Siemens A51 User Manual [nl]

Overzicht van de
telefoon

Indicatoren op het display

1

Signaalsterkte/batterijniveau.

Displaytoetsen

2

Druk op de functietoets om de functie te
activeren die wordt weergegeven als
of pictogram op de grijze velden boven de
toets.

A

Verbindingstoets

3

Weergegeven telefoonnummer of naam
kiezen en oproepen aannemen. In de
stand-bymodus: De meest recente oproe­pen weergeven.

B

Aan/uit/einde-toets

4

• Indien uitgeschakeld: lang indrukken om

uw telefoon in te schakelen.

• Tijdens een gesprek of binnen een toe-

passing: kort indrukken om de functie
te beëindigen.

•In menu's: kort indrukken om een ni­veau terug te gaan. lang indrukken om
terug te keren naar de stand-bymodus.

• In de stand-bymodus: lang indrukken om
de telefoon uit te schakelen.

Invoertoetsen

5

Cijfers, letters.

Indrukken

6

*

• In de stand-bymodus: alle tonen in-/uit­schakelen (behalve alarm).

• Inkomende oproepen: alleen beltonen
uitschakelen.



Ingedrukt houden

7

In de stand-bymodus: toetsvergrendeling
in-/uitschakelen

§Text§

Overzicht van de telefoon

_ g

Provider

17.02.2003 09:15

Nwe SMS Menu

1

2

LITHIUM ION

Aan de slag

Aan de slag

De voor- en achterkant van de telefoon en het toetsenbord (CLIPit™-frontjes, my-CLIPit™)
kunnen binnen een paar seconden worden gewijzigd zonder gereedschap. Schakel de
telefoon eerst uit.

De telefoon in elkaar zetten

s

def

3

mno

6

abc

2

wxyz

9

jkl

5

1

tuv

ghi

8

4

0

pqrs

7

s

De SIM-kaart plaatsen

LITHIUM ION

q

Plaats de SIM-kaart in de opening, met de contactpunten naar beneden (zorg dat de
schuine hoek zich in de juiste positie bevindt
zijn plaats zit

s

.

r

s

). Zacht aandrukken totdat de kaart op

r

Verdere opmerkingen

Op het display van uw telefoon en op de bovenkant zit bij levering een beschermend laagje.
Verwijder dit laagje voordat u de telefoon gaat gebruiken.

Om schade aan het display te voorkomen, dient u de telefoon niet zonder frontje te gebruiken.

LITHIUM ION

Inschakelen/ uitschakelen/PIN

kl

4

9

3

Batterij laden

Bij levering is de batterij niet volledig ge­laden. Sluit het snoer van de lader aan op
de onderzijde van de telefoon, steek de
voedingsadapter in de wandcontactdoos
en laad het toestel vervolgens ten minste
twee uur op.

j

5

tuv

8

ghi

0

pqrs

7

Laadtijd

Laadtijd: 2 uur.
De laadtijd is 2 uur. Bedrijfstemperatuur

van 5 °C tot 40 °C (pictogram knippert als
waarschuwing als de temperatuur 5°C
boven of onder deze temperatuur gaat).

Inschakelen/
uitschakelen/PIN

In-/uitschakelen

Houd de aan/uit-/eindetoetsBingedrukt

om de telefoon in- of uit te schakelen.

PIN-code invoeren

U kunt de SIM-kaart beveiligen met een
4–8-cijferige PIN-code. Voer de gewenste
PIN-code in met de cijfertoetsen (de code
wordt weergegeven als een reeks asteris­ken; als u een fout maakt drukt u op

§Wissen§). Bevestig de invoer met §OK§. De

aanmelding bij het netwerk duurt enkele
seconden.

Als u de telefoon voor het eerst inscha­kelt, dient u de tijd en datum in te stellen.

Stand-bymodus

Wanneer de naam van de netwerkprovi­der/het logo boven in het display ver­schijnt, is de telefoon in de stand-bymodus
en klaar voor gebruik.
Houd de aan/uit/einde-toets
om vanuit elke menuoptie terug te gaan
naar de stand-bymodus.

Bingedrukt

Beveiliging

De telefoon en SIM-kaart worden door
verschillende beveiligingscodes beveiligd
tegen misbruik.
Bewaar deze codes op een veilige plaats
waar u ze later gemakkelijk terug kunt
vinden.

§Menu§ ¢ Instellingen ¢ Beveiliging

¢ Codes ¢ Kies een functie.

PIN-gebruik

Gewoonlijk wordt u na het inschakelen
van de telefoon gevraagd de PIN-code in
te voeren. U kunt deze functie uitschake­len, maar u riskeert daarmee dat de tele­foon onbevoegd wordt gebruikt. Bij som­mige providers kunt u deze beveiliging
niet uitschakelen.

PIN wijzigen

U kunt de PIN-code wijzigen in een ander
nummer van 4–8 cijfers dat u beter kunt
onthouden.

PIN2 wijzigen

(Wordt alleen weergegeven als PIN2 be­schikbaar is). Volg dezelfde procedure als
bij PIN wijzigen.

4

Telefoneren

Telefooncode wijzigen

U kunt de telefooncode zelf bepalen en
invoeren (4– 8 cijfers) zodra u voor de
eerste keer een met de telefooncode be­veiligde functie opent (bijv. Direct kiezen,
pag. 5). Deze code geldt dan voortaan
voor alle beveiligde functies. Als u drie­maal een onjuiste code invoert, wordt de
telefoon geblokkeerd. Bel de klantenser­vice van Siemens. Aan het verwijderen
van de toestelblokkering zijn kosten ver­bonden.

Blokkering van de SIM-kaart
opheffen

Als u driemaal een onjuiste PIN-code in­voert, wordt de SIM-kaart geblokkeerd.
Voer in dit geval de PUK-code (MASTER
PIN) in die u samen met uw SIM-kaart
heeft ontvangen. Als u de PUK-code
(MASTER PIN) niet meer heeft, dient u
contact op te nemen met uw provider.

Inschakelbeveiliging

Ook als de PIN-beveiliging is uitgescha­keld, (pag. 3) wordt bij het inschakelen
van het toestel om bevestiging gevraagd.

Dit voorkomt dat u het toestel per onge­luk inschakelt, bijvoorbeeld wanneer u de
telefoon in uw jaszak draagt of als u zich
in een vliegtuig bevindt.

Houd de aan/uit/einde-toets ingedrukt

B

en selecteer
schakelen of annuleer de handeling met

§Annulern§.

§OK§ om de telefoon in te

Telefoneren

Nummer kiezen met de
cijfertoetsen

Het toestel moet ingeschakeld zijn (stand­bymodus). Voer het nummer in (altijd in­clusief netnummer, eventueel met land­nummer). Druk kort op
laatste cijfer te wissen; met lang indruk­ken wist u het hele telefoonnummer.
Druk op de toets
kiezen.

Aom het nummer te

Gesprek beëindigen

DrukBkort op de Eindetoets. Druk ook
op deze toets wanneer uw gesprekspartner
de verbinding als eerste heeft verbroken.

Volume instellen

Gebruik de navigatietoetsEom het vo­lume tijdens een gesprek aan te passen.
Stel het volume in met

Nummerherhaling

Als u het laatst gekozen telefoonnummer
opnieuw wilt kiezen, drukt u tweemaal op
de verbindingstoets
zen nummer kunt u opnieuw kiezen door
het gewenste telefoonnummer in de lijst
te kiezen met
drukken.

A. Een eerder geko-

G, en vervolgens opAte

Als de verbinding bezet is

Om het nummer gedurende maximaal
vijftien minuten met steeds grotere tus­senpozen automatisch opnieuw te kie­zen, drukt u op
foonnummer opnieuw wilt kiezen zodra
de bezette verbinding weer vrij is, drukt u
op

§Terugbellen§ (

drukt, herinnert een signaaltoon u er na
vijftien minuten aan dat u het weergege­ven telefoonnummer opnieuw dient te
kiezen.

§AutoHerh§. Als u het tele-

). Als u op §Prompt§

L

§Wissen§

G.

om het

Telefoonboek

5

Oproep aannemen

Het toestel moet ingeschakeld zijn (stand­bymodus). Een inkomende oproep onder­breekt elk ander gebruik van de telefoon.
Druk op

§Beantw.§ ofA.

Als het telefoonnummer door het netwerk
is meegezonden, wordt het weergegeven.
Als het telefoonnummer en de naam in het
telefoonboek zijn opgeslagen, wordt in
plaats daarvan de bijbehorende naam
weergegeven. Als deze optie is ingesteld,
kan een animatie worden weergegeven
in plaats van het belpictogram.

Oproep afwijzen

§Afwijzen§ ofBkort indrukken.

In de wacht staand gesprek

Breng tijdens een gesprek een nieuwe
verbinding tot stand met

wacht

¢

(kies een nieuw telefoonnum-

J

mer, ook uit het telefoonboek:

§Wisselgesprek§ ¢ Wisselgesprek kunt u

heen en weer schakelen tussen de twee
gesprekken.

Voor de tweede verbinding worden bijko­mende kosten in rekening gebracht.

y menu§ ¢ In

). Met

F

Conferentie b

Breng tijdens een gesprek een nieuwe
verbinding tot stand met

wacht

¢

(kies een nieuw telefoon-

J

nummer).

y menu§ ¢ Conferentie kunt u aan het

Met
in de wacht staande gesprek deelnemen.
Herhaal deze procedure tot alle gespreks­partners (maximaal vijf deelnemers) met
elkaar zijn verbonden.

Alle verbindingen in de telefonische ver­gadering worden tegelijkertijd beëindigd
wanneer de eindetoets
drukt.

Voor elke bijkomende verbinding worden
kosten in rekening gebracht.

y menu§ ¢ In

Bwordt inge-

Oproepenmenu

Verschillende functies zijn uitsluitend be­schikbaar tijdens een gesprek:

y menu§ ¢ Kies een functie.

Direct kiezen

Het toestel kan worden vergrendeld,
waardoor slechts één bepaald nummer
kan worden gekozen.

Inschakelen

§Menu§ ¢ Instellingen ¢ Beveiliging

¢ Direct kiezen

§Kies§ en voer de toestelcode in. Bij

Druk op
het allereerste gebruik dient u een toe­stelcode (tot 8 cijfers) vast te leggen en
in te voeren. Onthoud de code! Bevestig de
invoer met
teer een telefoonnummer uit het tele­foonboek (pag. 5) of voer een nieuw
nummer in. Bevestig Aan met

§OK§ en druk op §Wijzigen§. Selec-

§OK§.

Gebruik

Druk op de rechter displaytoets>om

het telefoonnummer te kiezen.

Uitschakelen

Druk op , houd deze toets ingedrukt en

voer de telefooncode in. Bevestig de in­voer met

§OK§ en druk op §Wijzigen§. Bevestig

Uit met

§OK§.

Telefoonboek

Nieuwe invoer

Het telefoonboek openen (in de stand-by­modus)

F (selecteer <Nieuw item>) ¢ §Kies§

¢ Invoervelden activeren.

Nummer: Voer een telefoonnummer altijd

in mét het netnummer.

Naam: Voor- of achternaam invoeren.
Groep: Items in groepen organiseren;

selecteren met

§Wijzigen§.