Sharp XG-C60X User Manual [nl]

GEBRUIKSAANWIJZING
MODEL
XG-C60X
Inleiding
Aansluiten en opstellen
Basisbediening
LCD PROJECTOR
Gebruiksvriendelijke functies
BELANGRIJK
Vul het serienummer in, dat staat aangegeven op het achterpaneel van de projector. Deze informatie heeft u nodig in geval van verlies of diefstal. Controleer of alle meegeleverde accessoires, zoals beschreven onder “Meegeleverde accessoires” op bladzijde 14 van deze gebruiksaanwijzing, inderdaad in de doos aanwezig zijn voor u de verpakking recyclet. Lees de gebruiksaanwijzing zorgvuldig door voordat u de projector in gebruik neemt.
This equipment complies with the requirements of Directives 89/336/EEC and 73/23/EEC as amended by 93/68/ EEC.
Dieses Gerät entspricht den Anforderungen der EG-Richtlinien 89/336/EWG und 73/23/EWG mit Änderung 93/ 68/EWG.
Ce matériel répond aux exigences contenues dans les directives 89/336/CEE et 73/23/CEE modifiées par la directive 93/68/CEE.
Dit apparaat voldoet aan de eisen van de richtlijnen 89/336/EEG en 73/23/EEG, gewijzigd door 93/68/EEG.
Dette udstyr overholder kravene i direktiv nr. 89/336/EEC og 73/23/EEC med tillæg nr. 93/68/EEC.
Quest’ apparecchio è conforme ai requisiti delle direttive 89/336/EEC e 73/23/EEC, come emendata dalla direttiva 93/68/EEC.
Modelnummer: XG-C60X
Serienummer:
εγκατάσταση αυτή αντα οκρίνεται στις α αιτήσεις των οδηγιών της υρω αϊκής νωσης 89/336/ ∂√∫ και 73/23/∂√∫ , ως οι κανονισµοί αυτοί συµ ληρώθηκαν α την οδηγία 93/68/∂√∫ .
Este equipamento obedece às exigências das directivas 89/336/CEE e 73/23/CEE, na sua versão corrigida pela directiva 93/68/CEE.
Este aparato satisface las exigencias de las Directivas 89/336/CEE y 73/23/CEE, modificadas por medio de la 93/68/CEE.
Denna utrustning uppfyller kraven enligt riktlinjerna 89/336/EEC och 73/23/EEC så som kompletteras av 93/68/ EEC.
Dette produktet oppfyller betingelsene i direktivene 89/336/EEC og 73/23/EEC i endringen 93/68/EEC.
Tämä laite täyttää direktiivien 89/336/EEC ja 73/23/EEC vaatimukset, joita on muutettu direktiivillä 93/68/EEC.
SPECIAL NOTE FOR USERS IN THE U.K.
The mains lead of this product is fitted with a non-rewireable (moulded) plug incorporating a 10A fuse. Should the fuse need to be replaced, a BSI or ASTA approved BS 1362 fuse marked above, which is also indicated on the pin face of the plug, must be used. Always refit the fuse cover after replacing the fuse. Never use the plug without the fuse cover fitted. In the unlikely event of the socket outlet in your home not being compatible with the plug supplied, cut off the mains plug and fit an appropriate type.
DANGER:
The fuse from the cut-off plug should be removed and the cut-off plug destroyed immediately and disposed of in a safe manner. Under no circumstances should the cut-off plug be inserted elsewhere into a 10A socket outlet, as a serious electric shock may occur. To fit an appropriate plug to the mains lead, follow the instructions below:
WARNING:
THIS APPARATUS MUST BE EARTHED.
IMPORTANT:
The wires in this mains lead are coloured in accordance with the following code:
Green-and-yellow : Earth Blue : Neutral
Brown : Live As the colours of the wires in the mains lead of this apparatus may not correspond with the coloured markings identifying the terminals in your plug proceed as follows:
or and of the same rating as
The wire which is coloured green-and-yellow must be connected to the terminal in the plug which is marked by
the letter E or by the safety earth symbol
or coloured green or green-and-yellow.
The wire which is coloured blue must be connected to the terminal which is marked with the letter N or coloured
black.
The wire which is coloured brown must be connected to the terminal which is marked with the letter L or coloured
red.
IF YOU HAVE ANY DOUBT, CONSULT A QUALIFIED ELECTRICIAN.
The supplied CD-ROM contains operation instructions in English, German, French, Swedish, Spanish, Italian, Dutch, Portuguese, Chinese (Traditional Chinese and Simplified Chinese) and Korean. Carefully read through the operation instructions before operating the projector.
Die mitgelieferte CD-ROM enthält Bedienungsanleitungen in Englisch, Deutsch, Französisch, Schwedisch, Spanisch, Italienisch, Niederländisch, Portugiesisch, Chinesisch (Traditionelles Chinesisch und einfaches Chinesisch) und Koreanisch. Bitte lesen Sie die Bedienungsanleitung vor der Verwendung des Projektors sorgfältig durch.
Le CD-ROM fourni contient les instructions de fonctionnement en anglais, allemand, français, suédois, espagnol, italien, néerlandais, portugais, chinois (chinois traditionnel et chinois simplifié) et coréen. Veuillez lire attentivement ces instructions avant de faire fonctionner le projecteur.
Den medföljande CD-ROM-skivan innehåller bruksanvisningar på engelska, tyska, franska, svenska, spanska, italienska, holländska, portugisiska, kinesiska (traditionell kinesiska och förenklad kinesiska) och koreanska. Läs noga igenom bruksanvisningen innan projektorn tas i bruk.
El CD-ROM suministrado contiene instrucciones de operación en inglés, alemán, francés, sueco, español, italiano, holandés, portugués, chino (chino tradicional y chino simplificado) y coreano. Lea cuidadosamente las instrucciones de operación antes de utilizar el proyector.
Il CD-ROM in dotazione contiene istruzioni per luso in inglese, tedesco, francese, svedese, spagnolo, italiano, olandese, portoghese, cinese (cinese tradizionale e cinese semplificato) e coreano. Leggere attentamente le istruzioni per l’uso prima di usare il proiettore.
De meegeleverde CD-ROM bevat handleidingen in het Engels, Duits, Frans, Zweeds, Spaans, Italiaans, Nederlands, Portugees, Chinees (Traditioneel Chinees en Vereenvoudigd Chinees) en Koreaans. Lees de handleiding zorgvuldig door voor u de projector in gebruik neemt.
O CD-ROM fornecido contém instruções de operação em Inglês, Alemão, Francês, Sueco, Espanhol, Italiano, Holandês, Português, Chinês, (Chinês Tradicional e Chinês Simplificado) e Coreano. Leia cuidadosamente todas as instruções de operação antes de operar o projetor.
Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door voordat u de projector in gebruik neemt.

Inleiding

NEDERLANDS
Er zijn twee belangrijke redenen om de garantie van uw nieuwe SHARP-projector onmiddellijk in orde te brengen met de REGISTRATIEKAART die verpakt zit bij de projector.
1. GARANTIE
U komt meteen in aanmerking voor de volledige garantie op onderdelen, service en reparatiewerkzaamheden die van toepassing is op dit product.
2. CONSUMENT-VEILIGHEIDSWETGEVING
U wordt onmiddellijk op de hoogte gesteld van eventuele veiligheidsbepalingen betreffende inspecties, modificaties of het terugroepen van producten die door SHARP moeten worden uitgevoerd op basis van de 1972 Consumer Product Safety Act. LEES ZORGVULDIG DE BELANGRIJKE BEPERKTE GARANTIE CLAUSULE.
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
: Zeer sterke lichtbron. Kijk niet rechtstreeks in de lichtbundel. Let er vooral op dat kinderen niet
rechtstreeks in de lichtbundel kijken.
: Stel het apparaat niet bloot aan regen of vocht om brand of een gevaarlijke
ALLEEN VOOR DE VERENIGDE STATEN
elektrische schok te voorkomen.
Zie de onderkant van dit apparaat.
LET OP
GEVAARLIJKE SPANNINGEN.
GEEN SCHROEVEN VERWIJDEREN,
BEHALVE DE VOORGESCHREVEN
GEBRUIKER-ONDERHOUDSSCHROEVEN.
LET OP: OM DE KANS OP EEN ELEKTRISCHE SCHOK TE VERMINDEREN, MAG DE
BEHUIZING NIET WORDEN GEOPEND.
ER ZIJN GEEN DOOR DE GEBRUIKER REPAREERBARE ONDERDELEN IN HET
APPARAAT, BEHALVE DE LAMPEENHEID.
LAAT ONDERHOUD EN REPARATIE OVER AAN BEVOEGD ONDERHOUDSPERSONEEL.
Een bliksemsymbool in een gelijkzijdige driehoek maakt de gebruiker attent op de aanwezigheid van niet-geïsoleerde “gevaarlijke spanningen in het inwendige van het apparaat, die zo groot kunnen zijn dat zij een ernstige elektrische schok kunnen veroorzaken.
Een uitroepteken in een gelijkzijdige driehoek maakt de gebruiker attent op belangrijke bedienings- en onderhoudsinformatie in de documentatie die bij het apparaat wordt geleverd.
Inleiding
WAARSCHUWING
: De FCC-bepalingen schrijven voor dat wijzigingen of modificaties in de apparatuur die niet uitdrukkelijk
door de fabrikant zijn goedgekeurd tot gevolg kunnen hebben dat het gebruik van de apparatuur niet meer toegestaan is.
ALLEEN VOOR DE VERENIGDE STATEN
INFORMATIE
Deze apparatuur is getest en bleek te voldoen aan de eisen en limieten voor Klasse A digitale apparatuur, overeenkomstig Deel 15 van de FCC-bepalingen, die ontworpen zijn om redelijke bescherming te verlenen tegen dergelijke storingen bij gebruik in een commerciële omgeving. In deze apparatuur worden radiogolven opgewekt en verwerkt, en deze golven kunnen uitgestraald worden. Als bij de installatie en/of het gebruik de instructies in de gebruiksaanwijzing niet strikt opgevolgd worden, kan de apparatuur storing in radio-ontvangst veroorzaken. Gebruik van deze apparatuur in een woongebied zal waarschijnlijk storingen veroorzaken. In dat geval dient de gebruiker op zijn/haar eigen kosten alle maatregelen te nemen die nodig kunnen zijn om de storing op te heffen.
Gebruik met deze apparatuur de meegeleverde computerkabel. Deze kabel zorgt ervoor dat de apparatuur voldoet aan de voorschriften van FCC Klasse A.
ALLEEN VOOR DE VERENIGDE STATEN
ALLEEN VOOR DE VERENIGDE STATEN
WAARSCHUWING:
Dit is een Klasse A-product. Het is mogelijk dat dit product in de huiselijke omgeving radiostoringen veroorzaakt waartegen de gebruiker afdoende maatregelen dient te nemen.
1
WAARSCHUWING:
De koelventilator in deze projector blijft ongeveer 90 seconden lopen nadat de projector in standby is gezet. Zet daarom bij normaal gebruik de projector altijd in standby met de STANDBY-toets op de projector of op de afstandsbediening. Controleer eerst of de koelventilator al uit is voor u de stekker uit het stopcontact haalt. SCHAKEL BIJ NORMAAL GEBRUIK NOOIT DE STROOM VAN DE PROJECTOR UIT DOOR DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT TE TREKKEN. DOET U DIT TOCH, DAN ZAL DE LAMP VOORTIJDIG ONBRUIKBAAR RAKEN.
INDIEN U HET PRODUCT WILT WEGDOEN
In deze projector worden soldeertin en een lamp onder druk die een kleine hoeveelheid kwik bevat, gebruikt. Het verwijderen van deze materialen kan aan diverse voorschriften zijn onderworpen op basis van milieu-overwegingen. Voor informatie betreffende verwijderen of recycling kunt u contact opnemen met de plaatselijke autoriteiten of, als u zich in de Verenigde Staten bevindt, met de Electronics Industries Alliance:www.eiae.org.
Belangrijke informatie betreffende het vervangen van de lamp
Zie Vervangen van de lamp op bladzijde 85.
LAMP REPLACEMENT CAUTION
BEFORE REMOVING THE SCREW, DISCONNECT POWER CORD. HOT SURFACE INSIDE. ALLOW 1 HOUR TO COOL BEFORE REPLACING THE LAMP. REPLACE WITH SAME SHARP LAMP UNIT TYPE BQC-XGC55X//1 ONLY. UV RADIATION : CAN CAUSE EYE DAMAGE. TURN OFF LAMP BEFORE SERVICING. HIGH PRESSURE LAMP : RISK OF EXPLOSION. POTENTIAL HAZARD OF GLASS PARTICLES IF LAMP HAS RUPTURED. HANDLE WITH CARE. SEE OPERATION MANUAL.
PRECAUTIONS A OBSERVER LORS DU REMPLACEMENT DE LA LAMPE.
DEBRANCHER LE CORDON D’ALIMENTATION AVANT DE RETIRER LES VIS. L’INTERIEUR DU BOITIER ETANT EXTREMEMENT CHAUD, ATTENDRE 1 HEURE AVANT DE PROCEDER AU REMPLACEMENT DE LA LAMPE. NE REMPLACER QUE PAR UNE LAMPE SHARP DE TYPE BQC-XGC55X//1. RAYONS ULTRAVIOLETS : PEUVENT ENDOMMAGER LES YEUX. ETEINDRE LA LAMPE AVANT DE PROCEDER A L’ENTRETIEN. LAMPE A HAUTE PRESSION : RISQUE D’EXPLOSION. DANGER POTENTIEL DE PARTICULES DE VERRE EN CAS D’ECLATEMENT DE LA LAMPE. A MANIPULER AVEC PRECAUTION, SE REPORTER AU MODE D’EMPLOI.
WEES VOORZICHTIG BIJ HET VERVANGEN VAN DE LAMP
MAAK HET NETSNOER LOS ALVORENS DE SCHROEF TE VERWIJDEREN. ER ZIJN HETE ONDERDELEN BINNEN IN HET APPARAAT. LAAT HET APPARAAT 1 UUR AFKOELEN ALVORENS DE LAMP TE VERVANGEN. VERVANG DE LAMP UITSLUITEND DOOR DEZELFDE SHARP-LAMP VAN HET TYPE BQC-XGC55X//1. UV-STRALING: KAN OOGLETSEL VEROORZAKEN. ZET DE LAMP UIT ALVORENS TE BEGINNEN MET ONDERHOUD. HOGEDRUKLAMP: EXPLOSIEGEVAAR. INDIEN DE LAMP SPRINGT, KUNNEN ER GEVAARLIJKE GLASSPLINTERS ZIJN. BEHANDEL VOORZICHTIG. ZIE DE GEBRUIKSAANWIJZING.
Deze SHARP-projector maakt gebruik van een LCD-paneel (Liquid Crystal Display). Dit state-of-the-art paneel bevat
786.432 pixels (× RGB) TFTs (Thin Film Transistors). Net als andere hoogwaardige elektronische producten, zoals grootbeeld-TVs, videosystemen en videocameras, moeten projectoren voldoen aan bepaalde tolerantienormen. Dit apparaat heeft enkele, binnen de tolerantienormen vallende, inactieve beeldpunten die kunnen resulteren in inactieve punten op het beeldscherm. Dit heeft geen invloed op de beeldkwaliteit of de levensduur van het apparaat.
Aanbrengen van het “QUICK GUIDE (snelgids)”-label
U kunt het QUICK GUIDE (snelgids)”-label (bijgeleverd) op de projector aanbrengen als geheugensteuntje voor de installatieprocedure. Zorg er bij het aanbrengen van het QUICK GUIDE (snelgids)”- label op de projector voor dat u de onderkant van het label uitlijnt met de bovenkant van het “Notevision”-logo op het bovenpaneel van de projector zoals wordt getoond in de tekening rechts.
QUICK GUIDE
(snelgids)-label
2

Belangrijkste eigenschappen

1. Extreem hoge helderheid voor een compacte projector
••
300W SHP lamp
••
Gebruik een 300W SHP lamp voor optimale uniformiteit van kleuren en extreem hoge helderheid.
••
De functie Power Save mode zorgt voor lagere geluidsniveaus en een lager
••
energieverbruik en verlengt de levensduur van de lamp.
2. Eenvoudige en gemakkelijke bediening
••
De aansluitingen met kleurcodes, het automatisch zoeken van signalen en het
••
grafische menusysteem maken een eenvoudige installatie en configuratie mogelijk.
••
Veel gebruikte aansluitingen en bedieningselementen zijn strategisch geplaatst
••
en daardoor gemakkelijk bereikbaar.
••
Lensvervanging zonder problemen.
••
Dankzij het eenvoudig te openen lensdeksel en een nieuwe bayonetconfiguratie kan de optionele lens op eenvou­dige wijze worden geïnstalleerd.
3. Superieure computercompatibiliteit
••
Te gebruiken met een verticale refresh rate tot 200 Hz, Sync on Green- en Com-
••
posite Sync-signalen voor compatibiliteit met een groot aantal high-end PC’s en workstations.
••
Dankzij de Advanced Intelligent Compression Technology (geavanceerde
••
intelligente compressie) kunnen computerbeeldschermen met UXGA-resolutie
(1.600 # 1.200) nu weergegeven worden met minimale vervorming.
Inleiding
4.
Geavanceerde computergestuurde- en video-geïntegreerde composer-technologie
Produceert levendige beelden dankzij de nieuwste hoge beeldkwaliteitscircuits.
••
Het nieuwe I/P-omzettingsalgoritme verhoogt het resultaat van de I/P-omzetting voor
••
bewegingsdetectie.
Sterk verbeterd zaagtandeffect of schuine lijnen in bewegende beelden.
Color Management System
Ondersteunt sRGB (kleurmanagementsysteem). Individuele instelling van helderheid, chromatische waarde en tint voor zes doelkleuren.
••
Beeldruisonderdrukking
••
Zorgt voor een duidelijk beeld, zelfs bij bronsignalen met veel storingen.
Nieuwe upscaling van randen
Vermindert het zaagtandeffect of het flikkeren bij upscaling van de randen van schuine lijnen, waardoor u scherpere beelden krijgt.
5. Anti-diefstal en veiligheid
••
Diefstalbeveiliging
••
Deze functie maakt de projector onbruikbaar tenzij een sleultelcode wordt ingevoerd.
••
Notevision Lock Down
••
Een veilige installatie wordt verkregen door een van de montagepunten van de projector vast te snoeren aan de optische eenheid. Deze bijkomende maatregel maakt het bijzonder moeilijk om de projector van zijn plafondmontage te verwijderen. Dit beperkt het gevaar voor letsel als gevolg van roekeloze of ongeoorloofde verwijdering van de projector.
3

Inhoud

Inleiding
Belangrijkste eigenschappen ..................................... 3
Inhoud ........................................................................... 4
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN ....... 6
Toegang krijgen tot de PDF-gebruiksaanwijzingen
(Windows, Macintosh) ........................................... 9
Benaming van de onderdelen ................................... 10
Projector (voor- en bovenaanzicht)................................... 10
Projector (achteraanzicht) ................................................ 11
Afstandsbediening (vooraanzicht) .................................... 12
Afstandsbediening (bovenaanzicht) ................................. 12
Gebruik van de afstandsbediening .......................... 13
Bereik van de afstandsbediening .....................................13
Plaatsen van de batterijen ................................................ 13
Accessoires ................................................................ 14
Aansluiten en opstellen
Aansluiten van de projector op andere apparaten ..... 16
Alvorens aan te sluiten ...................................................... 16
Deze projector kan worden aangesloten op: ................... 16
Aansluiten van het netsnoer ............................................. 17
Aansluiten van de projector op een computer ..........
17
Aansluiten op videoapparatuur ......................... 19
Aansluiting op een versterker ............................ 21
Bediening via een computer .............................. 22
Aansluiten op een beeldscherm ........................ 23
Gebruik van afstandsbediening met kabel ........ 23
Gebruik van de draadloze-presentatiefunctie
van de afstandsbediening............................
24
Opstellen ..................................................................... 25
Gebruik van de stelvoetjes ............................................... 25
Instellen van de lens ......................................................... 26
Opstellen van het scherm .................................................27
Schermgrootte en projectie-afstand ................................. 28
Projecteren van een spiegelbeeld/omgekeerd beeld ...... 32
Basisbediening
Instellen met de toetsen
Beeldprojectie ............................................................ 34
Basisprocedure ................................................................ 34
Kiezen van de taal van het in-beeld-display .................... 36
Uitschakelen van de stroom ............................................. 37
Correctie van perspectivische vervorming
(trapeziumvorm-correctie) .................................. 38
Instellen met de menu’s
Onderdelen van de menubalk ................................... 40
Gebruik van het menuscherm .................................. 42
Menuselectie (bijstellingen) .............................................. 42
Menuselectie (instellingen) ............................................... 44
Instellen van het beeld ............................................... 46
Instellen van beeldvoorkeuren .......................................... 46
Kiezen van het signaaltype ............................................... 46
Progressieve functie ......................................................... 47
Instellen van computerbeelden ................................ 48
Instellen van het computerbeeld ...................................... 48
Opslaan van instellingen .................................................. 48
Selecteren van instellingen ............................................... 49
Instellen van speciale functies .......................................... 49
Controleren van het ingangssignaal .................................49
Instellen van de automatische synchronisatie ..................50
Automatische synchronisatie displayfunctie .................... 50
Gebruiksvriendelijke functies
Kiezen van de beeldweergavefunctie ....................... 52
Weergeven van een stilstaand beeld........................ 54
Vergroten van een deel van een beeld ..................... 55
Gamma-correctiefunctie ............................................ 56
Weergeven van twee beelden (beeld-in-beeld)........ 57
Functie zwart scherm ................................................ 58
Weergeven van de pauzetimer .................................. 59
Color Management System (C. M. S.) ....................... 60
De kleurreproductiemodus
(Color Reproduction Mode) instellen ......................... 60
De doelkleur selecteren .................................................... 60
De helderheid van de doelkleur instellen ......................... 61
De chromatische waarde van de doelkleur instellen ........ 61
De tint van de doelkleur instellen ...................................... 61
Door de gebruiker ingestelde
kleurinstellingen herstellen ........................................ 62
Overzicht van alle kleurinstellingen .................................. 62
Het audiouitvoertype instellen .................................. 63
De interne speaker in/uitschakelen .......................... 63
Automatische zoekfunctie ......................................... 64
Digitaal beeldruisonderdrukkingssysteem
(Ruisonderdr.) ...................................................... 65
Instellen van het in-beeld-display ............................. 65
Instellen van het videosignaal .................................. 66
Opslaan van geprojecteerde beelden ...................... 67
Vastleggen van het beeld .................................................67
Verwijderen van het vastgelegde beeld ........................... 67
4
Instellen van een achtergrondbeeld ......................... 68
Kiezen van een startbeeld ......................................... 68
De spaarmodus selecteren ........................................
Instellen van de spaarstand ............................................. 69
Functie monitor Out/RS-232C Off ..................................... 69
Automatische uitschakelfunctie ........................................ 70
69
De resterende levensduur van de lamp
weergeven (percentage) ...................................... 70
De geprojecteerde beelden omkeren/weergeven
in spiegelbeeld ..................................................... 71
Vergrendelen van de bedieningstoetsen
van de projector ................................................... 71
Instellen van de toetsvergrendeling ................................. 71
Annuleren van het toetsvergrendelingsniveau ................. 72
De transmissiesnelheid selecteren (RS-232C) ........ 72
Instellen van een wachtwoord .................................. 73
Invoeren van het wachtwoord ........................................... 73
Wijzigen van het wachtwoord ........................................... 74
Als u uw wachtwoord vergeten bent ................................ 74
Instellen van de Anti-diefstal .................................... 75
Invoeren van een sleutelcode ........................................... 75
Wijzigen van de sleutelcode .............................................76
Initialiseren van de instellingen ................................ 77
Weergeven van alle instellingen ............................... 78
Inleiding
Aanhangsel
Onderhoud .................................................................. 80
De luchtfilter vervangen ............................................ 81
Onderhoudsindicators............................................... 83
Over de lamp .............................................................. 85
Lamp .................................................................................85
Waarschuwing in verband met de lamp ...........................85
Vervangen van de lamp .................................................... 85
Verwijderen en installeren van de lampeenheid ............... 86
Terugstellen van de lamptimer .......................................... 87
Toekenning van de aansluitpinnen .......................... 88
(RS-232C) Specificatie en opdrachtinstellingen ..... 89
Specificatie afstandsbediening met kabel ............... 92
Tabel met compatibele computers ........................... 93
Oplossen van problemen .......................................... 94
Voor SHARP Assistance ............................................ 96
Technische gegevens ................................................ 97
Afmetingen ................................................................. 98
Verklarende woordenlijst........................................... 99
Index .......................................................................... 100
5

BELANGRIJKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN

LET OP: Lees al deze instructies door alvorens dit apparaat in gebruik te nemen en bewaar ze voor later gebruik.
Met elektrische energie kunt u heel wat nuttige functies uitvoeren. Dit apparaat is zodanig ontworpen en vervaardigd dat uw persoonlijke veiligheid wordt gevrijwaard. ONJUIST GEBRUIK KAN EVENWEL LEIDEN TOT EEN EVENTUELE ELEKTRISCHE SCHOK OF BRANDGEVAAR. Om de ingebouwde veiligheidsvoorzieningen van dit apparaat niet teniet te doen, dient u de volgende basisregels goed in acht te nemen bij de installatie, het gebruik en het onderhoud van de projector.
1. Lees de gebruiksaanwijzing
Lees alle veiligheids- en bedieningsinstructies in de gebruiksaanwijzing voordat u het apparaat gebruikt.
2. Bewaar de gebruiksaanwijzing
Bewaar de gebruiksaanwijzing voor het geval u deze in de toekomst nogmaals nodig heeft.
3. Neem alle waarschuwingen in acht
Neem alle waarschuwingen op het product en in de gebruiksaanwijzing in acht.
4. Volg alle instructies op
Alle bedieningsinstructies e.d. moeten nauwgezet worden opgevolgd.
5. Reinigen
Trek de stekker uit het stopcontact voordat u begint met schoonmaken. Gebruik geen vloeibare reinigingsmiddelen of sprays. Reinig het apparaat uitsluitend met een vochtige doek.
6. Hulpstukken
Voorkom problemen en gebruik geen hulpstukken die niet door de fabrikant van het apparaat worden aanbevolen.
7. Water en vocht
Gebruik het apparaat niet in de buurt van water; bijvoorbeeld in de buurt van een bad, wastafel, aanrecht, wasmachine, zwembad of in een vochtige kelder enz.
8. Accessoires
Plaats het apparaat niet op een wankel rek, karretje, statief, steunbeugel of tafel. Het apparaat zou kunnen vallen en een kind of volwassene ernstig kunnen verwonden, en tevens kan het apparaat zelf zwaar worden beschadigd. Gebruik uitsluitend een rek, karretje, statief, steunbeugel of tafel die door de fabrikant wordt aanbevolen of die bij het apparaat wordt verkocht. Volg voor eventuele montagewerkzaamheden altijd de instructies van de fabrikant op en gebruik ook uitsluitend montage-accessoires die door de fabrikant worden aanbevolen.
9. Transport
Als het apparaat op een verplaatsbaar rek is gezet, dient dit voorzichtig te worden verplaatst. Het rek kan namelijk omvallen bij plotseling stoppen, te hard duwen of rijden over een ongelijke ondergrond.
10. Ventilatie
In de behuizing van het apparaat zijn gleuven en openingen die dienen voor de ventilatie. Voor een veilige werking en bescherming tegen oververhitting mogen de ventilatie­openingen nooit worden geblokkeerd of afgedekt door het apparaat op een bed, divan, dik vloerkleed e.d. te zetten. Het apparaat mag ook niet in een afgesloten ruimte, zoals een boekenkast, worden geplaatst, tenzij voor een goede ventilatie wordt gezorgd of alle instructies van de fabrikant zijn opgevolgd.
11. Voeding
Het apparaat mag uitsluitend op de stroomvoorzieningsbron worden gebruikt die op het typelabel is vermeld. Raadpleeg uw dealer of het plaatselijke elektriciteitsbedrijf indien u niet zeker bent van het type stroomvoorziening in uw huis. Voor apparaten die gebruikt worden op batterijen of op andere stroombronnen wordt verwezen naar de gebruiksaanwijzing die bij het apparaat wordt geleverd.
12. Uitvoering van de netstekker
Dit apparaat is uitgerust met één van de volgende soorten stekkers. Als de stekker niet in het stopcontact past, neemt u contact op met uw elektricien. Negeer de veiligheidsvoorziening van de stekker niet.
a. Tweedraads (net) stekker.
b. Driedraads geaarde (net) stekker met aardingspen.
Deze stekker past alleen in een geaard stopcontact.
13. Bescherming van het netsnoer
Leg het netsnoer zodanig dat er niet gemakkelijk iemand op gaat staan of dat het snoer door een voorwerp wordt platgedrukt. Let hier vooral goed op in de buurt van de stekkers, bij het stopcontact en op de plaats waar het snoer uit het apparaat komt.
14. Bliksem
Om veiligheidsredenen dient u bij bliksem of wanneer u het apparaat langere tijd niet denkt te gebruiken, de stekker van het netsnoer uit het stopcontact te trekken. Dit om beschadiging van het apparaat te voorkomen als gevolg van blikseminslag of plotselinge stroompieken in de stroomleiding.
15. Overbelasting
Zorg dat de stopcontacten, verlengsnoeren en stekkerdozen niet overbelast worden, want dit kan resulteren in brand of een elektrische schok.
16. Binnendringen van voorwerpen en vloeistoffen
Duw nooit voorwerpen via de openingen in de behuizing van het apparaat naar binnen, omdat deze dan onderdelen die onder hoogspanning staan kunnen raken of kortsluiting kunnen veroorzaken, met brand of een elektrische schok tot gevolg. Let tevens op dat er nooit vloeistof op het apparaat wordt gemorst.
17. Reparaties
Probeer het apparaat nooit zelf te repareren. Bij het openen of verwijderen van de afdekplaten stelt u zich bloot aan een ernstige elektrische schok en andere gevaren. Laat reparatie over aan erkend onderhoudspersoneel.
6
18. Beschadigingen die reparatie vereisen
Bij de volgende omstandigheden moet u de stekker uit het stopcontact trekken en het apparaat door erkend onderhoudspersoneel laten repareren:
a. Als het netsnoer of de netstekker is beschadigd. b. Als er vloeistof of een voorwerp in het apparaat terecht
is gekomen.
c. Als het apparaat blootgesteld is geweest aan regen of
water.
d. Als de normale aanwijzingen worden opgevolgd, maar
het apparaat niet juist functioneert. Gebruik alleen de bedieningsorganen die in de gebruiksaanwijzing worden aangegeven. Bij een onjuiste instelling van andere bedieningsorganen kan het apparaat mogelijk beschadigd worden, met tot gevolg dat reparatiewerkzaamheden voor een juiste werking van het apparaat door erkend onderhoudspersoneel moeilijker en duurder kunnen worden.
e. Als het apparaat is gevallen of de behuizing is
beschadigd.
f. Als het apparaat duidelijk minder goed functioneert.
Dit duidt erop dat het tijd is voor onderhoud.
19. Vervangingsonderdelen
Wanneer onderdelen vervangen moeten worden, zorg er dan voor dat het onderhoudspersoneel uitsluitend onderdelen gebruikt die door de fabrikant worden aanbevolen of die dezelfde eigenschappen hebben als de originele onderdelen. Het gebruik van andere onderdelen kan brand, een elektrische schok of andere problemen veroorzaken.
20. Veiligheidscontrole
Vraag het onderhoudspersoneel om na de onderhouds- of reparatiewerkzaamheden een veiligheidscontrole uit te voeren, zodat u zeker weet dat het apparaat juist en veilig functioneert.
21. Wand- of plafondmontage
Dit apparaat mag uitsluitend volgens de aanbevelingen van de fabrikant aan een wand of het plafond worden bevestigd.
22. Hitte
Houd het apparaat uit de buurt van warmtebronnen zoals verwarmingsradiators, haarden, kachels en andere voorwerpen (inclusief versterkers) die warmte afgeven.
INTELLECTUELE EIGENDOMSRECHTEN
BELANGRIJK
LEES HET VOLGENDE ALVORENS HET APPARAAT TE GEBRUIKEN
••
U bent in het bezit van een apparaat dat software gebruikt dat in licentie is gegeven aan SHARP Corporation door
••
Lineo, Inc. (Lineo). De software is beschermd door wetten op het auteursrecht, internationale auteursrechtverdragen en andere wetten en verdragen betreffende intellectuele eigendom. Lineo en haar leveranciers behouden het volledige eigendomsrecht en de intellectuele eigendomsrechten (met inbegrip van het auteursrecht) op de softwarecomponenten en alle kopieën ervan, voor zover het evenwel gaat om bepaalde softwarecomponenten die vallen onder de GNU General Public License (versie 2), die Lineo onderschrijft. U kunt een kopie verkrijgen van de GNU General Public License op http:/ /www.fsf.org/copyleft/gpl.html. Lineo zal de broncode verschaffen voor alle softwarecomponenten die vallen onder de GNU General Public License. Om een dergelijke broncode te verkrijgen, stuurt u een e-mail naar embedix­support@lineo.com.
••
OS: Embedix (Embedded Linux) Embedix (TM) is een geregistreerd handelsmerk van U.S.A. LINEO, Inc.
••
Inleiding
Microsoft, Windows en PowerPoint zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde
Staten en/of andere landen.
PC/AT is een gedeponeerd handelsmerk van International Business Machines Corporation in de Verenigde Staten.
Adobe Acrobat is een handelsmerk van Adobe Systems Incorporated.
Macintosh is een gedeponeerd handelsmerk van Apple Computer, Inc. in de Verenigde Staten en/of andere landen.
Deze software is deels gebaseerd op het werk van de onafhankelijke JPEG Group.
Alle andere bedrijfs- of productnamen zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van hun respectieve eigenaars.
7
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Lees de volgende veiligheidsvoorschriften voordat u uw projector opstelt.
Voorzichtig met de lampeenheid
Als de lamp gesprongen is, kunnen glassplinters gevaar veroorzaken. Indien de lamp gesprongen is, neemt u contact op met de dichtstbijzijnde erkende Sharp projector dealer of servicecentrum om de lamp te laten vervangen. Zie Vervangen van de lamp op bladzijde
85.
Voorzichtig bij het opstellen van de projector
Met het oog op een minimaal onderhoud en het behoud van een hoge beeldkwaliteit beveelt SHARP aan deze projector te installeren in een ruimte die vrij is van vocht, stof en sigarettenrook. Wanneer de projector aan vocht, stof of rook wordt blootgesteld, moet de lens vaker dan normaal worden gereinigd. Gebruik van de projector in dit soort ruimten zal de levensduur van de projector niet verkorten mits u de pro­jector regelmatig laat reinigen. Het reinigen van het inwendige gedeelte van de projector mag uitsluitend door een erkende Sharp projector dealer of servicecentrum worden uitgevoerd.
Stel de projector niet op in ruimten die blootstaan aan direct zonlicht of fel licht.
Plaats het scherm zo dat het zich niet in direct zonlicht of kamerverlichting bevindt. Licht dat direct op het scherm valt, zal de kleuren doen verbleken en het kijken bemoeilijken. Doe de gordijnen dicht en dim de verlichting wanneer u het scherm opstelt in een zonnige of fel verlichte ruimte.
De projector kan veilig worden gekanteld tot een hoek van maximaal 12 graden.
U dient de projector onder een hoek van maximaal 12 graden te installeren.
Stel de projector niet bloot aan sterke schokken en/ of trillingen.
Wees voorzichtig met de lens en vermijd dat het oppervlak ervan wordt geraakt of beschadigd.
Gun uw ogen af en toe wat rust.
Het ononderbroken kijken naar het scherm gedurende uren zal uw ogen vermoeien. Geef uw ogen af en toe wat rust.
Vermijd plaatsen met hoge of lage temperaturen.
De bedrijfstemperatuur voor de projector ligt tussen 41°F en 95°F (+5°C en +35°C)
De opslagtemperatuur voor de projector ligt tussen –4°F en 140°F (–20°C en +60°C)
Blokkeer de uitlaat- en inlaatopeningen niet.
Laat tenminste 7,9" (20 cm) ruimte tussen de uitlaatopening en de dichtstbijzijnde wand of ander obstakel.
8
Controleer of de inlaatopening en de ventilatiegleuven niet geblokkeerd zijn.
Als de koelventilator geblokkeerd wordt, zal een veiligheidsvoorziening de projector automatisch in standby schakelen. Dit duidt niet op een defect. Dit duidt niet op een defect. Haal de stekker van het netsnoer van de projector uit het stopcontact en wacht minstens 10 minuten. Plaats de pro­jector zodanig dat de inlaat- en uitlaatopeningen niet zijn geblokkeerd, steek dan de stekker weer in en zet de projector aan. De projector zal vervolgens weer normaal functioneren.
Voorzichtig bij het vervoeren van de projector
Tijdens het vervoer moet u ervoor zorgen dat de projector niet onderhevig is aan sterke schokken en/of trillingen, aangezien dit beschadiging kan veroorzaken. Wees bijzonder voorzichtig met de lens. Alvorens de projector te verplaatsen, trekt u het netsnoer uit het stopcontact en maakt u alle andere kabels die erop aangesloten zijn los.
Andere aangesloten apparatuur
Bij het aansluiten van een computer of andere audiovisuele apparatuur op de projector brengt u de aansluitingen tot stand NADAT u het netsnoer van de projector uit het stopcontact hebt getrokken en de aan te sluiten apparatuur hebt uitgeschakeld.
Lees de gebruiksaanwijzingen van de projector en de aan te sluiten apparatuur door en volg de instructies betreffende de aansluitingen.
Gebruik van de projector in andere landen
De voedingsspanning en de vorm van de stekker kunnen verschillen afhankelijk van de streek of het land waar u de projector gebruikt. Wanneer u de projector in het buitenland gebruikt, dient u het juiste netsnoer te gebruiken voor het land waar u zich bevindt.
Temperatuur-verklikkerfunctie
Wanneer de projector oververhit raakt vanwege een verkeerde instelling of geblokkeerde ventilatiegleuven, gaan en links onder in het beeld knipperen. Als de temperatuur nog verder oploopt, zal de lamp uitgaan en zal de temperatuurindicator (TEMP.) op de projector gaan knipperen. Vervolgens zal de projector na een afkoelperiode van 90 seconden zichzelf in standby schakelen. Zie Onderhoudsindicators op bladzijde
83 voor meer informatie.
Info
De koelventilator regelt de binnentemperatuur automatisch. Daarom kan het geluid van de ventilator veranderen tijdens het gebruik van het apparaat. Dit duidt niet op een defect.
Trek de stekker van het netsnoer niet uit het stopcontact tijdens de projectie of de werking van de koelventilator. Dit kan bescha­diging veroorzaken door het stijgen van de binnentemperatuur, aangezien de koelventilator eveneens uitgeschakeld wordt.

Toegang krijgen tot de PDF-gebruiksaanwijzingen (Windows, Macintosh)

Inleiding
De cd-rom bevat handleidingen in PDF-formaat in verscheidene talen zodat u de projector kunt bedienen, zelfs als u deze handleiding niet tot uw beschikking heeft. Om deze handleiding te kunnen gebruiken, moet eerst Adobe Acrobat Reader op uw PC (Windows of Macintosh) geïnstalleerd zijn. Als u Acrobat Reader nog niet heeft, kunt u dit programma installeren vanaf de cd-rom.
Installeren van Acrobat Reader vanaf de CD-ROM
Voor Windows:
1
Plaats de CD-ROM in het CD-ROM-station.
2
Dubbelklik op het pictogram Deze Computer”.
3
Dubbelklik op het CD-ROM-station.
4
Dubbelklik op de map ACROBAT”.
5
Dubbelklik op de taal (naam van de map) die u wilt bekijken.
6
Dubbelklik op het installatieprogramma en volg de instructies op het scherm.
Voor andere besturingssystemen:
Download de juiste versie van Acrobat Reader van het internet (http://www.adobe.com).
Voor andere talen:
Als u liever Acrobat Reader wilt hebben in een versie of in een taal die niet op de CD-ROM staat, dan kunt u deze van het internet halen.
Voor Macintosh:
1
Plaats de CD-ROM in het CD-ROM-station.
2
Dubbelklik op het CD-ROM-pictogram.
3
Dubbelklik op de map ACROBAT”.
4
Dubbelklik op de taal (naam van de map) die u wilt bekijken.
5
Dubbelklik op het installatieprogramma en volg de instructies op het scherm.
Openen van de PDF-gebruiksaanwijzingen
Voor Windows:
1
Plaats de CD-ROM in het CD-ROM-station.
2
Dubbelklik op het pictogram Deze Computer”.
3
Dubbelklik op het CD-ROM-station.
4
Dubbelklik op de map MANUALS”.
5
Dubbelklik op de taal (naam van de map) die u wilt openen.
6
Dubbelklik op het PDF-bestand C60X om de handleidingen van de projector te openen.
Voor Macintosh:
1
Plaats de CD-ROM in het CD-ROM-station.
2
Dubbelklik op het CD-ROM-pictogram.
3
Dubbelklik op de map MANUALS”.
4
Dubbelklik op de taal (naam van de map) die u wilt openen.
5
Dubbelklik op het PDF-bestand C60X om de handleidingen van de projector te openen.
Opmerking
Als u het gewenste PDF-bestand niet kunt openen door te dubbelklikken met de muis, dient u eerst Acrobat Reader op te starten en daarna het gewenste bestand op te geven via het menu File, Open”.
Lees het bestand readme.txt op de cd-rom voor belangrijke informatie die niet is opgenomen in deze handleiding.
9

Benaming van de onderdelen

Nummers in verwijzen naar de hoofdpaginas in deze gebruiksaanwijzing waar het onderwerp wordt uitgelegd.

Projector (voor- en bovenaanzicht)

Schakelt het apparaat in.
ON-toets
Bedrijfsindicator
Licht rood op wanneer de
projector in stand-by staat.
Wanneer het apparaat wordt
ingeschakeld, licht deze
indicator groen op.
STANDBY-toets
Schakelt de projector in
standby.
Lampindicator (LAMP)
Licht groen op, geeft normale
functionering aan. Vervang de
lamp wanneer de indicator rood
oplicht.
Temperatuurindicator
(TEMP.)
Wanneer de
binnentemperatuur stijgt, licht
deze indicator rood op.
Toets voor ongedaan
maken (UNDO)
Voor het ongedaan maken
van een bediening of het
terugkeren naar de
standaardinstellingen.
34
34
37
83
83
39
STANDBY
Ingangsfunctietoets
35
(INPUT)
Voor het inschakelen van ingangsfunctie 1, 2 3 of 4.
Trapeziumvorm-toets
38
(KEYSTONE)
Voor het afstellen van de trapeziumcorrectie of de digitale beeldverschuiving.
Automatische-
50
synchronisatietoets (AUTO SYNC)
Voor het automatisch afstellen van beelden bij aansluting op een computer.
', ", \, |-toetsen
42
Voor het selecteren van menu-items.
VOLUME-toetsen (VOL)
35
Voor het afstellen van het geluids-niveau van de luidspreker.
MENU-toets (MENU)
42
Voor het weergeven van instelschermen.
Invoertoets (ENTER)
42
Voor het instellen van in het menu geselecteerde of gewijzigde items.
Hoogte aanpassen-
toets
(HEIGHT ADJUST)
Stelvoetjes
Handvat
10
25
25
Monteren en verwijderen van de lensdop
Druk op de twee toetsen van de lensdop
en monteer hem op de lens. Laat de toetsen dan los om de dop op zijn plaats te vergrendelen.
Druk op de twee toetsen van de lensdop
en verwijder hem van de lens.
De afbeeldingen en schermweergaven in deze handleiding zijn vereenvoudigd omwille van de duidelijkheid en kunnen enigszins verschillen van de werkelijke weergave.
Zoomknop
26
Scherpstelring
26
Inlaatopening
80
Afstandsbedieningssensor
13
Luchtfilter/ventilator
81
(inlaatopening) (aan de onderkant van de projector)

Projector (achteraanzicht)

RS-232C-aansluiting
Voor bediening van de
projector via een
computer.
AUDIO OUTPUT-
aansluiting
Gedeelde audio-
aansluiting voor INPUT
1, 2, 3 en 4.
INPUT 1-aansluiting
Poort voor computer
RGB- en
componentsignalen.
OUTPUT-aansluiting
(INPUT 1, 2)
Gedeelde poort voor
computer RGB- en
componentsignalen
voor INPUT 1 en 2.
INPUT 2-aansluiting
Poort voor computer
RGB- en
componentsignalen.
22
21
17
23
17
17
AUDIO INPUT 1, 2-
17
aansluiting
Gedeelde audio­aansluiting voor INPUT 1 en 2.
Aansluiting voor
23
afstandsbediening met kabel
INPUT 3-aansluiting
19
Voor het aansluiten van videoapparatuur.
AUDIO (L/R) INPUT
19
3, 4-aansluitingen
Gedeelde audio­aansluitingen voor INPUT 3 en 4.
INPUT 4-aansluiting
19
Aansluiting voor videoapparatuur met S-VIDEO-aansluiting.
Netingang
Inleiding
Ventilatiegleuven
80
Kensington Security Standard-connector
Stelvoetjes
25
Gebruik van het Kensington-slot
Deze projector heeft een Kensington Security Standard-connector voor het gebruik van een Kensington MicroSaver veiligheidssysteem. Zie de bij het systeem geleverde informatie voor instructies betreffende het gebruik ter beveiliging van de projector.
De projector dragen
Schuif het handvat helemaal uit voordat u de projector verplaatst.
11
Benaming van de onderdelen

Afstandsbediening (vooraanzicht)

Schakelt de projector in standby.
STANDBY-toets
Trapeziumvormtoets (KEYSTONE)
Om de instelling van Keystone of
Digital Shift aan te passen.
Invoertoets (ENTER)
Voor het instellen van in het menu
geselecteerde of gewijzigde items.
Toets voor ongedaan maken
(UNDO)
Voor het ongedaan maken van een
bediening of het terugkeren naar de
standaardinstellingen.
Vergroten/verkleinen-toetsen
(ENLARGE)
Gammatoets (GAMMA)
Voor het bijstellen van de helderheid
van een beeld, wanneer de
geprojecteerde beelden moeilijk te
bekijken zijn omwille van het felle licht
in de kamer. U kunt kiezen tussen vier
gammafuncties.
Automatische-synchroni-satietoets
(AUTO SYNC)
Voor het automatisch afstellen van
beelden bij aansluiting op een computer.
Ingangsfunctietoetsen (INPUT)
Om te wisselen tussen de verschillende
ingangsmodi.
Volumetoetsen (VOLUME)
Voor het afstellen van het
geluidsniveau van de luidspreker.
37
38
42
39
55
56
50
35
35
ON-toets
34
Schakelt het apparaat in.
Menutoets (MENU)
42
Voor het weergeven van instelschermen.
', ", \, |-toetsen
42
Voor het selecteren van menu-items.
Beeld-in-beeldtoets (PinP)
57
Om dubbele beelden weer te geven.
Vooruit/terug-toetsen
24
(FORWARD/BACK)
Zelfde functie als de toetsen [Page Down] en [Page Up] op een computertoetsenbord bij gebruik van de afstandsbedieningsontvanger.
Stilstaand-beeldtoets (FREEZE)
54
Voor het stilzetten van beelden.
Zwart schermtoets
58
(BLACK SCREEN)
Om een zwart scherm te gebruiken.
Schermgroottetoets (RESIZE)
52
Voor het veranderen van de schermgrootte (NORMAAL, KADER, enz.).
Dempingtoets (MUTE)
36
Schakelt het geluid tijdelijk uit.
Pauzetimertoets (BREAK TIMER)
59
Geeft de break timer weer.

Afstandsbediening (bovenaanzicht)

Signaalzenders voor afstandsbediening
12
13
Bedrade R/C aansluiting
23
(WIRED R/C JACK)
Hier sluit u de afstandsbediening aan op de projector.

Gebruik van de afstandsbediening

Bereik van de afstandsbediening

De afstandsbediening kan worden gebruikt om de projector te bedienen binnen het op de afbeelding aangegeven bereik.
Opmerking
Het signaal van de afstandsbediening kan voor het gemak via een scherm
weerkaatst worden. De afstand die door het signaal overbrugd kan worden, kan echter verschillen afhankelijk van het materiaal van het scherm.
Bij gebruik van de afstandsbediening:
Let erop dat u de afstandsbediening niet laat vallen of blootstelt aan
vocht of hoge temperaturen.
De afstandsbediening zal mogelijk niet goed werken onder een
fluorescentielamp. In dat geval plaatst u de projector op een grotere afstand van de fluorescentielamp.

Plaatsen van de batterijen

De batterijen (twee R-6 batterijen (AA”- formaat, UM/SUM-3, HP-7 of gelijkwaardig)) zitten in de verpakking.
Signaalzenders voor afstandsbe­diening
30°
30°
Afstandsbediening
45°
23' (7 m)
Afstands­bedienings­sensor
Inleiding
1 Trek het lipje op het deksel naar
beneden en verwijder het deksel in de richting van de pijl.
2 Plaats de meegeleverde batterijen.
Zorg er bij het plaatsen van de batterijen voor
dat de poolaanduidingen overeenkomen met de tekens en in het batterijvak.
3 Steek de onderste lip op het
deksel in de opening en duw het deksel naar beneden totdat het op zijn plaats klikt.
Onjuist gebruik van de batterijen kan lekkage of ontploffing veroorzaken. Neem de onderstaande voorzorgsmaatregelen in acht.
Voorzichtig
Zorg er bij het plaatsen van de batterijen voor dat de poolaanduidingen overeenkomen met de tekens en in het batterijvak.
Verschillende types van batterijen hebben verschillende eigenschappen. Gebruik daarom geen verschillende types van batterijen tegelijk.
Gebruik geen nieuwe en oude batterijen tegelijk. Dit kan de levensduur van nieuwe batterijen verkorten of lekkage van oude batterijen veroorzaken.
Verwijder de batterijen uit de afstandsbediening wanneer ze leeg zijn, zo niet kunnen ze gaan lekken. Vloeistof die uit batterijen is gelekt is schadelijk voor uw huid. Veeg daarom de batterijen eerst schoon alvorens ze met een doek te verwijderen.
Bij dit produkt zijn batterijen geleverd. Wanneer deze leeg zijn, moet u ze niet weggooien maar inleveren als KCA.
De bij de projector geleverde batterijen zullen mogelijk vlug opgebruikt zijn afhankelijk van de manier waarop ze bewaard worden. Vervang ze zo vlug mogelijk door nieuwe batterijen.
Verwijder de batterijen uit de afstandsbediening als u de afstandsbediening voor een lange periode niet gaat gebruiken.
13

Accessoires

Meegeleverde accessoires
Afstandsbediening RRMCGA176WJSA
Netsnoer (1)
(2) (3)
Twee R-6 batterijen (AA-formaat, UM/SUM-3, HP-7 of gelijkwaardig)
(4)
Voor de V.S., Canada, enz. (11'10" (3,6 m)) QACCDA010WJPZ
Voor Europa, uitgezonderd het Verenigd Koninkrijk. (6' (1,8 m)) QACCVA011WJPZ
Voor het Verenigd Koninkrijk, Hong Kong en Singapore (6' (1,8 m)) QACCBA012WJPZ
Opmerking
Gebruik het netsnoer dat geschikt is voor het stopcontact in uw land.
RGB-kabel (9'10" (3 m)) QCNWGA012WJPZ
Lensdop (bevestigd) PCAPHA003WJSA
DIN-D-sub RS-232C­adapter (5 QCNWGA015WJPZ
57
/64'' (15 cm))
Extra luchtfilter PFILDA005WJZZ
USB-kabel (3'3" (1 m)) QCNWG0007CEPZ
cd-rom met handleidingen en technische gegevens UDSKAA042WJZZ
cd-rom met Sharp Ad­vanced Presentation Soft­ware UDSKAA043WJZZ
Voor Australië, Nieuw­Zeeland en Oceanië (6' (1,8 m)) QACCLA018WJPZ
Afstandsbedieningsontvanger RUNTKA061WJZZ
Schnell­Installationsanleitung voor Sharp Advanced Presenta­tion Software TINS-A867WJZZ
‘‘QUICK GUIDE (snelgids)’’
-label TLABZA364WJZZ
Gebruiksaanwijzing (deze handleiding)
Optionele kabel
3 RCA- naar 15-pins D-sub-kabel (9' 10" (3,0 m))
Opmerking
14
Afhankelijk van de regio is deze kabel mogelijk niet beschikbaar. Neem contact op met uw dichtstbijzijnde Sharp projector dealer of servicecentrum.
AN-C3CP

Aansluiten en opstellen

Aansluiten en opstellen

Aansluiten van de projector op andere apparaten

Alvorens aan te sluiten

Opmerking
Alvorens aan te sluiten, moet u ervoor zorgen dat het netsnoer van de projector uit het stopcontact is getrokken en dat
de aan te sluiten apparaten uitgeschakeld zijn. Wanneer u alle aansluitingen heeft gemaakt, schakelt u eerst de projec­tor en vervolgens de andere apparaten in. Bij aansluiting op een computer moet u de computer als laatste inschakelen nadat u alle aansluitingen heeft gemaakt.
Lees de gebruiksaanwijzing van de aan te sluiten apparaten door alvorens ze aan te sluiten.

Deze projector kan worden aangesloten op:

Een computer met behulp van:
RGB-kabel en computeraudiokabel (in de handel verkrijgbaar) (Zie bladzijde 17).
DIN-D-sub RS-232C-adapter en RS-232C seriële kabel (in de handel verkrijgbaar) (Zie bladzijde 22).
Component-video- of audiovisuele apparatuur:
Een videorecorder, of laserdiscspeler of ander audiovisueel toestel (Zie bladzijde 19).
Een DVD-speler of DTV*-decoder (Zie bladzijde 20).
* DTV is de algemene term die wordt gebruikt voor het nieuwe digitale televisiesysteem in de Verenigde Staten.
Versterker of audiocomponenten met gebruik van:
Een audiokabel (in de handel verkrijgbaar) (Zie bladzijde 21).
Een beeldscherm met:
RGB-kabel (Zie bladzijde 23).
Computer RGB-kabel (in de handel verkrijgbaar) (Zie bladzijde
23).
16

Aansluiten van het netsnoer

Meegeleverd accessoire
Steek het meegeleverde netsnoer in de netingang op de achterkant van de pro­jector.

Aansluiten van de projector op een computer

Netsnoer
Aansluiten en opstellen
Aansluiting op een com­puter met de RGB-kabel
1 Sluit de projector aan op de com-
puter met behulp van de meegeleverde RGB-kabel.
Zet de stekkers goed vast door de
schroeven aan te halen.
2
Om audiosignalen in te voeren, sluit u de projector aan op de computer met de
computeraudiokabel (in de handel verkrijgbaar of verkrijgbaar als Sharp serviceonderdeel QCNWGA038WJPZ).
Opmerking
Zie bladzijde 93 Tabel met compatibele computers voor een lijst met computersignalen die compatibel zijn met de projec­tor. Gebruik van andere dan de vermelde computersignalen kan ertoe leiden dat sommige functies niet werken.
Bij aansluiting van de projector op een computer op deze manier kiest u RGB als Signaaltype in het menu Beeld”. Zie bladzijde 46.
Voor het gebruik van de projector met sommige Macintosh-com­puters kan een Macintosh-adapter nodig zijn. Neem contact op met uw dichtstbijzijnde erkende Sharp projector dealer of servicecentrum.
Het kan voorkomen dat om beelden te kunnen projecteren de signaaluitvoer van de computer naar de externe uitgang moet omschakelen, maar dit hangt af van uw computer. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van uw computer voor informatie over het omschakelen van de signaaluitgang.
Meegeleverd accessoire
Notebookcomputer
Naar de RGB uitgangsaansluiting
Naar de audio uitgangsaansluiting
Audiokabel voor computer (in de handel
2
verkrijgbaar of verkrijgbaar als Sharp serviceonderdeel QCNWGA038WJPZ)
RGB-kabel
1
RGB-kabel
17
Aansluiten van de projector op andere apparaten
Aansluiten van de schroefkabels
Sluit de duimschroefkabel aan en let daarbij op dat deze goed in de aansluiting past. Zet vervolgens de connec­tors goed vast door de schroeven aan beide zijden van de stekker aan te halen.
Verwijder de ferrietring op de RGB-kabel niet.
Ferrietkern
Plug and Play-functie (bij aansluiting op een 15-pins aansluiting)
Deze projector is compatibel met de VESA-standaard DDC 1/DDC 2B. De projector en een VESA DDC­compatibele computer zullen hun vereiste instellingen aan elkaar doorgeven, wat de installatie versnelt en vergemakkelijkt.
Alvorens de “Plug and Play-functie te gebruiken, moet u de projector als eerste en de computer als laatste aanzetten.
Opmerking
De DDC “Plug and Play-functie van deze projector werkt uitsluitend bij gebruik met een VESA DDC-compatibele
computer.
18

Aansluiten op videoapparatuur

Aansluiten op videoapparatuur met een S-VIDEO-, composite video- of audiokabel
Met een S-VIDEO-, video- of audiokabel kunt u een videorecorder, laserdiscspeler of andere audiovisuele apparatuur aansluiten op de INPUT 3-, INPUT 4- en AUDIO (L/R)-aansluitingen.
Naar S-VIDEO-uitgangsaansluiting
Naar video-uitgangsaansluiting Naar audio-uitgangsaansluiting
1 Sluit de projector aan op de
videoapparatuur met een S­VIDEO-kabel of een composite videokabel (beide in de handel verkrijgbaar).
2 Sluit de projector aan op de
videoapparatuur met een audiokabel (in de handel verkrijgbaar).
Opmerking
De INPUT 4-aansluiting (S-VIDEO) gebruikt
een videosignaalsysteem waarbij het beeld in kleuren en helderheidssignalen wordt opgesplitst om een beeld van hogere kwaliteit te realiseren. Om een beeld van hogere kwaliteit te bekijken, sluit u de INPUT 4­aansluiting op de projector en de S-video­uitgang op de videoapparatuur aan met een S-video-kabel (los verkrijgbaar).
Videorecorder of andere audiovisuele apparatuur
Audiokabel (in de handel verkrijgbaar)
2
Composite video kabel
1
(in de handel verkrijgbaar)
S-VIDEO-kabel (in de handel verkrijgbaar)
1
Aansluiten en opstellen
19
Aansluiten van de projector op andere apparaten
Aansluiten op component­videoapparatuur
Gebruik een 3 RCA naar 15-pins D-sub-kabel wanneer u videoapparatuur zoals DVD-players en DTV*-decoders aansluit op de INPUT1- of 2­aansluiting.
* DTV is de algemene term die wordt gebruikt voor het nieuwe digitale televisiesysteem in de Verenigde Staten.
1 Sluit de projector aan op de
videoapparatuur met de 3 RCA naar 15-pins D-sub-kabel (los verkrijgbaar).
2 Sluit de projector aan op de
videoapparatuur met behulp van een ø3.5 mm stereo minijack naar RCA audiokabel (in de handel verkrijgbaar).
Opmerking
Wanneer u de projector op deze manier
aansluit op de videoapparatuur, kiest u Com­ponent als Signaaltype in het menu Beeld”. Zie bladzijde 46.
Een ø3,5 mm stereo-mini-aansluiting naar
RCA-audiokabel (in de handel verkrijgbaar) wordt aanbevolen voor audio-ingang.
Optionele kabel
3RCA- naar 15-pins D-sub-kabel AN-C3CP (9' 10" (3,0 m))
Naar analoge component­uitgangsaansluiting
Naar audio-uitgangsaansluiting
DVD-speler of DTV*-decoder
3 RCA- naar 15-pins
1
D-sub-kabel (los verkrijgbaar)
ø3.5 mm stereo minijack to RCA audiokabel
2
(in de handel verkrijgbaar)
20

Aansluiting op een versterker

Aansluiten op een versterker of andere audioapparatuur
U kunt met een ø3,5 mm stereo minijack naar RCA audiokabel een versterker of andere audioapparatuur aansluiten op de AUDIO OUTPUT­aansluiting.
Audio-ingang
Aansluiten en opstellen
Sluit de projector aan op de versterker met een ø3.5 mm stereo minijack naar RCA audiokabel (los verkrijgbaar).
Info
Door externe audiocomponenten te gebruiken,
kan het volume worden versterkt om betere geluidseffecten te realiseren.
Met de AUDIO OUTPUT-aansluitingen kunt u
audiosignalen uitvoeren naar audiocomponenten vanaf de geselecteerde AUDIO-ingang (voor INPUT 1 en 2) of AUDIO (L/R)-ingangen (voor INPUT 3 en 4) die zijn aangesloten op audiovisuele apparatuur.
Zie pagina 63 voor meer informatie over Vari-
able Audio Output (VAO) en Fixed Audio Out­put (FAO).
U heeft een ø3.5 mm stereo minijack naar RCA
audiokabel nodig voor audio-invoer (los verkrijgbaar).
Versterker
ø3.5 mm stereo minijack to RCA audiokabel (in de handel verkrijgbaar)
21
Aansluiten van de projector op andere apparaten

Bediening via een computer

Aansluiting op een com­puter met een DIN-D-sub RS-232C-adapter en een RS-232C seriële kabel
Wanneer de RS-232C-aansluiting op de projector wordt aangesloten op een computer met een DIN­D-sub RS-232C-adapter en een RS-232C seriële kabel (kruistype, in de handel verkrijgbaar), kunt u de projector bedienen en controleren via de com­puter. Raadpleeg pagina 89 voor meer informatie.
1 Sluit de meegeleverde DIN-D-sub
RS-232C-adapter aan op een RS­232C seriële kabel (in de handel verkrijgbaar).
2 Gebruik bovengenoemde kabels
om de projector aan te sluiten op de computer.
Opmerking
Sluit nooit een RS-232C seriële kabel aan op
de computer en verwijder deze niet als de com­puter aanstaat. Dit kan uw computer beschadigen.
Het is mogelijk dat de RS-232C-functie niet
werkt als uw computer niet op de juiste wijze is geïnstalleerd. Raadpleeg de handleiding van de computer voor meer informatie.
Zie pagina 88 voor informatie over de
aansluiting van een RS-232C seriële kabel.
Meegeleverd accessoire
DIN-D-sub RS-232C-adapter
RS-232C-aansluting
Desktopcomputer
To Audio Output port
DIN-D-sub RS-232C-adapter
RS-232C seriële kabel (in de handel verkrijgbaar)
22

Aansluiten op een beeldscherm

Beelden tegelijk bekijken op de projector en een beeldscherm
U kunt computerbeelden zowel op de projector als op een gescheiden monitor tonen m.b.v. twee paar RGB­kabels. Er wordt een RGB-kabel meegeleverd met deze projector. U dient een andere RGB-kabel aan te schaffen om de projector aan te sluiten op een monitor.
1
Sluit de projector aan op de computer
(in de handel verkrijgbaar)
en de monitor m.b.v. RGB-kabels (waarvan er één is meegeleverd en de andere in de handel verkrijgbaar is).
2 Selecteer in de “Options(1)”
(opties 1) menu economy mode (spaarfunctie), Mntr.out/RS232 (Mon/RS232C) en vervolgens ON (aan). (zie pagina 69.)
Opmerking
Analoge RGB-signalen, evenals Component-
signalen, kunnen worden uitgevoerd naar het beeldscherm.
Meegeleverd accessoire
RGB-kabel
Audiokabel
(in de handel
verkrijgbaar)
RGB cable
Naar de RGB-
ingangsaansluiting
Beeldscherm
Aansluiten en opstellen
Notebookcomputer
Naar de RGB uitgangsaansluiting

Gebruik van afstandsbediening met kabel

Aansluiting voor afstandsbediening met kabel
De afstandsbediening aansluiten op de projector
Als u de afstandsbediening niet kunt gebruiken vanwege de afstand of positie van de projector (achterprojectie, etc.), sluit u een ø3.5 mm stereo­of mono-minijack-kabel (in de handel verkrijgbaar of verkrijgbaar als Sharp serviceonderdeel QCNWGA038WJPZ) aan van de WIRED R/C JACK­aansluiting bovenop de afstandsbediening naar de aansluiting voor afstandsbediening met kabel.
Opmerking
De presentatiebediening FORWARD/BACK
(vooruit/achteruit) kan niet worden gebruikt wanneer de afstandsbediening met een kabel is aangesloten op de projector. Om deze functie te gebruiken, moet u de kabel van de afstandsbediening loskoppelen.
Naar Bedrade R/C aansluiting (WIRED R/C JACK)
ø3.5 mm stereo- of mono-minijack­kabel (in de handel verkrijgbaar of
verkrijgbaar als Sharp serviceonderdeel QCNWGA038WJPZ)
23
Aansluiten van de projector op andere apparaten

Gebruik van de draadloze-presentatiefunctie van de afstandsbediening

Wanneer de afstandsbedieningsontvanger wordt aangesloten op een computer, is een draadloze presentatiebediening mogelijk. De toetsen BACK en FORWARD op de afstandsbediening hebben dan dezelfde functie als de toetsen [Page Up] en [Page Down] op het toetsenbord van uw computer. Zo kunt u van op afstand door het gebruikte presentatieprogramma, bijvoorbeeld Microsoft PowerPoint
®
, bladeren.
Gebruik van de draadloze­presentatiefunctie
1
Sluit de afstandsbedieningsontvanger aan op de computer met de meegeleverde USB-kabel.
Opmerking
Deze functie werkt alleen met de
besturingssystemen Microsoft Windows en Macintosh. Deze functie werkt echter niet met de volgende besturingssystemen, die USB niet ondersteunen.
Vroegere versies dan Windows 95.
Vroegere versies dan Windows NT
4.0.
Vroegere versies dan Mac OS 8.5.
Meegeleverd accessoire
Notebookcomputer
Afstandsbedieningsontvanger
USB-kabel
USB-kabel
Afstandsbedieningsontvanger
USB­aansluiting
2 Druk op of als u
presentatiesoftware op uw computer gebruikt.
Druk op om naar de vorige bladzijde
terug te gaan.
Druk op
bladzijde te gaan.
24
om naar de volgende
Achterwaartstoets
(BACK)
Voorwaartstoets (FORWARD)

Opstellen

Gebruik van de stelvoetjes

U kunt de hoogte van de projector aanpassen met behulp van de stelvoetjes voor en achter op de pro­jector. Dit is handig als de ondergrond waarop de projector wordt neergezet oneven is of als het scherm onder een hoek hangt. De projectie van het beeld kan door het verstellen van de projector worden verhoogd wanneer de pro­jector lager dan het scherm is geplaatst.
1 Druk op de HEIGHT ADJUST-toets.
2 Til de projector op om de hoogte
aan te passen en laat HEIGHT AD­JUST los.
Omhoog
Hoogte aanpassentoets (HEIGHT ADJUST)
Stelvoetjes
Stelvoetjes
Aansluiten en opstellen
3 Draai aan de stelvoetjes achter op
de projector voor een nauwkeuriger afstelling.
Opmerking
Wanneer u de oorspronkelijke stand van de
projector herstelt, houdt u de projector stevig vast, drukt u op HEIGHT ADJUST en laat u hem rustig zakken.
U kunt de positie van de projector instellen tot
ongeveer 12 graden aan de voorkant en 3 graden aan de achterkant, gemeten vanuit de standaardpositie.
Info
Druk niet op HEIGHT ADJUST wanneer de
instelvoet is uitgeschoven zonder de projector stevig vast te houden.
Houd de lens niet vast bij het opwaarts of
neerwaarts verstellen van de projector.
Let op dat uw vinger niet tussen de instelvoet
en de projector komt wanneer u deze laat zakken.
Omlaag
25
Opstellen

Instellen van de lens

U kunt het beeld scherpstellen en instellen op de gewenste grootte met de scherpstelring of de zoomknop op de projector.
1 U kunt scherpstellen door aan de
scherpstelring te draaien.
2 Zoomen gebeurt door de
zoomknop te bewegen.
Scherpstelring
Zoomknop
Uitzoomen
en
Inzoom
26

Opstellen van het scherm

Om een zo goed mogelijk beeld te verkrijgen, plaatst u de projector loodrecht ten opzichte van het scherm met alle stelvoetjes plat en horizontaal op de ondergrond.
Opmerking
De lens van de projector moet voor het midden van het scherm worden geplaatst. Als de horizontale lijn die door het
midden van de lens loopt niet loodrecht staat ten opzichte van het scherm, zal het beeld worden vervormd, wat het bekijken ervan bemoeilijkt.
Voor een optimaal beeld plaatst u het scherm zo dat het zich niet in direct zonlicht of kamerverlichting bevindt. Licht dat
direct op het scherm valt, zal de kleuren doen verbleken, wat het bekijken van beelden bemoeilijkt. Doe de gordijnen dicht en dim de verlichting wanneer u het scherm opstelt in een zonnige of fel verlichte ruimte.
U kunt geen polariserend scherm gebruiken met deze projector.
Er zijn ook drie optionele lenzen verkrijgbaar bij Sharp voor speciale toepassingen. Neem contact op met uw geregistreerde Sharp projectordealer voor meer informatie over deze lens. (Raadpleeg de installatiehandleiding wanneer u een lens op de projector monteert.)
Projectieafstand
Onderstaande grafiek is van toepassing voor een scherm van 254 cm (100") met een normale modus van 4:3.
Scherm
AN-C12MZ
7'11" – 10' (2,4 – 3,0m)
Projectieratio
1:1,18 – 1,48
AN-C27MZ
17'9" – 28'1'' (5,4 – 8,6m)
Projectieratio 1:2,7 – 4,3
Aansluiten en opstellen
11'11" – 15'4" (3,6 – 4,7m)
Projectieratio
5 10 15 20 25 30 35 40 (voet)
Standaard
1:1,77 – 2,25
Standaardopstelling (frontprojectie)
Zet de projector op de juiste afstand van het scherm voor de door u gewenste schermgrootte. (Zie bladzijde 28)
Voorbeeld van een standaardopstelling
Zijaanzicht
90°
Bovenaanzicht
90°
De afstand tussen het scherm en de projector kan
verschillen afhankelijk van de schermgrootte.
U kunt de standaardinstellingen gebruiken wanneer de pro-
Publiek
jector voor het scherm wordt geplaatst. Bij het projecteren van een spiegelbeeld of omgekeerd beeld zet u de instelling op Voor in het menu Projectie”.
Plaats de projector zodanig dat de horizontale lijn die
door het midden van de lens loopt loodrecht staat ten opzichte van het scherm.
AN-C41MZ
27' – 38'1'' (8,2 – 11,6m)
Projectieratio 1:4,1 – 5,8
P.28
P.71
27
Opstellen

Schermgrootte en projectie-afstand

Basislijn:
Scherm
H
L: projectie-afstand
Standaardlens Projectieratio 1:1,77 tot 2,25
NORMAAL-stand (4:3)
Beeld-(scherm-)grootte Projectie-afstand [L]
Diag. [χ] Breedte Hoogte Maximum [L1] Minimum [L2]
300" (762 cm) 240" (610 cm) 180" (457 cm) 250" (635 cm) 200" (508 cm) 150" (381 cm) 200" (508 cm) 160" (406 cm) 120" (305 cm) 150" (381 cm) 120" (305 cm) 90" (229 cm) 100" (254 cm) 80" (203 cm) 60" (152 cm) 84" (213 cm) 67" (170 cm) 50" (127 cm) 72" (183 cm) 58" (147 cm) 43" (109 cm) 60" (152 cm) 48" (122 cm) 36" (91 cm) 40" (102 cm) 32" (81 cm) 24" (61 cm)
46' 4" (14,1 m) 36' (11,0 m) 17 11 / 16" (45,0 cm) 38' 7" (11,8 m) 30' (9,1 m) 14 3 / 4" (37,5 cm) 30' 10" (9,4 m) 24' (7,3 m) 11 13 / 16" (30,0 cm) 23' 1" (7,0 m) 17' 11" (5,5 m) 8 7 / 8" (22,5 cm) 15' 4" (4,7 m) 11' 11" (3,6 m) 5 7 / 8" (15,0 cm) 12' 11" (3,9 m) 10' (3,0 m) 4 15 / 16" (12,6 cm) 11' (3,4 m) 8' 6" (2,6 m) 4 1 / 4" (10,8 cm)
9' 2" (2,8 m) 7' 1" (2,2 m) 3 9 / 16" (9,0 cm) 6' 1" (1,8 m) 4' 8" (1,4 m) 2 3 / 8" (6,0 cm)
Horizontale lijn die door het midden van de lens loopt.
Afstand tussen het midden
van de lens en de
onderrand van het beeld [H]
Midden van de lens
De formule voor de beeldgrootte en projectie-afstand
χ
: Beeldgrootte (diagonaal) (inch)
[Voet, inch]
L1 (voet) = (0,0472χ – 0,0517) / 0,3048 L2 (voet) = (0,0367χ – 0,0529) / 0,3048 H (inch) = (0,1499χ – 0,0064) / 2,54
[m, cm]
L1 (m) = L2 (m) = H (cm)=
0,0472χ – 0,0517 0,0367χ – 0,0529 0,1499χ – 0,0064
REK-stand (16:9)
Beeld-(scherm-)grootte Projectie-afstand [L]
Diag. [χ] Breedte Hoogte Maximum [L1] Minimum [L2]
300" (762 cm) 261" (663 cm) 147" (373 cm) 250" (635 cm) 218" (554 cm) 123" (312 cm) 225" (572 cm) 196" (498 cm) 110" (279 cm) 200" (508 cm) 174" (442 cm) 98" (249 cm) 150" (381 cm) 131" (333 cm) 74" (188 cm) 133" (338 cm) 116" (295 cm) 65" (165 cm) 106" (269 cm) 92" (234 cm) 52" (132 cm) 100" (254 cm) 87" (221 cm) 49" (124 cm) 92" (234 cm) 80" (203 cm) 45" (114 cm) 84" (213 cm) 73" (185 cm) 41" (104 cm) 72" (183 cm) 63" (160 cm) 35" (89 cm) 60" (152 cm) 52" (132 cm) 29" (74 cm) 40" (102 cm) 35" (89 cm) 20" (51 cm)
50' 6" (15,4 m) 39' 3" (12,0 m) –4 15 / 16" (–12,6 cm) 42' (12,8 m) 32' 8" (10,0 m) –4 1 / 8" (–10,5 cm) 37' 10" (11,5 m) 29' 5" (9,0 m) –3 3 / 4" (–9,5 cm) 33' 7" (10,2 m) 26' 1" (8,0 m) –3 5 / 16" (–8,4 cm) 25' 2" (7,7 m) 19' 7" (6,0 m) –2 1 / 2" (–6,3 cm) 22' 3" (6,8 m) 17' 4" (5,3 m) –2 3 / 16" (–5,6 cm) 17' 9" (5,4 m) 13' 9" (4,2 m) –1 3 / 4" (–4,5 cm) 16' 9" (5,1 m) 13' (4,0 m) –1 5 / 8" (–4,2 cm) 15' 5" (4,7 m) 11' 11" (3,6 m) –1 9 / 16" (–3,9 cm) 14' (4,3 m) 10' 11" (3,3 m) –1 3 / 8" (–3,5 cm) 12' (3,7 m) 9' 4" (2,8 m) –1 3 / 16" (–3,0 cm) 10' (3,0 m) 7' 9" (2,4 m) 31 / 32" (–2,5 cm)
6' 7" (2,0 m) 5' 2" (1,6 m) 11 / 16" (–1,7 cm)
Afstand tussen het midden
van de lens en de
onderrand van het beeld [H]
De formule voor de beeldgrootte en projectie-afstand
χ
: Beeldgrootte (diagonaal) (inch)
[Voet, inch]
L1 (voet) = (0,0514χ – 0,0516) / 0,3048 L2 (voet) = (0,04χ – 0,0523) / 0,3048 H (inch) = (
[m, cm]
L1 (m) = L2 (m) = H (cm)=
0,0422χ + 0,0018) / 2,54
0,0514χ – 0,0516 0,04χ – 0,0523 –0,0422χ + 0,0018
Opmerking
Er zit een afwijking van ongeveer ±3% in bovenstaande formule.
Waarden met een minteken () geven aan hoeveel het midden van de lens zich onder de onderrand van het beeld
bevindt.
28
AN-C41MZ (Optioneel accessoire) Projectieratio 1:4,1 tot 5,8
NORMAAL-stand (4:3)
Beeld-(scherm-)grootte Projectie-afstand [L]
Diag. [χ] Breedte Hoogte Maximum [L1] Minimum [L2]
300" (762 cm) 240" (610 cm) 180" (457 cm) 250" (635 cm) 200" (508 cm) 150" (381 cm) 200" (508 cm) 160" (406 cm) 120" (305 cm) 150" (381 cm) 120" (305 cm) 90" (229 cm) 100" (254 cm) 80" (203 cm) 60" (152 cm) 84" (213 cm) 67" (170 cm) 50" (127 cm) 72" (183 cm) 58" (147 cm) 43" (109 cm) 60" (152 cm) 48" (122 cm) 36" (91 cm) 40" (102 cm) 32" (81 cm) 24" (61 cm)
114' 6" (34,9 m) 81' (24,7 m) 17 7 / 8" (45,4 cm)
94'10" (28,9 m) 67' 2" (20,5 m) 14 7 / 8" (37,8 cm) 75' 11" (23,1 m) 53' 9" (16,4 m) 11 59 / 64" (30,3 cm) 57' (17,4 m) 40' 5" (12,3 m) 8 15 / 16" (22,7 cm) 38' 1" (11,6 m) 27' (8,2 m) 5 15 / 16" (15,1 cm) 32' 1" (9,8 m) 22' 9" (6,9 m) 5 " (12,7 cm) 27' 6" (8,4 m) 19' 7" (6,0 m) 4 19 / 64" (10,9 cm) 23' (7,0 m) 16' 4" (5,0 m) 3 37 / 64" (9,1 cm) 15' 5" (4,7 m) 11' (3,4 m) 2 23 / 64" (6,0 cm)
Afstand tussen het midden
van de lens en de
onderrand van het beeld [H]
De formule voor de beeldgrootte en projectie-afstand
χ
: Beeldgrootte (diagonaal) (inch)
[Voet, inch]
L1 (voet) = (0,1158χ + 0,0403) / 0,3048 L2 (voet) = (0,0818χ + 0,0606) / 0,3048 H (inch) = (0,1514χ – 0,0071) / 2,54
[m, cm]
L1 (m) =
0,1158χ + 0,0403
L2 (m) =
0,0818χ + 0,0606
H (cm)=
0,1514χ – 0,0071
Aansluiten en opstellen
REK-stand (16:9)
Beeld-(scherm-)grootte Projectie-afstand [L]
Diag. [χ] Breedte Hoogte Maximum [L1] Minimum [L2]
300" (762 cm) 261" (663 cm) 147" (373 cm) 250" (635 cm) 218" (554 cm) 123" (312 cm) 225" (572 cm) 196" (498 cm) 110" (279 cm) 200" (508 cm) 174" (442 cm) 98" (249 cm) 150" (381 cm) 131" (333 cm) 74" (188 cm) 133" (338 cm) 116" (295 cm) 65" (165 cm) 106" (269 cm) 92" (234 cm) 52" (132 cm) 100" (254 cm) 87" (221 cm) 49" (124 cm) 92" (234 cm) 80" (203 cm) 45" (114 cm) 84" (213 cm) 73" (185 cm) 41" (104 cm)34' 11" (10,6 m) 24' 10" (7,6 m) –1 27 / 64" (–3,6 cm) 72" (183 cm) 63" (160 cm) 35" (89 cm) 60" (152 cm) 52" (132 cm) 29" (74 cm) 40" (102 cm) 35" (89 cm) 20" (51 cm)
123'10" (37,8 m) 87' 9" (26,8 m) –5 3 / 64" 103' 3" (31,5 m) 73' 2" (22,3 m) –4 11 / 64"
93' (28,3 m) 65' 11" (20,1 m) –3 25 / 32" (–9,6 cm) 82' 8" (25,2 m) 58' 8" (17,9 m) –3 11 / 32" (–8,5 cm) 62' 1" (18,9 m) 44' (13,4 m) –2 33 / 64" (–6,4 cm) 55' 1" (16,8 m) 39' 1" (11,9 m) –2 1 / 4" (–5,7 cm) 44' (13,4 m) 31' 2" (9,5 m) –1 49 / 64" (–4,5 cm) 41' 6" (12,7 m) 29' 6" (9,0 m) –1 11 / 16" (–4,3 cm) 38' 2" (11,6 m) 27' 2" (8,3 m) –1 17 / 32" (–3,9 cm)
29' 11" (9,1 m) 21' 4" (6,5 m) –1 7 / 32" (–3,1 cm) 25' (7,6 m) 17' 10" (5,4 m) –1 1 / 32" (–2,6 cm) 16'10" (5,1 m) 12' (3,7 m) 43 / 64" (–1,7 cm)
Afstand tussen het midden
van de lens en de
onderrand van het beeld [H]
(–12,8 cm) (–10,6 cm)
De formule voor de beeldgrootte en projectie-afstand
χ
: Beeldgrootte (diagonaal) (inch)
[Voet, inch]
L1 (voet) = (0,1255χ + 0,0951) / 0,3048 L2 (voet) = (0,0888χ + 0,0975) / 0,3048 H (inch) = (–0,0425χ – 0,001) / 2,54
[m, cm]
L1 (m) =
0,1255χ + 0,0951
L2 (m) =
0,0888χ + 0,0975
H (cm)=
–0,0425χ – 0,001
Opmerking
Er zit een afwijking van ongeveer ±3% in bovenstaande formule.
Waarden met een minteken () geven aan hoeveel het midden van de lens zich onder de onderrand van het beeld
bevindt.
29
Opstellen
AN-C27MZ (Optioneel accessoire) Projectieratio 1:2,7 tot 4,3
NORMAAL-stand (4:3)
Beeld-(scherm-)grootte Projectie-afstand [L]
Diag. [χ] Breedte Hoogte Maximum [L1] Minimum [L2]
300" (762 cm) 240" (610 cm) 180" (457 cm) 250" (635 cm) 200" (508 cm) 150" (381 cm) 200" (508 cm) 160" (406 cm) 120" (305 cm) 150" (381 cm) 120" (305 cm) 90" (229 cm) 100" (254 cm) 80" (203 cm) 60" (152 cm) 84" (213 cm) 67" (170 cm) 50" (127 cm) 72" (183 cm) 58" (147 cm) 43" (109 cm) 60" (152 cm) 48" (122 cm) 36" (91 cm) 40" (102 cm) 32" (81 cm) 24" (61 cm)
85' 2" (26,0 m) 54' 2" (16,5 m) 17 63 / 64" (45,7 cm) 70' 11" (21,6 m) 45' 1" (13,7 m) 14 61 / 64" (38,0 cm) 56' 8" (17,3 m) 36' (11,0 m) 11 31 / 32" (30,4 cm) 42' 4" (12,9 m) 26' 10" (8,2 m) 8 31 / 32" (22,8 cm) 28' 1" (8,6 m) 17' 9" (5,4 m) 5 63 / 64" (15,2 cm) 23' 6" (7,2 m) 14' 10" (4,5 m) 5 3 / 64" (12,8 cm) 20' 1" (6,1 m) 12' 8" (3,9 m) 4 21 / 64" (11,0 cm) 16' 8" (5,1 m) 10' 6" (3,2 m) 3 37 / 64" (9,1 cm) 11' (3,4 m) 6' 10" (2,1 m) 2 13 / 32" (6,1 cm)
Afstand tussen het midden
van de lens en de
onderrand van het beeld [H]
De formule voor de beeldgrootte en projectie-afstand
χ
: Beeldgrootte (diagonaal) (inch)
[Voet, inch]
L1 (voet) = (0,087χ – 0,1353) / 0,3048 L2 (voet) = (0,0555χ – 0,1377) / 0,3048 H (inch) = (0,1522χ – 0,002) / 2,54
[m, cm]
L1 (m) =
0,087χ – 0,1353
L2 (m) =
0,0555χ – 0,1377
H (cm)=
0,1522χ – 0,002
REK-stand (16:9)
Beeld-(scherm-)grootte Projectie-afstand [L]
Diag. [χ] Breedte Hoogte Maximum [L1] Minimum [L2]
300" (762 cm) 261" (663 cm) 147" (373 cm) 250" (635 cm) 218" (554 cm) 123" (312 cm) 225" (572 cm) 196" (498 cm) 110" (279 cm) 200" (508 cm) 174" (442 cm) 98" (249 cm) 150" (381 cm) 131" (333 cm) 74" (188 cm) 133" (338 cm) 116" (295 cm) 65" (165 cm) 106" (269 cm) 92" (234 cm) 52" (132 cm) 100" (254 cm) 87" (221 cm) 49" (124 cm) 92" (234 cm) 80" (203 cm) 45" (114 cm) 84" (213 cm) 73" (185 cm) 41" (104 cm) 72" (183 cm) 63" (160 cm) 35" (89 cm) 60" (152 cm) 52" (132 cm) 29" (74 cm) 40" (102 cm) 35" (89 cm) 20" (51 cm)
92' 8" (28,3 m) 59' 1" (18,0 m) –5" 77' 2" (23,5 m) 49' 2" (15,0 m) –4 11 / 64" 69' 5" (21,2 m) 44' 3" (13,5 m) –3 47 / 64" (–9,5 cm) 61' 8" (18,8 m) 39' 3" (12,0 m) –3 11 / 32" (–8,5 cm) 46' 2" (14,1 m) 29' 4" (8,9 m) –2 33 / 64" (–6,4 cm) 40'10" (12,5 m) 25' 11" (7,9 m) –2 13 / 64" (–5,6 cm) 32' 6" (9,9 m) 20' 7" (6,3 m) –1 49 / 64" (–4,5 cm) 30' 7" (9,3 m) 19' 5" (5,9 m) –1 21 / 32" (–4,2 cm) 28' 1" (8,6 m) 17' 10" (5,4 m) –1 17 / 32" (–3,9 cm) 25' 7" (7,8 m) 16' 2" (4,9 m) –1 27 / 64" (–3,6 cm) 21' 11" (6,7 m) 13' 10" (4,2 m) –1 7 / 32" (–3,1 cm) 18' 2" (5,5 m) 11' 5" (3,5 m) 63 / 64" (–2,5 cm) 12' (3,7 m) 7' 6" (2,3 m) 43 / 64" (–1,7 cm)
Afstand tussen het midden
van de lens en de
onderrand van het beeld [H]
(–12,7 cm) (–10,6 cm)
De formule voor de beeldgrootte en projectie-afstand
χ
: Beeldgrootte (diagonaal) (inch)
[Voet, inch]
L1 (voet) = (0,0946χ – 0,1356) / 0,3048 L2 (voet) = (0,0605χ – 0,1377) / 0,3048 H (inch) = (–0,0424χ + 0,0013) / 2,54
[m, cm]
L1 (m) =
0,0946χ – 0,1356
L2 (m) =
0,0605χ – 0,1377
H (cm)=
–0,0424χ + 0,0013
Opmerking
Er zit een afwijking van ongeveer ±3% in bovenstaande formule.
Waarden met een minteken () geven aan hoeveel het midden van de lens zich onder de onderrand van het beeld
bevindt.
30
AN-C12MZ (Optioneel accessoire) Projectieratio 1:1,18 tot 1,48
NORMAAL-stand (4:3)
Beeld-(scherm-)grootte Projectie-afstand [L]
Diag. [χ] Breedte Hoogte Maximum [L1] Minimum [L2]
300" (762 cm) 240" (610 cm) 180" (457 cm) 250" (635 cm) 200" (508 cm) 150" (381 cm) 200" (508 cm) 160" (406 cm) 120" (305 cm) 150" (381 cm) 120" (305 cm) 90" (229 cm) 100" (254 cm) 80" (203 cm) 60" (152 cm) 84" (213 cm) 67" (170 cm) 50" (127 cm) 72" (183 cm) 58" (147 cm) 43" (109 cm) 60" (152 cm) 48" (122 cm) 36" (91 cm) 40" (102 cm) 32" (81 cm) 24" (61 cm)
30' 5" (9,3 m) 24' 3" (7,4 m) 17 3 / 4" (45,1 cm) 25' 4" (7,7 m) 20' 2" (6,1 m) 14 13 / 16" (37,6 cm) 20' 3" (6,2 m) 16' 1" (4,9 m) 11 13 / 16" (30,0 cm) 15' 2" (4,6 m) 12' (3,7 m) 8 7 / 8" (22,5 cm) 10' (3,0 m) 7' 11" (2,4 m) 5 7 / 8" (15,0 cm)
8' 4" (2,5 m) 6' 8" (2,0 m) 4 15 / 16" (12,6 cm) 7' 2" (2,2 m) 5' 8" (1,7 m) 4 1 / 4" (10,8 cm) 5' 11" (1,8 m) 4' 8" (1,4 m) 3 9 / 16" (9,0 cm) 3' 11" (1,2 m) 3' 1" (0,9 m) 2 3 / 8" (6,0 cm)
Afstand tussen het midden
van de lens en de
onderrand van het beeld [H]
De formule voor de beeldgrootte en projectie-afstand
χ
: Beeldgrootte (diagonaal) (inch)
[Voet, inch]
L1 (voet) = (0,0311χ – 0,0676) / 0,3048 L2 (voet) = (0,0248χ – 0,0693) / 0,3048 H (inch) = (0,1504χ – 0,0328) / 2,54
[m, cm]
L1 (m) =
0,0311χ – 0,0676
L2 (m) =
0,0248χ – 0,0693
H (cm)=
0,1504χ – 0,0328
Aansluiten en opstellen
REK-stand (16:9)
Beeld-(scherm-)grootte Projectie-afstand [L]
Diag. [χ] Breedte Hoogte Maximum [L1] Minimum [L2]
300" (762 cm) 261" (663 cm) 147" (373 cm) 250" (635 cm) 218" (554 cm) 123" (312 cm) 225" (572 cm) 196" (498 cm) 110" (279 cm) 200" (508 cm) 174" (442 cm) 98" (249 cm) 150" (381 cm) 131" (333 cm) 74" (188 cm) 133" (338 cm) 116" (295 cm) 65" (165 cm) 106" (269 cm) 92" (234 cm) 52" (132 cm) 100" (254 cm) 87" (221 cm) 49" (124 cm) 92" (234 cm) 80" (203 cm) 45" (114 cm) 84" (213 cm) 73" (185 cm) 41" (104 cm) 72" (183 cm) 63" (160 cm) 35" (89 cm) 60" (152 cm) 52" (132 cm) 29" (74 cm) 40" (102 cm) 35" (89 cm) 20" (51 cm)
33' 2" (10,1 m) 26' 5" (8,0 m) –5" 27' 7" (8,4 m) 22' (6,7 m) –4 3 / 16" 24'10" (7,6 m) 19' 9" (6,0 m) –3 3 / 4" (–9,5 cm) 22' 1" (6,7 m) 17' 7" (5,3 m) –3 3 / 8" (–8,5 cm) 16' 6" (5,0 m) 13' 2" (4,0 m) –2 1 / 2" (–6,4 cm) 14' 7" (4,4 m) 11' 7" (3,5 m) –2 3 / 16" (–5,6 cm) 11' 7" (3,5 m) 9' 3" (2,8 m) –1 3 / 4" (–4,5 cm) 10' 11" (3,3 m) 8' 8" (2,6 m) –1 5 / 8" (–4,2 cm) 10' 1" (3,1 m) 8' (2,4 m) –1 9 / 16" (–3,9 cm)
9' 2" (2,8 m) 7' 3" (2,2 m) –1 7 / 16" (–3,6 cm) 7'10" (2,4 m) 6' 3" (1,9 m) –1 3 / 16" (–3,0 cm) 6' 6" (2,0 m) 5' 2" (1,6 m) 31 / 32" (–2,5 cm) 4' 3" (1,3 m) 3' 4" (1,0 m) 11 / 16" (–1,7 cm)
Afstand tussen het midden
van de lens en de
onderrand van het beeld [H]
(–12,7 cm) (–10,6 cm)
De formule voor de beeldgrootte en projectie-afstand
χ
: Beeldgrootte (diagonaal) (inch)
[Voet, inch]
L1 (voet) = (0,0339χ – 0,0669) / 0,3048 L2 (voet) = (0,027χ – 0,0683) / 0,3048 H (inch) = (–0,0424χ + 0,0079) / 2,54
[m, cm]
L1 (m) =
0,0339χ – 0,0669
L2 (m) =
0,027χ – 0,0683
H (cm)=
–0,0424χ + 0,0079
Opmerking
Er zit een afwijking van ongeveer ±3% in bovenstaande formule.
Waarden met een minteken () geven aan hoeveel het midden van de lens zich onder de onderrand van het beeld
bevindt.
31
Opstellen

Projecteren van een spiegelbeeld/omgekeerd beeld

Projectie van achter het scherm
Zet een doorschijnend scherm tussen de projector en het publiek.
Draai het beeld spiegelverkeerd door in het menu Projectie” “Achter
in te stellen. Zie bladzijde 71 voor het gebruik van deze functie.
Projectie via een spiegel
Plaats een (gewone platte) spiegel voor de lens.
Bij gebruik van de standaardinstellingen.
In-beeld-display
Spiegelbeeld
Info
Wanneer u een spiegel gebruikt, dient u ervoor te zorgen dat zowel
de projector als de spiegel zo opgesteld staan dat het licht niet rechtstreeks in de ogen van het publiek schijnt.
Projectie bij plafondmontage
Het verdient aanbeveling de optionele Sharp plafondmontagebeugel te gebruiken voor deze opstelling. Alvorens de projector aan het plafond te bevestigen, neemt u contact op met uw dichtstbijzijnde erkende Sharp projector dealer of servicecentrum om de aanbevolen plafondmontagebeugel (los verkrijgbaar) aan te schaffen.
AN-XGCM55 plafondmontagebeugel, zijn AN-EP101B verlengpijp en
AN-JT200 universele beugel, adapter voor installatie op oneffen plafond (voor de V.S.).
BB-M20T plafondadapter, zijn BB-NVHOLDER280, BB-
NVHOLDER550, BB-NVHOLDER900 plafondmontagesystemen (voor DUITSLAND).
AN-60KT of plafondmontagebeugel, zijn AN-TK201 en AN-TK202
verlengpijpen (voor andere landen dan de V.S. en DUITSLAND).
Stel de projector zodanig op dat de afstand (H) van het midden van de lens (zie bladzijde 28) overeenkomt met de onderrand van het beeld wanneer u de projector aan het plafond bevestigt.
Zet het beeld op zijn kop door in het menu Projectie Plafond + voor in te stellen. Zie bladzijde 71 voor het gebruik van deze functie.
Bij gebruik van de standaardinstellingen.
In-beeld-display
Omgekeerd Het beeld staat
ondersteboven
32

Basisbediening

Basisbediening

Beeldprojectie

Basisprocedure

Sluit de nodige externe apparatuur op de projec­tor aan alvorens de volgende procedures uit te voeren. De in de fabriek ingestelde taal is Engels.
Info
Wanneer u de taal van het in-beeld-display wilt
veranderen, moet u de taal terugstellen volgens de procedure beschreven op bladzijde 36.
Bedrijfsindicator
1 Steek het netsnoer in het
stopcontact.
De bedrijfsindicator licht rood op en de
projector wordt in stand-by geschakeld.
ON
2 Druk op
afstandsbediening.
De bedrijfsindicator licht groen op. Na het
oplichten van de lampindicator (LAMP) is de projector klaar voor bediening.
De lampindicator (LAMP) licht op en geeft de gebruiksstand van de lamp aan.
Groen: De lamp is klaar voor gebruik. Groen knipperend:
Rood:
Als de projector in standby wordt geschakeld en onmiddellijk daarna opnieuw wordt ingeschakeld, kan het even duren voordat de lampindicator (LAMP) oplicht.
Bij bediening van de projector d.m.v. RS­232C opdrachten via een computer dient u minstens 40 seconden na inschakelen van de spanning te wachten voordat u opdrachten overstuurt.
Wanneer Anti-diefstal (zie bladzijde 75) is ingesteld, verschijnt het sleutelwoordinvoervenster.
Voer het sleutelwoord in.
op de projector of de
Opmerking
De lamp is aan het opwarmen of wordt uitgeschakeld.
De lamp moet worden vervangen.
Lampindicator (LAMP)
ON-toets
Invoertoets (ENTER)
Invoertoets (ENTER)
Ingangsfunc­tietoets (INPUT)
', ", \, |­toetsen
MENU­toets (MENU)
ON-toets
MENU-toets (MENU)
', ", \, | ­toetsen
Opmerking
Wanneer u het sleutelwoord invoert, moet u op de toetsen drukken die u eerst op de pro­jector of de afstandsbediening hebt ingesteld.
Info
Wanneer “Anti-diefstal is ingesteld,
moet u het sleutelwoord invoeren of het ingangsdisplay verschijnt niet. Zelfs wanneer het signaal wordt ingevoerd kan het display niet verschijnen (Zie bladzijde 75).
34
Sleutelwoord-invoerveld
3 Druk op , , of op
de afstandsbediening om de ingangsfunctie te kiezen.
Druk eenmaal op op de projector.
Gebruik te selecteren.
Wanneer er geen signaal wordt
ontvangen,verschijnt GEEN SIGNAAL op het display. Wanneer een signaal wordt ontvangen waarvoor de projec­tor niet vooraf is ingesteld, verschijnt OUGELDIG op het display.
Wanneer Auto zoeken ingeschakeld
AAN is kunnen de ingangsfuncties met signalen wordt ingesteld (zie pagina 64).
De INPUT-modus wordt niet weergegeven als OSD display (OSD-weergave) is ingesteld op Niveau A of Niveau B (zie pagina 65).
Meer over de ingangsfuncties
INGANG 1 INGANG 2 (RGB/ Component)
INGANG 3 (Video)
INGANG 4 (S-Video)
om de gewenste inputmodus
Opmerking
Wordt gebruikt om beelden te projecteren uit apparatuur met RGB- of componentsignalen, die is aangesloten op de RGB inputaansluiting.
Wordt gebruikt voor het projecteren van beelden vanaf een apparaat dat aangesloten is op de VIDEO-ingangsaansluiting.
Wordt gebruikt voor projecteren van vanaf een apparaat dat aangesloten is op de S­VIDEO-ingangsaansluiting.
het
beelden
In-beeld-display (voorbeeld)
INGANG 1-functie
Met RGB
Met Component
INGANG 2-functie
Met RGB
Met Component
INGANG 3-functie
Met Video
INGANG 4-functie
Met S-Video
➝➝
Basisbediening
4
Druk op of op de afstands-
bediening om het volume van de luidspreker in te stellen.
Opmerking
Door te drukken op verlaagt u het
volume. Door te drukken op volume.
Op de projector kunt u het volume
instellen door te drukken op
en op de projector functioneren
als cursortoetsen (\, |) wanneer het menuscherm actief is.
verhoogt u het
Ingangsfunc­tietoetsen (INPUT)
VOLUME­toetsen
of .
35
Beeldprojectie
5 Druk op om het geluid tijdelijk
uit te zetten.
Opmerking
Om het geluid weer aan te zetten, drukt
u nogmaals op
.

Kiezen van de taal van het in-beeld-display

U kunt het in-beeld-display van de projector instellen op Engels, Duits, Spaans, Nederlands, Frans, Italiaans, Zweeds, Portugees, Chinees, Koreaans of Japans.
1 Druk op .
Het menu verschijnt op het display.
2 Druk op \ of op | om de “Taal” te
selecteren.
3 Druk op ' of op " om de
gewenste taal te selecteren en druk dan op
.
4 Druk op .
De gewenste taal wordt ingesteld voor het
in-beeld-display.
36

Uitschakelen van de stroom

1
Druk op op
op de afstandsbediening en
druk vervolgens opnieuw op die toets terwijl het bevestigingsbericht wordt getoond om de projector in standby te schakelen.
Opmerking
Als u per ongeluk op
heeft gedrukt en de projector niet
in standby wilt schakelen, wacht u tot het bevestigingsbericht verdwijnt.
De projector kan niet worden bediend
terwijl het bericht Wacht aub. wordt getoond.
2
Trek het netsnoer uit het stopcontact nadat de koelventilator is gestopt.
op de projector of
STANDBY
STANDBY
of
STANDBY-toets
Invoertoets
(ENTER)
MENU-toets (MENU)
', ", \, | ­toetsen
MUTE-toets
Basisbediening
Info
Trek tijdens de projectie of de werking van
de koelventilator het netsnoer niet uit. Dit kan beschadiging veroorzaken door het stijgen van de binnentemperatuur, aangezien de koelventilator eveneens wordt uitgeschakeld.
37

Correctie van perspectivische vervorming (trapeziumvorm-correctie)

Correctie van perspectivische vervorming
Deze functie maakt trapeziumvorm-correctie (perspectivische vervorming van het schermbeeld) mogelijk.
Opmerking
Wanneer het beeld vanaf de bovenkant of de onderkant onder een hoek op het scherm wordt geprojecteerd, treedt een trapeziumvormige (perspectivische) vertekening van het beeld op. De functie voor de correctie van perspectivische vervorming verhelpt dit probleem.
Perspectivistische vervorming kan worden gecorrigeerd tot een hoek van ongeveer ±35 graden.
1 Druk op .
Wanneer u nogmaals drukt op terwijl
het scherm KADER, REK of SLIMME REK wordt getoond, wordt de digitale verschuivingsfunctie ingeschakeld. Zie bladzijde 39.
2 Druk op ' , " , \ of | om de
trapeziumvorm-correctie in te stellen.
Als u meer gedetailleerde correcties wilt
maken, drukt u op weer te geven. Druk vervolgens op
\\
||
\ of
| om aanpassingen door te voeren.
\\
||
om het testpatroon
''
""
',
",
''
""
Trapeziumvormtoets
Invoertoets (ENTER)
Toets voor ongedaan maken (UNDO)
Normaal scherm
Comprimeert de bovenkant.
Comprimeert de onderkant.
', ", \, | ­toetsen
Trapeziumvorm-correctiescherm
Opmerking
Aangezien de perspectivistische
vervorming tot een hoek van ongeveer ±35 graden kan worden gecorrigeerd, kan het beeld eveneens diagonaal tot die hoek worden ingesteld.
Druk op
correctie te annuleren.
Het testpatroon wordt getoond zonder
in te drukken wanneer geen signaal
wordt gedetecteerd.
om de trapeziumvorm-
3 Druk op .
Opmerking
U kunt voor 16:9 dezelfde instellingen gebruiken als in de NORMAAL-functie 4:3.
Tijdens het instellen van het beeld
kunnen rechte lijnen of de randen van beelden een zaagtandeffect vertonen.
38
Testpatroom
Instellen van de digitale
verschuiving
Om het bekijken van beelden te vergemakkelijken, schuift deze functie het volledige op het scherm geprojecteerde beeld naar boven of naar onder bij de weergave van 16:9-beelden van DVD-spelers en DTV*-decoders. * DTV is de algemene term die wordt gebruikt voor het nieuwe digitale televisiesysteem in de Verenigde Staten.
Druk op ' om het geprojecteerde beeld naar boven te bewegen. Druk op om het beeld terug te stellen.
Toets voor ongedaan
maken (UNDO)
Druk op " om het geprojecteerde beeld naar onder te bewegen. Druk op om het beeld terug te stellen.
Opmerking
De digitale verschuivingsfunctie werkt op het scherm KADER, REK of SLIMME REK. Zie bladzijde
53 voor nadere bijzonderheden.
Druk tweemaal op om toegang te krijgen tot de functie Digitale verschuiving.
Het menu Digitale verschuiving zal verschijnen wanneer een compatibel 16:9-signaal wordt
weergegeven.
Basisbediening
39

Onderdelen van de menubalk

Deze lijst vermeldt de onderdelen die kunnen worden ingesteld op de projector.
INGANG 1/2-functie
Hoofdmenu Submenu
Beeld Bladzijde 46
C.M.S. Bladzijde 60
Fijn sync. Bladzijde 48
Contrast
Helder
Kleur
Tint
Scherpte
Rood
Blauw
Kleurtmp
Reset
Signaaltype
Progressieve func.
Gesel. kleur
Doel
Helderh.
Chroma
Tint
Terugstellen (deze kleur)
Terugstellen (alle kleuren)
Intelliingen bekijken
Klok
Fase
H-Pos
V-Pos
Reset
Vastleggen
Keuze instel.
Speciale functies
Signaal Informatie
Automat. sync.
Auto-sync dsp [ON/OFF]
Hoofdmenu Submenu
+30–30
+30–30
+30–30
+30–30
+30–30
+30–30
+30–30
+3–3
RGB Component
2D Progressief 3D Progressief Filmfunctie
Standaard
sRGB
[R] Rood [Y] Geel
+30–30
[G] Groen [C] Cyaan
+30–30
[B] Blauw [M] Magenta
+30–30
+150–150
+30–30
+150–150
+60–60
1 2
7
1 2
7
1 2 3 4
7
Resolutie Hor. freq. Vert. freq.
OFF Normaal Hoge snelhid
Resolutie
1024 × 768 800 × 600
Resolutie
1024 × 768
800 × 600
Resolutie
1024 × 864 1152 × 864 1152 × 870 1152 × 882
Gebruiker 3Gebruiker 1
Vert. freq.
60 Hz 75 Hz
Vert. freq.
60 Hz 75 Hz
1024 × 768
48.4 KHz 60 Hz
Opties (1)
Bladzijde 63
Opties (2) Bladzijde 70
Taal Bladzijde 36
Status Bladzijde 78
Audio uitgang
Luidspreker [ON/OFF]
Auto zoeken [ON/OFF]
Ruisonderdr.
OSD Display
Beeld vastleggen
Achterground
Startbeeld
Spaarfunctie
Restverhouding
Projectie
Niv. toetsvergr.
RS-232C
Wachtwoord
Anti-diefstal
Alles terugstellen
English Deutsch Español Nederlands Français Italiano Svenska Português
Vast Variabel
OFF
Niveau 3
Niveau 1
Normaal Niveau A Niveau B
Beeld opslaan Verwijderen
Sharp Gebruiker Blauw Geen
Sharp Gebruiker Geen
Energiebesp. [ON/OFF] Mon/RS232C [ON/OFF] Autom. uitsch. [ON/OFF]
Voor Plafond + voor Achter Plafond + achter
Normaal Niveau A Niveau B
9600 bps 38400 bps 115200 bps
Oud wachtwrd Nieuw wachtw Herbevestigen
Oude code Nieuwe code Herbevestigen
Opmerking
De hierboven weergegeven cijfers voor resolutie, verticale frequentie en horizontale frequentie zijn uitsluitend als
voorbeeld bedoeld.
Uitsluitend wanneer het signaaltype op “Component is ingesteld, worden Kleur, Tint en Scherpte (respectievelijk
kleur, tint en scherp) in het menu Beeld van INPUT 1 of 2 weergegeven.
Sommige onderdelen kunt u niet terugstellen, zelfs wanneer “Alles terugstellen wordt gekozen in het menu Opties
(2). Zie bladzijde 77 voor nadere bijzonderheden.
40
INGANG 3/4-functie
Hoofdmenu Submenu Hoofdmenu Submenu
Beeld Bladzijde 46
C.M.S. Bladzijde 60
Opties (1)
Bladzijde 63
Contrast
Helder
Kleur
Tint
Scherpte
Rood
Blauw
Kleurtmp
Reset
Progressieve func.
Gesel. kleur
Doel
Helderh.
Chroma
Tint
Terugstellen (deze kleur)
Terugstellen (alle kleuren)
Intelliingen bekijken
Audio uitgang
Luidspreker [ON/OFF]
Auto zoeken [ON/OFF]
Ruisonderdr.
OSD Display
Videosysteem
Achtergrond
Startbeeld
Spaarfunctie
+30–30
+30–30
+30–30
+30–30
+30–30
+30–30
+30–30
+3–3
+30–30
+30–30
+30–30
2D Progressief 3D Progressief Filmfunctie
Standaard
[R] Rood [Y] Geel [G] Groen [C] Cyaan [B] Blauw [M] Magenta
Vast Variabel
OFF Niveau 1
Normaal Niveau A Niveau B
Auto PAL (50/60Hz) SECAM NTSC4.43 NTSC3.58 PAL-M PAL-N
Sharp Gebruiker Bleuw Geen
Sharp Gebruiker Geen
Energiebesp. [ON/OFF] Mon/RS232C [ON/OFF] Autom. uitsch. [ON/OFF]
Gebruiker 3Gebruiker 1
Niveau 3
Opties (2) Bladzijde 70
Taal
Bladzijde 36
Status Bladzijde 78
Restverhouding
Projectie
Niv. toetsvergr.
RS-232C
Wachtwoord
Anti-diefstal
Alles terugstellen
English Deutsch Español Nederlands Français Italiano Svenska Português
Voor Plafond + voor Achter Plafond + achter
Normaal Niveau A Niveau B
9600 bps 38400 bps 115200 bps
Oud wachtwoord Nieuw wachtw Herbevestigen
Oude code Nieuwe code Herbevestigen
Basisbediening
41

Gebruik van het menuscherm

Deze projector heeft twee sets van menuschermen die u in staat stellen het beeld en diverse projectorinstellingen te regelen. U kunt deze menuschermen bedienen via de projector zelf of via de afstandsbediening aan de hand van de volgende procedure.
Menuscherm voor INPUT 1­of INPUT 2 RGB-modus
Menubalk (Hoofdmenu)

Menuselectie (bijstellingen)

1 Druk op .
Het menuscherm wordt weergegeven.
Opmerking
Het menuscherm “Beeld voor de
gekozen ingangsfunctie wordt weergegeven.
De weergave op het scherm dat
rechtsonder wordt getoond, wordt weergegeven wanneer u de modus IN­PUT 1 of INPUT 2 heeft geselecteerd.
Menuscherm voor INPUT 3­of INPUT 4-modus
Menubalk (Hoofdmenu)
Invoertoets (ENTER)
''
',
''
toetsen
MENU-toets (MENU)
""
",
""
\\
\,
\\
||
|-
||
42
Invoertoets (ENTER)
""
"Menuscherm
""
MENU-toets (MENU)
''
""
\\
",
""
\,
\\
||
|-
||
',
''
toetsen
\\
2 Druk op
||
\ of
| om het menu te
\\
||
kiezen dat u wilt instellen.
Opmerking
Voor bijzonderheden over de menu's,
zie de boomdiagrammen op bladzijden
40 en 41.
''
3 Druk op
""
' of
" om het onderdeel
''
""
te kiezen dat u wilt instellen.
Opmerking
Om slechts één in te stellen onderdeel
weer te geven, drukt u op na het kiezen van het onderdeel. Alleen de menubalk en het onderdeel dat u wilt instellen, worden weergegeven. Wanneer u dan op ' of " drukt, wordt het volgende onderdeel (Rood volgt op Helder) weergegeven.
Basisbediening
||
|
||
Druk op
vorige scherm.
4 Druk op
om terug te keren naar het
\\
||
\ of
| om het gekozen
\\
||
onderdeel in te stellen.
De aanpassing wordt opgeslagen.
5 Druk op .
Het menuscherm verdwijnt.
43
Gebruik van het menuscherm

Menuselectie (instellingen)

1 Druk op .
Het menuscherm wordt weergegeven.
Opmerking
Het menuscherm “Beeld voor de
gekozen ingangsfunctie wordt weergegeven.
De weergave op het scherm dat
rechtsonder wordt getoond, wordt weergegeven wanneer u de modus IN­PUT 1 of INPUT 2 heeft geselecteerd.
\\
2 Druk op
kiezen dat u wilt instellen.
Opmerking
Voor bijzonderheden over de menu's,
zie de boomdiagrammen op bladzijden
40 en 41.
||
\ of
| om het menu te
\\
||
Invoertoets (ENTER)
Menuscherm
Invoertoets (ENTER)
', ", \, | ­toetsen
MENU-toets (MENU)
MENU-toets (MENU)
', ", \, | ­toetsen
''
3 Druk op
""
' of
" om het onderdeel
''
""
te kiezen dat u wilt instellen.
Opmerking
Druk op om terug te keren naar het
vorige scherm.
In sommige menu’s moet u het picto-
gram slecteren met behulp van ”.
44
Submenu
4 Druk op
De cursor verplaatst zich naar het submenu.
5 Druk op
van het onderdeel te kiezen dat wordt weergegeven in het submenu.
||
|.
||
''
""
' of
" om de instelling
''
""
Submenu
6 Druk op .
Het gekozen onderdeel wordt ingesteld.
Opmerking
Bij sommige onderdelen verschijnt een
bevestigingsbericht. Wanneer u een onderdeel instelt, drukt u op \ of | om “Ja” of “OK te kiezen en drukt u vervolgens op
.
7 Druk op .
Het menu verdwijnt.
Basisbediening
45

Instellen van het beeld

U kunt het beeld van de projector naar uw eigen voorkeur instellen met de volgende beeldinstellingen.
Beeldinstelling Beschrijving
Contrast Helder Kleur Tint Scherpte Rood Blauw
Kleurtmp
Voor het instellen van het contrastniveau Voor het instellen van de helderheid van een beeld Voor het instellen van de kleurintensiteit van het beeld Voor het instellen van de tinten van een beeld Voor scherpere of minder scherpe contouren van beelden Voor het instellen van het roodniveau Voor het instellen van het blauwniveau Voor het instellen van de kleurtemperatuur van een beeld

Instellen van beeldvoorkeuren

Instellen van het menu Beeld op het menuscherm
➝ Voor bediening van het menuscherm, zie paginas 42 t/m 45.
Opmerking
“Kleur, Tint en Scherpte verschijnen niet
op het scherm wanneer u INGANG 1 of 2 kiest en het Signaaltype” “RGB is.
De beeldinstellingen kunnen afzonderlijk
worden opgeslagen in elke ingangsfunctie. Wanneer het signaaltype in INPUT 1 of 2 is
ingesteld op Component, kunt u Scherpte
I
aanpassen wanneer 480I, 480P, 540P, 580 720P, 1035I of 1080I-signalen zijn aangesloten.
Om alle instelbare onderdelen terug te stellen,
kiest u Reset en drukt u op
Rood, “Blauw en Kleurtmp (kleurtemperatuur) kunnen niet worden aangepast wanneer Gesel. kleur (geselecteerde kleur) in het C.M.S.-menu op sRGB staat.
, 580P,
.
\ toets | toets
Minder contrast Minder helder Minder intense kleuren Huidtinten worden paarsig Minder scherp Minder rood Minder blauw Verlaagt de
kleurtemperatuur voor warmere, roodachtige, fonkelende beelden.
Meer contrast Helderder Intensere kleuren Huidtinten worden groenig Scherper Meer rood Meer blauw Verhoogt de kleur-
temperatuur voor koelere, blauwachtige, fluorescerende beelden.

Kiezen van het signaaltype

Deze functie maakt het mogelijk om het ingangs-signaaltype RGB of Component te kiezen voor INGANG1 of 2.
Kies “Signaaltype” in het menu “Beeld” op het menuscherm
➝ Voor bediening van het menuscherm, zie paginas 42 t/m 45.
Opmerking
RGB
Wordt ingesteld voor het ontvangen van RGB-signalen.
Component
Wordt ingesteld voor het ontvangen van componentsignalen.
46

Progressieve functie

Deze functie stelt u in staat om de progressieve weergave van een videosignaal te kiezen. De progressieve weergave zorgt voor meer soepele videobeelden.
Kies Progressieve func. in het menu Beeld op het menuscherm Voor bediening van het menuscherm, zie paginas 42 t/m 45.
Opmerking
2D Progressief
Deze functie is bedoeld voor weergave van snel bewegende beelden zoals sport- of actiescènes. Bij deze functie wordt het getoonde beeldframe met optimale kwaliteit weergegeven.
3D Progressief
Deze functie is bedoeld voor weergave van relatief langzaam bewegende beelden zoals toneelscènes, documentaires e.d. Deze functie verbetert de beeldkwaliteit door de beweging in een aantal voorafgaande en volgende beelden te gebruiken.
Filmfunctie
Voor een duidelijke weergave van filmbeelden. Toont een geoptimaliseerd beeld van film omgezet met drie-twee afrollen- (NTSC en PAL60Hz) of “twee-twee afrollen”- (PAL50Hz en SECAM) verbetering in progressieve weergavebeelden. * De filmbron is een digitale video-opname
waarbij het origineel onveranderd gedecodeerd wordt aan 24 frames/seconde. De projector kan deze filmbron omzetten in progressieve video aan 60 frames/seconde met NTSC of PAL60Hz of aan 50 frames/ seconde met PAL50Hz en SECAM om een hoog gedefinieerd beeld weer te geven.
Basisbediening
Bij progressieve ingangen gebeurt de
weergave rechtstreeks en kunt u niet kiezen voor 2D Progressief, 3D Progressief en de Filmfunctie. Deze functies kunnen worden gekozen bij interlace-signalen, met uitzondering van 1080
Zelfs bij het instellen van de 3D Progressief-
functie in NTSC of PAL60Hz zal de drie-twee afrollen-verbetering automatisch worden ingeschakeld wanneer de filmbron is ingevoerd.
In PAL50Hz of SECAM zal de “twee-twee
afrollen-verbetering alleen worden ingeschakeld in de Filmfunctie wanneer de filmbron is ingevoerd.
I-signalen.
47

Instellen van computerbeelden

Gebruik de Fijn sync.-functie in geval van onregelmatigheden zoals verticale strepen of het flikkeren van delen van het beeld.
Beeldinstelling Beschrijving
Klok Fase
H-Pos V-Pos

Instellen van het computerbeeld

Wanneer Automat.sync. op OFF staat of wanneer verticale strepen zichtbaar zijn of flikkering optreedt in delen van het scherm als Automat.sync. op Normaal of Hoge snelheid staat, kunt u de instellingen Klok, Fase, H-Pos of V-Pos bijstellen om een optimaal computerbeeld te verkrijgen.
Regelt de verticale ruis. Regelt de horizontale ruis (vergelijkbaar met “tracking” op uw videorecorder). Centreert het weergegeven beeld door het naar links of naar rechts te verplaatsen.
Centreert het weergegeven beeld door het naar boven of naar onder te verplaatsen.
Kies Klok, Fase, H-Pos of V-Pos in het menu Fijn sync. op het menuscherm Voor bediening van het menuscherm, zie paginas 42 t/m 45.
Opmerking
U kunt computerbeelden gemakkelijk instellen
door te drukken op . Zie bladzijde 50 voor nadere bijzonderheden.

Opslaan van instellingen

Deze projector stelt u in staat om maximaal zeven instellingen op te slaan om te gebruiken met verschillende computers.
Kies Vastleggen in het menu Fijn sync. op het menuscherm Voor bediening van het menuscherm, zie paginas 42 t/m 45.
48

Selecteren van instellingen

De in de projector opgeslagen instellingen zijn makkelijk toegankelijk.
Kies “Keuze instel.” in het menu “Fijn sync.” op het menuscherm Voor bediening van het menuscherm, zie paginas 42 t/m 45.
Opmerking
Als geen geheugen is ingesteld, zullen geen
resolutie- en frequentie-instellingen worden weergegeven.
Door een opgeslagen instelling op te roepen
met “Keuze instel. kunt u de projector instellen op de opgeslagen instellingen.

Instellen van speciale functies

Normaal gesproken wordt het soort ingangssignaal gedetecteerd en wordt de juiste resolutie automatisch ingesteld. Bij sommige signalen kan het echter nodig zijn om de optimale resolutie-instelling te kiezen in Speciale functies op het menuscherm Fijn sync., in overeen-stem­ming met de weergavefunctie van de computer.
Stel de resolutie Speciale functies te selecteren in het menu Fijn sync. op het menuscherm Voor bediening van het menuscherm, zie paginas 42 t/m 45.
Basisbediening
Opmerking
Vermijd de weergave van computer-
gegenereerde patronen die zich om de andere beeldlijn herhalen (horizontale strepen). (Het beeld kan hierdoor gaan flikkeren, wat het erg moeilijk maakt ernaar te blijven kijken.)
Wanneer een DVD-speler of digitale video
aangesloten wordt, kiest u 480P als ingangssignaal.
Zie “Controleren van het ingangssignaal
hieronder voor informatie over het huidige ingangssignaal.

Controleren van het ingangssignaal

Deze functie stelt u in staat om de informatie betreffende het huidige ingangssignaal te controleren.
Kies Signaal informatie in het menu Fijn sync. op het menuscherm Voor bediening van het menuscherm, zie paginas 42 t/m 45.
Opmerking
De projector geeft het aantal gescande lijnen,
die beschikbaar zijn bij audiovisuele apparatuur zoals een DVD-speler of digitale video, weer.
49
Instellen van computerbeelden

Instellen van de automatische synchronisatie

Wordt gebruikt om een computerbeeld automatisch in te stellen.
Kies Automat.sync. in het menu Fijn sync. op het menuscherm Voor bediening van het menuscherm, zie paginas 42 t/m 45.
Opmerking
Bij het instellen van Normaal of Hoge snelheid”:
De automatische synchronisatie wordt
ingeschakeld wanneer u de projector aanzet of wanneer de ingangssignalen worden veranderd wanneer de projector op een com­puter is aangesloten.
U moet de instellingen handmatig uitvoeren:
Wanneer u geen optimaal beeld kunt
verkrijgen met automatische synchronisatie. Zie bladzijde 48.
Het kan enige tijd duren voordat de
automatische synchronisatie is voltooid, afhankelijk van het beeld dat door de aangesloten computer gegenereerd wordt.
Wanneer “Automat. sync. op OFF of Hoge
snelheid staat en de automatische synchronisatie in de functie
Hoge snelheid uitgevoerd worden. Als de toets binnen een minuut nogmaals wordt ingedrukt, wordt de automatische synchronisatie in de “Normaal” functie uitgevoerd.
wordt ingedrukt, zal
Schermdisplay tijdens Automat. Sync.
Automatische-synchroni­satietoets (AUTO SYNC)

Automatische synchronisatie displayfunctie

Wordt gebruikt om het scherm in te stellen dat tijdens automatische synchronisatie wordt weergegeven.
Kies Auto-sync dsp in het menu Fijn sync. op het menuscherm Voor bediening van het menuscherm, zie paginas 42 t/m 45.
Opmerking
..... Het ingestelde achtergrondbeeld
wordt geprojecteerd.
..... Het computerbeeld dat wordt
ingesteld, verschijnt.
50

Gebruiksvriendelijke functies

Gebruiksvriendelijke functies

Kiezen van de beeldweergavefunctie

Deze functie stelt u in staat om de beeldweergave te wijzigen of aan te passen om het ontvangen beeld te verbeteren. Afhankelijk van het ingangssignaal kunt u kiezen tussen NORMAAL, VOLLEDIG”, PUNT VOOR PUNT, KADER, REK of SLIMME REK.
Wijzigen van de beeldweergave bij gebruik van verschillende ingangssignalen
Druk op .
Bij iedere druk op verandert het display zoals
weergegeven op bladzijde 52 en 53.
Info
Bij de PUNT VOOR PUNT-weergave worden de beelden weergegeven met de oorspronkelijke resolutie en kunnen ze bijgevolg niet worden vergroot.
Om terug te keren naar het standaardbeeld,
drukt u op terwijl GROOTTE AANPASSEN op het scherm verschijnt.
COMPUTER
SVGA (800 × 600)
4:3 beeldverhouding
Andere beeldverhoudingen
NORMAAL wordt vastgelegd wanneer XGA-signalen (1024 × 768) worden ingevoerd.
Ingangssignaal
XGA (1024 × 768)
SXGA (1280 × 960) UXGA (1600 × 1200) SXGA (1280 × 1024)
NORMAAL
1024 × 768 1024 × 768 1024 × 768 1024 × 768
960 × 768
NORMAAL
Projecteert het beeld op het
volledige scherm met behoud
van de beeldverhouding.
VOLLEDIG
1024 × 768
Weergavebeeld
VOLLEDIG
Projecteert het beeld op het
volledige scherm
ongeacht de beeldverhouding.
Schermgrootte­toets (RESIZE)
Schermdisplay van beeldweergavefunctie
— — — —
PUNT VOOR PUNT
800 × 600
1280 × 960 1600 × 1200 1280 × 1024
PUNT VOOR PUNT
Projecteert het beeld met het
oorspronkelijke resolutie-
signaal.
Lagere resolutie
dan XGA
XGA
Hogere resolutie
dan XGA
SXGA (1280 × 1024)
52
4:3 beeldverhouding
4:3 beeldverhouding
4:3 beeldverhouding
VIDEO
480I, 480P, 580I, 580P,
NTSC, PAL, SECAM
540P
720P, 1035I, 1080I
4:3 beeldverhouding.
Letterbox, compressie
16:9 beeldverhouding 16:9 beeldverhouding
1024 × 768
— —
REK wordt vastgelegd wanneer 720P-, 1035I- of1080I-signalen worden ingevoerd. * Bij deze beelden kunt u de digitale verschuivingsfunctie gebruiken.
NORMAAL
Ingangssignaal
4:3 beeldverhouding
480I, 480P,
580I, 580P,
NTSC, PAL, SECAM
Letterbox
Compressie
NORMAAL
Projecteert het beeld op het
volledige scherm.
VOLLEDIG
1024 × 768
VOLLEDIG
Projecteert het middengedeelte
van een 4:3 scherm door 1,3
maal te vergroten in horizontale
richting.
KADER
768 × 576*
— —
Weergavebeeld
KADER
Projecteert het 4:3 beeld
volledig in REK-functie
(volgende kolom).
REK
1024 × 576*
REK
Projecteert het 16:9 beeld
gelijkmatig over het hele scherm
(zwarte balken boven/onder).
SLIMME REK
1024 × 576*
— —
SLIMME REK
Projecteert het beeld volledig op een 16:9-scherm door alleen de
randen te vergroten en de 4:3-
beeldverhouding te behouden in
het midden van het beeld.
540P
720P, 1035I, 1080I
16:9 beeldverhouding
16:9 aspectratio
(4:3 aspectratio in 16:9
scherm)
16:9 beeldverhouding
Gebruiksvriendelijke functies
53

Weergeven van een stilstaand beeld

Deze functie stelt u in staat om een bewegend beeld onmiddellijk stil te zetten. Dit is handig om een beeld van een computer of video stilstaand weer te geven, zodat u meer tijd heeft om aan het publiek uitleg te geven over het beeld.
Stilzetten van een bewegend beeld
1 Druk op .
Het geprojecteerde beeld wordt stilgezet.
Stilstaand­beeldtoets (FREEZE)
2 Druk nogmaals op om terug
te keren naar het bewegend beeld van het momenteel aangesloten apparaat.
" In-beeld-display
54
54

Vergroten van een deel van een beeld

Deze functie stelt u in staat om een bepaald deel van een beeld te vergroten. Dit is handig om een bepaald deel van het beeld gedetailleerd weer te geven.
Weergeven van een vergroot deel van een beeld
1 Druk op .
Vergroot het beeld.
Door te drukken op of vergroot
of verkleint u het geprojecteerde beeld.
',",\,|­toetsen
Opmerking
Om te vergroten
×1 ×4 ×9 ×16 ×36 ×64×2 ×3
Om te verkleinen
U kunt de plaats van het vergrote beeld
wijzigen met ', ", \ of |.
Wanneer een beeld met een resolutie
hoger dan SXGA wordt getoond, kunnen ×2 en ×3 niet worden geselecteerd.
2 Druk op om de bewerking te
annuleren, zodat de vergroting terugkeert naar
Opmerking
In de volgende gevallen zal het beeld naar de normale grootte terugkeren (×1).
Wanneer de ingangsstand wordt
veranderd.
Wanneer u op
Wanneer het ingangssignaal gewijzigd
wordt.
Wanneer u de resolutie en de
verversingsratio (verticale frequentie) van het ingangssignaal wijzigt.
××
×1.
××
drukt.
" In-beeld-display
Vergroten/ verkleinen­toetsen (ENLARGE)
Gebruiksvriendelijke functies
55

Gamma-correctiefunctie

Gamma is een functie die de kwaliteit van het beeld verbetert en een rijker beeld creëert door de donkere gedeelten van het beeld helderder weer te geven zonder de helderheid van de heldere gedeelten te veranderen. Wanneer u beelden weergeeft met veel donkere scènes, zoals een film of een concert, of wanneer u beelden weergeeft in een helder verlichte ruimte, kan deze functie de donkere scènes beter zichtbaar maken en het beeld een grotere diepte geven.
Gekozen functie STANDAARD PRESENTATIE CINEMA GEBRUIKER
Standaardbeeld Geeft de donkere delen van het beeld helderder weer voor een betere presentatie. Geeft meer diepte aan de donkere delen van het beeld voor een meer boeiende bioscoopervaring. Maakt het mogelijk om de gammawaarde te veranderen d.m.v. Sharp Advanced Presentation
Software (Sharp's geavanceerde presentatie software)
Instellen van de Gamma­correctie
1 Druk op .
Telkens wanneer wordt ingedrukt, zal
de gamma-functie wisselen tussen de verschillende types.
2 Om terug te keren naar de
standaardinstellingen, drukt u op
wanneer GAMMA wordt
aangegeven.
Beschrijving
Toets voor ongedaan maken (UNDO)
Gamma-toets (GAMMA)
STANDAARD GEBRUIKER
56
Opmerking
De Gamma-modus werkt niet bij
INGANG 1 of INGANG 2 wanneer Gesel. kleur (geselecteerde kleur) in het C.M.S.-menu is ingesteld op sRGB.
PRESENTATIE CINEMA
56

Weergeven van twee beelden (beeld-in-beeld)

Met de beeld-in-beeld-functie kunt u twee beelden op hetzelfde scherm weergeven. U kunt het beeld dat via INPUT 3 of 4, binnenkomt als een inzetbeeld weergeven dat het hoofdbeeld, dat binnenkomt via INGANG 1 of 2 overlapt.
Weergeven van het inzetbeeld
1 Druk op .
2 Druk op of op de
afstandsbediening of op de projector om het beeld in het
inzetbeeld te veranderen.
''
""
\\
3 Druk op
',
''
",
""
||
\ of
| om de plaats
\\
||
van het inzetbeeld in te stellen.
Druk op om het frame te stoppen of
om het frame te laten verdwijnen.
op
4 Druk op om het inzetbeeld te
verplaatsen.
Het inzetbeeld wordt naar het
inzetbeeldkader verplaatst.
Toets voor ongedaan maken (UNDO)
Invoertoets (ENTER)
',",\,|-toetsen PinP-toets
3/4 ingangstoetsen (INPUT 3/4)
Gebruiksvriendelijke functies
Opmerking
Het inzetbeeld kan alleen weergegeven
worden met een composiet-video- (NTSC/PAL/ SECAM) of S-Video-signaal.
De stilstaand-beeldfunctie kan alleen gebruikt
worden voor het inzetbeeld, wanneer de beeld-
in-beeld-functie ingesteld is. Beeld-in-beeld werkt niet wanneer het signaal dat binnenkomt via INGANG 1 of 2:
Een resolutie heeft die SXGA overschrijdt.
Wanneer het ingangssignaal 480I, 480P, 540P, 580I, 580P, 720P, 1035I, of 1080I is.
Gewijzigd is in de interlace-functie door het
gebruik van RGB-signalen.
Wanneer de beeldweergavefunctie is
ingesteld op PUNT VOOR PUNT”.
Wanneer geen signalen verzonden worden
naar INGANG 1 of 2, of wanneer de resolutie of de verversingsrate (vertikale frequentie) wordt gewijzigd.
57

Functie zwart scherm

Deze functie kan worden gebruikt om een zwart scherm weer te geven.
1 Druk op .
Het scherm wordt zwart en “ZWART
SCHERM wordt weergegeven op het scherm.
2 Om terug te gaan naar het
oorspronkelijke geprojecteerde beeld, drukt u nogmaals op
.
Zwartschermtoets (BLACK SCREEN)
" Geprojecteerd beeld
58
58

Weergeven van de pauzetimer

Deze functie kan worden gebruikt om de tijd die nog resteert voor pauze tijdens vergadering weer te geven.
Weergave en instelling van de pauzetimer
',",\,|­toetsen
1 Druk op . De break timer
begint af te tellen vanaf 5 minuten.
Pauzetimertoets (BREAK TIMER)
2 Wanneer ” verschijnt, drukt u
''
""
\\
op
',
",
''
""
in te stellen.
U kunt de timer instellen op een waarde
tussen 1 en 60 minuten (met tussenstappen van 1 minuut).
De break timer begint af te tellen zodra
', ", \ of | wordt ingedrukt.
||
\ of
| om de pauzetimer
\\
||
3 Druk op om de pauzetimer te
annuleren.
Opmerking
Tijdens het gebruik van de pauzetimer wordt
de automatische uitschakeling tijdelijk buiten
werking gesteld. Wanneer geen ingangssignaal
wordt waargenomen gedurende meer dan 15
minuten, schakelt de projector zichzelf
automatisch in standby wanneer de pauzetimer
tot nul heeft afgeteld.
De pauzetimer verschijnt op het startbeeld. Om
het tijdens de pauzetimer getoonde scherm te
wijzigen, verandert u de instelling van het
Startbeeld (zie bladzijde 68).
"In-beeld-display
Gebruiksvriendelijke functies
59

Color Management System (C. M. S.)

Met het kleurmanagementsysteem kunt u de eigenschappen van zes kleuren (R: rood, Y: geel, G: groen, C: cyaan, B: blauw, M: magenta) afzonderlijk instellen.

De kleurreproductiemodus (Color Reproduction Mode) instellen

Kies “Gesel. kleur” in het menu “C.M.S.” op het menuscherm Voor bediening van het menuscherm, zie paginas 42 t/m 45.
Opmerking
Voor meer informatie over de sRGB-functie
bezoekt u http://www.srgb.com/”.
sRGB kan niet worden geselecteerd voor
Gesel. kleur in het C.M.S.-menu wanneer
Component is geselecteerd als Signaaltype
in het Beeld-menu.
Wanneer sRGB is geselecteerd,
kan de gammacorrectie niet worden
ingesteld en
kunnen Rood, Blauw of Kleurtmp in
Beeld niet worden aangepast.
Als “ Standard (standaard) of sRGB
geselecteerd wordt bij Color selected
(geselecteerde kleur) kunnen andere items
(bijvoorbeeld Target (doel)) niet worden
ingesteld.
Info
Wanneer “sRGB is geselecteerd kan het
geprojecteerde beeld donker worden; dit
betekent echter niet dat een storing is
opgetreden.
Geselecteerd
item Standaard Aangepast 1-3
sRGB
Omschrijving
Sharp standaardinstelling Helderh., Chroma en Tint kunnen
voor elk van de zes kleuren worden aangepast.
De modus wordt gewijzigd in sRGB

De doelkleur selecteren

Kies Doel in het menu C.M.S. op het menuscherm Voor bediening van het menuscherm, zie paginas 42 t/m 45.
60
60
Rood Cyaan
Geel Blauw
Groen Magenta

De helderheid van de doelkleur instellen

Selecteer “Helderh.” in het “C.M.S.”-menu op het menuscherm. Voor bediening van het menuscherm, zie paginas 42 t/m 45.

De chromatische waarde van de doelkleur instellen

Selecteer “Chroma” in het “C.M.S.”-menu op het menuscherm. Voor bediening van het menuscherm, zie paginas 42 t/m 45.

De tint van de doelkleur instellen

Selecteer “Tint” in het “C.M.S.”-menu op het menuscherm. Voor bediening van het menuscherm, zie paginas 42 t/m 45.
Gebruiksvriendelijke functies
61
Color Management System (C. M. S.)

Door de gebruiker ingestelde kleurinstellingen herstellen

Kies Terugstellen (deze kleur) ofTerugstellen (alle kleuren) in het menuC.M.S. op het menuscherm
Voor bediening van het menuscherm, zie paginas 42 t/m 45.
Geselecteerd
item Terugstellen
(deze kleur) Terugstellen
(alle kleuren)
Omschrijving
Helderh., Chroma en Tint voor de geselecteerde kleur worden hersteld.
helderh., Chroma en Tnt worden hersteld voor alle kleuren.

Overzicht van alle kleurinstellingen

Kies Instellingen bekijken in het menuC.M.S. op het menuscherm
Voor bediening van het menuscherm, zie paginas 42 t/m 45.
62
62

Het audiouitvoertype instellen

Hiermee kunt u het uitvoertypevoor audiosignalen selecteren.
Geselecteerd item
Vast (Vaste audiouitvoer)
Variabel (Variabele audiouitvoer)
Audiouitvoer die niet varieert in sterkte met het volumeniveau van de bronprojector.
Audiouitvoer die in sterkte varieert met het volumeniveau van de bronprojector.
Omschrijving
Het audiouitvoertype instellen
Kies Audio uitgang in het menu Opties (1) op het menuscherm Voor bediening van het menuscherm, zie paginas 42 t/m 45.

De interne speaker in/uitschakelen

Gebruiksvriendelijke functies
Hiermee kunt u de interne speaker in- en uitschakelen.
De interne speaker in- en uitschakelen
Kies “Luidspreker” in het menu “Opties (1)” op het menuscherm Voor bediening van het menuscherm, zie paginas 42 t/m 45.
63

Automatische zoekfunctie

Deze functie zoekt automatisch en schakelt over naar de ingangsfunctie waarin de signalen worden ontvangen wanneer de projector wordt ingeschakeld of wanneer de INPUT-toets wordt ingedrukt.
Gebruik van de automatische zoekfunctie
Kies “Auto zoeken” in het menu “Opties (1)” op het menuscherm Voor bediening van het menuscherm, zie paginas 42 t/m 45.
Opmerking
ON
Schakelt automatisch over naar de ingangsfunctie waarin de signalen worden ontvangen wanneer
de projector wordt ingeschakeld of wanneer op de projector wordt ingedrukt.
OFF
In deze stand kunt u handmatig de ingangsfunctie in volgorde veranderen door
op de projector in te drukken.
Om te stoppen met zoeken naar de
ingangsfunctie, drukt u
, , of op de afstandsbediening
in.
op de projector of
Info
Zelfs wanneer deze functie aan het zoeken is
naar ingangssignalen, kunt u door het indrukken van , , of op de
afstandsbediening overschakelen naar de desbetreffende ingangsfunctie.
Zelfs terwijl de functie aan het zoeken is naar
ingangssignalen zal de projector terugkeren naar de vorige ingangsfunctie als op (ingang) wordt gedrukt.
64
64

Digitaal beeldruisonderdrukkingssysteem (Ruisonderdr.)

Digitale ruisonderdrukking biedt een hoge beeldkwaliteit met minimaal puntverloop en kleurvervorming.
Beeldruisonderdruking (Ruisonderdr.)
Kies “Ruisonderdr.” in het menu “Opties (1)” op het menuscherm Voor bediening van het menuscherm, zie paginas 42 t/m 45.
Opmerking
Stel een niveau in dat een duidelijker beeld
oplevert.
U moet Ruisonderdr. op OFF zetten in de volgende gevallen:
Wanneer het beeld wazig is.
Wanneer de omtrekken en kleuren van
bewegende beelden uitlopen.
Wanneer TV-uitzendingen met zwakke
signalen worden geprojecteerd.
Info
Deze functie is beschikbaar met INGANG 1, 2
(de signalen 480 INGANG 3, 4 (alle signalen).
I, 480P, 580I en 580P) en

Instellen van het in-beeld-display

Met deze functie kunt u de berichten die op het scherm verschijnen in- en uitschakelen. Wanneer u Niveau A of Niveau B instelt in OSD Display, zal de ingangsfunctie (bijv. INGANG 1) niet op het display verschijnen, zelfs wanneer de INPUT-toets wordt ingedrukt.
Gekozen onderdeel
Normaal Niveau A Niveau B
Alle schermberichten worden getoond. Ingang/Stilzetten/Vergroten/Automat.sync./Volume/Mute/Black worden niet getoond. De schermberichten worden niet getoond.
(Met uitzondering van de menuschermberichten die verschijnen wanneer de KEYSTONE-toets wordt ingedrukt en de waarschuwingsaanduidingen (Temperatuur/Vervang de Lamp., enz.))
Uitschakelen van het in-beeld-display
Beschrijving
Gebruiksvriendelijke functies
Kies “OSD Display” in het menu “Opties (1)” op het menuscherm Voor bediening van het menuscherm, zie paginas 42 t/m 45.
65

Instellen van het videosignaal

De standaardinstelling voor het videosysteem is Auto; het is echter mogelijk dat u geen duidelijk beeld kunt ontvangen van de aangesloten audiovisuele apparatuur omwille van verschillen in het signaal. In dat geval wijzigt u het videosignaal.
Instellen van het videosignaal
Kies Videosysteem in het menu Opties (1) op het menuscherm Voor bediening van het menuscherm, zie paginas 42 t/m 45.
Opmerking
Het videosignaal kan alleen in de INGANG 3-
of INGANG 4-functie worden ingesteld.
Wanneer “Auto is ingesteld voor het
videosysteem, is het mogelijk dat u geen duidelijk beeld kunt ontvangen vanwege verschillen in het signaal. In dat geval dient u handmatig over te schakelen naar het videosysteem van het bronsignaal.
PAL SECAM NTSC4.43
NTSC3.58
Bij aansluiting op PAL-videoapparatuur. Bij aansluiting op SECAM-videoapparatuur. Bij weergave van NTSC-signalen met PAL-
videoapparatuur. Bij aansluiting op NTSC-videoapparatuur.
66
66

Opslaan van geprojecteerde beelden

Met deze projector kunt u geprojecteerde beelden (RGB-signalen) vastleggen en ze instellen als
startbeeld of achtergrondbeeld wanneer er geen signalen worden ontvangen.
U kunt de beelden die worden ingevoerd met RGB-signalen weergeven.

Vastleggen van het beeld

Kies “Beeld vastleggen” in het menu “Opties (1) op het menuscherm Voor bediening van het menuscherm, zie paginas 42 t/m 45.
''
1 Druk op
opslaan te selecteren en druk vervolgens op
Het geprojecteerde beeld wordt vastgelegd.
Het vastleggen kan even duren.
""
' of
" om Beeld
''
""
.
11
2
1
Druk op
11
selecteren.
22
2
Druk op .
22
Opmerking
Alleen beelden van XGA (1024 × 768) non-
interlace-signalen in INPUT 1- of INPUT 2­modus kunnen worden opgenomen.
Het opgeslagen beeld wordt herleid tot 256 kleuren.
Beelden van apparatuur die aangesloten is op
INPUT 3 of INPUT 4 kunnen niet worden vastgelegd.
Er kan enkel één beeld worden vastgelegd en
opgeslagen.
De kleur van beelden voor en na opslaan kan
verschillen als een beeld wordt opgenomen dat niet is aangepast met de C.M.S.-functie.
\\
||
\ of
| om Ja te
\\
||

Verwijderen van het vastgelegde beeld

1 Selecteer Verwijderen en
druk op
.
Gebruiksvriendelijke functies
2
11
1
Druk op
11
selecteren.
22
2
Druk op .
22
\\
||
\ of
| om OK te
\\
||
67

Instellen van een achtergrondbeeld

Met deze functie kunt u het beeld kiezen dat wordt weergegeven wanneer er geen signaal door de projector ontvangen wordt.
Gekozen onderdeel
Sharp Gebruiker Blauw Geen
*1 U kunt een vastgelegd beeld instellen als achtergrondbeeld door Gebruiker te kiezen. *2 Als er interferentie op het ingangssignaal voorkomt, zal het scherm met de interferentie worden weergegeven.
SHARP standaardbeeld
*1
Door gebruiker in te stellen beeld (bijvoorbeeld bedrijfslogo) Blauw scherm Zwart scherm
*2
Beschrijving
Kiezen van een achtergrondbeeld
Kies “Achtergrond” in het menu “Opties (1)” op het menuscherm Voor bediening van het menuscherm, zie paginas 42 t/m 45.
Opmerking
Wanneer “Gebruiker wordt gekozen, kunt u
een beeld dat met Beeld vastleggen werd opgeslagen als achtergrondbeeld weergeven.
Het standaardbeeld van “Gebruiker” is een zwart scherm.

Kiezen van een startbeeld

Met deze functie kunt u bepalen welk beeld er zal verschijnen bij het opstarten van de projector.
Gekozen onderdeel
Sharp Gebruiker * Geen
* U kunt een vastgelegd beeld instellen als startbeeld door Gebruiker te kiezen.
SHARP standaardbeeld Door gebruiker in te stellen beeld (bijvoorbeeld bedrijfslogo) Zwart scherm
Kiezen van een startbeeld
Kies Startbeeld in het menu Opties (1) op het menuscherm Voor bediening van het menuscherm, zie paginas 42 t/m 45.
Opmerking
Wanneer “Gebruiker wordt gekozen, kunt u
een beeld dat met Beeld vastleggen werd opgeslagen als startbeeld weergeven.
Het standaardbeeld van “Gebruiker” is een zwart scherm.
68
68
Beschrijving

De spaarmodus selecteren

Met deze functies kunt u het energieverbruik van de projector verlagen.

Instellen van de spaarstand

Selecteer “Energiebesp.” in “Spaarfunctie” onder het menu Opties (1) in het menuscherm. Voor bediening van het menuscherm, zie paginas 42 t/m 45.
Opmerking
Alhoewel de levensduur van de lamp en ruis
verbeteren als Energiebesp. is ingeschakeld (ON), vermindert de helderheid met 20%.
De fabrieksinstelling voor de
Energiebesparingsfunctie is OFF.
Functie monitor Out/RS­232C Off
Deze projector verbruikt energie wanneer een moni­tor is aangesloten op de OUTPUT (INPUT 1, 2)­aansluiting en een computer is aangesloten op de RS-232C-aansluiting. Wanneer deze aansluitingen niet in gebruik zijn, kan Mon/RS232C worden ingesteld op OFF om het energieverbruik in standby te verlagen.
Selecteer Mon/RS232C in Spaarfunctie onder het menu Opties (1) in het menuscherm. Voor bediening van het menuscherm, zie paginas 42 t/m 45.
Status
ON (Lage energiefunctie)
OFF (Standaard­functie)
Helderheid
80%
100%
Stroom verbruik (bij gebruik van 100 V
wisselstroom)
325 W
400 W
van de lamp
Levensduur
3.000 uren
2.000 uren
Gebruiksvriendelijke functies
ON
OFF Monitor Out/RS-232C aansluiting in
Zet “Mon/RS232C op ON wanneer u de
Sharp Advanced Presentation Software gebruikt.
Monitor Out/RS-232C aansluiting in ingesteld op ON (aan).
ingesteld op OFF (uit).
Opmerking
69
De spaarmodus selecteren

Automatische uitschakelfunctie

Als de projector is ingeschakeld ON en er gedurende meer dan 15 minuten geen ingangssignaal wordt waargenomen, zal de projector zichzelf automatisch in standby schakelen. De automatische uitschakelfunctie werkt niet wanneer ze is ingesteld op OFF”.
Selecteer “Autom. uitsch” in “Spaarfunctie” onder het menu Opties (1) in het menuscherm. Voor bediening van het menuscherm, zie paginas 42 t/m 45.
Opmerking
Wanneer de automatische uitschakelfunctie ingesteld is op “ON”, zal 5 minuten voor de uitschakeling het bericht Inschakeling STANDBY­modus over X min. op het scherm verschijnen om de resterende minuten aan te geven.

De resterende levensduur van de lamp weergeven (percentage)

De resterende levensduur van de lamp controleren (percentage)
Met deze functie kunt u de resterende levensduur van de functie nagaan (percentage).
Selecteer het menu Opties (2) op het menuscherm. Voor bediening van het menuscherm, zie paginas 42 t/m 45.
Opmerking
Wij raden u aan de lamp te vervangen wanneer de resterende levensduur is teruggelopen tot 5%. Voor een vervangende lamp kunt u contact opnemen met de dichtstbijzijnde Sharp projectordealer of het dichtstbijzijnde Service Center.
De tabel rechts geeft ruwe schattingen in het geval van gebruik bij slechts één functie zoals getoond. De resterende levensduur van de lamp zal variëren binnen het bereik van de getoonde waarden afhankelijk van hoe vaak Power Save (energiebesparing) ON (aan) en OFF (uit) geschakeld wordt (zia pagina 69).
Gebruikt met Energiebesp. ingeschakeld (Lage energiefunctie)
Gebruikt met Energiebesp. ingeschakeld (standaardmodus)
Resterende levensduur van de lamp
3.000 uren 150 uren
2.000 uren 100 uren
Resterende levensduur van de lamp (Percentage)
100% 5%
70
-70
70

De geprojecteerde beelden omkeren/weergeven in spiegelbeeld

Deze projector is voorzien van een functie om het geprojecteerde beeld om te keren of weer te geven in spiegelbeeld, wat handig is voor diverse toepassingen.
Gekozen onderdeel
Voor Plafond + voor Achter Plafond + achter
Normaal beeld Spiegelbeeld Omgekeerd beeld Omgekeerd en spiegelbeeld
Instellen van de projectiestand
Kies “Projectie” in het menu “Opties (2)” op het menuscherm Voor bediening van het menuscherm, zie paginas 42 t/m 45.
Beschrijving
Opmerking
Als een wachtwoord is ingesteld, verschijnt
het wachtwoordinvoerveld wanneer u Projectie selecteert.
Deze functie wordt gebruikt bij projectie van
achteren en plafondmontage. Zie bladzijde 32 voor deze opstellingen.

Vergrendelen van de bedieningstoetsen van de projector

Met deze functie kunt u het gebruik van bepaalde toetsen op de projector vergrendelen. De volgende drie toetsvergrendelingsniveaus zijn mogelijk.
Toetsvergrendelingsniveau Normaal Niveau A Niveau B
Alle bedieningstoetsen werken. Alleen de toetsen INPUT/VOLUME op de projector werken. Geen enkele toets van de projector werkt.
Voor Plafond + voor Achter Plafond + achter
Gebruiksvriendelijke functies
Beschrijving

Instellen van de toetsvergrendeling

Kies Niv. toetsvergr. in het menu Opties (2) op het menuscherm Voor bediening van het menuscherm, zie paginas 42 t/m 45.
Opmerking
Als een wachtwoord is ingesteld, verschijnt
het wachtwoordinvoerveld wanneer u Niv. toetsvergr. selecteert.
71
De geprojecteerde beelden omkeren/weergeven in spiegelbeeld

Annuleren van het toetsvergrendelingsniveau

Wanneer het toetsvergrendelingsniveau Normaal is ingesteld, werken alle toetsen.
Selecteer Niv. toetsvergr. in het menu Opties (2) en stel Normaal in op het menuscherm. Voor bediening van het menuscherm, zie paginas 42 t/m 45.
Opmerking
Wanneer een wachtwoord is ingesteld en
Niv. toetsvergr. wordt gekozen, verschijnt het wachtwoordinvoerveld.
Als zowel een wachtwoord als een
toetsvergrendelingsniveau zijn ingesteld, zal het wachtwoord nodig zijn om het toetsvergrendelingsniveau te kunnen wijzigen.

De transmissiesnelheid selecteren (RS-232C)

Met dit menu kunt u de transmissiesnelheid van de RS-232C-aansluiting bepalen door de baud rate te selecteren.
De transmissiesnelheid selecteren (RS-232C)
Kies “RS-232C” in het menu “Opties (2)” op het menuscherm Voor bediening van het menuscherm, zie paginas 42 t/m 45.
Opmerking
Wanneer u een wachtwoord heeft ingesteld
en RS-232C heeft geselecteerd, wordt het invoerscherm voor het wachtwoord weergegeven.
Controleer dat de projector en computer beide
zijn geconfigureerd voor dezelfde baud rate. Raadpleeg de handleiding van de computer voor informatie over het instellen van de baud rate op de computer.
72

Instellen van een wachtwoord

De gebruiker kan een wachtwoord instellen om te voorkomen dat bepaalde instellingen in het menu Opties (2) kunnen worden gewijzigd. Het gebruik van een wachtwoord in combinatie met het toetsvergrendelingsniveau (bladzijde 71) is effectiever.

Invoeren van het wachtwoord

Kies “Wachtwoord” in het menu “Opties (2)” op het menuscherm Voor bediening van het menuscherm, zie paginas 42 t/m 45.
''
1 Druk op
nummer te selecteren en druk dan
||
op
|.
||
""
' of
" om het gewenste
''
""
2 Voer de 3 overige cijfers in en druk
op
.
3 Voer het wachtwoord nogmaals in
na “Herbevestigen” en druk op
Opmerking
Wanneer een wachtwoord is ingesteld,
moet u het wachtwoord invoeren om de instellingen “Projectie, Niv. toetsvergr.”, RS-232C, Anti-diefstal en Alles terugstellen te wijzigen.
.
Gebruiksvriendelijke functies
73
Instellen van een wachtwoord

Wijzigen van het wachtwoord

Kies “Wachtwoord” in het menu “Opties (2)” op het menuscherm Voor bediening van het menuscherm, zie paginas 42 t/m 45.
''
1 Druk op
',
''
""
" en
""
||
| om het
||
wachtwoord in te voeren in Oud wachtwrd en druk op
''
2 Druk op
',
''
""
" en
""
||
| om het nieuwe
||
.
wachtwoord in te stellen en druk
.
op
3 Voer het nieuwe wachtwoord van
4 cijfers nogmaals in na Herbevestigen en druk op
.
Opmerking
Als u geen wachtwoord wenst in te stellen,
laat u de velden in stappen 2 en 3 leeg en drukt u op
Om de wachtwoordinstellingen te annuleren,
klikt u op
.
.

Als u uw wachtwoord vergeten bent

Als u uw wachtwoord vergeten bent, verwijdert u het en stelt u een nieuw wachtwoord in aan de hand van de volgende procedure.
Druk op
ON ON
ON
74

Instellen van de Anti-diefstal

De anti-diefstalfunctie voorkomt dat onbevoegden de projector gebruiken. U kunt kiezen of u deze functie gebruikt of niet. Als u deze functie niet wenst te gebruiken, voert u gewoon de sleutelcode niet in. Zodra een andere functie wordt ingeschakeld, dienen gebruikers de juiste sleutelcode in te voeren telkens wanneer de projector wordt gestart. Zonder de juiste sleutelcode kunnen geen beelden worden geprojecteerd. Hierna wordt uitgelegd hoe u deze functie gebruikt.

Invoeren van een sleutelcode

Anti-diefstal kan niet worden geselecteerd tenzij
Wachtwoord is ingesteld. (Zie bladzijde 73.)
Wanneer “Anti-diefstal is geselecteerd, verschijnt
het wachtwoordinvoervenster. Voer eerst het juiste wachtwoord en dan de sleutelcode in.
Kies “Anti-diefstal” in het menu “Opties (2)” op het menuscherm Voor bediening van het menuscherm, zie paginas 42 t/m 45.
Info
Wanneer de functie is ingeschakeld, moet u de juiste sleutelcode kennen. Wij raden u aan de sleutelcode op een veilige plaats te bewaren, waartoe alleen bevoegde gebruikers toegang hebben. Als u uw sleutelcode verliest of vergeet, dient u contact op te nemen met uw dichtstbijzijnde erkende Sharp projector dealer of servicecentrum (zie blz. 96). Mogelijk moet u de projector terugbrengen om de oorspronkelijke fabrieksinstellingen te laten herstellen (terugstellen van wachtwoord en sleutelcode).
1 Druk op een willekeurige toets op de
afstandsbediening of de projector om het eerste cijfer in “Nieuwe code in te stellen.
Opmerking
De volgende toetsen op de afstands-
bediening en de projector kunnen niet als sleutelcodes worden ingesteld:
ON-toets
STANDBY-toets
Invoertoets (ENTER)
Toets voor ongedaan maken (UNDO)
MENU-toets
Vooruit-toets (FORWARD)
Terug-toets (BACK)
Gebruiksvriendelijke functies
75
Instellen van de Anti-diefstal
2 Voer de overige 3 cijfers in door
willekeurige toetsen in te drukken.
3 Voer dezelfde sleutelcode nogmaals
in “Herbevestigen”.
Opmerking
De toetsvergrendelingsfunctie wordt
tijdelijk uitgeschakeld.
Wanneer u de diefstalbeveiliging heeft ingeschakeld, verschijnt het invoerscherm voor de code als u de projector inschakelt. Voer hier nu de correcte code in.
Druk op de toetsen op de afstandsbediening als
u met de toetsen van de afstandsbediening de sleutelcode instelt. Druk op de toetsen op de pro­jector als u met de toetsen van de projector de sleutelcode instelt.

Wijzigen van de sleutelcode

Wanneer “Anti-diefstal is geselecteerd, verschijnt
het wachtwoordinvoervenster. Zodra u het wachtwoord hebt ingevoerd, kunt u de sleutelcode veranderen.
Kies “Anti-diefstal” in het menu “Opties (2)” op het menuscherm Voor bediening van het menuscherm, zie paginas 42 t/m 45.
1
Druk de toetsen op de afstandsbediening of op de projector in om de vooraf ingestelde code van 4 cijfers in te voeren na Oude code”.
2 Druk op een willekeurige toets
van de afstandsbediening of de projector om de nieuwe sleutelcode in te stellen.
3
Voer hetzelfde sleutelcode van 4 cijfers nogmaals in Herbevestigen
Opmerking
Als u geen sleutelcode wenst in te stellen, laat
u de sleutelcodeveld leeg in stappen 2 en 3 en drukt u op
.
76

Initialiseren van de instellingen

Met deze functie kunt u de gemaakte projectorinstellingen initialiseren.
Terugkeren naar de standaardinstellingen
Kies Alles terugstellen in het menuOpties (2) op het menuscherm
Voor bediening van het menuscherm, zie paginas 42 t/m 45.
Opmerking
Als een wachtwoord is ingesteld, verschijnt
het wachtwoordinvoervenster wanneer u Alles terugstellen selecteert.
De volgende instellingen kunnen niet worden geïnitialiseerd.
C. M. S.
Helderh.”, “Chroma en Tint opgeslagen
in Gebruiker 1-3 in het C.M.S.-menu.
Fijn sync.
Speciale functies
Signaal informatie
Opties
Restverhouding
Anti-diefstal
Taal
Beeld opgeslagen met Beeld vastleggen
Gebruiksvriendelijke functies
77

Weergeven van alle instellingen

Met deze functie kunt u alle gemaakte instellingen in een lijst op het scherm weergeven.
Overzicht van alle menu instellingen
Selecteer het menu Status in het menuscherm en druk op . Voor bediening van het menuscherm, zie
paginas 42 t/m 45.
78

Aanhangsel

Aanhangsel

Onderhoud

Reinigen van de projector
Trek het netsnoer uit alvorens de projector te reinigen.
De behuizing en het bedieningspaneel zijn van
kunststof. Vermijd het gebruik van benzeen en verdunner, aangezien deze de behuizing kunnen beschadigen.
Gebruik geen vluchtige middelen, bijvoorbeeld insecticiden, bij het reinigen van de projector. Bevestig geen rubber of kunststof voorwerpen op de projector gedurende een lange tijd. De effecten van sommige bestanddelen van de kunststof kunnen de kwaliteit of de afwerking van de projector negatief beïnvloeden.
Verdun-
ner
Was
Veeg vuil voorzichtig weg met een zachte flanellen doek.
Neutraal reinigingsm
iddel
Reinigen van de lens
Reinig de lens met een in de handel verkrijgbaar blaaskwastje of met lensreinigingspapier (voor brillen en voor cameralenzen). Gebruik geen vloeibare reinigingsmiddelen, aangezien deze de beschermlaag op het lensoppervlak kunnen aantasten.
Het lensoppervlak wordt makkelijk beschadigd. Let op dat u er niet tegen stoot of er krassen op maakt.
R
e
in
ig
in
g
s
-
p
a
p
ie
r
Reinigen van de uitlaat - en inlaatopeningen
Gebruik een stofzuiger om stof in de uitlaat - en inlaatopeningen te verwijderen.
Neutraal reinigingsmiddel
verdund met water
Voor het verwijderen van hardnekkig vuil gaat u als volgt te werk: drenk de doek in een in water opgelost neutraal reinigingsmiddel, wring hem goed uit en veeg vervolgens de projector schoon. Sterke schoonmaakproducten kunnen de afwerking van de projector doen verkleuren, kromtrekken of beschadigen. Probeer het product eerst uit op een klein en verborgen deel van de projector.
80

De luchtfilter vervangen

Deze projector is uitgerust met luchtfilters
om te garanderen dat de projector optimaal blijft functioneren.
De luchtfilters moeten elke 100
gebruiksuren worden schoongemaakt. Reinig ze vaker als de projector wordt gebruikt in een stoffige of rokerige omgeving.
Vraag uw Sharp projectordealer of service
center de filter (PFILDA005WJZZ) te vervangen als u het niet langer kunt schoonmaken.
De onderste luchtfilter schoonmaken en vervangen
1
Druk op op
op de afstandsbediening om
de projector in standby te schakelen.
Wacht tot de koelventilator tot stilstand
komt.
op de projector of
STANDBY
M4
M4
M4
M4
Luchtfilter
(niet afneembaar)
STANDBY-toets
Luchtfilter
STANDBY­toets
2 Trek het netsnoer uit.
Trek het netsnoer uit de netingang.
3 Verwijder het deksel van de
onderste filter.
Draai de projector op zijn kop. Trek aan de
lip en schuif het deksel open in de richting van de pijl.
4 Verwijder de luchtfilter.
Til de luchtfilter op met uw vingers en trek
hem uit het filterdeksel.
Netingang
Nok
Aanhangsel
81
De luchtfilter vervangen
5 Maak de filter schoon.
Verwijder het stof van de filter met een
stofzuiger.
6 Vervang de luchtfilter.
Leg de filter onder de lipjes op het
filterdeksel.
7 Plaats het filterdeksel weer.
Schuif het filterdeksel in de richting van
de pijl om hem te sluiten.
Opmerking
Controleer of het deksel goed vastzit. U kunt
het apparaat niet aanzetten totdat het deksel correct is geïnstalleerd.
Als zich stof of vuil heeft opgehoopt in de
onderste luchtfilter (niet verwijderen), maakt u het filter schoon met een stofzuiger.
82

Onderhoudsindicators

De verklikkerlampjes op de projector duiden problemen in de projector aan. Als er zich een probleem voordoet, licht ofwel de temperatuurindicator (TEMP.) ofwel de lampindicator rood op en
schakelt de projector zichzelf in standby. Volg nadat de projector in standby is geschakeld de onderstaande stappen.
Over de lampindicator (LAMP)
Bedrijfsindicator
Lampindicator
(LAMP)
Temperatuurindicator
(TEMP.)
Over de temperatuurindicator (TEMP.)
Als de temperatuur in de projector stijgt als gevolg van geblokkeerde ventilatiegleuven of omstandigheden in de installatieplaats, gaat links onder in het beeld knipperen. Als de temperatuur blijft stijgen, wordt de lamp uitgeschakeld en gaat de temperatuurindicator (TEMP.) knipperen, blijft de koelventilator nog 90 seconden draaien, waarna de projector zichzelf in standby schakelt. Neem de volgende maatregelen wanneer verschijnt.
Onderhoudsindicator Probleem Mogelijke oplossingToestand
Abnormaal
Licht rood op/ Standby
Knippert rood/ Rood aan
Licht rood op/ Standby
Temperatuur-
indicator
(TEMP.)
Lampindicator
(LAMP)
Normaal
Uit
Licht groen op
Groen knipperend wanneer de
lamp aan het opwarmen is
of wordt
uitgeschakeld.
De inwendige temperatuur is abnormaal hoog.
De lamp is aan vervanging toe
De lamp gaat niet branden.
De lavensduur van de lamp loopt terug tot 0% wanneer de projector ongeveer 3.000 uren is gebruikt met “Energiebep.” ingeschakeld of ongeveer 2.000 uren met Energiebesp. uitgeschakeld (zie pagina 69).
Wanneer de resterende levensduur van de lamp terugloopt tot 5% of minder, wordt in geel weergegeven op het scherm. Wanneer het percentage 0% wordt, verandert (rood), waarna de lamp automatisch uitgaat en de projector zichzelf in standby schakelt. Op dat moment zal de lampindicator (LAMP) rood oplichten.
Na de vierde poging om de projector in te schakelen zonder dat de lamp is vervangen, zal de projector niet meer kunnen worden ingeschakeld.
Geblokkeerde luchtinlaat
Defecte koelventilator
Interne elektrische
storing
Geblokkeerde luchtinlaat
De resterende
levensduur van de lamp is teruggelopen tot 5% of minder.
Lamp is doorgebrand
Storing in lampcircuit
in
Verplaats de projector naar een plek
met voldoende ventilatie.
Breng de projector naar uw
dichtstbijzijnde erkende Sharp projector dealer of servicecentrum pagina 96)
Vervang de lamp voorzichtig (zie pagina
86).
Breng de projector naar uw dichtstbijzijnde erkende Sharp projector dealer of servicecentrum (zie pagina 96) voor reparatie of voor vervanging van de lamp.
Ga voorzichtig te werk wanneer u de
lamp vervangt.
voor reparatie.
(zie
Aanhangsel
Bedrijfsindicator
Groen aan/ Rood aan
Knippert rood
De Power­indicator knippert rood wanneer de projector aanstaat.
Het filterdeksel, deksel
van de lampeenheid of het lensdeksel is open.
Maak de deksel goed vast.
Als de Power-indicator knippert, zelfs als
het filterdeksel goed is geïnstalleerd, dient u contact op te nemen met uw Sharp projectordealer of service center voor advies.
83
Onderhoudsondicators
Info
Als de temperatuurindicator (TEMP.) oplicht en de projector zichzelf in standby schakelt, voer dan de bovenvermelde
mogelijke oplossingen uit en wacht tot de projector helemaal is afgekoeld voordat u het netsnoer insteekt en de stroom weer inschakelt. (Minstens 5 minuten.)
Als de stroom kortstondig wordt uitgeschakeld, bijvoorbeeld als gevolg van een stroomonderbreking, en onmiddellijk
weer wordt ingeschakeld, zal de lampindicator (LAMP) rood oplichten en gaat de lamp mogelijk niet branden. Trek in dat geval de stekker uit het stopcontact en steek hem er weer in. Schakel vervolgens de stroom weer in.
Om de luchtopeningen te reinigen tijdens het gebruik van de projector, moet u de projector eerst in standby schakelen.
Nadat de koelventilator is gestopt, kunt u de ventilatieopeningen reinigen.
Trek het netsnoer niet uit nadat de projector in standby is geschakeld en terwijl de koelventilator nog werkt. De koelventilator
werkt nog gedurende ongeveer 90 seconden.
84

Over de lamp

Lamp

Wij raden u aan de lamp (los verkrijgbaar) te vervangen wanneer de resterende levensduur van de lamp is teruggelopen tot 5% of minder of als u merkt dat de beeld- en kleurkwaliteit sterk afnemen. U kunt de resterende levensduur van de lamp (percentage) nagaan via de weergave op het scherm. Ziebladzijde 70.
U kunt de lamp laten vervangen bij uw dichtstbijzijnde erkende Sharp projector dealer of servicecentrum.
BELANGRIJKE MEDEDELING VOOR KLANTEN IN DE VERENIGDE STATEN:
Voor de lamp die bij deze projector wordt geleverd geldt een beperkte garantie van 90 dagen op onderdelen en werkuren. Ieder onderhoud aan de projector dat onder de garantie valt, inclusief het vervangen van de lamp, moet worden uitgevoerd door een erkende Sharp projector dealer of servicecentrum. Voor de naam van de dichtstbijzijnde erkende Sharp projector dealer of servicecentrum belt u het gratis nummer: 1-888-GO-SHARP (1-888-467-4277).

Waarschuwing in verband met de lamp

Deze projector maakt gebruik van een kwiklamp onder druk. Als u een luid geluid hoort, kan de lamp defect zijn. De lamp kan defect raken om allerlei redenen zoals: sterke schokken, onvoldoende afkoelen, krassen op de lamp of slijtage van de lamp door overschrijding van de gebruikstijd. Als gevolg van verschillen tussen de lampen en/of in de gebruiksomstandigheden en de frequentie van het gebruik zal de tijdsduur voordat de lamp defect raakt variëren. Belangrijke opmerking: defecte lampen barsten vaak.
Wanneer de lampindicator (LAMP) en het in-beeld-display branden of knipperen, moet u de lamp onmiddellijk vervangen door een nieuwe, zelfs als de lamp nog normaal lijkt te werken.
Als de lamp breekt, kunnen glassplinters in het lamphuis vliegen of kan er gas van de lamp ontsnappen via de uitlaatopening van de projector. Het in deze lamp aanwezige gas bevat kwik; verlucht de kamer goed als de lamp breekt en vermijd blootstelling aan het vrijgekomen gas. Als u wordt blootgesteld aan dit gas, moet u zo snel mogelijk een dokter raadplegen.
Als de lamp breekt, kunnen glassplinters binnen in de projector terechtkomen. Neem in dat geval contact op met uw dichtstbijzijnde erkende Sharp projector dealer of servicecentrum om de beschadigde lamp te verwijderen en veilig verder te werken.
ALLEEN GELDIG VOOR DE V.S.

Vervangen van de lamp

Let op
Verwijder de lampeenheid niet onmiddellijk na gebruik van de projector. De lamp is dan nog erg heet, waardoor u zich
zou kunnen verbranden.
Wacht minstens één uur na het uittrekken van het netsnoer zodat het oppervlak van de lampeenheid helemaal kan
afkoelen alvorens de lampeenheid te verwijderen.
Als na het vervangen van de lamp de nieuwe lamp niet gaat branden, moet u uw projector naar de dichtstbijzijnde erkende Sharp projector dealer of servicecentrum brengen voor reparatie. Koop een vervangingslampeenheid van het type BQC-XGC55X//1 bij uw dichtstbijzijnde erkende Sharp projector dealer of servicecentrum. Vervang vervolgens voorzichtig de lamp volgens de instructies hierna. Indien gewenst kunt u de lamp laten vervangen bij uw dichtstbijzijnde erkende Sharp projector dealer of servicecentrum.
Aanhangsel
85
Over de lamp

Verwijderen en installeren van de lampeenheid

Info
Verwijder de lampeenheid met behulp van de
handgreep. Raak het glas van de lampeenheid of de binnenkant van de projector niet aan.
Volg de onderstaande aanwijzingen nauwkeurig
om letsel en beschadiging van de lamp te voorkomen.
Maak geen andere schroeven los dan die voor
het deksel van de lampeenheid en de lampeenheid zelf. (Alleen de zilverkleurige schroeven worden los gedraaid.)
Zie de bij de lampeenheid geleverde
handleiding.
1
Druk op op
op de afstandsbediening om
op de projector of
STANDBY
de projector in standby te schakelen.
Wacht tot de koelventilator tot stilstand
komt.
Waarschuwing!
Verwijder de lampeenheid niet van de pro-
jector onmiddellijk na gebruik. De lamp zal immers erg heet zijn en dit kan brandwonden en andere letsels veroorzaken.
Lamp­eenheid
BQC-XGC55X//1
STANDBY-toets
STANDBY­toets
2 Trek het netsnoer uit.
Trek het netsnoer uit de netingang.
Wacht tot de lamp volledig is afgekoeld
(ongeveer 1 uur).
3 Vervang het luchtfilter.
Vervang het luchtfilter wanneer u de
lampeenheid installeert. (zie pagina 81 en
82)
4 Verwijder het deksel van de
lampeenheid.
Draai de gebruiker-onderhoudsschroef
waarmee het deksel van de lampeenheid is bevestigd los. Schuif vervolgens het deksel in de richting van de pijl.
86
Netingang
Gebruiker-onderhoudsschroef
5 Verwijder de lampeenheid.
Draai de bevestigingsschroeven van de
lampeenheid los. Neem de lampeenheid vast bij de handgreep en trek ze in de richting van de pijl.
6 Installeer de nieuwe lampeenheid.
Druk de lampeenheid stevig vast in het
lampeenheidvak. Draai de bevestigings­schroeven vast.
7 Bevestig het deksel van de
lampeenheid.
Steek de lip van het deksel van de
lampeenheid in de opening en druk op het deksel tot het op zijn plaats klikt.
Info
Als de lampeenheid en het deksel van de
lampeenheid niet correct geïnstalleerd zijn. kunt u het toestel niet inschakelen, zelfs als het netsnoer is aangesloten op de projector.

Terugstellen van de lamptimer

Stel na het vervangen van de lamp de lamptimer terug.
Bevestigings­schroef
Gebruiker-onderhoudsschroef
1 Sluit het netsnoer aan.
Steek het netsnoer in de netingang van
de projector.
2 Stel de lamptimer terug.
Druk
, , en op de projector
samen met
“LAMP 100% verschijnt om aan te geven
dat de lamptimer is teruggesteld.
Info
Stel de lamptimer alleen terug na het
vervangen van de lamp. Als u de lamptimer terugstelt en dezelfde lamp blijft gebruiken, bestaat het gevaar dat de lamp beschadigd wordt of ontploft.
ON
op de projector in.
Ingangsfunc­tietoets (INPUT)
ON-toets
Toets voor ongedaan maken (UNDO)
Netingang
Invoertoets (ENTER)
Aanhangsel
87

Toeknning van de aansluitpinnen

INPUT 1/2 RGB en OUTPUT-signaalaansluiting: 15-pins Mini D-sub vrouwelijke aansluiting
RGB Input
1. Video input (rood)
2. Video input (groen/sync op groen)
3. Video input (blauw)
4. Niet aangesloten
5. Niet aangesloten
5 10 15
1 6 11
6. Aarde (rood)
7. Aarde (groen/sync op groen)
8. Aarde (blauw)
9. Niet aangesloten
10. GND
11. Niet aangesloten
12. Bidirectionele data
13. Horizontaal sync-signaal: TTL-niveau
14. Verticaal sync-signaal: TTL-niveau
15. Dataklok
RS-232C-aansluiting: 9-pins Mini DIN vrouwelijke aansluiting
Pinnummer Signaal Naam I/O Referentie
1 Niet aangesloten 2 RD Data ontvangen Input Aangesloten op intern circuit 3 SD Data sturen Output Aangesloten op intern circuit 4 Niet aangesloten 5 SG Signaal Aangesloten op intern circuit
3
6 Niet aangesloten 7 RS Aangesloten op Pin 8 8 CS Aangesloten op Pin 7 9 Niet aangesloten
Pinnummer Signaal Naam I/O Referentie
1 Niet aangesloten 2 RD Data ontvangen Input Aangesloten op intern circuit 3 SD Data zenden Output Aangesloten op intern circuit 4 Niet aangesloten 5 SG Signaal Aangesloten op intern circuit 6 Niet aangesloten 7 RS Aangesloten op intern circuit 8 CS Aangesloten op intern circuit 9 Niet aangesloten
9
6
5
15
8
21
69
7
4
9-pins D-sub mannelijke aansluiting van de DIN-D-sub RS-232C adapter
Component Input
1. PR (CR)
2. Y
3. P
(CB)
B
4. Niet aangesloten
5. Niet aangesloten
6. Aarde (P
7. Aarde (Y)
8. Aarde (P
9. Niet aangesloten
10. Niet aangesloten
11. Niet aangesloten
12. Niet aangesloten
13. Niet aangesloten
14. Niet aangesloten
15. Niet aangesloten
)
R
)
B
Opmerking
Pin 8(CS) en Pin 7(RS) zijn kortgesloten in de projector.
RS-232C-kabel, aanbevolen aansluiting: 9-pins D-sub vrouwelijke aansluiting
51
96
Pinnummer Signaal Pinnummer Signaal
1CD 1 CD 2RD 2 RD 3SD 3 SD 4ER 4 ER 5SG 5 SG 6DR 6 DR 7RS 7 RS 8CS 8 CS 9CI 9 CI
Opmerking
Afhankelijk van het gebruikte besturingsapparaat, kan het nodig zijn pin 4 en pin 6 aan te sluiten op het besturingsapparaat
(bv. PC).
Projector
Pinnr.
4 5 6
PC
Pinnr.
4 5 6
88

(RS-232C) Specificatie en opdrachtinstellingen

Computerbediening
U kunt een computer gebruiken om de projector te bedienen door een RS-232C seriële kabel (kruistype, los verkrijg­baar) aan te sluiten op de projector (zie pagina 22 voor aansluiting).
Voorwaarden voor communicatie
Stel de seriële poort op de computer in overeenkomstig de tabel. Signaalformaat: Voldoet aan RS-232C norm. Parity bit: Geen Baud rate: 9.600 bps Stop bit: 1 bit Datalengte: 8 bits Flow control: Geen
Basisformaat
Opdrachten van de computer worden in de volgende volgorde verzonden: opdracht, parameter en return code. Nadat de projector de opdracht van de computer heeft verwerkt, stuurt hij een responscode naar de computer.
Opdrachtformaat
C1 C2 C3 C4 P1 P2 P3 P4
Viercijferige opdracht Parameter, viercijferig
Responscodeformaat
Normale respons Probleemrespons (communicatiefout of onjuiste opdracht)
O K
Return code (0DH)
E R R
Info
Wanneer meer dan 1 code wordt verzonden, dient u elke opdracht pas te versturen nadat de responscode van de projector
voor de vorige opdracht is gecontroleerd.
Om energie te besparen tijdens standby schakelt de CPU van dit model 10 seconden na het ontvangen van de laatste opdracht automatisch de diepe slaapmodus in. Tijdens het versturen van opdrachten in de diepe slaapmodus kan het maximaal 30 seconden duren voordat de antwoordcode wordt ontvangen. Als binnen 10 seconden verdere opdrachten naar de projector worden verstuurd, antwoordt de projector onmiddellijk. Als geen verdere opdrachten worden ontvangen binnen 10 seconden, keert de projector terug naar de diepe slaapmodus. Merk op dat de diepe slaapmodus alleen wordt geactiveerd tijdens standby. Er is geen vertraagde RS-232C-respons wanneer de projector in werking is.
De speciale opdrachten POWR???? en TLPS_ _ _1 zijn beschikbaar voor toepassingen waarbij voortdurend opvragen nodig is. Deze opdrachten halen de CPU niet uit de diepe slaapmodus en de projector zal onmiddellijk antwoorden tijdens standby. “1” geeft aan dat de spanning is ingeschakeld, “0” geeft STANDBY aan. Als de spanning tijdens standby wordt ingeschakeld d.m.v. de opdracht POWER ON (spanning aan), dient u minstens 40 seconden na het inschakelen van de spanning te wachten voordat u de volgende opdracht overstuurt.
Wij raden u aan de functie AUTO ZOEKEN uit te schakelen voordat u een RS-232C-communicatie start. Als AUTO ZOEKEN is ingeschakeld, dient de standby-opdracht POWR_ _ _0 tweemaal te worden verzonden om de projector uit te schakelen. (De eerste opdracht POWR_ _ _0 annuleert AUTO ZOEKEN en de tweede opdracht POWR_ _ _0 plaatst de projector in standby.)
Opmerking
Verstuur niet herhaaldelijk of regelmatig andere opdrachten dan POWR???? en TLPS_ _ _1 in de STANDBY-modus,
want dit zal problemen veroorzaken.
Wanneer de projector in standby is geschakeld, verschijnt het bericht “Wacht aub. gedurende ongeveer 20 seconden.
Als op dat moment de opdracht POWR_ _ _1 wordt verstuurd, zal ERR worden weergegeven en zal deze opdracht niet worden ontvangen.
Als u de projector met de computer bedient, kunnen de instelwaarden niet door de computer worden ingelezen. U dient
dus de waarden te bevestigen door de weergaveopdrachten (bv. RARE_ _ _0) voor elk instelmenu te verzenden en de waarden via de weergave op het scherm te controleren. Als de projector afstel-/instelopdrachten ontvangt die geen opdrachten tot menuweergave zijn, voert hij de opdrachten uit zonder de weergave op het scherm te tonen.
Opdrachten
Voorbeeld:
Wanneer Helder voor beeldaanpassing voor INGANG 1 is ingesteld op 10.
RABR 1 0_
UIT TE VOEREN BEDIENING
POWER ON (spanning aan)
STANDBY
SPANNINGSSTATUS
LAMPSTATUS
VOLUME (0 - 60)
MUTE ON (demping aan)
TOETSEN EN AFSTANDSBEDIENINGSTOETS
MUTE OFF (demping uit)
TRAPEZIUMVORM CORR (–127 - +127)
DIGITALE SHIFT (–96 - +96)
OPDRACHT
P
P
P
T
V
M
M
K
L
PARAMETER
O
W
R
_
_
O
W
R
_
_
O
W
R
?
?
P
O
W
_
_
O
L
A
_
_
U
T
E
_
_
U
T
E
_
_
E
Y
S
*
*
N
D
S
_
*
TERUGKEREN
OK OU ERR
_
1
OK OU ERR
_
0
0:UIT, 1:AAN
?
?
0:UIT, 1:AAN 2:AAN HET AFKOELEN
_
1
3:WORDT UITGESCHAKELD
OK OU ERR
*
*
OK OU ERR
_
1
OK OU ERR
_
0
OK OU ERR
*
*
OK OU ERR
*
*
→ ←
TOETSEN EN AFSTANDSBEDIENINGSTOETS
ProjectorComputer
OK
UIT TE VOEREN BEDIENING
ZWART SCHERM ANN
ZWART SCHERM UIT
INGANG 1
INGANG 2
INGANG 3
INGANG 4
INGANG CONTROLE
VASTLEGGEN AAN
VASTLEGGEN UIT
AUTO SYNC START
Return code (0DH)
Return code (0DH)
OPDRACHT
PARAMETER
I
M
B
K
_
_
I
M
B
K
_
_
I
R
G
B
_
_
I
R
G
B
_
_
I
V
E
D
_
_
I
V
E
D
_
_
I
C
H
K
_
_
F
R
E
Z
_
_
F
R
E
Z
_
_
A
D
J
S
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
OK OF ERR
1
OK OF ERR
0
OK OF ERR
1
OK OF ERR
2
OK OF ERR
1
OK OF ERR
2
OK OF ERR
0
OK OF ERR
1
OK OF ERR
0
OK OF ERR
1
TERUGKEREN
Aanhangsel
89
(RS-232C) Specificatie en opdrachtinstellingen
UIT TE VOEREN BEDIENING
INGANG 1 GROOTTE AANPASSEN : NORMAAL
INGANG 1 GROOTTE AANPASSEN : VOLLEDIG
INGANG 1 GROOTTE AANPASSEN :
INGANG 1 GROOTTE AANPASSEN : REK
INGANG 1 GROOTTE AANPASSEN : SLIMME REK
INGANG 2 GROOTTE AANPASSEN : NORMAAL
INGANG 2 GROOTTE AANPASSEN : VOLLEDIG
INGANG 2 GROOTTE AANPASSEN :
INGANG 2 GROOTTE AANPASSEN : REK
INGANG 2 GROOTTE AANPASSEN : SLIMME REK
INGANG 3 GROOTTE AANPASSEN : NORMAAL
INGANG 3 GROOTTE AANPASSEN : KADER
INGANG 3 GROOTTE AANPASSEN : REK
INGANG 3 GROOTTE AANPASSEN : SLIMME REK
INGANG 4 GROOTTE AANPASSEN : NORMAAL
INGANG 4 GROOTTE AANPASSEN : KADER
INGANG 4 GROOTTE AANPASSEN : REK
INGANG 4 GROOTTE AANPASSEN : SLIMME REK
TOETSEN EN AFSTANDBEDIENINGSTOETSBeeld
RGB GAMMA : STANDAARD
RGB GAMMA : PRESENTATIE
RGB GAMMA : CINEMA
RGB GAMMA : GEBRUIKER
Video GAMMA : STANDAARD
Video GAMMA : PRESENTATIE
Video GAMMA : CINEMA
Video GAMMA : GEBRUIKER
INGANG 1 Contrast (–30 - +30)
INGANG 1 Helder (–30 - +30)
INGANG 1 Rood (–30 - +30)
INGANG 1 Blauw (–30 - +30)
INGANG 1 Kleur (–30 - +30)
INGANG 1 Tint (–30 - +30)
INGANG 1 Scherpte (–30 - +30)
INGANG 1 Kleurtmp (–3 - +3)
INGANG 1 WEERGAVE
INGANG 1 AFREGELING TERUGSTELLEN
INGANG 2 Contrast (–30 - +30)
INGANG 2 Helder (–30 - +30)
INGANG 2 Rood (–30 - +30)
INGANG 2 Blauw (–30 - +30)
INGANG 2 Kleur (–30 - +30)
INGANG 2 Tint (–30 - +30)
INGANG 2 Scherpte (–30 - +30)
INGANG 2 Kleurtmp (–3 - +3)
INGANG 2 WEERGAVE
INGANG 2 AFREGELING TERUGSTELLEN
INGANG 1 Signaal type : RGB
INGANG 1 Signaal type : Component
INGANG 2 Signaal type : RGB
INGANG 2 Signaal type : Component
INGANG 1 2D Progressief
INGANG 1 3D Progressief
INGANG 1 Filmfunctie
INGANG 2 2D Progressief
INGANG 2 3D Progressief
INGANG 2 Filmfunctie
INGANG 3 Contrast (–30 - +30)
INGANG 3 Helder (–30 - +30)
INGANG 3 Rood (–30 - +30)
PUNT VOOR PUNT
PUNT VOOR PUNT
OPDRACHT
R
A
S
R
A
S
R
A
S
R
A
S
R
A
S
R
B
S
R
B
S
R
B
S
R
B
S
R
B
S
R
A
S
R
A
S
R
A
S
R
A
S
R
B
S
R
B
S
R
B
S
R
B
S
G
A
M
G
A
M
G
A
M
G
A
M
G
A
M
G
A
M
G
A
M
G
A
M
R
A
P
R
A
B
R
A
R
R
A
B
R
A
C
R
A
T
R
A
S
R
A
C
R
A
R
R
A
R
R
B
P
R
B
B
R
B
R
R
B
B
R
B
C
R
B
T
R
B
S
R
B
C
R
B
R
R
B
R
I
A
S
I
A
S
I
B
S
I
B
S
R
A
I
R
A
I
R
A
I
R
B
I
R
B
I
R
B
I
V
A
P
V
A
B
V
A
R
PARAMETER
R
_
R
_
R
_
R
_
R
_
R
_
R
_
R
_
R
_
R
_
V
_
V
_
V
_
V
_
V
_
V
_
V
_
V
_
R
_
R
_
R
_
R
_
V
_
V
_
V
_
V
_
I
_
R
_
D
_
E
_
O
_
I
_
H
_
T
_
E
_
E
_
I
_
R
_
D
_
E
_
O
_
I
_
H
_
T
_
E
_
E
_
I
_
I
_
I
_
I
_
P
_
P
_
P
_
P
_
P
_
P
_
I
_
R
_
D
_
TERUGKEREN UIT TE VOEREN BEDIENING
OK OF ERR
_
_
1
OK OF ERR
_
_
5
OK OF ERR
_
_
3
OK OF ERR
_
_
2
OK OF ERR
_
_
4
OK OF ERR
_
_
1
OK OF ERR
_
_
5
OK OF ERR
_
_
3
OK OF ERR
_
_
2
OK OF ERR
_
_
4
OK OF ERR
_
_
1
OK OF ERR
_
_
3
OK OF ERR
_
_
2
OK OF ERR
_
_
4
OK OF ERR
_
_
1
OK OF ERR
_
_
3
OK OF ERR
_
_
2
OK OF ERR
_
_
4
OK OF ERR
_
_
1
OK OF ERR
_
_
2
OK OF ERR
_
_
3
OK OF ERR
_
_
4
OK OF ERR
_
_
1
OK OF ERR
_
_
2
OK OF ERR
_
_
3
OK OF ERR
_
_
4
OK OF ERR
*
*
*
OK OF ERR
*
*
*
OK OF ERR
*
*
*
OK OF ERR
*
*
*
OK OF ERR
*
*
*
OK OF ERR
*
*
*
OK OF ERR
*
*
*
OK OF ERR
_
*
*
OK OF ERR
_
_
0
OK OF ERR
_
_
1
OK OF ERR
*
*
*
OK OF ERR
*
*
*
OK OF ERR
*
*
*
OK OF ERR
*
*
*
OK OF ERR
*
*
*
OK OF ERR
*
*
*
OK OF ERR
*
*
*
OK OF ERR
_
*
*
OK OF ERR
_
_
0
OK OF ERR
_
_
1
OK OF ERR
_
_
1
OK OF ERR
_
_
2
OK OF ERR
_
_
1
OK OF ERR
_
_
2
OK OF ERR
_
_
0
OK OF ERR
_
_
1
OK OF ERR
_
_
2
OK OF ERR
_
_
0
OK OF ERR
_
_
1
OK OF ERR
_
_
2
OK OF ERR
*
*
*
OK OF ERR
*
*
*
OK OF ERR
*
*
*
INGANG 3 Blauw (–30 - +30)
INGANG 3 Kleur (–30 - +30)
INGANG 3 Ting (–30 - +30)
INGANG 3 Scherpte (–30 - +30)
INGANG 3 Kleurtmp (–3 - +3)
INGANG 3 WEERGAVE
INGANG 3 AFREGELING TERUGSTELLEN
INGANG 4 Contrast (–30 - +30)
INGANG 4 Helder (–30 - +30)
INGANG 4 Rood (–30 - +30)
INGANG 4 Blauw (–30 - +30)
INGANG 4 Kleur (–30 - +30)
INGANG 4 Ting (–30 - +30)
BeeldFijn sync.
INGANG 4 Scherpte (–30 - +30)
INGANG 4 Kleurtmp (–3 - +3)
INGANG 4 WEERGAVE
INGANG 4 AFREGELING TERUGSTELLEN
INGANG 3 2D Progressief
INGANG 3 3D Progressief
INGANG 3 Filmfunctie
INGANG 4 2D Progressief
INGANG 4 3D Progressief
INGANG 4 Filmfunctie
Gesel. Kleur : Standaard
Gesel. Kleur : sRGB
Gesel. Kleur : Gebruiker 1
Gesel. Kleur : Gebruiker 2
Gesel. Kleur : Gebruiker 3
Doel : Rood
Doel : Geel
Doel : Groen
Doel : Cyaan
C. M. S.
Doel : Blauw
Doel : Magenta
Helderh. (–30 - +30)
Chroma (–30 - +30)
Tint (–30 - +30)
Terugstellen (deze kleur)
Terugstellen (alle kleuren)
Klok (–150 - +150)
Fase (–30 - +30)
H-Pos (–150 - +150)
V-Pos (–60 - +60)
RGB INGANG WEERGAVE
RGB AFREGELING TERUGSTELLEN
*1
Vastleggen (1 - 7)
Keuze instel. (1 - 7)
RGB HORIZONTALE FREQUENTIECONTROLE
RGB VERTICALE FREQUENTIECONTROLE
AUTOMAT.SYNC.UIT
AUTOMAT. SYNC. : AAN (NORMAAL)
AUTOMAT. SYNC. : AAN (HOGE SNELHELD)
AUTO SYNCHRONISATIE WEERGAVE AAN
AUTO SYNCHRONISATIE WEERGAVE UIT
OPDRACHT
V
A
V
A
V
A
V
A
V
A
V
A
V
A
V
B
V
B
V
B
V
B
V
B
V
B
V
B
V
B
V
B
V
B
V
A
V
A
V
A
V
B
V
B
V
B
C
M
C
M
C
M
C
M
C
M
C
M
C
M
C
M
C
M
C
M
C
M
C
M
C
M
C
M
C
M
C
M
I
N
I
N
I
A
I
A
I
A
I
A
M
E
M
M
E
M
T
F
R
T
F
R
A
A
D
A
A
D
A
A
D
I
M
A
I
M
A
B
C
T
S
C
R
R
P
B
R
B
C
T
S
C
R
R
I
I
I
I
I
I
C
C
C
C
C
T
T
T
T
T
T
S
S
S
R
R
C
P
H
V
R
R
PARAMETER
E
_
O
_
I
_
H
_
T
_
E
_
E
_
I
_
R
_
D
_
E
_
O
_
I
_
H
_
T
_
E
_
E
_
P
_
P
_
P
_
P
_
P
_
P
_
S
_
S
_
S
_
S
_
S
_
G
_
G
_
G
_
G
_
G
_
G
_
L
_
C
_
H
_
E
_
E
_
L
*
H
_
P
*
P
_
E
_
E
_
S
_
L
_
Q
_
Q
_
J
_
J
_
J
_
S
_
S
_
*
*
*
*
*
*
*
*
_
*
_
_
_
_
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
_
*
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
0
_
0
_
1
_
1
_
1
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
*
*
*
*
*
*
_
_
_
_
*
*
*
*
*
*
*
*
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
OK OF ERR
*
OK OF ERR
*
OK OF ERR
*
OK OF ERR
*
OK OF ERR
*
OK OF ERR
0
OK OF ERR
1
OK OF ERR
*
OK OF ERR
*
OK OF ERR
*
OK OF ERR
*
OK OF ERR
*
OK OF ERR
*
OK OF ERR
*
OK OF ERR
*
OK OF ERR
0
OK OF ERR
1
OK OF ERR
0
OK OF ERR
1
OK OF ERR
2
OK OF ERR
0
OK OF ERR
1
OK OF ERR
2
OK OF ERR
0
OK OF ERR
1
OK OF ERR
1
OK OF ERR
2
OK OF ERR
3
OK OF ERR
1
OK OF ERR
2
OK OF ERR
3
OK OF ERR
4
OK OF ERR
5
OK OF ERR
6
OK OF ERR
*
OK OF ERR
*
OK OF ERR
*
OK OF ERR
1
OK OF ERR
2
OK OF ERR
*
OK OF ERR
*
OK OF ERR
*
OK OF ERR
*
OK OF ERR
0
OK OF ERR
1
OK OF ERR
*
OK OF ERR
*
kHz (***. * OF _)
1
Hz (***. * OF _)
2
OK OF ERR
0
OK OF ERR
1
OK OF ERR
2
OK OF ERR
1
OK OF ERR
0
TERUGKEREN
90
UIT TE VOEREN BEDIENING
Vast
Variabel
Luidspreker AAN
Luidspreker UIT
Beeld-in-beeld : (RECHTS ONDER)
Beeld-in-beeld : (LINKS ONDER)
Beeld-in-beeld : (RECHTS BOVEN)
Beeld-in-beeld : (LINKS BOVEN)
Beeld-in-beeld UIT
Energiebesparing: (STANDAARD)
Energiebesparing: (LAGE ENERGIE)
Ruisonderdr. : UIT
Ruisonderdr. : Niveau 1
Ruisonderdr. : Niveau 2
Ruisonderdr. : Niveau 3
Autozoeken: UIT
Autozoeken: AAN
OSD Display NORMAAL
OSD Display (Niveau A)
OSD Display (Niveau B)
Opties (1)
WEERGAVE ZWART SCHERM AAN
WEERGAVE ZWART SCHERM UIT
SELECTIE VIDEOSYSTEEM : Auto
SELECTIE VIDEOSYSTEEM : PAL (50/60 Hz)
SELECTIE VIDEOSYSTEEM : SECAM
SELECTIE VIDEOSYSTEEM : NTSC4.43
SELECTIE VIDEOSYSTEEM : NTSC3.58
SELECTIE VIDEOSYSTEEM : PAL-M
SELECTIE VIDEOSYSTEEM : PAL-N
SELECTIE ACHTERGROND : Sharp
SELECTIE ACHTERGROND : Gebruiker
SELECTIE ACHTERGROND : Blauw
SELECTIE ACHTERGROND : Geen
STARTBEELD SELECTIE : Sharp
STARTBEELD SELECTIE : Gebruiker
STARTBEELD SELECTIE : Geen
Autom.uitsch. : niet in gebruik
Autom.uitsch. : in gebruik
OPDRACHT
A
O
U
A
O
U
A
S
P
A
S
P
P
I
N
P
I
N
P
I
N
P
I
N
P
I
N
T
H
M
T
H
M
3
D
N
3
D
N
3
D
N
3
D
N
I
N
S
I
N
S
I
M
D
I
M
D
I
M
D
I
M
B
I
M
B
M
E
S
M
E
S
M
E
S
M
E
S
M
E
S
M
E
S
M
E
S
I
M
B
I
M
B
I
M
B
I
M
B
I
M
S
I
M
S
I
M
S
A
P
O
A
P
O
PARAMETER
T
_
T
_
K
_
K
_
P
_
P
_
P
_
P
_
P
_
D
_
D
_
R
_
R
_
R
_
R
_
E
_
E
_
I
_
I
_
I
_
K
_
K
_
Y
_
Y
_
Y
_
Y
_
Y
_
Y
_
Y
_
G
_
G
_
G
_
G
_
I
_
I
_
I
_
W
_
W
_
TERUGKEREN
OK OR ERR
_
_
1
OK OR ERR
_
_
2
OK OR ERR
_
_
1
OK OR ERR
_
_
0
OK OR ERR
_
1
1
OK OR ERR
_
1
2
OK OR ERR
_
1
3
OK OR ERR
_
1
4
OK OR ERR
_
_
0
OK OR ERR
_
_
0
OK OR ERR
_
_
1
OK OR ERR
_
_
0
OK OR ERR
_
_
1
OK OR ERR
_
_
2
OK OR ERR
_
_
3
OK OR ERR
_
_
0
OK OR ERR
_
_
1
OK OR ERR
_
_
1
OK OR ERR
_
_
2
OK OR ERR
_
_
0
OK OR ERR
_
_
1
OK OR ERR
_
_
0
OK OR ERR
_
_
1
OK OR ERR
_
_
2
OK OR ERR
_
_
3
OK OR ERR
_
_
4
OK OR ERR
_
_
5
OK OR ERR
_
_
6
OK OR ERR
_
_
7
OK OR ERR
_
_
1
OK OR ERR
_
_
2
OK OR ERR
_
_
3
OK OR ERR
_
_
4
OK OR ERR
_
_
1
OK OR ERR
_
_
2
OK OR ERR
_
_
3
OK OR ERR
_
_
0
OK OR ERR
_
_
1
UIT TE VOEREN BEDIENING
Restverhouding (PERCENTAGE)
LAMP STATUS
Projectie : TERUG UIT
Projectie : TERUG AAN
Opties (2)Taal
Projectie : SPIEGELEN UIT
Projectie : SPIEGELEN AAN
Niv.toetsvergr. : Normaal
Niv.toetsvergr. : Niveau A
Niv.toetsvergr. : Niveau B
TAALKEUZE : English
TAALKEUZE : Deutsch
TAALKEUZE : Español
TAALKEUZE : Nederlands
TAALKEUZE : Francais
TAALKEUZE : Italiano
TAALKEUZE : Svenska
TAALKEUZE :
TAALKEUZE : Português
TAALKEUZE :
TAALKEUZE :
CONTROLE MODELNAAM
CONTROLE SERIENR
INSTELLING PROJECTORNAAM 1
(eerste vier letters)
INSTELLING PROJECTORNAAM 2
(middelste vier letters)
INSTELLING PROJECTORNAAM 3
(laatste vier letters)
CONTROLE PROJECTORNAAM
*2
OPDRACHT
T
L
T
P
L
T
R
M
I
R
M
I
I
M
I
I
M
I
Y
E
K
Y
E
K
Y
E
K
L
E
M
L
E
M
L
E
M
L
E
M
L
E
M
L
E
M
L
E
M
L
E
M
L
E
M
L
E
M
L
E
M
R
N
M
R
N
S
N
J
P
N
J
P
N
J
P
N
J
P
PARAMETER
_
L
_
S
_
E
_
E
_
N
_
N
_
L
_
L
_
L
_
A
_
A
_
A
_
A
_
A
_
A
_
A
_
A
_
A
_
A
_
A
_
D
_
D
*
1
*
2
*
3
_
0
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
1
_
1
_
_
_
_
_
*
*
*
*
*
*
_
_
TERUGKEREN
1
0-100 (INTEGER)
0:OFF, 1:ON, 2:RETRY,
1
3:WAITING, 4:LAMP ERROR
0
OK OF ERR
1
OK OF ERR
0
OK OF ERR
1
OK OF ERR
0
OK OF ERR
1
OK OF ERR
2
OK OF ERR
1
OK OF ERR
2
OK OF ERR
3
OK OF ERR
4
OK OF ERR
5
OK OF ERR
6
OK OF ERR
7
OK OF ERR
8
OK OF ERR
9
OK OF ERR
0
OK OF ERR
1
OK OF ERR
1
MODELNAAM
1
SERIENR
*
OK OF ERR
*
OK OF ERR
*
OK OF ERR
1
PROJECTORNAAAM
Opmerking
Als een underscore (_) verschijnt in de parameterkolom, voert u een spatie in. Als een sterretje (*) verschijnt, voert u
een waarde in binnen het bereik dat tussen haakjes onder INHOUD BEDIENING staat.
*1
FIJN SYNC. kan uitsluitend worden ingesteld in de weergegeven RGB-modus.
•*2De opdracht CONTROLE SERIENR. wordt gebruikt om de 12 cijfers van het serienummer weer te geven.
91
Aanhangsel

Specificatie afstandsbediening met kabel

Specificatie van invoer met afstandsbediening met kabel
••
ø3.5 mm minijack
••
••
Extern: +5 V (1 A)
••
••
Intern: GND
••
Functie- en transmissiecodes
CONTROL
ITEM
ON
STANDBY
VOLUME +
VOLUME –
MUTE
MENU
KEYSTONE
BLACK SCREEN
ENTER
RESIZE
UNDO
FREEZE
ENLARGE (+)
ENLARGE (–)
SYSTEEMCODE
C1
C2
C3
C4
0
1
1
0
1
1
0
1
1
0
1
1
0
1
1
0
1
1
0
1
1
0
1
1
0
1
1
0
1
1
0
1
1
0
1
1
0
1
1
0
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
C5 C6
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
C7
1
0
1
0
0
0
0
1
1
1
0
0
1
1
0
1
1
1
1
0
0
1
0
1
0
1
0
1
DATACODE
C8
C9
1
0
1
0
1
0
1
0
1
0
1
0
0
1
0
1
1
0
1
1
0
1
1
1
1
1
1
1
C10 C11
1
1
1
1
1
0
0
0
1
1
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
0
0
0
0
1
1
EXTERNE
C12
1
0
0
0
0
1
0
1
1
1
1
0
1
0
CODE
C13
0
1
0
0
0
1
1
0
0
0
0
1
0
1
C14
CONTROL
C15
1
0
1
0
1
0
1
0
1
0
1
0
1
0
1
0
1
0
1
0
1
0
1
0
1
0
1
0
ITEM
AUTO SYNC
ƒ
ß
©
GAMMA
PinP
BACK
FORWARD
BREAK TIMER
INPUT 1
INPUT 2
INPUT 3
INPUT 4
SYSTEEMCODE
C1
C2
C3
C4
0
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
0
1
1
0
1
1
0
1
1
0
1
1
0
1
1
0
1
1
0
1
1
0
1
1
0
1
1
0
1
1
0
1
1
0
1
1
0
1
1
C5 C6
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
C7
0
0
1
0
1
0
1
0
1
0
1
0
0
1
DATACODE
C8
C9
1
0
0
1
0
1
0
0
1
1
0
0
1
1
1
1
1
1
0
1
0
1
1
1
1
0
1
0
1
1
1
0
1
0
1
1
1
0
0
0
0
0
C10 C11
1
1
1
1
0
0
1
0
0
1
1
1
1
1
1
0
0
0
0
0
1
1
1
1
1
1
1
1
EXTERNE
C12
1
0
0
1
1
1
1
0
0
0
0
0
0
0
CODE
C13
1
1
1
0
0
0
1
1
1
1
0
0
0
0
C14
C15
1
0
1
0
1
0
1
0
1
0
1
0
1
0
1
0
1
0
1
0
1
0
1
0
1
0
1
0
Functiecode AB met kabel
LSB MSB
C1 System Code C5 C6 Data Code C13 C14 C15
10110********10
Systeemcodes C1 tot C5 zijn vastgelegd op 10110”.
• Codes C14 en C15 zijn reverse confirmation bits, waarbij “10” “Voor” betekent en “01” “Achter”.
Signaalformaat Sharp afstandsbediening
Transmissieformaat: 15-bits formaat
DDDDDD
67,5 ms 67,5 ms
Golfvorm van uitvoersignaal: Uitvoer met Pulse Position Modulation
t
T
0
T
1
0001
t = 264 µs Pulsdragerfrequentie = 455/12 kHz
T
0 = 1,05 ms • Duty ratio = 1:1 1 = 2,10 ms
T
Transmissiecontrolecode
15 bits Voorbeeld van Reverse D to D
C1 C2 C3 C4 C5 C6 C7 C8 C9 C10 C11 C12 C13 C14
Systeemadres
DDDDDDD
D
Functietoets Data Bit
Data
Expansion
Mask
C15
Data
Deter-
mination
010
26.4 µs
C11DC20C31C41C50C61C70C80C90C100C110C120C130C141C15
C11DC20C31C41C50C60C71C81C91C101C111C121C131C140C15
t
0
1
D to D Common Data Bit Reverse in D
92

Tabel met compatibele computers

Computer
Ondersteuning van merdere signalen
Horizontale frequentie: 15-126 kHz, Verticale frequentie: 43-200 Hz, Pixelkloksnelheid' 12-230 MHz
Compatibel met sync. op groen en samengestelde sync. signalen
Compatibel met UXGA en SXGA bij geavanceerde intelligente compressie
AICS-technologie (Advanced Intelligent Compression and Expansion System) voor aanpassing van de grootte
Hierna volgt een lijst van functies die voldoen aan VESA. Deze projector ondersteunt echter ook andere signalen die geen VESA-standaarden zijn.
PC/
MAC/
WS
PC
Resolutie
640 × 350 31,5 70
720 × 350
640 × 400 31,5 70
720 × 400 31,5 70
VGA 26,2 50
640 × 480
SVGA 800 × 600 53,7 85
XGA 1.024 × 768
Horizontale
frequentie
(kHz)
27,0 60
37,9 85 27,0 60 31,5 70 27,0 60
37,9 85 27,0 60
37,9 85
31,5 60 34,7 70 37,9 72 37,5 75 43,3 85 47,9 90 53,0 100 61,8 120 78,5 150 80,9 160
100,4 200
31,4 50 35,1 56 37,9 60 44,5 70 48,1 72 46,9 75
56,8 90 64,0 100 77,2 120
98,3 150 102,1 160 125,6 200
35,5 43
40,3 50
48,4 60
56,5 70
58,1 72
60,0 75
68,7 85
73,5 90
77,2 96
80,6 100
98,8 120 113,2 140
Verticale
frequentie
(Hz)
VESA
Standard
Display
Upscale
True
PC/
MAC/
WS
PC 1.280
PC/
MAC 13
PC/
MAC 19
PC/
MAC 21
MAC
16
HP (WS) PC (WS)
WS 85,9 85
SGI (WS)
SUN (WS)
Resolutie
1.152 × 864 67,5 75
SXGA
1.152 × 882 65,9 72
SXGA+1.400 ×1.050
UXGA × 87,5 70
VGA 640 × 480 34,9 67 Upscale
XGA 1.024 × 768
SXGA
1.280×1.024
800 × 600
SVGA
832
SXGA
1.152
1.280×1.024
1.280
SXGA
1.280×1.024
1.152
* Er kan tijdelijk beeldruis optreden bij verticale frequenties boven
100 Hz als de OSD-functies geactiveerd worden.
Horizontale
×
1.024
1.600 81,3 65
1.200 90,1 72
×
624
×
870
×
960
×
900
Verticale
frequentie
frequentie
(kHz)
54,3 60 64,0 70 64,1 72
75,7 80 77,3 85 90,2 100 54,8 60
67,4 74 64,0 60 74,6 70 78,1 74 80,0 75 91,1 85
108,4 100
64,0 60 74,7 52 75,0 60
93,8 75
106,3 85
48,4 60 60,0 75
80,0 75
46,8 75 49,6 75 68,5 75 78,1 72 60,0 60
53,5 50 76,8 72 60,9 66 71,9 76
(Hz)
VESA
Standard
Display
Geavanceerde
intelligente
compressie
Intelligent
compressie
True
Geavanceerde
intelligente compressie
Upscale
Geavanceerde
intelligente
compressie
Opmerking
Het is mogelijk dat deze projector niet in staat blijkt beelden weer te geven van notebookcomputers in de simultane (CRT/LCD) weergavestand. In dat
geval moet u het LCD-display van de notebookcomputer uitschakelen en de weergave op CRT alleen instellen. Raadpleeg voor meer bijzonderheden over het omschakelen van de weergavestand de handleiding van uw notebookcomputer.
Wanneer deze projector 640 x 350 VESA-formaat VGA-signalen ontvangt, verschijnt 640 × 400 op het scherm.
Bij ontvangst van 1.600 x 1.200 VESA-formaat signalen zal het beeld worden gesampled en worden weergegeven met 1.024 lijnen, waardoor een deel
van het beeld afgesneden wordt.
DTV
Signaal
480I 480P 540P
580I 580P 720P
1035I 1080I 1080I
Horizontale frequentie (kHz)
15,7 31,5 33,8 15,6 31,3 45,0 33,8 33,8 28,1
Verticale frequentie (Hz)
60 60 60 50 50 60 60 60 50
Aanhangsel
93

Oplossen van problemen

Probleem
Geen beeld en geen geluid
of de projector start niet.
Wel geluid, maar
geen beeld
De kleurweergave is bleek
of slecht
Het beeld is onscherp; er
verschijnt ruis in het beeld
Controle
Het netsnoer van de projector zit niet in het stopcontact.
De stroom van de externe apparaten is uitgeschakeld.
Er is een verkeerde ingangsfunctie gekozen.
De kabels zijn verkeerd aangesloten op het zijpaneel van de projector.
De batterijen van de afstandsbediening zijn leeg.
De externe uitgang is niet ingesteld bij de aansluiting van een notebookcomputer.
Het deksel van de lampeenheid is niet op de juiste wijze geïnstalleerd.
De kabels zijn niet op de juiste wijze aangesloten op het achterpaneel van de projector.
De instellingen Helder is op de minimumstand ingesteld.
De beeldinstellingen zijn verkeerd.
(Alleen voor video-ingang)
Het video-ingangssysteem is verkeerd ingesteld. (Alleen voor INGANG1 en 2)
Het ingangssignaaltype RGB/Component is verkeerd ingesteld.
Stel het beeld scherp.
De projectieafstand overschrijdt het scherpstelbereik.
(Alleen voor computeringang)
Voer de instellingen onder Fijn sync. (de instelling Klok) uit
Voer de instellingen onder Fijn sync. (de instelling Fase) uit
Er verschijnt ruis, afhankelijk van de computer.
De instelling Ruisonderdr. (digitale ruisonderdrukking) is verkeerd.
De kabels zijn verkeerd aangesloten op het zijpaneel van de projector.
Het volume staat in de minimumstand.
De MUTE (demping) display verschijnt.
Bladzijde
17
35 17 13 17 87 17 46
46
66
46
26 27
48 48
65 17 35
36
Wel beeld, maar
geen geluid
Af en toe is een ongewoon
geluid hoorbaar in de
behuizing
Onderhouds-
indicator licht op
Het beeld kan niet worden
vastgelegd
94
Als het beeld normaal is, is het geluid te wijten aan het krimpen van de
behuizing als gevolg van veranderingen in de kamertemperatuur. Dit zal de werking of de prestaties niet beïnvloeden.
Zie Onderhoudsindicators”.
Het signaal in INPUT 1 of 2 is geen RGB XGA (1024 × 768) -signaal.
Er kunnen geen beelden worden vastgelegd bij ontvangst van andere dan de voornoemde signalen.
83
67
Het signaal in INGANG 1 of 2 is ingesteld op een hogere resolutie dan SXGA.
Beeld-in-beeld
werkt niet.
De projector kan niet
worden ingeschakeld of in
standby worden geplaatst
met de toetsen ON of
STANDBY op de projector.
Het beeld is groen bij INGANG
1 of 2 COMPONENT.
Het beeld is roze (geen groen)
bij INGANG 1 of 2 RGB.
Het beeld is donker.
Het beeld is te helder en witachting.
De VOLUME-toetsen op de projector werken niet.
Een antwoordcode kan niet worden ontvangen wanneer tijdens standby geprobeerd was om de projector d.m.v. RS-232C opdrachten te bedienen via een computer.
Het signaal in INGANG 1 of 2 verstuurt componentsignalen van 480I,
480P, 540P, 580I, 580P, 720P, 1035I of 1080I.
Het signaal in INGANG 1 of 2 is ingesteld op de interlace-functie met
RGB-signalen.
Het toetsvergrendelingsniveau is ingesteld.
Als het toetsvergrendelingsniveau is ingesteld op Niveau B, zijn alle toetsen vergrendeld. Als het toetsvergrendelingsniveau is ingesteld op Niveau A, werken alleen de toetsen INPUT en VOLUME.
Verander de instelling van het ingangssignaaltype.
De lampindicator (LAMP) knippert rood. Vervang de lamp.
De beeldinstellingen zijn verkeerd.
De VOLUME-toetsen werken niet: (probeer VOL+/– op de afstandsbediening)
wanneer het menu wordt getoond
wanneer het lensmenu wordt getoond
wanneer beeld-in-beeld actief is
tijdens het vergroten (meer dan dubbele grootte)
wanneer de dot by dot schermresolutie groter is dan de paneelresolutie.
Wanneer RS-232C opdrachten via een computer overgestuurd worden
tijdens standby zal het maximaal 30 seconden duren voordat de computer de antwoordcode krijgt. Zet de wachttijd bij de computer om de antwoordcode te ontvangen op 30 seconden of langer.
ControleProbleem Bladzijde
57
71
46
83 46
89
Aanhangsel
95

Voor SHARP Assistance

Als u problemen ondervindt tijdens de installatie of bediening van deze projector, raadpleegt u eerst het deel Oplossen van problemen op bladzijde 94 en 95. Als deze gebruiksaanwijzing geen oplossing biedt voor uw probleem, neemt u contact op met de hieronder vermelde SHARP serviceafdelingen.
Verenigde Staten
Canada Sharp Electronics of Canada Ltd.
Mexico Sharp Electronics Corporation Mexico
Latijns-Amerika
Duitsland
Ver. Koninkrijk
Italië
Frankrijk
Sharp Electronics Corporation
1-888-GO-SHARP (1-888-467-4277) lcdsupport@sharpsec.com http://www.sharplcd.com
(905) 568-7140 http://www.sharp.ca
Branch
(525) 716-9000 http://www.sharp.com.mx
Sharp Electronics Corp. Latin American Group
(305) 264-2277 www.servicio@sharpsec.com http://www.siempresharp.com
Sharp Electronics (Europe) GMBH
01805-234675 http://www.sharp.de
Sharp Electronics (U.K.) Ltd.
0161-205-2333 custinfo@sharp-uk.co.uk http://www.sharp.co.uk
Sharp Electronics (Italy) S.P.A.
(39) 02-89595-1 http://www.sharp.it
Sharp Electronics France
01 49 90 35 40 hotlineced@sef.sharp-eu.com http://www.sharp.fr
Benelux SHARP Electronics Benelux BV
Australië
Nieuw-Zeeland
Singapore
Hongkong
Taiwan Sharp Corporation (Taiwan)
Maleisië
V.A.E.
0900-SHARPCE (0900-7427723) Nederland 9900-0159 Belgium http://www.sharp.nl http://www.sharp.be http://www.sharp.lu
Sharp Corporation of Australia Pty. Ltd.
1300-135-022 http://www.sharp.net.au
Sharp Corporation of New Zealand
(09) 634-2059, (09) 636-6972 http://www.sharpnz.co.nz
Sharp-Roxy Sales (S) Pte. Ltd.
65-226-6556 ckng@srs.global.sharp.co.jp http://www.sharp.com.sg
Sharp-Roxy (HK) Ltd.
(852) 2410-2623 dcmktg@srh.global.sharp.co.jp http://www.sharp.com.hk
0800-025111 http://www.sharp-scot.com.tw
Sharp-Roxy Sales & Service Co.
(60) 3-5125678
Sharp Middle East Fze
971-4-81-5311 helpdesk@smef.global.sharp.co.jp
Spanje
Zwitserland
Zweden
Oostenrijk
96
Sharp Electronica Espana, S.A.
93 5819700 sharplcd@sees.sharp-eu.com http://www.sharp.es
Sharp Electronics (Schweiz) AG
0041 1 846 63 11 cattaneo@sez.sharp-eu.com http://www.sharp.ch
Sharp Electronics ( Nordic ) AB
(46) 8 6343600 vision.support@sen.sharp-eu.com http://www.sharp.se
Sharp Electronics Austria (Ges.m.b.H.)
0043 1 727 19 123 pogats@sea.sharp-eu.com http://www.sharp.at
Thailand
Korea
India
Sharp Thebnakorn Co. Ltd.
02-236-0170 svc@stcl.global.sharp.co.jp http://www.sharp-th.com
Sharp Electronics Incorporated of Korea
(82) 2-3660-2002 lcd@sharp-korea.co.kr http://www.sharpkorea.co.kr
Sharp Business Systems (India) Limited
(91) 11- 6431313 service@sharp-oa.com
Loading...