U kunt op de volgende manieren zoeken naar relevante pagina’s.
Inhoudsopgave ...
k
Hierin kunt u zoeken op item, zoals bedieningsmethode, flitsstand of functie.
Eenvoudig zoeken op doelstelling
k
U kunt zoeken op basis van uw doelstelling zonder dat u de specifieke naam of
term kent van het item dat u zoekt.
Voorbereiding
Flitserfuncties
k
U kunt zoeken naar een specifieke functie van de SB-900. Dit is handig als u de
naam van een functie kent en meer informatie wilt.
Index
k
U kunt zoeken met behulp van de alfabetische index.
Problemen oplossen
k
Hier kunt u de oorzaak achterhalen als u een probleem hebt met uw flitser.
(kA-6)
(kA-4)
(kB-4)
(kF-22)
(kF-2)
A–2
Page 3
Combinaties van camera en objectief
In deze handleiding wordt ervan uitgegaan dat de SB-900 wordt gebruikt
in combinatie met een camera die compatibel is met CVS (Nikon’s Creatieve
Verlichtingssysteem) en een CPU-objectief.
t Tip voor het herkennen van CPU Nikkor-objectieven
CPU-objectieven hebben CPU-contacten.
CPU-contacten
De SB-900 kan niet worden gebruikt met IX-Nikkor-
•
objectieven.
Termen die worden gebruikt in deze gebruikshandleiding
Standaardinstellingen: de instellingen voor functies en standen op het moment
van aankoop worden de ‘standaardinstellingen’ genoemd.
CVS (Nikon’s Creatieve Verlichtingssysteem): Nikon’s Creatieve
Verlichtingssysteem wordt vaak ‘CVS’ genoemd.
ISO-gevoeligh: ‘ISO-gevoeligheid’ is een algemene term die verwijst naar zowel
de beeldgevoeligheid van digitale spiegelreflexcamera’s als naar de filmgevoeligheid
van analoge kleinbeeldcamera’s.
Symbolen die worden gebruikt in deze gebruikshandleiding
Staat bij informatie waaraan u speciale aandacht moet schenken om
v
te voorkomen dat de flitser defect raakt en om fouten tijdens het
fotograferen te vermijden.
Staat bij informatie of tips die het gebruik van de flitser vereenvoudigen.
t
A
Voorbereiding
A–3
Page 4
Eenvoudig zoeken op doelstelling
U kunt zoeken naar specifieke informatie aan de hand van uw doelstelling.
Flitseronderdelen en aanduidingen
A
Ik wil meer weten overTrefwoordenPagina’s
De naam van elk onderdeelOnderdelen van de fl itserC-2
De betekenis van elk (weergegeven) pictogramLCD-vensterC-10
De betekenis van de waarschuwingssymbolenWaarschuwingenF-3
Instellingen en bediening
Voorbereiding
De functies en het gebruik van bedieningsknoppenBedieningsknoppenC-8
De soorten batterijen die kunnen worden gebruiktGeschikte batterijenC-4
De minimale oplaadtijd en het aantal fl itsen per
lading voor elk type batterij
Wanneer de batterijen moeten worden vervangen
Instellingen wijzigen met behulp van persoonlijke instellingen
Testfl itsen uitvoerenTestfl itsD-59
De fl itskop kantelen of draaienDe fl itskop aanpassenD-26
Diverse instellingen terugzettenReset met twee knoppenC-9
De verlichting van het LCD-venster
De leesbaarheid van het LCD-venster verbeteren
De tijdsduur voor de stand-by-functie wijzigenStand-by-functieC-23
Externe fl itsers controleren met behulp van geluidGeluidsmonitorC-24
De bedieningsknoppen vergrendelen om fouten te voorkomen
De SB-900 gebruiken bij weinig licht
De leesbaarheid van het
LCD-venster verbeteren
KnopvergrendelingC-9
F-20
C-27
C-24
C-25
Flitsfotografie
Ik wil meer weten overTrefwoordenPagina’s
De fl itsstandenFlitsstanden en -functiesD-1
De eenvoudigste manier om foto’s te makenBasisproceduresC-4
Portretfoto’s maken waarbij het hoofdonderwerp wordt
benadrukt
Formele groepsfoto’s maken
Natuurlijk uitziende foto’s maken van bloemen en
poppen
Foto’s maken met zachte schaduwen op een muur
Nachtfoto’s maken van het onderwerp en de
achtergrond
Verlichtingspatroon:
Centrumgericht
Verlichtingspatroon: Gelijkmatig
Fotograferen met meerdere,
draadloos gestuurde fl itsers
Indirect fl itsenD-26
Flitsen met lange sluitertijdD-55
D-24
D-24
D-39
A–4
Page 5
Ik wil meer weten overTrefwoordenPagina’s
Foto’s maken met meerdere fl itsers
De lichtomstandigheden controlerenInstellichtD-61
Lichtere (of donkerder) foto’s maken van het
onderwerp en de achtergrond
Lichtere (of donkerder) foto’s maken van het
onderwerp
Foto’s maken zonder dat personen rode ogen hebben Rode-ogenreductieD-56
Een bewegend onderwerp fotograferen met het
stroboscopische effect van meervoudige belichting
Foto’s maken bij tl-licht en gloeilamplicht, waarbij de
kleur van het licht wordt gecorrigeerd
Foto’s maken waarbij een bepaalde kleur wordt
toegevoegd
Flitsfoto’s maken met autofocus bij weinig licht
Een snelbewegend onderwerp fotograferen met
meerdere, draadloos gestuurde fl itsers
Fotograferen met meerdere,
draadloos gestuurde fl itsers
BelichtingscorrectieD-38
Flitssterktecorrectie
Stroboscopisch fl itsenD-17
Flitsfotografi e met
kleurfi lters
Flitsfotografi e met
kleurfi lters
AF-hulpverlichtingD-58
SU-4-type draadloze
fl itssturing met meerdere
fl itsers
D-39
D-37
D-33
D-33
D-50
Accessoires
Ik wil meer weten overTrefwoordenPagina’s
Camera’s die compatibel zijn met de SB-900Compatibele camera’sB-2
Het gebruik van de SB-900 met camera’s die
niet compatibel zijn met Nikon’s Creatieve
Verlichtingssysteem
Het gebruik van de SB-900 met Nikon COOLPIXcamera’s
Index .................................................................................................. F-22
F
A–7
Page 8
Voor uw veiligheid
Lees de volgende veiligheidsinstructies zorgvuldig door voordat u dit product gaat
gebruiken om te zorgen dat u het product correct en veilig gebruikt en om schade
A
aan uw Nikon-product of letsel van uzelf of anderen te voorkomen.
Bewaar deze veiligheidsinstructies in de buurt van het product, zodat iedereen die
het product gebruikt ze kan lezen.
In deze handleiding worden veiligheidsinstructies aangeduid met deze symbolen:
WAARSCHUWING
Als u instructies die worden aangeduid met dit symbool negeert, kan dit leiden tot
persoonlijk letsel, de dood of schade aan eigendommen.
Voorbereiding
LET OP
Als u instructies die worden aangeduid met dit symbool negeert, kan dit leiden tot
schade aan eigendommen.
WAARSCHUWINGEN voor flitsers
1.
Als bijtende vloeistoffen uit de batterijen lekken en in uw ogen
terechtkomen, dient u uw ogen direct uit te spoelen met stromend
water en een arts te raadplegen. Uw ogen kunnen ernstig beschadigen als
ze niet snel worden behandeld.
2.
Als bijtende vloeistoffen uit de batterijen lekken en in contact komen
met uw huid of kleding, dient u deze direct uit te spoelen met stromend
water. Langdurig contact kan leiden tot huidletsel.
3.
Probeer de flitser nooit zelf uit elkaar te halen of te repareren, aangezien
dit een elektrische schok kan veroorzaken en ertoe kan leiden dat de flitser
defect raakt. Een dergelijk defect kan leiden tot persoonlijk letsel.
4.
Als de flitser valt en beschadigd raakt, mag u blootliggende interne metalen
onderdelen niet aanraken. Dergelijke onderdelen, met name de condensator en
bijbehorende onderdelen, kunnen een hoge lading bevatten en bij aanraking een
elektrische schok veroorzaken. Koppel de voeding los of verwijder de batterijen en
zorg dat u de elektrische onderdelen van het product niet aanraakt. Breng de flitser
vervolgens voor reparatie naar een Nikon-leverancier of de technische dienst van Nikon.
5.
Als er warmte of rook vrijkomt of als u een brandlucht ruikt, dient u
het gebruik direct te stoppen en de batterijen te verwijderen om te
voorkomen dat de flitser vlam vat of smelt. Laat de flitser afkoelen, zodat u
deze veilig kunt aanraken en verwijder de batterijen. Breng de flitser daarna
voor reparatie naar een Nikon-leverancier of de technische dienst van Nikon.
6.
De flitser mag nooit worden ondergedompeld in water of worden
blootgesteld aan regen, zout water of vocht, tenzij deze correct wordt
beschermd tegen vloeistoffen en vocht. Voor gebruik onder water is
een goedgekeurde onderwaterbehuizing vereist.
Als water of vocht in de flitser terechtkomt, kan dit ertoe leiden dat deze vlam
vat of een elektrische schok veroorzaken. In dat geval dient u onmiddellijk de
batterijen uit de flitser te verwijderen en deze vervolgens voor reparatie naar
een Nikon-leverancier of de technische dienst van Nikon te brengen.
A–8
Page 9
Opmerking: reparatie van elektronische apparaten waarin water of vocht is
terechtgekomen, is vaak niet rendabel.
7.
Gebruik de flitser niet in de buurt van ontvlambare of explosieve
gassen.
Als de flitser wordt gebruikt in de buurt van ontvlambare gassen, waaronder
propaan, benzine en stof, kan dit leiden tot ontploffing of brand.
8.
Gebruik de flitser niet terwijl deze is gericht op de bestuurder van een
rijdend voertuig, aangezien dit het gezichtsvermogen van de bestuurder
tijdelijk kan aantasten en een ongeluk kan veroorzaken
9.
Gebruik de flitser niet terwijl deze direct is gericht op de ogen van
een persoon die zich op korte afstand van de flitser bevindt, aangezien
hierdoor het netvlies kan beschadigen. Gebruik de flitser nooit op minder dan
één meter afstand van kinderen.
10.
Gebruik de flitser niet terwijl de flitskop in aanraking komt met een
persoon of voorwerp.
Dit kan leiden tot brandwonden en/of het ontvlammen van kleding door de
hitte van de flits.
11.
Houd kleine accessoires buiten bereik van kinderen om te voorkomen dat
het accessoire wordt ingeslikt. Als een accessoires per ongeluk wordt ingeslikt,
dient u direct een arts te raadplegen.
12.
Gebruik alleen de batterijen die in deze gebruikshandleiding worden
vermeld. Andere batterijen dan de vermelde batterijen kunnen bijtende
vloeistoffen lekken, ontploffen, vlam vatten of anderszins niet naar behoren
werken.
13.
Gebruik geen batterijen van verschillende typen of merken of oude en
nieuwe batterijen door elkaar, aangezien de batterijen bijtende vloeistoffen
kunnen lekken, kunnen ontploffen of vlam kunnen vatten. Bij gebruik van meer
dan één batterij in een product, dient u altijd identieke batterijen te gebruiken
die tegelijk zijn aangeschaft.
14.
Niet-oplaadbare batterijen, zoals mangaan-, alkaline-mangaan- en
lithiumbatterijen, mogen nooit worden opgeladen in een batterijlader,
aangezien ze bijtende vloeistoffen kunnen lekken, kunnen ontploffen of vlam
kunnen vatten.
15.
Als u oplaadbare batterijen van standaardformaat (AA, AAA, C, D)
of andere gangbare oplaadbare batterijen, zoals NiCd en Ni-MH,
gebruikt of als u deze oplaadt, mag u alleen de batterijlader gebruiken
die wordt voorgeschreven door de batterijproducent en dient u de
instructies zorgvuldig te lezen. U mag deze batterijen niet opladen
terwijl ze onjuist in de lader zijn geplaatst of voordat ze voldoende
zijn afgekoeld, aangezien ze bijtende vloeistoffen kunnen lekken, kunnen
ontploffen of vlam kunnen vatten. Dezelfde waarschuwing geldt ook voor het
gebruik van de oplaadbare batterijen die zijn geleverd door de fabrikant van het
fotoproduct.
A
Voorbereiding
A–9
Page 10
Voor uw veiligheid
VOORZORGSMAATREGELEN voor flitsers
A
schok kan veroorzaken.
2.
Houd de flitser uit de buurt van kinderen om te voorkomen dat ze de
flitser in hun mond stoppen of gevaarlijke delen van het product aanraken,
aangezien een dergelijke aanraking een elektrische schok kan veroorzaken.
3.
Stel de flitser niet bloot aan hevige schokken, aangezien dit storingen kan
veroorzaken die ertoe leiden dat de flitser ontploft of vlam vat.
4.
Gebruik nooit actieve middelen die ontvlambare stoffen bevatten, zoals
Voorbereiding
thinner, benzeen of verfoplosmiddelen, om de flitser te reinigen, en
bewaar het product nooit op een plaats met chemicaliën, zoals kamfer
en naftaleen, aangezien dit de plastic behuizing kan beschadigen en brand of
een elektrische schok kan veroorzaken.
5.
Verwijder de batterijen uit de flitser voordat u deze gedurende langere tijd
opbergt om te voorkomen dat de flitser vlam vat of bijtende vloeistoffen lekt.
6.
Overschrijd niet het maximumaantal continu flitsen, want hierdoor kan de
flitskop oververhit raken wat kan resulteren in brandwonden of beschadiging van
het flitsvenster en de behuizing.
Raak de flitser niet aan met natte handen, aangezien dit een elektrische
1.
WAARSCHUWINGEN voor batterijen
1.
U mag batterijen nooit verhitten of in het vuur gooien, aangezien dit ertoe kan
leiden dat de batterijen bijtende vloeistoffen lekken, warmte ontwikkelen of ontploffen.
2.
U mag de batterijen niet kortsluiten of uit elkaar halen, aangezien dit ertoe kan
leiden dat de batterijen bijtende vloeistoffen lekken, warmte ontwikkelen of ontploffen.
3.
Gebruik geen batterijen van verschillende typen of merken of oude
en nieuwe batterijen door elkaar, aangezien dit ertoe kan leiden dat de
batterijen bijtende vloeistoffen lekken, warmte ontwikkelen of ontploffen.
4.
Plaats batterijen niet met omgekeerde polariteit, aangezien dit ertoe kan
leiden dat de batterijen bijtende vloeistoffen lekken, warmte ontwikkelen of
ontploffen. Zelfs als slechts één batterij onjuist is geplaatst, zal dit een
storing in de flitser veroorzaken.
5.
Gebruik de batterijlader die wordt voorgeschreven door de
batterijfabrikant om te voorkomen dat de batterijen bijtende vloeistoffen
lekken, warmte ontwikkelen of ontploffen.
6.
Vervoer of bewaar batterijen niet samen met metalen voorwerpen
zoals kettingen en haarspelden, aangezien dergelijke voorwerpen ertoe
kunnen leiden dat de batterijen kortsluiten, waardoor ze kunnen lekken,
warmte kunnen ontwikkelen of kunnen ontploffen.
Met name als u een groot aantal batterijen vervoert, dient u ze op te bergen
in een speciale houder die voorkomt dat de contactpunten van de batterijen
elkaar aanraken. Dit kan er namelijk toe leiden dat de batterijen kortsluiten, waardoor
ze kunnen lekker, warmte kunnen ontwikkelen of kunnen ontploffen.
A–10
Page 11
7.
Als bijtende vloeistoffen uit de batterijen lekken en in uw ogen
terechtkomen, dient u uw ogen direct uit te spoelen met stromend
water en een arts te raadplegen. Uw ogen kunnen ernstig beschadigen als
ze niet snel worden behandeld.
8.
Als bijtende vloeistoffen uit de batterijen lekken en in contact komen
met uw huid of kleding, dient u deze direct uit te spoelen met stromend
water. Langdurig contact kan leiden tot huidletsel.
9.
Houd u altijd aan de waarschuwingen en instructies op de batterijen
om te voorkomen dat de batterijen bijtende vloeistoffen lekken, warmte
ontwikkelen of vlam vatten.
10.
Gebruik alleen batterijen die worden vermeld in deze
gebruikshandleiding om te voorkomen dat de batterijen bijtende vloeistoffen
lekken, warmte ontwikkelen of ontploffen.
11.
Open nooit de behuizing van de batterijen en gebruik geen
beschadigde batterijen, aangezien dergelijke batterijen bijtende vloeistoffen
kunnen lekken, warmte kunnen ontwikkelen of kunnen ontploffen.
12.
Houd batterijen buiten bereik van kinderen om te voorkomen dat ze
worden ingeslikt. Als een batterij per ongeluk wordt ingeslikt, dient u direct een
arts te raadplegen.
13.
Batterijen mogen niet worden ondergedompeld in water of worden
blootgesteld aan regen, vocht of zout water, tenzij ze correct wordt
beschermd tegen een natte omgeving. Als water of vocht in de batterijen
terechtkomt, kan dit ertoe kan leiden dat ze bijtende vloeistoffen lekken of
warmte ontwikkelen.
14.
Gebruik geen batterijen die er afwijkend uitzien, met inbegrip van een
afwijkende kleur of vorm. Dergelijke batterijen kunnen bijtende vloeistoffen
lekken of warmte ontwikkelen.
15.
Stop het opladen van oplaadbare batterijen als het opladen niet binnen
de vermelde tijd is voltooid om te voorkomen dat de batterijen bijtende
vloeistoffen lekken of warmte ontwikkelen.
16.
Wanneer u batterijen weggooit of inlevert, dient u de contactpunten af
te dekken met tape. Als de positieve en negatieve contacten van de batterij
kortsluiten doordat ze in contact komen met metalen voorwerpen, kan dit
leiden tot brand, warmte-ontwikkeling of een ontploffing. Gooi gebruikte
batterijen weg in overeenstemming met de overheidsvoorschriften.
17.
Niet-oplaadbare batterijen mogen nooit worden opgeladen in een
batterijlader, aangezien ze bijtende vloeistoffen kunnen lekken of warmte
kunnen ontwikkelen.
18.
Verwijder lege batterijen direct uit het product, aangezien ze bijtende
vloeistoffen kunnen lekken, warmte kunnen ontwikkelen of kunnen ontploffen.
A
Voorbereiding
A–11
Page 12
Voor uw veiligheid
VOORZORGSMAATREGELEN voor batterijen
1.
A
Gooi niet met batterijen en stel ze niet bloot aan hevige schokken,
aangezien dit ertoe kan leiden dat de batterijen bijtende vloeistoffen lekken,
warmte ontwikkelen of ontploffen.
2.
Wees voorzichtig dat u zich niet verbrandt wanneer u de batterijen
vervangt na continu-opnamen met de flits aangezien de batterijen in dit
geval erg warm kunnen zijn.
Voorbereiding
Symbool voor gescheiden inzameling voor Europese landen
Dit symbool geeft aan dat dit product via gescheiden inzameling
moet worden afgevoerd. Het volgende is alleen van toepassing op
gebruikers in Europese landen.
Dit product is ontworpen met het oog op gescheiden inzameling
•
via een daarvoor bestemd inzamelingspunt. Gooi dit product niet
weg als huishoudelijk afval.
Neem voor meer informatie contact op met de leverancier of de
•
gemeentelijke reinigingsdienst.
A–12
Page 13
A
Voorbereiding
A–13
Page 14
Controleren vóór gebruik
Voorwoord
A
Gefeliciteerd met de aanschaf van deze Nikon Speedlight SB-900. Lees deze
gebruikshandleiding en het aparte boekje ‘Een verzameling voorbeeldfoto’s’ grondig door
voordat u de flitser gaat gebruiken, om ervoor te zorgen dat u de flitser optimaal benut.
In deze gebruikshandleiding worden de functies, bediening, specificaties en dergelijke
van de SB-900 toegelicht, terwijl het aparte boekje ‘Een verzameling voorbeeldfoto’s’
een overzicht biedt van de flitsmogelijkheden van de SB-900 met voorbeeldfoto’s.
Houd daarnaast de gebruikshandleiding van de camera bij de hand, zodat u deze
zo nodig kunt raadplegen.
Voorbereiding
Meegeleverde accessoires
De SB-900 wordt geleverd met de volgende accessoires. Controleer of alle items
aanwezig zijn voordat u de flitser gebruikt.
Maak testfoto’s voordat u foto’s maakt van een belangrijke gebeurtenis, zoals een
bruiloft of diploma-uitreiking.
Laat uw flitser regelmatig nakijken door Nikon
Nikon beveelt aan uw flitser ten minste eenmaal per twee jaar te laten nakijken
door een erkende leverancier of de technische dienst van Nikon.
Gebruik uw flitser met Nikon-apparatuur
De prestaties van de Nikon Speedlight SB-900 zijn geoptimaliseerd voor gebruik
met camera’s, objectieven en accessoires van Nikon.
Camera’s en accessoires van andere fabrikanten voldoen mogelijk niet aan Nikon’s
criteria voor specificaties en kunnen in dat geval de onderdelen van de SB-900
beschadigen. Nikon kan de prestaties van de SB-900 niet garanderen bij gebruik
met producten die niet door Nikon zijn geproduceerd.
A
Voorbereiding
A–15
Page 16
Controleren vóór gebruik
Permanente educatie
A
Als onderdeel van Nikon’s streven naar permanente educatie en voortdurende
productondersteuning en training wordt online voortdurend actuele informatie
beschikbaar gesteld op de volgende websites:
Voor gebruikers in de V.S.:
•
http://www.nikonusa.com/
Voor gebruikers in Europa:
•
Voorbereiding
http://www.europe-nikon.com/support
Voor gebruikers in Azië, Oceanië, het Midden-Oosten en Afrika:
•
http://www.nikon-asia.com/
Bezoek deze sites voor actuele productinformatie, tips en antwoorden op
veelgestelde vragen en voor algemeen advies over digitale beeldverwerking
en fotografie. Neem voor meer informatie contact op met de Nikonvertegenwoordiging in uw regio. Bezoek de volgende website voor
contactgegevens:
http://nikonimaging.com/
A–16
Page 17
B
In dit gedeelte worden de kenmerken en belangrijkste
functies van de SB-900 toegelicht.
Over de SB-900
Kenmerken van de SB-900 ....................................B-2
De SB-900 is een krachtige CVS-compatibele flitser met een groot richtgetal van
34/48 (ISO 100/200, m) (zoomkop op 35 mm bij Nikon FX-formaat met standaard
verlichtingspatroon, 20 °C.)
In combinatie met een CVS-compatibele camera kan de SB-900 gemakkelijk
•
B
diverse soorten flitsbewerkingen uitvoeren, zoals i-DDL automatisch flitsen en
flitsen met meerdere, draadloos gestuurde flitsers (kD-39).
Er zijn drie soorten verlichtingspatronen beschikbaar (standaard, centrumgericht
•
en gelijkmatig) voor verschillende opnamevoorkeuren.
Dankzij FX/DX-selectie kan de lichtspreidingshoek worden ingesteld in
•
overeenstemming met het beeldgebied van de camera bij FX- of DX-formaat en
is een effectieve en hoogwaardige verlichting mogelijk.
Over de SB-900
De zoomfunctie past de zoompositie automatisch aan op basis van de
•
brandpuntsafstand van het objectief, van 17 mm tot 200 mm (bij FX-formaat) of
12 mm tot 200 mm (bij DX-formaat). Als de ingebouwde groothoekadapter wordt
gebruikt of de Nikon-diffusiekap is bevestigd, wordt de zoompositie automatisch
aangepast aan een groothoekobjectief met een veel kortere brandpuntsafstand.
•
Indirect flitsen (kD-26) of close-up flitsfotografie is zeer eenvoudig (kD-30).
•
Er zijn persoonlijke functies beschikbaar waarmee diverse instellingen kunnen
worden aangepast (kC-20).
Compatible camera’s
De SB-900 is geoptimaliseerd voor gebruik met CVS-compatibele spiegelreflexcamera’s.
•
Voor gebruik met niet-CVS-compatibele spiegelreflexcamera’s en i-DDLcompatibele COOLPIX-camera’s raadpleegt u ‘De SB-900 gebruiken met nietCVS-compatibele spiegelreflexcamera’s’ (kE-1).
Wat is Nikon’s Creatieve Verlichtingssysteem (CVS)?
De SB-900 ondersteunt Nikon’s Creatieve Verlichtingssysteem (CVS). Dit systeem
biedt aanvullende mogelijkheden voor flitsopnamen met digitale camera’s door
gebruik te maken van de mogelijkheden voor digitale communicatie van de camera.
CVS is beschikbaar als de SB-900 wordt gebruikt met compatibele Nikon-camera’s.
De SB-900 biedt de volgende hoofdkenmerken:
i-DDL-stand
■
Dit is een automatische DDL-flitsstand van Nikon’s Creatieve Verlichtingssysteem.
Hierbij worden altijd monitor-voorflitsen afgegeven. Het onderwerp wordt correct
belicht door het licht van de flitser en de belichting wordt minder beïnvloed door
het omgevingslicht (kD-2).
■
Geavanceerde draadloze fl itssturing
Met geavanceerde draadloze flitssturing is het gebruik van meerdere, draadloos
gestuurde flitsers in de DLL-stand (i-DDL) mogelijk met CVS-compatibele digitale
spiegelreflexcamera’s. In deze stand kunt u de externe flitsers in drie groepen
verdelen en de flitssterkte voor elke flitsergroep afzonderlijk bepalen, waardoor het
aantal creatieve opnametechnieken met meerdere flitsers toeneemt (kD-43).
■
Flitswaardevergrendeling
De flitswaarde is de hoeveelheid flitsbelichting van het onderwerp. Als u
flitswaardevergrendeling gebruikt met compatibele camera’s, kunt u de juiste flitsbelichting
voor het onderwerp vergrendelen. De flitsbelichting blijft dan vergrendeld, zelfs als u het
diafragma of de compositie wijzigt of het objectief in- of uitzoomt (kD-55).
Overdracht van fl itskleurinformatie
■
Wanneer de SB-900 wordt gebruikt met een compatibele digitale spiegelreflexcamera,
wordt informatie over de kleurtemperatuur automatisch doorgegeven aan de camera.
Zo kan de witbalans van de camera automatisch worden aangepast, zodat u de juiste
kleurtemperatuur krijgt wanneer u fotografeert met de SB-900.
Automatische FP high-speed fl itssynchronisatie
■
High-speed flitssynchronisatie bij de kortste sluitertijd van compatibele camera’s is
mogelijk. Dit is handig als u een groter diafragma wilt gebruiken om een kleinere
scherptediepte te creëren en zo de achtergrond onscherp vast te leggen (kD-55).
AF-hulpverlichting
■
Bij gebruik van autofocus fungeert de SB-900 als AF-hulpverlichting die geschikt
is voor het bredere AF-veld van CVS-compatibele camera’s. Bij camera’s die deze
functie ondersteunen, is fotograferen met autofocus bij weinig licht mogelijk, zelf
als het scherpstelpunt (scherpstelveld) van de camera wordt gewijzigd (kD-58).
B–3
B
Over de SB-900
Page 20
Belangrijkste functies
Flitsstanden en -functies van de SB-900
i-DDL-stand
De camera regelt de flitssterkte van de SB-900 door het licht te meten dat door het
onderwerp wordt weerkaatst wanneer de SB-900 een reeks monitor-voorflitsen afgeeft.
B
Flitsen met automatisch diafragma
De SB-900 bepaalt de flitssterkte door het flitslicht dat door het onderwerp wordt
weerkaatst, te meten met de sensor voor niet-DDL automatisch flitsen en deze informatie
te combineren met informatie van de camera, zoals de ISO-gevoeligheid en het diafragma.
Niet-DDL automatisch flitsen
De SB-900 regelt de flitssterkte door het flitslicht dat door het onderwerp wordt
weerkaatst, te meten met de sensor voor niet-DDL automatisch flitsen.
Over de SB-900
Handmatig flitsen met afstandsvoorkeuze
Als u het diafragma en de afstand tot het onderwerp vooraf instelt, bepaalt de
SB-900 automatisch de juiste flitssterkte.
Handmatig flitsen
Als u het diafragma en de flitssterkte instelt, kunt u de belichting en de afstand tot het
onderwerp handmatig instellen.
Stroboscopisch flitsen
De SB-900 flitst meerdere malen om het stroboscopische effect van meervoudige
belichting te creëren. Dit is handig wanneer u snelbewegende onderwerpen fotografeert.
Het verlichtingspatroon wijzigen
U kunt kiezen uit drie soorten verlichtingspatronen (standaard, centrumgericht en
gelijkmatig) in overeenstemming met uw doelstelling.
Indirect flitsen
Door de flitskop te kantelen of te draaien, kunt u het licht laten weerkaatsen via
een plafond of muur en zo gebruikmaken van het weerkaatste licht.
Close-up flitsfotografie
U kunt close-up foto’s met flits maken door de ingebouwde groothoekadapter te
gebruiken en de flitskop omlaag te kantelen.
Kleurfilters gebruiken
U kunt de kleur van een lichtbron corrigeren of interessante effecten creëren door
de kleur van het licht via filters te wijzigen.
Flitssterktecorrectie/belichtingscorrectie
Bij flitssterktecorrectie wordt de flitssterkte alleen aangepast aan het onderwerp dat
door de flitser wordt verlicht. Bij belichtingscorrectie wordt de juiste belichting opzettelijk
aangepast om de verlichting van zowel het onderwerp als de achtergrond te wijzigen.
(kD-2)
(kD-5)
(kD-8)
(kD-11)
(kD-14)
(kD-17)
(kD-24)
(kD-26)
(kD-30)
(kD-33)
(kD-37)
B–4
Page 21
Meerdere, draadloos gestuurde flitsers
•
Geavanceerde draadloze flitssturing (kD-43)
In deze stand kunt u de externe flitsers in drie groepen verdelen en de flitsstand en
flitssterktecorrectie voor elke groep afzonderlijk en voor de hoofdflitser bepalen.
•
SU-4-type draadloze flitssturing met meerdere flitsers (kD-50)
U kunt op twee manieren fotograferen met SU-4-type draadloze flitssturing met
meerdere flitsers: de externe, draadloos gestuurde flitsers starten en stoppen
synchroon met de hoofdflitser of de externe, draadloos gestuurde flitsers starten
alleen synchroon met de hoofdflitser.
(kD-39)
Functies die worden ingesteld op de camera
B
Automatische FP high-speed flitssynchronisatie
De SB-900 flitst automatisch bij kortere sluitertijden dan de flitssynchronisatietijd
van de camera.
Flitswaardevergrendeling
Aangezien het mogelijk is de flitsbelichting voor het onderwerp te vergrendelen, kunt
u de compositie wijzigen terwijl de helderheid van het onderwerp constant blijft.
Flitsen met lange sluitertijd
De flitser wordt aangestuurd bij een lange sluitertijd om zo een correcte belichting te
krijgen voor zowel het onderwerp als de achtergrond in situaties met weinig licht.
(kD-55)
(kD-55)
Rode-ogenreductie/rode-ogenreductie met lange sluitertijd
Het rode-ogeneffect dat ertoe leidt dat de pupillen van de gefotografeerde
personen rood worden weergegeven in foto’s, wordt verminderd.
Synchronisatie met tweede gordijn
Bij flitssynchronisatie met het tweede gordijn wordt een foto gemaakt waarbij de
onscherpte van een bewegend onderwerp zich achter het onderwerp bevindt en niet
ervoor. In deze stand flitst de flitser vlak voordat het tweede gordijn wordt gesloten.
(kD-56)
(kD-55)
(kD-56)
Ondersteunende functies
Zoomfunctie
De zoompositie wordt automatisch aangepast aan de brandpuntsafstand van het objectief.
Instelling van de ISO-gevoeligheid
De ISO-gevoeligheid wordt automatisch ingesteld op basis van de informatie van de camera.
AF-hulpverlichting
Dit maakt het mogelijk te flitsen met autofocus als er onvoldoende licht is voor een
normale werking van de autofocus.
(kD-57)
(kD-60)
(kD-58)
B–5
Over de SB-900
Page 22
Belangrijkste functies
Testflits
U kunt controleren of het onderwerp correct wordt belicht door een testflits af te
geven met de SB-900.
Instellicht
Voordat u de daadwerkelijke foto maakt, kunt u de verlichting en schaduwen op
het onderwerp controleren.
B
FX/DX-selectie
De SB-900 selecteert automatisch de geschikte lichtspreidingshoek in overeenstemming
met het beeldgebied van de camera: FX-formaat (36 x 24) of DX-formaat (24 x 16).
(kD-60)
(kD-61)
(kD-62)
Statusfuncties en instellingen op de SB-900
Persoonlijke instellingen
Over de SB-900
U kunt diverse instellingen aanbrengen terwijl u de status op het LCD-venster controleert.
Reset met twee knoppen
Deze functie herstelt de standaardwaarden van diverse instellingen.
Knopvergrendeling
De bedieningsknoppen kunnen worden vergrendeld om te voorkomen dat ze per
ongeluk worden ingedrukt.
Verlichting van het LCD-venster
U kunt de verlichting van het LCD-venster in- of uitschakelen.
Contrast van het LCD-venster
U kunt het contrast van het LCD-venster aanpassen.
Standby function
Deze functie zet de SB-900 automatisch stand-by om de batterijen te sparen.
Continu flitsen
De SB-900 flitst continu en synchroon met continu-opnamen.
(kF-5)
Thermische uitschakeling
Deze functie beschermt de SB-900 tegen hoge gebruikstemperaturen. Als de
temperatuur van de flitser boven een bepaalde waarde komt, wordt de SB-900
overgeschakeld naar een beschermende uitschakelingsstand.
Firmware-update
Een update van de flitserfirmware kan worden uitgevoerd via de camera.
(kC-20)
(kC-9)
(kC-9)
(kC-24)
(kC-25)
(kC-28)
(kF-6)
(kF-10)
B–6
Page 23
C
In dit gedeelte worden de onderdelen van de flitser
en de betekenis van de aanduidingen in het venster
toegelicht. Daarnaast worden de basisprocedures voor
flitsfotografie besproken.
Bediening
Onderdelen van de flitser ..................................... C-2
voor draadloze instelling
30 Selectieschijf
31 [OK]-knop
C
Bediening
C–3
Page 26
Basisprocedures
In dit gedeelte worden de basisprocedures in de i-DDL-stand in combinatie met een
CVS-compatibele camera besproken. In de i-DDL-stand kunt u eenvoudig flitsfoto’s
maken met een uitgebalanceerde verlichting.
De batterijen plaatsen
Stap
1
Schuif het deksel over het
batterijvak open.
C
Plaats de batterijen met de juiste
Bediening
polariteit ([+] en [-]) zoals hier
wordt aangegeven.
Sluit het deksel over het
batterijvak.
Geschikte batterijen
Plaats vier AA-penlightbatterijen van een van de volgende typen:
Alkaline-mangaan (1,5 V)Lithium (1,5 V)
Oxyride™ (1,5 V)
Wanneer u batterijen vervangt, dient u nieuwe batterijen van hetzelfde
•
merk te gebruiken.
Voor meer informatie over batterijen raadpleegt u ‘Batterijen’ en
•
‘Opmerkingen over batterijen’. (kC-27, kF-8)
C–4
Ni-MH (nikkel-metaalhydride) (1,2 V)
Page 27
De SB-900 op de camera bevestigen
2
Zorg dat de SB-900 en de
camera uitstaan.
Draai het vergrendelingshendeltje
van het bevestigingsvoetje naar
links.
Schuif het bevestigingsvoetje
van de SB-900 in het
accessoireschoentje van de camera.
Draai het vergrendelingshendeltje
naar 'L'.
v
Als u de fl itser wilt vergrendelen,
draait u het hendeltje rechtsom
totdat dit stopt bij de index van
het bevestigingsvoetje.
Stap
De SB-900 van de camera verwijderen
Draai het vergrendelingshendeltje 90° naar links.
Schuif het bevestigingsvoetje van de SB-900
uit het accessoireschoentje van de camera.
C
Bediening
v
Als u het bevestigingsvoetje van de
SB-900 niet uit het accessoireschoentje
van de camera kunt verwijderen:
De bevestigingspin blijft in het
•
accessoireschoentje van de camera
steken. Draai het vergrendelingshendeltje
nogmaals 90° naar links en schuif de
SB-900 langzaam uit het schoentje.
Verwijder de SB-900 nooit met kracht.
•
C–5
Page 28
Basisprocedures
De flitskop aanpassen
Stap
3
C
LCD-aanduiding voor de status van de flitskop
De flitskop is ingesteld op een andere
•
hoek dan horizontaal/naar voren. (De
Bediening
Stap
De SB-900 en de camera inschakelen
4
flitskop is omhoog gekanteld of naar
rechts of naar links gedraaid.)
De flitskop is ingesteld op -7°. (De flitskop
•
is omlaag gekanteld.)
De flitskop is ingesteld op horizontaal/
•
naar voren.
Houd de ontgrendelknop
voor het kantelen/draaien
van de flitskop ingedrukt om
de positie van de flitskop
horizontaal/naar voren aan
te passen.
De flitskop wordt horizontaal/naar
•
voren en op 90° vergrendeld.
Zet de SB-900 en de camera
aan.
U zet de SB-900 aan door de aan/uit-
•
schakelaar naar [ON] te draaien.
Bij gebruik van de i-DDL-stand
C–6
De ISO-gevoeligheid wordt automatisch
•
ingesteld.
De dekkingshoek wordt automatisch
•
ingesteld op basis van het gebruikte
objectief.
Page 29
De flitsstand selecteren
5
Stap
Druk op de knop [MODE].
Draai aan de selectieschijf
totdat
wordt
weergegeven op het LCDvenster.
Druk op de knop [OK].
De flitsstand wijzigen
Draai aan de selectieschijf om de
pictogrammen van de beschikbare flitsstanden
op het LCD-venster weer te geven.
Pictogrammen van de flitsstanden (kC-10)
Alleen beschikbare flitsstanden worden weergegeven op het LCD-venster.
•
U kunt de flitsstand ook selecteren door te drukken op de knop [MODE].
•
Controleer of het gereedlampje
op de SB-900 of in de zoeker van
de camera brandt voordat u een
foto maakt.
Als het gereedlampje niet brandt,
•
drukt u licht op de ontspanknop om
het gereedlampje te activeren.
C
Bediening
C–7
Page 30
Bedieningsknoppen
Namen en functies van bedieningsknoppen
C
1
3
4
5
6
7
8
Bediening
1 [MODE]-knop:
Druk hierop om de fl itsstand te
selecteren. (kC-10)
•
dat u wilt wijzigen.
De functies hangen af van de
•
geselecteerde stand en de status
van de SB-900. (kC-17)
6 Testfl itsknop:
Hiermee activeert u de testflits
•
(kD-60) en het instellicht. (kD-61)
U wijzigt de knopinstelling
•
voor testflits/instellicht via de
persoonlijke functies. (kC-22)
C–8
2
9
7 Aan/uit-schakelaar/schakelaar
voor draadloze instelling:
Ronddraaien om de flitser in en uit
•
te schakelen.
Hiermee stuurt u de hoofdflitser
•
en/of externe flitsers aan bij gebruik
van meerdere, draadloos gestuurde
flitsers. (kD-39)
Als u de hoofdflitser en/of externe
•
flitsers wilt aansturen, draait u aan
de schakelaar terwijl u de knop in
het midden ingedrukt houdt.
8 Selectieschijf:
Draai hieraan om het geselecteerde item
te wijzigen. Het geselecteerde item is
gemarkeerd op het LCD-venster. (kC-9)
9 OK-knop:
Druk licht op de knop [OK] om de
•
geselecteerde instelling te bevestigen.
Houd de knop [OK] één seconde
•
ingedrukt om de persoonlijke
functies weer te geven. (kC-21)
Page 31
Gebruik van de bedieningsknoppen
U past de functies van de SB-900 aan door de volgende basisstappen uit te voeren:
Selecteer de functie die u wilt
wijzigen en druk op de knop die
de desbetreffende functie regelt.
De geselecteerde functie wordt gemarkeerd.
•
Wijzig de instelling door aan
de selectieschijf te draaien.
Als u de knop rechtsom draait, wordt de
•
waarde van de instelling verhoogd. Draai
linksom om de waarde te verlagen.
Druk op de knop [OK] om de
instelling te bevestigen.
Nadat u de instelling hebt bevestigd,
•
wordt het gemarkeerde item weer
normaal weergegeven.
Als u niet op de knop [OK] drukt, wordt na
•
8 seconden het gemarkeerde item bevestigd
en de normale weergave hersteld.
Twee knoppen gebruiken
Reset met twee knoppen
Als u de 'functieknoppen' 1 en 3 (aangegeven met een
groene stip) tegelijk twee seconden ingedrukt houdt,
worden de standaardwaarden van alle instellingen hersteld
(met uitzondering van de persoonlijke instellingen).
Nadat u de standaardwaarden hebt hersteld,
•
licht het LCD-venster eenmaal op en wordt
vervolgens de normale weergave hersteld.
Knopvergrendeling
Als u de 'functieknoppen' 1 en 2 (aangeduid
met een hangslot) tegelijk indrukt, worden de
bedieningsknoppen vergrendeld.
•
De aan/uit-schakelaar/schakelaar voor draadloze
instelling en de testflitsknop blijven ontgrendeld.
•
Wanneer de knoppen zijn vergrendeld, wordt een pictogram
van een hangslot weergegeven op het LCD-venster.
•
U annuleert de knopvergrendeling door de twee
knoppen nogmaals twee seconden ingedrukt te houden.
C–9
C
Bediening
Page 32
LCD-venster
LCD-venster
De status van instellingen wordt aangegeven door pictogrammen op het LCD-venster.
Welke pictogrammen worden weergegeven, hangt af van de geselecteerde
•
flitsstand en instellingen.
Instellingen die kunnen worden gewijzigd, zijn gemarkeerd.
•
C
Pictogrammen voor flitsstanden
Bediening
Monitor-voorfl itsen
i-DDL
Flitspictogrammen
Uitgebalanceerde invulfl its
Automatische FP high-speed
fl itssynchronisatie
Flitsen met automatisch diafragma
Niet-DDL automatisch fl itsen
Handmatig fl itsen met
afstandsprioriteit
Handmatig fl itsen
Stroboscopisch fl itsen
C–10
Flitssterkte bij handmatig fl itsen
Zie D-16 voor meer informatie over
•
handmatig flitsen.
Page 33
ISO-gevoeligheid
ISO-gevoeligheid
Afstandsinformatie
i-DDL/automatisch diafragma/
•
niet-DDL automatisch flitsen
Aanduiding voor
minimale/maximale
flitsbereik
Handmatig flitsen met afstandsprioriteit•
Handmatig flitsen/stroboscopisch flitsen•
Flitsafstand (▼)
Flitsbereik
(numerieke
aanduiding)
Flitsbereik
(aangeduid door
een balk)
Opnameafstand
Opnameafstand
en flitsbereik
(▼ en balk)
Flitsafstand
(numerieke
aanduiding)
C
Bediening
C–11
Page 34
LCD-venster
Zoompositie
C
Lichtspreidingshoek
Bediening
Automatisch zoomen
Handmatige instelling van de
dekkingshoek
Automatisch zoomen is niet
mogelijk (alleen handmatig)
Dekkingshoek bij de maximale
groothoekpositie
Dekkingshoek bij de maximale telepositie
Dekkingshoek bij handmatige
instelling wanneer de ingebouwde
groothoekadapter niet werkt
Lichtspreiding voor beeldgebied van
DX-formaat terwijl automatische zoom
is ingeschakeld
Light distribution for FX-format image
Lichtspreiding voor beeldgebied van FX-formaat
terwijl automatische zoom is ingeschakeld
]Lichtspreiding voor beeldgebied van
DX-formaat waarbij de dekkingshoek
handmatig wordt ingesteld
Lichtspreiding voor beeldgebied van
FX-formaat waarbij de dekkingshoek
handmatig wordt ingesteld
Lichtspreiding voor beeldgebied van
DX-formaat terwijl automatische
zoom is uitgeschakeld
Lichtspreiding voor beeldgebied van
FX-formaat terwijl automatische zoom
is uitgeschakeld
t /-aanduiding terwijl automatische zoom is ingeschakeld
ISO-gevoeligheid instellen. Het ISO-gevoeligheidsbereik loopt van
3 tot 8000.
100: ISO 100
C
Bediening
Instelling van gereedlampje op externe fl itsers (kD-42)
De instelling van het gereedlampje op externe fl itser(s) selecteren
bij gebruik van meerdere fl itsers voor een laag batterijverbruik.
REAR, FRONT: Gereedlampjes op voorzijde (bij gebruik als externe
fl itser) en achterzijde branden
REAR: Gereedlampje op achterzijde brandt
FRONT: Gereedlampje op voorzijde brandt (bij gebruik als externe fl itser)
Verlichting van LCD-venster (kF-9)
De verlichting van het LCD-venster in- of uitschakelen
ON: Inschakelen
OFF: Uitschakelen
Thermische uitschakeling (kF-6)
De functie voor thermische uitschakeling in- of uitschakelen
ON: Thermische uitschakeling aan
OFF: Thermische uitschakeling uit
Geluidsmonitor (kD-42, F-6)
Als de SB-900 als externe draadloze fl itser wordt gebruikt
of detectie van oververhitting is ingeschakeld, kan de
geluidsmonitorfunctie worden geactiveerd of geannuleerd.
ON: Geluid aan
OFF: Geluid uit
C–24
Page 47
Contrast van LCD-venster (kF-9)
De helderheid van het LCD-venster aanpassen. De contrastniveaus worden
op het LCD-venster weergegeven in een grafi ek met negen stappen.
5 niveaus in 9 stappen
Maateenheid voor afstand
De maateenheid voor de afstand instellen
m: meter
ft.: foot
Instelling van de zoompositie als de ingebouwde
groothoekadapter stuk is (kF-4)
Selecteren of de zoompositie handmatig wordt ingesteld of
hersteld als de ingebouwde groothoekadapter stuk is.
ON: Beschikbaar
OFF: Niet beschikbaar
‘Mijn menu’ instellen (kC-26)
De items selecteren die op het LCD-venster worden weergegeven
als persoonlijke instellingen.
FULL: Alle items weergeven
MY MENU: Alleen items weergeven die zijn geselecteerd voor ‘Mijn menu’
SET UP: De items voor ‘Mijn menu’ instellen
Firmwareversie (kF-10)
Firmwareversie weergeven.
C
Bediening
Persoonlijke instellingen terugzetten
De standaardinstelling van de persoonlijke instellingen herstellen,
behalve de maateenheid voor de afstand en de items in ‘Mijn menu’.
YES: Standaardwaarden herstellen
NO: Niet herstellen
C–25
Page 48
Persoonlijke functies en instellingen
Mijn menu
Als u veelgebruikte persoonlijke instellingen instelt als ‘Mijn menu’, worden alleen de
geselecteerde items op het LCD-venster weergegeven als persoonlijke instellingen.
U kunt de items in ‘Mijn menu’ op elk moment wijzigen.
•
Selecteer ‘Full’ als u alle items wilt weergeven.
•
‘Mijn menu’ instellen
C
Bediening
Selecteer ‘SET UP’ via ‘Mijn
menu’ en druk op de knop
[OK].
Selecteer de items die u wilt
weergeven in ‘Mijn menu’ en
druk op de knop [OK].
Als u op de knop [OK] drukt, wordt
•
er een weergegeven in het
selectievakje van het geselecteerde
item.
Voor items die niet kunnen worden
•
geselecteerd, wordt geen selectievakje
weergegeven.
U verwijdert de
•
de knop [OK] te drukken.
door nogmaals op
Herhaal stap om alle
gewenste items te selecteren
en druk op functieknop 1
[BACK] om terug te keren
naar de instelstand.
Druk op [EXIT] om de
persoonlijke instellingen af
te sluiten.
•
Het LCD-venster keert terug naar de
normale weergave.
C–26
Page 49
Batterijen
Batterijen vervangen/opladen
Raadpleeg de volgende tabel om te bepalen wanneer u batterijen moet vervangen
of opnieuw moet opladen, afhankelijk van hoe lang het duurt voordat het
gereedlampje gaat brandt.
Alkaline20 seconden of langer
Lithium10 seconden of langer
Oxyride10 seconden of langer
Ni-MH10 seconden of langer
Als de batterijen bijna leeg zijn, zoomt de flitskop in en uit, zelfs als de SB-900
•
is ingeschakeld, waarbij een duidelijk geluid hoorbaar is. Vervang in dit geval de
batterijen, ook al gebruikt u een externe voedingsbron.
C
Aanduiding voor laag batterijniveau
Als de batterijen bijna leeg zijn, wordt het pictogram
dat u hier links ziet op het LCD-venster weergegeven
en werkt de SB-900 niet meer. Vervang de batterijen of
laad ze opnieuw op.
t
Minimale oplaadtijd en aantal fl itsen voor elk type batterij
Raadpleeg ‘Specificaties’ voor de minimale oplaadtijd en het aantal flitsen voor elk
batterijtype. (kF-21)
Externe voedingsbronnen (optioneel)
Als u een optionele externe voedingsbron gebruikt, kunt u vaker flitsen en wordt de
flitser sneller opgeladen. (kF-12)
C–27
Bediening
Page 50
Batterijen
Stand-by-functie om de batterijen de sparen
Als de SB-900 en de camera gedurende een bepaalde
tijd niet worden gebruikt, wordt automatisch de standby-functie geactiveerd om de batterijen te sparen.
De stand-by-functie wordt geactiveerd wanneer
•
de lichtmeter van de camera wordt uitgeschakeld
(standaardinstelling).
C
De stand-by-functie annuleren
•
Zet de aan/uit-schakelaar/schakelaar voor draadloze instelling op [ON],
[REMOTE] of [MASTER].
•
Druk op de testflitsknop.
•
Druk de ontspanknop van de camera half in.
Bediening
De tijdsduur instellen waarna de stand-by-functie wordt geactiveerd
•
U kunt de tijdsduur waarna de stand-by-functie wordt geactiveerd
aanpassen via de persoonlijke instellingen (kC-23).
C–28
Page 51
D
Uitleg van de flitsstanden en -functies van de SB-900
•
•
Flitsstanden en -functies
In dit gedeelte worden de flitsstanden en -functies van de
SB-900 in combinatie met CVS-compatibele camera’s en CPUobjectieven besproken. Functies en LCD-weergaven verschillen
wanneer andere soorten camera’s worden gebruikt.
Voor camerafuncties en -instellingen raadpleegt u de
gebruikshandleiding van de camera.
Informatie die wordt verkregen via monitor-voorflitsen en informatie over belichtingsregeling
wordt door de camera gebruikt om automatisch de flitssterkte aan te passen.
i-DDL wordt aanbevolen voor standaard opnamesituaties.
•
Zie ‘Basisprocedures’ (kC-4) als u foto’s wilt maken terwijl de SB-900 is
•
ingesteld op de i-DDL-stand.
i-DDL automatische uitgebalanceerde invulflits en standaard i-DDL zijn beschikbaar.
•
i-DDL automatische uitgebalanceerde invulflits
De flitssterkte wordt automatisch aangepast voor een uitgebalanceerde belichting van het
hoofdonderwerp en de achtergrond. wordt weergegeven op het LCD-venster.
Standaard i-DDL
Het hoofdonderwerp wordt correct belicht, ongeacht de helderheid van de
achtergrond. Dit is handig als u het hoofdonderwerp wilt benadrukken.
D
wordt weergegeven op het LCD-venster.
De i-DDL-stand instellen
Druk op de knop [MODE].
Draai aan de selectieschijf
totdat
weergegeven.
Flitsstanden en -functies
Druk op de knop [OK] ter bevestiging.
Aanduiding voor i-DDL-stand
of wordt
D–2
: Monitor-voorflitsen
: i-DDL
:
Automatische uitgebalanceerde invulflits
:
Automatische FP high-speed
synchronisatie is ingesteld op de camera
Page 53
t Reference: Monitor-voorfl itsen
In de i-DDL-stand geeft de SB-900, direct voordat de flitser flitst, een reeks
•
onwaarneembare voorflitsen af om de informatie over het onderwerp te analyseren.
Flitsbereik van de SB-900
Het flitsbereik wordt aangegeven
door getallen en een balk op het LCDvenster.
Stel de flitsafstand in binnen dit bereik.
•
Het bereik hangt af van de ISO-
•
gevoeligheid, het ingestelde beeldgebied
van de camera, het verlichtingspatroon,
de dekkingshoek en het diafragma. Zie
‘Specificaties’ voor meer informatie.
(kF-16)
t Reference: Automatische instelling van ISO-gevoeligheid,
diafragma en brandpuntsafstand
Bij gebruik met een CVS-compatibele camera en een CPU-objectief worden de ISOgevoeligheid, het diafragma en de brandpuntsafstand op de SB-900 automatisch
ingesteld op basis van de camera-instellingen.
Voor meer informatie over het ISO-gevoeligheidsbereik raadpleegt u de
•
gebruikshandleiding van de camera.
D
Flitsstanden en -functies
D–3
Page 54
i-DDL-stand
v Als de aanduiding voor ontoereikend licht voor een correcte
belichting wordt weergegeven
•
Als de SB-900 op volle sterkte flitst,
knipperen de gereedlampjes op de
SB-900 en in de zoeker van de camera
gedurende circa drie seconden na de
opname.
In dit geval kan onderbelichting
•
optreden. Corrigeer de belichting door
een groter diafragma te gebruiken
of de afstand tot het onderwerp te
D
Flitsstanden en -functies
verkleinen en maak de foto opnieuw.
De waarde van de onderbelichting
•
(-0,3 tot -3,0 LW) wordt gedurende
circa drie seconden weergegeven op
het LCD-venster van de SB-900, terwijl
de gereedlampjes knipperen.
Als u op functieknop 2 drukt, wordt
•
de waarde van de onderbelichting
opnieuw weergegeven in de DDLstand.
t De lichtmeetmethode van de camera wijzigen
Als de lichtmeetmethode van de camera wordt gewijzigd in spotmeting terwijl
•
i-DDL automatische uitgebalanceerde invulflits is geselecteerd, verandert de
DDL-stand in de standaard i-DDL-stand.
Als in dit geval de lichtmeetmethode op de camera wordt gewijzigd in
•
meervelds of centrumgericht, verandert de DDL-stand automatisch in i-DDL
automatische uitgebalanceerde invulflits.
D–4
Page 55
Flitsen met automatisch diafragma
De ingebouwde sensor van de SB-900 meet de flitsverlichting die door het
onderwerp wordt weerkaatst en bepaalt vervolgens de flitssterkte in combinatie
met gegevens die automatisch door de camera en het objectief naar de SB-900
worden verzonden, waaronder de ISO-gevoeligheid, de belichtingscorrectie, het
diafragma en het brandpuntsafstand van het objectief.
Flitsen met automatisch diafragma instellen
Flitsen met automatisch diafragma kan worden gewijzigd in niet-DDL
automatisch flitsen (kD-8) via de persoonlijke instellingen. (kC-22)
De standaardinstelling is flitsen met automatisch diafragma (met monitor-voorflitsen).
•
Als geen diafragmagegevens door de camera naar de SB-900 worden
•
gezonden, wordt de flitsstand automatisch ingesteld op niet-DDL
automatisch flitsen.
Druk op de knop [MODE].
Draai aan de selectieschijf
totdat of wordt
weergegeven.
Druk op de knop [OK] om de
instelling te bevestigen.
D
Flitsstanden en -functies
Aanduiding voor flitsen met automatisch diafragma
: Monitor-voorflitsen aan
: Flitsen met automatisch diafragma aan
D–5
Page 56
Flitsen met automatisch
t Monitor-voorfl itsen
Monitor-voorflitsen kunnen worden in- of uitgeschakeld via de persoonlijke
•
instellingen. (kC-22)
Direct voordat de SB-900 flitst, geeft deze een reeks onwaarneembare monitor-
•
voorflitsen af om informatie over het onderwerp te verkrijgen.
Als u automatische FP high-speed flitssynchronisatie (kD-55) of
•
flitswaardevergrendeling (kD-55) wilt gebruiken, activeert u de monitorvoorflitsen.
Flitsbereik in de stand flitsen met automatisch diafragma
Het flitsbereik wordt aangegeven door getallen en
een balk op het LCD-venster.
Stel de flitsafstand in binnen dit bereik.
D
v
Opmerkingen over het gebruik van een teleobjectief bij fl itsen
met automatisch diafragma
Als u fotografeert met een teleobjectief bij gebruik van flitsen met
•
Flitsstanden en -functies
automatisch diafragma, kan er onderbelichting optreden, ook al
bevindt het onderwerp zich binnen het flitsbereik.
Gebruik van de i-DDL-stand wordt aanbevolen.
•
•
Het bereik hangt af van de ISO-gevoeligheid,
•
het ingestelde beeldgebied van de camera,
het verlichtingspatroon, de dekkingshoek en
het diafragma. Zie ‘Specificaties’ voor meer
informatie. (kF-16)
D–6
Page 57
Een foto maken in de stand flitsen met automatisch diafragma
LCD-venster van camera
SHOOT
CUSTOM
LCD-venster van camera
Stel de belichtingsstand van de camera
in op 'P' (geprogrammeerd automatisch)
of 'A' (diafragmavoorkeuze).
t Bij gebruik van een CPU-objectief met
een diafragmaring
Als u een CPU-objectief met een diafragmaring gebruikt, dient
u deze te vergrendelen op het kleinste diafragma. Raadpleeg
de gebruikshandleiding van het objectief voor meer informatie.
Als de belichtingsstand van de camera is
ingesteld op 'A', stelt u het diafragma op
de camera in terwijl u het flitsbereik op
het LCD-venster van de SB-900 afleest.
Bepaal het diafragma aan de hand van de tabel.
•
Kadreer de opname, controleer of het
gereedlampje brandt en maak de foto.
D
v Ontoereikend licht voor een correcte belichting
Als de SB-900 op volle sterkte flitst, knipperen de
•
gereedlampjes op de SB-900 en in de zoeker van de
camera gedurende circa drie seconden na de opname.
In dit geval kan onderbelichting optreden. Corrigeer de
•
belichting door een groter diafragma te gebruiken of de afstand
tot het onderwerp te verkleinen en maak de foto opnieuw.
Flitsstanden en -functies
t De juiste belichting controleren vóór de opname
Controleer of de testflitsaanduiding op het
LCD-venster wordt weergegeven.
Breng de benodigde instellingen aan op de SB-900 en de
camera en druk op de testflitsknop om de flits te activeren.
Als de gereedlampjes knipperen na de opname, kan dit erop
•
duiden dat het licht ontoereikend is voor een correcte belichting.
Stel in dit geval een groter diafragma in op de camera of het
objectief of verklein de afstand tot het onderwerp.
D–7
Page 58
Niet-DDL automatisch flitsen
De ingebouwde sensor van de SB-900 meet de flitsverlichting die door het onderwerp
wordt weerkaatst en bepaalt automatisch de flitssterkte van de SB-900 voor een
correcte belichting. Hierdoor kunt u gemakkelijk belichtingscorrectie toepassen door
het ingestelde diafragma op de camera of het objectief te variëren.
Niet-DDL automatisch flitsen instellen
Niet-DDL automatisch flitsen kan worden gewijzigd in flitsen met automatisch
diafragma (kD-5) via de persoonlijke instellingen. (kC-22)
De standaardinstelling is flitsen met automatisch diafragma (met monitor-
•
voorflitsen).
Druk op de knop [MODE].
D
Flitsstanden en -functies
Aanduiding voor niet-DDL
automatisch flitsen
: Monitor-voorflitsen aan
: Niet-DDL automatisch flitsen aan
D–8
Draai aan de selectieschijf totdat
wordt weergegeven.
Druk op de knop [OK] om de
instelling te bevestigen.
Page 59
t Monitor-voorfl itsen
Monitor-voorflitsen kunnen worden in- of uitgeschakeld via de persoonlijke
•
instellingen. (kC-22)
Als monitor-voorflitsen zijn geactiveerd, geeft de SB-900, direct voordat de flitser
•
flitst, een reeks onwaarneembare monitor-voorflitsen af om informatie over het
onderwerp te verkrijgen.
•
Als u automatische FP high-speed synchronisatie (kD-55) of
flitswaardevergrendeling (kD-55) wilt gebruiken, activeert u de monitor-voorflitsen.
Flitsbereik in de stand niet-DDL automatisch flitsen
Het flitsbereik wordt aangegeven door getallen en
een balk op het LCD-venster.
Stel de flitsafstand in binnen dit bereik.
•
Het bereik hangt af van de ISO-gevoeligheid,
•
het ingestelde beeldgebied van de camera,
het verlichtingspatroon, de dekkingshoek en
het diafragma. Zie ‘Specificaties’ voor meer
informatie. (kF-16)
v Bij gebruik van een teleobjectief in de stand niet-DDL
automatisch fl itsen
Als u fotografeert met een teleobjectief in de stand niet-DDL
•
automatisch flitsen, kan er onderbelichting optreden, ook al bevindt het
onderwerp zich binnen het flitsbereik.
Gebruik van de i-DDL-stand wordt aanbevolen.
•
D
Flitsstanden en -functies
D–9
Page 60
Niet-DDL automatisch flitsen
Een foto maken in de stand niet-DDL automatisch flitsen
LCD-venster van camera
D
Stel de belichtingsstand van de camera
in op 'A' (diafragmavoorkeuze) of 'M'
(handmatig).
Druk op functieknop 3.
Stel het diafragma in door aan
de selectieschijf te draaien terwijl
u het flitsbereik op het LCD-
venster van de SB-900 afleest.
Druk op de knop [OK].
Stel het diafragma dat u in stap
3 hebt bepaald, in op de camera
of het objectief.
Stel de camera in op de kortste
flitssynchronisatietijd.
Kadreer de opname, controleer
of het gereedlampje brandt en
maak de foto.
v Ontoereikend licht voor een correcte belichting
Als de SB-900 op volle sterkte flitst, knipperen de
Flitsstanden en -functies
•
gereedlampjes op de SB-900 en in de zoeker van de
camera gedurende circa drie seconden na de opname.
In dit geval kan onderbelichting optreden.
•
Corrigeer de belichting door een groter diafragma
te gebruiken of de afstand tot het onderwerp te
verkleinen en maak de foto opnieuw.
t De juiste belichting controleren vóór de opname
Controleer of de testflitsaanduiding op het LCD-
venster wordt weergegeven.
Breng de benodigde instellingen aan op de SB-900 en de
camera en druk op de testflitsknop om de flits te activeren.
Als de gereedlampjes knipperen na de opname, kan dit erop
•
duiden dat het licht ontoereikend is voor een correcte belichting.
Stel in dit geval een groter diafragma in op de camera of het
D–10
objectief of verklein de afstand tot het onderwerp.
Page 61
Handmatig flitsen met afstandsprioriteit
Als u in deze flitsstand de opnameafstand invoert, bepaalt de SB-900 automatisch
de flitssterkte op basis van het ingestelde diafragma. U kunt dan foto’s maken met
dezelfde belichting, ook al fotografeert u met verschillende diafragma’s.
De flitssterkte wordt automatisch gecorrigeerd als u de waarde voor
•
flitssterktecorrectie wijzigt.
Onderbelichting wordt niet aangegeven in de handmatige flitsmodus met
•
afstandsprioriteit.
Handmatig flitsen met afstandsprioriteit instellen
Handmatig flitsen met afstandsprioriteit is niet beschikbaar als de flitskop van de SB-900
is ingesteld op een andere positie dan horizontaal/naar voren of indirect omlaag flitsen.
Druk op de knop [MODE].
Draai aan de selectieschijf totdat
D
wordt weergegeven.
Druk op de knop [OK] om de
instelling te bevestigen.
Flitsstanden en -functies
Aanduiding voor handmatig flitsen met afstandsprioriteit (bij een opnameafstand van 5 m)
Opnameafstand (numerieke aanduiding)
Opnameafstand en flitsbereik (▼ en balk)
Als (▼) wordt weergegeven binnen de aanduiding voor het
flitsbereik (balk), flitst de SB-900 op een geschikte flitssterkte.
D–11
Page 62
Handmatig flitsen met afstandsprioriteit
Fotograferen met handmatig flitsen met afstandsprioriteit
LCD-venster van camera
D
Flitsstanden en -functies
Stel de belichtingsstand
van de camera in op 'A'
(diafragmavoorkeuze) of 'M'
(handmatig).
Druk op functieknop 2.
Stel de opnameafstand in door
aan de selectieschijf te draaien.
De opnameafstand hangt af van de ISO-
•
gevoeligheid en varieert binnen een bereik
van 0,3 en 20 m.
Druk op de knop [OK].
Stel het diafragma in op de camera.
· Het diafragma moet worden berekend met
•
behulp van een formule. (kD-22)
•
Het diafragma kan niet rechtstreeks worden
ingesteld op de SB-900.
Kadreer de opname, controleer
of het gereedlampje brandt en
maak de foto.
Flitsbereik in de stand handmatig flitsen met afstandsprioriteit
0,30,40,50,60,70,80,91,01,11,31,41,6
1,82,02,22,52,83,23,64,04,55,05,66,3
7,18,09,010111314161820
Raadpleeg de tabellen voor het flitsbereik.
•
Als de gewenste opnameafstand niet in de tabel staat, selecteert u een kortere
•
afstand. (Als de gewenste opnameafstand bijvoorbeeld 2,7 m is, selecteert u 2,5 m.)
D–12
Page 63
t
Als de fl itskop is gedraaid bij handmatig fl itsen met afstandsprioriteit
Als de flitskop in de stand handmatig flitsen met afstandsprioriteit is ingesteld
•
op een andere positie dan horizontaal/naar voren of indirect omlaag flitsen,
wordt de flitsstand automatisch gewijzigd in flitsen met automatisch diafragma
of niet-DDL automatisch flitsen.
Als de flitskop in dit geval weer wordt ingesteld op horizontaal/naar voren of
•
indirect omlaag flitsen, wordt de flitsstand automatisch gewijzigd in handmatig
flitsen met afstandsprioriteit.
v
Ontoereikend licht voor een correcte belichting
Als de SB-900 op volle sterkte flitst, knipperen
•
de gereedlampjes op de SB-900 en in de zoeker
van de camera gedurende circa drie seconden
na de opname.
In dit geval kan onderbelichting optreden.
•
Corrigeer dit door een groter diafragma te
gebruiken of de afstand tot het onderwerp te
verkleinen en maak de foto opnieuw.
D
Flitsstanden en -functies
D–13
Page 64
Handmatige stand
IIn de handmatige flitsstand selecteert u het diafragma en de flitssterkte. Zo kunt u
de belichting en de flitsafstand bepalen wanneer u onderwerpen fotografeert waarbij
moeilijk een correcte belichting kan worden verkregen in de standen DDL of niet-DDL
automatisch flitsen.
De flitssterkte kan worden ingesteld tussen M1/1 (volle sterkte) en M1/128,
•
afhankelijk van uw creatieve voorkeuren.
Onderbelichting wordt niet aangegeven in de handmatige stand.
•
De handmatige stand instellen
Druk op de knop [MODE].
Draai aan de selectieschijf totdat
D
Flitsstanden en -functies
Aanduiding voor handmatige stand
wordt weergegeven.
Druk op de knop [OK] om de
instelling te bevestigen.
D–14
Flitsafstand (numerieke
aanduiding)
Flitsafstand (▼)
Page 65
Een foto maken in de handmatige stand
LCD-venster van camera
Stel de belichtingsstand
van de camera in op 'A'
(diafragmavoorkeuze) of 'M'
(handmatig).
Bepaal de flitssterkte
en het diafragma in
overeenstemming met de
flitsafstand.
De flitssterkte en het diafragma moeten
•
worden berekend met behulp van een
formule. (kD-23).
Druk op functieknop 1.
Stel de flitssterkte in door aan
de selectieschijf te draaien.
Druk op de knop [OK].
D
Flitsstanden en -functies
LCD-venster van camera
Stel het diafragma in op de camera.
Het diafragma kan niet rechtstreeks worden
•
ingesteld op de SB-900.
De weergegeven opnameafstand is
•
afgestemd op de flitssterkte en het
diafragma die zijn geselecteerd.
Kadreer de opname, controleer
of het gereedlampje brandt en
maak de foto.
D–15
Page 66
Handmatige stand
De fl itssterkte instellen
■
Druk op functieknop 1 en draai aan de selectieschijf om de flitssterkte te wijzigen.
Als u de selectieschijf rechtsom draait, wordt de noemer verlaagd (en neemt de
•
flitssterkte toe).
1/128 1/128 (+ 0,3) 1/128 (+ 0,7) 1/64
+
1/1 1/2 1/64 (
Als u de selectieschijf linksom draait, wordt de noemer verhoogd (en neemt de
•
flitssterkte af).
1/1 1/128 1/4 (– 0,7) 1/4 (– 0,3) 1/4
1/2 1/2 (– 0,3) 1/2 (– 0,7)
De flitssterkte verandert in stappen van ±1/3, behalve tussen 1/1 and 1/2. 1/32
•
D
(-0,3) en 1/64 (+0,7) vertegenwoordigen dezelfde flitssterkte.
Bij de standaardinstelling bedraagt de flitssterktecorrectie tussen 1/1 en 1/2 ±1
•
stap. Deze stap kan worden gewijzigd in ±1/3 via de persoonlijke instellingen
(kC-22). Bij sommige camera’s, en bij gebruik van kortere sluitertijden met een
flitssterkte van meer dan M1/2, kan de werkelijke flitssterkte worden verlaagd
tot M1/2.
1/1 1/2 1/64 1/128
(groot) flitssterkte (klein)
Flitsstanden en -functies
ver opnameafstand
0,7) 1/64 (+ 0,3)
dichtbij
D–16
Page 67
Stroboscopisch flitsen
In de stand voor stroboscopisch flitsen flitst de SB-900 meerdere malen tijdens één
opname, waardoor het stroboscopische effect van een meervoudige belichting wordt
gecreëerd. Dit is handig wanneer u snelbewegende onderwerpen fotografeert.
Gebruik nieuwe of volledig opgeladen batterijen en laat de flitser lang genoeg
•
opladen tussen meerdere opnamen met stroboscopisch flitsen.
Het gebruik van een statief wordt aanbevolen om trilling van de camera/flitser te
•
voorkomen, aangezien lange sluitertijden worden gebruikt.
Onderbelichting wordt niet aangegeven in de stand voor stroboscopisch flitsen.
•
Stroboscopisch flitsen instellen
Druk op de knop [MODE].
Draai aan de selectieschijf
totdat wordt
weergegeven.
Druk op de knop [OK] om de
instelling te bevestigen.
D
Flitsstanden en -functies
Aanduiding voor stroboscopisch flitsen
Aantal flitsen
Flitsafstand (▼)
Flitssterkte
Frequentie
Flitsafstand (numerieke
aanduiding)
D–17
Page 68
Stroboscopisch flitsen
De fl itssterkte, het aantal fl itsen en de frequentie (Hz) per beeld
■
instellen
Het aantal flitsen (Times) staat voor het aantal flitsen per beeld.
•
De frequentie (Hz) staat voor het aantal flitsen per seconde.
•
Het aantal flitsen is het maximumaantal flitsen. Aangezien de flitser flitst tijdens
•
één opname, is het daadwerkelijke aantal stroboscopische flitsen per beeld lager
dan het ingestelde aantal bij een kortere sluitertijd of een kleiner aantal flitsen
per seconde.
Stel aan de hand van de onderstaande tabel de flitssterkte, de frequentie en het
•
aantal stroboscopische flitsen voor elke foto afzonderlijk in.
camera in op 'M' (handmatig).
Druk op functieknop 1, draai
aan de selectieschijf om de
flitssterkte in te stellen en druk
ter bevestiging op de knop [OK].
De beschikbare flitssterkte ligt tussen
•
1/8 – 1/128.
Druk op functieknop 2, draai aan
de selectieschijf om het aantal
flitsen in te stellen en druk ter
D
bevestiging op de knop [OK].
Druk op functieknop 3, draai
aan de selectieschijf om de
frequentie in te stellen en druk
ter bevestiging op de knop [OK].
Bepaal het richtgetal aan de hand
van de ingestelde flitssterkte en
brandpuntsafstand en bereken
vervolgens het juiste diafragma
op basis van het richtgetal en de
opnameafstand. Stel tot slot het
diafragma in op de camera.
Het richtgetal en het diafragma moeten
•
worden berekend met behulp van een
formule. (kD-22)
Het diafragma kan niet rechtstreeks worden
•
ingesteld op de SB-900.
De weergegeven opnameafstand komt
•
overeen met de flitssterkte en het
diafragma die zijn geselecteerd.
Flitsstanden en -functies
D–19
Page 70
Stroboscopisch flitsen
LCD-venster van camera
D
Stel de sluitertijd in.
Gebruik de volgende vergelijking om
•
de sluitertijd te bepalen en gebruik een
sluitertijd die een of meer stops langer is
dan de berekende sluitertijd.
Sluitertijd = aantal flitsen per beeld ÷
frequentie van flitsen (Hz)
•
Als het aantal flitsen per beeld bijvoorbeeld
10 is en de frequentie 5 Hz bedraagt, deelt
u 10 door 5 voor een sluitertijd van
2 seconden of langer. (Stel een sluitertijd
van meer dan 2 seconden in.)
•
B (bulb) kan worden gebruikt als sluitertijd.
Kadreer de opname, controleer of
het gereedlampje brandt en maak
de foto.
t Vóór de opname controleren of de fl itser correct fl itst
Controleer of de testflitsaanduiding
op het LCD-venster wordt
Flitsstanden en -functies
weergegeven.
Controleer of alle opname-instellingen
op de SB-900 en de camera gelijk zijn
aan de instellingen voor de werkelijke
opname en druk op de testflitsknop.
Als u op de testflitsknop drukt, geeft de flitser het
•
geselecteerde aantal flitsen op de geselecteerde frequentie af.
v
Belichtingscorrectiewaarde in de stand voor stroboscopisch fl itsen
De flitsafstand die is berekend in stap , is de juiste belichting voor de
•
eerste flits in de reeks. Daarom leidt stroboscopisch flitsen met deze
flitssterkte tot overbelichting van overlappende beelden.
U voorkomt dit door zo nodig een kleiner diafragma in te stellen op de camera.
•
D–20
Page 71
t Als de diafragmawaarde niet wordt weergegeven op het
LCD-venster van de SB-900
De diafragmagegevens van de camera worden niet doorgegeven aan de SB-900.
•
Houd functieknop 3 één seconde ingedrukt, zodat het f-getal wordt
•
geselecteerd, en stel het juiste diafragma in op de SB-900.
D
Flitsstanden en -functies
D–21
Page 72
Diafragma, flitssterkte en opnameafstand bepalen bij flitsen
In de standen flitsen met afstandsprioriteit, handmatig flitsen en stroboscopisch
flitsen gebruikt u de tabel met richtgetallen en de volgende vergelijking om het
diafragma, de flitssterkte en de opnameafstand voor een correcte belichting te
berekenen.
Het richtgetal (bij ISO 100; m) geeft de hoeveelheid licht van de flitser aan.
•
Hoe hoger het getal, hoe groter de flitssterkte.
•
ISO-gevoeligheidsfactoren
Voor andere ISO-gevoeligheden vermenigvuldigt u het richtgetal met de factor uit
de onderstaande tabel.
ISO2550100200400800160032006400
Factoren
D
Richtgetal (bij ISO 100; m)
In de onderstaande tabel worden de richtgetallen weergegeven bij gebruik van het
standaard verlichtingspatroon terwijl de SB-900 is bevestigd op een Nikon
FX-formaat camera.
Flitssterkte
1/1
1/2
1/4
Flitsstanden en -functies
1/8
1/16
1/32
1/64
1/128
BA: terwijl de Nikon-diffusiekap is bevestigd
•
WP: terwijl de groothoekadapter is geplaatst
•
0,50,7111,422,845,68
Zie ‘Specificaties’ voor andere combinaties (kF-18).•
met afstandsprioriteit, handmatig flitsen en stroboscopisch flitsen
Het juiste diafragma berekenen
■
Bepaal het richtgetal aan de hand van de tabel met richtgetallen. Het juiste
richtgetal hangt af van de flitssterkte en de zoompositie. Bereken vervolgens het
juiste diafragma met behulp van de onderstaande vergelijking. Het juiste diafragma
hangt af van de ISO-gevoeligheid en de opnameafstand (m).
f/stop (diafragma) = richtgetal (bij ISO 100; m) × ISO-gevoeligheidsfactor ÷ opnameafstand (m)
Bijvoorbeeld, bij een ISO-gevoeligheid van 400 (of ISO-gevoeligheidsfactor 2), waarbij
de zoompositie is aangepast voor 28 mm en de flitssterkte is ingesteld op M1/1:
Uit de tabel met richtgetallen blijkt dat het richtgetal 30 (m) is.
Als de opnameafstand 4 m is, is de juiste diafragmawaarde:
30 (richtgetal bij ISO 100, m) × 2 (ISO-gevoeligheidsfactor voor ISO 400) ÷
4 (opnameafstand; m) = 15 (diafragma)
Stel een kleiner diafragma (groter f-getal) dan hierboven is berekend in op de camera.
•
De juiste fl itssterkte verkrijgen
■
Als de opnameafstand en het diafragma vaststaan, berekent u het richtgetal (bij ISO
100, m) aan de hand van de onderstaande vergelijking, op basis van de opnameafstand
en het diafragma:
Richtgetal (bij ISO 100; m) = opnameafstand (m) × diafragma (f/) ÷ ISO-gevoeligheidsfactor
Aan de hand van de tabel met richtgetallen bepaalt u een geschikte flitssterkte die overeenkomt
met het hierboven verkregen richtgetal. Vervolgens stelt u dezelfde waarde in op de SB-900.
Bijvoorbeeld, bij een opnameafstand van 6 m met een diafragma van f/8 en een ISOgevoeligheid van 400 (ISO-gevoeligheidsfactor 2):
6 (opnameafstand; m) × 8 (diafragmawaarde) ÷ 2 (ISO-gevoeligheidsfactor
bij ISO 400) = 24 (richtgetal bij ISO 100; m)
Als de zoompositie wordt aangepast tot 35 mm, stelt u de flitssterkte M1/2 in
•
op de SB-900. U bepaalt deze instelling door het richtgetal 24 (m) op te zoeken
in de kolom voor de zoompositie 35 mm in de tabel met richtgetallen.
Bij handmatig flitsen met afstandsprioriteit wordt de juiste flitssterkte
•
automatisch bepaald door de SB-900 op basis van de opnameafstand, het
diafragma en de ISO-gevoeligheid die zijn ingesteld.
De opnameafstand berekenen
■
Bepaal het richtgetal aan de hand van de tabel met richtgetallen. Het juiste
richtgetal hangt af van de flitssterkte en de zoompositie. Bereken vervolgens
de juiste opnameafstand met behulp van de onderstaande vergelijking. De
opnameafstand (m) hangt af van de ISO-gevoeligheid en het diafragma.
Opnameafstand (m) = richtgetal (bij ISO 100, m) × ISO-gevoeligheidsfactor ÷ 4 diafragma (f/)
D–23
D
Flitsstanden en -functies
Page 74
Het verlichtingspatroon wijzigen
Bij flitsfotografie wordt het midden van het beeld het meest verlicht, terwijl de
randen donkerder zijn. De SB-900 biedt drie soorten verlichtingspatronen met een
verschillende lichtafname aan de randen. Selecteer een patroon aan de hand van de
opnameomstandigheden.
Voor voorbeelden van de drie soorten verlichtingspatronen raadpleegt u het
•
aparte boekje ‘Een verzameling voorbeeldfoto’s’, pag. 2-3.
Standaard
Het standaard verlichtingspatroon
•
voor gangbare flitsopnamen.
In overeenstemming met de
•
beeldcirkel van digitale camera’s is
de lichtafname aan de randen van
het beeld minder dan wanneer u
D
Centrumgericht
Flitsstanden en -functies
Gelijkmatig
fotografeert met een oudere externe
flitser.
Het centrumgerichte
•
verlichtingspatroon biedt een groter
richtgetal in het midden van het beeld
dan andere verlichtingspatronen bij
dezelfde brandpuntsafstand. (De
lichtafname aan de randen is groter
dan bij andere verlichtingspatronen.)
•
Geschikt voor opnamen, zoals portretten,
waarbij de lichtafname aan de randen
van het beeld van minder belang is.
De lichtafname aan de randen van het
•
beeld is minder dan bij het standaard
verlichtingspatroon.
Geschikt voor binnenopnamen van
•
groepen waarbij voldoende licht is
vereist zonder lichtafname aan de
randen.
D–24
Page 75
Het verlichtingspatroon instellen/controleren
U kunt het verlichtingspatroon instellen via de persoonlijke instellingen. (kC-22)
Het standaard verlichtingspatroon is de standaardinstelling.
•
Het geselecteerde verlichtingspatroon wordt aangegeven met een pictogram op
•
het LCD-venster.
Standaard
Centrumgericht
Gelijkmatig
D
Flitsstanden en -functies
D–25
Page 76
Indirect flitsen
90°
75°
60°
45°
7°
0°
0
°
30
°
60
°
90
°
120
°
150
°
180
°
90
°
120
°
150
°
60
°
30
°
30
60
90
120
150
1-2m
90º
U kunt de flitskop van de SB-900 kantelen of draaien om het licht te laten
weerkaatsen via het plafond of een muur. Dit leidt tot natuurlijker uitziende foto’s
van mensen met lichtere schaduwen. U kunt de schaduwen nog zachter maken
door de Nikon-diffusiekap te gebruiken.
Voor meer informatie en vergelijkende voorbeeldfoto’s raadpleegt u het aparte
Kantel of draai de flitsknop van de
SB-900 door de ontgrendelknop
voor het kantelen/draaien van de
flitskop ingedrukt te houden.
•
De flitskop van de SB-900 kan 90°
omhoog en -7° omlaag worden
D
Flitsstanden en -functies
t
De kantel-/draaihoek van de fl itskop instellen en een weerkaatsend oppervlak kiezen
Wit plafond
circa 1 tot 2 m, afhankelijk van de opnameomstandigheden.
Voor kleurenfoto’s kiest u een wit of zeer reflecterend oppervlak om het licht
•
te laten weerkaatsen. Doet u dat niet, dan krijgen foto’s een onnatuurlijke
kleurzweem in de kleur van het reflecterende oppervlak.
D–26
gekanteld en kan horizontaal 180° naar
links en naar rechts worden gedraaid.
Stel de flitskop in op een klikstop op de
•
aangegeven hoeken.
U verkrijgt gewoonlijk eenvoudig goede
•
resultaten door de flitskop omhoog te
kantelen en het plafond als reflecterend
oppervlak te gebruiken.
Draai de flitskop horizontaal om hetzelfde
•
effect te verkrijgen wanneer u de camera
verticaal houdt.
Let erop dat het licht van de flitser het
•
onderwerp niet rechtstreeks verlicht.
De effectieve afstand tussen de flitskop
•
en het weerkaatsende oppervlak bedraagt
Page 77
Indirect flitsen
LCD-venster van camera
Stel de belichtingsstand en
het lichtmeetsysteem op de
camera in.
Stel de belichtingsstand in op
•
diafragmavoorkeuze (A) of handmatig (M).
•
Stel het lichtmeetsysteem in op
matrixmeting “
meting “
” of centrumgerichte
”.
Stel de flitsstand op de SB-900 in.
Zet de flitsstand in op i-DDL, automatisch
•
diafragma of niet-DDL automatisch.
Stel het diafragma op de camera in.
Gebruik bij indirect flitsen een diafragma
•
dat twee tot drie stops groter is dan bij
normale flitsfotografie en pas het diafragma
aan op basis van het resultaat.
•
Bij niet-DDL automatisch flitsen stelt u op
de SB-900 hetzelfde diafragma in als op de
camera.
•
Stel de sluitertijd in bij gebruik van de
handmatige belichtingsstand.
Pas de flitskop aan en maak
de foto.
t Het diafragma instellen bij indirect fl itsen
Bij indirect flitsen treedt er een lichtverlies van twee tot drie stops op in vergelijking
•
met normale flitsfotografie (waarbij de flitskop horizontaal/naar voren is ingesteld).
Daarom dient u een diafragma te gebruiken dat twee tot drie stops groter (kleiner
f-getal) is en het diafragma aan te passen op basis van het resultaat.
Als de flitskop is ingesteld op een andere positie dan horizontaal/naar voren,
•
verdwijnt de aanduiding van het flitsbereik op de SB-900. Voor een correcte
belichting controleert u eerst het flitsbereik en het diafragma terwijl de flitskop in
de normale stand staat. Stel vervolgens het diafragma in op de camera.
D
Flitsstanden en -functies
D–27
Page 78
Indirect flitsen
t De ingebouwde refl ectiekaart gebruiken
Bij indirect flitsen kunt u de ingebouwde reflectiekaart van de SB-900 gebruiken om
•
een lichtpuntje weer te geven in de ogen van personen, waardoor de ogen levendiger
lijken en wordt voorkomen dat de voorzijde van de persoon wordt verlicht.
Kantel de flitskop 90° omhoog om deze functie effectief te gebruiken.
•
De ingebouwde reflectiekaart instellen
Trek de reflectiekaart en de
groothoekadapter uit de
flitskop en schuif daarna de
groothoekadapter weer terug
terwijl u de reflectiekaart
D
Flitsstanden en -functies
vasthoudt.
U plaatst de reflectiekaart
•
terug door de
groothoekadapter weer uit
de flitskop te trekken en
beide kaarten in de flitskop
te schuiven.
D–28
Page 79
t Fotograferen met de Nikon-diffusiekap
•
Door de meegeleverde Nikon-diffusiekap op de flitskop te plaatsen, kunt u het
licht nog meer verstrooien tijdens indirect flitsen. Dit levert een zeer zacht licht
op met vrijwel geen schaduwen.
•
Het effect is hetzelfde, ongeacht u of de camera in de horizontale of verticale
stand houdt.
•
U krijgt gewoonlijk een goed resultaat wanneer u de flitskop 60° omhoog kantelt.
•
Als de Nikon-diffusiekap is bevestigd en het beeldgebied van de camera is
ingesteld op FX-formaat, wordt de zoompositie automatisch ingesteld op
12 mm, 14 mm of 17 mm. De zoompositie wordt ingesteld op 8 mm, 10 mm of
11 mm als het beeldgebied van de camera is ingesteld op DX-formaat.
(kD-24, C-22, F-16)
•
Het gebruik van de ingebouwde groothoekadapter in combinatie met de Nikondiffusiekap levert een veel beter gediffuseerd licht op. (kD-31)
De Nikon-diffusiekap bevestigen
Bevestig de Nikon-diffusiekap met
het Nikon-logo omhoog gericht, zoals
wordt aangegeven in de afbeelding.
D
Flitsstanden en -functies
v Opmerking over het gebruik van de Nikon-diffusiekap
De afstand tussen de camera en het onderwerp verschilt van het midden
•
van het beeld tot de randen, zodat de randen in sommige gevallen
mogelijk niet voldoende worden verlicht.
D–29
Page 80
Close-up foto’s maken met indirect omlaag flitsen
7°
0°
Als de afstand tussen de camera en het onderwerp minder dan circa 2 m bedraagt,
kunt u natuurlijker uitziende close-up foto’s maken door de groothoekadapter te
gebruiken.
•
Let er bij gebruik van een lang objectief op dat het licht van de flitser niet wordt
geblokkeerd door het objectief.
•
Bij close-up flitsfotografie kan vignettering optreden door het
verlichtingspatroon, het gebruikte objectief, de ingestelde brandpuntsafstand
en dergelijke. Maak daarom testfoto’s voordat u een belangrijke gebeurtenis
fotografeert.
•
Wanneer de SB-900 op de camera is bevestigd en als enige flitser wordt
gebruikt, wordt het aanbevolen de flitskop omlaag te kantelen, zodat het
onderste gedeelte van het onderwerp bij close-up fotografie voldoende wordt
verlicht.
•
Het pictogram voor indirect omlaag flitsen verschijnt wanneer de flitskop
D
omlaag is gekanteld.
Flitsstanden en -functies
D–30
Pictogram voor indirect omlaag flitsen
Page 81
De ingebouwde groothoekadapter instellen
Trek de groothoekadapter voorzichtig helemaal uit de
flitser en plaats deze over de flitskop.
Schuif vervolgens de reflectiekaart terug in de flitskop.
Als de ingebouwde groothoekadapter is bevestigd en het beeldgebied van de
•
camera is ingesteld op FX-formaat, wordt de zoompositie automatisch ingesteld
op 12 mm, 14 mm of 17 mm. De zoompositie wordt ingesteld op 8 mm, 10 mm
of 11 mm als het beeldgebied van de camera is ingesteld op DX-formaat.
(kD-24, C-22, F-16)
Als u de zoompositie handmatig wilt instellen, gaat u naar de persoonlijke
•
instellingen en stelt u ‘Instelling van de zoompositie als de ingebouwde
groothoekadapter is afgebroken’ in op [ON] (handmatige instelling is
beschikbaar). (kC-25)
•
U plaatst de groothoekadapter terug door deze omhoog te klappen en zo ver
mogelijk terug te duwen in de flitskop.
D
Close-up foto’s maken met indirect omlaag flitsen
LCD-venster van camera
Stel de belichtingsstand en de
lichtmeetmethode op de camera in.
Stel de belichtingsstand in op
•
diafragmavoorkeuze (A) of handmatig (M).
Stel de lichtmeetmethode in op
•
matrixmeting “
meting “
Stel de flitsstand op de SB-900 in.
Plaats de ingebouwde
” of centrumgerichte
”.
groothoekadapter.
Kantel de flitskop omlaag.
Controleer of het gereedlampje
brandt en maak de foto.
Flitsstanden en -functies
D–31
Page 82
Close-up foto’s maken met indirect omlaag flitsen
t Onderwerpen op minder dan 0,6 m fotograferen
Als de SB-900 op de camera is bevestigd, kan het onderwerp niet voldoende
•
worden verlicht.
Gebruik in dit geval de SB-900 los van de camera door de optionele DDL-
•
afstandsbedieningskabel te bevestigen, zoals hieronder wordt aangegeven.
Als monitor-voorflitsen worden afgegeven, wordt afstandsinformatie van het
•
objectief niet gebruikt om de juiste belichting te bepalen. Plaats in dit geval de
camera (A) en de SB-900 (B) op gelijke afstand van het onderwerp.
A
D
B
Gebuik van de DDL-afstandsbedieningskabel SC-29, SC-28 of SC-17.
t Het diafragma instellen bij close-up opnamen met een externe
fl itser
Bereken het juiste diafragma aan de hand van de onderstaande vergelijking en tabel.
•
•
Voor een correcte belichting gebruikt u een kleiner diafragma (groter f-getal)
dan het resultaat van de vergelijking.
Flitsstanden en -functies
ISO-gevoeligheid100200400800160032006400
Factor (m)22,845,681116
f/stop ≥ factor ÷ afstand tussen fl itser en onderwerp
•
Bijvoorbeeld, bij een ISO-gevoeligheid van 100, waarbij het onderwerp zich op
een afstand van 0,5 m bevindt en de groothoekadapter is geplaatst, bedraagt
het voorgestelde diafragma:
f/stop ≥ 2 ÷ 0,5 = 4
v
Opmerking over het gebruik van een groothoekobjectief
Wanneer u een groothoekobjectief gebruikt, verschilt de afstand tussen de camera
•
en het onderwerp gewoonlijk van het midden van het beeld tot de randen, zodat
de randen in sommige gevallen mogelijk niet voldoende worden verlicht.
D–32
Page 83
Flitsfotografie met kleurfilters
Er worden twee soorten kleurfilters bij de SB-900 geleverd voor het maken van
flitsfoto’s bij tl-verlichting en voor gebruik bij gloeilamplicht.
De optionele kleurfilterset SJ-3 is apart verkrijgbaar. (kF-11)
•
Vier soorten kleurfilters waarmee de kleur van de lichtbron van de flitser kan
•
worden gewijzigd, zijn apart verkrijgbaar.
Voor meer informatie en voorbeeldfoto’s van het gebruik van kleurfilters
•
raadpleegt u het aparte boekje ‘Een verzameling voorbeeldfoto’s’, pag. 10.
Kleurfilters gebruiken
FilterDoel
Filters voor tl-licht (FL-G1, FL-G2)
Filters voor gloeilamplicht (TN-A1, TN-A2)
Kleurfi lters (optioneel)
•
De bijbehorende lichtbron voor elk type kleurcorrectiefilter verschilt enigszins. De FL-G1
biedt een groter correctie-effect dan de FL-G2, terwijl het effect van de TN-A1 groter is
dan van de TN-A2. Selecteer een geschikt filter op basis van het resultaat.
De kleur van het licht van de fl itser corrigeren,
zodat deze overeenstemt met de kleur van
tl-licht
De kleur van het licht van de fl itser corrigeren,
zodat deze overeenstemt met de kleur van
gloeilamplicht
Interessante effecten creëren door de kleur van
het licht te wijzigen
D
v Opmerkingen over het gebruik van kleurfi lters
Deze filters zijn verbruiksartikelen. Wanneer de kleur vervaagt of
•
verslechtert, vervangt u ze door de meegeleverde reservefilters.
Gebruik deze filters niet wanneer u foto’s maakt met behulp van
•
stroboscopisch flitsen, aangezien ze door de hitte kunnen beschadigen.
Door de warmte van de flitskop kunnen kleurfilters vervormen. Dit is
•
echter niet van invloed op de prestaties ervan.
Krassen op het filter zijn niet van invloed op de prestaties, tenzij de
•
kleur van het filter vervaagt.
U verwijdert stof of vuil door het filter voorzichtig af te vegen met een
•
zachte, schone doek.
Flitsstanden en -functies
D–33
Page 84
Flitsfotografie met kleurfilters
Kleurfilters gebruiken
Vouw het kleurfilter op de
weergegeven lijn.
Plaats het filter in de
filterhouder zoals wordt
aangegeven in de afbeelding.
D
v Druk het fi lter stevig in de
Plaats de filterhouder met
Flitsstanden en -functies
het Nikon-logo omhoog
gericht op de flitskop, zoals
wordt aangegeven in de
afbeelding, en steek de
houder in de spleet aan de
bovenzijde.
Lijn de identificatiecodes (zilveren
•
markeringen) op het filter uit met het
zwarte gedeelte van de houder.
•
Steek de punt van het filter in de spleet in de
houder en zorg dat het positioneringsgaatje
van het filter samenvalt met het uitsteeksel
op de houder.
fi lterhouder zonder het fi lter
te vouwen. Zorg ook dat het
fi lter precies aansluit.
D–34
Page 85
LCD-aanduiding terwijl een
FL-G1 fi lter is bevestigd.
Waarschuwingning
Controleer of de aanduiding
voor het kleurfilter wordt
weergegeven.
•
Eén aanduiding geeft aan dat het filter is
geplaatst, terwijl ook het filtertype wordt
weergegeven.
•
Zorg dat de sensor voor filterdetectie niet
wordt geblokkeerd.
•
Als de waarschuwing in de onderste
afbeelding op het LCD-venster verschijnt,
is het filter niet correct geplaatst. Verwijder
het filter en plaats het opnieuw.
D
Flitsstanden en -functies
D–35
Page 86
Flitsfotografie met kleurfilters
Het licht van de flitser corrigeren met behulp van kleurfilters
■
Bij gebruik van de SB-900 met een camera met fi lterdetectie
(zoals de D3-serie, D700, D90)
Als een kleurfilter op de SB-900 is bevestigd terwijl de witbalans van de camera
•
is ingesteld op Automatisch of Flitslicht, wordt de filterinformatie automatisch
doorgegeven aan de camera en wordt de optimale witbalans van de camera
automatisch aangepast voor de juiste kleurtemperatuur.
Bij gebruik van de SB-900 met een camera zonder fi lterdetectie
■
(zoals de D2-serie, D200, F6)
Stel de witbalans van de camera in op basis van het gebruikte filter.
•
De witbalans/belichtingscorrectiewaarde hangt af van de
Automatisch, Flitsen, Direct
zonlicht (+0,7 LW
AMBER)
*3
*3
*3
met
D1, D50
Niet compatibel
Niet compatibel
Automatisch, Flitsen,
Direct zonlicht (+0,7
*3
met AMBER)
LW
*1 De D3-camera met firmware A of firmware B versie 2.00 of later. (kF-10)
*2 De D300-camera met firmware A of firmware B versie 1.10 of later. (kF-10)
*3 Stel de witbalans en belichtingscompensatiewaarde van de camera in.
Raadpleeg de gebruikshandleiding van de camera voor meer informatie over de
•
witbalans.
D–36
Page 87
Flitssterktecorrectie en belichtingscorrectie
Flitssterktecorrectie toepassen
U kunt belichtingscorrectie toepassen op alleen het verlichte onderwerp, zonder
dat dit van invloed is op de belichting van de achtergrond, door de flitssterkte
van de SB-900 aan te passen.
Als richtlijn geldt dat enige positieve correctie nodig kan zijn om het
•
hoofdonderwerp lichter te maken of enige negatieve correctie om het
onderwerp donkerder te maken.
Flitssterktecorrectie is mogelijk in de standen i-DDL automatisch flitsen,
•
flitsen met automatisch diafragma, niet-DDL automatisch flitsen en
handmatig flitsen met afstandsprioriteit.
Druk op functieknop 1 om de
waarde voor flitssterktecorrectie
te markeren.
Draai aan de selectieschijf door
de gewenste waarde voor
flitssterktecorrectie in te stellen.
· De correctiewaarde kan worden ingesteld
•
in stappen van 1/3 van +3,0 tot -3,0 LW.
Druk op de knop [OK].
v Flitssterktecorrectie annuleren
U annuleert de flitssterktecorrectie door aan de selectieschijf te draaien tot
•
de waarde 0 voor de correctie wordt weergegeven.
U kunt de flitssterktecorrectie niet annuleren door de SB-900 uit te zetten.
•
D
Flitsstanden en -functies
t Voor camera’s met ingebouwde fl itser met een functie voor
belichtingscorrectie
U kunt de flitssterkte ook instellen op de camera. Raadpleeg de gebruikshandleiding
•
van de camera voor meer informatie.
Als u de flitssterkte corrigeert op de camera en op de SB-900, wordt de belichting
•
gewijzigd met de som van beide correctiewaarden.
In dit geval wordt op het LCD-venster van de SB-900 alleen de correctiewaarde
•
weergegeven die is ingesteld op de SB-900.
D–37
Page 88
Flitssterktecorrectie en belichtingscorrectie
Belichtingscorrectie toepassen
Met behulp van belichtingscorrectie kunt u zowel het onderwerp als de
achtergrond lichter of donkerder maken door opzettelijk de juiste flitsbelichting
aan te passen. Dit is handig als zich een voorwerp met een zeer hoog of laag
reflectievermogen in het beeld bevindt of als u flitsfoto’s wilt aanpassen aan uw
creatieve voorkeuren.
Positieve correctie kan noodzakelijk zijn als de achtergrond een zeer reflecterend
•
oppervlak bevat. Negatieve correctie kan zijn vereist als de achtergrond donker
is of voorwerpen met een laag reflectievermogen bevat.
In de standen i-DDL en fl itsen met automatisch diafragma
■
Stel de belichtingscorrectie in op de camera. Raadpleeg de gebruikshandleiding
•
van de camera voor meer informatie.
D
In de standen niet-DDL automatisch fl itsen en handmatig fl itse
■
In de stand niet-DDL automatisch flitsen krijgt u de juiste belichting als u op de
•
SB-900 hetzelfde diafragma instelt als op de camera. Als u belichtingscorrectie wilt
toepassen, kunt u daarom het diafragma variëren dat op de camera is ingesteld,
terwijl u het ingestelde diafragma op de SB-900 handhaaft of omgekeerd.
In de handmatige flitsstand berekent u het juiste diafragma voor een correcte
•
belichting aan de hand van het richtgetal en de opnameafstand (kD-22). Gebruik
vervolgens een groter of kleiner diafragma op de camera om belichtingscorrectie
toe te passen.
•
Als richtlijn geldt dat u een groter diafragma op de camera of het objectief
Flitsstanden en -functies
instelt om het hoofdonderwerp lichter te maken en een kleiner diafragma om
het onderwerp donkerder te maken.
D–38
Page 89
Fotograferen met meerdere, draadloos gestuurde flitsers
Met de SB-900 is geavanceerde en SU-4-type draadloze flitssturing mogelijk.
•
Geavanceerde draadloze flitssturing wordt standaard automatisch ingesteld.
Geavanceerde draadloze flitssturing wordt aanbevolen voor standaardfotografie
met meerdere flitsers.
•
Voor SU-4-type draadloze flitssturing met meerdere flitsers stelt u de stand voor
draadloos flitsen via de aangepaste instellingen in op 'SU-4'. (kC-22)
Flitsopnamen met geavanceerde draadloze flitssturing
·
Beschikbaar als de SB-900 wordt gebruikt met een CVS-compatibele camera.
·
Compatibel met de i-DDL-flitsstand.
·
In deze stand kunt u de externe flitsers in drie groepen verdelen en de flitsstand
en flitssterktecorrectie voor elke groep afzonderlijk instellen.
SU-4-type draadloze flitssturing met meerdere flitsers
·
SU-4-type draadloze flitssturing met meerdere flitsers is met name geschikt
voor het fotograferen van snelbewegende onderwerpen aangezien de
hoofdflitser en de externe flitsers gelijktijdig flitsen.
·
Er gelden geen beperkingen voor de camera’s die kunnen worden gebruikt.
·
Flitsers met mogelijkheden voor flitsen met meerdere, draadloos gestuurde
flitsers kunnen worden gebruikt als hoofdflitser of als externe flitser.
·
Flitsers die compatibel zijn met DDL automatisch flitsen kunnen worden
gebruikt als hoofdflitser. De optionele draadloze slavecontroller SU-4 is vereist
als u deze flitsers als externe flitser wilt gebruiken.
De ingebouwde flitser van de camera kan ook als hoofdflitser worden
·
gebruikt.
D
Flitsstanden en -functies
t Hoofdfl itser en externe fl itser(s)
In deze gebruikshandleiding verwijst de term hoofdflitser naar een flitser die op de
camera is bevestigd, naar de ingebouwde flitser van de camera of naar de flitser die
rechtstreeks met de camera is verbonden via een DDL-afstandsbedieningskabel. Alle
andere flitsers worden externe flitsers genoemd.
D–39
Page 90
Fotograferen met meerdere, draadloos gestuurde flitsers
v Opmerkingen over fotograferen met meerdere, draadloos
gestuurde fl itsers
Om onopzettelijk flitsen te voorkomen zet u de camera en alle flitsers
•
uit voordat u de hoofdflitser op de camera bevestigt of aansluit.
De hoofdflitser kan niet voor testflitsen worden gebruikt.
•
De helderheid van de flitsverlichting is omgekeerd evenredig met het
•
kwadraat van de afstand tussen de flitser en het onderwerp. Als de
afstand tussen flitser A en het onderwerp bijvoorbeeld 1 m is, flitser
B zich op 2 m bevindt en A en B hetzelfde richtgetal hebben, is de
gecombineerde helderheid van de twee flitsers:
A : B = 1 : 4
Raadpleeg de gebruikshandleiding van de camera en de flitsers.
•
Opmerkingen over externe flitsers
D
Let op het volgende.
v Opmerkingen over het instellen van een externe fl itser
Als u een flitser met een stand-by-functie als externe flitser gebruikt,
•
dient u de stand-by-functie in te stellen op 'OFF' of via de persoonlijke
instellingen een stand-by-duur te selecteren die lang genoeg is.
De stand-by-functie van de SB-900, SB-800, SB-700, SB-600 en SB-80DX
•
wordt geannuleerd als de flitser is ingesteld als externe, draadloze
flitser. Zorg dat het batterijniveau toereikend is.
Flitsstanden en -functies
De stand-by-duur van de SB-50DX wordt automatisch tot circa 1 uur
•
verlengd als de flitser is ingesteld als externe, draadloze flitser.
Stel op de externe flitsers een dekkingshoek in die groter is dan de
•
beeldhoek, zodat het onderwerp ook voldoende wordt verlicht als de
flitskop niet recht op het onderwerp is gericht. Als de afstand tussen
flitser en onderwerp erg kort is, stelt u de dekkingshoek zo groot in dat
er voldoende licht op het onderwerp valt.
v Opmerkingen over het opstellen van de externe fl itsers
In de meeste gevallen plaatst u de externe flitser(s) dichter bij het
•
onderwerp dan de camera, zodat het licht van de hoofdflitser de
lichtsensor van de externe flitser(s) kan bereiken. Dit is met name
belangrijk als u een externe flitser in de hand houdt.
Als zich een obstakel bevindt tussen de hoofdflitser en de externe
•
flitsers, kunnen de gegevens niet goed worden uitgewisseld.
D–40
Page 91
Let erop dat het licht van de externe flitser niet direct of indirect in het
•
cameraobjectief valt in de stand i-DDL automatisch flitsen. Voorkom
ook dat licht in het lichtsensorvenster van de hoofdflitser valt bij nietDDL automatisch flitsen (in de stand flitsen met automatisch diafragma
of niet-DDL automatisch flitsen). Als dit gebeurt, kan er geen correcte
belichting worden verkregen.
U kunt een onbeperkt aantal externe flitsers tegelijk gebruiken. Als u
•
veel externe flitsers gebruikt, kan het licht echter onbedoeld worden
opgevangen door de lichtsensor van de hoofdflitser en een goede
werking verstoren. Voor fotograferen met meerdere, draadloos
gestuurde flitsers kunt u het beste drie externe flitsers gebruiken. Bij
geavanceerde draadloze flitssturing kunt u uit praktisch oogpunt het
aantal externe flitsers het beste beperken tot drie per groep.
Gebruik de meegeleverde Speedlight-standaard AS-21 voor een stabiele
•
plaatsing van de externe flitsers.
Zorg dat u testflitsen uitvoert nadat u alle flitsers hebt ingesteld.
•
De Speedlight-standaard gebruiken
■
Gebruik de meegeleverde Speedlight-standaard AS-21 voor een stabiele plaatsing van
de externe flitsers.
D
Flitsstanden en -functies
Bevestig de SB-900 op de Speedlight-standaard op dezelfde manier waarop
•
u deze op het accessoireschoentje van de camera bevestigt. Hetzelfde geldt
wanneer u de flitser van de standaard verwijdert.
De Speedlights SB-15 en SB-27 kunnen niet worden gebruikt met de AS-21.
•
D–41
Page 92
Fotograferen met meerdere, draadloos gestuurde flitsers
De opnameomstandigheden controleren bij gebruik
van meerdere, draadloos gestuurde flitsers
U kunt de werking bij gebruik van meerdere, draadloos gestuurde flitsers
controleren door het gereedlampje op de SB-900 of de geluidsmonitor voor en na
de opname te controleren.
Als de SB-900 als externe draadloze flitser wordt gebruikt, kunt u de werking ervan
•
controleren door te luisteren naar de geluidsmonitor. Deze functie kan worden geactiveerd of
geannuleerd via de persoonlijke instellingen (kC-24). Deze functie is standaard geactiveerd.
Om batterij-energie te besparen kunt u de gereedlampjes op de externe flitsers
•
uitschakelen via de persoonlijke instellingen. Standaard brandt het gereedlampje op
de achterzijde en knippert het gereedlampje op de voorzijde. (
De werking van de flitsers controleren via het gereedlampje of de geluidsmonitor
Gereedlampje
D
van hoofdfl itser
Brandt
Brandt of blijft uit
(knippert niet)
Knippert
gedurende circa
Flitsstanden en -functies
3 sec.
Brandt of blijft uit
(knippert niet)
Normale werking Normale werking
Brandt nietBrandt niet
Gereedlampje
van externe fl itser
Het gereedlampje op
de achterzijde brandt
en het gereedlampje op
de voorzijde knippert.
Het gereedlampje
op de achterzijde
brandt en het
gereedlampje op de
voorzijde knippert
of gaat uit.
Knippert snel
gedurende circa
3 sec.
Knippert snel
gedurende circa
3 sec.
GeluidsmonitorStatus van fl itser
Eén pieptoonGereed om te fl itsen
Twee korte
pieptonen
Drie lange
pieptonen
gedurende circa
3 sec.
Drie lange
pieptonen
gedurende circa
3 sec.
Het waarschuwingssignaal
klinkt tweemaal (als
de SB-900 een hoge
temperatuur detecteert) of
eenmaal (voor elke fl its).
Waarschuwingssignaal
klinkt tweemaal.
Correct gefl itst
Zowel de hoofdfl itser als de externe fl itsers
hebben op volle sterkte gefl itst, maar het
licht is mogelijk ontoereikend voor een
correcte belichting. Gebruik een groter
diafragma en maak de foto opnieuw.
De lichtsensor van de externe fl itser heeft het
aansturingslicht van de hoofdfl itser niet correct
ontvangen. De lichtsensor kon niet detecteren
wanneer het fl itsen synchroon met de
hoofdfl itser moest worden gestopt omdat een
sterke refl ectie van de externe fl itser zelf of het
licht van een andere externe fl itser mogelijk
in het lichtsensorvenster is terechtgekomen.
Wijzig de richting of positie van de externe
fl itser en maak de foto opnieuw.
De temperatuur van de SB-900 is
gestegen doordat kort na elkaar
meerdere fl itsen zijn afgegeven. Wacht
totdat de SB-900 is afgekoeld.
De temperatuur van de SB-900 is gestegen tot een
bepaald niveau en de SB-900 is overgeschakeld
naar een beschermende uitschakelingsstand.
Wacht totdat de SB-900 is afgekoeld.
D–42
k
C-24)
Page 93
Flitsopnamen met geavanceerde draadloze flitssturing
Als de SB-900 wordt gebruikt met CVS-compatibele Nikon-camera’s, is
geavanceerde draadloze flitssturing mogelijk. In deze stand kunt u de externe
flitsers in drie groepen verdelen en de flitsstand en flitssterktecorrectie voor elke
groep afzonderlijk en voor de hoofdflitser bepalen. Dit wordt flitsfotografie met
geavanceerde draadloze flitssturing genoemd.
Raadpleeg de persoonlijke instellingen als u foto’s wilt maken met
•
stroboscopisch flitsen. (kC-22)
Voor meer informatie en voorbeeldfoto’s voor geavanceerde draadloze flitssturing
•
raadpleegt u het aparte boekje ‘Een verzameling voorbeeldfoto’s’, pag. 16-19.
De werking van Nikon’s geavanceerde draadloze flitssturing
Externe flitsers
(groep B)
D
Externe flitsers
(groep A)
Hoofdflitser
De externe flitsers kunnen worden ingedeeld in maximaal drie groepen (A, B, C).
•
Er kunnen een of meer externe flitsers worden toegewezen aan een groep.
•
U kunt de flitsstand en de flitssterktecorrectie voor elke groep afzonderlijk instellen voor
•
maximaal vier groepen: de hoofdflitser en drie groepen met externe flitsers.
Selecteer een van de vier beschikbare kanalen die de hoofdflitser en de externe
•
flitser gebruiken om gegevens uit te wisselen.
Als een andere fotograaf in de buurt dezelfde configuratie van externe,
•
draadloos gestuurde flitsers gebruikt, kunnen uw externe flitsers per ongeluk
synchroon flitsen met de hoofdflitser van die fotograaf. U voorkomt dit door een
ander kanaalnummer te gebruiken.
Externe flitsers
(groep C)
D–43
Flitsstanden en -functies
Page 94
Flitsopnamen met geavanceerde draadloze flitssturing
Flitseropstelling bij geavanceerde draadloze flitssturing
Plaats de hoofdflitser en de externe flitsers binnen elkaars bereik, zoals wordt
aangegeven in de onderstaande afbeelding.
Minder dan
circa 10 m
Groep B
D
Richt het lichtsensorvenster van de externe flitsers naar de hoofdflitser.
•
Als richtlijn geldt dat de effectieve afstand tussen de hoofdflitser en de externe
•
flitsers circa 10 m of minder bedraagt vanaf de voorzijde en circa 7 m of
minder vanaf de zijkanten. Deze afstanden kunnen variëren afhankelijk van het
omgevingslicht.
Let erop dat u alle flitsers in dezelfde groep dicht bij elkaar plaatst.
•
Flitsstanden en -functies
Zie ‘Opmerkingen over externe flitsers’
•
Groep C
Binnen 30˚
Binnen 30˚
Groep A
Circa 5 tot 7 m
Hoofdflitser
Circa 5 tot 7 m
(kD-40)
.
D–44
Page 95
De SB-900 instellen voor geavanceerde draadloze flitssturing
U kunt de SB-900 instellen op geavanceerde draadloze flitssturing met behulp
van de aan/uit-schakelaar/schakelaar voor draadloze instelling.
Draai aan de schakelaar terwijl u de knop in het midden ingedrukt houdt.•
De SB-900 instellen
als hoofdflitser
Lijn het puntje op de aan/uit-
•
schakelaar/schakelaar voor
draadloze instelling uit met
MASTER.
De SB-900 instellen
als externe flitser
Lijn het puntje op de aan/uit-
•
schakelaar/schakelaar voor
draadloze instelling uit met
REMOTE.
D
Flitsstanden en -functies
D–45
Page 96
Flitsopnamen met geavanceerde draadloze flitssturing
In deze stand kunt u de volgende opties instellen op de hoofdflitser of de externe
flitsers.
OptieInstellen opOpmerkingen
De volgende vijf flitsstanden zijn beschikbaar:
•
i-DDL-stand
·
Flitsen met automatisch diafragma
·
Niet-DDL automatisch flitsen
·
Handmatig flitsen
FlitsstandHoofdfl itser
D
Flitssterktecorrectie
*
Kanaal
Groep Externe fl itser
Flitsstanden en -functies
*1 Flitsen met automatisch diafragma wordt automatisch ingesteld. Als de SB-900 geen
objectiefgegevens, zoals brandpuntsafstand en diafragma, ontvangt, schakelt de
flitsstand automatisch over op niet-DDL automatisch flitsen.
*2 Als een andere fotograaf in de buurt dezelfde configuratie van externe, draadloos
gestuurde flitsers gebruikt, kunnen uw externe flitsers per ongeluk synchroon flitsen
met de hoofdflitser van die fotograaf. U voorkomt dit door een ander kanaalnummer
te gebruiken.
2
Hoofdfl itser
Hoofdfl itser
en externe
fl itsers
·
Flitser uit
·
Stel de flitsstand van de externe flitsers in op de
•
hoofdflitser.
De flitsstand kan onafhankelijk worden ingesteld op
•
de hoofdflitser en voor elke groep externe flitsers.
De waarden voor flitssterktecorrectie van de
•
externe flitsers kunnen ook worden ingesteld op de
hoofdflitser.
De waarden voor flitssterktecorrectie kunnen
•
onafhankelijk worden ingesteld op de hoofdflitser
en voor elke groep externe flitsers.
Selecteer een van de vier beschikbare kanalen.
•
Let erop dat u hetzelfde kanaalnummer instelt voor
•
zowel de hoofdflitser als de externe flitsers.
Maximaal 3 groepen (A, B, C)•
*1
*1
D–46
Page 97
Flitsopnamen met geavanceerde draadloze flitssturing
1.
De flitsstand, de waarde voor flitssterktecorrectie
en het kanaalnummer instellen op de hoofdflitser
Druk op functieknop 1 op de
hoofdflitser om “” te markeren.
Druk op de knop [MODE], draai
aan de selectieschijf om de
gewenste flitsstand te selecteren
en druk op de knop [OK].
Druk op functieknop 2, draai aan
de selectieschijf om de gewenste
waarde voor flitssterktecorrectie te
kiezen en druk op de knop [OK].
Druk op functieknop 1 om groep
“” te markeren en druk op [OK].
Draai aan de selectieschijf als u een andere
•
groep dan “
Herhaal de bovenstaande stappen
om de flitsstand en de waarde
en
voor flitssterktecorrectie in te stellen
voor de externe flitsers in groep A.
Op dezelfde manier stelt u de
flitsstand en de waarde voor
flitssterktecorrectie in voor de
externe flitsers in de groepen B en C.
Druk op functieknop 2, draai aan de
selectieschijf om een kanaalnummer
in te stellen en druk op de knop
[OK].
” wilt kiezen.
D
Flitsstanden en -functies
D–47
Page 98
Flitsopnamen met geavanceerde draadloze flitssturing
2. Een groep en kanaalnummer instellen op de
externe flitsers
Druk op functieknop 1, draai aan
de selectieschijf om de gewenste
groepsnaam te selecteren en druk
op de knop [OK].
De ingestelde groepsnaam en het
•
ingestelde kanaalnummer worden groter
weergegeven.
•
Plaats externe flitsers waarvoor dezelfde
flitsstand en flitssterktecorrectie moeten
D
t Commanderfunctie
Flitsstanden en -functies
De commanderfunctie maakt het mogelijk dat de SB-900 externe flitsers
•
aanstuurt zonder zelf te flitsen. U activeert de commanderfunctie door de SB900 in te stellen als hoofdflitser en de flitsstand in te stellen op Flitser uit.
Deze instelling is gewoonlijk niet van invloed op de juiste belichting van het
•
onderwerp, hoewel de belichting kan worden beïnvloed als het onderwerp zich
op korte afstand bevindt en een hoge ISO-gevoeligheid is ingesteld. U kunt
dit effect zoveel mogelijk beperken door indirect te flitsen. Hiervoor kantelt of
draait u de flitskop van de SB-900.
Raadpleeg ‘Commanderstand’ in de gebruikshandleiding van de camera als u de
•
ingebouwde flitser van de camera als hoofdflitser gebruikt om de externe flitser
(SB-900) aan te sturen in de commanderstand.
worden ingesteld in dezelfde groep.
Druk op functieknop 2, draai aan
de selectieschijf om het gewenste
kanaalnummer te selecteren en druk
op de knop [OK].
Let erop dat u hetzelfde kanaalnummer kiest
•
als is ingesteld op de hoofdflitser
D–48
Page 99
Fotograferen met stroboscopisch flitsen
Bij geavanceerde draadloze flitssturing is stroboscopisch flitsen mogelijk.
De stand voor stroboscopisch flitsen kan worden geactiveerd of geannuleerd via
•
de persoonlijke instellingen (kC-22)
LCD-weergave in de stand voor stroboscopisch flitsen
Stroboscopisch flitsen
Aantal
stroboscopische
flitsen per beeld
Bij stroboscopisch flitsen kan de flitsstand alleen worden ingesteld op
•
stroboscopisch flitsen geactiveerd of stroboscopisch flitsen geannuleerd.
In de stand voor stroboscopisch flitsen worden alle instellingen voor flitssterkte,
•
frequentie en aantal flitsen per beeld toegepast op zowel de hoofdflitser als de
externe flitsers.
Raadpleeg ‘Stroboscopisch flitsen’ voor het instellen van de flitssterkte, de
•
frequentie en het aantal flitsen per beeld. (kD-17)
Flitssterkte
Kanaalnummer
Frequentie (Hz)
Flitsen van hoofdflitser (M) en externe flitsers (in groep
A, B, C) geactiveerd/geannuleerd (ON/OFF)
D
Flitsstanden en -functies
D–49
Page 100
SU-4-type draadloze flitssturing met meerdere flitsers
SU-4-type draadloze flitssturing met meerdere flitsers is met name geschikt voor
het fotograferen van snelbewegende onderwerpen aangezien de hoofdflitser en de
externe flitsers gelijktijdig flitsen.
SU-4-type draadloze flitssturing met meerdere flitsers kan op twee manieren worden
•
toegepast: (1) in de stand AUTO (automatisch), waarbij de externe, draadloos gestuurde
flitsers synchroon met de hoofdflitser starten en stoppen, en (2) in de stand M (handmatig),
waarbij de externe, draadloos gestuurde flitsers alleen synchroon starten met de hoofdflitser.
Geschikte camera’s en flitsers
Geschikte
camera’s
Geen
beperking
D
De SB-900 instellen op SU-4-type draadloze flitssturing met meerdere flitsers
Voor SU-4-type draadloze flitssturing met meerdere flitsers stelt u de stand voor
draadloos flitsen via de aangepaste instellingen in op SU-4 (kC-22).
•
Gebruik de schakelaar voor draadloze instelling om de SB-900 in te stellen
als hoofdflitser of externe flitser.
•
Houd de knop in het midden ingedrukt terwijl u aan de schakelaar voor
draadloze instelling draait.
De SB-900 instellen als hoofdflitserDe SB-900 instellen als externe flitser
•
automatisch flitsen, handmatig flitsen met
afstandsprioriteit en handmatig flitsen en
waarbij monitor-voorflitsen in die standen
kunnen worden geannuleerd.
•
Ingebouwde flitsers waarbij monitorvoorflitsen kunnen worden geannuleerd.
Flitsers die compatibel zijn met SU-4-
•
type draadloze flitssturing.
•
Flitsers die zijn aangesloten op de
optionele draadloze slavecontroller
SU-4.
Lijn het puntje op de schakelaar voor
•
draadloze instelling uit met [MASTER].
D–50
Lijn het puntje op de schakelaar voor
•
draadloze instelling uit met [REMOTE].
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.