Deze handleiding beschrijft hoe u kunt afdrukken vanaf mobiele terminals en
hoe u de OKI MFP op verschillende manieren kunt gebruiken.
Het beschrijft ook geavanceerde functies, zoals beveiligingsinstellingen en
kleuraanpassing.
Lees deze handleiding aandachtig om de maximale prestaties van het product in
verschillende omstandigheden te bereiken.
Over beschrijvingen
Dit gedeelte beschrijft de tekens, symbolen, afkortingen en illustraties in deze
handleiding.
Over markeringen
Deze handleiding gebruikt de volgende markeringen.
Markering
Geeft voorzorgsmaatregelen en beperkingen voor het correcte gebruik van het
apparaat aan. Lees deze maatregelen om een verkeerde bediening te voorkomen.
Betekenis
Deze handleiding gebruikt als voorbeeld Windows 7 voor Windows, Mac OS X
10.9 voor Mac OS X en MC563 voor het apparaat.
Deze handleiding gebruikt MC563 als voorbeeld om knoppen en pictogrammen op
het bedieningspaneel, stuurprogrammaschermen, de invoermethode van tekens
en de bediening van het apparaat weer te geven.
Sommige functies zijn niet beschikbaar bij de MC363.
Afhankelijk van uw besturingssysteem kan de werkelijke weergave van het
product afwijken van de beschrijvingen in deze handleiding. Afhankelijk van het
model dat u gebruikt, zijn bepaalde functies die in deze handleiding worden be-
schreven mogelijk niet beschikbaar.
Afhankelijk van het apparaat dat u gebruikt, de knoppen of iets soortgelijks op
het bedieningspaneel en de feitelijke handelingen kunnen afwijken van de be-
schrijvingen in deze handleiding. Lees de handleiding voor het specieke model
dat met uw apparaat wordt meegeleverd.
Geeft nuttige tips en verwijzingen over hoe u het apparaat kunt gebruiken. We raden u aan om deze te lezen.
Verwijst naar items die u kunt raadplegen. Lees deze om de gedetailleerde informatie te leren kennen.
Geeft aanverwante artikelen aan. Lees deze om de relevante informatie te leren kennen.
Over symbolen
Dit hoofdstuk beschrijft de symbolen die in deze handleiding worden gebruikt en hun betekenis.
symboolBetekenis
Illustratie (naam van de
knop)
[ ]
" "Verwijst naar berichten en invoerteksten die op het
< > Geeft toetsen op het toetsenbord van de computer aan.
Geeft de vorm van de knoppen (naam van de knoppen) op het bedieningspaneel van het apparaat aan.
Geeft de menunamen, itemnamen, opties, enz. aan die op
het scherm van het bedieningspaneel worden weergegeven
Geeft de menu's, vensters en namen van dialoogvensters
aan die op het computerscherm worden weergegeven.
Ze kunnen duidelijk worden onderscheiden in de beschrijving en procedure-illustraties.
scherm worden weergegeven.
Verwijst naar bestandsnamen op de computer.
Geeft itemtitels aan van linkbestemmingen.
.
>
Geef de overgang van het apparaat of de computermenu's aan
Over illustraties
De illustraties in deze handleiding zijn gebaseerd op de MC563.
De weergegeven schermen op het bedieningspaneel die in deze handleiding worden weergegeven zijn gebaseerd op de standaardinstellingen.
Afdrukken op verschillende soorten papier ................................................................................. 85
- 3 -
Op enveloppen afdrukken ..........................................................................................................................85
Op etiketten afdrukken ...............................................................................................................................88
Op lang papier afdrukken ...........................................................................................................................90
Afdrukken op papier met een aangepast formaat ......................................................................................92
Afdrukken met verschillende instellingen vanaf een computer ....................................................95
Handmatig één voor één afdrukken ..........................................................................................................95
Vergroten of verkleinen om op het gespecificeerde papierformaat te passen ............................................97
Alleen van de afdekking van een adnere lade afdrukken ...........................................................................98
Een boekje maken ......................................................................................................................................99
Een document opdelen om op enkele bladen af te drukken en een poster te maken ..............................100
Basisbediening van Faxfuncties ............................................................................................... 140
Over de belfuncties .................................................................................................................................. 140
Een bestemming uit Telefoonboek opgeven ............................................................................................ 141
Een bestemming met een One Touch-knop opgeven .............................................................................. 142
Een bestemming uit de verzend- en ontvangstgeschiedenis opgeven .................................................... 142
Een gespecificeerde bestemming verwijderen ........................................................................................ 143
Een fax ontvangen ................................................................................................................................... 143
Een te gebruiken lade voor het afdrukken van ontvangen faxen opgeven .............................................. 144
Instelling zodat u het lijnmonitorgeluid hoort ............................................................................................182
Een fax naar een ander faxnummer doorsturen .......................................................................................182
Instelling voor Wanneer de Externe Telefoon te Bellen (Tel Voorrangsmodus) ........................................183
De faxdetectiemodus instellen .................................................................................................................. 183
De T/F-timer instellen ...............................................................................................................................184
De band vervangen .................................................................................................................................. 214
De fuser vervangen .................................................................................................................................. 217
Reinigen van Ieder Onderdeel van de Machine ....................................................................... 221
Het oppervlak van de machine reinigen ................................................................................................... 221
Er verschijnen zwarte of witte stippen ......................................................................................................264
Vuil wordt afgedrukt ..................................................................................................................................264
De volledige pagina is zwart afgedrukt. ....................................................................................................265
Er wordt niets afgedrukt. ...........................................................................................................................265
De volledige pagina is vuil ........................................................................................................................266
De marges rondom de pagina zijn vuil. ....................................................................................................267
De afgedrukte afbeelding staat scheef .....................................................................................................267
De kleur van de afgedrukte afbeelding is niet wat u verwacht .................................................................268
Effen afdrukken van CMY 100% zijn te licht .............................................................................................268
Problemen over Software ..........................................................................................................269
Problemen over de Configuratie Tool ....................................................................................................... 269
Problemen met een Webbrowser .............................................................................................................270
Problemen met de printer op een Windows-computer .............................................................................271
Problemen met het Apparaat of Papier .....................................................................................272
Problemen met het Apparaat ................................................................................................................... 272
Problemen met Documenten en Papier ................................................................................................... 275
Indien er een stroomstoring optreedt ....................................................................................................... 277
Alvorens uw apparaat weg te doen .......................................................................................................... 278
Problemen met AirPrint ............................................................................................................. 279
Google Cloud Print Problemen ................................................................................................. 280
Menu Netwerk .......................................................................................................................................... 308
De machine op een computer registreren(Mac OS X) .............................................................................345
Printen met AirPrint (Print) ........................................................................................................................346
Scannen met AirPrint (Scan) ....................................................................................................................348
Een Fax met AirPrint verzenden (FaxOut Service) ..................................................................................349
Google Cloud Print ....................................................................................................................351
Over Google Cloud Print ..........................................................................................................................351
Google Cloud Print instellen .....................................................................................................................352
Met Google Cloud Print afdrukken ...........................................................................................................355
Google Cloud Print-registraties controleren .............................................................................................356
Het gebruik van de instellingen van de Cloud-service controleren of wijzigen ......................................... 357
De geregistreerde informatie verwijderen .................................................................................................358
Controleren of het verwijderen is voltooid ................................................................................................358
Over het importeren van de CA-certificaten van de proxy-server ............................................................360
Voor Windows ...........................................................................................................................................370
Voor Mac OS X .........................................................................................................................................373
Webpagina van Deze Machine. ................................................................................................ 374
Open de web-pagina van deze machine ................................................................................................. 374
Log in als de beheerder ........................................................................................................................... 375
Het hulpprogramma ongedaan maken .................................................................................................... 471
Network Scanner Setup Tool (Mac OS X) ................................................................................ 472
Network Card Setup Tool (Mac OS X) ...................................................................................... 473
Het IP-adres instellen ............................................................................................................................... 473
Client voor afdruktaakverantwoording ...................................................................................... 475
Voor Windows .......................................................................................................................................... 475
Voor Mac OS X ........................................................................................................................................ 477
- 8 -
1
Standaardfuncties
Contrast van het scherm aanpassen
Uitvoerbestemming instellen
Het volume aanpassen
Gelijktijdige Bewerking (Multitasking)
Het controleren van de Informatie op de Machine
Eenvoudige instelling
One Touch-knop configureren
JOB MACRO
Deze paragraaf beschrijft de basis handelingen van dit apparaat.
Contrast van het scherm aanpassen
De helderheid van het scherm kan worden aangepast. Hoe hoger de ingestelde waarde, hoe
donkerder het scherm. Hoe lager de ingestelde waarde, hoe helderder het scherm.
U kunt waarden van -10 tot +10 instellen.
Druk op het bedieningspaneel op de knop (INSTELLING).
1
Druk verschillende malen op de knop om [Admin Setup (Beheerdersinst.)]
2
te selecteren en druk op de knop .
Voer het beheerderswachtwoord in en druk vervolgens op de knop (OK).
3
Het standaard beheerderswachtwoord dat in de fabriek is ingesteld, is "999999". Als het beheerderswachtwoord
wordt gewijzigd, voert u het bijgewerkte wachtwoord in.
Druk op de knop of knop om [Manage Unit (Beheer)]] te selecteren en
4
druk op de knop .
Druk op de knop of knop [System Setup (Systeemsetup)] en druk op de
5
knop .
1. Standaardfuncties
Druk herhaaldelijk op de knop of om [Panel Contrast (Paneelcontrast)]
6
te selecteren en druk .
Voer de waarde voor de instelling in en druk vervolgens op de knop (OK).
7
Druk op de knop om terug te gaan naar het stand-byscherm.
8
- 10 -
1. Standaardfuncties
Uitvoerbestemming instellen
Het apparaat drukt af naar de uitvoerlade of de achterste uitvoerlade.
Open of sluit de achterste uitvoerlade niet tijdens het afdrukken. Doet u dit wel, dan kunnen papierstoringen het resultaat
zijn.
• Uitvoerlade
• Achterzijde Uitvoerlade
Uitvoerlade
Gebruik deze uitvoerlade voor het afdrukken op gewoon papier. Papier wordt met de
afgedrukte kant naar beneden uitgevoerd.
Deze is niet beschikbaar voor enveloppen, etiketten of lang papier.
Controleer of de achterste uitvoerlade aan de achterzijde van de machine is gesloten. Als de
achterste uitvoerlade open is, wordt het papier altijd naar de achterste uitvoerlade gebracht.
Open de papiersteun zodat de afdrukken niet van de uitvoerlade glijden.
- 11 -
Achterzijde Uitvoerlade
Gebruik de achterste uitvoerlade voor het afdrukken op enveloppen, etiketten of lang papier.
Papier wordt met de afgedrukte kant naar boven uit de machine uitgevoerd. Gewoon papier
is ook voor deze uitvoerlade beschikbaar.
Open de achterste uitvoerlade (F) aan de achterzijde van de machine.
1
Trek aan de onderste steun.
3
1. Standaardfuncties
Vouw de papiersteun uit.
2
- 12 -
Het volume aanpassen
Het volume van de hoorbare geluiden in de volgende gevallen kan in vier niveaus worden
aangepast.
• Wanneer op een knop of een toets op het bedieningspaneel wordt gedrukt
• Wanneer het kopiëren voltooid is
• Wanneer het faxen voltooid is
• Wanneer er een papierstoring is
• Zoemervolume AirPrint
Druk op het bedieningspaneel op de knop (INSTELLING).
1
Druk verschillende malen op de knop om [Admin Setup (Beheerdersinst.)]
2
te selecteren en druk op de knop .
Voer het beheerderswachtwoord in en druk vervolgens op de knop (OK).
3
1. Standaardfuncties
Het standaard beheerderswachtwoord dat in de fabriek is ingesteld, is "999999". Als het beheerderswachtwoord
wordt gewijzigd, voert u het bijgewerkte wachtwoord in.
Druk op de knop of knop om [Manage Unit (Beheer)]] te selecteren en
4
druk op de knop .
Druk herhaaldelijk op de knop of om [Sound Control (Geluidsconfig)] te
5
selecteren en druk vervolgens op de knop .
Druk op de knop of om het item te selecteren waarvoor u het volume
6
wilt aanpassen en druk vervolgens op de knop (OK).
Druk op de knop of om het volumeniveau te selecteren en druk
7
vervolgens op de knop (OK).
- 13 -
Gelijktijdige Bewerking (Multitasking)
Deze machine kan verschilllende bewerkingen gelijktijdig uitvoeren. Raadpleeg voor meer
informatie de volgende tabel.
• Als de machine documenten leest, kunt u het bedieningspaneel niet gebruiken.
• Tijdens gelijktijdige bewerkingen, kan het resultaat van elke bewerking verslechteren.
• Afhankelijk van de staat van de machine, zoals een vol geheugen, worden gelijktijdige bewerkingen mogelijk niet
geaccepteerd.
: Beschikbare: Niet beschikbaar
Eerste taakTweede taak
KopiërenVerzenden Fax Fax ontvangen Scannen naar
Kopiëren*
Verzenden Fax*
Fax ontvangen*
Scannen naar
gedeelde map
Scannen naar email
Scannen naar
USB-geheugen
Afdrukken vanaf
een computer
2
2
2
*
gedeelde map/
Scan Naar E-
mail/Scan Naar
USB-
Geheugen
2
*
1
1
*
2
*
Afdrukken
vanaf een
computer
2
*
2
*
2
*
1. Standaardfuncties
*1 Als de eerste taak aan het verzenden is, wordt de tweede taak opgeschort tot de eerste taak compleet af is.
*2 Wanneer de eerste taak af is, wordt gestart met het afdrukken van de tweede taak.
- 14 -
1. Standaardfuncties
Het controleren van de Informatie op de Machine
Druk de apparaatgegevens af en controleer de status. Druk op de knop (STATUS) op
het bedieningspaneel om informatie zoals het resterende niveau van de verbruiksartikelen te
controleren.
• Een rapport voor controle afdrukken
• Status op het bedieningspaneel controleren
Een rapport voor controle afdrukken
U kunt printen en controleren de configuratie of de taak loboeken van deze machine.
Druk op het bedieningspaneel op de knop (INSTELLING).
1
Controleer of [Reports (Rapporten)] is geselecteerd en druk vervolgens op de
2
knop .
Druk op de knop of om de categorie te selecteren van het rapport dat u
3
wilt afdrukken en druk vervolgens op de knop .
Druk op de knop of om het af te drukken rapport te selecteren en druk
4
vervolgens op de knop .
Als het aanmeldingsscherm voor de beheerder wordt weergegeven, voert u het
beheerderswachtwoord in.
Het standaard beheerderswachtwoord dat in de fabriek is ingesteld, is "999999". Als het beheerderswachtwoord
wordt gewijzigd, voert u het bijgewerkte wachtwoord in.
Controleer of [Yes (Ja)] is geselecteerd op het bevestigingsscherm en druk
5
vervolgens op de knop (OK).
- 15 -
Als u op de knop (INSTELLING) op het bedieningspaneel drukt, [Admin Setup (Beheerderinst.)] >
[Manage Unit (Beheer)] > [System Setup (Systeemsetup)] selecteert en vervolgens [Allow All Reports To Print
(Afdr. alle rapp. toelaten)] instelt op [Disable (Uitschakelen)], meldt u zich als beheerder aan om de volgende
rapporten af te drukken.
• Scannen naar logbestand
• Snelkieslijst
• Groep lijst
• Faxlogboek
• Adresboek
OnderdeelBeschrijving
ConfiguratiePrint gedetaillerdegedetailleerde
instellingen van deze machine.
1. Standaardfuncties
OnderdeelBeschrijving
SysteemBestand lijstPrint een lijst van job bestanden.
Demo PaginaHiermee drukt u een voorbeeldpagina af.
FoutenlogHiermee drukt u een fouten logboek af.
Scannen naar logbestandDrukt de resultaten van de opdrachten
voor Scannen naar e-mail, Scannen naar
gedeelde map of Scannen naar USBgeheugen af.
GebruiksrapportKopieënHiermee drukt u het totale aantal
taaklogboeken af. Selecteer bij [Copies]
het aantal pagina's dat u wilt printen op elk
vel.
Netwer InformatieDrukt algemene informatie over het
netwerk af.
Benodigdheden rapportDrukt de informatie over
verbruiksartikelen af.
Gebruiker Teller RapportDrukt het rapport met het aantal
gebruikers af.
TaaklogboekDrukt het taaklogboek af.
FaxSnelkieslijstDrukt de lijst van de fax nummers af die
zijn geregistreerd voor snelkiezen.
Groep lijstDrukt de lijst van de fax nummers af die
zijn geregistreerd in groepen.
Logboek Fax TxDrukt de lijst met de resultaten van
verzending van de meest recente 100
faxtaken af.
Logboek Fax RxDrukt de lijst met de resultaten van
ontvangst van de meest recente 100
faxtaken af.
Logboek Fax Tx/RxDrukt de lijst met de resultaten van
verzending en ontvangst van de meest
recente 100 faxtaken af.
Dagelijks logboekrapport Tx/RxDrukt Tx/Rx-rapport af voor alle
communicatie gedurende 24 uur.
F-code venster lijstPrint de lijst van F-code vensters.
Geblokkeerde junkfaxPrint de adreslijst voor Block Junk Fax.
E-mail/InternetfaxJournaalrapportDrukt de resultaten van de verzending en
de ontvangst van de laatste 50 items af
voor Scannen naar e-mail, Internetfax, emailbijlagen afdrukken en Scannen naar
faxserver.
AdresboekDrukt de geregistreerde adreslijst af.
OnderdeelBeschrijving
AfdrukkenPCL-fontlijstPrint een lijst van PCL lettertype
voorbeelden
Lettertypelijst PSEDrukt de lijst met voorbeelden van de
PSE-lettertypen af.
PPR Lettertype LijstPrint een lijst van IBMPPR lettertype
voorbeelden
Lettertypelijst FXDrukt de lijst met voorbeelden van de
EPSON FX-lettertypen af.
Patroon kleurafstemmingDrukt een kleurafstemmingspatroon af.
Controlepatr.-idDrukt het vooraf geleverde
controlepatroon-ID voor de detectie van
verkeerde ID’s af.
EnginestatusDrukt de huidige waarden van de
engineparameter af.
KleurprofiellijstDrukt een lijst met kleurenprofielen af.
- 16 -
Status op het bedieningspaneel controleren
U kunt de resterende levensduur van gebruiktsgoederen, de tellerinformatie en de taaklijst
vanaf de (STATUS).
Druk op de knop (STATUS) op het bedieningspaneel.
1
Druk op de knop om [Device Information (Apparaatinformatie)] te
2
selecteren en druk vervolgens op de knop .
Druk op de knop of om het te controleren item te selecteren en druk
3
vervolgens op de knop .
Druk op de knop om terug te gaan naar het stand-byscherm.
4
1. Standaardfuncties
- 17 -
1. Standaardfuncties
Eenvoudige instelling
In [Easy Setup (Eenvoudige instelling)] kunt u de instellingen van de functies voor datum/tijd,
fax, netwerk en e-mail wijzigen met de knop (INSTELLING) op het bedieningspaneel.
Druk op het bedieningspaneel op de knop (INSTELLING).
1
Druk op de knop of knop [Easy Setup (Eenvoudige instelling)] en druk
2
op de .
Voer het beheerderswachtwoord in en druk vervolgens op de knop (OK).
3
Het standaard beheerderswachtwoord dat in de fabriek is ingesteld, is "999999". Als het beheerderswachtwoord
wordt gewijzigd, voert u het bijgewerkte wachtwoord in.
Volg de instructies op het scherm.
4
• Datum/Tijdsinstellingen
ItemBeschrijving
TiijdzoneStelt de GMT tijd zone in.
Daglicht BesparingStelt daglicht besparing in naar AAN of UIT.
ServerSNTP-server (Primair)Stelt de SNTP server in om te gebruiken
SNTP Server (Tweede)
HandmatigDatumStelt de huidige datum en tijd handmatig in.
Tijd
• Faxinstelling
ItemBeschrijving
FaxnummerToont het faxnummer van de machine. U
Afzender-IDStelt de afzenderinformatie in. U kunt
• Netwerkinstelling
OnderdeelBeschrijving
Standaardgateway inschakelen (als draadloze netwerkmodule is
geïnstalleerd)
voor instelling van dehuidige datume en tijd.
U kunt maximaal 64 tekens invoeren.
IP-adres verkrijgenHiermee stelt u in of het IP-adres
IP-adresHiermee stelt u het IP-adres in. U kunt
SubnetmaskerHiermee stelt u het subnetmasker in. U
Standaard GatewayStelt het gateway-adres in. U kunt
DNS Server (Primair)Stelt het IP adres in voor een eerste
DNS Server (Secundair)Zet het IP adres van de secundaire
WINS Server (Primair)Zet een naam of een IP-adres voor de
WPSWPS-PBCWPS-PBC wordt uitgevoerd.
WPS-PINWPS-PIN wordt uitgevoerd.
ZoekenEen lijst met namen van
toegangspunten die uit de
zoekopdracht gekomen zijn
Handmatige
set-up
Opnieuw verbindenDraadloos opnieuw verbinden wordt
SSIDEen SSID invoeren.
BeveiligingSelecteert de beveiliging van de functie
WEP-sleutelInvoeren WEP-sleutel.
Coderingstype WPA Selecteer een WPA/WPA2-PSK of
WPA Eerder
gedeelde sleutel
Toont een lijst met namen van
toegangspunten van de draadloze LAN
die uit de zoekopdracht gekomen zijn.
van de draadloze LAN.
"WPA-EAP" en "WPA2-EAP"kunnen
alleen in het Web ingesteld worden.
Geeft weer of [WEP (WEP)] wordt
geselecteerd voor [Security
(Beveiliging)].
WPA2-PSK gecodeerd type.
Weergeeft als [WPA/WPA2-PSK (WPA/
WPA2-PSK)] of [WAP2-PSK (WAP2PSK)] wordt geselecteerd voor
[Security (Beveiliging)].
Voer de eerder gedeelde sleutel in.
Weergeeft als [WPA/WPA2-PSK (WPA/
WPA2-PSK)] of [WAP2-PSK (WAP2PSK)] wordt geselecteerd voor
[Security (Beveiliging)].
uitgevoerd.
automatisch of handmatig moet
worden verkregen.
maximaal 15 tekens invoeren.
kunt maximaal 15 tekens invoeren.
maximaal 15 tekens invoeren.
DNS server. U kunt maximaal 15
tekens invoeren.
DNS-server. U kunt maximaal 15
tekens invoeren.
WINS-server. U kunt maximaal 15
tekens invoeren.
- 18 -
OnderdeelBeschrijving
WINS Server (Secundair)Zet een naam of een IP-adres voor de
WINS-server. U kunt maximaal 15
tekens invoeren.
• E-mail instelling
ItemBeschrijving
MailserveradresStelt het IP-adres of de hostnaam in
voor de SMTP-server. U kunt maximaal
64 tekens invoeren.
Afzenderadres (Van)Stel een e-mailadres van deze machine
in.
Ontvang instellingStelt het protocol in dat wordt gebruikt
voor ontvangen van e-mails.
Authenticatie methodeStelt de authenticatie methode in.
SMTP Gebruiker IDStelt de login-ID in voor de server die
wordt gebruikt voor SMTPauthenticatie. U kunt maximaal 64
tekens invoeren.
SMTP wachtwoordStelt het wachtwoord in naar de server
gebruikt voor SMTP authentificatie. U
kunt maximaal 64 tekens invoeren.
POP3-serverStelt het IP-adres of de hostnaam in
voor de POP3-server. U kunt maximaal
64 tekens invoeren.
POP gebruiker IDStelt de login-ID in voor de server die
wordt gebruikt voor POP-authenticatie.
U kunt maximaal 64 tekens invoeren.
POP-wachtwoordStelt het wachtwoord in voor de server
die gebruikt wordt voor POPauthenticatie. U kunt maximaal 16
tekens invullen.
1. Standaardfuncties
- 19 -
One Touch-knop configureren
Opgeslagen items 01 tot 16 in het adresboek en snelkiesnummers 001 tot 016 worden
automatisch toegewezen aan de One touch-knoppen.
One touch-knoppen kunnen worden gebruikt met Scannen naar e-mail, Fax en Internetfax.
Om snelkiesnummers 009 tot 016 te selecteren die aan One touch-knoppen zijn
toegewezen, houdt u de knop (SHIFT) ingedrukt terwijl u op de One Touch-knop
drukt.
1. Standaardfuncties
- 20 -
1. Standaardfuncties
JOB MACRO
U kunt op het apparaat macro's opslaan voor veelgebruikte functie-instellingen voor
kopiëren, scannen, faxen, internetfaxen en afdrukken. Met deze "Macrofunctie opdracht"
kunt u eenvoudig en sneller bewerkingen uitvoeren.
U kunt een macro creëren voor instellingen voor de volgende functies.
Kopiëren
Afdrukken vanuit het USB-geheugen
Scannen naar e-mail
Scannen naar gedeelde map
Scannen naar USB-geheugen
Verzending van fax
Internetfax verzenden
Scannen naar faxserver
Als de gebruikersverificatie is ingeschakeld, meldt u zich aan bij het apparaat alvorens een macro aan te maken.
U kunt maximaal 16 macro's registreren.
Een vaak gebruikte instelling als een macro registreren
Voor veelgebruikte instellingen kunt u een macro aanmaken.
Druk op het bedieningspaneel op de knop (Kopiëren).
1
Wijzig de waarde van instelling die u wilt registreren.
2
Druk op de knop (MACROFUNCTIE OPDRACHT) op het
3
bedieningspaneel.
Controleer de instellingen en druk vervolgens op de knop (OK).
4
Druk op de knop of om een nummer te selecteren dat als [Unregistered
5
(Niet geregistreerd)] wordt aangegeven en druk vervolgens op de knop .
Voer een nieuwe naam in.
6
Selecteer [Enter (Enter)] en druk vervolgens op de knop (OK).
7
Controleer of [Yes (Ja)] is geselecteerd op het bevestigingsscherm en druk
8
vervolgens op de knop (OK).
• Een vaak gebruikte instelling als een macro registreren
• Werken met een geregistreerde macro
• De titel van een macro bewerken
• Controleren van de inhoud van de macro
• Een geregistreerde macro verwijderen
- 21 -
Werken met een geregistreerde macroDe titel van een macro bewerken
1. Standaardfuncties
Door macro's uit te lezen kunt u macro's gebruiken.
Druk op de knop (MACROFUNCTIE OPDRACHT) op het
1
bedieningspaneel.
Druk op de knop of om de macro te selecteren die u wilt gebruiken en
2
druk vervolgens op de knop .
Controleer of [Execute (Execute)] is geselecteerd en druk vervolgens op de
3
knop (OK).
Wanneer de toegang controle is ingeschakeld op de functies die u wilt gebruiken, wordt
een boodschap weergegeven om u te informearen dat het u niet is toegestaan om ze te
gebruiken, en het scherm gaat terug naar het JOB MACRO menu.
Voer een taak uit.
4
U kunt een macrotitel bewerken.
Druk op de knop (MACROFUNCTIE OPDRACHT) op het
1
bedieningspaneel.
Druk op de knop of om de macro te selecteren die u wilt bewerken en
2
druk vervolgens op de knop .
Druk op de knop om [Title Edit (Titelwijz.)] te selecteren en druk vervolgens
3
op de knop (OK).
Druk op (OK).
4
Voer een nieuwe titel in.
5
Tekens invoeren (Gebruikershandleiding)
Selecteer [Enter (Enter)] en druk vervolgens op de knop (OK).
6
- 22 -
Controleren van de inhoud van de macroEen geregistreerde macro verwijderen
1. Standaardfuncties
Druk op de knop (MACROFUNCTIE OPDRACHT) op het
1
bedieningspaneel.
Druk op de knop of om de macro te selecteren die u wilt controleren en
2
druk vervolgens op de knop .
Druk op de knop of om [Execute (Execute)] of [Register (Registreren)]
3
te selecteren en druk vervolgens op de knop .
Controleer de inhoud en druk vervolgens op de knop .
4
Als u [Execute (Execute)] selecteert voor de controle en op (OK) drukt, wordt de
macro toegepast.
U kunt een macro verwijderen.
Druk op de knop (MACROFUNCTIE OPDRACHT) op het
1
bedieningspaneel.
Druk op de knop of om de macro te selecteren die u wilt verwijderen en
2
druk vervolgens op de knop .
Druk op de knop of om [Delete (Verwijderen)] te selecteren en druk
3
vervolgens op de (OK).
Druk op (OK).
4
Controleer of [Yes (Ja)] is geselecteerd op het bevestigingsscherm en druk
5
vervolgens op de knop (OK).
- 23 -
2
Kopiëren
Nuttige functies
Voor een betere afwerking
Kleurinstellingen
Geavanceerde Kopieerinstellingen
2. Kopiëren
Nuttige functies
Dit hoofdstuk beschrijft diverse kopieerinstellingen zoals N-in-1 en dubbelzijdig afdrukken.
Instellingen op het bovenste kopieerscherm zijn tijdelijk ingeschakeld. Om de standaardinstellingen te wijzigen, drukt
u op de knop (INSTELLING) op het bedieningspaneel en selecteert u [Admin Setup (Beheerderinst.)] > [Copy
Setup (Kopieerinstellingen)] > [Default Settings (Standaardinstellingen)].
Kopieerinstellingen
• Specificeren van de papiertoevoerlade (Papiertoevoer)
• Vergrote of verkleinde kopieën maken (Zoomen)
• Printen op beide zijden van het papier (Duplex Kopie)
• Meerdere pagina's op één vel papier combineren (N-in-1)
• Het scanformaat (Scanformaat) wijzigen
• Iedere set in paginavolgorde sorteren (Sorteren)
• Continu scanmodus inschakelen (Continu scannen)
• Verschillende documentformaten kopiëren (Gemengd formaat)
• Kopieerinstellingen resetten (Reset)
• De documentrichting instellen 8Richting)
Specificeren van de papiertoevoerlade (Papiertoevoer)
• Papiertoevoerlade instellen op Lade 1/Lade 2/Lade 3 (behalve MC363)
• Gebruiken van de MP (Meerdere-Doelen) Lade
Papiertoevoerlade instellen op Lade 1/Lade 2/Lade 3 (behalve MC363)
Druk op het bedieningspaneel op de knop (KOPIËREN).
1
Stel een document in bij de ADF of op de document glasplaat.
2
Druk op de knop .
3
Druk op de knop om [Paper Feed (Papierinvoer)] te selecteren en druk
4
vervolgens op de knop .
Druk op de knop of om de te gebruiken lade te selecteren en druk
5
vervolgens op de knop (OK).
Druk op de knop (MONO) of (COLOR).
6
• Om de MP-lade in te gebruiken wanneer [Paper Feed (Papierinvoer)] is ingesteld op [Auto (Automatisch)], drukt u
op de knop (INSTELLING) op het bedieningspaneel en selecteert u [Paper Setup (Papierinstellingen)] >
[Select Tray (Selecteer lade)] > [Copy (KOPIËREN)] > [MP Tray (MP-lade)] en kies vervolgens [ON (AAN)] of
[ON(Prior) (ON(Prior))].
• [Tray 2 (Lade 2)]/[Tray 3 (Lade 3)] worden alleen weergegeven als de optionele lade is geïnstalleerd.
• Als [Paper Feed (Papierinvoer)] ingesteld is op [Auto (Automatisch)], kunt u een papierlade selecteren die geschikt
is voor de volgende papierformaten: A4, A5, A6, B5, B6, Letter, Legal13/13.5/14, Executive, Statement, Folio of 8.5
SQ. Selecteer de papierlade in de [Paper Feed (Papiertoevoer)]instelling om een andere papierafmeting te kiezen.
Gebruiken van de MP (Meerdere-Doelen) Lade
Druk op het bedieningspaneel op de knop (KOPIËREN).
1
Stel een document in bij de ADF of op de document glasplaat.
2
Druk op de knop .
3
- 25 -
Druk op de knop om [Paper Feed (Papierinvoer)] te selecteren en druk
4
vervolgens op de knop .
Druk op de knop of om [MP Tray (MP-lade)] te selecteren en druk
5
vervolgens op de knop (OK).
Laden papier in de MP lade.
6
Papier in universele cassette plaatsen (Gebruikershandleiding)
2. Kopiëren
Vergrote of verkleinde kopieën maken (Zoomen)
U kunt [Auto (Automatisch)] alleen gebruiken als u kopieert op de volgende papierformaten: A4, A5, A6, B5, B6, Letter,
Legal13/13.5/14, Executive, Statement, Folio of 8.5 SQ.
Druk op het bedieningspaneel op de knop (KOPIËREN).
1
Druk op de knop (MONO) of (COLOR).
7
Controleer het bericht en druk vervolgens op de knop of om [Start
8
(Starten)] te selecteren en druk vervolgens op de knop (OK).
Stel een document in bij de ADF of op de document glasplaat.
2
Druk op de knop .
3
Druk op de knop of om [Zoom (In-/uitzoomen)] te selecteren en druk
4
vervolgens op de knop .
Selecteer de zoomverhouding en druk op de knop (OK).
5
• Wanneer u gebruikt [Auto]
(1) Selecteer [Auto (Automatisch)] en druk vervolgens op de knop (OK).
• Wanneer u een vooraf ingestelde zoom ratio kiest.
(1) Druk op de knop of om de gewenste waarde te selecteren en druk op
de knop (OK).
Wanneer [Fit to page(98%)] is gekozen en de grootte van het document en het apier hetzelfde zijn, wordt het
document gereduceerd om op het papier te passen.
Zoompercentage instellen via het numerieke toetsenblok
•
(1) Voer het zoompercentage van 25 tot 400% in via het numerieke toetsenblok of
door te drukken op op het bedieningspaneel en druk vervolgens op de
knop (OK).
- 26 -
• U kunt de ratio in eenheden van 1% instellen.
• Wanneer u een onjuiste waarde invoert, druk op de (CLEAR) knop, en voer dan de juiste waarde in.
Druk op de knop (MONO) of (COLOR).
6
• Wanneer [Paper Feed] is ingesteld naar [Auto], wordt [Zoom] automatisch ingesteld naar [100%]. Om een andere
ratio te kiezen, stel [Paper Tray] in, en stel dan [Zoom] in.
• Wanneer [Paper Feed] is ingesteld naar [Auto], wordt de papier lade automatisch gekozen volgens de gekozen
zoom ratio. Om een specifieke papier lade te gebruiken, herstel nogmaals [Paper Feed].
• Zelfs als [Paper Feed (Papierinvoer)] is ingesteld op [Auto (Automatisch)], kunt u geen lade selecteren die papier
bevat met een ander formaat dan A4, A5, A6, B5, B6, Letter, Legal13/13.5/14, Executive, Statement, Folio of 8.5
SQ. In dit geval kiest u een waarde in [Paper Feed (Papierinvoer)].
• Als [Paper Feed (Papierinvoer)] is ingesteld op [Auto (Automatisch)], verandert de instelling van [Paper Feed
(Papierinvoer)] automatisch van [Zoom (Zoomen)] naar [Auto (Automatisch)]. Op het scherm wordt een bericht
weergegeven met de melding dat de instelling is gewijzigd.
2. Kopiëren
Printen op beide zijden van het papier (Duplex Kopie)
• Beschikbare afdrukmethodes
• Gebruik gewoon papier van standaard grootte. Gebruik van papier anders dan papier van standaard grootte kan
papier obstructies veroorzaken.
Papier Laden (Gebruikershandleiding)
• Om een document in uw oriëntatie van voorkeur te kopiëren, specificeer van te voren de oriëntatie in [Direction].
De documentrichting instellen 8Richting)
Druk op het bedieningspaneel op de knop (KOPIËREN).
1
Stel een document in bij de ADF of op de document glasplaat.
2
• Bij het dubbelzijdig afdrukken van documenten op beide zijden van het papier of op één zijde, plaats de
documenten in de ADF.
• Bij het maken van dubbelzijdige kopiëen van enkelzijdige documenten via de glasplaat wordt de Doorlopende
Scanmodus automatisch ingeschakeld. Volg de instructies op het scherm.
Continu scanmodus inschakelen (Continu scannen)
- 27 -
Druk op de knop .
3
Druk op de knop om [Duplex Copy (Duplexkop.)] te selecteren en druk
4
vervolgens op de knop .
Druk op de knop of om de modus voor dubbelzijdige kopieën te
5
selecteren.
Selecteer [Duplex Duplex (Duplex Duplex)] om opties voor de inbindpositie
toe te voegen.
Voor het maken van enkelzijdige kopieën van een dubbelzijdig document selecteert u [Duplex LE Simplex
(Duplex LE Simplex)] of [Duplex SE Simplex (Duplex SE Simplex)].
Druk op de knop om [Binding (Inbinden)] te selecteren en druk op de .
6
Druk op de knop of om [Long Edge Bind (Bind lange kant)] of [Short
7
Edge Bind (Bind korte kant)] te selecteren en druk vervolgens op de knop
(OK).
De documentrichting instellen 8Richting)
2. Kopiëren
Druk op de knop (MONO) of (COLOR).
8
U kunt veranderen andere kopieer instellingen.
Nuttige functies
Voor een betere afwerking
Kleurinstellingen
Geavanceerde Kopieerinstellingen
Het wordt aanbevolen om een marge in te stellen wanneer u wilt nieten of gaten wilt maken
in duplex kopieën.
Instellen Marges (Marge)
Beschikbare afdrukmethodes
• Simplex document Duplex kopieën met de lange hoek gebonden
• Duplex documenten Duplex kopieën met de lange hoek gebonden of de
korte hoek gebonden.
Plaats een document in de ADF.
• Duplex kopieën met de lange hoek gebonden Simplex kopieën
Plaats een document in de ADF.
• Simplex document Duplex kopieën met de korte hoek gebonden
• Duplex kopieën met de korte hoek gebonden Simplex kopieën
Plaats een document in de ADF.
- 28 -
Meerdere pagina's op één vel papier combineren (N-in-1)
• Beschikbare afdrukmethoden
U kunt twee of vier pagina's van een document aan één zijde van een vel papier afdrukken.
Het tegelijkertijd instellen op [Duplex Copy (Dubbelzijdig Kopiëren)] kan meer vellen papier
besparen.
• Om een document in uw oriëntatie van voorkeur te kopiëren, specificeer van te voren de oriëntatie in [Direction].
De documentrichting instellen 8Richting)
• Wanneer [N-in-1] is ingeschakeld, is [Zoom] automatisch ingesteld naar [Auto]. Om een zoom tarief te specificeren,
zet [N-in-1], en dan [Zoom].
Vergrote of verkleinde kopieën maken (Zoomen)
• Een deel van het document kan niet gekopieerd worden afhankelijk van de papier afmeting, document afmeting of
gespecificeerd tarief.
• Als [N-in-1 (N-in-1)] is ingeschakeld, kunt u geen [Auto (Automatisch)] voor de papiertoevoerbron selecteren.
Selecteer de te gebruiken papierlade.
Druk op het bedieningspaneel op de knop (KOPIËREN).
1
Stel een document in bij de ADF of op de document glasplaat.
2
Voer het aantal kopieën in.
8
Druk op de knop (MONO) of (COLOR).
9
Beschikbare afdrukmethoden
• Twee vellen Een zijde van een vel
• Vier vellen Een zijde van een vel
• Verticaal
2. Kopiëren
• Wanneer u de document glasplaat gebruikt, wordt Continu Scannen automatisch ingeschakeld. Volg de
instructies op het scherm.
• Ononderbroken Scan modus geeft de gelegenheid u om veelvoudige documenten in een keer te kopiëren. U
kunt zowel de ADF en de document glasplaat gebruiken voor het kopiëren van meerdere documenten als een
enkele taak.
Continu scanmodus inschakelen (Continu scannen)
Druk op de knop .
3
Druk op de knop of om [N-in-1 (N-in-1)] te selecteren en druk
4
vervolgens op de knop .
Druk op de knop of om een N-in-1-methode te selecteren en druk
5
vervolgens op de knop (OK).
Wijzig indien nodig andere instellingen en klik vervolgens op de knop (OK).
6
Druk op de knop om terug te gaan naar het stand-byscherm.
7
• Horizontaal
- 29 -
Het scanformaat (Scanformaat) wijzigenIedere set in paginavolgorde sorteren (Sorteren)
2. Kopiëren
U kunt het geschikte formaat selecteren voor het te scannen document.
Druk op het bedieningspaneel op de knop (KOPIËREN).
1
Stel een document in bij de ADF of op de document glasplaat.
2
Druk op de knop .
3
Controleer of [Scan Size (Scanformaat)] is geselecteerd en druk vervolgens
4
op de knop .
Druk op de knop of om het papierformaat te selecteren en druk
5
vervolgens op de knop (OK).
Druk op de knop (MONO) of (COLOR).
6
De soort functie wordt de gelegenheid door fabriek standaard waarde gegeven.
Druk op het bedieningspaneel op de knop (KOPIËREN).
1
Stel een document in bij de ADF of op de document glasplaat.
2
• Continu Scan modus stelt u in staat om meerdere documenten in een keer te kopiëren.
• U kunt zowel de ADF en de document glasplaat gebruiken voor het kopiëren van meerdere documenten als
een enkele taak.
Continu scanmodus inschakelen (Continu scannen)
Druk op de knop .
3
Druk op de knop of om [Sort (Sorteren)] te selecteren en druk
4
vervolgens op de knop .
Druk op de knop of om [ON (AAN)] te selecteren en druk vervolgens op
5
de (OK).
Druk op de knop om terug te gaan naar het stand-byscherm.
6
Voer het aantal kopieën in.
7
Druk op de knop (MONO) of (COLOR).
8
- 30 -
Loading...
+ 449 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.