Hartelijk dank voor het aanschaffen van dit Pioneerproduct.
Lees de instructies in deze handleiding goed door zodat u weet hoe het model
werkt. Als u de instructies heeft gelezen, bewaart u deze handleiding op een veilige
plaats zodat u hem altijd bij de hand heeft voor later.
Basisbediening van de toetsen op het
Lees dit in elk geval
! Afspeelbare discs 8
! Regionummers voor DVD-video 9
! Als een handeling onmogelijk is 12
aanraakpaneel 18
LCD-paneel openen en sluiten 19
Breedbeeldstand wijzigen 20
Beeldinstellingen aanpassen 20
Het toestel tegen diefstal beveiligen 22
Voorzorgsmaatregelen
BELANGRIJKE
VEILIGHEIDSMAATREGELEN 6
Veilig rijden 6
Leeg raken van de accu voorkomen 7
Voor u begint
Informatie over dit toestel 8
Informatie over deze handleiding 9
Bij problemen 9
Kenmerken 10
Over WMA 11
Bescherming van het LCD-scherm 11
Op de juiste manier naar een LCD-scherm
kijken 12
Markeringen op DVDs 12
De microprocessor resetten 12
Wat is wat
Hoofdtoestel 13
Los verkrijgbare afstandsbediening 14
Basishandelingen
Toestel aanzetten en signaalbron
selecteren 15
Een disc plaatsen 16
Volume afstellen 16
Toestel uitschakelen 16
Het display achterin gebruiken 16
Navigatiebeelden weergeven 17
De AVG-VDP1 (Vehicle Dynamics Processor
van Pioneer) weergeven 17
Tuner
Naar de radio luisteren 23
Frequenties van zenders opslaan en
oproepen 24
Inleiding tot bediening van de geavanceerde
tunerfuncties 25
Op sterke signalen afstemmen 25
Frequenties van de sterkste zenders
Naar een CD luisteren 44
Afspelen stoppen 45
Het afspelen van een CD onderbreken 45
Gewenst fragment zoeken 45
CD TEXT-functies gebruiken 45
Inleiding tot bediening van de geavanceerde
CD-functies 46
Herhaald afspelen 46
Fragmenten in willekeurige volgorde
afspelen 46
Fragmenten op een CD scannen 46
Disctitels invoeren 47
Fragmenten uit de lijst met fragmenttitels
selecteren 48
MP3/WMA afspelen
Naar MP3/WMA luisteren 49
Afspelen stoppen 50
Afspelen van MP3/WMA onderbreken 51
De informatielijst van MP3/WMA-bestanden
weergeven 51
Inleiding voor de geavanceerde bediening
van de ingebouwde DVD-speler (MP3/
WMA) 52
Herhaald afspelen 52
Fragmenten in willekeurige volgorde
afspelen 52
Mappen en fragmenten scannen 53
Multi-CD-speler
Naar een CD luisteren 54
Het afspelen van een CD onderbreken 55
CD TEXT-functies gebruiken 55
Multi-CD-speler met 50 discs 55
Inleiding voor geavanceerde bediening van
de multi-CD-speler 56
Herhaald afspelen 56
Fragmenten in willekeurige volgorde
afspelen 56
CDs en fragmenten scannen 57
ITS-speellijsten gebruiken 57
Functies voor disctitels gebruiken 58
Fragmenten uit de lijst met fragmenttitels
selecteren 59
Compressie en extra basversterking
gebruiken 59
DAB-tuner
Naar de DAB-tuner luisteren 61
DAB-display overschakelen 62
3
Nl
Inhoud
Frequenties van zenders opslaan en
oproepen 62
Dynamisch label gebruiken 63
Inleiding tot bediening van de geavanceerde
functie van de DAB-tuner 63
Onderbreking van de berichtondersteuning
instellen 63
Services uit de beschikbare servicelijst
selecteren 64
Services via beschikbare PTY-informatie
zoeken 64
Naar primaire of secundaire
servicecomponent overschakelen 65
Naar Service opvolgen overschakelen 65
TV-tuner
Televisie kijken 66
Zenders opslaan en oproepen 67
Inleiding tot de bediening van de
Disc afspelen 69
Disc selecteren 69
Het afspelen van een disc onderbreken 70
Inleiding tot bediening van de geavanceerde
functies van de DVD-speler 70
Herhaald afspelen 70
Fragmenten in willekeurige volgorde
afspelen 71
Fragmenten op een CD scannen 71
ITS-speellijsten gebruiken 71
Functies voor disctitels gebruiken 71
Songs op de iPod afspelen
Naar songs op de iPod luisteren 72
Naar een song bladeren 72
Een song onderbreken 73
Tekstinformatie op de iPod weergeven 73
Herhaald afspelen 73
Songs in willekeurige volgorde afspelen
(shuffle) 73
Audio-instellingen
Inleiding audio-instellingen 75
Balansinstelling gebruiken 75
Equalizer gebruiken 76
Lage en hoge tonen aanpassen 77
Loudness-functie aanpassen 78
Uitgangssignaal van de subwoofer
gebruiken 78
Nonfading uitgangssignaal gebruiken 79
High-passfilter gebruiken 79
Niveau van de signaalbron aanpassen 79
Equalizercurven compenseren (EQ-EX) 80
Digitale signalenverwerker (DSP)
Inleiding DSP-aanpassingen 81
Geluidsbereikregeling (SFC) gebruiken 82
Positiekeuze gebruiken 82
Balansinstelling gebruiken 83
Niveau van de signaalbron aanpassen 83
Dynamisch-bereikregeling gebruiken 83
Functie down-mix gebruiken 84
Direct Control gebruiken 84
Dolby Pro Logic II gebruiken 84
Luidsprekerinstelling instellen 85
Een kantelfrequentie selecteren 87
Uitgangssignaalniveau van de luidsprekers
aanpassen 87
Uitgangssignaalniveau van de luidsprekers
met een testtoon aanpassen 88
Tijduitlijning gebruiken 88
Equalizer gebruiken 89
Auto-equalizer gebruiken 91
4
Nl
Inhoud
Auto TA en EQ (automatische tijduitlijning en
instelling van de equalizer) 91
DVD-speler instellen
Inleiding DVD-instellingen 94
Ondertitelingstaal instellen 94
Audiotaal instellen 95
Menutaal instellen 95
Extra ondertiteling in- of uitschakelen 95
Weergave van het camerahoekpictogram
Begininstellingen aanpassen 98
FM-afstemstap instellen 98
Aan- en uitzetten van de automatische PI-
zoekfunctie 98
Waarschuwingstoon in-/uitschakelen 99
Externe aansluiting in-/uitschakelen 99
De lichtstand instellen 99
Kleur van de verlichting selecteren 99
Achteruitgang en de subwooferregeling
instellen 100
Vervormd geluid corrigeren 100
Tijdelijke uitschakeling/demping van het
geluid activeren 101
Navigatiestem/AVG-VDP1-signaal en
audiogeluid mengen 101
Audiofuncties resetten 102
Het TV-signaal instellen 102
De achteruitrijdcamera in beeld
houden 104
Functie automatisch openen instellen 105
Klok instellen 105
Het beeld voor het display achterin
Storingen 108
Foutmeldingen 110
Foutmeldingen in auto TA en EQ
begrijpen 111
Berichten begrijpen 111
Zorgen voor uw DVD-speler 112
DVD-discs 112
CD-R/CD-RW-discs 113
MP3- en WMA-bestanden 113
Over mappen en MP3/WMA-bestanden 114
Display correct gebruiken 115
Taalcodekaart voor DVD 117
Begrippen 118
Technische gegevens 121
Inhoudsopgave 123
Overige functies
Inleiding tot het aanpassen van de
instellingen 103
AV-ingangssignaal instellen 103
Instelling voor achteruitrijdcamera 103
5
Nl
Hoofdstuk
01
Voorzorgsmaatregelen
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSMAATREGELEN
Lees alle instructies over het display door en
bewaar ze goed zodat u ze nog eens kunt inzien.
1 Lees deze handleiding volledig en aan-
dachtig door voordat u het display gebruikt.
2 Houd deze handleiding bij de hand om er
bedieningsprocedures en informatie over
veilig gebruik in op te zoeken.
3 Let op alle waarschuwingen in deze hand-
leiding en volg de instructies zorgvuldig
op.
4 Laat andere mensen het systeem niet ge-
bruiken tenzij ze de bedieningsinstructies
hebben gelezen en begrepen.
5 Monteer het display niet op plaatsen waar
het (i) het zicht van de bestuurder kan hinderen, (ii) de bediening of de veiligheidsvoorzieningen van de auto, zoals de
airbags of alarmlichten, kan belemmeren
of (iii) de bestuurder kan hinderen bij het
veilig besturen van het voertuig.
6 Bedien het display niet als dat uw aan-
dacht van het besturen van de auto afleidt. U dient altijd de regels voor het
veilig besturen van uw auto in acht te
nemen en de algemene verkeersregels na
te leven. Als u problemen heeft met het
bedienen van het systeem of het aflezen
van het display, parkeer de auto dan op
een veilige plek voordat u aanpassingen
aanbrengt.
7 Draag altijd uw veiligheidsgordel als u de
auto bestuurt. Mocht u ooit betrokken
raken bij een ongeval, dan kunnen uw verwondingen aanzienlijk ernstiger zijn als u
uw gordel niet goed heeft vastgemaakt.
8 Gebruik tijdens het rijden nooit een kopte-
lefoon.
9 Uit veiligheidsoverwegingen zijn be-
paalde functies alleen beschikbaar als de
handrem is aangetrokken en de auto stilstaat.
10 Stel het volumeniveau altijd zodanig af
dat u geluiden van buitenaf en sirenes van
politieautos, brandweerautos en ambulances kunt horen.
WAARSCHUWING
! Probeer het display niet zelf te monteren
en voer geen onderhoudswerkzaamheden
aan het display uit. Montage of onderhoud
van het display door personen zonder opleiding en ervaring in elektronische apparatuur en auto-accessoires kan gevaarlijk
zijn en kan leiden tot blootstelling aan
elektrische schokken of andere gevaren.
Veilig rijden
WAARSCHUWING
! DE LICHTGROENE KABEL BIJ DE VOE-
DINGSSTEKKER DIENT OM DE PARKEERSTATUS TE DETECTEREN EN
MOET WORDEN AANGESLOTEN OP DE
VOEDINGSZIJDE VAN HET HANDREMCONTACT. ONJUISTE AANSLUITING
OF ONJUIST GEBRUIK VAN DEZE
KABEL KAN OVERTREDING VAN DE
WET BETEKENEN EN KAN ERNSTIG
LETSEL OF SCHADE VEROORZAKEN.
! Om schade en letsel en het mogelijk breken
van geldende wetten te voorkomen, mag dit
toestel niet worden gebruikt met een beeldscherm dat zichtbaar is voor de bestuurder.
6
Nl
Voorzorgsmaatregelen
! Om de kans op ongevallen en het mogelijk
overtreden van wetten te voorkomen, mag de
DVD of TV (apart verkrijgbaar) voorin nooit
worden gebruikt als de auto wordt bestuurd.
Het display achterin mag ook nooit op een
plaats worden gemonteerd waar het een zichtbare afleiding voor de bestuurder kan vormen.
! In sommige landen of staten kan het bekijken
van beelden op een display in een auto ook
door andere personen dan de bestuurder illegaal zijn. Als dergelijke regels gelden, moet u
zich hieraan houden en de DVD-functies van
dit toestel niet gebruiken.
Als u tijdens het rijden naar een DVD, videoCD of de televisie probeert te kijken, verschijnt
de waarschuwing VIDEO VIEWING IS NOTAVAILABLE WHILE DRIVING op het display
voorin.
Als u naar een DVD, video-cd of de TV op het
voorste display wilt kijken, moet u de auto op
een veilige plek parkeren en de handrem inschakelen.
Hoofdstuk
01
Voorzorgsmaatregelen
Leeg raken van de accu
voorkomen
Zorg dat de motor van de auto draait terwijl u
het toestel gebruikt. Als u het toestel gebruikt
terwijl de motor niet draait, kan de accu leeglopen.
WAARSCHUWING
Gebruik het toestel niet in autos zonder ACCpositie.
7
Nl
Hoofdstuk
02
Voor u begint
Informatie over dit toestel
De frequenties waarop de tuner van dit toestel
kan worden afgestemd, zijn in gebruik in Europa, Azië, het Midden-Oosten, Afrika en Oceanië. Gebruik van het toestel in andere
gebieden kan een slechte ontvangst tot gevolg
hebben. De RDS-functie (radiodatasysteem)
werkt alleen in gebieden waar de FM-zenders
RDS-signalen uitzenden.
LET OP
! Zorg ervoor dat dit apparaat niet met vloeistof
in aanraking komt. Een elektrische schok kan
daarvan het gevolg zijn. Bovendien kan dit leiden tot rookvorming en oververhitting, waardoor het apparaat beschadigt.
! Dit product bevat een laserdiode van een ho-
gere klasse dan 1. Uit veiligheidsoverwegingen mag u geen afdekkingen verwijderen of
toegang proberen te krijgen tot de binnenzijde
van het product. Laat alle onderhoudswerkzaamheden over aan gekwalificeerd personeel.
Aan de onderkant van dit toestel bevindt zich
een CLASS 1 LASER PRODUCT-label.
zult u het toestel opnieuw moeten programmeren.
Afspeelbare discs
In deze speler kunt u DVDs, Video-CDsen
CDs met het onderstaande logo afspelen.
DVD-video
Video-CD
CD
CLASS 1
LASER PRODUCT
! De Pioneer CarStereo-Pass wordt alleen in
Duitsland gebruikt.
! Houd deze handleiding bij de hand zodat u be-
dieningsprocedures en te nemen voorzorgsmaatregelen op kunt zoeken.
! Houd het volume altijd laag genoeg om gelui-
den van buiten de auto te kunnen blijven
horen.
! Bescherm dit toestel tegen vocht.
! Als de accu losgekoppeld wordt of leeg raakt,
zal het voorkeuzegeheugen worden gewist en
8
Nl
Opmerkingen
!
! Deze speler kan alleen discs met de boven-
is een handelsmerk van DVD Format/
Logo Licensing Corporation.
staande logos afspelen.
Voor u begint
Hoofdstuk
02
Regionummers voor DVD-video
DVD-videos met een niet-compatibel regionummer kunnen niet met dit toestel worden
afgespeeld. Het regionummer van de speler
vindt u op de onderzijde van dit toestel.
De onderstaande afbeelding toont de regios
en de bijbehorende regionummers.
Indien gecombineerd met een
Pioneer navigatiesysteem
Als u dit toestel met een DVD-navigatiesysteem van Pioneer gebruikt, moet u de kaartdisc CNDV-30 of later gebruiken. In deze
handleiding wordt de bediening van deze combinatie uitgelegd.
Als u in het navigatiesysteem niet de kaartdisc
CNDV-30 maar een oudere versie gebruikt,
kunnen de volgende defecten of storingen optreden:
! De ENTERTAINMENT (ENT)-toets en de
WIDE-toets kunnen niet als de
NAVI MENU-toets en de POS-toets worden
gebruikt.
! NAVI (navigatiesysteem), zoals DVD-video
van het gecombineerde Pioneer navigatiesysteem met DVD-videoweergave, kan niet
als bron worden gekozen.
! Bij NAVI MIX kunnen andere instellingen
dan ALL niet geselecteerd worden.
! Het gebruik van het bedieningssysteem
met stemherkenning van het gecombineerde Pioneer navigatiesysteem is met dit
toestel slechts gedeeltelijk mogelijk. De
stembediening kan wel voor het navigatiesysteem worden gebruikt, maar stembedie-
ning voor AV-apparatuur kan niet worden
gebruikt.
! De routebegeleiding van het gecombi-
neerde Pioneer navigatiesysteem werkt niet
goed als er andere bronafbeeldingen worden weergegeven. De stembegeleiding kan
worden gebruikt, maar begeleiding via het
display (bijvoorbeeld overschakelen naar
een vergrote kaart van een kruising ) kan
niet worden gebruikt.
! NAVI (achtergrond navigatiesysteem) kan
niet als achtergrondscherm worden geselecteerd.
Informatie over deze
handleiding
Dit toestel beschikt over een aantal geavanceerde functies voor superieure ontvangst en
bediening. Alle functies zijn ontworpen om het
gebruik zo eenvoudig mogelijk te maken, maar
ze spreken niet altijd voor zich. Deze bedieningshandleiding helpt u om alles uit het toestel te halen.
We raden u aan u de functies en de bediening
van de functies eigen te maken door deze
handleiding te lezen voordat u het toestel gaat
gebruiken. Het is met name belangrijk dat u
de teksten met WAARSCHUWING en LETOP in deze handleiding leest en dat u zich aan
deze teksten houdt.
Bij problemen
Als dit product niet naar behoren functioneert,
kunt u uw leverancier of het dichtstbijzijnde erkende servicestation van Pioneer raadplegen.
Voor u begint
9
Nl
Hoofdstuk
02
Voor u begint
Kenmerken
Bediening met een aanraakpaneel
U kunt dit toestel met een aanraakpaneel bedienen.
DVD-video afspelen
U kunt DVD-video, DVD-R (videomodus) en
DVD-RW (videomodus) afspelen.
Vergeet niet dat als u dit systeem voor commerciële of openbare vertoningen bekijkt, dit
een inbreuk kan zijn op de auteursrechten die
door de wet worden beschermd.
Video-CDs met PBC-compatibiliteit
U kunt Video-CDs met PBC (afspeelregeling)
afspelen.
CDs afspelen
Het is mogelijk om CDs/CD-Rs/CD-RWsafte
spelen.
MP3-bestanden afspelen
U kunt MP3-bestanden op CD-ROM/CD-R/CDRW afspelen (ISO9660 niveau 1/niveau 2 standaardopnamen).
! Dit product is uitsluitend bedoeld voor niet-
commercieel privé-gebruik. Het mag niet in
een commerciële omgeving (waarbij geld
wordt verdiend), via uitzendingen (over
land, via satelliet, kabels en/of andere
media), via uitzendingen via internet, intranet en/of andere netwerken of in andere
elektronische distributiesystemen, zoals betaalradio of audio-op-aanvraagtoepassingen, worden verspreid. Hiervoor heeft u
een aparte licentie nodig. Kijk voor meer informatie op
http://www.mp3licensing.com.
WMA-bestanden afspelen
U kunt WMA-bestanden op CD-ROM/CD-R/
CD-RW afspelen (standaardopnamen ISO9660
niveau 1/niveau 2).
NTSC/PAL-compatibiliteit
Dit toestel is compatibel met een
NTSC/PAL/SECAM-systeem. Als u andere
componenten op dit toestel aansluit, moet u
controleren of de componenten compatibel
zijn met hetzelfde videosysteem, anders worden de beelden niet goed weergegeven.
Compatibiliteit met Dolby Digital/DTS
Als u dit toestel met een multikanaalverwerker
van Pioneer gebruikt, kunt u van de sfeer en
opwinding van DVD-films en muzieksoftware
met 5.1-kanaalsopnamen genieten.
! Gefabriceerd onder licentie van Dolby Labo-
ratories. Dolby, Pro Logic en het symbool
double-D zijn handelsmerken van Dolby Laboratories.
! DTS is een geregistreerd handelsmerk
van Digital Theater Systems, Inc.
iPod-compatibiliteit
Als u dit toestel met een iPod-adapter van Pioneer gebruikt (CD-IB100), kunt u een iPod,
iPod mini of iPod Photo bedienen.
®
! iPod
! De iPod-adapter ondersteunt uitsluitend
! Het toestel biedt geen ondersteuning voor
! De bediening kan variëren, afhankelijk van
is een handelsmerk van Apple Computer, Inc., geregistreerd in de V.S. en andere landen.
iPods met een dockconnectorpoort.
de softwareversies voor de iPod-update van
2004-10-20. Neem voor ondersteunde softwareversies contact op met uw dichtstbijzijnde Pioneer leverancier.
de softwareversie van iPod.
10
Nl
Voor u begint
Hoofdstuk
02
Meerdere beeldformaten
U kunt overschakelen tussen breedbeeld, letterbox- en panscan-weergave.
Meerdere audiosystemen
U kunt naar wens overschakelen tussen verschillende audiosystemen als die op een DVD
zijn vastgelegd.
Meerdere ondertitelingstalen
U kunt overschakelen tussen verschillende ondertitelingstalen als die op een DVD zijn vastgelegd.
Meerdere camerahoeken
U kunt overschakelen tussen meerdere camerapunten van een scène als die op een DVD
zijn vastgelegd.
Opmerking
Dit product is voorzien van technologie voor de
bescherming van auteursrechten die door bepaalde patenten in de VS worden beschermd en
andere intellectuele eigendomsrechten die het eigendom zijn van Macrovision Corporation en andere rechthebbenden. Voor gebruik van deze
auteursrechtenbeschermingstechnologie is toestemming nodig van Macrovision Corporation.
Deze technologie is bedoeld voor thuisgebruik en
mag niet publiekelijk worden gebruikt tenzij Macrovision Corporation anders heeft besloten. Nabouwen of demontage is verboden.
Over WMA
Het logo Windows Media" dat op de doos is
geprint, geeft aan dat dit toestel WMA-gegevens kan weergeven.
WMA staat voor Windows Media Audio en verwijst naar een audiocompressietechnologie
die door Microsoft Corporation is ontwikkeld.
WMA-gegevens kunnen met de Windows
Media Player versie 7 of nieuwer worden gecodeerd.
Microsoft, Windows Media en het Windowslogo zijn handelsmerken of geregistreerde
handelsmerken van Microsoft Corporation in
de Verenigde Staten en/of in andere landen.
Opmerkingen
! Bij sommige toepassingen die worden ge-
bruikt om WMA-bestanden te coderen kan dit
toestel minder goed werken.
! Afhankelijk van de versie van de Windows
Media Player die is gebruikt om WMA-bestanden te coderen, kan het voorkomen dat CD-titels en andere tekstinformatie soms niet goed
worden weergegeven.
Bescherming van het LCDscherm
! Zorg dat er geen direct zonlicht op het dis-
play valt als dit toestel niet wordt gebruikt.
Overmatige blootstelling aan direct zonlicht
kan storingen in het LCD-scherm veroorzaken door de hoge temperaturen.
! Als u een draadloze telefoon gebruikt, houd
de antenne van de telefoon dan uit de
buurt van het display om te voorkomen dat
het beeld door vlekken, gekleurde strepen,
etc. wordt gestoord.
Voor u begint
11
Nl
Hoofdstuk
02
Voor u begint
Op de juiste manier naar
een LCD-scherm kijken
Vanwege de constructie is de kijkhoek van het
LCD-scherm beperkt. De kijkhoek (verticaal en
horizontaal) kan echter worden vergroot door
BRIGHT te gebruiken om de zwarte densiteit
van het beeld aan te passen. Als u het scherm
voor het eerst gebruikt, moet u de zwarte densiteit afstellen op de kijkhoek (verticaal en horizontaal) om een duidelijk beeld te krijgen. U
kunt ook DIMMER gebruiken om de helderheid van het LCD-scherm naar eigen wens
aan te passen.
Markeringen op DVDs
Onderstaande markeringen vindt u op het
label en de verpakking van DVDs. Ze geven
het type beeld en audio op de disc aan, en de
functies die u kunt gebruiken.
MarkeringBetekenis
2
Aantal audiosystemen.
2
Aantal ondertitelingstalen.
! Bij sommige discs verschijnt het pictogram
niet.
De microprocessor resetten
Als u op RESET drukt, kunt u de microprocessor weer instellen op de begininstellingen.
De microprocessor moet in de volgende situaties worden gereset:
! Als u dit toestel voor de eerste keer gebruikt
nadat u het heeft geïnstalleerd
! Als het toestel niet juist werkt
! Als er vreemde of onjuiste berichten op het
scherm verschijnen
1 Zet de contactschakelaar UIT.
2 Druk met een pen of een ander puntig
voorwerp op RESET.
3
16 : 9 LB
ALL
Aantal camerahoeken.
Het type beeldgrootte (beeldformaat:
verhouding breedte tot hoogte van het
scherm).
2
Nummer van de regio waar afspelen
mogelijk is.
Als een handeling onmogelijk is
Als u naar een DVD kijkt en een bepaalde handeling probeert uit te voeren, kan deze soms
niet worden uitgevoerd door de programmeerinstellingen op de disc. Als dit gebeurt, verschijnt het pictogram
12
Nl
op het scherm.
RESET-toets
Opmerkingen
! Als u een navigatiesysteem van Pioneer ge-
bruikt, moet ACC OFF zijn geselecteerd als u
op RESET drukt. Als ACC ON is geselecteerd,
is normale bediening niet mogelijk, zelfs niet
als u op RESET drukt.
! Nadat het aansluiten is voltooid, als u alle op-
geslagen instellingen wilt wissen, of als u het
toestel naar de fabrieksinstellingen wilt terugzetten, zet u de motor aan of zet u het contactslot op ACC ON voordat u op RESET drukt.
7
8
bdefghi
jla9c
12564
3
k
Wat is wat
Hoofdstuk
03
Wat is wat
Hoofdtoestel
1 INFO-toets
Druk op deze toets om de informatiebalk in
of uit te schakelen.
2 TA/NEWS-toets
Druk op deze toets om de functie voor de
weergave van verkeersberichten in of uit te
schakelen.
Houd deze toets ingedrukt om de NEWSfunctie in of uit te schakelen.
3 Omgevingsverlichtingsensor
Voelt hoeveel omgevingsverlichting er is. Dit
systeem past de helderheid van het display
automatisch aan op basis van het licht uit
de omgeving.
4 FLIP DOWN-toets
Druk op deze toets om het LCD-paneel tijdelijk horizontaal te zetten in plaats van rechtop.
5 OPEN/CLOSE-toets
Druk op deze toets om het LCD-paneel te
openen of sluiten.
6 ENTERTAINMENT (ENT)-toets
Druk op deze toets om tussen de diverse
achtergrondweergaven te schakelen.
7 WIDE-toets
Druk op deze toets om het beeldformaat van
4:3 naar 16:9 over te zetten.
8 V.ADJ-toets
Houd deze toets ingedrukt om het menu
voor beeldinstellingen weer te geven.
9 RESET-toets
Druk op deze toets om terug te keren naar
de fabrieksinstellingen (begininstellingen).
13
Nl
Hoofdstuk
03
Wat is wat
a a/b/c/d toetsen
Druk op deze toets voor handmatig afstemmen, voor- en achteruit spoelen en zoeken
naar fragmenten.
b A.MENU-toets
Druk op deze toets om MENU weer te
geven.
c BOOKMARK (BM)-toets
Druk op deze toets om de scène te markeren waar het afspelen moet worden hervat.
d BAND/ESC-toets
Druk op deze toets om te kiezen uit één van
de drie FM- en MW/LW-frequentiebanden
(MG/LG) en om de instellingsmodus van de
functies te annuleren.
e EQ-toets
Druk op deze toets om de verschillende
equalizercurven te selecteren.
f ATT-toets
Druk op deze toets om het volume snel met
ongeveer 90% lager te zetten. Druk nog een
keer op deze toets om terug te keren naar
het oorspronkelijke volumeniveau.
k VOLUME
Druk op deze toets om het volume te verhogen of te verlagen.
l Laadsleuf voor de disc
Plaats een disc in de speler.
Los verkrijgbare
afstandsbediening
U kunt dit toestel ook met een optionele afstandsbediening bedienen.
Raadpleeg de handleiding van de afstandsbediening voor informatie over het gebruik van
de afstandsbediening.
g Openingsknop
Druk omlaag om het voorpaneel los te
maken.
h ANGLE (+/)-toets
Druk deze toets in om de hoek van het LCDpaneel te wijzigen.
i SOURCE-toets
Dit toestel wordt ingeschakeld zodra u een
signaalbron selecteert. Druk op deze toets
om alle signaalbronnen af te gaan.
j EJECT-toets
Druk op deze toets om een disc uit dit toestel te werpen.
14
Nl
1
Basishandelingen
Hoofdstuk
04
Toestel aanzetten en
signaalbron selecteren
1 Bronpictogram
Dit pictogram toont welke signaalbron is geselecteerd.
U kunt de signaalbron selecteren waarnaar u
wilt luisteren. Om naar de DVD-speler over te
schakelen, plaatst u een disc in het toestel en
schakelt u over naar DVD.
% Als u de toetsen op het aanraakpaneel
gebruikt, raakt u eerst het bronpictogram
aan en vervolgens de gewenste signaalbronnaam.
De namen van de signaalbronnen worden
weergegeven en de bronnen die u kunt selecteren worden gemarkeerd.
! DVD Ingebouwde DVD-speler
! S-DVD DVD-speler/multi-DVD-speler
! M-CD Multi-CD-speler
! TUNER Tuner
! TV Televisie
! iPod iPod
! AV AV-ingang
! EXT-1 Extern toestel 1
! EXT-2 Extern toestel 2
! AUX AUX
! DAB Digitale audio-uitzending
! NAVI Navigatiesysteem
! OFF Toestel uitzetten
# Als het bronpictogram niet wordt weergege-
ven, kunt u het weergeven door het scherm aan
te raken.
# Raak ESC aan om terug te keren naar het
weergavedisplay.
% Als u de toetsen gebruikt, drukt u op
SOURCE om een signaalbron te selecteren.
Druk meerdere keren op SOURCE om te schakelen tussen de volgende signaalbronnen:
DAB (digitale audio-uitzending)TUNER
(tuner)TV (televisie)AV (AV)DVD (ingebouwde DVD-speler)S-DVD (DVD-speler/
multi-DVD-speler)M-CD (multi-CD-speler)
obron niet veranderen:
Als er geen toestel dat overeenkomt met
de geselecteerde signaalbron op dit toestel
is aangesloten.
Als er geen disc in het toestel is geplaatst.
Als er geen disc in de DVD-speler is ge-
plaatst.
Wanneer er geen magazijn in de multi-CD-
speler zit.
Wanneer er geen magazijn in de multi-
DVD-speler zit.
Wanneer de AUX (extra ingangsaanslui-
ting) is uitgeschakeld (raadpleeg bladzijde
99).
Als de AV (AV-ingang) niet is ingesteld op
VIDEO (raadpleeg bladzijde 103).
Basishandelingen
15
Nl
Hoofdstuk
04
Basishandelingen
! Met een extern toestel wordt een Pioneer-pro-
duct (bijvoorbeeld een toekomstig product)
bedoeld waarvan u de basisfuncties kunt bedienen met het huidige toestel, hoewel het externe toestel niet als signaalbron kan worden
gebruikt. Er kunnen twee externe toestellen
met dit toestel worden bediend. Als er twee
toestellen zijn aangesloten, wordt de toewijzing van extern toestel 1 of extern toestel 2 automatisch uitgevoerd door dit toestel.
! Wanneer de blauw/witte draad van dit toestel
is aangesloten op de bedieningsaansluiting
van de automatische antenne van uw auto, zal
de antenne uitschuiven wanneer de signaalbron van dit toestel wordt ingeschakeld. Als u
de bron uitschakelt, wordt de antenne weer ingeschoven.
Als u een navigatie-eenheid van Pioneer gebruikt, wordt de antenne van de auto uitgeschoven. Het maakt daarbij niet uit of u het
toestel in- of uitschakelt.
Een disc plaatsen
% Plaats een disc in de laadsleuf.
Het afspelen zal automatisch beginnen.
! Als automatisch afspelen is ingeschakeld,
zal het toestel het DVD-menu annuleren en
het eerste hoofdstuk van de eerste titel automatisch afspelen. Raadpleeg Automa-tisch afspelen van DVDs op bladzijde 38.
# Druk op EJECT om een disc uit te werpen.
Opmerkingen
! De DVD-speler kan een standaard-disc van 12
cm of 8 cm (singeltje) afspelen. Gebruik geen
adapter als u discs van 8 cm afspeelt.
! Plaats geen andere dingen dan een disc in de
disc-laadsleuf. De discs die kunnen worden afgespeeld staan vermeld op Afspeelbare discs
op bladzijde 8.
! Als u een disc niet volledig kunt plaatsen of
niet begint te spelen als hij in de speler zit,
controleer dan of het label van de disc aan de
bovenkant zit. Druk op EJECT om de disc uit te
werpen en controleer de disc op beschadigingen voordat u de disc opnieuw plaatst.
! Als er een foutmelding zoals ERROR-02 wordt
weergegeven, raadpleegt u Foutmeldingen op
bladzijde 110.
! Als de boekenleggerfunctie is ingeschakeld,
gaat het afspelen van de DVD verder op het
geselecteerde punt. Zie Afspelen hervatten(Boekenlegger) op bladzijde 39 voor meer informatie.
Volume afstellen
% Gebruik VOLUME om de geluidssterkte
te regelen.
Met elke druk op VOLUME (+) of () wordt het
volume van de signaalbron verhoogd of verlaagd.
Toestel uitschakelen
% Als u de toetsen van het aanraakpaneel
gebruikt, raakt u eerst het bronpictogram
aan en vervolgens OFF.
# Als het bronpictogram niet wordt weergegeven, kunt u het weergeven door het scherm aan
te raken.
% Als u de toetsen gebruikt, moet u
SOURCE ingedrukt houden tot het toestel
uitgaat.
Het display achterin gebruiken
U kunt op het display achterin kijken naar
DVD/Video-CD/TV/AV.
16
Nl
Basishandelingen
Hoofdstuk
04
1 Druk op de toets A.MENU en raak vervolgens SETUP aan om de functienamen
voor de instellingen weer te geven.
2 Raak R.DISP op het instellingenmenu
aan om de geselecteerde signaalbron op
het display achterin weer te geven.
Raak R.DISP aan tot SOURCE op het display
verschijnt.
! SOURCE Weergave van de video van de
geselecteerde signaalbron op het display
achter
! NAVI De navigatiebeelden of AVG-VDP1
op het display achterin weergeven
Opmerking
Als er een navigatiesysteem of Vehicle Dynamics
Processor van Pioneer (AVG-VDP1) op dit toestel
is aangesloten, kunt u de navigatie of de AVGVDP1 op het display achterin weergeven. (Raadpleeg bladzijde 106.)
Navigatiebeelden weergeven
U kunt de navigatiekaart en het navigatiemenu
op dit display weergeven.
! U kunt deze functies alleen gebruiken als
er een navigatiesysteem van Pioneer is aangesloten op het toestel.
Navigatiekaart weergeven
% Druk op WIDE om de navigatiekaart
weer te geven.
# Als u heeft in- of uitgezoomd op de kaart,
keert u met een druk op deze toets terug naar de
kaart van uw omgeving.
Navigatiemenu weergeven
% Druk op ENTERTAINMENT (ENT) om het
navigatiemenu weer te geven als de navigatiekaart wordt weergegeven.
Naar de navigatiebeelden
overschakelen
% Druk op V.ADJ om de navigatiekaart op
het display weer te geven.
# Druk opnieuw op V.ADJ om terug te keren
naar de beelden van de signaalbronnen.
De AVG-VDP1 (Vehicle
Dynamics Processor van
Pioneer) weergeven
U kunt dit toestel gebruiken als weergavetoestel voor de AVG-VDP1 (apart leverbaar).
De AVG-VDP1 weergeven
% Druk op V.ADJ om de AVG-VDP1 op het
display weer te geven.
# Druk opnieuw op V.ADJ om terug te keren
naar de beelden van de signaalbronnen.
Opmerking
U kunt ook de toetsen WIDE en
ENTERTAINMENT (ENT) gebruiken als de AVG-
VDP1 wordt weergegeven. Raadpleeg de handleiding van de AVG-VDP1 voor meer informatie over
de bediening.
Basishandelingen
17
Nl
1
1
4
5
2
3
Hoofdstuk
04
Basishandelingen
Basisbediening van de toetsen
op het aanraakpaneel
De toetsen op het
aanraakpaneel activeren
1 Toetsen op het aanraakpaneel
Raak de toetsen aan om handelingen uit te
voeren.
1 Raak het scherm aan om de toetsen
van het aanraakpaneel die met de signaalbron overeenkomen te activeren.
De toetsen van het aanraakpaneel verschijnen
op het display.
# Raak d aan om naar de volgende toetsen van
het aanraakpaneel te gaan.
2 Raak ESC aan om de toetsen van het
aanraakpaneel te verbergen.
Opmerking
Als u de toetsen van het aanraakpaneel langer
dan 30 seconden niet gebruikt, worden de toetsen automatisch verborgen.
Menu bedienen
1 FUNCTION-toets
Raak deze toets aan om functies voor de signaalbron te selecteren.
2 AUDIO-toets
Raak deze toets aan om te kiezen uit de diverse mogelijkheden voor de geluidskwaliteit.
3 SETUP-toets
Raak deze toets aan om te kiezen uit de diverse instellingsfuncties.
4 BACK-toets
Raak deze toets aan om terug te keren naar
het vorige display.
5 ESC-toets
Raak deze toets aan om bediening van de
functies te annuleren.
1 Druk op de toets A.MENU om MENU
weer te geven.
MENU verschijnt op het display.
18
2 Raak de gewenste toets aan om de
namen van de functies die u wilt gebruiken
weer te geven.
# Raak NEXT aan om naar de volgende groep
functienamen te gaan.
# Raak PREV aan om naar de vorige groep func-
tienamen te gaan.
Nl
Basishandelingen
Hoofdstuk
04
3 Raak ESC aan om terug te keren naar
het display van een signaalbron.
Opmerking
Als u niet binnen ongeveer 30 seconden een
functiehandeling uitvoert, wordt automatisch teruggekeerd naar het weergavedisplay.
LCD-paneel openen en sluiten
Het LCD-paneel wordt automatisch geopend
of gesloten als de contactschakelaar in of uit
wordt geschakeld. U kunt het automatisch
openen/sluiten uitschakelen. (Raadpleeg bladzijde 105.)
! Sluit het LCD-paneel niet met kracht met
uw handen. Dat kan storingen veroorzaken.
! De functie automatisch openen/sluiten be-
dient het display als volgt.
Als de contactschakelaar UIT wordt ge-
schakeld terwijl het LCD-paneel open is,
zal het LCD-paneel na zes seconden
sluiten.
Als de contactschakelaar weer IN wordt
geschakeld (of op ACC wordt gezet),
opent het LCD-paneel automatisch.
Als u het voorpaneel verwijdert of beves-
tigt, zal het LCD-paneel automatisch
sluiten of openen. (Raadpleeg bladzijde
22.)
! Als de contactschakelaar UIT wordt gezet
nadat het LCD-paneel is gesloten, gaat het
LCD-paneel niet opnieuw open als u de
contactschakelaar weer inschakelt (of op
ACC zet). Druk in dat geval op
OPEN/CLOSE om het LCD-paneel te openen.
! Als u het LCD-paneel sluit, controleer dan
of het volledig is gesloten. Als het LCD-paneel halverwege is gestopt, kan er schade
ontstaan als u het zo laat staan.
% Druk op OPEN/CLOSE om het LCD-paneel te openen.
# Druk opnieuw op OPEN/CLOSE om het LCD-
paneel te sluiten.
Basishandelingen
Hoek van het LCD-paneel afstellen
Belangrijk
! Als u het LCD-paneel tegen de console of het
dashboard van de auto hoort tikken, moet u
op ANGLE () drukken om het LCD-paneel
iets naar voren te brengen.
! Als u de hoek van het LCD-paneel aanpast,
moet u op ANGLE (+/) drukken. Als u het
LCD-paneel met kracht met de hand aanpast,
kan dit het beschadigen.
% Druk op ANGLE (+/) om het LCD-pa-
neel zo af te stellen dat het aangenaam is
om naar te kijken.
De hoek van het LCD-paneel blijft veranderen
zolang u ANGLE (+/) ingedrukt houdt.
# De afgestelde hoek van het LCD-paneel wordt
opgeslagen en automatisch opgevraagd als het
LCD-paneel weer wordt geopend.
LCD-paneel horizontaal draaien
Als het LCD-paneel rechtop staat en de bediening van de airconditioning belemmert, kan
het paneel tijdelijk horizontaal worden gedraaid.
19
Nl
Hoofdstuk
04
Basishandelingen
% Druk op FLIP DOWN om het LCD-paneel
horizontaal te draaien.
# Druk opnieuw op FLIP DOWN om terug te
keren naar de originele stand.
# Het LCD-paneel gaat 10 seconden na de bediening automatisch terug in de originele positie.
Dat wordt met piepjes aangegeven.
Breedbeeldstand wijzigen
U kunt de gewenste vergrotingsmodus voor
een beeld van 4:3 naar 16:9 selecteren.
% Druk op WIDE om de gewenste instelling te selecteren.
Druk meerdere keren op WIDE om te schakelen tussen de volgende instellingen:
FULL (volledig)JUST (passend)CINEMA
(cinema)ZOOM (zoom)NORMAL (normaal)
# Als er een navigatiesysteem van Pioneer op dit
toestel is aangesloten, drukt u op WIDE en houdt
u deze toets ingedrukt om de gewenste instelling
te selecteren. Druk herhaaldelijk op WIDE en
houd de toets ingedrukt om tussen de instellingen over te schakelen.
FULL (volledig)
Een beeld van 4:3 wordt alleen horizontaal vergroot, waardoor u een TV-beeld van 4:3 (normaal
beeld) krijgt zonder weggevallen delen.
JUST (passend)
Het beeld wordt iets vergroot in het midden en de
vergroting neemt horizontaal toe tot de uiteinden,
waardoor u een beeld van 4:3 krijgt zonder dat
het beeld ongelijk aan doet, ook niet bij breedbeeld.
en ZOOM in verticale richting. Dit is ideaal voor
een bioscoopbeeld (breedbeeld) waarbij de ondertiteling buiten het beeld valt.
ZOOM (zoom)
Een beeld van 4:3 wordt in dezelfde verhouding
vergroot, zowel verticaal als horizontaal; ideaal
voor bioscoopbeeld (breedbeeld).
NORMAL (normaal)
Het beeld van 4:3 wordt weergegeven zoals het is;
het beeld wordt niet ongelijk omdat de verhoudingen gelijk zijn aan die voor normaal beeld.
Opmerkingen
! Voor elke videobron kunnen andere instellin-
gen worden opgeslagen.
! Als u een video bekijkt op breedbeeldformaat
terwijl dit niet het normale beeldformaat is,
kan het beeld er anders uitzien.
! Onthoud dat als u de breedbeeldmodus van
dit systeem voor commerciële of openbare vertoningen gebruikt, dit een inbreuk kan zijn op
de auteursrechten die door de wet worden beschermd.
! Het beeld wordt korrelig als het beeld in de
modus CINEMA of ZOOM wordt bekeken.
! Het beeld van de navigatiekaart en de achter-
uitrijdcamera is altijd FULL.
Beeldinstellingen aanpassen
U kunt BRIGHT (helderheid), CONTRAST (contrast), COLOR (kleur) en HUE (tint) voor elke
bron en de achteruitrijdcamera aanpassen.
CINEMA (cinema)
Het beeld wordt in dezelfde verhouding vergroot
als FULL of ZOOM in de horizontale richting en
in een tussenliggende verhouding tussen FULL
20
Nl
Basishandelingen
Hoofdstuk
04
! De aanpassingen van BRIGHT en
CONTRAST worden apart opgeslagen voor
licht omgevingslicht (overdag) en donker
omgevingslicht (s avonds). Er wordt een
zon
of maanlinks van respectievelijk
BRIGHT en CONTRAST weergegeven, terwijl de omgevingslichtsensor bepaalt hoe
licht of donker het is.
! U kunt HUE niet voor PAL-video aanpassen.
! U kunt COLOR of HUE niet voor de audio-
signaalbron aanpassen.
1 Houd V.ADJ ingedrukt om
PICTURE ADJUST weer te geven.
Druk op V.ADJ tot PICTURE ADJUST op het
display verschijnt.
2 Raak één van de volgende toetsen op
het aanraakpaneel aan om de aan te passen functie te selecteren.
De functienamen voor de afstellingen worden
weergegeven en de aanpassingen die u kunt
selecteren zijn gemarkeerd.
! BRIGHT Zwarte intensiteit afstellen
! CONTRAST Contract afstellen
! COLOR Kleurintensiteit afstellen
! HUE De kleurtoon afstellen (rood of groen
wordt benadrukt)
! DIMMER Helderheid van de weergave af-
stellen
! BACK-CAMERA Weergave voor beeldaf-
stelling voor de achteruitrijdcamera inschakelen
# U kunt de beeldafstelling voor de achteruitrijdcamera alleen aanpassen als B-CAM is ingeschakeld. (Raadpleeg Instelling voorachteruitrijdcamera op bladzijde 103.)
# Bij sommige achteruitrijdcameras kan het
beeld niet worden aangepast.
3 Raak c of d aan en pas het geselecteerde item aan.
Telkens als u c of d aanraakt, wordt het niveau van het geselecteerde item hoger of
lager. Waarden tussen +24 24 zullen op het
display verschijnen terwijl het niveau wordt
verhoogd of verlaagd.
4 Raak ESC aan om de toetsen van het
aanraakpaneel te verbergen.
Dimmer aanpassen
Het aanpassen van DIMMER wordt apart voor
elk omgevingslicht opgeslagen; overdag,
avond en nacht. De helderheid van het LCDscherm wordt automatisch op het optimale niveau ingesteld aan de hand van het omgevingslicht op basis van de instellingswaarden.
1 Houd V.ADJ ingedrukt om
PICTURE ADJUST weer te geven.
Druk op V.ADJ tot PICTURE ADJUST op het
display verschijnt.
2 Raak DIMMER aan.
Het niveau van het omgevingslicht dat wordt
gebruikt als standaard voor de aanpassing van
DIMMER verschijnt boven de niveaubalk.
! Rode zon De helderheid voor helder
omgevingslicht aanpassen (overdag)
! Witte zon
omgevingslicht aanpassen (avond)
! Blauwe maan
omgevingslicht aanpassen (nacht)
3 Raak c of d aan en pas de helderheid
aan.
Telkens als u c of d aanraakt, verplaatst u de
toets naar links of naar rechts.
Het niveau geeft de helderheid aan van het
scherm dat wordt aangepast. Hoe verder de
toets naar rechts gaat, hoe helderder het
scherm wordt.
4 Raak ESC aan om de toetsen van het
aanraakpaneel te verbergen.
Helderheid voor gemiddeld
Helderheid voor donker
Basishandelingen
21
Nl
Hoofdstuk
04
Basishandelingen
Opmerking
De pictogrammen die het huidige omgevingslicht
aangeven worden gebruikt om BRIGHT en
CONTRAST in te stellen. Dit kan iets afwijken van
DIMMER.
Openingsknop
Het toestel tegen diefstal
beveiligen
Het voorpaneel kan van het hoofdtoestel worden verwijderd om dieven te ontmoedigen.
! Als het voorpaneel niet binnen vijf secon-
den na het uitschakelen van het contact
van het hoofdtoestel is verwijderd, zal er
een waarschuwingstoon klinken.
! U kunt deze waarschuwingstoon uitschake-
len. Zie Waarschuwingstoon in-/uitschake-len op bladzijde 99.
Belangrijk
! Bij het verwijderen en aanbrengen van het
voorpaneel mag u in geen geval kracht zetten
of het display en de toetsen vastgrijpen.
! Stel het voorpaneel niet bloot aan te grote
schokken.
! Houd het voorpaneel uit de buurt van direct
zonlicht en hoge temperaturen.
! Indien verwijderd moet het voorpaneel worden
teruggeplaatst voordat u de auto start.
Voorpaneel verwijderen
% Druk de openingsknop omlaag en
maak het voorpaneel los.
Pak het niet te stevig vast, laat het voorpaneel
niet vallen en bescherm het tegen water of andere vloeistoffen om permanente schade te
voorkomen.
Voorpaneel bevestigen
% Plaats het voorpaneel terug door het
rechtop tegen het apparaat te houden en
het stevig in de bevestigingshaak te
klemmen.
22
Nl
1
2
4
3
6
7
5
Tuner
Hoofdstuk
05
Naar de radio luisteren
Dit zijn de basisstappen voor de bediening van
de radio. Vanaf bladzijde 25 wordt de meer geavanceerde bediening van de tuner uitgelegd.
De AF-functie van dit toestel (zoeken naar alternatieve frequenties) kan worden in- en uitgeschakeld. Bij normale bediening van de
tuner moet de AF uit staan (raadpleeg bladzijde 28).
1 Bronpictogram
Dit pictogram toont welke signaalbron is geselecteerd.
2 Frequentiebandindicator
Deze toont op welke frequentieband de
radio is afgestemd: MW, LW of FM.
3 Voorkeuzenummerindicator
Deze geeft aan welke voorkeuzezender is geselecteerd.
4 Frequentie-indicator
Deze toont de frequentie waarop u heeft afgestemd.
5 Weergave van de voorkeuzelijst
Deze toont de voorkeuzelijst.
6 LOCAL-indicator
Deze toont of automatisch afstemmen op lokale zenders is ingeschakeld.
7 STEREO-indicator
Deze toont of de frequentie waarop u heeft
afgestemd in stereo uitzendt.
1 Raak het bronpictogram aan en raak
daarna TUNER aan om de tuner te selecteren.
2 Raak het scherm aan om de toetsen op
het aanraakpaneel weer te geven.
3 Raak BAND aan en selecteer een frequentieband.
Raak BAND aan tot u de gewenste frequentieband op het display ziet verschijnen; FM1,
FM2, FM3 voor FM of MW/LW.
4 Raak om een voorkeuzezender uit de
lijst te selecteren de gewenste zender aan.
De voorkeuzezender die u heeft geselecteerd
wordt afgestemd.
# Raak LIST aan als de lijst met voorkeuzezen-
ders niet wordt weergegeven.
5 Raak c of d even aan om handmatig af
te stemmen.
De frequenties worden stap voor stap verhoogd of verlaagd.
# Door de toetsen c en d in te drukken kunt u
ook handmatig afstemmen.
6 Om automatisch afstemmen te gebruiken raakt u c of d ongeveer een seconde
aan.
De tuner zal nu zelf de frequenties in de aangegeven richting afzoeken tot er een uitzending gevonden wordt die sterk genoeg is voor
een goede ontvangst.
# U kunt het automatisch afstemmen annuleren
door c of d even aan te raken.
Tuner
23
Nl
Hoofdstuk
05
Tuner
# Als u c of d blijft aanraken, kunt u zenders
overslaan. Automatisch afstemmen begint als u
de toets loslaat.
# Door de toetsen c en d ingedrukt te houden
kunt u ook automatisch afstemmen.
Opmerking
Als u de toetsen van het aanraakpaneel langer
dan 30 seconden niet gebruikt, worden de toetsen automatisch verborgen.
Frequenties van zenders
opslaan en oproepen
Als u één van de voorkeuzetoetsen P1P6
aanraakt, kunt u heel eenvoudig maximaal zes
zenderfrequenties opslaan zodat u deze later
weer kunt oproepen door een toets aan te
raken.
% Wanneer u heeft afgestemd op een frequentie die u in het geheugen wilt opslaan, raakt u één van de
voorkeuzetoetsen P1P6 aan tot het voorkeuzenummer stopt met knipperen.
Het nummer dat u heeft aangeraakt, gaat
knipperen in de voorkeuzenummerindicator
en blijft daarna branden. De frequentie van de
geselecteerde radiozender is in het geheugen
opgeslagen.
Wanneer u hierna dezelfde voorkeuzetoets
aanraakt, zal de opgeslagen frequentie uit het
geheugen worden opgeroepen.
# Als de toetsen van het aanraakpaneel niet
worden weergegeven, kunt u ze weergeven door
het scherm aan te raken.
# Als P1P6 niet worden weergegeven, kunt u
ze weergeven door LIST aan te raken.
Opmerkingen
! Er kunnen maximaal 18 FM-zenders, zes voor
elk van de drie FM-frequentiebanden, en zes
MW/LW-zenders in het geheugen worden opgeslagen.
! U kunt ook de toetsen a en b gebruiken om
de radiozenderfrequenties die aan de voorkeuzetoetsen P1P6 zijn toegewezen op te
roepen.
24
Nl
1
Tuner
Hoofdstuk
05
Inleiding tot bediening van de
geavanceerde tunerfuncties
1 Functiedisplay
Deze toont de functienamen.
1 Druk op de toets A.MENU om MENU
weer te geven.
MENU verschijnt op het display.
2 Raak FUNCTION aan om de namen van
de functies weer te geven.
De functienamen worden weergegeven en de
functienamen die u kunt selecteren zijn gemarkeerd.
# Raak BACK aan om terug te keren naar het vo-
rige display.
# Raak ESC aan om terug te keren naar het fre-
quentiedisplay.
Opmerking
Als u niet binnen ongeveer 30 seconden een
functiehandeling uitvoert, gaat het display automatisch terug naar de frequentieweergave.
Op sterke signalen afstemmen
Met de functie voor automatisch afstemmen
op lokale zenders kunt u het toestel uitsluitend
laten afstemmen op zenders met een signaal
dat sterk genoeg is voor een goede ontvangst.
1 Raak LOCAL aan op het functiemenu.
2 Raak a aan om het automatisch afstemmen op lokale zenders in te schakelen.
# Raak b aan om automatisch afstemmen op
lokale zenders uit te schakelen.
3 Raak c of d aan om de gevoeligheid in
te stellen.
Er zijn vier gevoeligheidsniveaus voor FM en
twee voor MW/LW:
FM: 1234
MW/LW: 12
De 4-instelling zal alleen afstemmen op de allersterkste zenders, terwijl er bij lagere instellingen ook afgestemd zal worden op steeds
zwakkere zenders.
Frequenties van de sterkste
zenders opslaan
Met de functie BSM (geheugen voor de sterkste zenders) kunt u automatisch de zes sterkste zenders laten opslaan onder de
voorkeuzetoetsen P1P6, zodat u later met
een druk op de juiste toets kunt afstemmen op
één van de opgeslagen frequenties.
% Raak BSM op het functiemenu aan om
BSM (Best Stations Memory) in te schakelen.
BSM begint te knipperen. Als BSM knippert,
worden de zes sterkste zenderfrequenties opgeslagen onder voorkeuzetoetsen P1P6 in
de volgorde van de sterkte van het signaal. Als
dit is gebeurd, stopt BSM met knipperen.
# Raak BSM nogmaals aan om het opslaan te
annuleren.
Tuner
25
Nl
Hoofdstuk
05
Tuner
Opmerking
Het is mogelijk dat de via de BSM-functie opgeslagen zenders eerdere door uzelf onder de toetsen P1P6 opgeslagen zenders vervangen.
26
Nl
4
5
2
3
1
RDS
Hoofdstuk
06
Inleiding RDS-bediening
RDS (radiodatasysteem) is een systeem voor
het geven van informatie tijdens FM-uitzendingen. Deze onhoorbare informatie maakt functies zoals programmaservicenaam,
programmatype, verkeersberichten stand-by
en automatisch afstemmen mogelijk. Zo wordt
het radioluisteraars gemakkelijker gemaakt de
gewenste zender te vinden.
1 Lijst met voorkeuzezenders
Deze toont het voorkeuzenummer en de
naam van het uitgezonden programma (programmaservicenaam).
! Als het signaal te zwak is en het toestel
de informatie over de programmaservicenaam niet kan ontvangen, dan wordt de
uitzendingsfrequentie weergegeven.
2 Programmaservicenaam
Toont de naam van het programma.
3 NEWS-indicator
Deze verschijnt wanneer het gekozen
nieuwsprogramma wordt ontvangen.
4 TRFC-indicator
Geeft aan of er is afgestemd op een TP-zender.
5 TEXT-indicator
Deze verschijnt wanneer de radiotekst wordt
ontvangen.
1 Druk op de toets A.MENU om MENU
weer te geven.
MENU verschijnt op het display.
2 Raak FUNCTION aan om de namen van
de functies weer te geven.
De functienamen worden weergegeven en de
functienamen die u kunt selecteren zijn gemarkeerd.
# Raak BACK aan om terug te keren naar het vo-
rige display.
# Raak ESC aan om terug te keren naar het fre-
quentiedisplay.
Opmerkingen
! Als u niet binnen ongeveer 30 seconden een
functiehandeling uitvoert, gaat het display automatisch terug naar de frequentieweergave.
! Het is mogelijk dat niet alle zenders RDS-dien-
sten leveren.
! RDS-functies zoals AF en TA werken alleen
wanneer u heeft afgestemd op een RDSzender.
Weergave RDS-display
wijzigen
Als u afstemt op een RDS-zender, wordt de
programmaservicenaam op de informatiebalk
weergegeven. U kunt desgewenst ook de frequentie laten weergeven.
% Raak DISP aan.
Raak herhaaldelijk DISP aan om over te schakelen tussen de volgende instellingen:
PTY (PTY-informatie)frequentie
Meer over PTY-informatie (ID-code programmatype) kunt u vinden op bladzijde 32.
RDS
27
Nl
Hoofdstuk
06
RDS
# Als de PTY-code nul van een zender wordt
ontvangen of als het signaal te zwak is zodat het
toestel geen PTY-code kan ontvangen, kunt u de
weergave van PTY-informatie niet inschakelen.
Als u weergave van PTY-informatie heeft geselecteerd, blijft het display in dat geval leeg.
Alternatieve frequenties
kiezen
Als u naar een uitzending aan het luisteren
bent en de ontvangst wordt zwakker of er doen
zich andere problemen voor, dan zal het toestel automatisch op zoek gaan naar een andere zender in hetzelfde netwerk die een
betere ontvangst oplevert.
! De AF-functie is standaard ingeschakeld.
% Raak AF op het functiemenu aan om AF
in te schakelen.
# Raak AF nogmaals aan om AF uit te schake-
len.
Opmerkingen
! Bij automatisch afstemmen of gebruik van de
BSM-functie wordt er alleen afgestemd op
RDS-zenders als AF is ingeschakeld.
! Als u een voorkeuzezender oproept, kan de
tuner de voorkeuzezender bijwerken met een
nieuwe frequentie van de AF-lijst van de zender. (Dit is alleen mogelijk als u voorkeuzezenders op de banden FM1 of FM2 gebruikt.) Er
verschijnen geen voorkeuzenummers op het
display als de RDS-gegevens van de ontvangen zender afwijken van de oorspronkelijk opgeslagen zender.
! Het is mogelijk dat de geluidsweergave tijde-
lijk wordt onderbroken door een ander programma terwijl de AF-functie aan het zoeken
is.
! De AF-functie kan voor elke FM-frequentie-
band afzonderlijk worden in- of uitgeschakeld.
PI-zoeken gebruiken
Als het toestel geen geschikte alternatieve frequentie kan vinden of als u naar een uitzending luistert en de ontvangst wordt slecht, dan
zoekt het toestel automatisch een andere zender met dezelfde programmering. Tijdens het
zoeken wordt PI SEEK weergegeven en wordt
het volume gedempt. Het dempen wordt onderbroken nadat PI-zoeken is voltooid. Het
maakt daarbij niet uit of er een andere zender
is gevonden of niet.
PI-zoeken voor
voorkeuzezenders gebruiken
Wanneer een voorkeuzezender niet kan worden opgeroepen, bijvoorbeeld wanneer u een
grote afstand heeft afgelegd, kan het toestel
zo worden ingesteld dat ook bij het oproepen
van een voorkeuzezender de PI-zoekfunctie zal
worden uitgevoerd.
! De automatische PI-zoekfunctie is stan-
daard uitgeschakeld. Zie Aan- en uitzettenvan de automatische PI-zoekfunctie op bladzijde 98.
Alleen zenders met regionale
programmering zoeken
Wanneer u de AF-functie gebruikt om automatisch alternatieve frequenties te zoeken, kunt u
met de regionale functie het zoeken beperken
tot zenders die regionale programmas uitzenden.
% Raak REGION op het functiemenu aan
om de regionale functie in te schakelen.
# Raak REGION nogmaals aan om de regionale
functie uit te schakelen.
28
Nl
RDS
Hoofdstuk
06
Opmerkingen
! Regionale programmering en regionale net-
werken kunnen per land anders georganiseerd zijn (er kunnen bijv. veranderingen
optreden afhankelijk van de tijd, de staat of
het ontvangstgebied).
! Het voorkeuzenummer kan verdwijnen van het
display als de tuner afstemt op een regionale
zender die afwijkt van de oorspronkelijk gekozen zender.
! De regionale functie kan voor elk van de FM-
frequentiebanden afzonderlijk worden in- of
uitgeschakeld.
Verkeersberichten ontvangen
Met TA (stand-by voor verkeersberichten) kunt
u automatisch verkeersberichten ontvangen,
ongeacht de signaalbron waarnaar u aan het
luisteren bent. TA kan voor zowel een TP-zender (een zender die verkeersberichten uitzendt) als een uitgebreide TP-zender van een
ander netwerk (een zender met informatie die
verwijst naar andere TP-zenders) worden geactiveerd.
3 Regel het TA-volume met VOLUME
wanneer er een verkeersbericht begint.
Het ingestelde volume zal worden opgeslagen
in het geheugen en opnieuw worden gebruikt
bij de volgende verkeersberichten.
4 Druk op TA/NEWS terwijl er een verkeersbericht wordt ontvangen om het bericht te annuleren.
De tuner zal terugkeren naar de oorspronkelijk
ingestelde signaalbron maar blijft in de standby-modus tot er nog een keer op TA/NEWS
wordt gedrukt.
# U kunt het bericht ook annuleren door op
SOURCE, BAND/ESC, a, b, c of d te drukken
terwijl er een verkeersbericht wordt ontvangen.
Opmerkingen
! Het systeem zal terugkeren naar de oorspron-
kelijke signaalbron wanneer het verkeersbericht is afgelopen.
! Bij automatisch afstemmen of gebruik van de
BSM-functie zal er alleen worden afgestemd
op TP en de TP-zenders van een ander, uitgebreid netwerk wanneer TA is ingeschakeld.
RDS
1 Stem af op een TP of de TP-zender van
een ander, uitgebreid netwerk.
Wanneer u heeft afgestemd op een TP of de
TP-zender van een ander, uitgebreid netwerk,
zal de TRFC-indicator gaan branden.
2 Druk op de toets TA/NEWS om standby voor verkeersberichten in te schakelen.
dTRFC zal op het display verschijnen. De
tuner staat stand-by voor verkeersberichten.
# Als u een TA-functie heeft ingeschakeld terwijl
er geen TP-zender of TP-zender van een ander netwerk is ingeschakeld, gaat alleen T in de TRFC-indicator branden.
# Druk nogmaals op TA/NEWS om stand-by
voor verkeersberichten weer uit te schakelen.
PTY-functies gebruiken
U kunt afstemmen op een zender met behulp
van PTY-informatie (programmatype).
RDS-zender via PTY-informatie
zoeken
U kunt naar algemene soorten uitzendingen
laten zoeken, zoals opgesomd op bladzijde 32.
1 Raak PTY aan op het functiemenu.
2 Raak c of d aan en selecteer een programmatype.
Er zijn vier programmatypen:
Nl
29
Hoofdstuk
06
RDS
News&InfPopularClassicsOthers
3 Raak a aan om het zoeken te laten beginnen.
Als u a aanraakt, begint de programmatypenaam op het display te knipperen. Het toestel
zoekt een zender die dat programmatype uitzendt.
# Raak b opnieuw aan om het zoeken te annu-
leren.
Opmerkingen
! De programmas van bepaalde zenders kun-
nen afwijken van de programmas die door de
PTY-code worden aangegeven.
! Als er geen zender gevonden kan worden die
een programma van het gewenste type uitzendt, zal NOT FOUND ongeveer twee seconden lang op het display getoond worden,
waarna de tuner terugkeert naar de oorspronkelijke zender.
Onderbreking door
nieuwsberichten gebruiken
Als er een nieuwsprogramma wordt uitgezonden door een nieuwszender met PTY-code, kan
het toestel van elke zender overschakelen naar
de nieuwszender. Als het nieuwsprogramma is
afgelopen, gaat het toestel terug naar het vorige programma.
% Houd de toets TA/NEWS ingedrukt om
de onderbreking door nieuwsberichten in
te schakelen.
Druk op TA/NEWS totdat dNEWS of N op het
display verschijnt.
# Houd TA/NEWS wederom ingedrukt om de
onderbreking van het nieuwsprogramma uit te
schakelen.
# Een nieuwsprogramma kunt u annuleren door
op TA/NEWS te drukken.
# U kunt het nieuwsprogramma ook annuleren
door op SOURCE, BAND/ESC, a, b, c of d te
drukken terwijl het nieuwsprogramma wordt uitgezonden.
PTY-nooduitzendingen ontvangen
PTY-alarm is een speciale PTY-code voor het
aankondigen van noodgevallen, zoals natuurrampen. Als de tuner de radioalarmcode ontvangt, verschijnt ALARM op het display en
gaat het volume naar het TA-volume. Als de
uitzending van het noodbericht van de zender
is afgelopen, gaat het systeem terug naar de
oorspronkelijke signaalbron.
! Een noodbericht kunt u annuleren door op
TA/NEWS te drukken.
! U kunt een noodbericht ook annuleren
door op de toets SOURCE of BAND/ESC te
drukken.
Radiotekst gebruiken
Deze tuner is in staat radiotekst die wordt uitgezonden door RDS-zenders, bijvoorbeeld zendergegevens, de titel van het uitgezonden
muziekfragment en de naam van de artiest, op
het display weer te geven.
! De tuner slaat automatisch de drie laatst
ontvangen radiotekstuitzendingen in het
geheugen op, waarbij de tekst van de minst
recente uitzending door de nieuwe tekst zal
worden vervangen.
Radiotekst weergeven
U kunt de radiotekst die op dit moment wordt
ontvangen en de drie meest recente radiotekstuitzendingen op het display laten verschijnen.
30
Nl
Loading...
+ 94 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.