Gefeliciteerd met de aanschaf van de VK-8 combo orgel.
Lees voor het gebruik van dit instrument aandachtig de hoofdstukken:
‘BELANGRIJKE VEILIGHEIDS INSTRUCTIES’ (p. 2), ‘HET APPARAAT
VEILIG GEBRUIKEN’ (p. 3,4) en ‘BELANGRIJKE OPMERKINGEN’ (p. 5).
Deze hoofdstukken bieden belangrijke informatie aangaande het juiste
gebruik van dit instrument. Om er zeker van te zijn, dat u op de hoogte bent
van elke eigenschap die uw nieuwe instrument te bieden heeft, is het
noodzakelijk om de gehele gebruiksaanwijzing goed door te lezen. De
gebruiksaanwijzing dient bewaard en bij de hand gehouden te worden,
zodat hij als gemakkelijke referentie kan dienen.
Afspraken in deze gebruiksaanwijzing
• Namen van knoppen staan tussen haken; b.v: [MASTER VOLUME]
knop.
• Breuken op de drawbars (p. 24) worden als volgt weergegeven: 1-1/
3’;2-2/3’.
• [1]-[8] betekent dat u op één van de knoppen van [1] tot en met [8]
moet drukken.
• De aan/ uit/ knipperende status van een lampje op een knop wordt
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag in welke vorm dan ook
worden gekopieerd, zonder schriftelijke toestemming van de ROLAND
CORPORATION.
CAUTION
RISK OF ELECTRIC SHOCK
DO NOT OPEN
ATTENTION
WAARSCHUWING: VERWIJDER HET DEKSEL (OF DE
ACHTERKANT) NIET, OM HET RISICO OP EEN ELEKTRISCHE
SCHOK TE REDUCEREN. BINNENIN BEVINDEN ZICH GEEN
ONDERDELEN DIE DOOR DE GEBRUIKER ONDERHOUDEN
KUNNEN WORDEN. LAAT HET ONDERHOUD AAN ERKEND
: RISQUE DE CHOC ELECTRIQUE NE PAS OUVRIR
ONDERHOUDSPERSONEEL OVER.
Het symbool van de bliksemflits met pijl, binnen een
gelijkzijdige driehoek, is bedoeld om de gebruiker te
waarschuwen voor de aanwezigheid van niet geïsoleerd,
’gevaarlijk voltage’ binnenin het apparaat, welke krachtig
genoeg kan zijn om een elektrische schok bij personen te
veroorzaken.
Het uitroepteken binnen een gelijkzijdige driehoek is
bedoeld om de gebruiker te waarschuwen voor de
aanwezigheid van belangrijke bedienings- en
onderhoudsinstructies in de literatuur behorende bij het
product.
INSTRUCTIES MET BETREKKING TOT HET RISICO VAN BRAND, ELEKTRISCHE SCHOK
OF VERWONDINGEN AAN PERSONEN.
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
WAARSCHUWING – Tijdens het gebruik van elektrische producten moeten de basis voorzorgsmaatregelen altijd opgevolgd worden,
1.Lees deze instructies.
2.Bewaar deze instructies.
3.Neem alle waarschuwingen serieus.
4.Volg alle instructies.
5.Gebruik dit apparaat niet in de buurt van water.
6. Maak dit apparaat alleen met een droge doek schoon.
7. De ventilatie openingen mogen niet geblokkeerd worden.
Installeer in overeenstemming met de instructies van de
fabrikant.
8. Installeer het apparaat niet in de buurt van warmtebronnen,
zoals radiatoren, kachelschuiven, kachels of andere
apparaten (inclusief versterkers) die warmte produceren.
9.De veiligheidsopzet van de gepolariseerde of aarde plug
dient niet teniet gedaan te worden. Een gepolariseerde plug
heeft twee polen, de één breder dan de andere. Een
aardeplug heeft twee platte kanten en een derde aarde pin.
De brede pool of de derde pin zijn voor uw veiligheid aangebracht. Wanneer de plug niet in uw stopcontact past,
raadpleegt u een elektricien voor vervanging van het verouderde stopcontact.
10. Bescherm het netsnoer, zodat er niet overheen gelopen kan
worden. Zorg dat het snoer, in het bijzonder bij de stekkers,
inclusief de volgende:
stopcontactdozen
komen, niet gedraaid of in elkaar gedrukt wordt.
11. Gebruik alleen door de fabrikant gespecificeerde
aanhangsels of accessoires.
12. Gebruik het apparaat alleen met een door de
fabrikant gespecificeerde of bij het apparaat
geleverde kar, standaard, statief, console
of tafel. Voorzichtigheid is geboden
tijdens het verplaatsen van de kar/
apparaat combinatie, zodat deze niet kan
omvallen en daardoor stuk gaat.
13. Tijdens onweer of wanneer het apparaat
gedurende een langere periode niet gebruikt zal worden,
haalt u de stekker uit het stopcontact.
14. Laat al het onderhoud aan erkend onderhoudspersoneel
over. Onderhoud is vereist wanneer het apparaat op
enigerlei wijze beschadigd is, bijvoorbeeld als het netsnoer
of de stekker beschadigd is, er vloeistof of objecten in het
apparaat terecht zijn gekomen, als het apparaat aan regen
of vochtigheid heeft blootgestaan, niet normaal functioneert
of is gevallen.
,
en op het punt waar zij uit het apparaat
2
WAARSCHUWING
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
INSTRUCTIES OM BRAND, ELEKTRISCHE SCHOK OF LICHAMELIJK LETSEL TE VOORKOMEN
Over
WAARSCHUWING en
VOORZICHTIG opmerkingen
Wordt gebruikt bij instructies waarbij
WAARSCHUWING
de gebruiker attent gemaakt wordt op
het risico van overlijden of zwaar letsel,
wanneer het apparaat niet op juiste
wijze gebruikt wordt.
Wordt gebruikt bij instructies waarbij
de gebruiker attent gemaakt wordt op
het risico van letsel of materiële schade,
wanneer het apparaat niet op juiste
VOORZICHTIG
wijze gebruikt wordt.
* Materiële schade verwijst naar schade
of andere ongunstige effecten, die ten
aanzien van het huis en al het
aanwezige meubilair, en tevens aan
huisdieren kunnen optreden.
NEEM ALTIJD HET VOLGENDE IN ACHT
WAARSCHUWING
001
• Lees de instructies en de gebruiksaanwijzing goed
door, voordat u dit apparaat in gebruik neemt.
• Probeer het apparaat niet te repareren of delen in
het apparaat te vervangen (behalve als deze
gebruiksaanwijzing daar aanwijzingen voor
geeft). Ga voor al uw reparaties naar de winkel
waar u het apparaat heeft gekocht, het dichtstbijzijnde Roland Service Center of een geautoriseerde Roland distributeur. U kunt deze vinden
op de ‘Informatie’ pagina.
Het symbool wijst de gebruiker op belangrijke
instructies of waarschuwingen. De specifieke betekenis
van het symbool wordt bepaald door het teken dat zich
binnen de driehoek bevindt. Het symbool dat zich in dit
geval aan de linkerkant bevindt, betekent dat dit teken
voor algemene voorzorgsmaatregelen, waarschuwingen,
of aanduidingen van gevaar wordt gebruikt.
Het symbool wijst de gebruiker op onderdelen die
nooit verplaatst mogen worden (verboden). De
specifieke handeling die niet uitgevoerd mag worden,
wordt aangegeven door het symbool dat zich binnen
de cirkel bevindt. Het symbool dat zich in dit geval aan
de linkerkant bevindt, betekent dat het apparaat nooit
uit elkaar gehaald mag worden.
Het ● wijst de gebruiker op onderdelen die verwijderd
moeten worden. De specifieke handeling die uitgevoerd
moet worden, wordt door het symbool binnen de cirkel
aangegeven. Het symbool dat zich in dit geval aan de
linkerkant bevindt, geeft aan dat het netsnoer uit de
daarvoor bestemde aansluiting getrokken moet worden.
008a
• Bij het gebruik van een door Roland aanbevolen
rek of standaard, dient het rek of de standaard
nauwkeurig te worden geplaatst, zodat hij
waterpas en zeer stabiel staat. Indien u geen rek of
standaard gebruikt, verzeker u er dan van dat de
plaats waar u het apparaat zet een stevige oppervlakte biedt, die het apparaat op de juiste manier
ondersteunt en waardoor het apparaat niet kan
gaan wiebelen.
• Het apparaat dient alleen te worden aangesloten
op een stroomtoevoer van het type dat in de
bedieningsinstructies wordt beschreven, of zoals
het op het apparaat staat aangegeven.
• Het stroomsnoer dient niet buitensporig te worden
gedraaid of gebogen, en plaats geen zware
voorwerpen op het snoer. Indien u dat wel doet
kan het snoer beschadigd raken, waardoor onderdelen kunnen afbreken en kortsluiting kan ontstaan. Een
beschadigd snoer kan brand of schokken veroorzaken!
• Dit apparaat, alleen of in combinatie met een
versterker, koptelefoon of speakers, kan een
geluidsniveau bereiken dat een permanente
gehoorbeschadiging kan veroorzaken. Gebruik
geen hoog of onaangenaam volume, als u het
apparaat voor langere tijd bedient. Indien u enig
gehoorverlies of gepiep in de oren ervaart, dient u
onmiddelijk te stoppen met het gebruik van dit
apparaat en een oorarts te raadplegen.
• In huishoudens met kleine kinderen dient altijd
een volwassene toezicht te houden, totdat het kind
in staat is om de regels die essentieel zijn voor een
veilig gebruik van het apparaat te volgen.
• Sluit het stroomsnoer van het apparaat niet aan op
een stopcontact waar meerdere apparaten op zijn
aangesloten. Wees extra voorzichtig met het
gebruik van verlengsnoeren – de totale stroom die
gebruikt wordt door alle apparaten, die op
hetzelfde verlengsnoer of blok zijn aangesloten,
mag nooit het stroomvoorschrift (Watt/Ampère)
op het verlengsnoer overschrijden. Een
overmatige belasting kan tot een oververhit snoer
leiden en uiteindelijk doorbranden.
• Voordat u het apparaat in het buitenland gebruikt,
dient u om raad te vragen bij de winkel waar u het
apparaat heeft gekocht, het dichtstbijzijnde
Roland Service Center, of een oficiële Roland
distributeur (die u kunt vinden op de ‘Informatie’
pagina).
• Dit apparaat (VK-8) dient alleen gebruikt te
worden met de Roland KS-12 standaard. Het
gebruik met een andere standaard kan instabiliteit
veroorzaken, wat tot mogelijke beschadiging kan
leiden.
• Klim nooit op het apparaat, en plaats nooit
voorwerpen op het apparaat.
4
BELANGRIJKE OPMERKINGEN
291b
Lees het volgende goed door als toevoeging op de instructies uit de lijst onder ‘BELANGRIJKE VEILIGHEIDS
INSTRUCTIES’ en ‘HET APPARAAT VEILIG GEBRUIKEN’ op pagina’s 2, 3 en 4, en houdt deze aanwijzingen goed in de
gaten:
Stroomtoevoer
• Gebruik dit apparaat niet op hetzelfde stroomnet met een
ander apparaat dat storing kan veroorzaken (zoals een
elektrische motor, of een regelbaar verlichtingssysteem).
• Voordat u dit apparaat op enig ander apparaat aansluit,
dient u de stroom op elk apparaat uit te zetten. Op deze
manier kunt u voorkomen dat er een defect optreedt, en/
of dat er schade wordt toegebracht aan de luidsprekers of
aan andere onderdelen.
Plaatsing
• Het gebruik van dit apparaat in de buurt van versterkers
(of enige andere apparatuur die grote transformatoren
bevatten) kan een brom veroorzaken. Om dit probleem te
verminderen, kunt u het apparaat verdraaien; of u kunt
het apparaat verder weg van de storingsbron plaatsen.
• Het kan zijn dat dit apparaat storing veroorzaakt in de
ontvangst van radio en televisie. Gebruik het apparaat
daarom niet in de buurt van deze ontvangers.
• Bij gebruik van draadloze communicatie apparatuur
(zoals mobiele telefoons) in de buurt van het apparaat,
kan er storing ontstaan. Dergelijke storing kan ontstaan
tijdens het het ontvangen van een gesprek, tijdens het
opbellen of tijdens een gesprek. Heeft u last van dit
probleem, plaats de draadloze apparatuur dan verder van
het apparaat, of schakel de apparatuur uit.
• Stel het apparaat niet bloot aan direct zonlicht, plaats het
niet dichtbij apparaten die hitte voortbrengen, laat het niet
achter in een afgesloten voertuig, en stel het niet bloot aan
extreme temperatuurwaarden. Gebruik bovendien geen
verlichting, waarbij de lichtbron dicht in de buurt van het
apparaat wordt geplaatst (zoals een pianolamp); laat
krachtige lampen niet te lang op hetzelfde gedeelte van
het apparaat schijnen. Buitensporige hitte kan het
apparaat vervormen of laten verkleuren.
• Plak geen stickers en dergelijke op het instrument. Bij het
verwijderen van dergelijke materialen kan de afwerklaag
van het instrument worden beschadigd.
Onderhoud
• Gebruik een droge, zachte doek om het instrument te
reinigen. U kunt eventueel een vochtige doek gebruiken.
Probeer het gehele oppervlak met gelijke sterkte af te
vegen, waarbij u de doek in de richting van de nerf van
het hout beweegt. Als u op een bepaalde plek te hard
wrijft, kan de afwerklaag beschadigd raken.
• Gebruik nooit benzine, verdunningsmiddel, alcohol of
wat voor oplosmiddel dan ook, om verkleuring en/of
vervorming te voorkomen.
Aanvullende
voorzorgsmaatregelen
• Bij de bediening van de knoppen, schuiven en andere
bedieningsknoppen op het apparaat dient u met redelijke
voorzichtigheid te werk te gaan; zo ook bij het gebruik
van de jacks en aansluitingen. Een ruwe behandeling kan
tot een defect leiden.
• Bij het aansluiten/ ontkoppelen van kabels dient u altijd
de plug zelf beet te pakken–trek nooit aan de kabel. Op
deze manier voorkomt u kortsluiting of beschadiging van
het binnenste van de kabel.
• Tijdens normaal gebruik verspreidt het apparaat een
kleine hoeveelheid warmte.
• Probeer het geluidsvolume van het apparaat op een
acceptabel niveau te houden, om de buren niet tot last te
zijn. Het kan zijn dat u de voorkeur geeft aan het gebruik
van een koptelefoon: op die manier hoeft u zich geen
zorgen te maken dat u anderen last bezorgd (vooral ‘s
avonds laat).
• Om een defect te voorkomen, dient u het apparaat niet te
gebruiken in een vochtige omgeving, zoals een omgeving
die is blootgesteld aan regen of ander vocht.
• Zorg ervoor dat er geen rubber, vinyl of vergelijkbaar
materiaal lang achter elkaar op het apparaat blijft liggen.
Dergelijke stoffen kunnen verkleuring veroorzaken en de
afwerklaag van het instrument beschadigen.
• Zet geen houders met water (zoals een bloemenvaas) op
het apparaat. Gebruik geen insecticide, parfum, alcohol,
nagellak, spuitbussen enz. in de buurt van het apparaat.
Komt er toch vloeistof op het instrument terecht,
verwijder dit dan snel met een droge, zachte doek.
• Zet geen spullen op het toetsenbord. Hierdoor kan een
defect optreden, bijvoorbeeld een weigering van de
toetsen.
• Als u het apparaat wilt vervoeren, dan kunt u dit het beste
doen in de doos (inclusief vulsel) waarin het verpakt was.
Anders zult u vergelijkbaar verpakkingsmateriaal moeten
gebruiken.
• Gebruik alleen het aangegeven volumepedaal (EV-7; los
verkrijgbaar). Aansluiting van een ander volumepedaal
kan een defect veroorzaken of het apparaat beschadigen.
5
Inhoud
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN ................. 3
Hoe de VK-8 werkt ............................................................................... 13
Over de virtuele toonwiel klankgenerator ........................................................................................... 13
Hoe de orgelklank ontstaat..................................................................................................................... 13
De indeling van de other tones .............................................................................................................. 14
Over het geheugen ................................................................................................................................... 15
Voordat u begint met spelen............................................................... 16
Het stroomsnoer aansluiten.................................................................................................................... 16
Uw versterker, speakers of koptelefoon aansluiten ............................................................................ 17
Het pedaal toetsenbord aansluiten ........................................................................................................ 18
Een expressiepedaal of voetschakelaar aansluiten.............................................................................. 18
De stroom aanzetten ................................................................................................................................ 19
De stroom uitzetten ...................................................................................................................... 19
De fabrieksinstellingen herstellen (Factory Reset) ..............................................................................20
De demo songs beluisteren ..................................................................................................................... 21
Het orgel bespelen............................................................................... 22
De verschillende klanken beluisteren ................................................................................................... 22
Over de orgelklank................................................................................................................................... 23
De klank in realtime bewerken (Harmonic Bars) ................................................................................ 24
De orgelklank veranderen (wieltype, leakage niveau) ....................................................................... 27
De klank scherper maken (Percussion)................................................................................................. 28
Modulatie aan de klank toevoegen (Vibrato en Chorus) ................................................................... 31
Het COSM rotary speaker effect (Rotary Sound) ................................................................................ 32
Het Amp Type veranderen (Amp Type, Overdrive, Tone) ............................................................... 33
Met de D BEAM regelaar veel gebruikte orgeleffecten produceren................................................. 34
De gevoeligheid van de D Beam regelaar aanpassen.............................................................. 36
De VK-8 beschikt over een Virtuele Toonwiel klankgenerator, waarmee de klankopwekking van een traditioneel
toonwielorgel perfect wordt nagebootst. Omdat alle toetsenborden - boven, onder en pedaal - volledig meerstemmig
zijn, worden de noten nooit afgekapt, onafhankelijk van uw speeltechniek.
Rotary klank
Met een effect-algoritme, dat gebruik maakt van de COSM technologie van Roland, wordt de klank van een rotary
speaker waarheidsgetrouw nagebootst; deze klank is van essentieel belang voor een fantastische orgelklank. U kunt
van deze realistische rotaryklank genieten door een koptelefoon, keyboardversterker (zoals de KC-100) of een stereo
installatie aan te sluiten.
Overdrive klank
Naast de nabootsing van de weergave van het buizencircuit van een rotary speaker en de akoestische karateristieken
van de speakerkast, kan de COSM technologie bovendien de klank van verschillende soorten versterkers simuleren.
Door deze versterkertypes te selecteren, kunt u eenvoudig een grote verscheidenheid aan klanken verkrijgen,
waaronder zware overstuurde rockklanken met realistische nabootsing van speakerkastresonantie.
Waterval toetsenbord
Het toetsenbord van de VK-8 voelt hetzelfde aan als het toetsenbord van een traditioneel toonwielorgel. Dit
toetsenbord is speciaal ontworpen met het oog op standaard orgelspeelstijlen, zoals glissandi.
Eenvoudige bediening
De VK-8 is ontworpen met de nadruk op de bedienbaarheid met registerschuiven, rotary knoppen en grote knoppen.
De VIBRATO AND CHORUS en PERCUSSION knoppen hebben dezelfde functie en plaatsing als op een traditioneel
toonwielorgel. Toonwiel Type, Leakage Noise, Amp Simulator en andere elementen, die van belang zijn voor het
creëren van een goede orgelklank, kunnen direct en intuitief vanaf het voorpaneel worden bewerkt, net alsof u de
klank op een gitaarversterker zou aanpassen.
Natuurlijk houten meubel
Het meubel is van hout gemaakt, waarin de constructie van de traditionele toonwielorgels kan worden herkend. De
zijpanelen zijn van prachtig gelakt natuurhout en zullen naarmate het hout ouder wordt meer gaan glanzen.
Ingebouwde PCM klanken als aanvulling op de orgel klankgenerator
Behalve de orgel klankgenerator biedt de VK-8 tevens een PCM klankgenerator met prachtige klanken van
hoge kwaliteit: Piano, Electric Piano 1, Electric Piano 2, Strings, Jazz Scat, Choir, Synth en Brass. Deze klanken
kunt u in combinatie met het orgel gebruiken, voor nog meer expressieve mogelijkheden.
Andere kenmerken
• Met de D BEAM regelaar kunt u bepaalde bewegingen tijdens het spelen uitvoeren, die typerend zijn
voor het traditionele toonwielorgel: het uitzetten van de toonwielmotor, of de ‘ploing’ die ontstaat bij
een korte tik tegen de veergalm. Met de D BEAM regelaar kunt u uw performance op het podium
visueel zo opwindend mogelijk maken.
• Er is een speciale aansluiting voor een rotary speaker. Een rotary speaker met een 11-pins aansluiting
kan direkt op de VK-8 worden aangesloten.
• Er bevinden zich twee MIDI IN aansluitingen op het achterpaneel, waarop u een ander toetsenbord
of pedaaltoetsenbord kunt aansluiten. Op deze manier kunt u spelen met twee klavieren en een
pedaaltoetsenbord.
• In het User Preset geheugen kunt u 64 verschillende paneelinstellingen opslaan.
• Naast de Expression Pedal en Hold Pedal jacks is de VK-8 ook voorzien van een Control Pedal jack,
waaraan u verschillende functies kunt toewijzen. Door op deze jack een volumepedaal of een
schakelpedaal aan te sluiten, kunt u een grote verscheidenheid aan speelmogelijkheden toepassen.
9
Paneelbeschrijving
1.
■
2.
3.
■
4.
5.
6.
7.
8.
■
9.
■
■
25
27
[MASTER VOLUME] knop
Aanpassing van het totaalvolume (p. 19).
VIBRATO AND CHORUS
VIBRATO AND CHORUS [ON] knop
Schakelt het vibrato of chorus effect aan/ uit (p. 31).
[VIBRATO AND CHORUS] knop
Selecteert het type vibrato of chorus effect (p. 31).
D BEAM
D BEAM regelaar
U kunt de klank aanpassen door met uw hand over de
D BEAM regelaar te bewegen (p. 34).
1
652438
3130292628
10.[AMPLIFIER] knop
Schakelt de frequentiegevoeligheid en speakerkast
resonantie van de virtuele versterker (p. 33).
11.[TONE] knop
Aanpassing van de klankkleur van de orgelklank (p. 33).
REVERB
12.REVERB [LEVEL] knop
Aanpassing van de reverb diepte (p. 37).
13.[REVERB] knop
Selecteert het type reverb (p. 37).
OTHER TONES (Overige mogelijkheden)
7
D BEAM [ON] knop
Schakelt de D BEAM regelaar aan/ uit (p. 34).
[D BEAM] knop
Selecteert het effect dat door de D BEAM regelaar wordt
geregeld (p. 34).
■
TONE WHEEL (Toonwiel)
[LEAKAGE] knop
Hiermee kunt u overspraak toevoegen, onafhankelijk
van de overspraak die door het wieltype wordt
geselecteerd (p. 27).
[TONE WHEEL] knop
Selecteert het virtuele toonwieltype (p. 27).
AMPLIFIER (Versterker)
[OVERDRIVE] knop
Aanpassing van de hoeveelheid overdrive (p. 33).
10
14.[SPLIT] knop
Verdeelt het toetsenbord in twee helften, waarbij aan elk
gedeelte een andere klank wordt toegewezen (p. 38, 44).
15.[H-BAR MANUAL] knop (Harnonic Bar
Manual)
Bij gebruik van deze functie verandert de instelling van
de Harmonic Bars van de preset instelling naar de
instelling van de Harmonic Bars op het paneel (p. 23).
16.[WRITE] knop
Bewaart de paneelinstellingen als een preset (p. 45, 46).
17.[BANK] knop
Selecteert de preset bank (p. 22, 45, 46).
18.[PRESET] knop
Hiermee gaat u naar de Preset Select mode (p. 22, 45).
Vervolgens kunt u met de [1]–[8] knoppen een preset
selecteren
9
1012 13112018
14 15
19
21 22 23
Paneelbeschrijving
POWER SWITCH LOCATED
ON THE REAR PANEL
POWER SWITCH LOCATED
ON THE REAR PANEL
24
1617
19.[1]–[8] knop
Als het lampje van de [PRESET] knop brandt, kunt u
met de [1]–[8] knoppen van preset wisselen. Als het
lampje van de [PRESET] knop uitstaat zullen de [1]–[8]
knoppen overschakelen naar OTHER TONES.
[1/(OTHER TONES) PIANO] knop
[2/(OTHER TONES) ELECTRIC PIANO 1] knop
[3/(OTHER TONES) ELECTRIC PIANO 2] knop
[4/(OTHER TONES) STRINGS] knop
[5/(OTHER TONES) JAZZ SCAT] knop
[6/(OTHER TONES) CHOIR] knop
[7/(OTHER TONES) SYNTH] knop
[8/(OTHER TONES) BRASS] knop
20. [OTHER TONES LEVEL] knop
Aanpassing van het volume van de OTHER TONES.
■ PERCUSSION (Percussie)
21. [SECOND] knop
Deze knop voegt een tweede percussie aan de klank van
het orgel toe (dezelfde toonhoogte als de 4’ harmonische
schuif) (p. 28).
22. [THIRD] knop
Deze voegt een derde percussie aan de klank van het
orgel toe (dezelfde toonhoogte als de 2-2/3’
harmonische schuif) (p. 28).
23. [SOFT] knop
Met deze knop verandert u het volume van de percussie
(p. 29).
24. [SLOW] knop
Met deze knop verandert u de uitsterftijd van de
percussie (p. 30).
25. Harmonic Bars (Drawbars)
Deze schuiven bepalen de klank van het orgel. U kunt
de klankkleur in realtime terwijl u speelt (p. 24)
aanpassen.
■ HARMONIC BAR PART
Deze knoppen selecteren het klaviergedeelte waarvan
de instellingen door de drawbars worden beïnvloedt.
26. [PEDAL] knop
Als de drawbars worden bewogen, verandert de klank
van het Pedal gedeelte (p. 23).
27. [LOWER] knop
Als de drawbars worden bewogen, verandert de klank
van het Lower gedeelte (p. 23).
28. [UPPER] knop
Als de drawbars worden bewogen, verandert de klank
van het Upper gedeelte (p. 23).
■ ROTARY KLANK
29. ROTARY [ON] knop
Deze knop schakelt het rotary effect voor de orgelklank
aan/ uit (p. 32).
30. [BRAKE] knop
Deze knop schakelt de rotatie van de rotaryklank. Als
deze aanstaat zal de rotatie geleidelijk stoppen. Als deze
uitstaat, zal de rotatie geleidelijk opnieuw beginnen (p.
32).
31. [SLOW/FAST] knop
Deze knop schakelt de snelheid van de rotatie voor de
rotaryklank (p. 32).
Sluit het bijgeleverde stroomsnoer op deze ingang aan
(p. 16).
34. MIDI KEYBOARD IN aansluiting
Een ander keyboard kan hier aangesloten worden,
waardoor u de VK-8 als toetseninstrument met twee
manualen kunt bespelen (p. 59).
U kunt hier ook een andere sequencer aansluiten,
waarmee u de VK-8 de muziek kunt laten afspelen die
door de sequencer wordt gestuurd (p. 60).
35. MIDI PEDAL IN aansluiting
Hier kan een pedaal keyboard worden aangesloten,
waardoor u de pedalen kunt bespelen (p. 59).
U kunt hier ook een andere sequencer aansluiten,
waarmee u de VK-8 de muziek kunt laten afspelen die
door de sequencer wordt gestuurd (p. 60).
36. MIDI OUT aansluiting
Hier kan een ander MIDI apparaat worden aangesloten
om MIDI data te ontvangen die vanuit de VK-8 wordt
verzonden (p. 60, p. 61).
39. CONTROL PEDAL jack
Op deze ingang kunt u een voetschakelaar of een
expressiepedaal aansluiten. De gekozen functie kan aan
het pedaal worden toegewezen (p. 18, p. 40).
40. OUTPUT R jack
41. OUTPUT L (MONO) jack
Hier kunnen een versterker en actieve luidsprekers etc.
op worden aangesloten. Indien u een mono signaal
uitstuurt, sluit de apparatuur dan aan op de L (MONO)
ingang (p. 17).
42. PHONES jack
Hier kunt u een koptelefoon op aansluiten (p. 17).
43. ROTARY TONE CABINET aansluiting
Hierop kan een rotary speaker worden aangesloten
(p. 62).
37. HOLD PEDAL IN aansluiting
Hierop kunt u een voetschakelaar aansluiten. Terwijl u
op de pedaal drukt, wordt de orgelklank of andere
klank waar u mee speelt aangehouden (p. 18, 42).
38. EXPRESSION PEDAL jack
Hierop kan een expressiepedaal (EV-5 of EV-7; worden
apart verkocht) worden aangesloten (p. 18, p. 39).
12
Hoe de VK-8 werkt
Over de virtuele toonwiel klankgenerator
Een traditioneel toonwielorgel produceert klank door 91 gekartelde wielen die ‘toonwielen’ worden
genoemd. Elk toonwiel produceert een andere toonhoogte. Met behulp van een motor worden deze
toonwielen langs electromagnetische spoelen gedraaid. Op het moment dat de kartels van een wiel langs de
bijbehorende elektro-magnetische spoel gaan, wordt er een audiosignaal opgewekt. De combinatie van de
drawbars (Harmonic Bars) en de ingedrukte noten bepalen vervolgens het audiosignaal dat wordt
uitgestuurd: dit is de klank van het orgel.
De virtuele toonwielklankgenerator van de VK-8 gebruikt digitale technologie om het
klankopwekkingsmechanisme van een toonwielorgel exact na te bootsen. De 91 gekartelde wielen zijn
digitaal voortdurend aan het ‘roteren’ en kunnen op elk moment klank produceren. De klank, die deze
virtuele toonwielen voortbrengen, wordt bepaald door een combinatie van de drawbars en de gespeelde
noten op het toetsenbord – net als bij een traditioneel toonwielorgel.
Hoe de orgelklank ontstaat
Toonwielen
Toonwielen draaien voortdurend rond, en kunnen daarom ‘spreken’ zodra u een noot speelt. De virtuele
toonwielklankgenerator van de VK-8 produceert ook constant klank, waardoor u pijlsnel een reactie krijgt op
een gespeelde noot. Deze snelle reactie is vooral waardevol als u gebruik maakt van traditionele
orgeltechnieken, zoals glissando.
De orgelklank bestaat uit een grondtoon en acht boventonen; deze worden gemengd, afhankelijk van de
combinatie van de drawbars. Met de drawbars kunt u de klankkleur zelfs tijdens het spelen aanpassen,
waardoor u bijzonder flexibel in uw expressieve mogelijkheden wordt.
Percussie
Toonwielpercussie wordt gebruikt als u extra aanslag aan de gespeelde noten wilt toevoegen, waardoor de
klank scherper wordt. Afhankelijk van de toonhoogte van de gespeelde noot kunt u het tweede (SECOND) of
derde (THIRD) deel aangeven als toonhoogte van de percussieklank. U kunt het percussie volume afzwakken
(SOFT) en de noot langzamer laten uitsterven (SLOW).
De percussie op een toonwielorgel wordt ‘single-trigger’ genoemd, wat betekent dat de percussie niet op alle
gespeelde noten wordt aangebracht, maar alleen op de eerste gespeelde noot. Als u de op dit moment
gespeelde toets(en) loslaat zal de percussie op de volgende gespeelde noot worden aangebracht. Als u legato
speelt (de noten vloeiend aan elkaar verbonden), wordt de percussie alleen op de eerste noot aangebracht en
niet op de daaropvolgende noten. Als u staccato speelt, wordt de percussie op alle noten aangebracht. Als u
tijdens het gebruik van percussie snel speelt, kan het zijn dat het percussie mechaniek uw spel niet kan
bijhouden, waardoor de percussie klank zachter wordt. Met de VK-8 kunt u de snelheid aanpassen, zodat ook
snel spel kan worden bijgehouden (p. 51). Op een toonwielorgel is de manier waarop percussie wordt
aangebracht een belangrijk onderdeel van de expressiviteit van uw spel.
Op toonwielorgels werd de 1’ harmonische schuif gebruikt voor het produceren van de percussieklank.
Hieruit volgt dat bij het toevoegen van percussie de klank van de 1’ harmonische schuif niet langer te horen
is. Bovendien wordt de percussie alleen aangebracht op het boven Upper gedeelte.
Als u op een toonwielorgel de [SOFT] knop uitzet, wordt het volume van het orgel zachter, maar op de VK-8
kunt u deze knop zo instellen dat het volume van het orgel niet verandert als de [SOFT] knop aan of uit wordt
gezet (p. 51).
Toets klik
Bij de eerste generatie traditionele toonwielorgels was altijd een ‘bliep’ te horen (los van de percussie), als een
toets werd ingedrukt of losgelaten. Aanvankelijk vond men deze toets klik een probleem, maar blues en rock
muzikanten gebruikten deze eigenaardigheid in hun spel. Ook in de jazz werd deze toets klik een onmisbaar
13
Hoe de VK-8 werkt
onderdeel van de orgelklank.
Op de VK-8 kunt u het volume van de toets klik onafhankelijk instellen voor het indrukken (key-on) en
loslaten (key-off) van een toets (p. 51).
Vibrato en chorus
Traditionele toonwielorgels hadden in totaal zes verschillende effecten: drie soorten vibrato (V1, V2, V3) en
drie soorten chorus (C1, C2, C3).
Vibrato is een effect waarbij de toonhoogte cyclisch wordt gemoduleerd; chorus is een effect waarbij de
toonhoogte wordt gemoduleerd, waardoor ruimtelijkheid en diepte ontstaat.
Harmonic bars (drawbars)
De drawbars van een toonwielorgel zijn gerangschikt in oplopende volgorde van toonhoogte, van links naar
rechts. Geïnspireerd op de pijpen van een pijporgel zijn de schuiven gemarkeerd in ‘voeten’, waarbij 8’ de
grondtoon is.
Er is één uitzondering in de volgorde van de drawbars: dit betreft de 5-1/3’ schuif, de tweede van links.
Volgens de toonhoogtevolgorde zou dit de derde van links moeten zijn, maar omdat 5-1/3’ een boventoon
van 16’ is, en met de 16’ klank mengt, wordt deze naast de 16’ schuif geplaatst.
De drawbars zijn in drie kleuren gecodeerd. De schuiven waarvan de toonhoogte een octaafverhouding met
8’ hebben zijn wit, de schuiven die geen octaafverhouding hebben zijn zwart en het lage toonhoogte register
is bruin.
Op toonwielorgels werden de hoogste voetmaten herhaald (‘opnieuw gebruikt’) in het hoge toetsenregister;
de laagste voetmaten werden in het lage bereik herhaald. Dit wordt ‘fold-back’ genoemd.
Als een orgel 109 toonwielen had, konden al de negen boventonen van de drawbars op alle 61 toetsen van het
toonwielorgel klinken. Als dit het geval was klonk het hoogste register onaangenaam pieperig en het lage
register buitensporig laag en modderig.
Op de VK-8 wordt hierom fold-back gebruikt, waardoor een uitgebalanceerde klank ontstaat.
Amp Type (Rotary, Overdrive, Tone)
Als u een rotary speaker in combinatie met een toonwielorgel gebruikt, kunt u modulatie en een roterend
gevoel creëren, waardoor een ruimtelijke driedimensionale klank ontstaat.
Op de VK-8 kunt u het volume van de rotary speaker, de overgangsperiode tussen snelle en langzame rotatie,
de rotatiesnelheid in de langzame en snelle stand en de mate van ruimtelijkheid onafhankelijk aanpassen voor
de tweeter en de woofer.
Reverb
Reverb is een effect waarmee galm aan de klank wordt toegevoegt. De reverb types ROOM, HALL en
CHURCH voegen de galm van akoestische ruimtes van verschillende groottes toe. Het SPRING reverb type
simuleert een ouderwetse veergalm, die vaak te vinden was op traditionele orgels.
Op de VK-8 kunt u de reverb tijd instellen (p. 57). Door aan de [REVERB] knop te draaien, kunt u bovendien
het volume van de reverb aanpassen (p. 37).
De indeling van de other tones
De VK-8 bevat ook andere klanken naast orgelklanken. Deze worden de ‘OTHER TONES’ genoemd. De
OTHER TONES kunt u spelen op Upper, Lower of Pedal.
De OTHER TONES bieden de volgende acht klanken:
1. PIANO
2. ELECTRIC PIANO 1
3. ELECTRIC PIANO 2
4. STRINGS
5. JAZZ SCAT
14
6. CHOIR
7. SYNTH
8. BRASS
Over het geheugen
Systeem geheugen
De instellingen die effect hebben op de gehele VK-8 worden het ‘systeem geheugen’ genoemd.
Preset geheugen
De instellingen, die voor elk preset nummer onafhankelijk worden opgeslagen, zoals de instellingen van de
Harmonic Bars en de paneelinstellingen, worden het ‘preset geheugen’ genoemd.
Er zijn in totaal 64 preset geheugens, die alle kunnen worden bewerkt.
Hoe de VK-8 werkt
15
Voordat u begint met spelen
Het stroomsnoer aansluiten
Zorg ervoor dat de VK-8 uitstaat, voordat u de aansluiting gaat maken.
1
2Sluit het meegeleverde stroomsnoer aan op de VK-8; stop het andere eind
in het stopcontact.
fig.01-01
Stopcontact
Stroomingang
NOTE
Zet altijd het volume en de
stroom uit, voordat u een
aansluiting gaat maken; dit om
een defect en/of beschadiging
van de speakers of andere
apparatuur te voorkomen.
NOTE
Gebruik alleen het
meegeleverde stroomsnoer.
16
Voordat u begint met spelen
k
Uw versterker, speakers of
koptelefoon aansluiten
De VK-8 is uitgerust zonder versterker of speakers. Om de klank te kunnen horen,
zult u audio apparatuur zoals een monitorsysteem of stereo installatie aan moeten
sluiten, of een koptelefoon moeten gebruiken.
1Zorg ervoor dat alle apparatuur uitstaat, voordat u een aansluiting gaat
maken.
2Sluit de VK-8 op uw versterker/speaker systeem aan, zoals aangegeven
in het diagram:
fig.01-02
NOTE
Zet altijd het volume en de
stroom uit, voordat u een
aansluiting gaat maken; dit om
een defect en/of beschadiging
van de speakers of andere
apparatuur te voorkomen.
We raden u aan om een stereo
versterker/speaker systeem te
gebruiken, om optimaal gebrui
te kunnen maken van de
mogelijkheden van de VK-8.
Maakt u gebruik van een mono
systeem, sluit dit dan aan op de
OUTPUT L(MONO) jack.
Audiokabel
Koptelefoon
Mengtafel
Versterker
Monitorspeakers
Stereo Installatie
Gebruik audio kabels om audio apparatuur (zoals een versterker of speakers) aan te
sluiten. Maakt u gebruik van een koptelefoon, stop deze dan in de PHONES jack.
Over de OUTPUT jacks
De OUTPUT jacks van de VK-8 ondersteunen zowel gebalanceerd als ongebalan-
ceerd uitgangssignaal. Voor ongebalanceerd uitgangssignaal dient u een kabel
met een gebalanceerde plug te gebruiken. Voor ongebalanceerd uitgangssignaal
dient u een ongebalanceerde plug te gebruiken.
fig.01-03
TRSTS
TIP (HEET)
SLEEVE (Aarde)
TIP (HEET)
SLEEVE (Aarde)
NOTE
Met het oog op live
concertsituaties is de PHONES
jack van de VK-8 ontworpen
voor een hoger volumeniveau
dan gebruikelijk is bij
elektronische muziek-
instrumenten. Bij langdurig
luisteren naar een hoog
volumeniveau kan het gehoor
beschadigd raken, wees dus
voorzichtig bij het aanpassen
van het volume.
Audiokabels en koptelefoon
zijn niet meegeleverd. U zult
deze apart moeten
aanschaffen.
RING (Koud)
17
Voordat u begint met spelen
b
Het pedaal toetsenbord aansluiten
Zorg ervoor dat alle apparatuur uitstaat, voordat u een aansluiting gaat
1
maken.
2Gebruik een MIDI kabel (in de winkel verkrijgbaar) om de MIDI
PEDAL IN aansluiting op de VK-8 te verbinden met de MIDI OUT
aansluiting op uw MIDI pedalen.
fig.01-05
PEDAL IN
PK-7
MIDI OUT
PK-5
MIDI OUT
3Zet het MIDI pedaal toetsenbord aan.
Als de SUB KEYBOARD
FUNCTIE aanstaat (p. 58),
hoeft u het MIDI kanaal niet
aan te geven.
NOTE
De stroomschakelaar van uw
MIDI pedaal toetsenbord dient
te worden aangezet voordat de
stroomschakelaar van de VK-8
wordt aangezet. Als u de
stroom uitzet, dient eerst de
stroom op de VK-8 te worden
uitgezet, en vervolgens de
stroom op uw MIDI pedaal
toetsenbord.
4Zet de stroom aan op de VK-8.
Een expressiepedaal of voetschakelaar
aansluiten
U kunt een expressiepedaal of voetschakelaar aansluiten op de EXPRESSION
PEDAL jack, HOLD PEDAL jack of CONTROL PEDAL jack op het achterpaneel.
fig.01-06
DP-2
NOTE
Gebruik alleen het aangegeven
expressiepedaal (EV-7; los
verkrijgbaar). Als u een ander
expressiepedaal aansluit,
riskeert u een defect en/of
eschadiging van het apparaat.
18
EV-7
Voordat u begint met spelen
b
De stroom aanzetten
Let goed op het volgende, voordat u de stroom op de VK-8 aanzet:
1
• Is de VK-8 op de juiste manier aangesloten op de gewenste
randapparatuur?
• Staat het volume van de VK-8 en de eventuele aangesloten audio
apparatuur of speakers uit?
2Druk op het bovenste gedeelte van de [POWER] schakelaar op het
achterpaneel van de VK-8 om de stroom aan te zetten.
Als de stroom aanstaat, zullen de lampjes van de HARMONIC BAR PART [UPPER]
knop, [REVERB] knop en andere knoppen op het paneel gaan branden.
fig.01-07
3Zet de stroom aan op het aangesloten versterker of audio systeem.
NOTE
Als u klaar bent met
aansluiten, kunt u de stroom
op de verschillende apparaten
aanzetten, in de aangegeven
volgorde. Als u de apparaten
in de verkeerde volgorde
aanzet, riskeert u een defect
en/of beschadiging van de
speakers of andere apparatuur.
NOTE
Dit apparaat is uitgerust met
een beschermingscircuit.
Nadat het apparaat is aangezet
duurt het even (een paar
seconden) voordat het normaal
functioneert.
4Draai de [MASTER VOLUME] knop met de klok mee om het volume
van de VK-8 in te stellen.
fig.01-08
NOTE
Zet het volume niet te hard.
Een buitensporig volume kan
uw versterker/speaker-
systeem/koptelefoon bescha-
digen of gehoorproblemen
veroorzaken.
5Pas het volume aan van het apparaat, dat op de VK-8 is aangesloten.
■ De stroom uitzetten
1Let goed op het volgende, voordat u de stroom uitzet:
• Staat het volume van de VK-8 en de eventuele aangesloten audio
apparatuur of speakers uit?
• Heeft u de gecreëerde klankdata opgeslagen?
2Zet de stroom uit op de apparatuur, die op de VK-8 is aangesloten.
3Druk op het onderste gedeelte van de [POWER] knop van de VK-8 om de
stroom uit te zetten.
fig.01-07
NOTE
Als u de stroom tijdens het
maken van klankinstellingen
uitzet, zullen deze instellingen
verloren gaan. Wilt u de
gewijzigde instellingen
ewaren, dan dient u deze op
te slaan voordat u de stroom
uitzet. Voor details, zie ‘Uw
Instellingen Opslaan (Preset)’
(p. 45).
19
Voordat u begint met spelen
b
De fabrieksinstellingen herstellen
(Factory Reset)
Met deze functie worden alle instellingen op de VK-8 opnieuw ingesteld op de
standaard fabriekswaarden.
1Zorg ervoor dat het volume uitstaat.
2Druk op het onderste gedeelte van de [POWER] schakelaar op de VK-8
om de stroom uit te zetten.
fig.01-07
3Houd de HARMONIC BAR PART [UPPER] [LOWER] en [PEDAL]
knoppen ingedrukt, terwijl u op het bovenste gedeelte van de [POWER]
schakelaar drukt om de stroom aan te zetten.
NOTE
Als u de Factory Reset
handeling uitvoert, zullen alle
door u gecreëerde data in het
interne geheugen van de VK-8
verloren gaan. Als de VK-8
elangrijke data bevat die u
wilt bewaren, dan kunt u deze
data met de Bulk Dump
handeling op een externe MIDI
sequencer opslaan, voordat u
de Factory Reset handeling
gaat uitvoeren (p. 61).
4Houd de HARMONIC BAR PART [UPPER] [LOWER] en [PEDAL]
knoppen ingedrukt, totdat alle lampjes op het paneel branden.
Alle instellingen worden nu hersteld in de waarden, waarmee het instrument de
fabriek verliet.
Als Factory Reset is voltooid, zullen alle lampjes op het paneel enkele seconden
branden.
fig.01-07
NOTE
Zet de stroom tijdens de
uitvoering van Factory Reset
nooit uit.
20
De demo songs beluisteren
p
De VK-8 bevat vier demosongs. Hier leggen we uit hoe u deze demosongs kunt
beluisteren om de verschillende orgelklanken en effecten te beleven.
fig.01-11
12, 34
1Druk tegelijkertijd op de [SPLIT] knop en de [H-BAR MANUAL] knop.
Voordat u begint met spelen
U gaat nu naar de Demo mode.
2Druk op de [PRESET] knop, waardoor het lampje gaat branden.
De demosongs worden nu aaneengeschakeld afgespeeld, beginnende met de eerste
song.
Als de eerste demosong klaar is, wordt aansluitend de tweede song afgespeeld.
Als de laatste song klaar is, wordt aansluitend de eerste song opnieuw afgespeeld.
3Druk nogmaals op de [PRESET] knop, waardoor het lampje weer uitgaat.
De VK-8 beschikt over 64 ingebouwde presets. Hier wordt uitgelegd, hoe u van
preset kunt wisselen om de verschillende klanken te beluisteren.
Er zijn acht banken met presets, met acht klanken in elke bank.
Wissel tussen de presets om de verschillende klanken te beluisteren.
fig.01-13
12
3
1Druk op de [PRESET] knop, waardoor het lampje gaat branden.
2Houd de [BANK] knop ingedrukt en druk op één van de [1] tot [8]
knoppen om het banknummer te selecteren.
3Druk op één van de [1] tot [8] knoppen om een presetnummer te
selecteren.
Het lampje van het door u geselecteerde nummer gaat branden.
4Speel wat op het toetsenbord om de geselecteerde klank te beluisteren.
Wilt u een preset uit dezelfde
ank selecteren, dan is stap 2
niet nodig.
Terwijl u op de [BANK] knop
drukt, zal het lampje van de
geselecteerde bank branden.
Voorbeeld:
• Wisselen van preset 11 naar preset 18
Druk op de [8] knop.
• Wisselen van preset 11 naar preset 35
Houd de [BANK] knop ingedrukt, en druk op de [3] knop. Haal uw vinger van de
[BANK] knop en druk op de [5] knop.
22
Over de orgelklank
De orgelklank heeft drie delen: ‘Upper’, ‘Lower’ en ‘Pedal’.
Als u op het toetsenbord van de VK-8 speelt, hoort u de klank van het Upper
gedeelte. U kunt de VK-8 ook op de volgende manieren bespelen:
• Verdeel het toetsenbord van de VK-8 in twee delen. Bespeel de klank
van het Upper deel in het rechterhand gedeelte en de klank van het
Lower deel in het linkerhand gedeelte (p. 38).
• Sluit een extern toetsenbord aan, en speel de klank van het Upper deel
op het toetsenbord van de VK-8, en de klank van het Lower deel op het
het externe toetsenbord (p. 59).
• Sluit een extern pedaal toetsenbord aan, en speel de klank van het Upper
deel op het toetsenbord van de VK-8, en de klank van het Pedal deel op
het het externe pedaal toetsenbord (p. 59).
De klanken van de Upper, Lower en Pedal delen van een orgelklank kunt u
bewerken met de Harmonic Bars.
fig.01-13
Het orgel bespelen
1Druk op de HARMONIC BAR PART [UPPER], [LOWER] of [PEDAL]
knop om te selecteren van welk deel u de klank wilt bewerken.
KnopPart
HARMONIC BAR PART [UPPER] knopUpper deel
HARMONIC BAR PART [LOWER] knopLower deel
HARMONIC BAR PART [PEDAL] knopPedal deel
2Druk op de [H-BAR MANUAL] knop, waardoor het lampje gaat
branden.
Als het lampje van de [H-BAR MANUAL] knop uit is, zijn de Harmonic Bars
ingesteld volgens de instellingen van de orgelklank van de geselecteerde preset
(p. 22, 45).
3Verplaats de Harmonic Bars om de klank te bewerken (p. 24).
U kunt een bewerkte klank opslaan als een preset (p. 45).
Om de klank van het Lower
deel te kunnen horen, kunt u
Split selecteren (p. 38) en de
klank van het Lower deel in
het linkerhand gedeelte van
het toetsenbord bespelen, of
een extern toetsenbord
aansluiten (p. 59). Om de klank
van het Pedal gedeelte te
horen, kunt u een extern
pedaal toetsenbord aansluiten
(p. 59).
23
Het orgel bespelen
De klank in realtime bewerken
(Harmonic Bars)
De Harmonic Bars zijn regelaars voor het instellen van de basisstructuur van de
orgelklank.
Door de 9 Harmonic Bars heen en weer te schuiven kunt u een grote verscheidenheid
in klankkleur aanbrengen.
fig.01-14
75%
Als de percussie aanstaat, is de
1’ toonhoogte niet te horen.
Met de nummers, die op de Harmonic Bars staan, kunt u de schuiven vliegensvlug
in de gewenste stand zetten. Als u een harmonische schuif volledig inschuift, zodat
er geen nummer zichtbaar is, dan is het volume ‘0’, en kunt u geen klank horen. Als
u een harmonische schuif volledig uitschuift, is het volume maximaal.
Aan elke harmonische schuif is een sinusgolf (pure toon) met een verschillende
toonhoogte toegewezen. U kunt een verscheidenheid aan klanken creëren door deze
sinusgolven te mengen.
fig.01-15
Tijd
8’ volume: 8
Tijd
Tijd
4’ volume: 5
24
De nummers (16’, 5-1/3’ enz.) die op de knop van elke harmonische schuif staan
gedrukt, duiden op de toonhoogte van de schuif, in ‘voeten’. De toonhoogte van een
harmonische schuif speelt een belangrijke rol in het creëren van de klankkleur. De 8’
toonhoogte is de grondtoon van de klank; de klank wordt gecreëerd op basis van
deze 8’ toonhoogte.
De toonhoogten van de Harmonic Bars verhouden zich als volgt:
Het orgel bespelen
fig.01-16
25
Loading...
+ 57 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.