Nokia ASHA 201 User Manual [nl]

Gebruikershandleiding Nokia 201
Uitgave 1.0
2 Inhoudsopgave

Inhoudsopgave

Veiligheid 4
Aan de slag 6
Toetsen en onderdelen 6 Een SIM-kaart en batterij plaatsen 7 De batterij opladen 8 De telefoon in- of uitschakelen 9 Een geheugenkaart plaatsen 9 GSM-antenne 10 Een headset aansluiten 11 De polsband bevestigen 11
Basistoepassing 11
Toegangscodes 11 De toetsen vergrendelen 12 Symbolen 12 Contacten en foto's kopiëren vanaf uw oude telefoon 13 Uw telefoon gebruiken zonder SIM­kaart 13
Oproepen 14
Een oproep tot stand brengen 14 Uw gemiste oproepen weergeven 14 Het laatst gekozen nummer bellen 14 Oproepen doorschakelen naar uw voicemailbox of een ander telefoonnummer 14
Contacten 15
Een naam en een telefoonnummer opslaan 15 Snelkeuze gebruiken 15 Uw contactgegevens verzenden 16
Tekst invoeren 16
Schrijven met het toetsenbord 16 Tekstinvoer met tekstvoorspelling 17
Berichten 18
Een bericht verzenden 18 Een bijlage opslaan 18 Spraakberichten beluisteren 19 Een audiobericht verzenden 19
E-mailen en chatten 19
Over E-mail 19 Een e-mail verzenden 20 E-mail lezen en beantwoorden 20 Informatie over Chat 20 Chatten met vrienden 20
Connectiviteit 21
Bluetooth 21 USB-gegevenskabel 23
Klok 23
De tijd en datum wijzigen 23 Wekker 24
Foto's en video's 24
Een foto maken 24 Een video opnemen 24 Een foto of video verzenden 25 Bestanden ordenen 25
Muziek en audio 26
Mediaspeler 26 FM-radio 27
Webpagina's weergeven 28
Informatie over de webbrowser 28 Op internet surfen 29 Een bookmark toevoegen 29 Een webpagina aanpassen aan scherm van uw telefoon 30 Gegevenskosten besparen 30 Uw bladergeschiedenis wissen 31
Informatie over Community's 31
Apparaatbeheer 31
Apparaatsoftware bijwerken met het apparaat 31 Telefoonsoftware bijwerken met uw pc 33 Oorspronkelijke instellingen herstellen 33 Een back-up maken van uw foto's en andere inhoud op een geheugenkaart 33
Het milieu beschermen 34
Energie besparen 34 Recyclen 34
Product- en veiligheidsinformatie 35
Inhoudsopgave 3
4 Veiligheid

Veiligheid

Lees deze eenvoudige richtlijnen. Het niet opvolgen van de richtlijnen kan gevaarlijk of onwettig zijn. Lees de volledige gebruikershandleiding voor meer informatie.

SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN GEBIEDEN WAARBINNEN EEN GEBRUIKSVERBOD GELDT

Schakel het apparaat uit wanneer het gebruik van mobiele telefoons niet is toegestaan of wanneer dit storingen of gevaar kan opleveren, bijvoorbeeld in vliegtuigen, in ziekenhuizen of in de nabijheid van medische apparatuur, bij brandstof, chemicaliën of in gebieden waar explosieven worden gebruikt. Volg alle instructies op in gebieden waarbinnen een gebruiksverbod geldt.

VERKEERSVEILIGHEID HEEFT VOORRANG

Houd u aan alle lokale wetgeving. Houd tijdens het rijden altijd uw handen vrij om het voertuig te besturen. De verkeersveiligheid dient uw eerste prioriteit te hebben terwijl u rijdt.

STORING

Alle draadloze apparaten kunnen gevoelig zijn voor storing. Dit kan de werking van het apparaat negatief beïnvloeden.

DESKUNDIG ONDERHOUD

Dit product mag alleen door deskundigen worden geïnstalleerd of gerepareerd.

BATTERIJEN, LADERS EN ANDERE ACCESSOIRES

Gebruik alleen batterijen, laders en andere toebehoren die door Nokia zijn goedgekeurd voor gebruik met dit apparaat. Sluit geen incompatibele producten aan.

HOUD HET APPARAAT DROOG

Het apparaat is niet waterbestendig. Houd het apparaat droog.

GEHOORSCHADE VOORKOMEN

Luister naar een hoofdtelefoon met een gematigd geluidsvolume. Houd het apparaat niet dicht bij uw oor wanneer de luidspreker in gebruik is.
Veiligheid 5
6Aan de slag

Aan de slag

Toetsen en onderdelen

1 Laderaansluiting 2 Luistergedeelte 3 Scherm 4 Selectietoetsen 5 Internettoets 6 Beltoets 7 Toetsenbord 8 Microfoon 9 Aansluiting voor headset/Nokia AV-aansluiting (3,5 mm) 10 Micro-USB-aansluiting 11 Polsbandopening 12 Berichttoets 13 Einde / Aan/uit-toets 14 Navi™-toets (bladertoets)
Aan de slag 7
15 Cameralens 16 Luidspreker 17 Geheugenkaartsleuf

Een SIM-kaart en batterij plaatsen

Belangrijk: Gebruik in dit apparaat geen mini-UICC SIM-kaarten (ook wel micro-
SIM-kaarten genoemd), micro-SIM-kaarten met een adapter of SIM-kaarten met een mini-UICC-uitsnede (zie afbeelding). Een micro-SIM-kaart is kleiner dan de standaard SIM-kaart. Dit apparaat ondersteunt het gebruik van micro-SIM-kaarten niet en gebruik van incompatibele SIM-kaarten kan mogelijk de kaart of het apparaat beschadigen en gegevens op de kaart aantasten.
Deze telefoon is bedoeld voor gebruik met batterijen van het type BL-5J. Gebruik altijd originele Nokia-batterijen.
1 Plaats uw vinger in de gleuf onder aan de telefoon, til voorzichtig de achtercover
op en verwijder het.
8Aan de slag
2 Als de batterij is geplaatst, tilt u deze eruit. 3 Verschuif de SIM-kaarthouder om deze te ontgrendelen (1) en gebruik uw nagel
om deze te op te tillen. Zorg ervoor dat het contactgebied naar beneden is gericht als u de SIM-kaarthouder laat zakken (2), plaats de SIM-kaart in de houder en laat deze zakken (3). Schuif de kaarthouder als u deze wilt vergrendelen (4).
4 Richt de contactpunten van de batterij op het batterijvak en plaats de batterij. Als
u de cover wilt terugplaatsen, houdt u de bovenste vergrendelingen in de richting van de bijbehorende sleuven en duwt u de cover naar beneden totdat deze vastklikt.

De batterij opladen

Uw batterij is in de fabriek gedeeltelijk opgeladen, maar u moet deze mogelijk opnieuw opladen voordat u uw telefoon voor het eerst kunt inschakelen. Als de telefoon aangeeft dat het batterijniveau laag is, moet u het volgende doen:
1 Sluit de lader aan op een gewone wandcontactdoos. 2 Sluit de lader aan op de telefoon. 3 Wanneer de batterij aangeeft volledig opgeladen te zijn, koppelt u de lader los
van de telefoon en haalt u de stekker uit het stopcontact.
U hoeft de batterij niet een bepaalde tijd op te laden en u kunt de telefoon al gebruiken terwijl het nog aan het opladen is.
Aan de slag 9
Als de batterij volledig ontladen is, kan het enkele minuten duren voordat de batterij­indicator wordt weergegeven en u weer met het apparaat kunt bellen.
Als u de batterij lange tijd niet hebt gebruikt, is het mogelijk dat u de lader moet aansluiten, ontkoppelen en vervolgens opnieuw moet aansluiten om het opladen te starten.

De telefoon in- of uitschakelen

Houd de aan/uit-toets ingedrukt
.
U wordt mogelijk gevraagd of u de configuratie-instellingen wilt ophalen bij uw netwerkserviceprovider. Neem contact op met uw netwerkserviceprovider voor meer informatie over deze netwerkdienst.

Een geheugenkaart plaatsen

Gebruik alleen compatibele geheugenkaarten die door Nokia zijn goedgekeurd voor gebruik met dit apparaat. Incompatibele kaarten kunnen de kaart en het apparaat beschadigen en gegevens op de kaart aantasten.
De telefoon biedt ondersteuning voor geheugenkaarten met een capaciteit tot 32 GB.
1 Open het klepje van de geheugenkaartsleuf. 2 Zorg ervoor dat het contactgebied van de geheugenkaart naar boven is gericht
en plaats de kaart. Duw de kaart in het apparaat tot deze vastklikt.
3 Sluit het klepje van de sleuf voor de geheugenkaart.
10 Aan de slag
Belangrijk: Verwijder de geheugenkaart niet wanneer deze door een toepassing
wordt gebruikt. Hierdoor kunnen de kaart en het apparaat beschadigd worden en kunnen gegevens op de kaart worden aangetast.
U kunt de geheugenkaart verwijderen of vervangen zonder de telefoon uit te schakelen.
De geheugenkaart verwijderen
Duw de kaart in het apparaat tot deze wordt ontgrendeld, en trek de kaart eruit.

GSM-antenne

Het gebied rond de antenne is gemarkeerd.
Vermijd contact met de antenne als de antenne in gebruik is. Contact met antennes kan de kwaliteit van de communicatie nadelig beïnvloeden en kan tijdens het gebruik leiden tot een kortere de levensduur van de batterij door een hoger stroomverbruik.
Basistoepassing 11

Een headset aansluiten

Sluit geen producten aan die een uitgangssignaal afgeven, aangezien dit het apparaat kan beschadigen. Sluit geen energiebron aan op de netstroomconnector van Nokia. Als u externe apparaten of hoofdtelefoons op de netstroomconnector van Nokia aansluit die niet door Nokia zijn goedgekeurd voor gebruik met dit apparaat, moet u extra letten op het geluidsniveau.

De polsband bevestigen

Verwijder de achtercover, haal de band door de opening en maak met de band een lus om het polsbandhaakje.
Polsbanden zijn mogelijk apart verkrijgbaar.

Basistoepassing

Toegangscodes

Met de beveiligingscode wordt de telefoon beveiligd tegen ongeoorloofd gebruik. U kunt de code maken en wijzigen, en de telefoon zo instellen dat de code wordt opgevraagd. Houd de code geheim en bewaar deze op een veilige plaats (niet bij de telefoon). Als u de code bent vergeten en de telefoon is vergrendeld, is extra service
12 Basistoepassing
nodig. Mogelijk worden daarvoor extra kosten in rekening gebracht en worden alle persoonlijke gegevens van uw telefoon verwijderd. Neem voor meer informatie contact op met een Nokia Care-centrum of de leverancier van de telefoon.
De PIN-code die bij de SIM-kaart wordt geleverd, beschermt de kaart tegen ongeautoriseerd gebruik. De PIN2-code die bij sommige SIM-kaarten wordt geleverd, is vereist om toegang tot bepaalde diensten te krijgen. Als u de PIN- of PIN2-code drie maal achter elkaar verkeerd invoert, wordt u om de PUK- of PUK2-code gevraagd. Als u niet over deze codes beschikt, kunt u contact opnemen met uw serviceprovider.
De module-PIN is vereist voor toegang tot de gegevens in de beveiligingsmodule van uw SIM-kaart. De ondertekenings-PIN kan nodig zijn voor de digitale handtekening. Het blokkeerwachtwoord is vereist voor het blokkeren van oproepen.
Selecteer Menu > Instellingen > Beveiliging om in te stellen hoe de telefoon de toegangscodes en beveiligingsinstellingen gebruikt.

De toetsen vergrendelen

Vergrendel de toetsen om te voorkomen dat er per ongeluk een oproep tot stand wordt gebracht terwijl de telefoon in uw zak of tas zit.
Selecteer Menu en druk op *.
De toetsen ontgrendelen Selecteer Vrijgeven en druk op *.
De toetsen zo instellen dat ze automatisch worden vergrendeld
1 Selecteer Menu > Instellingen en Apparaat > Autom. toetsenblokkering >
Aan.
2 Geef de tijdsduur op waarna de toetsen automatisch worden vergrendeld.

Symbolen

of
of
of
U hebt ongelezen berichten. U hebt berichten die nog niet zijn verzonden, zijn geannuleerd of waarvan
de verzending is mislukt. De toetsen zijn vergrendeld.
De telefoon gaat niet over wanneer oproepen of SMS-berichten worden ontvangen. De wekker is ingesteld.
De telefoon is geregistreerd bij het GPRS- of EGPRS-netwerk. Er is een GPRS- of EGPRS-verbinding geopend. De GPRS- of EGPRS-verbinding is onderbroken (in wachtstand).
Loading...
+ 28 hidden pages