Dank u, en gefeliciteerd met uw keuze van de VK-8M orgel module.
Voordat u dit apparaat in gebruik neemt, leest u de secties getiteld:
“BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES” (p.2), “HET APPARAAT OP
EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN” (p.3, 4) en “BELANGRIJKE
OPMERKINGEN” (p.5) zorgvuldig door. In deze secties vindt u nuttige
informatie over de juiste bediening van dit apparaat. Daarnaast dient de
volledige gebruikershandleiding gelezen te worden, zodat u een goede
indruk krijgt van alle mogelijkheden die uw nieuwe apparaat te bieden
heeft. Bewaar de handleiding, deze kan later als handige referentie dienen.
Druktechnische details in deze
handleiding
• Namen van knoppen worden tussen vierkante haakjes aangegeven;
bijvoorbeeld [REVERSE] knop.
• Uit breuken bestaande harmonische balken (p.21) worden als volgt
uitgedrukt: 1-1/3'; 2-2/3'.
• [1]-[6] betekent dat u één van de knoppen van [1] tot [6] moet
indrukken.
• De uit/verlichte/knipperende status van een indicator wordt als
volgt onderscheiden:
Indicator
Knop
UitKnipperendVerlicht
COPYRIGHT 2003 ROLAND CORPORATION
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag zonder de schriftelijke
toestemming van Roland Corporation op enigerlei wijze gereproduceerd worden.
Page 2
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
WAARSCHUWING
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
INSTRUCTIES OM BRAND, ELEKTRISCHE SCHOK OF LICHAMELIJK LETSEL TE VOORKOMEN
Over
WAARSCHUWING en
VOORZICHTIG opmerkingen
Wordt gebruikt bij instructies waarbij
WAARSCHUWING
de gebruiker attent gemaakt wordt op
het risico van overlijden of zwaar letsel,
wanneer het apparaat niet op juiste
wijze gebruikt wordt.
Wordt gebruikt bij instructies waarbij
de gebruiker attent gemaakt wordt op
het risico van letsel of materiële schade,
wanneer het apparaat niet op juiste
VOORZICHTIG
wijze gebruikt wordt.
* Materiële schade verwijst naar schade
of andere ongunstige effecten, die ten
aanzien van het huis en al het
aanwezige meubilair, en tevens aan
huisdieren kunnen optreden.
NEEM ALTIJD HET VOLGENDE IN ACHT
WAARSCHUWING
001
• Lees de onderstaande instructies en de gebruikershandleiding, voordat u het apparaat in gebruik
neemt.
• Tracht het apparaat niet te repareren of onderdelen in het apparaat te vervangen (behalve
wanneer daartoe specifieke instructies in de
handleiding staan.) Ga voor alle onderhoud naar
uw handelaar, het dichtstbijzijnde Roland Service
Centrum of een erkende Roland distributeur, die
u op de “Informatie” pagina kunt vinden.
Het symbool wijst de gebruiker op belangrijke
instructies of waarschuwingen. De specifieke betekenis
van het symbool wordt bepaald door het teken dat zich
binnen de driehoek bevindt. Het symbool dat zich in dit
geval aan de linkerkant bevindt, betekent dat dit teken
voor algemene voorzorgsmaatregelen, waarschuwingen,
of aanduidingen van gevaar wordt gebruikt.
Het symbool wijst de gebruiker op onderdelen die
nooit verplaatst mogen worden (verboden). De
specifieke handeling die niet uitgevoerd mag worden,
wordt aangegeven door het symbool dat zich binnen
de cirkel bevindt. Het symbool dat zich in dit geval aan
de linkerkant bevindt, betekent dat het apparaat nooit
uit elkaar gehaald mag worden.
Het ● wijst de gebruiker op onderdelen die verwijderd
moeten worden. De specifieke handeling die uitgevoerd
moet worden, wordt door het symbool binnen de cirkel
aangegeven. Het symbool dat zich in dit geval aan de
linkerkant bevindt, geeft aan dat het netsnoer uit de
daarvoor bestemde aansluiting getrokken moet worden.
004006
• Wanneer het apparaat met een door Roland
aanbevolen rek of standaard gebruikt wordt, moet
het rek of de standaard zorgvuldig geplaatst
worden, zodat het waterpas staat en stabiel zal
blijven. Ook als u geen rek of standaard gebruikt,
moet u er voor zorgen dat de door u gekozen
locatie een vlak oppervlak heeft, zodat het
apparaat op juiste wijze wordt ondersteund en
niet zal wiebelen.
• Gebruik alleen de bij dit apparaat geleverde
adapter. Tevens controleert u of het voltage bij
installatie overeenkomt met het ingangsvoltage,
aangegeven op de behuizing van de adapter.
Andere adapters kunnen van een andere polariteit
gebruikmaken of zijn op een ander voltage
ontworpen, zodat gebruik daarvan tot schade,
storingen of elektrische schok kan leiden.
• Buig of draai het netsnoer niet overmatig, en
plaats er geen zware objecten bovenop. Hierdoor
kan het snoer beschadigen, waardoor afgebroken
elementen en kortsluiting geproduceerd kan
worden. Beschadigde snoeren betekenen een
risico op brand en schokken!
• Dit apparaat, op zichzelf staand of in combinatie
met koptelefoon of luidsprekers kan geluidsniveaus produceren die in staat zijn permanent
gehoorsverlies te veroorzaken. Werk nooit lange
tijd achter elkaar op een hoog of oncomfortabel
volumeniveau. Wanneer u een bepaalde mate van
gehoorsverlies of een piep in de oren bemerkt,
moet u het apparaat direct uitzetten, en een
oorarts consulteren.
• Zorg dat er geen objecten (bijvoorbeeld brandbaar
materiaal, munten of spelden) of vloeistoffen
(water, frisdrank, enz.) in het apparaat terechtkomen.
• Zet direct de stroom uit, haal de adapter uit het
stopcontact, en breng het apparaat voor
onderhoud naar uw handelaar, het dichtstbijzijnde Roland Service Centrum (zie de “Informatie
pagina”), als:
• de adapter, het netsnoer of de stekker
beschadigd is; of
• als er rook of een ongewone geur optreedt; of
• er objecten of vloeistof in terecht zijn gekomen;
of
• het apparaat in de regen heeft gestaan (of op
een andere manier nat is geworden); of
• het apparaat niet normaal lijkt te werken of een
opmerkelijke verandering tijdens uitvoering vertoont.
• In huishoudens met kleine kinderen moet een
volwassene toezicht houden, totdat het kind in
staat is de regels, die essentieel voor een veilige
bediening van het apparaat zijn, op te volgen.
• Steek het netsnoer van dit apparaat niet in een
stopcontact waar een buitensporig aantal andere
apparaten gebruik van maakt. Wees in het
bijzonder voorzichtig bij het gebruik van verlengsnoeren – de totale kracht die door alle apparaten
die u op het stopcontact waar het verlengsnoer
zich in bevindt heeft aangesloten, mag nooit de
kracht classificatie (watts/ampères) van het
verlengsnoer overschrijden. Door overmatige
ladingen kan de isolatie van het snoer verhit raken en
uiteindelijk smelten.
• Voordat u dit apparaat in het buitenland gaat
gebruiken, neemt u contact op met uw verkoper,
het dichtstbijzijnde Roland Service Centrum of
een erkend Roland distributeur. Deze zijn te vinden op
de “Informatie” pagina.
101b
• Het apparaat en de adapter dienen op een
zodanige wijze geplaatst te worden, dat er
voldoende ventilatieruimte beschikbaar is.
• Een opeenhoping van stof tussen de adapter en de
stroomuitgang kan leiden tot verminderde
isolatie, waardoor brand veroorzaakt kan worden.
Veeg dit soort stof van tijd tot tijd met een droge
doek weg. Wanneer het apparaat gedurende
langere tijd niet gebruikt zal worden, haalt u de
stekker uit het stopcontact.
• Probeer het in elkaar verwikkeld raken van
snoeren en kabels te voorkomen. Tevens zouden
alle snoeren en kabels buiten het bereik van
kinderen geplaatst moeten worden.
• Wanneer u schroeven moet verwijderen, zorgt u
ervoor dat u deze veilig opbergt, buiten het bereik
van kinderen, zodat deze geen kans krijgen om de
schroeven per ongeluk in te slikken.
Naast de onderdelen die bij “Het apparaat op een veilige manier gebruiken” op pagina’s 2 en 3 worden genoemd, raden
wij u aan het volgende te lezen en in acht te nemen:
Stroomvoorziening
• Gebruik dit apparaat niet op hetzelfde stroomcircuit waar
apparaten die lijn ruis genereren (zoals een elektrische
motor of een variabel belichtingssysteem) ook gebruik van
maken.
• Na vele uren achter elkaar gebruikt te zijn, zal de adapter
warmte genereren. Dit is normaal, en geen reden tot
ongerustheid.
• Voordat dit apparaat op andere apparaten wordt aangesloten, zet u de stroom van alle apparaten uit. Dit zal
storingen en/of schade aan luidsprekers of andere
apparaten helpen voorkomen.
Plaatsing
• Het gebruik van dit apparaat in de nabijheid van
versterkers (of andere apparatuur die grote stroom transformatoren bevat) kan tot een brom leiden. Om dit
probleem op te heffen, verandert u de richting van dit
apparaat of zet u het verder van de storingsbron weg.
• Dit apparaat kan de radio of televisie ontvangst verstoren.
Gebruik dit apparaat niet in de nabijheid van dit soort
ontvangers.
• Ruis kan geproduceerd worden, wanneer draadloze
communicatie apparaten, zoals mobiele telefoons, in de
buurt van dit apparaat bediend worden. Dit soort ruis kan
optreden tijdens bellen of gebeld worden of tijdens het
converseren. Als u dit soort problemen ondervindt, moet
u de draadloze apparaten op meer afstand van dit
apparaat plaatsen of deze uitzetten.
• Stel dit apparaat niet aan direct zonlicht bloot, plaats het
niet bij apparaten die warmte verspreiden, laat het niet in
een afgesloten voertuig achter, en stel het niet op andere
wijze aan extreme temperaturen bloot. Ook moet u geen
sterke schijnwerpers of lampen waarvan de lichtbron
normaalgesproken dicht bij een apparaat wordt gebruikt
(zoals een piano lamp), gedurende langere tijd op het
apparaat laten schijnen. Door overmatige hitte kan het
apparaat vervormen of verkleuren.
• Als dit apparaat naar een locatie wordt verplaatst, waar
een andere temperatuur of vochtigheidsgraad heerst,
kunnen er waterdruppels (condensatie) in het apparaat
worden gevormd. Wanneer u het apparaat in deze staat
gebruikt, kan schade of storing ontstaan. Daarom moet u
het enige uren laten staan, totdat de condensatie volledig
is verdampt, voordat u het in gebruik neemt.
• Laat rubber, vinyl of soortgelijke materialen niet
gedurende een langere periode op het apparaat staan.
Door dit soort objecten kan de lak verkleuren of op andere
wijze beschadigen.
• Zet niets dat water bevat (bijvoorbeeld bloemenvazen) op
de piano. Vermijdt tevens het gebruik van insecticiden,
parfums, alcohol, nagellak, spuitbussen, enz. in de buurt
van het apparaat. Veeg op het apparaat gemorste vloeistoffen direct af, met een droge, zachte doek.
• Plak geen etiketten, plakplaatjes enz. op dit instrument.
Wanneer dit soort materiaal van het instrument
afgetrokken wordt, kan de lak aan de buitenkant beschadigen.
Onderhoud
• Voor het schoonmaken van het apparaat gebruikt u een
droge, zachte doek of één die enigszins vochtig is. Om
hardnekkig vuil van plastic onderdelen te verwijderen,
gebruikt u een mild, niet schurend schoonmaakmiddel.
Daarna veegt u het apparaat met een zachte, droge doek
goed droog.
• Probeer het volledige oppervlak met gelijkmatige kracht
schoon te vegen, waarbij de doek in de richting van de
houtnerf wordt verplaatst. Als u te hard op één plaats
veegt, kan de lak beschadigen.
• Gebruik nooit wasbenzine, verdunners, alcohol of oplosmiddelen om verkleuring en/of misvorming te
voorkomen.
Aanvullende
voorzorgsmaatregelen
• Wees er op bedacht, dat de inhoud van het geheugen door
storingen of onjuist gebruik van het apparaat onherstelbaar verloren kan gaan. Om uzelf tegen het risico van
verlies van belangrijke data te beschermen, raden wij u
aan om regelmatig een reservekopie van belangrijke data,
die u in het geheugen van dit apparaat heeft opgeslagen,
in een ander MIDI apparaat (bijvoorbeeld een sequencer)
te maken.
• De inhoud van data, die in een ander MIDI apparaat
(bijvoorbeeld een sequencer) is opgeslagen, kan helaas
niet meer hersteld worden wanneer deze eenmaal
verloren is gegaan. Roland Corporation is niet verantwoordelijk voor dit soort dataverlies.
• Behandel de knoppen, schuifregelaars of andere regelaars
van dit apparaat met gepaste voorzichtigheid; dit geldt
tevens voor het gebruik van de stekkers en aansluitingen.
Ruwe behandeling kan tot storingen leiden.
• Tijdens het aansluiten en/of loskoppelen van alle kabels,
houdt u deze bij de aansluiting zelf vast – trek nooit aan
de kabel. Op deze manier vermijdt u kortsluiting of
schade aan de interne elementen van de kabel.
• Om te vermijden dat u uw buren stoort, probeert u het
volume van dit apparaat op een redelijk niveau te houden.
U kunt ervoor kiezen om een koptelefoon te gebruiken,
zodat u zich geen zorgen om de personen in uw naaste
omgeving hoeft te maken (‘s nachts in het bijzonder.)
• Wanneer u het apparaat moet verplaatsen, verpakt u het
in de doos inclusief vulsel) waar het in aangeleverd werd.
Anders moet u soortgelijk verpakkingsmateriaal
gebruiken.
• Gebruik een Roland kabel om de aansluiting te maken.
Als u een kabel van een ander merk gebruikt, neem dan
notitie van onderstaande voorzorgsmaatregelen.
4
Page 5
Inhoud
Druktechnische details in deze handleiding .......................................................................................... 1
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN ............... 2
Over de orgelklank................................................................................................................................... 20
Het geluid in realtime aanpassen (Harmonic Bars) ............................................................................ 21
De VK-8M beschikt over een Virtual Tonewheel geluidsgenerator, waarmee het geluidsproductie mechanisme
van traditionele toonwiel orgels perfect gesimuleerd wordt. Deze snelle respons is in het bijzonder van betekenis
bij gebruik van karakteristieke orgel uitvoeringstechnieken zoals glissando. Aangezien alle gedeeltes - upper,
lower en pedal - volledig polyfoon zijn, worden de noten niet afgekapt, ongeacht uw speeltechniek.
Amp Modeling (COSM)
Deze technologie analyseert de kenmerken van de meest gebruikte versterkers, en reproduceert hun warme,
buizen-achtige geluiden, samen met de unieke geluidskarakteristieken van hun behuizingen. U heeft beschikking
over vier versterkers die allemaal een ander geluid hebben, waardoor u met verschillende geluiden, van clean tot
vet tot vervormd, kunt spelen.
Rotary geluid
Een effect algoritme, dat gebruik maakt van Roland's COSM technologie, creëert een natuurgetrouwe simulatie
van een roterende luidspreker, essentieel voor een prachtig orgelgeluid. Door het simpelweg aansluiten van een
keyboardversterker (bijvoorbeeld uit de KC serie) of actieve monitor (bijvoorbeeld uit de DS serie), kunt u van
het realistische roterende geluid genieten.
Geïntegreerde regelaars
Regelaars, zoals de HARMONIC balken, [ROTARY SLOW/FAST] knop en OVERDRIVE knop zijn binnen de
geluidsmodule samengebracht. Geen problemen meer met meerdere aansluitingen - sluit eenvoudigweg uw
eigen toetsenbord aan, en u kunt spelen met de authentieke orgelgeluiden.
Ingebouwde Input jack
Het apparaat bevat een ingangsjack, waarmee u geluiden van een extern toetsenbord kunt invoeren. Met gebruik
van de input mix functie kunt u de geluiden van zowel het toetsenbord als de VK-8M uitsturen, zonder dat u daar
een aparte mengtafel voor nodig heeft. De expressiepedaal functie maakt het ingangssignaal expressiever, en met
de “Active Expression” functie kunt u dit signaal als het Active Expression geluid gebruiken.
Nieuwe Expressiepedaal functie (Active Expression)
Het expressiepedaal is een onmisbare functie voor orgeluitvoeringen. Als tijdens het spelen het ingangsgeluid
over het orgelgeluid wordt gelegd, neemt het orgelgeluid toe wanneer u het expressiepedaal indrukt, maar als
het Active Expression pedaal wordt gebruikt, springt het volume van het ingangsgeluid plotseling naar het
maximale niveau. Aangezien het expressiepedaal voor het veranderen van het volume, maar ook voor het
veranderen van het geluid gebruikt kan worden, zult u van bijzonder expressieve uitvoeringen kunnen genieten.
Uitgerust met de D Beam Controller
Met de D Beam Controller kunt u zes speciale effecten bij uw uitvoeringen gebruiken, zoals het veranderen van
de rotatiesnelheid van de roterende luidspreker en het afremmen van het toonwiel. De D Beam ON/OFF knop is
gebaseerd op een nieuwe technologie, waarmee een reeks verschillende kleuren kan worden verkregen. Nu kunt
u de envelope zelfs verder besturen tijdens uw live optredens.
Behuizing van echt hout
De kast is van echt hout gemaakt, een nabootsing van traditionele toonwiel orgels. De VK-8M is van prachtig
gelakt natuurlijk hout gemaakt, dat na jaren van veelvuldig gebruik alleen maar mooier wordt.
Overige kenmerken
• Er is in twee MIDI IN aansluitingen op het achterpaneel voorzien, opdat u een ander toetsenbord
en een pedaal toetsenbord aan kunt sluiten. Zo kunt u met twee manualen en pedaal toetsenbord
spelen.
• Met het User Registration geheugen kunt u 36 verschillende paneelinstellingen opslaan.
7
Page 8
Paneelbeschrijvingen
■ Voorpaneel
6745321
10
8
9
15
16
17
20
24
25
26
11
12
14
13
21
22
23
19
18
28
27
1.[ ](Headphone) jack
Hier kan een optionele koptelefoon worden aangesloten
(p.15).
2.MIDI Indicator
De indicator knippert als MIDI data van een extern
MIDI apparaat wordt ontvangen.
3.[MASTER VOLUME] knop
Past het totale volume aan (p.16).
■ REVERB
4.[REVERB] knop
Selecteer het type reverb (p.34)
8
29
5.REVERB [LEVEL] knop
■ INPUT
6.[INPUT] knop
Verander de functie van de INPUT jack (p.35).
7.INPUT [VOLUME] knop
Pas het volumeniveau van de geluidsinvoer via de
INPUT jack aan (p.35).
■ VIBRATO AND CHORUS
8.[VIBRATO AND CHORUS] knop
Verandert het type vibrato of chorus effect (p.28).
9.VIBRATO AND CHORUS [ON] knop
Schakelt tussen het vibrato of chorus effect aan/uit
(p.28).
Page 9
Paneelbeschrijvingen
■ AMPLIFIER
10. [OVERDRIVE] knop
Past de sterkte van de overdrive aan (p.30).
11. [AMPLIFIER] knop
Schakelt het frequentiebereik en de resonantie van de
kast van de virtuele versterker (p.30).
12. [TONE] knop
Past het klankkarakter van het orgelgeluid aan (p.30).
■ TONE WHEEL
13. [TONE WHEEL] knop
Selecteert het type van het virtuele toonwiel (p.24).
14. [LEAKAGE] knop
Hiermee kunt u ruis (leakage noise) toevoegen, los van
de ruis die door het wiel type wordt geselecteerd (p.24).
■ D BEAM
15. D BEAM controller
U kunt het geluid wijzigen door u hand over de D Beam
controller te bewegen (p.31).
16. D BEAM ON knop
Schakelt de D Beam controller aan of uit (p.31).
17. D BEAM knop
Selecteert het effect, dat door de D Beam controller
bestuurd zal worden (p.31).
■ ROTARY SOUND
18. [BRAKE] knop
Deze knop schakelt de rotatie van het roterende geluid.
Als dit is aangezet, zal de rotatie geleidelijk stoppen.
Als dit is uitgezet, zal de rotatie geleidelijk worden
hervat (p.29).
19. [SLOW/FAST] knop
Deze knop verandert de rotatiesnelheid van het rotary
geluid.
20. SPEED indicator
De linker en rechter indicators lichten afwisselend op,
waarmee de snelheid van de roterende luidspreker
wordt aangegeven (p.29).
ROTARY SPEED IndicatorsUitleg
Snel knipperendSnelle rotatie
Langzaam knipperendLangzame rotatie
■ PERCUSSION
21. [2ND/3RD] knop
Hiermee wordt van percussie type veranderd (p.25).
Verlichte
indicator
2ND
3RD
Gedeelte dat door de Harmonic
Bar instellingen wordt beïnvloed
Dit voegt tweede percussie (zelfde
toonhoogte als de 4' harmonische
balk) aan de orgelklank toe.
Dit voegt derde percussie (zelfde
toonhoogte als de 2-2/3' harmonische balk) aan de orgelklank toe.
Verlichte
indicator
2ND indicator en
3RD indicator zijn
donker (uit)
Gedeelte dat door de Harmonic
Bar instellingen wordt beïnvloed
Er zal geen percussie te horen zijn.
22. [SOFT] knop
Hiermee verandert het volume van de percussie (p.26).
23. [SLOW] knop
Dit verandert de decay tijd (uitsterven) van de percussie
(p.27).
■ REGISTRATION
24. [H-BAR PART] knop (Harmonic Bar part)
Deze knop selecteert het gedeelte, waarvan de
instellingen door de harmonische balken worden
beïnvloed.
Indicator
kleur
Rood
Groen
Amber
Donker
SEQUENCER MODE
De stemmen voor gedeeltes, die met de MIDI
zendkanalen zijn gespecificeerd, worden gespeeld.
SINGLE KEYBOARD MODE
De Upper Part stem wordt gespeeld, ongeacht de parts
die met MIDI (OMNI ON) zijn gespecificeerd.
Het gedeelte, waarvan de
instellingen door de
harmonische balken worden
beïnvloed
UPPER Part
Wanneer de harmonische
balken worden verplaatst, zal
het geluid van het Upper
gedeelte veranderen (p.20).
LOWER Part
Wanneer de harmonische
balken worden verplaatst, zal
het geluid van het Lower
gedeelte veranderen (p.20).
PEDAL Part
Wanneer de harmonische
balken worden verplaatst, zal
het geluid van het Pedaal
gedeelte veranderen (p.20).
UPPER Part
Wanneer de harmonische
balken worden verplaatst, zal
het geluid van het Upper
gedeelte veranderen (p.20).
MIDI
connector
function
SEQUENCER
MODE
SEQUENCER
MODE
SEQUENCER
MODE
SINGLE
KEYBOARD
MODE
25. [H-BAR MANUAL] knop (Harmonic Bar
Manual)
Als deze functie wordt gebruikt, zullen de harmonische
balk instellingen in de posities (instellingen) van de
harmonische balken op het paneel veranderen (p.20).
26. [WRITE] knop
Slaat de paneelinstellingen als een registratie op (p.37,
38).
27. [BANK] knop
Selecteert de registratie bank (p.19, 37, 38).
9
Page 10
Paneelbeschrijvingen
28. [1]-[6] knop
De [1]-[6] knoppen schakelen tussen registraties.
29. Harmonic Bar
■ ACHTERPANEEL
30
Deze balken creëren het geluid van de orgelklank. U
kunt het geluid terwijl u speelt, in realtime wijzigen
(p.21).
40
31333437 38 3935 3632
30. Beveiliging
http://www.kensington.com/
31. INPUT R jack
32. INPUT L (MONO) jack
U kunt een extern toetsenbord aansluiten, en daarvan
geluiden invoeren. Ook kunt u de geluiden die van het
toetsenbord zijn ingevoerd, gemengd met de VK-8M
geluiden spelen.
33. MIDI IN aansluiting
U kunt een extern toetsenbord aansluiten om geluiden
toe te voegen.
Ook kunt u hier een externe sequencer aansluiten, en de
VK-8M de muziek laten spelen die daar door de
sequencer naar toe wordt gestuurd (p.50).
34. MIDI OUT aansluiting
Een extern MIDI apparaat kan hier worden aangesloten,
om MIDI data, die vanaf de VK-8M is verzonden, te
ontvangen.
35. EXPRESSION PEDAL jack
Hier kan een expressiepedaal (EV-7; apart verkrijgbaar)
worden aangesloten (p.36).
36. OUTPUT R jack
37. OUTPUT L (MONO) jack
Hier kan een versterker, actieve monitors enz. worden
aangesloten.
Bij mono uitvoer sluit u op de L (MONO) jack aan (p.15).
38. [POWER] schakelaar
Zet de stroom aan en uit (p.16).
39. Stroom-ingang
Sluit de bijgeleverde adapter op deze ingang aan (p.13).
40. Kabelhaak
Hier kunt u de kabel van de bijgeleverde adapter netjes
omheen wikkelen.
10
Page 11
Hoe de VK-8M werkt
■ Over de virtuele toonwiel geluidsgenerator
Een traditioneel toonwiel orgel produceert het geluid met 92 tandwielen, genaamd “toonwielen”. Elk
toonwiel produceert een andere toonhoogte. Met een motor worden deze toonwielen langs elektro-
magnetische spoelen gedraaid, en op het moment dat de tand van elk wiel langs de corresponderende
elektromagnetische spoel gaat, wordt een geluidssignaal opgewekt. De combinatie van harmonische balken
en de noten, die dan worden ingedrukt, selecteren de geluidssignalen, waardoor het orgelgeluid wordt
geproduceerd.
De virtuele toonwiel geluidsgenerator van de VK-8M maakt gebruik van digitale technologie, voor een
nauwkeurige recreatie van het geluidsproductie mechanisme van een toonwiel orgel. De 91 tandwielen
worden voortdurend digitaal rondgedraaid, en kunnen op ieder moment geluid produceren. Het geluid dat
door deze virtuele toonwielen wordt geproduceerd, wordt bepaald door de combinatie van de harmonische
balken en de status van de noten die op het toetsenbord worden gespeeld - precies zoals bij traditionele
toonwiel orgels.
■ Hoe de orgelgeluiden worden gecreëerd
Toonwielen
Toonwielen draaien voortdurend, en zullen daardoor “spreken” op het moment dat u een noot speelt. De
virtuele toonwiel geluidsgenerator van de VK-8M produceert ook voortdurend geluid, waardoor er een
bijzonder snelle respons plaatsvindt. Deze snelle respons is in het bijzonder van betekenis als u karakteristieke
orgel uitvoeringstechnieken, zoals glissando gebruikt.
Percussie
Toonwiel percussie wordt gebruikt als u de noten dynamiek wilt geven, waardoor het geluid meer
knisperend wordt. Evenredig aan de toonhoogte van de noten die u speelt, kunt u het tweede (SECOND) of
derde (THIRD) deel als de toonhoogte van het percussiegeluid specificeren, en u kunt het percussie volume
laten afnemen (SOFT), of de decay verlengen (SLOW).
De percussie op toonwiel orgels is van het type genaamd “single-trigger”, wat betekent dat de percussie niet
op de gespeelde noten werd toegepast, maar alleen op de noot die het eerst werd ingedrukt. Als u de op dat
moment spelende toetsen loslaat, zal percussie voor de noot, die als tweede werd gespeeld klinken. Als u
legato speelt (waarbij noten vloeiend worden verbonden), zal percussie alleen op de eerste noot worden
toegepast, en niet op de daaropvolgende noten. Indien u staccato speelt, wordt percussie op alle noten
toegepast. Als u snel speelt met gebruik van percussie, kan het percussie circuit uw speelsnelheid wellicht niet
bijhouden, waardoor het percussiegeluid zachter wordt. Echter, met de VK-8M kunt u de snelheid van herstel
aanpassen, zodat het percussiegeluid ook snel spelen zal kunnen bijhouden (p.44). Op een toonwiel orgel is
de manier, waarop percussie wordt toegepast, een zeer belangrijk element in de verbetering van de
uitvoeringsexpressiviteit.
Op toonwiel orgels wordt de 1' harmonische balk gebruikt voor de productie van het percussiegeluid. Dit
houdt in, dat wanneer u percussie toevoegt, het geluid van de 1' harmonische balk niet langer hoorbaar is.
Ook zal percussie alleen op het Upper Part worden toegepast.
Op toonwiel orgels wordt het volume van het orgel verlaagd als de percussie [SOFT] knop wordt uitgezet,
maar op de VK-8M kunt u dit aanpassen, zodat het orgelvolume niet verandert als de percussie [SOFT] knop
aan of uitgezet wordt (p.43).
Key Click
De eerste generaties traditionele toonwiel orgels produceerden een licht piepende ruis (apart van percussie)
wanneer een noot werd ingedrukt of losgelaten. Aanvankelijk werd deze klik ruis als een probleem gezien,
maar blues en rock muzikanten gingen deze tijdens hun uitvoeringen gebruiken, en zo werd de klik een
onmisbaar onderdeel van het orgelgeluid, ook in jazzmuziek.
Op de VK-8M kunt u het volume van de toets klik voor key-on en key-off onafhankelijk instellen (p.43).
11
Page 12
Hoe de VK-8M werkt
Vibrato en chorus
Traditionele toonwiel orgels waren met zes verschillende effecten in totaal uitgerust: drie soorten vibrato
(V1, V2, V3) en drie soorten chorus (C1, C2, C3).
Vibrato is een effect dat de toonhoogte cyclisch moduleert, en chorus is een effect dat de toonhoogte
moduleert, om ruimtelijkheid en diepte te produceren.
Harmonische balken
De harmonische balken van een toonwiel orgel zijn in volgorde van stijgende toonhoogte gerangschikt, van
links naar rechts.
Geïnspireerd op de pijpen van een pijporgel, zijn de balken in “voeten” benoemd, waarbij 8' de grondtoon is.
Er is één uitzondering in de volgorde van de harmonische balken, en dat is de 5-1/3' balk, de tweede van links.
Volgens de toonhoogte volgorde zou dit de derde van links moeten zijn, maar aangezien 5-1/3' een boventoon
van 16' is, en met het 16' geluid wordt vermengd, is deze naast de 16' balk geplaatst.
De harmonische balken zijn in drie kleuren gecodeerd. De balken waarvan de toonhoogtes in octaaf relatie tot
8' staan zijn wit. De balken die geen octaaf harmonischen zijn, zijn zwart, en de lage toonhoogtereeks is bruin.
Op toonwiel orgels werden de hoogste voeten in de hoge toetsenbordreeks herhaald (opnieuw gebruikt), en
de laagste voeten werden in de lage reeks herhaald. Dit wordt “fold-back” genoemd.
Als een orgel 109 toonwielen had, konden alle negen harmonischen van de harmonische balken door alle 61
toetsen van een toonwiel orgel hoorbaar worden gemaakt. Indien dit echter het geval zou zijn, zou de hoge
toetsenbordreeks onaangenaam krijsend, en de lage reeks extreem laag en modderig klinken.
Dat is de reden waarom fold-back op de VK-8M wordt gebruikt, om een goed gebalanceerd geluid te
produceren.
Amp Type (Rotary, Overdrive, Tone)
De VK-8M beschikt over vier verschillende amp types, waarmee alles, van een warm buizengeluid tot de
sonische karakteristieken van de kasten, wordt gereproduceerd.
Zelfs als u een keyboard versterker of monitor luidsprekers gebruikt, verkrijgt u met amp modeling het geluid
van een werkelijk roterende luidspreker of het geluid van een gitaarversterker, waardoor u met een grotere
variëteit aan geluiden kunt spelen. Verder kunt u instellingen voor het volume van de roterende luidspreker
maken, voor de tijd die gebruikt wordt bij het schakelen tussen de snelle en langzame rotatiesnelheden,
evenals voor de snelle en langzame rotatiesnelheden zelf, en kunt u aparte tweeter en woofer instellingen
maken, voor een gevoel van meer breedte in het geluid.
Reverb
Reverb is een effect dat weerkaatsing aan het geluid toevoegt. Reverb types ROOM, HALL en CHURCH
voegen de weerkaatsing van akoestische ruimtes van verschillende afmetingen toe. Het SPRING reverb type
simuleert een reverb circuit, dat van veren gebruikmaakt, en vaak op traditionele orgels werd aangetroffen.
Met de VK-8M kunt u de reverb tijd aanpassen (p.48). Ook kunt u met de [REVERB] knop het volume van de
reverb bijstellen (p.34).
■ Over geheugen
Systeem geheugen
Naar instellingen, die op de volledige VK-8M van invloed zijn, wordt verwezen als “systeem geheugen”.
Registratie geheugen
Instellingen, die onafhankelijk voor elk registratienummer worden opgeslagen, zoals de instellingen van de
harmonische balken en paneelinstellingen, worden “registratie geheugen” genoemd.
In totaal zijn er 36 registratie geheugens. Deze kunnen allemaal bewerkt worden.
12
Page 13
Voordat u begint met spelen
De adapter aansluiten
Voordat u een aansluiting gaat maken, zorgt u dat de VK-8M is uitgezet.
1
fig.01-01
Niet ingedrukt
UIT
2Sluit de bijgeleverde netsnoer op de bijgeleverde adapter aan.
fig.00-02
Netsnoer
Adapter
3Sluit het bijgeleverde netsnoer op de VK-8M aan, en steek het andere
eind in een stopcontact.
fig.00-01
Achterpaneel
Kabel haakAarde
Stopcontact
NOTE
Om storingen en/of schade
aan luidsprekers of andere
apparaten te voorkomen, zet u
altijd het volume en alle
andere apparaten uit, voordat
u aansluitingen maakt.
NOTE
Gebruik alleen het bijgeleverde
netsnoer en de adapter.
* Om onopzettelijke onderbreking van de stroom naar uw apparaat te voorkomen
(mocht de stekker er per ongeluk uitgetrokken worden), en om overmatige belasting
van de adapter stekker te voorkomen, gebruikt u de kabel haak om het netsnoer te
verankeren, zoals in de tekening wordt getoond.
In sommige gevallen, afhankelijk van de omgeving waarin het apparaat is
geïnstalleerd, kan het oppervlak van het paneel soms ruw en korrelig aanvoelen. Dit
komt door een oneindig kleine elektrische lading, die geheel onschadelijk is. Als u
zich hier toch zorgen over maakt, verbindt u de aardeklem (zie bovenstaand figuur)
met een externe aarde. Wanneer het apparaat geaard is, kan een lichte brom
optreden, afhankelijk van de bijzonderheden van uw installatie. Wanneer u onzeker
bent over de aansluitingsmethode, neemt u contact op met het dichtstbijzijnde
Roland Service Centrum of een erkend Roland distributeur. Deze kunt u op de
Informatie pagina vinden.
Plaatsen, die ongeschikt zijn voor aansluiting:
• Waterleidingen (kan elektrische schok of elektrocutie veroorzaken)
• Gasleidingen (kan brand of explosie veroorzaken)
• Telefoonlijn aarde of een bliksemafleider (kan gevaarlijk zijn in het geval
van bliksem).
13
Page 14
Voordat u begint met spelen
Een extern toetsenbord aansluiten
■ Een extern toetsenbord gebruiken om de
geluiden van de VK-8M te spelen
1
Voordat u aansluitingen maakt, controleert u of alle apparaten zijn uitgezet.
2Gebruik een in de winkel verkrijgbare MIDI kabel om de MIDI IN
aansluiting van de VK-8M met de MIDI OUT aansluiting van uw
toetsenbord te verbinden.
MIDI IN
MIDI OUT
NOTE
Om storingen en/of schade
aan luidsprekers of andere
apparaten te voorkomen, zet u
altijd het volume en alle
andere apparaten uit, voordat
u aansluitingen maakt.
3Zet het toetsenbord aan.
4Zet de stroom van de VK-8M aan.
■ Het geluid van het externe toetsenbord met dat
van de VK-8M mengen
1
Voordat u aansluitingen maakt, controleert u of alle apparaten zijn uitgezet.
2Gebruik een in de winkel verkrijgbare geluidskabel om de INPUT
aansluiting van de VK-8M op de OUTPUT aansluiting van uw
toetsenbord aan te sluiten.
INPUT
OUTPUT
14
Page 15
3Zet het toetsenbord aan.
4Zet de stroom van de VK-8M aan.
Uw versterker, luidsprekers of
koptelefoon aansluiten
De VK-8M is niet uitgerust met een versterker of luidsprekers. Om het geluid te
kunnen horen, moet u geluidsapparatuur, zoals een monitor luidsprekersysteem of
stereo-installatie, aansluiten of een koptelefoon gebruiken.
1Voordat u aansluitingen maakt, controleert u of alle apparaten zijn
uitgezet.
2Sluit de VK-8M op uw versterker/luidspreker systeem en koptelefoon
aan, zoals in het diagram wordt getoond.
fig.01-02
Voordat u begint met spelen
NOTE
Om storingen en/of schade
aan luidsprekers of andere
apparaten te voorkomen, zet u
altijd het volume en alle
andere apparaten uit, voordat
u aansluitingen maakt.
Geluidskabel
Mengpaneel
Versterker
Gebruik geluidskabels om geluidsapparatuur, zoals een versterker of luidsprekers,
aan te sluiten. Indien u een koptelefoon gebruikt, steekt u deze in de PHONES jack.
Monitor
Speaker
Audio Set
Om volledig van de VK-8M's
uitvoering gebruik te kunnen
maken, adviseren wij u om een
stereo versterker/
luidsprekersysteem te
gebruiken. Als u een mono
systeem gebruikt, maakt u de
aansluitingen naar de
OUTPUT L (MONO) jack.
Geluidskabels en koptelefoon
zijn niet bijgeleverd. U zult
deze apart moeten
aanschaffen.
Koptelefoon
15
Page 16
Voordat u begint met spelen
b
b
De stroom aanzetten
Voordat u de stroom van de VK-8M aanzet, controleert u of:
1
• De VK-8M op juiste wijze op de gewenste randapparatuur is
aangesloten.
• Het volume van de VK-8M en alle aangesloten geluidsapparatuur of
luidsprekers op de minimum positie is gezet.
2Druk op de [POWER] schakelaar op het achterpaneel van de VK-8M om
de stroom aan te zetten.
Als de stroom aanstaat, zullen de indicators van de [REVERB] knop en andere
knoppen op het paneel oplichten.
fig.01-07
Ingedrukt
AAN
3Zet de stroom van de aangesloten versterker of het geluidssysteem aan.
NOTE
Nadat de aansluitingen zijn
gemaakt, zet u de aangesloten
apparaten in de gegeven
volgorde aan. Als u de
apparaten in de verkeerde
volgorde aanzet, riskeert u dat
storingen en/of schade aan
luidsprekers en andere
apparaten wordt veroorzaakt.
NOTE
Dit apparaat is met een
eveiligingscircuit uitgerust.
Daarom zal het korte tijd
(enkele seconden) duren
voordat het apparaat normaal
zal werken.
4Draai de [MASTER VOLUME] knop met de klok mee, om het volume
van de VK-8M bij te stellen.
fig.01-08
5Pas het volume van het apparaat dat op de VK-8M is aangesloten aan.
■ De stroom uitzetten
1Voordat u de stroom uitzet, controleert u het volgende:
• Het volume van de VK-8M en aangesloten apparatuur is op de
minimum positie gezet.
• Door u gecreëerde geluidsdata is opgeslagen.
2Zet de stroom van de apparatuur die op de VK-8M is aangesloten uit.
3Druk op de [POWER] schakelaar van de VK-8M om de stroom uit te
zetten.
fig.01-07
NOTE
Pas op dat u het volume niet
overmatig hoog instelt. Door
een excessief volume kan uw
versterker/luidspreker-
systeem/koptelefoon
eschadigen of kunnen
gehoorsproblemen
veroorzaakt worden.
NOTE
Als u de stroom uitzet, terwijl
u geluidsinstellingen maakt,
zullen de instellingen verloren
gaan. Als u deze gewijzigde
instellingen wilt behouden,
moet u deze opslaan, voordat
u de stroom uitzet. Voor
details raadpleegt u “Uw
instellingen opslaan
(Registration)” (p.37).
Niet ingedrukt
UIT
16
Page 17
Voordat u begint met spelen
De fabrieksinstellingen herstellen
(Factory Reset)
Met deze functie worden alle VK-8M instellingen op de standaard fabriekswaarden
teruggezet.
1Zorg dat het volume op de minimum positie is gezet.
2Druk op de [POWER] schakelaar van de VK-8M om de stroom uit te
zetten.
fig.01-07
Niet ingedrukt
UIT
3Terwijl u de [BANK] knop, [WRITE] knop en [H-BAR MANUAL]
knoppen ingedrukt houdt, drukt u op de [POWER] schakelaar om de
stroom aan te zetten.
NOTE
Als u de Factory Reset operatie
uitvoert, zal alle door u
gecreëerde data uit het
geheugen van de VK-8M
verloren gaan. Indien de VK-
8M belangrijke data bevat die
u wilt behouden, gebruikt u de
Bulk Dump operatie om de
data op een externe MIDI
sequencer op te slaan, voordat
u de Factory Reset operatie
uitvoert (p.51).
4Druk op de [BANK] knop, [WRITE] knop en [H-BAR MANUAL]
knoppen, totdat alle paneelindicators verlicht zijn.
Alle instellingen worden op de instellingen vanuit de fabriek teruggezet.
Wanneer de Factory Reset voltooid is, zullen alle paneel indicators enige seconden
oplichten.
fig.01-07
NOTE
Zet nooit de stroom uit, terwijl
Factory Reset wordt
uitgevoerd.
17
Page 18
Voordat u begint met spelen
De demosongs beluisteren
De VK-8M bevat vier demosongs. Hier ziet u hoe de demosongs beluisterd kunnen
worden, en u de verscheidene orgelgeluiden en effecten kunt ervaren.
fig.01-11
132
1Druk de [H-BAR PART] en de [H-BAR MANUAL] knoppen tegelijk in.
Ga naar de Demo mode.
2Druk op één van de REGISTRATION knoppen [1]-[4] om een demosong
te selecteren.
Chain Play (achter elkaar afspelen) van de demosongs begint vanaf de geselecteerde
song.
Als de geselecteerde song is beëindigd, wordt de volgende song afgespeeld. Nadat
de laatste song is afgespeeld, wordt er naar de eerste song teruggekeerd, en gaat het
De VK-8M wordt met 36 opgeslagen registraties geleverd. Hier wordt uitgelegd hoe
u van registratie kunt veranderen om de verscheidene geluiden te kunnen horen.
Er zijn zes registratie banken, met zes geluiden in iedere bank.
Schakel tussen de registraties om de verschillende geluiden te beluisteren.
fig.01-13
242, 3
1Sluit het externe toetsenbord op de VK-8M aan (p.14).
2Houd de [BANK] knop ingedrukt, en druk op één van de knoppen van
[1] tot [6] om het banknummer te selecteren.
3Druk op één van de knoppen van [1] tot [6] om het registratienummer te
selecteren.
De indicator van het knopnummer dat u heeft geselecteerd zal oplichten.
4Druk op de [H-BAR PART] knop, zodat zijn lampje uitgaat.
5Bespeel het toetsenbord om het door u geselecteerde geluid te
beluisteren.
De Upper Part stem van de geselecteerde registratie wordt afgespeeld.
Voorbeeld:
• Van registratie 11 naar registratie 16 overschakelen
Druk op de [6] knop.
Indien u een registratie uit
dezelfde bak wilt selecteren, is
stap 2 niet nodig.
Terwijl u op de [BANK] knop
drukt, zal de indicator van de
geselecteerde bank oplichten.
U kunt de MIDI kanalen van
de VK-8M en het externe
toetsenbord instellen, zodat de
Lower Part en Pedal Part
geluiden van het externe
toetsenbord worden gespeeld
(p.49).
• Van registratie 11 naar registratie 35 overschakelen
Houd de [BANK] knop ingedrukt en druk op de [3] knop. Haal uw vinger van de
[BANK] en [3] knop, en druk op de [5] knop.
19
Page 20
Het orgel bespelen
Over de orgelklank
De orgelklank heeft drie gedeeltes (Parts): “Upper”, “Lower” en “Pedal”. U kunt een
extern toetsenbord op de VK-8M aansluiten, om de stemmen van deze gedeeltes te
spelen. De geluiden van de Upper, Lower en Pedal gedeeltes van een orgelklank
kunnen met gebruik van de harmonische balken gewerkt worden.
fig.01-13
1Sluit het externe toetsenbord op de VK-8M aan (p.14).
2Stel de MIDI kanalen voor de VK-8M en het externe toetsenbord in
(p.46).
3Druk op de [H-BAR PART] knop om het gedeelte, waarvan u de stem
wilt veranderen, te selecteren.
Elke keer dat de [H-BAR PART] knop wordt ingedrukt, verandert de kleur van de
knop.
[H-BAR PART]
knop kleur
RedUpper PartSEQUENCER MODE
GreenLower PartSEQUENCER MODE
AmberPedal PartSEQUENCER MODE
darkUpper PartSINGLE KEYBOARD MODE
SEQUENCER MODE
De stemmen van de parts, die met de MIDI zendkanalen zijn gespecificeerd, worden
gespeeld.
SINGLE KEYBOARD MODE
De Upper Part klank wordt gespeeld, ongeacht de parts die met de MIDI
zendkanalen zijn gespecificeerd (Omni On).
Part waarop de
Harmonische Balk
instellingen van invloed zijn
MIDI aansluitingsfunctie
(MIDI IN FUNCTIE)
Voor instructies over het
maken van de MIDI kanaal
instellingen van het externe
toetsenbord, raadpleegt u de
gebruikershandleiding van het
externe toetsenbord.
Bij het creëren van de Pedal
gedeeltes, worden alleen de 16'
en 8' geluiden gebruikt.
20
Page 21
4Druk op de [H-BAR MANUAL] knop om de harmonische balk
instellingen op de stem toe te passen.
De instellingen van de harmonische balk worden op de stem toegepast.
5Beweeg de harmonische balken om het geluid te bewerken (p.21).
Het geluid in realtime aanpassen
(Harmonic Bars)
De harmonische balken zijn regelaars voor het creëren van de basisstructuur van het
orgelgeluid.
Door het in en uitschuiven van de negen harmonische balken kunt u een grote
verscheidenheid aan klanken creëren.
fig.01-14
Het orgel bespelen
Al het geluid dat u bewerkt
heeft, kan als een registratie
worden opgeslagen (p.37).
75%
Wanneer percussie aanstaat,
wordt de 1' toonhoogte niet
geproduceerd (p.25).
De nummers, die op de harmonische balken worden aangegeven, zorgen ervoor dat
u de balken snel op de gewenste instelling kunt zetten. Als u een harmonische balk
naar binnen schuift totdat er geen nummer meer zichtbaar is, zal zijn volume “0”
zijn, en is er geen geluid hoorbaar. Wanneer u een harmonische balk helemaal
uitschuift, staat het volume op maximum.
Een sinus golf (zuivere klank) van een andere toonhoogte wordt aan elk van de
harmonische balken toegewezen, en door het mengen van deze sinusgolven kunt u
een verscheidenheid aan geluiden creëren.
fig.01-15
Time
8' volume: 8
Percussiegeluiden worden
alleen op het Upper Part
toegepast.
4' volume: 5
Time
Time
21
Page 22
Het orgel bespelen
De nummers (16', 5-1/3', enz.) die op de knop van elke harmonische balk zijn
gedrukt, geven de toonhoogte van de betreffende balk in de Engelse voetmaat aan.
De toonhoogte van elke harmonische balk speelt een belangrijke rol bij de creatie van
het geluid. De 8' toonhoogte is de basistoonhoogte van het geluid, en het geluid
wordt gecreëerd, gebaseerd op deze 8' toonhoogte.
De toonhoogtes van de harmonische balken staan als volgt met elkaar in verband:
fig.01-16
Wanneer de middelste C (C4) wordt ingedrukt,
laat elke harmonische balk de volgende noten horen:
16’8’4’2’1’51/3’2
Een octaaf
lager
5E grondtoon 8ste12e
2
/3’1
15e
8’ =
3
/5’11/3’
17e19e22ste
22
Page 23
Wat zijn “Voeten”?
Geschiedkundig vinden de “voet” (“ ' “ symbool) indicaties van de harmonische
balken hun oorsprong in de lengte van de pijpen van een pijporgel. De lengte van
een pijp, die gebruikt wordt om de referentie toonhoogte (de grondtoon) voor het
toetsenbord te produceren, is acht voet. Het reduceren van de pijp tot half zijn
lengte, produceert een toonhoogte van een octaaf hoger; omgekeerd wordt door
verdubbeling van de pijplengte een toonhoogte van een octaaf lager creëert.
Daarom zou een pijp die een toonhoogte van een octaaf lager dan die van de
referentietoonhoogte 8' produceert, 16' zijn; voor een octaaf boven de referentie
zou dit 4' zijn; nog een octaaf hoger zou deze tot 2' verkort worden.
Op toonwiel orgels is de toonhoogte verhouding, die in het diagram wordt
getoond, voor een bepaald gedeelte van het toetsenbord niet helemaal juist (p.22).
In de hogere regionen van het toetsenbord worden voeten van een hoge
toonhoogte “omgeslagen” naar een octaaf lager. Hoge lengtes (in voeten) voor
hoge noten worden teruggevouwen, terwijl lage lengtes (in voeten) voor lage
noten worden gevouwen. Door het terugvouwen van het hoge frequenties portie
wordt voorkomen dat de hoge frequentie geluiden onaangenaam schril klinken,
en het terugvouwen van het lage frequentie portie voorkomt dat het geluid
“modderig” klinkt. Op de VK-8M wordt deze eigenschap natuurgetrouw
gesimuleerd.
Het orgel bespelen
Zoals u uit de toonhoogte verhoudingen kunt opmaken, is de 5-1/3' toonhoogte
uniek, omdat deze niet in een bepaalde toonhoogte volgorde is ondergebracht. De
reden daarvan is dat het 5-1/3' geluid niet met de 8' (grondtoon) mengt, maar met
de 16' toonhoogte. Akoestische instrumenten produceren geluid dat bestaat uit
frequenties op veelvouden in hele getallen van de grondtoon frequentie; dubbel,
drievoudig enzovoort. Dit worden “boventonen in hele getallen” (integer
harmonics) genoemd. In verhouding met de 8' toonhoogte, de basis toonhoogte
van een orgel, is de 5-1/3' geen veelvoud in een heel getal, en mengt niet.
Echter, in verhouding met de 16' toonhoogte (die een octaaf lager is), is de 5-1/3'
toonhoogte een veelvoud in een heel getal, en mengt daarom wel. (Beginnend met
16' is de 5-1/3' toonhoogte drie keer hoger). Omdat 5-1/3' met 16' mengt, hebben
deze twee harmonische balken een andere kleur dan de overige harmonische
balken, en zijn samen geplaatst.
23
Page 24
Het orgel bespelen
Het orgelgeluid veranderen
(Wheel Type, Leakage Level)
Tone Wheel en Leakage Noise zijn belangrijke elementen bij het creëren van
toonwiel orgelgeluiden.
Tone Wheel
Toonwielen zijn 91 metalen schijven, die het geluid op toonwiel orgels produceren.
In de rand van elke schijf zijn tanden gemaakt, en het geluid wordt opgewekt door
de disk op een vaststaande snelheid langs een elektrische spiraal te laten draaien. De
VK-8M simuleert het toonwiel mechanisme van een toonwiel orgel op digitale wijze,
en voorziet dus in de snelle respons en volledige polyfonie, kenmerkend voor deze
instrumenten.
De geluiden die door de toonwielen van een toonwiel orgel worden geproduceerd,
zijn niet exact pure sinusgolven, omdat ze beïnvloed worden door de
vervaardigings precisie van het wiel en de karakteristieken van het analoge
schakelsysteem. Het zijn echter deze onvolkomenheden die een toonwiel orgel zijn
kenmerkende karakter geven.
Leakage Noise
Op toonwiel orgels was het geluid van de ingedrukte noot lichtelijk aangetast door
geluidssignalen van toonwielen, die niet in verband stonden met de betreffende
noot. Vroeger was dit een probleem, maar tegenwoordig is deze eigenaardigheid
een belangrijk element van het kenmerkende geluid van een vintage toonwielorgel
geworden.
Tone Wheel Type
Selecteert het type toonwiel.
fig.01-17
12
1Druk op de [TONE WHEEL] knop om het type toonwiel te selecteren.
Elke keer dat u op de [TONE WHEEL] knop drukt, zal het toonwiel tussen de
volgende instellingen afwisselen:
TypeUitleg
VINTAGE1Een toonwiel dat de toonwiel orgels van de jaren 70 simuleert.
VINTAGE2
CLEANEen toonwiel zonder lekruis.
Leakage Noise
Naast de lekruis die door het Tone Wheel Type wordt geselecteerd, kunt u
onafhankelijk daarvan lekruis toevoegen.
Een toonwiel dat de toonwiel orgels van de jaren 60 simuleert.
NOTE
Wanneer het “VINTAGE1” of
“VINTAGE2” wieltype is
geselecteerd, zal er nog steeds
enige lekruis aanwezig zijn,
zelfs als de [LEAKAGE] knop
helemaal naar links is
gedraaid.
24
Page 25
2Draai aan de [LEAKAGE] knop.
Als de knop naar rechts wordt gedraaid, neemt het lekruis volume af, en naar links
neemt het volume van de lekruis toe.
Knispering aan het geluid toevoegen
(Percussion)
Het orgel bespelen
Percussion voegt dynamiek aan het begin van de noot toe, waardoor het geluid
knisperend wordt. Als u legato speelt (vloeiend en gebonden), zal percussie alleen
aan de eerst gespeelde noot worden toegevoegd. Als u staccato speelt (iedere noot
apart articuleren), wordt percussie aan alle noten toegevoegd.
fig.01-19
[2nd/3rd] (Tweede Percussie/Derde Percussie) knop
Hiermee wordt de percussie veranderd.
IndicatorUitleg
Percussie zal op dezelfde toonhoogte als de 4' harmonische
balk klinken.
Derde percussie zal niet klinken.
Percussie kan alleen aan het
hoogste gedeelte van
orgelstemmen worden
toegevoegd. Het kan niet aan
de lage gedeeltes van
orgelstemmen, het pedaal of
aan andere geluiden worden
toegevoegd.
Als percussie aanstaat, wordt
de 1' toonhoogte niet
geproduceerd.
Percussiegeluiden worden
alleen op het Upper Part
toegepast.
2ND Indicator
Lit
3RD Indicator
Lit
Dark
Percussie zal op dezelfde toonhoogte als de 2-2/3'
harmonische balk klinken.
Tweede percussie zal niet klinken.
Percussie zal niet klinken.
Percussie zal niet klinken.
25
Page 26
Het orgel bespelen
[SOFT] (Soft Percussie) knop
Schakelt het volume van de percussie
KnopUitleg
Het percussiegeluid is zachter.
Lit (ON)
Het percussiegeluid is normaal.
Dark (OFF)
Als u aan de [SOFT] knop draait om het percussiegeluid sterker te maken, wordt
het orgelgeluid dat door de harmonische balken is gespecificeerd lager. Dit
reproduceert het gedrag van toonwiel orgels. Als het orgelvolume afneemt
wanneer u de [SOFT] knop uitzet, kunt u instellingen maken (p.44). Tevens kunt
u de percussie volumes die door de Percussion Normal/Soft instellingen worden
geselecteerd specificeren (p.43).
fig.01-23
Volume
Normale percussieZachte percussie
Volume
Percussie
Volume van de harmonische
balken zal afnemen
Percussiegeluid
zal wegsterven
Tijd
Volume van de
harmonische balken
Tijd
26
Page 27
[SLOW] (Slow Percussion) knop
a
Verandert de snelheid waarop het percussiegeluid zal wegsterven
KnopUitleg
Het percussiegeluid zal langzaam verdwijnen.
De percussie heeft een zachtere attack.
Lit (ON)
Het percussiegeluid zal snel verdwijnen.
De percussie heeft een scherpere attack.
Dark (OFF)
fig.01-25
Snelle percussieLangzame percussie
Het orgel bespelen
U kunt de snelheid, waarmee
het percussiegeluid wegsterft,
specificeren (p.43).
Korte decaytijdLange decaytijd
PercussiePercussie
VolumeVolume
Volume van de
harmonische b
TijdTijd
Percussie op een toonwiel orgel (Single Trigger Algoritme)
De percussie op toonwiel orgels werd niet op alle gespeelde noten toegepast. Het
werd alleen op noten die gelijktijdig werden gespeeld hoorbaar, vanuit een status
waarin er geen noten waren gespeeld. Als noten legato werden gespeeld (vloeiend
en gebonden), werd percussie alleen op de eerst gespeelde noot toegepast.
Wanneer noten staccato werden gespeeld (elke noot apart gearticuleerd), werd
percussie op alle noten toegepast. Deze methode wordt single trigger algoritme
genoemd, en is een zeer belangrijk element van het orgelspel. Op toonwiel orgels
werd percussie door een analoog circuit geproduceerd. Wanneer de tijd tussen het
loslaten van een toets en het indrukken van de volgende toets erg kort was, kon
het percussie circuit niet opnieuw volledig opladen, waardoor het percussiegeluid
zachter klonk. De VK-8M simuleert dit gedrag, waardoor u de instellingen van de
orgelstemmen kunt wijzigen, om de kenmerken van de oplaad tijd van het circuit
aan te passen (p.44).
27
Page 28
Het orgel bespelen
Modulatie aan het geluid toevoegen
(Vibrato and Chorus)
Het vibrato effect moduleert cyclisch de toonhoogte van orgelgeluiden. Het chorus
effect mengt het normale orgelgeluid met een geluid waarop vibrato is toegepast,
waardoor het geluid rijker en ruimtelijker wordt.
fig.01-26
12
1Druk op de VIBRATO AND CHORUS [ON] knop, zodat de indicator
oplicht.
Het vibrato of chorus effect zal op de orgelklank worden toegepast.
2Draai aan de [VIBRATO END CHORUS] knop, om het type vibrato of
chorus effect te veranderen.
De indicator van het geselecteerde vibrato of chorus effect type zal oplichten.
Er zijn drie types vibrato en drie types chorus beschikbaar (in totaal zes types).
V1, V2, V3
Dit past vibrato (toonhoogte modulatie) toe. Als deze waarde toeneemt, wordt een
dieper effect geproduceerd.
C1, C2, C3
Dit past chorus toe, om het geluid dieper en ruimtelijker te maken. Als deze waarde
toeneemt, wordt een dieper effect geproduceerd.
NOTE
Het is niet mogelijk om vibrato
en chorus tegelijkertijd toe te
passen. Het is ook niet
mogelijk om verschillende
vibrato of chorus types voor de
lage en hoge gedeeltes te
selecteren.
NOTE
Vibrato of chorus kan niet op
percussie worden toegepast.
28
Page 29
Het COSM Rotary Speaker effect
gebruiken (Rotary Sound)
Rotary Sound is een effect dat de modulatie toepast, die geproduceerd wordt als
orgelgeluiden met een roterende luidspreker worden gebruikt. Bij de meeste
roterende luidsprekers draaien de hoge frequentie luidspreker en de lage frequentie
luidspreker op verschillende snelheden. De VK-8M kan deze ingewikkelde
modulatie simuleren.
fig.01-27
Het orgel bespelen
De VK-8M gebruikt een effect
algoritme gebaseerd op COSM
technologie, en kan de
modulatie van een werkelijk
roterende luidspreker, en de
onregelmatigheden van zijn
rotatie natuurgetrouw
simuleren. U kunt ook
geavanceerde instellingen
maken, zoals de kenmerken
van de versterker (p.30), de
resonantie van de
luidsprekerkast en de afstand
van de microfoon, die het
geluid van de roterende
luidspreker oppikt (p.42).
[SLOW/FAST] knop
Schakelt tussen de snelheid van de roterende luidspreker. FAST en SLOW worden
elke keer, dat u de [SLOW/FAST] knop indrukt, afgewisseld.
Indien de SPEED indicator snel knippert, wordt daarmee aangegeven dat het rotary
effect in de FAST mode staat; in de SLOW mode knippert deze langzaam. De
verandering in rotatie snelheid bij het schakelen tussen FAST en SLOW vindt
geleidelijk plaats.
[BRAKE] knop
Deze knop zet de rotatie van het rotary geluid tijdelijk stop.
IndicatorUitleg
De rechter of linker SPEED
indicator is verlicht
De linker en rechter SPEED
indicators lichten afwisselend
op
De rotatiesnelheid neemt geleidelijk af, en
stopt.
Vanuit een stilstaande positie, zal de rotatie
geleidelijk sneller worden.
SPEED Indicator
De linker en rechter indicators lichten afwisselend op, waarmee de snelheid van de
roterende luidspreker wordt aangegeven.
U kunt een D Beam controller
gebruiken, om de roterende
luidspreker tussen snel en
langzaam af te laten wisselen.
Voor details raadpleegt u “De
D Beam controller gebruiken
voor het produceren van
gewone orgeleffecten” (p.31).
U kunt de verlichting van de
SPEED indicator aan de
rotatiesnelheid van de woofer
of tweeter synchroniseren
(p.42).
Als u de [BRAKE] knop indrukt om het draaien van de roterende luidspreker te
stoppen, zal één van de indicators verlicht blijven.
29
Page 30
Het orgel bespelen
Het Amp type veranderen
(Amp Type, Overdrive, Tone)
fig.01-30
132
De virtuele versterker veranderen
Schakelt het frequentiebereik en de kast resonantie van de virtuele versterker.
1
Druk op de [AMPLIFIER] knop om het virtuele versterker type te selecteren.
Elke keer, dat u op de [AMPLIFIER] knop drukt, zal het versterker type veranderen.
TypeUitleg
TYPE IKenmerken van de meest gebruikte roterende luidsprekers.
Kenmerken van de grote vacuüm buizenversterkers, die een
TYPE II
TYPE III
TYPE IV
Vervorming aan het geluid toevoegen – Overdrive
Overdrive is een effect dat het geluid vervormt. Door vervorming van het geluid
kunt u de diepe orgelgeluiden creëren, die vaak in stijlen zoals hardrock worden
gebruikt.
onmisbaar element van de Britse hardrock uit de jaren 70 waren, en
nog steeds geliefd zijn bij vele hardrock gitaristen.
Het karakter van een roterende luidspreker, die vaak met een rock
orgel wordt toegepast.
Dit voegt het karakteristieke roterende luidsprekergeluid toe, dat
voor een brede reeks geluiden wordt gebruikt, van een clean geluid
tot zware overdrive. Verder wordt er een nieuw systeemtype
gebruikt, waarmee u de hoeveelheid overdrive kunt veranderen,
zonder dat het volume verandert. Op die manier wordt het maken
van niveau instellingen heel gemakkelijk.
2Draai aan de [OVERDRIVE] knop om de hoeveelheid overdrive aan te
passen.
Volledig naar rechts gedraaid: het distortion effect staat op maximum.
Volledig naar links gedraaid: geen effect.
De geluidskenmerken veranderen
U kunt het klankkarakter van de orgelklank veranderen.
3Draai aan de [TONE] knop om het klankkarakter aan te passen.
Tegen de klok in draaien: de orgelklank wordt vetter.
Met de klok mee draaien: de orgelklank wordt helder.
30
Page 31
De D Beam controller gebruiken voor het
b
produceren van gewone orgeleffecten
U verscheidene effecten op het geluid toepassen, door uw hand over de D Beam
controller op het paneel van de VK-8M te bewegen.
fig.01-34
Het orgel bespelen
3
1
2
1Druk op de D BEAM [ON] knop, zodat de knop oplicht.
De D Beam controller staat nu aan.
2Gebruik de [D Beam] knop om het effect, dat u met gebruik van de D
Beam wilt besturen, te selecteren.
Het effect dat aan de D Beam controller is toegewezen, zal elke keer dat u op de
[D Beam] knop drukt worden aangezet.
U kunt “GLISS” als het D Beam Type selecteren, door de [D Beam] knop enige
seconden ingedrukt te houden, totdat alle D Beam indicators verlicht zijn. De
volgende effecten kunnen met gebruik van de D Beam controller worden toegepast:
EffectenUitleg
Als u uw hand meer naar de D Beam controller brengt,
zal het volume van de harmonische balken geleidelijk
CRESCENDO
RT SPEED
(ROTARY SPEED)
RING MOD
(RING MODULATOR)
TW BRAKE
(TONE WHEEL
BRAKE)
SPRING SHOCK
GLISS (GLISSANDO)
afnemen. Wanneer uw hand het dichtst bij de D Beam
controller is, zijn de volumes van de harmonische balken op het maximum, en zal de rotary naar FAST overschakelen.
Elke keer dat u uw hand over de D Beam controller
beweegt, schakelt het rotary effect tussen snel en langzaam.
Als u uw hand over de D Beam controller plaatst, zal de
ring modulator worden toegepast (p.32). Als u uw hand
dichter naar de D Beam controller beweegt, zal de diepte
van de ring modulator veranderen.
Door uw hand naar de D Beam controller toe te bewegen, zal de wiel rem worden aangezet. Als u uw hand
van de D Beam controller af beweegt, wordt de wiel rem
uitgezet (p.32).
Als u uw hand in de buurt van de D Beam controller
beweegt, wordt het geluid van een trillend veer reverb
apparaat geproduceerd (p.32).
Door uw hand dichter naar de D Beam controller toe te
brengen wordt een glissando effect van een lage naar
een hoge toonhoogte gecreëerd.
Indien ROTARY SPEED aan de
D Beam is toegewezen, kunt u
uw hand over de D Beam
ewegen, om het rotary effect
geleidelijk van langzaam naar
snel of van snel naar langzaam
te laten veranderen (p.48).
Het volume van de spring
shock kan met de [REVERB]
knop worden aangepast. De
spring shock is in het bijzonder
effectief, wanneer “SPRING”
als het reverb type is
geselecteerd (p.34).
31
Page 32
Het orgel bespelen
3Terwijl u het toetsenbord bespeelt om geluid te produceren, plaatst u uw
hand over de D Beam controller.
fig.01-35
Het timbre zal veranderen als u uw hand over de D Beam controller beweegt.
Over de effecten
Vanaf het begin van de geschiedenis van het rock orgel hebben verschillende spelers
unieke effecten ontwikkeld, die ze in hun muziek hebben gebruikt. Naast het
simulerende van veel van deze unieke effecten, kunt u met de VK-8M ook van
effecten genieten, die op geen enkel ander instrument te vinden zijn.
De kleur van de D BEAM [ON]
knop verandert wanneer de D
Beam controller in gebruik is.
Het geluid een metaalachtig karakter geven (Ring Modulator)
Door het veranderen van de frequentie van de ring modulator's interne oscillator,
kunt u het orgelgeluid een onplaatsbaar metaalachtig karakter geven, zoals dat van
een bel.
In de vroegere hardrock werden soms extreme effecten, zoals ring modulatie, op het
orgelgeluid toegepast. Het schijnt dat orgelspelers allerlei dingen probeerden om
tegen de radicale uitvoeringstechnieken, die door elektrische gitaristen werden
gebruikt, opgewassen te blijven.
Door toepassing van ring modulatie kunt u een ingewikkelde boventoonstructuur
creëren, die in het originele geluidssignaal niet aanwezig was. Deze ingewikkelde
harmonische structuur heeft een bel-achtig karakter. Waar de term “ring” vandaan
komt? Wanneer een ring modulatie circuit als analoge schakeling wordt
geconstrueerd, heeft het circuit de vorm van een ring (cirkel).
De rotatie van toonwielen stoppen (Wheel Break)
Het is mogelijk om de rotatie van de toonwielen van een orgel te stoppen. Dit
produceert een onverwacht resultaat, waarbij de toonhoogte van de orgelklank
geleidelijk afneemt, totdat het geluid volledig wegsterft.
De techniek van het stoppen van de toonwiel rotatie werd soms door spelers op
toonwiel orgels gebruikt. Aangezien de versterker van een toonwielorgel een
analoog circuit was, dat vacuüm buizen gebruikte, was het geluid nog steeds een tijd
hoorbaar nadat de stroom was uitgezet. Echter, als de stroom was uitgezet,
begonnen de toonwielen langzamer te worden, en was een blijvend dalende
toonhoogte hoorbaar. Moderne spelers gebruikten dit effect in hun muziek.
NOTE
Als de “SPRING SHOCK”
functie aan de D Beam
controller is toegewezen, moet
u zich ervan bewust zijn, dat
door het overmatig verhogen
van het reverb niveau een
impact geluid van een zeer
hoog volume wordt
geproduceerd. Als u het
volume van het impact geluid
wilt reduceren, gebruikt u de
REVERB [LEVEL] knop om het
reverb niveau aan te passen
(p.34).
32
Spring Reverb Shock
Orgels van vroeger gebruikten veer reverb apparaten om een reverb effect aan het
geluid toe te voegen. Wanneer een fysieke schok op een veer reverb apparaat wordt
toegepast, botsen de veren tegen elkaar, waardoor een schokkend geluid wordt
geproduceerd. Sommige spelers gebruikten dit zelfs in hun orgelgeluid.
Page 33
■ De gevoeligheid van de D Beam controller
bijstellen
U kunt de gevoeligheid van de D Beam controller ook bijstellen, nadat de stroom is
aangezet.
Waarschuwing
Let op, de D Beam controller zal niet werken op een locatie met veel infrarood licht.
Het orgel bespelen
De gevoeligheid van de D Beam controller automatisch bijstellen
1Houd de D BEAM [ON] knop ingedrukt, zodat de indicators van de
[VIBRATO AND CHORUS] knoppen knipperen. Druk dan op de
VIBRATO AND CHORUS [ON] knop.
De gevoeligheid van de D Beam controller zal automatisch worden bijgesteld.
De REVERB en AMPLIFIER indicators geven de D Beam gevoeligheid aan.
MinMax
De gevoeligheid van de D Beam controller wordt opgeslagen, nadat u uw hand van
de D BEAM [ON] knop heeft gehaald.
Terwijl de instellingen worden opgeslagen, zullen alle paneel indicators oplichten.
NOTE
Plaats geen objecten op de D
Beam controller, en plaats uw
hand er niet overheen,
wanneer de gevoeligheid van
de D Beam controller
automatisch wordt bijgesteld.
De gevoeligheid van de D Beam controller handmatig bijstellen
1Terwijl u de D BEAM [ON] knop ingedrukt houdt, draait u aan de
[VIBRATO AND CHORUS] knop om de gevoeligheid van de D Beam
controller bij te stellen.
De gevoeligheid van de D Beam controller wordt opgeslagen, nadat u uw hand van
de D BEAM [ON] knop heeft gehaald.
Terwijl de instellingen worden opgeslagen, zullen alle paneel indicators oplichten.
NOTE
Zet nooit de stroom uit,
wanneer instellingen worden
opgeslagen.
33
Page 34
Het orgel bespelen
Ambiance toevoegen (Reverb)
Reverb is een effect dat weerkaatsing aan het geluid toevoegt.
fig.01-33
12
1Draai aan de REVERB [LEVEL] knop, om de hoeveelheid toe te passen
reverb effect bij te stellen.
Volledig naar rechts gedraaid: maximale weerkaatsing.
Volledig naar links gedraaid: geen effect.
Het reverb type veranderen
Door het veranderen van de weerkaatsingen van de noten, kunt u van de atmosfeer
van uitvoeringen op vele verschillende locaties genieten.
2Druk op de [REVERB] knop om van reverb type te veranderen.
Elke keer dat u op de [REVERB] knop drukt, wordt het reverb type veranderd.
TypeUitleg
ROOMSimuleert de weerkaatsing van een kamer.
HALLSimuleert de weerkaatsing van een grote concertzaal.
CHURCHSimuleert de weerkaatsing van een kerk.
SPRINGSimuleert de weerkaatsing van een veer reverb apparaat.
NOTE
Als de “SPRING SHOCK”
functie aan de D Beam
controller is toegewezen, moet
u zich ervan bewust zijn dat
door het overmatig verhogen
van het reverb niveau een
impact geluid van een zeer
hoog volume wordt
geproduceerd (p.31).
Als de “SPRING SHOCK”
functie aan de D Beam
controller is toegewezen, moet
u zich ervan bewust zijn dat
door het overmatig verhogen
van het reverb niveau een
impact geluid van een zeer
hoog volume wordt
geproduceerd. Als u het
volume van het impact geluid
wilt reduceren, gebruikt u de
REVERB [LEVEL] knop om het
reverb niveau aan te passen
(p.31).
34
Page 35
Het toetsenbord geluid met het
orgelgeluid mengen
De geluiden van het externe toetsenbord kunt u spelen door het toetsenbord op de
INPUT jack van de VK-8M aan te sluiten. Ook kunt u het orgelgeluid en het
toetsenbord geluid mengen, zonder dat u hiervoor een apart mengpaneel nodig
heeft.
1Sluit het toetsenbord op de INPUT jack van de VK-8M aan (p.14).
2Draai aan de INPUT [VOLUME] knop, om het volume van het
toetsenbord, dat op de INPUT jack is aangesloten, aan te passen.
Het orgel bespelen
23
Verlaag het volume van het toetsenbord door de knop in de MIN richting te draaien.
Verhoog het volume van het toetsenbord door de knop in de MAX richting te
draaien.
■ De Active Expression functie gebruiken
Met de VK-8M kunt u de functie van het expressiepedaal veranderen, wanneer een
extern toetsenbord op de INPUT jack is aangesloten.
3Druk op de [INPUT] knop om de functie van het expressiepedaal te
veranderen.
Elke keer dat de [INPUT] knop wordt ingedrukt, verandert de functie van het
expressiepedaal.
TypeUitleg
U kunt de Active Expression functie gebruiken. Met deze functie
ACTIVE
EXP
EXP
MIX
wordt het geluid (orgelgeluid) van de VK-8M gespeeld wanneer
het expressiepedaal licht wordt ingedrukt. Als het pedaal dieper
wordt ingedrukt, wordt het geluid harder.
Expressie wordt op het geluid van de VK-8M (het orgelgeluid) en
het invoergeluid toegepast.
Expressie wordt op het geluid van de VK-8M (het orgelgeluid)
toegepast.
Expressie wordt niet op het invoergeluid toegepast.
U kunt de functie van het
expressiepedaal veranderen
(volgende sectie).
Instellingen voor de Active
Expression functie kunnen
voor elke registratie worden
opgeslagen (p.37).
35
Page 36
Het orgel bespelen
Het expressiepedaal gebruiken
U kunt een expressiepedaal op de EXPRESSION PEDAL jack op het achterpaneel
aansluiten, en dit voor het bijstellen van het volume gebruiken. Als u het pedaal van
u af duwt, neemt het volume toe, en als het pedaal wordt teruggebracht naar u toe,
zal het volume afnemen.
fig.01-38
Zelfs als u het expressiepedaal
geheel naar u toe heeft
teruggebracht, zal het
orgelvolume niet naar nul
gaan.
U kunt de Active Expression
functie gebruiken (p.35).
EV-7
NOTE
Gebruik alleen het
gespecificeerde
expressiepedaal (EV-7; apart
verkrijgbaar). Als u een ander
expressiepedaal aansluit,
ontstaat het risico van
storingen en/of schade aan het
apparaat.
36
Page 37
Uw instellingen opslaan (Registration)
Orgelgeluiden en andere paneelinstellingen kunnen samen onder de
REGISTRATION knoppen [1]-[6] worden opgeslagen. Als u uw favoriete
instellingen in een registratie opslaat, kunt u deze simpelweg terugroepen door de
REGISTRATION [1]-[6] knoppen in te drukken.
De VK-8M bevat 36 verschillende registraties. Deze zijn in zes groepen
samengebracht, met zes registraties in elke groep.
fig.01-45
Een registratie bevat de volgende instellingen:
• Het geluid van het Upper Part, Lower Part en Pedal Part van de
Harmonische Balk instellingen.
• ROTARY [BRAKE] knop
• ROTARY [SLOW/FAST] knop
• [TONE WHEEL] knop
• [LEAKAGE] knop
• [AMPLIFIER] knop
• [OVERDRIVE] knop
• [TONE] knop
• [REVERB] knop
• REVERB [LEVEL] knop
• PERCUSSION [2ND/3RD] knop
• PERCUSSION [SOFT] knop
• PERCUSSION [SLOW] knop
• VIBRATO AND CHORUS [ON] knop
• [VIBRATO AND CHORUS] knop
•D BEAM [ON] knop
• [D BEAM] knop
• [INPUT] knop
De VK-8M wordt met 36
opgeslagen registraties
geleverd. Als u een registratie
opslaat, wordt de
registratiedata die op dat
moment onder dat
geheugennummer is
opgeslagen overschreven.
Registraties die u overschreven
heeft, kunnen ook in de
fabrieksinstellingen worden
teruggezet (p.17).
• Reverb en andere instellingen (p.48)
37
Page 38
Uw instellingen opslaan (Registration)
■ Opslaan naar een registratie in dezelfde bank
1Maak de paneelinstellingen, die u in de registratie wilt opslaan.
2Houd de [WRITE] knop ingedrukt, en druk op één van de knoppen [1]
tot [6] om de opslagbestemming aan te geven.
Terwijl de registratie wordt opgeslagen, zal de indicator van de geselecteerde
registratienummer knop knipperen. Wanneer de registratie is opgeslagen, verandert
de indicator van knipperend in verlicht.
■ Opslaan naar een registratie in een andere
bank
1Maak de paneelinstellingen, die u in de registratie wilt opslaan.
2Houd de [WRITE] knop ingedrukt, en druk op de [BANK] knop en op
één van de knoppen [1] tot [6].
De opslag bestemmingsbank wordt geselecteerd.
3Houd de [WRITE] knop ingedrukt, en druk op één van de knoppen [1]
tot [6] om de opslagbestemming aan te geven.
Terwijl de registratie wordt opgeslagen, zal de indicator van de geselecteerde
registratienummer knop knipperen. Wanneer de registratie is opgeslagen, verandert
de indicator van knipperend in verlicht.
NOTE
Zet nooit de stroom uit,
terwijl een registratie wordt
opgeslagen. Hierdoor kan
het apparaat beschadigen.
NOTE
Zet nooit de stroom uit,
terwijl een registratie wordt
opgeslagen. Hierdoor kan
het apparaat beschadigen.
■ Een registratie kopiëren
De kopieerbron registratie selecteren
1Houd de [BANK] knop ingedrukt, en druk op één van de knoppen [1]-[6]
om de bank van de kopieerbron registratie te selecteren.
2Druk op één van de knoppen [1]-[6] om het nummer van de kopieerbron
registratie te selecteren.
De indicator van het knopnummer, dat u selecteerde, zal oplichten.
De kopieerbestemming registratie selecteren
3Houd de [WRITE] knop en de [BANK] knop ingedrukt, en druk op één
van de knoppen [1] tot [6] om de bank van de kopieerbestemming
registratie te specificeren.
De indicator van het knopnummer, dat u selecteerde, zal oplichten.
4Houd de [WRITE] knop ingedrukt, en druk op één van de knoppen [1]
tot [6] om het registratienummer van de kopieerbestemming te
selecteren.
De indicator van de
geselecteerde bank zal
oplichten,terwijl u de [BANK]
knop ingedrukt houdt.
Als u de instellingen in een
registratie uit dezelfde bank
wilt opslaan, is stap 3 niet
nodig.
38
Terwijl de registratie wordt opgeslagen, zal de indicator van het geselecteerde
registratienummer knipperen. Wanneer de registratie is opgeslagen, verandert de
indicator van knipperend in verlicht.
Page 39
Geavanceerd gebruik
In de Edit mode kunt u de functies van de VK-8M
optimaliseren, door meer gedetailleerdere instellingen te
maken. In deze sectie worden de functies, die in de Edit
mode ingesteld kunnen worden, uitgelegd. In deze
handleiding wordt het proces van het wijzigen van een
instelling “bewerken” genoemd, en het data onderdeel dat
bewerkt wordt, wordt een “parameter” genoemd.
■ Over de Edit modes
Er zijn twee bewerkingsmodes – één slaat de instellingen
voor elke registratie individueel op, en de andere slaat een
enkele waarde op, die door het gehele systeem gebruikt kan
worden.
Systeem geheugen
De parameter die dingen voor het gehele systeem opslaat,
behandelt de volgende onderdelen:
• Orgel rotary instellingen (p.41)
• Klikruis en percussie instellingen (p.43)
• MIDI instellingen (p.44)
• Equalizer en andere instellingen (p.47)
Wanneer het om meer dan zes verschillende parameters
gaat, drukt u op de [H-BAR PART] knop. De kleur van
de knop verandert, en dan kunt u alle parameters
selecteren.
3. Draai aan de [VIBRATO AND CHORUS] knop om de
instelling aan te passen.
Voor parameters die AAN/UIT geschakeld worden,
draait u de [VIBRATO AND CHORUS] knop naar rechts
om de parameter op ON te zetten of naar links om deze
op OFF te zetten.
Voor parameters met een aanpasbare waarde draait u de
[VIBRATO AND CHORUS] knop naar rechts om de
waarde te verhogen of naar links om de waarde te
verlagen.
Op dit punt geven de AMPLIFIER type en REVERB type
indicators de waarde van een instelling bij benadering
weer (p.40).
Als u op de VIBRATO AND CHORUS [ON] knop drukt,
zal de instelling naar de beginwaarde terugkeren.
Registratie geheugen
De parameter, die dingen op een individuele registratie basis
opslaat, behandelt het volgende:
• Harmonische balken en overige paneelinstellingen (p.37)
• Reverb en andere instellingen (p.48)
NOTE
In het geval van instellingen die voor elke registratie worden
opgeslagen, moet u de bewerkte instellingen in een registratie
opslaan. Als u de stroom uitzet zonder dat de bewerkte
instellingen in een registratie zijn opgeslagen, zullen uw
veranderingen verloren gaan.
■ Basis procedure
Hier is de basis procedure voor elke bewerkingsmode.
→ Voor details raadpleegt u de uitleg van elke bewerkingsmode.
1. Houd de [BANK] knoppen ingedrukt, en druk op de
[***] knop.
De indicators van de [1]-[6] knoppen knipperen.
4. Wanneer u een andere parameter in dezelfde
bewerkingsmode wilt aanpassen, drukt u op de
[H-BAR PART] knop en één van de [1]-[6] knoppen om
de parameter te selecteren, en draait u aan de
[VIBRATO AND CHORUS] knop om de waarde te
bewerken.
Indien u wilt stoppen met bewerken, drukt u op de
[BANK] knop.
5. Druk op de [WRITE] knop om de instellingen van de
parameters te voltooien.
Parameterinstellingen zullen opgeslagen worden.
Terwijl de parameters worden opgeslagen, zullen de
indicators van de [1]-[6] knoppen knipperen.
6. Parameters, die onafhankelijk voor elke registratie
worden bewerkt, worden als onderdeel van de
registratie opgeslagen (p.37).
Afhankelijk van de bewerkingsmode die u wilt instellen,
zal de [***] knop een andere knop zijn. Voor details volgt
u de procedure van elke bewerkingsmode.
2. Druk op de knoppen van [1] tot [6] om de parameter,
die u wilt bewerken, te selecteren.
39
Page 40
Geavanceerd gebruik
Status van de AMPLIFIER type en REVERB type indicators in de Edit mode
❍ Wanneer de instelling “0-127”, “0-10”, “0-15” of “0-31” is.
Als alle AMPLIFIER type en REVERB type indicators donker zijn (niet verlicht), geeft dit aan dat de instelling
op de minimale waarde (0) staat. Wanneer alle AMPLIFIER type en REVERB type indicators verlicht zijn,
betekent dit dat de instelling op de maximale waarde staat. Als u de waarde verhoogt, zullen de AMPLIFIER
indicators achtereenvolgens vanaf de laagste oplichten.
MinMax
De instelling wordt hoger als u de [VIBRATO AND CHORUS] knop met de klok mee draait, en wordt lager als
u deze tegen de klok in draait.
Als u op de VIBRATO AND CHORUS [ON] knop drukt, zal dit naar de standaard instelling terugkeren.
❍ Wanneer de instelling een “ON of OFF” schakelaar is
Dit is “off” (0) als alle AMPLIFIER type en REVERB type indicators donker zijn, en “on” als alle AMPLIFIER
type en REVERB type indicators verlicht zijn.
OFFON
OFFON
Dit staat op ON als de [VIBRATO AND CHORUS] knop naar rechts is gedraaid, en OFF als deze naar links is
gedraaid. Als u op de VIBRATO AND CHORUS [ON] knop drukt, zal dit naar de standaard instelling terugkeren.
❍ Wanneer de instelling “-5-0 - +5” of “-100-0 - +100” is
De verlichtingspatronen van de AMPLIFIER type en REVERB type indicators geven de waarde van een
instelling bij benadering aan. Als een waarde bijvoorbeeld op 0 is ingesteld, zullen de SPRING indicator onder
REVERB type en de TYPE 1 indicator onder AMPLIFIER type beiden verlicht zijn. De AMPLIFIER type
indicators geven waardes in de negatieve richting aan, terwijl de REVERB type indicators waardes in positieve
richting aangeven.
40
0MinMax
Draai de [VIBRATO AND CHORUS] knop met de klok mee om de waarde te verhogen of tegen de klok in om
de waarde te verlagen.
Als u op de VIBRATO AND CHORUS [ON] knop drukt, zal dit naar de standaard instelling terugkeren.
Page 41
Geavanceerd gebruik
Instellingen die voor het
gehele systeem worden
opgeslagen
■ Aan Rotary gerelateerde
instellingen
1. Houd de [BANK] knop ingedrukt, en druk op de
ROTARY [SLOW/FAST] knop.
De indicators van de [1]-[6] ([1]-[3] knoppen) zullen
knipperen.
2. Druk op één van de [1]-[6] ([1]-[3] knoppen) om de
parameter die u wilt bewerken te selecteren.
Er zijn 15 aan rotary gerelateerde parameters. Het
indrukken van de [H-BAR PART] knop maakt dat de
kleur van de knop verandert, en u alle parameters kunt
selecteren.
De volgende parameters zijn aan iedere knop
toegewezen:
De [H-BAR PART] knop licht rood op.
KnopParameterpag
[1]ROTARY WOOFER LEVELp. 42
[2]ROTARY TWEETER LEVELp. 42
[3]ROTARY WOOFER RISE TIMEp. 42
De [H-BAR PART] knop licht oranje op.
KnopParameterpag
[1]ROTARY MIC DISTANCEp. 42
[2]ROTARY RANDOMIZEp. 42
[3]
ROTARY INDICATOR SYNC
SOURCE
p. 42
3. Draai aan de [VIBRATO AND CHORUS] knop om de
instelling aan te passen.
Als u de VIBRATO AND CHORUS [ON] knop indrukt,
zullen de instellingen naar de beginwaardes terugkeren.
4. Om een andere parameter in te stellen, drukt u op een
[H-BAR PART] knop en [1]-[6] ([1]-[3] knop) om de
parameter te selecteren. Dan draait u aan de [VIBRATO
AND CHORUS] knop om de instelling te veranderen.
Als u wilt stoppen met bewerken, drukt u op de [BANK]
knop.
5. Druk op de [WRITE] knop om de instellingen van de
aan rotary gerelateerde parameters te voltooien.
Parameter instellingen zullen opgeslagen worden.
Terwijl de parameters worden opgeslagen, zullen de
indicators van de [1]-[6] knoppen ([1]-[3] knoppen)
knipperen.
[4]ROTARY TWEETER RISE TIMEp. 42
[5]ROTARY WOOFER FALL TIMEp. 42
[6]ROTARY TWEETER FALL TIMEp. 42
De [H-BAR PART] knop licht groen op.
KnopParameterpag
[1]ROTARY WOOFER SPREADp. 42
[2]ROTARY TWEETER SPREADp. 42
[3]ROTARY WOOFER SPEED SLOWp. 42
[4]ROTARY TWEETER SPEED SLOWp. 42
[5]ROTARY WOOFER SPEED FASTp. 42
[6]ROTARY TWEETER SPEED FASTp. 42
NOTE
Zet nooit de stroom uit terwijl parameters worden
opgeslagen.
41
Page 42
Geavanceerd gebruik
❍ ROTARY WOOFER LEVEL (0-127)
Specificeert het volume van de lage reeks luidsprekers
(woofer).
Het rotary effect bestaat uit een lage en een hoge reeks,
en u kunt het volume van de lage reeks luidspreker
(woofer) en de hoge reeks luidspreker (tweeter)
onafhankelijk naar wens instellen.
❍ ROTARY TWEETER LEVEL (0-127)
Specificeert het volume van de hoge reeks luidsprekers
(tweeter).
Het rotary effect bestaat uit een lage en een hoge reeks,
en u kunt het volume van de lage reeks luidspreker
(woofer) en de hoge reeks luidspreker (tweeter)
onafhankelijk naar wens instellen.
❍ ROTARY WOOFER RISE TIME (0-127)
Dit specificeert de snelheid waarop het rotary
luidspreker effect van de lage reeks (woofer) van
langzaam naar snel verschuift. De verandering treedt
sneller op als deze waard, wordt verhoogd.
❍ ROTARY TWEETER RISE TIME (0-127)
Dit specificeert de snelheid waarop het rotary
luidspreker effect van de hoge reeks (tweeter) van
langzaam naar snel verschuift.
De verandering treedt sneller op als deze waard, wordt
verhoogd.
❍ ROTARY WOOFER FALL TIME (0-127)
Specificeert de snelheid waarop de lage reeks
luidspreker (woofer) van de snelle in de langzame
snelheid verandert.
De verandering treedt sneller op als deze waarde wordt
verhoogd.
❍ ROTARY TWEETER FALL TIME (0-127)
Specificeert de snelheid waarop de hoge reeks
luidspreker (tweeter) van de snelle in de langzame
snelheid verandert.
De verandering treedt sneller op als deze waarde wordt
verhoogd.
De ROTARY RISE TIME / ROTARY FALL TIME
parameter heeft niet alleen invloed op de verandering
die door de [SLOW/FAST] knop wordt geproduceerd,
maar ook op de snelheid, waarmee de [BRAKE] knop de
rotatie zal stoppen of hervatten.
❍ ROTARY WOOFER SPREAD (0-10)
Specificeer de ruimtelijkheid van de lage reeks
luidspreker (woofer).
Specificeert de linker/rechter spreiding van de roterende
luidspreker. Door verhoging van deze waarde neemt het
stereo gevoel toe.
❍ ROTARY TWEATER SPREAD (0-10)
Specificeer de ruimtelijkheid van de hoge reeks
luidspreker (tweeter).
Specificeert de linker/rechter spreiding van de roterende
luidspreker. Door verhoging van deze waarde neemt het
stereo gevoel toe.
❍ ROTARY WOOFER SPEED SLOW (0-127)
Specificeert de rotatie snelheid voor de Slow instelling
van de roterende luidspreker. Specificeert de rotatie
snelheid van de lage reeks luidspreker (woofer). Door
verhoging van deze waarde neemt de snelheid toe.
❍ ROTARY TWEETER SPEED SLOW (0-127)
Specificeert de rotatie snelheid voor de Slow instelling
van de roterende luidspreker. Specificeert de rotatie
snelheid van de hoge reeks luidspreker (tweeter). Door
verhoging van deze waarde neemt de snelheid toe.
❍ ROTARY WOOFER SPEED FAST (0-127)
Specificeert de rotatie snelheid voor de Fast instelling
van de roterende luidspreker. Specificeert de rotatie
snelheid van de lage reeks luidspreker (woofer).
Door verhoging van deze waarde neemt de snelheid toe.
❍ ROTARY TWEETER SPEED FAST (0-127)
Specificeert de rotatie snelheid voor de Fast instelling
van de roterende luidspreker. Specificeert de rotatie
snelheid van de hoge reeks luidspreker (tweeter).
Door verhoging van deze waarde neemt de snelheid toe.
❍ ROTARY MIC DISTANCE (0-10)
Specificeert de afstand van de roterende luidspreker
naar de microfoon.
Als deze waarde wordt verhoogd, zullen de microfoon
en de luidspreker verder uit elkaar worden geplaatst, en
zal het volume minder gemoduleerd worden.
❍ ROTARY RANDOMIZE (0-10)
Past de onregelmatigheid in de rotatie van de
luidspreker aan. Door verhoging van deze waarde wordt
meer onregelmatigheid in de rotatie geproduceerd.
42
Page 43
Geavanceerd gebruik
❍ ROTARY INDICATOR SYNC SOURCE
(TWEETER: OFF, WOOFER: ON)
Dit selecteert of de timing van de ROTARY SPEED
indicator aan de snelheid van de hoge frequentie reeks
luidspreker (tweeter: OFF) of aan de lage frequentie
reeks luidspreker (woofer: ON) van de roterende
luidsprekers wordt gesynchroniseerd.
■ Click Noise en Percussion
instellingen
1. Houd de [BANK] knoppen ingedrukt, en druk op de
PERCUSSION [2ND/3RD] knop.
De indicators van de [1]-[2] knoppen ([1]-[6] knopen)
zullen oplichten.
2. Druk op één van de [1]-[2] knoppen ([1]-[6] knopen) om
de parameter die u wilt bewerken te selecteren.
Er zijn acht parameters die met Click Noise en
Percussion te maken hebben.
Door het indrukken van de [H-BAR PART] knop
verandert de kleur van de knop, en kunt u alle
parameters selecteren.
De volgende parameters zijn aan elke knop toegewezen:
De [H-BAR PART] knop licht rood op.
KnopParameterpag
[1]ON CLICK LEVELp. 43
4. Om een andere parameter in te stellen, drukt u op een
[H-BAR PART] knop en [1]-[2] knoppen ([1]-[6]
knoppen) om de parameter te selecteren. Daarna draait
u aan de [VIBRATO AND CHORUS] knop om de
instelling te veranderen.
Als u wilt stoppen met de bewerking, drukt u op de
[BANK] knop.
5. Druk op de [WRITE] knop om de instellingen van de
Click Noise en Percussion parameters te voltooien.
Parameterinstellingen zullen opgeslagen worden.
Terwijl de parameters worden opgeslagen, zullen de
indicators van de [1]-[2] knoppen ([1]-[6] knoppen)
knipperen.
NOTE
Zet nooit de stroom uit terwijl parameters worden
opgeslagen.
❍ ON CLICK LEVEL (0-31)
Specificeert het niveau van het klik geluid, dat optreedt
als een toets wordt ingedrukt (On). Door verhoging van
deze waarde zal het volume toenemen.
❍ OFF CLICK LEVEL (0-31)
Specificeert het niveau van het klik geluid, dat optreedt
als een toets wordt losgelaten (Off). Door verhoging van
deze waarde zal het volume toenemen.
[2]OFF CLICK LEVELp. 43
De [H-BAR PART] knop licht groen op.
KnopParameterpag
[1]PERCUSSION SOFT LEVELp. 43
[2]PERCUSSION NORMAL LEVELp. 43
[3]PERCUSSION SLOW TIMEp. 43
[4]PERCUSSION FAST TIMEp. 43
[5]PERCUSSION RECHARGE TIMEp. 44
[6]PERCUSSION H-BAR LEVELp. 44
3. Draai aan de [VIBRATO AND CHORUS] knop om de
instelling aan te passen.
Als u op de VIBRATO AND CHORUS [ON] knop drukt,
zal de instelling naar zijn beginwaarde terugkeren.
❍ PERCUSSION SOFT LEVEL (0-15)
Stelt het percussie volume in, wanneer percussie op Soft
is ingesteld (de indicator van de [SOFT] knop is verlicht).
Door verhoging van deze waarde zal het volume van de
percussie toenemen.
❍ PERCUSSION NORMAL LEVEL (0-15)
Stelt het percussie volume in, wanneer percussie op
Normal is ingesteld (de indicator van de [SOFT] knop is
uit). Door verhoging van deze waarde zal het volume
van de percussie toenemen.
❍ PERCUSSION SLOW TIME (0-127)
Stelt de snelheid waarop het percussiegeluid zal
wegsterven in, als percussie op Slow is ingesteld (de
indicator van de [SLOW] knop is verlicht). Het verhogen
van deze waarde maakt dat de percussie langzamer
wegsterft.
❍ PERCUSSION FAST TIME (0-127)
Stelt de snelheid waarop het percussiegeluid zal
wegsterven in, als percussie op Fast is ingesteld (de
43
Page 44
Geavanceerd gebruik
indicator van de [SLOW] knop is uit). Het verhogen van
deze waarde maakt dat de percussie langzamer
wegsterft.
❍ PERCUSSION RECHARGE TIME (0-10)
Specificeert de oplaadtijd van de percussie, die de tijd
vanaf het moment dat de toetsen zijn losgelaten totdat
percussie is opgeladen bepaalt. Door verhoging van deze
waarde wordt de tijd die vereist is voordat de percussie
is opgeladen langer, waardoor het percussiegeluid voor
snel gespeelde noten kleiner zal zijn.
Op toonwiel orgels werd percussie door een analoog
circuit geproduceerd. Dit betekende dat het percussie
circuit niet volledig kon opladen, als er slechts een zeer
korte tijd verstreek vanaf het moment dat de toetsen
werden losgelaten, totdat de volgende toets werd
ingedrukt. Het percussiegeluid was daardoor zachter.
Dit betekende ook dat zelfs als legato tijdens een snelle
trilling werd onderbroken, een gepaste hoeveelheid
percussie werd toegevoegd. De percussion charge time
parameter stelt deze oplaadtijd bij.
1. Druk op één van de [1]-[6] knoppen ([1]-[3] knoppen)
om de parameter, die u wilt bewerken, te selecteren.
Er zijn negen aan MIDI gerelateerde parameters.
Door het indrukken van de [H-BAR PART] knop
verandert de kleur van de knop, en kunt u alle
parameters selecteren.
De volgende parameters zijn aan iedere knop
toegewezen:
De [H-BAR PART] knop licht rood op.
KnopParameterpag
[1]MIDI THRUp. 45
[2]
[3]
[4]
[5]
[6]
CONTROL MIDI CH.
(Control MIDI Channel)
UPPER ORGAN MIDI CH.
(Upper Organ MIDI Channel)
LOWER ORGAN MIDI CH.
(Lower Organ MIDI Channel)
PEDAL ORAGN MIDI CH.
(Pedal Organ MIDI Channel)
SPRING SHOCK MIDI CH.
(Spring Shock MIDI Channel)
p. 46
p. 46
p. 46
p. 46
p. 46
❍ PERCUSSION H-BAR LEVEL (0-127)
Past het volume van de harmonische balken aan, als
percussie normaal is (de indicator van de [SOFT] knop is
uit). Als deze waarde wordt verhoogd, zal het geluid
van de harmonische balken minder door de percussie
beïnvloed worden.
Als op toonwiel orgels de percussie werd aangezet, werd
het algehele volume, gespecificeerd door de
harmonische balken, verlaagd. Dit komt doordat de
percussie op toonwiel orgels zo was ontworpen, dat dit
geen afbreuk aan de volumebalans van het volledige
orgel zou doen. Met de VK-8M kunt u deze verandering
in de volumebalans bijstellen.
■ Aan MIDI gerelateerde
instellingen
❍ Wanneer andere dingen dan het MIDI
kanaal worden ingesteld
1. Houd de [BANK] knoppen ingedrukt, en druk op de
[TONE WHEEL] knop.
De indicators van de [1]-[6] knoppen ([1]-[3] knoppen)
zullen knipperen.
De [H-BAR PART] knop licht groen op.
KnopParameterpag
[1]
[2]
[3]
MIDI SOUND CONTROLLERS
SWITCH
MIDI GENERAL CONTOROLLERS
SWITCH
MIDI PROGRAM CHANGE
SWITCH
p. 45
p. 45
p. 45
2. Draai aan de [VIBRATO AND CHORUS] knop om de
instelling aan te passen.
Als u op de VIBRATO AND CHORUS [ON] knop drukt,
zal de instelling naar de beginwaarde terugkeren.
3. Om een andere parameter te bewerken, drukt u op de
geschikte [1]-[6] knop ([1]-[3] knoppen) om de
parameter te selecteren, en draait u aan de [VIBRATO
AND CHORUS] knop om de instelling te veranderen.
Als u wilt stoppen met bewerken, drukt u op de [BANK]
knop.
4. Druk op de [WRITE] knop om de instellingen van de
aan MIDI gerelateerde parameters te voltooien.
Parameter instellingen zullen opgeslagen worden.
Terwijl de parameters worden opgeslagen, zullen de [1]-
44
Page 45
Geavanceerd gebruik
[6] knoppen ([1]-[3] knoppen) knipperen.
NOTE
Zet nooit de stroom uit, terwijl parameters worden
opgeslagen.
MIDI THRU functionaliteit op de MIDI OUT
aansluiting toevoegen
❍ MIDI THRU (ON/OFF)
Dit is een functie waarmee de data die via de MIDI IN
aansluiting is ontvangen, opnieuw via de MIDI OUT
aansluiting wordt verzonden. Data die via de MIDI IN
aansluiting van de VK-8M is ontvangen zal
samengevoegd worden, en via de MIDI OUT aansluiting
worden verzonden.
Elke keer dat de VK-8M wordt aangezet, wordt de MIDI
Thru instellingen automatisch uitgezet.
InstellingUitleg
Alle data die via de MIDI IN aansluiting is
ON
OFFDe MIDI Thru functie wordt uitgezet.
NOTE
Als de VK-8M een grote hoeveelheid MIDI data of exclusieve
data ontvangt, kan deze soms niet alle MIDI data correct
ontvangen.
Als dit gebeurt, reduceert u de hoeveelheid MIDI data die vanaf
het externe apparaat wordt verzonden of verdeelt u de
exclusieve data in kleinere porties.
ontvangen, zal via de MIDI OUT aansluiting
opnieuw verzonden worden.
❍ MIDI SOUND CONTROLLER schakelaar (ON/
OFF)
Dit specificeert of Harmonic Bar data met gebruik van
geluidsregeling MIDI berichten wordt ontvangen. Draai
de [VIBRATO AND CHORUS] knop naar rechts om dit
aan te zetten of naar links om dit uit te zetten. In de
fabrieksinstellingen staat dit aan.
❍ MIDI GENERAL CONTROLLERS schakelaar
(ON/OFF)
Dit specificeert of Wheel Brake, Rotary Speed en Rotary
Break data met gebruik van MIDI berichten voor
algemene doeleinden verzonden en ontvangen zullen
worden.
Draai de [VIBRATO AND CHORUS] knop naar rechts
om dit aan te zetten of naar links om dit uit te zetten.
In de fabrieksinstellingen staat dit aan.
InstellingUitleg
Wheel Brake, Rotary Speed en Rotary Break
ON
OFF
data zal met gebruik van MIDI berichten
voor algemene doeleinden verzonden en
ontvangen worden.
Wheel Brake, Rotary Speed en Rotary Break
data zal met gebruik van MIDI berichten
voor algemene doeleinden niet verzonden
of ontvangen worden.
❍ MIDI PROGRAM CHANGE schakelaar
(ON/OFF)
Dit specificeert of registratie selectie data ontvangen en
verzonden zal worden.
Draai de [VIBRATO AND CHORUS] knop naar rechts
om dit aan te zetten of naar links om dit uit te zetten.
In de fabrieksinstellingen staat dit uit.
InstellingUitleg
ON
OFF
Registratie selectie data zal verzonden en
ontvangen worden.
Registratie selectie data zal niet verzonden
of ontvangen worden.
InstellingUitleg
Harmonische balk data kan met gebruik van
ON
OFF
geluidsregeling MIDI berichten worden
ontvangen.
Harmonische balk data wordt niet
ontvangen met gebruik van geluidsregeling
MIDI berichten.
45
Page 46
Geavanceerd gebruik
❍ Bij het maken van MIDI kanaal instellingen
MIDI gebruikt zestien MIDI kanalen (1-16). Als u een
aangesloten extern apparaat wilt bespelen, zal er geen geluid
zijn, tenzij de MIDI kanalen van het verzendende en
ontvangende apparaat overeenkomen.
Bij het instellen van het MIDI kanaal van de VK-8M sluit u de
VK-8M met een MIDI kabel op een extern toetsenbord aan.
Daarna gebruikt u het toetsenbord om de instelling te
veranderen.
Voor informatie over de MIDI zend/ontvangstkanalen
die na elke factory reset in werking zijn, kijkt u bij “MIDI
Implementatie” (p.57).
1. Zorg dat het toetsenbord is aangesloten, voordat u
begint (p.14).
2. Houd de [BANK] knoppen ingedrukt, en druk op de
[TONE WHEEL] knop.
De indicators van knoppen [1]-[6] zullen knipperen.
3. Gebruik de [1]-[6] knoppen om het gedeelte, waarvan u
het MIDI kanaal wilt veranderen, te selecteren.
Er zijn 9 aan MIDI gerelateerde parameters.
Door het indrukken van de [H-BAR PART] knop
verandert de kleur van de knop, en kunt u alle
parameters selecteren.
Er zijn vijf parameters, die het MIDI kanaal veranderen.
❍ CONTROL MIDI CH. (Control MIDI Channel)
(1-16) (Initiële instelling: 1 ch.)
Selecteer het MIDI kanaal dat gebruikt zal worden voor
het verzenden en ontvangen van MIDI berichten om de
VK-8M te besturen. Dit kanaal kan gebruikt worden om
registraties op de VK-8M te selecteren, en om de
expressie van de orgelklank enz. te regelen.
❍ UPPER ORGAN MIDI CH. (Upper Organ MIDI
Channel) (1-16) (Initiële instelling: 1 ch.)
Stelt het MIDI kanaal in, waarop data voor de hoge
orgelklank verzonden en ontvangen zal worden.
❍ LOWER ORGAN MIDI CH. (Lower Organ
MIDI Channel) (1-16) (Initiële instelling: 3
ch.)
Stelt het MIDI kanaal in, waarop data voor de lage
orgelklank verzonden en ontvangen zal worden.
❍ PEDAL ORAGN MIDI CH. (Pedal Organ MIDI
Channel) (1-16) (Initiële instelling: 2 ch.)
Stelt het MIDI kanaal in, waarop data voor de pedaal
orgelklank wordt verzonden en ontvangen.
❍ SPRING SHOCK MIDI CH. (Spring Shock MIDI
Channel) (1-16) (Initiële instelling: 9 ch.)
Specificeert het MIDI kanaal waarop Spring reverb
Shock data ontvangen en verzonden zal worden.
Voor de parameter, die aan elke knop is toegewezen,
kijkt u op p.44.
4. Druk de C2-D#3 toetsen op het externe toetsenbord in,
om de MIDI kanalen in te stellen.
14 169427
1356812131510
5. Druk op de [WRITE] knop om de instellingen van het
MIDI kanaal te voltooien.
NOTE
Zet nooit de stroom uit, terwijl parameters worden
opgeslagen.
NOTE
Wijs de Upper, Lower, Pedal en Spring Shock aan verschillende
MIDI kanalen toe. U kunt hetzelfde MIDI kanaal niet voor
verschillende types data selecteren. Ook kunt u geen MIDI
kanaal selecteren, dat reeds is toegewezen.
NOTE
Voor Control MIDI en Spring Shock worden verschillende
kanalen gebruikt.
U kunt deze niet op hetzelfde MIDI kanaal instellen. Een
reeds ingesteld MIDI kanaal kan ook niet geselecteerd
worden.
46
Page 47
Geavanceerd gebruik
■ Equalizer en andere
instellingen
1. Houd de [BANK] knop ingedrukt, en druk op de
[AMPLIFIER] knop.
De indicators van knoppen [1]-[6] zullen knipperen.
2. Druk op één van de knoppen van [1]-[6] om de
parameter, die u wilt bewerken, te selecteren.
Er zijn zes parameters die met de equalizer en andere
instellingen te maken hebben.
De volgende parameters zijn aan elke knop toegewezen:
KnopParameterpag
[1]EQ BASSp. 47
[2]EQ MIDDLEp. 47
[3]EQ TREBLEp. 47
[4]MASTER TUNEp. 47
[5]LIGHT MODEp. 47
[6]AUTO COLOR MODEp. 47
3. Draai aan de [VIBRATO AND CHORUS] knop om de
instelling aan te passen.
❍ EQ BASS (-5 - 0 - +5)
Stelt de geluidskwaliteit van de lage reeks van de
orgelklank bij.
Wanneer de [VIBRATO AND CHORUS] knop naar
rechts wordt gedraaid, wordt de lage frequentiereeks
benadrukt, en als de knop naar links wordt gedraaid,
wordt het volume van de lage reeks gereduceerd.
❍ EQ MIDDLE (-5 - 0 - +5)
Stelt de geluidskwaliteit van de middenreeks van de
orgelklank bij.
Wanneer de [VIBRATO AND CHORUS] knop naar
rechts wordt gedraaid, worden de midden frequenties
benadrukt, en als de knop naar links wordt gedraaid,
wordt het volume van de midden reeks gereduceerd.
❍ EQ TREBLE (-5 - 0 - +5)
Stelt de geluidskwaliteit van de hoge reeks van de
orgelklank bij.
Wanneer de [VIBRATO AND CHORUS] knop naar
rechts wordt gedraaid, wordt de hoge frequentiereeks
benadrukt, en als de knop naar links wordt gedraaid,
wordt het volume van de hoge reeks gereduceerd.
De toonhoogte aanpassen, zodat deze met
een ander instrument overeenkomt
Als u op de VIBRATO AND CHORUS [ON] knop drukt,
keert de instelling naar de beginwaarde terug.
4. Om een andere parameter te bewerken, drukt u op de
geschikte [1]-[6] knop ([1]-[3] knoppen) om de
parameter te selecteren, en draait u aan de [VIBRATO
AND CHORUS] knop om de instelling te veranderen.
Als u wilt stoppen met bewerken, drukt u op de [BANK]
knop.
5. Druk op de [WRITE] knop om de instellingen van deze
parameters te voltooien.
Parameter instellingen zullen opgeslagen worden.
Terwijl de parameters worden opgeslagen, zullen de
[1]-[6] knoppen ([1]-[3] knoppen) knipperen.
NOTE
Zet nooit de stroom uit terwijl parameters worden
opgeslagen.
❍ MASTER TUNE (-100cent – 0 - +100cent)
Dit is een nauwkeurigere aanpassing van de toonhoogte
van de VK-8M. U kunt de toonhoogte van het gehele
instrument in stappen van 1 cent aanpassen, gerelateerd
aan de toonhoogte van A4 (miidelste A) = 440.0 Hz.
100 cent staat gelijk aan een halve toon.
❍ LIGHT MODE (NORMAL, MULTI)
Dit verandert de manier, waarop de [D BEAM] knop
oplicht.
InstellingUitleg
De [D BEAM] knop wordt op dezelfde
manier verlicht, ongeacht het D Beam
NORMAL
MULTI
type.
De kleur verandert elke keer dat uw
hand over de D Beam wordt geplaatst.
De manier waarop de [D BEAM] knop
oplicht verandert volgens het D Beam
type.
Afhankelijk van het D Beam type kan
de kleur doorlopend veranderen of
elke keer dat u uw hand over de D
Beam plaatst veranderen.
47
Page 48
Geavanceerd gebruik
❍ AUTO COLOR MODE (OFF, 1-10)
U kunt het instrument zo instellen dat de kleur van de
[D BEAM] knop automatisch begint te veranderen, nadat
een vooraf bepaalde periode verstrijkt, waarin er geen
knoppen zijn bediend, zelfs als de [D BEAM] knop
aangestaan heeft.
Instellingswaardes: OFF, 1 (20 seconden), 2-10 (1
minuut – 9 minuten).
Parameters die in een
registratie worden opgeslagen
■ Reverb en andere instellingen
1. Houd de [BANK] knop ingedrukt, en druk op de
[D BEAM] knop.
De indicators van knoppen [1]-[2] zullen knipperen.
2. Druk op één van de [1]-[2] knoppen om de parameter,
die u wilt bewerken, te selecteren.
Er zijn twee aan effect gerelateerde parameters.
De volgende parameters zijn aan elke knop toegewezen:
❍ REVERB TIME (0-127)
Past de lengte van de reverbtijd aan. Hogere waardes
resulteren in langere weerkaatsing.
❍ D BEAM ROTARY SPEED MODE (SLOW/FAST,
CONTINUOUS)
Specificeer de D Beam functie, wanneer ROTARY
SPEED aan de D Beam is toegewezen.
Draai de [VIBRATO AND CHORUS] knop naar links om
SLOW/FAST te selecteren of naar rechts om
CONTINUOUS te selecteren.
InstellingUitleg
Het rotary effect wordt tussen lang-
SLOW/FAST
CONTINUOUS
NOTE
Zet nooit de stroom uit, terwijl registraties worden
opgeslagen.
zaam en snel afgewisseld, elke keer dat
u uw hand over de D Beam controller
beweegt.
Het rotary effect verandert geleidelijk
van langzaam naar snel, als u uw hand
dichter naar de D Beam controller
brengt.
KnopParameterpag
[1]REVERB TIMEp. 48
[2]D BEAM ROTARY SPEED MODEp. 48
3. Draai aan de [VIBRATO AND CHORUS] knop om de
instelling aan te passen.
Als u de VIBRATO AND CHORUS [ON] knop indrukt,
zullen de instellingen naar de beginwaardes terugkeren.
4. Om een andere parameter in te stellen, drukt u op de
geschikte knop van [1] tot [2] om de parameter te
selecteren. Dan draait u aan de [VIBRATO AND
CHORUS] knop om de instelling te veranderen.
Als u wilt stoppen met bewerken, drukt u op de [BANK]
knop.
5. Druk op de [WRITE] knop om de instellingen van de
aan effect gerelateerde parameters te voltooien.
6. Sla de voltooide parameterinstellingen in een
registratie op (p.37).
NOTE
Zet nooit de stroom uit, terwijl parameters worden
opgeslagen.
48
Page 49
De VK-8M op andere apparaten aansluiten
Over MIDI
MIDI (Musical Instrument Digital Interface) is een
wereldwijde standaard voor het uitwisselen van muziekdata
tussen elektronische muziekinstrumenten en computers.
MIDI verzendt geen geluidssignalen, maar zet
uitvoeringsdata en commando's in digitale data om voor
verzending. De digitale data, die door MIDI wordt
behandeld, wordt MIDI berichten genoemd. Elk apparaat
met een MIDI aansluiting kan via een MIDI kabel op een
ander MIDI apparaat worden aangesloten, zodat data
uitgewisseld kan worden, ongeacht de fabrikant of model
van het apparaat.
MIDI IN aansluiting:ontvangt MIDI berichten van een
extern MIDI apparaat.
MIDI OUT aansluiting: verzendt MIDI berichten vanaf de
VK-8M.
Over MIDI Channel
MIDI kan een groot aantal berichten via één enkele kabel
verzenden of ontvangen. Om dit te kunnen doen, maakt het
gebruik van een concept, genaamd “kanalen” (overeen–
komstig de kanalen die voor televisie uitzending worden
gebruikt), zodat de MIDI berichten alleen worden ontvangen
wanneer het kanaal van het ontvangende apparaat met het
kanaal van het zendende apparaat overeenkomt.
Als u een extern toetsenbord of pedaal toetsenbord aansluit,
kunt u het Upper Part, Lower Part of Pedal Part spelen.
fig.03-01
fig.03-02
MIDI IN
MIDI OUTMIDI IN
MIDI OUT
PK-7
1. Zet de stroom van het pedaalbord en het externe
toetsenbord aan.
2. Gebruik een in de winkel verkrijgbare MIDI kabel, om
de MIDI OUT aansluiting van uw externe toetsenbord
met de MIDI IN aansluiting van de VK-8M te
verbinden.
De VK-8M heeft drie MIDI
aansluitingen
Het externe toetsenbord en pedaal toetsenbord aansluiten
U kunt een extern toetsenbord aansluiten, en het geluid van
de VK-8M vanaf het externe toetsenbord spelen.
3. Gebruik een in de winkel verkrijgbare MIDI kabel, om
de MIDI IN aansluiting van uw externe toetsenbord
met de MIDI OUT aansluiting van het pedaal
toetsenbord te verbinden.
4. Selecteer het MIDI kanaal van het externe toetsenbord
en het pedaal toetsenbord.
NOTE
Voor informatie over het instellen van het MIDI kanaal van een
extern toetsenbord raadpleegt u de gebruikershandleiding van
het toetsenbord.
NOTE
Bij gebruik van een PK-7 expressiepedaal gebruikt u een in de
winkel verkrijgbare 1/4' koptelefoonkabel, om de Expression
jack van de PK-7 op de EXPRESSION PEDAL jack van de VK-
8M aan te sluiten.
5. Zet de stroom van de VK-8M aan.
Het orgelgeluid zal klinken, zodra u de VK-8M bespeelt.
49
Page 50
De VK-8M op andere apparaten aansluiten
Een externe sequencer gebruiken
voor opnemen en afspelen
U kunt een sequencer op de VK-8M aansluiten, en uw spel
opnemen. De sequencer slaat uw uitvoering op de VK-8M als
verschillende types MIDI data op. Ontvangen MIDI data kan
via de sequencer terug naar de VK-8M worden gezonden,
om uw uitvoering te reproduceren.
→ Sommige sequencers kunnen instellingen, zoals de registraties
en systeeminstellingen van de VK-8M, opnemen.
Voorbereidingen voor opname maken
1. Zorg dat de stroom van de VK-8M en uw sequencer is
uitgezet.
NOTE
Zet de stroom van de VK-8M en het andere apparaat uit,
voordat u aansluitingen gaat maken. Als u een extern apparaat
aansluit, terwijl de stroom aanstaat, kan schade ontstaan of
kunnen storingen optreden.
2. Gebruik in de winkel verkrijgbare MIDI kabels om de
VK-8M op het externe toetsenbord aan te sluiten.
3. Gebruik in de winkel verkrijgbare MIDI kabels om de
VK-8M op uw sequencer aan te sluiten.
5. Zet de stroom van het externe toetsenbord, sequencer
6. Zet de Thru functie van uw sequencer uit.
NOTE
7. Zet de Thru functie van het externe toetsenbord aan.
• Sluit de MIDI IN aansluiting van de VK-8M op de MIDI
OUT aansluiting van het externe toetsenbord aan.
• Sluit de MIDI OUT aansluiting van de VK-8M op de
MIDI IN aansluiting van de sequencer aan.
• Sluit de MIDI IN aansluiting van het externe toetsenbord
op de MIDI OUT aansluiting van de sequencer aan.
en de VK-8M aan.
Hierdoor kunt u het geluid beluisteren, terwijl u
opneemt.
Zet de Thru functie uit, zodat elke noot niet twee keer zal
klinken – één keer als resultaat van de uitvoeringsdata
die toetsenbord informatie naar de orgelklank of ander
geluid overbrengt, en een tweede keer door de
uitvoeringsdata, die via de Thru functie van uw
sequencer wordt teruggestuurd.
Voor details over het instellen van de Thru functie van uw
sequencer raadpleegt u de gebruikershandleiding van uw
sequencer.
4. Gebruik in de winkel verkrijgbare MIDI kabels om het
externe toetsenbord op uw sequencer aan te sluiten
fig.03-04
MIDI INMIDI OUT
MIDI IN
MIDI OUTMIDI IN
MIDI OUT
NOTE
Voor details over het instellen van de Thru functie van het
externe toetsenbord raadpleegt u de gebruikershandleiding van
uw sequencer.
8. Zet de MIDI Thru functie van de VK-8M aan.
De opname uitvoeren
Wanneer u de voorbereidingen voor opname heeft
gemaakt, kunt u met opnemen op uw sequencer
beginnen, en uw uitvoering opnemen.
9. Begin op te nemen op uw sequencer.
10.Indien gewenst past u de harmonische balken aan, en
selecteert u geluiden. Bespeel het orgel.
11.Wanneer u klaar bent met spelen, stopt u de opname
op uw sequencer.
Uw uitvoering afspelen
12.Speel uw sequencer af, en uw uitvoering zal
afgespeeld worden.
50
Page 51
De VK-8M op andere apparaten aansluiten
VK-8M instellingen op een
externe sequencer opslaan
(Bulk Dump)
U kunt de VK-8M op een externe sequencer aansluiten, en
daarop VK-8M registraties en systeeminstellingen opslaan.
Deze functies wordt “bulk dump” genoemd.
Sluit de VK-8M op uw sequencer aan.
1. Zorg dat de stroom van de VK-8M en uw sequencer
uitstaat.
NOTE
Zet de stroom van de VK-8M en het andere apparaat uit,
voordat u aansluitingen gaat maken. Als u een extern apparaat
aansluit terwijl de stroom aanstaat, kan schade ontstaan of
kunnen storingen optreden.
2. Gebruik in de winkel verkrijgbare MIDI kabels om de
VK-8M op uw sequencer aan te sluiten.
fig.03-04
De instellingen opslaan
5. Houd de [BANK] knoppen ingedrukt, en druk op de D
BEAM [ON] knop.
De indicator van de [VIBRATO AND CHORUS] knop
zal knipperen.
6. Begin met opnemen op uw sequencer.
7. Druk op de VIBRATO AND CHORUS [ON] knop om
met het opslaan van de instellingen te beginnen.
Wanneer het opslaan is voltooid, zullen alle AMPLIFIER
type en REVERB type indicators knipperen.
Wanneer het opslaan is voltooid, zullen alle indicators
van het D Beam Type knipperen.
8. Druk op de D BEAM [ON] knop.
9. Stop de opname op uw sequencer.
■ Data die op een externe
sequencer is opgeslagen
terugladen
MIDI OUT
MIDI IN
• Verbind de MIDI OUT aansluiting van de VK-8M met de
MIDI IN aansluiting van de sequencer.
3. Zet de stroom van de externe sequencer en de VK-8M
aan.
4. Zet de Thru functie van uw sequencer uit.
1. Zorg dat de stroom van de VK-8M en uw sequencer
uitstaat.
NOTE
Zet de stroom van de VK-8M en het andere apparaat uit,
voordat u aansluitingen gaat maken. Als u een extern apparaat
aansluit terwijl de stroom aanstaat, kan schade ontstaan of
kunnen storingen optreden.
2. Gebruik in de winkel verkrijgbare MIDI kabels om de
VK-8M op uw sequencer aan te sluiten.
Sluit de MIDI IN aansluiting van de VK-8M op de MIDI
OUT aansluiting van de sequencer aan.
3. Zet de stroom van uw sequencer en de VK-8M aan.
4. Speel uw sequencer af.
Als het afspelen voltooid is, zullen alle indicators van de
VIBRATO AND CHORUS [ON] knop en de [VIBRATO
AND CHORUS] knop knipperen.
5. Als de externe sequencer klaar is met afspelen, drukt u
op de VIBRATO AND CHORUS [ON] knop.
De data van de externe sequencer is dan in de VK-8M
geladen.
51
Page 52
Probleemoplossing
Indien de VK-8M niet naar wens functioneert, controleert u eerst het volgende overzicht. Als hiermee het probleem niet is
opgelost, raadpleegt u uw handelaar of een Roland Service Centrum bij u in de buurt.
ProbleemControleerOplossingpag
Stroom gaat niet aanDe adapter is niet juist aangeslotenSluit de adapter op juiste wijze aan.p. 13
Geen geluid/onvoldoende volume
Orgelgeluid speelt niet
Invoergeluid speelt niet
Het volumeniveau van het
apparaat dat op de VK-8M is
aangesloten is te laag
Harmonische balken werken niet
Er is een klik hoorbaar wanneer u
een toets indrukt/loslaat
Stroom van het aangesloten
apparaat is niet aangezet
Het volume van de aangesloten
versterker of het mengpaneel is laag
gedraaid
Volume van de VK-8M is te laagDraai de [Master Volume] knop
Het volume van het aangesloten
toetsenbord, de versterker of
luidspreker is laag gedraaid
Het expressiepedaal is niet
ingedrukt
Als er geluid over de koptelefoon is,
kan het zijn dat er een breuk in de
kabel waarmee de VK-8M met uw
versterker/mengpaneel is ontstaan
of dat uw versterker/mengpaneel
storingen vertoont.
Alle harmonische balken zijn
ingedrukt
De Wheel Break (wiel rem) is
geactiveerd
Het geluidsniveau van de ingang is
te laag
De instelling van de [INPUT] knop
is “Active Exp”, en het expressiepedaal is niet ingedrukt
U gebruikt een kabel met een
ingebouwde weerstand
Het gedeelte, waarin de
harmonische balk instellingen tot
uiting komen, is niet juist
geselecteerd
Op een toonwielorgel is een licht
“bliep” geluid hoorbaar als u een
toets indrukt of loslaat. Dit werd
aanvankelijk als een defect gezien,
maar toen orgels met deze
eigenschap in veel muziek werden
gebruikt, is dit een onderdeel van
het geluid geworden. De VK-8M
kan deze klikruis, die een
karakteristieke eigenschap van
toonwiel orgels is, nauwgezet
simuleren.
Zet de stroom van de aangesloten
versterker of het mengpaneel aan.
Verhoog het volume van de
aangesloten versterker of het
mengpaneel.
naar “Max”.
Verhoog het volume van het
aangesloten toetsenbord, de
versterker of het mengpaneel.
Terwijl u zorgvuldig naar het
volume luistert, drukt u het uiteinde
van het expressiepedaal naar
beneden.
Controleer nogmaals uw kabels en
versterker/mengpaneel
aansluitingen.
Trek de harmonische balken uit.
Laat de wiel rem los, met gebruik
van de voetschakelaar, D Beam.
Terwijl u het volumeniveau in de
gaten blijft houden, draait u aan de
INPUT [VOLUME] knop om het
niveau te verhogen.
Terwijl u zorgvuldig naar het
volume luistert, drukt u het uiteinde
van het expressiepedaal naar
beneden.
Gebruik een aansluitkabel zonder
ingebouwde weerstand.
Druk op de [H-BAR PART] knop om
het gedeelte waarin de instellingen
van de harmonische balken tot
uiting komen te selecteren.
Het volume van de klik kan met
“ON CLICK LEVEL” en “OFF
CLICK LEVEL” worden bijgesteld.
p. 15
p. 15
p. 16
p. 15
p. 36
p. 15
p. 21
p. 31
p. 35
p. 36
- - -
p. 20
p. 43
52
Page 53
ProbleemControleerOplossingpag
Toonhoogte klopt niet
Overdrive wordt niet toegepast
Reverb wordt niet toegepast
Rotary effect wordt niet toegepast
Kan het MIDI kanaal niet instellen
Overdrive wordt niet toegepast
MIDI berichten worden niet juist
verzonden/ontvangen
Kan de 1' harmonische balk niet
horen
Rotary verandert onopzettelijk in
FAST
D Beam gevoeligheid is niet juist
De inhoud van het
registratiegeheugen is weg
Probleemoplossing
De stemming is niet juistPas de referentie toonhoogte aan.p. 47
Ring Modulator is op het
orgelgeluid toegepast
Het overdrive niveau is te laagDraai aan de [OVERDRIVE] knop
Het expressiepedaal is naar voren
gedrukt
Reverb niveau is te laagDraai de REVERB [LEVEL] knop
De [BREAK] knop is ingedrukt,
waardoor de rotatie is gestopt (de
SPEED LED is gestopt)
Dit is reeds als het MIDI kanaal van
een ander part gespecificeerd
Het MIDI kanaal van elk part is niet
juist ingesteld
Het Control MIDI Channel is niet
juist ingesteld
Het afspeeltempo van de sequencer
is niet correct ingesteld
PERCUSSION is aangezet.
Als PERCUSSION aanstaat, is het
geluid van de 1' harmonische balk
niet hoorbaar
D Beam is aan “CRESCENDO”
toegewezen.
Als de D Beam aan “CRESCENDO”
is toegewezen als de [SLOW/FAST]
knop zich in de SLOW status
bevindt, en u uw hand dicht bij de D
Beam plaatst, zal de rotary naar
FAST overschakelen.
De gevoeligheid van de D Beam is
niet juist.
Het instrument bevindt zich op een
locatie met een grote hoeveelheid
infrarood licht.
De stroom werd uitgezet, terwijl
data in het registratiegeheugen
werd opgeslagen.
Bedien de D Beam om de ring
modulator op te heffen.
om de diepte van de overdrive bij te
stellen.
Terwijl u nauwkeurig naar het
volume luistert, drukt u het uiteinde
van het expressiepedaal naar
beneden.
met de klok mee, om het reverb
niveau aan te passen.
Druk op de [BRAKE] knop of de
[SLOW/FAST] knop om de rem los
te laten, en het rotary effect toe te
passen.
Selecteer een ander kanaal voor het
andere part dat het betreffende
kanaal gebruikt en maak dan de
gewenste instelling of selecteer een
MIDI kanaal dat nog niet wordt
gebruikt.
Stel de MIDI kanalen correct in.
Zorg dat de program changes en
expressiedata van de VK-8M via het
juiste MIDI kanaal worden
verzonden.
Zorg dat de sequencer de data op
hetzelfde tempo afspeelt als op het
moment dat de exclusieve data
werd opgenomen.
Dit is geen storing.
Als u uw hand verder van de D
Beam verwijdert, zal de rotary naar
SLOW terugkeren.
Pas de gevoeligheid van de D Beam
opnieuw aan.
Op een locatie met veel infrarood
licht kan de D Beam niet correct
functioneren.
Zet nooit de stroom uit, terwijl data
in het registratiegeheugen wordt
opgeslagen.
p. 31
p. 30
p. 36
p. 34
p. 29
p. 46
p. 46
p. 46
p. 50
p. 25
p. 31
p. 33
p. 33
- - -
53
Page 54
Probleemoplossing
■ Storingsindicaties
Wanneer een onjuiste handeling wordt uitgevoerd of wanneer een handeling niet correct uitgevoerd kan worden, zullen alle
indicators van de VK-8M enige seconden oplichten. Storingen kunnen in twee categorieën worden verdeeld – degenen die bij
het aanzetten verschijnen, en degenen die tijdens normale bediening optreden. Lees de volgende uitlegging zorgvuldig, en
voer de daarvoor geschikte handelingen uit.
Als u de stroom aanzet
Alle indicators lichten enige seconden op
Oorzaak: de inhoud van het geheugen is naar de fabrieksstatus teruggekeerd. Dit gebeurt vaak als de
stroom wordt uitgezet, terwijl data in het geheugen wordt opgeslagen.
Tijdens normale bediening
Alle indicators lichten enige seconden op
Oorzaak 1: een MIDI kabel is losgegaan of gebroken.
Actie:zorg dat de MIDI kabel correct is aangesloten.
Oorzaak 2: een grote hoeveelheid MIDI data werd in één keer ontvangen.
Actie: verminder de hoeveelheid MIDI data die naar de VK-8M wordt
verzonden.
Oorzaak 3: system exclusive data is niet juist ontvangen.
Actie: controleer de instellingen van het verzendende apparaat of de data
This means that the message transmitted will be F0 41 10 00 4D 12 10 00 10 14 01 4B F7.
<Example2> Obtain preset organ parameter data for User Registration:
02 (RQ1).
The “Parameter address map (MODEL ID = 00 4DH)” (p. 59) indicates that the starting
address of USER: 02 is 20 01 00 00H, and that the offset address of Organ Parameter is 10
00H. Thus, the address is:
20 01 00 00H
+) 10 00H
---------------
20 01 10 00H
Since the size of the Performance Part is 00 00 00 1AH,
F0411000 4D 1120 01 10 0000 00 00 1A ??F7
(1) (2)(3) (4)(5)addressdatachecksum(6)
(1) Exclusive status
(2) ID number (Roland)
(3) Device ID (17)
(4) Model ID (VK-8, VK-8M)
(5) Command ID (RQ1)
(6) EOX
Next we calculate the checksum.
20H + 01H + 10H + 00H + 00H + 00H + 00H + 1AH =
32 + 1 + 16 + 0 + 0 + 0 + 0 + 26 = 75 (sum)
75 (total) ÷ 128 = 0 (product).. 75 (remainder)
checksum = 128 - 75 (remainder) = 53 = 35H
Thus, a message of F0 41 10 00 4D 11 20 01 10 00 00 00 00 1A 35 F7 would be transmitted.
61
Page 62
ORGAN Module
Model VK-8M
Functie...
Basic
Channel
Mode
Note
Number :
Velocity
After
Touch
Pitch Bend
Control
Change
Default
Changed
Default
Messages
Altered
True Voice
Note On
Note Off
Key’s
Channel’s
11
17
70—78
64
80
81
MIDI Implementatiekaart
VerzondenHerkend
1—16
1—16
Mode 3
X
**************
64
(SPRING SHOCK)
**************
O
X
X
X
X
O
O
*3
*3, *5
X
X
O
O
*3, *7
*3, *8
SEQUENCER
MODE
1—16
1—16
Mode 3
X
0—127
36—96
(UPPER/LOWER)
36—61
(PEDAL)
O
O
X
X
SINGLE KEYBOARD
1—16
X
Mode 1
X
0—127
36—96
36—61
O
O
X
X
XX
O
O
O
O
O
O
*3
*3, *5
*3, *6
*3, *7
*3, *8
O
O
O
O
O
O
MODE
*1
*2
*4
*5
*6
Opmerkingen
Expression
General purpose controller 2
Sound controller
Hold 1
General purpose controller 5
General purpose controller 6
Program
Change
: True Number
System Exclusive
System
Common
System
Real Time
Aux
Messages
: Song Position
: Song Select
: Tune Request
: Clock
: Commands
: All Sound Off
: Reset All Controllers
: All Notes Off
: Active Sensing
: System Reset
Notes
Mode 1 : OMNI ON, POLY
Mode 3 : OMNI OFF, POLY
0—35
**************
O
X
X
X
X
X
O
X
X
O
X
*1 The messages will be received as messages for upper part, regardless of their channel number.
*2 Velocity for organ parts is fixed.
*3 The Messages will be received on the channel specified by Control MIDI Channel.
*4 Received Data will be handled in the same way as the EXPRESSION PEDAL jack of the VK-8M itself.
*5 Wheel Brake
*6
Harmonic Bar
*7 Rotary Speed
*8 Rotary Brake
*9 Registration will be switched by received MIDI message.
Mode 2 : OMNI ON, MONO
Mode 4 : OMNI OFF, MONO
O
0-5, 8-13, 16-21,
24-29, 32-37, 40-45
OO
X
X
X
X
X
O
O
O
O
X
X
X
X
X
X
X
X
X
O
X
*9O
Program No. 1-6, 9-14,
17-22, 25-30, 33-38, 41-46
Processed as 0
O : Ja
X : Nee
62
Page 63
Algemene specificaties
VK-8M: orgelmodule
●Geluidsgenerator
Virtual Tonewheel methode
●Part
3 Parts (Upper, Lower, Pedal)
●Maximale polyfonie
Volledig polyfoon
●Orgel
Tone Wheel
VINTAGE 1, VINTAGE 2, CLEAN
Leakage Level
Vibrato en Chorus
V1, V2, V3, C1, C2, C3
Percussie
SECOND, THIRD, SOFT, SLOW
AMP simulator
TYPE 1, TYPE II, TYPE III, TYPE IV
Overdrive
Tone
Reverb
ROOM, HALL, CHURCH, SPRING
Reverb niveau
D BEAM
CRESCENDO, ROTARY SPEED, RING MODULATOR,
TONE WHEEL BRAKE, SPRING SHOCK, GLISSANDO
INVOER
[INPUT] knop, INPUT [VOLUME] knop
[MASTER VOLUME] knop
●Aansluitingen
UITGANG jacks (L (MONO), R): 1/4 inch
INGANG jacks (L (MONO), R): 1/4 inch
KOPTELEFOON aansluiting: stereo tulp stekker
EXPRESSIE PEDAL jack
MIDI aansluitingen (IN, OUT)
ADAPTER (DC 9V)
●Stroomvoorziening
AC adapter (PSB-1U)
●Huidige spanning
700 mA
●Afwerking
Zijpaneel: natuurlijk hout /walnoot lak
●Afmetingen
233 (B) x 275 (D) x 77 (H) mm
Gewicht
1.7 Kg
●Accessoires
Gebruikershandleiding, Edit Mode Quick Reference,
adapter, netsnoer
* Voor productverbetering kunnen specificaties en/of uiterlijk van dit
apparaat zonder voorafgaande mededeling veranderen.
Wheel Type ......................................................................24
65
Page 66
Informatie
Als u een reparatiedienst nodig heeft, belt u uw dichtstbijzijnde Roland service centrum, of erkend Roland distributeur in
uw land, zoals hieronder getoond.
5100 S. Eastern Avenue
Los Angeles, CA 90040-2938,
U. S. A.
TEL: (323) 890 3700
.
66
Page 67
Voor EU-Landen
Dit product voldoet aan de voorwaarden van Europese Richtlijnen EMC 89/336/EEC en LVD 73/23/EEC.
For the USA
FEDERAL COMMUNICATIONS COMMISSION
RADIO FREQUENCY INTERFERENCE STATEMENT
This equipment has been tested and found to comply with the limits for a Class B digital device, pursuant to Part 15 of the FCC Rules. These limits are designed to provide reasonable protection against harmful interference in a residential installation. This equipment generates, uses, and can radiate radio frequency energy and, if not installed and used in accordance with the instructions, may cause harmful interference to radio communications. However, there is no guarantee that interference will not occur in a particular installation. If this equipment does cause harmful interference to radio or television reception, which can be determined by turning the equipment off and on, the user is encouraged to try to correct theinterference by one or more of the following measures:
— Reorient or relocate the receiving antenna.— Increase the separation between the equipment and receiver.— Connect the equipment into an outlet on a circuit different from that to which the receiver is connected.— Consult the dealer or an experienced radio/TV technician for help.
This device complies with Part 15 of the FCC Rules. Operation is subject to the following two conditions: (1) This device may not cause harmful interference, and (2) This device must accept any interference received, including interference that may cause undesired operation.
Unauthorized changes or modification to this system can void the users authority to operate this equipment.This equipment requires shielded interface cables in order to meet FCC class B Limit.
For Canada
NOTICE
This Class B digital apparatus meets all requirements of the Canadian Interference-Causing Equipment Regulations.
AVIS
Cet appareil numrique de la classe B respecte toutes les exigences du Rglement sur le matriel brouilleur du Canada.
67
Page 68
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.