Lees beslist de gebruiksaanwijzing
voordat u uw wasautomaat plaatst,
installeert en in gebruik neemt.
Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt
onnodige schade aan uw apparaat.
WPM
M
M.-Nr. 06 179 390
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu
Het verpakkingsmateriaal
De verpakking beschermt het apparaat
tegen transportschade.
Het verpakkingsmateriaal is uitgekozen
omdat dit het milieu relatief weinig be
last en kan worden hergebruikt.
Door hergebruik van verpakkingsmate
riaal wordt er op grondstoffen bespaard
en wordt er minder afval geproduceerd.
Uw vakhandelaar neemt de verpakking
in het algemeen terug.
-
Het afdanken van het apparaat
Afgedankte apparaten bevatten
meestal nog waardevolle materialen.
Zet uw apparaat daarom niet zomaar
bij het grof vuil, maar informeer bij uw
handelaar of het mogelijk is om het ap
paraat terug te geven.
Is dit niet mogelijk, informeer dan bij de
gemeente of bij een grondstoffenhan
delaar naar mogelijkheden voor herge
bruik van het materiaal (bijv. schrootver
werking).
Zorg ervoor dat kinderen niet bij het
oude apparaat kunnen komen totdat
het wordt weggehaald. Zie ook het
hoofdstuk: "Veiligheidsinstructies en
waarschuwingen".
-
-
-
-
2
Inhoud
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2
Lees eerst de gebruiksaanwijzing
door voordat u uw wasautomaat
voor het eerst gebruikt. Hierin vindt
u belangrijke instructies met betrek
king tot de veiligheid, het gebruik en
het onderhoud van het apparaat.
Dat is veiliger voor uzelf en u voor
komt onnodige schade aan uw ap
paraat.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing en
geef deze door aan de eventuele
volgende eigenaar van de automaat.
-
-
-
Efficiënt gebruik
Deze wasautomaat is uitsluitend
bestemd voor huishoudelijk ge-
bruik.
Deze wasautomaat is uitsluitend
bestemd voor het wassen van textiel dat volgens de aanwijzingen van de
fabrikant op het wasetiket in de wasautomaat mag worden gewassen, maar
ook voor wollen textiel dat met de hand
wordt gewassen.
Gebruik voor andere doeleinden kan
gevaarlijk zijn. De fabrikant is niet ver
antwoordelijk voor schade die wordt
veroorzaakt door een ander gebruik
dan hier aangegeven of door een fou
tieve bediening.
-
-
Technische veiligheid
Controleer vóórdat het apparaat
wordt geplaatst, of het zichtbaar
beschadigd is.
Een beschadigde wasautomaat mag
niet worden geplaatst en niet in gebruik
genomen.
Voordat u de wasautomaat aansluit
dient u altijd de aansluitgegevens
(zekering, spanning en frequentie) op
het typeplaatje met die van het elektrici
teitsnet te vergelijken. Deze moeten be
slist overeenkomen. Raadpleeg bij twij
fel een elektricien.
De elektrische veiligheid van de
wasautomaat is uitsluitend gega
randeerd als deze wordt aangesloten
op een aardingssysteem dat volgens
de geldende veiligheidsbepalingen is
geïnstalleerd.
Het is zeer belangrijk dat wordt nage
gaan of aan deze fundamentele veilig
heidsvoorwaarde is voldaan en dat de
huisinstallatie bij twijfel door een vakman / vakvrouw wordt geïnspecteerd.
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die wordt veroorzaakt door een ontbrekende of beschadigde aarddraad.
De wasautomaat voldoet aan de
voorgeschreven veiligheidsbepalingen. Ondeskundig uitgevoerde reparaties kunnen onvoorziene risico's voor
de gebruiker opleveren, waarvoor de
fabrikant niet aansprakelijk kan worden
gesteld. Reparaties mogen alleen door
erkende vakmensen van Miele worden
uitgevoerd.
Wanneer er een storing wordt ver
holpen en wanneer de wasauto
maat wordt gereinigd en onderhouden
mag er geen elektrische spanning op
de wasautomaat staan.
Dat is het geval, als aan één van de
volgende voorwaarden is voldaan:
–
als de hoofdschakelaar van de huis
installatie is uitgeschakeld,
–
of als de stekker uit de contactdoos
is getrokken.
-
-
-
-
-
-
-
-
-
6
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Gebruik om veiligheidsredenen
geen verlengsnoer.
Dit in verband met gevaar voor bijvoor
beeld oververhitting.
Het Miele-Waterproofsysteem is
een uitstekende bescherming te
gen waterschade op voorwaarde dat:
het water en de elektriciteit volgens
–
de regels zijn aangesloten;
het apparaat bij beschadiging on
–
middellijk wordt gerepareerd.
Defecte onderdelen mogen alleen
door originele Miele-onderdelen
worden vervangen. Alleen van deze
Miele-onderdelen kunnen wij garanderen, dat zij volledig voldoen aan de veiligheidseisen die wij stellen aan onze
apparaten en onderdelen daarvan.
Wanneer de aansluitkabel is be-
schadigd, moet de kabel door erkende vakmensen worden vervangen.
-
-
Gebruik
Wanneer dit apparaat op een
niet-stationaire locatie (bijv. op een
boot of in een camper) moet worden
geplaatst, mag het uitsluitend door een
vakman/vakvrouw worden ingebouwd
en aangesloten. Hierbij moet aan alle
voorwaarden voor een veilig gebruik
worden voldaan.
Plaats uw wasautomaat niet in
vorstgevoelige ruimten.
Bevroren slangen kunnen scheuren of
barsten en de betrouwbaarheid van de
elektronische besturing kan door tem
peraturen onder het vriespunt afnemen.
-
Verwijder voordat u de wasauto
maat in gebruik neemt de trans
portbeveiliging aan de achterzijde van
het apparaat.
Zie hoofdstuk: "Het plaatsen en aanslui
ten van de wasautomaat", paragraaf:
"Het verwijderen van de transportbevei
liging".
Wanneer u de transportbeveiliging niet
verwijdert, kan dat bij het centrifugeren
schade veroorzaken aan uw wasauto
maat en aan de meubels / apparaten
die ernaast staan.
Sluit de kraan af als u langere tijd
afwezig bent (bijv. tijdens vakanties), zeker als er zich in de buurt van
de wasautomaat geen afvoer in de
vloer zoals een putje bevindt.
Denk eraan dat er water kan over-
stromen.
Controleer daarom vóórdat u de waterafvoerslang in een wastafel of wasbak
hangt, of het water snel genoeg wegstroomt.
Zorg er daarom ook voor dat de afvoer
slang niet weg kan glijden. Wanneer de
slang niet goed vastzit kan hij door de
kracht van het wegstromende water uit
de wastafel of wasbak worden gedrukt.
Let erop dat u voorwerpen zoals
spijkers, naalden, munten en pa
perclips niet meewast.
Deze kunnen namelijk onderdelen van
de wasautomaat beschadigen (bijv.
kuip, wastrommel).
Beschadigde onderdelen kunnen op
hun beurt weer schade aan het was
goed veroorzaken.
-
-
-
-
-
-
-
-
7
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Voordat u gaat wassen dient u de
hendel van het verrijdbare onder
stel naar links te draaien.
Alleen dan staat uw wasautomaat sta
biel.
Als u het wasmiddel op de juiste
manier doseert is het niet nodig dat
u de wasautomaat ontkalkt. Mocht uw
apparaat toch zo sterk verkalkt zijn, dat
het beslist moet worden ontkalkt, ge
bruik daar dan speciale ontkalkings
middelen voor die een anti-corrosiemid
del bevatten.
Deze middelen zijn verkrijgbaar via uw
Miele-vakhandelaar of bij de afdeling
Onderdelen van Miele Nederland B.V.
Volg de adviezen voor het gebruik van
de ontkalkingsmiddelen strikt op.
Wasgoed dat met oplosmiddelhou-
dende reinigingsmiddelen is behandeld, moet vóórdat het in de wasautomaat wordt gewassen, grondig in helder water worden uitgespoeld.
-
-
-
-
Gebruik van toebehoren
Alleen originele Miele-toebehoren
kunnen worden aan- of ingebouwd.
Wanneer er andere toebehoren worden
aan- of ingebouwd, kan Miele niet voor
de gevolgen instaan en kan er geen
beroep meer worden gedaan op bepa
lingen met betrekking tot garantie en
productaansprakelijkheid.
Het afdanken van het apparaat
Trek de stekker uit de contactdoos
en maak deze samen met de aan
sluitkabel onbruikbaar.
U voorkomt daarmee dat de wasautomaat verkeerd wordt gebruikt.
-
-
Gebruik in deze wasautomaat nooit
reinigingsmiddelen die een oplos
middel bevatten, zoals wasbenzine.
Wanneer u dat toch doet, kunnen on
derdelen van het apparaat bescha
digen en kunnen er giftige dampen ont
staan. Het gevaar bestaat dan dat er
brand uitbreekt of zich een explosie
voordoet.
Textielverf en ontkleuringsmiddelen
kunnen door hun chemische sa
menstelling corrosie veroorzaken.
Ze mogen daarom niet in de wasauto
maat worden gebruikt.
8
-
-
-
-
-
-
Algemeen
Specifieke kenmerken
Speciale programma's (Zijde /,
Wol /, Miniwas, Automatic,
Extra spoelen)
Zijde
–
–
– Miniwas
– Automatic
/
In dit programma kan met de hand
wasbaar, kreukgevoelig textiel wor
den gewassen waar geen wol in zit.
Wol
/
In dit programma kan met de hand
wasbaar textiel van wol of wolmeng
weefsels worden gewassen.
In dit programma kan een kleine hoeveelheid licht vervuild textiel worden
gewassen dat anders met de bonte
was meegaat.
In dit programma kunnen stukken
wasgoed van verschillende soorten
textiel worden gewassen, als ze
maar wel dezelfde kleur hebben.
Licht strijken in de programma's
Fijne was en Zijde /
In deze programma's wordt het was
goed bijzonder behoedzaam gewassen
en gecentrifugeerd. Daardoor kreukt
het wasgoed minder en hoeft het min
der te worden gestreken.
-
Systeem extra water
Met dit systeem is het mogelijk om met
een hogere waterstand te spoelen of te
wassen en te spoelen.
Bovendien is het met dit systeem mo
gelijk om voor de programma's
was/Bonte was
een extra spoelgang te kiezen.
en
Kreukherstellend
-
-
-
Witte
–
Extra spoelen
In dit programma kan wasgoed wor
den behandeld dat alleen maar moet
worden gespoeld en gecentrifu
geerd.
-
-
9
Algemeen
Voorkeuze h/min
Met de voorkeuzefunctie kunt u het tijd
stip dat het door u gekozen programma
start minimaal 30 minuten en maximaal
24 uur van te voren instellen.
Programmaduur (resttijd)
Wanneer u een programma start geeft
het display in uren en minuten aan hoe
lang dit programma maximaal gaat du
ren.
Daarna wordt de tijd per minuut afge
teld.
Bedieningsfuncties
(Programmavergrendeling, afsluitfunctie)
Elektronische programmavergrendeling
Met het inschakelen van de programmavergrendeling voorkomt u dat de
wasautomaat tijdens een wasprogramma wordt geopend en dat het waspro
gramma wordt afgebroken.
Na afloop van het wasprogramma
wordt de programmavergrendeling au
tomatisch opgeheven.
-
-
Programma-actualisering (Update)
Wasmiddelen, textiel, wasgewoonten
en wasvoorschriften zullen in de toe
komst veranderingen ondergaan.
De was- en spoelprogramma's zullen
daaraan moeten worden aangepast.
De Technische Dienst zal in de toe
komst in staat zijn het wasprogramma
te updaten en in het Novotronic-geheu
gen van uw wasautomaat op te slaan.
Dit zal gebeuren via het controlelampje
voor de watertoevoer (PC = Programme
Correction).
Miele zal zelf aangeven wanneer de
programma's kunnen worden geactualiseerd.
Automatische trommelpositionering
en trommelvergrendeling
Na afloop van het programma draait de
trommel automatisch in de stand waar
hij makkelijk kan worden geopend en
wordt hij ontgrendeld.
-
-
-
-
Elektronische afsluitfunctie
Met het inschakelen van de elektroni
sche afsluitfunctie voorkomt u dat uw
apparaat door vreemden kan worden
gebruikt.
Wanneer deze afsluitfunctie is inge
schakeld kan:
–
de deksel niet met de
worden geopend;
–
er geen programma worden gestart.
10
Deksel
-
- toets
-
Bedieningspaneel
Algemeen
a Display
Dit kan verschillende dingen aangeven. Zie volgende bladzijde.
b Toets Start T
Met deze toets kunt u
– het tijdstip dat het door u gekozen
programma start van te voren instellen;
– een wasprogramma starten.
c Toetsen voor de extra functies
Met deze toetsen kunt u extra func
ties in- of uitschakelen.
Met de bovenste toets kunt u óf
tensief
combinaties daarvan kiezen.
Met de onderste toets kunt u
water
Wanneer u een extra functie inscha
kelt gaat het daarbij behorende con
trolelampje branden.
Wanneer u een extra functie weer uit
schakelt gaat het daarbij behorende
controlelampje uit.
d Controlelampjes voor het gekozen
centrifugetoerental, Spoelstop en
Zonder centrifugeren
óf
VoorwasófInweken
kiezen.
In
óf
Extra
-
e Toets "Centrifugeren"
Met deze toets kunt u een ander
centrifugetoerental,
Zonder centrifugeren
f Programmakeuzeschakelaar
Met deze schakelaar kunt u het basiswasprogramma en een daarbij horende temperatuur kiezen.
De programmakeuzeschakelaar kan
rechts- of linksom worden gedraaid.
g Controlelampjes voor het program-
-
-
-
maverloop
Deze controlelampjes laten u tijdens
het wasprogramma zien welke fase
in het programmaverloop is bereikt.
h Andere controlelampjes
Deze controlelampjes geven een
probleem aan.
i Toets I-Aan/0-Uit
Met deze toets kunt u de wasauto
maat in- en uitschakelen en het pro
gramma onderbreken.
j Toets Deksel
Met deze toets kunt u het deksel van
de wasautomaat openen.
Spoelstop
kiezen.
of
-
-
11
Algemeen
Display
Dit kan verschillende dingen aangeven:
de programmaduur (resttijd);
–
de voorgeprogrammeerde tijd;
–
de programmeerfuncties.
–
Programmaduur (resttijd)
Wanneer u een programma start zonder
gebruik te maken van de voorkeuze,
dan geeft het display in uren en minu
ten aan hoelang dit programma maxi
-
-
maal gaat duren.
In de programma's:
–
Witte was/Bonte was
Kreukherstellend
–
–
Automatic
berekent de wasautomaat hoelang het
duurt voordat het wasgoed het water
heeft opgenomen.
De automaat berekent op grond hiervan tijdens de eerste 10 minuten de be
lading.
Wanneer de automaat merkt dat hij niet
maximaal beladen is, verkort hij de pro
grammaduur.
ProgrammaVermindering
Witte was/Bonte was37 min52 min
Kreukherstellend12 min13 min
Automatic13 min18 min
programmaduur max.
NormaalIntensief
Inweken
Wanneer u een inweektijd kiest geeft
het display een tijd aan die een optel
som is van de gekozen inweektijd en
de wastijd van het gekozen program
ma.
Voorgeprogrammeerde tijd
Wanneer u een programma kiest en ge
bruik maakt van de voorkeuze, dan
geeft het display aan hoelang het nog
duurt voordat het gekozen programma
begint.
Nadat u op de
Start
- toets heeft gedrukt, wordt de voorgeprogrammeerde
tijd in het display afgeteld, en wel
– van 24 h tot 10 h per uur
– vanaf 9 h 59 min per minuut.
Na afloop van de voorgeprogram-
meerde tijd start het programma automatisch en geeft het display aan hoe
lang het programma maximaal gaat du-
-
ren.
Programmeerfuncties
U kunt een aantal varianten program
meren om het wasprogramma nog be
ter af te stemmen op het soort wasgoed
en de manier waarop u dit wilt wassen.
Bij het programmeren ziet u de geko
zen variant in het display.
-
-
-
-
-
-
12
Algemeen
Belangrijke bedieningselemen
ten
Programmakeuzeschakelaar
Met deze schakelaar kunt u een basis
programma en een daarbij behorende
temperatuur kiezen.
Uit oogpunt van energiebesparing gaat
de ringverlichting een paar minuten na
afloop van het programma uit.
Toetsen voor de extra functies
Met deze toetsen kunt u extra functies
in- en uitschakelen.
De extra functies dienen ter aanvulling
van de basiswasprogramma's.
Met de bovenste toets kunt u óf de extra functie
ken
Met de onderste toets kunt u de extra
functie
Wanneer het controlelampje van een
functie brandt, is deze functie ingeschakeld.
Extra functies die binnen het gekozen
basisprogramma niet van toepassing
zijn, kunt u niet inschakelen.
Toets "Centrifugeren" met controle
lampjes
Met deze toets kunt u een centrifuge
toerental, "Spoelstop" of "Zonder centri
fugeren" kiezen.
De controlelampjes geven aan wat u
gekozen heeft.
Het kiezen van een centrifugetoeren
tal
Met bovengenoemde toets kunt u het
centrifugetoerental wijzigen.
IntensiefófVoorwasófInwe-
óf combinaties daarvan kiezen.
Extra water
kiezen.
-
-
-
Max.
toerental
1400 Witte was/Bonte was, Miniwas, Stij
-
1200 Wol, Extra spoelen
900 Kreukherstellend, Automatic
600 Fijne was
400 Zijde
Het maximale centrifugetoerental ver
schilt van programma tot programma.
Kiest u een hoger toerental dan binnen
het gekozen wasprogramma mogelijk
is, accepteert de automaat dat niet.
Het overslaan van het eindcentrifugeren
^ Druk op de
dat u
Spoelstop
Het wasgoed wordt niet gecentrifugeerd en blijft na de laatste spoelgang
in het water liggen.
Het wasgoed kreukt dan minder wanneer u het niet direct na afloop van het
programma uit de trommel haalt.
Wilt u het programma voortzetten,
^
kies dan een centrifugetoerental.
Wilt u het programma beëindigen,
^
druk dan op de
Het water wordt weggepompt.
Het deksel gaat open.
-
Het overslaan van het centrifugeren
tussen de spoelgangen en het eind
centrifugeren
^
Druk op de
-
en met
Het wasgoed wordt niet gecentrifu
geerd.
Basiswasprogramma's
ven, Pompen/Centrifugeren
Centrifugeren
- toets tot-
heeft bereikt.
Deksel
Centrifugeren
- toets.
- toets tot
Zonder centrifugeren
-
-
-
.
-
13
Vóór de eerste wasbeurt
Iedere wasautomaat wordt in de fa
briek op zijn werking getest.
Het is mogelijk dat er als gevolg van
deze tests wat water in het apparaat
achterblijft.
Controleer voordat u uw wasauto
maat voor het eerst gebruikt of het
apparaat volgens de regels is ge
plaatst en aangesloten.
Zie hoofdstuk: "Het plaatsen en aan
sluiten van de wasautomaat".
Om veiligheidsredenen is het niet mogelijk om meteen bij de eerste wasbeurt
te centrifugeren. Ter activering van het
centrifugeren moet u eerst een wasprogramma zonder wasgoed
wasmiddel draaien.
Wordt er wel wasmiddel gebruikt kan er
overmatige schuimvorming optreden.
Draait u eerst een wasprogramma zonder wasgoed en zonder wasmiddel
wordt daarmee tegelijk het kogelventiel
geactiveerd. Het kogelventiel zorgt er
voor dat vanaf de eerste wasbeurt
steeds al het wasmiddel wordt gebruikt.
en zonder
-
-
-
-
-
Na afloop van het programma is de
wasautomaat klaar voor de eerste
wasbeurt.
^
Draai de waterkraan open.
^
Druk de
^
Draai de programmakeuzeschake
laar op
^
Druk zo vaak op de
toets totdat het controlelampje
der centrifugeren
^
Druk op de
14
I-Aan/O-Uit
- toets in.
Witte was/Bonte was 40°C
Centrifugeren
oplicht.
Start
- toets.
Zon
-
.
-
-
Tips om energie en water te besparen
Energie- en waterverbruik
Benut bij ieder programma dat u
–
kiest de maximale beladingscapaci
teit van de trommel.
Het energie- en waterverbruik is dan,
vergeleken met de totale hoeveel
-
heid wasgoed, het laagst.
Gebruik de programma's
–
of
Miniwas
voor kleinere hoeveelhe
Automatic
-
den wasgoed.
Bij een geringe belading in het pro
–
gramma
Witte was/Bonte was
-
zorgt
de beladingsautomaat voor een ver
mindering van het water- en energieverbruik en daardoor voor een verkorting van de programmaduur.
– Gebruik in plaats van het programma
Witte was/Bonte was 95°C
gramma
Witte was/Bonte was 60°C
het pro-
in combinatie met de extra functie:
Intensief
.
Daarmee bespaart u 35 tot 45%
energie.
Het programma duurt dan wel
langer. In de meeste gevallen is dit
genoeg.
–
Gebruik voor wasgoed met hardnek
kige vlekken of vlekken die er al wat
langer in zitten de extra functie
ken
.
Inwe
Wasmiddelen
Gebruik hoogstens zoveel wasmid
–
del als op de wasmiddelverpakking
aangegeven staat.
Reduceer bij geringere beladings
–
hoeveelheden de hoeveelheid was
middel. Bij halve belading kan ca.
minder wasmiddel worden gebruikt.
Extra functies (Inweken, Voorwas,
Intensief)
Kies voor licht vervuild wasgoed
–
-
wasprogramma zonder extra func
ties.
– Kies voor normaal tot sterk vervuild
wasgoed met zichtbare vlekken een
wasprogramma met de extra functie
Intensief
.
– Gebruik de extra functie
plaats van de extra functie
Bij het inweken en de hoofdwas die
daar direct op volgt wordt hetzelfde
sop gebruikt.
Tip voor machinaal drogen
–
-
Kies wanneer u het wasgoed na af
loop in de droogautomaat wilt dro
gen het hoogste centrifugetoerental
-
dat voor dit wasgoed mogelijk is.
Inweken
Voorwas
-
-
-
1
een
-
in
-
-
/
3
.
15
Zo wast u goed
Korte handleiding
Tip:
Het is belangrijk dat u zich met de be
diening van de automaat vertrouwd
maakt. Lees daarom de uitgebreide pa
ragrafen: "Voordat u gaat wassen", "Het
vullen van de trommel en het doseren
van wasmiddel", "Het kiezen van een
programma" en "Na afloop van het pro
gramma" in dit hoofdstuk.
Voordat u gaat wassen
A Inspecteer en sorteer het wasgoed
en behandel het voor
Het vullen van de trommel en het doseren van wasmiddel
B Schakel de wasautomaat in.
C Open het buitendeksel.
D Open het binnendeksel.
E Open de trommel.
F Vul de trommel.
Na afloop van het programma
P Open het buitendeksel.
-
Q Open het binnendeksel.
R Open de trommel.
-
S Haal het wasgoed er uit.
T Sluit de trommel.
-
U Sluit het binnendeksel.
V Sluit het buitendeksel.
W Schakel de wasautomaat uit.
X Draai de programmakeuzeschake
laar op
Welk textiel in welk programma kan
worden gewassen, kunt u in het
volgende programma-overzicht vinden.
Einde
.
-
G Sluit de trommel.
H Sluit het binnendeksel.
I Doseer het wasmiddel.
J Sluit het buitendeksel.
Het kiezen van een programma
K Maak eventueel gebruik van de
voorkeuzefunctie.
L Kies een programma.
M Kies het centrifugetoerental.
N Kies eventueel (een) extra functie(s).
O Start het programma.
16
Zo wast u goed
Programma-overzicht
Witte was/Bonte was 9ö876
TextielsoortWasgoed van katoen en linnen, bijv. beddengoed, tafellakens
en servetten, badstof handdoeken, spijkerbroeken, T-shirts,
ondergoed en babykleertjes
Extra functiesInweken / Voorwas / Intensief / Extra water
Bijzondere tips
Gebruik
–
teerd of sterk vervuild wasgoed.
Gebruik voor normaal tot sterk vervuild wasgoed de extra
–
functie
Gebruik voor wasgoed met hardnekkige vlekken of met
–
vlekken die er al wat langer in zitten de extra functies
ken
– Gebruik voor wasgoed met een grote hoeveelheid vuil
(bijv. stof, zand) de extra functie
– Was donkerkleurig wasgoed met een Color-wasmiddel of
vloeibaar wasmiddel.
WasmiddelenUniversele wasmiddelen en Color-wasmiddelen
Max. belading5 kg
Tip voor testbureaus:
Voor de test volgens norm EN 60456 moet de toets
Kreukherstellend 4321
TextielsoortWasgoed van synthetische vezels, mengweefsels of kreuk
herstellend gemaakt katoen, bijv. overhemden, blouses,
werkkleding, tafellakens en servetten
Extra functiesInweken / Voorwas / Intensief / Extra water
–
Bijzondere tip
Gebruik voor normaal tot sterk vervuild wasgoed de extra
functie
Witte was/Bonte was 95°C
Intensief
en
Intensief
Intensief
.
.
.
alleen voor geïnfec
Voorwas
Intensief
.
worden ingedrukt.
-
Inwe
-
-
WasmiddelenUniversele wasmiddelen, Color-wasmiddelen en fijnwasmid
delen
Max. belading2,5 kg
Tip voor testbureaus:
Voor de test volgens norm EN 60456 moet de toets
Intensief
worden ingedrukt.
-
17
Zo wast u goed
Fijne was ac
TextielsoortWasgoed van synthetische vezels, mengweefsels, kunstzijde
of kreukherstellend gemaakt katoen, bijv. overhemden of
blouses
Vitrage die volgens de fabrikant in de wasautomaat kan wor
den gewassen.
Extra functiesInweken / Voorwas / Intensief
Bijzondere tips
WasmiddelenFijnwasmiddelen
Max. belading1 kg
Zijde /
TextielsoortWasgoed van met de hand wasbaar, kreukgevoelig textiel
Extra functieExtra water
Bijzondere tips
WasmiddelenFijnwasmiddelen
Max. belading1 kg
Wol /
TextielsoortWasgoed van wol en wolmengweefsels dat met de hand of in
WasmiddelenWolwasmiddelen
Max. belading2 kg
Gebruik voor normaal tot sterk vervuild wasgoed de extra
–
functie
In dit programma kreukt het wasgoed minder ("Licht strij
–
ken").
Vitrage trekt veel stof aan en zal daarom vaak in een pro
–
gramma met de extra functie
wassen.
– Reduceer bij kreukgevoelige vitrage het centrifugetoerental
of centrifugeer helemaal niet.
waar geen wol in zit
–
In dit programma kreukt het wasgoed minder ("Licht strij
ken").
–
Was panty's en bh's in een waszak.
de wasautomaat mag worden gewassen
Intensief
.
Voorwas
moeten worden ge
-
-
-
-
-
18
Zo wast u goed
Miniwas 7
TextielsoortLicht vervuild wasgoed dat in het programma voor de bonte
was mag worden gewassen
Extra functieExtra water
Bijzondere tip
WasmiddelenUniversele wasmiddelen en Color-wasmiddelen
Max. belading2,5 kg
Automatic 72
TextielsoortWasgoed van katoenen en kreukherstellend textiel dat naar
Extra functiesInweken / Voorwas / Intensief / Extra water
Bijzondere tip– Gebruik voor normaal tot sterk vervuild wasgoed de extra
WasmiddelenUniversele wasmiddelen en Color-wasmiddelen
Max. belading3 kg
Stijven
TextielsoortTafellakens, servetten, schorten en beroepskleding
Bijzondere tip– Het wasgoed moet schoongewassen, maar mag niet met
Max. belading5 kg
Extra spoelen
TextielsoortWasgoed dat alleen maar moet worden uitgespoeld en ge
Max. belading5 kg
Pompen/Centrifugeren
Bijzondere tip
Max. belading5 kg
Doseer minder waspoeder. Dit programma heeft namelijk
–
een halve belading.
kleur is gesorteerd
functie
wasverzachter nabehandeld zijn.
centrifugeerd
–
Alleen pompen: zet het centrifugetoerental op
Intensief
trifugeren
.
Zonder cen
.
-
-
19
Zo wast u goed
Voordat u gaat wassen
A Inspecteer en sorteer het wasgoed
en behandel het voor
Het inspecteren van het wasgoed
^ Maak de zakken leeg.
,
Voorwerpen (spijkers, munten,
paperclips e.d.) kunnen wasgoed en
onderdelen van de wasautomaat beschadigen.
^
Sluit de ritsen. Keer kleding met rit
sen eventueel binnenstebuiten.
-
Het sorteren van het wasgoed
Sorteer het wasgoed naar kleur en
^
naar de symbolen in het wasetiket,
dat zich in de kraag of in de zijnaad
bevindt.
Was geen textiel dat volgens het
^
wasetiket niet in de wasautomaat kan
worden gewassen. Het symbool
daarvoor is: h.
Donkergekleurd wasgoed geeft bij
^
de eerste wasbeurten vaak iets af.
Was licht en donker wasgoed daar
om apart.
Het voorbehandelen van vlekken
^ Verwijder eventuele vlekken op het
textiel, als het even kan zodra ze ontstaan zijn. Dit is nog belangrijker voor
moeilijke vlekken als thee-, koffie-, eien bloedvlekken.
Neem de vlekken met een tissue af.
Wrijf de vlekken er niet in!
,
Gebruik in geen geval chemi
sche (oplosmiddelhoudende) reini
gingsmiddelen in de wasautomaat!
-
-
-
^
Sluit eventuele haakjes en oogjes.
^
Zorg ervoor dat onderdelen van kle
ding, zoals bh-beugels, niet los kun
nen raken. Losgeraakte onderdelen
moeten eerst worden vastgemaakt of
verwijderd.
^
Verwijder bij vitrage de haakjes en
het loodband of wikkel ze in een
doek.
^
Keer gebreid of tricot wasgoed bin
nenstebuiten als de fabrikant dat ad
viseert.
20
-
-
-
-
Zo wast u goed
Het vullen van de trommel en
het doseren van wasmiddel
B Schakel de wasautomaat in
door op de
^
ken.
C Open het buitendeksel
door op de
^
en het buitendeksel open te klappen
totdat u weerstand voelt.
D Open het binnendeksel
I-Aan/0-Uit
Deksel
- toets te drukken
- toets te druk
E Open de trommel
Attentie! Beide helften van de
,
trommelopening staan onder druk.
Houd met de ene hand de achterste
^
helft van de opening licht tegen.
^ Druk met de andere hand op het vei-
ligheidsslot (zie zwarte pijl) en druk
tegelijk de voorste helft van de opening naar binnen totdat de opening
ontgrendeld is (zie witte pijlen).
^
door de sluiting naar voren te trek
ken.
a Binnendeksel
b Wasmiddellade
^
-
Laat beide helften vervolgens lang
zaam naar boven komen.
-
21
Zo wast u goed
F Vul de trommel
door het wasgoed ontvouwd en los
^
jes in de trommel te leggen.
Leg stukken wasgoed van verschil
lende grootte in de trommel. Daardoor
wordt een beter wasresultaat bereikt en
kan het wasgoed zich tijdens het centri
fugeren beter verdelen.
Textiel dat uit verschillende lagen
bestaat en een bijzonder fijne, glad
de bovenstof heeft kan, wanneer het
wordt gewassen en gecentrifugeerd,
door de spleet aan de zijkanten van
de trommelopening tussen trommel
en kuip schuiven.
Leg dit soort textiel daarom altijd in
een waszak.
Benut bij ieder programma dat u kiest
de maximale beladingscapaciteit van
de trommel.
Het energie- en waterverbruik is dan,
vergeleken met de totale hoeveelheid
wasgoed, het laagst.
-
-
-
G Sluit de trommel
-
^ Druk eerst de voorste en daarna de
achterste helft van de opening naar
beneden, totdat de haken van de
voorste helft in de gaten van de achterste helft grijpen en de helften duidelijk zichtbaar vastklikken.
,
Doet u dat niet, dan kunnen apparaat en wasgoed beschadigd raken.
Wanneer de maximale beladingscapaciteit wordt overschreden, vallen
de wasresultaten tegen en gaat het
wasgoed sneller kreuken.
22
^
Reinig regelmatig het rolletje aan de
linker haak, zodat dit altijd soepel
loopt.
Let er op dat er geen wasgoed tus
sen de helften van de trommelope
ning vast komt te zitten.
Zo wast u goed
H Sluit het binnendeksel
-
-
^ door het bovenste gedeelte van de
sluiting iets naar voren te klappen en
er vervolgens op te drukken.
De sluiting moet hoorbaar vastklikken.
Wanneer u het binnenste deksel niet
goed sluit dan kunt u geen programma starten en gaat het controlelampje
ren.
Overdosering
snel knippe-
23
Zo wast u goed
I Doseer het wasmiddel
Het is belangrijk om niet te weinig en
niet te veel te doseren, want . . .
. . . te weinig wasmiddel heeft tot ge
volg dat:
het wasgoed niet schoon en in de
–
loop van de tijd grauw en hard wordt;
er vetbolletjes in het wasgoed blijven
–
zitten;
er zich kalk in de kuip afzet.
–
. . . te veel wasmiddel heeft tot gevolg
dat:
– er sterke schuimvorming optreedt,
de waswerking daardoor gering en
het reinigings-, spoel- en centrifugeerresultaat niet optimaal is;
– er door een automatisch ingescha-
kelde extra spoelgang meer water
wordt verbruikt;
– het milieu extra wordt belast.
-
^ Trek de wasmiddellade naar buiten
en doseer het wasmiddel in de vakjes.
i = Vakje voor de voorwas
Wanneer u de extra functie
Voorwas
dan
volen wasmiddelhoeveelheid.
j = Vakje voor de hoofdwas
en voor het inweken, wanneer
u deze extra functie hebt
gekozen.
§= Vakje voor wasverzachter
of stijfsel
hebt gekozen, neem
1
/4van de totale aanbe-
24
Nadere bijzonderheden over wasmid
delen en de dosering daarvan treft u
aan in het hoofdstuk: "Wasmiddelen".
^
Schuif de wasmiddellade weer naar
binnen.
J Sluit het buitendeksel
-
Zo wast u goed
Het kiezen van een programma
K Maak eventueel gebruik van de
voorkeuzefunctie
Met behulp van de voorkeuzefunctie
kunt u het tijdstip dat het door u geko
zen programma moet starten minimaal
30 minuten en maximaal 24 uur van te
voren instellen.
U gebruikt daarvoor de
De programmakeuzeschakelaar moet
op stand d
Het controlelampje d
display gaat knipperen.
Iedere keer wanneer u op de
toets drukt verschuift de voor te programmeren tijd en wel
– tot 10 uur in stappen van 30 minuten,
– vanaf 10 uur in stappen van 1 uur.
Einde
Start
staan.
Voorkeuze
- toets.
Start
-
in het
-
Wanneer u op de
ken, verspringt de tijd automatisch naar
24 h.
Het wissen van de voorkeuze
Druk nog eens op de
^
wanneer het display 24 ^ aangeeft.
Het wissen van de voorkeuze, wanneer
er al op de
Breek het programma af.
^
L Kies een programma
Start
Start
- toets is gedrukt
- toets blijft druk
Start
- toets
-
^
Druk zo vaak op de
dat in het display de tijd verschijnt
die u wilt voorprogrammeren.
Start
- toets tot
^
door de programmakeuzeschakelaar
op de gewenste stand te zetten.
Wanneer u geen gebruik maakt van de
voorkeuzefunctie, dan geeft het display
in uren en minuten aan hoelang het
programma maximaal gaat duren.
-
25
Zo wast u goed
M Kies een centrifugetoerental
door zo vaak op de
^
toets te drukken totdat het controlelampje oplicht van het door u gewenste centrifugetoerental.
Wanneer u een hoger centrifugetoerental kiest dan binnen het gekozen wasprogramma mogelijk is, accepteert de
automaat dat niet.
Centrifugeren
-
Extra functies
N Kies eventueel (een) extra func
tie(s)
Met de toetsen voor de extra functies
kunt u extra functies inschakelen, als
deze binnen het gekozen basispro
gramma mogelijk zijn.
U kunt ze met deze toetsen ook weer
uitschakelen.
Met de bovenste toets kunt u een extra
functie of een combinatie van extra
functies kiezen en wel in de volgende
volgorde:
was
of
Inweken
Met de onderste toets kunt u de extra
functie
IntensiefofIntensiefenVoor
of
IntensiefenInwekenofVoorwas
of geen keuze.
Extra water
kiezen.
-
-
-
26
^
Druk op de toets van de gewenste
extra functie. Druk zo vaak op de bo
venste toets totdat het/de controle
lampje(s) van de gewenste extra
functie(s) gaat/n branden.
-
-
Zo wast u goed
Intensief
Voor normaal tot sterk vervuild was
goed
Wanneer u deze functie hebt ingescha
keld, duurt de hoofdwas langer.
Voorwas
Voor wasgoed waar veel stof of zand
in zit
Inweken
Voor wasgoed dat bijzonder sterk is
vervuild door eiwithoudende vlekken
(bijv. bloed, vet, cacao)
Wanneer u deze functie hebt ingeschakeld, gaat aan het eigenlijke wasprogramma een inweekprogramma vooraf.
U kunt tussen vier inweektijden kiezen,
te weten 2 uur, 1 uur en 30 minuten, 1
uur en 30 minuten.
Op de toets
wenste variant programmeren.
Wanneer de wasautomaat wordt gele
verd is de inweektijd op 2 uur ingesteld.
Voor het wijzigen van de inweektijd zie
hoofdstuk: "Programmeerfuncties", pa
ragraaf: "Inweektijd".
Inweken
kunt u de ge-
-
-
-
Extra water
Wanneer u deze functie hebt ingescha
keld, wordt er bij de wasprogramma's
meer water gebruikt.
-
U kunt tussen vier varianten kiezen.
Op de toets
wenste variant programmeren.
Wanneer de wasautomaat wordt gele
verd, wordt de eerste keer dat u op de
Extra water
bij het wassen en spoelen verhoogd.
Voor het wijzigen van de variant zie
hoofdstuk: "Programmeerfuncties", pa
ragraaf: "Systeem extra water".
O Start het programma
^ door op de
Wanneer u gebruik heeft gemaakt van
de voorkeuzefunctie wordt de voorgeprogrammeerde tijd in het display afgeteld.
Na afloop van de voorgeprogrammeerde tijd start het programma en
geeft het display aan hoe lang het pro
gramma maximaal gaat duren.
Aan het begin van het wasprogramma
hoort u een kort krakend geluid. Dat
betekent dat de trommel wordt ontgren
deld. Tegelijk wordt het display korte
tijd donker.
Extra water
- toets drukt de waterstand
Start
kunt u de ge
- toets te drukken.
-
-
-
-
-
-
27
Zo wast u goed
Na afloop van het programma
P Open het buitendeksel
door op de
^
en het buitendeksel open te klappen
^
totdat u weerstand voelt.
Q Open het binnendeksel
R Open de trommel
S Haal het wasgoed er uit
Kijk goed of er geen stukken was
goed in de trommel zijn blijven lig
gen. Anders loopt u het risico dat ze
bij de volgende wasbeurt krimpen of
afgeven.
T Sluit de trommel
U Sluit het binnendeksel
Anders bestaat het gevaar dat er voorwerpen per vergissing in de trommel terechtkomen, worden meegewassen en
het wasgoed beschadigen.
V Sluit het buitendeksel
W Schakel de wasautomaat uit
^
door op de
ken.
X Draai de programmakeuzeschake
laar op de stand Einde.
Deksel
- toets te drukken
I-Aan/0-Uit
-
-
- toets te druk
-
Verrijdbaar onderstel
U kunt de wasautomaat na het wassen
naar een andere plek verplaatsen.
^ Draai de hendel van het verrijdbare
onderstel daarvoor naar rechts.
,
Rijd de automaat niet over ka-
bels of slangen.
Tip:
In plaats van de bijgevoegde stopjes
(zie hoofdstuk: "Het plaatsen en aan
sluiten van de wasautomaat", para
graaf: "Het verwijderen van de trans
portbeveiliging"), kunt u een slang- en
kabelhouder gebruiken, waarmee u de
automaat makkelijker kunt verplaatsen.
Deze houder is verkrijgbaar bij de Miele
vakhandel of bij de afdeling Onderde
len van Miele Nederland B.V.
-
-
-
-
28
Zo wast u goed
Het bijvullen van de trommel of
het voortijdig verwijderen van
wasgoed uit de trommel
U kunt bij alle programma's nog was
goed in de trommel leggen of wasgoed
uit de trommel halen, nadat u het pro
gramma heeft gestart.
Druk op de
^
Nu draait de trommel in de positie
waarin hij makkelijk kan worden geo
pend (automatische trommelpositione
ring).
Daarbij knipperen afwisselend het con
trolelampje
lampje
Wanneer de trommel vergrendeld is,
wat gepaard gaat met een krakend geluid, en wanneer bovengenoemde controlelampjes niet meer knipperen gaat
het buitenste deksel open.
^ Klap het buitendeksel open totdat u
weerstand voelt.
^
Open het binnendeksel.
^
Open de trommel.
^
Leg wasgoed in de trommel of haal
er wasgoed uit.
Deksel
Spoelstop
- toets.
en het controle-
Zonder centrifugeren
.
-
-
-
-
Attentie:
Nadat de wasautomaat een programma
eenmaal heeft gestart kan hij in het ge
wicht van het wasgoed geen wijzigin
gen meer vaststellen.
Daarom gaat de wasautomaat, ook na
dat u nog wasgoed in de trommel hebt
gelegd of wasgoed uit de trommel heeft
gehaald, altijd van de maximale bela
dingshoeveelheid uit.
De resttijd kan langer zijn dan aange
geven.
-
De wasautomaat kan niet meer worden geopend wanneer:
– de temperatuur van het sop boven
de 55°C ligt;
– de programmavergrendeling is inge-
schakeld;
– de programmafase
bereikt.
Wanneer u in één van bovenstaande
gevallen op de
licht het controlelampje
op.
Deksel
Centrifugeren
- toets drukt,
Vergrendeld
-
-
-
-
-
is
^
Sluit de trommel.
^
Sluit het binnendeksel goed.
^
Sluit het buitendeksel.
Het programma gaat automatisch
verder.
29
Zo wast u goed
Het onderbreken van een pro
-
gramma
Schakel de wasautomaat met de
^
I-Aan/0-Uit
Wanneer u het programma weer wilt
voortzetten,
schakel de wasautomaat dan met de
^
I-Aan/0-Uit
- toets uit.
- toets weer in.
Het wijzigen van het gekozen
programma
Nadat u op de
drukt, kunt u de volgende wijzigingen
aanbrengen.
– U kunt te allen tijde
toerental wijzigen, voor zover dat het
maximum toerental van het gekozen
programma niet overschrijdt.
– U kunt max. 6 minuten nadat het ge-
kozen programma is gestart een andere temperatuur kiezen.
Start
- toets heeft ge
het centrifuge-
-
Het controlelampje gaat uit wanneer de
programmakeuzeschakelaar weer op
het programma wordt gedraaid dat
eerst was ingesteld.
Het overslaan van een pro
-
grammafase
Draai de programmakeuzeschake
^
laar op
Zodra in het programmaverloop het
controlelampje knippert van de pro
grammafase waarmee het programma
moet worden voortgezet,
^ draai dan de programmakeuzescha-
kelaar binnen 4 seconden
de gewenste programmafase.
Wanneer de programmavergrendeling is ingeschakeld kan het programma niet worden afgebroken en
kan er geen programmafase worden
overgeslagen.
Einde
.
weer op
-
-
–
U kunt max. 6 minuten nadat het ge
kozen programma is gestart de extra
functie "Extra water" in- of weer uit
schakelen.
Start
Nadat u op de
drukt, kunt u geen ander programma
meer kiezen.
Wordt de programmakeuzeschakelaar
na de start van het programma toch op
een ander programma gedraaid, heeft
dat geen invloed op het programmaver
loop. Het controlelampje
ging/Einde
30
begint te knipperen.
- toets heeft ge
Kreukbeveili
-
-
-
-
Het afbreken van een programma / Het wisselen van pro
gramma
^
Schakel de wasautomaat met de
I-Aan/0-Uit
^
Draai de programmakeuzeschake
laar op stand
Het programma is nu afgebroken.
^
Schakel de wasautomaat met de
-
I-Aan/0-Uit
^
Kies een ander programma.
^
Druk op de
- toets uit.
Einde
.
- toets in.
Start
- toets.
-
-
Programmaverloop
De wasautomaat beschikt over een vol
ledig elektronische besturing met bela
dingsautomaat.
Tijdens een wasprogramma zuigt het
wasgoed water op. Om hoeveel water
het gaat hangt af van de hoeveelheid
wasgoed en het soort textiel.
Hoe groter het absorptievermogen van
het wasgoed is, des te meer water er
moet worden bijgepompt. De elektroni
ca van de wasautomaat kan de hoeveelheid water meten die het wasgoed
opneemt en die moet worden bijge
pompt.
Het programmaverloop en de wastijd
zijn bij de diverse programma's dus
verschillend.
Het programmaverloop van de hier vermelde programma's slaat op het basisprogramma met maximale belading.
Eventueel gekozen extra functies zijn
hier buiten beschouwing gelaten.
De controlelampjes voor het programmaverloop geven tijdens iedere was
beurt aan in welke fase het waspro
gramma zich op dat moment bevindt.
Waterstand: laag
Wasritme: normaal
Eindcentrifugeren: ja
Extra spoelen
Waterstand: hoog
Spoelgangen: 2
2)
: ja
Eindcentrifugeren: ja
Nadere bijzonderheden over het pro
-
grammaverloop:
Kreukbeveiliging:
De trommel beweegt nog 30 minuten
na afloop van het programma om
kreukvorming te voorkomen. Een uitzondering vormt het programma
Wol
.
De wasautomaat kan te allen tijde worden geopend.
1)
Een derde spoelgang wordt uitge-
voerd wanneer:
2)
: ja
–
er teveel schuim in de trommel zit;
–
er een lager centrifugetoerental is
gekozen dan 700 omw/min;
–
Zonder centrifugeren
2)
Centrifugeren tussen de spoelgangen
Het wasgoed wordt tussen de spoel
is gekozen.
-
gangen gecentrifugeerd.
3)
Een derde spoelgang wordt uitge
-
voerd wanneer:
–
Zonder centrifugeren
2)
: ja
Tussen de spoelgangen wordt niet
centrifugeerd wanneer
geren
is gekozen.
is gekozen.
ge
Zonder centrifu
-
-
32
Wasmiddelen
Het kiezen van wasmiddel
U kunt alle moderne wasmiddelen ge
bruiken die geschikt zijn voor huishoud
wasautomaten. Ook vloeibare,
compacte (geconcentreerde) wasmid
delen, tabletten en wasmiddelen met
verschillende componenten.
U kunt ook eventueel bijgevoegde do
seerbolletjes of doseerzakjes ge
bruiken.
Wasgoed van wol of wolmengweefsels
kunt u het beste met een wolwasmiddel
wassen.
Tips voor het gebruik en voor de dosering van de wasmiddelen bij volle belading kunt u vinden op de wasmiddelverpakking.
-
-
-
-
Het doseren van wasmiddel
De dosering is van verschillende factoren afhankelijk.
– De hoeveelheid wasgoed
–
De mate waarin dit is vervuild
Licht vervuild
Er zijn geen vuile vlekken te zien,
maar de kledingstukken ruiken niet
meer zo fris.
Normaal vervuild
Er zijn lichte vlekken te zien.
Sterk vervuild
Er zijn donkere vlekken te zien.
–
De waterhardheid
Wanneer u de hardheidsgraad in uw
regio niet weet, informeer daar dan
naar bij uw waterleidingbedrijf.
Waterhardheid
-
Hardheids
graad
IZacht0 - 10
IIGemiddeld10 - 16
IIIHard tot
Eigenschap
van het water
Duitse
hardheid
zeer hard
Wateronthardingsmiddel
Wanneer het water harder is dan
10° dH kunt u een wateronthardings
middel gebruiken om wasmiddel te be
sparen.
De juiste dosering vindt u op de verpakking.
Doseer eerst het wasmiddel en dan pas
het onthardingsmiddel.
Het wasmiddel kunt u normaal toevoegen, d.w.z. in doseringen voor zacht
water tot 10° dH.
Wasmiddelen met verschillende componenten
Wanneer u met verscheidene compo
nenten wast, adviseren wij u deze mid
delen altijd bij elkaar in vakje j te do
seren, en wel in de onderstaande volg
orde:
1. Wasmiddel
2. Wateronthardingsmiddel
3. Vlekkenzout
Dan worden de middelen beter inge
spoeld.
°dH
ü 16
-
-
-
-
-
-
-
33
Wasmiddelen
Wasverzachters en stijfsels
Met wasverzachters wordt uw wasgoed
extra zacht en minder statisch.
Met synthetische stijfsels krijgt u het
wasgoed beter in model.
Met andere stijfsels wordt wasgoed stijf.
Doseer de middelen volgens de aan
^
wijzingen van de fabrikant.
Automatisch spoelen met wasver
zachter of stijfsel
^
Doseer de wasverzachter of het (syn
thetische) stijfsel in vakje p. Doseer
niet hoger dan de pijl.
De wasverzachter of het (synthetische)
stijfsel wordt automatisch met het
laatste spoelwater in de trommel ge
spoeld. Aan het einde van het waspro
gramma blijft er een klein beetje water
in vakje p staan.
-
-
-
Wanneer u verschillende keren auto
matisch met stijfsel heeft gespoeld,
reinig dan de wasmiddellade.
Reinig vooral het kanaal voor de
wasverzachter en de zuighevel.
Zie hoofdstuk: "Reiniging en onder
houd", paragraaf: "Het reinigen van
de wasmiddellade".
-
Apart spoelen met wasverzachter of
synthetisch stijfsel
Doseer de wasverzachter of het syn
^
thetische stijfsel in vakje p.
Draai de programmakeuzeschake
^
laar op
^ Kies een centrifugetoerental.
^ Druk op de
Apart spoelen met stijfsel
^ Doseer het stijfsel en bereid het voor
zoals op de verpakking beschreven
staat.
^ Doseer het stijfsel in vakje i.
^
Draai de programmakeuzeschake
laar op
^
Kies een centrifugetoerental.
-
^
Druk op de
Stijven
Start
Stijven
Start
.
- toets.
.
- toets.
Het kleuren en ontkleuren
^
Het gebruik van textielverf in de was
automaat is alleen toegestaan voor
huishoudelijke doeleinden. Neem niet
meer verf dan strikt nodig is. Wordt er
teveel geverfd dan kan het in de verf
aanwezige zout het roestvrij staal
aantasten. Neem de aanwijzingen
van de textielverffabrikant precies in
acht.
^
Gebruik geen
in de wasautomaat.
ontkleuringsmiddelen
-
-
-
-
-
-
34
Bedieningsfuncties
Elektronische programmaver
grendeling
Met het inschakelen van de program
mavergrendeling voorkomt u dat de
wasautomaat tijdens het wassen
wordt geopend en dat het waspro
gramma wordt afgebroken.
Het inschakelen van de programma
vergrendeling
Druk na het starten van het program
^
ma minstens 4 seconden op de
Start
- toets totdat het controlelampje
Vergrendeld
Dit lampje bevindt zich rechts onder
op het bedieningspaneel.
De programmavergrendeling is nu ingesteld.
Het apparaat accepteert nu geen wijzigingen meer en maakt het wasprogramma helemaal af.
Na afloop van het wasprogramma
wordt de programmavergrendeling au
tomatisch opgeheven.
brandt.
-
Het uitschakelen van de programma
-
vergrendeling
Druk minstens 4 seconden op de
^
-
-
-
Start
- toets totdat het controlelampje
Vergrendeld
Uitzondering:
De programmakeuzeschakelaar is op
een andere stand gezet en in het pro
grammaverloop knippert het controle
lampje d
-
Draai de programmakeuzeschake
^
laar op het programma dat u eerder
heeft ingesteld.
Het controlelampje d^ Druk minstens 4 seconden op de
Start
- toets totdat het controlelampje
Vergrendeld
Einde
uitgaat.
.
Einde
uitgaat.
-
-
-
-
gaat uit.
35
Bedieningsfuncties
Elektronische afsluitfunctie
Met het inschakelen van de elektroni
sche afsluitfunctie voorkomt u dat uw
apparaat door vreemden kan worden
gebruikt.
Wanneer deze afsluitfunctie is inge
schakeld kan:
het deksel niet met de
–
worden geopend;
er geen programma worden gestart.
–
Het inschakelen van de afsluitfunctie
Dit is alleen
– het deksel gesloten is
– en de programmakeuzeschakelaar
op stand d
A Schakel de wasautomaat met de
I-Aan/0-Uit
B Druk op de toets voor de extra func-
ties
en blijf daar tijdens de volgende
stappen C tot en met E op drukken.
mogelijk als:
Einde
- toets in.
Intensief,Voorwas
Deksel
staat.
of/en
-
- toets
Inweken
E Draai de programmakeuzeschake
laar langzaam, stap voor stap en te
-
gen de klok in op
Het controlelampje
pert.
F Laat de toets voor de extra functies
Intensief,Voorwas
G Draai de programmakeuzeschake
laar op stand d
H Schakel de wasautomaat met de
I-Aan/0-Uit
Het uitschakelen van de afsluitfunctie
^ Herhaal de stappen A tot en met G.
Het controlelampje
uit.
Fijne was koud
Vergrendeld
of/en
Einde
- toets uit.
Vergrendeld
Inweken
.
knip
gaat
-
-
.
-
los.
-
C Draai de programmakeuzeschake
laar langzaam, stap voor stap en met
de klok mee op
was 60°C
D Draai de programmakeuzeschake
laar langzaam, stap voor stap en te
gen de klok in op stand d
36
Witte was/Bonte
.
Einde
-
-
-
.
Haal vóórdat u de wasautomaat
,
een reinigings- of onderhoudsbeurt
geeft de spanning van het apparaat.
Reiniging en onderhoud
Het reinigen van de wasauto
maat
Reinig de wasautomaat met een mild
^
reinigingsmiddel of sopje.
Wrijf de automaat daarna met een
zachte doek droog.
Reinig de wastrommel met een reini
^
gingsmiddel voor roestvrij staal.
Het reinigen van de wasmiddellade
Verwijder eventuele resten wasmiddel
regelmatig.
-
-
^ Trek het bakje voor de wasverzachter
en de zuighevel uit de wasmiddella-
de (zie pijl).
^ Reinig de wasmiddellade, het was-
verzachterbakje en de zuighevel met
warm water.
^ Reinig ook het pijpje, waar de zuig-
hevel overheen wordt geschoven.
,
Gebruik geen oplosmiddelhoudende reinigingsmiddelen, schuur
middelen, glas- of allesreinigers.
Deze kunnen namelijk kunststof op
pervlakken en andere onderdelen
beschadigen.
Spuit de wasautomaat in geen geval
met een waterspuit schoon.
-
-
^
Trek de wasmiddellade naar buiten.
37
Reiniging en onderhoud
Het reinigen van het water
-
toevoerzeefje
De wasautomaat heeft één zeefje ter
bescherming van de watertoevoerklep.
Dit zeefje aan het vrije uiteinde van de
watertoevoerslang moet u ongeveer 1
keer in het half jaar controleren. Wan
neer de watertoevoer vaak wordt on
derbroken moet u misschien vaker con
troleren.
-
-
Draai de waterkraan dicht.
^
Schroef de toevoerslang van de wa
^
terkraan.
-
^ Trek de rubberen dichting 1 uit de
schroefkoppeling.
^ Houd het vrije einde van de toevoer-
slang naar beneden, zodat het kunststof zeefje 2 eruit valt.
^ Reinig het kunststof zeefje.
-
38
^
Monteer alles weer in omgekeerde
volgorde.
^
Schroef de slang stevig aan de kraan
vast.
^
Draai de kraan open.
^
Draai de schroefkoppeling nog wat
vaster aan wanneer er nog water uit
loopt.
Het zeefje moet nadat het is gerei
nigd weer worden teruggeplaatst.
-
-
Nuttige tips
Het oplossen van problemen . . .
De meeste problemen waar u in het dagelijks gebruik mee te maken zou kunnen
krijgen kunt u zelf oplossen.
In al die gevallen hoeft u de Technische Dienst niet te bellen en kunt u tijd en kos
ten besparen.
De volgende tabellen helpen u om de oorzaken van een probleem te vinden en uit
de wereld te helpen. Bedenk echter:
Reparaties aan elektrische apparaten mogen alleen door erkende vakmensen
,
worden uitgevoerd. Gebeurt dit niet, dan kan de gebruiker grote risico's lopen.
Om het u makkelijker te maken het probleem waar u mee te maken heeft en de
bijbehorende oplossing snel in de tabellen te vinden, hebben wij de problemen in
gedeeld in de volgende hoofdstukken:
– Het programma begint niet
– Het wasprogramma is afgebroken en er volgt een foutmelding
– Het wasprogramma verloopt normaal, maar er volgt een foutmelding
– Algemene problemen of een tegenvallend resultaat
– Problemen met openen of sluiten en krakende geluiden
-
-
39
Nuttige tips
Het programma begint niet
FoutmeldingMogelijke oorzaakOplossing
Het controlelampje
Kreukbeveiliging/Einde
brandt niet of de
Start T - toets knippert
niet.
Het controlelampje Vergrendeld begint te knip
peren.
Nadat u het programma
Pompen/Centrifugeren
heeft gekozen en op de
Start - toets heeft gedrukt, begint het programma niet.
Het controlelampje
Overdosering gaat snel
knipperen en het programma start niet.
Er staat geen stroom op
het apparaat.
De afsluitfunctie is inge
-
schakeld.
-
De wasautomaat is niet
klaar voor gebruik.
Het binnendeksel zit niet
dicht.
Controleer of
de stekker goed in de
–
contactdoos zit;
de zekering in orde is.
–
Schakel de afsluitfunctie
uit.
Maak de wasautomaat
klaar voor gebruik zoals
beschreven in het hoofdstuk: "Vóór de eerste wasbeurt".
Open het buitendeksel en
sluit het binnendeksel zoals beschreven in het
hoofdstuk: "Zo wast u
goed".
40
Nuttige tips
Het wasprogramma is afgebroken en er volgt een foutmelding
FoutmeldingMogelijke oorzaakOplossing A
Het controlelampje
Waterafvoer knippert.
In het display ver
schijnt: "- - -".
Het controlelampje
Watertoevoer knippert.
In het display verschijnt: "- - -".
De controlelampjes
Waterafvoer en Watertoevoer knipperen.
In het display verschijnt "- - -".
In het programmaverloop knippert het
controlelampje
Inw./Voorwassen of
Spoelen.
In het display ver
schijnt: "- - -".
De waterafvoer is ge
blokkeerd.
-
De waterafvoerslang ligt
te hoog.
De watertoevoer is ge
blokkeerd.
Het zeefje in de watertoevoerslang is verstopt.
Het waterbeveiligingssysteem heeft gereageerd.
Er is sprake van een defect.
-
Reinig het pluizenfilter en het
filterhuis zoals beschreven in
het hoofdstuk: "Nuttige tips",
paragraaf: "Het openen van
het deksel bij verstopte af
voer en/of stroomuitval."
De maximale opvoerhoogte
is 1 m.
Draai de waterkraan open.
-
Reinig het zeefje.
Neem contact op met de
Technische Dienst.
Start het programma nog een
keer.
Volgt dezelfde foutmelding,
neem dan contact op met de
Technische Dienst.
-
A Schakel om de foutmelding uit te schakelen de wasautomaat met de
I-Aan/0-Uit
- toets uit en draai de programmakeuzeschakelaar op stand
Einde
.
41
Nuttige tips
Het wasprogramma verloopt normaal, maar er volgt een fout
melding
FoutmeldingMogelijke oor
Het controlelampje
Waterafvoer knippert.
Het controlelampje
Watertoevoer knippert.
Het controlelampje
Overdosering brandt.
In het programmaver
loop knippert het con
trolelampje Wassen.
In het programmaver
loop knippert het con
trolelampje Kreukbeveiliging/Einde.
De waterafvoer is
belemmerd.
De watertoevoer is
belemmerd.
Het zeefje in de
watertoevoerslang
is verstopt.
Er heeft zich tijdens het wasprogramma teveel
schuim gevormd.
-
Er is sprake van
-
een defect.
-
Nadat het gekozen programma is gestart, is de pro
-
grammakeuzeschakelaar op een ander programma
-
gedraaid. Zet de programmakeuzeschakelaar op het
programma dat eerder is ingesteld.
-
zaak
Reinig het pluizenfilter en het filter
huis zoals beschreven in het
hoofdstuk: "Nuttige tips", para
graaf: "Het openen van het deksel
bij verstopte afvoer en/of stroom
uitval."
Controleer of
– de waterkraan ver genoeg is
opengedraaid;
– er knikken in de toevoerslang
zitten.
Reinig het zeefje.
Gebruik de volgende keer minder
wasmiddel en neem de doseeraanwijzingen op de wasmiddel
verpakking in acht.
Start het programma nog een
keer.
Volgt dezelfde foutmelding, neem
dan contact op met de Techni
sche Dienst.
Oplossing A
-
-
-
-
-
-
-
A Schakel om de foutmelding uit te schakelen de wasautomaat met de
I-Aan/0-Uit
42
- toets uit en draai de programmakeuzeschakelaar op stand
Einde
.
Algemene problemen of een tegenvallend resultaat
ProbleemMogelijke oorzaakOplossing
De wasautomaat
trilt tijdens het cen
trifugeren.
Het wasgoed is niet
normaal gecentrifu
geerd.
De wasautomaat
maakt een pompend
geluid.
De ringverlichting
brandt niet.
In de wasmiddellade
blijft vrij veel wasmiddel achter.
De wasverzachter
wordt niet volledig
ingespoeld of er
blijft teveel water in
vakje § staan.
De hendel van het verrijd
bare onderstel is niet
-
naar links gedraaid.
Het ingestelde centrifu
getoerental was te laag.
-
Dat is geen storing. Wanneer het water wordt wegge
pompt zijn dit soort geluiden normaal.
De wasautomaat heeft de ringverlichting uitgeschakeld
om energie te besparen. Om de ringverlichting weer in te
schakelen, moet u één van de Extra functie - toetsen indrukken of aan de programmakeuzeschakelaar draaien.
Er staat onvoldoende
druk op het water.
Poedervormige wasmiddelen in combinatie met
onthardingsmiddelen
hebben de neiging te
gaan plakken.
De zuighevel zit niet
goed of is verstopt.
Draai de hendel van het ver
rijdbare onderstel naar links.
Kies bij de volgende wasbeurt
een hoger centrifugetoerental.
– Reinig het zeefje in de wa-
tertoevoer.
– Druk eventueel toets
water
in.
Doseer voortaan eerst het
wasmiddel en dan pas het
onthardingsmiddel in de was
middellade.
Reinig de zuighevel.
Zie hoofdstuk: "Reiniging en
onderhoud", paragraaf: "Het
reinigen van de wasmiddella
de".
Nuttige tips
-
-
Extra
-
-
43
Nuttige tips
ProbleemMogelijke oorzaakOplossing
Het wasgoed wordt
met een vloeibaar
wasmiddel niet
schoon.
Op het gewassen
wasgoed zijn grijze
elastische bolletjes
achtergebleven
(vetbolletjes).
Op het gewassen
wasgoed zitten witte, wasmiddelachtige bestanddelen.
Er komt schuim uit
de voorkant van de
wasautomaat.
In vloeibare wasmidde
len zitten geen bleek
middelen.
Fruit-, koffie- of theevlek
ken zijn er moeilijk uit te
krijgen.
Er is te weinig wasmid
del gedoseerd. Het was
goed is sterk met vet,
bijv. crème of olie ver
vuild geweest.
Het wasmiddel bevat
niet in water op te lossen
bestanddelen ter ontharding van het water, nl.
zeolieten.
Deze bestanddelen heb
ben zich op het textiel
vastgezet.
Er heeft zich tijdens het
wasprogramma teveel
schuim gevormd.
-
-
-
-
Gebruik poedervormige was
–
middelen met een bleekmid
del.
-
Doseer vlekkenzout in vakje
–
j en het vloeibare wasmid
del in een doseerbolletje.
Doseer vloeibaar wasmiddel
–
en vlekkenzout nooit bij el
kaar in het wasmiddelvakje.
Wanneer wasgoed zo ver
–
vuild is moet u óf meer was
middel doseren óf een vloei
baar wasmiddel gebruiken.
– Draai vóór de volgende was-
beurt het
was
- programma op 60 °C
met een vloeibaar wasmiddel
en zonder wasgoed.
– Probeer de resten met een
borstel te verwijderen wanneer het wasgoed droog is.
– Was donker wasgoed voort-
aan met een vloeibaar was-
-
middel. Deze middelen be
vatten geen zeolieten.
Gebruik de volgende keer min
der wasmiddel en neem de
aanwijzigen op de wasmiddel
verpakking in acht.
-
-
-
-
-
-
-
Witte was/Bonte
-
-
-
44
Nuttige tips
Problemen met openen en sluiten of krakende geluiden
ProbleemMogelijke oorzaakOplossing
De trommelopening
zit niet aan de boven
kant.
Het buitendeksel kan
niet open.
Nadat het program
ma is gestart of wan
neer er na de start
van het programma
nog wasgoed in de
trommel is gelegd, is
er een krakend ge
luid te horen.
Het wasgoed heeft zich
in de trommel niet goed
-
kunnen verdelen. Daar
door is onbalans ont
staan en is de trommel
niet automatisch in de
juiste positie gedraaid.
De wasautomaat is niet
op de elektriciteit aan
gesloten.
De wasautomaat is niet
ingeschakeld.
De elektronische programmavergrendeling is
ingeschakeld.
De elektronische afsluitfunctie is ingeschakeld.
De stroom is uitgevallen. Open het deksel zoals be-
Om veiligheidsredenen kan het deksel niet worden geo
pend wanneer de temperatuur van het sop boven de
55°C ligt.
-
De trommel wordt auto
-
matisch ontgrendeld of
vergrendeld.
-
Draai de trommel met de
hand in de juiste positie.
Leg voortaan stukken was
goed van verschillende groot
te in de trommel. Dan kan het
wasgoed zich tijdens het cen
trifugeren beter verdelen.
Steek de stekker in het stop
contact.
-
Schakel de wasautomaat met
de
I-Aan/0-Uit
Schakel de programmavergrendeling uit zoals beschreven in het hoofdstuk: "Bedieningsfuncties".
schreven aan het einde van
dit hoofdstuk.
-
Het krakende geluid hoort er
bij en is geen storing.
- toets in.
-
-
-
-
-
-
45
Nuttige tips
Het openen van het deksel bij
verstopte afvoer en/of
stroomuitval
Schakel de wasautomaat uit.
^
^ Open het klepje van het pluizenfilter
met de gele spatel.
Verstopte afvoer
Draai het pluizenfilter zover los totdat
^
het water eruit stroomt.
^ Draai telkens wanneer de bak of de
schaal volraakt, het deksel van het
pluizenfilter vast en maak de bak of
schaal leeg.
Wanneer er geen water meer uit de automaat loopt,
Wanneer de afvoer is verstopt, bevindt
zich een vrij grote hoeveelheid water in
de automaat (max. 25l).
,
Wees voorzichtig! Het water is
heet, wanneer kort daarvoor op een
hoge temperatuur is gewassen. U
kunt zich aan het water branden!
Het legen van de wasautomaat
^
Zet een bak of schaal onder het klep
je.
Het pluizenfilter mag er niet hele
maal uit worden gedraaid.
46
-
-
^
draai het pluizenfilter er dan helemaal
uit.
Nuttige tips
Reinig het pluizenfilter grondig.
^
^ Controleer of de pompschoepvleugel
gemakkelijk rond te draaien is.
^ Is dat niet het geval, verwijder dan de
voorwerpen en/of draden.
^ Reinig het filterhuis.
^ Zet het pluizenfilter weer in het filter-
huis.
^ Draai het filter weer vast.
Het openen van het deksel
Controleer steeds of de trommel
,
stilstaat wanneer u het wasgoed uit
de automaat wilt halen. Wanneer u
uw hand in een nog draaiende trom
mel steekt, loopt u het risico zich te
verwonden.
^ Trek aan de noodontgrendeling totdat
het buitendeksel opengaat.
-
,
Wordt het pluizenfilter niet terug
gezet en vastgedraaid, dan loopt er
water uit het apparaat.
-
^
Open het binnendeksel.
47
Nuttige tips
Technische Dienst
Reparaties
Voor reparaties dient u
uw Miele-vakhandelaar of
–
de Technische Dienst van Miele Ne
–
derland B.V.
te waarschuwen.
Het adres en de telefoonnummers van
Miele Nederland B.V. en de diverse af
delingen vindt u op de achterzijde van
deze gebruiksaanwijzing.
Voor een goede en vlotte afhandeling is
het noodzakelijk dat de Technische
Dienst weet welk model wasautomaat u
heeft en welk nummer deze heeft.
Beide gegevens vindt u op het typeplaatje aan de achterkant van de wasautomaat.
-
-
Garantietermijn en garantievoorwaar
den
De garantietermijn van de wasautomaat
bedraagt 2 jaar.
Nadere bijzonderheden over de garan
tievoorwaarden en het Miele Service
verzekering Certificaat treft u aan in bij
gaande folder.
Accessoires
Accessoires voor deze wasautomaat
zijn verkrijgbaar bij de Miele-vakhandel
of bij de afdeling Onderdelen van Miele
Nederland B.V.
-
-
-
-
48
Het plaatsen en aansluiten van de wasautomaat
Het apparaat van voren
a Elektrische aansluiting
b Watertoevoerslang
c Deksel met bedieningspaneel
d Klepje voor het pluizenfilter, het filter
huis en de noodontgrendeling
e Stelvoeten
f Waterafvoerslang (met draaibaar en
verwijderbaar bochtstuk) met ver
schillende mogelijkheden voor water
-
afvoer
-
-
49
Het plaatsen en aansluiten van de wasautomaat
Verrijdbaar onderstel
Deze wasautomaat is voorzien van een
verrijdbaar onderstel. Daarmee kan het
apparaat makkelijk naar een andere
plek worden verplaatst.
Hendel links = Klaar voor wassen
Voordat u gaat wassen dient u de hendel van het verrijdbare onderstel naar
links te draaien. Alleen dan staat uw
wasautomaat stabiel.
,
Doet u dat niet, dan kan de was
automaat tijdens het wassen en cen
trifugeren in beweging komen en
grote schade veroorzaken.
Hendel rechts = Klaar voor verplaat
sen
Rijd het apparaat niet met kracht
,
over opstaande randen!
De ruimte tussen onderstel en vloer
bedraagt 8 mm. Wordt daarmee
geen rekening gehouden, dan blokkeert het onderstel en kan daarbij
beschadigd raken.
-
-
-
50
Het plaatsen en aansluiten van de wasautomaat
Het verwijderen van de
transportbeveiliging
^ Sluit de 4 grote gaten met de bijge-
voegde stopjes.
^ Draai de 4 buitenste schroeven A er
uit.
^ Draai de 4 schroeven B helemaal los,
maar draai ze er niet uit. Deze
schroeven blijven aan de transportstangen zitten.
^
Verwijder de transportstangen.
Bewaar de transportstangen en de
schroeven. De stangen moeten voor
ieder transport van de automaat
(bijv. bij een verhuizing) weer worden gemonteerd.
Het monteren van de transportbeveiliging
^
Het monteren gebeurt in omgekeerde
volgorde.
51
Het plaatsen en aansluiten van de wasautomaat
Het plaatsen van de wasauto
-
maat
Verwijder de transportbeveiliging, zo
^
als beschreven op de vorige bladzij
de.
Plaats de automaat.
^
De wasautomaat moet waterpas en ge
lijkmatig op alle vier de machinevoeten
staan. Alleen dan is een optimale wer
king gewaarborgd.
Plaats van opstelling
Als plaats van optelling is een betonnen
vloer het meest geschikt. In tegenstelling tot een houten of een zachte vloer
trilt deze nauwelijks mee als de wasautomaat aan het centrifugeren is.
,
De machinevoeten en de vloer
onder het apparaat moeten droog
zijn. Is dat niet het geval, dan loopt u
het risico dat de automaat in beweging komt tijdens het centrifugeren.
-
-
Wanneer u de wasautomaat op een
houten vloer plaatst, let dan op het
volgende.
Plaats het apparaat op een multiplex
–
plaat van tenminste 3 cm dik. U dient
de plaat niet alleen maar aan de
planken van de vloer, maar aan zo
veel mogelijk - in ieder geval aan 2 -
balken vast te schroeven.
Plaats het apparaat als het enigszins
–
kan in één van de hoeken van het
vertrek. Daar is iedere vloer het sta
bielst.
-
-
Plaats het apparaat niet op een
zachte vloerbedekking omdat het in
dat geval tijdens het centrifugeren
gaat trillen.
De machinevoeten mogen niet naar
buiten worden gedraaid. Gebeurt
dat wel, dan wordt het moeilijker om
de automaat te verplaatsen.
52
Het plaatsen en aansluiten van de wasautomaat
Het Miele waterbeveiligings
systeem
Het Miele waterbeveiligingssysteem
biedt een volledige bescherming tegen
waterschade door de wasautomaat.
Het systeem bestaat hoofdzakelijk uit
drie onderdelen:
1) de watertoevoerslang
(slang-in-slang-systeem)
2) de elektronica en de ommanteling
3) de waterafvoerslang
1) De watertoevoerslang
– De watertoevoerslang is bestand te-
gen een druk van minstens
14.000 kPa.
Scheuren worden daarmee voor-
komen.
-
Bescherming tegen overstromen
–
Voorkomen wordt dat de wasauto
maat door een ongecontroleerde wa
tertoevoer gaat lekken.
Stijgt de waterstand boven een be
paald niveau, dan wordt de afvoer
pomp ingeschakeld en het water ge
controleerd afgepompt.
3) De waterafvoerslang
Bescherming tegen leegzuigen
–
De waterafvoerslang is beveiligd met
een ventilatiesysteem. Hiermee
wordt voorkomen dat de wasautomaat wordt leeggezogen.
-
-
-
-
-
– De beschermhuls van de watertoe-
voerslang
Om de watertoevoerslang zit een
metalen huls die de slang tegen be
schadigingen beschermt.
2) De elektronica en de ommanteling
–
De bodemplaat
Wanneer de wasautomaat lekt wordt
het overtollige water in de bodem
plaat opgevangen. Het waterinlaat
ventielen worden door de vlotter
schakelaar uitgeschakeld. De water
toevoer is vanaf dat moment geblok
keerd. Het water dat zich in de kuip
bevindt wordt afgepompt.
-
-
-
-
-
-
53
Het plaatsen en aansluiten van de wasautomaat
Het aansluiten van de water
-
toevoer
De automaat mag zonder terugslagklep
op het waterleidingnet worden aange
sloten, omdat hij gebouwd is volgens
EU-normen.
De waterdruk moet minstens 100 kPa
en mag niet meer dan 1.000 kPa bedra
gen. Is de druk hoger dan 1.000 kPa
dan moet er een drukreduceerventiel in
de waterleiding worden ingebouwd.
Voor de aansluiting is een kraan met
3
/4"-schroefkoppeling noodzakelijk.
Is zo'n kraan niet aanwezig, dan mag
de automaat uitsluitend door een erkend installateur op de waterleiding
worden aangesloten.
,
Het aansluitpunt staat onder
druk van de waterleiding. Controleer
daarom of de aansluiting niet lek is.
Dit kunt u doen door de kraan langzaam open te draaien. Leg het dichtingsringetje er eventueel opnieuw in
en draai de schroefkoppeling even
tueel wat vaster aan.
-
-
Het zeefje in de schroefkoppeling
van het waterinloopventiel mag ter
bescherming van het ventiel niet
worden verwijderd.
Langere slangen om na te bestellen
Metaalomvlochte slangen van 1,5 lang
-
kunnen worden nabesteld bij de Miele
-vakhandel of bij de afdeling Onderde
len van Miele Nederland B.V.
-
-
De wasautomaat is niet geschikt om
op warm water te worden aangeslo
ten.
Onderhoud
Wanneer u de slang vervangt, gebruik
dan uitsluitend een Miele-slang die be
stand is tegen een druk van minstens
14.000 kPa.
54
-
-
Het plaatsen en aansluiten van de wasautomaat
Het aansluiten van de water
-
afvoer
Het sop wordt afgepompt m.b.v. een af
voerpomp met een opvoerhoogte van
1 m.
Het water moet ongehinderd weg kun
nen stromen en daarom mogen er geen
knikken in de slang zitten.
Het bochtstuk aan het eind van de
slang is draaibaar en kan indien nodig
worden verwijderd.
De waterafvoerslang kan op de
volgende manieren worden aange
bracht
1. De slang kan in een wasbak, wasta-
fel of gootsteen worden gehangen:
Attentie:
– Zorg ervoor dat de slang niet weg
kan glijden.
– Wordt het water in een wasbak, was-
tafel of gootsteen afgepompt moet
het snel genoeg weg kunnen stro
men. Is dat niet het geval, dan loopt
u het risico dat er water overstroomt
of dat een deel van het wegge
pompte water in de automaat wordt
teruggezogen.
-
-
-
-
Indien noodzakelijk kan de afvoerslang
tot max. 5 m worden verlengd.
Verlengstukken zijn verkrijgbaar bij de
-
Miele-vakhandel of bij de afdeling On
derdelen van Miele Nederland B.V.
-
2. De slang kan op een kunststof af
voerbuis met rubberen mof worden
aangesloten. Een sifon is niet beslist
noodzakelijk.
3. De slang kan in een putje in de vloer
worden gehangen.
-
55
Het plaatsen en aansluiten van de wasautomaat
Elektrische aansluiting
De wasautomaat mag alleen door een
erkend installateur op het elektriciteits
net worden aangesloten.
Deze wasautomaat is voorzien van een
aansluitkabel en een stekker met be
schermingscontact (randaarde), ge
schikt voor aansluiting op ~230 V
50 Hz.
Deze wasautomaat mag uitsluitend
worden aangesloten op een contact
doos met beschermingscontact (rand
aarde) of een daarvoor geschikte
2-polige schakelaar, bijv. voor in de
badkamer.
Wij raden u af om de wasautomaat op
een verlengsnoer en/of stekkerdoos
aan te sluiten. Dit om brand te voorkomen.
In de EU-richtlijnen geeft men ter verhoging van de veiligheid het advies om
de huisinstallatie van een aardlekschakelaar te voorzien.
-
-
-
-
-
De gegevens van de aansluitwaarden
vindt u op het typeplaatje. Vergelijk
deze waarden met de gegevens van
uw elektriciteitsnet.
56
Verbruiksgegevens
BeladingVerbruiksgegevens
EnergieWaterProgrammaduur
in kWhin lnormaalintensief
Witte was / Bonte was
95°C5,0 kg1,70451 h 45 min2 h 00 min
1)
60°C
60°C5,0 kg0,85451 h 29 min1 h 59 min
1)
40°C
40°C5,0 kg0,50451 h 29 min1 h 59 min
Kreukherstellend
1)
40°C
40°C2,5 kg0,45491 h 00 min1 h 15 min
Fijne was
30°C1,0 kg0,356549 min59 min
Zijde /
30°C1,0 kg0,243937 min–
Wol /
30°C2,0 kg0,233740 min–
Miniwas
40°C2,5 kg0,353530 min–
Automatic
40°C3,0 kg0,30 - 0,6030 - 5053 min1 h 08 min
5,0 kg0,8545–1 h 59 min
5,0 kg0,5045–1 h 59 min
2,5 kg0,4549–1 h 15 min
1)
1)
1)
1)
Testprogramma volgens N 60456
Instructie voor de vergelijkende onderzoeken:
voor testprogramma's volgens EN 60456 moet de toets
Intensief
worden inge
drukt.
De verbruiksgegevens kunnen van de aangegeven waarden afwijken, al naar
gelang de waterdruk, waterhardheid, temperatuur van het instromende water,
kamertemperatuur, het soort en de hoeveelheid wasgoed, verschillen in de net
spanning en gekozen extra functies.
-
-
57
Technische gegevens
Hoogte90 cm
Hoogte bij geopend deksel139 cm
Breedte45 cm
Diepte60 cm
Gewicht zonder wasgoed99 kg
Beladingscapaciteit5 kg droog wasgoed
AansluitspanningZie typeplaatje
AansluitwaardeZie typeplaatje
ZekeringZie typeplaatje
Verbruikgegevenszie hoofdstuk: "Verbruiksgegevens"
Minimale waterdruk100 kPa (1 bar)
Maximale waterdruk1000 kPa (10 bar)
Lengte van de watertoevoerslang2,50 m
Lengte van de waterafvoerslang1,50 m
Lengte van de aansluitkabel2,40 m
Maximale opvoerhoogte1,0 m
Maximale afpomplengte5,0 m
KeurmerkKEMA
58
Programmeerfuncties
voor de wijziging van
standaardwaarden
Programmeerfuncties
U kunt een aantal varianten program
meren om het wasprogramma nog be
ter af te stemmen op het soort wasgoed
en de manier waarop u dit wilt wassen.
-
-
Systeem extra water
Wanneer de extra functie
is ingeschakeld, wordt er bij de pro
gramma's meer water gebruikt.
Daarbij zijn vier varianten mogelijk.
De variant die u wilt hebben kunt u
programmeren via "Systeem extra
water".
Variant 1:
Meer water bij het spoelen in de ge
noemde programma's
Variant 2:
Meer water bij het wassen en bij het
spoelen in de genoemde programma's
In deze variant wordt het apparaat ge
leverd.
Variant 3:
Een extra spoelgang in de program
Witte was/Bonte wasenKreukher
ma's
-
-
-
stellend
Variant 4:
Een combinatie van de varianten 2 en 3
Voor het programmeren van de gewenste variant zie de volgende bladzijde.
-
De gekozen variant kunt u na het pro
grammeren activeren door de toets
tra water
60
in te drukken.
Ex
-
-
Programmeerfuncties
Het programmeren van de gewenste
variant doet u met de stappen A tot
en met G
en wel met behulp van de
en de programmakeuzeschakelaar.
Deze bedieningselementen hebben
dus een tweede functie die niet op het
paneel te zien is.
Eerst moet aan de volgende voorwaar
den worden voldaan:
De wasautomaat moet uitgeschakeld
–
zijn.
De wasautomaat moet gesloten zijn.
–
– De programmakeuzeschakelaar
moet op stand dA Druk op de
gedurende de stappen B en C op
drukken.
B Schakel de wasautomaat met behulp
van de
C Wacht totdat het controlelampje van
de
Start
Start
- toets en blijf daar
I-Aan/0-Uit
- toets gaat branden. . .
Start
Einde
staan.
- toets in.
- toets
Knippert in het display in afwisseling
met de letter P een
1 = dan is variant 1
2 = dan is variant 2
3 = dan is variant 3
4 = dan is variant 4
G Schakel de wasautomaat met de
-
I-Aan/0-Uit
Op de toets
variant nu geprogrammeerd en blijft dat
totdat er een andere variant wordt ge
kozen en geprogrammeerd.
- toets uit.
Extra water
gekozen;
gekozen;
gekozen;
gekozen.
is de gekozen
-
D . . . en laat de
los.
E Draai de programmakeuzeschake
laar op stand
was 75°C
In het display gaat de letter P knipperen
in afwisseling met het cijfer 1, 2, 3 of 4.
F Door op de
kunt u tussen de verschillende
varianten kiezen.
Start
- toets daarna
Witte was / Bonte
:
Start
- toets te drukken
-
61
Programmeerfuncties
Behoedzaam wassen
Wanneer de functie "Behoedzaam
wassen" is geactiveerd, wordt het
aantal trommelbewegingen geredu
ceerd.
Zo kan licht vervuild wasgoed met
een behoedzaam ritme worden ge
wassen.
"Behoedzaam wassen" kan worden ge
bruikt in de programma's
Bonte was
tic
.
De functie is, wanneer de wasautomaat
wordt geleverd, niet geactiveerd.
Het programmeren van de variant
"Aan" of "Uit" doet u met de stappen
A tot en met G
en wel met behulp van de
en de programmakeuzeschakelaar.
Deze bedieningselementen hebben
dus een tweede functie die niet op het
paneel te zien is.
Eerst moet aan de volgende voorwaar
den worden voldaan:
–
De wasautomaat moet uitgeschakeld
zijn.
–
De wasautomaat moet gesloten zijn.
–
De programmakeuzeschakelaar
moet op stand d
,
Miniwas,StijvenenAutoma
Einde
Witte was/
Start
staan.
-
-
- toets
Start
A Druk op de
gedurende de stappen B en C op
drukken.
B Schakel de wasautomaat met behulp
van de
C Wacht totdat het controlelampje van
de
D . . . en laat de
-
los.
E Draai de programmakeuzeschake
-
laar op stand
60°C
In het display gaat de letter P knipperen
in afwisseling met het cijfer 0 of 1.
0 = wanneer "Behoedzaam wassen"
of een:
1 = wanneer "Behoedzaam wassen"
F Door één keer op de
drukken kunt u overschakelen van:
–
-
0 op 1, waarmee u "Behoedzaam
wassen" activeert;
–
of van 1 op 0, waarmee u "Behoed
zaam wassen" deactiveert.
G Schakel de wasautomaat met de
I-Aan/0-Uit
Start
- toets gaat branden. . .
.
niet is geactiveerd;
wel is geactiveerd.
I-Aan/0-Uit
De gekozen variant is nu geprogram
meerd en blijft dat totdat de andere va
riant wordt gekozen en geprogram
meerd.
- toets en blijf daar
- toets in.
Start
- toets daarna
Witte was/Bonte was
Start
- toets uit.
-
- toets te
-
-
-
-
62
Programmeerfuncties
Afkoeling van het sop
Wanneer de functie "Afkoeling van
het sop" is geactiveerd, stroomt er
aan het einde van de hoofdwas ter
afkoeling van het sop extra water in
de trommel.
"Afkoeling van het sop" kan worden ge
bruikt bij het programma
Bonte was
90°C en 75°C.
Het verdient aanbeveling om deze
functie te activeren
– wanneer de wasautomaat in een ge-
bouw staat met waterafvoerbuizen
die niet aan de Komokeur voldoen;
– wanneer u de waterafvoerslang in
een wasbak, wastafel of gootsteen
hangt.
Op deze manier kunt u brand- of
schroeigevaar voorkomen.
De functie is, wanneer de wasautomaat
wordt geleverd, niet geactiveerd.
Het programmeren van de variant
"Aan" of "Uit" doet u met de stappen
A tot en met G
en wel met behulp van de
en van de programmakeuzeschakelaar.
Deze bedieningselementen hebben
dus een tweede functie die niet op het
paneel te zien is.
Eerst moet aan de volgende voorwaar
den worden voldaan:
–
De wasautomaat moet uitgeschakeld
zijn.
–
De wasautomaat moet gesloten zijn.
–
De programmakeuzeschakelaar
moet op de stand d
en wel bij de temperaturen
Witte was/
Start
Einde
staan.
- toets
Start
A Druk op de
gedurende de stappen B en C op
drukken.
B Schakel de wasautomaat met behulp
van de
C Wacht totdat het controlelampje van
-
de
D . . . en laat de
los.
E Draai de programmakeuzeschake
laar op stand
was 40°C
In het display gaat de letter P knipperen
in afwisseling met het cijfer 0 of 1.
0 = wanneer "Afkoeling van het sop"
of een:
1 = wanneer "Afkoeling van het sop"
F Door één keer op de
drukken kunt u overschakelen van:
–
0 op 1, waarmee u "Afkoeling van het
sop" activeert;
–
of van 1 op 0, waarmee u "Afkoeling
van het sop" deactiveert.
G Schakel de wasautomaat met de
I-Aan/0-Uit
Start
- toets gaat branden. . .
.
niet is geactiveerd;
wel is geactiveerd.
I-Aan/0-Uit
De gekozen variant is nu geprogram
meerd en blijft dat totdat de andere va
riant wordt gekozen en geprogram
meerd.
- toets en blijf daar
- toets in.
Start
- toets daarna
Witte was / Bonte
Start
- toets uit.
-
- toets te
-
-
-
63
Programmeerfuncties
Memory
Wanneer de functie "Memory" is ge
activeerd, slaat de wasautomaat het
centrifugetoerental dat bij een pro
gramma wordt gekozen en eventuele
extra functies die bij datzelfde pro
gramma worden ingesteld, bij de
start van het programma op.
Wanneer u de volgende keer hetzelfde
basiswasprogramma kiest, geeft de
wasautomaat het opgeslagen centrifu
getoerental en de eventueel opgesla
gen extra functie(s) weer aan.
De functie is, wanneer de wasautomaat
wordt geleverd, niet geactiveerd.
Het programmeren van de variant
"Aan" of "Uit" doet u met de stappen
A tot en met G
en wel met behulp van de
en van de programmakeuzeschakelaar.
Deze bedieningselementen hebben
dus een tweede functie die niet op het
paneel te zien is.
Eerst moet aan de volgende voorwaar
den worden voldaan:
–
De wasautomaat moet uitgeschakeld
zijn.
–
De wasautomaat moet gesloten zijn.
–
De programmakeuzeschakelaar
moet op stand d
Einde
Start
staan.
-
-
-
-
-
- toets
Start
A Druk op de
gedurende de stappen B en C op
drukken.
B Schakel de wasautomaat met behulp
van de
C Wacht totdat het controlelampje van
de
D . . . en laat de
los.
E Draai de programmakeuzeschake
laar op stand
was 30°C
In het display gaat de letter P knipperen
in afwisseling met het cijfer 0 of 1.
0 = wanneer "Memory"
of een:
1 = wanneer "Memory"
F Door één keer op de
drukken kunt u overschakelen van:
–
0 op 1, waarmee u "Memory"
-
activeert
–
of van 1 op 0, waarmee u "Memory"
deactiveert.
G Schakel de wasautomaat met de
I-Aan/0-Uit
Start
- toets gaat branden. . .
.
niet is geactiveerd;
wel is geactiveerd.
I-Aan/0-Uit
De gekozen variant is nu geprogram
meerd en blijft dat totdat de andere va
riant wordt gekozen en geprogram
meerd.
- toets en blijf daar
- toets in.
Start
- toets daarna
Witte was/Bonte
Start
- toets uit.
-
- toets te
-
-
-
64
Programmeerfuncties
Inweektijd
Wanneer de extra functie
ingeschakeld, gaat aan het eigenlijke
wasprogramma een inweekprogram
ma vooraf.
Daarbij zijn vier varianten mogelijk.
De variant die u wilt hebben kunt u
programmeren via "Inweektijd".
De mogelijkheden zijn:
Variant 1:
2 uur inweektijd
In deze variant wordt het apparaat ge
leverd.
Variant 2:
1 uur en 30 minuten inweektijd
Variant 3:
1 uur inweektijd
Variant 4:
30 minuten inweektijd
Het programmeren van de gewenste
variant doet u met de stappen A tot
en met G
en wel met behulp van de
en de programmakeuzeschakelaar.
Deze bedieningselementen hebben
dus een tweede functie die niet op het
paneel te zien is.
Eerst moet aan de volgende voorwaar
den worden voldaan:
Inweken
Start
- toets
is
A Druk op de
gedurende de stappen B en C op
drukken.
B Schakel de wasautomaat met behulp
-
-
van de
C Wacht totdat het controlelampje van
de
Start
D . . . en laat de
los.
E Draai de programmakeuzeschake
laar op stand
In het display gaat de letter P knipperen
in afwisseling met het cijfer 1, 2, 3 of 4.
F Door op de
kunt u tussen de verschillende
varianten kiezen.
Knippert in het display in afwisseling
met de letter P een
1 = dan is variant 1
2 = dan is variant 2
3 = dan is variant 3
4 = dan is variant 4
G Schakel de wasautomaat met de
I-Aan/0-Uit
Op de toets
riant nu geprogrammeerd en blijft dat
totdat er een andere variant wordt ge
kozen en geprogrammeerd.
Start
- toets en blijf daar
I-Aan/0-Uit
- toets gaat branden. . .
- toets in.
Start
- toets daarna
Kreukherstellend 60°C
Start
- toets te drukken
gekozen;
gekozen;
gekozen;
gekozen.
- toets uit.
Inweken
is de gekozen va
.
-
-
–
De wasautomaat moet uitgeschakeld
zijn.
–
De wasautomaat moet gesloten zijn.
–
De programmakeuzeschakelaar
Einde
moet op stand d
staan.
656667
Wijzigingen voorbehouden/1704
Dit papier bestaat uit 100% chloorvrij gebleekte cellulose en is dus minder belastend voor het milieu
M.-Nr. 06 179 390 / 02
nl/NL
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.