Roland FANTOM XR User Manual [nl]

Naar de Demo songs luisteren
fig.03-001
1. Druk op [MENU], terwijl u [SHIFT] ingedrukt houdt.
Het Demo Menu scherm verschijnt.
2. Draai aan de VALUE draaiknop of gebruik [INC][DEC] om de demo song te selecteren.
Als u “ALL” kiest, zullen de songs opeenvolgend afspelen, beginnend met de eerste.
3. Druk op [ENTER] om het afspelen van de demo te beginnen.
Het afspelen stopt automatisch, wanneer de song afgelopen is. U kunt tijdens het afspelen op [EXIT] drukken om terug te keren naar het Demo Menu
scherm.
4. Druk op [EXIT] om naar het vorige scherm terug te keren.
2 32
4
1
Gebruikershandleiding
Gefeliciteerd met uw keuze voor de Roland Fantom-XR.
Lees, voordat u dit apparaat in gebruik neemt, de hoofdstukken ‘BELANGRIJKE VEILIG­HEIDSINSTRUCTIES’ (pag. 2) en ‘HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN’ (pag. 3, 4) en ‘BELANGRIJKE OPMERKINGEN’ (pag.4, 5) zorgvuldig door. Deze hoofdstukken bevatten belangrijke informatie betreffende het juiste gebruik van het apparaat. In aanvulling daarop verdient het aanbeveling om deze gebruikershandleiding in zijn geheel door te lezen, zodat u een goed beeld krijgt van alle mogelijkheden, die dit apparaat biedt. Bewaar de gebruikershandleiding om deze later te kunnen raadplegen.
202
Copyright © 2005 ROLAND CORPORATION Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze publicatie mag, op welke wijze dan ook,
vermenigvuldigd worden zonder de schriftelijke toestemming van ROLAND CORPORATION.
CAUTION
RISK OF ELECTRIC SHOCK
DO NOT OPEN
ATTENTION
WAARSCHUWING: VERWIJDER HET DEKSEL (OF DE
ACHTERKANT) NIET, OM HET RISICO OP EEN ELEKTRISCHE
SCHOK TE REDUCEREN. BINNENIN BEVINDEN ZICH GEEN ONDERDELEN DIE DOOR DE GEBRUIKER ONDERHOUDEN
KUNNEN WORDEN. LAAT HET ONDERHOUD AAN ERKEND
: RISQUE DE CHOC ELECTRIQUE NE PAS OUVRIR
ONDERHOUDSPERSONEEL OVER.
Het symbool van de bliksemflits met pijl, binnen een gelijkzijdige driehoek, is bedoeld om de gebruiker te waarschuwen voor de aanwezigheid van niet geïsoleerd, ’gevaarlijk voltage’ binnenin het apparaat, welke krachtig genoeg kan zijn om een elektrische schok bij personen te veroorzaken.
Het uitroepteken binnen een gelijkzijdige driehoek is bedoeld om de gebruiker te waarschuwen voor de aanwezigheid van belangrijke bedienings- en onderhoudsinstructies in de literatuur behorende bij het product.
INSTRUCTIES MET BETREKKING TOT HET RISICO VAN BRAND, ELEKTRISCHE SCHOK
OF VERWONDINGEN AAN PERSONEN.
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
WAARSCHUWING – Tijdens het gebruik van elektrische producten moeten de voorzorgsmaatregelen altijd opgevolgd worden,
1. Lees deze instructies.
2. Bewaar deze instructies.
3. Neem alle waarschuwingen serieus.
4. Volg alle instructies.
5. Gebruik dit apparaat niet in de buurt van water.
6. Maak dit apparaat alleen met een droge doek schoon.
7. De ventilatie openingen mogen niet geblokkeerd worden. Installeer in overeenstemming met de instructies van de fabrikant.
8. Installeer het apparaat niet in de buurt van warmtebronnen, zoals radiatoren, kachelschuiven, kachels of andere apparaten (inclusief versterkers) die warmte produceren.
9. De veiligheidsopzet van de gepolariseerde of aarde plug dient niet teniet gedaan te worden. Een gepolariseerde plug heeft twee polen, de één breder dan de andere. Een aardeplug heeft twee platte kanten en een derde aarde pin. De brede pool of de derde pin zijn voor uw veiligheid aange­bracht. Wanneer de plug niet in uw stopcontact past, raadpleegt u een elektricien voor vervanging van het verou­derde stopcontact.
10. Bescherm het netsnoer, zodat er niet overheen gelopen kan worden. Zorg dat het snoer, in het bijzonder bij de stekkers,
inclusief de volgende:
stopcontactdozen en op het punt waar zij uit het apparaat komen, niet gedraaid of in elkaar gedrukt wordt.
11. Gebruik alleen door de fabrikant gespecificeerde aanhangsels of accessoires.
12. Gebruik het apparaat met een door de fabrikant gespecificeerde of bij het apparaat geleverde kar, standaard, statief, console of tafel. Voorzichtigheid is geboden tijdens het verplaatsen van de kar/ apparaat combinatie, zodat deze niet kan omvallen en daardoor stuk gaat.
13. Tijdens onweer of wanneer het apparaat gedurende een langere periode niet gebruikt zal worden, haalt u de stekker uit het stopcontact.
14. Laat al het onderhoud aan erkend onderhoudspersoneel over. Onderhoud is vereist, wanneer het apparaat op enigerlei wijze beschadigd is, bijvoorbeeld als het netsnoer of de stekker beschadigd is, er vloeistof of objecten in het apparaat terecht zijn gekomen, als het apparaat aan regen of vochtigheid heeft blootgestaan, niet normaal functioneert of is gevallen.
154
2
USING THE UNIT SAFELY
OGGU
WAARSCHUWING

HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN

INSTRUCTIES OM BRAND, ELEKTRISCHE SCHOK OF LICHAMELIJK LETSEL TE VOORKOMEN
Over
WAARSCHUWING en
VOORZICHTIG opmerkingen
Wordt gebruikt bij instructies waarbij
WAARSCHUWING
de gebruiker attent gemaakt wordt op het risico van overlijden of zwaar letsel, wanneer het apparaat niet op juiste wijze gebruikt wordt.
Wordt gebruikt bij instructies waarbij de gebruiker attent gemaakt wordt op het risico van letsel of materiële schade, wanneer het apparaat niet op juiste
VOORZICHTIG
wijze gebruikt wordt. * Materiële schade verwijst naar schade
of andere ongunstige effecten, die ten aanzien van het huis en al het aanwezige meubilair, en tevens aan huisdieren kunnen optreden.
NEEM ALTIJD HET VOLGENDE IN ACHT
WAARSCHUWING
001
• Voordat u het apparaat in gebruik neemt, leest u onderstaande instructies en de gebruikershandleiding.
..........................................................................................................
002b
• Maak het apparaat niet open, en voer geen interne modificaties uit. (Behalve waar deze handleiding specifieke instructies biedt welke gevolgd dienen te worden om extensies te installeren, zoals op p. 166, p. 168, p. 170, p. 172).
..........................................................................................................
003
• Tracht het apparaat niet te repareren of onderdelen in het apparaat te vervangen (behalve wanneer daartoe specifieke instructies in de handleiding staan.) Ga voor alle onderhoud naar uw handelaar, het dichtstbijzijnde Roland Service Centrum of een erkende Roland distributeur, die u op de ‘Informatie’ pagina kunt vinden.
..........................................................................................................
004
• Gebruik of berg het apparaat nooit op, op plaatsen die:
• aan extreme temperaturen onderhevig zijn (bijvoorbeeld in direct zonlicht, in een afgesloten voertuig, dichtbij een warmtekanaal of bovenop warmte genererende apparatuur of die
• vochtig zijn (bijvoorbeeld badkamers, wasruimtes of natte vloeren hebben of die
• aan regen worden blootgesteld of die
• stoffig zijn of die
• aan een hoge mate van vibratie onderhevig zijn.
..........................................................................................................
005
•U dient dit product alleen te gebruiken met een rek dat door Roland wordt aangeraden.
..........................................................................................................
006
• Wanneer u dit product gebruikt met een rek of standaard die door Roland wordt aangeraden, dient u het zo te plaatsen dat het stabiel en waterpas is. Als u geen rek of standaard gebruikt dient u een locatie te kiezen die voldoende steun biedt, en wiebelen voorkomt.
..........................................................................................................
008a
• Het product hoort verbonden te zijn met een stroomvoorziening, zoals die beschreven staat in de instructies of die op het product aangegeven staat.
..........................................................................................................
008e
• Gebruik alleen de meegeleverde stroomkabel. De meegeleverde kabel dient u ook niet met andere apparaten te gebruiken.
..........................................................................................................
Over de symbolen
Het symbool wijst de gebruiker op belangrijke instructies of waarschuwingen. De specifieke betekenis van het symbool wordt bepaald door het teken dat zich binnen de driehoek bevindt. Het symbool dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, betekent dat dit teken voor algemene voorzorgsmaatregelen, waarschuwingen, of aanduidingen van gevaar wordt gebruikt.
Het symbool wijst de gebruiker op onderdelen die nooit verplaatst mogen worden (verboden). De specifieke handeling die niet uitgevoerd mag worden, wordt aangegeven door het symbool dat zich binnen de cirkel bevindt. Het symbool dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, betekent dat het apparaat nooit uit elkaar gehaald mag worden.
Het ● wijst de gebruiker op onderdelen die verwijderd moeten worden. De specifieke handeling die uitgevoerd moet worden, wordt door het symbool binnen de cirkel aangegeven. Het symbool dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, geeft aan dat het netsnoer uit de daarvoor bestemde aansluiting getrokken moet worden.
001
• Buig of draai het netsnoer niet overmatig, en plaats er geen zware objecten bovenop. Hierdoor kan het snoer beschadigen, waardoor afgebroken elementen en kortsluiting geproduceerd kan worden. Beschadigde snoeren betekenen een risico op brand en schokken!
..........................................................................................................
010
• Dit apparaat, op zichzelf staand of in combinatie met een versterker en koptelefoon of luidsprekers, kan geluidsniveaus produceren die in staat zijn permanent gehoorsverlies te veroor­zaken. Werk nooit lange tijd achter elkaar op een hoog of oncom­fortabel volumeniveau. Wanneer u een bepaalde mate van gehoorsverlies of een piep in de oren bemerkt, moet u het apparaat direct uitzetten en een oorarts consulteren.
..........................................................................................................
011
• Zorg dat er geen objecten (bijvoorbeeld brandbaar materiaal, munten of spelden) of vloeistoffen (water, frisdrank, enz.) in het apparaat terechtkomen.
..........................................................................................................
012a:
• Zet direct de stroom uit, haal het netsnoer uit het stopcontact en breng het apparaat voor onderhoud naar uw handelaar, het dichtst-bijzijnde Roland Service Centrum of een erkend Roland distributeur, te vinden op de “Informatie” pagina, indien:
• Het netsnoer of de stekker is beschadigd, of
• Er rook of een ongewone geur optreedt
• Er objecten of vloeistof in het apparaat terecht zijn gekomen, of
• Het apparaat in de regen heeft gestaan (of op andere wijze nat is geworden), of
• Het apparaat niet normaal schijnt te functioneren of een duidelijke verandering in werking laat zien.
..........................................................................................................
013
• In huishoudens met kleine kinderen moet een volwassene toezicht houden, totdat het kind in staat is de regels die essentieel zijn voor een veilige bediening van het apparaat op te volgen.
..........................................................................................................
014
• Bescherm het apparaat tegen zware schokken. (Laat het niet vallen!)
..........................................................................................................
3
WAARSCHUWING
VOORZICHTIG
022a015
• Steek het netsnoer van dit apparaat niet in een stopcontact, waar een buitensporig aantal andere apparaten gebruik van maakt. Wees in het bijzonder voorzichtig bij het gebruik van verleng­snoeren – de totale hoeveelheid stroom die door alle aangesloten apparaten wordt gebruikt, mag nooit de stroom classificatie (watts/ampères) van het verlengsnoer overschrijden. Door overmatige ladingen kan de isolatie van het snoer verhit raken en uiteindelijk smelten.
..........................................................................................................
016
• Voordat u dit apparaat in het buitenland gaat gebruiken, neemt u contact op met uw verkoper, het dichtstbijzijnde Roland Service Centrum of een erkend Roland distributeur. Deze zijn te vinden op de ‘Informatie’ pagina.
..........................................................................................................
• Schakel het product altijd uit en haal de stekker uit het stopcontact, voordat u een circuit board wilt gaan installeren (SRX series; p. 166, p. 168, DIMM; p. 170, p. 172).
..........................................................................................................
023
• SPEEL GEEN CD-ROM disk op een conventionele CD speler af. Het geluidsniveau, dat geproduceerd wordt, kan permanent gehoorsverlies veroorzaken. Dit kan resulteren in schade aan luidsprekers of andere systeemcomponenten.
..........................................................................................................
026
• Zet niets dat water bevat (bv. bloemvazen) op dit product. Vermijd ook het gebruik van insecticiden, parfums, alcohol, nagellak, spuitbussen e.d. in de buurt van dit product. Veeg snel alle vloeistoffen die op het product terecht komen af met een droge, zachte doek.
..........................................................................................................
VOORZICHTIG
101a
• Het apparaat dient op een zodanige wijze geplaatst te worden, dat er voldoende ventilatieruimte beschikbaar is.
..........................................................................................................
102b
• Wanneer de stekker in het stopcontact of in dit apparaat word gestoken of eruit wordt gehaald, houdt u deze altijd bij de stekker zelf vast.
..........................................................................................................
104103a:
• Haal de adapter regelmatig uit het stopcontact, en maak deze met een droge doek schoon om stof en andere opeenhopingen te verwijderen. Verwijder de adapter ook uit het stopcontact, wanneer u het apparaat langere tijd niet zult gebruiken. Ophoping van stof tussen de stekker en het stopcontact kan tot verminderde isolatie leiden en brand veroorzaken.
..........................................................................................................
• Probeer het in elkaar verwikkeld raken van snoeren en kabels te voorkomen. Bovendien zouden alle snoeren en kabels buiten het bereik van kinderen geplaatst moeten worden.
..........................................................................................................
106
• Ga nooit boven op dit apparaat staan, en plaats er geen zware objecten op.
..........................................................................................................
107b
• Wanneer de stekker in het stopcontact of in dit apparaat word gestoken of eruit wordt gehaald, mogen uw handen nooit nat zijn.
..........................................................................................................
108a
• Voordat u het apparaat gaat verplaatsen, haalt u het netsnoer uit het stopcontact, en koppelt u de snoeren van alle apparaten los.
..........................................................................................................
109a
• Voordat u het apparaat gaat schoonmaken, zet u de stroom uit, en haalt u het netsnoer uit het stopcontact (p. 19).
..........................................................................................................
110a
• Indien er onweer in uw omgeving wordt verwacht, haalt u het netsnoer uit het stopcontact.
..........................................................................................................
115a
• Installeer alleen de specifieke circuit board(s) (SRX series, DIMM). Verwijder alleen de aangegeven schroeven (p. 166, p. 168, p. 170, p. 172).
..........................................................................................................
118
• Indien u de schroeven van het bovenpaneel verwijdert, bewaart u deze op een veilige plaats, buiten het bereik van kinderen, zodat zij deze niet per ongeluk kunnen inslikken (p. 166, p. 168, p. 170, p. 172).
..........................................................................................................
118
• Bewaar de meegeleverde schroeven op een veilige plaats buiten het bereik van kinderen, zodat zij deze niet per ongeluk kunnen inslikken (p. 174).
..........................................................................................................

BELANGRIJKE OPMERKINGEN

291b
Naast de onderdele,n die onder “BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES” en “HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN” op pagina’s 2 -4 worden genoemd, raden wij u aan het volgende te lezen en in acht nemen:
Stroomvoorziening
• Gebruik dit apparaat niet op hetzelfde stopcontact, dat door een apparaat gebruikt wordt dat een inverter gebruikt (zoals een koelkast, wasmachine, magnetron of airconditioning) of dat een motor bevat. Afhankelijke van de manier waarop het apparaat gebruikt wordt, kan stroomvoorzieningruis ervoor zorgen dat dit product storingen krijgt of hoorbare ruis produceert. Als het onpraktisch is om een apart stopcontact te gebruiken dient u een filter te gebruiken voor storing van het stroomcircuit.
• Voordat dit apparaat op andere apparaten wordt aangesloten, zet u de stroom van alle apparaten uit. Dit zal storingen en/of schade aan luidsprekers of andere apparaten helpen voorkomen.
• Hoewel de LCD en LEDs niet branden wanneer de POWER knop uitge­schakeld, betekent dit niet dat het product helemaal van de krachtbron afgesloten is. Als u de stroom volledig uit wilt schakelen, dient u eerst de POWER knop uit te schakelen, en daarna de stroomkabel uit het stopcontact te halen. Hierom zou het stopcontact waar u het product op aansluit in handbereik moeten zijn.
4
Plaatsing
• Het gebruik van dit apparaat in de nabijheid van versterkers (of andere apparatuur, die grote stroom transformatoren bevat) kan tot een brom leiden. Om dit probleem op te heffen, verandert u de richting van dit apparaat of zet het verder van de storingsbron weg.
• Dit apparaat kan de ontvangst van radio of televisie verstoren. Gebruik dit apparaat niet in de nabijheid van dit soort ontvangers.
• Ruis kan geproduceerd worden, wanneer draadloze communicatie apparaten, zoals mobiele telefoons, in de buurt van dit apparaat worden gebruikt. Dit soort ruis kan optreden tijdens bellen of gebeld worden of tijdens het converseren. Als u dit soort problemen ondervindt, moet u de draadloze apparaten op meer afstand van dit apparaat plaatsen of deze uitzetten.
• Stel dit apparaat niet aan direct zonlicht bloot, plaats het niet bij apparaten, die warmte verspreiden, laat het niet in een afgesloten voertuig achter, en stel het niet aan extreme temperaturen bloot. Door overmatige hitte kan het apparaat misvormen of verkleuren.
• Wanneer het apparaat naar een andere locatie wordt verplaatst, waar de temperatuur en/of vochtigheid verschilt van de vorige locatie, kunnen binnen het apparaat waterdruppels (condensatie) gevormd worden. Als u het apparaat in deze staat gebruikt, kunnen schade of storingen ontstaan. Voordat u het apparaat op de nieuwe locatie gaat gebruiken, laat u het enige uren acclimatiseren, totdat de condensatie volledig is verdampt.
BELANGRIJKE OPMERKINGEN
Onderhoud
• Voor het dagelijks schoonmaken van het apparaat gebruikt u een droge, zachte doek of één die enigszins vochtig is. Voor het verwijderen van hardnekkig vuil, gebruikt u een doek met een mild, niet schurend schoonmaakmiddel. Daarna veegt u het apparaat met een zachte, droge doek goed af.
• Gebruik nooit wasbenzine, verdunners, alcohol of oplosmiddelen om de mogelijkheid van verkleuring en/of misvorming te voorkomen.
Reparatie en data
• Wees er op bedacht, dat de inhoud van het geheugen verloren kan gaan als u het apparaat laat repareren. Van belangrijke gegevens moet u altijd een reservekopie maken, in een ander MIDI apparaat (bijvoorbeeld een sequencer), computer of op papier opgeschreven (indien mogelijk). Tijdens reparaties wordt getracht het verlies van data te vermijden. Echter, in bepaalde gevallen (wanneer het schakelsysteem van het geheugen zelf niet meer werkt) kan data helaas niet meer hersteld worden. Roland is niet verantwoordelijk voor dit soort dataverlies.
Aanvullende voorzorgsmaatregelen
• Wees er op bedacht, dat de inhoud van het geheugen door storingen of onjuist gebruik van het apparaat onherstelbaar verloren kan gaan. Om uzelf tegen het risico van verlies van belangrijke gegevens te beschermen, raden wij u aan om van tijd tot tijd een reservekopie van belangrijke gegevens, die u in het geheugen van het apparaat heeft opgeslagen, te maken.
• De inhoud van data die in een ander MIDI apparaat (bijvoorbeeld een sequencer) of computer is opgeslagen, kan helaas niet meer hersteld worden, wanneer deze verloren is gegaan. Roland Corporation is niet verantwoordelijk voor dit soort dataverlies.
• Behandel de knoppen, schuifregelaars of andere regelaars van dit apparaat met gepaste voorzichtigheid. Dit geldt ook voor het gebruik van de stekkers en aansluitingen. Ruwe behandeling kan tot storingen leiden.
• Sla nooit op het beeldscherm, en voer er geen hoge druk op uit.
•U kunt een kleine hoeveelheid geluid verwachten van het display tijdens normaal gebruik.
• Bij het verbinden van alle kabels dient u de plug vast te pakken –nooit de kabel zelf. U voorkomt op deze manier kortsluiting of schade aan de interne delen van de kabel.
• Er komt een kleine hoeveelheid warmte van het apparaat tijdens het gebruik.
• Om te vermijden, dat u uw buren stoort, probeert u het volume van dit apparaat op een redelijk niveau te houden. U kunt ervoor kiezen om een koptelefoon te gebruiken, zodat u zich geen zorgen om de personen in uw naaste omgeving hoeft te maken (‘s nachts in het bijzonder.)
• Wanneer u het apparaat moet vervoeren, verpakt u het in de originele doos (inclusief schokabsorberend materiaal). Anders zult u soortgelijk verpak­kingsmateriaal moeten gebruiken.
• Gebruik een Roland kabel om de aansluiting te maken. Als u een kabel van een ander merk gebruikt, neem dan notitie van onderstaande voorzorgs­maatregelen.
• Sommige aansluitingskabels bevatten weerstanden. Gebruik voor het aansluiten van dit apparaat geen kabels die weerstanden hebben. Bij gebruik van dit soort kabels, kan het geluidsniveau extreem laag of zelfs niet hoorbaar zijn. Informatie over kabelspecificaties kunt u bij de fabrikant van de kabel verkrijgen.
Voordat u kaarten gebruikt Geheugenkaarten gebruiken
• Schuif de kaart voorzichtig naar binnen, totdat deze stevig vast zit.
• Raak nooit de contactpunten van de kaart aan. Zorg er ook voor, dat deze schoon blijven.
• Het geheugen van dit apparaat is compatibel met CompactFlash geheu­genkaarten.
• Geheugenkaarten worden gefabriceerd met behulp van precieze gereed­schappen, doe er voorzichtig mee, en let op het volgende.
• Voorkom schade aan de kaarten als gevolg van statische elektriciteit, zorg er daarom voor dat uzelf niet meer statisch bent, voordat u een kaart vast pakt.
• Zorg ervoor, dat er geen metaal in aanraking komt met de contact­punten van de kaart.
• Buig de kaarten nooit, laat ze nooit vallen, en stel ze niet bloot aan extreme schokken of trillingen.
• Stel de kaarten niet bloot aan direct zonlicht, bewaar ze nooit in afgesloten voertuigen of soortgelijke plekken. (Opslagtemperatuur: -25 tot 85 graden Celsius).
• Laat de kaarten niet nat worden.
• Verander de kaarten nooit, en haal ze nooit uit elkaar.
Het behandelen van CD-ROM's
• Voorkom het aanraken van of het krassen op de glimmende onderkant van de disk. Beschadigde of vieze CD-ROM-disks worden mogelijkerwijs niet goed gelezen. Houd uw disks schoon met een commercieel verkrijgbaar CD-schoonmaakmiddel.
Copyright
• Het ongeautoriseerd opnemen, distribueren, verkopen, uitlenen, publiek vertonen, uitzenden of soortgelijke dingen, van een werk (muzikale compositie, video, uitzending, show of publieke vertoning), gedeeltelijk of geheel, waarop copyright van derden op rust, is bij wet verboden.
• Wanneer geluidssignalen via een digitale verbinding met een extern instrument worden uitgewisseld, kan dit apparaat opnemen zonder beperkt te worden door de restricties van het Serial Copy Management System (SCMS).Dit is omdat het apparaat alleen bestemd is voor het produceren van muziek, en niet ontworpen is om onderhevig aan restricties te zijn zo lang het gebruikt wordt om muzikale stukken (zoals uw eigen composities) die geen inbreuk maken op copyrights van anderen op te nemen. (SCMS is een functie die verhindert dat er tweede-generatie en latere generaties kopiëen gemaakt worden via een digitale verbinding. Het is in MD recorders en andere digitale audio-apparaten ingebouwd als een copyright-bescherming.)
• Gebruik dit apparaat niet voor doeleinden, die mogelijk inbreuk op iemands copyright kunnen maken. Roland accepteert geen enkele verant­woordelijkheid aangaande inbreuk op copyrights van derden die door dit apparaat veroorzaakt zijn.
* Microsoft en Windows zijn geregistreerde handelsmerken van Microsoft
Corporation.
* Windows® staat officieel bekend als “Microsoft® Windows® operating
system”.
* Apple en Macintosh zijn geregistreerde handelsmerken van Apple
Computer, Inc.
* MacOS is een handelsmerk van Apple Computer, Inc.
* Pentium is een geregistreerd handelsmerk van Intel Corporation.
* Alle productnamen die in dit document vermeld worden zijn handels-
merken of geregistreerde handelsmerken en zijn eigendom van hun respectievelijke eigenaren.
* OMS is een geregistreerd handelsmerk van Opcode Systems, Inc.
* SmartMedia is een handelsmerk van Toshiba Corp.
* OMS is een geregistreerd handelsmerk van Opcode Systems, Inc.
* CompactFlash en zijn handelsmerken van SanDisk Corporation en
zijn gelicenseerd door de CompactFlash associatie.
* Roland Corporation heeft een geautoriseerde licentie voor het gebruik van
de CompactFlash(tm) en het CF logo handelsmerk.
* Fugue © 2004 Kyoto Software Research, Inc. All rechten voorbehouden.
5

Inhoud

Belangrijke kenmerken.........................................................................13
Paneel beschrijving ..............................................................................14
Voorzijde.................................................................................................................................................... 14
Achterzijde ................................................................................................................................................ 15
Voorbereidingen ...................................................................................16
Een versterker en speakersysteem aansluiten...................................................................................... 16
Inschakelen................................................................................................................................................ 17
Het schermcontrast aanpassen (LCD contrast).................................................................................... 18
Uitschakelen.............................................................................................................................................. 19
Terug naar standaard fabrieksinstellingen (Factory Reset) ...............................................................19
Snelle start ...................................21
Demo’s beluisteren...............................................................................22
Geluiden afspelen.................................................................................23
Patches afspelen (Phrase Preview)......................................................................................................... 23
Een Patch van een extern MIDI apparaat op de Fantom-XR afspelen
(MIDI keyboard)............................................................................................................................ 23
Een Patch kiezen....................................................................................................................................... 24
Basishandelingen om een Patch te kiezen................................................................................. 24
Een groep kiezen...........................................................................................................................24
Een Patch per categorie selecteren..............................................................................................25
Een Ritme set selecteren ..........................................................................................................................27
Basisprocedure om een Ritme set te selecteren ........................................................................27
Diverse verbindingsmogelijkheden ....................................................28
Verbinding voorbeeld 1: De Fantom-XR als geluidsmodule voor live uitvoeringen
gebruiken........................................................................................................................................ 28
Verbinding voorbeeld 2: Een compacte productie opstelling ............................................... 29
Verbinding voorbeeld 3: Muziek productie met meer dan een Fantom-XR....................... 30
6
Inhoud
Gevorderd gebruik....................... 31
Overzicht van de Fantom-XR...............................................................32
Patch mode en Performance mode ........................................................................................................ 32
Hoe de Fantom-XR ingedeeld is............................................................................................................. 32
Classificatie van de Fantom-XR geluidstypes........................................................................... 32
Over simultane polyfonie ............................................................................................................34
Over geheugen.......................................................................................................................................... 34
Tijdelijk geheugen......................................................................................................................... 35
Rewritable geheugen.................................................................................................................... 35
Non-rewritable geheugen............................................................................................................ 35
Over ingebouwde effecten ...................................................................................................................... 35
Effect types..................................................................................................................................... 35
Hoe effecten units werken in verschillende modi.................................................................... 36
Over de sample sectie .............................................................................................................................. 36
Waar samples worden opgeslagen............................................................................................. 37
Basisfuncties van de Fantom-XR............................................................................................................ 37
De geluidsgenerator mode instellen........................................................................................... 37
De cursor bewegen........................................................................................................................ 38
Een waarde aanpassen .................................................................................................................38
Over de [SHIFT] knop .................................................................................................................. 38
Een naam toewijzen...................................................................................................................... 39
Spelen in de Patch mode .....................................................................40
Over het Patch play scherm.................................................................................................................... 40
Patches beluisteren (Phrase Preview).................................................................................................... 40
Een Patch selecteren................................................................................................................................. 40
Patches per categorie selecteren.................................................................................................. 41
Een Patch uit de lijst selecteren ..............................................................................................................42
Patches per categorie selecteren.................................................................................................. 42
Patches/Ritme sets per groep selecteren................................................................................... 43
Favoriete Patches selecteren ........................................................................................................ 43
Patches per keyword selecteren..................................................................................................44
(Keyword Search).......................................................................................................................... 44
Percussie-instrumenten afspelen............................................................................................................ 45
Een Ritme set selecteren............................................................................................................... 45
Een Patch creëren.................................................................................46
Patch instellingen maken ........................................................................................................................46
Patch Edit Menu scherm structuur............................................................................................. 46
Patch instellingen maken ............................................................................................................. 47
Een toon selecteren om aan te passen (Tone select)................................................................. 47
Selecteren van tonen die zullen klinken (Tone switch)........................................................... 47
Waarschuwing bij het selecteren van een waveform............................................................... 48
Functies van de Patch parameters .........................................................................................................49
Instellingen voor de gehele Patch (GENERAL)........................................................................ 49
Veranderen hoe een toon klinkt (TMT) .....................................................................................51
Waveforms aanpassen (WG)....................................................................................................... 54
De helderheid van een geluid aanpassen door middel van een filter (TVF/TVF Env) ..... 58
Het volume instellen (TVA/TVA Env)...................................................................................... 60
Output instellingen....................................................................................................................... 62
Geluiden moduleren (LFO1/2/Step LFO)............................................................................... 63
Controller-gerelateerde instellingen (CTRL) ............................................................................66
Matrix Control instellingen (Matrix Ctrl1–4)............................................................................ 66
Patch instellingen initialiseren (Init)...................................................................................................... 69
Patch (Tone) instellingen kopiëren (Copy)........................................................................................... 69
Patches opslaan, die u gemaakt heeft (Write) ...................................................................................... 69
7
Inhoud
Een Ritme set creëren ..........................................................................71
Ritme set instellingen maken..................................................................................................................71
Ritme Edit Menu scherm structuur............................................................................................ 71
Ritme set instellingen maken ......................................................................................................71
De te veranderen wave/toets selecteren ...................................................................................72
Voorzorgsmaatregelen bij het kiezen van een waveform....................................................... 72
Functies van Ritme set parameters ........................................................................................................ 73
Instellingen maken voor de gehele Ritme set (GENERAL).................................................... 73
Waveforms veranderen (WG) ..................................................................................................... 74
Veranderen hoe een Rhythm Tone klinkt (WMT).................................................................... 76
Pitch Veranderen (PCH/PCH Env) ...........................................................................................77
De helderheid van van een geluid aanpassen met een filter (TVF/TVF Env)..................... 78
Het volume instellen (TVA/TVA Env)...................................................................................... 80
Output instellingen....................................................................................................................... 81
Ritme set instellingen initialiseren (Init)............................................................................................... 82
Rhythm (Tone) instellingen kopiëren (Copy) ......................................................................................82
Ritme sets opslaan die u gemaakt heeft (Write) ..................................................................................83
In Performance mode spelen...............................................................84
Over het Performance Play scherm .......................................................................................................84
Een Performance selecteren .................................................................................................................... 84
Favoriete Performances selecteren (Favorite Performance) ................................................... 85
Een Part selecteren ................................................................................................................................... 86
Het geluid voor een Part selecteren............................................................................................ 86
Over het Performance Mixer scherm..................................................................................................... 86
Een Part selecteren ........................................................................................................................ 86
De Part instellingen bewerken .................................................................................................... 87
Performances maken met de Arpeggio/Rhythm functie................................................................... 87
MIDI-opdrachten voor elke Part bekijken (Part Information)........................................................... 87
Een Performance creëren ....................................................................88
De Part instellingen in een lijst bekijken (Performance Part View) ..................................................88
De parameters een Part aanpassen ........................................................................................................ 88
Parameter List...............................................................................................................................88
Scale Tune instellingen ............................................................................................................................ 92
Parameter lijst ................................................................................................................................ 93
MIDI-gerelateerde instellingen .............................................................................................................. 93
Parameter lijst ............................................................................................................................... 93
Andere instellingen (General) ................................................................................................................94
Parameter lijst ............................................................................................................................... 94
De instellingen wijzigen van een Patch die aan een Part is toegewezen .........................................95
Performance instellingen initialiseren (Init)......................................................................................... 95
Performances opslaan, die u gemaakt heeft (Write) ...........................................................................96
8
Inhoud
Arpeggios afspelen...............................................................................97
Over Arpeggio ..........................................................................................................................................97
Arpeggios afspelen................................................................................................................................... 97
Arpeggio in- en uitschakelen....................................................................................................... 97
Een arpeggio vasthouden ............................................................................................................97
Arpeggio instellingen ..............................................................................................................................98
Styles selecteren voor arpeggio Performances (Arpeggio Style) ...........................................98
Het tempo bepalen voor Arpeggio Performances.................................................................... 98
De sterkte van het accent wijzigen (Accent Rate)..................................................................... 99
Het bereik van de arpeggio instelling (Octave Range)............................................................ 99
De Beat en Shuffle veranderen (Grid)........................................................................................ 99
Staccato en Tenuto toepassen (Duration) .................................................................................. 99
Stijgende/dalende variaties selecteren (Verschillende manieren om de geluiden
af te spelen) (Motif)...................................................................................................................... 99
De velocity van de arpeggio instellen (Velocity).................................................................... 100
Het kanaal specificeren, dat arpeggios in Performance mode af zal spelen
(Arpeggio Channel) ....................................................................................................................100
Uw eigen Styles maken.......................................................................................................................... 100
Een nieuwe Arpeggio Style creëren (Arpeggio Style Recording)........................................ 100
Een Arpeggio Style die u gemaakt heeft bewerken (Arpeggio Style Edit)......................... 102
De Styles die u heeft gemaakt opslaan (Write) .................................................................................. 103
Arpeggios op uw externe sequencer opnemen.................................................................................. 103
De Chord Memory functie gebruiken (CHORD MEMORY) ..............104
Over de Chord Memory functie........................................................................................................... 104
Spelen met de Chord Memory functie ................................................................................................ 104
De Chord Memory functie in/uitschakelen............................................................................ 104
Akkoord patronen selecteren .................................................................................................... 104
Een akoord laten klinken in de volgorde van zijn noten (Rolled Chord)........................... 105
Uw eigen Akkoord patronen creëren.................................................................................................. 105
De Akkoord patronen die u gemaakt heeft opslaan (Write)............................................................ 106
Akkoorden op uw externe sequencer opnemen................................................................................ 106
Rhythms afspelen...............................................................................107
Over Ritme patronen .............................................................................................................................107
Ritme groepen gebruiken...................................................................................................................... 107
Ritme bespelen........................................................................................................................................ 107
Ritme aan- en uitzetten .............................................................................................................. 107
Selecteer de Ritme groep ....................................................................................................................... 108
Het tempo voor een Ritme groep bepalen............................................................................... 108
Uw eigen Styles creëren (Rhythm Group Edit).................................................................................. 109
De Ritme groep die u gemaakt heeft opslaan (Write)....................................................................... 109
Ritme patroon instellingen.................................................................................................................... 110
Ritme patronen selecteren ......................................................................................................... 110
Het Tempo voor een Ritme patroon instellen (Tempo)......................................................... 110
De sterkte van het accent wijzigen (Rhythm Accent) ............................................................ 110
De Beat en Shuffle veranderen (Grid)...................................................................................... 110
Staccato en Tenuity toepassen (Duration).............................................................................. 111
De Velocity van een Ritme patroon veranderen (Velocity) .................................................. 111
Het kanaal bepalen dat het Ritme patroon in Performance mode af zal spelen
(Rhy Ptn Channel)....................................................................................................................... 111
Uw eigen Styles creëren (Rhythm Pattern Edit) ................................................................................111
Een nieuw Ritme patroon creëren (Rhythm Pattern Step Recording) ................................111
Een Ritme patroon bewerken (Rhythm Pattern Edit)............................................................ 113
De patronen die u heeft gemaakt opslaan (Write)............................................................................. 114
Ritme patronen op uw externe sequencer opnemen......................................................................... 114
9
Inhoud
Sampling..............................................................................................115
Externe input aan/uitzetten .................................................................................................................115
Input Source intellingen maken (MIX IN).......................................................................................... 115
Input Effet instellingen (Input Effect).................................................................................................. 116
Input effects aan/uitschakelen.................................................................................................. 116
De Input Effect instellingen bewerken..................................................................................... 116
Output instellingen voor de External Input (Mix In Output).......................................................... 117
Samplingprocedure................................................................................................................................ 117
Een sample verdelen tijdens het samplen ...............................................................................119
Een sample bewerken ........................................................................120
Een sample selecteren (Sample List).................................................................................................... 120
Een sample selecteren................................................................................................................. 120
Een sample laden ........................................................................................................................120
Alle samples laden...................................................................................................................... 121
Een sample uitladen ................................................................................................................... 121
Een sample wissen...................................................................................................................... 121
Een audiobestand importeren................................................................................................... 121
Het Sample Edit scherm weergeven.................................................................................................... 122
De waveform display vergroten/verkleinen (Zoom In/Out).............................................. 122
De Start/End punten van een sample instellen................................................................................. 122
Instellingen maken voor een sample (Sample Parameters) .............................................................123
Een Patch creëren van een sample (Create Patch)............................................................................. 124
Als u begint vanuit Patch mode................................................................................................ 124
Als u begint vanuit Performance mode................................................................................... 124
Een Rhythm Set van samples maken (Create Rhythm Set).............................................................. 125
Als u begint vanuit de Patch mode ..........................................................................................125
Als u begint vanuit de Performance mode.............................................................................. 125
Een Patch van meerdere samples creëren (Create Multisample).................................................... 126
Ongewenste gedeeltes weglaten (Truncate)....................................................................................... 127
Het hogefrequentiebereik van de sample versterken/limiteren (Emphasis)................................ 128
Het volume van een sample maximaliseren (Normalize)................................................................ 128
Amp.......................................................................................................................................................... 129
Een sample verlegen of inkorten (Time Stretch)................................................................................ 129
Een sample in noten verdelen (Chop).................................................................................................130
Een sample opslaan................................................................................................................................ 131
Effecten toevoegen.............................................................................132
Effecten aan/uitzetten ........................................................................................................................... 132
Effecten toepassen in Patch mode........................................................................................................ 133
Signaalroute diagram (Routing) ...............................................................................................133
Effect Edit Menu scherm structuur ..........................................................................................134
Effect instellingen maken........................................................................................................... 134
Functies van effect parameters.................................................................................................. 134
Effecten toepassen in Performance mode........................................................................................... 139
Signaalroute diagram (Routing) ...............................................................................................139
Effect Edit Menu scherm structuur ..........................................................................................140
Effect instellingen maken........................................................................................................... 140
Functies van effect parameters.................................................................................................. 140
Instellen van de effect bron........................................................................................................ 145
Instellen van de multi-effect structuur (MFX Structuur) ......................................................146
Mastering effecten .................................................................................................................................. 146
10
Inhoud
Verbinden met uw computer via USB (USB Mode)..........................148
Over USB functies .................................................................................................................................. 148
Wisselen tussen de USB Storage mode en de MIDI mode............................................................... 148
Verplaatsen van bestanden naar of van uw computer (Storage mode) ......................................... 149
Verbindingen ............................................................................................................................... 149
Specificeer het verbinding-bestemming gebied .....................................................................149
Waarschuwingen betreffende folders en bestanden.............................................................. 150
Verlaten van de Storage mode .................................................................................................. 150
Annuleren van USB communicatie .......................................................................................... 150
Voorbeelden van het gebruik van Storage mode................................................................... 150
Uitwisselen van MIDI boodschappen met uw computer (MIDI Mode)........................................ 151
Bestand gerelateerde functies (File Utility) ......................................153
Selecteren van een bestand ...................................................................................................................153
Kopiëren van een bestand (File Copy) ................................................................................................ 154
Verplaatsen van een bestand (File Move)........................................................................................... 154
Verwijderen van een bestand (File Delete)......................................................................................... 154
Formatteren van een geheugenkaart (Card Format)......................................................................... 154
Instellingen gelijk voor alle modes (System Function) ...................155
Hoe System Function instellingen te maken ...................................................................................... 155
Opslaan van de systeem instellingen (Write)..................................................................................... 155
Functies van systeem parameters ........................................................................................................156
Data management functies Reset naar fabrieksinstellingen
(Factory Reset)....................................................................................162
Basis procedure....................................................................................................................................... 162
Opslaan van gebruikersdata (User Backup)....................................................................................... 162
Herstellen van gebruikersdata die u heeft opgeslagen (User Restore) ..........................................162
Factory Reset ........................................................................................................................................... 162
Gebruiken van de Fantom-X Editor...................................................163
Installeren van de Fantom-X Editor op uw computer ...................................................................... 163
Verbinding maken.................................................................................................................................. 163
Gebruiken van de Fantom-X Librarian ............................................................................................... 163
Fantom-XR Editor systeem eisen .........................................................................................................164
Systeem eisen (Windows) .......................................................................................................... 164
Systeem eisen (Mac OS) .............................................................................................................164
Installeren van de Wave uitbreidingskaart.......................................166
Waarschuwingen voor het installeren van een Wave uitbreidingskaart....................................... 166
Hoe een Wave uitbreidingskaart te installeren.................................................................................. 166
Controleren van geïnstalleerde Wave uitbreidingskaarten ............................................................. 167
Installation de la carte d’expansion Wave.......................................168
Précautions à prendre lors de l’installation d’une carte d’expansion Wave .................................168
Installation d’une carte d’expansion Wave ........................................................................................168
Vérification des cartes d’extension audio aprés installation............................................................ 169
Uitbreiden van het geheugen.............................................................170
Waarschuwingen bij het uitbreiden van het geheugen .................................................................... 170
Hoe het geheugen uit te breiden.......................................................................................................... 170
Verwijderen van het geheugen ................................................................................................. 171
Controleren of het geheugen correct is geïnstalleerd........................................................................ 171
11
Inhoud
Ajouter de la mémoire ........................................................................172
Précautions à prendre lors de l’ajout de mémoire............................................................................. 172
Installation du module de mémoire ....................................................................................................172
Retrait du module de mémoire................................................................................................. 173
Vérifier que la mémoire est installée correctement ........................................................................... 173
Gebruiken van een geheugenkaart ...................................................174
Voordat u een geheugenkaart gebruikt ..............................................................................................174
Schrijven van data naar de kaart.......................................................................................................... 174
Installeren van de PC Kaart beschermer............................................................................................. 174
Appendix ...................................175
Problemen oplossen...........................................................................176
Effecten lijst.........................................................................................193
Foutmeldingen ....................................................................................218
Performance lijst.................................................................................219
Patch lijst.............................................................................................220
Ritme set lijst.......................................................................................226
Waveform Lijst ....................................................................................235
Arpeggio stijl lijst................................................................................239
Ritme patroon lijst ..............................................................................240
Ritme groep lijst..................................................................................243
Over MIDI .............................................................................................244
MIDI Implementatie .............................................................................245
Specificaties........................................................................................272
Index.....................................................................................................274
12

Belangrijke kenmerken

Innovatieve sound engine, die audio en MIDI verenigt
De Fantom-XR erft dezelfde sound engine die op de Fantom-X6/X7/ X8 werd geroemd, en die synthesizer en sampler in een enkele geluidsgenerator verenigt. Gesampelde waveforms en waveforms, die vanuit een PC of andere externe bron worden geimporteerd, kunnen ook als synthesizer waveforms worden gebruikt.
In aanvulling op de interne geluiden en gesamplede waveforms, kunt u tot zes SRX-series wave uitbreidingsborden installeren voor een directe toegang tot een nog grotere verzameling geluiden.
Top-klasse 128-voice polyphony
128 polyfoon stemmen garanderen stress-vrije muziekproductie of live optredens.
Hoogste kwaliteit 88-note gesampelde piano waveforms
De Fantom-XR heeft een 88-note gesampelde piano, die nauwkeurig door professionele technici is opgenomen. Elke noot is in stereo met vier aanslag-switched lagen vastgelegd, wat betekent dat 704 samp­les worden gebruikt om het pianogeluid te creëren. Het heeft niet alleen toonkwaliteit maar ook een hoog presentieniveau, waardoor het meer dan ooit “het echte werk” benadert.
Het interne waveform geheugen is dezelfde 128 MB als in de Fan­tom-X6/X7/X8. Dit voegt een ruime collectie geluiden toe, die zijn gecreëerd met de nadruk op kwaliteit met piano, strijkinstrumenten, nylonsnarige gitaren, drums en bas.
* 88-note multisampling wordt alleen gebruikt voor de piano waveform.
Volwaardige sampler
Een complete set interfaces
USB aansluiting voor een verbinding met uw computer. USB-MIDI ondersteuning maakt de uitwisseling van data met uw
computer mogelijk en maakt tevens een gemakkelijke verbinding met PC apparatuur mogelijk.
Zowel analoge als digitale input en output worden standaard gele­verd voor verbindingen met audio appartuur. Voor samples kunt u zowel een analoge als digitale bron selecteren. Er is ook een PC kaart slot om back-ups van uw data te kunnen maken.
Dit geeft u een ruime keuze in media, zoals SmartMedia en Compact Flash. Omdat media capaciteiten tot 1 GB worden ondersteund (wanneer u Compact Flash gebruikt), kunt u flexibel met data over­dracht omgaan.
Mastering functionaliteit
Er worden 78 verschillende multi-effecten, chorus en galm aangebo­den. Omdat de mastering effecten die onmisbaar zijn voor de laatste stap in het muziek productie proces ook worden aangeboden, kunt u muziek creëren die de kwaliteit van een commerciële CD evenaart.
160 x 48 pixel grafische LCD
De Fantom-XR heeft een groot scherm voor gedetailleerde grafische weergave, met gegarandeerd uitstekende zichtbaarheid. Of u nu geluiden selecteert of waveforms wilt aanpassen, dankzij het inge­bouwde scherm kunt u comfortabel werken.
Inclusief Fantom-X Editor/Librarian
Met de inbegrepen editor en bibliotheek software kunt u Fantom-XR geluiden van uw computer aanpassen en beheren.
In aanvulling op sample en her-sample functionaliteit wordt ook waveform editing aangeboden, die concurreert met bekende samp­lers. Er is ook een Auto Sync functie, die automatisch de lengte van een maat aanpast aan het huidige tempo. 16 MB aan sample geheu­gen wordt standaard gegeven en u kunt uitbreiding DIMM modules installeren om het geheugen tot wel 528 MB uit te breiden.
13

Paneel beschrijving

Voorzijde

fig.01-001
QP N
OM
ABC D FGHJIKL
A PHONES Jack
Hier kunt u koptelefoons aansluiten (afzonderlijk verkrijgbaar). (p. 16)
B OUTPUT knop
Past het volume aan van de output A (MIX) aan de achterzijde en van de koptelefoons. (p. 17)
U kunt deze schakelaar gebruiken om naar het geluid te luisteren, zonder een extern keyboard of ander apparaat te gebruiken (PRE­VIEW).
C INPUT/MIX IN knop
Regelt het volume van de externe input. Gebruik de schakelaar om de externe input aan/uit te schakelen.
(p. 115)
* Druk op [SHIFT], en dan op deze knop om toegang te krijgen tot het
External Source scherm.
D Display
Hier vindt u informatie over de te verrichten handeling.
E
H [ENTER]
Gebruik deze knop om een handeling uit te voeren.
I
[ ///] (CURSOR) knop
Beweegt de cursor naar boven/beneden/links/rechts.
[LIST] knop
Om een lijst te bekijken van geluiden of samples, druk op [SHIFT] en dan op deze knop. (p. 42, p. 120)
[EDIT] knop
U kunt de [SHIFT] knop indrukken en deze knop indrukken om een verscheidenheid aan parameters aan te passen.
[WRITE] knop
Om uw aangepaste instellingen op te slaan in het interne geheugen of een geheugen kaart, druk op [SHIFT] en dan op deze knop. (p. 69, p. 83, p. 96, p. 103, p. 106, p. 131, p. 155)
J
TONE SWITCH indicator
Geeft de toon aan/uit status aan. (p. 47)
E MIDI MESSAGE indicator
Dit zal oplichten, wanneer u via de MIDI verbinding informatie ont­vangt.
USB MESSAGE indicator
Dit zal oplichten wanneer informatie via de USB verbinding wordt ontvangen, of wanneer bestandsoverdracht plaatsvindt in de Opslag mode. (p. 148)
PEAK indicator
Dit zal oplichten, wanneer het volume van de externe input te hoog is.
F [EXIT]
Keer terug naar vorig scherm. In sommige gevallen betekent dit, dat de op dat moment uitgevoerde functie wordt afgebroken.
G VALUE/QUICK knop
Hiermee kunnen waarden worden aangepast. Om een waarde sneller te veranderen, draait u de schakelaar, terwijl u deze ingedrukt houdt.
14
K
PC kaart slot
Hier kan een geheugen kaart worden ingestoken. (p. 170, p. 172)
* Steek de geheugen kaart hier voorzichtig geheel in, totdat hij stevig
geplaatst is.
L
POWER schakelaar
Zet de stroom aan/uit. (p. 17, p. 19)
M
[SAMPLING]
Bekijk het Sample Menu scherm. (p. 117)
[SAMPLE EDIT]
Om een sample aan te passen, houdt u [SHIFT] ingedrukt en druk op deze knop (p. 122)
Paneel beschrijving
N
[MODE]
Wisselt tussen Patch mode en Performance mode.
[GROUP]
Wisselt de Patch groep of andere groepen. Om de groep te wisselen, houd deze knop ingedrukt en draai de VALUE draaiknop of gebruik [INC][DEC].
[FX]
Maakt effect-gerelateerde instellingen. Hier kunt u ook mastering instellingen maken. (p. 132)
[ARP]
Maakt instellingen voor arpeggios, akkoord geheugen en ritme. (p. 97, p. 104, p, 107)
Toon schakelaars [1]-[4]
Om tonen 1-4 aan/uit te schakelen, houd [SHIFT] ingedrukt en druk op deze knoppen.

Achterzijde

fig.01-002
O
[DEC], [INC]
Hiermee kunt u waarden aanpassen. Wanneer u een knop ingedrukt houdt, terwijl u de andere indrukt, versnelt de waardeverandering.
P
[SHIFT]
Deze knop wordt in combinatie met andere knoppen gebruikt om functies uit te voeren.
Als u op [SHIFT] drukt, zal de knop oplichten en andere knoppen zul­len dan een alternatieve set functies bieden. Om naar de originele functies terug te keren, druk nogmaals op deze knop en de indicator zal doven.
Q
[MENU]
Opent het Menu. De inhoud van het menu hangt af van de huidige mode.
R S U V W XT
R
AC ingang
Sluit hier het bijgeleverde snoer aan (p. 17)
* Voor details over stroomverbruik, zie p. 272
Het apparaat kan alleen op bronnen worden aangesloten, zoals aangegeven op de onderkant van het apparaat
S
DIGITAL IN/OUT aansluitingen
Dit zijn coaxiale in/uit aansluitingen. Deze connecties voeren een digitaal geluidssignaal (stereo) in en uit. Het output signaal is identiek aan het output signaal van de Output A
(Mix) pluggen.
T
MIDI aansluitingen (IN, OUT, THRU)
Deze aansluitingen kunnen op andere MIDI apparaten worden aange­sloten voor het verzenden of ontvangen van MIDI berichten.
U
OUTPUT B jacks (L, R)
Deze jacks zenden een stereosignaal uit naar een aangesloten mixer/ versterker.
V
OUTPUT A (MIX) jacks (L (MONO), R)
Deze jacks zenden het audiosignaal in stereo uit naar de aangesloten mixer of versterker. Voor een mono output gebruik de L-jack. (p. 16)
INDIVIDUAL 1-4 jacks.
Deze jacks zenden audiosignalen in mono uit naar de versterker of mixer.
* Met de Output Assign instellingen kunt bepalen of deze jacks als
stereo Output jacks worden gebruikt of als Individuele jacks. (p. 134,
p. 140)
W
Input (Audio input) jack (L,R)
Accepteert input of audiosignalen in stereo van externe apparaten. Wanneer u mono input wilt gebruiken, sluit u aan op de L jack. Wanneer u opnames maakt met een microfoon, sluit aan op de L jack
en zet de Input Selectie
(p. 115)
op “ MICROPHONE”.
X
USB aansluiting
Met deze aansluiting kunt u uw computer op de Fantom-XR aansluiten.
(p. 148)
15

Voorbereidingen

b

Een versterker en speakersysteem aansluiten

Omdat de Fantom-XR geen versterker of speakers heeft, zult u hem op audioapparatuur moeten aansluiten, zoals een keyboard versterker, monitor speaker systeem of stereo­installatie of koptelefoons moeten gebruiken om het geluid te kunnen horen.
1. Voordat u iets aansluit, dient u na te gaan of alle apparaten uit staan.
2. Sluit een uiteinde van het stroomsnoer op de Fantom-XR aan en steek de andere kant in
het stopcontact.
3. Sluit de Fantom-XR op uw versterker/speakers aan, zoals aangegeven in onderstaan diagram.
fig.02-002.e
Naar stopcontact
Stereo koptelefoon
Om storing en/of schade aan de speakers of andere apparaten te voorkomen, dient u altijd het volume laag te zetten en tevens alle betrokken apparaten uit te zetten alvorens een aansluiting te maken.
MIDI IN
Om het geluid van de Fantom­XR volledig te beleven, raden wij u aan een stereo versterker/speakersysteem te gebruiken. Wanneer u echter een monosysteem gebruikt, maak uw aansluitingen met de
MIDI OUT
Extern MIDI-apparaat
(MIDI keyboard, sequencer etc.)
Mixer etc.
Eindversterker
Monitor luidsprekers
(versterkt)
Output A (Mix) jack L (Mono) van de Fantom-XR.
Audiokabels worden niet
ijgeleverd. U dient deze aan
te schaffen.
Voor details over het installeren van een Wave uitbreidingskaart (apart verkrijgbaar) zie “Installeren
van de Wave uitbreidings­kaart” (p. 166).
16

Inschakelen

Voorbereidingen
941
Wanneer u de aansluitingen heeft voltooid (zie vorige pagina), kunt de apparaten in de aangegeven volgorde aanzetten. Wanneer u dit in de verkeerde volgorde doet, riskeert u storingen en/of schade aan de speakers of andere apparaten.
1. Voordat u de Fantom-XR aanzet, overweeg de volgende twee vragen:
• Zijn alle externe apparaten correct aangesloten?
• Zijn op alle apparaten de volume schakelaars op hun laagste stand gezet?
2. Zet m.b.v. de stroomschakelaar op de voorzijde de Fantom-XR aan.
fig.02-003
942
* Dit apparaat is voorzien van een beschermingscircuit. Nadat de stroom is ingeschakeld, is een
korte pauze (een paar seconden) nodig, voordat het apparaat normaal kan functioneren.
3. Zet de aangesloten versterkers of speakers aan.
Let erop, dat u het volume niet te hoog zet, om schade aan uw versterker/speakersyteem of gehoor te voorkomen.
17
Voorbereidingen

Het schermcontrast aanpassen (LCD contrast)

Kort nadat het apparaat is aangezet of na langdurig gebruik, kunnen de tekens op het scherm moeilijk leesbaar zijn. Ook de hoek waaronder u kijkt of de belichting kunnen de zichtbaarheid beinvloeden. Pas in deze gevallen het contrast van het scherm als volgt aan.
1. In het Patch Play scherm (p. 40) of het Performance Play scherm (p. 84), druk op [MENU]. Het Top Menu scherm verschijnt.
2. Druk op of om “System” te selecteren.
3. Druk op [ENTER].
Het Systeem Setup scherm verschijnt.
4. De parameters zijn verdeeld over verschillende edit groepen. Gebruik of om “System Startup” te selecteren.
5. Druk op of om de cursor naar “LCD contrast” te bewegen.
fig.02-005
6. Draai de VALUE draaiknop of gebruik [INC][DEC] om de waarde in te stellen.
Hogere waarden maken de tekens donkerder. Waarde: 1-20.
7. Om de nieuwe instellingen te bewaren, druk op [SHIFT], zodat deze oplicht en druk dan op om de Syteem instellingen te bewaren.
Indien u niets wilt bewaren, druk op [EXIT] om naar het vorige scherm terug te keren.
“De Systeeminstellingen opslaan (Write)” (p. 155)
18
Voorbereidingen
b

Uitschakelen

1. Voordat u de stroom uitzet, overweeg de volgende twee vragen:
• Zijn de volume schakelaars van de Fantom-XR en alle aangesloten apparaten op hun laagste stand gezet?
• Heeft u uw Fantom-XR geluiden of andere data die u gecreëerd heeft opgeslagen?
2. Zet de stroom van alle aangesloten apparaten uit.
3. Zet de stroom van de Fantom-XR uit.

Terug naar standaard fabrieksinstellingen (Factory Reset)

Dit herstelt alle data in de Fantom-XR naar de fabrieksinstellingen. (Factory Reset)
1. In het Patch play scherm (p. 40) of het Performance play scherm (p. 84), druk op [MENU] om het Top Menu te openen.
2. Druk op of om “Utility” te selecteren, en druk dan op [ENTER].
3. Druk op of om “Factory reset” te selecteren en druk dan op [ENTER].
Een bericht vraagt om bevestiging.
4. Druk op [ENTER] om terug te keren naar de fabrieksinstellingen.
* Druk op [EXIT] om te annuleren.
5. Wanneer “Power off” op het scherm verschijnt, zet dan de stroom uit en vervolgens weer aan.
Wanneer er belangrijke data die u gecreëerd heeft in het geheugen van de Fantom-XR is opgeslagen, zal al deze data verloren gaan als u naar de fabrieksinstellingen terugkeert (de data van het interne
gebruikersgeheugen gaat verloren). Wanneer u de
estaande data wil behouden, sla deze op een geheugenkaart (p. 162) of sla het via USB op op uw computer (p. 149).
19
Voorbereidingen
20

Snelle start

21

Demo’s beluisteren

De Fantom-XR heeft een demonstratie melodie (“demo”) die u kunt beluisteren door de Demo play functie van de Fantom-XR te gebruiken. Deze demo laat u kennis maken met de uitzonderlijke geluiden en effecten van de Fantom-XR.
fig.03-001
1
2 32
4
1. Terwijl u [SHIFT] ingedrukt houdt, druk op [ENTER].
Het demo menu scherm verschijnt.
fig.03-002a
2. Gebruik de VALUE draaiknop of [INC][DEC] om de demo te selecteren.
Wanneer u [All] kiest zullen de demo’s achtereenvolgend worden afgespeeld, te beginnen bij de eerste.
3. Druk op [ENTER] om de demo te starten.
Het afspelen zal automatisch beëindigd worden aan het einde van een demo. Wanneer u op [EXIT] drukt terwijl de demo speelt, zult u terug gaan naar het Demo menu
scherm.
Demo titel Componist Copyright
1 Holla If Ya Hear Me Scott Tibbs © 2004 Roland Corporation 2 The Escape David Ahlund © 2004 Roland Corporation 3 Moon Cluster Tatsuya Nishiwaki © 2004 Roland Corporation 4 Still Solace Scott Tibbs © 2004 Roland Corporation 5 Nu-Ages Christian Sales © 2004 Roland Corporation 6 Cellular Tissue Hisashi Saito © 2004 Roland Corporation 7 AKEBONO Satoshi Mishiba © 2004 Roland Corporation
4. Druk op [EXIT] naar het vorige scherm terug te keren.
U kunt ook bij het Demo Menu scherm komen door in het Patch Play scherm (p. 40) of in het Performance Play scherm (p. 84) op [MENU] te drukken om bij het Top Menu scherm te komen.
Wanneer u de demo afspeelt, zal een Patch of Performance die u aan het bewerken was verloren gaan.
Alle rechten voorbehouden. Ongeautoriseerd gebruik van dit materiaal voor anders dan privédoeleinden is een schen­ding van toepasbare wetten.
22
Geen data voor de muziek die afgespeeld wordt zal vanaf MIDI OUT uitgevoerd wor­den.

Geluiden afspelen

De Fantom-XR heeft een ruime keuze aan geluiden, de zogenaamde “Patches”. Luistert u naar een aantal Patches in de Patch mode.

Patches afspelen (Phrase Preview)

Zelfs wanneer er geen MIDI keyboard of sequencer is aangesloten, kunt u met de Fantom-XR geluiden selecteren door gebruik te maken van standaard segmenten (phrases), die perfect op elk van de Patches (categorie) aansluiten.
fig.03-003
2, 3 1
1. Druk op [MODE], zodat de knop rood oplicht.
Zo komt u in de Patch mode en het Patch play scherm verschijnt.
2. Druk op de Output knop.
Het segment met de geselecteerde Patch zal beginnen te spelen.
3. Druk nogmaals op de Output knop en het segment zal ophouden met spelen.

Een Patch van een extern MIDI apparaat op de Fantom-XR afspelen (MIDI keyboard)

De Fantom-XR produceert een geluid als gevolg van de MIDI berichten, die het ontvangt van een extern MIDI apparaat, zoals een MIDI keyboard of sequencer.
Sluit uw MIDI keyboard aan en speel de geluiden op de Fantom-XR af.
Het MIDI keyboard aansluiten
Sluit het MIDI keyboard als volgt aan.
fig.03-005.e
Fantom-XR
MIDI IN
MIDI OUT
MIDI keyboard
Wanneer u de fabrieksinstel-
MIDI kanalen afstellen
De Fantom-XR kan reageren op MIDI data van een extern MIDI apparaat, wanneer beide apparaten op hetzelfde MIDI kanaal/dezelfde MIDI kanalen zijn afgestemd.
Laten we hier in Patch mode, beide apparaten instellen op MIDI kanaal 1.
lingen heeft hersteld, schakelt u het ontvangstkanaal van de Fantom-XR naar “1”.
23
Geluiden afspelen

Een Patch kiezen

Basishandelingen om een Patch te kiezen

fig.03-006
33
2
1. Druk op [MODE], zodat de knop rood oplicht.
Dit start de Patch mode en het Patch Play scherm verschijnt.
2. Druk op of om de cursor naar het Patchnummer te verplaatsen.
fig.03-006a.e
1
Patch nummer
3. Draai de VALUE draaiknop of gebruik [INC][DEC] om het Patch te selecteren.

Een groep kiezen

1. Druk op [MODE], zodat de knop rood oplicht.
Dit start de Patch mode en het Patch Play scherm verschijnt.
2. Druk op [Group] om de Patch groep te selecteren.
De groep zal als volgt veranderen: User (gebruiker) -> PR-A (Preset A) -> … -> PR-H (Preset H) -> GM (General MIDI) -> Card
(Geheugenkaart) -> XP-A (Expansie A) -> … -> XP-F (Expansie F).
fig.03-007.e
Patch groep
U kunt ook de cursor naar de Patchgroep verplaatsen en met de VALUE draaiknop of [INC][DEC] de Patchgroep selecteren.
De waarde zal sneller veranderen als u aan de knop draait, terwijl u [VALUE] ingedrukt houdt.
XP-A tot XP-F verschijnen alleen als de corresponde­rende uitbreidingskaart is geïnstalleerd.
24

Een Patch per categorie selecteren

De Patches van de Fantom-XR zijn per categorie geordend. Een Patch zoeken op categorie is een snelle manier om een Patch te vinden.
fig.03-008
1. Druk op [MODE], zodat de knop rood oplicht.
Dit start de Patch mode en het Patch Play scherm verschijnt.
2. Druk op [Cursor] om de cursor naar de Patch-categorie te verplaatsen.
fig.03-008a.e
Geluiden afspelen
133, 5
2, 4
Patch categorie
3. Gebruik de VALUE draaiknop of [INC][DEC] om een Patchgroep te selecteren.
U kunt de volgende categorieën selecteren.
Categorie Inhoud Categorie Inhoud
- - - No Assign Geen waarde SBR Synth Brass Synth. koper­instrumenten
PNO AC.Piano Akoestische piano SAX Sax Saxofoon EP EL.Piano Elektrische piano HLD Hard Lead Hard synth. lead KEY Keyboards Andere keyboards
(Clavecimbel etc.)
BEL Bell Bel TEK Techno
MLT Mallet Mallet PLS Pulsating Pulserende synth. ORG Organ Elektrisch orgel en
kerkorgel ACD Accordion Accordeon SYN Other Synth Poly Synth HRMHarmonica Harmonica, Blues harp BPD Bright Pad Helder pad synth.
AGT AC.Guitar Akoestische gitaar SPD Soft Pad Zacht pad synth. EGT EL.Guitar Elektrische gitaar VOX Vox Stem, koor DGT DIST.Guitar Distortie gitaar PLK Plucked Tokkelen (Harp etc. ) BS Bass Akoestische en elek-
trische bas SBS Synth Bass Strijkers FRT Fretted Fretted inst. (Mandoline
STR Strings Orkest ensemble PRC Percussion Percussie ORC Orchestra Orkest Hit, Hit SFX Sound FX Geluid FX HIT Hit&Stab Blaasinstrumenten (Ho-
bo, klarinet etc.)
WND
Wind Fluit, Piccolo DRM Drums Drum set
FLT Flute Akoestische koperin-
strumenten BRS AC.Brass Geen waarde
SLD Soft Lead Zacht synth. lead
Techno synth.
Synth
FX Synth FX Synth. FX (Geluids-
effecten)
ETH Ethnic Etnisch overig
etc.)
BTS
CMB
Beat&Groove
Combination
Beat en groove
Andere Patches met Split en Layer.
25
Geluiden afspelen
4. Druk op [Cursor] om de cursor naar het Lock (slot) icoon te verplaatsen.
fig.05-003.e
Lock icoon: open
5. Draai de VALUE draaiknop of gebruik [INC][DEC] om de categorie te vergrendelen.
U kunt een categorie vergrendelen, zodat alleen de Patches binnen die categorie zullen verschijnen, wanneer u een Patch selecteert. Als u achtereenvolgens Patches selecteert, wanneer de categorie niet vergrendeld is, kunt u ongemerkt Patches beginnen te selecteren die ik de volgende categorie vallen. Het vergrendelen van de categorie zal dit voorkomen. .
fig.05-004.e
Lock icoon: vergrendeld
6. Druk op om de cursor maar het Patch nummer te verplaatsen.
7. Gebruik de VALUE draaiknop of [INC][DEC] om een Patch te selecteren.
U kunt geluiden binnen een categorie selecteren, ongeacht in welke Patch groep u zich bevindt.
Om een categorie te ontgren­delen gebruikt u de VALUE draaiknop of [DEC].
In Patch mode kunt u ook een aantal andere methoden gebruiken om de gewenste Patch te vinden. Voor details, zie “Een Patch selecteren” (p. 40)
26

Een Ritme set selecteren

Basisprocedure om een Ritme set te selecteren

1. Druk op [MODE], zodat de knop rood oplicht.
Dit start de Patch mode en het Patch play scherm verschijnt.
2. Druk op [CURSOR] om de cursor naar het Patch type te verplaatsen.
fig.03-009.e
Patch type
3. Gebruik de VALUE draaiknop of gebruik [INC][DEC] om het Patch type om “Rythm” (ritme) te zetten.
fig.03-010
Geluiden afspelen
De waarde zal sneller veranderen, wanneer u de VALUE draaiknop draait terwijl u [Waarde] ingedrukt houdt.
De rest van de procedure is gelijk aan het kiezen van een Patch.
Er zijn geen ritme categorieën, dus u kunt ritme niet per cate­gorie selecteren.
27

Diverse verbindingsmogelijkheden

Verbinding voorbeeld 1: De Fantom-XR als geluidsmodule voor live uitvoeringen gebruiken

Hier is een voorbeeld van hoe u de Fantom-XR kunt gebruiken in de opstelling van een live uitvoering.
Gebruik de MIDI verbindingen om de Fantom-XR met uw keyboard en andere geluidsmodules te verbinden en gebruik USB aansluiting om de Fantom-XR Editor of bibliotheek aan te sluiten. Omdat u via de USB aansluiting geluiden kunt aanpassen of data kunt veranderen, kunt u op het laatste moment nog veranderingen aanbrengen tijdens een uitvoering.
fig.03-012.e
Computer
MIDI keyboard/sequencer
MIDI OUT
Geluiden aanpassen en data veranderen
Naar de USB aansluiting van uw computer
MIDI THRU
Andere geluidsmodule
USB kabel
MIDI IN
MIDI IN
Naar DI, mixer of versterker
28
Parameter instellingen op de Fantom-XR:
USB mode: MIDI (wanneer u USB MIDI gebruikt)/Storage (opslag) (wanneer u bestanden verzendt)
-> Zet dit op MIDI mode, zodat de USB aansluiting voor de Fantom-XR kunt gebruiken.
Diverse verbindingsmogelijkheden

Verbinding voorbeeld 2: Een compacte productie opstelling

Hier is een voorbeeld van hoe u de Fantom-XR kunt gebruiken in een zeer goede muziek productie opstelling, die niet veel ruimte inneemt.
Wanneer de Fantom-XR als geluidsmodule en sampler werkt en uw computer als hard disk recorder, heeft u een compacte opstelling met alle basisbenodigdheden.
fig.03-012.e
MIDI controller keyboard
MIDI OUT
MIDI kabel
MIDI IN
Computer
Sequencer software zoals SONAR
Naar de USB aansluiting van uw computer
USB kabel
Naar speakers of versterker
Parameter instellingen op de Fantom-XR:
USB mode: MIDI (wanneer u USB MIDI gebruikt)/Storage (opslag) (wanneer u bestanden verzendt)
-> selecteer de manier, waarop u de USB aansluiting wilt gebruiken. USB MIDI Thru: ON
-> Berichten van MIDI zullen onveranderd naar uw computer worden gezonden via USB MIDI. Gebruik deze opstelling wanneer u sequencer software gebruikt.
Instellingen voor de sequencer sofware op uw computer:
Schakel de parameter “MIDI Thru” of “Thru” (door) aan.
-> MIDI berichten, die door uw sequencer software worden ontvangen, zullen onveranderd naar de Fantom-XR via USB MIDI worden gezonden. Hierdoor kunt u naar uw geluidsmodule luisteren, terwijl u met uw sequencer software opneemt.
Naar geluidsbron, zoals een Cd-speler of ander instrument
29
Diverse verbindingsmogelijkheden

Verbinding voorbeeld 3: Muziek productie met meer dan een Fantom-XR

Door drie Fantom-XR units te gebruiken, kunt u een krachtige 384-stemmig muziekproductie opstelling samenstellen met slechts beperkte ruimte. Sluit de eerste Fantom-XR via USB aan. Deze Fantom-XR zal als MIDI interface fungeren en de tweede en derde Fantom-XR van data voorzien. Om data tussen de verschillende Fantom-XR units te verzenden, is het handig om CompactFlash of SmartMedia met een PC-kaart adapter te gebruiken. De meeste notebook computers hebben een PC-kaart aansluiting, wat deze methode bijzonder handig maakt.
fig.03-013.e
Computer
MIDI controller
Naar de USB aansluiting van uw computer
MIDI OUT
U heeft een aparte mixer nodig om de output van elke geluidsmodule te mixen
Geluiden aanpassen en data veranderen en sequencer software gebruiken, zoals SONAR naar de USB aansluiting
Parameter instellingen op de Fantom-XR:
Unit 1: USB mode: MIDI
-> in dit voorbeeld gebruiken we de USB aansluiting in MIDI mode. USB MIDI Thru: On.
-> in deze opstelling wordt data, die door de Fantom-XR’s MIDI IN is ontvangen onveranderd naar uw computer gestuurd.
Unit 2 en 3: geen bijzondere instellingen nodig. Dezelfde data wordt naar alle geluidsmodules gestuurd. Gebruik de Part Receive Switch (p. 92) instellingen om elke geluidsmodule alleen de data te laten spelen, die u wenst te gebruiken.
USB kabel
Microfoon of instrument
30
Instellingen voor de sequencer sofware op uw computer:
Schakel de parameter “MIDI Thru” of “Thru” (door) aan.
-> MIDI berichten, die door uw sequencer software worden ontvangen, zullen onveranderd naar de Fantom-XR via USB MIDI worden gezonden. Hierdoor kunt u naar uw geluidsmodule luisteren, terwijl u met uw sequencer software opneemt.
Loading...
+ 254 hidden pages