Miele T 8164 WP User Manual [nl]

Gebruiksaanwijzing Warmtepompdroogautomaat
Lees absoluut de gebruiksaanwijzing voor u uw toestel plaatst, instal‐ leert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan het toestel.
nl-BE M.-Nr. 09 879 410
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu
De verpakking behoedt de droogauto‐ maat voor transportschade. Er werd voor milieuvriendelijk en recycleerbaar verpakkingsmateriaal gekozen.
Het recycleren van het verpakkingsma‐ teriaal vermindert de afvalproductie en het gebruik van grondstoffen. Uw han‐ delaar neemt de verpakking terug.
Uw toestel afdanken
Oude elektrische en elektronische toe‐ stellen bevatten vaak nog waardevolle materialen. Ze bevatten echter ook schadelijke stoffen die noodzakelijk wa‐ ren voor hun werking en beveiliging. Als deze stoffen bij het restafval terecht‐ komen of verkeerd worden behandeld, kunnen ze schade berokkenen aan de menselijke gezondheid en het milieu. Geef uw oud toestel dus niet mee met het gewone huisvuil.
Stroom sparen
Zo kan u vermijden dat de droogtijd on‐ nodig langer duurt en er meer stroom wordt verbruikt:
– Laat het wasgoed in de wasautomaat
tegen het hoogste toerental centrifu‐ geren. Zo spaart u bij het drogen ca. 20 % energie en tijd besparen als bijvoor‐ beeld met 1600 t.p.m in plaats van 1000 t.p.m. laat centrifugeren.
– Gebruik tijdens elk droogprogramma
de volledige trommellading. Dan is het stroomverbruik voor de hele la‐ ding het gunstigst.
– Zorg ervoor dat de kamertempera‐
tuur niet te hoog is. Als er zich ande‐ re, warmteproducerende apparaten in de ruimte bevinden, ventileer dan of schakel deze uit.
– Maak na elke droogbeurt de zeef‐
vlakken van de pluizenzeven schoon.
Breng het toestel liever naar het dichtstbijzijnde gemeentelijk container‐ park. Vraag meer informatie bij uw vak‐ handelaar.
Zorg er ook voor dat het toestel kind‐ veilig wordt bewaard voor u het weg‐ brengt.
2
Inhoud
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu ............................................. 2
Opmerkingen omtrent uw veiligheid ................................................................... 5
Bediening van de droogautomaat ...................................................................... 16
Bedieningspaneel .................................................................................................. 16
Het toestel voor het eerst in gebruik nemen.......................................................... 17
Opmerkingen omtrent het wasgoed .................................................................. 18
Zo droogt u juist................................................................................................... 19
Korte handleiding................................................................................................... 19
Programmaverloop wijzigen............................................................................... 21
Programmaoverzicht ........................................................................................... 22
Reiniging en onderhoud ..................................................................................... 25
Condenswaterreservoir leegmaken ....................................................................... 25
Reinigingsintervallen in acht nemen ...................................................................... 26
Zeefvlakken van de pluizenzeef............................................................................. 27
Droog schoonmaken ........................................................................................ 27
Vochtig reinigen ................................................................................................ 28
Het plaatsen van de inzet ................................................................................. 28
Fijnfilter................................................................................................................... 29
Verwijderen ....................................................................................................... 29
Fijnfilters reinigen.............................................................................................. 29
Klep van de fijnfilter reinigen............................................................................. 30
De warmtewisselaar controleren....................................................................... 30
Terugmonteren.................................................................................................. 31
Droogautomaat...................................................................................................... 31
Nuttige tips .......................................................................................................... 32
Hulp bij storingen................................................................................................... 32
Controle- en storingsmeldingen ............................................................................ 32
Een niet-bevredigend droogresultaat .................................................................... 34
Andere problemen ................................................................................................. 35
Het lampje vervangen ............................................................................................ 37
Service-afdeling ................................................................................................... 38
Reparaties.............................................................................................................. 38
Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren .................................................................... 38
Duur en voorwaarden van de waarborg................................................................. 38
3
Inhoud
Opstellen en aansluiten....................................................................................... 39
Vooraanzicht .......................................................................................................... 39
Achteraanzicht ....................................................................................................... 40
Droogautomaat transporteren................................................................................ 40
Opstellen................................................................................................................ 41
Onderbouw onder een werkblad of inbouw in een kast................................... 41
De droogautomaat waterpas zetten ................................................................. 42
Voordat u het toestel transporteert................................................................... 42
Was- en droogzuil............................................................................................. 42
Elektrische aansluiting ........................................................................................... 43
Verbruiksgegevens .............................................................................................. 44
Technische gegevens .......................................................................................... 45
Programmeerfuncties.......................................................................................... 47
Restvochtigheid in het programma "Katoen" wijzigen .......................................... 47
Restvochtigheid in het programma "Kreukherstellend" wijzigen........................... 48
Kreukbeveiliging instellen....................................................................................... 49
Zoemer uit-/inschakelen ........................................................................................ 50
Programmakeuze "Automatic plus" wijzigen......................................................... 51
Stand-by instellen .................................................................................................. 52
Instelling van de geleidbaarheid wijzigen............................................................... 54
4

Opmerkingen omtrent uw veiligheid

Lees beslist deze gebruiksaanwijzing.
Deze droogautomaat voldoet aan de voorgeschreven veiligheids‐ voorschriften. Door ondeskundig gebruik kunnen gebruikers ech‐ ter letsel oplopen en kan er schade optreden aan het toestel.
Lees de gebruiksaanwijzing voor u uw droogautomaat in gebruik neemt. U vindt er belangrijke opmerkingen omtrent uw veiligheid, het gebruik en het onderhoud van het toestel. Dat is veiliger voor uzelf en u vermijdt schade aan uw droogautomaat.
Bewaar de gebruiksaanwijzing en geef ze door aan wie het toestel eventueel na u gebruikt.

Juist gebruik

Deze droogautomaat is bedoeld voor gebruik in het huishouden
en in gelijkaardige omgevingen.
Deze droogautomaat is niet bestemd voor gebruik buitenshuis.Gebruik de droogautomaat uitsluitend voor huishoudelijke toepas‐
singen voor het drogen van in water gewassen wasgoed waarvan de fabrikant op het wasetiket heeft aangegeven dat ze geschikt voor de droogautomaat zijn. Gebruik voor andere doeleinden is niet toegelaten. Miele is niet ver‐ antwoordelijk voor schade die wordt veroorzaakt door een ander ge‐ bruik dan wat hier wordt vermeld of door foutieve bediening.
5
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Personen die door hun fysieke, zintuiglijke of geestelijke mogelijk‐
heden of hun onervarenheid of gebrek aan kennis niet in staat zijn om deze droogautomaat veilig te bedienen, mogen deze droogauto‐ maat alleen onder het toezicht of de begeleiding van een verant‐ woordelijk iemand gebruiken.

Kinderen in het huishouden

Kinderen jonger dan acht jaar dienen uit de buurt van de droogau‐
tomaat te worden gehouden, tenzij ze continue in het oog worden gehouden.
Kinderen vanaf acht jaar mogen de droogautomaat alleen zonder
toezicht bedienen, wanneer hen de droogautomaat zodanig is toe‐ gelicht dat ze het toestel veilig kunnen bedienen. Kinderen moeten de eventuele risico's van een foutieve bediening kunnen herkennen en begrijpen.
Kinderen mogen de droogautomaat niet zonder toezicht reinigen
of onderhouden.
Let op kinderen die in de buurt van de droogautomaat komen.
Laat ze nooit met de droogautomaat spelen.

Technische veiligheid

Zie na of het toestel geen uiterlijk zichtbare schade vertoont voor‐
dat u het opstelt. Beschadigde toestellen mag u nooit opstellen noch in gebruik ne‐ men.
Vergelijk de gegevens omtrent de aansluiting (smeltveiligheden,
spanning en frequentie) op het typeplaatje met die van het elektrici‐ teitsnet bij u ter plaatse voordat u het toestel aansluit. Vraag eventu‐ eel uitleg aan een elektricien als u niet zeker bent.
De betrouwbare en zekere werking van de droogkast is enkel ge‐
garandeerd wanneer de droogkast aan het openbare elektriciteitsnet is aangesloten.
6
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
De elektrische veiligheid van dit toestel is enkel gewaarborgd zo
het op een volgens de voorschriften geïnstalleerd aardsysteem is aangesloten. Het is heel belangrijk dat aan deze fundamentele veilig‐ heidsvoorwaarde is voldaan. In geval van twijfel dient u uw installatie door een vakman of vakvrouw te laten nakijken. Miele kan niet aan‐ sprakelijk gesteld worden voor schade die werd veroorzaakt doordat de aardleiding onderbroken was of gewoon ontbrak.
Gebruik om veiligheidsredenen geen verlengsnoer. Gebruik van
een verlengsnoer verhoogt het risico op oververhitting en daarmee op brand.
Is het aansluitsnoer beschadigd, laat het dan vervangen door een
vakman die door Miele erkend is. Zo vermijdt u risico's voor wie het toestel gebruikt.
Door ondeskundig uitgevoerde reparaties kunnen er onvoorziene
risico's ontstaan voor de gebruiker. Daarvoor kan Miele niet aan‐ sprakelijk worden gesteld. Reparaties mag u uitsluitend laten uitvoe‐ ren door vakmensen die door Miele erkend zijn. Anders is er bij schade achteraf geen aanspraak meer op waarborg.
Defecte onderdelen mogen enkel worden vervangen door origine‐
le Miele-vervangstukken. Enkel dan bent u zeker dat ze ten volle vol‐ doen aan de eisen die Miele qua veiligheid stelt.
Bij storingen of bij reiniging en onderhoud is deze droogautomaat
pas van het stroomnet losgekoppeld indien
– u de stekker uit het stopcontact haalt of – de zekering op uw elektrische installatie is uitgeschakeld of – de schroefzekering op uw elektrische installatie helemaal uitge‐
draaid is.
7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Deze droogautomaat mag niet op niet-stationaire plaatsen (bijv.
schepen) worden gebruikt.
Voer geen veranderingen aan de droogautomaat uit die niet uit‐
drukkelijk door Miele zijn toegestaan.
Meer uitleg over warmtepomp en koelmiddel:
Deze droogautomaat werkt met een gasvorming koelmiddel dat door een compressor wordt verdicht. Het door de verdichting op een hoger temperatuurniveau gebrachte en vloeibaar geworden koelmiddel wordt in een gesloten circuit door de warmtewisselaa‐ reenheid geleid, waar de warmtewisseling met de voorbijstromende drooglucht plaatsvindt.
– Bromgeluiden tijdens het drogen, veroorzaakt door de warmte‐
pomp, zijn normaal. De droogautomaat werkt geheel naar beho‐
ren. – Het koelmiddel is niet brandbaar en niet explosief. – Een stilstandtijd na correct transport en opstellen van de droog‐
automaat is over het algemeen niet nodig (zie hoofdstuk "Opstel‐
len en aansluiten").
Anders: Stilstandtijd in acht nemen! Anders kan de warmtepomp
beschadigd raken! – Deze droger bevat gefluoreerde broeikasgassen. Deze zijn herme‐
tisch afgesloten. Aanduiding: R134a
8
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Neem de aanwijzingen in de rubriek "Opstellen en aansluiten" en
de rubriek "Technische gegevens" in acht.
De aansluitstekker moet te allen tijde bereikbaar zijn om de
droogautomaat van het elektriciteitsnet te kunnen afsluiten.
De luchtspleet tussen de onderzijde van de droogautomaat en de
vloer mag u in geen geval versmallen door plinten, dik tapijt e.d. An‐ ders is er geen voldoende toevoer van koele lucht gewaarborgd!
In het zwenkbereik van de droogautomaatdeur mag u geen af‐
sluitbare deur, schuifdeur of een deur met een scharnier aan de an‐ dere kant installeren.

Efficiënt gebruik

De maximumlading bedraagt 7,0 kg (droog wasgoed).
In de rubriek "Programmaoverzicht" vindt u de deels kleinere ladin‐ gen voor afzonderlijke programma's.
Brandgevaar!
Deze droogautomaat mag niet op een instelbaar stopcontact (bijv. via een schakelklok of op een elektrische installatie met piekbelas‐ tinguitschakeling) worden aangesloten. Als het droogprogramma voor beëindiging van de afkoelfase is afge‐ broken, dan bestaat het gevaar van zelfontbranding van het was‐ goed.
9
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Wegens brandgevaar is het verboden textiel te drogen
– dat niet is gewassen. – dat niet voldoende gereinigd is en waarop oliehoudende, vethou‐
dende of andere resten aanwezig zijn (bijv. wasgoed dat wordt
gebruikt in de keuken of voor cosmeticatoepassingen en waarop
zich olie-, vet- of crèmeresten bevinden). Als u textiel droogt dat
niet voldoende gereinigd is bestaat er gevaar op zelfontbranding,
zelfs wanneer het droogproces beëindigd is en het wasgoed zich
niet langer in de droogautomaat bevindt. – dat sporen van brandgevaarlijke reinigingsmiddelen bevat, of res‐
tanten van aceton, alcohol, benzine, petroleum, kerosine, vlek‐
kenverwijderaar, terpentijn, was, wasverwijderaar of chemicaliën
(dit kan bv. het geval zijn bij moppen, opnemers en poetsdoeken). – waarop resten van een haarverstevigingsproduct, hairspray, na‐
gellakverwijderingsproduct of gelijkaardig product voorkomen.
Dergelijk sterk vervuild wasgoed moet u daarom bijzonder grondig wassen: gebruik hierbij extra wasmiddel en selecteer een hoge tempera‐ tuur. Bij twijfel dient u het wasgoed verscheidene malen te was‐ sen.
10
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Verwijder alle voorwerpen uit de zakken (zoals aanstekers, luci‐
fers).
Waarschuwing: Schakel de droogautomaat nooit uit voor afloop
van een droogprogramma. Behalve dan, wanneer al het wasgoed onmiddellijk uit de trommel kan worden genomen en zo uitgespreid dat de warmte kan worden afgegeven.
Wasverzachters of vergelijkbare producten moeten steeds zo
worden gebruikt als vermeld in de gebruiksinstructies voor de was‐ verzachters.
Wegens brandgevaar is het te allen tijde verboden stukken textiel
of producten te drogen:
– wanneer industriële chemicaliën werden gebruikt voor de reini‐
ging (bv. bij een chemische reiniging). – die hoofdzakelijk schuimrubberen, rubberen of rubberachtige de‐
len bevatten. Het gaat hierbij bv. om producten uit schuimrub-
berlatex, douchekappen, waterdichte stoffen, met rubber beklede
artikelen en kledingstukken en hoofdkussens met schuimrub-
bervlokken. – die een vulling hebben en beschadigd zijn (bv. kussens of jassen).
Vulling die eruit valt kan brand veroorzaken.
11
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Na de verwarmingsfase volgt bij veel programma's de afkoelfase
om te garanderen dat de stukken wasgoed geen temperatuur be‐ reiken waarbij ze mogelijk beschadigd worden (bv. het vermijden van zelfontbranding van het wasgoed). Pas daarna is het programma ten einde. Het wasgoed altijd direct en volledig na einde van het programma verwijderen.
Leun niet op de toesteldeur. Deze droogautomaat kan anders om‐
kantelen.
Sluit de deur na elk gebruik. Zo voorkomt u dat
– kinderen in het toestel proberen te kruipen of er voorwerpen in
verstoppen. – er kleine dieren in de trommel kruipen.
Deze droogautomaat mag nooit zonder of
– met beschadigde pluizenfilters worden gebruikt. – met beschadigde filter in de sokkel worden gebruikt.
Er kunnen dan te veel pluizen in deze droogautomaat komen, wat een defect tot gevolg kan hebben!
De pluizenfilters moeten na elke droogbeurt worden gereinigd!De pluizenfilters of de filter in de sokkel moeten na een vochtige
reiniging goed worden gedroogd. Door natte pluizen-/voetfilters kun‐ nen er storingen in de werking van uw toestel optreden!
Stel uw droogautomaat niet op in een vertrek waar het kan vrie‐
zen. Temperaturen rond of onder het vriespunt brengen de goede werking van het toestel in het gedrang. Bevroren condenswater in de pomp en in de afvoerslang kan schade veroorzaken.
12
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Wanneer u een externe afvoerslang voor het condenswater aan‐
sluit, moet u de slang vastmaken indien u die in een wasbak hangt. Anders kan de slang wegglijden en kan het weglopende water scha‐ de veroorzaken.
Condenswater is geen drinkwater.
Het kan de gezondheid van mens en dier schade toebrengen.
Houd de omgeving van het toestel steeds vrij van stof en pluizen.
Vuildeeltjes in de aangezogen koellucht kunnen na verloop van tijd de warmtewisselaar verstoppen.
Spuit de droogautomaat niet nat af.
13
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Gebruik van de geurflacon (mits toeslag verkrijgbaar ac‐ cessoire)
Alleen de originele Miele geurflacon mag worden gebruikt.De geurflacon uitsluitend in de verkoopverpakking bewaren; gooi
de verpakking daarom niet weg.
Pas op, de geurstof kan uitlopen! De geurflacon of de pluizenfilter
met de gemonteerde geurflacon rechtop houden en nooit neerleg‐ gen of kantelen.
Uitgelopen geurstof direct met een zuigende doek opvegen: van
de vloer, van de droogautomaat, van onderdelen van de droogauto‐ maat (bijv. pluizenzeef).
Bij lichaamscontact met uitgelopen geurstof: Huid grondig met
water en zeep reinigen. Ogen minstens 15 minuten met schoon wa‐ ter spoelen. Bij inslikken de mond grondig met schoon water uit‐ spoelen. Na oogcontact of inslikken een arts raadplegen!
Kleding die met uitgelopen geurstof in contact komt direct ver‐
vangen. Kleding of doeken grondig met ruime hoeveelheid water en wasmiddel reinigen.
Er bestaat brandgevaar of gevaar van beschadiging van de
droogautomaat bij het niet in acht nemen van deze richtlijnen:
– Vul de geurflacon nooit bij met geurstof. – Gebruik nooit een defecte geurflacon.
De lege geurflacon moet met het huisvuil worden weggegooid en
mag nooit voor een ander doel worden gebruikt.
Neem de bij de geurflacon bijgevoegde informatie in acht.
14
Opmerkingen omtrent uw veiligheid

Toebehoren

Alleen toebehoren dat Miele uitdrukkelijk heeft goedgekeurd, mag
worden gemonteerd of ingebouwd. Worden er andere onderdelen gemonteerd of ingebouwd, dan ver‐ valt het recht op waarborg en/of productaansprakelijkheid.
Wasautomaten van Miele kunnen in een was- en droogzuil ge‐
combineerd worden opgesteld. Tevens is een Miele was-droog-ver‐ bindingsset vereist; dit is met toeslag verkrijgbaar toebehoren. Let erop dat de was-droog-verbindingsset geschikt is voor de Miele droogautomaat en de Miele wasautomaat.
Let erop dat de voet van Miele (met toeslag verkrijgbaar toebeho‐
ren) bij deze droogautomaat past.
Miele is niet aansprakelijk voor schade die ontstaan is doordat deze veiligheidsrichtlijnen niet in acht werden genomen.
15

Bediening van de droogautomaat

Bedieningspaneel

a
"Display" h min zie volgende pagina
b
Controle-/storingslampje
Zie hoofdstuk "Storingen verhelpen" Het met PC aangeduide controlelampje dient tevens als controle- en over‐ drachtspunt voor de technische dienst van Miele.
c
Toets "Start" start een droogprogramma. Het controlelampje knippert als u het programma kan starten. Na de start van het programma blijft het branden.
d
Programmakiezer
om het droogprogramma in te stellen De programmakiezer kunt u zowel naar rechts als naar links draaien.
e
Toets om in en uit te schakelen Na het inschakelen wordt op het display ter bevestiging of de duur van het gekozen programma aangeven.
f
Toets Deur hiermee kan u de toesteldeur steeds openmaken, of het toestel onder stroom staat of niet.
16
Bediening van de droogautomaat

Display h min

Op de display wordt het volgende weergegeven

– de duur van het programma (h min =
uren en minuten) – controle- en storingsmeldingen – de programmeerfuncties
Met de programmeerfuncties kunt u
de elektronische besturing van de
droogautomaat aan uw specifieke
wensen aanpassen.
Zie de gelijknamige rubriek in deze
gebruiksaanwijzing.

Schatting resterende tijd

In het display h min wordt de vermoe‐ delijke programmaduur getoond (rest‐ tijdprognose). Uitzondering: de Luch‐ ten-programma's duren 20 minuten. Wegens de volgende factoren kan die vermoedelijke duur telkens weer ver‐ schillen: het resterende vocht na het centrifugeren, de textielsoort, de hoe‐ veelheid wasgoed, de kamertempera‐ tuur of spanningsschommelingen in het stroomnet. Daarom past de elektronische besturing zich bij elke lading wasgoed telkens op‐ nieuw aan. Zo wordt de resterende tijd steeds nauwkeuriger aangeduid. Tijdens het drogen wordt de resterende tijd gecontroleerd. Dat kan in enkele ge‐ vallen tot sprongetjes in de tijdsaandui‐ ding leiden.

Trommelverlichting

Als de droogautomaat is ingeschakeld en de toesteldeur openstaat, gaat de trommelverlichting na enkele minuten uit (stroombesparing).

Het toestel voor het eerst in gebruik nemen

De droogautomaat goed opstel‐
len en aansluiten. Gebeurde een transport niet volgens de beschrij‐ ving in hoofdstuk "Opstellen en aan‐ sluiten", dan is een stilstandtijd van ca. 1 uur noodzakelijk, voordat deze droogautomaat elektrisch wordt aan‐ gesloten.
17
Loading...
+ 39 hidden pages