Olivetti D-COPIA 2200MF, D-COPIA 1800MF User Manual [nl]

Page 1
d-Copia 1800MF
d-Copia 2200MF
GEBRUIKERSHANDLEIDING
NL
550505nl
Page 2
PUBLICATIE UITGEGEVEN DOOR:
Via Jervis, 77 - 10015 Ivrea (ITALY) www.olivetti.com
Copyright © 2009, Olivetti Alle rechten voorbehouden
De fabrikant behoudt zich het recht voor om zonder voorafgaande kennisgeving wijzigingen aan het in
Het merk dat op het product is aangebrachtgeeft aan dat het product voldoet aan defundamentele kwaliteitsvereisten.
dezehandleiding beschreven product aan te brengen.
ENERGY STAR is een U.S. geregistreerd merk.
Het ENERGY STAR programma is een energiebesparingsplan geïntroduceerd door de United StatesEnvironmental Protection Agency in antwoord op de milieuproblematiek en met als doel bevordering van deontwikkeling en het gebruik van meer energie-efficiënte kantoorapparatuur.
Gelieve rekening te houden met het feit dat de volgende omstandigheden bovengenoemde conformiteit evenals deproductkenmerken niet meer gegarandeerd zijn:
verkeerde elektrische stroomvoorziening;
verkeerde installatie, verkeerd of onheus gebruik of in ieder geval gebruik waarbij geen rekening
wordtgehouden met de aanwijzingen in de bij het product geleverde handleiding;
vervangen van originele componenten of accessoires door een ander type dat niet goedgekeurd is door deconstructeur, of uitgevoerd door onbevoegd personeel.
Alle rechten voorbehouden. Niets van dit materiaal mag worden verveelvoudigd ofovergedragen in welke vorm of op welke wijze dan ook, elektronisch of mechanisch,inclusief fotokopieën, opname of door middel van enig systeem voor het opslaan enopvragen van gegevens, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van deUitgever.
Page 3
Inleiding Hartelijk dank voor de aanschaf van de d-Copia 1800MF/d-Copia 2200MF.
Deze bedieningshandleiding is bedoeld om u te helpen het apparaat correct te bedienen, het basisonderhoud uit te voeren en zo nodig eenvoudige problemen op te lossen, zodat u uw apparaat steeds in optimale staat kunt gebruiken. Lees deze bedieningshandleiding aandachtig voor u het apparaat in gebruik neemt. Bewaar de handleiding in de buurt van het apparaat zodat u deze snel kunt raadplegen. Wij adviseren u vervangartikelen van ons eigen merk te gebruiken. Wij zijn niet aansprakelijk voor schade ten gevolge van het gebruik van verbruiksartikelen van andere fabrikanten in dit apparaat. In deze bedieningshandleiding wordt naar de d-Copia 1800MF verwezen als het '18-ppm-model' en naar de d-Copia 2200MF als het '22-ppm-model'.
Page 4

Wettelijke kennisgevingen en veiligheidsvoorschriften

Lees deze informatie voordat u het apparaat in gebruik neemt. In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen behandeld:
Wettelijke kennisgevingen................................................ii
Energy Star-programma .................................................. iii
Veiligheidsconventies ......................................................iv
Waarschuwingsetiketten .................................................vi
Voorzorgsmaatregelen bij de installatie.......................... vii
Stroomtoevoer/aarding van het apparaat...................... viii
Voorzorgsmaatregelen voor gebruik ...............................ix
Laserveiligheid ............................................................... xii
Stroomtoevoer afsluiten................................................. xiii
EG-verklaring van overeenstemming ............................ xiii
GEBRUIKERSHANDLEIDING i
Page 5
Wettelijke kennisgevingen en veiligheidsvoorschriften

Wettelijke kennisgevingen

Kennisgeving

Copyright

VOORZICHTIG:
schade die het gevolg is van het verkeerd installeren van het apparaat.
De informatie in deze handleiding kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. In toekomstige edities kunnen extra pagina's worden ingevoegd. De huidige editie kan technische onvolkomenheden of drukfouten bevatten.
Wij aanvaarden geen verantwoordelijkheid voor ongevallen die het gevolg zijn van het niet opvolgen van de instructies in deze handleiding. Wij aanvaarden geen verantwoordelijkheid voor fouten in de firmware van de printer (de inhoud van het ROM).
Deze handleiding en al het materiaal dat onder het auteursrecht valt en wordt verkocht of meegeleverd bij of in verband met de verkoop van het apparaat, zijn auteursrechtelijk beschermd. Alle rechten voorbehouden. Elke kopie die van deze handleiding of een deel daarvan wordt gemaakt, en alles wat onder het auteursrecht valt, moet dezelfde copyright­vermelding bevatten als het materiaal dat wordt gekopieerd.
Er wordt geen aansprakelijkheid aanvaard voor

Handelsmerken

PRESCRIBE, ECOSYS, KPDL en KIR (Kyocera Image Refinement) zijn handelsmerken van Kyocera Corporation.
Diablo 630 is een product van Xerox Corporation. IBM Proprinter X24E is een product van International Business Machines Corporation. Epson LQ-850 is een product van Seiko Epson Corporation. Hewlett-Packard, PCL en PJL zijn gedeponeerde handelsmerken van Hewlett-Packard Company. Adobe Acrobat, Acrobat Reader en PostScript zijn geregistreerde handelsmerken van Adobe Systems Incorporated. Macintosh, AppleTalk en TrueType zijn geregistreerde handelsmerken van Apple Computer, Inc. Microsoft, Windows, Windows NT, Windows XP, Windows Vista en Internet Explorer zijn geregistreerde handelsmerken van Microsoft Corporation. PowerPC is een handelsmerk van IBM in de Verenigde Staten en in andere landen. ENERGY STAR is een in de Verenigde Staten gedeponeerde handelsmerk. Alle overige merk- en productnamen zijn gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van de respectieve bedrijven.
CompactFlash en CF zijn handelsmerken van SanDisk Corporation of America.
Dit apparaat is ontwikkeld met behulp van het embedded realtimebesturingssysteem Tornado™ van Wind River Systems, Inc.
ii GEBRUIKERSHANDLEIDING
Page 6
Alle Europese lettertypes die in dit apparaat geïnstalleerd zijn, worden gebruikt onder licentieovereenkomst met Monotype Imaging Inc. In dit apparaat zijn UFST™ MicroType®-lettertypes van Monotype Imaging Inc. geïnstalleerd.
Helvetica, Palatino en Times zijn geregistreerde handelsmerken van Linotype-Hell AG.
ITC Avant Garde Gothic, ITC Bookman, ITC ZapfChancery en ITC ZapfDingbats zijn geregistreerde handelsmerken van International Type-face Corporation.
TypeBankG-B, TypeBankM-M en Typebank-OCR zijn handelsmerken van TypeBank®.

Wettelijke beperking op kopiëren

Het kan verboden zijn om auteursrechtelijk beschermd materiaal te kopiëren zonder toestemming van de copyright-houder.
Het is te allen tijde ten strengste verboden binnenlandse of buitenlandse valuta en waardepapieren te kopiëren met inbegrip van: Papiergeld, bankbiljetten, waardepapieren, postzegels, paspoorten, certificaten.
Plaatselijke wetten en bepalingen kunnen mogelijk het kopiëren of scannen van ander materiaal dan hierboven is vermeld verbieden of beperken.

Energy Star-programma

Energiebesparende stand

Automatische slaapstand

Optionele automatische dubbelzijdige kopieerfunctie

Het apparaat is voorzien van een energiebesparende stand, waarbij het energieverbruik wordt beperkt na het verstrijken van een bepaalde tijdsperiode nadat het apparaat het laatst werd gebruikt, en met een slaapstand, waarbij de printer- en faxfuncties in een wachtstand komen te staan, maar het energieverbruik tot een minimum wordt beperkt wanneer er gedurende een bepaalde tijdsperiode geen activiteiten hebben plaatsgevonden op het apparaat. Als de tijdsduur voor het automatisch inschakelen van de energiebesparende stand even lang is als voor de slaapstand, dan krijgt de slaapstand voorrang.
Het apparaat schakelt automatisch in de energiebesparende stand één minuut nadat het apparaat voor het laatst werd gebruikt.
Het apparaat schakelt automatisch in de slaapstand één minuut nadat het apparaat voor het laatst werd gebruikt.
Dit apparaat kan optioneel voorzien worden van een dubbelzijdige kopieerfunctie. Als u bijvoorbeeld twee enkelzijdige originelen als
GEBRUIKERSHANDLEIDING iii
Page 7
Wettelijke kennisgevingen en veiligheidsvoorschriften
dubbelzijdige kopie op één vel papier kopieert, kunt u de gebruikte hoeveelheid papier beperken.

Gerecycled papier

Dit apparaat ondersteunt het gebruik van gerecycled papier om de belasting voor het milieu te verminderen. Uw verkoper of servicevertegenwoordiger kan u informatie verschaffen over aanbevolen papiersoorten.

Energy Star-programma (ENERGY STAR®)

Als bedrijf dat deelneemt aan het Energy Star-programma hebben wij vastgesteld dat dit product voldoet aan de normen zoals bepaald in het internationale Energy Star-programma.

Veiligheidsconventies

Lees deze handleiding voor de bediening voordat u het apparaat in gebruik neemt. Bewaar de handleiding in de buurt van het apparaat, zodat deze direct beschikbaar is.
De delen van deze handleiding en onderdelen van het apparaat die zijn aangeduid met symbolen, bevatten veiligheidswaarschuwingen ter bescherming van de gebruiker, andere personen en voorwerpen in de buurt. Ze zijn ook bedoeld voor een correct en veilig gebruik van het apparaat.
De symbolen met hun betekenis worden hieronder beschreven.
GEVAAR: Dit geeft aan dat wanneer u onvoldoende aandacht
besteedt aan of u niet op de juiste wijze houdt aan de betreffende punten, dit waarschijnlijk zal leiden tot ernstig letsel of zelfs levensgevaar.
WAARSCHUWING: Dit geeft aan dat wanneer u onvoldoende
aandacht besteedt aan of u niet op de juiste wijze houdt aan de betreffende punten, dit kan leiden tot ernstig letsel of zelfs levensgevaar.
VOORZICHTIG: Dit geeft aan dat wanneer u onvoldoende
aandacht besteedt aan of u niet op de juiste wijze houdt aan de betreffende punten, dit kan leiden tot lichamelijk letsel of mechanische beschadiging.
iv GEBRUIKERSHANDLEIDING
Page 8

Symbolen

Wettelijke kennisgevingen en veiligheidsvoorschriften
De volgende symbolen geven aan dat het betreffende deel veiligheidswaarschuwingen bevat. Specifieke aandachtspunten worden binnenin het symbool aangegeven.
.... [Algemene waarschuwing]
.... [Waarschuwing voor gevaar van elektrische schokken]
.... [Waarschuwing voor hoge temperatuur]
De volgende symbolen geven aan dat het betreffende deel informatie bevat over niet-toegestane handelingen. Specifieke informatie over de niet-toegestane handeling staat binnenin het symbool.
.... [Waarschuwing voor niet-toegestane handeling]
.... [Demontage verboden]
De volgende symbolen geven aan dat het betreffende deel informatie bevat over handelingen die moeten worden uitgevoerd. Specifieke informatie over de vereiste handeling staat binnenin het symbool.
.... [Waarschuwing voor vereiste handeling]
.... [Haal de stekker uit het stopcontact]
.... [Sluit het apparaat altijd aan op een geaard stopcontact]
Neem contact op met uw servicevertegenwoordiger om een nieuw exemplaar te bestellen (tegen betaling), als de veiligheidswaarschuwingen in deze handleiding voor de bediening onleesbaar zijn of als de handleiding zelf ontbreekt.
GEBRUIKERSHANDLEIDING v
Page 9
Wettelijke kennisgevingen en veiligheidsvoorschriften

Waarschuwingsetiketten

Er zijn ten behoeve van de veiligheid op de volgende plaatsen waarschuwingsetiketten op het apparaat aangebracht: Voorkom brand of elektrische schokken bij het verhelpen van een papierstoring of wanneer u de toner vervangt.
Etiket 2
Hoge temperatuur. Raak geen onderdelen in dit gebied aan, wegens gevaar op brandwonden.
Etiket 3
Probeer de tonercontainer niet te verbranden. De vonken kunnen brandwonden veroorzaken.
Etiket 1
Hoge temperatuur. Raak geen onderdelen in dit gebied aan, wegens gevaar op brandwonden.
Etiket 4
Probeer de tonerafvalbak niet te verbranden. De vonken kunnen brandwonden veroorzaken.
OPMERKING: Deze etiketten niet verwijderen.
vi GEBRUIKERSHANDLEIDING
Page 10
Wettelijke kennisgevingen en veiligheidsvoorschriften

Voorzorgsmaatregelen bij de installatie

Omgeving

VOORZICHTIG: Plaats het apparaat niet op of in plaatsen
die niet stabiel of vlak zijn. Op dergelijke plaatsen kan het apparaat vallen. Dergelijke situaties leveren gevaar van lichamelijk letsel of beschadiging van de apparatuur op.
Plaats het apparaat niet op vochtige of stoffige/vuile locaties. Reinig de stekker om gevaar van brand en elektrische schokken te voorkomen, wanneer er stof en vuil op de stekker zijn terechtgekomen.
Plaats het apparaat niet in de buurt van radiatoren, kachels of andere warmtebronnen of in de buurt van ontvlambare voorwerpen, om gevaar van brand te voorkomen.
Laat ruimte vrij, zoals hieronder wordt aangegeven, om het apparaat koel te houden en het vervangen van onderdelen en onderhoud te vergemakkelijken. Laat met name rond de ventilatieopeningen voldoende ruimte vrij, zodat de lucht het apparaat gemakkelijk kan verlaten.
Links:
11 30 cm

Overige voorzorgsmaatregelen

Ongunstige omgevingsomstandigheden kunnen van invloed zijn op de veilige werking en de prestaties van het apparaat. Installeer het apparaat in een ruimte met airconditioning (aanbevolen kamertemperatuur: circa 10-32,5 °C, relatieve luchtvochtigheid: circa 15-80%) en plaats het apparaat niet op de volgende plaatsen:
Plaats het apparaat niet in de buurt van een venster of direct in het zonlicht.
Vermijd plaatsen met trillingen.
Vermijd plaatsen met sterke temperatuurschommelingen.
Vermijd plaatsen met directe blootstelling aan warme of koude lucht.
Vermijd slecht geventileerde locaties.
13/16"
Vóór:
39 100 cm
3/8"
Achter:
3 15/16" 10 cm
Rechts:
11 13/16" 30 cm
GEBRUIKERSHANDLEIDING vii
Page 11
Wettelijke kennisgevingen en veiligheidsvoorschriften
Vermijd delicate vloeren. Wanneer het product na de installatie wordt verschoven, kan de vloer worden beschadigd.
Tijdens het kopiëren komt er een kleine hoeveelheid ozon vrij, maar dit heeft geen nadelige gevolgen voor de gezondheid. Als het apparaat echter langere tijd in een slecht geventileerde ruimte wordt gebruikt of wanneer er een zeer groot aantal kopieën wordt gemaakt, kan de reuk onaangenaam worden. Een juiste omgeving voor kopieerwerk moet goed geventileerd zijn.

Stroomtoevoer/aarding van het apparaat

WAARSCHUWING:
een ander voltage dan aangegeven. Sluit niet meerdere apparaten op één stopcontact aan. Dergelijke situaties leveren gevaar van brand of elektrische schokken op.
WAARSCHUWING: Steek de stekker stevig in het
stopcontact. Als metalen voorwerpen in contact komen met de pinnen van de stekker, kan dit brand of elektrische schokken veroorzaken.
WAARSCHUWING: Sluit het apparaat altijd aan op een
geaard stopcontact, om het gevaar van brand of elektrische schokken bij kortsluiting te voorkomen. Neem contact op met uw servicevertegenwoordiger als een geaarde aansluiting niet mogelijk is.

Overige voorzorgsmaatregelen

Sluit de stekker aan op het dichtstbijzijnde stopcontact.
Het netsnoer is het belangrijkste middel om de stroomtoevoer af te sluiten. Zorg ervoor dat het stopcontact zich bevindt/is geïnstalleerd in de buurt van de apparatuur en goed toegankelijk is.

Omgaan met plastic zakken

Gebruik geen stroomtoevoer met
WAARSCHUWING: Houd de plastic zakken die bij het
apparaat worden gebruikt, uit de buurt van kinderen. Het plastic kan aan neus en mond vast blijven zitten en verstikking veroorzaken.
viii GEBRUIKERSHANDLEIDING
Page 12
Wettelijke kennisgevingen en veiligheidsvoorschriften

Voorzorgsmaatregelen voor gebruik

Waarschuwingen bij het gebruik van het apparaat

WAARSCHUWING: Plaats geen metalen voorwerpen
of voorwerpen die water bevatten (vazen, bloempotten, kopjes, enz.) op of in de buurt van het apparaat. Dit vormt een risico voor brand of elektrische schokken mocht het water in het apparaat terechtkomen.
WAARSCHUWING: Verwijder geen van de panelen
van het apparaat, omdat er dan gevaar bestaat op elektrische schokken als gevolg van de hoge spanning binnenin het apparaat.
WAARSCHUWING: Zorg dat het netsnoer niet
beschadigd raakt of breekt en probeer het niet te repareren. Plaats geen zware voorwerpen op het snoer, trek er niet aan, buig het niet onnodig en veroorzaak geen andere schade. Dergelijke situaties leveren gevaar van brand of elektrische schokken op.
WAARSCHUWING: Probeer nooit het apparaat of
onderdelen ervan te repareren of te demonteren, omdat er dan gevaar van brand, elektrische schokken of schade aan de laser bestaat. Als de laserstraal buiten het apparaat komt, kan deze blindheid veroorzaken.
WAARSCHUWING: Als het apparaat uitzonderlijk heet
wordt, als er rook uit het apparaat komt, als er een vreemde geur ontsnapt, of als er zich een andere ongewone situatie voordoet, bestaat er gevaar van brand of een elektrische schok. Zet de AAN/UIT-schakelaar onmiddellijk uit ({), zorg dat u de stekker uit het stopcontact haalt en neem contact op met uw servicevertegenwoordiger.
WAARSCHUWING: Als er schadelijke zaken
(paperclips, water, andere vloeistoffen, enz.) in het apparaat terechtkomen, moet u de AAN/UIT-schakelaar ({) onmiddellijk uitzetten. Vervolgens moet u zeker de stekker uit het stopcontact halen, om gevaar van brand of elektrische schokken te voorkomen. Neem hierna contact op met uw servicevertegenwoordiger.
WAARSCHUWING: Zorg dat u een stekker niet met
natte handen in het stopcontact steekt of eruit haalt, omdat er dan gevaar van elektrische schokken bestaat.
WAARSCHUWING: Neem altijd contact op met uw
servicevertegenwoordiger voor onderhoud of reparatie van interne onderdelen.
GEBRUIKERSHANDLEIDING ix
Page 13
Wettelijke kennisgevingen en veiligheidsvoorschriften
VOORZICHTIG: Trek niet aan het netsnoer wanneer u dit uit het
stopcontact haalt. Als u aan het netsnoer trekt, kunnen de draden breken en bestaat er gevaar van brand of elektrische schokken. (Pak altijd de stekker vast wanneer u het netsnoer wilt loskoppelen van het stopcontact.)
VOORZICHTIG: Haal altijd de stekker uit het stopcontact
wanneer u het apparaat verplaatst. Als het netsnoer beschadigd raakt, bestaat er gevaar van brand of elektrische schokken.
Als het apparaat korte tijd (bijvoorbeeld 's nachts) niet wordt gebruikt, moet u de AAN/UIT-schakelaar ({) uitzetten. Als het apparaat langere tijd niet wordt gebruikt (tijdens vakanties, enz.), neemt u voor de veiligheid de stekker uit het stopcontact.
Houd bij het optillen of verplaatsen het apparaat altijd vast op de daarvoor bestemde plaatsen.
Verwijder om veiligheidsredenen de stekker altijd uit het stopcontact bij het reinigen van het apparaat.
Als zich in het apparaat stof ophoopt, bestaat het gevaar van brand of andere problemen. Het wordt daarom aanbevolen uw servicevertegenwoordiger te raadplegen met betrekking tot het reinigen van interne onderdelen. Dit is met name effectief als u dit laat doen voorafgaande aan een periode van hoge luchtvochtigheid. Raadpleeg uw servicevertegenwoordiger over de reinigingskosten van de interne onderdelen van het apparaat.

Overige voorzorgsmaatregelen

Plaats geen zware voorwerpen op het apparaat en zorg dat het apparaat niet beschadigd raakt.
Open tijdens het kopiëren de bovenste voorklep niet, schakel de AAN/UIT­schakelaar niet uit en trek de stekker niet uit het stopcontact.
Neem contact op met de servicevertegenwoordiger wanneer u het apparaat wilt optillen of verplaatsen.
Raak geen elektrische onderdelen, zoals connectoren of printplaten aan. Deze kunnen beschadigd raken door statische elektriciteit.
Probeer geen handelingen te verrichten die niet in deze handleiding zijn beschreven.
VOORZICHTIG: Het gebruik van andere knoppen of aanpassingen
en de uitvoering van andere procedures dan hierin worden vermeld, kan leiden tot gevaarlijke blootstelling aan straling.
Kijk niet rechtstreeks in het licht van de scanlampen, omdat dit vermoeidheid of pijn in uw ogen kan veroorzaken.
x GEBRUIKERSHANDLEIDING
Page 14
Wettelijke kennisgevingen en veiligheidsvoorschriften

Waarschuwingen voor de omgang met verbruiksartikelen

VOORZICHTIG: De tonercontainer en de afvaltonerbak
mogen niet worden verbrand. De vonken kunnen brandwonden veroorzaken.
Houd de tonercontainer en de afvaltonerbak buiten het bereik van kinderen.
Als er onverhoopt toner uit de tonercontainer of de afvaltonerbak wordt gemorst, moet u inademing of inname van toner voorkomen, evenals contact met de ogen en de huid.
Als u onverhoeds toner inademt, gaat u naar een plaats met frisse lucht en gorgelt u met veel water. Neem bij opkomende hoest contact op met een arts.
Als u toner binnenkrijgt, spoelt u uw mond met water en drinkt u 1 of 2 koppen water om de inhoud van uw maag te verdunnen. Neem indien nodig contact op met een arts.
Als u toner in uw ogen krijgt, spoelt u deze grondig met water. Als de ogen gevoelig blijven, neemt u contact op met een arts.
Als u toner op de huid krijgt, wast u deze met water en zeep. De tonercontainer en de afvaltonerbak mogen niet worden opengemaakt
of vernietigd.

Overige voorzorgsmaatregelen

Verwijder de tonercontainer en de afvaltonerbak na gebruik altijd overeenkomstig de plaatselijke milieuwetgeving.
Bewaar alle verbruiksartikelen in een koele, donkere ruimte.
Als het apparaat langere tijd niet wordt gebruikt, verwijdert u het papier uit de cassette(s) en de handinvoer, legt u dit terug in de oorspronkelijke verpakking en sluit u deze weer.
GEBRUIKERSHANDLEIDING xi
Page 15
Wettelijke kennisgevingen en veiligheidsvoorschriften

Laserveiligheid

Laserstralen kunnen gevaarlijk zijn voor het menselijk lichaam. Om deze reden is de laserstraal in het apparaat hermetisch afgesloten binnen een beschermende behuizing en achter een externe afdekking. Bij normale bediening van het product door de gebruiker kan er geen straling uit het apparaat ontsnappen.
Dit apparaat wordt geclassificeerd als een laserproduct van klasse 1 volgens IEC 60825.
Voorzichtig: Het uitvoeren van andere procedures dan in deze handleiding beschreven, kan leiden tot blootstelling aan gevaarlijke straling.
Deze etiketten zijn aangebracht op de laserscaneenheid in het apparaat en bevinden zich niet op een plaats die toegankelijk is voor de gebruiker.
Het onderstaande etiket bevindt zich aan de rechterkant van het apparaat.
xii GEBRUIKERSHANDLEIDING
Page 16

Stroomtoevoer afsluiten

Wettelijke kennisgevingen en veiligheidsvoorschriften
VOORZICHTIG:
afsluiten van de stroomtoevoer! Andere schakelaars op de apparatuur zijn slechts functionele schakelaars en zijn niet geschikt om de apparatuur van de stroomtoevoer los te koppelen.
ACHTUNG: Der Netzstecker ist die Hauptisoliervorrichtung! Die
anderen Schalter auf dem Gerät sind nur Funktionsschalter und können nicht verwendet werden, um den Stromfluß im Gerät zu unterbrechen.

EG-verklaring van overeenstemming

VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING
2004/108/EC, 2006/95/EEC, 93/68/EEC en 1999/5/EC
Wij verklaren op basis van onze eigen verantwoordelijkheid dat het product waarop deze verklaring betrekking heeft, in overeenstemming is met de volgende specificaties.
EN55024 EN55022 Class B EN61000-3-2 EN61000-3-3 EN60950-1 EN60825-1 EN300 330-1 EN300 330-2
De stekker is het belangrijkste middel voor het
MET
GEBRUIKERSHANDLEIDING xiii
Page 17
Wettelijke kennisgevingen en veiligheidsvoorschriften
xiv GEBRUIKERSHANDLEIDING
Page 18

Inleiding

Deze Basis Gebruikershandleiding bestaat uit de volgende hoofdstukken:
1 Onderdelen van het apparaat
Bevat de namen van de onderdelen van het apparaat en de belangrijkste functies ervan.
2 Voorbereiding
Bevat uitleg over het plaatsen van papier en apparaataansluitingen.
3 Basishandelingen
Bevat uitleg over het maken van eenvoudige kopieën en afdrukken.
4 Optionele apparatuur
Geeft een beschrijving van de verkrijgbare optionele apparatuur.
5 Onderhoud
Bevat uitleg over het onderhoud van het apparaat en de procedures om de toner bij te vullen.
6 Problemen oplossen
Bevat uitleg over het oplossen van problemen, zoals foutmeldingen en papierstoringen.
Appendix
Bevat de apparaatspecificaties.
GEBRUIKERSHANDLEIDING xv
Page 19
Inleiding

Conventies

Conventie Beschrijving Voorbeeld
In deze handleiding worden de volgende conventies gebruikt.
Cursief lettertype Wordt gebruikt om een
sleutelwoord, een woordgroep of een bericht te benadrukken. Daarnaast worden verwijzingen naar andere publicaties met een cursief lettertype weergegeven.
Vetgedrukte letters
tussen rechte haken
Opmerkingen Wordt gebruikt om aanvullende,
Belangrijk Wordt gebruikt om belangrijke
Voorzichtig Met deze waarschuwingen
Wordt gebruikt om de selectie van een toepassingsmode of toets te benadrukken.
nuttige informatie over een functie of toepassing te geven.
informatie te verstrekken.
wordt aangegeven dat er als gevolg van een actie mechanische beschadiging kan optreden.
Open de handinvoer.
Druk op [Enter].
OPMERKING: Voor optimale
kopieerresultaten wordt aanbevolen deze reinigingsprocedure minimaal eenmaal per maand uit te voeren.
BELANGRIJK: Gebruik nooit water, oplosmiddelen of andere organische reinigingsmiddelen om de smalle glasstrook te reinigen.
VOORZICHTIG: Om
veiligheidsredenen dient de stekker altijd uit het stopcontact te worden verwijderd wanneer het apparaat wordt gereinigd.
Waarschuwing Wordt gebruikt om gebruikers
te wijzen op het gevaar van lichamelijk letsel.
WAARSCHUWING: Het
ladergedeelte staat onder hoge spanning.

Maateenheden

In deze handleiding worden de specificaties zowel in inches als in mm weergegeven. In de schermen en berichten van deze handleiding worden de afmetingen in inches weergegeven. Als u de versie van het apparaat gebruikt, waarop de afmetingen in mm worden weergegeven, moet u de berichten op uw apparaat raadplegen.
xvi GEBRUIKERSHANDLEIDING
Page 20
Wettelijke kennisgevingen en veiligheidsvoorschriften
Wettelijke kennisgevingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ii
Energy Star-programma . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . iii
Veiligheidsconventies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .iv
Waarschuwingsetiketten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .vi
Voorzorgsmaatregelen bij de installatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . vii
Stroomtoevoer/aarding van het apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . viii
Voorzorgsmaatregelen voor gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .ix
Laserveiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . xii
Stroomtoevoer afsluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . xiii
EG-verklaring van overeenstemming . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . xiii
Inleiding
Conventies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . xvi
1 Onderdelen van het apparaat
Hoofdgedeelte. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-2
Bedieningspaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-5
Berichtenscherm . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-7

Inhoud

2 Voorbereiding
Papier plaatsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-2
Aansluitingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-11
Het apparaat inschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-13
Netwerkinstellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-14
Datum en tijd instellen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-17
De taal instellen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-19
3 Basishandelingen
Basishandelingen voor kopiëren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-2
Zoomkopieën maken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-5
Duplex-modus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-8
Kopiëren met sorteren. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-12
Gecombineerd kopiëren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-13
Onderbrekingsmodus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-17
Energiebesparingsmodus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-20
Automatische slaapmodus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-21
Basisprocedure voor afdrukken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-22
4 Optionele apparatuur
Overzicht optionele apparatuur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-2
Documententoevoer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-3
GEBRUIKERSHANDLEIDING xvii
Page 21
Inhoud
Papierinvoer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-7
Duplexeenheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-8
Afwerkeenheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-8
Takenscheider. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-12
Sleutelteller . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-13
Fax-kit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-14
Netwerkscannerkit. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-14
Geheugenkaart (CompactFlash) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-14
Netwerkinterfacekaart (IB-23) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-14
Harde schijf . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-15
Geheugenuitbreiding. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-15
5 Onderhoud
Het apparaat reinigen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5-2
De tonercontainer en de afvaltonerbak vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5-5
6 Problemen oplossen
Problemen oplossen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-2
Foutberichten en oplossingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-5
Papierstoringen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-11
Appendix
Specificaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Appendix-2
xviii GEBRUIKERSHANDLEIDING
Page 22
1 Onderdelen van het
apparaat
In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen behandeld:
Hoofdgedeelte.............................................................. 1-2
Bedieningspaneel......................................................... 1-5
Berichtenscherm .......................................................... 1-7
GEBRUIKERSHANDLEIDING 1-1
Page 23
Onderdelen van het apparaat

Hoofdgedeelte

8
9
1
2
3
10
7
6
5
1 Afdekklep 2 Opvangbak 3 Bedieningspaneel 4 Cassette 1 5 Instelmechanisme voor papierbreedte 6 Instelmechanisme voor papierlengte 7 Hendel van linkerklep 8 Multifunctionele Lade 9 Verlengstuk multifunctionele lade 10 Invoergeleiders
4
1-2 GEBRUIKERSHANDLEIDING
Page 24
11
Onderdelen van het apparaat
12
15
16
141317
18
11 Glasplaat 12 Aanduidingsplaten origineelformaat 13 Linkerklep 14 Afvaltonerbak 15 Ontgrendelingshendel tonercontainer 16 Tonercontainer 17 Reinigingsstaafje van de lader 18 Voorklep
GEBRUIKERSHANDLEIDING 1-3
Page 25
Onderdelen van het apparaat
23
24
22
21
21
19
19 Hoofdschakelaar 20 Afdekplaat hoofdschakelaar 21 Handgrepen voor transport 22 Netwerkaansluiting 23 USB-aansluiting 24 Geheugenkaartsleuf
20
1-4 GEBRUIKERSHANDLEIDING
Page 26

Bedieningspaneel

Auto
1
100%
Gereed o m t e k opiëren.
Auto
123 76 11 1213 25
21
28 27 26 29 30 31 37
5 4 8 9 10 16 14 17 18
22
19
23
20
24
33 34 36 35
32
15
Onderdelen van het apparaat
1 Toets Systeemmenu/Tellers en lampje 2 Toets Kopiëren en lampje 3 Toets Afdrukken en lampje 4 Toets Scannen en lampje 5 Toets FAX en lampje 6 Toets Combineren en lampje 7 Toets Kader wissen en lampje 8 Toets Duplex en lampje 9 Toets Verschuiven en lampje 10 Toets Functie 11 Toets Scanfunctie 12 Toets Originelen met verschillende formaten en lampje 13 Toets Marge en lampje 14 Toets Sorteren en lampje 15 Toets Nieten en lampje 16 Toets Programma 17 Toets Zoom/<-toets 18 Toets Auto%/100%/T-toets 19 Toets Origineel fomaat/S-toets 20 Toets Papierselectie/>-toets 21 Toets Enter
GEBRUIKERSHANDLEIDING 1-5
Page 27
Onderdelen van het apparaat
22 Toets voor de afdrukkwaliteit 23 Toets Autom. dichtheid 24 Toets voor belichting: Lighter (lichter)/Darker (donkerder) 25 Berichtenscherm 26 Lampje Gereed (groen lampje) 27 Lampje Data (groen lampje) 28 Lampje Opgelet (rood lampje) 29 Toets Afmelden 30 Toets Interrupt en lampje 31 Toets Spaarstand en lampje 32 Toets Power en lampje 33 Numerieke toetsen 34 Toets Reset 35 Toets Stop/Wissen 36 Toets Start en lampje 37 Hoofdvoedingslampje
OPMERKING Beginmodus (de status van het apparaat als het klaar is met
opwarmen of als de Reset-toets ingedrukt wordt). In de standaardfabrieksinstellingen wordt automatisch papier van hetzelfde formaat als het origineel geselecteerd (automatische papierselectie), staat de vergrotingsfactor op 100% ingesteld, staat het aantal te maken kopieën op 1 ingesteld en is de beeldkwaliteit op Tekst + Foto ingesteld.
De instellingen voor de beginmodus kunnen gewijzigd worden met
behulp van de procedure voor de standaardinstellingen. Hieronder valt ook het wijzigen van de cassette die gekozen wordt in de beginmodus, de beeldkwaliteitsmodus en de belichting (automatische belichtingsmodus).
Automatische wisfunctie
Als een ingestelde tijdsduur verstreken is nadat het kopiëren gestopt is (tussen 10 en 270 seconden), keert het apparaat terug naar dezelfde instellingen als meteen na het opwarmen. Er kunnen continu kopieën gemaakt worden met dezelfde instellingen (kopieermodus, aantal exemplaren en belichtingsmodus) als de volgende kopieersessie gestart wordt voor de automatische wisfunctie geactiveerd wordt.
1-6 GEBRUIKERSHANDLEIDING
Page 28

Berichtenscherm

Scherm Kopiëren – Basis
Onderdelen van het apparaat
Op het berichtenscherm wordt de bedieningsstatus van het apparaat weergegeven.
Het volgende scherm verschijnt wanneer de toets Kopiëren wordt ingedrukt.
1
3
Gereed om te kopiëren.
Auto
100%
25
Referentie-
nummer
1 Geeft de huidige apparaatstatus aan.
2 Verschijnt wanneer het origineelformaat automatisch wordt
geselecteerd.
3 Geeft de vergrotingsfactor aan.
4 Verschijnt wanneer de automatische papierselectiemodus
wordt geselecteerd.
5 Geeft het origineelformaat, het papierformaat en de
geselecteerde cassette aan.
Auto
1
Betekenis
4
6
6 Aantal geselecteerde kopieën.
GEBRUIKERSHANDLEIDING 1-7
Page 29
Onderdelen van het apparaat
Scherm Afdrukken – Basis
Het volgende scherm verschijnt wanneer de toets Afdrukken wordt ingedrukt:
1
2 3 4
OPMERKING De volgende procedure kan ook gebruikt worden om de
Gereed
GO ANNULEREN MENU
Referentie-
nummer
1 Geeft de huidige status van het apparaat aan.
2 Selecteren om te schakelen tussen online en offline, om af te
drukken of het afdrukken te hervatten, om een specifieke fout te wissen en om het huidige afdrukproces te annuleren en te beginnen met het afdrukken van een nieuwe pagina.
3 Selecteren om het afdrukproces stop te zetten.
4 Selecteren om de netwerkinstellingen aan te passen.
Raadpleeg voor meer informatie Netwerkinstellingen, op pagina 2-14.
standaardinstellingen van de printerfuncties te wijzigen.
Betekenis
1 Druk op de toets Menu Systeemmenu/Tellers. 2 Druk op de toets S of de
toets T om
Standardinstell. printer te selecteren.
Druk op de toets Enter. Hetzelfde scherm verschijnt nu als wanneer MENU geselecteerd wordt in het basisscherm van de printer.
Menu Systeem / Teller:
Stand.instell. Kop. Standinstell. machine Standinstell. printer
1-8 GEBRUIKERSHANDLEIDING
Page 30

2 Voorbereiding

In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen behandeld:
Papier plaatsen ............................................................ 2-2
Aansluitingen...............................................................2-11
Het apparaat inschakelen........................................... 2-13
Netwerkinstellingen .................................................... 2-14
Datum en tijd instellen ................................................ 2-17
De taal instellen.......................................................... 2-19
GEBRUIKERSHANDLEIDING 2-1
Page 31
Voorbereiding

Papier plaatsen

Papier voorbereiden

Papier en andere soorten afdrukmateriaal kunnen in de cassette of in de multifunctionele lade worden geplaatst.
OPMERKING: Raadpleeg de appendix van de Uitgebreide
Gebruikershandleiding voor informatie over de soorten afdrukmateriaal
die kunnen worden gebruikt.
Wanneer u het papier uit de verpakking heeft gehaald, moet u de vellen loswaaieren voordat u het papier plaatst.
Als u papier gebruikt dat gevouwen of gekruld is, strijkt u dit recht voordat u het papier plaatst. Als u dit niet doet, kan dit leiden tot een papierstoring.
BELANGRIJK: Zorg dat nietjes en paperclips verwijderd zijn.
Plaats het papier met de zijde die in de richting van de bovenkant van de verpakking lag naar boven, als u gebruik maakt van een cassette en naar beneden, als u gebruik maakt van de multifunctionele lade.
Als u het papier bij hoge temperaturen en vochtige omstandigheden buiten de verpakking bewaart, kunnen er problemen ontstaan als gevolg van de luchtvochtigheid. Wanneer u het papier in de cassette of in de multifunctionele lade heeft geplaatst, moet u het restant papier in de oorspronkelijke verpakking bewaren en deze goed sluiten. Als het apparaat gedurende langere tijd niet wordt gebruikt, verwijdert u al het papier uit de cassette(s) en de multifunctionele lade en plaatst u het terug in de oorspronkelijke verpakking, die u vervolgens weer goed sluit.

Papier in een cassette plaatsen

U kunt de volgende papiersoorten plaatsen: standaardpapier (80 g/m²), dik papier (90 tot 105 g/m²), gerecycled papier of gekleurd papier. Er kunnen maximaal 300 vellen standaardpapier (80 g/m²) tegelijk in een cassette worden geplaatst.
De volgende papierformaten kunnen worden geplaatst: A3, B4, A4, A4R, B5, B5R, A5R, Folio, 11 × 17 inch (Ledger), 8 11 × 8 8
1/2 inch, 8 1/2 × 11 inch (Letter), 5 1/2 ×81/2 inch (Statement),
1/2 × 13 inch (Oficio II, 8K, 16K).
1/2 × 14 inch (Legal),
BELANGRIJK: Leg het papier bij het plaatsen in de cassette met de te bedrukken kant naar boven.
2-2 GEBRUIKERSHANDLEIDING
Page 32
Trek de cassette helemaal uit het
1
apparaat.
BELANGRIJK: Ondersteun de cassette wanneer u deze uit het apparaat trekt, zodat de cassette er niet plotseling uit valt.
OPMERKING: Trek één cassette tegelijk uit het apparaat.
Druk de onderplaat van de
2
cassette naar beneden.
Voorbereiding
Gebruik het instelmechanisme
3
voor de papierbreedte om de breedtegeleiders op het gewenste papierformaat aan te passen.
OPMERKING: De papierformaten staan op de cassette vermeld. Let
erop dat de breedtegeleiders strak tegen het papier aankomen. Als er nog ruimte tussen de geleiders en het papier zit, stel de breedtegeleiders dan opnieuw in.
Gebruik het instelmechanisme
4
voor de papierlengte om de lengtegeleiders op het gewenste papierformaat aan te passen.
GEBRUIKERSHANDLEIDING 2-3
Page 33
Voorbereiding
Bij het plaatsen van papier van A3-formaat of 11 × 17 inch (Ledger), schuift u de papierlengtegeleider helemaal naar rechts en drukt u deze naar beneden. Zie de afbeelding.
OPMERKING: De papierformaten staan op de cassette vermeld.
Plaats het papier in de cassette,
5
met de voorste rand tegen de papierlengtegeleider.
BELANGRIJK: Stel de lengte- en breedtegeleiders altijd in voordat u het papier plaatst. Zo kunt u schuin ingevoerd papier en papierstoringen voorkomen.
Zorg dat het papier goed tegen de lengte- en breedtegeleiders aan ligt, zonder vrije ruimte ertussen. Als de geleiders niet goed zijn ingesteld, wordt in het berichtenvenster het verkeerde papierformaat weergegeven.
Zorg dat het papier niet boven de vullijnen van de breedtegeleider uitkomt.
Zorg dat de zijde die moet worden bedrukt naar boven wijst en dat het papier niet gevouwen, gekruld of beschadigd is.
Vullijnen
Bevestig het bijgeleverde etiket
6
zodanig dat het papierformaat in de cassette gecontroleerd kan worden vanaf de voorkant van de cassette.
2-4 GEBRUIKERSHANDLEIDING
Page 34
Duw de cassette stevig terug in
7
het apparaat tot deze niet meer verder kan.

Papier in de MF-cassette plaatsen

Naast normaal en gerecycled papier kan ook speciaal papier gebruikt worden. Let erop dat u speciaal papier in de multifunctionele lade plaatst.
Er kunnen maximaal 100 vellen normaal (80 g/m²) papier (25 vellen A3, B4, Folio, 11 × 17" (Ledger), 8 1/2 × 14" (Legal), 8 1/2 × 13" (Oficio II) of 8K) geplaatst worden. De volgende papierformaten kunnen gebruikt worden: A3 tot A6R, briefkaart, Folio, 11 × 17" (Ledger) tot 5 1/2 × 8 1/2" (Statement), 8K, 16K en 16KR.
Voorbereiding
Hierna volgt een overzicht van de soorten en formaten papier die in het apparaat kunnen worden geplaatst, evenals het aantal vellen dat kan worden geplaatst:
Soort of formaat Capaciteit
Standaardpapier 100 vellen (80 g/m²)
Dun en dik papier 50 vellen (90 tot 105 g/m²)
Hagaki 15 vellen
Gekleurd papier 100 vellen
Envelope DL, Envelope C5, Envelope
#10 (Commercial #10), Monarch, Youkei
4, Youkei 2
Open de multifunctionele lade.
1
5 vellen
GEBRUIKERSHANDLEIDING 2-5
Page 35
Voorbereiding
Trek het verlengstuk van de invoerlade uit volgens het papierformaat.
Stel de invoergeleiders in op
2
de breedte van het papier.
Schuif het papier zover mogelijk
3
langs de invoergeleiders de lade in.
Zorg dat de invoergeleiders zich strak tegen de zijkanten van het papier aan bevinden.
BELANGRIJK: Strijk gekrulde briefkaarten en andere soorten dik papier glad voordat u dit papier in het apparaat plaatst. Als de kwaliteit van het papier niet voldoende is, wordt het mogelijk niet ingevoerd.
Plaats alleen papier in de lade wanneer u van plan bent dit papier te gebruiken en laat geen papier in de lade achter gedurende langere perioden.
Als u papier in de multifunctionele lade plaatst, moet het papier met de te kopiëren of de te bedrukken zijde naar beneden worden geplaatst. Let erop dat er geen kreukels enzovoort in het papier zitten. Gekreukt papier kan vastlopen.
2-6 GEBRUIKERSHANDLEIDING
Page 36

Briefkaarten en enveloppen in de multifunctionele lade plaatsen

Wanneer u een briefkaart of envelop
1
plaatst, open dan de papierstopper zoals weergegeven in de afbeelding.
Bij liggend geörienteerde enveloppen, moet de flap dicht zijn. Schuif de envelop zo ver mogelijk langs de geleiders en houd daarbij de te bedrukken zijde naar boven en de kant met de flap naar u toe gericht. Bij staand geörienteerde enveloppen, moet de flap dicht zijn. Schuif de envelop zo ver mogelijk langs de geleiders en houd daarbij de te bedrukken zijde naar beneden en de kant met de flap naar de opening gericht.
Er kunnen maximaal vijf enveloppen geplaatst worden.
Voorbereiding
Sluit de flap.
BELANGRIJK: Hoe u de enveloppen precies moet plaatsen (richting en kant) hangt af van het soort envelop. Zorg dat u ze op de juiste manier plaatst want anders kunnen ze in de verkeerde richting of op de verkeerde kant worden bedrukt.
GEBRUIKERSHANDLEIDING 2-7
Page 37
Voorbereiding

Papierformaat en papiersoort voor de multifunctionele lade

Lees de volgende instructies om het papierformaat en de papiersoort in te stellen, voordat u gebruik gaat maken van de multifunctionele lade.
Papiersoort
Stel het papierformaat in dat gebruikt zal worden in de multifunctionele lade. Als het papierformaat onbekend is of als er geen specifieke papierformaatinstelling nodig is, selecteer dan Universal.
Regulier papierformaat:
De volgende reguliere papierformaten zijn beschikbaar:
A3, B4, A4R, A4, B5R, B5, A5R, B6R, A6R, 8 11 × 8
Druk op de toets [Systeemmenu/Tellers].
1
Druk op S of T om Instelling MF
2
Lade te selecteren en druk op [Enter].
Druk op S of T om het gewenste
3
papierformaat te selecteren en druk op [Enter].
Het scherm Papierformaat MF Lade verschijnt. Selecteer de gewenste Papiersoort en volg daarbij de instructies op pagina pagina 2-10.
1/2 inch, Folio.
Menu Systeem / Teller:
Einde Taal Instelling MF Lade
Papierformaat MF Lade:
Invoerfo rm.
1/2 × 11 inch (Letter),
2-8 GEBRUIKERSHANDLEIDING
Page 38
Voorbereiding
Ander regulier papierformaat:
De volgende andere reguliere papierformaten zijn beschikbaar:
11 × 17" (Ledger), 8 1/2 × 14" (Legal), 8 1/2 × 13" (Oficio II), 5 1/2 × 8 1/2" (Statement), HAGAKI, Executive, ISO B5, Envelope DL, Envelope C5, Envelope C4, Comm. #10, Comm. #9, Comm. #6-3/4, Monarch, OufukuHagaki, YOUKEI 2, YOUKEI 4, 8K, 16KR, 16K
Druk op [Systeemmenu/Tellers].
1
Druk op S of T om Instelling MF
2
Lade te selecteren en druk op [Enter].
Druk op S of T om Ander reg.
3
formaat te selecteren en druk op
[Enter].
Druk op S of T om het gewenste
4
papierformaat te selecteren en druk op [Enter].
Het scherm Papierformaat MF Lade verschijnt. Selecteer de gewenste Papiersoort en volg daarbij de instructies op pagina pagina 2-10.
Menu Systeem / Teller:
Einde Taal Instelling MF Lade
Papierformaat MF Lade:
Ander reg. formaat
Ander reg. fo rmaat:
GEBRUIKERSHANDLEIDING 2-9
Page 39
Voorbereiding
Invoerformaat:
Druk op [Systeemmenu/Tellers].
1
Druk op S of T om Instelling MF
2
Lade te selecteren en druk op [Enter].
Druk op S of T om Invoerform. te
3
selecteren en druk op [Enter].
Druk op < of > om de lengte te
4
selecteren. De volgende lengten kunnen worden geselecteerd: 98 tot 297 mm in stappen van 1 mm.
Druk op T om de breedte te selecteren.
Druk op < of > om de breedte te
5
selecteren. De volgende breedten kunnen worden geselecteerd: 148 tot 432 mm in stappen van 1 mm.
Druk op [Enter]. Het scherm Papiersoort MF Lade verschijnt.
Menu Systeem / Teller:
Einde Taal Instelling MF Lade
Papierformaat MF Lade:
Universeel formaat
*
Invoerfo rm.
Invoerfo rm.:
Invoerfo rm.:
98mm
297mm
98mm
297mm
Selecteer de gewenste Papiersoort en volg daarbij de instructies op pagina 2-10.
Papiersoort
De volgende papiersoorten zijn beschikbaar:
Normaal, Transparant, Voorgedrukt, Etiketten, Zwaar, Gerecycled,
Wanneer u het gewenste
1
papierformaat heeft geselecteerd, drukt u op S of T om de gewenste papiersoort te selecteren.
Druk op [Enter]. Het scherm Kopiëren – Basis verschijnt.
Vellum, Ruw, Briefhoofd, Kleur, Geperforeerd, Envelop, Kaarten, Dik papier, Hoge kwaliteit, Speciaal 1 (tot 8)
Papiersoort MF Lade:
Normaal
*
Transparant Voorgedrukt
2-10 GEBRUIKERSHANDLEIDING
Page 40

Aansluitingen

Het apparaat aansluiten op het netwerk

Voorbereiding
Sluit het apparaat op het netwerk aan met een netwerkkabel (10Base-T of 100Base-TX).
Til de afdekplaat van de
1
hoofdschakelaar rechts op het apparaat omhoog en zet de AAN/UIT-schakelaar op UIT ( Verwijder vervolgens de stekker van het netsnoer uit het stopcontact.
Sluit de netwerkkabel aan op de
2
netwerkaansluiting rechts op het apparaat.
{).
Sluit het andere uiteinde van de netwerkkabel aan op uw
3
netwerkapparaat (hub).
Programmeer de vereiste netwerkinstellingen. Raadpleeg voor meer
4
informatie Netwerkinstellingen, op pagina 2-14.
GEBRUIKERSHANDLEIDING 2-11
Page 41
Voorbereiding

De USB-kabel aansluiten

Om het apparaat rechtstreeks op uw computer aan te sluiten, moet u een USB-kabel gebruiken.
BELANGRIJK: Schakel het apparaat altijd uit ( van het netsnoer uit het stopcontact voordat u de printerkabel aansluit.
De computer moet ook uitgeschakeld zijn.
Til de afdekplaat van de
1
hoofdschakelaar rechts op het apparaat omhoog en zet de AAN/UIT-schakelaar op UIT ( Verwijder vervolgens de stekker van het netsnoer uit het stopcontact.
Sluit de printerkabel aan op de
2
USB-aansluiting, die zich op de rechterkant van het apparaat bevindt.
{).
{) en verwijder de stekker
Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op de USB-aansluiting op uw
3
computer.

Het apparaat aansluiten op het stroomnet

Sluit het netsnoer aan op de netsnoeraansluiting rechts op het apparaat.
1
Sluit het andere uiteinde van het netsnoer aan op een stopcontact.
2
2-12 GEBRUIKERSHANDLEIDING
Page 42

Het apparaat inschakelen

Voorbereiding
Til de afdekplaat van de hoofdschakelaar rechts op het apparaat omhoog en zet de AAN/UIT-schakelaar op AAN ( | ).
Het apparaat begint op te warmen.
Wanneer het apparaat is opgewarmd, gaat het groene lampje Start branden.
GEBRUIKERSHANDLEIDING 2-13
Page 43
Voorbereiding

Netwerkinstellingen

IP-adres instellen

Het IP-adres dat u moet invoeren, kunt u navragen bij uw netwerkbeheerder voor u deze instelling uitvoert.
Voor u het IP-adres invoert volgens de onderstaande instructies, moet u de DHCP-instelling op Uit instellen en de TCP/IP-instelling op Aan.
OPMERKING: Wijzigingen aan de netwerkinstellingen worden van
kracht wanneer u het apparaat uit en weer in heeft geschakeld.
Druk op [Afdrukken].
1
Druk op S of T om MENU te
2
selecteren en druk op [Enter].
Gereed
GO ANNULEREN MENU
Druk op S of T om Interface te
3
selecteren en druk op [Enter].
Druk op S of T om Netwerk te
4
selecteren en druk op [Enter].
Druk op S of T om TCP/IP te
5
selecteren en druk op [Enter].
Druk op S of T om Wijzig nr. te
6
selecteren en druk op [Enter].
Druk op S of T om IP-adres te
7
selecteren en druk op [Enter].
Menu
Terug Druk statuspagina af Interface
Interface
Terug Netwerk USB
Netwerkinstelling
Terug NetWare TCP/IP
TCP/IP
Aan Uit Wijzig nr.
TCP/IP-instell.
Terug DHCP IP-adres
Voer met het toetsenblok het
8
adres in. Typ het eerste gedeelte van het IP-adres in het gemarkeerde gebied en druk op [#].
2-14 GEBRUIKERSHANDLEIDING
IP-adres
0 0..00.
Page 44
Voer het volgende segment in
9
en druk op [#].
Volg dezelfde procedure voor de resterende segmenten.
Druk op [Enter] als het hele adres is ingevoerd.

Subnetmasker instellen

Ga door vanaf de vorige stap 9 om het adres van het subnetmasker te registreren.
OPMERKING: Raadpleeg de netwerkbeheerder als u niet zeker weet
wat het adres van het subnetmasker is.
Ga naar het scherm TCP/IP-instell..
1
Druk op S of T om
2
Subnetmasker te selecteren en druk op [Enter].
Voorbereiding
IP-adres
10 0..00 .
TCP/IP-instell.
DHCP IP-adres Subnetmasker
Het adres van het subnetmasker
3
moet op dezelfde manier worden ingevoerd als het IP-adres. Zie stap 8 en 9 van IP-adres instellen.
Druk op [Enter] als het hele adres is ingevoerd.
Subnetmasker
0 0..00.
GEBRUIKERSHANDLEIDING 2-15
Page 45
Voorbereiding

Standaardgateway registreren

Ga door vanaf de vorige stap 3 om de standaardgateway te registreren.
OPMERKING: Raadpleeg de netwerkbeheerder als u niet zeker weet
wat het adres van de standaardgateway is.
Ga naar het scherm TCP/IP-instell.
1
Druk op S of T om Gateway te
2
selecteren en druk op [Enter].
Het adres van de gateway moet
3
op dezelfde manier worden ingevoerd als het IP-adres. Zie stap 8 en 9 van IP-adres instellen.
Druk op [Enter] als het hele adres is ingevoerd.
TCP/IP-instell.
IP-adres Subnetmasker Gateway
Gateway
0 0..00.
Druk op [Reset], als alle netwerkinstellingen zijn ingevoerd.
4
Het scherm Afdrukken – Basis verschijnt.
2-16 GEBRUIKERSHANDLEIDING
Page 46

Datum en tijd instellen

1 2
3
Voorbereiding
Volg deze instructies om de huidige datum en tijd, het tijdsverschil met Greenwich Mean Time (GMT) en de zomertijd in te stellen.
Druk op [Systeemmenu/Tellers].
Druk op S of T om Standinstell. machine te selecteren en druk op [Enter].
Gebruik het toetsenblok om de 4 cijferige beheercode in te voeren.
Menu Systeem / Teller:
Taakaccounting Stand.instell. Kop. Standinstell. machine
Voer PIN in met #-toets.
OPMERKING: De in de fabriek ingestelde standaardbeheercode is
'1800' voor het 18-ppm-model en '2200' voor het 22-ppm-model. Het scherm Standaardinstell. machine verschijnt.
Druk op S of T om Datum/Tijd te
4
selecteren en druk op [Enter].
Druk op S of T om Tijdzone te
5
selecteren.
Druk op < of > om het verschil in tijd met Greenwich Mean Time in te stellen.
Druk op S of T om Tijd te
6
selecteren.
Druk op < of > om de huidige tijd in te stellen.
Druk op S of T om Zomertijd te
7
selecteren.
Druk op < of > om de zomertijd in te stellen op Aan of Uit.
Standinstell. machine:
Einde Auto cass.-wiss. Pap.formaat (1e)
Standinstell. machine:
Tijd lg vermogen : 1 Min. Toetsgel Aan/Uit Aan: Datum/Tijd:
Datum/Tijd:
06:33
Tijd Zomertijd Tijdzone
Datum/Tijd:
Einde Tijd Zomertijd
Datum/Tijd:
Einde Tijd Zomertijd
: : :
: :
Uit GMT
06:33 Uit
: :
: :
06:33 Uit
Aan Auto I
06:33:
00:00+
GEBRUIKERSHANDLEIDING 2-17
Page 47
Voorbereiding
Druk op S of T om Jaar te
8
selecteren.
Druk op < of > om het huidige jaar in te stellen.
Druk op S of T om Maand te
9
selecteren.
Druk op < of > om de huidige maand in te stellen.
Datum/Tijd:
Zomertijd Tijdzone Jaar
Datum/Tijd:
Tijdzone Jaar Maand
:
Uit
:
GMT 00:00+ 7
:
:
GMT 00:00+
GMT+00:00
:
7 11
:
10
11
12
Druk op S of T om Dag te selecteren.
Druk op < of > om de huidige dag in te stellen.
Wanneer datum en tijd zijn ingevoerd, drukt u op S of T om End te selecteren. Vervolgens drukt u op [Enter].
Druk op [Reset].
Het scherm Kopiëren – Basis verschijnt.
Datum/Tijd:
Datum/Tijd:
Jaar Maand Dag
Einde Tijd Zomertijd
7
:
11
:
28
:
06:33
:
Uit
:
2-18 GEBRUIKERSHANDLEIDING
Page 48

De taal instellen

Voorbereiding
U kunt kiezen welke taal in het berichtenscherm wordt gebruikt.
U kunt kiezen uit de volgende talen:
Engels (English), Frans (Français), Duits (Deutsch), Italiaans (Italiano), Nederlands (Nederlands), Spaans (Español), Russisch (Русский) en Portugees (Português)
GEBRUIKERSHANDLEIDING 2-19
Page 49
Voorbereiding
2-20 GEBRUIKERSHANDLEIDING
Page 50

3 Basishandelingen

Dit hoofdstuk bevat uitleg over de volgende onderwerpen:
Basishandelingen voor kopiëren .................................. 3-2
Zoomkopieën maken.................................................... 3-5
Duplex-modus .............................................................. 3-8
Gecombineerd kopiëren............................................. 3-13
Kopiëren met sorteren................................................ 3-12
Onderbrekingsmodus................................................. 3-17
Energiebesparingsmodus........................................... 3-20
Automatische slaapmodus ......................................... 3-21
Basisprocedure voor afdrukken.................................. 3-22
GEBRUIKERSHANDLEIDING 3-1
Page 51
Basishandelingen

Basishandelingen voor kopiëren

Til de afdekplaat van de
1
hoofdschakelaar rechts op het apparaat omhoog en zet de AAN/UIT-schakelaar op AAN ( | ).
Wanneer het apparaat is opgewarmd, gaat het lampje Start branden.
Open de afdekklep en plaats het
2
origineel met de beeldzijde naar beneden op de glasplaat. Leg het origineel exact in de achterste linkerhoek van de glasplaat.
OPMERKING: Als de optionele documententoevoer op het apparaat is
geïnstalleerd, raadpleeg Documententoevoer op pagina 4-3.
Selecteer het papierformaat.
3
Als Auto verschijnt, dan wordt voor de kopie automatisch hetzelfde papierformaat geselecteerd als dat van het origineel.
Druk op [Papierselectie] om de papierselectie te wijzigen.
Gereed om te kopiëren.
Auto
100%
Auto
1
3-2 GEBRUIKERSHANDLEIDING
Page 52
Druk op de toets voor de
4
afdrukkwaliteit om de gewenste
afdrukkwaliteitsmodus te selecteren.
Het lampje van de geselecteerde modus gaat branden.
Afdrukkwaliteitsmodus Beschrijving
Text+Photo Selecteer deze modus voor originelen die uit een
combinatie van tekst en afbeeldingen bestaan.
Photo Selecteer deze modus voor originelen die
voornamelijk uit foto's bestaan.
Text Selecteer deze modus voor originelen die
voornamelijk uit tekst bestaan.
Basishandelingen
De belichting kan automatisch of
5
handmatig worden aangepast.
Druk op [Autom. dichtheid] om het apparaat de optimale belichting voor het origineel te laten selecteren.
Druk op [Lichter] of [Donkerder], als u de kopieerbelichting handmatig wilt instellen.
Er zijn 7 belichtingsniveaus.
Op het scherm verschijnt het huidige belichtingsniveau.
OPMERKING: Als u Foto heeft geselecteerd, kan Autom. dichtheid niet
worden gebruikt.
Voer het gewenste aantal kopieën in.
6
Het maximumaantal is 999.
Druk op [Start]. Het kopiëren begint onmiddellijk nadat het groene lampje
7
Start is gaan branden.
GEBRUIKERSHANDLEIDING 3-3
Page 53
Basishandelingen
Voltooide kopieën worden
8
afgeleverd in de opvangbak.
OPMERKING: De capaciteit van de opvangbak is 250 vel standaard-
papier (80 g/m²). De capaciteit varieert afhankelijk van het soort papier dat wordt gebruikt.
VOORZICHTIG: Schakel
de hoofdschakelaar ( optionele fax-kit is geïnstalleerd en het apparaat gedurende een korte periode (bijvoorbeeld 's nachts) niet wordt gebruikt. Als het apparaat langere tijd niet wordt gebruikt (bijvoorbeeld tijdens vakanties), neemt u voor de veiligheid de stekker uit het stopcontact.
{) uit, als de
OPMERKING: Als de optionele fax-kit is geïnstalleerd en de hoofd-
schakelaar is uitgeschakeld of de stekker bevindt zich niet in het stopcontact, kunnen er geen faxberichten worden verzonden en ontvangen.
3-4 GEBRUIKERSHANDLEIDING
Page 54

Zoomkopieën maken

Basishandelingen
Het is mogelijk de zoomfactor te wijzigen om grotere of kleinere kopieën te maken.
De volgende modi zijn beschikbaar voor het selecteren van de gewenste zoomfactor.
Modus Beschrijving
Auto-zoom Met deze modus wordt de zoomfactor zo aangepast
dat de gekopieerde afbeelding op het geselecteerde papierformaat past.
Zoommodus De zoomfactor kan desgewenst in stappen van
1% worden ingesteld op alle waarden tussen de 25 en 400%.

Auto-zoom

Vooraf
ingestelde
zoommodus
In deze modus wordt bij het kopiëren een van de vooraf ingestelde zoomfactoren gebruikt. De volgende factoren zijn beschikbaar:
100%, Automatisch, 400% (max.),
200% (A5 Æ A3), 141% (A4 Æ A3, A5 Æ A4), 127% (Folio Æ A3), 106% (11 × 15 inch Æ A3), 90% (Folio Æ A4), 75% (11 × 15 inch Æ A4), 70% (A3 Æ A4, A4 Æ A5), 50% (A3 Æ A5), 25% (min.)
OPMERKING: Wanneer de vergrotingsfactor hoger is dan 201%, dan
wordt het beeld voor het kopiëren 90° gedraaid tegen de richting van de klok.
Met deze modus wordt de zoomfactor zo aangepast dat de gekopieerde afbeelding op het geselecteerde papierformaat past.
8 1/2 ×11" A4
11 × 17": 129 % A3: 141%
5
1/2 ×81/2": 64 %
A5: 70%
OPMERKING: U kunt een standaardinstelling opgeven zodat het
Automatisch selecteren van de zoomfactor geselecteerd wordt wanneer u een cassette kiest.
GEBRUIKERSHANDLEIDING 3-5
Page 55
Basishandelingen
Plaats het origineel en druk op [Auto% / 100%].
1
Auto % verschijnt op het scherm.
Druk op [Papierselectie] om het gewenste kopieerpapier te selecteren.
2
De zoomfactor verschijnt op het scherm.
Druk op [Start].
3
Het origineel wordt gekopieerd en de afmetingen worden automatisch zo aangepast dat het origineel op het geselecteerde papier past.
3-6 GEBRUIKERSHANDLEIDING
Page 56

Zoommodus

Basishandelingen
In deze modus kan de zoomfactor worden ingesteld tussen 25 en 400% in stappen van 1%.
Plaats het origineel en druk op [Zoom].
1
Voer met het toetsenblok
2
de zoomfactor in.
De zoomfactor verschijnt. (In dit voorbeeld is '118%' opgegeven).
Druk op [Enter].
Druk op [Start].
3
Voltooide kopieën worden afgeleverd in de opvangbak.
25 %
Zoom:
% 118
106 100%:
90 :Folio%
400 %
:11x15%

Vooraf ingestelde zoommodus

In deze modus wordt bij het kopiëren een van de vooraf ingestelde zoomfactoren gebruikt.
Plaats het origineel en druk op [Zoom].
1
Druk op S of T om de gewenste
2
zoomfactor te selecteren en druk op [Enter].
De zoomfactor verschijnt.
Druk op [Start].
3
Voltooide kopieën worden afgeleverd in de opvangbak.
Zoom:
106 :11x15% 100%:
Auto
90 :Folio%
Auto
100%
Gereed om te kopiëren.
%115
11x17
1
GEBRUIKERSHANDLEIDING 3-7
Page 57
Basishandelingen

Duplex-modus

Modus Beschrijving
1-zijdig ¼ 2-zijdig Er worden tweezijdige kopieën gemaakt van eenzijdige originelen.
Als de optionele duplexeenheid is geïnstalleerd, kunnen er tweezijdige kopieën worden gemaakt van een- of tweezijdige originelen.
Origineel Kopieën
De volgende duplexmodi zijn beschikbaar:
Als het aantal originelen oneven is, is de achterzijde van de laatste gekopieerde pagina leeg.
Originelen
Kopieën
De volgende opties zijn beschikbaar bij Zadelsteekrichting:
Links Æ Inbindrand links op de kopieën: de afbeeldingen van de
tweede zijde worden gekopieerd zonder eerst te worden geroteerd. De kopieën kunnen aan de linkerkant worden ingebonden en de afbeeldingen bevinden zich in de juiste richting...A
Bovenkant Æ Inbindrand aan de bovenkant van de kopieën: de
afbeeldingen van de tweede zijde worden 180 graden geroteerd. De kopieën kunnen aan de bovenkant worden ingebonden en de afbeeldingen bevinden zich in de juiste richting...B
ghi
def
abc
Originelen Kopieën
AB
ghi
abc
def
ghi
abc
def
3-8 GEBRUIKERSHANDLEIDING
Page 58
Basishandelingen
Modus Beschrijving
2-zijdig ¼ 2-zijdig Er worden tweezijdige kopieën gemaakt van tweezijdige originelen.
Originelen
Kopieën
OPMERKING: De papierformaten die kunnen worden gebruikt, zijn
A3 tot A5R, Folio, 11 × 17 inch (Ledger), 8 8
1/2 × 11 inch (Letter), 11 × 8 1/2 inch, 5 1/2 ×81/2 inch (Statement)
en 8 1/2 × 13 inch (Oficio II, 8K, 16K, 16KR).
Boek ¼ 2-zijdig Er worden tweezijdige kopieën gemaakt van een opengeslagen
origineel, bijvoorbeeld een tijdschrift of een boek.
Originelen Kopieën
1/2 × 14 inch (Legal),
OPMERKING: De origineelformaten die kunnen worden gebruikt, zijn
A3, B4, A4R, B5R, A5R, 11 × 17 inch (Ledger) en 8 (Letter, 8K). De papierformaten zijn beperkt tot 16K voor specificaties in inches en A4 en B5 voor specificaties in mm. Het papierformaat kan worden gewijzigd en de zoomfactor kan op het papierformaat worden aangepast.
1/2 × 11 inch
GEBRUIKERSHANDLEIDING 3-9
Page 59
Basishandelingen
Modus Beschrijving
2-zijdig ¼ 1-zijdig Er worden eenzijdige kopieën gemaakt van tweezijdige
originelen.
1
2
Origineel Kopiëen
1
2
De volgende opties zijn beschikbaar voor de stikzijde van het origineel:
Links Æ Inbindrand links op de originelen: de afbeeldingen
op de tweede zijde van de originelen worden gekopieerd zonder te worden geroteerd, zodat ze in de juiste richting op de kopieën verschijnen.
Bovenkant Æ Inbindrand aan de bovenkant van de
originelen: de afbeeldingen op de tweede zijde van de originelen worden 180 graden geroteerd, zodat ze in de juiste richting op de kopieën verschijnen.
Boek ¼ 1-zijdig Er worden eenzijdige kopieën gemaakt van een opengeslagen
origineel, bijvoorbeeld een tijdschrift of een boek.
21
1
2
OPMERKING: De origineelformaten die kunnen worden
gebruikt, zijn A3, B4, A4R, B5R, A5R, 11 × 17 inch (Ledger) en 8
1/2 × 11 inch (Letter, 8K). De papierformaten zijn beperkt tot
16K voor specificaties in inches en A4 en B5 voor specificaties in mm. Het papierformaat kan worden gewijzigd en de zoomfactor kan op het papierformaat worden aangepast.
Plaats het origineel en druk op [Duplex].
1
Druk op S of T om de duplex-
2
modus te selecteren en druk op [Enter].
Duplex/Pagina splitsen:
1-zijd. 2-zijd. 2-zijd. 2-zijd. Boek 2-zijdig
Als [1-zijdig ¼ 2-zijdig] is geselecteerd, drukt u op S of T om de gewenste zadelsteek richting te selecteren
Zadelsteek ric hting:
Links Bovenkant
en drukt u op [Enter].
3-10 GEBRUIKERSHANDLEIDING
Page 60
Basishandelingen
Druk op [Start].
3
Als u de optionele documenten-toevoer gebruikt, wordt het kopieerproces automatisch voltooid.
Als u de glasplaat gebruikt, verschijnt er een bericht wanneer u het volgende origineel moet plaatsen. Plaats het volgende origineel en druk op [Start].
Als alle originelen gescand zijn, drukt u op [Enter].
GEBRUIKERSHANDLEIDING 3-11
Page 61
Basishandelingen

Kopiëren met sorteren

In één bewerking kunnen meerdere originelen naar het geheugen worden gescand en het gewenste aantal sets kopieën worden gemaakt.
Het maximumaantal originelen
!
dat kan worden gescand, is afhankelijk van het beschikbare geheugen van het apparaat.
Originelen Kopiëen
OPMERKING: Als de optionele documententoevoer is geïnstalleerd,
kan de sorteermodus als standaard worden ingesteld.
Plaats het origineel en druk op [Sorteren].
1
Voer met de numerieke toetsen het gewenste aantal kopieën in.
2
Druk op [Start].
3
Als u de optionele Documenten-toevoer gebruikt, wordt het kopieerproces automatisch voltooid.
!
!
!
Als u de glasplaat gebruikt, verschijnt er een bericht wanneer u het volgende origineel moet plaatsen. Plaats het volgende origineel en druk op [Start].
Als alle originelen gescand zijn, drukt u op [Enter].
3-12 GEBRUIKERSHANDLEIDING
Page 62

Gecombineerd kopiëren

Basishandelingen
Twee of vier originelen worden verkleind en op één vel gekopieerd. Bovendien kan elk orgineel omkaderd worden met een zwarte rand of een stippellijn.
NOTA: Het formaat van zowel het origineel als van het kopieerpapier
moet standaard zijn.
Gebruik deze mode om twee originelen op één vel te kopiëren:.
Mode Beschrijving
Gebruik deze mode om twee originelen op één vel te kopiëren.
2
1
1
Origineel Kopie
2
2-naar-1
4-naar-1
(horizontaal)
2
1
1
Origineel Kopie
Gebruik deze mode om vier originelen op één vel te kopiëren.
2
4-naar-1
(verticaal)
Origineel Kopie
GEBRUIKERSHANDLEIDING 3-13
Page 63
Basishandelingen
2-naar-1
De richting van de originelen en het gekopieerde resultaat staan hieronder afgebeeld.
Gebruik van de glasplaat:
KopieOrigineel
Gebruik van de documenttoevoer:
KopieOrigineel
KopieOrigineel
KopieOrigineel
3-14 GEBRUIKERSHANDLEIDING
Page 64
4-naar-1 (horizontaal)
Basishandelingen
De richting van de originelen en het gekopieerde resultaat staan hieronder afgebeeld.
Gebruik van de glasplaat:
Origineel
Origineel
Gebruik van de documenttoevoer:
Kopie
Kopie
KopieOrigineel
KopieOrigineel
GEBRUIKERSHANDLEIDING 3-15
Page 65
Basishandelingen
4-naar-1 (verticaal)
De richting van de originelen en het gekopieerde resultaat staan hieronder afgebeeld.
Gebruik van de glasplaat:
KopieOrigineel
Gebruik van de documenttoevoer:
KopieOrigineel
KopieOrigineel
KopieOrigineel
3-16 GEBRUIKERSHANDLEIDING
Page 66

Onderbrekingsmodus

Kopiëren onderbreken • Deze modus kan worden gebruikt om een kopieertaak
Basishandelingen
De onderbrekingsmodus kan worden gebruikt om het kopieer­of afdrukproces tijdelijk te stoppen, zodat een taak die meer spoed heeft, tussendoor kan worden uitgevoerd.
Wanneer de spoedeisende taak is voltooid, kan de onderbroken taak worden hervat.
De volgende onderbrekingsmodi zijn beschikbaar:
Modus Beschrijving
te onderbreken die op dit moment wordt gescand, om kopieën te maken van een ander origineel met andere instellingen. Wanneer de spoedeisende taak is voltooid, worden de voorafgaande taakinstellingen hersteld en kan de onderbroken taak worden hervat.
Deze modus kan ook worden gebruikt om een kopieertaak te onderbreken om een kopie van een andere taak te maken. Wanneer de spoedeisende kopie is gemaakt, kan de onderbroken taak worden hervat.
Priorit.: Uitvoer Deze modus kan worden gebruikt om de uitvoer van een

Kopieerproces onderbreken

Druk op [Interrupt].
1
Het bericht onderbrekingsmodus OK verschijnt nu.
Verwijder dit bericht en sla het origineel voor de huidige kopieertaak op.
2
taak te onderbreken om een spoedeisende afdruk of een ontvangen fax af te drukken. Nadat de spoedeisende taak is voltooid, kan de onderbroken taak worden hervat.
OPMERKING: Als u de faxfuncties wilt gebruiken, moet
de optionele fax-kit zijn geïnstalleerd.
GEBRUIKERSHANDLEIDING 3-17
Page 67
Basishandelingen
Plaats het origineel voor de
3
spoedeisende taak.
Selecteer de gewenste functies
4
voor de spoedeisende taak en druk op [Start].
Wanneer de spoedeisende taak is voltooid, verwijdert u het origineel en
5
drukt u op [Interrupt].
De instellingen van de onderbroken opdracht worden hersteld.
Plaats het vorige origineel en druk op [Start] om verder te gaan met
6
kopiëren.

Afdrukproces of faxproces onderbreken

Druk op [Interrupt], terwijl het apparaat bezig is met afdrukken.
1
Select. onderbrekingsmodus verschijnt.
Druk op S of T om de gewenste
2
onderbrekingsmodus te selecteren en druk op [Enter]. Het voorbeeld rechts laat zien dat het apparaat zowel afdrukgegevens (2) als ontvangen faxgegevens (3) in de wachtrij heeft staan
Om de lopende afdruktaak of faxafdruktaak te onderbreken om kopieën te maken, selecteer (1). Volg de stappen in de vorige alinea om de kopieën te maken.
Om het apparaat een afdruktaak te laten voltooien, selecteer (2).
Om het apparaat het afdrukken van een (ontvangen) fax te laten voltooien, selecteer (3).
Als er afdrukgegevens ontvangen zijn, dan wordt de optie PrioriteitPrinter weergegeven.
Als er faxgegevens ontvangen zijn, dan wordt de optie PrioriteitFax weergegeven.
Select. onderbrekingsmodus.
Kopiëren onderbreken PrioriteitPrinter PrioriteitFax
3-18 GEBRUIKERSHANDLEIDING
Page 68
Basishandelingen
Druk op [Enter].
3
Als de lopende afdruktaak voltooid is, plaats dan het origineel voor de
4
onderbrekingskopie en kopieer.
Als de kopieertaak klaar is, druk op de toets Interrupt. De volgende
5
afdruktaak wordt hervat.
GEBRUIKERSHANDLEIDING 3-19
Page 69
Basishandelingen

Energiebesparingsmodus

Energiespaarstand

Druk op [Spaarstand] om het apparaat over te schakelen naar een
1
energiebesparende modus.
Alleen de lampjes Spaarstand en Power en het lampje van de hoofdschakelaar blijven branden op het bedieningspaneel.
Druk weer op [Spaarstand] om door te gaan met kopiëren. Het duurt
2
10 seconden voordat er weer kopieën kunnen worden gemaakt.
OPMERKING: Als het apparaat zich in de energiebesparende stand
bevindt en gegevens ontvangt die moeten worden afgedrukt of gefaxt, worden deze gegevens automatisch verwerkt.

Automatische energiebesparing

Als de energiebesparende stand is ingesteld, wordt het apparaat automatisch overgeschakeld naar de energiebesparende stand als er gedurende een vooraf ingestelde tijd geen bewerkingen op het apparaat zijn uitgevoerd. De in de fabriek standaard ingestelde tijd is 1 minuut.
Als de energiebesparende stand is ingesteld, wordt het apparaat automatisch overgeschakeld naar de energiebesparende stand als er gedurende een vooraf ingestelde tijd geen bewerkingen zijn uitgevoerd. De in de fabriek standaard ingestelde tijd is 1 minuut. Tijd die kan worden ingesteld:
1 tot 120 minuten (in stappen van 1 minuut)
3-20 GEBRUIKERSHANDLEIDING
Page 70

Automatische slaapmodus

Als de automatische slaapstand is ingesteld, wordt het apparaat automatisch overgeschakeld naar de slaapstand als er gedurende een vooraf ingestelde tijd geen bewerkingen zijn uitgevoerd. De in de fabriek standaard ingestelde tijd is 1 minuut.
Tijd die kan worden ingesteld:
1 tot 120 minuten (in stappen van 1 minuut)
Het is mogelijk de automatische slaapstand handmatig in te schakelen:
Druk op [Power]. De automatische slaapstand wordt onmiddellijk
1
ingeschakeld.
Alleen het lampje van de hoofschakelaar brandt nog, alle andere lampjes zijn uit.
In deze modus wordt minder energie verbruikt dan in de
energiebesparende stand.
Basishandelingen
Als u weer wilt kopiëren, drukt u op [Power]. Binnen ongeveer 17,2
2
seconden is de stroomtoevoer weer hersteld.
OPMERKING: Als het apparaat zich in de automatische slaapstand
bevindt en gegevens ontvangt die moeten worden afgedrukt of gefaxt, worden deze gegevens automatisch verwerkt.
GEBRUIKERSHANDLEIDING 3-21
Page 71
Basishandelingen

Basisprocedure voor afdrukken

Controleer of de printer- en netwerkkabels van het apparaat en het netsnoer correct zijn aangesloten.

De printerdriver installeren

Als u de printerfunctie van het apparaat wilt gebruiken, moet de printerdriversoftware op de computer zijn geïnstalleerd. Raadpleeg de KX Printer Driver Operation Guide (KX Handleiding voor de bediening van de printerdriver) voor informatie over het installeren van de printerdriversoftware.

Afdrukken vanuit applicaties

Hieronder worden de stappen beschreven die nodig zijn voor het afdrukken van een document dat in een applicatie is gemaakt. U kunt het papierformaat en de afleveringsbestemming voor de afdrukken selecteren.
OPMERKING: In de volgende procedure wordt uitgelegd hoe u
bijvoorbeeld vanuit Microsoft Word kunt afdrukken. De stappen kunnen variëren als u een andere applicatie gebruikt.
Plaats het gewenste papier in de papiercassette.
1
Selecteer in de applicatie in het menu Bestand de optie [Afdrukken].
2
Het dialoogvenster Afdrukken wordt weergegeven.
Klik op de vervolgkeuzelijst met printernamen. Alle printers die in Windows
3
zijn geïnstalleerd, staan vermeld. Klik op de naam van het apparaat.
Voer met behulp van [Aantal kopieën] het aantal afdrukken in dat u wilt
4
maken. Er kunnen maximaal 999 kopieën worden gemaakt. Wanneer u 2 of meer kopieën maakt, klikt u voor gesorteerde sets op het selectievakje bij [Sorteren] om er een vinkje (
9) in te plaatsen.
3-22 GEBRUIKERSHANDLEIDING
Page 72
Voor Microsoft Word wordt aanbevolen dat u op [Opties] klikt en [Printerinstellingen gebruiken] als [Standaardpapierladen]
specificeert.
3
4
Klik op [OK] om te beginnen met afdrukken.
5
Basishandelingen
GEBRUIKERSHANDLEIDING 3-23
Page 73
Basishandelingen
3-24 GEBRUIKERSHANDLEIDING
Page 74

4 Optionele apparatuur

(Niet in alle landen)
De volgende optionele apparatuur is voor uw apparaat verkrijgbaar:
Overzicht optionele apparatuur .................................... 4-2
Documententoevoer ..................................................... 4-3
Papierinvoer ................................................................. 4-7
Duplexeenheid ............................................................. 4-8
Afwerkeenheid.............................................................. 4-8
Takenscheider ............................................................ 4-12
Sleutelteller................................................................. 4-13
Fax-kit......................................................................... 4-14
Netwerkscannerkit...................................................... 4-14
Geheugenkaart (CompactFlash)................................ 4-14
Netwerkinterfacekaart (IB-23) .................................... 4-14
Harde schijf ................................................................ 4-15
Geheugenuitbreiding .................................................. 4-15
GEBRUIKERSHANDLEIDING 4-1
Page 75
Optionele apparatuur

Overzicht optionele apparatuur

De volgende optionele apparatuur is voor uw apparaat verkrijgbaar.
Documententoevoer
Duplexeenheid
Geheugenuitbreiding
Harde schijf
Sleutelteller
Fax-kit
Netwerkscannerkit
Afwerkeenheid
Netwerkinterfacekaart
Papierinvoer
Takenscheider
Geheugenkaart
(CompactFlash)
4-2 GEBRUIKERSHANDLEIDING
Page 76

Documententoevoer

Toegestane originelen

Optionele apparatuur
Meerdere originelen worden automatisch ingevoerd en één voor één gescand.
Tweezijdige originelen worden automatisch omgedraaid, zodat beide zijden kunnen worden gescand.
Gebruik alleen originelen bestaande uit losse vellen.
Papiergewicht:
- Eenzijdige originelen: 45 tot 160 g/m²
- Tweezijdige originelen: 50 tot 120 g/m²
Papierformaten: A3 tot A5R, Folio, 11 × 17 inch (Ledger) tot 5
1/2 ×81/2 inch (Statement).
Maximumcapaciteit: 50 vellen (50 tot 80 g/m²) tegelijk. 30 vellen voor automatische papierselectie.

Opmerkingen over toegestane originelen

Gebruik de volgende originelen niet in de documententoevoer. Bovendien moeten originelen met voorgeboorde gaten of perforaties met de rand waarin de gaten zitten van de invoerrichting af gericht in de documenten- toevoer worden geplaatst.
Overheads en andere transparante films.
Zachte originelen, zoals bijvoorbeeld carbonpapier of vinylpapier, of andere originelen die gekruld, gekreukeld of gevouwen zijn.
Onregelmatig gevormde originelen, natte originelen of originelen voorzien van plakband of lijm.
Originelen die met paperclips of nietjes aan elkaar zitten. Bij het gebruik van dit soort originelen moeten paperclips en nietjes worden verwijderd en krullen, kreukels en vouwen glad worden gestreken voordat de originelen in de documententoevoer worden geplaatst.
Originelen met uitsnijdingen of met een glad oppervlak aan beide zijden.
Originelen waarop nog vochtige correctievloeistof aanwezig is.
Originelen met diepe vouwen. Bij het gebruik van dit soort originelen dienen de vouwen glad te worden gestreken, voordat de originelen in de documententoevoer worden geplaatst. Als u dit niet doet, kunnen de originelen in het apparaat vastlopen.
Gekrulde originelen. Bij het gebruik van dit soort originelen dienen de krullen glad te worden gestreken, voordat de originelen in de
documententoevoer worden geplaatst.
GEBRUIKERSHANDLEIDING 4-3
Page 77
Optionele apparatuur

Namen van onderdelen

1 Origineleninvoer –
Plaats de originelen die u wilt kopiëren in deze invoer.
3 2124 5
2 Origineleninvoer-
geleiders – Pas deze
geleiders aan voor de breedte van de originelen die moeten gekopieerd.
3 Linkerklep – Open
deze klep als er een origineel is vastgelopen.
76
4 Originelenuitvoer –
Originelen die zijn gekopieerd, worden hier uitgeworpen en bewaard.
5 Uitvoerverlengstuk – Trek dit verlengstuk uit bij gebruik van
originelen van een groter formaat, zoals A3, B4, 11 × 17 inch (Ledger) en 8
1/2 × 14 inch (Legal).
6 Handgreep – Gebruik deze handgreep om de documententoevoer
te openen of te sluiten.
7 Tijdelijke uitvoer – Tweezijdige originelen worden tijdelijk hier
uitgevoerd.
BELANGRIJK: Zorg dat de documententoevoer gesloten is wanneer u het apparaat vervoert.

Originelen in de documententoevoer plaatsen

Pas de origineleninvoergeleiders
1
aan voor de breedte van het origineel/de originelen.
BELANGRIJK: Om te voorkomen dat er vellen vastlopen, moeten alle originelen worden verwijderd die in de originelenuitvoer zijn achtergebleven, en moeten de originelen vóór invoer worden uitgewaaierd om de vellen van elkaar te scheiden.
4-4 GEBRUIKERSHANDLEIDING
Page 78
Optionele apparatuur
Gebruik originelen van hetzelfde formaat wanneer u meerdere originelen tegelijk instelt. Het is mogelijk om in de automatische selectiemodus originelen van verschillende formaten met dezelfde breedte tegelijk te gebruiken (bijvoorbeeld 11 × 17 inch (Ledger) en 11 × 8 A3).
Leg de originelen op volgorde
2
en plaats ze met de beeldzijde naar boven in de origineleninvoer. Schuif de voorste rand van de originelen zover mogelijk in de documententoevoer.
BELANGRIJK: Om te voorkomen dat er vellen vastlopen, mogen de originelen niet boven de maximummarkering aan de binnenkant van de achterste invoergeleider uitkomen.
1/2 inch of A4 en
Trek het verlengstuk van de
3
uitvoer naar buiten als u met grotere originelen werkt, zoals A3, B4, 11 × 17 inch (Ledger) en 8
1/2 × 14 inch (Legal), om te
voorkomen dat ze uit de uitvoer vallen.
BELANGRIJK: Wanneer u tweezijdige originelen kopieert, worden de originelen tijdelijk in de tijdelijke uitvoer uitgeworpen, zodat u ze om kunt draaien. Raak ze nu niet aan. Als u ze probeert te verwijderen, kunnen de originelen vastlopen.
GEBRUIKERSHANDLEIDING 4-5
Page 79
Optionele apparatuur

Originelen op de glasplaat leggen

Wanneer u een origineel kopieert dat niet in de documententoevoer kan worden geplaatst (bijvoorbeeld een boek, een tijdschrift of een voorwerp), tilt u de documententoevoer op en legt u het origineel rechtstreeks op de glasplaat.
OPMERKING: Er mogen zich geen originelen meer in de documenten-
toevoer bevinden als u deze opent. Als u de documententoevoer opent
terwijl er zich nog originelen in bevinden, vallen deze er mogelijk uit. Bij de randen en in het midden van kopieën die worden gemaakt van opengeslagen originelen, zoals bijvoorbeeld boeken, kunnen zich schaduwen voordoen.
BELANGRIJK: Oefen bij het sluiten van de documententoevoer geen onnodige druk uit op de glasplaat.
WAARSCHUWING: Laat de documententoevoer niet openstaan.
Dit kan lichamelijk letsel als gevolg hebben.
4-6 GEBRUIKERSHANDLEIDING
Page 80

Papierinvoer

Optionele apparatuur
Onder de standaardcassette(s) kan een papierinvoer met extra cassettes worden geplaatst.
Capaciteit van de cassette: 300 vel standaardpapier (64 tot 105 g/m²).
Papierformaten: A3, B4, A4, A4R, B5, B5R, A5R, Folio, 11 × 17 inch (Ledger), 8
1/2 × 14 inch (Legal), 11 × 8 1/2 inch, 8 1/2 × 11 inch (Letter),
5
1/2 ×81/2 inch (Statement) en 8 1/2 × 13 inch (Oficio II, 8K, 16K).
OPMERKING: Er kunnen maximaal drie cassettes worden toegevoegd
aan het 18 ppm-model en maximaal twee cassettes aan het 22 ppm­model.
Het papier wordt op dezelfde manier geplaatst als in de standaardcassette(s). Raadpleeg voor meer informatie Papier plaatsen,
op pagina 2-2.
De linkerkleppen zijn bedoeld om papier te kunnen verwijderen wanneer er zich een papierstoring voordoet.
BELANGRIJK: Als de papierinvoer is geïnstalleerd, moet u deze altijd verwijderen voordat u het apparaat optilt of verplaatst.
GEBRUIKERSHANDLEIDING 4-7
Page 81
Optionele apparatuur

Duplexeenheid

Afwerkeenheid

Dubbelzijdig kopiëren is mogelijk op de formaten A3 tot A5R, Folio, 11 × 17" (Ledger) tot 5 1/2 × 8 1/2" (Statement), 8K, 16K en 16KR (64 tot 80 g/m²).
De afwerkeenheid kan een groot aantal kopieën verwerken: de kopieën kunnen worden gesorteerd en in sets worden afgeleverd. De sets kunnen ook worden voorzien van nietjes.
Hieronder vindt u de specificaties van de afwerkeenheid:
Zonder nietje(s) 500 vellen (A4, 11 × 8
Met nietje(s)
(80 g/m² of minder)
Nietcapaciteit 30 vellen (A4, 11 × 8

Namen van onderdelen

1 Afwerkeenheidslade 2 Verwerkingslade 3 Verlengstuk
4 Verlengstuk
5 Papieruitvoergeleider 1 6 Papieruitvoergeleider 2
Capaciteit papierlade en papierformaten
1/2 inch, B5)
250 vellen (A3, B4, Folio, 11 × 17 inch (Ledger), 8
1/2 × 14 inch (Legal), 8 1/2 × 13 inch (Oficio II)
Bij het nieten van 2 tot 4 vellen: 130 vellen Bij het nieten van 5 vellen of meer: 250 vellen
1/2 inch, B5)
20 vellen (A3, B4, Folio, 11 × 17 inch (Ledger), 8
1/2 × 14 inch (Legal), 8 1/2 × 13 inch (Oficio II)
5 41 2 3
verwerkingslade
afwerkeenheidslade
6
4-8 GEBRUIKERSHANDLEIDING
Page 82

De afwerkeenheid gebruiken

Gesorteerde kopieën worden trapsgewijs in de afwerkeenheidslade afgeleverd.
Het verlengstuk van de afwerkeenheidslade moet worden aangepast aan het papierformaat dat wordt gebruikt.
Optionele apparatuur
De papierformaten staan aangegeven op het verlengstuk van de afwerkeenheidslade. Open papieruitvoergeleider 1 of 2, afhankelijk van het papierformaat dat wordt gebruikt.
Bij het nieten van papier van groot formaat, zoals A3, B4, 11 × 17 inch (Ledger) en 8 (Legal), opent u het verlengstuk van de verwerkingslade.
1/2 ×14 inch
GEBRUIKERSHANDLEIDING 4-9
Page 83
Optionele apparatuur

Nietjes toevoegen

Open de voorklep van de
1
nieteenheid.
Trek de nietcassettehouder
2
naar buiten.
Verwijder de lege nietcassette
3
uit de nietcassettehouder.
Plaats een nieuwe nietcassette
4
in de houder.
Het pijltje op de nietcassette geeft aan hoe deze moet worden ingevoerd.
Duw de nietcassette recht in de houder en verwijder het papieren bandje dat om de nietcassette heen zit.
4-10 GEBRUIKERSHANDLEIDING
Page 84
Plaats de nietcassettehouder
5
terug in de nieteenheid. U hoort een klik als de houder weer goed op zijn plaats zit.
Sluit de voorklep van de nieteenheid.
6

Een storing in de nieteenheid oplossen

Verwijder de nietcassettehouder,
1
raadpleeg Nietjes toevoegen op pagina 4-10.
Gebruik knop A op het afdekplaatje van de nietcassettehouder om het plaatje omhoog te tillen.
Optionele apparatuur
A
Verwijder het vastgelopen nietje
2
van het uiteinde waar de nietjes worden ingevoerd.
Plaats het afdekplaatje van de
3
nietcassettehouder terug in de oorspronkelijke positie.
GEBRUIKERSHANDLEIDING 4-11
Page 85
Optionele apparatuur

Takenscheider

Plaats de nietcassettehouder
4
terug in de nieteenheid en sluit de voorklep van de nieteenheid.
Deze eenheid wordt gebruikt om de afdrukken van elkaar te scheiden, zodat ze gemakkelijk uitgedeeld kunnen worden. Kopieën worden in de opvangbak afgeleverd en afdrukken worden in de takenscheideropvangbak afgeleverd. De gebruikers kunnen zelf de afleverbestemmingen opgeven.
De papierindicator aan de voorkant van het apparaat geeft aan wanneer er zich papier in de takenscheideropvangbak bevindt.
Als u wilt dat uw kopieën in de takenscheideropvangbak worden afgeleverd, moet u de standaardinstellingen van het apparaat wijzigen. Als u wilt dat uw afdrukken in de takenscheideropvangbak worden afgeleverd, moet u de papierinstellingen wijzigen.
Verwijder papier uit de takenscheideropvangbak door het aan de punt vast te pakken om te voorkomen dat de afdruk wordt beschadigd.
OPMERKING: Als papier te veel krult, kunnen er zich papierstoringen
voordoen in de uitvoergebieden. Als de afdrukken gekruld zijn of niet netjes op een stapel liggen, draait u het papier in de cassette om.
4-12 GEBRUIKERSHANDLEIDING
Page 86

Sleutelteller

De sleutelteller plaatsen

Optionele apparatuur
De sleutelteller is bedoeld om het gebruik van het kopieerapparaat bij te houden. Het gebruik van het kopieerapparaat kan worden bijgehouden per afdeling, per departement, voor het hele bedrijf, enz.
Plaats sleutelteller verschijnt als de sleuteltellerfunctie is geïnstalleerd, maar de sleutelteller niet is geplaatst.
Plaats de sleutelteller goed in de sleuf die daarvoor bestemd is.
OPMERKING: Als de sleuteltellerfunctie is geïnstalleerd, kunnen er
alleen kopieën worden gemaakt als de sleutelteller goed in de sleuf is bevestigd.
GEBRUIKERSHANDLEIDING 4-13
Page 87
Optionele apparatuur

Fax-kit

Als de fax-kit op het apparaat is geïnstalleerd, kunnen er faxberichten worden ontvangen en verzonden. Als de optionele netwerkscannerkit ook is geïnstalleerd, kan het apparaat als netwerkfax worden gebruikt, zodat gegevens via een computer kunnen worden verzonden en ontvangen.
Zie de handleiding van de fax-kit voor meer informatie.

Netwerkscannerkit

Als de netwerkscannerkit is geïnstalleerd, kan het apparaat worden gebruikt om te scannen via het netwerk.
Zie de handleiding van de netwerkscannerkit voor meer informatie.

Geheugenkaart (CompactFlash)

De geheugenkaart is een microchip-kaart waar optionele fonts, macro's en formulieren naartoe kunnen worden geschreven.
Plaats de geheugenkaart in de geheugenkaartsleuf, die zich rechts op het apparaat bevindt.

Netwerkinterfacekaart (IB-23)

De netwerkinterfacekaart ondersteunt de TCP/IP-, IPX/SPX-, NetBEUI- en AppleTalk-protocollen, zodat de printer gebruikt kan worden in netwerkomgevingen waaronder Windows, Macintosh, UNIX, Netware enzovoort.
Voor meer details, zie de documentatie bij de kaart.
4-14 GEBRUIKERSHANDLEIDING
Page 88

Harde schijf

Geheugenuitbreiding

Optionele apparatuur
De harde schijf is bedoeld voor de opslag van afdrukgegevens. Om alle e- MPS-functies te kunnen gebruiken, moet de harde schijf worden geïnstalleerd.
U kunt het geheugen van het apparaat uitbreiden. Met extra geheugen verhoogt u het aantal originelen dat tegelijkertijd kan worden gescand. Een geheugenuitbreiding van 64 MB of 128 MB is nuttig bij het kopiëren van originelen met foto's, vanwege de normaal gesproken lage compressieverhouding.
Beschikbaar geheugen:
Voor kopieerapparaat: 16 MB, 32 MB, 64 MB, 128 MB
Voor printer: 32 MB, 64 MB, 128 MB, 256 MB
Aantal originelen dat kan worden gescand (A4-originelen met 6%-dekking, Tekst + Foto-modus):
16 MB 32 MB 64 MB 128 MB
289 vellen
(179 vellen)
De waarden die zich tussen haakjes ( ) bevinden zijn de waarden voor het apparaat waarop de netwerkscannerkit is geïnstalleerd.
BELANGRIJK: De geheugenuitbreiding moet door uw dealer worden geïnstalleerd. Wij zijn niet aansprakelijk voor eventuele schade die wordt veroorzaakt door een onjuiste installatie van een geheugenuitbreiding.
392 vellen
(282 vellen)
597 vellen
(487 vellen)
1006 vellen (896 vellen)
GEBRUIKERSHANDLEIDING 4-15
Page 89
Optionele apparatuur
4-16 GEBRUIKERSHANDLEIDING
Page 90

5 Onderhoud

In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen behandeld:
Het apparaat reinigen................................................... 5-2
De tonercontainer en de afvaltonerbak
vervangen..................................................................... 5-5
GEBRUIKERSHANDLEIDING 5-1
Page 91
Onderhoud

Het apparaat reinigen

VOORZICHTIG:
het stopcontact te worden verwijderd bij het reinigen van het apparaat.
Regelmatig reinigen van het apparaat zorgt voor een optimale kopieerkwaliteit.
Om veiligheidsredenen dient de stekker altijd uit

Reinigen van de glasplaat, de originelenklep, de documenttoevoer en de sleufglazen

Gebruik een zachte doek die is
1
bevochtigd met alcohol of een niet-bijtend schoonmaakmiddel om de glasplaat en de afdekklep of documententoevoer te reinigen.
IMPORTANTE: Gebruik nooit oplosmiddelen of andere organische reinigingsmiddelen om de afdekklep of documenten­toevoer te reinigen..
Als er vuil op de kopieën zit,
2
bijvoorbeeld zwarte strepen op het gekopieerde beeld, terwijl gebruik gemaakt wordt van de optionele documentprocessor, dan zijn de sleufglazen A en B vuil. Veeg de sleufglazen schoon met een droge, zachte doek.
BELANGRIJK: Gebruik nooit water, oplosmiddelen of andere organische reinigingsmiddelen om het sleufglas te reinigen.
B
A
5-2 GEBRUIKERSHANDLEIDING
Page 92

De scheidingsnaalden reinigen

Open de voorklep en verwijder
1
de reinigingsborstel.
Trek de hendel van de linkerklep
2
omhoog en open de klep.
Onderhoud
Verwijder vuil en stof van de
3
scheidingsnaalden door de borstel van links naar rechts over de naald te bewegen. Ziedeafbeelding.
Sluit de linkerklep.
4
GEBRUIKERSHANDLEIDING 5-3
Page 93
Onderhoud

De transferrol reinigen

Deze taak moet minimaal eenmaal per maand worden uitgevoerd.
Open de voorklep en verwijder
1
de reinigingsborstel.
Trek de hendel van de linkerklep
2
omhoog en open de klep.
Terwijl u de linkertransferrol
3
naar links draait, zoals u in de afbeelding kunt zien, beweegt u de borstel van links naar rechts over de rol om vuil en stof te verwijderen.
Sluit de linkerklep.
4
5-4 GEBRUIKERSHANDLEIDING
Page 94

De tonercontainer en de afvaltonerbak vervangen

Onderhoud
Als het bericht Kan niet kopiëren. Voeg toner toe verschijnt,
vervangt u de tonercontainer en de afvaltonerbak.
Voeg alleen toner toe als dit bericht verschijnt.
Voer telkens wanneer de tonercontainer en de afvaltonerbak worden vervangen ook de van toepassing zijnde reinigingsprocedure uit.
Plaats tonercontainer.
Voeg toner toe
Auto
100%
VOORZICHTIG: De tonercontainer mag niet worden verbrand.
De vonken kunnen brandwonden veroorzaken.
De tonercontainer mag niet open worden gebroken of worden vernietigd.
Open de voorklep.
1
Terwijl u de houder van de
2
afvaltonerbak naar links duwt, verwijdert u de afvaltonerbak.
10
BELANGRIJK: Houd de oude afvaltonerbak niet op zijn kop.
WAARSCHUWING:
Het ladergedeelte staat onder hoge spanning. Neem voldoende voorzorgsmaatregelen wanneer u in dit gedeelte werkt, aangezien er gevaar bestaat op elektrische schokken.
Gebruik de dop die op het midden
3
van de gebruikte afvaltonerbak is bevestigd om de opening af te sluiten en te voorkomen dat er toner wordt gemorst.
GEBRUIKERSHANDLEIDING 5-5
Page 95
Onderhoud
Draai de ontgrendelingshendel
4
van de tonercontainer (A) naar links en verwijder de tonercontainer.
Plaats de gebruikte
5
tonercontainer en de gebruikte afvaltonerbak in de daartoe
meegeleverde plastic zakken.
Pak het reinigingsstaafje van
6
de lader vast en trek dit zo ver mogelijk naar buiten. Duw het staafje vervolgens weer terug.
A
Herhaal dit twee of drie keer.
BELANGRIJK: Oefen niet te veel kracht uit bij het naar buiten trekken van het staafje en probeer het staafje niet helemaal naar buiten te trekken.
Duw de elektrische lader naar rechts en trek deze tegelijkertijd circa 5 cm naar buiten. Haal de roosterreiniger uit de verpakking en verwijder de dop.
Plaats de roosterreiniger in de inkeping en installeer deze in het apparaat.
Trek, terwijl u de gridreiniger
7
voorzichtig vasthoudt met uw linkerhand, de elektrische lader zo ver mogelijk uit en duw deze weer terug tot deel B het witte vlak van de gridreiniger net niet raakt. Herhaal dit een aantal keren.
B
5-6 GEBRUIKERSHANDLEIDING
Page 96
Verwijder de roosterreiniger en
8
sluit de dop.
BELANGRIJK: Na het gebruik van de roosterreiniger om de elektrische lader te reinigen, wacht u 5 minuten alvorens het apparaat weer in gebruik te nemen.
Houd de nieuwe tonercontainer
9
rechtop en tik vijf keer of meer op de bovenkant. Draai de tonercontainer ondersteboven en tik vijf keer of meer op de bovenkant.
Schud de tonercontainer vijf keer of meer op en neer. Draai de tonercontainer ondersteboven en schud deze vijf keer of meer.
Onderhoud
10
Houd de tonercontainer horizontaal en schud deze vijf keer of meer heen en weer.
Plaats de nieuwe tonercontainer. Duw met beide handen tot deze vergrendeld is.
C
GEBRUIKERSHANDLEIDING 5-7
Page 97
Onderhoud
11
12
Installeer de nieuwe afvaltonerbak.
Sluit de voorklep.
OPMERKING: Verwijder de tonercontainer en de afvaltonerbak na
gebruik altijd overeenkomstig de plaatselijke milieuwetgeving.
5-8 GEBRUIKERSHANDLEIDING
Page 98

6 Problemen oplossen

In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen behandeld:
Problemen oplossen..................................................... 6-2
Foutberichten en oplossingen ...................................... 6-5
Papierstoringen ...........................................................6-11
GEBRUIKERSHANDLEIDING 6-1
Page 99

Problemen oplossen

Problemen oplossen
In onderstaand overzicht vindt u de algemene richtlijnen voor het oplossen van problemen.
Indien er zich een probleem met uw apparaat voordoet, moet u de controles en procedures uitvoeren die op de volgende pagina's staan beschreven. Indien het probleem aanhoudt, neemt u contact op met uw servicevertegenwoordiger of geautoriseerde servicecenter.
Probleem Controle Procedure Pagina
Er gaat niets branden op het bedieningspaneel wanneer het apparaat wordt ingeschakeld.
Er worden geen kopieën gemaakt wanneer op [Start] wordt gedrukt.
De kopieën zijn blanco. Zijn de originelen correct
De kopieën worden te licht afgedrukt.
Is de stekker aangesloten op een stopcontact?
Staat er een melding over het probleem op het bedieningspaneel?
geplaatst?
Staat het kopieerapparaat in de
automatische belichtingsmodus?
Staat de handmatige belichtingsmodus aan?
Is de toner gelijkmatig verdeeld in de tonercontainer?
Staat het kopieerapparaat in de EcoPrint-modus?
Is Toner toevoegen nodig?
Is het kopieerpapier vochtig?
Is de elektrische lader vuil?
Sluit de stekker aan op een stopcontact.
Controleer de melding en voer de bijbehorende procedure uit.
De originelen moeten met de beeldzijde naar beneden op de glasplaat worden gelegd.
De originelen moeten met de beeldzijde omhoog in de optionele documententoevoer worden gelegd.
Als u het algehele belichtingsniveau wilt aanpassen, moet u de procedure Automatische belichting aanpassen uitvoeren.
Gebruik de toets voor de afdrukkwaliteit om het belichtingsniveau naar wens aan te passen.
Als u de algehele belichting wilt aanpassen, moet u de van toepassing zijnde procedure voor het aanpassen van de belichting voor elke afdrukkwaliteitsmodus uitvoeren.
Schud de tonercontainer ongeveer 10 keer in horizontale positie.
Selecteer een andere afdrukkwaliteitsmodus dan de EcoPrint-modus.
Vervang de tonercontainer. pagina 5-5
Vervang het kopieerpapier. pagina 2-2
Open de voorklep en gebruik het reinigingsstaafje van de lader om de elektrische lader te reinigen.
pagina 2-11
pagina 6-5
pagina 3-2
pagina 4-3
pagina 3-3
pagina 5-7
pagina 5-6
6-2 GEBRUIKERSHANDLEIDING
Page 100
Probleem Controle Procedure Pagina
De kopieën worden te donker afgedrukt.
Er verschijnt een moiré­patroon op de kopieën (moiré betekent dat de puntjes in patronen op het papier staan).
De kopieën zijn niet helder.
De kopieën zijn vuil. Is de glasplaat of de
Het gekopieerde beeld verschijnt scheef op de kopie.
Er treden vaak papierstoringen op.
Staat het kopieerapparaat in de
automatische belichtingsmodus?
Staat de handmatige belichtingsmodus aan?
Is het origineel een afgedrukte foto?
Komt de door u geselect­eerde afdrukkwaliteits­modus overeen met het soort origineel?
optionele documenten- toevoer vuil?
Zijn de originelen correct geplaatst?
Is het papier correct ingesteld?
Is het papier correct in de cassette geplaatst?
Is het papier gekruld, gevouwen of gekreukeld?
Zijn er vastgelopen of losse stukken papier in het apparaat achtergebleven?
Komt het formaat van het papier in de multifunctionele lade overeen met het geregistreerde formaat?
Problemen oplossen
Als u het algehele belichtingsniveau wilt aanpassen, moet u de procedure Automatische belichting aanpassen uitvoeren.
Gebruik de toets voor de afdrukkwaliteit om het belichtingsniveau naar wens aan te passen.
Als u de algehele belichting wilt aanpassen, moet u de van toepassing zijnde procedure voor het aanpassen van de belichting voor elke afdrukkwaliteitsmodus uitvoeren.
Stel de afdrukkwaliteitsmodus in op Foto.
Selecteer de van toepassing zijnde afdrukkwaliteitsmodus.
Reinig de glasplaat en/of de optionele documententoevoer.
Wanneer u originelen op de glasplaat plaatst, moeten deze precies in de linkerbovenhoek worden geplaatst.
Wanneer originelen in de optionele documententoevoer worden geplaatst, moeten de invoergeleiders worden ingesteld voordat u de originelen plaatst.
Controleer de positie van de breedtegeleider in de cassette.
Plaats het papier correct. pagina 2-2
Als voltooide kopieën krullen, moet u het papier in de cassette omdraaien.
Vervang het papier. pagina 2-2
Voer de juiste procedure uit om het papier te verwijderen.
Zorg dat het formaat dat zich in de multifunctionele lade bevindt, overeenkomt met het geregistreerde formaat.
pagina 3-3
pagina 3-3
pagina 3-3
pagina 5-2
pagina 3-2
pagina 4-3
pagina 2-2
pagina 2-2
pagina 6-11
pagina 2-8
GEBRUIKERSHANDLEIDING 6-3
Loading...