Olivetti OFX 1900 User Manual [nl]

&AcSIMILE
/&819
GEBRUIKERSHANDLEIDING
UITGEGEVEN DOOR:
Olivetti Lexikon, S.p.A. Documentazione Via Jervis, 77 - 10015 Ivrea (Italy)
Copyright © 1998, Olivetti All rights reserved
De fabrikant behoudt zich het recht voor zonder voorafgaande kennisgeving wijzigingen aan het in deze handleiding beschreven product aan te brengen.
De conformiteit met de kwaliteitseisen wordt gegarandeerd door het -merk dat op het product is aangebracht
Wij vestigen uw aandacht op de volgende handelingen die bovengenoemde conformiteit en de goede werking van het product in het gedrang zouden kunnen brengen.
foutieve stroomvoorziening;
foutieve installatie; een verkeerd gebruik of, in ieder geval, een gebruik dat niet overeenkomt met de
raadgevingen in de bij het product geleverde gebruikershandleiding;
vervanging van originele onderdelen of toebehoren door onderdelen die niet werden goedgekeurd door
de fabrikant of uitgevoerd door onbevoegd personeel.
ATTENZIONE: QUESTA APPARECCHIATURA DEVE ESSERE COLLEGATA A TERRA. WARNING: THIS EQUIPMENT MUST BE EARTHED. ATTENTION : CETTE UNITE DOIT ETRE CONNECTEE A LA TERRE. ACHTUNG: DIESES GERÄT MUSS EINEN ERDUNGSANSCHLUSS HABEN. ATENCION: ESTE EQUIPO DEBE ESTAR CONECTADO A UNA TOMA DE TIERRA. APPARATET MÅ KUN TILKOBLES JORDET STIKKONTAKT. APPARATEN SKALL ANSLUTAS TILL JORDAT NÄTUTTAG. LAITE ON LIITETTÄVÄ MAADOITETTUUN PISTORASIAAN. LEDEREN MED GRØN/GUL ISOLATION MÅ KUN TILSLUTTES EN KLEMME MÆRKET .
OPGELET: DIT FAXTOESTEL MOET OP EEN GEAARD STOPCONTACT WORDEN AANGESLOTEN.
Het stopcontact moet dicht in de buurt van het faxtoestel geïnstalleerd zijn en makkelijk bereikbaar zijn. Om de voeding van het toestel volledig uit te schakelen, moet u de stekker uit het stopcontact trekken.
SNELLE NASLAGGIDS
TOETSEN VOOR HET BEHEER VAN MENU’S, SUBMENU’S EN PARAMETERS START Voor het bevestigen van items in menu’s en submenu’s, parameters en hun
waarden:
als u een item in een menu bevestigt, opent u het betreffende submenu.
al s u een item in een submenu bevestigt, opent u de betreffende parameters.
als u een parameter of zijn waarde bevestigt, opent u de volgende
parameter.
5 or 6 Voor het overlopen van items in menu’s en submenu’s. 3 or 4 Voor het kiezen van waarden van een parameter, door de beschikbare opties
van het toestel vooruit en achteruit te overlopen of de cursor over de tekens te verplaatsen waaruit de parameterwaarde bestaat. In dat geval moet u na het plaatsen van de cursor de waarde instellen met behulp van het numeriek toetsenbord.
STOP Om elke bedieningsmodus te verlaten.
WIJZIGEN VAN DATUM EN TIJD
1. Druk op FUNCTION gevolgd door 5 om het “Setup”-menu te selecteren.
2. Druk op START om het submenu “Storing data” te selecteren.
3. Druk op START om het submenu «Date and time» te selecteren.
4. Druk op START en voer de nieuwe datum en tijd volledig in.
5. Druk op START om te bevestigen.
INVOEREN VAN NAAM EN NUMMER VAN DE AFZENDER
1. Druk op FUNCTION gevolgd door 5 om het “Setup”-menu te selecteren.
2. Druk op START om het submenu “Storing data” te selecteren.
3. Druk op 6 om “Installation parameters” te selecteren.
4. Druk op START om de parameter voor de naam te selecteren.
5. Druk op START. Op het display verschijnt de cursor voor het invoeren van de naam.
6. Voer bijv. de naam “ROSSI” in, door op toets 7 te drukken tot de letter “R” wordt
weergegeven, verplaats de cursor naar rechts door op toets 6 te drukken tot de letter “O” wordt ingevoerd. Ga zo verder tot de naam compleet is.
INDIEN...
u de cursor naar links wilt verplaatsen, drukt u op 3.
u de naam volledig wilt wissen, drukt u op CLEAR.
u een spatie wilt inlassen, verplaatst u de cursor met de toets 4 zonder een teken in te
voeren.
7. Bevestig met START. Op het display verschijnt de parameter voor het faxnummer.
8. Druk op START. Op het display verschijnt de cursor voor het invoeren van het nummer.
9. Voer het nummer in met of zonder zonenummers door de cijfers op het numeriek toetsenbord
te typen.
10. Bevestig met START.
EEN DOCUMENT VERZENDEN
1. Plaats het document in de ADF.
2. Vorm het faxnummer van de ontvanger op het numeriek toetsenbord.
3. Druk op START. Het faxtoestel slaat het document op en start de verzending.
INDIEN...
er een fout optreedt tijdens de verzendpogingen, gaat het ERROR-lampje branden. Plaats het document opnieuw in de ADF, druk op REDIAL en START. Het faxtoestel onderneemt een nieuwe verzendpoging.
- Afknippen en binnen handbereik bewaren - Afknippen en binnen handbereik bewaren - Afknippen en bewaren - Afknippen en binnen handbereik bewaren -
FOTOKOPIËREN MET HET FAXTOESTEL
1. Plaats het document in de ADF.
2. Druk op START.
AFDRUKKEN VAN DE INSTELLINGEN VAN DE ONE-TOUCH/SPEED-DIALLING-TOETSEN
1. Druk op FUNCTION gevolgd door 6.
2. Druk op START.
INDIEN...
u de gegevens van de snelkiescodes wilt afdrukken, drukt u op 33 of 44 om de betreffende parameter weer te geven.
3. Druk op PRINT. De gegevens m.b.t. de geprogrammeerde kiescodes worden afgedrukt.
4. Druk op STOP om het menu te verlaten.
HERHALEN VAN EEN VERZENDING VANUIT HET GEHEUGEN
1. Druk op FUNCTION gevolgd door 9.
2. Druk op START.
3. Druk op 5 of 6 tot de functie “MEMORY TRANSMISSIONS” op het display verschijnt, en
druk vervolgens op START.
4. Selecteer de transactie met 5 of 6 of door het nummer direct op het numeriek toetsenbord in
te voeren. Nu kunt u de verzendingsdatum/-tijd (a) en/of het faxnummer van de ontvanger (b) wijzigen: a) Druk op 5 of 6 tot het veld “DATE/TIME” op het display verschijnt. Druk op START. Op het display verschijnt de huidige tijd. Wijzig de verzendingstijd of bevestig de huidige tijd en bevestig met START. b) Druk op 5 of 6 tot het veld “NUMBER” op het display verschijnt. Druk op START. Wijzig het faxnummer van de ontvanger en druk op START.
5. Druk tweemaal op STOP om het menu te verlaten.
EEN DOCUMENT WISSEN
1. Selecteer het document volgens stappen 1 t/m 4 van bovenstaande procedure, en druk
vervolgens op CLEAR. Bedenk dat bij wissen van een document ook alle eraan verbonden transacties worden gewist. Alvorens het document te wissen vraagt het faxtoestel u de operatie te bevestigen.
2. Druk op 1 om het wissen van het geselecteerde document te bevestigen of op 0 om de
bewerking te annuleren.
3. Druk tweemaal op STOP om het menu te verlaten.
ACTIVITEITENRAPPORT
1. Druk op FUNCTION gevolgd door 0.
2. Druk op START.
3. Druk op 5 of 6 tot de functie “ACTIVITY REPORT” op het display verschijnt.
4. Druk op PRINT. Het faxtoestel drukt het rapport af.
5. Dr uk op STOP om het menu te verlaten.
CONSOLE
Het bedieningspaneel bestaat uit een alfanumeriek LCD-display, een reeks toetsen en aantal LED-indicatoren aan de hand waarvan u de werkingsstatus van het toestel bij oogopslag kunt herkennen en die u door de meest ingewikkelde procedures leiden.
Hieronder wordt een korte beschrijving gegeven van het bedieningspaneel. De specifieke functies van iedere toets worden gedetailleerd beschreven bij de procedures.
DISPLAY
Bestaat uit twee regels van 24 tekens, en toont de volgende gegevens:
Datum en tijd
Machinestatus, items van menu’s en
submenu’s, parameters en hun waarden
Foutboodschappen
NUMERIEKE TOETSEN (0-9)
Voor het kiezen van het fax- of
telefoonnummer van een ontvanger
Voor het invoeren van numerieke
gegevens
Voor het invoeren van cijfers en
alfanumerieke tekens bij het invoeren van nummers en namen
FUNCTION
Biedt toegang tot het menu Functions
Voor het selecteren van menu’s en
submenu’s
CLEAR
Voor het wissen van foute instellingen op het display of tijdens het programmeren.
PRINT
Voor het afdrukken van rapporten.
CONTRAST
Voor het regelen van het contrast van de te verzenden en kopiëren documenten (alleen met document in de ADF)
LED aan: bij zeer lichte documenten
LED knippert: bij zeer donkere
documenten
LED uit: bij normale documenten
IMAGE
Voor het regelen van kleuren (en grijswaarden) van het originele te verzenden of te kopiëren document, dat in grijswaarden ontvangen of gekopieerd zal worden.
LED aan: documenten met tekst en foto’s
LED knippert: documenten met foto’s
LED uit: documenten met alleen tekst
RESOL.
Voor het regelen van de definitie van de te verzenden of kopiëren documenten (alleen met het document in de ADF)
LED aan: voor documenten met kleine
tekens en tekeningen
LED knippert: voor documenten met
zeer kleine tekens en gedetailleerde tekeningen
LED uit: voor gemakkelijk leesbare
documenten
URGENT TX
Voor het starten van een dringende verzending aan een enkele ontvanger (alleen met document in de ADF)
REDIAL
Voor herhalen van het laatst gekozen faxnummer (alleen met document in de ADF)
SPEED DIAL
Gevolgd door in te stellen numerieke codes (00-89), voor het automatisch kiezen van een eerder ingevoerd telefoon- of faxnummer dat met de code is verbonden.
P ÕÕ T
Voor tijdelijk omschakelen van puls- naar toon-kiezen.
START
Om het kopiëren te starten (alleen met
het document in de ADF)
Om de ontvangst te starten.
Na het kiezen van het faxnummer, om de
verzending te starten (alleen met het
document in de ADF). Om de selectie van menu’s, submenu’s, parameters en hun waarden te bevestigen en over te gaan naar de volgende procedure.
PAUSE
Voor het inlassen van een pauze tussen de cijfers van een fax- of telefoonnummer.
EXT.
moet worden ingedrukt voor het kiezen of programmeren van een extern nummer wanneer het faxtoestel is aangesloten op een privé-telefooncentrale (PBX).
2nd DIAL TONE
Deze functie is slechts in enkele landen beschikbaar.
hiermee kan indien nodig een tweede
kiestoon worden gedetecteerd tijdens het kiezen voor het tot stand brengen van een verbinding met speciale intercontinentale telefooncentrales.
heeft dezelfde functie voor nummers die
onder one-touch- en speed-dialling­toetsen zijn geprogrammeerd.
HOLD
Voor het tijdelijk onderbreken van een telefoongesprek.
LINE STATUS
Wanneer u deze toets ingedrukt houdt
wordt de status van het toestel met betrekking tot selectie-, verzendings- of ontvangstprocedures op het display weergegeven.
Wanneer u deze toets samen met de
STOP-toets indrukt wordt de verbinding verbroken.
STOP
Om het kopiëren te onderbreken.
Om een document uit de ADF te voeren.
Om het ERROR-lampje uit te schakelen
na indrukken van de HOOK-toets.
Om het faxtoestel weer in standby te
zetten.
Om tijdens het programmeren een
procedure te onderbreken.
Bij indrukken na de toets LINE STATUS
wordt de bezig zijnde verzendings-
/ontvangsttransactie afgebroken.
ONE-TOUCH-DIALLING-TOETSEN (01-10)
Voor automatisch kiezen van een telefoon­of faxnummer (indien geprogrammeerd).
TX/RX LED
Deze indicator brandt tijdens het verzenden of ontvangen van een document.
ERROR LED
Gaat branden wanneer er een fout wordt gedetecteerd tijdens een verzending/ontvangst.
HOOK
Gebruikt om de kiestoon te horen bij het kiezen van een fax- of telefoonnummer (“handenvrij” kiezen). Komt overeen met het opnemen van de hoorn.
INLEIDING
Dit faxtoestel, dat in overeenstemming is met de essentiële eisen van de CE-Richtlijnen die op het
binnenomslag zijn vermeld
vervullen. Naast de traditionele mogelijkheid om snel en eenvoudig documenten de verzenden en te ontvangen, kan het toestel bovendien op een Personal Computer worden aangesloten en van daaruit worden geconfigureerd, zodat u documenten kunt beheren, scanner-functies kunt toepassen om afbeeldingen in te lezen, en het toestel als kleurenprinter kunt gebruiken.
Bovendien kan dit faxtoestel u geld besparen aangezien u het met normaal papier kunt gebruiken en de ink-jet afdruktechnologie er een bijzonder betrouwbare printer van maakt.
Natuurlijk kan het faxtoestel eveneens als nood-kopieerapparaat worden gebruikt en dankzij de mogelijkheid om simultaan te werken, kunt u een transactie programmeren terwijl een andere transactie in uitvoering is.
Ook kunt u het faxtoestel te allen tijde onbewaakt achterlaten: het geheugen van het faxtoestel maakt het mogelijk documenten te verzenden op vooraf ingestelde tijdstippen en documenten te ontvangen zelfs wanneer er geen papier meer in het toestel aanwezig is of de inkt op is.
Het faxtoestel drukt gedetailleerde automatische rapporten af van alle uitgevoerde transacties, en tenslotte kunt u met de beveiligingsfuncties wachtwoorden instellen om te verhinderen dat het toestel door onbevoegde personen wordt gebruikt.
Heel wat meer dus dan een gewoon faxtoestel...
, is een multifunctioneel product, dat een groot aantal functies kan
INLEIDING
III
INHOUD
INSTALLEREN VAN UW FAXTOESTEL EN ONMIDDELLIJK AAN DE SLAG GAAN ..3
DE BELANGRIJKSTE ONDERDELEN VAN HET TOESTEL.................................................................. 3
INHOUD VAN DE VERPAKKING.......................................................................................................... 4
LEES EERST DEZE AANBEVELINGEN VOOR U AAN DE SLAG GAAT ... .......................................... 4
PLAATS ... ........................................................................................................................................ 4
AANSLUITING OP HET STROOMNET ............................................................................................. 5
ONDERHOUD .................................................................................................................................. 5
HERSTELLINGEN ............................................................................................................................ 5
CORRECT GEBRUIK........................................................................................................................ 5
MONTEREN VAN DE OPVANGBLADEN EN PAPIERBAK.................................................................... 6
AANSLUITEN OP DE TELEFOONLIJN EN OP HET ELEKTRICITEITSNET.......................................... 6
PAPIER LADEN VOOR ONTVANGST EN KOPIEËN............................................................................ 7
INSTELLEN VAN DE PAPIERBAK .................................................................................................... 7
INSTALLEREN VAN DE PRINTKOP..................................................................................................... 8
INVOEREN VAN IDENTIFICATIEGEGEVENS.....................................................................................10
DATUM EN TIJD ..............................................................................................................................10
NAAM EN NUMMER VAN DE VERZENDER.....................................................................................11
INSTELLEN VAN DE INSTALLATIEPARAMETERS .............................................................................12
AFDRUKKEN VAN DE INSTALLATIEPARAMETERS .......................................................................12
AANSLUITING OP OPENBAAR TELEFOONNET OF PRIVÉ-TELEFOONCENTRALE......................13
AAN DE SLAGMET HET FAXTOESTEL ..............................................................................................14
EEN FAX VERZENDEN....................................................................................................................14
EEN FAX ONTVANGEN...................................................................................................................15
WERKINGSTHEORIE .................................................................................................. 19
METHODEN OM TE BELLEN (KIEZEN) ..............................................................................................20
METHODEN OM TE VERZENDEN......................................................................................................21
METHODEN OM TE ONTVANGEN .....................................................................................................22
POLLING ............................................................................................................................................23
GEHEUGENBEHEER..........................................................................................................................24
DE RAPPORTEN: AUTOMATISCH BIJGEHOUDEN ACTIVITEITEN ...................................................24
BEVEILIGINGSFUNCTIES ..................................................................................................................25
WACHTWOORDEN.........................................................................................................................26
GESLOTEN NETWERK ...................................................................................................................26
HET TOESTEL AANPASSEN AAN UW EIGEN VOORKEUREN ..........................................................27
GEAVANCEERDE FUNCTIES.............................................................................................................30
AANSLUITEN OP EEN PERSONAL COMPUTER.............................................................................30
AANVULLENDE FUNCTIES ................................................................................................................31
VERZENDEN MET DE TELEFOON / “HANDENVRIJ” KIEZEN .........................................................31
TIJDELIJK ONDERBREKEN OF AANVRAGEN VAN EEN TELEFOONGESPREK............................31
REGELEN VAN HET LUIDSPREKERVOLUME ................................................................................31
HET FAXTOESTEL GEBRUIKEN ALS FOTOKOPIEERTOESTEL....................................................32
ALGEMEEN ................................................................................................................. 35
DE STANDBY-MODUS........................................................................................................................35
OVERZICHT VAN DE OPERATIES .....................................................................................................36
PROCEDURES ............................................................................................................ 41
HET FAXTOESTEL AANPASSEN AAN EIGEN VOORKEUREN ..........................................................41
AFDRUKKEN VAN DE SETUP-PARAMETERS....................................................................................42
INHOUD
V
INSTELLEN VAN DE SETUP-PARAMETERS......................................................................................42
KIEZEN...............................................................................................................................................43
PROGRAMMEREN VAN DE “ONE-TOUCH-DIALLING”-TOETSEN..................................................43
PROGRAMMEREN VAN SPEED-DIALLING-CODES ..........................................................................44
AFDRUKKEN VAN GEPROGRAMMEERDE GEGEVENS VOOR ONE-TOUCH- EN
SPEED DIALLING............................................................................................................................45
WISSEN VAN GEPROGRAMMEERDE GEGEVENS........................................................................46
PROGRAMMEREN VAN GROEPEN...................................................................................................47
AFDRUKKEN VAN DE GEPROGRAMMEERDE GEGEVENS...........................................................48
WISSEN VAN GROEPEN................................................................................................................48
WACHTWOORDEN............................................................................................................................49
WACHTWOORDEN INSTELLEN.....................................................................................................49
EEN WACHTWOORD WIJZIGEN OF WISSEN ...............................................................................50
VERZENDEN ......................................................................................................................................51
BRUIKBARE DOCUMENTTYPES ....................................................................................................51
EEN FAX VERZENDEN NAAR EEN ENKELE ONTVANGER............................................................53
EEN FAX VERZENDEN AAN VERSCHEIDENE ONTVANGERS ("BROADCAST") ..........................55
DRINGENDE VERZENDING............................................................................................................57
ONTVANGEN .....................................................................................................................................58
AUTOMATISCH ONTVANGEN ........................................................................................................58
MANUEEL ONTVANGEN.................................................................................................................58
ONTVANGEN MET FAX/TELEFOON-HERKENNING.......................................................................59
POLLING ............................................................................................................................................60
OPSLAAN VAN POLLING-ID’s.........................................................................................................60
AFDRUKKEN VAN DE POLLING-ID’s ..............................................................................................61
POLLING VOOR VERZENDING ......................................................................................................61
POLLING VOOR ONTVANGST .......................................................................................................62
RAPPORTEN......................................................................................................................................65
RAPPORT LAATSTE VERZENDING................................................................................................65
RAPPORT LAATSTE ONTVANGST.................................................................................................66
ACTIVITEITENRAPPORT ................................................................................................................67
GEHEUGENBEHEER..........................................................................................................................68
DOCUMENTEN IN HET GEHEUGEN...............................................................................................68
BROADCAST-VERZENDINGEN ......................................................................................................69
VERZENDINGEN VANUIT HET GEHEUGEN...................................................................................70
SIGNALEN, TOEBEHOREN, ONDERHOUD ...............................................................75
SIGNALEN..........................................................................................................................................75
GELUIDSSIGNALEN .......................................................................................................................75
VERWIJDEREN VAN VASTGELOPEN PAPIER..................................................................................79
VERWIJDEREN VAN VASTGELOPEN DOCUMENTEN...................................................................79
VERWIJDEREN VAN VASTGELOPEN PAPIER...............................................................................79
ONDERHOUD.....................................................................................................................................81
“OUT OF INK”-BOODSCHAP...........................................................................................................81
VERVANGEN VAN DE INKTPATROON...........................................................................................81
VERVANGEN VAN DE PRINTKOP ..................................................................................................82
AUTOMATISCHE PROCEDURE VOOR HET REINIGEN EN TESTEN VAN DE INKTSPROEIERS...83
GEREGELD ONDERHOUD .............................................................................................................84
ZELF PROBLEMEN OPLOSSEN .....................................................................................................87
TECHNISCHE GEGEVENS .............................................................................................................89
INDEX...........................................................................................................................91
VI
INHOUD
INSTALLEREN VAN UW
FAXTOESTEL EN ONMIDDELLIJK AAN
DE SLAG GAAN
INSTALLEREN VAN UW FAXTOESTEL EN ONMIDDELLIJK AAN DE SLAG GAAN
Dit gedeelte bevat de richtlijnen voor een correct gebruik van het faxtoestel, zoals de aansluiting op het elektriciteits- en telefoonnet, inschakeling, papierinvoer, installatie van de printkop, en het plaatsen van het uitschuifbare opvangblad voor originele documenten. Ook bevat het een beschrijving van de meest gebruikte basisfuncties zoals het verzenden en ontvangen van documenten.
DE BELANGRIJKSTE ONDERDELEN VAN HET TOESTEL
1
2
10
TEL 2 TEL 1 L INE
4 3
5
6
8
11
9
7
Verstelbare papierinvoerbak
1.
Invoersleuf voor te verzenden of te kopiëren
2.
documenten Verstelbare papiergeleiders
3.
Display
4.
Bedieningspaneel
5.
Uitschuifbaar opvangblad voor originele documenten
6.
INSTALLEREN VAN UW FAXTOESTEL EN ONMIDDELLIJK AAN DE SLAG GAAN
Uitschuifbaar opvangblad voor
7.
afgedrukte/ gekopieerde documenten Deksel van het printercompartiment
8.
Printercompartiment
9.
Telefoonaansluitingen
10.
Optische lezer (scanner)
11.
Luidspreker
12.
12
3
INHOUD VAN DE VERPAKKING
Behalve het faxtoestel, compleet met voedingskabel, vindt u het volgende in de verpakking:
Adapterplug
Telefoonkabel
Parallelle kabel voor PC-aansluiting
Uitschuifbaar opvangblad voor originele documenten
Uitschuifbaar opvangblad voor afgedrukte of gekopieerde documenten
Gebruikershandleiding
Installatiehandleiding
Documenthouder
Printkop met verwisselbare monochrome inktpatroon
Printkophouder
Papierbak
CD-ROM met software PC-aansluiting
Promotionele brochure
LEES EERST DEZE AANBEVELINGEN VOOR U AAN DE SLAG GAAT ...
Wij raden u aan even de tijd te nemen om de hierna volgende aanbevelingen aandachtig door te nemen. Wanneer u ze daarna ook volgt, zal het toestel optimaal functioneren.
PLAATS ...
Plaats het faxtoestel op een vlakke en stabiele ondergrond, vrij van trillingen, zodat het niet kan vallen;
een val zou u of anderen kunnen verwonden en het toestel kunnen beschadigen.
Houd het toestel uit de buurt van water, damp en hevige-warmtebronnen. Plaats het niet in een stoffige
omgeving en stel het ook niet bloot aan rechtstreekse zonnestralen.
Plaats het toestel op een veilige afstand van elektrische of elektronische toestellen zoals radio’s, TV’s
e.d., die storingen kunnen veroorzaken.
Omring het toestel niet met boeken, documenten of voorwerpen die de ventilatieruimte beperken. De
ideale omgevingsvoorwaarden zijn temperaturen tussen de 5° en de 35° C en een relatieve vochtigheid tussen de 20 en de 80%.
4
INSTALLEREN VAN UW FAXTOESTEL EN ONMIDDELLIJK AAN DE SLAG GAAN
AANSLUITING OP HET STROOMNET ...
Het faxtoestel is uitgerust met een snoer met een geaarde stekker. Indien de stekker niet in het
stopcontact past, of indien het stopcontact geen aarding heeft, dient u de hulp van een elektricien in te roepen om het stopcontact te laten aanpassen zodat het aan de geldende voorschriften voldoet.
Zorg ervoor dat het stroomsnoer steeds makkelijk bereikbaar is en leg het zo dat er niet op getrapt of
over gestruikeld kan worden.
Verbind het toestel nooit met een meervoudig stopcontact of met een verlengsnoer waarop reeds een
ander toestel is aangesloten: een slecht elektrisch contact zou tot oververhitting en zelfs tot brand of elektrische schokken kunnen leiden.
ONDERHOUD ...
Wanneer u het faxtoestel wilt reinigen, dient u eerst de stekker uit het stopcontact te trekken. Daarna
kunt u het schoonvegen met een vochtige doek. Gebruik nooit bijtende middelen zoals oplosmiddelen, alcohol of benzine en ook geen schuurmiddelen.
Zorg ervoor dat er geen vreemde voorwerpen (of vloeistoffen) in het toestel geraken: indien ze toevallig
in contact zouden komen met delen onder spanning, zou brand of een elektrische schok het resultaat kunnen zijn.
HERSTELLINGEN ...
Probeer nooit het faxtoestel zelf te herstellen of aan te passen. Wanneer u de behuizing verwijdert,
riskeert u een elektrische schok of andere verwondingen. Neem dus geen risico's en roep er een gekwalificeerde onderhoudstechnicus bij.
Wanneer er delen (of toebehoren) vervangen moeten worden, mag u enkel originele, door de fabrikant
goedgekeurde onderdelen gebruiken. Gebruikt u er andere, dan kan dit de veilige werking in het gedrang brengen en zijn brand en elektrische schokken mogelijk.
Wanneer zich een van de volgende omstandigheden voordoet moet u onmiddellijk de stekker uit het
stopcontact trekken en de hulp van een gekwalificeerde onderhoudstechnicus inroepen:
het stroomsnoer of de stekker is beschadigd of versleten
de behuizing is beschadigd
een of andere vloeistof is in het faxtoestel gelopen
er treedt een sterke prestatievermindering op
het faxtoestel beantwoordt niet correct aan de instructies in de handleiding. Voer in dat geval
alleen de handelingen uit die voor de functie zijn aangegeven die het probleem veroorzaakt: onjuist uitgevoerde handelingen of op de verkeerde onderdelen kan schade veroorzaken die vaak extra werk kan vergen van servicepersoneel dat het probleem moet oplossen.
CORRECT GEBRUIK...
Lees zorgvuldig alle instructies in deze handleiding voor u aan de slag gaat. Houd de handleiding
binnen handbereik zodat u deze te gepasten tijde direct kunt raadplegen.
Het faxtoestel is reeds ingesteld overeenkomstig de normen van het plaatselijke telefoonnet.
Wanneer u het toestel langere tijd niet gebruikt, trek dan de stekker uit het stopcontact om schade door
eventuele spanningsstoten te voorkomen.
INSTALLEREN VAN UW FAXTOESTEL EN ONMIDDELLIJK AAN DE SLAG GAAN
5
MONTEREN VAN DE OPVANGBLADEN EN PAPIERBAK
1.
2.
3.
1.
Plaats het faxtoestel op zijn rechterkant. Steek de opvangsteun voor ontvangen of gekopieerde documenten in de geleiders onderaan; duw tot de steun vastklikt.
Steek het opvangblad voor originele documenten in de zijsleuven.
Plaats de papierinvoerbak in zijn behuizing.
AANSLUITEN OP DE TELEFOONLIJN EN OP HET ELEKTRICITEITSNET
Aansluiten op het elektriciteitsnet
1. Steek de stekker van de voedingskabel in het stopcontact. Het faxtoestel voert automatisch een korte
test uit om te controleren of alle componenten correct werken, vervolgens geeft het de betreffende boodschappen weer op het display. Het faxtoestel blijft permanent aangesloten, en staat 24 uur per dag klaar om documenten te verzenden en te ontvangen.
INDIEN...
u het faxtoestel wilt uitschakelen, trekt u eenvoudig de stekker van de voedingskabel uit het stopcontact. Het faxtoestel heeft geen aan/uit-schakelaar.
Het faxtoestel aansluiten op de telefoonlijn en aansluiten van de telefoon/het antwoordapparaat.
Controleer of de voedingskabel is losgekoppeld en steek het kleine doorzichtige contactvoetje van de telefoonkabel in de lijnaansluiting (LINE) op het faxtoestel. Het andere uiteinde moet worden aangesloten op de speciale adapterplug. Een klik geeft aan dat het voetje goed vastzit.
6
INSTALLEREN VAN UW FAXTOESTEL EN ONMIDDELLIJK AAN DE SLAG GAAN
2. Steek de adapterplug in het wandtelefoonstopcontact.
INDIEN...
de installatie meer dan een stopcontact in serie telt, moet u het faxtoestel op het primaire stopcontact aansluiten.
3.
a) Indien de telefoon een nationale
3.
1.
2.
aansluiting heeft, de stekker van de telefoonkabel of de kabel van het antwoordapparaat op de adapterplug aansluiten.
OPGELET:
Aangezien de telefoonaansluiting van nationaal geldende normen afhankelijk is die van land tot land verschillen, tonen de twee bovenstaande figuren slechts een algemene aansluiting. Raadpleeg de in uw land geldende normen.
b) Indien de telefoon een internationale aansluiting heeft, de connector direct op de telefoonaansluiting (TEL 1) aansluiten.
PAPIER LADEN VOOR ONTVANGST EN KOPIEËN
In de papierinvoerbak wordt het papier (tot 150 vel) geladen voor het afdrukken van ontvangen documenten en voor het kopiëren van originele documenten. De papierinvoer is (niet in alle landen) ingesteld op A4-formaat (210 x 297 mm), maar kan tevens worden aangepast op de formaten US Letter (216 x 279.4 mm) en US Legal (216 x 355.6 mm).
Kantel het voorste deksel van de papierinvoer wat naar voren.
Houd het papier bovenaan vast en laat het zonder het te keuken en zonder te forceren in de papierinvoer glijden. Sluit het deksel. Op het display verschijnt de datum en tijd.
INSTELLEN VAN DE PAPIERBAK
Bij het aanvullen van het papier voor het afdrukken van ontvangen of gekopieerde documenten, dient u op de volgende drie factoren te letten die altijd moeten overeenkomen om de correcte werking van het faxtoestel te garanderen:
papierformaat, d.w.z. breedte van het gebruikte vel
formaat van de papierbak, d.w.z. afstand tussen de binnenste zijkanten van de bak
afdrukformaat, d.w.z. de waarde van de parameter FORMAT van het menu PRINT PARAMETERS. Zie
hoofdstuk: WERKINGSTHEORIE.
INSTALLEREN VAN UW FAXTOESTEL EN ONMIDDELLIJK AAN DE SLAG GAAN
7
2 1 1 2
1.
2.
1.
2.
Controleer of de papierbak voor het juiste papierformaat is ingesteld, en dus dat de afstand tussen de interne zijden overeenkomt met de breedte van het papier. Als dit niet het geval is, de papierbak uitnemen en het deksel losmaken door een zijkant naar binnen te drukken. Maak de twee interne zijden aan de onderkant van de papierbak los door in de richting van de pijlen te duwen, en plaats ze overeenkomstig het papierformaat:
op de interne geleiders (1)
voor A4-formaat
op de externe geleiders (2),
voor de formaten LETTER en LEGAL.
Plaats het deksel terug en steek de papierinvoer in zijn behuizing; kantel het deksel naar voren en plaats papier van het juiste formaat (max. 150 vel). Sluit tenslotte het deksel.
INSTALLEREN VAN DE PRINTKOP
Open het deksel van de printer; de uitsparingen aan de zijkant vergemakkelijken het optillen van het deksel.
Neem de printkop uit zijn verpakking en verwijder de beschermfilm van de inktsproeiers terwijl u de printkop bij de speciaal voorziene vingergreep vasthoudt.
NEE!
Zorg ervoor dat u de inktsproeiers en de elektrische contacten niet aanraakt en neem de inktpatroon niet uit de printkop.
8
INSTALLEREN VAN UW FAXTOESTEL EN ONMIDDELLIJK AAN DE SLAG GAAN
NEE!
3.
Plaats de printkop in zijn
4.
5.
behuizing, met de elektrische contacten naar de voorkant van het faxtoestel gericht.
INDIEN...
de boodschap “CHECK PRINT HEAD” op het display verschijnt, de printkop weer uit het toestel nemen
en opnieuw installeren, ditmaal door iets harder te drukken. Als de boodschap blijft weergegeven, de klantenservice raadplegen.
de geleverde printkop een uitwisselbare inktpatroon heeft, kunt u de inktpatroon tot 6 maal vervangen
voordat u de volledige printkop moet vervangen.
u zowel de inktpatroon als de printkop wilt vervangen, raadpleeg dan het hoofdstuk SIGNALEN,
TOEBEHOREN, ONDERHOUD.
Duw de printkop in de richting van de pijl tot u een klik hoort (die klik geeft aan dat de printkop goed zit). Sluit het deksel van het printercompartiment. Het faxtoestel voert de “Automatische procedure voor het reinigen en testen van de inktsproeiers” uit (Procedures).
Om de printkop (inktpatroon inbegrepen) los te maken, drukt u in de richting van de pijl op de hendeltjes.
INSTALLEREN VAN UW FAXTOESTEL EN ONMIDDELLIJK AAN DE SLAG GAAN
9
INVOEREN VAN IDENTIFICATIEGEGEVENS
v
5.
Het faxtoestel drukt automatisch gegevens af bovenaan het verzonden document zodat de ontvanger onmiddellijk ziet wie het document verzonden heeft. Die gegevens vormen de identificatie van de verzender en bestaan uit de verzendingsdatum en -tijd en de naam van de verzender. De geleidelijke benadering van de functies van uw faxtoestel stelt u in staat eerst kennis te maken met de basisfuncties zoals het wijzigen van datum en tijd, het invoeren van naam en nummer van de afzender, en het verzenden en ontvangen of kopiëren van documenten. Wanneer het faxtoestel wordt ingeschakeld, voert het automatisch een korte test uit om de werking van de verschillende componenten te controleren en is vervolgens klaar voor gebruik. Het display geeft de ingestelde datum weer. Datum en tijd kunnen door de gebruiker worden gewijzigd en worden, als ze eenmaal zijn ingesteld, automatisch bijgehouden. Op elk verzonden document zal dan bij ontvangst de datum en tijd van de verzending en de naam van de afzender worden vermeld. In dit overzicht wordt uitgelegd hoe u datum, tijd en naam en nummer van de afzender kunt wijzigen. Instructies voor het invoeren van de gegevens vindt u in het hoofdstuk ALGEMEEN - Overzicht van de operaties.
OPMERKING
:
De parameters en gegevens voor persoonlijke aanpassing kunnen ook op de PC worden geprogrammeerd via de betreffende functie van de toepassing LinkFax, beschreven in het hoofdstuk WERKINGSTHEORIE - sectie GEAVANCEERDE FUNCTIES van deze handleiding.
Elektrische aansluiting uitgevoerd. Het faxtoestel staat aan. Het display geeft de normale status van het toestel weer, d.w.z. die voor het ontvangen van een document. Het display geeft tevens de datum en tijd weer die op het toestel zijn ingesteld. De datum in deze handleiding dient als voorbeeld.
12/12 ‘ 97 12:16 100% AUTOMATIC RX
DATUM EN TIJD
De datum en de tijd verschijnen bovenaan al de verzonden documenten en op het display wanneer het toestel standby staat. U kunt de ingevoerde datum en tijd te allen tijde wijzigen (behalve wanneer een uitgestelde verzending is geprogrammeerd) door de hieronder beschreven procedure te herhalen. U kunt ook het formaat van de datum- en tijdaanduiding wijzigen met behulp van de setup-parameter “DATE FORMAT”. Zie het hoofdstuk ALGEMEEN - Overzicht van de operaties.
1. Druk op FUNCTION gevolgd door 5.
FUNCTION (0-9)
5. SET-UP
2. Druk op START.
OPERATING CONFIGURATION STORING DATA
3. Druk op START.
STORING DATA DATE/TIME
4. Druk op START.
DATE/TIME 24/11 ’ 97 17:05
Voer de datum en de tijd in via het numeriek toetsenbord, bv. 25/11, 97 17: 05. Na het intikken van een cijfer gaat de cursor automatisch verder naar de volgende positie. Voor elke parameter moeten twee cijfers worden ingevoerd; las dus steeds een nul in voor één-cijferige getallen. Na het invoeren van de minuten, keert de cursor terug naar het eerste cijfer van de eerste parameter.
10
INSTALLEREN VAN UW FAXTOESTEL EN ONMIDDELLIJK AAN DE SLAG GAAN
DATE/TIME 25/11 ’ 97 17:05
6. Druk op START om de instelling te bevestigen. Het
6.
faxtoestel gaat automatisch over op het volgende item van het menu "STORING DATA".
STORING DATA MAILBOX PASSWORD
7. Druk op STOP om het menu te verlaten.
NAAM EN NUMMER VAN DE VERZENDER
Naast de datum en tijd kunt u ook de naam en het faxnummer van de verzender of andere identificatiegegevens invoeren. Deze gegevens blijven opgeslagen totdat ze weer worden gewijzigd en worden op elke verzonden faxpagina afgedrukt.
1. Druk op FUNCTION gevolgd door 5.
2. Druk op START.
3. Druk op toets 6.
4. Druk op START. Op het display verschijnt de
installatieparameter voor de naam van de verzender.
5. Druk op START. Op het display verschijnt de cursor voor
het invoeren van de naam.
Om een naam in te voeren (bv. ROSSI),drukt u op toets 7 totdat de letter R wordt weergegeven, vervolgens op 44 om de cursor naar rechts te verplaatsen, en op de nieuwe positie voert u het teken O in. Elke numerieke toets selecteert cyclisch de tekens in zijn register, beginnend bij het numerieke teken, elke keer dat hij wordt ingedrukt. Ga zo verder tot de naam is voltooid, voor een maximum van 16 tekens.
FUNCTION (0-9)
5. SET-UP
OPERATING CONFIGURATION STORING DATA
OPERATING CONFIGURATION INSTALLATION PARAMETERS
INSTALLATION PARAMETERS SENDER'S NAME
SENDER'S NAME _
SENDER'S NAME ROSSI
INDIEN...
u een fout gemaakt hebt, plaatst u de cursor op het foutieve teken met behulp van toets 33 en
overschrijft het met het correcte teken.
u de naam volledig wilt wissen en een nieuwe naam wilt invoeren, drukt u op de toets CLEAR.
u een spatie wilt inlassen drukt u op 44 zonder een teken in te voeren.
7. Druk op START om te bevestigen. Op het display
verschijnt de parameter voor het invoeren van het faxnummer.
INSTALLATION PARAMETERS SENDER’S NUMBER
8. Druk op START. Op het display verschijnt de cursor voor
het invoeren van het faxnummer.
INSTALLEREN VAN UW FAXTOESTEL EN ONMIDDELLIJK AAN DE SLAG GAAN
SENDER’S NUMBER _
11
9. Voer uw faxnummer in door alle cijfers van het nummer
v
op het numerieke toetsenbord in te typen, naar gelang uw behoefte met of zonder zonenummer (bv. 659876).
INDIEN...
u het nummer compleet met de internationale code wilt invoeren, moet u in plaats van de nullen, de toets * indrukken. Bv. voor het nummer 0039-125-526433:
1) Druk op toets * in plaats van “00”. Op het display verschijnt het symbool +. Dit symbool wordt ook in
plaats van “00” afgedrukt .
2) Typ 39.
3) Voer een spatie in door de cursor te verplaatsen met 44.
4) Typ 125 zonder “0”.
5) Voer nog een spatie in en vervolgens het nummer 526433.
SENDER’S NUMBER 659876
10. Druk op START om te bevestigen. Op het display
verschijnt de volgende parameter. De procedure is nu voltooid. De naam en het nummer van de afzender blijft opgeslagen totdat hij weer wordt gewijzigd en zal op elk verzonden document worden afgedrukt.
INSTALLATION PARAMETERS DIAL TYPE
11. Druk op STOP om het faxtoestel weer in standby te zetten.
INSTELLEN VAN DE INSTALLATIEPARAMETERS
De laatste fase van de installatieprocedure bestaat in het instellen van parameters die bepalen hoe het faxtoestel zal werken. Bij de hieronder beschreven procedure wordt ervan uit gegaan dat u toegang heeft tot alle installatieparameters, terwijl dat niet altijd het geval is. Afhankelijk van het land waarin u woont, kunnen bepaalde parameters immers "verborgen" zijn omdat ze volgens de nationale wetgeving uitsluitend door technici mogen worden gewijzigd. Wij raden u aan de door de fabrikant ingestelde parameters niet te wijzigen tenzij u er zeker van bent dat er daardoor geen fouten zullen ontstaan. Druk de parameters altijd even af alvorens ze te wijzigen. Na het wijzigen van de relevante installatieparameters kan het toestel gebruikt worden met de door de fabrikant ingestelde basisconfiguratie. Wanneer u meer vertrouwd bent met het toestel, wanneer u de handleiding hebt doorgenomen en wanneer u uw specifieke behoeften precies hebt weten te identificeren, kunt u de configuratie nog verder aanpassen. Zie het hoofdstuk WERKINGSTHEORIE - Het toestel aanpassen aan uw eigen voorkeuren.
AFDRUKKEN VAN DE INSTALLATIEPARAMETERS
Als u niet reeds in het menu navigeert, toont het display de status voor het ontvangen van een document.
1. Druk op FUNCTION gevolgd door 5.
2. Druk op START.
12
INSTALLEREN VAN UW FAXTOESTEL EN ONMIDDELLIJK AAN DE SLAG GAAN
12/12 ‘ 97 12:16 100% AUTOMATIC RX
FUNCTION (0-9)
5. SET-UP
OPERATING CONFIGURATION STORING DATA
3. Druk op toets 5 .
OPERATING CONFIGURATION INSTALLATION PARAMETERS
4. Druk op PRINT. Het faxtoestel drukt de ingestelde
waarden van de installatieparameters af.
AANSLUITING OP OPENBAAR TELEFOONNET OF PRIVÉ-TELEFOONCENTRALE
Na het invoeren van datum, tijd, naam en nummer moet het faxtoestel worden aangepast op de kenmerken van de centrale waarop de telefoonlijn is aangesloten. Er moeten dus nog enkele installatieparameters worden ingesteld, in het bijzonder de aansluiting op een openbaar telefoonnet of een privé-telefooncentrale.
Openbaar telefoonnet
Het faxtoestel is reeds ingesteld voor aansluiting op het openbaar telefoonnet. Toch moet u even controleren:
of de parameter PUBLIC TEL. NETWORK is geselecteerd
of de geselecteerde kiesmodus (puls of toon) overeenstemt met die van het openbaar telefoonnet
waarop uw faxtoestel is aangesloten. In geval van twijfel vraagt u dit het beste even aan de telefoonmaatschappij.
Privé-telefooncentrale
Om uw faxtoestel op een privé-lijn aan te sluiten en het ook op een openbare lijn te kunnen gebruiken, gaat u als volgt te werk:
selecteer de parameter PRIVATE BRANCH EXCHANGE
stel de kiesmodus (puls of toon) in op de kenmerken van de privé-telefooncentrale waarop uw
faxtoestel is aangesloten. In geval van twijfel vraagt u dit het beste even aan de beheerder van de privé-telefooncentrale.
stel de buitenlijnmodus (prefix, ground, of flash) in die nodig is om via de privé-centrale toegang tot het
openbaar net te krijgen.
INSTALLATION PARAMETERS PRINTING...
Zie het hoofdstuk ALGEMEEN - Overzicht van de operaties.
1. Herhaal de procedure “NAAM EN NUMMER VAN DE
AFZENDER” tot stap 8 en druk op START.
2. Druk op START.
INDIEN...
het faxtoestel op een privé-lijn (privé-telefooncentrale) is aangesloten, drukt u op 6 om aansluiting op
het openbaar telefoonnet te selecteren.
u het faxtoestel op de privé-telefooncentrale wilt aansluiten:
1) Druk op 5 of 6 om de boodschap: DIAL TYPE PRIVATE BRANCH EXCHANGE weer te geven
2) Druk op START. Op het display verschijnt PRIVATE BRANCH EXCHANGE OUTSIDE TYPE
3) Druk op START. Op het display verschijnt OUTSIDE TYPE DIAL NUMBER. Er kunnen drie modi
worden geselecteerd via de toetsen 5 of 6: Dial Number, Earth en Flash.
4) Druk op START. Op het display verschijnt DIAL NUMBER.
5) Voer een prefix in, max. 3 tekens van 0 tot 9 en druk op START. Op het display verschijnt
PRIVATE BRANCH EXCHANGE DIAL TYPE.
INSTALLEREN VAN UW FAXTOESTEL EN ONMIDDELLIJK AAN DE SLAG GAAN
INSTALLATION PARAMETERS DIAL TYPE
DIAL TYPE PUBLIC TEL. NETWORK
13
6) Druk op START. Op het display verschijnt DIAL TYPE PULSE.
6.
1.
7) Druk op START om te bevestigen of selecteer toon met toets 6 en druk op START. Op het display verschijnt PRIVATE BRANCH EXCHANGE OUTSIDE TYPE. Het kiezen geschiedt volgens de kenmerken van uw privé-telefooncentrale.
8) Druk op STOP. Op het display verschijnt INSTALLATION PARAMETERS DIAL TYPE FOR
PUB. NET. Vanaf hier komt de procedure overeen met de hoofdprocedure. Om ook op het openbaar
telefoonnet aan te sluiten, gaat u naar stap 4 van de hoofdprocedure.
3. Druk op START.
INSTALLATION PARAMETERS DIAL TYPE FOR PUB. NET.
4. Druk op START.
DIAL TYPE FOR PUB. NET. TONE
INDIEN...
u de toon-kiesmodus wilt weergeven, drukt u op 5 of 6.
5. Druk op START om te bevestigen. Op het display
verschijnt de boodschap m.b.t. de afstandsbediening van het faxtoestel.
Druk op STOP om de procedure af te sluiten en het faxtoestel weer in standby te zetten.
INSTALLATION PARAMETERS REMOTE START
AAN DE SLAGMET HET FAXTOESTEL
In dit hoofdstuk worden de basisfuncties van het faxtoestel beschreven: verzenden en ontvangen van een fax en manueel kiezen van een faxnummer (wanneer de door het toestel uitgevoerde automatische redials er niet in slagen een verbinding tot stand te brengen met de gewenste abonnee). Indien u het toestel gebruikt op de in dit hoofdstuk beschreven manier moet u er zich van bewust zijn dat u heel wat mogelijkheden onbenut laat: daarom raden wij u aan ook het hoofdstuk WERKINGSTHEORIE zorgvuldig te lezen.
EEN FAX VERZENDEN
v Het faxtoestel is ingeschakeld en standby. Op het display staat de boodschap “AUTOMATIC RX”. De in
het hoofdstuk “Instellen van de installatieparameters” beschreven procedure werd reeds uitgevoerd.
Steek het document met de bedrukte zijde naar beneden in de invoergleuf voor de originele (ADF) en schuif de papiergeleiders tegen de randen van het blad. Na enkele seconden wordt het document automatisch in de ADF getrokken.
2. Vorm het faxnummer van de ontvanger (maximaal 32
cijfers) op het numerieke toetsenbord.
14
INSTALLEREN VAN UW FAXTOESTEL EN ONMIDDELLIJK AAN DE SLAG GAAN
27/11 ‘97 12:04 100 % DOCUMENT INSERTED
FAX: 125 240342
3.
Druk op START. Het faxtoestel begint het document op te slaan (het percentage beschikbaar geheugen neemt af). Vervolgens start het de verzending (het TX/RX-lampje gaat branden). Na de verzending gaat het TX/RX-lampje uit en het faxtoestel gaat weer in standby staan.
INDIEN...
er een storing optreedt op de telefoonlijn tijdens een verzendpoging van het faxtoestel, gaat het ERROR­lampje branden. Plaats het document opnieuw in de ADF, druk op REDIAL en vervolgens op START. Het faxtoestel onderneemt een nieuwe poging om het document te verzenden.
27/11 ‘97 12:04 100 % AUTOMATIC RX
EEN FAX ONTVANGEN
v Het faxtoestel is ingeschakeld en staat in standby. Op het display staat de boodschap “AUTOMATIC
RX”. De in het hoofdstuk “Instellen van de installatieparameters” beschreven procedure werd reeds uitgevoerd.
1. De telefoon rinkelt en het faxtoestel start automatisch de ontvangst (het TX/RX-lampje brandt).
2. Wanneer de ontvangst beëindigd en geslaagd is, klinkt er een geluidssignaal (het TX/RX-lampje
gaat uit).
INSTALLEREN VAN UW FAXTOESTEL EN ONMIDDELLIJK AAN DE SLAG GAAN
15
WERKINGSTHEORIE
WERKINGSTHEORIE
Met een faxtoestel is het mogelijk om op grote afstand een exacte kopie van een document te genereren. Het bestaat uit de volgende drie voornaamste onderdelen:
DE SCANNER
De scanner is het apparaat dat de te verzenden pagina met tekst en/of beeld optisch aftast of scant. De pagina wordt verlicht met een reeks LED’s (Light Emitting Diode; lichtgevende diode) en de weerkaatste lichtstralen, waarvan de intensiteit afhangt van het punt op het papier dat ze beschijnen (leeg of bedrukt), worden opgevangen door sensors die ze omzetten in elektrische signalen. Die signalen worden vervolgens gecodeerd volgens internationaal erkende standaards. Het gecodeerde beeld wordt “gecomprimeerd” (met andere woorden, de zwart-witreeksen worden “ingekort” en voorgesteld door één enkele code die hun lengte en positie aangeeft) om voldoende ruimte te hebben in het geheugen en om de verzendingstijd zo kort mogelijk te houden.
DE PRINTER
Zoals de benaming van dit apparaat reeds doet vermoeden, wordt het gebruikt om documenten af te drukken. Er worden veel verschillende afdruktechnieken gebruikt. Uw faxtoestel is gebaseerd op de inkjet-technologie, dat gebruik maakt van een printkop voorzien van een reeks inktsproeiers die microscopische kleine inktdeeltjes op het papier “afvuren” en precies hetzelfde beeld genereren als het door de scanner van het verzendende faxtoestel gelezen beeld. Een van de belangrijkste voordelen van uw faxtoestel is dat de binnenkomende faxen kunnen worden afgedrukt op normaal papier, dat niet vervelend opkrult zoals thermisch papier, dat door de meeste op de markt verkrijgbare faxtoestellen wordt gebruikt, en dat bovendien veel minder duur is.
DE MODEM
Dankzij de in uw faxtoestel ingebouwde modem kunt u het toestel aansluiten op de telefoonlijn en op afstand gegevens uitwisselen met andere toestellen. De verschillende geïntegreerde schakelingen waaruit de modem bestaat zetten binaire signalen (reeksen van enen en nullen) om in analoge elektrische signalen (d.w.z. variabele elektrische spanningen) en vice versa. Het communicatieproces is op internationale schaal gereguleerd door “protocollen”, een soort talen waarmee elektronische apparaten met elkaar kunnen “praten”. Dit faxtoestel maakt gebruik van het Half Duplex-protocol en kan gegevens verzenden en ontvangen tegen verschillende snelheden, van 2400 tot 14400 bps (bits per seconde).
Naast deze drie voornaamste onderdelen is het toestel uitgerust met een aantal andere functionele elementen waardoor het:
gebruikerscommando’s kan ontvangen (het bedieningspaneel)
de status van aan de gang zijnde transacties kan aangeven en ingevoerde gegevens kan afbeelden
(het display)
originele te verzenden documenten kan invoeren (ADF - Automatic Document Feeder)
het papier waarop de documenten worden afgedrukt kan aanvoeren (papierbak en ASF - Automatic
Sheet Feeder)
kan communiceren met een personal computer (parallelle interface). Het geheugen van het toestel verdient een bijzondere vermelding. Het bestaat uit een elektronische chip
die gebruikt wordt om gegevens op te slaan. Het geheugen bestaat uit twee hoofdgedeelten: het gegevensgeheugen, dat hoofdzakelijk gegevens bevat met betrekking tot de configuratie van het toestel, en het documentgeheugen waarin de originele documenten voor verzending of kopiëren en de ontvangen documenten worden opgeslagen (100 pagina’s*). De opgeslagen gegevens worden verscheidene uren vastgehouden, zelfs in geval van een stroomonderbreking. Het belangrijkste voordeel van het geheugen is dat het op die manier mogelijk wordt verschillende operaties gelijktijdig uit te voeren. Zo kunt u bij voorbeeld een verzendingstransactie programmeren terwijl u een document ontvangt, of een bestand vanuit de PC afdrukken terwijl u een opgeslagen document verstuurt.
* ITU-TS-formaat, Test Sheet nr. 1 (Slerexe Letter) in standaardresolutie en MH-comprimeringsmodus.
WERKINGSTHEORIE
19
METHODEN OM TE BELLEN (KIEZEN)
Een van de belangrijkste operaties die men moet uitvoeren voor het verzenden van een document is het vormen van het faxnummer van de ontvanger. Gedurende die voorbereidende fase detecteert het faxtoestel een telefoonlijn en kiest het door u ingevoerde nummer. U kunt een groot aantal nummers in het faxtoestel programmeren en er aanvullende informatie mee verbinden. Op die manier stelt u een elektronisch gegevensboek samen, dat u niet alleen tijd bespaart maar dat bovendien het risico elimineert op het maken van fouten bij het kiezen van een nummer. De opgeslagen nummers kunnen op vier manieren worden opgeroepen:
One touch dialling
Dit is de snelste methode waarmee u een nummer kunt kiezen door slechts één toets in te drukken die verbonden is met het gewenste nummer. Er zijn 10 one-touch-dialling-toetsen (van 0 tot 10) die rechts op het bedieningspaneel werden ondergebracht. Met elk van die toetsen kan een faxnummer en een telefoonnummer worden verbonden. Zie het hoofdstuk PROCEDURES.
Speed-dialling-codes
Met deze methode kunt u een eerder opgeslagen nummer kiezen door op drie toetsen te drukken, namelijk de toets SPEED DIAL en twee toetsen op het numeriek toetsenbord waaruit de snelkiescode is samengesteld (van 00 tot 89). Deze methode kan worden gebruikt voor maximaal 90 faxnummers. Zie het hoofdstuk PROCEDURES.
Alfabetisch kiezen
Dit is de meest functionele methode omdat het de voorziening om iemands nummer te zoeken op basis van zijn naam combineert met de hoge snelheid waarmee het nummer gekozen kan worden. Druk op de toets SPEED DIAL, zoek de naam van de gewenste abonnee met de toetsen 5 en 6 in de lijst van namen waarmee een speed-dialling-code is verbonden en druk op START wanneer de gewenste naam op het display wordt afgebeeld.
Gegroepeerd kiezen
Er kunnen tot 10 verschillende groepen ontvangers worden samengesteld, elk bestaande uit one-touch­of speed-dialling-faxnummers, tot een maximum van 100 ontvangers. De groepen worden genummerd van 90 tot 99. Bij kiezen van een verzendingsgroep wordt hetzelfde document naar elk van de ontvangers in de groep gezonden.
Niet opgeslagen nummers kunnen eveneens op drie verschillende, tragere manieren worden gevormd.
Kiezen met behulp van het numeriek toetsenbord
Tik het gewenste nummer in op het numeriek toetsenbord en druk op START om het te bevestigen.
Manueel kiezen
“Neem” een telefoonlijn door op de toets HOOK te drukken (om de kiestoon te horen), tik het gewenste nummer in op het numeriek toetsenbord en bevestig het door op START te drukken. Daarnaast zijn er een aantal kiesfuncties die de door het faxtoestel gebruikte aansluitingsmethode wijzigen. Die functies kunnen manueel geactiveerd worden, d.w.z. bij het kiezen van een nummer, ofwel automatisch, bij het programmeren van one-touch-toetsen of speed-dialling-codes.
Het gaat om de volgende functies:
− − Wijzigen van het kiestype
Door op de toets * te drukken kunt u tijdens het kiezen van een nummer omschakelen van puls-
naar toon-kiezen. Wanneer de functie geactiveerd is verschijnt het symbool “*” op het scherm.
− − Aansluiten op een buitenlijn
Wanneer u op de toets EXT.//PAUSE drukt alvorens u een nummer kiest wordt er een buitenlijn
genomen met behulp van de in de installatieparameter DIAL TYPE (Dial number, Flash, Earth) vastgelegde methode. Deze functie wordt gebruikt wanneer het faxtoestel is aangesloten op een privé-telefooncentrale. Wanneer de functie actief is wordt de letter “E” op het display afgebeeld
20
WERKINGSTHEORIE
Pauze
Wanneer u op de toets EXT.//PAUSE drukt terwijl u een nummer kiest (d.w.z. tussen twee
cijfers) voegt het faxtoestel op die plaats een pauze in bij het vormen van het nummer. Wanneer de functie wordt geactiveerd verschijnt de letter “p” op het display.
Tweede toon
Wanneer u op de toets 2nd DIAL TONE//HOLD drukt terwijl u een nummer kiest zoekt het
faxtoestel naar een tweede kiestoon. Deze functie wordt gebruikt wanneer het faxtoestel is aangesloten op bijzondere types van telefooncentrales. Wanneer ze wordt geactiveerd verschijnt het symbool “:” op het display.
Kiezen met behulp van een externe telefoon
Tik het nummer in en druk op START.
METHODEN OM TE VERZENDEN
Met dit faxtoestel kunt u documenten op verschillende manieren verzenden, afhankelijk van hoe dringend de verzending is, aan hoeveel ontvangers het document verzonden moet worden en of het al dan niet vertrouwelijk behandeld moet worden. De verzendingsmethoden kunnen in twee groepen worden opgesplitst.
VERZENDING AAN EEN ENKELE ONTVANGER
Een document kan naar één enkele ontvanger worden verzonden met behulp van de volgende methoden:
onmiddellijke verzending
Dit is de eenvoudigste en snelste methode om een document te verzenden. Denk er echter aan dat wanneer de setup-parameter “AUTOMATIC STORING” geblokkeerd werd het document in de ADF gelaten moet worden (anders wordt de instelling geannuleerd) en het faxtoestel niet gebruikt kan worden voor een andere transactie tot na beëindiging van de bezig zijnde verzendingstransactie. Zie het hoofdstuk PROCEDURES.
uitgestelde verzending
Gebruik deze methode wanneer u een document op een vastgesteld tijdstip wenst te verzenden. Dankzij die mogelijkheid vormen tijdverschillen met ontvangers aan de andere kant van de wereld geen probleem meer. Bovendien kunt u op die manier tijdstippen kiezen voor het verzenden van documenten waarop de lijnen minder druk zijn en er lagere gesprekkosten worden aangerekend. Vergeet niet dat u andere documenten kunt ontvangen, kopiëren of verzenden nadat u het toestel hebt geprogrammeerd voor een uitgestelde verzending, aangezien het document automatisch wordt opgeslagen. Zie het hoofdstuk PROCEDURES.
vertrouwelijke verzending
Deze methode kunt u gebruiken wanneer het document dat u wilt verzenden vertrouwelijke informatie bevat. Het verzonden document wordt niet onmiddellijk afgedrukt door het ontvangende faxtoestel. Het wordt opgeslagen en pas afgedrukt nadat de ontvanger het vooraf met de verzender afgesproken wachtwoord heeft ingevoerd (4 tekens). Voor deze verzendingsmethode moeten beide faxtoestellen onderling compatibel zijn en moet het ontvangende faxtoestel een speciale geheugenplaats hebben met de naam “confidential mailbox” (vertrouwelijke brievenbus). Zie het hoofdstuk PROCEDURES.
Behalve in de modus voor uitgesteld verzenden, waarin het document altijd automatisch wordt opgeslagen, kunt u het document in de ADF laten tot het verzendingstijdstip, of het opslaan en het uit de ADF nemen, al naargelang de setup-parameter “AUTOMATIC STORING” respectievelijk geblokkeerd of geactiveerd werd.
VERZENDINGEN AAN MEER DAN EEN ONTVANGER ("BROADCAST")
Met dit type van verzending kunt u een document aan verscheidene ontvangers verzenden (max. 100). Het document wordt opgeslagen en daarna hetzij onmiddellijk hetzij op een geprogrammeerd tijdstip verzonden naar de verschillende ontvangers in de volgorde waarin ze geselecteerd werden. U kunt maximaal 10 broadcast-verzendingen uitvoeren. Bij dit type van verzending wordt het document altijd automatisch opgeslagen door het faxtoestel. Zie het hoofdstuk PROCEDURES.
WERKINGSTHEORIE
21
DRINGENDE VERZENDING
Dit type van verzending krijgt voorrang ten opzichte van de andere opgeslagen verzendingen, als een speciale toets wordt ingedrukt. Zie het hoofdstuk PROCEDURES.
HERHALEN VAN VERZENDINGEN
Op voorwaarde dat de setup-parameter “RESEND FAILED TX” geactiveerd werd kunnen geslaagde verzendingen van opgeslagen documenten of broadcast-verzendingen herhaald worden door de verzendingstijd en/of het faxnummer van de ontvanger manueel te wijzigen. Zie het hoofdstuk PROCEDURES.
METHODEN OM TE ONTVANGEN
Een document kan op de volgende vijf manieren ontvangen worden:
AUTOMATISCH
Wanneer het faxtoestel op automatische ontvangst staat hoeft u er niet bij te blijven om een document te ontvangen. Het toestel handelt de ontvangst van een binnenkomend document helemaal zelf af. Zie het hoofdstuk PROCEDURES.
MANUEEL
Voor deze methode moet u bij het faxtoestel zijn. Ze is speciaal bedoeld voor gevallen waarin de telefoonlijn niet uitsluitend voor het faxtoestel wordt gebruikt. Wanneer de telefoon rinkelt neemt u de hoorn op om te luisteren of het een gewone telefoonoproep is of een faxoproep: wanneer u een gemoduleerd signaal hoort betekent dat dat iemand u een fax probeert te sturen. Indien u niet opneemt voor de telefoon een vooraf ingesteld aantal keren gerinkeld heeft komt het faxtoestel vanzelf in de automatische-ontvangstmodus. Zie het hoofdstuk PROCEDURES.
MET OPROEPTYPEHERKENNING (FAX OF TELEFOON)
Wanneer de “FAX/PHONE”-parameter geactiveerd is (in landen waar deze functie is toegestaan) herkent het faxtoestel zelf of de binnenkomende oproep een gewone telefoonoproep of een faxoproep is. Zie het hoofdstuk PROCEDURES.
VERTROUWELIJK
Wanneer u vertrouwelijke documenten moet ontvangen kunt u die laten opslaan in een speciale geheugenplaats die “confidential mailbox” (vertrouwelijke brievenbus) wordt genoemd, i.p.v. ze onmiddellijk te laten afdrukken. Om deze documenten te kunnen afdrukken moet u eerst een (met de afzender overeengekomen) wachtwoord invoeren. Zie het hoofdstuk PROCEDURES.
MET FAX-ANTWOORDAPPARAAT
Deze ontvangstmodus kan worden gebruikt als het faxtoestel op een antwoordapparaat is aangesloten (alleen in landen waar de normen dit toelaten). Het antwoordapparaat wacht een aantal belsignalen en antwoordt vervolgens. Daarna kan het een door de correspondent ingesproken boodschap registreren of het faxtoestel het signaal geven voor automatische ontvangst van een document.
Welke van de ontvangstmethoden het faxtoestel aanneemt hangt af van de instelling van de setup­parameter “RECEPTION MODE”. Door de setup-parameter “SUBSTITUTE RECEPTION” te activeren kan het faxtoestel de ontvangen documenten opslaan wanneer de printer bezig is met een andere verrichting of wanneer hij buiten werking is omdat de inkt of het papier op is of omdat het papier is vastgelopen. In het geheugen van het faxtoestel is er ruimte voor ongeveer 70 pagina’s.
22
WERKINGSTHEORIE
POLLING
Polling kan omschreven worden als een “self-service datacommunicatiemethode”. Dankzij deze functie kunt u een verbinding tot stand brengen met een ander faxtoestel en het vragen om een document automatisch te verzenden. Dat betekent dat de bezitter van het andere faxtoestel niet thuis hoeft te zijn. Deze methode om documenten te verspreiden kan beperkt worden tot een groep van faxbezitters (bij voorbeeld om vertrouwelijke documenten te verzenden) of kan toegankelijk gemaakt worden voor iedereen (bij voorbeeld voor het verspreiden van prijslijsten). De twee belangrijkste voordelen van polling zijn de volgende:
de ontvanger activeert de verzending van het document
d.w.z. dat u een verbinding tot stand kunt brengen met een ander faxtoestel en het vragen om automatisch een correct voorbereid document te verzenden, zelfs indien de gebruiker van dat andere faxtoestel niet thuis is
de faxverzending wordt aangerekend aan de ontvanger
m.a.w. de ontvanger betaalt de telefoonkosten i.p.v. de verzender.
Het faxtoestel dat het document verzendt en het toestel dat de verzending aanvraagt hebben een aantal verschillende pollingmethoden.
POLLINGVERZENDING
Wanneer het toestel een document d.m.v. polling verzendt, kan het gebruik maken van de volgende methoden:
vrije polling
waarmee het document kan worden verzonden aan één enkele ontvanger of aan verscheidene ontvangers, al naargelang de setup-parameter “DEL FAILED POLL TX DOC” respectievelijk
geactiveerd of geblokkeerd werd: als hij werd geactiveerd wist het faxtoestel het document automatisch uit het geheugen nadat het werd verzonden; als hij werd geblokkeerd blijft het document ter beschikking van andere gebruikers die het kunnen opvragen. Zie het hoofdstuk PROCEDURES.
beschermde polling
waarmee het document uitsluitend kan worden verzonden aan een vooraf ingestelde groep ontvangers. De lijst van geactiveerde ontvangers wordt opgemaakt door het programmeren van speciale identificatiecodes. Indien een ontvanger wiens ID niet in de lijst voorkomt uw faxtoestel vraagt een document te verzenden zal zijn verzoek afgewezen worden. De ID’s gaan van 01 tot 10 en ieder ID is verbonden met de CSI van een gebruiker die geautoriseerd moet worden om één van uw documenten te ontvangen (max. 20 cijfers - de CSI komt overeen met het numerieke gedeelte van de ID van de verzender). Om ze gemakkelijker te raadplegen kunt u ze afdrukken. Zie het hoofdstuk PROCEDURES.
POLLINGONTVANGST
Om een document te ontvangen met polling kan het toestel gebruik maken van de volgende methoden:
enkelvoudig
Met deze methode wordt aan één enkel ander faxtoestel gevraagd een document te verzenden. De aanvraag kan rechtstreeks of uitgesteld plaatsvinden
meervoudig
Met deze methode kunt u verscheidene andere faxtoestellen vragen een document te verzenden. Ook in dit geval kan de aanvraag rechtstreeks gebeuren of op een geprogrammeerd tijdstip. U kunt maximaal tien pollingontvangsttransacties programmeren. Een geprogrammeerde ontvangsttransactie kan gewijzigd of geannuleerd worden. Op het einde van de transactie drukt het faxtoestel automatisch een rapport uit over de uitgevoerde transacties. Zie het hoofdstuk PROCEDURES.
WERKINGSTHEORIE
23
Loading...
+ 65 hidden pages