Lees beslist de gebruiksaanwijzing voordat u uw apparaat plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt
schade aan uw apparaat.
nl-NLM.-Nr. 10 657 740
Inhoud
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu .............................................. 6
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen ........................................................ 7
Bediening van de wasautomaat......................................................................... 14
De verpakking beschermt het apparaat
tegen transportschade. Het verpakkingsmateriaal is uitgekozen met het
oog op een zo gering mogelijke belasting van het milieu en de mogelijkheden
voor recycling.
Door hergebruik van verpakkingsmateriaal wordt er op grondstoffen bespaard
en wordt er minder afval geproduceerd.
Uw vakhandelaar neemt de verpakking
in het algemeen terug.
Het afdanken van een apparaat
Oude elektrische en elektronische apparaten bevatten meestal waardevolle
materialen. Ze bevatten ook stoffen,
mengsels en onderdelen die nodig zijn
geweest om de apparaten goed en veilig te laten functioneren. Wanneer u uw
oude apparaat bij het gewone huisafval
doet of er niet goed mee omgaat, kunnen deze stoffen schadelijk zijn voor de
gezondheid en het milieu. Doe uw oude
apparaat daarom nooit bij het gewone
afval.
Lever het apparaat in bij een gemeentelijk inzameldepot voor elektrische en
elektronische apparatuur, bij uw vakhandelaar of bij Miele. U bent wettelijk
zelf verantwoordelijk voor het wissen
van eventuele persoonlijke gegevens op
het af te danken apparaat. Bewaar het
afgedankte apparaat buiten het bereik
van kinderen.
6
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Dit apparaat voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften.
Ondeskundig gebruik echter kan persoonlijk letsel en schade aan
het apparaat veroorzaken.
Lees de gebruiksaanwijzing daarom eerst aandachtig door voordat
u uw apparaat voor het eerst gebruikt. Hierin vindt u belangrijke instructies met betrekking tot de veiligheid, het gebruik en het onderhoud. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt onnodige schade
aan het apparaat.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing en geef deze door aan een eventuele volgende eigenaar.
Efficiënt gebruik
Deze wasautomaat is uitsluitend bestemd voor huishoudelijk of
daarmee vergelijkbaar gebruik.
Deze wasautomaat is uitsluitend bestemd voor gebruik binnens-
huis.
Deze wasautomaat is uitsluitend bestemd voor het wassen van
textiel dat volgens de aanwijzingen van de fabrikant op het onderhoudsetiket in de wasautomaat mag worden gewassen. Gebruik
voor andere doeleinden kan gevaarlijk zijn. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor schade die wordt veroorzaakt door een ander gebruik dan hier aangegeven of door een foutieve bediening.
Personen die op grond van hun fysieke of psychische gesteldheid,
hun onervarenheid of gebrek aan kennis van dit apparaat niet in
staat zijn om het veilig te bedienen, mogen het alleen gebruiken als
ze onder toezicht staan van of worden geïnstrueerd door een verantwoordelijk persoon.
7
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Wanneer er kinderen in huis zijn
Kinderen onder de acht jaar mogen alleen in de buurt van de was-
automaat komen als ze constant onder toezicht staan.
Kinderen vanaf acht jaar mogen de wasautomaat alleen dan zon-
der toezicht gebruiken, als ze weten hoe ze het apparaat veilig moeten bedienen en als ze weten wat voor gevaar zij lopen wanneer ze
het niet goed bedienen.
Kinderen mogen de wasautomaat niet zonder toezicht reinigen of
onderhouden.
Zijn er kinderen in de buurt van de wasautomaat, houd ze dan
goed in de gaten en zorg ervoor dat ze er niet mee gaan spelen.
Technische veiligheid
Volg de aanwijzingen in de hoofdstukken: "Plaatsen en aansluiten"
en "Technische gegevens".
Controleer vóórdat het apparaat wordt geplaatst, of het zichtbaar
beschadigd is. Een beschadigde wasautomaat mag niet worden geplaatst en niet in gebruik worden genomen.
Vergelijk vóórdat u de wasautomaat aansluit de aansluitgegevens
(zekering, spanning en frequentie) op het typeplaatje met die van het
elektriciteitsnet. Deze moeten beslist overeenkomen. Raadpleeg bij
twijfel een elektricien.
De wasautomaat kan alleen betrouwbaar en veilig functioneren,
als hij op het openbare elektriciteitsnet is aangesloten.
8
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
De elektrische veiligheid van de wasautomaat is uitsluitend ge-
waarborgd als deze wordt aangesloten op een aardingssysteem dat
volgens de geldende veiligheidsvoorschriften is geïnstalleerd. Laat
de huisinstallatie bij twijfel door een vakman / vakvrouw inspecteren.
Miele kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die het gevolg is van een ontbrekende of beschadigde aarddraad.
De wasautomaat mag niet met een verlengsnoer, een stekkerdoos
of iets dergelijks op het elektriciteitsnet worden aangesloten in verband met gevaar voor oververhitting.
Defecte onderdelen mogen alleen door originele Miele-onderdelen
worden vervangen. Alleen van deze Miele-onderdelen kunnen wij garanderen, dat zij volledig voldoen aan de veiligheidseisen die wij aan
onze producten stellen.
Zorg ervoor dat u altijd bij de stekker kunt komen om de spanning
van de wasautomaat te halen.
Reparaties aan de wasautomaat mogen alleen door vakmensen
van Miele worden uitgevoerd. Ondeskundig uitgevoerde reparaties
kunnen onvoorziene risico's voor de gebruiker opleveren, waarvoor
Miele niet aansprakelijk kan worden gesteld.
Wanneer de aansluitkabel is beschadigd, moet de kabel door een
erkend vakman / vakvrouw worden vervangen.
9
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Wanneer er een storing wordt verholpen en wanneer de wasauto-
maat wordt gereinigd en onderhouden mag er geen elektrische
spanning op de wasautomaat staan. Dat is het geval, als aan één
van de volgende voorwaarden is voldaan:
– als de stekker uit de contactdoos is getrokken of
– als de desbetreffende zekering van de huisinstallatie is uitgescha-
keld of
– als de hoofdschakelaar van de huisinstallatie is uitgeschakeld.
Het Miele waterbeveiligingssysteem beschermt tegen waterscha-
de, als aan de volgende voorwaarden is voldaan:
– als water en elektriciteit op de juiste wijze zijn aangesloten
– en als de wasautomaat in geval van schade onmiddellijk wordt
gerepareerd.
De waterdruk moet ten minste 100 kPa bedragen, maar mag de
1.000 kPa niet overschrijden.
Deze wasautomaat mag niet op een niet-stationaire locatie (bijv.
op een schip) worden gebruikt.
Breng geen wijzigingen aan de wasautomaat aan die niet uitdruk-
kelijk door Miele zijn toegestaan.
Deze wasautomaat heeft vanwege speciale eisen (ten aanzien van
onder meer de temperatuur, de vochtigheid, de chemische bestendigheid, de slijtvastheid en vibraties) een speciale lamp. Deze speciale lamp mag alleen voor deze toepassing worden gebruikt. De lamp
is niet geschikt voor normale verlichtingsdoeleinden. De lamp mag
alleen worden vervangen door een door Miele geautoriseerde vakman of door Miele.
10
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Nog meer aanwijzingen voor het gebruik
Plaats uw wasautomaat niet in vorstgevoelige ruimten. Bevroren
slangen kunnen scheuren of barsten en de betrouwbaarheid van de
elektronische besturing kan door temperaturen onder het vriespunt
afnemen.
Verwijder voordat u de wasautomaat in gebruik neemt de trans-
portbeveiliging aan de achterzijde van het apparaat. Zie hoofdstuk:
"Plaatsen en aansluiten", paragraaf: "Transportbeveiliging verwijderen". Wanneer u de transportbeveiliging niet verwijdert, kan dat bij
het centrifugeren schade veroorzaken aan uw wasautomaat en aan
de meubels / apparaten die ernaast staan.
Sluit de kraan af als u langere tijd afwezig bent (bijv. tijdens vakan-
ties), zeker als er zich in de buurt van de wasautomaat geen afvoer in
de vloer bevindt, bijvoorbeeld een putje.
Denk eraan dat er water kan overstromen.
Controleer daarom vóórdat u de waterafvoerslang in een wastafel of
wasbak hangt, of het water snel genoeg wegstroomt. Zorg er daarom ook voor dat de afvoerslang niet weg kan glijden. Wanneer de
slang niet goed vastzit kan deze door de kracht van het wegstromende water uit de wastafel of wasbak worden gedrukt.
Let erop dat u voorwerpen zoals spijkers, naalden, munten en pa-
perclips niet meewast. Deze kunnen namelijk onderdelen van de
wasautomaat beschadigen (bijv. kuip, wastrommel). Beschadigde
onderdelen kunnen op hun beurt weer schade aan het wasgoed veroorzaken.
11
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Wees voorzichtig bij het openen van de deur wanneer u de stoom-
functie heeft gebruikt. U loopt het risico zich te verbranden door vrijkomende stoom en door hoge temperaturen van het
trommeloppervlak en het glas. Doe een stapje terug en wacht totdat
de stoom is weggetrokken.
De maximale beladingscapaciteit bedraagt 9 kg (droog wasgoed),
maar sommige programma's hebben een lagere beladingscapaciteit.
Zie hoofdstuk: "Programma-overzicht".
Als u het wasmiddel op de juiste manier doseert, is het niet nodig
dat u de wasautomaat ontkalkt. Mocht dat toch nodig zijn, gebruik
daar dan een speciaal ontkalkingsmiddel voor op basis van natuurlijk
citroenzuur. Miele adviseert het Miele-ontkalkingsmiddel. Dit is verkrijgbaar op internet onder www.miele-shop.nl, bij uw Miele-vakhandelaar of bij Miele Nederland. Volg de adviezen voor het gebruik van
ontkalkingsmiddelen strikt op.
Wasgoed dat met oplosmiddelhoudende reinigingsmiddelen is
behandeld, moet eerst grondig in helder water worden uitgespoeld,
vóórdat het in de wasautomaat wordt gewassen.
Gebruik in deze wasautomaat nooit oplosmiddelhoudende reini-
gingsmiddelen zoals wasbenzine. Dit om te voorkomen dat onderdelen van het apparaat beschadigd raken, dat er giftige dampen ontstaan, dat er brand uitbreekt of zich een explosie voordoet.
Zorg ervoor dat ook het oppervlak van de wasautomaat nooit in
aanraking komt met een oplosmiddelhoudend reinigingsmiddel zoals
wasbenzine. Dit om beschadigingen aan het kunststof oppervlak te
voorkomen.
Wilt u textielverf in de wasautomaat gebruiken, kies dan textielverf
die daar geschikt voor is, gebruik niet meer verf dan strikt nodig is
en neem de aanwijzingen van de textielverffabrikant precies in acht.
12
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Ontkleuringsmiddelen kunnen door hun chemische samenstelling
corrosie veroorzaken en mogen daarom niet in de wasautomaat worden gebruikt.
Komt er vloeibaar wasmiddel in de ogen terecht, spoel de ogen
dan met veel water schoon. Wordt dit middel per ongeluk ingeslikt,
neem dan direct contact op met een arts. Personen die een gevoelige of beschadigde huid hebben, kunnen het vloeibaar wasmiddel
maar beter niet aanraken.
Accessoires
Alleen originele Miele-accessoires mogen worden aan- of inge-
bouwd. Worden er andere accessoires aan- of ingebouwd, dan kan
Miele niet voor de gevolgen instaan en kan er geen beroep meer
worden gedaan op bepalingen met betrekking tot garantie en productaansprakelijkheid.
Droog- en wasautomaten van Miele kunnen als was-droogzuil
worden geplaatst. Hiervoor is een specifiek tussenstuk (WTV) nodig
dat kan worden nabesteld. Let erop dat het tussenstuk bij uw Mieledroogautomaat en Miele-wasautomaat past.
Wilt u een Miele-sokkel plaatsen, dan kunt u deze nabestellen. Let
er dan wel op dat de sokkel bij uw wasautomaat past.
Worden de veiligheidsinstructies en waarschuwingen niet opgevolgd, dan kan Miele niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die daarvan het gevolg is.
13
Bediening van de wasautomaat
Bedieningspaneel
a
Display met sensortoetsen
Nadere bijzonderheden over het dis-
play kunt u op de volgende bladzij-
den vinden.
b
Start/Stop - toets
Met deze toets kunt u het gekozen
wasprogramma starten en een ge-
start programma afbreken.
c
Temperatuurtoets
Met deze toets kunt u de gewenste
temperatuur instellen.
d
Toets Centrifugetoerental
Met deze toets kunt u het gewenste
centrifugetoerental instellen.
e
Toets Voorprogrammering
Met deze toets kunt u het door u ge-
kozen programma later laten begin-
nen.
f
Optietoetsen
Met deze toetsen kunt u (een) optie(s)
in- of uitschakelen.
g
Programmakeuzeschakelaar
Met deze schakelaar kunt u een wasprogramma kiezen.
h
Optische interface PC
Op deze plaats kunnen de technici
de wasprogramma's controleren, updaten en in het geheugen van de
wasautomaat opslaan.
i
- toets
Met deze toets kunt u de wasautomaat in- en uitschakelen.
De wasautomaat wordt in het kader
van de energiebesparing 15 minuten
na afloop van het programma / de
kreukbeveiliging automatisch uitgeschakeld. Het apparaat gaat ook uit
wanneer u het in de 15 minuten na
het inschakelen niet bedient.
14
Bediening van de wasautomaat
j
Sensortoets
Hiermee kunt u in een lijst naar beneden gaan en waarden verlagen.
k
Sensortoets OK
Hiermee kunt u een gekozen tekst of
waarde bevestigen en een submenu
openen.
l
Sensortoets
Hiermee kunt u in een lijst naar boven gaan en waarden verhogen.
m
Sensortoets Dos
Hiermee kunt u de automatische
wasmiddeldosering inschakelen.
n
Sensortoets Cap
Hiermee kunt u de capsuledosering
via de wasmiddellade inschakelen.
o
Sensortoets EcoFeedback
Hiermee kunt u informatie opvragen
over het energie- en waterverbruik
van het gekozen programma. Zie
ook het hoofdstuk: "Tips om energie
en water te besparen", paragraaf:
"EcoFeedback".
De sensortoetsen tot en met gaan
branden, zodra het display via de sensortoetsen kan worden bediend.
Programmaduur
Wanneer u een programma start zonder
gebruik te maken van de voorprogrammering, geeft het display in uren en minuten aan hoelang het programma
waarschijnlijk gaat duren.
Wanneer u een programma start met
voorprogrammering, geeft het display
pas na afloop van de voorgeprogrammeerde tijd aan hoelang het programma
gaat duren.
Voorprogrammering
Wanneer u een programma start met
voorprogrammering, geeft het display
eerst de voorgeprogrammeerde tijd aan,
d.w.z. geeft aan hoelang het nog duurt
voordat het gekozen programma begint.
Nadat het programma is gestart, wordt
de voorgeprogrammeerde tijd in het
display afgeteld.
Na afloop van de voorgeprogrammeerde tijd start het programma automatisch en geeft het display aan hoelang het programma vermoedelijk gaat
duren.
15
Bediening van de wasautomaat
2:591600
Taal
Cap
Start overh00 :00
Basisdisplay
Het display geeft van links naar rechts
het volgende aan:
– De programmaduur
– De gekozen wastemperatuur
– Het gekozen centrifugetoerental
Voorbeelden voor de bediening
Scrollen door een keuzemenu
De pijlen in het display geven aan dat
een keuzemenu ter beschikking staat.
Door het aantippen van sensortoets
loopt u in het menu naar beneden en
door het aantippen van sensortoets
loopt u in het menu naar boven. Door
het aantippen van sensortoets OK bevestigt u uw keuze in het display.
Waarden verlagen of verhogen
De waarde die kan worden gewijzigd, is
wit gemarkeerd. Door het aantippen van
sensortoets verlaagt u de waarde en
door het aantippen van sensortoets
verhoogt u de waarde. Door het aantippen van sensortoets OK bevestigt u uw
wit gemarkeerde keuze.
Submenu verlaten
U verlaat het submenu door Terug te
kiezen.
Markering van het ingestelde menupunt
Zodra een menupunt in een keuzemenu
wordt ingesteld, wordt dat met een vinkje aangegeven.
16
Ingebruikneming van het apparaat
Dispensers en bochtstuk uit de
trommel verwijderen
In de trommel liggen twee dispensers
met wasmiddel voor de automatische
wasmiddeldosering en een bochtstuk
voor de afvoerslang.
Open de deur.
Neem de beide dispensers en het
bochtstuk uit het apparaat.
Dispensers in het apparaat
plaatsen
De verwijderde dispensers vormen het
2-fasen-systeem van Miele, dat bestaat
uit:
1. UltraPhase 1 (basiswasmiddel)
2. UltraPhase 2 (reinigingsversterker)
De dispensers zijn wegwerpproducten. Nieuwe dispensers kunt u verkrijgen bij de Miele-shop of bij de Mielevakhandelaar. Lege dispensers moeten bij het huisvuil worden gegooid.
Zwaai de deur dicht.
Verwijder de dop van de dispensers.
17
Ingebruikneming van het apparaat
Druk op het klepje voor het gedeelte
met de TwinDos-reservoirs.
Het klepje springt open.
Open het klepje helemaal.
Schuif de dispensers voor
UltraPhase 1 in vak en voor
UltraPhase 2 in vak , totdat de
vergrendeling vastklikt.
TwinDos is klaar voor gebruik.
Beschermfolie en sticker verwijderen
Verwijder
– de beschermfolie van de deur
– en alle stickers van de voorkant en
van het bovenblad (indien aanwezig).
Stickers die u na het openen van
de deur ziet zitten, bijv. het typeplaatje, mag u niet verwijderen.
Iedere wasautomaat wordt in de fabriek op zijn werking getest. Het is
mogelijk dat er als gevolg van deze
tests wat water in de trommel achterblijft.
18
Ingebruikneming van het apparaat
deutsch
Controleer voordat u uw wasau-
tomaat voor het eerst gebruikt of het
apparaat volgens de regels is geplaatst en aangesloten. Zie hoofdstuk: "Plaatsen en aansluiten".
Wasautomaat inschakelen
Druk op de - toets.
Het startdisplay licht op.
Displaytaal instellen
In het display verschijnt nu een scherm
dat u vraagt om de taal in te stellen die
u in het display wilt hebben. U kunt de
displaytaal echter ook altijd wijzigen via
menu "Instellingen".
Loop met de sensortoetsen en
door de talen, totdat de gewenste
taal in het display verschijnt.
Bevestig de gekozen taal met sensor-
toets OK.
Transportbeveiliging verwijderen
In het display verschijnt een tekst om u
aan het verwijderen van de transportbeveiliging te herinneren.
Als de transportbeveiliging niet
verwijderd wordt, kan dit schade veroorzaken aan de wasautomaat en de
meubels/apparaten die ernaast
staan.
Verwijder de transportbeveiliging. Zie
hoofdstuk "Plaatsen en aansluiten".
Als de transportbeveiliging verwijderd
is, bevestig dat dan met sensortoets
OK.
19
Ingebruikneming van het apparaat
1:5590°C1600
Een programma starten om het
apparaat te kalibreren
U bereikt het optimale water- en
stroomverbruik en het beste wasresultaat alleen als de wasautomaat gekalibreerd is.
In het display verschijnt de volgende
melding:
Open en start Katoen 90 °C zonder
wasgoed.
Tip sensortoets zo vaak aan totdat
u alle regels van de tekst gelezen
heeft.
Sensortoets OK licht op.
Tip sensortoets OK aan en bevestig
zo de tekst.
Daarvoor dient u het programma Ka-toen 90 °C zonder
wasmiddel te starten.
Pas na de kalibratie kan een ander programma gestart worden.
Draai de kraan open.
Draai de programmakeuzeschakelaar
op Katoen.
Druk op de Start/Stop-toets.
Het programma voor de kalibratie van
de wasautomaat is gestart. Het programma duurt ca. 2 uur.
wasgoed en zonder
Pak de deur vast en trek deze open.
Tip: Laat de deur op een kiertje open,
zodat de trommel kan drogen.
Schakel de wasautomaat met de -
toets uit.
Een melding in het display geeft aan dat
het programma beëindigd is:
Inbedrijfstelling beëindigd
20
TwinDos
Deze wasautomaat is uitgerust met een
geïntegreerde wasmiddeldoseereenheid.
TwinDos kan op twee manieren gebruikt
worden:
1. met het 2-fasen-systeem van Miele
of
2. met willekeurige vloeibare wasmidde-
len en / of wasverzachters
2-fasen-systeem van Miele
Het 2-fasen-systeem van Miele werkt
met een basiswasmiddel (UltraPhase 1)
en een reinigingsversterker (UltraPhase
2). Deze beide middelen worden voor
een optimaal wasresultaat op verschillende tijdstippen tijdens het wasproces
gedoseerd. Met het 2-fasen-systeem
wordt wit en bont wasgoed grondig gereinigd. UltraPhase 1 en UltraPhase 2
zitten in dispensers die niet kunnen
worden hergebruikt en zijn verkrijgbaar
via de Miele-shop of bij de Miele-vakhandelaar.
Hoe werkt TwinDos?
Via sensortoets Dos wordt de automatische wasmiddeldosering voor een
wasbeurt ingeschakeld.
Tip: De wasautomaat is standaard voor
het 2-fasen-systeem van Miele voor
waterhardheid II () geprogrammeerd.
U hoeft de instellingen alleen te wijzigen
als u een ander wasmiddel wilt gebruiken of als er sprake is van een andere
waterhardheid.
Overige informatie vindt u in het hoofdstuk "Instellingen" onder "TwinDos".
De automatische dosering kan niet altijd
worden ingeschakeld. Is bijv. het 2-fasen-systeem in gebruik en wilt u een
wolprogramma draaien, dan kan er niet
automatisch worden gedoseerd. Daarmee wordt voorkomen dat het wollen
textiel beschadigd raakt door wasmiddel dat niet voor wol geschikt is.
Vloeibaar wasmiddel / Wasverzachter
U heeft na te vullen TwinDos reservoirs
nodig voor vloeibaar wasmiddel en/of
wasverzachter. Deze reservoirs kunt u
via de Miele-shop of bij de Miele-vakhandelaar verkrijgen.
21
Tips om energie en water te besparen
Energie- en waterverbruik
– Maak bij ieder programma dat u kiest
gebruik van de maximale beladingscapaciteit van de trommel.
Het energie- en waterverbruik is dan,
vergeleken met de totale hoeveelheid
wasgoed, het laagst.
– Bedenk dat het apparaat dankzij de
beladingsautomaat bij een geringe
belading minder water en energie
verbruikt.
– Gebruik het programma Express 20
voor kleinere hoeveelheden wasgoed.
– Moderne wasmiddelen maken het
mogelijk om met lagere temperaturen
te wassen, bijv. met 20°C. Maak gebruik van deze mogelijkheid.
– Voor de hygiëne in de wasautomaat
adviseren wij u om zo nu en dan een
programma met een temperatuur van
meer dan 60°C te starten. Met de
melding Hygiëne Info in het display
herinnert de wasautomaat u daaraan.
Gebruik van wasmiddelen
– Gebruik voor het doseren van de
exacte hoeveelheid wasmiddel de
automatische wasmiddeldosering.
– Controleer bij het doseren van het
wasmiddel hoe vuil het wasgoed is.
– Gebruik hoogstens zoveel wasmiddel
als op de wasmiddelverpakking staat
aangegeven.
Tip voor machinaal drogen
Wilt u het wasgoed na afloop in de
droogautomaat drogen, kies dan het
hoogste centrifugetoerental dat voor dit
wasgoed mogelijk is.
22
Tips om energie en water te besparen
Energie
Water
EnergiekWh0,9
EcoFeedback
Via sensortoets EcoFeedback krijgt u
informatie over het energie- en waterverbruik van uw wasautomaat.
Het display geeft u de volgende informatie:
– Een verbruiksprognose van het ener-
gie- en waterverbruik vóór de start
van het programma.
– Tijdens het programmaverloop of na
afloop van het programma verschijnen het werkelijke energie- en waterverbruik.
1. Prognose
Tip na het kiezen van een programma
sensortoets EcoFeedback aan.
Er verschijnt een balkdiagram waarmee
een prognose van het energieverbruik
wordt gegeven.
2. Werkelijk verbruik
Tijdens het programmaverloop en na afloop van het programma verschijnen
het werkelijke energie- en waterverbruik.
Tip sensortoets EcoFeedback aan.
Tip sensortoets of aan voor een
scherm dat het werkelijke waterverbruik aangeeft.
Het verbruik verandert naarmate het
programma vordert.
Deze gegevens springen terug naar
de prognosegegevens, zodra de
deur wordt geopend of zodra het apparaat automatisch wordt uitgeschakeld.
Tip: U kunt bij Instellingen onder Ver-
bruik de verbruiksgegevens van het
laatste wasprogramma bekijken.
Tip sensortoets of aan voor een
scherm met een balkdiagram, dat een
prognose van het waterverbruik
geeft.
Hoe meer balkjes () te zien zijn, des te
hoger het energie- of waterverbruik is.
De prognose hangt af van het wasprogramma, de temperatuur en de eventuele opties.
Daarna springt het display automatisch
terug naar het basisscherm. U kunt
daarvoor ook sensortoets OK aantippen.
23
1. Het wasgoed onder de loep
Tip: Tips voor het verwijderen van
thee-, koffie-, ei- en bloedvlekken kunt
u vinden in de vlekkenwijzer op
www.miele.nl.
Maak de zakken leeg.
Voorwerpen zoals spijkers, mun-
ten en paperclips kunnen wasgoed
en onderdelen beschadigen.
Controleer voordat u gaat wassen of
er voorwerpen in het wasgoed zitten.
Zo ja, verwijder deze dan.
Wasgoed sorteren
Sorteer het wasgoed naar kleur en
naar de symbolen in het onderhoudsetiket, dat zich in de kraag of in
de zijnaad bevindt.
Tip: Donkergekleurd wasgoed geeft bij
de eerste wasbeurten vaak iets af. Was
licht en donker wasgoed daarom apart.
Vlekken voorbehandelen
Verwijder vlekken als dat mogelijk is
zodra ze ontstaan zijn. Neem de vlekken met een tissue af en wrijf ze er
niet in.
Algemene tips
– Verwijder bij vitrage de haakjes en het
– Maak onderdelen van kleding die zijn
– Sluit ritsen, haakjes en oogjes.
– Knoop bed- en kussenovertrekken
Was geen textiel dat volgens het onderhoudsetiket niet in de wasautomaat kan
worden gewassen (Symbool: ).
Oplosmiddelhoudende reini-
gingsmiddelen (bijv. wasbenzine)
kunnen kunststof onderdelen beschadigen.
Wanneer u het wasgoed van tevoren
met een oplosmiddelhoudend reinigingsmiddel, bijv. wasbenzine, behandelt, let er dan op dat het middel
niet met kunststof onderdelen in aanraking komt.
Chemische (oplosmiddelhouden-
de) reinigingsmiddelen kunnen zware
schade aan de wasautomaat veroorzaken.
Gebruik nooit dergelijke reinigingsmiddelen in de wasautomaat!
loodband of wikkel de vitrage in een
doek.
losgeraakt (bh-beugels) vast of verwijder ze.
dicht zodat er geen ander textiel in
terecht kan komen.
24
2. Programma kiezen
Automatic extra
Wasautomaat inschakelen
Druk op de - toets.
De trommelverlichting gaat aan.
De trommelverlichting gaat automatisch na 5 minuten uit. Door op de
Start/Stop - toets te drukken schakelt
u de verlichting weer in.
Programmakeuze
A. Programmakeuze via de programmakeuzeschakelaar
B. Programmakeuze via stand "Overige programma's" en display:
Draai de programmakeuzeschakelaar
op Overige programma's.
In het display staat:
Loop met sensortoets of door
de programma's, totdat het gewenste
programma in het display staat.
Draai de programmakeuzeschakelaar
op het gewenste programma.
In het display verschijnt de beladingscapaciteit van het gekozen programma.
Daarna springt het display weer terug
naar het basisscherm.
Bevestig het gekozen programma
met sensortoets OK.
Het display geeft de maximale beladingscapaciteit van het ingestelde programma aan. Tevens geeft het display
de parameters aan die eventueel bij dit
programma al waren ingesteld.
25
3. Trommel vullen
Deur openen
Trek de deur bij de greep open.
Controleer of er zich dieren of voorwerpen in de trommel bevinden,
voordat u het wasgoed erin stopt.
Bij een maximale belading is het energie- en waterverbruik, vergeleken met
de totale hoeveelheid wasgoed, het
laagst. Wordt de maximale beladingscapaciteit overschreden, dan vallen de
wasresultaten tegen en gaat het wasgoed sneller kreuken.
Deur sluiten
Let erop dat er niets tussen deur en
manchet beklemd raakt.
Leg de was uitgevouwen en losjes in
de trommel.
Leg wasgoed van verschillende grootte in de trommel. Daardoor wordt een
beter wasresultaat bereikt en kan het
wasgoed zich tijdens het centrifugeren
beter verdelen.
Tip: Gebruik de maximale belading. Deze wordt in het display aangegeven.
26
Zwaai de deur dicht.
4. Programma-instellingen kiezen
Vuilgraad
Normaal
Temperatuur
Vuilgraad
Licht vervuild
Er zijn geen vuile vlekken te zien, maar
de kledingstukken ruiken niet meer zo
fris.
Normaal vervuild
Er zijn lichte vlekken te zien.
Sterk vervuild
Er zijn donkere vlekken te zien.
In het display staat:
In het display verschijnt nu automatisch
een scherm dat u vraagt het volgende
in te stellen.
Kies met de sensortoetsen en
de vuilgraad en bevestig uw keuze
met sensortoets OK.
Afhankelijk van de ingestelde vuilgraad
worden aangepast:
Tip: U kunt een eerder ingestelde vuilgraad wijzigen en de vraag naar de vuilgraad uitschakelen. Zie hoofdstuk: "Instellingen", paragraaf: "Vuilgraad".
Temperatuur instellen
U kunt een eerder ingestelde temperatuur van een wasprogramma wijzigen.
Druk op de Temperatuur - toets.
In het display verschijnt:
Verlaag, resp. verhoog de tempera-
tuur met sensortoets , resp. sensortoets en bevestig uw keuze met
sensortoets OK.
– de hoeveelheid wasmiddel bij auto-
matische dosering;
– het programmaverloop. Bij de vuil-
graad Sterk wordt in enkele programma's automatisch een voorwas toegevoegd. Zie hoofdstuk: "Opties".
– de hoeveelheid spoelwater;
– de programmaduur (bij licht vervuild
wasgoed duurt het programma korter).
Bij het programma Express 20 kan
geen vuilgraad gekozen worden. Express 20 is bedoeld voor licht vervuild
wasgoed.
27
4. Programma-instellingen kiezen
Toerentalo/min1600
Centrifugetoerental instellen
U kunt een eerder ingesteld toerental
van een wasprogramma wijzigen.
Druk op de toets Centrifugetoerental.
In het display verschijnt:
Verlaag, resp. verhoog het toerental
met sensortoets , resp. sensortoets
en bevestig uw keuze met sensortoets OK.
Opties instellen
Voorprogrammeren
U kunt het door u gekozen programma
later laten starten: minimaal 15 minuten
en maximaal 24 uur. Dat kunt u bijvoorbeeld doen om gebruik te maken van
het nachttarief.
Zie hoofdstuk: "Voorprogrammering".
Druk op de toets voor de gewenste
optie.
Het controlelampje van deze toets gaat
branden.
Niet alle opties kunnen bij alle wasprogramma's worden gekozen. Lukt het u
niet om een optie in te stellen, dan is
deze voor het gekozen programma
niet van toepassing.
Zie hoofdstuk: "Opties".
28
5. Wasmiddel doseren
voor wit wasgoed
Beide middelen
De wasautomaat biedt u verschillende
mogelijkheden om wasmiddel te doseren.
TwinDos
Als u TwinDos voor het eerst gebruikt,
wordt u op de fabrieksinstellingen van
TwinDos geattendeerd. In het display
verschijnt:
UltraPhase 1+2 zijn ingest. voor gem. waterhardheid. Te wijzigen in "Instellingen"/
"TwinDos"
Tip sensortoets zo vaak aan totdat
u alle regels gelezen heeft.
Sensortoets OK licht op.
Bevestig deze tekst met sensortoets
OK.
Miele-2-fasen-systeem
Afhankelijk van de kleur van het wasgoed moeten Ultra Phase 1 en
UltraPhase 2 in verschillende verhoudingen gedoseerd worden.
Tip sensortoets Dos aan.
Vloeibaar wasmiddel / Wasverzachter
U kunt ook andere vloeibare wasmiddelen/wasverzachters gebruiken. Daarvoor heeft u na te vullen TwinDos reservoirs nodig (bij te bestellen accessoires).
De instellingen in de elektronica van
de wasautomaat moeten daarvoor
aangepast worden. Zie hoofdstuk "Instellingen" onder "TwinDos".
Tip sensortoets Dos aan.
Bevestig de aangegeven variant met
sensortoets OK of kies met de sensortoetsen en een ander wasmiddel of een andere wasverzachter.
Tip: In het display verschijnen de wasmiddelen, die de voorkeur hebben. Zij
worden met een haakje () gemarkeerd.
Het wasmiddel en/of de wasverzachter
wordt tijdens het wasproces gedoseerd.
Kies met de sensortoetsen en
de kleur van het wasgoed en bevestig
de keuze met sensortoets OK.
UltraPhase 1 en UltraPhase 2 worden
in de bijbehorende verhouding gedoseerd.
Gebruik van vlekkenzout
Wilt u ook nog eens vlekkenzout doseren, dan kunt u dat op twee manieren
doen.
– Door zog. capsuleboosters te gebrui-
ken
– of door vlekkenzout in vakje in de
wasmiddellade te gieten.
29
5. Wasmiddel doseren
Wasmiddellade
Te weinig wasmiddel heeft tot gevolg
dat
– het wasgoed niet schoon en na ver-
loop van tijd grauw en hard wordt;
– er zich vetbolletjes in het wasgoed
vormen;
– er zich kalk op de verwarmingsele-
menten vormt.
Te veel wasmiddel heeft tot gevolg dat
– er zich te veel schuim vormt, de was-
werking daardoor gering is en de reinigings-, spoel- en centrifugeerresultaten niet optimaal zijn;
– er door een automatisch ingescha-
kelde extra spoelgang meer water
wordt verbruikt;
– het milieu extra wordt belast.
Trek de wasmiddellade naar buiten en
doseer het wasmiddel in de vakjes.
Wasmiddel voor de voorwas. Doseer
van de totale aanbevolen wasmiddelhoeveelheid ⅓ in vakje en ⅔ in vakje .
Wasmiddel voor de hoofdwas
30
/
Wasverzachter of stijfsel en capsules
Nadere bijzonderheden over wasmiddelen en de dosering daarvan vindt u in
het hoofdstuk: "Wasmiddelen".
Loading...
+ 78 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.