Pioneer VSX-2016AV-S User manual [nl]

Page 1
VSX-2016AV
-S
AUDIO/VIDEO MULTIKANAALS RECEIVER
Ontdek nu de voordelen van online registratie! Registreer uw Pioneer product via
www.pioneer.nl
Gebruiksaanwijzing
-
www.pioneer.be
Page 2
BELANGRIJK
CAUTION
RISK OF ELECTRIC SHOCK
DO NOT OPEN
De lichtflash met pijlpuntsymbool in een gelijkzijdige driehoek is bedoeld om de aandacht van de gebruikers te trekken op een niet geïsoleerde “gevaarlijke spanning” in het toestel, welke voldoende kan zijn om bij aanraking een elektrische shock te veroorzaken.
WAARSCHUWING:
OM HET GEVAAR VOOR EEN ELEKTRISCHE SHOCK TE VOORKOMEN, DEKSEL (OF RUG) NIET VERWIJDEREN. AAN DE BINNENZIJDE BEVINDEN ZICH GEEN ELEMENTEN DIE DOOR DE GEBRUIKER KUNNEN BEDIEND WORDEN. ENKEL DOOR GEKWALIFICEERD PERSONEEL TE BEDIENEN.
WAARSCHUWING
Lees zorgvuldig de volgende informatie voordat u de stekker de eerste maal in het stopcontact steekt.
De bedrijfsspanning van het apparaat verschilt afhankelijk van het land waar het apparaat wordt verkocht. Zorg dat de netspanning in het land waar het apparaat wordt gebruikt overeenkomt met de bedrijfsspanning (bijv. 230 V of 120 V) aangegeven op de achterkant van het apparaat.
D3-4-2-1-4_A_Du
WAARSCHUWING
Om brand te voorkomen, mag u geen open vuur (zoals een brandende kaars) op de apparatuur zetten.
Dit product voldoet aan de laagspanningsrichtlijn (73/23/EEG, gewijzigd bij 93/68/EEG), EMC­richtlijnen (89/336/EEG, gewijzigd bij 92/31/EEG en 93/68/EEG).
D3-4-2-1-7a_A_Du
D3-4-2-1-9a_Du
Het uitroepteken in een gelijkzijdige driehoek is bedoeld om de aandacht van de gebruiker te trekken op de aanwezigheid van belangrijke bedienings- en onderhoudsinstructies in de handleiding bij dit toestel.
D3-4-2-1-1_Du
BELANGRIJKE INFORMATIE BETREFFENDE DE VENTILATIE
Let er bij het installeren van het apparaat op dat er voldoende vrije ruimte rondom het apparaat is om een goede doorstroming van lucht te waarborgen (tenminste 60 cm boven, 10 cm achter en 30 cm aan de zijkanten van het apparaat).
WAARSCHUWING
De gleuven en openingen in de behuizing van het apparaat zijn aangebracht voor de ventilatie, zodat een betrouwbare werking van het apparaat wordt verkregen en oververhitting wordt voorkomen. Om brand te voorkomen, moet u ervoor zorgen dat deze openingen nooit geblokkeerd worden of dat ze afgedekt worden door voorwerpen (kranten, tafelkleed, gordijn e.d.) of door gebruik van het apparaat op een dik tapijt of een bed.
D3-4-2-1-7b_A_Du
WAARSCHUWING
Dit apparaat is niet waterdicht. Om brand of een elektrische schok te voorkomen, mag u geen voorwerp dat vloeistof bevat in de buurt van het apparaat zetten (bijvoorbeeld een bloemenvaas) of het apparaat op andere wijze blootstellen aan waterdruppels, opspattend water, regen of vocht.
D3-4-2-1-3_A_Du
D O W
N
D
O W N
Gebruiksomgeving
Temperatuur en vochtigheidsgraad op de plaats van gebruik: +5 C tot +35 C, minder dan 85 % RH (ventilatieopeningen niet afgedekt) Zet het apparaat niet op een slecht geventileerde plaats en stel het apparaat ook niet bloot aan hoge vochtigheid of direct zonlicht (of sterke kunstmatige verlichting).
D3-4-2-1-7c_A_Du
Page 3
Dit apparaat is bestemd voor normaal huishoudelijk gebruik. Indien het apparaat voor andere doeleinden of op andere plaatsen wordt gebruikt (bijvoorbeeld langdurig gebruik in een restaurant voor zakelijke doeleinden, of gebruik in een auto of boot) en als gevolg hiervan defect zou raken, zullen de reparaties in rekening gebracht worden, ook als het apparaat nog in de garantieperiode is.
Als de netstekker van dit apparaat niet geschikt is voor het stopcontact dat u wilt gebruiken, moet u de stekker verwijderen en een geschikte stekker aanbrengen. Laat het vervangen en aanbrengen van een nieuwe netstekker over aan vakkundig onderhoudspersoneel. Als de verwijderde stekker per ongeluk in een stopcontact zou worden gestoken, kan dit resulteren in een ernstige elektrische schok. Zorg er daarom voor dat de oude stekker na het verwijderen op de juiste wijze wordt weggegooid. Haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact wanneer u het apparaat geruime tijd niet denkt te gebruiken (bijv. wanneer u op vakantie gaat).
K041_Du
D3-4-2-2-1a_A_Du
LET OP
De
STANDBY/ON
koppelt het apparaat niet volledig los van het lichtnet. Aangezien er na het uitschakelen van het apparaat nog een kleine hoeveelheid stroom blijft lopen, moet u de stekker uit het stopcontact halen om het apparaat volledig van het lichtnet los te koppelen. Plaats het apparaat zodanig dat de stekker in een noodgeval gemakkelijk uit het stopcontact kan worden gehaald. Om brand te voorkomen, moet u de stekker uit het stopcontact halen wanneer u het apparaat langere tijd niet denkt te gebruiken (bijv. wanneer u op vakantie gaat).
schakelaar van dit apparaat
D3-4-2-2-2a_A_Du
Bij dit product zijn batterijen geleverd. Wanneer deze leeg zijn, moet u ze niet weggooien maar inleveren als KCA.
D3-4-2-4-2_Du
Page 4
Hartelijk dank voor uw aankoop van dit Pioneer product. Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig door, zodat u vertrouwd raakt met de bediening van dit apparaat. Bewaar na het doorlezen deze gebruiksaanwijzing op een veilige, gemakkelijk te onthouden plaats, voor latere naslag.
Inhoud
01 Voordat u begint
Kenmerken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
De inhoud van de verpakking controleren. . . . . . . . . . . 6
De receiver installeren. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
De batterijen plaatsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
02 In vijf minuten aan de slag
Wat is een thuistheater? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
Luisteren naar surround-geluid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
Surround-geluid automatisch instellen (MCACC) . . . . 8
Problemen tijdens het gebruik van de Automatic
MCACC-instelling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
Een bron afspelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
Beter geluid met fasecontrole . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
03 De apparatuur aansluiten
Achterpaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
Wanneer u kabels aansluit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
Meer over de video-omzetter. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
De TV en DVD-speler aansluiten. . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
Een receiver voor satelliet/kabel-TV of een andere
set-top box aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
Een DVD-/HDD-recorder, videorecorder en andere
videobronnen aansluiten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
De aansluitingen voor componentvideo gebruiken . .14
Digitale audiobronnen aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . . 15
Meer over de WMA9 Pro-decoder . . . . . . . . . . . . . . . 16
Analoge audiobronnen aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . . 16
Een apparaat aansluiten op de ingangen op het
voorpaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
Het luidsprekersysteem installeren . . . . . . . . . . . . . . . 17
De luidsprekers aansluiten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
De luidsprekers opstellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
Opstelling van een THX-luidsprekersysteem . . . . . . 19
Antennes aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
Buitenantennes aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
De receiver aansluiten op het stopcontact . . . . . . . . . 20
04 Bedieningselementen en displays
Voorpaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
Bereik van de afstandsbediening. . . . . . . . . . . . . . . . 22
Display . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23
Afstandsbediening. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
05 Luisteren naar het systeem
Automatisch afspelen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
Luisteren in surround-geluid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
Standaard-surround-geluid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
De Home THX-functies gebruiken. . . . . . . . . . . . . . . 27
De geavanceerde surround-effecten gebruiken . . . 27
Luisteren in stereo. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
Directe stroom gebruiken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
Voorgedefinieerde MCACC-instellingen
selecteren. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
Het ingangssignaal kiezen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
Surround-achterkanaalverwerking gebruiken . . . . . . 29
De virtuele surround-achterkanaalfunctie
gebruiken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
Gebruik van Midnight en Loudness. . . . . . . . . . . . . . . 30
Gebruik van de Sound Retriever . . . . . . . . . . . . . . . . . 30
Dialoog benadrukken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30
Gebruik van de toonregeling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30
06 USB-weergave
De USB-aansluiting gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31
Basisbediening voor afspelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31
Compatibiliteit met gecomprimeerde audio . . . . . . 31
07 De tuner gebruiken
Luisteren naar de radio. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33
FM-stereogeluid verbeteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33
Rechtstreeks afstemmen op een zender . . . . . . . . . 33
Voorkeurzenders opslaan . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33
Voorkeurzenders een naam geven . . . . . . . . . . . . . . 34
Luisteren naar voorkeurzenders . . . . . . . . . . . . . . . . 34
Een inleiding tot RDS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34
Zoeken naar RDS-programma’s . . . . . . . . . . . . . . . . 34
EON gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35
08 Het menu System Setup
De receiver instellen via het menu System Setup . . . 36
Automatic MCACC (Expert) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36
De surround-achterluidspreker instellen . . . . . . . . . . 38
Handmatige MCACC-instelling . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39
Het kanaalniveau nauwkeurig instellen . . . . . . . . . . 39
De luidsprekerafstand nauwkeurig instellen . . . . . . 40
Staande golf . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40
Akoestische kalibratie-EQ . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41
Professionele akoestische kalibratie-EQ . . . . . . . . . 41
4
Du
Page 5
Gegevensbeheer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43
Luidsprekers handmatig instellen . . . . . . . . . . . . . . . . 45
Luidsprekerinstellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45
Kanaalniveau. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46
Luidsprekerafstand . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 47
Piekniveau voor bastonen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 47
X-curve . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 47
THX-audio-instelling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 48
09 Andere aansluitingen
Een iPod aansluiten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49
De iPod aansluiten op de receiver. . . . . . . . . . . . . . . 49
Muziek afspelen van de iPod . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49
Aansluiten via HDMI . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 50
Meer over HDMI. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51
Analoge ingangen met meerdere kanalen
aansluiten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51
Analoge ingangen met meerdere kanalen
selecteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51
Luidspreker B-opstelling in tweede zone . . . . . . . . . . . 51
Schakelen naar een ander luidsprekersysteem . . . . 52
Dubbele versterking van de voorluidsprekers . . . . . . . 52
Dubbele bedrading van de luidsprekers . . . . . . . . . . . 53
Extra versterkers aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 53
De receiver gebruiken met een
Pioneer-plasmascherm . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 53
De SR+-functie gebruiken met een
Pioneer-plasmascherm . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 54
10 Overige instellingen
Het menu Input Setup. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 55
Standaardinstellingen en mogelijk instellingen
voor de ingangsfunctie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 55
Het menu Other Setup . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 56
SR+ instellen voor Pioneer-plasmaschermen . . . . . 56
Schermdisplay aanpassen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 56
11 Andere functies gebruiken
De AV-opties instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 57
Een audio- of video-opname maken. . . . . . . . . . . . . . . 58
Het niveau van een analoog signaal verlagen. . . . . . . 58
Video- en audiobronnen onafhankelijk van elkaar
bekijken/beluisteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 58
De slaaptimer gebruiken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 58
Het display dimmen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 59
De luidsprekerimpedantie wijzigen . . . . . . . . . . . . . . . 59
De instellingen van het systeem controleren . . . . . . . 59
De standaardinstellingen van het systeem
herstellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 59
Standaardinstellingen van het systeem . . . . . . . . . . 60
12 De rest van het systeem bedienen
De afstandsbediening instellen voor de bediening
van andere apparaten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 61
Vooraf ingestelde codes rechtstreeks kiezen . . . . . . . 61
Signalen van andere afstandsbedieningen
programmeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 61
Een van de knopinstellingen van de
afstandsbediening wissen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 62
De vooraf ingestelde instellingen van de
afstandsbediening herstellen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 62
Vooraf ingestelde codes controleren. . . . . . . . . . . . . . 62
Namen van ingangsbronnen wijzigen. . . . . . . . . . . . . 63
Directe functie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 63
De functies Multi Operation en System Off . . . . . . . . 63
Een reeks voor bediening of uitzetten van
meerdere apparaten programmeren . . . . . . . . . . . . 63
De functie Multi Operations gebruiken . . . . . . . . . . 64
De functie System Off gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . 64
Bedieningsknoppen voor TV’s . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 65
Bedieningsknoppen voor andere apparaten . . . . . . . 65
Andere Pioneer-apparaten bedienen met de
sensor van dit apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 66
13 Aanvullende informatie
Problemen oplossen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 67
Stroomvoorziening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 67
Geen geluid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 67
Andere geluidsproblemen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 68
Video . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 69
Instellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 69
Display. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 70
Afstandsbediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 71
USB-aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 71
HDMI . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 71
iPod-berichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 72
Surroundgeluidsindelingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 73
Dolby . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 73
DTS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 73
Windows Media
Meer over THX . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 74
Luisterfuncties met verschillende
ingangssignaalindelingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 75
Directe stroom met verschillende
ingangssignaalindelingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 77
Specificaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 78
Het apparaat schoonmaken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 78
®
Audio 9 Professional . . . . . . . . . . 73
Du
5
Page 6
01
Hoofdstuk 1:
Voordat u begint
Kenmerken
• Geavanceerd ontwerp met direct-energy
Deze receiver is uitgerust met een geavanceerd discreet ontwerp dat door Pioneer ontwikkeld is en gekenmerkt wordt door hoogvermogen aansturing, lage vervorming en stabiele weergave. Via symmetrische plaatsing van de eindversterkingseenheden kan deze receiver een gelijk versterkervermogen aan alle kanalen afgeven, waardoor voorkomen wordt dat een enkel kanaal een bepaald geluidsveld domineert.
• Eenvoudig in te stellen met Advanced MCACC
De Automatic MCACC-instelling biedt een snelle en nauwkeurige instelling van surround-geluid met de geavanceerde functies van professionele akoestische kalibratie-EQ. Deze innovatieve technologie meet de akoestische eigenschappen van de luisterruimte waarbij u de kalibratie van het systeem kunt aanpassen met behulp van een grafische weergave die u kunt bekijken op het scherm. Bovendien kunt u gebruikmaken van talloze voorgedefinieerde MCACC-instellingen, controle van staande golven en microfoonmetingen op een aantal referentiepunten zodat u uw thuistheaterervaring echt helemaal kunt aanpassen aan uw situatie voor optimaal surround-geluid.
• THX Select2 gecertificeerd ontwerp
Deze receiver is voorzien van het THX Select2 logo, hetgeen betekent dat het apparaat een serie rigoreuze kwaliteits- en prestatietests heeft doorstaan die elk facet van het product gecontroleerd hebben. Dit omvat het testen van de prestatie en werking van de voorversterker en eindversterker, en honderden parameters in het digitale en analoge domein, zodat u kunt vertrouwen op een thuisbioscoopweergave die optimaal aansluit bij de bedoelingen van de regisseur.
• Dolby Digital en DTS decodering, inclusief Dolby Digital EX, Dolby Pro Logic IIx, DTS 96/24 en DTS-ES
Met Dolby Digital en DTS decodering hebt u bioscoopgeluid met maximaal zes surroundkanalen in uw huiskamer, inclusief een speciaal LFE (lagefrequentie-effecten) kanaal voor diepe en realistische lagetoneneffecten.
De ingebouwde Dolby Pro Logic IIx en DTS Neo:6 decoders leveren een totale surroundgeluid-decodering voor Dolby Surround bronnen, maar kunnen tevens een fraai surroundgeluid bij normale stereobronnen produceren.
Door de toevoeging van een surround-achterluidspreker kunt u de ingebouwde Dolby Digital EX en DTS-ES decoders gebruiken voor zeskanaals surroundgeluid.
Fasecorrectie
De fasecontroletechnologie in het ontwerp van deze receiver levert coherente geluidsreproductie dankzij het samenvallen van de fasen voor een optimaal geluidsbeeld op de luisterpositie.
Sound Retriever-functie
De Sound Retriever-functie maakt gebruik van nieuwe DSP-technologie om CD-niveau geluidskwaliteit te verkrijgen bij WMA, MP3 en MPEG-4 ACC audiobestanden, door de geluidsdruk te herstellen en eventuele storingen (artefacts) te verminderen die na de compressie resteren.
HDMI en digitale video-omzetting
Deze receiver is geschikt voor de HDMI-indeling van digitale video en biedt u digitale video met hoge definitie en digitale audio via één kabel. Als u gebruikmaakt van de ingebouwde digitale video-omzetter van de receiver, kunnen analoge signalen via de HDMI-aansluiting worden uitgevoerd als digitale video.
Klaar voor de iPod
Met de nieuwe iPod-terminal is uw systeem in minder dan geen tijd ingesteld, nu de verbeterde compatibiliteit van deze receiver het mogelijk maakt uw iPod via het scherm te besturen.
USB-aansluiting
Via de USB kunt u naar tweekanaals geluid luisteren van een USB-massageheugenapparaat dat op deze receiver is aangesloten.
• LCD-afstandsbediening met groot bedieningsgemak
Met de afstandsbediening hebt u niet alleen volledige controle over alle functies van deze receiver, maar ook over de hoofdfuncties van de andere apparatuur in uw thuisbioscoopsysteem. Door invoeren van de apparatuurcodes kunt u de afstandsbediening programmeren voor de bediening van een groot aantal verschillende apparaten.
De inhoud van de verpakking controleren
Controleer of u de volgende bijgeleverde toebehoren hebt ontvangen:
• Instelmicrofoon (kabel: 5 m)
• Afstandsbediening
• AA/LR6-drogecelbatterijen x2
• AM-raamantenne
• FM-draadantenne
• iPod-audiokabel
• Garantiekaart
• Deze gebruiksaanwijzing
6
Du
Page 7
De receiver installeren
• Installeer dit apparaat op een vlak en stabiel oppervlak.
Installeer het niet op de volgende plaatsen: – op een kleuren-TV (het beeld kan hierdoor vervormen) – dicht bij een cassettedeck (of een ander apparaat dat een magnetisch veld opwekt). Dit kan storingen in het geluid veroorzaken. – in direct zonlicht – in een vochtige of natte ruimte – in een extreem hete of koude ruimte – op plaatsen met vibratie of andere bewegingen – in zeer stoffige ruimtes – in een ruimte met hete stoom of olie (zoals een keuken)
De batterijen plaatsen
Waarschuwing
Verkeerd gebruik van de batterijen kan lekkage of het barsten van de batterijen tot gevolg hebben. Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht:
• Gebruik nooit oude en nieuwe batterijen door elkaar.
• Plaats de batterijen zodanig dat de plus- en minpolen overeenkomen met de merktekens in het batterijvak.
• Batterijen met dezelfde vorm kunnen een verschillende spanning hebben. Gebruik verschillende soorten batterijen niet samen.
• Gooi gebruikte batterijen niet weg, maar lever deze in via het inzamelingssysteem voor klein chemisch afval dat in uw land of streek wordt gebruikt.
• Gebruik of leg de batterijen niet in direct zonlicht of op een andere warme plaats, zoals in de buurt van een kachel of in een auto die in de zon staat. Dit kan resulteren in lekkage, oververhitting, explosie of in brand vliegen van de batterijen. Bovendien kan de levensduur van de batterijen afnemen.
01
Du
7
Page 8
02
Hoofdstuk 2:
In vijf minuten aan de slag
3 Steek de stekker van de receiver in het stopcontact
Wat is een thuistheater?
Het begrip thuistheater verwijst naar het gebruik van meerdere audiokanalen om een surround-geluidseffect te creëren, waardoor u zich in het midden van de actie of in een concertzaal waant. Het surround-geluid dat u krijgt met een thuistheatersysteem hangt niet alleen af van de opstelling van de luidsprekers in de ruimte, maar ook van de bron en van de geluidsinstellingen van de receiver.
Deze receiver decodeert automatisch bronnen met meerdere kanalen in Dolby Digital, DTS of Dolby Surround overeenkomstig de luidsprekeropstelling. In de meeste gevallen hoeft u niets te wijzigen voor een realistisch surround-geluid, maar niettemin worden andere mogelijkheden, zoals luisteren naar een CD met surround-geluid via meerdere kanalen, beschreven in Luisteren naar het systeem op bladzijde 26.
Luisteren naar surround-geluid
Deze receiver is ontworpen met het oog op een zo eenvoudig mogelijke instelling. Aan de hand van de hiernavolgende snelle installatiegids kunt u het systeem dan ook in een mum van tijd instellen voor surround­geluid. In de meeste gevallen kunt u de standaardinstellingen van de receiver gewoon behouden.
• Zorg ervoor dat alle apparatuur is aangesloten voordat u de stekker van de receiver in het stopcontact steekt.
1 Sluit de TV en DVD-speler aan.
Zie De TV en DVD-speler aansluiten op bladzijde 13 voor de juiste procedure. Voor surround-geluid moet u de DVD­speler via een digitale verbinding op de receiver aansluiten.
2 Sluit de luidsprekers aan en plaats deze voor optimaal surround-geluid.
Sluit de luidsprekers aan zoals getoond in Het luidsprekersysteem installeren op bladzijde 17.
De plaats van de luidsprekers heeft een grote invloed op het geluid. Stel de luidsprekers op zoals hieronder getoond voor een optimaal surround-geluidseffect. Zie ook De luidsprekers opstellen op bladzijde 18 voor meer informatie.
Linksvoor
Luisterpositie
Midden (C)
(L)
Surround-links (SL)
Rechtsvoor (R)
Subwoofer (SW)
Surround­linksachter (SBL)
Surround­rechts (SR)
Surround­rechtsachter (SBR)
en zet de receiver aan. Doe vervolgens hetzelfde met de DVD-speler, subwoofer en TV.
De video-ingang van de TV moet ingesteld zijn op deze receiver. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing bij de TV als u niet weet hoe u dit moet doen.
• Stel het volume van de subwoofer in op een aangenaam niveau.
4 Stel het systeem in met behulp van de Automatic MCACC-instelling op het scherm.
Zie Surround-geluid automatisch instellen (MCACC) hieronder voor meer informatie.
5 Speel een DVD af en regel het volume naar wens.
Controleer of DVD/LD wordt weergegeven op het display van de receiver. Dit geeft aan dat de DVD-ingang is geselecteerd. Als dit niet het geval is, drukt u op DVD op de afstandsbediening om de receiver in te stellen op de DVD-ingang.
Naast de basisweergave die wordt beschreven in Een bron afspelen op bladzijde 10 zijn er nog tal van andere geluidsopties die u kunt selecteren. Zie Luisteren naar het systeem op bladzijde 26 voor meer informatie.
Zie ook De receiver instellen via het menu System Setup op bladzijde 36 voor meer instelopties.
Surround-geluid automatisch instellen (MCACC)
Bij de Automatic MCACC-instelling worden de akoestische eigenschappen van de luisterruimte gemeten, rekening houdend met omgevingsgeluid, luidsprekerformaten en -afstanden, en wordt zowel de kanaalvertraging als het kanaalniveau getest. Nadat u de microfoon die bij het systeem wordt geleverd hebt ingesteld, kiest de receiver op basis van de informatie van een reeks testtonen de optimale luidsprekerinstellingen en egalisatie voor de luisterruimte.
Doe dit voordat u doorgaat naar Een bron afspelen op bladzijde 10.
Belangrijk
• Verplaats de microfoon en de luidsprekers niet tijdens de Automatic MCACC-instelling.
• De instellingen die via de Automatic MCACC­instelling worden gemaakt, vervangen alle bestaande instellingen voor de voorgedefinieerde MCACC­instelling die u selecteert.
• Voordat u de Automatic MCACC-instelling gebruikt, dient u de hoofdtelefoon los te maken en mag ook de iPod functie niet als ingangsbron worden gekozen.
Waarschuwing
• De testtonen die worden voortgebracht tijdens de Automatic MCACC-instelling klinken erg hard.
8
Du
Page 9
ENTER
DIMMER
S.RETRIEVER
TV CH
MIDNIGHT/ LOUDNESS
CLASS
DISC
ENTER
MENU
T.EDIT
RETURN
BAND
VOL
RECEIVER
SELECT
AV PRE-PROGRAMMED REMOTE CONTROL UNIT
DVD
CD-R/TAPE
iPod
INPUT
AND LEARNING
TV DVR1
SYSTEM OFF
SOURCE
DVR 2CD
TV CTRL
USBHDMI2
RECEIVER
TUNERHDMI1
SR+
DIALOG E
D.ACCESS
+10
AV PARAMETER CH LEVEL
TOP MENU
TUNE
ST ST
SETUP
TUNE
PTY SEARCH
GUIDE
TV CONTROL
INPUT
TV VOL
SELECT
1 Zet de receiver en de TV aan. 2 Sluit de microfoon aan op de aansluiting MCACC
SETUP MIC
op het voorpaneel.
Plaats de microfoon ongeveer op oorhoogte op de normale luisterpositie (gebruik indien nodig een statief). Controleer of er zich geen obstakels tussen de luidsprekers en de microfoon bevinden.
•Duw het PUSH OPEN lipje omlaag voor toegang tot de MCACC SETUP MIC aansluiting:
S-VIDEO
INPUT
PHONES
SYSTEM
TUNING/
TUNER
SETUP
STATION
EDIT
SPEAKERSRETURN
TONE
MULTI JOG
3 Druk op
RECEIVER
druk vervolgens op de
VIDEO/GAME
op de afstandsbediening en
SETUP
USB
MCACC
DIGITAL INAUDIO RLVIDEO
SETUP MIC
.
Er wordt een schermdisplay weergegeven op de TV. Gebruik de knoppen /// en ENTER op de afstandsbediening om door de schermen te lopen en menu-items te selecteren. Druk op RETURN om het huidige menu af te sluiten. U kunt op elk gewenst moment op SETUP drukken om een instelling te
annuleren.
1
4 Selecteer ‘Auto MCACC’ in het menu System Setup
ENTER
en druk op
System Setup
5 Zorg dat ‘Normal (SB)’ is geselecteerd, een voorgedefinieerde MCACC-instelling
.
1.Auto MCACC
2.Surr Back System
3.Manual MCACC
4.Data Management
5.Manual SP Setup
6.Input Setup
7.Other Setup
: Exit
1.Auto MCACC
Surr Back System [ Normal (SB) ] Data Save to [M1. MEMORY 1 ]
Setting Start? [OK]
[Option]
ENTER:Next :Cancel
2
selecteer
3
en selecteer
OK. 6 Volg de instructies op het scherm.
Controleer of de microfoon is aangesloten en controleer als u een subwoofer gebruikt of de subwoofer aan staat en op een aangenaam volume is ingesteld.
7 Wacht tot de testtonen hebben geklonken en bevestig de luidsprekerconfiguratie in het schermdisplay.
U ziet een voortgangsrapport op het scherm terwijl de receiver testtonen voortbrengt om te bepalen welke luidsprekers aanwezig zijn in de opstelling. Probeer zo
stil mogelijk te zijn terwijl dit gebeurt.
4
• Bij foutmeldingen (zoals Ambient Noise of Microphone Check) selecteert u RETRY nadat u het omgevingsgeluid (zie Problemen tijdens het gebruik van de Automatic MCACC-instelling hieronder) en de aansluiting van de microfoon hebt gecontroleerd. Als er geen probleem lijkt te zijn, selecteert u gewoon OK om verder te gaan.
1.Auto MCACC
Now Analyzing… (2/9)
Environment Check Ambient Noise [ OK ] Microphone [ ] Speaker YES/NO [ ]
:Cancel
1.Auto MCACC
Check!
Front [ YES ] Center [ YES ] Surround [ YES ] SB [ Yx2 ] SUB W. [ YES ]
[ OK ]
:Cancel
De op het scherm getoonde configuratie moet overeenstemmen met de werkelijke luidsprekeropstelling. Als u een foutmelding (ERR) in de rechterkolom ziet, of
als de weergegeven luidsprekeropstelling niet juist is, kan er een probleem zijn met de aansluiting van de luidsprekers. Als het probleem niet is verholpen nadat u RETRY hebt geselecteerd, zet u de receiver uit en controleert u de luidsprekeraansluitingen. Als er geen probleem lijkt te zijn, gebruikt u / om de luidspreker te selecteren en / om de instelling (of het nummer voor surround-achter) te wijzigen en door te gaan.
8 Controleer of ‘OK’ is geselecteerd en druk op ENTER
.
U ziet een voortgangsrapport op het scherm terwijl de receiver nog meer testtonen laat horen om de optimale instellingen van de receiver voor kanaalniveau, luidsprekerafstand en akoestische kalibratie-EQ te bepalen.
Probeer ook nu zo stil mogelijk te zijn terwijl dit gebeurt. Dit kan 2 tot 6 minuten duren.
9 De Automatic MCACC-instelling is voltooid. Druk op RETURN
Setup.
om terug te gaan naar het menu System
6
De instellingen die worden vastgelegd met de Automatic MCACC-instelling geven normaal gesproken een uitstekend surround-geluid van het systeem, maar u kunt deze instellingen ook handmatig invoeren met het menu
System Setup (zie bladzijde 36).
7
02
5
Opmerking
1 Als u de Automatic MCACC-instelling annuleert, of als u een foutmelding langer dan drie minuten op het scherm laat staan, gaat de screensaver aan. 2 • Als u de voorluidsprekers met bi-amp wilt aansturen of een afzonderlijk luidsprekersysteem wilt opstellen in een andere ruimte, leest u De surround- achterluidspreker instellen op bladzijde 38 en sluit u de luidsprekers op de juiste manier aan voordat u doorgaat naar stap 6.
• Als u luidsprekers hebt met THX-waarmerk, selecteert u Option en kiest u YES voor de instelling THX Speaker. 3 De zes voorgedefinieerde MCACC-instellingen worden gebruikt om instellingen voor surround-geluid op te slaan voor verschillende luisterposities. Gebruik voorlopig een ongebruikte voorgedefinieerde instelling. U kunt deze later een andere naam geven in Gegevensbeheer op bladzijde 43). 4 Wijzig het volume niet tijdens de weergave van de testtonen. Dit kan onjuiste luidsprekerinstellingen tot gevolg hebben. 5 Als u het display op het voorpaneel gebruikt, geeft het diagram in Luisteren naar surround-geluid hierboven (in vet) aan hoe elke luidspreker wordt weergegeven. 6 U kunt de instellingen ook bekijken op het scherm MCACC Data Check. Zie Automatic MCACC (Expert) op bladzijde 36 voor meer informatie. 7 • Afhankelijk van de eigenschappen van uw kamer, worden soms verschillende formaten ingesteld voor identieke luidsprekers met conusafmetingen van ongeveer 12 cm. U kunt de instelling handmatig corrigeren met de Luidsprekers handmatig instellen op bladzijde 45.
• De afstand van de subwoofer tot de luisterpositie kan groter worden ingesteld dan de werkelijke afstand. Deze instelling moet nauwkeurig zijn (rekening houdend met de vertraging en de eigenschappen van de ruimte) en hoeft normaal gesproken niet te worden gewijzigd.
9
Du
Page 10
02
GUIDE
Problemen tijdens het gebruik van de Automatic MCACC-instelling
Als de omgevingsomstandigheden niet optimaal zijn voor de Automatic MCACC-instelling (te veel achtergrondruis, weerkaatsing van echo’s door de muren, obstakels tussen de luidsprekers en de microfoon), kunnen de eindinstellingen onjuist zijn. Controleer of andere huishoudelijke apparatuur (airconditioning, koelkast, ventilator, enz.) in de omgeving geen storingen veroorzaken en zet ze indien nodig uit. Als instructies worden weergegeven op het display op het voorpaneel, moet u deze volgen.
• Sommige oudere TV’s kunnen de werking van de microfoon storen. Zet in dit geval de TV uit tijdens de Automatic MCACC-instelling.
Een bron afspelen
Dit zijn algemene instructies voor het afspelen van een bron, zoals een DVD, met het thuistheatersysteem.
RECEIVER
AV PRE-PROGRAMMED AND LEAR REMOTE CONTROL UNIT
DVD
CD-R/TAPE
iPod
SELECT
TV DVR1
SLEEP
SOURCE
NING
DVR 2CD
TV CTRL
USBHDMI2
RECEIVER
TUNERHDMI1
ANALOG
VIDEO
SEL
ATT
SYSTEM OFF
INPUT
1 Zet de apparatuur van het systeem en de receiver aan.
Zet eerst het afspeelapparaat (zoals een DVD-speler), de
1
TV
en de subwoofer (indien aanwezig) aan en vervolgens
pas de receiver (druk op RECEIVER).
Zorg ervoor dat de instelmicrofoon niet is aangesloten.
2 Selecteer de ingangsbron die u wilt afspelen.
U kunt hiervoor de ingangsbronknoppen op de afstandsbediening, INPUT SELECT, gebruiken, of de
bedieningsorganen op het voorpaneel.
3Druk op
S. DIRECT (STREAM DIRECT
SURROUND’ te selecteren en te beginnen met het afspelen van de bron.
3
Als u een DVD met Dolby Digital- of DTS-surround-geluid afspeelt, moet u surround-geluid horen. Als u een stereobron afspeelt, hoort u alleen geluid uit de voorluidsprekers links/rechts in de standaardluisterfunctie.
• Zie ook Luisteren naar het systeem op bladzijde 26 voor informatie over de verschillende manieren om naar bronnen te luisteren.
TV VOL
MPX
AUDIO
DISP
STATUS
MULTI OPE
SHIFT
TV CONTROL
INPUT
TV CH
SELECT
REC
A
EON
REC STOP JUKEBOX
B
CDE
HDD
SUBTITLE
CH
SBch
SIGNAL SEL
THX
STANDARD
PHASE
MCACC
2
VOL
MUTE
DVD
CH
STEREO
ADV.SURR
S.DIRECT
) om ‘AUTO
4 Regel het volume met de volumeknop.
Zet het volume van de TV zacht zodat al het geluid uit de luidsprekers komt die zijn aangesloten op deze receiver.
Beter geluid met fasecontrole
De fasecontrolefunctie van de receiver maakt gebruik van fasecorrectiemetingen om ervoor te zorgen dat het geluid de luisterpositie op het juiste moment bereikt en voorkomt dat het geluid wordt vervormd of verkleurd (zie de onderstaande afbeelding).
P H A
S
E
C O N
T O
F
F
Geluidsbron
P H A
S
E
C O N
T
Geluidsbron
O N
Voorluidspreker
Subwoofer
Voorluidspreker
Subwoofer
De fasecontroletechnologie zorgt voor coherente geluidsreproductie dankzij het samenvallen van de
4
voor een optimaal geluidsbeeld op de
fasen luisterpositie. Deze functie is standaard ingeschakeld en u wordt aangeraden de functie ingeschakeld te laten voor alle geluidsbronnen.
MULTI OPE
THX
STANDARD
SHIFT
PHASE
Druk op PHASE (
PHASE CONTROL
MCACC
RECEIVER
fasecorrectie in te schakelen.
De indicator PHASE CONTROL op het voorpaneel gaat branden.
Luisterpositie
Luisterpositie
ADV.SURR
S.DIRECT
) om de
?
10
Du
Opmerking
1 Controleer of de video-ingang van de TV is ingesteld op deze receiver. (Als u deze receiver bijvoorbeeld hebt aangesloten op de VIDEO 1-aansluitingen op de TV, moet de ingang VIDEO 1 geselecteerd zijn.) 2 Als u het type ingangssignaal handmatig moet wijzigen, drukt u op SIGNAL SEL (bladzijde 29). 3 • U moet mogelijk de instellingen voor de digitale audio-uitgang van de DVD-speler of digitale satellietontvanger controleren. Deze moeten zijn ingesteld op Dolby Digital, DTS en 88,2 kHz / 96 kHz PCM-audio via 2 kanalen. Als er een optie voor MPEG-audio is, stelt u deze in op conversie van MPEG-audio naar PCM.
• Afhankelijk van de DVD-speler of brondiscs krijgt u mogelijk alleen digitaal stereogeluid via 2 kanalen en analoog geluid te horen. In dit geval moet de receiver worden ingesteld op een luisterfunctie met meerdere kanalen (zie Luisteren in surround-gel uid op bladzijde 26 als dit nodig is) als u surround-geluid via meerdere kanalen wilt hebben. 4 Het samenvallen van de fasen is een zeer belangrijke factor voor een correcte geluidsreproductie. Als twee golfvormen ‘in fase’ zijn vallen de toppen en dalen samen, met als gevolg een grotere amplitude, helderheid en aanwezigheid van het geluidssignaal. Als de top van een golf samenvalt met een dal (zoals in het bovenste gedeelte van het diagram hierboven) is het geluit ‘uit fase’ en wordt er een onbetrouwbaar geluidsbeeld geproduceerd.
Page 11
Hoofdstuk 3
(
e
)
D
1
D
T
CENTER
De apparatuur aansluiten
Met deze receiver hebt u vele verschillende mogelijkheden om apparatuur aan te sluiten, maar dat hoeft niet ingewikkeld te zijn. Op deze bladzijde wordt uitgelegd welke apparatuur u kunt aansluiten om het thuistheatersysteem samen te stellen.
Achterpaneel
PRE OU
Singl
IN IN INOUT OUT
VR/VCR
VR/VCR2
03
Waarschuwing
• Voordat u aansluitingen maakt of wijzigt, zet u het apparaat uit en haalt u de stekker van het netsnoer uit het stopcontact. U steekt de stekker pas weer in het stopcontact als u alle apparatuur hebt aangesloten.
1 HDMI-aansluitingen (x3)
Dit zijn twee ingangen en één uitgang voor audio-/video­aansluiting met hoge kwaliteit die geschikt is voor HDMI­apparatuur. Aansluiten via HDMI op bladzijde 50.
2 Coaxiale digitale audio-ingangen (x2)
Gebruik deze ingangen voor digitale audiobronnen, zoals DVD-spelers/-recorders, digitale satellietreceivers, CD­spelers en dergelijke.
Zie ook Het menu Input Setup op bladzijde 55 om de ingangen toe te wijzen.
3 Optische digitale audio-uitgang/ingang(en) (x4)
Gebruik de aansluiting OUT voor opname op een CD- of minidiscrecorder. Digitale audiobronnen aansluiten op bladzijde 15.
Gebruik de aansluitingen IN voor digitale audiobronnen, zoals DVD-spelers/-recorders, digitale satellietreceivers, CD-spelers en dergelijke.
Zie ook Het menu Input Setup op bladzijde 55 om de ingangen toe te wijzen.
4 Bedieningsingang/uitgang
Gebruik deze aansluiting om andere Pioneer-apparatuur aan te sluiten zodat u alle apparatuur kunt bedienen met één infraroodafstandsbedieningssensor.
Andere Pioneer-apparaten bedienen met de sensor van dit apparaat op bladzijde 66.
5 Ingangen/(uitgangen) voor stereo analoge audiobronnen (x3)
Gebruik deze aansluitingen om audiobronnen aan te sluiten, zoals CD-spelers, casettedecks, platenspelers en dergelijke. Analoge audiobronnen aansluiten op bladzijde 16.
6 Componentvideo-aansluitingen (x4)
Gebruik deze ingangen om een videobron aan te sluiten die componentvideo levert, zoals een DVD-recorder. Gebruik de uitgang om een monitor of TV aan te sluiten. De aansluitingen voor componentvideo gebruiken op bladzijde 14.
7
Ingangen/(uitgangen) voor audio/videobronnen (x6)
Gebruik deze aansluitingen om audio/videobronnen aan te sluiten, zoals DVD-spelers/recorders, videorecorders en dergelijke. Elke set ingangen heeft aansluitingen voor samengestelde video, S-video en stereo analoge audio.
Een DVD-/HDD-recorder, videorecorder en andere videobronnen aansluiten op bladzijde 14.
8 iPod-ingangsaansluiting
Gebruik deze aansluiting om de Apple iPod aan te sluiten als audiobron. Een iPod aansluiten op bladzijde 49.
9 Aansluitingen voor AM- en FM-antennes
Gebruik deze aansluitingen om binnen- en buitenantennes aan te sluiten voor radio-uitzendingen. Antennes aansluiten op bladzijde 19.
11
Du
Page 12
03
10 Uitgangen met meerdere kanalen voor de versterker
Gebruik deze uitgangen om afzonderlijke versterkers aan te sluiten voor de kanalen voor de voor-, midden-, surround-, surround-achterluidsprekers en de subwoofer. Extra versterkers aansluiten op bladzijde 53 (zie ook Het luidsprekersysteem installeren op bladzijde 17 voor het aansluiten van een aangestuurde subwoofer).
11 Uitgangen voor samengestelde-video- en S-video­monitors
Gebruik deze uitgangen om monitors en TV’s aan te sluiten. De TV en DVD-speler aansluiten op bladzijde 13.
12 Analoge audio-ingangen met meerdere kanalen
7.1-kanaalingangen voor aansluiting op een DVD-speler met analoge uitgangen met meerdere kanalen. Analoge ingangen met meerdere kanalen aansluiten op bladzijde 51.
13 Luidsprekeraansluitingen
Gebruik deze aansluitingen om de voor-, midden-, surround- en surround-achterluidsprekers aan te sluiten. Het luidsprekersysteem installeren op bladzijde 17.
Wanneer u kabels aansluit
• Leg geen aangesloten kabels over de receiver om ongewenste bijgeluiden te voorkomen.
Meer over de video-omzetter
De video-omzetter zorgt ervoor dat alle videobronnen hun uitgang hebben via alle MONITOR VIDEO OUT­aansluitingen. De enige uitzonderingen vormen HDMI en componentvideo met hoge definitie. Aangezien deze resoluties niet kunnen worden gedownsampled, moet u de monitor/TV aansluiten op de uitgangen voor HDMI/ componentvideo van de receiver wanneer u deze
videobronnen aansluit. Als meerdere video-apparaten aan dezelfde
ingangsfunctie zijn toegewezen (zie Het menu Input Setup op bladzijde 55), geeft de omzetter voorrang aan HDMI, componentvideo, S-video en ten slotte samengestelde video (in deze volgorde).
• THX raadt u aan voor optimale videoprestaties Digital Video Conversion (in De AV-opties instellen op bladzijde 57) in te stellen op OFF.
1
12
Du
• Wanneer u optische kabels aansluit, wees dan voorzichtig dat u bij het insteken van de stekker het afsluitklepje van de optische aansluiting niet beschadigt.
• Wikkel een optische kabel losjes op om deze te bewaren. De kabel kan beschadigd raken als hij wordt geknakt.
Opmerking
1 Als het videosignaal niet wordt weergegeven op de TV of het plasmascherm, probeert u de resolutie-instellingen op het apparaat of het scherm te wijzigen. Houd er rekening mee dat sommige apparatuur, zoals videospelletjesapparatuur, resoluties hebben die niet kunnen worden omgezet. Gebruik in dat geval een aansluiting voor (analoge) S-video of samengestelde video.
Page 13
De TV en DVD-speler aansluiten
R
R
R
P
R
L
C
2 Sluit een uitgang voor samengestelde of S-video op de DVD-speler aan op de ingang DVD/LD
S-VIDEO.
DVD/LD
VIDEO of
Gebruik hiervoor een standaardvideokabel of een S­videokabel.
03
VIDEOINS-VIDEO
IN
TV
1
VSX-2016AV
OPTICAL
DIGITAL
IN 1
OUT
COMPONENT VIDEO
1
IN
IN 2
OUT
HDMI
1
IN
(
DVD/LD
2
IN
(
DVR/VCR2
COAXIAL
ASSIGNABLE
21
DIGITAL OUT VIDEO OUT
Y
(
DVR/
IN
)
VCR1
1
2
IN
(
)
TV/SAT
IN 2
Y
3
IN
(CD)
ASSIG-
NABLE
31
CONTROL
iPod
OUT
IN
IN
IN IN IN IN IN INOUT OUT OUT
AUDIO
L
)
R
)
CD-R/TAPE/MD DVD/LD
CD
COAXIAL
3
ANTENNA
P
B
P
B
S-VIDEO
ANALOG OUT
P
Y
P
R
P
R
ASSIGNABLE
IN IN IN IN MONITOR
VIDEO
Y
TV/SAT
P
B
R
P
P
B
R
31
OUT OUT
DVR/VCR1 DVR/VCR2
AUDIO LR
24
AM LOOP
L L
OUT
IN 3
R R
FRONT
S-VIDEOOPTICAL
CENTER
SUB WOOFER
OUT
L
R
FRONT
MULTI CH IN
PRE OUT
SUR­ROUND
CENTE
SUB WOOFE
DVD-speler
In het diagram ziet u een basisconfiguratie van deze receiver met een TV en een DVD-speler, met aansluitingen voor S-video of samengestelde video. De aansluitingen kunnen verschillen per TV en DVD-speler. Zie ook De aansluitingen voor componentvideo gebruiken op bladzijde 14 als de TV en/of DVD-speler ingangen/ uitgangen heeft voor componentvideo. Als de DVD-speler uitgangen heeft voor analoge audio via meerdere kanalen, raadpleegt u Analoge ingangen met meerdere kanalen aansluiten op bladzijde 51.
1 Sluit de video-aansluiting MONITOR OUT aan op een video-ingang op de TV.
Gebruik een standaardvideokabel voor RCA/phono­aansluitingen om de aansluiting voor samengestelde video aan te sluiten. Als u video wilt van hogere kwaliteit, gebruikt u een S-videokabel die u aansluit op de S-video­aansluiting.
3 Sluit een coaxiale digitale audio-uitgang 1 op de DVD-speler aan op de ingang COAXIAL 1 (
DVD/LD
).
Gebruik hiervoor een coaxiale kabel die is bedoeld voor digitale audio.
4 Sluit de uitgangen voor stereo audio van de DVD­speler aan op de ingangen
DVD/LD
AUDIO.
Gebruik hiervoor een kabel voor stereo RCA/phono­aansluitingen.
• Als de DVD-speler beschikt over analoge uitgangen met meerdere kanalen, kunt u deze in plaats hiervan aansluiten. Zie ook Analoge ingangen met meerdere kanalen aansluiten op bladzijde 51.
Een receiver voor satelliet/kabel-TV of een andere set-top box aansluiten
Receivers voor satelliet- en kabel-TV en externe digitale tuners zijn voorbeelden van zogenaamde ‘set-top boxes’.
OPTICAL
DIGITAL
IN 1
OUT
COMPONENT VIDEO
1
IN
Y
(
DVR/
IN
)
VCR1
1
2
IN
(
)
TV/SAT
IN
2
Y
3
IN
(CD)
ASSIG­NABLE
31
CONTROL
iPod
OUT
IN
IN
IN IN IN IN IN INOUT OUT OUT
AUDIO
L
)
R
)
CD-R/TAPE/MD DVD/LD
CD
HDMI
IN 2
OUT
COAXIAL
ASSIGNABLE
IN
(
IN
(
DVR/VCR2
21
DVD/LD
1
2
VSX-2016AV
DIGITAL OUT
STB
1 Sluit de audio/video-uitgangen van de set-top box aan op de ingangen TV/SAT AUDIO en VIDEO.
Gebruik hiervoor een kabel voor stereo RCA/phono­aansluitingen en een videokabel of een S-videokabel.
ANTENNA
P
B
P
B
S-VIDEO
P
Y
P
R
P
R
ASSIGNABLE
IN IN IN IN MONITO
VIDEO
TV/SAT
P
Y
P
B
R
P
B
R
31
OUT OUT
DVR/VCR1 DVR/VCR2
AV OUT
AM LOOP
CENTER
L
OUT
IN 3
SUB
R
FRONT
WOOFER
OUT
L
R
FRONT
MULTI
VIDEO S-VIDEOAUDIO LR
Opmerking
1 Als de DVD-speler alleen beschikt over een optische digitale uitgang, kunt u deze aansluiten op een van de optische ingangen van de receiver met behulp van een optische kabel. Wanneer u de receiver instelt, moet u opgeven op welke ingang de speler is aangesloten (zie Het menu Input Setup op bladzijde 55).
13
Du
Page 14
03
L
R
2 Sluit een optische digitale audio-uitgang1 op de set­top box aan op de ingang OPTICAL 2 (TV/SAT).
2
Gebruik hiervoor een optische kabel.
Een DVD-/HDD-recorder, videorecorder en andere videobronnen aansluiten
De receiver beschikt over twee sets audio/video­ingangen en -uitgangen die geschikt zijn voor het aansluiten van analoge of digitale video-apparatuur, waaronder DVD-/HDD-recorders en videorecorders.
VSX-2016AV
ANTENNA
P
P
S-VIDEO
B
B
P
Y
P
R
P
R
ASSIGNABLE
IN IN IN IN MONITOR
VIDEO
VIDEOAUDIO LR
AV IN
B
P
Y
B
31
OUT OUT
TV/SAT
DVR/VCR1 DVR/VCR2
S-VIDEO AUDIO
P
R
P
R
AM LOOP
L L
OUT
IN
3
R R
FRONT
LR
AV OUT
CENTER
SUB WOOFER
OUT
L
R
FRONT
MULTI CH IN
VIDEO S-VIDEO
1 23
PRE OUT
SUR­ROUND
CENTER
SUB WOOFE
HDMI
OPTICAL COAXIAL
DIGITAL OUT
IN 1
IN 2
OUT
(
COAXIAL
ASSIGNABLE
OPTICAL
DIGITAL
OUT
COMPONENT VIDEO
1
IN
Y
(
DVR/
IN
)
VCR1
1
2
IN
(
)
TV/SAT
IN 2
Y
3
IN
(CD)
ASSIG­NABLE
31
CONTROL
iPod
OUT
IN
IN
IN IN IN IN IN INOUT OUT OUT
AUDIO
L
1
IN
(
)
DVD/LD
R
2
IN
)
DVR/VCR2
21
CD-R/TAPE/MD DVD/LD
CD
1 Sluit de audio/video-uitgangen van de videospeler/ recorder aan op de ingangen DVR/VCR1 AUDIO en VIDEO.
Gebruik een audiokabel voor stereo RCA/phono­aansluitingen voor de audio-aansluiting en een video- of S-videokabel voor de videoaansluiting.
• Gebruik voor een tweede recorder de ingangen
DVR/
VCR2 IN.
2 Als het apparaat kan opnemen, sluit u de uitgangen DVR/VCR1 AUDIO en VIDEO aan op de audio/video­ingangen van de recorder.
Gebruik een audiokabel voor stereo RCA/phono­aansluitingen voor de audio-aansluiting en een video- of S-videokabel voor de videoaansluiting.
• Gebruik voor een tweede recorder de uitgangen
DVR/
VCR2 IN.
3 Als het apparaat digitale audio kan voortbrengen, sluit u een optische digitale audio-uitgang
3
van de
recorder aan op de ingang OPTICAL 1 (DVR/VCR1).
Gebruik hiervoor een optische kabel.
4
• Gebruik voor een tweede recorder de ingangen
DVR/
COAXIAL 2 (
VCR2).
De aansluitingen voor componentvideo gebruiken
Componentvideo geeft als het goed is een betere beeldkwaliteit dan samengestelde video of S-video. Bovendien kunt u profiteren van progressive-scanvideo (als zowel de bron als de TV hiervoor geschikt zijn), wat resulteert in een zeer stabiel beeld zonder flikkeringen. Raadpleeg de handleidingen bij de TV en het bronapparaat om te zien of deze geschikt zijn voor progressive-scanvideo.
14
Du
DVR, VCR, enz.
Opmerking
1 Als de set-top box alleen beschikt over een coaxiale digitale uitgang, kunt u deze aansluiten op een van de coaxiale ingangen van de receiver met behulp van een coaxiale kabel voor digitale audio. Wanneer u de receiver instelt, moet u opgeven op welke ingang de set-top box is aangesloten (zie Het menu Input Setup op bladzijde 55). 2 Als de receiver voor satelliet-/kabel-TV niet beschikt over een digitale audio-uitgang, kunt u deze stap overslaan. 3 • Als u wilt kunnen opnemen, moet u de analoge audiokabels aansluiten (de digitale aansluiting is alleen voor het afspelen).
• Als het videoapparaat niet beschikt over een digitale audio-uitgang, kunt u deze stap overslaan. 4 Als de recorder alleen beschikt over een coaxiale digitale uitgang, kunt u deze aansluiten op een van de coaxiale ingangen van de receiver met behulp van een coaxiale kabel voor digitale audio. Wanneer u de receiver instelt, moet u opgeven op welke ingang de recorder is aangesloten (zie Het menu Input Setup op bladzijde 55).
Page 15
VSX-2016AV
C
R
R
DIGITAL
IN 1
OUT
IN
IN 2
(
DVR/
VCR1
IN
(
TV/SAT
OUT
IN
(CD)
ASSIG­NABLE
HDMI
CONTROL
OUT
IN
AUDIO
1
IN
(
)
DVD/LD
2
IN
(
)
DVR/VCR2
COAXIAL
ASSIGNABLE
21
2
1
OPTICAL
COMPONENT VIDEO
1
Y
IN
)
1
2
)
IN
2
Y
3
31
iPod
IN
IN IN IN IN IN INOUT OUT OUT
L
R
CD-R/TAPE/MD DVD/LD
CD
Y
B
P
PR
COMPONENT
VIDEO
Y
B
P
PR
COMPONENT
VIDEO
ANTENNA
P
P
S-VIDEO
B
B
P
Y
P
B
R
P
Y
P
B
R
31
ASSIGNABLE
IN IN IN IN MONITO
OUT OUT
VIDEO
TV/SAT
DVR/VCR1 DVR/VCR2
TV
DVD-speler
Digitale audiobronnen aansluiten
AM LOOP
CENTER
L
P
R
OUT
IN 3
P
R
SUB
R
FRONT
WOOFER
OUT
L
R
FRONT
MULTI
De receiver beschikt over zowel digitale ingangen als uitgangen, zodat u digitale audioapparatuur kunt aansluiten voor afspelen en voor het maken van digitale opnamen.
De meeste digitale apparatuur heeft ook analoge aansluitingen. Zie Analoge audiobronnen aansluiten op de volgende bladzijde als u deze ook wilt aansluiten.
ANTENNA
P
Y
P
B
R
P
Y
P
B
R
ASSIGNABLE
S-VIDEO
IN IN INOUT OUT
VIDEO
TV/SAT
P
P
B
R
P
P
B
R
31
DVR/VCR1 DV
AM
OUT
IN 3
HDMI
IN 1
IN 2
OUT
COAXIAL
ASSIGNABLE
OPTICAL
DIGITAL
OUT
COMPONENT VIDEO
1
IN
Y
(
DVR/
IN
)
VCR1
1
2
IN
(
)
TV/SAT
IN
2
Y
3
IN
(CD)
ASSIG­NABLE
31
CONTROL
iPod
OUT
IN
IN
IN IN IN IN INOUT OUT OUT
AUDIO
L
1
IN
(
)
DVD/LD
R
2
IN
(
)
DVR/VCR2
21
CD-R/TAPE/MD DVD/LD
CD
03
VSX-2016AV
1 2
OPTICAL COAXIAL
DIGITAL OUT
OPTICAL
DIGITAL IN
1 Sluit de uitgangen voor componentvideo van de bron aan op een set ASSIGNABLE COMPONENT VIDEO­ingangen.
Gebruik hiervoor een componentvideokabel met drie
CD-R, MD,
DAT, enz.
stekers.
• Aangezien de ingangen toewijsbaar zijn, is het niet van belang welke ingang voor componentvideo u gebruikt voor de verschillende bronnen. Nadat u alles hebt aangesloten, moet u de ingangen voor component video toewijzen. Zie Het menu Input Setup op bladzijde 55.
2 Sluit de aansluitingen COMPONENT VIDEO OUT aan
1 Sluit een optische digitale audio-uitgang1 op het digitale apparaat aan op de ingang DIGITAL 3 (CD).
Gebruik hiervoor een optische kabel.
2 Sluit voor opname-apparatuur de optische DIGITAL­uitgang aan op een digitale ingang van de recorder.
Gebruik een optische kabel voor de aansluiting op de DIGITAL OUT.
2
op een componentvideo-ingang op de TV of monitor.
Gebruik hiervoor een componentvideokabel met drie stekers.
Opmerking
1 • Als het digitale apparaat alleen beschikt over een coaxiale digitale uitgang, kunt u deze aansluiten op een van de coaxiale ingangen van de receiver met behulp van een coaxiale kabel. Wanneer u de receiver instelt, moet u opgeven op welke ingang het apparaat is aangesloten (zie Het menu Input Setup op bladzijde 55).
• De digitale uitgangen van andere apparaten kunnen worden aangesloten op eventuele overgebleven ingangen voor digitale audio van de receiver. U
kunt deze toewijzen als u de receiver instelt (zie ook Het menu Input Setup op bladzijde 55). 2 Voor het opnemen van bepaalde digitale bronnen moet u analoge aansluitingen tot stand brengen, zoals wordt beschreven in Analoge audiobronnen aansluiten hieronder.
15
Du
Page 16
03
R
R
Meer over de WMA9 Pro-decoder
Het apparaat beschikt over een ingebouwde Windows
®
Media
Audio 9 Professional1-decoder (WMA9 Pro). Deze maakt het mogelijk om audio die is gecodeerd met WMA9 Pro af te spelen met een coaxiale of optische digitale aansluiting bij aansluiting op een afspeelapparaat dat geschikt is voor WMA9 Pro. De aangesloten PC, DVD-speler, set-top box en dergelijke moet wel audio-signalen met de WMA9 Pro-indeling kunnen voortbrengen via een coaxiale of optische digitale uitgang.
Analoge audiobronnen aansluiten
De receiver beschikt over twee ingangen die uitsluitend bedoeld zijn voor stereo audio. Een van deze ingangen (CD-R/TAPE/MD) heeft bijbehorende uitgangen die kunnen worden gebruikt voor audiorecorders.
ANTENNA
P
P
S-VIDEO
B
B
P
Y
P
R
P
R
ASSIGNABLE
IN IN IN IN MONITOR
VIDEO
Y
TV/SAT
P
B
R
P
P
B
R
31
OUT OUT
DVR/VCR1 DVR/VCR2
AM LOOP
CENTER
L L
OUT
IN 3
SUB
R R
FRONT
WOOFER
OUT
L
R
FRONT
MULTI CH IN
VSX-2016AV
PRE OUT
SUR­ROUND
CENTE
SUB WOOFE
HDMI
IN 1
IN 2
OUT
COAXIAL
ASSIGNABLE
OPTICAL
DIGITAL
OUT
COMPONENT VIDEO
1
IN
Y
(
DVR/
IN
)
VCR1
1
2
IN
(
)
TV/SAT
IN
2
Y
3
IN
(CD)
ASSIG­NABLE
31
iPod
CONTROL
OUT
IN
IN
IN IN IN IN IN INOUT OUT OUT
AUDIO
L
1
IN
(
)
DVD/LD
R
2
IN
(
)
DVR/VCR2
21
CD-R/TAPE/MD DVD/LD
CD
Een apparaat aansluiten op de ingangen op het voorpaneel
De ingangen op het voorpaneel zijn aansluitingen voor samengestelde video (VIDEO), S-Video (S-VIDEO), stereo analoge audio (AUDIO L/R) en optische digitale audio (DIGITAL). U kunt deze aansluitingen gebruiken voor elk willekeurig audio/video-apparaat, maar ze zijn vooral handig voor draagbare apparatuur zoals camcorders, videospelletjes en draagbare audio/video-apparatuur.
•Duw het PUSH OPEN lipje omlaag voor toegang tot de video-aansluitingen op het voorpaneel.
VIDEO
INPUT
DIGITAL INAUDIO RLVIDEO
INPUT
VIDEO OUTPUT
USB
DIGITAL INAUDIO RLVIDEO
MCACC
SETUP MIC
PUSH OPEN
DIGITAL OUT
USB
MCACC
SETUP MIC
S-VIDEO
S-VIDEO
PHONES
SYSTEM
TUNING/
TUNER
TONE
MULTI JOG
SPEAKERSRETURN
STATION
EDIT
SETUP
VIDEO/GAME
TV spel, videocamera, enz.
• Selecteer deze ingangen door op VIDEO/GAME te drukken of INPUT SELECT (op de afstandsbediening) te gebruiken om VIDEO/GAME te selecteren.
16
Du
OUT
PLAY
IN
REC
R L
AUDIO IN/OUT
Cassettedeck, enz.
• Sluit de analoge audio-uitgangen van het bronapparaat aan op een van de AUDIO-ingangen.
Gebruik hiervoor een audiokabel voor stereo RCA/phono­aansluitingen.
• Als u een cassettedeck, MD-recorder en dergelijke aansluit, sluit u de analoge audio-uitgangen (OUT) aan op de analoge audio-ingangen van de recorder.
Opmerking
1• Microsoft, Windows Media® en het Windows-logo zijn merken of gedeponeerde merken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.
• Er kunnen geluidsproblemen optreden bij WMA9 Pro afhankelijk van het computersysteem. Houd er rekening mee dat WMA9 Pro 96 kHz-bronnen
worden gedownsampled naar 48 kHz.
Page 17
Het luidsprekersysteem installeren
U kunt optimaal profiteren van de surround­geluidsfuncties van de receiver als u zowel voor-, midden-, surround- en surround-achterluidsprekers alsmede een subwoofer aansluit. Hoewel dat de ideale configuratie is, kunt u ook andere configuraties met minder luidsprekers gebruiken, bijvoorbeeld zonder subwoofer of middenluidspreker of zelfs zonder surround-luidsprekers. De minimale configuratie bestaat uit de luidsprekers links- en rechtsvoor. De belangrijkste
surround-luidsprekers moeten altijd als paar worden aangesloten, maar u kunt desgewenst slechts één surround­achterluidspreker aansluiten die moet worden aangesloten op de linker-surround-achteraansluiting.
U kunt luidsprekers met een nominale impedantie tussen 6 en 16 gebruiken (zie De luidsprekerimpedantie wijzigen op bladzijde 59 als u van plan bent luidsprekers met een impedantie van minder dan 8 te gebruiken.
03
Subwoofer
LINE LEVEL
INPUT
VSX-2016AV
Linksvoor
Rechtsvoor
Midden
LET OP
Op deze luidsprekeraansluitingen staat een GEVAARLIJKE spanning. Om een elektrische schok te voorkomen bij het aansluiten en losmaken van de luidsprekerkabels, moet u de stekker uit het stopcontact halen voordat u niet geïsoleerde onderdelen aanraakt.
OPTICAL
DIGITAL
IN 1
OUT
COMPONENT VIDEO
1
IN
IN 2
OUT
HDMI
(
DVR/VCR2
COAXIAL
ASSIGNABLE
21
Y
(
DVR/
IN
)
VCR1
1
2
IN
(
)
TV/SAT
IN
2
Y
3
IN
(CD)
ASSIG­NABLE
31
CONTROL
iPod
OUT
IN
IN
IN IN IN IN IN INOUT OUT OUT
AUDIO
L
1
IN
(
)
DVD/LD
R
2
IN
)
CD-R/TAPE/MD DVD/LD
CD
ANTENNA
S-VIDEO
P
P
P
Y
P
B
P
B
VIDEO
P
B
R
R
ASSIGNABLE
IN IN IN IN MONITOR
Y
TV/SAT
R
P
P
B
R
31
OUT OUT
DVR/VCR1 DVR/VCR2
AM LOOP
PRE OUT
CENTER
L LL
OUT
IN 3
SUB
R R
FRONT
WOOFER
OUT
L L
R
FRONT
MULTI CH IN
SUR­ROUND
CENTER
SUB WOOFER
( Single
SURROUND BACK
SUR­ROUND
)
R
R R
SURROUND BACK
L
SPEAKERS
FRONT CENTER
A
RL
SURROUND BACK /
SURROUND
RL
R
B
SEE INSTRUCTION MANUAL
SELECTABLE
(
)
L
Single
Surround­links
Surround-
linksachter
De luidsprekers aansluiten
Elke luidsprekeraansluiting op de receiver bestaat uit een positieve (+) en een negatieve (–) aansluiting. Controleer of deze overeenkomen met de aansluitingen op de luidsprekers.
Surround-
rechts
Surround-
rechtsachter
Waarschuwing
• Zorg dat de ontblote draaduiteinden van de luidsprekerkabel stevig in elkaar zijn gedraaid en volledig in de luidsprekeraansluiting steken. Als een gedeelte van de ontblote draaduiteinden van de luidspreker contact maakt met het achterpaneel, kan de stroomvoorziening worden afgesloten als beveiliging.
17
Du
Page 18
03
Aansluitingen met ontblote draad
Zorg ervoor dat de luidsprekerkabel die u gaat gebruiken goed is voorbereid. Dit wil zeggen dat u ongeveer 10 mm van de isolatie van elke draad moet verwijderen en de ontblote draaduiteinden in elkaar moet draaien (afb. A).
Schroef de aansluiting ver genoeg los om de blote draad te kunnen insteken en de luidspreker aan te sluiten (afb. B). Nadat de draad is ingestoken, draait u de aansluiting weer vast totdat de draad goed vastzit (afb. C).
afb. A afb. B afb. C
10 mm
Belangrijk
• Raadpleeg de handleiding bij de luidsprekers voor meer informatie over het aansluiten van het andere uiteinde van de luidsprekerkabels op de luidsprekers.
Andere aansluitingen op bladzijde 49 bevat een gedetailleerde beschrijving van alternatieve luidsprekeropstellingen, bijvoorbeeld met gebruik van luidsprekersysteem B (bladzijde 51), dubbele versterking (bladzijde 52) en dubbele bedrading (bladzijde 53).
• Voor een subwoofer met THX-waarmerk gebruikt u de THX INPUT-aansluiting op de subwoofer (als de subwoofer daarover beschikt) of schakelt u het filter op de subwoofer in de stand THX.
De luidsprekers opstellen
De plaats van de luidsprekers in de ruimte heeft een groot effect op de geluidskwaliteit. De volgende richtlijnen helpen u het beste geluid uit het systeem te krijgen.
• U kunt de subwoofer op de grond zetten. In het ideale geval bevinden de andere luidsprekers zich ongeveer op oorhoogte wanneer u luistert. Het wordt niet aanbevolen de luidsprekers op de grond te zetten (behalve de subwoofer) of hoog aan de muur te bevestigen.
• U krijgt het beste stereo-effect als u de voorluidsprekers 2 meter tot 3 meter uit elkaar zet op gelijke afstand van de TV.
• Wanneer u luidsprekers dicht bij de TV plaatst, is het raadzaam magnetisch afgeschermde luidsprekers te gebruiken. Dit voorkomt mogelijke storingen, zoals verkleuring van het beeld, wanneer u de TV aanzet. Als u geen magnetisch afgeschermde luidsprekers hebt en het TV-beeld verkleurt, plaatst u de luidsprekers verder weg van de TV.
• Als u een middenluidspreker gebruikt, stelt u de voorluidsprekers iets schuiner op. Zo niet, dan plaatst u ze minder schuin.
• Plaats de middenluidspreker boven of onder de TV zodat het geluid van het middenkanaal zich bij het TV­scherm bevindt. Zorg er ook voor dat de middenluidspreker de lijn die wordt gevormd door de voorste randen van de luidsprekers links en rechts voor niet snijdt.
• De luidsprekers worden het beste schuin in de richting van de luisterpositie geplaatst. Hoe schuin hangt af van de afmetingen van de ruimte. Plaats ze minder schuin in grotere ruimten.
• Surround- en surround-achterluidsprekers moeten 60 cm tot 90 cm boven oorhoogte en lichtjes neerwaarts gekanteld worden opgesteld. Plaats de luidsprekers niet naar elkaar toe. Voor DVD-audio moeten de luidsprekers directer achter de luisteraar staan dan voor thuistheaterweergave.
• Probeer de surround-luidsprekers niet verder van de luisterpositie te plaatsen dan de voor- en middenluidsprekers. Dit kan het surround­geluidseffect verminderen.
• Stel de luidsprekers op zoals hieronder getoond voor een optimaal surround-geluid. Zorg ervoor dat alle luidsprekers stevig opgesteld staan om ongevallen te voorkomen en om de geluidskwaliteit te verbeteren.
Linksvoor Rechtsvoor
Surround-links Surround-rechts
Surround-linksachter Surround-rechtsachter
Eén surround-achterluidspreker
Midden
Subwoofer
Luisterpositie
Waarschuwing
• Controleer of alle luidsprekers stevig staan of zijn bevestigd. Dit geeft niet alleen een betere geluidskwaliteit, maar verkleint ook de kans op schade of letsel als gevolg van luidsprekers die worden omgestoten of die vallen bij aardschokken.
18
Du
Page 19
De afbeeldingen hieronder tonen de aanbevolen opstelling van de surround- en surround­achterluidsprekers. De eerste afbeelding (afb. A) toont de beste opstelling wanneer één (of geen) surround­achterluidspreker is aangesloten. De tweede afbeelding (afb. B) laat zien wat de beste opstelling is wanneer u twee surround-achterluidsprekers gebruikt.
º
90º tot 120
SL
SL
SR
SR
Antennes aansluiten
Sluit de AM-raamantenne en de FM-draadantenne aan zoals hieronder is afgebeeld. Voor een betere ontvangst en optimale geluidskwaliteit moet u buitenantennes aansluiten (zie Buitenantennes aansluiten hieronder).
03
º
0º tot 60
SL
SB
afb. A afb. B
SR
SBL
SBL
SBR
SBR
• Als u twee surround-achterluidsprekers hebt, raadt THX u aan deze bij elkaar en op dezelfde afstand van de luisterpositie te plaatsen (zie hieronder).
Opstelling van een THX-luidsprekersysteem
Als u een compleet THX-luidsprekersysteem hebt, plaatst u de luidsprekers zoals in de onderstaande afbeelding. Houd er rekening mee dat het geluid van de surround-
luidsprekers ( geeft luidsprekers aan met bi-polaire uitstraling) parallel aan de luisteraar moet zijn gericht.
L
SL
Surround
• Als u twee surround-achterluidsprekers hebt, raadt THX u aan deze bij elkaar en op dezelfde afstand van de luisterpositie te plaatsen voor de volgende THX­functies: THX Select2 CINEMA, THX MUSICMODE en THX GAMES MODE.
Zie ook THX-audio-instelling op bladzijde 48 voor de instellingen die u de beste geluidservaring geven wanneer u gebruikmaakt van de Home THX-functies (op bladzijde 27).
CR
SR
Surround
SBL SBR
Surround achter
3
ANTENNA
5
FM UNBAL 75
AM LOOP
1
4
2
1 Verwijder de isolatie van beide draden van de AM­antenne.
2 Duw de lipjes open, steek een draad volledig in elke aansluiting en laat de lipjes los om de AM­antennedraden vast te zetten.
3 Bevestig de AM-raamantenne aan de standaard.
Om de standaard aan de antenne vast te maken, buigt u deze in de richting aangegeven door de pijl (afb. a) en klemt dan de antenne in de standaard (afb. b).
• Als u de AM-antenne aan een muur of ander oppervlak wilt monteren, moet u de standaard met schroeven aan het oppervlak vastmaken (afb. c) voordat u de antenne in de standaard vastklemt. Zorg dat er een goede ontvangst is.
4 Zet de AM-antenne op een vlakke ondergrond en draai deze in de richting die de beste ontvangst geeft.
5 Sluit de FM-draadantenne op dezelfde manier aan als de AM-raamantenne.
U krijgt de beste resultaten als u de FM-antenne helemaal uitstrekt en vastmaakt aan een muur of deurpost. Laat de antenne niet losjes of opgevouwen hangen.
19
Du
Page 20
03
Buitenantennes aansluiten
U kunt de FM-ontvangst verbeteren als u een FM-buitenantenne aansluit op de aansluiting FM UNBAL 75 Ω.
75 coaxiale kabel
ANTENNA
FM UNBAL 75
Als u de AM-ontvangst wilt verbeteren, sluit u een met vinyl beklede draad van 5 tot 6 meter aan op de aansluitingen AM LOOP zonder de bijgeleverde AM­raamantenne los te koppelen.
U krijgt de beste ontvangst wanneer u de kabel buiten horizontaal ophangt.
Buitenantenne
ANTENNA
FM UNBAL 75
AM LOOP
AM LOOP
Binnenantenne
(met vinyl
beklede draad)
5 m tot 6 m
De
receiver
aansluiten op het
stopcontact
Steek de stekker pas in het stopcontact als u alle andere apparaten, waaronder de luidsprekers, hebt aangesloten op de receiver.
Waarschuwing
• Houd het netsnoer bij de stekker vast. Trek de stekker niet uit het stopcontact door aan het snoer te trekken en raak het netsnoer nooit met natte handen aan. Dit kan kortsluiting of een elektrische schok tot gevolg hebben. Zorg ervoor dat u dit apparaat, een meubel of een ander voorwerp niet op het netsnoer plaatst en dat het netsnoer niet op een andere manier wordt afgekneld. Maak geen knopen in het netsnoer en bind het niet samen met andere kabels. Leid de netsnoeren zodanig dat de kans klein is dat iemand erop gaat staan. Een beschadigd netsnoer kan brand of een elektrische schok veroorzaken. Controleer de staat van het netsnoer regelmatig. Als u een beschadiging vaststelt, neemt u contact op met een onafhankelijke, door Pioneer erkende onderhoudsdienst voor een nieuw netsnoer.
• Haal de stekker van dit apparaat uit het stopcontact wanneer u het langere tijd niet gebruikt, bijvoorbeeld wanneer u op vakantie gaat.
• Controleer of het blauwe STANDBY/ON-lampje uit is voordat u de stekker uit het stopcontact haalt.
Steek de stekker van het netsnoer in een stopcontact.
20
Du
Page 21
Hoofdstuk 4:
Bedieningselementen en displays
Voorpaneel
04
1 72 65 8
EON
MODE
MULTI JOG
SEARCH
PTY
STANDBY/ON
LISTENING
MODE
43
PHASE
CONTROL
S-VIDEO
CD-R/TAPE/MD
VIDEO/GAME
ENTER
DVD/LD
TV/SAT DVR/VCR1 DVR/VCR2 VIDEO/GAME CD
PHONES
SYSTEM
TONE
SETUP
MULTI JOG
TUNING/ STATION
TUNER
SPEAKERSRETURN
EDIT
12
18 21 222019 23
SYSTEM
SETUP
MULTI JOG
1
MULTI JOG
-knop
Gebruik de MULTI JOG-knop om de diverse instellingen en menu-opties te selecteren.
2
STANDBY/ON
Hiermee zet u de receiver aan of stand-by. Het aan/stand­by-lampje brandt als de receiver aan staat.
3
EON MODE
Hiermee kunt u zoeken naar programma’s die verkeersinformatie of nieuws uitzenden (bladzijde 35).
PTY SEARCH
Hiermee kunt u zoeken naar RDS-programmatypes (bladzijde 34).
4 LISTENING MODE
Gebruik deze knop met de MULTI JOG-knop om de verschillende luisterfuncties te selecteren (bladzijde 26).
5
PHASE CONTROL
-indicator
Dit lampje brandt wanneer fasecontrole is ingeschakeld (bladzijde 10).
6 HDMI-indicator
Dit lampje knippert wanneer een met HDMI uitgerust apparaat wordt aangesloten. Het brandt onafgebroken
TONE
TUNING/ STATION
TUNER
EDIT
SPEAKERSRETURN
7 Lettertekendisplay
Zie Display op bladzijde 23.
8 Sensor voor de afstandsbediening
Hier komen de signalen van de afstandsbediening binnen (zie Bereik van de afstandsbediening op bladzijde 22).
9 MCACC-indicator
Dit lampje brandt wanneer een van de voorgedefinieerde MCACC-instellingen (bladzijde 28) is geselecteerd.
10 SIGNAL SELECT
Hiermee selecteert u een ingangssignaal (bladzijde 29).
SBch PROCESSING – Hiermee kiest u de surround­achterkanaalfunctie (bladzijde 29) of de virtuele surround-achterkanaalfunctie (bladzijde 29).
MULTI CH IN – Druk hierop om analoge ingangen met meerdere kanalen te selecteren (bladzijde 51).
11
MASTER VOLUME
12
ENTER
13
PHONES
Sluit hierop een koptelefoon aan. Wanneer een koptelefoon is aangesloten, wordt er geen geluid weergegeven via de luidsprekers.
zodra het apparaat is aangesloten (bladzijde 50).
FM/AM
INPUT
91011
USB HDMI
iPod
USB
DIGITAL INAUDIO RLVIDEO
AUDIO/VIDEO MULTI- CHANNEL RECEIVER
SIGNAL SELECT
MCACC
SETUP MIC
SB ch
PROCESSING
VSX-2016AV
MULTI CH
IN
MASTER VOLUME
161514 1713
-knop
-aansluiting
21
Du
Page 22
04
14 Ingangsbronknoppen
Gebruik deze knoppen om een ingangsbron te selecteren.
15
VIDEO/GAME INPUT
Zie Een apparaat aansluiten op de ingangen op het voorpaneel op bladzijde 16.
16
USB
-interface
Sluit hierop een USB-audioapparaat voor weergave aan (zie De USB-aansluiting gebruiken op bladzijde 31).
17 MCACC SETUP MIC-aansluiting
Sluit hierop de bijgeleverde microfoon aan.
18
SYSTEM SETUP
Druk hierop om het menu System Setup te openen (zie bladzijde 36).
19
RETURN
Druk hierop om te bevestigen en om het huidige menuscherm te sluiten.
20
TONE
Druk op deze knop voor toegang tot de lagetonen- en hogetonenregeling, die u vervolgens kunt instellen met de MULTI JOG-knop (bladzijde 30).
21
TUNING/STATION
Gebruik deze knop om radiofrequenties te zoeken en voorkeurzenders te selecteren (bladzijde 33).
22
TUNER EDIT
Gebruik deze knop samen met de MULTI JOG-knop om voorkeurzenders op te slaan in het geheugen en deze een naam te geven (bladzijde 33).
23
SPEAKERS
Hiermee kiest u een ander luidsprekersysteem (bladzijde 52).
22
Du
Bereik van de afstandsbediening
Onder de volgende omstandigheden werkt de afstandsbediening mogelijk niet goed:
• Er bevinden zich obstakels tussen de afstandsbediening en de sensor van de afstandsbediening op de receiver.
• Er valt direct zonlicht of tl-licht op de sensor van de afstandsbediening.
• De receiver staat dicht bij een apparaat dat infraroodstralen uitzendt.
• De receiver wordt tegelijkertijd met een andere infrarood-afstandsbediening bediend.
30
30
D O
W N
D O W N
7 m
Page 23
Display
04
1
SIGNAL
SIGNAL
AUTO
HDMI
DIGITAL
ANALOG
STREAM
PRO LOGIC
2
ADV.SURROUND
THX
STEREO
AB
SP
14
-indicators
21 3 765 8 91011
2
: 6
SBR
DIGITAL
WMA9 Pro
DSD PCM
L C R
SL S SR
SBL SB
LFE
DIRECT
N
eo
STANDARD
SLEEP
DTS
96/24
4
VIDEO
OVER ATT
Deze branden om het momenteel geselecteerde ingangssignaal aan te geven. AUTO brandt wanneer de receiver zo is ingesteld dat het ingangssignaal automatisch wordt geselecteerd (bladzijde 29).
2 Indicators van de programma-indeling
Deze veranderen naar gelang de kanalen die actief zijn in digitale bronnen.
L – Linkervoorkanaal C – Middenkanaal R – Rechtervoorkanaal SL – Linker-surround-kanaal S – Surround-kanaal (mono) SR – Rechter-surround-kanaal SBL – Linker-surround-achterkanaal SB – Surround-achterkanaal (mono) SBR – Rechter-surround-achterkanaal LFE – Kanaal voor lage frequentie-effecten (de ((( )))-indicators
branden wanneer een LFE-signaal binnenkomt)
3 Indicators van de digitale indeling
Deze lampjes branden wanneer een signaal dat is gecodeerd met de bijbehorende indeling wordt aangetroffen (DSDPCM brandt tijdens omzetting van DSD (directe digitale stroom) naar PCM met SACD’s).
4
OVER
/
ATT
OVER brandt om aan te geven dat het niveau van een
analoge bron te hoog is. ATT brandt wanneer u de verzwakker (ANALOG ATT) gebruikt om het te verlagen.
5
VIDEO CONV.
Dit lampje brandt wanneer digitale video-omzetting is ingeschakeld (bladzijde 57).
6V.SB
Dit lampje brandt wanneer de virtuele surround­achterkanaalfunctie actief is
(bladzijde 29)
.
7 Geluidsverwerkingsindicators
Deze branden naar gelang de actieve AV-parameter(s) (bladzijde 57).
8
TUNER
-indicators
TUNED – Brandt wanneer een uitzending wordt
ontvangen. STEREO – Brandt tijdens de ontvangst van een stereo
FM-uitzending in de automatische stereofunctie. MONO – Brandt wanneer de monofunctie wordt
ingesteld met de MPX-knop.
CONV. V.SB DNR
DIALOGUE LOUDNESS
Hi-bit/sampling
MIDNIGHT TUNED
TONE
171312 15 1816
STEREO
MONO
RDS EON
HDMI
]
[
[
]
1
2
dB
SR+
9EON / RDS-indicators
EON – Licht op wanneer de EON-functie is ingesteld
(knipppert tijdens EON-ontvangst). De indicator licht op wanneer de huidige zender de EON-service aanbiedt (bladzijde 35).
RDS – Licht op wanneer een RDS-uitzending wordt ontvangen (bladzijde 34).
10 Hoofdvolumeniveau 11 HDMI-verbindingindicators
Branden om aan te geven dat de HDMI-ingang momenteel is geselecteerd.
12
STREAM DIRECT
Brandt wanneer Direct / Zuiver direct is geselecteerd (bladzijde 28).
13 Luidsprekerindicators
Geven het momenteel gebruikte luidsprekersysteem aan,
A
en/of B (bladzijde 52)
.
14 Luisterfunctie-indicators
THX – Brandt wanneer een Home THX-functie is
geselecteerd. ADV. SURROUND – Brandt wanneer een Advanced
Surround-functie is geselecteerd. STEREO – Dit lampje brandt wanneer Isophase is
ingeschakeld (zie Luisteren in stereo op bladzijde 28). STANDARD – Brandt wanneer een Standard
Surround-functie is ingeschakeld (zie Luisteren in surround-geluid op bladzijde 26).
15
SLEEP
Brandt wanneer de receiver in de slaapstand staat (bladzijde 58).
16 Indicators van matrix-decoderingsindelingen
2PRO LOGIC IIx Dit lampje brandt om aan te geven dat 2Pro Logic II- / 2Pro Logic IIx­decodering wordt gebruikt (bladzijde 26).
Neo:6 – Wanneer een van de Neo:6-functies van de receiver is ingeschakeld, brandt dit lampje om de Neo:6-verwerking aan te geven (bladzijde 26).
17 Lettertekendisplay
Hierop worden diverse systeemgegevens weergegeven.
18
SR+
Dit lampje brandt wanneer de SR+-functie is ingeschakeld (bladzijde 54).
23
Du
Page 24
04
24
Du
Afstandsbediening
INPUT
RECEIVER
1
SELECT
2
TV DVR1
DVD
CD-R/TAPE
3
iPod
SLEEP
SR+
4
5 6
7
8
9
10 11
DIALOG E
D.ACCESS
+10
AV PARAMETER CH LEVEL
TOP MENU
ST ST
SETUP
PTY SEARCH
GUIDE
TV CONTROL
INPUT
TV VOL
SELECT
A
EON
MPX
B
AUDIO
SUBTITLE
DISP
SIGNAL SEL
STATUS
MULTI OPE
SHIFT
PHASE
RECEIVER
De afstandsbediening heeft een handige kleurcodering per apparaat (druk op de knop voor de bijbehorende ingangsbron):
Groen – bediening van de receiver (zie hieronder)
Rood – bediening van de DVD (bladzijde 65)
Blauw – bediening van de tuner (bladzijde 33)
Geel – bediening van de iPod (bladzijde 49)
Wit – overige bedieningselementen (bladzijde 65)
1 RECEIVER
Hiermee zet u de receiver aan of stand-by.
2 INPUT SELECT
Hiermee selecteert u de ingangsbron (gebruik SHIFT voor INPUT SELECT ).
SYSTEM OFF
SOURCE
DVR 2CD
TV CTRL
USBHDMI2
RECEIVER
TUNERHDMI1
VIDEO
SEL
DIMMER
S.RETRIEVER
CLASS
ENTER
TUNE
ENTER
TUNE
BAND
TV CH
REC
MUTE
REC STOP JUKEBOX
CDE
HDD
CH
CH
STEREO
SBch
THX
STANDARD
ADV.SURR
MCACC
S.DIRECT
VOL
DVD
ANALOG
MIDNIGHT/ LOUDNESS
MENU
T.EDIT
RETURN
12
13
14
ATT
DISC
15
16
17
18
3 Ingangsbronknoppen
Druk hierop om de bediening van andere apparaten te selecteren (zie De rest van het systeem bedienen op bladzijde 61).
4 Cijfertoetsen en andere bedieningselementen voor receiver/apparaten
Gebruik de cijfertoetsen om rechtstreeks een radiofrequentie (bladzijde 33) of een track op een CD, DVD en dergelijke te kiezen.
DISC (ENTER) kan worden gebruikt om opdrachten voor een TV of DTV in te voeren en om een CD te kiezen in een CD-speler met meerdere CD’s.
Druk eerst op RECEIVER om deze functie te gebruiken:
SLEEP – Hiermee zet u de receiver in de slaapstand en stelt u de tijd in voordat de receiver overschakelt naar slaapstand (bladzijde 58).
VIDEO SEL – Druk verschillende malen op deze knop om de videobron te selecteren (bladzijde 58).
ANALOG ATT – Verzwakt (verlaagt) het niveau van een analoog ingangssignaal om vervorming te voorkomen (bladzijde 58).
SR+ – Hiermee schakelt u de functie SR+ in of uit (bladzijde 54).
DIMMER – Hiermee verlaagt of verhoogt u de helderheid van het display (bladzijde 59).
MIDNIGHT/LOUDNESS – Gebruik Midnight bij het luisteren naar filmgeluid met laag volume. Gebruik Loudness bij het versterken van de lage en hoge tonen bij laag volume (bladzijde 30).
DIALOG E – Hiermee kunt u de dialoog op de voorgrond halen bij het kijken naar een TV­programma of een speelfilm (bladzijde 30).
S. RETRIEVER – Druk hierop om weer CD-kwaliteit geluid te verkrijgen bij gecomprimeerde audiobronnen (bladzijde 30).
Druk eerst op TUNER om deze functie te gebruiken:
D.ACCESS – Na het indrukken van deze knop kunt u een radiozender rechtstreeks kiezen met de cijfertoetsen (bladzijde 33).
CLASS – Hiermee schakelt u tussen de drie klassen met voorkeurzenders (bladzijde 33).
5 Tuner-/apparaatbedieningsknoppen/
SETUP
Deze bedieningsknoppen zijn beschikbaar na het selecteren van de overeenkomstige ingangsbronknop (DVD, DVR1, TV, enz.). De tunerbedieningselementen BAND, T.EDIT en PTY SEARCH worden besproken vanaf bladzijde 33. Druk eerst op RECEIVER om de volgende bedieningselementen te gebruiken:
AV PARAMETER – Hiermee krijgt u toegang tot AV­opties (bladzijde 57).
SETUP – Hiermee opent u het menu System Setup (zie bladzijde 36).
CH LEVEL – Druk verschillende malen op deze knop om een kanaal te kiezen en pas vervolgens het niveau aan met / (bladzijde 47).
RETURN – Druk hierop om te bevestigen en om het huidige menuscherm te sluiten. (Deze knop wordt ook gebruikt om terug te keren naar het vorige menu bij DVD’s of om closed captioning te kiezen bij DTV.)
Page 25
6

Gebruik de pijltoetsen wanneer u het surround­geluidssysteem (bladzijde 36) en de AV-opties (bladzijde 57) instelt. Deze knop wordt ook gebruikt om DVD-menu’s/opties te kiezen en voor de bediening van deck 1 van een dubbel cassettedeck. Gebruik de TUNE
/-knoppen om te zoeken naar radiofrequenties en ST / om te zoeken naar voorkeurzenders (bladzijde 33).
7 TV CONTROL-knoppen
Deze knoppen zijn gereserveerd voor de bediening van de TV die is toegewezen aan de knop TV CTRL. Als u slechts één TV op dit systeem hebt aangesloten, wijst u deze toe aan de ingangsbrontoets TV CTRL. Als u twee TV’s hebt, wijst u de hoofd-TV toe aan de knop TV CTRL (zie bladzijde 61 voor meer informatie).
TV – Hiermee zet u de TV aan of uit. TV VOL +/– – Hiermee regelt u het volume van de TV. INPUT SELECT – Hiermee selecteert u het
ingangssignaal van de TV.
TV CH +/– – Hiermee selecteert u kanalen.
8 Apparaatbedieningsknoppen
De hoofdknoppen (,  enz.) worden gebruikt voor de bediening van een apparaat nadat u het hebt gekozen met de knoppen voor ingangsbronnen.
De bedieningsfuncties boven deze knoppen zijn beschikbaar na het selecteren van de overeenkomstige ingangsbronknop (bijvoorbeeld
DVD, DVR1
gebruiken wanneer u luistert naar de ingebouwde tuner:
MPX – Hiermee schakelt u tussen stereo- en mono­ontvangst van FM-uitzendingen. Als het signaal zwak is, kunt u de geluidskwaliteit verbeteren door over te schakelen naar mono (bladzijde 33).
DISP – Hiermee schakelt u tussen voorkeurzenders met een naam en radiofrequenties (bladzijde 34). Deze knop wordt tevens gebruikt voor weergave van RDS-informatie (bladzijde 34).
EON – verkeersinformatie of nieuws uitzenden
9
STATUS
Druk hierop om de geselecteerde receiverinstellingen te controleren (bladzijde 59).
10
MULTI OPE
Gebruik deze knop om meerdere bewerkingen uit te voeren (bladzijde 63).
11
SHIFT
Druk op deze knop als u de bedieningselementen in de witte vakken wilt gebruiken (bijvoorbeeld INPUT SELECT
), of als u de momenteel geselecteerde ingangsbron
wilt weergeven op het display van de afstandsbediening.
12
SOURCE
Hiermee zet u apparaten die zijn aangesloten op de receiver aan en uit (zie
13 Lettertekendisplay (LCD)
Op dit display ziet u informatie wanneer bedieningssignalen worden verstuurd.
De volgende opdrachten worden getoond wanneer u de afstandsbediening instelt voor de bediening van andere apparaten
De rest van het systeem bedienen
(zie
(TUNE/ST) /
of TV). U kunt de volgende bedieningselementen
Hiermee kunt u zoeken naar programma’s die
ENTER
bladzijde 61
(bladzijde 35)
voor meer informatie).
op bladzijde 61):
.
SETUP – Geeft de instelfunctie aan, waarin u de onderstaande opties kunt kiezen.
PRESET – Zie Vooraf ingestelde codes rechtstreeks kiezen op bladzijde 61.
LEARNINGZie Signalen van andere afstandsbedieningen programmeren op bladzijde 61.
MULTI OP – Zie De functies Multi Operation en System Off op bladzijde 63.
SYS OFF – Zie De functies Multi Operation en System Off op bladzijde 63.
DIRECT F – Zie Directe functie op bladzijde 63. RENAME – Zie Namen van ingangsbronnen wijzigen
op bladzijde 63.
ERASE – Zie Een van de knopinstellingen van de afstandsbediening wissen op bladzijde 62.
RESET – Zie De vooraf ingestelde instellingen van de afstandsbediening herstellen op bladzijde 62.
READ ID – Zie Vooraf ingestelde codes controleren op bladzijde 62.
14 RECEIVER
Hiermee stelt u de afstandsbediening in voor bediening van de receiver. (Deze knop wordt gebruikt om de groene opdrachten boven de cijfertoetsen (ANALOG ATT enz.) te selecteren.) Gebruik deze knop ook om het surround­geluid in te stellen (bladzijde 8, bladzijde 36).
15 VOL +/–
Hiermee stelt u het luistervolume in.
16 MUTE
Hiermee dempt u het geluid of herstelt u het oorspronkelijke geluidsniveau nadat het geluid is gedempt (door het regelen van het volume wordt het geluidsniveau eveneens hersteld).
17 Bedieningselementen voor de receiver
SIGNAL SEL – Hiermee kiest u een ingangssignaal
(bladzijde 29). SBch – Hiermee selecteert u de surround/virtuele
achterkanaalfunctie (bladzijde 29). STEREO – Hiermee schakelt u tussen directe
weergave en stereoweergave. Bij directe weergave worden de toonregelingen en elke andere signaalverwerking genegeerd. Dit geeft de meest nauwkeurige bronweergave (bladzijde 28).
THX – Druk hierop om een Home THX-luisterfunctie te selecteren (bladzijde 27).
STANDARD – Druk hierop voor standaarddecodering en om te schakelen tussen de verschillende opties voor 2Pro Logic IIx en Neo:6 (bladzijde 26).
ADV.SURR – Hiermee schakelt u tussen de verschillende surround-functies (bladzijde 27).
18
PHASE – Druk op deze knop om fasecontrole aan of
uit te zetten (bladzijde 10). MCACC – D ruk op d eze kn op om te sch akelen tussen voorgedefinieerde MCACC-instellingen (bladzijde 28).
S.DIRECT – Druk op deze knop om de luisterfunctie Automatische surround (bladzijde 26) of Directe stroom (bladzijde 28) te selecteren.
04
25
Du
Page 26
05
Hoofdstuk 5:
Luisteren naar het systeem
Belangrijk
• De luisterfuncties en veel andere functies die worden beschreven in dit gedeelte zijn mogelijk niet beschikbaar. Dit is afhankelijk van de huidige bron, de instellingen en de status van de receiver. Zie
Luisterfuncties met verschillende ingangssignaalindelingen op bladzijde 75 voor meer
informatie.
Tip
• De hierna beschreven luisterfuncties kunnen ook geselecteerd worden met de bedieningsorganen op het voorpaneel. Druk eenvoudigweg enkele malen op LISTENING MODE voor toegang tot de gewenste modus en gebruik dan de MULTI JOG-knop om een bepaalde luisterfunctie te selecteren (na vijf seconden wordt de functie automatisch ingesteld).
Automatisch afspelen
Er zijn vele manieren om naar bronnen te luisteren met deze receiver, maar de eenvoudigste, meest directe manier is de automatische surround-functie. Het type bron dat u afspeelt wordt automatisch herkend en op basis hiervan wordt stereoweergave of weergave via
meerdere kanalen geselecteerd.
STATUS
MULTI OPE
SHIFT
• Druk tijdens het luisteren naar een bron op S.DIRECT2 om een bron automatisch af te spelen.
AUTO SURROUND verschijnt kortstondig op het display,
waarna de decoderings- of weergave-indeling wordt getoond. Aan de hand van de indicators van de digitale indeling op het display op het voorpaneel kunt u zien hoe de bron wordt verwerkt.
SIGNAL SEL
THX
PHASE
RECEIVER
SBch
STANDARD
MCACC
1
STEREO
ADV.SURR
S.DIRECT
Luisteren in surround-geluid
Met deze receiver kunt u elke bron beluisteren in surround-geluid. De beschikbare opties hangen echter af van de luidsprekeropstelling en het type bron dat u beluistert.
Zie ook Surround-achterkanaalverwerking gebruiken op bladzijde 29 als u surround-achterluidsprekers hebt aangesloten.
Standaard-surround-geluid
De volgende functies leveren standaard-surround-geluid voor stereobronnen en bronnen met meerdere kanalen.
STEREO
SBch
SIGNAL SEL
STATUS
MULTI OPE
THX
STANDARD
ADV.SURR
SHIFT
PHASE
MCACC
S.DIRECT
RECEIVER
Druk tijdens het luisteren naar een bron op STANDARD
Druk indien nodig meerdere keren om een luisterfunctie te selecteren.
• Als de bron gecodeerd is met Dolby Digital, DTS of Dolby Surround, wordt automatisch de juiste decoderingsindeling gekozen en getoond op het
display.
Bij bronnen met twee kanalen hebt u de keuze uit:
2 Pro Logic IIx MOVIE – Geeft tot 7.1­kanaalsgeluid, vooral geschikt voor filmbronnen
2 Pro Logic IIx MUSIC – Geeft tot 7.1-kanaalsgeluid, vooral geschikt voor muziekbronnen
2 Pro Logic IIx GAME – Geeft tot 7.1-kanaalsgeluid, vooral geschikt voor videospelletjes
2 PRO LOGIC – Geeft 4.1-kanaals-surround-geluid (het geluid van de surround-luidsprekers is mono)
Neo:6 CINEMA – Geeft 6.1-kanaalsgeluid, vooral geschikt voor filmbronnen
Neo:6 MUSIC – 6.1-kanaals geluid, vooral geschikt voor muziekbronnen
Bij bronnen met meerdere kanalen, als u (een) surround­achterluidspreker(s) hebt aangesloten en SBch ON hebt geselecteerd, hebt u de keuze uit (overeenkomstig de
indeling):
.
4
5
6
3
26
Du
Opmerking
1 • Stereo-surround-indelingen (matrix) worden als zodanig gedecodeerd met Neo:6 CINEMA of 2 Pro Logic IIx MOVIE (zie Luisteren in surround-geluid hierboven voor meer informatie over deze decoderingsindelingen).
• De automatische surround-functie wordt geannuleerd als u een koptelefoon aansluit of de analoge ingangen met meerdere kanalen selecteert. 2 Zie Directe stroom gebruiken op bladzijde 28 voor meer opties bij gebruik van deze knop. 3 Bij functies die 6.1-kanaalsgeluid weergeven, is hetzelfde signaal hoorbaar uit beide surround-achterluidsprekers. 4 Als verwerking van het surround-achterkanaal (bladzijde 29) is ingesteld op OFF of als de surround-achterluidsprekers zijn ingesteld op NO (dit gebeurt automatisch als de De surround-achterluidspreker instellen op bladzijde 38 is ingesteld op een andere stand dan Normal (SB)), wordt 2 Pro Logic IIx 2 Pro Logic II (5.1-kanaalsgeluid). 5 Wanneer u luistert naar bronnen met 2 kanalen met de Dolby Pro Logic IIx Music-functie, zijn er drie extra parameters die u kunt instellen: Breedte middenkanaal, Diepte en Panorama. Zie De AV-opties instellen op bladzijde 57 om deze in te stellen. 6 Wanneer u luistert naar bronnen met 2 kanalen in de Neo:6 Music-functie, kunt u het middenbeeld aanpassen (zie De AV-opties inst ellen op bladzijde 57).
Page 27
2 Pro Logic IIx MOVIE – Zie hierboven (alleen beschikbaar wanneer u twee surround­achterluidsprekers gebruikt)
2 Pro Logic IIx MUSIC – Zie hierboven
Dolby Digital EX – Geeft surround­achterkanaalgeluid voor 5.1-kanaalsbronnen en biedt zuivere decodering voor 6.1-kanaalsbronnen (zoals Dolby Digital Surround EX)
DTS-ES – Hiermee kunt u DTS-ES-bronnen beluisteren via 6.1 kanalen
DTS Neo:6 – Hiermee kunt u DTS-bronnen beluisteren via 6.1 kanalen
De Home THX-functies gebruiken
THX en Home THX zijn technische normen voor bioscoop- en thuistheatergeluid die zijn vastgelegd door THX Ltd. Home THX is ontworpen om het geluid van een thuistheatersysteem meer te doen klinken als bioscoopgeluid.
Er zijn verschillende THX-opties beschikbaar, afhankelijk van de bron en de instelling voor de verwerking van het surround-achterkanaal (zie Surround- achterkanaalverwerking gebruiken op bladzijde 29 voor meer informatie).
STEREO
SBch
SIGNAL SEL
STATUS
MULTI OPE
THX
STANDARD
ADV.SURR
SHIFT
PHASE
MCACC
S.DIRECT
RECEIVER
• Druk op selecteren.
Bij bronnen met twee kanalen drukt u verschillende keren op THX om een matrix-decoderingsproces te kiezen voor de THX CINEMA-functie (zie Luisteren in surround-geluid hierboven voor een beschrijving van elk proces):
2 Pro Logic IIx MOVIE+THX
2 PRO LOGIC+THX
Neo:6 CINEMA+THX
THX GAMES MODE
Bij bronnen met meerdere kanalen drukt u verschillende keren op THX
THX CINEMA – Geeft geluid van bioscoopkwaliteit uit het thuistheatersysteem met gebruikmaking van alle luidsprekers in de opstelling
2 Pro Logic IIx MOVIE+THX – Vooral geschikt voor filmbronnen. Met deze instelling kunt 5.1­kanaalsbronnen beluisteren via 7.1 kanalen
THX Surround EX – Hiermee kunt u 5.1-kanaals bronnen beluisteren via 6.1 of 7.1 kanalen
THX (HOME THX
1
(
HOME THX) om te kiezen uit:
) om een luisterfunctie te
2
THX Select2 CINEMA – Hiermee kunt u 5.1-kanaals bronnen beluisteren via 7.1 kanalen
THX MUSICMODE – Hiermee kunt u 5.1-kanaals bronnen beluisteren via 7.1 kanalen
THX GAMES MODE – Hiermee kunt u de uitvoer van een videospelletjesconsole beluisteren via 7.1 kanalen
De geavanceerde surround-effecten gebruiken
Met de geavanceerde surround-effecten kunnen diverse extra surround-geluidseffecten worden verkregen. De meeste Advanced Surround-functies zijn bedoeld voor het beluisteren van filmgeluid, maar sommige zijn ook geschikt voor muziekbronnen. Probeer verschillende instellingen uit met diverse geluidsopnamen om te zien welke instelling u het meest bevalt.
STEREO
SBch
SIGNAL SEL
STATUS
MULTI OPE
THX
STANDARD
ADV.SURR
SHIFT
PHASE
MCACC
S.DIRECT
RECEIVER
• Druk verschillende malen op luisterfunctie te selecteren.
ACTION – Deze functie is speciaal bedoeld voor actiefilms met dynamisch geluid
SCI-FI – Deze functie is speciaal bedoeld voor science fiction met veel speciale effecten
DRAMA – Deze functie is speciaal bedoeld voor films met veel gesproken tekst
MUSICAL – Geeft geluid zoals in een concertzaal voor musicals
MONOFILM – Geeft surround-geluid van monogeluid
7-D THEATER – Geeft een extra breed stereoveld
CLASSICAL – Geeft geluid zoals in een grote concertzaal
CHAMBER – Geeft een ruimte met veel galm
JAZZ – Geeft geluid zoals in een kleine jazz-club
ROCK – Geeft geluid zoals tijdens een live popconcert
DANCE – Deze functie is speciaal bedoeld voor muziek met veel bastonen
7ch STEREO – Geeft meerkanaals geluid bij een stereobron, met gebruik van alle luidsprekers.
ADV.VIR. SURR. – Geeft een virtueel surround-effect met gebruik van enkel de subwoofer en de voorluidsprekers.
PhonesSurround – Geeft een volwaardig surround­geluid wanneer u met een koptelefoon luistert.
3
ADV.SURR
om een
05
Opmerking
1 U kunt de THX-functies niet gebruiken als u een koptelefoon hebt aangesloten. 2 Als u slechts één surround-achterluidspreker hebt aangesloten, zijn 2 Pro Logic IIx MOVIE+THX, THX Select2 CINEMA, THX MUSICMODE en THX GAMES MODE niet beschikbaar. 3 • Afhankelijk van de bron en de geluidsfunctie die u hebt gekozen, is het mogelijk dat u geen geluid hoort uit de surround-achterluidsprekers van het systeem. Zie Surround-achterkanaalverwerking gebruiken op bladzijde 29 voor meer informatie.
• Als u op ADV.SURR drukt terwijl de koptelefoon is aangesloten, wordt automatisch de functie PhonesSurround geselecteerd.
27
Du
Page 28
05
Tip
• Wanneer u een Advanced Surround-luisterfunctie selecteert (uitgezonderd ADV.VIR. SURR.), kunt u het effectniveau aanpassen met de parameter EFFECT in De AV-opties instellen op bladzijde 57.
Luisteren in stereo
Wanneer u STEREO selecteert, hoort u de bron alleen via de linker- en rechtervoorluidsprekers (en soms ook via de subwoofer, afhankelijk van de luidsprekerinstellingen). Dolby Digital-, DTS- en WMA9 Pro-bronnen met meerdere kanalen worden teruggebracht tot stereo.
STEREO
SBch
SIGNAL SEL
STATUS
MULTI OPE
THX
STANDARD
ADV.SURR
SHIFT
PHASE
MCACC
S.DIRECT
PURE DIRECT – Analoge bronnen worden weergegeven zonder enige digitale verwerking. Er komt geen geluid uit de tweede zone bij deze functie.
Voorgedefinieerde MCACC-instellingen selecteren
• Standaardinstelling: MEMORY 1
Als u het systeem hebt gekalibreerd voor verschillende luisterposities
voor optimale weergave van de bron die u beluistert en de luisterpositie (bijvoorbeeld als u naar een film kijkt vanaf de bank of een videospelletje speelt vlak voor de TV).
1
, kunt u schakelen tussen de instellingen
STEREO
SBch
SIGNAL SEL
STATUS
MULTI OPE
THX
STANDARD
ADV.SURR
SHIFT
PHASE
MCACC
S.DIRECT
RECEIVER
• Druk tijdens het luisteren naar een bron op
STEREO
voor stereoweergave.
Directe stroom gebruiken
Gebruik de Directe stroom-functies wanneer u de meest waarheidsgetrouwe reproductie van een bron wilt beluisteren. Alle onnodige signaalverwerking wordt overgeslagen en u hoort de pure analoge of digitale geluidsbron (zie Directe stroom met verschillende ingangssignaalindelingen op bladzijde 77).
STEREO
SBch
STATUS
SIGNAL SEL
MULTI OPE
THX
STANDARD
ADV.SURR
SHIFT
PHASE
MCACC
S.DIRECT
RECEIVER
1 Druk tijdens het luisteren naar een bron op S.DIRECT gewenste functie te selecteren.
Aan de hand van de indicators van de digitale indeling op het display op het voorpaneel kunt u zien hoe de bron wordt verwerkt.
(
AUTO SURR/STREAM DIRECT) om de
AUTO SURROUND – Zie Automatisch afspelen op bladzijde 26.
DIRECT – U hoort bronnen volgens de Surround­instellingen die u hebt gemaakt (luidsprekerinstellingen, kanaalniveau, luidsprekerafstand, akoestische kalibratie-EQ en X­curve), en met dual mono, de ingangsverzwakker en eventuele geluidsvertraging en instellingen voor hi­bit/hi-sampling. U hoort de bronnen met het aantal kanalen in het signaal.
RECEIVER
Druk tijdens het luisteren naar een bron op
Druk verschillende malen om een van de zes voorgedefinieerde MCACC-instellingen te selecteren
om kalibratie uit te schakelen. Zie Gegevensbeheer op bladzijde 43 om de huidige instellingen te controleren en te beheren.
MCACC
2
of
.
28
Du
Opmerking
1 Verschillende voorgedefinieerde instellingen kunnen ook afzonderlijke kalibratie-instellingen hebben voor dezelfde luisterpositie afhankelijk van de manier waarop u het systeem gebruikt. U kunt deze voorgedefinieerde instellingen maken in Surround-geluid automatisch instellen (MCACC) op bladzijde 8 of Automatic MCACC (Expert) op bladzijde 36. Als het goed is, hebt u een van beide procedures al uitgevoerd. 2 U kunt deze instellingen niet gebruiken wanneer MULTI CH IN geselecteerd is en de functie heeft geen effect wanneer een koptelefoon is aangesloten.
Page 29
Het ingangssignaal kiezen
U moet een apparaat aansluiten op zowel de analoge als de digitale ingangen op de receiver om te kunnen kiezen
tussen ingangssignalen.
STATUS
MULTI OPE
SHIFT
1
SIGNAL SEL
THX
PHASE
SBch
STANDARD
MCACC
STEREO
ADV.SURR
S.DIRECT
De onderstaande tabel geeft aan wanneer u het surround-achterkanaal hoort bij het weergeven van verschillende bronnen. (
=U hoort geluid uit de
surround-achterluidspreker(s))
STEREO
SBch
SIGNAL SEL
STATUS
MULTI OPE
THX
STANDARD
ADV.SURR
SHIFT
PHASE
MCACC
S.DIRECT
RECEIVER
05
RECEIVER
• Druk op
SIGNAL SEL (SIGNAL SELECT
) om het ingangssignaal te kiezen dat overeenkomt met het bronapparaat.
Bij elke druk op de knop verandert de optie als volgt:
AUTO – Dit is de standaardinstelling. De receiver selecteert het eerst beschikbare signaal in deze volgorde: DIGITAL; ANALOG.
ANALOG – Er wordt een analoog signaal geselecteerd.
DIGITAL – Er wordt een optisch of coaxiaal digitaal signaal geselecteerd.
HDMI – Er wordt een HDMI-signaal geselecteerd.
2
PCM – Er worden alleen PCM-signalen weergegeven.
3
Wanneer u DIGITAL of AUTO instelt, gaat de 2 DIGITAL-indicator branden bij Dolby Digital-decodering, de DTS-indicator bij DTS-decodering en de WMA9 Pro­indicator bij decodering van een WMA9 Pro-signaal.
Surround-achterkanaalverwerking gebruiken
• Standaardinstelling: SBch ON
U kunt instellen dat de receiver automatisch 6.1- of 7.1­decodering gebruikt voor 6.1-bronnen (bijvoorbeeld, Dolby Digital EX of DTS-ES) of dat altijd 6.1- of 7.1­decodering wordt gebruikt (bijvoorbeeld voor 5.1­bronmateriaal). Bij 5.1-bronnen wordt een surround­achterkanaal gegenereerd, maar het materiaal zal mogelijk beter klinken in de 5.1-indeling waarin het oorspronkelijk is gecodeerd. (In dat geval kunt u de surround-achterkanaalverwerking gewoon uitschakelen.)
• Druk verschillende malen op
SBch
(SBch PROCESSING) om door de opties voor het surround­achterkanaal te lopen.
Bij elke druk op de knop verandert de optie als volgt:
SBch ON – Er wordt altijd 6.1- of 7.1-decodering gebruikt (er wordt bijvoorbeeld een surround­achterkanaal gegenereerd voor 5.1-bronmateriaal)
SBch AUTO – Er wordt automatisch overgeschakeld naar 6.1- of 7.1-decodering voor 6.1-bronnen (bijvoorbeeld Dolby Digital EX of DTS-ES)
SBch OFF – Maximale 5.1-weergave
De virtuele surround-achterkanaalfunctie gebruiken
Wanneer u geen surround-achterluidsprekers gebruikt, kunt u met deze functie een virtueel surround­achterkanaal horen via de surround-luidsprekers. U kunt ervoor kiezen naar bronnen te luisteren zonder surround­achterkanaalinformatie, of, als het materiaal beter klinkt in de indeling waarvoor het oorspronkelijk is gecodeerd, bijvoorbeeld 5.1, kunt u de receiver dit effect alleen laten toepassen op 6.1-bronnen zoals Dolby Digital EX of DTS-
4
ES. De tabel geeft aan wanneer u het virtuele surround-
achterkanaal hoort. ( is actief)
• Druk verschillende malen op PROCESSING) om door de opties voor het virtuele surround-achterkanaal te lopen.
Bij elke druk op de knop verandert de optie als volgt:
VirtualSB ON – Het virtuele surround-achterkanaal wordt altijd gebruikt (bijvoorbeeld voor 5.1­bronmateriaal)
VirtualSB AUTO – Het virtuele surround­achterkanaal wordt automatisch toegepast op 6.1­bronnen (bijvoorbeeld Dolby Digital EX of DTS-ES)
VirtualSB OFF – Het virtuele surround-achterkanaal is uitgeschakeld
=Virtueel surround-achterkanaal
SBch
(SBch
Opmerking
1 • Deze receiver kan alleen de digitale signaalindelingen Dolby Digital, PCM (32 kHz tot 96 kHz), DTS (inclusief DTS 96 kHz/24-bits) en WMA9 Pro weergeven. Kies de instelling ANALOG voor andere digitale signaalindelingen (de ingangsfuncties MULTI CH IN, TUNER en USB zijn allemaal ingesteld op ANALOG).
• Het is mogelijk dat u digitaal geluid te horen krijgt wanneer een LD- of CD-speler die compatibel is met DTS een analoog signaal weergeeft. Om ruis te
voorkomen moet u de juiste digitale aansluitingen maken (bladzijde 15) en het ingangssignaal instellen op DIGITAL.
• Sommige DVD-spelers geven geen DTS-signalen weer. Zie de gebruiksaanwijzing bij de DVD-speler voor meer informatie. 2 Wanneer de optie HDMI in De AV-opties instellen op bladzijde 57 is ingesteld op THROUGH, hoort u het geluid via de TV, niet via de receiver. 3 • Dit is bijvoorbeeld handig als het even duurt voordat met AUTO het PCM-signaal op een CD wordt herkend.
• Wanneer PCM is geselecteerd, kunt u ruis horen bij het afspelen van niet-PCM-bronnen. Selecteer een ander ingangssignaal als dit een probleem is. 4 • U kunt de virtuele surround-achterkanaalfunctie niet gebruiken met de koptelefoon of met de functies THX, STEREO of Directe stroom.
• U kunt het virtuele surround-achterkanaal alleen gebruiken als de surround-luidsprekers zijn ingeschakeld en Surr Back is ingesteld op NO in de Luidsprekerinstellingen op bladzijde 45.
• Afhankelijk van het ingangssignaal en de luisterfunctie is het mogelijk dat de virtuele surround-achterkanaalfunctie niet werkt.
29
Du
Page 30
05
SBch-
Type bron
Dolby Digital EX/DTS-ES/WMA9 Pro gecodeerde bronnen met meerdere kanalen met 6.1-kanaals surround-geluid
Dolby Digital/DTS/WMA9 Pro gecodeerde en dvd-audio bronnen met meerdere kanalen
Dolby Digital/DTS/PCM/WMA9 Pro gecodeerde en dvd-audio stereobronnen
Analoge (stereo) bron met twee kanalen ON
a. Alleen van toepassing als de virtuele surround-achterkanaalfunctie wordt gebruikt. b.Niet van toepassing als de virtuele surround-achterkanaalfunctie wordt gebruikt.
verwerking/
Virtuele SB-
functie
ON
AUTO
ON
AUTO
ON
AUTO
AUTO
Bronnen met
meerdere
kanalen
2 Pro Logic IIx 2 Pro Logic Neo:6
Standard / THX
b
b
Stereobronnen
a
a
Geavanceerde
surround
Gebruik van Midnight en Loudness
Met de Midnight-functie kunt u effectief surround-geluid van films beluisteren als het volume laag staat. Het effect verandert automatisch overeenkomstig het volumeniveau waarbij u luistert. De Loudness­luisterfunctie kan gebruikt worden om een goede weergave van de lage en hoge tonen te verkrijgen wanneer het volume laag staat.
Druk op
RECEIVER
en dan op MIDNIGHT/LOUDNESS om tussen MIDNIGHT, LOUDNESS en OFF om te schakelen.
Gebruik van de Sound Retriever
Als tijdens het WMA/MP3/MPEG-4 AAC comprimeringsproces geluidsgegevens worden verwijderd, zal de geluidskwaliteit afnemen als gevolg van een ongelijkmatig geluidsbeeld. De Sound Retriever­functie maakt gebruik van nieuwe DSP-technologie om weer CD-niveau geluidskwaliteit te verkrijgen bij gecomprimeerde 2-kanaals audiobestanden, door de geluidsdruk te herstellen en eventuele storingen (artefacts) te verminderen die na de compressie resteren.
Druk op
(SOUND RETRIEVER) om de Sound Retriever in of uit te schakelen.
RECEIVER
en dan op
S. RETRIEVER
Dialoog benadrukken
• Standaardinstelling: OFF
Met de Dialog Enhancement-functie plaatst u de dialogen in het middenkanaal, waardoor ze duidelijker naar voren komen dan andere achtergrondgeluiden bij het bekijken van TV-programma’s of films.
Druk op
RECEIVER
en dan op
DIALOG E om de
Dialog Enhancement in of uit te schakelen.
Gebruik van de toonregeling
Afhankelijk van de muziek waarnaar u luistert, kan het wenselijk zijn om de lage en hoge tonen bij te regelen met
behulp van de toonregelaar op het voorpaneel.
1 Druk op TONE om het frequentiegebied te selecteren dat u wilt bijregelen.
Bij enkele malen indrukken wordt er omgeschakeld tussen BASS en TREBLE.
2 Gebruik de
MULTI JOG
-knop om de weergave van
de lage of hoge tonen naar wens te wijzigen.
De weergave van de lage of hoge tonen kan worden ingesteld tussen –6 en +6 (dB).
• Wacht ongeveer vijf seconden zodat de aangebrachte wijzigingen automatisch worden ingevoerd.
1
30
Du
Opmerking
1 De toonregeling is alleen beschikbaar wanneer STEREO geselecteerd is (behalve wanneer STEREO geselecteerd is met behulp van AUTO SURROUND).
Page 31
Hoofdstuk 6:
USB-weergave
06
De USB-aansluiting gebruiken
U kunt naar tweekanaals geluid luisteren1 via het USB­interface aan de voorzijde van deze receiver. Sluit een
USB-massageheugenapparaat
2
aan zoals hieronder is
afgebeeld.
1 Druk op USB (
SHIFT+TUNER
).
2 Sluit uw USB-apparaat aan.
De USB-aansluiting bevindt zich op het voorpaneel.
PHONES
SYSTEM SETUP
MULTI JOG
TUNING/
TUNER
TONE
STATION
SPEAKERSRETURN
EDIT
INPUT
USB
DIGITAL INAUDIO RLVIDEO
MCACC
SETUP MIC
S-VIDEO
VIDEO/GAME
Deze receiver
USB-massageheugenapparaat
3Druk op  (afspelen) om te beginnen met afspelen.
De bestanden/mappen worden achter elkaar afgespeeld op basis van de bestandsnaam (volgens de Unicode­norm). Binnen een bepaalde directory worden eerst alle bestanden afgespeeld voordat naar de mappen/ onderliggende mappen wordt doorgegaan.
• Zorg dat de receiver in de stand-bystand staat bij het losmaken van het USB-apparaat.
Basisbediening voor afspelen
In de volgende tabel ziet u de bedieningselementen op de afstandsbediening voor USB-weergave.
Knop Functie
Hiermee start u het normale afspelen. Hiermee onderbreekt/hervat u het afspelen. Druk hierop om te starten met snel
Druk hierop om de starten met snel voorwaarts
Hiermee springt u naar het begin van de
Hiermee springt u naar de volgende track.
achterwaarts scannen (tweemaal indrukken voor scannen met hoge snelheid).
scannen (tweemaal indrukken voor scannen met hoge snelheid).
huidige track, daarna naar vorige tracks.
Belangrijk
Als het bericht USB ERR op het display oplicht, raadpleeg dan de onderstaande informatie:
Error Betekenis
USB ERR1
De stroomvereisten van het USB-apparaat zijn te hoog voor deze receiver.
USB ERR2 Het USB-apparaat is niet geschikt. USB ERR3 Zie USB-aansluiting op bladzijde 71 voor meer
informatie over deze foutmelding.
• Zet de receiver uit en dan weer aan.
• Sluit het USB-apparaat opnieuw aan terwijl de receiver uitgeschakeld is.
• Selecteer een andere ingangsbron (zoals DVD/CD) en schakel dan terug naar USB.
• Gebruik een speciale netspanningsadapter (die bij het USB-apparaat wordt geleverd) voor de USB­stroomvoorziening.
Als dit het probleem niet verhelpt, is uw USB-apparaat waarschijnlijk niet geschikt.
Compatibiliteit met gecomprimeerde audio
Hoewel de meeste standaard combinaties van bitrate/ bemonsteringsfrequentie voor gecomprimeerde audio compatibel zijn, is het toch mogelijk dat sommige onregelmatig gecodeerde bestanden niet afgespeeld kunnen worden. De volgende lijst toont de compatibele indelingen voor gecomprimeerde audiobestanden:
MP3 (MPEG-1/2/2.5 Audio Layer 3) – Bemonsteringsfrequenties: 8 kHz tot 48 kHz; Bitrates: 8 kbps tot 320 kbps (128 kbps of hoger aanbevolen); Bestandsextensie: .mp3
WMA (Windows Media Audio) – Bemonsteringsfrequenties: 32 kHz / 44,1 kHz; Bitrates: 32 kbps tot 192 kbps (128 kbps of hoger aanbevolen); Bestandsextensie: .wma; WMA9 Pro en WMA lossless-codering: Nee
AAC (MPEG-4 Advanced Audio Coding) – Bemonsteringsfrequenties: 11,025 kHz tot 48 kHz; Bitrates: 16 kbps tot 320 kbps (128 kbps of hoger aanbevolen); Bestandsextensie: .m4a; Apple lossless-codering: Nee
Opmerking
1 Hieronder valt het afspelen van WMA/MP3/MPEG-4 AAC-bestanden (behalve bestanden met kopieerbeveiliging of beperkte weergave). 2 • Compatibele USB-apparaten zijn externe magnetische harde schijven, draagbare flashgeheugens (in het bijzonder keydrives) en digitale audiospelers (MP3-spelers) met indeling FAT16/32. U kunt dit apparaat niet op een personal computer aansluiten voor USB-weergave.
• Pioneer kan geen compatibiliteit (bediening en/of bus-power) garanderen met alle USB-massageheugenapparaten en kan ook niet aansprakelijk
worden gesteld voor eventueel gegevensverlies bij aansluiting op deze receiver.
• Bij grote hoeveelheden gegevens kan het inlezen van de inhoud van een USB-apparaat door de receiver lang duren.
31
Du
Page 32
06
Overige compatibiliteitsinformatie
• VBR (variabele bitrate) MP3/WMA/MPEG-4 AAC weergave: Ja
1
• Compatibel met DRM (Digital Rights Management) beveiliging: Ja (DRM-beveiligde audiobestanden kunnen niet met deze receiver worden afgespeeld).
Meer over MPEG-4 AAC
Advanced Audio Coding (AAC) vormt de kern van de MPEG-4 AAC norm, die MPEG-2 AAC bevat, en dit is de basis van de MPEG-4 audiocomprimeringstechnologie. De bestandsindeling en -extensie die gebruikt worden, hangen af van de toepassing die gebruikt is om het AAC­bestand te coderen. Dit apparaat kan AAC-bestanden
afspelen die gecodeerd zijn met iTunes
®
en voorzien zijn van de extensie ‘.m4a’. DRM-beveiligde bestanden kunnen niet worden afgespeeld en bestanden gecodeerd
®
met bepaalde iTunes
versies kunnen mogelijk ook niet
worden afgespeeld.
Apple en iTunes zijn handelsmerken van Apple Computer, Inc. en deze zijn gedeponeerd in de Verenigde Staten en in andere landen.
Meer over WMA
Het Windows Media® logo dat op de doos is afgedrukt, geeft aan dat deze receiver Windows Media Audio­materiaal kan afspelen.
WMA is het acroniem voor Windows Media Audio en verwijst naar een audiocomprimeringstechnologie die ontwikkeld is door Microsoft Corporation. Dit apparaat kan WMA-bestanden afspelen die gecodeerd zijn met
Windows Media
®
Player en voorzien zijn van de extensie ‘.wma’. DRM-beveiligde bestanden kunnen niet worden afgespeeld en bestanden gecodeerd met bepaalde
®
Windows Media
Player versies kunnen mogelijk ook
niet worden afgespeeld.
Microsoft, Windows Media en het Windows-logo zijn merken of gedeponeerde merken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.
Meer over DRM
De DRM (Digital Rights Management) kopieerbeveiliging is een technologie die ontwikkeld is om illegaal kopiëren van materiaal te voorkomen door de weergave enz. te beperken van gecomprimeerde audiobestanden op andere apparaten dan de PC (of andere opnameapparatuur) waarmee het materiaal werd opgenomen. Raadpleeg voor gedetailleerde informatie de handleidingen of helpbestanden van uw PC en/of software.
32
Du
Opmerking
1 In sommige gevallen zal de speelduur niet juist worden aangegeven.
Page 33
Hoofdstuk 7:
De tuner gebruiken
Rechtstreeks afstemmen op een zender
Luisteren naar de radio
Hieronder wordt beschreven hoe u afstemt op FM- en AM-radiozenders met de automatische (zoek) en handmatige (stap) afstemfuncties. Als u de frequentie van de zender weet, zie Rechtstreeks afstemmen op een zender hieronder. Zodra u hebt afgestemd op een zender, kunt u de frequentie opslaan voor later. Zie Voorkeurzenders opslaan op bladzijde 33 voor meer informatie.
SYSTEM OFF
INPUT
RECEIVER
A
V
PRE-PROG
REM
OTE C
DVD
CD-R/TAPE
iPod
ONTROL UNIT
SELECT
RAMM
ED AND
LEAR
TV DVR1
TUNERHDMI1
SOURCE
NIN
G
DVR 2CD
TV CTRL
USBHDMI2
RECEIVER
1 Druk op de knop 2 Druk indien nodig op de knop BAND om de
golfband (FM of AM) te wijzigen.
Bij elke druk op de knop verandert de golfband van FM in AM en omgekeerd.
3 Stem af op een zender.
Dit kan op drie manieren:
Automatisch afstemmen
Houd TUNE / ongeveer één seconde lang ingedrukt om te zoeken naar zenders op de geselecteerde golfband. De receiver begint te zoeken naar de volgende zender en stopt wanneer een zender is gevonden. Herhaal deze stap om nog meer zenders te zoeken.
Handmatig afstemmen
Druk op TUNE / om de frequentie stap voor stap te wijzigen.
Afstemmen met hoge snelheid
Houd TUNE / ingedrukt om af te stemmen met hoge snelheid. Laat de knop los wanneer de gewenste frequentie is bereikt.
FM-stereogeluid verbeteren
Als de indicator TUNED of STEREO niet gaat branden wanneer u afstemt op een FM-zender omdat het signaal zwak is, drukt u op de knop MPX om de receiver om te schakelen naar mono-ontvangst. Hierdoor verbetert de geluidskwaliteit gewoonlijk en kunt u ongestoord genieten van de uitzending.
DIALOG E
S.RETRIEVER
D.ACCESS
AV PARAMETER CH LEVEL
TOP MENU
SETUP
PTY SEARCH
GUIDE
TV VOL
TUNER
CLASS
+10
ST ST
SELECT
TUNE
ENTER
TUNE
TV CONTROL
INPUT
DISC
ENTER
MENU
T.EDIT
RETURN
BAND
TV CH
VOL
om de tuner te selecteren.
MPX
AUDIO
DISP
STATUS
MULTI OPE
SHIFT
REC
A
EON
REC STOP JUKEBOX
B
CDE
SUBTITLE
SIGNAL SEL
THX
STANDARD
PHASE
MUTE
HDD
DVD
CH
CH
STEREO
SBch
ADV.SURR
MCACC
S.DIRECT
Het kan zijn dat u de frequentie van de zender waarop u wilt afstemmen al kent. In dat geval kunt u de frequentie rechtstreeks invoeren met de cijfertoetsen op de afstandsbediening.
1 Druk op de knop 2 Druk indien nodig op de knop BAND om de
golfband (FM of AM) te wijzigen.
Bij elke druk op de knop verandert de golfband van FM in AM en omgekeerd.
3 Druk op D.ACCESS (Direct Access). 4 Voer de frequentie van de zender in met de
cijfertoetsen.
Als u bijvoorbeeld wilt afstemmen op 106.00 (FM), drukt u op 1, 0, 6, 0, 0.
Als u tijdens het invoeren een fout maakt, drukt u tweemaal op D.ACCESS om de frequentie te annuleren en begint u opnieuw.
Voorkeurzenders opslaan
Als u vaak naar een bepaalde zender luistert, is het handig als u de frequentie opslaat in het geheugen van de receiver om de zender later gemakkelijk te kunnen oproepen. Zo hoeft u niet telkens handmatig af te stemmen op de zender. Op deze receiver kunt u maximaal 30 zenders opslaan in het geheugen. Dit gebeurt in drie geheugenklassen (A, B en C) van elk 10 zenders. Wanneer u een FM-frequentie opslaat, wordt de
MPX-instelling (zie bladzijde 33) eveneens bewaard.
1 Stem af op de gewenste zender.
Zie Luisteren naar de radio op bladzijde 33 voor meer informatie.
2 Druk op T.EDIT (TUNER EDIT).
Op het display verschijnt STATION MEMORY en vervolgens een knipperende geheugenklasse.
3 Druk op CLASS om een van de drie klassen te selecteren en druk vervolgens op ST gewenste voorkeurnummer te kiezen.
U kunt het voorkeurnummer ook kiezen met de cijfertoetsen.
4 Druk op
Nadat u op ENTER hebt gedrukt, knipperen de klasse en het nummer van de voorkeurzender niet langer en wordt de zender opgeslagen.
RECEIVER
AV PRE-PROGRAM REMOTE CONTROL UNIT
DVD
CD-R/TAPE
iPod
INPUT
SELECT
MED AND LEAR
TV DVR1
SYSTEM OFF
SOURCE
NING
DVR 2CD
USBHDMI2
TUNERHDMI1
ENTER
TV CTRL
RECEIVER
TUNER
om de tuner te selecteren.
DIALOG E
S.RETRIEVER
D.ACCESS
+10
AV PARAMETER CH LEVEL
TOP MENU
TUNE
ST ST
ENTER
SETUP
TUNE
PTY SEARCH
GUIDE
TV CONTROL
INPUT
TV CH
TV VOL
SELECT
.
07
REC
A
CLASS
DISC
MENU
T.EDIT
RETURN
MPX
AUDIO
DISP
STATUS
MULTI OPE
SHIFT
ENTER
BAND
VOL
/
EON
REC STOP JUKEBOX
B
CDE
HDD
SUBTITLE
CH
SBch
SIGNAL SEL
THX
STANDARD
PHASE
MCACC
om het
MUTE
DVD
CH
STEREO
ADV.SURR
S.DIRECT
33
Du
Page 34
07
Voorkeurzenders een naam geven
U kunt voorkeurzenders een naam geven om ze gemakkelijker te kunnen herkennen.
1 Kies de voorkeurzender die u een naam wilt geven.
Zie Luisteren naar voorkeurzenders hieronder voor de juiste procedure.
2 Druk op T.EDIT (TUNER EDIT).
Op het display verschijnt STATION NAME en vervolgens een knipperende cursor op de eerste tekenpositie.
3 Voer de gewenste naam in.
Kies uit de volgende tekens om een naam van maximaal vier tekens in te voeren.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ abcdefghijklmnopqrstuvwxyz 0123456789
!”#$%&’()
+,–./:;<=>?@[ \ ]^_{|} ˜ [spatie]
•Gebruik de knoppen ST / (op de afstandsbediening) om tekens te selecteren.
•Druk op ENTER om een teken te bevestigen. Als u geen teken invoert, wordt een spatie ingevoegd.
• De naam wordt opgeslagen wanneer u na het kiezen van het vierde teken op ENTER drukt.
Tip
• Als u een zendernaam wilt wissen, herhaalt u stap 1 t/m 3 en voert u in plaats van een naam vier spaties in.
• Zodra u een voorkeurzender een naam hebt gegeven, kunt u tijdens het luisteren naar een zender op DISP drukken om afwisselend de naam en de frequentie weer te geven op het display.
Luisteren naar voorkeurzenders
U kunt alleen luisteren naar voorkeurzenders als u deze hebt opgeslagen. Zie Voorkeurzenders opslaan hierboven als dit nog niet is gebeurd.
1Druk op 2 Druk op CLASS om de klasse te kiezen waarin de
zender is opgeslagen.
Druk verschillende malen om door de klassen A, B en C te lopen.
3 Druk op ST te selecteren.
• U kunt de voorkeurzender ook oproepen met de cijfertoetsen op de afstandsbediening.
TUNER
om de tuner te selecteren.
/
om de gewenste voorkeurzender
Een inleiding tot RDS
Radio Data System (RDS), is een systeem dat wordt gebruikt door FM-radiozenders om luisteraars van allerlei informatie te voorzien, bijvoorbeeld de naam van de zender en het soort programma dat men aan het uitzenden is.
Een functie van RDS is dat u kunt zoeken op programma’s van een bepaald type. Zo kunt u bijvoorbeeld zoeken naar een station dat een programma van het type JAZZ uitzendt.
DVD
CH
STEREO
ADV.SURR
1
U kunt zoeken op de volgende programmatypes:
NEWS – Nieuws AFFAIRS – Actualiteit INFO
– Algemene
informatie
SPORT – Sport EDUCATE – Educatief DRAMA – Hoorspelen en
dergelijke CULTURE – Nationale of regionale cultuur, theater, enz. SCIENCE – Wetenschap en technologie VARIED – Meestal praatprogramma’s, zoals quizzen of interviews.
POP M – Popmuziek ROCK M – Rockmuziek EASY M – Easy listening LIGHT M – ‘Lichte’
klassieke muziek CLASSICS – ‘Serieuze’ klassieke muziek OTHER M – Muziek die niet in de bovenstaane categorieën valt WEATHER – Weersvoorspellingen
FINANCE – Beursberichten, zakelijk nieuws, handel, enz. CHILDREN – Kinderprogramma’s SOCIAL – Sociale aangelegenheden RELIGION – Religieuze programma’s PHONE IN – Praatprogramma’s met telefonische deelname van luisteraars
TRAVEL – Reisinformatie LEISURE –
Vrijetijdsbesteding en hobby’s
JAZZ – Jazz COUNTRY
– Countrymuziek NATION M – Populaire muziek in een andere taal dan het Engels OLDIES – Populaire muziek uit de jaren 50 en 60
FOLK M – Folkmuziek DOCUMENT
Documentaires
Zoeken naar RDS-programma’s
Een van de nuttigste aspecten van RDS is de mogelijkheid om naar een bepaald soort radioprogramma te zoeken. U kunt naar alle programmatypes zoeken die worden opgesomd op de vorige bladzijde.
AV PARAMETER CH LEVEL
TOP MENU
ST ST
SETUP
PTY SEARCH
GUIDE
TUNE
ENTER
TUNE
TV CONTROL
MENU
T.EDIT
RETURN
BAND
1 Druk op de knop BAND om de FM-golfband te selecteren.
2
2 Druk op de knop PTY SEARCH. SEARCH verschijnt op het display.
ST
3Druk op
/ om het programmatype te
selecteren dat u wilt horen.
MPX
AUDIO
DISP
STATUS
MULTI OPE
EON
REC STOP JUKEBOX
B
CDE
HDD
SUBTITLE
CH
SIGNAL SEL
THX
STANDARD
SBch
34
Du
Opmerking
1 Verder zijn er nog drie andere programmatypes: ALARM, NO DATA en NO TYPE. ALARM wordt gebruikt voor aankondigingen bij noodsituaties. U kunt hier niet naar zoeken, maar de tuner zal automatisch op een zender afstemmen wanneer deze dit RDS-signaal uitzendt. NO DATA en NO TYPE verschijnen wanneer er geen programmatype kan worden gevonden. 2 RDS wordt alleen uitgezonden op de FM-band.
Page 35
4 Druk op ENTER om naar dit programmatype te
AV PARAMETER CH LEVEL
zoeken.
Het systeem zoekt of de voorkeurzenders uitzendingen van het gewenste type uitzenden. Wanneer het er één vindt, stopt het zoeken en speelt de desbetreffende zender gedurende vijf seconden.
5 Als u naar deze zender wilt blijven luisteren, moet u binnen deze 5 seconden op ENTER drukken.
Als u niet op ENTER drukt, zoekt het systeem verder. Als NO PTY op het display verschijnt, betekent dit dat de
tuner op dit moment geen programma van het gewenste type heeft kunnen vinden.
1
RDS-informatie weergeven
Druk op de knop DISP om de verschillende beschikbare types RDS-gegevens weer te geven.
• Druk op
DISP
voor RDS-gegevens.
2
Bij elke druk op de toets verandert het display als volgt:
•Radiotekst (RT) – Door de radiozender uitgezonden boodschappen. Een radiozender die een praatshow uitzendt, zou bijvoorbeeld een telefoonnummer kunnen weergeven als RT.
• Programmaservicenaam (PS) – De naam van de radiozender.
• Programmatype (PTY) – Geeft het soort programma aan dat wordt uitgezonden.
• Huidige frequentie van de tuner (FREQ)
EON gebruiken
Wanneer EON (Enhanced Other Network-informatie) is ingeschakeld, schakelt de receiver over naar een EON­uitzending wanneer deze begint, zelfs als de receiver niet in de tunerstand staat. Deze functie kan niet worden gebruikt in gebieden waar geen EON-informatie wordt uitgezonden of wanneer FM-zenders geen PTY-gegevens uitzenden. Wanneer de uitzending ten einde is, keert de tuner weer terug naar de oorspronkelijke frequentie of functie.
TOP MENU
ST ST
SETUP
PTY SEARCH
GUIDE
1 Druk op de knop selecteren.
3
2 Druk op EON om een van de mogelijke standen te kiezen.
Druk herhaaldelijk om te kiezen tussen:
EON TA (verkeersinformatie) – In deze stand zal de radio verkeersinformatie weergeven wanneer deze wordt uitgezonden.
EON NEWS – In deze stand zal de radio nieuwsberichten weergeven wanneer deze worden uitgezonden.
OFF – In deze stand wordt de EON-functie uitgeschakeld.
Wanneer TA of NEWS is ingesteld, licht de EON­indicator op het display (tijdens de ontvangst van een
EON-uitzending knippert de indicator). op het display licht op wanneer de huidige zender de
EON-service aanbiedt.
MENU
TUNE
T.EDIT
ENTER
RETURN
TUNE
BAND
BAND
om de FM-golfband te
5
AUDIO
A
MPX
B
DISP
REC
EON
CDE
SUBTITLE
MUTE
REC STOP JUKEBOX
HDD
DVD
CH
CH
4
De indicator
07
Opmerking
1 RDS zoekt alleen onder de opgeslagen voorkeurzenders. Als er geen zenders zijn opgeslagen of als op geen van de voorkeurzenders het gewenste programmatype wordt gevonden, verschijnt NO PTY op het display. FINISH betekent dat de zoekopdracht is voltooid. 2 • Als er ruis optreedt terwijl de RT-tekst over het scherm loopt, kunnen sommige tekens onjuist worden weergegeven.
• Wanneer de tekst NO RADIO TEXT DATA op het RT-display verschijnt, betekent dit dat er geen RT-gegevens worden uitgezonden door de zender. Het
display schakelt automatisch over naar de weergave van PS-gegevens. (Als er geen PS-gegevens zijn, wordt de frequentie weergegeven.)
• In de PTY-weergave kan NO DATA of NONE worden weergegeven. In dat geval wordt na een paar seconden het PS-display getoond. 3 EON wordt alleen uitgezonden op de FM-band. 4 U kunt niet tegelijk naar verkeersinformatie en nieuwsberichten zoeken. 5• De toetsen TUNER EDIT en PTY SEARCH zijn niet beschikbaar terwijl de EON-indicator brandt op het display.
• Als u naar een andere functie dan de tuner wilt overschakelen wanneer de EON-indicator knippert, drukt u op EON MODE om EON uit te schakelen.
35
Du
Page 36
08
36
Du
Hoofdstuk 8:
Het menu System Setup
Surr Back System – Geef op hoe u de surround-
De receiver instellen via het menu System Setup
Hierna wordt beschreven hoe u met gedetailleerde instellingen opgeeft geven hoe u de receiver gebruikt (bijvoorbeeld als u twee luidsprekersystemen wilt opstellen in afzonderlijke ruimten). Er wordt ook uitgelegd hoe u individuele luidsprekersysteeminstellingen nauwkeurig aan uw voorkeuren kunt aanpassen.
2
ENTER
DIMMER
S.RETRIEVER
TV CH
MIDNIGHT/ LOUDNESS
CLASS
DISC
ENTER
MENU
T.EDIT
RETURN
BAND
VOL
INPUT
RECEIVER
SELECT
AV PRE-PROGRAMMED AND LEARNING REMOTE CONTROL UNIT
DVR 2CD
TV DVR1
DVD
CD-R/TAPE
USBHDMI2
iPod
TUNERHDMI1
SYSTEM OFF
SOURCE
TV CTRL
RECEIVER
SR+
DIALOG E
D.ACCESS
+10
AV PARAMETER CH LEVEL
TOP MENU
TUNE
ST ST
SETUP
TUNE
PTY SEARCH
GUIDE
TV CONTROL
INPUT
TV VOL
SELECT
1 Zet de receiver en de TV aan.
Gebruik de knop RECEIVER om de receiver aan te
1
zetten.
• Als een koptelefoon is aangesloten op de receiver, koppelt u deze los.
2Druk op druk vervolgens op de knop
RECEIVER
op de afstandsbediening en
SETUP
.
Er wordt een schermdisplay weergegeven op de TV. Gebruik /// en ENTER om door de schermen te lopen en menu-items te selecteren. Druk op RETURN om te bevestigen en het huidige menu af te sluiten.
• U kunt op elk gewenst moment op SETUP drukken om het menu System Setup af te sluiten.
3 Selecteer de instelling die u wilt aanpassen.
System Setup
1.Auto MCACC
2.Surr Back System
3.Manual MCACC
4.Data Management
5.Manual SP Setup
6.Input Setup
7.Other Setup
: Exit
Auto MCACC – Zie Surround-geluid automatisch instellen (MCACC) op bladzijde 8 voor een snelle en
effectieve automatische instelling van surround­geluid. Zie Automatic MCACC (Expert) hieronder voor informatie in meer detail.
Opmerking
1 Zorg er voor dat u het geluid niet uitzet wanneer u het menu System Setup gebruikt. 2 • Wanneer u items in het menu Manual MCACC bewerkt, moet u eerst de voorgedefinieerde MCACC-instelling opgeven die u wilt aanpassen. Druk hiertoe op MCACC voordat u op SETUP drukt.
• U kunt het menu System Setup niet gebruiken wanneer de iPod-ingangsbron geselecteerd is.
3 Deze worden opgeslagen in het geheugen en krijgen de naam MEMORY1–6 (of M1–6) totdat u ze een andere naam geeft in Gegevensbeheer op bladzijde 43. 4 Verschillende voorgedefinieerde instellingen kunnen ook afzonderlijke kalibratie-instellingen hebben voor dezelfde luisterpositie afhankelijk van de manier waarop u het systeem gebruikt. 5 Behalve als u slechts één parameter aanpast, bijvoorbeeld het kanaalniveau, via het instellingenscherm Option (stap 3).
achterluidsprekers gebruikt (zie De surround- achterluidspreker instellen op bladzijde 38).
Manual MCACC
Stel de luidsprekerinstellingen nauwkeurig in en pas de akoestische kalibratie-EQ aan (zie
Handmatige MCACC-instelling op bladzijde 39
Data Management
Controleer de voorgedefinieerde MCACC-instellingen en beheer deze door ze te kopiëren, de naam ervan te wijzigen of ze te verwijderen
Gegevensbeheer op bladzijde 43
(zie
).
Manual SP Setup – Geef het formaat, het aantal, de afstand en de algehele balans op van de aangesloten luidsprekers (zie Luidsprekers handmatig instellen op bladzijde 45).
Input Setup – Geef op welke apparaten zijn aangesloten op de digitale en componentvideo­ingangen (zie Het menu Input Setup op bladzijde 55).
Other Setup – Hiermee maakt u aangepaste instellingen die weergeven hoe u de receiver gebruikt (zie Het menu Other Setup op bladzijde 56).
Automatic MCACC (Expert)
Als u gedetailleerdere instellingen nodig hebt dan die worden beschreven in Surround-geluid automatisch instellen (MCACC) op bladzijde 8, kunt u de instellingsopties hieronder aanpassen. U kunt het systeem op verschillende manieren kalibreren voor maximaal zes verschillende voorgedefinieerde MCACC-
instellingen luisterposities hebt die afhankelijk zijn van het type bron, bijvoorbeeld films kijken vanaf de bank of videospelletjes
spelen vlak voor de TV.
• Verplaats de microfoon en de luidsprekers niet tijdens de Automatic MCACC-instelling.
• De instellingen die via de Automatic MCACC­instelling worden gemaakt, vervangen alle bestaande instellingen voor de voorgedefinieerde MCACC-
instelling die u selecteert.
• De screensaver verschijnt automatisch na drie minuten inactiviteit.
• De testtonen die worden voortgebracht tijdens de Automatic MCACC-instelling klinken erg hard.
3
. Dit kan handig zijn als u verschillende
4
Belangrijk
5
Waarschuwing
).
Page 37
1 Sluit de microfoon aan op de aansluiting MCACC SETUP MIC
op het voorpaneel.
Controleer of er zich geen obstakels tussen de luidsprekers en de microfoon bevinden.
S-VIDEO
VIDEO/GAME
INPUT
USB
MCACC
DIGITAL INAUDIO RLVIDEO
PHONES
SYSTEM
TUNING/
TUNER
SETUP
STATION
EDIT
SPEAKERSRETURN
TONE
MULTI JOG
SETUP MIC
Als u een statief hebt, kunt u dit gebruiken om de microfoon ongeveer op oorhoogte te plaatsen op de normale luisterpositie. U kunt de microfoon ook op oorhoogte plaatsen met behulp van een tafel of een stoel.
2 Selecteer ‘Auto MCACC’ in het menu System Setup en druk op
ENTER
System Setup
1.Auto MCACC
2.Surr Back System
3.Manual MCACC
4.Data Management
5.Manual SP Setup
6.Input Setup
7.Other Setup
.
: Exit
1.Auto MCACC
Surr Back System [ Normal (SB) ] Data Save to [M1. MEMORY 1 ]
Setting Start? [OK]
[Option]
ENTER:Next :Cancel
instellen in overeenstemming met de instellingen van de voorluidsprekers. (Er wordt geen egalisatie toegepast op de linker- en rechtervoorkanalen.) Met de instelling OFF (alleen beschikbaar wanneer ALL is geselecteerd) kunt u kalibratie-instellingen, bijvoorbeeld de luidsprekerafstand en het kanaalniveau, opslaan in de geselecteerde voorgedefinieerde instelling zonder EQ- of staande­golfaanpassing.
Multi-Point (alleen beschikbaar als de
bovengenoemde Auto Mode is ingesteld op Acoustic Cal EQ of Aco Cal EQ Pro.) – Naast metingen op de
luisterpositie kunt u twee of meer referentiepunten gebruiken waarvoor testtonen worden geanalyseerd op staande golven. Dit is handig als u een gebalanceerde ‘vlakke’ kalibratie wilt voor
verschillende posities in de luisterruimte.
6
Zet de microfoon op het referentiepunt dat op het scherm wordt aangegeven en houd er rekening mee dat de
laatste microfoonpositie de hoofdluisterpositie is:
08
3 Zorg dat ‘Normal (SB)’ is geselecteerd, een voorgedefinieerde MCACC-instelling
1
selecteer
2
en selecteer
OK.
Als u de Automatic MCACC-instelling helemaal wilt aanpassen, selecteert u Option en stelt u de volgende parameters in:
1.Auto MCACC Option
Auto Mode [ ALL ] Speaker settings will be updated.
THX Speaker NO If you are using THX speakers, select YES.
( Next )
: Return to Auto MCACC
1. Auto MCACC Option
( Back )
EQ Type : FRONT ALIGN Data Save to M2. MEMORY 2 EQ Type : OFF Data Save to [ – – . – – – ]
: Return to Auto MCACC
1.Auto MCACC Option
Auto Mode [ Aco Cal EQ Pro. ] EQ Type [ALL CH ADJUST] Multi-Point NO
: Return to Auto MCACC
Auto Mode – De standaardinstelling is ALL (aanbevolen), maar u kunt de kalibratie van het systeem desgewenst beperken tot slechts één
3
instelling om tijd te besparen. zijn ALL, ALL (Keep SPsetting),
De beschikbare opties
4
Speaker Setting, Channel Level, Speaker Distance, Acoustic Cal EQ en Aco Cal EQ Pro.
THX Speaker (alleen beschikbaar als de
bovenstaande Auto Mode is ingesteld op ALL of Speaker Setting) – Selecteer YES als u THX-
luidsprekers gebruikt (stel alle luidsprekers in op SMALL), en laat de optie anders op NO staan.
EQ Type (alleen beschikbaar als de bovenstaande
Auto Mode is ingesteld op Acoustic Cal EQ of Aco Cal EQ Pro.) – Hiermee bepaalt u de manier waarop de
frequentiebalans wordt aangepast. ALL CH ADJUST (standaardinstelling) is een ‘vlakke’ instelling waarbij alle luidsprekers afzonderlijk worden ingesteld en geen enkel kanaal meer nadruk krijgt. Desgewenst
kunt u met
5
FRONT ALIGN alle luidsprekers
Tweede referentiepunt
12
Derde referentiepunt
3
Hoofdluisterpositie
Wanneer u alle opties hebt ingesteld, drukt u op RETURN om terug te gaan naar het hoofdscherm van de Automatic MCACC-instelling.
4 Volg de instructies op het scherm.
• Zorg dat de microfoon is aangesloten.
• Als u een subwoofer gebruikt, wordt deze automatisch herkend telkens wanneer u het systeem aanzet. Zorg dat de subwoofer aan staat en dat het volume in de middelste stand staat.
•Zie Problemen tijdens het gebruik van de Automatic MCACC-instelling op bladzijde 10 voor opmerkingen betreffende hoge achtergrondruisniveaus en andere mogelijke storingen.
5 Wacht totdat de Automatic MCACC-instelling klaar is met het weergeven van testtonen.
U ziet een voortgangsrapport op het scherm terwijl de receiver testtonen voortbrengt om te bepalen welke luidsprekers aanwezig zijn in de opstelling. Probeer zo stil mogelijk te zijn terwijl dit gebeurt.
• Wijzig het volume niet tijdens de weergave van de testtonen. Dit kan onjuiste luidsprekerinstellingen tot gevolg hebben.
Opmerking
1 Als u de voorluidsprekers met bi-amp wilt aansturen of een afzonderlijk luidsprekersysteem wilt opstellen in een andere ruimte, leest u De surround­achterluidspreker instellen op bladzijde 38 en sluit u de luidsprekers op de juiste manier aan voordat u doorgaat naar stap 4.
2 De zes voorgedefinieerde MCACC-instellingen worden gebruikt om instellingen voor surround-geluid op te slaan voor verschillende luisterposities. Gebruik voorlopig een ongebruikte voorgedefinieerde instelling. (U kunt deze later een andere naam geven in Gegevensbeheer op bladzijde 43.) 3De meting Aco Cal EQ Pro. wordt ook gedaan als ALL is geselecteerd. Zie Professionele akoestische kalibratie-EQ op bladzijde 41 voor meer informatie. 4 Met de optie ALL (Keep SPsetting) kunt u uw systeem kalibreren terwijl uw huidige luidsprekerinstelling (bladzijde 45) ongewijzigd blijft. 5Als u ALL hebt geselecteer d als instelling voor Auto Mode, kunt u de voorgedefinieerde MCACC-instelling opgeven waarin u de instellingen voor FRONT ALIGN en/of OFF wilt opslaan. 6Zet de Multi-Point-instelling op OFF als u maar één luisterpositie gebruikt.
37
Du
Page 38
08
• Bij foutmeldingen (zoals Ambient Noise of Microphone Check) selecteert u RETRY nadat u het
omgevingsgeluid (zie Problemen tijdens het gebruik van de Automatic MCACC-instelling op bladzijde 10)
en de aansluiting van de microfoon hebt gecontroleerd. Als er geen probleem lijkt te zijn, selecteert u gewoon OK om verder te gaan.
6 Controleer zo nodig de luidsprekerconfiguratie op het schermdisplay.
1
De op het scherm getoonde configuratie moet overeenstemmen met de werkelijke luidsprekeropstelling.
1.Auto MCACC
Now Analyzing… (2/9)
Environment Check Ambient Noise [ OK ] Microphone [ ] Speaker YES/NO [ ]
:Cancel
1.Auto MCACC
Check!
Front [ YES ] Center [ YES ] Surround [ YES ] SB [ Yx2 ] SUB W. [ YES ]
[ OK ]
:Cancel
Als u een foutmelding (ERR) in de rechterkolom ziet, of als de weergegeven luidsprekeropstelling niet juist is, kan er een probleem zijn met de aansluiting van de luidsprekers. Als het probleem niet is verholpen nadat u RETRY hebt geselecteerd, zet u de receiver uit en controleert u de luidsprekeraansluitingen. Als er geen probleem lijkt te zijn, gebruikt u / om de luidspreker te selecteren en / om de instelling (of het nummer voor surround-achter) te wijzigen en door te gaan.
7 Controleer of ‘OK’ is geselecteerd en druk op ENTER
.
U ziet een voortgangsrapport op het scherm terwijl de receiver nog meer testtonen laat horen om de optimale instellingen van de receiver voor kanaalniveau, luidsprekerafstand en akoestische kalibratie-EQ te bepalen.
1.Auto MCACC
Now Analyzing
Subwoofer Check
:Cancel
1.Auto MCACC
Now Analyzing… (6/9)
Surround Analyzing Speaker System [ OK ] Channel Level [ OK ] Speaker Distance [ ]
:Cancel
Probeer ook nu zo stil mogelijk te zijn terwijl dit gebeurt. Dit kan 2 tot 6 minuten duren.
• Als u een Multi-Point-instelling hebt geselecteerd bij stap 3, wordt u gevraagd de microfoon te plaatsen op het tweede en derde referentiepunt voordat u de microfoon ten slotte op de hoofdluisterpositie plaatst.
8 De Automatic MCACC-instelling is voltooid! Druk
RETURN
op
om terug te gaan naar het menu System
Setup.
4a.MCACC Data Check
1.Speaker Setting
2.Channel Level
3.Speaker Distance
4.Standing Wave
5.Acoustic Cal EQ
ENTER:Next :Return
De instellingen die worden vastgelegd met de Automatic MCACC-instelling geven normaal gesproken een uitstekend surround-geluid van het systeem, maar u kunt deze instellingen ook handmatig invoeren met het menu
System Setup (zie bladzijde 36).
2
U kunt de instellingen ook bekijken door de parameters afzonderlijk te selecteren op het scherm MCACC Data Check:
Speaker Setting – Het aantal luidsprekers dat u hebt aangesloten en hun formaat (zie bladzijde 45 voor meer informatie)
Channel Level – De algehele balans van het luidsprekersysteem (zie bladzijde 46 voor meer informatie)
Speaker Distance – De afstand van de luidsprekers tot de luisterpositie (zie bladzijde 47 voor meer
informatie)
3
Standing Wave – Filterinstellingen om lage ‘dreunende’ frequenties te regelen (zie bladzijde 40 voor meer informatie)
Acoustic Cal EQ – Aanpassingen aan de frequentiebalans van het luidsprekersysteem op basis van de akoestische eigenschappen van de ruimte (zie bladzijde 41 voor meer informatie)
Druk op ENTER nadat u elk scherm hebt gecontroleerd. Wanneer u klaar bent, selecteert u RETURN om terug te gaan naar het menu System Setup.
De surround-achterluidspreker instellen
• Standaardinstelling: Normal (SB)
Er zijn verschillende manieren waarop u de surround­achterluidsprekerkanalen kunt gebruiken met dit systeem. Naast de normale thuistheaterinstelling waarbij ze worden gebruikt als surround-achterluidsprekers, kunnen ze ook worden gebruikt voor een bi-amp­aansturing van de voorluidsprekers of als onafhankelijk luidsprekersysteem in een andere ruimte.
38
Du
Opmerking
1 Dit scherm wordt alleen weergegeven als u ALL of Speaker Setting hebt geselecteerd in Auto Mode in het menu Auto MCACC Option. 2 • Afhankelijk van de eigenschappen van uw kamer, worden soms verschillende formaten ingesteld voor identieke luidsprekers met conusafmetingen van ongeveer 12 cm. U kunt de instelling handmatig corrigeren met de Luidsprekers handmatig instellen op bladzijde 45.
• De afstand van de subwoofer tot de luisterpositie kan groter worden ingesteld dan de werkelijke afstand. Deze instelling moet nauwkeurig zijn (rekening houdend met de vertraging en de eigenschappen van de ruimte) en hoeft normaal gesproken niet te worden gewijzigd. 3 Omdat de afstanden zijn ingesteld met het oog op de geluidskenmerken van uw luidsprekers, zijn er gevallen waarin voor een optimaal surround-geluid de werkelijke afstand kan verschillen van de ingestelde luidsprekerafstand.
Page 39
1 Selecteer ‘Surr Back System’ in het menu System Setup.
Zie De receiver instellen via het menu System Setup hierboven als u zich nog niet in dit scherm bevindt.
System Setup
1.Auto MCACC
2.Surr Back System
3.Manual MCACC
4.Data Management
5.Manual SP Setup
6.Input Setup
7.Other Setup
: Exit
2.Surround Back System
Surround Back System
Normal (SB)
:Return
2 Selecteer de instelling voor de surround­achterluidsprekers.
Normal (SB) – Kies deze instelling voor een normaal thuistheatersysteem met surround­achterluidsprekers in de hoofdinstelling (luidsprekersysteem A).
2nd Zone – Kies deze instelling om de (surround­achter) B-luidsprekeraansluitingen te gebruiken om te luisteren naar stereoweergave in een andere ruimte (zie Luidspreker B-opstelling in tweede zone op bladzijde 51).
Front Bi-Amp – Kies deze instelling voor een bi-amp­aansturing van de voorluidsprekers (zie Dubbele versterking van de voorluidsprekers op bladzijde 52).
3 Druk op
RETURN
wanneer u klaar bent.
U keert terug naar het menu System Setup.
Handmatige MCACC-instelling
Wanneer u meer vertrouwd bent met het systeem, kunt u met de opties in het handmatige MCACC-instelmenu gedetailleerde aanpassingen verrichten. Voltooi de stappen in Surround-geluid automatisch instellen (MCACC) op bladzijde 8 voordat u deze instellingen verricht.
U hoeft deze instellingen slechts één keer te verrichten (tenzij u de huidige luidsprekeropstelling wijzigt of nieuwe luidsprekers toevoegt).
Waarschuwing
• De testtonen die worden voortgebracht tijdens de System Setup klinken erg hard.
Belangrijk
• U moet eerst de voorgedefinieerde MCACC-instelling opgeven die u wilt aanpassen. Druk hiertoe op
MCACC voordat u drukt op SETUP (stap 2 in De receiver instellen via het menu System Setup op
bladzijde 36).
• Voor sommige van de hieronder beschreven instellingen moet u de instelmicrofoon aansluiten op het voorpaneel en deze op oorhoogte op de normale luisterpositie plaatsen. Zie Surround-geluid automatisch instellen (MCACC) op bladzijde 8 als u niet zeker weet hoe u dit moet doen. Zie ook
Problemen tijdens het gebruik van de Automatic MCACC-instelling op bladzijde 10 voor opmerkingen
betreffende hoge achtergrondruisniveaus en andere mogelijke storingen.
• Als u een subwoofer gebruikt, zet u deze aan en zet u het volume in de middelste stand.
1 Selecteer ‘Manual MCACC’ in het menu System Setup.
Zie De receiver instellen via het menu System Setup op bladzijde 36 als u zich nog niet in dit scherm bevindt.
System Setup
1.Auto MCACC
2.Surr Back System
3.Manual MCACC
4.Data Management
5.Manual SP Setup
6.Input Setup
7.Other Setup
: Exit
3.Manual MCACC
a.Fine Ch Level
b.Fine SP Distance c.Standing Wave d.EQ Adjust e.EQ Professional
:Return
2 Selecteer de instelling die u wilt aanpassen.
Als u dit voor het eerst doet, is het wellicht raadzaam deze instellingen in de getoonde volgorde te verrichten.
Fine Ch Level – Hiermee kunt u de algehele balans van het luidsprekersysteem nauwkeurig aanpassen (zie Het kanaalniveau nauwkeurig instellen hieronder).
Fine SP Distance – Hiermee kunt u de vertragingsinstellingen van het luidsprekersysteem nauwkeurig aanpassen (zie De luidsprekerafstand nauwkeurig instellen op bladzijde 40).
Standing Wave – Hiermee regelt u te resonante lage frequenties in de luisterruimte (zie Staande golf op bladzijde 40).
De laatste twee instellingen zijn specifiek bedoeld om de parameters aan te passen die worden beschreven in Akoestische kalibratie-EQ op bladzijde 41:
EQ Adjust – Hiermee past u de frequentiebalans van het luidsprekersysteem handmatig aan terwijl u luistert naar testtonen (zie Akoestische kalibratie-EQ op bladzijde 41).
EQ Professional – Hiermee kalibreert u het systeem op basis van direct geluid dat uit de luidsprekers komt en maakt u gedetailleerde instellingen op basis van de akoestische eigenschappen van de ruimte (zie Professionele akoestische kalibratie-EQ op bladzijde 41).
Het kanaalniveau nauwkeurig instellen
• Standaardinstelling: 0.0dB (alle kanalen)
U krijgt een beter surround-geluid als u de algehele balans van het luidsprekersysteem correct instelt. Met de volgende instelling kunt u nauwkeurige aanpassingen doorvoeren die wellicht niet mogelijk zijn met de Luidsprekers handmatig instellen op bladzijde 45.
1 Selecteer ‘Fine Ch Level’ in het instelmenu Manual MCACC.
Het volume wordt verhoogd tot het referentieniveau 0 dB.
3.Manual MCACC
a.Fine Ch Level
b.Fine SP Distance c.Standing Wave d.EQ Adjust e.EQ Professional
:Return
3a.Fine Channel Level
Please Wait... 20
Caution! Loud test tones will be output.
:Cancel
08
39
Du
Page 40
08
2 Stel het niveau van het linkerkanaal in.
Dit is het referentieluidsprekerniveau. Het is wellicht het beste dat u een niveau rond 0 dB instelt, zodat u genoeg speelruimte hebt om de overige luidsprekerniveaus in te stellen.
3a.Fine Channel Level
MCACC:M1. MEMORY 1
L(Reference) +0.5dB
Enter:Next :Cancel
•Nadat u op ENTER hebt gedrukt, worden testtonen weergegeven.
3 Selecteer alle kanalen één voor één en stel de juiste niveaus (
+/– 10 dB)
in.
Gebruik / om het volume te regelen van de gekozen luidspreker om deze te laten overeenstemmen met de referentieluidspreker. Wanneer het klinkt alsof beide tonen hetzelfde volume hebben, drukt u op om te bevestigen en door te gaan naar het volgende kanaal.
3a.Fine Channel Level
L +0.5dB (Reference) R [ 0.0dB ] C +1.0dB SL [ -3.0dB ] SR [ +10.0dB ] SBL [ -10.0dB ] SBR [ +9.5dB ] SW [ -1.5dB ]
:Finish
2 Stel de afstand van het linkerkanaal tot de luisterpositie in.
3 Selecteer alle kanalen één voor één en stel de juiste afstand in.
Gebruik / om de vertraging te regelen van de gekozen luidspreker om deze te laten overeenstemmen met de referentieluidspreker. De vertraging wordt gemeten op basis van de luidsprekerafstand, van 0.1 tot
9.0 meter.
3b.Fine SP Distance
3.0 m (Reference
L R [ 3.0 m ]
2.5 m
C SL [ 3.0 m ] SR [ 3.0 m ] SBL [ 3.0 m ] SBR [ 3.0 m ] SW [ 3.0 m ]
)
:Finish
Luister naar de referentieluidspreker en regel op basis hiervan het doelkanaal bij. Ga op de luisterpositie met uitgestrekte armen voor de twee luidsprekers staan en wijs in de richting van de luidsprekers. Probeer te bereiken dat de twee tonen klinken alsof ze tegelijkertijd
aankomen op een punt net vóór u en tussen uw armen.
1
• De referentieluidspreker waarmee u kunt vergelijken, verandert afhankelijk van de luidspreker die u kiest.
• Als u wilt teruggaan naar een kanaal om het bij te regelen, selecteert u het kanaal met /.
4 Druk op RETURN wanneer u klaar bent.
U keert terug naar het instelmenu Manual MCACC.
De luidsprekerafstand nauwkeurig instellen
•Standaardinstelling: 3.0 m (alle luidsprekers)
Voor een goede geluidsdiepte en kanaalscheiding is het nodig dat u een korte vertraging toevoegt aan sommige luidsprekers, zodat alle geluiden de luisterpositie gelijktijdig bereiken. Met de volgende instelling kunt u nauwkeurige aanpassingen doorvoeren die wellicht niet mogelijk zijn met de Luidsprekers handmatig instellen hieronder.
1 Selecteer ‘Fine SP Distance’ in het instelmenu Manual MCACC.
3.Manual MCACC
a.Fine Ch Level
b.Fine SP Distance
c.Standing Wave d.EQ Adjust e.EQ Professional
:Return
3b.Fine SP Distance
MCACC:M1. MEMORY 1
L(Reference)
3.0 m
Enter:Next :Cancel
Wanneer het klinkt alsof de vertragingsinstellingen met elkaar overeenstemmen, drukt u op om te bevestigen en door te gaan naar het volgende kanaal.
• De referentieluidspreker waarmee u kunt vergelijken, verandert afhankelijk van de luidspreker die u kiest.
• Als u wilt teruggaan naar een kanaal om het bij te regelen, selecteert u het kanaal met /.
4 Druk op RETURN wanneer u klaar bent.
U keert terug naar het instelmenu Manual MCACC.
Staande golf
• Standaardinstelling: ON
Akoestische staande golven treden op wanneer onder bepaalde omstandigheden geluidsgolvan van uw luidsprekersysteem resoneren met geluidsgolven die worden gereflecteerd door de muren in de luisterruimte. Dit kan een negatief effect hebben op het algehele geluid, in het bijzonder bij bepaalde lagere frequenties. Afhankelijk van de plaatsing van de luidsprekers, uw luisterpositie en de vorm van de ruimte, kan dit een te resonant (‘dreunend’) geluid geven. Standing Wave Control maakt gebruik van filters om het effect van te resonante geluiden in de luisterruimte te verminderen. Tijdens het afspelen van een bron kunt u de filters die voor Standing Wave Control worden gebruikt aanpassen
voor elk van de voorgedefinieerde MCACC-instellingen.
2
40
Du
Opmerking
1 • Als u dit niet kunt bereiken door de afstandsinstelling aan te passen, moet u wellicht de hoek van uw luidsprekers iets aanpassen.
• Voor een betere hoorbaarheid geeft de subwoofer een ononderbroken testtoon (de andere luidsprekers geven oscillerende impulsen). Het kan moeilijk zijn om deze toon te vergelijken met de andere luidsprekers (afhankelijk van de lage-frequentierespons van de referentieluidspreker). 2 • Aangezien deze worden overschreven, is het verstandig om de instellingen voor staande golven die worden gemaakt met de automatische MCACC­instelling op te slaan in een andere voorgedefinieerde MCACC-instelling.
• Filterinstellingen voor het regelen van staande golven kunnen niet worden gewijzigd tijdens het afspelen van bronnen via de HDMI-aansluiting.
Page 41
1 Selecteer ‘Standing Wave’ in het instelmenu Manual MCACC.
3.Manual MCACC
a.Fine Ch Level b.Fine SP Distance
c.Standing Wave
d.EQ Adjust e.EQ Professional
:Return
3c.Standing Wave
MCACC : M1. MEMORY 1 Standing Wave Control [ ON ] Filter Ch
No. 1 2 3 f [ 68 Q [ 5.0
A T
[ 0.0
T
MAIN
Hz
] [ 120
Hz
] [ 5.0 ] [ 5.0 ]
dB
] [ 0.0
dB
] [ 201
] [ 0.0 :Finish
Hz
]
dB
]
2 Selecteer ‘ON’ als dit nog niet is geselecteerd en pas de parameters voor Standing Wave Control aan.
Filter Ch – Selecteer het kanaal waarop u de filters wilt toepassen: Main (alle kanalen behalve het middenkanaal en de subwoofer), Center of SUB W. (subwoofer).
TRIM (alleen beschikbaar wanneer het bovengenoemde filterkanaal SUB W. is) – Hiermee past u het subwoofer-kanaalniveau aan om het verschil in voortgebracht geluid na toepassing van het filter te compenseren.
f / Q / ATT – Dit zijn de filterparameters waarbij f staat voor de frequentie die u regelt en Q de bandbreedte is. Hoe hoger de Q, des te smaller de bandbreedte of het bereik van de verzwakking (ATT is de mate van afzwakking van de betreffende frequentie).
3 Druk op RETURN wanneer u klaar bent.
U keert terug naar het instelmenu Manual MCACC.
Akoestische kalibratie-EQ
De akoestische kalibratie-equalizer is een soort kamerequalizer voor de luidsprekers (met uitzondering van de subwoofer). Hij meet de akoestische eigenschappen van de ruimte en neutraliseert de omgevingsfactoren die het originele bronmateriaal kunnen verkleuren en geeft een ‘vlakke’ egalisatie­instelling. Als u niet tevreden bent met de automatische instelling in Surround-geluid automatisch instellen (MCACC) op bladzijde 8 of Automatic MCACC (Expert) op bladzijde 36, kunt u deze instellingen ook handmatig verrichten om de frequentiebalans naar wens aan te passen.
1 Selecteer ‘EQ Adjust’ in het instelmenu Manual MCACC.
3.Manual MCACC
a.Fine Ch Level b.Fine SP Distance c.Standing Wave
d.EQ Adjust
e.EQ Professional
:Return
3d.EQ Adjust
MCACC:M1. MEMORY 1
Setting Start? [ OK ]
Enter:Next :Cancel
2 Bevestig dat de getoonde voorgedefinieerde MCACC-instelling de instelling is die u wilt aanpassen en selecteer OK.
3 Selecteer het (de) gewenste kanaal (kanalen) en regel ze naar wens bij.
3d.EQ Adjust unit:dB
63Hz [ 0.0] MCACC : M1 125Hz [ 0.0] Ch [SBL] 250Hz [ 0.0] 500Hz [ 0.0] 1kHz 0.0 2kHz [ -1.0] 4kHz [ 8kHz [ -4.5] 16kHz [ -7.0]
1k2k4k
63
125
250
500
TRIM [
-2.0]
8k
16k
0.0]
TRM
:Finish
Gebruik de knoppen / om het kanaal te selecteren. Gebruik de knoppen / om de frequentie t e selecteren
en / om de equalizerband te verhogen of te verlagen. Wanneer u klaar bent, gaat u terug naar de bovenkant van het scherm en kiest u het volgende kanaal met de knoppen /.
•De OVER!-indicator verschijnt op het display als de frequentie-aanpassing te drastisch is en vervorming kan veroorzaken. In dat geval verlaagt u het niveau tot OVER! van het display verdwijnt.
Tip
• Wanneer u de frequentiecurve van één kanaal te drastisch wijzigt, zal dit de algehele balans beïnvloeden. Als de luidsprekerbalans niet in orde lijkt, kunt u kanaalniveaus verhogen of verlagen op basis van testtonen met behulp van de TRIM-functie. Gebruik / om TRIM te selecteren en verhoog of verlaag het kanaalniveau van de huidige luidspreker met /.
4 Druk op
RETURN
wanneer u klaar bent.
U keert terug naar het instelmenu Manual MCACC.
Professionele akoestische kalibratie-EQ
Deze instelling brengt ongewenste effecten van de akoestiek van een ruimte terug tot een minimum omdat u het systeem kalibreert op basis van direct geluid dat uit de luidsprekers komt. U kunt ook een grafische weergave
bekijken van de frequentierespons van de ruimte.
Professionele akoestische kalibratie-EQ gebruiken
Als de lagere frequenties te veel weergalmen in de luisterruimte (het geluid ‘dreunt’) of als verschillende kanalen verschillende galmeigenschappen lijken te vertonen, selecteert u Aco Cal EQ Pro. (of ALL) voor de instelling Auto Mode in Automatic MCACC (Expert) op bladzijde 36 om de ruimte automatisch te kalibreren. Als het goed is, geeft dit een uitgebalanceerde kalibratie die geschikt is voor de eigenschappen van de luisterruimte.
1
08
Opmerking
1 Met dit systeem kunt u de systeemkalibratie aanpassen met behulp van een grafische weergave die op het scherm kan worden getoond.
41
Du
Page 42
08
Als u toch niet tevreden bent met de resultaten, biedt de handmatige Advanced EQ-instelling (hieronder) een nauwkeuriger kalibratie van het systeem met het directe geluid van de luidsprekers. Dit gebeurt met behulp van een grafische weergave die op het scherm kan worden getoond.
Galm van hoge tegenover lage frequenties – Afhankelijk van de ruimte kunnen lage frequenties meer weerklinken dan hogere frequenties. (Het geluid ‘dreunt’ in de ruimte.) Dit kan leiden tot een scheve frequentieanalyse als de meting te laat plaatsvindt.
De grafische weergave interpreteren
In de grafiek zijn decibellen uitgezet op de verticale as en tijd (in milliseconden) op de horizontale as. Een rechte lijn betekent een ruimte met vlakke respons (geen galm). Een kromme lijn betekent dat er galm is opgetreden bij de weergave van testtonen. De kromming wordt steeds minder naarmate de galm stabiliseert (dit duurt meestal ongeveer 100 ms).
Door de grafiek te analyseren moet u kunnen zien hoe de ruimte reageert op bepaalde frequenties. Er wordt automatisch rekening gehouden met verschillen in kanaalniveau en luidsprekerafstand en deze worden gecompenseerd om goed te kunnen vergelijken. Bovendien kunt u de frequentiemetingen controleren
zowel met als zonder egalisatie van de receiver.
1
Professionele akoestische kalibratie-EQ instellen op basis van de eigenschappen van de ruimte
Tijdens de handmatige instelling kunt u de tijdsperiode instellen waarop de frequentierespons wordt geanalyseerd. U kunt hierbij de tijd bepalen die het meest geschikt is voor kalibratie van het systeem met de specifieke eigenschappen van de ruimte.
In de onderstaande grafiek ziet u het verschil tussen standaard akoestische kalibratie en professionele kalibratie. (De grijze cirkels staan voor het punt waarop de microfoon het geluid voor de frequentieanalyse vastlegt.)
Niveau
Testtoon
Kalibratiebereik van professionele akoestische kalibratie-EQ
0 16080
Kalibratiebereik van standaard akoestische kalibratie-EQ
Tijd (in msec.)
Zodra het luidsprekersysteem geluid voortbrengt, wordt dit beïnvloed door de eigenschappen van de ruimte, bijvoorbeeld door muren, meubels en de afmetingen van de ruimte. Hoe eerder de frequentie wordt geanalyseerd, des te minder invloed de ruimte heeft. Een eerste tijdinstelling van 20 ms tot 40 ms wordt aanbevolen om twee belangrijke factoren te compenseren die het geluid van de meeste ruimten beïnvloeden:
Niveau
Kalibratiebereik van professionele akoestische kalibratie-EQ
0 16080
Kalibratiebereik van standaard akoestische kalibratie-EQ
Lage frequenties
Hoge frequenties
Tijd (in msec.)
Galmkenmerken van verschillende kanalen – Galmeigenschappen kunnen enigszins verschillen per kanaal. Aangezien dit verschil toeneemt naarmate het geluid wordt beïnvloed door de verschillende eigenschappen van de ruimte, is het vaak beter de frequentieanalyse vroeg uit te voeren zodat de frequenties en geluiden van de kanalen goed mengen.
Niveau
Kalibratiebereik van professionele akoestische kalibratie-EQ
0 16080
Kalibratiebereik van standaard akoestische kalibratie-EQ
Surround­link
Surround­rechts
Tijd (in msec.)
Als de ruimte geen last heeft van bovengenoemde factoren, is het vaak niet nodig om 20 ms tot 40 ms in te stellen. Latere tijdsinstellingen geven vaak een gedetailleerde perceptie van het geluid met het luidsprekersysteem. U kunt het beste experimenteren om te zien wat het meest geschikt is voor uw specifieke ruimte.
Als u wijzigingen aanbrengt in de ruimte, bijvoorbeeld door meubels of schilderijen te verplaatsen, heeft dit invloed op de resultaten van de kalibratie. In dergelijke gevallen moet u het systeem opnieuw kalibreren.
Professionele akoestische kalibratie-EQ gebruiken
1 Selecteer ‘EQ Professional’ en druk op ENTER.
3.Manual MCACC
a.Fine Ch Level b.Fine SP Distance c.Standing Wave d.EQ Adjust
e.EQ Professional
:Return
3e.EQ Professional
1.Reverb Measurement
2.Reverb View
3.Advanced EQ Setup
ENTER:Next :Return
42
Du
2 Selecteer een optie en druk op ENTER.
Reverb Measurement – Gebruik deze optie om de galmeigenschappen van uw ruimte te meten.
Opmerking
1 Houd er wel rekening mee dat een effect met de naam ‘groepsvertraging’ ervoor kan zorgen dat de generatie van lagere frequenties langer duurt dan die van hogere frequenties. (Dit valt het meeste op als u frequenties vergelijkt met 0ms.) Deze eerste kromming vormt geen probleem (geeft geen extreme galm) in de luisterruimte.
Page 43
Reverb View – U kunt de metingen van de galm controleren die zijn gedaan voor bepaalde frequentiebereiken voor elk kanaal.
Advanced EQ Setup – Gebruik deze optie om de tijdsperiode in te stellen die wordt gebruikt voor aanpassing van de frequentie en kalibratie op basis van de metingen van de galm in de luisterruimte. Het aanpassen van de systeemkalibratie met deze instelling verandert de instellingen die u in Surround- geluid automatisch instellen (MCACC) op bladzijde 8 of Automatic MCACC (Expert) op bladzijde 36 hebt aangebracht, en is niet nodig als u tevreden bent met deze instellingen.
3 Als u ‘Reverb Measurement’ hebt geselecteerd, selecteert u EQ ON of OFF en vervolgens OK.
3e1.Reverb Measurement
MCACC: M1.MEMORY 1
Measure with EQ OFF
Setting Start? [OK]
:Cancel
3e1.Reverb Measurement
Now Analyzing… (1/5)
MEMORY 1 EQ:ON
M1. Ambient Noise [ OK ] Microphone [ ] Speaker Level [ ] Delay Check [ ] Reverb [ ]
:Cancel
De volgende opties bepalen hoe de galmeigenschappen van uw luisterruimte in Reverb View worden weergegeven:
EQ OFF – Selecteer deze optie als u de akoestische eigenschappen van de luisterruimte wilt bekijken zonder egalisatie van de receiver (voor kalibratie).
EQ ON – Selecteer deze optie als u de akoestische eigenschappen van de luisterruimte wilt bekijken met
egalisatie van de receiver (na kalibratie).
1
Me rk op da t de EQ-respons wellicht niet geheel vlak lijkt, vanwege correcties die nodig zijn voor uw luisterruimte.
Wanneer het meten van de galm voltooid is, kunt u Reverb View selecteren om de resultaten op het scherm te zien.
4 Als u ‘Reverb View’ hebt geselecteerd, kunt u de galmeigenschappen van elk kanaal controleren. Druk op RETURN wanneer u klaar bent.
3e2.Reverb View
M1 : EQ OFF Ch [ L ] Fq [ 63Hz ]
dB
0 80 160ms
:Return
Dit wordt weergegevens volgens de instelling die u gekozen hebt bij Reverb Measurement (stap 3 hierboven). Gebruik de knoppen / om het kanaal en de frequentie te selecteren die u wilt controleren. Gebruik de knoppen / om tussen deze twee te schakelen. De markeringen op de verticale as geven decibellen aan met intervallen van 2dB.
5 Als u ‘Advanced EQ Setup’ hebt geselecteerd, geeft u de gewenste tijdsinstelling op voor de kalibratie en selecteert u ‘Go’. Selecteer ‘Start’ in het volgende scherm.
Op basis van de meting van de galmeigenschappen kunt u de tijdsperiode kiezen die wordt gebruikt voor de uiteindelijke aanpassing van de frequentie en kalibratie. Hoewel u dit ook kunt instellen zonder meting van de galmeigenschappen, is het beter om de resultaten van de meting te gebruiken als referentie voor de tijdsinstelling. De aanbevolen tijdsinstelling voor een optimale kalibratie van het systeem op basis van direct geluid uit de luidsprekers is 20~40ms.
3e4. Adv. EQ Setup (1/2)
Ch [ L ] Fq [ 63Hz ]
dB
Tm [60
0 80 160ms
( Next)
:Cancel
~80ms]
3e4. Adv. EQ Setup (2/2)
( Back ) EQ Type [ALL CH ADJUST] Multi-Point NO
Setting Start? [OK]
: Cancel
Gebruik de knoppen / om het kanaal, de frequentie en de tijdsinstelling te selecteren. Gebruik de knoppen / om hiertussen te schakelen.
U kunt schakelen tussen de aangesloten luidsprekers, behalve de subwoofer, en de metingen voor de volgende frequenties weergeven: 63 Hz, 125 Hz, 250 Hz, 500 Hz, 1 kHz, 2 kHz, 4 kHz, 8 kHz en 16 kHz.
Selecteer de instelling uit de volgende tijdsperioden (in milliseconden): 0~20ms, 10~30ms, 20~40ms, 30~50ms, 40~60ms, 50~70ms en 60~80ms. Deze instelling geldt voor alle kanalen tijdens de kalibratie.
Selecteer OK wanneer u klaar bent. De kalibratie duurt ongeveer 1 tot 4 minuten.
Nadat de akoestische kalibratie-egalisatie is ingesteld, krijgt u de optie om de instellingen op het scherm te controleren.
Gegevensbeheer
In dit systeem kunt u maximaal zes voorgedefinieerde MCACC-instellingen opslaan zodat u het systeem kunt kalibreren voor verschillende luisterposities of
frequentieaanpassingen voor dezelfde luisterpositie. is handig voor alternatieve instellingen afhankelijk van het type bron dat u beluistert en de luisterpositie (bijvoorbeeld als u film kijkt vanaf de bank of een videospelletje speelt vlak voor de TV).
Vanuit het instelmenu Data Management kunt u de huidige instellingen controleren, kopiëren van de ene voorgedefinieerde instelling naar de andere, voorgedefinieerde instellingen een naam geven zodat u ze gemakkelijk kunt herkennen en instellingen die u niet meer nodig hebt wissen.
2
Dit
08
Opmerking
1 De kalibratie die overeenkomt met de momenteel geselecteerde voorgedefinieerde MCACC-instelling wordt gebruikt wanneer EQ ON is geselecteerd. Als u een andere voorgedefinieerde MCACC-instelling wilt gebruiken, sluit u het menu System Setup en
u op SETUP drukt
2 U kunt deze voorgedefinieerde instellingen instellen in Surround-geluid automatisch instellen (MCACC) op bladzijde 8 of Automatic MCACC (Expert) op bladzijde 36. Als het goed is, hebt u een van beide procedures al uitgevoerd.
.
drukt u op MCACC om deze te selecteren voordat
43
Du
Page 44
08
1 Selecteer ‘Data Management’ in het menu System Setup.
Zie De receiver instellen via het menu System Setup hierboven als u zich nog niet in dit scherm bevindt.
System Setup
1.Auto MCACC
2.Surr Back System
3.Manual MCACC
4.Data Management
5.Manual SP Setup
6.Input Setup
7.Other Setup
: Exit
4.Data Management
a.MCACC Data Check
b.MCACC Data Copy c.Memory Rename d.Memory Clear
:Return
2 Selecteer de instelling die u wilt aanpassen.
MCACC Data Check – Controleer de instellingen van een van de voorgedefinieerde MCACC-instellingen op het scherm (zie Gegevens van voorgedefinieerde MCACC-instellingen controleren hieronder).
MCACC Data Copy – Kopieer instellingen van de ene voorgedefinieerde MCACC-instelling naar de andere (zie Gegevens van voorgedefinieerde MCACC- instellingen kopiëren hieronder).
Memory Rename – Geef de voorgedefinieerde MCACC-instellingen namen zodat u ze gemakkelijk kunt herkennen (zie Voorgedefinieerde MCACC- instellingen een naam geven hieronder).
Memory Clear – Wis eventuele voorgedefinieerde MCACC-instellingen die u niet meer nodig hebt (zie Voorgedefinieerde MCACC-instellingen wissen hieronder).
Gegevens van voorgedefinieerde MCACC­instellingen controleren
Nadat u Surround-geluid automatisch instellen (MCACC) op bladzijde 8 of Automatic MCACC (Expert) op bladzijde 36 hebt voltooid, kunt u de gekalibreerde instellingen controleren op het scherm.
1 Selecteer ‘MCACC Data Check’ in het instelmenu Data Management.
4.Data Management
a.MCACC Data Check
b.MCACC Data Copy c.Memory Rename d.Memory Clear
:Return
4a.MCACC Data Check
1.Speaker Setting
2.Channel Level
3.Speaker Distance
4.Standing Wave
5.Acoustic Cal EQ
ENTER:Next :Return
2 Selecteer de instelling die u wilt controleren.
• Het is handig als u dit doet terwijl een bron wordt afgespeeld, zodat u de verschillende instellingen kunt vergelijken.
3 Selecteer de voorgedefinieerde MCACC-instelling die u wilt controleren.
Gebruik de knoppen / als u moet schakelen tussen luidsprekers/instellingen.
4a4.EQ Data Check
63Hz : 0.0 MCACC M1 125Hz : 0.0 Ch [SBL] 250Hz : 0.0 500Hz : 0.0 1kHz : 0.0 2kHz : -1.0 4kHz : 8kHz : -4.5 16kHz : -7.0
1k2k4k
63
125
250
500
TRIM : 0.0
-2.0
8k
16k
TRM
:Return
4 Druk op
RETURN
om terug te gaan naar het menu Data Check en herhaal stap 2 en 3 om andere instellingen te controleren.
4a2.Speaker Distance
MCACC M1. MEMORY 1 L : 2.0m C : 2.0m R : 2.0m SR : 2.5m SBR : 3.0m SBL : 3.0m SL : 2.5m SW : 2.3m
5 Druk op
:Return
RETURN
4a3.Standing Wave
MCACC M1. MEMORY 1 Sranding Wave Control : ON Filter Ch [ SUB W. ] TRIM : +12.0dB No. 1 2 3
Hz
: 110Hz : 110
f : 110 Q : 3.0 : 3.0 : 3.0
A T
dB
: 10.0dB : 12.0
: 12.0
T
:Return
wanneer u klaar bent.
Hz
dB
U keert terug naar het instelmenu Data Management.
Gegevens van voorgedefinieerde MCACC­instellingen kopiëren
Als u de akoestische kalibratie-EQ handmatig wilt aanpassen (zie Handmatige MCACC-instelling hierboven), raden wij u aan de huidige instellingen te
kopiëren
1
naar een ongebruikte voorgedefinieerde MCACC-instelling. In plaats van over een vlakke EQ-curve beschikt u dan over een referentiepunt als startpunt.
1 Selecteer ‘MCACC Data Copy’ in het instelmenu Data Management.
4.Data Management
a.MCACC Data Check
b.MCACC Data Copy
c.Memory Rename d.Memory Clear
:Return
4b.MCACC Data Copy
From [ M1. MEMORY 1 ] To [ M2. MEMORY 2 ]
Start Copy [Cancel ]
:Cancel
2 Selecteer de voorgedefinieerde MCACC-instelling waaruit u instellingen wilt kopiëren bij ‘From’ en geef op naar waarnaar u deze wilt kopiëren (‘To’).
Zorg ervoor dat u geen voorgedefinieerde MCACC­instelling overschrijft die u momenteel gebruikt. (U kunt het kopiëren namelijk niet ongedaan maken.)
3 Selecteer ‘Copy’ om de instellingen te kopiëren en te bevestigen.
U ziet Copy Complete! op het scherm als de voorgedefinieerde MCACC-instelling is gekopieerd waarna u automatisch teruggaat naar het instelmenu Data Management.
Voorgedefinieerde MCACC-instellingen een naam geven
Als u verschillende voorgedefinieerde MCACC­instellingen hebt, is het handig om deze een naam te geven zodat u ze gemakkelijker kunt herkennen.
1 Selecteer ‘Memory Rename’ in het instelmenu Data Management.
4.Data Management
a.MCACC Data Check b.MCACC Data Copy
c.Memory Rename
d.Memory Clear
:Return
4c.Memory Rename
MCACC Position Rename
M1 [ MEMORY 1 ] M2 [ MEMORY 2 ] M3 [ MEMORY 3 ] M4 [ MEMORY 4 ] M5 [ MEMORY 5 ] M6 [ MEMORY 6 ]
:Finish
44
Du
Opmerking
1 De instellingen die u hebt gemaakt in Surround-geluid automatisch instellen (MCACC) op bladzijde 8 of Automatic MCACC (Expert) op bladzijde 36.
Page 45
2 Selecteer de voorgedefinieerde MCACC­instellingen die u een andere naam wilt geven en selecteer een geschikte naam.
Gebruik / om de voorgedefinieerde instelling te selecteren en / om een naam te selecteren.
3 Herhaal deze procedure voor alle voorgedefinieerde MCACC-instellingen die u een naam wilt geven en druk op
RETURN
als u klaar bent.
U keert terug naar het instelmenu Data Management.
Voorgedefinieerde MCACC-instellingen wissen
Als u een van de voorgedefinieerde MCACC-instellingen die zijn opgeslagen in het geheugen niet meer nodig hebt, kunt u de kalibratie-instellingen van die voorgedefinieerde instelling wissen.
1 Selecteer ‘Memory Clear’ in het instelmenu Data Management.
4.Data Management
a.MCACC Data Check b.MCACC Data Copy c.Memory Rename
d.Memory Clear
:Return
4d.Memory Clear
Clear M1. MEMORY 1
Start Clear [Cancel]
:Cancel
2 Selecteer de voorgedefinieerde MCACC-instelling die u wilt wissen.
Zorg ervoor dat u geen voorgedefinieerde MCACC­instelling wist die u momenteel gebruikt. (U kunt het wissen namelijk niet ongedaan maken.)
3 Selecteer ‘Clear’ om de instelling te wissen en te bevestigen.
U ziet Clear Complete! op het scherm als de voorgedefinieerde MCACC-instelling is gewist waarna u automatisch teruggaat naar het instelmenu Data Management.
Luidsprekers handmatig instellen
Met deze receiver kunt u nauwkeurige instellingen maken om het surround-geluid optimaal af te stellen. U hoeft deze instellingen slechts één keer te maken tenzij u de huidige luidsprekeropstelling wijzigt of nieuwe luidsprekers toevoegt.
Deze instellingen zijn bedoeld om het systeem aan uw wensen aan te passen. Als u de resultaten van de instellingen in Surround-geluid automatisch instellen (MCACC) op bladzijde 8 bevredigend vindt, hoeft u echter niet al deze instellingen te verrichten.
Waarschuwing
• De testtonen die worden voortgebracht tijdens de System Setup klinken erg hard.
1 Selecteer ‘Manual SP Setup’ en druk op
System Setup
1.Auto MCACC
2.Surr Back System
3.Manual MCACC
4.Data Management
5.Manual SP Setup
6.Input Setup
7.Other Setup
: Exit
5.Manual SP Setup
a.Speaker Setting
b.Channel Level c.Speaker Distance d.Bass Peak Level e.X-Curve f.THX Audio Setting
ENTER
:Return
.
2 Selecteer de instelling die u wilt aanpassen.
Als u dit voor het eerst doet, is het wellicht raadzaam deze instellingen in de getoonde volgorde te verrichten:
Speaker Setting – Geef het aantal luidsprekers op dat u hebt aangesloten en hun formaat (zie hieronder).
Channel Level – Stel de algehele balans van het luidsprekersysteem in (bladzijde 46).
Speaker Distance – Geef de afstand van de luidsprekers tot de luisterpositie op (bladzijde 47).
Bass Peak Level – Voorkom dat bastonen het geluid van de luidsprekers vervormen (bladzijde 47).
X-Curve – Stel de toonbalans van het luidsprekersysteem in voor filmgeluid (bladzijde 47).
THX Audio Setting – Geef op of u een THX­luidsprekeropstelling gebruikt (bladzijde 48).
3 Breng de nodige aanpassingen aan voor elke instelling en druk na elk scherm op RETURN om te bevestigen.
Luidsprekerinstellingen
Gebruik deze instelling om de luidsprekerconfiguratie (formaat, aantal luidsprekers en crossover-frequentie) op te geven. Het is een goed idee te controleren of de instellingen die u hebt gemaakt in Surround-geluid
automatisch instellen (MCACC) op bladzijde 8 juist zijn.1 Merk op dat deze instellingen van toepassing is op alle voorgedefinieerde MCACC-instellingen, en niet onafhankelijk kan worden ingesteld.
1 Selecteer ‘Speaker Setting’ in het menu Manual SP Setup.
5.Manual SP Setup
a.Speaker Setting
b.Channel Level c.Speaker Distance d.Bass Peak Level e.X-Curve f.THX Audio Setting
:Return
2 Kies de luidsprekers die u wilt instellen en selecteer vervolgens een luidsprekerformaat.
Gebruik / om het formaat (en het aantal) van elk van de volgende luidsprekers op te geven:
Front – Selecteer LARGE als de voorluidsprekers de basfrequenties effectief weergeven of als u geen subwoofer hebt aangesloten. Selecteer SMALL om de basfrequenties naar de subwoofer te sturen.
5a.Speaker Setting
Front SMALL Center [ SMALL ] Surr [ SMALL ]
SMALL x2
SB [ SUB W. [ YES ]
X. OVER [ 80Hz ]
(TH X:AL L S MALL )
]
:Finish
2
08
Opmerking
1 Als u een THX-luidsprekeropstelling gebruikt, controleert u of alle luidsprekers zijn ingesteld op SMALL. 2Als u SMALL selecteert voor de voorluidsprekers, wordt de subwoofer automatisch ingesteld op YES. Ook kunt u de midden- en surround-luidsprekers niet instellen op LARGE als de voorluidsprekers zijn ingesteld op SMALL. In dat geval worden alle basfrequenties naar de subwoofer gestuurd.
45
Du
Page 46
08
Center – Selecteer LARGE als de middenluidspreker de basfrequenties effectief weergeeft of selecteer SMALL om de basfrequenties naar de andere luidsprekers of naar de subwoofer te sturen. Als u geen middenluidspreker hebt aangesloten, kiest u NO. (Het middenkanaal wordt naar de andere luidsprekers gestuurd.)
Surround – Selecteer LARGE als de surround­luidsprekers de basfrequenties effectief weergeven. Selecteer SMALL om de basfrequenties naar de andere luidsprekers of naar de subwoofer te sturen. Als u geen surround-luidsprekers hebt aangesloten, kiest u NO. (Het geluid van de surround-kanalen wordt naar de andere luidsprekers.)
Surr Back – Selecteer het aantal surround­achterluidsprekers dat u hebt (één, twee of geen).
1
Selecteer LARGE als de surround-achterluidsprekers de basfrequenties effectief weergeven. Selecteer SMALL om de basfrequenties naar de andere luidsprekers of naar de subwoofer te sturen. Als u geen surround-achterluidsprekers hebt aangesloten, kiest u NO.
Subwoofer – LFE-signalen en basfrequenties van kanalen die zijn ingesteld op SMALL worden weergegeven via de subwoofer wanneer u YES selecteert. Kies de instelling PLUS als u wilt dat de subwoofer continu basgeluid weergeeft of als u diepere bassen wenst. (De basfrequenties die normaal gezien naar de voor- en middenluidsprekers
gaan, worden ook omgeleid naar de subwoofer.)
2
Als u geen subwoofer hebt aangesloten, kiest u NO. (De basfrequenties worden weergegeven door de andere luidsprekers.)
3 Selecteer ‘X. OVER’ en stel de crossover-frequentie
3
in.
Frequenties onder de scheidingsfrequentie worden naar de subwoofer (of luidsprekers met de instelling LARGE) gestuurd.
4 Druk op RETURN wanneer u klaar bent.
U keert terug naar het menu Manual SP Setup.
Kanaalniveau
Met de kanaalniveau-instellingen kunt u de algehele balans van het luidsprekersysteem aanpassen. Dit is een belangrijke factor bij het instellen van een thuistheatersysteem.
1 Selecteer ‘Channel Level’ in het menu Manual SP Setup.
5.Manual SP Setup
a.Speaker Setting
b.Channel Level
c.Speaker Distance d.Bass Peak Level e.X-Curve f.THX Audio Setting
:Return
5b.Channel Level
Test Tone Manual
ENTER:Next :Cancel
2 Selecteer een insteloptie.
Manual – Verplaats de testtoon handmatig van luidspreker naar luidspreker en pas de kanaalniveaus afzonderlijk aan.
Auto – Pas de kanaalniveaus aan terwijl de testtoon automatisch wordt verplaatst van luidspreker naar luidspreker.
3 Bevestig de gekozen insteloptie.
De weergave van de testtonen begint nadat u op ENTER drukt.
5b.Channel Level
Test Tone [ Manual ]
Setting Start Please Wait . . . 20
Caution! Loud test tones will be output.
:Cancel
4 Pas het niveau van elk kanaal aan met de knoppen
/
.
Als u Manual hebt geselecteerd, gebruikt u / om een andere luidspreker te kiezen. Als u Auto hebt gekozen, worden de testtonen weergegeven in de op het scherm getoonde volgorde:
5b.Channel Level
L 0.0dB C [ 0.0dB ] R [ 0.0dB ] SR [ 0.0dB ] SBR [ 0.0dB ] SBL [ 0.0dB ] SL [ 0.0dB ] SW [ 0.0dB ]
:Finish
Pas het niveau van elke luidspreker aan wanneer de testtoon wordt weergegeven.
4
5 Druk op RETURN wanneer u klaar bent.
U keert terug naar het menu Manual SP Setup.
46
Du
Opmerking
1• Als u 2nd Zone of Front Bi-Amp hebt geselecteerd (in De surround-achterluidspreker instellen op bladzijde 38), kunt u de instellingen van de surround­achterluidsprekers niet aanpassen.
• Als de surround-luidsprekers zijn ingesteld op NO, worden de surround-achterluidsprekers automatisch ingesteld op NO.
• Als u slechts één surround-achterluidspreker selecteert, sluit u deze aan op de linker-surround-achteraansluiting. 2 Als u een subwoofer hebt en van veel bassen houdt, lijkt het logisch om LARGE te selecteren voor de voorluidsprekers en PLUS voor de subwoofer. Dit geeft mogelijk niet de beste basweergave. Afhankelijk van de luidsprekeropstelling in de ruimte is het zelfs mogelijk dat de bassen minder prominent zijn als gevolg van de onderdrukking van lage frequenties. Probeer in dat geval de positie of de richting van de luidsprekers te veranderen. Als u geen goede resultaten bereikt, beluistert u de basweergave met de instellingen PLUS en YES of stelt u de voorluidsprekers afwisselend in op LARGE en SMALL en laat uw oren beslissen. De eenvoudigste oplossing in geval van problemen is dat u alle basgeluiden naar de subwoofer leidt door de voorluidsprekers in te stellen op SMALL. 3 • Deze instelling bepaalt de scheidingsfrequentie tussen de lage tonen die worden weergegeven door de luidsprekers die zijn ingesteld op LARGE, of de subwoofer, en de lage tonen die worden weergegeven door de luidsprekers die zijn ingesteld op SMALL. Zij legt eveneens de scheidingsfrequentie vast voor de lage tonen in het LFE-kanaal.
• Als u een THX-luidsprekeropstelling gebruikt, controleert u of de scheidingsfrequentie is ingesteld op 80Hz. 4 • Als u een Sound Pressure Level (SPL) meter gebruikt, verricht u de metingen vanaf de hoofdluisterpositie en stelt u het niveau van elke luidspreker in op 75 dB SPL (C-gewogen/langzame uitlezing).
• De testtoon uit de subwoofer wordt met een laag volume weergegeven. Mogelijk moet u het niveau bijregelen wanneer u het systeem uitprobeert met een echte geluidsopname.
Page 47
Tip
• U kunt de kanaalniveaus op elk gewenst moment wijzigen door te drukken op CH LEVEL en vervolgens / op de afstandsbediening te gebruiken.
2 Selecteer een insteloptie.
5d.Bass Peak Level
Bass Peak Level :OFF [Setting Start ] [Setting Clear ]
Enter:Setting Start
08
Luidsprekerafstand
Voor een goede geluidsdiepte en -scheiding moet u de afstand van de luidsprekers tot de luisterpositie opgeven. De receiver kan dan de vertraging toevoegen die nodig is om een effectief surround-geluid te verkrijgen.
1 Selecteer ‘Speaker Distance’ in het menu Manual SP Setup.
5.Manual SP Setup
a.Speaker Setting b.Channel Level
c.Speaker Distance
d.Bass Peak Level e.X-Curve f.THX Audio Setting
:Return
5c.Speaker Distance
L 3.0 m C [ 3.0 m ] R [ 3.0 m ] SR [ 3.0 m ] SBR [ 3.0 m ] SBL [ 3.0 m ] SL [ 3.0 m ] SW [ 3.0 m ]
:Finish
2 Stel de afstand van elke luidspreker in met de knoppen
/
.
U kunt de afstand van elke luidspreker instellen in stappen van 0,1 meter.
3 Druk op
RETURN
wanneer u klaar bent.
U keert terug naar het menu Manual SP Setup.
Tip
• Voor een optimaal surround-geluid moet u ervoor zorgen dat de surround-achterluidsprekers op dezelfde afstand van de luisterpositie staan.
Piekniveau voor bastonen
Sommige Dolby Digital- en DTS-audiobronnen bevatten ultralage bastonen. Stel de baslimiet in op het benodigde niveau om te voorkomen dat de bastonen het geluid vervormen.
1 Selecteer ‘Bass Peak Level’ in het menu Manual SP Setup.
De huidige instelling wordt weergegeven. Als OFF wordt weergegeven, staat de verzwakking uit en wordt de basweergave niet beïnvloed.
5.Manual SP Setup
a.Speaker Setting b.Channel Level c.Speaker Distance
d.Bass Peak Level
e.X-Curve f.THX Audio Setting
5d.Bass Peak Level
Bass Peak Level :OFF
[Setting Start ] [Setting Clear ]
:Return
Setting Start – Het volume is ingesteld op –60 dB, er wordt een testtoon weergegeven en u maakt de instelling.
Setting Clear – Hiermee wist u eventuele vorige instellingen en schakelt u de limiet uit.
3 Als u ‘
/
voor de bastonen op te geven. Druk hierna op
Setting Start’
hebt geselecteerd, gebruikt u
om de testtonen aan te passen en het piekniveau
ENTER
5d.Bass Peak Level
Bass Peak Level
-60dB
Increase the Bass Peak Level to a comfortable volume (-80dB = no sound)
ENTER:Finish :Cancel
Stel het piekniveau voor bastonen stapsgewijs in en druk op ENTER op het moment voordat de toon begint te
vervormen.
1
Op het display van de receiver ziet u RESUME terwijl het volume wordt teruggezet op de oorspronkelijke instelling. U keert automatisch terug naar het hoofdmenu Bass Peak Level.
4 Druk op
RETURN
wanneer u klaar bent.
U keert terug naar het menu Manual SP Setup.
X-curve
Het meeste filmgeluid dat bedoeld is voor bioscopen is te helder voor grote ruimten. De X-curve-instelling fungeert als een soort re-equalizer voor thuistheaters en herstelt
de juiste toonbalans van filmgeluid.
1 Selecteer ‘X-Curve’ in het menu Manual SP Setup.
5.Manual SP Setup
a.Speaker Setting b.Channel Level c.Speaker Distance d.Bass Peak Level
e.X-Curve
f.THX Audio Setting
:Return
2
5e.X-Curve
X-Curve -2.0dB/oct
1k2k4k
63
125
8k
250
500
:Finish
16k
.
:Return
:Return
Opmerking
1 Als de instelling YES of PLUS is geselecteerd op de subwoofer (in Luidsprekerinstellingen op bladzijde 45), worden de testtonen alleen weergegeven door de subwoofer. Zo niet, worden de testtonen weergegeven door de voor- en surround-luidsprekers die zijn ingesteld op LARGE. 2 Aangezien het principe hetzelfde is, wordt X-Curve niet toegepast wanneer u een van de Home THX-functies gebruikt (zie De Home THX-functies gebruiken op bladzijde 27).
47
Du
Page 48
08
2 Kies de gewenste instelling voor X-Curve.
Gebruik / om de instelling aan te passen. De X-curve wordt uitgedrukt als neerwaartse helling in decibellen per octaaf, beginnend bij 2 kHz. Het geluid wordt minder helder naarmate de helling steiler wordt, met een maximum van –3,0dB/oct). Houd u aan de volgende richtlijnen als u de X-curve instelt op basis van de grootte van de ruimte:
Grootte van de
ruimte (m
X-curve (dB/oct)
36 48 60 72 300≤1000
2
)
–0,5 –1 –1,5 –2 –2,5 –3
•Als u OFF selecteert, is de frequentiecurve vlak en heeft de X-curve geen effect.
3 Selecteer ‘Return’ en druk hierna op ENTER om de instelling te voltooien.
THX-audio-instelling
U boekt de meest effectieve resultaten wanneer u de luisterfuncties THX Select2 Cinema en THX MusicMode gebruikt (zie De Home THX-functies gebruiken op bladzijde 27) met het ASA-systeem (Advanced Speaker Array) (zie Meer over THX op bladzijde 74). Hiervoor moet u de instelling maken. Zie Opstelling van een THX- luidsprekersysteem op bladzijde 19 voor meer informatie
over de plaats van THX-luidsprekers.
1 Selecteer ‘THX Audio Setting’ in het menu Manual SP Setup.
5.Manual SP Setup
a.Speaker Setting b.Channel Level c.Speaker Distance d.Bass Peak Level e.X-Curve
f.THX Audio Setting
1
:Return
48
Du
2 Geef de afstand op tussen de surround­achterluidsprekers.
5f.THX Audio Setting
SB SP Position
0.0-0.3m
SBL-SBR
:Finish
0.0 – 0.3m – Surround-luidsprekers staan minder dan 30 cm van elkaar (dit is het beste voor THX­surround-geluid).
> 0.3 – 1.2m – De surround-luidsprekers staan tussen de 30 cm en 1,2 meter uit elkaar.
1.2m < – De surround-luidsprekers staan meer dan 1,2 meter uit elkaar.
3 Druk op RETURN wanneer u klaar bent.
U keert terug naar het menu Manual SP Setup.
Opmerking
1 Als u geen surround-achterluidsprekers hebt, of er slechts één hebt, kunt u deze instelling niet selecteren. (U ziet Cannot select op het display.)
Page 49
Hoofdstuk 9:
R
R
Andere aansluitingen
1
Waarschuwing
• Haal altijd de stekker uit het stopcontact voordat u apparaten aansluit of aansluitingen wijzigt.
Een iPod aansluiten
Deze receiver beschikt over een speciaal voor de iPod gereserveerde aansluiting waarmee u de weergave van de iPod kunt bedienen met de bedieningselementen van
de receiver.
De iPod aansluiten op de receiver
IN 1
IN 2
OUT
HDMI
Music > Extras > Settings >
Shuffle Songs
Backlight
iPod
1
OPTICAL
DIGITAL
OUT
COMPONENT VIDEO
1
IN
Y
(
DVR/
IN
)
VCR1
1
2
IN
(
)
TV/SAT
IN
2
Y
3
IN
IN
(
IN
(
DVR/VCR2
COAXIAL
ASSIGNABLE
21
iPod
MENU
(CD)
ASSIG­NABLE
CONTROL iPod
OUT
IN
AUDIO
1
)
DVD/LD
2
)
S-VIDEO
31
IN
IN IN IN IN IN INOUT OUT OUT
L
R
CD-R/TAPE/MD DVD/LD
CD
ANTENNA
P
B
P
B
P
Y
P
R
P
R
ASSIGNABLE
IN IN IN IN MONITOR
VIDEO
Y
TV/SAT
P
B
R
P
P
B
R
31
OUT OUT
DVR/VCR1 DVR/VCR2
iPod-kabel
(1,5 m / 70 g)
AM LOOP
CENTER
L L
OUT
IN
3
SUB
R R
FRONT
WOOFER
OUT
L
R
FRONT
MULTI CH IN
VSX-2016AV
PRE OUT
SUR­ROUND
CENTE
SUB WOOFE
Schakel de receiver stand-by en gebruik dan de
bijgeleverde iPod-audiokabel op de iPod-aansluiting aan de achterkant van de receiver.
Duw de stekker naar binnen totdat u hoort dat deze vastklikt. Om de stekker los te maken, duwt u de stekker in elkaar om de vergrendeling los te maken (zie afbeelding) en daarna trekt u de stekker naar buiten.
2 Schakel de receiver in en druk op de iPod-ingangsbronknop om de receiver over te schakelen naar de iPod.
Op het voorpaneel wordt de tekst Loading weergegeven als de aansluiting wordt gecontroleerd en gegevens worden opgehaald van de iPod.
3 Gebruik de knop TOP MENU om het hoofdmenu van de iPod weer te geven.
Wanneer u de tekst Top Menu ziet op het display, kunt u muziek afspelen van de iPod.
Als er nadat u op het display wordt weergegeven, schakelt u de receiver uit en sluit u de iPod opnieuw op de receiver aan.
Muziek afspelen van de iPod
Als u door de muziek op de iPod wilt bladeren, kunt u het beste de TV aanzetten om gebruik te kunnen maken van
het schermdisplay. op het voorpaneel van de receiver gebruiken.
Zoeken wat u wilt afspelen
Wanneer de iPod is aangesloten op de receiver, kunt u bladeren door de muziek die is opgeslagen op de iPod op afspeellijst, artiest, naam van het album, naam van het nummer, genre of componist, net als wanneer u de iPod direct gebruikt.
1 Gebruik de knoppen selecteren en druk op lopen.
• Als u terug wilt naar het vorige niveau, drukt u op
RETURN.
2 Gebruik de knoppen geselecteerde categorie, bijvoorbeeld albums, te bladeren.
•Gebruik / om naar vorige/volgende niveaus te gaan.
2
om de iPod aan te sluiten
3
iPod
hebt gedrukt
No Connection
4
U kunt desgewenst ook het display
iPod Top
[ Playlists [ Ar tists [ Albums [ Songs [
Genres [ Composers [ Shuffle Songs
/
ENTER
/
] ] ] ] ] ] ]
om een categorie te
om door die categorie te
om door de
09
op
Opmerking
1 Het systeem is compatibel met de iPod, iPod mini en iPod Photo draagbaar apparaat (derde generatie en hoger). De compatibiliteit kan variëren en is afhankelijk van de softwareversie van de iPod. Deze receiver biedt geen ondersteuning van softwareversies ouder dan iPod-update 2004-10-20. Vraag uw lokale Pioneer-dealer welke versies worden ondersteund. 2 • Dit product is de Pioneer Audio Control Cable voor gebruik bij een iPod® (derde generatie en hoger), iPod Mini of iPod Photo.
• Deze kabel dient alleen voor verbinding met de dockconnectorpoort van de iPod.
• Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de iPod voor instructies over het gebruik van de iPod.
• De aangesloten iPod moet worden bijgewerkt met iPod-updatersoftware hoger dan versie 2004-10-20. 3 U kunt de bedieningselementen van de iPod niet gebruiken als de iPod is aangesloten op de receiver. (Er wordt Pioneer weergegeven op het display van de iPod.) Functies als de equalizer kunt u niet bedienen via de receiver. Bovendien wordt aangeraden de equalizer uit te zetten voordat u de iPod aansluit. 4 Niet-romeinse tekens in een afspeellijst worden weergegeven als #.
49
Du
Page 50
09
/
L
R
L
3 Blader net zo lang tot u hebt gevonden wat u wilt afspelen. Druk op
om het afspelen te starten.
1
Bladeren door categorieën op de iPod werkt als volgt:
Playlist Song Artist Album Song Album Song Song Genre Artist Album Song Composer Album Song Shuffle Songs
Tip
• U kunt alle nummers in een bepaalde categorie afspelen als u de optie All selecteert boven aan de categorielijst. U kunt bijvoorbeeld alle nummers van een bepaalde artiest afspelen.
Basisbediening voor afspelen
In de volgende tabel ziet u de basisbedieningselementen voor afspelen voor de iPod:
Knop Functie
Hiermee start u het afspelen. Als u start met afspelen terwijl u iets anders hebt geselecteerd dan een nummer, worden alle nummers in die categorie afgespeeld.
Hiermee stopt u het afspelen. Hiermee onderbreekt u het afspelen of hervat u
het afspelen na een onderbreking.
/
Houd deze knop ingedrukt tijdens het afspelen om te scannen.
/
Hiermee springt u naar het vorige/volgende nummer.
Druk verschillende malen op deze knop om te schakelen tussen Repeat One, Repeat All en Repeat Off.
Druk verschillende malen op deze knop om te schakelen tussen Shuffle Songs, Shuffle
Albums en Shuffle Off.
DISP
Druk verschillende malen op deze knop om de weergegeven afspeelinfo van het nummer te wijzigen.
/
Hiermee springt u tijdens het afspelen naar de vorige/volgende afspeellijst; tijdens het bladeren kunt u hiermee naar vorige/volgende niveaus gaan.
TOP MENU
Hiermee keert u terug naar het iPod Top­menuscherm.
Aansluiten via HDMI
Als u een apparaat hebt dat is uitgerust met HDMI of DVI (met HDCP), kunt u dit aansluiten op de receiver met een
algemeen verkrijgbare HDMI-kabel. Via de HDMI-aansluiting wordt niet-gecomprimeerde
digitale video overgedragen, alsmede bijna alle typen digitale audio waarvoor het aangesloten apparaat geschikt is, waaronder DVD-video, DVD-audio (zie hieronder voor beperkingen), video-CD/super-VCD, SACD, CD en MP3. Zie Meer over de video-omzetter op bladzijde 12 voor meer informatie over HDMI­compatibiliteit.
Apparaat met HDMI/DVI
HDMI OUT
OPTICAL
DIGITAL
IN 1
OUT
1
IN
IN 2
(
DVR/
)
VCR1
2
IN
(
)
TV/SAT
OUT
3
IN
(CD)
ASSIG­NABLE
31
HDMI
CONTROL
OUT
IN
IN IN IN IN INOUT OUT OUT
AUDIO
L
1
IN
(
)
DVD/LD
R
2
IN
(
)
DVR/VCR2
CD
COAXIAL
ASSIGNABLE
21
HDMI IN
Met HDMI/DVI compatibele monitor of plasmascherm
1 Gebruik een HDMI-kabel om de HDMI IN 1/2­aansluiting van deze receiver aan te sluiten op een HDMI-uitgang van het HDMI-apparaat.
U ziet HDMI op het display op het voorpaneel wanneer een met HDMI uitgerust apparaat is aangesloten.
2 Gebruik een HDMI-kabel om de HDMI OUT­aansluiting van deze receiver aan te sluiten op een HDMI-aansluiting van een voor HDMI geschikte
monitor.
3
COMPONENT VIDEO
P
Y
B
IN
1
IN
2
P
Y
B
S-VIDEO
iPod
IN
CD-R/TAPE/MD DVD/LD
2
ANTENNA
P
Y
P
R
P
R
ASSIGNABLE
IN IN INOUT OUT
VIDEO
Y
TV/SAT
P
B
R
P
P
B
R
31
DVR/VCR1 DVR
VSX-2016AV
AM
OUT
IN
3
50
Du
iPod® is een merk van Apple Computer, Inc. en is gedeponeerd in de Verenigde Staten en andere landen.
Opmerking
1 Als u werkt met de categorie nummers, kunt u ook op ENTER drukken om het afspelen te starten. 2 • Een HDMI-aansluiting kan alleen worden gemaakt met apparaten die zijn uitgerust met DVI en die compatibel zijn met zowel DVI en HDCP (High Bandwidth Digital Content Protection). Als u ervoor kiest om aan te sluiten op een DVI-aansluiting, hebt u hiervoor een aparte adapter nodig (DVIHDMI). Een DVI-aansluiting is niet geschikt voor audiosignalen. Vraag uw plaatselijke audiodealer om meer informatie.
• Dit apparaat is ontworpen zodat het geschikt is voor HDMI (multimedia-interface met hoge definitie) versie 1.2. Afhankelijk van het apparaat dat u hebt
aangesloten, is het mogelijk dat een DVI-aansluiting onbetrouwbare signaaloverdracht geeft. Als u een apparaat gebruikt met HDMI versie 1.0, is het niet mogelijk signalen aan te leveren voor DVD-audio CPPM-bronnen met kopieerbeveiliging via de HDMI-aansluiting.
• Voor SACD-weergave moet uw aangesloten HDMI-apparaat SACD kunnen uitvoeren via de HDMI-uitgang.
3 U kunt de schermdisplays van de receiver alleen bekijken op monitors (of projectors) die geschikt zijn voor digitale video met 480i/576i-resolutie.
Page 51
• De pijl op de stekker van de kabel moet naar rechts wijzen zodat de stekker op de juiste wijze kan worden aangesloten op de aansluiting op de speler.
3 Druk op HDMI 1 of HDMI 2 (afhankelijk van de ingang waarop de aansluiting is gemaakt).
U kunt ook de bedieningselementen op het voorpaneel gebruiken.
• Stel de HDMI-parameter in De AV-opties instellen op bladzijde 57 in op THROUGH als u HDMI-audio wilt beluisteren via de TV of het plasmascherm. (Er komt geen geluid uit de receiver.)
• Als het videosignaal niet wordt weergegeven op de TV of het plasmascherm, probeert u de resolutie­instellingen op het apparaat of het scherm te wijzigen. Houd er rekening mee dat sommige apparatuur, zoals videospelletjesapparatuur, resoluties hebben die niet kunnen worden weergegeven. Gebruik in dat geval een aansluiting voor (analoge) S-video of samengestelde video.
• U kunt geen HDMI-audio horen via de digitale uitgangen van deze receiver.
Meer over HDMI
HDMI (multimedia-interface met hoge definitie) ondersteunt zowel video als audio via een enkele digitale aansluiting voor gebruik met DVD-spelers, DTV, set-top boxes en andere AV-apparatu ur. HDMI is ontwikkeld me t de technologieën HDCP (High Bandwidth Digital Content Protection) en DVI (Digital Visual Interface) in één specificatie. HDCP wordt gebruikt om digitale inhoud te beschermen die wordt verzonden en ontvangen door beeldschermen die geschikt zijn voor DVI.
HDMI biedt de mogelijkheid om standaardvideo, enhanced video of video met hoge definitie te ondersteunen voor surround-geluid via meerdere kanalen. Functies van HDMI zijn onder andere niet­gecomprimeerde digitale video, een bandbreedte van maximaal 2,2 gigabytes per seconde bij HDTV-signalen, één stekker in plaats van diverse kabels en stekkers en communicatie tussen de AV-bron en AV-apparatuur zoals DTV’s.
HDMI, het -logo en High-Definition Multimedia Interface zijn merken of gedeponeerde merken van HDMI licensing LLC.
Analoge ingangen met meerdere
09
kanalen aansluiten
Voor DVD-audio en het afspelen van SACD beschikt de DVD-speler over 5.1, 6.1 of 7.1 analoge kanaaluitgangen, afhankelijk van de ondersteuning van surround-
achterkanalen. ingesteld op analoge audio via meerdere kanalen.
1 Sluit de voor-, surround-, midden- en subwooferuitgangen op de DVD-speler aan op de corresponderende MULTI CH-ingangsaansluiting op de receiver.
• Gebruik hiervoor standaardkabels voor RCA/phono­aansluitingen.
2
Als de DVD-speler ook beschikt over uitgangen voor
surround-achterkanalen, sluit u deze aan op de corresponderende MULTI CH-ingangsaansluitingen op de receiver.
• Gebruik hiervoor standaardkabels voor RCA/phono­aansluitingen.
• Als er één surround-achteruitgang is, sluit u deze aan op de SURROUND BACK L (Single)-aansluiting op de receiver.
1
Controleer of de uitgang van de speler is
Analoge ingangen met meerdere kanalen selecteren
Als er een decoder of een DVD-speler met analoge uitgangen met meerdere kanalen is aangesloten op de receiver, moet u de analoge ingangen met meerdere
kanalen selecteren voor de weergave van surround-geluid.
1 Zorg dat de weergavebron is ingesteld op de juiste uitgangsinstellingen.
Het is bijvoorbeeld mogelijk dat u de DVD-speler moet instellen voor de uitvoer van analoge audio via meerdere kanalen.
2 Druk op
• Afhankelijk van de DVD-speler die u gebruikt, kan het analoge uitgangsniveau van het subwooferkanaal te laag zijn. In dat geval zet u de receiver in de stand­bystand en drukt u vervolgens op STANDBY/ON terwijl u SBch PROCESSING op het voorpaneel ingedrukt houdt. Hiermee wisselt u tussen SW IN +10dB (10 decibel verhoging) en SW IN 0dB (standaard) in het subwooferkanaal.
MULTI CH IN
(voorpaneel).
2
Luidspreker B-opstelling in tweede zone
Waarschuwing
Voordat u apparaten aansluit of aansluitingen wijzigt, zet u het apparaat uit en haalt u de stekker van het netsnoer uit het stopcontact. De allerlaatste handeling bij het aansluiten van apparaten op het systeem is de stekker in het stopcontact steken.
Opmerking
1 Als u naar analoge audio met meerdere kanalen wilt luisteren, moet u MULTI CH IN selecteren (zie Analoge ingangen met meerdere kanalen selecteren hierboven voor meer informatie). 2 • Wanneer weergave van de ingangen met meerdere kanalen is geselecteerd, kunt u de geluidsverwerkingsfuncties, SIGNAL SELECT en de luisterfuncties (waaronder STEREO en de surround-achterkanaal verwerkingsfunctie) niet gebruiken.
• Wanneer weergave via de ingangen met meerdere kanalen is geselecteerd, kunnen alleen de volume- en de kanaalniveaus worden ingesteld.
• U kunt niet luisteren naar het luidsprekersysteem B (tweede zone) tijdens de weergave via de ingangen met meerdere kanalen.
51
Du
Page 52
09
52
Du
• Zorg ervoor dat de luidsprekersnoeren de aansluitingen niet raken.
U kunt luidsprekers met een nominale impedantie tussen
en 16 Ω gebruiken (zie
6 wijzigen op bladzijde 59 met een impedantie van minder dan 8
Nadat u
2nd Zone
hebt geselecteerd in
achterluidspreker instellen
De luidsprekerimpedantie
als u van plan bent luidsprekers
te gebruiken).
De surround-
op bladzijde 38, kunt u de luidsprekers die zijn aangesloten op de B­luidsprekeraansluitingen (surround-achter) op het achterpaneel gebruiken om te luisteren naar stereoweergave in een andere ruimte. Zie
Schakelen naar een ander luidsprekersysteem
hieronder voor de luisteropties die deze instelling biedt.
1 Sluit een paar luidsprekers aan op de surround­achterluidsprekeraansluitingen op het achterpaneel.
Sluit deze op dezelfde manier aan als de luidsprekers die u hebt aangesloten in bladzijde 17. Lees
Het luidsprekersysteem installeren
De luidsprekers opstellen
op bladzijde 18
wanneer u de luidsprekers in een andere ruimte plaatst.
2
Selecteer ‘2nd Zone’ in het menu ‘Surr Back System’.
Zie De surround-achterluidspreker instellen op bladzijde 38 voor de juiste procedure.
Schakelen naar een ander luidsprekersysteem
Als u 2nd Zone hebt geselecteerd in De surround-
Dubbele versterking van de voorluidsprekers
Dubbele versterking, ook wel bi-amping genoemd, betekent dat u de hogefrequentie-aansturing en de lagefrequentie-aansturing van de luidsprekers aansluit op verschillende versterkers (in dit geval zowel de voor­als surround-achteraansluitingen) voor een betere scheiding van de frequenties. Deze mogelijkheid bestaat alleen als de luidsprekers geschikt zijn voor dubbele versterking, dat wil zeggen dat ze afzonderlijke aansluitingen hebben voor hoge en lage frequenties. De geluidsverbetering hangt af van het type luidsprekers dat u gebruikt.
1 Sluit de luidsprekers aan zoals hieronder getoond.
De afbeelding hieronder toont de aansluitingen voor
op
dubbele versterking van de linkervoorluidspreker. Sluit de rechtervoorluidspreker op dezelfde manier aan.
SPEAKERS
FRONT CENTER
A
Linkervoor-
luidspreker
RL
High
SURROUND
RL
SURROUND BACK /
R
SEE INSTRUCTION MANUAL
SELECTABLE
B
(
)
L
Single
achterluidspreker instellen op bladzijde 38, zijn er drie luidsprekersysteeminstellingen mogelijk met de
SPEAKERS-knop. Als u Normal (SB) of Front Bi-Amp
Low
hebt geselecteerd, schakelt u met deze knop het hoofdluidsprekersysteem in of uit. De onderstaande
opties gelden alleen voor de instelling 2nd Zone.
1
• Gebruik de SPEAKERS-knop op het voorpaneel om een luidsprekersysteeminstelling te kiezen.
Als u Normal (SB) hebt geselecteerd, schakelt u met deze knop het hoofdluidsprekersysteem (A) in of uit.
Druk verschillende malen op de knop om te kiezen uit de volgende luidsprekersysteemopties:
SPA – Het geluid wordt weergegeven door luidsprekersysteem A en hetzelfde signaal wordt weergegeven via de voorversterkeruitgangen.
Aangezien de voor- en surround­achterluidsprekeraansluitingen dezelfde audio weergeven, maakt het niet uit welk paar (voor of surround-achter) welk deel (High of Low) van de luidspreker aanstuurt.
• Zorg ervoor dat de + / – -aansluitingen stevig vast zitten.
2 Selecteer de instelling ‘Front Bi-Amp’ in het menu ‘Surr Back System’.
Zie De surround-achterluidspreker instellen op bladzijde 38 om op te geven hoe u de surround­achterluidsprekeraansluitingen wilt gebruiken.
SPB – Het geluid wordt weergegeven door de twee luidsprekers die zijn aangesloten op luidsprekersysteem B. Bronnen met meerdere kanalen worden niet weergegeven. Hetzelfde signaal wordt weergegeven via de voorversterkeruitgangen van het surround-achterkanaal.
SPAB
Het geluid wordt weergegeven door luidsprekersysteem A (maximaal 5 kanalen, afhankelijk van de bron), de twee luidsprekers van luidsprekersysteem B en de subwoofer. Luidsprekersysteem B geeft hetzelfde geluid weer als luidsprekersysteem A. (Bronnen met meerdere kanalen worden teruggebracht tot 2 kanalen.)
SP (uit) –
De luidsprekers geven geen geluid weer. Het geluid dat wordt weergegeven via de voorversterkeruitgangen (inclusief de subwoofer, indien aangesloten) is hetzelfde als
Waarschuwing
• De meeste luidsprekers die over zowel High- als Low-aansluitingen beschikken, hebben twee metalen plaatjes die de High-aansluitingen met de Low-aansluitingen verbinden. Deze moeten worden
verwijderd wanneer u de luidsprekers dubbel versterkt. Als u dit niet doet, kan de versterker ernstig beschadigd raken. Zie de gebruiksaanwijzing bij de luidsprekers voor meer informatie.
• Als de luidsprekers een verwijderbaar crossovernetwerk hebben, mag u dit niet verwijderen voor dubbele versterking. Dit kan beschadiging van de luidsprekers veroorzaken.
wanneer u luidsprekersysteem A selecteert (zie hierboven).
Opmerking
1 • De weergave van de subwoofer hangt af van de instellingen die u hebt gekozen in Luidsprekers handmatig instellen op bladzijde 45. Als u echter SPB selecteert hierboven, brengt de subwoofer geen geluid voort (het LFE-kanaal wordt niet gedownmixt).
• Afhankelijk van de instellingen in De surround-achterluidspreker ins tellen op bladzijde 38 kan de uitvoer via de surround-achter-voorversterkeruitgangen
veranderen.
• Alle luidsprekersystemen (uitgezonderd de 2nd Zone aansluitingen) worden uitgeschakeld wanneer u een koptelefoon aansluit.
Page 53
Dubbele bedrading van de luidsprekers
C
De redenen voor dubbele bedrading zijn eigenlijk dezelfde als die voor dubbele versterking. Een bijkomende reden is echter de vermindering van de storende effecten in de draad, met een beter geluid tot gevolg. Deze mogelijkheid bestaat alleen als de luidsprekers geschikt zijn voor dubbele bedrading, dat wil zeggen dat ze afzonderlijke aansluitingen hebben voor de hoge en lage frequenties. Wanneer u dubbele bedrading gebruikt, moet
of
2nd Zone
(SB)
achterluidspreker instellen
geselecteerd zijn in
op bladzijde 38.
De surround-
• Als u een luidspreker dubbel wilt bedraden, moet u twee luidsprekersnoeren aansluiten op de luidsprekeraansluiting op de receiver.
Waarschuwing
• Gebruik parallelle aansluitingen (geen seriële, dat is vrij ongebruikelijk) voor de dubbele bedrading van de luidsprekers.
• Sluit niet verschillende luidsprekers op deze manier aan op dezelfde aansluiting.
Normal
• U kunt ook een extra versterker voor één luidspreker aansluiten op de voorversterkeruitgangen van het surround-achterkanaal. In dat geval sluit u de versterker alleen aan op de linkeraansluiting (L (Single)).
• Het geluid van de surround-achteraansluitingen hangt af van de configuratie van de De surround- achterluidspreker instellen op bladzijde 38.
Als u alleen geluid wilt horen via de voorversterkeruitgangen, zet u het luidsprekersysteem
OFF
of koppelt u de luidsprekers los die
op rechtstreeks zijn aangesloten op de receiver.
• Als u geen subwoofer gebruikt, wijzigt u de instelling van de voorluidsprekers (zie Luidsprekerinstellingen op bladzijde 45) in LARGE.
De receiver gebruiken met een Pioneer­plasmascherm
Als u een Pioneer-plasmascherm hebt, kunt u dit met behulp van een SR+-kabel
om te profiteren van diverse handige functies, zoals het automatisch omschakelen van de video-ingang van het
plasmascherm wanneer de ingang wordt gewijzigd.
CONTROL
OUT
1
aansluiten op dit apparaat
2
09
Extra versterkers aansluiten
Deze receiver heeft meer dan voldoende vermogen voor thuisgebruik, maar niettemin kunt u via de voorversterkeruitgangen extra versterkers aansluiten voor elk kanaal van het systeem. Breng de hieronder getoonde aansluitingen tot stand om extra versterkers voor de luidsprekers toe te voegen.
• Zet het apparaat uit en haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact voordat u apparatuur aansluit of aansluitingen wijzigt.
ANALOG
INPUT
L R
Voorkanaal-
OUT
IN
3
OUT
DVR/VCR2
AM LOOP
PRE OUT
CENTER
L LL
SUB
R R
FRONT
WOOFER
IN MONITOR
OUT
L L
INOUT
R
FRONT
MULTI CH IN
VSX-2016AV
SUR­ROUND
CENTER
SUB WOOFER
(
Single
SURROUND BACK
R R
SUR­ROUND
)
R
L
SURROUND BACK
ANALOG
INPUT
ANALOG
INPUT
L R
ANALOG
INPUT
L R
ANALOG
INPUT
versterker
Middenkanaal­versterker (mono)
Surroundkanaal­versterker
Surround­achterkanaal­versterker
Aangestuurde subwoofer
VSX-2016AV
IN 1
IN 2
OUT
HDMI
Belangrijk
Als u een Pioneer-plasmascherm hebt aangesloten met
• een SR+-kabel, moet u de afstandsbediening naar de afstandsbedieningssensor van het plasmascherm richten om de receiver te bedienen. In dit geval kunt u de receiver niet met de afstandsbediening bedienen als het plasmascherm uit staat.
• Voordat u de extra SR+-functies kunt gebruiken, moet u enkele instellingen maken op de receiver. Zie
Het menu Input Setup op bladzijde 55 en SR+ instellen voor Pioneer-plasmaschermen op
bladzijde 56 voor gedetailleerde instructies.
Pioneer-plasmascherm
OPTICAL
DIGITAL
OUT
COMPONENT VIDEO
1
IN
P
Y
B
DVR/
IN
)
1
2
IN
)
IN 2
P
Y
B
3
IN
(CD)
S-VIDEO
31
iPod
IN
IN
IN IN IN IN IN INOUT OUT OUT
L
R
CD-R/TAPE/MD DVD/LD DVR/VCR1 DVR/VCR2
CD
(
DVR/VCR2
COAXIAL
ASSIGNABLE
21
( VCR1
(
TV/SAT
ASSIG­NABLE
CONTROL
OUT
AUDIO
1
IN
(
)
DVD/LD
2
IN
)
ANTENNA
P
Y
P
P
B
R
P
Y
P
P
B
R
31
ASSIGNABLE
IN IN IN INOUT OUT
VIDEO
TV/SAT
AM LOOP
L
R
OUT
IN 3
R
R
FRONT
Opmerking
1
De SR+-kabel met 3 ringen van Pioneer is in de handel verkrijgbaar met artikelnummer ADE7095. Neem contact op met de klantenafdeling van Pioneer voor meer informatie over de verkrijgbaarheid van deze SR+-kabel (u kunt ook een in de handel verkrijgbare minitelefoonstekker met 3 ringen gebruiken voor de aansluiting). 2 Deze receiver is geschikt voor alle Pioneer-plasmaschermen die zijn uitgerust met SR+ van na 2003.
53
Du
Page 54
09
• Gebruik een SR+-ministekkerkabel met 3 ringen om CONTROL IN
de sluiten op de
-aansluiting van deze receiver aan te
CONTROL OUT
-aansluiting van het
plasmascherm.
VIDEO
INPUT 1
DVD-speler
DVD/LD
AUDIO IN
STANDBY/ON
LISTENING
PTY
EON
MODE
SEARCH
MODE
MULTI JOG
Pioneer-
plasmascherm
PHASE
CONTROL
DVD/LD
TV/SAT DVR/VCR1 DVR/VCR2 VIDEO/GAME CD
ENTER
PHONES
SYSTEM
TUNING/
TUNER
TONE
SETUP
STATION
EDIT
MULTI JOG
Satellietontvanger, enz.
CD-R/TAPE/MD
FM/AM
USB HDMIiPod
S-VIDEO
VIDEO/GAME
INPUT
SPEAKERSRETURN
DIGITAL INAUDIO RLVIDEO
USB
AUDIO/VIDEO MULTI-CHANNEL RECEIVER
MCACC
SETUP MIC
VIDEO
INPUT 2
TV/SAT
AUDIO IN
VSX-2016AV
MULTI CHINSB ch
SIGNAL
PROCESSING
SELECT
MASTER VOLUME
Deze receiver
U hebt optimaal profijt van de SR+-functies als de bronapparaten (DVD-speler en dergelijke) op een iets andere manier worden aangesloten dan wordt beschreven in dit hoofdstuk. Sluit de video-uitgang van elk apparaat rechtstreeks aan op het plasmascherm en sluit alleen de audio (analoog en/of digitaal) aan op deze receiver.
De SR+-functie gebruiken met een Pioneer-plasmascherm
Wanneer het Pioneer-plasmascherm is aangesloten met een SR+-kabel, komt een aantal functies beschikbaar die het gebruik van deze receiver met het plasmascherm vergemakkelijken. Deze functies omvatten:
• Weergave van schermdisplays wanneer u de receiver instelt, zoals luidsprekerinstellingen, MCACC­instelling enzovoort.
• Weergave van het volume op het scherm.
• Weergave van de luisterfunctie op het scherm.
• Automatische omschakeling van de video-ingang op het plasmascherm.
• Automatische volumedemping op het plasmascherm.
Zie ook SR+ instellen voor Pioneer-plasmaschermen op bladzijde 56 voor meer informatie over het instellen van de receiver.
Belangrijk
• De extra SR+-functies werken niet als de iPod­functie is geselecteerd.
DVR 2CD
TV DVR1
USBHDMI2
TUNERHDMI1
VIDEO
SEL
DIMMER
S.RETRIEVER
TV CTRL
RECEIVER
ANALOG
ATT
MIDNIGHT/
LOUDNESS
DVD
CD-R/TAPE
iPod
SLEEP
SR+
DIALOG E
1 Controleer of het plasmascherm en deze receiver aan staan en met elkaar zijn verbonden via de SR+­kabel.
Zie De receiver gebruiken met een Pioneer-plasmascherm hierboven voor meer informatie over het verbinden van deze apparaten.
• Controleer of u de schermingang hebt geselecteerd waarop u de receiver hebt aangesloten in Het menu Input Setup op bladzijde 55.
2 U schakelt de SR+-functie in of uit door te drukken
RECEIVER
op
en vervolgens op de SR+-knop.
Op het display op het voorpaneel ziet u SR+ ON of SR+ OFF.
• De functie voor automatische volumedemping wordt afzonderlijk ingeschakeld. Zie SR+ instellen voor Pioneer-plasmaschermen op bladzijde 56.
54
Du
Page 55
Hoofdstuk 10:
Overige instellingen
• Als u de instelling wijzigt in een ingang die eerder
Het menu Input Setup
U hoeft instellingen in het menu Input Setup alleen te wijzigen als u de digitale apparatuur niet hebt aangesloten volgens de standaardinstellingen (zie
Standaardinstellingen en mogelijk instellingen voor de ingangsfunctie hieronder). In dit geval moet u de receiver
laten weten welke digitale apparatuur is aangesloten op welke aansluiting, zodat de knoppen op de afstandsbediening overeenkomen met de aangesloten apparatuur.
1 Druk op druk vervolgens op de knop
Er wordt een schermdisplay weergegeven op de TV. Gebruik de knoppen /// en ENTER op de afstandsbediening om door de schermen te lopen en menu-items te selecteren. Druk op RETURN om te bevestigen en het huidige menu af te sluiten.
2 Selecteer ‘Input Setup’ in het menu System Setup.
3 Selecteer de ingangsfunctie die u wilt instellen.
De standaardnamen komen overeen met de namen naast de aansluitingen op het achterpaneel, zoals DVD/LD of VIDEO/GAME, die op hun beurt weer overeenkomen met de namen op de afstandsbediening.
4 Selecteer de ingang(en) waarop u het digitale apparaat hebt aangesloten.
Als de DVD-speler bijvoorbeeld alleen een optische uitgang heeft, moet u de Digital In-instelling van de DVD/LD-ingangsfunctie wijzigen van COAX 1 (standaardinstelling) in de optische ingang waarop u het apparaat hebt aangesloten. De nummering (OPT1 tot 4) correspondeert met de nummers naast de ingangen op de achterkant van de receiver.
RECEIVER
System Setup
1.Auto MCACC
2.Surr Back System
3.Manual MCACC
4.Data Management
5.Manual SP Setup
6.Input Setup
7.Other Setup
6.Input Setup (1/2)
Input DVD
Digital In [ COAX-1 ]
Component In [ Comp-2 ]
op de afstandsbediening en
: Exit
( Next )
:Finish
SETUP
.
6.Input Setup (1/2)
Input DVD
Digital In [ COAX-1 ]
Component In [ Comp-2 ]
( Next )
:Finish
6.Input Setup (2/2)
( Back)
TV Game
Input Name Default
PDP In (SR+) [ Input-1 ]
ENTER : Next
:Finish
was toegewezen aan een andere functie, bijvoorbeeld TV/SAT, wordt de instelling voor die functie automatisch uitgeschakeld.
• Als u componentvideokabels hebt gebruikt om het apparaat aan te sluiten, moet u de receiver laten weten om welk apparaat het gaat. Als u dit niet doet, krijgt u mogelijk de S-video- of samengestelde-video­ingang te zien in plaats van het
componentvideosignaal.
5 Wanneer u klaar bent, selecteert u ‘Next’ om door te gaan naar het volgende scherm.
Het tweede scherm van Input Setup bevat twee optionele instellingen:
Input Name – U kunt de naam van de ingangsfunctie wijzigen om deze gemakkelijker te herkennen. Selecteer Rename om de naam te wijzigen of Default om terug te gaan naar de standaardnaam.
PDP In (SR+) – Als u bepaalde functies van de receiver wilt bedienen vanaf een plasmascherm, selecteert u de ingang van het scherm waarop u de
receiver hebt aangesloten.
6 Druk op RETURN wanneer u klaar bent.
U keert terug naar het menu System Setup.
Standaardinstellingen en mogelijk instellingen voor de ingangsfunctie
De aansluitingen aan de achterkant van de receiver corresponderen meestal met de naam van een van de ingangsbronfuncties. Als u apparaten op een andere manier op deze receiver hebt aangesloten dan met de hieronder vermelde standaardinstellingen of als u extra apparatuur hebt aangesloten, raadpleegt u Het menu Input Setup hierboven om de receiver te laten weten hoe u de apparatuur hebt aangesloten. De stippen ( mogelijke toewijzingen aan.
Ingangsbron
DVD/LD
TV/SAT
DVR/VCR1
DVR/VCR2
VIDEO/GAME (ingesteld) (ingesteld)
HDMI 1
HDMI 2
USB
1
2
) geven
Ingangsaansluiting
Digitaal Apparaat
COAX 1
OPT 2
OPT 1
COAX 2
10
Opmerking
1 Voor video met hoge definitie via componentvideo-aansluitingen, of als digitale video-omzetting is uitgeschakeld in De AV-opties instellen op bladzijde 57, moet u de TV aansluiten op deze receiver met hetzelfde type videokabel als dat u hebt gebruikt om het videoapparaat aan te sluiten. 2 U moet hiervoor de CONTROL OUT-aansluiting op het scherm aansluiten op de CONTROL IN-aansluiting van de receiver met een SR+-kabel (in tegenstelling tot de instelling in De receiver gebruiken met een Pioneer-plasmascherm op bladzijde 53 bedienen via de afstandsbediening, u de afstandsbediening moet richten naar de afstandsbedieningssensor op het plasmascherm nadat u deze verbinding tot stand hebt gebracht.
). Houd er rekening mee dat als u de receiver wilt
55
Du
Page 56
10
Ingangsbron
CD
CD-R/TAPE/MD
TUNER
MULTI CH IN
iPod
Ingangsaansluiting
Digitaal Apparaat
OPT 3
Het menu Other Setup
Het menu Other Setup bevat instellingen waarmee u de manier waarop u de receiver gebruikt kunt aanpassen.
1Druk op druk vervolgens op de knop
Er wordt een schermdisplay weergegeven op de TV. Gebruik de knoppen /// en ENTER op de afstandsbediening om door de schermen te lopen en menu-items te selecteren. Druk op RETURN om te bevestigen en het huidige menu af te sluiten.
2 Selecteer ‘Other Setup’ en druk op
3 Selecteer de instelling die u wilt aanpassen.
Als u dit voor het eerst doet, is het wellicht raadzaam deze instellingen in de getoonde volgorde te verrichten:
SR+ Setup – Geef op hoe u het Pioneer­plasmascherm wilt bedienen (zie SR+ instellen voor Pioneer-plasmaschermen hieronder).
OSD Adjustment – Pas de positie van het schermdisplay op de TV aan (zie Schermdisplay aanpassen hieronder).
4 Breng de nodige aanpassingen aan voor elke instelling en druk na elk scherm op RETURN om te bevestigen.
SR+ instellen voor Pioneer-plasmaschermen
Verricht de volgende instellingen als u een Pioneer­plasmascherm hebt aangesloten op deze receiver met een SR+-kabel. Het aantal beschikbare functie­instellingen hangt af van het plasmascherm dat u hebt aangesloten.
Zie ook De receiver gebruiken met een Pioneer-
plasmascherm op bladzijde 53 en De SR+-functie gebruiken met een Pioneer-plasmascherm op
bladzijde 54.
RECEIVER
System Setup
1.Auto MCACC
2.Surr Back System
3.Manual MCACC
4.Data Management
5.Manual SP Setup
6.Input Setup
7.Other Setup
op de afstandsbediening en
SETUP
.
ENTER
.
7.Other Setup
a.SR+ Setup
b.OSD Adjustment
: Exit
:Return
1 Selecteer ‘SR+ Setup’ in het menu Other Setup.
7.Other Setup
a.SR+ Setup
b.OSD Adjustment
:Return
7a.SR+ Setup
PDP Volume Control OFF
Monitor Out Connect [ OFF ]
:Finish
2 Selecteer de gewenste instelling voor ‘PDP Volume Control’.
OFF – De receiver regelt het volume van het plasmascherm niet.
ON – Wanneer de receiver wordt omgeschakeld naar een van de ingangen die het plasmascherm gebruiken (bijvoorbeeld DVD/LD), wordt het volume van het plasmascherm gedempt, zodat alleen het geluid van de receiver hoorbaar is.
3 Wijs elke ingang die is aangesloten op het plasmascherm toe aan het overeenkomstige ingangsnummer.
Op die manier wordt de ingangsbron van de receiver gekoppeld aan een genummerde video-ingang op het plasmascherm. Wijs bijvoorbeeld DVD/LD toe aan input-2 als u de video-uitgang van de DVD-speler hebt aangesloten op video-ingang 2 van het plasmascherm.
•De Monitor Out Connect moet worden ingesteld op de ingang die u hebt gebruikt om deze receiver aan te sluiten op het plasmascherm.
7a.SR+ Setup
PDP Volume Control [ OFF ]
Monitor Out Connect OFF
:Finish
4 Druk op
RETURN
wanneer u klaar bent.
U keert terug naar het menu Other Setup.
Schermdisplay aanpassen
Gebruik deze functie om het schermdisplay op de TV aan te passen als niet alle instructies zichtbaar zijn op het scherm.
1 Selecteer ‘OSD Adjustment’ in het menu Other Setup.
7.Other Setup
a..SR+ Setup
b.OSD Adjustment
:Return
2Gebruik /// om het schermdisplay te verplaatsen tot u een positie hebt die het best past bij de TV.
3 Druk op
ENTER
wanneer u klaar bent.
U keert terug naar het menu Other Setup.
X=0 , Y=0
[ Finish ]
:Cancel
56
Du
Page 57
Hoofdstuk 11
Andere functies gebruiken
Instelling Functie Optie(s)
De AV-opties instellen
Er is een aantal extra instellingen voor geluid en beeld dat u kunt instellen via het menu AV Parameter. De standaardwaarden zijn vetgedrukt.
Belangrijk
• Als een instelling niet voorkomt in het menu AV Parameter, is deze niet beschikbaar voor de huidige bron, de huidige instelling en/of de status van de receiver.
1 Druk op 2 Selecteer de instelling die u wilt aanpassen met
/
Afhankelijk van de huidige status / functie van de receiver kunt u bepaalde opties mogelijk niet selecteren. In de volgende tabel vindt u hierover meer informatie.
3Gebruik maken.
Raadpleeg de onderstaande tabel voor de beschikbare opties voor elke instelling.
4 Druk op te sluiten.
Instelling Functie Optie(s)
Breedte middenkanaal
(Deze instelling is alleen beschikbaar wanneer u een midden­luidspreker gebruikt)
Diepte
Panorama
Middenbeeld
(Deze instelling is alleen beschikbaar wanneer u een midden­luidspreker gebruikt)
Effect
High-bit / High­sampling
RECEIVER
en dan op
.
/
om de benodigde instelling te
RETURN
Hiermee mengt u het geluid van de
a
voorluidsprekers beter door het middenkanaal te spreiden over de luidsprekers rechts en links voor, waardoor het geluidsbereik breder (hogere instellingen) of smaller (lagere instellingen) wordt.
a
Hiermee stelt u de diepte van de surround-geluidsbalans van voor naar achter in, waardoor het geluidsveld naar achteren (negatieve instellingen) of naar voren (positieve instellingen) wordt verplaatst.
a
Hiermee breidt u het stereobeeld vooraan uit met de surround-luidsprekers en creëert zo een ‘omhullend’ effect.
b
Hiermee past u het middenbeeld aan zodat u een breder stereo-effect krijgt bij vocale muziek. Stel het effect in van 0 (alle middenkanaalsignalen gaan naar de luidsprekers links en rechts voor) tot 10 (de middenkanaalsignalen gaan alleen naar de middenluidspreker).
Hiermee stelt u het effectniveau voor de momenteel geselecteerde Advanced Surround-functie in. (U kunt elke functie afzonderlijk instellen.)
Hiermee krijgt u een breder dynamisch bereik bij digitale bronnen als CD’s of DVD’s.
om te bevestigen en het menu af
AV PARAMETER
0 tot 7
Standaard-
instelling: 3
–3 tot +3
Standaard-
instelling: 0
OFF
ON
0 tot 10
Standaard-
instelling: 3
10 tot 90
OFF
ON
.
Digitale ruisonder­drukking (DNR)
Dual mono Hiermee geeft u op hoe Dolby Digital-
Dynamiek­regeling (DRC)
SACD­versterkings-
factor
Geluids­vertraging
HDMI Hiermee geeft u op hoe het HDMI-
Digitale video­omzetting
Helderheid Hiermee stelt u de algemene
Contrast Hiermee past u het contrast aan
Tint Hiermee regelt u de balans tussen
a.Alleen beschikbaar wanneer u luistert naar bronnen met 2 kanalen in de modus Dolby Pro Logic II(x) Music. b.Alleen beschikbaar als u bronnen met 2 kanalen beluistert in de modus Neo:6 Music. c.Normaal gezien kunt u deze functie probleemloos gebruiken met de meeste SACD-discs. Als het geluid echter wordt vervormd, kunt u deze functie beter terugzetten op 0 dB.
Hiermee kunt u de geluidskwaliteit verbeteren van een bron met ruis, zoals een cassette of videoband met veel achtergrondgeluid.
geluidsopnamen die gecodeerd zijn in dual mono moeten worden weergegeven. Dual mono wordt niet veel gebruikt, maar is soms nodig wanneer twee talen naar afzonderlijke kanalen moeten worden gestuurd.
Hiermee geeft u de omvang van de aanpassing van het dynamisch bereik op van Dolby Digital- en DTS­filmgeluid. (U kunt deze functie ook gebruiken wanneer u luistert naar surround-geluid terwijl het volume laag staat.)
Hiermee haalt u details naar voren bij SACD’s door het dynamisch bereik te
c
maximaliseren tijdens de digitale verwerking.
Bepaalde monitors hebben een kleine vertraging bij het vertonen van video, waardoor het geluid niet helemaal synchroon loopt met het beeld. Door een kleine vertraging toe te voegen zorgt u ervoor dat het geluid gelijk loopt met het beeld.
audiosignaal van de receiver (amp) wordt doorgestuurd naar een TV of plasmascherm.
Hiermee zet u analoge videosignalen om voor uitvoer van de MONITOR OUT-aansluitingen voor alle typen video.
helderheid in.
tussen licht en donker.
rood en groen.
OFF
ON
CH1
– Alleen kanaal 1 is hoorbaar
CH2
– Alleen kanaal 2 is hoorbaar
CH1 CH2
Beide kanalen zijn hoorbaar via de voorluidsprekers
OFF
MAX
MID
0 tot 6 (dB)
Standaard-
instelling:
0 (dB)
0,0 tot 6,0
(frames)
1 seconde = 25 frames (PAL)
AMP
THROUGH
ON
OFF
–10 tot +10 Standaard-
instelling: 0
–10 tot +10 Standaard-
instelling: 0
–10 tot +10 Standaard-
instelling: 0
11
57
Du
Page 58
11
Een audio- of video-opname maken
U kunt een audio- of een video-opname maken vanaf de ingebouwde tuner of van een audio- of videobron die is aangesloten op de receiver, bijvoorbeeld een CD-speler of
1
TV. Denk eraan dat u geen digitale opname kunt maken van
een analoge bron en omgekeerd. Zorg er daarom voor dat de apparaten waarop/waarvan u opneemt op dezelfde manier zijn aangesloten. (Zie De apparatuur aansluiten op bladzijde 11 voor meer informatie over aansluitingen.)
Omdat de video-omzetter niet beschikbaar is bij het maken van opnamen (via de video OUT-aansluitingen), dient u ervoor te zorgen dat u hetzelfde type videokabel gebruikt voor het aansluiten van de recorder als u hebt gebruikt voor het aansluiten van de videobron (degene die u wilt opnemen) op deze receiver. Zo moet u uw recorder bijvoorbeeld met S-video aansluiten als uw bron ook met S-video aangesloten is geweest.
Zie Een DVD-/HDD-recorder, videorecorder en andere videobronnen aansluiten op bladzijde 14 voor meer informatie over video-aansluitingen.
SYSTEM OFF
INPUT
RECEIVER
AV PRE-PROGRAMMED AND LEAR REMOTE CONTROL UNIT
DVD
CD-R/TAPE
iPod
1 Selecteer de bron die u wilt opnemen.
Gebruik hiervoor de knoppen voor ingangsbronnen (of INPUT SELECT).
• Druk zo nodig op SIGNAL SEL (SIGNAL SELECT) om het ingangssignaal te selecteren dat overeenkomt met het bronapparaat. (Zie Het ingangssignaal kiezen op bladzijde 29 voor meer informatie.)
2 Bereid de bron voor die u wilt opnemen.
Stem af op een radiozender, plaats de CD, videoband, DVD en dergelijke.
3 Bereid de recorder voor.
Plaats een lege cassette, MD, videoband en dergelijke in het opnameapparaat en stel de opnameniveaus in.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing bij de recorder als u niet zeker weet hoe dit moet. De meeste videorecorders stellen het audio-opnameniveau automatisch in. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing bij het apparaat in geval van twijfel.
SELECT
TV DVR1
SOURCE
NING
DVR 2CD
TV CTRL
USBHDMI2
RECEIVER
TUNERHDMI1
4 Start de opname en start vervolgens de weergave op het bronapparaat.
Het niveau van een analoog signaal verlagen
De ingangsverzwakker verlaagt het ingangsniveau van een analoog signaal wanneer dit te sterk is. U kunt dit gebruiken als de OVER-indicator erg vaak gaat branden
TV DVR1
SLEEP
SR+
2
DVR 2CD
TV CTRL
USBHDMI2
RECEIVER
TUNERHDMI1
ANALOG
VIDEO
SEL
ATT
MIDNIGHT/
DIMMER
LOUDNESS
of als het geluid vervormd klinkt.
DVD
CD-R/TAPE
iPod
Druk op
RECEIVER
en dan op ANALOG ATT om de
ingangsverzwakker in of uit te schakelen.
Video- en audiobronnen onafhankelijk van elkaar bekijken/beluisteren
U kunt een geluidsbron beluisteren en een andere videobron selecteren op de TV.
DVR 2CD
TV DVR1
DVD
CD-R/TAPE
iPod
SLEEP
SR+
Druk terwijl u een bron beluistert op druk dan op VIDEO SEL (
TV CTRL
USBHDMI2
RECEIVER
TUNERHDMI1
ANALOG
VIDEO
SEL
ATT
MIDNIGHT/
DIMMER
LOUDNESS
VIDEO SELECT
RECEIVER
) om de
en
videobron te selecteren die u wilt bekijken.
Druk verschillende malen om door de mogelijke videobronnen te lopen. U kunt kiezen uit DVD, TV, DVR1,
DVR2, VIDEO en OFF (geen videosignaal).
3
De slaaptimer gebruiken
De slaaptimer zet de receiver in de stand-bystand na de ingestelde tijdsduur. U kunt dus rustig in slaap vallen zonder bang te hoeven zijn dat de receiver de hele nacht aan blijft staan. Stel de slaaptimer in met de afstandsbediening.
DVR 2CD
TV DVR1
DVD
CD-R/TAPE
iPod
SLEEP
SR+
TV CTRL
USBHDMI2
RECEIVER
TUNERHDMI1
ANALOG
VIDEO
SEL
ATT
MIDNIGHT/
DIMMER
LOUDNESS
58
Du
Opmerking
1 • Het volume, de AV-parameters en de surround-effecten van de receiver hebben geen invloed op het opgenomen signaal.
• Sommige digitale bronnen zijn beveiligd tegen kopiëren en kunnen alleen analoog worden opgenomen.
• Sommige videobronnen zijn beveiligd tegen kopiëren. Deze kunnen niet worden opgenomen.
2 De verzwakker is niet beschikbaar voor digitale bronnen of wanneer u de Directe Stroom-functies gebruikt. 3 • De videoselectiefunctie wordt geannuleerd als u de ingangsbron verandert of de receiver uitschakelt.
• De videoselectiefunctie is niet beschikbaar wanneer een HDMI-ingangsbron is gekozen.
Page 59
• Druk op SLEEP
op
RECEIVER
en druk dan verschillende malen
om de slaaptijd in te stellen.
30 min 60 min
Off
90 min
• U kunt de resterende tijd van de slaaptimer op elk gewenst moment controleren door eenmaal op SLEEP te drukken. Druk verschillende malen om nogmaals door de verschillende opties van de
slaaptimer te lopen.
1
1 Druk op
STATUS
om de instellingen van het
systeem te controleren.
Deze instellingen worden weergegeven op het schermdisplay en op het display op het voorpaneel.
STATUS
DOLBY DIGITAL 3/2.1 PCM 96+DOLBY PLII MS
Signal Select : AUTO SBch Processing: OFF Retriever : ON Video Select : OFF MCACC Position : M1
2
Op het display op het voorpaneel wordt elk van de volgende instellingen twee seconden lang weergegeven:
11
Het display dimmen
U kunt kiezen uit vier verschillende helderheidsniveaus voor het display op het voorpaneel. Wanneer u bronnen selecteert, wordt het display automatisch helderder gedurende enkele seconden.
USBHDMI2
iPod
SLEEP
SR+
DIALOG E
TUNERHDMI1
VIDEO
SEL
DIMMER
S.RETRIEVER
RECEIVER
ANALOG
ATT
MIDNIGHT/
LOUDNESS
en druk dan verschillende malen
• Druk op
CD-R/TAPE
RECEIVER op DIMMER om de helderheid van het display op het voorpaneel te wijzigen.
De luidsprekerimpedantie wijzigen
U wordt aangeraden luidsprekers met een impedantie van 8 te gebruiken met dit systeem, maar u kunt de impedantie-instelling wijzigen als u luidsprekers met een impedantie van 6 wilt gebruiken. Gebruik hiervoor de bedieningselementen op het voorpaneel.
• Druk terwijl de receiver in de stand-bystand staat op
STANDBY/ON
SPEAKERS
ingedrukt.
Telkens wanneer u de knop indrukt, verandert de impedantie-instelling:
SP 6 OHM – Gebruik deze instelling als de luidsprekers een impedantie hebben van 6 Ω.
SP 8 OHM – Gebruik deze instelling als de luidsprekers een impedantie hebben van 8 of meer.
en houd tegelijkertijd de knop
Ingangsbron Luisterfunctie
Signaalkeuze Surround-achter
signaalverwerking
Sound Retriever-functie Videokeuze
MCACC-positie
2 Druk nogmaals op
STATUS
wanneer u klaar bent
om het display uit te schakelen.
De standaardinstellingen van het systeem herstellen
Aan de hand van de volgende procedure kunt u alle instellingen van de receiver terugzetten op de standaardinstellingen. Gebruik hiervoor de bedieningselementen op het voorpaneel.
1 Zet de receiver in de stand-bystand. 2 Houd de knop
en druk tegelijkertijd ongeveer drie seconden lang op
STANDBY/ON.
U ziet RESET? op het display. 3 Druk op de knop
U ziet RESET OK? op het display. 4 Druk op
U ziet OK op het display om aan te geven dat de standaardinstellingen van de receiver zijn hersteld.
• Alle instellingen worden opgeslagen, zelfs als de stekker van de receiver uit het stopcontact wordt gehaald.
TONE
op het voorpaneel ingedrukt
ENTER
SYSTEM SETUP
op het voorpaneel.
om te bevestigen.
De instellingen van het systeem controleren
Op het statusdisplayscherm kunt u de huidige instellingen controleren voor functies zoals surround­achterkanaalverwerking en de huidige voorgedefinieerde MCACC-instelling.
HDD
SUBTITLE
SIGNAL SEL
THX
PHASE
CH
SBch
STANDARD
MCACC
DVD
CH
STEREO
ADV.SURR
S.DIRECT
AUDIO
DISP
STATUS
MULTI OPE
SHIFT
Opmerking
1 U kunt de slaaptimer uitschakelen door de receiver uit te zetten. 2 Als de functie Zuiver direct is ingeschakeld, worden enkele instellingen aangegeven als OFF hoewel ze wel zijn ingeschakeld.
59
Du
Page 60
11
Standaardinstellingen van het systeem
Instelling
HDMI-geluid Amp
Digitale video-omzetting On
Luidsprekers A
Surround­achtersysteem
Luidsprekersysteem Voor SMALL
Midden SMALL
Surround SMALL
Surround-achter SMALLx2
Subwoofer YES
Scheiding 80 Hz
Piekniveau voor bastonen
X-curve OFF
THX-audio-instelling 0,0–0,3m
Ingangen
Zie Standaardinstellingen en mogelijk instellingen voor de ingangsfunctie op bladzijde 55.
SR+
SR+ bediening aan/uit OFF
SR+ volumeregeling aan/uit OFF
Monitor uit OFF
DSP
Positiegeheugen MCACC M1: MEMORY 1
Surround-achterkanaalverwerking ON
Fasecontrole On
Sound Retriever-functie Off
Geluidsvertraging 0 frame
Dual mono CH1
DRC OFF
SACD-versterkingsfactor 0 dB
Digitale veiligheid OFF
Effectniveau 7 ch Stereo 90
Overige functies 50
Opties voor 2PL II Music
Opties voor Neo:6 Middenbeeld 3
Breedte middenkanaal
Diepte 0
Panorama OFF
Standaardwaarde
Normal (SBch)
OFF
3
Instelling
Alle ingangen Luisterfunctie
(2 kanalen)
Luisterfunctie (x kanalen)
Luisterfunctie (HP) STEREO
Zie ook De AV-opties instellen op bladzijde 57 voor andere standaardinstellingen voor DSP.
MCACC
Kanaalniveau (M1–M6) 0 dB
Luidsprekerafstand (M1–M6) 3,0 m
Staande golf (M1–M6) Staande golf aan/uit ON
ATT 0 dB
Wide trim SWch 0,0
EQ-gegevens (M1–M6) Alle kanalen/banden 0 dB
Brede trim-EQ (M1–M6) 0,0 dB
Standaardwaarde
AUTO SURROUND
AUTO SURROUND
60
Du
Page 61
Hoofdstuk 12:
De rest van het systeem bedienen
12
De afstandsbediening instellen voor de bediening van andere apparaten
De meeste apparaten kunnen worden toegewezen aan een van de knoppen voor ingangsbronnen, zoals DVD/LD en CD met behulp van de vooraf ingestelde apparaatcode van de fabrikant in de afstandsbediening.
Het is echter mogelijk dat slechts bepaalde functies kunnen worden bediend na het toewijzen van de juiste apparaatcode. Bovendien kunnen de codes voor de fabrikant in de afstandsbediening niet geschikt zijn voor het model dat u gebruikt.
Als u geen vooraf ingestelde code vindt die overeenstemt met het apparaat dat u wilt bedienen, kunt u opdrachten van een andere afstandsbediening programmeren (zie Signalen van andere afstandsbedieningen programmeren hieronder).
Opmerking
• U kunt elke stap hieronder op elk moment annuleren of afsluiten door op RECEIVER te drukken. Met RETURN gaat u één stap terug.
• Na een inactiviteit van één minuut wordt de bewerking automatisch afgesloten.
Vooraf ingestelde codes rechtstreeks kiezen
TV CTRL
RECEIVER
ANALOG
ATT
AV PARAMETER CH LEVEL
TOP MENU
ST ST
SETUP
PTY SEARCH
GUIDE
TUNE
ENTER
TUNE
TV CONTROL
MENU
T.EDIT
RETURN
BAND
SETUP
ENTER
.
ENTER
.
.
DVR 2CD
TV DVR1
DVD
CD-R/TAPE
USBHDMI2
iPod
TUNERHDMI1
SLEEP
VIDEO
SEL
1 Druk tegelijk op de knop RECEIVER en U ziet SETUP op het display van de afstandsbediening.
2Gebruik hierna op
/
om PRESET te selecteren en druk
ENTER
.
3 Druk op de ingangsbronknop voor het apparaat dat u wilt bedienen en druk hierna op
Op het display van de afstandsbediening wordt het apparaat weergegeven dat u wilt bedienen, bijvoorbeeld
DVD of DVR. 4Gebruik
1
/
om de eerste letter van de merknaam
van het apparaat te selecteren en druk op
Dit moet de naam van de fabrikant zijn, bijvoorbeeld de P van Pioneer.
5Gebruik selecteren in de lijst en druk op
6Gebruik
/
om de naam van de fabrikant te
ENTER
.
/
om de juiste code te selecteren in de lijst en probeer vervolgens het apparaat te bedienen met deze afstandsbediening.
De code moet beginnen met het apparaattype, bijvoorbeeld DVD 020. Als er meer dan een code is,
begint u met de eerste.
2
Om de afstandsbediening te proberen, zet u het apparaat aan of uit (in stand-by) door op SOURCE te drukken. Als dat niet werkt, kiest u de volgende code in de lijst (als er meerdere codes zijn).
• Als u geen vooraf ingestelde code vindt of de code niet juist kunt invoeren, kunt u opdrachten van een andere afstandsbediening programmeren (zie
Signalen van andere afstandsbedieningen programmeren hieronder).
7 Als het is gelukt om het apparaat te bedienen, drukt u op
ENTER
om te bevestigen.
U ziet OK op het display van de afstandsbediening.
Signalen van andere afstandsbedieningen programmeren
Wanneer geen vooraf ingestelde codes beschikbaar zijn voor het apparaat of wanneer de beschikbare apparaatcodes niet juist werken, kunt u de signalen van de afstandsbediening van een ander apparaat programmeren. U kunt deze procedure ook gebruiken om extra functies (knoppen die niet vooraf zijn ingesteld) te programmeren na het toewijzen van een vooraf
ingestelde code.
1 Druk tegelijk op de knop RECEIVER en U ziet SETUP op het display van de afstandsbediening.
2Gebruik hierna op
Op het display van de afstandsbediening wordt u gevraagd naar het apparaat dat u wilt bedienen, bijvoorbeeld DVD of VIDEO.
3 Druk op de ingangsbronknop voor het apparaat dat u wilt bedienen en druk hierna op
U ziet PRES KEY op het display. 4 Richt de twee afstandsbedieningen naar elkaar.
Druk vervolgens op de knop waaronder u het signaal wilt programmeren op de afstandsbediening van deze receiver. PRES KEY begint te knipperen om aan te geven dat de
afstandsbediening klaar is om een signaal te ontvangen.
3
/
om LEARNING te selecteren en druk
ENTER
.
ENTER
4
SETUP
.
.
Opmerking
1 U kunt de knoppen RECEIVER, TUNER, USB en iPod niet toewijzen. 2 • Als u een HDD-recorder van Pioneer gebruikt, selecteert u PIONEER DVR 487, 488, 489 of 493.
• Als u een plasmascherm van Pioneer gebruikt van voor de zomer van 2005, selecteert u vooraf ingestelde code 600 of 231. 3 U kunt ongeveer 200 vooraf ingestelde codes opslaan in de afstandsbediening (dit is alleen getest met codes in Pioneer-indeling). 4 • U kunt de knoppen RECEIVER, TUNER, USB en iPod niet toewijzen.
TV CONTROL-knoppen (TV, TV VOL +/–, TV CH +/– en INPUT SELECT) kunnen alleen worden geprogrammeerd als u eerst TV CTRL selecteert.
61
Du
Page 62
12
• De afstandsbedieningen moeten 3 cm tot 5 cm van elkaar verwijderd zijn.
3 cm tot 5 cm
SYSTEM OFF
INPUT
SELECT
RECEIVER SOURCE
ANALOG
ATT
DISC
RETURN
T.EDIT
VOL
ROOM2/3
MENU
RECEIVER
VIDEO
TUNER
VIDEO 1 TV CONT
XM RADIO
TV VIDEO 2
CD-R
i Pod
SLEEP
CD
DVD SAT
DVR2
DVR1
CH
DVD
MUTE
CH LEVEL
STEREO
CLASS
ENTER
MEMORY
ADV. SURR
BAND
SEL
DIMMER
SBch
CH
HDD
TV CH
MCACC S.DIRECT
REC STOP
DTV INFO
STANDARD
ENTER
REC
TUNE
TUNE
TV CONTROL
THX
RECEIVER
INPUT SELECT
+
ISOPHASE
SIGNAL SEL
ST ST
+10SR
CATEGORY
DISP
MPX
TV VOL
D.ACCESS
SHIFT
AUDIOSUBTITLE
STATUS
MULTI OPE
TOP MENU
SETUP
GUIDE
AV PARAMETER
DTV MENU
5 Druk op de overeenkomstige knop van de andere afstandsbediening die het signaal verzendt naar (aanleert aan) de afstandsbediening van deze receiver.
Als u bijvoorbeeld het weergavebedieningssignaal wilt programmeren, houdt u kort ingedrukt. U ziet OK op
het display als de bewerking is geprogrammeerd.
1
Als de bewerking om een of andere reden niet is geprogrammeerd, ziet u kort ERROR en vervolgens PRES KEY op het display. In dat geval blijft u de knop die u wilt programmeren indrukken terwijl u de afstand tussen de afstandsbedieningen verandert totdat u OK op het
display ziet.
2
Bepaalde knoppen zijn bedoeld voor functies die niet kunnen worden geprogrammeerd van andere
afstandsbedieningen.
3
Hieronder ziet u de beschikbare knoppen, met uitzondering van de TV­bedieningsknoppen, een combinatie van SHIFT en deze knoppen kan ook worden geprogrammeerd:
RECEIVER
AV PRE-PROGRAMMED AND LEAR REMOTE CONTROL UNIT
DVD
CD-R/TAPE
iPod
D.ACCESS
AV PARAMETER CH LEVEL
TOP MENU
SETUP
PTY SEARCH
GUIDE
SELECT
DVR 2CD
TV DVR1
TUNERHDMI1
SLEEP
SR+
DIALOG E
S.RETRIEVER
+10
TUNE
ST ST
ENTER
TUNE
USBHDMI2
VIDEO
SEL
DIMMER
SOURCE
NING
TV CONTROL
INPUT
TV CH
BAND
CLASS
ENTER
TV CTRL
RECEIVER
MENU
T.EDIT
RETURN
ANALOG
ATT
MIDNIGHT/ LOUDNESS
DISC
TV VOL
MPX
AUDIO
DISP
STATUS
MULTI OPE
SHIFT
A
B
SUBTITLE
SIGNAL SEL
SELECT
REC
EON
REC STOP JUKEBOX
CDE
HDD
CH
SBch
THX
STANDARD
PHASE
MCACC
RECEIVER
VOL
MUTE
DVD
CH
STEREO
ADV.SURR
S.DIRECT
SYSTEM OFF
INPUT
6 Herhaal stap 4 en 5 als u nog meer signalen voor hetzelfde apparaat wilt programmeren.
Als u signalen voor een ander apparaat wilt programmeren, sluit u de procedure af en herhaalt u stap 1 tot en met 5.
7 Houd de RECEIVER-knop ingedrukt als u de procedure wilt afsluiten en de bewerking(en) wilt opslaan.
Een van de knopinstellingen van de afstandsbediening wissen
Volg de stappen hieronder om een geprogrammeerde knop te wissen en de standaardinstelling van de knop te herstellen.
1 Druk tegelijk op de knop RECEIVER en
SETUP
.
U ziet SETUP op het display van de afstandsbediening. 2Gebruik
hierna op
/
ENTER
om
.
ERASE
te selecteren en druk
Op het display wordt u gevraagd naar het apparaat dat correspondeert met de knopinstelling die u wilt wijzigen.
3 Druk op de ingangsbronknop voor het apparaat dat correspondeert met de opdracht die u wilt wissen en
ENTER
druk hierna op
.
PRES KEY knippert op het display. 4 Houd de knop die u wilt wissen twee seconden lang
ingedrukt.
U ziet OK of NO CODE op het display om te bevestigen dat de knop is gewist.
5 Herhaal stap 4 als u meer knoppen wilt wissen. 6 Houd de RECEIVER-knop enkele seconden
ingedrukt als u klaar bent.
De vooraf ingestelde instellingen van de afstandsbediening herstellen
Volg de stappen hieronder om alle vooraf ingestelde codes en geprogrammeerde knoppen van de afstandsbediening te wissen.
1 Druk tegelijk op de knop RECEIVER en
SETUP
.
U ziet SETUP op het display van de afstandsbediening. 2Gebruik
hierna op
/
ENTER
om
.
RESET
te selecteren en druk
RESET knippert op het display. 3 Houd
ENTER ongeveer twee seconden ingedrukt.
Op het display ziet u OK om te bevestigen dat alle vooraf ingestelde instellingen van de afstandsbediening zijn gewist.
Vooraf ingestelde codes controleren
Volg de stappen hieronder om te controleren welke vooraf ingestelde code is toegewezen aan een ingangsbronknop.
1 Druk tegelijk op de knop RECEIVER en U ziet SETUP op het display van de afstandsbediening.
2Gebruik ENTER
/
om READ ID te selecteren en druk op
.
Op het display wordt u gevraagd naar de ingangsbronknop die u wilt controleren.
SETUP
.
62
Du
Opmerking
1 Soms resulteert het programmeren van de afstandsbediening in een verkeerd signaal als gevolg van interferentie van TV’s of andere apparatuur. 2 • Sommige opdrachten van andere afstandsbedieningen kunnen niet worden geprogrammeerd, maar in de meeste gevallen volstaat het de afstandsbedieningen dichter bij of verder van elkaar te houden.
• Als FULL verschijnt op het display van de afstandsbediening, is het geheugen vol. Zie Een van de knopinstellingen van de afstandsbediening wissen hieronder als u een geprogrammeerde knop wilt wissen die u niet gebruikt om zo geheugenruimte vrij te maken. (Houd er rekening mee dat sommige signalen meer geheugen vragen dan andere.) 3 De cijfertoets voor tientallen (+10/D.ACCESS) kan niet voor alle apparaten worden geprogrammeerd.
Page 63
3 Druk op de knop van het apparaat waarvan u de ingestelde code wilt controleren en druk op ENTER.
De merknaam en de ingestelde code worden drie seconden lang weergegeven op het display.
Namen van ingangsbronnen wijzigen
U kunt de namen wijzigen die worden weergegeven op het display wanneer u een ingangsbron selecteert. (Zo kunt u de naam DVR 1 wijzigen in HDD/DVR.)
1 Druk tegelijk op de knop RECEIVER en
SETUP
.
U ziet SETUP op het display van de afstandsbediening. 2Gebruik
hierna op
/
ENTER
om
.
RENAME
te selecteren en druk
Op het display wordt u gevraagd naar de knop voor de ingangsbron waarvan u de naam wilt wijzigen.
3 Druk op de ingangsbronknop waarvan u de naam
ENTER
wilt wijzigen en druk hierna op 4Gebruik
hierna op
/
om NAME EDT te selecteren en druk
ENTER
.
.
Als u de oorspronkelijke naam van de knop wilt herstellen, selecteert u NAME RST.
5 Bewerk de naam van de ingangsbron op het display van de afstandsbediening en druk op
ENTER
wanneer
u klaar bent.
Gebruik / om het teken te wijzigen en / om een positie vooruit of achteruit te gaan. De naam kan uit maximaal acht tekens bestaan. (Hieronder ziet u een overzicht van de mogelijke tekens.)
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ 0123456789 \ / * + – (spatie)
Directe functie
• Standaardinstelling: ON
U kunt de directe functie gebruiken om één apparaat te bedienen met de afstandsbediening en tegelijkertijd een ander apparaat weer te geven met de receiver. U kunt bijvoorbeeld de receiver instellen en een CD beluisteren met de afstandsbediening en tegelijkertijd met de afstandsbediening een videoband terugspoelen in de videorecorder, terwijl u ondertussen blijft luisteren naar de CD-speler.
Wanneer de directe functie is ingeschakeld, wordt elk apparaat dat u selecteert met de ingangsbronknoppen zowel door de receiver als door de afstandsbediening geselecteerd. Wanneer u de directe functie uitschakelt, kunt u de afstandsbediening gebruiken zonder dat dit
effect heeft op de receiver.
1 Druk tegelijk op de knop RECEIVER en
U ziet SETUP op het display van de afstandsbediening.
1
SETUP
.
2Gebruik hierna op
/
ENTER
om
.
DIRECT F
te selecteren en druk
Op het display wordt u gevraagd naar de knop voor de ingangsbron die u wilt bedienen.
3 Druk op de ingangsbronknop voor het apparaat dat
ENTER
u wilt bedienen en druk hierna op 4Gebruik
ON of OFF en druk op
/
om de directe functie in te stellen op
ENTER
.
.
U ziet OK op het display om de instelling te bevestigen.
De functies Multi Operation en System Off
Met de functie Multi Operation kunt u een reeks van maximaal 5 opdrachten programmeren voor de apparaten in het systeem. U kunt bijvoorbeeld de TV aanzetten, de DVD-speler aanzetten en beginnen met het afspelen van de geladen DVD met slechts twee knoppen op de afstandsbediening.
Net als bij de functie Multi Operations kunt u met de functie System Off met één knop een aantal apparaten in
het systeem tegelijk uitzetten.
Een reeks voor bediening of uitzetten van meerdere apparaten programmeren
DVR 2CD
TV DVR1
DVD
CD-R/TAPE
1 Druk tegelijk op de knop RECEIVER en U ziet SETUP op het display van de afstandsbediening.
2Gebruik in het menu en druk op
Als u Multi Operation ( het display van de afstandsbediening gevraagd naar een ingangsbronknop.
Als u System Off ( stap 4.
3 Druk op de ingangsbronknop voor het apparaat waarmee u de bediening van meerdere apparaten wilt beginnen en druk hierna op
Als u de reeks wilt beginnen met het aanzetten van de DVD-speler, drukt u op DVD.
4Gebruik hierna op
ENTER
Als u een eerder opgeslagen reeks voor bediening of uitzetten van meerdere apparaten wilt wissen, selecteert u CODE ERS.
5Gebruik selecteren en druk hierna op Als dit de eerste opdracht in de reeks is, selecteert u 1ST CODE. In andere gevallen kiest u gewoon de volgende opdracht in de reeks. PRES KEY knippert nadat u drukt op ENTER.
USBHDMI2
iPod
TUNERHDMI1
SLEEP
VIDEO
SEL
/
om M UL TI OP of SYS OFF te select eren
SYSOFF
/
om CODE EDT te selecteren en druk
.
/
om een opdracht in de reeks te
2
TV CTRL
RECEIVER
ANALOG
ATT
AV PARAMETER CH LEVEL
TOP MENU
ST ST
SETUP
PTY SEARCH
GUIDE
TUNE
ENTER
TUNE
TV CONTROL
MENU
T.EDIT
RETURN
BAND
SETUP
ENTER
MULTI OP
.
) selecteert, wordt u op
) selecteert, gaat u door naar
ENTER
.
ENTER
.
.
12
Opmerking
1 U kunt de directe functie niet samen met de functie TV CTRL gebruiken. 2 • De functies Multi Operation en System Off werken alleen naar behoren als u de afstandsbediening zo instelt dat deze werkt met de TV en andere apparaten. (Zie De afstandsbediening instellen voor de bediening van andere apparaten op bladzijde 61 voor meer informatie.)
• Bij bepaalde apparaten kan het enige tijd duren voordat ze opgewarmd zijn. De functie Multi Operations kan dan mogelijk niet worden gebruikt.
• Opdrachten voor het aan- en uitzetten van apparaten werken alleen voor apparaten met een stand-bystand.
63
Du
Page 64
12
6 Druk indien nodig op de ingangsbronknop voor het apparaat waarvoor u een opdracht wilt invoeren.
Dit hoeft alleen bij een opdracht voor een nieuw apparaat (ingangsbron).
7 Selecteer de knop voor de opdracht die u wilt invoeren.
U kunt de volgende opdrachten van de afstandsbediening selecteren:
De functie Multi Operations gebruiken
U kunt beginnen met het bedienen van meerdere apparaten als de receiver aan of stand-by staat.
HDD
SIGNAL SEL
THX
PHASE
CH
SBch
STANDARD
MCACC
DVD
CH
STEREO
ADV.SURR
S.DIRECT
AUDIO
DISP
STATUS
MULTI OPE
SHIFT
SUBTITLE
RECEIVER
AV PRE-PROGRAMMED AND LEAR REMOTE CONTROL UNIT
DVD
CD-R/TAPE
iPod
D.ACCESS
AV PARAMETER CH LEVEL
TOP MENU
SETUP
PTY SEARCH
GUIDE
SELECT
DVR 2CD
TV DVR1
TUNERHDMI1
SLEEP
SR+
DIALOG E
S.RETRIEVER
+10
TUNE
ST ST
ENTER
TUNE
USBHDMI2
VIDEO
SEL
DIMMER
SOURCE
NING
TV CONTROL
INPUT
TV CH
BAND
CLASS
ENTER
TV CTRL
RECEIVER
MENU
T.EDIT
RETURN
ANALOG
ATT
MIDNIGHT/ LOUDNESS
DISC
TV VOL
MPX
AUDIO
DISP
STATUS
MULTI OPE
SHIFT
A
B
SUBTITLE
SIGNAL SEL
SELECT
REC
EON
REC STOP JUKEBOX
CDE
HDD
CH
SBch
THX
STANDARD
PHASE
MCACC
RECEIVER
VOL
MUTE
DVD
CH
STEREO
ADV.SURR
S.DIRECT
SYSTEM OFF
INPUT
• U hoeft het aan- en uitzetten van de receiver niet te
programmeren. Dit gebeurt automatisch.
Voor Pioneer-apparaten hoeft u het volgende niet te doen:
• Het uitschakelen van de stroomvoorziening
programmeren in een reeks voor het uitzetten van apparaten (behalve voor DVD-recorders);
• Het inschakelen van de stroomvoorziening
programmeren als de het gaat om het bronapparaat dat u hebt geselecteerd in stap 3;
• Een Pioneer-TV of -monitor programmeren zodat
deze aan gaat als de ingangsfunctie die is geselecteerd in stap 2 beschikt over video­ingangsaansluitingen;
Deze taken hebben voorrang bij reeksen voor de bediening van meerdere apparaten, maar niet bij reeksen voor het uitzetten van meerdere apparaten.
8 Herhaal stap 5–7 om een reeks te programmeren van maximaal vijf opdrachten.
/
9 Wanneer u klaar bent, gebruikt u te selecteren in het menu en drukt u op
om EDITEXIT
ENTER
.
U keert terug naar het menu SETUP van de afstandsbediening. Selecteer * EXIT * nogmaals om af te sluiten.
RECEIVER
1 Druk op MULTI OPE. MULTI OP knippert op het display.
2
Druk op
een ingangsbronknop waarvoor bediening van meerdere apparaten is geprogrammeerd.
De receiver gaat aan als deze in stand-bystand stond en de geprogrammeerde bedieningsreeks voor meerdere apparaten wordt automatisch uitgevoerd.
De functie System Off gebruiken
HDD
SUBTITLE
SIGNAL SEL
THX
PHASE
RECEIVER
CH
SBch
STANDARD
MCACC
DVD
CH
STEREO
ADV.SURR
S.DIRECT
AUDIO
INPUT
RECEIVER
SELECT
AV PRE-PROGRAMMED AND LEAR REMOTE CONTROL UNIT
TV DVR1
DVD
SYSTEM OFF
SOURCE
NING
DVR 2CD
TV CTRL
DISP
STATUS
MULTI OPE
SHIFT
1 Druk op MULTI OPE. MULTI OP knippert op het display.
2 Druk op
SOURCE
.
De reeks opdrachten die u hebt geprogrammeerd worden uitgevoerd. Vervolgens worden alle Pioneer-
apparaten uitgeschakeld
1
met als laatste deze receiver.
64
Du
Opmerking
1 Om te voorkomen dat een DVD-recorder die aan het opnemen is per ongeluk wordt uitgeschakeld, worden geen codes verzonden om een DVD-recorder
uit te schakelen.
Page 65
Bedieningsknoppen voor TV’s
Met deze afstandsbediening kunt u apparaten bedienen na het invoeren van de juiste codes of na het programmeren van opdrachten in de receiver (zie De
afstandsbediening instellen voor de bediening van andere apparaten op bladzijde 61 voor meer informatie). Gebruik
de ingangsbronknoppen om het apparaat te selecteren.
•De TV CONTROL-knoppen op de afstandsbediening zijn bestemd voor de bediening van de TV die is toegewezen aan de knop TV CTRL. Als u twee TV’s hebt, wijst u de hoofd-TV toe aan de knop TV CTRL.
Knop(pen)
TV
INPUT SELECT
TV CH +/–
TV VOL +/–
SOURCE
AUDIO / DISP
SUBTITLE
GUIDE
RETURN
Cijfertoetsen
+10-knop
ENTER/ DISC
MENU
/// & ENTER
TOP MENU
Functie Apparaten
Hiermee zet u het apparaat dat is toegewezen aan de knop TV CTRL aan of uit.
Hiermee schakelt u de TV­ingang om. (Niet mogelijk met alle modellen.)
Hiermee selecteert u kanalen. Kabel-TV/
Hiermee regelt u het volume van de TV.
Hiermee zet u de TV of kabel-TV aan of stand-by.
Hiermee kiest u de ‘A’­opdrachten menu.
Hiermee kiest u de RODE/B­opdrachten in een Satellite TV/ TV-menu.
Hiermee kiest u de CYAAN/E­opdrachten in een Satellite TV/ TV-menu.
Hiermee kiest u de GROENE/C­opdrachten in een Satellite TV/ TV-menu.
Hiermee kiest u de GELE/D­opdrachten in een Satellite TV/ TV-menu.
Hiermee kiest u een ander audiospoor.
Hiermee keert u terug naar het eerder gekozen kanaal.
Gebruik deze knop als GUIDE- knop om door opties te lopen.
Schakelt TEXT OFF voor TV’s. TV Hiermee selecteert u RETURN
of EXIT. Hiermee selecteert u een
bepaald TV-kanaal. Hiermee voegt u een tiental toe
bij het selecteren van een TV­kanaal.
Hiermee voert u een kanaal in. Kabel-TV/
Hiermee selecteert u het menuscherm.
Hiermee selecteert u menu­items of past u deze aan of loopt u door menu’s.
Schakelt TEXT ON voor TV’s. TV
in een Satellite TV-
Kabel-TV/ Satelliet-TV/TV
TV
Satelliet-TV/TV Kabel-TV/
Satelliet-TV/TV Kabel-TV/
Satelliet-TV/TV Satelliet-TV
Satelliet-TV/TV
Satelliet-TV/TV
Satelliet-TV/TV
Satelliet-TV/TV
Satelliet-TV/TV
Kabel-TV/ Satelliet-TV/TV
Kabel-TV/ Satelliet-TV/TV
Satelliet-TV/TV
Kabel-TV/ Satelliet-TV/TV
Satelliet-TV/TV
Satelliet-TV/TV Kabel-TV/
Satelliet-TV/TV Kabel-TV/
Satelliet-TV/TV
Bedieningsknoppen voor andere apparaten
Met deze afstandsbediening kunt u apparaten bedienen na het invoeren van de juiste codes of na het programmeren van opdrachten in de receiver (zie De
afstandsbediening instellen voor de bediening van andere apparaten op bladzijde 61 voor meer informatie). Gebruik
de ingangsbronknoppen om het apparaat te selecteren.
Knop(pen)
SOURCE
REC
SHIFT+
(
REC STOP
(
SHIFT+)
JUKEBOX
(
SHIFT+)
Cijfertoetsen
+10-knop
Functie Apparaten
Hiermee zet u het apparaat stand-by of aan.
Hiermee keert u terug naar het begin van de huidige track of het huidige hoofdstuk. Als u verschillende malen drukt, gaat u terug naar het begin van vorige tracks of hoofdstukken.
Hiermee gaat u naar het begin van de volgende track of het volgende hoofdstuk. Als u verschillende malen drukt, gaat u naar het begin van volgende tracks of hoofdstukken.
Hiermee onderbreekt u het afspelen of de opname.
Hiermee start u het afspelen. CD-/MD-/CD-R-/
Houd deze knop ingedrukt om snel voorwaarts af te spelen.
Houd deze knop ingedrukt om snel achterwaarts af te spelen.
Hiermee stopt u het afspelen. CD-/MD-/CD-R-/
Hiermee start u de opname. MD-/CD-R-/
)
Hiermee stopt u de opname. DVR-speler
Hiermee schakelt u over naar de Jukebox-functie.
Hiermee kunt u de tracks van een programmabron direct starten.
Met de cijfertoetsen kunt u door de menu’s op het scherm lopen.
Hiermee selecteert u tracks met een nummer hoger dan 10. (Druk bijvoorbeeld op +10 en vervolgens op 3 om track 13 te kiezen.)
CD-/MD-/CD-R-/ DVD-/LD-/ DVR-speler/ videorecorder/ cassettedeck
CD-/MD-/CD-R-/ DVD-/LD-speler
CD-/MD-/CD-R-/ DVD-/LD-speler
CD-/MD-/CD-R-/ DVD-/LD-/ DVR-speler/ videorecorder/ cassettedeck
DVD-/LD-/ DVR-speler/ videorecorder/ cassettedeck
CD-/MD-/CD-R-/ DVD-/LD-/ DVR-speler/ videorecorder/ cassettedeck
CD-/MD-/CD-R-/ DVD-/LD-/ DVR-speler/ videorecorder/ cassettedeck
DVD-/LD-/ DVR-speler/ videorecorder/ cassettedeck
DVR-speler/ videorecorder/ cassettedeck
DVR-speler
CD-/MD-/CD-R-/ LD-speler/ videorecorder
DVD/ DVR-speler
CD-/MD-/CD-R-/ LD-speler/ videorecorder
12
65
Du
Page 66
12
D
Knop(pen)
ENTER/ DISC
TOP MENU
MENU
ENTER
/
///
ENTER
&
GUIDE
CH +/–
AUDIO
SUBTITLE
SHIFT +SUBTITLE
HDD (SHIFT + CH–)
DVD (SHIFT + CH+)
Functie Apparaten
Hiermee kiest u de disc. CD-speler met
Gebruik deze knop als ENTER- knop.
Hiermee geeft u het instelscherm van DVR-spelers weer.
Hiermee wisselt u de kant van de
meerdere CD’s Videorecorder/
DVD-speler DVR-speler
LD-speler
LD. Hiermee geeft u het hoofdmenu
van een DVD-speler weer. Hiermee geeft u menu’s van de
huidige DVD of DVR weer op het display.
Hiermee onderbreekt u de cassetteband.
Hiermee stopt u de cassetteband.
DVD-/ DVR-speler
DVD-/ DVR-speler
Cassettedeck
Cassettedeck
Hiermee start u het afspelen. Cassettedeck Hiermee spoelt u de
cassetteband snel achteruit of vooruit.
Hiermee bladert u door DVD­menu’s/opties.
Hiermee roept u het instelscherm van de DVD-speler op.
Hiermee selecteert u kanalen. Videorecorder/
Hiermee verandert u de audiotaal of het audiokanaal.
Hiermee toont/wijzigt u de ondertitels bij meertalige DVD’s.
Hiermee schakelt u over naar de bediening van videorecorders bij gebruik van een DVD-/HDD-/
Cassettedeck
DVD-/ DVR-speler
DVD-/ DVR-speler
DVD-/ DVR-speler
DVD-/ DVR-speler
DVD-/ DVR-speler
Videorecorder/ DVD-/ DVR-speler
videorecorder. Hiermee schakelt u over naar de
DVR-speler bediening van de vaste schijf bij gebruik van een DVD-/HDD­recorder.
Hiermee schakelt u over naar de
DVR-speler DVD-bediening bij gebruik van een DVD/HDD-recorder.
Andere Pioneer-apparaten bedienen met de sensor van dit apparaat
Veel Pioneer-apparaten hebben SR CONTROL- aansluitingen. Deze kunnen worden gebruikt om apparaten aan elkaar te koppelen zodat u de afstandsbedieningssensor van één apparaat kunt gebruiken. Wanneer u de afstandsbediening gebruikt, wordt het bedieningssignaal doorgestuurd naar het
juiste apparaat.
Belangrijk
• Als u deze functie gebruikt, zorgt u ervoor dat ten
minste één set analoge audio- of video-aansluitingen is aangesloten op een ander apparaat voor een goede
aarding.
1 Bepaal van welk apparaat u de afstandsbedieningssensor wilt gebruiken.
Als u een willekeurig apparaat in de reeks wilt bedienen, is dit de afstandsbedieningssensor waarnaar u de betreffende afstandsbediening moet richten.
2 Sluit de apparaat aan op de ander Pioneer-apparaat.
Gebruik hiervoor een kabel met een mono-ministekker aan beide uiteinden.
IN 1
IN 2
OUT
HDMI
(
DVR/VCR2
COAXIAL
ASSIGNABLE
21
3 Voeg alle gewenste apparaten toe aan de reeks.
1
CONTROL OUT
OPTICAL
DIGITAL
OUT
COMPONENT VI
1
IN
Y
(
DVR/
IN
)
VCR1
1
2
IN
(
)
TV/SAT
IN 2
Y
3
IN
(CD)
ASSIG­NABLE
31
CONTROL iPod
OUT
IN
IN
IN INOUT
AUDIO
L
1
IN
(
)
DVD/LD
R
2
IN
)
CD-R/TAPE/MD
CD
CONTROL IN
P
B
P
B
IN OUT
S-VIDEO
-aansluiting van dat
-aansluiting van een
CONTROL
F
F O M E
E
T
C
S Y S
UR
O S
T U P
T
N
I C E L E S
R E V I E
EC R
T N
O C
2
V
O
T
E D I V
3 /
1
2
O
M
E
O
D
O
I
R
V
R
V
E
T
V EI
N I
EC
I
R
T
T L
A
U
S
G
M O L
D
R
A
C
E
N A
N
T
U
T
R
T
A
-
D
D
V
C
D
d
O
o
E
P
i
ID
2
V
VR
SEL
D
1 R V
D
P
R
E
E
LE
S MM I
D
+
R
S
C
S I S
S
D
A L C
ER T
N E
L E V E
L
U
H N E
C
M
0 S 1
S
+ E C C A .
T I
D
D
E T.
N
R U
T
S
T
R
E
E
R
E
T
N
E
U T
M
U
RA
A N E
P
V
R
M
A
E
P
O
NT
T
D
E
N
ST
A B
E N U
P
T
U
OL
T
L
E S
O
H
NTR
C
V
R
O
A
E
C
S Y
V T
PT H C V
E
T
D UI
T
G U P
T
N C I E
E
L
T
E
U
S
M
L
O V V T
E
C
E R
P O T S
D
C
E R
A
D
V D
N
C
O E
D
CH
D H
X P
B
M
EO
E
L
ER
H
T I
T
C
S
T B
U
S h c
O
B
I
S
R
D U
UR
A
S
L
.
E
V
S
D
L
SP
A
I
A
D
N
D
G
R
SI
A
D N
S
T
TA
U S
C
T
E
A
R
T
I
S
D . S
X H T
C
C
E
CA
P
M
O I T L
E
U S
M A H P O
S I
T F I
H S
R
E V I
E C
E R
CONTROL
IN OUT
66
Du
Opmerking
1• Zie De afstandsbediening instellen voor de bediening van andere apparaten op bladzijde 61 als u alle apparaten met de afstandsbediening van deze receiver wilt bedienen. Als u een afstandsbediening hebt aangesloten op de CONTROL IN-aansluiting met behulp van een ministekkerkabel, kunt u dit apparaat niet bedienen via de afstandsbedieningssensor.
• Zie De receiver gebruiken met een Pioneer-plasmascherm op bladzijde 53 als u een Pioneer-plasmascherm aansluit.
Page 67
Hoofdstuk 13:
Aanvullende informatie
Problemen oplossen
Vaak worden onjuiste handelingen verward met problemen of storingen. Wanneer u denkt dat er iets mis is met dit apparaat, controleert u eerst de onderstaande punten. Soms ligt de oorzaak van het probleem bij een ander apparaat. Controleer de andere apparaten en de elektrische apparatuur die in gebruik is. Als het probleem niet is verholpen nadat u de onderstaande punten hebt gecontroleerd, vraagt u het dichtstbijzijnde erkende Pioneer-servicecentrum om reparaties te verrichten.
Stroomvoorziening
Probleem Oplossing
Het apparaat gaat niet aan. • Controleer of de stekker van het netsnoer in een werkend stopcontact zit.
De receiver gaat plotseling uit of de fasecontrole-indicator knippert.
Tijdens weergave met hoog volume gaat het apparaat plotseling uit.
Het apparaat reageert niet wanneer de knoppen worden ingedrukt.
AMP ERR knippert op het display en het apparaat gaat automatisch uit. De MCACC- indicator knippert en het apparaat gaat niet aan.
FAN STOP knippert op het display en het apparaat gaat automatisch uit.
OVERHEAT knippert op het display en het apparaat gaat automatisch uit.
• Probeer de stekker uit het stopcontact te halen en deze er weer in te steken.
• Controleer of er geen losse draadjes van het snoer van de luidspreker contact maken met het achterpaneel of andere snoeren. Als dit het geval is, sluit u de luidsprekers opnieuw aan waarbij u ervoor zorgt dat er geen losse draadjes zijn.
• Er kan een ernstig probleem met de receiver zijn. Haal de stekker van de receiver uit het stopcontact en bel een door Pioneer erkend servicecentrum.
• Zet het volume lager.
• Verminder de equalizerniveaus voor 63 Hz en 125 Hz in de Handmatige MCACC-instelling op bladzijde 39.
• Probeer de digitale beveiligingsfunctie in te schakelen. Zet de receiver in de stand-bystand, houd de
SYSTEM SETUP-knop op het voorpaneel ingedrukt en druk op STANDBY/ON om te schakelen tussen SAFETY 1 (gemiddeld effect), SAFETY 2 (meer effect) en SAFETY OFF. Als het apparaat zelfs uit gaat als u SAFETY 2 hebt ingeschakeld, zet u het volume lager.
• Zet de receiver uit en weer aan.
• Haal de stekker uit het stopcontact en steek de stekker weer in het stopcontact.
• Er kan een ernstig probleem met de receiver zijn. Probeer de receiver niet aan te zetten. Neem contact op met een door Pioneer erkend servicecentrum voor hulp.
• De ventilator wordt ergens door geblokkeerd. Verwijder de blokkering en probeer de receiver opnieuw in te schakelen. Als de ventilator nog steeds niet werkt, of als u het object niet kunt verwijderen, dient u de stekker uit het stopcontact te halen en contact op te nemen met een door Pioneer erkend servicecentrum.
• De ventilator is defect. Haal de stekker van de receiver uit het stopcontact en bel een door Pioneer erkend servicecentrum.
• Laat het apparaat afkoelen op een goed geventileerde plaats en probeer de receiver hierna weer aan te zetten. Raadpleeg de veiligheidsmaatregelen op bladzij 2–3 voor richtlijnen voor een betere warmteafvoer.
13
Geen geluid
Probleem Oplossing
Er klinkt geen geluid nadat u een ingangsbron hebt geselecteerd. Er klinkt geen geluid uit de voorluidsprekers.
Er klinkt geen geluid uit de surround-luidsprekers of de middenluidspreker.
• Controleer het volume, of het geluid is gedempt (druk op MUTE) en de luidsprekerinstelling (druk op SPEAKERS).
• Controleer of u de juiste ingangsbron hebt geselecteerd.
• Controleer of de MCACC-instelmicrofoon wel is losgekoppeld.
• Controleer of u het juiste ingangsignaal hebt geselecteerd. (Druk op SIGNAL SELECT.) Wanneer u PCM hebt geselecteerd, wordt geen geluid met een andere signaalindeling weergegeven.
• Controleer of het bronapparaat goed is aangesloten. (Zie De apparatuur aansluiten op bladzijde 11.)
• Controleer of de luidsprekers goed zijn aangesloten. (Zie De luidsprekers aansluiten op bladzijde 17.)
• Controleer of de luisterfunctie Stereo niet is geselecteerd. Selecteer een van de surround-luisterfuncties (zie Luisteren in surround-geluid op bladzijde 26).
• Controleer of de surround-/middenluidsprekers niet zijn ingesteld op NO (zie Luidsprekerinstellingen op bladzijde 45).
• Controleer de kanaalniveau-instellingen (zie Kanaalniveau op bladzijde 46).
• Controleer de aansluitingen van de luidsprekers (zie De luidsprekers aansluiten op bladzijde 17).
67
Du
Page 68
13
Probleem Oplossing
Er klinkt geen geluid uit de surround-achterluidsprekers.
Er klinkt geen geluid uit de subwoofer.
Er klinkt geen geluid uit één luidspreker.
Het geluid van analoge apparaten wordt weergegeven, maar dat van digitale apparaten (DVD, LD, CD-ROM en dergelijke) niet.
Er is geen geluid of juist ruis hoorbaar wanneer Dolby Digital/ DTS-software wordt afgespeeld.
• Controleer of de surround-achterluidsprekers zijn ingesteld op LARGE of SMALL (zie Luidsprekerinstellingen op bladzijde 45).
• Controleer of de surround-achterverwerking is ingesteld op SBch ON (zie Surround-achterkanaalverwerking gebruiken op bladzijde 29).
• Als de bron van het type Dolby Surround EX of DTS-ES is zonder markering van compatibiliteit met 6.1, klinkt er geen geluid uit de surround-achterluidsprekers als de surround-achterverwerking is ingesteld op SBch Auto. Stel de verwerking in dit geval in op SBch ON (zie Surround-achterkanaalverwerking gebruiken op bladzijde 29).
• Als de bron niet beschikt over 6.1-weergavekanalen, controleert u of de surround-achterverwerking is ingesteld op SBch ON en of een surround-luisterfunctie is geselecteerd (zie Luisteren in surround-geluid op bladzijde 26).
• Controleer de aansluitingen van de luidsprekers (zie De luidsprekers aansluiten op bladzijde 17). Als er slechts een surround-achterluidspreker is aangesloten, controleert u of deze is aangesloten op de aansluiting voor de linkerkanaalluidspreker.
• Controleer of de subwoofer goed is aangesloten, aan staat en of het volume op een hoorbaar niveau staat.
• Als de subwoofer een slaapstand heeft, controleert u of deze is uitgeschakeld.
• Controleer of de subwoofer is ingesteld op YES of PLUS (zie Luidsprekerinstellingen op bladzijde 45).
• De crossoverfrequentie is mogelijk te laag ingesteld. Probeer een hogere instelling die overeenkomt met de eigenschappen van de andere luidsprekers (zie Luidsprekerinstellingen op bladzijde 45).
• Als er weinig informatie over lage frequenties beschikbaar is in het bronmateriaal, wijzigt u de luidsprekerinstellingen in SMALL voor de voorluidsprekers en YES voor de subwoofer of LARGE voor de voorluidsprekers en PLUS voor de subwoofer. (Zie Luidsprekerinstellingen op bladzijde 45.)
• Controleer of het LFE-kanaal niet is ingesteld op –80dB of een hele stille instelling (zie Piekniveau voor bastonen op bladzijde 47).
• Controleer de niveau-instellingen van de luidspreker (zie Kanaalniveau op bladzijde 46).
• Controleer de aansluiting van de luidspreker (zie De luidsprekers aansluiten op bladzijde 17).
• Controleer de niveau-instellingen van de luidspreker (zie Kanaalniveau op bladzijde 46).
• Controleer of de luidsprekers niet is ingesteld op NO (zie Luidsprekerinstellingen op bladzijde 45).
• Het kanaal is mogelijk niet opgenomen in de bron. Als u een van de luisterfuncties met geavanceerde effecten gebruikt, kunt u mogelijk het ontbrekende kanaal toevoegen (zie Luisteren in surround-geluid op bladzijde 26).
• Controleer of het type ingangsignaal is ingesteld op DIGITAL (zie Het ingangssignaal kiezen op bladzijde 29).
• Controleer of de digitale ingang op de juiste wijze is toegewezen aan de ingangsaansluiting waarop het apparaat is aangesloten (zie Het menu Input Setup op bladzijde 55).
• Controleer de instellingen van de digitale uitgang op het bronapparaat.
• Als het bronapparaat een digitale volumeregeling heeft, controleert u of deze niet helemaal zacht staat.
• Controleer of geen analoge ingangen met meerdere kanalen zijn geselecteerd. Selecteer een andere ingangsbron.
• Controleer of de DVD-speler geschikt is voor Dolby Digital-/DTS-discs.
• Controleer de instellingen van de digitale uitgang van de DVD-speler. Controleer of de DTS-signaaluitgang is ingesteld op On.
• Als het bronapparaat een digitale volumeregeling heeft, controleert u of deze niet helemaal zacht staat.
68
Du
Andere geluidsproblemen
Probleem Oplossing
Zenders kunnen niet automatisch worden geselecteerd of er is nogal veel ruis in de radio-uitzendingen.
Een DVD-bron met meerdere kanalen lijkt teruggebracht te worden tot twee kanalen tijdens de weergave.
Er is ruis hoorbaar tijdens het zoeken op een DTS-CD.
Er is ruis hoorbaar in de geluidsopname wanneer een LD met DTS-indeling wordt afgespeeld.
FM-uitzendingen
• Rol de FM-draadantenne volledig af, plaats deze waar u de beste ontvangst hebt en bevestig de antenne aan een muur of deurpost.
• Gebruik een buitenantenne voor betere ontvangst (zie bladzijde 20).
AM-uitzendingen
• Wijzig de positie en richting van de AM-antenne.
• Gebruik een buitenantenne voor betere ontvangst (zie bladzijde 20).
• Ruis kan worden veroorzaakt door interferentie van andere apparatuur, zoals een TL-lamp, motor en dergelijke. Zet de andere apparatuur uit of verplaats deze. U kunt ook de AM-antenne verplaatsen.
• Controleer of de analoge ingangen met meerdere kanalen zijn geselecteerd (zie Analoge ingangen met meerdere kanalen selecteren op bladzijde 51).
• Dit is geen storing van de receiver. De scanfunctie van de speler verandert de digitale informatie, waardoor deze onleesbaar wordt en ervoor zorgt dat ruis wordt weergegeven. Zet het volume laag wanneer u scant.
• Controleer of het type ingangsignaal is ingesteld op DIGITAL (zie Het ingangssignaal kiezen op bladzijde 29).
Page 69
Probleem Oplossing
Het geluid wordt niet opgenomen.
Het volume van de subwoofer is erg laag.
Alles lijkt juist ingesteld, maar het geluid klinkt vreemd.
De functie PHASE CONTROL heeft geen hoorbaar effect.
Er is ruis of een bromgeluid hoorbaar, ook als er geen geluid wordt ingevoerd.
Er lijkt een tijdsverschil te zijn tussen de uitvoer van de luidsprekers en die van de subwoofer.
Het beschikbare maximumvolume (weergegeven op het display op het voorpaneel) is lager dan het maximum van +12 dB.
• U kunt alleen een digitale opname maken van een digitale bron en een analoge opname van een analoge bron.
• Controleer bij een digitale bron of wat u opneemt niet is beveiligd met een kopieerbeveiliging.
• Controleer of de OUT-aansluitingen goed zijn aangesloten op de ingangsaansluitingen van de recorder (zie Analoge audiobronnen aansluiten op bladzijde 16).
• Kies de instelling PLUS om meer audiosignalen naar de subwoofer te sturen of stel de voorluidsprekers in op SMALL (zie Luidsprekerinstellingen op bladzijde 45).
• De luidsprekers zijn mogelijk uit fase. Controleer of de positieve/negatieve luidsprekeraansluitingen op de receiver overeenkomen met de overeenkomstige aansluitingen op de luidsprekers (zie De luidsprekers aansluiten op bladzijde 17).
• Controleer indien van toepassing of de laagdoorlaatfilterschakelaar op uw subwoofer uit is, en of het filtersnijpunt is ingesteld op de hoogste frequentie. Als uw subwoofer een PHASE-instelling heeft, stelt u deze in op 0º (of, afhankelijk van de subwoofer, op de instelling waarvan u denkt dat deze het beste effect op het algehele geluid heeft).
• Controleer of de ingestelde luidsprekerafstand voor alle luidsprekers juist is (zie Luidsprekerafstand op bladzijde 47).
• Controleer of pc’s of andere digitale apparaten die op dezelfde spanningsbron zijn aangesloten geen interferentie veroorzaken.
• Zie Surround-geluid automatisch instellen (MCACC) op bladzijde 8 om het systeem opnieuw in te stellen met behulp van MCACC. (De vertraging van de subwooferuitvoer wordt dan automatisch gecompenseerd.)
• Dit is geen storing. Als de niveaus zijn aangepast in Kanaalniveau op bladzijde 46, verandert het maximumvolume dienovereenkomstig.
13
Video
Probleem Oplossing
Er is geen beeld nadat u een ingang hebt geselecteerd.
Er kan geen video-opname worden gemaakt.
Het beeld bevat sneeuw, valt soms weg of is vervormd.
• Controleer de videoaansluitingen van het bronapparaat (zie bladzijde 14).
• Voor video met hoge definitie via componentvideo-aansluitingen, of als digitale video-omzetting is uitgeschakeld in De AV-opties instellen op bladzijde 57, moet u de TV aansluiten op deze receiver met hetzelfde type videokabel als dat u hebt gebruikt om het videoapparaat aan te sluiten.
• Controleer of de ingangen op de juiste manier zijn toegewezen voor de apparaten die zijn aangesloten met component- of HDMI-kabels (zie Het menu Input Setup op bladzijde 55).
• Er is een aparte videobron geselecteerd met VIDEO SELECT (zie Video- en audiobronnen onafhankelijk van elkaar bekijken/beluisteren op bladzijde 58).
• Controleer de instellingen van de video-uitgang op het bronapparaat.
• Controleer of u de juiste video-ingang hebt geselecteerd op de TV.
• Controleer of de bron geen kopieerbeveiliging heeft.
• De video-omzetter is niet beschikbaar tijdens het maken van opnamen. Controleer of de recorder en de videobron met hetzelfde type videokabel op de receiver zijn aangesloten.
• Soms brengt een videorecorder een videosignaal met sneeuw voort, bijvoorbeeld tijdens het scannen. Het is ook mogelijk dat de beeldkwaliteit gewoon slecht is, bijvoorbeeld bij sommige videospelletjesapparatuur. De beeldkwaliteit is ook afhankelijk van de instellingen van het weergaveapparaat. Zet de video-omzetter uit en sluit de bron en het weergaveapparaat opnieuw aan met hetzelfde type verbinding: componentvideo, S­video of samengestelde video. Probeer hierna opnieuw af te spelen.
Instellingen
Probleem Oplossing
Er wordt voortdurend een fout gemeld tijdens de Automatic MCACC-instelling.
• Er is mogelijk te veel omgevingsgeluid. Zorg voor zo min mogelijk achtergrondgeluid in de ruimte (zie ook Problemen tijdens het gebruik van de Automatic MCACC-instelling op bladzijde 10). Als u het geluidsniveau niet laag genoeg kunt houden, zult u het surround-geluid handmatig moeten instellen (bladzijde 39).
69
Du
Page 70
13
Probleem Oplossing
Na de Automatic MCACC­instelling is de instelling van het luidsprekerformaat onjuist.
De luidsprekerafstand kan niet nauwkeurig worden ingesteld (Fine Speaker Distance) (bladzijde 40).
De laatste instellingen zijn gewist.
• Er is mogelijk achtergrondgeluid met een lage frequentie in de ruimte, bijvoorbeeld van een airconditioner, motor of een ander apparaat. Zet alle andere apparatuur in de ruimte uit en voer de Automatic MCACC-instelling nogmaals uit.
• Afhankelijk van een aantal factoren (grootte van de ruimte, plaats van de luidsprekers enzovoort) kan dit in enkele gevallen voorkomen. U kunt de luidsprekerinstelling handmatig wijzigen in Luidsprekerinstellingen op bladzijde 45, en de optie ALL (Keep SPsetting) bij Auto Mode in Automatic MCACC (Expert) op bladzijde 36 gebruiken als dit een terugkerend probleem is.
• Controleer of alle luidsprekers in fase zijn (zorg ervoor dat de positieve (+) en negatieve (–) aansluitingen met elkaar overeenstemmen).
• De stekker is uit het stopcontact gehaald terwijl u de instelling aanpaste.
Display
Probleem Oplossing
Het display is donker of uitgeschakeld.
Het display gaat uit na het aanpassen van een instelling.
DIGITAL wordt niet op het display weergegeven wanneer u de knop SIGNAL SELECT gebruikt.
De Dolby/DTS-indicator brandt niet wanneer u Dolby/DTS­software afspeelt.
Wanneer u een DVD-audiodisc afspeelt, wordt 96 kHz weergegeven op het display van de DVD-speler. Op het display van de receiver wordt dit echter niet weergegeven.
Tijdens het afspelen van een DTS 96/24-bron wordt 96 kHz niet op het display weergegeven.
Tijdens het afspelen van Dolby Digital- of DTS-bronnen branden de indelingsindicators van de receiver niet.
Tijdens het afspelen van bepaalde discs brandt geen van de indelingsindicators van de receiver.
Tijdens het afspelen van een disc brandt de indicator 2 PL II of Neo:6 op de receiver.
Tijdens het afspelen van een Surround EX- of DTS-ES-bron met de instelling SBch AUTO branden de indicators EX en ES niet, of het signaal wordt niet goed verwerkt.
Tijdens het afspelen van DVD­audio geeft het display PCM weer.
• Druk verschillende malen op DIMMER op de afstandsbediening om een andere helderheid te selecteren.
• Druk verschillende malen op DIMMER op de afstandsbediening om een andere helderheid te selecteren.
• Controleer de digitale aansluitingen en controleer of de digitale ingangen op de juiste wijze zijn toegewezen (zie Het menu Input Setup op bladzijde 55).
• Als u analoge ingangen met meerdere kanalen selecteert, selecteert u een andere ingangsbron.
• Deze indicators branden niet als het afspelen wordt onderbroken.
• Controleer de afspeelinstellingen van het bronapparaat, vooral de digitale uitgang.
• Dit is geen storing. 96 kHz-geluid van DVD-audiodiscs wordt alleen uitgevoerd via de analoge uitgangen van de DVD-speler. Deze receiver kan de afspeelsamplesnelheid niet weergeven bij gebruik van de analoge ingangen.
• Controleer of de receiver is ingesteld op AUTO of DIGITAL (zie Het ingangssignaal kiezen op bladzijde 29).
• Controleer of de speler is aangesloten via een digitale verbinding.
• Controleer of de receiver is ingesteld op AUTO of DIGITAL (zie Het ingangssignaal kiezen op bladzijde 29).
• Controleer of de speler niet zo is ingesteld dat Dolby Digital- en DTS-bronnen worden omgezet naar PCM.
• Controleer of het Dolby Digital- of DTS-audiospoor is geselecteerd als er verschillende audiosporen op de disc staan.
• De disc bevat geen materiaal met 5.1/6.1 kanalen. Kijk op de verpakking van de disc voor meer informatie over de beschikbare audiosporen op de disc.
• Controleer of de receiver is ingesteld op AUTO of DIGITAL (zie Het ingangssignaal kiezen op bladzijde 29).
• Als er een geluidsspoor met twee kanalen wordt afgespeeld (ook van het type Dolby Surround), is dit geen storing. Kijk op de verpakking van de disc voor meer informatie over de beschikbare audiosporen op de disc.
• De bron kan Dolby Surround EX / DTS-ES-software zijn, maar bevat geen signaal dat aangeeft dat ze compatibel is met 6.1. Stel in op SBch ON (zie Surround-achterkanaalverwerking gebruiken op bladzijde 29) en schakel vervolgens over naar de luisterfunctie THX Surround EX of Standard EX (zie Luisteren in surround-geluid op bladzijde 26).
• Dit gebeurt wanneer u DVD-audiomateriaal afspeelt via de HDMI-aansluiting. Dit is geen storing.
70
Du
Page 71
Afstandsbediening
Probleem Oplossing
De afstandsbediening doet het niet.
Andere apparaten kunnen niet worden bediend met deze afstandsbediening.
De SR-kabel is aangesloten, maar de aangesloten apparaten kunnen niet worden bediend met de afstandsbediening.
• Vervang de batterijen van de afstandsbediening (zie De batterijen plaatsen op bladzijde 7).
• Gebruik de afstandbediening binnen een afstand van 7 meter en onder een hoek van maximaal 30º ten opzichte van de afstandsbedieningssensor op het voorpaneel (zie Bereik van de afstandsbediening op bladzijde 22).
• Controleer of er geen obstakels zijn tussen de receiver en de afstandsbediening.
• Controleer of er geen fluorescerend licht of andere sterke lichtbron schijnt op de sensor van de afstandsbediening.
• Controleer de verbindingen van de CONTROL IN-aansluiting (zie Andere Pioneer-apparaten bedienen met de sensor van dit apparaat op bladzijde 66).
• Als de batterij leeg was, kunnen de vooraf ingestelde codes gewist zijn. Voer de vooraf ingestelde codes opnieuw in.
• De vooraf ingestelde code is onjuist. Herhaal de procedure voor het invoeren van vooraf ingestelde codes.
• Sluit de SR-kabel opnieuw aan op de juiste aansluiting (zie De receiver gebruiken met een Pioneer- plasmascherm op bladzijde 53).
• Controleer of er een analoge verbinding is tussen de apparaten. Zonder analoge verbinding werkt de SR­functie niet.
• Controleer of het andere apparaat van Pioneer is. De SR-functie werkt alleen met Pioneer-apparatuur.
USB-aansluiting
Probleem Oplossing
Het USB­massageheugenapparaat wordt niet door de receiver herkend.
USB ERR3 wordt op het display aangegeven wanneer een USB­apparaat wordt aangesloten.
Kan geen audiobestanden afspelen.
• Zet de receiver uit en dan weer aan.
• Controleer of u de USB-stekker volledig in de aansluiting van deze receiver hebt gestoken.
• Controleer of de geheugenindeling FAT16 of FAT32 is (FAT12, NTFS en HFS worden niet ondersteund).
• USB-apparaten met een interne USB-hub worden niet ondersteund.
• Als dit bericht blijft verschijnen nadat alle controles in Belangrijk op bladzijde 31 van USB-weergave zijn uitgevoerd, vraagt u het dichtstbijzijnde erkende Pioneer-servicecentrum of uw dealer om het apparaat te repareren.
• De WMA of MPEG-4 AAC bestanden zijn opgenomen met DRM (Digital Rights Management) of de bitrate/bemonsteringsfrequentie is niet geschikt (zie Compatibiliteit met gecomprimeerde audio op bladzijde 31). Dit is geen storing.
13
HDMI
Probleem Oplossing
De HDMI-indicator blijft maar knipperen.
Geen geluid of beeld. • Deze receiver is geschikt voor HDCP. Controleer of de apparatuur die u aansluit ook geschikt is voor
Er is geen beeld. • Als het weergaveapparaat niet geschikt is voor SD (480i/576i) worden noch de instelschermen noch de
Er is geen geluid of het geluid stopt plotseling.
Het beeld bevat sneeuw of is vervormd.
• Controleer alle onderstaande punten.
HDCP. Als dit niet het geval is, sluit u de apparatuur aan via de aansluitingen voor componentvideo, S-video of samengestelde video.
• Afhankelijk van het aangesloten apparaat is het mogelijk dat het apparaat niet werkt met deze receiver (zelfs als het geschikt is voor HDCP). Gebruik in dat geval een aansluiting voor componentvideo, S-video of samengestelde video tussen de bron en de receiver.
• Als het probleem zich nog steeds voordoet wanneer u het HDMI-apparaat direct op uw monitor aansluit, moet u de handleiding van het apparaat of van de monitor raadplegen of contact opnemen met de fabrikant voor ondersteuning.
480i/576i naar HDMI omgezette video weergegeven. Gebruik in dat geval een aansluiting voor componentvideo, S-video of samengestelde video.
• Afhankelijk van de uitgangsinstellingen van het bronapparaat kan een video-indeling worden uitgevoerd die niet kan worden weergegeven. Wijzig de uitgangsinstellingen van de bron of gebruik de aansluiting voor componentvideo, S-video of samengestelde video.
• Controleer of de HDMI-AV-instelling is ingesteld op AMP/THROUGH.
• Als het een DVI-apparaat betreft, gebruikt u een aparte verbinding voor de audio.
• Als er analoge video wordt uitgevoerd via HDMI is er geen HDMI-audio-uitvoer. Gebruik een aparte verbinding voor de audio.
• Controleer de instellingen van de audio-uitgang op het bronapparaat.
• Als het probleem zich nog steeds voordoet wanneer u het HDMI-apparaat direct op uw monitor aansluit, moet u de handleiding van het apparaat of van de monitor raadplegen of contact opnemen met de fabrikant voor ondersteuning.
71
Du
Page 72
13
iPod-berichten
Probleem Oorzaak Actie
Error I1 Er is een probleem met het signaalpad van de
iPod naar de receiver.
Error I2 De software die bij de iPod wordt gebruikt moet
worden geüpdatet naar een nieuwe versie.
No Track De iPod bevat momenteel geen nummers die
kunnen worden afgespeeld.
Opmerking
• Als het apparaat niet naar behoren functioneert vanwege externe effecten zoals statische elektriciteit, haalt u de stekker uit het stopcontact en steekt u deze weer in het stopcontact om het apparaat weer normaal te doen werken.
Schakel de receiver uit en sluit de iPod opnieuw op de receiver aan. Als dat niet werkt, kunt u proberen de iPod terug te stellen.
Update de software van de iPod (softwareversies voor iPod­update 2004-10-20 worden niet ondersteund).
Voer muziekbestanden in die op de iPod kunnen worden afgespeeld.
72
Du
Page 73
Surroundgeluidsindelingen
Hierna volgt een korte beschrijving van de voornaamste indelingen van surround-geluid die worden gebruikt voor DVD’s, satelliet-, kabeluitzendingen, digitale tuners en videocassettes.
Dolby
Hierna worden de Dolby-technologieën nader toegelicht. Zie www.dolby.com voor meer gedetailleerde informatie.
Dolby Digital
Dolby Digital is een digitaal audiocoderingssysteem met meerdere kanalen dat veel wordt gebruikt in bioscopen en ook in de huiskamer voor de weergave van DVD’s en digitale geluidsopnamen. Het kan zes gescheiden audiokanalen leveren, namelijk vijf volledige kanalen en een speciaal LFE­kanaal (effecten voor lage frequenties), dat voornamelijk wordt gebruikt voor diepe, roffelende geluidseffecten. Hier komt ook de naam Dolby Digital met “5.1 kanalen” vandaan.
Naast de bovengenoemde kenmerken bieden Dolby Digital­decoders ook de mogelijkheid tot het downmixen van een aantal bitsnelheden en kanalen voor compatibiliteit met mono-, stereo- en Dolby Pro Logic-audio. Een ander kenmerk, dialoognormalisering genoemd, verzwakt programma’s op basis van hun gemiddelde dialoogvolume in verhouding tot hun piekniveau (ook bekend als Dialnorm). Op die manier wordt een uniform weergaveniveau verkregen.
Dolby Digital Surround EX
Dolby Digital Surround EX (de EX staat voor EXtended) is een uitbreiding van de Dolby Digital-codering waarbij een surround-achtermatrixkanaal wordt toegevoegd aan de linker- en rechter-surround-kanalen voor weergaven via 6.1 kanalen. Dit maakt compatibiliteit met Dolby Digital decodering via 5.1 kanalen mogelijk naast decodering met Dolby Digital EX.
Dolby Pro Logic IIx en Dolby Surround
Dolby Pro Logic IIx is een verbeterde versie van het decoderingssysteem Dolby Pro Logic II (en Dolby Pro Logic). Met behulp van het innovatieve “stuurlogica”-circuit extraheert dit systeem als volgt surround-geluid uit diverse bronnen:
Dolby Pro Logic – Geluid via 4.1 kanalen (mono­surround) uit elke stereobron
Dolby Pro Logic II – Geluid via 5.1 kanalen (stereo­surround) uit elke stereobron
Dolby Pro Logic IIx – Geluid via 6.1 of 7.1 kanalen (stereo-surround en surround-achter) uit bronnen met twee kanalen of 5.1 (en 6.1) kanalen
Bij bronnen met twee kanalen wordt het subwooferkanaal “.1” gegenereerd door het basbeheer van de receiver.
Dolby Surround is een coderingssysteem dat surround­geluidsinformatie insluit in een stereo-geluidsopname. Deze informatie kan vervolgens door een Dolby Pro Logic-decoder worden gebruikt voor een beter surround-geluid met meer geluidsdetails.
Vervaardigd onder licentie van Dolby Laboratories. “Dolby”, “Pro Logic”, “Surround EX” en het dubbele-D-symbool zijn handelsmerken van Dolby Laboratories.
DTS
Hieronder worden de DTS-technologieën nader toegelicht. Zie www.dtstech.com voor meer gedetailleerde informatie.
DTS Digital Surround
DTS Digital Surround is een audiocoderingssysteem via 5.1 kanalen van Digital Theater Systems Inc. dat momenteel alom wordt gebruikt voor DVD-video, DVD-audio, 5.1­muziekdiscs, digitale uitzendingen en videospellen. Het kan tot zes gescheiden audiokanalen leveren, namelijk vijf volledige kanalen en een LFE-kanaal. Dankzij een lage compressieverhouding en hoge transmissiesnelheden tijdens de weergave wordt een betere geluidskwaliteit verkregen.
DTS-ES
DTS-ES (ES staat voor Extended Surround) is een decoder die zowel DTS-ES Discrete 6.1- als DTS-ES Matrix 6.1­bronnen kan decoderen. DTS-ES Discrete 6.1 brengt ‘echt’ geluid voort via 6.1 kanalen met een volledig gescheiden surround-achterkanaal. DTS-ES Matrix 6.1 voegt een surround-achtermatrixkanaal toe aan het linker- en rechter­surround-kanaal. Beide bronnen zijn ook compatibel met een gewone DTS-decoder voor 5.1 kanalen.
DTS Neo:6
DTS Neo:6 kan surround-geluid met 6.1 kanalen genereren uit elke matrixstereobron, bijvoorbeeld video of TV, en uit bronnen met 5.1 kanalen. Het gebruikt zowel de kanaalinformatie die reeds in de bron is gecodeerd als eigen verwerkingstechnieken om de kanalen te lokaliseren. Bij bronnen met twee kanalen wordt het subwooferkanaal “.1” gegenereerd door het basbeheer van de receiver. Er zijn twee modi beschikbaar, Cinema en Music, wanneer DTS Neo:6 wordt gebruikt met bronnen met twee kanalen.
DTS 96/24
DTS 96/24 is een uitbreiding van de originele DTS Digital Surround-indeling die hoogwaardige audio van 96 kHz/24 bits biedt met een DTS 96/24-decoder. Deze indeling is ook volledig achterwaarts compatibel met alle bestaande decoders. Dit betekent dat DVD-spelers deze software kunnen afspelen met een gewone DTS-decoder voor 5.1 kanalen.
“DTS”, “DTS-ES”, “Neo:6” en “DTS 96/24” zijn merken van Digital Theater Systems, Inc.
Windows Media® Audio 9 Professional
Windows Media® Audio 9 Professional (WMA9 Pro) is een afzonderlijke surround-indeling die is ontwikkeld door Microsoft Corporation.
13
73
Du
Page 74
13
WMA9 Pro biedt ondersteuning voor weergave via 5.1/7.1 kanalen met samplingsnelheden tot 24-bit/96 kHz. Met behulp van de unieke WMA-compressietechnieken kan WMA9 Pro muziek en geluidssporen leveren via internetnetwerken met hoge snelheid bij lage bitsnelheden met minimale kwaliteitsverlies van het geluid. U kunt
afspelen met de Windows Media
®
Player 9 Series (of hoger) of een media-speler van een andere fabrikant op een PC of met een AV-versterker met ingebouwde WMA9 Pro-decoder.
®
Windows Media
en het Windows-logo zijn merken of gedeponeerde merken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.
Meer over THX
Hieronder worden de THX-technologieën nader toegelicht. Zie www.thx.com voor meer gedetailleerde informatie.
• THX Cinema-verwerking
THX is een reeks exclusieve standaarden en technologieën die zijn vastgelegd door het wereldvermaarde filmproductiebedrijf Lucasfilm Ltd. THX is het resultaat van het persoonlijke verlangen van George Lucas om filmgeluid zo getrouw mogelijk weer te geven zoals bedoeld door de filmmaker, zowel in de bioscoop als in de huiskamer. Filmgeluid wordt gemengd in speciale filmzalen die men dubbing stages noemt en is bedoeld voor weergave in filmzalen met soortgelijke apparatuur onder dezelfde omstandigheden. Dezelfde geluidsopname wordt vervolgens rechtstreeks overgezet op laserdisc, VHS-tape, DVD en dergelijke en wordt ongewijzigd weergegeven in een kleine thuistheateromgeving. THX-ingenieurs hebben gepatenteerde technologieën ontwikkeld om het geluid accuraat te vertalen van een bioscoopomgeving naar de huiskamer, waarbij de toon- en ruimtelijke fouten die zich voordoen worden gecorrigeerd. Wanneer de THX-indicator brandt op dit apparaat, worden de THX­functies automatisch toegevoegd in de Cinema-modi, bijvoorbeeld THX Cinema, THX Surround EX.
• Re-Equalization
De toonbalans van filmgeluid zal te helder en te scherp zijn wanneer het wordt afgespeeld op audioapparatuur in een huiskamer. Dit komt omdat filmgeluid is bedoeld voor weergave in grote filmzalen met heel andere, professionele apparatuur. Re-Equalization herstelt de juiste toonbalans voor het bekijken van films in een kleine huiskamer.
• Timbre Matching
Het menselijk oor neemt geluid anders waar afhankelijk van de richting waaruit het geluid komt. In een bioscoop bent u omgeven door tal van surround-luidsprekers en wordt de surround-informatie optimaal benut. In een thuistheater beschikt u echter over slechts twee luidsprekers naast uw hoofd. Timbre Matching filtert de informatie die naar de surround-luidsprekers gaat, zodat deze de toonkenmerken van het geluid dat uit de voorluidsprekers komt dichter benaderen. Dit garandeert een naadloze geluidsovergang tussen de voor- en de surround-luidsprekers.
• Adaptive Decorrelation
In een bioscoop zorgt een groot aantal surround-luidsprekers voor een surround-geluidservaring die u volledig omhult, maar een thuistheater telt doorgaans slechts twee luidsprekers. Hierdoor kunnen de surround-luidsprekers klinken als een koptelefoon en kan het ruimtelijke en omhullende effect verloren gaan. De surround­geluiden vallen ook samen in de luidspreker het dichtst bij u als u zich niet op de centrale luisterpositie bevindt. Adaptive Decorrelation past de tijd- en faseverhouding van één surround-kanaal lichtjes aan ten opzichte van het andere surround-kanaal. Hierdoor wordt de luisterpositie uitgebreid en wordt, met slechts twee luidsprekers, dezelfde ruimtelijke surround-ervaring verkregen als in een bioscoop.
THX Select2
Een thuistheatersysteem moet over alle hierboven beschreven kenmerken beschikken en een aantal strenge kwaliteits- en prestatietests ondergaan om het waarmerk THX Select2 te verdienen. Slechts dan mag een product het THX Select2-logo dragen, een garantie dat de Home Theatre-producten die u koopt gedurende vele jaren superieure prestaties zullen leveren. De vereisten van THX Select2 omvatten elk aspect van het product, waaronder de prestaties en de werking van de voorversterker en de vermogensversterker en honderden andere parameters in zowel het digitale als analoge domein.
THX Surround EX
THX Surround EX - Dolby Digital Surround EX werd gezamenlijk ontwikkeld door Dolby Laboratories en THX Ltd. In een bioscoop kunnen filmgeluidsopnamen die zijn gecodeerd met de Dolby Digital Surround EX-technologie een extra kanaal weergeven dat is toegevoegd tijdens het mengen van het programma. Dit kanaal, het surround-achterkanaal genoemd, plaatst geluiden achter de luisteraar naast de reeds beschikbare kanalen links voor, midden voor, rechts voor, surround rechts, surround links en het subwooferkanaal. Dit extra kanaal maakt een gedetailleerder geluidsbeeld achter de luisteraar mogelijk en resulteert in een betere diepte, ruimtelijkheid en geluidslokalisatie dan ooit tevoren. Films gemaakt met de Dolby Digital Surround EX-technologie die op de consumentenmarkt komen, kunnen hierover een vermelding bevatten op de verpakking. Op de Dolby-website www.dolby.com vindt u een lijst met films die met deze technologie zijn gemaakt. Alleen receivers en controllers die het THX Surround EX-logo dragen, geven deze technologie getrouw weer in de huiskamer via de THX Surround EX-modus. Dit product kan ook de “THX Surround EX”-modus inschakelen tijdens de weergave van materiaal met 5.1 kanalen dat niet gecodeerd is met Dolby Digital Surround EX. In dat geval is de informatie die naar het surround-achterkanaal wordt gestuurd afhankelijk van het programma. Of dit een aangenaam effect oplevert, hangt af van de beluisterde geluidsopname en van de persoonlijke smaak van de luisteraar.
Advanced Speaker Array (ASA)
ASA is een eigen technologie van THX waarbij het geluid wordt verwerkt en doorgestuurd naar 2 luidsprekers aan de zijkant en 2 achter-surround-luidsprekers. Dit geeft een optimale surround­geluidservaring. Wanneer u het thuistheatersysteem instelt met alle acht luidsprekeruitgangen (links, midden, rechts, surround-rechts, surround-rechtsachter, surround-linksachter, surround-links en subwoofer) waarbij u de twee surround-achterluidsprekers dicht bij elkaar zet en richt naar de voorkant van de ruimte zoals in de afbeelding wordt weergegeven, hebt u de grootst mogelijke optimale luisterpositie. Als u om praktische redenen gedwongen bent de surround-achterluidsprekers verder uit elkaar te plaatsen, opent u het scherm THX Audio Set-up en kiest u de instelling die het meest overeenkomt met de plaatsing van de luidsprekers. Zo zorgt u voor heroptimalisatie van het surround-geluidsveld. ASA wordt gebruikt in drie nieuwe modi: THX Select2 Cinema, THX MusicMode en THX Games.
De modus THX Select2 Cinema
In de modus THX Select2 Cinema worden 5.1-films weergegeven met behulp van alle 8 luidsprekers, de best mogelijke weergave voor films. In deze modus worden met behulp van ASA-verwerking de zij­surround-luidsprekers en achter-surroundluidsprekers gemengd wat resulteert in een optimale mix van omgevingsgeluiden en gerichte surround-geluiden. Geluidssporen die zijn gecodeerd met DTS-ES (Matrix en 6.1 Discrete) en Dolby Digital Surround EX worden automatisch herkend in de modus Select2 Cinema als de juiste markering is gecodeerd. Sommige Dolby Digital Surround EX-geluidssporen missen de digitale markering waardoor automatisch wisselen mogelijk is. Als u weet dat de film die u bekijkt is gecodeerd met Surround EX, kunt u de weergavemodus THX Surround EX handmatig selecteren. In andere gevallen zal in de modus THX Select2 Cinema ASA-verwerking worden toegepast voor optimale weergave.
74
Du
Page 75
• De modus THX MusicMode
Voor het afspelen van muziek met meerdere kanalen kiest u de modus THX MusicMode. In deze modus wordt THX ASA-verwerking toegepast op de surround-kanalen van alle muziek die is gecodeerd met 5.1 kanalen, zoals DTS, Dolby Digital en DVD-audio voor een breed, stabiel geluid van achteren.
• De modus THX Games
Voor het afspelen van stereo spelgeluid en spelgeluid met meerdere kanalen kiest u de modus THX Games. In deze modus wordt THX ASA­verwerking toegepast op de surround-kanalen van alle spelbronnen die zijn gecodeerd met 5.1 of 2.0 kanalen, zoals analoog, PCM, DTS en Dolby Digital. Op die manier wordt alle surround-informatie van het spelgeluid nauwkeurig geplaatst voor een weergave-omgeving van 360 graden. De modus THX Games is uniek dankzij een naadloze overgang van het geluid op alle punten in het surround-veld.
Het THX-logo is een handelsmerk van THX Ltd. dat in sommige rechtsgebieden geregistreerd kan zijn. Alle rechten voorbehouden.
Luisterfuncties met verschillende ingangssignaalindelingen
In onderstaande tabellen ziet u de luisterfuncties die beschikbaar zijn bij verschillende ingangssignaalindelingen, afhankelijk van de surround-achterkanaalverwerking en decoderingsmethode die u hebt geselecteerd.
Stereo (2-kanaals) signaalindelingen
SBch-verwerking Ingangssignaalindeling
SBch-verwerking
ON/AUTO
(Selecteert
automatisch
6.1/7.1-kanaals decodering)
SBch-verwerking
kanaalsweergave)
a.2 PRO LOGIC kan maximaal 5.1-kanalen weergeven. b.Niet beschikbaar als er slechts één surround-achterluidspreker is aangesloten. c.Automatisch geselecteerd als er geen surround-achterluidsprekers zijn aangesloten.
c
OFF
(Maximaal 5.1-
Dolby Digital Surround 2 Pro Logic IIx MOVIE
DTS-surround Zie boven Zie boven Neo:6 CINEMA
Andere stereobronnen Zie boven Zie boven Stereoweergave
SACD Stereoweergave Stereoweergave
Dolby Digital Surround 2 Pro Logic II MOVIE
DTS-surround Zie boven Zie boven Neo:6 CINEMA
Andere stereobronnen Zie boven Zie boven Stereoweergave
SACD Stereoweergave Stereoweergave
Standaard THX Automatische surround
2 Pro Logic IIx MUSIC
2 Pro Logic IIx GAME
2 PRO LOGIC
Neo:6 CINEMA
Neo:6 MUSIC
2 Pro Logic II MUSIC 2 Pro Logic II GAME
2 PRO LOGIC
Neo:6 CINEMA
Neo:6 MUSIC
a
a
2 Pro Logic IIx MOVIE+THX
2 PRO LOGIC+THX
Neo:6 CINEMA+THX
THX GAMES MODE
2 Pro Logic II MOVIE+THX
2 PRO LOGIC+THX
Neo:6 CINEMA+THX
a
b
a
2 Pro Logic IIx MOVIE
2 Pro Logic II MOVIE
13
75
Du
Page 76
13
Multikanaals signaalindelingen
SBch-verwerking
SBch-
verwerking
ON
(7.1-
kanaalsdecodering
gebruikt voor alle
bronnen)
SBch-
verwerking
AUTO
(Selecteert
automatisch
6.1/7.1-kanaals decodering)
Ingangssignaalindeling Standaard THX
WMA9 Pro
(6.1/7.1-kanaals) Dolby Digital EX
(6.1-kanaals markering)
DTS-ES
(6.1-kanaals bronnen/
6.1-kanaals markering)
DTS en DTS 96/24
(5.1-kanaals codering)
Dolby Digital
WMA9 Pro
DVD-A
(5.1-kanaals codering)
SACD
(5.1-kanaals codering)
WMA9 Pro
(6.1/7.1-kanaals) Dolby Digital EX
(6.1-kanaals markering)
DTS-ES
(6.1-kanaals bronnen/
6.1-kanaals markering) Dolby Digital
DTS en DTS 96/24
WMA9 Pro
DVD-A
(5.1-kanaals codering)
SACD
(5.1-kanaals codering)
Automatische
surround
Rechtstreekse decodering WMA+THX CINEMA Rechtstreekse
Dolby Digital EX
2 Pro Logic IIx MOVIE
2 Pro Logic IIx MUSIC
DTS-ES (Matrix/Discrete)
DTS+2 Pro Logic IIx
DTS+2 Pro Logic IIx MUSIC
DTS+2 Pro Logic IIx MUSIC
MOVIE
DTS+Neo:6
DTS+2 Pro Logic IIx
MOVIE
Dolby Digital EX
2 Pro Logic IIx MOVIE
2 Pro Logic IIx MUSIC
Rechtstreekse decodering
(maximaal 5.1-
kanaalsweergave)
a
a
a
a
THX SURROUND EX
2 Pro Logic IIx MOVIE+THX
THX Select2 CINEMA
THX MUSICMODE
THX GAMES MODE
DTS-ES+THX (Matrix/Discrete)
DTS+2 Pro Logic IIx
MOVIE+THX
THX Select2 CINEMA
THX MUSICMODE
THX GAMES MODE
DTS+Neo:6+THX
DTS+2 Pro Logic IIx
MOVIE+THX
THX Select2 CINEMA
THX MUSICMODE
THX GAMES MODE
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
THX SURROUND EX
2 Pro Logic IIx MOVIE+THX
THX Select2 CINEMA
THX MUSICMODE
THX GAMES MODE
THX MUSICMODE
a
a
a
a
a
a
Rechtstreekse decodering WMA+THX CINEMA Rechtstreekse
Dolby Digital EX
2 Pro Logic IIx MOVIE
a
THX SURROUND EX Dolby Digital EX
DTS-ES (Matrix/Discrete) DTS-ES+THX (Matrix/Discrete) DTS-ES (Matrix/Discrete)
Rechtstreekse decodering
(maximaal 5.1-
kanaalsweergave)
Rechtstreekse decodering
(maximaal 5.1-
kanaalsweergave)
THX Select2 CINEMA
(maximaal 5.1-kanaals THX
CINEMA weergave met slechts
één surround-achterluidspreker)
THX MUSICMODE
a
decodering
Dolby Digital EX
2 Pro Logic IIx
MOVIE
a
DTS-ES (Matrix/Discrete)
DTS+Neo:6
Dolby Digital EX
2 Pro Logic IIx
Rechtstreekse
decodering (maximaal
5.1-kanaalsweergave)
MOVIE
a
decodering
2 Pro Logic IIx
Rechtstreekse
(maximaal 5.1-
kanaalsweergave)
Rechtstreekse
(maximaal 5.1-
kanaalsweergave)
MOVIE
decodering
decodering
a
76
Du
SBch-
verwerking
b
OFF
(Maximaal 5.1-
kanaalsweergave)
a.Niet beschikbaar als er slechts één surround-achterluidspreker is aangesloten. b.Automatisch geselecteerd als er geen surround-achterluidsprekers zijn aangesloten.
WMA9 Pro
(6.1/7.1-kanaals)
Dolby Digital EX
(6.1-kanaals markering)
DTS-ES
(6.1-kanaals bronnen/
6.1-kanaals markering) Dolby Digital
DTS en DTS 96/24
WMA9 Pro
DVD-A
(5.1-kanaals codering)
SACD
(5.1-kanaals codering)
Rechtstreekse decodering
(maximaal 5.1-
kanaalsweergave)
Rechtstreekse decodering THX CINEMA Rechtstreekse
Rechtstreekse decodering Rechtstreekse
THX CINEMA Rechtstreekse
decodering (maximaal
5.1-kanaalsweergave)
decodering
decodering
Page 77
Directe stroom met verschillende ingangssignaalindelingen
In de volgende tabellen ziet u wat u te horen krijgt bij verschillende ingangssignaalindelingen, afhankelijk van de Directe stroom-modus (zie Directe stroom gebruiken op bladzijde 28) die u hebt geselecteerd.
Stereo (2-kanaals) signaalindelingen
Surround­achterluidspreker(s)
Aangesloten
(maximaal 7.1­kanaalsweergave)
Niet aangesloten
(maximaal 5.1­kanaalsweergave)
Multikanaals signaalindelingen
Ingangssignaalindeling DIRECT PURE DIRECT
Dolby Digital Surround 2 Pro Logic IIx MOVIE 2 Pro Logic IIx MOVIE
DTS-surround Neo:6 CINEMA Neo:6 CINEMA
Andere stereobronnen
Analoge bronnen Zie boven ANALOG DIRECT (stereo)
PCM-bronnen
DVD-A-bronnen Zie boven Stereoweergave
SACD-bronnen Zie boven Stereoweergave
Dolby Digital Surround 2 Pro Logic II MOVIE 2 Pro Logic II MOVIE
DTS-surround Neo:6 CINEMA Neo:6 CINEMA
Andere stereobronnen
Analoge bronnen Zie boven ANALOG DIRECT (stereo)
PCM-bronnen
DVD-A-bronnen Zie boven Stereoweergave
SACD-bronnen Zie boven Stereoweergave
Stereoweergave Stereoweergave
Zie boven Stereoweergave
Stereoweergave Stereoweergave
Zie boven Stereoweergave
13
Surround­achterluidspreker(s)
Aangesloten
(maximaal 7.1­kanaalsweergave)
Niet aangesloten
(maximaal 5.1­kanaalsweergave)
a.Niet beschikbaar als er slechts één surround-achterluidspreker is aangesloten.
Ingangssignaalindeling
WMA9 Pro (6.1/7.1-kanaals) Rechtstreekse decodering Rechtstreekse
Dolby Digital EX (6.1-kanaals markering) Dolby Digital EX
(6.1-kanaals bronnen/6.1-kanaals markering)
WMA9 Pro (5.1-kanaals codering)
WMA9 Pro (6.1/7.1-kanaals) Rechtstreekse decodering Rechtstreekse
Dolby Digital EX (6.1-kanaals markering) Zie boven Zie boven
(6.1-kanaals bronnen/6.1-kanaals markering)
WMA9 Pro (5.1-kanaals codering)
DTS-ES
Dolby Digital
DTS en DTS 96/24
DVD-A en SACD
(5.1-kanaals codering)
DTS-ES
Dolby Digital
DTS en DTS 96/24
DVD-A-bronnen Zie boven Zie boven
SACD-bronnen
(5.1-kanaals codering)
DIRECT PURE DIRECT
decodering
Dolby Digital EX
a
2 Pro Logic IIx MOVIE
DTS-ES (Matrix/Discrete) DTS-ES (Matrix/
Rechtstreekse decodering Rechtstreekse
Rechtstreekse decodering Rechtstreekse
Zie boven Zie boven
Zie boven Zie boven
Zie boven Zie boven
2 Pro Logic IIx
MOVIE
Discrete)
decodering
decodering
decodering
a
77
Du
Page 78
13
Specificaties
Versterkergedeelte
Continu uitgangsvermogen (stereo)
Voor. . . . . . . . 150 W + 150 W (DIN 1 kHz, THV 1 %, 6 Ω)
120 W + 120 W (DIN 1 kHz, THV 1 %, 8
Continu uitgangsvermogen (multikanaals)
Voor. . . . . . . . 150 W + 150 W (DIN 1 kHz, THV 1 %, 6 Ω)
120 W + 120 W (DIN 1 kHz, THV 1 %, 8
Midden . . . . . . . . . . . . . 150 W (DIN 1 kHz, THV 1 %, 6
120 W (DIN 1 kHz, THV 1 %, 8
Surround . . . 150 W + 150 W (DIN 1 kHz, THV 1 %, 6
Surround-achter
. . . . . . . . . . . . 150 W + 150 W (DIN 1 kHz, THV 1 %, 6
Nominaal uitgangsvermogen . . . . . . . . . . . . 130 W + 130 W
Nominaal uitgangsvermogen . . . . . . . . . . . . 110 W + 110 W
120 W + 120 W (DIN 1 kHz, THV 1 %, 8
120 W + 120 W (DIN 1 kHz, THV 1 %, 8
(20 Hz tot 20 kHz, 0,09 %, 6
(20 Hz tot 20 kHz, 0,09 %, 8
• De bovenstaande specificaties gelden bij een netspanning van 230
V.
Audiogedeelte
Ingang (gevoeligheid/impedantie)
LINE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .335 mV/47 k
Frequentierespons (LINE) . . . . . . . 5 Hz tot 100 000 Hz dB
Uitgang (niveau/impedantie)
REC . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 335 mV/2,2 k
Toonregeling
BASS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .± 6 dB (100 Hz)
TREBLE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ± 6 dB (10 kHz)
LOUDNESS . . . . . . . . . .+4 dB / +2 dB (100 Hz/10 kHz)
Signaal-ruisverhouding (IHF, kortgesloten, A-netwerk)
LINE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .103 dB
Signaal-ruisverhouding [DIN (continu nominaal uitgangsvermogen/50 mW)]
LINE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 92 dB / 65 dB
(op volumestand –40 dB)
Composietvideo- / S-videogedeelte
Ingang (gevoeligheid/impedantie) . . . . . . . . . . . . 1 Vp-p/75
Uitgang (niveau/impedantie). . . . . . . . . . . . . . . . .1 Vp-p/75
Signaal-ruisverhouding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 65 dB
Frequentierespons . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 Hz tot 10 MHz
Componentvideogedeelte
Ingang (gevoeligheid/impedantie) . . . . . . . . . . . . 1 Vp-p/75
Uitgang (niveau/impedantie). . . . . . . . . . . . . . . . .1 Vp-p/75
Signaal-ruisverhouding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 65 dB
Frequentierespons . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 Hz tot 100 MHz
FM-tunergedeelte
Frequentiebereik. . . . . . . . . . . . . . . . . . 87,5 MHz tot 108 MHz
Bruikbare gevoeligheid . . Mono: 15,2 dBf, IHF (1,6 µV/75 Ω)
50 dB dempingsgevoeligheid . . . . . . . . . . . . . Mono: 20,2 dBf
Gevoeligheid (DIN) . . . . . . . . . . . . . Mono: 1,1 µV (S/N 26 dB)
Stereo: 50 µV (S/N 46 dB)
Signaal-ruisverhouding . . . . . . . . . . Mono: 76 dB (bij 85 dBf)
Stereo: 72 dB (bij 85 dBf)
Stereo: 41,2 dBf
Ω)
Ω) Ω) Ω) Ω) Ω)
Ω) Ω)
Ω)
Ω)
Signaal-ruisverhouding (DIN). . . . . . . . . . . . . . . Mono: 62 dB
Stereo: 58 dB
Vervorming. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Stereo: 0,6 % (1 kHz)
Alternatieve kanaalselectiviteit. . . . . . . . . . . . 70 dB (400 kHz)
Stereoscheiding. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40 dB (1 kHz)
Frequentierespons . . . . . . . . . . . . . . 30 Hz tot 15 kHz ± 1dB
Antenne-ingang. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 75 ongebalanceerd
AM-tunergedeelte
Frequentierespons . . . . . . . . . . . . . . . . .531 kHz tot 1602 kHz
(in stappen van 9 kHz)
Gevoeligheid (IHF, raamantenne) . . . . . . . . . . . . . . 350 µV/m
Selectiviteit. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30 dB
Signaal-ruisverhouding. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 50 dB
Antenne . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Raamantenne
Diversen
Stroomvereisten
. . . . . . . . . . . . . . 220 V tot 230 V wisselstroom, 50 Hz / 60 Hz
Stroomverbruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 450 W
In stand-by . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 0,7 W
Afmetingen . . . . . . 420 (B) mm x 173 (H) mm x 466 (D) mm
Gewicht (zonder verpakking) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15,3 kg
Bijgeleverde onderdelen
Instelmicrofoon (voor Automatic MCACC-instelling). . . . . . 1
AA/LR6-drogecelbatterijen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2
Afstandsbediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1
AM-raamantenne . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1
FM-draadantenne . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1
iPod-audiokabel. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1
Garantiekaart . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1
Deze gebruiksaanwijzing
Opmerking
• De technische gegevens en het ontwerp kunnen met het oog op verbeteringen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Het apparaat schoonmaken
• Gebruik een poetsdoek of een droge doek om stof en vuil van het apparaat te verwijderen.
• Wanneer het buitenoppervlak van het apparaat vuil is, veegt u het schoon met een zachte doek die u in een neutraal reinigingsmiddel, vijf- tot zesmaal verdund in water, hebt gedompeld en goed hebt uitgewrongen. Maak het apparaat vervolgens droog met een droge doek. Gebruik geen meubelwas of meubelreinigers.
• Gebruik nooit verdunner, benzine, insectensprays of andere chemische producten om dit apparaat schoon te maken. Deze producten kunnen corrosie op het buitenoppervlak veroorzaken.
78
Du
Page 79
<06D00001>
<ARC7697-A>
Loading...