Roland BR-1180 User Manual [nl]

Hartelijk dank en gefeliciteerd met uw aankoop van de BOSS BR-1180/1180CD Digital Recording Studio.
Lees, alvorens dit toestel te gebruiken, eerst de pagina’s:
• VEILIG GEBRUIK VAN HET TOESTEL (p. 2–3)
• Belangrijke Opmerkingen (p. 4–5)
Deze pagina’s bevatten belangrijke informatie over de correcte bediening van dit toestel.
Enkele afspraken in deze handleiding
• Tekst of cijfers tussen vierkante haakjes [ ] verwijzen naar toetsen.
[START] START-toets [REC]
• Vermeldingen zoals (p. **) verwijzen naar pagina’s elders in deze handleiding.
Copyright © 2002 ROLAND BENELUX N.V.
Alle rechten voorbehouden. Geen enkel deel van deze publicatie mag in gelijk welke vorm gereproduceerd worden zonder voorafgaande schriftelijke toelating van ROLAND BENELUX N.V.
REC-toets
eilig gebruik van het toestel
INSTRUCTIES TER VOORKOMING VAN BRAND, ELEKTRISCHE SCHOKKEN OF VERWONDING VAN PERSONEN
VEILIG GEBRUIK VAN HET TOESTEL
Over
WAARSCHUWING en OPGEPAST
Wordt gebruikt voor instructies die de
WAAR­SCHUWING
gebruiker wijzen op levensgevaar of ernstige verwondingen bij onjuist gebruik van het toestel.
Wordt gebruikt voor instructies die de gebruiker wijzen op het risico op verwondingen of materiële schade bij onjuist gebruik van het toestel.
OPGEPAST
* Materiële schade verwijst naar schade of andere ongunstige effecten die aan het huis en de hele inboedel, huisdieren inbegrepen, worden toegebracht.
NEEM STEEDS HET VOLGENDE IN ACHT
Waarschuwing Waarschuwing
001
• Gelieve onderstaande instructies en de hand­leiding te lezen vooraleer u dit toestel gebruikt
..........................................................................................................
002b
• Maak het toestel of de AC-adaptor niet open of breng er geen interne wijzigingen in aan. (Uitge­zonderd daar waar deze handleiding specifieke instructies geeft voor het installeren van optionele onderdelen; zie p. **.)
..........................................................................................................
003
• Probeer het toestel niet zelf te herstellen of vervang geen onderdelen (behalve wanneer de handleiding specifieke instructies hiertoe geeft). Wend u voor onderhoud steeds tot het dichtstbij­zijnde Roland Service Center of een erkende Roland-verdeler, zoals vermeld op de "Information"­pagina
.
..........................................................................................................
004
• Gebruik of bewaar het toestel nooit op plaatsen die:
• Onderhevig zijn aan extreme temperaturen (bv. direct zonlicht in een gesloten voertuig, nabij een radiator of een andere warmtebron);
• Vochtig zijn (bv. badkamer, wasplaats, op een natte vloer);
• Blootgesteld zijn aan de regen;
• Stoffig zijn;
•Onderhevig zijn aan sterke trillingen.
..........................................................................................................
005
• Gebruik voor dit toestel enkel een rack of statief dat goedgekeurd is door Roland.
.
Over de Symbolen
Het -symbool maakt de gebruiker attent op belangrijke instructies of waarschuwingen. De juiste betekenis van het symbool wordt bepaald door de tekening in de driehoek. Het symbool hier links duidt op algemene verwittigingen of waar­schuwingen, of vestigt de aandacht op gevaar.
Het -symbool maakt de gebruiker attent op zaken die nooit mogen worden uitgevoerd (verboden zijn). De tekening in de cirkel geeft aan wat er precies verboden is. Het symbool hier links betekent dat het toestel nooit mag worden gedemonteerd.
Het -symbool maakt de gebruiker attent op zaken die
moeten worden uitgevoerd. De tekening in de cirkel geeft aan wat er precies dient te gebeuren. Het symbool hier links betekent dat de stekker van de stroomkabel moet worden uitgetrokken.
006
• Als u dit toestel op een rack of statief (goedgekeurd door Roland) plaatst, zorg dan dat de rack of het statief waterpas en stabiel staat. Ook als u geen rack of statief gebruikt, moet u zorgen dat het toestel op een stevig en waterpas oppervlak staat, dat voldoende steun biedt en niet kan wankelen.
..........................................................................................................
009
• Beschadig het elektrische snoer niet. Buig het niet overmatig, ga er niet op staan, plaats er geen zware voorwerpen op, enz. Gebruik nooit een beschadigd snoer; dit kan elektrocutie of brand veroorzaken!
..........................................................................................................
010
• Dit toestel, alleen of in combinatie met een versterker en een hoofdtelefoon of luidsprekers, zou een geluidsniveau kunnen produceren dat permanente gehoorschade kan veroorzaken. Vermijd langdurig gebruik bij een hoog of onaan­genaam volumeniveau. Als u enig gehoorverlies of suizende oren gewaar wordt, staak dan onmid­dellijk het gebruik van dit toestel en raadpleeg een gehoorspecialist.
..........................................................................................................
011
• Zorg dat er geen voorwerpen (bv. brandbare materialen, muntstukken, naalden) of vloeistoffen (water, frisdrank, enz.) in het toestel kunnen binnendringen.
..........................................................................................................
..........................................................................................................
2
Waarschuwing
014
• Schakel het toestel onmiddellijk uit, trek de stekker va de AC-adaptor uit het stopcontact en laat het toestel nakijken in het dichtstbijzijnde Roland Service Center of door een erkende Roland-dealer wanneer:
• de AC-adaptor, de stroomkabel of de stekker
beschadigd is;
• er voorwerpen of vloeistoffen in het toestel zijn
terechtgekomen;
• het toestel in de regen heeft gestaan (of op een
andere manier nat is geworden);
• het toestel niet normaal blijkt te werken of
ongewone zaken vertoont.
..........................................................................................................
013
• In gezinnen met kleine kinderen, dient er een volwassene toezicht te houden tot de kinderen in staat zijn om het toestel op een veilige manier te gebruiken.
..........................................................................................................
014
• Bescherm het toestel tegen zware schokken.
(Laat het niet vallen!)
..........................................................................................................
015
• Sluit de stroomkabel van dit toestel niet samen met een overdreven aantal andere toestellen aan op hetzelfde stopcontact. Wees voorzichtig met verlengsnoeren: het totale vermogen van alle toestellen aangesloten op het verlengsnoer mag nooit het nominale vermogen (watt/ampère) van het verlengsnoer overschrijden. Een overdreven belasting kan de isolatie van het snoer doen opwarmen en zelfs doen doorsmelten.
..........................................................................................................
016
• Voor u dit toestel in het buitenland gebruikt, gelieve uw handelaar, een Roland Service Center of een erkende Roland-verdeler te raadplegen. Zie de “Informatie”-pagina.
..........................................................................................................
022b
BR-1180
• Schakel het toestel uit en trek de stekker van de AC-adaptor uit het stopcontact alvorens met de installatie van de CD-R/RW drive (model no. CDI-BR-1) te beginnen.
..........................................................................................................
023
BR-1180CD
• Speel een CD-ROM disc NOOIT af op een gewone audio CD-speler. Het resulterende geluid zou zo luid kunnen zijn dat het permanente gehoor­schade veroorzaakt. Dit kan ook schade toebrengen aan luidsprekers of andere compo­nenten van uw audiosysteem.
..........................................................................................................
Opgepast
101a
• Plaats het toestel en de AC-adaptor zodanig dat een goede ventilatie gewaarborgd blijft.
..........................................................................................................
102c
• Neem de stroomkabel uitsluitend met de stekker vast wanneer u hem in een stopcontact of in dit toestel steekt, of wanneer u hem uittrekt.
..........................................................................................................
103b
• Als het toestel gedurende een langere periode niet gebruikt wordt, trek dan de stekker van de AC­adaptor uit het stopcontact.
..........................................................................................................
104
• Tracht te voorkomen dat kabels en snoeren verstrikt geraken. Hou alle kabels en snoeren buiten het bereik van kinderen.
..........................................................................................................
106
• Klim nooit boven op het toestel of plaats er geen zware voorwerpen op.
..........................................................................................................
107c
• Neem de stroomkabel of de stekker nooit vast met natte handen wanneer u hem in een stopcontact of in dit toestel steekt, of wanneer u hem uittrekt.
..........................................................................................................
108b
• Trek de stekker uit het stopcontact en koppel alle externe apparaten af, alvorens het toestel te verplaatsen.
..........................................................................................................
109b
• Schakel het toestel uit en trek de stekker uit het stopcontact, alvorens het toestel schoon te maken.
..........................................................................................................
110b
• Trek de stekker uit het stopcontact wanneer u gevaar voor blikseminslagen vermoedt.
..........................................................................................................
115a
BR-1180
• Installeer enkel de opgegeven CD-R/RW drive (model nr. CDI-BR-1). Verwijder enkel de aange­duide schroeven.
..........................................................................................................
118
• Indien u de kapjes van de optische connectors verwijdert, bewaar ze dan op een veilige plaats buiten het bereik van kinderen, zodat ze niet per ongeluk ingeslikt worden.
..........................................................................................................
3
Belangrijke opmerkingen
291a
Gelieve naast de items onder “VEILIG GEBRUIK VAN HET TOESTEL” op pag. 2 en 3, ook de volgende zaken in acht te nemen:
Stroombron
301
• Gebruik dit toestel niet op eenzelfde stroomkring samen met apparaten die ruis veroorzaken (zoals een elektrische motor of een regelbaar lichtsysteem).
302
• De AC-adaptor wordt warm na langdurig gebruik. Dit is normaal en is dus geen reden tot ongerustheid.
307
• Alvorens dit apparaat aan te sluiten op andere toestellen, schakelt u best alle toestellen uit. Zo voorkomt u defecten en/of schade aan luidsprekers of andere toestellen.
Plaatsing
351
• Als u dit toestel gebruikt nabij een vermogensversterker (of een ander apparaat met grote transformators) kan er brom ontstaan. Orienteer het toestel anders of verwijder het van de interferentiebron.
352a
• Dit toestel kan radio- of TV-ontvangst verstoren. Gebruik het niet in de nabijheid van zulke ontvangers.
352b
• Er kan ruis ontstaan als er draadloze communicatietoe­stellen, bv. gsm’s, gebruikt worden nabij dit toestel. Deze ruis kan voorkomen wanneer u een oproep doet of ontvangt, of tijdens het gesprek. Als u zulke problemen ondervindt, plaats de draadloze toestellen dan verder van dit apparaat of schakel ze uit.
353
BR-1180CD
• Let op het volgende wanneer u de CD-R/RW drive van dit toestel gebruikt. Voor verdere details, zie
CD-R/RW Discs
(p. 24).
Gebruik van
• Plaats dit apparaat niet naast toestellen die een sterk magnetisch veld opwekken (bv. luidsprekers).
• Plaats dit apparaat op een stevig, waterpas oppervlak.
• Verplaats dit apparaat niet en bescherm het tegen tril­lingen terwijl de drive in werking is.
354a
• Stel het toestel niet bloot aan direct zonlicht, plaats het niet nabij verwarmingstoestellen, laat het niet achter in een gesloten voertuig, of stel het op geen enkele andere manier bloot aan extreme temperaturen. Overdreven warmte kan het toestel doen verkleuren of vervormen.
355
• Gebruik dit toestel niet op een plaats die blootgesteld is aan de regen of in een andere vochtige omgeving.
Onderhoud
401a
• Gebruik voor een gewone schoonmaakbeurt een zachte droge doek of een lichtjes met water bevochtigde doek. Gebruik voor hardnekkig vuil een doek met een mild, niet-bijtend schoonmaakmiddel. Veeg nadien het toestel goed af met een zachte droge doek.
402
• Gebruik nooit benzine, thinner, alcohol of gelijk welk oplosmiddel. Dit om verkleuring of vervorming te voorkomen.
Bijkomende voorzorgen
552
• Jammer genoeg kan het gebeuren dat de data die opgeslagen zijn op een externe harddisk of CD-R/RW disc, niet meer kunnen worden gerecupereerd, eens dat ze verloren zijn. Roland Corporation is niet aansprakelijk voor zulk dataverlies.
553
• Ga voorzichtig tewerk wanneer u de knoppen, regelaars en andere bedieningsorganen van het toestel gebruikt. Ruw omgaan met deze dingen kan defecten veroorzaken.
554
• Sla of druk nooit op de display.
556
• Neem bij het aan- en afkoppelen van alle kabels steeds de connector zelf vast – trek nooit aan de kabel. Zo voorkomt u kortsluitingen en schade aan de interne elementen van de kabel.
557
• Bij normale werking produceert het toestel een kleine hoeveelheid warmte.
558a
• Hou, om uw buren niet te storen, het volume op een redelijk niveau. U kan ook een hoofdtelefoon gebruiken zodat u zich geen zorgen hoeft te maken over de mensen rondom u (vooral in de late uren).
559a
• Om het toestel te transporteren, gebruikt u best de oorspronkelijke verpakking (inclusief opvulling). Anders dient u te zorgen voor een gelijkwaardige verpakking.
561
• Gebruik enkel de opgegeven expressiepedaal (EV-5; apart verkocht). Met andere expressiepedalen riskeert u defecten en/of schade aan het toestel.
562
• Gebruik Roland-kabels voor de aansluitingen. Gebruikt u kabels van een ander merk, let dan op het volgende.
• Sommige verbindingskabels bevatten resistors. Sluit op dit toestel geen kabels aan die resistors bevatten. Als u zulke kabels gebruikt, is het mogelijk dat het geluid niet of nauwelijks hoorbaar is. Voor meer infor­matie over de kabels wendt u zich best tot de fabrikant van de betreffende kabel.
928
* Wanneer u het toestel ondersteboven legt, plaats dan een
stapeltje kranten of tijdschriften onder elke hoek of aan weerskanten, om de knoppen en toetsen te beschermen.
929
* Wees voorzichtig bij het omdraaien van het toestel, zodat
het niet valt.
4
Belangrijke opmerkingen
Omgaan met de Interne Hard Disk Drive
• Hou er rekening mee dat de hard disk een consumptie­product is. Om u te beschermen tegen dataverlies indien de disk schade zou oplopen, raden we aan om regelmatig een backup te maken op CD-R/RW disc.
• Voer steeds de Shutdown-procedure (p. 30) uit alvorens het toestel uit te schakelen. Zoniet zou u song data kunnen verliezen of de hard disk kunnen beschadigen.
• Schakel het toestel niet uit terwijl de hard disk in werking is.
• Zorg dat de BR-1180/1180CD tijdens het gebruik gevrijwaard blijft van trillingen en schokken, en verplaats het toestel niet terwijl het aan staat.
602
• Plaats het toestel op een stevig, waterpas oppervlak dat vrij is van trillingen. Indien u het toestel toch onder een bepaalde hoek moet plaatsen, zorg dan dat de helling niet te steil is.
603
• Gebruik het toestel niet onmiddellijk nadat het werd verplaatst naar een ruimte met een vochtigheidsgraad die sterk verschilt van die van de vorige locatie. Snelle veran­deringen in de omgeving kunnen condensatievorming binnen in de drive veroorzaken, wat een nadelige invloed heeft op de werking van de drive. Wanneer u het toestel hebt verplaatst, laat het dan even (enkele uren) wennen aan de nieuwe omgeving, alvorens het te gebruiken.
Omgaan met CD-R/RW’s
801
• Voorkom vingerafdrukken en krassen op de blinkende onderkant (gecodeerd oppervlak) van de disc. Op vuile of bekraste discs worden de data mogelijk foutief gelezen of weggeschreven. Maak uw discs schoon met een CD­reiniger (in de handel verkrijgbaar).
Copyright
851
• Het ongeoorloofd opnemen, verspreiden, verkopen, uitlenen, publiekelijk uitvoeren, uitzenden enz., hetzij geheel of gedeeltelijk, van een werk (muziekstuk, video, uitzending, optreden, e.d.) waarvan het auteursrecht eigendom is van een derde partij, is bij wet verboden.
852a
• Wanneer u via een digitale verbinding audiosignalen uitwisselt met een extern instrument, kan dit toestel opnemen zonder de beperkingen van het Serial Copy Management System (SCMS). Dit kan omdat dit toestel enkel voor muziekproductie bedoeld is en omdat het door zijn ontwerp geen beperkingen kent zolang het gebruikt wordt om werken (zoals uw eigen composities) op te nemen die geen inbreuk plegen op het auteursrecht van anderen. (SCMS verhindert het digitaal kopiëren vanaf de tweede generatie. Dit systeem is ingebouwd in MD­recorders en andere consumer digitale audio-apparatuur ter berscherming van het auteursrecht.)
853
• Gebruik dit toestel niet voor projecten waarbij het auteursrecht van derden geschonden wordt. Roland neemt geen enkele verantwoordelijkheid op in verband met inbreuken op het auteursrecht die het gevolg zijn van uw gebruik van dit toestel.
De Licentie-overeenkomst
• De BR-1180/1180CD en zijn CD-R/RW-functie zijn ontworpen om u toe te laten om materiaal te reproduceren waarvan u het auteursrecht hebt, of waarvoor u van de houder van het auteursrecht de toestemming hebt om het te kopiëren. Bijgevolg betekent de reproductie van muziek-CD’s of ander auteursrechtelijk beschermd materiaal, zonder toelating van de houder van het auteursrecht en waarbij beveiligingssystemen zoals SCMS omzeild worden, een inbreuk op het auteursrecht met mogelijke straffen tot gevolg, zelfs als u kopieert voor eigen gebruik. Raadpleeg een expert ter zake of gespeciali­seerde literatuur voor meer gedetailleerde informatie over het verkrijgen van houders van auteursrecht.
Afwijzing van aansprakelijkheid
• BOSS/Roland neemt geen verantwoordelijkheid op voor gelijk welke “rechtstreekse schade”, “gevolgschade” of “andere soorten schade” die het gevolg kunnen zijn van uw gebruik van de BR-1180/1180CD. Zulke schade kan onder meer het volgende inhouden (opsomming niet exhaustief):
• Gelijk welke winstderving in uw nadeel
• Definitief verlies van uw muziek of data
• Onmogelijkheid om de BR-1180/1180CD zelf of een aangesloten apparaat verder te gebruiken
204
• Windows is een geregistreerd handelsmerk van Microsoft Corporation.
207
• Macintosh is een geregistreerd handelsmerk van Apple Computer, Inc.
De uitleg in deze handleiding bevat illustraties die
afbeelden wat er normaal gezien in de display zal
verschijnen. Het is echter mogelijk dat uw toestel een
nieuwere, verbeterde versie van het systeem bevat, dus
wat u effectief ziet in de display, zal misschien niet altijd
overeenstemmen met wat in de handleiding staat.
5
Inhoud
Veilig gebruik van het toestel ............................................................... 2
Belangrijke opmerkingen...................................................................... 5
Inleiding tot de BR-1180/BR-1180CD ................................................. 14
Beschrijving van de panelen .............................................................. 17
Voorpaneel ................................................................................................................................................17
CD-R/RW Drive.......................................................................................................................................21
Display ....................................................................................................................................................... 22
Achterpaneel ............................................................................................................................................. 23
Gebruik van CD-R/RW Discs............................................................... 25
Quick Start ................................... 26
De Demo Songs beluisteren ............................................................... 27
(1) Randapparatuur aansluiten .............................................................................................................. 27
(2) De BR-1180/1180CD aanzetten ........................................................................................................28
(3) De demo songs beluisteren ............................................................................................................... 29
Een song selecteren—Song Select............................................................................................... 29
Een song weergeven ..................................................................................................................... 30
De huidige tijdspositie verplaatsen............................................................................................ 30
Een andere song-variatie kiezen .................................................................................................31
Een andere Scene kiezen .............................................................................................................. 31
(4) Het toestel uitschakelen ..................................................................................................................... 31
Een song opnemen/weergeven .......................................................... 32
(1) De BR-1180/1180CD aanzetten ........................................................................................................32
(2) De op te nemen song selecteren........................................................................................................ 32
Een nieuwe song opnemen..........................................................................................................32
(3) Instrumenten aansluiten.................................................................................................................... 33
Kies op welke jack u uw instrument zal aansluiten................................................................. 33
Druk op de INPUT SELECT-toets van het instrument dat u wil opnemen ......................... 34
De input-gevoeligheid regelen.................................................................................................... 34
Het geluid beluisteren .................................................................................................................. 34
(4) Insert-effecten gebruiken................................................................................................................... 35
Effect patches kiezen..................................................................................................................... 35
Opnemen zonder effecten............................................................................................................35
(5) De Rhythm Guide...............................................................................................................................36
De Rhythm Guide laten spelen ................................................................................................... 36
Een Rhythm Arrangement kiezen .............................................................................................. 36
Het tempo wijzigen....................................................................................................................... 36
Het tempo tikken........................................................................................................................... 37
(6) Opnemen.............................................................................................................................................. 37
Het opnamespoor selecteren ....................................................................................................... 37
Opname-handelingen...................................................................................................................38
(7) Opgenomen muziek weergeven....................................................................................................... 39
6
Inhoud
Weergave........................................................................................................................................39
Het volume van de sporen regelen............................................................................................. 39
Het geluid van bepaalde sporen uitschakelen—Mute ............................................................39
(8) Een bijkomende partij opnemen terwijl u een opgenomen partij beluistert—Overdubbing..40
(9) De song voltooien—Afmixen............................................................................................................ 41
De links/rechts-positie (pan) van het geluid instellen ............................................................ 41
De toon regelen—Equalizer......................................................................................................... 41
Het geluid breed laten klinken—Loop Effect ...........................................................................41
Afmixen .......................................................................................................................................... 42
(10) Het toestel uitschakelen ................................................................................................................... 42
Gevorderd gebruik....................... 44
Enkel de fouten corrigeren—Punch-in/out........................................ 45
Manuele Punch-in/-out........................................................................................................................... 45
Manueel in- en uitpunchen met de [REC]-toets ....................................................................... 45
Manueel in- en uitpunchen met een foot switch ...................................................................... 46
Auto Punch-in/Punch-out...................................................................................................................... 46
Het op te nemen fragment afbakenen........................................................................................46
Hoe opnemen?...............................................................................................................................47
Herhaaldelijk over hetzelfde fragment opnemen (Loop Recording)................................................ 47
Het te herhalen fragment instellen ............................................................................................. 47
Hoe opnemen?...............................................................................................................................48
De V-Tracks gebruiken........................................................................ 49
Een andere V-Track kiezen.......................................................................................................... 49
Een spoor een naam geven (Track Name) ............................................................................................ 50
Andere “Final Mastering Tracks” kiezen.............................................................................................. 50
Sporen samenvoegen—Bouncing ..................................................... 51
De Insert-effecten gebruiken .............................................................. 52
Effect-patches en -banken........................................................................................................................ 52
Insert-effectinstellingen bewerken......................................................................................................... 53
Insert-effectinstellingen opslaan ............................................................................................................ 54
Een effect-patch kopiëren........................................................................................................................55
Schakeling van de Insert- effecten wijzigen .........................................................................................56
De Loop-effecten gebruiken ............................................................... 57
De Loop-effectinstellingen wijzigen ...................................................................................................... 57
Chorus/Delay/Doubling............................................................................................................. 57
Reverb ............................................................................................................................................. 58
De eigenschappen van diverse monitor speakers reproduceren
(Speaker Modeling).............................................................................. 59
Gebruik van Speaker Modeling ............................................................................................................. 59
De Speaker Modeling-instellingen editen............................................................................................. 60
Speaker Modeling-instellingen opslaan................................................................................................61
7
Inhoud
Luidsprekermodellen kopiëren..............................................................................................................61
Markers plaatsen in uw song — Marker-functie ............................... 62
Een marker plaatsen................................................................................................................................. 62
Een marker wissen ...................................................................................................................................62
Overspringen naar een markerpositie................................................................................................... 62
Een marker editen ....................................................................................................................................62
De positie van een marker wijzigen ........................................................................................... 62
Markers een naam geven ............................................................................................................. 63
Automatisch stoppen (Marker Stop) ..................................................................................................... 63
De mixerinstellingen opslaan/oproepen — Scenes.......................... 64
Scenes opslaan/oproepen/wissen......................................................................................................... 64
Een scene oproepen zonder de spoorvolumes te wijzigen ................................................................ 64
Begin- en eindpunten zoeken (Scrub/Preview)................................. 65
Het beginpunt van de muziek zoeken met Scrub................................................................................ 65
De Scrub-punten wijzigen.......................................................................................................................66
Het eindpunt van de muziek zoeken met Scrub en Preview............................................................. 66
De Preview-functie activeren ...................................................................................................... 66
Scrub en Preview gebruiken........................................................................................................ 66
De opname bewerken—Track Editing................................................ 67
Opgenomen data kopiëren (Track Copy) ............................................................................................. 67
Opgenomen data verplaatsen (Track Move)........................................................................................69
Opgenomen data verwisselen (Track Exchange)................................................................................. 71
Lege spaties invoegen in op-genomen data (Track Insert)................................................................. 72
Een fragment wegknippen (Track Cut)................................................................................................. 73
Opgenomen data wissen
—Track Erase ............................................................................................................................................74
Opnamen of Edit-handelingen annuleren—Undo/Redo................... 76
De laatste handeling omkeren (Undo) ..................................................................................................76
De Undo annuleren — Redo................................................................................................................... 76
Uw opgenomen songs beheren.......................................................... 77
Informatie over de song bekijken (Song Information)........................................................................77
Een Song kopiëren (Song Copy)............................................................................................................. 77
Songs wissen (Song Erase) ...................................................................................................................... 78
Schijfruimte optimaal gebruiken (Song Optimize).............................................................................. 79
Een song beveiligen (Song Protect)........................................................................................................ 79
Een song beveiligen ......................................................................................................................79
Song Protect uitschakelen ............................................................................................................ 80
Songs een naam geven (Song Name) .................................................................................................... 80
Een song opslaan (Song Store) ............................................................................................................... 81
De Rhythm Guide gebruiken............................................................... 82
Overzicht van de Rhythm Guide ........................................................................................................... 82
Ritme-arrangementen kiezen.................................................................................................................. 84
Ritme-arrangementen aanmaken........................................................................................................... 84
Ritmetempo’s voor elke maat individueel instellen (Tempo Map) ..................................................85
Ritme-arrangementen kopiëren .............................................................................................................86
Ritme-arrangementen verwijderen........................................................................................................ 86
8
Inhoud
Ritmepatronen aanmaken....................................................................................................................... 87
Voorbereiding van de opname.................................................................................................... 87
Ritmepatronen aanmaken met Realtime Recording................................................................ 87
Opnemen met een uniforme timing (Quantize) ....................................................................... 88
Ritmepatronen aanmaken met Step Recording........................................................................89
Correcties aanbrengen in ritmepatronen (Microscope)........................................................... 90
De ‘swing’ van de ritmepatronen veranderen (Swing) ........................................................... 90
De naam van een ritmepatroon veranderen .............................................................................91
Ritmepatronen kopiëren ..............................................................................................................91
Ritmepatronen verwijderen......................................................................................................... 91
Ritmepatronen inladen van CD-R/RW’s (SMF Import) .................................................................... 92
Loop phrases gebruiken ..................................................................... 93
Loop phrases aanmaken..........................................................................................................................93
Een loop phrase maken van een fragmentje van de audiosporen......................................... 93
Een loop phrase aanmaken door golfvormdata van een computer te kopiëren
(Loop Phrase Import) ................................................................................................................... 94
De Loop Phrase-instellingen editen....................................................................................................... 95
Loop Phrases toewijzen aan de Track-toetsen .....................................................................................96
Loop Phrases wissen................................................................................................................................ 96
Loop Phrases samenvoegen tot ritme-arrangementen .......................................................................97
Loop Phrases uit ritme-arrangementen naar audiosporen kopiëren................................................ 98
Loop Phrases kopiëren ............................................................................................................................99
Audio-CD’s maken (BR-1180CD)...................................................... 100
Mastering................................................................................................................................................. 100
Auto Fade In/Out gebruiken .................................................................................................... 101
Een interval van enkele seconden tussen songs invoegen (Pre-gap).............................................. 103
De song wegschrijven ............................................................................................................................ 103
Songs één voor één toevoegen (Track At Once) ..................................................................... 103
Meerdere songs in één keer wegschrijven (Disc At Once).................................................... 105
Audio-CD’s afspelen..............................................................................................................................106
Weergave op gewone CD-spelers (Finalize) ...................................................................................... 107
Songs van audio-CD’s importeren naar de audio-sporen................................................................ 107
De Mastering Tool Kit-instellingen editen.......................................................................................... 108
Een nieuwe patch aanmaken..................................................................................................... 108
Patch-instellingen opslaan......................................................................................................... 109
Een patch kopiëren .....................................................................................................................109
Data uitwisselen met de CD-R/RW (BR-1180CD) ............................ 111
Opgenomen songs en data opslaan op CD-R/RW discs.................................................................. 111
Songs opslaan op CD-R/RW discs (Song Backup) ................................................................ 111
Opgeslagen songs inladen in de BR-1180CD (Song Recover) .............................................. 112
Data van de hard disk opslaan op CD-R/RW discs.......................................................................... 113
Data van de hard disk opslaan op CD-R/RW discs (User Backup).................................... 113
Loading saved songs to the BR-1180CD (User Recover)....................................................... 114
De volledige inhoud van de hard disk op CD-R/RW’s opslaan..................................................... 116
De inhoud van de hard disk opslaan op CD-R/RW discs (HDD Backup) ........................116
De backup van de hard disk opnieuw inladen in de BR-1180CD (HDD Recover)........... 117
Waveform data kopiëren en wegschrijven......................................................................................... 117
Waveform data kopiëren van een computer naar de audiosporen
(WAV/AIFF Import) ..................................................................................................................117
9
Inhoud
Waveform data kopiëren van audio-sporen naar een computer
(WAV/AIFF Export)................................................................................................................... 119
CD-RW data wissen ............................................................................................................................... 121
Synchroniseren met MIDI-apparatuur.............................................. 122
MIDI: Elementaire begrippen............................................................................................................... 122
Een externe MIDI-klankmodule gebruiken voor de rhythm guide................................................ 122
Een externe MIDI-sequencer synchroniseren met de BR-1180/1180CD (Master)........................ 123
De weergave van het TIME-veld kiezen.................................................................................. 124
MMC-compatibele apparaten aansturen met de BR-1180/1180CD ...............................................125
MIDI clock ontvangen en de Rhythm Guide Sync Track aanmaken.............................................. 126
Het spoorvolume regelen via MIDI—MIDI Faders ........................... 128
MIDI Fader in- en uitschakelen............................................................................................................ 128
De zend- en ontvangstkanalen voor MIDI Fader instellen .............................................................. 128
Het MIDI-kanaal voor de expressiepedaal instellen......................................................................... 129
De huidige faderposities bevestigen.................................................................................................... 129
Andere handige functies................................................................... 130
De positie van het input-geluid wijzigen............................................................................................ 130
Weergave herhalen (Repeat)................................................................................................................. 130
Een instrument stemmen (Tuner) ........................................................................................................ 131
Het stemapparaat activeren....................................................................................................... 131
Verklaring van de symbolen die tijdens het stemmen verschijnen ..................................... 131
Stemmen....................................................................................................................................... 131
De referentietoonhoogte instellen............................................................................................. 132
Moeilijke passages leren spelen (Phrase Trainer).............................................................................. 132
Een fragment vertragen (Time Stretch-functie)...................................................................... 132
Het centrale geluid verwijderen (Center Cancel-functie) .....................................................133
Een master tape maken die digitaal kopiëren verhindert ................................................................ 133
Bepalen welk signaal de level meter aangeeft (Pre-/Post-Fader) ................................................... 134
De fabrieksinstellingen oproepen (Initialize)..................................................................................... 134
De uitlooptijd voor de CD-R/RW drive instellen (Hold Time)....................................................... 136
De hard disk initialiseren (Disk Initialize)..........................................................................................136
Informatie over de hard disk (Hard Disk Information).................................................................... 137
Condensatormicrofoons gebruiken (Phantom Power) ..................................................................... 138
De output van een extern MIDI-toestel mixen met de output van de BR-1180/1180CD
(Audio Sub Mix) .....................................................................................................................................139
Het Display Contrast regelen ...............................................................................................................140
Een externe MIDI-klankmodule gebruiken om SMF’s af te spelen (SMF Player) ........................ 140
Parameters van de Mixereffecten..................................................... 142
EQ (Equalizer).........................................................................................................................................142
Loop-effect...............................................................................................................................................142
CHORUS/DELAY/DOUBL’N (Chorus/Delay/Doubling) ................................................ 142
REVERB ........................................................................................................................................ 143
Algoritmes van de Insert-effecten.................................................... 144
BANK: GUITAR ..................................................................................................................................... 144
1. COSM GUITAR AMP............................................................................................................. 144
2. ACOUSTIC SIM ...................................................................................................................... 144
3. BASS SIM.................................................................................................................................. 144
4. COSM COMP GUITAR AMP................................................................................................ 145
10
Inhoud
5. ACOUSTIC GUITAR.............................................................................................................. 145
6. BASS MULTI............................................................................................................................ 145
7. COSM BASS AMP................................................................................................................... 145
8. COSM COMP BASS AMP...................................................................................................... 146
BANK: MIC ............................................................................................................................................. 146
9. VOCAL MULTI ....................................................................................................................... 146
10. VOICE TRANSFORMER .....................................................................................................146
11. COSM VOCAL COMP ......................................................................................................... 147
12. MIC MODELING.................................................................................................................. 147
BANK: LINE............................................................................................................................................ 147
13. STEREO MULTI .................................................................................................................... 147
14. LO-FI BOX..............................................................................................................................147
BANK: SIMUL ........................................................................................................................................148
15. VO+GT.AMP .........................................................................................................................148
16. VO+AC.SIM........................................................................................................................... 148
17. VO+ACOUSTIC .................................................................................................................... 148
Parameters van de Insert-effecten ................................................... 149
Acoustic Guitar Simulator..................................................................................................................... 149
Acoustic Processor.................................................................................................................................. 149
Bass Simulator......................................................................................................................................... 149
Bass Cut Filter ......................................................................................................................................... 150
Chorus......................................................................................................................................................150
Compressor .............................................................................................................................................150
COSM Comp/Limiter (COSM Compressor/Limiter)...................................................................... 150
De-esser....................................................................................................................................................151
Defretter................................................................................................................................................... 151
Delay......................................................................................................................................................... 152
Distance.................................................................................................................................................... 152
Doubling .................................................................................................................................................. 152
Enhancer ..................................................................................................................................................152
Equalizer .................................................................................................................................................. 153
Flanger...................................................................................................................................................... 153
Foot Volume............................................................................................................................................ 153
Limiter......................................................................................................................................................154
Lo-Fi Box..................................................................................................................................................154
Mic Converter .........................................................................................................................................155
Noise Suppressor.................................................................................................................................... 156
Octave....................................................................................................................................................... 156
Phaser....................................................................................................................................................... 156
Pitch Shifter .............................................................................................................................................156
Preamp ..................................................................................................................................................... 157
Ring Modulator....................................................................................................................................... 158
Slow Attack ............................................................................................................................................. 158
Speaker Simulator ..................................................................................................................................158
Tremolo/Pan...........................................................................................................................................159
Voice Transformer..................................................................................................................................159
Wah........................................................................................................................................................... 159
Speaker Modeling-parameters.......................................................... 161
SP Modeling (Speaker Modeling) ........................................................................................................ 161
Bass Cut Filter ......................................................................................................................................... 161
11
Inhoud
Low Freq Trimmer (Low Frequency Trimmer) .................................................................................162
High Freq Trimmer (High Frequency Trimmer) ............................................................................... 162
Limiter......................................................................................................................................................162
De Mastering Tool Kit-parameters ................................................... 163
Equalizer .................................................................................................................................................. 163
Bass Cut Filter ......................................................................................................................................... 164
Enhancer ..................................................................................................................................................164
Input ......................................................................................................................................................... 164
Expander.................................................................................................................................................. 164
Compressor .............................................................................................................................................165
Mixer ........................................................................................................................................................ 166
Limiter......................................................................................................................................................166
Output...................................................................................................................................................... 166
Ritme-arrangementen en -patronen................................................. 167
Preset Ritme-arrangementen ................................................................................................................167
Preset Ritmepatroon............................................................................................................................... 168
Problemen oplossen.......................................................................... 169
Foutmeldingen ................................................................................... 172
Parameterlijst ..................................................................................... 175
Specificaties....................................................................................... 179
Installatie van de CDI-BR-1 ............................................................... 180
Index.................................................................................................... 182
Track Sheet......................................................................................... 187
12
Inleiding tot de BR-1180/BR-1180CD
Voornaamste eigenschappen
Eenvoudige bediening
De BR-1180/1180CD is even makkelijk te bedienen als een cassetterecorder, zelfs voor beginners.
Bovendien geeft het grote LCD-scherm u allerlei informatie en een visuele bevestiging van uw handelingen. Of u nu gewoon een demo opneemt, of uw eerste album gaat masteren, met de gebruiksvriendelijke BR-1180/1180CD kunt u al aan de slag zodra u hem hebt uitgepakt.
Digital audio workstation
Alle processen zijn volledig digitaal
Naast een digitale mixer en een digitale hard disk recorder, bevat de BR-1180/1180CD ook twee interne digitale effect­systemen.
Als u een DAT, een MiniDisk recorder of een andere digitale recorder aansluit op de DIGITAL OUT jacks, kunt u alle stappen van een professionele muziekopname, inclusief editen, sporen samenvoegen, effecten toepassen en afmixen, volledig binnen het digitale domein uitvoeren, dus de kwaliteit van het signaal blijft optimaal.
Twee veelzijdige digitale effect­processors
De BR-1180/1180CD bevat twee types van effect unit. Het ene type dient voor de opnames (insert-effect) en het andere dient voor onafhankelijke send/return-effecten (loop-effect). Deze twee types kunnen gelijktijdig gebruikt worden. Dit betekent dat u met enkel en alleen de BR-1180/1180CD een complexe en verfijnde song kunt opnemen, zonder externe effectapparatuur.
De BR-1180/1180CD beschikt over vele ingebouwde simulaties en effecten, waaronder amp simulation met COSM voor een brede waaier aan insert-effecten. Er zijn ook diverse andere effecten, van de traditionele gitaareffecten tot multi-effecten voor zang en keyboard, en mic simulators.
Bij de loop-effecten vinden we ruimtelijke effecten zoals chorus, delay en reverb, die onmisbaar zijn voor een degelijke stereo eindmix.
Door de insert-effecten en de loop-effecten tegelijkertijd te gebruiken, kunt u zowel geluids- als ruimtelijke effecten op uw muziek toepassen.
Voor een meer gedetailleerde toelichting van de insert­en loop-effecten, zie Wat is een insert-effect? (p. 34) en Wat is een loop-effect? (p. 40).
Niet-gecomprimeerde opname en weergave
De BR-1180/1180CD werkt met lineaire 16-bit niet­gecomprimeerde opname en weergave, zodat uw opnames steeds loepzuiver zijn en niets aan kwaliteit verliezen.
Als u spaarzaam wil zijn met uw opnametijd, maar toch de geluidskwaliteit wil behouden, kunt u uiteraard ook opnemen en weergeven met de conventionele compressie­technieken.
Voorzien van V-Tracks
De BR-1180/1180CD beschikt over tien opnamesporen, die u alle tien tegelijkertijd en onafhankelijk kunt weergeven. Of u kunt ook twee sporen tegelijkertijd in stereo opnemen, terwijl u maximaal acht sporen weergeeft. Bovendien bestaat elk spoor nog eens uit acht virtuele sporen, de “V-Tracks”, voor een totale opnamecapaciteit van 10 x 8 = 80 sporen!
Dankzij deze veelzijdigheid kunt u bv. meerdere takes van een gitaarsolo opnemen en nadien beslissen welke u in uw uiteindelijke song wil gebruiken.
Edit-functies
Met de BR-1180/1180CD kunt u edit-handelingen zoals kopiëren, verplaatsen en wissen uitvoeren, hetgeen met multitrack bandrecorders volkomen uitgesloten was. U kunt bv. een drumpatroon van vier maten een willekeurig aantal keer laten herhalen, of in het begin en op het einde van een song hetzelfde refrein invoegen.
Non-destructive editing
Aangezien u op een hard disk opneemt, kunt u niet­destructief editen. Dit betekent dat u na uw opnames en bewerkingen steeds kunt terugkeren naar de vorige toestand van uw data (undo- en redo-functies).
Opnamen of edit-handelingen annuleren (p. 75)
Mixerinstellingen opslaan
Per song kunt u acht verschillende sets met mixer- en effect­instellingen (scenes) registreren. Zo kunt u makkelijk en snel uw instellingen oproepen, wanneer u bij het afmixen de balans wil bijregelen of wanneer u effecten vergelijkt.
De mixerinstellingen opslaan/oproepen (p. 63)
13
Inleiding tot de BR-1180/BR-1180CD
Snel locaties opzoeken
U kunt markers plaatsen op 100 locaties (punten) naar keuze in a song (Marker-functie). Als u markers plaatst op locaties zoals het einde van de intro of het begin van een solo, kunt u onmiddellijk overspringen naar die gemarkeerde punten.
Markers plaatsen in uw song — Marker-functie (p. 61)
U kunt de markers ook een naam geven, wat erg handig is bij het editen.
PCM Rhythm Guide-functie
De BR-1180/1180CD beschikt tevens over een PCM Rhythm Guide-functie (p. 81) die goed van pas komt als u phrases en ideeën voor songs wil opnemen. Kies gewoon een geschikt ritmepatroon en stel het tempo in.
Bovendien kunt u ritmepatronen van één maat met elkaar combineren en via de Rhythm Guide converteren tot een song.
Ritme-arrangementen aanmaken (p. 83)
Als u met de Rhythm Guide-functie opneemt, wordt het maat-per-maat editen heel eenvoudig.
voorziet van de optionele CDI-BR-1 CD-R/RW drive (Prijs variabel).
Loop Phrase-functie
Via CD-R/RW kunt u in de handel verkrijgbare phrase data importeren en opslaan op de hard disk van de BR-1180CD. Nadien kunt u het tempo van deze phrase loops vrij instellen en ze synchroon met de audiosporen weergeven. U legt de performances en break beats in lagen over elkaar, met als resultaat een eigen gestileerde song.
Uitgerust met chromatische tuner (bereik van C1 tot B6)
Uw BR-1180/1180CD beschikt ook over een chromatisch stemapparaat. U kunt dus uw gitaar of basgitaar stemmen terwijl ze ingeplugd is op de BR-1180/1180CD (p. 126).
Phrase Trainer-functie
Een song die u van de CD-speler of van een MD-speler hebt opgenomen, kunt u weergeven aan een vertraagd tempo zonder dat de toonhoogte verandert. U kunt ook het geluid dat centraal in het stereobeeld staat, verwijderen (bv. zang of gitaarsolo’s) (p. 127).
Alle vereiste connectors (jacks)
Mastering Tool Kit
De BR-1180/1180CD bevat een Mastering Tool Kit, waarmee u de eindmix van uw song kunt voorbereiden. Dit houdt o.m. in: afregeling van de volumebalans, de audio door een compressor sturen en instellingen maken voor het branden van muziek-CD’s.
CD’s branden met enkel de BR-1180CD
De BR-1180CD heeft een ingebouwde CD-R/RW. Daarmee kunt u uw opgenomen songs rechtstreeks op CD-R/RW discs branden. U maakt in een handomdraai uw eigen CD’s.
U kun ook backups van uw muziekdata op CD-R/RW bewaren.
* Voor de weergave op gewone CD-spelers raden we aan om te
controleren of uw CD-speler CD-R/RW-compatibel is. De meeste CD-spelers kunnen CD-R discs lezen en sommige recente modellen ook CD-RW discs. Op de BR-1180CD zelf kunt u wel CD-R discs en CD-RW discs afspelen.
*U kunt muziek-CD’s maken met de BR-1180 indien u hem
Uw BR-1180/1180CD is uitgrust met de hieronder vermelde input jacks.
GUITAR/BASS:
Op deze input jack met hoge impedantie kunt u rechtstreeks een gitaar of basgitaar inpluggen (1/4” phone plugs).
MIC 1, MIC 2:
Dit zijn de microfooningangen (phone plug of XLR). Deze aanvaarden zowel gebalanceerde als niet-gebalanceerde signalen. De XLR-connectors kunnen voorzien worden van fantoomvoeding.
Condensatormicrofoons gebruiken (p. 137)
LINE:
Deze jacks aanvaarden stereo input van keyboards, CD­spelers en andere line level-toestellen (RCA phono jacks).
Voor de output zijn er naast de LINE OUT jacks (stereo RCA phono jacks) ook optische DIGITAL OUT-connectors voorzien voor hoogkwalitatieve digitale opname naar digitale audio-apparatuur (bv. DAT- en MD-recorders).
14
De schijfruimte
De BR-1180/1180CD is uitgerust met een 20 GB interne hard disk.
Op deze disk kunt u in LV2 mode ongeveer 200 uren of meer opnemen (mono tracks).
Wat zijn V-Tracks?
Elk spoor bestaat uit acht virtuele sporen en u kunt gelijk welk van deze sporen kiezen voor opname of weergave. Dit betekent dat u tot maximaal 80 sporen kunt opnemen en en tien ervan tegelijkertijd kunt weergeven. Deze virtuele sporen die samen de eigenlijke sporen vormen, noemen we “V-Tracks.”
fig.00-01
V-Track1 V-Track2 V-Track3 V-Track4 V-Track5 V-Track6 V-Track7 V-Track8
Inleiding tot de BR-1180/BR-1180CD
Achteraan in deze handleiding vindt u een “Track Sheet”, dat u mag kopiëren en waarop u kunt invullen wat u op uw V-Tracks opneemt.
Wat is COSM (Composite Object Sound Modeling)?
Dit is een technologie die een bestaande structuur of materiaal virtueel reconstrueert door alle eigenschappen ervan te “modelleren”. COSM is een eigen technologie van Roland, die nieuwe klanken creëert door diverse modelleringstechnologieën te combineren.
15
Beschrijving van de panelen
Voorpaneel
fig.00-21
3
1
2
38 39
4
19
5
9
6
7 8
20 21 22
10
11
12 15
13
14
16 17 18 28 29
1. POWER-schakelaar
Dit is de stroomschakelaar. Hiermee schakelt u de BR-1180/ 1180CD in/uit.
2. SENS-knop
3130
32
2625
33
3435
37
23 27 36
24
GUITAR/BASS, MIC 2:
Hiermee selecteert u de GUITAR/BASS jack (voor gitaar of bas) of de MIC 2 jack (voor microfoon).
MIC 1:
Hiermee selecteert u de MIC 1 jack (voor microfoon).
Met deze knop regelt u de gevoeligheid van de input jacks (bv. GUITAR/BASS, MIC 1 en MIC 2).
3. PEAK-indicator
Deze indicator geeft aan in hoeverre het signaal (input-bron) dat in de input jacks (GUITAR/BASS, MIC 1 en MIC 2) binnenkomt, vervormd is.
Deze indicator licht op bij een signaalniveau van 6 dB lager dan de vervormingsgrens van het geluid. Regel de ingangs­gevoeligheid met de SENS-knop zodat deze indicator slechts nu en dan oplicht, op de momenten dat u het luidste speelt op uw gitaar (of ander instrument).
4. INPUT SELECT-toetsen
Met deze toetsen kiest u welke input-bron (input jack) u wil opnemen. De indicator van de gekozen toets licht op. U kunt het input-signaal “muten” (uitschakelen) door op een opgelichte toets te drukken.
LINE:
Hiermee selecteert u de LINE jack (stereo) voor de line inputs, zoals keyboards of CD-spelers.
SIMUL:
Als u de GUITAR/BASS, MIC 2-toets en de MIC 1-toets tegelijkertijd indrukt, kunt u beide inputs tegelijkertijd gebruiken. De input-bronnen zijn dan GUITAR/BASS en MIC 1 als er een instrument is aangesloten op de GUITAR/BASS jack, of MIC 1 en MIC 2 als er een microfoon is aangesloten op de MIC 2-connector.
* Als er een instrument en een microfoon zijn ingeplugd op
respectievelijk de GUITAR/BASS jack en de MIC 2 jack, dan wordt automatisch de GUITAR/BASS jack geselecteerd.
* Als u de INPUT SELECT-instelling wijzigt, dan verandert de
insert effect bank automatisch (p. 51).
AF method wordt geactiveerd wanneer enkel de GUITAR/BASS, MIC 2-toets of de MIC 1-toets geselecteerd wordt.
16
10
. MARKER
Beschrijving van de panelen
Wat is AF method (Adaptive Focus method)?
Dit is een door Roland ontwikkelde methode die de signaal/ruis-verhouding (S/N) van de A/D- en D/A­omzetters sterk verbetert.
5. EFFECTS-toets
Hiermee roept u de schermen op waarin u de patches voor de insert-effecten (p. 51) en voor het editen van instellingen.
6. INPUT LEVEL-knop
Hiermee regelt u het volume van de input-bron.
* Als u tijdens de opname het volume van de input-bron
verlaagt met de INPUT LEVEL-knop, dan wordt het geluid met een lager volume opgenomen op het audiospoor, zodat er meer ruis te horen is wanneer u het audiospoor weergeeft aan een hoger volume. Als u tijdens de opname het luistervolume van de input-bron wil verlagen, gebruik dan de MASTER fader of de PHONES VOLUME-knop.
7. TUNER ON/OFF-toets
Hiermee schakelt u het stemapparaat in/uit (p. 130).
8. REC MODE (recording mode)-toets
Hiermee kiest u de opnamemethode (recording mode) van de recorder. Er zijn drie opnamemethodes.
INPUT:
Het geluid van de microfoon of het instrument aangesloten op de input jacks wordt opgenomen. Deze recording mode wordt meestal gebruikt.
BOUNCE:
Deze mode dient om de opnamen van meerdere sporen samen te voegen op twee sporen (of op één spoor).
MASTERING:
In deze mode kunt u de Mastering Tool Kit gebruiken voor mastering op de sporen 9/10.
Deze kan niet gebruikt worden op andere sporen.
Met deze toetsen maakt u instellingen i.v.m. de Marker-functie.
MARK-toets
Hiermee plaatst u een marker op de gewenste positie in een song. Als u op deze toets drukt, wordt er een marker geplaatst op de huidige tijdspositie.
Markers worden oplopend genummerd vanaf het begin van de song. U kunt elke marker ook een naam geven. Het marker-veld van de display geeft de marker van de huidige tijdspositie aan indien daar een marker staat, oof de vorige marker indien er op de huidige tijdspositie geen marker staat. Als u markers plaatst in een song, herkent u makkelijker welk deel van de song er wordt weergegeven, enz.
Markers plaatsen in uw song — Marker-functie (p. 61)
SEARCH -toets:
Met deze toets springt u over naar de positie van de vorige marker.
SEARCH -toets:
Met deze toets springt u over naar de positie van de volgende marker.
CLEAR-toets:
Hiermee wist u een marker. Als u hierop drukt, wordt de marker die momenteel in het marker-veld van de display staat, gewist.
11
. AUTO PUNCH IN/OUT
Met deze toetsen maakt u instellingen voor de auto punch in/out-functie.
ON/OFF-toets:
Hiermee schakelt u de auto punch-in/out-functie in/uit. Als de functie aan staat, licht de indicator op.
IN-toets:
Hiermee bepaalt u de punch-in positie. Druk op deze toets om de huidige tijdspositie op het spoor in te stellen als punch-in positie. Wanneer dit ingesteld is, licht de toetsindicator op. U kunt steeds naar de ingestelde punch-in positie springen door op deze toets te drukken.
9.
REC MODE (recording mode)-indicators
Deze indicators geven de huidige opnamemethode aan. Als u met de REC MODE-toets van opnamemethode verandert, licht de INPUT-, BOUNCE-, of MASTERING-indicator op naargelang uw keuze.
OUT-toets:
Hiermee bepaalt u de punch-out positie. Druk op deze toets om de huidige tijdspositie op het spoor in te stellen als punch-out positie. Wanneer dit ingesteld is, licht de toetsindicator op. U kunt steeds naar de ingestelde
17
Beschrijving van de panelen
punch-out positie springen door op deze toets te drukken.
DELETE-toets:
Hiermee wist u de punch-in/out posities die opgeslagen waren onder de IN- en OUT-toetsen. Als u deze toets ingedrukt houdt en op [IN] of [OUT] drukt, dan wist u enkel de positie die onder de respectieve toets is opgeslagen. De indicator van die toets dooft uit.
12
. ZERO-toets
Hiermee springt u naar het begin van het spoor.
13
. REW-toets
De song spoelt terug wanneer u deze toets ingedrukt houdt.
14
. FF-toets
De song spoelt verder wanneer u deze toets ingedrukt houdt.
15
. REPEAT-toets
U kunt een region afbakenen die u wil horen en die herhaaldelijk weergeven (p. 129).
Deze functie is handig wanneer u de opname tussen de punch-in en -out posities (p. 44) herhaaldelijk wil beluisteren of wanneer u de phrase trainer (p. 131) gebruikt om bv. een frase van een CD na te spelen.
16
. STOP-toets
Hiermee stopt u de opname of weergave van de song.
17
. PLAY-toets
Hiermee start u de weergave van songs. Als u op [REC] drukt zodat de REC-indicator knippert, dan start de opname zodra u op [PLAY] drukt. Tijdens de opname of weergave licht de indicator van deze toets groen op.
20
. EQ (equalizer)-toets
Hiermee roept u een scherm op met equalizer-instellingen voor de toonregeling van de sporen (p. 40).
Parameters van de Mixereffecten (p. 141)
21
. CHORUS/DELAY-toets
Hiermee roept u een scherm op met instellingen voor het volumeniveau dat van ieder spoor naar de chorus/delay van de loop-effecten wordt gestuurd (het send level), alsook een scherm met instellingen voor de chorus/delay switching en andere parameters (p. 56).
Parameters van de Mixereffecten (p. 141)
22
. REVERB-toets
Hiermee roept u het instellingsscherm op voor het volume­niveau dat van ieder spoor naar de reverb van de loop­effecten wordt gestuurd (het send level), alsook het scherm met de reverb-parameters (p. 57).
Parameters van de Mixereffecten (p. 141)
23
.
AUDIO TRACK MIXER fader 1–8, 9/10
Hiermee regelt u het volume van ieder spoor tijdens de weergave.
De sporen 9 en 10 zijn gelinkt als stereopaar, dus door één van de faders te verschuiven, regelt u het volumeniveau voor beide sporen tegelijkertijd.
* Hierna noemen we de AUDIO TRACK MIXER faders
kortweg “TRACK faders.”
24
. REC TRACK (Recording Track) -toets
1–8, 9/10
18
. REC (Recording)-toets
Dit is de Record-toets. Naast de opnamefunctie dient deze ook nog voor manual punch-in/out. In recording standby knippert de indicator van deze toets rood en tijdens de opname brandt hij rood.
19
. PAN-toets
Hiermee roept u een scherm op waarin u de Pan (links/ rechts-positie van het geluid) kunt instellen voor de weergave van elk spoor of voor het input-signaal (p. 40, 129).
18
Hiermee kiest u welk spoor u wil opnemen.
De sporen 9 en 10 zijn gelinkt als stereopaar, dus door op één van de toetsen te drukken, selecteert u beide sporen.
De toets van het geselecteerde spoor knippert eerst rood en blijft vervolgens rood branden wanneer de opname begint. Wanneer de opname klaar is, knippert de toets van het geselecteerde spoor afwisselend oranje en groen. Het verband tussen de indicator en de toestand van het spoor wordt hieronder uitgelegd.
Uitgedoofd:
Het spoor bevat geen opgenomen data.
Beschrijving van de panelen
Groen:
Het spoor bevat opgenomen data.
Groen knipperend:
Het spoor bevat opgenomen data, maar is uitgeschakeld (“muted”)
Rood knipperend:
Het spoor is geselecteerd als opnamebestemming en staat in Recording Standby.
Rood:
Het spoor wordt opgenomen.
Afwisselend oranje en groen knipperend:
Het spoor bevat opgenomen data en is geselecteerd voor opname.
Oranje knipperend:
Het spoor bevat opgenomen data, maar is uitgeschakeld en is eveneens geselecteerd voor opname
25
. PHRASE TRAINER
Met deze toets maakt u instellingen voor de Phrase Trainer­functie.
CENTER CANCEL-toets:
Wanneer u de Phrase Trainer gebruikt, kunt u met deze toets de Center Cancel-functie in-/uitschakelen, zodat u de zang of een andere partij die centraal in het stereobeeld staat, kunt elimineren. Wanneer deze functie actief is, brandt de toetsindicator.
27
. STEREO RHYTHM/LOOP
(Rhythm Guide/Loop Phrase Sequence)
Hier maakt u instellingen voor de Rhythm Guide- en Loop Phrase Sequence-functies (p. 81, p. 92).
AUTO/ON/OFF-toets:
Hiermee zet u de Rhythm Guide-functie op Auto/On/ Off en schakelt u de Loop Phrase Sequence in/uit.
EDIT-toets:
Hiermee roept u het scherm op met de instellingen voor de Rhythm Guide en de Loop Phrase Sequence-patronen en -tempo’s.
Fader 11
Hiermee regelt u het volumeniveau van de Rhythm Guide en de Loop Phrase Sequence.
TAP-toets
U kunt het tempo voor de Rhythm Guide en/of de Loop Phrase Sequence instellen door op deze toets te tikken.
28
. V-TRACK-toets
Hiermee roept u het scherm op waarin u de gewenste V-Track kunt selecteren.
Wat zijn V-Tracks? (p. 15) De V-Tracks gebruiken (p. 48)
29
. TRACK MUTE-toets
Het centrale geluid verwijderen (Center Cancel­functie) (p. 132)
TIME STRETCH-toets:
Wanneer u de Phrase Trainer gebruikt, kunt u met deze toets de Time Stretch-functie in-/uitschakelen, zodat u de weergave kunt vertragen. Wanneer deze functie actief is, brandt de toetsindicator.
Een fragment vertragen (Time Stretch-functie) (p.
131)
26
. MASTERING TOOL KIT-toets
Deze wordt gebruikt in MASTERING mode en dient om de Mastering Tool Kit in en uit te schakelen en om het scherm met de Mastering Tool Kit-instellingen op te roepen.
Als u deze toets ingedrukt houdt en op een REC TRACK­toets drukt waarvan de indicator groen is, dan schakelt u de weergave van dat spoor uit, ongeacht de positie van zijn TRACK fader. Als u dezelfde handeling herhaalt, wordt de uitschakeling opgeheven. De REC TRACK-toets van een uitgeschakeld spoor knippert groen. (p. 38)
* Als een opnamespoor uitgeschakeld is, dan wordt de
uitschakeling opgeheven wanneer de opname eindigt.
30
. UTILITY-toets
Deze toets geeft u toegang tot diverse functies, waaronder track editing, song-beheer en disk-handelingen.
31
. UNDO/REDO-toets
Hiermee maakt u de laatst uitgevoerde opname- of edit­hqndeling ongedaan en keren de data terug naar hun vorige toestand. Door opnieuw op deze toets te drukken, kunt u de geannuleerde opname terughalen of de geannuleerde edit-
19
Beschrijving van de panelen
handeling opnieuw uitvoeren. (p. 75)
32
. TIME/VALUE Dial
Normaal gezien dient deze dial om de huidige tijdspositie in een song te verschuiven (bv. vooruit of achteruit). Maar hij wordt ook gebruikt om de parameterwaarden van allerlei functies in te stellen.
33
. CURSOR-toetsen
Met deze toetsen verplaatst u de cursor in het scherm.
34
. ENTER/YES-toets
Hiermee bevestigt u een selectie of een ingevoerde waarde.
35
. EXIT/NO-toets
Met deze toets keert u terug naar het vorige scherm of annuleert u de laatste invoer.
36
. MASTER fader
Hiermee regelt u het globale volume van de BR-1180.
39
. HD ACCESS-indicator
Deze licht op wanneer er data naar de hard disk worden weggeschreven.
* Schakel het toestel nooit uit terwijl deze indicator brandt. Doet
u dit wel, dan zou u de hard disk kunnen beschadigen, waardoor ze mogelijk permanent onbruikbaar wordt.
CD-R/RW Drive
fig.00-22
2
1
4 3
Dit is een drive voor CD-R/RW discs (enkel BR-1180CD).
* CDI-BR-1 (apart verkocht) kan geïnstalleerd worden in de
BR-1180.
1. Disc-lader
Plaats hier de CD die u wil invoeren.
37
. CD-R/RW
AUDIO CD WRITE/PLAY-toets
Deze toets dient om muziek-CD’s te branden en om ze af te spelen.
* Enkel op de BR-1180CD. De BR-1180 beschikt niet over deze
functie.
DATA SAVE/LOAD-toets
Hiermee kunt u opgenomen songs bewaren en opgeslagen data inladen in de BR-1180.
* Enkel op de BR-1180CD. De BR-1180 beschikt niet over deze
functie.
LOOP PHRASE IMPORT-toets
Hiermee kunt u break beats en andere loop phrases importeren.
38
. MIDI-indicator
Deze licht op wanneer er MIDI-boodschappen ontvangen worden via de MIDI IN-connector.
2. Access-indicator
Deze indicator licht op wanneer de ingevoerde CD-R/RW disc gelezen wordt of wanneer er data op de CD-R/RW disc worden geschreven.
3. Eject-toets
Druk op deze toets om de CD-R/RW disc uit te werpen. U kunt de CD-R/RW disc enkel uitwerpen wanneer het toestel aan staat.
Als u nog een disc wil verwijderen nadat het toestel is uitgeschakeld, zet dan het toestel opnieuw aan en druk op de Eject-toets. Door de lader open te forceren, kunt u de disk drive beschadigen.
4. Emergency Eject-gaatje
Via dit gaatje kunt u in geval van nood de disc-lader openen. (p. 24)
20
Beschrijving van de panelen
Display
fig.00-23
1 2 3 4
5 6 7
Hier verschijnt het Menu-scherm, de schermen met parameterinstellingen of andere informatie, afhankelijk van welk soort van instellingen u maakt.
Als het scherm moeilijk leesbaar is, zie Het Display Contrast regelen (p. 139).
1. MARKER
Hier verschijnt het marker-nummer van de huidige tijdspositie. Als er geen marker op de huidige tijdspositie staat, dan verschijnt het nummer van de vorige marker.
Hier verschijnt “- - -” wanneer de huidige tijdspositie vóór de eerste marker (nummer “001”) komt, of wanneer er geen markers geplaatst zijn.
2. MEASURE
Hier verschijnt het maatnummer en de tel van de huidige tijdspositie in de song. Het linkergetal is het maatnummer en het rechtergetal is de tel.
3. TIME
4. FRAME
Hier verschijnt het frame-nummer van de huidige tijdspositie in de song.
Volgens de fabrieksinstellingen is één seconde gelijk aan 30 frames (non-drop). Dit is één type van een specificatie die we MTC (MIDI Time Code) noemen en wanneer u de BR-1180/ 1180 CD gebruikt om gesynchroniseerd met een ander MIDI­toestel te spelen, dient u te zorgen dat op beide toestellen hetzelfde MTC-type is ingesteld.
Synchroniseren met MIDI-apparatuur (p. 121)
5. INFORMATION
Hier verschijnt informatie over de song (marker-namen, type van opgenomen data, resterende opnametijd) in PLAY mode.
6. MIXER/TRACK
In Play mode verschijnen de volumeniveaus van de input­signalen en van de sporen.
Volgens de fabrieksinstellingen van de BR-1180/1180CD zullen dit de volumeniveaus zijn van de signalen die door de TRACK faders gepasseerd zijn (post-fader).
Als u het volumeniveau wil zien van het signaal voordat het door de fader is gepasseerd (pre-fader), zie Bepalen welk signaal de level meter aangeeft (Pre-/Post-Fader) (p. 133).
7. MASTER
In Play mode verschijnt hier een grafische indicatie van het volumeniveau van het signaal dat door de MASTER fader is gepasseerd.
Hier verschijnt de tijdwaarde van de huidige tijdspositie in de song, in de vorm “** uren ** minuten ** seconden.”
21
Beschrijving van de panelen
Achterpaneel
fig.00-24
13
14
10111216
1. GUITAR/BASS Jack
Input jack met hoge impedantie waarop u een gitaar of basgitaar rechtstreeks kan inpluggen.
2. MIC 2 jack (TRS Phone) MIC 2-connector (XLR-type)
Input jack/-connector voor microfoons. Er zijn twee types voorzien, TRS gebalanceerde input (p. 27) en XLR gebalanceerde input.
De XLR-connectors kunnen voorzien worden van een fantoomvoeding van +48 V.
Condensatormicrofoons gebruiken (p. 137)
* Als er zowel op de TRS phone jack als op de XLR-connector
een microfoon is aangesloten, dan wordt automatisch de TRS phone jack geselecteerd.
* Als er een instrument is ingeplugd op de GUITAR/BASS jack
en een microfoon op de MIC 2 jack (of -connector),dan wordt automatisch de GUITAR/BASS jack geselecteerd.
3.
MIC 1 (VOCAL) Jack (TRS Phone) MIC 1 (VOCAL) Connector (XLR-type)
Op deze jacks kunt u een microfoon inpluggen. Er zijn twee types, nl. TRS gebalanceerde input (p. 27) en XLR gebalanceerde input.
De XLR-connectors kunnen voorzien worden van een fantoomvoeding van +48 V.
7
1
89
2345
6
15
5. LINE OUT Jacks
Dit zijn output jacks voor het analoge audiosignaal. Hier kunt u een MD-, band- of andere recorder aansluiten om het analoge signaal van de BR-1180/1180CD op te nemen.
* Afhankelijk van de instellingen,kunt u een mix uitsturen van
het signaal dat binnenkomt via LINE IN en het LINE OUT­signaal (Audio Sub Mix: p. 138).
6. PHONES VOLUME-knop
Hiermee regelt u het volume van de hoofdtelefoon.
7. PHONES Jack
Hier kunt u een hoofdtelefoon (apart aan te schaffen) aansluiten.
8. EXP PEDAL Jack
Als u zich een expressiepedaal (Roland EV-5) aanschaft, kunt u die op deze input jack aansluiten. Met een expressiepedaal kunt u o.m. het wah-effect van de ingebouwde effect­processor aansturen.
9. FOOT SW (Foot Switch) Jack
Op deze input jack kunt u een apart aan te schaffen foot switch (BOSS FS-5U, Roland DP-2) aansluiten. Met een foot switch kunt u een song starten/stoppen , of punch-in/out recording doen.
Condensatormicrofoons gebruiken (p. 137)
4. LINE IN Jacks
Dit zijn input jacks voor analoge audiosignalen. Deze jacks dienen om CD-spelers en andere audiotoestellen, of keyboards, drumcomputers en andere externe signaal­bronnen op aan te sluiten.
22
De foot switch gebruiken (p. 45)
10
. DIGITAL OUT-connector
Deze optische connector stuurt digitale audiosignalen uit. Het signaal van DIGITAL OUT is hetzelfde als dat van LINE OUT, dus u kunt de output van de BR-1180/1180CD digitaal opnemen op een DAT-, MD- of andere digitale recorder.
11
. MIDI IN-connector
Via deze connector komen de MIDI-boodschappen binnen. Verbind deze met de MIDI OUT-connector van een extern MIDI-toestel (bv. drumcomputer of sequencer).
Beschrijving van de panelen
15
. Aardingspunt ( )
http://www.kensington.com/
12
. MIDI OUT-connector
Via deze connector worden de MIDI-data verzonden. Verbind deze met de MIDI IN-connector van een extern MIDI-toestel (bv. drumcomputer of sequencer).
13
. AC ADAPTOR Jack
Sluit hier de bijgeleverde AC-adaptor aan.
Gebruik enkel en alleen de AC adaptor (PSB-3U) die bij de BR-1180/1180CD is bijgeleverd. Andere adaptors zouden het toestel kunnen beschadigen.
14
. Kabelhaak
Leg het stroomkabeltje rond deze haak zodat het niet per ongeluk uit de AC adaptor jack wordt getrokken. Als tijdens het gebruik de stroom onderbroken wordt, zou u belangrijke opgenomen data kunnen verliezen.
In sommige gevallen, afhankelijk van de omgeving waarin het toestel opgesteld is, kan het oppervlak van het paneel soms ruw en korrelig aanvoelen. Dit komt door een minuscule elektrische lading, welke volkomen ongevaarlijk is. Als dit u echter zorgen baart, verbind dan het aardingspunt met een externe aarding. Wanneer het toestel geaard is, kan er een licht gezoem te horen zijn, afhankelijk van uw installatie. Als u niet zeker bent hoe u de aarding moet aansluiten, contacteer dan een Roland Service Center of een erkende Roland-verdeler, zoals vermeld op de “Informatie”-pagina.
Aarding NOOIT aansluiten op:
• Waterleidingen (gevaar voor elektrische schokken of elektrocutie)
• Gasleidingen (brand- en ontploffingsgevaar)
• Telefoonaarding of bliksemafleider (kan gevaarlijk zijn bij bliksem)
23
Gebruik van CD-R/RW Discs
De CD-R/RW Disc Drive
602
o
Installeer het toestel op een stabiel, waterpas oppervlak dat vrij is van trillingen. Als u het toestel onder een bepaalde hoek moet plaatsen, zorg dan dat de maximale hellingsgraad niet overschreden wordt.
603
o Gebruik het toestel niet onmiddellijk nadat het werd
verplaatst naar een ruimte waarvan de vochtigheids­graad sterk verschilt van de vorige locatie. Snelle veranderingen in de omgeving kunnen condensatie binnen in de drive veroorzaken, wat de werking van de drive kan verstoren en/of CD-R/RW discs kan beschadigen. Als het toestel werd verplaatst, laat het dan even (enkele uren) acclimatiseren aan de nieuwe omgeving.
606
o
Verwijder steeds de disc uit de drive alvorens het toestel uit te schakelen.
608
o Om het risico op defecten en/of schade te vermijden,
mag u enkel CD-R/RW discs in de disc drive plaatsen. Nooit een ander type van disc. Zorg dat er geen paper clips, muntstukken of andere voorwerpen binnen in de drive terechtkomen.
o Raak de lens niet aan.
o Indien de lens vuil is, reinig ze dan met een lensblazer
(in de handel verkrijgbaar).
Een CD-R/RW disc laden
1. Druk op de Eject-toets om de disc-lader te openen.
2. Schuif de disc-lader open.
3. Plaats de CD-R/RW disc met het gaatje over de stopper
van de disc-lader.
4. Druk de CD-R/RW disc naar beneden. De CD-R/RW
disc klikt vast op de stopper.
fig.CD set
5. Schuif de disc-lader dicht zodat hij vastklikt.
Een CD-R/RW disc verwijderen
Hou de stopper tegen en trek de buitenrand van de CD-R/ RW disc lichtjes omhoog.
fig.CD eject
CD-R/RW Discs
o Speel NOOIT een CD-R/RW disc (CD-R/RW disc
waarop song data gebackupt zijn) af op een gewone audio CD-speler. Het resulterende geluid zou zo luid kunnen zijn dat het permanente gehoorschade veroorzaakt. Ook uw luidsprekers of andere systeem­componenten zouden schade kunnen oplopen.
o Let op het volgende wanneer u de discs hanteert.
o Raak het opname-oppervlak van de disc niet aan. o Vermijd stoffige omgevingen. o Leg de disc niet in direct zonlicht of in een gesloten
voertuig.
o Bewaar de disc in haar hoes of doosje.
Een CD-R/RW disc inbrengen
Leg de CD-R/RW disc correct in de disc-lader van de CD-R/RW drive. Zoniet kan de disc-lader vastlopen en kan u de CD-R/RW disc niet meer verwijderen.
Als de disc-lader niet opengaat
Als het toestel uitgeschakeld wordt terwijl de disc nog in de drive zit (zoals bij een stroompanne), kan de disc-lader niet geopend worden met de eject-toets. In dat geval moet u de lader handmatig openen met bv. een stukje ijzerdraad.
fig.Hole
Emergency Eject-gaatje
Zorg dat de BR-1180CD uit staat alvorens u de lader probeert te openen via het Emergency Eject-gaatje. Als u hier iets insteekt terwijl het toestel aan staat, zou u de disc kunnen beschadigen of zouden er onvoorziene problemen kunnen optreden.
24
Quick
Start
2525
De Demo Songs beluisteren
(1) Randapparatuur aansluiten
Maak de aansluitingen zoals in onderstaand schema. Zorg dat daarbij alle toestellen uitgeschakeld zijn.
fig.Q01-01
Drumcomputer, enz.
AC-adaptor
(PSB-3U)
MIDI Sequencer
CD-recorder, enz.
Stereo
hoofdtelefoon
Mic
Elektrische gitaar
of
Elektrische bas
Foot Switch
(FS-5U)
Expressiepedaal
(Roland EV-5)
Stereo-installatie, enz.
Om defecten en/of schade aan luidsprekers of andere toestellen te voorkomen, dient u steeds het volume dicht te zetten en alle toestellen uit te schakelen alvorens aansluitingen te maken.
* Er kan ruis ontstaan wanneer u met de pickups van uw gitaar
dichtbij het toestel komt. Als deze ruis een probleem is, blijf dan met uw gitaar op zekere afstand van de BR-1180/1180CD.
CD-speler, enz.
Keyboard, enz.
* Om te voorkomen dat de stroomvoorziening van uw toestel
plots onderbroken zou worden (als de stroomkabel per ongeluk zou worden uitgetrokken) en een onnodige belasting van de AC-adaptor jack te vermijden, hang dan het stroomkabeltje rond het kabelhaaje, zoals in de illustratie.
fig.Q01-02
26
De Demo Songs beluisteren
* Gebruik enkel de opgegeven expressiepedaal (Roland EV-5;
apart verkocht). Als u een andere expressiepedaal gebruikt, riskeert u defecten en/of schade aan het toestel.
* Het regelingsbereik van de expressiepedaal die aangesloten is
op de EXP PEDAL jack, is het breedste wanneer het minimumvolume op “0” staat. Zorg eerst dat het minimum­volume op “0” staat en stel dan het minimumvolume in naar eigen voorkeur. Met de expressiepedaal kunt u de volgende effecten bedienen.
• Foot Volume (p. 148)
• Pitch Shifter (p. 151)
• Wah (p. 154)
Deze kunnen tegelijkertijd worden aangestuurd met de expressiepedaal. Als u met de pedaal slechts één effect wil aansturen, kunt u ofwel de andere effecten uitschakelen of het effect type (P.Shift Type, Wah Type) op een andere waarde dan “PEDAL” instellen.
* Er kan feedback ontstaan, afhankelijk van de positie van de
microfoon(s) t.o.v. de luidsprekers. Dit kunt u verhelpen door:
1. De oriëntatie van de microfoon(s) te veranderen.
2. De microfoon(s) verder van de luidsprekers te plaatsen.
3. Het volume te verlagen.
* De MIC 1 en MIC 2 jacks/connectors zijn compatibel met
gebalanceerde inputs (TRS phone plugs) en gebalanceerde XLR inputs. De XLR-connectors kunnen worden voorzien van een fantoomvoeding van +48 V, wanneer er een codensator­microfoon op aangesloten is. Gedetailleerde instructies over het gebruik van deze functie vindt u in Condensatormicrofoons gebruiken (p. 137).
fig.Q01-03
(2)
De BR-1180/1180CD
aanzetten
Als u alle aansluitingen hebt gemaakt, zet dan uw apparaten aan in de opgegeven volgorde. Als u uw apparatuur in de verkeerde volgorde aanzet, riskeert u defecten en/of schade aan luidsprekers en andere toestellen.
1. Let op het volgende voordat u de BR-1180/1180CD
aanzet:
• Zijn de externe toestellen correct aangesloten?
• Staat het volume van de BR-1180/1180CD en van alle aangesloten apparaten op het minimum.
2. Zet de MASTER fader van de BR-1180/1180CD dicht.
fig.Q01-05
3. Zet het toestel aan dat aangesloten is op de input jack
(GUITAR/BASS, MIC 2, MIC 1, LINE IN).
4. Zet de BR-1180/1180CD aan met de POWER-schakelaar.
fig.Q01-06
Quick Start (De Demo Songs beluisteren)
* Wanneer u de FS-5U foot switch (apart verkocht) gebruikt, zet
dan de polariteitsschakelaar zoals hieronder aangetoond. Als de polariteitsschakelaar niet in de juiste positie staat, zal de foot switch misschien niet correct werken.
fig.Q01-04
Polariteitsschakelaar
* Dit toestel is uitgerust met een beveiligingscircuit. Na het
opstarten duurt het eventjes (enkele seconden) voordat de normale werking van het toestel begint.
5. Zet het toestel aan dat aangesloten is op de output jack
(d.w.z., LINE OUT of DIGITAL OUT).
Let op dat de AC-adaptor niet uitgetrokken wordt tijdens het gebruik. Als de stroom plots onderbroken wordt, kunnen uw opgenomen data beschadigd geraken.
27
De Demo Songs beluisteren
(3)
De demo songs beluisteren
De harde schijf van de BR-1180/1180CD bevat vooraf opgenomen demo songs.
Voer de onderstaande procedure uit om een demo song te beluisteren.
Het gebruik van de song data (demo song) bijgeleverd bij dit product voor andere doeleinden dan het beluisteren in private, huislijke kring, zonder de toestemming van de houder van het auteursrecht, is bij wet verboden. Evenmin mogen deze data gekopieerd worden, noch gebruikt in een secundair auteursrechtelijk beschermd werk zonder de toestemming van de houder van het auteursrecht.
* Van de demo songs worden er geen data uitgestuurd via MIDI
OUT.
Een song selecteren—Song Select
Na het opstarten wordt automatisch Song 1 geselecteerd en worden de nodige data geladen om de song te spelen. Wanneer het laden voltooid is, verschijnt de naam van de song in de display.
Om een andere song te kiezen, volgt u onderstaande procedure.
4. Druk op [ENTER].
fig.Q01-10
Indien u de mixerinstellingen e.d. hebt opgenomen/ bewerkt of gewijzigd.
Er zal een scherm verschijnen waarin gevraagd wordt of u de opgenomen data, het resultaat van uw werk en de huidige toestand van de mixer-sectie wil bewaren.
fig.Q01-70
Als u de huidige instellingen later opnieuw wil kunnen oproepen, druk dan op [YES]. Als u wil terugkeren naar de originele toestand, druk dan op [NO]. Als u op [NO] drukt, dan worden alle opname- en edit-handelingen die u in de huidige song hebt uitgevoerd, de huidige mixer­instellingen en eventuele wijzigingen aan de song patch niet bewaard. Denk goed na over deze keuze.
1. Druk op [UTILITY].
fig.Q01-07
2. Selecteer met CURSOR [ ] [ ] het “SONG”-icoon
en druk op [ENTER].
fig.Q01-08
3. Selecteer met CURSOR [ ] [ ] het “SELECT”-icoon.
fig.Q01-09
Er verschijnt een lijst met songs.
Songs die momenteel in gebruik zijn, krijgen een “*” voor hun naam. Beveiligde songs krijgen het Song
Protect-symbool ( ) rechts van hun naam (p. 78).
5. Selecteer met CURSOR [ ] [ ] de song die u wil
beluisteren.
fig.Q01-11
"Superficial Intelligence"
Muziek door Gary Lenaire en Echo Hollow
Copyright © 2002
"The Longer Way"
Muziek door CJ Jones, Alex Adams en Dave Watkins
Copyright © 2002, Groovalotic Rhythm Records
"Take a Ride"
Muziek door Dave Watkins en Damon Wilson
Copyright © 2002, Groovalotic Rhythm Records
"DROPPED TO B"
Muziek door Gundy Keller
Copyright © 2002, A-TOWN recordings
28
De Demo Songs beluisteren
6. Druk op [ENTER].
fig.Q01-10
De geselecteerde song wordt ingeladen.
Een song weergeven
1. Plaats de TRACK faders 1–8, 9/10 in de posities hieronder
aangegeven en zet de MASTER fader dicht.
fig.Q01-13
2. Druk op [PLAY].
fig.Q01-14
De huidige tijdspositie verplaatsen
Verstreken tijd
De waarde die in de display verschijnt, is de reeds verstreken tijd van de song (MTC (MIDI time code)) en wordt uitgedrukt als: uren-minuten-seconden-frames-sub frames. De specificaties van de tijdcode kunnen verschillen naar­gelang het toestel.
Om de werking te synchroniseren met een ander toestel via MTC, moet u eerst zorgen dat de tijdcodes van beide toestellen overeenstemmen. Volgens de fabrieksinstellingen is 1 seconde gelijk aan 30 frames (non-drop) (p. 123).
Naar het begin van een song gaan
U kunt rechtstreeks overgaan naar de tijdspositie van het eerste opgenomen geluid in een song. Dit gaat als volgt:
1. Houd [STOP] ingedrukt en druk op [REW].
Elke V-Track van het geselecteerde spoor wordt gecontroleerd en u gaat naar de positie van het eerste opgenomen geluid in de song.
Naar het einde van een song gaan
U kunt rechtstreeks overgaan naar de tijdspositie van het laatste opgenomen geluid in een song. Dit gaat als volgt:
Quick Start (De Demo Songs beluisteren)
De song start. Schuif langzaam de MASTER fader omhoog en zet het volume op het gewenste niveau.
Door de TRACK faders te bedienen, kunt u de sporen samen of apart beluisteren of kunt u de gewenste volumebalans instellen. Met de [MUTE]-toets kunt u gelijk welk spoor uitschakelen.
Het geluid van bepaalde sporen uitschakelen—Mute (p. 38)
Met [FF] spoelt u de song verder en met [REW] spoelt u de song terug. Met [ZERO] keert u terug naar het begin van de song.
Naast de hierboven beschreven manieren zijn er nog andere methoden om de huidige tijdspositie in de song te veranderen.
1. Houd [STOP] ingedrukt en druk op [FF].
Elke V-Track van het geselecteerde spoor wordt gecontroleerd en u gaat naar de positie van het laatste opgenomen geluid in de song.
De gewenste tijdspositie invoeren
De huidige tijdspositie verschijnt in het TIME-veld van de display, uitgedrukt in uren/minuten/seconden/frames/sub frames, in die volgorde.
1. Selecteer met CURSOR [ ] [ ] het cijfer in het
TIME-veld dat u wil veranderen.
2. Stel de gewenste waarde in met de TIME/VALUE dial.
De tijdspositie verplaatsen per maat of per tel
Het maatnummer en de tel van de huidige tijdspositie verschijnen onder “MEASURE” in de display.
1. Selecteer de waarde die u wil wijzigen.
Om per maat te verschuiven, selecteert u met [CURSOR] de waarde die links in het MEASURE-veld staat.
Om per tel te verschuiven, selecteert u de waarde die rechts in het MEASURE-veld staat.
29
De Demo Songs beluisteren
2. Wijzig de waarde.
Stel met de TIME/VALUE dial het maatnummer en/of de tel in waar u naartoe wil.
Marker-nummers invoeren en opzoeken
In het MARKER-veld van de display verschijnt het marker­nummer van de huidige tijdspositie. Als er geen marker geregistreerd is, dan verschijnt hier “ - - - ”.
Selecteer met [CURSOR] de waarde in het MARKER-veld en stel met de TIME/VALUE dial het marker-nummer in waar u naartoe wil.
Een andere song-variatie kiezen
In de demo songs zijn er verschillende variaties van de partijen opgenomen op de V-Tracks (p. 15). Door een andere V-Track te kiezen, krijgt u de songs te horen met een andere gitaarsolo, een andere stem, enz.
Hoe u een andere V-Track kiest, leest u in Een andere V- Track kiezen (p. 48).
Een andere Scene kiezen
Elke demo song bevat verschillende vooraf geregistreerde Scenes, zodat u verschillende mixerinstellingen kunt vergelijken.
Hoe u Scenes kiest, leest u in De mixerinstellingen opslaan/oproepen — Scenes (p. 63).
gereproduceerd worden de volgende keer dat u het toestel opstart. Wanneer de Save-procedure voltooid is, wordt de BR-1180/1180CD automatisch uitgeschakeld. (Shutdown)
Opname-/edit-handelingen en wijzigingen
in de instellingen
Wanneer u op de POWER-schakelaar van de BR-1180/ 1180CD drukt, bewaart hij de nodige data op disk en in het interne geheugen, en schakelt daarna automatisch uit. Als u nog opname-/edit-handelingen had uitgevoerd, of als u de mixerparameters nog gewijzigd had, dan verschijnt er een scherm met de vraag of u die data al dan niet wenst te bewaren.
fig.Q01-16
Als u op [YES] drukt, worden de data intern opgeslagen en zal het toestel dezelfde instellingen oproepen de volgende keer dat het wordt opgestart. Als u op [NO] drukt, worden alle opnamen en edits, en alle wijzigingen in de parameters en andere instellingen genegeerd.
* Als Song Protect (p. 28) aan staat voor de huidige song, en u
drukt op [YES], dan verschijnt “Protected Song! Cannot Save!” in de display. Als u dan op [ENTER] drukt, keert u terug naar het basisscherm. Dus als u toch wil opslaan, moet u eerst Song Protect (p. 79) opheffen en dan opnieuw op de POWER-schakelaar drukken.
(4) Het toestel uitschakelen
Schakel de toestellen uit, in de omgekeerde volgorde van het inschakelen (p. 27).
1. Hou de POWER-schakelaar langer dan 2 sec. ingedrukt.
De volgende boodschap verschijnt.
fig.Q01-15
2. Als het OK is om het toestel nu uit te schakelen, druk
dan op [YES].
Wanneer u op [YES] drukt, worden de user patch data (p. 51) intern opgeslagen, zodat de huidige instellingen
30
U moet de POWER-schakelaar gebruiken om de BR­1180/1180CD uit te schakelen. De opgenomen data en de mixerinstellingen worden niet onmiddellijk opgeslagen wanneer u de handeling uitvoert, maar worden bewaard in het interne geheugen wanneer u de song opslaat of het toestel uitschakelt. Als u dus gewoon de AC-adaptor uittrekt i.p.v. de POWER-schakelaar te gebruiken, dan gaan de opgenomen data en de mixerinstellingen verloren.
Controleer of de BR-1180/1180CD daadwerkelijk uit staat (display is donker) voordat u de AC-adaptor uit het stopcontact haalt. Trek de AC-adaptor nooit uit terwijl er data worden opgeslagen, want daardoor zullen de opgenomen data of de edit-handelingen (mixer­instellingen, effect patch data, e.d.) verloren gaan.
Loading...
+ 157 hidden pages