Pentax K-X User Manual [nl]

e_kb492_84percent_cover_14mm_7.fm Page 1 Thursday, September 17, 2009 4:02 PM
HOYA CORPORATION PENTAX Imaging Systems Division
2-36-9, Maeno-cho, Itabashi-ku, Tokyo 174-8639, JAPAN (http://www.pentax.jp)
PENTAX Europe GmbH (European Headquarters)
Julius-Vosseler-Strasse, 104, 22527 Hamburg, GERMANY (HQ - http://www.pentaxeurope.com) (Germany - http://www.pentax.de) Hotline: 0180 5 736829 / 0180 5 PENTAX
Austria Hotline: 0820 820 255 (http://www.pentax.at)
Digitale spiegelreflexcamera
PENTAX U.K. Limited PENTAX House,
PENTAX France S.A.S.
PENTAX Imaging Company A Division of PENTAX of America, Inc.
PENTAX Canada Inc. 1770 Argentia Road Mississauga, Ontario L5N 3S7, CANADA
PENTAX Trading (SHANGHAI) Limited
Heron Drive, Langley, Slough, Berks SL3 8PN, U.K. (http://www.pentax.co.uk) Hotline: 0870 736 8299
112 Quai de Bezons - BP 204, 95106 Argenteuil Cedex, FRANCE (http://www.pentax.fr) Hotline: 0826 103 163 (0,15€ la minute) Fax: 01 30 25 75 76
Email: http://www.pentax.fr/_fr/photo/contact.php?photo&contact
(Headquarters) 600 12th Street, Suite 300 Golden, Colorado 80401, U.S.A. (PENTAX Service Department) 12061 Tejon St. STE 600 Westminster, Colorado 80234, U.S.A. (http://www.pentaximaging.com)
(http://www.pentax.ca)
23D, Jun Yao International Plaza, 789 Zhaojiabang Road, Xu Hui District, Shanghai, 200032 CHINA (http://www.pentax.com.cn)
Handleiding
Handleiding
De fabrikant behoudt zich het recht voor zonder voorafgaande berichtgeving wijzigingen in specificaties, ontwerp en beschikbaarheid aan te brengen.
OPKX00105/NL Copyright © HOYA CORPORATION 2009
Lees voor optimale cameraprestaties eerst de handleiding door voordat u deze camera in gebruik neemt.
K-x_OPM.book Page 0 Thursday, September 24, 2009 2:25 PM
Bedankt dat u gekozen heeft voor deze digitale PENTAX-camera a. Lees deze handleiding voor gebruik door om de functies van de camera optimaal te kunnen benutten. De handleiding is een waardevol hulpmiddel om inzicht te krijgen in alle mogelijkheden van de camera. Bewaar hem daarom op een veilige plaats.
Geschikte objectieven
Op deze camera kan in het algemeen gebruik worden gemaakt van DA-, DA L-, D FA­en FA J-objectieven en objectieven met een diafragmapositie s (Auto). Zie p.52 en p.299 als u andere objectieven en accessoires wilt gebruiken.
Auteursrechten
Opnamen die zijn gemaakt met de a en voor een ander doel dan strikt persoonlijk gebruik zijn bestemd, mogen niet worden gebruikt zonder toestemming volgens de rechten zoals neergelegd in de auteursrechtwetgeving. Houd altijd rekening met het volgende: in sommige gevallen is zelfs het fotograferen voor persoonlijk gebruik aan beperkingen gebonden, zoals bij demonstraties, voorstellingen of presentaties. Opnamen die zijn gemaakt met het doel om auteursrechten te verkrijgen, kunnen ook niet worden gebruikt buiten het gebruiksbereik van het auteursrecht zoals beschreven in de auteursrechtwetgeving. Ook hiermee dient men rekening te houden.
Handelsmerken
PENTAX, a en smc PENTAX zijn handelsmerken van HOYA CORPORATION. PENTAX Digital Camera Utility en SDM zijn handelsmerken van HOYA CORPORATION.
Het SDHC-logo is een handelsmerk. Microsoft en Windows zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en andere landen. Windows Vista is een wettig gedeponeerd handelsmerk of handelsmerk van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen. Macintosh en Mac OS zijn handelsmerken van Apple Inc., gedeponeerd in de Verenigde Staten en andere landen.
Het SDHC-logo is een handelsmerk. Dit product maakt gebruik van DNG-technologie onder licentie van Adobe Systems Incorporated.
Het DNG-logo is een wettig gedeponeerd handelsmerk of handelsmerk van Adobe Systems Incorporated in de Verenigde Staten en/of andere landen. Alle overige merk- of productnamen zijn handelsmerken of wettig gedeponeerde handelsmerken van de betreffende bedrijven.
Dit product ondersteunt PRINT Image Matching III. Met digitale fotocamera’s, printers en software die PRINT Image Matching ondersteunen, kunnen fotografen opnamen produceren die hun bedoelingen beter benaderen. Sommige functies zijn niet beschikbaar op printers die PRINT Image Matching III niet ondersteunen. Copyright 2001 Seiko Epson Corporation. Alle rechten voorbehouden. PRINT Image Matching is een handelsmerk van Seiko Epson Corporation. Het PRINT Image Matching-logo is een handelsmerk van Seiko Epson Corporation.
K-x_OPM.book Page 1 Thursday, September 24, 2009 2:25 PM
Aan de gebruikers van deze camera
• Gebruik deze camera niet in de buurt van apparatuur die krachtige magnetische
velden of straling genereert, en sla de camera ook niet in de buurt van dergelijke apparatuur op. Krachtige statische ontladingen of het magnetisch veld dat wordt gegenereerd door apparatuur zoals radiozenders kunnen de werking van de monitor storen, opgeslagen gegevens beschadigen, of gevolgen hebben voor de elektronica in de camera en een goed functioneren verstoren.
• Het paneel met vloeibare kristallen in de monitor is gemaakt met behulp van extreem
hoge-precisietechnologie. Hoewel het percentage werkende pixels 99,99% of hoger is, dient u er rekening mee te houden dat 0,01% of minder van de pixels niet oplicht of juist wel oplicht wanneer dat niet zou moeten. Dit heeft echter geen effect op het opgenomen beeld.
• De illustraties en het weergavescherm van de monitor in deze handleiding kunnen
afwijken van het feitelijke product.
Voor een veilig gebruik van de camera
We hebben de grootst mogelijke aandacht besteed aan de veiligheid van dit product. Bij gebruik van dit product vragen we om uw speciale aandacht voor zaken die zijn aangeduid met de volgende symbolen.
Waarschuwing
Pas op
Dit symbool geeft aan dat het niet in acht nemen van deze waarschuwing ernstig persoonlijk letsel kan veroorzaken.
Dit symbool geeft aan dat het niet in acht nemen van deze waarschuwing minder ernstig tot gemiddeld persoonlijk letsel of materiële schade kan veroorzaken.
1
Over de camera
Waarschuwing
• Probeer de camera niet uit elkaar te halen of te veranderen. De camera bevat onderdelen
die onder hoogspanning staan, waardoor er gevaar voor elektrische schokken bestaat.
• Mocht het binnenwerk van de camera open liggen, bijvoorbeeld doordat de camera
valt of anderszins wordt beschadigd, raak dan nooit het vrijgekomen gedeelte aan, aangezien er gevaar is voor een elektrische schok.
• De camerariem om uw nek doen kan gevaarlijk zijn. Pas vooral op dat kinderen de
riem niet om hun nek doen.
• Kijk niet rechtstreeks naar de zon door de camera als daar een teleobjectief op is
gemonteerd, omdat uw ogen bij blootstelling aan direct zonlicht beschadiging kunnen oplopen. Kijk niet recht in de zon door een teleobjectief, aangezien dit kan leiden tot blindheid.
• Als zich tijdens het gebruik onregelmatigheden voordoen, zoals rook of een vreemde
geur, houd dan onmiddellijk op de camera te gebruiken. Verwijder de batterijen of de netvoedingsadapter en neem contact op met het dichtstbijzijnde PENTAX Service Center. Verder gebruik van de camera kan brand of een elektrische schok veroorzaken.
K-x_OPM.book Page 2 Thursday, September 24, 2009 2:25 PM
2
• Leg uw vingers niet over de flitser wanneer u deze gebruikt. U loopt dan gevaar
op brandwonden.
• Dek de flitser niet af met kleding wanneer u deze gebruikt. Er bestaat een risico
van verkleuring.
• Sommige delen van de camera worden tijdens het gebruik heet. Als dergelijke
onderdelen lang worden vastgehouden, is er gevaar voor lichte verbrandingen.
• Mocht de monitor beschadigd raken, pas dan op voor glasdeeltjes. Vermijd ook
elk contact van de vloeistofkristallen met uw huid, ogen en mond.
• Afhankelijk van individuele gevoeligheden en uw fysieke conditie kan het gebruik van de
camera jeuk, uitslag en blaren veroorzaken. Als zich in die zin iets bijzonders voordoet, mag u de camera niet langer gebruiken en dient u onmiddellijk een arts te raadplegen.
Over het gebruik van batterijen
Waarschuwing
• Mocht het lekkende materiaal van de batterijen in contact komen met uw ogen, wrijf
ze dan niet uit. Spoel uw ogen met schoon water en ga onmiddellijk naar een arts.
Pas op
• Voor deze camera hebt u vier AA-alkalinebatterijen, AA-lithiumbatterijen of AA
Ni-MH-batterijen nodig. Gebruik geen andere typen batterijen dan de hier genoemde. Gebruik van een ander type batterij kan tot gevolg hebben dat de camera slecht functioneert, batterijen exploderen of brand wordt veroorzaakt.
• AA-alkalinebatterijen en AA-lithiumbatterijen kunt u niet opladen. Demonteer de
batterijen niet. Als u probeert niet-oplaadbare batterijen op te laden of de batterijen te demonteren, kan dit een explosie of lekkage tot gevolg hebben.
• De batterijen dienen correct te worden geplaatst volgens de poolaanduidingen (+ en –)
op de batterijen en in de camera. Onjuist plaatsen van de batterijen kan een explosie of brand veroorzaken.
• Combineer bij vervanging van de batterijen geen batterijen van verschillende merken,
types of capaciteiten. Combineer ook geen oude batterijen met nieuwe. Hierdoor kunnen de batterijen exploderen of brand veroorzaken.
• Probeer nooit de batterijen kort te sluiten of aan vuur bloot te stellen.
Demonteer de batterijen nooit. De batterijen kunnen exploderen of vlam vatten.
• Laad geen andere batterijen op dan oplaadbare Ni-MH-batterijen. De batterijen
kunnen exploderen of vlam vatten. Van de batterijen die in deze camera kunnen worden gebruikt, kunnen alleen de Ni-MH-batterijen worden opgeladen.
• Als het lekkende materiaal van de batterijen in contact komt met uw huid of kleding,
kan de huid geïrriteerd raken. Was in dat geval de betreffende gebieden grondig schoon met water.
• Als de batterijen heet worden of beginnen te roken, moet u deze onmiddellijk uit de
camera halen. Pas op dat u zichzelf niet brandt bij het verwijderen van de batterij.
K-x_OPM.book Page 3 Thursday, September 24, 2009 2:25 PM
Over de SD-geheugenkaart
Waarschuwing
• Houd SD-geheugenkaarten buiten bereik van kleine kinderen om het risico te
vermijden dat ze per ongeluk wordt ingeslikt. Mocht een SD-geheugenkaart toch worden ingeslikt, ga dan onmiddellijk naar een arts.
Over de netvoedingsadapter
Waarschuwing
• Gebruik uitsluitend de exclusief voor dit product ontwikkelde netvoedingsadapter met
het juiste vermogen en de juiste spanning. Gebruik van een netvoedingsadapter met andere specificaties dan voorgeschreven voor dit product, kan brand, elektrische schokken of schade aan de camera veroorzaken.
Pas op
• Plaats geen zware voorwerpen op het netsnoer en buig het netsnoer niet overmatig.
Het snoer kan daardoor beschadigd raken. Neem contact op met een servicecentrum van PENTAX als het snoer beschadigd is.
• Raak de aansluiting voor netsnoer niet aan als het netsnoer is aangesloten en vermijd
kortsluiting.
• Sluit het netsnoer niet met vochtige handen aan op het stopcontact en koppel het niet
met vochtige handen los. Dit kan resulteren in een elektrische schok.
• Laat de camera niet vallen en stel haar ook niet bloot aan hevige schokken. Dat kan
ertoe leiden dat de camera defect raakt.
• Verminder de kans op ongelukken: gebruik uitsluitend een stroomsnoer met CSA/UL-
certificering, snoertype SPT-2 of zwaarder, minimaal AWG-koper NO.18, met aan het ene uiteinde een gegoten mannelijke stekker (met een gespecificeerde NEMA­configuratie), en aan het andere uiteinde een gegoten vrouwelijke connector (met een gespecificeerde IEC-configuratie van een niet-industrieel type) of een gelijkwaardig stroomsnoer.
3
K-x_OPM.book Page 4 Thursday, September 24, 2009 2:25 PM
4
Aandachtspunten tijdens het gebruik
Voor u de camera gaat gebruiken
• Neem, als u op reis gaat, het document Worldwide Service Network mee dat deel
uitmaakt van het pakket. Dit komt van pas bij problemen in het buitenland.
• Wanneer de camera lange tijd niet is gebruikt, ga dan na of alles nog goed werkt, vooral
als u er belangrijke opnamen mee wilt maken (bijvoorbeeld huwelijksfoto’s of opnamen op reis). Er geldt geen garantie op de inhoud van de opnamen, als opnemen, weergeven of het overzetten van de gegevens naar een computer e.d. niet mogelijk is als gevolg van een defect aan de camera of aan de opnamemedia (SD-geheugenkaart) e.d.
Voorzorgsmaatregelen voor het dragen en gebruiken van de camera
• Stel de camera niet bloot aan hoge temperaturen of hoge luchtvochtigheid. Laat de
camera niet achter in een voertuig, omdat met name in auto’s de temperatuur zeer hoog kan oplopen.
• Stel de camera niet bloot aan zware trillingen, schokken of druk. Gebruik een kussen
om de camera te beschermen tegen trillingen van een motor, auto of schip.
• Het temperatuurbereik voor gebruik van de camera is 0° tot 40°C (32°F tot 104°F).
• De monitor kan bij hoge temperaturen zwart worden, maar werkt weer normaal bij een
normale omgevingstemperatuur.
• De reactiesnelheid van de monitor kan traag worden bij lage temperaturen. Dit ligt
aan de eigenschappen van de vloeistofkristallen en is geen defect.
• Plotselinge temperatuurschommelingen veroorzaken condensvorming aan de
binnen- en buitenkant van de camera. Doe de camera in de draagtas of een plastic zak en haal hem er pas uit als het temperatuurverschil tussen de camera en de omgeving minimaal is geworden.
• Vermijd contact met afval, modder, zand, stof, water, gifgassen of zouten, aangezien
de camera hierdoor defect kan raken. Als er regen- of waterdruppels op de camera komen, veeg hem dan droog.
• Druk niet met kracht op de monitor. Het risico bestaat dat de monitor hierdoor gaat
barsten of niet meer naar behoren functioneert.
• Draai de bevestigingsbout niet te vast aan wanneer u de camera op een statief plaatst.
De camera schoonmaken
• Maak het product niet schoon met organische oplosmiddelen zoals verfverdunner,
alcohol of wasbenzine. Hierdoor kan verkleuring optreden.
• Verwijder stof dat zich op het objectief of de zoeker heeft verzameld met een
lenskwastje. Gebruik nooit een spuitbus voor het schoonmaken, omdat het objectief hierdoor beschadigd kan raken.
• Neem contact op met het servicecentrum van PENTAX voor professionele reiniging
van de CMOS-sensor (hieraan zijn kosten verbonden).
K-x_OPM.book Page 5 Thursday, September 24, 2009 2:25 PM
De camera opbergen
• Berg de camera niet op in de nabijheid van conserveermiddelen of chemicaliën.
Opslag in ruimten met hoge temperaturen en een hoge luchtvochtigheid kan schimmelvorming veroorzaken. Haal de camera uit de tas en berg hem op een droge en goed geventileerde plaats op.
Andere voorzorgsmaatregelen
• Laat de camera om de één tot twee jaar nakijken teneinde de prestaties van het
product op peil te houden.
• Zie “Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik van een SD-geheugenkaart” (p.49)
voor meer informatie over de SD-geheugenkaart.
• Als met een camera of pc gegevens op een SD-geheugenkaart worden gewist of een
SD-geheugenkaart wordt geformatteerd, blijft het risico bestaan dat anderen met speciale, vrij verkrijgbare software deze gegevens kunnen herstellen. U bent zelf verantwoordelijk voor een juist beheer van dergelijke gegevens.
Informatie over registratie van uw product
Wij willen u graag optimaal van dienst zijn. Daarom vragen wij u vriendelijk om uw product te registreren. Het formulier hiervoor kunt u vinden op de meegeleverde cd­rom of op de website van PENTAX. Zie p.289 voor bijzonderheden. Bij voorbaat dank voor uw medewerking.
5
K-x_OPM.book Page 6 Thursday, September 24, 2009 2:25 PM
6
Memo
Memo
K-x_OPM.book Page 7 Thursday, September 24, 2009 2:25 PM
Inhoudstafel
Voor een veilig gebruik van de camera................................................ 1
Aandachtspunten tijdens het gebruik................................................... 4
Inhoudstafel ......................................................................................... 7
Samenstelling van de handleiding ..................................................... 13
Voor u de camera gaat gebruiken 15
a Kenmerken van de camera ...............................................16
De inhoud van het pakket controleren .......................................18
Namen en functies van de onderdelen.......................................19
Opnamestand .................................................................................... 20
Weergavestand.................................................................................. 22
Weergave van indicaties..............................................................24
LCD-display ....................................................................................... 24
Zoeker................................................................................................ 33
Functie-instellingen wijzigen.......................................................35
Richtingsknoppen gebruiken.............................................................. 35
Het bedieningspaneel gebruiken ....................................................... 36
De Menu’s gebruiken ......................................................................... 38
7
Voorbereidingen 41
Draagriem bevestigen ..................................................................42
Batterijen plaatsen .......................................................................43
Indicatie batterijniveau ....................................................................... 45
Geschatte opslagcapaciteit voor opnamen en Weergavetijd
(nieuwe batterijen) ............................................................................. 45
Gebruik van de netvoedingsadapter (optioneel) ................................ 46
De SD-geheugenkaart plaatsen/uitnemen..................................48
Resolutie en Kwaliteitsniveau ............................................................ 50
Het objectief bevestigen ..............................................................52
De zoekerdioptrie aanpassen......................................................54
De camera aan- en uitzetten ........................................................55
Standaardinstellingen ..................................................................56
De weergavetaal wijzigen .................................................................. 56
Datum en tijd instellen........................................................................ 60
K-x_OPM.book Page 8 Thursday, September 24, 2009 2:25 PM
8
Basisbediening 63
Basishandelingen bij opnamen...................................................64
De camera vasthouden...................................................................... 64
De camera de optimale instellingen laten bepalen ............................ 65
Werken met een zoomobjectief...................................................70
De ingebouwde flitser gebruiken ................................................71
De flitsfunctie instellen ....................................................................... 72
Corrigeren van de flitsintensiteit......................................................... 77
Opnamen maken terwijl de flitser nog bezig is met opladen.............. 78
Opnamen weergeven ...................................................................79
Opnamen weergeven......................................................................... 79
Eén enkele opname wissen ............................................................... 80
Opnamefuncties 81
Werken met de opnamefuncties .................................................82
Items instellen met richtingsknoppen................................................. 82
Onderdelen van het menu Opnamemodus ........................................ 83
Onderdelen van het menu Persoonlijke instelling .............................. 85
De juiste opnamestand kiezen ....................................................88
Picture-stand...................................................................................... 89
H-stand .............................................................................................. 90
Belichtingsfunctie ............................................................................... 92
Belichting instellen.......................................................................93
Effect van diafragma en sluitertijd ...................................................... 93
Gevoeligheid instellen........................................................................ 95
De belichtingsfunctie wijzigen ............................................................ 99
De lichtmeetmethode selecteren ..................................................... 111
Belichting corrigeren ........................................................................ 113
Scherpstellen ..............................................................................119
Autofocus gebruiken ........................................................................ 119
De AF-modus instellen..................................................................... 122
Het scherpstelgebied selecteren (AF-punt) ..................................... 124
De scherpstelling vergrendelen (Scherpstelling vergrendelen) ....... 126
Handmatig de scherpstelling wijzigen
(Handmatige scherpstelling) ............................................................ 128
Compositie, belichting en scherpstelling controleren
vóór de opname (Voorbeeld).....................................................131
De Voorbeeld-functie toewijzen aan de knop Snelinstelling ............ 131
Optisch voorbeeld weergeven ......................................................... 133
Digitaal voorbeeld weergeven.......................................................... 134
K-x_OPM.book Page 9 Thursday, September 24, 2009 2:25 PM
De functie Shake Reduction gebruiken om het effect
van camerabeweging te voorkomen.........................................135
Foto’s maken met de functie Shake Reduction ............................... 135
Opnamen maken met de zelfontspanner......................................... 138
De afstandbediening gebruiken (optioneel) ..................................... 141
Continuopnamen maken............................................................144
Continuopname................................................................................ 144
Dubbelopnamen............................................................................... 145
Opnamen maken met digitale filters.........................................148
Opnamen maken met Live weergave........................................151
Foto’s maken ................................................................................... 152
Video opnemen................................................................................ 157
De flitser gebruiken 163
Flitseigenschappen bij elke belichtingsfunctie .......................164
De lange-sluitertijdsynchronisatie gebruiken ................................... 164
2e sluitergordijn-synchronisatie gebruiken....................................... 166
Afstand en diafragma bij gebruik
van de ingebouwde flitser .........................................................168
Compatibiliteit objectief met de ingebouwde flitser ...............170
Gebruik van een externe flitser (optioneel)..............................172
Gebruik van de functie Automatisch
P-DDL-flitsen.................................................................................... 173
Flitsen met korte-sluitertijdsynchronisatie ........................................ 174
Draadloos flitsen .............................................................................. 175
Anti rode ogen.................................................................................. 178
2e sluitergordijn-synchronisatie ....................................................... 179
Een externe flitser aansluiten met het verlengsnoer ........................ 179
Meerdere flitsers met verlengsnoeren ............................................. 180
Flitsen met contrastregelingssynchronisatie .................................... 181
9
Opname-instellingen 183
De bestandsindeling instellen...................................................184
JPEG-resolutie instellen................................................................... 184
Het JPEG-kwaliteitsniveau instellen ................................................ 185
De bestandsindeling instellen .......................................................... 186
De functie van de knop Snelinstelling selecteren ...................189
De witbalans instellen ................................................................192
Witbalans handmatig aanpassen..................................................... 194
Fijnafstemming van de witbalans..................................................... 196
De kleurruimte instellen ................................................................... 197
Opnamen corrigeren ..................................................................199
De helderheid aanpassen ................................................................ 199
Objectiefcorrectie ............................................................................. 202
K-x_OPM.book Page 10 Thursday, September 24, 2009 2:25 PM
10
De afwerking van de opname instellen ....................................205
Aangepaste opname instellen.......................................................... 205
Cross-processing instellen............................................................... 207
Weergavefuncties 209
Bediening van weergavefuncties..............................................210
Items van het Weergavepalet .......................................................... 210
Items van het menu Weergeven ...................................................... 211
Opnamen uitvergroten ...............................................................212
Weergave van meerdere opnamen ...........................................214
Scherm voor weergave van meerdere opnamen............................. 214
Opnamen weergeven aan de hand van de mapnaam ..................... 216
Opnamen weergeven op basis van opnamedatum
(Kalenderweergave)......................................................................... 217
Opnamen samenvoegen (Index) ..................................................... 218
Diavoorstelling............................................................................221
Diavoorstelling instellen ................................................................... 221
De diavoorstelling starten ................................................................ 222
Opnamen roteren........................................................................224
Opnamen vergelijken .................................................................225
Meerdere opnamen wissen........................................................227
Geselecteerde opnamen wissen...................................................... 227
Een map wissen............................................................................... 229
Alle opnamen wissen ....................................................................... 230
Opnamen beveiligen tegen wissen (Beveiligen) .....................231
Eén opname beveiligen ................................................................... 231
Alle opnamen beveiligen.................................................................. 232
De camera aansluiten op een audiovisueel apparaat .............233
Opnamen verwerken 235
De opnamegrootte wijzigen.......................................................236
Het aantal opnamepixels en het kwaliteitsniveau wijzigen
(Formaat wijzigen) ........................................................................... 236
Uitsneden maken (Bijsnijden) .......................................................... 237
Opnamen bewerken met digitale filters....................................240
Het digitale filter toepassen.............................................................. 242
Filtereffecten kopiëren ..................................................................... 243
Zoeken naar de oorspronkelijke opname......................................... 245
RAW-opnamen ontwikkelen ......................................................246
Eén RAW-opname ontwikkelen ....................................................... 246
Meerdere RAW-opnamen ontwikkelen ............................................ 247
Parameters opgeven........................................................................ 249
JPEG-opnamen aanpassen .......................................................251
K-x_OPM.book Page 11 Thursday, September 24, 2009 2:25 PM
Andere instellingen wijzigen 253
Werken met het menu Set-up ....................................................254
Items van het menu Set-up.............................................................. 254
Een SD-geheugenkaart formatteren .........................................256
Instellingen opgeven voor het geluidssignaal,
de datum en tijd en de weergavetaal ........................................257
Het geluidssignaal instellen ............................................................. 257
De datum- en tijdweergave wijzigen ................................................ 258
Wereldtijd instellen........................................................................... 258
De weergavetaal wijzigen ................................................................ 261
Weergave van monitor en menu’s aanpassen.........................262
Het tekstformaat instellen ................................................................ 262
De tijd voor weergave van het hulpdisplay instellen ........................ 262
De statusschermweergave instellen ................................................ 263
De weergave voor Momentcontrole instellen ................................... 263
De helderheid van de monitor aanpassen ....................................... 264
De kleur van de monitor aanpassen ................................................ 265
Conventies instellen voor bestands-/mapnamen....................267
De mapnaam selecteren.................................................................. 267
Bestandsnummer instellen............................................................... 268
De stroominstellingen selecteren .............................................269
Automatisch uitschakelen instellen .................................................. 269
Het batterijtype instellen................................................................... 269
De felheid van het aan/uit-lampje instellen ...................................... 270
De DPOF-instellingen uitvoeren................................................271
Fotograafgegevens instellen die worden
opgeslagen in Exif......................................................................273
Corrigeren van defecte pixels in de CMOS-sensor
(Pixeluitlijning)............................................................................275
Instellingen selecteren om op te slaan in de camera
(Geheugen)..................................................................................276
11
Aansluiten op een computer 279
Opnamen bewerken op een computer .....................................280
Opnamen opslaan op de computer ..........................................281
De instelling voor de USB-aansluiting opgeven............................... 281
Opnamen opslaan door de camera
aan te sluiten op de computer.......................................................... 283
Gebruik van de meegeleverde software...................................284
De software installeren .................................................................... 284
Het scherm van PENTAX Digital Camera Utility 4........................... 285
K-x_OPM.book Page 12 Thursday, September 24, 2009 2:25 PM
12
Bijlage 291
Standaardinstellingen ................................................................292
Menu resetten .................................................................................. 297
Beschikbare functies bij verschillende
objectiefcombinaties..................................................................299
Opmerkingen over [22. Diafragmaring gebruiken] ........................... 301
De CMOS-sensor reinigen .........................................................303
Stof verwijderen door de CMOS-sensor te schudden...................... 303
Stof detecteren op de CMOS-sensor (Stofalarm) ............................ 304
Stof verwijderen met een blaaskwastje............................................ 305
Optionele accessoires ...............................................................307
Foutberichten..............................................................................311
Problemen oplossen ..................................................................314
Belangrijkste technische gegevens..........................................318
Verklarende woordenlijst...........................................................323
Index ............................................................................................329
GARANTIEBEPALINGEN ...........................................................335
K-x_OPM.book Page 13 Thursday, September 24, 2009 2:25 PM
Samenstelling van de handleiding
Deze handleiding bevat de volgende hoofdstukken.
13
1 Voor u de camera gaat gebruiken
Beschrijft de kenmerken van de camera, accessoires en de namen en functies van de verschillende onderdelen.
2 Voorbereidingen
Beschrijft uw eerste stappen, van de aankoop van de camera tot het maken van opnamen. Lees dit hoofdstuk aandachtig door en volg alle aanwijzingen op.
3 Basisbediening
Legt de procedures uit voor het maken en weergeven van opnamen.
4 Opnamefuncties
Legt de functies voor het maken van opnamen uit.
5 De flitser gebruiken
Legt het gebruik van de ingebouwde en de externe flitsers uit.
6 Opname-instellingen
Legt de procedures uit voor het configureren van beeldbewerking en het instellen van de indeling voor opslaan.
7 Weergavefuncties
Legt de procedures uit voor het weergeven, verwijderen en beveiligen van opnamen.
8 Opnamen verwerken
Legt de procedures uit voor het wijzigen van de afbeeldingsgrootte, het gebruik van filters en het verwerken van opnamen die zijn gemaakt in RAW-indeling.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
9 Andere instellingen wijzigen
Legt de procedures uit voor het wijzigen van de camera-instellingen, bijvoorbeeld die voor de monitor en de conventies voor het benoemen van beeldmappen.
10 Aansluiten op een computer
Legt uit hoe u de camera aansluit op een computer; bevat bovendien installatie­instructies en een algemeen overzicht van de meegeleverde software.
11 Bijlage
Behandelt het oplossen van problemen en geeft een overzicht van afzonderlijk verkrijgbare accessoires en verschillende informatiebronnen.
10
11
K-x_OPM.book Page 14 Thursday, September 24, 2009 2:25 PM
14
De betekenis van de in deze handleiding gebruikte symbolen wordt hierna uitgelegd.
1
Geeft het nummer aan van de pagina waarnaar wordt verwezen voor een uitleg van het betreffende bedieningsonderdeel.
Geeft nuttige informatie.
Geeft aan dat bij gebruik van de camera voorzorgsmaatregelen moeten worden genomen.
K-x_OPM.book Page 15 Thursday, September 24, 2009 2:25 PM
1 Voor u de camera gaat
gebruiken
Controleer de inhoud van het pakket en de namen en functies van de diverse onderdelen voordat u de camera in gebruik neemt.
a Kenmerken van de camera .......................16
De inhoud van het pakket controleren ...............18
Namen en functies van de onderdelen ..............19
Weergave van indicaties .....................................24
Functie-instellingen wijzigen .............................. 35
K-x_OPM.book Page 16 Thursday, September 24, 2009 2:25 PM
16
a Kenmerken van de camera
• Voorzien van een CMOS-sensor van 23,6×15,8 mm met effectief 12,4 miljoen pixels, voor een zeer hoge precisie en een groot
1
Voor u de camera gaat gebruiken
dynamisch bereik.
• Uitgerust met Shake Reduction (SR), een systeem voor het reduceren van onscherpte door het bewegen van de sensor. Daarmee kunt u scherpe opnamen maken die minimaal worden beïnvloed door het bewegen van de camera, ongeacht het gebruikte objectief.
• Uitgerust met een zoeker die vergelijkbaar is met die van een conventionele kleinbeeldcamera, met een vergroting van ca. 0,85× en een beeldveld van ca. 96% om gemakkelijker een beeldcompositie te kunnen maken en handmatig scherp te kunnen stellen.
• Uitgerust met een grote monitor van 2,7 inch met ca. 230.000 pixels, een grote beeldhoek, en een helderheids- en kleurenregeling voor een zo nauwkeurig mogelijke weergave.
• Maakt gebruik van AA-lithiumbatterijen, oplaadbare AA Ni-MH-batterijen of AA-alkalinebatterijen.
• Voorzien van een Live weergavefunctie voor het maken van opnamen bij gelijktijdige real-time weergave van het onderwerp op de monitor.
• U kunt films opnemen door gebruik te maken van de eigenschappen van het objectief. De camera verzorgt ook uitvoer van composietvideo, zodat u foto’s en films kunt weergeven op een monitor, bijv. een tv.
• Er is een gebruiksvriendelijk ontwerp toegepast op verschillende delen van de camera. Grote tekst, een monitor met een hoog contrast en gebruiksvriendelijke menu’s maken de bediening van de camera eenvoudiger.
• Op de CMOS-sensor is een speciale SP-coating aangebracht die voorkomt dat stof aan de sensor blijft kleven. Bij toepassing van de functie Sensor stofvrij maken wordt de CMOS-sensor tevens geschud om stof te verwijderen.
• Uitgerust met digitale filters voor het bewerken van de opname in de camera. Tijdens het maken van opnamen kunt u digitale filters toepassen zoals het Sterren-filter en het Soft-filter, maar u kunt er opnamen ook achteraf mee bewerken.
• Met de functie Aangepaste opname kunt u instellingen aanpassen terwijl een voorbeeld van de te maken opname wordt weergegeven, zodat u meer greep krijgt op wat u met de opname wilt bereiken.
K-x_OPM.book Page 17 Thursday, September 24, 2009 2:25 PM
• Opnamen worden gemaakt in de flexibele JPEG-indeling of de kwalitatief hoogwaardige en volledig bewerkbare RAW-indeling. U kunt ook JPEG+RAW selecteren en gelijktijdig in beide indelingen opnamen maken. Opnamen die zijn gemaakt in de RAW-indeling, kunnen gemakkelijk intern door de camera worden verwerkt.
• Voorzien van de Gevoeligheidsvoorkeuze K die automatisch het diafragma en de sluitertijd aanpast aan een ingestelde gevoeligheid.
Het gebied dat door de camera wordt vastgelegd (de beeldhoek) is bij de a en 35 mm-kleinbeeldreflexcamera’s verschillend, zelfs wanneer hetzelfde objectief wordt gebruikt. Dit komt doordat de formaten van kleinbeeldfilm en een CMOS-sensor verschillen.
Afmetingen van kleinbeeldfilm en CMOS-sensor
35 mm-kleinbeeldfilm: 36×24 mm a CMOS-sensor 23,6×15,8 mm
Bij gelijke beeldhoeken moet de brandpuntsafstand van een objectief dat voor een 35 mm-kleinbeeldcamera wordt gebruikt, ongeveer 1,5 keer langer zijn dan die voor de a. Om een beeldhoek te bereiken die hetzelfde gebied bestrijkt, deelt u de brandpuntsafstand van het kleinbeeldobjectief door 1,5.
(Voorbeeld) Om een zelfde opname te maken als met een 150 mm-objectief
op een kleinbeeldcamera 150÷1,5=100 Gebruik een 100 mm-objectief met de a.
Omgekeerd moet de brandpuntsafstand van het gebruikte objectief op de a worden vermenigvuldigd met 1,5 om de brandpuntsafstand voor een kleinbeeldcamera te bepalen.
(Voorbeeld) Wanneer een 300 mm-objectief wordt gebruikt op de a
300×1,5=450 De brandpuntsafstand is gelijk aan een 450 mm-objectief op
een kleinbeeldcamera.
17
1
Voor u de camera gaat gebruiken
Shake Reduction (SR)
Shake Reduction (SR) op de a is een oorspronkelijk PENTAX­systeem waarbij met behulp van een magneet de beeldsensor met hoge snelheid wordt bewogen om camerabeweging te compenseren. De camera kan enig geluid voortbrengen als deze heen en weer wordt geschud, bijvoorbeeld bij het wijzigen van compositie. Dit is normaal en geen defect.
K-x_OPM.book Page 18 Thursday, September 24, 2009 2:25 PM
18
De inhoud van het pakket controleren
Bij de camera worden de volgende accessoires geleverd. Controleer of alle accessoires zijn meegeleverd.
1
Voor u de camera gaat gebruiken
Flitsschoenbeschermer FK
(gemonteerd op de camera)
USB-kabel
I-USB7
Oogschelp F
(op de camera bevestigd)
Draagriem
O-ST53
Q
(gemonteerd op de camera)
Bodydop
Software (cd-rom)
S-SW99
Vier AA lithiumbatterijen Handleiding
(deze handleiding)
Zie p.307 voor informatie over optionele accessoires.
K-x_OPM.book Page 19 Thursday, September 24, 2009 2:25 PM
Namen en functies van de onderdelen
Aan-/uitlampje
Zelfontspanner-LED/
Afstandsbedienings-
sensor
Kaartklep
Index (rode stip) op
objectiefvatting
Objectiefontgrendelknop
Ingebouwde flitser
PC/AV-aansluiting
MF
AF
Objectiefinformatiecontacten
Dioptriecorrectieknop
Flitsschoen
Luidspreker
Riembevestiging
Microfoon
Spiegel
AF-koppeling
Zoeker
LED voor lezen van/schrijven naar kaart
19
1
Voor u de camera gaat gebruiken
Klepje voor
aansluitingen
Statiefaansluiting
Monitor
Ontgrendelknop van de batterijklep
Batterijklep
* In de tweede afbeelding wordt de camera weergegeven zonder oogschelp FQ.
K-x_OPM.book Page 20 Thursday, September 24, 2009 2:25 PM
20
Opnamestand
Hieronder vindt u uitleg van de functie van knoppen, instelwielen en hendels die bij het maken van opnamen worden gebruikt.
1
Voor u de camera gaat gebruiken
Hier worden de fabrieksinstellingen besproken. Afhankelijk van de knop kunnen instellingen worden gewijzigd.
1
2
3
4
8
5
6
MF
AF
7
9 0
a b c
d e
f
K-x_OPM.book Page 21 Thursday, September 24, 2009 2:25 PM
21
1 | (Snelinstelling)-knop
U kunt aan deze knop een functie toewijzen. (p.189)
2 Ontspanknop
Indrukken om opnamen te maken. (p.68)
3 Hoofdschakelaar
Bewegen om de camera uit en aan te zetten. (p.55)
4 Ontgrendelknop voor
het objectief
Indrukken om het objectief los te maken. (p.53)
5 mc-knop
Waarden voor belichtingscorrectie en diafragma instellen. (p.100, p.106, p.113)
6 Functiekiezer
Opnamestand wijzigen. (p.88)
7 Scherpstelfunctieknop
Schakelen tussen automatisch (p.119) en handmatig scherpstellen (p.128).
8 K/i-knop
Indrukken om de ingebouwde flitser uit te klappen. (p.71)
9 e-knop
De sluitertijd, het diafragma, de gevoeligheid en de belichtingscorrectie instellen.
0 =/L-knop
U kunt met deze knop scherp stellen op het onderwerp of de belichtingswaarde vergrendelen. (p.108, p.115, p.120)
a Q-knop
Hiermee wordt de weergavestand geactiveerd. (p.79)
b U-knop
Hiermee wordt de Live weergave geactiveerd. (p.151)
c M knop
Hiermee activeert u het statusscherm (p.25)
Hiermee geeft u het bedieningspaneel weer tijdens weergave van het statusscherm. (p.26)
d 4 knop
Hiermee activeert u het scherm waarin het AF-punt kan worden ingesteld. (p.124) Druk tijdens weergave van het bedieningspaneel of een menuscherm op deze knop om het geselecteerde item te bevestigen.
e Vierwegbesturing
(2345)
Het menu voor het instellen van Transportstand/Flitsfunctie/ Witbalans/Gevoeligheid openen (p.82). Als het bedieningspaneel of een schermmenu wordt weergegeven, verplaatst u de cursor of wijzigt u een item met de vierwegbesturing.
f 3-knop
Hiermee wordt het menu [A Opnamemodus 1] weergegeven (p.83). Druk vervolgens op de vierwegbesturing (5) om submenu’s weer te geven.
1
Voor u de camera gaat gebruiken
K-x_OPM.book Page 22 Thursday, September 24, 2009 2:25 PM
22
Weergavestand
Hieronder vindt u uitleg van de functie van knoppen, instelwielen en hendels die bij het weergeven van opnamen worden gebruikt.
1
Voor u de camera gaat gebruiken
1
2
MF
AF
4
3
5
6
7 8
9 0
K-x_OPM.book Page 23 Thursday, September 24, 2009 2:25 PM
23
1 Ontspanknop
Halverwege indrukken om over te gaan naar de opnamestand.
2 Hoofdschakelaar
Bewegen om de camera uit en aan te zetten. (p.55)
3 | (Snelinstelling)-knop
Indrukken om instellingen te wijzigen, zoals het resetten van waarden. (p.189)
4 K/i-knop
Indrukken om opnamen te verwijderen. (p.80)
5 e-knop
Een opname uitvergroten (p.212) of meerdere opnamen tegelijkertijd weergeven (p.214).
6 Q-knop
Hiermee activeert u de opnamestand.
Verwijzingen naar knoppen
In deze bedieningshandleiding wordt op de volgende manier verwezen naar de knoppen van de vierwegbesturing.
7 M knop
Hiermee geeft u opnamegegevens weer op de monitor. (p.27)
8 4 knop
De in het menu of het weergavescherm geselecteerde instelling bevestigen.
9 Vierwegbesturing
(2345)
De cursor verplaatsen of items wijzigen in menu’s of het weergavescherm.
0 3-knop
Hiermee geeft u het menu [Q Weergeven 1] weer (p.211). Druk vervolgens op de vierwegbesturing (5) om submenu’s weer te geven.
1
Voor u de camera gaat gebruiken
K-x_OPM.book Page 24 Thursday, September 24, 2009 2:25 PM
24
Weergave van indicaties
LCD-display
1
Afhankelijk van de
Voor u de camera gaat gebruiken
camerastatus kunnen de volgende indicaties op de monitor worden weergegeven.
Monitor
De helderheid en de kleurinstelling van de monitor kunnen worden aangepast. (p.264, p.265)
Bij het inschakelen of gebruik van de functiekiezer
Bedieningsaanwijzingen worden gedurende 3 seconden (standaardinstelling) weergegeven op de monitor als de camera wordt ingeschakeld of de functiekiezer wordt gebruikt.
Als u geen indicaties op het scherm wilt weergeven, stel [Hulpdisplay] dan in op [Uit] in het menu [R Instellen 1]. (p.262)
Programma
P
1
Automatische belichting
P
10/10/2009
23
1 Opnamestand (p.88) 3 Actuele datum en tijd (p.60) 2 Wereldtijd (p.258) (alleen
wanneer ingesteld op Bestemmingstijd)
10:30AM
HDR OFF
OFF
OFF
K-x_OPM.book Page 25 Thursday, September 24, 2009 2:25 PM
Opnamestand
Tijdens het maken van opnamen wordt het statusscherm weergegeven waarin de huidige instellingen van de opnamefunctie worden getoond. U kunt een ander scherm kiezen door op de knop M te drukken.
P
1/
125 5.6
ISO
200
AUTO
12M
JPEG
AF.A
F
AWB
1122+3-3
ISO
[37]
Statusscherm
Statusscherm
(Alle items worden hier voor uitlegdoeleinden weergegeven. In werkelijkheid kan er iets anders worden weergegeven.)
Aangepaste opname Helder
M
JPEG
10/10/’09
AF.A
12M
OFF
OFF
10:30AM
MM
HDR
OFF
[37]
Bedieningspaneel Leeg
25
1
Voor u de camera gaat gebruiken
AWB
AF.A
F
ISO
[
37
P
SHIFT
1/
2000 2.8
ISO
1600
AUTO
1122+3-3
±1.0
JPEG
12
G1A1
M
1 Opnamestand (p.88) 2 Belichtingsgeheugen (p.115) 3 Dubbelopnamen (p.145)/Digitaal
filter (p.148)/HDR-opname (p.201)/Cross-processing (p.207)
4 Aangepaste opname (p.205) 5 Scherpstelstand (p.119) 6 Lichtmeting bij automatische
belichting (p.111)
7 Batterijniveau (p.45) 8 Hulp e-knop 9 Sluitertijd 10 Diafragmawaarde 11 ISO AUTO 12 Gevoeligheid (p.95)
12
11 12
13
8
15 16
]
22 23 24 25 26
34567
910
14
88
18 19 20
13 Belichtingscorrectie (p.113)/
Belichtingsbracketing (p.116)
14 LW-balk 15 Flitsbelichtingscorrectie (p.77) 16 Witbalans instellen (p.196) 17 Transportstand (p.82) 18 Witbalans (p.192) 19 AF-punt (p.124) 20 ISO (p.95) 21 Flitsfunctie (p.72) 22 Bestandsindeling (p.186) 23 JPEG-resolutie (p.184) 24 JPEG-kwaliteit (p.185) 25 Shake Reduction (p.135) 26 Resterende opslagcapaciteit
17
21
HDR OFF
OFF
OFF
K-x_OPM.book Page 26 Thursday, September 24, 2009 2:25 PM
26
Het bedieningspaneel
Druk op de knop M in het statusscherm om het bedieningspaneel weer te geven en instellingen te wijzigen.
1
Voor u de camera gaat gebruiken
Aangepaste opname Helder
OFF
AF.A
JPEG
12
M
10/10/’09
10:30AM
1 Functienaam 2 Wijzigen 3 Aangepaste opname (p.205) 4 Cross-processing (p.207) 5 Digitaal filter (p.148) 6 HDR-opname (p.201) 7 Shake Reduction (p.135) 8 Lichtmeting bij automatische
belichting (p.111)
9 AF-modus (p.122) 10 AF-punt selecteren (p.124)
• Instellingen die niet gewijzigd kunnen worden bij de huidige configuratie van de camera, kunnen niet worden geselecteerd.
• Het statusscherm verdwijnt als er binnen 30 seconden geen bedieningshandeling heeft plaatsgevonden. Druk op de knop M als u het scherm weer op wilt roepen.
• Als er op het bedieningspaneel 30 seconden lang geen bedieningshandeling heeft plaatsgevonden, verschijnt het statusscherm weer.
• Als [Display opname-info] ingesteld is op O (Aan) bij [Geheugen] (p.276) in het menu [A Opnamemodus 4] en het lege scherm geselecteerd wordt, dan wordt bij de volgende inschakeling van de camera eerst het lege scherm getoond.
OFF
HDR
OFF
1 2
43 567
98101112
1413 15 16 17
[
37
]
18 19
11 Hooglichtcorrectie (p.199) 12 Schaduwcorrectie (p.200) 13 Bestandsindeling (p.186) 14 JPEG-resolutie (p.184) 15 JPEG-kwaliteit (p.185) 16 Vervormingscorrectie (p.202) 17 Laterale chromatische
aberratiecorrectie (p.202)
18 Datum en tijd 19 Resterende opslagcapaciteit
K-x_OPM.book Page 27 Thursday, September 24, 2009 2:25 PM
Weergavestand
Telkens wanneer u tijdens weergave op de knop M drukt, toont de camera andere informatie.
27
Stand.
Op het scherm worden de opname, de bestandsindeling en de indicaties weergegeven.
Op het scherm worden de opname en het histogram
Histogramweergave
(Helderheid/RGB) weergegeven. Niet beschikbaar tijdens weergave van video.
Weergave van detail-info
Op het scherm worden details van de opname-instellingen en het tijdstip van de opname weergegeven.
Geen infoweergave Alleen de opname wordt weergegeven.
M
1/
2000 F5.6 100-0001
Stand.
M
M
1/
2000 F5.6 100-0001
Histogramweergave
M
P
AF.A
M
G2
10:00AM
24
A1
AdobeRGB
1/
2000
F2.8 +1.5 -0.5
ISO
200
12
JPEG
10/10/’09
Geen infoweergave Weergave van detail-info
mm
100-0001
1
Voor u de camera gaat gebruiken
±0 ±0 ±0 ±0 ±0
De informatie die tijdens weergave als eerste wordt getoond, is dezelfde als die van de laatste weergave in de vorige sessie. Als [Display weergave-info] ingesteld is op P (Uit) bij [Geheugen] (p.276) in het menu [A Opnamemodus 4], wordt bij inschakeling van de camera als eerste altijd het scherm [Stand.] getoond.
DR
200
ON
K-x_OPM.book Page 28 Thursday, September 24, 2009 2:25 PM
28
Weergave van detail-info
Gebruik de vierwegbesturing (23) om van pagina naar pagina te gaan. De auteursrechtinformatie wordt weergegeven op pagina 2.
Pagina 1
1
Voor u de camera gaat gebruiken
Foto’s
1/
2000
F2.8 +1.5 -0.5
ISO
200
12
JPEG
10/10/’09
M
10:00AM
Video
ON
M
Movie
1.6
3:2
10/10/’09
10:00AM
P
AF.A
P
10
min
mm
24
DR
200
G2
A1
AdobeRGB
100-0001
F2.8
sec
10
G2MONO
A1
+1.5
100-0001
±0 ±0 ±0 ±0 ±0
±0 ±0 ±0 ±0 ±0
1
10 11 12 13 14 15
23 24 25 26
32
23
3
4
2
20
2
33 21 22
24 25
5
78 9
21 22
3
4
18 191716
31
6
16
17131211
27
28
3029
27
28
3029
Pagina 2
Foto/Video
2 3
Fotograaf
ABCDEFGHIJKLMNOP QRSTUVWXYZ
Copyrighthouder
ABCDEFGHIJKLMNOP QRSTUVWXYZ
2 3
34 35
35
34 36
36
K-x_OPM.book Page 29 Thursday, September 24, 2009 2:25 PM
1 Rotatie-informatie (p.224) 2 Gemaakte opname 3 Beveiligen (p.231) 4 Opnamestand (p.88) 5 Scherpstelstand (p.119) 6 AF-punt (p.124)/Autofocusstand
(p.152)
7 Flitsfunctie (p.72) 8 Lichtmeting bij automatische
belichting (p.111)
9 Brandpuntsafstand objectief 10 Sluitertijd 11 Shake Reduction (p.135) 12 Transportstand (p.82) 13 HDR-opname (p.201)/
Dubbelopnamen (p.145)/Cross­processing (p.207)
14 Hooglichtcorrectie (p.199) 15 Schaduwcorrectie (p.200) 16 Diafragmawaarde 17 Belichtingscorrectie (p.113) 18 Flitsbelichtingscorrectie (p.77)
19 Digitaal filter (p.148) 20 Gevoeligheid (p.95) 21 Witbalans (p.192) 22 Witbalans instellen (p.196) 23 Bestandsindeling (p.186) 24 Resolutie (p.157, p.184) 25 Kwaliteitsniveau (p.157, p.185) 26 Kleurruimte (p.197) 27 Beeldtint (p.205) 28 Parameters aangepaste opname
(p.205)
29 Datum en tijd opname 30 Mapnummer-bestandsnummer
(p.267)
31 Opnametijd 32 Geluid (p.157) 33 Audiostand (p.157) 34 Waarschuwing integriteit
informatie geschonden
35 Fotograaf (p.273) 36 Copyrighthouder (p.273)
29
1
Voor u de camera gaat gebruiken
* Bij opnamen die zijn gemaakt met Live weergave wordt de autofocusstand
weergegeven voor indicatie 6. * De indicaties 7 en 18 worden alleen weergegeven bij flitsopnamen. * De indicaties 13, 14, 15, 19 en 22 worden alleen weergegeven bij opnamen
die zijn gemaakt terwijl de bijbehorende functie was ingeschakeld. * De indicaties 24 en 25 worden niet weergegeven bij RAW-opnamen.
K-x_OPM.book Page 30 Thursday, September 24, 2009 2:25 PM
30
Histogramweergave
De volgende histogrammen kunnen worden weergegeven bij weergave van foto-opnamen. Het “Helderheidshistogram” toont de verdeling van helderheid en het “RGB-histogram” toont de verdeling van kleurintensiteit. Druk op de vierwegbesturing (23) om te schakelen tussen
1
Helderheidshistogram en RGB-histogram.
Voor u de camera gaat gebruiken
1
23
11
1
2
1/
2000 F5.6 100-0001
23
1/
2000 F5.6 100-0001
64 5 7 3 4 5 6 73
Helderheidshistogram RGB-histogram
1 Histogram (Helderheid) 2 Schakelen tussen RGB-
histogram/Helderheidshistogram
3 Bestandsindeling 4 Sluitertijd 5 Diafragmawaarde 6 Beveiligen
* Indicatie 6 wordt alleen weergegeven bij opnamen die zijn beveiligd.
Als [Licht/donker geb] ingesteld is op O (Aan) bij [Weergavefunctie] in het menu [Q Weergeven 1], gaan gebieden met heldere of donkere gedeelten knipperen (behalve bij weergave van het RGB-histogram en weergave van detail-info). (p.213)
7 Mapnummer-bestandsnummer 8 Histogram (R) 9 Histogram (G) 10 Histogram (B) 11 Schakelen tussen
Helderheidshistogram/ RGB-histogram
8
9
10
K-x_OPM.book Page 31 Thursday, September 24, 2009 2:25 PM
Werken met het histogram
Een histogram toont de helderheids­verdeling van een opname. De horizontale as vertegenwoordigt helderheid (donker aan de linkerzijde en licht aan de rechterzijde) en de verticale as vertegenwoordigt het aantal pixels. De vorm en indeling van het histogram vóór en na de opname maken duidelijk of het belichtingsniveau en het contrast al dan niet goed zijn. Op basis hiervan bepaalt u of de belichting moet worden gewijzigd en u de foto opnieuw moet maken.
1 Belichting corrigeren (p.113) 1 De helderheid aanpassen (p.199)
Inzicht in helderheid
Als de helderheid goed is en er geen excessief lichte of excessief donkere gebieden zijn, vertoont de grafiek in het midden een piek. Als de opname te donker is, bevindt de piek zich links; als de opname te licht is, bevindt de piek zich rechts.
Aantal pixels
Helderheid
(Donker) (Licht)
Donkere gedeelten
31
1
Voor u de camera gaat gebruiken
Lichte
gedeelten
Donkere opname Opname met weinig
donkere en heldere
gebieden
Lichte opname
Als de opname te donker is, wordt het gedeelte links afgesneden (donkere gedeelten zonder detail) en als de opname te licht is, wordt het gedeelte rechts afgesneden (heldere gedeelten zonder detail). Lichte gedeelten knipperen rood en donkere gedeelten knipperen geel op de monitor als [Licht/donker geb] ingesteld is op O (Aan).
1 Opnamen weergeven (p.79) 1 De weergave voor Momentcontrole instellen (p.263)
K-x_OPM.book Page 32 Thursday, September 24, 2009 2:25 PM
32
Inzicht in kleurbalans
De verdeling van de kleurenintensiteit wordt voor elke kleur weergegeven in het RGB-histogram. De rechterkant van de grafieken ziet er hetzelfde uit voor opnamen waarvoor ook de witbalans wordt aangepast. Als één kleur links disproportioneel aanwezig is, is die kleur te intens.
1
Voor u de camera gaat gebruiken
1 De witbalans instellen (p.192)
Bedieningsindicaties
Op de monitor worden met de hieronder getoonde indicaties de toetsen, knoppen en e-knop aangeduid die op dat moment kunnen worden gebruikt.
Voorbeeld)
2 Vierwegbesturing (2) 3-knop
3 Vierwegbesturing (3) 4-knop 4 Vierwegbesturing (4) | Knop Snelinstelling
5 Vierwegbesturing (5) mmc-knop
S e-knop M-knop
Ontspanknop K/i-knop
K-x_OPM.book Page 33 Thursday, September 24, 2009 2:25 PM
Zoeker
De volgende informatie wordt weergegeven in de zoeker.
33
2
1
3 4
1
689105 7
11
1 AF-kader (p.54)
2 Spotmeetkader (p.111)
3 Flitserstatus (p.71)
Brandt: flitser is gereed. Knippert: gebruik van de flitser wordt aangeraden, maar deze is nog niet ingeschakeld of wordt opgeladen.
4 Pictogram voor Picture-stand (p.89)
Het pictogram voor de geselecteerde Picture-stand verschijnt. U (Normale stand in I), = (Portret), s (Landschap), q (Macro), \ (Bewegend onderw.), . (Portret bij nacht).
5 Shake Reduction (p.135)
Wordt weergegeven als de functie Shake Reduction wordt geactiveerd.
6 Sluitertijd
Sluitertijd bij opname of instelling. Onderstreept wanneer de sluitertijd kan worden gewijzigd met de e-knop.
7 Diafragmawaarde
Diafragmawaarde bij opname of instelling. Onderstreept wanneer de diafragmawaarde kan worden gewijzigd met de e-knop.
8 Scherpstelindicatie (p.66)
Brandt: als het onderwerp is scherpgesteld. Knippert: er is niet scherpgesteld op het onderwerp.
1
Voor u de camera gaat gebruiken
K-x_OPM.book Page 34 Thursday, September 24, 2009 2:25 PM
34
9 Beschikbaar aantal opnamen/Belichtingscorrectiewaarde
Geeft het beschikbare aantal opnamen weer bij de huidige instellingen voor kwaliteit en opnamepixels. Het verschil met de juiste belichtingswaarde wordt weergegeven wanneer de functiekiezer ingesteld is op a. (p.107)
1
Voor u de camera gaat gebruiken
m: Belichtingscorrectie (p.113)
Wordt onderstreept wanneer de belichtingscorrectiewaarde kan worden gecorrigeerd met de e-knop terwijl de knop mc wordt ingedrukt.
o: Gevoeligheid
Wordt onderstreept wanneer de gevoeligheid kan worden gewijzigd met de e-knop.
10 Scherpstelstand (p.119)
Wordt weergegeven indien ingesteld op \.
11 Belichtingsgeheugen (p.115)
Wordt weergegeven bij inschakeling van het belichtingsgeheugen.
• [9999] is het maximale aantal opnamen dat kan worden weergegeven in de zoeker. Zelfs als meer dan 10.000 opnamen kunnen worden gemaakt, wordt [9999] weergegeven.
• Als [10. AF/AE-L-knop] ingesteld is op [AF uitschakelen] in het menu [A Pers.instelling 2], wordt in de zoeker \ weergegeven terwijl de knop =/L wordt ingedrukt. (p.120)
K-x_OPM.book Page 35 Thursday, September 24, 2009 2:25 PM
Functie-instellingen wijzigen
Functie-instellingen kunt u wijzigen met de richtingsknoppen, het bedieningspaneel of het menu. In dit gedeelte worden de basishandelingen beschreven voor het wijzigen van functie-instellingen.
Richtingsknoppen gebruiken
In de opnamestand kunt u de transportstand, flitsfunctie, witbalans en gevoeligheid instellen door de vierwegbesturing (2345) in te drukken, en het AF-punt instellen door op de knop 4 te drukken. (p.82) Hieronder wordt bij wijze van voorbeeld beschreven hoe u de flitsfunctie instelt.
1
Druk op de vierwegbesturing (3) in de opnamestand.
Het scherm [Flitsinstelling] verschijnt.
35
1
Voor u de camera gaat gebruiken
2
Selecteer een flitsfunctie met de vierwegbesturing (45).
3
Druk op de knop 4.
De camera is gereed voor het maken van een opname.
Flitsinstelling
Auto ontladen flitser
0.0
MENU
Annul. OK
OK
HDR OFF
OFF
OFF
K-x_OPM.book Page 36 Thursday, September 24, 2009 2:25 PM
36
Het bedieningspaneel gebruiken
Tijdens het maken van opnamen kunt u de dan geldende instellingen controleren in het statusscherm. U kunt ook overschakelen naar het bedieningspaneel en instellingen wijzigen.
1
Voor u de camera gaat gebruiken
Hieronder wordt bij wijze van voorbeeld beschreven hoe u de JPEG­kwaliteit instelt.
1
Controleer het statusscherm en druk vervolgens op de knop M.
Het bedieningspaneel wordt weergegeven.
Druk op de knop M als het statusscherm niet wordt weergegeven.
2
Selecteer met de vierwegbesturing (2345) een item waarvoor u de instelling wilt wijzigen.
U kunt geen items selecteren waarvan u de instelling niet kunt wijzigen.
AUTO
PICT
1/
20 5.6
ISO
800
AUTO
1122+3-3
12
JPEG
JPEG
M
Aangepaste opname Helder
OFF
AF.A
12
M
10/10/’09
AF.A
AWB
OFF
10:30AM
F
HDR
OFF
ISO
[
]
37
[
]
37
HDR OFF
OFF
OFF
K-x_OPM.book Page 37 Thursday, September 24, 2009 2:25 PM
3
Druk op de knop 4.
Het instellingenvenster van het geselecteerde item wordt weergegeven.
4
Gebruik de vierwegbesturing (45) of de e-knop om een instelwaarde te selecteren.
JPEG kwaliteitsniveau
OFF
10:30AM
HDR
OFF
OFF
AF.A
JPEG
12
M
10/10/’09
JPEG kwaliteitsniveau
37
1
Voor u de camera gaat gebruiken
[
]
37
128
MENU
Annul.
5
Druk op de knop 4.
De camera keert terug naar het bedieningspaneel en is gereed voor het maken van een opname.
• Nadat u in stap 2 op p.36 de instelling hebt geselecteerd die u wilt wijzigen, kunt u die wijziging ook doorvoeren door aan de e-knop te draaien. Als u gedetailleerde instellingen zoals parameters wilt wijzigen, drukt u op de knop 4 waarna u de instellingen kunt wijzigen.
• Het statusscherm en het bedieningspaneel worden niet weergegeven bij geactiveerde Live weergave (p.151). Geef de instellingen op in het menu [A Opnamemodus].
OK
OK
OFF
OFF
K-x_OPM.book Page 38 Thursday, September 24, 2009 2:25 PM
38
De Menu’s gebruiken
In dit gedeelte wordt het gebruik uitgelegd van de menu’s [AOpnamemodus], [Q Weergeven], [R Instellen] en [A Pers.instelling]. Hieronder wordt bij wijze van voorbeeld beschreven hoe [HDR-opname]
1
Voor u de camera gaat gebruiken
in het menu [A Opnamemodus 2] wordt ingesteld.
1
Druk op de knop 3 in de opnamestand.
Het menu [A Opnamemodus 1] wordt weergegeven op de monitor.
Als u in de weergavestand op de knop 3 drukt, wordt het menu [Q Weergeven 1] weergegeven. Als u de functiekiezer echter instelt op H (Scène), wordt het menu [H Scène] weergegeven.
2
Druk op de vierwegbesturing (5).
Steeds als u op de vierwegbesturing (5) drukt, wordt in de volgorde hierna steeds een ander menu geopend: [A Opnamemodus 2], [A Opnamemodus 3], [A Opnamemodus 4], [Q Weergeven 1] ··· [A Opnamemodus 1].
U kunt ook de e-knop gebruiken om van menu naar menu te gaan.
1 234
Aangepaste opname Bestandsindeling JPEG-resolutie JPEG kwaliteitsniveau Instelling D-range Objectiefcorrectie
MENU
Einde
JPEG
12 M
3
Kies een onderdeel met de vierwegbesturing (23).
1 234
Cross-processing Digitaal filter HDR-opname Dubbelopnamen AF-modus Autom. lichtmeting Selecteer AF-punt
MENU
Einde
OFF
OFF
Uit
AF.A
OFF
OFF
OFF
OFF
K-x_OPM.book Page 39 Thursday, September 24, 2009 2:25 PM
4
Druk op de vierwegbesturing (5).
Beschikbare instellingen worden weergegeven.
Het kader wordt naar het keuzemenu verplaatst als dat menu beschikbaar is.
5
Selecteer een instelling met de vierwegbesturing (23).
6
Druk op de knop 4.
De camera keert terug naar het menuscherm. Stel vervolgens andere items in.
Druk op de knop 3 om het menu te sluiten en terug te keren naar het eerder weergegeven scherm.
1 234
Cross-processing Digitaal filter HDR-opname Dubbelopnamen AF-modus Autom. lichtmeting Selecteer AF-punt
MENU
Einde
1 234
Cross-processing Digitaal filter HDR-opname Dubbelopnamen AF-modus Autom. lichtmeting Selecteer AF-punt
MENU
Annul. OK
OFF
OFF
Uit
AF.A
OFF
OFF
Uit stand. sterk
OK
39
1
Voor u de camera gaat gebruiken
Als u op de 3-knop drukt en het menuscherm sluit maar de camera wordt verkeerd uitgeschakeld (bijvoorbeeld doordat de batterijen worden uitgenomen terwijl de camera aan staat), worden de instellingen niet opgeslagen.
Raadpleeg de pagina’s hierna voor meer informatie over de menu’s.
• Het menu [A Opnamemodus] 1 p.83
• Het menu [Q Weergeven] 1 p.211
• Het menu [R Instellen] 1 p.254
• Het menu [A Pers.instelling] 1 p.85
K-x_OPM.book Page 40 Thursday, September 24, 2009 2:25 PM
40
Memo
K-x_OPM.book Page 41 Thursday, September 24, 2009 2:25 PM
2 Voorbereidingen
In dit hoofdstuk worden de eerste stappen, van de aankoop van de camera tot het maken van opnamen beschreven. Lees dit hoofdstuk aandachtig door en volg alle aanwijzingen op.
Draagriem bevestigen ..........................................42
Batterijen plaatsen ...............................................43
De SD-geheugenkaart plaatsen/uitnemen .........48
Het objectief bevestigen ......................................52
De zoekerdioptrie aanpassen .............................54
De camera aan- en uitzetten ................................55
Standaardinstellingen ..........................................56
K-x_OPM.book Page 42 Thursday, September 24, 2009 2:25 PM
42
Draagriem bevestigen
1
Trek het uiteinde van de riem door de riembevestiging en maak de riem vast aan de
2
Voorbereidingen
binnenkant van de gesp.
2
Bevestig het andere uiteinde van de riem eveneens op de hiervoor beschreven manier.
K-x_OPM.book Page 43 Thursday, September 24, 2009 2:25 PM
Batterijen plaatsen
Plaats batterijen in de camera. Gebruik vier AA-lithiumbatterijen, AA Ni-MH oplaadbare batterijen of AA-alkalinebatterijen.
Bij deze camera worden AA-lithiumbatterijen geleverd om te controleren of de camera naar behoren werkt, maar ook sommige andere typen batterijen zijn geschikt. Gebruik de compatibele batterijen overeenkomstig het doel waarvoor ze bestemd zijn.
Geschikte batterijen Kenmerken
AA-lithiumbatterijen
AA Ni-MH oplaadbare batterijen
AA-alkalinebatterijen
Meegeleverd bij de camera. Aanbevolen in koude klimaten.
Deze batterijen zijn oplaadbaar en voordelig. Voor het opladen is een in de handel verkrijgbare batterijoplader vereist die compatibel is met deze batterijen.
U kunt dit type batterijen overal verkrijgen wanneer de batterijen die u normaal gebruikt leeg zijn. Ze ondersteunen echter mogelijk niet alle camerafuncties onder bepaalde omstandigheden. We raden het gebruik ervan dan ook af, uitgezonderd in noodgevallen en om te controleren of de camera naar behoren werkt.
43
2
Voorbereidingen
• De spanningskenmerken van nikkelmangaan-batterijen kunnen storingen veroorzaken. Om die reden wordt het gebruik ervan afgeraden.
• AA-lithiumbatterijen en AA-alkalinebatterijen, die in deze camera kunnen worden gebruikt, zijn niet oplaadbaar.
• Open de klep van het batterijcompartiment niet en verwijder de batterijen niet terwijl de camera aan staat.
• Als u verwacht de camera langere tijd niet te gebruiken, verwijder dan de batterijen. Als de batterijen lange tijd in de camera blijven zitten, kunnen ze gaan lekken.
• Als datum en tijd niet juist zijn wanneer u een nieuwe batterij in de camera plaatst nadat veel tijd is verstreken nadat de batterijen werden verwijderd, volgt u de procedure voor “Datum en tijd instellen” (p.60).
• Plaats de batterijen op de juiste wijze. Als de batterijen verkeerd zijn geplaatst, kan de camera beschadigd raken. Veeg de contactpunten van de batterijen schoon alvorens de batterijen te plaatsen.
• Vervang alle batterijen tegelijk. Combineer geen batterijen van verschillend type of merk, of oude met nieuwe. Anders kunnen er storingen ontstaan, bijvoorbeeld een onjuiste weergave van het batterijvermogen.
K-x_OPM.book Page 44 Thursday, September 24, 2009 2:25 PM
44
1
Houd de ontgrendelknop van het batterijcompartiment ingedrukt zoals afgebeeld (1) en schuif de klep in de richting van het objectief (2). Maak dan de klep open.
2
Voorbereidingen
2
Plaats de batterijen volgens de poolaanduidingen +/– in het batterijcompartiment.
3
Druk de klep (3) omlaag tegen de batterijen en schuif deze in de afgebeelde richting (4) dicht.
1
2
3
4
Zorg ervoor dat de batterijklep goed gesloten is. De camera werkt niet als de batterijklep open is.
• Gebruik bij langdurig cameragebruik de netvoedingsadapterset K-AC84 (optioneel). (p.46)
• Werkt de camera niet naar behoren na vervanging van de batterijen, controleer dan of de batterijen correct zijn geplaatst.
K-x_OPM.book Page 45 Thursday, September 24, 2009 2:25 PM
Indicatie batterijniveau
45
U kunt het resterende batterijniveau aflezen aan het symbool
w
op het statusscherm.
Statusscherm Batterijniveau
w (Groen) De batterijen zijn vol.
f (Oranje) De batterijen raken leeg.
z (Rood) De batterijen zijn bijna leeg.
[Batterij leeg] Nadat dit bericht is verschenen, wordt de camera uitgeschakeld.
Het kan zijn dat f of z (Rood) zelfs wordt weergegeven als de batterijen nog voldoende voeding leveren. Dit kan voorkomen wanneer de camera wordt gebruikt bij een lage temperatuur of als u meerdere continuopnamen maakt. Schakel de camera dan uit en weer in. Als w (Groen) wordt weergegeven, kunt u de camera weer gebruiken.
Geschatte opslagcapaciteit voor opnamen en Weergavetijd (nieuwe batterijen)
(Gebaseerd op een omgevingstemperatuur van 23°C)
Batterijen
AA lithiumbatterijen 1900 1100 680 minuten
Oplaadbare AA Ni-MH batterijen (1900mAh)
AA alkalinebatterijen 210 130 350 minuten
Normaal
opnamen maken
640 420 390 minuten
Flitsfotografie
(50% gebruik)
Weergavetijd
2
Voorbereidingen
De beeldopslagcapaciteit (normaal opnamen maken en flitsergebruik van 50%) is gebaseerd op meetcondities die in overeenstemming zijn met CIPA-normen, terwijl andere gegevens zijn gebaseerd op onze meetcondities. In de praktijk kunnen afwijkingen van deze waarden optreden, al naar gelang de opnamefunctie en opnameomstandigheden.
• De prestaties van de batterijen kunnen bij lage temperaturen tijdelijk afnemen. Houd bij gebruik van de camera in een koud klimaat extra batterijen bij de hand, die u warm houdt in uw zak. Bij het bereiken van kamertemperatuur worden de batterijprestaties weer normaal.
• Zorg dat u extra batterijen bij u hebt als u een verre reis maakt, opnamen maakt in een koud klimaat of een groot aantal opnamen maakt.
K-x_OPM.book Page 46 Thursday, September 24, 2009 2:25 PM
46
Gebruik van de netvoedingsadapter (optioneel)
We adviseren u gebruik te maken van de netvoedingsadapterset K-AC84 (optioneel) als u de monitor langdurig gebruikt of de camera aansluit op een pc of een AV-apparaat.
1
2
Voorbereidingen
Controleer of de camera is uitgezet.
Als er batterijen in de camera aanwezig zijn, opent u de klep van het batterijcompartiment en neemt u de batterijen uit de camera. Zie stap 1 op p.44.
2
Open de klep van het batterij­compartiment en vervolgens de klep (1) op de doorvoer van de voedingskabel aan de rechterkant van het batterijcompartiment.
3
Schuif het gelijkstroomkoppel­stuk in het batterijcompartiment.
4
Trek de voedingskabel van het gelijkstroomkoppelstuk naar buiten zoals weergegeven in de afbeelding.
5
Sluit de batterijklep.
Zie stap 3 op p.44.
K-x_OPM.book Page 47 Thursday, September 24, 2009 2:25 PM
6
Sluit de gelijkstroomconnector van de netvoedings­adapter aan op het gelijkstroomkoppelstuk
6
7
Sluit het netsnoer aan op de netvoedingsadapter.
8
Sluit het netsnoer aan op een stopcontact.
47
8
2
Voorbereidingen
7
• Zorg dat de camera is uitgeschakeld alvorens de netvoedingsadapter aan te sluiten of los te maken.
• Controleer of de kabels goed aangesloten zijn op de aansluitpunten. De SD-geheugenkaart of gegevens kunnen beschadigd raken als de verbinding wordt verbroken terwijl de camera opneemt of gegevens leest.
• Houd de klep van de doorvoer van de voedingskabel gesloten als u de netvoedingsadapter niet gebruikt.
Lees vóór gebruik van de netvoedingsadapterset K-AC84 eerst de bijbehorende gebruiksaanwijzing.
K-x_OPM.book Page 48 Thursday, September 24, 2009 2:25 PM
48
De SD-geheugenkaart plaatsen/ uitnemen
Opnamen worden opgeslagen op een SD-geheugenkaart of een SDHC­geheugenkaart. (Beide kaarten worden vanaf nu aangeduid als SD-geheugenkaart.) Zorg dat de camera uit staat alvorens de SD­geheugenkaart (in de handel verkrijgbaar) te plaatsen of uit te nemen.
2
Voorbereidingen
• Verwijder de SD-geheugenkaart niet wanneer de LED voor schrijven naar/ lezen van de kaart brandt.
• Gebruik deze camera om SD-kaarten te formatteren (initialiseren) die nog niet eerder zijn gebruikt, of die in andere camera’s of digitale apparaten zijn gebruikt. Raadpleeg “Een SD-geheugenkaart formatteren” (p.256) voor informatie over formatteren.
• Gebruik een snelle geheugenkaart als u video opneemt. Als de snelheid waarmee wordt geschreven, achterblijft bij de snelheid waarmee wordt opgenomen, kan het schrijven tijdens het opnemen worden afgebroken.
1
Controleer of de camera is uitgezet.
2
Schuif de kaartklep in de richting van de pijl en open vervolgens de klep (12).
1
2
3
Breng de kaart volledig in met het etiket van de SD-geheugenkaart naar de monitor gericht.
K-x_OPM.book Page 49 Thursday, September 24, 2009 2:25 PM
Duw de SD-geheugenkaart iets naar binnen om deze uit te nemen.
4
Sluit de kaartklep (3) en schuif hem dan in de richting van de pijl (4).
Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik van een SD-geheugenkaart
• De SD-geheugenkaart is voorzien van een schuifje voor schrijfbeveiliging. Wanneer u het schuifje van de schrijfbeveiliging op LOCK zet, kunnen geen nieuwe gegevens worden weggeschreven naar de kaart, bestaande gegevens op de kaart kunnen niet worden gewist en de kaart kan niet worden geformatteerd door de camera of een computer.
• Pas op wanneer u de SD-geheugenkaart meteen na gebruik van de camera uitneemt: de kaart kan dan heet zijn.
• Open de kaartklep niet, verwijder de SD-geheugenkaart niet en zet de camera niet uit terwijl er op de kaart opnamen worden weergegeven of opgeslagen, of wanneer de camera met een USB-kabel is aangesloten op een computer. Hierdoor kunnen gegevens verloren gaan of kan de kaart beschadigd raken.
• Buig de SD-geheugenkaart niet en stel hem niet bloot aan hevige schokken. Houd de kaart uit de buurt van water en bewaar hem niet op een plaats met een hoge temperatuur.
• Neem de SD-geheugenkaart niet uit tijdens het formatteren, omdat de kaart hierdoor beschadigd kan raken en onbruikbaar kan worden.
Schrijfbeveiliging
4
3
49
2
Voorbereidingen
K-x_OPM.book Page 50 Thursday, September 24, 2009 2:25 PM
50
• Onder de volgende omstandigheden kunnen gegevens op de SD­geheugenkaart worden verwijderd. Wij aanvaarden geen enkele aansprakelijkheid voor verwijderde gegevens (1) als de SD-geheugenkaart verkeerd wordt gebruikt door de gebruiker. (2) als de SD-geheugenkaart wordt blootgesteld aan statische elektriciteit
of elektrische storingen. (3) als de SD-geheugenkaart lange tijd niet is gebruikt. (4) als de SD-geheugenkaart wordt uitgenomen of de batterijen worden
2
Voorbereidingen
verwijderd terwijl er gegevens op de kaart worden opgenomen of
aangesproken.
• Als de SD-geheugenkaart lange tijd niet wordt gebruikt, kunnen de gegevens op de kaart onleesbaar worden. Sla regelmatig een reservekopie van belangrijke gegevens op een computer op.
• Gebruik of bewaar de kaart niet op plaatsen waar hij aan statische elektriciteit of elektrische storingen kan worden blootgesteld.
• Gebruik of bewaar de kaart niet op plaatsen waar ze wordt blootgesteld aan rechtstreeks zonlicht of aan snelle temperatuurschommelingen of condensatie.
• SD-geheugenkaarten die niet eerder of in een andere camera zijn gebruikt, moeten eerst worden geformatteerd.
1 Een SD-geheugenkaart formatteren (p.256)
• Als u een SD-geheugenkaart weggooit, weggeeft of verkoopt, zorg dan dat de gegevens op de kaart volledig zijn gewist of dat de kaart zelf wordt vernietigd als deze persoonlijke of gevoelige informatie bevat. Bij formattering van een SD-geheugenkaart worden de gegevens niet noodzakelijkerwijs gewist, zodat ze kunnen worden hersteld met speciale software voor gegevensherstel. Er zijn speciale programma’s voor het wissen van gegevens verkrijgbaar die de gegevens wel volledig wissen. In alle gevallen geldt dat het beheer van de gegevens op uw SD-geheugenkaart volledig voor eigen risico is.
Resolutie en Kwaliteitsniveau
Als JPEG de bestandsindeling is
Kies voor de opnamen het aantal pixels (grootte) en het kwaliteitsniveau (JPEG-compressiefactor) die passen bij wat u met de opnamen wilt gaan doen. Opnamen met een hogere resolutie of meer sterren (E) worden scherper afgedrukt. Het aantal opnamen dat kan worden gemaakt (het aantal opnamen dat op een SD-geheugenkaart past) wordt echter kleiner bij grotere bestanden.
K-x_OPM.book Page 51 Thursday, September 24, 2009 2:25 PM
De kwaliteit van de opname of afdruk hangt af van het kwaliteitsniveau, de belichting, de resolutie van de printer en een aantal andere factoren. Dat betekent dat u nooit meer dan de daarvoor benodigde hoeveelheid pixels hoeft te kiezen. Wanneer u bijvoorbeeld op briefkaartformaat wilt afdrukken, is i (1728×1152) voldoende. Geef voor resolutie en kwaliteitsniveau de instellingen op die tegemoetkomen aan het doel van de opname.
51
1 JPEG-resolutie instellen (p.184) 1 Het JPEG-kwaliteitsniveau instellen (p.185)
JPEG-resolutie, JPEG-kwaliteitsniveau en geschatte
opslagcapaciteit voor opnamen
(bij gebruik van een SD-geheugenkaart van 1 GB)
JPEG kwal niveau
JPEG-resolutie
E (4288×2848) 138 244 479
J (3936×2624) 163 289 564
P (3072×2048) 267 468 902
(1728×1152) 805 1373 2518
i
• De opslagcapaciteit voor opnamen kan variëren, al naar gelang het onderwerp, opnameomstandigheden, opnamefunctie, SD-geheugenkaart, e.d.
Als het aantal opnamen dat kan worden opgeslagen, groter is dan 500, worden opnamen opgeslagen in mappen met steeds 500 opnamen. Als de functie Belichtingsbracketing echter actief is, worden de opnamen in dezelfde map opgeslagen totdat u klaar bent met het maken van opnamen, zelfs als daardoor meer dan 500 opnamen in één map terechtkomen.
C
Best
D
Beter
E
Goed
Als RAW de bestandsindeling is
2
Voorbereidingen
Met de a kunt u opnamen opslaan in de flexibele indeling JPEG of de kwalitatief hoogwaardige maar bewerkbare RAW-indeling. Als RAW­indeling kunt u kiezen voor de oorspronkelijke PEF-indeling van PENTAX of de voor algemene doeleinden bestemde DNG-indeling (Digital Negative), ontwikkeld door Adobe Systems. Op een SD-kaart met een capaciteit van 1 GB kunt u maximaal 48 opnamen opslaan in zowel de PEF-indeling als de DNG-indeling.
1 De bestandsindeling instellen (p.186)
K-x_OPM.book Page 52 Thursday, September 24, 2009 2:25 PM
52
2
Voorbereidingen
Het objectief bevestigen
Bevestig een passend objectief op de body van de camera. Als u met de a een van de volgende objectieven gebruikt, zijn alle opnamestanden van de camera beschikbaar.
(a) DA-, DA L-, D FA-, FA J-objectieven (b) Objectieven met een diafragma s-stand (Auto), als de stand s wordt
gebruikt
Zet de camera uit alvorens het objectief te bevestigen of te verwijderen om onverwachte bewegingen van het objectief te voorkomen.
• Als objectieven die bij (b) zijn beschreven, worden gebruikt in een stand
anders dan s, zijn sommige functies beperkt bruikbaar. Zie “Opmerkingen over [22. Diafragmaring gebruiken]” (p.301).
• Bij de fabrieksinstellingen werkt de camera niet met andere objectieven dan die boven zijn genoemd en accessoires. Stel [22. Diafragmaring gebruiken] in op [Toegestaan] in het menu [A Pers.instelling 4] om deze wel te gebruiken. (p.301)
1
Controleer of de camera is uitgezet.
2
Verwijder de bodydop (1) en de achterlensdop van het objectief (2).
Zet een los objectief altijd met de vatting omhoog neer om beschadiging van de objectiefvatting te voorkomen.
3
Zorg dat de indextekens (de rode puntjes: 3) van de objectiefvatting op de camera en het objectief tegenover elkaar liggen. Draai vervolgens het objectief met de klok mee tot het vastklikt.
Draai het objectief, nadat u het op de body hebt bevestigd, tegen de klok in om te controleren of u het goed hebt gemonteerd.
3
K-x_OPM.book Page 53 Thursday, September 24, 2009 2:25 PM
4
Haal de frontdop van het objectief door de aangegeven delen naar binnen te duwen.
Als u het objectief wilt loskoppelen, houdt u de ontgrendelknop voor het objectief (4) ingedrukt en draait u het objectief tegen de wijzers van de klok in.
53
2
Voorbereidingen
4
• Pentax kan niet aansprakelijk worden gesteld voor ongelukken, problemen en defecten die het gevolg zijn van het gebruik van objectieven van een ander merk.
• De camerabody en objectiefvatting zijn voorzien van informatiecontacten en een AF-koppeling. Vuil, stof of corrosie kunnen problemen met het elektrische systeem of een incorrecte werking veroorzaken. U kunt de contacten indien nodig reinigen met een zachte, droge doek.
De bodydop (1) is een dop die krassen en stof voorkomt tijdens het transport. “Bodydop K” wordt separaat verkocht en kan worden vergrendeld.
K-x_OPM.book Page 54 Thursday, September 24, 2009 2:25 PM
54
De zoekerdioptrie aanpassen
Pas de zoekerdioptrie aan uw gezichtsvermogen aan. Wanneer u de zoekerinformatie niet goed kunt zien, schuift u de hendel voor de dioptrieaanpassing opzij. U kunt de dioptrie aanpassen van ca. –2,5 tot +1,5m
2
1
Voorbereidingen
Kijk door de zoeker en schuif
-1
.
de dioptriecorrectieknop naar links of naar rechts.
Duw tegen de dioptriecorrectieknop tot het AF-kader in de zoeker zo scherp mogelijk zichtbaar is.
Richt de camera op een witte muur of een ander effen en helder verlicht oppervlak.
AF-kader
• De oogschelp FQ is op de zoeker bevestigd wanneer de camera vanuit de fabriek wordt verzonden. De dioptrie-instelling is beschikbaar met de oogschelp F verwijdert.
• De oogschelp F de richting van de pijl naar buiten te trekken. De oogschelp F door deze in de groef op de zoeker te drukken.
• Het kan gebeuren dat u de zoeker­informatie niet goed kunt zien, zelfs als u de knop voor de dioptrieaanpassing hebt ingesteld. Gebruik dan de optionele dioptriecorrectielensadapter M. U kunt die adapter echter alleen gebruiken als u de oogschelp F
Q bevestigd, maar is eenvoudiger wanneer u de oogschelp
Q verwijdert u door deze in
Q bevestigt u op de camera
Q verwijdert. (p.309)
K-x_OPM.book Page 55 Thursday, September 24, 2009 2:25 PM
De camera aan- en uitzetten
1
Zet de hoofdschakelaar op [ON].
De camera wordt ingeschakeld.
Zet de hoofdschakelaar in de stand [OFF] om de camera uit te zetten.
• Zet de camera altijd uit wanneer deze niet in gebruik is.
• De camera wordt automatisch uitgeschakeld als u er gedurende bepaalde tijd geen handelingen mee verricht. Als de camera automatisch wordt uitgeschakeld, schakelt u die weer in of verricht u één van de volgende handelingen.
- Druk de ontspanknop tot halverwege in.
- Druk op de knop Q.
- Druk op de knop M.
• Standaard wordt de camera automatisch uitgeschakeld na 1 minuut inactiviteit. U kunt die instelling wijzigen met de optie [Automatisch uitschakelen] in het menu [R Instellen 3]. (p.269)
55
2
Voorbereidingen
K-x_OPM.book Page 56 Thursday, September 24, 2009 2:25 PM
56
Standaardinstellingen
De eerste keer dat de camera na aanschaf wordt aangezet, verschijnt het scherm [Language
/u] op de monitor. Volg de
onderstaande procedure om de taal die wordt weergegeven op de monitor, en de
2
actuele datum en tijd in te stellen. Als deze
Voorbereidingen
instellingen eenmaal zijn verricht, hoeven ze niet opnieuw te worden uitgevoerd als u de camera de volgende keer aanzet.
Als bij inschakeling van de camera het scherm [Datum instellen] verschijnt, volgt u de procedure in “Datum en tijd instellen” (p.60) om de datum en tijd in te stellen.
De weergavetaal wijzigen
MENU
Cancel OK
Datum instellen
Datumnotatie
Dat,
Tijd
instellingen voltooid
MENU
Annul.
dd/mm/jj
00 00
OK
24h
/01 /01 2009
:
U kunt de taal kiezen waarin menu’s, foutberichten, enz. worden weergegeven. U hebt de keuze uit: Engels, Frans, Duits, Spaans, Portugees, Italiaans, Nederlands, Deens, Zweeds, Fins, Pools, Tsjechisch, Hongaars, Turks, Grieks, Russisch, Koreaans, Chinees (traditioneel/vereenvoudigd) en Japans.
1
Selecteer de gewenste taal met de vierwegbesturing (2345).
MENU
Annul.
OK
OK
K-x_OPM.book Page 57 Thursday, September 24, 2009 2:25 PM
2
Druk op de knop 4.
Het scherm [Basisinstellingen] voor de geselecteerde taal verschijnt.
Druk twee keer op de vierwegbesturing (3) en ga verder bij stap 10 op p.58 als u [Thuistijd] niet hoeft aan te passen.
3
Druk op de vierwegbesturing (3).
De cursor gaat naar W.
4
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het scherm [W Thuistijd] verschijnt.
5
Selecteer met de vierwegbesturing (45) een plaats.
Basisinstellingen
Amsterdam
Tekstformaat
instellingen voltooid
MENU
Annul.
Thuistijd
57
Nederlands
Stand.
2
Voorbereidingen
Amsterdam
Zomertijd
MENU
Annul.
6
Druk op de vierwegbesturing (3).
De cursor gaat naar [Zomertijd] (DST).
7
Selecteer O of P met de vierwegbesturing (45).
8
Druk op de knop 4.
Het scherm [Basisinstellingen] verschijnt weer.
9
Druk op de vierwegbesturing (3).
De cursor gaat naar [Tekstformaat].
OK
OK
K-x_OPM.book Page 58 Thursday, September 24, 2009 2:25 PM
58
10
Druk op de vierwegbesturing (5) en selecteer [Stand.] of [Groot] met de vierwegbesturing (23).
Als u [Groot] selecteert, wordt het geselecteerde menu-item uitvergroot.
2
Voorbereidingen
11
Druk op de knop 4.
12
Selecteer [instellingen voltooid] met de vierwegbesturing (3).
Basisinstellingen
Amsterdam
Tekstformaat
instellingen voltooid
MENU
Annul. OK
Basisinstellingen
Amsterdam
Tekstformaat
instellingen voltooid
MENU
Annul.
Stand.
Nederlands
Stand. Groot
OK
Nederlands
OK
OK
13
Druk op de knop 4.
Het scherm [Datum instellen] verschijnt.
In deze handleiding worden de menuschermen vanaf nu beschreven met [Tekstformaat] ingesteld op [Stand.].
K-x_OPM.book Page 59 Thursday, September 24, 2009 2:25 PM
Als u een verkeerde taal heeft ingesteld
Als u in het scherm [Language/u] per abuis de verkeerde taal heeft geselecteerd en verder gaat met het scherm [Datum instellen], kunt u met de procedure hieronder weer de juiste taal kiezen. Als u de opnamestand van de camera al hebt geactiveerd (en de camera gereed is voor het maken van een opname), voert u de volgende handelingen vanaf stap 2 uit om de juiste taal in te stellen.
1
Druk één keer op de knop 3 om de Hulpdisplay weer te geven op de monitor.
Het scherm rechts is een voorbeeld van de weergave van de Hulpdisplay. Wat precies wordt weergegeven is afhankelijk van de geselecteerde taal.
Bedieningsaanwijzingen worden gedurende 3 seconden weergegeven op de monitor.
2
Druk één keer op de knop 3.
[A 1] wordt weergegeven op de tab langs de bovenrand. H wordt weergegeven als de functiekiezer is ingesteld op H.
3
Druk vijf keer op de vierwegbesturing (5).
[R 1] wordt weergegeven op de tab langs de bovenrand. Druk zes keer op de vierwegbesturing (5) als de functiekiezer is ingesteld
op H.
4
Druk op de vierwegbesturing (3) om [Language/u] te selecteren.
5
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het scherm [Language/u] verschijnt.
6
Kies de gewenste taal met de vierwegbesturing (2345) en druk op de knop 4.
Het menu [R Instellen 1] wordt weergegeven in de geselecteerde taal.
Raadpleeg de volgende pagina’s om zo nodig de gewenste plaats voor [Thuistijd] en datum en tijd in te stellen.
• Thuistijd wijzigen: “Wereldtijd instellen” (p.258)
• Datum en tijd wijzigen: “De datum- en tijdweergave wijzigen” (p.258)
ࡊࡠࠣ࡜ࡓ
P
⥄േ㔺಴
P
2009/01/01 00:00
59
2
Voorbereidingen
K-x_OPM.book Page 60 Thursday, September 24, 2009 2:25 PM
60
• Als er geen instellingen zijn voor Thuistijd en de datum en tijd, zal het scherm [Basisinstellingen] of het scherm [Datum instellen] worden weergegeven wanneer de camera weer wordt ingeschakeld.
• Als u nog niet bent verdergegaan naar het scherm [Datum instellen], kunt u in het scherm [Language/u] opnieuw een taal kiezen met de vierwegbesturing (5).
2
Voorbereidingen
Datum en tijd instellen
Stel de actuele datum en tijd en de weergavestijl in.
1
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het kader wordt verplaatst naar [dd/mm/jj].
2
Gebruik de vierwegbesturing (23) om de datumnotatie te kiezen.
Kies [dd/mm/jj], [mm/dd/jj] of [jj/mm/dd].
3
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het kader gaat naar [24h].
4
Selecteer 24h (24-uurs weergave) of 12h (12-uurs weergave) met de vierwegbesturing (23).
Datum instellen
Datumnotatie
Dat,
Tijd
instellingen voltooid
MENU
Annul. OK
Datum instellen
Datumnotatie
Dat,
Tijd
instellingen voltooid
MENU
Annul. OK
dd/mm/jj
00 00
dd/mm/jj
00 00
/
/
/01 /01 2009
:
OK
/
/
/01 /01 2009
:
OK
24h
24h
5
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het kader keert terug naar [Datumnotatie].
K-x_OPM.book Page 61 Thursday, September 24, 2009 2:25 PM
6
Druk op de vierwegbesturing (3).
Het kader wordt verplaatst naar [Dat,].
7
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het kader gaat naar de maand.
8
Stel de maand in met de vierwegbesturing (23).
Stel de dag en het jaar op dezelfde wijze in.
Stel vervolgens de tijd in.
Als u [12h] selecteert bij stap 4, verandert de aanduiding in am (vóór de middag) of pm (na de middag), al naar gelang de tijd.
9
Selecteer [instellingen voltooid] met de vierwegbesturing (3).
Datum instellen
Datumnotatie
Dat,
Tijd
instellingen voltooid
MENU
Annul. OK
Datum instellen
Datumnotatie
Dat,
Tijd
instellingen voltooid
MENU
Annul. OK
dd/mm/jj
00 00
dd/mm/jj
00 00
/01 /01 2009
:
OK
/01 /01 2009
:
OK
24h
24h
61
2
Voorbereidingen
10
Druk op de knop 4.
U keert terug naar het statusscherm; de camera is gereed voor het maken van een opname.
Als u de datum en tijd hebt ingesteld met de menubesturing, gaat u terug naar het menu [R Instellen 1]. Klik in dat geval op de knop 3.
Als u op de knop 3 drukt tijdens het aanpassen van de instelling voor tijd, worden de tot dan toe opgegeven instellingen geannuleerd en wordt de opnamestand geactiveerd. Als de camera wordt aangezet zonder dat instellingen zijn opgegeven voor datum en tijd, verschijnt het scherm [Datum instellen], mits de basisinstellingen zijn voltooid. U kunt datum en tijd ook achteraf instellen met behulp van menubediening. (p.258).
K-x_OPM.book Page 62 Thursday, September 24, 2009 2:25 PM
62
• Als u in stap 10 op de knop 4 drukt, wordt de klok van de camera teruggezet op 00 seconden. Om de exacte tijd in te stellen, drukt u op de knop 4 wanneer het tijdsignaal (op TV, radio, e.d.) precies 00 seconden aangeeft.
• U kunt de taal-, datum- en tijdinstellingen wijzigen met behulp van menubediening. (p.258, p.261)
2
Voorbereidingen
K-x_OPM.book Page 63 Thursday, September 24, 2009 2:25 PM
3 Basisbediening
In dit hoofdstuk wordt de basisbediening uitgelegd voor het maken van opnamen als de functiekiezer op I (Autom. opname) is gezet om succesvol opnamen te maken.
Raadpleeg de hoofdstukken vanaf hoofdstuk 4 voor informatie over geavanceerde functies en instellingen voor opnamen.
Basishandelingen bij opnamen ..........................64
Werken met een zoomobjectief ..........................70
De ingebouwde flitser gebruiken ........................71
Opnamen weergeven ...........................................79
K-x_OPM.book Page 64 Thursday, September 24, 2009 2:25 PM
64
Basishandelingen bij opnamen
De camera vasthouden
Hoe u de camera vasthoudt, is van belang bij het maken van opnamen.
• Houd de camera stevig vast met beide handen en houd uw ellebogen dicht bij het lichaam.
• Druk de ontspanknop voorzichtig helemaal in wanneer u een opname
3
Basisbediening
maakt.
Horizontale positie Verticale positie
• Om te voorkomen dat de camera beweegt tijdens het maken van de opname, kunt u met de camera steun zoeken op of tegen een vast object (bijvoorbeeld een tafel, muur of boom).
• Hoewel er individuele verschillen tussen fotografen bestaan, is de sluitertijdlimiet voor een camera die in de hand wordt gehouden in de regel 1/(brandpuntsafstand ×1,5). De sluitertijdlimiet is bijvoorbeeld 1/75 seconde bij een brandpuntsafstand van 50 mm en 1/150 seconde bij een brand­puntsafstand van 100 mm. Gebruik bij langere sluitertijden een statief of de functie Shake Reduction (p.135).
• Door bij het maken van een opname met een teleobjectief een statief te gebruiken dat zwaarder is dan het totale gewicht van de camera en het objectief, voorkomt u dat de camera beweegt.
• Gebruik de functie Shake Reduction niet als u een statief gebruikt. (p.136)
MF
AF
K-x_OPM.book Page 65 Thursday, September 24, 2009 2:25 PM
De camera de optimale instellingen laten bepalen
De a is uitgerust met verschillende opnamestanden, scherpstelstanden en transportfuncties om tegemoet te komen aan al uw wensen op het gebied van fotografie. In dit gedeelte wordt beschreven hoe u opnamen maakt door eenvoudigweg op de ontspanknop te drukken.
1
Zet de functiekiezer op I.
De camera bepaalt de meest geschikte opnamestand voor het onderwerp.
1 De juiste opnamestand kiezen (p.88)
65
3
Basisbediening
2
Zet de scherpstelfunctieknop op =.
De scherpstelfunctie verandert in = (Autofocus).
Wanneer de ontspanknop tot halverwege wordt ingedrukt in de stand =, wordt automatisch scherpgesteld. (p.119)
K-x_OPM.book Page 66 Thursday, September 24, 2009 2:25 PM
66
3
Kijk door de zoeker voor een beeld van het onderwerp.
U kunt een zoomlens gebruiken om de grootte van het onderwerp in de zoeker te wijzigen. (p.70)
4
Breng het onderwerp binnen
3
Basisbediening
het AF-kader en druk de ontspanknop tot halverwege in.
Het autofocussysteem treedt in werking. De scherpstelindicatie ] verschijnt in de zoeker zodra het onderwerp scherp is gesteld.
In de stand I (Autom. opname) wordt automatisch de optimale opnamestand geselecteerd uit de standen U (Stand.), = (Portret), s (Landschap), q (Macro), \ (Bewegend onderw.) of . (Portret bij nacht).
De ingebouwde flitser klapt automatisch uit wanneer dit nodig is.
1 De ontspanknop bedienen (p.68) 1 Onderwerpen waarop moeilijk
automatisch kan worden scherpgesteld (p.69)
1 De ingebouwde flitser gebruiken (p.71)
Flitserstatus
F
M
AF
Scherpstel-
indicatie
5
Druk de ontspanknop helemaal in.
De opname wordt gemaakt.
Wissen
K-x_OPM.book Page 67 Thursday, September 24, 2009 2:25 PM
6
Bekijk de opname op de monitor.
Na de opname wordt deze gedurende één seconde op de monitor weergegeven (Momentcontrole).
1 De weergave voor Momentcontrole instellen (p.263)
Tijdens de momentcontrole kunt u de opname uitvergroten door te drukken op de e-knop. (p.212)
Tijdens Momentcontrole kunt u de opname wissen door op K/i te drukken.
67
3
Basisbediening
1 Eén enkele opname wissen (p.80)
• U kunt de camera ook zo instellen dat er automatisch wordt scherpgesteld als u op de knop =/L drukt, op dezelfde manier als bij het tot halverwege indrukken van de ontspanknop (p.120).
• U kunt een voorbeeld bekijken op de monitor, en de compositie, belichting en scherpstelling controleren voordat u opnamen maakt. (p.131)
Wissen
K-x_OPM.book Page 68 Thursday, September 24, 2009 2:25 PM
68
De ontspanknop bedienen
De ontspanknop heeft twee standen.
3
Basisbediening
Niet ingedrukt Half ingedrukt
(eerste stand)
Helemaal ingedrukt
(tweede stand)
Als u de ontspanknop tot halverwege indrukt (eerste stand), worden de indicaties in de zoeker ingeschakeld en werkt het autofocussysteem. Als u de ontspanknop volledig indrukt (tweede stand), wordt de opname gemaakt.
• Wanneer u een opname wilt maken, moet u de ontspanknop voorzichtig indrukken om camerabeweging te voorkomen.
• Oefen het tot halverwege/helemaal indrukken van de ontspanknop goed in om te leren waar de eerste positie is.
• De zoekerindicaties worden weergegeven terwijl u de ontspanknop tot halverwege indrukt. Nadat u de knop heeft losgelaten, blijven de indicaties nog circa 10 seconden (standaardinstelling) zichtbaar als de timer voor de belichtingsmeting ingeschakeld is. (p.33, p.113)
K-x_OPM.book Page 69 Thursday, September 24, 2009 2:25 PM
Onderwerpen waarop moeilijk automatisch kan worden scherpgesteld
Het autofocus-mechanisme is niet perfect. Scherpstellen kan moeilijk zijn bij het maken van opnamen onder de volgende omstandigheden. Deze zijn ook van toepassing op handmatig scherpstellen met de scherpstelindicatie ] in de zoeker.
(a) Onderwerpen met een uitzonderlijk laag contrast,
zoals een witte muur, binnen het scherpstelkader
(b) Onderwerpen die weinig licht reflecteren binnen het
scherpstelkader (c) Onderwerpen die snel bewegen (d) Sterk weerkaatst licht of sterk tegenlicht (lichte achtergrond) (e) Patronen met verticale of horizontale lijnen die binnen het
scherpstelkader vallen (f) Verscheidene onderwerpen op voor- en achtergrond binnen
het scherpstelkader
Wanneer niet automatisch kan worden scherpgesteld op het onderwerp, stelt u de scherpstelfunctieknop in op \ en gebruikt u de handmatige scherpstelfunctie om via het matglas in de zoeker scherp te stellen op het onderwerp. (p.129)
69
3
Basisbediening
Wanneer (e) en (f) hierboven van toepassing zijn, is het onderwerp mogelijk niet scherpgesteld, zelfs wanneer de ] (scherpstelindicatie) wordt weergegeven.
K-x_OPM.book Page 70 Thursday, September 24, 2009 2:25 PM
70
Werken met een zoomobjectief
Vergroot het onderwerp (tele-opname) of leg een groter gebied vast (groothoek) met een zoomobjectief. Stel het onderwerp in op de gewenste grootte en maak de opname.
1
Draai de zoomring rechtsom of linksom.
3
Basisbediening
Draai de zoomring met de klok mee naar de telestand of tegen de klok in naar de groothoekstand.
F
M
AF
Groothoek Tele
• De beeldhoek wordt groter naarmate de brandpuntsafstand kleiner wordt. Hoe groter het getal, des te sterker het beeld wordt vergroot.
• Power Zoom-functies (Image Size Tracking, Zoom Clip en Auto Zoom Effect) zijn niet compatibel met deze camera.
K-x_OPM.book Page 71 Thursday, September 24, 2009 2:25 PM
De ingebouwde flitser gebruiken
Maak als volgt opnamen bij slecht licht of tegenlicht of wanneer u de ingebouwde flitser wilt gebruiken. De ingebouwde flitser werkt optimaal bij een afstand van circa 0,7 m tot 5 m tot het onderwerp. Bij een afstand van minder dan 0,7 m wordt de belichting niet juist ingesteld en kan er vignettering optreden (de hoeken van de opname worden zwart door een gebrek aan licht). Deze afstand varieert enigszins, afhankelijk van het gebruikte objectief en de ingestelde gevoeligheid (p.168).
Compatibiliteit van ingebouwde flitser en objectief
Afhankelijk van het gebruikte objectief en de opnamecondities kan vignettering optreden. Wij raden u aan een testopname te maken om de compatibiliteit te controleren.
1 Compatibiliteit objectief met de ingebouwde flitser (p.170)
• Verwijder de zonnekap wanneer u de ingebouwde flitser gebruikt.
• Bij objectieven die geen functie hebben voor het instellen van de
diafragmaring op het objectief op s (Auto), flitst de ingebouwde flitser volledig.
71
3
Basisbediening
Zie de “De flitser gebruiken” (p.163) voor meer informatie over de ingebouwde flitser en instructies voor het maken van opnamen met een externe flitser.
K-x_OPM.book Page 72 Thursday, September 24, 2009 2:25 PM
72
De flitsfunctie instellen
Flitsinstelling Functie
De camera meet automatisch het omgevingslicht en bepaalt of de flitser moet worden gebruikt. Indien nodig klapt de flitser automatisch uit en flitst deze automatisch, bijvoorbeeld als u een sluitertijd gebruikt waarbij de kans groot is dat de camera wordt bewogen of bij opnamen met tegenlicht (maar niet als s (Landschap), \ (Bewegend onderw.) of l (Nachtsnapshot) actief zijn in de stand H (Scène)). Het kan gebeuren dat de flitser na het uitklappen niet wordt geactiveerd. Dat doet zich voor als de camera constateert dat flitsen niet nodig is.
3
Basisbediening
Auto ontladen
C
flitser
Handmatig
b
ontsteken
Auto + Anti Rode
i
Ogen
Handmatig + Anti
D
Rode Ogen
Lange-
G
sluitertijdsync
Lange-sltrtd + Anti
H
Rode Ogen
I
2e sluitergordijn­sync
k
Draadloze
r
bediening
Hiermee flitst u handmatig. De flitser werkt alleen wanneer deze is uitgeklapt.
Hiermee gaat eerst een voorflits af om rode ogen tegen te gaan. Daarna gaat de automatische flits af.
Hiermee flitst u handmatig. Eerst gaat een voorflits af om rode ogen tegen te gaan. Daarna gaat de hoofdflits af.
Afhankelijk van het omgevingslicht wordt een langere sluitertijd ingesteld. Gebruik deze functie bijvoorbeeld als u een portretopname maakt tegen een zonsondergang; persoon en zonsondergang komen dan beide tot hun recht.
Eerst gaat een voorflits af om rode ogen tegen te gaan. Daarna gaat de hoofdflits af met Lange­sluitertijdsynchronisatie.
Geeft een flits af onmiddellijk voordat het sluitergordijn wordt gesloten. Daarmee maakt u opnamen van bewegende onderwerpen die een lichtspoor achter zich laten. (p.166)
U kunt een speciale externe flitser synchroniseren (AF540FGZ of AF360FGZ) zonder synchronisatiesnoer. (p.175)
K-x_OPM.book Page 73 Thursday, September 24, 2009 2:25 PM
Welke flitsfuncties kunnen worden geselecteerd, is afhankelijk van de opnamestand.
Opnamestand Selecteerbare flitsfunctie
I/=/s/q/\/./H C/b/i/D/r
e/K/c E/F/G/H/I/r
b/a E/F/k/r
1
Druk op de vierwegbesturing (3) in de opnamestand.
Het scherm [Flitsinstelling] verschijnt.
Op het scherm verschijnen de flitsfuncties die voor de ingestelde opnamestand kunnen worden gebruikt.
2
Selecteer een flitsfunctie met de vierwegbesturing (45).
Draai aan de e-knop om de flitsbelichtingscorrectie in te stellen. (p.77)
Auto ontladen flitser
73
3
Basisbediening
Flitsinstelling
3
Druk op de knop 4.
De camera is gereed voor het maken van een opname.
0.0
MENU
Annul. OK
OK
K-x_OPM.book Page 74 Thursday, September 24, 2009 2:25 PM
74
Gebruik van de Automatische flitsfunctie C, i (Automatisch uitklappen van de flitser)
1
Zet de functiekiezer op I, =, q, . of H.
De flitser wordt uitgeschakeld als u A (Nachtopname), K (Zonsondergang), n (Podiumbelichting), U (Kaarslicht) of E (Museum) selecteert in de stand H (Scène). De ingebouwde flitser klapt niet uit als l (Nachtsnapshot) is geselecteerd in de stand H (Scène).
3
2
Basisbediening
Druk de ontspanknop tot halverwege in.
De ingebouwde flitser klapt indien nodig uit en wordt opgeladen. Wanneer de flitser volledig is opgeladen, verschijnt b in de zoeker. (p.33)
3
Druk de ontspanknop helemaal in.
De opname wordt gemaakt.
4
Druk op het gedeelte dat wordt afgebeeld in de illustratie om de ingebouwde flitser in te klappen.
Kies tussen C (Auto ontladen flitser) en b (Handmatig ontsteken) door op K/i te drukken terwijl de ingebouwde flitser uitgeklapt is.
K-x_OPM.book Page 75 Thursday, September 24, 2009 2:25 PM
Gebruik van de Handmatige flitsfunctie b,
1
Druk op de knop K/i.
75
D
De ingebouwde flitser klapt uit en wordt opgeladen. De stand b wordt gebruikt ongeacht de flitsfunctie-instellingen. Wanneer de flitser volledig is opgeladen, wordt b in de zoeker weergegeven. (p.33)
2
Druk de ontspanknop helemaal in.
De flitser gaat af en de opname wordt gemaakt.
3
Duw de flitser omlaag om deze in te klappen.
Als de functiekiezer is ingesteld op a (Filtser UIT), klapt de ingebouwde flitser niet open, zelfs niet als u op de knop K/i drukt.
3
Basisbediening
K-x_OPM.book Page 76 Thursday, September 24, 2009 2:25 PM
76
Flitsen met anti rode ogen gebruiken
Wanneer in een donkere omgeving opnamen met de flitser worden gemaakt, kunnen de ogen van het onderwerp rood overkomen. Dit wordt veroorzaakt door de weerspiegeling van de elektronische flitser in het netvlies. Deze weerspiegeling treedt op doordat pupillen in het donker wijder zijn. U kunt rode ogen niet voorkomen, maar met de volgende maatregelen kunt u er wel iets tegen doen.
3
Basisbediening
• Maak de omgeving lichter voor de opname.
• Stel in op een grote hoek en maak de opname van dichterbij wanneer u een zoomobjectief gebruikt.
• Gebruik een flitser die anti rode ogen ondersteunt.
• Wanneer u een externe flitser gebruikt, zet u deze zo ver mogelijk weg van de camera.
De functie tegen rode ogen van deze camera vermindert het rode­ogeneffect door tweemaal te flitsen. Met anti rode ogen wordt er een voorflits gegeven net voordat de sluiter ontspant. Dit vermindert de verwijding van pupillen. De hoofdflits wordt vervolgens gegeven op het moment dat de pupillen kleiner zijn, waardoor het rode-ogeneffect afneemt. Als u de functie Anti rode ogen wilt gebruiken in de Picture-stand of de stand H (Scène), selecteer dan D of F. Kies F of H in de andere standen.
K-x_OPM.book Page 77 Thursday, September 24, 2009 2:25 PM
Opnamen met daglichtsynchronisatie
Bij daglicht voorkomt de flitser schaduwen wanneer u een portretfoto maakt van iemand met schaduwen over het gezicht. Het gebruik van de flitser op deze manier wordt fotograferen met daglichtsynchronisatie genoemd. Bij het fotograferen met daglichtsynchronisatie wordt de functie b (Handmatig ontsteken) gebruikt.
Opnamen maken
1 Klap de ingebouwde flitser handmatig uit en controleer
of de flitsfunctie is ingesteld op E. (p.75)
2 Controleer of de flitser volledig is opgeladen. 3 Maak een opname.
77
3
Basisbediening
Zonder daglichtsynchronisatie Met daglichtsynchronisatie
Als de achtergrond te helder is, kan de opname worden overbelicht.
Corrigeren van de flitsintensiteit
U kunt de flitsintensiteit wijzigen binnen een bereik van –2,0 tot +1,0. Op basis van het stapinterval dat ingesteld is bij [1. LW-stappen] (p.114) in het menu [A Pers.instelling 1] kunt u de volgende flitscorrectiewaarden instellen.
Stapinterval Flitscorrectiewaarde
1/3LW
1/2LW
–2,0, –1,7, –1,3, –1,0, –0,7, –0,3, 0,0, +0,3, +0,7, +1,0
–2,0, –1,5, –1,0, –0,5, 0,0, +0,5, +1,0
K-x_OPM.book Page 78 Thursday, September 24, 2009 2:25 PM
78
Stel de flitscorrectiewaarde in door in het scherm [Flitsinstelling] aan de e-knop te draaien. Door op de knop | (Snelinstelling) te drukken, keert de flitsbelichtingscorrectie terug naar de standaardwaarde (0,0). (Alleen beschikbaar als [Knop Snelinstelling] is toegewezen aan de knop | (Snelinstelling) bij [Knop Snelinstelling] in het menu [A Opnamemodus 4]) (p.189).)
Flitsinstelling
Handmatig ontsteken
+0.3
MENU
Annul.
OK
OK
3
Basisbediening
• Wanneer de maximale flitsintensiteit wordt overschreden indien deze is gecorrigeerd in de plusrichting (+), wordt er geen correctie toegepast.
• Corrigeren in de minrichting (–) heeft mogelijk geen effect wanneer het onderwerp te dichtbij is, het diafragma klein is of de gevoeligheid hoog is.
• Flitscorrectie werkt ook bij gebruik van een externe flitser die Automatisch P-DDL-flitsen ondersteunen.
Opnamen maken terwijl de flitser nog bezig is met opladen
U kunt de camera zo instellen dat opnamen kunnen worden gemaakt terwijl de flitser nog wordt opgeladen. Stel [16. Ontspant bij opladen] in op [Aan] in het menu [A Pers.instelling 3] (p.87). Standaard staat de camera zo ingesteld dat geen foto’s kunnen worden gemaakt terwijl de flitser wordt opgeladen.
Ontspant bij opladen
16.
1
Uit Aan
2
Ontspannen mogelijk tijdens opladen van ingebouwde flitser
MENU
Annul.
OK
OK
K-x_OPM.book Page 79 Thursday, September 24, 2009 2:25 PM
Opnamen weergeven
Opnamen weergeven
U kunt gemaakte opnamen weergeven op het scherm.
Gebruik de meegeleverde software “PENTAX Digital Camera Utility 4” om opnamen weer te geven op de pc. Raadpleeg “Gebruik van de meegeleverde software” (p.284) voor meer informatie over de software.
1
Druk op de Q knop.
De weergavestand wordt geactiveerd en de laatst gemaakte opname (die met het hoogste bestandsnummer) wordt weergegeven op de monitor (bij video wordt het eerste frame van de video weergegeven op de monitor).
Druk tijdens weergave op de knop M om informatie weer te geven, bijvoorbeeld opnamegegevens van de weergegeven opname.
Zie p.27 voor informatie over weergave.
79
3
Basisbediening
2
Druk op de vierwegbesturing (45).
4: Geeft de vorige opname weer. 5: Geeft de volgende opname weer.
Zie “Weergavefuncties” (p.209) voor verdere bijzonderheden over de weergavefunctie.
100-01 05
K-x_OPM.book Page 80 Thursday, September 24, 2009 2:25 PM
80
Eén enkele opname wissen
U kunt één opname per keer wissen.
• Gewiste opnamen kunnen niet meer worden teruggehaald.
• Beveiligde opnamen kunnen niet worden gewist. (p.231)
1
Druk op de Q knop en selecteer de opname die u wilt wissen met de vierwegbesturing (45).
3
Basisbediening
2
Druk op de knop K/i.
Het scherm voor bevestiging van het wissen verschijnt.
3
Selecteer [Wissen] met de vierwegbesturing (23).
Selecteer een bestandstype dat u wilt wissen bij opnamen gemaakt in de indeling RAW+.
JPEG wissen
RAW wissen
RAW+JPEG wissen
4
Druk op de knop 4.
De opname wordt gewist.
Zie “Meerdere opnamen wissen” (p.227) voor het wissen van meerdere opnamen in één keer.
Alleen de JPEG-opname wordt gewist.
Alleen de RAW-opname wordt gewist.
Wist opnamen in beide bestandsindelingen.
Wissen
Annuleren
100-0105
OK
OK
K-x_OPM.book Page 81 Thursday, September 24, 2009 2:25 PM
4 Opnamefuncties
In dit hoofdstuk worden de elementaire en de geavanceerde opnamefuncties van de a besproken.
Werken met de opnamefuncties .........................82
De juiste opnamestand kiezen ............................88
Belichting instellen ..............................................93
Scherpstellen ......................................................119
Compositie, belichting en scherpstelling
controleren vóór de opname (Voorbeeld) ........ 131
De functie Shake Reduction gebruiken om het
effect van camerabeweging te voorkomen ...... 135
Continuopnamen maken ................................... 144
Opnamen maken met digitale filters ................148
Opnamen maken met Live weergave ............... 151
K-x_OPM.book Page 82 Thursday, September 24, 2009 2:25 PM
82
Werken met de opnamefuncties
U kunt instellingen voor het maken van opnamen wijzigen met de richtingsknoppen, het bedieningspaneel en de menu’s [A Opnamemodus] en [A Pers.instelling].
Zie “De Menu’s gebruiken” (p.38) voor meer informatie over het werken met de menu’s.
Items instellen met richtingsknoppen
Druk in de opnamestand op de vierwegbesturing (2345) of op de knop
4
Opnamefuncties
4 om de volgende instellingen op te geven.
Knop Onderdeel Functie Pagina
p.144 p.138 p.141 p.116
p.192
2
3
4
5
4
Selecteert Continuopname,
Transportstand
Flitsinstelling Hiermee stelt u de flitsmethode in. p.72
Witbalans
Gevoeligheid Hiermee stelt u de ISO-waarde in. p.95
Selecteer AF­schrpstelpunt
Zelfontspanner, Afstandsbediening of Belichtingsbracketing.
Wijzigt de kleurbalans in overeenstemming met de kleur van de lichtbron die het onderwerp verlicht.
Hiermee stelt u het scherpstelgebied in. p.124
K-x_OPM.book Page 83 Thursday, September 24, 2009 2:25 PM
Onderdelen van het menu Opnamemodus
De hieronder genoemde functies kunnen worden ingesteld in de menu’s van [A Opnamemodus 1-4]. Druk in de opnamestand op de knop 3 om het menu [A Opnamemodus 1] op te roepen.
Menu Onderdeel Functie Pagina
Aangepaste opname*
Bestandsindeling* Instellen van de bestandsindeling. p.186
JPEG-resolutie*
JPEG
A1
kwaliteitsniveau*
Instelling D-range*
Objectiefcorrectie*
Cross-processing*
Digitaal filter*
HDR-opname*
A2
Dubbelopnamen Functies van dubbelopnamen instellen. p.145
AF-modus* Selecteert de autofocusstand. p.122
Lichtmeting bij automatische belichting*
Selecteer AF­schrpstelpunt*
Stelt de afwerking van de opname in met betrekking tot bijvoorbeeld kleur en contrast voordat de opname wordt gemaakt.
Instellen van de opnamegrootte van JPEG-opnamen.
Instellen van de opnamekwaliteit van JPEG-opnamen.
Het dynamisch bereik uitbreiden en over­en onderbelichte gebieden voorkomen.
Correctie van vervormingen en chromatische aberratie door vergroting die het gevolg zijn van eigenschappen van het objectief.
De tinten en het contrast wijzigen door digitale cross-processing uit te voeren.
Een digitaal filtereffect toepassen bij het maken van opnamen.
Opnamen maken met een groot dynamisch bereik.
Het gedeelte van de zoeker selecteren dat moet worden gebruikt voor lichtmeting en het bepalen van de belichting.
Het gedeelte van de zoeker selecteren waarop moet worden scherpgesteld.
p.205
p.184
p.185
p.199 p.200
p.202
p.207
p.148
p.201
p.111
p.124
83
4
Opnamefuncties
K-x_OPM.book Page 84 Thursday, September 24, 2009 2:25 PM
84
Menu Onderdeel Functie Pagina
Video Videoinstellingen instellen. p.157
Live weergave
Statusscherm
A3
Momentcontrole
Kleurruimte De te gebruiken kleurruimte instellen. p.197
RAW-formaat
4
Opnamefuncties
* Kan worden ingesteld op het bedieningspaneel.
Knop Snelinstelling
Geheugen
A4
Shake Reduction* Schakelt de functie Shake Reduction in. p.136
Invoer brandpuntsafstand
De weergavefuncties voor Live weergave instellen.
De kleuren van de statusschermweergave instellen.
De weergave voor Momentcontrole instellen.
De bestandsindeling instellen op RAW­formaat bij het maken van opnamen.
De functie toewijzen die wordt geactiveerd als de knop | (Snelinstelling) wordt ingedrukt.
Stelt in dat de instellingen worden opgeslagen wanneer de camera wordt uitgeschakeld.
De brandpuntsafstand instellen bij het gebruik van een objectief dat niet automatisch objectiefinformatie kan doorgeven.
p.152
p.263
p.263
p.188
p.189
p.276
p.137
K-x_OPM.book Page 85 Thursday, September 24, 2009 2:25 PM
Onderdelen van het menu Persoonlijke instelling
Stel de menu’s van [A Pers.instelling 1-4] in om optimaal te profiteren van de functies van de spiegelreflexcamera.
Menu Onderdeel Functie Pagina
1. LW-stappen
2. Gevoeligheidsstappen
3. Uitgebreide gevoeligheid
4. Bedrijftijd lichtmtr
A1
5. AE-L met AF lock
6. Koppelt belicht.+ AF
7. Volgorde A Bracketing
De aanpassingsstappen voor de belichting instellen.
De aanpassingsstappen voor de ISO-gevoeligheid instellen.
De onderste en bovenste gevoeligheidslimiet vergroten.
De bedrijftijd voor de belichtingsmeter instellen.
Instelling voor het vastzetten van de belichtingswaarde wanneer er is scherpgesteld.
Instelling voor het koppelen van de belichtingswaarde en het AF-punt in het scherpstelgebied bij meervlaksmeting.
De volgorde instellen voor het maken van opnamen met Belichtingsbracketing.
p.114
p.96
p.96
p.113
p.127
p.112
p.117
85
4
Opnamefuncties
K-x_OPM.book Page 86 Thursday, September 24, 2009 2:25 PM
86
Menu Onderdeel Functie Pagina
8. WB bij flitsen
9. AWB bij lamplicht
10. AF/AE-L-knop
11. AF met afstandbediening
4
Opnamefuncties
A2
12. Afst bed bij tijdopname
13. Ruisonderdr lange sltrtijd
14. Ruisondr. hoge ISO
Instellen van de witbalans bij gebruik van de flitser.
Instellen of de kleurtoon van lamplicht al dan niet moet worden aangepast als de witbalans is ingesteld op F (Autom. Witbalans).
Instellen welke functie wordt geactiveerd als op de knop =/L wordt gedrukt.
Stelt in of Autofocus moet worden gebruikt bij het maken van opnamen met de afstandsbediening.
Instellen op welke manier de ontspanknop werkt bij gebruik van de afstandsbediening met de sluitertijd ingesteld op h: belichting starten door op de afstandsbediening eenmaal op de ontspanknop te drukken en de belichting stopzetten door op de afstandsbediening nogmaals op de ontspanknop te drukken, of belichten zolang op de afstandsbediening op de ontspanknop wordt gedrukt.
Stelt in of ruisonderdrukking moet worden gebruikt bij opnamen met een lange sluitertijd.
Instellen of ruis moet worden onderdrukt bij hoge ISO-waarden. U kunt kiezen uit drie niveaus.
p.193
p.115 p.120
p.143
p.110
p.98
p.98
K-x_OPM.book Page 87 Thursday, September 24, 2009 2:25 PM
Menu Onderdeel Functie Pagina
Ruisonderdrukking bij hoge ISO-
15. St niv RO hoge ISO-wrd
16. Ontspant bij opladen
17. Draadloos flitsen
18. Rotatie-info opslaan
A3
19. Auto opnamerotatie
20. Aan-/uitlampje
21. Catch-in focus
22. Diafragmaring gebruiken
A4
Reset pers.instellingen
waarden wordt geactiveerd als opnamen worden gemaakt met een gevoeligheid die hoger is dan de ingestelde gevoeligheid.
Instellen van de mogelijkheid om de sluiter te ontspannen terwijl de ingebouwde flitser nog bezig is met opladen.
Instellen van de flitsmethode van de ingebouwde flitser bij draadloze bediening.
Instellen of rotatie-informatie moet worden opgeslagen bij het maken van opnamen.
Instellen of tijdens weergave automatische rotatie van opname moet worden uitgevoerd.
Wijzigt de helderheid van het aan-/ uitlampje.
Indien deze functie ingesteld is op [Aan] en [AF-modus] ingesteld is op f of l en een objectief met handmatige scherpstelling wordt gebruikt, is het maken van catch-in focus opnamen mogelijk en wordt de sluiter automatisch ontspannen op het moment dat scherp is gesteld op het onderwerp.
Instelling voor het al dan niet inschakelen van de ontspanknop wanneer de diafragmaring in een andere stand staat dan s.
Alle instellingen in de menu’s van [A Pers.instelling 1-4] resetten naar de standaardinstelling.
p.98
p.78
p.176
p.224
p.224
p.270
p.130
p.301
p.298
87
4
Opnamefuncties
K-x_OPM.book Page 88 Thursday, September 24, 2009 2:25 PM
88
De juiste opnamestand kiezen
U kunt een opnamestand kiezen door een pictogram op de functiekiezer tegenover de functie-indicatie te zetten.
4
Opnamefuncties
Functie-indicatie
De a is uitgerust met verschillende opnamefuncties, zodat u opnamen kunt maken die helemaal passen binnen uw visie op fotografie. De camera is uitgerust met de volgende opnamestanden.
Opnamestand Stand Pagina
I (Autom. opname)/ = (Portret)/ s (Landschap)/ q (Macro)/ \ (Bewegend onderw.)/ . (Portret bij
Picture-stand
nacht)/ a (Filtser UIT) (Bij het maken van opnamen met Live weergave kunt u ook d (Blauwe hemel) en K (Zonsondergang) selecteren.)
p.89
A (Nachtopname)/ Q (Strand & sneeuw)/
H (Scène)
Belichtingsfunctie
Video C (Video) p.157
K (Eten & drinken)/ K (Zonsondergang)/
n (Podiumbelichting)/ R (Kinderen)/ Y (Huisdier)/ U (Kaarslicht)/ E (Museum)/ l (Nachtsnapshot)
e (Programma)/ K (Gevoeligheidsvoorkeuze)/ b (Sluitertijdvoorkeuze)/ c (Diafragmavoorkeuze)/ a (Handmatig)
p.90
p.92
K-x_OPM.book Page 89 Thursday, September 24, 2009 2:25 PM
Picture-stand
Stel de functiekiezer in op =, s, q, \, . of a als u in de stand I (Autom. opname) de gewenste opname niet kunt maken. De standen hebben de volgende kenmerken.
Stand Kenmerken
De optimale opnamestand wordt automatisch gekozen uit de standen U (Stand.), = (Portret),
I Autom. opname
Portret
=
Landschap
s
Macro
q
Bewegend
\
onderw.
s (Landschap), q (Macro), \ (Bewegend onderw.) en . (Portret bij nacht). Bij het maken van opnamen met Live weergave kunt u ook d (Blauwe hemel) en K (Zonsondergang) selecteren.
Optimaal voor het maken van portretten. Produceert natuurlijke huidtinten.
Verdiept het scherpstelbereik, benadrukt contouren en verzadiging van bomen en lucht, en zorgt voor een levendige opname.
Hiermee kunt u levendige opnamen maken van bloemen en andere kleine onderwerpen op korte afstand.
Hiermee kunt u scherpe opnamen maken van een snel bewegend onderwerp, zoals bij sportevenementen. De transportstand is vast ingesteld op g (Continuopname (snel)).
89
4
Opnamefuncties
Portret bij nacht
.
Filtser UIT
a
In de stand . zal de camera, ook al wordt de flitser gebruikt, lange sluitertijden gebruiken zodat de achtergrond buiten het bereik van de flitser ook correct belicht op de opname komt (1 Lange-sluitertijdsync (p.164)). Gebruik de functie Shake Reduction of een statief om te voorkomen dat de camera beweegt.
Als \ automatisch wordt geselecteerd in I, worden opnamen gemaakt met de transportstand die eerder was ingesteld.
Hiermee kunt u opnamen van mensen tegen een nachtelijke achtergrond of tijdens de schemering.
De flitser is uitgeschakeld. Andere instellingen zijn gelijk aan U (Stand.) in I.
K-x_OPM.book Page 90 Thursday, September 24, 2009 2:25 PM
90
H-stand
Als u de functiekiezer op de stand H (Scène) zet, kunt u kiezen uit de volgende 10 scènes.
Stand Kenmerken
A Nachtopname
Q Strand & sneeuw
Voor nachtopnamen. Gebruik een statief o.i.d om beweging te voorkomen.
Voor opnamen van verblindende achtergronden, zoals besneeuwde bergen.
K Eten & drinken
Opnamen van voedsel. Hoge kleurverzadiging voor aantrekkelijke weergave.
4
Opnamefuncties
K Zonsondergang
n Podiumbelichting
R Kinderen
Y Huisdier
U Kaarslicht Voor opnamen bij kaarslicht.
E Museum Voor opnamen op plaatsen waar flitsen verboden is.
l Nachtsnapshot
De flitser wordt uitgeschakeld in de opnamestanden A, K, n, U, en E. Gebruik de functie Shake Reduction of een statief om te voorkomen dat de camera beweegt.
Voor opnamen van zonsopgang of zonsondergang in mooie kleuren.
Voor opnamen van bewegende onderwerpen onder slechte belichtingsomstandigheden.
Voor het maken van opnamen van bewegende kinderen. Produceert natuurlijke huidtinten. De transportstand is vast ingesteld op g (Continuopname (snel)).
Voor het maken van opnamen van huisdieren. De transportstand is vast ingesteld op g (Continuopname (snel)).
Voor opnamen onder slechte belichtingsomstandigheden.
HDR OFF
OFF
OFF
Nachto pn ame
K-x_OPM.book Page 91 Thursday, September 24, 2009 2:25 PM
Een opnamescène selecteren
1
Zet de functiekiezer op H.
Het statusscherm van de scènestanden wordt weergegeven.
2
Druk op de knop M.
Op het bedieningspaneel wordt het pictogram van de op dat moment geselecteerde opnamestand weergegeven.
3
Gebruik de vierwegbesturing (2345) om [Scènemodus] te selecteren en druk op de knop
4.
Het scherm voor keuze van de scène verschijnt.
1/
15 4.0
ISO
1600
AUTO
1122+3-3
12
JPEG
JPEG
M
Scènemodus Nachtopname
OFF
AF.A
12
M
10/10/’09
10:30AM
OFF
AWB
AF.A
F
HDR
OFF
[
[
123
37
91
ISO
]
4
Opnamefuncties
]
4
5
Selecteer met de
SCN
Nachtopname
vierwegbesturing (2345) of e-knop de gewenste scène.
Voor nachtopnamen Gebruik statief o.i.d om beweging te voorkomen
MENU
Annul.
Druk op de knop 4.
De camera keert terug naar het bedieningspaneel en is gereed voor het maken van een opname.
OK
OK
K-x_OPM.book Page 92 Thursday, September 24, 2009 2:25 PM
92
Als u op de knop 3 drukt terwijl de functiekiezer in de stand H (Scène) staat, wordt het menu [H Scène] weergegeven. U kunt de scène ook selecteren in het menu [H Scène].
MENU
Nachtopname
Voor nachtopnamen Gebruik statief o.i.d om beweging te voorkomen
Einde
Belichtingsfunctie
Gebruik de belichtingsfuncties om de gevoeligheid, de sluitertijd en het
4
diafragma aan te passen, zodat u opnamen kunt maken die helemaal
Opnamefuncties
passen binnen uw visie op fotografie.
Stand Kenmerken
e Programma
K Gevoeligheidsvoorkeuze
b Sluitertijdvoorkeuze
c Diafragmavoorkeuze
a Handmatig
De sluitertijd en de diafragmawaarde worden automatisch ingesteld in overeenstemming met Programmalijn voor het maken van opnamen met de juiste belichting.
Stelt de sluitertijd en de diafragmawaarde automatisch in voor de juiste belichting in overeenstemming met de ingestelde gevoeligheid.
Een sluitertijd kiezen voor het bevriezen of juist benadrukken van bewegingen van het onderwerp. Maak opnamen van snelbewegende onderwerpen die lijken stil te staan of onderwerpen die lijken te bewegen.
Instelling van het gewenste diafragma voor controle over de scherptediepte. Gebruik deze instelling voor een onscherpe of scherpe achtergrond.
Instelling van sluitertijd en diafragma voor het maken van creatieve opnamen.
Pagina
p.99
K-x_OPM.book Page 93 Thursday, September 24, 2009 2:25 PM
Belichting instellen
Effect van diafragma en sluitertijd
De juiste belichting is een kwestie van de juiste combinatie sluitertijd­diafragma. Er zijn in elke situatie tal van correcte sluitertijddiafragma­combinaties mogelijk, die telkens weer een ander resultaat opleveren.
Effect van sluitertijd
Met het wijzigen van de sluitertijd kunt u bepalen hoe tijd wordt uitgedrukt in de opnamen die u maakt. In tegenstelling tot het beeld dat het blote oog vangt, kan in een opname een fractie van een seconde, maar ook een heel tijdsverloop worden vastgelegd, zodat de opname een heel andere uitstraling krijgt. Gebruik van de functie b (Sluitertijdvoorkeuze).
Een langere sluitertijd kiezen
Als het onderwerp beweegt, wordt de opname onscherp omdat de sluiter langer open blijft. Het is mogelijk het effect van beweging (bijvoorbeeld een rivier, een waterval of golven) te verbeteren door met opzet een langere sluitertijd te kiezen.
93
4
Opnamefuncties
Een kortere sluitertijd kiezen
Bij keuze van een kortere sluitertijd kan de actie van een bewegend onderwerp worden bevroren. Een kortere sluitertijd helpt camerabeweging te voorkomen.
K-x_OPM.book Page 94 Thursday, September 24, 2009 2:25 PM
94
Effect van diafragma
Met het wijzigen van het diafragma bepaalt u de diepte van het gebied dat op een opname scherp wordt weergegeven (de scherptediepte). Door scherp te stellen op een punt dat u wilt benadrukken, of juist scherp te stellen op een groot gebied, kunt u grote invloed uitoefenen op de uitstraling van de opname. Gebruik de functie c (Diafragmavoorkeuze).
Het diafragma openen (diafragmawaarde verlagen)
Voorwerpen die dichterbij of verder weg zijn dan het onderwerp waarop is scherpgesteld, worden minder scherp. Als u bijvoorbeeld
4
een opname maakt van een bloem tegen
Opnamefuncties
een landschapsachtergrond met een grote diafragmaopening, wordt het landschap voor en achter de bloem onscherp, waardoor alleen de bloem wordt geaccentueerd.
Het diafragma sluiten
(diafragmawaarde verhogen)
Het scherptegebied neemt zowel dichtbij als veraf toe. Als u bijvoorbeeld een opname maakt van een bloem tegen een landschapsachtergrond met een kleine diafragmaopening, is ook het landschap voor en achter de bloem scherp.
K-x_OPM.book Page 95 Thursday, September 24, 2009 2:25 PM
Diafragma en Scherptediepte
De volgende tabel laat zien hoe de instelling voor diafragma van invloed is op de scherptediepte. De scherptediepte is ook afhankelijk van het gebruikte objectief en de afstand tot het onderwerp.
Open
Diafragma
Scherptediepte Klein Groot
Scherptegebied Smal Groothoek
Brandpuntsafstand objectief
Afstand tot onderwerp
• De scherptediepte van de a is afhankelijk van het objectief.
Maar vergeleken met een kleinbeeldcamera kunt u ongeveer één diafragmawaarde lager gebruiken (het scherpstelbereik wordt kleiner).
• Hoe korter de brandpuntsafstand en hoe verder weg het onderwerp is, hoe groter de scherptediepte (sommige zoomobjectieven hebben geen schaal voor de scherptediepte vanwege hun bouwwijze).
(kleinere
waarde)
Langer (Tele-
opname)
Dichtbij Veraf
95
Dicht
(grotere waarde)
Korter
(Groothoek)
4
Opnamefuncties
Gevoeligheid instellen
U kunt de gevoeligheid instellen op basis van het omgevingslicht. De gevoeligheid kan worden ingesteld op [AUTO] of tussen ISO 200 en 6400. De standaardinstelling is [AUTO].
1
Druk in de opnamestand op de vierwegbesturing (5).
Het scherm [Gevoeligheid] wordt weergegeven.
K-x_OPM.book Page 96 Thursday, September 24, 2009 2:25 PM
96
2
Gebruik de vierwegbesturing (23) om [AUTO-instelling] of [Vaste waarde] te selecteren.
Gevoeligheid AUTO-instelling
ISO
200
AUTO
1600
4
Opnamefuncties
ISO
MENU
Annul.
3
Gebruik de vierwegbesturing (45) om de ISO-gevoeligheid
200
te wijzigen.
Wijzig voor ISO AUTO de maximale gevoeligheid.
4
Druk op de knop 4.
De camera is gereed voor het maken van een opname.
•Als n (Podiumbelichting)/l (Nachtsnapshot) in de stand H (Scène)
of C (Video) wordt geselecteerd, wordt de gevoeligheid vast ingesteld op AUTO en kan deze niet worden gewijzigd.
• Als de functiekiezer ingesteld is op K (Gevoeligheidsvoorkeuze) of
a (Handmatig), wordt [AUTO-instelling] niet weergegeven.
• Het gevoeligheidsbereik kan worden uitgebreid naar een bereik van ISO 100
tot 12800 als [3. Uitgebreide gevoeligheid] in het menu [A Pers.instelling 1] (p.85) ingesteld is op [Aan]. In dit geval gelden de volgende beperkingen.
- Als de gevoeligheid ingesteld is op ISO 100, zullen er meer heldere gebieden in de opname zijn.
- Als [Hooglichtcorrectie] is ingesteld op [Aan] (p.199), is de minimale waarde voor gevoeligheid ISO 200.
• Bij een hogere gevoeligheidsinstelling kunnen opnamen meer ruis vertonen. U kunt ruis terugdringen door [14. Ruisondr. hoge ISO] te selecteren in het menu [A Pers.instelling 2]. (p.98)
• U kunt instellen of de gevoeligheid moet worden vergrendeld met stappen van 1 LW of moet worden gecoördineerd met de LW-stappen (p.114) bij [2. Gevoeligheidsstappen] in het menu [A Pers.instelling 1] (p.85).
OK
OK
K-x_OPM.book Page 97 Thursday, September 24, 2009 2:25 PM
Dynamisch bereik uitbreiden
Het dynamisch bereik is het getal waarmee het lichtniveau wordt aangeduid dat door de CMOS-sensorpixels wordt uitgedrukt van lichte tot donkere gebieden. Hoe groter het getal, des te beter wordt het hele bereik tussen licht en donker weergegeven op de opname. Door het dynamische bereik te vergroten, kunt u het lichtniveau uitbreiden dat door de CMOS-sensorpixels wordt uitgedrukt, zodat overbelichting minder gemakkelijk voorkomt op de opname. U kunt het dynamisch bereik uitbreiden met [Instelling D-range] in het menu [A Opnamemodus 1]. (p.199)
97
4
Opnamefuncties
K-x_OPM.book Page 98 Thursday, September 24, 2009 2:25 PM
98
Ruisonderdrukking
Bij het maken van opnamen met een digitale camera doet zich beeldruis (ruwe of ongelijkmatige opnamen) voor in de volgende situaties.
- Opnamen maken met een lange belichting
- Opnamen maken met een hoge gevoeligheidsinstelling
- Als de temperatuur van de CMOS-sensor hoog is U kunt ruis terugdringen met behulp van ruisonderdrukking. Het duurt echter langer om opnamen op te slaan die worden gemaakt met ruisonderdrukking.
Ruisonderdrukking bij lange sluitertijd
Onderdrukt ruis bij lange belichtingstijden. Selecteer [Aan] of [Uit] bij [13. Ruisonderdr lange sltrtijd] in het menu
4
Opnamefuncties
[A Pers.instelling 2] (p.85).
De camera bepaalt de opnameomstandigheden voor sluitertijd,
1Aan
2 Uit
* Als de belichtingstijd langer is dan 30 seconden, wordt de maximale gevoeligheid
ingesteld op ISO 3200 en ruisonderdrukking automatisch geactiveerd.
gevoeligheid en interne temperatuur, en past op basis daarvan automatisch ruisonderdrukking toe waar nodig.
Reduceert ruis alleen als de sluiter langer dan 30 seconden openstaat.
Ruisonderdrukking bij hoge ISO NR
Onderdrukt ruis bij hoge (ISO-)waarden voor gevoeligheid. Selecteer [Normaal], [Zwak], [Sterk] of [Uit] bij [14. Ruisondr. hoge ISO] in het menu [A Pers.instelling 2] (p.85). U kunt de gevoeligheid wijzigen vanaf wanneer ruisonderdrukking wordt geactiveerd bij [15. St niv RO hoge ISO-wrd] in het menu [A Pers.instelling 3] (p.87).
1 ISO 800
2 ISO 400
3 ISO 1600
4 ISO 3200
* Als de gevoeligheid ingesteld is op ISO 6400 of hoger, wordt ruisonderdrukking
automatisch geactiveerd.
Ruisonderdrukking wordt geactiveerd als de gevoeligheid hoger is dan ISO 800. (Standaardinstelling)
Ruisonderdrukking wordt geactiveerd als de gevoeligheid hoger is dan ISO 400.
Ruisonderdrukking wordt geactiveerd als de gevoeligheid hoger is dan ISO 1600.
Ruisonderdrukking wordt geactiveerd als de gevoeligheid hoger is dan ISO 3200.
Loading...