Pioneer AVH-P7500DVD User manual [nl]

Bedieningshandleiding
Volledig gemotoriseerd LCD-kleurendisplay van 7 inch met DVD/VCD/CD-ontvanger met 5 kanalen en hoog vermogen
AVH-P7500DVD
Nederlands
Inhoud
Hartelijk dank voor het aanschaffen van dit Pioneer­product.
zodat u ze later nog eens kunt gebruiken.
Navigatievideo weergeven 21
Lees dit in elk geval
! Afspeelbare discs 8 ! Regionummers voor DVD-video 8 ! Verboden handelingen 11
Voorzorgen
BELANGRIJKE
VEILIGHEIDSMAATREGELEN 6 Veilig rijden 6 Ontladen van de accu voorkomen 7
Voor u begint
Over dit toestel 8 Over deze handleiding 9 Voorzorgen 9 Bij problemen 9 Kenmerken 9 Bescherming van het LCD-scherm 10 LCD comfortabel bekijken 11 Conditiegeheugen 11 Markeringen op DVDs 11 Microprocessor resetten 12 Gebruik en onderhoud van de
afstandsbediening 12 Functiedemonstratie 13
Wat is wat
Hoofdtoestel 14 Afstandsbediening 16
Basishandelingen
Toestel aanzetten en signaalbron
selecteren 19 Disc insteken 20 Volume afstellen 20 Toestel uitschakelen 20 Display achter gebruiken 20
Basisbediening van de toetsen op het
aanraakpaneel 22 LCD-paneel openen en sluiten 23 Breedbeeldstand wijzigen 24 Beeldinstellingen aanpassen 25 Uw toestel tegen diefstal beveiligen 26
Tuner
Naar de radio luisteren 27 Inleiding tot bediening van de geavanceerde
tunerfuncties 28 Frequenties van zenders opslaan en
oproepen 28 Op sterke signalen afstemmen 29 Frequenties van de sterkste zenders
opslaan 29
RDS
Inleiding RDS-bediening 30 RDS-display wisselen 30 Alternatieve frequenties selecteren 31 Verkeersberichten ontvangen 32 PTY-functies gebruiken 32 Radiotekst gebruiken 33 PTY-lijst 35
DVD-audiodiscs afspelen
Naar een DVD-audio luisteren 36 DVD-menu bedienen 37 Naar de vorige of volgende groep gaan 37 Afspelen stoppen 37 Inleiding tot de bediening van de
geavanceerde DVD-audio-functies 38 Herhaalde weergave 38 Fragmenten in willekeurige volgorde
afspelen 38 Fragmenten scannen 39
2
Nl
Inhoud
Het afspelen van DVD-audio
onderbreken 39 Stilstaande beelden doorbladeren 39 Beeld voor beeld afspelen 40 In slowmotion afspelen 40 Gewenst fragment of gewenste groep
zoeken 40 Audiotaal veranderen tijdens het afspelen
(Multi-audio) 41 Ondertitelingstaal veranderen tijdens het
afspelen (Multi-ondertiteling) 41 Camerahoek tijdens het afspelen wijzigen
(Multihoek) 42 Dynamisch-bereikregeling gebruiken 42
DVD-videos afspelen
DVDs bekijken 43 DVD-menu bedienen 44 Naar de vorige of volgende titel gaan 44 Afspelen stoppen 44 Inleiding tot bediening van de geavanceerde
DVD video-functies 45 Herhaalde weergave 45 Het afspelen van een DVD video
onderbreken 45 Beeld voor beeld afspelen 46 In slowmotion afspelen 46 Bepaalde scène zoeken, afspelen op een
bepaald tijdstip 46 Audiotaal veranderen tijdens het afspelen
(Multi-audio) 47 Ondertitelingstaal veranderen tijdens het
afspelen (Multi-ondertiteling) 47 Camerahoek tijdens het afspelen wijzigen
(Multihoek) 48 Dynamisch-bereikregeling gebruiken 48
Video-CDs afspelen
Video-CDs bekijken 49
Menu bedienen 50 Afspelen stoppen 50 Inleiding tot bediening van de geavanceerde
Video-CD-functies 51 Herhaalde weergave 51 Het afspelen van een Video-CD
onderbreken 51 Beeld voor beeld afspelen 52 In slowmotion afspelen 52 Bepaalde scène zoeken, afspelen op een
bepaald tijdstip 52 Audio-uitgangssignaal selecteren 53
CDs afspelen
Naar een CD luisteren 54 Afspelen stoppen 55 Inleiding tot bediening van de geavanceerde
CD-functies 55 Herhaalde weergave 56 Fragmenten in willekeurige volgorde
afspelen 56 Fragmenten op een CD scannen 56 Het afspelen van een CD onderbreken 56 Disctitels invoeren 57 CD TEXT-functies gebruiken 58
MP3 afspelen
Naar MP3 luisteren 59 Afspelen stoppen 60 Inleiding tot bediening van de geavanceerde
MP3-functies 61 Herhaalde weergave 61 Fragmenten in willekeurige volgorde
afspelen 61 Mappen en fragmenten scannen 62 Het afspelen van MP3 onderbreken 62 Tekstinformatie op een MP3-disc
weergeven 62
3
Nl
Inhoud
Door tekstinformatie op het display
bladeren 63
Fragmenten uit de bestandsnaamlijst
selecteren 63
Multi-CD-speler
Naar een CD luisteren 64 Multi-CD-speler met 50 discs 65 Inleiding voor geavanceerde bediening van
de multi-CD-speler 65 Herhaalde weergave 66 Fragmenten in willekeurige volgorde
afspelen 66 CDs en fragmenten scannen 66 Het afspelen van een CD onderbreken 67 ITS-afspeellijsten gebruiken 67 Functies voor disctitels gebruiken 68 CD TEXT-functies gebruiken 69 Compressie en basversterking gebruiken 70
DAB-tuner
Naar de DAB luisteren 71 Inleiding tot bediening van de geavanceerde
functie van de DAB-tuner 72 DAB-display schakelen 72 Frequenties van zenders opslaan en
oproepen 73 Onderbreking van de berichtondersteuning
instellen 73 Services uit de beschikbare-servicelijst te
selecteren 74 Service via beschikbare PTY-informatie
zoeken 74 Naar primaire of secundaire
servicecomponent schakelen 74 Naar service volgen overschakelen 74 Dynamische label gebruiken 75
TV-tuner
TV-tuner kijken 76 Inleiding tot de bediening van de
geavanceerde functies van de TV-
tuner 77 Zenders opslaan en oproepen 77 Sterkste zenders op volgorde opslaan 77 Landengroep selecteren 78
DVD-speler
Disc afspelen 79 DVD-speler in- of uitschakelen 80 Disc selecteren 80 Inleiding tot bediening van de geavanceerde
functies van de DVD-speler 80 Herhaalde weergave 80 Het afspelen van een disc onderbreken 81 Fragmenten in willekeurige volgorde
afspelen 81 Fragmenten op een CD scannen 81 ITS-afspeellijsten gebruiken 81 Functies voor disctitels gebruiken 82
Audio-instellingen
Inleiding audio-instellingen 83 Equalizer gebruiken 84 Auto-equalizer gebruiken 85 Positiekeuze gebruiken 86 Balansinstelling gebruiken 86 Niveau van de signaalbron aanpassen 87 Direct Control gebruiken 87 Dolby Pro Logic B gebruiken 87 Luidsprekerinstelling instellen 88 Drempelfrequentie selecteren 89 Uitgangssignaalniveaus van de luidsprekers
aanpassen 89 Uitgangssignaalniveaus van de luidsprekers
met een testtoon aanpassen 90 Tijduitlijning gebruiken 90
4
Nl
Inhoud
Auto TA en EQ (automatische tijduitlijning en
instelling van de equalizer) 91
DVD-speler instellen
Inleiding DVD-instellingen 95 Ondertitelingstaal instellen 95 Audiotaal instellen 96 Menutaal instellen 96 Extra ondertiteling in- of uitschakelen 97 Weergave van het Camerahoekpictogram
instellen 97 Beeldformaat instellen 97 Kinderbeveiliging instellen 97 Bonusgroepen afspelen 99 Codetype voor de afstandsbediening
instellen 99
Begininstellingen
Begininstellingen aanpassen 100 FM-afstemstap instellen 100 Aan/uit zetten van de automatische PI-
zoekfunctie 100 Waarschuwingstoon in-/uitschakelen 101 Externe aansluiting in-/uitschakelen 101 Verstoord geluid corrigeren 101 Tijdelijke uitschakeling/demping van het
geluid inschakelen 101 Automatisch afspelen van de disc in- of
uitschakelen 102 Dimmerinstelling voor subdisplay in- of
uitschakelen 102 Audiofuncties resetten 102 Navigatiestem/waarschuwingspiepen en
audiogeluid mengen 102
Klok instellen 104 Functie automatisch openen instellen 105 Schuifpositie van het LCD-paneel
instellen 105 Video op het achterdisplay instellen 105 Navigatievideo op het achterdisplay
weergeven 105 AUX-signaalbron gebruiken 106 Achtergronddisplay in- of uitschakelen 107
Aanvullende informatie
Storingen 108 Foutmeldingen 110 Foutmeldingen in auto TA en EQ
begrijpen 111 Zorgen voor uw DVD-speler 112 DVD-discs 112 CD-R/CD-RW-discs 112 MP3-bestanden 113 Display correct gebruiken 115 Taalcodekaart voor DVD 117 Begrippen 118 Technische gegevens 121
Inhoudsopgave 123
Overige functies
Inleiding instellingen aanpassen 103 Video-ingangssignaal instellen 103 Achteruitrijcamera instellen 103
5
Nl
Hoofdstuk
01
Voorzorgen
BELANGRIJKE VEILIGHEIDS­MAATREGELEN
Lees alle instructies over het display door en bewaar ze goed zodat u ze nog eens kunt in­zien.
1 Lees deze handleiding volledig en aan-
dachtig door voordat u het display ge­bruikt.
2 Bewaar deze handleiding zodat u hem bij
de hand heeft als u iets niet weet.
3 Let op alle waarschuwingen in deze hand-
leiding en volg de instructies zorgvuldig op.
4 Laat andere mensen het systeem niet ge-
bruiken tenzij ze de bedieningsaanwijzin­gen hebben gelezen en begrepen.
5 Monteer het display niet op plaatsen waar
het display (i) het zicht van de bestuurder kan hinderen, (ii) de prestaties van het be­dieningssysteem of veiligheidsmaatrege­len van de auto, zoals de airbags, kan belemmeren of (iii) de bestuurder kan hin­deren bij het veilig bedienen van het voer­tuig.
6 Net als bij andere accessoires in uw auto,
mag het display de aandacht niet afleiden zodat de veiligheid in gevaar komt. Als u problemen heeft bij de bediening van het systeem of het aflezen van het display, zet de auto dan even aan de kant voordat u veranderingen aanbrengt.
7 Probeer het display niet zelf te monteren
en voer geen onderhoud uit. Montage of onderhoudswerkzaamheden aan het dis­play door mensen zonder de juiste be­voegdheid of ervaring in elektronische apparatuur en auto-accessoires kan ge­vaarlijk zijn en elektrische schokken of an­dere gevaren veroorzaken.
8 Draag altijd uw veiligheidsgordel als u in
de auto rijdt. Als u bij een ongeval betrok­ken raakt, kunnen uw verwondingen veel ernstiger zijn als u uw veiligheidsgordel niet op de juiste manier draagt.
Veilig rijden
WAARSCHUWING
! Om ongelukken en het mogelijk breken van
geldende wetten te voorkomen mag dit toestel niet worden gebruikt met een videoscherm dat zichtbaar is voor de bestuurder.
! In sommige landen of staten kan het bekijken
van beelden op een display in een voertuig, zelfs bij mensen die niet achter het stuur zit­ten, illegaal zijn. Als dergelijke voorschriften van toepassing zijn, moet u zich hieraan hou­den.
Dit toestel neemt waar of de handrem van de auto wel of niet is ingeschakeld en voorkomt dat u een DVD of TV op het display kijkt terwijl u rijdt. Als u probeert naar een DVD of de TV te kijken, verschijnt de waarschuwing VIDEO
VIEWING IS NOT AVAILABLE WHILE DRI­VING op het scherm.
Als u naar een DVD of de TV wilt kijken, kunt u de auto op een veilige plek parkeren en de handrem inschakelen.
Als u een display gebruikt dat op REAR MONITOR OUT is aangesloten
De REAR MONITOR OUT van dit toestel is voor aansluiting van een display zodat passa­giers op de achterbank naar een DVD of de TV kunnen kijken.
WAARSCHUWING
Monteer het display NOOIT zodanig dat de be­stuurder naar een DVD of naar de TV kan kijken tijdens het rijden.
6
Nl
Voorzorgen
Ontladen van de accu voorkomen
Zorg dat de motor draait als u dit toestel ge­bruikt. Als u dit toestel gebruikt terwijl de motor niet draait, loopt de accu leeg.
WAARSCHUWING
Gebruik het toestel niet met autos zonder ACC­positie.
Hoofdstuk
01
Voorzorgen
7
Nl
Hoofdstuk
02
Voor u begint
Over dit toestel
De tunerfrequenties op dit toestel zijn voor ge­bruik in West-Europa, Azië, het Midden-Oos­ten, Afrika en Oceanië. Bij gebruik in andere gebieden kan de ontvangst storen. De RDS­functie werkt alleen in gebieden waar FM-zen­ders RDS-signalen uitzenden.
Afspeelbare discs
In deze speler kunnen DVDs, Video-CDsen CDs met het onderstaande logo worden afge­speeld.
DVD-audio
DVD-video
Video-CD
CD
Opmerking
Deze speler kan alleen discs met de boven­staande markeringen afspelen.
Regionummers voor DVD-video
DVD-videos met onbruikbare regionummers kunnen niet op deze speler worden gebruikt.
Het regionummer van de speler staat op de onderzijde van dit toestel. De onderstaande afbeelding toont de regios en de bijbehorende regionummers.
Indien gecombineerd met een Pioneer navigatie-eenheid
Als u dit toestel in combinatie met een Pioneer DVD-navigatie-eenheid gebruikt, moet u altijd de kaartdisc CNDV-30 gebruiken. In deze handleiding wordt de bediening beschreven bij gebruik van deze kaartdisc. Als u niet de kaartdisc CNDV-30 met de navi­gatie-eenheid gebruikt, maar een oudere ver­sie, kunnen de volgende defecten of storingen optreden: ! De ENTERTAINMENT-toets en de WIDE-
toets werken niet als de NAVI MENU-toets en de NAVI-toets.
! NAVI (navigatie-eenheid), zoals DVD-video
van de gecombineerde Pioneer navigatie­eenheid met DVD-videoweergave, kan niet als bron gekozen worden.
! In Bij NAVI MIXING kunnen de andere in-
stellingen dan ALL niet gekozen worden.
! Het spraakherkenning-bedieningssysteem
van de gecombineerde Pioneer navigatie­eenheid werkt niet juist. De spraakbedie­ning voor de navigatie-eenheid werkt wel, maar de spraakbediening die verband houdt met de AV-apparatuur werkt niet.
! De route-instructies van de gecombineerde
Pioneer navigatie-eenheid zullen niet juist werken wanneer een ander bronbeeld wordt weergegeven. De gesproken instruc­ties zullen wel werken, maar de instructies
8
Nl
Voor u begint
Hoofdstuk
02
op het beeldscherm (zoals overschakelen naar een uitvergrote kaart van een kruis­punt) zullen niet werken.
! NAVI BG PICT (navigatie-eenheid achter-
grond) kan niet gekozen worden als achter­grondscherm.
Over deze handleiding
Dit toestel heeft een aantal geavanceerde functies waardoor de ontvangst en de bedie­ning optimaal zijn. Deze functies zijn zodanig ontworpen dat ze gemakkelijk in gebruik zijn, maar ze spreken niet altijd voor zich. Deze be­dieningshandleiding helpt u de mogelijkheden van dit toestel volledig te benutten en uw luis­terplezier te vergroten. We raden u aan deze functies en het gebruik ervan te leren kennen door middel van de handleiding voordat u het toestel gebruikt. Het is met name belangrijk dat u de voorzorgs­maatregelen op deze bladzijde en in andere delen leest en aanhoudt.
Voorzorgen
! Dit product heeft een laserdiode met een
hogere klasse dan 1. Om de veiligheid te garanderen mag u geen afdekkingen ver­wijderen of toegang proberen te krijgen tot de binnenkant van dit product. Onderhoud moet door bevoegd personeel worden uit­gevoerd. Het volgende waarschuwingslabel staat op uw toestel. Plaats: Op de onderzijde van dit toestel
Op de bovenzijde van dit toestel
CAUTION :
VORSICHT :
ADVARSEL :
VARNING :
VARO! :
VISIBLE AND INVISIBLE LASER RADIATION WHEN OPEN. AVOID EXPOSURE TO BEAM. SICHTBARE UND UNSICHTBARE LASERSTRAHLUNG, WENN ABDECKUNG GE…FFNET NICHT DEM STRAHL AUSSETZEN! SYNLIG OG USYNLIG LASERSTR LING VED BNING UNDG UDS®TTELSE FOR STRËLING. SYNLIG OCH OSYNLIG LASERSTR LNING N R DENNA DEL R
…PPNAD BETRAKTA EJ STR LEN. AVATTAESSA ALTISTUT N KYV JA N KYM TT…M LLE LASERSATEIL YLLE. L KATSO S TEESEN.
VRW1860
! De Pioneer CarStereo-Pass wordt alleen in
Duitsland gebruikt.
! Houd deze handleiding bij de hand om be-
dieningsprocedures en te nemen voor­zorgsmaatregelen in op te zoeken.
! Houd het volume te allen tijde zo laag dat u
geluiden van buiten de auto kunt blijven horen.
! Bescherm dit toestel tegen vocht. ! Als de accu losgekoppeld wordt of leeg
raakt, zal het voorkeuzegeheugen worden gewist en zult u het toestel opnieuw moe­ten programmeren.
Bij problemen
Als dit product niet naar behoren functioneert, kunt u uw dealer of het dichtstbijzijnde er­kende Pioneer Service-station raadplegen.
Kenmerken
Bediening van het aanraakpaneel
U kunt dit toestel met een aanraakpaneel ge­bruiken.
DVD-audio afspelen
Het is mogelijk DVD-audio af te spelen.
Voor u begint
CLASS 1 LASER PRODUCT
DVD-video afspelen
U kunt DVD-video, DVD-R (video-stand) en DVD-RW (videostand) afspelen.
9
Nl
Hoofdstuk
02
Voor u begint
Video-CDs met PBC-compatibiliteit
U kunt video-CDs met PBC (afspeelregeling) afspelen.
CDs afspelen
Het is mogelijk om een CD/CD-R/CD-RW af te spelen.
MP3-bestanden afspelen
U kunt MP3-bestanden op CD-ROM/CD-R/CD­RW afspelen (standaardopnamen ISO9660 ni­veau 1/niveau 2). ! Dit product is alleen voor niet-commercieel
privé-gebruik. Het mag niet in een commer­ciële omgeving (waarbij geld wordt ver­diend), via uitzendingen (over land, via satelliet, kabels en/of andere media), via uitzendingen via internet, via een intranet en/of andere netwerken of in andere elek­tronische systemen, zoals betaalradio of audio-op-aanvraag, worden verspreid. Hier­voor is een aparte vergunning nodig. Kijk voor meer informatie op http://www.mp3licensing.com.
NTSC/PAL-compatibiliteit
Dit toestel is compatibel met een NTSC/PAL­systeem. Als u andere onderdelen op dit toe­stel aansluit, moeten deze onderdelen compa­tibel zijn met hetzelfde videosysteem. Anders worden de beelden niet juist weergegeven.
Compatibiliteit met Dolby Digital/DTS
U kunt genieten van de sfeer en opwinding van DVD-films en muzieksoftware met 5.1-ka­naalsopnamen. ! Gefabriceerd onder licentie van Dolby Labo-
ratories. Dolby, Pro Logicen het symbool double-D zijn handelsmerken van Dolby La­boratories.
! DTSen DTS Digital Surroundzijn gere-
gistreerde handelsmerken van Digital Thea­ter Systems, Inc.
Meerdere beeldformaten
Schakelen tussen breedbeeld, brievenbus en panscan-weergave is mogelijk.
Meerdere audiosystemen
U kunt schakelen tussen meerdere audiosyste­men die op een DVD zijn opgenomen.
Multi-ondertiteling
U kunt schakelen tussen meerdere ondertite­lingssystemen die op een DVD zijn opgeno­men.
Multicamerahoek
U kunt schakelen tussen meerdere camera­punten van een scène die op een DVD zijn op­genomen.
Opmerking
Dit product heeft technologie ter bescherming van de auteursrechten. Deze is beschermd door claims van bepaalde VS-patenten en andere intel­lectuele eigendomsrechten van Macrovision Cor­poration en andere eigenaren van rechten. Voor gebruik van deze technologie voor auteursrech­tenbescherming moet toestemming worden ver­kregen van Macrovision Corporation. Deze technologie is bedoeld voor gebruik thuis en mag niet publiekelijk worden gebruikt tenzij Macrovisi­on Corporation anders heeft besloten. Nabouwen of demontage is verboden.
10
Bescherming van het LCD­scherm
! Zorg dat er geen direct zonlicht op het dis-
play valt als dit toestel niet worden ge-
Nl
Voor u begint
Hoofdstuk
02
bruikt. Overmatige blootstelling aan direct zonlicht kan storingen in het LCD-scherm veroorzaken door de hoge temperaturen.
! Als u een draadloze telefoon heeft, houd de
antenne van de draadloze telefoon dan uit de buurt van het display om te voorkomen dat de video wordt verstoord door vlekken, gekleurde strepen, etc.
LCD comfortabel bekijken
Vanwege de bouw van het LCD-scherm is de kijkhoek van het scherm beperkt. De kijkhoek (verticaal en horizontaal) kan echter worden vergroot door BRIGHT te gebruiken om de zwarte densiteit van het beeld aan te passen. Als u het scherm voor het eerst gebruikt, moet u de zwarte densiteit afstellen volgens de kijk­hoek (verticaal en horizontaal) om duidelijk beeld te krijgen. U kunt ook DIMMER gebrui­ken om de helderheid van het LCD-scherm naar eigen wens aan te passen.
Conditiegeheugen
Deze functie slaat audiotaal, ondertitelingsta­len, aantal camerahoeken en beeldformaat op voor maximaal 30 CDs tijdens het afspelen. De uiteindelijke instellingen tijdens het afspe­len van een disc worden zonder extra hande­ling opgeslagen. Als een CD de volgende keer weer wordt afgespeeld, worden de vorige in­stellingen automatisch gebruikt. ! Bij sommige discs worden de audiotaal en
ondertitelingstaal automatisch gegeven. Het conditiegeheugen werkt dan niet.
! Als het aantal discs meer dan 30 wordt,
worden de instellingen van de laatste disc op de plaats van die van de minst recente disc gezet.
Markeringen op DVDs
De onderstaande markeringen vindt u terug op labels en verpakkingen van DVDs. Ze geven het type beeld en audio op de disc en de functies die u kunt gebruiken aan.
Markering Betekenis
2
3
16 : 9 LB
ALL
Verboden handelingen
Als u naar een DVD kijkt en u probeert een be­paalde handeling uit te voeren, kan deze soms niet worden uitgevoerd door de programmeer­instellingen op de disc. Als dit gebeurt, geeft het toestel het pictogram scherm. ! Bij sommige discs verschijnt het pictogram
Aantal audiosystemen.
2
Aantal ondertitelingstalen.
Aantal camerahoeken.
Beeldgrootte (type beeldformaat: ver­houding breedte-hoogte van het scherm).
2
Nummer van de regio waar afspelen mogelijk is.
niet.
weer op het
Voor u begint
11
Nl
Hoofdstuk
02
Voor u begint
Microprocessor resetten
Als u op RESET drukt, kunt u de microproces­sor opnieuw instellen op de begininstellingen zonder dat u het conditiegeheugen verandert. De microprocessor moet in de volgende situ­aties worden gereset: ! Voor het eerste gebruik van dit toestel na
montage
! Als het toestel niet juist werkt ! Als er vreemde of onjuiste berichten op het
scherm verschijnen.
1 Zet de contactschakelaar UIT.
2 Druk met een pen of een ander scherp voorwerp op RESET.
RESET-toets
Opmerkingen
! Als u op RESET drukt terwijl u een navigatie-
eenheid van Pioneer gebruikt, moet ACC OFF geselecteerd zijn. Als ACC ON is geselecteerd, kan een juiste bediening niet mogelijk zijn, zelfs niet als u op RESET drukt.
! Nadat u de aansluitingen heeft voltooid of als
u alle opgeslagen instellingen wilt verwijderen of het toestel op zijn begininstellingen wilt zet­ten, zet u de motor op ON of zet u het contact­slot op ACC ON voordat u op RESET drukt.
Gebruik en onderhoud van de afstandsbediening
Batterij installeren
Haal de schuif uit de achterzijde van de af­standsbediening en doe de batterij er met de pluspool (+) en de minpool () in de juiste richting in. ! Als u de afstandsbediening voor het eerst
gebruikt, moet u eerst het plastic uit de schuif trekken.
WAARSCHUWING
Houd de batterij uit de buurt van kinderen. Raad­pleeg onmiddellijk een arts als de batterij wordt ingeslikt.
WAARSCHUWING
! Gebruikt slechts een lithium CR2025 (3 V)-
batterij.
! Verwijder de batterij als de afstandsbediening
langer dan een maand niet wordt gebruikt.
! De batterij mag niet worden opgeladen, uit
elkaar gehaald, verwarmd of in het vuur wor­den gegooid.
! Raak de batterij niet aan met metalen gereed-
schap.
! Bewaar de batterij niet bij metalen gereed-
schap.
! Als de batterij lekt, moet u de afstandsbedie-
ning helemaal schoon vegen en een nieuwe batterij plaatsen.
! Als u gebruikte batterijen weggooit, zorg dan
dat u voldoet aan de wettelijke bepalingen of milieuregels die in uw land/regio gelden.
12
Nl
Voor u begint
Afstandsbediening gebruiken
Wijs met de afstandsbediening in de richting van het voorpaneel. ! De afstandsbediening kan minder goed
werken in direct zonlicht.
Belangrijk
! Berg de afstandsbediening niet op op plekken
met hoge temperaturen of in direct zonlicht.
! Laat de afstandsbediening niet op de grond
vallen, omdat hij onder het rem- of gaspedaal terecht kan komen.
Hoofdstuk
02
Voor u begint
Functiedemonstratie
Belangrijk
De rode draad (ACC) van dit toestel moet worden aangesloten op een aansluiting die beschikt over een koppeling voor het in- en uitschakelen van het contact. Als dit niet het geval is, loopt u het ri­sico dat de accu leeg raakt.
De functiedemo start automatisch als de voe­ding naar dit toestel wordt uitgeschakeld ter­wijl de contactschakelaar op ACC of ON staat. Als u ATT ingedrukt houdt tijdens de functie­demo, wordt de functie voor functiedemos ge­annuleerd. Als u ATT weer ingedrukt houdt, begint de functie voor functiedemos weer. Ver­geet niet dat als de functiedemo blijft draaien terwijl de motor is uitgeschakeld, de accu sneller leeg raakt.
13
Nl
12453
6
7
a
cdefghilk9j8b
Hoofdstuk
03
Wat is wat
Hoofdtoestel
1 DISPLAY-toets
Druk op deze toets om te kiezen uit de di­verse displays.
2 TA/NEWS-toets
Druk hierop om de functie voor de weergave van verkeersberichten in of uit te schakelen. Houd deze toets ingedrukt om de NEWS­functie in of uit te schakelen.
3 Omgevingsverlichtingsensor
Neemt omgevingsverlichting waar. Dit sys­teem past de helderheid van het display aan ter compensatie van licht uit de omgeving.
4 FLIP DOWN/CLOCK-toets
Druk deze toets in om het LCD-paneel tijde­lijk horizontaal te draaien als het LCD-pa­neel rechtop staat.
14
Nl
Druk deze toets in om de klok acht secon­den weer te geven als het LCD-paneel geslo­ten wordt.
5 OPEN/CLOSE-toets
Druk deze toets in om het LCD-paneel te openen of sluiten.
6 ENTERTAINMENT-toets
Druk op deze toets om tussen de achter­grondweergaven te schakelen.
7 WIDE-toets
Druk deze toets in om de gewenste stand voor vergroting van een beeld van 4:3 naar 16:9 te selecteren.
8 MENU-toets
Houd deze toets ingedrukt om het beeldaan­passingsmenu weer te geven.
Wat is wat
Hoofdstuk
03
9 RESET-toets
Druk deze toets in om de fabrieksinstellin­gen weer in te stellen (begininstellingen).
a DETACH-toets
Druk deze toets in om het voorpaneel van het hoofdtoestel te verwijderen.
b EJECT-toets
Druk deze toets in om een disc uit dit toestel te werpen.
c Joystick
Voor handmatig instellen, snel vooruit, ach­teruit en het zoeken van een fragment. Wordt ook gebruikt om functies te gebrui­ken.
d EQ-toets
Druk op deze toets om de verschillende equalizercurven te selecteren.
e BAND/ESC-toets
Druk op deze toets om te kiezen uit een van de drie FM- of MW/LW-frequentiebanden (MG/LG) en om de instelling van een be­paalde functie te annuleren.
i REAR ON-toets
Druk op deze toets om te schakelen tussen de videobronnen (zoals DVD of AV) op het achterdisplay.
j Laadsleuf voor de disc
Doe een disc in de speler.
k SOURCE-toets
Dit toestel wordt aangezet door een signaal­bron te selecteren. Druk op deze toets om alle beschikbare signaalbronnen langs te gaan.
l VOLUME
Draai deze toets om het volume te verhogen of te verlagen.
Wat is wat
f ANGLE (+/)-toets
Druk deze toets in om de hoek van het LCD­paneel te wijzigen.
g ATT-toets
Druk deze toets in om het geluid snel te dempen met ongeveer 90%. Druk nog een keer om het oorspronkelijke volume weer te krijgen.
h BACK/TEXT-toets
Druk op deze toets om terug te keren naar het vorige display. Houd deze toets ingedrukt om weergave van radiotekst in of uit te schakelen.
15
Nl
5
1
234
6
7
8
9
a
b
d
e
c
f
g
i
k
m
o
p
h
Hoofdstuk
03
Wat is wat
Afstandsbediening
1 Selectieschakelaar afstandsbediening
Schakel over om de instelling van de af­standsbediening te wijzigen. Zie Codetype voor de afstandsbediening instellen op blad­zijde 99 voor meer informatie.
2 VOLUME-toets
Druk op deze toets om het volume te verho­gen of te verlagen.
3 REAR.S-toets
Druk op deze toets om te schakelen tussen de videobronnen (zoals DVD of AV) op het achterdisplay.
4 SOURCE-toets
Dit toestel wordt aangezet door een signaal­bron te selecteren. Druk op deze toets om alle beschikbare signaalbronnen langs te gaan.
16
Nl
5 Joystick
Voor handmatig instellen, snel vooruit, ach­teruit en het zoeken van een fragment. Wordt ook gebruikt om functies te gebrui­ken.
6 Bedieningschakelaar afstandsbedie­ning
Hiermee kunt u de bedieningsstand op de standen AVH, DVD of TV zetten. Normale stand is AVH. ! AVH  Voor de dagelijkse bediening van
dit toestel
! DVD  Alleen voor het afspelen van
DVDs
! TV  Alleen voor het gebruik van de TV-
tuner
Zie Bedieningsschakelaar van de afstandsbe- diening gebruiken op de volgende bladzijde voor meer informatie.
7 BACK-toets
Druk op deze toets om terug te keren naar het vorige display.
Wat is wat
Hoofdstuk
03
8 BAND/ESC-toets
Druk op deze toets om te kiezen uit een van de drie FM- of MW/LW-frequentiebanden (MG/LG) en om de instelling van een be­paalde functie te annuleren.
9 ENTERTAINMENT-toets
Druk op deze toets om tussen de achter­grondweergaven te schakelen.
a FORWARD-toets (n)
Druk op deze toets om snel vooruit te spoe­len.
b STOP-toets (g)
Druk op deze toets om het afspelen te stop­pen.
c NEXT-toets (p)
Druk op deze toets om naar het volgende fragment (hoofdstuk) te gaan.
d CLEAR-toets
Druk op deze toets om het invoernummer te annuleren terwijl 010 wordt gebruikt.
e 010-toetsen
Druk hierop om rechtstreeks het gewenste fragment, voorkeuze-afstemming of disc te kiezen. Met de 16 toetsen kan de voor­keuze-afstemming voor de tuner of de discs­nummer-zoekfunctie voor de multi-CD­speler worden bediend.
f PREVIOUS-toets (o)
Druk op deze toets om naar het vorige frag­ment (hoofdstuk) te gaan.
g REVERSE-toets (m)
Druk op deze toets om snel achteruit te spoelen.
h PLAY/PAUSE-toets (f)
Druk op deze toets om tussen afspelen en pauze te schakelen.
i ANGLE-toets
Druk op deze toets om de camerahoek bij het afspelen van een DVD te wijzigen.
j STEP-toets (r/q)
Druk op deze toets om beeld voor beeld vooruit te gaan bij het afspelen van een DVD/video-CD. Houd deze toets een se­conde ingedrukt voor langzaam afspelen.
k SUBTITLE (SUB.T)-toets
Druk op deze toets om de ondertitelingstaal bij het afspelen van een DVD te wijzigen.
l DISPLAY-toets
Druk op deze toets om te kiezen uit de di­verse displays.
m AUDIO-toets
Druk op deze toets om de audiotaal bij het afspelen van een DVD te wijzigen.
n RETURN-toets
Druk op deze toets om het PBC -menu (af­speelregeling) tijdens het afspelen weer te geven.
o MENU-toets
Druk op deze toets om het DVD-menu bij het afspelen van een DVD weer te geven.
p TOP MENU (TOP.M)-toets
Druk op deze toets om terug te gaan naar het hoofdmenu bij het afspelen van een DVD.
Bedieningsschakelaar van de afstandsbediening gebruiken
Deze afstandsbediening heeft drie bedienings­standen.
Wat is wat
17
Nl
Hoofdstuk
03
Wat is wat
AVH-stand
Als u de afstandsbediening van dit toestel ge­bruikt, staat de stand op AVH. ! De joystick op de afstandsbediening kan
dezelfde handelingen uitvoeren als de toet­sen op het hoofdtoestel. De joystick kan de­zelfde handelingen uitvoeren als de toetsen a, b, c en d op het aanraakpaneel.
! Met 16 kunnen dezelfde handelingen als
de toetsen voor het afstemmen op een voorkeuzezender PRESET 1PRESET 6 en de toetsen voor keuze van een disc 0106 worden uitgevoerd. Als u een disc op een van de plekken 7
t/m 12 wilt kiezen met behulp van 16, moet u de bij die nummers behorende toetsen, bijvoorbeeld toets 1 voor disc 7, ingedrukt houden totdat het discnum­mer op het display verschijnt.
DVD-stand
Als u de stand wijzigt in DVD, worden de joys­tick en de handelingen met 010 voor de DVD­speler gewijzigd.
% Als u de volgende functies wilt gebrui­ken, moet het toestel in stand DVD staan:
! Stilstaande beelden doorbladeren met be-
hulp van de joystick. (Raadpleeg Stilstaande beelden doorbladeren op bladzijde 39.)
! Gebruik van het DVD-menu met behulp van
de joystick. (Raadpleeg DVD-menu bedienen op bladzijde 44.)
! Gebruik van het PBC-menu met behulp van
010. (Raadpleeg Video-CDs bekijken op bladzijde 49.)
! Specificatie van een groep, titel of fragment
met behulp van 010. (Raadpleeg Groep
specificeren op bladzijde 41, Titel specifice­ren op bladzijde 47 en Fragment specificeren
op bladzijde 53.)
Opmerking
Als het toestel in stand DVD zet, kunt u de vol­gende toetsen niet gebruiken; BACK,
ENTERTAINMENT en DISPLAY.
TV-stand
Als u de achteruitgang op de TV-tuner ge­bruikt, kunt u het TV-beeld apart op het display achter bekijken. Als u de TV apart op het dis­play achter wilt bedienen, moet het toestel in stand TV staan. In dit geval wordt de bedie­ning van de joystick voor de TV veranderd. ! Raadpleeg voor meer informatie over de be-
diening de bedieningshandleiding van de TV-tuner.
% Als u de volgende functies alleen op het display achter wilt gebruiken, moet het toestel in stand TV staan:
! Handmatig of automatisch afstemmen
door de joystick links of rechts te bewegen.
! Voorkeuzezenders oproepen door de joys-
tick omhoog of omlaag te bewegen.
! De landengroep selecteren door met de
joystick te klikken en deze vervolgens links of rechts te bewegen.
Opmerking
Als u de stand op TV zet, kunt u SOURCE en VOLUME niet gebruiken, met uitzondering van
de joystick.
18
Nl
1
Basishandelingen
Hoofdstuk
04
Toestel aanzetten en signaalbron selecteren
1 Bronpictogram
Deze toont welke signaalbron is geselec­teerd.
U kunt de signaalbron kiezen waarnaar u wilt luisteren. Als DVD AUTO PLAY is ingescha- keld, kunt u een disc in het toestel steken om over te schakelen naar DVD (raadpleeg Auto-
matisch afspelen van de disc in- of uitschakelen
op bladzijde 102).
% Als u de toetsen van het aanraakpaneel gebruikt, raakt u eerst het bronpictogram en daarna de gewenste signaalbronnaam aan.
De namen van de signaalbronnen worden weergegeven en de bronnen die u kunt selec­teren zijn gemarkeerd.
! DVD Ingebouwde DVD-speler ! S-DVD DVD-speler/multi-DVD-speler ! M-CD Multi-CD-speler ! TUNER Tuner ! TV Televisie ! AV Video-ingang ! EXT1 Extern toestel 1 ! EXT2 Extern toestel 2 ! AUX AUX ! DAB Digitale audio-uitzending ! NAVI Navigatie-eenheid ! OFF Toestel uitzetten
# Als het bronpictogram niet wordt weergege-
ven, kunt u het weergeven door het scherm aan te raken. # Zelfs als u het bronpictogram aanraakt terwijl u het menu gebruikt, kunt u geen signaalbron se­lecteren. # Raak ESC aan om terug te keren naar het weergavedisplay.
% Als u de toets gebruikt, drukt u op SOURCE om een signaalbron te selecteren.
Druk herhaaldelijk op SOURCE om te schake­len tussen de volgende signaalbronnen: DAB (digitale audio-uitzending)TUNER (tuner)TV (televisie)AV (video-ingang) DVD (ingebouwde DVD-speler)S-DVD (DVD-speler/multi-DVD-speler)M-CD (multi­CD-speler)EXT1 (extern toestel 1)EXT2 (extern toestel 2)AUX (AUX)NAVI (naviga­tie-eenheid)
Opmerkingen
! In de volgende gevallen zal de ingestelde sig-
naalbron niet veranderen: Wanneer er geen met de gekozen signaal-
bron overeenkomend toestel is aangeslo­ten op dit toestel.
Wanneer er geen disc in het toestel zit.Wanneer er geen disc in de DVD-speler zit.Wanneer er geen magazijn in de multi-CD-
speler zit.
Wanneer er geen magazijn in de multi-
DVD-speler zit.
Wanneer de AUX (extra ingangsaanslui-
ting) is uitgeschakeld (raadpleeg bladzijde
101).
Als de AV (video-ingang) niet is ingesteld
op VIDEO (raadpleeg bladzijde 103).
Basishandelingen
19
Nl
Hoofdstuk
04
Basishandelingen
! Extern toestel verwijst naar een Pioneer-pro-
duct (bijvoorbeeld toekomstige producten) waarmee de basisfuncties van dit toestel kun­nen worden gebruikt, ook al is het geen com­patibele signaalbron. Via dit toestel kunnen twee externe toestellen worden bediend. Als er twee externe toestellen zijn aangesloten, geeft het toestel ze automatisch de namen ex­tern toestel 1 of extern toestel 2.
! Wanneer de blauwe draad van dit toestel is
aangesloten op de bedieningsaansluiting van de automatische antenne van uw auto, zal deze antenne uitschuiven wanneer de signaal­bron van dit toestel wordt ingeschakeld. Als u de signaalbron uitschakelt, wordt de antenne weer ingeschoven.
Disc insteken
% Doe een disc in de disc-laadsleuf.
Het afspelen zal automatisch beginnen.
# Als DVD AUTO PLAY is uitgeschakeld, raak dan het bronpictogram aan en raak vervolgens DVD aan om DVD te selecteren (raadpleeg de vo­rige bladzijde). # Als er een disc in het toestel zit, raakt u het bronpictogram aan en daarna DVD om DVD te selecteren. # Druk op EJECT om een disc uit te werpen.
Opmerkingen
! De DVD-speler kan één standaard-disc van 12
of 8 cm (single) afspelen. Gebruik geen adap­ter als u discs van 8 cm afspeelt.
! Plaats geen andere dingen dan een disc in de
disc-laadsleuf. Andere discs die kunnen wor­den afgespeeld, worden vermeld in Afspeel- bare discs op bladzijde 8.
! Als een disc er niet helemaal in gaat of niet
begint te spelen als er een disc in de speler zit, controleer dan of het label van de disc omhoog zit. Druk EJECT om de disc uit te wer­pen en controleer de disc op beschadigingen voordat u de disc er opnieuw in plaatst.
! Als de DVD-speler niet naar behoren functio-
neert, is het mogelijk dat er een foutmelding, bijvoorbeeld ERROR-02, op het display ver­schijnt. Raadpleeg Foutmeldingen op bladzijde
110.
Volume afstellen
% Gebruik VOLUME om de geluidssterkte te regelen.
Draai op het hoofdtoestel VOLUME om het volume te verhogen of te verlagen. Druk met de afstandsbediening op VOLUME om het volume te verhogen of te verlagen.
Toestel uitschakelen
% Als u de toetsen van het aanraakpaneel gebruikt, raakt u eerst het bronpictogram en daarna OFF aan.
# Als het bronpictogram niet wordt weergege­ven, kunt u het weergeven door het scherm aan te raken.
% Als u de toets gebruikt, moet u SOURCE ingedrukt houden tot het toestel uit gaat.
Display achter gebruiken
U kunt de videobronnen (zoals DVD of AV)op het achterdisplay bekijken, onafhankelijk van het voordisplay. ! Als u een DVD/Video-CD alleen op het dis-
play achter bekijkt, moet u de stand op de afstandsbediening op DVD zetten. U kunt het afspelen van een DVD/Video-CD op het display achter onafhankelijk van de af­standsbediening regelen. (Raadpleeg blad­zijde 17.)
20
Nl
Basishandelingen
Hoofdstuk
04
WAARSCHUWING
Als u het achterdisplay heeft ingeschakeld via REAR ON, kunt u het niet uitschakelen, zelfs niet als u SOURCE ingedrukt houdt. Druk in dat geval op REAR ON en houd deze toets ingedrukt om het achterdisplay uit te schakelen.
% Druk op REAR ON om de videobron op het achterdisplay te selecteren.
Druk herhaaldelijk op REAR ON om te schake­len tussen de volgende videobronnen: F. SOURCE (zelfde bron als het voordisplay) DVD (ingebouwde DVD-speler)AV (video- ingang) Het achterdisplay wordt ingeschakeld en de verlichtingskleur van REAR ON krijgt een an­dere kleur dan de andere toetsen.
# U kunt deze handeling ook uitvoeren door op REAR.S op de afstandsbediening te drukken. # U schakelt het achterdisplay uit door REAR ON ingedrukt te houden. # Als u F. SOURCE selecteert terwijl de geselec- teerde signaalbron een audiosignaalbron is, ver­schijnt er niets op het achterdisplay. # Als u naar DVD (ingebouwde DVD-speler) kijkt op zowel het voor- als het achterdisplay, hoort u geen geluid uit REAR MONITOR OUT. # Als u FRONT SOURCE in REAR MODE selec- teert, hoort u geen geluid uit REAR MONITOR
OUT. (Raadpleeg Video op het achterdisplay instel- len op bladzijde 105.)
# Als u FRONT SOURCE in REAR MODE selec- teert, kunt u alleen F. SOURCE selecteren. (Raad- pleeg Video op het achterdisplay instellen op bladzijde 105.)
Opmerkingen
! In de volgende gevallen zal de ingestelde sig-
naalbron niet veranderen:
Wanneer er geen disc in het toestel zit.Als de AV (video-ingang) niet is ingesteld
op VIDEO (raadpleeg bladzijde 103).
! Als er een Pioneer-navigatie-eenheid op dit
toestel is aangesloten, kan de navigatievideo op het display achter worden weergegeven. (Raadpleeg bladzijde 105.)
Basishandelingen
Navigatievideo weergeven
U kunt de navigatiekaart en het navigatiemenu op dit display weergeven. ! U kunt deze functies alleen gebruiken als
er een navigatie-eenheid van Pioneer is aangesloten op het toestel.
Navigatiekaart weergeven
% Druk op WIDE op het hoofdtoestel om de navigatiekaart weer te geven.
# Als u heeft in- of uitgezoomd op de kaart, keert u met een druk op deze toets terug naar de kaart van uw omgeving.
Navigatiemenu weergeven
% Druk op ENTERTAINMENT op het hoofdtoestel om het navigatiemenu weer te geven als de navigatiekaart wordt weer­gegeven.
Op de navigatievideo overschakelen
% Druk op MENU op het hoofdtoestel om het display op de navigatievideo te zetten.
# Druk opnieuw op MENU op het hoofdtoestel om terug te keren naar de video van elke signaalbron.
21
Nl
1
1
4
5
2
3
Hoofdstuk
04
Basishandelingen
Basisbediening van de toetsen op het aanraakpaneel
Toetsen op het aanraakpaneel activeren
1 Toetsen op het aanraakpaneel
Raak de toetsen aan om handelingen uit te voeren.
1 Raak het scherm aan om de toetsen van het aanraakpaneel die met elke sig­naalbron overeenkomen te activeren.
De toetsen van het aanraakpaneel verschijnen op het display.
# Raak d aan om naar de volgende toetsen van het aanraakpaneel te gaan.
Menu bedienen
1 FUNCTION-toets
Raak deze toets aan om functies voor elke signaalbron te selecteren.
2 AUDIO-toets
Raak deze toets aan om te kiezen uit de di­verse toonregelingen.
3 SETUP-toets
Raak deze toets aan om te kiezen uit de di­verse instellingsfuncties.
4 BACK-toets
Raak deze toets aan om terug te keren naar het vorige display.
2 Raak ESC aan om de toetsen van het aanraakpaneel te verbergen.
# U kunt de toetsen van het aanraakpaneel ook verbergen door op BAND/ESC te drukken.
Opmerking
Als u de toetsen van het aanraakpaneel langer dan 30 seconden niet gebruikt, worden de toet­sen automatisch verborgen.
22
Nl
5 ESC-toets
Raak deze toets aan om de regelstand van de functies te annuleren.
1 Raak A.MENU aan om MENU weer te geven. MENU verschijnt op het display.
# Als A.MENU niet wordt weergegeven, kunt u het weergeven door het scherm aan te raken.
2 Raak de gewenste toets aan om de namen van functies die u wilt gebruiken weer te geven.
# Raak NEXT aan om naar de volgende groep functienamen te gaan.
Basishandelingen
Hoofdstuk
04
# Raak PREV aan om naar de vorige groep func- tienamen te gaan.
3 Raak ESC aan om terug te keren naar het display van elke signaalbron.
Opmerking
Als u niet binnen ongeveer 30 seconden een functiehandeling uitvoert, zal er automatisch wor­den teruggekeerd naar het weergavedisplay.
Menu met behulp van de joystick bedienen
U kunt de meeste menufuncties ook met de joystick bedienen. ! Zet de afstandsbediening in de stand AVH
om het menu met de joystick op de af­standsbediening te bedienen. (Raadpleeg bladzijde 17.)
1 Klik met de joystick tijdens de weer­gave van elke signaalbron om MENU weer te geven. MENU verschijnt op het display.
2 Beweeg de joystick omhoog en omlaag en klik daarna om de namen van de func­ties die u wilt gebruiken weer te geven.
# Beweeg de joystick naar NEXT en klik ermee om naar de volgende groep functienamen te gaan. # Beweeg de joystick naar PREV en klik ermee om naar de vorige groep functienamen te gaan.
3 Druk op BAND/ESC om terug te keren naar de weergave van elke signaalbron.
# Als u op BACK/TEXT drukt, gaat u terug naar de vorige weergave.
LCD-paneel openen en sluiten
Het LCD-paneel wordt automatisch geopend of gesloten als de contactschakelaar in of uit wordt geschakeld. U kunt deze functie voor au­tomatisch sluiten of openen uitschakelen. (Raadpleeg bladzijde 105.) ! De functie automatisch openen/sluiten be-
dient het display als volgt. Als de contactschakelaar UIT wordt ge-
schakeld terwijl het LCD-paneel open is, zal het LCD-paneel na zes seconden sluiten.
Als de contactschakelaar opnieuw IN
wordt geschakeld (of op ACC wordt gezet), opent het LCD-paneel automa­tisch.
Als u het voorpaneel verwijdert of beves-
tigt, zal het LCD-paneel automatisch sluiten of openen. (Raadpleeg bladzijde
26.)
! Als de contactschakelaar UITwordt gezet
nadat het LCD-paneel is gesloten, gaat het LCD-paneel niet opnieuw open als u de contactschakelaar weer inschakelt (of op ACC zet). Druk in dat geval op OPEN/CLOSE om het LCD-paneel te ope­nen.
! Als u het LCD-paneel sluit, kunt u het beste
nog even controleren of het volledig geslo­ten is. Als het LCD-paneel maar half geslo­ten is, kan het paneel beschadigd raken als u het zo laat staan.
% Druk op OPEN/CLOSE om het LCD-pa­neel te openen.
# Druk opnieuw op OPEN/CLOSE om het LCD- paneel te sluiten.
Basishandelingen
23
Nl
Hoofdstuk
04
Basishandelingen
Hoek van het LCD-paneel afstellen
Belangrijk
! Als u het LCD-paneel tegen de console of het
dashboard van de auto hoort tikken, moet u op ANGLE () drukken om het LCD-paneel iets naar voren te bewegen.
! Zorg dat u op ANGLE (+/) drukt als u de
hoek van het LCD-paneel afstelt. Als u kracht gebruikt bij het afstellen van het LCD-paneel, kunt u het beschadigen.
% Druk op ANGLE (+/) om het LCD-pa- neel zo af te stellen dat het aangenamer kijkt.
De hoek van het LCD-paneel blijft veranderen zolang u ANGLE (+/) ingedrukt houdt.
# De afgestelde hoek van het LCD-paneel wordt opgeslagen en automatisch opgevraagd als het LCD-paneel weer wordt geopend.
Breedbeeldstand wijzigen
U kunt de gewenste stand voor vergroting van een beeld van 4:3 naar 16:9 selecteren.
% Druk op WIDE en selecteer de gewen­ste instelling.
Druk herhaaldelijk op WIDE om te schakelen tussen de volgende instellingen: FULL (volledig)JUST (passend)CINEMA (cinema)ZOOM (zoom)NORMAL (nor­maal)
# Als er een navigatie-eenheid van Pioneer is aangesloten op het toestel, selecteert u de ge­wenste instelling door WIDE ingedrukt te hou­den. Druk herhaaldelijk op WIDE en houd de toets ingedrukt om tussen de instellingen te schakelen.
FULL (volledig)
Een beeld van 4:3 wordt alleen horizontaal ver­groot, waardoor u een TV-beeld van 4:3 (normaal) krijgt zonder weggevallen delen.
JUST (passend)
Het beeld wordt iets vergroot in het midden en de vergroting neemt horizontaal toe tot de uiteinden, waardoor u een beeld van 4:3 krijgt zonder dat het beeld ongelijk aan doet, ook niet bij een breed beeld.
LCD-paneel horizontaal draaien
Als het LCD-paneel rechtop staat en de bedie­ning van de airconditioning belemmert, kan het paneel tijdelijk horizontaal worden ge­draaid.
% Druk op FLIP DOWN/CLOCK om het LCD-paneel te horizontaal te draaien.
# Druk opnieuw op FLIP DOWN/CLOCK om terug te keren naar de originele stand. # Het LCD-paneel gaat 10 seconden na de be­diening automatisch met piepjes terug in de ori­ginele positie.
24
Nl
CINEMA (cinema)
Het beeld wordt in dezelfde verhouding vergroot als FULL of ZOOM in de horizontale richting en in een tussenliggende verhouding tussen FULL en ZOOM in verticale richting; dit is ideaal voor een bioscoopbeeld (breedbeeld) waarbij de on­dertiteling buiten het beeld staat.
ZOOM (zoom)
Een beeld van 4:3 wordt in dezelfde verhouding vergroot, zowel verticaal als horizontaal; ideaal voor bioscoopbeeld (breedbeeld).
Basishandelingen
Hoofdstuk
04
NORMAL (normaal)
Het beeld van 4:3 wordt zoals hij is weergegeven; het beeld is niet ongelijk omdat de verhoudingen hetzelfde zijn als voor normaal beeld.
Opmerkingen
! Voor elke videobron kunnen andere instellin-
gen worden opgeslagen.
! Als een video wordt bekeken op breedbeeld
terwijl dit niet het normale beeldformaat is, kan het er anders uitzien.
! Vergeet niet dat als u het breedbeeld van dit
systeem voor commerciële of openbare verto­ningen bekijkt, dit een inbreuk kan zijn op de auteursrechten die door de wet worden be­schermd.
! De video wordt korrelig als het beeld in de
stand CINEMA of ZOOM wordt bekeken.
! Het beeld van de navigatiekaart en de achter-
uitrijcamera is altijd FULL.
Beeldinstellingen aanpassen
U kunt BRIGHT (helderheid), CONTRAST (con­trast), COLOR (kleur) en HUE (tint) voor elke bron en de achteruitrijcamera aanpassen. ! De afstellingen van BRIGHT en CONTRAST
worden apart opgeslagen voor licht omge­vingslicht (overdag) en donker omgevings­licht (avond). Er wordt een zon maan
weergegeven links van respectieve-
lijk BRIGHT en CONTRAST terwijl de omge- vingslichtsensor waarneemt hoe licht of donker het is.
! U kunt HUE niet voor PAL-video aanpassen. ! U kunt COLOR en HUE niet voor de audio-
signaalbron aanpassen.
of
1 Druk op MENU op het hoofdtoestel en houd deze toets ingedrukt om PICTURE ADJUST weer te geven.
Druk op MENU tot PICTURE ADJUST op het display verschijnt.
# U kunt MENU niet op de afstandsbediening gebruiken.
2 Raak een van de volgende toetsen op het aanraakpaneel aan om de aan te pas­sen functie te selecteren.
De functienamen voor de afstellingen worden weergegeven en de aanpassingen die u kunt selecteren zijn gemarkeerd.
! BRIGHT Zwarte intensiteit afstellen ! CONTRAST Contract afstellen ! COLOR Kleurintensiteit afstellen ! HUE Toon van de kleur afstellen (rood of
groen worden benadrukt)
! DIMMER  Helderheid van de weergave af-
stellen
! B.Camera  Weergave voor beeldafstelling
voor de achteruitrijcamera inschakelen
! SOURCE  Terug naar weergave voor beeld-
afstelling voor elke bron
# U kunt de beeldafstelling voor de achteruitrij­camera alleen aanpassen als BACK UP CAMERA is ingeschakeld. (Raadpleeg Achteruitrijcamera in- stellen op bladzijde 103.) # SOURCE verschijnt op het display in plaats van B.Camera als u B.Camera aanraakt. # Bij sommige achteruitrijcameras kan de beel- dinstelling niet worden gebruikt.
3 Raak c of d aan en pas de geselec­teerde functie aan.
Telkens als u c of d aanraakt, wordt het ni­veau van de geselecteerde functie hoger of lager. Waarden van +24 24 worden weerge­geven terwijl het niveau hoger of lager wordt.
Basishandelingen
4 Raak ESC aan om de toetsen van het aanraakpaneel te verbergen.
25
Nl
Hoofdstuk
04
Basishandelingen
Dimmer aanpassen
De afstelling van DIMMER wordt apart opge­slagen voor elk omgevingslicht: overdag, avond en nacht. De helderheid van het LCD­scherm wordt automatisch optimaal afgesteld in overeenstemming met het omgevingslicht op basis van de instellingen.
1 Druk op MENU op het hoofdtoestel en houd deze toets ingedrukt om PICTURE ADJUST weer te geven.
Druk op MENU tot PICTURE ADJUST op het display verschijnt.
2 Raak DIMMER aan.
Het niveau van het omgevingslicht dat wordt gebruikt als standaard voor de aanpassing van DIMMER verschijnt boven de niveaubalk.
! Oranje zon  Helderheid voor helder om-
gevingslicht aanpassen (overdag)
! Rode zon
omgevingslicht aanpassen (avond)
! Gele maan  Helderheid voor donker om-
gevingslicht aanpassen (nacht)
3 Raak c of d aan en pas de helderheid aan.
Telkens als u c of d aanraakt, gaat het rood naar links of rechts. Het niveau geeft de helderheid van het scherm aan. Hoe verder het rood naar rechts schuift, hoe helderder het scherm wordt.
4 Raak ESC aan om de toetsen van het aanraakpaneel te verbergen.
Helderheid voor gemiddeld
! Als het voorpaneel niet binnen vijf secon-
den na het uitschakelen van het contact van het hoofdtoestel is verwijderd, zal er een waarschuwingstoon klinken.
! U kunt deze waarschuwingstoon uitschake-
len. Zie Waarschuwingstoon in-/uitschake- len op bladzijde 101.
Belangrijk
! Bij het verwijderen en aanbrengen van het
voorpaneel mag u in geen geval kracht zetten of het display en de toetsen vastgrijpen.
! Stel het voorpaneel niet bloot aan te grote
schokken.
! Houd het voorpaneel uit de buurt van direct
zonlicht en hoge temperaturen.
! Zet het voorpaneel tijdens het rijden terug,
omdat het anders beschadigd kan raken.
Voorpaneel verwijderen
1 Druk op DETACH om het voorpaneel te verwijderen.
Druk op DETACH en de rechterzijde van het voorpaneel wordt van het hoofdtoestel verwij­derd.
2 Pak de rechterzijde van het voorpaneel vast en trek het voorzichtig naar u toe.
Zorg dat u het niet te stevig vasthoudt of los­laat.
Opmerking
De pictogrammen die het huidige omgevingslicht aangeven, worden gebruikt om BRIGHT en
CONTRAST in te stellen. Dit kan iets afwijken van DIMMER.
Uw toestel tegen diefstal beveiligen
Het voorpaneel kan van het hoofdtoestel wor­den verwijderd om dieven te ontmoedigen.
26
Nl
Voorpaneel bevestigen
% Plaats het voorpaneel terug door het rechtop tegen het apparaat te houden en het stevig in de bevestigingshaken te klemmen.
1
2
3
4
5
7
6
Tuner
Hoofdstuk
05
Naar de radio luisteren
Dit zijn de basisstappen waarmee de radio wordt bediend. Vanaf de volgende bladzijde wordt de meer geavanceerde bediening van de tuner uitgelegd. De AF-functie (zoeken naar alternatieve fre­quenties) kan worden in- en uitgeschakeld. Bij normale bediening van de tuner moet de AF uit staan (raadpleeg bladzijde 31).
1 Bronpictogram
Deze toont welke signaalbron is geselec­teerd.
2 Frequentiebandindicator
Deze toont op welke frequentieband de radio aan het afstemmen is; MW, LW of FM.
3 Voorkeuzenummerindicator
Deze geeft aan welke voorkeuzezender is ge­selecteerd.
4 Frequentie-indicator
Deze toont de frequentie waarop u heeft af­gestemd.
5 Weergave van de voorkeuzelijst
Deze toont de voorkeuzelijst.
6 Stereo (5) indicator
Deze toont of de frequentie waarop u heeft afgestemd in stereo is.
7 LOC-indicator
Deze toont of automatisch afstemmen op lo­kale zenders is ingeschakeld.
1 Raak het bronpictogram aan en raak daarna TUNER aan om de tuner te selecte­ren.
# Als het bronpictogram niet wordt weergege­ven, kunt u het weergeven door het scherm aan te raken.
2 Raak het scherm aan om de toetsen voor het aanraakpaneel weer te geven.
3 Raak BAND aan en selecteer een fre­quentieband.
Raak BAND aan tot u de gewenste frequentie­band op het display ziet verschijnen; FM1,
FM2, FM3 voor FM of MW/LW.
4 Raak c of d even aan voor handmatig afstemmen.
De frequenties worden stap voor stap ver­hoogd of verlaagd.
# U kunt ook handmatig afstemmen door de joystick naar links of rechts te bewegen.
5 Om automatisch afstemmen te gebrui­ken raakt u c of d ongeveer een seconde aan.
De tuner zal nu zelf de frequenties in de aan­gegeven richting afzoeken tot er een uitzen­ding gevonden wordt die sterk genoeg is voor een goede ontvangst.
# U kunt het automatisch afstemmen annuleren door c of d kort aan te raken. # Als u c of d aan blijft raken, kunt u zenders overslaan. Automatisch afstemmen begint als u de toetsen loslaat. # U kunt ook automatisch afstemmen door de joystick naar links of rechts te houden.
Opmerking
Als u de toetsen van het aanraakpaneel langer dan 30 seconden niet gebruikt, worden de toet­sen automatisch verborgen.
Tuner
27
Nl
1
Hoofdstuk
05
Tuner
Inleiding tot bediening van de geavanceerde tunerfuncties
1 Functiedisplay
Deze toont de functienamen.
% Raak A.MENU aan en daarna FUNCTION om de functienamen weer te geven.
De functienamen worden weergegeven en de functienamen die u kunt selecteren zijn ge­markeerd.
# Als A.MENU niet wordt weergegeven, kunt u het weergeven door het scherm aan te raken. # U kunt MENU ook weergeven door met de joystick te klikken. # Raak NEXT aan om naar de volgende groep functienamen te gaan. # Raak PREV aan om naar de vorige groep func- tienamen te gaan. # Raak BACK aan om terug te keren naar het vo- rige display. # Raak ESC aan om terug te keren naar het fre- quentiedisplay.
Opmerking
Als u niet binnen ongeveer 30 seconden een functiehandeling uitvoert, gaat het display auto­matisch terug naar de frequentieweergave.
Frequenties van zenders opslaan en oproepen
Als u een van de voorkeuzetoetsen PRESET 1PRESET 6 aanraakt, kunt u heel eenvoudig maximaal zes zenderfrequenties opslaan zodat u deze later weer kunt oproepen door een toets aan te raken.
% Wanneer u heeft afgestemd op een fre­quentie die u in het geheugen wilt op­slaan, blijft u een van de voorkeuzetoetsen PRESET 1PRESET 6 aanraken tot het voor­keuzenummer stopt met knipperen.
Het nummer dat u heeft aangeraakt, gaat knipperen in de voorkeuzenummerindicator en blijft daarna branden. De geselecteerde ra­diozenderfrequentie is opgeslagen in het ge­heugen. Wanneer u hierna dezelfde voorkeuzetoets PRESET 1PRESET 6 aanraakt, zal de opge­slagen frequentie uit het geheugen worden op­geroepen.
# Als de toetsen van het aanraakpaneel niet worden weergeven, kunt u ze weergeven door het scherm aan te raken. # Als PRESET 1PRESET 6 niet worden weerge- geven, kunt u ze weergeven door DISP aan te raken.
Opmerkingen
! Er kunnen maximaal 18 FM-zenders, 6 voor elk
van de drie FM-frequentiebanden, en 6 MW/ LW-zenders in het geheugen worden opgesla­gen.
! U kunt ook a of b gebruiken om de radiozen-
derfrequenties die op de voorkeuzetoetsen PRESET 1PRESET 6 staan op te roepen.
! U kunt ook dezelfde handelingen uitvoeren
met behulp van PRESET CH MEMORY. Raak om PRESET CH MEMORY weer te geven
A.MENU en FUNCTION aan en daarna NEXT.
28
Nl
Tuner
Hoofdstuk
05
Op sterke signalen afstemmen
Met de functie voor automatisch afstemmen op lokale zenders kunt u het toestel alleen laten afstemmen op zenders met een vol­doende sterk signaal voor een goede ont­vangst.
1 Raak A.MENU en FUNCTION aan en daarna LOCAL.
2 Raak a aan om het automatisch af­stemmen op lokale zenders in te schake­len.
# Raak b aan om automatisch afstemmen op lokale zenders uit te schakelen.
3 Raak c of d aan om de gevoeligheid in te stellen.
Er zijn vier gevoeligheidsniveaus voor FM en twee voor MW/LW: FM: LEVEL 1LEVEL 2LEVEL 3LEVEL 4 MW/LW: LEVEL 1LEVEL 2 De LEVEL 4-instelling zal alleen afstemmen op de allersterkste zenders, terwijl er bij lagere in­stellingen ook afgestemd zal worden op steeds zwakkere zenders.
2 Raak a aan om de BSM-functie in te schakelen. BSM begint te knipperen. Als BSM knippert,
worden de zes sterkste zenderfrequenties op­geslagen onder de voorkeuzetoetsen PRESET 1PRESET 6, gesorteerd op signaal­sterkte. Na voltooiing stopt BSM met knippe­ren.
# Raak b aan om het opslaan te annuleren.
Opmerking
Het is mogelijk dat de via de BSM-functie opge­slagen zenders eerdere door uzelf onder de toet­sen PRESET 1PRESET 6 opgeslagen zenders vervangen.
Tuner
Frequenties van de sterkste zenders opslaan
Met de functie BSM (geheugen voor de sterk­ste zenders) kunt u automatisch de zes sterk­ste zenders laten opslaan onder de voorkeuzetoetsen PRESET 1PRESET 6, zodat u later met een druk op de juiste toets kunt af­stemmen op een van de opgeslagen frequen­ties.
1 Raak A.MENU en FUNCTION aan en daarna BSM.
29
Nl
2
1
4
3
Hoofdstuk
06
RDS
Inleiding RDS-bediening
RDS (radio data system) is een systeem voor informatie die bij FM-uitzendingen worden ver­stuurd. Deze onhoorbare informatie maakt bij­voorbeeld functies als programmaservicenaam, programmatype, ver­keersberichten standby en automatisch af­stemmen mogelijk. Zo wordt het radioluisteraars gemakkelijker gemaakt de ge­wenste zender te vinden.
1 Programmaservicenaam
Deze toont de naam van het programma.
2 NEWS-indicator
Deze verschijnt wanneer het gekozen nieuwsprogramma wordt ontvangen.
# Als A.MENU niet wordt weergegeven, kunt u het weergeven door het scherm aan te raken. # U kunt MENU ook weergeven door met de joystick te klikken. # Raak NEXT aan om naar de volgende groep functienamen te gaan. # Raak PREV aan om naar de vorige groep func- tienamen te gaan. # Raak BACK aan om terug te keren naar het vo- rige display. # Raak ESC aan om terug te keren naar het fre- quentiedisplay.
Opmerkingen
! Als u niet binnen ongeveer 30 seconden een
functiehandeling uitvoert, gaat het display au­tomatisch terug naar de frequentieweergave.
! Het is mogelijk dat niet alle zenders RDS-dien-
sten leveren.
! RDS-functies zoals AF en TA werken alleen
wanneer u heeft afgestemd op een RDS­zender.
RDS-display wisselen
Als u naar een RDS-zender overschakelt, wordt de programmaservicenaam weergege­ven. U kunt ook de frequentie weergeven.
3 TRAFFIC-indicator
Deze toont of er is afgestemd op een TP-zen­der.
4 TEXT-indicator
Deze verschijnt wanneer de radiotekst is ontvangen.
% Raak A.MENU aan en daarna FUNCTION om de functienamen weer te geven.
De functienamen worden weergegeven en de functienamen die u kunt selecteren zijn ge­markeerd.
30
Nl
% Raak DISP aan.
Raak herhaaldelijk DISP aan om te schakelen tussen de volgende instellingen: PRESET CH DIRECT (voorkeuzezenderlijst) PTY (PTY-informatie) Meer over PTY-informatie (ID-code program­matype) kunt u vinden op bladzijde 35.
# Als de PTY-code nul van een zender wordt ont­vangen of als het signaal te zwak is zodat het toe­stel geen PTY-code kan ontvangen, kunt u de weergave van PTY-informatie niet inschakelen. Als u in dat geval weergave van PTY-informatie heeft geselecteerd, blijft het display leeg.
Loading...
+ 94 hidden pages