Pioneer AVHP5700DVD User Manual [nl]

Bedieningshandleiding
AV-ontvanger-DVD/speler met display van 6,5 inch
AVH-P5700DVD
Nederlands
Inhoud
Hartelijk dank voor het aanschaffen van dit Pioneer­product.
Lees de instructies in deze handleiding goed door zodat u weet hoe het model werkt. Als u de instructies heeft gelezen, bewaart u deze handleiding op een veilige
Basisbediening van de toetsen op het
Lees dit in elk geval
! Afspeelbare discs 8 ! Regionummers voor DVD-video 9 ! Als een handeling onmogelijk is 12
aanraakpaneel 18 LCD-paneel openen en sluiten 19 Breedbeeldstand wijzigen 20 Beeldinstellingen aanpassen 20 Het toestel tegen diefstal beveiligen 22
Voorzorgsmaatregelen
BELANGRIJKE
VEILIGHEIDSMAATREGELEN 6 Veilig rijden 6 Leeg raken van de accu voorkomen 7
Voor u begint
Informatie over dit toestel 8 Informatie over deze handleiding 9 Bij problemen 9 Kenmerken 10 Over WMA 11 Bescherming van het LCD-scherm 11 Op de juiste manier naar een LCD-scherm
kijken 12 Markeringen op DVDs 12 De microprocessor resetten 12
Wat is wat
Hoofdtoestel 13 Los verkrijgbare afstandsbediening 14
Basishandelingen
Toestel aanzetten en signaalbron
selecteren 15 Een disc plaatsen 16 Volume afstellen 16 Toestel uitschakelen 16 Het display achterin gebruiken 16 Navigatiebeelden weergeven 17 De AVG-VDP1 (Vehicle Dynamics Processor
van Pioneer) weergeven 17
Tuner
Naar de radio luisteren 23 Frequenties van zenders opslaan en
oproepen 24
Inleiding tot bediening van de geavanceerde
tunerfuncties 25 Op sterke signalen afstemmen 25 Frequenties van de sterkste zenders
opslaan 25
RDS
Inleiding RDS-bediening 27 Weergave RDS-display wijzigen 27 Alternatieve frequenties kiezen 28 Verkeersberichten ontvangen 29 PTY-functies gebruiken 29 Radiotekst gebruiken 30 PTY-lijst 32
DVD-videos afspelen
DVDs bekijken 33 DVD-menu bedienen 34 Naar de vorige of volgende titel gaan 34 Afspelen stoppen 34 Het afspelen van een DVD-video
onderbreken 35 Beeld voor beeld afspelen 35 In slowmotion afspelen 35 Bepaalde scène zoeken en op een bepaald
tijdstip laten afspelen 35 Audiotaal wijzigen tijdens het afspelen
(Multi-audio) 36
2
Nl
Inhoud
Ondertitelingstaal wijzigen tijdens het
afspelen (Multi-ondertiteling) 37
Camerahoek tijdens het afspelen wijzigen
(Multihoek) 37 Naar een bepaalde scène terugkeren 38 Automatisch afspelen van DVDs 38 Inleiding tot bediening van de geavanceerde
DVD video-functies 38 Herhaald afspelen 39 Audio-uitgangssignaal selecteren 39 Afspelen hervatten (Boekenlegger) 39
Video-CDs afspelen
Video-CDs bekijken 40 Afspelen stoppen 41 Het afspelen van een Video-CD
onderbreken 41 Beeld voor beeld afspelen 41 In slowmotion afspelen 41 Bepaalde scène zoeken en op een bepaald
tijdstip laten afspelen 42 PBC-weergave 42 Inleiding tot bediening van de geavanceerde
Video-CD-functies 43 Herhaald afspelen 43 Audio-uitgangssignaal selecteren 43
CDs afspelen
Naar een CD luisteren 44 Afspelen stoppen 45 Het afspelen van een CD onderbreken 45 Gewenst fragment zoeken 45 CD TEXT-functies gebruiken 45 Inleiding tot bediening van de geavanceerde
CD-functies 46 Herhaald afspelen 46 Fragmenten in willekeurige volgorde
afspelen 46 Fragmenten op een CD scannen 46
Disctitels invoeren 47 Fragmenten uit de lijst met fragmenttitels
selecteren 48
MP3/WMA afspelen
Naar MP3/WMA luisteren 49 Afspelen stoppen 50 Afspelen van MP3/WMA onderbreken 51 De informatielijst van MP3/WMA-bestanden
weergeven 51
Inleiding voor de geavanceerde bediening
van de ingebouwde DVD-speler (MP3/
WMA) 52 Herhaald afspelen 52 Fragmenten in willekeurige volgorde
afspelen 52 Mappen en fragmenten scannen 53
Multi-CD-speler
Naar een CD luisteren 54 Het afspelen van een CD onderbreken 55 CD TEXT-functies gebruiken 55 Multi-CD-speler met 50 discs 55 Inleiding voor geavanceerde bediening van
de multi-CD-speler 56 Herhaald afspelen 56 Fragmenten in willekeurige volgorde
afspelen 56 CDs en fragmenten scannen 57 ITS-speellijsten gebruiken 57 Functies voor disctitels gebruiken 58 Fragmenten uit de lijst met fragmenttitels
selecteren 59 Compressie en extra basversterking
gebruiken 59
DAB-tuner
Naar de DAB-tuner luisteren 61 DAB-display overschakelen 62
3
Nl
Inhoud
Frequenties van zenders opslaan en
oproepen 62 Dynamisch label gebruiken 63 Inleiding tot bediening van de geavanceerde
functie van de DAB-tuner 63 Onderbreking van de berichtondersteuning
instellen 63 Services uit de beschikbare servicelijst
selecteren 64 Services via beschikbare PTY-informatie
zoeken 64 Naar primaire of secundaire
servicecomponent overschakelen 65 Naar Service opvolgen overschakelen 65
TV-tuner
Televisie kijken 66 Zenders opslaan en oproepen 67 Inleiding tot de bediening van de
geavanceerde functies van de TV-
tuner 67 Sterkste zenders op volgorde opslaan 68 Landengroep selecteren 68
DVD-speler
Disc afspelen 69 Disc selecteren 69 Het afspelen van een disc onderbreken 70 Inleiding tot bediening van de geavanceerde
functies van de DVD-speler 70 Herhaald afspelen 70 Fragmenten in willekeurige volgorde
afspelen 71 Fragmenten op een CD scannen 71 ITS-speellijsten gebruiken 71 Functies voor disctitels gebruiken 71
Songs op de iPod afspelen
Naar songs op de iPod luisteren 72
Naar een song bladeren 72 Een song onderbreken 73 Tekstinformatie op de iPod weergeven 73 Herhaald afspelen 73 Songs in willekeurige volgorde afspelen
(shuffle) 73
Audio-instellingen
Inleiding audio-instellingen 75 Balansinstelling gebruiken 75 Equalizer gebruiken 76 Lage en hoge tonen aanpassen 77 Loudness-functie aanpassen 78 Uitgangssignaal van de subwoofer
gebruiken 78 Nonfading uitgangssignaal gebruiken 79 High-passfilter gebruiken 79 Niveau van de signaalbron aanpassen 79 Equalizercurven compenseren (EQ-EX) 80
Digitale signalenverwerker (DSP)
Inleiding DSP-aanpassingen 81 Geluidsbereikregeling (SFC) gebruiken 82 Positiekeuze gebruiken 82 Balansinstelling gebruiken 83 Niveau van de signaalbron aanpassen 83 Dynamisch-bereikregeling gebruiken 83 Functie down-mix gebruiken 84 Direct Control gebruiken 84 Dolby Pro Logic II gebruiken 84 Luidsprekerinstelling instellen 85 Een kantelfrequentie selecteren 87 Uitgangssignaalniveau van de luidsprekers
aanpassen 87 Uitgangssignaalniveau van de luidsprekers
met een testtoon aanpassen 88 Tijduitlijning gebruiken 88 Equalizer gebruiken 89 Auto-equalizer gebruiken 91
4
Nl
Inhoud
Auto TA en EQ (automatische tijduitlijning en
instelling van de equalizer) 91
DVD-speler instellen
Inleiding DVD-instellingen 94 Ondertitelingstaal instellen 94 Audiotaal instellen 95 Menutaal instellen 95 Extra ondertiteling in- of uitschakelen 95 Weergave van het camerahoekpictogram
instellen 96 Beeldformaat instellen 96 Kinderbeveiliging instellen 96
Begininstellingen
Begininstellingen aanpassen 98 FM-afstemstap instellen 98 Aan- en uitzetten van de automatische PI-
zoekfunctie 98 Waarschuwingstoon in-/uitschakelen 99 Externe aansluiting in-/uitschakelen 99 De lichtstand instellen 99 Kleur van de verlichting selecteren 99 Achteruitgang en de subwooferregeling
instellen 100 Vervormd geluid corrigeren 100 Tijdelijke uitschakeling/demping van het
geluid activeren 101 Navigatiestem/AVG-VDP1-signaal en
audiogeluid mengen 101 Audiofuncties resetten 102 Het TV-signaal instellen 102
De achteruitrijdcamera in beeld
houden 104 Functie automatisch openen instellen 105 Klok instellen 105 Het beeld voor het display achterin
selecteren 106 AUX-signaalbron gebruiken 106 Achtergronddisplay selecteren 107
Aanvullende informatie
Storingen 108 Foutmeldingen 110 Foutmeldingen in auto TA en EQ
begrijpen 111 Berichten begrijpen 111 Zorgen voor uw DVD-speler 112 DVD-discs 112 CD-R/CD-RW-discs 113 MP3- en WMA-bestanden 113 Over mappen en MP3/WMA-bestanden 114 Display correct gebruiken 115 Taalcodekaart voor DVD 117 Begrippen 118 Technische gegevens 121
Inhoudsopgave 123
Overige functies
Inleiding tot het aanpassen van de
instellingen 103 AV-ingangssignaal instellen 103 Instelling voor achteruitrijdcamera 103
5
Nl
Hoofdstuk
01
Voorzorgsmaatregelen
BELANGRIJKE VEILIGHEIDS­MAATREGELEN
Lees alle instructies over het display door en bewaar ze goed zodat u ze nog eens kunt in­zien.
1 Lees deze handleiding volledig en aan-
dachtig door voordat u het display ge­bruikt.
2 Houd deze handleiding bij de hand om er
bedieningsprocedures en informatie over veilig gebruik in op te zoeken.
3 Let op alle waarschuwingen in deze hand-
leiding en volg de instructies zorgvuldig op.
4 Laat andere mensen het systeem niet ge-
bruiken tenzij ze de bedieningsinstructies hebben gelezen en begrepen.
5 Monteer het display niet op plaatsen waar
het (i) het zicht van de bestuurder kan hin­deren, (ii) de bediening of de veiligheids­voorzieningen van de auto, zoals de airbags of alarmlichten, kan belemmeren of (iii) de bestuurder kan hinderen bij het veilig besturen van het voertuig.
6 Bedien het display niet als dat uw aan-
dacht van het besturen van de auto af­leidt. U dient altijd de regels voor het veilig besturen van uw auto in acht te nemen en de algemene verkeersregels na te leven. Als u problemen heeft met het bedienen van het systeem of het aflezen van het display, parkeer de auto dan op een veilige plek voordat u aanpassingen aanbrengt.
7 Draag altijd uw veiligheidsgordel als u de
auto bestuurt. Mocht u ooit betrokken raken bij een ongeval, dan kunnen uw ver­wondingen aanzienlijk ernstiger zijn als u uw gordel niet goed heeft vastgemaakt.
8 Gebruik tijdens het rijden nooit een kopte-
lefoon.
9 Uit veiligheidsoverwegingen zijn be-
paalde functies alleen beschikbaar als de
handrem is aangetrokken en de auto stil­staat.
10 Stel het volumeniveau altijd zodanig af
dat u geluiden van buitenaf en sirenes van politieautos, brandweerautos en ambu­lances kunt horen.
WAARSCHUWING
! Probeer het display niet zelf te monteren
en voer geen onderhoudswerkzaamheden aan het display uit. Montage of onderhoud van het display door personen zonder op­leiding en ervaring in elektronische appa­ratuur en auto-accessoires kan gevaarlijk zijn en kan leiden tot blootstelling aan elektrische schokken of andere ge­varen.
Veilig rijden
WAARSCHUWING
! DE LICHTGROENE KABEL BIJ DE VOE-
DINGSSTEKKER DIENT OM DE PAR­KEERSTATUS TE DETECTEREN EN MOET WORDEN AANGESLOTEN OP DE VOEDINGSZIJDE VAN HET HANDREM­CONTACT. ONJUISTE AANSLUITING OF ONJUIST GEBRUIK VAN DEZE KABEL KAN OVERTREDING VAN DE WET BETEKENEN EN KAN ERNSTIG LETSEL OF SCHADE VEROORZAKEN.
! Om schade en letsel en het mogelijk breken
van geldende wetten te voorkomen, mag dit toestel niet worden gebruikt met een beeld­scherm dat zichtbaar is voor de bestuurder.
6
Nl
Voorzorgsmaatregelen
! Om de kans op ongevallen en het mogelijk
overtreden van wetten te voorkomen, mag de DVD of TV (apart verkrijgbaar) voorin nooit worden gebruikt als de auto wordt bestuurd. Het display achterin mag ook nooit op een plaats worden gemonteerd waar het een zicht­bare afleiding voor de bestuurder kan vormen.
! In sommige landen of staten kan het bekijken
van beelden op een display in een auto ook door andere personen dan de bestuurder ille­gaal zijn. Als dergelijke regels gelden, moet u zich hieraan houden en de DVD-functies van dit toestel niet gebruiken.
Als u tijdens het rijden naar een DVD, video­CD of de televisie probeert te kijken, verschijnt de waarschuwing VIDEO VIEWING IS NOT AVAILABLE WHILE DRIVING op het display voorin. Als u naar een DVD, video-cd of de TV op het voorste display wilt kijken, moet u de auto op een veilige plek parkeren en de handrem in­schakelen.
Hoofdstuk
01
Voorzorgsmaatregelen
Leeg raken van de accu voorkomen
Zorg dat de motor van de auto draait terwijl u het toestel gebruikt. Als u het toestel gebruikt terwijl de motor niet draait, kan de accu leeg­lopen.
WAARSCHUWING
Gebruik het toestel niet in autos zonder ACC­positie.
7
Nl
Hoofdstuk
02
Voor u begint
Informatie over dit toestel
De frequenties waarop de tuner van dit toestel kan worden afgestemd, zijn in gebruik in Euro­pa, Azië, het Midden-Oosten, Afrika en Ocea­nië. Gebruik van het toestel in andere gebieden kan een slechte ontvangst tot gevolg hebben. De RDS-functie (radiodatasysteem) werkt alleen in gebieden waar de FM-zenders RDS-signalen uitzenden.
LET OP
! Zorg ervoor dat dit apparaat niet met vloeistof
in aanraking komt. Een elektrische schok kan daarvan het gevolg zijn. Bovendien kan dit lei­den tot rookvorming en oververhitting, waar­door het apparaat beschadigt.
! Dit product bevat een laserdiode van een ho-
gere klasse dan 1. Uit veiligheidsoverwegin­gen mag u geen afdekkingen verwijderen of toegang proberen te krijgen tot de binnenzijde van het product. Laat alle onderhoudswerk­zaamheden over aan gekwalificeerd perso­neel. Aan de onderkant van dit toestel bevindt zich een CLASS 1 LASER PRODUCT-label.
zult u het toestel opnieuw moeten program­meren.
Afspeelbare discs
In deze speler kunt u DVDs, Video-CDsen CDs met het onderstaande logo afspelen.
DVD-video
Video-CD
CD
CLASS 1 LASER PRODUCT
! De Pioneer CarStereo-Pass wordt alleen in
Duitsland gebruikt.
! Houd deze handleiding bij de hand zodat u be-
dieningsprocedures en te nemen voorzorgs­maatregelen op kunt zoeken.
! Houd het volume altijd laag genoeg om gelui-
den van buiten de auto te kunnen blijven horen.
! Bescherm dit toestel tegen vocht. ! Als de accu losgekoppeld wordt of leeg raakt,
zal het voorkeuzegeheugen worden gewist en
8
Nl
Opmerkingen
!
! Deze speler kan alleen discs met de boven-
is een handelsmerk van DVD Format/
Logo Licensing Corporation.
staande logos afspelen.
Voor u begint
Hoofdstuk
02
Regionummers voor DVD-video
DVD-videos met een niet-compatibel regio­nummer kunnen niet met dit toestel worden afgespeeld. Het regionummer van de speler vindt u op de onderzijde van dit toestel. De onderstaande afbeelding toont de regios en de bijbehorende regionummers.
Indien gecombineerd met een Pioneer navigatiesysteem
Als u dit toestel met een DVD-navigatiesys­teem van Pioneer gebruikt, moet u de kaart­disc CNDV-30 of later gebruiken. In deze handleiding wordt de bediening van deze com­binatie uitgelegd. Als u in het navigatiesysteem niet de kaartdisc CNDV-30 maar een oudere versie gebruikt, kunnen de volgende defecten of storingen op­treden:
! De ENTERTAINMENT (ENT)-toets en de
WIDE-toets kunnen niet als de NAVI MENU-toets en de POS-toets worden
gebruikt.
! NAVI (navigatiesysteem), zoals DVD-video
van het gecombineerde Pioneer navigatie­systeem met DVD-videoweergave, kan niet als bron worden gekozen.
! Bij NAVI MIX kunnen andere instellingen
dan ALL niet geselecteerd worden.
! Het gebruik van het bedieningssysteem
met stemherkenning van het gecombi­neerde Pioneer navigatiesysteem is met dit toestel slechts gedeeltelijk mogelijk. De stembediening kan wel voor het navigatie­systeem worden gebruikt, maar stembedie-
ning voor AV-apparatuur kan niet worden gebruikt.
! De routebegeleiding van het gecombi-
neerde Pioneer navigatiesysteem werkt niet goed als er andere bronafbeeldingen wor­den weergegeven. De stembegeleiding kan worden gebruikt, maar begeleiding via het display (bijvoorbeeld overschakelen naar een vergrote kaart van een kruising ) kan niet worden gebruikt.
! NAVI (achtergrond navigatiesysteem) kan
niet als achtergrondscherm worden ge­selecteerd.
Informatie over deze handleiding
Dit toestel beschikt over een aantal geavan­ceerde functies voor superieure ontvangst en bediening. Alle functies zijn ontworpen om het gebruik zo eenvoudig mogelijk te maken, maar ze spreken niet altijd voor zich. Deze bedie­ningshandleiding helpt u om alles uit het toe­stel te halen. We raden u aan u de functies en de bediening van de functies eigen te maken door deze handleiding te lezen voordat u het toestel gaat gebruiken. Het is met name belangrijk dat u de teksten met WAARSCHUWING en LET OP in deze handleiding leest en dat u zich aan deze teksten houdt.
Bij problemen
Als dit product niet naar behoren functioneert, kunt u uw leverancier of het dichtstbijzijnde er­kende servicestation van Pioneer raad­plegen.
Voor u begint
9
Nl
Hoofdstuk
02
Voor u begint
Kenmerken
Bediening met een aanraakpaneel
U kunt dit toestel met een aanraakpaneel be­dienen.
DVD-video afspelen
U kunt DVD-video, DVD-R (videomodus) en DVD-RW (videomodus) afspelen. Vergeet niet dat als u dit systeem voor com­merciële of openbare vertoningen bekijkt, dit een inbreuk kan zijn op de auteursrechten die door de wet worden beschermd.
Video-CDs met PBC-compatibiliteit
U kunt Video-CDs met PBC (afspeelregeling) afspelen.
CDs afspelen
Het is mogelijk om CDs/CD-Rs/CD-RWsafte spelen.
MP3-bestanden afspelen
U kunt MP3-bestanden op CD-ROM/CD-R/CD­RW afspelen (ISO9660 niveau 1/niveau 2 stan­daardopnamen). ! Dit product is uitsluitend bedoeld voor niet-
commercieel privé-gebruik. Het mag niet in een commerciële omgeving (waarbij geld wordt verdiend), via uitzendingen (over land, via satelliet, kabels en/of andere media), via uitzendingen via internet, intra­net en/of andere netwerken of in andere elektronische distributiesystemen, zoals be­taalradio of audio-op-aanvraagtoepassin­gen, worden verspreid. Hiervoor heeft u een aparte licentie nodig. Kijk voor meer in­formatie op http://www.mp3licensing.com.
WMA-bestanden afspelen
U kunt WMA-bestanden op CD-ROM/CD-R/ CD-RW afspelen (standaardopnamen ISO9660 niveau 1/niveau 2).
NTSC/PAL-compatibiliteit
Dit toestel is compatibel met een NTSC/PAL/SECAM-systeem. Als u andere componenten op dit toestel aansluit, moet u controleren of de componenten compatibel zijn met hetzelfde videosysteem, anders wor­den de beelden niet goed weergegeven.
Compatibiliteit met Dolby Digital/DTS
Als u dit toestel met een multikanaalverwerker van Pioneer gebruikt, kunt u van de sfeer en opwinding van DVD-films en muzieksoftware met 5.1-kanaalsopnamen genieten. ! Gefabriceerd onder licentie van Dolby Labo-
ratories. Dolby, Pro Logicen het symbool double-D zijn handelsmerken van Dolby La­boratories.
! DTSis een geregistreerd handelsmerk
van Digital Theater Systems, Inc.
iPod-compatibiliteit
Als u dit toestel met een iPod-adapter van Pio­neer gebruikt (CD-IB100), kunt u een iPod, iPod mini of iPod Photo bedienen.
®
! iPod
! De iPod-adapter ondersteunt uitsluitend
! Het toestel biedt geen ondersteuning voor
! De bediening kan variëren, afhankelijk van
is een handelsmerk van Apple Com­puter, Inc., geregistreerd in de V.S. en an­dere landen.
iPods met een dockconnectorpoort.
de softwareversies voor de iPod-update van 2004-10-20. Neem voor ondersteunde sof­twareversies contact op met uw dichtstbij­zijnde Pioneer leverancier.
de softwareversie van iPod.
10
Nl
Voor u begint
Hoofdstuk
02
Meerdere beeldformaten
U kunt overschakelen tussen breedbeeld, let­terbox- en panscan-weergave.
Meerdere audiosystemen
U kunt naar wens overschakelen tussen ver­schillende audiosystemen als die op een DVD zijn vastgelegd.
Meerdere ondertitelingstalen
U kunt overschakelen tussen verschillende on­dertitelingstalen als die op een DVD zijn vast­gelegd.
Meerdere camerahoeken
U kunt overschakelen tussen meerdere came­rapunten van een scène als die op een DVD zijn vastgelegd.
Opmerking
Dit product is voorzien van technologie voor de bescherming van auteursrechten die door be­paalde patenten in de VS worden beschermd en andere intellectuele eigendomsrechten die het ei­gendom zijn van Macrovision Corporation en an­dere rechthebbenden. Voor gebruik van deze auteursrechtenbeschermingstechnologie is toe­stemming nodig van Macrovision Corporation. Deze technologie is bedoeld voor thuisgebruik en mag niet publiekelijk worden gebruikt tenzij Ma­crovision Corporation anders heeft besloten. Na­bouwen of demontage is verboden.
Over WMA
Het logo Windows Media" dat op de doos is geprint, geeft aan dat dit toestel WMA-gege­vens kan weergeven. WMA staat voor Windows Media Audio en ver­wijst naar een audiocompressietechnologie die door Microsoft Corporation is ontwikkeld. WMA-gegevens kunnen met de Windows Media Player versie 7 of nieuwer worden geco­deerd. Microsoft, Windows Media en het Windows­logo zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of in andere landen.
Opmerkingen
! Bij sommige toepassingen die worden ge-
bruikt om WMA-bestanden te coderen kan dit toestel minder goed werken.
! Afhankelijk van de versie van de Windows
Media Player die is gebruikt om WMA-bestan­den te coderen, kan het voorkomen dat CD-ti­tels en andere tekstinformatie soms niet goed worden weergegeven.
Bescherming van het LCD­scherm
! Zorg dat er geen direct zonlicht op het dis-
play valt als dit toestel niet wordt gebruikt. Overmatige blootstelling aan direct zonlicht kan storingen in het LCD-scherm veroorza­ken door de hoge temperaturen.
! Als u een draadloze telefoon gebruikt, houd
de antenne van de telefoon dan uit de buurt van het display om te voorkomen dat het beeld door vlekken, gekleurde strepen, etc. wordt gestoord.
Voor u begint
11
Nl
Hoofdstuk
02
Voor u begint
Op de juiste manier naar een LCD-scherm kijken
Vanwege de constructie is de kijkhoek van het LCD-scherm beperkt. De kijkhoek (verticaal en horizontaal) kan echter worden vergroot door BRIGHT te gebruiken om de zwarte densiteit van het beeld aan te passen. Als u het scherm voor het eerst gebruikt, moet u de zwarte den­siteit afstellen op de kijkhoek (verticaal en hori­zontaal) om een duidelijk beeld te krijgen. U kunt ook DIMMER gebruiken om de helder­heid van het LCD-scherm naar eigen wens aan te passen.
Markeringen op DVDs
Onderstaande markeringen vindt u op het label en de verpakking van DVDs. Ze geven het type beeld en audio op de disc aan, en de functies die u kunt gebruiken.
Markering Betekenis
2
Aantal audiosystemen.
2
Aantal ondertitelingstalen.
! Bij sommige discs verschijnt het pictogram
niet.
De microprocessor resetten
Als u op RESET drukt, kunt u de microproces­sor weer instellen op de begininstellingen. De microprocessor moet in de volgende situ­aties worden gereset: ! Als u dit toestel voor de eerste keer gebruikt
nadat u het heeft geïnstalleerd
! Als het toestel niet juist werkt ! Als er vreemde of onjuiste berichten op het
scherm verschijnen
1 Zet de contactschakelaar UIT.
2 Druk met een pen of een ander puntig voorwerp op RESET.
3
16 : 9 LB
ALL
Aantal camerahoeken.
Het type beeldgrootte (beeldformaat: verhouding breedte tot hoogte van het scherm).
2
Nummer van de regio waar afspelen mogelijk is.
Als een handeling onmogelijk is
Als u naar een DVD kijkt en een bepaalde han­deling probeert uit te voeren, kan deze soms niet worden uitgevoerd door de programmeer­instellingen op de disc. Als dit gebeurt, ver­schijnt het pictogram
12
Nl
op het scherm.
RESET-toets
Opmerkingen
! Als u een navigatiesysteem van Pioneer ge-
bruikt, moet ACC OFF zijn geselecteerd als u op RESET drukt. Als ACC ON is geselecteerd, is normale bediening niet mogelijk, zelfs niet als u op RESET drukt.
! Nadat het aansluiten is voltooid, als u alle op-
geslagen instellingen wilt wissen, of als u het toestel naar de fabrieksinstellingen wilt terug­zetten, zet u de motor aan of zet u het contact­slot op ACC ON voordat u op RESET drukt.
7
8
bdefghi
jla9c
12564
3
k
Wat is wat
Hoofdstuk
03
Wat is wat
Hoofdtoestel
1 INFO-toets
Druk op deze toets om de informatiebalk in of uit te schakelen.
2 TA/NEWS-toets
Druk op deze toets om de functie voor de weergave van verkeersberichten in of uit te schakelen. Houd deze toets ingedrukt om de NEWS­functie in of uit te schakelen.
3 Omgevingsverlichtingsensor
Voelt hoeveel omgevingsverlichting er is. Dit systeem past de helderheid van het display automatisch aan op basis van het licht uit de omgeving.
4 FLIP DOWN-toets
Druk op deze toets om het LCD-paneel tijde­lijk horizontaal te zetten in plaats van recht­op.
5 OPEN/CLOSE-toets
Druk op deze toets om het LCD-paneel te openen of sluiten.
6 ENTERTAINMENT (ENT)-toets
Druk op deze toets om tussen de diverse achtergrondweergaven te schakelen.
7 WIDE-toets
Druk op deze toets om het beeldformaat van 4:3 naar 16:9 over te zetten.
8 V.ADJ-toets
Houd deze toets ingedrukt om het menu voor beeldinstellingen weer te geven.
9 RESET-toets
Druk op deze toets om terug te keren naar de fabrieksinstellingen (begininstellingen).
13
Nl
Hoofdstuk
03
Wat is wat
a a/b/c/d toetsen
Druk op deze toets voor handmatig afstem­men, voor- en achteruit spoelen en zoeken naar fragmenten.
b A.MENU-toets
Druk op deze toets om MENU weer te geven.
c BOOKMARK (BM)-toets
Druk op deze toets om de scène te marke­ren waar het afspelen moet worden hervat.
d BAND/ESC-toets
Druk op deze toets om te kiezen uit één van de drie FM- en MW/LW-frequentiebanden (MG/LG) en om de instellingsmodus van de functies te annuleren.
e EQ-toets
Druk op deze toets om de verschillende equalizercurven te selecteren.
f ATT-toets
Druk op deze toets om het volume snel met ongeveer 90% lager te zetten. Druk nog een keer op deze toets om terug te keren naar het oorspronkelijke volumeniveau.
k VOLUME
Druk op deze toets om het volume te verho­gen of te verlagen.
l Laadsleuf voor de disc
Plaats een disc in de speler.
Los verkrijgbare afstandsbediening
U kunt dit toestel ook met een optionele af­standsbediening bedienen. Raadpleeg de handleiding van de afstandsbe­diening voor informatie over het gebruik van de afstandsbediening.
g Openingsknop
Druk omlaag om het voorpaneel los te maken.
h ANGLE (+/)-toets
Druk deze toets in om de hoek van het LCD­paneel te wijzigen.
i SOURCE-toets
Dit toestel wordt ingeschakeld zodra u een signaalbron selecteert. Druk op deze toets om alle signaalbronnen af te gaan.
j EJECT-toets
Druk op deze toets om een disc uit dit toe­stel te werpen.
14
Nl
1
Basishandelingen
Hoofdstuk
04
Toestel aanzetten en signaalbron selecteren
1 Bronpictogram
Dit pictogram toont welke signaalbron is ge­selecteerd.
U kunt de signaalbron selecteren waarnaar u wilt luisteren. Om naar de DVD-speler over te schakelen, plaatst u een disc in het toestel en schakelt u over naar DVD.
% Als u de toetsen op het aanraakpaneel gebruikt, raakt u eerst het bronpictogram aan en vervolgens de gewenste signaal­bronnaam.
De namen van de signaalbronnen worden weergegeven en de bronnen die u kunt selec­teren worden gemarkeerd.
! DVD Ingebouwde DVD-speler ! S-DVD DVD-speler/multi-DVD-speler ! M-CD Multi-CD-speler ! TUNER Tuner ! TV Televisie ! iPod iPod ! AV AV-ingang ! EXT-1 Extern toestel 1 ! EXT-2 Extern toestel 2 ! AUX AUX ! DAB Digitale audio-uitzending ! NAVI Navigatiesysteem ! OFF Toestel uitzetten
# Als het bronpictogram niet wordt weergege-
ven, kunt u het weergeven door het scherm aan te raken. # Raak ESC aan om terug te keren naar het weergavedisplay.
% Als u de toetsen gebruikt, drukt u op SOURCE om een signaalbron te selecteren.
Druk meerdere keren op SOURCE om te scha­kelen tussen de volgende signaalbronnen: DAB (digitale audio-uitzending)TUNER (tuner)TV (televisie)AV (AV)DVD (inge­bouwde DVD-speler)S-DVD (DVD-speler/ multi-DVD-speler)M-CD (multi-CD-speler)
iPod (iPod)EXT-1 (extern toestel 1)EXT-2 (extern toestel 2)AUX (AUX)NAVI (navigatiesysteem)
Opmerkingen
! In de volgende gevallen zal de ingestelde audi-
obron niet veranderen: Als er geen toestel dat overeenkomt met
de geselecteerde signaalbron op dit toestel is aangesloten.
Als er geen disc in het toestel is geplaatst.Als er geen disc in de DVD-speler is ge-
plaatst.
Wanneer er geen magazijn in de multi-CD-
speler zit.
Wanneer er geen magazijn in de multi-
DVD-speler zit.
Wanneer de AUX (extra ingangsaanslui-
ting) is uitgeschakeld (raadpleeg bladzijde
99).
Als de AV (AV-ingang) niet is ingesteld op
VIDEO (raadpleeg bladzijde 103).
Basishandelingen
15
Nl
Hoofdstuk
04
Basishandelingen
! Met een extern toestel wordt een Pioneer-pro-
duct (bijvoorbeeld een toekomstig product) bedoeld waarvan u de basisfuncties kunt be­dienen met het huidige toestel, hoewel het ex­terne toestel niet als signaalbron kan worden gebruikt. Er kunnen twee externe toestellen met dit toestel worden bediend. Als er twee toestellen zijn aangesloten, wordt de toewij­zing van extern toestel 1 of extern toestel 2 au­tomatisch uitgevoerd door dit toestel.
! Wanneer de blauw/witte draad van dit toestel
is aangesloten op de bedieningsaansluiting van de automatische antenne van uw auto, zal de antenne uitschuiven wanneer de signaal­bron van dit toestel wordt ingeschakeld. Als u de bron uitschakelt, wordt de antenne weer in­geschoven. Als u een navigatie-eenheid van Pioneer ge­bruikt, wordt de antenne van de auto uitge­schoven. Het maakt daarbij niet uit of u het toestel in- of uitschakelt.
Een disc plaatsen
% Plaats een disc in de laadsleuf.
Het afspelen zal automatisch beginnen.
! Als automatisch afspelen is ingeschakeld,
zal het toestel het DVD-menu annuleren en het eerste hoofdstuk van de eerste titel au­tomatisch afspelen. Raadpleeg Automa- tisch afspelen van DVDs op bladzijde 38.
# Druk op EJECT om een disc uit te werpen.
Opmerkingen
! De DVD-speler kan een standaard-disc van 12
cm of 8 cm (singeltje) afspelen. Gebruik geen adapter als u discs van 8 cm afspeelt.
! Plaats geen andere dingen dan een disc in de
disc-laadsleuf. De discs die kunnen worden af­gespeeld staan vermeld op Afspeelbare discs op bladzijde 8.
! Als u een disc niet volledig kunt plaatsen of
niet begint te spelen als hij in de speler zit, controleer dan of het label van de disc aan de bovenkant zit. Druk op EJECT om de disc uit te werpen en controleer de disc op beschadigin­gen voordat u de disc opnieuw plaatst.
! Als er een foutmelding zoals ERROR-02 wordt
weergegeven, raadpleegt u Foutmeldingen op bladzijde 110.
! Als de boekenleggerfunctie is ingeschakeld,
gaat het afspelen van de DVD verder op het geselecteerde punt. Zie Afspelen hervatten (Boekenlegger) op bladzijde 39 voor meer in­formatie.
Volume afstellen
% Gebruik VOLUME om de geluidssterkte te regelen.
Met elke druk op VOLUME (+) of () wordt het volume van de signaalbron verhoogd of ver­laagd.
Toestel uitschakelen
% Als u de toetsen van het aanraakpaneel gebruikt, raakt u eerst het bronpictogram aan en vervolgens OFF.
# Als het bronpictogram niet wordt weergege­ven, kunt u het weergeven door het scherm aan te raken.
% Als u de toetsen gebruikt, moet u SOURCE ingedrukt houden tot het toestel uitgaat.
Het display achterin gebruiken
U kunt op het display achterin kijken naar DVD/Video-CD/TV/AV.
16
Nl
Basishandelingen
Hoofdstuk
04
1 Druk op de toets A.MENU en raak ver­volgens SETUP aan om de functienamen voor de instellingen weer te geven.
2 Raak R.DISP op het instellingenmenu aan om de geselecteerde signaalbron op het display achterin weer te geven.
Raak R.DISP aan tot SOURCE op het display verschijnt.
! SOURCE  Weergave van de video van de
geselecteerde signaalbron op het display achter
! NAVI  De navigatiebeelden of AVG-VDP1
op het display achterin weergeven
Opmerking
Als er een navigatiesysteem of Vehicle Dynamics Processor van Pioneer (AVG-VDP1) op dit toestel is aangesloten, kunt u de navigatie of de AVG­VDP1 op het display achterin weergeven. (Raad­pleeg bladzijde 106.)
Navigatiebeelden weergeven
U kunt de navigatiekaart en het navigatiemenu op dit display weergeven. ! U kunt deze functies alleen gebruiken als
er een navigatiesysteem van Pioneer is aan­gesloten op het toestel.
Navigatiekaart weergeven
% Druk op WIDE om de navigatiekaart weer te geven.
# Als u heeft in- of uitgezoomd op de kaart, keert u met een druk op deze toets terug naar de kaart van uw omgeving.
Navigatiemenu weergeven
% Druk op ENTERTAINMENT (ENT) om het navigatiemenu weer te geven als de navi­gatiekaart wordt weergegeven.
Naar de navigatiebeelden overschakelen
% Druk op V.ADJ om de navigatiekaart op het display weer te geven.
# Druk opnieuw op V.ADJ om terug te keren naar de beelden van de signaalbronnen.
De AVG-VDP1 (Vehicle Dynamics Processor van Pioneer) weergeven
U kunt dit toestel gebruiken als weergavetoe­stel voor de AVG-VDP1 (apart leverbaar).
De AVG-VDP1 weergeven
% Druk op V.ADJ om de AVG-VDP1 op het display weer te geven.
# Druk opnieuw op V.ADJ om terug te keren naar de beelden van de signaalbronnen.
Opmerking
U kunt ook de toetsen WIDE en ENTERTAINMENT (ENT) gebruiken als de AVG-
VDP1 wordt weergegeven. Raadpleeg de handlei­ding van de AVG-VDP1 voor meer informatie over de bediening.
Basishandelingen
17
Nl
1
1
4
5
2
3
Hoofdstuk
04
Basishandelingen
Basisbediening van de toetsen op het aanraakpaneel
De toetsen op het aanraakpaneel activeren
1 Toetsen op het aanraakpaneel
Raak de toetsen aan om handelingen uit te voeren.
1 Raak het scherm aan om de toetsen van het aanraakpaneel die met de signaal­bron overeenkomen te activeren.
De toetsen van het aanraakpaneel verschijnen op het display.
# Raak d aan om naar de volgende toetsen van het aanraakpaneel te gaan.
2 Raak ESC aan om de toetsen van het aanraakpaneel te verbergen.
Opmerking
Als u de toetsen van het aanraakpaneel langer dan 30 seconden niet gebruikt, worden de toet­sen automatisch verborgen.
Menu bedienen
1 FUNCTION-toets
Raak deze toets aan om functies voor de sig­naalbron te selecteren.
2 AUDIO-toets
Raak deze toets aan om te kiezen uit de di­verse mogelijkheden voor de geluidskwali­teit.
3 SETUP-toets
Raak deze toets aan om te kiezen uit de di­verse instellingsfuncties.
4 BACK-toets
Raak deze toets aan om terug te keren naar het vorige display.
5 ESC-toets
Raak deze toets aan om bediening van de functies te annuleren.
1 Druk op de toets A.MENU om MENU weer te geven. MENU verschijnt op het display.
18
2 Raak de gewenste toets aan om de namen van de functies die u wilt gebruiken weer te geven.
# Raak NEXT aan om naar de volgende groep functienamen te gaan. # Raak PREV aan om naar de vorige groep func- tienamen te gaan.
Nl
Basishandelingen
Hoofdstuk
04
3 Raak ESC aan om terug te keren naar het display van een signaalbron.
Opmerking
Als u niet binnen ongeveer 30 seconden een functiehandeling uitvoert, wordt automatisch te­ruggekeerd naar het weergavedisplay.
LCD-paneel openen en sluiten
Het LCD-paneel wordt automatisch geopend of gesloten als de contactschakelaar in of uit wordt geschakeld. U kunt het automatisch openen/sluiten uitschakelen. (Raadpleeg blad­zijde 105.) ! Sluit het LCD-paneel niet met kracht met
uw handen. Dat kan storingen veroorzaken.
! De functie automatisch openen/sluiten be-
dient het display als volgt. Als de contactschakelaar UIT wordt ge-
schakeld terwijl het LCD-paneel open is, zal het LCD-paneel na zes seconden sluiten.
Als de contactschakelaar weer IN wordt
geschakeld (of op ACC wordt gezet), opent het LCD-paneel automatisch.
Als u het voorpaneel verwijdert of beves-
tigt, zal het LCD-paneel automatisch sluiten of openen. (Raadpleeg bladzijde
22.)
! Als de contactschakelaar UIT wordt gezet
nadat het LCD-paneel is gesloten, gaat het LCD-paneel niet opnieuw open als u de contactschakelaar weer inschakelt (of op ACC zet). Druk in dat geval op OPEN/CLOSE om het LCD-paneel te ope­nen.
! Als u het LCD-paneel sluit, controleer dan
of het volledig is gesloten. Als het LCD-pa­neel halverwege is gestopt, kan er schade ontstaan als u het zo laat staan.
% Druk op OPEN/CLOSE om het LCD-pa­neel te openen.
# Druk opnieuw op OPEN/CLOSE om het LCD- paneel te sluiten.
Basishandelingen
Hoek van het LCD-paneel afstellen
Belangrijk
! Als u het LCD-paneel tegen de console of het
dashboard van de auto hoort tikken, moet u op ANGLE () drukken om het LCD-paneel iets naar voren te brengen.
! Als u de hoek van het LCD-paneel aanpast,
moet u op ANGLE (+/) drukken. Als u het LCD-paneel met kracht met de hand aanpast, kan dit het beschadigen.
% Druk op ANGLE (+/) om het LCD-pa- neel zo af te stellen dat het aangenaam is om naar te kijken.
De hoek van het LCD-paneel blijft veranderen zolang u ANGLE (+/) ingedrukt houdt.
# De afgestelde hoek van het LCD-paneel wordt opgeslagen en automatisch opgevraagd als het LCD-paneel weer wordt geopend.
LCD-paneel horizontaal draaien
Als het LCD-paneel rechtop staat en de bedie­ning van de airconditioning belemmert, kan het paneel tijdelijk horizontaal worden ge­draaid.
19
Nl
Hoofdstuk
04
Basishandelingen
% Druk op FLIP DOWN om het LCD-paneel horizontaal te draaien.
# Druk opnieuw op FLIP DOWN om terug te keren naar de originele stand. # Het LCD-paneel gaat 10 seconden na de be­diening automatisch terug in de originele positie. Dat wordt met piepjes aangegeven.
Breedbeeldstand wijzigen
U kunt de gewenste vergrotingsmodus voor een beeld van 4:3 naar 16:9 selecteren.
% Druk op WIDE om de gewenste instel­ling te selecteren.
Druk meerdere keren op WIDE om te schake­len tussen de volgende instellingen: FULL (volledig)JUST (passend)CINEMA (cinema)ZOOM (zoom)NORMAL (nor­maal)
# Als er een navigatiesysteem van Pioneer op dit toestel is aangesloten, drukt u op WIDE en houdt u deze toets ingedrukt om de gewenste instelling te selecteren. Druk herhaaldelijk op WIDE en houd de toets ingedrukt om tussen de instellin­gen over te schakelen.
FULL (volledig)
Een beeld van 4:3 wordt alleen horizontaal ver­groot, waardoor u een TV-beeld van 4:3 (normaal beeld) krijgt zonder weggevallen delen.
JUST (passend)
Het beeld wordt iets vergroot in het midden en de vergroting neemt horizontaal toe tot de uiteinden, waardoor u een beeld van 4:3 krijgt zonder dat het beeld ongelijk aan doet, ook niet bij breed­beeld.
en ZOOM in verticale richting. Dit is ideaal voor een bioscoopbeeld (breedbeeld) waarbij de on­dertiteling buiten het beeld valt.
ZOOM (zoom)
Een beeld van 4:3 wordt in dezelfde verhouding vergroot, zowel verticaal als horizontaal; ideaal voor bioscoopbeeld (breedbeeld).
NORMAL (normaal)
Het beeld van 4:3 wordt weergegeven zoals het is; het beeld wordt niet ongelijk omdat de verhoudin­gen gelijk zijn aan die voor normaal beeld.
Opmerkingen
! Voor elke videobron kunnen andere instellin-
gen worden opgeslagen.
! Als u een video bekijkt op breedbeeldformaat
terwijl dit niet het normale beeldformaat is, kan het beeld er anders uitzien.
! Onthoud dat als u de breedbeeldmodus van
dit systeem voor commerciële of openbare ver­toningen gebruikt, dit een inbreuk kan zijn op de auteursrechten die door de wet worden be­schermd.
! Het beeld wordt korrelig als het beeld in de
modus CINEMA of ZOOM wordt bekeken.
! Het beeld van de navigatiekaart en de achter-
uitrijdcamera is altijd FULL.
Beeldinstellingen aanpassen
U kunt BRIGHT (helderheid), CONTRAST (con­trast), COLOR (kleur) en HUE (tint) voor elke bron en de achteruitrijdcamera aanpassen.
CINEMA (cinema)
Het beeld wordt in dezelfde verhouding vergroot als FULL of ZOOM in de horizontale richting en in een tussenliggende verhouding tussen FULL
20
Nl
Basishandelingen
Hoofdstuk
04
! De aanpassingen van BRIGHT en
CONTRAST worden apart opgeslagen voor
licht omgevingslicht (overdag) en donker omgevingslicht (s avonds). Er wordt een zon
of maan links van respectievelijk
BRIGHT en CONTRAST weergegeven, ter­wijl de omgevingslichtsensor bepaalt hoe licht of donker het is.
! U kunt HUE niet voor PAL-video aanpassen. ! U kunt COLOR of HUE niet voor de audio-
signaalbron aanpassen.
1 Houd V.ADJ ingedrukt om PICTURE ADJUST weer te geven.
Druk op V.ADJ tot PICTURE ADJUST op het display verschijnt.
2 Raak één van de volgende toetsen op het aanraakpaneel aan om de aan te pas­sen functie te selecteren.
De functienamen voor de afstellingen worden weergegeven en de aanpassingen die u kunt selecteren zijn gemarkeerd.
! BRIGHT Zwarte intensiteit afstellen ! CONTRAST Contract afstellen ! COLOR Kleurintensiteit afstellen ! HUE De kleurtoon afstellen (rood of groen
wordt benadrukt)
! DIMMER  Helderheid van de weergave af-
stellen
! BACK-CAMERA  Weergave voor beeldaf-
stelling voor de achteruitrijdcamera inscha­kelen
# U kunt de beeldafstelling voor de achteruitrijd­camera alleen aanpassen als B-CAM is ingescha­keld. (Raadpleeg Instelling voor achteruitrijdcamera op bladzijde 103.) # Bij sommige achteruitrijdcameras kan het beeld niet worden aangepast.
3 Raak c of d aan en pas het geselec­teerde item aan.
Telkens als u c of d aanraakt, wordt het ni­veau van het geselecteerde item hoger of lager. Waarden tussen +24 24 zullen op het
display verschijnen terwijl het niveau wordt verhoogd of verlaagd.
4 Raak ESC aan om de toetsen van het aanraakpaneel te verbergen.
Dimmer aanpassen
Het aanpassen van DIMMER wordt apart voor elk omgevingslicht opgeslagen; overdag, avond en nacht. De helderheid van het LCD­scherm wordt automatisch op het optimale ni­veau ingesteld aan de hand van het omge­vingslicht op basis van de instellingswaarden.
1 Houd V.ADJ ingedrukt om PICTURE ADJUST weer te geven.
Druk op V.ADJ tot PICTURE ADJUST op het display verschijnt.
2 Raak DIMMER aan.
Het niveau van het omgevingslicht dat wordt gebruikt als standaard voor de aanpassing van DIMMER verschijnt boven de niveaubalk.
! Rode zon  De helderheid voor helder
omgevingslicht aanpassen (overdag)
! Witte zon
omgevingslicht aanpassen (avond)
! Blauwe maan
omgevingslicht aanpassen (nacht)
3 Raak c of d aan en pas de helderheid aan.
Telkens als u c of d aanraakt, verplaatst u de toets naar links of naar rechts. Het niveau geeft de helderheid aan van het scherm dat wordt aangepast. Hoe verder de toets naar rechts gaat, hoe helderder het scherm wordt.
4 Raak ESC aan om de toetsen van het aanraakpaneel te verbergen.
Helderheid voor gemiddeld
Helderheid voor donker
Basishandelingen
21
Nl
Hoofdstuk
04
Basishandelingen
Opmerking
De pictogrammen die het huidige omgevingslicht aangeven worden gebruikt om BRIGHT en
CONTRAST in te stellen. Dit kan iets afwijken van DIMMER.
Openingsknop
Het toestel tegen diefstal beveiligen
Het voorpaneel kan van het hoofdtoestel wor­den verwijderd om dieven te ontmoedigen. ! Als het voorpaneel niet binnen vijf secon-
den na het uitschakelen van het contact van het hoofdtoestel is verwijderd, zal er een waarschuwingstoon klinken.
! U kunt deze waarschuwingstoon uitschake-
len. Zie Waarschuwingstoon in-/uitschake- len op bladzijde 99.
Belangrijk
! Bij het verwijderen en aanbrengen van het
voorpaneel mag u in geen geval kracht zetten of het display en de toetsen vastgrijpen.
! Stel het voorpaneel niet bloot aan te grote
schokken.
! Houd het voorpaneel uit de buurt van direct
zonlicht en hoge temperaturen.
! Indien verwijderd moet het voorpaneel worden
teruggeplaatst voordat u de auto start.
Voorpaneel verwijderen
% Druk de openingsknop omlaag en maak het voorpaneel los.
Pak het niet te stevig vast, laat het voorpaneel niet vallen en bescherm het tegen water of an­dere vloeistoffen om permanente schade te voorkomen.
Voorpaneel bevestigen
% Plaats het voorpaneel terug door het rechtop tegen het apparaat te houden en het stevig in de bevestigingshaak te klemmen.
22
Nl
1
2
4
3
6
7
5
Tuner
Hoofdstuk
05
Naar de radio luisteren
Dit zijn de basisstappen voor de bediening van de radio. Vanaf bladzijde 25 wordt de meer ge­avanceerde bediening van de tuner uitgelegd. De AF-functie van dit toestel (zoeken naar al­ternatieve frequenties) kan worden in- en uit­geschakeld. Bij normale bediening van de tuner moet de AF uit staan (raadpleeg blad­zijde 28).
1 Bronpictogram
Dit pictogram toont welke signaalbron is ge­selecteerd.
2 Frequentiebandindicator
Deze toont op welke frequentieband de radio is afgestemd: MW, LW of FM.
3 Voorkeuzenummerindicator
Deze geeft aan welke voorkeuzezender is ge­selecteerd.
4 Frequentie-indicator
Deze toont de frequentie waarop u heeft af­gestemd.
5 Weergave van de voorkeuzelijst
Deze toont de voorkeuzelijst.
6 LOCAL-indicator
Deze toont of automatisch afstemmen op lo­kale zenders is ingeschakeld.
7 STEREO-indicator
Deze toont of de frequentie waarop u heeft afgestemd in stereo uitzendt.
1 Raak het bronpictogram aan en raak daarna TUNER aan om de tuner te selecte­ren.
2 Raak het scherm aan om de toetsen op het aanraakpaneel weer te geven.
3 Raak BAND aan en selecteer een fre­quentieband.
Raak BAND aan tot u de gewenste frequentie­band op het display ziet verschijnen; FM1,
FM2, FM3 voor FM of MW/LW.
4 Raak om een voorkeuzezender uit de lijst te selecteren de gewenste zender aan.
De voorkeuzezender die u heeft geselecteerd wordt afgestemd.
# Raak LIST aan als de lijst met voorkeuzezen- ders niet wordt weergegeven.
5 Raak c of d even aan om handmatig af te stemmen.
De frequenties worden stap voor stap ver­hoogd of verlaagd.
# Door de toetsen c en d in te drukken kunt u ook handmatig afstemmen.
6 Om automatisch afstemmen te gebrui­ken raakt u c of d ongeveer een seconde aan.
De tuner zal nu zelf de frequenties in de aan­gegeven richting afzoeken tot er een uitzen­ding gevonden wordt die sterk genoeg is voor een goede ontvangst.
# U kunt het automatisch afstemmen annuleren door c of d even aan te raken.
Tuner
23
Nl
Hoofdstuk
05
Tuner
# Als u c of d blijft aanraken, kunt u zenders overslaan. Automatisch afstemmen begint als u de toets loslaat. # Door de toetsen c en d ingedrukt te houden kunt u ook automatisch afstemmen.
Opmerking
Als u de toetsen van het aanraakpaneel langer dan 30 seconden niet gebruikt, worden de toet­sen automatisch verborgen.
Frequenties van zenders opslaan en oproepen
Als u één van de voorkeuzetoetsen P1P6 aanraakt, kunt u heel eenvoudig maximaal zes zenderfrequenties opslaan zodat u deze later weer kunt oproepen door een toets aan te raken.
% Wanneer u heeft afgestemd op een fre­quentie die u in het geheugen wilt op­slaan, raakt u één van de voorkeuzetoetsen P1P6 aan tot het voor­keuzenummer stopt met knipperen.
Het nummer dat u heeft aangeraakt, gaat knipperen in de voorkeuzenummerindicator en blijft daarna branden. De frequentie van de geselecteerde radiozender is in het geheugen opgeslagen. Wanneer u hierna dezelfde voorkeuzetoets aanraakt, zal de opgeslagen frequentie uit het geheugen worden opgeroepen.
# Als de toetsen van het aanraakpaneel niet worden weergegeven, kunt u ze weergeven door het scherm aan te raken. # Als P1P6 niet worden weergegeven, kunt u ze weergeven door LIST aan te raken.
Opmerkingen
! Er kunnen maximaal 18 FM-zenders, zes voor
elk van de drie FM-frequentiebanden, en zes MW/LW-zenders in het geheugen worden op­geslagen.
! U kunt ook de toetsen a en b gebruiken om
de radiozenderfrequenties die aan de voorkeu­zetoetsen P1P6 zijn toegewezen op te roepen.
24
Nl
1
Tuner
Hoofdstuk
05
Inleiding tot bediening van de geavanceerde tunerfuncties
1 Functiedisplay
Deze toont de functienamen.
1 Druk op de toets A.MENU om MENU weer te geven. MENU verschijnt op het display.
2 Raak FUNCTION aan om de namen van de functies weer te geven.
De functienamen worden weergegeven en de functienamen die u kunt selecteren zijn ge­markeerd.
# Raak BACK aan om terug te keren naar het vo- rige display. # Raak ESC aan om terug te keren naar het fre- quentiedisplay.
Opmerking
Als u niet binnen ongeveer 30 seconden een functiehandeling uitvoert, gaat het display auto­matisch terug naar de frequentieweergave.
Op sterke signalen afstemmen
Met de functie voor automatisch afstemmen op lokale zenders kunt u het toestel uitsluitend laten afstemmen op zenders met een signaal dat sterk genoeg is voor een goede ontvangst.
1 Raak LOCAL aan op het functiemenu.
2 Raak a aan om het automatisch af­stemmen op lokale zenders in te schake­len.
# Raak b aan om automatisch afstemmen op lokale zenders uit te schakelen.
3 Raak c of d aan om de gevoeligheid in te stellen.
Er zijn vier gevoeligheidsniveaus voor FM en twee voor MW/LW: FM: 1234 MW/LW: 12 De 4-instelling zal alleen afstemmen op de al­lersterkste zenders, terwijl er bij lagere instel­lingen ook afgestemd zal worden op steeds zwakkere zenders.
Frequenties van de sterkste zenders opslaan
Met de functie BSM (geheugen voor de sterk­ste zenders) kunt u automatisch de zes sterk­ste zenders laten opslaan onder de voorkeuzetoetsen P1P6, zodat u later met een druk op de juiste toets kunt afstemmen op één van de opgeslagen frequenties.
% Raak BSM op het functiemenu aan om BSM (Best Stations Memory) in te schake­len. BSM begint te knipperen. Als BSM knippert,
worden de zes sterkste zenderfrequenties op­geslagen onder voorkeuzetoetsen P1P6 in de volgorde van de sterkte van het signaal. Als dit is gebeurd, stopt BSM met knipperen.
# Raak BSM nogmaals aan om het opslaan te annuleren.
Tuner
25
Nl
Hoofdstuk
05
Tuner
Opmerking
Het is mogelijk dat de via de BSM-functie opge­slagen zenders eerdere door uzelf onder de toet­sen P1P6 opgeslagen zenders vervangen.
26
Nl
4
5
2
3
1
RDS
Hoofdstuk
06
Inleiding RDS-bediening
RDS (radiodatasysteem) is een systeem voor het geven van informatie tijdens FM-uitzendin­gen. Deze onhoorbare informatie maakt func­ties zoals programmaservicenaam, programmatype, verkeersberichten stand-by en automatisch afstemmen mogelijk. Zo wordt het radioluisteraars gemakkelijker gemaakt de gewenste zender te vinden.
1 Lijst met voorkeuzezenders
Deze toont het voorkeuzenummer en de naam van het uitgezonden programma (pro­grammaservicenaam). ! Als het signaal te zwak is en het toestel
de informatie over de programmaservice­naam niet kan ontvangen, dan wordt de uitzendingsfrequentie weergegeven.
2 Programmaservicenaam
Toont de naam van het programma.
3 NEWS-indicator
Deze verschijnt wanneer het gekozen nieuwsprogramma wordt ontvangen.
4 TRFC-indicator
Geeft aan of er is afgestemd op een TP-zen­der.
5 TEXT-indicator
Deze verschijnt wanneer de radiotekst wordt ontvangen.
1 Druk op de toets A.MENU om MENU weer te geven. MENU verschijnt op het display.
2 Raak FUNCTION aan om de namen van de functies weer te geven.
De functienamen worden weergegeven en de functienamen die u kunt selecteren zijn ge­markeerd.
# Raak BACK aan om terug te keren naar het vo- rige display. # Raak ESC aan om terug te keren naar het fre- quentiedisplay.
Opmerkingen
! Als u niet binnen ongeveer 30 seconden een
functiehandeling uitvoert, gaat het display au­tomatisch terug naar de frequentieweergave.
! Het is mogelijk dat niet alle zenders RDS-dien-
sten leveren.
! RDS-functies zoals AF en TA werken alleen
wanneer u heeft afgestemd op een RDS­zender.
Weergave RDS-display wijzigen
Als u afstemt op een RDS-zender, wordt de programmaservicenaam op de informatiebalk weergegeven. U kunt desgewenst ook de fre­quentie laten weergeven.
% Raak DISP aan.
Raak herhaaldelijk DISP aan om over te scha­kelen tussen de volgende instellingen: PTY (PTY-informatie)frequentie Meer over PTY-informatie (ID-code program­matype) kunt u vinden op bladzijde 32.
RDS
27
Nl
Hoofdstuk
06
RDS
# Als de PTY-code nulvan een zender wordt ontvangen of als het signaal te zwak is zodat het toestel geen PTY-code kan ontvangen, kunt u de weergave van PTY-informatie niet inschakelen. Als u weergave van PTY-informatie heeft geselec­teerd, blijft het display in dat geval leeg.
Alternatieve frequenties kiezen
Als u naar een uitzending aan het luisteren bent en de ontvangst wordt zwakker of er doen zich andere problemen voor, dan zal het toe­stel automatisch op zoek gaan naar een an­dere zender in hetzelfde netwerk die een betere ontvangst oplevert.
! De AF-functie is standaard ingeschakeld.
% Raak AF op het functiemenu aan om AF
in te schakelen.
# Raak AF nogmaals aan om AF uit te schake- len.
Opmerkingen
! Bij automatisch afstemmen of gebruik van de
BSM-functie wordt er alleen afgestemd op RDS-zenders als AF is ingeschakeld.
! Als u een voorkeuzezender oproept, kan de
tuner de voorkeuzezender bijwerken met een nieuwe frequentie van de AF-lijst van de zen­der. (Dit is alleen mogelijk als u voorkeuzezen­ders op de banden FM1 of FM2 gebruikt.) Er verschijnen geen voorkeuzenummers op het display als de RDS-gegevens van de ontvan­gen zender afwijken van de oorspronkelijk op­geslagen zender.
! Het is mogelijk dat de geluidsweergave tijde-
lijk wordt onderbroken door een ander pro­gramma terwijl de AF-functie aan het zoeken is.
! De AF-functie kan voor elke FM-frequentie-
band afzonderlijk worden in- of uitgeschakeld.
PI-zoeken gebruiken
Als het toestel geen geschikte alternatieve fre­quentie kan vinden of als u naar een uitzen­ding luistert en de ontvangst wordt slecht, dan zoekt het toestel automatisch een andere zen­der met dezelfde programmering. Tijdens het zoeken wordt PI SEEK weergegeven en wordt het volume gedempt. Het dempen wordt on­derbroken nadat PI-zoeken is voltooid. Het maakt daarbij niet uit of er een andere zender is gevonden of niet.
PI-zoeken voor voorkeuzezenders gebruiken
Wanneer een voorkeuzezender niet kan wor­den opgeroepen, bijvoorbeeld wanneer u een grote afstand heeft afgelegd, kan het toestel zo worden ingesteld dat ook bij het oproepen van een voorkeuzezender de PI-zoekfunctie zal worden uitgevoerd. ! De automatische PI-zoekfunctie is stan-
daard uitgeschakeld. Zie Aan- en uitzetten van de automatische PI-zoekfunctie op blad­zijde 98.
Alleen zenders met regionale programmering zoeken
Wanneer u de AF-functie gebruikt om automa­tisch alternatieve frequenties te zoeken, kunt u met de regionale functie het zoeken beperken tot zenders die regionale programmas uitzen­den.
% Raak REGION op het functiemenu aan om de regionale functie in te schakelen.
# Raak REGION nogmaals aan om de regionale functie uit te schakelen.
28
Nl
RDS
Hoofdstuk
06
Opmerkingen
! Regionale programmering en regionale net-
werken kunnen per land anders georgani­seerd zijn (er kunnen bijv. veranderingen optreden afhankelijk van de tijd, de staat of het ontvangstgebied).
! Het voorkeuzenummer kan verdwijnen van het
display als de tuner afstemt op een regionale zender die afwijkt van de oorspronkelijk geko­zen zender.
! De regionale functie kan voor elk van de FM-
frequentiebanden afzonderlijk worden in- of uitgeschakeld.
Verkeersberichten ontvangen
Met TA (stand-by voor verkeersberichten) kunt u automatisch verkeersberichten ontvangen, ongeacht de signaalbron waarnaar u aan het luisteren bent. TA kan voor zowel een TP-zen­der (een zender die verkeersberichten uit­zendt) als een uitgebreide TP-zender van een ander netwerk (een zender met informatie die verwijst naar andere TP-zenders) worden geac­tiveerd.
3 Regel het TA-volume met VOLUME wanneer er een verkeersbericht begint.
Het ingestelde volume zal worden opgeslagen in het geheugen en opnieuw worden gebruikt bij de volgende verkeersberichten.
4 Druk op TA/NEWS terwijl er een ver­keersbericht wordt ontvangen om het be­richt te annuleren.
De tuner zal terugkeren naar de oorspronkelijk ingestelde signaalbron maar blijft in de stand­by-modus tot er nog een keer op TA/NEWS wordt gedrukt.
# U kunt het bericht ook annuleren door op SOURCE, BAND/ESC, a, b, c of d te drukken terwijl er een verkeersbericht wordt ontvangen.
Opmerkingen
! Het systeem zal terugkeren naar de oorspron-
kelijke signaalbron wanneer het verkeersbe­richt is afgelopen.
! Bij automatisch afstemmen of gebruik van de
BSM-functie zal er alleen worden afgestemd op TP en de TP-zenders van een ander, uitge­breid netwerk wanneer TA is ingeschakeld.
RDS
1 Stem af op een TP of de TP-zender van een ander, uitgebreid netwerk.
Wanneer u heeft afgestemd op een TP of de TP-zender van een ander, uitgebreid netwerk, zal de TRFC-indicator gaan branden.
2 Druk op de toets TA/NEWS om stand­by voor verkeersberichten in te schakelen.
dTRFC zal op het display verschijnen. De tuner staat stand-by voor verkeersberichten.
# Als u een TA-functie heeft ingeschakeld terwijl er geen TP-zender of TP-zender van een ander net­werk is ingeschakeld, gaat alleen T in de TRFC-in­dicator branden. # Druk nogmaals op TA/NEWS om stand-by voor verkeersberichten weer uit te schakelen.
PTY-functies gebruiken
U kunt afstemmen op een zender met behulp van PTY-informatie (programmatype).
RDS-zender via PTY-informatie zoeken
U kunt naar algemene soorten uitzendingen laten zoeken, zoals opgesomd op bladzijde 32.
1 Raak PTY aan op het functiemenu.
2 Raak c of d aan en selecteer een pro­grammatype.
Er zijn vier programmatypen:
Nl
29
Hoofdstuk
06
RDS
News&InfPopularClassicsOthers
3 Raak a aan om het zoeken te laten be­ginnen.
Als u a aanraakt, begint de programmatype­naam op het display te knipperen. Het toestel zoekt een zender die dat programmatype uit­zendt.
# Raak b opnieuw aan om het zoeken te annu- leren.
Opmerkingen
! De programmas van bepaalde zenders kun-
nen afwijken van de programmas die door de PTY-code worden aangegeven.
! Als er geen zender gevonden kan worden die
een programma van het gewenste type uit­zendt, zal NOT FOUND ongeveer twee secon­den lang op het display getoond worden, waarna de tuner terugkeert naar de oorspron­kelijke zender.
Onderbreking door nieuwsberichten gebruiken
Als er een nieuwsprogramma wordt uitgezon­den door een nieuwszender met PTY-code, kan het toestel van elke zender overschakelen naar de nieuwszender. Als het nieuwsprogramma is afgelopen, gaat het toestel terug naar het vo­rige programma.
% Houd de toets TA/NEWS ingedrukt om de onderbreking door nieuwsberichten in te schakelen.
Druk op TA/NEWS totdat dNEWS of N op het display verschijnt.
# Houd TA/NEWS wederom ingedrukt om de onderbreking van het nieuwsprogramma uit te schakelen. # Een nieuwsprogramma kunt u annuleren door op TA/NEWS te drukken.
# U kunt het nieuwsprogramma ook annuleren door op SOURCE, BAND/ESC, a, b, c of d te drukken terwijl het nieuwsprogramma wordt uit­gezonden.
PTY-nooduitzendingen ontvangen
PTY-alarm is een speciale PTY-code voor het aankondigen van noodgevallen, zoals natuur­rampen. Als de tuner de radioalarmcode ont­vangt, verschijnt ALARM op het display en gaat het volume naar het TA-volume. Als de uitzending van het noodbericht van de zender is afgelopen, gaat het systeem terug naar de oorspronkelijke signaalbron. ! Een noodbericht kunt u annuleren door op
TA/NEWS te drukken.
! U kunt een noodbericht ook annuleren
door op de toets SOURCE of BAND/ESC te drukken.
Radiotekst gebruiken
Deze tuner is in staat radiotekst die wordt uit­gezonden door RDS-zenders, bijvoorbeeld zen­dergegevens, de titel van het uitgezonden muziekfragment en de naam van de artiest, op het display weer te geven. ! De tuner slaat automatisch de drie laatst
ontvangen radiotekstuitzendingen in het geheugen op, waarbij de tekst van de minst recente uitzending door de nieuwe tekst zal worden vervangen.
Radiotekst weergeven
U kunt de radiotekst die op dit moment wordt ontvangen en de drie meest recente radio­tekstuitzendingen op het display laten verschij­nen.
30
Nl
Loading...
+ 94 hidden pages