergadering > Aan. Selecteer Beeld om een lijst op te vragen van de signalen die in deze modus beschikbaar zijn.
 Buiten: hiermee worden de modus voor beltonen en
de trilmodus ingeschakeld voor alle signalen. Als u deze modus wilt activeren, selecteert u Buiten > Aan. Selecteer Beeld om een lijst op te vragen van de signalen die in deze modus beschikbaar zijn.
De telefoon aanpassen
64
 Gebruik in auto: hiermee worden alle geluiden
ingeschakeld. Deze modus is vergelijkbaar met Normaal, maar het verbindingssignaal is uitgeschakeld. Als u deze modus wilt activeren, selecteert u Gebruik
in auto > Aan. Selecteer Beeld om een lijst op te
vragen van de signalen die ingeschakeld zijn.

Thema's

U kunt kiezen uit verschillende kleurenthema's die beschikbaar zijn op uw telefoon. Voor meer informatie raadpleegt u “Volume beltoon” op pagina 32.

Uw bestanden beheren

De telefoon aanpassen
Via het menu Mijn bestanden kunt u audiobestanden en afbeeldingen opslaan en beheren. U kunt een voorbeeld van deze bestanden zien, de details van de bestanden opvragen en bestanden verwijderen. De maximale opslagcapaciteit is 9000 KB.
1. Om uw bestanden op te vragen, selecteert u Menu >
Mijn bestanden.
2. Blader naar een categorie, selecteer Afbeeldingen of
Geluiden en selecteer OK.
3. Voor afbeeldingen selecteert u Standaard afbeeldingen of Eigen afbeeldingen (afbeeldingen die u hebt gedownload via WAP). Voor geluiden selecteert u Standaard geluiden of Eigen melodieën (geluiden die u hebt gedownload of opgenomen). Voor meer informatie raadpleegt u “Audio-recorder” op pagina 55.
4. Blader in de weergegeven lijst naar een bestand en selecteer Optie om meer opties weer te geven.
Als u afbeeldingen hebt opgevraagd, kunt u een voorbeeld weergeven, een afbeelding instellen als achtergrond en meer details over een afbeelding opvragen.
Als u geluiden hebt opgevraagd, kunt u een bepaald geluid instellen als beltoon en de details van een bestand opvragen.

Menu SIM-kaart

Via dit menu krijgt u toegang tot bepaalde services die worden geleverd door de provider.
Deze functie kunt u activeren via Menu > SIM-toolkit
.
65
Gebruiksrechtovereenkomst
Dit draadloze apparaat (het "Apparaat") bevat software die het eigendom is van Sonim Technologies, Inc. ("Sonim"), de leveranciers van Sonim en licentiegevers (gezamenlijk de "Software"). Als gebruiker van dit Apparaat geeft Sonim u een niet-exclusieve, niet-overdraagbare, niet-toewijsbare licentie om de Software te gebruiken, maar uitsluitend in combinatie met het Apparaat waarop deze is geïnstalleerd en/of waarbij deze is geleverd. Niets in deze overeenkomst mag worden opgevat als de verkoop van de Software aan een gebruiker van dit Apparaat.
Het is u niet toegestaan de Software of enige component van de Software te reproduceren, te wijzigen, te distribueren, te decompileren of er reverse-engineering op toe te passen of op enige andere manier te pogen om de broncode van de Software te achterhalen. Het staat u te allen tijde vrij om alle rechten en verplichtingen met betrekking tot de Software over te dragen aan een derde, maar uitsluitend in combinatie met het Apparaat waarop u de Software hebt ontvangen en alleen als die derde schriftelijk verklaart door deze regels gebonden te zijn.
Deze licentie wordt u verleend voor de duur van het bruikbare leven van het Apparaat. U kunt deze licentie beëindigen door alle rechten met betrekking tot het Apparaat waarop u de Software hebt ontvangen, schriftelijk over te dragen aan een derde partij. Indien u de voorwaarden van deze overeenkomst niet naleeft, wordt deze onmiddellijk beëindigd.
Sonim en de leveranciers en licentiegevers van Sonim zijn de enige en exclusieve eigenaars en behouden alle rechten en aanspraken op de Software. Sonim en, in de mate dat de Software materiaal of code van een derde bevat, die derde partij worden geacht de vruchtgebruikers van deze voorwaarden te zijn. De geldigheid, interpretatie en de uitvoering van deze overeenkomst zijn onderhevig aan de wetten van Delaware in de Verenigde Staten.
Onvoorwaardelijke garantie van 3 jaar
Sonim geeft deze Onvoorwaardelijke garantie van 3 jaar op uw mobiele telefoon (in het navolgende "Product" genoemd). Als uw Product garantieservice nodig heeft, retourneert u het naar de dealer bij wie het is gekocht, of neemt u contact op met de Klantenservice van Sonim op: +800-252-56767 of +44 1252 524430, of stuur een e-mail naar: support@sonimtech.com.
Onze garantie
Sonim garandeert, met inachtneming van de voorwaarden van deze onbeperkte garantie, dat dit Product vrij is van ernstige defecten in ontwerp, materiaal en afwerking op het moment dat het wordt aangeschaft door een klant en gedurende een daaropvolgende periode van drie (3) jaar.
Wat wij doen
Als dit Product gedurende de garantieperiode en bij normaal gebruik en normale service niet meer werkt vanwege
Gebruiksrechtovereenkomst
66
defecten in ontwerp, materiaal of afwerking, zullen geautoriseerde distributeurs of servicepartners van Sonim in het land of de regio waar u het Product hebt gekocht, het Product vervangen door hetzelfde model of een beter model in dezelfde of een betere staat. Sonim en de servicepartners behouden zich het recht voor om kosten in rekening te brengen als een geretourneerd Product in overeenstemming met de onderstaande voorwaarden niet onder de garantie blijkt te vallen.
Houd er rekening mee dat uw persoonlijke instellingen, downloads en andere informatie verloren kunnen gaan wanneer uw Sonim-product wordt gerepareerd of vervangen. Sonim aanvaardt geen enkele verantwoordelijkheid voor verloren informatie van welke aard dan ook en zal u geen vergoeding geven voor een dergelijk verlies. U moet altijd back-ups maken van alle
Gebruiksrechtovereenkomst
informatie die is opgeslagen op uw Sonim-product, zoals downloads, agenda's en contactpersonen, voordat u het Sonim-product inlevert voor reparatie of vervanging.

Telefoon Care

De Sonim XP3 is ontworpen conform klasse IP57 voor stof­en waterbestendigheid volgens de IEC IP-norm (Ingress Protection) 60529. Dit betekent dat de telefoon bestand is tegen stof en 30 minuten tot een diepte van 1 meter kan worden ondergedompeld. Onderdompeling in dieper water kan het apparaat beschadigen en dient te worden vermeden. De telefoon is niet waterbestendig of waterdicht tijdens het opladen, bij gebruik van een aparte headset of
wanneer het klepje van de systeemaansluiting aan de onderkant van de telefoon niet goed gesloten is.
De Sonim XP3 is robuust en ontwikkeld voor intens gebruik. Het ontwerp beschermt tegen demontage of mechanische schade wanneer het apparaat wordt blootgesteld aan krachten vergelijkbaar met de val vanaf de hoogte van een gemiddelde volwassene. Blootstelling van de telefoon aan een zwaardere val of grotere kracht kan het apparaat beschadigen en dient te worden vermeden.
Voorwaarden
1 De garantie is alleen geldig als het oorspronkelijke
bewijs van aanschaf, afgegeven aan de oorspronkelijke koper door een geautoriseerde Sonim-dealer en met daarop de datum van aanschaf en het serienummer van het Product, wordt overlegd met het Product dat moet worden gerepareerd of vervangen. Sonim behoudt zich het recht voor om garantieservice te weigeren als deze informatie is verwijderd of gewijzigd na de oorspronkelijke aanschaf van het Product bij de dealer.
2. Als Sonim het Product repareert of vervangt, zal het gerepareerde of vervangende Product onder de garantie vallen gedurende de resterende tijd van de oorspronkelijke garantie of gedurende negentig (90) dagen na de reparatiedatum (de langste periode van deze twee). Bij de reparatie of vervanging kunnen functioneel gelijkwaardige herstelde eenheden worden gebruikt. Vervangen onderdelen of componenten worden de eigendom van Sonim.
67
3. Deze garantie biedt geen dekking voor defecten aan het Product die het gevolg zijn van normale slijtage of verkeerd gebruik, inclusief maar niet beperkt tot gebruik op een andere dan de normale en gebruikelijke manier, zoals uiteengezet in de instructies van Sonim voor het gebruik en onderhoud van het Product. Evenmin biedt deze garantie dekking voor defecten aan het Product die het gevolg zijn van een ongeluk, wijziging of aanpassing van de software of hardware, natuurrampen of schade die het gevolg is van vloeistof die in aanraking is gekomen met het Product, voor zover dit niet als acceptabel is omschreven in de gebruikershandleiding bij het Product. Een oplaadbare batterij kan honderden keren worden opgeladen en ontladen. Uiteindelijk zal de batterij echter versleten raken en dat is geen defect. Wanneer de gesprekstijd of stand-bytijd merkbaar korter wordt, is het tijd om de batterij te vervangen. Sonim raadt u aan om alleen door Sonim goedgekeurde batterijen en laders te gebruiken. Verschillende telefoons kunnen verschillen in de helderheid van het scherm en de kleuren. Er kunnen kleine heldere of donkere punten op het scherm zichtbaar zijn. Deze punten worden defecte pixels genoemd en doen zich voor bij een storing in afzonderlijke punten en kunnen niet worden aangepast. Een aantal defecte pixels wordt geacht acceptabel te zijn.
4. Deze garantie biedt geen dekking tegen defecten aan het Product die zijn veroorzaakt door installaties, wijzigingen, reparaties of het openen van het Product
door een niet door Sonim geautoriseerd persoon. Wanneer is geknoeid met een van de zegels van het Product, is de garantie nietig.
5. De garantie biedt geen dekking tegen defecten aan het Product die zijn veroorzaakt door het gebruik van accessoires of andere randapparaten die niet door Sonim zijn aangemerkt als originele accessoires die bedoeld zijn voor gebruik met het Product.
6. BEHALVE DEZE GEDRUKTE BEPERKTE GARANTIE ZIJN ER GEEN EXPLICIETE GARANTIES, SCHRIFTELIJK NOCH MONDELING. ALLE IMPLICIETE GARANTIES, INCLUSIEF ZONDER ENIGE BEPERKING DE IMPLICIETE GARANTIES VAN VERHANDELBAARHEID OF GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL, HEBBEN DEZELFDE GELDIGHEIDSDUUR ALS DEZE BEPERKTE GARANTIE. IN GEEN GEVAL ZULLEN SONIM OF DE LICENTIEGEVERS VAN SONIM AANSPRAKELIJK ZIJN VOOR INCIDENTELE SCHADE OF GEVOLGSCHADE VAN WELKE AARD DAN OOK, INCLUSIEF MAAR NIET BEPERKT TOT GEDERFDE WINSTEN OF COMMERCIEEL VERLIES, IN ZOVERRE ALS HET AFWIJZEN VAN AANSPRAKELIJKHEID VOOR DERGELIJKE SCHADE WETTELIJK IS TOEGESTAAN.
Gebruiksrechtovereenkomst
68

Index

A
aanpassen 64
achtergrond beltoon display-verlichting kleurthema stand-byscherm talen welkomtekst
accepteren/verzenden, toets alfanumeriek audio
afspelen eigen melodieën recorder standaard geluiden
automatisch aan
33, 65
65
33
33
33
33
33
13
56
32, 56, 65
55
32, 65
32
B
batterij
indicator lading klep laadpictogram opladen plaatsen signaal
berichten
12
14, 9
10
10
9
11
13
antwoorden conventionele tekst doorsturen instellingen niet verzonden opslaan als door gebruiker
postvak IN schrijven verwijderen
berichten, automatisch hoofd­lettergebruik berichtinstellingen
antwoordpad geheugen handtekening servicenummer
bestanden beheren Bluetooth buiten, modus
44, 20
44
40, 41
gedefinieerd:
43, 41
42
44, 42, 44, 43
41
40
41, 40
40
56
64
41
44
42
40
65
D
drukken 1, 14
E
easy call-toets 21
G
gebruik in auto, modus 65 gesprek blokkeren
annuleren status
gesprekken filteren gespreksgegevens
gespreksmeters kosten laatste gesprek totale kosten
GPRS
25, 28
GSM
IP Handsfree kiezen telefoonnummer verzenden
25
25
26
28
28
28
28
22
22
I
in-/uitschakelen/beëindig gesprek ingedrukt houden instellingen
13
beltoon
32, 14
datum en tijd gespreksfilter netwerk
34
stille modus
2
15 26
15, 64
Index
22
69
telefoon 32
M
menu
berichten gesprekken hoofd mijn bestanden opties snelle instellingen Tel.boek toets WAP
menu SIM-kaart menu, toets mijn bestanden
40
22
30
2
21 12, 14, 17, 46, 53 48, 51, 66
13
65
N
navigatiepijlen 31 navigatietoetsen netwerk
account
34
GPRS
34
opnieuw registreren voorkeur
34
O
OMA 1 organiseren
65
13
65
64
34
bewerken capaciteit memo nieuw vergadering wekelijks
54
53
54
53
53, 54, 53
53
S
selecteren 2 selectietoets links selectietoets rechts Selectietoets rechts (STR) serviceprovider SIM-kaart
bewerkingen plaatsen verwijderen
SMS
geheugen voorgedefinieerd zenden
SMS-broadcasts stand-bystand, duur
13
13
1
12
11
12
45
45
22
45
14
T
telefoonboek
bewerken eigen info geheugen
37 38 39
13
21, 38
kiezen toevoegen verplaatsen zenden
telefoongesprekken
doorverbinden gebeld worden GSM internationaal nummer IP-service kiezen snel kiezen
telefooninstellingen
autom. antwoord gesprekstimer herinnering minuut zend-ID
thema's toetsenblok
accepteren/verzenden beëindig gesprek functietoetsen in-/uitschakelen navigatietoetsen STL/STR XP1(bt)
tools
afteltimer organiseren rekenmachine stopwatch
36
38, 37
37
24
23, 25, 26, 28
25
39
21
23
28
28
65
13
16
13
59, 55
53
54
59
Index
21
26
27
16
16
16
18, 13, 18
70
wekker 54, 59
U
Index
uitgaande gesprekken 14, 22
V
veiligheid, richtlijnen 4 vergadering, modus voicemail
45
W
WAP
adres
48
browseropties cache
49
favorieten hervatten instellingen postvak IN Push-berichten
verbinding
wereldklok
lokaal
59
zomertijd
X
XP1(bt)
autom. aan/uit:
48, 51
48
48, 52
48, 49
48
59
64
49
32, 15
49,
snelkoppelingen telefoon werking
Z
zijtoetsen 21
33, 13
1, 30
16
71
Loading...