Dit is de handleiding voor het gebruik van het programma dat op uw computerscherm de
nagalmfrequentiekarakteristieken van de luisterruimte weergeeft en de MCACC-parameters gemeten door
de Geavanceerde MCACC-functie van uw VSX-LX51 of VSX-1018AH.
In deze handleiding pogen we alles te beschrijven dat nodig is voor gebruik van het programma, van de
installatie tot en met het oplossen van problemen. Voor het gebruik van het programma zult u ook de
receiver moeten bedienen, dus leest u vooral ook de handleiding van de receiver.
Omtrent het Geavanceerde MCACC programma
De functies van het Geavanceerde MCACC programma worden met hetzelfde doel gebruikt als de “Reverb
View” functies van de receiver zelf (zie bladzijde 45 en 47 van de handleiding van de VSX-LX51 of
VSX-1018AH), namelijk om de nagalmkarakteristieken van de luisterruimte en de
groepvertragingkarakteristieken van de luidsprekers weer te geven. De grafieken zijn echter nauwkeuriger
en gemakkelijker af te lezen op het scherm van een computer. Het programma kan ook worden gebruikt om
de gemeten waarden weer te geven die in het MCACC-geheugen van de receiver zijn opgeslagen.
Vereisten voor gebruik van het programma op uw PC
• Het besturingssysteem Microsoft
• De processor moet op zijn minst een Pentium 3 / 300 MHz of een AMD K6 / 300 MHz (of daaraan
gelijkwaardig type) zijn, met tenminste 128 MB werkgeheugen en uw beeldscherm moet minimaal
geschikt zijn voor een resolutie van 800×600 beeldpunten.
• Een RS-232C aansluitbus is nodig voor het doorgeven van de grafische gegevens. Zie de
handleiding van uw PC en/of raadpleeg uw PC leverancier voor nadere informatie over de juiste
poortinstellingen voor communicatie.
Microsoft, Windows XP en Windows 2000 zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Microsoft
Corporation in de Verenigde Staten en andere landen.
®
Windows® XP (Service Pack 2) of Windows® 2000.
Voornaamste mogelijkheden van het applicatieprogramma
1. Toont de nagalmfrequentiekarakteristieken van uw luisterkamer in 3D grafieken. U kunt deze
meetgegevens weergeven zowel met als zonder de egalisatie van de receiver (voor en na ijking).
2. Toont u een lijst van de Geavanceerde MCACC-parameters (de resultaten van de metingen).
3. Toont u de grafieken in een aantal verschillende formaten naar keuze.
4. Stelt u in staat om de diverse gemeten gegevens op de computer op te slaan.
5. Laat u notities maken en opslaan over de eigenschappen van uw kamer tijdens de meting ervan,
enz.
6. Stelt u in staat om de diverse grafieken en de MCACC-meetwaarden af te drukken.
Ga door
2
Page 3
Omtrent het Geavanceerde MCACC programma (vervolg)
Nuttige toepassingen van dit applicatieprogramma
1. De geavanceerde equalizer-instelling, die u kunt maken met de Manual Pro functie van de receiver
(zie bladzijde 45 van de handleiding van de receiver), stelt u in staat een optimale meetperiode te
kiezen voor de automatische equalizer-instelling. Aan de hand van de nagalmkarakteristieken
(Reverb) die het programma u toont, kunt u gemakkelijk de beste meetperiode voor uw kamer
kiezen.
Zie voor verdere informatie
2. Een onevenwichtige nagalmfrquentiekarakteriek in uw luisterkamer kan erg lastig zijn voor het
bereiken van een zuiver klankbeeld. De grafieken die dit programma toont, geven u echter een
uiterst doeltreffend instrument, want hieraan kunt u de nagalmfrequentiekarakteristiek in een
oogopslag aflezen. Bovendien kunt u hiermee van tevoren het effect controleren van bepaalde
ingrepen om de akoestiek van uw kamer te verbeteren, zoals bijvoorbeeld het aanbrengen van
geluiddempend materiaal.
Zie voor verdere informatie
3. Het MCACC-parameterdisplay (Parameters) stelt u in staat om alle parameters (meetwaarden) die in
de MCACC-geheugens van de receiver zijn opgeslagen op het scherm van uw computer weer te
geven.
Zie voor verdere informatie
Interpretatie van de grafieken
Interpretatie van de grafieken
Weergave van de MCACC-parameters
(bladzijde 18).
(bladzijde 18).
(bladzijde 25).
3
Page 4
Het programma installeren
Voor het installeren van dit programma op uw PC gebruikt u het gedownloade installeerprogramma.
Dit installeerprogramma vindt u in de map die u zelf bij het downloaden ervoor hebt gekozen.
Als er een vroegere versie van het Advanced MCACC programma (“Ver. 1.1”, “Ver. 1.4” of “Ver. 2.0”) op uw
computer is geïnstalleerd, moet u het programma updaten. Zie voor verdere informatie
een update vernieuwen
(bladzijde 26).
1 Dubbelklik op het “PioneerAdvancedMCACC_e_ver_*_*.exe” bestand .
Het getal na “ver” in de bestandsnaam is het versienummer van het installeerprogramma.
Afhankelijk van de huidige configuratie van uw PC kan het even duren voordat de InstallShield Wizard op
het scherm verschijnt.
2 Klik op “Next”.
Het programma met
3 (Als u akkoord gaat met de inhoud van de License Agreement), selecteert u “I
accept the terms in the license agreement” en dan selecteert u “Next”.
Continue
Dan verschijnt het bestemmingskeuzescherm van het installeerprogramma.
Problemen oplossen
Als er een foutmelding verschijnt wanneer u dubbelklikt op en als u niet verder kunt gaan met het
4
Ga door
Page 5
Het programma installeren (vervolg)
4 Voer de klantinformatie in en selecteer dan “Next”.
5 Klik op “Next”.
Het programma wordt geïnstalleerd in de map die is aangegeven bij “Destination Folder”. U kunt de
bestemmingsmap veranderen door op “Change...” te klikken.
Continue
Ga door
5
Page 6
Het programma installeren (vervolg)
6 Kies “Install”.
Er wordt een snelkoppeling aangemaakt op het bureaublad.
7 Klik op “Finish”.
Hiermee is de installatie voltooid.
6
Page 7
Aansluiting en bediening op de receiver
Verbind de receiver met de computer om op het computerscherm de diverse gegevens weer te geven die
op de receiver worden gemeten.
1 Sluit de receiver aan op uw PC via een RS-232C kabel.
Voorzichtig
Alvorens u enige aansluiting maakt of verbreekt, schakelt u de stroom uit en trekt u de stekker uit
het stopcontact. Maak voor al uw apparatuur de aansluiting op het stopcontact pas nadat alle
andere aansluitingen in orde zijn.
RS-232CRS-232C
Kruiselingse kabel met
twee contrastekkers
STANDBY/ON
INPUT
SELECTOR
DIGITAL PRECISION
DIGITAL VIDEO
ADVANCED
PHASE
PROCESSING
SCALER
MCACC
CONTROL
DVD BD TV SAT DVR 1/DVR 2 VIDEO HDMI 1/HDMI 2 CD CD-R iPod USB MULTI CH IN
AUTO SURR/
HOME
STREAM DIRECT
THX
PHONES
MULTI-ZONE
FM/AM
STANDARD
ADVANCED
STEREO/
SURROUND
SURROUND
A.L.C.
VIDEO INPUT
DIGITAL INAUDIO RLVIDEO
+
ST –SPEAKERSON/OFFCONTROL
ST
HDMI
MASTER
VOLUME
MCACC
iPod DIRECT
SETUP MIC
USB
VSX-LX51/
VSX-1018AH
PC
Opmerking
• Bij gebruik van een notebook-computer of een andere computer zonder RS-232C aansluiting kan dit
programma worden gebruikt door de receiver via USB met behulp van een los verkrijgbare USBRS-232C omzettingskabel (USB-Serial kabel) aan te sluiten. Bij gebruik van een USB-verbinding moet
u het juiste COM-poortnummer voor de gegevensoverdracht selecteren (zie bladzijde 9
).
• Het vereiste type kabel is een kruiselingse kabel met twee contrastekkers. Bij verschillende merken
kan een dergelijke kabel worden aangeduid met verschillende namen. Soms wordt het een “interlink”
kabel genoemd, soms een “gekruiste” kabel.
Aansluitschema voor de stekkerpennen van de RS-232C kabel waarmee u de
receiver aansluit op uw PC
D-sub 9-polige contrastekker
D-sub 9-polige contrastekker
D-sub 9-polige contrastekker
D-sub 9-polige contrastekker
Continue
Ga door
7
Page 8
Aansluiting en bediening op de receiver (vervolg)
2 Voer de “Auto MCACC (ALL)” functie op de receiver uit. (Zie bladzijde 9 van de
handleding van de receiver.)
Dit is niet nodig als de “Auto MCACC (ALL)” functie reeds is uitgevoerd voordat de RS-232C kabel werd
aangesloten. Ga door naar stap 3.
3 In het “Manual MCACC” menu van de receiver selecteert u “EQ Professional” en
dan selecteert u “Reverb Measurement” om de nagalmkarakteristieken van de
kamer te meten.
(Zie bladzijde 45 van de handleding van de receiver.)
Als u de nagalmkarakteristieken van de kamer wilt meten, selecteert u “EQ OFF” en dan selecteert u
“START”.
3e.EQ Professional
MCACC : M1.MEMORY 1
Reverb Measure with
EQ OFF
[ START ]
:Cancel
Als u de nagalmkarakteristieken van de kamer wilt meten nadat egalisatie is uitgevoerd, activeert u eerst
de “Auto MCACC (ALL)”, dan selecteert u “EQ ON” en daarna selecteert u “START”. (Zie bladzijde 23
.)
Opmerking
Meet de nagalmkarakteristieken van de kamer nadat egalisatie is gebruikt met de microfoon op dezelfde
plaats als toen de “Auto MCACC (ALL)” werd uitgevoerd. De metingen worden uitgevoerd met de EQwaarden die zijn opgeslagen in het MCACC-geheugen dat geselecteerd is op de receiver, dus voordat u
de nagalmkarakteristieken meet, moet u het MCACC-geheugen selecteren dat na egalisatie wordt
gemeten.
3e.EQ Professional
MCACC : M1.MEMORY 1
Reverb Measure with
EQ ON
[ START ]
:Cancel
4 Selecteer “Output PC” onder “Data Management”.
De melding “Start the MCACC application on your PC” verschijnt en de receiver gaat over op de
transmissie-standbystand. De versterker is gereed om gegevens naar uw PC te sturen.
4.Data Management
a . MCACC Data Check
b . Memory Rename
c . MCACC Memory Copy
d . MCACC Memory Clear
e . Output PC
:Return
Hiermee zijn de voorbereidingen voor het verzenden van de gemeten gegevens naar uw PC compleet.
(Voor het verzenden van de gegevens gaat u door naar het volgende hoofdstuk Bediening van het
programma.)
4e.Output PC
Start the MCACC
application on your PC
:Cancel
8
Page 9
Bediening van het programma
In dit hoofdstuk worden de bedieningsmogelijkheden van het programma beschreven, van de ontvangs van
meetgegevens tot en met de weergave van grafieken en het opslaan van de gegevens.
Ontvangst van meetgegevens
1 Dubbelklik op het pictogram voor de snelkoppeling op het bureaublad van
uw PC.
U kunt het programma ook starten door “Program” “Pioneer Corporation” “Advanced MCACC” te
selecteren in het “Start” menu.
Het programma wordt gestart.
2 Selecteer “Receive” onder “File” op de menubalk.
3 Kies het nummer van de COM poort waarop de RS-232C kabel is aangesloten.
Als u niet weet welk COM poortnummer het juiste is, probeer ze dan één voor één uit, te beginnen met
“COM1”.
COM poort keuzevakje
Opmerking
Zie de handleiding van uw PC voor verdere informatie over de COM poort-instellingen.
Continue
Ga door
Problemen oplossen
Als er een foutmelding verschijnt wanneer u instelt op “Receive” en er geen gegevens verzonden worden.
9
Page 10
Bediening van het programma (vervolg)
4 Kies het type gegevens dat u wilt ontvangen en selecteer dan “OK”.
Selecteer “Reverb” om de gegevens voor de galmkarakteristieken van de kamer te ontvangen en
selecteer “MCACC Parameters” om de gegevens voor de diverse MCACC-parameters (meetresultaten)
te ontvangen. De “Group Delay” functie wordt niet op deze receiver gebruikt. Er gebeurt niets wanneer
deze functie wordt gekozen.
Type gegevens
De gegevensoverdracht begint.
Wanneer de ontvangst compleet is, verschijnen de ontvangen gegevens.
Opmerking
• De gegevens die gebruikt worden om de nagalmkarakteristieken (Reverb) weer te geven, worden gewist
wanneer de receiver wordt uitgeschakeld. In dit geval is er geen grafiek voor de nagalmkarakteristieken,
ook wanneer er gegevens zijn ontvangen. Als u de stroom hebt uitgeschakeld nadat de metingen zijn
verricht, moet u de metingen opnieuw uitvoeren.
• De gegevens die gebruikt worden om de MCACC-parameters weer te geven worden niet gewist wanneer
de receiver wordt uitgeschakeld.
• Om storingen te voorkomen, moet u na de gegevensoverdracht de RS-232C kabel waarmee uw PC is
aangesloten op de receiver uittrekken.
Continue
Ga door
10
Page 11
Bediening van het programma (vervolg)
Grafische voorstellingen en parameteraanduidingen (namen en
betekenis van de onderdelen)
Wanneer de meetgegevens worden ontvangen, verschijnt het venster met de grafische voorstellingen en
parameteraanduidingen. Het venster heeft twee tabbladen: “Reverb” en “MCACC Parameters”. Kies het
gewenste tabblad om naar dat venster te gaan en de betreffende gegevens te zien. De “Group Delay”
functie wordt niet op deze receiver gebruikt. Er wordt niets weergegeven wanneer het “Group Delay”
tabblad wordt geselecteerd. Ook worden op het display met de galmeigenschappen Surround L en
Surround R (SL en SR) weergegeven als “Surround L A” en “Surround R A” (“SL A” en “SR A”).
Reverb (grafiek van de nagalmfrequentiekarakteristieken van de kamer)
U kunt kiezen tussen weergave van de afzonderlijke aanduidingen voor de verschillende kanalen/frequenties of een
lijstweergave van alle kanalen/frequenties (ALL). Hieronder worden de verschillende onderdelen van de afzonderlijke
aanduidingen en de ALL weergave beschreven, waarbij de kanaalaanduiding als voorbeeld wordt gebruikt.
MCACC Parameters (lijstweergave van de MCACC-parameters)
Er wordt een lijst weergegeven van de metingen in alle MCACC-geheugens. Tevens is het mogelijk om de
metingen in de afzonderlijke MCACC-geheugens weer te geven.
1
2
Continue
Ga door
6
15
11
12
Page 13
Bediening van het programma (vervolg)
1 Menubalk en menu-pictogrammen
Uit de bedieningsmenu’s kunt u de volgende commando’s kiezen.
File
Open
CloseSluit een bestand.
Opent een bestand dat is opgeslagen in uw PC (zie bladzijde 17).
Save
Save As
Receive
Print
Preview
ExitSluit het programma.
a. Het is niet mogelijk om onderdelen af te drukken of er een voorbeeld van te zien als ze niet zijn
ontvangen (onderdelen waarvoor geen gegevens zijn).
Display
Demo
Opslaan van de meetgegevens in een bestand (zie bladzijde 16
Ontvangst van meetgegevens (zie bladzijde 9
Afdrukken van de huidige afzonderlijke grafiek.
Toont een afdrukvoorbeeld om te laten zien hoe een afdruk van het gekozen
object er uit gaat zien.
De manier waarop de grafieken worden weergegeven kan gewijzigd worden.
Graph 2D : Tweedimensionale weergave.
Graph 3D : Driedimensionale weergave.
De weergave van de grafiek voor de nagalmkarakteristieken kan gewijzigd
worden.
Each Ch:
Alle kanalen worden afzonderlijk weergegeven.
De grafiek voor de nagalmkarakteristieken van de luisterruimte (vóór ijking)
wordt weergegeven met de “Each Ch” modus, zodat u de
nagalmkarakteristieken voor de afzonderlijke kanalen kunt controleren.
Pair Ch:
De samengestelde nagalmkarakteristieken voor de linker en rechter paren van
de “Front”, “Surround” en “Surr Back” kanalen worden weergegeven. Gebruik
de “Pair Ch” modus om de grafieken voor de nagalmkarakteristieken na ijking
weer te geven.
Geeft roterende 3D-grafieken weer.
a
a
).
a
).
a. Om te eindigen, opnieuw selecteren en het selectievakje uitschakelen.
13
Continue
Ga door
Page 14
Bediening van het programma (vervolg)
Window
Cascade
Tile
MinimizeVerkleint het venster.
Laat bestandvensters overlappen.
Plaatst bestandsvensters naast elkaar.
a
a
Arrange
a. Beschikbaar wanneer er twee of meer bestanden geopend zijn.
Help
Version InfoToont het versienummer van het programma.
Rangschikt de verkleinde pictogrammen.
a
2 Keuzetabblad voor weergave-onderdeel
Weergave van een grafiek met de eigenschappen van de galmfrequenties of de MCACC-parameterlijst.
De “Group Delay” functie wordt niet op deze receiver gebruikt. Er wordt niets weergegeven wanneer
deze functie wordt gekozen.
3 Niveau [dB]
De niveau-as.
4 Tijd [msec]
De tijdas.
5 Kanaalnotitie (alleen beschikbaar wanneer de kanalen worden weergegeven op de
grafiek voor de nagalmkarakteristieken)
Hiermee kunt u voor elk kanaal een korte notitie toevoegen.
6 Datum en tijd
Toont de datum en tijd dat de meetgegevens werden overgebracht naar de PC.
7 Kanaal- en frequentie-keuzetoetsen
Ch:Kiest de kanaalweergavestand (de frequenties worden aangegeven volgens de diepte-as van de
grafiek).
Freq: Kies de frequentieweergavestand (de kanalen worden aangegeven volgens de diepte-as van de
grafiek).
8 Alle/afzonderlijke kanalenweergave schakelmenu
Hiermee schakelt u over tussen weergave van alle kanalen of afzonderlijke kanalen (Left, ALL, enz.)
9 Grafiekinstelbalk
Z: Vergroten of verkleinen van de aanduidingseenheid van de niveauschaal [dB].
M: Verplaatsen van de niveauschaal [dB].
E: Verplaatst het oogpunt voor de 3D grafieken in verticale richting. (Dit is niet mogelijk voor 2D
grafieken.)
R: Verplaatst het oogpunt voor de 3D grafieken in horizontale richting. (Dit is niet mogelijk voor 2D
grafieken.)
Continue
Ga door
14
Page 15
Bediening van het programma (vervolg)
10 Balkgrafiek
Wijzigt de grafiekweergave. Met deze knop wisselt u tussen de bandgrafiek en de balkgrafiek.
Verplaatsen van
het gezichtspunt
van de tijdas.
11 Bestandsnotitie
Er kunnen notities betreffende het bestand (toestand op het moment van de meting enz.) voor de
verschillende onderdelen worden opgeslagen.
12 Nagalmtype
Geeft aan of de nagalmkarakteristieken gelden vóór ijking (EQ OFF) of na ijking (EQ ON).
(Voor de nagalmkarakteristieken na ijking wordt de EQ ijkingscurve weergegeven.)
13 Legenda
Geeft aan welke kleuren in de grafieken overeenkomen met welke kanalen of frequenties.
14 Freq [Hz]/Kanaal
In de kanaalweergavestand wordt dit de frequentie-as. In de frequentieweergavestand wordt het de
kanaal-as.
15 Keuzetoetsen voor lijstweergave/afzonderlijke aanduidingen
Wanneeer “ALL MEMORY” is geselecteerd worden alle MCACC-geheugens weergegeven. De
afzonderlijke MCACC-geheugens worden weergegeven wanneer de instelling voor afzonderlijke
aanduidingen is gemaakt (“MEMORY1” enz.).
Continue
Ga door
15
Page 16
Bediening van het programma (vervolg)
Grafieken opslaan in gegevensbestanden
De meetgegevens die vanaf de receiver zijn overgezonden kunt u opslaan in uw PC. Alle gegevens die in
één keer tegelijk zijn ontvangen, worden opgeslagen in één bestand.
1 Om de gemeten gegevens op te slaan, kiest u “Save” in het “File” menu.
Als u gegevens hebt die al eerder zijn opgeslagen, maar die u nu onder een nieuwe naam wilt opslaan,
kiest u voor “Save As” (opslaan als).
2 Controleer de map voor het opslaan van de gegevens, kies een bestandsnaam,
en klik dan op “Save”.
De gegevens worden opgeslagen in de CSV-indeling (met bestandsnaamextensie “.csv”).
Wanneer de gegevens zijn opgeslagen, moet u (met de knoppen van de receiver) op “RETURN” drukken
om het scherm Reverb Output PC te verlaten. Hierdoor gaat receiver uit de transmissie-standbystand. (Zie
bladzijde 62 van de handleding van de receiver.)
Opmerking
Het CSV bestandsformaat wordt vaak gebruikt voor het overbrengen van gegevens naar
applicatieprogramma’s zoals databases en spreadsheets. Met dergelijke programma’s kunt u dan ook in dit
geval een overzicht van de gemeten waarden zien.
Als u echter een ander programma gebruikt om de gegevens aan te passen en in gewijzigde vorm op te
slaan, zal het Geavanceerde MCACC programma het bestand niet altijd meer kunnen openen.
Continue
Ga door
16
Page 17
Bediening van het programma (vervolg)
Gegevensbestanden openen
U kunt twee of meer gegevensbestanden tegelijk openen, om de gegevens uit die bestanden te vergelijken.
1 Selecteer “Open” in het “File” menu op de menubalk.
2 Kies het bestand dat u wilt openen en klik op “Open”.
De voorheen opgeslagen metingsgegevens worden weergegeven.
Het programma sluiten
1 Selecteer “Exit” in het menu “File”.
Het programma wordt afgesloten.
17
Page 18
Interpretatie van de grafieken
Zoals aangegeven in
de nagalmkarakteristieken worden gebruikt als referentie bij het bepalen van de ijkingstijdpostie met de
“Advanced EQ Setup” functie van de receiver. Bovendien is het een belangrijk hulpmiddel om het effect te
controleren van de maatregelen die genomen zijn om de akoestiek van de kamer te verbeteren.
Nuttige toepassingen van dit applicatieprogramma
(bladzijde 3) kan de grafiek voor
Aflezen van de nagalmgrafieken (Reverb)
De grafieken tonen de veranderingen in het microfoon-ingangsniveau afgezet tegen de tijdas, beginnend
met stilte op het tijdstip 0, wanneer de testtoon nog moet gaan klinken, en daarvandaan doorlopend terwijl
een constant geluidsniveau door de luidsprekers wordt weergegeven.
• Als er helemaal geen sprake is van nagalm in uw kamer, zal de grafiek er uit zien zoals figuur A hieronder.
• Als er wel nagalm is, zal de grafiek een geleidelijke toename van akoestisch vermogen tonen, zoals
aangegeven in figuur B.
Opmerking
• Vanwege een effect dat “groepsvertraging” genoemd wordt, kan het voortbrengen van de lagere
frequenties iets langer duren dan voor de hogere frequenties (dit zal het meest opvallend zijn bij
vergelijking van de frequenties aan het begin, bij 0 ms).
• Als een grafiek doorloopt of uitsteekt voorbij het bereik dat aangegeven kan worden, of hinderlijk dicht bij
de randen van het scherm komt, kunt u de afbeeldingsmaatstaf aanpassen met de Z (Zoom) regelknop op
de grafiek-instelbalk, om het weergavebereik van de Niveau [dB] schaal zo te beperken dat de gehele
grafiek zichtbaar wordt.
• De instellingen voor kanaalniveau en luidsprekerafstand worden grafisch weergegeven. Het is dan ook
het beste om ervoor te zorgen dat deze instellingen (bij “ALL” of “Channel Level” van Auto MCACC)
correct zijn ingesteld voordat u de nagalm meet.
• Ook in gevallen wanneer er een groot verschil is in de uitgangsniveaus van de verschillende frequenties
(de frequentiekarakteristieken van de kamer zijn slecht), kunnen de frequentiekarakteristieken van de
afzonderlijke kanalen dichter bij een recht verloop worden gebracht met de “SYMMETRY” of “ALL CH
ADJUST” ijkingsinstellingen van de “Auto MCACC” functie van de receiver. (Zie bladzijde 38 van de
handleiding van de receiver voor nadere bijzonderheden.)
• Het zal gewoonlijk niet mogelijk zijn de juiste equalizerwaarden voor de Acoustic Cal EQ akoestiekequalizer functie van de receiver te berekenen door eenvoudigweg de grafieken op uw PC te bekijken.
(Dit komt omdat de automatische aanpassingen van de Acoustic Cal EQ akoestiek-equalizer functie
rekening houden met diverse factoren zoals equalizerband-interferentie en analytische
filterkarakteristieken voor het bepalen van de optimale instelling.)
• Er kunnen verschillen zijn in de grafieken van de nagalmkarakteristieken na metingen met de Auto
MCACC functie (“CUSTOM” “ALL”, “Keep SP System” of “EQ Pro. & S-Wave”) in vergelijking met na
metingen met de Reverb Measurement functie (Manual MCACC “EQ Professional”), als gevolg van de
instelling voor de staande-golf regeling. Met Auto MCACC wordt de nagalm gemeten met de staande golf
geregeld, zodat de grafiek van de nagalmkarakteristieken niet de invloed van de staande golven
weergeeft. Met Reverb Measurement daarentegen wordt de nagalm zonder staande-golf regeling
gemeten en kunt u dus de nagalmkarakteristieken controleren inclusief de invloed van de staande golven.
Als u de akoestiek van de kamer wilt controleren (met de staande golven), raden wij u aan Reverb
Measurement te gebruiken.
18
Continue
Ga door
Page 19
Interpretatie van de grafieken (vervolg)
Bepalen van de meetperiode voor de Advanced EQ Setup ijking
Bij conventionele MCACC EQ ijking ligt de meetperiode voor de ingangsgegevens van de microfoon vast
tussen 80 en 160 [ms] (rode gebied in Figuur 1). De Advanced EQ Setup functie van de receiver biedt
daarentegen een meer professionele bijregeling en de klant kan punten selecteren tussen 0 en 80 [ms] (met
20 ms breedte) (blauwe gebied van Figuur 1).
Opmerking
U kunt de tijdsperiode instellen met “Advanced EQ Setup” in het submenu “EQ Professional” (in het menu
“Manual MCACC”). U hoeft dit niet in te stellen als de resultaten van “Auto MCACC” voldoen. (Zie voor
verdere informatie bladzijde 45 van de handleiding van de receiver.)
Figuur 1 Vergelijking van de meetperioden voor gegevensopvang via de
microfoon
Niveau
(dB)
Acoustic Cal EQ
Professional
ijkingsinterval
(instelling naar keuze)
Tijdsbereik van
conventionele MCACC
EQ ijking (ligt vast)
Tijd (in ms)
Om de meetperiode te bepalen voor de Advanced EQ Setup ijking, bekijkt u de grafieken van de gemeten
nagalmkarakteristiek en let u op de volgende drie patronen.
Patroon 1: Verschillende nagalmkarakteristiek voor hoge en lage frequenties
In kamers met een nagalmkarakteristiek zoals die getoond in Figuur 2, krijgen de lagere frequenties vaak
een veel sterkere nagalm in vergelijking met de hogere frequenties (m.a.w. de kamer klinkt ‘boemerig’). Bij
conventionele MCACC EQ ijking worden de gegevens tussen 80 en 160 [ms] verkregen (het rode gebied in
Figuur 2), dus het volume van de lage frequenties wordt als laag beoordeeld en het volume van de hoge
frequenties wordt als hoog beoordeeld, en de egalisatiecurve wordt geijkt met de hoge frequenties
enigszins versterkt. Voor de karakteristieken van het geluid dat het oor rechtstreeks bereikt binnen ongeveer
40 ms is er echter voldoende volume zodat de hoge frequenties niet versterkt hoeven te worden, dus met
egalisatie met behulp van de MCACC EQ ijking zullen de hoge frequenties soms te sterk klinken. Zodoende
zou Acoustic Cal EQ kunnen ertoe kunnen leiden dat hoge frequenties in een ruimte schel klinken. In
dergelijke gevallen kan het instellen van de meetperiode voor de Advanced EQ Setup op 30 tot 50
msec (het blauwe gebied in Figuur 2), om meer rekening te houden met het geluid dat direct van de
luidsprekers komt, een vlakkere en beter gebalanceerde frequentierespons voor het directe geluid
(inclusief de vroege weerkaatsingen) opleveren en daarmee een gelijkmatiger, prettiger klankbeeld.
Figuur 2
Niveau
(dB)
Lage frequenties
Hoge frequenties
In te stellen
meetperiode
19
Tijd (in ms)
Continue
Ga door
Page 20
Interpretatie van de grafieken (vervolg)
Patroon 2: Verschillende nagalmkarakteristieken for verschillende kanalen
Als de nagalmkarakteristieken voor de verschillende kanalen verschillen zoals getoond in Figuur 3 en de
egalisatie met conventionele Acoustic Cal EQ maakt gebruik van de gegevens die tussen 80 en 160 [ms]
zijn verkregen (het rode gebied in Figuur 3), wordt de egalisatie zo uitgevoerd dat de toon van de
verschillende kanalen geleidelijk wordt bijgeregeld voor 80 ms vanaf de tijd dat het geluid door de
luidsprekers wordt uitgestuurd en daarna (het is niet mogelijk om de respons van het directe geluid bij te
regelen). De waarneming van de plaatsing en de beweging van het akoestische beeld, en de eenheid van
het geluid, van de verschillende luidsprekers wordt echter niet alleen beïnvloed door de nagalm maar ook
door het directe geluid van de luidsprekers (inclusief het vroege weerkaatste geluid). In dergelijke gevallen
kunt u beter gebruik maken van de Advanced EQ Setup functie en daarvoor een meetperiode kiezen
van 30 tot 50 msec (het blauwe gebied in Figuur 3). Dat biedt een betere mogelijkheid de
karakteristiek van het directe geluid voor de verschillende kanalen in balans te brengen, hetgeen een
fraai evenwichtig klankbeeld oplevert, met een duidelijke akoestische plaatsing en beweging.
Figuur 3
Niveau
(dB)
In te stellen
meetperiode
Linker voorkanaal
Rechter voorkanaal
Tijd (in ms)
Patroon 3: Soortgelijke nagalmkarakteristiek voor de hoge en lage
frequenties en alle kanalen
Zoals getoond in Figuur 4, wanneer de nagalmkarakteristieken voor alle kanalen grotendeels hetzelfde zijn
over alle frequenties, zal de geluidsweergave in uw luisterkamer waarschijnlijk geen last hebben van
overmatige nagalm. Wij raden aan te ijken met een tijd van ongeveer 60 tot 80 [ms] (het groene gebied
in Figuur 4) opgegeven bij de Advanced EQ Setup. Deze levert een complete ijking voor zowel het
directe geluid als voor de nagalm, resulterend in een ideaal gebalanceerd klankbeeld.
Figuur 4
In te stellen
Niveau
(dB)
Opmerking
• Als u niet goed weet welke meetperiode te kiezen voor de Advanced EQ Setup ijking, begint u dan met 30
tot 50 msec. Als de grafieken daarmee een nogal vreemde nagalmcurve tonen voor een bepaalde
frequentie, kan dat liggen aan een toevallige afwijking. Dan kunt u het nog eens proberen, met in plaats
van de 30 tot 50 msec een ietwat andere meetperiode.
• Ook kan het nuttig zijn om verschillende meetperioden uit te proberen voor de Advanced EQ Setup ijking,
om dan die periode te kiezen die de beste klank oplevert.
• De instellingen voor de meetperiode kunnen niet op de PC gemaakt worden. Deze instellingen zijn alleen
te maken via de beeldschermaanduidingen van de receiver, met behulp van de Advanced EQ Setup
functie van de receiver.
meetperiode
Lage frequenties linksvoor
Lage frequenties rechtsvoor
Hoge frequenties linksvoor
Hoge frequenties rechtsvoor
Tijd (in ms)
20
Continue
Ga door
Page 21
Interpretatie van de grafieken (vervolg)
Controlepunten om de nagalmkarakteristiek van uw kamer te
verbeteren
De nagalmkarakteristiek van uw luisterkamer zijn in principe duidelijk af te lezen in de grafieken. Om u een
leidraad te geven, volgen hieronder vier voorbeelden die tonen hoe verschillende soorten kamers er in een
grafiek kunnen uitzien.
Voorbeeld 1: Grafiek loopt naar rechts geleidelijk op in alle frequenties
Dit is zo te zien een kamer met nogal veel nagalm. We zouden u adviseren om, indien mogelijk, wat
geluiddempende materialen aan te brengen om een akoestisch minder sterk reflecterende ruimte te
verkrijgen, naar uw eigen inzicht en smaak.
Voorbeeld 2: Een bepaald kanaal toont een afwijkende nagalmkarakteristiek
In dit geval staat er waarschijnlijk dichtbij een van de luidsprekers een meubelstuk of voorwerp dat een
sterkte invloed heeft op de geluidsweergave. We zouden u in dit geval adviseren om de invloed van dat
voorwerp zo veel mogelijk te beperken.
21
Continue
Ga door
Page 22
Interpretatie van de grafieken (vervolg)
Voorbeeld 3: Een bepaalde frequentie toont een afwijkende nagalmkarakteristiek
Er is waarschijnlijk iets in deze kamer dat de weergave van deze frequentie beïnvloedt. Probeer wat andere
luidsprekeropstellingen uit, om te trachten dit effect te verminderen.
Voorbeeld 4: Een bepaald kanaal komt maar langzaam op sterkte
Dit kan zich voordoen wanneer een van de luidsprekers niet stabiel is opgesteld. We zouden u aanraden om
zo mogelijk de luidsprekerstandaard te stabiliseren, om de karakteristiek van het afwijkende kanaal beter te
laten overeenstemmen met de andere kanalen.
Opmerking
In al deze gevallen zal, wanneer de “Auto MCACC” functie wordt gebruikt, de ijkingstijdpositie automatisch
geselecteerd worden overeenkomstig de eigenschappen van de kamer, zodat een optimaal geluidsveld
kan worden verkregen. (Zie bladzijde 9 en 38 van de handleiding van de receiver.)
Wanneer metingen in de “CUSTOM” modus worden gemaakt, zal automatische ijking met inachtneming van
de nagalm alleen worden uitgevoerd wanneer “ALL”, “Keep SP System” of “EQ Pro. & S-Wave” is
geselecteerd bij “Custom Menu”.
Continue
Ga door
22
Page 23
Interpretatie van de grafieken (vervolg)
Nagalmkarakteristieken weergeven na ijking
Als u de grafiek met de nagalmkarakteristieken van uw luisterkamer wilt weergeven met egalisatie van de
receiver (na ijking), moet u de optie “EQ ON” in het menu “Reverb Measurement” selecteren. In deze grafiek
kunt u nagaan wat de effecten van ijking door MCACC voor uw luisterkamer zijn.
1 Sluit de receiver aan op uw PC via een RS-232C kabel.
Zie bladzijde 7 voor meer informatie over het aansluiten van de RS-232C-kabel.
2 Selecteer de “EQ Professional” optie voor “Manual MCACC” en gebruik de
functie met “Reverb Measurement” ingesteld op “EQ OFF”.
(Zie bladzijde 8
De nagalmkarakteristieken vóór egalisatie worden gemeten.
Als “Auto MCACC” nog nooit is uitgevoerd, moet u hier “Auto MCACC (ALL)” uitvoeren.
(Zie bladzijde 9 van de handleding van de receiver.)
of bladzijde 45 van de handleiding van de receiver.)
3 Ontvang de gegevens en sla deze op door “Output PC” in “Data Management”
te selecteren.
Als u deze gegevens ontvangt en op uw PC opslaat, kunt u de grafiek bekijken met de
nagalmkarakteristieken van uw luisterkamer voor ijking.
4 Selecteer “Reverb Measurement” in het “EQ Professional” menu van de receiver
en kies dan “EQ ON”.
(Zie bladzijde 8
Meet de nagalmkarakteristieken van de kamer nadat egalisatie is gebruikt met de microfoon op dezelfde
plaats als toen de “Auto MCACC (ALL)” werd uitgevoerd. De metingen worden uitgevoerd met de EQwaarden die zijn opgeslagen in het MCACC-geheugen dat geselecteerd is op de receiver, dus voordat u
de nagalmkarakteristieken meet, moet u het MCACC-geheugen selecteren dat na egalisatie wordt
gemeten.
of bladzijde 45 van de handleiding van de receiver.)
23
Continue
Ga door
Page 24
Interpretatie van de grafieken (vervolg)
5 Ontvang de gegevens en sla deze op door “Output PC” in “Data Management”
te selecteren.
Als u deze gegevens ontvangt en op uw PC opslaat, kunt u de grafiek bekijken met de
nagalmkarakteristieken van uw luisterkamer met egalisatie van de receiver (na ijking).
In de volgende grafiek ziet u de meetresultaten van de nagalm na ijking door Advanced EQ Setup (met
een instelling van 30-50ms voor de tijdsperiode):
Omtrent de aanduidingstypen van de grafiek voor de
nagalmkarakteristieken na EQ ijking
Voor “SYMMETRY” of “FRONT ALIGN”
• Het aanduidingstype is ingesteld op “Pair Ch” (bladzijde 13). Als gevolg van de eigenschappen van de
verschillende EQ-curven zullen, wanneer het “Each Ch” aanduidingstype is ingesteld, de
nagalmkarakteristieken voor de verschillende kanalen niet juist uitgelijnd zijn.
• De nagalmkarakteristieken vóór ijking worden weergegeven in de “Each Ch” modus, dus als u de
karakteristieken vóór en na ijking wilt vergelijken, moet u het aanduidingstype vóór ijking op “Pair Ch”
instellen. Op deze wijze zijn het aantal kanalen vóór en na ijking gelijk, zodat u kunt vergelijken.
Voor “ALL CH ADJUST”
• Het aanduidingstype is ingesteld op “Each Ch” (bladzijde 13). Als gevolg van de eigenschappen van de
verschillende EQ-curven zullen, wanneer het “Pair Ch” aanduidingstype is ingesteld, de
nagalmkarakteristieken voor de verschillende kanalen niet juist uitgelijnd zijn.
• Aangezien het “Each Ch” aanduidingstype zowel vóór als na ijking is ingesteld, kunnen de grafieken
vergeleken worden.
Opmerking
• De ijkgegevens van “Reverb Measurement” gaan verloren als u de stroom uitschakelt.
• De grafieken met meetgegevens van de nagalm voor en na ijking worden weergegeven in 2-D om een
goede vergelijking mogelijk te maken.
Continue
Ga door
24
Page 25
Weergave van de MCACC-parameters
In aanvulling op de gegevens van de nagalmfrequentie-karakteristieken gemeten met de Geavanceerde
MCACC-functie, kunnen alle parameters (resultaten van de metingen) ingesteld in de MCACC-geheugens
op de computer worden gecontroleerd.
Parameters die weergegeven kunnen worden
1. Speaker Setting (luidsprekersysteem en wisselfrequentie)
2. Channel Level (luidspreker-uitgangsniveau)
3. Speaker Distance (afstand tot de luidspreker)
4. Standing Wave Control (filter voor staande-golf regeling)
5. Acoustic Cal EQ (ijking van de frequentiekarakteristieken van de luisterrruimte)
6. X-Curve (toonbalans van het luidsprekersysteem voor filmgeluid)
a. In aanvulling op de EQ-ijkingswaarden die in elk MCACC-geheugen zijn opgeslagen, wordt tevens de naam van de
EQ-ijkingscurve (“Symmetry”, “All Ch Adjust” of “Front Align”) aangegeven. Bovendien wordt “Custom” aangegeven
voor geheugens waarvoor de equalizer handmatig is aangepast. Meting van de nagalmkarakteristieken na ijking
(bladzijde 23
) wordt uitgevoerd met toepassing van de EQ-ijkingscurven voor deze geheugens.
Weergave van de verschillende geheugens
U kunt de gegevens voor alle MCACC-geheugens (MEMORY1 t/m MEMORY6) ontvangen en weergeven,
maar het is ook mogelijk om de gegevens voor de afzonderlijke geheugens weer te geven.
a
Opmerking
Wanneer er onderdelen zijn die niet op het display passen, verplaatst u de schuifbalk op het scherm om de
resterende gegevens te zien.
25
Page 26
Het programma updaten, wissen of repareren
Het programma met een update vernieuwen
Een nieuw installeerprogramma zal beschikbaar komen op de download-website, telkens wanneer er een
nieuwe versie van het Geavanceerde MCACC programma uitkomt. Dan kunt u het nieuwe
installeerprogramma downloaden en dat gebruiken om de op uw PC bestaande versie te overschrijven
(updaten) door de nieuwste versie van het applicatieprogramma.
Opmerking
Om te controleren over welke versie van het programma u beschikt, kiest u het onderdeel “Help”
“Version Info” in de menubalk. Dan verschijnt er een venster met het versienummer (Version 2.1, enz.).
2.1
1 Dubbelklik op het gedownloade installeerprogramma .
De InstallShield Wizard verschijnt op het scherm. Voer de stappen 2 t/m 5 uit van
installeren
(bladzijde 4).
Het programma
2 Selecteer “Install”.
Ga door naar stap 3 als “Ver. 1.1” of “Ver. 1.4” van het programma op uw computer is geïnstalleerd en ga
door naar stap 5 als “Ver. 2.0” of later is geïnstalleerd.
Continue
Ga door
26
Page 27
Het programma updaten, wissen of repareren (vervolg)
3 Selecteer “Yes”.
Het voorheen geïnstalleerde programma wordt gewist.
4 Selecteer “OK”.
De installatie van de meest recente versie begint.
5 Klik op “Finish”.
Hiermee is de update van het applicatieprogramma voltooid.
Opmerking
Het programma werkt mogelijk niet goed als er gelijktijdig twee versies van het programma op de computer
zijn geïnstalleerd. Als u naar een vorige versie van het programma wilt terugkeren, moet u eerst de huidige
geïnstalleerde versie deïnstalleren (wissen) en dan de vorige versie opnieuw installeren.
Continue
Ga door
27
Page 28
Het programma updaten, wissen of repareren (vervolg)
Het applicatieprogramma wissen
U kunt een van de volgende methoden gebruiken om het applicatieprogramma van uw PC te verwijderen
(uninstall).
Methode 1: Wissen via het configuratiescherm van uw PC
Vanaf het Start menu klikt u op “Setting” “Control Panel” “Add/Remove Programs”.
Methode 2: Gebruik het installeerprogramma voor de huidige
geïnstalleerde versie om het applicatieprogramma te wissen
Opmerking
Het applicatieprogramma kan niet gewist worden met het installeerprogramma van een versie die verschilt
van de geïnstalleerde versie. U moet altijd het installeerprogramma van dezelfde versie gebruiken.
1 Dubbelklik op het “PioneerAdvancedMCACC_e_ver_*_*.exe” bestand .
De InstallShield Wizard verschijnt op het scherm.
2 Selecteer “Next”.
3 Selecteer “Remove” en dan “Next”.
28
Continue
Ga door
Page 29
Het programma updaten, wissen of repareren (vervolg)
4 Selecteer “Remove”.
5 Klik op “Finish”.
Hiermee is het wissen van het applicatieprogramma voltooid.
29
Continue
Ga door
Page 30
Het programma updaten, wissen of repareren (vervolg)
Het programma repareren
De reparatiefunctie kan worden gebruikt wanneer bijvoorbeeld de snelkoppelingen op het bureaublad zijn
gewist enz., om het programma te herstellen naar dezelfde condities als toen het de eerste maal werd
geïnstalleerd.
Opmerking
Het applicatieprogramma kan niet gerepareerd worden met het installeerprogramma van een versie die
verschilt van de geïnstalleerde versie. U moet altijd het installeerprogramma van dezelfde versie gebruiken.
1 Dubbelklik op het installeerprogramma van de geïnstalleerde versie.
De InstallShield Wizard verschijnt op het scherm.
2 Selecteer “Next”.
3 Selecteer “Repair” en “Next”.
30
Continue
Ga door
Page 31
Het programma updaten, wissen of repareren (vervolg)
4 Selecteer “Install”.
5 Klik op “Finish”.
Hiermee is de reparatie van het applicatieprogramma voltooid.
Het programma wijzigen
Bij het programma voor de VSX-LX51 of VSX-1018AH kan “Modify” niet worden gebruikt.
31
Page 32
Problemen oplossen
Tijdens het gebruik van de Gevanceerde MCACC applicatie kunnen er soms problemen optreden die te
wijten zijn aan oorzaken zoals conflicten met andere programma’s of een minder geschikte configuratie van
de PC. Als zich een dergelijk probleem voordoet, zult u het meestal aan de hand van de onderstaande
controlepunten kunnen oplossen.
Als het probleem echter blijft bestaan of opnieuw optreedt na het volgen van de onderstaande suggesties,
neemt u dan contact op met de Pioneer onderhoudsdienst die staat vermeld op uw garantiebewijs.
Het programma werkt niet goed of laat de computer vastlopen
Oorzaak 1:
Als uw PC niet aan alle vereisten voor dit applicatieprogramma voldoet, kan het
programma uiterst traag of onstabiel worden of helemaal vastlopen.
Controleer zorgvuldig of uw PC daadwerkelijk voldoet aan alle vereisten voor het gebruik van dit
programma. (Zie bladzijde 2.) U zult deze applicatie alleen goed kunnen gebruiken als uw PC voldoet
aan alle vereisten.
Oorzaak 2:
Als er aan de vereiste voorwaarden voor de computeromgeving is voldaan, maar
er veel bestanden zijn geopend in het programma en deze alle met de MCACC
Para optie worden weergegeven, kan er een foutmelding verschijnen als gevolg
van een gebrek aan computergeheugen.
Als de onderstaande fout optreedt, moet u enkele van de geopende bestanden sluiten of u verlaat het
programma en start het dan weer opnieuw op. Als u veel bestanden met elkaar wilt vergelijken, raden wij
u aan ze af te drukken met de functie Print en dan op papier te vergelijken.
32
Continue
Ga door
Page 33
Problemen oplossen (vervolg)
Het Geavanceerde MCACC programma is niet goed te installeren
Oorzaak 1:
Als er niet voldoende systeemhulpbronnen beschikbaar zijn, kan er een
foutmelding verschijnen.
Als er een foutmelding zoals die hieronder verschijnt, start u de PC opnieuw op en start vervolgens het
installeerprogramma (PioneerAdvancedMCACC_e_ver_*_*.exe) zonder dat er enige andere applicatie
actief is.
Oorzaak 2:
De installatie van het Geavanceerde MCACC programma kan mis gaan vanwege
conflicten met andere applicaties.
Probeer de volgende remedies, in de aangegeven volgorde.
1) Als er nog andere applicatieprogramma’s actief zijn, sluit u dan eerst die andere programma’s en
start dan het installeerprogramma (PioneerAdvancedMCACC_e_ver_*_*.exe) opnieuw.
2) Als dat niet werkt, start dan uw PC opnieuw op en start vervolgens het installeerprogramma
(PioneerAdvancedMCACC_e_ver_*_*.exe) zonder dat er enige andere applicatie actief is.
De meetgegevens worden niet verzonden naar de PC
Oorzaak 1:
Er kunnen soms onduidelijke transmissiefouten optreden.
Als uw eerste poging niet gelukt is, kunt u opnieuw proberen de meetgegevens te zenden. Vaak verloopt
de gegevensoverdracht de tweede maal wel goed.
Oorzaak 2:
Er kan een foutmelding zoals de onderstaande verschijnen als de
gegevensoverdracht niet lukt.
33
Continue
Ga door
Page 34
Problemen oplossen (vervolg)
Probeer de volgende remedies, in de aangegeven volgorde.
1) Controleer of er in het instelscherm van de receiver ook een aanduiding “Start the MCACC
application on your PC” verschijnt. (Deze aanduiding wijst erop dat de receiver gereed is om
gegevens te verzenden naar de PC.)
2) Controleer of de RS-232C kabel naar behoren is aangesloten. (Schakel eerst alle aangesloten
apparaten uit en trek alle stekkers uit het stopcontact voordat u enige kabel aansluit of losmaakt.)
3) Sluit alle andere actieve applicatieprogramma’s.
4) Controleer het nummer van de COM-poort.
5) Controleer of het juiste type RS-232C kabel is gebruikt (bladzijde 7
6) Start het Geavanceerde MCACC applicatieprogramma opnieuw.
7) Start uw PC opnieuw op.
).
Oorzaak 3:
De volgende foutmelding kan verschijnen en de gegevensoverdracht is
misschien niet mogelijk.
Zie de handleiding van de PC of de applicatiesoftware die de COM-poort gebruikt en maak de
aangesloten COM-poort beschikbaar voor gegevensoverdracht.
Vernieuwen van het Geavanceerde MCACC programma met een update lukt niet
Oorzaak 1:
Als er niet voldoende systeemhulpbronnen beschikbaar zijn, kan er een
foutmelding verschijnen.
Als er een foutmelding verschijnt (zoals die hierboven aangegeven voor Oorzaak 1) of
Geavanceerde MCACC programma is niet goed te installeren
op en start vervolgens weer het installeerprogramma (PioneerAdvancedMCACC_e_ver_*_*.exe) zonder
dat er enige andere applicatie actief is.
(bladzijde 33), start dan uw PC opnieuw
Het
Oorzaak 2:
De update-vernieuwing van het Geavanceerde MCACC programma kan mis gaan
vanwege conflicten met andere applicaties.
Probeer de volgende remedies, in de aangegeven volgorde.
1) Als er nog andere applicatieprogramma’s actief zijn, sluit u dan eerst die andere programma’s en
start dan het installeerprogramma (PioneerAdvancedMCACC_e_ver_*_*.exe) opnieuw.
2) Als dat niet werkt, start dan uw PC opnieuw op en start vervolgens het installeerprogramma
(PioneerAdvancedMCACC_e_ver_*_*.exe) zonder dat er enige andere applicatie actief is.
Continue
Ga door
34
Page 35
Problemen oplossen (vervolg)
De grafiek met de nagalmkarakteristieken kan niet worden afgedrukt
Oorzaak:
Het is niet mogelijk om de grafieken met de nagalmkarakteristieken af te
drukken wanneer deze worden weergegeven in de “ALL” modus.
Aanduiding
voor ALL
Kies eerst de grafiek voor een afzonderlijk kanaal of frequentie en start dan het afdrukken.
Sommige functies van de applicatie kunnen niet worden gebruikt
Oorzaak:
De applicatiesoftware die u gebruikt is mogelijk niet geschikt voor uw receiver.
Controleer het modelnummer van uw receiver en gebruik applicatiesoftware die hiervoor geschikt is.
De receiver veroorzaakt een storing wanneer hij wordt aangesloten op de PC met
een RS-232C kabel
Oorzaak:
Wanneer de receiver is aangesloten op uw PC met een RS-232C kabel, kan de
spanning van de ontvanger automatisch worden ingeschakeld wanneer u de PC
gebruikt.
Trek de kabel uit wanneer u hem niet gebruikt.
Continue
Ga door
35
Page 36
Problemen oplossen (vervolg)
De EQ-respons in de grafiek (na ijking) is niet vlak
Oorzaak 1:
De steilheid van de grafiek geeft de nagalmkarakteristieken aan. De
nagalmkarakteristieken van de kamer zelf kunnen niet via egalisatie alleen
worden gecorrigeerd, dus de hoek van de grafiekhelling is hetzelfde vóór en na
de ijking.
Via ijking verschuiven de grafieken voor de verschillende frequenties horizontaal overeenkomstig de
hoeveelheid egalisatie. Om het resultaat van de ijking te bepalen, kunt u controleren of de grafieken op
een specifiek punt op de tijdas zijn uitgelijnd.
De nagalmkarakteristieken zelf (de vorm van de grafiek) verandert niet tenzij de luisteromgeving wordt
verbeterd.
(Zie bladzijde 18
tot 20.)
Oorzaak 2:
Om diverse redenen is het mogelijk dat de grafieken van de
frequentiekarakteristieken niet vlak worden wanneer egalisatie wordt
uitgevoerd met de “SYMMETRY” of “ALL CH ADJUST” functies.
Met MCACC wordt ijking automatisch uitgevoerd om een optimale geluidskwaliteit te verkrijgen, zonder
dat hierbij echter ongewenste ijking wordt toegepast.
Instellingen die zijn opgegeven met “Manual MCACC” zijn niet van invloed op
de grafiek
Oorzaak:
Ook als er niveau-aanpassingen zijn gemaakt, geven de voor analyse gebruikte
filters deze correcties niet altijd weer in de grafische uitvoer.
De filters voor algehele ijking van het systeem houden echter wel rekening met deze aanpassingen.
Lagere frequenties voor SMALL-luidsprekers lijken niet te zijn geijkt
Oorzaak:
De ijking van de lagere frequenties met de equalizer wordt niet uitgevoerd voor
luidsprekers die op “SMALL” zijn ingesteld, maar de aanduiding voor de
nagalmkarakteristieken toont de zuivere karakteristieken van de
geluidsweergave van de luidsprekers, dus de karakteristieken worden zonder
ijking van de lagere frequenties aangegeven.
Met MCACC wordt een optimale ijking uitgevoerd overeenkomstig de geluidsweergave-capaciteiten van
de luidsprekers, dus er is geen probleem met de ijking van de lagere frequenties voor luidsprekers die
op “SMALL” zijn ingesteld.
36
Page 37
PIONEER CORPORATION
4-1, Meguro 1-Chome, Meguro-ku, Tokyo 153-8654, Japan
PIONEER ELECTRONICS (USA) INC.
P.O. BOX 1540, Long Beach, California 90801-1540, U.S.A. TEL: (800) 421-1404