3-1 Plaatsing van een in-hull transducer.............................................................. 8
3-2 Installatie van een in-hull transducer.............................................................. 9
1 Introductie
Deze handleiding beschrijft de installatie van:
Navman through hull diepte- en snelheid-
/temperatuurtransducers
Navman in-hull dieptetransducer.
Accessoires
Deze accessoires zijn verkrijgbaar via uw
Navman-leverancier
4 m snelheid-temperatuurtransducer
verlengkabel
4 m dieptetransducer verlengkabel voor
zowel instrumenten met enkele als met
dubbele frequentie
Vervanging rompbevestiging voor
snelheid-temperatuurtransducer
Vervangingsscheprad voor snelheid-
temperatuurtransducer
20 m verlengkabel voor dubbele
frequentie dieptetransducer.
1-1 Bedrading
Elke transducer heeft een kabel waarmee het
met het navigatie-instrument wordt verbonden.
Wanneer u deze kabel plaatst:
Houd de kabel verwijderd van andere
kabels en apparatuur (bijv. tl-verlichting,
spanningsregelaars en VHFzendtoestellen)
Snijd nooit een kabel van een
dieptetransducer door
Indien noodzakelijk kunt u de kabel
verlengen door gebruik te maken van
een Navman 4 m verlengkabel (max.
1 kabel kan worden gebruikt). Voor
dubbele frequentie transducers is een
20 m lange verlengkabel beschikbaar).
Kabelverbindingen dienen niet in het
ruim te liggen
Maak de kabel met regelmatige
tussenruimtes vast
Wij verwijzen u naar de installatie-
instructies die bij het instrument geleverd
worden voor verbinding van de kabel met
het instrument.
1-2 Schoonmaak en onderhoud
Maak de transducer schoon met een vochtige
doek of een mild schoonmaakmiddel. Gebruik
geen schuurmiddelen, benzine of andere
oplosmiddelen.
Bedek of verwijder snelheidtransducer(s) indien u
de romp verft. Verf de transducer niet.
Gebruik geen hogedrukreiniger om het het
schep-rad van de snelheidssensor te reinigen
omdat het de kogellagers zou kunnen
beschadigen.
NAVMAN
3Through hull en In-hull installatiehandleiding
2 Through hull transducers
Dieptetransducers:
Onderdeelno.–
Europa
Onderdeelno. –
Rest van de wereld
MateriaalKunststofKunststofKunststofBronsBrons
Type (1)InpasbaarVastVastVastVast
VerbindingRCA phonoRCA phonoRCA phonoRCA phonoRCA phono
Diam. opening romp48 mm42 mm51 mm51 mm22 mm
Max. dikte romp60 mm42 mm22 mm60 mm92 mm
Kabellengte8 m8 m8 m8 m9 m
Vlak of long stemVlak VlakVlakVlakLong stem
Rest van de wereld
MateriaalBronsKunststofBrons
Type (1)Vast (Dubbele freq.)Vast (Dubbele freq.)Vast (Dubbele freq.)
Verbinding6-pin LT6-pin LT6-pin LT
Diam. opening romp63.5 mm63.5 mm27 mm
Max. dikte romp80 mm56 mm110 mm
Kabellengte10 m10 m10 m
Vlak of long stemVlakVlakLong stem
25983260323135731358Niet
Niet
verkrijgbaar
AA002155Niet
AA002108AA002107AA002109
verkrijgbaar
AA002106AA000043
verkrijgbaar
Opmerking
1 Het transducerelement kan uit een splitsbare transducer verwijderd worden, terwijl de
rompbevestiging in de romp achterblijft. Bij een vaste transducer kan het transducerelement
niet uit de rompbevestiging verwijderd worden.
Waarschuwing
Kunststof through hull transducers zijn niet geschikt voor houten rompen
Bronzen transducers zijn normaal gesproken niet geschikt voor metalen rompen.
Rest van de wereld
MateriaalKunststofKunststofKunststofKunststof
Type (1)InpasbaarInpasbaarInpasbaarInpasbaar
Verbinding4-pin Fuji8-pin LT4-pin Fuji8-pin LT
Diam. opening romp48 mm48 mm42 mm42 mm
Max. dikte romp60 mm60 mm42 mm42 mm
Kabellengte8 m8 m8 m8 m
Vlak of long stemVlakVlakVlakVlak
Onderdeelno. – Europa3135947552
Onderdeelno. –
Rest van de wereld
MateriaalBronsBrons
Type (1)InpasbaarInpasbaar
Verbinding4-pin Fuji8-pin LT
Diam. opening romp51 mm51 mm
Max. dikte romp55 mm55 mm
Kabellengte9 m9 m
Vlak of long stemVlakVlak
Niet
verkrijgbaar
AA000055AA002151
Niet
verkrijgbaar
zelfde als
25982, maar
met een 8-pin
LT verbinding
AA002150AA002082
Zelfde als
AA002150 /
26017 maar
met een 8-pin
LT verbinding
Zelfde als
AA000055 /
31359, maar
met een 8-pin LT
verbinding
Opmerking
1 Het transducerelement kan uit een splitsbare transducer verwijderd worden, terwijl de
rompbevestiging in de romp achterblijft. Bij een vaste transducer kan het transducerelement
niet uit de rompbevestiging verwijderd worden.
Waarschuwing
Kunststof through hull transducers zijn niet geschikt voor houten rompen
Bronzen transducers zijn normaal gesproken niet geschikt voor metalen rompen.
NAVMAN
5Through hull en In-hull installatiehandleiding
2-1 Plaatsing van een through hull transducer
Deze transducer zal geplaatst worden in een
opening die in de bodem van de boot wordt
gemaakt. Kies een plaats voor de transducer
waar water te allen tijde glad over de transducer
stroomt. Dit betekent dat de transducer zich
vóór een kiel, uitsteeksels en openingen in
de romp, schepradtransducers, schroeven
en schroefwater dient te bevinden. Indien de
bodem van de boot is geverfd en de boot is
gebruikt, plaats de transducer dan niet op een
plaats waar de verf is weggesleten (als een
teken van turbulentie).
Daarnaast dient u de transducer te plaatsen:
zo dicht bij de middellijn van de romp en
zo diep mogelijk
waar de tilling klein is
met voldoende plaats in de romp voor
toegankelijke bedrading
zodat geen hinder ontstaat bij het te water
laten of op het droge halen van de boot.
Bij ideale plaatsing van een dieptetransducer is
de as verticaal, hoewel een afwijking van 15°
van verticaal ook nog voldoet.
Planerende of waterverplaatsende boot
Goede locaties
voor de
Zeilboot
Max. 15°
transducer
2-2 Installatie van een through hull transducer
1 Kies een geschikte positie voor de
transducer (zie sectie 2-1). Indien
het romppaneel te dun of niet sterk
genoeg is dient u te overwegen een
versterkingspaneel aan de binnenkant
van de romp aan te brengen.
2 In de bovenstaande tabel kunt u de
maat van de gewenste opening voor de
transducer vinden. Boor of snijd of zaag
de opening in de romp. De opening dient
loodrecht t.o.v. het rompoppervlak te zijn.
3 Voor een splitsbare transducer:
i verwijder de sluitmoer of pin van de
rompbevestiging
ii verwijder de transducer uit de
rompbevestiging
iii schroef de moer van de
rompbevestiging los.
Voor een vaste transducer
i schroef de moer van de
rompbevestiging los
ii houd de moer aan de binnenkant van
de opening in de romp vast
iii voer het grootste deel van de
transducerkabel (vanaf de buitenkant)
door de opening in de romp en door
de moer.
6Through hull en In-hull installatiehandleiding
Splitsbare transducer
Vaste transducer
NAVMAN
Verwijder
transducer
Verwijder de
sluitmoer of pin
4 Smeer een dikke laag fl exibel
afdichtingsmateriaal (zoals Sikafl ex) op de
rompbevestiging aan de binnenzijde van
de opstaande rand en aan de draden aan
de buitenkant waar ze door de romp gaan.
5 Plaats de rompbevestiging vanaf de
buitenkant in de romp. Voor een snelheid-
temperatuurtransducer dient u de
rompbevestiging te draaien totdat de pijl
op de buitenrand met een afwijking van
max. 5° naar voren wijst.
6 Plaats de moer op de rompbevestiging
en draai deze vast. Voor een kunststof
bevestiging dient u de moer met de
hand niet te vast aan te draaien. Voor
een bronzen rompbevestiging dient u
deze met een combinatietang aan te
draaien. Draai de moer aan totdat het
afdichtingsmateriaal verschijnt van onder
de moer en aan de voorkant van de
rompbevestiging. Verwijder het teveel aan
afdichtingssubstantie.
Voor een snelheid/temperatuurtransducer
7
dient u te controleren dat het pijltje op de
rompbevestiging nog steeds naar voren wijst.
8 Voor een splitsbare transducer:
i verzekert u zich ervan dat er zich
een dunne laag siliconenvet of O-ring
smeermiddel op de O-ring van de
transducer bevindt
ii plaats de transducer terug in
de rompbevestiging, terwijl u de
transducer zo draait dat de pijl op de
transducer naar de inkeping in de
rompbevestiging wijst
iii Herplaats de sluitmoer of pin.
9 Wacht totdat de afdichtingssubstantie
gedroogd is.
10 Voordat u de boot verlaat dient u te
controleren of er rond de transducer geen
water de romp binnenkomt.
Afdichtingssubstantie
Onderaanzicht
Voor
5°
Pijl
Pijl wijst naar voren
met een afwijking van
max. 5°
Splitsbare transducer
Vet
Inpassen
Herplaats de sluitmoer
of pin
NAVMAN
7Through hull en In-hull installatiehandleiding
3 In-hull dieptetransducer
Er is één in-hull transducer verkrijgbaar, namelijk een dieptetransducer
Onderdeelno. – Europa27948
Onderdeelno. – Rest
van de wereld
MateriaalKunststof
VerbindingRCA phono
Max. dikte romp¾" (20 mm)
Kabellengte26.2 ft (8 m)
Waarschuwing
In-hull dieptetransducers zijn alleen geschikt voor massieve, max. 20mm dikke GRP (polyester)rompen, zonder luchtcompartimenten, luchtbellen- of ruimtes. Ze zijn niet geschikt voor houten,
metalen of sandwich-rompen. In-hull transducer zijn minder krachtig dan andere transducertypes,
omdat een deel van de kracht door de romp wordt geabsorbeerd.
AA002161
3-1 Plaatsing van een in-hull transducer:
Deze transducer zal aan de binnenzijde van
de onderkant van de boot gelijmd worden.
Kies een plaats voor de transducer waar zich
te allen tijde een gladde waterstroom onder
de transducer bevindt. Dit betekent dat de
transducer zich vóór een kiel, uitsteeksels en
openingen in de romp, schepradtransducers,
schroeven en schroefwater dient te bevinden.
Indien de bodem van de boot is geverfd en de
boot is gebruikt, plaats de transducer dan niet
op een plaats waar de verf is weggesleten (als
een teken van turbulentie).
Daarnaast dient u de transducer te plaatsen:
zo dicht bij de middellijn van de romp en
zo diep mogelijk
met voldoende plaats in de romp voor
toegankelijke bedrading
waar de binnenkant van de romp vlak en
glad is zodat zich geen ruimte tussen de
transducer en de romp zal bevinden.
De voorkant van de transducer is gebogen.
Wanneer de transducer wordt geplaatst,
draai de transducer dan totdat de as van de
transducer zo verticaal mogelijk is.
Bij ideale plaatsing van een dieptetransducer is
de as verticaal, hoewel een afwijking van 15°
van verticaal ook nog voldoet.
Planerende of waterverplaatsende boot
Goede locaties
Zeilboot
FoutCorrect
voor de
transducer
Max. 15°
8Through hull en In-hull installatiehandleiding
NAVMAN
3-2 Installatie van een in-hull dieptetransducer:
1 Kies een geschikte plaats voor de
transducer en bekijk hoe de transducer
zo gedraaid kan worden dat de as zo
verticaal mogelijk is (zie sectie 2-1).
2 Test de transducer in deze positie met
de boot in het water voordat u deze
voorgoed bevestigt.
i Vul een dunne plastic zak gedeeltelijk
met water, plaats de transducer er
binnenin en sluit de zak rond de kabel
goed af met een bandje
ii Installeer het diepte-instrument
zoals beschreven in de Installatieen bedieningshandleiding van het
instrument
iii Maak het oppervlak van de romp nat
en druk de transducer op de plaats
waar u deze denkt te bevestigen
tegen de romp
iv Controleer dat het instrument de
diepte correct en consistent meet, tot
de max. diepte die voor het instrument
is gegeven. Indien nodig dient u de
plastic zak in de romp te bewegen om
de beste plaats te vinden.
3 Kies een lijm of dichtingsproduct om de
transducer aan de romp te lijmen. Harde
epoxy geeft de beste transducersignalen
maar schommelingen in temperatuur en
rompbeweging kunnen voor afbladeren
zorgen. U kunt als compromis het beste
een viskeuze, langzaam uithardende,
redelijk stijve epoxy of Sikafl ex 252
gebruiken.
4 De binnenkant van de romp waar de
transducer geplaatst gaat worden dient
vlak te zijn. Maak schoon, ontvet en
droog:
aan de binnenkant van de romp waar
de transducer geplaatst gaat worden
de schuine buitenkant van de
transducer.
5 Plaats de transducer:
i Smeer de lijm of het dichtingsmiddel
op het midden van de buitenkant van
de transducer
ii Druk de transducer op zijn plaats in
de romp
iii Draai de transducer heen en weer
zodat lucht kan ontsnappen en om
zoveel mogelijk lijm uit de verbinding
te verwijderen. De uiteindelijke
verbinding dient zo dun mogelijk te
zijn en geen luchtbellen te bevatten.
Zorg dat de transducer nog steeds de
juiste hoek maakt
iv Maak de transducer tijdelijk met
plakband vast en wacht 24 uur totdat
de lijm uitgehard is.
Lijm
NAVMAN
9Through hull en In-hull installatiehandleiding
Wichtig
Der Eigentümer ist alleinig für die korrekte Montage und Nutzung der Geber von Navman
verantwortlich. Er hat darauf zu achten, dass keine Unfälle, Verletzungen oder Schäden
an Eigentum entstehen können. Der Benutzer dieses Produktes ist alleinig für die sichere
Bootsführung verantwortlich.
Montage des Gebers: Die Wahl, die Position, der Winkel und die Montage des Gebers sind die
wichtigsten Faktoren der Installation. Wenn die Montage nicht richtig durchgeführt wird, kann das
volle Potential des Geräts nicht genutzt werden. Wenden Sie sich im Zweifelsfall an Ihren NavmanHändler. Darauf achten, dass alle Löcher an sicheren Stellen gebohrt werden, so dass die Struktur
des Boots nicht geschwächt wird. Wenden Sie sich im Zweifelsfall an einen Bootsbaufachmann.
Ausschlussklausel: Die Informationen in diesem Handbuch dienen nur als Richtlinien. Die Leistung
des Gebers wird durch das Fertigungsmaterial des Bootes, die Rumpfform und die Motoranlage
beeinfl usst. Diese Faktoren liegen außerhalb der Kontrolle von Navman NZ Limited.
NAVMAN NZ LIMITED ÜBERNIMMT KEINERLEI HAFTUNG FÜR NUTZUNGEN
DIESES PRODUKTS; DIE ZU UNFÄLLEN ODER SCHÄDEN FÜHREN KÖNNEN ODER
GESETZESWIDRIG SIND:
Maßgebliche Sprache: Diese Erklärung, alle Bedienungsanleitungen, Benutzerhandbücher
und sonstigen Informationen zu dem Produkt (Dokumentation) werden eventuell in eine andere
Sprache übersetzt oder wurden bereits übersetzt (Übersetzung). Sollten in einer Übersetzung
der Dokumentation Widersprüche bestehen, gilt die englische Originalfassung als offi zielle
Version der Dokumentation.
In diesem Handbuch wird der Geber zum Zeitpunkt des Drucks beschreiben. Navman NZ behält
sich das Recht vor, die technischen Daten ohne Vorankündigung zu ändern.
3-1 Position des Inneneinbaugebers.................................................................. 16
3-2 Montage des Inneneinbau-Tiefengebers ..................................................... 17
1 Einführung
Dieses Handbuch beschreibt die Montage
von:
allen Durchbruch-Tiefen- und
Geschwindigkeits-/Temperaturgebern von
Navman
dem Inneneinbau-Tiefengeber von
Navman.
Zubehör
Dieses Zubehör ist bei Ihrem NavmanHändler erhältlich:
4 m Verlängerungskabel für
Geschwindigkeits-/Temperaturgeber
4 m Verlängerungskabel für
Tiefengeber (sowohl Doppel- als auch
Einzelfrequenzeinheiten)
Ersatz-Rumpfhalterung für
Geschwindigkeits-/Temperaturgeber
Ersatz-Paddelrad für Geschwindigkeits-
/Temperaturgeber
20 m Doppelfrequenz-
Verlängerungskabel für Tiefengeber.
1-1 Kabelverbindung
Jeder Geber wird durch ein Kabel mit dem
Navigationsgerät verbunden. Beim Verlegen
des Kabels:
Das Kabel von anderen Kabeln
und Geräten entfernt halten (z.B.
Leuchtstoffröhren, Stromumwandlern,
VHF-Sendern)
Das Kabel an Tiefengebern nicht
durchschneiden
Wenn nötig, das Kabel durch ein 4 m
Verlängerungskabel verlängern (es kann
nur ein Verlängerungskabel verwendet
werden). Für Doppelfrequenz-Geber ist ein
Verlängerungskabel von 20 m erhältlich.
Kabelverbindungen dürfen nicht in der
Bilge liegen
Das Kabel in regelmäßigen Abständen
befestigen
Im Montage-Handbuch für das
Navigationsgerät fi nden Sie Anweisungen
zum Anschluss des Kabels an das Gerät.
1-2 Reinigung und Wartung
Den Geber mit feuchtem Tuch oder mildem
Reinigungsmittel säubern. Keine Scheuermittel,
Benzin oder andere Lösemittel verwenden.
Beim Neuanstrich des Rumpfs Geschwindigkeitsgeber abdecken oder herausnehmen. Den
Geber nicht anstreichen. Das Paddelrad de
Geschwindigkeitsgebers keinem HochdruckWasserstrahl aussetzen, um die Lager nicht
zu beschädigen.
NAVMAN
11Durchbruch- und Inneneinbaugeber Montagehandbuch
2 Durchbruchgeber:
Tiefengeber:
Teil-Nr. - Europa25983260323135731358nicht erhältlich
Teil-Nr. - Rest der Welt nicht erhältlich AA002155 nicht erhältlich AA002106AA000043
MaterialKunststoffKunststoffKunststoffBronzeBronze
Typ (1)einsetzbarfestfestfestfest
AnschlussRCA phono RCA phono RCA phono RCA phono RCA phono
Durchm. Rumpfl och1
Max. Rumpfstärke2
Kabellänge26.2 ft (8 m) 26.2 ft (8 m) 26.2 ft (8 m) 26.2 ft (8 m) 29.5 ft (9 m)
bündig oder Stielbündig bündig bündig bündig Stiel
Teil-Nr. - Europa4753547512nicht erhältlich
Teil-Nr. - Rest der WeltAA002108AA002107AA002109
MaterialBronzeKunststoffBronze
Typ (1)fest (Doppel-Freq.) fest (Doppel-Freq.) fest (Doppel-Freq.)
Anschluss6-polig LT6-polig LT6-polig LT
Durchm. Rumpfl och2½" (63.5 mm)2½" (63.5 mm)1
Max. Rumpfstärke31/8" (80 mm)2¼" (56 mm)47/8" (110 mm)
Kabellänge33 ft (10 m)33 ft (10 m)33 ft (10 m)
bündig oder StielbündigbündigStiel
1 Bei einsetzbaren Gebern kann das Geberelement entnommen werden, wobei die
Rumpfhalterung am Rumpf bleibt. Bei festen Gebern können das Geberelement und die
Rumpfhalterung nicht getrennt werden.
Vorsicht
Durchbruchgeber aus Kunststoff sind nicht für Holzrümpfe geeignet
Geber aus Bronze sind im Allgemeinen nicht für Metallrümpfe geeignet.
12Durchbruch- und Inneneinbaugeber Montagehandbuch
NAVMAN
Geschwindigkeits-/Temperatur-Geber:
Teil-Nr. - Europa25982406402601740641
Teil-Nr. - Rest der
Welt
MaterialKunststoffKunststoffKunststoffBronze
Typ (1)einsetzbareinsetzbareinsetzbareinsetzbar
Anschluss4-polig Fuji8-polig LT4-polig Fuji8-polig LT
Durchm. Rumpfl och 1
Max. Rumpfstärke 2
Kabellänge26.2 ft (8 m) 26.2 ft (8 m) 26.2 ft (8 m) 26.2 ft (8 m)
bündig oder Stielbündig bündig bündig bündig
Teil-Nr. - Europa3135947552
Teil-Nr. - Rest der
Welt
MaterialBronzeBronze
Typ (1)einsetzbareinsetzbar
Anschluss4-polig Fuji8-polig LT
Durchm. Rumpfl och 2" (51 mm)2" (51 mm)
Max. Rumpfstärke 2
Kabellänge29.5 ft (9 m)29.5 ft (9 m)
bündig oder Stielbündigbündig
nicht erhältlich nicht erhältlich AA002150AA002082
AA002150
Wie 25982,
jedoch mit
8-poligem
LT-Anschluss
/ 26017,
jedoch mit
8-poligem
LT-Anschluss
AA000055AA002151
1
/8" (55 mm) 21/8" (55 mm)
Wie AA000055
/ 31359,
jedoch mit
8-poligem LTAnschluss
Anmerkung
1 Bei einsetzbaren Gebern kann das Geberelement entnommen werden, wobei die
Rumpfhalterung am Rumpf bleibt. Bei festen Gebern können das Geberelement und die
Rumpfhalterung nicht getrennt werden.
Vorsicht
Durchbruchgeber aus Kunststoff sind nicht für Holzrümpfe geeignet
Geber aus Bronze sind im Allgemeinen nicht für Metallrümpfe geeignet.
NAVMAN
13Durchbruch- und Inneneinbaugeber Montagehandbuch
2-1 Position des Durchbruchgebers
Dieser Geber wird in ein Loch eingepasst, das
in die Bootunterseite gebohrt wird. Eine Position
wählen, an der jederzeit ein ungestörter Fluss
klaren Wassers über die Geberoberfl äche erfolgt.
Der Geber sollte also vor dem Kiel, Rumpfvorsprüngen, Rumpföffnungen, Gebern mit
Paddelrad, Propellern oder dem Propellerstrahl
angebracht werden. Wenn die Bootsunterseite
gestrichen und das Boot gebraucht ist, den Geber
nicht an Stellen montieren, an denen die Farbe
abgenutzt ist (ein Zeichen von Turbulenzen).
Für die Geberposition gilt außerdem:
soweit zur Rumpfmitte wie möglich und so
tief wie möglich
wo der Aufkimmungswinkel klein ist
mit genügend Platz im Rumpf für Zugang
und Kabelführung
so dass der Geber beim Zu-Wasser-lassen
und Herausheben nicht stört.
Im Idealfall sollte ein Tiefengeber so angebracht
sein, dass die Geberachse maximal 15°
Abweichung zur Senkrechten aufweist.
Gleitboot oder Verdränger
Segelboot
Bis zu 15°
Geeignete
Montagestellen
für Geber
2-2 Montage des Durchbruchgebers
1 Eine geeignete Position für den Geber
wählen (s. Abschn. 2-1).
Wenn der Rumpf an dieser Stelle zu dünn
oder zu schwach ist, das Anbringen einer
Verstärkung auf der Rumpfi nnenseite in
Betracht ziehen.
2 In der Tabelle oben, die für den Geber
benötigte Lochgröße suchen. Das Loch
in den Rumpf bohren. Das Loch muss
senkrecht zur Rumpfoberfl äche gebohrt
werden.
3 Für einsetzbare Geber:
i die Klemmmutter oder den Splint aus
der Halterung entfernen.
ii den Geber aus der Rumpfhalterung
ziehen.
iii die Mutter aus der Rumpfhalterung
schrauben.
Für feste Geber:
i die Mutter aus der Rumpfhalterung
schrauben.
ii die Mutter direkt vor das Loch im
Rumpf halten.
iii den Großteil des Geberkabels durch
das Loch im Rumpf (von außen) und
durch die Mutter schieben.
14Durchbruch- und Inneneinbaugeber Montagehandbuch
Einsetzbarer Geber
Geber
herausnehmen
Klemmmutter
oder Splint
entfernen
Fester Geber
NAVMAN
Loading...
+ 28 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.