Navman In Hull and Through Hull Installation Manual [sv]

In Hull and Through Hull
T R A N S D U C E R S
Installation Manual
Nederlands....... 2
Deutsch ..........10
Italiano............ 18
Svenska.......... 26
Suomi.............. 34
www.navman.com
NAV MAN
Inhoud
1 Introductie...............................................................................................3
1-1 Bedrading....................................................................................................... 3
1-2 Schoonmaak en onderhoud........................................................................... 3
2 Through hull transducers......................................................................4
2-1 Plaatsing van een through hull transducer..................................................... 6
2-2 Installatie van een through hull transducer .................................................... 6
3 In-hull dieptetransducer.........................................................................8
3-1 Plaatsing van een in-hull transducer.............................................................. 8
3-2 Installatie van een in-hull transducer.............................................................. 9
1 Introductie
Deze handleiding beschrijft de installatie van:
Navman through hull diepte- en snelheid-
/temperatuurtransducers
Navman in-hull dieptetransducer.
Accessoires
Deze accessoires zijn verkrijgbaar via uw Navman-leverancier
4 m snelheid-temperatuurtransducer
verlengkabel
4 m dieptetransducer verlengkabel voor
zowel instrumenten met enkele als met dubbele frequentie
Vervanging rompbevestiging voor
snelheid-temperatuurtransducer
Vervangingsscheprad voor snelheid-
temperatuurtransducer
20 m verlengkabel voor dubbele
frequentie dieptetransducer.
1-1 Bedrading
Elke transducer heeft een kabel waarmee het met het navigatie-instrument wordt verbonden. Wanneer u deze kabel plaatst:
Houd de kabel verwijderd van andere
kabels en apparatuur (bijv. tl-verlichting, spanningsregelaars en VHF­zendtoestellen)
Snijd nooit een kabel van een
dieptetransducer door
Indien noodzakelijk kunt u de kabel
verlengen door gebruik te maken van
een Navman 4 m verlengkabel (max. 1 kabel kan worden gebruikt). Voor dubbele frequentie transducers is een 20 m lange verlengkabel beschikbaar). Kabelverbindingen dienen niet in het ruim te liggen
Maak de kabel met regelmatige
tussenruimtes vast
Wij verwijzen u naar de installatie-
instructies die bij het instrument geleverd worden voor verbinding van de kabel met het instrument.
1-2 Schoonmaak en onderhoud
Maak de transducer schoon met een vochtige doek of een mild schoonmaakmiddel. Gebruik geen schuurmiddelen, benzine of andere oplosmiddelen.
Bedek of verwijder snelheidtransducer(s) indien u de romp verft. Verf de transducer niet.
Gebruik geen hogedrukreiniger om het het schep-rad van de snelheidssensor te reinigen omdat het de kogellagers zou kunnen beschadigen.
NAVMAN
3Through hull en In-hull installatiehandleiding
2 Through hull transducers
Dieptetransducers:
Onderdeelno.– Europa
Onderdeelno. – Rest van de wereld
Materiaal Kunststof Kunststof Kunststof Brons Brons Type (1) Inpasbaar Vast Vast Vast Vast Verbinding RCA phono RCA phono RCA phono RCA phono RCA phono Diam. opening romp 48 mm 42 mm 51 mm 51 mm 22 mm Max. dikte romp 60 mm 42 mm 22 mm 60 mm 92 mm Kabellengte 8 m 8 m 8 m 8 m 9 m Vlak of long stem Vlak Vlak Vlak Vlak Long stem
Onderdeelno. – Europa 47535 47512 Niet verkrijgbaar Onderdeelno. –
Rest van de wereld Materiaal Brons Kunststof Brons Type (1) Vast (Dubbele freq.) Vast (Dubbele freq.) Vast (Dubbele freq.) Verbinding 6-pin LT 6-pin LT 6-pin LT Diam. opening romp 63.5 mm 63.5 mm 27 mm Max. dikte romp 80 mm 56 mm 110 mm Kabellengte 10 m 10 m 10 m Vlak of long stem Vlak Vlak Long stem
25983 26032 31357 31358 Niet
Niet
verkrijgbaar
AA002155 Niet
AA002108 AA002107 AA002109
verkrijgbaar
AA002106 AA000043
verkrijgbaar
Opmerking
1 Het transducerelement kan uit een splitsbare transducer verwijderd worden, terwijl de
rompbevestiging in de romp achterblijft. Bij een vaste transducer kan het transducerelement niet uit de rompbevestiging verwijderd worden.
Waarschuwing
Kunststof through hull transducers zijn niet geschikt voor houten rompen Bronzen transducers zijn normaal gesproken niet geschikt voor metalen rompen.
4 Through hull en In-hull installatiehandleiding
NAVMAN
Snelheid/temperatuurtransducers:
Onderdeelno. – Europa 25982 40640 26017 40641 Onderdeelno. –
Rest van de wereld Materiaal Kunststof Kunststof Kunststof Kunststof Type (1) Inpasbaar Inpasbaar Inpasbaar Inpasbaar Verbinding 4-pin Fuji 8-pin LT 4-pin Fuji 8-pin LT Diam. opening romp 48 mm 48 mm 42 mm 42 mm Max. dikte romp 60 mm 60 mm 42 mm 42 mm Kabellengte 8 m 8 m 8 m 8 m Vlak of long stem Vlak Vlak Vlak Vlak
Onderdeelno. – Europa 31359 47552 Onderdeelno. –
Rest van de wereld Materiaal Brons Brons Type (1) Inpasbaar Inpasbaar Verbinding 4-pin Fuji 8-pin LT Diam. opening romp 51 mm 51 mm Max. dikte romp 55 mm 55 mm Kabellengte 9 m 9 m Vlak of long stem Vlak Vlak
Niet
verkrijgbaar
AA000055 AA002151
Niet
verkrijgbaar
zelfde als 25982, maar met een 8-pin LT verbinding
AA002150 AA002082
Zelfde als AA002150 / 26017 maar met een 8-pin LT verbinding
Zelfde als AA000055 / 31359, maar met een 8-pin LT verbinding
Opmerking
1 Het transducerelement kan uit een splitsbare transducer verwijderd worden, terwijl de
rompbevestiging in de romp achterblijft. Bij een vaste transducer kan het transducerelement niet uit de rompbevestiging verwijderd worden.
Waarschuwing
Kunststof through hull transducers zijn niet geschikt voor houten rompen Bronzen transducers zijn normaal gesproken niet geschikt voor metalen rompen.
NAVMAN
5Through hull en In-hull installatiehandleiding
2-1 Plaatsing van een through hull transducer
Deze transducer zal geplaatst worden in een opening die in de bodem van de boot wordt gemaakt. Kies een plaats voor de transducer waar water te allen tijde glad over de transducer stroomt. Dit betekent dat de transducer zich vóór een kiel, uitsteeksels en openingen in de romp, schepradtransducers, schroeven en schroefwater dient te bevinden. Indien de bodem van de boot is geverfd en de boot is gebruikt, plaats de transducer dan niet op een plaats waar de verf is weggesleten (als een teken van turbulentie).
Daarnaast dient u de transducer te plaatsen:
zo dicht bij de middellijn van de romp en zo diep mogelijk waar de tilling klein is met voldoende plaats in de romp voor toegankelijke bedrading zodat geen hinder ontstaat bij het te water
laten of op het droge halen van de boot. Bij ideale plaatsing van een dieptetransducer is de as verticaal, hoewel een afwijking van 15° van verticaal ook nog voldoet.
Planerende of waterverplaatsende boot
Goede locaties voor de
Zeilboot
Max. 15°
transducer
2-2 Installatie van een through hull transducer
1 Kies een geschikte positie voor de
transducer (zie sectie 2-1). Indien
het romppaneel te dun of niet sterk
genoeg is dient u te overwegen een
versterkingspaneel aan de binnenkant
van de romp aan te brengen. 2 In de bovenstaande tabel kunt u de
maat van de gewenste opening voor de
transducer vinden. Boor of snijd of zaag
de opening in de romp. De opening dient
loodrecht t.o.v. het rompoppervlak te zijn. 3 Voor een splitsbare transducer:
i verwijder de sluitmoer of pin van de
rompbevestiging
ii verwijder de transducer uit de
rompbevestiging
iii schroef de moer van de
rompbevestiging los.
Voor een vaste transducer
i schroef de moer van de
rompbevestiging los
ii houd de moer aan de binnenkant van
de opening in de romp vast
iii voer het grootste deel van de
transducerkabel (vanaf de buitenkant) door de opening in de romp en door de moer.
6 Through hull en In-hull installatiehandleiding
Splitsbare transducer
Vaste transducer
NAVMAN
Verwijder transducer
Verwijder de sluitmoer of pin
4 Smeer een dikke laag fl exibel
afdichtingsmateriaal (zoals Sikafl ex) op de
rompbevestiging aan de binnenzijde van
de opstaande rand en aan de draden aan
de buitenkant waar ze door de romp gaan. 5 Plaats de rompbevestiging vanaf de
buitenkant in de romp. Voor een snelheid-
temperatuurtransducer dient u de
rompbevestiging te draaien totdat de pijl
op de buitenrand met een afwijking van
max. 5° naar voren wijst. 6 Plaats de moer op de rompbevestiging
en draai deze vast. Voor een kunststof
bevestiging dient u de moer met de
hand niet te vast aan te draaien. Voor
een bronzen rompbevestiging dient u
deze met een combinatietang aan te
draaien. Draai de moer aan totdat het
afdichtingsmateriaal verschijnt van onder
de moer en aan de voorkant van de
rompbevestiging. Verwijder het teveel aan
afdichtingssubstantie.
Voor een snelheid/temperatuurtransducer
7
dient u te controleren dat het pijltje op de
rompbevestiging nog steeds naar voren wijst. 8 Voor een splitsbare transducer:
i verzekert u zich ervan dat er zich
een dunne laag siliconenvet of O-ring smeermiddel op de O-ring van de transducer bevindt
ii plaats de transducer terug in
de rompbevestiging, terwijl u de transducer zo draait dat de pijl op de transducer naar de inkeping in de rompbevestiging wijst
iii Herplaats de sluitmoer of pin. 9 Wacht totdat de afdichtingssubstantie
gedroogd is. 10 Voordat u de boot verlaat dient u te
controleren of er rond de transducer geen
water de romp binnenkomt.
Afdichtingssubstantie
Onderaanzicht
Voor
Pijl
Pijl wijst naar voren
met een afwijking van
max. 5°
Splitsbare transducer
Vet Inpassen Herplaats de sluitmoer
of pin
NAVMAN
7Through hull en In-hull installatiehandleiding
3 In-hull dieptetransducer
Er is één in-hull transducer verkrijgbaar, namelijk een dieptetransducer
Onderdeelno. – Europa 27948 Onderdeelno. – Rest
van de wereld Materiaal Kunststof Verbinding RCA phono Max. dikte romp ¾" (20 mm) Kabellengte 26.2 ft (8 m)
Waarschuwing
In-hull dieptetransducers zijn alleen geschikt voor massieve, max. 20mm dikke GRP (polyester)­rompen, zonder luchtcompartimenten, luchtbellen- of ruimtes. Ze zijn niet geschikt voor houten, metalen of sandwich-rompen. In-hull transducer zijn minder krachtig dan andere transducertypes, omdat een deel van de kracht door de romp wordt geabsorbeerd.
AA002161
3-1 Plaatsing van een in-hull transducer:
Deze transducer zal aan de binnenzijde van de onderkant van de boot gelijmd worden. Kies een plaats voor de transducer waar zich te allen tijde een gladde waterstroom onder de transducer bevindt. Dit betekent dat de transducer zich vóór een kiel, uitsteeksels en openingen in de romp, schepradtransducers, schroeven en schroefwater dient te bevinden. Indien de bodem van de boot is geverfd en de boot is gebruikt, plaats de transducer dan niet op een plaats waar de verf is weggesleten (als een teken van turbulentie).
Daarnaast dient u de transducer te plaatsen:
zo dicht bij de middellijn van de romp en
zo diep mogelijk
met voldoende plaats in de romp voor
toegankelijke bedrading
waar de binnenkant van de romp vlak en
glad is zodat zich geen ruimte tussen de
transducer en de romp zal bevinden. De voorkant van de transducer is gebogen.
Wanneer de transducer wordt geplaatst, draai de transducer dan totdat de as van de transducer zo verticaal mogelijk is.
Bij ideale plaatsing van een dieptetransducer is de as verticaal, hoewel een afwijking van 15° van verticaal ook nog voldoet.
Planerende of waterverplaatsende boot
Goede locaties
Zeilboot
Fout Correct
voor de transducer
Max. 15°
8 Through hull en In-hull installatiehandleiding
NAVMAN
3-2 Installatie van een in-hull dieptetransducer:
1 Kies een geschikte plaats voor de
transducer en bekijk hoe de transducer
zo gedraaid kan worden dat de as zo
verticaal mogelijk is (zie sectie 2-1). 2 Test de transducer in deze positie met
de boot in het water voordat u deze
voorgoed bevestigt.
i Vul een dunne plastic zak gedeeltelijk
met water, plaats de transducer er binnenin en sluit de zak rond de kabel goed af met een bandje
ii Installeer het diepte-instrument
zoals beschreven in de Installatie­en bedieningshandleiding van het instrument
iii Maak het oppervlak van de romp nat
en druk de transducer op de plaats waar u deze denkt te bevestigen tegen de romp
iv Controleer dat het instrument de
diepte correct en consistent meet, tot de max. diepte die voor het instrument is gegeven. Indien nodig dient u de plastic zak in de romp te bewegen om de beste plaats te vinden.
3 Kies een lijm of dichtingsproduct om de
transducer aan de romp te lijmen. Harde
epoxy geeft de beste transducersignalen
maar schommelingen in temperatuur en
rompbeweging kunnen voor afbladeren
zorgen. U kunt als compromis het beste
een viskeuze, langzaam uithardende,
redelijk stijve epoxy of Sikafl ex 252
gebruiken.
4 De binnenkant van de romp waar de
transducer geplaatst gaat worden dient vlak te zijn. Maak schoon, ontvet en droog:
aan de binnenkant van de romp waar
de transducer geplaatst gaat worden
de schuine buitenkant van de
transducer.
5 Plaats de transducer:
i Smeer de lijm of het dichtingsmiddel
op het midden van de buitenkant van de transducer
ii Druk de transducer op zijn plaats in
de romp
iii Draai de transducer heen en weer
zodat lucht kan ontsnappen en om zoveel mogelijk lijm uit de verbinding te verwijderen. De uiteindelijke verbinding dient zo dun mogelijk te zijn en geen luchtbellen te bevatten.
Zorg dat de transducer nog steeds de
juiste hoek maakt
iv Maak de transducer tijdelijk met
plakband vast en wacht 24 uur totdat de lijm uitgehard is.
Lijm
NAVMAN
9Through hull en In-hull installatiehandleiding
Wichtig
Der Eigentümer ist alleinig für die korrekte Montage und Nutzung der Geber von Navman verantwortlich. Er hat darauf zu achten, dass keine Unfälle, Verletzungen oder Schäden an Eigentum entstehen können. Der Benutzer dieses Produktes ist alleinig für die sichere Bootsführung verantwortlich.
Montage des Gebers: Die Wahl, die Position, der Winkel und die Montage des Gebers sind die wichtigsten Faktoren der Installation. Wenn die Montage nicht richtig durchgeführt wird, kann das volle Potential des Geräts nicht genutzt werden. Wenden Sie sich im Zweifelsfall an Ihren Navman­Händler. Darauf achten, dass alle Löcher an sicheren Stellen gebohrt werden, so dass die Struktur des Boots nicht geschwächt wird. Wenden Sie sich im Zweifelsfall an einen Bootsbaufachmann.
Ausschlussklausel: Die Informationen in diesem Handbuch dienen nur als Richtlinien. Die Leistung des Gebers wird durch das Fertigungsmaterial des Bootes, die Rumpfform und die Motoranlage beeinfl usst. Diese Faktoren liegen außerhalb der Kontrolle von Navman NZ Limited.
NAVMAN NZ LIMITED ÜBERNIMMT KEINERLEI HAFTUNG FÜR NUTZUNGEN DIESES PRODUKTS; DIE ZU UNFÄLLEN ODER SCHÄDEN FÜHREN KÖNNEN ODER GESETZESWIDRIG SIND:
Maßgebliche Sprache: Diese Erklärung, alle Bedienungsanleitungen, Benutzerhandbücher und sonstigen Informationen zu dem Produkt (Dokumentation) werden eventuell in eine andere Sprache übersetzt oder wurden bereits übersetzt (Übersetzung). Sollten in einer Übersetzung der Dokumentation Widersprüche bestehen, gilt die englische Originalfassung als offi zielle Version der Dokumentation.
In diesem Handbuch wird der Geber zum Zeitpunkt des Drucks beschreiben. Navman NZ behält sich das Recht vor, die technischen Daten ohne Vorankündigung zu ändern.
Copyright © 2003 Navman NZ Limited, Neuseeland. Alle Rechte vorbehalten. Navman ist eine eingetragene Marke der Navman NZ Limited.
10 Durchbruch- und Inneneinbaugeber Montagehandbuch
NAVMAN
Inhalt
1 Einführung ............................................................................................11
1-1 Kabelverbindung ...........................................................................................11
1-2 Reinigung und Wartung.................................................................................11
2 Durchbruchgeber .................................................................................12
2-1 Position des Durchbruchgebers................................................................... 14
2-2 Montage des Durchbruchgebers.................................................................. 14
3 Inneneinbau-Tiefengeber.....................................................................16
3-1 Position des Inneneinbaugebers.................................................................. 16
3-2 Montage des Inneneinbau-Tiefengebers ..................................................... 17
1 Einführung
Dieses Handbuch beschreibt die Montage von:
allen Durchbruch-Tiefen- und
Geschwindigkeits-/Temperaturgebern von
Navman
dem Inneneinbau-Tiefengeber von
Navman.
Zubehör
Dieses Zubehör ist bei Ihrem Navman­Händler erhältlich:
4 m Verlängerungskabel für
Geschwindigkeits-/Temperaturgeber
4 m Verlängerungskabel für
Tiefengeber (sowohl Doppel- als auch Einzelfrequenzeinheiten)
Ersatz-Rumpfhalterung für
Geschwindigkeits-/Temperaturgeber
Ersatz-Paddelrad für Geschwindigkeits-
/Temperaturgeber
20 m Doppelfrequenz-
Verlängerungskabel für Tiefengeber.
1-1 Kabelverbindung
Jeder Geber wird durch ein Kabel mit dem Navigationsgerät verbunden. Beim Verlegen des Kabels:
Das Kabel von anderen Kabeln
und Geräten entfernt halten (z.B.
Leuchtstoffröhren, Stromumwandlern,
VHF-Sendern)
Das Kabel an Tiefengebern nicht
durchschneiden
Wenn nötig, das Kabel durch ein 4 m
Verlängerungskabel verlängern (es kann nur ein Verlängerungskabel verwendet werden). Für Doppelfrequenz-Geber ist ein Verlängerungskabel von 20 m erhältlich.
Kabelverbindungen dürfen nicht in der
Bilge liegen
Das Kabel in regelmäßigen Abständen
befestigen
Im Montage-Handbuch für das
Navigationsgerät fi nden Sie Anweisungen zum Anschluss des Kabels an das Gerät.
1-2 Reinigung und Wartung
Den Geber mit feuchtem Tuch oder mildem Reinigungsmittel säubern. Keine Scheuermittel, Benzin oder andere Lösemittel verwenden.
Beim Neuanstrich des Rumpfs Geschwindig­keitsgeber abdecken oder herausnehmen. Den
Geber nicht anstreichen. Das Paddelrad de Geschwindigkeitsgebers keinem Hochdruck­Wasserstrahl aussetzen, um die Lager nicht zu beschädigen.
NAVMAN
11Durchbruch- und Inneneinbaugeber Montagehandbuch
2 Durchbruchgeber:
Tiefengeber:
Teil-Nr. - Europa 25983 26032 31357 31358 nicht erhältlich Teil-Nr. - Rest der Welt nicht erhältlich AA002155 nicht erhältlich AA002106 AA000043 Material Kunststoff Kunststoff Kunststoff Bronze Bronze Typ (1) einsetzbar fest fest fest fest Anschluss RCA phono RCA phono RCA phono RCA phono RCA phono Durchm. Rumpfl och 1 Max. Rumpfstärke 2 Kabellänge 26.2 ft (8 m) 26.2 ft (8 m) 26.2 ft (8 m) 26.2 ft (8 m) 29.5 ft (9 m) bündig oder Stiel bündig bündig bündig bündig Stiel
Teil-Nr. - Europa 47535 47512 nicht erhältlich Teil-Nr. - Rest der Welt AA002108 AA002107 AA002109 Material Bronze Kunststoff Bronze Typ (1) fest (Doppel-Freq.) fest (Doppel-Freq.) fest (Doppel-Freq.) Anschluss 6-polig LT 6-polig LT 6-polig LT Durchm. Rumpfl och 2½" (63.5 mm) 2½" (63.5 mm) 1 Max. Rumpfstärke 31/8" (80 mm) 2¼" (56 mm) 47/8" (110 mm) Kabellänge 33 ft (10 m) 33 ft (10 m) 33 ft (10 m) bündig oder Stiel bündig bündig Stiel
7
/8" (48 mm) 15/8" (42 mm) 2" (51 mm) 2" (51 mm)7/8" (22 mm)
3
/8" (60 mm) 15/8" (42 mm)7/8" (22 mm) 23/8" (60 mm) 25/8" (92 mm)
1
/6" (27 mm)
Anmerkung
1 Bei einsetzbaren Gebern kann das Geberelement entnommen werden, wobei die
Rumpfhalterung am Rumpf bleibt. Bei festen Gebern können das Geberelement und die
Rumpfhalterung nicht getrennt werden.
Vorsicht
Durchbruchgeber aus Kunststoff sind nicht für Holzrümpfe geeignet
Geber aus Bronze sind im Allgemeinen nicht für Metallrümpfe geeignet.
12 Durchbruch- und Inneneinbaugeber Montagehandbuch
NAVMAN
Geschwindigkeits-/Temperatur-Geber:
Teil-Nr. - Europa 25982 40640 26017 40641 Teil-Nr. - Rest der
Welt Material Kunststoff Kunststoff Kunststoff Bronze Typ (1) einsetzbar einsetzbar einsetzbar einsetzbar Anschluss 4-polig Fuji 8-polig LT 4-polig Fuji 8-polig LT Durchm. Rumpfl och 1 Max. Rumpfstärke 2 Kabellänge 26.2 ft (8 m) 26.2 ft (8 m) 26.2 ft (8 m) 26.2 ft (8 m) bündig oder Stiel bündig bündig bündig bündig
Teil-Nr. - Europa 31359 47552 Teil-Nr. - Rest der
Welt Material Bronze Bronze Typ (1) einsetzbar einsetzbar Anschluss 4-polig Fuji 8-polig LT Durchm. Rumpfl och 2" (51 mm) 2" (51 mm) Max. Rumpfstärke 2 Kabellänge 29.5 ft (9 m) 29.5 ft (9 m) bündig oder Stiel bündig bündig
nicht erhältlich nicht erhältlich AA002150 AA002082
7
/8" (48 mm) 17/8" (48 mm) 15/8" (42 mm) 15/8" (42 mm)
3
/8" (60 mm) 23/8" (60 mm) 15/8" (42 mm) 15/8" (42 mm)
Wie
AA002150 Wie 25982, jedoch mit 8-poligem LT-Anschluss
/ 26017,
jedoch mit
8-poligem
LT-Anschluss
AA000055 AA002151
1
/8" (55 mm) 21/8" (55 mm)
Wie AA000055 / 31359, jedoch mit 8-poligem LT­Anschluss
Anmerkung
1 Bei einsetzbaren Gebern kann das Geberelement entnommen werden, wobei die
Rumpfhalterung am Rumpf bleibt. Bei festen Gebern können das Geberelement und die Rumpfhalterung nicht getrennt werden.
Vorsicht
Durchbruchgeber aus Kunststoff sind nicht für Holzrümpfe geeignet Geber aus Bronze sind im Allgemeinen nicht für Metallrümpfe geeignet.
NAVMAN
13Durchbruch- und Inneneinbaugeber Montagehandbuch
2-1 Position des Durchbruchgebers
Dieser Geber wird in ein Loch eingepasst, das in die Bootunterseite gebohrt wird. Eine Position wählen, an der jederzeit ein ungestörter Fluss klaren Wassers über die Geberoberfl äche erfolgt. Der Geber sollte also vor dem Kiel, Rumpfvor­sprüngen, Rumpföffnungen, Gebern mit Paddelrad, Propellern oder dem Propellerstrahl angebracht werden. Wenn die Bootsunterseite gestrichen und das Boot gebraucht ist, den Geber nicht an Stellen montieren, an denen die Farbe abgenutzt ist (ein Zeichen von Turbulenzen).
Für die Geberposition gilt außerdem:
soweit zur Rumpfmitte wie möglich und so tief wie möglich wo der Aufkimmungswinkel klein ist mit genügend Platz im Rumpf für Zugang und Kabelführung so dass der Geber beim Zu-Wasser-lassen
und Herausheben nicht stört. Im Idealfall sollte ein Tiefengeber so angebracht sein, dass die Geberachse maximal 15° Abweichung zur Senkrechten aufweist.
Gleitboot oder Verdränger
Segelboot
Bis zu 15°
Geeignete Montagestellen für Geber
2-2 Montage des Durchbruchgebers
1 Eine geeignete Position für den Geber
wählen (s. Abschn. 2-1). Wenn der Rumpf an dieser Stelle zu dünn
oder zu schwach ist, das Anbringen einer
Verstärkung auf der Rumpfi nnenseite in
Betracht ziehen. 2 In der Tabelle oben, die für den Geber
benötigte Lochgröße suchen. Das Loch
in den Rumpf bohren. Das Loch muss
senkrecht zur Rumpfoberfl äche gebohrt
werden. 3 Für einsetzbare Geber:
i die Klemmmutter oder den Splint aus
der Halterung entfernen.
ii den Geber aus der Rumpfhalterung
ziehen.
iii die Mutter aus der Rumpfhalterung
schrauben.
Für feste Geber:
i die Mutter aus der Rumpfhalterung
schrauben.
ii die Mutter direkt vor das Loch im
Rumpf halten.
iii den Großteil des Geberkabels durch
das Loch im Rumpf (von außen) und durch die Mutter schieben.
14 Durchbruch- und Inneneinbaugeber Montagehandbuch
Einsetzbarer Geber
Geber herausnehmen
Klemmmutter oder Splint entfernen
Fester Geber
NAVMAN
Loading...
+ 28 hidden pages