Wij zijn u erkentelijk voor de aanschaf van deze digitale Olympus-camera. Lees voordat
u uw nieuwe camera gaat gebruiken deze handleiding aandachtig door om u van optimale
prestaties en v an een lange levensduur van de camera te verzekeren. Bewaar deze
handleiding op een veilige plaats zodat u hem ook later nog eens kunt raadplegen.
Bent u van plan belangrijke foto’s te gaan maken, bijvoorbeeld een huwelijksrapportage,
dan doet u er goed aan een aantal proefopnamen te maken, zodat u vertrouwd raakt met
het gebruik v an de camera.
Omdat de in deze handleiding getoonde illustraties tijdens de ontwikkeling v an de camera
werden verv aardigd is het mogelijk dat deze afwijken van het uiteindelijke product.
Adres :2 Corpo rate Center Drive, Melville, New York
Telefoon :1-631-844-5000
Getest en gebleken te voldoen aan de FCC-normen
VOOR HUIS OF KANTOORGEBRUIK
Dit apparaat voldoet aan Part 15 van de FCC Rule s. Het apparaat werd getest
op de volgende aspecten:
(1) Het apparaat mag geen schadelijke stoorsignalen afgeven.
(2) Het apparaat moet ongevoelig zijn voor eventuele ontvangen stoorsignalen, met inbegrip
van stoorsignalen die aanleiding kunnen geven tot ongewenste werking.
RM-2 (Afstandbediening)
:Olympus America Inc.
11747-3157 U.S.A.
Voor klanten in Canada
Dit digitale appara at volgens Class B voldoet aan alle eisen zoa ls die zijn
vastgelegd in de Canadian Interfe rence Causing Equipment Re gulations.
Voor klanten in Europa
Het waarmerk "CE" garandeert dat dit product voldoet aan de richtlijnen van
de Europese Unie voor wat betreft v eiligheid, gezondheid, milieubehoud en
persoonlijke veiligheid van de gebruiker.
Camera’s voorzien van het waarmerk “CE” zijn bedoeld voor verkoop in
Europa.
Handelsmerken
• IBM is een wettig gedeponeerd handelsmerk van International Business
Machines Co rporatio n.
• Microsoft en Windows zijn wettig gedepo neerde handelsme rken van
Microsoft Corporation.
• Macintosh is een ha ndelsmerk van Apple Computer Inc.
• Alle andere genoemde bedrijfs- en productnamen zijn wettig gedeponeerde
handelsmerken en/of handelsmerken van de betreffende rechthebbenden.
• De in de ze handleiding ge noemde normen vo or camera be standssystemen
zijn de door de Japan Electronics and Information Technology Industries
Association (JEITA) opgestelde “Design Rule for Camera File System /
DCF”-normen.
2
De samenstelling van deze handleiding
Inleiding tot de functies van
de camera
Fotograferen in zijn
eenvoudigste vorm
Geavanceerd fotofuncties
Hiermee maakt u die specifieke
opname door uiteenlopende
effecten toe te passen of door
fijnregelen van de instellingen.
Voor het weergeven en
bewerken van beelden
Instellingen die de bediening
van de camera vereenvoudigen
Met de functie INFO (Informatiewee rgave) kunt u instelle n hoeveel informatie in
de monitor moet worden weergegeven. In onderstaande monitorbeelden is de
informatieweergave inge steld op ON.
g “Informatie weergave in de monitor” (zie blz. 135)
3264*2448
F5.6
1/200
0.0
'04.04.17 15:30
'04.04.1
Stilstaande beeldenVideo-opnamen
FunctieIndicatiesBlz.
1 Indicatie batterijladinge, f14
2 Geheugenkaartje[xD], [CF]23
3 Print reservering/
Aantal kopieën
Video
<×10
n
4 GeluidsopnameH100, 101,
5 Beveiligd beeld9142
6 BeeldkwaliteitRAW, TIFF, SHQ, HQ, SQ1, SQ2102
7 Resolutie3264 × 2448, 2048 × 1536, 640 × 480,
320 × 240, enzovoort.
8 DiafragmawaardeF2.4 tot F8.070
9 Sluitertijd8'' tot 1/400071
10 Belichtingscorrectie–2.0 tot +2.0108
11 WitbalansWB AUTO, 2, 3, 5, 4, w to z, 1, V109
12 ISO-equivalente
ISO50, ISO100, ISO200, ISO400, enzovoort.107
gevoeligheid
13 Datum en tijd’04. 4.17 15:30168
14 Bestandsnummer
Verstreken tijd/Totale
opnametijd (video)
FILE : 100 - 0030
00:00/00:36
5:30
00:00/00:36
178
128
128
104
111
170
128
Opme rki ng
• De indicaties die verschijnen bij een videobeeld dat werd geselecteerd en
weergegeven vanuit het indexbeeld wijken af van de indicaties die
verschijnen wanneer het videobeeld wordt weergegeven va nuit de functie
Video-opnamen weergeven.
13
De verschillende onderdelen
F5.6
200
3264*2448
0.0
(Geheugenindicator
Als u stilstaande be elden fotografee rt, lichten de
Indicatie batterijlading
0.0
F5.6
1/1/200
segmenten van de geheugenindicator op. Deze geven
aan dat de camera bezig is het zojuist gefotografeerde
beeld op te slaan op het kaa rtje. Afhankelijk va n he t
aantal gemaakte opnamen verandert de status van de
geheugenindicator als hieronder afgebeeld. Bij videoopna men verschijnt de geheugenindicator niet.
FotograferenFotograferenFotograferen
abcd
Vóór de opname
(Indicator is
gedoofd)
Eén opname
gemaakt
(Brandt)
Twee of meer
opnamen gemaakt.
(Brandt)
3264*2448
Geheugenindicator
Wachten
Maximale aantal
opnamen bereikt.
(Alle segmenten
lichten op)
Wacht tot de indicator weer de
status heef t zoals uiterst links
is aangegeven voordat u de
volgende opname maakt.
(Batterijcontrole
Is de ladingsgraad van de batterij gering, dan verandert bij het inschakelen van
de camera of tijdens gebruik van de camera de indicatie van de batterijlading in
de monitor als vo lgt:
Melding
ef
Brandt (groen)
(Dooft na enkele
ogenblikken)
Beschikbare batterijlading:
Hoog.
Knippert (rood)
Beschikbare batterijlading:
Laag.
Denkt u de camera lang
achtereen te gaan
gebruiken, laad de batterij
dan zo spoedig mogelijk op.
“B ATTERY EM PTY ”
(Batterij leeg)
Beschikbare batterijlading:
Uitgeput
Laad de batterij op.
14
Hoe u deze handleiding gebruikt
Zet de functie kno p op ee n van de hier
afgebeelde functiepictogra mme n.
De knoppen voor de functie
en de plaats ervan zijn
duidelijk aangegeven.
Dit geeft aan hoe u de
instelknop moet gebruiken.
Volg voor het uitvoeren van de menu bewerkingen de aanwijzingen
van de pijlen. Voor details van de bedieningsprocedures, raadpleegt
u “Hoe u de menu’s gebruikt” (zie blz. 38).
Deze afbeeldingen en pictogrammen stellen
de pendelknop voor. Alleen de pijlknoppen
die op de betreffende handeling van
toepassing zijn worden getoond.
Deze voorbeeldpagina dient uitsluitend ter informatie en kan verschillen van de
feitelijke pagina’s in deze handleiding.
(In deze handleiding gebruikte aanwijzingen
Belangrijke informatie over factoren die de juiste werking kunnen
verstoren of problemen met de bediening kunnen veroorzaken.
Tevens wijst dit pictogram u op handelingen die u absoluut achterwege
Opme rki ng
moet laten.
Verwijst naar nuttige informatie en geeft u wenken voor een optimaal
gebruik van uw camera.
Een verwijzing naar pagina’s die details verschaffen van de
g
betre ffende informatie.
15
1 Voordat u gaat fotograferen
Bevestigen van de camerariem
1 Steek het koordje van de lensdop door de
opening in de lensdop, haal het andere
uiteinde door de lus van het koordje en trek
het koordje strak.
1
2 Trek het uiteinde van de camerariem uit de
Voordat u gaat fotograferen
schuifgesp en de ring.
3 Steek een uiteinde van de riem door de lus
van het koordje (aan de lensdop bevestigd
in stap 1).
Ring
Schuifgesp
4 Steek de riem vervolgens door het
bevestigingspunt aan het camerahuis en terug
door de ring en de schuifgesp, zoals aangegeven
door de pijlen.
Beves tigi ngs punt
camerariem
5 Nadat u de lengte van de riem bepaald heeft,
trekt u de riem strak met de schuifgesp A, zodat
de riem stevig aan de camera is bevestigd.
6 Bevestig de riem aan het andere
bevestigingspunt, als in stap 3 tot en met 5.
• We es voorzichtig met de camerariem als u de camera met u meedra agt. De
riem kan makkelijk a chter andere voorwerpen blijve n haken en zo le tsel of
Opme rki ng
schade veroorzaken.
• Bevestig de camerariem op de juiste wijze, zoals hierboven beschreven,
zoda t de camera niet los kan raken. Olympus stelt zich niet aansprakelijk
voor schade die ontstaat als de riem niet goed aan de camera wordt
beve stigd en de camera valt.
16
A
Opladen van de batterij
Deze camera werkt met een Olympus lithiumionbatterij van het type BLM-1. De
camera is niet geschikt voor a ndere soorte n batterijen.
Op het moment van aa nschaf is de lithiumionba tterij niet vo lledig opgeladen.
Voordat u de camera gaat gebruiken moet u de batterij met het voorgeschreven
laadapparaat BCM-2 eerst helemaal opladen Voor de details daarvan
raadpleegt u de bij het laadapparaat geleverde handleiding.
1 Steek de apparaatstekker van het netsnoer
in het laadapparaat.
2 Steek de netstekker van het netsnoer in het
stopcontact.
3 Verwijder de beschermkap van de batterij.
Leg de batterij op het laadapparaat en let
daarbij op de juiste stand van plus- en
mincontacten, zoals de afbeelding laat zien.
• Richt de batterij uit ten opzichte van het
uitrichtteken () en steek de batterij helemaal in
het laadapparaat.
• Beteke nis van de laadindicator:
Brandt rood:
Brandt groen:
Knippert rood:
• Het opladen van de batterij duurt
circa 5 (vijf) uur. De werkelijke
laadtijd is afhankelijk van de in de
batterij nog aanwezige restlading.
De batterij wordt
opge lade n.
Het opladen is
voltooid.
Storing in het opladen
van de batterij.
Laadindicator
1
Voordat u gaat fotograferen
Stop con tact
Beschermkap
• Gebruik uitsluitend het voorge schreven type laadapparaat.
• De batterij wordt tijdens he t opla den weliswaa r warm, maar dat wijst niet o p
Opme rki ng
een defect.
• Denkt u de camera lang achtereen te gaan gebruiken, dan doet u er goed
aan een reservebatterij (los verkrijgbaar) mee te nemen.
• Om te voorkomen dat de batterijcontacten worden kortge sloten, moet
u altijd de beschermkap op de batterij zetten als u de batterij hante ert of met
u meedraagt.
17
Batterij in de camera zetten
Deze camera werkt met ee n Oly mpus lithiumionbatterij van het ty pe BLM-1.
1 Overtuig u ervan dat de camera uitgeschakeld is. Dat wil zeggen
dat…
• …de monitor uitgeschakeld is.
• …de zoeker uitgeschakeld is.
1
Voordat u gaat fotograferen
• …de lens niet uitgeschoven staat.
2 Schuif de sluiting van het deksel van het
batterijcompartiment vanuit de stand =
in de stand ) en klap het deksel van het
batterijcompartiment
open.
Sluiting deksel
batterijcompartiment
Batterij in de camera zetten
3 Steek de batterij met plus- en
mincontacten in de juiste stand, als
afgebeeld, in het batterijcompartiment.
• Als de batterij goed in het batterijcompartiment
wordt gezet, wordt die door de
batterijvergrendeling op zijn plaats
vastgehouden.
Deksel batterijcompartiment
Batterij uit de camera h alen
Druk de batterijvergrendeling in de richting van
de pijl (A).
• De batterij veert omhoog.
• Houd uw hand over de batterij zodat die niet uit de
came ra kan v allen. Dra ai de camera om e n laat de
batterij in uw hand vallen.
Batterijvergrendeling
A
4 Sluit het deksel van het
batterijcompartiment.
5 Schuif de sluiting van het deksel van het
batterijcompartiment vanuit de stand )
in de stand =.
Waarschuwing voor te geringe batterijlading
De door de camera gebruikte hoeveelheid energie is sterk afhankelijk van de
met de digitale camera uitgevoerde handelingen. Raakt de batterij uitgeput, dan
is het mogelijk dat de camera uitschakelt zonder dat eerst de waarschuwing
voor te geringe batterijlading in de monitor verschijnt (zie blz. 14).
18
Batterij in de camera zetten
Andere vormen van energievoorziening
(Lichtnetadapter
Met de optionele lichtnetadapter van het type Olympus CAMEDIA kunt u de
camera uit ee n ge woon sto pcontact v oe den. Wel moet u een lichtnetadapter
van het vo orgeschreven type ge bruiken. De lichtneta dapter is vooral praktisch
bij tijdrovende bezigheden, bijvoorbeeld wanneer u lang achtereen fotografeert,
bij het downloaden van beelden naar een personal computer of bij het printen
van beelde n. Le t op dat de lichtnetada pter geschikt moet zijn voor de
netspa nning bij u te r pla atse .
Voor nadere informatie neemt u contact op met uw dichtstbijzijnde Olympus
dealer of service center.
Stopcontact
1
Voordat u gaat fotograferen
Gelijkspanningsconnector
DC-IN (zwart)
Lichtnetadapter
(Power-batterijhouder
Met de optionele Power-batterijhouder kunt u de
camera langer achtereen gebruiken dan met de
lithiumionbatte rij. Vo ordat u de powe r-batterijhouder
aan de camera kunt bevestigen, moet u het deksel
van het batterijcompartiment verwijderen door dat in
de richting van de pijl te drukken.
Voor details over de wijze waarop u de batterijhouder
gebruikt, raadpleegt u de bij de power-batterijhouder
geleverde handleiding.
Netstekker
19
Batterij in de camera zetten
TIPS
Gebruik van het laadapparaat in het buitenland
→ Om het laadapparaat in het buitenland te kunnen gebruiken, heeft u bij het
laadapparaat een verloopstekker nodig die geschikt is voor de
stopcontacten in het land waar u het laadapparaat wilt gebruiken. Voor
vragen wat voor verloopstekker u nodig heeft, raadpleegt u uw reisbureau.
1
Voordat u gaat fotograferen
• Raakt de batterij uitgeput terwijl de camera aangesloten is op een PC of op
een printer, dan is het moge lijk dat he t beeldmateriaal verlore n gaa t of
Opme rki ng
bescha digd ra akt. U doet er dan ook goed aan om bij het overbrengen van
beeldmateriaal naar een PC een lichtnetadapter te gebruiken. Sluit de
lichtnetadapter niet aan en koppel die ook niet af terwijl datave rkeer met de
PC of met de printer pla ats vindt.
• Haal nooit de batterij uit de camera en zet die er ook niet in en sluit noo it de
lichtnetadapter aan en koppel die niet af terwijl de camera inges chake ld is.
Doet u dat toch, dan kan dat de inwendige instellingen en functies van de
camera verstoren.
• Het energieverbruik van de camera is sterk afhankelijk va n de
lichtomstandigheden, enzovoort.
• Tijdens de hieronder opgesomde bedrijfsomstandigheden wordt
voortdurend energie verbruikt, waardoor het aantal opnamen dat u kunt
maken afneemt.
• Als de monitor ingeschakeld is.
• Bij herhaald gebruik van de zoomlens.
• Bij herhaald automatisch scherpste llen door de ontspanknop half in te
drukken.
• Als de functie FULLTIME AF (Continu-AF) ingeschakeld is.
• Als de camera is aangesloten op een PC o f op een printer.
• Bij gebruik van e en lichtnetadapter, wordt de energievoorziening van de
camera verzorgd do or de lichtnetadapter ook al hee ft u ee n batterij in de
camera gezet. De batterij wordt door de lichtnetadapter niet opgeladen.
• Lees voordat u de lichtnetadapter gaat gebruiken, de handleiding ervan
aandachtig door.
20
Kaartje in de camera steken
Overal waar in deze handleiding het woord “kaartje”wordt gebruikt, wordt een
xD-Picture Card, CompactFlash of Microdrive bedoeld. De camera heeft dit
kaartje nodig om er de beelden op op te slaan.
Beha lve een x D-Picture Card kunt u oo k no g een Co mpa ctFlash of Micro drive
in de came ra zette n.
Principe van het kaartje
De functie van het kaartje voor het opslaan van gefotografeerde beelden is
vergelijkbaar met die van de film in een camera die met lichtgevoelige film werkt.
De gefotografeerde en op het kaartje opgeslagen beelden kunt u makkelijk
wissen, er overheen opslaan en/of op een PC bewerken.
De camera is geschikt v oo r de volgende kaartjes. Lees vo ordat u een kaartje
gaat gebruiken de handleiding ervan aandachtig door.
xD-Picture Card
• 16 MB tot 512 MB
Indexvlak
Deze ruimte kunt u gebruiken voor een beknopte beschrijving van de inhoud
van het kaartje.
Contactv lak
Deze elektrische contacte n ma ken contact me t die van de camera.
CompactFlash – CF (optioneel)
Een Compa ct Flash kaartje is een v aste stof
geheugenkaartje van het Flash-type met grote
opslagcapaciteit. In deze camera kunt u de normaal in de
handel verkrijgbare kaartjes gebruiken.
• Het is mogelijk dat de camera met bepaalde
CompactFla sh-kaartje s niet na ar be horen we rkt.
Microdrive (optioneel)
In deze camera kunt u Microdrives gebruiken die geschikt zijn voor CF+Type II
(Compact Flash uitbreidingsnorm). Een Microdrive is een geheugenkaartje
waarin e en compacte harde schijf me t grote o pslagcapa citeit wordt gebruikt.
Lees vooral ook de paragraaf “Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik van
Microdrives” (zie blz. 24).
1
Voordat u gaat fotograferen
• De camera is niet geschikt voor 340 MB Microdrives.
• Het is mogelijk dat de camera een kaartje van een ander merk dan Olympus
Opme rki ng
of een kaartje dat werd geformatteerd in een ander apparaat (bijvoorbeeld
een PC, enzovoort) niet herkent. Vergeet vooral niet het kaartje in deze
camera te formatteren vo ordat u he t gaat gebruiken. g “Formatteren van
kaartjes” (zie blz. 166).
21
Kaartje in de camera steken
1 Overtuig u ervan dat de camera uitgeschakeld is. Dat wil zeggen
dat…
• …de monitor uitgeschakeld is.
• …de zoeker uitgeschakeld is.
• …de lens niet uitgeschoven staat.
2 Open het deksel van het
1
Voordat u gaat fotograferen
kaartcompartiment.
3 Steek een kaartje in het
kaartcompartiment.
xD-Picture Card
•
Steek het kaartje in de voorste kaartsleuf. Houd het
kaartje vooral recht als u het in de camera steekt.
• Steek het kaartje helemaal in de kaartsleuf tot
het hoorbaar op zijn plaats klikt.
• Steekt u het kaartje in de verkeerde stand of
scheef in de came ra, dan kan dat de contacten
bescha dige n of kan het kaartje beklemd raken.
• Drukt u het kaartje niet helemaal in de
kaartsleuf, dan is het mogelijk dat geen beelden
op het kaartje worden opgeslagen.
CompactFlash/Microdrive
• Houd het kaartje recht en steek het in de juiste
stand in de achte rste kaartsleuf, a ls afge beeld.
• Zet de uitwerperknop omlaag.
Deksel
kaartcompartiment
Inkeping
4 Druk het deksel van het
kaartcompartiment dicht tot het
hoorbaar op zijn plaats klikt.
Kaartje uit de camera halen
xD-Picture Card
•
Maak het kaartje vrij door dat nog iets verder naar
binnen te drukken en het dan langzaam los te laten.
Het kaartje veert een stukje naar buiten en stopt dan.
Pak het kaartje recht vast en trek het uit de camera.
Opmerking
Drukt u het kaartje helemaal naar binnen en laat
u het dan abrupt los, dan is het mo gelijk dat het
kaartje met kracht uit de sleuf schiet.
22
Uitwerperknop
Kaartje in de camera steken
F5.6
200
3264*2448
0.0
CompactFlash/Microdrive
• Zet de uitwerperknop omhoog.
• Druk de uitwerperknop rustig helemaal in. Het
kaartje veert nu een stukje naar buiten.
• Pak het kaartje vast en trek het uit de kaartsleuf.
• Zet de uitwerperknop, voordat u het deksel van
het kaa rtcompartiment sluit, we er omlaag.
Uitwerperknop
• Druk niet met een hard of met een scherp gepunt voorwerp, zoals een
balpen, op het kaartje.
Opme rki ng
• Is de camera ingeschakeld, open dan noo it het deksel va n het
kaartcompartiment, zet geen kaartje of batterij in de camera en haal die er
ook niet uit. Doe t u dat toch, dan kunnen de op het kaartje opgeslage n
beelden verloren gaan. Beelden die eenmaal verloren zijn gegaan, kunt
u niet meer herstellen.
Van kaartje wisselen
Welk kaartje op een bepaald moment in gebruik is, wordt aangegeven in de
zoeker of in de monitor. Het kaartje waarop u een foto wilt opslaan moet
u kiezen voordat u de foto maakt. Bij aflevering door de fabriek is standaard de
xD-Picture Card ingesteld. Steekt u maar één kaartje in de came ra, dan wordt
dat kaartje automatisch geselecteerd. U kunt ook met de camera in de stand
Weergeven het andere kaartje selecteren.
1
Voordat u gaat fotograferen
1 Selecteer het kaartje dat u wilt gebruiken
door herhaald indrukken van de keuzeknop
voor het geheugenkaartje.
• In het LCD-venster worden afwisselend beide
kaa rtsleuven aange geven.
0.0
F5.6
1/1/200
Kaartje in gebruik
3264*2448
[xD] : xD-Picture Card
[CF] : CompactFlash of Microdrive
Keuzeknop geheugenkaartje
23
Kaartje in de camera steken
(Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik van Microdrives
Aan het gebruik van een Microdrive zijn de volgende beperkingen gesteld. Lees
vooral de bij uw Microdrive bijgesloten handleiding.
Gaat u foto ’s ma ken die voor u van veel belang zijn, dan doet u er goed aan een
xD-Picture Card of een CompactFlash kaartje te gebruiken.
Bedrijfsomstandigheden
Een Microdrive is ee n me dium dat met een compacte harde schijf werkt. Omdat
1
de harde schijf ronddraait, is een Microdrive minder goed bestand tegen
Voordat u gaat fotograferen
trillingen en schokken dan het vastestof opslagmedium van andere kaartjes.
Het gebruik van een Microdrive vergt dan ook speciale aandacht (met name
tijdens opnemen en weergeven) zodat de camera niet wordt blootgesteld aan
schokken of trillingen.
• Ga voorzichtig te werk als u tijdens het opslaan van opnamen de camera
neerlegt.
• Let op dat u de camera niet tegen andere voorwerpen stoot als u hem aan
de camerariem meedraagt.
• Gebruik de camera niet in ruimten waar zeer sterke trillingen en schokken
kunnen optreden, bijvoorbeeld op bouwplaatsen.
• Gebruik de camera niet in een auto als u over hobbelige wegen rijdt, omdat
de camera daarbij aan heftige schokken wordt blootgesteld.
Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik van Microdrives
• Schrijf niet op het etiket.
• Verwijder het etiket niet.
• Plak geen andere etiketten over het bestaande etiket heen.
• Tijdens opslag of vervoer doet u er goed aan de Microdrive in de
oorspronkelijke cassette op te bergen.
• Tijdens langdurig ononderbroken gebruik kan een Microdrive flink warm
worden. Let op bij het hanteren van een Microdrive.
• Kom met een Microdrive niet te dicht in de buurt van sterke magnetische
velden.
• Oefen geen zware druk uit op de cassette.
Bij gebruik in de camera
Bij gebruik van een Microdrive neemt het energieverbruik toe. Om het gebruik
van de batterijenergie te verminderen, moet u met de volgende punten rekening
houden.
• Gebruik tijdens fotograferen de monitor zo weinig mogelijk.
• Werkt u met een Microdrive in de camera , ha al dan de x D-Picture Card
eruit, tenzij u die speciaal nodig heeft.
• Gebeurt er niets als u een van de knoppen indrukt, dan haalt u de batterij
uit de camera en zet die er weer in terug.
• Gebruikt u de Microdrive terwijl de nog beschikbare batterijlading gering is,
dan is het mogelijk dat u de camera niet kunt inschakelen.
Als de foutmelding CARD ERROR (Kaartfout) verschijnt
• Lukt het niet beelden op te slaan of te downloaden, dan moet u op de PC
het progra mma SCANDISK uitvo eren. g “Foutcodes” (zie blz. 200).
24
Camera in– en uitschakelen
1 Knijp de nokken aan weerszijden van de
lensdop, als aangegeven door de pijlen,
naar elkaar toe en verwijder de lensdop.
2 Draai de functieknop zo dat de functie die u wilt gebruiken
tegenover de rode instelstreep komt te staan.
Stand SET UP gblz. 44
Met de camera in deze stand kunt u de primair e camerafunct ies instelle n, zoals dat um en tijd en het
akoestisch signaal. Bij he t inschakelen v an de camera ver schijnt het functiemenu
Fotofuncties gblz. 46
Als u gaat fotograferen, kiest
u een van deze functies.
C
in de monitor.
Stand Weergeven
gblz. 121
Met de camera in deze stand
kunt u de door u gefotografeerde
beelden in de monitor bekijken.
1
Voordat u gaat fotograferen
3 Druk op de cameraschakelaar – POWER.
• In welke stand de camera wordt ingescha keld, is
afhankelijk van de stand van de functieknop.
Met een va n de fotofuncties inge steld:
De camera wordt ingescha keld met de ingestelde
fotofunctie. De monitor wordt ingeschakeld en de
lens schuift naar voren.
In de stand (Weergeven):
De camera wordt ingescha keld in de stand
weergeve n en de monitor wordt ingeschakeld.
In de stand C:
In de monitor verschijnt het menu.
• U kunt zowel met ingeschakelde als met
uitgeschakelde camera een andere functie instellen.
4 Om de camera uit te schakelen, drukt
u opnieuw op de cameraschakelaar.
TIPS
Datum en tijd instellen
De door u gefotografeerde beelden worden samen met datum en tijd
opge slagen. g “Da tum en tijd instellen” (zie blz. 168).
Selecteren van een taal voor de informatieweergave
De taal waarin afbeeldingen en toelichtingen in de monitor worden
weergegeven, kunt u zelf kiezen.
g “Taa l instellen” (zie blz. 167).
Functieknop
Cameraschakela ar
25
Camera in– en uitschakelen
De zoeker of de monitor wordt uitgeschakeld
•
Wordt de camera gedurende circa 3 (drie) minuten op de een of andere manier
niet gebruikt, dan wordt, om de batterij te sparen, de lens in de uiterste
groothoekstand teruggetrokken en de camera automatisch in de sluimerstand
gezet. Om de camera weer te activeren, drukt u op de ontspanknop of op de
zoomknop. De tijd die moet verstrijken voordat de camera de sluimerstand
aanneemt is instelbaar.
1
Voordat u gaat fotograferen
g
“Wachttijd va n de sluimerfunctie inste lle n – SLEEP” (zie blz. 169).
• Wordt de camera daarna nog eens circa 4 (vier) uur niet gebruikt, dan wordt
hij, om de batterij te spare n, automatisch helemaal uitgeschak eld e n wor dt
de lens teruggetrokken. Wilt u de camera daarna weer gaan gebruiken, dan
moet u hem inschakelen.
• Wo rdt de ingeschakelde camera blootge steld a an sterk e trillinge n o f
schokken, dan is het mogelijk dat de energievoorziening kortstondig
Opme rki ng
onderbroken wordt waardoor datuminstellingen en andere interne
instellingen worden teruggezet op de standaardinstellingen af fabriek.
Als de camera het kaartje niet herkent (controle van het kaartje)
Als u de camera inschakelt, voert de camera automatisch een controle uit op het
kaartje. Heeft u geen kaartje in de camera gezet of een kaartje dat voor deze
camera o ngeschikt is, dan verschijnt een v an de v olgende me ldingen.
Indicatie in de monitorCorrectie
U heeft geen kaartje of het kaartje verkeerd in de camera gezet.
NO CARD
CARD%SEtUP
SELECt
POWER%OFF
FORMAt
GO
→ Steek een kaartje in de camera. Heeft u al een kaartje in de
camera gezet, dan haalt u dat eruit en steekt het opnieuw,
maar nu goed, in de camera.
Op het gebruikte kaartje kunt u geen beelden opslaan,
weergeven of wissen. Vervang het kaartje door een nieuw
exemplaar of formatteer het kaartje.
→ Selecteer POWER OFF door op a of c te drukken en druk
dan op de OK/MENU-knop e. Vervang het kaartje door een
nieuw exemplaar.
→ Formatteer het kaartje.
Selecteer de functie I FORMAT (Formatteren) door op a
of c te drukken en druk dan op de OK/MENU-knop e. I n
het instelmenu waarin u gevraagd wordt uw keuze te
bevestigen, selecteert u YES en drukt dan op de OK/MENUknop e.
Nu wordt het kaartje geformatteerd. Als het formatteren
voltooid is, is de camera klaar om ermee te fotograferen.
• Tijdens formatteren worden alle op het kaartje opgeslagen beelden gewist.
Opme rki ng
26
Zoekeroculair aanpassen aan uw gezichtsvermogen
F5.6
200
3264*2448
0.0
Om het gebruik van de camera te vergemakkelijken kunt u de zoeker aan uw
gezichtvermogen (visuele scherpte) aanpassen.
1 Is de zoeker uitgeschakeld, dan schakelt
Zoeker
u die in door op de monitorknop f te
drukken.
Monitorknop f
2 Verdraai langzaam de oogcorrectieknop
terwijl u door de zoeker kijkt.
Oogcorrectieknop
3 Draai de oogcorrectieknop zo dat u het
AF-teken in de zoeker duidelijk en scherp
1/1/200
F5.6
0.0
ziet.
3264*2448
AF-teken
Bevestigen van de zonnekap
Licht dat recht in de lens binnenvalt, kan lichtschitteringen en nevenbeelden
veroorzaken. U kunt dit soort verschijnse len voorkomen, door een zonnekap op
de lens te zetten.
1
Voordat u gaat fotograferen
1 Houd om de zonnekap op de lens te zetten
het uitrichtteken () op de zonn ekap
tegenover h et uitrichtteken op de lens.
2 Draai de zonnekap tot de aanslag in de
richting van de pijl.
•
U kunt de zonnekap niet op de lens zetten als u daar al de lensdop op heeft gezet.
• Zet u de lensdop achterstevoren op de lens, dan kan de lens niet worden
Opme rki ng
terugge trokken.
27
Vasthouden van de camera
Houd de camera met beide handen stevig vast en druk daarbij, om bewegen
van de camera te voorkomen, beide ellebogen tegen uw lichaam. Om verticale
opnamen te maken, houdt u de camera vast met de flitser hoger dan de lens.
Houd uw vingers, de camerariem en de aan de ca merariem bev estigde le nsdop
niet voor de lens, voor de flitser en vo or de AF-se nsor.
Horizontale standVerticale standBovenaanzicht
Pak dit deel van de lens niet
1
Voordat u gaat fotograferen
• Als de camera tijdens het indrukken van de ontspanknop beweegt, mag
u geen scherpe opnamen verwachten. Houd de camera op de juiste wijze
Opme rki ng
vast en druk de ontspanknop vooral rustig in.
• Voor de beste resultaten houdt u bij verticale opnamen de came ra vast met
de flitser hoger dan de lens.
.
Kijkhoek van de monitor wijzigen
Door de monitor te kantelen, kunt u objecten vanuit verschillende
camerastandpunten fotograferen. Dit is vooral praktisch als u opnamen wit maken
vanuit een laag camerastandpunt waarbij de zoeker of de monitor lastig te zien is.
1 Pak de monitor als afgebeeld vast en trek
hem in de richting van de pijl naar achteren.
vast.
2
Wilt u opnamen vanuit een laag
camerastandpunt maken, dan klapt u de monitor,
als afgebeeld, omhoog.
• U kunt de monitor onder een hoek van 45 graden
omlaag kantelen, maar hem ook onder een hoek
van 22, 45 of 90 graden omhoog kantelen.
Om opnamen vanuit een hoog camerastandpunt te maken, klapt u de monitor omlaag
•
28
.
2 Gebruik van knoppen en menu's
Direct werkende knoppen en menu's
Om de camera snel te kunnen bedienen en de diverse foto en weergavefuncties
snel te kunnen instellen is de camera voorzien van direct werkende knoppen.
Indrukken van direct werkende knoppen opent meteen het betreffende
instelmenu in de monitor. Verder beschikt de camera over menu's waarin u de
instellingen van de diverse foto en weergavefuncties kunt selecteren.
De functies die u met de direct werkende knoppen kunt instellen, kunt u ook
vanuit de menu's instellen.
Voorbeeld 1: Selecteren van een
lichtmeetfunctie
Met de direct werkende knopMet de menu's
Druk op de keuzeknop voor de
lichtmeetfunctie 4.
Instelknop
4 Keuzeknop
lichtmeetf unctie
Pendelknop
OK/MENU -kn op
Open het instelmenu door op de OK/
MENU-knop e te drukken en selecteer
dan MODE MENU – tabblad CAMERA –
ESP/5.
2
Gebruik van knoppen en menu's
ESP
ESP
/
• In de monitor verschijnt het instelmenu.
• Selecteer de gewenste lichtmeetmethode
door met de keuzeknop voor de
lichtmeetfunctie 4 ingedrukt de
instelknop te verdraaien.
MULtI
FLASH MODE
CAMERA
AF/ /MF
ESP
CARD PIC
• Selecteer de gewenste lichtmeetfunctie
door op a of c te drukken.
ESP
/
MULtI
/
29
Direct werkende knoppen en menu's
AUtO
OFF
AF
ESP
AUtO
0.0
IN+
SLOW1
AUtO
0.0
IN+
SLOW1
AUtO
0.0
IN+
SLOW1
AUtO
0.0
IN+
SLOW1
AUtO
0.0
IN+
SLOW1
Voorbeeld 1: Selecteren van een
flitserfunctie
2
Gebruik van knoppen en menu's
Met de direct werkende knopMet de menu's
Druk op de flitserfunctieknop #.
AUtO
FLASH MODE
SEt
• In de monitor verschijnt het instelmenu.
• Selecteer de gewenste flitserfunctie door
met de flitserfunctieknop # ingedrukt de
instelknop te verdraaien.
SLO W
Instelknop
# Flitserfunctieknop
Open het instelmenu door op de OK/MENUknop
e
te drukken en selecteer da n MODE
MENU – tabblad CAMERA – FLASH MODE.
• Selecteer de flitserafhankelijke instellingen
met de pendelknop.
Druk op de OK/MENU-knop
AUtO
FLASH MODE
w
0.0
IN+
FLASH
SLOW1
SLOW
GO
SEt
SELECt
FLASH MODE
CAMERA
AF
ESP
CARD PIC
e
Pendelknop
OK/MENU -kn op
AUtO
MF
AF
/
ESP
/
OFF
Selectee r FLAS H MODE
AUtO
FLASH MODE
w
0.0
IN+
FLASH
SLOW1
SLOW
GO
SEt
SELECt
Hetzelfde instelmenu verschijnt ook als u de direct werkende knop of het
Selecteer wSelecteer Q FLASH Selecteer #SLOW
FLASH MODE
w
FLASH
SLOW
SEt
SELECt
AUtO
0.0
IN+
SLOW1
GO
SELECt
FLASH MODE
w
FLASH
SLOW
SEt
AUtO
0.0
IN+
SLOW1
GO
functiemenu MODE MENU gebruikt.
TIPS
De lichtopbrengst van de flitse r kan ook rechtstreeks word en a ange past do or
met de knop w (Lichtopbrengst flitser) ingedrukt de instelknop te verdraaien.
30
FLASH MODE
w
FLASH
SLOW
SELECt
SEt
AUtO
0.0
IN+
SLOW1
GO
Loading...
+ 200 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.