Bedankt voor uw aankoop van een Olympus digitale camera. Lees voordat
u uw nieuwe camera gaat gebruiken deze handleiding aandachtig door om
u van optimale prestaties en van een lange gebruiksduur van de camera
te verzekeren. Bewaar deze handleiding op een veilige plaats zodat u hem
ook later nog eens kunt raadplegen.
Voordat u belangrijke opnamen gaat maken, doet u er goed aan eerst
enkele proefopnamen te maken teneinde u met de camera ver trouwd te
maken.
De afbeeldingen van het scherm en de camera zijn tijdens de ontwikkeling
van het toestel vervaardigd en kunnen op kleine punten afwijken van het
toestel dat u in handen heeft.
Registreer uw product op w ww.olympus.eu/register-product en ontvang
extra voordelen van Olympus!
Het uitpakken van de doos
Bij de camera worden de volgende onderdelen meegeleverd.
Als er een onderdeel ontbreekt of beschadigd is, neemt u contact op met de
dealer waarbij u de camera hebt gekocht.
Digitale camera
Andere niet afgebeelde accessoires: Garantiekaart
De inhoud kan variëren naar plaats van aankoop.
Camera-
riem
USB-netspanningsadapter
Lithium-ionbatterij
(LI-50B)
of
(F-2AC)
OLYMPUS Setup-
cd-rom
USB-kabel (CB-USB8)
2
NL
De camerariem bevestigen
• Trek de camerariem zo strak dat deze niet los kan raken.
De monitor gebruiken
U kunt de hoek van de monitor aanpassen.
NL
3
Namen van onderdelen
1 Vergrendelingsklepje over het
batterij-/kaartcompartiment/de
connectors
2 Klepje van het batterij-/
kaartcompartiment/de connector
3 Sluiting van het klepje van het
batterij-/kaartcompartiment/de
connector
4 Knop aan de voorzijde
5 Flitser
6 Zelfontspanner-LED/LED-
verlichting/AF-verlichting
7 Lens
8 Statiefaansluiting
9 GPS-antenne
0 Luidspreker
a Stereomicrofoon
b n-knop
c Indicatorlampje
d Ontspanknop
* Steek geen puntige voorwerpen, zoals een speld, in de opening.
• FGHI geven aan dat u de knop omhoog/omlaag/links/rechts op de
pendelknop moet indrukken.
4
NL
e Zoomknop
f Monitor
g Knop R (film)
h Functieknop
i q (weergave)-knop
j A-knop
k Oogje voor de riem
l /Wi-Fi-knop
m Multiconnector
n HDMI-microconnector
o Opening voor aanpassing van
De batterij en het kaartje plaatsen en
verwijderen
Voer stappen 1, 2 en 3 uit om het klepje van het batterij-/
1
kaartcompartiment/de connector te openen.
• Schakel de camera uit voor u het klepje van het batterij-/
kaartcompartiment/de connector opent.
Klepje van het batterij-/kaartcompartiment/de connector
3
Sluiting van het klepje van het batterij-/
kaartcompartiment/de connector
Vergrendeling klepje van het batterij-/kaartcompartiment/de connector
Schuif het vergrendelknopje
2
voor de batterij in de
richting van de pijl om de
batterij te plaatsen.
• Plaats de batterij zoals
aangegeven, zodat de
C-markering naar het
vergrendelknopje van de
batterij gericht is.
• Als u de batterij verkeerd om
plaatst, kan de camera niet
worden ingeschakeld. Plaats
de batterij in de juiste richting.
• Schuif het vergrendelknopje
voor de batterij in de richting
van de pijl om de batterij te
ontgrendelen, en haal de
batterij eruit.
2
Vergrendelknopje voor batterij
1
5
NL
Steek het kaartje recht in de
3
Schrijfbeveiliging
kaartsleuf totdat het op zijn plaats
vastklikt.
• Raak de metalen onderdelen van het
kaartje nooit rechtstreeks aan.
• Gebruik altijd de kaartjes die voor deze
camera zijn gespecificeerd.
Kaartjes die geschikt zijn voor deze camera
SD/SDHC/SDXC/Eye-Fi-kaartjes (met draadloze LAN-functie) (in de
handel verkrijgbaar) (maximale capaciteit: 128 GB) (bezoek de Olympuswebsite voor ondersteunde kaartjes.)
• Deze camera kan worden gebruikt zonder kaartje. De beelden worden dan
opgeslagen in het interne geheugen van de camera. g“De opslaglocatie
voor de beelden controleren“ (Blz. 101)
Het kaartje
verwijderen
Druk het kaartje in tot
u een klik hoort en het
kaartje uitspringt, neem
het kaartje dan uit de
camera.
Voer stappen 1, 2 en 3 uit
4
12
om het klepje van het batterij-/
kaartcompartiment/de connector te
sluiten.
• Zorg ervoor dat het klepje van het batterij-/
kaartcompartiment/de connector gesloten is,
tenzij u de connector gebruikt.
6
NL
1
2
3
De batterij opladen
Controleer of de batterij in de camera zit en sluit de USB-kabel
1
en de USB-lichtnetadapter aan.
• Bij levering is de batterij niet volledig geladen. Voor u de camera gebruikt,
dient u de batterij op te laden tot het indicatorlampje uitgaat (maximaal
3 uur).
De camera aansluiten
Indicatorlampje
Aan: laden bezig
Uit: geladen
Klepje van het batterij-/
kaartcompartiment/de
Om de batterij in het buitenland op te laden, zie “Uw laadapparaat en USBlichtnetadapter in het buitenland gebruiken“ (Blz. 99).
Gebruik nooit een andere kabel dan de meegeleverde of door Olympus
voorgeschreven USB-kabel. Dit zou rook of brand kunnen veroorzaken.
De meegeleverde F-2AC USB-lichtnetadapter (hierna de USB-lichtnetadapter
genoemd) is afhankelijk van de regio waar u de camera heeft gekocht. Als u
een USB-lichtnetadapter met rechtstreekse stekker heeft ontvangen, steekt
u deze rechtstreeks in het stopcontact.
Vergeet niet de stekker van de USB-lichtnetadapter uit het stopcontact te
halen wanneer het opladen voltooid is of de weergave eindigt.
Voor meer gegevens over de batterij verwijzen we naar “De omgang met
batterijen“ (Blz. 114). Voor meer gegevens over de USB-lichtnetadapter
verwijzen we naar “USB-lichtnetadapter“ (Blz. 116).
connector
Multiconnector
USB-kabel (meegeleverd)
Stopcontact
of
NL
7
• Als het indicatorlampje niet oplicht, moet u de aansluiting van de USB-kabel
en de USB-lichtnetadapter controleren.
• Als op de monitor aan de achterzijde “Geen verbinding“ wordt weergegeven,
ontkoppel de USB-kabel dan en stel [Opslag] onder [USB-verbinding] (Blz. 61)
in voordat de kabel opnieuw gekoppeld wordt.
Wanneer moeten de batterijen worden opgeladen
Laad de batterij op als de foutmelding verschijnt die hier rechts getoond
wordt.
Foutmelding
Knippert
rood
Batterij leeg
8
NL
De camera inschakelen en voor het eerst
instellen
Wanneer u de camera voor het eerst inschakelt, verschijnt er een scherm
waarin u de taal voor de menu's en berichten op de monitor kunt instellen,
alsook de datum en de tijd.
Om de geselecteerde datum en tijd te wijzigen, verwijzen we naar
“De datum en tijd instellen d [X]“ (Blz. 63).
Druk op de n-knop om de camera in te schakelen, druk
1
vervolgens op
selecteren en druk op de knop A.
• Gaat de camera niet aan wanneer u op de n-knop drukt, controleer
dan of de batterij juist is geplaatst. g “De batterij en het kaartje
plaatsen en verwijderen“ (Blz. 5)
Druk op
2
pendelknop om het jaar te
selecteren bij [J].
FG
FGHI
op de
op de pendelknop om uw taal te
X
J M D Tijd
2015
-- --
:..
--
--
Terug
J/M/D
MENU
Druk op I op de pendelknop
3
om de instelling voor [J]
op te slaan.
Zoals in stappen 2 en 3 drukt u op
4
FGHI
X
J M D Tijd
-- --
op de
pendelknop om [M] (maand), [D] (dag), [Tijd] (uren en
minuten) en [J/M/D] (volgorde datum) in te stellen, en drukt
u vervolgens op A.
• Voor een nauwkeurigere instelling drukt u op de knop A als het
tijdsignaal 00 seconden aangeeft.
Gebruik HI (pendelknop)
5
’15/02/01 12:30
om de tijdzone te selecteren
en druk vervolgens op de
knop A.
• Gebruik FG (pendelknop)
om de zomertijd ([Zomer]) in of
uit te schakelen.
MENU
Terug
:..2015
J/M/D
--
--
Zomer
9
NL
Basisfuncties gebruiken
Foto's maken
Druk op de knop n om de camera in te schakelen.
1
Wanneer de camera is ingeschakeld, wordt de monitor ingeschakeld.
Stel de functieknop in op P.
2
In de stand P past de camera automatisch
de sluitertijd en het diafragma aan op basis
van de helderheid van het onderwerp.
Kadreer de opname.
3
• Zorg ervoor dat u de flitser, de
microfoon of andere belangrijke
delen niet afdekt met uw vingers
enz. wanneer u de camera
vasthoudt.
Druk de ontspanknop half
4
in om scherp te stellen.
De camera kan niet scherpstellen
als het autofocusteken rood
knippert. Probeer opnieuw scherp
te stellen.
• De waarden voor de sluitertijd
en het diafragma worden
in rood weergegeven als
de camera geen optimale
belichting kan verkrijgen.
Om de foto te maken drukt
5
u de ontspanknop voorzichtig
volledig in zonder de camera
te bewegen.
Half indrukken
Half
indrukken
PP
Sluitertijd
Autofocusveld
F5.7F5.71/4001/400
Diafragmawaarde
Helemaal
indrukken
10
NL
Scherm is slecht zichtbaar (monitorversterking)
Als het scherm slecht zichtbaar is in een heldere omgeving, hou dan de knop
A ingedrukt tot het scherm helder genoeg is. Het scherm wordt ongeveer
10 seconden helder.
• Elke handeling zoals indrukken van de -knop en aan de keuzeknop
draaien, annuleert de monitorversterking.
Foto's bekijken (Beelden weergeven)
Schakel de camera in.
Druk op de knop q.
• Uw meest recente foto wordt weergegeven.
• Druk op HI (pendelknop) om een beeld te kiezen.
Geeft het
vorige
beeld weer
Geeft het
volgende
beeld weer
’15/02/01
Afbeelding
4/30
4/30
12:30
q-knop
Pendelknop
Indexweergave
• In enkelbeeldweergave draait u de zoomknop naar
W voor indexweergave.
• Gebruik FGHI (pendelknop) om de cursor te
verplaatsen.
• Draai de zoomknop naar T voor enkelbeeldweergave.
’15/02/01 12:30
NL
11
Gezoomd weergeven
• In enkelbeeldweergave draait u de zoomknop naar T
om tot 10× in te zoomen en naar W om uit te zoomen.
Druk op de knop A om terug te keren naar de
enkelbeeldweergave.
• Druk op FGHI (pendelknop) om een beeld te
verschuiven in de richting van de ingedrukte knop.
Beelden wissen tijdens afspelen
Geef het beeld weer dat u wilt wissen en druk op .
1
• Om een video te wissen,
selecteert u de te wissen
video en drukt u op .
Gebruik
2
op de knop A.
FG
(pendelknop) om [Wissen] te selecteren en druk
• Gegroepeerde beelden worden als een groep gewist (Blz. 15).
• U kunt meerdere beelden of alle beelden tegelijk wissen (Blz. 58).
Wissen
Wissen
Annuleren
Terug
100-0004100-0004
12:30’15/02/01’15/02/01 12:30
MENU
4/304/30
4/30
4/30
12
NL
Films opnemen
Druk op de R (film)-knop
1
om de opname te starten.
• De film wordt opgenomen
in de ingestelde
opnamestand. Merk op dat
de opnamestandeffecten
mogelijk niet gerealiseerd
worden in bepaalde
opnamestanden.
• Er wordt ook geluid
opgenomen.
Licht rood op
tijdens
opname
Opnametijd
Opnamelengte (Blz. 103)
• Bij gebruik van een camera met een CMOS-beeldsensor kunnen
bewegende beelden vervormd worden weergegeven door het rollende
sluitereffect.
Dit is een natuurkundig fenomeen waarbij de gefilmde beelden vervormd
worden bij het filmen van een snel bewegend onderwerp of door de
bewegingen van de camera. Dit fenomeen valt vooral op bij een grote
brandpuntsafstand.
• U kunt de werking van knop R (film) aan een andere functie toewijzen.
g [Knopfunctie] (Blz. 67)
Druk opnieuw op de R (film)-knop om de opname te stoppen.
2
RECREC
RECREC
0:000:00
Filmweergave
0:00
0:00 0:340:34
0:340:34
Selecteer een video en druk op de knop A.
• Draai de zoomknop naar T
om de video-index weer te
geven. Gebruik FGHI
(pendelknop) om het beeld
te selecteren waarmee de
Film-WeergaveFilm-Weergave
weergave start.
Weergave pauzeren en
opnieuw starten
Druk op de knop A om de weergave te pauzeren.
Tijdens pauze, snel vooruit of snel achteruit
weergeven drukt u op de knop A om de weergave
opnieuw te starten.
4/30
4/30
OK
’15/02/01
12:30
0:12/00:340:12/00:34
Tijdens afspelenFilm
13
NL
Snel vooruit
Achteruit gaan
Het volume aanpassen
Druk op I (pendelknop) om snel vooruit te gaan.
Druk nogmaals op I (pendelknop) om de snelheid
te verhogen.
Druk op H (pendelknop) om achteruit te gaan.
Druk nogmaals op H (pendelknop) om de
terugspoelsnelheid te verhogen.
Gebruik FG (pendelknop) om het volume aan te
passen.
Bedieningen terwijl de weergave gepauzeerd is
Verstreken tijd/Totale opnametijd
Tijdens pauze
Springen
Eén beeld tegelijk
vooruit of achteruit
gaan
Weergave hernemen
• Draai de zoomknop tijdens een pauze naar W voor de gesplitste
indexweergave.
Druk op FG (pendelknop) om naar de vorige/
volgende index te springen.
Druk op I of H (pendelknop) om één beeld
tegelijk vooruit of achteruit te gaan. Houd I of
H (pendelknop) ingedrukt om continu vooruit of
achteruit te gaan.
Druk op de knop A om de weergave te hernemen.
0:14/00:340:14/00:34
Afspelen van film stoppen
Druk op de knop .
• Om films weer te geven op de computer, wordt de meegeleverde pc-software
aanbevolen. Wanneer de pc-software voor het eerst wordt gebruikt, sluit u de
camera aan op de computer, waarna u de software start.
14
NL
Panoramabeelden en gegroepeerde beelden
weergeven
Panoramabeelden weergeven
U kunt de weergave verschuiven van panoramabeelden die werden
samengevoegd met [Auto] of [Handmatig].
Selecteer een panoramabeeld tijdens de
1
weergave.
Druk op de knop A.
2
Opnieuw afspelen
De weergave van panoramabeelden regelen
Weergave stoppen: druk op de knop .
Pauze: druk op de knop A.
Regelen tijdens pauze
Druk op FGHI (pendelknop) om het beeld te
verschuiven in de richting van de ingedrukte knop.
Draai aan de zoomknop om het beeld te
vergroten/verkleinen.
Druk op de knop A om het schuiven te
hernemen.
Gegroepeerde beelden weergeven
Met repeterende opnamen, intervalopnamen en Sport Burst worden de
gemaakte beelden tijdens de weergave als groep weergegeven.
Klapt uit.
• Uitklappen om de frames van
een groep weer te geven in
T-kant
indexweergave.
• Als u beelden uit de gegroepeerde
beelden wilt verwijderen, kunt
u de groep uitklappen en de
beelden individueel verwijderen.
Beeld van na elkaar
opgenomen beelden
• Selecteer het beeld en druk op de knop A om de individuele
beelden weer te geven.
• Gebruik HI (pendelknop) om het vorige/volgende beeld weer
te geven.
KnopA
Geeft de gegroepeerde beelden automatisch na elkaar weer of
pauzeert de weergave.
OK
’15/02/01 12:30
Weergavezone
’15/02/01’15/02/01
4/30
4/30
12:30
12:30
15
NL
Monitorweergave
Weergave fotografeerscherm
1234
56
SCNSCN
31
30
29
28
27
26
zz
Datum
44
ORM
N
G
0:00:340:00:34
0,00,0
WB
AUTOWBAUTO
ISO
ISO
AUTO
AUTO
16
4:3
25
2022232421
F5.7F5.71/1001/100
16
15181917
323334
Wanneer de ontspanknop half ingedrukt wordt
Een histogram lezen
Als de piek het beeld te
veel vult, is het beeld
vooral zwart.
Het groene gedeelte toont de verdeling van de
luminescentie in het centrum van het scherm.
Overschakelen tussen weergaven
Iedere keer dat er op F (pendelknop) wordt gedrukt, veranderen de
weergaven van Normaal → Gedetailleerd → Geen info.
16
NL
Als de piek het beeld te
veel vult, is het beeld
vooral wit.
7
8
9
10
11
M
12
13
14
Nee.
1 Opnamemodus
2 Verbinding met smartphone
3 Breedtegraad
4 Lengtegraad
5 Submodus
6 Fotomodus
7 Flits
8 Belichtingscorrectie
9 Witbalans
10 ISO-gevoeligheid
11
o/Y
12 Beeldgrootte (afbeeldingen)
13 Ratio
14 Beeldgrootte (films)
15 Opnemen met geluid/
ruisonderdrukking
16 Filmopnametijd
17 Filmopnamepictogram
18 Gps-pictogram
19 Herhaal opn.
20 Meting
21 Datumstempel
22 Compressie
23 Aantal afbeeldingen dat kan worden
opgeslagen
24 Actueel geheugen
25 Batterijcontrole
26 Histogram
NaamNormaal
Gedetail-
leerd
RR
RR R
RR
RR
RR
RR
RR
RR
RR
RR
RR
RR
RR
RR
RR
RR
RR
RR
RR
–
RR
RR
RR
RR
RR
–
R
R
Geen info.
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
NL
17
27 Beeldstabilisatie
28 Wereldklok
29 Autofocusteken
30 Super macro
31 Rastergids
32 Diafragmawaarde
33 Sluitertijd
34 Waarschuwing cameratrilling
–
–
RR R
RR
–
RR R
RR R
RR R
R
R
R
–
–
–
–
18
NL
Scherm Weergavestand
100-0004100-0004
2,0
2,01/10001/1000
4608
34564608 3456
AUTO
WB
125
ISO
N
ORM
AUTO
WB
125
ISO
N
ORM
PP
’15/02/01 12:30
F5.7F5.7
0
• Normaal
2364 5
1010
Afbeelding
4/304/30
12:30’15/02/01’15/02/ 01 12:30
98
23
22
• Gedetailleerd
10
23 54
11 12
6
1010
131814 15 1617
PP
ORM
ORM
N
N
4608
100-0004100-0004
’15/02/01 12:30
ISO
ISO
125
125
34564608 3456
F5.7F5.7
AUTO
AUTO
9871
4/30
2,02,01/10001/1000
WB
WB
19
2
21
2223
19
NL
• Geen informatie
2
Overschakelen
tussen weergaven
Iedere keer dat op F
(pendelknop) wordt
gedrukt, veranderen de
weergaven van Normaal
→ Gedetailleerd →
Geen info.
23
Nee.
1 Batterijcontrole
2 Eye-Fi-overdrachtgegevens/Wi-Fi
3 Beveiligen
4 Geluid toevoegen
5 Deelorder
6 Afdrukreservering/aantal afdrukken
7 Lengtegraad
8 Actueel geheugen
9 Beeldnummer/
totaal aantal beelden
10 Richtingsinformatie
11 Compressie/Beeldgrootte
(videobeelden)
12 Sluitertijd
13 Opnamemodus
14 ISO-gevoeligheid
15 Diafragmawaarde
16 Histogram
17 Belichtingscorrectie
18 Fotomodus/submodus
19 Witbalans
20
NL
NaamNormaal
Gedetail-
leerd
–
RR R
RR
RR
RR
RR
–
RR
RR
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
R
R
R
R
R
R
R
R
R
R
R
R
Geen info.
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
20 Beeldgrootte (afbeeldingen)
21 Bestandsnaam
22 Opnamedatum en -tijd
23 Gegroepeerde beelden
–
–
RR
RR R
R
R
–
–
–
NL
21
Fotograferen met basisfuncties
De fotografeerstanden gebruiken
De fotografeerstand selecteren
Draai de functieknop om de fotografeerstand
in te stellen op de indicatie.
• Na selectie van O, \, [, p, of R,
selecteert u de submodus.
Lijst van fotografeerstanden
• De standaardinstellingen van de functie zijn aangegeven in .
} 60p Film/; High-speed films/
/ 'Time Lapse'-film/, Sport Burst
–
–
–
Blz. 10
Blz. 23
Blz. 23
Blz. 24
Blz. 27
Blz. 28
22
NL
OpnamemodusSubmodus
p (stand Panorama)
R (Modus
Zelfportret)
• “Lijst van beschikbare instellingen in elke fotografeerstand“ (Blz. 107), “Lijst
van O-instellingen“ (Blz. 108), “Lijst van \ instellingen“ (Blz. 110), “Lijst van
R-instellingen“ (Blz. 111)
• In bepaalde opnamestanden kan het enkele ogenblikken duren om het beeld
te verwerken nadat een foto werd gemaakt.
Auto/Handmatig
3 Zelfportret/e e-Portret/ Starlight/
E Backlight HDR/] Snapshot
Blz. 32
Blz. 30
A (stand iAUTO)
Een volautomatische stand waarbij de camera automatisch de instellingen
optimaliseert voor de huidige scène. De camera doet al het werk, wat handig is
voor beginners.
Draai de functieknop naar A.
1
Druk de ontspanknop half in om scherp te stellen.
2
De camera kan niet scherpstellen als het autofocusteken rood knippert.
Probeer opnieuw scherp te stellen.
Om de foto te maken, drukt u de ontspanknop voorzichtig
3
volledig in zonder de camera te bewegen.
a (Stand supermacro)
Beelden kunnen tot op een afstand van 1 cm van het onderwerp worden
gemaakt.
Draai de functieknop naar a.
1
Druk de ontspanknop half in om scherp te stellen.
2
De camera kan niet scherpstellen als het autofocusteken rood knippert.
Probeer opnieuw scherp te stellen.
• U kunt op de knop A drukken om de scherpstelafstand vast te
zetten (AF-vergrendeling). Druk nogmaals op de knop A om de
AF-vergrendeling te annuleren.
Om de foto te maken, drukt u de ontspanknop voorzichtig
3
volledig in zonder de camera te bewegen.
• In de stand a is het zoombereik beperkt.
NL
23
O (Sceneprogramma)
Fotograferen met een correcte instelling is alleen mogelijk wanneer u een
submodus selecteert afhankelijk van het onderwerp of het motief.
SubmodusToepassing
PortretGeschikt voor portretfotografie.
B
e-Portret
e
LandschapGeschikt voor landschapsfotografie.
F
Intervalfotografie
1
Starlight
AvondsceneGeschikt voor avondscènes met een statief.
G
Avond+Portret
U
SportGeschikt voor het fotograferen van snelle acties.
C
Binnenshuis
2
ZonsondergangGeschikt om zonsondergangen te fotograferen.
`
VuurwerkGeschikt voor avondopnames (vuurwerk).
X
KeukenGeschikt voor culinaire foto's.
_
Documenten
^
Strand & Sneeuw
g
Snapshot
]
Wide1Geschikt voor onderwateropnames.
\
Wide2
[
MacroGeschikt voor close-ups onder water.
A
Backlight HDR
E
Maakt de tint en de textuur van de huid effen. Deze
stand is geschikt om beelden te bekijken op een
HD-televisie.
Leg automatisch opeenvolgende beelden vast
in functie van de ingestelde waarden voor [Start
wachttijd], [Frame] en [Intervaltijd].
Vermindert beeldvervormingen bij avondscènes zonder
statief. De flitser kan worden gebruikt.
Geschikt voor portretfotografie tegen een nachtelijke
achtergrond.
Geschikt voor portretopnames binnenshuis, zoals
tijdens een feestje.
Geschikt om papieren documenten of tijdschema's te
fotograferen.
Geschikt om besneeuwde toppen, zonovergoten
zeegezichten en andere witachtige scènes te
fotograferen.
Geschikt voor het maken van foto's van portretten aan
zee en zwembaden.
Geschikt voor onderwateropnames.
De scherpstelafstand is vastgezet op ongeveer 5 m.
Geschikt voor contrasterende scènes. Bij deze stand
worden meerdere beelden vastgelegd en tot één
correct belicht beeld samengevoegd.
24
NL
Draai de functieknop naar O.
1
Gebruik HI (pendelknop) om een
2
submodus te selecteren en druk daarna
op de knop A.
Portret
16
1080
MENUMENU
• Druk nogmaals op de knop A om het selectiescherm voor de submodus
weer te geven.
• In de modus [e-Portret] worden twee beelden opgenomen: een ongewijzigd
beeld en een tweede beeld waarop de [e-Portret]-effecten werden toegepast.
1 Intervalfotografie
Past de intervalinstellingen in het instelmenu aan vooraleer Intervalopname
te selecteren in O (Sceneprogramma).
Selecteer [Intervalinstellingen] met FG (pendelknop) en druk
3
op A. Druk vervolgens op FG (pendelknop) om een item te
selecteren en druk op A.
Instellingenmenu 3
GPS-instellingen
Wi-Fi-instellingen
Intervalinstellingen
Knopfuncties
Sportcam-instellingen
Terug
MENU
A
Frame
Start wachttijd
Intervaltijd
MENU
TerugIntervalinstellingen
10
min
5
sec
30
M
4:3
NL
25
Gebruik FG (pendelknop) om een optie te markeren en druk
4
op A om te selecteren.
FrameStelt het aantal te fotograferen frames in tussen
Start wachttijdStelt de tijd in die verloopt vanaf het indrukken van
IntervaltijdStelt het opname-interval in voor het tweede frame en
• Druk meerdere keren op de knop om het menu te verlaten.
• Het interval kan langer zijn dan de ingestelde intervalwaarde, bijvoorbeeld
wanneer het even duurt tot de camera de beelden heeft verwerkt.
• Vastgelegde foto's worden als groep weergegeven.
• Afhankelijk van de vrije opslagruimte op een kaartje kunt u mogelijk niet het
ingestelde aantal frames maken.
• De camera kan bij intervalopnames in de slaapstand gaan, maar de opnamen
worden uitgevoerd volgens de instellingen.
Om intervalopnames te annuleren
Druk op de knop .
1 en 99.
de ontspanknop tot de foto is genomen tussen 0 en
60 minuten.
daaropvolgende frames per 10 seconden of tussen 1
en 60 minuten.
Onderwaterfoto's nemen
De substand [M Snapshot], [
\ Wide1
[ Wide2
], [
A Macro
], [
] wordt
aanbevolen voor onderwateropnamen. In de stand [[ Wide2] wordt de
scherpstelafstand automatisch vastgezet op ongeveer 5,0 m.
De scherpstelafstand vergrendelen voor onderwateropnames
(AF-vergrendeling)
In de substand [M Snapshot],
\ Wide1
[
op de knop A drukken om de
scherpstelafstand vast te zetten
(AF-vergrendeling).
Druk nogmaals op de knop A om
A Macro
], [
] kunt u
Teken AF-
vergrendeling
AF-vergrendelingAF-vergrendeling
ORM
N
44
0:00:340:00:34
de AF-vergrendeling te annuleren.
0,00,0
16
M
4:3
1080
26
NL
\ (Creatieve filters)
U kunt fotograferen met kleuren en effecten zoals affiches en schilderijen.
SubmodusToepassing
Pop-art
Soft-focus
Bleke/lichte kleur
Maakt de kleuren en de uitstraling van een beeld helderder
en levendiger.
Creëert een vage sfeer met een zachte tint en maakt een
beeld dromerig.
Creëert een aangenaam zwevend gevoel door een beeld
bleker en lichter te maken.
Korrelige filmGeeft de kracht en ruwheid van zwart en wit weer.
Creëert het tunneleffect zoals men dat verkrijgt wanneer
Pinhole
men bij een ouderwetse camera of een speelgoedcamera
de omliggende helderheid vermindert.
Creëert een beeld van een surreële miniatuurwereld door
Diorama
de verzadiging en het contrast te verhogen en een onscherp
gedeelte van het beeld vager te maken.
Dramatische toon
Draai de functieknop naar \.
1
Gebruik HI (pendelknop) om een
2
Verhoogt het lokale contrast van een beeld, zodat het
verschil tussen heldere en donkere delen benadrukt wordt.
Popart
1
submodus te selecteren en druk daarna
op de knop A.
• Druk nogmaals op de knop A om het
selectiescherm voor de submodus weer te
geven.
0,00,0
WB
AUTOWBAUTO
16
M
4:3
1080
MENUMENU
NL
27
[ (Modus Sportcam)
Door een submodus te selecteren, kunt u verschillende breedbeeldfilms en
een reeks foto's (repeterend of Intervalopname) maken.
Submodus 1Submodus 2Toepassing
1080 60p
(1920×1080)/
}
60p film
720 60p
(1280×720)/
480 60p
(854×480)
High-speed
;
films
HS120
(854×480)/
HS240
(640×360)
'Time Lapse'-
/
film
Sport Burst
,
*1
Fotografeert repeterend volgens de instelling van [c] (Blz. 36).
*2
Fotografeert repeterend volgens de instelling van [] (Blz. 36).
*3
De interval kan langer zijn, afhankelijk van de opname-omstandigheden.
0,5s/1s/3s/
6s/12s/30s
*1
/0,4 s*2/
0,05 s
*3
/2 s*3/5 s/
1 s
10 s/30 s/60 s
• Alleen als de opnamemodus is ingesteld op [, [b] verschijnen in de
zelfontspanner tevens ([c], [d], en [g]) (Blz. 37).
Neemt een vloeiende film op bij 60
beelden/seconde.
Neemt een snel bewegend onderwerp
op voor weergave in slow motion.
In deze slow-motion film kunt u
bewegingen zien die voor het blote oog
nauwelijks zichtbaar zijn.
Maak een film door gedurende een
langere interval opeenvolgende beelden
vast te leggen. De film, die een lange
tijd comprimeert tot een korte film,
maakt veranderingen in een situatie
duidelijk.
De opnamelengte is maximaal 24 uur.
Door een opname-interval in het
functiemenu in te stellen, kunt u een
reeks frames maken (repeterend of
intervalopname).
U kunt maximaal 200 frames ([0,05 s]:
maximaal 60 frames) vastleggen.
28
NL
Draai de functieknop naar [.
1
Gebruik H (pendelknop) om een
2
60p film
submodus 1 te selecteren en gebruik
G om naar submodus 2 te gaan.
Gebruik HI (pendelknop) om een item
te selecteren en druk op A.
Druk op de ontspanknop om te beginnen met fotograferen.
3
• Voor [}], [;], en [/] is de ontspanknop eveneens beschikbaar voor
het maken van films, in tegenstelling tot bij normaal filmen.
• Druk in [,] op de ontspanknop om een reeks frames te fotograferen.
• Tijdens het fotograferen knippert het indicatorlampje.
• Bij gebruik van een camera met een CMOS-beeldsensor kunnen
bewegende beelden vervormd worden weergegeven door het rollende
sluitereffect. Dit is een natuurkundig fenomeen waarbij de gefilmde
beelden vervormd worden bij het filmen van een snel bewegend
onderwerp of door de bewegingen van de camera. Dit fenomeen valt
vooral op bij een grote brandpuntsafstand.
Druk nogmaals op de ontspanknop om de opname te
4
beëindigen.
• Als de camera de limiet voor herhaald fotograferen overschrijdt.
stopt hij automatisch. g “Aantal foto’s dat kan worden opgeslagen
(afbeeldingen) / opnametijd (films) in het interne geheugen en op
kaartjes“ (Blz. 102)
Stel [Herhaal opn.] (Blz. 68) in op [Ja] om de opnametijd automatisch te
verlengen.
• Druk op A in het opnamevenser om de scherpstelafstand vast te zetten
(AF-vergrendeling). Druk nogmaals op A om de vergrendeling op te heffen.
• Nadat u [z Foto nemen] in [Knopfunctie] (Blz. 67) hebt ingesteld, maakt
u met een druk op de toegewezen knop foto's volgens een instelling die
overeenkomt met O [C].
• Om een normale film in [,] te maken, moet u vooraf [A Film opn.] aan de
knop toewijzen.
0,00,0
WB
AUTOWBAUTO
16
M
MENUMENU
NL
29
R (Modus Zelfportret)
Door een submodus te kiezen overeenkomstig het onderwerp of de scène,
kunt u uzelf fotograferen met een juiste instelling.
SubmodusToepassing
3
ZelfportretGeschikt voor het maken van zelfportretten.
Maakt de tint en de textuur van de huid effen in
e e-Portret
Starlight
E
Backlight HDR
]
Snapshot
Draai de functieknop naar R.
1
Gebruik HI (pendelknop) om een
2
zelfportretten. Deze stand is geschikt om beelden te
bekijken op een HD-televisie.
De twee beelden, voor/na aanpassing, worden direct
opgeslagen.
Geschikt voor zelfportretten 's nachts. U kunt de flitser
gebruiken.
Geschikt voor zelfportretten in contrasterende scènes.
Bij deze stand worden meerdere beelden vastgelegd
en tot één correct belicht beeld samengevoegd.
Geschikt voor het maken van zelfportretten aan zee en
bij zwembaden.
Submodus
Zelfportret
submodus te selecteren en druk daarna
op de knop A.
• Druk nogmaals op de knop A om het
selectiescherm voor de submodus weer te
geven.
Draai de monitor 180 graden.
3
• Overeenkomstig de richting van de camera en de monitor kunt u
de schermweergave en het gebruik van de pendelknop omkeren.
g [Omgekeerde set weergeven] (Blz. 62)
16
M
4:3
1080
MENUMENU
30
NL
Loading...
+ 98 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.