SHARP UX-310 User Manual [nl]

MODEL
UX-310
TELEFAX
GEBRUIKSAANWIJZING
1. Installatie
2. Zenden van documenten
3. Het ontvangen van documenten
4. Maken van kopieën
6. Antwoordapparaat aansluiting
7. Speciale functies
8. Optionele instellingen
9. Printen van berichten en lijsten
10. Onderhoud
11. Verhelpen van storingen
CAUTION:
For a complete electrical disconnection pull out the mains plug.
VORSICHT:
Zur vollständigen elektrischen Trennung vom Netz den Netzstecker ziehen.
ATTENTION:
Pour obtenir une mise hors-circuit totale, débrancher la prise de courant secteur.
AVISO:
Para una desconexión eléctrica completa, desenchufar el enchufe del tomacorriente.
VARNING:
För att helt koppla från strömmen, dra ut stickproppen.
ATTENZIONE:
Per un totale scollegamento elettrico rimuovere la spina di corrente.
"The mains outlet (socket-outlet) shall be installed near the equipment and shall be easily accessible." "De aansluiting op de stroomvoorziening (stopkontakt) moet nabij het apparaat zijn aangebracht en moet gemak-
kelijk bereikbaar zijn." Ett nätuttag (vägguttag) bör befinna sig nära utrustningen och vara lätt att tillgå. La presa di corrente deve essere installata vicino all’apparecchio, e deve essere facilmente accessibile. El tomacorriente principal se debe encontrar cerca del aparato y debe ser fácil de acceder a él. "Die Netzsteckdose (Wandsteckdose) sollte in der Nähe des Geräts installiert werden und leicht zugänglich sein." Stikkontakten skal være placeret nær faxen og være let tilgængelig. Pääpistoke (pistokkeen poisto) tulee asentaa lähelle laitetta ja tulee olla helposti poistettavissa. Stikkontakten må være montert i nærheten av utstyret og den må være lett tilgjengelig. La prise de courant principale (d’alimentation) doit être située près de l’appareil et facilement accessible.
This equipment complies with the requirements of Directives 89/336/EEC and 73/23/EEC as amended by 93/68/EEC.
Dieses Gerät entspricht den Anforderungen der EG-Richtlinien 89/336/EWG und 73/23/EWG mit Änderung 93/68/EWG.
Ce matériel répond aux exigences contenues dans les directives 89/336/CEE et 73/23/CEE modifiées par la directive 93/68/CEE.
Dit apparaat voldoet aan de eisen van de richtlijnen 89/336/EEG en 73/23/EEG, gewijzigd door 93/68/EEG. Dette udstyr overholder kravene i direktiv nr. 89/336/EEC og 73/23/EEC med tillæg nr. 93/68/EEC. Quest’ apparecchio è conforme ai requisiti delle direttive 89/336/EEC e 73/23/EEC, come emendata dalla direttiva
93/68/EEC.
Este equipamento obedece às exigências das directivas 89/336/CEE e 73/23/CEE, na sua versão corrigida pela directiva 93/68/CEE.
Este aparato satisface las exigencias de las Directivas 89/336/CEE y 73/23/CEE, modificadas por medio de la 93/68/CEE.
Denna utrustning uppfyller kraven enligt riktlinjerna 89/336/EEC och 73/23/EEC så som kompletteras av 93/68/EEC. Dette produktet oppfyller betingelsene i direktivene 89/336/EEC og 73/23/EEC i endringen 93/68/EEC. Tämä laite täyttää direktiivien 89/336/EEC ja 73/23/EEC vaatimukset, joita on muutettu direktiivillä 93/68/EEC. 89/336/EEC : EMC directive 73/23/EEC : Low voltade directive 93/68/EEC : CE Mark regulation
Introductie
Hartelijk welkom en bedankt dat u een Shar p fa xtoest e l heeft gekozen. De eigenschappen en gegevens van uw nieuwe Sharp faxtoestel worde n onderstaand beschreven.
Belangrijke veiligheidsinformatie
Demonteer het toestel niet en probeer geen procedures uit te voeren die
niet in deze gebruiksaanwijzing worden beschreven. Laat alle onderhoudswerkzaamheden over aan gekwalificeerd servicepersoneel.
Dit toestel mag alleen worden aangesloten op een wandconta ctdoos voor
220-230 V / 50 Hz. Door het aansluiten op een ander wandcontactdoos kan het toestel beschadigd worden.
Installeer of gebruik het toestel niet in de nabijheid van water, of wanneer
u nat bent. Let erop dat u geen vloeistoffen op het toestel morst.
Indien de volgende situaties optreden dient u het toestel van de
stroomtoevoer en de telefoon-contactdoos te scheiden en een gekwalificeerde servicemonteur te raadplegen:
- Er werd water gemorst op het toestel of het toestel werd aan regen blootgesteld.
- Het toestel produceert stank, rook of ongebruikel ijke gel uiden.
- Het netsnoer is gerafeld of beschadigd.
- Het toestel is gevallen of de behuizing is beschadigd.
Zorg ervoor dat er niets op het netsnoer ligt of staat en installeer het toestel
niet zodanig dat men over het netsnoer kan lopen.
1
Voer geen voorwerpen in sleuven of openingen van de machine. Hierdoor
bestaat gevaar voor brand of elektrische schokken. Wanneer er een voorwerp in de machine valt, dat niet verwijderd kan worden, trek dan het stekker uit het wandcontacdoos en raadpleeg een gekwalificeerde servicemonteur.
Plaats dit toestel niet op een onstabiele wagen, standplaats of tafel. Het
toestel kan ernstig worden beschadigd wanneer het valt .
Installeer nooit een telefoonaansluiting tijdens een onweersbui.
Installeer nooit een telefoon-contactdoos op een vochtige plaats, behalve
wanneer de contactdoos speciaal is geconstrueerd voor vochtige plaatsen.
Raak nooit ongeïsoleerde telefoonkabels of terminals aan behalve
wanneer de telefoonkabel is losgemaakt van het netwerk interface.
Wees behoedzaam bij het installeren of veranderen van telefoonkabels.
Vermijd het gebruik van een telefoon (behalve een sno erloos exemplaar)
gedurende een onweersbui. Er bestaat een klein risico van elektrische schok door de bliksem.
Gebruik geen telefoon om een gaslekkage te meld en i n de nabi jhei d van
het lek.
De netspannings voorziening dient in de nabijheid van het apparaat
aanwezig te zijn.
BELANGRIJK
•• Het faxtoestel is alleen ontworpen voor het gebruik in het land wa ar
het werd gekocht.
2
Inhoudeopgave
1 Installatie 5
Checklijst voor het ui tpakk en . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
Een blik op het bedieningspaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
Aansluitingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
Installeren van de donorrol . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Plaatsen van printpap ier . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
Het invoeren van uw naam en faxnummer. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
Instellen van de datum en de tijd. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
Selecteren van de ontvangs tmode. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27
Afstellen van het volum e . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
2 Zenden van documenten 31
Documenten, die verzonden kunnen worden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31
Plaatsen van het document . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33
Resolutie en contrast. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35
Zenden van een faxbericht m.b.v. normaal kiezen. . . . . . . . . . . . . . . . 37
Zenden van een faxbericht d.m.v. automatisch kiezen. . . . . . . . . . . . . 39
3 Het ontvangen van documenten 48
Het gebruik van de TEL/FAX Mode . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 48
Het gebruik van de FAX Mode. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49
Het gebruik van de A.M. Mode . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 50
Het gebruik van de TEL Mode . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51
4 Maken van kopieën 55
5 Telefoneren 57
6 Antwoordapparaat aansluiting 61
Voorbereidingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 61
Toepassen van de aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 62
Optionele A.M . aansluit ins tell ingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 64
3
7 Speciale functies 66
Nummerweergave. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 66
Voorblad . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 71
Nummering van de batchpagina’s . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 74
Blokkeren van de ontvangst van ongewenste faxberichten . . . . . . . . . 76
Pollen (opvrag en van een faxtransm iss ie ) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 78
Timer besturingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 81
8 Optionele instellingen 83
9 Printen van berichten en lijsten 92
10 Onderhoud 96
11 Verhelpen van storingen 100
Problemen en oploss ing en . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 100
Meldingen en signalen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 105
Verhelpen van papierstoringen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 108
Technische gegevens 111
Beknopte Gebruiksaanwij zing 113
4
1
Hoofdstuk
Installatie
Checklijst voor het uitpakken
1. Installatie
Documentsteun
Hoorn
Spiraalsnoer van de hoorn
Tandwielen (4)
Voor het i nstel len dient u er voor te zorgen dat de volgende onderdelen aanwezig zijn.
Wanneer er onderdelen ontbreken dient u contact op te nemen met uw dealer of winkelier.
Verlenging papierlade
Snelklestoets­etiketten
Gebruiksaan­wijzing
Telefoonsnoer
Donorrol (startrol)
Donorrol Cartridge
5
Een blik op het bedieningspaneel
Een blik op het bedieningspaneel
3
2
1
DEF
MNO
WXYZ
SPEED
DIAL
3
REDIAL
6
SEARCH
R
9
SPEAKER
GHI
PQRS
ABC
1
2
JKL
4
5
TUV
7
8
SYMBOLS
0
TEL/FAX
TEL FAX
A.M.
05/POLL04030201
5
4
VOLUME
RECEPTION
DOWN UP
MODE
RESOLUTION FUNCTION
COPY/HELP
STOP
START
6
7
8
SPEED DIAL toets
1
9
10
11
12
13
Druk op deze toets om een 2-cijferig verkortkiesnummer te kiezen.
REDIAL toets
2
Gebruik deze toets om het laatst gekozen nummer automatisch te herhalen.
3
LCD displ ay
Hierop worden verschillende meldingen ti jd ens het in bedrijf zij n en het programmeren weergegeven.
4
RECEPTION MODE toets
Druk op deze toets om de ontvangstfu nctie te selecteren. Een pij l op het display wijst naar de actueel geselecteerde ontvangstfunctie.
5
RESOLUTION toets
Gebruik deze toets om de resolutie en het contrast in te stellen voor het verzenden of kopiëren van documenten.
6
14
15
Een blik op het bedieningspaneel
VOLUME toetsen
6
Druk op deze toetsen om het volum e van de luids pr eker af te stell en wanneer de SPEAKER toets werd ingedrukt of het vol ume van het belsignaal in alle andere gevallen.
FUNCTION toets
7
Druk op deze toets om diverse speciale functies te selecteren.
Paneelontgrendeling
8
Pak deze vingergreep vast en trek deze naar u toe om het bedieningspaneel te openen.
9
Numerieke toetsen
Gebruik deze toetsen om nummers te kiezen en om cijfers en letters in te voeren tijdens nummer/naam procedures.
10
SEARCH/R toets
Druk op deze toets om naar een automatisch kiesnummer te zoeken of wanneer u zich op een PBX neventoestel bevindt , dient u deze toets in te drukken om door te verbinden.
11
SPEAKER to ets
Druk op deze toets om naar de leiding- en faxtonen door de luidspreker te luisteren wanneer u een document verzendt. Opmerking: Dit is geen luidsprekertelefoon. U moet de hoo rn opnemen om met de andere persoon te kunnen spreken.
1. Installatie
12
Snelkiestoetsen
Druk op deze toets om een fax- of telefoonnumm er automati sch te kiezen. (Let erop dat u de etiketten van de snelki estoet sen oppl akt).
13
STOP toets
Druk op deze toets om handelingen te onderbreken voordat ze volledig zijn uitgevoerd.
14
START toets
Druk op deze toets om een document handmatig de zenden of te ontvangen wanneer de hoorn van de haak is.
15
COPY/HELP toets
Wanneer er een document in de toevoer is, drukt u op deze toets om een kopie te maken. Op elk ander moment drukt u op deze toets om de helplijst te printen, een snelle referentiegids voor de bediening van uw faxtoestel.
7
Aansluitingen
Aansluitingen
Dingen waaraa n u moet denk e n bij he t ins ta ll er en
Plaats het toestel niet in direct zonlicht.
Houd stof uit de buurt van het toestel.
Plaats het toestel niet in de nabijheid van verwarmingselementen of airconditioning.
Houd het gebied om het toestel schoon.
M.b.t. condens a tie
Wanneer het faxtoestel van een koud e naar een warme plaats wordt verplaatst, is het mogelijk dat er condens op de scanner wordt gevormd die het goed scannen van documenten v erhind ert . Om het condens te verwijderen, dient u de netspanning er van af te halen en ongeveer twee uur te wachten voor u de fax gebruikt.
8
Hoorn
Sluit de hoorn volgens de afbeelding aan en plaats deze op de houder.
De uiteinden van het snoer voor de hoorn zijn identiek zodat deze
op beide contactbussen passen.
Zorg ervoor dat het snoer van de hoorn in de bus met de hoornmarkering aan de zijkant van het apparaat wordt gestoken!
Aansluitingen
1. Installatie
Gebruik de hoorn om gewone telefoongsprekken te voeren, of om documenten handmatig te zenden en ontvangen.
9
Aansluitingen
Netsnoer
Steek het netsnoer in een 220 - 230 V, 50Hz, geaarde wandcontactdoos.
De aansluiting voor de spanni ngsv oorzieni ng (wandcont act doos ) dient vlakbij het apparaat te zijn aangebracht en gemakkelijk bereikbaar.
Het faxtoestel heeft geen aan/uit schakelaar, dus wordt de spanning aan- en uitgezet door de stekker in en uit de wandcontactdoos te trekken.
Opmerking: Wanneer uw gebied is blootgesteld aan frequent onweer of
spannings-overbelasting, adviseren wij u overbelastingbeveiligingen te installeren voor spannings- en telefoonleidingen. Deze kunt u bij de meeste electrotechnische speciaalzaken worden verkregen.
10
Telefoonsnoer
Steek een uiteinde van de PTT snoer in de contactbus met de markering TEL. LINE aan de achterkant van de machine. Steek het andere uiteinde in de telefoon contactdoos.
TEL. SET
TEL. LINE
Aansluitingen
1. Installatie
Kommentaar :
•• In Nederland, wordt het toest el gelev erd met een spe ciaal PT T- snoe r. Om
een goede werkin g van de UX-310 te kunne n garan der en dien t dit snoe r te worde n gebruikt.
•• U faxtoest el is op to on ki ez en inge steld. Wannee r u op een leid ing voor
impul s kieze n ben t aange slo te n, moet u het faxtoestel omscha ke le n op impuls kiezen door optione le instel li ng 7 te wijzi ge n. Deze proc ed ure wordt beschre ven in hoofdst uk 8, "Optione le Instel lingen". Neder land: kiesmode gefixe erd op toon.
•• Wanneer u de machi ne aan een PBX aan slui t, dient u de betr eff end e
instelli ng va n Opti one le inst elli ng 14 uit te voere n. Zie hoofdst uk 8 Optionele instellingen.
•• Wanneer u van pla n be nt e en c omputer fa x m od e m op dez elfde
telefoonl ei di ng te gebruiken, moet u de optione le inst elli ng 15 op NEE instelle n om verzen d- en ontv ang stfo ute n te voorkomen. Deze procedu re wordt besc hre ven in hoofdst uk 8 "Opt ion el e inste ll ing en".
11
Aansluitingen
Papierlade
Bevestig de verlenging van de papierlade.
Trek de papierontgrendelingsplaat naar voren. Voer de verlenging
van de papierlade horizontaal in de uitsparingen in de papierlade. Draai de verlenging van de papierlade omhoog totdat deze ineenklikt.
Bevestig de steun voor het originel e docu ment .
12
Opmerking: De steun voor het originele document heeft een boven- en een onderkant. Wanneer u de uitsteeksels van de steun niet in de gaten kunt steken dient u de steun om te draaien.
Aansluitingen
Aan te sluite n appa ra ten
Desgewenst kunt u een antwoordapparaat of een neventoestel op dezelfde leiding als uw faxtoest el gebrui ken. Het antwoordapp araat of het neventoestel kan di r ekt aan de TEL. SET bus van uw faxtoestel worden aangesloten (let erop dat deze bus in sommige landen ni et beschikbaar is), of op een andere wandcontactdoos.
Door een antwoordapparaat op de fax aan te sluiten kunt u zowel
telefoongesprekken en faxberichten beantwoorden wanneer u niet thuis bent. Voor nadere details m.b.t. deze functie, zie hoofdstuk 6.
U kunt een neventoestel/huiscentra le aansluiten op de zelfde lijn
(parallel) om normale telefoongesprekken te voeren. Voor nadere details m.b.t. het ontvangen van faxberichten op een neventoestel, zie hoofdstuk 3.
1. Installatie
13
Installeren van de donorrol
Installeren van de donorrol
Uw fax gebruikt een donorrol om geprinte tekst en beelden te maken. de printkop in het faxtoestel brengt hitte aan op de donorrol waardoor inkt op het papier wordt overgebracht. Volg de onderstaande stappen om de rol te laden of te vervangen.
De eerste startrol donorrol die bij uw faxtoestel wordt geleverd kan ongeveer 30 A4 pagina’s printen.
Opmerking: wanneer er papier in de papierlade zit, dient u de
papierontgrendelingsplaat naar voren te trekken en het papier te verwijderen voordat u de donorrol laadt.
1
Open het bedieningspaneel door de vingergreep vast te pakken en
Wanneer u de rol vervangt, dient u een Sharp UX-3CR donorrol te gebruiken. M et een r o l kunt u ongeveer 95 A4 pagina’s printen.
omhoog te tre kken.
2
Trek de groene ontgrendelingshendel aan de rechterkant van het apparaat naar voren en open het deksel van het papiervak.
14
Installeren van de donorrol
Wanneer u de donorrol voor de eerste keer installeer t, gaat u verder naar stap 6.
3
Verwijder de donorrol cartridge uit het printvak (pak de hendel aan de voorkant van de cartridge) en draai deze om.
4
Verwijder de gebruikte rol uit de cartridge.
1. Installatie
5
Verwijder de vier groene tandwieltjes uit de gebr uikte rol.
GOOI DE VIER GROENE TANDWIELTJES NIET WEG!
15
Installeren van de donorrol
6
Neem de nieuwe donorrol uit de verpakking.
•• Verwijder het band dat de rollen bij e lkaar houdt nog niet.
7
Steek het gr ote tandwiel in het groene uiteinde van de lege spoel. Controleer of de twee uitsteeksels op het grote tandwie l stevig in de sleuven aan het einde van de spoel passen.
Steek de overblijvende drie tandwielen in de spoe len en zorg ervoor dat de uitsteeks els op elk tandwiel stevig in de sleuven aan het einde van elke spoel passen.
•• Desgewenst kunt u de spoelen iets uit elkaar trekken om het
tandwiel erin te passen (het band rekt).
Sleuf
Groot tandwiel
16
Uitsteeksel
Installeren van de donorrol
8
Steek het grote tandwiel in de grote houder op de donorrol (controleer of het ineenklikt), en steek het kleine tandwiel aan de andere kant van de spoel in de betref fende houder.
9
Knip het band door dat de twee spoelen bij elkaar houdt. Rol de rol iets af en steek de kleine tandwielen in hun houders.
1. Installatie
10
Draai de c artridge om, gr ijp de hendel en steek de car tridge in het printvak.
17
Installeren van de donorrol
11
Draai het gr ote tandwiel naar u toe tot de rol gespannen is.
12
Sluit het deksel van het printvak (druk beide kanten omlaag om ervoor te zorgen dat het deksel ineenklikt), en sluit het bedieningspaneel.
Klik.
13
Plaats hat papier in de papierlade en druk op de volgende toetsen om de rol te initialiseren.
Opmerking: Het papier moet geplaatst worden voor dat de film
geïnitialiseerd kan worden. Voor het plaatsen van papier, zie de volgende paragraaf, Plaatsen van printpapier.
FUNCTION
6
Het display toont:
INIT. DONORROL
Wanneer moet de donorrol verva ngen wor den.
De donorrol vervangen wanneer het display het volgende weergeeft:
ROL EINDE
Gebruik de volgende donorrol , die verkrijg b aar is bij uw vakhandel of leverancier:
Sharp UX-3CR Donorrol
18
START
Plaatsen van printpapier
Plaatsen van printpapier
U kunt papier met formaat A4 in de papierlade vull en. Het maxim um aantal bladen is:
60 voor papier met een gewicht van 60 tot 80 g/m50 voor papier met een gewicht van 75 tot 90 g/m
1
Waaier het papier uit en klop de hoek op een vlak oppervlak om de stapel weer gelijkmatig te maken.
2
Trek de papierontgrendelingsplaat naar u toe.
2
2
1. Installatie
3
Vul de stapel papier in de lade, printzijde omlaag.
•• Wanneer er papier in de lade overblijft, dient u dit te verwijder en
en het bij de stapel te voegen voor u het nieuwe pap ier invoert.
Zorg ervoor dat het papier zodanig wordt geladen dat er op de
print zijde van het
papier wordt geprint. Wanneer op de andere zijde wordt geprint is het printresultaat slecht.
19
Plaatsen van printpapier
4
Druk de papierontgrendelingsplaat weer omlaag.
Wanneer de papierontgrendelingspl aat niet omlaag wordt gedrukt, kunnen hierdoor storingen in de papieraanvoer ontstaan.
Opmerking: Bij het ontvangen van faxberichten of het kopiëren, mogen er
niet te veel bladzijden in de uitvoerlade ophopen. Hierdoor kan de uitgang verstopt raken en kunnen er papierstoringen ontstaan.
5
Uw faxtoestel wer d in de fabriek ingesteld om met normaal contrast te printen. Afhankelijk van het soort printp apier dat u heeft geladen kunt u eventueel een beter printresultaat behalen wanneer u de instelling op LICHT wijzigt. Druk op deze toe tsen:
FUNCTION
6
Op het display wordt het volgende weergegeven:
Druk op 1 om NORMAAL te selecteren of 2 om LICHT te selecteren.
NORMAAL LICHT
of
1
2
Op het display wordt het volgende weergegeven:
Druk op de STOP toets om terug te keren naar het datum en tijd display.
20
STOP
PRINT CONTRAST
KOPIE AFBREKEN
Het invoeren van uw naam en faxnummer
Het invoeren van uw naam en faxnummer
Voor u uw faxtoestel kunt gebruiken moet u uw naam en faxnumm e r invoer en. U moet bovendien de da tu m en de tijd instellen.
3 toets
213
4
5 6
7
9
8 0
Zodra u deze gegevens invoert verschijnen zij automatisch bovenaa n elke faxpagina die u verzendt.
1. Installatie
FUNCTION toets
START toets
STOP toets
1
Druk op deze toetsen:
# toets
FUNCTION
Op het display wordt het volgende weergegeven:
2
Druk twee maal op de # toets. Op het display wordt het volgende weergegeven:
3
INVOEREN
EIGEN FAX # ING.
21
Het invoeren van uw naam en faxnummer
3
Druk op de START toe ts.
START
Op het display wordt het volgende weergegeven:
FAXNUMMER INV.
4
Voer uw faxnummer (max. 20 cijfer s) in via de numerieke toetsen.
•• Om een spatie tussen de cijfers in te voeren, drukt u op de "#"
toets. Om een "+" in te voeren, dr ukt u op de "*" toets.
•• Wanneer u een verkeerd getal of letter invoert, drukt u op de
SEARCH/R toets om de cursor terug naar de fout te bewegen, vervolgens voert u het juiste getal of letter in.
2
Example:
Cursor: Een donkere vierkante markering in het display duidt aan waar
een cijfer of letter wordt ingevoerd.
5
55
1 43
5
Druk op START om het faxnummer in het geheugen op te slaan.
START
Op het display wordt het volgende weergegeven:
INV. EIGEN NAAM
6
Voer uw naam in door de numerieke toetsen te bedienen zoals in de onderstaande overzicht wordt weergegeven. Er kunnen max. 24 karaktertekens worden ingevoerd.
•• Om twee maal dezel fde letter achter elk aar in t e voeren, waarvoor
u de zelfde toets moet gebruiken, dient u na het invoeren van de eerste letter één keer de SPEAKER toets in te drukken en vervolgens de tweede letter in te voeren.
Voorbeeld: SHARP = 7 7 7 7 7 4 4 4 2 2 7 7 7 7 7 7
22
SPEAKER
Het invoeren van uw naam en faxnummer
A = B =
C =
D =
E =
F =
G =
H =
I =
GHI
PQRS
ABC
JKL
TUV
SYMBOLS
DEF
MNO
WXYZ
SPEED DIAL
REDIAL
SEARCH
SPEAKER
M =
N =
O =
P =
Q = R =
R
Druk achtereenvolgen s op elke toets om een van de volgende symbolen te selecteren: ./!"#$%&’()++,-:;<=>?@[ ¥]^_p{|}→←ÿ
J =
K =
L =
S =
T = U =
V =
W =
X =
Y =
Z =
SPACE =
Druk op deze toets om de letter die door de cursor wordt gemarkeerd, te wiss en.
Shift
Druk op deze toets om kleine letters in te geven (nogma als dr ukke n om te rug te ker en naar hoofdletters).
Cursor links
Druk op deze toets om de curso r naar links te laten gaan.
Cursor rechts
Druk op deze t oet s om de cur sor naar recht s te laten gaan.
1. Installatie
7
Druk op de START toe ts om uw naam in het geheugen op te slaan.
START
Op het display wordt het volgende weergegeven:
BEVEILIGING
8
Druk op de STOP toets om naar het display met datum en tijd teru g te keren.
STOP
23
Instellen van de datum en de tijd
Instellen van de datum en de tijd
De datum en de tijd verschijnen op het display en op berichten en worden bovenaan op elke verzonden bladzijde geprint.
3 toets
213
4
5 6
7
*
1
Druk op deze toetsen:
8 0
toets
9
STOP toets
FUNCTION
Op het display wordt het volgende weergegeven:
2
Druk 3 maal op de * toets.
België druk op deze toetsen:
Op het display wordt het volgende weergegeven:
FUNCTION toets
START toets
3
INVOEREN
INV.DATUM & TIJ D
Opmerking: Deze fax is geschikt voor het gebruik in het jaar 2000.
24
Instellen van de datum en de tijd
3
Druk op de START toets.
START
•• De actueel ingestelde datum verschijnt in het display.
4
Voer een nummer met twee cijfers in voor de dag ("01" tot "31").
•• Om een fout te korrigeren, dient u op de SPEED DIAL toets te
drukken om de cursor terug naar de fout te brengen en vervolgens het juiste nummer in te voeren.
1. Installatie
(Voorbeeld: )
5
Voer een nummer met twee cijfers in voor de maand ("01" voor januari, "02" voor februari, "12" voor december enz.)
(Voorbeeld: )
6
Voer het jaar in (vier cijfers).
Voorbeeld: 1999
7
Voer een nummer met twee cijfers in voor het uur ("00" tot "23") en een nummer met twee cijfers voor de minuut ("00" to "59").
(Voorbeeld: 9:25)
0 5
0
0
1
9 91
9
9
2
5
25
Instellen van de datum en de tijd
8
Druk op de START toets om de klok te starten.
START
Op het display wordt het volgende weergegeven:
9
Druk op de STOP toets om naar het display met datum en tijd teru g te keren.
Opmerking: De tijdsinstelling zal automatisch aan het begin en het einde
van de zomertijd veranderen.
STOP
INVOER JUNK NR.
26
Selecteren van de ontvangstmode
Selecteren van de ontvangstmode
Uw faxapparaat heeft vier modes voor het ontvangen van binnenkomende telefoon gesprekken en faxberich ten.
TEL mode:
Dit is de meest comfortabele functie voor het ont vangen van telefoongesprekken. U kunt ook faxberichten on tvang en, maar alle binnenkomende berichten m oeten e erst beantwoo rd word en door het opnemen van de hoorn van het faxtoestel of van een nevent oest el dat aan dezelfde lijn is aangesloten.
FAX mode:
Selecteer deze functie wanneer u alleen faxberichten op deze leiding wilt ontvangen. Het faxtoest el z al alle gesprekken en binnenko mende faxberichten automati sch beantwo orden.
TEL/FAX mode: Deze mode is gemakkelijk voor het ontvangen van zowel telefoongesprekken als van faxberichten. Wanneer er een verbinding tot stand komt, herkent het faxtoestel of er sprake is van een telefoongesprek, of een automatisch gekozen faxbericht. Wanneer het een telefoongesprek is, maakt het faxto estel een speciaal bels ign aal om u erop attent te maken dat u moet antwoorden. Wanneer het een automatisch gekozen faxberi cht is, zal de ontvangst onmidd el lijk beginnen.
1. Installatie
A.M. functie: Gebruik deze functie alleen wanneer u een antwoordapparaat op het faxtoestel heeft aangeslot en (zie hoofdstu k 6). Ki es deze functi e wanneer u weggaat om telefoongesprekken op uw antwoordapparaat te ontvangen en faxberich ten op uw faxto estel.
27
Selecteren van de ontvangstmode
Het instelle n van de ontva ngs tmode .
Druk op de RECEPTION MODE toets tot de pijl op het display de gewenste mode aanwijst.
RECEPTION MODE toets
213
4
5 6
7
9
8 0
FAX
TEL
TEL/FAX
TEL
TEL/FAX
TEL
A.M.
FAX
A.M.
FAX
A.M.TEL/FAX
RECEPTION MODE
14 FEB 10:30
14 FEB 10:30
14 FEB 10:30
FAX
14 FEB 10:30
TEL
TEL/FAX
A.M.
Voor nadere informatie m. b.t . het ontv angen van faxb eri chten in de TEL, TEL/FAX mode en FAX mod e, zie hoofdstuk 3, "Het ontvangen van documenten". Voor nadere informatie m.b. t. het gebruik van de A.M. mode, zie hoofdst uk 6.
28
Afstellen van het volume
Afstellen van het volume
213
4
5 6
7
9
8 0
Luidspreker
1
Druk op de SPEAKER toets.
U kunt het volume van de luidspreker en het belsignaal instellen met de UP en DOWN toetsen.
DOWN toets
UP toets
SPEAKER
1. Installatie
2
Druk op de UP of DOWN toets.
DOWN
3
Wanneer het display het gewenste
UP
of
volume weergeeft, dru kt u op de SPEAKER toets om de luidspreker uit te schake len.
Display:
SPEAKER:HOOG
SPEAKER:MIDDEL
SPEAKER:LAAG
SPEAKER
29
Afstellen van het volume
Belsignaal
1
Druk op de UP of DOWN toets. (Verzekert u zich ervan dat de SPEAKER toets niet werd ingedrukt en dat de hoorn niet werd opgenomen.)
DOWN
of
UP
Display: VOLUME:HOOG
VOLUME:MIDDLE
•• Het belsignaa l klinkt een maal op
het gewenste volume, vervolgens verschijnen de tijd en de datum weer op het display .
2
Wanneer u BEL :UIT OK ? heeft geselecteerd, drukt u op de START toets.
VOLUME:LAAG
BEL :UIT OK ?
START
30
Zenden
2
Hoofdstuk
Documenten, die verzonden kunnen worden
Formaat en gewicht
van documenten
Het formaat en het gewicht van de do cumenten,die u in de documentinvoer kunt plaats en, hangt af van het feit of u de bladzijden één voor één of verscheidene bladzijden tegelijkertijd wil t invoeren.
Een bladzijde p er keer :
210 mm
Minimum formaat
Minimum gewicht
148 mm
140 mm
52 g/m²
Maximum formaat
600 mm
Maximum gewicht
157 g/m²
Meerdere bladzijden tegelijkertijd:
Minimum formaat
148 mm
140 mm
Maximum formaat
210 mm
297 mm
2. Zenden van do cumenten
Minimum gewicht
52 g/m²
Maximum gewicht
80 g/m²
31
Documenten, die verzonden kunnen worden
Opmerking: letters of afbeeldingen op de randen van een document
worden niet gescand.
5 mm
4 mm
5 mm
4 mm
Overige beperkingen
De scanner herkent geen gele, groene of lichtblauwe inkt.
Karakters in het gearceerde gebied worden niet gescand.
Inkt, lijm en korrektie-vloeistof moeten opgedroogd zijn, voordat
het document wordt overgebr acht.
Alle paperclips , nietjes en naalden moeten verw ijderd worden
voordat u de documenten in de invoereenheid plaatst. W anneer deze niet verwijderd worden, kunnen zij het apparaat beschadigen.
Documenten, die geplakt, gescheurd, een carbon achterzijde
hebben, kleiner zijn dan het minimum f ormaat, snel vero ntreinigd worden of een glad oppervlak hebbe n, moeten eerst gefotokopieerd worden zodat de fotokopie in de invoereenheid kan worden geplaatst.
32
Plaatsen van het document
Plaatsen van het document
Er kunnen tot 10 originelen tegelijke rtijd in de toevoer worden geplaatst. Deze worden automati sch in de machine gevoerd, beginnend bij het onderste blad.
Wanneer u meer dan 10 originelen moet kopiëren of verzenden, dient u
de extra originelen voorzichtig en zorgvuldig in de papiertoevoer te plaatsen, wanneer het laatste origineel wordt afgetast. Probeer het originelen niet met geweld in te voeren, daar hierdoor een dubbele toevoer of documentstoring kan worden veroorzaakt.
Wanneer uw document uit meerdere grote of dikke originelen bestaat,
die één voor één moeten worden ingevoerd, dient u de afzonderlijke originelen telkens in de machine te voeren, wanneer het voorafgaande blad wordt afgetast. Voorzichtig invoeren om dubbele toevoer te vermijden.
1
Stel de papiergeleiders op de br eedte van uw document af.
2
Leg het document omgekeerd neer en schuif het voorzichtig in de documentinvoer. De bovenkant van het document dient de machine het eerst binnen te gaan.
•• De invoereenheid zal het voorste
einde van het document in de machine trekken. Op het display wordt het volgende weergegeven:
2. Zenden van
documenten
VERZENDKLAAR
3
Stel de resolutie en/of het contrast in (indien gewenst) zoals beschreven in paragraaf "Resolutie en contrast" en kies vervolgens het ontvangende toestel zoals beschreve n in "Zenden van een faxbericht m.b.v. normaal kiezen".
RESOLUTION
33
Plaatsen van het document
Een document uit de invoereenheid verwijderen
Wanneer u een document uit de invoereenheid moet verwijderen, opent u het bedieningspanee l.
Belangrijk:
Probeer het document niet te verwijderen zonder het bedieningspaneel te openen. Hierdoor kan het invoermechanisme beschadigd worden.
1
Open het bedieningspaneel door de vingergreep vast te pakken en omhoog te trekken.
2
Verwijder het document.
3
Sluit het bedieningspaneel en zorg ervoor dat het op zijn plaats ineenklikt.
34
Klik.
Resolutie en contrast
Resolutie en contrast
Indien gewenst kunt u de resolutie en het contrast voor het verzenden van een document afstellen.
De fabrieksinstelling voor de resolutie is STANDAARD en de fabrieksinstelling voor het contrast is AUTO.
Opmerking: de resolutie- en de contrastin stelling zijn alleen effectief bij
het zenden van een document. Zij werken niet bij het ontvangen van een document.
U moet de instellingen telkens afstellen wanneer u de fabrieksinstelling niet wilt gebruiken.
Resolutie
STANDAARD: Gebruik de STANDAARD- mode voor ge wone
documenten. Met behulp van deze instelling krijgt u de snelste en meest economische overdrachtresultaten.
FIJN: Gebruik FIJN voor een betere reproductie, vooral
bij documenten die kleine letters of fijne tekeninge n bevatten.
2. Zenden van
documenten
SUPER FIJN: Gebruik SUPER FIJN wanneer u de hoogste
reproductie- kwalitei t nodig heeft.
FOTOMODE: Gebruik FOTOMO DE voor foto’s en illustraties.
Het origineel wordt in 64 grijstinten gereproduceerd.
Contrast
AUTO Gebruik AUTO voor normale documenten. DONKER Gebruik DONKER voor lichte documenten.
35
Resolutie en contrast
1
Plaats het document (de documenten).
•• Het document moet eerst geladen
worden voordat de resolutie en het contrast ingesteld kunnen worden.
2
Druk één of meerdere keren op de RESOLUTION toets, totdat de gewenste resolutie en contrast instellingen op de display worden weergegeven.
•• De eerste keer, dat u door de lijst
met resolutie-instellingen gaat, zal de contrast-instelling AUTO naast elke resolutie-instelling verschijnen. Wanneer u de lijst voor de tweede keer doorgaat, verschijnt de contrast-instelling DONKER.
RESOLUTION
Display:
STANDAARD :AUTO
FIJN :AUTO
S-FIJN :AUTO
FOTO-MODE :AUTO
STANDAARD :DONKER
FIJN :DONKER
S-FIJN :DONKER
FOTO-MODE :DONKER
Opmerking: Om in FIJN of S-FIJN instelling te zenden, moet het
ontvangende faxtoestel ook over deze resolutie beschikken. Wanneer dit niet het geval is, zal uw faxtoestel automatisch op de daaropvolgende instelling terugvallen.
36
Zenden van een faxbericht m.b.v. normaal kiezen
Zenden van een faxbericht m.b.v. normaal kiezen
Bij normaal kiezen neemt u de hoorn op (of drukt u op de SPEAKER toets) en kiest u door op de numerieke toetsen te drukk en .
Wanneer een persoon opneemt, kunt u hie rmee door de hoorn
spreken voor u een faxbericht zendt. (Wanneer u de SPEAKER toets, moet u de hoorn opnemen om te spre ken).
Met normaal kiezen kunt u naar de leiding luisteren en controleren
of het andere faxtoestel antwoordt.
1
Plaats het document (de documenten).
Op het display wordt het volgende weergegeven:
VERZENDKLAAR
2. Zenden van
documenten
•• Stel desgewenst de resolutie en/of
het contrast in.
2
Neem de hoorn van de haak of druk op de SPEAKER toets. Luister naar de kiestoon.
3
Kies het nummer van de ontvangende machine door op de numerieke toetsen te drukken.
RESOLUTION
1
GHI
4
PQRS
7
ABC
SPEAKER
of
DEF
3
2
JKL
MNO
6
5
TUV
WXYZ
9
8
37
Zenden van een faxbericht m.b.v. normaal kiezen
4
Wacht op de verbinding. Afhankelijk van de instelling van het ontvangende faxtoestel zult u een fax-ontvangstsignaal horen of zal de andere persoon antwoorden.
•• Wanneer de ontvanger zich meldt,
dient u hem te vr agen de START toets in te drukken. Wanneer u d e SPEAKER toets heeft ingedrukt, dient u de hoorn van de haak te nemen voor een gesprek. Hierdoor zal de ontvangende machine een ontvangsttoon uitzenden.
5
Wanneer u de ontvangsttoon hoort, dient u de START toets in de drukken. Plaats de hoorn na gebruik weer op de haak.
Beep
STAR T
•• Wanneer de transmissie beëindigd
is, zal het faxapparaat een pieptoon laten ho ren.
De toepassing v an de REDIAL toe ts
U kunt de REDIAL toets indrukken om het laatst gedraaide nummer opnieuw te kiezen. Om een document te zenden, gaat u verder vanaf stap 4 of normaal kiezen. Let op dat de luidspreker automatisch geactiveerd wordt zodat u de hoorn niet meteen op hoeft te nemen.
Fax ontvangstsi gn aal : Dit is een duideli jke hog e toon di e het ontvangende toest el a an het zendende toest el zendt om aan te duiden dat deze klaar is voor de ontvangst.
38
Zenden van een faxbericht d.m.v. automatisch kiezen
Zenden van een faxbericht d.m.v. automatisch kiezen
U kunt een fax- of telefoonnummer kiezen door op een snelkiest oets t e drukken of door de SPEED DIAL toets in te drukken en een getal met twee cijfers in te voeren.
Om automatisch kiezen te gebruiken moet u eerst het complete
fax- of telefoonnummer in uw faxtoestel opslaan.
Wanneer u een fax- of telefoonnummer opslaat, selecteert u
hiervoor een verkort kiesnummer met twee cijfers. Er zijn 45 verkorte kiesnummers beschikbaar .
2. Zenden van
documenten
De verkort kiesnumm ers 01 tot 05 zijn voor het kiezen m.b.v. snelkiestoetsen (één toets handeling).
De verkort kiesnummers 06 tot 45 zijn voor het kiezen m. b. v. de
DIAL toets.
Bevestig de strook met etiketten voor de snelkiestoet se n boven de snelkiestoet sen .
SPEED
SPEED DIAL toets
213
4
5 6
7
9
8 0
01
SPEED DIAL
1 1
Snelkiestoetsen
START
Wanneer u een num m er in een snelkiestoets opslaat, kunt u de bijbehor end e naam op het etiket schrijven.
39
Zenden van een faxbericht d.m.v. automatisch kiezen
Opslaan van fax- en telefoonnummers voor automatisch kiezen
1
Druk op deze toetsen:
Op het display wordt het volgende weergegeven:
2
Toets "1" om (SET) te selecteren.
Op het display wordt het volgende weergegeven:
3
Voer een verkort kiesnummer met twee cijfers in door de numerieke toetsen (01 tot 05 voor kiezen m.b.v. snelkiestoetsen, 06 tot 45 voor kiezen m.b.v. verkort kiestoetsen) in te drukken.
4
Voer het fax- of telefoonnummer in door op de numerieke toetsen (max. 32 cijfers inclusief pauzes ).
FUNCTION
FAX/TE L #
3
1
FAX/TEL # INGAVE
ING. VERKORT NR.
0
1
(Voorbeeld: )
•• Druk op de SPEED DIAL toets om een fout te wissen.
•• Wanneer er een pauze nodig is tussen de cijfers om toegang tot
een speciale service of een externe leiding te krijgen drukt u op de REDIAL toets. Er kunnen verschillende pauzes na elkaar worden ingevoerd.
•• Wanneer u zich op een PBX bevindt, moet u de toegangscode voor
het openbare net niet invoeren. Wanneer het nummer binnen uw PBX is, voegt u een R in voor het nummer.
•• Druk op de SEARCH/R toets om een spatie tussen de cijfers in te
voegen.
5
Druk op de START toets.
40
START
Zenden van een faxbericht d.m.v. automatisch kiezen
6
Voer de na am in door de numerieke toetsen in overeenstemming met het onders taa nde overzicht te bedienen. Er kunnen max. 20 karaktertekens worden ingevoerd . (Zie stap 6 in "Invoeren va n uw naam en faxnummer" in hoofdstuk 1 voor nadere de tails).
•• Indien u geen naam wilt invoeren, kunt u deze stap overslaan.
•• Om twee maal dezelfde letter achter elkaar in te voeren, waarvoor
u de zelfde toets moet gebruiken, dient u na het invoeren van de eerste letter één keer de SPEAKER toets in te drukken en vervolgens de tweede letter in te voeren.
Voorbeeld: SHARP = 7 7 7 7 7 4 4 4 2 2 7 7 7 7 7 7
A = B =
C =
D =
E =
F =
G =
H =
I =
7
Druk op de START toets.
8
Keer terug naar stap 3 om een ander nummer op te s laan of druk op
J =
K =
L =
M =
N =
O =
P =
Q = R =
START
SPEAKER
S =
T = U =
V =
W =
X =
Y =
Z =
SPACE =
STOP om het invoeren te beëindigen. Wanneer het nummer wordt gebruikt voor het kiezen m.b.v. snelkiestoetsen, kunt u de naam op het desbetreffende etiket schrijven.
STOP
Stap 3 of
2. Zenden van
documenten
Opslaan van netnummers en toegangscodes
U kunt ook een netnummers of toegangscode in een snelkiest oets o f verkort kies num mer opsl aan. Om dit nu mm er bi j het kie zen te gebruiken, zie "Kiezen m.b.v. combinatie kiezen" in hoofdstuk 5, "Het maken van telefoongesprekken".
Opmerking: een netnummer of toegangscode dat is opgeslagen in een
snelkiesnummer of verkort kiesnummer kan alleen worden gebruikt wanneer de hoorn wordt opgenomen of wanneer de SPEAKER toets wordt ingedrukt voor het kiezen.
41
Zenden van een faxbericht d.m.v. automatisch kiezen
Het wissen van nummers
1
Druk op deze toetsen:
FUNCTION
3
Op het display wordt het volgende weergegeven:
FAX/T EL #
2
Toets " 2" om (WISSEN) te selecteren.
3
Voer het ve rkortkiesnummer dat u wilt wissen in door op de
2
numerieke toetsen te drukken.
0
1
4
Druk op de START toets.
START
5
Ga terug naar stap 3 om een ander nummer te wissen of toets STOP om de functie te verlaten.
Stap 3 of
(Voorbeeld: )
STOP
Het maken van wi jz igi ngen
Om de ingegeven numm e rs voor snelkiest oetsen o f verkortkiesnummers te wijzigen, herhaalt u de invoerprocedure. Kies de snelkiestoets of de verkortki escode waarvan u het nummer wil t wijzigen in stap 3 en wijzig dan het numm er en/of de naam wanneer die in het display verschijnen (S tappen 4 resp. 6).
Een lithium batter ij bewaar t de automa tisc he kiesnum me rs in het ge-
heugen.
Uw faxtoestel he eft een lith ium batteri j om autom a tische kiesnummers en andere geprog ramm ee rde gegeve ns in het geheuge n te bewa ren wann ee r de spanning uitge sch ake ld is. De energi e van de batte rij wordt prima ir gebruik t, wanneer de spann ing uit gesc ha kel d is. Wann ee r de spanning continu uit­geschakeld i s, bedra ag t de levensd uur va n de batte rij onge ve er 5 jaar. Wan­neer de batteri j leeg is, kunt u deze laten verva nge n door een gca uto rise er d servic eb edrijf. Pr obe er di t ni et ze lf t e doen.
42
Zenden van een faxbericht d.m.v. automatisch kiezen
Kiezen d.m. v . een sne l ki e stoe ts
Wanneer het nummer dat u wilt kie zen voor het autom ati sch kiezen in de vorm van een verkortkiesnum mer van "01" tot "05" is opgesl ag en , kunt u kiezen door de overeenkomstige snelkiesto ets te bedien en.
1
Plaats het document (de documenten).
Op het display wordt het volgende weergegeven:
VERZENDKLAAR
2. Zenden van
documenten
•• Stel desgewenst de resolutie en/of
het contrast in.
2
Druk op de snelkiestoets die met het gewenste snelkiesnummer correspondeert.
•• De naam van de ontvanger wordt op
het display weergegeven, of het faxnummer indien er geen naam bij het nummer is opge nomen. (Wanneer de naam of het nummer niet juist zijn, dient u de STOP toets te bedienen.)
•• Zodra de verbinding tot stand is
gekomen, wordt het document automatisch verzonden.
RESOLUTION
01 02 03
Voorbeeld: Om het
verkortkiesnummer "01" te kiezen, toetst u snelkiestoets 01.
43
Zenden van een faxbericht d.m.v. automatisch kiezen
Kiezen d.m .v . ee n verk ortki e scode
"Kiezen d.m.v. een verkortkiescode" kan worden gebruikt om een willekeuri g nummer te kiezen dat is opgesl agen voor "Autom at isch kiezen".
1
Plaats het document (de documenten). Op het display wordt het volgende
weergegeven:
VERZENDKLAAR
•• Stel desgewenst de resolutie en/of
het contrast in.
2
Druk op de SPEED DIAL toets en voer de twee cijfers van de
RESOLUTION
SPEED DIAL
verkortkiescode in met behulp van de numerieke toetsen.
2 0
•• Om nummers va n 1 tot 9 in te
voeren, dient u eerst een 0 en dan het nummer te kiezen.
3
Controleer het display. Wanneer de weergegeven naam of het nummer juist is, drukt u op de START toets. (Zo niet, drukt u op de STOP toets.)
44
(Voorbeeld: )
STAR T
Zenden van een faxbericht d.m.v. automatisch kiezen
Direkt kie ze n via het toets enbord
U kunt ook een compleet nummer met de num e rieke toets en invoeren en vervolgens op de START toets drukken om met kiezen te beginnen. U kunt deze methode gebrui ken om een compl eet num mer te kiezen wanneer u niet met de andere persoon hoeft te spreken voor het zenden van een faxbericht.
Opmerking: Direct kiezen via het toetsenbord kan niet gebruikt worden
om een nummer te kiezen binnen dezelfde PBX als uw faxtoestel. Om een document naar een faxtoestel in uw PBX te zenden, dient u normaal kiezen te gebruiken.
1
Plaats het document (de documenten). Op het display wordt het volgende
weergegeven:
2. Zenden van
documenten
VERZENDKLAAR
•• Stel desgewenst de resolutie en/of
het contrast in.
2
Druk op de juiste numerieke toetsen om het nummer in te voeren.
•• Wanneer er een pauze nodig is
tussen de cijfers om toegang tot een speciale service of een externe lijn te krijgen drukt u op de REDIAL toets. Er kunnen verschillende pauzes na elkaar worde n ingevoerd.
3
Controleer het display. Wanneer het weergege ven nummer van de ontvangende machine juist is, drukt u op de START toets.
•• Wanneer het nummer niet juist is,
drukt u op de STOP toets om he t nummer te wissen. Vervolgens voert u het numme r opnieuw in.
RESOLUTION
GHI
PQRS
ABC
DEF
3
2
1
JKL
MNO
5 8
START
6
WXYZ
9
45
4
TUV
7
Zenden van een faxbericht d.m.v. automatisch kiezen
Het gebruik van de SEARCH/ R toets
Wanneer u zich het snelkiesnummer of de verkortkiescod e, waaronder u een bepaald faxnummer heeft opgeslagen, niet meer herinnert, kunt u het nummer zoeken door de volgende stappen uit te voeren. Zodra u het nummer heeft gevonden, kunt u dit kiezen en het geladen document zenden door gewoon op de START toets te drukken.
1
Plaats het document (de documenten). Op het display wordt het volgende
weergegeven:
VERZENDKLAAR
RESOLUTION
•• Stel desgewenst de resolutie en/of
het contrast in.
2
Druk op de SEARCH/R toets en vervolge ns op de 1 toets.
België druk op de toets:
3
Voer de eerste letter van de opgeslagen naam in, door de overeenkomstige cijfertoets (de toets waarboven de letter staat) een of meer malen in te drukken tot de letter op het display verschijnt. Wanneer de naam met een speciale letter of symbool begint, toetst u "1".
•• Wanneer u de eerste letter bent
vergeten, gaat u naar stap 4 (u zult van het begin af door de lijst scrollen).
•• Wanneer er geen naam bij het
nummer is opgeslagen, toetst u "0". Hierdoor verschijnen er nummers, geen namen , tijdens het scrollen.
46
SEARCH
SEARCH
R
R
GHI
PQRS
1
ABC
DEF
3
2
1
JKL
MNO
4
TUV
7
6
5
WXYZ
9
8
Zenden van een faxbericht d.m.v. automatisch kiezen
4
Toets de "#" toets of de "*" toets om door de namen te scrollen (nummers wanneer u "0" heeft gedrukt). Stop wanneer de gewenste naam op het display verschijnt.
of
•• Wanneer er geen namen zijn
opgeslagen, die met de ingevoerde letter beginnen, zult u vanaf de volgende naam op de lijst, in alfabetische volgorde, scrollen. Wanneer er helemaal geen namen/nummers zijn opgeslagen, verschijnt GEEN DAT A .
5
Druk op de START toets. Het document zal automatisch worden verzonden nadat de verbinding tot stand is gebracht.
START
Automatisch herkiezen
Wanneer u automatisch kiezen gebruikt (inclusi ef direct kiezen via het toetsenbord) en de lijn is bezet, zal uw faxtoestel het num mer automatisch herkiezen. Er worden maximaal 2 herkiespogingen uitgevoerd in intervallen van 2.5 minuut.
2. Zenden van
documenten
Om het automatisch herkiezen te stoppen, dient u de STOP toets
te bedienen.
47
Het ontvangen
3
Hoofdstuk
Het gebruik van de TEL/FAX Mode
van documenten
Druk op de
RECEPTION MODE
toets tot de pijl in het display naar TEL/FAX wijst.
RECEPTION MODE
TEL
FAX
TEL/FAX
A.M.
Wanneer de ontvangst mod e op TEL/FAX staat z al uw faxtoest el automatisch alle bi nnenko mende bericht en na 1 of 2 belsignalen antwoorden. Na het beantwoorden zal uw faxtoestel de lijn gedurende ca. 5 seconden observeren om vast te stellen of er een faxsignaal wordt uitgezonden.
Wanneer uw faxtoestel een faxsignaal herkent (da t betekent dat
het binnenkomende bericht een automatisch gekozen faxbericht is) zal uw toestel onmiddellijk beginnen met de ontvangst van het binnenkomende document.
Wanneer uw faxtoestel geen faxsignaal herkent (dit betekent dat
het binnenkomende bericht een gesprek of een handmatig gekozen fax is) zal er gedurende 15 seconden ee n belsignaal klinken (zogenaamd intern belsignaal) om u erop attent te maken, dat u moet antwoorden. Wanneer u binnen deze tijd niet antwoordt, zal uw faxtoestel een faxsignaal naar het andere toestel zenden om deze de mogelijkheid te geven desgewenst een handmatig faxbericht te zenden.
Kommenta ar:
•• Alleen uw fax toe ste l zal u er door middel van een intern belsignaal op atte nt
maken wanneer er gespreksv erbindingen of hand mati g gekoz en fa xbe richt en aankomen. Ee n neventoestel, dat op de zelfd e li jn als het fa xt oest el is aangeslo te n, zal geen be lsi gnaal laten hore n nad at de ve rbi ndi ng to t sta nd gekomen is.
•• De duur van het intern belsign aal kan worde n in gest eld doo r midde l van
optionele inste ll in g 8 (Zie hoofd stuk 8, "Optio nele inste ll in gen " ).
48
Het gebruik van de FAX Mode
Het ontvangen van documenten
Druk op de
RECEPTION MODE
toets tot de pijl in het display naar FAX wijst.
RECEPTION MODE
TEL
FAX
A.M.TEL/FAX
Wanneer de ontvangstmode op FAX ingesteld is, beantwoo rdt uw faxtoestel automat isch alle gesprekken na 1 of 2 belsignalen en ontvangt de binnenko mende docum enten.
1 of 2 belsignalen Faxontvangst
U kunt het aantal belsignalen wijzigen waarna het faxtoestel
binnenkomende gesprekken beantwoordt door optionele instelling 3 te wijzigen (zie hoofdstuk 8, "Optionele instellingen").
Wanneer u de hoorn opneemt voordat uw faxtoestel antwoordt,
kunt u met de opbellende persoon spreken en/of een document ontvangen zoals onderstaand besc hreven in "Het gebruik van de TEL Mode".
van documenten
3. Het ontva ngen
49
Het ontvangen van documenten
Het gebruik van de A.M. Mode
Druk op de
RECEPTION
MODE toets tot de
pijl in het display naar A.M wijst.
RECEPTION MODE
TEL/FAX
TEL
FAX
A.M.
In de A.M. mode zal uw faxtoestel auto mati sch gespreksv erbindi ngen en faxberichten ontvangen als u een antwoordapparaat heeft aangesloten op het faxappa raat. Zie hoofd stu k 6 voor meer details.
50
Het ontvangen van documenten
Het gebruik van de TEL Mode
Druk op de
RECEPTION MODE toets tot de
pijl in het display naar TEL wi jst.
RECEPTION MODE
Wanneer de ontvangstmode op TEL is ingesteld, moet u alle gesprekken b eantwoo rd en m.b.v. de hoorn van het faxtoestel of een neventoest el dat op de zelfde lijn is aangesloten.
Antwoorden met de hoorn van het faxtoes te l
1
Neem de hoorn op wanneer het toestel rinkelt.
TEL
FAX
A.M.TEL/FAX
van documenten
3. Het ontva ngen
2
Wanneer u een faxsignaal hoort, wacht u tot ONTVANGEN in het display verschijnt, waarna u de hoorn oplegt.
Beep
ONTVANGEN
Opmerking: Wanneer u de optionele
instelling 15 (Fax detectie) op NEE heeft ingesteld en u een faxsignaal hoort wanneer u de hoorn opneemt, dient u de
START toets in te drukken
om de ontvangst te starten.
51
Het ontvangen van documenten
3
Wanneer de andere persoon eerst wil praten en vervolgens een faxbericht wil zenden, drukt u op de START toets na het spreken (druk op uw START toets voor de zender op zijn star t toets drukt).
•• Verzekert u zich ervan dat het display ONTVANGEN weergeeft
en leg vervolgens de hoorn op.
START
ONTVANGEN
Een neventoestel opnemen
1
Neem het neventoestel op wanneer deze rinkelt.
2
Wanneer u een faxsignaal hoo rt, dient u te wachten tot uw faxtoestel antwoordt (het neventoestel valt stil indien aangesloten via de TEL.SET contac tbus), en vervolgens op te hangen.
Beep
Het apparaat valt stil.
3
Wanneer het faxtoestel niet antwoordt of wanneer de andere persoon eerst met u wil spreken en vervolgens een faxbericht wil zen den, drukt up op 5, * en * op het neventoestel (alleen bij een telefoon met toon kies methode). Hang op zodra uw faxtoestel antwoordt.
52
5
Kommentaar:
Het ontvangen van documenten
•• Uw faxtoestel accepteert he t si gna al om de ont van gst t e starten niet ("5", "
en "*") wanne er er ee n doc ument in de toe voe r is ge plaatst.
•• Opmerking : Wanneer u de optionele instel li ng 15 op "NEE " hee ft ingeste ld
en u een faxsignaal hoor t wannee r u de hoorn van het nevento est el opne emt, dient u " 5", "*", en "*" in te drukken. Indi en uw ne ve nto est el niet in staa t is om toonsignal en uit te zenden moe t u naar het faxt oest el gaan, de hoorn opnem en en de START toet s indrukken.
•• De code die gebruikt wordt om faxo ntv ang st te avcti ve ren vanu it een
toon-nevent oestel ("5", "*", en "*") kan desgewenst worde n gewi jzig d. Zie optionele inste llin g 4 ("TEL /FAX act iv eringsc ode ) in hoofd stuk 8, "Optionel e inste ll ing en".
Ontvangst verhouding
De fax werd in de fabriek ingesteld om het formaat van het ontvangen document automatisch zodani g te reduceren dat het overeenstem t met het formaat van het printpapier. Op di e manier wordt ervoor gezorgd dat de randen van het document niet afgesneden worden. Desgewenst kunt u deze functie uitschakelen en de ontvangen docum en t op het volle forma at printen.
Opmerking: Wanneer een document te lang is om op het printpapier te
passen, zal de rest op een tweede pagina worden geprint. In dit geval kan het afbreekpunt in het midden van een zin liggen.
*
"
van documenten
3. Het ontva ngen
Opmerking: Automatische reductie is eventueel niet mogelijk wanneer het
ontvangen document te lang is, teveel grafieken en afbeeldingen bevat of met een hoge resolutie wordt gezonden. In dit geval zal de rest van het document op een tweede pagina worden geprint.
1
Druk op deze toetsen:
FUNCTION
6
Op het display wordt het volgende weergegeven:
ONTV. VERHOUDING
53
Het ontvangen van documenten
2
Druk op "1" om de automatische reductie aan te zetten of "2" om deze functie uit te zetten.
AUTO 100%
1 2
of
Wanneer u AUTO heeft geselecteerd, gaat u verder naar stap 3. Wanneer u 100% heeft geselecteerd, gaat u verder naar stap 4.
3
Wanneer u AUTO heeft geselecteerd, kiest u het ontvangstpercentage dat moet worden gebruikt wanneer het geheugen vol is(automatische r eductie is niet mogelijk wanneer het geheugen vol is). Druk op 1 voor 93% of op 2 voor 100%.
93% 100%
1 2
of
4
Druk op de STOP toets.
54
STOP
Maken van kopieën
4
Hoofdstuk
Uw fax kan ook worden toegepast om kopieën te maken. Deze functie kan in het bijzonder worden gebruikt om voorbeeldkopieën van te zenden documenten te maken, waaraan u kunt zien of de resolut ie of het contrast moet worden bijgestel d.
1
Laad het document/de documenten met de beschreven zijde naar beneden. (maximaal 10 bladzijden).
Op het display wordt het volgende weergegeven:
VERZENDKLAAR
•• Stel de gewenste resolutie en/of
contrast in. (De fabr ieksinstelling voor kopië ren is FIJN ).
2
Druk op de COPY/HELP toet s.
Binnenkom e nde gesprekke n tijdens het kopiëre n
Gedurende het kopiëren gaat de UX-310 in handmatige ont vangs t, zodat u, wanneer er tijdens het kopiëren een gespreksverbinding aankomt, de hoorn op kunt nemen om te spreken.
Om een document te ontv angen, drukt u op de START toets, nadat u klaar bent met kopiëren. Wanneer u het document onmid dell ij k wilt ontvangen, dient u de STOP toets te bedienen om het kopiëren te onderbreken en vervolgens de START toets te drukken, zodra het document uit het to estel i s gekom en en in de stand-by mode is teruggekeerd.
RESOLUTION
COPY/HELP
kopieën
4. Maken van
55
Maken van kopieën
Kopie-afbreken-functie
Wanneer u een kopie maakt van een document dat langer is dan het printpapier, dient u de kopie afbreekinstelling te gebruiken om te selecteren of u het resterende gedeelte van het document wilt afbreken of op een tweede pagina wilt printen. De oorspronkelijke in stel ling is JA (de rest afbreken). Om de instelling te ve randeren, dient u de onderstaande stappen op te volgen.
1
Druk op deze toetsen: Op het display wordt het volgende
weergegeven:
KOPIE AFBREKEN
2
Druk op 1 om de kopie afbreekinste lling op JA te zetten (het restere nde gedeelte van het document wordt niet geprint), of op 2 om de kopie afbreekinstelling op NEE te zetten (het resterende gedeelte wordt op een tweede pagina geprint).
Op het display wordt het volgende weergegeven:
INIT. DONORROL
3
Druk op de STOP toets om na ar h et display met datum en tijd terug te keren.
FUNCTION
JA
1
STOP
6
NEE
of
2
56
5
Hoofdstuk
U kunt uw faxapparaat als een normale telefoon gebruiken om gespreksverbindingen te maken en te ont vangen.
Om een gespreksverbinding te maken of te ontvangen moet de
1
Neem de hoorn op of druk de SPEAKER toets in. Luister naar de kiestoon.
2
Kies een nummer met behulp van één van de volgende methoden:
•• Normaal kiezen: Voer het
•• Kiezen m.b.v. de snelkiestoets:
Telefoneren
spanning ingesch akeld zijn (behalve in België).
1
GHI
volledige telefonnummer in met behulp van de numerieke toetsen.
Druk op de overeenkomstige snelkiestoets.
4
PQRS
7
of
ABC
2
JKL
5
TUV
8
SPEAKER
DEF
3
MNO
6
WXYZ
9
5. Telefoneren
•• Kiezen m.b.v. een
verkortkiescode: Druk op de SPEED DIAL toets en voer de
2-cijferige verk ortkiescode met behulp van de numerieke toetsen in.
3
Wanneer de verbinding tot stand komt, spreekt u met de ontvanger van het gesprek.
•• Wanneer u op de SPEAKER toets
heeft gedrukt, neemt u de hoorn van de haak.
57
Telefoneren
Kommentaar:
•• Terwijl de ho orn va n de fax opgen om en i s (van de haak) kan een
nevento estel dat aan uw fax aang esl ote n is, ni et worde n geb rui kt om met de opbellende per soon te spre ken.
•• Het faxtoeste l ka n een telefoongesprek onde rbr eke n, dat op ee n neven toe ste l
wordt ontvange n, wann eer de ontva ngst fun ct ie op A.M. in gest eld is e n er een periode van stil te tijdens het gesprek valt. Wanneer u zich op een telefo on met toon kiezen be vin dt, kun t u dit voorkom e n door dire ct na het opnem en op drie willekeurige toetsen op de telefoon te drukken. (Opmerking: voer niet de code in, die wordt gebru ikt om de faxont va ngst te activere n: 5, *,*.)
Combinatie kiezen
Nadat u de hoorn heeft opgenomen, kunt u een combi nati e kiezen van normaal kiezen, kiezen m.b.v. snelkiestoets en kiezen m.b.v. verkort kiesnummer. Wanneer u bijv. een netnummer of een toegangscode voor een speciale service in een snelkiestoets heeft opgeslagen, kunt u de snelkiestoets i ndrukk en voor de netnum mer of de toegangscode en de rest van het nummer kiezen door een snelkiesto ets in te drukken, numerieke toetsen te bedienen of de SPEED DIAL toets in te drukken en een verkort kiesnummer met twee cijfers in te voeren.
Het gebruik van de SEARCH/R toets .
U kunt de SEARCH/R toets om een snelkiesnum mer of een verkortkiesnummer te zoeken. Zoek eerst naar het nummer zoals werd beschreven in "Het gebruik van de SEARCH/R toets" in "Kiezen en verzenden" in hoofdstuk 2, neem vervolgens de hoorn van de haak of druk op de SPEAKER toets. het nummer wordt aut omatisch gekozen (druk niet op de START toets).
Herkiezen
Het laatst gekozen nummer kan opnieuw worden gekozen door op de
REDIAL toets te drukken (u hoeft de hoorn niet op te nemen of de SPEAKER toets in te drukken). Wanneer uw gesprekspartner
antwoordt, neemt u de hoorn van de haak.
58
Het zenden va n toonsignalen
Wanneer u op een pulscentrale bent aangesloten, kun t u op de "*" toets drukken om tijdelijk toonsignal en uit te zenden wanneer u op de numerieke toetsen drukt. Hierdoor heeft u de mogelijkheid bepaalde telefoondien sten te gebruiken w aarvoor invo ersi gnal en verlangd worden.
Wanneer u één of meer geluidssignalen wilt invoeren, drukt u op de "*" toets en bedient u vervolgens de numerieke toetsen.
Om terug te gaan naar de pulsmode, kunt u gewoon de hoorn opleggen (de kiesmode keert autom at isch terug n aar de instell in g van opt ion el e instelling 7 wanneer u oplegt).
PBX bediening
Wanneer de machine op een PBX centrale (centrale met directe doorkiesnummers) is aangeslot en, kunt u hierme e de volgende functies uitvoeren:
Telefoneren
Opmerking:verzekert u zich ervan dat de correcte instelling voor optionele
instelling 14-4 geselecteerd werd (zie hoofdstuk 8, Optionele instellingen).
Inform atieges p re k k en voeren
Tijdens een gesprek kunt u uw gespreks partner laten wachten en ondertussen met een derde partij telefoneren en daarna weer met de oorspronkelijke p artner verder spreken.
Doorverbinden
U kunt zonder hulp een verbinding naar een ander nummer op dezelfde PBX centrale doorverbinden .
Het voeren van informatiegesprekken
1
Tijdens het telefoongesprek drukt u op de SEARCH/R toets. Hierdoor wordt
SEARCH
uw gesprekspartner in de wachtstand geplaatst.
5. Telefoneren
R
59
Telefoneren
2
Wanneer u de kiestoon hoort, kunt u het nummer van de derde partij kiezen om een informatiegespre k te voeren.
3
Wannee r u het informatiegesprek beëindigd heef t, bent u automatisch met de oorspronkelijke gesprekspartner verbonden, zodra de derde partij de hoorn op de haak legt.
Doorverbinden
1
Druk op de SEARCH/R toets tijdens het telefoongesprek. Hierdoor wordt uw gesprekspartner in de wachtstand geplaatst.
SEARCH
R
2
Wanneer u de kiestoon hoort, kunt u het nummer kiezen waarmee u de doorverbinding wilt maken. Wanneer de ontvanger opneemt, legt u de hoorn op de haak. De ve rbinding is dan doorverbonden.
•• Wanneer de ontvanger niet
opneemt, drukt u opnieuw op de SEARCH/R toets om terug te keren naar de oorspronkelijke gesprekspartner.
60
Antwoordapparaat
6
Hoofdstuk
Voorbereidingen
Wanneer u een antwoordapparaat aan uw faxtoestel heeft aangesloten volgens de beschrijvin g in "Aanslu it ing en " in hoofdstuk 1, kunt u zowel gespreksverbindingen als faxberichten op dezelfde lijn ontvangen terwijl u niet thuis bent. Om de verbinding te gebruiken dient u eerst de meldtekst van uw antwoordapparaat te wijzigen en vervolgens de ontv angst mod e van uw faxtoes tel op A.M. in te stellen; wanneer u weg gaat.
Het wijzige n van de me ldte kst
De meldtekst (OGM) van uw antwoordapparaat dient te worden veranderd om opbellende personen die u een fax willen stu ren de Start toets te laten indrukken . Uw meldteks t kan bijv. als volgt lui den:
"Hallo. U bent verbonden met de firma ABC. Niemand kan uw gesprek op het ogenblik aannemen. Laat a.u.b. een boodschap achter na de pieptoon of druk op de starttoets van uw faxtoestel om een faxbericht te zenden. Dank u voor het bellen. "
aansluiting
Kommenta ar:
•• Het is raadz aa m om de lengte van de medede li ng o nd er 10 seconden te
houden. Wan neer de ze te lang is, heeft u misschi en pr obl emen faxb erich te n te ontvangen bij automatisch kiezen.
•• Uw gespreksverb ind ing en kunne n ook e en gespro ken boodscha p achterl at en
en tegelij ker ti jd een fa xbe ri cht zenden. Wijz ig uw mel dt ekst om uit te leggen dat men eerst een gesp roke n mel din g kan achte rlate n en verv olg ens op de starttoets va n hun faxt oestel kunnen drukken om een faxbe ric ht te zenden.
aansluiting
6. Antwoordapparaat
61
Antwoordapparaat aansluiting
Toepassen van de aansluiting
1
Stel de ontvangstmode van uw faxtoestel in op A.M. do or de RECEPTION MODE toets in te drukken.
RECEPTION MODE
2
Stel uw antwoordapparaat in op automatisch antwoorden.
TEL
TEL/FAX
FAX
A.M.
•• Uw antwoordapparaat dient zodanig te worden ingesteld dat het na
maximaal twee belsignalen zal antwoorden. Zo niet, dan bent u niet in staat faxberichten te ontvangen die door automatisch kiezen worden gezonden .
Opmerking: Wanneer uw antwoordapparaat een afstandsbediening heeft,
dient u ervoor te zorgen dat de code, die u gebruikt om de afstandsbediening te activeren, verschilt van de code, die wordt gebruikt om de faxontvangst te activeren vanaf een neventoestel, (zie hoofdstuk 3, "He t ontvangen van documenten").
62
Antwoordapparaat aansluiting
Hoe functioneert het antwoordapparaat
Terwijl u niet thuis bent, zullen al uw binneko mende bericht en door uw antwoordapparaat worden beantwoord en uw meldtekst zal worden afgespeeld. Gedurende deze periode zal uw faxtoestel naar de lijn luisteren. Wanneer uw faxtoestel een faxtransmissie herkent, zal het toestel de lijn overnemen en beginnen met de ont vangs t.
Wanneer de verbinding niet goed is of wanneer er ruis op de lijn
is, zal het antwoordapparaat en/of het faxtoestel niet behoorlijk kunnen reageren.
De gespreksverbindingen teller op uw antwoordapparaat kan
aantonen dat er gespreksverbindingen werden ontvangen, terwijl er alleen faxberichten ontvangen werden .
Opmerking: Om te verhinderen dat het faxtoestel de lijn overneemt en
begint te ontvangen wanneer u vanaf een externe telefoon belt of wanneer u vanaf een neventoestel antw oor dt, toetst u willekeurig drie toetsen (anders dan de code voor het activeren van faxontvangst., "5", "*", en "*") op het kiesbord van de telefoon. Dit kan alleen op een too n kies telefoon worden uitgevoerd.
Wanneer u terug bent en het antwoordapparaat uitzet, dient u eraan te denken dat u de ontvangstfunctie weer op FAX/TEL of FAX zet!
aansluiting
6. Antwoordapparaat
63
Antwoordapparaat aansluiting
Optionele A.M. aansluit instellingen
Indien noodzakelij k kunt u de volgende inst ell ing en gebruiken om de reactie van het antwoordapparaat op binnenkomende b erichten te verbeteren.
Stille detektietijd
Bij deze functie neemt het faxtoestel de li jn over en begint met ontvangen nadat er een bepaalde periode van stilte word t herkend nadat het antwoordapparaat antwoordt.
Tijdsinstell in gen voor de stilteperiode zij n 1 tot 10 seconden. Stille detektietijd is in de fabriek op 6 seconden ingesteld. Hie rdoor heeft u de beste prestatie bij de meeste antwoordapparaten; het is echter mogelijk dat u deze instel ling moet bijstel len afhankeli jk van de afbreektijd van uw antwoordapparaat.
Sommige an twoordapparaten hebben vaste afbreektijden (vaak
ongeveer 4 seconden), hetgeen betekent dat het antwoordapparaat de verbinding verbreekt voor de faxontvangst kan beginnen. In dit geval dient u een stille detektietijd van ongeveer 3 seconden uit te proberen.
Wanneer het faxtoestel gespreksverbindingen onderbreekt voordat
deze personen een melding kunnen achterlaten, moet u een langere stille detektietijd instellen. Wanneer uw meldtekst een stilteperiode bevat, dient u erv oor te zorgen dat de instelling langer is dan deze stilteperiode, of u dient uw meldtekst opnieuw op te nemen en de stilteperiode te verkorten.
Om de instelling van de stil le detekt ieti jd te veranderen, dient u de optionele in stel ling 9 opn ieuw in te stellen vol gens de beschrij vin g in hoofdstuk 8, "Optio nele instellingen".
Opmerking: Stille detektietijd kan worden uitgezet door "00" voor de tijd
in te voeren. Opmerking, het faxtoestel zal echter niet in staat zijn faxberichten te ontvangen die handmatig d.m.v. normaal kiezen worden gezonden.
64
Antwoordapparaat aansluiting
Selecteer automatische ontvangst
Wanneer deze functie ingeschakeld staat, zal het faxtoestel de verbinding na 5 belsignalen beantwoorden als het antwoordapp araat om de een of andere reden voor die tijd niet ant woordt . Hierdo or kunt u er zeker van zijn dat u faxberichten ontvangt wanneer de band van het antwoordapparaat vol is of wanneer het antwoordapparaat niet ingeschakeld is.
Selecteer automatische ontvangst werd in de fabriek uitgezet. Wanneer u deze functie aan wilt zetten, dient u option ele inst ell ing 12 opnie uw in te stellen volgens de beschrij vi ng in hoofdst uk 8, "Opti onele instelli ngen" .
Opmerking: Wanneer deze functie aan is dient u erop te letten dat het
antwoordapparaat zodanig is ingesteld dat deze op het vierde belsignaal of minder antwoordt. Wanneer dit niet het geval is, zal het faxtoestel eerst antwoorden waardoor opbellende personen geen meldingen meer kunnen achterlaten.
Stille detektie starttijd
Deze instelling kan worden gebruikt om de start van de stille detektie functie te vertragen. Bijvoorbeeld wanneer u een pauze wilt invoegen aan het begin van de meldtekst van uw antwoordapparaat om de duidelijke herkenning van faxsignalen te garanderen, kunt u deze functie gebruiken om de start van de stille detekt ie tijd te vertragen zodat de pauze niet tot gevolg heeft dat de fax de lijn overneemt.
Stille detektie starttijd is in de fabriek uitgezet. Wanneer u deze functie aan wilt zetten, dien t u optio nele ins tell in g 10 opnieuw in te stellen op de gewenste vertragingstij d. D eze procedure wordt in hoofdstuk 8, "Optionele inst elli ngen" beschreven. In het algeme en geldt dat de vertragingstijd iet s langer dient te duren dan de pauze voo r de meldtekst.
aansluiting
Antwoordtijd
Deze instelling kan worden gebruikt om het faxtoestel automatisch d e lijn te laten overnemen en te proberen te ontvangen na een bepaald aantal seconden.
Bij normaal gebruik adviseren wij deze functie niet aan te zet ten; Wanneer u echter problemen heeft om faxberichten in de A.M. mode te ontvangen, kunt u verschillen de tijdsi nst ell ing en proberen om te kijken of dit helpt. Zet de functi e uit door de opti onele in stel ling 11 opnieuw in te stellen op het gewenste aantal seconden (1 to t 255 seconden).
6. Antwoordapparaat
65
Speciale
7
Hoofdstuk
Nummerweergave
Opmerking: De nummerweergave functie is in sommige landen niet
Wanneer u een abonnement heeft op nummerweergave bij uw telefoonbedrijf kunt u uw faxtoestel zodani g instel len dat de naam e n het nummer van de gespreksverbindin g worden weergegeven terwijl het faxtoestel rink elt.
Belangrijk:
•• Om deze functie te gebruiken moet u een abonnement hebben op
•• Uw faxtoestel is eventueel niet geschikt voor sommi ge
functies
beschikbaar.
nummerweergave bij uw telefoonbedrijf.
gespreksverbinding identi ficati e services.
1
Druk op deze toetsen:
Op het display wordt het volgende weergegeven:
2
Druk 3 maal op de * toets. Op het display wordt het volgende
weergegeven:
3
Druk op 1 om de nummerweergave in te schakelen, of op 2 om de functie uit te schake len.
Op het display wordt het volgende weergegeven:
66
FUNCTION
OPTIONELE INST.
NUMMERWEERGAVE
JA
1
of
VOORBLAD MODE
4
NEE
2
Nummerweergave
4
Druk op de STOP toets om na ar h et
STOP
display met datum en tijd terug te keren.
•• Stel optionel e inst elli ng 3 (a antal bel sig nalen voo r het antwoorden) in
op 2 of meer belsignalen (zi e hoofdst uk 8).
Hoe functioneert de nummerweergave
Wanneer u een gespreksverbinding ontvangt, verschijnen de naam en het telefoonnummer van de opbellende persoon afwisselend in het display kort voor het tweede belsignaal. De informatie wordt weergegeve n tot u de hoorn opneemt of tot uw faxtoestel automatis ch antwoordt wanneer dit in de FAX mode staat .
Opmerking: Sommige nummerweergav e services leveren de naam van de
opbellende persoon niet. In dit geval verschijnt alleen het telefoonnummer.
Displayvoorbeeld:
DOE JOHN
Naam van de opbellende persoon
Displa ym e ldingen
Er zal één van de volgende meldingen verschijn en, wanneer het faxtoestel rinkelt en er geen informatie ove r de opbellende persoon aanwezig is.
444-555-6666
Nummer van de opbellende persoon
NR. ONBEKEND Er werd geen informatie over de opbellende
persoon ontvangen door uw telefoonbedrijf. Zorg ervoor dat het telefoonbedrijf uw service heeft geactiveerd.
NR. WEERGAVE FOUT
Ruis in de telefoonlijn verhinderde de ontvangst van nummerweergave informatie.
BUITEN REGIO De gespreksverbinding werd gemaakt vanuit
een gebied zonder nummerweergave service, of de nummerweergave service is niet compatibel met die van uw plaatselijke telefoonbedrijf.
NIET VRIJGEGEVEN Op verzoek van de opbellende persoon werd
er geen nummerweergave informatie verstrekt door het telefoonbedrijf.
67
Nummerweergave
Bekijken van de nummerweergave lijs t
Wanneer u een abonnement heeft op nummerweergave en u heeft de nummerweergave functie ingeschakeld, zal uw faxtoestel informatie opslaan van de meest recente 20 gespreksverbindingen en faxberichten die u heeft ontvangen. U kunt deze informati e bekijk en die bestaat uit de naam en het nummer van elke opbellend e persoon in de nummerweergave lijst.
Nadat u 20 gesprekken heeft ontvangen, wist elk nieuw gesprek
het oudste gesprek.
Volg de onderstaande stappen op om uw nummerweergave lijst in het display te bekijken. Desgewenst kunt u een nummer kiezen wanneer dit vers chijnt.
Om de lijst te printen, zie hoofdst uk 9, Printen van beri ch ten en lijst en.
1
Druk op deze toetsen:
Op het display wordt het volgende weergegeven:
2
Druk op de * toets om door de lijst te scrollen vanaf he t meest rece nte gesprek of, op de # toets om vanaf het oudste ge sprek door de lijst te scrolle n.
SEARCH
R
NUMMERS BEKIJKEN
2
of
68
3
Wanneer u één van de nummers in de lijst wilt kiezen, kunt u door de lijst scrollen tot het nummer in het display verschijnt.
•• Wanneer u een faxbericht wilt
zenden, laadt u het document en drukt u op de START toetsen.
•• Wanneer u een gesprek wilt voeren,
neemt u de hoorn op en drukt u op de SPEAKER toets. Het kie zen begint automatisch. (Wanneer u op de SPEAKER toets heeft gedrukt, neemt u de hoorn op wanneer de andere persoon antwoordt.)
4
Druk op de STOP toets wanneer u klaar bent met het bekijken van de lijst.
Nummerweergave
START
STOP
Het wissen van numme rs uit de nummerweergave lijs t
Wanneer u een enkele nummers uit de lijst met nummerweergaven wilt wissen, drukt u op de "0" toets terwijl numme rweergave op het display verschijnt. Wanneer u alle nummers uit de lijst wilt wiss en, dient u de "0" toets ten minst e 3 seconden ingedrukt te houden terwij l u een willekeurig num mer op het di spl ay bekij kt .
Priorite i tsgesprek
Desgewenst kunt u uw faxtoestel zodanig instel len dat er een speciaal belsignaal klinkt wanneer u een gesprek ontvangt van een bepaald telefoonnummer. Hi erdoor weet u direct wie er belt zonder dat u op het display hoeft te kij ken. Om deze functie te gebruiken dient u het gewenste telefoonnummer in te voeren m.b.v. de onderst aande stappen (er kan slechts één telefoonnummer worden ing ev oerd).
69
Nummerweergave
1
Druk op de rechts afgebeelde toetsen. PRIORITEIT NR. Verschijnt op het display.
2
Druk op 1 om een nummer in te voeren, of 2 om een nummer te wissen. (Wanneer u 2 heeft ingedrukt, gaat u verder naar stap 4.)
3
Voer het telefoonnummer in evenals het kengetal door op de numerieke toetsen te drukken (max. 20 cijfers).
4
Druk op de START toets en vervolgens op de STOP toets.
FUNCTION
1
5
5 5 1 2
START
3
2
of
(Voorbeeld: )
STOP
4
3
Blokkeren v an ge spr ek sv er bindi ngen
Wanneer de nummerweergave ingeschakeld is kunt u de anti junk fax functie gebruiken die werd beschreven in De ontvangst van ongewenste faxbericht en blokkeren in dit hoofdst uk om de ontvang st van gespreksverbindingen en faxberi chten te voo rkomen (de an ti junk fax functie kan normaal gesproken alleen faxberichten bl okk eren).
In dit geval verbreekt de nummerweergave service de verbinding zodra er een faxbericht of gespreksverbinding binnenkomt die door u als "Junk nummer" werd vastgelegd (voo r het tweede belsig n aal).
Om deze functie te gebruiken, dient u optionele instel li ng 16 op JA te zetten zoals beschreven in hoofdstuk 8, Optionele instellingen, en vervolgens het num mer in te vull en in de lijst met ant i junk num mers zoals toegelicht in De ont vangst van ongew enste fa xb ericht en blokkeren in dit hoofdstuk.
70
Voorblad
U kunt de Fax een voorblad laten vervaardigen en dit als laatste blad van uw faxoverdracht zenden.
U kunt een meldtekst selecteren.
Om de naam van de ontvanger te laten verschijnen moet u kiezen m.b.v. een snelkiesnummer of een verkortkiescode waarbij de naam werd geprogrammeerd.
Uw naam en nummer moeten geprogrammeerd zijn volgens de beschrijving in hoofdstuk 1.
Voorblad
Volg de onderstaande stappen om de voorbladfunctie in te schakelen. Wanneer u de voorbladfunctie heeft ingeschakeld, wordt er bij elke zending een dekblad inbegrepen totdat u de functie weer uitschakelt .
1
Druk op deze toetsen:
FUNCTION
4
Op het display wordt het volgende weergegeven:
OPTIONELE INST.
2
Druk op deze toetsen: Op het display wordt het volgende
weergegeven:
VOORBLAD MODE
71
Voorblad
3
Druk op 1 (JA) om de voorbladfunctie in te schakelen, of op 2 (NEE) om de functie uit te schakelen.
Op het display wordt het volgende weergegeven:
AUTO JOURNAAL
JA NEE
of
1
2
4
Druk op de STOP toets om naar het display met datum en tijd terug te keren.
STOP
Selecteren van een kopregel (optioneel)
Wanneer de voorblad-functie ingesteld is, kunt u ook een mededeling meezenden die als kop aan de bovenkant van het voorblad verschijnt. Hiervoor dient u de onderstaande stapp en op te volgen. Let erop dat de selectie van de mededeling alleen voor één verzending effectief is.
1
Plaats het document (de documenten).
•• Het document moet worden geladen
voordat er een melding ka n worden geselecteerd.
•• De voorbladfunctie moet
ingeschakeld zijn.
2
Druk op deze toetsen: Op het display wordt het volgende
weergegeven:
FUNCTION
5
72
KOPREGEL VOORBL.
3
Selecteer een mededeling door een getal van "1" tot "4" op de onderstaande manier in te voeren: "1": DRINGE ND "2":BELANGRIJK "3": VERTRO UWE LI JK "4":DISTRIBUEREN
4
Kies het ontvangende apparaat en zendt het do cument.
Opmerking: Om een instelling voor de kopregel van een voorblad te
annuleren, drukt u op de STOP toets of u verwijdert het document uit de documentinvoer.
1
(Voorbeeld: )
Voorblad
73
Nummering van de batchpagina’s
Nummering van de batchpagina’s
U kunt de paginanummering van het verzonden document wi jzig en van eenvoudige nummering ("P.01 ", "P.02" , enz.) in batchnu mmeri ng hetgeen betekent dat er een schuine streep en het totaal aantal te verzenden pagina’s wordt toegevoegd na elk paginanum mer (bijvoorbeeld, "P. 01/05" , "P.02/0 5", enz.). Hierdoor kan de ontvanger controleren welke pagina’s er ontbreken.
1
Plaats het document (de documenten).
•• Het document moet worden geladen
voordat de batchnummering kan worden ingesteld.
2
Druk op deze toetsen: Op het display wordt het volgende
weergegeven:
FUNCTION
PAG. TELLING
3
Voer het totale aantal pagina’s ("01" tot "99") in met behulp van de numerieke toetsen.
•• Wanneer u een dekblad zendt, dient
u dit niet bij het totaal aantal pagina’s op te tellen (het nummer wordt automatisch aan gepast).
4
Kies het ontvangende apparaat en zendt het do cument.
74
0
8
Voorbeeld: acht pagina’s
Nummering van de batchpagina’s
Kommentaar:
•• Wanneer u de invoe r van een pagi na num me ri ng wil t a nnul er en, di ent u het
documen t ui t de toevoer te verwijd ere n of de STOP toet s in t e drukke n.
•• Wanneer het werke li jk e aant al verz onden pagina’ s nie t ove re enk om t m et het
ingevoerde aantal, zal het alarm klinken en PAG. TELLING FOUT in het display versch ijnen . Ook zal "PAGINA F" verschi jnen in de kolom "OPMERKING" van het transaktiev ersl ag , wanne er het printen hierva n werd ingestel d.
75
Blokkeren van de ontvangst van ongewenste faxberichten
Blokkeren van de ontvangst van ongewenste faxberichten
De anti junk faxfunctie maakt het mogelij k de ontvan gst van faxberichten te blokkeren van door u gespecificeerde faxnummers. Hierdoor bespaart u papier doordat ongewenste faxberichten "junk-mail " niet worden geprin t.
Om deze functie toe te passen, dient u deze eerst aan te zetten door optionele instel li ng 16 tot JA in te stellen zoals beschreven in hoofdstuk 8 en vervolgens de faxnummers in te voeren waarvan u geen faxberichten wenst te ontvangen, zie onderstaand.
Opmerki nge n:
•• Er kunnen max. 5 faxn umme rs word en ingevoerd op de anti junk fa x-l ij st.
•• De anti-junkfunctie werkt nie t bij een num m er dat al werd opg esl age n al s
prioriteitnummer.
•• Om een faxnum m er uit de anti junk fa x-l ij st t e wissen, moet u het 1 cijferig
getal kennen wa arm ee het geïde nt ifi ceer d wordt . Wanne er u dit numm e r bent vergeten, kunt u de anti junk fa x-l ijst ui tpr int en zoals beschr eve n in hoofdstuk 9.
1
Druk op de rechts afgebeelde toetsen. INVOER JUNK NR. Verschijnt op het display.
België druk op deze toetsen:
2
Druk op "1" om een nummer op te
slaan in de anti junk nummerlijst, of "2" om een nummer uit de lijst te wissen.
3
Opslaan: Voer een getal met 1 cijfers van "" tot "5" in. Dit getal representeert het fax-/telefoonnummer dat u in de volgende stap wilt opsla an. Wissen: Voer het getal in, dat het fax-/telefoonnummer representeert, dat u wilt wissen, en ga verder naar stap 5.
76
FUNCTION
FUNCTION
INST.
1
1
3
3
WISSEN
2
of
(Voorbeeld: )
Blokkeren van de ontvangst van ongewenste faxberichten
4
Voer het nu mmer dat u wilt blokkeren compleet in (max. 20 cijfers).
5
Druk op de STA RT toets.
5
5
5
START
21
3
4
(Voorbeeld: )
6
Ga terug naar stap 3 om een ander nummer in te voeren (of te wissen), of druk op STOP om de functie te verlaten.
STOP
Stap 3 of
77
Pollen (opvragen van een faxtransmissie)
Pollen (opvragen van een faxtransmissie)
Door middel van de polling-funct ie wordt het mogelij k gemaakt een ander faxapparaat te vragen een fax aan uw faxapparaat te zenden. Met andere woorden de transmissie wordt geactiveerd door het ontvangende faxappa raat en niet door het zendende faxtoest el. U kunt uw faxapparaat toepassen om te pollen en om door anderen gepolled te worden.
Om de polling-functie te gebruiken, mo et u eerst de snelkiestoet s 05/POLL opnieuw i nst ellen vo or het gebruik als polli ng to ets. Dit wordt gedaan door optionele instel ling 17 volgens de beschrijving in hoofdstuk 8, "Optionel e Instell ing en " opnieuw in te stell en. (Opmerking: wanneer snelkiestoets 05/ POLL ingest eld wordt als polling toets, kan deze toets niet meer worden gebruikt voor het kiezen d.m.v. een snelkiestoet s. )
Opvragen van een zending
Opmerking: Snelkiestoetsen kunnen niet voor het pollen w orden gebruikt.
Om een snelkiesnummer te kiezen, drukt u op de SPEED DIAL toets en voert u vervolgens het getal met 2 cijfers in, dat overeenkomt met de snelkiestoets.
78
1
Selecteer het faxapparaat dat u wilt pollen m.b.v. de volgende methoden:
•• Neem de hoorn van de haak (of
druk op de SPEAKER toets) en kies het volledige nummer. Wacht op de fax- antwoordtoon.
•• Druk op de SPEED DIAL toets en
voer een 2-cijferige Verkortkiescode in.
•• Voer met behulp van de numerieke
toetsen het volledige nummer in.
2
Toets de snelkiestoets 05/POLL.
•• Wanneer u de hoorn heeft gebruikt,
dient u deze op te leggen wanneer POLLEN op het display verschijnt. De ontvangst zal beginnen.
05/POLL
1
GHI
4
PQRS
7
(Voorbeeld)
ABC
DEF
3
2
JKL
MNO
6
5
TUV
WXYZ
9
8
Pollen (opvragen van een faxtransmissie)
Gepold worden (pollen s tand-by )
Om een ander faxtoestel een zending bij uw fax te laten op vragen , drukt u op de RECEPTION MODE toets om de on tvangstfunctie op FAX te zetten, laad vervolgens de document(en) en druk op de snelkiestoets 05 /POLL. "P" verschij nt op het displ ay.
De overdracht vindt plaats wanneer het ander toestel uw toestel oproept en het pollen aktiveert. Wanneer uw toestel klaar staat om gepold te worden, blijft automat ische ont vangs t mo geli jk.
Pollen beveiliging
De pollen-beveiliging maakt het u mogelijk om niet-toegestaan pol len van uw faxtoestel te voorkomen. Wanneer deze functie ingeschakel d is, kan er alleen gepolled worden wanne er het faxnummer van het pollende faxtoest el in uw lijst met to eges tane faxnumm e rs is opgenomen (genoemd "toegangscode num mers" ). Het nummer van het pollende faxtoestel m oet dus wel ingeprogrammeerd zijn.
Om de pollen beveilig ing te gebruiken, di ent u de onderstaand e stappen op te volgen om de functie in te schakelen en vervolgens de toegelaten nummers in te voeren zoals vermeld op de volgende pagin a.
1
Druk op de rechts afgebeelde toetsen. INVOEREN Verschijnt op het display.
2
Druk 3 maal op de "#" toets. "BEVEILIGING" verschijnt in he t display.
3
Druk op "1" om de polle n beveiliging aan te zetten, of "2" om deze uit te schakelen.
4
Druk op de START toets en vervolgens op de STOP toets.
FUNCTION
1
START
of
3
2
STOP
79
Pollen (opvragen van een faxtransmissie)
Het opslaan en wis s en v an fax num me rs met toes te mming tot poll­ing.
U kunt maximaal 10 faxnum mers in uw lij st met toegest an e faxnummers opnemen.
1
Druk op de rechts afgebeelde toetsen. INVOEREN Verschijnt op het display.
2
Druk vier maal op de "#" toets. "TOEGANGSCODE" verschijnt in het display.
3
Druk op "1" om een nummer op te slaan, of "2" om een nummer te wissen.
4
Opslaan: Voer een nummer met 2 cijfers van "01" tot "10" in. Dit nummer representeert het faxnummer dat u in de volgende stap wilt opslaan . Wissen: Voer het nummer in dat het te wissen faxnummer representeert en ga vervolgens naar stap 6.
5
Voer het faxnummer in (max. 20 cijfers).
FUNCTION
1
0
0
6 2 1 3
3
2
of
1
(Voorbeeld: )
3
7
6
Druk op de START toets.
7
Ga terug naar stap 4 om een ander nummer in te voeren (of te wissen), of druk op STOP om de functie te verlaten.
80
(Voorbeeld: )
START
STOP
Stap 4 of
Timer besturingen
De timer functie maakt het u mogeli jk om een bep aal de tijd in te stellen waarop een transmissie en/o f poll ing bewerking automati sch wordt uitgevoerd. Een transmis sie en een po lling bewerking kun nen op dezelfde tijd worden ingesteld en de tijd waarop deze bewerkingen worden uitgevoerd kunnen tot 24 uur van te voren worden bepaald.
Met deze functie kunt u bijvoorbeeld gebruik maken van het lager telefoontarief ’s nachts, zonder dat u aanwezig moet zijn.
Opmerking: Er kan slechts één verkortkiesnummer gebruikt worden om
het ontvangende toestel te kiezen.
Het instelle n van ee n time r
1
Druk op de rechts afgebeelde toetsen. TIMER MODE Verschijnt op het display.
FUNCTION
Timer besturingen
1
2
Toets "#" om een transmis sie (ZENDEN) in te stellen of "*" om een polling bewerking (POLLING MODE) in te stellen.
3
Toets "1" om (INST.) te selecteren.
4
Voer de tijd in waarop u de bewerking wilt laten plaatsvinden (2 cijfers voor het uur en 2 cijfers voor de minuten).
5
Druk op de START toets.
of
1
0
9
START
2
(Voorbeeld: 9:25)
5
81
Timer besturingen
6
Voer het verkortkiesnummer van het ontvangende faxtoestel in.
0
5
•• Wanneer dit een pollen bewerking
is, gaat u verder naar stap 9.
7
Druk op de START toets.
START
8
Stel de resolutie en/of het contrast af
RESOLUTION
(sla deze stap over wanneer u de instellingen niet wilt wijzigen).
9
Druk op de START toets en vervolgens op de STOP toets.
START
Wanneer er sprake is van een transmissie, dient u het document in de toevoer te laden voor de gespecificeerde transmissietijd.
Het annuleren van een bewerking
Wanneer u een bewerking wilt annuleren, nadat deze is ingesteld, dient u de onderstaande stappen op te volgen.
1
Druk op de rechts afgebeelde toetsen.
FUNCTION
TIMER MODE Verschijnt op het display.
(Voorbeeld: )
STOP
1
2
Toets "#" om een transmis sie te annuleren, of "*" om een polling bewerking te annuleren.
3
Toets "2" om (WISSEN) te selecteren.
4
Druk op de START toets en vervolgens op de STOP toets.
82
of
2
STOP
START
Optionele
8
Hoofdstuk
Er is een veelvoud aan instellin gen beschik ba ar die u kunt gebruiken om uw fax te verfijnen en beter aan uw behoeften te laten voldoen. De instellin gen worden uit gevoerd doo r midd el van de bedieni ngst oets en en alle instellingen worden in de onderstaande lijst beschreven.
Instelling 1: FIJN RESOLUT IE PRIO RITE IT
Hierdoor wordt de standaardinst elli ng van de resolutie voor het zenden van documen te n ing est el d. Toets " 1" (JA) om deze op FIJN in te stellen, of "2" (NEE) om deze op STANDAARD te zetten.
Fabrieksi nste ll in g: , ,2 “
instellingen
FUNCTION
4
of
Druk eer st o p
FUNCTION en 4,
vervolgens o p # of om door de opties te scrollen.
*
FUNCTION
4
JA NEE
of
1
2
Op het display wordt het volgende weergegev en:
GRIJSWAARDE NIV.
FIJN PRIORITEIT
STOP
Instelling 2: INSTELLING GRIJSSCHAAL
Hiermee wordt de gri jssc ha al inge ste ld die wordt gebr uik t voor de inste ll in g van de HALF TONE resolutie. Druk op 1 voor 16 niveaus( hie rdo or ontstaat een lagere kwaliteit en een snellere transm issi e) of 2 voor 64 niveaus (hi erd oor ontstaat een hoge re kwa lite it en een lang zame re transm issi e).
Fabrieksinste ll ing : ,, 2“
FUNCTION
4
16 64
of
1
2
Indrukken
AANTAL BELLEN
tot op het display wordt weergegev en:
GRIJSWAARDE NIV.
STOP
83
Optionele instellingen
Instelling 3:AANTAL BELSIGNALEN VOOR HET ANTWO ORDEN
Hierdoor wordt het aantal belsignalen ingesteld, dat het faxtoestel wacht doordat het een binnenkomend gesprek bean twoo rdt in de FAX en TEL/FAX ontvang stm odes. Voer een geta l in van "1" tot "5".
Fabriek sinstelling: ,,1
Opmerking: In sommige landen is de laagst mogelijke instelling "2".
FUNCTION
Voer een cijfer in van 1 tot 5
4
Indrukken
ACTIVERINGSCODE
tot op het display wordt weergegev en:
AANTAL BELLEN
STOP
Instelling 4: TELEFOON/FAX ACTIVE RINGSCO DE
Hiermede wordt het 1 cijferig nummer voor het activeren van de faxontvangst vanaf ee n neventoestel ingesteld. Voer ee n wil le keu rig cijfe r van "0" tot "9" in.
Fabriek sinstelling: ,,5“
84
FUNCTION
Voer een cijfer in van 0 tot 9
4
Indrukken
tot op het display wordt
ACTIVERINGSCODE
weergegeven:
STOP
ACTIVERINGSMODE
Optionele instellingen
Instelling 5: ACTIVERINGS MODE
Deze instel li ng z et de he rke nni ng va n de c ode voor he t act ive re n van faxontv angst vanaf een neve ntoestel aan of ui t. Toets "1" om de herk enn ing aan of, "2" om de herkennin g uit te zette n. .
Fabriek sinstelling: ,,1“
FUNCTION
JA
Indrukken
4
NEE
2
of
1
tot op het display wordt weergegev en:
TRANSACTIE LIJST
ACTIVERINGSMODE
STOP
Instelling 6: TRANSACTIE LIJST
Deze instell in g regel t de voorwa ar den voor het pr int en van een transactie ve rsla g. Voer een numme r van ,,1“ tot ,,5“ in a ls vol gt:
1 (ALTIJD PRINTEN): Print een verslag na iedere ov erdracht of fout. 2 (FOUT/TIMER): Er wordt een bericht geprint na een fout of een
timer bewerking.
3 (ALLEEN ZENDEN): Print alleen een verslag na het verzenden van een
document.
4 (FOUT ALLEEN): Print alleen een verslag wanneer er een fou t
optreedt.
5 (NOOIT PRINTE N): Print nooit verslagen.
Fabrieksi nste ll in g: , ,4 “
FUNCTION
Voer een cijfer in van 1 tot 5
4
Indrukken
tot op het display wordt weergegeven:
KIES MOD E
TRANSACTIE LIJST
STOP
85
Optionele instellingen
Instelling 7: KIESMODE
Hierm e de wordt de kiesm ode ingesteld . Toet s " 1" wanneer u op een toon kieslij n be nt a ang esl ote n of " 2" wanneer u op een impuls kieslijn bent aangesloten.
Fabrieksinstelling: ,,1
Opmerking: Deze instelling is in sommige landen n iet beschikbaar.
FUNCTION
4
TOON
1
of
Indrukken
PULS
2
tot op he t display wordt weer geg e ven:
INTERNE BEL TIJD
KIES MODE
Instelling 8: DUUR VAN HET INTERNE BELSIGNAAL
Hierdoor wordt de duur van het pseu do belsi gna al ingeste ld wanne er de ontvangstf unc tie op TE L/FAX is ingest el d. Voer op de volgende manier een getal in van "1" tot "4":
1 (15 S): 15 seconden 2 (30 S): 30 seconden 3 (60 S): 60 seconden 4 (120 S): 120 seconden
STOP
Fabrieksinste ll ing : ,, 1
FUNCTION
4
Indrukken
tot op het display wordt
INTERNE BEL TIJD
weergegeven:
Voer een cijfer in van 1 tot 4
STILLE DET. TIJD
STOP
Instelling 9: STILLE DETEKTIETIJD
Hiermee wordt de periode van stilte (i n sec ond en) inge ste ld , wa arn a de fax de lijn overneemt en begint te ont va nge n wannee r er een antwoordapparaat is aangesloten . Voer een cijf er van "01" t ot " 10 " in, of "00" om de functi e ui t te zetten. (Zie hoof dstuk 6 voor nadere details.).
Fabrieksinste ll ing : ,, 06 “
FUNCTION
4
Indrukken
tot op het display wordt
STILLE DET. TIJD
weergegeven:
Voer een cijfer in van 00 tot 10
STILLE D.ST. TIJD
STOP
86
Optionele instellingen
Instelling 10: STILLE DET EKTIE STARTT I JD
Deze inste ll ing kan wor den gebr uik t om de start van de still e de te kt ieti jd functie te vertr agen di e wordt gebrui kt voor een antwo orda ppa ra at -aansl uit in g. Voer een 2-stellig cijfe r in dat geli jk is aan het gewenste aantal seconde n van de vertraging ("01" tot "15") . of voer "00" in vo or geen vert rag ing . (Zi e hoofdstuk 6 voor nadere details. )
Fabrieksinste ll ing : ,, 00 “
FUNCTION
4
Indrukken
tot op het display wordt
STILLE D.ST. TIJD
weergegeven:
Voer een cijfer in van 01 tot 15
ANTWOORDTIJD
STOP
Instelling 11: ANTWOORDTIJD Deze inste ll ing kan worden gebruik t om de fax na een bepa al d aant al seco nden automatisch de verbinding over te laten nemen, nadat een antwoordapparaat dat aan de fax is aangesl ote n, antwoordt. Stel het aantal sec onde n in door een 3-stellig cijfer in te voeren ("001" tot " 255", of voer "000" in om de func ti e ui t te zetten. (Zie hoofdstuk 6 voor nadere details).
Fabrieksinste ll ing : ,, 00 0“
FUNCTION
Voer een cijfer in van 001 tot 255
4
Indrukken
tot op het display wordt weergegeven:
KIES AUTO ONTV.
ANTWOORDTIJD
STOP
Instelling 12: SELECTEER AUTOMAT ISCHE ONTVANGST
Toets "1" om de fax een verbinding te laten beantwoo rde n wann ee r het antwoordapparaat dat aan de fax is aangesloten ni et bin nen 5 belsign alen antwoordt. "2" om de fu nct ie uit te zet te n. (Zie hoofdstuk 6 voor na dere details.)
Fabrieksinste ll ing : ,, 2“
FUNCTION
JA
1
4
of
Indrukken
NEE
2
TAAL SELECTIE
tot op he t display wordt weer geg e ven:
KIES AUTO ONTV.
STOP
87
Optionele instellingen
lnstelling 13: TAAL SELECTIE
Hiermee wordt de taal die in di spl aym e ldi nge n, ver sla gen en lijsten wordt gebruikt, ingesteld. Druk op de START toets, één of meerder keren op de ,,#“ toets of op de "*" toets, totdat de gewenst e taal in de displa y ver schi jn t en druk vervolg ens we er op de START toets.
FUNCTION
STOP
START
4
Indrukken
of
tot op het display wordt weergegeven:
START
TAAL SELECTIE
PBX VERBINDING
Instelling 14-1: PBX VERBINDING
Druk op ,,1“ (JA) wann eer de machi ne aan een tel efo onc ent rale met direk te doorkiesnumm er s is aange slot en. Druk op ,,2“ (NEE) wanneer deze aan een normaal openbaar net is aangesl ote n.
Fabrieksinste ll ing : ,, 2“
FUNCTION
JA
4
of
Indrukken
NEE
21
tot op het display wordt weergegev en:
PBX VERBINDING
(Wan nee r u ,,1“ kiest , zal instel ling 14- 2 vervolge ns op de display versc hi jne n. Wann eer u ,, 2“ kiest, verschijnt instelling 14-4.)
Instelling 14-2: PBX SELECTIE
Hier me e ki est u de manier waarm ee een buit enlijn wor dt ve r kr egen in een PBX. Raadple eg uw PBX hand le iding of uw leveranc ier voor de juiste instelli ng. Doe uw ke us doo r een num mer va n , ,1 “ t ot ,, 3 “ als vol gt in te voer en:
,,1“: Aarde ,,2“: Flash ,,3“: Cijfer
Fabriek sinstelling: ,,3“
(Wanneer u "3" selecteert , ve rschijnt inst el li ng 1 4- 3 daarna in het dis pl ay. Wanneer u "1" of "2" selecteert, verschijnt instelling 14-4.)
88
Optionele instellingen
Instelling 14-3: P BX CIJF ER
Wanneer u de gebruikersi nste ll in g 14-2 op , ,3“ zet (PBX cijfer mod e), ge brui kt u deze instelling om uw PBX cijfer waarmee u de buitenlij n kiest (maximu m 3 cijfers) in te voeren . Druk op de START toets wa nne er u kl aa r bent.
Initiële instelling "0"
(Opmerking: het toegangsnummer voor het openbare net wordt automatisch gekozen wanneer het kiez en d.m.v. snelkie stoets of verkort kiescode is inge steld. Sla dit niet op als een deel van het nummer wanneer u een snelkiesnummer of verkortk iesnum m er opslaat.)
lnstelling 14-4: DO O RVERBINDEN
Hiermee kiest u de manie r waarm ee een gesprek ka n worden do orve rbo nde n in een PBX. Raadpleeg uw PBX hand leidi ng of uw leveranc ier voor de juiste instelling. U kunt een keuze maken door een getal van ,,1“ tot , ,3“ als volgt in te voeren:
,,1“: Aard toets ,,2“: Flash ,,3“: Buiten werking
Fabriek sinstelling: ,,2
Instelling 15: FAX DETECTIE
Uw fax is zo ingeste ld dat deze autom atisc h be gin t met de ontva ngst wanne er u een hoog faxsignaa l hoort, nadat u een gesprek sver bin din g beant woord t Wanneer u op de ze lfd e aansl uiting een compu te r fax mod em gebrui kt, m oet u deze instel li ng ui tz ette n om te verhi nderen dat uw faxtoe stel foutief probe er t om document en te ontva nge n die door het compu ter fax modem worden gezonden . Toe ts "1" om de dete ctie aan of, "2" om de detect ie uit te zette n.
Fabrieksi nste ll in g: , ,1 “
FUNCTION
4
JA NEE
1
of
Indrukken
2
JUNK NR. CONTROLE
tot op he t display wordt weergege ven:
FAX DETECTIE
STOP
89
Optionele instellingen
Instelling 16: CONTROLE VAN ANTI JUNK NUMME RS
Druk op "1" om te voorkome n dat er faxnumm e rs worde n ontva nge n die op de lijst met anti-ju nknu mm ers sta an ve rmel d. Druk op "2" om de ont van gst va n alle fa xnummers to e te staan.
Fabrieksinste ll ing : ,, 2“
FUNCTION
4
Indrukken
tot op het display wordt
JUNK NR. CONTROLE
weergegev en:
JA
1
NEE
of
2
POLLEN
STOP
Instelling 17: POLL EN
Toets "1" wann ee r u snelki est oet s 05/ POLL als pol li ng to ets wilt geb rui ken of, "2" wannee r u deze als een no rm al e snelkiestoets wilt gebruiken.
Fabrieksi nste ll in g: , ,2 “
FUNCTION
4
Indrukken
tot op he t display wordt
POLLEN
weer geg e ven:
JA NEE
of
1
2
NUMMERWEERGA V E
STOP
Instelling 18: NUMMERW EERG A VE
Wanneer u een abonnement heeft op nummerweergave en u wilt deze functie gebruiken, drukt u op 1. Om nummerwee rga ve uit te sch akele n, drukt u op 2. (Nummerwee rgave wordt nader toege licht in "Nummer wee rga ve" i n hoof dstu k
7.)
Fabrieksi nste ll in g: , ,2
Opmerking: Deze instelling is in sommige landen niet beschikbaar.
FUNCTION
4
Indrukken
JA NEE
of
1
2
VOORBLAD MODE
tot op het display wordt weergegeven:
NUMMERWEERGAVE
STOP
90
Optionele instellingen
Instelling 19: AUTOMATICH VOORBLAD Toets 1 (JA) om het faxtoe ste l autom ati sch e en voorbl ad te laten mak en en dit als laatste pagina va n elke tra nsm issi e te zenden. Toets 2 (NE E ) om de functie uit te schakelen.
Fabrieksinste ll ing : ,, 2“
FUNCTION
4
Indrukken
tot op het display wordt
VOORBLAD MODE
weergegeven:
JA NEE
of
1
2
AUTO JOURNAAL
STOP
Instelling20: AUTO MATISCH E JOURNAAL LIJST Druk "1" om uw faxt oestel automat isc h ee n jo urna al me t verz onden/ontvan gen documente n te laten printe n na elke 30 bewerk ing en. (De lijst kan de sgewe nst evengoed ma nue el worde n gep rin t. ) Toet s " 2" om de functie uit te schakelen.
Fabrieksi nste ll in g: , ,2 “
FUNCTION
4
JA NEE
of
1
2
Op het display wo r dt he t v o l gend e weer gege ven:
FIJN PRIORI TEIT
AUTO JOURNAAL
STOP
91
9
Printen van
Hoofdstuk
Verschillende lijst en met i nst elli ngen en in formati e, di e in de machine zijn ingevoerd, kunnen worden geprint . De machine kan zodanig worden ingesteld, dat er onder bepaalde voorwaarden automatisch een transactieverslag wordt gepri nt. Alle lij sten en het transactieversl ag worden hieronder beschreven.
Printen van een li js t
berichten en lijs te n
1
Druk op deze toetsen:
Op het display wordt het volgende weergegeven:
2
Druk op de "#" toets of de "*" toets tot de gewenste lijst in het display verschijnt.
3
Druk op de START toets.
Journaal
Dit journaal toont details van max. 30 van de meest recent uitgevoerde bewerkingen. Het jou rnaal is in tw e e delen verdeeld: het VER ZEND JOURNAAL dat details m.b. t. verzendingen t oont , en het ONTVANGST JOURNAAL die details m.b.t . ontvang en berichten toont.
FUNCTION
2
AFDRUKKEN
of
START
92
Printen vanberichten en lijsten
Wanneer optionele instelling 20 (Auto Print) op JA is ingesteld,
wordt er automatisch een journaal geprint wanneer de infor matie tot 30 bewerkingen is gestegen. (Er kan nog steeds op ieder moment op aanvraag een jou rnaal worden g eprint.)
Alle gegevens worden gewist nadat er een journaal is geprint.
Wanneer automatisch printen uitgezet is en er handmatig geen uitprint meer gedaan wordt bij meer dan 30 be werkingen, worden de oudste gegevens overschreven elke keer nadat er een bewerking is uitgevoe rd.
Toelichting van de koptekst en
9. Printen van berichten en lijsten
ZENDER/ ONTVANGER
PAG.’S Aantal ontvangen of verzonden pagina’s. RSLT OK - Transmissie was norm a al.
Het faxnummer van het andere faxtoestel, dat bij de transactie betrokken is. Wanneer deze machine geen identificatie functie heeft , verschi jn t de com muni ca ti e mode (bijvoo rbe el d, ,, G3").
S.STORING - Er is een stroom stor ing opge tre den. P.STORING - Er is een probleem opgetreden met het papier of
een origineel document. Verzekert u zich ervan dat het papier correct werd geladen. Controleer of het bedieningspaneel goed geslote n is.
PAPIER OP - Het papier is tij den s de ontva ngst opge raakt . FOUT-0 to t FOUT-7 - E en fout in de telefoo nleiding verhinde rde
de transa ctie . Zie Lijnstor in g in hoofdst uk 11. STOP - De transmissie is geannuleerd omdat de STOP toets is
ingedru kt, er geen document in de invoer was of omdat het andere apparaat een functie toepaste die uw faxapparaat niet heeft.
93
Printen vanberichten en lijsten
Timer lijst
Deze lijst toont de actueel ingestelde time r bewerkingen.
Lijst met telefoonnumm ers
Deze lijst bevat fax- en telefoonnummers di e opgeslagen zij n voor het automatische kiezen.
Code Lijst
Deze lijst toont de instellingen di e werden gemaakt voor de veiligheid van het pollen, uw naam en fax/tel efoonnum mer zo als deze in het apparaat werden ingevoerd en een voorbeeld van het briefhoofd zoals dit op elke verzonden pagina wordt geprint(KOP REG EL).
Lijst met optionel e inste ll inge n
Deze lijst toont de actuele stand van de optionel e inst ellingen.
Lijst met anti junk nummers
Deze lijst toont de nummers die geblokk eerd zijn door de anti junk functie.
Nummerweergave li jst
Deze lijst verstrekt informatie over uw recente telefoonges prekken (maximaal 20 gesprekken). (Deze lijst is alleen beschikbaar wanneer u de nummerweergave functie toepast.)
Lijst met afdruk instel li nge n
Deze lijst toont de actuele stand van de afdrukinstell ing en , na het indrukken van de FUNCTION toets en de "6" to et s.
94
Printen vanberichten en lijsten
Transactielijst
Het bericht wordt automatisch geprint nadat er een bewerking werd voltooid zodat u het resultaat kunt controleren. Uw faxtoestel is in de fabriek zodanig ingesteld, dat er alleen een bericht wordt geprint wanneer er een fout optreedt. Desgewenst kunt u de instelling wijzigen en ook een bericht onder een aantal andere voorwaarden printen. Hiervoor moet u optionele inst ell ing 6 wijzigin gen zoals beschreven in hoofdstuk 8.
De zelfde kopteksten verschijnen in een transaktielijst en in het
journaal. Zie "Journaal" in dit hoofdstuk voor een toelichting van de koptekste n .
Het verslag kan niet achteraf worden afgedrukt.
Help lijst
Deze lijst toont een kort overzicht van bewerkingen.
Druk op de COPY/HELP toets om deze lijst te printen.
9. Printen van berichten en lijsten
95
10
Hoofdstuk
Printkop
Reinig de printkop regelmati g om een optim ale print kwali tei t te waarborgen.
1
Trek eerst de telefoonkabel eruit en vervolgens het netsnoer.
2
Trek de papierontgrendelingsplaat naar voren en verwijder het papier.
Onderhoud
3
Open het bedieningspaneel (pak de vingergreep vast en trek deze naar boven), en trek vervolgens de ontgrendeling aan de rechterzijde van het toestel naar voren om het deksel van het printvak te openen.
96
4
Neem de donorrol cartridge uit het printvak en plaats dit op een blad papier.
5
Wrijf de printkop en rol schoon met propanol.
Rol
Onderhoud
Printkop
Let op!
•• Gebru ik geen benzine of verdu nne r. Vermijdt het de kop me t harde
voorwerpen aan te raken .
•• De printk op ka n heet zij n wannee r uw fax net een groot aantal do cum ente n
heeft ontv ang en. Wanneer dit het gev al is, die nt u de pri ntk op ee rst te laten afkoelen voordat u hem reinigt.
97
Onderhoud
6
Plaats de donorrol c artridge terug in het printvak.
7
Sluit het deksel van het printvak (druk beide kanten omlaag om ervoor te zorgen dat het deksel ineenklikt), en sluit het bedieningspaneel.
8
Plaats het papier terug in de papierlade en duw de papier ontgrendelingsplaat weer omlaag.
98
Loading...