Roland VR-760 User Manual [nl]

Page 1
Voordat u dit apparaat in gebruik neemt, leest u de secties getiteld: “Belangrijke veilig­heidsinstructies” (gebruikershandleiding p.2), “Het apparaat op een veilige manier gebruiken” (gebruikershandleiding p.3) en “Belangrijke opmerkingen” (gebruikershan­dleiding p.5) zorgvuldig door.
In deze secties vindt u belangrijke informatie over de juiste bediening van dit apparaat. Daarnaast dient de volledige gebruikershandleiding gelezen te worden, zodat u een goede indruk krijgt van alle mogelijkheden die uw nieuwe apparaat te bieden heeft. Bewaar de handleiding, zodat u er later aan kunt refereren.
Gebruikershandleiding
Gefeliciteerd met uw keuze voor het Roland Performance VR-760 toetsenbord.
201b
202
Copyright © 2003 ROLAND CORPORATION
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag zonder schriftelijke toestemming van
Page 2
CAUTION
RISK OF ELECTRIC SHOCK
DO NOT OPEN
ATTENTION
WAARSCHUWING: VERWIJDER HET DEKSEL (OF DE
ACHTERKANT) NIET, OM HET RISICO OP EEN ELEKTRISCHE
SCHOK TE REDUCEREN. BINNENIN BEVINDEN ZICH GEEN ONDERDELEN DIE DOOR DE GEBRUIKER ONDERHOUDEN
KUNNEN WORDEN. LAAT HET ONDERHOUD AAN ERKEND
: RISQUE DE CHOC ELECTRIQUE NE PAS OUVRIR
ONDERHOUDSPERSONEEL OVER.
Het symbool van de bliksemflits met pijl, binnen een gelijkzijdige driehoek, is bedoeld om de gebruiker te waarschuwen voor de aanwezigheid van niet geïsoleerd, ’gevaarlijk voltage’ binnenin het apparaat, welke krachtig genoeg kan zijn om een elektrische schok bij personen te veroorzaken.
Het uitroepteken binnen een gelijkzijdige driehoek is bedoeld om de gebruiker te waarschuwen voor de aanwezigheid van belangrijke bedienings- en onderhoudsinstructies in de literatuur behorende bij het product.
INSTRUCTIES MET BETREKKING TOT HET RISICO VAN BRAND, ELEKTRISCHE SCHOK
OF VERWONDINGEN AAN PERSONEN.
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
WAARSCHUWING – Tijdens het gebruik van elektrische producten moeten de voorzorgsmaatregelen altijd opgevolgd worden,
inclusief de volgende:
1. Lees deze instructies.
2. Bewaar deze instructies.
3. Neem alle waarschuwingen serieus.
4. Volg alle instructies.
5. Gebruik dit apparaat niet in de buurt van water.
6. Maak dit apparaat alleen met een droge doek schoon.
7. De ventilatie openingen mogen niet geblokkeerd worden. Installeer in overeenstemming met de instructies van de fabrikant.
8. Installeer het apparaat niet in de buurt van warmtebronnen, zoals radiatoren, kachelschuiven, kachels of andere apparaten (inclusief versterkers) die warmte produceren.
9. Bescherm het netsnoer, zodat er niet overheen gelopen kan worden. Zorg dat het snoer, in het bijzonder bij de stekkers, stopcontactdozen en op het punt waar zij uit het apparaat komen, niet gedraaid of in elkaar gedrukt wordt.
10. Gebruik alleen door de fabrikant gespecificeerde aanhangsels of accessoires.
11. Gebruik het apparaat met een door de fabrikant gespecificeerde of bij het apparaat geleverde kar, standaard, statief, console of tafel. Voorzichtigheid is geboden tijdens het verplaatsen van de kar/apparaat combinatie, zodat deze niet kan omvallen en daardoor stuk gaat.
12. Tijdens onweer of wanneer het apparaat gedurende een langere periode niet gebruikt zal worden, haalt u de stekker uit het stopcontact.
13. Laat al het onderhoud aan erkend onderhoudspersoneel over. Onderhoud is vereist, wanneer het apparaat op enigerlei wijze beschadigd is, bijvoorbeeld als het netsnoer of de stekker beschadigd is, er vloeistof of objecten in het apparaat terecht zijn gekomen, als het apparaat aan regen of vochtigheid heeft blootgestaan, niet normaal functioneert of is gevallen.
2
2
Page 3

USING THE UNIT SAFELY

WAARSCHUWING
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
INSTRUCTIES OM BRAND, ELEKTRISCHE SCHOK OF LICHAMELIJK LETSEL TE VOORKOMEN
Over
WAARSCHUWING en
VOORZICHTIG opmerkingen
Wordt gebruikt bij instructies waarbij
WAARSCHUWING
de gebruiker attent gemaakt wordt op het risico van overlijden of zwaar letsel, wanneer het apparaat niet op juiste wijze gebruikt wordt.
Wordt gebruikt bij instructies waarbij de gebruiker attent gemaakt wordt op het risico van letsel of materiële schade, wanneer het apparaat niet op juiste
VOORZICHTIG
wijze gebruikt wordt. * Materiële schade verwijst naar schade
of andere ongunstige effecten, die ten aanzien van het huis en al het aanwezige meubilair, en tevens aan huisdieren kunnen optreden.
NEEM ALTIJD HET VOLGENDE IN ACHT
WAARSCHUWING
001
• Zorg dat u onderstaande instructies en de gebrui­kershandleiding leest, voordat u het apparaat in gebruik neemt.
..........................................................................................................
002b
• Maak het apparaat niet open, en voer geen interne modificaties uit. (De enige uitzondering hierop is wanneer in deze handleiding specifieke instructies staan, die opgevolgd dienen te worden om door de gebruiker te installeren opties aan te brengen, zie p.83).
..........................................................................................................
003
• Tracht het apparaat niet te repareren of onder­delen in het apparaat te vervangen (behalve wanneer daartoe specifieke instructies in de handleiding staan.) Ga voor alle onderhoud naar uw handelaar, het dichtstbijzijnde Roland Service Centrum of een erkende Roland distributeur, die u op de “Informatie” pagina kunt vinden.
..........................................................................................................
004
• Gebruik of berg het apparaat nooit op, op plaatsen die:
• aan extreme temperaturen onderhevig zijn
(bijvoorbeeld in direct zonlicht, in een afgesloten voertuig, dichtbij een warmtekanaal of bovenop warmte genererende apparatuur; of die
• vochtig zijn (bijvoorbeeld badkamers,
wasruimtes of natte vloeren hebben; of die
• aan regen worden blootgesteld; of die
• stoffig zijn; of die
• aan een hoge mate van vibratie onderhevig zijn.
..........................................................................................................
005
• Dit apparaat dient alleen met een door Roland aanbevolen rack of standaard gebruikt te worden.
Over de symbolen
Het symbool wijst de gebruiker op belangrijke instructies of waarschuwingen. De specifieke betekenis van het symbool wordt bepaald door het teken dat zich binnen de driehoek bevindt. Het symbool dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, betekent dat dit teken voor algemene voorzorgsmaatregelen, waarschuwingen, of aanduidingen van gevaar wordt gebruikt.
Het symbool wijst de gebruiker op onderdelen die nooit verplaatst mogen worden (verboden). De specifieke handeling die niet uitgevoerd mag worden, wordt aangegeven door het symbool dat zich binnen de cirkel bevindt. Het symbool dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, betekent dat het apparaat nooit uit elkaar gehaald mag worden.
Het ● wijst de gebruiker op onderdelen die verwijderd moeten worden. De specifieke handeling die uitgevoerd moet worden, wordt door het symbool binnen de cirkel aangegeven. Het symbool dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, geeft aan dat het netsnoer uit de daarvoor bestemde aansluiting getrokken moet worden.
006
• Wanneer dit apparaat met een door Roland aanbe­volen rack of standaard wordt gebruikt, moet het nauwkeurig geplaatst worden, zodat het waterpas staat en stabiel zal blijven. Ook indien u geen rack of standaard gebruikt, moet u er voor zorgen dat de locatie een gelijkmatig oppervlak heeft en het apparaat goed ondersteunt, zodat het niet kan wiebelen.
..........................................................................................................
008a
• Het apparaat dient alleen op een type stroomvoor­ziening, zoals in de instructies wordt beschreven, aangesloten te worden of zoals op het apparaat zelf wordt aangegeven.
..........................................................................................................
008e
• Gebruik alleen het bijgeleverde netsnoer.
..........................................................................................................
009
• Buig of draai het netsnoer niet overmatig, en plaats er geen zware objecten bovenop. Hierdoor kan het snoer beschadigen, waardoor afgebroken elementen en kortsluiting geproduceerd kan worden. Beschadigde snoeren betekenen een risico op brand en schokken!
..........................................................................................................
010
• Dit apparaat, op zichzelf staand of in combinatie met koptelefoon of luidsprekers, kan geluidsni­veaus produceren die in staat zijn permanent gehoorsverlies te veroorzaken. Werk nooit lange tijd achter elkaar op een hoog of oncomfortabel volumeniveau. Wanneer u een bepaalde mate van gehoorsverlies of een piep in de oren bemerkt, moet u het apparaat direct uitzetten en een oorarts consulteren.
..........................................................................................................
..........................................................................................................
3
Page 4
VOORZICHTIG
VOORZICHTIG
101a
• Zorg dat er geen objecten (bijvoorbeeld brandbaar materiaal, munten of spelden) of vloeistoffen (water, frisdrank, enz.) in het apparaat terecht­komen.
..........................................................................................................
012a:
• Zet direct de stroom uit, haal het netsnoer uit het stopcontact en breng het apparaat voor onderhoud naar uw handelaar, het dichtstbij­zijnde Roland Service Centrum of erkende Roland distributeur, te vinden op de "Informatie" pagina, wanneer:
• het netsnoer of de stekker is beschadigd; of
• er rook of een ongewone geur optreedt
• objecten of vloeistof in het apparaat terecht zijn
gekomen; of
• het apparaat in de regen heeft gestaan (of op
een andere manier nat is geworden); of
• het apparaat niet normaal lijkt te werken of een
duidelijke verandering laat zien.
..........................................................................................................
013
• In huishoudens met kleine kinderen moet een volwassene toezicht houden, totdat het kind in staat is de regels, die essentieel zijn voor een veilige bediening van het apparaat, op te volgen.
..........................................................................................................
014
• Bescherm het apparaat tegen zware schokken. (Laat het niet vallen!.)
..........................................................................................................
015
• Steek het netsnoer van dit apparaat niet in een stopcontact waar een buitensporig aantal andere apparaten gebruik van maakt. Wees in het bijzonder voorzichtig bij het gebruik van verleng­snoeren – de totale hoeveelheid stroom, die door alle aangesloten apparaten wordt gebruikt, mag nooit de stroom classificatie (watts/ampères) van het verlengsnoer overschrijden. Door overmatige ladingen kan de isolatie van het snoer verhit raken en uiteindelijk smelten.
..........................................................................................................
016
• Voordat u dit apparaat in het buitenland gaat gebruiken, neemt u contact op met uw verkoper, het dichtstbijzijnde Roland Service Centrum of een erkend Roland distributeur. Deze zijn te vinden op de “Informatie” pagina.
..........................................................................................................
022a
• Zet het apparaat altijd uit, en haal het netsnoer uit het stopcontact voordat u een printplaat (model no. SRX serie; p.83) gaat installeren.
..........................................................................................................
026
• Zet niets dat water bevat (bijvoorbeeld bloemen­vazen) op dit apparaat. Vermijd tevens het gebruik van insecticide, parfum, alcohol, nagellak, spuitbussen enz. in de buurt van het apparaat. Veeg op het apparaat gemorste vloeistof snel met een droge, zachte doek af.
..........................................................................................................
101a
• Het apparaat dient op een zodanige wijze geplaatst te worden, dat er voldoende ventilatie­ruimte beschikbaar is.
..........................................................................................................
101c
• De VR-760 mag alleen met Roland standaard KS­12 gebruikt worden. Andere standaards kunnen instabiel zijn, waardoor mogelijk letsel veroor­zaakt kan worden.
..........................................................................................................
102b
• Wanneer de stekker in het stopcontact of in dit apparaat word gestoken of eruit wordt gehaald, houdt u deze altijd bij de stekker zelf vast.
..........................................................................................................
103a:
• Stofophoping tussen het netsnoer en het stopcontact kan tot een verminderde isolatie leiden, waardoor brand veroorzaakt kan worden. Veeg dit soort stof regelmatig met een droge doek weg. Wanneer het apparaat gedurende een langere periode niet gebruikt wordt, haalt u het netsnoer uit het stopcontact.
..........................................................................................................
104
• Probeer het in elkaar verwikkeld raken van snoeren en kabels te voorkomen. Tevens zouden alle snoeren en kabels buiten het bereik van kinderen geplaatst moeten worden.
..........................................................................................................
106
• Ga nooit boven op dit apparaat staan, en plaats er geen zware objecten op.
..........................................................................................................
107b
• Wanneer de stekker in het stopcontact of in dit apparaat word gestoken of eruit wordt gehaald, mogen uw handen nooit nat zijn.
..........................................................................................................
108a
• Voordat u het apparaat gaat verplaatsen, haalt u het netsnoer uit het stopcontact en koppelt u de snoeren van alle apparaten los.
..........................................................................................................
109a
• Voordat u het apparaat gaat schoonmaken, zet u de stroom uit, en haalt u het netsnoer uit het stopcontact (p.19).
..........................................................................................................
110a
• Indien er onweer in uw omgeving wordt verwacht, haalt u het netsnoer uit het stopcontact.
..........................................................................................................
115a
• Installeer alleen de gespecificeerde printplaat (model nr. SRX serie). Verwijder alleen de aange­geven schroeven (p.83).
..........................................................................................................
118
• Indien u de kaartbeveiliging, schroeven van de kaartbeveiliging en de schroeven van het print­plaat deksel en de muziekstandaard moet verwij­deren bergt u deze op een veilige plaats, buiten het bereik van kinderen op, zodat zij niet de kans krijgen deze per ongeluk in te slikken.
..........................................................................................................
4
Page 5

BELANGRIJKE OPMERKINGEN

291b
Naast de onderdelen die onder “Belangrijke veiligheidsinstructies” en “Het apparaat op een veilige manier gebruiken" op pagina’s 2 en 3 worden genoemd, raden wij u aan het volgende te lezen en in acht nemen:
Stroomvoorziening
• Gebruik dit apparaat niet op hetzelfde stroomcircuit, waar apparaten die lijn ruis genereren (zoals een elektrische motor of een variabel belichtingssysteem) ook gebruik van maken.
• Voordat dit apparaat op andere apparaten wordt aange­sloten, zet u de stroom van alle apparaten uit. Dit zal storingen en/of schade aan luidsprekers of andere apparaten helpen voorkomen.
• Hoewel de LCD en LED”s worden uitgezet als de POWER schakelaar wordt uitgeschakeld, betekent dit niet dat het apparaat volledig van de stroombronnen is losgekoppeld. Indien u de stroom helemaal uit moet zetten, zet u eerst de POWER schakelaar uit, en daarna haalt u het netsnoer uit het stopcontact. Hierom dient het stopcontact, waarin het netsnoer wordt gestoken, altijd binnen handbereik te zijn.
Plaatsing
• Het gebruik van dit apparaat in de nabijheid van versterkers (of andere apparatuur, die grote stroom trans­formatoren bevat) kan tot een brom leiden. Om dit probleem op te heffen, verandert u de richting van dit apparaat of zet het verder van de storingsbron weg.
• Dit apparaat kan de ontvangst van radio of televisie verstoren. Gebruik dit apparaat niet in de nabijheid van dit soort ontvangers.
• Wanneer draadloze apparaten, zoals mobiele telefoons, in de buurt van dit apparaat worden gebruikt, kan ruis geproduceerd worden. Dit soort ruis kan optreden bij het telefoneren, als u gebeld wordt of tijdens de conversatie. Wanneer u dit soort problemen ondervindt, moet u het draadloze apparaat op grotere afstand van dit instrument gebruiken of uitzetten.
• Plaats dit apparaat niet in direct zonlicht, plaats het niet bij apparaten die warmte verspreiden, laat het niet in een afgesloten voertuig achter, en stel het niet aan extreme temperaturen bloot. Laat verlichting, die normaalge­sproken dicht op het apparaat staan (zoals een pianolamp) of krachtige lampen, niet gedurende een langere periode op dezelfde plaats op het apparaat schijnen.
• Door overmatige hitte kan het apparaat misvormen of verkleuren.
• Laat rubber, vinyl of gelijksoortige materialen niet gedurende een langere periode op het apparaat staan. Door dit soort objecten kan de lak verkleuren of op andere wijze beschadigen.
• Plaats het apparaat niet dichtbij apparaten, die een sterk magnetisch veld produceren (bijvoorbeeld luidsprekers).
• Laat geen objecten boven op het keyboard staan. Hierdoor kunnen storingen ontstaan, zoals toetsen die geen geluid meer geven.
• Plak geen etiketten, plakplaatjes, enz. op dit instrument. Wanneer dit soort materiaal van het instrument afgetrokken wordt, kan de lak aan de buitenkant bescha­digen.
Onderhoud
• Voor het schoonmaken van het apparaat gebruikt u een droge, zachte doek of één die enigszins vochtig is. Probeer het volledige oppervlak met gelijkmatige kracht schoon te vegen, waarbij de doek in de richting van de houtnerf wordt verplaatst. Als u te hard op één plaats veegt, kan de lak beschadigen.
• Gebruik nooit wasbenzine, verdunners, alcohol of oplos­middelen om de mogelijkheid van verkleuring en/of misvorming te voorkomen.
Aanvullende voorzorgsmaatregelen
• Wees er op bedacht dat de inhoud van het geheugen, door storingen of onjuist gebruik van het apparaat, onher­stelbaar verloren kan gaan. Om het verlies van belangrijke data te voorkomen, raden wij u aan om van tijd tot tijd een reservekopie van belangrijke data, die in het geheugen van het apparaat op een DATA kaart of in een ander MIDI apparaat (bijvoorbeeld een sequencer) is opgeslagen, te maken.
• Wanneer data, die op een DATA kaart of in een ander MIDI apparaat (bijvoorbeeld een sequencer) is opgeslagen verloren is gegaan, kan deze mogelijk niet meer hersteld worden. Roland Corporation is niet aansprakelijk voor dit soort dataverlies.
• Behandel de knoppen, schuifregelaars of andere regelaars van dit apparaat met gepaste voorzichtigheid; dit geldt ook voor het gebruik van de stekkers en aansluitingen. Ruwe behandeling kan tot storingen leiden.
• Sla nooit op het beeldscherm, en voer er geen hoge druk op uit.
• Tijdens het aansluiten en/of loskoppelen van alle kabels, houdt u deze bij de aansluiting zelf vast – trek nooit aan de kabel. Op deze manier vermijdt u kortsluiting of schade aan de interne elementen van de kabel.
• Tijdens normale werking zal het apparaat een geringe hoeveelheid warmte afgeven.
• Om te vermijden dat u uw buren stoort, probeert u het volume van dit apparaat op een redelijk niveau te houden. U kunt ervoor kiezen om een koptelefoon te gebruiken, zodat u zich geen zorgen om de personen in uw naaste omgeving hoeft te maken (’s nachts in het bijzonder.)
• Gebruik alleen het gespecificeerde expressiepedaal (EV-7; apart verkrijgbaar). Als u een ander pedaal aansluit, kunnen storingen en/of schade aan het apparaat ontstaan.
5
Page 6
Voordat kaarten worden gebruik
DATA kaarten gebruiken
• Voor de VR-760 kunnen CompactFlash geheugenkaarten worden gebruikt. Microdrive opslagmedia van IBM is niet compatibel.
• CompactFlash en zijn handelsmerken van SanDisk Corporation en vallen onder licentie van CompactFlash
associatie.
• Roland Corporation is een licentiehouder van de
CompactFlash TM en CF logo handelsmerken.
• Fugue © 1999-2003 Kyoto Software Research, Inc. Alle rechten voorbehouden.
fig.d-upgopt.eps_50
2.
Steek de geheugenkaart in het geheugenkaart ruimte.
3.
Om de kaartbeveiliging vast te zetten, draait u de schroeven aan, zoals hieronder wordt getoond.
Kaartbeveiliging
Omgekeerd
• CompactFlash kaarten worden met gebruik van precisie­componenten vervaardigd. Behandel de kaarten met zorg, en let in het bijzonder op de volgende punten:
• Om te voorkomen dat de kaarten beschadigen door statische elektriciteit, moet u zorgen dat statische elektriciteit die zich op uw eigen lichaam kan bevinden is ontladen, voordat u de kaarten gaat installeren.
• Raak het metaal niet aan, en laat het niet met het contactgedeelte van de kaart in aanraking komen.
• Buig de kaarten niet, laat ze niet vallen, en stel deze niet aan schokken of vibraties bloot.
• Bewaar de kaarten niet in direct zonlicht, in afgesloten voertuigen of soortgelijke locaties (opslagtemperatuur:
-25 - 85 graden).
• Laat de kaarten niet nat worden.
• Haal de kaarten niet uit elkaar, en breng geen wijzigen aan.
• De CompactFlash kaart mag nooit ingestoken of verwijderd worden, terwijl de VR-760 aanstaat. Hierdoor kan de data van de VR-760 of die op de CompactFlash kaart onbruikbaar worden.
• Steek de CompactFlash kaart voorzichtig helemaal in de VR-760, totdat deze stevig op zijn plaats zit.
Zijaanzicht
705
• Raak de contactpunten van de CompactFlash kaart nooit aan, en voorkom dat deze vies worden.
De kaartbeveiliging installeren
De VR-760 biedt een kaartbeveiliging om diefstal van de geheugenkaart te voorkomen. Om de kaartbeveiliging te installeren, gebruikt u de onderstaande procedure.
1.
Met een schroevendraaier verwijdert u de beide schroeven aan elke kant van de geheugenkaart ruimte.
6
Page 7

Hoofdkenmerken

Nadruk op basis toetsenbordfuncties voor gebruik op het podium

Beschikt over orgel, piano en synthesizer onderdelen

De VR-760 is een draagbaar toetsenbord met 76 toetsen, dat uitermate goede "orgel", "piano" en "synthesizer" geluiden inte­greert, die zo belangrijk zijn voor bands die over orgel, piano en synthesizers willen beschikken, en dit allemaal in één apparaat kunnen vinden. De secties voor de besturing van deze drie instrumenten kunnen gelijktijdig worden gebruikt, en zijn op een begrijpelijke manier op het paneel van de VR-760 onderge­bracht.

Orgelsectie uitgerust met Virtueel toonwiel geluidsgenerator

De VR-760 beschikt over een "virtueel toonwiel" geluid, dat van digitale technologie gebruik maakt voor de emulatie van alle ele­menten die aan de ontwikkeling van het traditionele orgelgeluid hebben meegewerkt. De snelle attack is opvallend, in het bijzon­der wanneer glissando’s worden gespeeld. het instrument is vol­ledig polyfoon, en biedt ideale uitvoeringen, zonder geluidsuitval. Daarnaast reproduceert het Quick Firing toetsen­bord effect de snel klinkende en terugkaatsende aanslag van de voor orgels zo kenmerkende toetsen.

Uitgerust met een toepassingsgerichte pianogeluid generator

De pianosectie heeft een toepassingsgerichte modellerende geluidsgenerator die de speciale kwaliteiten van een piano reproduceert. Het akoestische pianogeluid simuleert de manier, waarop de demper niet in het hoge register wordt toegepast, de halfdemper en andere eigenschappen. De elektrische piano beschikt over de geluiden die eigen zijn aan het instrument, waaronder de geluiden die geproduceerd worden, wanneer de toetsen worden losgelaten, en de resonantie die geproduceerd wordt als de toetsen worden bespeeld. Zelfs de amp simulatie is het evenbeeld van het origineel.

Synth secties bevatten achtergrondgeluiden van hoge kwaliteit

De synth sectie van de VR-760 is opgebouwd uit een combinatie van elektronische geluiden, zoals analoge synth samen met rea­listische strijkers en andere akoestische instrumentgeluiden. Gericht op ensemblegeluiden die gemakkelijk zijn voor bands, zijn pad geluiden en synthesizergeluiden allemaal met de groot­ste zorg geselecteerd. De VR-760 beschikt ook over SRX Wave expansie ruimte. Deze geluidsuitbreidingen kunt u gebruiken om nog meer verschillende muziekstijlen te spelen.

Eenvoudig, intuïtief regelingspaneel

De orgel-, piano- en synth secties hebben ieder een verschillend gespecialiseerd regelingspaneel voor gemakkelijke bediening. Als u ingewikkelde combinaties van gedetailleerde instellingen van deze secties in de registraties opslaat, kunt u die later op eenvoudige wijze oproepen. Daarnaast kunt u direct naar de optimale instellingen voor orgel, piano of synth uitvoeringen overschakelen, zelfs als u in verschillende modes speelt. Hier­voor hoeft u simpelweg de ONE TOUCH [ORGAN], [PIANO] of [SYNTH] knoppen in te drukken.

Meer expressiviteit met Active Expression

U kunt de Active Expression functie van de synth sectie voor sterkere expressiviteit in layer uitvoeringen, en verbeterde expressie in vastgehouden noten gebruiken.

Sterkere uitvoeringen met de D Beam Controller

Met gebruik van de D Beam Controller kan de uitvoerende zijn uitvoeringen direct van emotionele expressiviteit voorzien. Drie functies, speciaal voor orgel, piano en synth, kunnen aan de D Beam worden toegewezen.

Geraffineerd, aantrekkelijk ontwerp

Met zijn metaalgekleurde behuizing en houten zijpanelen ziet de VR-76- er op het podium prachtig uit. De zijpanelen zijn van echt hout gemaakt, zodat elk instrument uniek is. De deuken en kras­sen, die bij veelvuldig gebruik optreden zijn een natuurlijk ken­merk, een soort "eremedaille".
* Het echte hout, dat voor de zijpanelen is gebruikt krast
gemakkelijk. Behandel het instrument met passende zorg.

Overige kenmerken

Rhythm functie

Hiermee kunt u eenvoudige en muzikale ritmische uitvoeringen spelen. Gebruik ritmes zoals u frase loops zou gebruiken, als hulp bij het oefenen of gebruik deze functie als creatief stuk gereedschap bij het componeren van songs.

Volledige polyfonie plus 128 stemmen

De orgelsectie is volledig polyfoon, terwijl de piano en synth sec­ties in totaal 128 stemmen combineren, die overvloedige stem­men voor layer en andere uitvoeringseffecten bieden.
* Sommige geluiden kunnen meer geluiden tegelijk gebruiken.
In dat geval kunnen minder dan 128 stemmen hoorbaar zijn.

Gigantisch 96 MB Wave geheugen

De VR-760 is uitgerust met een enorm 96 megabyte wave geheu­gen (indien naar lineair formaat geconverteerd) voor de piano en synth secties, en voor de ongeveer dertig geluiden in de ritme­sectie, waardoor een bijzonder hoge geluidskwaliteit wordt geboden.
7
Page 8

Inhoud

HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN ............................................................ 3
BELANGRIJKE OPMERKINGEN............................................................................................................ 5
Hoofdkenmerken.....................................................................................7
Paneelbeschrijvingen ...........................................................................12
Voorpaneel ................................................................................................................................ 12
Achterpaneel ............................................................................................................................. 15
Voordat u met spelen begint................................................................16
Het netsnoer aansluiten ........................................................................................................... 16
De VR-760 op externe apparatuur aansluiten ........................................................................ 16
Pedalen aansluiten ........................................................................................................................17
De muziekstandaard installeren.............................................................................................. 18
De stroom aan en uitzetten......................................................................................................19
De stroom aanzetten..................................................................................................................... 19
De stroom uitzetten ...................................................................................................................... 19
Het volume aanpassen............................................................................................................. 20
De fabrieksinstellingen herstellen (Factory Reset) ............................................................... 20
Het contrast van het beeldscherm bijstellen (LCD Contrast)............................................... 21
Op de toonhoogtes van andere instrumenten afstemmen (Master Tune) .......................... 22
Overzicht van de VR-760 ......................................................................23
Basis indeling van de VR-760.................................................................................................. 23
Keyboard controller sectie ........................................................................................................... 23
Geluidsgeneratie sectie................................................................................................................. 23
Effect sectie .................................................................................................................................... 23
Samenstelling van de VR-760 onderdelen ............................................................................. 24
1. Organ Part.................................................................................................................................. 24
2. Piano Part ................................................................................................................................... 24
3. Synth Part................................................................................................................................... 24
4. Rhythm Part............................................................................................................................... 24
Klanken en geheugen............................................................................................................... 24
Systeem geheugen......................................................................................................................... 24
Registratie geheugens................................................................................................................... 24
Tijdelijk gebied ..............................................................................................................................24
Basiswerking van de VR-760 ................................................................................................... 25
Hoofdschermen............................................................................................................................. 25
Basisscherm regels ........................................................................................................................25
Over de Controller sectie .............................................................................................................26
Parts (gedeeltes) en registraties besturen ..................................................................................26
De demosongs beluisteren ..................................................................27
Spelen met het toetsenbord.................................................................28
Orgel, piano of synth individueel spelen (ONE TOUCH)....................................................... 28
Met verschillende geluiden spelen (REGISTRATION)........................................................... 29
Voorbeeld: REGISTRATIE 42 oproepen ....................................................................................29
Het volumeniveau van elk gedeelte veranderen.................................................................... 30
Weerkaatsing aan het geluid toevoegen ................................................................................ 30
De algehele geluidskwaliteit veranderen (MASTER EQ)....................................................... 31
De Controller gebruiken........................................................................................................... 31
Bender/Modulation hefboom..................................................................................................... 31
Aftertouch ......................................................................................................................................32
Demper pedaal ..............................................................................................................................32
Expressie pedaal............................................................................................................................ 32
Control pedaal ...............................................................................................................................32
8
Page 9
Basiswerking van het orgel gedeelte...................................................................................... 33
De "Harmonische balken" die de compositie van het orgelgeluid veranderen................... 33
[H-Bar Manual] knop ...................................................................................................................35
Orgel sectie ............................................................................................................................... 36
Het orgelgeluid veranderen (Tone Wheel)................................................................................ 36
Modulatie aan het geluid toevoegen (Vibrato and Chorus)................................................... 37
Knispering aan het geluid toevoegen (Percussion).................................................................. 38
De Virtual Amp veranderen (Amplifier)................................................................................... 41
Het roterende luidspreker effect toevoegen (Rotary Sound).................................................. 41
Basiswerking van het piano gedeelte..................................................................................... 43
De "Tones" die het pianogeluid veranderen .............................................................................43
De karakteristieken van het geluid veranderen "Mic/Amp" ................................................. 44
Effecten op het geluid toepassen (Multi Effects) ......................................................................45
Basiswerking van het synth gedeelte..................................................................................... 46
De "Tones" die het synth geluid veranderen............................................................................. 46
Geluiden van een Wave expansieboard selecteren.................................................................. 46
De geluiden veranderen (Tone Modify) ....................................................................................47
Effecten op het geluid toepassen (MULTI EFFECTS).............................................................. 47
Expressie aan het geluid toevoegen: "Active Expression" ......................................................48
Functies voor gevorderd gebruik........................................................49
De D BEAM controller gebruiken om algemene effecten te produceren ............................ 49
De gevoeligheid van de D Beam controller aanpassen ...........................................................50
Het toetsenbord verdelen (Split) ............................................................................................. 51
Ritme spelen (RHYTHM)...........................................................................................................52
Het ritmepatroon en tempi veranderen.....................................................................................53
Instellingen in registraties opslaan......................................................................................... 54
Een Control pedaal gebruiken................................................................................................. 55
Op een geheugenkaart opslaan .............................................................................................. 56
De geheugenkaart voor de VR-760 formatteren (Format) ......................................................57
Data op een geheugenkaart opslaan (Save File)....................................................................... 58
Een bestand van en geheugenkaart in de VR-760 laden (Load File)..................................... 59
Een bestand dat op de geheugenkaart is opgeslagen van een nieuwe naam
voorzien (Rename File)................................................................................................................. 59
Een bestand dat op de geheugenkaart is opgeslagen verwijderen (Delete File) .................60
Een extern video apparaat besturen (V-LINK) ....................................................................... 61
Aansluitingsvoorbeeld (met gebruik van de DV-7PR)............................................................ 61
Hoe de V-LINK functie wordt gebruikt .................................................................................... 62
Gedetailleerde instellingen voor elke functie (EDIT) .........................63
Over het Edit Mode Menu.........................................................................................................63
SYSTEM BASIC ................................................................................................................. 63
SYSTEM MIDI ................................................................................................................... 63
REGISTRATION COMMON .......................................................................................... 63
REGISTRATION ORGAN ............................................................................................... 64
REGISTRATION PIANO ................................................................................................. 64
REGISTRATION SYNTH ................................................................................................64
UTILITY ............................................................................................................................. 64
Basisprocedure......................................................................................................................... 64
Instellingen die op de volledige VR-760 van invloed zijn (SYSTEM BASIC) ....................... 65
Afstemmen op de toonhoogtes van andere instrumenten .........................................65
Het toetsenbord transponeren ........................................................................................65
De aanslaggevoeligheid veranderen .............................................................................. 65
De polariteit van het demperpedaal veranderen ......................................................... 65
Het demper effect op het orgel gedeelte toepassen ..................................................... 65
Het demper effect op het synth gedeelte toepassen ....................................................65
Het Expressie effect op het piano gedeelte toepassen ................................................. 65
De polariteit van het Control pedaal veranderen ........................................................ 65
Functies aan het Control pedaal toewijzen ................................................................... 66
De Quick Firing Keyboard functie van het orgel instellen ......................................... 66
Keyboard Video Switching tijdens V-LINK instellen .................................................. 66
De Clock (Timing) bron veranderen .............................................................................. 66
De gevoeligheid van de D Beam aanpassen ................................................................. 67
9
Page 10
MIDI instellingen die op de VR-760 algemeen van kracht zijn (SYSTEM MIDI)................... 67
De geluidsgenerator en het toetsenbord aansluiten/ontkoppelen ...........................67
Het apparaat ID nummer instellen ................................................................................67
De te verzenden MIDI data veranderen ........................................................................68
De Tone Change Data Transmissie/Ontvangst schakelaar veranderen .................. 68
Het MIDI kanaal voor elk Part instellen ........................................................................ 68
Rotary Effect berichten veranderen ...............................................................................68
Het Tone Wheel Brake bericht veranderen ................................................................... 69
Het Pedal Wah bericht veranderen ................................................................................ 69
Synth MFX Control berichten afwisselen ...................................................................... 69
Harmonic Bar berichten afwisselen ...............................................................................69
REGISTRATION instellingen (REGISTRATION COMMON) ................................................... 69
Een REGISTRATIE een nieuwe naam geven ................................................................69
De toetsenreeks voor MIDI uitvoer tijdens Split Play bepalen .................................. 69
De Pitch Bender instellingen veranderen ...................................................................... 70
De gevoeligheid van de aftertouch veranderen .......................................................... 70
De diepte van de Reverb veranderen ............................................................................70
Ritme instellingen .............................................................................................................70
MIDI Tone data verzenden bij het overschakelen van registraties ...........................70
Orgel instellingen voor registraties (REGISTRATION ORGAN) ........................................... 71
Het Leakage Noise volume instellen .............................................................................71
Het Click Sound niveau instellen ................................................................................... 71
Het Percussie Volume niveau instellen ......................................................................... 71
De Decay snelheid van de percussie instellen .............................................................. 71
De oplaadtijd van de percussie instellen ....................................................................... 71
Het H-Bar volumeniveau aanpassen als Percussion op Normaal staat ...................71
De hoeveelheid overdrive aanpassen ............................................................................ 72
De spreiding van de luidspreker instellen .................................................................... 72
Het volumeniveau van de luidspreker instellen ..........................................................72
De Rotary Shift tijd instellen ...........................................................................................72
De Rotary snelheid instellen ...........................................................................................72
De afstand van de roterende luidspreker tot de microfoon instellen ....................... 72
Het Reverb Send Level van het orgelgedeelte instellen .............................................. 72
Piano instellingen voor registraties (REGISTRATION PIANO)............................................. 73
De stereo breedte van de piano veranderen .................................................................73
De klankrijkheid van piano akkoorden fijner afstemmen .......................................... 73
De afzwakking van de piano aanpassen ....................................................................... 73
De functie van de Mic/Amp veranderen ...................................................................... 73
Multi-effect instellingen van het pianogedeelte ........................................................... 73
Synth instellingen voor registraties (REGISTRATION SYNTH)............................................ 74
Mono geluid spelen .......................................................................................................... 74
Vloeiende veranderingen in toonhoogte creëren (Portamento) ................................75
Multi-effect instellingen van het Synth gedeelte .......................................................... 75
Handige functies (UTILITY)......................................................................................................76
De geïnstalleerde Wave expansieboards controleren (SRX Info)........................................... 76
De instellingen van de VR-760 naar een extern MIDI apparaat overbrengen
(Bulk Dump) ..................................................................................................................................76
Sluit de VR-760 op uw sequencer aan ...........................................................................76
Bulk Dump Temp .............................................................................................................77
Bulk Dump All ..................................................................................................................77
Data die op een externe sequencer is opgeslagen terugladen.................................... 78
Een geheugenkaart gebruiken.....................................................................................................78
Format Card ....................................................................................................................... 78
Save File .............................................................................................................................. 78
Load File ............................................................................................................................. 78
Rename File .......................................................................................................................78
Delete File .......................................................................................................................... 78
Factory Reset.................................................................................................................................. 78
10
Page 11
Externe MIDI apparaten aansluiten .....................................................79
VR-760 uitvoeringen op een externe MIDI sequencer opnemen .......................................... 79
Aansluiten op een externe sequencer......................................................................................... 79
Instellingen voor opname ............................................................................................................ 79
De uitvoering opnemen ............................................................................................................... 80
Over Local Control........................................................................................................................ 80
De interne geluidsgenerator van de VR-760 vanaf een extern MIDI apparaat spelen ........ 81
Aansluitingen maken ................................................................................................................... 81
De kanalen instellen...................................................................................................................... 81
VR-760 geluiden vanaf een extern MIDI apparaat selecteren ................................................ 81
Van registratie veranderen .............................................................................................. 81
Van geluiden veranderen ................................................................................................82
Externe MIDI apparaten met de VR-760 besturen.................................................................. 82
Aansluitingen maken ................................................................................................................... 82
Instellingen voor het besturen van een extern MIDI apparaat............................................... 82
Het Wave expansieboard installeren ..................................................83
Waarschuwingen bij het installeren van een Wave expansieboard.................................................. 83
Boards uit de SRX serie installeren ........................................................................................................83
De geïnstalleerde Wave expansieboards controleren ......................................................................... 84
Installation de la carte d’extension Wave .............................................................................................85
Precautions lors de l’installation de la carte d’extension Wave ........................................................85
Installation d’une carte d’expansion Wave ..........................................................................................85
Vérification des cartes d’extension audio aprés installation.............................................................. 86
Appendix
...........................................................................87
Probleemoplossing...............................................................................87
Berichten en storingsmeldingen .........................................................90
Effecten/Parameterlijst .........................................................................91
Geluidenlijst ..........................................................................................99
Ritme Set lijst ........................................................................................99
Instellingen die u kunt veranderen en opslaan................................100
Instellingen die in het systeem worden opgeslagen .........................................................................100
Instellingen die in de Registratie worden opgeslagen...................................................................... 100
Shortcut lijst ........................................................................................101
MIDI Implementatie .............................................................................102
Specificaties ........................................................................................114
Index.....................................................................................................115
11
Page 12

Paneelbeschrijvingen

Voorpaneel

fig.panÇçelF
ig.panelF
A
A
B
DC
34521
67
1.
[MASTER VOLUME] knop
Past het totale volume aan (p.20).
Ritme
2.
RHYTHM [ON] knop
Zet het ritme aan/uit (p.53).
RHYTHM [VOLUME] knop
Past het volumeniveau van het ritmepart aan (p.53).
3.
D BEAM
D BEAM controller
U kunt het geluid veranderen door uw hand over de D Beam controller te verplaatsen (p.49).
Selecteert één van de volgende drie knoppen.
[ROTARY SPEED] knop [OCTAVE] knop [GLIDE] knop
4. Beeldscherm
LED beeldscherm
Dit toont het tijdelijke registratienummer (p.25).
Beeldscherm
Dit toont de geluidsnamen en de waardes van verscheidene instellingen, enz. (p.25).
5. CURSOR, enz.
CURSOR [ ], [ ], [ ], [ ] knop
Druk hierop om van pagina te veranderen, en om de cursor te verplaatsen (p.26).
[DEC], [INC] knop
Hiermee verandert u waardes.
[ENTER] button
Gebruik deze om een waarde vast te leggen of een operatie uit te voeren.
Daarnaast kunt u deze knop ingedrukt houden, terwijl u de [EXIT] knop indrukt om een demosong te beluisteren (p.27).
[EXIT] knop
Druk op deze knop om operaties te annuleren, om de Edit mode te verlaten en voor andere functies.
6. ONE TOUCH
Hiermee kunt u alleen het gedeelte (part) van de ingedrukte knop afspelen (p.28).
[ORGAN] knop [PIANO] knop [SYNTH] knop
7. V-LINK] knop
Schakelt de V-LINK aan/uit (p.61).
12
Page 13
ig.panelF
Paneelbeschrijvingen
B
67
8
8. REGISTRATIE
[BANK] knop
Druk hierop om de REGISTRATIE banken te selecteren (p.29, p.54).
[1] - [8] knop
Druk hierop om de REGISTRATIE nummers te selecteren (p.29, p.54). Met deze knop kunt u ook het Edit menu selecteren (p.65).
[WRITE] knop
Slaat de huidige instellingen in de Registratie op (p.54).
9. [H-BAR MANUAL] knop
Wanneer deze functie wordt gebruikt, veranderen de harmonische balk instellingen van de presets in de posities (instellingen) van de harmonische balken op het paneel (p.35).
10.[SPLIT] knop
Verdeel het toetsenbord in twee helften, en wijs aan elk gebied een ander geluid toe (p.51).
fig.panelF
91011 12 13
11.[EDIT] knop
Als u deze knop ingedrukt houdt en de REGISTRATIE knoppen [1]-[7] indrukt, kunt u diverse instellingen veranderen (p.65).
12.REVERB
REVERB [DEPTH] knop
Past de hoeveelheid reverb aan (p.30).
[REVERB TYPE] knop
Verandert het type reverb effect (p.30).
13.MASTER EQ
Past de geluidskleuring aan, met gebruik van de volgende vier knoppen (p.31).
[LOW] knop [FREQ] knop [LEVEL] knop [HIGH] knop
C
14.HARMONISCHE BALK
Deze balken creëren het geluid van het orgelgedeelte. U kunt het geluid in real time, terwijl u speelt, aanpassen (p.33).
Orgel sectie
15.[TONE WHEEL] knop
Selecteer het virtuele toonwiel type (p.36).
16.VIBRATO en CHORUS
VIBRATO EN CHORUS [ON] knop
Zet het vibrato of choruseffect aan/uit (p.37).
[VIBRATO AND CHORUS TYPE] KNOP
Verandert het type vibrato of choruseffect (p.37).
17.PERCUSSIE
[SECOND] knop
Dit voegt tweede percussie aan het orgelgeluid toe (zelfde toonhoogte als de 4” harmonische balk) (p.38).
[THIRD] knop
Dit voegt derde percussie aan het orgelgeluid toe (zelfde toonhoogte als de 2-2/3” harmonische balk) (p.38).
[SOFT] knop
Dit verandert het volume van de percussie (p.39).
20191817161514
[SLOW] knop
Dit verandert de decaytijd van de percussie (p.40).
18.AMPLIFIER
[OVERDRIVE] knop
Past de diepte van de overdrive aan (p.41).
[AMP TYPE SELECT] knop
Verandert het type versterker (p.41).
19.ROTARY SOUND
[ROTARY ON] knop
Deze knop zet het rotary effect voor het orgelgeluid aan/uit (p.42).
[BRAKE] knop
Deze knop verandert de rotatie van het rotarygeluid. Als deze is aangezet, zal de rotatie geleidelijk aan stoppen. Als deze is uitgezet, zal de rotatie geleidelijk aan weer beginnen (p.42).
[SLOW/FAST] knop
Deze knop verandert de rotatiesnelheid van het rotarygeluid (p.42).
20.[ORGAN VOLUME] knop
Past het volumeniveau van het orgelgedeelte aan (p.30).
13
Page 14
Paneelbeschrijvingen
ig.panelF
D
3029282725 2624232221
Piano sectie
21.PIANO TONE
PIANO [VARIATION] knop
U kunt de geluidsvariatie veranderen. Onder elke Tone knop bevinden zich drie verschillende variaties. Als u van variatie verandert, veranderen de indicators van uit naar rood naar groen (p.43).
PIANO TONE knoppen
22.MIC/AMP
[DISTANCE/EQ] knop
Dit past de karakteristieken van de MIC/AMP modellering aan (p.44).
[TYPE] knop
Verandert het type van de MIC/AMP (p.44).
23.PIANO MFX
[MFX TYPE] knop
Verandert het type Multi-Effecten van het pianogedeelte (p.30).
PIANO MFX [DEPTH] knop PIANO MFX [RATE] knop
Past de manier, waarop effecten worden toegepast, aan (p.45).
24.[PIANO VOLUME] knop
Past het volumeniveau van het pianogedeelte aan (p.30).
Synth sectie
27.GELUIDSWIJZIGING
[ATTACK] knop
Dit verandert de tijd tussen het moment, dat de toets is ingedrukt, en het moment het geluid hoorbaar wordt (p.47).
[RELEASE] knop
Dit verandert de tijd tussen het moment, dat de toets is losgelaten, en het moment dat het geluid verdwijnt (p.47).
[CUTOFF] knop
Dit verandert de helderheid van het geluid (p.47).
[RESO] knop
Hiermee wordt meer presence aan het geluid toegevoegd (p.47).
28.SYNTH MFX
SYNTH MFX [ON] knop
Zet de multi-effecten van het Synth gedeelte aan/uit (p.47).
[CONTROL] knop
Hiermee worden de parameters van de multi-effecten bijgesteld (p.47).
29.ACTIVE EXPRESSION
Bij gebruik van de Active Expression functie drukt u op één van de volgende twee knoppen (p.48).
[FADE] knop [TIMBRE] knop
30.[SYNTH VOLUME] knop
Past het volumeniveau van het Synth gedeelte aan (p.30).
fig.bender
25.SYNTH MODE
SYNTH [VARIATION] knop
U kunt de geluidsvariatie veranderen. Onder elke Tone knop bevinden zich drie verschillende variaties. Als u van variatie verandert, veranderen de indicators van uit naar rood verlicht, naar groen verlicht (p.46).
SYNTH TONE knoppen
26.WAVE EXPANSION
[-] [+] knop
Hiermee worden de global patch variaties van het SRX Wave expansieboard geselecteerd (p.46).
[SRX EXPANSION] knop
Dit selecteert de global patch van het SRX Wave expansieboard (p.46).
14
Pitch Bend/Modulatie hendel
Hiermee kunt u pitch bend besturen of vibrato toepassen (p.31).
Page 15

Achterpaneel

fig.panelR
Paneelbeschrijvingen
1 2 3 4 65 7 8
1. [POWER] schakelaar
Zet de stroom aan/uit (p.19).
2. AC ingang
Sluit het bijgeleverde netsnoer op deze ingang aan (p.16).
3. Geheugenkaart ruimte
Steek hier een CompactFlash kaart in (p.6, p.56).
4. MIDI aansluitingen (IN, OUT, THRU)
Wordt gebruikt voor het aansluiten van externe MIDI apparaten en voor het overbrengen van MIDI berichten (p.76, p.79).
5. LCD CONTRAST knop
Stelt het contrast van het beeldscherm bij (p.21).
6. PEDAL jacks (DAMPER, EXP, CONTROL)
Met een pedaalschakelaar (optioneel uit de DP serie) op de DAMPER jack aangesloten, kunt u dit als een demperpedaal gebruiken (p.18, p.32). Indien een expressiepedaal (optioneel EV-7) op de EXP jack is aangesloten, kunt u dit als expressiepedaal gebruiken (p.18, p.32). Met een pedaalschakelaar (optioneel uit de DP serie) op de CONTROL jack aangesloten, kan een verscheidenheid aan functies aan het pedaal worden toegewezen (p.18, p.32).
9
7. OUTPUT R/L (MONO) aansluitingen
Via deze aansluitingen kunnen de geluidssignalen worden uitgestuurd. Deze zijn op een versterker of ander apparaat aangesloten. Voor mono uitsturing gebruikt u de L/MONO jack (p.17).
8. OUTPUT BALANCED (R/L) aansluitingen
Hiermee kunnen de geluidssignalen gebalanceerd worden uitgestuurd. Deze zijn op een mengtafel of een ander apparaat aangesloten (p.17).
9. PHONES jack
Op deze jack kan een koptelefoon worden aangesloten (p.17). Zelfs wanneer een koptelefoon is aangesloten, zal het geluid ook via de uitgang jacks worden uitgestuurd.
15
Page 16

Voordat u met spelen begint

Het netsnoer aansluiten

1.
Voordat u een aansluiting maakt, moet de VR-760 uitgezet
zijn.
2. Sluit het bijgeleverde netsnoer op de VR-60 aan, en steek het
andere eind in een stopcontact.
fig.connection_e
Stopcontact
Ingang

De VR-760 op externe apparatuur aansluiten

De VR-760 is niet met een versterker of luidsprekers uitgerust. Om het geluid te kunnen horen, dient u geluidsapparatuur, zoals een monitor luidsprekersysteem of stereo set, aan te sluiten. U kunt ook een koptelefoon gebruiken.
Geluidskabels, MIDI kabels en een koptelefoon worden niet bij de VR-760 geleverd. Uw Roland handelaar kan u bij het aanschaffen van dit soort accessoires adviseren.
NOTE
Om storingen en/of schade aan luidsprekers of andere apparaten te voorkomen, zet u het volume en de stroom van alle apparaten uit, voordat u aansluitingen gaat maken.
16
Page 17
fig.01-02(Connecting)
Voordat u met spelen begint
Voordat u met spelen begint
MIDI IN
MIDI geluidsmodule enz.
MIDI sequencer enz.
MIDI OUT
Monitor
luidsprekers (actief)
1. Controleer het volgende, voordat u de aansluitingen gaat
maken:
Is het volumeniveau van de VR-760 of de aangesloten versterker uit? Is de stroom van de VR-760 of de aangesloten versterker uitgezet?
2. Verbind de VR-760 met het externe apparaat.
Gebruik geluidskabels om geluidsapparatuur, zoals een versterker of luidsprekers, aan te sluiten.
Gebruik MIDI kabels om MIDI apparaten aan te sluiten. Als u een koptelefoon gebruikt, sluit u deze op de PHONES jack aan.
* Dit instrument is uitgerust met gebalanceerde (XLR)
ingang jacks. Een diagram van de bedrading wordt hieronder getoond. Mak pas aansluitingen, nadat u de bedrading diagrammen van andere apparatuur die u gaat aansluiten heeft gecontroleerd.

Pedalen aansluiten

Stereo
koptelefoon
Mengpaneel
Actieve versterker
NOTE
Gebruik een stereo koptelefoon
NOTE
Gebruik alleen het gespecificeerde expressiepedaal (EV-7; apart verkrijgbaar). Als u een ander pedaal aansluit, riskeert u storingen en/of schade aan het apparaat.
Sluit het optionele pedaal (DP-8, enz.) op één van de Pedal jacks aan. Als het pedaal op de Damper jack is aangesloten, kan het pedaal als
demperpedaal worden gebruikt. Wanneer u het pedaal op de CONTROL jack aansluit, kunt u verscheidene
functies aan het pedaal toewijzen. .
NOTE
In de fabrieksinstelling wordt het demper effect niet op het orgel part toegepast (p.65).
17
Page 18
Voordat u met spelen begint
fig.01-03(Connecting Pedals)
Half-demper pedaal (DP-8) of pedaalschakelaar.
Expressie pedaal (EV-7) of pedaalschakelaar
Roland
NOTE
In de fabrieksinstelling wordt het expressie effect niet op het piano part toegepast (p.65).
Pedaalschakelaar
(DP-2, DP-6, enz.).

De muziekstandaard installeren

fig.01-01
1. Gebruik de bijgeleverde schroeven, en bevestig de
muziekstandaard volgens de illustratie aan de achterkant
van de VR-760.
Gebruik de bijgeleverde schroeven om de muziekstandaard vast te zetten. Draai de schroeven met de klok mee om deze vast te draaien.
Wanneer u de muziekstandaard bevestigt, ondersteunt u deze stevig met één hand, om te voorkomen dat u de standaard laat vallen. Let op dat uw vingers niet bekneld raken.
2. Om de muziekstandaard te verwijderen, ondersteunt u deze
met één hand, terwijl u de schroeven losdraait.
NOTE
Gebruik geen overmatige kracht bij de installatie van de muziekstandaard.
18
Page 19
Voordat u met spelen begint

De stroom aan en uitzetten

NOTE
Wanneer de aansluitingen zijn gemaakt, zet u de stroom van de verschillende apparaten in de gespecificeerde volgorde aan. Als u de apparaten in de verkeerde volgorde aanzet, riskeert u storingen en/of schade aan luidsprekers en andere apparaten.

De stroom aanzetten

1. Voordat u de stroom aanzet, zet u het volume helemaal laag,
door aan de [MASTER VOLUME] knop te draaien.
Zet het volume van het aangesloten geluidsapparaat en andere apparatuur ook uit.
fig.01-03(Volume)
Voordat u met spelen begint
2. Druk op het bovenste gedeelte van de [POWER] schakelaar
aan de achterzijde van de VR-760 om de stroom aan te zetten.
Het apparaat wordt opgestart, en de verlichting van het beeldscherm gaat aan.
fig.01-04(switch)
3. Zet de stroom van aangesloten externe apparaten aan.
4. Stel het volume van het aangesloten externe apparaat bij.
5. Pas het volume van de VR-760 aan, tot op een geschikt
volumeniveau.

De stroom uitzetten

1. Voordat u de stroom uitzet, zet u het volume helemaal uit,
door aan de [MASTER VOLUME] knop te draaien.
NOTE
Om onjuist functioneren van de Pitch Bend hefboom (p.14) te voorkomen, raakt u de hefboom niet aan, terwijl de stroom van de VR-760 wordt aangezet.
NOTE
Dit apparaat is uitgerust met een beveiligingscircuit. Het zal na opstarten een korte tijd duren (enkele seconden), voordat het apparaat normaal werkt.
Zet het volume van het aangesloten geluidsapparaat en andere apparatuur ook uit.
2. Zet de stroom van aangesloten externe apparaten uit.
3. Druk op het onderste gedeelte van de [POWER] schakelaar
aan de achterzijde van de VR-760.
De stroom wordt uitgezet.
19
Page 20
Voordat u met spelen begint

Het volume aanpassen

fig.01-05(Volume)
1. Met gebruik van de [MASTER VOLUME] knop past u het
volume aan.
Draai de knop met de klok mee om het volume te laten toenemen. Als u tegen de klok in draait, zal het volume afnemen.
Stel het volume van het aangesloten apparaat ook op een geschikt niveau in.

De fabrieksinstellingen herstellen (Factory Reset)

Als u de VR-760 voor het eerst gebruikt, begint u met het terugzetten van de instellingen in de fabrieksinstellingen, zodat de VR-760 werkt volgens de beschrijvingen in de gebruikershandleiding.
Opmerkingen
fig.(!)
Zet nooit de stroom uit, tijdens een Factory Reset (terwijl “Executing…” in het scherm wordt getoond). Als de stroom wordt uitgezet, terwijl de Factory Reset wordt uitgevoerd, kan interne data beschadigen en de stroom mogelijk niet meer aan worden gezet. Indien u er zeker van bent, dat interne data verloren is gegaan of een soortgelijk probleem zich aandient, raadpleegt u de winkel waar u het apparaat heeft gekocht of het dichtstbijzijnde Roland Service Centrum. Roland is echter niet aansprakelijk, noch verplicht tot compensatie, voor consequenties die uit dataverlies voortkomen.
fig.01-06(Panel)
2
3,4
1
NOTE
Door het uitvoeren van deze operatie worden de Registration instellingen (p.54) verwijderd. Als u intern opgeslagen inhoud wilt bewaren, gebruikt u de "Bulk Dump" procedure (p.76) om de data op een externe sequencer of geheugenkaart (p.58) op te slaan.
20
Page 21
Voordat u met spelen begint
1. Houd de [EDIT] knop ingedrukt, en druk op de
REGISTRATION[7] (UTILITY) knop.
Het Edit’s "UTILITY" scherm wordt getoond.
2. Druk op de CURSOR [ ] knop om het "Factory Reset"
scherm te laten verschijnen.
fig.01-08(Factory Reset Y or N)
Om de UTILITY te annuleren, drukt u op de [EXIT] knop.
3. Druk op de [ENTER] knop.
Het bevestigingsbericht verschijnt.
fig.01-10(confirmation)
Voordat u met spelen begint
Om de Factory Reset te annuleren, drukt u op de [EXIT] knop.
4. Druk nogmaals op de [ENTER] knop om de Factory Rest
operatie te starten.
Tijdens de uitvoering hiervan, verschijnt "Executing…Keep On Power!" in het scherm.
Nadat de factory Reset operatie is voltooid, verschijnt een bericht in het scherm, waarin wordt aangegeven dat de operatie is voltooid, en het basisscherm zal verschijnen.

Het contrast van het beeldscherm bijstellen (LCD Contrast)

De tekens in het scherm kunnen direct a dat de VR-760 is aangezet of na lang gebruik moeilijk te zien zijn. Ook de hoek van waaruit u kijkt of de verlichting op dat moment kunnen op de weergave van het scherm van invloed zijn. In dit soort situaties kunt u aan de LCD CONTRAST knop draaien (deze bevindt zich op het achterpaneel) om het contrast van het beeldscherm bij te stellen.
fig.01-10(contrast knob)
21
Page 22
Voordat u met spelen begint

Op de toonhoogtes van andere instrumenten afstemmen (Master Tune)

Om zuiver met andere instrumenten samen te kunnen spelen, zorgt u dat de basistoonhoogte hetzelfde gestemd is als de andere instrumenten. Over het algemeen wordt de stemming van een instrument door de toonhoogte in Hertz (Hz) van de middelste "A" noot aangegeven.
De toonhoogte overeen laten komen met de basis referentie toonhoogte van andere instrumenten wordt "stemmen" genoemd.
fig.01-11(panel)
3
14
2
De Master Tune instelling is een systeeminstelling, die op de gehele VR-760 wordt toegepast (dat wil zeggen: een systeeminstelling). Deze instelling blijft in het geheugen opgeslagen, ook nadat de stroom is uitgezet.
1. Houd de [EDIT] knop ingedrukt, en druk op de
REGISTRATION [1] (SYSTEM BASIC) knop.
Het Edit’s "SYSTEM BASIC" scherm verschijnt.
2. Druk op de CURSOR [ ] knop om het "Master Tune"
scherm te laten verschijnen.
fig.01-12(MasterTuningScreen)
3. Druk op [INC] of [DEC] om de waarde te selecteren (415.3-
440.0-466.2).
4. Druk op de [EDIT] knop om de indicator donker te laten
worden.
U keert naar het basisscherm terug.
Voor snellere toenames in waarde houdt u de [INC] knop ingedrukt, en drukt u op de [DEC] knop. Om de waarde sneller af te laten nemen, houdt u de [DEC] knop ingedrukt, en drukt u op de [INC] knop.
Wanneer de [INC] en [DEC] knoppen gelijktijdig worden ingedrukt, wordt de waarde op "440.0" ingesteld.
22
Page 23

Overzicht van de VR-760

Overzicht van de VR-760

Basis indeling van de VR-760

De VR-760 kan in drie secties worden ingedeeld: een
keyboard controller sectie, een geluidsgeneratie sectie en een effect sectie. De drie secties zijn intern via
MIDI verbonden.
fig.02-01(kousei)
Geluids-
generator
Speel
Toetsenbord met Controllers,
(controllers zoals keyboard, pitch bend hefboom etc.)

Keyboard controller sectie

Dit gedeelte omvat het toetsenbord, de Pitch Bend/ Modulatie hefboom, de aftertouch, de paneelknoppen en ieder pedaal dat op het achterpaneel is aangesloten. Acties, als het indrukken of loslaten van toetsen op het toetsenbord, het indrukken van een pedaal, enzovoort worden omgezet in MIDI berichten en naar de geluidsgeneratie sectie of naar een extern MIDI apparaat gestuurd.

Geluidsgeneratie sectie

De geluidsgeneratie sectie produceert het geluid. Hier worden MIDI berichten, die van de keyboard controller sectie of het externe MIDI apparaat zijn ontvangen, in muzikale signalen omgezet, die vervolgens als analoge signalen via de OUTPUT en de PHONES jack worden uitgestuurd.
De drie geluidsgenerators, die met gebruik van het VR-760 toetsenbord bestuurd kunnen worden, ziet u hieronder:
Orgel geluidsgenerator
Piano geluidsgenerator
Synth geluidsgenerator
Deze geluidsgenerators kunt u niet alleen onafhankelijk van elkaar laten spelen, u kun ze ook opstapelen of zelfs verschillende geluiden op verschillende gedeeltes van het toetsenbord spelen.
Het verschil tussen traditionele orgels en de orgel geluidsgenerator van de VR-760
Traditionele orgels creëren geluid met gebruik van 91 overbrengers genaamd "toonwielen". Elk wiel heeft golven,
die met de verscheidene toonhoogtes corresponderen. Wanneer de toonwielen op een vaststaande snelheid worden rondgedraaid, maken deze dat geluidssignalen worden geproduceerd door een elektromagnetische spoel, waarbij de geluidssignalen die worden uitgestuurd worden geselecteerd volgens de manier, waarop de harmonische balken zijn ingesteld en welke toetsen worden ingedrukt. Hierdoor wordt het speciale geluid van een orgel gecreëerd.
De orgel geluidsgenerator van de VR-760 vervangt het volledige geluidsproducerende mechanisme van het traditionele orgel door digitale technologie. In plaats van 91 toonwielen worden geluidssignalen voortdurend door middel van virtuele toonwielen geproduceerd. De balans van geluidssignalen wordt geregeld door het instellen van de harmonische balken en het indrukken van de toetsen, wat dus het orgelgeluid creëert.
Over de piano geluidsgenerator
De "piano geluidsgenerator" van de VR-760 kan zowel akoestisch als elektrische pianogeluiden produceren. Naast hoogstaande akoestische pianogeluiden voorziet het instrument ook in een aantal belangrijke vintage elektrische pianogeluiden. Wanneer de elektrische pianogeluiden worden gebruikt, kan de amp simulatie worden ingesteld, om de geluiden van "stage" modellen te reproduceren, waarvoor een externe versterker en luidsprekers nodig zijn, en "suitcase" modellen, die met hun eigen versterker en luidspreker worden geleverd. Het instrument is tevens uitgerust met een aantal effecten, die vaak bij elektrische piano’s worden gebruikt.
Over de synth geluidsgenerator
De "synthesizer geluidsgenerator" van de VR-760 is op dezelfde basisprincipes gebouwd als vele digitale Roland synthesizers. In dit segement kunt u een verscheidenheid aan verschillende geluiden produceren. De geluiden van de VR­760 zijn streng geselecteerd, opdat u precies het goede geluid voor analoge synthesizer met andere elektronische geluiden, strijkers en andere akoestische instrumentgeluiden met andere geluiden, geschikt voor ensemble en toetsenbord uitvoeringen zult verkrijgen.
Op de VR-760 wordt naar deze geluidsgenerator verwezen als de "synthesizer geluidsgenerator" of kortweg de "synth". In deze gebruikershandleiding wordt hiernaar verwezen als het "synth part" of de "synth sectie".
Effect sectie
Dit is de sectie, die wordt gebruikt om effecten op de geluiden toe te passen, die door de geluidsgenerators worden geproduceerd. Door effecten toe te voegen, kunt u het geluid op verschillende manieren veranderen. De VR-760
23
Page 24
Overzicht van de VR-760
biedt effecten gericht op de orgel, piano en synth secties. Bovendien voorziet het instrument in reverb en equalizatie, die op alle geluidsgenerators worden toegepast.
Samenstelling van de VR­760 onderdelen
De VR-760 gebruikt de volgende onderdelen.

1. Organ Part

Dit is het gedeelte, dat de orgel geluidsgenerator bestuurt. De VR-760 heeft één orgelgedeelte, en u kunt het geluid met de harmonische balken regelen (p.33).

2. Piano Part

Dit is het gedeelte dat de piano geluidsgenerator bestuurt. De VR-760 heeft één pianogedeelte, waarvoor een verscheidenheid aan geluiden, zoals een akoestische of elektrische piano, geselecteerd kan worden (p.43).

3. Synth Part

Dit is het part dat de synth geluidsgenerator bestuurt. De VR-760 heeft één synth gedeelte. U kunt verschillende geluiden spelen door over te schakelen tussen instellingen voor strijkers, blaasinstrumenten en andere achtergrond instrumentgeluiden, en analoge synthesizer en overige keyboardgeluiden (p.46).

4. Rhythm Part

Dit gedeelte kan voor het spelen van eenvoudige ritmepatronen worden gebruikt. Dit wordt vanaf de RHYTHM control sectie op het paneel bestuurd. Dit kan ook worden gebruikt om met gebruik van een extern MIDI apparaat geluiden te spelen (p.52).

Klanken en geheugen

Systeem geheugen

Hier worden de instellingen opgeslagen die de werkings­omstandigheden van de VR-760 bepalen, inclusief de instellingen van het SYSTEM BASIC menu in de Edit mode en die van het SYSTEM MIDI menu. Deze instellingen worden door de VR-760 automatisch opgeslagen, zonder dat een speciale procedure nodig is. De instellingen kunnen ook op CompactFlash kaarten worden opgeslagen.

Registratie geheugens

Dit zijn geheugens, waar u de geluids- en effect instellingen, voorpaneel instellingen, geluidscombinaties en andere data op kunt slaan. Er zijn acht registratie geheugenbanken, die ieder acht aparte registraties bevatten, zodat u in totaal 64 instellingsverzamelingen binnen het instrument zelf kunt opslaan.
Opgeslagen data kan met de REGISTRATION knoppen [1]­[8] direct worden opgeroepen. Wanneer veranderde instellingen in een registratie worden opgeslagen, zullen de eerder opgeslagen instellingen worden overschreven.

Tijdelijk gebied

Als u een registratie selecteert om een geluid te spelen of instellingen te bewerken, worden de instellingen van de geselecteerde registratie vanuit het registratiegeheugen in een tijdelijk opslaggebied geroepen, dat het "tijdelijk gebied" wordt genoemd.
Wanneer u de instellingen van een registratie bewerkt, is het niet de data, die in het registratiegeheugen is opgeslagen die verandert, maar de data die in het tijdelijk gebied wordt opgeroepen. Deze bewerkte instellingen blijven in het tijdelijk gebied, totdat ze worden opgeslagen.
24
Instellingen in het tijdelijk gebied zullen verloren gaan als de stroom wordt uitgezet of wanneer u een andere registratie selecteert. Om de gewijzigde instellingen te behouden, moet u deze in een registratie opslaan (p.54).
Page 25
Overzicht van de VR-760
Overzicht van de VR-760

Basiswerking van de VR-760

Hoofdschermen

Elk orgel, piano, synth en rhythm gedeelte heeft een Basisscherm; als u op CURSOR [ ][ ] drukt, kunt u door de verschillende gedeeltes bewegen.
De registratienaam van de orgel, piano en synth gedeeltes verschijnt op de eerste regel. In het LED scherm wordt het registratienummer weergegeven.
Orgel scherm
De tweede rij toont de instellingswaarde van de harmonische balk voor het geluid, dat op dat moment in het tijdelijk gebied is opgeroepen.
fig.02-02(OrganScreen)
Piano scherm
De tweede rij toont de geluidsnaam van het pianogedeelte, dat op dat moment in het tijdelijk gebied is opgeroepen.
fig.02-03(PianoScreen)

Basisscherm regels

• Als de synth en piano gedeeltes zijn uitgezet, verschijnt "---" op de tweede rij.
fig.02-06(—In2ndRow)
• Als u op de ONE TOUCH knop drukt, wordt de eerste regel als hieronder weergegeven. Daarnaast verschijnt "--" dan in het LED scherm.
g.02-08(LEDWithEditMark)
• Als u de knop verplaatst of de EDIT parameters verandert, licht een stip (het "bewerkingssymbool") in het LED scherm op, waarmee wordt aangegeven dat de registratie instellingen zijn veranderd.
fig.02-08(LEDWithEditMark)
Synth scherm
De tweede rij toont de geluidsnaam van het synth gedeelte, dat op dat moment in het tijdelijk gebied is opgeroepen.
fig.02-04(SynthScreen)
Ritme en tempo scherm
De naam van de ritmestijl in het tijdelijk gebied verschijnt op de eerste rij, en het tempo wordt op de tweede rij aangegeven.
fig.02-05(RythmScreen)
• Als u een knop indrukt of een knop of andere regelaar aanpast in een andere sectie dan die van het gedeelte, dat op dat moment in het scherm wordt getoond, verandert de weergave in het Basisscherm van het corresponderende gedeelte in de sectie, waarin de operatie plaatsvond. Als bijvoorbeeld het piano scherm wordt weergegeven en u een harmonische balk van en orgelgedeelte aanpast, wordt het orgel scherm weergegeven.
25
Page 26
Overzicht van de VR-760

Over de Controller sectie

De gemakkelijk te begrijpen indeling van de knoppen van de VR-760 is op de verschillende regelingsfuncties gebaseerd.
Over de CURSOR knoppen
De CURSOR [ ][ ][ ][ ] knoppen worden gebruikt om van scherm te veranderen, en om naar een onderdeel te gaan, waarvan u de instelling wilt veranderen (door de cursor te verplaatsen).
Verplaatsen tussen de verschillende pagina’s
Wanneer pijl symbolen ( ) in het scherm verschijnen, wil dat zeggen dat er meerdere pagina’s zijn, in de richting die de pijlen aangeven.
Met de CURSOR [ ][ ][ ][ ] knoppen kunt u van scherm veranderen.
fig.01-12(ScreenWithYajirusiLR)
fig.02-04(ScreenWithYajirusiUD)
fig.02-12(Panel)
Orgel-sectie
Piano-sectie
Synth-sectie
Geluiden voor het orgel gedeelte worden met de negen harmonische balken en de regelaars in de orgel sectie op het toetsenbord paneel gecreëerd. Om het orgel gedeelte uit te zetten schuift u alle harmonische balken zo ver mogelijk nar beneden, en zet u de percussie sectie uit.
fig.02-13(PanelOfOrganPart)
Harmonic-Bar (Harmonische balken)
Bi sommige schermen kunt u op [INC] of [DEC] drukken om de inhoud van het scherm te veranderen.
Navigeren tussen onderdelen, die ingesteld worden (CURSOR)
Wanneer een scherm meer dan één parameter bevat, is de waarde van de instelling die bewerkt kan worden onderstreept. Deze onderstreping wordt de cursor genoemd.
U kunt de cursor verplaatsen door de CURSOR [][][][] in te drukken. Dan kunt u de waarde
met de [INC] en [DEC] knoppen veranderen.
fig.02-11(ScreenWithCursor)

Parts (gedeeltes) en registraties besturen

De regelingspanelen van de orgel, piano en synth gedeeltes vindt u op de onderste rij van het toetsenbord paneel. In deze handleiding wordt hier naar verwezen als respectievelijk de "orgel sectie", "piano sectie" en "synth sectie".
Geluiden van de piano en synth gedeeltes worden met de categorie en variatie knoppen in elke TONE paneel sectie geselecteerd. Iedere categorie bevat drie verschillende variaties. De variaties zijn van elkaar te onderscheiden door de status van de knop: uit, rood of groen. Om het piano of synth gedeelte uit te zetten, drukt u nogmaals op een verlichte categorie knop, zodat het lampje uitgaat.
Registratie
U kunt het geluid, de aan/uit status, effecten, split en andere instellingen voor elk geluid allemaal tegelijk opslaan. Bovendien kunt u de opgeslagen instellingen van een gedeelte gemakkelijk oproepen door op de REGISTRATION knoppen te drukken.
Meer over het opslaan van data in registraties vindt u bij "
Instellingen in registraties opslaan" (p.54).
26
Page 27

De demosongs beluisteren

Hier ziet u hoe de demosongs beluisterd kunnen worden. De VR-760 heeft interne demosongs, die de speciale bekwaamheden van het
instrument laten horen.
Songnaam Componist Auteursrecht
Take it Home Scott Tibbs © 2002 Roland Corporation RED 318 Kiyomi Otaka © 2002 Roland Corporation Dressing Up Masashi/Kazuko Hirashita © 2002 Roland Corporation Sonique Adrian Scott © 2002 Roland Corporation Oh So Sweet Scott Tibbs © 2002 Roland Corporation
fig.03-01(sousapanel)
23
1
4, 5
Demosong
1. Houd de [ENTER] knop ingedrukt, en druk op de [EXIT]
knop.
2. Gebruik de [INC] [DEC] knoppen om de song, die u wilt
horen, te selecteren.
3. Druk op de [ENTER] knop om de demosong af te spelen.
Wanneer het einde van de song is bereikt, zal de volgende song worden afgespeeld.
4. Druk op de [EXIT] knop om het afspelen te beëindigen.
5. Druk op de [EXIT] knop, terwijl de song is gestopt, om te
stoppen met de Demo Mode.
Het vorige scherm verschijnt.
981a982
NOTE
Alle rechten voorbehouden. Het zonder toestemming gebruiken van dit materiaal, voor andere doeleinden dan persoonlijke, is een overtreding van de toepasbare wetten.
NOTE
Data van de muziek, die wordt gespeeld, wordt niet via de MIDI OUT uitgestuurd.
27
Page 28

Spelen met het toetsenbord

Orgel, piano of synth individueel spelen (ONE TOUCH)

De VR-760 is normaalgesproken zo ingesteld dat u de orgel, piano en synth gedeeltes allemaal tegelijk kunt spelen (opgestapeld / Layer).
Als u alleen het orgel, piano of synth gedeelte wilt spelen, dienen de andere gedeeltes tijdelijk stil gemaakt te worden (Mute). Als u speelt, terwijl het toetsenbord in aparte toetsenreeksen is verdeeld (tijdens Split Play, p.51), moet u dit ook uitzetten. Deze handelingen zijn tijdens het spelen niet gemakkelijk snel uit te voeren.
U kunt echter van alle gedeeltes, behalve van het gedeelte dat u wilt spelen, de split verwijderen en alles tijdelijk stil maken door simpelweg op één van de ONE TOUCH knoppen [ORGAN], [PIANO] of [SYNTH] te drukken.
fig.04-01(OTPofPanel)
1. Druk op de ONE TOUCH [ORGAN] knop.
Nu kunt u spelen met alleen het orgelgedeelte. Op dezelfde manier drukt u op de [PIANO] of [SYNTH] knop, zodat u
alleen het piano gedeelte of synth gedeelte kunt spelen.
2. Om de ONE TOUCH functie uit te zetten, drukt u op de
ONE TOUCH knop met de verlichte indicator of roept u een
willekeurige registratie op (p.29).
De geluiden, die door het indrukken van de ONE TOUCH knoppen worden geselecteerd, worden hieronder beschreven.
knop geluid
ORGAN U kunt spelen met de waardes van de harmonische balken op "88
8000 000" ingesteld. PIANO ConcertGrand SYNTH Orch Strings
NOTE
Wanneer de ONE TOUCH knop wordt ingedrukt, worden alle instellingen teruggezet naar de stand van het moment at de VR­760 werd aangezet. Om de instellingen te behouden, moet u deze in een registra­tie opslaan (p.54).
28
Page 29

Met verschillende geluiden spelen (REGISTRATION)

De VR-760 wordt geleverd met orgel, piano en synth instellingen, en vooraf in de registraties opgeslagen part combinatie instellingen.
De registraties bestaan uit 64 geheugens, waarin u verschillende instellingen kunt opslaan, met acht groepen (banken), die elk acht registraties bevatten.
Ga uw gang, en probeer de verscheidene geluiden, uit die u krijgt als u verschillende registraties oproept.
fig.04-02(SousaPanel)
Spelen met het toetsenbord
Meer over de registratie van de VR-760 vindt u op p. 54.
Spelen

Voorbeeld: REGISTRATIE 42 oproepen

1. Houd de [BANK] knop ingedrukt, en druk op de
REGISTRATION [4] knop.
Als u op de [BANK] knop drukt, zal de indicator van de knop die met de op dat moment geselecteerde bank correspondeert oplichten.
Als u een [BANK] knop ingedrukt houdt, en op één van de REGISTRATION knoppen drukt, schakelt de bank over naar die van de ingedrukte knop.
Hier is een voorbeeld van de manier waarop Bank "4" wordt ingesteld.
fig.04-03(FingeringToBankAndRegist4)
2. Laat de [BANK] knop los, en druk op de REGISTRATION
[2] knop.
Het registratienummer is ingesteld.
Als het orgel basisscherm, het piano basisscherm of het synth basisscherm wordt weergegeven, kunt u op de [INC] of [DEC] knoppen drukken om door de sequens van registraties te lopen.
Als u een preset uit dezelfde bank wilt selecteren, zijn stap 1 en 2 niet nodig (voorbeeld: van preset 41 naar preset 42 overschakelen).
Om instellingen op te slaan, kijkt u bij "Instellingen in Registraties opslaan" (p.54).
29
Page 30
Spelen met het toetsenbord
b

Het volumeniveau van elk gedeelte veranderen

U kunt het volumeniveau van de Orgel, Piano, Synth en Ritme gedeeltes veranderen.
fig.04-04(VolumeKnobs)

Weerkaatsing aan het geluid toevoegen

De VR-760 kan een reverb effect toepassen. Door toepassing van reverb wordt een prettige weerkaatsing aan uw spel toegevoegd, zodat het bijna klinkt alsof u in een concertzaal speelt.
Het reverb effect kan op alle gedeeltes worden toegepast.
fig.04-05(ReverbSection)
De hoeveelheid
1. Druk op de [REVERB TYPE] knop om te schakelen tussen de
reverb types.
U kunt uit de volgende drie types kiezen:.
Waarde Uitleg
ROOM Simuleert de weerkaatsing van een kamer. HALL Simuleert de weerkaatsing van een grote concertzaal. CHURCH Simuleert de weerkaatsing van een kerk.
2. Draai aan de [DEPTH] knop om de hoeveelheid reverb effect
aan te passen.
Volledig naar rechts draaien: maximale weerkaatsing. Volledig naar links draaien: geen effect.
reverbgeluid, die met
etrekking tot elk gedeelte wordt verzonden (zend niveau), kunt u aanpassen. Hoe kleiner deze waarde is, hoe minder hoorbaar het effect zal zijn als u aan de [REVERB DEPTH] knop draait.
Orgel reverb (p.72)
Piano reverb (p.74)
Synth reverb (p.75)
Ritme reverb (p.70)
30
Page 31

De algehele geluidskwaliteit veranderen (MASTER EQ)

fig.04-06(EQ)
MASTER EQ is een equalizatie die op alle gedeeltes wordt toegepast. U kunt de klankkleur door aanpassing van de [LOW], [MIDDLE] en [HIGH] knoppen veranderen.
MIDDLE omvat FREQ en LEVEL instellingen, waarmee u de mate van verandering in de middenreeks en de middenfrequentie van de frequenties kunt wijzigen.
Spelen met het toetsenbord
Spelen
NOTE
MASTER EQ instellingen kunnen niet in registraties of op CompactFlash kaar­ten worden opgeslagen. De instellingen zijn altijd, zoals deze op het paneel worden weergegeven.

De Controller gebruiken

U kunt de verscheidene regelaars (controllers) gebruiken om uw uitvoering expressiever te maken.

Bender/Modulation hefboom

Terwijl u op het toetsenbord speelt, verplaatst u de hefboom naar links om de toonhoogte te verlagen of naar rechts om de toonhoogte te verhogen. Dit staat bekend als Pitch Bend.
Ook kunt u vibrato toepassen door de hefboom van u af te bewegen. Dit staat bekend als Modulatie.
Het bereik van de Pitch Bend kunt u instellen (p.70).
fig.04-07(BenderLever)
* Het modulatie effect, dat wordt verkregen als u de hefboom verplaatst, kan
afhankelijk van het gebruikte geluid verschillen. Bovendien is het effect zoals dat
voor elk geluid wordt toegepast door verplaatsing van de hefboom vooraf bepaald, en
kan niet veranderd worden.
U kunt ook instellingen maken, waarmee u de roterende snelheid van het orgel met de Bender hefboom kunt veranderen (p.70).
ModulatiePitch Bend
* Het modulatie effect wordt niet op het Orgel gedeelte toegepast.
31
Page 32
Spelen met het toetsenbord

Aftertouch

U kunt het geluid veranderen door de toetsen met nog meer kracht in te drukken. Het effect is voor elk geluid van te voren vastgesteld, en kan niet worden veranderd.

Demper pedaal

Met een demperpedaal dat aan de DAMPER PEDAL jack op het achterpaneel van de VR-760 is aangesloten, kunt u weerkaatsing aan het geluid toevoegen.
Zelfs nadat u de toetsen heeft losgelaten, blijft het geluid doorklinken zolang u het demperpedaal ingedrukt houdt.
Met een aangesloten DP-8 (optioneel) kunt u de diepte van de weerkaatsing met het pedaal aanpassen. Bij wijze van voorbeeld: als dit bij akoestische pianogeluiden wordt gebruikt, kan een half-demper effect geproduceerd worden.
* In de fabrieksinstellingen wordt het demper effect niet op het orgel gedeelte
toegepast. Voor instructies over hoe het demper effect aan het orgelgedeelte wordt
toegewezen, kijkt u bij "Organ Damper SW (ON/OF)" (p.65).
*U kunt het demper effect van het synth gedeelte op aan of uit instellen (p.65).

Expressie pedaal

U kunt de reeks, waarbin­nen de aftertouch veran­dert, instellen (p.70).
U kunt ook het wisselpe­daal gebruiken (DP-2/6; apart verkrijgbaar).
NOTE
Gebruik alleen het gespeci­ficeerde half-demper pedaal (DP-8; apart ver­krijgbaar). Als u een ander half-demper pedaal aan­sluit, riskeert u storingen en/of schade aan het appa­raat.
Met een expressiepedaal, aangesloten op de EXP PEDAL jack op het achterpaneel van de VR-760, kunt u het volumeniveau besturen.
Als u het pedaal van u af duwt, zal het volume toenemen, en als u het weer naar uzelf laat terugkeren zal het volume afnemen.
* In de fabrieksinstellingen wordt het expressie effect niet op het piano gedeelte
toegepast. Voor instructies over hoe het expressie effect aan het piano gedeelte wordt
toegewezen, kijkt u bij "Piano Exp SW (ON/OF)" (p.65).
* Zelfs als het expressie pedaal volledig is losgelaten, gaat het orgel volume niet
helemaal terug naar 0. Dit ligt aan de simulatie van het traditionele orgel.
* Het expressie effect wordt niet op het Ritme gedeelte toegepast.

Control pedaal

Als u een pedaal of expressiepedaal op de CONTROL PEDAL jack op het achterpaneel aansluit, kunt u vee verschillende functies besturen. Meer informatie over deze functie vindt u bij "Functies aan het Control pedaal toewijzen" (p.66).
U kunt de Active Expres­sion functie gebruiken om de sterkte van het synth gedeelte geluid te regelen (p.48).
NOTE
Gebruik alleen het gespeci­ficeerde expressie pedaal (EV-7; apart verkrijgbaar). Als u een ander expressie pedaal aansluit, riskeert u storingen en/of schade aan het apparaat.
32
Page 33
Spelen met het toetsenbord

Basiswerking van het orgel gedeelte

De "Harmonische balken" die de compositie van het orgelgeluid veranderen

De harmonische balken zijn regelaars voor het creëren van de basisstructuur van het orgelgeluid.
Door de negen harmonische balken in en uit te schuiven, kunt u een verscheidenheid aan tonaliteiten creëren.
fig.04-08(HarmonicBar)
Spelen
Wanneer percussie aan staat, zal de 1” toonhoogte niet worden geproduceerd (p.38).
Met de nummers op de harmonische balken kunt u de balken snel op de gewenste instelling zetten. Als u een harmonische balk indrukt, totdat er geen nummer meer is te zien, zal zijn volume "0" zijn, en er geen geluid hoorbaar zijn. Als u een harmonische balk helemaal uitschuift, zal het volume op maximaal staan.
Een sinusgolf (zuivere toonhoogte) van wisselende toonhoogte wordt aan alle harmonische balken toegewezen, en door het mengen van deze sinusgolven kunt u een verscheidenheid aan geluiden creëren.
fig.04-09(SettingHarmonicBar)
Tijd
8’ volume: 8
Tijd
4’ volume: 5
Tijd
33
Page 34
Spelen met het toetsenbord
De nummers (16”, 5-1/3”, enz.), die op de knoppen van de harmonische balken zijn gedrukt, geven de toonhoogte van die balk in "voeten" aan. De toonhoogte van elke harmonische balk speelt een belangrijke rol bij het creëren van het geluid. De 8” toonhoogte is de basis toonhoogte van het geluid, en het geluid wordt gebaseerd op deze toonhoogte gecreëerd.
De toonhoogtes van de harmonische balken zijn als volgt gerelateerd:
fig.04-10(relationsOfHarmonicBar)
Als de middelste C (C4) wordt ingedrukt, zal
elke harmonische balk de volgende noten laten klinken:
16’ 8’ 4’ 2’ 1’51/3’2
Eén octaaf
lager
5e Grondtoon 8ste 12e
2
/3’1
15e
3
/5’11/3
17e 19e 22ste
8’ =
Wat zijn "voeten"?
Historisch gezien vinden de "voeten" (" “ ") symbolen van de harmonische balken hun oorsprong in de lengte van de pijpen van een orgel. De lengte van pijp, die voor het produceren van de referentie toonhoogte (de grondtoon) voor het toetsenbord wordt gebruikt, is acht voet. Als de pijp wordt gehalveerd, wordt een toonhoogte van een octaaf hoger geproduceerd. Omgekeerd, door verdubbeling van de pijp wordt een toonhoogte van een octaaf lager geproduceerd. Daarom zou een pijp die een toonhoogte van één octaaf onder de referentietoonhoogte 8” (acht voet) produceert, 16” zijn. Voor één octaaf boven de referentie zou de pijp 4” zijn, en om de toonhoogte nog een octaaf hoger te maken, zou deze tot 2” worden verkort.
34
Page 35
Spelen met het toetsenbord
Op toonwielorgels klopt de in het diagram getoonde toonhoogte relatie in een bepaalde regio van het toetsenbord niet (p.34). In de hoge reeks van het toetsenbord worden de voeten van hoge toonhoogtes een octaaf naar beneden "omgeslagen". Hoge footages van hoge noten, en lage footages van lage noten zullen worden gefilterd. Het filteren van het hoge frequentiegedeelte voorkomt dat de hoge frequentiegeluiden onaangenaam schril worden, en het filteren van het lage frequentiegedeelte voorkomt dat het geluid "modderig" wordt. Op de VR-760 wordt deze eigenschap natuurgetrouw gesimuleerd.
Zoals u uit de verhoudingen tussen de toonhoogtes kunt opmaken, is de 5­1/3” toonhoogte uniek, omdat deze niet op volgorde van toonhoogte is gearrangeerd. Dit komt doordat het 5-1/3” geluid niet me de 8” (grondtoon) samengaat, maar met de 16” toonhoogte. Akoestische instrumenten produceren geluid, dat uit frequenties van hele veelvouden van de grondtoon bestaat; dubbel, driedubbel, enz. Dit worden de "gehele harmonischen" genoemd. Gerelateerd aan de 8” toonhoogte, de basistoonhoogte van een orgel, is de 5-1/3” toonhoogte daar geen gehele meervoud van, en kan niet vermengd worden.
Spelen
Echter, gerelateerd aan de 16” toonhoogte (een octaaf lager), is de 5-1/3” daar een gehele meervoud van, en kan daarom vermengd worden. (Beginnend op 16” is de 5-1/3” tonhoogte drie keer hoger.) Omdat 5-1/3” met 16” vermengd kan worden, hebben deze twee harmonische balken een andere kleur dan de andere harmonische balken, en worden samen geplaatst.

[H-Bar Manual] knop

Wanneer deze functie wordt gebruikt, veranderen de instellingen van de harmonische balken van de registratie instellingen in de posities (instellingen) van de harmonische balken op het paneel.
fig.04-10b
35
Page 36
Spelen met het toetsenbord

Orgel sectie

fig.04-10a(OrganSection)

Het orgelgeluid veranderen (Tone Wheel)

Toonwiel en Leakage Noise zijn belangrijke elementen bij het creëren van toonwielorgel geluiden.
Toonwiel
Toonwielen zijn 91 metalen schijven, die het geluid van toonwielorgels produceren. In de rand van elke schijf zijn tanden uitgesneden, en het geluid wordt opgewekt, doordat de schijven met een vaste snelheid over een elektrische spoel worden gedraaid. De VR-760 simuleert het toonwiel mechanisme van een toonwielorgel op digitale wijze, en biedt dus de snelle respons en volledige polyfonie die het karakter van deze instrumenten bepalen.
De geluiden, die door de toonwielen van een toonwielorgel worden geproduceerd zijn niet exact zuivere sinusgolven, omdat zij door de fabricage precisie van het wiel en de eigenschappen van de analoge elektronische schakelingen worden beïnvloedt. Echter, aan deze onvolmaaktheden in de golfvorm dankt het toonwielorgel zijn unieke karakter.
Het wiel type veranderen
fig.04-11(KnopsOfToneWheel)
1. Druk op de [TONE WHEEL] knop om het type toonwiel te
selecteren.
36
Page 37
Elke keer dat u op de [TONE WHEEL] knop drukt, schakelt het toonwiel tussen de volgende instellingen:.
Type Uitleg
VINTAGE1 Een toonwiel dat de toonwielorgels uit de jaren “70 simuleert. VINTAGE2 Een toonwiel dat de toonwielorgels uit de jaren “60 simuleert. CLEAN Een toonwiel zonder Leakage Noise.
Leakage Noise
Op toonwielorgels werd het geluid van de noot, die werd ingedrukt lichtelijk "besmet" door geluidssignalen van toonwielen, die niet aan de betreffende noot waren gerelateerd. Vroeger werd dit als een probleem gezien, maar vandaag de dag beschouwt men deze eigenaardigheid als een belangrijk element van het onderscheidende geluid van een toonwielorgel.

Modulatie aan het geluid toevoegen (Vibrato and Chorus)

Het vibrato effect moduleert de toonhoogte van orgelgeluiden op cyclische wijze. Het chorus effect mengt het normale geluid van het orgel met een geluid, waarop vibrato is toegepast, waardoor het geluid rijker en ruimtelijker wordt.
fig.04-12(KnopsOfVibratoAndChorus)
Spelen met het toetsenbord
Spelen
U kunt het Leakage Noise Volume bijstellen (p.71).
1. Druk op de VIBRATO AND CHORUS [ON] knop, zodat de
indicator oplicht.
Het vibrato of chorus effect zal op het orgelgeluid worden toegepast.
2. Draai aan de [VIBRATO AND CHORUS] knop om het type
vibrato of chorus effect te veranderen.
De indicator van het geselecteerde vibrato of chorus effecttype zal oplichten. Er zijn drie types vibrato en drie types chorus beschikbaar (zes types in
totaal).
V-1, V-2, V-3
Dit past vibrato (toonhoogte modulatie) toe. Met hogere waardes zal een dieper effect worden geproduceerd.
C-1, C-2, C-3
Dit past chorus toe om het geluid dieper en ruimtelijker te maken. Met hogere waardes zal een dieper effect worden geproduceerd.
NOTE
Vibrato en chorus kunnen niet tegelijkertijd worden toegepast.
NOTE
Vibrato of chorus kan niet op percussie worden toege­past.
37
Page 38
Spelen met het toetsenbord

Knispering aan het geluid toevoegen (Percussion)

Percussie voegt dynamiek aan het begin van de noot toe, om het geluid knisperig te maken. Als u legato speelt (vloeiend en gebonden), zal percussie alleen aan de eerst gespeelde noot worden toegevoegd. Wanneer u staccato speelt (elke noot apart gearticuleerd), wordt percussie aan alle noten toegevoegd.
fig.04-13(PercussionKnop)
[SECOND] (Tweede percussie) knop
Deze knop schakelt Tweede percussie in of uit.
Knop Uitleg
Percussie zal klinken op dezelfde toonhoogte als de 4” harmo­nische balk.
Verlicht (aan)
Second percussie zal niet klinken.
Donker (uit)
NOTE
Als percussie aanstaat, zal de 1” toonhoogte niet geproduceerd worden.
NOTE
Het is niet mogelijk om [SECOND] en [THIRD] gelijktijdig te selecteren.
[THIRD] (Derde percussie) knop
Deze knop zet Derde Percussie in of uit.
Knop Uitleg
Percussie zal op dezelfde toonhoogte als de 2-2/3” harmon­ische balk klinken.
Verlicht (aan)
Derde percussie zal niet klinken.
Donker (uit)
38
Page 39
[SOFT] (Soft percussion) knop
Verandert het volume van de percussie.
Knop Uitleg
Het percussiegeluid is zachter.
Verlicht (aan)
Het percussiegeluid is normaal.
Donker (uit)
Als u de [SOFT] knop uitzet om het percussiegeluid sterker te maken, zal het door de harmonische balken gespecificeerde orgelgeluid lager worden. Dit reproduceert het gedrag van toonwielorgels. Indien het orgel volume als u de [SOFT] knop uitzet afneemt, kunt u instellingen maken (p.71). Ook kunt u de percussie volumes aangeven, die met de Percussion Normal/Soft instellingen geselecteerd zullen worden (p.71).
Spelen met het toetsenbord
Spelen
fig.04-14(SoftPercIllustration)
Normale percussie Zachte percussie
Volume
Percussie
Volume van de harmonische balken zal afnemen
Volume
Percussiegeluid zal wegsterven
Tijd
Volume van de harmonische balken
Tijd
39
Page 40
Spelen met het toetsenbord
[SLOW] (Slow Percussion) knop
Verandert de snelheid, waarmee het percussiegeluid zal wegsterven.
Knop Uitleg
Het percussiegeluid zal langzaam verdwijnen. De percussie heeft een zachtere attack.
Verlicht (aan)
Het percussiegeluid zal snel verdwijnen. De percussie zal een scherpere attack hebben.
Donker (uit)
fig.04-15(SlowPerc)
Snelle percussie Langzame percussie
NOTE
U kunt de snelheid, waar­mee het percussiegeluid wegsterft, specificeren.
Volume
Percussie op een toonwielorgel (Single Trigger Algoritme)
Korte decaytijd
Percussie
Volume
Lange decaytijd
Percussie
Volume van de harmonische balken
Tijd Tijd
De percussie op toonwielorgels werd niet op alle gespeelde noten toegepast. Dit werd alleen toegepast op noten, die gelijktijdig werden gespeeld, vanuit een status waarin geen noten werden gespeeld. Als noten legato (vloeiend en gebonden) werden gespeeld, werd percussie alleen op de eerst gespeelde noot toegepast. Wanneer noten staccato (elke noot apart gearticuleerd) werden gespeeld, werd percussie op alle noten hoorbaar. Naar deze methode als single trigger algoritme werd verwezen, en is een belangrijk element van orgel uitvoeringen. Op toonwielorgels werd percussie door een analoog circuit geproduceerd. Wanneer er dan ook een zeer kort interval was tussen het moment dat een toets werd losgelaten, totdat de volgende toets werd ingedrukt, kon het percussie circuit niet volledig opladen, waaroor de percussie zachter klonk. De VR-760 simuleert dit gedrag, en stelt u in staat om de orgelgeluid instellingen wijzigen om de kenmerken van de oplaadtijd van het circuit bij te stellen (p.71).
40
Page 41

De Virtual Amp veranderen (Amplifier)

fig.04-16(AmpKnobs)
De virtuele versterker veranderen
Verandert de frequentie respons en kast resonantie van de virtuele versterker.
1. Druk op de [AMPLIFIER] knop om het type virtuele
versterker te selecteren.
Elke keer dat u op de [AMPLIFIER] knop drukt, verandert het type versterker.
Type Uitleg
TYPE 1 Karakteristieken van de meest gebruikte roterende luidsprekers. TYPE 2 Karakteristieken van de grote vacuüm buizenversterkers, die een
onmisbaar element van de Britse hardrock van de 70er jaren waren, en nog steeds geliefd zijn bij vele hardrock gitaristen.
TYPE 3 Het karakter van een roterende luidspreker, die vaak voor rock
orgel gebruikt werd.
TYPE4 Dit voegt een kenmerkend roterend luidsprekergeluid toe, dat
voor vele geluiden wordt gebruikt, van clean tot zware over­drive. Bovendien wordt een nieuw type systeem gebruikt, waarmee u de hoeveelheid overdrive kunt veranderen zonder dat het volume verandert. Hierdoor wordt het instellen van niveaus een fluitje van een cent.
Spelen met het toetsenbord
Spelen
Vervorming aan het geluid toevoegen (Overdrive)
Overdrive is een effect dat het geluid vervormt. Door vervorming van het geluid kunt u de diepe orgelgeluiden creëren, die vaak in stijlen zoals hardrock worden gebruikt.
2. Draai aan de [OVERDRIVE] knop om de hoeveelheid
overdrive aan te passen.
Volledig naar rechts gedraaid: het vervormingeffect is maximaal. Volledig naar links gedraaid: geen effect.

Het roterende luidspreker effect toevoegen (Rotary Sound)

Rotary Sound is een effect dat de modulatie toepast, die geproduceerd wordt wanneer orgelstemmen met een roterende luidspreker worden gebruikt. Bij de meeste roterende luidsprekers draaien de hoge frequentie luidspreker en de lage frequentie luidspreker op verschillende snelheden. De VR-760 kan deze ingewikkelde modulatie simuleren.
41
Page 42
Spelen met het toetsenbord
fig.04-17(RotaryKnop)
ROTARY [ON] knop
Het roterende luidspreker effect kan aan/uit worden gezet. Als dit effect wordt toegepast, licht de indicator van de rotary [ON] knop op.
[SLOW/FAST] knop
Verandert de snelheid van de roterende luidspreker. Iedere keer dat u op de [SLOW/FAST] knop drukt, zullen SLOW en FAST afwisselend worden ingeschakeld. FAST rotatie is geselecteerd als de indicator snel knippert. SLOW rotatie is geselecteerd als de indicator langzaam knippert. Als u van langzaam (Slow) in snel (Fast) verandert, zal de rotatiesnelheid geleidelijk veranderen.
U kunt een voetschakelaar of D Beam controller gebruiken om de roterende luidspreker tussen langzaam en snel af te laten wisselen. Meer informatie vindt u bij "De D Beam
controller gebruiken om
algemene effecten te produceren" (p.49), en "Functies aan het Control pedaal toewijzen" (p.66).
[BRAKE] knop
Deze knop stopt tijdelijk de rotatie van het roterende geluid.
Knop Uitleg
Verlicht (aan)
Donker (uit)
Over het Quick Firing toetsenbord
Het toetsenbord, dat voor de VR-760 wordt gebruikt, is het resultaat van onderzoek naar het ontwerp en gedrag van toetsenborden die bij traditionele orgels werden gebruikt, met moderne technologie voor de reproductie van deze kenmerken. De aanraking van de toetsen van traditionele orgels zijn uitermate oppervlakkig, wat betekent dat het geluid al bij de meest lichte aanraking van de toetsen wordt geproduceerd. Hierdoor heeft het speciale kwaliteiten, waarmee glissando of soortgelijke uitvoeringstechnieken zeer effectief gebruikt kunnen worden. Er zijn echter ook neveneffecten van deze kenmerken bekend, zoals het rondzingen (feedback), dat geproduceerd wordt als de toetsen plotseling worden losgelaten, en een bepaald gedrag waarbij gespeelde geluiden ongewenst worden herhaald. Aan de andere kant maken sommige orgelspelers actief gebruik van deze eigenschappen, om een verbazingwekkende, "rapid-fire" techniek te verwezenlijken. Aangezien het quick-firing toetsenbord van de VR-760 deze kwaliteiten natuurgetrouw reproduceert, waardoor geluiden uit de orgelsectie snel gespeeld kunnen worden, kan feedback optreden. Dit is normaal, en wijst niet op een storing.
De rotatiesnelheid zal geleidelijk langzamer worden en stop­pen.
Vanuit een gestopte status zal de rotatie geleidelijk sneller worden.
U kunt de Quick Firing functie uitzetten (p.66).
42
Page 43

Basiswerking van het piano gedeelte

fig.04-17a(PianoSection)

De "Tones" die het pianogeluid veranderen

U kunt tussen negen tones afwisselen om het geluid, dat u voor het piano gedeelte wilt gebruiken, te selecteren.
Spelen met het toetsenbord
Spelen
De negen tones kunnen uit drie geluiden en drie variaties geselecteerd worden. U kunt de categorie selecteren door op de [A.PIANO], [E.PIANO] of [OTHERS] knoppen te drukken.
Druk op de [VARIATION] knop om de variatie te selecteren. De indicator van de [VARIATION] knop verandert elke keer dat de knop
wordt ingedrukt, en gaat cyclisch rond door "Off" (uit), "Red" (rood) en "Green" (groen), waarmee wordt aangegeven welke variatie op dat moment is geselecteerd.
fig.04-18(ToneKnops)
Uit Rood Groen
A.PIANO Concert Grand
met een rijke, expressieve kracht.
E.PIANO Rhodes Mk 1
Vintage type elektrische piano.
OTHERS Wurly Piano
Populair pianogeluid in de jaren ‘60.
Classical Pf
met een zachte resonantie.
Rhodes Mk 2
Populair elektrisch pianogeluid.
Clav
Elektrisch klavecimbelgeluid, veelgebruikt in funk muziek.
European Pf
Hard pianogeluid met pit.
Dyno Rhodes
Elektrische piano, gewijzigd om een helderder geluid te produceren.
Harpsichord
Akoestisch klavecimbelgeluid.
Als u een verlichte CATEGORY knop indrukt, gaat het lampje uit, en wordt de geluidsgenerator van de piano uitgezet.
43
Page 44
Spelen met het toetsenbord

De karakteristieken van het geluid veranderen "Mic/Amp"

De VR-760 wordt gekenmerkt door mic en amp modellering voor het pianogedeelte, en de meest geschikte modellering wordt geselecteerd. Bovendien kunt u het geluid met de [TYPE] knop en de [DISTANCE/EQ] knop verder aanpassen.
MIC Modeling:
Dit verandert het geluid van het instrument, op dezelfde manier als bij instrumenten, zoals piano’s, die met een microfoon zijn opgenomen, waarbij het geluid door gebruik van microfoons met verschillende karakteristieken en verplaatsing van de microfoons wordt veranderd. Mic modellering is een virtuele reproductie van deze versterking.
Amp Modeling:
In het verleden werden de geluiden van elektrische piano’s, elektrische klavecimbels en soortgelijke instrumenten altijd door dezelfde soort versterker gespeeld. Amp modellering simuleert de geluidskenmerken van deze instrumentversterkers.
fig.04-19(MIC/AMP)
NOTE
Hoewel de [DISTANCE/ EQ] knop als toonregelaar functioneert, wanneer amp modellering in gebruik is, kunnen het volume van het pianogedeelte en bepaalde EQ instellingen een exces­sieve toename veroorza­ken en het geluid vernielen. Op dat soort momenten zet u de [DISTANCE/EQ] knop of [PIANO VOLUME] knop lager of past u de MASTER EQ aan, totdat het geluid niet meer vervormt.
Geluid Akoestische
Piano, Harpsichord
Modellering Mic modellering Amp modellering Functies van de [TYPE] knop Mic type Amp type Functies van de [DISTANCE/EQ] knop Afstand van mic Geluidsregeling
E.piano, E.Clavichord
1. Druk op de [TYPE] knop om het type te selecteren.
Schakel naar het MIC type voor akoestische instrumenten of naar het AMP type voor elektrische instrumenten.
Waarde Mic modellering Amp modellering
TYPE 1 Dit is een simulatie van een
kleine condensator microfoon, die voor muziekinstrumenten wordt gebruikt. De mic geeft een glasheldere, hoge weergave.
TYPE 2 Dit simuleert een dynamische
microfoon, die vaak voor vocalen en instrumenten wordt gebruikt.
Om de modellering uit te zetten, drukt u een aantal malen op de [TYPE] knop, totdat de indicator uitgaat.
Dit simuleert de versterker sectie van een vintage elektrische piano met een ingebouwde versterker.
Dit simuleert een gitaarversterker die voor vele doeleinden geschikt is.
Door het veranderen van de Mic/Amp SW in het EDIT menu kunt u de meest geschikte amp modellering voor akoes­tische instrumenten en de goede mic modellering voor elektrische instrumenten verkrijgen (p.73).
44
Page 45
2. Draai aan de [DISTANCE/EQ] knop om de gewenste
Spelen met het toetsenbord
geluidskarakteristieken in te stellen.
Mic modellering beschikt over een effect, dat de verandering in afstand tussen de geluidsbron en de microfoon simuleert. Draai de knop in de + richting om meer "microfoongeluid" te krijgen; draai de knop in de – richting om een meer "off-mic" geluid te krijgen.
Met amp modellering functioneert dit als klankregeling. Draai de knop in de + richting om de hoge frequenties te benadrukken. Draai de knop in de – richting om het laag te versterken.

Effecten op het geluid toepassen (Multi Effects)

Er kunnen momenten zijn dat u elektrische pianogeluiden door een effectprocessor wilt spelen. Het pianogedeelte van de VR-760 heeft een aantal effecten, die goed bij elektrische pianogeluiden passen.
fig.04-20(MFXKnop)
NOTE
De [DISTANCE/EQ] knop heeft geen functie als de mic of amp is uitgezet (als de TYPE 1 of 2 indicator niet verlicht is).
Spelen
1. Druk op één van de [MFX TYPE] knoppen van de piano
sectie, om het multi-effect type te selecteren. Selecteer
[CHORUS], [TREMOLO], [WAH] of [PHASER].
2. Draai aan de [DEPTH] of [RATE] knoppen om de
hoeveelheid en het karakter van het toegepaste effect bij te
stellen.
Waarde Uitleg
CHORUS Dit is een effect, dat het in toonhoogte gemoduleerde geluid met
het originele geluid combineert, waardoor het geluid meer breedte krijgt, alsof er meerdere geluidsbronnen worden gespeeld.
TREMOLO Dit effect moduleert het volume om een schommelend geluid te
produceren. De tremolo kan tussen stereo en mono instellingen worden afgewisseld (Tremolo Type, p.73).
WAH Dit effect produceert door modulatie van de klank een schomme-
lend geluid. U kunt Modulation wah selecteren voor een cy­clische modulatie of touch wah, dat de wah volgens het volume moduleert (Wah Type, p.73). U kunt dit ook op Pedal wah in­stellen, waarbij modulatie met het control pedaal wordt toege­past (p.66).
PHASER Dit effect produceert door modulatie van de fase een schomme-
lend geluid.
Wanneer en periodiek effect is geselecteerd, dat het geluid op cyclische wijze verandert, knippert de indicator links van de [RATE] knop in de maat met de effectverandering. Echter, als WAH is geselecteerd, reageert de indicator zoals hieronder wordt getoond.
• Wah TYPE op MOD ingesteld: knippert
• Wah TYPE op TOUCH ingesteld: verlicht
• Ctrl Pedal Assign op PIANO PEDAL WAH: uit
45
Page 46
Spelen met het toetsenbord

Basiswerking van het synth gedeelte

fig.04-20a(SynthSction)

De "Tones" die het synth geluid veranderen

U kunt van synth gedeelte veranderen om het geluid van uw voorkeur uit 18 verschillende geluiden te selecteren. Geluiden zijn uit zes categorieën te selecteren, elk met drie variaties.
U kunt de categorie selecteren door op de [STRINGS], [CHOIR/SCAT], [BRASS], [SYNTH LEAD], [SYNTH PAD] of [BASS] knoppen te drukken.
Druk op de [VARIATION] knop om de variatie te selecteren.
Meer over de geluiden van het synth gedeelte vindt u in de "Geluidenlijst" (p.99).
De indicator van de [VARIATION] knop verandert elke keer dat de knop wordt ingedrukt, en gaat cyclisch rond door "Off" (uit), "Red" (rood) en "Green" (groen), waarmee wordt aangegeven welke variatie op dat moment is geselecteerd.
fig.04-21(Tone Knops)
Als een CATEGORY knop wordt ingedrukt, gaat het lampje uit, en wordt de geluidsgenerator van de synth uitgezet.

Geluiden van een Wave expansieboard selecteren

Al u een SRX Wave expansieboard heeft geïnstalleerd, kunt u op de [SRX EXPANSION] knop drukken om global patches van het expansieboard als geluiden te selecteren.
1. Druk op de [-] of [+] knop die zich boven de [SRX
EXPANSION] knop bevindt.
Indien u twee expansieboards heeft geïnstalleerd, kunt u uit één enkele lijst met de global patches de twee boards selecteren.
Als u de [-] of [+] knop ingedrukt houdt of één van deze ingedrukt houdt, terwijl de andere knop wordt ingedrukt, kunt u de waardes snel laten veranderen, in de richting van de knop die het eerst werd ingedrukt.
46
Page 47

De geluiden veranderen (Tone Modify)

U kunt de volgende vier elementen instellen om veranderingen in het synth geluid aan te brengen.
Deze instelling wordt in de registraties opgeslagen.
fig.04-22(4Knobs)
Waarde Uitleg
ATTACK Dit verandert de tijd tussen het moment, dat de toets wordt
ingedrukt, totdat het geluid gaat klinken. Draai de knop naar links om de attacktijd af te laten nemen. Draai de knop naar rechts om de attacktijd toe te laten nemen.
RELEASE Dit verandert de tijd vanaf het moment, dat de toets is
losgelaten, totdat het geluid is verdwenen. Draai de knop naar links om de releasetijd af te laten nemen. Draai de knop naar rechts om de releasetijd toe te laten nemen.
CUTOFF Dit verandert de helderheid van het geluid. Draai de knop
naar links om het geluid donkerder te maken. Draai de knop naar rechts om een helderder geluid te creëren.
RESONANCE Dit geeft het geluid meer presence. Draai de knop naar links
om het effect te reduceren. Draai de knop naar rechts om het effect sterker te maken.
Spelen met het toetsenbord
NOTE
Door het aanbrengen van grote, plotselinge verande­ringen in de instellings­waardes, kan het geluid vervormen of het volume te hoog worden.
Spelen
NOTE
Bij sommige geluiden kun­nen de effecten niet de ver­wachte uitwerking hebben.

Effecten op het geluid toepassen (MULTI EFFECTS)

Met de VR-760 kunt u multi-effecten op het geluid toepassen. Multi-effecten voorzien in een verzameling van 40 verschillende effecten, zoals distortion en flanger, waaruit u kunt kiezen.
In de fabrieksinstellingen is er voor elk geluid een geschikt effect toegewezen. Deze instelling wordt in de registraties opgeslagen, en niet in elk
individueel geluid.
fig.04-23(FrontPanel)
1. Druk op de MFX [ON] knop van de Synth Sectie, waardoor
zijn indicator oplicht.
2. Met de [CONTROL] knop past u de hoeveelheid van het
multi-effect dat wordt toegepast aan.
3. Om het multi-effect te annuleren, drukt u op de MULTI
EFFECTS [ON/OFF] knop. Het lampje van de indicator gaat
uit.
* Effecten worden niet toegepast op geluiden, waarvan het "Synth MFX Type"
(p.75) in de Edit mode op "00 THROUGH" is ingesteld.
Meer informatie over de ingebouwde effecten vindt u in de "Effect/ Parameterlijst" (p.91).
De parameters die met de [CONTROL] knop aangepast kunnen worden, variëren per geselecteerd effect. Meer hierover vindt u bij "Synth MFX Ctrl" (p.75). U kunt ook de aan te passen parameters veranderen (p.75).
U kunt het multi-effect type veranderen, en verschei­dene andere veranderingen in de instellingen aanbrengen. Voor meer gedetailleerde informatie raadpleegt u "Multi-effect
instellingen van een Synth Part" (p.75).
47
Page 48
Spelen met het toetsenbord

Expressie aan het geluid toevoegen: "Active Expression"

U kunt het expressiepedaal gebruiken om expressie aan het geluid van het synth deel toe te voegen. Deze optie, genaamd "Active Expression", regelt twee verschillende functies: "FADE" en "TIMBRE".
Als "FADE" is geselecteerd, neemt het volume van het Synth Part sterk toe, als het expressiepedaal indrukt. Hiermee kunt u een verscheidenheid aan expressieve technieken gebruiken. Wanneer u bijvoorbeeld het synth gedeelte in combinatie met orgelklanken speelt, kunt u uw voet van het expressiepedaal halen, zodat alleen het orgel gedeelte wordt gespeeld. Als u het pedaal indrukt, wordt de synth geleidelijk met het orgel gedeelte gemengd.
Als "TIMBRE" is geselecteerd, kunt u het expressiepedaal gebruiken om de sterkte, helderheid en dikte van geluiden in het synth gedeelte te veranderen. De meest geschikte effecten zijn reeds aan elk geluid toegewezen. Deze kunnen niet worden veranderd. Bovendien wordt de TIMBRE functie niet op geluiden van Wave expansieboards toegepast.
fig.04-24(ActiveExpressionKnop)
Waarde Uitleg
OFF Key Touch kan gebruikt worden om de sterkte van het geluid te
veranderen. Met het expressiepedaal kunt u het volume aanpassen.
FADE De aanslaggevoeligheid kan gebruikt worden om de sterkte van het
geluid te veranderen. Als u het expressiepedaal naar voren drukt, kunt u snelle volume toenames produceren.
TIMBRE De sterkte van het geluid verandert niet snel in reactie op de
aanslaggevoeligheid. Het expressiepedaal verandert de sterkte van het geluid.
MEMO
Met het Jazz Scat geluid kunt u ook naar andere Scat variaties overschakelen, met gebruik van de Key Touch als TIMBRE geselecteerd is.
In dit geval, zelfs als u met dezelfde aanslaggevoeligheid speelt, worden verschillende variaties van het Scat geluid gespeeld, afhankelijk van het feit of het expressiepedaal volledig is ingedrukt of volledig is losgelaten. Met andere woorden, u kunt geluiden met de aanslaggevoeligheid en het expressiepedaal besturen, en zelfs nog meer Scat variaties spelen.
NOTE
TIMBRE werkt niet met geluiden van een Wave expansieboard.
48
Page 49

Functies voor gevorderd gebruik

b

De D BEAM controller gebruiken om algemene effecten te produceren

U kunt diverse effecten op het geluid toepassen door uw hand eenvoudig­weg over de D Beam controller op het paneel van de VR-760 te bewegen.
fig.05-01(DBeamObPanel)
Gevorderde functies
1. Duk op één van de drie knoppen in de D BEAM
CONTROLLER sectie.
De indicator onder de D Beam controller licht op. Met gebruik van de D Beam controller kunnen de volgende effecten worden toegepast:
Effecten Uitleg
ROTARY SPEED OCTAVE Als u uw hand boven de D Beam houdt, worden piano geluiden
GLIDE Wanneer u het synth gedeelte met uw hand boven de controller
Elke keer, dat u uw hand over de D Beam controller beweegt, schakelt het rotary effect tussen langzaam en snel.
van een octaaf lager dan de geluiden, die op het toetsenbord worden gespeeld, over de originele geluiden gestapeld. Al u uw hand dichter naar de Beam brengt, wordt een aanvullend ge­luid van een octaaf lager dan het origineel toegevoegd.
speelt, verandert de toonhoogte langzaam en onafgebroken van noten aan de lage kant van het toetsenbord naar de noot van de toets, die u op dat moment speelt. Als u uw hand van de con­troller weghaalt, keert de originele toonhoogte terug.
2. Plaats uw hand boven de D Beam controller.
fig.05-02(PositioningDBeam)
NOTE
Met ROTARY SPEED en GLIDE worden veranderin­gen in de geluidsparame­ters van de VR-760 met de D Beam uitgevoerd. Dit
etekent, dat het bewer­kingssymbool zal verschij­nen als u uw hand boven
Door uw hand boven de D Beam controller te plaatsen, verandert de op dat moment gespeelde toonhoogte.
De kleur van de indicator onder de D Beam controller verandert volgens het aan de controller toegewezen effect of respons.
de D Beam controller plaatst, en wijst niet op een storing.
49
Page 50
Functies voor gevorderd gebruik

De gevoeligheid van de D Beam controller aanpassen

Waarschuwing
Wanneer de VR-760 de gevoeligheid van de D Beam controller automatisch kalibreert, mag er niets op de D Beam zijn geplaatst, en zijn uw handen daar niet in de buurt.
Wees er ook op bedacht dat de D Beam niet zal functioneren op een locatie met een grote hoeveelheid infrarood licht.
1. Druk de D BEAM CONTROLLER [ROTARY SPEED] knop
en de [ENTER] knop gelijktijdig in.
Het volgende scherm wordt ongeveer twee seconden getoond, en de gevoeligheid van de D Beam controller wordt automatisch bijgesteld.
* Zet nooit de stroom uit terwijl het volgende scherm wordt
weergegeven.
fig.05-03ÅiD BEAM Calibrated!!Åj
Hoewel de gevoeligheid van de D Beam in de VR-760 wordt opgeslagen, en zelfs nadat de stroom is uitgezet bewaard blijft, kan de instelling niet op kaarten worden opgeslagen.
.
U kunt de gevoeligheid van de D Beam controller handmatig instellen. Zie "De gevoeligheid van de
D Beam controller aanpassen" (p. 67).
50
Page 51

Het toetsenbord verdelen (Split)

U kunt het toetsenbord in twee toetsenreeksen verdelen, en een verschillend geluid aan de linker en rechterhand toewijzen. Het op deze manier onderverdelen van het toetsenbord wordt een "split" genoemd en het punt, waarop het toetsenbord wordt gesplitst, wordt het splitspunt genoemd. Het splitspunt behoort bij het bovenste gedeelte (Upper Part).
fig.05-04(Keyboard)
Split Point
Upper PartLower Part
fig.05-05(SousaPanel)
Functies voor gevorderd gebruik
Gevorderde functies
1. Druk op de [SPLIT] knop, zodat de indicator oplicht.
Een scherm zoals dat hieronder verschijnt, en het toetsenbord zal in twee zones worden verdeeld.
fig.05-06(SplitScreen)
Een voorbeeld van dit scherm toont het splitspunt dat op C4 (middelste C op het toetsenbord) is ingesteld. Het orgelgedeelte wordt binnen de onderste toetsenreeks (het linkerhand deel van het toetsenbord) gespeeld, en het synth gedeelte wordt binnen de bovenste toetsenreeks gespeeld (het rechterhand deel van het toetsenbord).
Door op de CURSOR [ ][ ][ ][ ] knop te drukken, kunt u de cursor naar het splitspunt of naar één van de toetsenreeksen brengen, en de waardes met de [INC] of [DEC] knop veranderen.
Als u op de [EXIT] knop drukt, verschijnt het scherm dat werd getoond, voordat de [SPLIT] knop werd ingedrukt.
2. Om de Split te annuleren, drukt u nogmaals op de [SPLIT]
U kunt het splitspunt naar wens veranderen, door de [SPLIT] knop minimaal één seconde ingedrukt te houden, en op één van de toetsen te drukken, terwijl u de knop ingedrukt houdt.
knop, waardoor de indicator uitdooft.
51
Page 52
Functies voor gevorderd gebruik

Ritme spelen (RHYTHM)

De VR-760 bevat een eenvoudig ritme gedeelte, dat voor het spelen van drumpatronen in verschillende muziekstijlen gebruikt kan worden.
Het ritmegedeelte kan tijdens het oefenen ook in de plaats van een metronoom worden gebruikt of om creatieve ideeën uit te voeren.
U kunt de volgende sets selecteren:
Nr. Stijl Maatsoort Maat
00 Jazz Funk 1 4/4 4 01 Jazz Funk 2 4/4 4 02 Jazz Funk 3 4/4 2 03 Acid Jazz 4/4 2 04 8Beat Pop 1 4/4 4 05 8Beat Pop 2 4/4 4 06 16Beat Pop 1 4/4 2 07 16Beat Pop 2 4/4 2 08 4Beat Pop 4/4 2 09 Fusion 4/4 4 10 Pop Ballad 6/8 4 11 Blues 1 4/4 4 12 Blues 2 4/4 2 13 Rock 1 4/4 4 14 Rock 2 4/4 4 15 R&B 1 4/4 4 16 R&B 2 4/4 4 17 R&B 3 4/4 4 18 Swing Jazz 4/4 2 19 Slow Jazz 4/4 4 20 4Beat Jazz 4/4 4 21 5/4Bar Jazz 5/4 2 22 7/8Bar Jazz 7/4 2 23 Latin Jazz 4/4 2
52
Page 53
fig.05-07(SousaPanel)
1. Druk op de RHYTHM [ON] knop.
Het ritme begint te spelen. Het volgende scherm verschijnt:
fig.05-08(RythmScreen)
Functies voor gevorderd gebruik
Gevorderde functies
2. Met de [RHYTHM VOLUME] knop past u het volume van
het ritme aan.
3. Druk nogmaals op de RHYTHM [ON] knop. De indicator
gaat uit, en het ritme stopt met spelen.

Het ritmepatroon en tempi veranderen

1. Druk op de CURSOR [ ] knop om naar het Rhythm
scherm te gaan.
De naam van de op dat moment geselecteerde ritme stijl verschijnt op de eerste regel, en het tempo wordt op de tweede regel aangegeven.
fig.05-09(RythmScreen)
2. Verplaats de cursor met de CURSOR [ ][ ] knoppen, en
verander dan de waardes met de [INC] en [DEC] knoppen.
De ritmes worden volgens het geselecteerde patroon en tempo gespeeld.
53
Page 54
Functies voor gevorderd gebruik

Instellingen in registraties opslaan

Orgel, piano en synth geluiden, part combinaties en andere paneelinstellingen kunt u als een REGISTRATION opslaan. Indien u uw favoriete instellingen in de vorm van registraties opslaat, kunt u de gewenste instellingen door de juiste REGISTRATION knop in te drukken daarna gemakkelijk oproepen.
De VR-760 heeft 64 interne registraties. Alle acht REGISTRATION knoppen [1]-[8] kunnen gebruikt worden om acht registraties op te slaan, en alle groepen, die met de knoppen worden opgeslagen, worden "banken" genoemd.
fig.05-10(RegistButton)
2
3
1
De VR-760 wordt met 64 verschillende, van tevoren gemaakte instellingen geleverd, die reeds in de registraties zijn opgeslagen. Wanneer instellingen worden opgeslagen, wordt alles dat reeds in de registratie werd opgeslagen overschreven. U kunt de overschreven registraties ook op de originele fabrieksinstellingen terugzetten (p.20).
1. Druk op de [WRITE] knop.
Een scherm zoals dat hieronder verschijnt.
fig.05-11(RegistScreen)
2. Het REGISTRATION nummer, waarin u de data wilt
opslaan, kunt u met de [INC] of [DEC] knop selecteren.
U kunt het nummer ook specificeren door de [BANK] knop en één van de REGISTRATION knoppen [1]-[8] in te drukken.
fig.05-12(ConfirmRegist23)
Meer informatie over de instellingen, die in de registraties zijn opgeslagen, vindt u op p.100.
54
Page 55
3. Druk op de [ENTER] knop.
b
Het opslaan begint, en een bericht verschijnt in het scherm.
Functies voor gevorderd gebruik
In bovenstaand voorbeeld worden de huidige instellingen in Registratie 23 opgeslagen.
Als u de instellingen niet in een registratie wilt opslaan, drukt u op de [EXIT] knop. Het Basisscherm wordt opnieuw weergegeven.
Als het opslaan in de registratie is voltooid, verschijnt een bericht waarin dit in het scherm wordt aangegeven, en keert het basisscherm terug.
Eenvoudige methode om in Registraties op te slaan
U kunt instellingen snel opslaan door de [WRITE] knop ingedrukt te houden, en op één van de REGISTRATION knoppen [1]-[8] te drukken. Dit is handig als u al weet in welk registratienummer u wilt opslaan.
1. Houd de [WRITE] knop ingedrukt, en druk op de [BANK] knop. Dan drukt u op één van de REGISTRATION knoppen [1]-[8]. De bank wordt bevestigd. Blijf de [WRITE] knop ingedrukt houden.
2. Druk op één van de REGISTRATION knoppen [1]-[8]. De instellingen worden in het gespecificeerde registratienummer opgeslagen. Wanneer het proces is voltooid, zal een bericht in het scherm verschijnen.
NOTE
Zet nooit de stroom uit, terwijl een REGISTRA­TION wordt opgeslagen. Hierdoor kan het apparaat
eschadigen.
Gevorderde functies
3. Laat de [WRITE] knop los.
Als u in een registratie binnen dezelfde bank opslaat, volgt u de volgende procedure om de instellingen op te slaan.
1. Houd de [WRITE] knop ingedrukt, en druk op één van de REGISTRATION knoppen [1]-[8]. Wanneer het opslaan is voltooid, zal een bericht in het scherm verschijnen.

Een Control pedaal gebruiken

U kunt een pedaal (zoals de optionele DP-2) op de CONTROL PEDAL jack op het achterpaneel van de VR-76 aansluiten. Hiermee kunt u het rotary effect veranderen, van registratie veranderen, het piano effect besturen,
Bij bepaalde pedalen kan de actie, die wordt uitgevoerd als u het pedaal indrukt of loslaat, omgekeerd zijn. In zulke gevallen verandert u de polariteit van het Control pedaal, zodat het pedaal naar behoren functioneert (p.65).
externe sequencers aan of uitzetten en andere functies bedienen (p.66). Als u een expressiepedaal (de optionele EV-7) aansluit, kunt u met het
pedaal de orgel overdrive en de D Beam functies besturen. De functie, die aan het Control pedaal wordt toegewezen, kunt u instellen
(p.66).
NOTE
Gebruik alleen het gespeci­ficeerde expressiepedaal (EV-7, apart verkrijgbaar). Door een ander pedaal aan te sluiten riskeert u storin­gen en/of schade aan het apparaat.
55
Page 56
Functies voor gevorderd gebruik

Op een geheugenkaart opslaan

Met de VR-760 kunt u de volledige inhoud van de registraties en systeeminstellingen als één bestand op een geheugenkaart (CompactFlash) opslaan.
* Als u geheugenkaarten gebruikt, zet u eerst de stroom van de VR-760 uit. Daarna
steekt u de geheugenkaart in het MEMORY CARD SLOT, zoals in het figuur
hieronder wordt aangegeven.
* Steek de kaart voorzichtig, in de richting van de pijl, in de opening.
* Zorg dat de kaart helemaal in de opening wordt gestoken.
fig.05-14(slot)
NOTE
Geheugenkaarten moeten voor gebruik geformatteerd worden.
NOTE
Parameterinstellingen wor­den allemaal in één bestand opgeslagen. U kunt een registratie niet individueel opslaan.
* Raak het metaal niet aan, en zorg dat het niet met het contactgedeelte van de kaarten
in aanraking komt.
* Steek nooit een CompactFlash kaart in, en verwijder deze nooit terwijl de stroom van
de VR-760 aan staat. Hierdoor kan de data van de VR-760 of die van de
CompactFlash kaart onbruikbaar worden.
* Zorg dat de kaart zich in de juiste richting bevindt wanneer u deze insteekt.
* Meer informatie over voorzorgsmaatregelen bij de behandeling van
geheugenkaarten vindt u in de handleiding van de kaart.
* Let op dat het contactgedeelte van de kaarten niet beschadigt.
* Kaarten kunnen maar op één manier worden ingestoken. Probeer de kaart niet
geforceerd op een andere manier in te steken.
* Deze kaarten zijn precisie middelen; behandel ze zorgvuldig, en let op de
temperatuur en vochtigheid in uw omgeving. Gebruik de kaarten bij voorkeur niet
op locaties waar water op het oppervlak kan condenseren.
* Om schade aan kaarten door statische elektriciteit te voorkomen, moet u mogelijk
aanwezige statische elektriciteit op uw lichaam ontladen voordat u de kaarten
aanraakt.
* Data mag niet op plaatsen worden opgeslagen waar statische elektriciteit of
elektrische ruis wordt gegenereerd.
56
* Plaats de kaart niet in een apparaat als de kaart stoffig of vuil is.
* Maak altijd een reservekopie van de data die op de kaart is opgeslagen.
* Geheugenkaarten moeten voor gebruik geformatteerd worden.
Page 57
Functies voor gevorderd gebruik

De geheugenkaart voor de VR-760 formatteren (Format)

Deze functie formatteert een geheugenkaart, zodat data van de VR-760 daarop opgeslagen kan worden. Voordat een nieuwe kaart of een kaart die op een ander apparaat is gebruikt, op de VR-760 gebruikt kan worden, moet deze via de VR-760 geformatteerd worden.
5-15(FormatCard)
2
3,4
1
NOTE
Wees u ervan bewust, dat alle data die op dat moment op de geheugen­kaart is opgeslagen, zal worden gewist als u de kaart formatteert.
Gevorderde functies
1. Houd de [EDIT] knop ingedrukt, en druk op de
REGISTRATION [7] (UTILITY) knop.
Het Edit’s "UTILITY" scherm wordt getoond.
2. Druk op de CURSOR [ ] knop om het volgende scherm te
laten verschijnen.
fig.05-15(FormatCard)
3. Druk op de [ENTER] knop.
Het bevestigingsbericht verschijnt. Druk op de [EXIT] knop om naar stap 2 terug te keren.
fig.05-16(ConfirmScreen)
4. Druk nogmaals op de [ENTER] knop. Een scherm zoals
hieronder wordt getoond verschijnt, en het formatteren
wordt gestart.
fig.05-17(Formatting..)
57
Page 58
Functies voor gevorderd gebruik
Nadat de formattering is voltooid, verschijnt een bericht in het scherm, waarin dit wordt aangegeven. Het Basisscherm zal verschijnen.

Data op een geheugenkaart opslaan (Save File)

1. Houd de [EDIT] knop ingedrukt, en druk op de
REGISTRATION [7] (UTILITY) knop.
Het Edit’s "UTILITY" scherm wordt weergegeven.
2. Druk op de CURSOR [ ] knop, zodat het volgende scherm
wordt weergegeven.
fig.05-18(SaveFile)
3. Druk op de [ENTER] knop.
De bestandsnaam wordt op de tweede regel weergegeven, en de cursor verschijnt.
Druk op de [EXIT] knop om naar stap 2 terug te keren.
4. Met gebruik van de CURSOR [ ][ ] knoppen verplaatst
u de cursor naar de locatie, waar u een teken wilt veranderen.
5. Verander een teken met de CURSOR [INC] [DEC] knoppen.
Beschikbare tekens/symbolen: A-Z, 0-9, ! # $ % & “ ( ) - @ ^ _ “ { }
Als de [ ] knop wordt ingedrukt, wordt één teken ingevoegd;
Als de [ ] knop wordt ingedrukt, wordt één teken verwijderd.
6. Herhaal stappen 4-5 om de naam in te voeren.
U kunt maximaal acht tekens voor een naam gebruiken.
7. Druk op de [ENTER] knop.
Nadat de opslagoperatie is voltooid, verschijnt een bericht in het scherm waarin dit wordt aangegeven. Het basisscherm staat nu in beeld.
* Het volgende bericht verschijnt, wanneer u probeert een bestand met een
bestandsnaam op te slaan, die al op de kaart is opgeslagen. Wanneer u het reeds
bestaande bestand wilt overschrijven, drukt u op de [ENTER[ knop. Als u de
bestandsnaam wilt veranderen, voordat u het bestand opslaat, drukt u op de [EXIT]
knop om naar stap 4 terug te keren.
fig.05-19(FileExists)
58
Page 59
Functies voor gevorderd gebruik

Een bestand van en geheugenkaart in de VR-760 laden (Load File)

1. Houd de [EDIT] knop ingedrukt, en druk op de
REGISTRATION [7] (UTILITY) knop.
Het Edit’s "UTILITY" scherm wordt weergegeven.
2. Druk op de CURSOR [ ] knop om het volgende scherm te
laten verschijnen.
fig.05-20(LoadFile)
3. Druk op de [ENTER] knop.
Een scherm zoals dat hieronder verschijnt.
fig.05-21(SelectLoadFile)
4. Druk op de CURSOR [ ][ ] knop om het bestand te
selecteren.
5. Druk op de [ENTER] knop om de instellingen te laden.
Nadat het laden is voltooid, verschijnt een bericht in het scherm, waarin dit wordt aangegeven, en het basisscherm zal verschijnen.
Gevorderde functies

Een bestand dat op de geheugenkaart is opgeslagen van een nieuwe naam voorzien (Rename File)

Met deze functie kunt u een op de geheugenkaart opgeslagen bestand een nieuwe naam geven.
1. Houd de [EDIT] knop ingedrukt, en druk op de
REGISTRATION [7] (UTILITY) knop.
Het Edit’s "UTILITY" scherm wordt weergegeven.
2. Druk op de CURSOR [ ] knop om het volgende scherm te
laten verschijnen.
fig.06-09(RenameFile)
3. Druk op de [ENTER] knop.
Een scherm zoals op de volgende pagina verschijnt.
59
Page 60
Functies voor gevorderd gebruik
fig.06-10(SelectRenFile)
4. Druk op de CURSOR [ ][ ] knop om het bestand te
selecteren.
5. Druk op de [ENTER] knop.
Een scherm zoals dat hieronder verschijnt.
fig.06-11(NewName)
De cursor verschijnt op de bestandsnaam, links onder in het scherm.
6. Geef het bestand een nieuwe naam.
Verplaats de cursor met de CURSOR [ ][ ]knoppen naar de locatie waar u een teken wilt invoeren.
Met de CURSOR [INC] [DEC] knoppen voert u een teken in.
Als de [ ] knop wordt ingedrukt, wordt één teken ingevoegd;
Als de [ ] knop wordt ingedrukt, wordt één teken verwijderd. U kunt maximaal acht tekens voor een naam gebruiken. Om de "Rename" functie op te heffen, drukt u op de [EXIT] knop om naar
stap 2 terug te keren.
7. Druk op de [ENTER] knop.
Het complete bericht wordt weergegeven, en u keert naar het basisscherm terug.

Een bestand dat op de geheugenkaart is opgeslagen verwijderen (Delete File)

1. Houd de [EDIT] knop ingedrukt, en druk op de
REGISTRATION [7] (UTILITY) knop.
Het Edit’s "UTILITY" scherm wordt weergegeven.
2. Druk op de CURSOR [ ] knop om het volgende scherm te
laten verschijnen.
fig.06-12(DeleteFile)
3. Druk op de [ENTER] knop.
Een scherm zoals op de volgende pagina verschijnt.
60
Page 61
Functies voor gevorderd gebruik
fig.06-13(SelectDeleteFile)
4. Druk op de CURSOR [ ][ ] knop om het bestand te
selecteren.
Als u de delete functie annuleert, drukt u op de [EXIT] knop om naar stap 2 terug te keren.
5. Druk op de [ENTER] knop om het bestand te verwijderen.
Het geselecteerde bestand wordt verwijderd. Een bericht, waarin wordt aangegeven dat de verwijdering is voltooid,
verschijnt in het scherm, en u keert naar het basisscherm terug.

Een extern video apparaat besturen (V-LINK)

Wanneer de VR-760 op een extern video apparaat zoals de Edirol DV-7PR is aangesloten, kunt u de VR-760 gebruiken om de afbeeldingen te besturen (V-LINK functie).
Met de V-LINK functie van de VR-760 kunt u clips op de Edirol DV-7PR afwisselen met gebruik van de registraties of het toetsenbord.
What is V-LINK?
V-LINK ( ) is een functie, waarmee muziek en visueel materiaal kan worden afgespeeld. Met gebruik van V-LINK compatibele video apparatuur kunnen verbindingen met visuele effecten gemakkelijk worden gemaakt, om deze onderdeel van de expressieve elementen van een uitvoering te laten uitmaken.
Gevorderde functies
NOTE
Om V-LINK met de VR-760 en Edirol DV-7PR te kun­nen gebruiken, moet u met gebruik van een apart ver­krijgbare Edirol UM1/ UM2S verbindingen maken.

Aansluitingsvoorbeeld (met gebruik van de DV-7PR)

Verbind de DV-7PR en de VR-760 zoals in de handleiding van de DV-7R wordt aangegeven.
Gebruik een UM-1 om de MIDI OUT aansluiting van de VR-760 met de remote jack van de DV-7PR te verbinden.
NOTE
Om storingen en/of schade aan luidsprekers of andere apparaten te voorkomen, zet u altijd het volume en de stroom van alle appara­ten uit, voordat u aanslui­tingen maakt.
61
Page 62
Functies voor gevorderd gebruik
fig.05-22(ConnectingDV-7PR)
Projector
Beeldscherm
Edirol UM-1
MIDI OUT
REMOTE
Edirol DV-7PR
VR-760

Hoe de V-LINK functie wordt gebruikt

1. Zet de stroom van de DV-7PR aan, en start Presenter op.
2. Druk op de [V-LINK] knop, zodat de indicator oplicht.
Het bericht "Video link system is ON" verschijnt in het scherm van de VR-760, waarmee wordt aangegeven dat de video besturingsmode is ingeschakeld.
Data, waarmee communicatie plaats kan vinden (zoals informatie over het kanaal dat voor verzending wordt gebruikt), wordt van de VR-760 naar de DV-7PR gestuurd.
Afbeeldingen afwisselen met de REGISTRATION knoppen
Als u op de REGISTRATION knoppen [1]-[8] drukt, veranderen de afbeeldingen.
Als de knop wordt ingedrukt, worden de Program Change en Bank Select, die met de Registration Common’s Send PC en Send Bank MSB worden ingesteld (p.70), naar de DV-7PR gestuurd. Dit schakelt de afbeelding over naar de clip, die met de betreffende waarde correspondeert.
Afbeeldingen afwisselen met het toetsenbord
De acht knoppen aan de linkerkant van het toetsenbord kunnen gebruikt worden om afbeeldingen te veranderen. Wanneer één van de toetsen wordt ingedrukt, wordt een Program Change van 1 tot 8 verzonden. Als de DV­7PR wordt gebruikt, kunt u de eerste acht clips in het op dat moment geselecteerde palet afwisselen.
NOTE
Afbeeldingen kunnen niet afgewisseld worden als de Send PC en Send Bank MSB waardes op Off zijn ingesteld (p.70, p.68).
NOTE
Er wordt geen geluid uitge­voerd, wanneer de acht toetsen aan de linkerkant van het toetsenbord voor het wisselen van clips wor­den gebruikt. U kunt de functie voor het afwisselen van clips voor individuele toetsen uitschakelen, als u deze toetsen in een muzi­kale uitvoering wilt gebrui­ken (V-LINK KBD (ON/ OFF), p.66).
62
Page 63

Gedetailleerde instellingen voor elke functie (EDIT)

In de Edit mode kunt u de functies van de VR-760 optimaal gebruiken, door meer gedetailleerde instellingen te maken. In deze sectie worden de functies, die in de Edit mode inge­steld kunnen worden, uitgelegd. In deze handleiding wordt het wijzigen van een instelling "bewerking" genoemd, en het data onderdeel, dat gewijzigd wordt, heet een "parameter".

Over het Edit Mode Menu

De Edit mode van de VR-760 kan grofweg in zeven hoofd­menu’s worden verdeeld. Sommige menu” s hebben instel­lingen, die op individuele registratiebasis worden opgeslagen, anderen hebben instellingen die, wanneer deze zijn ingesteld, als geheel op het volledige systeem worden toegepast.
Onderdelen in menu’s met namen die met "SYSTEM" begin­nen, zijn enkelvoudige parameters binnen het systeem, die automatisch worden opgeslagen als hun instellingen wor­den veranderd.
Onderdelen in menu’s waarvan de naam met "REGISTRA­TION" begint, zijn parameters die in elke registratie kunnen worden opgeslagen. Deze moeten in een registratie worden vastgelegd, wanneer hun instellingen zijn veranderd ("Instellingen in registraties opslaan", p.54).
SYSTEM BASIC
Dit is een groep globale parameters, die de algemene instel­lingen van de VR-760 veranderen. Eerdere instellingen wor­den automatisch door de veranderde instellingen overschreven.
Parameter Pag.
Master Tune p. 65 Key Transpose p. 65 Key Touch p. 65 Damper Pedal Polarity p. 65 Organ Damper Switch p. 65 Synth Damper Switch p. 65 Piano Expression Switch p. 65 Control Pedal Polarity p. 65 Control Pedal Assign p. 66 Quick Firing p. 66 V-Link Keyboard p. 66 Clock Source p. 66 D Beam Sensitivity p. 67
SYSTEM MIDI
Dit zijn de MIDI instellingen, die algemeen op de VR-760 van kracht zijn.
Parameter Pag.
Local Control p. 67 Device ID p. 67 MIDI Tx Mode p. 68 Tx PC Switch p. 68 Rx PC Switch p. 68 Control Part MIDI Channel p. 68 Organ Part MIDI Channel p. 68 Piano Part MIDI Channel p. 68 Synth Part MIDI Channel p. 68 Rhythm Part MIDI Channel p. 68 External Part MIDI Channel p. 68 Slow Fast Control Message p. 68 Brake Control Message p. 68 Tone wheel Brake Control Message p. 69 Pedal Wah Control Message p. 69 Synth MFX Control Message p. 69 MIDI Sound Controller p. 69
REGISTRATION COMMON
Dit zijn de instellingen, die in individuele registraties wor­den opgeslagen.
Parameter Pag.
Regist Name p. 69 External Part Assign p. 70 Bender Assign p. 70 Bender Range p. 70 Aftertouch Sensitivity p. 70 Reverb Level p. 70 Rhythm Volume p. 70 Rhythm Reverb Send Level p. 70 Send PC p. 70 Send Bank MSB p. 70 Send Bank LSB p. 70
EDIT
63
Page 64
Gedetailleerde instellingen voor elke functie (EDIT)
REGISTRATION ORGAN
Dit zijn instellingen, die in individuele registraties worden opgeslagen, die op het orgel gedeelte van invloed zijn.
Parameter Pag.
Organ Volume p. 71 Organ Octave Shift p. 71 Organ Fine Tune p. 71 Leakage Level p. 71 Key On Click Level p. 71 Key Off Click Level p. 71 Percussion Soft Level p. 71 Percussion Norm Level p. 71 Percussion Slow Time p. 71 Percussion Fast Time p. 71 Percussion Recharge Time p. 71 Percussion H-Bar Level p. 71 Overdrive Level p. 72 Rotary Woofer Spread p. 72 Rotary Tweeter Spread p. 72 Rotary Woofer Level p. 72 Rotary Tweeter Level p. 72 Rotary Woofer Rise Time p. 72 Rotary Tweeter Rise Time p. 72 Rotary Woofer Fall Time p. 72 Rotary Tweeter Fall Time p. 72 Rotary Woofer Slow Speed p. 72 Rotary Tweeter Slow Speed p. 72 Rotary Woofer Fast Speed p. 72 Rotary Tweeter Fast Speed p. 72 Rotary Mic Distance p. 72 Organ Reverb Send Level p. 72
REGISTRATION PIANO
Dit zijn instellingen, die in individuele registraties worden opgeslagen, die op het piano gedeelte van invloed zijn.
Parameter Pag.
Piano Volume p. 73 Piano Octave Shift p. 73 Piano Fine Tune p. 73 Stereo Width p. 73 Stretch Tune p. 73 Decay Time p. 73 Release Time p. 73 Mic/Amp Switch p. 73 Chorus Return Level p. 73 Tremolo Type p. 73 Wah Type p. 73 Wah Resonance p. 74 Phaser Resonance p. 74 Piano Reverb Send Level p. 74
REGISTRATION SYNTH
Dit zijn instellingen, die in individuele registraties worden opgeslagen, die op het synth gedeelte van invloed zijn.
Parameter Pag.
Synth Volume p. 74 Synth Octave Shift p. 74 Synth Fine Tune p. 74 Mono Mode p. 74 Portamento Switch p. 75 Portamento Time p. 75 Portamento Mode p. 75 Portamento Type p. 75 Synth MFX Type p. 75 Synth MFX Control p. 75 Synth MFX Param 1-32 Waarde (*1) p. 75 Synth MFX Dry Send p. 75 Synth MFX Chorus Send p. 75 Synth Reverb Send Level p. 75
* 1: afhankelijk van het MFX Type kunnen er tot 32
verschillende parameters zijn. Deze veranderen volgens het
geselecteerde MFX Type.
UTILITY
Hierin bevinden zich bestandsoperaties en overige functies.
Parameter Pag.
SRX Info p. 76 Bulk Dump Temp p. 77 Bulk Dump All p. 77 Format Card p. 78 Save File p. 78 Load File p. 78 Rename File p. 78 Delete File p. 78 Factory Reset p. 78

Basisprocedure

1. Houd de [EDIT] knop ingedrukt, en druk op de
REGISTRATION [1]-[7] knop.
2. Druk op de CURSOR [ ][ ] knop om de
parameter te selecteren.
3. Druk op de [INC] en [DEC] knoppen om de
waardes te veranderen.
64
Voor snellere toenames in waarde houdt u de [INC] knop ingedrukt, en drukt u op de [DEC] knop. Om de waarde sneller te laten afnemen, houdt u de [DEC] knop ingedrukt, en drukt u op de [INC] knop.
Page 65
Gedetailleerde instellingen voor elke functie (EDIT)

Instellingen die op de volledige VR-760 van invloed zijn (SYSTEM BASIC)

Afstemmen op de toonhoogtes van andere instrumenten
Master Tune (415.3Hz-466.2Hz)
Dit is een precieze afstemming van de toonhoogte van de VR-760. U kunt de toonhoogte van het gehele instrument in stappen van 1 cent aanpassen, gerelateerd aan de toonhoogte van A4 (middelste A = 440.0Hz).
Het toetsenbord transponeren
Key Transpose (-6 -+5)
Dit transponeert het toetsenbord. De waarde is in stappen van een halve toon, over een bereik van –6-0 -+5. Op 0 inge­steld, is er geen transpositie.
De aanslaggevoeligheid veranderen
Key Touch (LIGHT/MEDIUM/HEAVY)
Met de instelling hieronder kunt u de respons van het toet­senbord als u de toetsen indrukt aanpassen.
Waarde Uitleg
LIGHT Hiermee wordt het toetsenbord op een lichte
aanslag ingesteld. U kunt fortissimo spelen met een minder sterke aanslag dan gewoonlijk, dus het toetsenbord voelt lichter aan. Deze instellingen maakt het spelen gemakkelijker, zelfs voor kinderen.
MEDIUM Hiermee wordt het toetsenbord op de
standaard aanslag ingesteld. U kunt met de meest natuurlijke aanslaggevoeligheid spelen. Dit ligt het dichtst bij de aanslag van een akoestische piano.
HEAVY Hiermee wordt het toetsenbord op een zware
aanslag ingesteld. U moet de toetsen met meer kracht dan normaal aanslaan om fortissimo te spelen, dus het toetsenbord voelt zwaarder aan. Met een dynamische aanslag kunt u meer gevoel leggen in hetgeen u speelt.
De polariteit van het demperpedaal veranderen
Damper Polarity (STANDARD/REVERSE)
Verander de polariteit van demperpedalen, die op de VR-760 zijn aangesloten.
Bij sommige pedalen is het elektrische signaal, dat uitge­stuurd wordt wanneer het pedaal wordt ingedrukt of losge­laten, het tegenovergestelde van andere pedalen. Indien het pedaal het tegenovergestelde effect veroorzaakt van wat u verwacht, stelt u deze parameter op REVERSE in.
Als u een Roland pedaal gebruikt (dat geen polariteit schake­laar heeft), zet u deze parameter op STANDARD.
Op de DAMPER PEDAL jack kan een schakelpedaal of half­demper pedaal worden aangesloten. Als u echter een half­demper pedaal gebruikt, kunt u alleen het gespecificeerde pedaal (DP-8, apart verkrijgbaar) gebruiken. Als u pedalen van andere fabrikanten aansluit, kan het instrument bescha­digen.
Het demper effect op het orgel gedeelte toepassen
Organ Damper SW (ON/OFF)
In de fabrieksinstellingen wordt het demperpedaal niet op het orgelgedeelte afgesteld. U kunt de VR-760 zo instellen, dat het demperpedaal effect op het orgelgedeelte wordt toe­gepast, door Organ Damper SW op ON te zetten.
Het demper effect op het synth gedeelte toepassen
Synth Damper SW (ON/OFF)
U kunt het demper pedaaleffect van het synth part aan of uit­zetten. Als u dit op OFF instelt, wordt het demperpedaal niet op het synth gedeelte toegepast.
Het Expressie effect op het piano gedeelte toepassen
Piano Exp SW (ON/OFF)
In de fabrieksinstellingen wordt het demperpedaal niet op het pianogedeelte afgesteld. U kunt de VR-760 zo instellen, dat het demperpedaal effect op het pianogedeelte wordt toe­gepast, door Piano Exp SW op ON te zetten.
De polariteit van het Control pedaal veranderen
Control Polarity (STANDARD/REVERSE)
Verander de polariteit van Control pedalen, die op de VR­760 zijn aangesloten.
Bij sommige pedalen is het elektrische signaal, dat uitge­stuurd wordt wanneer het pedaal wordt ingedrukt of losge­laten, het tegenovergestelde van andere pedalen. Indien het pedaal het tegenovergestelde effect veroorzaakt van wat u verwacht, stelt u deze parameter op REVERSE in.
Als u een Roland pedaal gebruikt (dat geen polariteit schake­laar heeft), zet u deze parameter op STANDARD.
EDIT
65
Page 66
Gedetailleerde instellingen voor elke functie (EDIT)
Functies aan het Control pedaal toewijzen
Ctrl Pdl Assign
Deze instelling bepaalt de functies van de pedaalschakelaars of expressiepedalen (zoals de optionele EV-7), die op de CONTROL PEDAL jacks op het achterpaneel zijn aangeslo­ten.
Waarde Uitleg
ROTARY SLW/FST
ROTARY SPEED
ROTARY BRAKE
REGIST INC Hiermee loopt u door de registraties.
REGIST DEC Hiermee loopt u door de registraties.
ORGAN OVERDRIVE
ORGAN WHEEL BRK
PIANO SOFT Dit past het soft pedaal effect van de piano
PIANO SOSTENUTO
PIANO OCTAVE
PIANO PEDAL WAH
SYNTH GLIDE
RHY START­STOP
SEQ START­STOP
*1 De rotatie van de toonwielen stoppen
(Wheel Brake)
Vanaf het begin van de geschiedenis van het rock orgel hebben vele orgelspelers unieke effecten ontwikkeld, die in hun muziek werden gebruikt. Eén van deze karakteristieke effecten, de Wheel Brake, is ook op de
Dit schakelt tussen de SLOW en FAST instellingen van rotary in het orgelgedeelte.
U kunt de snelheid van het rotary effect van het orgelgedeelte vrijelijk op elke snelheid tussen "slow" en "fast" instellen. Dit werkt goed als u een expressiepedaal heeft aangesloten.
Dit heeft hetzelfde effect als wanneer de [BRAKE] knop van het rotary effect van het orgelgedeelte aan of uit wordt gezet.
Iedere keer dat het pedaal wordt ingedrukt, loopt de VR-760 één voor één door de registraties.
Iedere keer dat het pedaal wordt ingedrukt, loopt de VR-760 terug door de registraties.
Dit regelt de diepte van het overdrive effect. Dit werkt goed als u een expressiepedaal heeft aangesloten.
Dit zet het wheel brake effect (*1) van het orgel aan. Nadat het pedaal is losgelaten, keert het geluid geleidelijk terug naar normaal.
toe. Dit past het sostenuto pedaal effect van de
piano toe. Dit effect heeft dezelfde functie als de D
Beam OCTAVE (p.49). Dit werkt goed als u een expressiepedaal heeft aangesloten.
Dit stelt Pedal Wah in als het wah type, als Wah is geselecteerd als het MFX effect voor de piano. Dit werkt goed als u een expressiepedaal heeft aangesloten.
Dit effect heeft dezelfde functie als de D Beam GLIDE (p.49).
Dit regelt het starten en stoppen van het ritme.
Indien MIDI wordt gebruikt, regelt dit het starten en stoppen van de aangesloten sequencer.
VR-760 beschikbaar.
Het is mogelijk om de rotatie van de toonwielen van het orgel te stoppen. Dit produceert een onverwacht resul­taat, waarbij de toonhoogte van het orgelgeluid geleide­lijk daalt, totdat het geluid volledig is weggestorven.
De techniek van het stoppen van de toonwielrotatie werd af en toe door bespelers van toonwielorgels gebruikt. Aangezien de versterker van een toonwielor­gel een analoog circuit met vacuüm buizen was, was het geluid, nadat de stroom was uitgezet, nog enige tijd hoorbaar. Echter, als de stroom werd uitgezet, begon­nen de toonwielen in snelheid af te nemen, en kon u de toonhoogte doorlopend horen dalen.
De Quick Firing Keyboard functie van het orgel instellen
Quick Firing (ON/OFF)
U kunt instellingen voor de Quick Firing functie van het orgel maken. Als dit op Off wordt ingesteld, wort de Quick Firing opgeheven. Hoewel dit resulteert in een minder goede glissando uitvoering en snelle respons van het toetsenbord, voorkomt dit het terugspringend effect, dat kan optreden als de toetsen worden losgelaten.
Keyboard Video Switching tijdens V­LINK instellen
V-Link KBD (ON/OFF)
U kunt instellen of de acht laagste toetsen voor het afwisse­len van videoclips of voor het produceren van geluiden wor­den gebruikt, wanneer de V-LINK functie i ingeschakeld.
Waarde Uitleg
ON De acht laagste toetsen aan de linkerkant
worden voor het afwisselen van video’s gebruikt.
OFF Dit schakelt de video schakelingfunctie uit. Alle
toetsen worden voor het spelen gebruikt.
De Clock (Timing) bron veranderen
Clock Source (INT/MIDI)
U kunt het tempo vanaf een extern MIDI apparaat besturen. Stel dit op MIDI in bij synchronisatie aan de klok (tempo) van een extern MIDI apparaat.
Waarde Uitleg
INT Synchronisatie aan de interne klok. MIDI Synchronisatie aan de klok van het externe
MIDI apparaat. De tempo indicatie verandert in
“” voor ieder scherm.
Het tempo kan niet worden ingesteld als Clock Source op
66
Page 67
Gedetailleerde instellingen voor elke functie (EDIT)
MIDI is ingesteld, terwijl er geen extern MIDI apparaat is aangesloten. Dit kan ertoe leiden dat ritmes (p.52) niet klinken, en kan de manier waarop bepaalde effecten worden toegepast veranderen.
De gevoeligheid van de D Beam aanpassen
D Beam Sens (0-127)
U kunt de gevoeligheid van de D Beam aanpassen. De waarde ligt binnen een reeks van 0-127.
De gevoeligheid neemt toe als de waarde wordt verhoogd.
U kunt de gevoeligheid van de D Beam ook automatisch laten aanpassen (p.50).
De D Beam Sens wordt in deVR-760 opgeslagen, maar kan niet op geheugenkaarten (CompactFlash) worden opgeslagen.

MIDI instellingen die op de VR-760 algemeen van kracht zijn (SYSTEM MIDI)

De geluidsgenerator en het toetsenbord aansluiten/ontkoppelen
Local Control (ON/OFF)
Sluit de interne verbinding tussen de geluidsgenerator van de VR-760 en zijn toetsenbord en andere regelaars aan of ont­koppelt deze.
Waarde Uitleg
ON De geluidsgenerator is intern verbonden met
het toetsenbord en andere regelaars. Normaalgesproken gebruikt u de VR-760 met deze instelling.
OFF De geluidsgenerator is intern losgekoppeld van
het toetsenbord en andere regelaars.
Om problemen, zoals niet klinkende geluiden te voorkomen, wordt de Local Control instelling automatische aangezet, wanneer de VR-760 wordt opgestart.
EDIT
Het apparaat ID nummer instellen
Device ID (17-32)
Het Device ID nummer is een identificatienummer, dat wordt gebruikt bij het verzenden en ontvangen van MIDI Exclusive berichten. Als Exclusive berichten worden verzon­den, moeten de apparaat ID nummers van de corresponde­rende apparaten overeenkomen.
67
Page 68
Gedetailleerde instellingen voor elke functie (EDIT)
De te verzenden MIDI data veranderen
MIDI Tx Mode (INTERNAL/EXTERNAL/BOTH)
U kunt het te verzenden type MIDI data veranderen, afhan­kelijk van of u op een externe MIDI sequencer opneemt of een extern MIDI apparaat bestuurt.
Bij het opnemen op een externe MIDI sequencer moet de part data, die voor regeling van de VR-760 geluidsgenerators (control, orgel, piano, synth en ritme gedeeltes) vereist is, worden uitgestuurd. Wanneer u echter een extern MIDI apparaat bestuurt, moet de data van gedeeltes (externe gedeeltes), die geen effect op de regeling van de VR-760 geluidsgenerators hebben, worden uitgezet.
Waarde Uitleg
INTERNAL De data die voor besturing van het orgel, de
piano en andere geluidsgenerators is vereist wordt uitgestuurd.
EXTERNAL Data van externe gedeeltes voor externe
apparaten wordt uitgestuurd.
BOTH Zowel interne als externe data wordt
verzonden.
Als de MIDI Tx Mode op Both is ingesteld, moet u voor de externe gedeeltes andere MIDI kanalen instellen dan voor de kanalen, die voor het orgel, de piano, synth, ritme en andere data zijn vastgelegd. Wanneer dezelfde instellingen worden gebruikt, zullen geluiden mogelijk niet worden afgespeeld.
Vanwege het terugspringen dat bij het Quick Firing toetsenbord gebeurt wanneer de toetsen worden losgelaten, plus het feit dat de velocity vaststaat, is nootinformatie van het orgelgedeelte alleen geschikt voor de besturing van externe orgel geluidsmodules. Stel MIDI Tx Mode op External in, als de geluidsmodule van een extern apparaat wordt bestuurd.
De Tone Change Data Transmissie/ Ontvangst schakelaar veranderen
Tx PC Switch/Rx PC Switch (ON/OFF)
Parameter Waarde Uitleg
Tx PC Switch
Rx PC Switch
ON Program Changes worden
verzonden.
OFF Program Changes worden niet
verzonden.
ON Program Change berichten
worden terzijde geschoven, wanneer deze worden ontvangen.
OFF Program Changes worden in acht
genomen, wanneer deze worden ontvangen.
Het MIDI kanaal voor elk Part instellen
Ctrl MIDI Ch (1-16)
Deze stellen de MIDI zend en ontvangstkanalen in, die voor besturing van de VR-760 worden gebruikt. U kunt op de VR­760 van registratie veranderen, door tone change berichten via deze kanalen te verzenden.
Organ MIDI Ch (1-16)
Hiermee wordt het MIDI kanaal voor het verzenden en ont­vangen van berichten voor het orgelgedeelte ingesteld.
Piano MIDI Ch (1-16)
Hiermee wordt het MIDI kanaal voor het verzenden en ont­vangen van berichten voor het pianogedeelte ingesteld.
Synth MIDI Ch (1-16)
Hiermee wordt het MIDI kanaal voor het verzenden en ont­vangen van berichten voor het synth gedeelte ingesteld.
Rhythm MIDI Ch (1-16)
Hiermee wordt het MIDI kanaal voor het verzenden en ont­vangen van berichten voor het ritmegedeelte ingesteld.
Ext MIDI Ch (1-16)
Hiermee wordt het MIDI kanaal voor het verzenden en ont­vangen van berichten voor de externe gedeeltes ingesteld, die voor besturing van externe apparaten worden gebruikt.
Rotary Effect berichten veranderen
SlwFst Ctrl Msg (1-8/SYS-EX)
Dit bepaalt het berichtnummer bij het zenden of ontvangen van de SLOW/FAST status van het rotary effect. U kunt iedere controller 1-8 voor algemene doeleinden instellen of dit op System Exclusive berichten instellen.
Brake Ctrl Msg (1-8/SYS-EX)
Dit bepaalt het berichtnummer bij het zenden of ontvangen van de BRAKE status van het rotary effect. U kunt iedere controller 1-8 voor algemene doeleinden instellen of dit op System Exclusive berichten instellen.
Volgens de MIDI standaard, kunnen de acties die worden uitgevoerd wanneer berichten van controllers voor algemene doeleinden worden ontvangen, afhankelijk van het apparaat verschillen. Indien u met meer dan één MIDI apparaat werkt, kan de apparatuur daarom soms niet werken, zoals u verwacht. In dat soort gevallen adviseren wij u om de nummers van controllers voor algemene doeleinden te veranderen of om met gebruik van System Exclusive berichten te verzenden.
68
Page 69
Gedetailleerde instellingen voor elke functie (EDIT)
Het Tone Wheel Brake bericht veranderen
TWBrk Ctrl Msg (1-8)
Dit bepaalt het nummer van het bericht dat wordt gebruikt voor het verzenden en ontvangen van de status van het Wheel Brake effect, geproduceerd met gebruik van het Con­trol pedaal.
U kunt dit op elke controller 1-8 voor algemene doeleinden instellen.
Het Pedal Wah bericht veranderen
PedalWahCtrlMsg (1-8)
Dit bepaalt het nummer van het bericht dat wordt gebruikt voor het verzenden en ontvangen van de status van het Pedal Wah effect, geproduceerd met gebruik van het Con­trol pedaal.
U kunt dit op elke controller 1-8 voor algemene doeleinden instellen.
Synth MFX Control berichten afwisselen
SynthMFXCtrlMsg (1-8)
Dit bepaalt het berichtnummer bij het verzenden of ontvan­gen van de status van de MFX CONTROL van het synth gedeelte. U kunt dit op elke controller 1-8 voor algemene doeleinden instellen.
Harmonic Bar berichten afwisselen
MIDI Snd Ctrl (ON/OFF)
Deze instelling bepaalt of de harmonische balk informatie met gebruik van de MIDI bericht geluidsregelaar wordt ont­vangen. Op On ingesteld, wordt de MIDI geluidsregelaar gebruikt bij het ontvangen van harmonische balk informatie. Op Off ingesteld wordt de geluidsregelaar genegeerd.
2. Houd de [EDIT] knop ingedrukt, en druk op de
REGISTRATION [3] (REGIST COMMON) knop.
Het Edit’s "REGIST COMMON" scherm wordt weergegeven.
3. Druk op de CURSOR [ ] knop om het volgende
scherm te laten verschijnen:
fig.06-09(RenameFile)
4. Druk op de [ENTER] knop.
Een scherm zoals het onderstaande verschijnt.
fig.06-10(SelectRenFile)
De cursor verschijnt op de Registratie naam, links onder in het scherm.
5. Geef de registratie een nieuwe naam.
Beschikbare tekens/symbolen:
Spatie, A-Z, a-z, 0-9, ! " # $ % & “ ( ) * +, - . / ; : < = > ? @ [¥] ^ _ “ { I }
Verplaats de cursor met gebruik van de CURSOR [][] knoppen naar de locatie waar u een teken wilt veranderen.
Met de CURSOR [INC] [DEC] knoppen verandert u een teken.
Als de [ ] knop wordt ingedrukt, wordt een
enkelvoudig spatieteken ingevoegd; als de [ ] knop wordt ingedrukt, wordt één teken verwijderd.
Als u een Renaming Registration functie annuleert, drukt u p de [EXIT] knop om naar stap 3 terug te keren.
EDIT

REGISTRATION instellingen (REGISTRATION COMMON)

Een REGISTRATIE een nieuwe naam geven
Regist Name
U kunt een REGISTRATIE van een nieuwe naam voorzien. Hiervoor kunnen maximaal twaalf tekens worden gebruikt.
1. Selecteer de registratie, die u een andere naam
wilt geven.
6. Druk op de [ENTER] knop om de naam in te
stellen.
De toetsenreeks voor MIDI uitvoer tijdens Split Play bepalen
External Part Assign (UPPER/LOWER/BOTH)
Hiermee wordt de toetsenreeks voor Note berichten inge­steld, die tijdens het gebruik van Split Play via MIDI OUT worden uitgestuurd. Dit kan bijvoorbeeld worden gebruikt als u de geluiden van een aangesloten MIDI module op het bovenste gedeelte (Upper Part) wilt laten klinken, terwijl de geluiden van de VR-760 op het onderste gedeelte (Lower
69
Page 70
Gedetailleerde instellingen voor elke functie (EDIT)
Part) klinken.
Waarde Uitleg
UPPER Alleen de Note berichten van de Upper Tone
worden via de MIDI aansluiting uitgestuurd.
LOWER Alleen de Note berichten van de Lower Tone
worden via de MIDI aansluiting uitgestuurd.
BOTH De Note berichten van de Upper Tone en
Lower Tone worden via de MIDI aansluiting uitgestuurd.
De Pitch Bender instellingen veranderen
Bender Assign (PITCH BEND/ROTARY SPEED)
Hiermee wordt het effect, dat aan de pitch bender is toege­wezen ingesteld.
Waarde Uitleg
PITCH BEND
ROTARY SLW/FST
Het pitch bend effect wordt toegepast als de hefboom schuin wordt gezet.
Door het schuin zetten van de hefboom worden de SLOW en FAST instellingen van de rotary van het orgelgedeelte afgewisseld.
Bender Range (1-12)
Hiermee wordt de reeks ingesteld, waarbinnen de toon­hoogte verandert, als Bender Assign op "PITCH BEND" is ingesteld. Als dit op 1 is ingesteld, kan de toonhoogte binnen een reeks van een halve toon onder de noot tot een halve toon daarboven worden veranderd. Een instelling van 12 stelt de reeks op een octaaf (12 halve tonen) boven en onder de noot in.
De gevoeligheid van de aftertouch veranderen
AftTouch Sens (0-10)
De reeks waarbinnen de aftertouch verandert, wordt hiermee ingesteld. De reeks wordt uitgebreid als de waarde wordt verhoogd.
De diepte van de Reverb veranderen
Rhy Reverb Send (0-127)
Hiermee wordt de hoeveelheid van het ritmegedeelte dat naar de reverb wordt gestuurd aangepast. Met kleinere waardes wordt de reverb amper toegepast, zelfs als de [REVERB LEVEL] knop op het paneel hoger wordt gezet.
MIDI Tone data verzenden bij het overschakelen van registraties
Deze instellingen worden in het hieronder getoonde scherm weergegeven. Verplaats de cursor naar de parameter, die u wilt instellen, en maak dan de instelling.
fig.06-01(MIDITx)
Send PC (1-128/OFF)
Bij het overschakelen van registraties kunt u het Program Change nummer over het MIDI kanaal van een extern part verzenden. Zet dit op OFF, als deze informatie niet wordt verzonden.
Indien dit op OFF staat, verschijnt "P---" in het scherm.
Send Bank MSB (0-127/OFF)
Bij het overschakelen van registraties kunt u het Bak Select nummer MSB (Control nummer 0) over het MIDI kanaal van een extern part verzenden. Zet dit op OFF, als deze informa­tie niet wordt verzonden.
Indien dit op OFF staat, verschijnt "M---" in het scherm.
Send Bank LSB (0-127/OFF)
Bij het overschakelen van registraties kunt u het Bak Select nummer LSB (Control nummer 32) over het MIDI kanaal van een extern part verzenden. Zet dit op OFF, als deze informa­tie niet wordt verzonden.
Indien dit op OFF staat, verschijnt "L---" in het scherm.
Deze berichten worden niet verzonden als Tx PC Switch (p.68) op OFF is ingesteld.
Reverb Level (0-127)
Hiermee wordt de diepte van de reverb ingesteld. Deze instelling voert dezelfde functie uit als de [REVERB] knop op het paneel.
Ritme instellingen
Rhythm Volume (0-127)
Dit verandert het volumeniveau van het ritmegedeelte. Deze instelling voert dezelfde functie uit als de [RHYTHM VOLUME] knop op het paneel.
70
De LSB kan niet veranderd worden als MSB op OFF is ingesteld (als "M---" wordt weergegeven).
Page 71
Gedetailleerde instellingen voor elke functie (EDIT)

Orgel instellingen voor registraties (REGISTRATION ORGAN)

Organ Volume (0-127)
Dit verandert het volumeniveau van het orgelgedeelte. Deze instelling voert dezelfde functie uit als de [ORGAN VOLUME] knop op het paneel.
Organ Octave Shift (-2-+2)
Dit verandert de toonhoogte van het orgel gedeelte in eenheden van een octaaf.
Organ Fine Tune (-50-+50)
Dit past de toonhoogte van het orgelgedeelte aan, in eenheden van een cent (1/100 halve toon).
Het Leakage Noise volume instellen
Leakage Level (0-127)
Hiermee wordt het volume van Leakage Noise ingesteld. Het volume neemt toe als het niveau wordt verhoogd.
De Decay snelheid van de percussie instellen
Percussion Slow Time (0-127)
Stelt de snelheid in waarmee het percussiegeluid zal wegsterven, als Percussion op Slow is ingesteld (de indicator van de [SLOW] knop is verlicht).
Percussion Fast Time (0-127)
Stelt de snelheid in waarmee het percussiegeluid zal wegsterven, als Percussion op Fast is ingesteld (de indicator van de [SLOW] knop is donker). Door toename van deze waarde zal de percussie langzamer wegsterven.
De oplaadtijd van de percussie instellen
Percussion Recharge Time (0-10)
Specificeert de oplaadtijd van de percussie, die de tijd vanaf het moment, dat de toetsen worden losgelaten, totdat de per­cussie is opgeladen, bepaalt. Door toename van deze waarde wordt de tijd die benodigd is om de percussie op te laden langer, waardoor de percussie bij snel herhaalde noten dun­ner klinkt.
EDIT
Als het Wheel Type op "VINTAGE1, VINTAGE2" is ingesteld, wordt Leakage Noise nooit helemaal geëlimineerd, zelfs niet als het volume op minimum staat.
Het Click Sound niveau instellen
Key On Click Level (0-31)
Specificeert het niveau van het klik geluid, dat optreedt wanneer een toets wordt ingedrukt (On). Met een hogere waarde zal het volume toenemen.
Key Off Click Level (0-31)
Specificeert het niveau van het klik geluid, dat optreedt wanneer een toets wordt losgelaten (Off). Met een hogere waarde zal het volume toenemen.
Het Percussie Volume niveau instellen
Percussion Soft Level (0-15)
Stelt het volume van de percussie in, als percussie op Soft is ingesteld (de indicator van de [SOFT] knop is verlicht). Met een hogere waarde zal het volume van de percussie toenemen.
Wat is de percussie oplaadtijd?
Op toonwielorgels werd percussie door een analoog cir­cuit geproduceerd. Dit hield in, dat als er een korte tijd zat tussen het loslaten van de toetsen en het indrukken van de volgende toets, het percussie circuit niet volledig kon opladen, en het toegevoegde percussiegeluid zach­ter was. Dit betekende ook, dat zelfs als legato werd onderbroken tijdens een snelle trilling enz., een passende hoeveelheid percussie werd toegevoegd. De percussie Recharge Time parameter past deze oplaadtijd aan.
Het H-Bar volumeniveau aanpassen als Percussion op Normaal staat
Percussion H-Bar Level (0-127)
Past het volume van de harmonische balken aan, als percussie normaal is (de indicator van de [SOFT] knop is donker). Als deze waarde wordt verhoogd, wordt het geluid van de harmonische balken minder door de percussie beïnvloed.
Percussion Norm Level (0-15)
Stelt het volume van de percussie in, als percussie op Normal is ingesteld (de indicator van de [SOFT] knop is donker). Met een hogere waarde zal het volume van de percussie toenemen.
Als de percussie op toonwielorgels werd aangezet, zal het algehele volume, gespecificeerd door de harmonische balken, verlaagd worden. Dit komt omdat de percussie op toonwielorgels zo werd ontworpen, dat het de volumebalans van het volledige orgel niet zou verzwakken. Met de VR-760 kunt u deze verandering in de volumebalans bijstellen.
71
Page 72
Gedetailleerde instellingen voor elke functie (EDIT)
De hoeveelheid overdrive aanpassen
Overdrive Level (0-127)
Hiermee wordt de hoeveelheid van het overdrive (vervorming) effect dat wordt toegepast bijgesteld. Het geluid raakt meer vervormd als deze waarde toeneemt.
De spreiding van de luidspreker instellen
Rotary Woofer Spread (0-10)
Specificeer de ruimtelijkheid van de bas luidspreker (woofer). Specificeert de links-rechts spreiding van de roterende luidspreker. Met een hogere waarde zal het stereo gevoel toenemen.
Rotary Tweeter Speed (0-10)
Specificeer de ruimtelijkheid van de hoge frequentie luidspreker (tweeter). Specificeert de links-rechts spreiding van de roterende luidspreker. Met een hogere waarde zal het stereo gevoel toenemen.
Het volumeniveau van de luidspreker instellen
Rotary Woofer Level (0-127)
Specificeert het volume van de bas luidspreker (woofer). Het rotary speaker effect bestaat uit een lage en een hoge reeks, en u kunt het volume van de bas luidspreker (woofer) en hoge frequentie luidspreker (tweeter) onafhankelijk naar wens instellen.
Rotary Tweeter Level (0-127)
Specificeert het volume van de hoge frequentie luidspreker (tweeter). Het rotary speaker effect bestaat uit een lage en een hoge reeks, en u kunt het volume van de bas luidspreker (woofer) en hoge frequentie luidspreker (tweeter) onafhankelijk naar wens instellen.
De Rotary Shift tijd instellen
Rotary Woofer Rise Time (0-127)
Dit specificeert de snelheid waarop het rotary speaker effect van de bas luidspreker (woofer) van langzaam naar snel wordt verschoven. Met een hogere waarde zal de verandering sneller optreden.
Rotary Tweeter Rise Time (0-127)
Dit specificeert de snelheid waarop het rotary speaker effect van de hoge frequentie luidspreker (tweeter) van langzaam naar snel wordt verschoven. Met een hogere waarde zal de verandering sneller optreden.
Rotary Woofer Fall Time (0-127)
Specificeert de waarde, waarmee de bas luidspreker (woofer)
van de snelle in de langzame snelheid verandert.
Met een hogere waarde zal de verandering sneller optreden.
Rotary Tweeter Fall Time (0-127)
Specificeert de waarde waarmee de hoge frequentie luidspreker (tweeter) van de snelle in de langzame snelheid verandert.
Met een hogere waarde zal de verandering sneller optreden.
De Rotary snelheid instellen
Rotary Woofer Slow Speed (0-127)
Specificeert de rotatiesnelheid voor de Slow instelling van de roterende luidspreker. Specificeert de rotatiesnelheid voor de bas luidspreker (woofer). Door toename van de waarde wordt de snelheid verhoogd.
Rotary Tweeter Slow Speed (0-127)
Specificeert de rotatiesnelheid voor de Slow instelling van de roterende luidspreker. Specificeert de rotatiesnelheid voor de hoge frequentie luidspreker (tweeter). Door toename van de waarde wordt de snelheid verhoogd.
Rotary Woofer Fast Speed (0-127)
Specificeert de rotatiesnelheid voor de Fast instelling van de roterende luidspreker. Specificeert de rotatiesnelheid voor de bas luidspreker (woofer).
Door toename van de waarde wordt de snelheid verhoogd.
Rotary Tweeter Fast Speed (0-127)
Specificeert de rotatiesnelheid voor de Fast instelling van de roterende luidspreker. Specificeert de rotatiesnelheid voor de hoge frequentie luidspreker (tweeter).
Door toename van de waarde wordt de snelheid verhoogd.
De afstand van de roterende luidspreker tot de microfoon instellen
Rotary Mic Distance (0-10)
Specificeert de afstand van de roterende luidspreker tot de microfoon. Als deze waarde wordt verhoogd, worden de microfoon en de luidspreker verder uit elkaar geplaatst, en zal het volume minder gemoduleerd worden.
Het Reverb Send Level van het orgelgedeelte instellen
Organ Reverb Send Level(0-127)
Hiermee wordt de hoeveelheid van het orgelgedeelte, dat naar de reverb wordt gestuurd, aangepast. Met lagere waardes wordt de reverb amper toegepast, zelfs als de [REVERB LEVEL] knop op het paneel hoger wordt gezet.
72
Page 73
Gedetailleerde instellingen voor elke functie (EDIT)

Piano instellingen voor registraties (REGISTRATION PIANO)

Piano Volume (0-127)
Dit verandert het volumeniveau van het pianogedeelte. Deze instelling voert dezelfde functie uit als de [PIANO VOLUME] knop op het paneel.
Piano Oct Shift (-2-+2)
Dit verandert de toonhoogte van het pianogedeelte in eenheden van een octaaf.
Piano Fine Tune (-50-+50)
Hiermee wordt de toonhoogte van het pianogedeelte in eenheden van een cent (1/100 halve toon) aangepast.
De stereo breedte van de piano veranderen
Stereo Width (0-63)
Dit stelt de zijdelingse breedte van het pianogedeelte geluid in. Het gebied, waarbinnen het geluid wordt gespeeld, wordt wijder als de waarde toeneemt.
Dit verandert de manier waarop akoestische piano en andere in stereo gesamplede geluiden worden gespreid. Zelfs met elektrische pianogeluiden verandert dit de wijze waarop de stereo tremolo en chorus geluiden worden gespreid.
De klankrijkheid van piano akkoorden fijner afstemmen
Stretch Tune (OFF/1/2/3)
Dit bepaalt de toonhoogte instellingen voor een speciale stem methode voor de piano, waarbij de hoge registers verder worden verhoogd, en de lage registers nog lager worden gestemd (stretch tuning). Als u dit op Off instelt, staat de VR­760 op de gelijkzwevende stemming ingesteld. Met een waarde van 3 wordt de toonhoogteverandering in de lage en hoge registers maximaal uitgebreid.
De afzwakking van de piano aanpassen
Hiermee worden de decay en release tijden van het pianogedeelte ingesteld.
Decay Time (-64-+63)
Dit past de snelheid aan, waarmee het geluid wordt afgezwakt terwijl de toetsen worden ingedrukt. De afzwakking wordt verlengd als de waarde in positieve richting wordt verhoogd. Met negatieve waardes wordt de afzwakking bespoedigd.
Release Time (-64-+63)
Hiermee wordt de tijd, vanaf het moment dat de toetsen worden loslaten tot het geluid stopt, bijgesteld. De weerkaatsing verlengt het geluid meer als de waarde in de positieve richting wordt verhoogd. Negatieve waardes geven het geluid meer diepte.
De functie van de Mic/Amp veranderen
Mic/Amp SW (MIC SIM/AMP SIM)
Dit verandert de functie van de MIC/AMP sectie op het paneel.
Waarde Uitleg
MIC SIM Selecteert de Mic Simulatie functie. Dit is
effectief bij akoestische geluiden.
AMP SIM Selecteert de Amp simulatie functie. Dit is
effectief bij elektrische geluiden.
Multi-effect instellingen van het pianogedeelte
Onder de piano multi-effecten vallen chorus, tremolo, wah en phaser effectten, en in de fabrieksinstelling zijn ook DEPTH en RATE als parameters voor deze effecten bruikbaar. Door gebruik van deze parameters kunt u de effecten gedetailleerder instellen.
Chorus Return Level (0-127)
Hiermee wordt het volumeniveau van het effectsignaal ingesteld, dat wordt teruggestuurd als de MFX chorus is geselecteerd.
Tremolo Type (MONO/STEREO)
Hiermee kunt u selecteren, hoe de tremolo zich gedraagt, als tremolo als het MFX is geselecteerd.
Waarde Uitleg
MONO Het volume verandert cyclisch. Dit is effectief
als de VR-760 in mono wordt gebruikt.
STEREO Het volumeniveau wordt cyclisch naar de
rechter en linkerkanten gedistribueerd. Dit is effectief als de VR-760 in stereo wordt gebruikt.
Wah Type (MOD/TOUCH)
Hiermee kunt u selecteren hoe de wah zich gedraagt, als wah als het MFX is geselecteerd.
Waarde Uitleg
MOD Dit verandert het geluid cyclisch. TOUCH Het geluid verandert in reactie op de sterkte,
waarmee de toetsen worden bespeeld.
Wanneer SYSTEM BASIC Control Pedal Assign (Ctrl Pdl Assign) op PIANO PEDAL WAH is ingesteld, kunt u dit ook als een wah pedaal laten functioneren. Pedal wah is een functie, die het geluid verandert in reactie op de mate, waarin het externe pedaal wordt ingedrukt.
EDIT
73
Page 74
Gedetailleerde instellingen voor elke functie (EDIT)
Synth instellingen voor
• Als Wah Type op TOUCH is ingesteld, functioneert de
paneel [RATE] knop als een Touch Wah Sens (gevoeligheidsinstelling die het punt, waarop de wah begint te functioneren, bepaalt).
• Als PIANO PEDAL WAH als de SYSTEM BASIC Control
Pedal Assign (Ctrl Pdl Assign) waarde is ingesteld, krijgt de pedaalwaarde prioriteit. Bovendien functioneren de [RATE] knoppen op het paneel op dat moment niet.
Wah Resonance (0-127)
Hiermee wordt de sterkte van het effect ingesteld, als wah als MFX is geselecteerd. De verandering wordt gemakkelijker te onderscheiden als de waarde wordt verhoogd.
Phaser Reso (0-127)
Hiermee wordt de sterkte van het effect ingesteld, als phaser als MFX is geselecteerd. De verandering wordt gemakkelijker te onderscheiden als de waarde wordt verhoogd.
Piano Revb Send (0-127)
Hiermee wordt de hoeveelheid van het pianogedeelte, dat naar de reverb wordt gestuurd, aangepast. Met kleinere waardes wordt de reverb amper toegepast, zelfs als de [REVERB LEVEL] knop op het paneel hoger wordt gezet.
registraties (REGISTRATION SYNTH)
Synth Volume (0-127)
Dit verandert het volumeniveau van het synth gedeelte. Deze instelling voert dezelfde functie uit als de [SYNTH VOLUME] knop op het paneel.
Synth Oct Shift (-2-+2)
Dit verandert de toonhoogte van het synth gedeelte in eenheden van een octaaf.
Synth Fine Tune (-50-+50)
Hiermee wordt de toonhoogte van het synth gedeelte in eenheden van een cent (1/00 halve toon) aangepast.
Mono geluid spelen
Mono Mode (MONO/POLY/MONO-LEGATO)
Specificeert of het geluid mono of polyfoon wordt afgespeeld. De MONO instelling is effectief wanneer een solo instrumentgeluid zoals SYNTH LEAD wordt gespeeld. Als dit op MONO/LEGATO is ingesteld, kunt u mono uitvoeringen legato afspelen. Legato is een speelstijl, waarbij de ruimtes tussen de noten worden gladgestreken, waardoor een vloeiend gevoel zonder grenzen tussen de noten ontstaat. Dit creëert een vloeiende overgang tussen noten, wat effectief is als u de hamer en trek technieken, die door gitaristen worden gebruikt, wilt simuleren.
Waarde Uitleg
MONO Alleen de laatst gespeelde noot zal klinken. POLY Twee of meer noten kunnen gelijktijdig worden
gespeeld.
MONO­LEGATO
Legato wordt op mono uitvoeringen toegepast.
74
Page 75
Gedetailleerde instellingen voor elke functie (EDIT)
Vloeiende veranderingen in toonhoogte creëren (Portamento)
Portamento is een functie waarmee de toonhoogte vloeiend van de ene naar de volgende gespeelde noot verandert. Met de MONO/POLY parameter op MONO ingesteld, is portamento in het bijzonder effectief bij het simuleren van technieken als viool glissando’s.
Portamento SW (ON/OFF)
Dit zet de portamento schakelaar aan of uit.
Portamento Time (0-127)
Deze instelling bepaalt de tijd van de verandering in toonhoogte, wanneer het portamento effect op het geluid wordt toegepast. Hogere instellingen veroorzaken, dat de toonhoogteverandering naar de volgende noot meer tijd in beslag zal nemen.
Portamento Mode (NORMAL/LEGATO)
Dit selecteert de manier, waarop het Portamento effect wordt toegepast.
Waarde Uitleg
NORMAL Portamento wordt altijd toegepast. LEGATO Portamento wordt tijdens legato porties
toegepast ( als een toets wordt gespeeld, terwijl de daarvoor gespeelde toets nog ingedrukt is).
Portamento Type (RATE/TIME)
Dit selecteert de verhouding tussen het verschil in toon­hoogte van de ingedrukte toetsen en de tijd die benodigd is om van de ene naar de andere toonhoogte te veranderen.
Waarde Uitleg
RATE De tijd die benodigd is om de toonhoogte te
laten veranderen, is evenredig aan het verschil in toonhoogte.
TIME De tijd die benodigd is om de toonhoogte te
laten veranderen staat vast, ongeacht het verschil in toonhoogtes.
Multi-effect instellingen van het Synth gedeelte
De multi-effecten zijn een verzameling multi-effecten voor meerdere doeleinden, die zelf het geluid veranderen om geheel andere soorten geluiden te creëren. U kunt uit 40 verschillende effecten kiezen om uw doel te bereiken. Een verscheidenheid aan effecten is geprepareerd, van enkele, individuele effecten zoals distortion en flanger, tot geluiden die door het aan elkaar verbinden van verschillende effecten zijn gecreëerd. Ook vindt u hierbij een reverb multi-effect, dat geheel onafhankelijk van de REVERB, die op het VR-760 paneel aanwezig is, gebruikt kan worden (p.30).
Synth MFX Type
Dit selecteert het multi-effect type. U kunt uit 40 effecten kiezen.
Voor meer parameters, die ingesteld kunnen worden en hun waardes kijkt u bij de "Effect/Parameterlijst" (p.91).
Synth MFX Ctrl
U kunt de [MFX CONTROL] knop gebruiken om de parameters van de multi-effecten in realtime te veranderen. In dit geval bepaalt dit welke parameter wordt veranderd.
De parameters die verandert kunnen worden variëren, afhankelijk van het met Synth MFX Type geselecteerde multi-effect. Zie "Effect/Parameterlijst" (p.91).
Synth MFX Parameter
Afhankelijk van het met Synth MFX Type geselecteerde multi-effect, kunnen er meerdere parameters zijn, die u kunt instellen. Meer over parameters en hun waardes vindt u in de "Effect/Parameterlijst" (p.91).
MFX Dry Send (0-127)
Past het volume van het geluid, dat door de Multi-effecten van het synth gedeelte is gegaan, aan.
MFX Chorus Send (0-127)
Past de hoeveelheid Chorus/Delay aan, van het geluid dat door de Multi-effecten van het synth gedeelte is gegaan.
EDIT
Het chorus type (chorus of delay) is voor elk geluid vooraf bepaald, en kan niet veranderd worden. Daarnaast kan het effect, afhankelijk van het gebruikte geluid, verschillen.
Synth Revb Send (0-127)
Hiermee wordt de hoeveelheid van het synth gedeelte, dat naar de reverb wordt gestuurd, aangepast. Met kleinere waardes wordt de reverb amper toegepast, zelfs als de [REVERB LEVEL] knop op het paneel hoger wordt gezet.
75
Page 76
Gedetailleerde instellingen voor elke functie (EDIT)

Handige functies (UTILITY)

De instellingen van de VR-760 naar een extern MIDI apparaat

De geïnstalleerde Wave expansieboards controleren (SRX Info)

Controleer of de geïnstalleerde boards op juiste wijze worden herkend.
overbrengen (Bulk Dump)
U kunt de inhoud van de registraties en de systeeminstellingen van de VR-760 naar een extern MIDI apparaat overbrengen. Deze operatie wordt "Bulk Dump" genoemd.
1. Houd de [EDIT] knop ingedrukt, en druk op de
REGISTRATION [7] (UTILITY) knop.
Het Edit’s "UTILITY" scherm wordt weergegeven.
2. Druk op de CURSOR [ ] knop om het volgende
scherm te laten verschijnen.
De naam van het geïnstalleerde Wave expansieboard, afgekort met vijf tekens, verschijnt in het scherm.
"-----" verschijnt naast de naam van de ruimte, als er geen Wave expansieboard in de ruimte aanwezig is.
3. Druk op de [EXIT] knop om de bewerkingsmode
te verlaten.
Als "-----" naast de naam van de ruimte waarin het board werd geïnstalleerd verschijnt, is het mogelijk dat het Wave expansieboard niet op juiste wijze wordt herkend. Gebruik de procedure van "De stroom uitzetten" (p.19) om de stroom uit te zetten, en installeer het expansieboard opnieuw.
Sluit de VR-760 op uw sequencer aan
1. Zorg dat de stroom van de VR-760 en de
sequencer uit is.
Zet de stroom van de VR-760 en andere apparaten uit voordat u aansluitingen maakt. Als u een ander apparaat aansluit, terwijl de stroom aan staat, kunnen storingen of schade optreden.
2. Gebruik in de winkel verkrijgbare MIDI kabels
om de VR-760 met uw sequencer te verbinden.
fig.06-03(Connecting)
76
MIDI IN
* Verbind de MIDI OUT van de VR-760 met de MIDI IN
aansluiting van de sequencer.
3. Zet de externe sequencer en de VR-760 aan.
4. Zet de Thru functie van uw sequencer uit.
Page 77
Gedetailleerde instellingen voor elke functie (EDIT)
Bulk Dump Temp
De inhoud van de geselecteerde registratie verzenden.
1. Houd de [EDIT] knop ingedrukt, en druk op de
REGISTRATION [7] (UTILITY) knop.
Het Edit’s "UTILITY" scherm wordt weergegeven.
2. Druk op de CURSOR [ ] knop om het volgende
scherm te laten verschijnen.
fig.06-04(BulkDumpTemp)
Als u op de [EXIT] knop drukt, keert u naar het Basisscherm terug.
3. Begin op te nemen op uw sequencer.
4. Druk op de [ENTER] knop om te beginnen met
het opslaan van de instellingen.
Terwijl de instellingen worden opgeslagen, wordt een zend bericht weergegeven.
Nadat het opslaan is voltooid, verschijnt een bericht in het scherm, waarin wordt bevestigd dat het opslaan is voltooid. U keert naar het Basisscherm terug.
5. Stop de opname op uw sequencer.
Bulk Dump All
Hiermee worden alle instellingen verzonden.
1. Houd de [EDIT] knop ingedrukt, en druk op de
REGISTRATION [7] (UTILITY) knop.
Het Edit’s "UTILITY" scherm wordt weergegeven.
2. Druk op de CURSOR [ ] knop om het volgende
scherm te laten verschijnen.
fig.06-05(BulkDumpAll)
Als u op de [EXIT] knop drukt, keert u naar het Basisscherm terug.
3. Begin op te nemen op uw sequencer.
4. Druk op de [ENTER] knop.
Een scherm zoals at hieronder verschijnt, en het opslaan van de instellingen begint.
fig.06-06(Sending)
Na een korte tijd, als de verzending is voltooid, verschijnt een bericht in het scherm waarin dit wordt bevestigd, en het basisscherm keert terug op het scherm.
EDIT
5. Stop de opname op uw sequencer.
6. Als u op de [EXIT] knop drukt, terwijl de
transmissie nog gaande is, verschijnt het volgende scherm, en keert het basisscherm terug op het scherm.
fig.06-07(Aborted!)
77
Page 78
Gedetailleerde instellingen voor elke functie (EDIT)
Data die op een externe sequencer is opgeslagen terugladen
1. Zorg dat de stroom van de VR-760 en de
sequencer uit is.
Zet de stroom van de VR-760 en andere apparaten uit, voordat u aansluitingen maakt. Als u een ander apparaat aansluit, terwijl de stroom aanstaat, kunnen storingen of schade optreden.
2. Sluit de MIDI IN van de VR-760 op de MIDI
OUT van de sequencer aan.
3. Zet de stroom van de externe sequencer en de
VR-760 aan.
4. Speel uw sequencer af.
De instellingen die in de sequencer zijn opgeslagen, worden door de VR-760 geladen.
5. Wanneer de externe sequencer met afspelen klaar
is, wordt het bericht weergegeven.
Een scherm zoals dat hieronder verschijnt, en de VR-760 slaat de data in het interne geheugen op.
fig.06-08(DataWriting)

Een geheugenkaart gebruiken

Format Card
Deze functie formatteert een geheugenkaart, zodat data van de VR-760 hier op opgeslagen kan worden. Voordat een nieuwe geheugenkaart of een kaart die op een ander appa­raat is gebruikt, op de VR-760 gebruikt kan worden, moet deze op de VR-760 geformatteerd worden. Meer informatie vindt u op p.57.
Save File
Met de VR-760 kunt u de volledige inhoud van de registratie en de systeeminstellingen als één bestand op een geheugen­kaart opslaan. Meer informatie vindt u op p.58.
Load File
Deze functie laadt een bestand van de geheugenkaart in de VR-760. Meer informatie vindt u op p.59.
Rename File
Met deze functie kunt u het op de geheugenkaart opgeslagen bestand een andere naam geven.
Meer informatie vindt u op p.59.
Nadat het opslaan is voltooid, verschijnt een bericht waarin dit wordt bevestigd, waarna het basisscherm zal verschijnen.
Zet nooit de stroom, uit terwijl deze data wordt opgeslagen (terwijl het volgende scherm wordt getoond). Als u de stroom tijdens dit proces uitzet, kunnen storingen of schade worden veroorzaakt.
Delete File
Deze functie verwijdert een bestand dat op de geheugenkaart is opgeslagen.
Meer informatie vindt u op p.60.

Factory Reset

De instellingen die op de VR-760 zijn opgeslagen, kunnen op de fabrieksinstellingen worden teruggezet.
Meer gedetailleerde instructies vindt u op p.20.
78
Page 79

Externe MIDI apparaten aansluiten

Over MIDI
MIDI (Musical Instrument Digital Interface) is een wereldwijde standaard voor het uitwisselen van muziekdata tussen elektronische muziekinstrumenten en computers. MIDI verstuurt geen geluidssignalen, maar converteert uitvoeringsdata en commando’s naar digitale data voor verzending. De digitale data, die door MIDI wordt behandeld, valt collectief onder de noemer MIDI berichten. Elk apparaat met een MIDI aansluiting kan via en MIDI kabel op een ander MIDI apparaat worden aangesloten, zodat data uitgewisseld kan worden, ongeacht de fabrikant of het model van het apparaat.
MIDI IN aansluiting: ontvangt MIDI berichten van een extern MIDI apparaat.
MIDI OUT aansluiting: verzendt MIDI berichten vanaf de VR-760.
Over het MIDI kanaal
MIDI kan een groot aantal berichten via één kabel verzenden of ontvangen. Om dit te kunnen doen, maakt het gebruik van een concept genaamd "kanalen" (analoog aan de kanalen, die bij een televisie uitzending worden gebruikt), zodat MIDI berichten alleen worden ontvangen als het kanaal van het ontvangende apparaat met het kanaal van het zendende apparaat overeenkomt.

Aansluiten op een externe sequencer

fig.07-01(Connecting)
MIDI IN MIDI OUT
MIDI apparaten aansluiten

VR-760 uitvoeringen op een externe MIDI sequencer opnemen

U kunt een sequencer op de VR-760 aansluiten, en uw spel opnemen.
Om schade en/of storingen aan luidsprekers of andere apparaten te voorkomen, zet u altijd het volume en de stroom van alle apparaten uit, voordat u aansluitingen maakt.
1. Voordat u de procedure van het aansluiten
begint, zorgt u dat de stroom van alle apparaten uit is.
2. Nadat u "De VR-760 op externe apparatuur
aansluiten" (p.17) heeft gelezen, sluit u een geluidsapparaat/systeem of een koptelefoon aan.
3. Sluit het externe MIDI geluidsapparaat met de
MIDI kabel aan, zoals in het figuur hieronder wordt getoond.
4. Zet de stroom van elk apparaat aan, volgens de
beschrijving van "De stroom aanzetten" (p.19).

Instellingen voor opname

Voordat u met de opname begint, stelt u de VR-760 als volgt in:
1. Houd de [EDIT] knop ingedrukt, en druk op de
REGISTRATION [2] (SYSTEM MIDI) knop.
Het Edit’s "UTILITY" scherm wordt weergegeven.
79
Page 80
Externe MIDI apparaten aansluiten
2. Druk op de CURSOR [ ][ ] knoppen om de
parameter die u wilt instellen te selecteren.
3. Druk op de [INC] en [DEC] knoppen om de
waardes te veranderen.
Parameter Waarde
MIDI Tx Mode INTERNAL Tx PC Switch ON Rx PC Switch ON Local Control OFF Organ MIDI Ch 1-16 (maak instellingen zodat Piano MIDI Ch Synth MIDI Ch Rhythm MIDI Ch
Details over Local Control vindt u in de volgende sectie "Over
Local Control".
kanalen niet verdubbeld worden).

De uitvoering opnemen

Gebruik de volgende procedure als u op een externe sequencer opneemt.
1. Zet de Thru functie van de externe sequencer aan.
Voor details raadpleegt u de volgende sectie "Over Local Control".
Raadpleeg de gebruikershandleiding van uw sequencer voor instructies over de manier, waarop deze procedure wordt uitgevoerd.

Over Local Control

De schakelaar, die de MIDI verbinding tussen de keyboard controller sectie en de geluidsgenerator sectie (p.23) verbindt en loskoppelt, wordt de Local schakelaar genoemd. Aangezien essentiële informatie, die beschrijft wat er gespeeld werd op het toetsenbord, de geluidsgenerator niet bereikt als de Local schakelaar op OFF staat, dient de Local schakelaar normaalgesproken op ON te worden ingesteld.
Indien u echter tijdens het spelen die uitvoering als een MIDI berichten naar een externe sequencer wilt sturen om deze op te nemen, kunt u spelen terwijl de extern aangesloten MIDI sequencer op MIDI THRU is ingesteld (waarbij data die via MIDI IN wordt ontvangen, onveranderd via de MIDI OUT wordt uitgestuurd). De Local Switch van de VR-760 moet dan op Off worden ingesteld.
fig.07-02(Local Switch)
Recording
MIDI IN MIDI OUT
MIDI OUT MIDI IN
Sequencer
MIDI Thru: On
2. Selecteer de registratie voor de uitvoering die
wordt opgenomen.
Instructies voor het selecteren van de registratie vindt u op p.29.
3. Maak de MIDI instellingen van de VR-760.
Om de instellingen te maken, gebruikt u de procedure die in de voorgaande sectie "Instellingen voor opname" (p.79) wordt beschreven.
4. Start de opname met de externe sequencer.
5. Bulk Dump de registratie.
Met gebruik van de Utility Bulk Dump Temporary in de Edit mode verzendt u de inhoud van de geselecteerde registratie naar de externe sequencer.
Instructies voor het uitvoeren van deze operatie vindt u bij " De instellingen van de VR-760 naar een extern MIDI apparaat overbrengen (Bulk Dump)" (p.76).
6. Speel uw uitvoering op de VR-760.
7. Als uw uitvoering klaar is, stopt u de opname op
de externe sequencer.
Nu kunt u de opgenomen uitvoering beluisteren door deze op de externe sequencer af te spelen.
Geluids-
generator
Locale schakelaar: Uit
sectie
Geluidsgenerator
controller sectie
VR-760
In dit geval wordt de data, die via twee wegen (de data die rechtstreeks vanaf de keyboard controller sectie wordt verzonden, en de data die vanaf de keyboard controller sectie via de externe sequencer wordt verzonden) wordt uiteindelijk gelijktijdig door de geluidsgeneratie sectie verzonden. Wanneer u bijvoorbeeld éénmaal een "C" toets speelt, kan de noot "C" niet correct klinken, omdat het geluid twee keer door de geluidsgenerator sectie wordt gespeeld.
80
Page 81
Externe MIDI apparaten aansluiten

De interne geluidsgenerator van de VR-760 vanaf een extern MIDI apparaat spelen

Aansluitingen maken

fig.07-03(Connections)
MIDI IN MIDI OUT

De kanalen instellen

Stel het ontvangstkanaal van de VR-760 in, zodat dit met het zendkanaal van het externe MIDI apparaat overeenkomt.
Instructies over het instellen van het VR-760 ontvangstkanaal vindt u bij "Het MIDI kanaal voor elk part instellen" (p.68). Wanneer beide kanalen overeenkomen, worden de geluiden van de VR-760 geluidsgenerator geproduceerd als het externe MIDI apparaat wordt bespeeld.
Instructies over het instellen van het zendkanaal van het
externe MIDI apparaat vindt u in de gebruikershandleiding
van uw externe MIDI apparaat.

VR-760 geluiden vanaf een extern MIDI apparaat selecteren

Door Bank Select (Controller nummer 0, 32) en Program Change berichten van het externe MIDI apparaat naar de VR-760 te sturen, kunt u registraties en geluiden veranderen.
In de fabrieksinstelling zijn de MIDI kanalen, zoals hieronder wordt getoond, ingesteld:
Part Kanaal
Organ 1ch Piano 4ch Synth 5ch
MIDI apparaten aansluiten
Om storingen en/of schade aan luidsprekers of andere apparaten te voorkomen, zet u het volume en de stroom van alle apparaten uit, voordat u aansluitingen gaat maken.
1. Voordat u de procedure van het aansluiten
begint, zorgt u dat de stroom van alle apparaten uit staat.
2. Nadat u "De VR-760 op externe apparatuur
aansluiten" (p.17) heeft gelezen, sluit u een geluidsapparaat/systeem of een koptelefoon aan.
3. Sluit het externe MIDI geluidsapparaat met de
MIDI kabel aan, zoals in het figuur hieronder wordt getoond.
4. Zet de stroom van elk apparaat aan, volgens de
beschrijving van "De stroom aanzetten" (p.19).
Van registratie veranderen
Het MIDI bericht dat door het externe MIDI apparaat is verzonden, zal door de VR-760 worden ontvangen, voor het selecteren van registraties volgens de volgende tabel:
Registratie­nummer
1–64 85 0 1–64
Als u van registratie verandert, moet u het MIDI kanaal van het verzendende apparaat met het Control kanaal van de VR-760 overeen laten komen (p.68).
Bij het veranderen van de geluiden in elk gedeelte, laat u het MIDI kanaal van het verzendende apparaat met het Receive kanaal van de VR-760 overeenkomen. Echter, indien het Control kanaal en het Receive kanaal op hetzelfde kanaal worden ingesteld, krijgt het Control kanaal voorrang, en worden de registraties veranderd.
Bank Select Program Change
MSB LSB
nummer
81
Page 82
Externe MIDI apparaten aansluiten
Van geluiden veranderen
De door het externe MIDI apparaat verzonden MIDI berichten zullen door de VR-760 worden ontvangen om geluiden te selecteren, zoals in de volgende tabel wordt getoond.
Group Bank Select Program Change
MSB LSB Piano 87 64 1-9 Synth 87 65 1-18 Synth Active Exp Timbre
Hieronder wordt een onderverdeling van de verschillende Program Change nummers getoond.
Piano sectie
PC Variatie Indicator van de [VARIATION] knop
A.Piano 1 2 3 E.Piano 4 5 6 Others 7 8 9
Synth sectie
PC Variatie Indicator van de [VARIATION] knop
Strings 1 2 3 Choir/Scat 4 5 6 Brass 7 8 9 Synth Lead 10 11 12 Synth Pad 13 14 15 Bass 16 17 18
Meer informatie over de SRX serie vindt u in de handleiding
van het Wave Expansieboard uit de SRX serie.
87 66 1-18
Uit Rood Groen
Uit Rood Groen
Nummer
Externe MIDI apparaten met
Om storingen en/of schade aan luidsprekers of andere apparaten te voorkomen, zet u het volume en de stroom van alle apparaten uit, voordat u aansluitingen gaat maken.

Instellingen voor het besturen van een extern MIDI apparaat

Maak de volgende instellingen op de VR-760.
1. Houd de [EDIT] knop ingedrukt, en druk op de
REGISTRATION [2] (SYSTEM MIDI) knop.
Het Edit’s "UTILITY" scherm wordt weergegeven.
2. Druk op de CURSOR [ ][ ] knoppen om de
parameter die u wilt instellen te selecteren.
3. Druk op de [INC] en [DEC] knoppen om de
waardes te veranderen.
Parameter Waarde
MIDI Tx Mode EXTERNAL Tx PC Switch ON Ext MIDI Ch De zend en ontvangstkanalen van het
externe apparaat overeen laten komen.
Ext Part Assign BOTH
Noot berichten worden verzonden als u het toetsenbord bespeelt, en berichten voor het veranderen van geluid worden verzonden als u op de [REGISTRATION] knoppen drukt.
De berichten voor het veranderen van geluid, die hier worden verzonden, zijn de REGISTRATION COMMON Send PC, Send Bank MSB en Send Bank LSB.
de VR-760 besturen
U kunt externe MIDI apparaten met de VR-760 besturen.
U kunt, door noot berichten en data voor geluidsverandering naar een externe MIDI geluidsmodule te sturen, direct besturen. Ook is het mogelijk om een apparaat, zoals de Edirol DV-7PR, aan te sluiten, en geluidsdata en keyboard berichten te gebruiken om afbeelding af te wisselen.

Aansluitingen maken

fig.07-04(MakingConnections)
MIDI IN
MIDI OUT
Geluidsmodule A
VR-760
Een vaststaande waarde voor de velocity wordt verzonden met de MIDI noot data van het orgel gedeelte, te wijten aan het Quick Firing toetsenbord. Vanwege de karakteristieke terugkaatsing van het orgel, dat gebeurt als de toetsen worden losgelaten, is de noot data van het orgel gedeelte alleen geschikt voor het besturen van de orgelgeluiden van een extern geluidsgenererend apparaat. Wij adviseren u om het External kanaal te gebruiken of anders de Quick Firing keyboard functie uit te zetten, wanneer een extern apparaat wordt bestuurd.
U kunt de Quick Firing keyboard functie uitzetten (p.66).
82
Page 83

Het Wave expansieboard installeren

Maximaal twee optionele Wave expansieboards (SRX serie) kunnen in de VR-760 geïnstalleerd worden.
Op Wave expansieboards worden Wave data, Patches en ritme sets opgeslagen, en door de VR-760 met deze boards uit te rusten, kunt u uw geluidspalet sterk uitbreiden.

Waarschuwingen bij het installeren van een Wave expansieboard

Om het risico van schade aan interne componenten als gevolg van statische elektriciteit te voorkomen, neemt u het onderstaande in acht als u met het board gaat werken.
• Voordat u het board aanraakt, pakt u altijd eerst een
metalen object vast (zoals een waterleiding), zodat de statische elektriciteit, die u mogelijk bij u draagt, ontladen wordt.
• Pak het board alleen aan de kanten vast. Raak de
elektronische componenten of aansluitingen niet aan.
• Bewaar de verpakking, waarin het board werd
geleverd, en verpak het board daar in, wanneer u het moet opslaan of transporteren.
Gebruik een vierblads schroevendraaier, geschikt voor de maat van de schroef (een nummer 2 schroevendraaier). Wanneer een ongeschikte schroevendraaier wordt gebruikt, kan de kop van de schroef stukgaan.
Om een schroef te verwijderen, draait u de schroevendraaier tegen de klok in. Om een schroef vast te draaien, draait u de schroevendraaier met de klok mee.
fig.08-01(Screw)
VastdraaienLosdraaien
het voorpaneel te drukken. Dit is van belang als u waves, geluiden of ritme sets van de Wave expansieboards gebruikt.

Boards uit de SRX serie installeren

1. Voordat u het Wave expansieboard gaat
installeren, zet u de stroom van de VR-760 en alle aangesloten apparaten uit, en ontkoppelt u alle kabels, inclusief het netsnoer, van de VR-760.
2. Draai de VR-760 om, verwijder de vier schroeven
die in onderstaand diagram worden aangegeven, en verwijder het deksel.
fig.08-02(CoverOfBottom)
Te verwijderen schroeven
Wave expansie board
Let op dat u de schroeven die u verwijdert niet in de VR-760 laat vallen.
Laat het deksel van het achterpaneel niet los liggen. Nadat de installatie van het Wave expansieboard is voltooid, moet u het deksel weer terugplaatsen.
Raak de printplaten of aansluitingspunten niet aan.
Pas op dat u uw hand niet snijdt aan de rand van de
installatie inham.
Gebruik geen overmatige kracht bij het installeren van een circuit board. Als deze bij de eerste poging niet goed past, verwijdert u het board, en probeert u het opnieuw.
Nadat de installatie van het circuit board is voltooid, controleert u uw werk nogmaals.
Voordat u een circuit board gaat aansluiten, zet u het apparaat altijd uit, en haalt u het netsnoer uit het stopcontact.
Installeer het Wave expansieboard, nadat u het deksel van het onderpaneel heeft verwijderd.
Er zijn twee ruimtes (A en B), waarin een board geïnstalleerd kan worden. Geef aan welke ruimte voor het board wordt gebruikt, door op [SRX EXPANSION] en [-][+] knoppen op
• Als u het apparaat op zijn kop zet, plaatst u een stapeltje kranten of tijdschriften onder de vier hoeken of aan beide kanten, om schade aan de knoppen en regelaars te voorkomen. Daarnaast dient u het apparaat zo te plaatsen, dat de knoppen of regelaars niet kunnen beschadigen.
fig.08-03
• Als u het apparaat omkeert, moet u het voorzichtig behandelen om te voorkomen, dat u het laat vallen of dat het apparaat voorover kantelt.
83
Page 84
Het Wave expansieboard installeren
3. Steek de Wave expansieboard connector in een
ruimte (slot) voor de SRX serie (SRX A of SRX B), terwijl u gelijktijdig de boardhouders in de daarvoor bestemde ruimtes van het Wave expansieboard steekt.
fig.08-04
Wave expansieboard (SRX Serie)
Boardhouder
Plaats deze zoals getoond, voordat u het board installeert
Connector

De geïnstalleerde Wave expansieboards controleren

Nadat het Wave expansieboard is geïnstalleerd, controleert u of de geïnstalleerde boards op juiste wijze worden herkend.
1. Zet de stroom aan, volgens de beschrijving van
"De stroom aanzetten" (p.19).
2. Houd de [EDIT] knop ingedrukt, en druk op de
REGISTRATION [7] (UTILITY) knop.
Het Edit’s "UTILITY" scherm wordt weergegeven.
3. Druk op de CURSOR [ ] knop om het volgende
scherm te laten verschijnen.
De naam van het geïnstalleerde Wave expansieboard, afgekort tot vijf tekens, verschijnt in het scherm.
Het voorbeeld hier laat zien wat u zou zien als het SRX­02 "Concert Piano" Wave expansieboard in de SRX A ruimte geïnstalleerd zou zijn.
fig.06-02(SRXInfo)
Indien hetzelfde type Wave expansieboard in de SRX A ruimte en de SRX B ruimte is geïnstalleerd, kan alleen data van het Wave expansieboard, dat in ruimte SRX A is geïnstalleerd, geselecteerd worden.
4. Gebruik het installatie gereedschap dat bij het
Wave expansieboard werd geleverd, om de houders in de LOCK richting te draaien, zodat het board op zijn plaats wordt vastgezet.
fig.08-05
LOCK
Door de knop los te laten, gaat u terug naar het vorige scherm.
4. Druk op de [EXIT] knop om de bewerkingsmode
te verlaten.
Voor instructies over het selecteren van Wave expansieboard geluiden kijkt u op p.46.
Als "-----" naast de naam van de ruimte waarin het board werd geïnstalleerd verschijnt, is het mogelijk dat het Wave expansieboard niet op juiste wijze wordt herkend. Gebruik de procedure van "De stroom uitzetten" (p.19) om de stroom uit te zetten, en installeer het expansieboard opnieuw.
Installatie gereedschap
5. Gebruik de schroeven, die u bij stap 2
verwijderde, om de deksel weer op zijn plaats te bevestigen.
84
Page 85
Het Wave expansieboard installeren

Installation de la carte d’extension Wave

Vous pouvez installer jusqu’à 2 cartes d’extension optionnelles dans le VR-760.
Ces cartes d’extension mémorisant des données Wave, des morceaux et des ensembles rythmiques, elles vous permettront d’augmenter considérablement le timbre.

Precautions lors de l’installation de la carte d’extension Wave

Veuillez suivre attentivement les instructions suivantes quand vous manipulez la carte afin d’éviter tout risque d’endommagement des pièces internes par l’électricité statique.
• Toujours toucher un objet métallique relié à la terre
(comme un tuyau par exemple) avant de manipuler la carte pour vous décharger de l’électricité statique que vous auriez pu accumuler.
• Lorsque vous manipulez la carte, la tenir par les côtés.
Évitez de toucher aux composants ou aux connecteurs.
• Conservez le sachet d’origine dans lequel était la carte
lors de l’envoi et remettez la carte dedans si vous devez la ranger ou la transporter.
Utiliser un tournevis cruciforme correspondant à la taille de la vis (un tournevis numéro 2). En cas d’utilisation d’un tournevis inapproprié, la tête de la vis pourrait être endommagée.
Pour enlever les vis, tourner le tournevis dans le sens contraire des aiguilles d’une montre. Pour resserrer, tourner dans le sens des aiguilles d’une montre.
Veillez à ne pas laisser tomber de vis dans le châssis du VR-700.
Ne pas laisser la plaque arrière détachée. Après avoir installé la ou les carte(s) d’extension, bien remettre la plaque en place.
Ne pas toucher aux circuits imprimés ou aux connecteurs.
Veillez à ne pas vous couper les doitgs sur le bord de
l’ouverture d’installation.
Ne jamais forcer lors de l’installation de la carte de circuits imprimés. Si la carte s’ajuste mal au premier essai, enlevez la carte et recommencez l’installation.
Quand l’installation de la carte de circuits imprimés est terminée, revérifiez si tout est bien installé.
Toujours éteindre et débrancher l’appareil avant de commencer l’installation de la carte.
N’installez que les cartes de circuits imprimes spécifiées (SRX Series). Enlevez seulement les vis indiquées.
resserrerdesserrer
Installer les cartes d’extension après avoir enlevé la plaque arrière.

Installation d’une carte d’expansion Wave

1. Avant d’installer la carte d’expansion Wave, coupez
l’alimentation du Fantom et de tous les appareils branchés,
et débranchez tous les câbles du Fantom, y compris le câble
d’alimentation.
2. Placez le Fantom à l’envers, retirez les quatre vis indiquées
dans le schéma ci-dessous et retirez le couvercle.
ig.08-02(CoverOfBottom)
Vis à enlever
Wave expansie board
• Lorsque vous déposez le Fantom face vers le bas, placez des piles de journaux ou de magazines sous les quatre coins (ou des deux côtés) pour le soutenir. Ainsi, les boutons, manettes et autres pièces ne seront pas endommagés.
fig.08-03
• En plaçant l’appareil sens dessus dessous, manipulez-le avec soin pour éviter de l’échapper, de le laisser tomber ou de se renverser.
3. Insérer le connecteur de la carte dans un des
créneaux pour la série SRX (SRX A, SRX B) tout
85
Page 86
Het Wave expansieboard installeren
en enfonçant les supports à carte dans les trous de celle-ci.
fig.08-04
Carte d'extension Wave (serie SRX)
Support à carte
Connecteur
Avant l’installation, orienter les supports à carte tel qu’indiqué sur le schéma.
Si la même sorte de carte d’extension Wave est installée dans les créneaux SRX A et SRX B, il ne sera possible de sélectionner que les données de la carte d’extension Wave installée dans le créneau SRX A.
4. Pour tourner les supports en position LOCK
(verrouillé), utilisez l’outil d’installation de la carte d’extension fournie à cet effet. De cette façon, la carte sera bien fixée à sa place.
fig.08-05

Vérification des cartes d’extension audio aprés installation

Lorsque l’installation des cartes d’extension audio est terminée, procéder à une vérification pour s’assurer que l’ordinateur les identifie correctement.
1. Mettre sous tension de la façon décrite sous
“Turning On the Power” (p. 19).
2. Tenez le bouton [EDIT] enfoncé et appuyez sur le
bouton REGISTRATION [7] (UTILITY).
L’écran d’édition «UTILITY» s’affiche.
3. Appuyez sur le bouton CURSOR [ ] pour
afficher l’écran suivant.
Le nom de la carte d’expansion Wave installée, abrégé à cinq caractères, s’affiche.
Cet exemple montre ce qu vous verriez si la carte d’expansion Wave «Concert Piano» était installée dans la fente SRX A.
fig.08-06
Si vous relâchez le bouton, vous serez ramené à l’écran précédent.
4. Appuyez sur le bouton [EXIT] pour quitter le
mode édition.
Pour les instructions sur la sélection des tons de la carte d’expansion Wave, reportez-vous à la p. 46.
LOCK
Outil d'installation
5. Reposez le couvercle en remettant les vis enlevées
(comme spécifié) à l’étape 2.
86
Si “-----“ est affiché à côté du nom de la fente dans laquelle la carte est installée, il est possible que la carte d’extension audio installée ne soit pas reconnue correctement. Mettre hors tension de la façon décrite sous “Turning Off the Power” (p. 19) et réinstaller correctement la carte d’extension audio.
Page 87

Probleemoplossing

Indien de VR-760 niet volgens verwachting functioneert, controleert u eerst de volgende punten. Als hiermee het probleem niet is opgelost, raadpleegt u uw handelaar of een Roland Service Station bij u in de buurt.
* Indien bij gebruik bepaalde berichten in het scherm verschijnen, raadpleegt u ”Berichten en storingsmeldingen” (p.90).
Probleem Controleer Oplossing Pag.
Geen stroom Het netsnoer is niet correct op de VR-
760 of het stopcontact aangesloten. Geen geluid/laag volume
Geen geluid van het orgelgedeelte
Geluiden worden nog een keer gespeeld als de toetsen worden losgelaten
Hold pedaal werkt niet bij het orgelgedeelte Overdrive wordt niet op het orgelgedeelte toegepast
Het aangesloten apparaat staat niet aan. Zet de versterker, het mengpaneel of
De versterker, het mengpaneel of een
ander extern apparaat is niet juist
aangesloten.
Het volumeniveau van de VR-760 is
laag.
Het volumeniveau van de aangesloten
versterker of mixer is laag.
Het volume van een part is laag. Draai de [ORGAN VOLUME], [PIANO
Het expressiepedaal is niet ingedrukt. Druk het pedaal helemaal in, terwijl u
(Als er via de koptelefoon geluid
hoorbaar is)
Local Control is op OFF ingesteld. Zet Local Control op ON. p. 67
Alle harmonische balken zijn volledig
ingedrukt.
De wheel brake (wielrem) is hoorbaar. Druk op de voetschakelaar om de
Het orgelvolume is zachter gezet. Draai de [ORGAN VOLUME] knop
Om glissando’s en snelle herhalingen
met het orgelgedeelte te kunnen horen,
worden geluiden met een
oppervlakkige aanraking geproduceerd
(Quick Firing Keyboard). Hierdoor
springen de toetsen terug als deze snel
worden losgelaten, waardoor de noten
nog een keer worden gespeeld. Dit is
een kenmerk van traditionele orgels en
duidt niet op een storing.
Organ Damper SW is op OFF gezet. U kunt het hold pedaal op het
Het expressiepedaal is helemaal
teruggehaald.
Controleer of het netsnoer op juiste wijze is aangesloten.
een ander aangesloten apparaat aan. Gebruik een optionele geluidskabel om de versterker, het mengpaneel of een ander apparaat op de VR-760 aan te sluiten. Draai de [MASTER VOLUME] knop naar rechts (met de klok mee) om het volume te verhogen. Verhoog het volume van de versterker, het mengpaneel of een ander aangesloten apparaat.
VOLUME] of [SYNTH VOLUME] knop naar rechts (met de klok mee), om het volume van het overeenkomstige gedeelte te verhogen.
het volumeniveau nauwgezet blijft volgen. Indien er geluid via de koptelefoon hoorbaar is, kan het probleem door sluiting in de kabel, waarmee de versterker of het mengpaneel is aangesloten, worden veroorzaakt of de versterker of het mengpaneel kunnen beschadigd zijn of storingen vertonen. Controleer nogmaals de kabels en de aangesloten andere apparaten.
Trek één of meerdere harmonische balken uit.
wielrem los te laten.
naar rechts (met de klok mee) om het volume van het orgelgedeelte te verhogen. U kunt de Quick Firing functie uitzetten. Indien MIDI wordt gebruikt om geluiden van een externe geluidsgenerator te spelen, adviseren wij u om het externe gedeelte (external part) te gebruiken.
orgelgedeelte toepassen, door de Organ Damper SW op ON in te stellen. Druk het pedaal naar voren, terwijl u het volumeniveau nauwgezet blijft volgen.
p. 16
p. 19
p. 17
p. 20
p. 19
p. 30
p. 32
p. 17
p. 33
p. 66
p. 30
p. 66 p. 82
p. 65
p. 32
Appendix
87
Page 88
Probleemoplossing
Probleem Controleer Oplossing Pag.
De harmonische 1” balk geeft geen geluid
Een klikkend geluid is hoorbaar wanneer de toetsen worden ingedrukt/ losgelaten.
Geen geluid van het piano gedeelte.
Expressiepedaal werkt niet bij het piano gedeelte. Piano wah effect werkt niet.
Geen geluid van het synth gedeelte.
Active Expression TIMBRE functie werkt niet. Geluid is vervormd. Door bepaalde equalizer, effect en part
PERCUSSION is aangezet. Geluiden
van de 1” harmonische balk worden
niet gespeeld als PERCUSSION
aanstaat.
Op toonwielorgels worden geluiden,
"klikken" genoemd, gegenereerd als de
toetsen worden ingedrukt en losgelaten.
Hoewel dit eerst als een nadeel werd
gezien, worden geluiden waarin deze
klik aanwezig is steeds vaker in
verschillende soorten muziek gebruikt,
en wordt het klikkende geluid nu
gezien als kenmerk van het orgelgeluid.
De VR-760 reproduceert een
natuurgetrouwe versie van het
klikkende geluid van een
toonwielorgel.
Het piano volume is uitgezet. Draai de [PIANO VOLUME] knop naar
Pianogeluid niet geselecteerd. Druk op één van de [PIANO TONE]
Piano Expression SW is op OFF
ingesteld.
PIANO PEDAL WAH is voor het
control pedaal geselecteerd.
Het synth volume is uitgezet. Draai de [SYNTH VOLUME] knop naar
Synth geluid niet geselecteerd. Druk op één van de [SYNTH TONE]
Expressiepedaal is terug gekanteld. Druk het pedaal naar voren, terwijl u
SRX expansiegeluid is geselecteerd. TIMBRE wordt niet op de SRX
volume instellingen kan het geluid
vervormen.
Dit is geen storing. p. 38
U kunt de "On Click Level" en "Off Click Level" instellingen gebruiken om het klikvolume aan te passen.
rechts (met de klok mee), om het volume van het pianogedeelte te verhogen.
knoppen om een geluid te selecteren. U kunt het expressiepedaal op het pianogedeelte toepassen door de Piano Expression SW op ON in te stellen. Modulatie wah en Touch wah zijn niet in werking als Pedal wah is toegewezen zonder dat een voetschakelaar of control pedaal op de CONTROL PEDAL jack is aangesloten. Sluit een voetschakelaar of control pedaal op de CONTROL PEDAL jack aan of wijs een andere functie aan het control pedaal toe.
rechts (met de klok mee) om het volume van het synth gedeelte te verhogen.
knoppen om een geluid te selecteren.
het volumeniveau nauwlettend blijft volgen.
expansiegeluiden toegepast.
Probeer de volgende parameters bij te stellen:
-Part volume (ORGAN VOLUME, PIANO VOLUME, SYNTH VOLUME)
-PIANO MIC/AMP (bij gebruik van amp simulatie)
-Pas de MASTER EQ aan
-SYNTH MFX effect niveau
p. 71
p. 30
p. 43
p. 65
p. 18 p. 66
p. 30
p. 46
p. 32
p. 48
p. 30
p. 44
p. 31 p. 47
88
Page 89
Probleemoplossing
Probleem Controleer Oplossing Pag.
De toonhoogte klopt niet.
Functies van het Hold pedaal en control pedaal zijn omgekeerd.
D Beam gevoeligheid is matig/geeft storingen.
Geen geluid van de lage kant van het toetsenbord.
Geen ritmegeluiden. Clock Source is op MIDI ingesteld. Op de VR-760 kunt u het tempo niet
Stemming (tuning) staat uit. Pas de Master Tune en de Key
Transpose aan. De orgel, piano en synth Octave Shift en Fine Tune instellingen zijn niet op dezelfde waardes ingesteld. De wielrem is aan het control pedaal toegewezen. Toonhoogtes kunnen vals klinken als de wielrem is toegewezen, zonder dat er een voetschakelaar of control pedaal op de CONTROL PEDAL jack is aangesloten. De Glide functie is aan het control pedaal toegewezen. Toonhoogtes kunnen vals worden als de Glide functie is toegewezen zonder dat er een voetschakelaar of control pedaal op de CONTROL PEDAL jack is aangesloten. De polariteit van het control pedaal is omgekeerd.
De instelling van de D Beam gevoeligheid is veranderd. Er is een overmatige hoeveelheid infrarood licht op de plaats waar het instrument wordt gebruikt. V-LINK staat aan. Als V-LINK aan is, functioneren de acht
Pas de Master Tune en Fine Tune
instellingen aan.
Sluit een voetschakelaar of control
pedaal op de CONTROL PEDAL jack
aan of wijs een andere functie dan de
wielrem aan het control pedaal toe.
Sluit een voetschakelaar of control
pedaal op de CONTROL PEDAL jack
aan of wijs een andere functie dan de
Glide aan het control pedaal toe.
Bij bepaalde pedalen kan de actie, die
wordt uitgevoerd als het pedaal wordt
ingedrukt of losgelaten, omgekeerd
zijn. In dit soort gevallen schakelt u de
Damper Polarity of CtlPdl Polarity om
de polariteit te corrigeren.
Stel de D Beam gevoeligheid instelling
opnieuw in.
De D Beam functioneert niet goed op
plaatsen met veel infrarood licht.
laagste toetsen van het toetsenbord als
schakelaars voor het veranderen van
videoclips en voeren geen geluid uit.
Zet de V-LINK functie uit of stel
VLinkKBD op OFF in.
instellen als Clock Source op MIDI staat.
Als er geen extern MIDI apparaat is
aangesloten, worden er daarom geen
ritmegeluiden gespeeld, tenzij het
tempo wordt ingesteld.
p. 22 p. 65 p. 71 t/m p. 74 p. 18 p. 66
p. 18 p. 66
p. 65
p. 50 p. 67 p. 50
p. 66
p. 66
Appendix
89
Page 90

Berichten en storingsmeldingen

In deze sectie vindt u de berichten (storingsberichten), die de VR-760 produceert, en wordt de betekenis van elk bericht uitgelegd, zodat u passende actie kunt ondernemen.
Bericht Bericht Actie
BULK: Check Sum Error De checksum waarde van een system
exclusive bericht was onjuist. Sending.. Verzending van bulk data is in werking. — BULK: Receive Data Error De bulk data kon niet juist worden ontvangen. Indien dit bericht na herhaalde pogingen nog
Canceled De verwerking is geannuleerd. — Completed !! De verwerking is voltooid. — Damaged Card !! Formatteren van de geheugenkaart is mislukt.
De geheugenkaart kan beschadigd zijn.
Executing.. Keep On Power! Format Card Formatting.. Illegal File Name! Er is geen bestandsnaam toegewezen. Wijs een bestandsnaam toe. Memory Card Error! Er is een probleem met de geheugenkaart. Gebruik een andere geheugenkaart. Memory Card is Full! Opslaan is niet mogelijk, omdat er
Memory Card is Unusual! De geheugenkaart kan beschadigd zijn. Gebruik een andere geheugenkaart. MIDI Buffer Full !! Door een buitensporige hoeveelheid
MIDI Communication Error! Het is mogelijk dat het MIDI apparaat, dat op
No Card !! Er is geen geheugenkaart in de daarvoor
No File !! Er zijn geen bestanden. — Now, Writing. . Keep On Power! The Card Pulled Out! De geheugenkaart is verwijderd. Steek de disk in, en probeer de operatie
Unknown File !! Dit bestand kan niet door de VR-760 worden
Unknown Format!! Deze geheugenkaart is niet voor de VR-760
Unsupported Memory Card! Deze geheugenkaart is niet compatibel. Gebruik een geheugenkaart die met de VR-
User Memory Damaged! Het User geheugen is beschadigd; voer
De VR-760 is de fabrieksinstellingen aan het
herstellen. Zet de stroom niet uit.
Formatteren van de geheugenkaart is in
werking.
onvoldoende ruimte op de geheugenkaart is.
ontvangen MIDI berichten is de VR-760 niet in
staat deze op juiste wijze te verwerken.
de MIDI IN aansluiting van de VR-760 is
aangesloten, is uitgezet.
Het is mogelijk dat een MIDI kabel los is
getrokken of sluiting heeft.
bestemde ruimte gestoken.
De VR-760 slaat data in het geheugen op. Zet
de stroom niet uit.
verwerkt.
geformatteerd.
Factory Reset uit.
Corrigeer de checksum waarde.
steeds verschijnt, kan het probleem bij de MIDI data liggen.
Formatteer de geheugenkaart opnieuw. Als het probleem hiermee niet is opgelost, gebruikt u een nadere geheugenkaart. —
Verwijder onnodige data.
Reduceer de hoeveelheid te versturen MIDI berichten.
Controleer de stroom van het aangesloten MIDI apparaat.
Controleer de MIDI kabel.
Steek een geheugenkaart in de daarvoor bestemde ruimte.
opnieuw. —
Formatteer de geheugenkaart voor gebruik op de VR-760.
760 compatibel is. Als het probleem zich blijft voordoen, zelfs nadat Factory Reset is uitgevoerd, raadpleegt u uw handelaar of de dichtstbijzijnde Roland Service.
90
Page 91

Effecten/Parameterlijst

De multi-effecten worden gekenmerkt door 40 verschillende effecten. Sommige effecten bestaan uit twee verschillende effecten, die in serie of parallel geschakeld zijn.
Parameters met een kruis "#" kunnen met de MFX [CONTROL] knop op de Synth sectie worden bestuurd. (Twee instellingsonderdelen zullen gelijktijdig voor "#1" en "#2" veranderen.)
1: STEREO EQ (p. 91) 2: OVERDRIVE (p. 91) 3: DISTORTION (p. 91) 4: PHASER (p. 91) 5: SPECTRUM (p. 91) 6: ENHANCER (p. 91) 7: AUTO WAH (p. 92) 8: ROTARY (p. 92) 9: COMPRESSOR (p. 92) 10: LIMITER (p. 92) 11: HEXA-CHORUS (p. 92) 12: TREMOLO CHO (p. 92) 13: SPACE-D (p. 92) 14: STEREO CHORUS (p. 93) 15: ST.FLANGER (p. 93) 16: STEP FLANGER (p. 93) 17: STEREO DELAY (p. 93) 18: MOD DELAY (p. 94) 19: TRI TAP DLY (p. 94) 20: QUAD TAP DLY (p. 94) 21: TIME CTRL DLY (p. 95) 22: 2V PCH SHIFT (p. 95) 23: FBK PCH SHIFT (p. 95) 24: REVERB (p. 95) 25: GATED REVERB (p. 96) 26: OD -> CHORUS (p. 96) 27: OD -> FLANGER (p. 96) 28: OD -> DELAY (p. 96) 29: DIST -> CHORUS (p. 96) 30: DIST -> FLANGER (p. 97) 31: DIST -> DELAY (p. 97) 32: ENHAN -> CHORUS (p. 97) 33: ENHAN -> FLANGER (p. 97) 34: ENHANCR -> DELAY (p. 97) 35: CHORUS -> DELAY (p. 97) 36: FLANGER -> DELAY (p. 98) 37: CHORUS -> FLANGR (p. 98) 38: CHORUS/DELAY (p. 98) 39: FLANGER/DELAY (p. 98) 40: CHORUS/FLANGER (p. 98)
1: STEREO EQ (Stereo Equalizer)
Dit is een 4-bands stereo equalizer (laag, mid x 2, hoog)
Parameter Waarde Uitleg
Low Freq 200, 400 Hz Frequentie van de lage reeks Low Gain -15–+15 dB Gain van de lage reeks High Freq 2000, 4000, 8000 Hz Frequentie van de hoge reeks High Gain -15–+15 dB Gain van de hoge reeks Mid1 Freq 200–8000 Hz Frequentie van de middenreeks 1 Mid1 Q 0.5, 1.0, 2.0, 4.0, 8.0 Breedte van de middenreeks 1
Stel een hogere waarde voor Q in, om de betreffende reeks te vernauwen.
Parameter Waarde Uitleg
Mid1 Gain -15–+15 dB Gain van de middenreeks 1 Mid2 Freq 200–8000 Hz Frequentie van de middenreeks 2 Mid2 Q 0.5, 1.0, 2.0, 4.0, 8.0 Breedte van de middenreeks 2
Mid2 Gain -15–+15 dB Gain van de middenreeks 2 Level # 0–127 Uitgangsniveau
Stel een hogere waarde voor Q in, om de betreffende reeks te vernauwen.
2: OVERDRIVE
Creëert een zachte vervorming, gelijk aan de vervorming, die door vacuüm buizenversterkers wordt geproduceerd.
Parameter Waarde Uitleg
Drive # 0–127 Mate van vervorming
Level 0–127 Uitgangsniveau Low Gain -15–+15 dB Gain van de lage reeks High Gain -15–+15 dB Gain van de hoge reeks Amp Type SMALL,
BUILT-IN, 2-STACK, 3-STACK
Pan # L64–63R Stereo locatie van het uitvoergeluid
Verandert ook het volume
Type gitaarversterker
SMALL: kleine versterker BUILT-IN: single-unit type versterker 2-STACK: grote dubbel-stack versterker 3-STACK: grote driedubbel-stack ver-
sterker
3: DISTORTION
Produceert een intensere vervorming dan Overdrive. De parameters zijn hetzelfde als van "2: OVERDRIVE".
4: PHASER
Voegt een in fase verschoven geluid aan het originele geluid toe, waardoor een draaiende modulatie wordt geproduceerd, die ruimtelijkheid en diepte creëert.
Parameter Waarde Uitleg
Manual # 100–8000 Hz Past de basisfrequentie aan, van
Rate # 0.05–10.00 Hz Modulatiefrequentie Depth 0–127 Modulatiediepte Resonance 0–127 Hoeveelheid feedback Mix 0–127 Niveau van het in fase verschoven
Pan L64–63R Stereo locatie van het uitvoergeluid Level 0–127 Uitgangsniveau
waaruit het geluid gemoduleerd zal worden.
geluid
5: SPECTRUM
Dit is een type filter, dat het timbre moduleert, door het niveau op specifieke frequenties omhoog te drukken of af te kappen. Het lijkt op een equalizer, maar heeft 8 frequentiepunten, op vaste locaties die het meest geschikt zijn om het geluid karakter te geven.
Parameter Waarde Uitleg
Band1 (250Hz) -15–+15 dB Gain van elke frequentieband Band2 (500Hz) Band3 (1000Hz) Band4 (1250Hz) Band5 (2000Hz) Band6 (3150Hz) Band7 (4000Hz) Band8 (8000Hz) Q 0.5, 1.0, 2.0, 4.0,
8.0
Pan # L64–63R Stereolocatie van het uitvoergeluid Level # 0–127 Uitgangsniveau
Past de breedte van de aangepaste reeksen van alle frequentiebanden gelijktijdig aan.
6: ENHANCER
Regelt de boventoonstructuur (harmonische boventonen) van de hoge frequenties, voegt sprankeling aan het geluid toe, en maakt het compacter.
Appendix
91
Page 92
Effecten/Parameterlijst
Parameter Waarde Uitleg
Sens # 0–127 Gevoeligheid van de enhancer Mix # 0–127 Niveau van de door de enhancer
Low Gain -15–+15 dB Gain van de lage reeks High Gain -15–+15 dB Gain van de hoge reeks Level 0–127 Uitgangsniveau
gegenereerde boventonen
7: AUTO WAH
Bestuurt een filter op cyclische wijze, om een cyclische verandering in timbre te produceren.
Parameter Waarde Uitleg
Filter LPF, BPF Filtertype
Sens 0–127 Past de gevoeligheid, waarmee het filter
Manual # 0–127 Past de middenfrequentie, waarop het
Peak 0–127 Past de hoeveelheid wah effect aan, dat
Rate # 0.05–10.00 Hz Modulatiefrequentie Depth 0–127 Modulatiediepte Level 0–127 Uitgangsniveau
LPF: het wah effect zal over een brede frequentiereeks worden toegepast
BPF: het wah effect zal over een nau­we frequentiereeks worden toegepast
wordt bestuurd aan.
effect wordt toegepast aan.
binnen de reeks van de middenfrequen­tie zal optreden.
Stel voor Q een hogere waarde in, om de reeks die hierdoor wordt beïn­vloed te vernauwen.
8: ROTARY
Het Rotary effect simuleert het geluid van roterende luidsprekers, die vaak bij de oude elektrische orgels werden gebruikt. Omdat de beweging van de rotors van het hoge en lage frequentiebereik onafhankelijk ingesteld kan worden, kunnen deze unieke modulatie kenmerken bijna levensecht gesimuleerd worden. Dit effect is het meest geschikt voor elektrische orgel Patches.
Parameter Waarde Uitleg
Low Slow 0.05–10.00 Hz Langzame snelheid (SLOW) van de lage
Low Fast 0.05–10.00 Hz Snelle snelheid (FAST) van de lage fre-
Low Accel 0–15 Past de tijd, waarbinnen de lage fre-
Low Level 0–127 Volume van de lage frequentie rotor Hi Slow 0.05–10.00 Hz Instellingen van de hoge frequentie Hi Fast 0.05–10.00 Hz Hi Accel 0–15 Hi Level 0–127 Separate 0–127 Ruimtelijke spreiding van het geluid Speed # SLOW, FAST De rotatiesnelheid van de lage frequen-
Level # 0–127 Uitgangsniveau
frequentie rotor
quentie rotor
quentie rotor de nieuw geselecteerde snelheid bereikt aan, als er van snel naar langzaam (of van langzaam naar snel) wordt overgeschakeld. Lagere waardes vereisen langere tijden.
rotor.
De parameters zijn hetzelfde als die van de lage frequentie rotor
tie rotor en de hoge frequentie rotor ge­lijktijdig schakelen.
SLOW: vertraagd de rotatie tot de Slow Rate
FAST: versneld de rotatie tot de Fast Rate.
9: COMPRESSOR
Strijkt hoge frequentieniveaus glad, en drukt lage niveaus omhoog, waardoor oneffenheden in volume worden gladgestreken.
Parameter Waarde Uitleg
Attack 0–127 Attacktijd van een signaal Sustain 0–127 Past de tijd aan waarbinnen lage
geluiden omhoog worden gedrukt, tot­dat deze het gespecificeerde volume be­reiken.
Parameter Waarde Uitleg
Post Gain 0, +6, +12, +18 dBPast de gain van de uitvoer aan
Low Gain -15–+15 dB Gain van de lage frequentiereeks High Gain -15–+15 dB Gain van de hoge frequentiereeks Pan # L64–63R Stereo locatie van het uitgangssignaal Level # 0–127 Uitgangsniveau
10: LIMITER
Onderdrukt signalen die een gespecificeerd volumeniveau overschrijden, waardoor vervorming wordt voorkomen.
Parameter Waarde Uitleg
Threshold 0–127 Past het volume waarop de com-
Ratio 1.5:1, 2:1, 4:1, 100:1 Compressie waarde Release 0–127 Hiermee wordt de tijd vanaf het
Post Gain 0, +6, +12, +18 dB Past de gain van de uitvoer aan Low Gain -15–+15 dB Gain van de lage reeks High Gain -15–+15 dB Gain van de hoge reeks Pan # L64–63R Stereo locatie van het uitvoergeluid Level # 0–127 Uitgangsniveau
pressie begint aan
moment dat het volume onder het drempelwaarde niveau komt, tot­dat compressie niet meer wordt toe­gepast, aangepast.
11: HEXA-CHORUS
Gebruikt een zes-fase chorus (zes lagen chorusgeluid), om het geluid rijker en ruimtelijker te maken.
Parameter Waarde Uitleg
Pre Delay 0.0–100.0 ms Past de delaytijd vanaf het directe
Rate # 0.05–10.00 Hz Modulatiefrequentie Depth 0–127 Modulatiediepte Delay Dev 0–20 Past de verschillen in Pre Delay tussen
Depth Dev -20–+20 Past de verschillen in modulatiediepte
Pan Dev 0–20 Past het verschil in stereo locatie tussen
Balance # D100:0W–
D0:100W
Level 0–127 Uitgangsniveau
geluid totdat het chorusgeluid hoorbaar wordt aan
de chorusgeluiden aan
tussen de chorusgeluiden aan
alle chorusgeluiden aan
0: alle chorusgeluiden bevinden zich in het midden
20: elk chorusgeluid wordt op een in­terval van 60 graden, gerelateerd aan het midden, geplaatst.
Volume balances tussen het direct geluid (D) en het chorus geluid (W)
12: TREMOLO CHO (Tremolo Chorus)
Dit is een chorus effect met toegevoegde Tremolo (cyclische modulatie van volume)
Parameter Waarde Uitleg
Pre Delay 0.0–100.0 ms Past de delaytijd vanaf het directe
Cho Rate 0.05–10.00 Hz Modulatiefrequentie van het
Cho Depth 0–127 Modulatiediepte van het chorus
Phase 0–180˚ Spreiding van het tremolo effect Trem Rate # 0.05–10.00 Hz Modulatiefrequentie van het
Trem Sep 0–127 Spreiding van het tremolo effect Balance # D100:0W–D0:100W Volumebalans tussen het direct
Level 0–127 Uitgangsniveau
geluid, totdat het chorusgeluid hoorbaar is aan
chorus effect
effect
tremolo effect
geluid (D) en het tremolo chorus geluid (W)
13: SPACE-D
Dit is een meervoudige chorus, die twee-fase modulatie in stereo toepast. Deze geeft geen compressie of modulatie, maar produceert een transparant chorus effect.
92
Page 93
Effecten/Parameterlijst
Parameter Waarde Uitleg
Pre Delay 0.0–100.0 ms Past de delaytijd vanaf het directe
geluid, totdat het chorusgeluid
hoorbaar is aan Rate # 0.05–10.00 Hz Modulatiefrequentie Depth 0–127 Modulatiediepte Phase 0–180˚ Ruimtelijke spreiding van het ge-
luid Low Gain -15–+15 dB Gain van de lage reeks High Gain -15–+15 dB Gain van de hoge reeks Balance # D100:0W–D0:100W Volumebalans tussen het direct ge-
luid (D) en het chorus geluid (W) Level 0–127 Uitgangsniveau
14: STEREO CHORUS
Dit is een stereo chorus. Er is in een filter voorzien, zodat u het timbre van het chorusgeluid kunt aanpassen.
Parameter Waarde Uitleg
Pre Delay 0.0–100.0 ms Past de delaytijd vanaf het directe
geluid, totdat het chorusgeluid
hoorbaar is aan Rate # 0.05–10.00 Hz Modulatiefrequentie Depth 0–127 Modulatiediepte Phase 0–180˚ Ruimtelijke spreiding van het ge-
luid Filter OFF, LPF, HPF Type filter
OFF: er wordt geen filter ge­bruikt
LPF: kapt de frequentiereeks boven de Cutoff Freq af
HPF: kapt de frequentiereeks
onder de Cutoff Freq af Cutoff 200–8000 Hz Basisfrequentie van het filter Low Gain -15–+15 dB Gain van de lage reeks High Gain -15–+15 dB Gain van de hoge reeks Balance # D100:0W–D0:100W Volumebalans tussen het directe
geluid (D) en het chorusgeluid (W)
Level 0–127 Uitgangsniveau
15: ST.FLANGER (Stereo Flanger)
Dit is een stereo flanger. (De LFO heeft voor links en rechts dezelfde fase). Deze produceert een metaalachtige resonantie, die stijgt en daalt, zoals een vliegtuig dat vertrekt of landt. Er is in een filter voorzien, zodat u het timbre van het flanger geluid kunt aanpassen.
Parameter Waarde Uitleg
Pre Delay 0.0–100.0 ms Past de delaytijd vanaf het mo-
ment dat het directe geluid begint, totdat het flanger geluid hoorbaar
wordt aan Rate # 0.05–10.00 Hz Modulatiefrequentie Depth 0–127 Modulatiediepte Feedback # -98–+98% Past de proportie van het flanger
geluid, dat naar het effect wordt te-
ruggestuurd, aan. Negatieve (-) in-
stellingen keren de fase om Phase 0–180˚ Ruimtelijke spreiding van het ge-
luid Filter OFF, LPF, HPF Type filter
OFF: er wordt geen filter ge­bruikt
LPF: kapt de frequentiereeks boven de Cutoff Freq af
HPF: kapt de frequentiereeks
onder de Cutoff Freq af Cutoff 200–8000 Hz Basisfrequentie van het filter Low Gain -15–+15 dB Gain van de lage reeks High Gain -15–+15 dB Gain van de hoge reeks Balance D100:0W–D0:100W Volumebalans tussen het directe
geluid (D) en het flanger geluid (W)
Level 0–127 Uitgangsniveau
16: STEP FLANGER
Dit is een flanger, waarin de toonhoogte in stappen verandert. De snelheid, waarmee de toonhoogte verandert, kan ook als nootwaarde van een gespecificeerd tempo worden aangegeven.
Parameter Waarde Uitleg
Pre Delay 0.0–100.0 ms Past de delaytijd vanaf het mo-
Rate 0.05–10.00 Hz Modulatiefrequentie Depth 0–127 Modulatiediepte Feedback # -98–+98% Past de proportie van het flanger
Phase 0–180˚ Ruimtelijke spreiding van het ge-
Step Rate # 0.10–20.00 Hz, note Waarde (periode) van de toon-
Low Gain -15–+15 dB Gain van de lage reeks High Gain -15–+15 dB Gain van de hoge reeks Balance D100:0W–D0:100W
Level 0–127 Uitgangsniveau
ment dat het directe geluid begint, totdat het flanger geluid hoorbaar wordt aan
geluid dat naar het effect wordt te­ruggestuurd aan. Negatieve (-) in­stellingen keren de fase om
luid
hoogteverandering
Volumebalans tussen het directe geluid (D) en het flanger geluid (W)
17: STEREO DELAY
Dit is een stereo delay.
Indien Mode op NORMAL staat:
fig.02-017am
L in
Balance D
Delay
Feedback Feedback
Delay
R in
Balance D
Als Mode op CROSS staat:
fig.02-017bm
Balance D
L in
Delay
Feedback Feedback
Delay
R in
Balance D
Parameter Waarde Uitleg
Delay L 0.0–500.0 ms Past de delaytijd vanaf het directe
Delay R Past de proportie van het flanger
Feedback # -98–+98% Selecteert de manier, waarop het
Mode NORMAL, CROSS Past de delaytijd vanaf het directe
Phase L NORMAL, Phase R HF Damp 200–8000 Hz,
Low Gain -15–+15 dB Gain van de lage reeks High Gain -15–+15 dB Gain van de hoge reeks Balance # D100:0W–D0:100W Volumebalans tussen het directe
Level 0–127 Uitgangsniveau
INVERT
BYPASS
2-Band
EQ
Balance W
Balance W
2-Band
EQ
2-Band
EQ
Balance W
Balance W
2-Band
EQ
geluid, totdat het flanger geluid hoorbaar wordt aan
geluid, dat naar het effect wordt te­ruggestuurd, aan. Negatieve (-) in­stellingen keren de fase om
delaygeluid naar het effect wordt teruggestuurd. (Zie de tekeningen hierboven)
geluid, totdat het flanger geluid hoorbaar wordt aan
Fase van het delaygeluid
Past de frequentie waarboven het geluid, dat naar het effect wordt te­ruggestuurd, afgekapt zal worden aan. Als u de hoge frequenties niet wilt afkappen, zet u deze parame­ter op BYPASS
geluid (D) en het delaygeluid (W)
L out
R out
L out
R out
Appendix
93
Page 94
Effecten/Parameterlijst
L in
R in
L out
R out
Left Tap
Right Tap
Triple Tap Delay
2-Band
EQ
2-Band
EQ
Balance W
Balance D
Balance W
Balance D
Feedback
Center Tap
18: MOD DELAY (Modulation Delay)
Voegt modulatie aan het delaygeluid toe, waardoor een effect gelijkend op de flanger wordt geproduceerd.
Indien Mode op NORMAL staat:
fig.02-018am
L in L out
Balance D
Delay
Feedback Feedback
Delay
Modulation
Modulation
R in R out
Balance D
Als Mode op CROSS staat:
fig.02-018bm
Balance D
L in
Delay
Feedback Feedback
Delay
Modulation
Modulation
R in
Balance D
Parameter Waarde Uitleg
Delay L 0.0–500.0 ms Past de delaytijd vanaf het directe Delay R
Feedback -98–+98% Past de proportie van het flanger
Mode NORMAL, CROSS Selecteert de manier, waarop het
Rate # 0.05–10.00 Hz Modulatiefrequentie Depth 0–127 Modulatiediepte Phase 0–180˚ Ruimtelijke spreiding van het ge-
HF Damp 200–8000 Hz,
Low Gain -15–+15 dB Gain van de lage reeks High Gain -15–+15 dB Gain van de hoge reeks Balance # D100:0W–D0:100W Volumebalans tussen het directe
Level 0–127 Uitgangsniveau
BYPASS
2-Band
EQ
Balance W
Balance W
2-Band
EQ
2-Band
EQ
Balance W
Balance W
2-Band
EQ
geluid, totdat het flanger geluid hoorbaar wordt aan
geluid dat naar het effect wordt te­ruggestuurd aan. Negatieve (-) in­stellingen keren de fase om
delaygeluid naar het effect wordt teruggestuurd. (Zie de tekeningen hieronder)
luid Past de frequentie, waarboven het
geluid dat naar het effect wordt te­ruggestuurd, afgekapt zal worden aan. Als u de hoge frequenties niet wilt afkappen, zet u deze parame­ter op BYPASS
geluid (D) en het delaygeluid (W)
L out
R out
19: TRI TAP DLY (Triple Tap Delay)
Produceert drie delaygeluiden: midden, links en rechts.
fig.02-019m
Parameter Waarde Uitleg
Delay C 200–1000 ms, note Past de delaytijd aan vanaf het di­Delay L Delay R Feedback # -98–+98% Past de proportie van het flanger
Level C 0–127 Volume van elk delaygeluid Level L Level R HF Damp 200–8000 Hz,
BYPASS
Low Gain -15–+15 dB Gain van de lage reeks High Gain -15–+15 dB Gain van de hoge reeks Balance # D100:0W–D0:100W Volumebalans tussen het directe
Level 0–127 Uitgangsniveau
recte geluid, totdat het flanger ge­luid hoorbaar wordt.
geluid dat naar het effect wordt te­ruggestuurd aan. Negatieve (-) in­stellingen keren de fase om
Past de frequentie, waarboven het geluid dat naar het effect wordt te­ruggestuurd, afgekapt zal worden aan. Als u de hoge frequenties niet wilt afkappen, zet u deze parame­ter op BYPASS
geluid (D) en het delaygeluid (W)
20: QUAD TAP DLY (Quadruple Tap Delay)
Dit effect heeft vier delays.
fig.02-020am
L in
R in
23
1
L
Feedback
Delay 1
Quadruple Tap Delay
Delay 4
fig.02-020bm
Stereolocatie van elk delaygeluid
4
R
Delay 2
Delay 3
Balance D
Balance D
L out
Balance W
Balance W
R out
94
Parameter Waarde Uitleg
Delay 1–4 200–1000 ms, note Past de delaytijd vanaf het directe
Level 1–4 0–127 Volume van elk delaygeluid Feedback # -98–+98% Past de proportie van het flanger
HF Damp 200–8000 Hz,
BYPASS
Balance # D100:0W–D0:100W Volumebalans tussen het directe
Level 0–127 Uitgangsniveau
geluid, totdat het flanger geluid hoorbaar wordt aan
geluid dat naar het effect wordt te­ruggestuurd aan. Negatieve (-) in­stellingen keren de fase om
Past de frequentie, waarboven het geluid dat naar het effect wordt te­ruggestuurd, afgekapt zal worden aan. Als u de hoge frequenties niet wilt afkappen, zet u deze parame­ter op BYPASS
geluid (D) en het delaygeluid (W)
Page 95
Effecten/Parameterlijst
21: TIME CTRL DLY (Time Control Delay)
Met dit effect kunt u de MFX [CONTROL] knop op de Synth sectie gebruiken om de delaytijd en toonhoogte in realtime te regelen. Door verlenging van de delay wordt de toonhoogte verlaagd, door verkorting wordt de toonhoogte verhoogd.
Parameter Waarde Uitleg
Delay # 200–1000 ms Past de delaytijd vanaf het directe
Accel 0–15 Past de tijd aan waarbinnen de De-
Feedback # -98–+98% Past de proportie van het delayge-
HF Damp 200–8000 Hz,
BYPASS
Pan L64–63R Stereo locatie van het delaygeluid. Low Gain -15–+15 dB Gain van de lage reeks High Gain -15–+15 dB Gain van de hoge reeks Balance D100:0W–D0:100W Volumebalans tussen het directe
Level 0–127 Uitgangsniveau
geluid totdat het delaygeluid hoor­baar wordt aan.
lay Time van de huidige instelling in een nieuwe gespecificeerde instelling verandert.
De mate van verandering van
de Delay Time is direct van
invloed op de mate van toon-
hoogteverandering.
luid dat naar het effect wordt te­ruggestuurd aan. Negatieve (-) instellingen keren de fase om.
Past de frequentie waarboven ge­luid dat naar het effect wordt t eruggestuurd wordt afgekapt. Als u de hoge frequenties niet wilt afkappen, zet u deze parameter op BYPASS.
geluid (D) en het delaygeluid (W).
22: 2V PCH SHIFT (2-voice Pitch Shifter)
Verschuift de toonhoogte van het originele geluid. Deze 2-stemmige pitch shifter heeft twee pitch shifters, en kan twee pitch shift geluiden aan het originele geluid toevoegen.
Parameter Waarde Uitleg
Coarse A #1 -24–+12 semi Past de toonhoogte van Pitch Shift
Fine A #1 -100–+100 cent Past de toonhoogte van Pitch Shift
Pan A L64–63R Stereo locatie van het Pitch Shift A
PreDelayA 0.0–500 ms Past de delaytijd vanaf het directe
Coarse B #2 -24–+12 semi Instellingen van het Pitch Shift B Fine B #2 -100–+100 cent Pan B L64–63R PreDelayB 0.0–500.0 ms Mode 1, 2, 3, 4, 5 Het instellen van een hogere waar-
Level Bal A100:0B–A0:100B Volumebalans tussen de Pitch
Balance D100:0W–D0:100W Volumebalans tussen het directe
Level 0–127 Uitgangsniveau
A in stappen van een halve toon aan.
A in stappen van 2 cent aan.
geluid.
geluid totdat het Pitch Shift A ge­luid hoorbaar wordt aan.
geluid.
De parameters zijn hetzelfde als
die van het Pitch Shift A geluid.
de voor deze parameter resulteert in een tragere respons, maar regel­matigere toonhoogte.
Shift A en Pitch Shift B geluiden.
geluid (D) en het pitch shift geluid (W).
23: FBK PCH SHIFT (Feedback Pitch Shifter)
Hiermee kan het pitch shift geluid naar het effect worden teruggestuurd.
Parameter Waarde Uitleg
Coarse #1 -24–+12 semi Past de delaytijd vanaf het directe
Fine #1 -100–+100 cent Past de tijd aan waarbinnen de
Feedback # -98–+98% De mate van verandering van de
Pre Delay 0.0–500.0 ms Past de proportie van het delayge-
Mode 1, 2, 3, 4, 5 Past de frequentie waarboven
Pan L64–63R Stereo locatie van het delaygeluid. Low Gain -15–+15 dB Gain van de lage reeks High Gain -15–+15 dB Gain van de hoge reeks Balance D100:0W–D0:100W Volumebalans tussen het directe
Level 0–127 Uitgangsniveau
geluid totdat het delaygeluid hoor­baar wordt aan.
Delay Time van de huidige instel­ling in een nieuwe gespecificeerde instelling verandert.
Delay Time is direct van invloed op de mate van toonhoogte­verandering.
luid dat naar het effect wordt te­ruggestuurd aan. Negatieve (-) instellingen keren de fase om.
geluid dat naar het effect wordt teruggestuurd wordt afgekapt. Als u de hoge frequenties niet wilt afkappen, zet u deze parameter op BYPASS.
geluid (D) en het delaygeluid (W).
24: REVERB
Voegt weerkaatsing aan het geluid toe, en simuleert daarmee een akoestische ruimte.
Parameter Waarde Uitleg
Type ROOM1, ROOM2,
STAGE1, STAGE2, HALL1, HALL2
Pre Delay 0.0–100.0 ms Past de delaytijd vanaf het directe
Time # 0–127 Tijdslengte van de weerkaatsing. HF Damp 200–8000 Hz,
BYPASS
Low Gain -15–+15 dB Gain van de lage reeks High Gain -15–+15 dB Gain van de hoge reeks Balance # D100:0W–D0:100W Volumebalans tussen het directe
Level 0–127 Uitgangsniveau
Type reverb
ROOM1: compacte reverb met korte decay
ROOM2: schaarse reverb met korte decay
STAGE1: reverb met grotere late weerkaatsingen
STAGE2: reverb met sterke vroege reflecties
HALL1: reverb met heldere weerkaatsing
HALL2: reverb met rijke weer- kaatsing
geluid totdat het reverbgeluid hoorbaar wordt aan.
Past de frequentie aan, waarboven het weerkaatsende geluid afgekapt zal worden.
Indien de frequentie lager wordt ingesteld, zal er meer van de hoge frequenties worden af­gekapt, hetgeen in een zachtere en gedemptere weerkaatsing re­sulteert. Als u de hoge frequen­ties niet wilt afkappen, zet u deze parameter op BYPASS.
geluid (D) en het reverbgeluid (W).
Appendix
95
Page 96
Effecten/Parameterlijst
25: GATED REVERB
Dit is een speciaal type reverb, waarbij het weerkaatsende geluid voor zijn natuurlijke lengte wordt afgekapt.
Parameter Waarde Uitleg
Type NORMAL,
REVERSE, SWEEP1, SWEEP2
Pre Delay 0.0–100.0 ms Past de delaytijd vanaf het directe
Gate Time 5–500 ms Past de tijd vanaf het moment dat
Low Gain -15–+15 dB Gain van de lage reeks High Gain -15–+15 dB Gain van de hoge reeks Balance # D100:0W–D0:100W Volumebalans tussen het directe
Level # 0–127 Uitgangsniveau
Reverb type
NORMAL: conventionele gated
reverb
REVERSE: achterwaartse re-
verb
SWEEP1: het weerkaatsende
geluid beweegt van rechts naar
links
SWEEP2: het weerkaatsende
geluid beweegt van links naar
rechts
geluid totdat het reverbgeluid hoorbaar wordt aan.
de reverb hoorbaar is, totdat deze verdwijnt aan.
geluid (D) en het reverbgeluid (W).
26: OD -> CHORUS (Overdrive -> Chorus)
fig.02-026m
L in
Overdrive
R in
Balance D
Chorus
Balance D
Parameter Waarde Uitleg
OD Drive 0–127 Mate van vervorming
OD Pan # L64–63R Stereo locatie van het overdrive
Cho Delay 0.0–100.0 ms Past de delaytijd vanaf het directe
Cho Rate 0.05–10.00 Hz Modulatiefrequentie Cho Depth 0–127 Modulatiediepte Cho Bal # D100:0W–D0:100W Past de volumebalans tussen het
Level 0–127 Uitgangsniveau
Verandert tevens het volume
geluid
geluid, totdat het chorus geluid hoorbaar wordt, aan.
geluid, dat door de chorus wordt gestuurd (W) en het geluid dat niet door de chorus wordt gestuurd (D), aan.
L out
Balance W
Balance W
R out
27: OD -> FLANGER (Overdrive -> Flanger)
fig.02-027m
L in
R in
Overdrive
Balance D
Feedback
Flanger
Balance D
L out
Balance W
Balance W
R out
Parameter Waarde Uitleg
OD Drive 0–127 Mate van vervorming
OD Pan # L64–63R Stereo locatie van het overdrive ge-
Flg Delay 0.0–100.0 ms Past de delaytijd vanaf het directe
Flg Rate 0.05–10.00 Hz Modulatiefrequentie Flg Depth 0–127 Modulatiediepte Flg Fbk -98–+98% Past de proportie van het flanger
Flg Bal # D100:0W–D0:100W Past de volumebalans tussen het
Level 0–127 Uitgangsniveau
Verandert tevens het volume
luid
geluid, totdat het flanger geluid hoorbaar wordt, aan.
geluid dat naar het effect wordt te­ruggestuurd aan. Negatieve (-) in­stellingen zullen de fase omkeren.
geluid dat door de flanger wordt gestuurd (W) en het geluid dat niet door de flanger wordt gestuurd (D) aan.
28: OD -> DELAY (Overdrive -> Delay)
fig.02-028m
L in
Overdrive
R in
Balance D
Delay
Feedback
Balance D
Parameter Waarde Uitleg
OD Drive 0–127 Mate van vervorming
OD Pan # L64–63R Stereo locatie van het overdrive
Dly Time 0.0–500.0 ms Past de delaytijd vanaf het directe
Delay Fbk -98–+98% Past de proportie van het delay
Dly HFDmp 200–8000 Hz,
Delay Bal # D100:0W–D0:100W Past de volumebalans tussen het
Level 0–127 Uitgangsniveau
BYPASS
Verandert tevens het volume
geluid
geluid totdat het delay geluid hoorbaar wordt aan.
geluid dat naar het effect wordt teruggestuurd aan. Negatieve (-) instellingen zullen de fase omkeren.
Hiermee wordt de frequentie, waarboven geluid dat naar het effect wordt teruggestuurd wordt afgekapt. Als u de hoge frequenties niet wilt afkappen, zet u deze parameter op BYPASS.
geluid dat door de delay wordt gestuurd (W) en het geluid dat niet door de delay wordt gestuurd (D) aan.
L out
Balance W
Balance W
R out
96
29: DIST -> CHORUS (Distortion -> Chorus)
De parameters zijn in wezen hetzelfde als bij "26: OD -> CHORUS", met uitzondering van de volgende twee.
OD Drive -> Dst Drive, OD Pan -> Dist Pan
Page 97
Effecten/Parameterlijst
Feedback
Delay
L in
R in
L out
R out
Mix
Mix
Enhancer
Enhancer
Balance W
Balance W
Balance D
Balance D
Feedback
Delay
L in
R in
L out
R out
Balance W
Balance W
Balance D
Balance D
Chorus
Balance W
Balance W
Balance D
Balance D
30: DIST -> FLANGER (Distortion -> Flanger)
De parameters zijn in wezen hetzelfde als bij "27: OD -> FLANGER", met uitzondering van de volgende twee.
OD Drive -> Dst Drive, OD Pan -> Dist Pan
31: DIST -> DELAY (Distortion -> Delay)
De parameters zijn in wezen hetzelfde als bij "28: OD -> DELAY", met uitzondering van de volgende twee.
OD Drive -> Dst Drive, OD Pan -> Dist Pan
32: ENHAN -> CHORUS (Enhancer -> Chorus)
fig.02-032m
L in
Enhancer
Mix
Balance D
Chorus
R in
Enhancer
Mix
Balance D
Parameter Waarde Uitleg
Enh Sens # 0–127 Gevoeligheid van de enhancer Enh Mix 0–127 Niveau van de boventonen, die
Cho Delay 0.0–100.0 ms Past de delaytijd vanaf het directe
Cho Rate 0.05–10.00 Hz Modulatiefrequentie Cho Depth 0–127 Modulatiediepte Cho Bal # D100:0W–D0:100W Past de volumebalans tussen het
Level 0–127 Uitgangsniveau
door de enhancer worden gegene­reerd.
geluid totdat het chorus geluid hoorbaar wordt aan.
geluid dat door de chorus wordt gestuurd (W) en het geluid dat niet door de chorus wordt gestuurd (D) aan.
L out
Balance W
Balance W
R out
34: ENHANCR -> DELAY (Enhancer -> Delay)
fig.02-034m
Parameter Waarde Uitleg
Enh Sens # 0–127 Gevoeligheid van de enhancer Enh Mix 0–127 Niveau van de boventonen, die
DelayTime 0.0–500.0 ms Past de delaytijd vanaf het
Delay Fbk -98–+98% Past de proportie van het delay
Dly HFDmp 200–8000 Hz,
BYPASS
Delay Bal # D100:0W–D0:100W Past de volumebalans tussen het
Level 0–127 Uitgangsniveau
door de enhancer worden gegenereerd.
moment dat het directe geluid begint, totdat het flanger geluid hoorbaar wordt aan.
geluid dat naar het effect wordt teruggevoerd aan. Negatieve (-) instellingen zullen de fase omkeren.
Hiermee wordt de frequentie, waarboven geluid dat naar het effect wordt teruggestuurd wordt afgekapt. Als u de hoge frequenties niet wilt afkappen, zet u deze parameter op BYPASS.
geluid dat door de delay wordt gestuurd (W) en het geluid dat niet door de delay wordt gestuurd (D) aan.
35: CHORUS -> DELAY
fig.02-035m
33: ENHAN -> FLANGER (Enhancer -> Flanger)
fig.02-033m
Balance D
L in
R in
Enhancer
Mix
Feedback
Balance W
Flanger
Balance W
Enhancer
Mix
Balance D
Parameter Waarde Uitleg
Enh Sens # 0–127 Gevoeligheid van de enhancer Enh Mix 0–127 Niveau van de boventonen, die
Flg Delay 0.0–100.0 ms Past de delaytijd vanaf het mo-
Flg Rate 0.05–10.00 Hz Modulatiefrequentie Flg Depth 0–127 Modulatiediepte Flg Fbk -98–+98% Past de proportie van het flanger-
Flg Bal # D100:0W–D0:100W Past de volumebalans tussen het
Level 0–127 Uitgangsniveau
door de enhancer worden gegene­reerd.
ment dat het directe geluid begint, totdat het flanger geluid hoorbaar wordt aan.
geluid dat naar het effect wordt te­ruggevoerd aan. Negatieve (-) instellingen zullen de fase omke­ren.
geluid dat door de flanger wordt gestuurd (W) en het geluid dat niet door de flanger wordt gestuurd (D) aan.
L out
R out
Parameter Waarde Uitleg
Cho Rate 0.05–10.00 Hz Modulatiefrequentie Cho Depth 0–127 Modulatiediepte Cho Delay 0.0–100.0 ms Past de delaytijd vanaf het directe
Cho Bal # D100:0W–D0:100W Volumebalans tussen het directe
DelayTime 0.0–500.0 ms Past de delaytijd vanaf het directe
Delay Fbk -98–+98% Past de proportie van het delay
Dly HFDmp 200–8000 Hz,
BYPASS
Delay Bal # D100:0W–D0:100W Past de volumebalans tussen het
Level 0–127 Uitgangsniveau
geluid, totdat het chorus geluid hoorbaar wordt aan.
geluid (D) en het chorus geluid (W).
geluid, totdat het delaygeluid hoorbaar wordt aan.
geluid dat naar het effect wordt teruggevoerd aan. Negatieve (-) instellingen zullen de fase omkeren.
Hiermee wordt de frequentie waarboven geluid dat naar het effect wordt teruggestuurd wordt afgekapt. Als u de hoge frequenties niet wilt afkappen, zet u deze parameter op BYPASS.
geluid dat door de delay wordt gestuurd (W) en het geluid dat niet door de delay wordt gestuurd (D) aan.
97
Appendix
Page 98
Effecten/Parameterlijst
36: FLANGER -> DELAY
fig.02-036m
L in
R in
Parameter Waarde Uitleg
Flg Delay 0.0–100.0 ms
Flg Rate 0.05–10.00 Hz Flg Depth 0–127 Flg Fbk -98–+98%
Flg Bal # D100:0W–D0:100W
DelayTime 0.0–500.0 ms
Delay Fbk -98–+98%
Dly HFDmp 200–8000 Hz,
Delay Bal # D100:0W–D0:100W
Level 0–127
Balance D
Feedback
Flanger
Balance D
BYPASS
Balance W
Balance W
Balance D
Past de delaytijd vanaf het moment dat het directe geluid begint, totdat het flanger geluid hoorbaar wordt aan.
Modulatiefrequentie Modulatiediepte Past de proportie van het flanger
geluid dat naar het effect wordt teruggevoerd aan. Negatieve (-) instellingen zullen de fase omkeren.
Volumebalans tussen het directe geluid (D) en het flanger geluid (W).
Past de delaytijd vanaf het directe geluid totdat het delaygeluid hoorbaar wordt aan.
Past de proportie van het delay geluid dat naar het effect wordt teruggevoerd aan. Negatieve (-) instellingen zullen de fase omkeren.
Hiermee wordt de frequentie waarboven geluid dat naar het effect wordt teruggestuurd wordt afgekapt. Als u de hoge frequenties niet wilt afkappen, zet u deze parameter op BYPASS.
Past de volumebalans tussen het geluid dat door de delay wordt gestuurd (W) en het geluid dat niet door de delay wordt gestuurd (D) aan.
Uitgangsniveau
37: CHORUS -> FLANGR (Chorus -> Flanger)
fig.02-037m
L in
R in
Balance D
Balance W
Chorus
Balance W
Balance D
Balance D
Feedback
Flanger
Balance D
Balance D
Delay
Feedback
L out
Balance W
Balance W
R out
L out
Balance W
Balance W
R out
38: CHORUS/DELAY
De parameters zijn hetzelfde als voor "35: CHORUS -> DELAY". Echter, de Delay Balance parameter past de volumebalans tussen het directe geluid en het delaygeluid aan.
fig.02-038m
Balance D
L in L out
Chorus
Feedback
Delay
Balance W
Balance W
R in R out
Balance D
39: FLANGER/DELAY
De parameters zijn hetzelfde als voor "36: FLANGER -> DELAY". Echter, de Delay Balance parameter past de volumebalans tussen het directe geluid en het delaygeluid aan.
fig.02-039m
Balance D
L in L out
Flanger
Feedback Feedback
Delay
Balance W
Balance W
R in R out
Balance D
40: CHORUS/FLANGER
De parameters zijn hetzelfde als voor "37: CHORUS -> FLANGER". Echter, de Delay Balance parameter past de volumebalans tussen het directe geluid en het delaygeluid aan.
fig.02-040m
L in L out
R in R out
Balance D
Chorus
Feedback
Flanger
Balance W
Balance W
Balance D
Parameter Waarde Uitleg
Cho Delay 0.0–100.0 ms
Cho Rate 0.05–10.00 Hz
Cho Depth 0–127 Cho Bal # D100:0W–
D0:100W
Flg Delay 0.0–100.0 ms
Flg Rate 0.05–10.00 Hz
Flg Depth 0–127
Flg Fbk -98–+98%
Flg Bal # D100:0W–
D0:100W
Level 0–127
Past de delaytijd vanaf het directe geluid, totdat het chorus geluid hoorbaar wordt aan.
Modulatiefrequentie van het chorus effect
Modulatiediepte van het chorus effect Volumebalans tussen het directe geluid
(D) en het chorus geluid (W). Past de delaytijd vanaf het moment dat
het directe geluid begint, totdat het flanger geluid hoorbaar wordt aan.
Modulatiefrequentie van het flanger effect
Modulatiediepte van het flanger effect
Past de proportie van het flanger geluid dat naar het effect wordt teruggevoerd aan. Negatieve (-) instellingen zullen de fase omkeren.
Past de volumebalans tussen het geluid dat door de flanger wordt gestuurd (W) en het geluid dat niet door de flanger wordt gestuurd (D) aan.
Uitgangsniveau
98
Page 99

Geluidenlijst

Piano Tone
[Acoustic Piano]
No. Patchnaam
1 ConcertGrand 2 Classical Pf 3 European Pf
[Electric Piano]
No. Patchnaam
1 Rhodes Mark 1 2 Rhodes Mark 2 3 Dyno Rhodes
[Other Piano]
No. Patchnaam
1 Wurly Piano 2 Clav 3 Harpsichord

Ritme Set lijst

Synth Tone
[Strings]
No. Patchnaam
1 Orch Strings 2 European Str 3 Jupiter8 Str
[Choir]
No. Patchnaam
1 Real Choir 2 Female Vox 3 Jazz Scat
[Brass]
No. Patchnaam
1 BrassSection 2 Concert Brass 3 Ob Fat Brass
[Synth Lead]
No. Patchnaam
1 Vintage Lead 2 Dual Lead 3 Retro Lead
[Synth Pad]
No. Patchnaam
1 OB Pad 2 2.3 Pad 3 Glassy Pad
[Bass]
No. Patchnaam
1 Ac Bass 2 FretlessBass 3 Hefty Bass
C2
C3
Note No.
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
43
44
45
46
47
48
49
50
51
52
53
pc1. VR Pops Kit
Metronome 2 R8 Click Metronome 1 Rock Kick Pop Kick R&B kick Rock Rim Pops Snare Studio Kick Pop Kick Rock Gst Pops Snare Hand Claps Studio Snare Rock TomL1 StudioH cl1 Rock Flm L1 StudioH cl1 Rock Tom M StudioH op Rock Flm M Rock Tom H Rock CrCym1 Rock Flm H Jazz RdCym China Cym Crash 1
pc2. VR Rock Kit
Metronome 2 R8 Click Metronome 1 Rock Kick Pop Kick R&B kick Rock Rim Pops Snare Studio Kick Rock Kick Rock Gst Rock Rim Hand Claps Studio Snare Rock TomL1 Rock ClHH2 Rock Flm L1 Rock ClHH1 Rock Tom M Rock OpHH Rock Flm M Rock Tom H Rock CrCym1 Rock Flm H Jazz RdCym China Cym Crash 1
pc3. VR R&Bs Kit
Metronome 2 R8 Click Metronome 1 Rock Kick Pop Kick R&B kick Rock Rim Pops Snare Studio Kick R&B kick Rock Gst R&B snare Hand Claps Studio Snare Rock TomL1 R&B HiHat Rock Flm L1 R&B HiHat Rock Tom M R&B OpenHat Rock Flm M Rock Tom H Rock CrCym1 Rock Flm H Jazz RdCym China Cym Crash 1
pc4. VR Jazz Kit
Metronome 2 R8 Click Metronome 1 Rock Kick Pop Kick R&B kick Rock Rim Pops Snare Studio Kick Jazz Kick Rock Gst BrshSwshSlap Jazz Swish BrshSwshSlap Jazz Tom L Jazz ClHH2 Jazz Tom L Jazz ClHH1 Jazz Tom M Jazz OpHH Jazz Tom M Jazz Tom H Rock CrCym1 Jazz Tom H Jazz RdCym China Cym Crash 1
Appendix
99
Page 100

Instellingen die u kunt veranderen en opslaan

Instellingen die in het systeem worden opgeslagen

• Master Tune
• Key Transpose
• Key Touch
• Damper Polarity
• Organ Damper SW
• Synth Damper SW
• Piano Expression SW
• Control Pedal Polarity
• Control Pedal Assign
• Quick Firing
• V-Link KBD
• Clock Source
•D Beam Sensitivity (Kan niet op geheugenkaarten worden opgeslagen)
• Local Control (Always ON at power-up.)
• Device ID
• MIDI Tx Mode
• Tx PC Switch
• Rx PC Switch
• Control Part MIDI ch
• Organ Part MIDI ch
• Piano Part MIDI ch
• Synth Part MIDI ch
• Rhythm Part MIDI ch
• External Part MIDI ch
• Slow Fast Control Message
• Brake Control Message
• Tone Wheel Brake Control Message
• Pedal Wah Control Message
• Synth MFX Control Message
• MIDI Sound Controller
• V-LINK

Instellingen die in de Registratie worden opgeslagen

* Instellingen met een sterretje ("*") worden met gebruik van de paneelregelaars ingesteld (enkele uitgezonderd, deze verschijnen niet in het
Edit menu).
• Regist Name
• Split On/Off *
• Split Point *
• Split Lower Part *
• Split Upper Part *
• External Part Assign
• Bender Assign
• Bender Range
• Aftertouch Assign
• Aftertouch Sens
•D Beam Assign *
• Reverb Type *
• Reverb Level *
• Rhythm Volume * (Rhythm On/Off wordt niet opgeslagen)
• Rhythm Reverb Send Level
• Rhythm Type *
• Tempo *
• Send PC
• Send Bank MSB
• Send Bank LSB
• Organ Volume *
• Organ Octave Shift
• Organ Fine Tune
• Leakage Level
• Key Click Level
• Percussion Level
• Percussion Time
• Percussion Recharge Time
• Percussion H-Bar Level
• Rotary Spread
• Rotary Level
• Rotary Rise Time
• Rotary Fall Time
• Rotary Speed Slow
• Rotary Speed Fast
• Rotary Mic Distance
• Organ Reverb Send Level
• Harmonic Bar 16’ – 1’ *
• Wheel Type *
• Vibrato and Chorus Switch *
• V/C Type *
• Percussion 2nd/3rd *
• Percussion Soft/Normal *
• Percussion Slow/Fast *
• Organ Amplifier Type *
• Overdrive Level *
• Rotary On/Off *
• Rotary Slow/Fast *
• Rotary Brake *
• Piano Volume *
• Piano Octave Shift
• Piano Fine Tune
• Piano Tone *
• Stereo Width
• Stretch Tune
• Decay Time
• Mic/Amp Switch
• (Mic/Amp) Type *
• (Mic/Amp) Distance/EQ *
• Release Time
• Chorus Return Level
• Piano MFX Type *
• Piano MFX Depth *
• Piano MFX Rate *
• Tremolo Type
• Wah Type
• Wah Resonance
• Phaser Resonance
• Piano Reverb Send Level
• Synth Volume *
• Synth Octave Shift
• Synth Fine Tune
• Synth Tone *
• Synth Attack *
• Synth Release *
• Synth Cutoff *
• Synth Resonance *
• Mono Mode
• Portamento Switch
• Portamento Time
• Portamento Mode
• Portamento Type
• Synth MFX Switch *
• Synth MFX Type
• Synth MFX Control
• Synth MFX Parameter Value
• Active Expression *
• Synth MFX Dry Send
• Synth MFX Chorus Send
• Synth Reverb Send Level
100
Loading...