Ontdek nu de voordelen van online registratie! Registreer uw Pioneer product via
www.pioneer.nl
Gebruiksaanwijzing
-
www.pioneer.be
(of www.pioneer-eur.com).
Page 2
BELANGRIJK
CAUTION
RISK OF ELECTRIC SHOCK
DO NOT OPEN
De lichtflash met pijlpuntsymbool in een
gelijkzijdige driehoek is bedoeld om de
aandacht van de gebruikers te trekken op
een niet geïsoleerde “gevaarlijke spanning”
in het toestel, welke voldoende kan zijn om
bij aanraking een elektrische shock te
veroorzaken.
WAARSCHUWING:
OM HET GEVAAR VOOR EEN ELEKTRISCHE
SHOCK TE VOORKOMEN, DEKSEL (OF RUG)
NIET VERWIJDEREN. AAN DE BINNENZIJDE
BEVINDEN ZICH GEEN ELEMENTEN DIE
DOOR DE GEBRUIKER KUNNEN BEDIEND
WORDEN. ENKEL DOOR GEKWALIFICEERD
PERSONEEL TE BEDIENEN.
WAARSCHUWING
Lees zorgvuldig de volgende informatie voordat u de
stekker de eerste maal in het stopcontact steekt.
De bedrijfsspanning van het apparaat verschilt
afhankelijk van het land waar het apparaat wordt
verkocht. Zorg dat de netspanning in het land waar
het apparaat wordt gebruikt overeenkomt met de
bedrijfsspanning (bijv. 230 V of 120 V) aangegeven
op de achterkant van het apparaat.
D3-4-2-1-4_A_Du
WAARSCHUWING
Om brand te voorkomen, mag u geen open vuur
(zoals een brandende kaars) op de apparatuur
zetten.
Dit product voldoet aan de laagspanningsrichtlijn
(73/23/EEG, gewijzigd bij 93/68/EEG), EMCrichtlijnen (89/336/EEG, gewijzigd bij 92/31/EEG en
93/68/EEG).
D3-4-2-1-7a_A_Du
D3-4-2-1-9a_Du
Het uitroepteken in een gelijkzijdige
driehoek is bedoeld om de aandacht van de
gebruiker te trekken op de aanwezigheid van
belangrijke bedienings- en
onderhoudsinstructies in de handleiding bij
dit toestel.
D3-4-2-1-1_Du
BELANGRIJKE INFORMATIE BETREFFENDE
DE VENTILATIE
Let er bij het installeren van het apparaat op dat er
voldoende vrije ruimte rondom het apparaat is om
een goede doorstroming van lucht te waarborgen
(tenminste 60 cm boven, 10 cm achter en 30 cm aan
de zijkanten van het apparaat).
WAARSCHUWING
De gleuven en openingen in de behuizing van het
apparaat zijn aangebracht voor de ventilatie, zodat
een betrouwbare werking van het apparaat wordt
verkregen en oververhitting wordt voorkomen. Om
brand te voorkomen, moet u ervoor zorgen dat
deze openingen nooit geblokkeerd worden of dat
ze afgedekt worden door voorwerpen (kranten,
tafelkleed, gordijn e.d.) of door gebruik van het
apparaat op een dik tapijt of een bed.
D3-4-2-1-7b_A_Du
WAARSCHUWING
Dit apparaat is niet waterdicht. Om brand of een
elektrische schok te voorkomen, mag u geen
voorwerp dat vloeistof bevat in de buurt van het
apparaat zetten (bijvoorbeeld een bloemenvaas) of
het apparaat op andere wijze blootstellen aan
waterdruppels, opspattend water, regen of vocht.
D3-4-2-1-3_A_Du
DOW
N
D
OWN
Gebruiksomgeving
Temperatuur en vochtigheidsgraad op de plaats van
gebruik:
+5 C tot +35 C, minder dan 85 % RH (ventilatieopeningen
niet afgedekt)
Zet het apparaat niet op een slecht geventileerde plaats
en stel het apparaat ook niet bloot aan hoge
vochtigheid of direct zonlicht (of sterke kunstmatige
verlichting).
D3-4-2-1-7c_A_Du
Page 3
Dit apparaat is bestemd voor normaal huishoudelijk
gebruik. Indien het apparaat voor andere doeleinden
of op andere plaatsen wordt gebruikt (bijvoorbeeld
langdurig gebruik in een restaurant voor zakelijke
doeleinden, of gebruik in een auto of boot) en als
gevolg hiervan defect zou raken, zullen de reparaties
in rekening gebracht worden, ook als het apparaat
nog in de garantieperiode is.
Als de netstekker van dit apparaat niet geschikt is
voor het stopcontact dat u wilt gebruiken, moet u de
stekker verwijderen en een geschikte stekker
aanbrengen. Laat het vervangen en aanbrengen van
een nieuwe netstekker over aan vakkundig
onderhoudspersoneel. Als de verwijderde stekker
per ongeluk in een stopcontact zou worden
gestoken, kan dit resulteren in een ernstige
elektrische schok. Zorg er daarom voor dat de oude
stekker na het verwijderen op de juiste wijze wordt
weggegooid.
Haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact
wanneer u het apparaat geruime tijd niet denkt te
gebruiken (bijv. wanneer u op vakantie gaat).
K041_Du
D3-4-2-2-1a_A_Du
LET OP
De
STANDBY/ON
koppelt het apparaat niet volledig los van het
lichtnet. Aangezien er na het uitschakelen van het
apparaat nog een kleine hoeveelheid stroom blijft
lopen, moet u de stekker uit het stopcontact halen
om het apparaat volledig van het lichtnet los te
koppelen. Plaats het apparaat zodanig dat de stekker
in een noodgeval gemakkelijk uit het stopcontact
kan worden gehaald. Om brand te voorkomen, moet
u de stekker uit het stopcontact halen wanneer u het
apparaat langere tijd niet denkt te gebruiken (bijv.
wanneer u op vakantie gaat).
schakelaar van dit apparaat
D3-4-2-2-2a_A_Du
Bij dit product zijn batterijen
geleverd. Wanneer deze leeg zijn,
moet u ze niet weggooien maar
inleveren als KCA.
D3-4-2-4-2_Du
Page 4
Hartelijk dank voor uw aankoop van dit Pioneer product. Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig door,
zodat u vertrouwd raakt met de bediening van dit apparaat. Bewaar na het doorlezen deze
gebruiksaanwijzing op een veilige, gemakkelijk te onthouden plaats, voor latere naslag.
Deze receiver is uitgerust met een geavanceerd discreet
ontwerp dat door Pioneer ontwikkeld is en gekenmerkt
wordt door hoogvermogen aansturing, lage vervorming
en stabiele weergave. Via symmetrische plaatsing van de
eindversterkingseenheden kan deze receiver een gelijk
versterkervermogen aan alle kanalen afgeven, waardoor
voorkomen wordt dat een enkel kanaal een bepaald
geluidsveld domineert.
• Eenvoudig in te stellen met Advanced MCACC
De Automatic MCACC-instelling biedt een snelle en
nauwkeurige instelling van surround-geluid met de
geavanceerde functies van professionele akoestische
kalibratie-EQ. Deze innovatieve technologie meet de
akoestische eigenschappen van de luisterruimte waarbij
u de kalibratie van het systeem kunt aanpassen met
behulp van een grafische weergave die u kunt bekijken
op het scherm. Bovendien kunt u gebruikmaken van
talloze voorgedefinieerde MCACC-instellingen, controle
van staande golven en microfoonmetingen op een aantal
referentiepunten zodat u uw thuistheaterervaring echt
helemaal kunt aanpassen aan uw situatie voor optimaal
surround-geluid.
• THX Select2 gecertificeerd ontwerp
Deze receiver is voorzien van het THX Select2 logo,
hetgeen betekent dat het apparaat een serie rigoreuze
kwaliteits- en prestatietests heeft doorstaan die elk facet
van het product gecontroleerd hebben. Dit omvat het
testen van de prestatie en werking van de voorversterker
en eindversterker, en honderden parameters in het
digitale en analoge domein, zodat u kunt vertrouwen op
een thuisbioscoopweergave die optimaal aansluit bij de
bedoelingen van de regisseur.
• Dolby Digital en DTS decodering, inclusief Dolby
Digital EX, Dolby Pro Logic IIx, DTS 96/24 en DTS-ES
Met Dolby Digital en DTS decodering hebt u
bioscoopgeluid met maximaal zes surroundkanalen in
uw huiskamer, inclusief een speciaal LFE
(lagefrequentie-effecten) kanaal voor diepe en
realistische lagetoneneffecten.
De ingebouwde Dolby Pro Logic IIx en DTS Neo:6
decoders leveren een totale surroundgeluid-decodering
voor Dolby Surround bronnen, maar kunnen tevens een
fraai surroundgeluid bij normale stereobronnen
produceren.
Door de toevoeging van een surround-achterluidspreker
kunt u de ingebouwde Dolby Digital EX en DTS-ES
decoders gebruiken voor zeskanaals surroundgeluid.
•Fasecorrectie
De fasecontroletechnologie in het ontwerp van deze
receiver levert coherente geluidsreproductie dankzij het
samenvallen van de fasen voor een optimaal
geluidsbeeld op de luisterpositie.
•Sound Retriever-functie
De Sound Retriever-functie maakt gebruik van nieuwe
DSP-technologie om CD-niveau geluidskwaliteit te
verkrijgen bij WMA, MP3 en MPEG-4 ACC
audiobestanden, door de geluidsdruk te herstellen en
eventuele storingen (artefacts) te verminderen die na de
compressie resteren.
•HDMI en digitale video-omzetting
Deze receiver is geschikt voor de HDMI-indeling van
digitale video en biedt u digitale video met hoge definitie
en digitale audio via één kabel. Als u gebruikmaakt van
de ingebouwde digitale video-omzetter van de receiver,
kunnen analoge signalen via de HDMI-aansluiting
worden uitgevoerd als digitale video.
•Klaar voor de iPod
Met de nieuwe iPod-terminal is uw systeem in minder
dan geen tijd ingesteld, nu de verbeterde compatibiliteit
van deze receiver het mogelijk maakt uw iPod via het
scherm te besturen.
•USB-aansluiting
Via de USB kunt u naar tweekanaals geluid luisteren van
een USB-massageheugenapparaat dat op deze receiver
is aangesloten.
• LCD-afstandsbediening met groot
bedieningsgemak
Met de afstandsbediening hebt u niet alleen volledige
controle over alle functies van deze receiver, maar ook
over de hoofdfuncties van de andere apparatuur in uw
thuisbioscoopsysteem. Door invoeren van de
apparatuurcodes kunt u de afstandsbediening
programmeren voor de bediening van een groot aantal
verschillende apparaten.
De inhoud van de verpakking
controleren
Controleer of u de volgende bijgeleverde toebehoren hebt
ontvangen:
• Instelmicrofoon (kabel: 5 m)
• Afstandsbediening
• AA/LR6-drogecelbatterijen x2
• AM-raamantenne
• FM-draadantenne
• iPod-audiokabel
• Garantiekaart
• Deze gebruiksaanwijzing
6
Du
Page 7
De receiver installeren
• Installeer dit apparaat op een vlak en stabiel
oppervlak.
Installeer het niet op de volgende plaatsen:
– op een kleuren-TV (het beeld kan hierdoor vervormen)
– dicht bij een cassettedeck (of een ander apparaat dat
een magnetisch veld opwekt). Dit kan storingen in het
geluid veroorzaken.
– in direct zonlicht
– in een vochtige of natte ruimte
– in een extreem hete of koude ruimte
– op plaatsen met vibratie of andere bewegingen
– in zeer stoffige ruimtes
– in een ruimte met hete stoom of olie (zoals een keuken)
De batterijen plaatsen
Waarschuwing
Verkeerd gebruik van de batterijen kan lekkage of het
barsten van de batterijen tot gevolg hebben. Neem de
volgende voorzorgsmaatregelen in acht:
• Gebruik nooit oude en nieuwe batterijen door elkaar.
• Plaats de batterijen zodanig dat de plus- en minpolen
overeenkomen met de merktekens in het batterijvak.
• Batterijen met dezelfde vorm kunnen een
verschillende spanning hebben. Gebruik
verschillende soorten batterijen niet samen.
• Gooi gebruikte batterijen niet weg, maar lever deze in
via het inzamelingssysteem voor klein chemisch afval
dat in uw land of streek wordt gebruikt.
• Gebruik of leg de batterijen niet in direct zonlicht of
op een andere warme plaats, zoals in de buurt van
een kachel of in een auto die in de zon staat. Dit kan
resulteren in lekkage, oververhitting, explosie of in
brand vliegen van de batterijen. Bovendien kan de
levensduur van de batterijen afnemen.
01
Du
7
Page 8
02
Hoofdstuk 2:
In vijf minuten aan de slag
3 Steek de stekker van de receiver in het stopcontact
Wat is een thuistheater?
Het begrip thuistheater verwijst naar het gebruik van
meerdere audiokanalen om een surround-geluidseffect te
creëren, waardoor u zich in het midden van de actie of in
een concertzaal waant. Het surround-geluid dat u krijgt
met een thuistheatersysteem hangt niet alleen af van de
opstelling van de luidsprekers in de ruimte, maar ook van
de bron en van de geluidsinstellingen van de receiver.
Deze receiver decodeert automatisch bronnen met
meerdere kanalen in Dolby Digital, DTS of Dolby
Surround overeenkomstig de luidsprekeropstelling. In de
meeste gevallen hoeft u niets te wijzigen voor een
realistisch surround-geluid, maar niettemin worden
andere mogelijkheden, zoals luisteren naar een CD met
surround-geluid via meerdere kanalen, beschreven in
Luisteren naar het systeem op bladzijde 26.
Luisteren naar surround-geluid
Deze receiver is ontworpen met het oog op een zo
eenvoudig mogelijke instelling. Aan de hand van de
hiernavolgende snelle installatiegids kunt u het systeem
dan ook in een mum van tijd instellen voor surroundgeluid. In de meeste gevallen kunt u de
standaardinstellingen van de receiver gewoon
behouden.
• Zorg ervoor dat alle apparatuur is aangesloten
voordat u de stekker van de receiver in het
stopcontact steekt.
1 Sluit de TV en DVD-speler aan.
Zie De TV en DVD-speler aansluiten op bladzijde 13 voor de
juiste procedure. Voor surround-geluid moet u de DVDspeler via een digitale verbinding op de receiver
aansluiten.
2 Sluit de luidsprekers aan en plaats deze voor
optimaal surround-geluid.
Sluit de luidsprekers aan zoals getoond in Het
luidsprekersysteem installeren op bladzijde 17.
De plaats van de luidsprekers heeft een grote invloed op
het geluid. Stel de luidsprekers op zoals hieronder
getoond voor een optimaal surround-geluidseffect. Zie
ook De luidsprekers opstellen op bladzijde 18 voor meer
informatie.
Linksvoor
Luisterpositie
Midden (C)
(L)
Surround-links (SL)
Rechtsvoor (R)
Subwoofer (SW)
Surroundlinksachter (SBL)
Surroundrechts (SR)
Surroundrechtsachter
(SBR)
en zet de receiver aan. Doe vervolgens hetzelfde met
de DVD-speler, subwoofer en TV.
De video-ingang van de TV moet ingesteld zijn op deze
receiver. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing bij de TV als u
niet weet hoe u dit moet doen.
• Stel het volume van de subwoofer in op een
aangenaam niveau.
4 Stel het systeem in met behulp van de Automatic
MCACC-instelling op het scherm.
Zie Surround-geluid automatisch instellen (MCACC)
hieronder voor meer informatie.
5 Speel een DVD af en regel het volume naar wens.
Controleer of DVD/LD wordt weergegeven op het display
van de receiver. Dit geeft aan dat de DVD-ingang is
geselecteerd. Als dit niet het geval is, drukt u op DVD op
de afstandsbediening om de receiver in te stellen op de
DVD-ingang.
Naast de basisweergave die wordt beschreven in Een bron afspelen op bladzijde 10 zijn er nog tal van andere
geluidsopties die u kunt selecteren. Zie Luisteren naar het systeem op bladzijde 26 voor meer informatie.
Zie ook De receiver instellen via het menu System Setup
op bladzijde 36 voor meer instelopties.
Surround-geluid automatisch instellen
(MCACC)
Bij de Automatic MCACC-instelling worden de
akoestische eigenschappen van de luisterruimte
gemeten, rekening houdend met omgevingsgeluid,
luidsprekerformaten en -afstanden, en wordt zowel de
kanaalvertraging als het kanaalniveau getest. Nadat u de
microfoon die bij het systeem wordt geleverd hebt
ingesteld, kiest de receiver op basis van de informatie van
een reeks testtonen de optimale luidsprekerinstellingen
en egalisatie voor de luisterruimte.
Doe dit voordat u doorgaat naar Een bron afspelen op
bladzijde 10.
Belangrijk
• Verplaats de microfoon en de luidsprekers niet
tijdens de Automatic MCACC-instelling.
• De instellingen die via de Automatic MCACCinstelling worden gemaakt, vervangen alle bestaande
instellingen voor de voorgedefinieerde MCACCinstelling die u selecteert.
• Voordat u de Automatic MCACC-instelling gebruikt,
dient u de hoofdtelefoon los te maken en mag ook de
iPod functie niet als ingangsbron worden gekozen.
Waarschuwing
• De testtonen die worden voortgebracht tijdens de
Automatic MCACC-instelling klinken erg hard.
8
Du
Page 9
ENTER
DIMMER
S.RETRIEVER
TV CH
MIDNIGHT/
LOUDNESS
CLASS
DISC
ENTER
MENU
T.EDIT
RETURN
BAND
VOL
RECEIVER
SELECT
AV PRE-PROGRAMMED
REMOTE CONTROL UNIT
DVD
CD-R/TAPE
iPod
INPUT
AND LEARNING
TV DVR1
SYSTEM OFF
SOURCE
DVR 2CD
TV CTRL
USBHDMI2
RECEIVER
TUNERHDMI1
SR+
DIALOG E
D.ACCESS
+10
AV PARAMETERCH LEVEL
TOP MENU
TUNE
STST
SETUP
TUNE
PTY SEARCH
GUIDE
TV CONTROL
INPUT
TV VOL
SELECT
1 Zet de receiver en de TV aan.
2 Sluit de microfoon aan op de aansluiting MCACC
SETUP MIC
op het voorpaneel.
Plaats de microfoon ongeveer op oorhoogte op de
normale luisterpositie (gebruik indien nodig een statief).
Controleer of er zich geen obstakels tussen de
luidsprekers en de microfoon bevinden.
•Duw het PUSH OPEN lipje omlaag voor toegang tot
de MCACC SETUP MIC aansluiting:
S-VIDEO
INPUT
PHONES
SYSTEM
TUNING/
TUNER
SETUP
STATION
EDIT
SPEAKERSRETURN
TONE
MULTI JOG
3 Druk op
RECEIVER
druk vervolgens op de
VIDEO/GAME
op de afstandsbediening en
SETUP
USB
MCACC
DIGITAL INAUDIO RLVIDEO
SETUP MIC
.
Er wordt een schermdisplay weergegeven op de TV.
Gebruik de knoppen /// en ENTER op de
afstandsbediening om door de schermen te lopen en
menu-items te selecteren. Druk op RETURN om het
huidige menu af te sluiten. U kunt op elk gewenst
moment op SETUP drukken om een instelling te
annuleren.
1
4 Selecteer ‘Auto MCACC’ in het menu System Setup
ENTER
en druk op
System Setup
5 Zorg dat ‘Normal (SB)’ is geselecteerd,
een voorgedefinieerde MCACC-instelling
.
1.Auto MCACC
2.Surr Back System
3.Manual MCACC
4.Data Management
5.Manual SP Setup
6.Input Setup
7.Other Setup
: Exit
1.Auto MCACC
Surr Back System
[ Normal (SB) ]
Data Save to
[M1. MEMORY 1 ]
Setting Start? [OK]
[Option]
ENTER:Next :Cancel
2
selecteer
3
en selecteer
OK.
6 Volg de instructies op het scherm.
Controleer of de microfoon is aangesloten en controleer
als u een subwoofer gebruikt of de subwoofer aan staat
en op een aangenaam volume is ingesteld.
7 Wacht tot de testtonen hebben geklonken en
bevestig de luidsprekerconfiguratie in het
schermdisplay.
U ziet een voortgangsrapport op het scherm terwijl de
receiver testtonen voortbrengt om te bepalen welke
luidsprekers aanwezig zijn in de opstelling. Probeer zo
stil mogelijk te zijn terwijl dit gebeurt.
4
• Bij foutmeldingen (zoals Ambient Noise of
Microphone Check) selecteert u RETRY nadat u het
omgevingsgeluid (zie Problemen tijdens het gebruik van de Automatic MCACC-instelling hieronder) en de
aansluiting van de microfoon hebt gecontroleerd. Als
er geen probleem lijkt te zijn, selecteert u gewoon OK
om verder te gaan.
Front [ YES ]
Center [ YES ]
Surround [ YES ]
SB [ Yx2 ]
SUB W. [ YES ]
[ OK ]
:Cancel
De op het scherm getoonde configuratie moet
overeenstemmen met de werkelijke luidsprekeropstelling.
Als u een foutmelding (ERR) in de rechterkolom ziet, of
als de weergegeven luidsprekeropstelling niet juist is,
kan er een probleem zijn met de aansluiting van de
luidsprekers. Als het probleem niet is verholpen nadat u
RETRY hebt geselecteerd, zet u de receiver uit en
controleert u de luidsprekeraansluitingen. Als er geen
probleem lijkt te zijn, gebruikt u / om de luidspreker
te selecteren en / om de instelling (of het nummer
voor surround-achter) te wijzigen en door te gaan.
8 Controleer of ‘OK’ is geselecteerd en druk op
ENTER
.
U ziet een voortgangsrapport op het scherm terwijl de
receiver nog meer testtonen laat horen om de optimale
instellingen van de receiver voor kanaalniveau,
luidsprekerafstand en akoestische kalibratie-EQ te bepalen.
Probeer ook nu zo stil mogelijk te zijn terwijl dit gebeurt.
Dit kan 2 tot 6 minuten duren.
9 De Automatic MCACC-instelling is voltooid. Druk op
RETURN
Setup.
om terug te gaan naar het menu System
6
De instellingen die worden vastgelegd met de Automatic
MCACC-instelling geven normaal gesproken een
uitstekend surround-geluid van het systeem, maar u kunt
deze instellingen ook handmatig invoeren met het menu
System Setup (zie bladzijde 36).
7
02
5
Opmerking
1 Als u de Automatic MCACC-instelling annuleert, of als u een foutmelding langer dan drie minuten op het scherm laat staan, gaat de screensaver aan.
2 • Als u de voorluidsprekers met bi-amp wilt aansturen of een afzonderlijk luidsprekersysteem wilt opstellen in een andere ruimte, leest u De surround-achterluidspreker instellen op bladzijde 38 en sluit u de luidsprekers op de juiste manier aan voordat u doorgaat naar stap 6.
• Als u luidsprekers hebt met THX-waarmerk, selecteert u Option en kiest u YES voor de instelling THX Speaker.
3 De zes voorgedefinieerde MCACC-instellingen worden gebruikt om instellingen voor surround-geluid op te slaan voor verschillende luisterposities.
Gebruik voorlopig een ongebruikte voorgedefinieerde instelling. U kunt deze later een andere naam geven in Gegevensbeheer op bladzijde 43).
4 Wijzig het volume niet tijdens de weergave van de testtonen. Dit kan onjuiste luidsprekerinstellingen tot gevolg hebben.
5 Als u het display op het voorpaneel gebruikt, geeft het diagram in Luisteren naar surround-geluid hierboven (in vet) aan hoe elke luidspreker wordt
weergegeven.
6 U kunt de instellingen ook bekijken op het scherm MCACC Data Check. Zie Automatic MCACC (Expert) op bladzijde 36 voor meer informatie.
7 • Afhankelijk van de eigenschappen van uw kamer, worden soms verschillende formaten ingesteld voor identieke luidsprekers met conusafmetingen van
ongeveer 12 cm. U kunt de instelling handmatig corrigeren met de Luidsprekers handmatig instellen op bladzijde 45.
• De afstand van de subwoofer tot de luisterpositie kan groter worden ingesteld dan de werkelijke afstand. Deze instelling moet nauwkeurig zijn (rekening
houdend met de vertraging en de eigenschappen van de ruimte) en hoeft normaal gesproken niet te worden gewijzigd.
9
Du
Page 10
02
GUIDE
Problemen tijdens het gebruik van de
Automatic MCACC-instelling
Als de omgevingsomstandigheden niet optimaal zijn
voor de Automatic MCACC-instelling (te veel
achtergrondruis, weerkaatsing van echo’s door de
muren, obstakels tussen de luidsprekers en de
microfoon), kunnen de eindinstellingen onjuist zijn.
Controleer of andere huishoudelijke apparatuur
(airconditioning, koelkast, ventilator, enz.) in de
omgeving geen storingen veroorzaken en zet ze indien
nodig uit. Als instructies worden weergegeven op het
display op het voorpaneel, moet u deze volgen.
• Sommige oudere TV’s kunnen de werking van de
microfoon storen. Zet in dit geval de TV uit tijdens de
Automatic MCACC-instelling.
Een bron afspelen
Dit zijn algemene instructies voor het afspelen van een
bron, zoals een DVD, met het thuistheatersysteem.
RECEIVER
AV PRE-PROGRAMMED AND LEAR
REMOTE CONTROL UNIT
DVD
CD-R/TAPE
iPod
SELECT
TV DVR1
SLEEP
SOURCE
NING
DVR 2CD
TV CTRL
USBHDMI2
RECEIVER
TUNERHDMI1
ANALOG
VIDEO
SEL
ATT
SYSTEM OFF
INPUT
1 Zet de apparatuur van het systeem en de receiver
aan.
Zet eerst het afspeelapparaat (zoals een DVD-speler), de
1
TV
en de subwoofer (indien aanwezig) aan en vervolgens
pas de receiver (druk op RECEIVER).
•
Zorg ervoor dat de instelmicrofoon niet is aangesloten.
2 Selecteer de ingangsbron die u wilt afspelen.
U kunt hiervoor de ingangsbronknoppen op de
afstandsbediening, INPUT SELECT, gebruiken, of de
bedieningsorganen op het voorpaneel.
3Druk op
S. DIRECT (STREAM DIRECT
SURROUND’ te selecteren en te beginnen met het
afspelen van de bron.
3
Als u een DVD met Dolby Digital- of DTS-surround-geluid
afspeelt, moet u surround-geluid horen. Als u een
stereobron afspeelt, hoort u alleen geluid uit de
voorluidsprekers links/rechts in de standaardluisterfunctie.
• Zie ook Luisteren naar het systeem op bladzijde 26
voor informatie over de verschillende manieren om
naar bronnen te luisteren.
TV VOL
MPX
AUDIO
DISP
STATUS
MULTI OPE
SHIFT
TV CONTROL
INPUT
TV CH
SELECT
REC
A
EON
REC STOP JUKEBOX
B
CDE
HDD
SUBTITLE
CH
SBch
SIGNAL SEL
THX
STANDARD
PHASE
MCACC
2
VOL
MUTE
DVD
CH
STEREO
ADV.SURR
S.DIRECT
) om ‘AUTO
4 Regel het volume met de volumeknop.
Zet het volume van de TV zacht zodat al het geluid uit de
luidsprekers komt die zijn aangesloten op deze receiver.
Beter geluid met fasecontrole
De fasecontrolefunctie van de receiver maakt gebruik
van fasecorrectiemetingen om ervoor te zorgen dat het
geluid de luisterpositie op het juiste moment bereikt en
voorkomt dat het geluid wordt vervormd of verkleurd (zie
de onderstaande afbeelding).
P
H
A
S
E
C
O
N
T
O
F
F
Geluidsbron
P
H
A
S
E
C
O
N
T
Geluidsbron
O
N
Voorluidspreker
Subwoofer
Voorluidspreker
Subwoofer
De fasecontroletechnologie zorgt voor coherente
geluidsreproductie dankzij het samenvallen van de
4
voor een optimaal geluidsbeeld op de
fasen
luisterpositie. Deze functie is standaard ingeschakeld en
u wordt aangeraden de functie ingeschakeld te laten voor
alle geluidsbronnen.
MULTI OPE
THX
STANDARD
SHIFT
PHASE
•Druk op PHASE (
PHASE CONTROL
MCACC
RECEIVER
fasecorrectie in te schakelen.
De indicator PHASE CONTROL op het voorpaneel gaat
branden.
Luisterpositie
Luisterpositie
ADV.SURR
S.DIRECT
) om de
?
10
Du
Opmerking
1 Controleer of de video-ingang van de TV is ingesteld op deze receiver. (Als u deze receiver bijvoorbeeld hebt aangesloten op de VIDEO 1-aansluitingen
op de TV, moet de ingang VIDEO 1 geselecteerd zijn.)
2 Als u het type ingangssignaal handmatig moet wijzigen, drukt u op SIGNAL SEL (bladzijde 29).
3 • U moet mogelijk de instellingen voor de digitale audio-uitgang van de DVD-speler of digitale satellietontvanger controleren. Deze moeten zijn ingesteld
op Dolby Digital, DTS en 88,2 kHz / 96 kHz PCM-audio via 2 kanalen. Als er een optie voor MPEG-audio is, stelt u deze in op conversie van MPEG-audio naar
PCM.
• Afhankelijk van de DVD-speler of brondiscs krijgt u mogelijk alleen digitaal stereogeluid via 2 kanalen en analoog geluid te horen. In dit geval moet de
receiver worden ingesteld op een luisterfunctie met meerdere kanalen (zie Luisteren in surround-gel uid op bladzijde 26 als dit nodig is) als u surround-geluid
via meerdere kanalen wilt hebben.
4 Het samenvallen van de fasen is een zeer belangrijke factor voor een correcte geluidsreproductie. Als twee golfvormen ‘in fase’ zijn vallen de toppen en
dalen samen, met als gevolg een grotere amplitude, helderheid en aanwezigheid van het geluidssignaal. Als de top van een golf samenvalt met een dal
(zoals in het bovenste gedeelte van het diagram hierboven) is het geluit ‘uit fase’ en wordt er een onbetrouwbaar geluidsbeeld geproduceerd.
Page 11
Hoofdstuk 3
(
e
)
D
1
D
T
CENTER
De apparatuur aansluiten
Met deze receiver hebt u vele verschillende mogelijkheden om apparatuur aan te sluiten, maar dat hoeft niet
ingewikkeld te zijn. Op deze bladzijde wordt uitgelegd welke apparatuur u kunt aansluiten om het thuistheatersysteem
samen te stellen.
Achterpaneel
PRE OU
Singl
INININOUTOUT
VR/VCR
VR/VCR2
03
Waarschuwing
• Voordat u aansluitingen maakt of wijzigt, zet u het
apparaat uit en haalt u de stekker van het netsnoer uit
het stopcontact. U steekt de stekker pas weer in het
stopcontact als u alle apparatuur hebt aangesloten.
1 HDMI-aansluitingen (x3)
Dit zijn twee ingangen en één uitgang voor audio-/videoaansluiting met hoge kwaliteit die geschikt is voor HDMIapparatuur.
Aansluiten via HDMI op bladzijde 50.
2 Coaxiale digitale audio-ingangen (x2)
Gebruik deze ingangen voor digitale audiobronnen, zoals
DVD-spelers/-recorders, digitale satellietreceivers, CDspelers en dergelijke.
Zie ook Het menu Input Setup op bladzijde 55 om de
ingangen toe te wijzen.
3 Optische digitale audio-uitgang/ingang(en) (x4)
Gebruik de aansluiting OUT voor opname op een CD- of
minidiscrecorder.
Digitale audiobronnen aansluiten op bladzijde 15.
Gebruik de aansluitingen IN voor digitale audiobronnen,
zoals DVD-spelers/-recorders, digitale satellietreceivers,
CD-spelers en dergelijke.
Zie ook Het menu Input Setup op bladzijde 55 om de
ingangen toe te wijzen.
4 Bedieningsingang/uitgang
Gebruik deze aansluiting om andere Pioneer-apparatuur
aan te sluiten zodat u alle apparatuur kunt bedienen met
één infraroodafstandsbedieningssensor.
Andere Pioneer-apparaten bedienen met de sensor
van dit apparaat op bladzijde 66.
5 Ingangen/(uitgangen) voor stereo analoge
audiobronnen (x3)
Gebruik deze aansluitingen om audiobronnen aan te
sluiten, zoals CD-spelers, casettedecks, platenspelers en
dergelijke.
Analoge audiobronnen aansluiten op bladzijde 16.
6 Componentvideo-aansluitingen (x4)
Gebruik deze ingangen om een videobron aan te sluiten
die componentvideo levert, zoals een DVD-recorder.
Gebruik de uitgang om een monitor of TV aan te sluiten.
De aansluitingen voor componentvideo gebruiken op
bladzijde 14.
7
Ingangen/(uitgangen) voor audio/videobronnen (x6)
Gebruik deze aansluitingen om audio/videobronnen aan
te sluiten, zoals DVD-spelers/recorders, videorecorders
en dergelijke. Elke set ingangen heeft aansluitingen voor
samengestelde video, S-video en stereo analoge audio.
Een DVD-/HDD-recorder, videorecorder en andere videobronnen aansluiten op bladzijde 14.
8 iPod-ingangsaansluiting
Gebruik deze aansluiting om de Apple iPod aan te sluiten
als audiobron.
Een iPod aansluiten op bladzijde 49.
9 Aansluitingen voor AM- en FM-antennes
Gebruik deze aansluitingen om binnen- en
buitenantennes aan te sluiten voor radio-uitzendingen.
Antennes aansluiten op bladzijde 19.
11
Du
Page 12
03
10 Uitgangen met meerdere kanalen voor de
versterker
Gebruik deze uitgangen om afzonderlijke versterkers aan
te sluiten voor de kanalen voor de voor-, midden-,
surround-, surround-achterluidsprekers en de
subwoofer.
Extra versterkers aansluiten op bladzijde 53 (zie ook Het luidsprekersysteem installeren op bladzijde 17 voor
het aansluiten van een aangestuurde subwoofer).
11 Uitgangen voor samengestelde-video- en S-videomonitors
Gebruik deze uitgangen om monitors en TV’s aan te
sluiten.
De TV en DVD-speler aansluiten op bladzijde 13.
12 Analoge audio-ingangen met meerdere kanalen
7.1-kanaalingangen voor aansluiting op een DVD-speler
met analoge uitgangen met meerdere kanalen.
Analoge ingangen met meerdere kanalen aansluiten
op bladzijde 51.
13 Luidsprekeraansluitingen
Gebruik deze aansluitingen om de voor-, midden-,
surround- en surround-achterluidsprekers aan te sluiten.
Het luidsprekersysteem installeren op bladzijde 17.
Wanneer u kabels aansluit
• Leg geen aangesloten kabels over de receiver om
ongewenste bijgeluiden te voorkomen.
Meer over de video-omzetter
De video-omzetter zorgt ervoor dat alle videobronnen hun
uitgang hebben via alle MONITOR VIDEO OUTaansluitingen. De enige uitzonderingen vormen HDMI en
componentvideo met hoge definitie. Aangezien deze
resoluties niet kunnen worden gedownsampled, moet u
de monitor/TV aansluiten op de uitgangen voor HDMI/
componentvideo van de receiver wanneer u deze
videobronnen aansluit.
Als meerdere video-apparaten aan dezelfde
ingangsfunctie zijn toegewezen (zie Het menu Input Setup op bladzijde 55), geeft de omzetter voorrang aan
HDMI, componentvideo, S-video en ten slotte
samengestelde video (in deze volgorde).
• THX raadt u aan voor optimale videoprestaties Digital
Video Conversion (in De AV-opties instellen op
bladzijde 57) in te stellen op OFF.
1
12
Du
• Wanneer u optische kabels aansluit, wees dan
voorzichtig dat u bij het insteken van de stekker het
afsluitklepje van de optische aansluiting niet
beschadigt.
• Wikkel een optische kabel losjes op om deze te
bewaren. De kabel kan beschadigd raken als hij
wordt geknakt.
Opmerking
1 Als het videosignaal niet wordt weergegeven op de TV of het plasmascherm, probeert u de resolutie-instellingen op het apparaat of het scherm te wijzigen.
Houd er rekening mee dat sommige apparatuur, zoals videospelletjesapparatuur, resoluties hebben die niet kunnen worden omgezet. Gebruik in dat geval
een aansluiting voor (analoge) S-video of samengestelde video.
Page 13
De TV en DVD-speler aansluiten
R
R
R
P
R
L
C
2 Sluit een uitgang voor samengestelde of S-video op
de DVD-speler aan op de ingang
DVD/LD
S-VIDEO.
DVD/LD
VIDEO of
Gebruik hiervoor een standaardvideokabel of een Svideokabel.
03
VIDEOINS-VIDEO
IN
TV
1
VSX-2016AV
OPTICAL
DIGITAL
IN 1
OUT
COMPONENT VIDEO
1
IN
IN 2
OUT
HDMI
1
IN
(
DVD/LD
2
IN
(
DVR/VCR2
COAXIAL
ASSIGNABLE
21
DIGITAL OUTVIDEO OUT
Y
(
DVR/
IN
)
VCR1
1
2
IN
(
)
TV/SAT
IN
2
Y
3
IN
(CD)
ASSIG-
NABLE
31
CONTROL
iPod
OUT
IN
IN
ININ IN INININOUTOUTOUT
AUDIO
L
)
R
)
CD-R/TAPE/MDDVD/LD
CD
COAXIAL
3
ANTENNA
P
B
P
B
S-VIDEO
ANALOG OUT
P
Y
P
R
P
R
ASSIGNABLE
IN INININMONITOR
VIDEO
Y
TV/SAT
P
B
R
P
P
B
R
31
OUTOUT
DVR/VCR1 DVR/VCR2
AUDIO LR
24
AM LOOP
LL
OUT
IN3
RR
FRONT
S-VIDEOOPTICAL
CENTER
SUB
WOOFER
OUT
L
R
FRONT
MULTI CH IN
PRE OUT
SURROUND
CENTE
SUB
WOOFE
DVD-speler
In het diagram ziet u een basisconfiguratie van deze
receiver met een TV en een DVD-speler, met
aansluitingen voor S-video of samengestelde video. De
aansluitingen kunnen verschillen per TV en DVD-speler.
Zie ook De aansluitingen voor componentvideo gebruiken
op bladzijde 14 als de TV en/of DVD-speler ingangen/
uitgangen heeft voor componentvideo. Als de DVD-speler
uitgangen heeft voor analoge audio via meerdere
kanalen, raadpleegt u Analoge ingangen met meerdere kanalen aansluiten op bladzijde 51.
1 Sluit de video-aansluiting MONITOR OUT aan op
een video-ingang op de TV.
Gebruik een standaardvideokabel voor RCA/phonoaansluitingen om de aansluiting voor samengestelde
video aan te sluiten. Als u video wilt van hogere kwaliteit,
gebruikt u een S-videokabel die u aansluit op de S-videoaansluiting.
3 Sluit een coaxiale digitale audio-uitgang 1 op de
DVD-speler aan op de ingang COAXIAL 1 (
DVD/LD
).
Gebruik hiervoor een coaxiale kabel die is bedoeld voor
digitale audio.
4 Sluit de uitgangen voor stereo audio van de DVDspeler aan op de ingangen
DVD/LD
AUDIO.
Gebruik hiervoor een kabel voor stereo RCA/phonoaansluitingen.
• Als de DVD-speler beschikt over analoge uitgangen
met meerdere kanalen, kunt u deze in plaats hiervan
aansluiten. Zie ook Analoge ingangen met meerdere kanalen aansluiten op bladzijde 51.
Een receiver voor satelliet/kabel-TV of
een andere set-top box aansluiten
Receivers voor satelliet- en kabel-TV en externe digitale
tuners zijn voorbeelden van zogenaamde ‘set-top boxes’.
OPTICAL
DIGITAL
IN 1
OUT
COMPONENT VIDEO
1
IN
Y
(
DVR/
IN
)
VCR1
1
2
IN
(
)
TV/SAT
IN
2
Y
3
IN
(CD)
ASSIGNABLE
31
CONTROL
iPod
OUT
IN
IN
ININ IN INININOUTOUTOUT
AUDIO
L
)
R
)
CD-R/TAPE/MDDVD/LD
CD
HDMI
IN 2
OUT
COAXIAL
ASSIGNABLE
IN
(
IN
(
DVR/VCR2
21
DVD/LD
1
2
VSX-2016AV
DIGITAL OUT
STB
1 Sluit de audio/video-uitgangen van de set-top box
aan op de ingangen TV/SAT AUDIO en VIDEO.
Gebruik hiervoor een kabel voor stereo RCA/phonoaansluitingen en een videokabel of een S-videokabel.
ANTENNA
P
B
P
B
S-VIDEO
P
Y
P
R
P
R
ASSIGNABLE
IN INININ MONITO
VIDEO
TV/SAT
P
Y
P
B
R
P
B
R
31
OUTOUT
DVR/VCR1DVR/VCR2
AV OUT
AM LOOP
CENTER
L
OUT
IN
3
SUB
R
FRONT
WOOFER
OUT
L
R
FRONT
MULTI
VIDEO S-VIDEOAUDIO LR
Opmerking
1 Als de DVD-speler alleen beschikt over een optische digitale uitgang, kunt u deze aansluiten op een van de optische ingangen van de receiver met behulp
van een optische kabel. Wanneer u de receiver instelt, moet u opgeven op welke ingang de speler is aangesloten (zie Het menu Input Setup op bladzijde 55).
13
Du
Page 14
03
L
R
2 Sluit een optische digitale audio-uitgang1 op de settop box aan op de ingang OPTICAL 2 (TV/SAT).
2
Gebruik hiervoor een optische kabel.
Een DVD-/HDD-recorder, videorecorder
en andere videobronnen aansluiten
De receiver beschikt over twee sets audio/videoingangen en -uitgangen die geschikt zijn voor het
aansluiten van analoge of digitale video-apparatuur,
waaronder DVD-/HDD-recorders en videorecorders.
VSX-2016AV
ANTENNA
P
P
S-VIDEO
B
B
P
Y
P
R
P
R
ASSIGNABLE
IN INININ MONITOR
VIDEO
VIDEOAUDIO LR
AV IN
B
P
Y
B
31
OUTOUT
TV/SAT
DVR/VCR1 DVR/VCR2
S-VIDEOAUDIO
P
R
P
R
AM LOOP
LL
OUT
IN
3
RR
FRONT
LR
AV OUT
CENTER
SUB
WOOFER
OUT
L
R
FRONT
MULTI CH IN
VIDEO S-VIDEO
123
PRE OUT
SURROUND
CENTER
SUB
WOOFE
HDMI
OPTICAL COAXIAL
DIGITAL OUT
IN 1
IN 2
OUT
(
COAXIAL
ASSIGNABLE
OPTICAL
DIGITAL
OUT
COMPONENT VIDEO
1
IN
Y
(
DVR/
IN
)
VCR1
1
2
IN
(
)
TV/SAT
IN
2
Y
3
IN
(CD)
ASSIGNABLE
31
CONTROL
iPod
OUT
IN
IN
ININ IN INININOUTOUTOUT
AUDIO
L
1
IN
(
)
DVD/LD
R
2
IN
)
DVR/VCR2
21
CD-R/TAPE/MD DVD/LD
CD
1 Sluit de audio/video-uitgangen van de videospeler/
recorder aan op de ingangen DVR/VCR1 AUDIO en
VIDEO.
Gebruik een audiokabel voor stereo RCA/phonoaansluitingen voor de audio-aansluiting en een video- of
S-videokabel voor de videoaansluiting.
• Gebruik voor een tweede recorder de ingangen
DVR/
VCR2 IN.
2 Als het apparaat kan opnemen, sluit u de uitgangen
DVR/VCR1 AUDIO en VIDEO aan op de audio/videoingangen van de recorder.
Gebruik een audiokabel voor stereo RCA/phonoaansluitingen voor de audio-aansluiting en een video- of
S-videokabel voor de videoaansluiting.
• Gebruik voor een tweede recorder de uitgangen
DVR/
VCR2 IN.
3 Als het apparaat digitale audio kan voortbrengen,
sluit u een optische digitale audio-uitgang
3
van de
recorder aan op de ingang OPTICAL 1 (DVR/VCR1).
Gebruik hiervoor een optische kabel.
4
• Gebruik voor een tweede recorder de ingangen
DVR/
COAXIAL 2 (
VCR2).
De aansluitingen voor componentvideo
gebruiken
Componentvideo geeft als het goed is een betere
beeldkwaliteit dan samengestelde video of S-video.
Bovendien kunt u profiteren van progressive-scanvideo
(als zowel de bron als de TV hiervoor geschikt zijn), wat
resulteert in een zeer stabiel beeld zonder flikkeringen.
Raadpleeg de handleidingen bij de TV en het
bronapparaat om te zien of deze geschikt zijn voor
progressive-scanvideo.
14
Du
DVR, VCR, enz.
Opmerking
1 Als de set-top box alleen beschikt over een coaxiale digitale uitgang, kunt u deze aansluiten op een van de coaxiale ingangen van de receiver met behulp
van een coaxiale kabel voor digitale audio. Wanneer u de receiver instelt, moet u opgeven op welke ingang de set-top box is aangesloten (zie Het menu Input Setup op bladzijde 55).
2 Als de receiver voor satelliet-/kabel-TV niet beschikt over een digitale audio-uitgang, kunt u deze stap overslaan.
3 • Als u wilt kunnen opnemen, moet u de analoge audiokabels aansluiten (de digitale aansluiting is alleen voor het afspelen).
• Als het videoapparaat niet beschikt over een digitale audio-uitgang, kunt u deze stap overslaan.
4 Als de recorder alleen beschikt over een coaxiale digitale uitgang, kunt u deze aansluiten op een van de coaxiale ingangen van de receiver met behulp
van een coaxiale kabel voor digitale audio. Wanneer u de receiver instelt, moet u opgeven op welke ingang de recorder is aangesloten (zie Het menu Input Setup op bladzijde 55).
Page 15
VSX-2016AV
C
R
R
DIGITAL
IN 1
OUT
IN
IN 2
(
DVR/
VCR1
IN
(
TV/SAT
OUT
IN
(CD)
ASSIGNABLE
HDMI
CONTROL
OUT
IN
AUDIO
1
IN
(
)
DVD/LD
2
IN
(
)
DVR/VCR2
COAXIAL
ASSIGNABLE
21
2
1
OPTICAL
COMPONENT VIDEO
1
Y
IN
)
1
2
)
IN
2
Y
3
31
iPod
IN
ININ IN INININOUTOUTOUT
L
R
CD-R/TAPE/MD DVD/LD
CD
Y
B
P
PR
COMPONENT
VIDEO
Y
B
P
PR
COMPONENT
VIDEO
ANTENNA
P
P
S-VIDEO
B
B
P
Y
P
B
R
P
Y
P
B
R
31
ASSIGNABLE
IN INININ MONITO
OUTOUT
VIDEO
TV/SAT
DVR/VCR1DVR/VCR2
TV
DVD-speler
Digitale audiobronnen aansluiten
AM LOOP
CENTER
L
P
R
OUT
IN
3
P
R
SUB
R
FRONT
WOOFER
OUT
L
R
FRONT
MULTI
De receiver beschikt over zowel digitale ingangen als
uitgangen, zodat u digitale audioapparatuur kunt
aansluiten voor afspelen en voor het maken van digitale
opnamen.
De meeste digitale apparatuur heeft ook analoge
aansluitingen. Zie Analoge audiobronnen aansluiten op
de volgende bladzijde als u deze ook wilt aansluiten.
ANTENNA
P
Y
P
B
R
P
Y
P
B
R
ASSIGNABLE
S-VIDEO
IN ININOUTOUT
VIDEO
TV/SAT
P
P
B
R
P
P
B
R
31
DVR/VCR1 DV
AM
OUT
IN
3
HDMI
IN 1
IN 2
OUT
COAXIAL
ASSIGNABLE
OPTICAL
DIGITAL
OUT
COMPONENT VIDEO
1
IN
Y
(
DVR/
IN
)
VCR1
1
2
IN
(
)
TV/SAT
IN
2
Y
3
IN
(CD)
ASSIGNABLE
31
CONTROL
iPod
OUT
IN
IN
ININ IN ININOUTOUTOUT
AUDIO
L
1
IN
(
)
DVD/LD
R
2
IN
(
)
DVR/VCR2
21
CD-R/TAPE/MD DVD/LD
CD
03
VSX-2016AV
12
OPTICAL COAXIAL
DIGITAL OUT
OPTICAL
DIGITAL IN
1 Sluit de uitgangen voor componentvideo van de
bron aan op een set ASSIGNABLE COMPONENT VIDEOingangen.
Gebruik hiervoor een componentvideokabel met drie
CD-R, MD,
DAT, enz.
stekers.
• Aangezien de ingangen toewijsbaar zijn, is het niet
van belang welke ingang voor componentvideo u
gebruikt voor de verschillende bronnen. Nadat u alles
hebt aangesloten, moet u de ingangen voor
component video toewijzen. Zie Het menu Input Setup op bladzijde 55.
2 Sluit de aansluitingen COMPONENT VIDEO OUT aan
1 Sluit een optische digitale audio-uitgang1 op het
digitale apparaat aan op de ingang DIGITAL 3 (CD).
Gebruik hiervoor een optische kabel.
2 Sluit voor opname-apparatuur de optische DIGITALuitgang aan op een digitale ingang van de recorder.
Gebruik een optische kabel voor de aansluiting op de
DIGITAL OUT.
2
op een componentvideo-ingang op de TV of monitor.
Gebruik hiervoor een componentvideokabel met drie
stekers.
Opmerking
1 • Als het digitale apparaat alleen beschikt over een coaxiale digitale uitgang, kunt u deze aansluiten op een van de coaxiale ingangen van de receiver
met behulp van een coaxiale kabel. Wanneer u de receiver instelt, moet u opgeven op welke ingang het apparaat is aangesloten (zie Het menu Input Setup
op bladzijde 55).
• De digitale uitgangen van andere apparaten kunnen worden aangesloten op eventuele overgebleven ingangen voor digitale audio van de receiver. U
kunt deze toewijzen als u de receiver instelt (zie ook Het menu Input Setup op bladzijde 55).
2 Voor het opnemen van bepaalde digitale bronnen moet u analoge aansluitingen tot stand brengen, zoals wordt beschreven in Analoge audiobronnen aansluiten hieronder.
15
Du
Page 16
03
R
R
Meer over de WMA9 Pro-decoder
Het apparaat beschikt over een ingebouwde Windows
®
Media
Audio 9 Professional1-decoder (WMA9 Pro).
Deze maakt het mogelijk om audio die is gecodeerd met
WMA9 Pro af te spelen met een coaxiale of optische
digitale aansluiting bij aansluiting op een
afspeelapparaat dat geschikt is voor WMA9 Pro. De
aangesloten PC, DVD-speler, set-top box en dergelijke
moet wel audio-signalen met de WMA9 Pro-indeling
kunnen voortbrengen via een coaxiale of optische
digitale uitgang.
Analoge audiobronnen aansluiten
De receiver beschikt over twee ingangen die uitsluitend
bedoeld zijn voor stereo audio. Een van deze ingangen
(CD-R/TAPE/MD) heeft bijbehorende uitgangen die
kunnen worden gebruikt voor audiorecorders.
ANTENNA
P
P
S-VIDEO
B
B
P
Y
P
R
P
R
ASSIGNABLE
IN INININ MONITOR
VIDEO
Y
TV/SAT
P
B
R
P
P
B
R
31
OUTOUT
DVR/VCR1DVR/VCR2
AM LOOP
CENTER
LL
OUT
IN
3
SUB
RR
FRONT
WOOFER
OUT
L
R
FRONT
MULTI CH IN
VSX-2016AV
PRE OUT
SURROUND
CENTE
SUB
WOOFE
HDMI
IN 1
IN 2
OUT
COAXIAL
ASSIGNABLE
OPTICAL
DIGITAL
OUT
COMPONENT VIDEO
1
IN
Y
(
DVR/
IN
)
VCR1
1
2
IN
(
)
TV/SAT
IN
2
Y
3
IN
(CD)
ASSIGNABLE
31
iPod
CONTROL
OUT
IN
IN
ININ IN INININOUTOUTOUT
AUDIO
L
1
IN
(
)
DVD/LD
R
2
IN
(
)
DVR/VCR2
21
CD-R/TAPE/MD DVD/LD
CD
Een apparaat aansluiten op de
ingangen op het voorpaneel
De ingangen op het voorpaneel zijn aansluitingen voor
samengestelde video (VIDEO), S-Video (S-VIDEO), stereo
analoge audio (AUDIO L/R) en optische digitale audio
(DIGITAL). U kunt deze aansluitingen gebruiken voor elk
willekeurig audio/video-apparaat, maar ze zijn vooral
handig voor draagbare apparatuur zoals camcorders,
videospelletjes en draagbare audio/video-apparatuur.
•Duw het PUSH OPEN lipje omlaag voor toegang tot
de video-aansluitingen op het voorpaneel.
VIDEO
INPUT
DIGITAL INAUDIO RLVIDEO
INPUT
VIDEO OUTPUT
USB
DIGITAL INAUDIO RLVIDEO
MCACC
SETUP MIC
PUSH
OPEN
DIGITAL OUT
USB
MCACC
SETUP MIC
S-VIDEO
S-VIDEO
PHONES
SYSTEM
TUNING/
TUNER
TONE
MULTI JOG
SPEAKERSRETURN
STATION
EDIT
SETUP
VIDEO/GAME
TV spel, videocamera, enz.
• Selecteer deze ingangen door op VIDEO/GAME te
drukken of INPUT SELECT (op de afstandsbediening)
te gebruiken om VIDEO/GAME te selecteren.
16
Du
OUT
PLAY
IN
REC
RL
AUDIO IN/OUT
Cassettedeck, enz.
• Sluit de analoge audio-uitgangen van het
bronapparaat aan op een van de AUDIO-ingangen.
Gebruik hiervoor een audiokabel voor stereo RCA/phonoaansluitingen.
• Als u een cassettedeck, MD-recorder en dergelijke
aansluit, sluit u de analoge audio-uitgangen (OUT)
aan op de analoge audio-ingangen van de recorder.
Opmerking
1• Microsoft, Windows Media® en het Windows-logo zijn merken of gedeponeerde merken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere
landen.
• Er kunnen geluidsproblemen optreden bij WMA9 Pro afhankelijk van het computersysteem. Houd er rekening mee dat WMA9 Pro 96 kHz-bronnen
worden gedownsampled naar 48 kHz.
Page 17
Het luidsprekersysteem installeren
U kunt optimaal profiteren van de surroundgeluidsfuncties van de receiver als u zowel voor-,
midden-, surround- en surround-achterluidsprekers
alsmede een subwoofer aansluit. Hoewel dat de ideale
configuratie is, kunt u ook andere configuraties met
minder luidsprekers gebruiken, bijvoorbeeld zonder
subwoofer of middenluidspreker of zelfs zonder
surround-luidsprekers. De minimale configuratie bestaat
uit de luidsprekers links- en rechtsvoor. De belangrijkste
surround-luidsprekers moeten altijd als paar worden
aangesloten, maar u kunt desgewenst slechts één surroundachterluidspreker aansluiten die moet worden aangesloten
op de linker-surround-achteraansluiting.
U kunt
luidsprekers met een nominale impedantie tussen 6 Ω en
16 Ω gebruiken (zie De luidsprekerimpedantie wijzigen op
bladzijde 59 als u van plan bent luidsprekers met een
impedantie van minder dan 8 Ω te gebruiken.
03
Subwoofer
LINE LEVEL
INPUT
VSX-2016AV
Linksvoor
Rechtsvoor
Midden
LET OP
Op deze
luidsprekeraansluitingen staat
een GEVAARLIJKE spanning.
Om een elektrische schok te
voorkomen bij het aansluiten
en losmaken van de
luidsprekerkabels, moet u de
stekker uit het stopcontact
halen voordat u niet
geïsoleerde onderdelen
aanraakt.
OPTICAL
DIGITAL
IN 1
OUT
COMPONENT VIDEO
1
IN
IN 2
OUT
HDMI
(
DVR/VCR2
COAXIAL
ASSIGNABLE
21
Y
(
DVR/
IN
)
VCR1
1
2
IN
(
)
TV/SAT
IN
2
Y
3
IN
(CD)
ASSIGNABLE
31
CONTROL
iPod
OUT
IN
IN
ININ IN INININOUTOUTOUT
AUDIO
L
1
IN
(
)
DVD/LD
R
2
IN
)
CD-R/TAPE/MD DVD/LD
CD
ANTENNA
S-VIDEO
P
P
P
Y
P
B
P
B
VIDEO
P
B
R
R
ASSIGNABLE
IN INININ MONITOR
Y
TV/SAT
R
P
P
B
R
31
OUTOUT
DVR/VCR1 DVR/VCR2
AM LOOP
PRE OUT
CENTER
LLL
OUT
IN3
SUB
RR
FRONT
WOOFER
OUT
LL
R
FRONT
MULTI CH IN
SURROUND
CENTER
SUB
WOOFER
(
Single
SURROUND
BACK
SURROUND
)
R
R R
SURROUND
BACK
L
SPEAKERS
FRONTCENTER
A
RL
SURROUND BACK /
SURROUND
RL
R
B
SEE INSTRUCTION MANUAL
SELECTABLE
(
)
L
Single
Surroundlinks
Surround-
linksachter
De luidsprekers aansluiten
Elke luidsprekeraansluiting op de receiver bestaat uit een
positieve (+) en een negatieve (–) aansluiting. Controleer
of deze overeenkomen met de aansluitingen op de
luidsprekers.
Surround-
rechts
Surround-
rechtsachter
Waarschuwing
• Zorg dat de ontblote draaduiteinden van de
luidsprekerkabel stevig in elkaar zijn gedraaid en
volledig in de luidsprekeraansluiting steken. Als een
gedeelte van de ontblote draaduiteinden van de
luidspreker contact maakt met het achterpaneel, kan
de stroomvoorziening worden afgesloten als
beveiliging.
17
Du
Page 18
03
Aansluitingen met ontblote draad
Zorg ervoor dat de luidsprekerkabel die u gaat gebruiken
goed is voorbereid. Dit wil zeggen dat u ongeveer 10 mm
van de isolatie van elke draad moet verwijderen en de
ontblote draaduiteinden in elkaar moet draaien (afb. A).
Schroef de aansluiting ver genoeg los om de blote draad
te kunnen insteken en de luidspreker aan te sluiten (afb. B). Nadat de draad is ingestoken, draait u de aansluiting
weer vast totdat de draad goed vastzit (afb. C).
afb. Aafb. Bafb. C
10 mm
Belangrijk
• Raadpleeg de handleiding bij de luidsprekers voor
meer informatie over het aansluiten van het andere
uiteinde van de luidsprekerkabels op de luidsprekers.
• Andere aansluitingen op bladzijde 49 bevat een
gedetailleerde beschrijving van alternatieve
luidsprekeropstellingen, bijvoorbeeld met gebruik
van luidsprekersysteem B (bladzijde 51), dubbele
versterking (bladzijde 52) en dubbele bedrading
(bladzijde 53).
• Voor een subwoofer met THX-waarmerk gebruikt u de
THX INPUT-aansluiting op de subwoofer (als de
subwoofer daarover beschikt) of schakelt u het filter
op de subwoofer in de stand THX.
De luidsprekers opstellen
De plaats van de luidsprekers in de ruimte heeft een
groot effect op de geluidskwaliteit. De volgende
richtlijnen helpen u het beste geluid uit het systeem te
krijgen.
• U kunt de subwoofer op de grond zetten. In het ideale
geval bevinden de andere luidsprekers zich ongeveer
op oorhoogte wanneer u luistert. Het wordt niet
aanbevolen de luidsprekers op de grond te zetten
(behalve de subwoofer) of hoog aan de muur te
bevestigen.
• U krijgt het beste stereo-effect als u de
voorluidsprekers 2 meter tot 3 meter uit elkaar zet op
gelijke afstand van de TV.
• Wanneer u luidsprekers dicht bij de TV plaatst, is het
raadzaam magnetisch afgeschermde luidsprekers te
gebruiken. Dit voorkomt mogelijke storingen, zoals
verkleuring van het beeld, wanneer u de TV aanzet.
Als u geen magnetisch afgeschermde luidsprekers
hebt en het TV-beeld verkleurt, plaatst u de
luidsprekers verder weg van de TV.
• Als u een middenluidspreker gebruikt, stelt u de
voorluidsprekers iets schuiner op. Zo niet, dan plaatst
u ze minder schuin.
• Plaats de middenluidspreker boven of onder de TV
zodat het geluid van het middenkanaal zich bij het TVscherm bevindt. Zorg er ook voor dat de
middenluidspreker de lijn die wordt gevormd door de
voorste randen van de luidsprekers links en rechts
voor niet snijdt.
• De luidsprekers worden het beste schuin in de
richting van de luisterpositie geplaatst. Hoe schuin
hangt af van de afmetingen van de ruimte. Plaats ze
minder schuin in grotere ruimten.
• Surround- en surround-achterluidsprekers moeten
60 cm tot 90 cm boven oorhoogte en lichtjes
neerwaarts gekanteld worden opgesteld. Plaats de
luidsprekers niet naar elkaar toe. Voor DVD-audio
moeten de luidsprekers directer achter de luisteraar
staan dan voor thuistheaterweergave.
• Probeer de surround-luidsprekers niet verder van de
luisterpositie te plaatsen dan de voor- en
middenluidsprekers. Dit kan het surroundgeluidseffect verminderen.
• Stel de luidsprekers op zoals hieronder getoond voor
een optimaal surround-geluid. Zorg ervoor dat alle
luidsprekers stevig opgesteld staan om ongevallen te
voorkomen en om de geluidskwaliteit te verbeteren.
LinksvoorRechtsvoor
Surround-linksSurround-rechts
Surround-linksachterSurround-rechtsachter
Eén surround-achterluidspreker
Midden
Subwoofer
Luisterpositie
Waarschuwing
• Controleer of alle luidsprekers stevig staan of zijn
bevestigd. Dit geeft niet alleen een betere
geluidskwaliteit, maar verkleint ook de kans op
schade of letsel als gevolg van luidsprekers die
worden omgestoten of die vallen bij aardschokken.
18
Du
Page 19
De afbeeldingen hieronder tonen de aanbevolen
opstelling van de surround- en surroundachterluidsprekers. De eerste afbeelding (afb. A) toont de
beste opstelling wanneer één (of geen) surroundachterluidspreker is aangesloten. De tweede afbeelding
(afb. B) laat zien wat de beste opstelling is wanneer u
twee surround-achterluidsprekers gebruikt.
º
90º tot 120
SL
SL
SR
SR
Antennes aansluiten
Sluit de AM-raamantenne en de FM-draadantenne aan
zoals hieronder is afgebeeld. Voor een betere ontvangst
en optimale geluidskwaliteit moet u buitenantennes
aansluiten (zie Buitenantennes aansluiten hieronder).
03
º
0º tot 60
SL
SB
afb. Aafb. B
SR
SBL
SBL
SBR
SBR
• Als u twee surround-achterluidsprekers hebt, raadt
THX u aan deze bij elkaar en op dezelfde afstand van
de luisterpositie te plaatsen (zie hieronder).
Opstelling van een THX-luidsprekersysteem
Als u een compleet THX-luidsprekersysteem hebt, plaatst
u de luidsprekers zoals in de onderstaande afbeelding.
Houd er rekening mee dat het geluid van de surround-
luidsprekers ( geeft luidsprekers aan met bi-polaire
uitstraling) parallel aan de luisteraar moet zijn gericht.
L
SL
Surround
• Als u twee surround-achterluidsprekers hebt, raadt
THX u aan deze bij elkaar en op dezelfde afstand van
de luisterpositie te plaatsen voor de volgende THXfuncties: THX Select2 CINEMA, THX MUSICMODE
en THX GAMES MODE.
Zie ook THX-audio-instelling op bladzijde 48 voor de
instellingen die u de beste geluidservaring geven
wanneer u gebruikmaakt van de Home THX-functies (op
bladzijde 27).
CR
SR
Surround
SBL SBR
Surround achter
3
ANTENNA
5
FM UNBAL 75 Ω
AM LOOP
1
4
2
1 Verwijder de isolatie van beide draden van de AMantenne.
2 Duw de lipjes open, steek een draad volledig in elke
aansluiting en laat de lipjes los om de AMantennedraden vast te zetten.
3 Bevestig de AM-raamantenne aan de standaard.
Om de standaard aan de antenne vast te maken, buigt u
deze in de richting aangegeven door de pijl (afb. a) en
klemt dan de antenne in de standaard (afb. b).
• Als u de AM-antenne aan een muur of ander
oppervlak wilt monteren, moet u de standaard met
schroeven aan het oppervlak vastmaken (afb. c)
voordat u de antenne in de standaard vastklemt. Zorg
dat er een goede ontvangst is.
4 Zet de AM-antenne op een vlakke ondergrond en
draai deze in de richting die de beste ontvangst geeft.
5 Sluit de FM-draadantenne op dezelfde manier aan
als de AM-raamantenne.
U krijgt de beste resultaten als u de FM-antenne
helemaal uitstrekt en vastmaakt aan een muur of
deurpost. Laat de antenne niet losjes of opgevouwen
hangen.
19
Du
Page 20
03
Buitenantennes aansluiten
U kunt de FM-ontvangst verbeteren als u een
FM-buitenantenne aansluit op de aansluiting
FM UNBAL 75 Ω.
75 Ω coaxiale kabel
ANTENNA
FM UNBAL 75 Ω
Als u de AM-ontvangst wilt verbeteren, sluit u een met
vinyl beklede draad van 5 tot 6 meter aan op de
aansluitingen AM LOOP zonder de bijgeleverde AMraamantenne los te koppelen.
U krijgt de beste ontvangst wanneer u de kabel buiten
horizontaal ophangt.
Buitenantenne
ANTENNA
FM UNBAL 75 Ω
AM LOOP
AM LOOP
Binnenantenne
(met vinyl
beklede draad)
5 m tot 6 m
De
receiver
aansluiten op het
stopcontact
Steek de stekker pas in het stopcontact als u alle andere
apparaten, waaronder de luidsprekers, hebt aangesloten
op de receiver.
Waarschuwing
• Houd het netsnoer bij de stekker vast. Trek de stekker
niet uit het stopcontact door aan het snoer te trekken
en raak het netsnoer nooit met natte handen aan. Dit
kan kortsluiting of een elektrische schok tot gevolg
hebben. Zorg ervoor dat u dit apparaat, een meubel of
een ander voorwerp niet op het netsnoer plaatst en
dat het netsnoer niet op een andere manier wordt
afgekneld. Maak geen knopen in het netsnoer en
bind het niet samen met andere kabels. Leid de
netsnoeren zodanig dat de kans klein is dat iemand
erop gaat staan. Een beschadigd netsnoer kan brand
of een elektrische schok veroorzaken. Controleer de
staat van het netsnoer regelmatig. Als u een
beschadiging vaststelt, neemt u contact op met een
onafhankelijke, door Pioneer erkende
onderhoudsdienst voor een nieuw netsnoer.
• Haal de stekker van dit apparaat uit het stopcontact
wanneer u het langere tijd niet gebruikt, bijvoorbeeld
wanneer u op vakantie gaat.
• Controleer of het blauwe STANDBY/ON-lampje uit
is voordat u de stekker uit het stopcontact haalt.
•Steek de stekker van het netsnoer in een
stopcontact.
20
Du
Page 21
Hoofdstuk 4:
Bedieningselementen en displays
Voorpaneel
04
172658
EON
MODE
MULTI JOG
SEARCH
PTY
STANDBY/ON
LISTENING
MODE
43
PHASE
CONTROL
S-VIDEO
CD-R/TAPE/MD
VIDEO/GAME
ENTER
DVD/LD
TV/SAT DVR/VCR1 DVR/VCR2 VIDEO/GAME CD
PHONES
SYSTEM
TONE
SETUP
MULTI JOG
TUNING/
STATION
TUNER
SPEAKERSRETURN
EDIT
12
182122201923
SYSTEM
SETUP
MULTI JOG
1
MULTI JOG
-knop
Gebruik de MULTI JOG-knop om de diverse instellingen
en menu-opties te selecteren.
2
STANDBY/ON
Hiermee zet u de receiver aan of stand-by. Het aan/standby-lampje brandt als de receiver aan staat.
3
EON MODE
Hiermee kunt u zoeken naar programma’s die
verkeersinformatie of nieuws uitzenden
(bladzijde 35).
PTY SEARCH
Hiermee kunt u zoeken naar RDS-programmatypes
(bladzijde 34).
4 LISTENING MODE
Gebruik deze knop met de MULTI JOG-knop om de
verschillende luisterfuncties te selecteren
(bladzijde 26).
5
PHASE CONTROL
-indicator
Dit lampje brandt wanneer fasecontrole is ingeschakeld
(bladzijde 10).
6 HDMI-indicator
Dit lampje knippert wanneer een met HDMI uitgerust
apparaat wordt aangesloten. Het brandt onafgebroken
TONE
TUNING/
STATION
TUNER
EDIT
SPEAKERSRETURN
7 Lettertekendisplay
Zie Display op bladzijde 23.
8 Sensor voor de afstandsbediening
Hier komen de signalen van de afstandsbediening
binnen (zie Bereik van de afstandsbediening op
bladzijde 22).
9 MCACC-indicator
Dit lampje brandt wanneer een van de voorgedefinieerde
MCACC-instellingen (bladzijde 28) is geselecteerd.
10 SIGNAL SELECT
Hiermee selecteert u een ingangssignaal
(bladzijde 29).
SBch PROCESSING – Hiermee kiest u de surroundachterkanaalfunctie (bladzijde 29) of de virtuele
surround-achterkanaalfunctie (bladzijde 29).
MULTI CH IN – Druk hierop om analoge ingangen
met meerdere kanalen te selecteren (bladzijde 51).
11
MASTER VOLUME
12
ENTER
13
PHONES
Sluit hierop een koptelefoon aan. Wanneer een
koptelefoon is aangesloten, wordt er geen geluid
weergegeven via de luidsprekers.
zodra het apparaat is aangesloten (bladzijde 50).
FM/AM
INPUT
91011
USBHDMI
iPod
USB
DIGITAL INAUDIO RLVIDEO
AUDIO/VIDEO MULTI- CHANNEL RECEIVER
SIGNAL
SELECT
MCACC
SETUP MIC
SB ch
PROCESSING
VSX-2016AV
MULTI CH
IN
MASTER
VOLUME
1615141713
-knop
-aansluiting
21
Du
Page 22
04
14 Ingangsbronknoppen
Gebruik deze knoppen om een ingangsbron te
selecteren.
15
VIDEO/GAME INPUT
Zie Een apparaat aansluiten op de ingangen op het
voorpaneel op bladzijde 16.
16
USB
-interface
Sluit hierop een USB-audioapparaat voor weergave aan
(zie De USB-aansluiting gebruiken op bladzijde 31).
17 MCACC SETUP MIC-aansluiting
Sluit hierop de bijgeleverde microfoon aan.
18
SYSTEM SETUP
Druk hierop om het menu System Setup te openen
(zie bladzijde 36).
19
RETURN
Druk hierop om te bevestigen en om het huidige
menuscherm te sluiten.
20
TONE
Druk op deze knop voor toegang tot de lagetonen- en
hogetonenregeling, die u vervolgens kunt instellen met
de MULTI JOG-knop (bladzijde 30).
21
TUNING/STATION
Gebruik deze knop om radiofrequenties te zoeken en
voorkeurzenders te selecteren (bladzijde 33).
22
TUNER EDIT
Gebruik deze knop samen met de MULTI JOG-knop om
voorkeurzenders op te slaan in het geheugen en deze een
naam te geven (bladzijde 33).
23
SPEAKERS
Hiermee kiest u een ander luidsprekersysteem
(bladzijde 52).
22
Du
Bereik van de afstandsbediening
Onder de volgende omstandigheden werkt de
afstandsbediening mogelijk niet goed:
• Er bevinden zich obstakels tussen de
afstandsbediening en de sensor van de
afstandsbediening op de receiver.
• Er valt direct zonlicht of tl-licht op de sensor van de
afstandsbediening.
• De receiver staat dicht bij een apparaat dat
infraroodstralen uitzendt.
• De receiver wordt tegelijkertijd met een andere
infrarood-afstandsbediening bediend.
30
30
DO
WN
DOWN
7 m
Page 23
Display
04
1
SIGNAL
SIGNAL
AUTO
HDMI
DIGITAL
ANALOG
STREAM
PRO LOGIC
2
ADV.SURROUND
THX
STEREO
AB
SP
14
-indicators
213765891011
2
: 6
SBR
DIGITAL
WMA9 Pro
DSD PCM
LCR
SL S SR
SBL SB
LFE
DIRECT
N
eo
STANDARD
SLEEP
DTS
96/24
4
VIDEO
OVER ATT
Deze branden om het momenteel geselecteerde
ingangssignaal aan te geven. AUTO brandt wanneer de
receiver zo is ingesteld dat het ingangssignaal
automatisch wordt geselecteerd (bladzijde 29).
2 Indicators van de programma-indeling
Deze veranderen naar gelang de kanalen die actief zijn in
digitale bronnen.
L – Linkervoorkanaal
C – Middenkanaal
R – Rechtervoorkanaal
SL – Linker-surround-kanaal
S – Surround-kanaal (mono)
SR – Rechter-surround-kanaal
SBL – Linker-surround-achterkanaal
SB – Surround-achterkanaal (mono)
SBR – Rechter-surround-achterkanaal
LFE – Kanaal voor lage frequentie-effecten (de ((( )))-indicators
branden wanneer een LFE-signaal binnenkomt)
3 Indicators van de digitale indeling
Deze lampjes branden wanneer een signaal dat is
gecodeerd met de bijbehorende indeling wordt
aangetroffen (DSDPCM brandt tijdens omzetting van
DSD (directe digitale stroom) naar PCM met SACD’s).
4
OVER
/
ATT
OVER brandt om aan te geven dat het niveau van een
analoge bron te hoog is. ATT brandt wanneer u de
verzwakker (ANALOG ATT) gebruikt om het te verlagen.
5
VIDEO CONV.
Dit lampje brandt wanneer digitale video-omzetting is
ingeschakeld (bladzijde 57).
6V.SB
Dit lampje brandt wanneer de virtuele surroundachterkanaalfunctie actief is
(bladzijde 29)
.
7 Geluidsverwerkingsindicators
Deze branden naar gelang de actieve AV-parameter(s)
(bladzijde 57).
8
TUNER
-indicators
TUNED – Brandt wanneer een uitzending wordt
ontvangen.
STEREO – Brandt tijdens de ontvangst van een stereo
FM-uitzending in de automatische stereofunctie.
MONO – Brandt wanneer de monofunctie wordt
ingesteld met de MPX-knop.
CONV. V.SB DNR
DIALOGUE LOUDNESS
Hi-bit/sampling
MIDNIGHT TUNED
TONE
171312151816
STEREO
MONO
RDS
EON
HDMI
]
[
[
]
1
2
dB
SR+
9EON / RDS-indicators
EON – Licht op wanneer de EON-functie is ingesteld
(knipppert tijdens EON-ontvangst). De indicator
licht op wanneer de huidige zender de EON-service
aanbiedt (bladzijde 35).
RDS – Licht op wanneer een RDS-uitzending wordt
ontvangen (bladzijde 34).
10 Hoofdvolumeniveau
11 HDMI-verbindingindicators
Branden om aan te geven dat de HDMI-ingang
momenteel is geselecteerd.
12
STREAM DIRECT
Brandt wanneer Direct / Zuiver direct is geselecteerd
(bladzijde 28).
13 Luidsprekerindicators
Geven het momenteel gebruikte luidsprekersysteem aan,
A
en/of B (bladzijde 52)
.
14 Luisterfunctie-indicators
THX – Brandt wanneer een Home THX-functie is
geselecteerd.
ADV. SURROUND – Brandt wanneer een Advanced
Surround-functie is geselecteerd.
STEREO – Dit lampje brandt wanneer Isophase is
ingeschakeld (zie Luisteren in stereo op bladzijde 28).
STANDARD – Brandt wanneer een Standard
Surround-functie is ingeschakeld (zie Luisteren in surround-geluid op bladzijde 26).
15
SLEEP
Brandt wanneer de receiver in de slaapstand staat
(bladzijde 58).
16 Indicators van matrix-decoderingsindelingen
2PRO LOGIC IIx – Dit lampje brandt om aan te
geven dat 2Pro Logic II- / 2Pro Logic IIxdecodering wordt gebruikt (bladzijde 26).
Neo:6 – Wanneer een van de Neo:6-functies van de
receiver is ingeschakeld, brandt dit lampje om de
Neo:6-verwerking aan te geven (bladzijde 26).
17 Lettertekendisplay
Hierop worden diverse systeemgegevens weergegeven.
18
SR+
Dit lampje brandt wanneer de SR+-functie is
ingeschakeld (bladzijde 54).
23
Du
Page 24
04
24
Du
Afstandsbediening
INPUT
RECEIVER
1
SELECT
2
TVDVR1
DVD
CD-R/TAPE
3
iPod
SLEEP
SR+
4
5
6
7
8
9
10
11
DIALOG E
D.ACCESS
+10
AV PARAMETERCH LEVEL
TOP MENU
STST
SETUP
PTY SEARCH
GUIDE
TV CONTROL
INPUT
TV VOL
SELECT
A
EON
MPX
B
AUDIO
SUBTITLE
DISP
SIGNAL SEL
STATUS
MULTI OPE
SHIFT
PHASE
RECEIVER
De afstandsbediening heeft een handige kleurcodering per
apparaat (druk op de knop voor de bijbehorende
ingangsbron):
• Groen – bediening van de receiver (zie hieronder)
Hiermee selecteert u de ingangsbron (gebruik SHIFT
voor INPUT SELECT ).
SYSTEM OFF
SOURCE
DVR 2CD
TV CTRL
USBHDMI2
RECEIVER
TUNERHDMI1
VIDEO
SEL
DIMMER
S.RETRIEVER
CLASS
ENTER
TUNE
ENTER
TUNE
BAND
TV CH
REC
MUTE
REC STOP JUKEBOX
CDE
HDD
CH
CH
STEREO
SBch
THX
STANDARD
ADV.SURR
MCACC
S.DIRECT
VOL
DVD
ANALOG
MIDNIGHT/
LOUDNESS
MENU
T.EDIT
RETURN
12
13
14
ATT
DISC
15
16
17
18
3 Ingangsbronknoppen
Druk hierop om de bediening van andere apparaten te
selecteren (zie De rest van het systeem bedienen op
bladzijde 61).
4 Cijfertoetsen en andere bedieningselementen voor
receiver/apparaten
Gebruik de cijfertoetsen om rechtstreeks een
radiofrequentie (bladzijde 33) of een track op een CD,
DVD en dergelijke te kiezen.
DISC (ENTER) kan worden gebruikt om opdrachten voor
een TV of DTV in te voeren en om een CD te kiezen in een
CD-speler met meerdere CD’s.
Druk eerst op RECEIVER om deze functie te gebruiken:
SLEEP – Hiermee zet u de receiver in de slaapstand
en stelt u de tijd in voordat de receiver overschakelt
naar slaapstand (bladzijde 58).
VIDEO SEL – Druk verschillende malen op deze knop
om de videobron te selecteren (bladzijde 58).
ANALOG ATT – Verzwakt (verlaagt) het niveau van
een analoog ingangssignaal om vervorming te
voorkomen (bladzijde 58).
SR+ – Hiermee schakelt u de functie SR+ in of uit
(bladzijde 54).
DIMMER – Hiermee verlaagt of verhoogt u de
helderheid van het display (bladzijde 59).
MIDNIGHT/LOUDNESS – Gebruik Midnight bij het
luisteren naar filmgeluid met laag volume. Gebruik
Loudness bij het versterken van de lage en hoge
tonen bij laag volume (bladzijde 30).
DIALOG E – Hiermee kunt u de dialoog op de
voorgrond halen bij het kijken naar een TVprogramma of een speelfilm (bladzijde 30).
S. RETRIEVER – Druk hierop om weer CD-kwaliteit
geluid te verkrijgen bij gecomprimeerde
audiobronnen (bladzijde 30).
Druk eerst op TUNER om deze functie te gebruiken:
D.ACCESS – Na het indrukken van deze knop kunt u
een radiozender rechtstreeks kiezen met de
cijfertoetsen (bladzijde 33).
CLASS – Hiermee schakelt u tussen de drie klassen
met voorkeurzenders (bladzijde 33).
5 Tuner-/apparaatbedieningsknoppen/
SETUP
Deze bedieningsknoppen zijn beschikbaar na het
selecteren van de overeenkomstige ingangsbronknop
(DVD, DVR1, TV, enz.). De tunerbedieningselementen
BAND, T.EDIT en PTY SEARCH worden besproken vanaf
bladzijde 33. Druk eerst op RECEIVER om de volgende
bedieningselementen te gebruiken:
AV PARAMETER – Hiermee krijgt u toegang tot AVopties (bladzijde 57).
SETUP – Hiermee opent u het menu System Setup
(zie bladzijde 36).
CH LEVEL – Druk verschillende malen op deze knop
om een kanaal te kiezen en pas vervolgens het niveau
aan met / (bladzijde 47).
RETURN – Druk hierop om te bevestigen en om het
huidige menuscherm te sluiten. (Deze knop wordt
ook gebruikt om terug te keren naar het vorige menu
bij DVD’s of om closed captioning te kiezen bij DTV.)
Page 25
6
Gebruik de pijltoetsen wanneer u het surroundgeluidssysteem (bladzijde 36) en de AV-opties
(bladzijde 57) instelt. Deze knop wordt ook gebruikt om
DVD-menu’s/opties te kiezen en voor de bediening van
deck 1 van een dubbel cassettedeck. Gebruik de TUNE
/-knoppen om te zoeken naar radiofrequenties en ST
/ om te zoeken naar voorkeurzenders (bladzijde 33).
7 TV CONTROL-knoppen
Deze knoppen zijn gereserveerd voor de bediening van de
TV die is toegewezen aan de knop TV CTRL. Als u slechts
één TV op dit systeem hebt aangesloten, wijst u deze toe
aan de ingangsbrontoets TV CTRL. Als u twee TV’s hebt,
wijst u de hoofd-TV toe aan de knop TV CTRL (zie
bladzijde 61 voor meer informatie).
TV – Hiermee zet u de TV aan of uit.
TV VOL +/– – Hiermee regelt u het volume van de TV.
INPUT SELECT – Hiermee selecteert u het
ingangssignaal van de TV.
TV CH +/– – Hiermee selecteert u kanalen.
8 Apparaatbedieningsknoppen
De hoofdknoppen (, enz.) worden gebruikt voor de
bediening van een apparaat nadat u het hebt gekozen
met de knoppen voor ingangsbronnen.
De bedieningsfuncties boven deze knoppen zijn beschikbaar na het
selecteren van de overeenkomstige ingangsbronknop (bijvoorbeeld
DVD, DVR1
gebruiken wanneer u luistert naar de ingebouwde tuner:
MPX – Hiermee schakelt u tussen stereo- en monoontvangst van FM-uitzendingen. Als het signaal zwak
is, kunt u de geluidskwaliteit verbeteren door over te
schakelen naar mono (bladzijde 33).
DISP – Hiermee schakelt u tussen voorkeurzenders
met een naam en radiofrequenties (bladzijde 34).
Deze knop wordt tevens gebruikt voor weergave van
RDS-informatie (bladzijde 34).
EON –
verkeersinformatie of nieuws uitzenden
9
STATUS
Druk hierop om de geselecteerde receiverinstellingen te
controleren (bladzijde 59).
10
MULTI OPE
Gebruik deze knop om meerdere bewerkingen uit te
voeren (bladzijde 63).
11
SHIFT
Druk op deze knop als u de bedieningselementen in de
witte vakken wilt gebruiken (bijvoorbeeld INPUT SELECT
), of als u de momenteel geselecteerde ingangsbron
wilt weergeven op het display van de afstandsbediening.
12
SOURCE
Hiermee zet u apparaten die zijn aangesloten op de
receiver aan en uit (zie
13 Lettertekendisplay (LCD)
Op dit display ziet u informatie wanneer
bedieningssignalen worden verstuurd.
De volgende opdrachten worden getoond wanneer u de
afstandsbediening instelt voor de bediening van andere apparaten
De rest van het systeem bedienen
(zie
(TUNE/ST) /
of TV). U kunt de volgende bedieningselementen
Hiermee kunt u zoeken naar programma’s die
ENTER
bladzijde 61
(bladzijde 35)
voor meer informatie).
op bladzijde 61):
.
SETUP – Geeft de instelfunctie aan, waarin u de
onderstaande opties kunt kiezen.
LEARNING – Zie Signalen van andere
afstandsbedieningen programmeren op bladzijde 61.
MULTI OP – Zie De functies Multi Operation en
System Off op bladzijde 63.
SYS OFF – Zie De functies Multi Operation en System
Off op bladzijde 63.
DIRECT F – Zie Directe functie op bladzijde 63.
RENAME – Zie Namen van ingangsbronnen wijzigen
op bladzijde 63.
ERASE – Zie Een van de knopinstellingen van de
afstandsbediening wissen op bladzijde 62.
RESET – Zie De vooraf ingestelde instellingen van de
afstandsbediening herstellen op bladzijde 62.
READ ID – Zie Vooraf ingestelde codes controleren op
bladzijde 62.
14 RECEIVER
Hiermee stelt u de afstandsbediening in voor bediening
van de receiver. (Deze knop wordt gebruikt om de groene
opdrachten boven de cijfertoetsen (ANALOG ATT enz.)
te selecteren.) Gebruik deze knop ook om het surroundgeluid in te stellen (bladzijde 8, bladzijde 36).
15 VOL +/–
Hiermee stelt u het luistervolume in.
16 MUTE
Hiermee dempt u het geluid of herstelt u het
oorspronkelijke geluidsniveau nadat het geluid is
gedempt (door het regelen van het volume wordt het
geluidsniveau eveneens hersteld).
17 Bedieningselementen voor de receiver
SIGNAL SEL – Hiermee kiest u een ingangssignaal
(bladzijde 29).
SBch – Hiermee selecteert u de surround/virtuele
achterkanaalfunctie (bladzijde 29).
STEREO – Hiermee schakelt u tussen directe
weergave en stereoweergave. Bij directe weergave
worden de toonregelingen en elke andere
signaalverwerking genegeerd. Dit geeft de meest
nauwkeurige bronweergave (bladzijde 28).
THX – Druk hierop om een Home THX-luisterfunctie
te selecteren (bladzijde 27).
STANDARD – Druk hierop voor
standaarddecodering en om te schakelen tussen de
verschillende opties voor 2Pro Logic IIx en Neo:6
(bladzijde 26).
ADV.SURR – Hiermee schakelt u tussen de
verschillende surround-functies (bladzijde 27).
18
PHASE – Druk op deze knop om fasecontrole aan of
uit te zetten (bladzijde 10).
MCACC – D ruk op d eze kn op om te sch akelen tussen
voorgedefinieerde MCACC-instellingen
(bladzijde 28).
S.DIRECT – Druk op deze knop om de luisterfunctie
Automatische surround (bladzijde 26) of Directe
stroom (bladzijde 28) te selecteren.
04
25
Du
Page 26
05
Hoofdstuk 5:
Luisteren naar het systeem
Belangrijk
• De luisterfuncties en veel andere functies die worden
beschreven in dit gedeelte zijn mogelijk niet
beschikbaar. Dit is afhankelijk van de huidige bron,
de instellingen en de status van de receiver. Zie
Luisterfuncties met verschillende
ingangssignaalindelingen op bladzijde 75 voor meer
informatie.
Tip
• De hierna beschreven luisterfuncties kunnen ook
geselecteerd worden met de bedieningsorganen op
het voorpaneel. Druk eenvoudigweg enkele malen op
LISTENING MODE voor toegang tot de gewenste
modus en gebruik dan de MULTI JOG-knop om een
bepaalde luisterfunctie te selecteren (na vijf
seconden wordt de functie automatisch ingesteld).
Automatisch afspelen
Er zijn vele manieren om naar bronnen te luisteren met
deze receiver, maar de eenvoudigste, meest directe
manier is de automatische surround-functie. Het type
bron dat u afspeelt wordt automatisch herkend en op
basis hiervan wordt stereoweergave of weergave via
meerdere kanalen geselecteerd.
STATUS
MULTI OPE
SHIFT
• Druk tijdens het luisteren naar een bron op
S.DIRECT2 om een bron automatisch af te spelen.
AUTO SURROUND verschijnt kortstondig op het display,
waarna de decoderings- of weergave-indeling wordt
getoond. Aan de hand van de indicators van de digitale
indeling op het display op het voorpaneel kunt u zien hoe
de bron wordt verwerkt.
SIGNAL SEL
THX
PHASE
RECEIVER
SBch
STANDARD
MCACC
1
STEREO
ADV.SURR
S.DIRECT
Luisteren in surround-geluid
Met deze receiver kunt u elke bron beluisteren in
surround-geluid. De beschikbare opties hangen echter af
van de luidsprekeropstelling en het type bron dat u
beluistert.
Zie ook Surround-achterkanaalverwerking gebruiken op
bladzijde 29 als u surround-achterluidsprekers hebt
aangesloten.
Standaard-surround-geluid
De volgende functies leveren standaard-surround-geluid
voor stereobronnen en bronnen met meerdere kanalen.
STEREO
SBch
SIGNAL SEL
STATUS
MULTI OPE
THX
STANDARD
ADV.SURR
SHIFT
PHASE
MCACC
S.DIRECT
RECEIVER
•Druk tijdens het luisteren naar een bron op
STANDARD
Druk indien nodig meerdere keren om een luisterfunctie
te selecteren.
• Als de bron gecodeerd is met Dolby Digital, DTS of
Dolby Surround, wordt automatisch de juiste
decoderingsindeling gekozen en getoond op het
display.
Bij bronnen met twee kanalen hebt u de keuze uit:
• 2 Pro Logic IIx MOVIE – Geeft tot 7.1kanaalsgeluid, vooral geschikt voor filmbronnen
• 2 Pro Logic IIx MUSIC – Geeft tot 7.1-kanaalsgeluid,
vooral geschikt voor muziekbronnen
• 2 Pro Logic IIx GAME – Geeft tot 7.1-kanaalsgeluid,
vooral geschikt voor videospelletjes
• 2 PRO LOGIC – Geeft 4.1-kanaals-surround-geluid
(het geluid van de surround-luidsprekers is mono)
• Neo:6 CINEMA – Geeft 6.1-kanaalsgeluid, vooral
geschikt voor filmbronnen
• Neo:6 MUSIC – 6.1-kanaals geluid, vooral geschikt
voor muziekbronnen
Bij bronnen met meerdere kanalen, als u (een) surroundachterluidspreker(s) hebt aangesloten en SBch ON hebt
geselecteerd, hebt u de keuze uit (overeenkomstig de
indeling):
.
4
5
6
3
26
Du
Opmerking
1 • Stereo-surround-indelingen (matrix) worden als zodanig gedecodeerd met Neo:6 CINEMA of 2 Pro Logic IIx MOVIE (zie Luisteren in surround-geluid
hierboven voor meer informatie over deze decoderingsindelingen).
• De automatische surround-functie wordt geannuleerd als u een koptelefoon aansluit of de analoge ingangen met meerdere kanalen selecteert.
2 Zie Directe stroom gebruiken op bladzijde 28 voor meer opties bij gebruik van deze knop.
3 Bij functies die 6.1-kanaalsgeluid weergeven, is hetzelfde signaal hoorbaar uit beide surround-achterluidsprekers.
4 Als verwerking van het surround-achterkanaal (bladzijde 29) is ingesteld op OFF of als de surround-achterluidsprekers zijn ingesteld op NO (dit gebeurt
automatisch als de De surround-achterluidspreker instellen op bladzijde 38 is ingesteld op een andere stand dan Normal (SB)), wordt 2 Pro Logic IIx 2 Pro Logic II (5.1-kanaalsgeluid).
5 Wanneer u luistert naar bronnen met 2 kanalen met de Dolby Pro Logic IIx Music-functie, zijn er drie extra parameters die u kunt instellen: Breedte
middenkanaal, Diepte en Panorama. Zie De AV-opties instellen op bladzijde 57 om deze in te stellen.
6 Wanneer u luistert naar bronnen met 2 kanalen in de Neo:6 Music-functie, kunt u het middenbeeld aanpassen (zie De AV-opties inst ellen op bladzijde 57).
Page 27
• 2Pro Logic IIx MOVIE – Zie hierboven (alleen
beschikbaar wanneer u twee surroundachterluidsprekers gebruikt)
• 2Pro Logic IIx MUSIC – Zie hierboven
• Dolby Digital EX – Geeft surroundachterkanaalgeluid voor 5.1-kanaalsbronnen en biedt
zuivere decodering voor 6.1-kanaalsbronnen (zoals
Dolby Digital Surround EX)
• DTS-ES – Hiermee kunt u DTS-ES-bronnen
beluisteren via 6.1 kanalen
• DTS Neo:6 – Hiermee kunt u DTS-bronnen
beluisteren via 6.1 kanalen
De Home THX-functies gebruiken
THX en Home THX zijn technische normen voor
bioscoop- en thuistheatergeluid die zijn vastgelegd door
THX Ltd. Home THX is ontworpen om het geluid van een
thuistheatersysteem meer te doen klinken als
bioscoopgeluid.
Er zijn verschillende THX-opties beschikbaar, afhankelijk
van de bron en de instelling voor de verwerking van het
surround-achterkanaal (zie Surround-achterkanaalverwerking gebruiken op bladzijde 29 voor
meer informatie).
STEREO
SBch
SIGNAL SEL
STATUS
MULTI OPE
THX
STANDARD
ADV.SURR
SHIFT
PHASE
MCACC
S.DIRECT
RECEIVER
• Druk op
selecteren.
Bij bronnen met twee kanalen drukt u verschillende keren
op THX om een matrix-decoderingsproces te kiezen voor
de THX CINEMA-functie (zie Luisteren in surround-geluid
hierboven voor een beschrijving van elk proces):
• 2Pro Logic IIx MOVIE+THX
• 2PRO LOGIC+THX
• Neo:6 CINEMA+THX
• THX GAMES MODE
Bij bronnen met meerdere kanalen drukt u verschillende
keren op THX
• THX CINEMA – Geeft geluid van bioscoopkwaliteit uit
het thuistheatersysteem met gebruikmaking van alle
luidsprekers in de opstelling
• 2Pro Logic IIx MOVIE+THX – Vooral geschikt voor
filmbronnen. Met deze instelling kunt 5.1kanaalsbronnen beluisteren via 7.1 kanalen
• THX Surround EX – Hiermee kunt u 5.1-kanaals
bronnen beluisteren via 6.1 of 7.1 kanalen
THX (HOME THX
1
(
HOME THX) om te kiezen uit:
) om een luisterfunctie te
2
• THX Select2 CINEMA – Hiermee kunt u 5.1-kanaals
bronnen beluisteren via 7.1 kanalen
• THX MUSICMODE – Hiermee kunt u 5.1-kanaals
bronnen beluisteren via 7.1 kanalen
• THX GAMES MODE – Hiermee kunt u de uitvoer van
een videospelletjesconsole beluisteren via 7.1
kanalen
De geavanceerde surround-effecten
gebruiken
Met de geavanceerde surround-effecten kunnen diverse
extra surround-geluidseffecten worden verkregen. De
meeste Advanced Surround-functies zijn bedoeld voor
het beluisteren van filmgeluid, maar sommige zijn ook
geschikt voor muziekbronnen. Probeer verschillende
instellingen uit met diverse geluidsopnamen om te zien
welke instelling u het meest bevalt.
STEREO
SBch
SIGNAL SEL
STATUS
MULTI OPE
THX
STANDARD
ADV.SURR
SHIFT
PHASE
MCACC
S.DIRECT
RECEIVER
• Druk verschillende malen op
luisterfunctie te selecteren.
• ACTION – Deze functie is speciaal bedoeld voor
actiefilms met dynamisch geluid
• SCI-FI – Deze functie is speciaal bedoeld voor science
fiction met veel speciale effecten
• DRAMA – Deze functie is speciaal bedoeld voor films
met veel gesproken tekst
• MUSICAL – Geeft geluid zoals in een concertzaal voor
musicals
• MONOFILM – Geeft surround-geluid van
monogeluid
• 7-D THEATER – Geeft een extra breed stereoveld
• CLASSICAL – Geeft geluid zoals in een grote
concertzaal
• CHAMBER – Geeft een ruimte met veel galm
• JAZZ – Geeft geluid zoals in een kleine jazz-club
• ROCK – Geeft geluid zoals tijdens een live popconcert
• DANCE – Deze functie is speciaal bedoeld voor
muziek met veel bastonen
• 7ch STEREO – Geeft meerkanaals geluid bij een
stereobron, met gebruik van alle luidsprekers.
• ADV.VIR. SURR. – Geeft een virtueel surround-effect
met gebruik van enkel de subwoofer en de
voorluidsprekers.
• PhonesSurround – Geeft een volwaardig surroundgeluid wanneer u met een koptelefoon luistert.
3
ADV.SURR
om een
05
Opmerking
1 U kunt de THX-functies niet gebruiken als u een koptelefoon hebt aangesloten.
2 Als u slechts één surround-achterluidspreker hebt aangesloten, zijn 2 Pro Logic IIx MOVIE+THX, THX Select2 CINEMA, THX MUSICMODE en
THX GAMES MODE niet beschikbaar.
3 • Afhankelijk van de bron en de geluidsfunctie die u hebt gekozen, is het mogelijk dat u geen geluid hoort uit de surround-achterluidsprekers van het
systeem. Zie Surround-achterkanaalverwerking gebruiken op bladzijde 29 voor meer informatie.
• Als u op ADV.SURR drukt terwijl de koptelefoon is aangesloten, wordt automatisch de functie PhonesSurround geselecteerd.
27
Du
Page 28
05
Tip
• Wanneer u een Advanced Surround-luisterfunctie
selecteert (uitgezonderd ADV.VIR. SURR.), kunt u
het effectniveau aanpassen met de parameter
EFFECT in De AV-opties instellen op bladzijde 57.
Luisteren in stereo
Wanneer u STEREO selecteert, hoort u de bron alleen via
de linker- en rechtervoorluidsprekers (en soms ook via de
subwoofer, afhankelijk van de luidsprekerinstellingen).
Dolby Digital-, DTS- en WMA9 Pro-bronnen met
meerdere kanalen worden teruggebracht tot stereo.
STEREO
SBch
SIGNAL SEL
STATUS
MULTI OPE
THX
STANDARD
ADV.SURR
SHIFT
PHASE
MCACC
S.DIRECT
• PURE DIRECT – Analoge bronnen worden
weergegeven zonder enige digitale verwerking. Er
komt geen geluid uit de tweede zone bij deze functie.
Voorgedefinieerde MCACC-instellingen
selecteren
• Standaardinstelling: MEMORY 1
Als u het systeem hebt gekalibreerd voor verschillende
luisterposities
voor optimale weergave van de bron die u beluistert en de
luisterpositie (bijvoorbeeld als u naar een film kijkt vanaf
de bank of een videospelletje speelt vlak voor de TV).
1
, kunt u schakelen tussen de instellingen
STEREO
SBch
SIGNAL SEL
STATUS
MULTI OPE
THX
STANDARD
ADV.SURR
SHIFT
PHASE
MCACC
S.DIRECT
RECEIVER
• Druk tijdens het luisteren naar een bron op
STEREO
voor stereoweergave.
Directe stroom gebruiken
Gebruik de Directe stroom-functies wanneer u de meest
waarheidsgetrouwe reproductie van een bron wilt
beluisteren. Alle onnodige signaalverwerking wordt
overgeslagen en u hoort de pure analoge of digitale
geluidsbron (zie Directe stroom met verschillende ingangssignaalindelingen op bladzijde 77).
STEREO
SBch
STATUS
SIGNAL SEL
MULTI OPE
THX
STANDARD
ADV.SURR
SHIFT
PHASE
MCACC
S.DIRECT
RECEIVER
1 Druk tijdens het luisteren naar een bron op
S.DIRECT
gewenste functie te selecteren.
Aan de hand van de indicators van de digitale indeling op
het display op het voorpaneel kunt u zien hoe de bron
wordt verwerkt.
(
AUTO SURR/STREAM DIRECT) om de
• AUTO SURROUND – Zie Automatisch afspelen op
bladzijde 26.
• DIRECT – U hoort bronnen volgens de Surroundinstellingen die u hebt gemaakt
(luidsprekerinstellingen, kanaalniveau,
luidsprekerafstand, akoestische kalibratie-EQ en Xcurve), en met dual mono, de ingangsverzwakker en
eventuele geluidsvertraging en instellingen voor hibit/hi-sampling. U hoort de bronnen met het aantal
kanalen in het signaal.
RECEIVER
•Druk tijdens het luisteren naar een bron op
Druk verschillende malen om een van de zes
voorgedefinieerde MCACC-instellingen te selecteren
om kalibratie uit te schakelen. Zie Gegevensbeheer op
bladzijde 43 om de huidige instellingen te controleren en
te beheren.
MCACC
2
of
.
28
Du
Opmerking
1 Verschillende voorgedefinieerde instellingen kunnen ook afzonderlijke kalibratie-instellingen hebben voor dezelfde luisterpositie afhankelijk van de
manier waarop u het systeem gebruikt. U kunt deze voorgedefinieerde instellingen maken in Surround-geluid automatisch instellen (MCACC) op bladzijde 8
of Automatic MCACC (Expert) op bladzijde 36. Als het goed is, hebt u een van beide procedures al uitgevoerd.
2 U kunt deze instellingen niet gebruiken wanneer MULTI CH IN geselecteerd is en de functie heeft geen effect wanneer een koptelefoon is aangesloten.
Page 29
Het ingangssignaal kiezen
U moet een apparaat aansluiten op zowel de analoge als
de digitale ingangen op de receiver om te kunnen kiezen
tussen ingangssignalen.
STATUS
MULTI OPE
SHIFT
1
SIGNAL SEL
THX
PHASE
SBch
STANDARD
MCACC
STEREO
ADV.SURR
S.DIRECT
De onderstaande tabel geeft aan wanneer u het
surround-achterkanaal hoort bij het weergeven van
verschillende bronnen. (
=U hoort geluid uit de
surround-achterluidspreker(s))
STEREO
SBch
SIGNAL SEL
STATUS
MULTI OPE
THX
STANDARD
ADV.SURR
SHIFT
PHASE
MCACC
S.DIRECT
RECEIVER
05
RECEIVER
• Druk op
SIGNAL SEL (SIGNAL SELECT
) om het
ingangssignaal te kiezen dat overeenkomt met het
bronapparaat.
Bij elke druk op de knop verandert de optie als volgt:
• AUTO – Dit is de standaardinstelling. De receiver
selecteert het eerst beschikbare signaal in deze
volgorde: DIGITAL; ANALOG.
• ANALOG – Er wordt een analoog signaal
geselecteerd.
• DIGITAL – Er wordt een optisch of coaxiaal digitaal
signaal geselecteerd.
• HDMI – Er wordt een HDMI-signaal geselecteerd.
2
• PCM – Er worden alleen PCM-signalen
weergegeven.
3
Wanneer u DIGITAL of AUTO instelt, gaat de 2 DIGITAL-indicator branden bij Dolby Digital-decodering,
de DTS-indicator bij DTS-decodering en de WMA9 Proindicator bij decodering van een WMA9 Pro-signaal.
Surround-achterkanaalverwerking
gebruiken
• Standaardinstelling: SBch ON
U kunt instellen dat de receiver automatisch 6.1- of 7.1decodering gebruikt voor 6.1-bronnen (bijvoorbeeld,
Dolby Digital EX of DTS-ES) of dat altijd 6.1- of 7.1decodering wordt gebruikt (bijvoorbeeld voor 5.1bronmateriaal). Bij 5.1-bronnen wordt een surroundachterkanaal gegenereerd, maar het materiaal zal
mogelijk beter klinken in de 5.1-indeling waarin het
oorspronkelijk is gecodeerd. (In dat geval kunt u de
surround-achterkanaalverwerking gewoon
uitschakelen.)
• Druk verschillende malen op
SBch
(SBch
PROCESSING) om door de opties voor het surroundachterkanaal te lopen.
Bij elke druk op de knop verandert de optie als volgt:
• SBch ON – Er wordt altijd 6.1- of 7.1-decodering
gebruikt (er wordt bijvoorbeeld een surroundachterkanaal gegenereerd voor 5.1-bronmateriaal)
• SBch AUTO – Er wordt automatisch overgeschakeld
naar 6.1- of 7.1-decodering voor 6.1-bronnen
(bijvoorbeeld Dolby Digital EX of DTS-ES)
• SBch OFF – Maximale 5.1-weergave
De virtuele surround-achterkanaalfunctie
gebruiken
Wanneer u geen surround-achterluidsprekers gebruikt,
kunt u met deze functie een virtueel surroundachterkanaal horen via de surround-luidsprekers. U kunt
ervoor kiezen naar bronnen te luisteren zonder surroundachterkanaalinformatie, of, als het materiaal beter klinkt
in de indeling waarvoor het oorspronkelijk is gecodeerd,
bijvoorbeeld 5.1, kunt u de receiver dit effect alleen laten
toepassen op 6.1-bronnen zoals Dolby Digital EX of DTS-
4
ES.
De tabel geeft aan wanneer u het virtuele surround-
achterkanaal hoort. (
is actief)
• Druk verschillende malen op
PROCESSING) om door de opties voor het virtuele
surround-achterkanaal te lopen.
Bij elke druk op de knop verandert de optie als volgt:
• VirtualSB ON – Het virtuele surround-achterkanaal
wordt altijd gebruikt (bijvoorbeeld voor 5.1bronmateriaal)
• VirtualSB AUTO – Het virtuele surroundachterkanaal wordt automatisch toegepast op 6.1bronnen (bijvoorbeeld Dolby Digital EX of DTS-ES)
• VirtualSB OFF – Het virtuele surround-achterkanaal
is uitgeschakeld
=Virtueel surround-achterkanaal
SBch
(SBch
Opmerking
1 • Deze receiver kan alleen de digitale signaalindelingen Dolby Digital, PCM (32 kHz tot 96 kHz), DTS (inclusief DTS 96 kHz/24-bits) en WMA9 Pro
weergeven. Kies de instelling ANALOG voor andere digitale signaalindelingen (de ingangsfuncties MULTI CH IN, TUNER en USB zijn allemaal ingesteld
op ANALOG).
• Het is mogelijk dat u digitaal geluid te horen krijgt wanneer een LD- of CD-speler die compatibel is met DTS een analoog signaal weergeeft. Om ruis te
voorkomen moet u de juiste digitale aansluitingen maken (bladzijde 15) en het ingangssignaal instellen op DIGITAL.
• Sommige DVD-spelers geven geen DTS-signalen weer. Zie de gebruiksaanwijzing bij de DVD-speler voor meer informatie.
2 Wanneer de optie HDMI in De AV-opties instellen op bladzijde 57 is ingesteld op THROUGH, hoort u het geluid via de TV, niet via de receiver.
3 • Dit is bijvoorbeeld handig als het even duurt voordat met AUTO het PCM-signaal op een CD wordt herkend.
• Wanneer PCM is geselecteerd, kunt u ruis horen bij het afspelen van niet-PCM-bronnen. Selecteer een ander ingangssignaal als dit een probleem is.
4 • U kunt de virtuele surround-achterkanaalfunctie niet gebruiken met de koptelefoon of met de functies THX, STEREO of Directe stroom.
• U kunt het virtuele surround-achterkanaal alleen gebruiken als de surround-luidsprekers zijn ingeschakeld en Surr Back is ingesteld op NO in de
Luidsprekerinstellingen op bladzijde 45.
• Afhankelijk van het ingangssignaal en de luisterfunctie is het mogelijk dat de virtuele surround-achterkanaalfunctie niet werkt.
29
Du
Page 30
05
SBch-
Type bron
Dolby Digital EX/DTS-ES/WMA9 Pro
gecodeerde bronnen met meerdere kanalen
met 6.1-kanaals surround-geluid
Dolby Digital/DTS/WMA9 Pro gecodeerde en
dvd-audio bronnen met meerdere kanalen
Dolby Digital/DTS/PCM/WMA9 Pro
gecodeerde en dvd-audio stereobronnen
Analoge (stereo) bron met twee kanalenON
a. Alleen van toepassing als de virtuele surround-achterkanaalfunctie wordt gebruikt.
b.Niet van toepassing als de virtuele surround-achterkanaalfunctie wordt gebruikt.
verwerking/
Virtuele SB-
functie
ON
AUTO
ON
AUTO
ON
AUTO
AUTO
Bronnen met
meerdere
kanalen
2 Pro Logic IIx2 Pro LogicNeo:6
Standard / THX
b
b
Stereobronnen
a
a
Geavanceerde
surround
Gebruik van Midnight en Loudness
Met de Midnight-functie kunt u effectief surround-geluid
van films beluisteren als het volume laag staat. Het effect
verandert automatisch overeenkomstig het
volumeniveau waarbij u luistert. De Loudnessluisterfunctie kan gebruikt worden om een goede
weergave van de lage en hoge tonen te verkrijgen
wanneer het volume laag staat.
•Druk op
RECEIVER
en dan op MIDNIGHT/LOUDNESS
om tussen MIDNIGHT, LOUDNESS en OFF om te
schakelen.
Gebruik van de Sound Retriever
Als tijdens het WMA/MP3/MPEG-4 AAC
comprimeringsproces geluidsgegevens worden
verwijderd, zal de geluidskwaliteit afnemen als gevolg
van een ongelijkmatig geluidsbeeld. De Sound Retrieverfunctie maakt gebruik van nieuwe DSP-technologie om
weer CD-niveau geluidskwaliteit te verkrijgen bij
gecomprimeerde 2-kanaals audiobestanden, door de
geluidsdruk te herstellen en eventuele storingen
(artefacts) te verminderen die na de compressie resteren.
•Druk op
(SOUND RETRIEVER) om de Sound Retriever in of uit
te schakelen.
RECEIVER
en dan op
S. RETRIEVER
Dialoog benadrukken
• Standaardinstelling: OFF
Met de Dialog Enhancement-functie plaatst u de
dialogen in het middenkanaal, waardoor ze duidelijker
naar voren komen dan andere achtergrondgeluiden bij
het bekijken van TV-programma’s of films.
•
Druk op
RECEIVER
en dan op
DIALOG E om de
Dialog Enhancement in of uit te schakelen.
Gebruik van de toonregeling
Afhankelijk van de muziek waarnaar u luistert, kan het
wenselijk zijn om de lage en hoge tonen bij te regelen met
behulp van de toonregelaar op het voorpaneel.
1 Druk op TONE om het frequentiegebied te
selecteren dat u wilt bijregelen.
Bij enkele malen indrukken wordt er omgeschakeld
tussen BASS en TREBLE.
2 Gebruik de
MULTI JOG
-knop om de weergave van
de lage of hoge tonen naar wens te wijzigen.
De weergave van de lage of hoge tonen kan worden
ingesteld tussen –6 en +6 (dB).
• Wacht ongeveer vijf seconden zodat de
aangebrachte wijzigingen automatisch worden
ingevoerd.
1
30
Du
Opmerking
1 De toonregeling is alleen beschikbaar wanneer STEREO geselecteerd is (behalve wanneer STEREO geselecteerd is met behulp van AUTO SURROUND).
Page 31
Hoofdstuk 6:
USB-weergave
06
De USB-aansluiting gebruiken
U kunt naar tweekanaals geluid luisteren1 via het USBinterface aan de voorzijde van deze receiver. Sluit een
USB-massageheugenapparaat
2
aan zoals hieronder is
afgebeeld.
1 Druk op USB (
SHIFT+TUNER
).
2 Sluit uw USB-apparaat aan.
De USB-aansluiting bevindt zich op het voorpaneel.
PHONES
SYSTEM
SETUP
MULTI JOG
TUNING/
TUNER
TONE
STATION
SPEAKERSRETURN
EDIT
INPUT
USB
DIGITAL INAUDIO RLVIDEO
MCACC
SETUP MIC
S-VIDEO
VIDEO/GAME
Deze receiver
USB-massageheugenapparaat
3Druk op (afspelen) om te beginnen met afspelen.
De bestanden/mappen worden achter elkaar afgespeeld
op basis van de bestandsnaam (volgens de Unicodenorm). Binnen een bepaalde directory worden eerst alle
bestanden afgespeeld voordat naar de mappen/
onderliggende mappen wordt doorgegaan.
• Zorg dat de receiver in de stand-bystand staat bij het
losmaken van het USB-apparaat.
Basisbediening voor afspelen
In de volgende tabel ziet u de bedieningselementen op de
afstandsbediening voor USB-weergave.
KnopFunctie
Hiermee start u het normale afspelen.
Hiermee onderbreekt/hervat u het afspelen.
Druk hierop om te starten met snel
Druk hierop om de starten met snel voorwaarts
Hiermee springt u naar het begin van de
Hiermee springt u naar de volgende track.
achterwaarts scannen (tweemaal indrukken
voor scannen met hoge snelheid).
scannen
(tweemaal indrukken voor scannen met hoge
snelheid).
huidige track, daarna naar vorige tracks.
Belangrijk
Als het bericht USB ERR op het display oplicht, raadpleeg
dan de onderstaande informatie:
ErrorBetekenis
USB ERR1
De stroomvereisten van het USB-apparaat
zijn te hoog voor deze receiver.
USB ERR2 Het USB-apparaat is niet geschikt.
USB ERR3 Zie USB-aansluiting op bladzijde 71 voor meer
informatie over deze foutmelding.
• Zet de receiver uit en dan weer aan.
• Sluit het USB-apparaat opnieuw aan terwijl de
receiver uitgeschakeld is.
• Selecteer een andere ingangsbron (zoals DVD/CD)
en schakel dan terug naar USB.
• Gebruik een speciale netspanningsadapter (die bij
het USB-apparaat wordt geleverd) voor de USBstroomvoorziening.
Als dit het probleem niet verhelpt, is uw USB-apparaat
waarschijnlijk niet geschikt.
Compatibiliteit met gecomprimeerde audio
Hoewel de meeste standaard combinaties van bitrate/
bemonsteringsfrequentie voor gecomprimeerde audio
compatibel zijn, is het toch mogelijk dat sommige
onregelmatig gecodeerde bestanden niet afgespeeld
kunnen worden. De volgende lijst toont de compatibele
indelingen voor gecomprimeerde audiobestanden:
• MP3 (MPEG-1/2/2.5 Audio Layer 3) –
Bemonsteringsfrequenties: 8 kHz tot 48 kHz;
Bitrates: 8 kbps tot 320 kbps (128 kbps of hoger
aanbevolen); Bestandsextensie: .mp3
• WMA (Windows Media Audio) –
Bemonsteringsfrequenties: 32 kHz / 44,1 kHz;
Bitrates: 32 kbps tot 192 kbps (128 kbps of hoger
aanbevolen); Bestandsextensie: .wma; WMA9 Pro
en WMA lossless-codering: Nee
• AAC (MPEG-4 Advanced Audio Coding) –
Bemonsteringsfrequenties: 11,025 kHz tot 48 kHz;
Bitrates: 16 kbps tot 320 kbps (128 kbps of hoger
aanbevolen); Bestandsextensie: .m4a; Apple
lossless-codering: Nee
Opmerking
1 Hieronder valt het afspelen van WMA/MP3/MPEG-4 AAC-bestanden (behalve bestanden met kopieerbeveiliging of beperkte weergave).
2 • Compatibele USB-apparaten zijn externe magnetische harde schijven, draagbare flashgeheugens (in het bijzonder keydrives) en digitale audiospelers
(MP3-spelers) met indeling FAT16/32. U kunt dit apparaat niet op een personal computer aansluiten voor USB-weergave.
• Pioneer kan geen compatibiliteit (bediening en/of bus-power) garanderen met alle USB-massageheugenapparaten en kan ook niet aansprakelijk
worden gesteld voor eventueel gegevensverlies bij aansluiting op deze receiver.
• Bij grote hoeveelheden gegevens kan het inlezen van de inhoud van een USB-apparaat door de receiver lang duren.
31
Du
Page 32
06
Overige compatibiliteitsinformatie
• VBR (variabele bitrate) MP3/WMA/MPEG-4 AAC
weergave: Ja
1
• Compatibel met DRM (Digital Rights Management)
beveiliging: Ja (DRM-beveiligde audiobestanden
kunnen niet met deze receiver worden afgespeeld).
Meer over MPEG-4 AAC
Advanced Audio Coding (AAC) vormt de kern van de
MPEG-4 AAC norm, die MPEG-2 AAC bevat, en dit is de
basis van de MPEG-4 audiocomprimeringstechnologie.
De bestandsindeling en -extensie die gebruikt worden,
hangen af van de toepassing die gebruikt is om het AACbestand te coderen. Dit apparaat kan AAC-bestanden
afspelen die gecodeerd zijn met iTunes
®
en voorzien zijn
van de extensie ‘.m4a’. DRM-beveiligde bestanden
kunnen niet worden afgespeeld en bestanden gecodeerd
®
met bepaalde iTunes
versies kunnen mogelijk ook niet
worden afgespeeld.
Apple en iTunes zijn handelsmerken van Apple Computer, Inc. en
deze zijn gedeponeerd in de Verenigde Staten en in andere landen.
Meer over WMA
Het Windows Media® logo dat op de doos is afgedrukt,
geeft aan dat deze receiver Windows Media Audiomateriaal kan afspelen.
WMA is het acroniem voor Windows Media Audio en
verwijst naar een audiocomprimeringstechnologie die
ontwikkeld is door Microsoft Corporation. Dit apparaat
kan WMA-bestanden afspelen die gecodeerd zijn met
Windows Media
®
Player en voorzien zijn van de extensie
‘.wma’. DRM-beveiligde bestanden kunnen niet worden
afgespeeld en bestanden gecodeerd met bepaalde
®
Windows Media
Player versies kunnen mogelijk ook
niet worden afgespeeld.
Microsoft, Windows Media en het Windows-logo zijn merken of
gedeponeerde merken van Microsoft Corporation in de Verenigde
Staten en/of andere landen.
Meer over DRM
De DRM (Digital Rights Management) kopieerbeveiliging
is een technologie die ontwikkeld is om illegaal kopiëren
van materiaal te voorkomen door de weergave enz. te
beperken van gecomprimeerde audiobestanden op
andere apparaten dan de PC (of andere
opnameapparatuur) waarmee het materiaal werd
opgenomen. Raadpleeg voor gedetailleerde informatie
de handleidingen of helpbestanden van uw PC en/of
software.
32
Du
Opmerking
1 In sommige gevallen zal de speelduur niet juist worden aangegeven.
Page 33
Hoofdstuk 7:
De tuner gebruiken
Rechtstreeks afstemmen op een zender
Luisteren naar de radio
Hieronder wordt beschreven hoe u afstemt op FM- en
AM-radiozenders met de automatische (zoek) en
handmatige (stap) afstemfuncties. Als u de frequentie
van de zender weet, zie Rechtstreeks afstemmen op een zender hieronder. Zodra u hebt afgestemd op een zender,
kunt u de frequentie opslaan voor later. Zie
Voorkeurzenders opslaan op bladzijde 33 voor meer
informatie.
SYSTEM OFF
INPUT
RECEIVER
A
V
PRE-PROG
REM
OTE C
DVD
CD-R/TAPE
iPod
ONTROL UNIT
SELECT
RAMM
ED AND
LEAR
TV DVR1
TUNERHDMI1
SOURCE
NIN
G
DVR 2CD
TV CTRL
USBHDMI2
RECEIVER
1 Druk op de knop
2 Druk indien nodig op de knop BAND om de
golfband (FM of AM) te wijzigen.
Bij elke druk op de knop verandert de golfband van FM in
AM en omgekeerd.
3 Stem af op een zender.
Dit kan op drie manieren:
Automatisch afstemmen
Houd TUNE / ongeveer één seconde lang
ingedrukt om te zoeken naar zenders op de
geselecteerde golfband. De receiver begint te zoeken
naar de volgende zender en stopt wanneer een
zender is gevonden. Herhaal deze stap om nog meer
zenders te zoeken.
Handmatig afstemmen
Druk op TUNE / om de frequentie stap voor stap
te wijzigen.
Afstemmen met hoge snelheid
Houd TUNE / ingedrukt om af te stemmen met
hoge snelheid. Laat de knop los wanneer de
gewenste frequentie is bereikt.
FM-stereogeluid verbeteren
Als de indicator TUNED of STEREO niet gaat branden
wanneer u afstemt op een FM-zender omdat het signaal
zwak is, drukt u op de knop MPX om de receiver om te
schakelen naar mono-ontvangst. Hierdoor verbetert de
geluidskwaliteit gewoonlijk en kunt u ongestoord
genieten van de uitzending.
DIALOG E
S.RETRIEVER
D.ACCESS
AV PARAMETERCH LEVEL
TOP MENU
SETUP
PTY SEARCH
GUIDE
TV VOL
TUNER
CLASS
+10
STST
SELECT
TUNE
ENTER
TUNE
TV CONTROL
INPUT
DISC
ENTER
MENU
T.EDIT
RETURN
BAND
TV CH
VOL
om de tuner te selecteren.
MPX
AUDIO
DISP
STATUS
MULTI OPE
SHIFT
REC
A
EON
REC STOP JUKEBOX
B
CDE
SUBTITLE
SIGNAL SEL
THX
STANDARD
PHASE
MUTE
HDD
DVD
CH
CH
STEREO
SBch
ADV.SURR
MCACC
S.DIRECT
Het kan zijn dat u de frequentie van de zender waarop u
wilt afstemmen al kent. In dat geval kunt u de frequentie
rechtstreeks invoeren met de cijfertoetsen op de
afstandsbediening.
1 Druk op de knop
2 Druk indien nodig op de knop BAND om de
golfband (FM of AM) te wijzigen.
Bij elke druk op de knop verandert de golfband van FM in
AM en omgekeerd.
3 Druk op D.ACCESS (Direct Access).
4 Voer de frequentie van de zender in met de
cijfertoetsen.
Als u bijvoorbeeld wilt afstemmen op 106.00 (FM), drukt
u op 1, 0, 6, 0, 0.
Als u tijdens het invoeren een fout maakt, drukt u
tweemaal op D.ACCESS om de frequentie te annuleren
en begint u opnieuw.
Voorkeurzenders opslaan
Als u vaak naar een bepaalde zender luistert, is het
handig als u de frequentie opslaat in het geheugen van
de receiver om de zender later gemakkelijk te kunnen
oproepen. Zo hoeft u niet telkens handmatig af te
stemmen op de zender. Op deze receiver kunt u
maximaal 30 zenders opslaan in het geheugen. Dit
gebeurt in drie geheugenklassen (A, B en C) van elk 10
zenders. Wanneer u een FM-frequentie opslaat, wordt de
•Gebruik de knoppen ST / (op de
afstandsbediening) om tekens te selecteren.
•Druk op ENTER om een teken te bevestigen. Als u
geen teken invoert, wordt een spatie ingevoegd.
• De naam wordt opgeslagen wanneer u na het kiezen
van het vierde teken op ENTER drukt.
Tip
• Als u een zendernaam wilt wissen, herhaalt u stap 1
t/m 3 en voert u in plaats van een naam vier spaties
in.
• Zodra u een voorkeurzender een naam hebt gegeven,
kunt u tijdens het luisteren naar een zender op DISP
drukken om afwisselend de naam en de frequentie
weer te geven op het display.
Luisteren naar voorkeurzenders
U kunt alleen luisteren naar voorkeurzenders als u deze
hebt opgeslagen. Zie Voorkeurzenders opslaan hierboven
als dit nog niet is gebeurd.
1Druk op
2 Druk op CLASS om de klasse te kiezen waarin de
zender is opgeslagen.
Druk verschillende malen om door de klassen A, B en C
te lopen.
3 Druk op ST
te selecteren.
• U kunt de voorkeurzender ook oproepen met de
cijfertoetsen op de afstandsbediening.
TUNER
om de tuner te selecteren.
/
om de gewenste voorkeurzender
Een inleiding tot RDS
Radio Data System (RDS), is een systeem dat wordt
gebruikt door FM-radiozenders om luisteraars van allerlei
informatie te voorzien, bijvoorbeeld de naam van de
zender en het soort programma dat men aan het
uitzenden is.
Een functie van RDS is dat u kunt zoeken op
programma’s van een bepaald type. Zo kunt u
bijvoorbeeld zoeken naar een station dat een programma
van het type JAZZ uitzendt.
DVD
CH
STEREO
ADV.SURR
1
U kunt zoeken op de volgende programmatypes:
NEWS – Nieuws
AFFAIRS – Actualiteit
INFO
– Algemene
informatie
SPORT – Sport
EDUCATE – Educatief
DRAMA – Hoorspelen en
dergelijke
CULTURE – Nationale of
regionale cultuur, theater,
enz.
SCIENCE – Wetenschap en
technologie
VARIED – Meestal
praatprogramma’s, zoals
quizzen of interviews.
POP M – Popmuziek
ROCK M – Rockmuziek
EASY M – Easy listening
LIGHT M – ‘Lichte’
klassieke muziek
CLASSICS – ‘Serieuze’
klassieke muziek
OTHER M – Muziek die niet
in de bovenstaane
categorieën valt
WEATHER –
Weersvoorspellingen
FINANCE –
Beursberichten, zakelijk
nieuws, handel, enz.
CHILDREN –
Kinderprogramma’s
SOCIAL – Sociale
aangelegenheden
RELIGION – Religieuze
programma’s
PHONE IN –
Praatprogramma’s met
telefonische deelname van
luisteraars
TRAVEL – Reisinformatie
LEISURE –
Vrijetijdsbesteding en
hobby’s
JAZZ – Jazz
COUNTRY
–
Countrymuziek
NATION M – Populaire
muziek in een andere taal
dan het Engels
OLDIES – Populaire muziek
uit de jaren 50 en 60
FOLK M – Folkmuziek
DOCUMENT
–
Documentaires
Zoeken naar RDS-programma’s
Een van de nuttigste aspecten van RDS is de
mogelijkheid om naar een bepaald soort
radioprogramma te zoeken. U kunt naar alle
programmatypes zoeken die worden opgesomd op de
vorige bladzijde.
AV PARAMETERCH LEVEL
TOP MENU
STST
SETUP
PTY SEARCH
GUIDE
TUNE
ENTER
TUNE
TV CONTROL
MENU
T.EDIT
RETURN
BAND
1 Druk op de knop BAND om de FM-golfband te
selecteren.
2
2 Druk op de knop PTY SEARCH.
SEARCH verschijnt op het display.
ST
3Druk op
/ om het programmatype te
selecteren dat u wilt horen.
MPX
AUDIO
DISP
STATUS
MULTI OPE
EON
REC STOP JUKEBOX
B
CDE
HDD
SUBTITLE
CH
SIGNAL SEL
THX
STANDARD
SBch
34
Du
Opmerking
1 Verder zijn er nog drie andere programmatypes: ALARM, NO DATA en NO TYPE. ALARM wordt gebruikt voor aankondigingen bij noodsituaties. U kunt
hier niet naar zoeken, maar de tuner zal automatisch op een zender afstemmen wanneer deze dit RDS-signaal uitzendt. NO DATA en NO TYPE verschijnen
wanneer er geen programmatype kan worden gevonden.
2 RDS wordt alleen uitgezonden op de FM-band.
Page 35
4 Druk op ENTER om naar dit programmatype te
AV PARAMETERCH LEVEL
zoeken.
Het systeem zoekt of de voorkeurzenders uitzendingen
van het gewenste type uitzenden. Wanneer het er één
vindt, stopt het zoeken en speelt de desbetreffende
zender gedurende vijf seconden.
5 Als u naar deze zender wilt blijven luisteren,
moet u binnen deze 5 seconden op ENTER drukken.
Als u niet op ENTER drukt, zoekt het systeem verder.
Als NO PTY op het display verschijnt, betekent dit dat de
tuner op dit moment geen programma van het gewenste
type heeft kunnen vinden.
1
RDS-informatie weergeven
Druk op de knop DISP om de verschillende beschikbare
types RDS-gegevens weer te geven.
• Druk op
DISP
voor RDS-gegevens.
2
Bij elke druk op de toets verandert het display als volgt:
•Radiotekst (RT) – Door de radiozender uitgezonden
boodschappen. Een radiozender die een praatshow
uitzendt, zou bijvoorbeeld een telefoonnummer
kunnen weergeven als RT.
• Programmaservicenaam (PS) – De naam van de
radiozender.
• Programmatype (PTY) – Geeft het soort programma
aan dat wordt uitgezonden.
• Huidige frequentie van de tuner (FREQ)
EON gebruiken
Wanneer EON (Enhanced Other Network-informatie) is
ingeschakeld, schakelt de receiver over naar een EONuitzending wanneer deze begint, zelfs als de receiver niet
in de tunerstand staat. Deze functie kan niet worden
gebruikt in gebieden waar geen EON-informatie wordt
uitgezonden of wanneer FM-zenders geen PTY-gegevens
uitzenden. Wanneer de uitzending ten einde is, keert de
tuner weer terug naar de oorspronkelijke frequentie of
functie.
TOP MENU
STST
SETUP
PTY SEARCH
GUIDE
1 Druk op de knop
selecteren.
3
2 Druk op EON om een van de mogelijke standen
te kiezen.
Druk herhaaldelijk om te kiezen tussen:
• EON TA (verkeersinformatie) – In deze stand zal de
radio verkeersinformatie weergeven wanneer deze
wordt uitgezonden.
• EON NEWS – In deze stand zal de radio
nieuwsberichten weergeven wanneer deze worden
uitgezonden.
• OFF – In deze stand wordt de EON-functie
uitgeschakeld.
Wanneer TA of NEWS is ingesteld, licht de EONindicator op het display (tijdens de ontvangst van een
EON-uitzending knippert de indicator).
op het display licht op wanneer de huidige zender de
EON-service aanbiedt.
MENU
TUNE
T.EDIT
ENTER
RETURN
TUNE
BAND
BAND
om de FM-golfband te
5
AUDIO
A
MPX
B
DISP
REC
EON
CDE
SUBTITLE
MUTE
REC STOP JUKEBOX
HDD
DVD
CH
CH
4
De indicator
07
Opmerking
1 RDS zoekt alleen onder de opgeslagen voorkeurzenders. Als er geen zenders zijn opgeslagen of als op geen van de voorkeurzenders het gewenste
programmatype wordt gevonden, verschijnt NO PTY op het display. FINISH betekent dat de zoekopdracht is voltooid.
2 • Als er ruis optreedt terwijl de RT-tekst over het scherm loopt, kunnen sommige tekens onjuist worden weergegeven.
• Wanneer de tekst NO RADIO TEXT DATA op het RT-display verschijnt, betekent dit dat er geen RT-gegevens worden uitgezonden door de zender. Het
display schakelt automatisch over naar de weergave van PS-gegevens. (Als er geen PS-gegevens zijn, wordt de frequentie weergegeven.)
• In de PTY-weergave kan NO DATA of NONE worden weergegeven. In dat geval wordt na een paar seconden het PS-display getoond.
3 EON wordt alleen uitgezonden op de FM-band.
4 U kunt niet tegelijk naar verkeersinformatie en nieuwsberichten zoeken.
5• De toetsen TUNER EDIT en PTY SEARCH zijn niet beschikbaar terwijl de EON-indicator brandt op het display.
• Als u naar een andere functie dan de tuner wilt overschakelen wanneer de EON-indicator knippert, drukt u op EON MODE om EON uit te schakelen.
35
Du
Page 36
08
36
Du
Hoofdstuk 8:
Het menu System Setup
• Surr Back System – Geef op hoe u de surround-
De receiver instellen via het menu
System Setup
Hierna wordt beschreven hoe u met gedetailleerde
instellingen opgeeft geven hoe u de receiver gebruikt
(bijvoorbeeld als u twee luidsprekersystemen wilt
opstellen in afzonderlijke ruimten). Er wordt ook
uitgelegd hoe u individuele
luidsprekersysteeminstellingen nauwkeurig aan uw
voorkeuren kunt aanpassen.
2
ENTER
DIMMER
S.RETRIEVER
TV CH
MIDNIGHT/
LOUDNESS
CLASS
DISC
ENTER
MENU
T.EDIT
RETURN
BAND
VOL
INPUT
RECEIVER
SELECT
AV PRE-PROGRAMMED AND LEARNING
REMOTE CONTROL UNIT
DVR 2CD
TV DVR1
DVD
CD-R/TAPE
USBHDMI2
iPod
TUNERHDMI1
SYSTEM OFF
SOURCE
TV CTRL
RECEIVER
SR+
DIALOG E
D.ACCESS
+10
AV PARAMETERCH LEVEL
TOP MENU
TUNE
STST
SETUP
TUNE
PTY SEARCH
GUIDE
TV CONTROL
INPUT
TV VOL
SELECT
1 Zet de receiver en de TV aan.
Gebruik de knop RECEIVER om de receiver aan te
1
zetten.
• Als een koptelefoon is aangesloten op de receiver,
koppelt u deze los.
2Druk op
druk vervolgens op de knop
RECEIVER
op de afstandsbediening en
SETUP
.
Er wordt een schermdisplay weergegeven op de TV.
Gebruik /// en ENTER om door de schermen te
lopen en menu-items te selecteren. Druk op RETURN om
te bevestigen en het huidige menu af te sluiten.
• U kunt op elk gewenst moment op SETUP drukken
om het menu System Setup af te sluiten.
3 Selecteer de instelling die u wilt aanpassen.
System Setup
1.Auto MCACC
2.Surr Back System
3.Manual MCACC
4.Data Management
5.Manual SP Setup
6.Input Setup
7.Other Setup
: Exit
• Auto MCACC – Zie Surround-geluid automatisch
instellen (MCACC) op bladzijde 8 voor een snelle en
effectieve automatische instelling van surroundgeluid. Zie Automatic MCACC (Expert) hieronder voor
informatie in meer detail.
Opmerking
1 Zorg er voor dat u het geluid niet uitzet wanneer u het menu System Setup gebruikt.
2 • Wanneer u items in het menu Manual MCACC bewerkt, moet u eerst de voorgedefinieerde MCACC-instelling opgeven die u wilt aanpassen. Druk
hiertoe op MCACC voordat u op SETUP drukt.
• U kunt het menu System Setup niet gebruiken wanneer de iPod-ingangsbron geselecteerd is.
3 Deze worden opgeslagen in het geheugen en krijgen de naam MEMORY1–6 (of M1–6) totdat u ze een andere naam geeft in Gegevensbeheer op
bladzijde 43.
4 Verschillende voorgedefinieerde instellingen kunnen ook afzonderlijke kalibratie-instellingen hebben voor dezelfde luisterpositie afhankelijk van de
manier waarop u het systeem gebruikt.
5 Behalve als u slechts één parameter aanpast, bijvoorbeeld het kanaalniveau, via het instellingenscherm Option (stap 3).
achterluidsprekers gebruikt (zie De surround-achterluidspreker instellen op bladzijde 38).
• Manual MCACC –
Stel de luidsprekerinstellingen
nauwkeurig in en pas de akoestische kalibratie-EQ aan
(zie
Handmatige MCACC-instelling op bladzijde 39
• Data Management –
Controleer de voorgedefinieerde
MCACC-instellingen en beheer deze door ze te
kopiëren, de naam ervan te wijzigen of ze te verwijderen
Gegevensbeheer op bladzijde 43
(zie
).
• Manual SP Setup – Geef het formaat, het aantal, de
afstand en de algehele balans op van de aangesloten
luidsprekers (zie Luidsprekers handmatig instellen op
bladzijde 45).
• Input Setup – Geef op welke apparaten zijn
aangesloten op de digitale en componentvideoingangen (zie Het menu Input Setup op bladzijde 55).
• Other Setup – Hiermee maakt u aangepaste
instellingen die weergeven hoe u de receiver gebruikt
(zie Het menu Other Setup op bladzijde 56).
Automatic MCACC (Expert)
Als u gedetailleerdere instellingen nodig hebt dan die
worden beschreven in Surround-geluid automatisch instellen (MCACC) op bladzijde 8, kunt u de
instellingsopties hieronder aanpassen. U kunt het
systeem op verschillende manieren kalibreren voor
maximaal zes verschillende voorgedefinieerde MCACC-
instellingen
luisterposities hebt die afhankelijk zijn van het type bron,
bijvoorbeeld films kijken vanaf de bank of videospelletjes
spelen vlak voor de TV.
• Verplaats de microfoon en de luidsprekers niet
tijdens de Automatic MCACC-instelling.
• De instellingen die via de Automatic MCACCinstelling worden gemaakt, vervangen alle bestaande
instellingen voor de voorgedefinieerde MCACC-
instelling die u selecteert.
• De screensaver verschijnt automatisch na drie
minuten inactiviteit.
• De testtonen die worden voortgebracht tijdens de
Automatic MCACC-instelling klinken erg hard.
3
. Dit kan handig zijn als u verschillende
4
Belangrijk
5
Waarschuwing
).
Page 37
1 Sluit de microfoon aan op de aansluiting MCACC
SETUP MIC
op het voorpaneel.
Controleer of er zich geen obstakels tussen de
luidsprekers en de microfoon bevinden.
S-VIDEO
VIDEO/GAME
INPUT
USB
MCACC
DIGITAL INAUDIO RLVIDEO
PHONES
SYSTEM
TUNING/
TUNER
SETUP
STATION
EDIT
SPEAKERSRETURN
TONE
MULTI JOG
SETUP MIC
Als u een statief hebt, kunt u dit gebruiken om de
microfoon ongeveer op oorhoogte te plaatsen op de
normale luisterpositie. U kunt de microfoon ook op
oorhoogte plaatsen met behulp van een tafel of een stoel.
2 Selecteer ‘Auto MCACC’ in het menu System Setup
en druk op
ENTER
System Setup
1.Auto MCACC
2.Surr Back System
3.Manual MCACC
4.Data Management
5.Manual SP Setup
6.Input Setup
7.Other Setup
.
: Exit
1.Auto MCACC
Surr Back System
[ Normal (SB) ]
Data Save to
[M1. MEMORY 1 ]
Setting Start? [OK]
[Option]
ENTER:Next :Cancel
instellen in overeenstemming met de instellingen
van de voorluidsprekers. (Er wordt geen egalisatie
toegepast op de linker- en rechtervoorkanalen.) Met
de instelling OFF (alleen beschikbaar wanneer ALL is
geselecteerd) kunt u kalibratie-instellingen,
bijvoorbeeld de luidsprekerafstand en het
kanaalniveau, opslaan in de geselecteerde
voorgedefinieerde instelling zonder EQ- of staandegolfaanpassing.
• Multi-Point(alleen beschikbaar als de
bovengenoemde Auto Mode is ingesteld op Acoustic
Cal EQ of Aco Cal EQ Pro.) – Naast metingen op de
luisterpositie kunt u twee of meer referentiepunten
gebruiken waarvoor testtonen worden geanalyseerd
op staande golven. Dit is handig als u een
gebalanceerde ‘vlakke’ kalibratie wilt voor
verschillende posities in de luisterruimte.
6
Zet de
microfoon op het referentiepunt dat op het scherm
wordt aangegeven en houd er rekening mee dat de
laatste microfoonpositie de hoofdluisterpositie is:
08
3 Zorg dat ‘Normal (SB)’ is geselecteerd,
een voorgedefinieerde MCACC-instelling
1
selecteer
2
en selecteer
OK.
Als u de Automatic MCACC-instelling helemaal wilt
aanpassen, selecteert u Option en stelt u de volgende
parameters in:
1.Auto MCACC Option
Auto Mode
[ ALL ]
Speaker settings
will be updated.
THX Speaker NO
If you are using THX
speakers, select YES.
( Next )
: Return to Auto MCACC
1. Auto MCACC Option
( Back )
EQ Type : FRONT ALIGN
Data Save to
M2. MEMORY 2
EQ Type : OFF
Data Save to
[ – – . – – – ]
: Return to Auto MCACC
1.Auto MCACC Option
Auto Mode
[ Aco Cal EQ Pro. ]
EQ Type
[ALL CH ADJUST]
Multi-Point NO
: Return to Auto MCACC
• Auto Mode – De standaardinstelling is ALL
(aanbevolen), maar u kunt de kalibratie van het
systeem desgewenst beperken tot slechts één
3
instelling om tijd te besparen.
zijn ALL, ALL (Keep SPsetting),
De beschikbare opties
4
Speaker Setting,
Channel Level, Speaker Distance, Acoustic Cal EQ
en Aco Cal EQ Pro.
• THX Speaker(alleen beschikbaar als de
bovenstaande Auto Mode is ingesteld op ALL of
Speaker Setting) – Selecteer YES als u THX-
luidsprekers gebruikt (stel alle luidsprekers in op
SMALL), en laat de optie anders op NO staan.
• EQ Type(alleen beschikbaar als de bovenstaande
Auto Mode is ingesteld op Acoustic Cal EQ of Aco Cal
EQ Pro.) – Hiermee bepaalt u de manier waarop de
frequentiebalans wordt aangepast. ALL CH ADJUST
(standaardinstelling) is een ‘vlakke’ instelling waarbij
alle luidsprekers afzonderlijk worden ingesteld en
geen enkel kanaal meer nadruk krijgt. Desgewenst
kunt u met
5
FRONT ALIGN alle luidsprekers
Tweede referentiepunt
12
Derde referentiepunt
3
Hoofdluisterpositie
Wanneer u alle opties hebt ingesteld, drukt u op RETURN
om terug te gaan naar het hoofdscherm van de
Automatic MCACC-instelling.
4 Volg de instructies op het scherm.
• Zorg dat de microfoon is aangesloten.
• Als u een subwoofer gebruikt, wordt deze
automatisch herkend telkens wanneer u het systeem
aanzet. Zorg dat de subwoofer aan staat en dat het
volume in de middelste stand staat.
•Zie Problemen tijdens het gebruik van de Automatic MCACC-instelling op bladzijde 10 voor opmerkingen
betreffende hoge achtergrondruisniveaus en andere
mogelijke storingen.
5 Wacht totdat de Automatic MCACC-instelling klaar
is met het weergeven van testtonen.
U ziet een voortgangsrapport op het scherm terwijl de
receiver testtonen voortbrengt om te bepalen welke
luidsprekers aanwezig zijn in de opstelling. Probeer zo
stil mogelijk te zijn terwijl dit gebeurt.
• Wijzig het volume niet tijdens de weergave van de
testtonen. Dit kan onjuiste luidsprekerinstellingen tot
gevolg hebben.
Opmerking
1 Als u de voorluidsprekers met bi-amp wilt aansturen of een afzonderlijk luidsprekersysteem wilt opstellen in een andere ruimte, leest u De surroundachterluidspreker instellen op bladzijde 38 en sluit u de luidsprekers op de juiste manier aan voordat u doorgaat naar stap 4.
2 De zes voorgedefinieerde MCACC-instellingen worden gebruikt om instellingen voor surround-geluid op te slaan voor verschillende luisterposities.
Gebruik voorlopig een ongebruikte voorgedefinieerde instelling. (U kunt deze later een andere naam geven in Gegevensbeheer op bladzijde 43.)
3De meting Aco Cal EQ Pro. wordt ook gedaan als ALL is geselecteerd. Zie Professionele akoestische kalibratie-EQ op bladzijde 41 voor meer informatie.
4 Met de optie ALL (Keep SPsetting) kunt u uw systeem kalibreren terwijl uw huidige luidsprekerinstelling (bladzijde 45) ongewijzigd blijft.
5Als u ALL hebt geselecteer d als instelling voor Auto Mode, kunt u de voorgedefinieerde MCACC-instelling opgeven waarin u de instellingen voor FRONT ALIGN en/of OFF wilt opslaan.
6Zet de Multi-Point-instelling op OFF als u maar één luisterpositie gebruikt.
37
Du
Page 38
08
• Bij foutmeldingen (zoals Ambient Noise of
Microphone Check) selecteert u RETRY nadat u het
omgevingsgeluid (zie Problemen tijdens het gebruik
van de Automatic MCACC-instelling op bladzijde 10)
en de aansluiting van de microfoon hebt
gecontroleerd. Als er geen probleem lijkt te zijn,
selecteert u gewoon OK om verder te gaan.
6 Controleer zo nodig de luidsprekerconfiguratie op
het schermdisplay.
1
De op het scherm getoonde configuratie moet
overeenstemmen met de werkelijke
luidsprekeropstelling.
Front [ YES ]
Center [ YES ]
Surround [ YES ]
SB [ Yx2 ]
SUB W. [ YES ]
[ OK ]
:Cancel
Als u een foutmelding (ERR) in de rechterkolom ziet, of
als de weergegeven luidsprekeropstelling niet juist is,
kan er een probleem zijn met de aansluiting van de
luidsprekers. Als het probleem niet is verholpen nadat u
RETRY hebt geselecteerd, zet u de receiver uit en
controleert u de luidsprekeraansluitingen. Als er geen
probleem lijkt te zijn, gebruikt u / om de luidspreker
te selecteren en / om de instelling (of het nummer
voor surround-achter) te wijzigen en door te gaan.
7 Controleer of ‘OK’ is geselecteerd en druk op
ENTER
.
U ziet een voortgangsrapport op het scherm terwijl de
receiver nog meer testtonen laat horen om de optimale
instellingen van de receiver voor kanaalniveau,
luidsprekerafstand en akoestische kalibratie-EQ te
bepalen.
1.Auto MCACC
Now Analyzing
Subwoofer Check
:Cancel
…
1.Auto MCACC
Now Analyzing… (6/9)
Surround Analyzing
Speaker System [ OK ]
Channel Level [ OK ]
Speaker Distance [ ]
:Cancel
Probeer ook nu zo stil mogelijk te zijn terwijl dit gebeurt.
Dit kan 2 tot 6 minuten duren.
• Als u een Multi-Point-instelling hebt geselecteerd bij
stap 3, wordt u gevraagd de microfoon te plaatsen op
het tweede en derde referentiepunt voordat u de
microfoon ten slotte op de hoofdluisterpositie plaatst.
8 De Automatic MCACC-instelling is voltooid! Druk
RETURN
op
om terug te gaan naar het menu System
Setup.
4a.MCACC Data Check
1.Speaker Setting
2.Channel Level
3.Speaker Distance
4.Standing Wave
5.Acoustic Cal EQ
ENTER:Next :Return
De instellingen die worden vastgelegd met de Automatic
MCACC-instelling geven normaal gesproken een
uitstekend surround-geluid van het systeem, maar u kunt
deze instellingen ook handmatig invoeren met het menu
System Setup (zie bladzijde 36).
2
U kunt de instellingen ook bekijken door de parameters
afzonderlijk te selecteren op het scherm MCACC Data Check:
• Speaker Setting – Het aantal luidsprekers dat u hebt
aangesloten en hun formaat (zie bladzijde 45 voor
meer informatie)
• Channel Level – De algehele balans van het
luidsprekersysteem (zie bladzijde 46 voor meer
informatie)
• Speaker Distance – De afstand van de luidsprekers
tot de luisterpositie (zie bladzijde 47 voor meer
informatie)
3
• Standing Wave – Filterinstellingen om lage
‘dreunende’ frequenties te regelen (zie bladzijde 40
voor meer informatie)
• Acoustic Cal EQ – Aanpassingen aan de
frequentiebalans van het luidsprekersysteem op
basis van de akoestische eigenschappen van de
ruimte (zie bladzijde 41 voor meer informatie)
Druk op ENTER nadat u elk scherm hebt gecontroleerd.
Wanneer u klaar bent, selecteert u RETURN om terug te
gaan naar het menu System Setup.
De surround-achterluidspreker
instellen
• Standaardinstelling: Normal (SB)
Er zijn verschillende manieren waarop u de surroundachterluidsprekerkanalen kunt gebruiken met dit
systeem. Naast de normale thuistheaterinstelling waarbij
ze worden gebruikt als surround-achterluidsprekers,
kunnen ze ook worden gebruikt voor een bi-ampaansturing van de voorluidsprekers of als onafhankelijk
luidsprekersysteem in een andere ruimte.
38
Du
Opmerking
1 Dit scherm wordt alleen weergegeven als u ALL of Speaker Setting hebt geselecteerd in Auto Mode in het menu Auto MCACC Option.
2 • Afhankelijk van de eigenschappen van uw kamer, worden soms verschillende formaten ingesteld voor identieke luidsprekers met conusafmetingen van
ongeveer 12 cm. U kunt de instelling handmatig corrigeren met de Luidsprekers handmatig instellen op bladzijde 45.
• De afstand van de subwoofer tot de luisterpositie kan groter worden ingesteld dan de werkelijke afstand. Deze instelling moet nauwkeurig zijn (rekening
houdend met de vertraging en de eigenschappen van de ruimte) en hoeft normaal gesproken niet te worden gewijzigd.
3 Omdat de afstanden zijn ingesteld met het oog op de geluidskenmerken van uw luidsprekers, zijn er gevallen waarin voor een optimaal surround-geluid
de werkelijke afstand kan verschillen van de ingestelde luidsprekerafstand.
Page 39
1 Selecteer ‘Surr Back System’ in het menu System
Setup.
Zie De receiver instellen via het menu System Setup
hierboven als u zich nog niet in dit scherm bevindt.
System Setup
1.Auto MCACC
2.Surr Back System
3.Manual MCACC
4.Data Management
5.Manual SP Setup
6.Input Setup
7.Other Setup
: Exit
2.Surround Back System
Surround Back System
Normal (SB)
:Return
2 Selecteer de instelling voor de surroundachterluidsprekers.
• Normal (SB) – Kies deze instelling voor een normaal
thuistheatersysteem met surroundachterluidsprekers in de hoofdinstelling
(luidsprekersysteem A).
• 2nd Zone – Kies deze instelling om de (surroundachter) B-luidsprekeraansluitingen te gebruiken om
te luisteren naar stereoweergave in een andere
ruimte (zie Luidspreker B-opstelling in tweede zone op
bladzijde 51).
• Front Bi-Amp – Kies deze instelling voor een bi-ampaansturing van de voorluidsprekers (zie Dubbele versterking van de voorluidsprekers op bladzijde 52).
3 Druk op
RETURN
wanneer u klaar bent.
U keert terug naar het menu System Setup.
Handmatige MCACC-instelling
Wanneer u meer vertrouwd bent met het systeem, kunt u
met de opties in het handmatige MCACC-instelmenu
gedetailleerde aanpassingen verrichten. Voltooi de
stappen in Surround-geluid automatisch instellen (MCACC) op bladzijde 8 voordat u deze instellingen
verricht.
U hoeft deze instellingen slechts één keer te verrichten
(tenzij u de huidige luidsprekeropstelling wijzigt of
nieuwe luidsprekers toevoegt).
Waarschuwing
• De testtonen die worden voortgebracht tijdens de
System Setup klinken erg hard.
Belangrijk
• U moet eerst de voorgedefinieerde MCACC-instelling
opgeven die u wilt aanpassen. Druk hiertoe op
MCACC voordat u drukt op SETUP (stap 2 in De
receiver instellen via het menu System Setup op
bladzijde 36).
• Voor sommige van de hieronder beschreven
instellingen moet u de instelmicrofoon aansluiten op
het voorpaneel en deze op oorhoogte op de normale
luisterpositie plaatsen. Zie Surround-geluid automatisch instellen (MCACC) op bladzijde 8 als u
niet zeker weet hoe u dit moet doen. Zie ook
Problemen tijdens het gebruik van de Automatic
MCACC-instelling op bladzijde 10 voor opmerkingen
betreffende hoge achtergrondruisniveaus en andere
mogelijke storingen.
• Als u een subwoofer gebruikt, zet u deze aan en zet u
het volume in de middelste stand.
1 Selecteer ‘Manual MCACC’ in het menu System
Setup.
Zie De receiver instellen via het menu System Setup op
bladzijde 36 als u zich nog niet in dit scherm bevindt.
System Setup
1.Auto MCACC
2.Surr Back System
3.Manual MCACC
4.Data Management
5.Manual SP Setup
6.Input Setup
7.Other Setup
: Exit
3.Manual MCACC
a.Fine Ch Level
b.Fine SP Distance
c.Standing Wave
d.EQ Adjust
e.EQ Professional
:Return
2 Selecteer de instelling die u wilt aanpassen.
Als u dit voor het eerst doet, is het wellicht raadzaam
deze instellingen in de getoonde volgorde te verrichten.
• Fine Ch Level – Hiermee kunt u de algehele balans
van het luidsprekersysteem nauwkeurig aanpassen
(zie Het kanaalniveau nauwkeurig instellen
hieronder).
• Fine SP Distance – Hiermee kunt u de
vertragingsinstellingen van het luidsprekersysteem
nauwkeurig aanpassen (zie De luidsprekerafstand nauwkeurig instellen op bladzijde 40).
• Standing Wave – Hiermee regelt u te resonante lage
frequenties in de luisterruimte (zie Staande golf op
bladzijde 40).
De laatste twee instellingen zijn specifiek bedoeld om de
parameters aan te passen die worden beschreven in
Akoestische kalibratie-EQ op bladzijde 41:
• EQ Adjust – Hiermee past u de frequentiebalans van
het luidsprekersysteem handmatig aan terwijl u
luistert naar testtonen (zie Akoestische kalibratie-EQ
op bladzijde 41).
• EQ Professional – Hiermee kalibreert u het systeem
op basis van direct geluid dat uit de luidsprekers
komt en maakt u gedetailleerde instellingen op basis
van de akoestische eigenschappen van de ruimte (zie
Professionele akoestische kalibratie-EQ op
bladzijde 41).
Het kanaalniveau nauwkeurig instellen
• Standaardinstelling: 0.0dB (alle kanalen)
U krijgt een beter surround-geluid als u de algehele
balans van het luidsprekersysteem correct instelt. Met de
volgende instelling kunt u nauwkeurige aanpassingen
doorvoeren die wellicht niet mogelijk zijn met de
Luidsprekers handmatig instellen op bladzijde 45.
1 Selecteer ‘Fine Ch Level’ in het instelmenu Manual
MCACC.
Het volume wordt verhoogd tot het referentieniveau 0 dB.
3.Manual MCACC
a.Fine Ch Level
b.Fine SP Distance
c.Standing Wave
d.EQ Adjust
e.EQ Professional
:Return
3a.Fine Channel Level
Please Wait... 20
Caution!
Loud test tones
will be output.
:Cancel
08
39
Du
Page 40
08
2 Stel het niveau van het linkerkanaal in.
Dit is het referentieluidsprekerniveau. Het is wellicht het
beste dat u een niveau rond 0 dB instelt, zodat u genoeg
speelruimte hebt om de overige luidsprekerniveaus in te
stellen.
3a.Fine Channel Level
MCACC:M1. MEMORY 1
L(Reference)
+0.5dB
Enter:Next :Cancel
•Nadat u op ENTER hebt gedrukt, worden testtonen
weergegeven.
3 Selecteer alle kanalen één voor één en stel de juiste
niveaus (
+/– 10 dB)
in.
Gebruik / om het volume te regelen van de gekozen
luidspreker om deze te laten overeenstemmen met de
referentieluidspreker. Wanneer het klinkt alsof beide
tonen hetzelfde volume hebben, drukt u op om te
bevestigen en door te gaan naar het volgende kanaal.
3a.Fine Channel Level
L +0.5dB (Reference)
R [ 0.0dB ]
C +1.0dB
SL [ -3.0dB ]
SR [ +10.0dB ]
SBL [ -10.0dB ]
SBR [ +9.5dB ]
SW [ -1.5dB ]
:Finish
2 Stel de afstand van het linkerkanaal tot de
luisterpositie in.
3 Selecteer alle kanalen één voor één en stel de juiste
afstand in.
Gebruik / om de vertraging te regelen van de
gekozen luidspreker om deze te laten overeenstemmen
met de referentieluidspreker. De vertraging wordt
gemeten op basis van de luidsprekerafstand, van 0.1 tot
9.0 meter.
3b.Fine SP Distance
3.0 m (Reference
L
R [ 3.0 m ]
2.5 m
C
SL [ 3.0 m ]
SR [ 3.0 m ]
SBL [ 3.0 m ]
SBR [ 3.0 m ]
SW [ 3.0 m ]
)
:Finish
Luister naar de referentieluidspreker en regel op basis
hiervan het doelkanaal bij. Ga op de luisterpositie met
uitgestrekte armen voor de twee luidsprekers staan en
wijs in de richting van de luidsprekers. Probeer te
bereiken dat de twee tonen klinken alsof ze tegelijkertijd
aankomen op een punt net vóór u en tussen uw armen.
1
• De referentieluidspreker waarmee u kunt vergelijken,
verandert afhankelijk van de luidspreker die u kiest.
• Als u wilt teruggaan naar een kanaal om het bij te
regelen, selecteert u het kanaal met /.
4 Druk op RETURN wanneer u klaar bent.
U keert terug naar het instelmenu Manual MCACC.
De luidsprekerafstand nauwkeurig instellen
•Standaardinstelling: 3.0 m (alle luidsprekers)
Voor een goede geluidsdiepte en kanaalscheiding is het
nodig dat u een korte vertraging toevoegt aan sommige
luidsprekers, zodat alle geluiden de luisterpositie
gelijktijdig bereiken. Met de volgende instelling kunt u
nauwkeurige aanpassingen doorvoeren die wellicht niet
mogelijk zijn met de Luidsprekers handmatig instellen
hieronder.
1 Selecteer ‘Fine SP Distance’ in het instelmenu
Manual MCACC.
3.Manual MCACC
a.Fine Ch Level
b.Fine SP Distance
c.Standing Wave
d.EQ Adjust
e.EQ Professional
:Return
3b.Fine SP Distance
MCACC:M1. MEMORY 1
L(Reference)
3.0 m
Enter:Next :Cancel
Wanneer het klinkt alsof de vertragingsinstellingen met
elkaar overeenstemmen, drukt u op om te bevestigen
en door te gaan naar het volgende kanaal.
• De referentieluidspreker waarmee u kunt vergelijken,
verandert afhankelijk van de luidspreker die u kiest.
• Als u wilt teruggaan naar een kanaal om het bij te
regelen, selecteert u het kanaal met /.
4 Druk op RETURN wanneer u klaar bent.
U keert terug naar het instelmenu Manual MCACC.
Staande golf
• Standaardinstelling: ON
Akoestische staande golven treden op wanneer onder
bepaalde omstandigheden geluidsgolvan van uw
luidsprekersysteem resoneren met geluidsgolven die
worden gereflecteerd door de muren in de luisterruimte.
Dit kan een negatief effect hebben op het algehele geluid,
in het bijzonder bij bepaalde lagere frequenties.
Afhankelijk van de plaatsing van de luidsprekers, uw
luisterpositie en de vorm van de ruimte, kan dit een te
resonant (‘dreunend’) geluid geven. Standing Wave
Control maakt gebruik van filters om het effect van te
resonante geluiden in de luisterruimte te verminderen.
Tijdens het afspelen van een bron kunt u de filters die
voor Standing Wave Control worden gebruikt aanpassen
voor elk van de voorgedefinieerde MCACC-instellingen.
2
40
Du
Opmerking
1 • Als u dit niet kunt bereiken door de afstandsinstelling aan te passen, moet u wellicht de hoek van uw luidsprekers iets aanpassen.
• Voor een betere hoorbaarheid geeft de subwoofer een ononderbroken testtoon (de andere luidsprekers geven oscillerende impulsen). Het kan moeilijk
zijn om deze toon te vergelijken met de andere luidsprekers (afhankelijk van de lage-frequentierespons van de referentieluidspreker).
2 • Aangezien deze worden overschreven, is het verstandig om de instellingen voor staande golven die worden gemaakt met de automatische MCACCinstelling op te slaan in een andere voorgedefinieerde MCACC-instelling.
• Filterinstellingen voor het regelen van staande golven kunnen niet worden gewijzigd tijdens het afspelen van bronnen via de HDMI-aansluiting.
Page 41
1 Selecteer ‘Standing Wave’ in het instelmenu
Manual MCACC.
3.Manual MCACC
a.Fine Ch Level
b.Fine SP Distance
c.Standing Wave
d.EQ Adjust
e.EQ Professional
:Return
3c.Standing Wave
MCACC : M1. MEMORY 1
Standing Wave Control
[ ON ]
Filter Ch
No. 1 2 3
f [ 68
Q [ 5.0
A
T
[ 0.0
T
MAIN
Hz
] [ 120
Hz
] [ 5.0 ] [ 5.0 ]
dB
] [ 0.0
dB
] [ 201
] [ 0.0
:Finish
Hz
]
dB
]
2 Selecteer ‘ON’ als dit nog niet is geselecteerd en pas
de parameters voor Standing Wave Control aan.
• Filter Ch – Selecteer het kanaal waarop u de filters
wilt toepassen: Main (alle kanalen behalve het
middenkanaal en de subwoofer), Center of SUB W.
(subwoofer).
• TRIM(alleen beschikbaar wanneer het bovengenoemde filterkanaal SUB W. is) – Hiermee
past u het subwoofer-kanaalniveau aan om het
verschil in voortgebracht geluid na toepassing van
het filter te compenseren.
• f / Q / ATT – Dit zijn de filterparameters waarbij f
staat voor de frequentie die u regelt en Q de
bandbreedte is. Hoe hoger de Q, des te smaller de
bandbreedte of het bereik van de verzwakking (ATT is
de mate van afzwakking van de betreffende
frequentie).
3 Druk op RETURN wanneer u klaar bent.
U keert terug naar het instelmenu Manual MCACC.
Akoestische kalibratie-EQ
De akoestische kalibratie-equalizer is een soort
kamerequalizer voor de luidsprekers (met uitzondering
van de subwoofer). Hij meet de akoestische
eigenschappen van de ruimte en neutraliseert de
omgevingsfactoren die het originele bronmateriaal
kunnen verkleuren en geeft een ‘vlakke’ egalisatieinstelling. Als u niet tevreden bent met de automatische
instelling in Surround-geluid automatisch instellen (MCACC) op bladzijde 8 of Automatic MCACC (Expert) op
bladzijde 36, kunt u deze instellingen ook handmatig
verrichten om de frequentiebalans naar wens aan te
passen.
1 Selecteer ‘EQ Adjust’ in het instelmenu Manual
MCACC.
Gebruik de knoppen / om het kanaal te selecteren.
Gebruik de knoppen / om de frequentie t e selecteren
en / om de equalizerband te verhogen of te verlagen.
Wanneer u klaar bent, gaat u terug naar de bovenkant
van het scherm en kiest u het volgende kanaal met de
knoppen /.
•De OVER!-indicator verschijnt op het display als de
frequentie-aanpassing te drastisch is en vervorming
kan veroorzaken. In dat geval verlaagt u het niveau tot
OVER! van het display verdwijnt.
Tip
• Wanneer u de frequentiecurve van één kanaal te
drastisch wijzigt, zal dit de algehele balans
beïnvloeden. Als de luidsprekerbalans niet in orde
lijkt, kunt u kanaalniveaus verhogen of verlagen op
basis van testtonen met behulp van de TRIM-functie.
Gebruik / om TRIM te selecteren en verhoog of
verlaag het kanaalniveau van de huidige luidspreker
met /.
4 Druk op
RETURN
wanneer u klaar bent.
U keert terug naar het instelmenu Manual MCACC.
Professionele akoestische kalibratie-EQ
Deze instelling brengt ongewenste effecten van de
akoestiek van een ruimte terug tot een minimum omdat
u het systeem kalibreert op basis van direct geluid dat uit
de luidsprekers komt. U kunt ook een grafische weergave
bekijken van de frequentierespons van de ruimte.
Professionele akoestische kalibratie-EQ gebruiken
Als de lagere frequenties te veel weergalmen in de
luisterruimte (het geluid ‘dreunt’) of als verschillende
kanalen verschillende galmeigenschappen lijken te
vertonen, selecteert u Aco Cal EQ Pro. (of ALL) voor de
instelling Auto Mode in Automatic MCACC (Expert) op
bladzijde 36 om de ruimte automatisch te kalibreren. Als
het goed is, geeft dit een uitgebalanceerde kalibratie die
geschikt is voor de eigenschappen van de luisterruimte.
1
08
Opmerking
1 Met dit systeem kunt u de systeemkalibratie aanpassen met behulp van een grafische weergave die op het scherm kan worden getoond.
41
Du
Page 42
08
Als u toch niet tevreden bent met de resultaten, biedt de
handmatige Advanced EQ-instelling (hieronder) een
nauwkeuriger kalibratie van het systeem met het directe
geluid van de luidsprekers. Dit gebeurt met behulp van
een grafische weergave die op het scherm kan worden
getoond.
• Galm van hoge tegenover lage frequenties –
Afhankelijk van de ruimte kunnen lage frequenties
meer weerklinken dan hogere frequenties. (Het
geluid ‘dreunt’ in de ruimte.) Dit kan leiden tot een
scheve frequentieanalyse als de meting te laat
plaatsvindt.
De grafische weergave interpreteren
In de grafiek zijn decibellen uitgezet op de verticale as en
tijd (in milliseconden) op de horizontale as. Een rechte
lijn betekent een ruimte met vlakke respons (geen galm).
Een kromme lijn betekent dat er galm is opgetreden bij
de weergave van testtonen. De kromming wordt steeds
minder naarmate de galm stabiliseert (dit duurt meestal
ongeveer 100 ms).
Door de grafiek te analyseren moet u kunnen zien hoe de
ruimte reageert op bepaalde frequenties. Er wordt
automatisch rekening gehouden met verschillen in
kanaalniveau en luidsprekerafstand en deze worden
gecompenseerd om goed te kunnen vergelijken.
Bovendien kunt u de frequentiemetingen controleren
zowel met als zonder egalisatie van de receiver.
1
Professionele akoestische kalibratie-EQ instellen
op basis van de eigenschappen van de ruimte
Tijdens de handmatige instelling kunt u de tijdsperiode
instellen waarop de frequentierespons wordt
geanalyseerd. U kunt hierbij de tijd bepalen die het meest
geschikt is voor kalibratie van het systeem met de
specifieke eigenschappen van de ruimte.
In de onderstaande grafiek ziet u het verschil tussen
standaard akoestische kalibratie en professionele
kalibratie. (De grijze cirkels staan voor het punt waarop
de microfoon het geluid voor de frequentieanalyse
vastlegt.)
Niveau
Testtoon
Kalibratiebereik van
professionele akoestische
kalibratie-EQ
016080
Kalibratiebereik van standaard
akoestische kalibratie-EQ
Tijd
(in msec.)
Zodra het luidsprekersysteem geluid voortbrengt, wordt
dit beïnvloed door de eigenschappen van de ruimte,
bijvoorbeeld door muren, meubels en de afmetingen van
de ruimte. Hoe eerder de frequentie wordt geanalyseerd,
des te minder invloed de ruimte heeft. Een eerste
tijdinstelling van 20 ms tot 40 ms wordt aanbevolen om
twee belangrijke factoren te compenseren die het geluid
van de meeste ruimten beïnvloeden:
Niveau
Kalibratiebereik van
professionele akoestische
kalibratie-EQ
016080
Kalibratiebereik van standaard
akoestische kalibratie-EQ
Lage
frequenties
Hoge
frequenties
Tijd
(in msec.)
• Galmkenmerken van verschillende kanalen –
Galmeigenschappen kunnen enigszins verschillen
per kanaal. Aangezien dit verschil toeneemt
naarmate het geluid wordt beïnvloed door de
verschillende eigenschappen van de ruimte, is het
vaak beter de frequentieanalyse vroeg uit te voeren
zodat de frequenties en geluiden van de kanalen
goed mengen.
Niveau
Kalibratiebereik van
professionele akoestische
kalibratie-EQ
016080
Kalibratiebereik van standaard
akoestische kalibratie-EQ
Surroundlink
Surroundrechts
Tijd
(in msec.)
Als de ruimte geen last heeft van bovengenoemde
factoren, is het vaak niet nodig om 20 ms tot 40 ms in te
stellen. Latere tijdsinstellingen geven vaak een
gedetailleerde perceptie van het geluid met het
luidsprekersysteem. U kunt het beste experimenteren om
te zien wat het meest geschikt is voor uw specifieke
ruimte.
Als u wijzigingen aanbrengt in de ruimte, bijvoorbeeld
door meubels of schilderijen te verplaatsen, heeft dit
invloed op de resultaten van de kalibratie. In dergelijke
gevallen moet u het systeem opnieuw kalibreren.
• Reverb Measurement – Gebruik deze optie om de
galmeigenschappen van uw ruimte te meten.
Opmerking
1 Houd er wel rekening mee dat een effect met de naam ‘groepsvertraging’ ervoor kan zorgen dat de generatie van lagere frequenties langer duurt dan die
van hogere frequenties. (Dit valt het meeste op als u frequenties vergelijkt met 0ms.) Deze eerste kromming vormt geen probleem (geeft geen extreme
galm) in de luisterruimte.
Page 43
• Reverb View – U kunt de metingen van de galm
controleren die zijn gedaan voor bepaalde
frequentiebereiken voor elk kanaal.
• Advanced EQ Setup – Gebruik deze optie om de
tijdsperiode in te stellen die wordt gebruikt voor
aanpassing van de frequentie en kalibratie op basis
van de metingen van de galm in de luisterruimte. Het
aanpassen van de systeemkalibratie met deze
instelling verandert de instellingen die u in Surround-geluid automatisch instellen (MCACC) op bladzijde 8
of Automatic MCACC (Expert) op bladzijde 36 hebt
aangebracht, en is niet nodig als u tevreden bent met
deze instellingen.
3 Als u ‘Reverb Measurement’ hebt geselecteerd,
selecteert u EQ ON of OFF en vervolgens OK.
De volgende opties bepalen hoe de galmeigenschappen
van uw luisterruimte in Reverb View worden
weergegeven:
• EQ OFF – Selecteer deze optie als u de akoestische
eigenschappen van de luisterruimte wilt bekijken
zonder egalisatie van de receiver (voor kalibratie).
• EQ ON – Selecteer deze optie als u de akoestische
eigenschappen van de luisterruimte wilt bekijken met
egalisatie van de receiver (na kalibratie).
1
Me rk op da t
de EQ-respons wellicht niet geheel vlak lijkt, vanwege
correcties die nodig zijn voor uw luisterruimte.
Wanneer het meten van de galm voltooid is, kunt u
Reverb View selecteren om de resultaten op het scherm
te zien.
4 Als u ‘Reverb View’ hebt geselecteerd, kunt u de
galmeigenschappen van elk kanaal controleren.
Druk op RETURN wanneer u klaar bent.
3e2.Reverb View
M1 : EQ OFF Ch [ L ]
Fq [ 63Hz ]
dB
080160ms
:Return
Dit wordt weergegevens volgens de instelling die u
gekozen hebt bij Reverb Measurement (stap 3
hierboven). Gebruik de knoppen / om het kanaal en
de frequentie te selecteren die u wilt controleren. Gebruik
de knoppen / om tussen deze twee te schakelen. De
markeringen op de verticale as geven decibellen aan met
intervallen van 2dB.
5 Als u ‘Advanced EQ Setup’ hebt geselecteerd,
geeft u de gewenste tijdsinstelling op voor de
kalibratie en selecteert u ‘Go’. Selecteer ‘Start’ in het
volgende scherm.
Op basis van de meting van de galmeigenschappen kunt
u de tijdsperiode kiezen die wordt gebruikt voor de
uiteindelijke aanpassing van de frequentie en kalibratie.
Hoewel u dit ook kunt instellen zonder meting van de
galmeigenschappen, is het beter om de resultaten van de
meting te gebruiken als referentie voor de tijdsinstelling.
De aanbevolen tijdsinstelling voor een optimale kalibratie
van het systeem op basis van direct geluid uit de
luidsprekers is 20~40ms.
3e4. Adv. EQ Setup (1/2)
Ch [ L ]
Fq [ 63Hz ]
dB
Tm [60
080160ms
( Next)
:Cancel
~80ms]
3e4. Adv. EQ Setup (2/2)
( Back )
EQ Type
[ALL CH ADJUST]
Multi-Point NO
Setting Start? [OK]
: Cancel
Gebruik de knoppen / om het kanaal, de frequentie
en de tijdsinstelling te selecteren. Gebruik de knoppen
/ om hiertussen te schakelen.
U kunt schakelen tussen de aangesloten luidsprekers,
behalve de subwoofer, en de metingen voor de volgende
frequenties weergeven: 63 Hz, 125 Hz, 250 Hz, 500 Hz,
1 kHz, 2 kHz, 4 kHz, 8 kHz en 16 kHz.
Selecteer de instelling uit de volgende tijdsperioden (in
milliseconden): 0~20ms, 10~30ms, 20~40ms,
30~50ms, 40~60ms, 50~70ms en 60~80ms. Deze
instelling geldt voor alle kanalen tijdens de kalibratie.
Selecteer OK wanneer u klaar bent. De kalibratie duurt
ongeveer 1 tot 4 minuten.
Nadat de akoestische kalibratie-egalisatie is ingesteld,
krijgt u de optie om de instellingen op het scherm te
controleren.
Gegevensbeheer
In dit systeem kunt u maximaal zes voorgedefinieerde
MCACC-instellingen opslaan zodat u het systeem kunt
kalibreren voor verschillende luisterposities of
frequentieaanpassingen voor dezelfde luisterpositie.
is handig voor alternatieve instellingen afhankelijk van
het type bron dat u beluistert en de luisterpositie
(bijvoorbeeld als u film kijkt vanaf de bank of een
videospelletje speelt vlak voor de TV).
Vanuit het instelmenu Data Management kunt u de
huidige instellingen controleren, kopiëren van de ene
voorgedefinieerde instelling naar de andere,
voorgedefinieerde instellingen een naam geven zodat u
ze gemakkelijk kunt herkennen en instellingen die u niet
meer nodig hebt wissen.
2
Dit
08
Opmerking
1 De kalibratie die overeenkomt met de momenteel geselecteerde voorgedefinieerde MCACC-instelling wordt gebruikt wanneer EQ ON is geselecteerd. Als
u een andere voorgedefinieerde MCACC-instelling wilt gebruiken, sluit u het menu System Setup en
u op SETUP drukt
2 U kunt deze voorgedefinieerde instellingen instellen in Surround-geluid automatisch instellen (MCACC) op bladzijde 8 of Automatic MCACC (Expert) op
bladzijde 36. Als het goed is, hebt u een van beide procedures al uitgevoerd.
.
drukt u op MCACC om deze te selecteren voordat
43
Du
Page 44
08
1 Selecteer ‘Data Management’ in het menu System
Setup.
Zie De receiver instellen via het menu System Setup
hierboven als u zich nog niet in dit scherm bevindt.
System Setup
1.Auto MCACC
2.Surr Back System
3.Manual MCACC
4.Data Management
5.Manual SP Setup
6.Input Setup
7.Other Setup
: Exit
4.Data Management
a.MCACC Data Check
b.MCACC Data Copy
c.Memory Rename
d.Memory Clear
:Return
2 Selecteer de instelling die u wilt aanpassen.
• MCACC Data Check – Controleer de instellingen van
een van de voorgedefinieerde MCACC-instellingen op
het scherm (zie Gegevens van voorgedefinieerde MCACC-instellingen controleren hieronder).
• MCACC Data Copy – Kopieer instellingen van de ene
voorgedefinieerde MCACC-instelling naar de andere
(zie Gegevens van voorgedefinieerde MCACC-instellingen kopiëren hieronder).
• Memory Rename – Geef de voorgedefinieerde
MCACC-instellingen namen zodat u ze gemakkelijk
kunt herkennen (zie Voorgedefinieerde MCACC-instellingen een naam geven hieronder).
• Memory Clear – Wis eventuele voorgedefinieerde
MCACC-instellingen die u niet meer nodig hebt (zie
Voorgedefinieerde MCACC-instellingen wissen
hieronder).
Gegevens van voorgedefinieerde MCACCinstellingen controleren
Nadat u Surround-geluid automatisch instellen (MCACC)
op bladzijde 8 of Automatic MCACC (Expert) op
bladzijde 36 hebt voltooid, kunt u de gekalibreerde
instellingen controleren op het scherm.
1 Selecteer ‘MCACC Data Check’ in het instelmenu
Data Management.
4.Data Management
a.MCACC Data Check
b.MCACC Data Copy
c.Memory Rename
d.Memory Clear
:Return
4a.MCACC Data Check
1.Speaker Setting
2.Channel Level
3.Speaker Distance
4.Standing Wave
5.Acoustic Cal EQ
ENTER:Next :Return
2 Selecteer de instelling die u wilt controleren.
• Het is handig als u dit doet terwijl een bron wordt
afgespeeld, zodat u de verschillende instellingen
kunt vergelijken.
3 Selecteer de voorgedefinieerde MCACC-instelling
die u wilt controleren.
Gebruik de knoppen / als u moet schakelen tussen
luidsprekers/instellingen.
om terug te gaan naar het menu
Data Check en herhaal stap 2 en 3 om andere
instellingen te controleren.
4a2.Speaker Distance
MCACC M1. MEMORY 1
L : 2.0m
C : 2.0m
R : 2.0m
SR : 2.5m
SBR : 3.0m
SBL : 3.0m
SL : 2.5m
SW : 2.3m
5 Druk op
:Return
RETURN
4a3.Standing Wave
MCACC M1. MEMORY 1
Sranding Wave Control
: ON
Filter Ch [ SUB W. ]
TRIM : +12.0dB
No. 1 2 3
Hz
: 110Hz : 110
f : 110
Q : 3.0 : 3.0 : 3.0
A
T
dB
: 10.0dB : 12.0
: 12.0
T
:Return
wanneer u klaar bent.
Hz
dB
U keert terug naar het instelmenu Data Management.
Gegevens van voorgedefinieerde MCACCinstellingen kopiëren
Als u de akoestische kalibratie-EQ handmatig wilt
aanpassen (zie Handmatige MCACC-instelling
hierboven), raden wij u aan de huidige instellingen te
kopiëren
1
naar een ongebruikte voorgedefinieerde
MCACC-instelling. In plaats van over een vlakke EQ-curve
beschikt u dan over een referentiepunt als startpunt.
1 Selecteer ‘MCACC Data Copy’ in het instelmenu
Data Management.
4.Data Management
a.MCACC Data Check
b.MCACC Data Copy
c.Memory Rename
d.Memory Clear
:Return
4b.MCACC Data Copy
From
[ M1. MEMORY 1 ]
To
[ M2. MEMORY 2 ]
Start Copy [Cancel ]
:Cancel
2 Selecteer de voorgedefinieerde MCACC-instelling
waaruit u instellingen wilt kopiëren bij ‘From’ en geef
op naar waarnaar u deze wilt kopiëren (‘To’).
Zorg ervoor dat u geen voorgedefinieerde MCACCinstelling overschrijft die u momenteel gebruikt. (U kunt
het kopiëren namelijk niet ongedaan maken.)
3 Selecteer ‘Copy’ om de instellingen te kopiëren en
te bevestigen.
U ziet Copy Complete! op het scherm als de
voorgedefinieerde MCACC-instelling is gekopieerd
waarna u automatisch teruggaat naar het instelmenu
Data Management.
Voorgedefinieerde MCACC-instellingen een naam
geven
Als u verschillende voorgedefinieerde MCACCinstellingen hebt, is het handig om deze een naam te
geven zodat u ze gemakkelijker kunt herkennen.
1 Selecteer ‘Memory Rename’ in het instelmenu Data
Management.
1 De instellingen die u hebt gemaakt in Surround-geluid automatisch instellen (MCACC) op bladzijde 8 of Automatic MCACC (Expert) op bladzijde 36.
Page 45
2 Selecteer de voorgedefinieerde MCACCinstellingen die u een andere naam wilt geven en
selecteer een geschikte naam.
Gebruik / om de voorgedefinieerde instelling te
selecteren en / om een naam te selecteren.
3 Herhaal deze procedure voor alle
voorgedefinieerde MCACC-instellingen die u een naam
wilt geven en druk op
RETURN
als u klaar bent.
U keert terug naar het instelmenu Data Management.
Voorgedefinieerde MCACC-instellingen wissen
Als u een van de voorgedefinieerde MCACC-instellingen
die zijn opgeslagen in het geheugen niet meer nodig
hebt, kunt u de kalibratie-instellingen van die
voorgedefinieerde instelling wissen.
1 Selecteer ‘Memory Clear’ in het instelmenu Data
Management.
4.Data Management
a.MCACC Data Check
b.MCACC Data Copy
c.Memory Rename
d.Memory Clear
:Return
4d.Memory Clear
Clear
M1. MEMORY 1
Start Clear [Cancel]
:Cancel
2 Selecteer de voorgedefinieerde MCACC-instelling
die u wilt wissen.
Zorg ervoor dat u geen voorgedefinieerde MCACCinstelling wist die u momenteel gebruikt. (U kunt het
wissen namelijk niet ongedaan maken.)
3 Selecteer ‘Clear’ om de instelling te wissen en te
bevestigen.
U ziet Clear Complete! op het scherm als de
voorgedefinieerde MCACC-instelling is gewist waarna u
automatisch teruggaat naar het instelmenu Data
Management.
Luidsprekers handmatig instellen
Met deze receiver kunt u nauwkeurige instellingen
maken om het surround-geluid optimaal af te stellen. U
hoeft deze instellingen slechts één keer te maken tenzij u
de huidige luidsprekeropstelling wijzigt of nieuwe
luidsprekers toevoegt.
Deze instellingen zijn bedoeld om het systeem aan uw
wensen aan te passen. Als u de resultaten van de
instellingen in Surround-geluid automatisch instellen (MCACC) op bladzijde 8 bevredigend vindt, hoeft u echter
niet al deze instellingen te verrichten.
Waarschuwing
• De testtonen die worden voortgebracht tijdens de
System Setup klinken erg hard.
Als u dit voor het eerst doet, is het wellicht raadzaam
deze instellingen in de getoonde volgorde te verrichten:
• Speaker Setting – Geef het aantal luidsprekers op
dat u hebt aangesloten en hun formaat (zie
hieronder).
• Channel Level – Stel de algehele balans van het
luidsprekersysteem in (bladzijde 46).
• Speaker Distance – Geef de afstand van de
luidsprekers tot de luisterpositie op (bladzijde 47).
• Bass Peak Level – Voorkom dat bastonen het geluid
van de luidsprekers vervormen (bladzijde 47).
• X-Curve – Stel de toonbalans van het
luidsprekersysteem in voor filmgeluid (bladzijde 47).
• THX Audio Setting – Geef op of u een THXluidsprekeropstelling gebruikt (bladzijde 48).
3 Breng de nodige aanpassingen aan voor elke
instelling en druk na elk scherm op RETURN om te
bevestigen.
Luidsprekerinstellingen
Gebruik deze instelling om de luidsprekerconfiguratie
(formaat, aantal luidsprekers en crossover-frequentie) op
te geven. Het is een goed idee te controleren of de
instellingen die u hebt gemaakt in Surround-geluid
automatisch instellen (MCACC) op bladzijde 8 juist zijn.1
Merk op dat deze instellingen van toepassing is op alle
voorgedefinieerde MCACC-instellingen, en niet
onafhankelijk kan worden ingesteld.
1 Selecteer ‘Speaker Setting’ in het menu Manual SP
Setup.
2 Kies de luidsprekers die u wilt instellen en selecteer
vervolgens een luidsprekerformaat.
Gebruik / om het formaat (en het aantal) van elk van
de volgende luidsprekers op te geven:
• Front – Selecteer LARGE als de voorluidsprekers de
basfrequenties effectief weergeven of als u geen
subwoofer hebt aangesloten. Selecteer SMALL om
de basfrequenties naar de subwoofer te sturen.
5a.Speaker Setting
Front SMALL
Center [ SMALL ]
Surr [ SMALL ]
SMALL x2
SB [
SUB W. [ YES ]
X. OVER [ 80Hz ]
(TH X:AL L S MALL )
]
:Finish
2
08
Opmerking
1 Als u een THX-luidsprekeropstelling gebruikt, controleert u of alle luidsprekers zijn ingesteld op SMALL.
2Als u SMALL selecteert voor de voorluidsprekers, wordt de subwoofer automatisch ingesteld op YES. Ook kunt u de midden- en surround-luidsprekers
niet instellen op LARGE als de voorluidsprekers zijn ingesteld op SMALL. In dat geval worden alle basfrequenties naar de subwoofer gestuurd.
45
Du
Page 46
08
• Center – Selecteer LARGE als de middenluidspreker
de basfrequenties effectief weergeeft of selecteer
SMALL om de basfrequenties naar de andere
luidsprekers of naar de subwoofer te sturen. Als u
geen middenluidspreker hebt aangesloten, kiest u
NO. (Het middenkanaal wordt naar de andere
luidsprekers gestuurd.)
• Surround – Selecteer LARGE als de surroundluidsprekers de basfrequenties effectief weergeven.
Selecteer SMALL om de basfrequenties naar de
andere luidsprekers of naar de subwoofer te sturen.
Als u geen surround-luidsprekers hebt aangesloten,
kiest u NO. (Het geluid van de surround-kanalen
wordt naar de andere luidsprekers.)
• Surr Back – Selecteer het aantal surroundachterluidsprekers dat u hebt (één, twee of geen).
1
Selecteer LARGE als de surround-achterluidsprekers
de basfrequenties effectief weergeven. Selecteer
SMALL om de basfrequenties naar de andere
luidsprekers of naar de subwoofer te sturen. Als u
geen surround-achterluidsprekers hebt aangesloten,
kiest u NO.
• Subwoofer – LFE-signalen en basfrequenties van
kanalen die zijn ingesteld op SMALL worden
weergegeven via de subwoofer wanneer u YES
selecteert. Kies de instelling PLUS als u wilt dat de
subwoofer continu basgeluid weergeeft of als u
diepere bassen wenst. (De basfrequenties die
normaal gezien naar de voor- en middenluidsprekers
gaan, worden ook omgeleid naar de subwoofer.)
2
Als
u geen subwoofer hebt aangesloten, kiest u NO. (De
basfrequenties worden weergegeven door de andere
luidsprekers.)
3 Selecteer ‘X. OVER’ en stel de crossover-frequentie
3
in.
Frequenties onder de scheidingsfrequentie worden naar
de subwoofer (of luidsprekers met de instelling LARGE)
gestuurd.
4 Druk op RETURN wanneer u klaar bent.
U keert terug naar het menu Manual SP Setup.
Kanaalniveau
Met de kanaalniveau-instellingen kunt u de algehele
balans van het luidsprekersysteem aanpassen. Dit is een
belangrijke factor bij het instellen van een
thuistheatersysteem.
1 Selecteer ‘Channel Level’ in het menu Manual SP
Setup.
• Manual – Verplaats de testtoon handmatig van
luidspreker naar luidspreker en pas de kanaalniveaus
afzonderlijk aan.
• Auto – Pas de kanaalniveaus aan terwijl de testtoon
automatisch wordt verplaatst van luidspreker naar
luidspreker.
3 Bevestig de gekozen insteloptie.
De weergave van de testtonen begint nadat u op ENTER
drukt.
5b.Channel Level
Test Tone [ Manual ]
Setting Start
Please Wait . . . 20
Caution!
Loud test tones
will be output.
:Cancel
4 Pas het niveau van elk kanaal aan met de knoppen
/
.
Als u Manual hebt geselecteerd, gebruikt u / om een
andere luidspreker te kiezen. Als u Auto hebt gekozen,
worden de testtonen weergegeven in de op het scherm
getoonde volgorde:
5b.Channel Level
L 0.0dB
C [ 0.0dB ]
R [ 0.0dB ]
SR [ 0.0dB ]
SBR [ 0.0dB ]
SBL [ 0.0dB ]
SL [ 0.0dB ]
SW [ 0.0dB ]
:Finish
Pas het niveau van elke luidspreker aan wanneer de
testtoon wordt weergegeven.
4
5 Druk op RETURN wanneer u klaar bent.
U keert terug naar het menu Manual SP Setup.
46
Du
Opmerking
1• Als u 2nd Zone of Front Bi-Amp hebt geselecteerd (in De surround-achterluidspreker instellen op bladzijde 38), kunt u de instellingen van de surroundachterluidsprekers niet aanpassen.
• Als de surround-luidsprekers zijn ingesteld op NO, worden de surround-achterluidsprekers automatisch ingesteld op NO.
• Als u slechts één surround-achterluidspreker selecteert, sluit u deze aan op de linker-surround-achteraansluiting.
2 Als u een subwoofer hebt en van veel bassen houdt, lijkt het logisch om LARGE te selecteren voor de voorluidsprekers en PLUS voor de subwoofer. Dit
geeft mogelijk niet de beste basweergave. Afhankelijk van de luidsprekeropstelling in de ruimte is het zelfs mogelijk dat de bassen minder prominent zijn
als gevolg van de onderdrukking van lage frequenties. Probeer in dat geval de positie of de richting van de luidsprekers te veranderen. Als u geen goede
resultaten bereikt, beluistert u de basweergave met de instellingen PLUS en YES of stelt u de voorluidsprekers afwisselend in op LARGE en SMALL en laat
uw oren beslissen. De eenvoudigste oplossing in geval van problemen is dat u alle basgeluiden naar de subwoofer leidt door de voorluidsprekers in te
stellen op SMALL.
3 • Deze instelling bepaalt de scheidingsfrequentie tussen de lage tonen die worden weergegeven door de luidsprekers die zijn ingesteld op LARGE, of de
subwoofer, en de lage tonen die worden weergegeven door de luidsprekers die zijn ingesteld op SMALL. Zij legt eveneens de scheidingsfrequentie vast
voor de lage tonen in het LFE-kanaal.
• Als u een THX-luidsprekeropstelling gebruikt, controleert u of de scheidingsfrequentie is ingesteld op 80Hz.
4 • Als u een Sound Pressure Level (SPL) meter gebruikt, verricht u de metingen vanaf de hoofdluisterpositie en stelt u het niveau van elke luidspreker in
op 75 dB SPL (C-gewogen/langzame uitlezing).
• De testtoon uit de subwoofer wordt met een laag volume weergegeven. Mogelijk moet u het niveau bijregelen wanneer u het systeem uitprobeert met
een echte geluidsopname.
Page 47
Tip
• U kunt de kanaalniveaus op elk gewenst moment
wijzigen door te drukken op CH LEVEL en vervolgens
/ op de afstandsbediening te gebruiken.
Voor een goede geluidsdiepte en -scheiding moet u de
afstand van de luidsprekers tot de luisterpositie opgeven.
De receiver kan dan de vertraging toevoegen die nodig is
om een effectief surround-geluid te verkrijgen.
1 Selecteer ‘Speaker Distance’ in het menu Manual SP
Setup.
5.Manual SP Setup
a.Speaker Setting
b.Channel Level
c.Speaker Distance
d.Bass Peak Level
e.X-Curve
f.THX Audio Setting
:Return
5c.Speaker Distance
L 3.0 m
C [ 3.0 m ]
R [ 3.0 m ]
SR [ 3.0 m ]
SBR [ 3.0 m ]
SBL [ 3.0 m ]
SL [ 3.0 m ]
SW [ 3.0 m ]
:Finish
2 Stel de afstand van elke luidspreker in met de
knoppen
/
.
U kunt de afstand van elke luidspreker instellen in
stappen van 0,1 meter.
3 Druk op
RETURN
wanneer u klaar bent.
U keert terug naar het menu Manual SP Setup.
Tip
• Voor een optimaal surround-geluid moet u ervoor
zorgen dat de surround-achterluidsprekers op
dezelfde afstand van de luisterpositie staan.
Piekniveau voor bastonen
Sommige Dolby Digital- en DTS-audiobronnen bevatten
ultralage bastonen. Stel de baslimiet in op het benodigde
niveau om te voorkomen dat de bastonen het geluid
vervormen.
1 Selecteer ‘Bass Peak Level’ in het menu Manual SP
Setup.
De huidige instelling wordt weergegeven. Als OFF wordt
weergegeven, staat de verzwakking uit en wordt de
basweergave niet beïnvloed.
• Setting Start – Het volume is ingesteld op –60 dB, er
wordt een testtoon weergegeven en u maakt de
instelling.
• Setting Clear – Hiermee wist u eventuele vorige
instellingen en schakelt u de limiet uit.
3 Als u ‘
/
voor de bastonen op te geven. Druk hierna op
Setting Start’
hebt geselecteerd, gebruikt u
om de testtonen aan te passen en het piekniveau
ENTER
5d.Bass Peak Level
Bass Peak Level
-60dB
Increase the Bass
Peak Level to
a comfortable volume
(-80dB = no sound)
ENTER:Finish :Cancel
Stel het piekniveau voor bastonen stapsgewijs in en druk
op ENTER op het moment voordat de toon begint te
vervormen.
1
Op het display van de receiver ziet u
RESUME terwijl het volume wordt teruggezet op de
oorspronkelijke instelling. U keert automatisch terug
naar het hoofdmenu Bass Peak Level.
4 Druk op
RETURN
wanneer u klaar bent.
U keert terug naar het menu Manual SP Setup.
X-curve
Het meeste filmgeluid dat bedoeld is voor bioscopen is te
helder voor grote ruimten. De X-curve-instelling fungeert
als een soort re-equalizer voor thuistheaters en herstelt
de juiste toonbalans van filmgeluid.
1 Selecteer ‘X-Curve’ in het menu Manual SP Setup.
1 Als de instelling YES of PLUS is geselecteerd op de subwoofer (in Luidsprekerinstellingen op bladzijde 45), worden de testtonen alleen weergegeven door
de subwoofer. Zo niet, worden de testtonen weergegeven door de voor- en surround-luidsprekers die zijn ingesteld op LARGE.
2 Aangezien het principe hetzelfde is, wordt X-Curve niet toegepast wanneer u een van de Home THX-functies gebruikt (zie De Home THX-functies gebruiken
op bladzijde 27).
47
Du
Page 48
08
2 Kies de gewenste instelling voor X-Curve.
Gebruik / om de instelling aan te passen. De X-curve
wordt uitgedrukt als neerwaartse helling in decibellen
per octaaf, beginnend bij 2 kHz. Het geluid wordt minder
helder naarmate de helling steiler wordt, met een
maximum van –3,0dB/oct). Houd u aan de volgende
richtlijnen als u de X-curve instelt op basis van de grootte
van de ruimte:
Grootte van de
ruimte (m
X-curve (dB/oct)
≤36≤48≤60≤72 ≤300≤1000
2
)
–0,5–1–1,5–2–2,5–3
•Als u OFF selecteert, is de frequentiecurve vlak en
heeft de X-curve geen effect.
3 Selecteer ‘Return’ en druk hierna op ENTER om
de instelling te voltooien.
THX-audio-instelling
U boekt de meest effectieve resultaten wanneer u de
luisterfuncties THX Select2 Cinema en THX MusicMode
gebruikt (zie De Home THX-functies gebruiken op
bladzijde 27) met het ASA-systeem (Advanced Speaker
Array) (zie Meer over THX op bladzijde 74). Hiervoor moet
u de instelling maken. Zie Opstelling van een THX-luidsprekersysteem op bladzijde 19 voor meer informatie
over de plaats van THX-luidsprekers.
1 Selecteer ‘THX Audio Setting’ in het menu Manual
SP Setup.
2 Geef de afstand op tussen de surroundachterluidsprekers.
5f.THX Audio Setting
SB SP Position
0.0-0.3m
SBL-SBR
:Finish
• 0.0 – 0.3m – Surround-luidsprekers staan minder
dan 30 cm van elkaar (dit is het beste voor THXsurround-geluid).
• > 0.3 – 1.2m – De surround-luidsprekers staan
tussen de 30 cm en 1,2 meter uit elkaar.
• 1.2m < – De surround-luidsprekers staan meer dan
1,2 meter uit elkaar.
3 Druk op RETURN wanneer u klaar bent.
U keert terug naar het menu Manual SP Setup.
Opmerking
1 Als u geen surround-achterluidsprekers hebt, of er slechts één hebt, kunt u deze instelling niet selecteren. (U ziet Cannot select op het display.)
Page 49
Hoofdstuk 9:
R
R
Andere aansluitingen
1
Waarschuwing
• Haal altijd de stekker uit het stopcontact voordat u
apparaten aansluit of aansluitingen wijzigt.
Een iPod aansluiten
Deze receiver beschikt over een speciaal voor de iPod
gereserveerde aansluiting waarmee u de weergave van
de iPod kunt bedienen met de bedieningselementen van
de receiver.
De iPod aansluiten op de receiver
IN 1
IN 2
OUT
HDMI
Music >
Extras >
Settings >
Shuffle Songs
Backlight
iPod
1
OPTICAL
DIGITAL
OUT
COMPONENT VIDEO
1
IN
Y
(
DVR/
IN
)
VCR1
1
2
IN
(
)
TV/SAT
IN
2
Y
3
IN
IN
(
IN
(
DVR/VCR2
COAXIAL
ASSIGNABLE
21
iPod
MENU
(CD)
ASSIGNABLE
CONTROLiPod
OUT
IN
AUDIO
1
)
DVD/LD
2
)
S-VIDEO
31
IN
ININ IN INININOUTOUTOUT
L
R
CD-R/TAPE/MD DVD/LD
CD
ANTENNA
P
B
P
B
P
Y
P
R
P
R
ASSIGNABLE
IN INININ MONITOR
VIDEO
Y
TV/SAT
P
B
R
P
P
B
R
31
OUTOUT
DVR/VCR1 DVR/VCR2
iPod-kabel
(1,5 m / 70 g)
AM LOOP
CENTER
LL
OUT
IN
3
SUB
RR
FRONT
WOOFER
OUT
L
R
FRONT
MULTI CH IN
VSX-2016AV
PRE OUT
SURROUND
CENTE
SUB
WOOFE
Schakel de receiver stand-by en gebruik dan de
bijgeleverde iPod-audiokabel
op de iPod-aansluiting aan de achterkant van de receiver.
Duw de stekker naar binnen totdat u hoort dat deze
vastklikt. Om de stekker los te maken, duwt u de stekker
in elkaar om de vergrendeling los te maken
(zie afbeelding) en daarna trekt u de stekker naar buiten.
2 Schakel de receiver in en druk op de
iPod-ingangsbronknop om de receiver over te
schakelen naar de iPod.
Op het voorpaneel wordt de tekst Loading weergegeven
als de aansluiting wordt gecontroleerd en gegevens
worden opgehaald van de iPod.
3 Gebruik de knop TOP MENU om het hoofdmenu
van de iPod weer te geven.
Wanneer u de tekst Top Menu ziet op het display, kunt u
muziek afspelen van de iPod.
•
Als er nadat u op
het display wordt weergegeven, schakelt u de receiver
uit en sluit u de iPod opnieuw op de receiver aan.
Muziek afspelen van de iPod
Als u door de muziek op de iPod wilt bladeren, kunt u het
beste de TV aanzetten om gebruik te kunnen maken van
het schermdisplay.
op het voorpaneel van de receiver gebruiken.
Zoeken wat u wilt afspelen
Wanneer de iPod is aangesloten op de receiver, kunt u bladeren
door de muziek die is opgeslagen op de iPod op afspeellijst,
artiest, naam van het album, naam van het nummer, genre of
componist, net als wanneer u de iPod direct gebruikt.
1 Gebruik de knoppen
selecteren en druk op
lopen.
• Als u terug wilt naar het vorige niveau, drukt u op
RETURN.
2 Gebruik de knoppen
geselecteerde categorie, bijvoorbeeld albums, te
bladeren.
•Gebruik / om naar vorige/volgende niveaus te
gaan.
2
om de iPod aan te sluiten
3
iPod
hebt gedrukt
No Connection
4
U kunt desgewenst ook het display
iPod Top
[ Playlists
[ Ar tists
[ Albums
[ Songs
[
Genres
[ Composers
[ Shuffle Songs
/
ENTER
/
]
]
]
]
]
]
]
om een categorie te
om door die categorie te
om door de
09
op
Opmerking
1 Het systeem is compatibel met de iPod, iPod mini en iPod Photo draagbaar apparaat (derde generatie en hoger). De compatibiliteit kan variëren en is
afhankelijk van de softwareversie van de iPod. Deze receiver biedt geen ondersteuning van softwareversies ouder dan iPod-update 2004-10-20. Vraag uw
lokale Pioneer-dealer welke versies worden ondersteund.
2 • Dit product is de Pioneer Audio Control Cable voor gebruik bij een iPod® (derde generatie en hoger), iPod Mini of iPod Photo.
• Deze kabel dient alleen voor verbinding met de dockconnectorpoort van de iPod.
• Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de iPod voor instructies over het gebruik van de iPod.
• De aangesloten iPod moet worden bijgewerkt met iPod-updatersoftware hoger dan versie 2004-10-20.
3 U kunt de bedieningselementen van de iPod niet gebruiken als de iPod is aangesloten op de receiver. (Er wordt Pioneer weergegeven op het display van
de iPod.) Functies als de equalizer kunt u niet bedienen via de receiver. Bovendien wordt aangeraden de equalizer uit te zetten voordat u de iPod aansluit.
4 Niet-romeinse tekens in een afspeellijst worden weergegeven als #.
49
Du
Page 50
09
/
L
R
L
3 Blader net zo lang tot u hebt gevonden wat u wilt
afspelen. Druk op
om het afspelen te starten.
1
Bladeren door categorieën op de iPod werkt als volgt:
Playlist Song
Artist Album Song
Album Song
Song
Genre Artist Album Song
Composer Album Song
Shuffle Songs
Tip
• U kunt alle nummers in een bepaalde categorie
afspelen als u de optie All selecteert boven aan de
categorielijst. U kunt bijvoorbeeld alle nummers van
een bepaalde artiest afspelen.
Basisbediening voor afspelen
In de volgende tabel ziet u de basisbedieningselementen
voor afspelen voor de iPod:
KnopFunctie
Hiermee start u het afspelen.
Als u start met afspelen terwijl u iets anders
hebt geselecteerd dan een nummer, worden
alle nummers in die categorie afgespeeld.
Hiermee stopt u het afspelen.
Hiermee onderbreekt u het afspelen of hervat u
het afspelen na een onderbreking.
/
Houd deze knop ingedrukt tijdens het afspelen
om te scannen.
/
Hiermee springt u naar het vorige/volgende
nummer.
Druk verschillende malen op deze knop om te
schakelen tussen Repeat One, Repeat All en
Repeat Off.
Druk verschillende malen op deze knop om te
schakelen tussen Shuffle Songs, Shuffle
Albums en Shuffle Off.
DISP
Druk verschillende malen op deze knop om de
weergegeven afspeelinfo van het nummer te
wijzigen.
/
Hiermee springt u tijdens het afspelen naar de
vorige/volgende afspeellijst; tijdens het
bladeren kunt u hiermee naar vorige/volgende
niveaus gaan.
TOP
MENU
Hiermee keert u terug naar het iPod Topmenuscherm.
Aansluiten via HDMI
Als u een apparaat hebt dat is uitgerust met HDMI of DVI
(met HDCP), kunt u dit aansluiten op de receiver met een
algemeen verkrijgbare HDMI-kabel.
Via de HDMI-aansluiting wordt niet-gecomprimeerde
digitale video overgedragen, alsmede bijna alle typen
digitale audio waarvoor het aangesloten apparaat
geschikt is, waaronder DVD-video, DVD-audio (zie
hieronder voor beperkingen), video-CD/super-VCD,
SACD, CD en MP3. Zie Meer over de video-omzetter op
bladzijde 12 voor meer informatie over HDMIcompatibiliteit.
Apparaat met HDMI/DVI
HDMI OUT
OPTICAL
DIGITAL
IN 1
OUT
1
IN
IN 2
(
DVR/
)
VCR1
2
IN
(
)
TV/SAT
OUT
3
IN
(CD)
ASSIGNABLE
31
HDMI
CONTROL
OUT
IN
ININ IN ININOUTOUTOUT
AUDIO
L
1
IN
(
)
DVD/LD
R
2
IN
(
)
DVR/VCR2
CD
COAXIAL
ASSIGNABLE
21
HDMI IN
Met HDMI/DVI compatibele
monitor of plasmascherm
1 Gebruik een HDMI-kabel om de HDMI IN 1/2aansluiting van deze receiver aan te sluiten op een
HDMI-uitgang van het HDMI-apparaat.
U ziet HDMI op het display op het voorpaneel wanneer
een met HDMI uitgerust apparaat is aangesloten.
2 Gebruik een HDMI-kabel om de HDMI OUTaansluiting van deze receiver aan te sluiten op een
HDMI-aansluiting van een voor HDMI geschikte
monitor.
3
COMPONENT VIDEO
P
Y
B
IN
1
IN
2
P
Y
B
S-VIDEO
iPod
IN
CD-R/TAPE/MD DVD/LD
2
ANTENNA
P
Y
P
R
P
R
ASSIGNABLE
IN ININOUTOUT
VIDEO
Y
TV/SAT
P
B
R
P
P
B
R
31
DVR/VCR1 DVR
VSX-2016AV
AM
OUT
IN
3
50
Du
iPod® is een merk van Apple Computer, Inc. en is
gedeponeerd in de Verenigde Staten en andere landen.
Opmerking
1 Als u werkt met de categorie nummers, kunt u ook op ENTER drukken om het afspelen te starten.
2 • Een HDMI-aansluiting kan alleen worden gemaakt met apparaten die zijn uitgerust met DVI en die compatibel zijn met zowel DVI en HDCP (High
Bandwidth Digital Content Protection). Als u ervoor kiest om aan te sluiten op een DVI-aansluiting, hebt u hiervoor een aparte adapter nodig (DVIHDMI).
Een DVI-aansluiting is niet geschikt voor audiosignalen. Vraag uw plaatselijke audiodealer om meer informatie.
• Dit apparaat is ontworpen zodat het geschikt is voor HDMI (multimedia-interface met hoge definitie) versie 1.2. Afhankelijk van het apparaat dat u hebt
aangesloten, is het mogelijk dat een DVI-aansluiting onbetrouwbare signaaloverdracht geeft. Als u een apparaat gebruikt met HDMI versie 1.0, is het niet
mogelijk signalen aan te leveren voor DVD-audio CPPM-bronnen met kopieerbeveiliging via de HDMI-aansluiting.
• Voor SACD-weergave moet uw aangesloten HDMI-apparaat SACD kunnen uitvoeren via de HDMI-uitgang.
3 U kunt de schermdisplays van de receiver alleen bekijken op monitors (of projectors) die geschikt zijn voor digitale video met 480i/576i-resolutie.
Page 51
• De pijl op de stekker van de kabel moet naar rechts
wijzen zodat de stekker op de juiste wijze kan worden
aangesloten op de aansluiting op de speler.
3 Druk op HDMI 1 of HDMI 2 (afhankelijk van de
ingang waarop de aansluiting is gemaakt).
U kunt ook de bedieningselementen op het voorpaneel
gebruiken.
• Stel de HDMI-parameter in De AV-opties instellen op
bladzijde 57 in op THROUGH als u HDMI-audio wilt
beluisteren via de TV of het plasmascherm. (Er komt
geen geluid uit de receiver.)
• Als het videosignaal niet wordt weergegeven op de TV
of het plasmascherm, probeert u de resolutieinstellingen op het apparaat of het scherm te
wijzigen. Houd er rekening mee dat sommige
apparatuur, zoals videospelletjesapparatuur,
resoluties hebben die niet kunnen worden
weergegeven. Gebruik in dat geval een aansluiting
voor (analoge) S-video of samengestelde video.
• U kunt geen HDMI-audio horen via de digitale
uitgangen van deze receiver.
Meer over HDMI
HDMI (multimedia-interface met hoge definitie)
ondersteunt zowel video als audio via een enkele digitale
aansluiting voor gebruik met DVD-spelers, DTV, set-top
boxes en andere AV-apparatu ur. HDMI is ontwikkeld me t
de technologieën HDCP (High Bandwidth Digital
Content Protection) en DVI (Digital Visual Interface) in
één specificatie. HDCP wordt gebruikt om digitale
inhoud te beschermen die wordt verzonden en
ontvangen door beeldschermen die geschikt zijn voor
DVI.
HDMI biedt de mogelijkheid om standaardvideo,
enhanced video of video met hoge definitie te
ondersteunen voor surround-geluid via meerdere
kanalen. Functies van HDMI zijn onder andere nietgecomprimeerde digitale video, een bandbreedte van
maximaal 2,2 gigabytes per seconde bij HDTV-signalen,
één stekker in plaats van diverse kabels en stekkers en
communicatie tussen de AV-bron en AV-apparatuur
zoals DTV’s.
HDMI, het -logo en High-Definition Multimedia
Interface zijn merken of gedeponeerde merken van HDMI
licensing LLC.
Analoge ingangen met meerdere
09
kanalen aansluiten
Voor DVD-audio en het afspelen van SACD beschikt de
DVD-speler over 5.1, 6.1 of 7.1 analoge kanaaluitgangen,
afhankelijk van de ondersteuning van surround-
achterkanalen.
ingesteld op analoge audio via meerdere kanalen.
1 Sluit de voor-, surround-, midden- en
subwooferuitgangen op de DVD-speler aan op de
corresponderende MULTI CH-ingangsaansluiting op de
receiver.
• Gebruik hiervoor standaardkabels voor RCA/phonoaansluitingen.
2
Als de DVD-speler ook beschikt over uitgangen voor
surround-achterkanalen, sluit u deze aan op de corresponderende
MULTI CH-ingangsaansluitingen op de receiver.
• Gebruik hiervoor standaardkabels voor RCA/phonoaansluitingen.
• Als er één surround-achteruitgang is, sluit u deze aan
op de SURROUND BACK L (Single)-aansluiting op
de receiver.
1
Controleer of de uitgang van de speler is
Analoge ingangen met meerdere kanalen
selecteren
Als er een decoder of een DVD-speler met analoge
uitgangen met meerdere kanalen is aangesloten op de
receiver, moet u de analoge ingangen met meerdere
kanalen selecteren voor de weergave van surround-geluid.
1 Zorg dat de weergavebron is ingesteld op de juiste
uitgangsinstellingen.
Het is bijvoorbeeld mogelijk dat u de DVD-speler moet
instellen voor de uitvoer van analoge audio via meerdere
kanalen.
2 Druk op
• Afhankelijk van de DVD-speler die u gebruikt, kan het
analoge uitgangsniveau van het subwooferkanaal te
laag zijn. In dat geval zet u de receiver in de standbystand en drukt u vervolgens op STANDBY/ON
terwijl u SBch PROCESSING op het voorpaneel
ingedrukt houdt. Hiermee wisselt u tussen SW IN +10dB (10 decibel verhoging) en SW IN 0dB
(standaard) in het subwooferkanaal.
MULTI CH IN
(voorpaneel).
2
Luidspreker B-opstelling in tweede zone
Waarschuwing
• Voordat u apparaten aansluit of aansluitingen wijzigt,
zet u het apparaat uit en haalt u de stekker van het
netsnoer uit het stopcontact. De allerlaatste
handeling bij het aansluiten van apparaten op het
systeem is de stekker in het stopcontact steken.
Opmerking
1 Als u naar analoge audio met meerdere kanalen wilt luisteren, moet u MULTI CH IN selecteren (zie Analoge ingangen met meerdere kanalen selecteren
hierboven voor meer informatie).
2 • Wanneer weergave van de ingangen met meerdere kanalen is geselecteerd, kunt u de geluidsverwerkingsfuncties, SIGNAL SELECT en de
luisterfuncties (waaronder STEREO en de surround-achterkanaal verwerkingsfunctie) niet gebruiken.
• Wanneer weergave via de ingangen met meerdere kanalen is geselecteerd, kunnen alleen de volume- en de kanaalniveaus worden ingesteld.
• U kunt niet luisteren naar het luidsprekersysteem B (tweede zone) tijdens de weergave via de ingangen met meerdere kanalen.
51
Du
Page 52
09
52
Du
• Zorg ervoor dat de luidsprekersnoeren de
aansluitingen niet raken.
•
U kunt luidsprekers met een nominale impedantie tussen
Ω
en 16 Ω gebruiken (zie
6
wijzigen op bladzijde 59
met een impedantie van minder dan 8
Nadat u
2nd Zone
hebt geselecteerd in
achterluidspreker instellen
De luidsprekerimpedantie
als u van plan bent luidsprekers
Ω
te gebruiken).
De surround-
op bladzijde 38, kunt u de
luidsprekers die zijn aangesloten op de Bluidsprekeraansluitingen (surround-achter) op het achterpaneel
gebruiken om te luisteren naar stereoweergave in een andere
ruimte. Zie
Schakelen naar een ander luidsprekersysteem
hieronder voor de luisteropties die deze instelling biedt.
1 Sluit een paar luidsprekers aan op de surroundachterluidsprekeraansluitingen op het achterpaneel.
Sluit deze op dezelfde manier aan als de luidsprekers die u
hebt aangesloten in
bladzijde 17. Lees
Het luidsprekersysteem installeren
De luidsprekers opstellen
op bladzijde 18
wanneer u de luidsprekers in een andere ruimte plaatst.
2
Selecteer ‘2nd Zone’ in het menu ‘Surr Back System’.
Zie De surround-achterluidspreker instellen op
bladzijde 38 voor de juiste procedure.
Schakelen naar een ander luidsprekersysteem
Als u 2nd Zone hebt geselecteerd in De surround-
Dubbele versterking van de
voorluidsprekers
Dubbele versterking, ook wel bi-amping genoemd,
betekent dat u de hogefrequentie-aansturing en de
lagefrequentie-aansturing van de luidsprekers aansluit
op verschillende versterkers (in dit geval zowel de voorals surround-achteraansluitingen) voor een betere
scheiding van de frequenties. Deze mogelijkheid bestaat
alleen als de luidsprekers geschikt zijn voor dubbele
versterking, dat wil zeggen dat ze afzonderlijke
aansluitingen hebben voor hoge en lage frequenties. De
geluidsverbetering hangt af van het type luidsprekers dat
u gebruikt.
1 Sluit de luidsprekers aan zoals hieronder getoond.
De afbeelding hieronder toont de aansluitingen voor
op
dubbele versterking van de linkervoorluidspreker. Sluit de
rechtervoorluidspreker op dezelfde manier aan.
SPEAKERS
FRONTCENTER
A
Linkervoor-
luidspreker
RL
High
SURROUND
RL
SURROUND BACK /
R
SEE INSTRUCTION MANUAL
SELECTABLE
B
(
)
L
Single
achterluidspreker instellen op bladzijde 38, zijn er drie
luidsprekersysteeminstellingen mogelijk met de
SPEAKERS-knop. Als u Normal (SB) of Front Bi-Amp
Low
hebt geselecteerd, schakelt u met deze knop het
hoofdluidsprekersysteem in of uit. De onderstaande
opties gelden alleen voor de instelling 2nd Zone.
1
• Gebruik de SPEAKERS-knop op het voorpaneel om
een luidsprekersysteeminstelling te kiezen.
Als u Normal (SB) hebt geselecteerd, schakelt u met
deze knop het hoofdluidsprekersysteem (A) in of uit.
Druk verschillende malen op de knop om te kiezen uit de
volgende luidsprekersysteemopties:
• SPA – Het geluid wordt weergegeven door
luidsprekersysteem A en hetzelfde signaal wordt
weergegeven via de voorversterkeruitgangen.
Aangezien de voor- en surroundachterluidsprekeraansluitingen dezelfde audio
weergeven, maakt het niet uit welk paar (voor of
surround-achter) welk deel (High of Low) van de
luidspreker aanstuurt.
• Zorg ervoor dat de + / – -aansluitingen stevig vast
zitten.
2 Selecteer de instelling ‘Front Bi-Amp’ in het menu
‘Surr Back System’.
Zie De surround-achterluidspreker instellen op
bladzijde 38 om op te geven hoe u de surroundachterluidsprekeraansluitingen wilt gebruiken.
• SPB – Het geluid wordt weergegeven door de twee
luidsprekers die zijn aangesloten op
luidsprekersysteem B. Bronnen met meerdere
kanalen worden niet weergegeven. Hetzelfde signaal
wordt weergegeven via de voorversterkeruitgangen
van het surround-achterkanaal.
• SPAB –
Het geluid wordt weergegeven door
luidsprekersysteem A (maximaal 5 kanalen, afhankelijk van
de bron), de twee luidsprekers van luidsprekersysteem B en
de subwoofer. Luidsprekersysteem B geeft hetzelfde geluid
weer als luidsprekersysteem A. (Bronnen met meerdere
kanalen worden teruggebracht tot 2 kanalen.)
• SP (uit) –
De luidsprekers geven geen geluid weer. Het
geluid dat wordt weergegeven via de voorversterkeruitgangen
(inclusief de subwoofer, indien aangesloten) is hetzelfde als
Waarschuwing
• De meeste luidsprekers die over zowel High- als
Low-aansluitingen beschikken, hebben twee metalen plaatjes die de High-aansluitingen met de
Low-aansluitingen verbinden. Deze moeten worden
verwijderd wanneer u de luidsprekers dubbel
versterkt. Als u dit niet doet, kan de versterker ernstig
beschadigd raken. Zie de gebruiksaanwijzing bij de
luidsprekers voor meer informatie.
• Als de luidsprekers een verwijderbaar
crossovernetwerk hebben, mag u dit niet verwijderen
voor dubbele versterking. Dit kan beschadiging van
de luidsprekers veroorzaken.
wanneer u luidsprekersysteem A selecteert (zie hierboven).
Opmerking
1 • De weergave van de subwoofer hangt af van de instellingen die u hebt gekozen in Luidsprekers handmatig instellen op bladzijde 45. Als u echter SPB
selecteert hierboven, brengt de subwoofer geen geluid voort (het LFE-kanaal wordt niet gedownmixt).
• Afhankelijk van de instellingen in De surround-achterluidspreker ins tellen op bladzijde 38 kan de uitvoer via de surround-achter-voorversterkeruitgangen
veranderen.
• Alle luidsprekersystemen (uitgezonderd de 2nd Zone aansluitingen) worden uitgeschakeld wanneer u een koptelefoon aansluit.
Page 53
Dubbele bedrading van de luidsprekers
C
De redenen voor dubbele bedrading zijn eigenlijk dezelfde
als die voor dubbele versterking. Een bijkomende reden is
echter de vermindering van de storende effecten in de
draad, met een beter geluid tot gevolg. Deze mogelijkheid
bestaat alleen als de luidsprekers geschikt zijn voor
dubbele bedrading, dat wil zeggen dat ze afzonderlijke
aansluitingen hebben voor de hoge en lage frequenties.
Wanneer u dubbele bedrading gebruikt, moet
of
2nd Zone
(SB)
achterluidspreker instellen
geselecteerd zijn in
op bladzijde 38.
De surround-
• Als u een luidspreker dubbel wilt bedraden, moet u
twee luidsprekersnoeren aansluiten op de
luidsprekeraansluiting op de receiver.
Waarschuwing
• Gebruik parallelle aansluitingen (geen seriële, dat is
vrij ongebruikelijk) voor de dubbele bedrading van de
luidsprekers.
• Sluit niet verschillende luidsprekers op deze manier
aan op dezelfde aansluiting.
Normal
• U kunt ook een extra versterker voor één luidspreker
aansluiten op de voorversterkeruitgangen van het
surround-achterkanaal. In dat geval sluit u de
versterker alleen aan op de linkeraansluiting
(L (Single)).
• Het geluid van de surround-achteraansluitingen
hangt af van de configuratie van de De surround-achterluidspreker instellen op bladzijde 38.
•
Als u alleen geluid wilt horen via de
voorversterkeruitgangen, zet u het luidsprekersysteem
OFF
of koppelt u de luidsprekers los die
op
rechtstreeks zijn aangesloten op de receiver.
• Als u geen subwoofer gebruikt, wijzigt u de instelling
van de voorluidsprekers (zie Luidsprekerinstellingen
op bladzijde 45) in LARGE.
De receiver gebruiken met een Pioneerplasmascherm
Als u een Pioneer-plasmascherm hebt, kunt u dit met
behulp van een SR+-kabel
om te profiteren van diverse handige functies, zoals het
automatisch omschakelen van de video-ingang van het
plasmascherm wanneer de ingang wordt gewijzigd.
CONTROL
OUT
1
aansluiten op dit apparaat
2
09
Extra versterkers aansluiten
Deze receiver heeft meer dan voldoende vermogen voor
thuisgebruik, maar niettemin kunt u via de
voorversterkeruitgangen extra versterkers aansluiten
voor elk kanaal van het systeem. Breng de hieronder
getoonde aansluitingen tot stand om extra versterkers
voor de luidsprekers toe te voegen.
• Zet het apparaat uit en haal de stekker van het
netsnoer uit het stopcontact voordat u apparatuur
aansluit of aansluitingen wijzigt.
ANALOG
INPUT
LR
Voorkanaal-
OUT
IN
3
OUT
DVR/VCR2
AM LOOP
PRE OUT
CENTER
LLL
SUB
RR
FRONT
WOOFER
IN MONITOR
OUT
LL
INOUT
R
FRONT
MULTI CH IN
VSX-2016AV
SURROUND
CENTER
SUB
WOOFER
(
Single
SURROUND
BACK
RR
SURROUND
)
R
L
SURROUND
BACK
ANALOG
INPUT
ANALOG
INPUT
LR
ANALOG
INPUT
LR
ANALOG
INPUT
versterker
Middenkanaalversterker
(mono)
Surroundkanaalversterker
Surroundachterkanaalversterker
Aangestuurde
subwoofer
VSX-2016AV
IN 1
IN 2
OUT
HDMI
Belangrijk
Als u een Pioneer-plasmascherm hebt aangesloten met
•
een SR+-kabel, moet u de afstandsbediening naar de
afstandsbedieningssensor van het plasmascherm
richten om de receiver te bedienen. In dit geval kunt u de
receiver niet met de afstandsbediening bedienen als het
plasmascherm uit staat.
• Voordat u de extra SR+-functies kunt gebruiken,
moet u enkele instellingen maken op de receiver. Zie
Het menu Input Setup op bladzijde 55 en SR+
instellen voor Pioneer-plasmaschermen op
bladzijde 56 voor gedetailleerde instructies.
Pioneer-plasmascherm
OPTICAL
DIGITAL
OUT
COMPONENT VIDEO
1
IN
P
Y
B
DVR/
IN
)
1
2
IN
)
IN
2
P
Y
B
3
IN
(CD)
S-VIDEO
31
iPod
IN
IN
ININ IN INININOUTOUTOUT
L
R
CD-R/TAPE/MD DVD/LDDVR/VCR1 DVR/VCR2
CD
(
DVR/VCR2
COAXIAL
ASSIGNABLE
21
(
VCR1
(
TV/SAT
ASSIGNABLE
CONTROL
OUT
AUDIO
1
IN
(
)
DVD/LD
2
IN
)
ANTENNA
P
Y
P
P
B
R
P
Y
P
P
B
R
31
ASSIGNABLE
IN INININOUTOUT
VIDEO
TV/SAT
AM LOOP
L
R
OUT
IN
3
R
R
FRONT
Opmerking
1
De SR+-kabel met 3 ringen van Pioneer is in de handel verkrijgbaar met artikelnummer ADE7095. Neem contact op met de klantenafdeling van Pioneer voor meer
informatie over de verkrijgbaarheid van deze SR+-kabel (u kunt ook een in de handel verkrijgbare minitelefoonstekker met 3 ringen gebruiken voor de aansluiting).
2 Deze receiver is geschikt voor alle Pioneer-plasmaschermen die zijn uitgerust met SR+ van na 2003.
53
Du
Page 54
09
• Gebruik een SR+-ministekkerkabel met 3 ringen om
CONTROL IN
de
sluiten op de
-aansluiting van deze receiver aan te
CONTROL OUT
-aansluiting van het
plasmascherm.
VIDEO
INPUT 1
DVD-speler
DVD/LD
AUDIO IN
STANDBY/ON
LISTENING
PTY
EON
MODE
SEARCH
MODE
MULTI JOG
Pioneer-
plasmascherm
PHASE
CONTROL
DVD/LD
TV/SAT DVR/VCR1 DVR/VCR2 VIDEO/GAME CD
ENTER
PHONES
SYSTEM
TUNING/
TUNER
TONE
SETUP
STATION
EDIT
MULTI JOG
Satellietontvanger, enz.
CD-R/TAPE/MD
FM/AM
USBHDMIiPod
S-VIDEO
VIDEO/GAME
INPUT
SPEAKERSRETURN
DIGITAL INAUDIO RLVIDEO
USB
AUDIO/VIDEO MULTI-CHANNEL RECEIVER
MCACC
SETUP MIC
VIDEO
INPUT 2
TV/SAT
AUDIO IN
VSX-2016AV
MULTI CHINSB ch
SIGNAL
PROCESSING
SELECT
MASTER
VOLUME
Deze receiver
U hebt optimaal profijt van de SR+-functies als de
bronapparaten (DVD-speler en dergelijke) op een iets
andere manier worden aangesloten dan wordt
beschreven in dit hoofdstuk. Sluit de video-uitgang van
elk apparaat rechtstreeks aan op het plasmascherm en
sluit alleen de audio (analoog en/of digitaal) aan op deze
receiver.
De SR+-functie gebruiken met een
Pioneer-plasmascherm
Wanneer het Pioneer-plasmascherm is aangesloten met
een SR+-kabel, komt een aantal functies beschikbaar die
het gebruik van deze receiver met het plasmascherm
vergemakkelijken. Deze functies omvatten:
• Weergave van schermdisplays wanneer u de receiver
instelt, zoals luidsprekerinstellingen, MCACCinstelling enzovoort.
• Weergave van het volume op het scherm.
• Weergave van de luisterfunctie op het scherm.
• Automatische omschakeling van de video-ingang op
het plasmascherm.
• Automatische volumedemping op het
plasmascherm.
Zie ook SR+ instellen voor Pioneer-plasmaschermen op
bladzijde 56 voor meer informatie over het instellen van
de receiver.
Belangrijk
• De extra SR+-functies werken niet als de iPodfunctie is geselecteerd.
DVR 2CD
TV DVR1
USBHDMI2
TUNERHDMI1
VIDEO
SEL
DIMMER
S.RETRIEVER
TV CTRL
RECEIVER
ANALOG
ATT
MIDNIGHT/
LOUDNESS
DVD
CD-R/TAPE
iPod
SLEEP
SR+
DIALOG E
1 Controleer of het plasmascherm en deze receiver
aan staan en met elkaar zijn verbonden via de SR+kabel.
Zie De receiver gebruiken met een Pioneer-plasmascherm
hierboven voor meer informatie over het verbinden van
deze apparaten.
• Controleer of u de schermingang hebt geselecteerd
waarop u de receiver hebt aangesloten in Het menu Input Setup op bladzijde 55.
2 U schakelt de SR+-functie in of uit door te drukken
RECEIVER
op
en vervolgens op de SR+-knop.
Op het display op het voorpaneel ziet u SR+ ON of SR+
OFF.
• De functie voor automatische volumedemping wordt
afzonderlijk ingeschakeld. Zie SR+ instellen voor Pioneer-plasmaschermen op bladzijde 56.
54
Du
Page 55
Hoofdstuk 10:
Overige instellingen
• Als u de instelling wijzigt in een ingang die eerder
Het menu Input Setup
U hoeft instellingen in het menu Input Setup alleen te
wijzigen als u de digitale apparatuur niet hebt
aangesloten volgens de standaardinstellingen (zie
Standaardinstellingen en mogelijk instellingen voor de
ingangsfunctie hieronder). In dit geval moet u de receiver
laten weten welke digitale apparatuur is aangesloten op
welke aansluiting, zodat de knoppen op de
afstandsbediening overeenkomen met de aangesloten
apparatuur.
1 Druk op
druk vervolgens op de knop
Er wordt een schermdisplay weergegeven op de TV.
Gebruik de knoppen /// en ENTER op de
afstandsbediening om door de schermen te lopen en
menu-items te selecteren. Druk op RETURN om te
bevestigen en het huidige menu af te sluiten.
2 Selecteer ‘Input Setup’ in het menu System Setup.
3 Selecteer de ingangsfunctie die u wilt instellen.
De standaardnamen komen overeen met de namen
naast de aansluitingen op het achterpaneel, zoals
DVD/LD of VIDEO/GAME, die op hun beurt weer
overeenkomen met de namen op de afstandsbediening.
4 Selecteer de ingang(en) waarop u het digitale
apparaat hebt aangesloten.
Als de DVD-speler bijvoorbeeld alleen een optische
uitgang heeft, moet u de Digital In-instelling van de
DVD/LD-ingangsfunctie wijzigen van COAX 1
(standaardinstelling) in de optische ingang waarop u het
apparaat hebt aangesloten. De nummering (OPT1 tot 4)
correspondeert met de nummers naast de ingangen op
de achterkant van de receiver.
RECEIVER
System Setup
1.Auto MCACC
2.Surr Back System
3.Manual MCACC
4.Data Management
5.Manual SP Setup
6.Input Setup
7.Other Setup
6.Input Setup (1/2)
Input DVD
Digital In [ COAX-1 ]
Component In [ Comp-2 ]
op de afstandsbediening en
: Exit
( Next )
:Finish
SETUP
.
6.Input Setup (1/2)
Input DVD
Digital In [ COAX-1 ]
Component In [ Comp-2 ]
( Next )
:Finish
6.Input Setup (2/2)
( Back)
TV Game
Input Name Default
PDP In (SR+) [ Input-1 ]
ENTER : Next
:Finish
was toegewezen aan een andere functie, bijvoorbeeld
TV/SAT, wordt de instelling voor die functie
automatisch uitgeschakeld.
• Als u componentvideokabels hebt gebruikt om het
apparaat aan te sluiten, moet u de receiver laten
weten om welk apparaat het gaat. Als u dit niet doet,
krijgt u mogelijk de S-video- of samengestelde-videoingang te zien in plaats van het
componentvideosignaal.
5 Wanneer u klaar bent, selecteert u ‘Next’ om door
te gaan naar het volgende scherm.
Het tweede scherm van Input Setup bevat twee optionele
instellingen:
• Input Name – U kunt de naam van de ingangsfunctie
wijzigen om deze gemakkelijker te herkennen.
Selecteer Rename om de naam te wijzigen of
Default om terug te gaan naar de standaardnaam.
• PDP In (SR+) – Als u bepaalde functies van de
receiver wilt bedienen vanaf een plasmascherm,
selecteert u de ingang van het scherm waarop u de
receiver hebt aangesloten.
6 Druk op RETURN wanneer u klaar bent.
U keert terug naar het menu System Setup.
Standaardinstellingen en mogelijk
instellingen voor de ingangsfunctie
De aansluitingen aan de achterkant van de receiver
corresponderen meestal met de naam van een van de
ingangsbronfuncties. Als u apparaten op een andere
manier op deze receiver hebt aangesloten dan met de
hieronder vermelde standaardinstellingen of als u extra
apparatuur hebt aangesloten, raadpleegt u Het menu Input Setup hierboven om de receiver te laten weten hoe
u de apparatuur hebt aangesloten. De stippen (
mogelijke toewijzingen aan.
Ingangsbron
DVD/LD
TV/SAT
DVR/VCR1
DVR/VCR2
VIDEO/GAME(ingesteld)(ingesteld)
HDMI 1
HDMI 2
USB
1
2
) geven
Ingangsaansluiting
DigitaalApparaat
COAX 1
OPT 2
OPT 1
COAX 2
10
Opmerking
1 Voor video met hoge definitie via componentvideo-aansluitingen, of als digitale video-omzetting is uitgeschakeld in De AV-opties instellen op bladzijde 57,
moet u de TV aansluiten op deze receiver met hetzelfde type videokabel als dat u hebt gebruikt om het videoapparaat aan te sluiten.
2 U moet hiervoor de CONTROL OUT-aansluiting op het scherm aansluiten op de CONTROL IN-aansluiting van de receiver met een SR+-kabel (in
tegenstelling tot de instelling in De receiver gebruiken met een Pioneer-plasmascherm op bladzijde 53
bedienen via de afstandsbediening, u de afstandsbediening moet richten naar de afstandsbedieningssensor op het plasmascherm nadat u deze verbinding
tot stand hebt gebracht.
). Houd er rekening mee dat als u de receiver wilt
55
Du
Page 56
10
Ingangsbron
CD
CD-R/TAPE/MD
TUNER
MULTI CH IN
iPod
Ingangsaansluiting
DigitaalApparaat
OPT 3
Het menu Other Setup
Het menu Other Setup bevat instellingen waarmee u de
manier waarop u de receiver gebruikt kunt aanpassen.
1Druk op
druk vervolgens op de knop
Er wordt een schermdisplay weergegeven op de TV.
Gebruik de knoppen /// en ENTER op de
afstandsbediening om door de schermen te lopen en
menu-items te selecteren. Druk op RETURN om te
bevestigen en het huidige menu af te sluiten.
2 Selecteer ‘Other Setup’ en druk op
3 Selecteer de instelling die u wilt aanpassen.
Als u dit voor het eerst doet, is het wellicht raadzaam
deze instellingen in de getoonde volgorde te verrichten:
• SR+ Setup – Geef op hoe u het Pioneerplasmascherm wilt bedienen (zie SR+ instellen voor Pioneer-plasmaschermen hieronder).
• OSD Adjustment – Pas de positie van het
schermdisplay op de TV aan (zie Schermdisplay aanpassen hieronder).
4 Breng de nodige aanpassingen aan voor elke
instelling en druk na elk scherm op RETURN om te
bevestigen.
SR+ instellen voor Pioneer-plasmaschermen
Verricht de volgende instellingen als u een Pioneerplasmascherm hebt aangesloten op deze receiver met
een SR+-kabel. Het aantal beschikbare functieinstellingen hangt af van het plasmascherm dat u hebt
aangesloten.
Zie ook De receiver gebruiken met een Pioneer-
plasmascherm op bladzijde 53 en De SR+-functie
gebruiken met een Pioneer-plasmascherm op
bladzijde 54.
RECEIVER
System Setup
1.Auto MCACC
2.Surr Back System
3.Manual MCACC
4.Data Management
5.Manual SP Setup
6.Input Setup
7.Other Setup
op de afstandsbediening en
SETUP
.
ENTER
.
7.Other Setup
a.SR+ Setup
b.OSD Adjustment
: Exit
:Return
1 Selecteer ‘SR+ Setup’ in het menu Other Setup.
7.Other Setup
a.SR+ Setup
b.OSD Adjustment
:Return
7a.SR+ Setup
PDP Volume Control
OFF
Monitor Out Connect
[ OFF ]
:Finish
2 Selecteer de gewenste instelling voor ‘PDP Volume
Control’.
• OFF – De receiver regelt het volume van het
plasmascherm niet.
• ON – Wanneer de receiver wordt omgeschakeld naar
een van de ingangen die het plasmascherm
gebruiken (bijvoorbeeld DVD/LD), wordt het volume
van het plasmascherm gedempt, zodat alleen het
geluid van de receiver hoorbaar is.
3 Wijs elke ingang die is aangesloten op het
plasmascherm toe aan het overeenkomstige
ingangsnummer.
Op die manier wordt de ingangsbron van de receiver
gekoppeld aan een genummerde video-ingang op het
plasmascherm. Wijs bijvoorbeeld DVD/LD toe aan
input-2 als u de video-uitgang van de DVD-speler hebt
aangesloten op video-ingang 2 van het plasmascherm.
•De Monitor Out Connect moet worden ingesteld op
de ingang die u hebt gebruikt om deze receiver aan te
sluiten op het plasmascherm.
7a.SR+ Setup
PDP Volume Control
[ OFF ]
Monitor Out Connect
OFF
:Finish
4 Druk op
RETURN
wanneer u klaar bent.
U keert terug naar het menu Other Setup.
Schermdisplay aanpassen
Gebruik deze functie om het schermdisplay op de TV aan
te passen als niet alle instructies zichtbaar zijn op het
scherm.
1 Selecteer ‘OSD Adjustment’ in het menu Other
Setup.
7.Other Setup
a..SR+ Setup
b.OSD Adjustment
:Return
2Gebruik /// om het schermdisplay te
verplaatsen tot u een positie hebt die het best past
bij de TV.
3 Druk op
ENTER
wanneer u klaar bent.
U keert terug naar het menu Other Setup.
X=0 , Y=0
[ Finish ]
:Cancel
56
Du
Page 57
Hoofdstuk 11
Andere functies gebruiken
Instelling FunctieOptie(s)
De AV-opties instellen
Er is een aantal extra instellingen voor geluid en beeld dat
u kunt instellen via het menu AV Parameter. De
standaardwaarden zijn vetgedrukt.
Belangrijk
• Als een instelling niet voorkomt in het menu AV
Parameter, is deze niet beschikbaar voor de huidige
bron, de huidige instelling en/of de status van de
receiver.
1 Druk op
2 Selecteer de instelling die u wilt aanpassen met
/
Afhankelijk van de huidige status / functie van de receiver
kunt u bepaalde opties mogelijk niet selecteren. In de
volgende tabel vindt u hierover meer informatie.
3Gebruik
maken.
Raadpleeg de onderstaande tabel voor de beschikbare
opties voor elke instelling.
4 Druk op
te sluiten.
Instelling FunctieOptie(s)
Breedte
middenkanaal
(Deze instelling
is alleen
beschikbaar
wanneer u een
middenluidspreker
gebruikt)
Diepte
Panorama
Middenbeeld
(Deze instelling
is alleen
beschikbaar
wanneer u een
middenluidspreker
gebruikt)
Effect
High-bit /
Highsampling
RECEIVER
en dan op
.
/
om de benodigde instelling te
RETURN
Hiermee mengt u het geluid van de
a
voorluidsprekers beter door het
middenkanaal te spreiden over de
luidsprekers rechts en links voor,
waardoor het geluidsbereik breder
(hogere instellingen) of smaller
(lagere instellingen) wordt.
a
Hiermee stelt u de diepte van de
surround-geluidsbalans van voor
naar achter in, waardoor het
geluidsveld naar achteren (negatieve
instellingen) of naar voren (positieve
instellingen) wordt verplaatst.
a
Hiermee breidt u het stereobeeld vooraan
uit met de surround-luidsprekers en
creëert zo een ‘omhullend’ effect.
b
Hiermee past u het middenbeeld aan
zodat u een breder stereo-effect krijgt
bij vocale muziek. Stel het effect in
van 0 (alle middenkanaalsignalen
gaan naar de luidsprekers links en
rechts voor) tot 10 (de
middenkanaalsignalen gaan alleen
naar de middenluidspreker).
Hiermee stelt u het effectniveau voor
de momenteel geselecteerde
Advanced Surround-functie in. (U kunt
elke functie afzonderlijk instellen.)
Hiermee krijgt u een breder
dynamisch bereik bij digitale
bronnen als CD’s of DVD’s.
om te bevestigen en het menu af
AV PARAMETER
0 tot 7
Standaard-
instelling: 3
–3 tot +3
Standaard-
instelling: 0
OFF
ON
0 tot 10
Standaard-
instelling: 3
10 tot 90
OFF
ON
.
Digitale
ruisonderdrukking
(DNR)
Dual mono Hiermee geeft u op hoe Dolby Digital-
Dynamiekregeling
(DRC)
SACDversterkings-
factor
Geluidsvertraging
HDMIHiermee geeft u op hoe het HDMI-
Digitale
videoomzetting
Helderheid Hiermee stelt u de algemene
ContrastHiermee past u het contrast aan
TintHiermee regelt u de balans tussen
a.Alleen beschikbaar wanneer u luistert naar bronnen met 2 kanalen in de
modus Dolby Pro Logic II(x) Music.
b.Alleen beschikbaar als u bronnen met 2 kanalen beluistert in de modus
Neo:6 Music.
c.Normaal gezien kunt u deze functie probleemloos gebruiken met de
meeste SACD-discs. Als het geluid echter wordt vervormd, kunt u deze
functie beter terugzetten op 0 dB.
Hiermee kunt u de geluidskwaliteit
verbeteren van een bron met ruis,
zoals een cassette of videoband met
veel achtergrondgeluid.
geluidsopnamen die gecodeerd zijn
in dual mono moeten worden
weergegeven. Dual mono wordt niet
veel gebruikt, maar is soms nodig
wanneer twee talen naar
afzonderlijke kanalen moeten worden
gestuurd.
Hiermee geeft u de omvang van de
aanpassing van het dynamisch
bereik op van Dolby Digital- en DTSfilmgeluid. (U kunt deze functie ook
gebruiken wanneer u luistert naar
surround-geluid terwijl het volume
laag staat.)
Hiermee haalt u details naar voren bij
SACD’s door het dynamisch bereik te
c
maximaliseren tijdens de digitale
verwerking.
Bepaalde monitors hebben een
kleine vertraging bij het vertonen van
video, waardoor het geluid niet
helemaal synchroon loopt met het
beeld. Door een kleine vertraging toe
te voegen zorgt u ervoor dat het
geluid gelijk loopt met het beeld.
audiosignaal van de receiver (amp)
wordt doorgestuurd naar een TV of
plasmascherm.
Hiermee zet u analoge videosignalen
om voor uitvoer van de MONITOR OUT-aansluitingen voor alle typen
video.
helderheid in.
tussen licht en donker.
rood en groen.
OFF
ON
CH1
– Alleen
kanaal 1 is
hoorbaar
CH2
– Alleen
kanaal 2 is
hoorbaar
–
CH1 CH2
Beide kanalen zijn
hoorbaar via de
voorluidsprekers
OFF
MAX
MID
0 tot 6 (dB)
Standaard-
instelling:
0 (dB)
0,0 tot 6,0
(frames)
1 seconde =
25 frames
(PAL)
AMP
THROUGH
ON
OFF
–10 tot +10
Standaard-
instelling: 0
–10 tot +10
Standaard-
instelling: 0
–10 tot +10
Standaard-
instelling: 0
11
57
Du
Page 58
11
Een audio- of video-opname maken
U kunt een audio- of een video-opname maken vanaf de
ingebouwde tuner of van een audio- of videobron die is
aangesloten op de receiver, bijvoorbeeld een CD-speler of
1
TV.
Denk eraan dat u geen digitale opname kunt maken van
een analoge bron en omgekeerd. Zorg er daarom voor dat
de apparaten waarop/waarvan u opneemt op dezelfde
manier zijn aangesloten. (Zie De apparatuur aansluiten op
bladzijde 11 voor meer informatie over aansluitingen.)
Omdat de video-omzetter niet beschikbaar is bij het
maken van opnamen (via de video OUT-aansluitingen),
dient u ervoor te zorgen dat u hetzelfde type videokabel
gebruikt voor het aansluiten van de recorder als u hebt
gebruikt voor het aansluiten van de videobron (degene
die u wilt opnemen) op deze receiver. Zo moet u uw
recorder bijvoorbeeld met S-video aansluiten als uw bron
ook met S-video aangesloten is geweest.
Zie Een DVD-/HDD-recorder, videorecorder en andere videobronnen aansluiten op bladzijde 14 voor meer
informatie over video-aansluitingen.
SYSTEM OFF
INPUT
RECEIVER
AV PRE-PROGRAMMED AND LEAR
REMOTE CONTROL UNIT
DVD
CD-R/TAPE
iPod
1 Selecteer de bron die u wilt opnemen.
Gebruik hiervoor de knoppen voor ingangsbronnen (of
INPUT SELECT).
• Druk zo nodig op SIGNAL SEL (SIGNAL SELECT) om
het ingangssignaal te selecteren dat overeenkomt
met het bronapparaat. (Zie Het ingangssignaal kiezen
op bladzijde 29 voor meer informatie.)
2 Bereid de bron voor die u wilt opnemen.
Stem af op een radiozender, plaats de CD, videoband,
DVD en dergelijke.
3 Bereid de recorder voor.
Plaats een lege cassette, MD, videoband en dergelijke in
het opnameapparaat en stel de opnameniveaus in.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing bij de recorder als u
niet zeker weet hoe dit moet. De meeste videorecorders
stellen het audio-opnameniveau automatisch in.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing bij het apparaat in
geval van twijfel.
SELECT
TV DVR1
SOURCE
NING
DVR 2CD
TV CTRL
USBHDMI2
RECEIVER
TUNERHDMI1
4 Start de opname en start vervolgens de weergave
op het bronapparaat.
Het niveau van een analoog signaal
verlagen
De ingangsverzwakker verlaagt het ingangsniveau van
een analoog signaal wanneer dit te sterk is. U kunt dit
gebruiken als de OVER-indicator erg vaak gaat branden
TV DVR1
SLEEP
SR+
2
DVR 2CD
TV CTRL
USBHDMI2
RECEIVER
TUNERHDMI1
ANALOG
VIDEO
SEL
ATT
MIDNIGHT/
DIMMER
LOUDNESS
of als het geluid vervormd klinkt.
DVD
CD-R/TAPE
iPod
•Druk op
RECEIVER
en dan op ANALOG ATT om de
ingangsverzwakker in of uit te schakelen.
Video- en audiobronnen onafhankelijk
van elkaar bekijken/beluisteren
U kunt een geluidsbron beluisteren en een andere
videobron selecteren op de TV.
DVR 2CD
TV DVR1
DVD
CD-R/TAPE
iPod
SLEEP
SR+
•Druk terwijl u een bron beluistert op
druk dan op VIDEO SEL (
TV CTRL
USBHDMI2
RECEIVER
TUNERHDMI1
ANALOG
VIDEO
SEL
ATT
MIDNIGHT/
DIMMER
LOUDNESS
VIDEO SELECT
RECEIVER
) om de
en
videobron te selecteren die u wilt bekijken.
Druk verschillende malen om door de mogelijke
videobronnen te lopen. U kunt kiezen uit DVD, TV, DVR1,
DVR2, VIDEO en OFF (geen videosignaal).
3
De slaaptimer gebruiken
De slaaptimer zet de receiver in de stand-bystand na de
ingestelde tijdsduur. U kunt dus rustig in slaap vallen
zonder bang te hoeven zijn dat de receiver de hele nacht
aan blijft staan. Stel de slaaptimer in met de
afstandsbediening.
DVR 2CD
TV DVR1
DVD
CD-R/TAPE
iPod
SLEEP
SR+
TV CTRL
USBHDMI2
RECEIVER
TUNERHDMI1
ANALOG
VIDEO
SEL
ATT
MIDNIGHT/
DIMMER
LOUDNESS
58
Du
Opmerking
1 • Het volume, de AV-parameters en de surround-effecten van de receiver hebben geen invloed op het opgenomen signaal.
• Sommige digitale bronnen zijn beveiligd tegen kopiëren en kunnen alleen analoog worden opgenomen.
• Sommige videobronnen zijn beveiligd tegen kopiëren. Deze kunnen niet worden opgenomen.
2 De verzwakker is niet beschikbaar voor digitale bronnen of wanneer u de Directe Stroom-functies gebruikt.
3 • De videoselectiefunctie wordt geannuleerd als u de ingangsbron verandert of de receiver uitschakelt.
• De videoselectiefunctie is niet beschikbaar wanneer een HDMI-ingangsbron is gekozen.
Page 59
• Druk op
SLEEP
op
RECEIVER
en druk dan verschillende malen
om de slaaptijd in te stellen.
30 min60 min
Off
90 min
• U kunt de resterende tijd van de slaaptimer op elk
gewenst moment controleren door eenmaal op
SLEEP te drukken. Druk verschillende malen om
nogmaals door de verschillende opties van de
slaaptimer te lopen.
1
1 Druk op
STATUS
om de instellingen van het
systeem te controleren.
Deze instellingen worden weergegeven op het
schermdisplay en op het display op het voorpaneel.
STATUS
DOLBY DIGITAL 3/2.1
PCM 96+DOLBY PLII MS
Signal Select : AUTO
SBch Processing: OFF
Retriever : ON
Video Select : OFF
MCACC Position : M1
2
Op het display op het voorpaneel wordt elk van de
volgende instellingen twee seconden lang weergegeven:
11
Het display dimmen
U kunt kiezen uit vier verschillende helderheidsniveaus
voor het display op het voorpaneel. Wanneer u bronnen
selecteert, wordt het display automatisch helderder
gedurende enkele seconden.
USBHDMI2
iPod
SLEEP
SR+
DIALOG E
TUNERHDMI1
VIDEO
SEL
DIMMER
S.RETRIEVER
RECEIVER
ANALOG
ATT
MIDNIGHT/
LOUDNESS
en druk dan verschillende malen
• Druk op
CD-R/TAPE
RECEIVER
op DIMMER om de helderheid van het display op het
voorpaneel te wijzigen.
De luidsprekerimpedantie wijzigen
U wordt aangeraden luidsprekers met een impedantie
van 8 Ω te gebruiken met dit systeem, maar u kunt de
impedantie-instelling wijzigen als u luidsprekers met een
impedantie van 6 Ω wilt gebruiken. Gebruik hiervoor de
bedieningselementen op het voorpaneel.
• Druk terwijl de receiver in de stand-bystand staat
op
STANDBY/ON
SPEAKERS
ingedrukt.
Telkens wanneer u de knop indrukt, verandert de
impedantie-instelling:
• SP 6 OHM – Gebruik deze instelling als de
luidsprekers een impedantie hebben van 6 Ω.
• SP 8 OHM – Gebruik deze instelling als de
luidsprekers een impedantie hebben van 8 Ω of meer.
en houd tegelijkertijd de knop
IngangsbronLuisterfunctie
SignaalkeuzeSurround-achter
signaalverwerking
Sound Retriever-functieVideokeuze
MCACC-positie
2 Druk nogmaals op
STATUS
wanneer u klaar bent
om het display uit te schakelen.
De standaardinstellingen van het
systeem herstellen
Aan de hand van de volgende procedure kunt u alle
instellingen van de receiver terugzetten op de
standaardinstellingen. Gebruik hiervoor de
bedieningselementen op het voorpaneel.
1 Zet de receiver in de stand-bystand.
2 Houd de knop
en druk tegelijkertijd ongeveer drie seconden lang op
STANDBY/ON.
U ziet RESET? op het display.
3 Druk op de knop
U ziet RESET OK? op het display.
4 Druk op
U ziet OK op het display om aan te geven dat de
standaardinstellingen van de receiver zijn hersteld.
• Alle instellingen worden opgeslagen, zelfs als de
stekker van de receiver uit het stopcontact wordt
gehaald.
TONE
op het voorpaneel ingedrukt
ENTER
SYSTEM SETUP
op het voorpaneel.
om te bevestigen.
De instellingen van het systeem
controleren
Op het statusdisplayscherm kunt u de huidige
instellingen controleren voor functies zoals surroundachterkanaalverwerking en de huidige voorgedefinieerde
MCACC-instelling.
HDD
SUBTITLE
SIGNAL SEL
THX
PHASE
CH
SBch
STANDARD
MCACC
DVD
CH
STEREO
ADV.SURR
S.DIRECT
AUDIO
DISP
STATUS
MULTI OPE
SHIFT
Opmerking
1 U kunt de slaaptimer uitschakelen door de receiver uit te zetten.
2 Als de functie Zuiver direct is ingeschakeld, worden enkele instellingen aangegeven als OFF hoewel ze wel zijn ingeschakeld.
59
Du
Page 60
11
Standaardinstellingen van het systeem
Instelling
HDMI-geluidAmp
Digitale video-omzettingOn
LuidsprekersA
Surroundachtersysteem
LuidsprekersysteemVoorSMALL
MiddenSMALL
SurroundSMALL
Surround-achterSMALLx2
SubwooferYES
Scheiding80 Hz
Piekniveau voor
bastonen
X-curveOFF
THX-audio-instelling0,0–0,3m
Ingangen
Zie Standaardinstellingen en mogelijk instellingen voor de
ingangsfunctie op bladzijde 55.
SR+
SR+ bediening aan/uitOFF
SR+ volumeregeling aan/uitOFF
Monitor uitOFF
DSP
Positiegeheugen MCACCM1: MEMORY 1
Surround-achterkanaalverwerkingON
FasecontroleOn
Sound Retriever-functieOff
Geluidsvertraging0 frame
Dual monoCH1
DRCOFF
SACD-versterkingsfactor0 dB
Digitale veiligheidOFF
Effectniveau7 ch Stereo90
Overige functies50
Opties voor
2PL II Music
Opties voor Neo:6Middenbeeld3
Breedte
middenkanaal
Diepte0
PanoramaOFF
Standaardwaarde
Normal (SBch)
OFF
3
Instelling
Alle ingangenLuisterfunctie
(2 kanalen)
Luisterfunctie
(x kanalen)
Luisterfunctie (HP)STEREO
Zie ook De AV-opties instellen op bladzijde 57 voor andere
standaardinstellingen voor DSP.
MCACC
Kanaalniveau (M1–M6)0 dB
Luidsprekerafstand (M1–M6)3,0 m
Staande golf (M1–M6) Staande golf aan/uitON
ATT0 dB
Wide trim SWch0,0
EQ-gegevens (M1–M6) Alle kanalen/banden0 dB
Brede trim-EQ (M1–M6)0,0 dB
Standaardwaarde
AUTO SURROUND
AUTO SURROUND
60
Du
Page 61
Hoofdstuk 12:
De rest van het systeem bedienen
12
De afstandsbediening instellen voor de
bediening van andere apparaten
De meeste apparaten kunnen worden toegewezen aan
een van de knoppen voor ingangsbronnen, zoals
DVD/LD en CD met behulp van de vooraf ingestelde
apparaatcode van de fabrikant in de afstandsbediening.
Het is echter mogelijk dat slechts bepaalde functies
kunnen worden bediend na het toewijzen van de juiste
apparaatcode. Bovendien kunnen de codes voor de
fabrikant in de afstandsbediening niet geschikt zijn voor
het model dat u gebruikt.
Als u geen vooraf ingestelde code vindt die overeenstemt
met het apparaat dat u wilt bedienen, kunt u opdrachten
van een andere afstandsbediening programmeren (zie
Signalen van andere afstandsbedieningen programmeren
hieronder).
Opmerking
• U kunt elke stap hieronder op elk moment annuleren
of afsluiten door op RECEIVER te drukken. Met
RETURN gaat u één stap terug.
• Na een inactiviteit van één minuut wordt de
bewerking automatisch afgesloten.
Vooraf ingestelde codes rechtstreeks
kiezen
TV CTRL
RECEIVER
ANALOG
ATT
AV PARAMETERCH LEVEL
TOP MENU
STST
SETUP
PTY SEARCH
GUIDE
TUNE
ENTER
TUNE
TV CONTROL
MENU
T.EDIT
RETURN
BAND
SETUP
ENTER
.
ENTER
.
.
DVR 2CD
TV DVR1
DVD
CD-R/TAPE
USBHDMI2
iPod
TUNERHDMI1
SLEEP
VIDEO
SEL
1 Druk tegelijk op de knop RECEIVER en
U ziet SETUP op het display van de afstandsbediening.
2Gebruik
hierna op
/
om PRESET te selecteren en druk
ENTER
.
3 Druk op de ingangsbronknop voor het apparaat dat
u wilt bedienen en druk hierna op
Op het display van de afstandsbediening wordt het
apparaat weergegeven dat u wilt bedienen, bijvoorbeeld
DVD of DVR.
4Gebruik
1
/
om de eerste letter van de merknaam
van het apparaat te selecteren en druk op
Dit moet de naam van de fabrikant zijn, bijvoorbeeld de P
van Pioneer.
5Gebruik
selecteren in de lijst en druk op
6Gebruik
/
om de naam van de fabrikant te
ENTER
.
/
om de juiste code te selecteren in de
lijst en probeer vervolgens het apparaat te bedienen
met deze afstandsbediening.
De code moet beginnen met het apparaattype,
bijvoorbeeld DVD 020. Als er meer dan een code is,
begint u met de eerste.
2
Om de afstandsbediening te proberen, zet u het apparaat
aan of uit (in stand-by) door op SOURCE te drukken.
Als dat niet werkt, kiest u de volgende code in de lijst (als
er meerdere codes zijn).
• Als u geen vooraf ingestelde code vindt of de code
niet juist kunt invoeren, kunt u opdrachten van een
andere afstandsbediening programmeren (zie
Signalen van andere afstandsbedieningen
programmeren hieronder).
7 Als het is gelukt om het apparaat te bedienen, drukt
u op
ENTER
om te bevestigen.
U ziet OK op het display van de afstandsbediening.
Signalen van andere
afstandsbedieningen programmeren
Wanneer geen vooraf ingestelde codes beschikbaar zijn
voor het apparaat of wanneer de beschikbare
apparaatcodes niet juist werken, kunt u de signalen van
de afstandsbediening van een ander apparaat
programmeren. U kunt deze procedure ook gebruiken
om extra functies (knoppen die niet vooraf zijn ingesteld)
te programmeren na het toewijzen van een vooraf
ingestelde code.
1 Druk tegelijk op de knop RECEIVER en
U ziet SETUP op het display van de afstandsbediening.
2Gebruik
hierna op
Op het display van de afstandsbediening wordt u
gevraagd naar het apparaat dat u wilt bedienen,
bijvoorbeeld DVD of VIDEO.
3 Druk op de ingangsbronknop voor het apparaat dat
u wilt bedienen en druk hierna op
U ziet PRES KEY op het display.
4 Richt de twee afstandsbedieningen naar elkaar.
Druk vervolgens op de knop waaronder u het signaal
wilt programmeren op de afstandsbediening van deze
receiver.
PRES KEY begint te knipperen om aan te geven dat de
afstandsbediening klaar is om een signaal te ontvangen.
3
/
om LEARNING te selecteren en druk
ENTER
.
ENTER
4
SETUP
.
.
Opmerking
1 U kunt de knoppen RECEIVER, TUNER, USB en iPod niet toewijzen.
2 • Als u een HDD-recorder van Pioneer gebruikt, selecteert u PIONEER DVR487, 488, 489 of 493.
• Als u een plasmascherm van Pioneer gebruikt van voor de zomer van 2005, selecteert u vooraf ingestelde code 600 of 231.
3 U kunt ongeveer 200 vooraf ingestelde codes opslaan in de afstandsbediening (dit is alleen getest met codes in Pioneer-indeling).
4 • U kunt de knoppen RECEIVER, TUNER, USB en iPod niet toewijzen.
• TV CONTROL-knoppen (TV, TV VOL +/–, TV CH +/– en INPUT SELECT) kunnen alleen worden geprogrammeerd als u eerst TV CTRL selecteert.
61
Du
Page 62
12
• De afstandsbedieningen moeten 3 cm tot 5 cm van
elkaar verwijderd zijn.
3 cm tot 5 cm
SYSTEM OFF
INPUT
SELECT
RECEIVER SOURCE
ANALOG
ATT
DISC
RETURN
T.EDIT
VOL
ROOM2/3
MENU
RECEIVER
VIDEO
TUNER
VIDEO 1 TV CONT
XM RADIO
TV VIDEO 2
CD-R
i Pod
SLEEP
CD
DVD SAT
DVR2
DVR1
CH
DVD
MUTE
CH LEVEL
STEREO
CLASS
ENTER
MEMORY
ADV. SURR
BAND
SEL
DIMMER
SBch
CH
HDD
TV CH
MCACC S.DIRECT
REC STOP
DTV INFO
STANDARD
ENTER
REC
TUNE
TUNE
TV CONTROL
THX
RECEIVER
INPUT
SELECT
+
ISOPHASE
SIGNAL SEL
ST ST
+10SR
CATEGORY
DISP
MPX
TV VOL
D.ACCESS
SHIFT
AUDIOSUBTITLE
STATUS
MULTI OPE
TOP MENU
SETUP
GUIDE
AV PARAMETER
DTV MENU
5 Druk op de overeenkomstige knop van de andere
afstandsbediening die het signaal verzendt naar
(aanleert aan) de afstandsbediening van deze receiver.
Als u bijvoorbeeld het weergavebedieningssignaal wilt
programmeren, houdt u kort ingedrukt. U ziet OK op
het display als de bewerking is geprogrammeerd.
1
Als de bewerking om een of andere reden niet is
geprogrammeerd, ziet u kort ERROR en vervolgens PRES KEY op het display. In dat geval blijft u de knop die u wilt
programmeren indrukken terwijl u de afstand tussen de
afstandsbedieningen verandert totdat u OK op het
display ziet.
2
Bepaalde knoppen zijn bedoeld voor functies die niet
kunnen worden geprogrammeerd van andere
afstandsbedieningen.
3
Hieronder ziet u de beschikbare
knoppen, met uitzondering van de TVbedieningsknoppen, een combinatie van SHIFT en deze
knoppen kan ook worden geprogrammeerd:
RECEIVER
AV PRE-PROGRAMMED AND LEAR
REMOTE CONTROL UNIT
DVD
CD-R/TAPE
iPod
D.ACCESS
AV PARAMETERCH LEVEL
TOP MENU
SETUP
PTY SEARCH
GUIDE
SELECT
DVR 2CD
TV DVR1
TUNERHDMI1
SLEEP
SR+
DIALOG E
S.RETRIEVER
+10
TUNE
STST
ENTER
TUNE
USBHDMI2
VIDEO
SEL
DIMMER
SOURCE
NING
TV CONTROL
INPUT
TV CH
BAND
CLASS
ENTER
TV CTRL
RECEIVER
MENU
T.EDIT
RETURN
ANALOG
ATT
MIDNIGHT/
LOUDNESS
DISC
TV VOL
MPX
AUDIO
DISP
STATUS
MULTI OPE
SHIFT
A
B
SUBTITLE
SIGNAL SEL
SELECT
REC
EON
REC STOP JUKEBOX
CDE
HDD
CH
SBch
THX
STANDARD
PHASE
MCACC
RECEIVER
VOL
MUTE
DVD
CH
STEREO
ADV.SURR
S.DIRECT
SYSTEM OFF
INPUT
6 Herhaal stap 4 en 5 als u nog meer signalen voor
hetzelfde apparaat wilt programmeren.
Als u signalen voor een ander apparaat wilt
programmeren, sluit u de procedure af en herhaalt u stap
1 tot en met 5.
7 Houd de RECEIVER-knop ingedrukt als u de
procedure wilt afsluiten en de bewerking(en) wilt
opslaan.
Een van de knopinstellingen van de
afstandsbediening wissen
Volg de stappen hieronder om een geprogrammeerde knop te
wissen en de standaardinstelling van de knop te herstellen.
1 Druk tegelijk op de knop RECEIVER en
SETUP
.
U ziet SETUP op het display van de afstandsbediening.
2Gebruik
hierna op
/
ENTER
om
.
ERASE
te selecteren en druk
Op het display wordt u gevraagd naar het apparaat dat
correspondeert met de knopinstelling die u wilt wijzigen.
3 Druk op de ingangsbronknop voor het apparaat dat
correspondeert met de opdracht die u wilt wissen en
ENTER
druk hierna op
.
PRES KEY knippert op het display.
4 Houd de knop die u wilt wissen twee seconden lang
ingedrukt.
U ziet OK of NO CODE op het display om te bevestigen
dat de knop is gewist.
5 Herhaal stap 4 als u meer knoppen wilt wissen.
6 Houd de RECEIVER-knop enkele seconden
ingedrukt als u klaar bent.
De vooraf ingestelde instellingen van
de afstandsbediening herstellen
Volg de stappen hieronder om alle vooraf ingestelde
codes en geprogrammeerde knoppen van de
afstandsbediening te wissen.
1 Druk tegelijk op de knop RECEIVER en
SETUP
.
U ziet SETUP op het display van de afstandsbediening.
2Gebruik
hierna op
/
ENTER
om
.
RESET
te selecteren en druk
RESET knippert op het display.
3 Houd
ENTER ongeveer twee seconden ingedrukt.
Op het display ziet u OK om te bevestigen dat alle vooraf
ingestelde instellingen van de afstandsbediening zijn gewist.
Vooraf ingestelde codes controleren
Volg de stappen hieronder om te controleren welke
vooraf ingestelde code is toegewezen aan een
ingangsbronknop.
1 Druk tegelijk op de knop RECEIVER en
U ziet SETUP op het display van de afstandsbediening.
2Gebruik
ENTER
/
om READ ID te selecteren en druk op
.
Op het display wordt u gevraagd naar de
ingangsbronknop die u wilt controleren.
SETUP
.
62
Du
Opmerking
1 Soms resulteert het programmeren van de afstandsbediening in een verkeerd signaal als gevolg van interferentie van TV’s of andere apparatuur.
2 • Sommige opdrachten van andere afstandsbedieningen kunnen niet worden geprogrammeerd, maar in de meeste gevallen volstaat het de
afstandsbedieningen dichter bij of verder van elkaar te houden.
• Als FULL verschijnt op het display van de afstandsbediening, is het geheugen vol. Zie Een van de knopinstellingen van de afstandsbediening wissen
hieronder als u een geprogrammeerde knop wilt wissen die u niet gebruikt om zo geheugenruimte vrij te maken. (Houd er rekening mee dat sommige
signalen meer geheugen vragen dan andere.)
3 De cijfertoets voor tientallen (+10/D.ACCESS) kan niet voor alle apparaten worden geprogrammeerd.
Page 63
3 Druk op de knop van het apparaat waarvan u de
ingestelde code wilt controleren en druk op ENTER.
De merknaam en de ingestelde code worden drie
seconden lang weergegeven op het display.
Namen van ingangsbronnen wijzigen
U kunt de namen wijzigen die worden weergegeven op
het display wanneer u een ingangsbron selecteert. (Zo
kunt u de naam DVR 1 wijzigen in HDD/DVR.)
1 Druk tegelijk op de knop RECEIVER en
SETUP
.
U ziet SETUP op het display van de afstandsbediening.
2Gebruik
hierna op
/
ENTER
om
.
RENAME
te selecteren en druk
Op het display wordt u gevraagd naar de knop voor de
ingangsbron waarvan u de naam wilt wijzigen.
3 Druk op de ingangsbronknop waarvan u de naam
ENTER
wilt wijzigen en druk hierna op
4Gebruik
hierna op
/
om NAME EDT te selecteren en druk
ENTER
.
.
Als u de oorspronkelijke naam van de knop wilt
herstellen, selecteert u NAME RST.
5 Bewerk de naam van de ingangsbron op het display
van de afstandsbediening en druk op
ENTER
wanneer
u klaar bent.
Gebruik / om het teken te wijzigen en / om een
positie vooruit of achteruit te gaan. De naam kan uit
maximaal acht tekens bestaan. (Hieronder ziet u een
overzicht van de mogelijke tekens.)
U kunt de directe functie gebruiken om één apparaat te
bedienen met de afstandsbediening en tegelijkertijd een
ander apparaat weer te geven met de receiver. U kunt
bijvoorbeeld de receiver instellen en een CD beluisteren
met de afstandsbediening en tegelijkertijd met de
afstandsbediening een videoband terugspoelen in de
videorecorder, terwijl u ondertussen blijft luisteren naar
de CD-speler.
Wanneer de directe functie is ingeschakeld, wordt elk
apparaat dat u selecteert met de ingangsbronknoppen
zowel door de receiver als door de afstandsbediening
geselecteerd. Wanneer u de directe functie uitschakelt,
kunt u de afstandsbediening gebruiken zonder dat dit
effect heeft op de receiver.
1 Druk tegelijk op de knop RECEIVER en
U ziet SETUP op het display van de afstandsbediening.
1
SETUP
.
2Gebruik
hierna op
/
ENTER
om
.
DIRECT F
te selecteren en druk
Op het display wordt u gevraagd naar de knop voor de
ingangsbron die u wilt bedienen.
3 Druk op de ingangsbronknop voor het apparaat dat
ENTER
u wilt bedienen en druk hierna op
4Gebruik
ON of OFF en druk op
/
om de directe functie in te stellen op
ENTER
.
.
U ziet OK op het display om de instelling te bevestigen.
De functies Multi Operation en System Off
Met de functie Multi Operation kunt u een reeks van
maximaal 5 opdrachten programmeren voor de
apparaten in het systeem. U kunt bijvoorbeeld de TV
aanzetten, de DVD-speler aanzetten en beginnen met het
afspelen van de geladen DVD met slechts twee knoppen
op de afstandsbediening.
Net als bij de functie Multi Operations kunt u met de
functie System Off met één knop een aantal apparaten in
het systeem tegelijk uitzetten.
Een reeks voor bediening of uitzetten van
meerdere apparaten programmeren
DVR 2CD
TV DVR1
DVD
CD-R/TAPE
1 Druk tegelijk op de knop RECEIVER en
U ziet SETUP op het display van de afstandsbediening.
2Gebruik
in het menu en druk op
Als u Multi Operation (
het display van de afstandsbediening gevraagd naar een
ingangsbronknop.
Als u System Off (
stap 4.
3 Druk op de ingangsbronknop voor het apparaat
waarmee u de bediening van meerdere apparaten wilt
beginnen en druk hierna op
Als u de reeks wilt beginnen met het aanzetten van de
DVD-speler, drukt u op DVD.
4Gebruik
hierna op
ENTER
Als u een eerder opgeslagen reeks voor bediening of
uitzetten van meerdere apparaten wilt wissen, selecteert
u CODE ERS.
5Gebruik
selecteren en druk hierna op
Als dit de eerste opdracht in de reeks is, selecteert u 1ST
CODE. In andere gevallen kiest u gewoon de volgende opdracht in de reeks. PRES KEY knippert nadat u drukt op
ENTER.
USBHDMI2
iPod
TUNERHDMI1
SLEEP
VIDEO
SEL
/
om M UL TI OP of SYS OFF te select eren
SYSOFF
/
om CODE EDT te selecteren en druk
.
/
om een opdracht in de reeks te
2
TV CTRL
RECEIVER
ANALOG
ATT
AV PARAMETERCH LEVEL
TOP MENU
STST
SETUP
PTY SEARCH
GUIDE
TUNE
ENTER
TUNE
TV CONTROL
MENU
T.EDIT
RETURN
BAND
SETUP
ENTER
MULTI OP
.
) selecteert, wordt u op
) selecteert, gaat u door naar
ENTER
.
ENTER
.
.
12
Opmerking
1 U kunt de directe functie niet samen met de functie TV CTRL gebruiken.
2 • De functies Multi Operation en System Off werken alleen naar behoren als u de afstandsbediening zo instelt dat deze werkt met de TV en andere
apparaten. (Zie De afstandsbediening instellen voor de bediening van andere apparaten op bladzijde 61 voor meer informatie.)
• Bij bepaalde apparaten kan het enige tijd duren voordat ze opgewarmd zijn. De functie Multi Operations kan dan mogelijk niet worden gebruikt.
• Opdrachten voor het aan- en uitzetten van apparaten werken alleen voor apparaten met een stand-bystand.
63
Du
Page 64
12
6 Druk indien nodig op de ingangsbronknop voor het
apparaat waarvoor u een opdracht wilt invoeren.
Dit hoeft alleen bij een opdracht voor een nieuw apparaat
(ingangsbron).
7 Selecteer de knop voor de opdracht die u wilt
invoeren.
U kunt de volgende opdrachten van de
afstandsbediening selecteren:
De functie Multi Operations gebruiken
U kunt beginnen met het bedienen van meerdere
apparaten als de receiver aan of stand-by staat.
HDD
SIGNAL SEL
THX
PHASE
CH
SBch
STANDARD
MCACC
DVD
CH
STEREO
ADV.SURR
S.DIRECT
AUDIO
DISP
STATUS
MULTI OPE
SHIFT
SUBTITLE
RECEIVER
AV PRE-PROGRAMMED AND LEAR
REMOTE CONTROL UNIT
DVD
CD-R/TAPE
iPod
D.ACCESS
AV PARAMETERCH LEVEL
TOP MENU
SETUP
PTY SEARCH
GUIDE
SELECT
DVR 2CD
TV DVR1
TUNERHDMI1
SLEEP
SR+
DIALOG E
S.RETRIEVER
+10
TUNE
STST
ENTER
TUNE
USBHDMI2
VIDEO
SEL
DIMMER
SOURCE
NING
TV CONTROL
INPUT
TV CH
BAND
CLASS
ENTER
TV CTRL
RECEIVER
MENU
T.EDIT
RETURN
ANALOG
ATT
MIDNIGHT/
LOUDNESS
DISC
TV VOL
MPX
AUDIO
DISP
STATUS
MULTI OPE
SHIFT
A
B
SUBTITLE
SIGNAL SEL
SELECT
REC
EON
REC STOP JUKEBOX
CDE
HDD
CH
SBch
THX
STANDARD
PHASE
MCACC
RECEIVER
VOL
MUTE
DVD
CH
STEREO
ADV.SURR
S.DIRECT
SYSTEM OFF
INPUT
• U hoeft het aan- en uitzetten van de receiver niet te
programmeren. Dit gebeurt automatisch.
Voor Pioneer-apparaten hoeft u het volgende niet te doen:
• Het uitschakelen van de stroomvoorziening
programmeren in een reeks voor het uitzetten van
apparaten (behalve voor DVD-recorders);
• Het inschakelen van de stroomvoorziening
programmeren als de het gaat om het bronapparaat
dat u hebt geselecteerd in stap 3;
• Een Pioneer-TV of -monitor programmeren zodat
deze aan gaat als de ingangsfunctie die is
geselecteerd in stap 2 beschikt over videoingangsaansluitingen;
Deze taken hebben voorrang bij reeksen voor de
bediening van meerdere apparaten, maar niet bij reeksen
voor het uitzetten van meerdere apparaten.
8 Herhaal stap 5–7 om een reeks te programmeren
van maximaal vijf opdrachten.
/
9 Wanneer u klaar bent, gebruikt u
te selecteren in het menu en drukt u op
om EDITEXIT
ENTER
.
U keert terug naar het menu SETUP van de
afstandsbediening. Selecteer * EXIT * nogmaals om af te
sluiten.
RECEIVER
1 Druk op MULTI OPE.
MULTI OP knippert op het display.
2
Druk op
een ingangsbronknop waarvoor
bediening van meerdere apparaten is
geprogrammeerd.
De receiver gaat aan als deze in stand-bystand stond en
de geprogrammeerde bedieningsreeks voor meerdere
apparaten wordt automatisch uitgevoerd.
De functie System Off gebruiken
HDD
SUBTITLE
SIGNAL SEL
THX
PHASE
RECEIVER
CH
SBch
STANDARD
MCACC
DVD
CH
STEREO
ADV.SURR
S.DIRECT
AUDIO
INPUT
RECEIVER
SELECT
AV PRE-PROGRAMMED AND LEAR
REMOTE CONTROL UNIT
TV DVR1
DVD
SYSTEM OFF
SOURCE
NING
DVR 2CD
TV CTRL
DISP
STATUS
MULTI OPE
SHIFT
1 Druk op MULTI OPE.
MULTI OP knippert op het display.
2 Druk op
SOURCE
.
De reeks opdrachten die u hebt geprogrammeerd
worden uitgevoerd. Vervolgens worden alle Pioneer-
apparaten uitgeschakeld
1
met als laatste deze receiver.
64
Du
Opmerking
1 Om te voorkomen dat een DVD-recorder die aan het opnemen is per ongeluk wordt uitgeschakeld, worden geen codes verzonden om een DVD-recorder
uit te schakelen.
Page 65
Bedieningsknoppen voor TV’s
Met deze afstandsbediening kunt u apparaten bedienen
na het invoeren van de juiste codes of na het
programmeren van opdrachten in de receiver (zie De
afstandsbediening instellen voor de bediening van andere
apparaten op bladzijde 61 voor meer informatie). Gebruik
de ingangsbronknoppen om het apparaat te selecteren.
•De TV CONTROL-knoppen op de afstandsbediening
zijn bestemd voor de bediening van de TV die is
toegewezen aan de knop TV CTRL. Als u twee TV’s
hebt, wijst u de hoofd-TV toe aan de knop TV CTRL.
Knop(pen)
TV
INPUT
SELECT
TV CH +/–
TV VOL +/–
SOURCE
AUDIO / DISP
SUBTITLE
GUIDE
RETURN
Cijfertoetsen
+10-knop
ENTER/
DISC
MENU
///
& ENTER
TOP MENU
FunctieApparaten
Hiermee zet u het apparaat dat
is toegewezen aan de knop TV CTRL aan of uit.
Hiermee schakelt u de TVingang om. (Niet mogelijk met
alle modellen.)
Hiermee selecteert u kanalen. Kabel-TV/
Hiermee regelt u het volume
van de TV.
Hiermee zet u de TV of kabel-TV
aan of stand-by.
Hiermee kiest u de ‘A’opdrachten
menu.
Hiermee kiest u de RODE/Bopdrachten in een Satellite TV/
TV-menu.
Hiermee kiest u de CYAAN/Eopdrachten in een Satellite TV/
TV-menu.
Hiermee kiest u de GROENE/Copdrachten in een Satellite TV/
TV-menu.
Hiermee kiest u de GELE/Dopdrachten in een Satellite TV/
TV-menu.
Hiermee kiest u een ander
audiospoor.
Hiermee keert u terug naar het
eerder gekozen kanaal.
Gebruik deze knop als GUIDE-
knop om door opties te lopen.
Schakelt TEXT OFF voor TV’s.TV
Hiermee selecteert u RETURN
of EXIT.
Hiermee selecteert u een
bepaald TV-kanaal.
Hiermee voegt u een tiental toe
bij het selecteren van een TVkanaal.
Hiermee voert u een kanaal in. Kabel-TV/
Hiermee selecteert u het
menuscherm.
Hiermee selecteert u menuitems of past u deze aan of
loopt u door menu’s.
Schakelt TEXT ON voor TV’s.TV
in een Satellite TV-
Kabel-TV/
Satelliet-TV/TV
TV
Satelliet-TV/TV
Kabel-TV/
Satelliet-TV/TV
Kabel-TV/
Satelliet-TV/TV
Satelliet-TV
Satelliet-TV/TV
Satelliet-TV/TV
Satelliet-TV/TV
Satelliet-TV/TV
Satelliet-TV/TV
Kabel-TV/
Satelliet-TV/TV
Kabel-TV/
Satelliet-TV/TV
Satelliet-TV/TV
Kabel-TV/
Satelliet-TV/TV
Satelliet-TV/TV
Satelliet-TV/TV
Kabel-TV/
Satelliet-TV/TV
Kabel-TV/
Satelliet-TV/TV
Bedieningsknoppen voor andere
apparaten
Met deze afstandsbediening kunt u apparaten bedienen
na het invoeren van de juiste codes of na het
programmeren van opdrachten in de receiver (zie De
afstandsbediening instellen voor de bediening van andere
apparaten op bladzijde 61 voor meer informatie). Gebruik
de ingangsbronknoppen om het apparaat te selecteren.
Knop(pen)
SOURCE
REC
SHIFT+
(
REC STOP
(
SHIFT+)
JUKEBOX
(
SHIFT+)
Cijfertoetsen
+10-knop
FunctieApparaten
Hiermee zet u het apparaat
stand-by of aan.
Hiermee keert u terug naar het
begin van de huidige track of
het huidige hoofdstuk.
Als u verschillende malen drukt,
gaat u terug naar het begin van
vorige tracks of hoofdstukken.
Hiermee gaat u naar het begin
van de volgende track of het
volgende hoofdstuk.
Als u verschillende malen drukt,
gaat u naar het begin van
volgende tracks of hoofdstukken.
Hiermee onderbreekt u het
afspelen of de opname.
Hiermee start u het afspelen.CD-/MD-/CD-R-/
Houd deze knop ingedrukt om
snel voorwaarts af te spelen.
Houd deze knop ingedrukt om
snel achterwaarts af te spelen.
Hiermee stopt u het afspelen.CD-/MD-/CD-R-/
Hiermee start u de opname. MD-/CD-R-/
)
Hiermee stopt u de opname.DVR-speler
Hiermee schakelt u over naar de
Jukebox-functie.
Hiermee kunt u de tracks van
een programmabron direct
starten.
Met de cijfertoetsen kunt u door
de menu’s op het scherm lopen.
Hiermee selecteert u tracks met
een nummer hoger dan 10.
(Druk bijvoorbeeld op +10 en
vervolgens op 3 om track 13 te
kiezen.)
Hiermee geeft u het
instelscherm van DVR-spelers
weer.
Hiermee wisselt u de kant van de
meerdere CD’s
Videorecorder/
DVD-speler
DVR-speler
LD-speler
LD.
Hiermee geeft u het hoofdmenu
van een DVD-speler weer.
Hiermee geeft u menu’s van de
huidige DVD of DVR weer op het
display.
Hiermee onderbreekt u de
cassetteband.
Hiermee stopt u de
cassetteband.
DVD-/
DVR-speler
DVD-/
DVR-speler
Cassettedeck
Cassettedeck
Hiermee start u het afspelen.Cassettedeck
Hiermee spoelt u de
cassetteband snel achteruit of
vooruit.
Hiermee bladert u door DVDmenu’s/opties.
Hiermee roept u het
instelscherm van de DVD-speler
op.
Hiermee selecteert u kanalen.Videorecorder/
Hiermee verandert u de
audiotaal of het audiokanaal.
Hiermee toont/wijzigt u de
ondertitels bij meertalige DVD’s.
Hiermee schakelt u over naar de
bediening van videorecorders bij
gebruik van een DVD-/HDD-/
Cassettedeck
DVD-/
DVR-speler
DVD-/
DVR-speler
DVD-/
DVR-speler
DVD-/
DVR-speler
DVD-/
DVR-speler
Videorecorder/
DVD-/
DVR-speler
videorecorder.
Hiermee schakelt u over naar de
DVR-speler
bediening van de vaste schijf bij
gebruik van een DVD-/HDDrecorder.
Hiermee schakelt u over naar de
DVR-speler
DVD-bediening bij gebruik van
een DVD/HDD-recorder.
Andere Pioneer-apparaten bedienen
met de sensor van dit apparaat
Veel Pioneer-apparaten hebben SR CONTROL-
aansluitingen. Deze kunnen worden gebruikt om
apparaten aan elkaar te koppelen zodat u de
afstandsbedieningssensor van één apparaat kunt
gebruiken. Wanneer u de afstandsbediening gebruikt,
wordt het bedieningssignaal doorgestuurd naar het
juiste apparaat.
Belangrijk
• Als u deze functie gebruikt, zorgt u ervoor dat ten
minste één set analoge audio- of video-aansluitingen
is aangesloten op een ander apparaat voor een goede
aarding.
1 Bepaal van welk apparaat u de
afstandsbedieningssensor wilt gebruiken.
Als u een willekeurig apparaat in de reeks wilt bedienen,
is dit de afstandsbedieningssensor waarnaar u de
betreffende afstandsbediening moet richten.
2 Sluit de
apparaat aan op de
ander Pioneer-apparaat.
Gebruik hiervoor een kabel met een mono-ministekker
aan beide uiteinden.
IN 1
IN 2
OUT
HDMI
(
DVR/VCR2
COAXIAL
ASSIGNABLE
21
3 Voeg alle gewenste apparaten toe aan de reeks.
1
CONTROL OUT
OPTICAL
DIGITAL
OUT
COMPONENT VI
1
IN
Y
(
DVR/
IN
)
VCR1
1
2
IN
(
)
TV/SAT
IN
2
Y
3
IN
(CD)
ASSIGNABLE
31
CONTROLiPod
OUT
IN
IN
ININOUT
AUDIO
L
1
IN
(
)
DVD/LD
R
2
IN
)
CD-R/TAPE/MD
CD
CONTROL IN
P
B
P
B
INOUT
S-VIDEO
-aansluiting van dat
-aansluiting van een
CONTROL
F
F
O
M
E
E
T
C
S
Y
S
UR
O
S
T
U
P
T
N
I
C
E
L
E
S
R
E
V
I
E
EC
R
T
N
O
C
2
V
O
T
E
D
I
V
3
/
1
2
O
M
E
O
D
O
I
R
V
R
V
E
T
V
EI
N
I
EC
I
R
T
T
L
A
U
S
G
M
O
L
D
R
A
C
E
N
A
N
T
U
T
R
T
A
-
D
D
V
C
D
d
O
o
E
P
i
ID
2
V
VR
SEL
D
1
R
V
D
P
R
E
E
LE
S
MM
I
D
+
R
S
C
S
I
S
S
D
A
L
C
ER
T
N
E
L
E
V
E
L
U
H
N
E
C
M
0
S
1
S
+
E
C
C
A
.
T
I
D
D
E
T.
N
R
U
T
S
T
R
E
E
R
E
T
N
E
U
T
M
U
RA
A
N
E
P
V
R
M
A
E
P
O
NT
T
D
E
N
ST
A
B
E
N
U
P
T
U
OL
T
L
E
S
O
H
NTR
C
V
R
O
A
E
C
S
Y
V
T
PT
H
C
V
E
T
D
UI
T
G
U
P
T
N
C
I
E
E
L
T
E
U
S
M
L
O
V
V
T
E
C
E
R
P
O
T
S
D
C
E
R
A
D
V
D
N
C
O
E
D
CH
D
H
X
P
B
M
EO
E
L
ER
H
T
I
T
C
S
T
B
U
S
h
c
O
B
I
S
R
D
U
UR
A
S
L
.
E
V
S
D
L
SP
A
I
A
D
N
D
G
R
SI
A
D
N
S
T
TA
U
S
C
T
E
A
R
T
I
S
D
.
S
X
H
T
C
C
E
CA
P
M
O
I
T
L
E
U
S
M
A
H
P
O
S
I
T
F
I
H
S
R
E
V
I
E
C
E
R
CONTROL
INOUT
66
Du
Opmerking
1• Zie De afstandsbediening instellen voor de bediening van andere apparaten op bladzijde 61 als u alle apparaten met de afstandsbediening van deze
receiver wilt bedienen. Als u een afstandsbediening hebt aangesloten op de CONTROL IN-aansluiting met behulp van een ministekkerkabel, kunt u dit
apparaat niet bedienen via de afstandsbedieningssensor.
• Zie De receiver gebruiken met een Pioneer-plasmascherm op bladzijde 53 als u een Pioneer-plasmascherm aansluit.
Page 67
Hoofdstuk 13:
Aanvullende informatie
Problemen oplossen
Vaak worden onjuiste handelingen verward met problemen of storingen. Wanneer u denkt dat er iets mis is met dit
apparaat, controleert u eerst de onderstaande punten. Soms ligt de oorzaak van het probleem bij een ander apparaat.
Controleer de andere apparaten en de elektrische apparatuur die in gebruik is. Als het probleem niet is verholpen
nadat u de onderstaande punten hebt gecontroleerd, vraagt u het dichtstbijzijnde erkende Pioneer-servicecentrum om
reparaties te verrichten.
Stroomvoorziening
ProbleemOplossing
Het apparaat gaat niet aan.• Controleer of de stekker van het netsnoer in een werkend stopcontact zit.
De receiver gaat plotseling uit of
de fasecontrole-indicator
knippert.
Tijdens weergave met hoog
volume gaat het apparaat
plotseling uit.
Het apparaat reageert niet
wanneer de knoppen worden
ingedrukt.
AMP ERR knippert op het display
en het apparaat gaat
automatisch uit. De MCACC-
indicator knippert en het
apparaat gaat niet aan.
FAN STOP knippert op het
display en het apparaat gaat
automatisch uit.
OVERHEAT knippert op het
display en het apparaat gaat
automatisch uit.
• Probeer de stekker uit het stopcontact te halen en deze er weer in te steken.
• Controleer of er geen losse draadjes van het snoer van de luidspreker contact maken met het
achterpaneel of andere snoeren. Als dit het geval is, sluit u de luidsprekers opnieuw aan waarbij u ervoor
zorgt dat er geen losse draadjes zijn.
• Er kan een ernstig probleem met de receiver zijn. Haal de stekker van de receiver uit het stopcontact en
bel een door Pioneer erkend servicecentrum.
• Zet het volume lager.
• Verminder de equalizerniveaus voor 63 Hz en 125 Hz in de Handmatige MCACC-instelling op bladzijde 39.
• Probeer de digitale beveiligingsfunctie in te schakelen. Zet de receiver in de stand-bystand, houd de
SYSTEM SETUP-knop op het voorpaneel ingedrukt en druk op STANDBY/ON om te schakelen tussen
SAFETY 1 (gemiddeld effect), SAFETY 2 (meer effect) en SAFETY OFF. Als het apparaat zelfs uit gaat als u
SAFETY 2 hebt ingeschakeld, zet u het volume lager.
• Zet de receiver uit en weer aan.
• Haal de stekker uit het stopcontact en steek de stekker weer in het stopcontact.
• Er kan een ernstig probleem met de receiver zijn. Probeer de receiver niet aan te zetten. Neem contact op
met een door Pioneer erkend servicecentrum voor hulp.
• De ventilator wordt ergens door geblokkeerd. Verwijder de blokkering en probeer de receiver opnieuw in
te schakelen. Als de ventilator nog steeds niet werkt, of als u het object niet kunt verwijderen, dient u de
stekker uit het stopcontact te halen en contact op te nemen met een door Pioneer erkend servicecentrum.
• De ventilator is defect. Haal de stekker van de receiver uit het stopcontact en bel een door Pioneer erkend
servicecentrum.
• Laat het apparaat afkoelen op een goed geventileerde plaats en probeer de receiver hierna weer aan te
zetten. Raadpleeg de veiligheidsmaatregelen op bladzij 2–3 voor richtlijnen voor een betere warmteafvoer.
13
Geen geluid
ProbleemOplossing
Er klinkt geen geluid nadat u een
ingangsbron hebt geselecteerd.
Er klinkt geen geluid uit de
voorluidsprekers.
Er klinkt geen geluid uit de
surround-luidsprekers of de
middenluidspreker.
• Controleer het volume, of het geluid is gedempt (druk op MUTE) en de luidsprekerinstelling (druk op
SPEAKERS).
• Controleer of u de juiste ingangsbron hebt geselecteerd.
• Controleer of de MCACC-instelmicrofoon wel is losgekoppeld.
• Controleer of u het juiste ingangsignaal hebt geselecteerd. (Druk op SIGNAL SELECT.) Wanneer u PCM
hebt geselecteerd, wordt geen geluid met een andere signaalindeling weergegeven.
• Controleer of het bronapparaat goed is aangesloten. (Zie De apparatuur aansluiten op bladzijde 11.)
• Controleer of de luidsprekers goed zijn aangesloten. (Zie De luidsprekers aansluiten op bladzijde 17.)
• Controleer of de luisterfunctie Stereo niet is geselecteerd. Selecteer een van de surround-luisterfuncties
(zie Luisteren in surround-geluid op bladzijde 26).
• Controleer of de surround-/middenluidsprekers niet zijn ingesteld op NO (zie Luidsprekerinstellingen op
bladzijde 45).
• Controleer de kanaalniveau-instellingen (zie Kanaalniveau op bladzijde 46).
• Controleer de aansluitingen van de luidsprekers (zie De luidsprekers aansluiten op bladzijde 17).
67
Du
Page 68
13
ProbleemOplossing
Er klinkt geen geluid uit de
surround-achterluidsprekers.
Er klinkt geen geluid uit de
subwoofer.
Er klinkt geen geluid uit één
luidspreker.
Het geluid van analoge
apparaten wordt weergegeven,
maar dat van digitale apparaten
(DVD, LD, CD-ROM en dergelijke)
niet.
Er is geen geluid of juist ruis
hoorbaar wanneer Dolby Digital/
DTS-software wordt afgespeeld.
• Controleer of de surround-achterluidsprekers zijn ingesteld op LARGE of SMALL (zie Luidsprekerinstellingen op bladzijde 45).
• Controleer of de surround-achterverwerking is ingesteld op SBch ON (zie Surround-achterkanaalverwerking gebruiken op bladzijde 29).
• Als de bron van het type Dolby Surround EX of DTS-ES is zonder markering van compatibiliteit met 6.1,
klinkt er geen geluid uit de surround-achterluidsprekers als de surround-achterverwerking is ingesteld op
SBch Auto. Stel de verwerking in dit geval in op SBch ON (zie Surround-achterkanaalverwerking gebruiken
op bladzijde 29).
• Als de bron niet beschikt over 6.1-weergavekanalen, controleert u of de surround-achterverwerking is
ingesteld op SBch ON en of een surround-luisterfunctie is geselecteerd (zie Luisteren in surround-geluid op
bladzijde 26).
• Controleer de aansluitingen van de luidsprekers (zie De luidsprekers aansluiten op bladzijde 17). Als er
slechts een surround-achterluidspreker is aangesloten, controleert u of deze is aangesloten op de
aansluiting voor de linkerkanaalluidspreker.
• Controleer of de subwoofer goed is aangesloten, aan staat en of het volume op een hoorbaar niveau staat.
• Als de subwoofer een slaapstand heeft, controleert u of deze is uitgeschakeld.
• Controleer of de subwoofer is ingesteld op YES of PLUS (zie Luidsprekerinstellingen op bladzijde 45).
• De crossoverfrequentie is mogelijk te laag ingesteld. Probeer een hogere instelling die overeenkomt met
de eigenschappen van de andere luidsprekers (zie Luidsprekerinstellingen op bladzijde 45).
• Als er weinig informatie over lage frequenties beschikbaar is in het bronmateriaal, wijzigt u de
luidsprekerinstellingen in SMALL voor de voorluidsprekers en YES voor de subwoofer of LARGE voor de
voorluidsprekers en PLUS voor de subwoofer. (Zie Luidsprekerinstellingen op bladzijde 45.)
• Controleer of het LFE-kanaal niet is ingesteld op –80dB of een hele stille instelling (zie Piekniveau voor bastonen op bladzijde 47).
• Controleer de niveau-instellingen van de luidspreker (zie Kanaalniveau op bladzijde 46).
• Controleer de aansluiting van de luidspreker (zie De luidsprekers aansluiten op bladzijde 17).
• Controleer de niveau-instellingen van de luidspreker (zie Kanaalniveau op bladzijde 46).
• Controleer of de luidsprekers niet is ingesteld op NO (zie Luidsprekerinstellingen op bladzijde 45).
• Het kanaal is mogelijk niet opgenomen in de bron. Als u een van de luisterfuncties met geavanceerde
effecten gebruikt, kunt u mogelijk het ontbrekende kanaal toevoegen (zie Luisteren in surround-geluid op
bladzijde 26).
• Controleer of het type ingangsignaal is ingesteld op DIGITAL (zie Het ingangssignaal kiezen op
bladzijde 29).
• Controleer of de digitale ingang op de juiste wijze is toegewezen aan de ingangsaansluiting waarop het
apparaat is aangesloten (zie Het menu Input Setup op bladzijde 55).
• Controleer de instellingen van de digitale uitgang op het bronapparaat.
• Als het bronapparaat een digitale volumeregeling heeft, controleert u of deze niet helemaal zacht staat.
• Controleer of geen analoge ingangen met meerdere kanalen zijn geselecteerd. Selecteer een andere
ingangsbron.
• Controleer of de DVD-speler geschikt is voor Dolby Digital-/DTS-discs.
• Controleer de instellingen van de digitale uitgang van de DVD-speler. Controleer of de DTS-signaaluitgang
is ingesteld op On.
• Als het bronapparaat een digitale volumeregeling heeft, controleert u of deze niet helemaal zacht staat.
68
Du
Andere geluidsproblemen
ProbleemOplossing
Zenders kunnen niet
automatisch worden
geselecteerd of er is nogal veel
ruis in de radio-uitzendingen.
Een DVD-bron met meerdere
kanalen lijkt teruggebracht te
worden tot twee kanalen tijdens
de weergave.
Er is ruis hoorbaar tijdens het
zoeken op een DTS-CD.
Er is ruis hoorbaar in de
geluidsopname wanneer een LD
met DTS-indeling wordt afgespeeld.
FM-uitzendingen
• Rol de FM-draadantenne volledig af, plaats deze waar u de beste ontvangst hebt en bevestig de antenne
aan een muur of deurpost.
• Gebruik een buitenantenne voor betere ontvangst (zie bladzijde 20).
AM-uitzendingen
• Wijzig de positie en richting van de AM-antenne.
• Gebruik een buitenantenne voor betere ontvangst (zie bladzijde 20).
• Ruis kan worden veroorzaakt door interferentie van andere apparatuur, zoals een TL-lamp, motor en
dergelijke. Zet de andere apparatuur uit of verplaats deze. U kunt ook de AM-antenne verplaatsen.
• Controleer of de analoge ingangen met meerdere kanalen zijn geselecteerd (zie Analoge ingangen met meerdere kanalen selecteren op bladzijde 51).
• Dit is geen storing van de receiver. De scanfunctie van de speler verandert de digitale informatie,
waardoor deze onleesbaar wordt en ervoor zorgt dat ruis wordt weergegeven. Zet het volume laag wanneer
u scant.
• Controleer of het type ingangsignaal is ingesteld op DIGITAL (zie Het ingangssignaal kiezen op
bladzijde 29).
Page 69
ProbleemOplossing
Het geluid wordt niet
opgenomen.
Het volume van de subwoofer is
erg laag.
Alles lijkt juist ingesteld, maar
het geluid klinkt vreemd.
De functie PHASE CONTROL
heeft geen hoorbaar effect.
Er is ruis of een bromgeluid
hoorbaar, ook als er geen geluid
wordt ingevoerd.
Er lijkt een tijdsverschil te zijn
tussen de uitvoer van de
luidsprekers en die van de
subwoofer.
Het beschikbare
maximumvolume (weergegeven
op het display op het voorpaneel)
is lager dan het maximum van
+12 dB.
• U kunt alleen een digitale opname maken van een digitale bron en een analoge opname van een analoge
bron.
• Controleer bij een digitale bron of wat u opneemt niet is beveiligd met een kopieerbeveiliging.
• Controleer of de OUT-aansluitingen goed zijn aangesloten op de ingangsaansluitingen van de recorder
(zie Analoge audiobronnen aansluiten op bladzijde 16).
• Kies de instelling PLUS om meer audiosignalen naar de subwoofer te sturen of stel de voorluidsprekers
in op SMALL (zie Luidsprekerinstellingen op bladzijde 45).
• De luidsprekers zijn mogelijk uit fase. Controleer of de positieve/negatieve luidsprekeraansluitingen op de
receiver overeenkomen met de overeenkomstige aansluitingen op de luidsprekers (zie De luidsprekers aansluiten op bladzijde 17).
• Controleer indien van toepassing of de laagdoorlaatfilterschakelaar op uw subwoofer uit is, en of het
filtersnijpunt is ingesteld op de hoogste frequentie. Als uw subwoofer een PHASE-instelling heeft, stelt u
deze in op 0º (of, afhankelijk van de subwoofer, op de instelling waarvan u denkt dat deze het beste effect
op het algehele geluid heeft).
• Controleer of de ingestelde luidsprekerafstand voor alle luidsprekers juist is (zie Luidsprekerafstand op
bladzijde 47).
• Controleer of pc’s of andere digitale apparaten die op dezelfde spanningsbron zijn aangesloten geen
interferentie veroorzaken.
• Zie Surround-geluid automatisch instellen (MCACC) op bladzijde 8 om het systeem opnieuw in te stellen
met behulp van MCACC. (De vertraging van de subwooferuitvoer wordt dan automatisch gecompenseerd.)
• Dit is geen storing. Als de niveaus zijn aangepast in Kanaalniveau op bladzijde 46, verandert het
maximumvolume dienovereenkomstig.
13
Video
ProbleemOplossing
Er is geen beeld nadat u een
ingang hebt geselecteerd.
Er kan geen video-opname
worden gemaakt.
Het beeld bevat sneeuw, valt
soms weg of is vervormd.
• Controleer de videoaansluitingen van het bronapparaat (zie bladzijde 14).
• Voor video met hoge definitie via componentvideo-aansluitingen, of als digitale video-omzetting is
uitgeschakeld in De AV-opties instellen op bladzijde 57, moet u de TV aansluiten op deze receiver met
hetzelfde type videokabel als dat u hebt gebruikt om het videoapparaat aan te sluiten.
• Controleer of de ingangen op de juiste manier zijn toegewezen voor de apparaten die zijn aangesloten met
component- of HDMI-kabels (zie Het menu Input Setup op bladzijde 55).
• Er is een aparte videobron geselecteerd met VIDEO SELECT (zie Video- en audiobronnen onafhankelijk van elkaar bekijken/beluisteren op bladzijde 58).
• Controleer de instellingen van de video-uitgang op het bronapparaat.
• Controleer of u de juiste video-ingang hebt geselecteerd op de TV.
• Controleer of de bron geen kopieerbeveiliging heeft.
• De video-omzetter is niet beschikbaar tijdens het maken van opnamen. Controleer of de recorder en de
videobron met hetzelfde type videokabel op de receiver zijn aangesloten.
• Soms brengt een videorecorder een videosignaal met sneeuw voort, bijvoorbeeld tijdens het scannen. Het
is ook mogelijk dat de beeldkwaliteit gewoon slecht is, bijvoorbeeld bij sommige videospelletjesapparatuur.
De beeldkwaliteit is ook afhankelijk van de instellingen van het weergaveapparaat. Zet de video-omzetter uit
en sluit de bron en het weergaveapparaat opnieuw aan met hetzelfde type verbinding: componentvideo, Svideo of samengestelde video. Probeer hierna opnieuw af te spelen.
Instellingen
ProbleemOplossing
Er wordt voortdurend een fout
gemeld tijdens de Automatic
MCACC-instelling.
• Er is mogelijk te veel omgevingsgeluid. Zorg voor zo min mogelijk achtergrondgeluid in de ruimte (zie ook
Problemen tijdens het gebruik van de Automatic MCACC-instelling op bladzijde 10). Als u het geluidsniveau
niet laag genoeg kunt houden, zult u het surround-geluid handmatig moeten instellen (bladzijde 39).
69
Du
Page 70
13
ProbleemOplossing
Na de Automatic MCACCinstelling is de instelling van het
luidsprekerformaat onjuist.
De luidsprekerafstand kan niet
nauwkeurig worden ingesteld
(Fine Speaker Distance)
(bladzijde 40).
De laatste instellingen zijn
gewist.
• Er is mogelijk achtergrondgeluid met een lage frequentie in de ruimte, bijvoorbeeld van een
airconditioner, motor of een ander apparaat. Zet alle andere apparatuur in de ruimte uit en voer de
Automatic MCACC-instelling nogmaals uit.
• Afhankelijk van een aantal factoren (grootte van de ruimte, plaats van de luidsprekers enzovoort) kan dit
in enkele gevallen voorkomen. U kunt de luidsprekerinstelling handmatig wijzigen in Luidsprekerinstellingen
op bladzijde 45, en de optie ALL (Keep SPsetting) bij Auto Mode in Automatic MCACC (Expert) op
bladzijde 36 gebruiken als dit een terugkerend probleem is.
• Controleer of alle luidsprekers in fase zijn (zorg ervoor dat de positieve (+) en negatieve (–) aansluitingen
met elkaar overeenstemmen).
• De stekker is uit het stopcontact gehaald terwijl u de instelling aanpaste.
Display
ProbleemOplossing
Het display is donker of
uitgeschakeld.
Het display gaat uit na het
aanpassen van een instelling.
DIGITAL wordt niet op het
display weergegeven wanneer u
de knop SIGNAL SELECT
gebruikt.
De Dolby/DTS-indicator brandt
niet wanneer u Dolby/DTSsoftware afspeelt.
Wanneer u een DVD-audiodisc
afspeelt, wordt 96 kHz
weergegeven op het display van
de DVD-speler. Op het display
van de receiver wordt dit echter
niet weergegeven.
Tijdens het afspelen van een DTS
96/24-bron wordt 96 kHz niet op
het display weergegeven.
Tijdens het afspelen van Dolby
Digital- of DTS-bronnen branden
de indelingsindicators van de
receiver niet.
Tijdens het afspelen van
bepaalde discs brandt geen van
de indelingsindicators van de
receiver.
Tijdens het afspelen van een disc
brandt de indicator 2 PL II of Neo:6 op de receiver.
Tijdens het afspelen van een
Surround EX- of DTS-ES-bron
met de instelling SBch AUTO
branden de indicators EX en ES
niet, of het signaal wordt niet
goed verwerkt.
Tijdens het afspelen van DVDaudio geeft het display PCM
weer.
• Druk verschillende malen op DIMMER op de afstandsbediening om een andere helderheid te selecteren.
• Druk verschillende malen op DIMMER op de afstandsbediening om een andere helderheid te selecteren.
• Controleer de digitale aansluitingen en controleer of de digitale ingangen op de juiste wijze zijn
toegewezen (zie Het menu Input Setup op bladzijde 55).
• Als u analoge ingangen met meerdere kanalen selecteert, selecteert u een andere ingangsbron.
• Deze indicators branden niet als het afspelen wordt onderbroken.
• Controleer de afspeelinstellingen van het bronapparaat, vooral de digitale uitgang.
• Dit is geen storing. 96 kHz-geluid van DVD-audiodiscs wordt alleen uitgevoerd via de analoge uitgangen
van de DVD-speler. Deze receiver kan de afspeelsamplesnelheid niet weergeven bij gebruik van de analoge
ingangen.
• Controleer of de receiver is ingesteld op AUTO of DIGITAL (zie Het ingangssignaal kiezen op
bladzijde 29).
• Controleer of de speler is aangesloten via een digitale verbinding.
• Controleer of de receiver is ingesteld op AUTO of DIGITAL (zie Het ingangssignaal kiezen op
bladzijde 29).
• Controleer of de speler niet zo is ingesteld dat Dolby Digital- en DTS-bronnen worden omgezet naar PCM.
• Controleer of het Dolby Digital- of DTS-audiospoor is geselecteerd als er verschillende audiosporen op de
disc staan.
• De disc bevat geen materiaal met 5.1/6.1 kanalen. Kijk op de verpakking van de disc voor meer informatie
over de beschikbare audiosporen op de disc.
• Controleer of de receiver is ingesteld op AUTO of DIGITAL (zie Het ingangssignaal kiezen op
bladzijde 29).
• Als er een geluidsspoor met twee kanalen wordt afgespeeld (ook van het type Dolby Surround), is dit
geen storing. Kijk op de verpakking van de disc voor meer informatie over de beschikbare audiosporen op
de disc.
• De bron kan Dolby Surround EX / DTS-ES-software zijn, maar bevat geen signaal dat aangeeft dat ze
compatibel is met 6.1. Stel in op SBch ON (zie Surround-achterkanaalverwerking gebruiken op bladzijde 29)
en schakel vervolgens over naar de luisterfunctie THX Surround EX of Standard EX (zie Luisteren in surround-geluid op bladzijde 26).
• Dit gebeurt wanneer u DVD-audiomateriaal afspeelt via de HDMI-aansluiting. Dit is geen storing.
70
Du
Page 71
Afstandsbediening
ProbleemOplossing
De afstandsbediening doet het
niet.
Andere apparaten kunnen niet
worden bediend met deze
afstandsbediening.
De SR-kabel is aangesloten,
maar de aangesloten apparaten
kunnen niet worden bediend met
de afstandsbediening.
• Vervang de batterijen van de afstandsbediening (zie De batterijen plaatsen op bladzijde 7).
• Gebruik de afstandbediening binnen een afstand van 7 meter en onder een hoek van maximaal 30º ten
opzichte van de afstandsbedieningssensor op het voorpaneel (zie Bereik van de afstandsbediening op
bladzijde 22).
• Controleer of er geen obstakels zijn tussen de receiver en de afstandsbediening.
• Controleer of er geen fluorescerend licht of andere sterke lichtbron schijnt op de sensor van de
afstandsbediening.
• Controleer de verbindingen van de CONTROL IN-aansluiting (zie Andere Pioneer-apparaten bedienen met de sensor van dit apparaat op bladzijde 66).
• Als de batterij leeg was, kunnen de vooraf ingestelde codes gewist zijn. Voer de vooraf ingestelde codes
opnieuw in.
• De vooraf ingestelde code is onjuist. Herhaal de procedure voor het invoeren van vooraf ingestelde codes.
• Sluit de SR-kabel opnieuw aan op de juiste aansluiting (zie De receiver gebruiken met een Pioneer-plasmascherm op bladzijde 53).
• Controleer of er een analoge verbinding is tussen de apparaten. Zonder analoge verbinding werkt de SRfunctie niet.
• Controleer of het andere apparaat van Pioneer is. De SR-functie werkt alleen met Pioneer-apparatuur.
USB-aansluiting
ProbleemOplossing
Het USBmassageheugenapparaat wordt
niet door de receiver herkend.
USB ERR3 wordt op het display
aangegeven wanneer een USBapparaat wordt aangesloten.
Kan geen audiobestanden
afspelen.
• Zet de receiver uit en dan weer aan.
• Controleer of u de USB-stekker volledig in de aansluiting van deze receiver hebt gestoken.
• Controleer of de geheugenindeling FAT16 of FAT32 is (FAT12, NTFS en HFS worden niet ondersteund).
• USB-apparaten met een interne USB-hub worden niet ondersteund.
• Als dit bericht blijft verschijnen nadat alle controles in Belangrijk op bladzijde 31 van USB-weergave zijn
uitgevoerd, vraagt u het dichtstbijzijnde erkende Pioneer-servicecentrum of uw dealer om het apparaat te
repareren.
• De WMA of MPEG-4 AAC bestanden zijn opgenomen met DRM (Digital Rights Management) of de
bitrate/bemonsteringsfrequentie is niet geschikt (zie Compatibiliteit met gecomprimeerde audio op
bladzijde 31). Dit is geen storing.
13
HDMI
ProbleemOplossing
De HDMI-indicator blijft maar
knipperen.
Geen geluid of beeld.• Deze receiver is geschikt voor HDCP. Controleer of de apparatuur die u aansluit ook geschikt is voor
Er is geen beeld.• Als het weergaveapparaat niet geschikt is voor SD (480i/576i) worden noch de instelschermen noch de
Er is geen geluid of het geluid
stopt plotseling.
Het beeld bevat sneeuw of is
vervormd.
• Controleer alle onderstaande punten.
HDCP. Als dit niet het geval is, sluit u de apparatuur aan via de aansluitingen voor componentvideo, S-video
of samengestelde video.
• Afhankelijk van het aangesloten apparaat is het mogelijk dat het apparaat niet werkt met deze receiver
(zelfs als het geschikt is voor HDCP). Gebruik in dat geval een aansluiting voor componentvideo, S-video of
samengestelde video tussen de bron en de receiver.
• Als het probleem zich nog steeds voordoet wanneer u het HDMI-apparaat direct op uw monitor aansluit,
moet u de handleiding van het apparaat of van de monitor raadplegen of contact opnemen met de fabrikant
voor ondersteuning.
480i/576i naar HDMI omgezette video weergegeven. Gebruik in dat geval een aansluiting voor
componentvideo, S-video of samengestelde video.
• Afhankelijk van de uitgangsinstellingen van het bronapparaat kan een video-indeling worden uitgevoerd
die niet kan worden weergegeven. Wijzig de uitgangsinstellingen van de bron of gebruik de aansluiting voor
componentvideo, S-video of samengestelde video.
• Controleer of de HDMI-AV-instelling is ingesteld op AMP/THROUGH.
• Als het een DVI-apparaat betreft, gebruikt u een aparte verbinding voor de audio.
• Als er analoge video wordt uitgevoerd via HDMI is er geen HDMI-audio-uitvoer. Gebruik een aparte
verbinding voor de audio.
• Controleer de instellingen van de audio-uitgang op het bronapparaat.
• Als het probleem zich nog steeds voordoet wanneer u het HDMI-apparaat direct op uw monitor aansluit,
moet u de handleiding van het apparaat of van de monitor raadplegen of contact opnemen met de fabrikant
voor ondersteuning.
71
Du
Page 72
13
iPod-berichten
ProbleemOorzaakActie
Error I1Er is een probleem met het signaalpad van de
iPod naar de receiver.
Error I2De software die bij de iPod wordt gebruikt moet
worden geüpdatet naar een nieuwe versie.
No TrackDe iPod bevat momenteel geen nummers die
kunnen worden afgespeeld.
Opmerking
• Als het apparaat niet naar behoren functioneert vanwege externe effecten zoals statische elektriciteit, haalt u de
stekker uit het stopcontact en steekt u deze weer in het stopcontact om het apparaat weer normaal te doen werken.
Schakel de receiver uit en sluit de iPod opnieuw op de receiver
aan. Als dat niet werkt, kunt u proberen de iPod terug te
stellen.
Update de software van de iPod (softwareversies voor iPodupdate 2004-10-20 worden niet ondersteund).
Voer muziekbestanden in die op de iPod kunnen worden
afgespeeld.
72
Du
Page 73
Surroundgeluidsindelingen
Hierna volgt een korte beschrijving van de voornaamste
indelingen van surround-geluid die worden gebruikt voor
DVD’s, satelliet-, kabeluitzendingen, digitale tuners en
videocassettes.
Dolby
Hierna worden de Dolby-technologieën nader toegelicht. Zie
www.dolby.com voor meer gedetailleerde informatie.
Dolby Digital
Dolby Digital is een digitaal audiocoderingssysteem met
meerdere kanalen dat veel wordt gebruikt in bioscopen en
ook in de huiskamer voor de weergave van DVD’s en digitale
geluidsopnamen. Het kan zes gescheiden audiokanalen
leveren, namelijk vijf volledige kanalen en een speciaal LFEkanaal (effecten voor lage frequenties), dat voornamelijk
wordt gebruikt voor diepe, roffelende geluidseffecten. Hier
komt ook de naam Dolby Digital met “5.1 kanalen” vandaan.
Naast de bovengenoemde kenmerken bieden Dolby Digitaldecoders ook de mogelijkheid tot het downmixen van een
aantal bitsnelheden en kanalen voor compatibiliteit met
mono-, stereo- en Dolby Pro Logic-audio. Een ander
kenmerk, dialoognormalisering genoemd, verzwakt
programma’s op basis van hun gemiddelde dialoogvolume
in verhouding tot hun piekniveau (ook bekend als Dialnorm).
Op die manier wordt een uniform weergaveniveau verkregen.
Dolby Digital Surround EX
Dolby Digital Surround EX (de EX staat voor EXtended) is een
uitbreiding van de Dolby Digital-codering waarbij een
surround-achtermatrixkanaal wordt toegevoegd aan de
linker- en rechter-surround-kanalen voor weergaven via 6.1
kanalen. Dit maakt compatibiliteit met Dolby Digital
decodering via 5.1 kanalen mogelijk naast decodering met
Dolby Digital EX.
Dolby Pro Logic IIx en Dolby Surround
Dolby Pro Logic IIx is een verbeterde versie van het
decoderingssysteem Dolby Pro Logic II (en Dolby Pro Logic).
Met behulp van het innovatieve “stuurlogica”-circuit
extraheert dit systeem als volgt surround-geluid uit diverse
bronnen:
• Dolby Pro Logic – Geluid via 4.1 kanalen (monosurround) uit elke stereobron
• Dolby Pro Logic II – Geluid via 5.1 kanalen (stereosurround) uit elke stereobron
• Dolby Pro Logic IIx – Geluid via 6.1 of 7.1 kanalen
(stereo-surround en surround-achter) uit bronnen met
twee kanalen of 5.1 (en 6.1) kanalen
Bij bronnen met twee kanalen wordt het subwooferkanaal “.1”
gegenereerd door het basbeheer van de receiver.
Dolby Surround is een coderingssysteem dat surroundgeluidsinformatie insluit in een stereo-geluidsopname. Deze
informatie kan vervolgens door een Dolby Pro Logic-decoder
worden gebruikt voor een beter surround-geluid met meer
geluidsdetails.
Vervaardigd onder licentie van Dolby Laboratories. “Dolby”,
“Pro Logic”, “Surround EX” en het dubbele-D-symbool zijn
handelsmerken van Dolby Laboratories.
DTS
Hieronder worden de DTS-technologieën nader toegelicht.
Zie www.dtstech.com voor meer gedetailleerde informatie.
DTS Digital Surround
DTS Digital Surround is een audiocoderingssysteem via 5.1
kanalen van Digital Theater Systems Inc. dat momenteel
alom wordt gebruikt voor DVD-video, DVD-audio, 5.1muziekdiscs, digitale uitzendingen en videospellen. Het kan
tot zes gescheiden audiokanalen leveren, namelijk vijf
volledige kanalen en een LFE-kanaal. Dankzij een lage
compressieverhouding en hoge transmissiesnelheden
tijdens de weergave wordt een betere geluidskwaliteit
verkregen.
DTS-ES
DTS-ES (ES staat voor Extended Surround) is een decoder
die zowel DTS-ES Discrete 6.1- als DTS-ES Matrix 6.1bronnen kan decoderen. DTS-ES Discrete 6.1 brengt ‘echt’
geluid voort via 6.1 kanalen met een volledig gescheiden
surround-achterkanaal. DTS-ES Matrix 6.1 voegt een
surround-achtermatrixkanaal toe aan het linker- en rechtersurround-kanaal. Beide bronnen zijn ook compatibel met
een gewone DTS-decoder voor 5.1 kanalen.
DTS Neo:6
DTS Neo:6 kan surround-geluid met 6.1 kanalen genereren
uit elke matrixstereobron, bijvoorbeeld video of TV, en uit
bronnen met 5.1 kanalen. Het gebruikt zowel de
kanaalinformatie die reeds in de bron is gecodeerd als eigen
verwerkingstechnieken om de kanalen te lokaliseren. Bij
bronnen met twee kanalen wordt het subwooferkanaal “.1”
gegenereerd door het basbeheer van de receiver. Er zijn twee
modi beschikbaar, Cinema en Music, wanneer DTS Neo:6
wordt gebruikt met bronnen met twee kanalen.
DTS 96/24
DTS 96/24 is een uitbreiding van de originele DTS Digital
Surround-indeling die hoogwaardige audio van 96 kHz/24
bits biedt met een DTS 96/24-decoder. Deze indeling is ook
volledig achterwaarts compatibel met alle bestaande
decoders. Dit betekent dat DVD-spelers deze software
kunnen afspelen met een gewone DTS-decoder voor 5.1
kanalen.
“DTS”, “DTS-ES”, “Neo:6” en “DTS 96/24” zijn merken van
Digital Theater Systems, Inc.
Windows Media® Audio 9 Professional
Windows Media® Audio 9 Professional (WMA9 Pro) is een
afzonderlijke surround-indeling die is ontwikkeld door
Microsoft Corporation.
13
73
Du
Page 74
13
WMA9 Pro biedt ondersteuning voor weergave via 5.1/7.1
kanalen met samplingsnelheden tot 24-bit/96 kHz. Met
behulp van de unieke WMA-compressietechnieken kan
WMA9 Pro muziek en geluidssporen leveren via
internetnetwerken met hoge snelheid bij lage bitsnelheden
met minimale kwaliteitsverlies van het geluid. U kunt
afspelen met de Windows Media
®
Player 9 Series (of hoger)
of een media-speler van een andere fabrikant op een PC of
met een AV-versterker met ingebouwde WMA9 Pro-decoder.
®
Windows Media
en het Windows-logo zijn merken of
gedeponeerde merken van Microsoft Corporation in de
Verenigde Staten en/of andere landen.
Meer over THX
Hieronder worden de THX-technologieën nader toegelicht.
Zie www.thx.com voor meer gedetailleerde informatie.
• THX Cinema-verwerking
THX is een reeks exclusieve standaarden en technologieën die zijn
vastgelegd door het wereldvermaarde filmproductiebedrijf Lucasfilm
Ltd. THX is het resultaat van het persoonlijke verlangen van George
Lucas om filmgeluid zo getrouw mogelijk weer te geven zoals bedoeld
door de filmmaker, zowel in de bioscoop als in de huiskamer.
Filmgeluid wordt gemengd in speciale filmzalen die men dubbing
stages noemt en is bedoeld voor weergave in filmzalen met
soortgelijke apparatuur onder dezelfde omstandigheden. Dezelfde
geluidsopname wordt vervolgens rechtstreeks overgezet op laserdisc,
VHS-tape, DVD en dergelijke en wordt ongewijzigd weergegeven in
een kleine thuistheateromgeving. THX-ingenieurs hebben
gepatenteerde technologieën ontwikkeld om het geluid accuraat te
vertalen van een bioscoopomgeving naar de huiskamer, waarbij de
toon- en ruimtelijke fouten die zich voordoen worden gecorrigeerd.
Wanneer de THX-indicator brandt op dit apparaat, worden de THXfuncties automatisch toegevoegd in de Cinema-modi, bijvoorbeeld
THX Cinema, THX Surround EX.
• Re-Equalization
De toonbalans van filmgeluid zal te helder en te scherp zijn wanneer
het wordt afgespeeld op audioapparatuur in een huiskamer. Dit komt
omdat filmgeluid is bedoeld voor weergave in grote filmzalen met heel
andere, professionele apparatuur. Re-Equalization herstelt de juiste
toonbalans voor het bekijken van films in een kleine huiskamer.
• Timbre Matching
Het menselijk oor neemt geluid anders waar afhankelijk van de
richting waaruit het geluid komt. In een bioscoop bent u omgeven
door tal van surround-luidsprekers en wordt de surround-informatie
optimaal benut. In een thuistheater beschikt u echter over slechts
twee luidsprekers naast uw hoofd. Timbre Matching filtert de
informatie die naar de surround-luidsprekers gaat, zodat deze de
toonkenmerken van het geluid dat uit de voorluidsprekers komt
dichter benaderen. Dit garandeert een naadloze geluidsovergang
tussen de voor- en de surround-luidsprekers.
• Adaptive Decorrelation
In een bioscoop zorgt een groot aantal surround-luidsprekers voor
een surround-geluidservaring die u volledig omhult, maar een
thuistheater telt doorgaans slechts twee luidsprekers. Hierdoor
kunnen de surround-luidsprekers klinken als een koptelefoon en kan
het ruimtelijke en omhullende effect verloren gaan. De surroundgeluiden vallen ook samen in de luidspreker het dichtst bij u als u zich
niet op de centrale luisterpositie bevindt. Adaptive Decorrelation past
de tijd- en faseverhouding van één surround-kanaal lichtjes aan ten
opzichte van het andere surround-kanaal. Hierdoor wordt de
luisterpositie uitgebreid en wordt, met slechts twee luidsprekers,
dezelfde ruimtelijke surround-ervaring verkregen als in een bioscoop.
•THX Select2
Een thuistheatersysteem moet over alle hierboven beschreven
kenmerken beschikken en een aantal strenge kwaliteits- en
prestatietests ondergaan om het waarmerk THX Select2 te verdienen.
Slechts dan mag een product het THX Select2-logo dragen, een
garantie dat de Home Theatre-producten die u koopt gedurende vele
jaren superieure prestaties zullen leveren. De vereisten van THX
Select2 omvatten elk aspect van het product, waaronder de prestaties
en de werking van de voorversterker en de vermogensversterker en
honderden andere parameters in zowel het digitale als analoge
domein.
•THX Surround EX
THX Surround EX - Dolby Digital Surround EX werd gezamenlijk
ontwikkeld door Dolby Laboratories en THX Ltd. In een bioscoop
kunnen filmgeluidsopnamen die zijn gecodeerd met de Dolby Digital
Surround EX-technologie een extra kanaal weergeven dat is
toegevoegd tijdens het mengen van het programma. Dit kanaal, het
surround-achterkanaal genoemd, plaatst geluiden achter de
luisteraar naast de reeds beschikbare kanalen links voor, midden
voor, rechts voor, surround rechts, surround links en het
subwooferkanaal. Dit extra kanaal maakt een gedetailleerder
geluidsbeeld achter de luisteraar mogelijk en resulteert in een betere
diepte, ruimtelijkheid en geluidslokalisatie dan ooit tevoren. Films
gemaakt met de Dolby Digital Surround EX-technologie die op de
consumentenmarkt komen, kunnen hierover een vermelding
bevatten op de verpakking. Op de Dolby-website www.dolby.com vindt
u een lijst met films die met deze technologie zijn gemaakt.
Alleen receivers en controllers die het THX Surround EX-logo dragen,
geven deze technologie getrouw weer in de huiskamer via de THX
Surround EX-modus.
Dit product kan ook de “THX Surround EX”-modus inschakelen
tijdens de weergave van materiaal met 5.1 kanalen dat niet gecodeerd
is met Dolby Digital Surround EX. In dat geval is de informatie die
naar het surround-achterkanaal wordt gestuurd afhankelijk van het
programma. Of dit een aangenaam effect oplevert, hangt af van de
beluisterde geluidsopname en van de persoonlijke smaak van de
luisteraar.
•Advanced Speaker Array (ASA)
ASA is een eigen technologie van THX waarbij het geluid wordt
verwerkt en doorgestuurd naar 2 luidsprekers aan de zijkant en 2
achter-surround-luidsprekers. Dit geeft een optimale surroundgeluidservaring. Wanneer u het thuistheatersysteem instelt met alle
acht luidsprekeruitgangen (links, midden, rechts, surround-rechts,
surround-rechtsachter, surround-linksachter, surround-links en
subwoofer) waarbij u de twee surround-achterluidsprekers dicht bij
elkaar zet en richt naar de voorkant van de ruimte zoals in de
afbeelding wordt weergegeven, hebt u de grootst mogelijke optimale
luisterpositie. Als u om praktische redenen gedwongen bent de
surround-achterluidsprekers verder uit elkaar te plaatsen, opent u het
scherm THX Audio Set-up en kiest u de instelling die het meest
overeenkomt met de plaatsing van de luidsprekers. Zo zorgt u voor
heroptimalisatie van het surround-geluidsveld.
ASA wordt gebruikt in drie nieuwe modi: THX Select2 Cinema, THX
MusicMode en THX Games.
•De modus THX Select2 Cinema
In de modus THX Select2 Cinema worden 5.1-films weergegeven met
behulp van alle 8 luidsprekers, de best mogelijke weergave voor films.
In deze modus worden met behulp van ASA-verwerking de zijsurround-luidsprekers en achter-surroundluidsprekers gemengd wat
resulteert in een optimale mix van omgevingsgeluiden en gerichte
surround-geluiden.
Geluidssporen die zijn gecodeerd met DTS-ES (Matrix en 6.1 Discrete)
en Dolby Digital Surround EX worden automatisch herkend in de
modus Select2 Cinema als de juiste markering is gecodeerd.
Sommige Dolby Digital Surround EX-geluidssporen missen de
digitale markering waardoor automatisch wisselen mogelijk is. Als u
weet dat de film die u bekijkt is gecodeerd met Surround EX, kunt u
de weergavemodus THX Surround EX handmatig selecteren. In
andere gevallen zal in de modus THX Select2 Cinema ASA-verwerking
worden toegepast voor optimale weergave.
74
Du
Page 75
• De modus THX MusicMode
Voor het afspelen van muziek met meerdere kanalen kiest u de modus
THX MusicMode. In deze modus wordt THX ASA-verwerking
toegepast op de surround-kanalen van alle muziek die is gecodeerd
met 5.1 kanalen, zoals DTS, Dolby Digital en DVD-audio voor een
breed, stabiel geluid van achteren.
• De modus THX Games
Voor het afspelen van stereo spelgeluid en spelgeluid met meerdere
kanalen kiest u de modus THX Games. In deze modus wordt THX ASAverwerking toegepast op de surround-kanalen van alle spelbronnen
die zijn gecodeerd met 5.1 of 2.0 kanalen, zoals analoog, PCM, DTS en
Dolby Digital. Op die manier wordt alle surround-informatie van het
spelgeluid nauwkeurig geplaatst voor een weergave-omgeving van
360 graden. De modus THX Games is uniek dankzij een naadloze
overgang van het geluid op alle punten in het surround-veld.
Het THX-logo is een handelsmerk van THX Ltd. dat in sommige
rechtsgebieden geregistreerd kan zijn. Alle rechten
voorbehouden.
Luisterfuncties met verschillende ingangssignaalindelingen
In onderstaande tabellen ziet u de luisterfuncties die beschikbaar zijn bij verschillende ingangssignaalindelingen, afhankelijk
van de surround-achterkanaalverwerking en decoderingsmethode die u hebt geselecteerd.
Stereo (2-kanaals) signaalindelingen
SBch-verwerking Ingangssignaalindeling
SBch-verwerking
ON/AUTO
(Selecteert
automatisch
6.1/7.1-kanaals
decodering)
SBch-verwerking
kanaalsweergave)
a.2 PRO LOGIC kan maximaal 5.1-kanalen weergeven.
b.Niet beschikbaar als er slechts één surround-achterluidspreker is aangesloten.
c.Automatisch geselecteerd als er geen surround-achterluidsprekers zijn aangesloten.
c
OFF
(Maximaal 5.1-
Dolby Digital Surround2 Pro Logic IIx MOVIE
DTS-surroundZie bovenZie bovenNeo:6 CINEMA
Andere stereobronnenZie bovenZie bovenStereoweergave
SACDStereoweergave–Stereoweergave
Dolby Digital Surround2 Pro Logic II MOVIE
DTS-surroundZie bovenZie bovenNeo:6 CINEMA
Andere stereobronnenZie bovenZie bovenStereoweergave
a.Niet beschikbaar als er slechts één surround-achterluidspreker is aangesloten.
b.Automatisch geselecteerd als er geen surround-achterluidsprekers zijn aangesloten.
WMA9 Pro
(6.1/7.1-kanaals)
Dolby Digital EX
(6.1-kanaals markering)
DTS-ES
(6.1-kanaals bronnen/
6.1-kanaals markering)
Dolby Digital
DTS en DTS 96/24
WMA9 Pro
DVD-A
(5.1-kanaals codering)
SACD
(5.1-kanaals codering)
Rechtstreekse decodering
(maximaal 5.1-
kanaalsweergave)
Rechtstreekse decoderingTHX CINEMARechtstreekse
Rechtstreekse decodering–Rechtstreekse
THX CINEMARechtstreekse
decodering (maximaal
5.1-kanaalsweergave)
decodering
decodering
Page 77
Directe stroom met verschillende ingangssignaalindelingen
In de volgende tabellen ziet u wat u te horen krijgt bij verschillende ingangssignaalindelingen, afhankelijk van de Directe
stroom-modus (zie Directe stroom gebruiken op bladzijde 28) die u hebt geselecteerd.
Stereo (2-kanaals) signaalindelingen
Surroundachterluidspreker(s)
Aangesloten
(maximaal 7.1kanaalsweergave)
Niet aangesloten
(maximaal 5.1kanaalsweergave)
Multikanaals signaalindelingen
IngangssignaalindelingDIRECTPURE DIRECT
Dolby Digital Surround2 Pro Logic IIx MOVIE2 Pro Logic IIx MOVIE
DTS-surroundNeo:6 CINEMANeo:6 CINEMA
Andere stereobronnen
Analoge bronnenZie bovenANALOG DIRECT (stereo)
PCM-bronnen
DVD-A-bronnenZie bovenStereoweergave
SACD-bronnenZie bovenStereoweergave
Dolby Digital Surround2 Pro Logic II MOVIE2 Pro Logic II MOVIE
DTS-surroundNeo:6 CINEMANeo:6 CINEMA
Andere stereobronnen
Analoge bronnenZie bovenANALOG DIRECT (stereo)
PCM-bronnen
DVD-A-bronnenZie bovenStereoweergave
SACD-bronnenZie bovenStereoweergave
StereoweergaveStereoweergave
Zie bovenStereoweergave
StereoweergaveStereoweergave
Zie bovenStereoweergave
13
Surroundachterluidspreker(s)
Aangesloten
(maximaal 7.1kanaalsweergave)
Niet aangesloten
(maximaal 5.1kanaalsweergave)
a.Niet beschikbaar als er slechts één surround-achterluidspreker is aangesloten.
Ingangssignaalindeling
WMA9 Pro (6.1/7.1-kanaals)Rechtstreekse decoderingRechtstreekse
Dolby Digital EX (6.1-kanaals markering)Dolby Digital EX
(6.1-kanaals bronnen/6.1-kanaals markering)
WMA9 Pro (5.1-kanaals codering)
WMA9 Pro (6.1/7.1-kanaals)Rechtstreekse decoderingRechtstreekse
Dolby Digital EX (6.1-kanaals markering)Zie bovenZie boven
(6.1-kanaals bronnen/6.1-kanaals markering)
WMA9 Pro (5.1-kanaals codering)
DTS-ES
Dolby Digital
DTS en DTS 96/24
DVD-A en SACD
(5.1-kanaals codering)
DTS-ES
Dolby Digital
DTS en DTS 96/24
DVD-A-bronnenZie bovenZie boven
SACD-bronnen
(5.1-kanaals codering)
DIRECTPURE DIRECT
decodering
Dolby Digital EX
a
2 Pro Logic IIx MOVIE
DTS-ES (Matrix/Discrete)DTS-ES (Matrix/
Rechtstreekse decoderingRechtstreekse
Rechtstreekse decoderingRechtstreekse
Zie bovenZie boven
Zie bovenZie boven
Zie bovenZie boven
2 Pro Logic IIx
MOVIE
Discrete)
decodering
decodering
decodering
a
77
Du
Page 78
13
Specificaties
Versterkergedeelte
Continu uitgangsvermogen (stereo)
Voor. . . . . . . . 150 W + 150 W (DIN 1 kHz, THV 1 %, 6 Ω)
120 W + 120 W (DIN 1 kHz, THV 1 %, 8
Continu uitgangsvermogen (multikanaals)
Voor. . . . . . . . 150 W + 150 W (DIN 1 kHz, THV 1 %, 6 Ω)
• De technische gegevens en het ontwerp kunnen met
het oog op verbeteringen zonder voorafgaande
kennisgeving worden gewijzigd.
Het apparaat schoonmaken
• Gebruik een poetsdoek of een droge doek om stof en
vuil van het apparaat te verwijderen.
• Wanneer het buitenoppervlak van het apparaat vuil
is, veegt u het schoon met een zachte doek die u in
een neutraal reinigingsmiddel, vijf- tot zesmaal
verdund in water, hebt gedompeld en goed hebt
uitgewrongen. Maak het apparaat vervolgens droog
met een droge doek. Gebruik geen meubelwas of
meubelreinigers.
• Gebruik nooit verdunner, benzine, insectensprays of
andere chemische producten om dit apparaat
schoon te maken. Deze producten kunnen corrosie
op het buitenoppervlak veroorzaken.
78
Du
Page 79
<06D00001>
<ARC7697-A>
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.