Vul het serienummer in, dat staat aangegeven op het achterpaneel
van de projector. Deze informatie heeft u nodig in geval van verlies
of diefstal. Controleer of alle meegeleverde accessoires, zoals
beschreven onder “Meegeleverde accessoires” op bladzijde 14
van deze gebruiksaanwijzing, inderdaad in de doos aanwezig
zijn voor u de verpakking recyclet. Lees de gebruiksaanwijzing
zorgvuldig door voordat u de projector in gebruik neemt.
This equipment complies with the requirements of Directives 89/336/EEC and 73/23/EEC as amended by 93/68/
EEC.
Dieses Gerät entspricht den Anforderungen der EG-Richtlinien 89/336/EWG und 73/23/EWG mit Änderung 93/
68/EWG.
Ce matériel répond aux exigences contenues dans les directives 89/336/CEE et 73/23/CEE modifiées par la
directive 93/68/CEE.
Dit apparaat voldoet aan de eisen van de richtlijnen 89/336/EEG en 73/23/EEG, gewijzigd door 93/68/EEG.
Dette udstyr overholder kravene i direktiv nr. 89/336/EEC og 73/23/EEC med tillæg nr. 93/68/EEC.
Quest’ apparecchio è conforme ai requisiti delle direttive 89/336/EEC e 73/23/EEC, come emendata dalla
direttiva 93/68/EEC.
Modelnummer: XG-C60X
Serienummer:
∏εγκατάσταση αυτή ανταοκρίνεται στις ααιτήσεις των οδηγιών της ∂υρωαϊκής ∂νωσης 89/336/∂√∫και 73/23/∂√∫, ως οι κανονισµοί αυτοί συµληρώθηκαν ατην οδηγία 93/68/∂√∫.
Este equipamento obedece às exigências das directivas 89/336/CEE e 73/23/CEE, na sua versão corrigida
pela directiva 93/68/CEE.
Este aparato satisface las exigencias de las Directivas 89/336/CEE y 73/23/CEE, modificadas por medio de la
93/68/CEE.
Denna utrustning uppfyller kraven enligt riktlinjerna 89/336/EEC och 73/23/EEC så som kompletteras av 93/68/
EEC.
Dette produktet oppfyller betingelsene i direktivene 89/336/EEC og 73/23/EEC i endringen 93/68/EEC.
Tämä laite täyttää direktiivien 89/336/EEC ja 73/23/EEC vaatimukset, joita on muutettu direktiivillä 93/68/EEC.
SPECIAL NOTE FOR USERS IN THE U.K.
The mains lead of this product is fitted with a non-rewireable (moulded) plug incorporating a 10A fuse. Should
the fuse need to be replaced, a BSI or ASTA approved BS 1362 fuse marked
above, which is also indicated on the pin face of the plug, must be used.
Always refit the fuse cover after replacing the fuse. Never use the plug without the fuse cover fitted.
In the unlikely event of the socket outlet in your home not being compatible with the plug supplied, cut off the
mains plug and fit an appropriate type.
DANGER:
The fuse from the cut-off plug should be removed and the cut-off plug destroyed immediately and disposed of
in a safe manner.
Under no circumstances should the cut-off plug be inserted elsewhere into a 10A socket outlet, as a serious
electric shock may occur.
To fit an appropriate plug to the mains lead, follow the instructions below:
WARNING:
THIS APPARATUS MUST BE EARTHED.
IMPORTANT:
The wires in this mains lead are coloured in accordance with the following code:
Green-and-yellow : Earth
Blue: Neutral
Brown: Live
As the colours of the wires in the mains lead of this apparatus may not correspond with the coloured markings
identifying the terminals in your plug proceed as follows:
or and of the same rating as
• The wire which is coloured green-and-yellow must be connected to the terminal in the plug which is marked by
the letter E or by the safety earth symbol
or coloured green or green-and-yellow.
• The wire which is coloured blue must be connected to the terminal which is marked with the letter N or coloured
black.
• The wire which is coloured brown must be connected to the terminal which is marked with the letter L or coloured
red.
IF YOU HAVE ANY DOUBT, CONSULT A QUALIFIED ELECTRICIAN.
The supplied CD-ROM contains operation instructions in English, German, French, Swedish, Spanish, Italian,
Dutch, Portuguese, Chinese (Traditional Chinese and Simplified Chinese) and Korean. Carefully read through
the operation instructions before operating the projector.
Die mitgelieferte CD-ROM enthält Bedienungsanleitungen in Englisch, Deutsch, Französisch, Schwedisch, Spanisch,
Italienisch, Niederländisch, Portugiesisch, Chinesisch (Traditionelles Chinesisch und einfaches Chinesisch) und
Koreanisch. Bitte lesen Sie die Bedienungsanleitung vor der Verwendung des Projektors sorgfältig durch.
Le CD-ROM fourni contient les instructions de fonctionnement en anglais, allemand, français, suédois,
espagnol, italien, néerlandais, portugais, chinois (chinois traditionnel et chinois simplifié) et coréen. Veuillez lire
attentivement ces instructions avant de faire fonctionner le projecteur.
Den medföljande CD-ROM-skivan innehåller bruksanvisningar på engelska, tyska, franska, svenska, spanska,
italienska, holländska, portugisiska, kinesiska (traditionell kinesiska och förenklad kinesiska) och koreanska. Läs
noga igenom bruksanvisningen innan projektorn tas i bruk.
El CD-ROM suministrado contiene instrucciones de operación en inglés, alemán, francés, sueco, español,
italiano, holandés, portugués, chino (chino tradicional y chino simplificado) y coreano. Lea cuidadosamente las
instrucciones de operación antes de utilizar el proyector.
Il CD-ROM in dotazione contiene istruzioni per l’uso in inglese, tedesco, francese, svedese, spagnolo, italiano,
olandese, portoghese, cinese (cinese tradizionale e cinese semplificato) e coreano. Leggere attentamente le
istruzioni per l’uso prima di usare il proiettore.
De meegeleverde CD-ROM bevat handleidingen in het Engels, Duits, Frans, Zweeds, Spaans, Italiaans,
Nederlands, Portugees, Chinees (Traditioneel Chinees en Vereenvoudigd Chinees) en Koreaans. Lees de
handleiding zorgvuldig door voor u de projector in gebruik neemt.
O CD-ROM fornecido contém instruções de operação em Inglês, Alemão, Francês, Sueco, Espanhol, Italiano,
Holandês, Português, Chinês, (Chinês Tradicional e Chinês Simplificado) e Coreano. Leia cuidadosamente
todas as instruções de operação antes de operar o projetor.
Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door voordat u de projector in gebruik neemt.
Inleiding
NEDERLANDS
Er zijn twee belangrijke redenen om de garantie van uw nieuwe SHARP-projector onmiddellijk in orde te brengen
met de REGISTRATIEKAART die verpakt zit bij de projector.
1. GARANTIE
U komt meteen in aanmerking voor de volledige garantie op onderdelen, service en reparatiewerkzaamheden
die van toepassing is op dit product.
2. CONSUMENT-VEILIGHEIDSWETGEVING
U wordt onmiddellijk op de hoogte gesteld van eventuele veiligheidsbepalingen betreffende inspecties,
modificaties of het terugroepen van producten die door SHARP moeten worden uitgevoerd op basis van de
1972 Consumer Product Safety Act. LEES ZORGVULDIG DE BELANGRIJKE “BEPERKTE GARANTIE”
CLAUSULE.
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
: Zeer sterke lichtbron. Kijk niet rechtstreeks in de lichtbundel. Let er vooral op dat kinderen niet
rechtstreeks in de lichtbundel kijken.
: Stel het apparaat niet bloot aan regen of vocht om brand of een gevaarlijke
ALLEEN VOOR DE VERENIGDE STATEN
elektrische schok te voorkomen.
Zie de onderkant van dit apparaat.
LET OP
GEVAARLIJKE SPANNINGEN.
GEEN SCHROEVEN VERWIJDEREN,
BEHALVE DE VOORGESCHREVEN
GEBRUIKER-ONDERHOUDSSCHROEVEN.
LET OP: OM DE KANS OP EEN ELEKTRISCHE SCHOK TE VERMINDEREN, MAG DE
BEHUIZING NIET WORDEN GEOPEND.
ER ZIJN GEEN DOOR DE GEBRUIKER REPAREERBARE ONDERDELEN IN HET
APPARAAT, BEHALVE DE LAMPEENHEID.
LAAT ONDERHOUD EN REPARATIE OVER AAN BEVOEGD ONDERHOUDSPERSONEEL.
Een bliksemsymbool in een gelijkzijdige driehoek
maakt de gebruiker attent op de aanwezigheid
van niet-geïsoleerde “gevaarlijke spanningen” in
het inwendige van het apparaat, die zo groot
kunnen zijn dat zij een ernstige elektrische schok
kunnen veroorzaken.
Een uitroepteken in een gelijkzijdige driehoek
maakt de gebruiker attent op belangrijke
bedienings- en onderhoudsinformatie in de
documentatie die bij het apparaat wordt geleverd.
Inleiding
WAARSCHUWING
: De FCC-bepalingen schrijven voor dat wijzigingen of modificaties in de apparatuur die niet uitdrukkelijk
door de fabrikant zijn goedgekeurd tot gevolg kunnen hebben dat het gebruik van de apparatuur
niet meer toegestaan is.
ALLEEN VOOR DE VERENIGDE STATEN
INFORMATIE
Deze apparatuur is getest en bleek te voldoen aan de eisen en limieten voor Klasse A digitale apparatuur, overeenkomstig
Deel 15 van de FCC-bepalingen, die ontworpen zijn om redelijke bescherming te verlenen tegen dergelijke storingen bij
gebruik in een commerciële omgeving. In deze apparatuur worden radiogolven opgewekt en verwerkt, en deze golven
kunnen uitgestraald worden. Als bij de installatie en/of het gebruik de instructies in de gebruiksaanwijzing niet strikt
opgevolgd worden, kan de apparatuur storing in radio-ontvangst veroorzaken. Gebruik van deze apparatuur in een
woongebied zal waarschijnlijk storingen veroorzaken. In dat geval dient de gebruiker op zijn/haar eigen kosten alle
maatregelen te nemen die nodig kunnen zijn om de storing op te heffen.
Gebruik met deze apparatuur de meegeleverde computerkabel. Deze kabel zorgt ervoor dat de apparatuur voldoet
aan de voorschriften van FCC Klasse A.
ALLEEN VOOR DE VERENIGDE STATEN
ALLEEN VOOR DE VERENIGDE STATEN
WAARSCHUWING:
Dit is een Klasse A-product. Het is mogelijk dat dit product in de huiselijke omgeving radiostoringen veroorzaakt waartegen de
gebruiker afdoende maatregelen dient te nemen.
1
WAARSCHUWING:
De koelventilator in deze projector blijft ongeveer 90 seconden lopen nadat de projector in standby is gezet. Zet daarom bij
normaal gebruik de projector altijd in standby met de STANDBY-toets op de projector of op de afstandsbediening. Controleer
eerst of de koelventilator al uit is voor u de stekker uit het stopcontact haalt.
SCHAKEL BIJ NORMAAL GEBRUIK NOOIT DE STROOM VAN DE PROJECTOR UIT DOOR DE STEKKER UIT HET
STOPCONTACT TE TREKKEN. DOET U DIT TOCH, DAN ZAL DE LAMP VOORTIJDIG ONBRUIKBAAR RAKEN.
INDIEN U HET PRODUCT WILT WEGDOEN
In deze projector worden soldeertin en een lamp onder druk die een kleine hoeveelheid kwik bevat, gebruikt. Het verwijderen
van deze materialen kan aan diverse voorschriften zijn onderworpen op basis van milieu-overwegingen. Voor informatie
betreffende verwijderen of recycling kunt u contact opnemen met de plaatselijke autoriteiten of, als u zich in de Verenigde
Staten bevindt, met de Electronics Industries Alliance:www.eiae.org.
Belangrijke informatie betreffende het vervangen van de lamp
Zie “Vervangen van de lamp” op bladzijde 85.
LAMP REPLACEMENT CAUTION
BEFORE REMOVING THE SCREW, DISCONNECT POWER CORD.
HOT SURFACE INSIDE. ALLOW 1 HOUR TO COOL BEFORE REPLACING THE LAMP.
REPLACE WITH SAME SHARP LAMP UNIT TYPE BQC-XGC55X//1 ONLY.
UV RADIATION : CAN CAUSE EYE DAMAGE. TURN OFF LAMP BEFORE SERVICING.
HIGH PRESSURE LAMP : RISK OF EXPLOSION. POTENTIAL HAZARD OF GLASS
PARTICLES IF LAMP HAS RUPTURED. HANDLE WITH CARE. SEE OPERATION MANUAL.
PRECAUTIONS A OBSERVER LORS DU
REMPLACEMENT DE LA LAMPE.
DEBRANCHER LE CORDON D’ALIMENTATION AVANT DE RETIRER LES VIS.
L’INTERIEUR DU BOITIER ETANT EXTREMEMENT CHAUD, ATTENDRE 1 HEURE
AVANT DE PROCEDER AU REMPLACEMENT DE LA LAMPE.
NE REMPLACER QUE PAR UNE LAMPE SHARP DE TYPE BQC-XGC55X//1.
RAYONS ULTRAVIOLETS : PEUVENT ENDOMMAGER LES YEUX.
ETEINDRE LA LAMPE AVANT DE PROCEDER A L’ENTRETIEN.
LAMPE A HAUTE PRESSION : RISQUE D’EXPLOSION. DANGER POTENTIEL
DE PARTICULES DE VERRE EN CAS D’ECLATEMENT DE LA LAMPE.
A MANIPULER AVEC PRECAUTION, SE REPORTER AU MODE D’EMPLOI.
WEES VOORZICHTIG BIJ HET VERVANGEN VAN DE LAMP
MAAK HET NETSNOER LOS ALVORENS DE SCHROEF TE
VERWIJDEREN. ER ZIJN HETE ONDERDELEN BINNEN IN HET
APPARAAT. LAAT HET APPARAAT 1 UUR AFKOELEN ALVORENS
DE LAMP TE VERVANGEN. VERVANG DE LAMP UITSLUITEND
DOOR DEZELFDE SHARP-LAMP VAN HET TYPE BQC-XGC55X//1.
UV-STRALING: KAN OOGLETSEL VEROORZAKEN. ZET DE LAMP
UIT ALVORENS TE BEGINNEN MET ONDERHOUD.
HOGEDRUKLAMP: EXPLOSIEGEVAAR.
INDIEN DE LAMP SPRINGT, KUNNEN ER GEVAARLIJKE
GLASSPLINTERS ZIJN. BEHANDEL VOORZICHTIG. ZIE DE
GEBRUIKSAANWIJZING.
Deze SHARP-projector maakt gebruik van een LCD-paneel (Liquid Crystal Display). Dit state-of-the-art paneel bevat
786.432 pixels (× RGB) TFTs (Thin Film Transistors). Net als andere hoogwaardige elektronische producten, zoals
grootbeeld-TV’s, videosystemen en videocamera’s, moeten projectoren voldoen aan bepaalde tolerantienormen.
Dit apparaat heeft enkele, binnen de tolerantienormen vallende, inactieve beeldpunten die kunnen resulteren in inactieve
punten op het beeldscherm. Dit heeft geen invloed op de beeldkwaliteit of de levensduur van het apparaat.
Aanbrengen van het “QUICK GUIDE (snelgids)”-label
U kunt het “QUICK GUIDE (snelgids)”-label
(bijgeleverd) op de projector aanbrengen als
geheugensteuntje voor de installatieprocedure. Zorg er
bij het aanbrengen van het “QUICK GUIDE (snelgids)”-
label op de projector voor dat u de onderkant van het
label uitlijnt met de bovenkant van het “Notevision”-logo
op het bovenpaneel van de projector zoals wordt
getoond in de tekening rechts.
“QUICK GUIDE
(snelgids)”-label
2
Belangrijkste eigenschappen
1.Extreem hoge helderheid voor een compacte projector
••
•
300W SHP lamp
••
Gebruik een 300W SHP lamp voor optimale uniformiteit van kleuren en extreem hoge helderheid.
••
•
De functie Power Save mode zorgt voor lagere geluidsniveaus en een lager
••
energieverbruik en verlengt de levensduur van de lamp.
2.Eenvoudige en gemakkelijke bediening
••
•
De aansluitingen met kleurcodes, het automatisch zoeken van signalen en het
••
grafische menusysteem maken een eenvoudige installatie en configuratie
mogelijk.
••
•
Veel gebruikte aansluitingen en bedieningselementen zijn strategisch geplaatst
••
en daardoor gemakkelijk bereikbaar.
••
•
Lensvervanging zonder problemen.
••
Dankzij het eenvoudig te openen lensdeksel en een nieuwe bayonetconfiguratie kan de optionele lens op eenvoudige wijze worden geïnstalleerd.
3.Superieure computercompatibiliteit
••
•
Te gebruiken met een verticale refresh rate tot 200 Hz, Sync on Green- en Com-
••
posite Sync-signalen voor compatibiliteit met een groot aantal high-end PC’s
en workstations.
••
•
Dankzij de Advanced Intelligent Compression Technology (geavanceerde
••
intelligente compressie) kunnen computerbeeldschermen met UXGA-resolutie
(1.600 # 1.200) nu weergegeven worden met minimale vervorming.
Inleiding
4.
Geavanceerde computergestuurde- en video-geïntegreerde composer-technologie
• Produceert levendige beelden dankzij de nieuwste hoge beeldkwaliteitscircuits.
••
• Het nieuwe I/P-omzettingsalgoritme verhoogt het resultaat van de I/P-omzetting voor
••
bewegingsdetectie.
Sterk verbeterd zaagtandeffect of schuine lijnen in bewegende beelden.
• Color Management System
Ondersteunt sRGB (kleurmanagementsysteem).
Individuele instelling van helderheid, chromatische waarde
en tint voor zes doelkleuren.
••
• Beeldruisonderdrukking
••
Zorgt voor een duidelijk beeld, zelfs bij bronsignalen met veel storingen.
•
Nieuwe upscaling van randen
Vermindert het zaagtandeffect of het flikkeren bij upscaling van de randen van
schuine lijnen, waardoor u scherpere beelden krijgt.
5.Anti-diefstal en veiligheid
••
•
Diefstalbeveiliging
••
Deze functie maakt de projector onbruikbaar tenzij een sleultelcode wordt ingevoerd.
••
•
Notevision Lock Down
••
Een veilige installatie wordt verkregen door een van de montagepunten van de
projector vast te snoeren aan de optische eenheid. Deze bijkomende maatregel
maakt het bijzonder moeilijk om de projector van zijn plafondmontage te
verwijderen. Dit beperkt het gevaar voor letsel als gevolg van roekeloze of
ongeoorloofde verwijdering van de projector.
Index .......................................................................... 100
5
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
LET OP: Lees al deze instructies door alvorens dit apparaat in gebruik te nemen en bewaar ze voor later gebruik.
Met elektrische energie kunt u heel wat nuttige functies uitvoeren. Dit apparaat is zodanig ontworpen en vervaardigd dat uw
persoonlijke veiligheid wordt gevrijwaard. ONJUIST GEBRUIK KAN EVENWEL LEIDEN TOT EEN EVENTUELE ELEKTRISCHE
SCHOK OF BRANDGEVAAR. Om de ingebouwde veiligheidsvoorzieningen van dit apparaat niet teniet te doen, dient u de
volgende basisregels goed in acht te nemen bij de installatie, het gebruik en het onderhoud van de projector.
1. Lees de gebruiksaanwijzing
Lees alle veiligheids- en bedieningsinstructies in de
gebruiksaanwijzing voordat u het apparaat gebruikt.
2. Bewaar de gebruiksaanwijzing
Bewaar de gebruiksaanwijzing voor het geval u deze in de
toekomst nogmaals nodig heeft.
3. Neem alle waarschuwingen in acht
Neem alle waarschuwingen op het product en in de
gebruiksaanwijzing in acht.
4. Volg alle instructies op
Alle bedieningsinstructies e.d. moeten nauwgezet worden
opgevolgd.
5. Reinigen
Trek de stekker uit het stopcontact voordat u begint met
schoonmaken. Gebruik geen vloeibare reinigingsmiddelen of
sprays. Reinig het apparaat uitsluitend met een vochtige doek.
6. Hulpstukken
Voorkom problemen en gebruik geen hulpstukken die niet
door de fabrikant van het apparaat worden aanbevolen.
7. Water en vocht
Gebruik het apparaat niet in de buurt van water; bijvoorbeeld
in de buurt van een bad, wastafel, aanrecht, wasmachine,
zwembad of in een vochtige kelder enz.
8. Accessoires
Plaats het apparaat niet op een wankel rek, karretje, statief,
steunbeugel of tafel. Het apparaat zou kunnen vallen en een
kind of volwassene ernstig kunnen verwonden, en tevens kan
het apparaat zelf zwaar worden beschadigd. Gebruik uitsluitend
een rek, karretje, statief, steunbeugel of tafel die door de fabrikant
wordt aanbevolen of die bij het apparaat wordt verkocht. Volg
voor eventuele montagewerkzaamheden altijd de instructies van
de fabrikant op en gebruik ook uitsluitend montage-accessoires
die door de fabrikant worden aanbevolen.
9. Transport
Als het apparaat op een verplaatsbaar
rek is gezet, dient dit voorzichtig te
worden verplaatst. Het rek kan namelijk
omvallen bij plotseling stoppen, te hard
duwen of rijden over een ongelijke
ondergrond.
10. Ventilatie
In de behuizing van het apparaat zijn gleuven en openingen
die dienen voor de ventilatie. Voor een veilige werking
en bescherming tegen oververhitting mogen de ventilatieopeningen nooit worden geblokkeerd of afgedekt door het
apparaat op een bed, divan, dik vloerkleed e.d. te zetten.
Het apparaat mag ook niet in een afgesloten ruimte, zoals
een boekenkast, worden geplaatst, tenzij voor een goede
ventilatie wordt gezorgd of alle instructies van de fabrikant
zijn opgevolgd.
11. Voeding
Het apparaat mag uitsluitend op de stroomvoorzieningsbron
worden gebruikt die op het typelabel is vermeld. Raadpleeg
uw dealer of het plaatselijke elektriciteitsbedrijf indien u niet
zeker bent van het type stroomvoorziening in uw huis. Voor
apparaten die gebruikt worden op batterijen of op andere
stroombronnen wordt verwezen naar de gebruiksaanwijzing
die bij het apparaat wordt geleverd.
12. Uitvoering van de netstekker
Dit apparaat is uitgerust met één van de volgende soorten
stekkers. Als de stekker niet in het stopcontact past, neemt u
contact op met uw elektricien.
Negeer de veiligheidsvoorziening van de stekker niet.
a. Tweedraads (net) stekker.
b. Driedraads geaarde (net) stekker met aardingspen.
Deze stekker past alleen in een geaard stopcontact.
13. Bescherming van het netsnoer
Leg het netsnoer zodanig dat er niet gemakkelijk iemand op
gaat staan of dat het snoer door een voorwerp wordt
platgedrukt. Let hier vooral goed op in de buurt van de
stekkers, bij het stopcontact en op de plaats waar het snoer
uit het apparaat komt.
14. Bliksem
Om veiligheidsredenen dient u bij bliksem of wanneer u het
apparaat langere tijd niet denkt te gebruiken, de stekker van
het netsnoer uit het stopcontact te trekken. Dit om
beschadiging van het apparaat te voorkomen als gevolg van
blikseminslag of plotselinge stroompieken in de stroomleiding.
15. Overbelasting
Zorg dat de stopcontacten, verlengsnoeren en stekkerdozen
niet overbelast worden, want dit kan resulteren in brand of
een elektrische schok.
16. Binnendringen van voorwerpen en vloeistoffen
Duw nooit voorwerpen via de openingen in de behuizing van
het apparaat naar binnen, omdat deze dan onderdelen die
onder hoogspanning staan kunnen raken of kortsluiting
kunnen veroorzaken, met brand of een elektrische schok tot
gevolg. Let tevens op dat er nooit vloeistof op het apparaat
wordt gemorst.
17. Reparaties
Probeer het apparaat nooit zelf te repareren. Bij het openen
of verwijderen van de afdekplaten stelt u zich bloot aan een
ernstige elektrische schok en andere gevaren. Laat reparatie
over aan erkend onderhoudspersoneel.
6
18. Beschadigingen die reparatie vereisen
Bij de volgende omstandigheden moet u de stekker uit het
stopcontact trekken en het apparaat door erkend
onderhoudspersoneel laten repareren:
a. Als het netsnoer of de netstekker is beschadigd.
b. Als er vloeistof of een voorwerp in het apparaat terecht
is gekomen.
c. Als het apparaat blootgesteld is geweest aan regen of
water.
d. Als de normale aanwijzingen worden opgevolgd, maar
het apparaat niet juist functioneert. Gebruik alleen de
bedieningsorganen die in de gebruiksaanwijzing
worden aangegeven. Bij een onjuiste instelling van
andere bedieningsorganen kan het apparaat mogelijk
beschadigd worden, met tot gevolg dat
reparatiewerkzaamheden voor een juiste werking van
het apparaat door erkend onderhoudspersoneel
moeilijker en duurder kunnen worden.
e. Als het apparaat is gevallen of de behuizing is
beschadigd.
f. Als het apparaat duidelijk minder goed functioneert.
Dit duidt erop dat het tijd is voor onderhoud.
19. Vervangingsonderdelen
Wanneer onderdelen vervangen moeten worden, zorg er dan
voor dat het onderhoudspersoneel uitsluitend onderdelen
gebruikt die door de fabrikant worden aanbevolen of die
dezelfde eigenschappen hebben als de originele onderdelen.
Het gebruik van andere onderdelen kan brand, een
elektrische schok of andere problemen veroorzaken.
20. Veiligheidscontrole
Vraag het onderhoudspersoneel om na de onderhouds- of
reparatiewerkzaamheden een veiligheidscontrole uit te
voeren, zodat u zeker weet dat het apparaat juist en veilig
functioneert.
21. Wand- of plafondmontage
Dit apparaat mag uitsluitend volgens de aanbevelingen van
de fabrikant aan een wand of het plafond worden bevestigd.
22. Hitte
Houd het apparaat uit de buurt van warmtebronnen zoals
verwarmingsradiators, haarden, kachels en andere voorwerpen
(inclusief versterkers) die warmte afgeven.
INTELLECTUELE EIGENDOMSRECHTEN
BELANGRIJK
LEES HET VOLGENDE ALVORENS HET APPARAAT TE GEBRUIKEN
••
•
U bent in het bezit van een apparaat dat software gebruikt dat in licentie is gegeven aan SHARP Corporation door
••
Lineo, Inc. (“Lineo”).
De software is beschermd door wetten op het auteursrecht, internationale auteursrechtverdragen en andere wetten
en verdragen betreffende intellectuele eigendom. Lineo en haar leveranciers behouden het volledige eigendomsrecht
en de intellectuele eigendomsrechten (met inbegrip van het auteursrecht) op de softwarecomponenten en alle kopieën
ervan, voor zover het evenwel gaat om bepaalde softwarecomponenten die vallen onder de GNU General Public
License (versie 2), die Lineo onderschrijft. U kunt een kopie verkrijgen van de GNU General Public License op http:/
/www.fsf.org/copyleft/gpl.html. Lineo zal de broncode verschaffen voor alle softwarecomponenten die vallen onder
de GNU General Public License. Om een dergelijke broncode te verkrijgen, stuurt u een e-mail naar embedixsupport@lineo.com.
••
•
OS: Embedix (Embedded Linux) Embedix (TM) is een geregistreerd handelsmerk van U.S.A. LINEO, Inc.
••
Inleiding
• Microsoft, Windows en PowerPoint zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde
Staten en/of andere landen.
• PC/AT is een gedeponeerd handelsmerk van International Business Machines Corporation in de Verenigde Staten.
• Adobe Acrobat is een handelsmerk van Adobe Systems Incorporated.
• Macintosh is een gedeponeerd handelsmerk van Apple Computer, Inc. in de Verenigde Staten en/of andere landen.
• Deze software is deels gebaseerd op het werk van de onafhankelijke JPEG Group.
• Alle andere bedrijfs- of productnamen zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van hun respectieve eigenaars.
7
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Lees de volgende veiligheidsvoorschriften voordat u uw
projector opstelt.
Voorzichtig met de lampeenheid
■ Als de lamp gesprongen is, kunnen
glassplinters gevaar veroorzaken. Indien
de lamp gesprongen is, neemt u contact
op met de dichtstbijzijnde erkende Sharp
projector dealer of servicecentrum om de
lamp te laten vervangen.
Zie “Vervangen van de lamp” op bladzijde
85.
Voorzichtig bij het opstellen van de projector
■ Met het oog op een minimaal onderhoud en het behoud van
een hoge beeldkwaliteit beveelt SHARP aan deze projector
te installeren in een ruimte die vrij is van vocht, stof en
sigarettenrook. Wanneer de projector aan vocht, stof of rook
wordt blootgesteld, moet de lens vaker dan normaal worden
gereinigd. Gebruik van de projector in dit soort ruimten zal
de levensduur van de projector niet verkorten mits u de projector regelmatig laat reinigen. Het reinigen van het inwendige
gedeelte van de projector mag uitsluitend door een erkende
Sharp projector dealer of servicecentrum worden uitgevoerd.
Stel de projector niet op in ruimten die blootstaan aan
direct zonlicht of fel licht.
■ Plaats het scherm zo dat het zich niet in direct zonlicht of
kamerverlichting bevindt. Licht dat direct op het scherm valt,
zal de kleuren doen verbleken en het kijken bemoeilijken.
Doe de gordijnen dicht en dim de verlichting wanneer u het
scherm opstelt in een zonnige of fel verlichte ruimte.
De projector kan veilig worden gekanteld tot een hoek
van maximaal 12 graden.
■ U dient de projector onder een hoek van maximaal 12 graden
te installeren.
Stel de projector niet bloot aan sterke schokken en/
of trillingen.
■ Wees voorzichtig met de lens en vermijd dat het oppervlak
ervan wordt geraakt of beschadigd.
Gun uw ogen af en toe wat rust.
■ Het ononderbroken kijken naar het scherm gedurende uren
zal uw ogen vermoeien. Geef uw ogen af en toe wat rust.
Vermijd plaatsen met hoge of lage temperaturen.
■ De bedrijfstemperatuur voor de projector ligt tussen 41°F en
95°F (+5°C en +35°C)
■ De opslagtemperatuur voor de projector ligt tussen
–4°F en 140°F (–20°C en +60°C)
Blokkeer de uitlaat- en inlaatopeningen niet.
■ Laat tenminste 7,9" (20 cm) ruimte tussen de uitlaatopening
en de dichtstbijzijnde wand of ander obstakel.
8
■ Controleer of de inlaatopening en de ventilatiegleuven niet
geblokkeerd zijn.
■ Als de koelventilator geblokkeerd wordt, zal een
veiligheidsvoorziening de projector automatisch in standby
schakelen. Dit duidt niet op een defect. Dit duidt niet op een
defect. Haal de stekker van het netsnoer van de projector uit
het stopcontact en wacht minstens 10 minuten. Plaats de projector zodanig dat de inlaat- en uitlaatopeningen niet zijn
geblokkeerd, steek dan de stekker weer in en zet de projector
aan. De projector zal vervolgens weer normaal functioneren.
Voorzichtig bij het vervoeren van de projector
■ Tijdens het vervoer moet u ervoor zorgen dat de projector
niet onderhevig is aan sterke schokken en/of trillingen,
aangezien dit beschadiging kan veroorzaken. Wees bijzonder
voorzichtig met de lens. Alvorens de projector te verplaatsen,
trekt u het netsnoer uit het stopcontact en maakt u alle andere
kabels die erop aangesloten zijn los.
Andere aangesloten apparatuur
■ Bij het aansluiten van een computer of andere audiovisuele
apparatuur op de projector brengt u de aansluitingen tot stand
NADAT u het netsnoer van de projector uit het stopcontact hebt
getrokken en de aan te sluiten apparatuur hebt uitgeschakeld.
■ Lees de gebruiksaanwijzingen van de projector en de aan te
sluiten apparatuur door en volg de instructies betreffende
de aansluitingen.
Gebruik van de projector in andere landen
■ De voedingsspanning en de vorm van de stekker kunnen
verschillen afhankelijk van de streek of het land waar u de
projector gebruikt. Wanneer u de projector in het buitenland
gebruikt, dient u het juiste netsnoer te gebruiken voor het
land waar u zich bevindt.
Temperatuur-verklikkerfunctie
■ Wanneer de projector oververhit
raakt vanwege een verkeerde
instelling of geblokkeerde
ventilatiegleuven, gaan “” en
“” links onder
in het beeld knipperen. Als de temperatuur nog verder
oploopt, zal de lamp uitgaan en zal de temperatuurindicator
(TEMP.) op de projector gaan knipperen. Vervolgens zal de
projector na een afkoelperiode van 90 seconden zichzelf in
standby schakelen. Zie “Onderhoudsindicators” op bladzijde
83 voor meer informatie.
Info
• De koelventilator regelt de binnentemperatuur automatisch.
Daarom kan het geluid van de ventilator veranderen tijdens
het gebruik van het apparaat. Dit duidt niet op een defect.
• Trek de stekker van het netsnoer niet uit het stopcontact tijdens
de projectie of de werking van de koelventilator. Dit kan beschadiging veroorzaken door het stijgen van de binnentemperatuur,
aangezien de koelventilator eveneens uitgeschakeld wordt.
Toegang krijgen tot de PDF-gebruiksaanwijzingen (Windows, Macintosh)
Inleiding
De cd-rom bevat handleidingen in PDF-formaat in verscheidene talen zodat u de projector kunt bedienen,
zelfs als u deze handleiding niet tot uw beschikking heeft. Om deze handleiding te kunnen gebruiken,
moet eerst Adobe Acrobat Reader op uw PC (Windows of Macintosh) geïnstalleerd zijn. Als u Acrobat
Reader nog niet heeft, kunt u dit programma installeren vanaf de cd-rom.
Installeren van Acrobat Reader vanaf de CD-ROM
Voor Windows:
1
Plaats de CD-ROM in het CD-ROM-station.
2
Dubbelklik op het pictogram “Deze Computer”.
3
Dubbelklik op het “CD-ROM”-station.
4
Dubbelklik op de map “ACROBAT”.
5
Dubbelklik op de taal (naam van de map) die u wilt
bekijken.
6
Dubbelklik op het installatieprogramma en volg de
instructies op het scherm.
Voor andere besturingssystemen:
Download de juiste versie van Acrobat Reader van het internet (http://www.adobe.com).
Voor andere talen:
Als u liever Acrobat Reader wilt hebben in een versie of in een taal die niet op de CD-ROM staat, dan kunt u
deze van het internet halen.
Voor Macintosh:
1
Plaats de CD-ROM in het CD-ROM-station.
2
Dubbelklik op het “CD-ROM”-pictogram.
3
Dubbelklik op de map “ACROBAT”.
4
Dubbelklik op de taal (naam van de map) die u wilt
bekijken.
5
Dubbelklik op het installatieprogramma en volg de
instructies op het scherm.
Openen van de PDF-gebruiksaanwijzingen
Voor Windows:
1
Plaats de CD-ROM in het CD-ROM-station.
2
Dubbelklik op het pictogram “Deze Computer”.
3
Dubbelklik op het “CD-ROM”-station.
4
Dubbelklik op de map “MANUALS”.
5
Dubbelklik op de taal (naam van de map) die u wilt
openen.
6
Dubbelklik op het PDF-bestand “C60X” om de
handleidingen van de projector te openen.
Voor Macintosh:
1
Plaats de CD-ROM in het CD-ROM-station.
2
Dubbelklik op het “CD-ROM”-pictogram.
3
Dubbelklik op de map “MANUALS”.
4
Dubbelklik op de taal (naam van de map) die u wilt
openen.
5
Dubbelklik op het PDF-bestand “C60X” om de
handleidingen van de projector te openen.
Opmerking
•
Als u het gewenste PDF-bestand niet kunt openen door te dubbelklikken met de muis, dient u eerst Acrobat Reader
op te starten en daarna het gewenste bestand op te geven via het menu “File”, “Open”.
•
Lees het bestand “readme.txt” op de cd-rom voor belangrijke informatie die niet is opgenomen in deze handleiding.
9
Benaming van de onderdelen
Nummers in verwijzen naar de hoofdpagina’s in deze gebruiksaanwijzing waar het onderwerp
wordt uitgelegd.
Projector (voor- en bovenaanzicht)
Schakelt het apparaat in.
ON-toets
Bedrijfsindicator
Licht rood op wanneer de
projector in stand-by staat.
Wanneer het apparaat wordt
ingeschakeld, licht deze
indicator groen op.
STANDBY-toets
Schakelt de projector in
standby.
Lampindicator (LAMP)
Licht groen op, geeft normale
functionering aan. Vervang de
lamp wanneer de indicator rood
oplicht.
Temperatuurindicator
(TEMP.)
Wanneer de
binnentemperatuur stijgt, licht
deze indicator rood op.
Toets voor ongedaan
maken (UNDO)
Voor het ongedaan maken
van een bediening of het
terugkeren naar de
standaardinstellingen.
34
34
37
83
83
39
STANDBY
Ingangsfunctietoets
35
(INPUT)
Voor het inschakelen van
ingangsfunctie 1, 2 3 of 4.
Trapeziumvorm-toets
38
(KEYSTONE)
Voor het afstellen van de
trapeziumcorrectie of de
digitale beeldverschuiving.
Automatische-
50
synchronisatietoets
(AUTO SYNC)
Voor het automatisch
afstellen van beelden bij
aansluting op een computer.
', ", \, |-toetsen
42
Voor het selecteren van
menu-items.
VOLUME-toetsen (VOL)
35
Voor het afstellen van het
geluids-niveau van de
luidspreker.
MENU-toets (MENU)
42
Voor het weergeven van
instelschermen.
Invoertoets (ENTER)
42
Voor het instellen van in het
menu geselecteerde of
gewijzigde items.
Hoogte aanpassen-
toets
(HEIGHT ADJUST)
Stelvoetjes
Handvat
10
25
25
Monteren en verwijderen van de lensdop
•Druk op de twee toetsen van de lensdop
en monteer hem op de lens. Laat de toetsen
dan los om de dop op zijn plaats te
vergrendelen.
•Druk op de twee toetsen van de lensdop
en verwijder hem van de lens.
De afbeeldingen en schermweergaven in deze
handleiding zijn vereenvoudigd omwille van de
duidelijkheid en kunnen enigszins verschillen
van de werkelijke weergave.
Zoomknop
26
Scherpstelring
26
Inlaatopening
80
Afstandsbedieningssensor
13
Luchtfilter/ventilator
81
(inlaatopening)
(aan de onderkant van de
projector)
Projector (achteraanzicht)
RS-232C-aansluiting
Voor bediening van de
projector via een
computer.
AUDIO OUTPUT-
aansluiting
Gedeelde audio-
aansluiting voor INPUT
1, 2, 3 en 4.
INPUT 1-aansluiting
Poort voor computer
RGB- en
componentsignalen.
OUTPUT-aansluiting
(INPUT 1, 2)
Gedeelde poort voor
computer RGB- en
componentsignalen
voor INPUT 1 en 2.
INPUT 2-aansluiting
Poort voor computer
RGB- en
componentsignalen.
22
21
17
23
17
17
AUDIO INPUT 1, 2-
17
aansluiting
Gedeelde audioaansluiting voor
INPUT 1 en 2.
Aansluiting voor
23
afstandsbediening
met kabel
INPUT 3-aansluiting
19
Voor het aansluiten van
videoapparatuur.
AUDIO (L/R) INPUT
19
3, 4-aansluitingen
Gedeelde audioaansluitingen voor
INPUT 3 en 4.
INPUT 4-aansluiting
19
Aansluiting voor
videoapparatuur met
S-VIDEO-aansluiting.
Netingang
Inleiding
Ventilatiegleuven
80
Kensington Security
Standard-connector
Stelvoetjes
25
Gebruik van het Kensington-slot
•
Deze projector heeft een Kensington Security Standard-connector voor het gebruik van een Kensington MicroSaver
veiligheidssysteem. Zie de bij het systeem geleverde informatie voor instructies betreffende het gebruik ter beveiliging
van de projector.
De projector dragen
Schuif het handvat helemaal uit voordat u de
projector verplaatst.
11
Benaming van de onderdelen
Afstandsbediening (vooraanzicht)
Schakelt de projector in standby.
STANDBY-toets
Trapeziumvormtoets (KEYSTONE)
Om de instelling van Keystone of
Digital Shift aan te passen.
Invoertoets (ENTER)
Voor het instellen van in het menu
geselecteerde of gewijzigde items.
Toets voor ongedaan maken
(UNDO)
Voor het ongedaan maken van een
bediening of het terugkeren naar de
standaardinstellingen.
Vergroten/verkleinen-toetsen
(ENLARGE)
Gammatoets (GAMMA)
Voor het bijstellen van de helderheid
van een beeld, wanneer de
geprojecteerde beelden moeilijk te
bekijken zijn omwille van het felle licht
in de kamer. U kunt kiezen tussen vier
gammafuncties.
Automatische-synchroni-satietoets
(AUTO SYNC)
Voor het automatisch afstellen van
beelden bij aansluiting op een computer.
Ingangsfunctietoetsen (INPUT)
Om te wisselen tussen de verschillende
ingangsmodi.
Volumetoetsen (VOLUME)
Voor het afstellen van het
geluidsniveau van de luidspreker.
37
38
42
39
55
56
50
35
35
ON-toets
34
Schakelt het apparaat in.
Menutoets (MENU)
42
Voor het weergeven van
instelschermen.
', ", \, |-toetsen
42
Voor het selecteren van menu-items.
Beeld-in-beeldtoets (PinP)
57
Om dubbele beelden weer te geven.
Vooruit/terug-toetsen
24
(FORWARD/BACK)
Zelfde functie als de toetsen [Page
Down] en [Page Up] op een
computertoetsenbord bij gebruik van
de afstandsbedieningsontvanger.
Stilstaand-beeldtoets (FREEZE)
54
Voor het stilzetten van beelden.
Zwart schermtoets
58
(BLACK SCREEN)
Om een zwart scherm te gebruiken.
Schermgroottetoets (RESIZE)
52
Voor het veranderen van de schermgrootte
(NORMAAL, KADER, enz.).
Dempingtoets (MUTE)
36
Schakelt het geluid tijdelijk uit.
Pauzetimertoets (BREAK TIMER)
59
Geeft de break timer weer.
Afstandsbediening (bovenaanzicht)
Signaalzenders voor afstandsbediening
12
13
Bedrade R/C aansluiting
23
(WIRED R/C JACK)
Hier sluit u de afstandsbediening aan op de
projector.
Gebruik van de afstandsbediening
Bereik van de afstandsbediening
■ De afstandsbediening kan worden gebruikt om de projector te
bedienen binnen het op de afbeelding aangegeven bereik.
Opmerking
• Het signaal van de afstandsbediening kan voor het gemak via een scherm
weerkaatst worden. De afstand die door het signaal overbrugd kan worden,
kan echter verschillen afhankelijk van het materiaal van het scherm.
Bij gebruik van de afstandsbediening:
• Let erop dat u de afstandsbediening niet laat vallen of blootstelt aan
vocht of hoge temperaturen.
• De afstandsbediening zal mogelijk niet goed werken onder een
fluorescentielamp. In dat geval plaatst u de projector op een grotere
afstand van de fluorescentielamp.
Plaatsen van de batterijen
De batterijen (twee R-6 batterijen (“AA”-
formaat, UM/SUM-3, HP-7 of gelijkwaardig))
zitten in de verpakking.
Signaalzenders
voor afstandsbediening
30°
30°
Afstandsbediening
45°
23' (7 m)
Afstandsbedieningssensor
Inleiding
1Trek het lipje op het deksel naar
beneden en verwijder het deksel
in de richting van de pijl.
2Plaats de meegeleverde batterijen.
• Zorg er bij het plaatsen van de batterijen voor
dat de poolaanduidingen overeenkomen met
de tekens en in het batterijvak.
3Steek de onderste lip op het
deksel in de opening en duw het
deksel naar beneden totdat het op
zijn plaats klikt.
Onjuist gebruik van de batterijen kan lekkage of ontploffing veroorzaken. Neem de onderstaande voorzorgsmaatregelen in acht.
Voorzichtig
•
Zorg er bij het plaatsen van de batterijen voor dat de poolaanduidingen overeenkomen met de tekens en in het batterijvak.
•
Verschillende types van batterijen hebben verschillende eigenschappen. Gebruik daarom geen verschillende types van
batterijen tegelijk.
•
Gebruik geen nieuwe en oude batterijen tegelijk.
Dit kan de levensduur van nieuwe batterijen verkorten of lekkage van oude batterijen veroorzaken.
•
Verwijder de batterijen uit de afstandsbediening wanneer ze leeg zijn, zo niet kunnen ze gaan lekken.
Vloeistof die uit batterijen is gelekt is schadelijk voor uw huid. Veeg daarom de batterijen eerst schoon alvorens ze met een
doek te verwijderen.
Bij dit produkt zijn batterijen geleverd.
Wanneer deze leeg zijn, moet u ze niet
weggooien maar inleveren als KCA.
•
De bij de projector geleverde batterijen zullen mogelijk vlug opgebruikt zijn afhankelijk van de manier waarop ze bewaard
worden. Vervang ze zo vlug mogelijk door nieuwe batterijen.
•
Verwijder de batterijen uit de afstandsbediening als u de afstandsbediening voor een lange periode niet gaat gebruiken.
13
Accessoires
Meegeleverde accessoires
Afstandsbediening
RRMCGA176WJSA
Netsnoer
(1)
(2)(3)
Twee R-6 batterijen
(“AA”-formaat, UM/SUM-3, HP-7 of gelijkwaardig)
(4)
Voor de V.S., Canada, enz.
(11'10" (3,6 m))
QACCDA010WJPZ
Voor Europa, uitgezonderd
het Verenigd Koninkrijk.
(6' (1,8 m))
QACCVA011WJPZ
Voor het Verenigd Koninkrijk,
Hong Kong en Singapore
(6' (1,8 m))
QACCBA012WJPZ
Opmerking
•
Gebruik het netsnoer dat geschikt is voor het stopcontact in uw land.
RGB-kabel
(9'10" (3 m))
QCNWGA012WJPZ
Lensdop (bevestigd)
PCAPHA003WJSA
DIN-D-sub RS-232Cadapter (5
QCNWGA015WJPZ
57
/64'' (15 cm))
Extra luchtfilter
PFILDA005WJZZ
USB-kabel (3'3" (1 m))
QCNWG0007CEPZ
cd-rom met handleidingen
en technische gegevens
UDSKAA042WJZZ
cd-rom met Sharp Advanced Presentation Software
UDSKAA043WJZZ
Voor Australië, NieuwZeeland en Oceanië
(6' (1,8 m))
QACCLA018WJPZ
Afstandsbedieningsontvanger
RUNTKA061WJZZ
SchnellInstallationsanleitung voor
Sharp Advanced Presentation Software
TINS-A867WJZZ
‘‘QUICK GUIDE (snelgids)’’
-label
TLABZA364WJZZ
Gebruiksaanwijzing (deze
handleiding)
Optionele kabel
■
3 RCA- naar 15-pins D-sub-kabel (9' 10" (3,0 m))
•
Opmerking
14
Afhankelijk van de regio is deze kabel mogelijk niet beschikbaar. Neem contact op met uw
dichtstbijzijnde Sharp projector dealer of servicecentrum.
AN-C3CP
Aansluiten en opstellen
Aansluiten en opstellen
Aansluiten van de projector op andere apparaten
Alvorens aan te sluiten
Opmerking
• Alvorens aan te sluiten, moet u ervoor zorgen dat het netsnoer van de projector uit het stopcontact is getrokken en dat
de aan te sluiten apparaten uitgeschakeld zijn. Wanneer u alle aansluitingen heeft gemaakt, schakelt u eerst de projector en vervolgens de andere apparaten in.
Bij aansluiting op een computer moet u de computer als laatste inschakelen nadat u alle aansluitingen heeft gemaakt.
• Lees de gebruiksaanwijzing van de aan te sluiten apparaten door alvorens ze aan te sluiten.
Deze projector kan worden aangesloten op:
Een computer met behulp van:
■ RGB-kabel en computeraudiokabel (in de handel verkrijgbaar)
(Zie bladzijde 17).
■ DIN-D-sub RS-232C-adapter en RS-232C seriële kabel (in de
handel verkrijgbaar) (Zie bladzijde 22).
Component-video- of audiovisuele apparatuur:
■ Een videorecorder, of laserdiscspeler of ander audiovisueel
toestel (Zie bladzijde 19).
■ Een DVD-speler of DTV*-decoder (Zie bladzijde 20).
* DTV is de algemene term die wordt gebruikt voor het nieuwe
digitale televisiesysteem in de Verenigde Staten.
Versterker of audiocomponenten met gebruik van:
■ Een audiokabel (in de handel verkrijgbaar) (Zie bladzijde 21).
Een beeldscherm met:
■ RGB-kabel (Zie bladzijde 23).
■ Computer RGB-kabel (in de handel verkrijgbaar) (Zie bladzijde
23).
16
Aansluiten van het
netsnoer
Meegeleverd
accessoire
Steek het meegeleverde netsnoer in de
netingang op de achterkant van de projector.
Aansluiten van de projector op een computer
Netsnoer
Aansluiten en opstellen
Aansluiting op een computer met de RGB-kabel
1Sluit de projector aan op de com-
puter met behulp van de
meegeleverde RGB-kabel.
• Zet de stekkers goed vast door de
schroeven aan te halen.
2
Om audiosignalen in te voeren, sluit u
de projector aan op de computer met de
computeraudiokabel (in de handel
verkrijgbaar of verkrijgbaar als Sharp
serviceonderdeel QCNWGA038WJPZ).
Opmerking
•
Zie bladzijde 93“Tabel met compatibele computers” voor een
lijst met computersignalen die compatibel zijn met de projector. Gebruik van andere dan de vermelde computersignalen
kan ertoe leiden dat sommige functies niet werken.
•
Bij aansluiting van de projector op een computer op deze
manier kiest u “RGB” als “Signaaltype” in het menu “Beeld”.
Zie bladzijde 46.
•
Voor het gebruik van de projector met sommige Macintosh-computers kan een Macintosh-adapter nodig zijn. Neem contact op
met uw dichtstbijzijnde erkende Sharp projector dealer of
servicecentrum.
•
Het kan voorkomen dat om beelden te kunnen projecteren
de signaaluitvoer van de computer naar de externe uitgang
moet omschakelen, maar dit hangt af van uw computer.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van uw computer voor
informatie over het omschakelen van de signaaluitgang.
Meegeleverd
accessoire
Notebookcomputer
Naar de RGB uitgangsaansluiting
Naar de audio uitgangsaansluiting
Audiokabel voor computer (in de handel
2
verkrijgbaar of verkrijgbaar als Sharp
serviceonderdeel QCNWGA038WJPZ)
RGB-kabel
1
RGB-kabel
17
Aansluiten van de projector op andere apparaten
Aansluiten van de schroefkabels
■ Sluit de duimschroefkabel aan en let daarbij op dat deze
goed in de aansluiting past. Zet vervolgens de connectors goed vast door de schroeven aan beide zijden van
de stekker aan te halen.
■ Verwijder de ferrietring op de RGB-kabel niet.
Ferrietkern
“Plug and Play”-functie (bij aansluiting op een 15-pins aansluiting)
■ Deze projector is compatibel met de VESA-standaard DDC 1/DDC 2B. De projector en een VESA DDCcompatibele computer zullen hun vereiste instellingen aan elkaar doorgeven, wat de installatie versnelt en
vergemakkelijkt.
■ Alvorens de “Plug and Play”-functie te gebruiken, moet u de projector als eerste en de computer als laatste aanzetten.
Opmerking
• De DDC “Plug and Play”-functie van deze projector werkt uitsluitend bij gebruik met een VESA DDC-compatibele
computer.
18
Aansluiten op videoapparatuur
Aansluiten op
videoapparatuur met een
S-VIDEO-, composite
video- of audiokabel
Met een S-VIDEO-, video- of audiokabel kunt u een
videorecorder, laserdiscspeler of andere audiovisuele
apparatuur aansluiten op de INPUT 3-, INPUT 4- en
AUDIO (L/R)-aansluitingen.
Naar S-VIDEO-uitgangsaansluiting
Naar video-uitgangsaansluiting
Naar audio-uitgangsaansluiting
1Sluit de projector aan op de
videoapparatuur met een SVIDEO-kabel of een composite
videokabel (beide in de handel
verkrijgbaar).
2Sluit de projector aan op de
videoapparatuur met een
audiokabel (in de handel
verkrijgbaar).
Opmerking
• De INPUT 4-aansluiting (S-VIDEO) gebruikt
een videosignaalsysteem waarbij het beeld in
kleuren en helderheidssignalen wordt
opgesplitst om een beeld van hogere kwaliteit
te realiseren. Om een beeld van hogere
kwaliteit te bekijken, sluit u de INPUT 4aansluiting op de projector en de S-videouitgang op de videoapparatuur aan met een
S-video-kabel (los verkrijgbaar).
Videorecorder of andere audiovisuele apparatuur
Audiokabel (in de handel verkrijgbaar)
2
Composite video kabel
1
(in de handel verkrijgbaar)
S-VIDEO-kabel (in de handel verkrijgbaar)
1
Aansluiten en opstellen
19
Aansluiten van de projector op andere apparaten
Aansluiten op componentvideoapparatuur
Gebruik een 3 RCA naar 15-pins D-sub-kabel
wanneer u videoapparatuur zoals DVD-players en
DTV*-decoders aansluit op de INPUT1- of 2aansluiting.
* DTV is de algemene term die wordt gebruikt voor
het nieuwe digitale televisiesysteem in de Verenigde
Staten.
1Sluit de projector aan op de
videoapparatuur met de 3 RCA
naar 15-pins D-sub-kabel (los
verkrijgbaar).
2Sluit de projector aan op de
videoapparatuur met behulp van
een ø3.5 mm stereo minijack naar
RCA audiokabel (in de handel
verkrijgbaar).
Opmerking
• Wanneer u de projector op deze manier
aansluit op de videoapparatuur, kiest u “Component” als “Signaaltype” in het menu “Beeld”.
Zie bladzijde 46.
• Een ø3,5 mm stereo-mini-aansluiting naar
RCA-audiokabel (in de handel verkrijgbaar)
wordt aanbevolen voor audio-ingang.
Optionele
kabel
3RCA- naar 15-pins D-sub-kabel
AN-C3CP
(9' 10" (3,0 m))
Naar analoge componentuitgangsaansluiting
Naar audio-uitgangsaansluiting
DVD-speler of
DTV*-decoder
3 RCA- naar 15-pins
1
D-sub-kabel (los verkrijgbaar)
ø3.5 mm stereo minijack to RCA audiokabel
2
(in de handel verkrijgbaar)
20
Aansluiting op een versterker
Aansluiten op een
versterker of andere
audioapparatuur
U kunt met een ø3,5 mm stereo minijack naar RCA
audiokabel een versterker of andere
audioapparatuur aansluiten op de AUDIO OUTPUTaansluiting.
Audio-ingang
Aansluiten en opstellen
Sluit de projector aan op de versterker
met een ø3.5 mm stereo minijack naar
RCA audiokabel (los verkrijgbaar).
Info
• Door externe audiocomponenten te gebruiken,
kan het volume worden versterkt om betere
geluidseffecten te realiseren.
• Met de AUDIO OUTPUT-aansluitingen kunt u
audiosignalen uitvoeren naar
audiocomponenten vanaf de geselecteerde
AUDIO-ingang (voor INPUT 1 en 2) of AUDIO
(L/R)-ingangen (voor INPUT 3 en 4) die zijn
aangesloten op audiovisuele apparatuur.
• Zie pagina 63 voor meer informatie over Vari-
able Audio Output (VAO) en Fixed Audio Output (FAO).
• U heeft een ø3.5 mm stereo minijack naar RCA
audiokabel nodig voor audio-invoer (los
verkrijgbaar).
Versterker
ø3.5 mm stereo minijack to RCA audiokabel
(in de handel verkrijgbaar)
21
Aansluiten van de projector op andere apparaten
Bediening via een computer
Aansluiting op een computer met een DIN-D-sub
RS-232C-adapter en een
RS-232C seriële kabel
Wanneer de RS-232C-aansluiting op de projector
wordt aangesloten op een computer met een DIND-sub RS-232C-adapter en een RS-232C seriële
kabel (kruistype, in de handel verkrijgbaar), kunt u
de projector bedienen en controleren via de computer. Raadpleeg pagina 89 voor meer informatie.
1Sluit de meegeleverde DIN-D-sub
RS-232C-adapter aan op een RS232C seriële kabel (in de handel
verkrijgbaar).
2Gebruik bovengenoemde kabels
om de projector aan te sluiten op
de computer.
Opmerking
• Sluit nooit een RS-232C seriële kabel aan op
de computer en verwijder deze niet als de computer aanstaat. Dit kan uw computer
beschadigen.
• Het is mogelijk dat de RS-232C-functie niet
werkt als uw computer niet op de juiste wijze
is geïnstalleerd. Raadpleeg de handleiding van
de computer voor meer informatie.
• Zie pagina 88 voor informatie over de
aansluiting van een RS-232C seriële kabel.
Meegeleverd
accessoire
DIN-D-sub
RS-232C-adapter
RS-232C-aansluting
Desktopcomputer
To AudioOutput port
DIN-D-sub
RS-232C-adapter
RS-232C seriële kabel
(in de handel verkrijgbaar)
22
Aansluiten op een beeldscherm
Beelden tegelijk bekijken
op de projector en een
beeldscherm
U kunt computerbeelden zowel op de projector als op
een gescheiden monitor tonen m.b.v. twee paar RGBkabels. Er wordt een RGB-kabel meegeleverd met deze
projector. U dient een andere RGB-kabel aan te schaffen
om de projector aan te sluiten op een monitor.
1
Sluit de projector aan op de computer
(in de handel verkrijgbaar)
en de monitor m.b.v. RGB-kabels
(waarvan er één is meegeleverd en de
andere in de handel verkrijgbaar is).
2Selecteer in de “Options(1)”
(opties 1) menu “economy mode”
(spaarfunctie), “Mntr.out/RS232”
(Mon/RS232C) en vervolgens
“ON” (aan). (zie pagina 69.)
Opmerking
• Analoge RGB-signalen, evenals Component-
signalen, kunnen worden uitgevoerd naar het
beeldscherm.
Meegeleverd
accessoire
RGB-kabel
Audiokabel
(in de handel
verkrijgbaar)
RGB cable
Naar de RGB-
ingangsaansluiting
Beeldscherm
Aansluiten en opstellen
Notebookcomputer
Naar de RGB
uitgangsaansluiting
Gebruik van afstandsbediening met kabel
Aansluiting voor afstandsbediening met kabel
De afstandsbediening
aansluiten op de projector
Als u de afstandsbediening niet kunt gebruiken
vanwege de afstand of positie van de projector
(achterprojectie, etc.), sluit u een ø3.5 mm stereoof mono-minijack-kabel (in de handel verkrijgbaar
of verkrijgbaar als Sharp serviceonderdeel
QCNWGA038WJPZ) aan van de WIRED R/C JACKaansluiting bovenop de afstandsbediening naar de
aansluiting voor afstandsbediening met kabel.
Opmerking
• De presentatiebediening FORWARD/BACK
(vooruit/achteruit) kan niet worden gebruikt
wanneer de afstandsbediening met een kabel
is aangesloten op de projector. Om deze
functie te gebruiken, moet u de kabel van de
afstandsbediening loskoppelen.
Naar Bedrade R/C aansluiting
(WIRED R/C JACK)
ø3.5 mm stereo- of mono-minijackkabel
(in de handel verkrijgbaar of
verkrijgbaar als Sharp serviceonderdeel
QCNWGA038WJPZ)
23
Aansluiten van de projector op andere apparaten
Gebruik van de draadloze-presentatiefunctie van de
afstandsbediening
Wanneer de afstandsbedieningsontvanger wordt aangesloten op een computer, is een draadloze presentatiebediening mogelijk.
De toetsen BACK en FORWARD op de afstandsbediening hebben dan dezelfde functie als de toetsen [Page Up] en [Page
Down] op het toetsenbord van uw computer. Zo kunt u van op afstand door het gebruikte presentatieprogramma, bijvoorbeeld
Microsoft PowerPoint
®
, bladeren.
Gebruik van de draadlozepresentatiefunctie
1
Sluit de afstandsbedieningsontvanger
aan op de computer met de
meegeleverde USB-kabel.
Opmerking
• Deze functie werkt alleen met de
besturingssystemen Microsoft Windows
en Macintosh. Deze functie werkt
echter niet met de volgende
besturingssystemen, die USB niet
ondersteunen.
• Vroegere versies dan Windows 95.
• Vroegere versies dan Windows NT
4.0.
• Vroegere versies dan Mac OS 8.5.
Meegeleverd
accessoire
Notebookcomputer
Afstandsbedieningsontvanger
USB-kabel
USB-kabel
Afstandsbedieningsontvanger
USBaansluiting
2Druk op of als u
presentatiesoftware op uw
computer gebruikt.
• Druk op om naar de vorige bladzijde
terug te gaan.
• Druk op
bladzijde te gaan.
24
om naar de volgende
Achterwaartstoets
(BACK)
Voorwaartstoets
(FORWARD)
Opstellen
Gebruik van de
stelvoetjes
U kunt de hoogte van de projector aanpassen met
behulp van de stelvoetjes voor en achter op de projector. Dit is handig als de ondergrond waarop de
projector wordt neergezet oneven is of als het
scherm onder een hoek hangt.
De projectie van het beeld kan door het verstellen
van de projector worden verhoogd wanneer de projector lager dan het scherm is geplaatst.
1Druk op de HEIGHT ADJUST-toets.
2Til de projector op om de hoogte
aan te passen en laat HEIGHT ADJUST los.
Omhoog
Hoogte
aanpassentoets
(HEIGHT ADJUST)
Stelvoetjes
Stelvoetjes
Aansluiten en opstellen
3Draai aan de stelvoetjes achter op
de projector voor een
nauwkeuriger afstelling.
Opmerking
• Wanneer u de oorspronkelijke stand van de
projector herstelt, houdt u de projector stevig
vast, drukt u op HEIGHT ADJUST en laat u
hem rustig zakken.
• U kunt de positie van de projector instellen tot
ongeveer 12 graden aan de voorkant en 3
graden aan de achterkant, gemeten vanuit de
standaardpositie.
Info
• Druk niet op HEIGHT ADJUST wanneer de
instelvoet is uitgeschoven zonder de projector
stevig vast te houden.
• Houd de lens niet vast bij het opwaarts of
neerwaarts verstellen van de projector.
• Let op dat uw vinger niet tussen de instelvoet
en de projector komt wanneer u deze laat
zakken.
Omlaag
25
Opstellen
Instellen van de lens
U kunt het beeld scherpstellen en instellen op de
gewenste grootte met de scherpstelring of de
zoomknop op de projector.
1U kunt scherpstellen door aan de
scherpstelring te draaien.
2Zoomen gebeurt door de
zoomknop te bewegen.
Scherpstelring
Zoomknop
Uitzoomen
en
Inzoom
26
Opstellen van het scherm
Om een zo goed mogelijk beeld te verkrijgen, plaatst u de projector loodrecht ten opzichte van het scherm met alle
stelvoetjes plat en horizontaal op de ondergrond.
Opmerking
• De lens van de projector moet voor het midden van het scherm worden geplaatst. Als de horizontale lijn die door het
midden van de lens loopt niet loodrecht staat ten opzichte van het scherm, zal het beeld worden vervormd, wat het
bekijken ervan bemoeilijkt.
• Voor een optimaal beeld plaatst u het scherm zo dat het zich niet in direct zonlicht of kamerverlichting bevindt. Licht dat
direct op het scherm valt, zal de kleuren doen verbleken, wat het bekijken van beelden bemoeilijkt. Doe de gordijnen
dicht en dim de verlichting wanneer u het scherm opstelt in een zonnige of fel verlichte ruimte.
• U kunt geen polariserend scherm gebruiken met deze projector.
Er zijn ook drie optionele lenzen verkrijgbaar bij Sharp voor speciale toepassingen. Neem contact op met uw
geregistreerde Sharp projectordealer voor meer informatie over deze lens. (Raadpleeg de installatiehandleiding wanneer
u een lens op de projector monteert.)
Projectieafstand
■ Onderstaande grafiek is van toepassing voor een scherm van 254 cm (100") met een normale modus van 4:3.
Scherm
AN-C12MZ
7'11" – 10' (2,4 – 3,0m)
Projectieratio
1:1,18 – 1,48
AN-C27MZ
17'9" – 28'1'' (5,4 – 8,6m)
Projectieratio 1:2,7 – 4,3
Aansluiten en opstellen
11'11" – 15'4" (3,6 – 4,7m)
Projectieratio
510152025303540 (voet)
Standaard
1:1,77 – 2,25
Standaardopstelling (frontprojectie)
■ Zet de projector op de juiste afstand van het scherm voor de door
u gewenste schermgrootte. (Zie bladzijde 28)
Voorbeeld van een standaardopstelling
Zijaanzicht
90°
Bovenaanzicht
90°
• De afstand tussen het scherm en de projector kan
verschillen afhankelijk van de schermgrootte.
• U kunt de standaardinstellingen gebruiken wanneer de pro-
Publiek
jector voor het scherm wordt geplaatst. Bij het projecteren
van een spiegelbeeld of omgekeerd beeld zet u de instelling
op “Voor” in het menu “Projectie”.
• Plaats de projector zodanig dat de horizontale lijn die
door het midden van de lens loopt loodrecht staat ten
opzichte van het scherm.
• Er zit een afwijking van ongeveer ±3% in bovenstaande formule.
• Waarden met een minteken (–) geven aan hoeveel het midden van de lens zich onder de onderrand van het beeld
bevindt.
31
Opstellen
Projecteren van een spiegelbeeld/omgekeerd beeld
Projectie van achter het scherm
■ Zet een doorschijnend scherm tussen de projector en het publiek.
■ Draai het beeld spiegelverkeerd door in het menu “Projectie” “Achter”
in te stellen. Zie bladzijde 71 voor het
gebruik van deze functie.
Projectie via een spiegel
■ Plaats een (gewone platte) spiegel voor de lens.
Bij gebruik van de standaardinstellingen.
▼ In-beeld-display
Spiegelbeeld
Info
• Wanneer u een spiegel gebruikt, dient u ervoor te zorgen dat zowel
de projector als de spiegel zo opgesteld staan dat het licht niet
rechtstreeks in de ogen van het publiek schijnt.
Projectie bij plafondmontage
■ Het verdient aanbeveling de optionele Sharp plafondmontagebeugel
te gebruiken voor deze opstelling.
Alvorens de projector aan het plafond te bevestigen, neemt u contact op
met uw dichtstbijzijnde erkende Sharp projector dealer of servicecentrum
om de aanbevolen plafondmontagebeugel (los verkrijgbaar) aan te
schaffen.
• AN-XGCM55 plafondmontagebeugel, zijn AN-EP101B verlengpijp en
AN-JT200 universele beugel, adapter voor installatie op oneffen
plafond (voor de V.S.).
• BB-M20T plafondadapter, zijn BB-NVHOLDER280, BB-
• AN-60KT of plafondmontagebeugel, zijn AN-TK201 en AN-TK202
verlengpijpen (voor andere landen dan de V.S. en DUITSLAND).
■ Stel de projector zodanig op dat de afstand (H)
van het midden van de lens (zie bladzijde 28)
overeenkomt met de onderrand van het beeld
wanneer u de projector aan het plafond
bevestigt.
■ Zet het beeld op zijn kop
door in het menu “Projectie”“Plafond + voor” in te stellen.
Zie bladzijde 71 voor het
gebruik van deze functie.
Bij gebruik van de standaardinstellingen.
▼ In-beeld-display
Omgekeerd Het beeld staat
ondersteboven
32
Basisbediening
Basisbediening
Beeldprojectie
Basisprocedure
Sluit de nodige externe apparatuur op de projector aan alvorens de volgende procedures uit te
voeren. De in de fabriek ingestelde taal is Engels.
Info
• Wanneer u de taal van het in-beeld-display wilt
veranderen, moet u de taal terugstellen volgens
de procedure beschreven op bladzijde 36.
Bedrijfsindicator
1Steek het netsnoer in het
stopcontact.
• De bedrijfsindicator licht rood op en de
projector wordt in stand-by geschakeld.
ON
2Druk op
afstandsbediening.
• De bedrijfsindicator licht groen op. Na het
oplichten van de lampindicator (LAMP) is
de projector klaar voor bediening.
•
De lampindicator (LAMP) licht op en
geeft de gebruiksstand van de lamp aan.
Groen: De lamp is klaar voor gebruik.
Groen knipperend:
Rood:
•
Als de projector in standby wordt geschakeld
en onmiddellijk daarna opnieuw wordt
ingeschakeld, kan het even duren voordat
de lampindicator (LAMP) oplicht.
•
Bij bediening van de projector d.m.v. RS232C opdrachten via een computer dient
u minstens 40 seconden na inschakelen
van de spanning te wachten voordat u
opdrachten overstuurt.
Wanneer “Anti-diefstal” (zie
bladzijde 75) is ingesteld, verschijnt
het sleutelwoordinvoervenster.
• Voer het sleutelwoord in.
op de projector of de
Opmerking
De lamp is aan het
opwarmen of wordt
uitgeschakeld.
De lamp moet worden vervangen.
Lampindicator
(LAMP)
ON-toets
Invoertoets
(ENTER)
Invoertoets
(ENTER)
Ingangsfunctietoets
(INPUT)
', ", \, |toetsen
MENUtoets
(MENU)
ON-toets
MENU-toets
(MENU)
', ", \, | toetsen
Opmerking
•
Wanneer u het sleutelwoord invoert, moet u
op de toetsen drukken die u eerst op de projector of de afstandsbediening hebt ingesteld.
Info
• Wanneer “Anti-diefstal” is ingesteld,
moet u het sleutelwoord invoeren of het
ingangsdisplay verschijnt niet. Zelfs
wanneer het signaal wordt ingevoerd
kan het display niet verschijnen (Zie
bladzijde 75).
34
▼Sleutelwoord-invoerveld
3 Druk op , , of op
de afstandsbediening om de
ingangsfunctie te kiezen.
• Druk eenmaal op op de projector.
Gebruik
te selecteren.
• Wanneer er geen signaal wordt
ontvangen,verschijnt “GEEN SIGNAAL”
op het display. Wanneer een signaal
wordt ontvangen waarvoor de projector niet vooraf is ingesteld, verschijnt
“OUGELDIG” op het display.
• Wanneer Auto zoeken ingeschakeld
AAN is kunnen de ingangsfuncties met
signalen wordt ingesteld (zie pagina 64).
•
De INPUT-modus wordt niet weergegeven
als “OSD display” (OSD-weergave) is
ingesteld op “Niveau A” of “Niveau B” (zie
pagina 65).
Meer over de ingangsfuncties
INGANG 1
INGANG 2
(RGB/
Component)
INGANG 3
(Video)
INGANG 4
(S-Video)
om de gewenste inputmodus
Opmerking
Wordt gebruikt om beelden te
projecteren uit apparatuur met
RGB- of componentsignalen,
die is aangesloten op de RGB
inputaansluiting.
Wordt gebruikt voor het
projecteren van beelden
vanaf een apparaat dat
aangesloten is op de
VIDEO-ingangsaansluiting.
Wordt gebruikt voor
projecteren van
vanaf een apparaat dat
aangesloten is op de SVIDEO-ingangsaansluiting.
het
beelden
▼ In-beeld-display (voorbeeld)
INGANG 1-functie
Met RGB
Met
Component
INGANG 2-functie
Met RGB
Met
Component
INGANG 3-functie
Met Video
INGANG 4-functie
Met S-Video
➝
➝
➝➝
Basisbediening
4
Druk op of op de afstands-
bediening om het volume van de
luidspreker in te stellen.
Opmerking
• Door te drukken op verlaagt u het
volume.
Door te drukken op
volume.
• Op de projector kunt u het volume
instellen door te drukken op
en op de projector functioneren
•
als cursortoetsen (\, |) wanneer het
menuscherm actief is.
verhoogt u het
Ingangsfunctietoetsen
(INPUT)
VOLUMEtoetsen
of .
35
Beeldprojectie
5 Druk op om het geluid tijdelijk
uit te zetten.
Opmerking
• Om het geluid weer aan te zetten, drukt
u nogmaals op
.
Kiezen van de taal van
het in-beeld-display
U kunt het in-beeld-display van de projector
instellen op Engels, Duits, Spaans, Nederlands,
Frans, Italiaans, Zweeds, Portugees, Chinees,
Koreaans of Japans.
1Druk op .
• Het menu verschijnt op het display.
2Druk op \ of op | om de “Taal” te
selecteren.
3Druk op ' of op " om de
gewenste taal te selecteren en
druk dan op
.
4Druk op .
• De gewenste taal wordt ingesteld voor het
in-beeld-display.
36
Uitschakelen van de stroom
1
Druk op
op
op de afstandsbediening en
druk vervolgens opnieuw op die toets
terwijl het bevestigingsbericht wordt
getoond om de projector in standby
te schakelen.
Opmerking
• Als u per ongeluk op
heeft gedrukt en de projector niet
in standby wilt schakelen, wacht u tot
het bevestigingsbericht verdwijnt.
• De projector kan niet worden bediend
terwijl het bericht “Wacht aub.” wordt
getoond.
2
Trek het netsnoer uit het stopcontact
nadat de koelventilator is gestopt.
op de projector of
STANDBY
STANDBY
of
STANDBY-toets
Invoertoets
(ENTER)
MENU-toets
(MENU)
', ", \, | toetsen
MUTE-toets
Basisbediening
Info
• Trek tijdens de projectie of de werking van
de koelventilator het netsnoer niet uit. Dit
kan beschadiging veroorzaken door het
stijgen van de binnentemperatuur,
aangezien de koelventilator eveneens
wordt uitgeschakeld.
37
Correctie van perspectivische vervorming
(trapeziumvorm-correctie)
Correctie van
perspectivische vervorming
Deze functie maakt trapeziumvorm-correctie
(perspectivische vervorming van het schermbeeld)
mogelijk.
Opmerking
•
Wanneer het beeld vanaf de bovenkant of de
onderkant onder een hoek op het scherm wordt
geprojecteerd, treedt een trapeziumvormige
(perspectivische) vertekening van het beeld op.
De functie voor de correctie van perspectivische
vervorming verhelpt dit probleem.
•
Perspectivistische vervorming kan worden
gecorrigeerd tot een hoek van ongeveer ±35 graden.
1 Druk op .
• Wanneer u nogmaals drukt op terwijl
het scherm KADER, REK of SLIMME REK
wordt getoond, wordt de digitale
verschuivingsfunctie ingeschakeld. Zie
bladzijde 39.
2 Druk op ' , " , \ of | om de
trapeziumvorm-correctie in te stellen.
• Als u meer gedetailleerde correcties wilt
maken, drukt u op
weer te geven. Druk vervolgens op
\\
||
\ of
| om aanpassingen door te voeren.
\\
||
om het testpatroon
''
""
',
",
''
""
Trapeziumvormtoets
Invoertoets (ENTER)
Toets voor
ongedaan
maken
(UNDO)
Normaal scherm
Comprimeert
de bovenkant.
Comprimeert
de onderkant.
', ", \, | toetsen
Trapeziumvorm-correctiescherm
Opmerking
• Aangezien de perspectivistische
vervorming tot een hoek van ongeveer
±35 graden kan worden gecorrigeerd,
kan het beeld eveneens diagonaal tot
die hoek worden ingesteld.
• Druk op
correctie te annuleren.
• Het testpatroon wordt getoond zonder
in te drukken wanneer geen signaal
wordt gedetecteerd.
om de trapeziumvorm-
3Druk op .
Opmerking
•
U kunt voor 16:9 dezelfde instellingen
gebruiken als in de NORMAAL-functie 4:3.
• Tijdens het instellen van het beeld
kunnen rechte lijnen of de randen van
beelden een zaagtandeffect vertonen.
38
Testpatroom
Instellen van de digitale
verschuiving
Om het bekijken van beelden te vergemakkelijken, schuift deze
functie het volledige op het scherm geprojecteerde beeld naar boven
of naar onder bij de weergave van 16:9-beelden van DVD-spelers en
DTV*-decoders.
* DTV is de algemene term die wordt gebruikt voor het nieuwe digitale
televisiesysteem in de Verenigde Staten.
Druk op ' om het
geprojecteerde beeld naar
boven te bewegen.
Druk op om het beeld
terug te stellen.
Toets voor ongedaan
maken (UNDO)
Druk op " om het
geprojecteerde beeld naar
onder te bewegen.
Druk op om het beeld
terug te stellen.
Opmerking
• De digitale verschuivingsfunctie werkt op het scherm KADER, REK of SLIMME REK. Zie bladzijde
53 voor nadere bijzonderheden.
• Druk tweemaal op om toegang te krijgen tot de functie Digitale verschuiving.
Het menu Digitale verschuiving zal verschijnen wanneer een compatibel 16:9-signaal wordt
weergegeven.
Basisbediening
39
Onderdelen van de menubalk
Deze lijst vermeldt de onderdelen die kunnen worden ingesteld op de projector.
■ INGANG 1/2-functie
HoofdmenuSubmenu
Beeld
Bladzijde 46
C.M.S.
Bladzijde 60
Fijn sync.
Bladzijde 48
Contrast
Helder
Kleur
Tint
Scherpte
Rood
Blauw
Kleurtmp
Reset
Signaaltype
Progressieve func.
Gesel. kleur
Doel
Helderh.
Chroma
Tint
Terugstellen (deze kleur)
Terugstellen (alle kleuren)
Intelliingen bekijken
Klok
Fase
H-Pos
V-Pos
Reset
Vastleggen
Keuze instel.
Speciale functies
Signaal Informatie
Automat. sync.
Auto-sync dsp [ON/OFF]
HoofdmenuSubmenu
+30–30
+30–30
+30–30
+30–30
+30–30
+30–30
+30–30
+3–3
RGB
Component
2D Progressief
3D Progressief
Filmfunctie
Standaard
sRGB
[R] Rood
[Y] Geel
+30–30
[G] Groen
[C] Cyaan
+30–30
[B] Blauw
[M] Magenta
+30–30
+150–150
+30–30
+150–150
+60–60
1
2
•
•
7
1
2
•
•
7
1
2
3
4
•
•
7
Resolutie
Hor. freq.
Vert. freq.
OFF
Normaal
Hoge snelhid
Resolutie
1024 × 768
800 × 600
Resolutie
1024 × 768
800 × 600
Resolutie
1024 × 864
1152 × 864
1152 × 870
1152 × 882
Gebruiker 3Gebruiker 1
Vert. freq.
60 Hz
75 Hz
Vert. freq.
60 Hz
75 Hz
1024 × 768
48.4 KHz
60 Hz
Opties (1)
Bladzijde 63
Opties (2)
Bladzijde 70
Taal
Bladzijde 36
Status
Bladzijde 78
Audio uitgang
Luidspreker [ON/OFF]
Auto zoeken [ON/OFF]
Ruisonderdr.
OSD Display
Beeld vastleggen
Achterground
Startbeeld
Spaarfunctie
Restverhouding
Projectie
Niv. toetsvergr.
RS-232C
Wachtwoord
Anti-diefstal
Alles terugstellen
English
Deutsch
Español
Nederlands
Français
Italiano
Svenska
Português
English
Deutsch
Español
Nederlands
Français
Italiano
Svenska
Português
Voor
Plafond + voor
Achter
Plafond + achter
Normaal
Niveau A
Niveau B
9600 bps
38400 bps
115200 bps
Oud wachtwoord
Nieuw wachtw
Herbevestigen
Oude code
Nieuwe code
Herbevestigen
Basisbediening
41
Gebruik van het menuscherm
Deze projector heeft twee sets van menuschermen die u in staat stellen het beeld en diverse
projectorinstellingen te regelen.
U kunt deze menuschermen bedienen via de projector zelf of via de afstandsbediening aan de hand
van de volgende procedure.
Menuscherm voor INPUT 1of INPUT 2 RGB-modus
Menubalk
(Hoofdmenu)
Menuselectie
(bijstellingen)
1Druk op .
• Het menuscherm wordt weergegeven.
Opmerking
• Het menuscherm “Beeld” voor de
gekozen ingangsfunctie wordt
weergegeven.
• De weergave op het scherm dat
rechtsonder wordt getoond, wordt
weergegeven wanneer u de modus INPUT 1 of INPUT 2 heeft geselecteerd.
Menuscherm voor INPUT 3of INPUT 4-modus
Menubalk
(Hoofdmenu)
Invoertoets
(ENTER)
''
',
''
toetsen
MENU-toets
(MENU)
""
",
""
\\
\,
\\
||
|-
||
42
Invoertoets
(ENTER)
""
"Menuscherm
""
MENU-toets
(MENU)
''
""
\\
",
""
\,
\\
||
|-
||
',
''
toetsen
\\
2Druk op
||
\ of
| om het menu te
\\
||
kiezen dat u wilt instellen.
Opmerking
• Voor bijzonderheden over de menu's,
zie de boomdiagrammen op bladzijden
40 en 41.
''
3Druk op
""
' of
" om het onderdeel
''
""
te kiezen dat u wilt instellen.
Opmerking
• Om slechts één in te stellen onderdeel
weer te geven, drukt u op na het
kiezen van het onderdeel. Alleen de
menubalk en het onderdeel dat u wilt
instellen, worden weergegeven.
Wanneer u dan op ' of " drukt, wordt
het volgende onderdeel (“Rood” volgt
op “Helder”) weergegeven.
Basisbediening
||
|
||
• Druk op
vorige scherm.
4Druk op
om terug te keren naar het
\\
||
\ of
| om het gekozen
\\
||
onderdeel in te stellen.
• De aanpassing wordt opgeslagen.
5 Druk op .
• Het menuscherm verdwijnt.
43
Gebruik van het menuscherm
Menuselectie
(instellingen)
1Druk op .
• Het menuscherm wordt weergegeven.
Opmerking
• Het menuscherm “Beeld” voor de
gekozen ingangsfunctie wordt
weergegeven.
• De weergave op het scherm dat
rechtsonder wordt getoond, wordt
weergegeven wanneer u de modus INPUT 1 of INPUT 2 heeft geselecteerd.
\\
2Druk op
kiezen dat u wilt instellen.
Opmerking
• Voor bijzonderheden over de menu's,
zie de boomdiagrammen op bladzijden
40 en 41.
||
\ of
| om het menu te
\\
||
Invoertoets
(ENTER)
▼ Menuscherm
Invoertoets
(ENTER)
', ", \, | toetsen
MENU-toets
(MENU)
MENU-toets (MENU)
', ", \, | toetsen
''
3Druk op
""
' of
" om het onderdeel
''
""
te kiezen dat u wilt instellen.
Opmerking
• Druk op om terug te keren naar het
vorige scherm.
• In sommige menu’s moet u het picto-
gram slecteren met behulp van “”.
44
Submenu
4Druk op
• De cursor verplaatst zich naar het submenu.
5Druk op
van het onderdeel te kiezen dat
wordt weergegeven in het
submenu.
||
|.
||
''
""
' of
" om de instelling
''
""
Submenu
6Druk op .
• Het gekozen onderdeel wordt ingesteld.
Opmerking
• Bij sommige onderdelen verschijnt een
bevestigingsbericht.
Wanneer u een onderdeel instelt, drukt
u op \ of | om “Ja” of “OK” te kiezen en
drukt u vervolgens op
.
7Druk op .
• Het menu verdwijnt.
Basisbediening
45
Instellen van het beeld
U kunt het beeld van de projector naar uw eigen voorkeur instellen met de volgende beeldinstellingen.
BeeldinstellingBeschrijving
Contrast
Helder
Kleur
Tint
Scherpte
Rood
Blauw
Kleurtmp
Voor het instellen van het contrastniveau
Voor het instellen van de helderheid van een beeld
Voor het instellen van de kleurintensiteit van het beeld
Voor het instellen van de tinten van een beeld
Voor scherpere of minder scherpe contouren van beelden
Voor het instellen van het roodniveau
Voor het instellen van het blauwniveau
Voor het instellen van de kleurtemperatuur van een beeld
Instellen van beeldvoorkeuren
Instellen van het menu “Beeld” op het menuscherm
➝ Voor bediening van het menuscherm, zie pagina’s 42 t/m 45.
Opmerking
• “Kleur”, “Tint” en “Scherpte” verschijnen niet
op het scherm wanneer u INGANG 1 of 2
kiest en het “Signaaltype” “RGB” is.
• De beeldinstellingen kunnen afzonderlijk
worden opgeslagen in elke ingangsfunctie.
Wanneer het signaaltype in INPUT 1 of 2 is
•
ingesteld op Component, kunt u “Scherpte”
I
aanpassen wanneer 480I, 480P, 540P, 580
720P, 1035I of 1080I-signalen zijn aangesloten.
• Om alle instelbare onderdelen terug te stellen,
kiest u “Reset” en drukt u op
•
“Rood”, “Blauw” en “Kleurtmp” (kleurtemperatuur)
kunnen niet worden aangepast wanneer “Gesel.
kleur” (geselecteerde kleur) in het C.M.S.-menu
op “sRGB” staat.
, 580P,
.
\ toets| toets
Minder contrast
Minder helder
Minder intense kleuren
Huidtinten worden paarsig
Minder scherp
Minder rood
Minder blauw
Verlaagt de
kleurtemperatuur voor
warmere, roodachtige,
fonkelende beelden.
Meer contrast
Helderder
Intensere kleuren
Huidtinten worden groenig
Scherper
Meer rood
Meer blauw
Verhoogt de kleur-
temperatuur voor
koelere, blauwachtige,
fluorescerende beelden.
Kiezen van het signaaltype
Deze functie maakt het mogelijk om het ingangs-signaaltype
RGB of Component te kiezen voor INGANG1 of 2.
Kies “Signaaltype” in het menu “Beeld” op het menuscherm
➝ Voor bediening van het menuscherm, zie pagina’s 42 t/m 45.
Opmerking
• RGB
Wordt ingesteld voor het ontvangen van RGB-signalen.
• Component
Wordt ingesteld voor het ontvangen van
componentsignalen.
46
Progressieve functie
Deze functie stelt u in staat om de progressieve
weergave van een videosignaal te kiezen. De
progressieve weergave zorgt voor meer soepele
videobeelden.
Kies “Progressieve func.” in het menu
“Beeld” op het menuscherm
➝ Voor bediening van het menuscherm, zie
pagina’s 42 t/m 45.
Opmerking
• 2D Progressief
Deze functie is bedoeld voor weergave van snel
bewegende beelden zoals sport- of actiescènes.
Bij deze functie wordt het getoonde beeldframe
met optimale kwaliteit weergegeven.
3D Progressief
•
Deze functie is bedoeld voor weergave van
relatief langzaam bewegende beelden zoals
toneelscènes, documentaires e.d.
Deze functie verbetert de beeldkwaliteit door
de beweging in een aantal voorafgaande en
volgende beelden te gebruiken.
Filmfunctie
•
Voor een duidelijke weergave van filmbeelden.
Toont een geoptimaliseerd beeld van film
omgezet met “drie-twee afrollen”- (NTSC en
PAL60Hz) of “twee-twee afrollen”- (PAL50Hz
en SECAM) verbetering in progressieve
weergavebeelden.
* De filmbron is een digitale video-opname
waarbij het origineel onveranderd
gedecodeerd wordt aan 24 frames/seconde.
De projector kan deze filmbron omzetten in
progressieve video aan 60 frames/seconde
met NTSC of PAL60Hz of aan 50 frames/
seconde met PAL50Hz en SECAM om een
hoog gedefinieerd beeld weer te geven.
Basisbediening
• Bij progressieve ingangen gebeurt de
weergave rechtstreeks en kunt u niet kiezen
voor 2D Progressief, 3D Progressief en de
Filmfunctie. Deze functies kunnen worden
gekozen bij interlace-signalen, met
uitzondering van 1080
• Zelfs bij het instellen van de 3D Progressief-
functie in NTSC of PAL60Hz zal de “drie-twee
afrollen”-verbetering automatisch worden
ingeschakeld wanneer de filmbron is
ingevoerd.
• In PAL50Hz of SECAM zal de “twee-twee
afrollen”-verbetering alleen worden
ingeschakeld in de Filmfunctie wanneer de
filmbron is ingevoerd.
I-signalen.
47
Instellen van computerbeelden
Gebruik de Fijn sync.-functie in geval van onregelmatigheden zoals verticale strepen of het flikkeren
van delen van het beeld.
BeeldinstellingBeschrijving
Klok
Fase
H-Pos
V-Pos
Instellen van het
computerbeeld
Wanneer “Automat.sync.” op OFF staat of wanneer
verticale strepen zichtbaar zijn of flikkering optreedt
in delen van het scherm als “Automat.sync.” op
“Normaal” of “Hoge snelheid” staat, kunt u de
instellingen “Klok”, “Fase”, “H-Pos” of “V-Pos”
bijstellen om een optimaal computerbeeld te
verkrijgen.
Regelt de verticale ruis.
Regelt de horizontale ruis (vergelijkbaar met “tracking” op uw videorecorder).
Centreert het weergegeven beeld door het naar links of naar rechts te verplaatsen.
Centreert het weergegeven beeld door het naar boven of naar onder te verplaatsen.
Kies “Klok”, “Fase”, “H-Pos” of “V-Pos” in
het menu “Fijn sync.” op het menuscherm
➝ Voor bediening van het menuscherm, zie
pagina’s 42 t/m 45.
Opmerking
• U kunt computerbeelden gemakkelijk instellen
door te drukken op . Zie bladzijde 50 voor
nadere bijzonderheden.
Opslaan van instellingen
Deze projector stelt u in staat om maximaal zeven
instellingen op te slaan om te gebruiken met
verschillende computers.
Kies “Vastleggen” in het menu “Fijn sync.”
op het menuscherm
➝ Voor bediening van het menuscherm, zie
pagina’s 42 t/m 45.
48
Selecteren van instellingen
De in de projector opgeslagen instellingen zijn
makkelijk toegankelijk.
Kies “Keuze instel.” in het menu “Fijn sync.”
op het menuscherm
➝ Voor bediening van het menuscherm, zie
pagina’s 42 t/m 45.
Opmerking
• Als geen geheugen is ingesteld, zullen geen
resolutie- en frequentie-instellingen worden
weergegeven.
• Door een opgeslagen instelling op te roepen
met “Keuze instel.” kunt u de projector instellen
op de opgeslagen instellingen.
Instellen van speciale functies
Normaal gesproken wordt het soort
ingangssignaal gedetecteerd en wordt de juiste
resolutie automatisch ingesteld. Bij sommige
signalen kan het echter nodig zijn om de optimale
resolutie-instelling te kiezen in “Speciale functies”
op het menuscherm “Fijn sync.”, in overeen-stemming met de weergavefunctie van de computer.
Stel de resolutie “Speciale functies” te selecteren
in het menu “Fijn sync.” op het menuscherm
➝ Voor bediening van het menuscherm, zie
pagina’s 42 t/m 45.
Basisbediening
Opmerking
• Vermijd de weergave van computer-
gegenereerde patronen die zich om de andere
beeldlijn herhalen (horizontale strepen).
(Het beeld kan hierdoor gaan flikkeren, wat
het erg moeilijk maakt ernaar te blijven kijken.)
• Wanneer een DVD-speler of digitale video
aangesloten wordt, kiest u 480P als
ingangssignaal.
• Zie “Controleren van het ingangssignaal”
hieronder voor informatie over het huidige
ingangssignaal.
Controleren van het
ingangssignaal
Deze functie stelt u in staat om de informatie
betreffende het huidige ingangssignaal te controleren.
Kies “Signaal informatie” in het menu “Fijn
sync.” op het menuscherm
➝ Voor bediening van het menuscherm, zie
pagina’s 42 t/m 45.
Opmerking
• De projector geeft het aantal gescande lijnen,
die beschikbaar zijn bij audiovisuele
apparatuur zoals een DVD-speler of digitale
video, weer.
49
Instellen van computerbeelden
Instellen van de
automatische synchronisatie
Wordt gebruikt om een computerbeeld
automatisch in te stellen.
Kies “Automat.sync.” in het menu “Fijn
sync.” op het menuscherm
➝ Voor bediening van het menuscherm, zie
pagina’s 42 t/m 45.
Opmerking
Bij het instellen van “ Normaal” of
“ Hoge snelheid”:
• De automatische synchronisatie wordt
ingeschakeld wanneer u de projector aanzet
of wanneer de ingangssignalen worden
veranderd wanneer de projector op een computer is aangesloten.
U moet de instellingen handmatig uitvoeren:
• Wanneer u geen optimaal beeld kunt
verkrijgen met automatische synchronisatie.
Zie bladzijde 48.
• Het kan enige tijd duren voordat de
automatische synchronisatie is voltooid,
afhankelijk van het beeld dat door de
aangesloten computer gegenereerd wordt.
• Wanneer “Automat. sync.” op “OFF” of “Hoge
snelheid” staat en
de automatische synchronisatie in de functie
“Hoge snelheid” uitgevoerd worden. Als de
toets binnen een minuut nogmaals wordt
ingedrukt, wordt de automatische
synchronisatie in de “Normaal” functie
uitgevoerd.
wordt ingedrukt, zal
Schermdisplay tijdens Automat. Sync.
Automatische-synchronisatietoets (AUTO SYNC)
Automatische synchronisatie
displayfunctie
Wordt gebruikt om het scherm in te stellen dat tijdens
automatische synchronisatie wordt weergegeven.
Kies “Auto-sync dsp” in het menu “Fijn
sync.” op het menuscherm
➝ Voor bediening van het menuscherm, zie
pagina’s 42 t/m 45.
Opmerking
•..... Het ingestelde achtergrondbeeld
wordt geprojecteerd.
•..... Het computerbeeld dat wordt
ingesteld, verschijnt.
50
Gebruiksvriendelijke functies
Gebruiksvriendelijke functies
Kiezen van de beeldweergavefunctie
Deze functie stelt u in staat om de beeldweergave te wijzigen of aan te passen om het ontvangen beeld
te verbeteren. Afhankelijk van het ingangssignaal kunt u kiezen tussen “NORMAAL”, “VOLLEDIG”,“PUNT VOOR PUNT”, “KADER”, “REK” of “SLIMME REK”.
Wijzigen van de
beeldweergave bij gebruik van
verschillende ingangssignalen
Druk op .
•
Bij iedere druk op verandert het display zoals
weergegeven op bladzijde 52 en 53.
Info
•
Bij de “PUNT VOOR PUNT”-weergave worden de
beelden weergegeven met de oorspronkelijke
resolutie en kunnen ze bijgevolg niet worden vergroot.
• Om terug te keren naar het standaardbeeld,
drukt u op terwijl “GROOTTE AANPASSEN”
op het scherm verschijnt.
COMPUTER
SVGA (800 × 600)
4:3 beeldverhouding
Andere beeldverhoudingen
•“NORMAAL” wordt vastgelegd wanneer XGA-signalen (1024 × 768) worden ingevoerd.
•“REK” wordt vastgelegd wanneer 720P-, 1035I- of1080I-signalen worden ingevoerd.
* Bij deze beelden kunt u de digitale verschuivingsfunctie gebruiken.
NORMAAL
Ingangssignaal
4:3 beeldverhouding
480I, 480P,
580I, 580P,
NTSC, PAL, SECAM
Letterbox
Compressie
NORMAAL
Projecteert het beeld op het
volledige scherm.
VOLLEDIG
—
1024 × 768
—
VOLLEDIG
Projecteert het middengedeelte
van een 4:3 scherm door 1,3
maal te vergroten in horizontale
richting.
KADER
768 × 576*
—
—
Weergavebeeld
KADER
Projecteert het 4:3 beeld
volledig in REK-functie
(volgende kolom).
REK
1024 × 576*
REK
Projecteert het 16:9 beeld
gelijkmatig over het hele scherm
(zwarte balken boven/onder).
SLIMME REK
1024 × 576*
—
—
SLIMME REK
Projecteert het beeld volledig op
een 16:9-scherm door alleen de
randen te vergroten en de 4:3-
beeldverhouding te behouden in
het midden van het beeld.
540P
720P, 1035I, 1080I
16:9 beeldverhouding
16:9 aspectratio
(4:3 aspectratio in 16:9
scherm)
16:9 beeldverhouding
Gebruiksvriendelijke functies
53
Weergeven van een stilstaand beeld
Deze functie stelt u in staat om een bewegend beeld onmiddellijk stil te zetten. Dit is handig om een
beeld van een computer of video stilstaand weer te geven, zodat u meer tijd heeft om aan het publiek
uitleg te geven over het beeld.
Stilzetten van een
bewegend beeld
1Druk op .
• Het geprojecteerde beeld wordt stilgezet.
Stilstaandbeeldtoets
(FREEZE)
2Druk nogmaals op om terug
te keren naar het bewegend beeld
van het momenteel aangesloten
apparaat.
" In-beeld-display
54
54
Vergroten van een deel van een beeld
Deze functie stelt u in staat om een bepaald deel van een beeld te vergroten. Dit is handig om een
bepaald deel van het beeld gedetailleerd weer te geven.
Weergeven van een
vergroot deel van een beeld
1Druk op .
• Vergroot het beeld.
• Door te drukken op of vergroot
of verkleint u het geprojecteerde beeld.
',",\,|toetsen
Opmerking
Om te vergroten
×1×4 ×9 ×16 ×36 ×64×2 ×3
Om te verkleinen
• U kunt de plaats van het vergrote beeld
wijzigen met ', ", \ of |.
• Wanneer een beeld met een resolutie
hoger dan SXGA wordt getoond, kunnen
“×2” en “×3” niet worden geselecteerd.
2Druk op om de bewerking te
annuleren, zodat de vergroting
terugkeert naar
Opmerking
In de volgende gevallen zal het beeld
naar de normale grootte terugkeren (×1).
• Wanneer de ingangsstand wordt
veranderd.
• Wanneer u op
• Wanneer het ingangssignaal gewijzigd
wordt.
• Wanneer u de resolutie en de
verversingsratio (verticale frequentie)
van het ingangssignaal wijzigt.
××
×1.
××
drukt.
" In-beeld-display
Vergroten/
verkleinentoetsen
(ENLARGE)
Gebruiksvriendelijke functies
55
Gamma-correctiefunctie
Gamma is een functie die de kwaliteit van het beeld verbetert en een rijker beeld creëert door de donkere
gedeelten van het beeld helderder weer te geven zonder de helderheid van de heldere gedeelten te veranderen.
Wanneer u beelden weergeeft met veel donkere scènes, zoals een film of een concert, of wanneer u
beelden weergeeft in een helder verlichte ruimte, kan deze functie de donkere scènes beter zichtbaar
maken en het beeld een grotere diepte geven.
Standaardbeeld
Geeft de donkere delen van het beeld helderder weer voor een betere presentatie.
Geeft meer diepte aan de donkere delen van het beeld voor een meer boeiende bioscoopervaring.
Maakt het mogelijk om de gammawaarde te veranderen d.m.v. Sharp Advanced Presentation
de gamma-functie wisselen tussen de
verschillende types.
2Om terug te keren naar de
standaardinstellingen, drukt u op
wanneer “GAMMA” wordt
aangegeven.
Beschrijving
Toets voor ongedaan
maken (UNDO)
Gamma-toets
(GAMMA)
STANDAARDGEBRUIKER
56
Opmerking
• De Gamma-modus werkt niet bij
INGANG 1 of INGANG 2 wanneer
“Gesel. kleur” (geselecteerde kleur) in
het C.M.S.-menu is ingesteld op
“sRGB”.
PRESENTATIECINEMA
56
Weergeven van twee beelden (beeld-in-beeld)
Met de beeld-in-beeld-functie kunt u twee beelden op hetzelfde scherm weergeven. U kunt het beeld
dat via INPUT 3 of 4, binnenkomt als een inzetbeeld weergeven dat het hoofdbeeld, dat binnenkomt via
INGANG 1 of 2 overlapt.
Weergeven van het
inzetbeeld
1Druk op .
2Druk op of op de
afstandsbediening of op
de projector om het beeld in het
inzetbeeld te veranderen.
''
""
\\
3Druk op
',
''
",
""
||
\ of
| om de plaats
\\
||
van het inzetbeeld in te stellen.
• Druk op om het frame te stoppen of
om het frame te laten verdwijnen.
op
4Druk op om het inzetbeeld te
verplaatsen.
• Het inzetbeeld wordt naar het
inzetbeeldkader verplaatst.
Toets voor ongedaan
maken (UNDO)
Invoertoets
(ENTER)
',",\,|-toetsen
PinP-toets
3/4 ingangstoetsen
(INPUT 3/4)
Gebruiksvriendelijke functies
Opmerking
• Het inzetbeeld kan alleen weergegeven
worden met een composiet-video- (NTSC/PAL/
SECAM) of S-Video-signaal.
• De stilstaand-beeldfunctie kan alleen gebruikt
worden voor het inzetbeeld, wanneer de beeld-
in-beeld-functie ingesteld is.
Beeld-in-beeld werkt niet wanneer het signaal
dat binnenkomt via INGANG 1 of 2:
• Een resolutie heeft die SXGA overschrijdt.
•
Wanneer het ingangssignaal 480I, 480P,
540P, 580I, 580P, 720P, 1035I, of 1080I is.
• Gewijzigd is in de interlace-functie door het
gebruik van RGB-signalen.
• Wanneer de beeldweergavefunctie is
ingesteld op “PUNT VOOR PUNT”.
• Wanneer geen signalen verzonden worden
naar INGANG 1 of 2, of wanneer de resolutie
of de verversingsrate (vertikale frequentie)
wordt gewijzigd.
57
Functie zwart scherm
Deze functie kan worden
gebruikt om een zwart
scherm weer te geven.
1Druk op .
• Het scherm wordt zwart en “ZWART
SCHERM” wordt weergegeven op het
scherm.
2Om terug te gaan naar het
oorspronkelijke geprojecteerde
beeld, drukt u nogmaals op
.
Zwartschermtoets
(BLACK SCREEN)
" Geprojecteerd beeld
58
58
Weergeven van de pauzetimer
Deze functie kan worden gebruikt om de tijd die nog resteert voor pauze tijdens vergadering weer te
geven.
Weergave en instelling
van de pauzetimer
',",\,|toetsen
1Druk op . De break timer
begint af te tellen vanaf 5 minuten.
Pauzetimertoets
(BREAK TIMER)
2Wanneer “” verschijnt, drukt u
''
""
\\
op
',
",
''
""
in te stellen.
• U kunt de timer instellen op een waarde
tussen 1 en 60 minuten (met tussenstappen
van 1 minuut).
• De break timer begint af te tellen zodra
', ", \ of | wordt ingedrukt.
||
\ of
| om de pauzetimer
\\
||
3Druk op om de pauzetimer te
annuleren.
Opmerking
• Tijdens het gebruik van de pauzetimer wordt
de automatische uitschakeling tijdelijk buiten
werking gesteld. Wanneer geen ingangssignaal
wordt waargenomen gedurende meer dan 15
minuten, schakelt de projector zichzelf
automatisch in standby wanneer de pauzetimer
tot nul heeft afgeteld.
• De pauzetimer verschijnt op het startbeeld. Om
het tijdens de pauzetimer getoonde scherm te
wijzigen, verandert u de instelling van het
“Startbeeld” (zie bladzijde 68).
"In-beeld-display
Gebruiksvriendelijke functies
59
Color Management System (C. M. S.)
Met het kleurmanagementsysteem kunt u de eigenschappen van zes kleuren (R: rood, Y: geel, G: groen,
C: cyaan, B: blauw, M: magenta) afzonderlijk instellen.
De
kleurreproductiemodus
(Color Reproduction
Mode) instellen
Kies “Gesel. kleur” in het menu “C.M.S.” op
het menuscherm
➝ Voor bediening van het menuscherm, zie
pagina’s 42 t/m 45.
Opmerking
• Voor meer informatie over de sRGB-functie
bezoekt u “http://www.srgb.com/”.
• “sRGB” kan niet worden geselecteerd voor
“Gesel. kleur” in het C.M.S.-menu wanneer
“Component” is geselecteerd als “Signaaltype”
in het “Beeld”-menu.
• Wanneer “sRGB” is geselecteerd,
• kan de gammacorrectie niet worden
ingesteld en
• kunnen “Rood”, “Blauw” of “Kleurtmp” in
“Beeld” niet worden aangepast.
• Als “ Standard” (standaard) of “sRGB”
geselecteerd wordt bij “Color selected”
(geselecteerde kleur) kunnen andere items
(bijvoorbeeld “Target” (doel)) niet worden
ingesteld.
Info
• Wanneer “sRGB” is geselecteerd kan het
geprojecteerde beeld donker worden; dit
betekent echter niet dat een storing is
opgetreden.
Geselecteerd
item
Standaard
Aangepast 1-3
sRGB
Omschrijving
Sharp standaardinstelling
“Helderh.”, “Chroma” en “Tint” kunnen
voor elk van de zes kleuren worden
aangepast.
De modus wordt gewijzigd in sRGB
De doelkleur selecteren
Kies “Doel” in het menu “C.M.S.” op het
menuscherm
➝ Voor bediening van het menuscherm, zie
pagina’s 42 t/m 45.
60
60
RoodCyaan
GeelBlauw
GroenMagenta
De helderheid van de
doelkleur instellen
Selecteer “Helderh.” in het “C.M.S.”-menu op
het menuscherm.
➝ Voor bediening van het menuscherm, zie
pagina’s 42 t/m 45.
De chromatische waarde
van de doelkleur instellen
Selecteer “Chroma” in het “C.M.S.”-menu op
het menuscherm.
➝ Voor bediening van het menuscherm, zie
pagina’s 42 t/m 45.
De tint van de doelkleur
instellen
Selecteer “Tint” in het “C.M.S.”-menu op het
menuscherm.
➝ Voor bediening van het menuscherm, zie
pagina’s 42 t/m 45.
Gebruiksvriendelijke functies
61
Color Management System (C. M. S.)
Door de gebruiker
ingestelde
kleurinstellingen
herstellen
Kies “ Terugstellen (deze kleur)” of
“Terugstellen (alle kleuren)” in het menu
“C.M.S.” op het menuscherm
➝ Voor bediening van het menuscherm, zie
pagina’s 42 t/m 45.
Geselecteerd
item
Terugstellen
(deze kleur)
Terugstellen
(alle kleuren)
Omschrijving
“Helderh.”, “Chroma” en “Tint” voor de
geselecteerde kleur worden hersteld.
“helderh.”, “Chroma” en “Tnt” worden
hersteld voor alle kleuren.
Overzicht van alle
kleurinstellingen
Kies “Instellingen bekijken” in het menu
“C.M.S.” op het menuscherm
➝ Voor bediening van het menuscherm, zie
pagina’s 42 t/m 45.
62
62
Het audiouitvoertype instellen
Hiermee kunt u het uitvoertypevoor audiosignalen selecteren.
Geselecteerd item
Vast
(Vaste audiouitvoer)
Variabel
(Variabele audiouitvoer)
Audiouitvoer die niet varieert in sterkte met het volumeniveau van de bronprojector.
Audiouitvoer die in sterkte varieert met het volumeniveau van de bronprojector.
Omschrijving
Het audiouitvoertype
instellen
Kies “Audio uitgang” in het menu “Opties
(1)” op het menuscherm
➝ Voor bediening van het menuscherm, zie
pagina’s 42 t/m 45.
De interne speaker in/uitschakelen
Gebruiksvriendelijke functies
Hiermee kunt u de interne speaker in- en uitschakelen.
De interne speaker in- en
uitschakelen
Kies “Luidspreker” in het menu “Opties (1)”
op het menuscherm
➝ Voor bediening van het menuscherm, zie
pagina’s 42 t/m 45.
63
Automatische zoekfunctie
Deze functie zoekt automatisch en schakelt over naar de ingangsfunctie waarin de signalen worden
ontvangen wanneer de projector wordt ingeschakeld of wanneer de INPUT-toets wordt ingedrukt.
Gebruik van de
automatische zoekfunctie
Kies “Auto zoeken” in het menu “Opties (1)”
op het menuscherm
➝ Voor bediening van het menuscherm, zie
pagina’s 42 t/m 45.
Opmerking
• ON
Schakelt automatisch over naar de ingangsfunctie
waarin de signalen worden ontvangen wanneer
de projector wordt ingeschakeld of wanneer
op de projector wordt ingedrukt.
• OFF
In deze stand kunt u handmatig de
ingangsfunctie in volgorde veranderen door
op de projector in te drukken.
• Om te stoppen met zoeken naar de
ingangsfunctie, drukt u
, , of op de afstandsbediening
in.
op de projector of
Info
• Zelfs wanneer deze functie aan het zoeken is
naar ingangssignalen, kunt u door het
indrukken van , , of op de
afstandsbediening overschakelen naar de
desbetreffende ingangsfunctie.
• Zelfs terwijl de functie aan het zoeken is naar
ingangssignalen zal de projector terugkeren
naar de vorige ingangsfunctie als op
(ingang) wordt gedrukt.
Digitale ruisonderdrukking biedt een hoge beeldkwaliteit met minimaal puntverloop en kleurvervorming.
Beeldruisonderdruking
(Ruisonderdr.)
Kies “Ruisonderdr.” in het menu “Opties (1)”
op het menuscherm
➝ Voor bediening van het menuscherm, zie
pagina’s 42 t/m 45.
Opmerking
• Stel een niveau in dat een duidelijker beeld
oplevert.
U moet Ruisonderdr. op “OFF” zetten in de
volgende gevallen:
• Wanneer het beeld wazig is.
• Wanneer de omtrekken en kleuren van
bewegende beelden uitlopen.
• Wanneer TV-uitzendingen met zwakke
signalen worden geprojecteerd.
Info
• Deze functie is beschikbaar met INGANG 1, 2
(de signalen 480
INGANG 3, 4 (alle signalen).
I, 480P, 580I en 580P) en
Instellen van het in-beeld-display
Met deze functie kunt u de berichten die op het scherm verschijnen in- en uitschakelen. Wanneer u
“ Niveau A” of “ Niveau B” instelt in “OSD Display”, zal de ingangsfunctie (bijv. INGANG 1) niet
op het display verschijnen, zelfs wanneer de INPUT-toets wordt ingedrukt.
Gekozen onderdeel
Normaal
Niveau A
Niveau B
Alle schermberichten worden getoond.
Ingang/Stilzetten/Vergroten/Automat.sync./Volume/Mute/Black worden niet getoond.
De schermberichten worden niet getoond.
(Met uitzondering van de menuschermberichten die verschijnen wanneer de KEYSTONE-toets
wordt ingedrukt en de waarschuwingsaanduidingen (Temperatuur/Vervang de Lamp., enz.))
Uitschakelen van het
in-beeld-display
Beschrijving
Gebruiksvriendelijke functies
Kies “OSD Display” in het menu “Opties (1)”
op het menuscherm
➝ Voor bediening van het menuscherm, zie
pagina’s 42 t/m 45.
65
Instellen van het videosignaal
De standaardinstelling voor het videosysteem is “Auto”; het is echter mogelijk dat u geen duidelijk
beeld kunt ontvangen van de aangesloten audiovisuele apparatuur omwille van verschillen in het signaal.
In dat geval wijzigt u het videosignaal.
Instellen van het
videosignaal
Kies “Videosysteem” in het menu “Opties
(1)” op het menuscherm
➝ Voor bediening van het menuscherm, zie
pagina’s 42 t/m 45.
Opmerking
• Het videosignaal kan alleen in de INGANG 3-
of INGANG 4-functie worden ingesteld.
• Wanneer “Auto” is ingesteld voor het
videosysteem, is het mogelijk dat u geen
duidelijk beeld kunt ontvangen vanwege
verschillen in het signaal. In dat geval dient u
handmatig over te schakelen naar het
videosysteem van het bronsignaal.
PAL
SECAM
NTSC4.43
NTSC3.58
Bij aansluiting op PAL-videoapparatuur.
Bij aansluiting op SECAM-videoapparatuur.
Bij weergave van NTSC-signalen met PAL-
videoapparatuur.
Bij aansluiting op NTSC-videoapparatuur.
66
66
Opslaan van geprojecteerde beelden
• Met deze projector kunt u geprojecteerde beelden (RGB-signalen) vastleggen en ze instellen als
startbeeld of achtergrondbeeld wanneer er geen signalen worden ontvangen.
• U kunt de beelden die worden ingevoerd met RGB-signalen weergeven.
Vastleggen van het beeld
Kies “Beeld vastleggen” in het menu “Opties
(1)” op het menuscherm
➝ Voor bediening van het menuscherm, zie
pagina’s 42 t/m 45.
''
1Druk op
opslaan” te selecteren en druk
vervolgens op
• Het geprojecteerde beeld wordt vastgelegd.
Het vastleggen kan even duren.
""
' of
" om “ Beeld
''
""
.
11
2
1
Druk op
11
selecteren.
22
2
Druk op .
22
Opmerking
• Alleen beelden van XGA (1024 × 768) non-
interlace-signalen in INPUT 1- of INPUT 2modus kunnen worden opgenomen.
•
Het opgeslagen beeld wordt herleid tot 256 kleuren.
• Beelden van apparatuur die aangesloten is op
INPUT 3 of INPUT 4 kunnen niet worden
vastgelegd.
• Er kan enkel één beeld worden vastgelegd en
opgeslagen.
• De kleur van beelden voor en na opslaan kan
verschillen als een beeld wordt opgenomen dat
niet is aangepast met de C.M.S.-functie.
\\
||
\ of
| om “Ja” te
\\
||
Verwijderen van het
vastgelegde beeld
1Selecteer “ Verwijderen” en
druk op
.
Gebruiksvriendelijke functies
2
11
1
Druk op
11
selecteren.
22
2
Druk op .
22
\\
||
\ of
| om “OK” te
\\
||
67
Instellen van een achtergrondbeeld
Met deze functie kunt u het beeld kiezen dat wordt weergegeven wanneer er geen signaal door de
projector ontvangen wordt.
Gekozen onderdeel
Sharp
Gebruiker
Blauw
Geen
*1 U kunt een vastgelegd beeld instellen als achtergrondbeeld door “Gebruiker” te kiezen.
*2 Als er interferentie op het ingangssignaal voorkomt, zal het scherm met de interferentie worden weergegeven.
SHARP standaardbeeld
*1
Door gebruiker in te stellen beeld (bijvoorbeeld bedrijfslogo)
Blauw scherm
Zwart scherm
*2
Beschrijving
Kiezen van een
achtergrondbeeld
Kies “Achtergrond” in het menu “Opties (1)”
op het menuscherm
➝ Voor bediening van het menuscherm, zie
pagina’s 42 t/m 45.
Opmerking
• Wanneer “Gebruiker” wordt gekozen, kunt u
een beeld dat met “Beeld vastleggen” werd
opgeslagen als achtergrondbeeld weergeven.
•
Het standaardbeeld van “Gebruiker” is een
zwart scherm.
Kiezen van een startbeeld
Met deze functie kunt u bepalen welk beeld er zal verschijnen bij het opstarten van de projector.
Gekozen onderdeel
Sharp
Gebruiker *
Geen
* U kunt een vastgelegd beeld instellen als startbeeld door “Gebruiker” te kiezen.
SHARP standaardbeeld
Door gebruiker in te stellen beeld (bijvoorbeeld bedrijfslogo)
Zwart scherm
Kiezen van een startbeeld
Kies “Startbeeld” in het menu “Opties (1)”
op het menuscherm
➝ Voor bediening van het menuscherm, zie
pagina’s 42 t/m 45.
Opmerking
• Wanneer “Gebruiker” wordt gekozen, kunt u
een beeld dat met “Beeld vastleggen” werd
opgeslagen als startbeeld weergeven.
•
Het standaardbeeld van “Gebruiker” is een
zwart scherm.
68
68
Beschrijving
De spaarmodus selecteren
Met deze functies kunt u het energieverbruik van de projector verlagen.
Instellen van de
spaarstand
Selecteer “Energiebesp.” in “Spaarfunctie”
onder het menu “Opties (1)” in het
menuscherm.
➝ Voor bediening van het menuscherm, zie
pagina’s 42 t/m 45.
Opmerking
• Alhoewel de levensduur van de lamp en ruis
verbeteren als “Energiebesp.” is ingeschakeld
(“ON”), vermindert de helderheid met 20%.
• De fabrieksinstelling voor de
“Energiebesparingsfunctie” is “OFF”.
Functie monitor Out/RS232C Off
Deze projector verbruikt energie wanneer een monitor is aangesloten op de OUTPUT (INPUT 1, 2)aansluiting en een computer is aangesloten op de
RS-232C-aansluiting. Wanneer deze aansluitingen
niet in gebruik zijn, kan “Mon/RS232C” worden
ingesteld op “OFF” om het energieverbruik in
standby te verlagen.
Selecteer “Mon/RS232C” in “Spaarfunctie”
onder het menu “Opties (1)” in het
menuscherm.
➝ Voor bediening van het menuscherm, zie
pagina’s 42 t/m 45.
Status
ON
(Lage
energiefunctie)
OFF
(Standaardfunctie)
Helderheid
80%
100%
Stroom verbruik
(bij gebruik van 100 V
wisselstroom)
325 W
400 W
van de lamp
Levensduur
3.000 uren
2.000 uren
Gebruiksvriendelijke functies
ON
OFFMonitor Out/RS-232C aansluiting in
• Zet “Mon/RS232C” op “ON” wanneer u de
Sharp Advanced Presentation Software
gebruikt.
Monitor Out/RS-232C aansluiting in
ingesteld op “ON” (aan).
ingesteld op “OFF” (uit).
Opmerking
69
De spaarmodus selecteren
Automatische
uitschakelfunctie
Als de projector is ingeschakeld “ON” en er
gedurende meer dan 15 minuten geen ingangssignaal
wordt waargenomen, zal de projector zichzelf
automatisch in standby schakelen.
De automatische uitschakelfunctie werkt niet
wanneer ze is ingesteld op “OFF”.
Selecteer “Autom. uitsch” in “Spaarfunctie”
onder het menu “Opties (1)” in het
menuscherm.
➝ Voor bediening van het menuscherm, zie
pagina’s 42 t/m 45.
Opmerking
•
Wanneer de automatische uitschakelfunctie
ingesteld is op “ON”, zal 5 minuten voor de
uitschakeling het bericht “Inschakeling STANDBYmodus over X min.” op het scherm verschijnen
om de resterende minuten aan te geven.
De resterende levensduur van de lamp weergeven (percentage)
De resterende levensduur
van de lamp controleren
(percentage)
Met deze functie kunt u de resterende levensduur
van de functie nagaan (percentage).
Selecteer het menu “Opties (2)” op het
menuscherm.
➝ Voor bediening van het menuscherm, zie
pagina’s 42 t/m 45.
Opmerking
•
Wij raden u aan de lamp te vervangen wanneer de
resterende levensduur is teruggelopen tot 5%.
Voor een vervangende lamp kunt u contact opnemen
met de dichtstbijzijnde Sharp projectordealer of het
dichtstbijzijnde Service Center.
•
De tabel rechts geeft ruwe schattingen in het geval van
gebruik bij slechts één functie zoals getoond. De
resterende levensduur van de lamp zal variëren binnen
het bereik van de getoonde waarden afhankelijk van
hoe vaak “Power Save” (energiebesparing) “ON” (aan)
en “OFF” (uit) geschakeld wordt (zia pagina 69).
Gebruikt met
“Energiebesp.”
ingeschakeld
(Lage energiefunctie)
Gebruikt met
“Energiebesp.”
ingeschakeld
(standaardmodus)
Resterende levensduur van de lamp
3.000 uren150 uren
2.000 uren100 uren
Resterende levensduur
van de lamp
(Percentage)
100%5%
70
-70
70
De geprojecteerde beelden omkeren/weergeven in spiegelbeeld
Deze projector is voorzien van een functie om het geprojecteerde beeld om te keren of weer te geven
in spiegelbeeld, wat handig is voor diverse toepassingen.
Gekozen onderdeel
Voor
Plafond + voor
Achter
Plafond + achter
Normaal beeld
Spiegelbeeld
Omgekeerd beeld
Omgekeerd en spiegelbeeld
Instellen van de
projectiestand
Kies “Projectie” in het menu “Opties (2)” op
het menuscherm
➝ Voor bediening van het menuscherm, zie
pagina’s 42 t/m 45.
Beschrijving
Opmerking
• Als een wachtwoord is ingesteld, verschijnt
het wachtwoordinvoerveld wanneer u
“Projectie” selecteert.
• Deze functie wordt gebruikt bij projectie van
achteren en plafondmontage. Zie bladzijde 32
voor deze opstellingen.
Vergrendelen van de bedieningstoetsen van de projector
Met deze functie kunt u het gebruik van bepaalde toetsen op de projector vergrendelen.
De volgende drie toetsvergrendelingsniveaus zijn mogelijk.
Toetsvergrendelingsniveau
Normaal
Niveau A
Niveau B
Alle bedieningstoetsen werken.
Alleen de toetsen INPUT/VOLUME op de projector werken.
Geen enkele toets van de projector werkt.
VoorPlafond + voor AchterPlafond + achter
Gebruiksvriendelijke functies
Beschrijving
Instellen van de
toetsvergrendeling
Kies “Niv. toetsvergr.” in het menu “Opties
(2)” op het menuscherm
➝ Voor bediening van het menuscherm, zie
pagina’s 42 t/m 45.
Opmerking
• Als een wachtwoord is ingesteld, verschijnt
het wachtwoordinvoerveld wanneer u “Niv.
toetsvergr.” selecteert.
71
De geprojecteerde beelden omkeren/weergeven in spiegelbeeld
Annuleren van het
toetsvergrendelingsniveau
Wanneer het toetsvergrendelingsniveau “Normaal”
is ingesteld, werken alle toetsen.
Selecteer “Niv. toetsvergr.” in het menu
Opties (2)” en stel “ Normaal” in op het
menuscherm.
➝ Voor bediening van het menuscherm, zie
pagina’s 42 t/m 45.
Opmerking
• Wanneer een wachtwoord is ingesteld en
“Niv. toetsvergr.” wordt gekozen, verschijnt het
wachtwoordinvoerveld.
• Als zowel een wachtwoord als een
toetsvergrendelingsniveau zijn ingesteld, zal
het wachtwoord nodig zijn om het
toetsvergrendelingsniveau te kunnen wijzigen.
De transmissiesnelheid selecteren (RS-232C)
Met dit menu kunt u de transmissiesnelheid van de RS-232C-aansluiting bepalen door de baud rate te
selecteren.
De transmissiesnelheid
selecteren (RS-232C)
Kies “RS-232C” in het menu “Opties (2)” op
het menuscherm
➝ Voor bediening van het menuscherm, zie
pagina’s 42 t/m 45.
Opmerking
• Wanneer u een wachtwoord heeft ingesteld
en “RS-232C” heeft geselecteerd, wordt het
invoerscherm voor het wachtwoord
weergegeven.
• Controleer dat de projector en computer beide
zijn geconfigureerd voor dezelfde baud rate.
Raadpleeg de handleiding van de computer
voor informatie over het instellen van de baud
rate op de computer.
72
Instellen van een wachtwoord
De gebruiker kan een wachtwoord instellen om te voorkomen dat bepaalde instellingen in het menu
“Opties (2)” kunnen worden gewijzigd. Het gebruik van een wachtwoord in combinatie met het
toetsvergrendelingsniveau (bladzijde 71) is effectiever.
Invoeren van het wachtwoord
Kies “Wachtwoord” in het menu “Opties (2)”
op het menuscherm
➝ Voor bediening van het menuscherm, zie
pagina’s 42 t/m 45.
''
1Druk op
nummer te selecteren en druk dan
||
op
|.
||
""
' of
" om het gewenste
''
""
2Voer de 3 overige cijfers in en druk
op
.
3Voer het wachtwoord nogmaals in
na “Herbevestigen” en druk op
Opmerking
• Wanneer een wachtwoord is ingesteld,
moet u het wachtwoord invoeren om de
instellingen “Projectie”, “Niv. toetsvergr.”,“RS-232C”, “Anti-diefstal” en “Alles
terugstellen” te wijzigen.
.
Gebruiksvriendelijke functies
73
Instellen van een wachtwoord
Wijzigen van het wachtwoord
Kies “Wachtwoord” in het menu “Opties (2)”
op het menuscherm
➝ Voor bediening van het menuscherm, zie
pagina’s 42 t/m 45.
''
1Druk op
',
''
""
" en
""
||
| om het
||
wachtwoord in te voeren in “Oud
wachtwrd” en druk op
''
2Druk op
',
''
""
" en
""
||
| om het nieuwe
||
.
wachtwoord in te stellen en druk
.
op
3Voer het nieuwe wachtwoord van
4 cijfers nogmaals in na
“Herbevestigen” en druk op
.
Opmerking
• Als u geen wachtwoord wenst in te stellen,
laat u de velden in stappen 2 en 3 leeg en
drukt u op
• Om de wachtwoordinstellingen te annuleren,
klikt u op
.
.
Als u uw wachtwoord
vergeten bent
Als u uw wachtwoord vergeten bent, verwijdert u
het en stelt u een nieuw wachtwoord in aan de
hand van de volgende procedure.
Druk op
ONON
ON
74
Instellen van de Anti-diefstal
De anti-diefstalfunctie voorkomt dat onbevoegden de projector gebruiken. U kunt kiezen of u deze
functie gebruikt of niet. Als u deze functie niet wenst te gebruiken, voert u gewoon de sleutelcode niet
in. Zodra een andere functie wordt ingeschakeld, dienen gebruikers de juiste sleutelcode in te voeren
telkens wanneer de projector wordt gestart. Zonder de juiste sleutelcode kunnen geen beelden worden
geprojecteerd. Hierna wordt uitgelegd hoe u deze functie gebruikt.
Invoeren van een sleutelcode
• “Anti-diefstal” kan niet worden geselecteerd tenzij
“Wachtwoord” is ingesteld. (Zie bladzijde 73.)
• Wanneer “Anti-diefstal” is geselecteerd, verschijnt
het wachtwoordinvoervenster. Voer eerst het juiste
wachtwoord en dan de sleutelcode in.
Kies “Anti-diefstal” in het menu “Opties (2)”
op het menuscherm
➝ Voor bediening van het menuscherm, zie
pagina’s 42 t/m 45.
Info
•
Wanneer de functie is ingeschakeld, moet u de
juiste sleutelcode kennen. Wij raden u aan de
sleutelcode op een veilige plaats te bewaren,
waartoe alleen bevoegde gebruikers toegang
hebben. Als u uw sleutelcode verliest of vergeet,
dient u contact op te nemen met uw
dichtstbijzijnde erkende Sharp projector dealer
of servicecentrum (zie blz. 96). Mogelijk moet u
de projector terugbrengen om de oorspronkelijke
fabrieksinstellingen te laten herstellen
(terugstellen van wachtwoord en sleutelcode).
1Druk op een willekeurige toets op de
afstandsbediening of de projector
om het eerste cijfer in “Nieuwe
code” in te stellen.
Opmerking
• De volgende toetsen op de afstands-
bediening en de projector kunnen niet als
sleutelcodes worden ingesteld:
• ON-toets
• STANDBY-toets
• Invoertoets (ENTER)
• Toets voor ongedaan maken (UNDO)
• MENU-toets
• Vooruit-toets (FORWARD)
• Terug-toets (BACK)
Gebruiksvriendelijke functies
75
Instellen van de Anti-diefstal
2Voer de overige 3 cijfers in door
willekeurige toetsen in te drukken.
3Voer dezelfde sleutelcode nogmaals
in “Herbevestigen”.
Opmerking
• De toetsvergrendelingsfunctie wordt
tijdelijk uitgeschakeld.
Wanneer u de diefstalbeveiliging heeft
ingeschakeld, verschijnt het invoerscherm
voor de code als u de projector inschakelt.
Voer hier nu de correcte code in.
• Druk op de toetsen op de afstandsbediening als
u met de toetsen van de afstandsbediening de
sleutelcode instelt. Druk op de toetsen op de projector als u met de toetsen van de projector de
sleutelcode instelt.
Wijzigen van de sleutelcode
• Wanneer “Anti-diefstal” is geselecteerd, verschijnt
het wachtwoordinvoervenster. Zodra u het
wachtwoord hebt ingevoerd, kunt u de sleutelcode
veranderen.
Kies “Anti-diefstal” in het menu “Opties (2)”
op het menuscherm
➝ Voor bediening van het menuscherm, zie
pagina’s 42 t/m 45.
1
Druk de toetsen op de
afstandsbediening of op de projector
in om de vooraf ingestelde code van
4 cijfers in te voeren na “Oude code”.
2Druk op een willekeurige toets
van de afstandsbediening of
de projector om de nieuwe
sleutelcode in te stellen.
3
Voer hetzelfde sleutelcode van
4 cijfers nogmaals in “Herbevestigen”
Opmerking
• Als u geen sleutelcode wenst in te stellen, laat
u de sleutelcodeveld leeg in stappen 2 en 3
en drukt u op
.
76
Initialiseren van de instellingen
Met deze functie kunt u de gemaakte projectorinstellingen initialiseren.
Terugkeren naar de
standaardinstellingen
Kies “Alles terugstellen” in het menu
“Opties (2)” op het menuscherm
➝ Voor bediening van het menuscherm, zie
pagina’s 42 t/m 45.
Opmerking
• Als een wachtwoord is ingesteld, verschijnt
het wachtwoordinvoervenster wanneer u
“Alles terugstellen” selecteert.
De volgende instellingen kunnen niet worden
geïnitialiseerd.
• C. M. S.
• “Helderh.”, “Chroma” en “Tint” opgeslagen
in Gebruiker 1-3 in het C.M.S.-menu.
• Fijn sync.
• Speciale functies
• Signaal informatie
• Opties
• Restverhouding
• Anti-diefstal
• Taal
• Beeld opgeslagen met “Beeld vastleggen”
Gebruiksvriendelijke functies
77
Weergeven van alle instellingen
Met deze functie kunt u alle gemaakte instellingen in een lijst op het scherm weergeven.
Overzicht van alle menu
instellingen
Selecteer het menu “Status” in het
menuscherm en druk op .
➝ Voor bediening van het menuscherm, zie
pagina’s 42 t/m 45.
78
Aanhangsel
Aanhangsel
Onderhoud
Reinigen van de projector
■ Trek het netsnoer uit alvorens de projector te reinigen.
■ De behuizing en het bedieningspaneel zijn van
kunststof. Vermijd het gebruik van benzeen en
verdunner, aangezien deze de behuizing kunnen
beschadigen.
■ Gebruik geen vluchtige middelen, bijvoorbeeld
insecticiden, bij het reinigen van de projector.
Bevestig geen rubber of kunststof voorwerpen op de
projector gedurende een lange tijd.
De effecten van sommige bestanddelen van de
kunststof kunnen de kwaliteit of de afwerking van de
projector negatief beïnvloeden.
Verdun-
ner
Was
■ Veeg vuil voorzichtig weg met een zachte flanellen doek.
Neutraal reinigingsm
iddel
Reinigen van de lens
■ Reinig de lens met een in de handel verkrijgbaar
blaaskwastje of met lensreinigingspapier (voor brillen
en voor cameralenzen). Gebruik geen vloeibare
reinigingsmiddelen, aangezien deze de beschermlaag
op het lensoppervlak kunnen aantasten.
■ Het lensoppervlak wordt makkelijk beschadigd. Let op
dat u er niet tegen stoot of er krassen op maakt.
R
e
in
ig
in
g
s
-
p
a
p
ie
r
Reinigen van de uitlaat - en inlaatopeningen
■ Gebruik een stofzuiger om stof in de uitlaat - en
inlaatopeningen te verwijderen.
Neutraal reinigingsmiddel
verdund met water
■ Voor het verwijderen van hardnekkig vuil gaat u als
volgt te werk: drenk de doek in een in water opgelost
neutraal reinigingsmiddel, wring hem goed uit en veeg
vervolgens de projector schoon.
Sterke schoonmaakproducten kunnen de afwerking
van de projector doen verkleuren, kromtrekken of
beschadigen.
Probeer het product eerst uit op een klein en verborgen
deel van de projector.
80
De luchtfilter vervangen
• Deze projector is uitgerust met luchtfilters
om te garanderen dat de projector
optimaal blijft functioneren.
• De luchtfilters moeten elke 100
gebruiksuren worden schoongemaakt.
Reinig ze vaker als de projector wordt
gebruikt in een stoffige of rokerige
omgeving.
• Vraag uw Sharp projectordealer of service
center de filter (PFILDA005WJZZ) te
vervangen als u het niet langer kunt
schoonmaken.
De onderste luchtfilter
schoonmaken en vervangen
1
Druk op
op
op de afstandsbediening om
de projector in standby te schakelen.
• Wacht tot de koelventilator tot stilstand
komt.
op de projector of
STANDBY
M4
M4
M4
M4
Luchtfilter
(niet afneembaar)
STANDBY-toets
Luchtfilter
STANDBYtoets
2Trek het netsnoer uit.
• Trek het netsnoer uit de netingang.
3Verwijder het deksel van de
onderste filter.
• Draai de projector op zijn kop. Trek aan de
lip en schuif het deksel open in de richting
van de pijl.
4Verwijder de luchtfilter.
• Til de luchtfilter op met uw vingers en trek
hem uit het filterdeksel.
Netingang
Nok
Aanhangsel
81
De luchtfilter vervangen
5Maak de filter schoon.
• Verwijder het stof van de filter met een
stofzuiger.
6Vervang de luchtfilter.
• Leg de filter onder de lipjes op het
filterdeksel.
7Plaats het filterdeksel weer.
• Schuif het filterdeksel in de richting van
de pijl om hem te sluiten.
Opmerking
• Controleer of het deksel goed vastzit. U kunt
het apparaat niet aanzetten totdat het deksel
correct is geïnstalleerd.
• Als zich stof of vuil heeft opgehoopt in de
onderste luchtfilter (niet verwijderen), maakt
u het filter schoon met een stofzuiger.
82
Onderhoudsindicators
■ De verklikkerlampjes op de projector duiden problemen in de projector aan.
Als er zich een probleem voordoet, licht ofwel de temperatuurindicator (TEMP.) ofwel de lampindicator rood op en
■
schakelt de projector zichzelf in standby. Volg nadat de projector in standby is geschakeld de onderstaande stappen.
Over de lampindicator (LAMP)
Bedrijfsindicator
Lampindicator
(LAMP)
Temperatuurindicator
(TEMP.)
Over de temperatuurindicator (TEMP.)
Als de temperatuur in de projector stijgt
als gevolg van geblokkeerde
ventilatiegleuven of omstandigheden in de
installatieplaats, gaat “
links onder in het beeld knipperen. Als de
temperatuur blijft stijgen, wordt de lamp
uitgeschakeld en gaat de
temperatuurindicator (TEMP.) knipperen,
blijft de koelventilator nog 90 seconden
draaien, waarna de projector zichzelf in
standby schakelt. Neem de volgende
maatregelen wanneer “
verschijnt.
■ De lavensduur van de lamp loopt terug tot 0%
wanneer de projector ongeveer 3.000 uren is
gebruikt met “Energiebep.” ingeschakeld of
ongeveer 2.000 uren met “Energiebesp.”
uitgeschakeld (zie pagina 69).
■ Wanneer de resterende levensduur van de
lamp terugloopt tot 5% of minder, wordt “
in geel weergegeven op het scherm. Wanneer
het percentage 0% wordt, verandert ““” (rood), waarna de lamp automatisch
uitgaat en de projector zichzelf in standby
schakelt. Op dat moment zal de lampindicator
(LAMP) rood oplichten.
■ Na de vierde poging om de projector in te
schakelen zonder dat de lamp is vervangen,
zal de projector niet meer kunnen worden
ingeschakeld.
• Geblokkeerde luchtinlaat
• Defecte koelventilator
• Interne elektrische
storing
• Geblokkeerde luchtinlaat
• De resterende
levensduur van de
lamp is teruggelopen
tot 5% of minder.
• Lamp is doorgebrand
• Storing in lampcircuit
”
” in
• Verplaats de projector naar een plek
met voldoende ventilatie.
• Breng de projector naar uw
dichtstbijzijnde erkende Sharp
projector dealer of servicecentrum
pagina 96)
• Vervang de lamp voorzichtig (zie pagina
86).
•
Breng de projector naar uw dichtstbijzijnde
erkende Sharp projector dealer of
servicecentrum (zie pagina 96) voor
reparatie of voor vervanging van de lamp.
• Ga voorzichtig te werk wanneer u de
lamp vervangt.
voor reparatie.
(zie
Aanhangsel
Bedrijfsindicator
Groen aan/
Rood aan
Knippert
rood
De Powerindicator knippert
rood wanneer de
projector
aanstaat.
• Het filterdeksel, deksel
van de lampeenheid of
het lensdeksel is open.
• Maak de deksel goed vast.
• Als de Power-indicator knippert, zelfs als
het filterdeksel goed is geïnstalleerd,
dient u contact op te nemen met uw
Sharp projectordealer of service center
voor advies.
83
Onderhoudsondicators
Info
• Als de temperatuurindicator (TEMP.) oplicht en de projector zichzelf in standby schakelt, voer dan de bovenvermelde
mogelijke oplossingen uit en wacht tot de projector helemaal is afgekoeld voordat u het netsnoer insteekt en de stroom
weer inschakelt. (Minstens 5 minuten.)
• Als de stroom kortstondig wordt uitgeschakeld, bijvoorbeeld als gevolg van een stroomonderbreking, en onmiddellijk
weer wordt ingeschakeld, zal de lampindicator (LAMP) rood oplichten en gaat de lamp mogelijk niet branden. Trek in dat
geval de stekker uit het stopcontact en steek hem er weer in. Schakel vervolgens de stroom weer in.
• Om de luchtopeningen te reinigen tijdens het gebruik van de projector, moet u de projector eerst in standby schakelen.
Nadat de koelventilator is gestopt, kunt u de ventilatieopeningen reinigen.
• Trek het netsnoer niet uit nadat de projector in standby is geschakeld en terwijl de koelventilator nog werkt. De koelventilator
werkt nog gedurende ongeveer 90 seconden.
84
Over de lamp
Lamp
■ Wij raden u aan de lamp (los verkrijgbaar) te vervangen wanneer de resterende levensduur van de lamp is
teruggelopen tot 5% of minder of als u merkt dat de beeld- en kleurkwaliteit sterk afnemen. U kunt de resterende
levensduur van de lamp (percentage) nagaan via de weergave op het scherm. Ziebladzijde 70.
■ U kunt de lamp laten vervangen bij uw dichtstbijzijnde erkende Sharp projector dealer of servicecentrum.
BELANGRIJKE MEDEDELING VOOR KLANTEN IN DE VERENIGDE STATEN:
Voor de lamp die bij deze projector wordt geleverd geldt een beperkte garantie van 90 dagen op onderdelen en werkuren.
Ieder onderhoud aan de projector dat onder de garantie valt, inclusief het vervangen van de lamp, moet worden uitgevoerd
door een erkende Sharp projector dealer of servicecentrum. Voor de naam van de dichtstbijzijnde erkende Sharp projector
dealer of servicecentrum belt u het gratis nummer: 1-888-GO-SHARP (1-888-467-4277).
Waarschuwing in verband met de lamp
■ Deze projector maakt gebruik van een kwiklamp onder druk. Als u een luid geluid hoort, kan de lamp defect zijn. De
lamp kan defect raken om allerlei redenen zoals: sterke schokken, onvoldoende afkoelen, krassen op de lamp of
slijtage van de lamp door overschrijding van de gebruikstijd. Als gevolg van verschillen tussen de lampen en/of in de
gebruiksomstandigheden en de frequentie van het gebruik zal de tijdsduur voordat de lamp defect raakt variëren.
Belangrijke opmerking: defecte lampen barsten vaak.
■ Wanneer de lampindicator (LAMP) en het in-beeld-display branden of knipperen, moet u de lamp onmiddellijk vervangen
door een nieuwe, zelfs als de lamp nog normaal lijkt te werken.
■ Als de lamp breekt, kunnen glassplinters in het lamphuis vliegen of kan er gas van de lamp ontsnappen via de
uitlaatopening van de projector. Het in deze lamp aanwezige gas bevat kwik; verlucht de kamer goed als de lamp
breekt en vermijd blootstelling aan het vrijgekomen gas. Als u wordt blootgesteld aan dit gas, moet u zo snel mogelijk
een dokter raadplegen.
■ Als de lamp breekt, kunnen glassplinters binnen in de projector terechtkomen. Neem in dat geval contact op met uw
dichtstbijzijnde erkende Sharp projector dealer of servicecentrum om de beschadigde lamp te verwijderen en veilig
verder te werken.
ALLEEN GELDIG VOOR DE V.S.
Vervangen van de lamp
Let op
• Verwijder de lampeenheid niet onmiddellijk na gebruik van de projector. De lamp is dan nog erg heet, waardoor u zich
zou kunnen verbranden.
• Wacht minstens één uur na het uittrekken van het netsnoer zodat het oppervlak van de lampeenheid helemaal kan
afkoelen alvorens de lampeenheid te verwijderen.
■ Als na het vervangen van de lamp de nieuwe lamp niet gaat branden, moet u uw projector naar de dichtstbijzijnde
erkende Sharp projector dealer of servicecentrum brengen voor reparatie. Koop een vervangingslampeenheid
van het type BQC-XGC55X//1 bij uw dichtstbijzijnde erkende Sharp projector dealer of servicecentrum. Vervang
vervolgens voorzichtig de lamp volgens de instructies hierna. Indien gewenst kunt u de lamp laten vervangen
bij uw dichtstbijzijnde erkende Sharp projector dealer of servicecentrum.
Aanhangsel
85
Over de lamp
Verwijderen en installeren
van de lampeenheid
Info
• Verwijder de lampeenheid met behulp van de
handgreep. Raak het glas van de lampeenheid
of de binnenkant van de projector niet aan.
• Volg de onderstaande aanwijzingen nauwkeurig
om letsel en beschadiging van de lamp te
voorkomen.
• Maak geen andere schroeven los dan die voor
het deksel van de lampeenheid en de
lampeenheid zelf.
(Alleen de zilverkleurige schroeven worden
los gedraaid.)
• Zie de bij de lampeenheid geleverde
handleiding.
1
Druk op
op
op de afstandsbediening om
op de projector of
STANDBY
de projector in standby te schakelen.
• Wacht tot de koelventilator tot stilstand
komt.
Waarschuwing!
• Verwijder de lampeenheid niet van de pro-
jector onmiddellijk na gebruik. De lamp zal
immers erg heet zijn en dit kan
brandwonden en andere letsels
veroorzaken.
Lampeenheid
BQC-XGC55X//1
STANDBY-toets
STANDBYtoets
2Trek het netsnoer uit.
• Trek het netsnoer uit de netingang.
• Wacht tot de lamp volledig is afgekoeld
(ongeveer 1 uur).
3Vervang het luchtfilter.
• Vervang het luchtfilter wanneer u de
lampeenheid installeert. (zie pagina 81 en
82)
4Verwijder het deksel van de
lampeenheid.
• Draai de gebruiker-onderhoudsschroef
waarmee het deksel van de lampeenheid
is bevestigd los. Schuif vervolgens het
deksel in de richting van de pijl.
86
Netingang
Gebruiker-onderhoudsschroef
5Verwijder de lampeenheid.
• Draai de bevestigingsschroeven van de
lampeenheid los. Neem de lampeenheid
vast bij de handgreep en trek ze in de
richting van de pijl.
6Installeer de nieuwe lampeenheid.
• Druk de lampeenheid stevig vast in het
lampeenheidvak. Draai de bevestigingsschroeven vast.
7Bevestig het deksel van de
lampeenheid.
• Steek de lip van het deksel van de
lampeenheid in de opening en druk op het
deksel tot het op zijn plaats klikt.
Info
• Als de lampeenheid en het deksel van de
lampeenheid niet correct geïnstalleerd zijn.
kunt u het toestel niet inschakelen, zelfs als
het netsnoer is aangesloten op de projector.
Terugstellen van de
lamptimer
Stel na het vervangen van de lamp de lamptimer terug.
Bevestigingsschroef
Gebruiker-onderhoudsschroef
1Sluit het netsnoer aan.
• Steek het netsnoer in de netingang van
de projector.
2Stel de lamptimer terug.
•
Druk
, , en op de projector
samen met
• “LAMP 100%” verschijnt om aan te geven
dat de lamptimer is teruggesteld.
Info
• Stel de lamptimer alleen terug na het
vervangen van de lamp. Als u de lamptimer
terugstelt en dezelfde lamp blijft gebruiken,
bestaat het gevaar dat de lamp beschadigd
wordt of ontploft.
ON
op de projector in.
Ingangsfunctietoets (INPUT)
ON-toets
Toets voor
ongedaan maken
(UNDO)
Netingang
Invoertoets (ENTER)
Aanhangsel
87
Toeknning van de aansluitpinnen
INPUT 1/2 RGB en OUTPUT-signaalaansluiting: 15-pins Mini D-sub vrouwelijke aansluiting
RGB Input
1. Video input (rood)
2. Video input (groen/sync op groen)
3. Video input (blauw)
4. Niet aangesloten
5. Niet aangesloten
5
10
15
1
6
11
6. Aarde (rood)
7. Aarde (groen/sync op groen)
8. Aarde (blauw)
9. Niet aangesloten
10. GND
11. Niet aangesloten
12. Bidirectionele data
13. Horizontaal sync-signaal: TTL-niveau
14. Verticaal sync-signaal: TTL-niveau
15. Dataklok
RS-232C-aansluiting: 9-pins Mini DIN vrouwelijke aansluiting
Pinnummer SignaalNaamI/OReferentie
1Niet aangesloten
2RDData ontvangenInputAangesloten op intern circuit
3SDData sturenOutputAangesloten op intern circuit
4Niet aangesloten
5SGSignaalAangesloten op intern circuit
3
6Niet aangesloten
7RSAangesloten op Pin 8
8CSAangesloten op Pin 7
9Niet aangesloten
Pinnummer SignaalNaamI/OReferentie
1Niet aangesloten
2RDData ontvangenInputAangesloten op intern circuit
3SDData zendenOutputAangesloten op intern circuit
4Niet aangesloten
5SGSignaalAangesloten op intern circuit
6Niet aangesloten
7RSAangesloten op intern circuit
8CSAangesloten op intern circuit
9Niet aangesloten
9
6
5
15
8
21
69
7
4
9-pins D-sub mannelijke aansluiting van de DIN-D-sub RS-232C adapter
Component Input
1. PR (CR)
2. Y
3. P
(CB)
B
4. Niet aangesloten
5. Niet aangesloten
6. Aarde (P
7. Aarde (Y)
8. Aarde (P
9. Niet aangesloten
10. Niet aangesloten
11. Niet aangesloten
12. Niet aangesloten
13. Niet aangesloten
14. Niet aangesloten
15. Niet aangesloten
)
R
)
B
Opmerking
• Pin 8(CS) en Pin 7(RS) zijn kortgesloten in de projector.
• Afhankelijk van het gebruikte besturingsapparaat, kan het nodig zijn pin 4 en pin 6 aan te sluiten op het besturingsapparaat
(bv. PC).
Projector
Pinnr.
4
5
6
PC
Pinnr.
4
5
6
88
(RS-232C) Specificatie en opdrachtinstellingen
Computerbediening
U kunt een computer gebruiken om de projector te bedienen door een RS-232C seriële kabel (kruistype, los verkrijgbaar) aan te sluiten op de projector (zie pagina 22 voor aansluiting).
Voorwaarden voor communicatie
Stel de seriële poort op de computer in overeenkomstig de tabel.
Signaalformaat: Voldoet aan RS-232C norm.Parity bit: Geen
Baud rate: 9.600 bpsStop bit: 1 bit
Datalengte: 8 bitsFlow control: Geen
Basisformaat
Opdrachten van de computer worden in de volgende volgorde verzonden: opdracht, parameter en return code. Nadat
de projector de opdracht van de computer heeft verwerkt, stuurt hij een responscode naar de computer.
Opdrachtformaat
C1 C2 C3 C4 P1 P2 P3 P4
Viercijferige opdrachtParameter, viercijferig
Responscodeformaat
Normale responsProbleemrespons (communicatiefout of onjuiste opdracht)
O K
Return code (0DH)
E R R
Info
• Wanneer meer dan 1 code wordt verzonden, dient u elke opdracht pas te versturen nadat de responscode van de projector
voor de vorige opdracht is gecontroleerd.
•
Om energie te besparen tijdens standby schakelt de CPU van dit model 10 seconden na het ontvangen van de laatste opdracht
automatisch de diepe slaapmodus in. Tijdens het versturen van opdrachten in de diepe slaapmodus kan het maximaal 30
seconden duren voordat de antwoordcode wordt ontvangen. Als binnen 10 seconden verdere opdrachten naar de projector
worden verstuurd, antwoordt de projector onmiddellijk. Als geen verdere opdrachten worden ontvangen binnen 10 seconden,
keert de projector terug naar de diepe slaapmodus. Merk op dat de diepe slaapmodus alleen wordt geactiveerd tijdens standby.
Er is geen vertraagde RS-232C-respons wanneer de projector in werking is.
•
De speciale opdrachten “POWR????” en “TLPS_ _ _1” zijn beschikbaar voor toepassingen waarbij voortdurend opvragen
nodig is. Deze opdrachten halen de CPU niet uit de diepe slaapmodus en de projector zal onmiddellijk antwoorden tijdens
standby. “1” geeft aan dat de spanning is ingeschakeld, “0” geeft STANDBY aan. Als de spanning tijdens standby wordt
ingeschakeld d.m.v. de opdracht “POWER ON (spanning aan)”, dient u minstens 40 seconden na het inschakelen van de
spanning te wachten voordat u de volgende opdracht overstuurt.
•
Wij raden u aan de functie AUTO ZOEKEN uit te schakelen voordat u een RS-232C-communicatie start. Als AUTO ZOEKEN is
ingeschakeld, dient de standby-opdracht “POWR_ _ _0” tweemaal te worden verzonden om de projector uit te schakelen. (De
eerste opdracht “POWR_ _ _0” annuleert AUTO ZOEKEN en de tweede opdracht “POWR_ _ _0” plaatst de projector in standby.)
Opmerking
• Verstuur niet herhaaldelijk of regelmatig andere opdrachten dan “POWR????” en “TLPS_ _ _1” in de STANDBY-modus,
want dit zal problemen veroorzaken.
• Wanneer de projector in standby is geschakeld, verschijnt het bericht “Wacht aub.” gedurende ongeveer 20 seconden.
Als op dat moment de opdracht “POWR_ _ _1” wordt verstuurd, zal “ERR” worden weergegeven en zal deze opdracht
niet worden ontvangen.
• Als u de projector met de computer bedient, kunnen de instelwaarden niet door de computer worden ingelezen. U dient
dus de waarden te bevestigen door de weergaveopdrachten (bv. “RARE_ _ _0”) voor elk instelmenu te verzenden en de
waarden via de weergave op het scherm te controleren. Als de projector afstel-/instelopdrachten ontvangt die geen
opdrachten tot menuweergave zijn, voert hij de opdrachten uit zonder de weergave op het scherm te tonen.
Opdrachten
Voorbeeld:
• Wanneer “Helder” voor beeldaanpassing voor INGANG 1 is ingesteld op –10.
RABR1 0_–
UIT TE VOEREN BEDIENING
POWER ON (spanning aan)
STANDBY
SPANNINGSSTATUS
LAMPSTATUS
VOLUME (0 - 60)
MUTE ON (demping aan)
TOETSEN EN AFSTANDSBEDIENINGSTOETS
MUTE OFF (demping uit)
TRAPEZIUMVORM CORR (–127 - +127)
DIGITALE SHIFT (–96 - +96)
OPDRACHT
P
P
P
T
V
M
M
K
L
PARAMETER
O
W
R
_
_
O
W
R
_
_
O
W
R
?
?
P
O
W
_
_
O
L
A
_
_
U
T
E
_
_
U
T
E
_
_
E
Y
S
*
*
N
D
S
_
*
TERUGKEREN
OK OU ERR
_
1
OK OU ERR
_
0
0:UIT, 1:AAN
?
?
0:UIT, 1:AAN
2:AAN HET AFKOELEN
_
1
3:WORDT UITGESCHAKELD
OK OU ERR
*
*
OK OU ERR
_
1
OK OU ERR
_
0
OK OU ERR
*
*
OK OU ERR
*
*
→
←
TOETSEN EN AFSTANDSBEDIENINGSTOETS
ProjectorComputer
OK
UIT TE VOEREN BEDIENING
ZWART SCHERM ANN
ZWART SCHERM UIT
INGANG 1
INGANG 2
INGANG 3
INGANG 4
INGANG CONTROLE
VASTLEGGEN AAN
VASTLEGGEN UIT
AUTO SYNC START
Return code (0DH)
Return code (0DH)
OPDRACHT
PARAMETER
I
M
B
K
_
_
I
M
B
K
_
_
I
R
G
B
_
_
I
R
G
B
_
_
I
V
E
D
_
_
I
V
E
D
_
_
I
C
H
K
_
_
F
R
E
Z
_
_
F
R
E
Z
_
_
A
D
J
S
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
OK OF ERR
1
OK OF ERR
0
OK OF ERR
1
OK OF ERR
2
OK OF ERR
1
OK OF ERR
2
OK OF ERR
0
OK OF ERR
1
OK OF ERR
0
OK OF ERR
1
TERUGKEREN
Aanhangsel
89
(RS-232C) Specificatie en opdrachtinstellingen
UIT TE VOEREN BEDIENING
INGANG 1 GROOTTE AANPASSEN : NORMAAL
INGANG 1 GROOTTE AANPASSEN : VOLLEDIG
INGANG 1 GROOTTE AANPASSEN :
INGANG 1 GROOTTE AANPASSEN : REK
INGANG 1 GROOTTE AANPASSEN : SLIMME REK
INGANG 2 GROOTTE AANPASSEN : NORMAAL
INGANG 2 GROOTTE AANPASSEN : VOLLEDIG
INGANG 2 GROOTTE AANPASSEN :
INGANG 2 GROOTTE AANPASSEN : REK
INGANG 2 GROOTTE AANPASSEN : SLIMME REK
INGANG 3 GROOTTE AANPASSEN : NORMAAL
INGANG 3 GROOTTE AANPASSEN : KADER
INGANG 3 GROOTTE AANPASSEN : REK
INGANG 3 GROOTTE AANPASSEN : SLIMME REK
INGANG 4 GROOTTE AANPASSEN : NORMAAL
INGANG 4 GROOTTE AANPASSEN : KADER
INGANG 4 GROOTTE AANPASSEN : REK
INGANG 4 GROOTTE AANPASSEN : SLIMME REK
TOETSEN EN AFSTANDBEDIENINGSTOETSBeeld
RGB GAMMA : STANDAARD
RGB GAMMA : PRESENTATIE
RGB GAMMA : CINEMA
RGB GAMMA : GEBRUIKER
Video GAMMA : STANDAARD
Video GAMMA : PRESENTATIE
Video GAMMA : CINEMA
Video GAMMA : GEBRUIKER
INGANG 1 Contrast (–30 - +30)
INGANG 1 Helder (–30 - +30)
INGANG 1 Rood (–30 - +30)
INGANG 1 Blauw (–30 - +30)
INGANG 1 Kleur (–30 - +30)
INGANG 1 Tint (–30 - +30)
INGANG 1 Scherpte (–30 - +30)
INGANG 1 Kleurtmp (–3 - +3)
INGANG 1 WEERGAVE
INGANG 1 AFREGELING TERUGSTELLEN
INGANG 2 Contrast (–30 - +30)
INGANG 2 Helder (–30 - +30)
INGANG 2 Rood (–30 - +30)
INGANG 2 Blauw (–30 - +30)
INGANG 2 Kleur (–30 - +30)
INGANG 2 Tint (–30 - +30)
INGANG 2 Scherpte (–30 - +30)
INGANG 2 Kleurtmp (–3 - +3)
INGANG 2 WEERGAVE
INGANG 2 AFREGELING TERUGSTELLEN
INGANG 1 Signaal type : RGB
INGANG 1 Signaal type : Component
INGANG 2 Signaal type : RGB
INGANG 2 Signaal type : Component
INGANG 1 2D Progressief
INGANG 1 3D Progressief
INGANG 1 Filmfunctie
INGANG 2 2D Progressief
INGANG 2 3D Progressief
INGANG 2 Filmfunctie
INGANG 3 Contrast (–30 - +30)
INGANG 3 Helder (–30 - +30)
INGANG 3 Rood (–30 - +30)
PUNT VOOR PUNT
PUNT VOOR PUNT
OPDRACHT
R
A
S
R
A
S
R
A
S
R
A
S
R
A
S
R
B
S
R
B
S
R
B
S
R
B
S
R
B
S
R
A
S
R
A
S
R
A
S
R
A
S
R
B
S
R
B
S
R
B
S
R
B
S
G
A
M
G
A
M
G
A
M
G
A
M
G
A
M
G
A
M
G
A
M
G
A
M
R
A
P
R
A
B
R
A
R
R
A
B
R
A
C
R
A
T
R
A
S
R
A
C
R
A
R
R
A
R
R
B
P
R
B
B
R
B
R
R
B
B
R
B
C
R
B
T
R
B
S
R
B
C
R
B
R
R
B
R
I
A
S
I
A
S
I
B
S
I
B
S
R
A
I
R
A
I
R
A
I
R
B
I
R
B
I
R
B
I
V
A
P
V
A
B
V
A
R
PARAMETER
R
_
R
_
R
_
R
_
R
_
R
_
R
_
R
_
R
_
R
_
V
_
V
_
V
_
V
_
V
_
V
_
V
_
V
_
R
_
R
_
R
_
R
_
V
_
V
_
V
_
V
_
I
_
R
_
D
_
E
_
O
_
I
_
H
_
T
_
E
_
E
_
I
_
R
_
D
_
E
_
O
_
I
_
H
_
T
_
E
_
E
_
I
_
I
_
I
_
I
_
P
_
P
_
P
_
P
_
P
_
P
_
I
_
R
_
D
_
TERUGKERENUIT TE VOEREN BEDIENING
OK OF ERR
_
_
1
OK OF ERR
_
_
5
OK OF ERR
_
_
3
OK OF ERR
_
_
2
OK OF ERR
_
_
4
OK OF ERR
_
_
1
OK OF ERR
_
_
5
OK OF ERR
_
_
3
OK OF ERR
_
_
2
OK OF ERR
_
_
4
OK OF ERR
_
_
1
OK OF ERR
_
_
3
OK OF ERR
_
_
2
OK OF ERR
_
_
4
OK OF ERR
_
_
1
OK OF ERR
_
_
3
OK OF ERR
_
_
2
OK OF ERR
_
_
4
OK OF ERR
_
_
1
OK OF ERR
_
_
2
OK OF ERR
_
_
3
OK OF ERR
_
_
4
OK OF ERR
_
_
1
OK OF ERR
_
_
2
OK OF ERR
_
_
3
OK OF ERR
_
_
4
OK OF ERR
*
*
*
OK OF ERR
*
*
*
OK OF ERR
*
*
*
OK OF ERR
*
*
*
OK OF ERR
*
*
*
OK OF ERR
*
*
*
OK OF ERR
*
*
*
OK OF ERR
_
*
*
OK OF ERR
_
_
0
OK OF ERR
_
_
1
OK OF ERR
*
*
*
OK OF ERR
*
*
*
OK OF ERR
*
*
*
OK OF ERR
*
*
*
OK OF ERR
*
*
*
OK OF ERR
*
*
*
OK OF ERR
*
*
*
OK OF ERR
_
*
*
OK OF ERR
_
_
0
OK OF ERR
_
_
1
OK OF ERR
_
_
1
OK OF ERR
_
_
2
OK OF ERR
_
_
1
OK OF ERR
_
_
2
OK OF ERR
_
_
0
OK OF ERR
_
_
1
OK OF ERR
_
_
2
OK OF ERR
_
_
0
OK OF ERR
_
_
1
OK OF ERR
_
_
2
OK OF ERR
*
*
*
OK OF ERR
*
*
*
OK OF ERR
*
*
*
INGANG 3 Blauw (–30 - +30)
INGANG 3 Kleur (–30 - +30)
INGANG 3 Ting (–30 - +30)
INGANG 3 Scherpte (–30 - +30)
INGANG 3 Kleurtmp (–3 - +3)
INGANG 3 WEERGAVE
INGANG 3 AFREGELING TERUGSTELLEN
INGANG 4 Contrast (–30 - +30)
INGANG 4 Helder (–30 - +30)
INGANG 4 Rood (–30 - +30)
INGANG 4 Blauw (–30 - +30)
INGANG 4 Kleur (–30 - +30)
INGANG 4 Ting (–30 - +30)
BeeldFijn sync.
INGANG 4 Scherpte (–30 - +30)
INGANG 4 Kleurtmp (–3 - +3)
INGANG 4 WEERGAVE
INGANG 4 AFREGELING TERUGSTELLEN
INGANG 3 2D Progressief
INGANG 3 3D Progressief
INGANG 3 Filmfunctie
INGANG 4 2D Progressief
INGANG 4 3D Progressief
INGANG 4 Filmfunctie
Gesel. Kleur : Standaard
Gesel. Kleur : sRGB
Gesel. Kleur : Gebruiker 1
Gesel. Kleur : Gebruiker 2
Gesel. Kleur : Gebruiker 3
Doel : Rood
Doel : Geel
Doel : Groen
Doel : Cyaan
C. M. S.
Doel : Blauw
Doel : Magenta
Helderh. (–30 - +30)
Chroma (–30 - +30)
Tint (–30 - +30)
Terugstellen (deze kleur)
Terugstellen (alle kleuren)
Klok (–150 - +150)
Fase (–30 - +30)
H-Pos (–150 - +150)
V-Pos (–60 - +60)
RGB INGANG WEERGAVE
RGB AFREGELING TERUGSTELLEN
*1
Vastleggen (1 - 7)
Keuze instel. (1 - 7)
RGB HORIZONTALE FREQUENTIECONTROLE
RGB VERTICALE FREQUENTIECONTROLE
AUTOMAT.SYNC.UIT
AUTOMAT. SYNC. : AAN (NORMAAL)
AUTOMAT. SYNC. : AAN (HOGE SNELHELD)
AUTO SYNCHRONISATIE WEERGAVE AAN
AUTO SYNCHRONISATIE WEERGAVE UIT
OPDRACHT
V
A
V
A
V
A
V
A
V
A
V
A
V
A
V
B
V
B
V
B
V
B
V
B
V
B
V
B
V
B
V
B
V
B
V
A
V
A
V
A
V
B
V
B
V
B
C
M
C
M
C
M
C
M
C
M
C
M
C
M
C
M
C
M
C
M
C
M
C
M
C
M
C
M
C
M
C
M
I
N
I
N
I
A
I
A
I
A
I
A
M
E
M
M
E
M
T
F
R
T
F
R
A
A
D
A
A
D
A
A
D
I
M
A
I
M
A
B
C
T
S
C
R
R
P
B
R
B
C
T
S
C
R
R
I
I
I
I
I
I
C
C
C
C
C
T
T
T
T
T
T
S
S
S
R
R
C
P
H
V
R
R
PARAMETER
E
_
O
_
I
_
H
_
T
_
E
_
E
_
I
_
R
_
D
_
E
_
O
_
I
_
H
_
T
_
E
_
E
_
P
_
P
_
P
_
P
_
P
_
P
_
S
_
S
_
S
_
S
_
S
_
G
_
G
_
G
_
G
_
G
_
G
_
L
_
C
_
H
_
E
_
E
_
L
*
H
_
P
*
P
_
E
_
E
_
S
_
L
_
Q
_
Q
_
J
_
J
_
J
_
S
_
S
_
*
*
*
*
*
*
*
*
_
*
_
_
_
_
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
_
*
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
0
_
0
_
1
_
1
_
1
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
*
*
*
*
*
*
_
_
_
_
*
*
*
*
*
*
*
*
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
OK OF ERR
*
OK OF ERR
*
OK OF ERR
*
OK OF ERR
*
OK OF ERR
*
OK OF ERR
0
OK OF ERR
1
OK OF ERR
*
OK OF ERR
*
OK OF ERR
*
OK OF ERR
*
OK OF ERR
*
OK OF ERR
*
OK OF ERR
*
OK OF ERR
*
OK OF ERR
0
OK OF ERR
1
OK OF ERR
0
OK OF ERR
1
OK OF ERR
2
OK OF ERR
0
OK OF ERR
1
OK OF ERR
2
OK OF ERR
0
OK OF ERR
1
OK OF ERR
1
OK OF ERR
2
OK OF ERR
3
OK OF ERR
1
OK OF ERR
2
OK OF ERR
3
OK OF ERR
4
OK OF ERR
5
OK OF ERR
6
OK OF ERR
*
OK OF ERR
*
OK OF ERR
*
OK OF ERR
1
OK OF ERR
2
OK OF ERR
*
OK OF ERR
*
OK OF ERR
*
OK OF ERR
*
OK OF ERR
0
OK OF ERR
1
OK OF ERR
*
OK OF ERR
*
kHz (***. * OF _)
1
Hz (***. * OF _)
2
OK OF ERR
0
OK OF ERR
1
OK OF ERR
2
OK OF ERR
1
OK OF ERR
0
TERUGKEREN
90
UIT TE VOEREN BEDIENING
Vast
Variabel
Luidspreker AAN
Luidspreker UIT
Beeld-in-beeld : (RECHTS ONDER)
Beeld-in-beeld : (LINKS ONDER)
Beeld-in-beeld : (RECHTS BOVEN)
Beeld-in-beeld : (LINKS BOVEN)
Beeld-in-beeld UIT
Energiebesparing: (STANDAARD)
Energiebesparing: (LAGE ENERGIE)
Ruisonderdr. : UIT
Ruisonderdr. : Niveau 1
Ruisonderdr. : Niveau 2
Ruisonderdr. : Niveau 3
Autozoeken: UIT
Autozoeken: AAN
OSD Display NORMAAL
OSD Display (Niveau A)
OSD Display (Niveau B)
Opties (1)
WEERGAVE ZWART SCHERM AAN
WEERGAVE ZWART SCHERM UIT
SELECTIE VIDEOSYSTEEM : Auto
SELECTIE VIDEOSYSTEEM : PAL (50/60 Hz)
SELECTIE VIDEOSYSTEEM : SECAM
SELECTIE VIDEOSYSTEEM : NTSC4.43
SELECTIE VIDEOSYSTEEM : NTSC3.58
SELECTIE VIDEOSYSTEEM : PAL-M
SELECTIE VIDEOSYSTEEM : PAL-N
SELECTIE ACHTERGROND : Sharp
SELECTIE ACHTERGROND : Gebruiker
SELECTIE ACHTERGROND : Blauw
SELECTIE ACHTERGROND : Geen
STARTBEELD SELECTIE : Sharp
STARTBEELD SELECTIE : Gebruiker
STARTBEELD SELECTIE : Geen
Autom.uitsch. : niet in gebruik
Autom.uitsch. : in gebruik
OPDRACHT
A
O
U
A
O
U
A
S
P
A
S
P
P
I
N
P
I
N
P
I
N
P
I
N
P
I
N
T
H
M
T
H
M
3
D
N
3
D
N
3
D
N
3
D
N
I
N
S
I
N
S
I
M
D
I
M
D
I
M
D
I
M
B
I
M
B
M
E
S
M
E
S
M
E
S
M
E
S
M
E
S
M
E
S
M
E
S
I
M
B
I
M
B
I
M
B
I
M
B
I
M
S
I
M
S
I
M
S
A
P
O
A
P
O
PARAMETER
T
_
T
_
K
_
K
_
P
_
P
_
P
_
P
_
P
_
D
_
D
_
R
_
R
_
R
_
R
_
E
_
E
_
I
_
I
_
I
_
K
_
K
_
Y
_
Y
_
Y
_
Y
_
Y
_
Y
_
Y
_
G
_
G
_
G
_
G
_
I
_
I
_
I
_
W
_
W
_
TERUGKEREN
OK OR ERR
_
_
1
OK OR ERR
_
_
2
OK OR ERR
_
_
1
OK OR ERR
_
_
0
OK OR ERR
_
1
1
OK OR ERR
_
1
2
OK OR ERR
_
1
3
OK OR ERR
_
1
4
OK OR ERR
_
_
0
OK OR ERR
_
_
0
OK OR ERR
_
_
1
OK OR ERR
_
_
0
OK OR ERR
_
_
1
OK OR ERR
_
_
2
OK OR ERR
_
_
3
OK OR ERR
_
_
0
OK OR ERR
_
_
1
OK OR ERR
_
_
1
OK OR ERR
_
_
2
OK OR ERR
_
_
0
OK OR ERR
_
_
1
OK OR ERR
_
_
0
OK OR ERR
_
_
1
OK OR ERR
_
_
2
OK OR ERR
_
_
3
OK OR ERR
_
_
4
OK OR ERR
_
_
5
OK OR ERR
_
_
6
OK OR ERR
_
_
7
OK OR ERR
_
_
1
OK OR ERR
_
_
2
OK OR ERR
_
_
3
OK OR ERR
_
_
4
OK OR ERR
_
_
1
OK OR ERR
_
_
2
OK OR ERR
_
_
3
OK OR ERR
_
_
0
OK OR ERR
_
_
1
UIT TE VOEREN BEDIENING
Restverhouding (PERCENTAGE)
LAMP STATUS
Projectie : TERUG UIT
Projectie : TERUG AAN
Opties (2)Taal
Projectie : SPIEGELEN UIT
Projectie : SPIEGELEN AAN
Niv.toetsvergr. : Normaal
Niv.toetsvergr. : Niveau A
Niv.toetsvergr. : Niveau B
TAALKEUZE : English
TAALKEUZE : Deutsch
TAALKEUZE : Español
TAALKEUZE : Nederlands
TAALKEUZE : Francais
TAALKEUZE : Italiano
TAALKEUZE : Svenska
TAALKEUZE :
TAALKEUZE : Português
TAALKEUZE :
TAALKEUZE :
CONTROLE MODELNAAM
CONTROLE SERIENR
INSTELLING PROJECTORNAAM 1
(eerste vier letters)
INSTELLING PROJECTORNAAM 2
(middelste vier letters)
INSTELLING PROJECTORNAAM 3
(laatste vier letters)
CONTROLE PROJECTORNAAM
*2
OPDRACHT
T
L
T
P
L
T
R
M
I
R
M
I
I
M
I
I
M
I
Y
E
K
Y
E
K
Y
E
K
L
E
M
L
E
M
L
E
M
L
E
M
L
E
M
L
E
M
L
E
M
L
E
M
L
E
M
L
E
M
L
E
M
R
N
M
R
N
S
N
J
P
N
J
P
N
J
P
N
J
P
PARAMETER
_
L
_
S
_
E
_
E
_
N
_
N
_
L
_
L
_
L
_
A
_
A
_
A
_
A
_
A
_
A
_
A
_
A
_
A
_
A
_
A
_
D
_
D
*
1
*
2
*
3
_
0
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
1
_
1
_
_
_
_
_
*
*
*
*
*
*
_
_
TERUGKEREN
1
0-100 (INTEGER)
0:OFF, 1:ON, 2:RETRY,
1
3:WAITING, 4:LAMP ERROR
0
OK OF ERR
1
OK OF ERR
0
OK OF ERR
1
OK OF ERR
0
OK OF ERR
1
OK OF ERR
2
OK OF ERR
1
OK OF ERR
2
OK OF ERR
3
OK OF ERR
4
OK OF ERR
5
OK OF ERR
6
OK OF ERR
7
OK OF ERR
8
OK OF ERR
9
OK OF ERR
0
OK OF ERR
1
OK OF ERR
1
MODELNAAM
1
SERIENR
*
OK OF ERR
*
OK OF ERR
*
OK OF ERR
1
PROJECTORNAAAM
Opmerking
• Als een underscore (_) verschijnt in de parameterkolom, voert u een spatie in. Als een sterretje (*) verschijnt, voert u
een waarde in binnen het bereik dat tussen haakjes onder INHOUD BEDIENING staat.
*1
FIJN SYNC. kan uitsluitend worden ingesteld in de weergegeven RGB-modus.
•
•*2De opdracht CONTROLE SERIENR. wordt gebruikt om de 12 cijfers van het serienummer weer te geven.
91
Aanhangsel
Specificatie afstandsbediening met kabel
Specificatie van invoer met afstandsbediening met kabel
* Er kan tijdelijk beeldruis optreden bij verticale frequenties boven
100 Hz als de OSD-functies geactiveerd worden.
Horizontale
×
1.024
1.60081,365✔
1.20090,172
×
624
×
870
×
960
×
900
Verticale
frequentie
frequentie
(kHz)
54,360
64,070
64,172
75,780
77,385
90,2100
54,860
67,474
64,060✔
74,670
78,174
80,075✔
91,185✔
108,4100
64,060
74,752
75,060✔
93,875✔
106,385✔
48,460✔
60,075✔
80,075✔
46,875
49,675
68,575
78,172
60,060✔
53,550
76,872
60,966
71,976
(Hz)
VESA
Standard
Display
Geavanceerde
intelligente
compressie
Intelligent
compressie
True
Geavanceerde
intelligente
compressie
Upscale
Geavanceerde
intelligente
compressie
Opmerking
• Het is mogelijk dat deze projector niet in staat blijkt beelden weer te geven van notebookcomputers in de simultane (CRT/LCD) weergavestand. In dat
geval moet u het LCD-display van de notebookcomputer uitschakelen en de weergave op “CRT alleen” instellen. Raadpleeg voor meer bijzonderheden
over het omschakelen van de weergavestand de handleiding van uw notebookcomputer.
• Wanneer deze projector 640 x 350 VESA-formaat VGA-signalen ontvangt, verschijnt “640 × 400” op het scherm.
• Bij ontvangst van 1.600 x 1.200 VESA-formaat signalen zal het beeld worden gesampled en worden weergegeven met 1.024 lijnen, waardoor een deel
van het beeld afgesneden wordt.
DTV
Signaal
480I
480P
540P
580I
580P
720P
1035I
1080I
1080I
Horizontale frequentie (kHz)
15,7
31,5
33,8
15,6
31,3
45,0
33,8
33,8
28,1
Verticale frequentie (Hz)
60
60
60
50
50
60
60
60
50
Aanhangsel
93
Oplossen van problemen
Probleem
Geen beeld en geen geluid
of de projector start niet.
Wel geluid, maar
geen beeld
De kleurweergave is bleek
of slecht
Het beeld is onscherp; er
verschijnt ruis in het beeld
Controle
• Het netsnoer van de projector zit niet in het stopcontact.
• De stroom van de externe apparaten is uitgeschakeld.
• Er is een verkeerde ingangsfunctie gekozen.
• De kabels zijn verkeerd aangesloten op het zijpaneel van de projector.
• De batterijen van de afstandsbediening zijn leeg.
•
De externe uitgang is niet ingesteld bij de aansluiting van een notebookcomputer.
•
Het deksel van de lampeenheid is niet op de juiste wijze geïnstalleerd.
•
De kabels zijn niet op de juiste wijze aangesloten op het achterpaneel van de projector.
• De instellingen “Helder” is op de minimumstand ingesteld.
• De beeldinstellingen zijn verkeerd.
(Alleen voor video-ingang)
• Het video-ingangssysteem is verkeerd ingesteld.
(Alleen voor INGANG1 en 2)
• Het ingangssignaaltype RGB/Component is verkeerd ingesteld.
• Stel het beeld scherp.
• De projectieafstand overschrijdt het scherpstelbereik.
(Alleen voor computeringang)
• Voer de instellingen onder “Fijn sync.” (de instelling “Klok”) uit
• Voer de instellingen onder “Fijn sync.” (de instelling “Fase”) uit
• Er verschijnt ruis, afhankelijk van de computer.
• De instelling “Ruisonderdr.” (digitale ruisonderdrukking) is verkeerd.
• De kabels zijn verkeerd aangesloten op het zijpaneel van de projector.
• Het volume staat in de minimumstand.
• De MUTE (demping) display verschijnt.
Bladzijde
17
—
35
17
13
17
87
17
46
46
66
46
26
27
48
48
—
65
17
35
36
Wel beeld, maar
geen geluid
Af en toe is een ongewoon
geluid hoorbaar in de
behuizing
Onderhouds-
indicator licht op
Het beeld kan niet worden
vastgelegd
94
• Als het beeld normaal is, is het geluid te wijten aan het krimpen van de
behuizing als gevolg van veranderingen in de kamertemperatuur. Dit
zal de werking of de prestaties niet beïnvloeden.
• Zie “Onderhoudsindicators”.
• Het signaal in INPUT 1 of 2 is geen RGB XGA (1024 × 768) -signaal.
Er kunnen geen beelden worden vastgelegd bij ontvangst van andere dan
de voornoemde signalen.
—
83
67
Het signaal in INGANG 1 of 2 is ingesteld op een hogere resolutie dan SXGA.
•
Beeld-in-beeld
werkt niet.
De projector kan niet
worden ingeschakeld of in
standby worden geplaatst
met de toetsen ON of
STANDBY op de projector.
Het beeld is groen bij INGANG
1 of 2 COMPONENT.
Het beeld is roze (geen groen)
bij INGANG 1 of 2 RGB.
Het beeld is donker.
Het beeld is te helder en witachting.
De VOLUME-toetsen op
de projector werken niet.
Een antwoordcode kan
niet worden ontvangen
wanneer tijdens standby
geprobeerd was om de
projector d.m.v. RS-232C
opdrachten te bedienen
via een computer.
• Het signaal in INGANG 1 of 2 verstuurt componentsignalen van 480I,
480P, 540P, 580I, 580P, 720P, 1035I of 1080I.
• Het signaal in INGANG 1 of 2 is ingesteld op de interlace-functie met
RGB-signalen.
• Het toetsvergrendelingsniveau is ingesteld.
Als het toetsvergrendelingsniveau is ingesteld op Niveau B, zijn alle
toetsen vergrendeld. Als het toetsvergrendelingsniveau is ingesteld op
Niveau A, werken alleen de toetsen INPUT en VOLUME.
• Verander de instelling van het ingangssignaaltype.
• De lampindicator (LAMP) knippert rood. Vervang de lamp.
• De beeldinstellingen zijn verkeerd.
De VOLUME-toetsen werken niet: (probeer VOL+/– op de
afstandsbediening)
• wanneer het menu wordt getoond
• wanneer het lensmenu wordt getoond
• wanneer beeld-in-beeld actief is
• tijdens het vergroten (meer dan dubbele grootte)
• wanneer de “dot by dot” schermresolutie groter is dan de paneelresolutie.
Wanneer RS-232C opdrachten via een computer overgestuurd worden
tijdens standby zal het maximaal 30 seconden duren voordat de
computer de antwoordcode krijgt. Zet de wachttijd bij de computer om
de antwoordcode te ontvangen op 30 seconden of langer.
ControleProbleemBladzijde
57
71
46
83
46
—
89
Aanhangsel
95
Voor SHARP Assistance
Als u problemen ondervindt tijdens de installatie of bediening van deze projector, raadpleegt u eerst
het deel “Oplossen van problemen” op bladzijde 94 en 95. Als deze gebruiksaanwijzing geen oplossing
biedt voor uw probleem, neemt u contact op met de hieronder vermelde SHARP serviceafdelingen.