Miele T 8000 WP EcoCare User Manual [nl]

Page 1
Gebruiksaanwijzing
Warmtepompdroogautomaat T 8000 WP EcoCare
Lees absoluut de gebruiksaanwijzing voor u uw toestel plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan het toestel.
nl-BE
Page 2
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het toestel voor transportschade. Er werd materiaal ge kozen, dat door het milieu wordt ver dragen en opnieuw kan worden benut. Door de verpakking weer in kringloop te brengen, wordt er grondstof ge spaard en verkleint de afvalberg. Geef deze stoffen dus niet met het gewone vuilnis mee. Breng ze liever naar het dichtstbijzijnde gemeentelijk container park. Waar u dat vindt, komt u zeker bij uw gemeentebestuur aan de weet.
-
-
Het afdanken van het apparaat
Oude elektrische en elektronische ap­paraten bevatten vaak nog waardevolle materialen. Ze bevatten echter ook schadelijke stoffen die voor het functio­neren en de veiligheid van het appa­raat nodig waren. Als u het apparaat bij het gewone afval doet of bij verkeerde behandeling kunnen deze stoffen schadelijk zijn voor de gezondheid en het milieu. Verwijder het afgedankte apparaat dan ook nooit met het ge wone afval.
Bij de aankoop van uw nieuw toestel heeft u een bijdrage betaald. Die wordt volledig gebruikt voor de toekomstige recyclage van dat toestel. Dat bevat trouwens nog waardevol materiaal. Door te recycleren wordt er dan ook minder verspild en vervuild.
-
Als u vragen heeft omtrent het af danken van uw oud toestel, neem dan contact op met
­de handelaar bij wie u het kocht
of
de firma Recupel,
telefoon 02 706 86 10, website: www.recupel.be
of
uw gemeentebestuur als u uw toestel
naar een containerpark brengt.
-
Zorg er ook voor dat het toestel intus sen kindveilig wordt bewaard voor u het laat wegbrengen.
Stroom besparen
Zo kunt u vermijden dat de droogtijd onnodig langer is en er meer stroom dan nodig wordt verbruikt:
– Laat het wasgoed in de wasauto-
maat met een maximaal centrifu­geertoerental centrifugeren. U kunt bij het drogen ca. 20 % ener­gie en tijd besparen wanneer u bijv. op 1600 t/min. in plaats van 1000 t/min. centrifugeert.
Gebruik tijdens elk droogprogramma de volledige trommellading. Dan is het stroomverbruik voor de hele la ding het gunstigst.
Zorg ervoor dat de kamertemperatuur niet te hoog is. Wanneer er zich an dere, warmteproducerende toestellen in de ruimte bevinden, ventileert u deze of schakelt u ze uit.
Reinig de zeefvlakken van de plui zenzeven na elke droogbeurt.
Reinig de fijnfilters wanneer op het display een melding hiertoe wordt weergegeven.
-
-
-
-
-
2
Page 3
Inhoud
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu .......................2
Veiligheidsaanwijzingen en waarschuwingen ..........................5
Bediening van de droogautomaat ...................................10
Bedieningspaneel .................................................10
Opmerkingen omtrent het wasgoed..................................12
Onderhoudssymbolen op het etiket ...................................12
Droogtips ........................................................12
Zo droogt u juist..................................................13
Korte handleiding .................................................13
Extra functies/Startuitstel ..........................................16
Extra's ..........................................................16
Behoedzaam + .................................................16
Zoemer .......................................................16
Startuitstel .......................................................16
Programmaoverzicht ..............................................17
Het programmaverloop wijzigen ....................................20
Lopend programma................................................20
- veranderen ...................................................20
- afbreken en nieuw programma selecteren...........................20
- afbreken en wasgoed uit de trommel halen ..........................20
Startuitsteltijd wijzigen ..............................................20
Wasgoed toevoegen of uitnemen .....................................20
Resttijd ..........................................................20
Elektronisch slot .................................................21
Reiniging en onderhoud ...........................................22
Het condenswaterreservoir leegmaken.................................22
Reinigingsintervallen voor de zeefvlakken van de pluizenzeef en fijnfilter in acht
nemen ..........................................................23
Zeefvlakken van de pluizenzeef reinigen ...............................24
1. In de toesteldeur..............................................24
2. In de opening van de deur ......................................24
Fijnfilters reinigen..................................................25
1. Fijnfilters in de pluizenzeef in de toesteldeur ........................25
2. Fijnfilter in de pluizenzeef in opening van de deur....................27
3. Fijnfilter voor de warmtewisselaareenheid ..........................28
De droogautomaat zelf .............................................29
3
Page 4
Inhoud
Storingen verhelpen ..............................................30
Wat gedaan als...?...............................................30
Controle- en storingsmeldingen ......................................30
Een niet-bevredigend droogresultaat ..................................32
Andere problemen.................................................33
Het lampje vervangen ..............................................35
Technische dienst ................................................36
Herstellingen .....................................................36
Het programma updaten ............................................36
Duur en voorwaarden van de waarborg ................................36
Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren ..................................36
Opstellen en aansluiten............................................37
Vooraanzicht .....................................................37
Achteraanzicht....................................................38
Droogautomaat transporteren ........................................38
Plaats van opstelling ...............................................39
Inbouw onder een werkblad of inbouw in een kast .....................39
Het toestel waterpas zetten .......................................40
Was- en droogzuil...............................................40
Het condenswater laten afvoeren .....................................41
De afvoerslang (in de wasbak/ afvoeropening in de vloer) hangen.........42
Bijzondere aansluitomstandigheden ................................42
Elektrische aansluiting ..............................................44
Verbruiksgegevens ...............................................45
Technische gegevens .............................................46
Programmeerfuncties .............................................47
Restvochtigheid in het programma "Katoen" wijzigen ......................47
Restvochtigheid in het programma "Kreukherstellend" wijzigen ...............48
Kreukbeveiliging instellen ...........................................49
Het volume van de zoemer instellen ...................................50
Restvochtigheid in het programma "Automatisch plus" wijzigen..............51
Stand-by instellen .................................................52
Memory-functie instellen ............................................54
Het akoestische signaal instellen .....................................55
Instelling van de geleidbaarheid wijzigen................................56
Droogtegraadstappen toevoegen .....................................57
4
Page 5
Veiligheidsaanwijzingen en waarschuwingen
Lees absoluut deze gebruiksaan
~
wijzing.
Deze droogautomaat voldoet aan de voorgeschreven veiligheidsvoor schriften. Bij ondeskundig gebruik kan er schade optreden aan het toe stel en kan de gebruiker gevaar lo pen.
Lees aandachtig deze montage- en gebruiksaanwijzing voor u deze droogautomaat monteert en ge­bruikt. U vindt er belangrijke opmer­kingen omtrent uw veiligheid, het gebruik en het onderhoud van het toestel. Zo beschermt u zichzelf en vermijdt u schade aan de droogau­tomaat.
Gebruik de droogautomaat uitslui
~
tend in huishoudelijke toepassingen en enkel om textiel te drogen waarvan de fabrikant op het wasetiket heeft aange geven dat het machinaal mag worden gedroogd.
­Gebruik voor andere doeleinden is niet
toegelaten. Miele is niet verantwoorde lijk voor schade die wordt veroorzaakt
-
door een ander gebruik dan wat hier wordt vermeld of door foutieve bedie ning.
-
-
De droogautomaat is niet geschikt
~
voor gebruik in open lucht.
Personen die door hun fysieke,
~
zintuiglijke of geestelijke mogelijkheden of hun onervarenheid of gebrek aan kennis niet in staat zijn om deze droog­automaat veilig te bedienen, mogen deze droogautomaat alleen onder het toezicht of de begeleiding van een ver­antwoordelijk iemand gebruiken.
-
-
-
-
Kinderen in het huishouden
Bewaar deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig en geef ze door aan wie het toestel eventueel na u gebruikt.
Juist gebruik
Deze droogautomaat is bedoeld
~
voor gebruik in het huishouden en in gelijkaardige omgevingen, zoals:
in winkels, kantoren en gelijkaardige werkomgevingen
in agrarische omgevingen
door klanten in hotels, motels, bed-and-breakfasts en andere typische woonomgevingen.
Let op kinderen die in de buurt van
~
de droogautomaat komen. Laat ze nooit met het toestel spelen.
Kinderen jonger dan acht jaar mo
~
gen de droogautomaat alleen maar ge bruiken wanneer hen de bediening er van zo uitgelegd is dat ze de droogau tomaat veilig kunnen bedienen. Kin deren moeten de eventuele risico's van een foutieve bediening kunnen besef fen.
-
-
-
-
-
-
5
Page 6
Veiligheidsaanwijzingen en waarschuwingen
Technische veiligheid
Controleer vóórdat de droogauto
~
maat wordt geplaatst, of het toestel zichtbaar beschadigd is. Een beschadigde droogautomaat mag u niet opstellen en in gebruik nemen.
Vergelijk de gegevens omtrent de
~
aansluiting (zekering, spanning en fre quentie) op het typeplaatje met die van het elektriciteitsnet bij u ter plaatse voordat u het toestel aansluit. Vraag eventueel uitleg aan een elektricien als u niet zeker bent.
De elektrische veiligheid van dit toe-
~
stel is enkel gewaarborgd zo het op een volgens de voorschriften geïnstal­leerd aardsysteem is aangesloten. Het is heel belangrijk dat aan deze funda­mentele veiligheidsvoorwaarde is vol­daan. In geval van twijfel dient u uw in­stallatie door een vakman of vakvrouw te laten nakijken. Miele kan niet aan­sprakelijk gesteld worden voor schade die werd veroorzaakt doordat de aard­leiding onderbroken was of gewoon ontbrak.
-
De warmtepomptechniek in de
~
droogautomaat gebruikt een gasvormig koelmiddel, dat een compressor condenseert. Het door condensering op een hoger temperatuurniveau gebrachte en vloeibaar gemaakte koel middel wordt in een gesloten kringloop door de warmtewisselaareenheid ge
-
leid, waar de warmte-uitwisseling met de voorbijstromende drooglucht plaatsvindt. Bromgeluiden tijdens het droogproces zijn normaal en zijn toe te schrijven aan deze warmtepomptechniek. Deze ge luiden duiden niet op een storing in de werking van de droogautomaat.
– Het koelmiddel is niet brandbaar en
niet explosief.
– Als de droogautomaat correct is ge-
transporteerd en opgesteld, hoeft u het toestel niet eerst even te laten staan voor u het aansluit (zie rubriek "Opstellen en aansluiten").
Gebruik om veiligheidsredenen
~
geen verlengsnoer. Gebruik van een verlengsnoer verhoogt het risico op oververhitting en daarmee op brand.
-
-
-
Door ondeskundig uitgevoerde re
~
paraties kunnen er onvoorziene risico's ontstaan voor de gebruiker. Daarvoor kan Miele niet aansprakelijk worden ge steld. Reparaties mag u uitsluitend la ten uitvoeren door vakmensen die door Miele erkend zijn.
Anders is er bij schade achteraf geen
aanspraak meer op waarborg.
6
-
-
-
Page 7
Veiligheidsaanwijzingen en waarschuwingen
Defecte onderdelen mogen enkel
~
worden vervangen door originele Miele-wisselstukken. Enkel daardoor bent u zeker dat ze ten volle voldoen aan de eisen die Miele qua veiligheid stelt.
Is het aansluitsnoer beschadigd,
~
laat het dan vervangen door een vak man die door Miele erkend is. Zo ver mijdt u risico's voor wie het toestel ge bruikt.
-
-
-
Bij storingen of bij reiniging en on
~
derhoud is uw toestel pas van het stroomnet losgekoppeld in een van de volgende gevallen:
– De stekker van de droogautomaat is
uit het stopcontact getrokken.
– De zekering op de elektrische instal-
latie is uitgeschakeld.
– De schroefzekering op uw elek-
trische installatie is helemaal uitge­draaid.
Deze droogautomaat mag niet ge
~
bruikt worden op een beweegbare plaats (bv.schip).
Voer geen wijzigingen uit aan de
~
droogautomaat die niet uitdrukkelijk door Miele zijn toegelaten.
-
-
7
Page 8
Veiligheidsaanwijzingen en waarschuwingen
Efficiënt gebruik
Wegens brandgevaar is het
~
verboden textiel te drogen:
indien ze ongewassen zijn.
indien ze niet voldoende gereinigd
zijn en waarop oliehoudende, vethoudende of andere resten aan wezig zijn (bijv. wasgoed dat wordt gebruikt in de keuken of voor cosmeticatoepassingen en waarop zich olie-, vet- of crèmeresten bevin den). Als u textiel droogt dat niet vol doende gereinigd is, bestaat er ge vaar op zelfontbranding, zelfs wan­neer het droogproces beëindigd is en het wasgoed zich niet langer in de droogautomaat bevindt.
– waarop brandgevaarlijke reinigings-
producten of resten van acteon, al­cohol, benzine, petroleum, kerosine, vlekkenverwijderaar, terpentijn, wasverwijderaar of chemische prod­ucten (kan het geval zijn bij zwabbers, dweilen, stofdoeken) aan wezig zijn.
waarop resten van een haarverstevigingsproduct, hairspray, nagellakverwijderingsproduct of gelijkaardig product voorkomen.
Dergelijk sterk vervuild wasgoed moet u grondig wassen: gebruik hierbij een extra hoeveel heid wasmiddel en selecteer een hoge temperatuur. Bij twijfel dient u het verscheidene malen te wassen.
-
Wegens brandgevaar is het steeds
~
verboden textiel te drogen dat:
hoofdzakelijk schuimrubberen, rub
beren of rubberachtige delen bevat. Dat zijn bijvoorbeeld producten uit latexschuimrubber, douchemutsen, waterdicht textiel, gegommeerde arti
-
-
-
kelen en kledingsstukken, hoofdkussens met schuimrubbervlokken.
een vulling heeft en beschadigd is
(bijv. kussens of jasjes). Vulling die
­eruit valt kan brand veroorzaken.
Bij vele programma's komt na de
~
verwarmingsfase een koelfase om er zeker van te zijn dat de stukken was­goed op een temperatuur blijven waar­bij ze niet beschadigd worden ( bijv. het vermijden van zelfontbranding). Pas daarna is het programma ten einde. Het wasgoed altijd direct en volledig na einde van het programma verwijderen.
Waarschuwing: de droogautomaat
~
-
nooit uitschakelen voor beeindiging van het droogprogramma. Behoudens als alle stukken wasgoed onmiddellijk ver wijderd worden en zo uitgespreid dat de warmte kan afgegeven worden.
Wasverzachter of gelijkaardige
~
producten moeten zo gebruikt worden als bepaald in de gebruiksaanwijzing ervan.
-
-
-
-
Verwijder alle aanstekers en lucifers
~
uit de zakken.
8
Page 9
Veiligheidsaanwijzingen en waarschuwingen
U mag de droogautomaat niet zon
~
der
pluizenzeven en ook niet met be
schadigde pluizenzeven laten wer ken.
fijnfilters en ook niet met bescha
digde fijnfilters laten werken.
De droogautomaat zou defect raken door de overvloed aan pluisjes.
Reinig de zeefvlakken van de plui
~
zenzeven na elke droogbeurt.
De pluizenzeven en fijnfilters moeten
~
na een vochtige reiniging goed worden gedroogd. Door natte pluizenzeven kunnen er storingen in de werking van uw toestel optreden!
Stel uw droogautomaat niet op in
~
een vertrek waar het kan vriezen. Tem­peraturen rond of onder het vriespunt brengen de goede werking van het toe­stel in het gedrang. Bevroren condenswater in de pomp en in de afvoerslang kan schade veroorza ken.
Wanneer u een externe afvoerslang
~
voor het condenswater aansluit, moet u de slang vastmaken indien u die in een wasbak hangt. Anders kan de slang wegglijden en kan het weglopende water schade veroor zaken.
Condenswater is geen drinkwater.
~
Het kan de gezondheid van mens en dier schade toebrengen.
-
-
-
-
-
-
Hou het vertrek waar de droogauto
~
maat toestel opgesteld is steeds vrij van stof en pluisjes. Vuildeeltjes in de aangezogen koellucht kunnen na verloop van tijd de warmte wisselaar verstoppen.
Leun niet op de toesteldeur. De
~
droogautomaat kan anders omkantelen.
Sluit de deur na elk gebruik. Zo
~
voorkomt u dat:
kinderen in het toestel proberen te
kruipen of er voorwerpen in verstop pen.
– er kleine dieren in de trommel krui-
pen.
Spuit de droogautomaat in geen ge-
~
val af.
Toebehoren
Alleen toebehoren die Miele uitdruk-
~
kelijk heeft goedgekeurd, mogen wor­den gemonteerd of ingebouwd.
-
Worden er andere onderdelen gemon teerd of ingebouwd, dan vervalt het recht op garantie en/of de productaan sprakelijkheid.
Miele is niet aansprakelijk voor scha de die ontstaan is doordat deze vei ligheidsrichtlijnen niet in acht wer den genomen.
-
-
-
-
-
-
-
-
9
Page 10
Bediening van de droogautomaat
Bedieningspaneel
a Toets Behoedzaam +
Delicaat wasgoed wordt met verminderde mechanische belasting gedroogd.
b Toets voor droogtegraden
De controlelampjes geven de geko­zen droogtegraad aan.
c Display
Zie volgende pagina.
d Toets startuitstel
Deze toets heeft een dubbele func tie:
- Startuitsteltijd kiezen
- Programmaduur Warme lucht/ Koude lucht kiezen.
e Toets Zoemer
Het einde van het programma wordt akoestisch aangegeven.
f Display Perfect Dry
Voor alle droogtegraadprogramma's. Zie volgende pagina.
g Controle-/storingslampje
Zie volgende pagina en de hoofd­stukken "Reiniging en onderhoud", "Storingen verhelpen" en "Technische Dienst".
h Toets Start/Stop
Hiermee wordt het programma ge­start of afgebroken. De toets knippert bij het kiezen van een programma en gaat aan na de start van het programma.
i Programmakiezer
­De controlelampjes geven het geko zen programma aan.
j Toets Deur
Hiermee kan u de toesteldeur steeds openmaken, of het toestel onder stroom staat of niet.
k Toets jk
Voor in- en uitschakelen.
-
10
Page 11
Bediening van de droogautomaat
Op de display wordt het volgende weergegeven
De duur van het programma.
Het programmaverloop
Drogen Koude lucht Einde.
Controle- en storingsmeldingen.
Bovendien worden op de display de volgende functies geselecteerd
De programmaduur Warme lucht/
Koude lucht.
– Het startuitstel.
U kunt een gekozen programma la­ter door de droogautomaat laten starten. Na afloop van het startuitstel start het programma automatisch.
– De programmeerfuncties.
Met de programmeerfuncties kunt u de elektronische besturing van de droogautomaat aan uw specifieke wensen aanpassen. Meer informatie vindt u in de gelijknamige rubriek, op het einde van deze handleiding.
Indicator Perfect Dry
Het Perfect Dry-systeem meet de rest vochtigheid van het wasgoed in de droogtegraadprogramma's en zorgt zo voor een precieze droging.
Na het starten van het programma be rekent de elektronische besturing de programmaduur (resttijdprognose). Hiervoor knippert het controlelampje Perfect Dry.
Na korte tijd wordt de programmaduur getoond en dooft het controlelampje. Bij het bereiken van de ingestelde droogtegraad licht het controlelampje Perfect Dry op tot het einde van het programma.
De indicator Perfect Dry blijft bij deze tijdgestuurde programma's altijd don ker: Wol, Zijde, Koude lucht, Warme
lucht, Ontkreuken.
Opmerking bij de programma duur / resttijdprognose
Op de display wordt de vermoedelijke programmaduur getoond (resttijdprognose). Op grond van deze factoren kan de schatting van de resterende tijd telkens weer verschillen: het resterende vocht na het centrifugeren, de textielsoort, de hoeveelheid wasgoed, de kamertempe­ratuur of spanningsschommelingen in het stroomnet.
Daarom past de elektronische bestu ring zich bij elke lading wasgoed tel kens opnieuw aan. Zo wordt de reste rende tijd steeds nauwkeuriger aange duid. De resttijdprognose wordt tijdens het drogen gecontroleerd. Daardoor kan de tijdsaanduiding in enkele geval len verspringen.
-
Programma's kunnen eveneens te vroeg ten einde lopen. Bijvoorbeeld bij heel fijne weefsels, een zeer kleine la ding of indien er even tevoren nog werd gedroogd.
-
-
-
-
-
-
-
-
-
11
Page 12
Opmerkingen omtrent het wasgoed
Onderhoudssymbolen op het etiket
Drogen
q/r Normale/lage temperatuur.
Deze droogautomaat droogt in elk programma temperatuurbesparend. Een opsplitsing van het wasgoed
q/r is niet nodig.
s Niet geschikt voor de droogau
tomaat.
Strijken en mangelen
I Zeer heet. H Heet. G Warm. J Niet strijken/mangelen.
Droogtips
– Hou steeds rekening met de maxi-
mumlading die in de rubriek Pro­grammaoverzicht wordt opgegeven. Anders wordt de was niet zo be hoedzaam behandeld.
Het droogresultaat komt dan even eens in het gedrang. Er kunnen ook meer kreuken optreden.
Stop geen drijfnat wasgoed in de trommel! Textiel na het wassen min stens 30 seconden laten centrifuge ren.
Maak jasjes open tig drogen.
, zodat ze gelijkma
-
Zuiver linnen weefsel
den. Droog dit enkel machinaal als de fabrikant dit op het onderhoudse tiket vermeldt.
Machinaal gebreide textielsoorten
(bijv. T-shirts, ondergoed) hebben de neiging bij de eerste wasbeurt te krimpen. Laat dit wasgoed niet te lang drogen. Het textiel niet te lang laten drogen. Daarmee vermijdt u dat
-
-
-
-
het verder krimpt. Koop machinaal gebreid textiel eventueel een of twee maten groter.
Hoe meer kreukherstellend wasgoed
u in de trommel doet, hoe groter de kans op kreuken. Dit geldt vooral voor heel delicaat weefsel, (bijv. overhemden en bloezen). Kies een geschikt programma. In twijfelgevallen beperkt u de lading en de extra functie Behoedzaam + kie­zen.
– Gesteven wasgoed
automaat worden gedroogd. Om het gewone glanseffect te verkrijgen, dient u wel de dosis stijfsel te ver dubbelen.
Nieuw donker textiel eerste droogbeurt afzonderlijk grondig wassen. Dit niet samen met licht gekleurd textiel drogen, omdat het kleur kan afgeven (ook op de kunststofonderdelen in de droogau tomaat). Er kunnen zich daar ook pluizen van een andere kleur op af
­zetten.
kan "ruig" wor
kan in de droog-
-
moet u voor de
-
-
-
-
Een gemengde lading van katoen, bont wasgoed, kreukherstellend tex tiel droogt u in het programma Auto matic plus.
12
-
-
Page 13
Zo droogt u juist
Korte handleiding
De titels met een getal (A, B, C ...) kan u gebruiken als een handleiding.
A De was voorbereiden
Maak het gewassen textiel luchtig en sorteer het volgens... . . . gewenste droogtegraad, . . . vezel- en weefselsoort, . . . gelijk formaat, . . . dezelfde restvochtigheid na het
centrifugeren. Zo verkrijgt u een gelijkmatig droogre sultaat.
Verwijder wasmiddelkorfjes, do-
,
seerbekers e.d. uit het wasgoed. Deze objecten kunnen tijdens het drogen smelten en schade teweeg­brengen aan toestel en wasgoed.
– Controleer zomen en naden, zodat er
geen voering kan uitvallen.
– Knoop dekbedovertrekken en kus-
senslopen dicht. Zo komen er geen kleinere stukken wasgoed in terecht.
-
C De droogautomaat laden
Druk op toets Deur om de toesteldeur
^
te openen.
Leg het wasgoed losjes in de trom
^
mel.
Hou rekening met de maximumla ding in de rubriek "Programmaover zicht". Bij een overladen trommel wordt het wasgoed niet zo behoedzaam be handeld en komt het droogresultaat in het gedrang.
-
-
-
-
Doe ritsen, haken en ogen dicht.
Knoop rok-, broeksriemen en schort banden samen.
Geloste bh-beugels kan u vastnaaien of verwijderen.
B De droogautomaat inschakelen
^
Druk toets jk uit in.
U kan het toestel ook na het laden in schakelen. Dan wordt de trommel even wel niet verlicht (stroombesparing).
-
-
^
Kijk na of de pluizenzeef goed inge schoven zit voor u de deur sluit.
Laat bij het sluiten geen stukken wasgoed tussen de deur geklemd raken. Anders loopt het textiel scha de op.
^
Zwaai de toesteldeur zachtjes dicht.
­U kan ze ook laten aanleunen en dichtdrukken.
-
-
13
Page 14
Zo droogt u juist
D Programma kiezen
Kies het gewenste programma.
^
Het overeenkomstige controlelampje brandt. Daarnaast kunnen ook de controle­lampjes van de droogtegraden of de extra functies branden en kunnen tijdsaanduidingen worden weergege­ven.
Droogtegraadprogramma's
– Witte/Bonte was, Kreukherstellend,
Synthetic, Express, Automatic plus, Jeans, Overhemden
Programma's Wol, Zijde, ontkreuken
De programmaduur/droogtegraad kan niet worden aangepast.
Programmaduur Koude lucht/Warme lucht kiezen
Het controlelampje van de toets Start uitstel knippert bij selectie.
Druk zo vaak op de toets Startuitstel
^
tot de gewenste tijd op het display wordt weergegeven.
De selectie gebeurt in stappen:
Koude lucht: van 20 minuten tot 1:00
uur.
Warme lucht: van 20 minuten tot 2:00
uur.
E Extra functies/Startuitstel kiezen
^ U kunt via een druk op de knop kie-
zen:
Behoedzaam +, Zoemer, Startuitstel
(zie hoofdstuk "Extra functies/Startuit­stel"). De kreukbeveiliging (zie volgende pagina) is constant ingeschakeld.
-
^
Druk zo vaak op de toets tot het ge wenste controlelampje aangaat.
Bij Witte/Bonte Was, Express kunt u 4 droogtegraden kiezen. Bij de overige programma's is de keuze beperkt.
14
Let wel: De functie Startuitstel kan niet worden gecombineerd met de pro gramma's Warme lucht, Koude lucht.
-
-
Page 15
Zo droogt u juist
F Een programma starten
Tijdens de programmakeuze knippert de toets Start/Stop. Het knipperen van het lampje betekent dat u een program ma kunt starten.
Druk op de toets Start/Stop.
^
De toets Start/Stop gaat aan.
De indicator Perfect Dry knippert/licht alleen op bij de droogtegraadprogram ma's. De indicator blijft bij tijdgestuurde programma's altijd donker (zie hoofd stuk "Bediening van de droogauto maat").
Opmerking: De op de display getoonde duur is de vermoedelijke duur en kan verschillen.
Vóór het einde van het programma
Op de verwarmingsfase volgt een koelfase (Koude lucht gaat branden). Pas daarna is het programma ten einde.
-
-
G Einde van het programma – het
wasgoed uit de trommel nemen
0 en Einde op de display duiden erop dat het programma ten einde is. De
­zoemer gaat (indien ingesteld).
De trommel draait met kreukbeveiliging na afloop van het programma nog 2 uur lang met tussenpozen, wanneer u het wasgoed niet meteen uit het toestel
-
kunt nemen. Dit beperkt kreuken in de kleidng. Geen kreukbeveiliging bij: Wol.
Druk op de toets Deur.
^
^ Doe de toesteldeur open.
^ Neem het wasgoed uit de trommel.
Vergeet geen stukken wasgoed in de trommel! Achtergebleven was­goed kan schade oplopen doordat dit overmatig droogt.
Als de droogautomaat ingeschakeld is en de toesteldeur openstaat, gaat de trommelverlichting na enkele minuten uit (stroombesparing).
^
Druk op de toets jk om het toestel uit te zetten.
^
Maak de pluizenfilter schoon.
^
Sluit de deur.
^
Giet het condenswaterreservoir leeg (als er geen afvoer voor het condens water is voorzien).
-
15
Page 16
Extra functies/Startuitstel
Extra's
Het overeenkomende controlelampje gaat branden bij de keuze.
Behoedzaam +
Bijzonder kreuk- en bewegingsdelicaat wasgoed wordt met verminderde me chanische belasting (minder trommeldraaiingen) gedroogd. De duur van het programma wordt ver lengd.
Zoemer
Deze droogautomaat vertelt u met een zoemsignaal dat het programma afge­lopen is (maximaal 1 uur met tussenpo­zen). De constante waarschuwingstoon bij foutmeldingen is onafhankelijk van deze instelling.
-
Startuitstel
Met het startuitstel kunt u een uitge­stelde start van het programma met 30 minuten tot maximaal 24 uur kiezen.
^
Kies een programma.
^
Druk zo vaak op de toets Startuitstel tot de gewenste tijd in het display verschijnt.
Het controlelampje Startuitstel knip pert.
De keuze gebeurt in stappen van een half uur i0^, daarna in stappen van een uur.
Door de toets Startuitstel ingedrukt te houden, telt de tijd automatisch op tot 24^.
Starten
Druk op de toets Start/Stop.
^
Het controlelampje Startuitstel
brandt.
Het startuitstel telt meer dani0^ af in
stappen van een uur, daarna in stap pen van een minuut totdat het pro gramma start.
De trommel draait na elk uur gedu
­rende korte tijd (om kreuken te voor komen).
Wissen/Wijzigen
^ Druk op de toets Start/Stop om het
startuitstel te wissen.
^ Druk zo vaak op de toets Startuitstel
tot de gewenste tijd in het display verschijnt.
^ Druk op de toets Start/Stop, zodat het
startuitstel opnieuw begint.
Wasgoed toevoegen
Terwijl het startuitstel wordt afgeteld, kunt u nog wasgoed aan de trommel toevoegen:
^
Schakel de droogautomaat uit.
Het openen van de deur zonder het toestel vooraf uit te schakelen, wist het
­startuitstel.
^
Open de deur en voeg het wasgoed toe.
^
Deur sluiten en droogautomaat in schakelen.
-
-
-
-
-
16
Page 17
Programmaoverzicht
Witte/Bonte was maximum 7 kg*
Extra droog, Kastdroog**
Textiel Textiel met een of meer lagen van katoen.
Bijvoorbeeld: badhanddoeken/badmantels, T-shirts, onder goed, beddengoed, babywasgoed.
Opmerking
Behoedzaam +
Strijkdroog**, Mangeldroog
Textiel Katoen of linnen. Bijv. tafellakens, beddengoed, gesteven
Opmerking – Het te strijken wasgoed in afwachting oprollen om het
Kreukherstellend maximum 3,5 kg*
Kastdroog**, Strijkdroog
Textiel Kreukherstellend textiel van synthetisch of gemengd weefsel
Behoedzaam + – Voor gevoelig wasgoed kiezen.
Fijne was maximum 2,5 kg*
Kastdroog, Strijkdroog
Textiel Delicaat wasgoed van synthetische vezels, gemengde
* Gewicht van droog wasgoed ** Opmerking voor testinstellingen: programma-instelling voor tests volgens de
Extra droog voor verschillende, meerlagige en zeer dikke
textielsoorten. Machinaal gebreid textiel (bijv. T-shirts, ondergoed en
babywasgoed) mag u niet Extra droog laten drogen. Er is krimprisico.
Voor gevoelig wasgoed kiezen.
wasgoed.
vochtig te houden.
of katoen. Bijv. truien, jurken, broeken, jasschorten, tafella­kens.
weefsels, kunstzijde of katoen met kreukherstellende eigen schappen, bijv. hemden, bloezen, ondergoed, wasgoed met bedrukking.
norm EN 61121 (zonder extra functies)
-
-
17
Page 18
Programmaoverzicht
Wol maximaal 2 kg*
Textiel Woltextiel. Wolmengsels.
Opmerking
Zijde maximaal 1 kg*
Textiel Zijde, (geschikt voor de droogautomaat), bijv. bloezen, hem
Opmerking
Express maximaal 3,5 kg*
Extra droog, Kastdroog, Strijkvochtig, Mangelvochtig
Textiel Niet-delicaat wasgoed voor het programmaWitte/Bonte was.
Opmerking – Verkorte programmaduur.
Automatic plus maximaal 5 kg*
Kastdroog, Strijkvochtig
Textiel Belading met wasgoed voor de programma's Witte/Bonte
Jeans maximaal 3 kg*
Kastdroog, Strijkvochtig
Textiel Jeansstof zoals broeken, jassen, rokken of overhemden.
Behoedzaam +
Overhemden maximaal 2 kg*
Kastdroog, Strijkvochtig
Textiel Overhemden en overhemdbloezen.
Behoedzaam +
* Gewicht van droog wasgoed
Wolgoed wordt luchtig en donziger gemaakt.
Haal het textiel na afloop van het programma meteen uit
de trommel.
den.
Programma om kreuken te vermijden.
Haal het textiel na afloop van het programma meteen uit
de trommel.
was en Kreukherstellend.
Voor gevoelig wasgoed kiezen.
Voor gevoelig wasgoed kiezen.
-
18
Page 19
Programmaoverzicht
Koude lucht maximaal 7 kg*
Textiel Om alle soorten wasgoed te ventileren.
Warme lucht maximaal 7 kg*
Textiel
Opmerking
Tip Gebruik het programma Warme lucht om geurtjes in propere
Behoedzaam + – Voor gevoelig wasgoed kiezen.
Ontkreuken maximaal 1 kg*
Textiel – Katoenen of linnen weefsel.
Opmerking
* Gewicht van droog wasgoed
Nadrogen van textiel met meer dan een laag, dat wegens
de samenstelling verschillende droogeigenschappen ver toont: bijv. jassen, kussens en volumineus textiel.
Om aparte stukken wasgoed te drogen: bijv.
badhanddoeken, badgoed, vaatdoeken.
Kies niet meteen de langste tijd. Probeer eerst welke tijd
het best geschikt is.
kleding van katoen te verwijderen of te verminderen (duur: 1/2 - 1 uur). Om het opfrissende effect te versterken, kunt u het wasgoed bevochtigen alvorens het luchtprogramma te starten of voor de droogautomaat geschikte doekjes ge­bruiken, die u kunt verkrijgen bij uw Miele-handelaar. Bij synthetische stoffen worden de onaangename geurtjes in geringere mate gereduceerd.
– Kreukherstellend textiel van katoen, gemengd of synthe-
tisch weefsel. Bv. katoenen broeken, anoraks, hemden.
Geschikt voor droog en vochtig wasgoed/textiel.
Programma om kreuken uit voorafgegane centrifugeerbeurt (in wasautomaat) te beperken.
Haal textiel na afloop van het programma meteen uit de trommel, om het lichtjes te kunnen strijken.
-
19
Page 20
Het programmaverloop wijzigen
Lopend programma
- veranderen
Dit is niet mogelijk. Het toestel is im mers beschermd tegen onverhoedse of ongewenste wijzigingen.
Om een nieuw programm te kiezen, dient u het programma af te breken.
- afbreken en nieuw programma selecteren
Druk op de toets Start/Stop.
^
Het wasgoed wordt afgekoeld voor zover er een bepaalde droogtijd en
-temperatuur is bereikt.
Indien u tijdens de afkoelfase nog eens op de toets Start/Stop drukt, verschijnt Einde.
^ Druk op de toets Deur.
^ Sluit de deur.
^ Kies en start direct een nieuw pro-
gramma.
-
Startuitsteltijd wijzigen
Zie "Startuitstel".
^
Wasgoed toevoegen of uitnemen
Druk op de toets Deur.
^
Doe de toesteldeur open.
^
Nu kunt u bijv. wasgoed toevoegen
^
of voortijdig uitnemen.
Sluit de deur.
^
Druk op de toets Start/Stop.
^
Resttijd
Wijzigingen in het programmaverloop kunnen ertoe leiden dat de tijd op de display verspringt.
- afbreken en wasgoed uit de trommel halen
^
Zie hieronder: "Wasgoed toevoegen of uitnemen".
^
Schakel de droogautomaat na het sluiten van de deur uit.
20
Page 21
De grendelfunctie beschermt uw droogautomaat tegen ongewenst ge bruik.
Als u dit wenst, kunt u de afsluitfunctie inschakelen.
Het elektronische slot vergrendelt de elektronische besturing van de droog automaat. Deze droogautomaat kan worden ingeschakeld, maar er kan geen programma worden gestart.
In dit geval knippert het controle
lampje Behoedzaam + en wordt het sleutelsymbool 0-§ op de display weergegeven.
De toesteldeur kunt u wel altijd openen. Die wordt niet vergrendeld.
Vergrendelen
Voorwaarden
– Deze droogautomaat is uitgescha-
keld.
De toesteldeur is dicht.
A Druk op de toets Behoedzaam + en
houd ze ingedrukt tot u stap E be reikt.
:
-
-
-
-
Elektronisch slot
C Draai de programmakiezer traag en
stap voor stap tegen de wijzers in zes standen verder. De zes controlelampjes van de pro gramma's moeten één voor één aan gaan.
Het controlelampje van de toets Behoedzaam + knippert en het sleu telsymbool 0-§ wordt op de display weergegeven.
E Laat de toets Behoedzaam + los.
De slotfunctie is ingeschakeld.
U kunt het toestel uitschakelen.
^
Ontgrendelen
Voorwaarden
– Deze droogautomaat is uitgescha-
keld.
– De toesteldeur is dicht.
^ U gaat te werk zoals bij "Vergren-
delen". Voer de stappen A tot E uit.
Bij punt E stopt het controlelampje van de toets Behoedzaam + met knipperen en het sleutelsymbool 0-§ verdwijnt.
De slotfunctie is uitgeschakeld.
:
-
-
-
B Druk op de toets jk.
Het controlelampje Automatic + brandt.
C Draai de programmakiezer traag en
stap voor stap kloksgewijs drie stan den verder. De drie controlelampjes van de pro gramma's moeten één voor één aan gaan.
-
-
-
21
Page 22
Reiniging en onderhoud
Het condenswaterreservoir leegmaken
Het condenswater dat tijdens het dro gen ontstaat wordt in het condenswa terreservoir opgevangen.
Giet het condenswaterreservoir na elk droogprogramma leeg!
Wanneer de maximale vulhoeveelheid van het condenswaterreservoir is be reikt, dan brandt het controlelampje Re servoir ledigen. Het controlelampje dooft door het ope nen en sluiten van de deur.
^
Trek het condenswaterreservoir uit de droogautomaat.
-
-
-
-
Ledig het condenswaterreservoir.
^
­^ Schuif het condenswaterreservoir te-
rug in de droogautomaat.
Condenswater mag niet gedron-
,
ken worden. Dat kan schade toe­brengen aan de gezondheid van mens en dier.
Gebruik dit water gerust in het huishou­den (bv. voor uw stoomstrijkijzer of luchtbevochtiger). Houd hiermee re­kening: giet het condenswater, bij wijze van voorzorg, door een fijne zeef of een koffiefilter. Zo verwijdert u heel kleine pluisjes uit het water, die anders even tueel schade aanrichten.
-
^
Draag het condenswaterreservoir horizontaal, opdat er geen water zou uitlopen. Neem het zowel aan het handvat als aan het uiteinde vast.
22
Page 23
Reiniging en onderhoud
Reinigingsintervallen voor de zeefvlakken van de pluizenzeef en fijnfilter in acht nemen
Deze droogautomaat beschikt over een meervoudig filtreersysteem dat uit de zeefvlakken van de pluizenzeef en aanvullende
Het filtreersysteem bevindt zich op deze drie posities:
1. In de toesteldeur:
2. In de opening van de deur:
fijnfilters bestaat.
Wanneer de zeefvlakken van de pluizenzeef te reinigen?
De zeefvlakken van de pluizenzeef
(1.) in de toesteldeur en (2.) in de opening van de deur die
nen na ieder programma te worden gereinigd!
Wanneer de aanvullende fijnfilters te reinigen?
De aanvullende fijnfilters
(1.) in de toesteldeur en (2.) in de opening van de deur die-
nen na 10 droogbeurten te worden gereinigd.
De fijnfilter
(3.) voor de warmtewisselaar­eenheid hoeft alleen te worden ge-
reinigd wanneer het controlelampje Filter reinigen brandt.
-
3. Voor de warmtewisselaareenheid:
,
Gebruik deze droogautomaat niet zonder pluizenzeven of fijnfilters noch met beschadigde pluizenze ven/fijnfilters. Er kunnen dan te veel pluizen in de droogautomaat komen, wat een defect tot gevolg kan heb ben!
-
-
Melding wissen: schakel de droog automaat uit en weer in.
-
23
Page 24
Reiniging en onderhoud
Zeefvlakken van de pluizenzeef reinigen
Haartjes en pluizen op het textiel wor den door de zeefvlakken van de plui zenzeef opgevangen. Tip: Pluizen kunt u met een stofzuiger opzuigen, zodat u ze niet hoeft aan te raken.
De zeefvlakken van de pluizenzeef dienen na ieder programma te wor den gereinigd!
1. In de toesteldeur
-
-
-
Verwijder de pluizen met uw vingers
^
of met een stofzuiger van de zeef.
Extra reinigen
Verwijder ze ook weg uit de holle
^
ruimte in de deur met een flessenborstel. U kunt hiervoor ook een stofzuiger gebruiken.
Reinig de dichting (2) op de deur
^
rondom met een vochtige doek.
Schuif de pluizenzeef weer tot aan de
^
aanslag in de toesteldeur.
2. In de opening van de deur
^
Trek de pluizenzeef (1) uit de toestel deur.
24
-
^
Verwijder de pluizen met uw vingers van beide zeefvlakken in de deuro pening of verwijder ze met de stofzui ger.
^
Sluit de deur.
-
-
Page 25
Reiniging en onderhoud
Fijnfilters reinigen
De aanvullende fijnfilters vangen fijnere pluisjes, haartjes en wasmiddelresten op die door de zeefvlakken zijn geko men.
De aanvullende fijnfilters hoeven niet na ieder programma worden gereinigd.
De fijnfilters in de pluizenzeef in de
toesteldeur en in de opening van de deur dienen na 10 droogbeurten
te worden gereinigd.
–Defijnfilter van de
warmtewisselaareenheid hoeft al­leen te worden gereinigd wanneer het controlelampje Filter reinigen brandt.
,
De fijnfilters moeten onder stro­mend water worden uitgewassen. Ze mogen niet druipnat zijn bij het terugmonteren. Druk de fijnfilter krachtig droog. Als de zeefvlakken van de pluizen zeef nat gereinigd moeten worden, dan moeten deze afgedroogd wor den. Anders kan er bij het drogen een storing optreden!
-
-
-
1. Fijnfilters in de pluizenzeef in de toesteldeur
Losse onderdelen van de pluizenzeef in de toesteldeur
1 Pluizenzeef
2 Greep van de fijnfilterbehuizing
3 Fijnfilterbehuizing
4 Fijnfilter
^ Trek de pluizenzeef uit de toestel-
deur.
^
Verwijder de fijnfilter (4) zoals op de volgende pagina beschreven.
,
Vervang de fijnfilters (met toe slag verkrijgbaar toebehoren) altijd wanneer ze beschadigd zijn.
-
25
Page 26
Reiniging en onderhoud
Verwijderen
Plaats de pluizenzeef (1) op een vlak
^
ke ondergrond.
a Druk de greep (2) van de
fijnfilterbehuizinglicht tot de fijnfilterbehuizing boven uit de pluizenzeef loskomt.
b Trek de fijnfilterbehuizing (3) aan de
greep uit de pluizenzeef.
^ Verwijder de fijnfilter (4).
Reinigen
^
Was de fijnfilter grondig schoon on der stromend water.
^
Druk de fijnfilter krachtig droog.
naar binnen -
Terugmonteren
^ Plaats de pluizenzeef (1) op een vlak-
­ke ondergrond.
^ Plaats de fijnfilter (4) precies in het
midden van de holle ruimte in de pluizenzeef.
^ Plaats de fijnfilterbehuizing (3) op de
fijnfilter - de greep (2) moet boven zijn.
^ Druk de fijnfilterbehuizing aan de zij-
kanten boven en onder totdat hij dui­delijk vergrendelt klikt in de pluizen
-
zeef.
^
Schuif de pluizenzeef weer tot aan de aanslag in de toesteldeur.
-
^
Reinig de fijnfilterbehuizing indien no dig.
^
De zeefvlakken van de pluizenzeef dient u onder stromend water grondig uit te wassen wanneer ze erg plakkerig of verstopt zijn.
^
Droog de pluizenzeef en de fijnfilterbehuizing af.
26
-
Page 27
Reiniging en onderhoud
2. Fijnfilter in de pluizenzeef in opening van de deur
Verwijderen
^ Draai op de linker en rechter pluizen-
zeef aan het knopje a (tot het duide­lijk vergrendelt).
^ Trek de zeef er aan het knopje naar
het midden toe uit b.
Reinigen
Was de beide fijnfilters grondig
^
schoon onder stromend water.
Druk de fijnfilters krachtig droog.
^
De zeefvlakken van de pluizenzeef
^
dient u onder stromend water grondig uit te wassen wanneer ze erg plakkerig of verstopt zijn.
Droog de beide pluizenzeven af.
^
Reinig de holle ruimte in de deurope
^
ning (onder de pluizenzeef) indien nodig met de stofzuiger.
Terugmonteren van de fijnfilter (onder­ste afbeelding)
^ Steek de greep van de fijnfilter met
de groef boven op de rand.
^ Steek het onderste deel van de
fijnfilter onder de rand.
Beide fijnfilters moeten plat in het mid­den van de holle ruimte liggen.
-
^
Trek de fijnfilters aan de reep naar boven eruit.
Terugmonteren van de pluizenzeef (bo venste afbeelding)
^
Plaats de pluizenzeef onderaan terug en duw ze goed op haar plaats.
^
Vergrendel de beide knopjes (tot ze duidelijk vergrendelen).
-
27
Page 28
Reiniging en onderhoud
3. Fijnfilter voor de warmtewisselaar eenheid
Verwijderen
Open het luikje linksonder aan de
^
voorkant van de droogautomaat (met de geelkleurige opener).
^ Neem de klep schuin naar boven toe
weg.
^ Leg het opzij.
Neem het schuin naar boven toe
^
-
weg.
^ Trek de fijnfilter aan de greep naar
buiten.
^
Draai de knop aan het binnenste deksel naar onderen.
^
Klap het binnenste deksel naar vo ren.
28
-
^
Druk de stoppen licht samen en trek ze uit de greep.
^
Trek de greep uit de fijnfilter.
Reinigen
^
Was de fijnfilter grondig schoon on der stromend water.
^
Druk de fijnfilter krachtig droog.
-
Page 29
Reiniging en onderhoud
Terugmonteren
Plaats de fijnfilter op de greep.
^
Druk de stoppen in de openingen
^
van de greep (tot ze duidelijk ver grendelen).
Schuif de fijnfilter terug in de opening
^
voor de warmtewisselaareenheid.
Zorg ervoor dat de dichtingsrubber goed in de gleuf zit voor u het bin nenste deksel aanbrengt.
Zet het binnenste deksel er met de
^
steunhaken onderaan in. Hou het deksel intussen schuin en duw het lichtjes naar onder.
^ Duw nu op het deksel en vergrendel
het met de sluitknop. De sluitknop moet na het vergren­delen horizontaal staan.
^ Zet het buitenste deksel onderaan in
en duw het bovenaan dicht tot u een klik hoort.
-
-
De droogautomaat zelf
Maak het toestel eerst stroomloos.
Reinig de ommanteling, het bedie
^
ningspaneel en de dichting van de deur met een niet-agressief reini gingsmiddel of sopje.
Reinig de trommel en andere roest
^
vrijstalen onderdelen met een ge schikt reinigingsmiddel voor roestvrij staal.
Gebruik geen schuurmiddelen, op losmiddelhoudende reinigingsmid­delen, glas- of allesreinigers. Dit kan schade toebrengen aan kunststof oppervlakken of andere onderdelen.
^ Wrijf alle onderdelen met een zachte
doek droog.
-
-
-
-
-
,
Alleen wanneer het deksel cor rect is geplaatst en vergrendeld, is de dichtheid van de warmtewisselaareenheid gegaran deerd!
-
-
29
Page 30
Storingen verhelpen
Wat gedaan als...?
De meeste storingen kunt u zelf verhelpen. In heel wat gevallen bespaart u tijd en kosten omdat u dan geen beroep hoeft te doen op de Klantendienst. Het volgende overzicht zou een leidraad kunnen zijn om de oorzaken voor een bepaalde storing te vinden en weg te nemen. Hou wel het volgende in acht:
Reparaties aan elektrische toestellen mag u enkel en alleen door een er
,
kend vakman laten uitvoeren. Door ondeskundig uitgevoerde reparaties kun nen er niet te onderschatten risico's voor de gebruiker ontstaan.
Controle- en storingsmeldingen
Probleem Oorzaken Oplossing
0-§ verschijnt op het display.
Het controlelampje Behoedzaam + knippert.
Het programma werd af­gebroken.
0 en Einde verschijnen op het display.
De zoemer weerklinkt.
Het programma werd af gebroken.
De zoemer weerklinkt. Mogelijk knippert op het
display Koude lucht of Einde.
De slotfunctie is inge­schakeld.
Dit is geen storing. Bij enkele programma's
wordt het programma af­gebroken als de trommel te weinig of niet geladen is. Dit kan evenzo bij reeds gedroogde stukken wasgoed gebeuren.
-
De oorzaak is niet meteen te constateren.
Als u wenst te drogen, dient u de slotfunctie uit te schakelen (zie rubriek "Elektronisch slot").
Droog enkele stukken wasgoed met het pro­gramma Warme lucht.
– Open en sluit de deur.
Schakel de droogauto maat uit en in.
Start een programma.
Wordt het programma af gebroken en verschijnt er opnieuw een foutmelding, dan gaat het om een de fect. Doe een beroep op de Technische Dienst van Miele.
-
-
-
-
-
30
Page 31
Storingen verhelpen
Probleem Oorzaken Oplossing
Het controlelampje Fil ter reinigen brandt na het programma.
Het controlelampje Re servoir brandt.
De zoemer weerklinkt.
Het controlelampje Start/Stop knippert lang­zaam en het display is donker.
Het controlelampje Start/Stop knippert/knip­pert niet.
Herinnering, de fijnfilter
-
voor de warmtewisselaareenheid nat reinigen.
Het condenswaterreser
-
voir is vol. Ofwel is er een knik in de afvoerslang.
De droogautomaat staat in de stand-by stand. Dit is geen fout, maar een normale functie.
Als het lampje in de toets knippert, wijst dat erop dat u een programma kan starten.
Reinig: Zie rubriek "Rei
niging en onderhoud".
Melding wissen:
schakel de droogauto
maat uit en weer in.
Giet het condenswater
-
uit. Controleer de afvoer
slang.
Melding wissen:
Open en sluit de deur.
Zie rubriek "Program meerfuncties".
Na de start van het pro­gramma stopt het lampje met knipperen en blijft het branden.
-
-
-
-
31
Page 32
Storingen verhelpen
Een niet-bevredigend droogresultaat
Probleem Oorzaak Oplossing
De was is onvoldoende gedroogd.
Wasgoed van synthe tische vezels is na het drogen statisch gela den.
Er hebben zich pluizen gevormd.
* U kunt de droogtegraad van enkele programma's afzonderlijk aanpassen: Zie achteraan deze handleiding.
De belading bestond uit verschillende weefsels.
Synthetisch wasgoed ver
-
toont de neiging tot sta tische ladingen.
-
Bij het drogen komen er pluizen vrij, die zich voor al door slijtage bij het dra­gen of gedeeltelijk bij het wassen op het textiel hebben gevormd. De be­lasting van textiel in de droogautomaat daarente­gen is voor hun houd­baarheid gering.
Droog met Warme
lucht na. Kies daarna een ge
schikt programma *.
Als u wasverzachter ge
­bruikt bij het wassen kan
­de statische lading bij het drogen afnemen.
De pluisjes worden door de pluizenzeven opge
­vangen. U kunt ze daar gemakkelijk verwijderen (rubriek "Reiniging en on­derhoud").
-
-
-
32
Page 33
Storingen verhelpen
Andere problemen
Probleem Oorzaak Oplossing
Het droogpro gramma duurt heel lang of wordt afgebroken.
Ga alle mogelijke oorzaken na en schakel de droogauto
-
maat uit en weer in.
De ventilatie is ontoereikend (bijv. in een klein vertrek). Daardoor kan de tempera tuur in het vertrek erg opge lopen zijn.
De pluizenzeven en fijnfilters zijn verstopt door pluisjes, resten van wasmiddelen of haar.
U hebt de pluizenzeven en fijnfilters na het reinigen nat teruggeplaatst.
Het wasgoed werd niet ge­noeg uitgecentrifugeerd.
De droogautomaat is overla den.
Door metalen ritssluitingen werd de vochtigheidsgraad van het wasgoed niet juist berekend.
Zet tijdens het drogen een deur of venster open. Dan stijgt de kamertemperatuur
­niet te veel.
-
Verwijder de zeven:
...indetoesteldeur en in de deuropening. . . . vóór de warmtewisselaareenheid.
– Reinig de pluizenzeven en
indien nodig de fijnfilters.
De pluizenzeven en fijnfilters moeten droog zijn.
Laat uw wasgoed in uw was­automaat voortaan tegen een hoger toerental centrifuge­ren.
-
Neem de maximumbelading per droogprogramma in acht.
Doe de ritsen voortaan open.
Als het probleem achteraf nog opduikt, laat u wasgoed met lange ritssluitingen voort aan enkel in het programma Warme lucht drogen.
-
-
33
Page 34
Storingen verhelpen
Probleem Oorzaken Oplossing
Er zijn bromgeluiden te horen.
Er kan geen programma worden gestart.
Stroomonderbreking Na een stroomonderbreking start het programma dat
De trommel wordt niet verlicht.
De compressor is in wer king.
De oorzaak is niet meteen te constateren.
vóór de onderbreking liep automatisch, zolang de koude luchtfase niet bereikt was.
De verlichting wordt auto­matisch uitgeschakeld (stroombesparing).
Geen. Dat zijn normale
­werkingsgeluiden.
Is deze droogautomaat
ingeschakeld? Zit de stekker wel in het
stopcontact? Is de toesteldeur wel
dicht? Zijn de smeltstoppen
soms niet uitgevallen?
– Schakel de droogauto-
maat uit en weer in.
– Een defecte gloeilamp
kunt u vervangen: Zie achteraan deze ru­briek.
34
Page 35
Het lampje vervangen
Zet het toestel uit
Doe de toesteldeur open.
^
Bovenaan in de vulopening vindt u een opklapbaar dekseltje voor de lamp.
^ Schuif een stuk gereedschap, bijv.
een brede sleufschroevendraaier, on­der het lipje dat aan de zijkant van het klepje van het gloeilampje zit. Zorg ervoor dat het gereedschap ste vig zit.
Storingen verhelpen
Deze gloeilamp dient van hetzelfde type te zijn als die welke u vervangt. Het vermogen mag niet hoger liggen dan wat op het typeplaatje en het lampendeksel is aangegeven.
Vervang de gloeilamp.
^
Klap het dekseltje naar boven. Duw
^
het links en rechts stevig dicht tot u een klik hoort.
Let erop dat het deksel stevig op
,
zijn plaats zit. Zo vermijdt u dat er vocht indringt, wat kortsluiting kan veroorzaken.
-
^
Open het klepje door het stuk ge reedschap een slag te draaien. Oefen daarbij enige druk op het ge reedschap uit.
Het klepje klapt naar beneden.
Deze hittebestendige lamp schaft u zich het best enkel aan bij uw Miele­handelaar of in de Technische Dienst van Miele.
-
-
35
Page 36
Technische dienst
Herstellingen
Neem bij storingen die u zelf niet kan verhelpen, contact op
met uw Miele-handelaar
of
met de Technische Dienst van Miele.
Het adres en de telefoonnummers van onze technische dienst vindt u op de rugzijde van deze gebruiksaanwijzing.
Wanneer u op onze technische dienst een beroep doet, geef dan altijd het machinetype en -nummer op. Beide gegevens staan vermeld op het type­plaatje. Dat vindt u rechts onder de vulopening.
Het programma updaten
Op het bedieningspaneel vindt u een controlelampje met de markering PC (PC = program correction). Deze led dient voor onze technici als contactpunt voor de actualisering van het program ma.
Bij de aanpassing van de elektronische besturing van uw toestel kan er dan re kening worden gehouden met ontwik kelingen in textielsoorten en droogpro cédés.
Miele zal de mogelijkheid om een pro gramma te actualiseren tijdig bekend­maken.
-
-
-
Duur en voorwaarden van de waarborg
De waarborgtijd van uw droogautomaat bedraagt 2 jaar.
Meer gegevens omtrent de voorwaar­den van de waarborg vindt u in het bij­gevoegde garantieboekje.
-
-
36
Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren
Voor deze droogautomaat kan u zich nog toebehoren aanschaffen bij uw Miele-handelaar of bij de Technische Dienst van Miele.
Page 37
Vooraanzicht
Opstellen en aansluiten
a Aansluitsnoer
b Bedieningspaneel
c Condenswaterbak
d Deur
e Klep vóór de
warmtewisselaareenheid (fijnfilter rei nigen of vervangen)
f Vier in de hoogte verstelbare voetjes
g Aanzuigopening voor koellucht
h Afvoerslang voor condenswater
(zie rubriek "Condenswater extern af voeren")
-
-
37
Page 38
Opstellen en aansluiten
Achteraanzicht
a Aan de dekseloverstek zijn er
greepopeningen om het toestel te dragen (zie pijlen)
b Aansluitsnoer
c Afvoerslang voor condenswater
d Toebehoren voor aansluiting op een
sifon van een wasbak
Wanneer u de droogautomaat
,
horizontaal transporteert, mag u het toestel alleen aan de linkerkant kan telen!
-
Droogautomaat transporteren
Aan de achterste dekseloverstek zijn er greepopeningen om het toestel te dra gen. Om het toestel uit de verpakkings sokkel te tillen, neemt u het bij voorkeur vast aan de voorste voetjes en aan de achterste dekseloverstek.
,
Transporteer de droogautomaat
zoals op de volgende afbeelding.
38
-
-
,
Als het toestel niet op deze ma nier wordt getransporteerd, moet u het toestel na het transporteren ca. 1 uur laten staan voordat in het stopcontact steekt. Anders kan de warmtepomp beschadigd ra ken!
-
u de stekker
-
Page 39
Opstellen en aansluiten
Voordat u het toestel transporteert
Na elke droogbeurt zit er wat condens water rond de pomp. Dit kan bij het kan telen van het toestel uitlopen. Daarom verdient het aanbeveling ca. 1 minuut lang het programma Koude lucht te laten lopen voor u het toestel transporteert rest van het condenswater wordt dan in de condenswaterbak of via de afvoer slang afgevoerd.
-
.De
-
Plaats van opstelling
Waar de toesteldeur openzwaait,
,
mag u geen afsluitbare deur installe­ren en evenmin een schuifdeur of een deur met een scharnier aan de andere kant.
,
De aanzuigopening voor koellucht op de voorkant van de droogautomaat mag in geen geval worden afgesloten of toegedekt, bijv. door een wasmand. Anders treedt er een storing op!
Inbouw onder een werkblad of inbouw in een kast
U kunt de warmteontwikkeling op de volgende manier voorkomen:
-
Draai de voetjes van de droogauto
maat uit, zodat er een spleet van minstens 20 mm is tussen de vloer en de onderzijde van de droogauto maat.
Onderbreek een aanwezige
meubelplint ter hoogte van de droog automaat.
Breng openingen aan in de kast.
Door de inbouw kunnen de program ma's langer uitvallen.
Bouw uw droogautomaat niet in
,
vlak naast een koel-/vriestoestel. De warme luchtstroom aan de achterzij­de van de droogautomaat verhoogt de temperatuur ter hoogte van de warmtewisselaar van het koel-/vriestoestel. Daardoor blijft de compressor van dit toestel voortdu­rend draaien. Is deze inbouw echter onvermijdelijk, breng dan een tussenschot aan tussen het koel-/vriestoestel enerzijds en de droogautomaat anderzijds.
-
-
-
-
,
Opgelet voor warmteontwikke ling: De warme luchtstroom die aan de achterzijde van de droogautomaat naar buiten komt, moet kunnen wor den afgevoerd. Anders treedt er een storing op!
-
,
Er is een mits toeslag verkrijgba
re inbouwset vereist. Laat die mon
-
teren door een vakman die door Miele erkend is. De afdekplaat die bij de inbouwset hoort, vervangt het deksel van het toestel. Deze afdek plaat moet absoluut worden gemon teerd met het oog op de elektrische veiligheid.
-
-
-
-
39
Page 40
Opstellen en aansluiten
Bij de inbouwset is een montage
handleiding gevoegd. Door de inbouw kunnen de program
ma's langer uitvallen.
Installeer de elektrische aansluiting
vlakbij de droogautomaat. Die aan sluiting dient vlot toegankelijk te zijn.
Bij een inbouwhoogte van:
830-840 mm zijn er langere voetjes*
vereist.
870-885 / 915-930 mm zijn 1 of 2
sokkels* vereist.
* Mits toeslag bij uw Miele-handelaar verkrijgbaar
Het deksel opnieuw monteren
Als u het deksel had afgenomen om het toestel in te bouwen, dient u erop te let­ten dat het deksel bij het terugmonteren stevig op de achterste steunen zit. En­kel dan is een veilig transport gewaar­borgd.
Het toestel waterpas zetten
-
-
-
Oneffenheden in de vloer werkt u
^
weg door aan de voetjes te draaien.
De luchtruimte tussen de onder-
,
kant van de droger en de vloer mag niet worden verkleind door plinten, hoogpolige vloerbedekking, enzovoort. Anders kan er geen vol­doende luchttoevoer worden gega­randeerd.
Was- en droogzuil
U kunt deze droogautomaat met een Miele-wasautomaat tot een was- en droogzuil combineren. Daartoe is een tussenset* (WTV) vereist.
Om een perfecte werking te waar borgen, dient u het toestel waterpas op te stellen.
40
-
* Mits toeslag bij uw Miele-handelaar verkrijgbaar
,
Laat de tussenset monteren door een vakman die door Miele erkend is.
Page 41
Opstellen en aansluiten
Het condenswater laten afvoeren
Algemeen
Tijdens het drogen ontstaat er con denswater. Dat wordt via de afvoer slang op de rugzijde van het toestel naar het condenswaterreservoir ge pompt. U kan dat condenswater met deze af voerslang ook in de afvoerleiding laten terechtkomen. Dan hoeft u het condens waterreservoir nooit meer leeg te gieten.
Slanglengte. ................1,50 m
De maximale opvoerhoogte
bedraagt ..................1,50 m
De maximale pompafstand
bedraagt ..................4,00 m
,
Deze droogautomaat moet bij bij­zondere montageomstandigheden met een terugslagklep worden uitge­rust (zie bijzondere aansluitomstandigheden).
-
-
-
-
-
In de afvoerslang bevindt zich een
^
geringe hoeveelheid resterend water. Zet daarom een reservoir klaar.
^ Trek de slang van de tuit af.
^ Laat het aanwezige resterende water
in het reservoir lopen.
^ Wikkel de slang van de slangrol en
trek ze voorzichtig uit de klemmen.
Mits toeslag is het volgende toebehoren verkrijgbaar:
een verlengstuk.
een terugslagklep (montagepakket) voor externe wateraansluiting. (een verlengstuk wordt bijgevoegd). De maximum opvoerhoogte met de terugslagklep bedraagt: 1,00 m
De afvoerslang verplaatsen
,
Niet aan de afvoerslang trekken, hem niet uitrekken of plooien. Anders kan hij schade oplopen!
^
Voer de slang - zo u dat wenst - naar rechts of links.
Laat de slang in de middelste klem zit ten, opdat ze niet per ongeluk zou wor den geknikt.
-
-
41
Page 42
Opstellen en aansluiten
De afvoerslang (in de wasbak/ afvoeropening in de vloer) hangen
Zie de illustratie van het vooraan-
^
zicht.
Zorg ervoor dat de afvoerslang
,
niet kan wegglijden als u hem in een wasbak hangt. Bind hem eventueel vast. Anders kan het wegvloeiende water schade veroorzaken.
Gebruik de boogvormige houder om
^
knikken in de afvoerslang te ver mijden.
Bijzondere aansluitomstandigheden
Bij bijzonderde aansluitomstan-
,
digheden moet u de terugslagklep gebruiken. Anders kan het terugstromende water uit de droog­automaat lopen en schade veroorza­ken.
Bijzondere aansluitomstandigheden zijn:
-
Voorbeeld: aansluiting op de sifon van een wasbak
De afvoerslang met de terugslagklep kunt u rechtstreeks op een speciale wasbaksifon aansluiten.
^ Bovenaan op de rugzijde van de
droogautomaat vindt u het toebeho­ren: het aanpasstuk 1 en daarachter de slangklem 3.
aansluiting op de sifon van een was bak (zie hieronder).
diverse aansluitmogelijkheden waar op bijv. ook een wasautomaat of een vaatwasser aangesloten zijn.
42
-
-
Page 43
1 Aanpasstuk
2 Wartelmoer voor de wasbak
3 Slangklem
Opstellen en aansluiten
Plaats het aanpasstuk 1 met de war-
^
telmoer voor de wasbak 2 op de was baksifon.
Gewoonlijk is de wartelmoer voor de wasbak voorzien van een plaatje dat u moet wegnemen.
Steek het uiteinde van de slang 4 op
^
het aanpasstuk 1.
Draai de slangklem 3 vlak achter de
^
wartelmoer voor de wasbak met een schroevendraaier vast.
De terugslagklep 5 moet worden
,
geïnstalleerd met de pijl in de stromingsrichting (in de richting van de wasbak). Anders kan er niet wor­den afgepompt.
-
4 Uiteinde van de slang
5 Terugslagklep
6 Afvoerslang van de droogautomaat
^ Plaats de terugslagklep 5 in de af-
voerslang 6 van de droogautomaat (zorg ervoor dat de pijl op de terug­slagklep in de juiste richting wijst).
^ Bevestig de terugslagklep, zoals af-
gebeeld, met de slangklem.
43
Page 44
Opstellen en aansluiten
Elektrische aansluiting
Uw droogautomaat is voorzien voor aansluiting op eenfasige stroom 230 V, 50 Hz. Hij is uitgerust met een geaarde stekker en een ca. 2 m lange kabel.
De aansluiting mag uitsluitend gebeu ren op een volgens de voorschriften geïnstalleerd stopcontact met aarding.
Gebruik om veiligheidsredenen geen verlengsnoeren. Er bestaat risico op oververhitting.
Om de veiligheid te verhogen, verdient het aanbeveling een verliesstroomscha kelaar met een uitschakelstroom van 30 mA voor het toestel te schakelen.
Gegevens omtrent aansluitwaarde en vereiste zekeringen vindt u op het typeplaatje. Vergelijk die zorgvuldig met de gegevens van uw elektrische installatie.
-
-
44
Page 45
Verbruiksgegevens
Lading1Centrifugeertoerental
Witte/Bonte was Kastdroog
Witte/Bonte was Kastdroog 7,0
Witte/Bonte was Kastdroog + Behoedzaam + 7,0 1000 60 2,10 129
Witte/Bonte was Strijkvochtig
Witte/Bonte was Strijkvochtig 7,0
Kreukherstellend Kastdroog
Kreukherstellend Kastdroog + Behoedzaam + 3,5 1200 40 0,70 47
Kreukherstellend Strijkvochtig 3,5 1200 40 0,60 39
Automatic plus kastdroog 5,0 800 50 1,45 88
Overhemden Kastdroog 2,0 600 60 0,75 47
Synthetic kastdroog 2,5 700 50 0,70 45
Jeans kastdroog 3,0 900 60 1,55 92
Express Kastdroog 3,5 1000 60 1,25 75
1
Gewicht van droog wasgoed
2
Testprogramma volgens EN 61121:2005
Alle niet-gemarkeerde waarden zijn in overeenstemming met de norm EN 61121:2005.
Opmerking met het oog op vergelijkende tests:
Bij tests uitgevoerd volgens EN 61121 dient u, voor u met de beoordelingstests aanvangt, 3 kg katoenen wasgoed volgens deze norm met 70 % aanvankelijke restvochtigheid in het programma "Witte/Bonte was, Kastdroog" te laten drogen zonder daarbij een extra functie te kiezen.
Deze cijfers kunnen wijzigingen ondergaan onder meer door het verschil in textielsoort, in het gewicht van het te drogen wasgoed, in de restvochtigheid na het centrifugeren, door schomme lingen in de stroomvoorziening en door het verschil in de gekozen bijkomende functies.
2
2
7,0 1000 60 2,00 112
7,0 7,0 7,0
2
7,0 1000 60 1,55 88
7,0 7,0 7,0
3,5 1200 40 0,70 44
in een huishoudelijke
wasautomaat
kg Omw/min % kWh min.
1200 1400 1600 1800
1200 1400 1600 1800
Rest-
vochtig
heid
53 50 48 43
53 50 48 43
Stroom verbruik
-
1,80 1,70 1,65 1,50
1,35 1,25 1,20 1,05
­gramma
duur
Pro
102
97 94 85
78 73 69 61
-
-
-
45
Page 46
Technische gegevens
Hoogte 850 mm
Breedte 595 mm
Diepte 596 mm
Diepte bij geopende deur 1.071 mm
Hoogte voor onderbouw 820 mm
Breedte voor onderbouw 600 mm
Diepte voor onderbouw 600 mm
onderschuifbaar ja
kan in een zuil worden geplaatst ja
Gewicht 69 kg
Trommelinhoud 111 l
de hoeveelheid 7 kg (gewicht van droog wasgoed)
Capaciteit condenswaterreservoir ca. 4,2 l
Slanglengte 1,5 m
Maximale opvoerhoogte 1,5 m
Maximale afvoerlengte 4 m
Snoerlengte 2 m
Aansluitspanning
Aansluitwaarde
Zekering zie typeplaatje
Vermogen van de gloeilamp
Keurmerk
Soort koelmiddel R134a
Vulvolume koelmiddel 480 g
Energieverbruik zie rubriek "Verbruiksgegevens"
46
Page 47
Restvochtigheid in het programma "Katoen" wijzigen
De elektronica van deze droogauto maat is gericht op een zo efficiënt mogelijk en energiebesparend dro gen. In dit programma kunt u echter de droogniveaus droger of vochtiger in stellen.
Programmeren en opslaan gebeurt in de stappen (A,B,C ...) met behulp van toetsen.
Voorwaarden:
– Deze droogautomaat is uitgescha-
keld.
– De toesteldeur is dicht.
A Houd de toets Start/Stop ingedrukt
tijdens de stappen B-C.
B Schakel het toestel in.
Wacht tot de toets Start/Stop constant brandt ...
C ...enlaat daarna de toets Start/Stop
los.
-
-
-
Programmeerfuncties
Welke optie gekozen werd, wordt in het display door een cijfer aange duid, dat afwisselend verschijnt met
P.
0 De restvochtigheid wordt voch
tiger.
I Fabrieksinstelling.
(Het controlelampje Automatic + knippert 1x extra).
2 Restvochtigheid wordt droger.
(Het controlelampje Automatic + knippert 2x extra).
D Door op de toets Start/Stop te druk-
ken, kunt u het getal omschakelen.
E Schakel het toestel uit.
Deze programmering is nu opgeslagen. U kunt de programmering op elk wille­keurig moment wijzigen.
Controle
^
Voer de stappen A tot C uit.
^
Schakel na stap C de droogauto maat uit.
-
-
-
Het controlelampje Behoedzaam + knippert 1 x kort.
47
Page 48
Programmeerfuncties
Restvochtigheid in het programma "Kreukherstellend" wijzigen
De elektronica van deze droogauto maat is gericht op een zo efficiënt mogelijk en energiebesparend dro gen. In dit programma kunt u echter de droogniveaus droger of vochtiger in stellen.
Programmeren en opslaan gebeurt in de stappen (A,B,C ...) met behulp van toetsen.
Voorwaarden:
– Deze droogautomaat is uitgescha-
keld.
– De toesteldeur is dicht.
A Houd de toets Start/Stop ingedrukt
tijdens de stappen B-C.
B Schakel het toestel in.
Wacht tot de toets Start/Stop constant brandt ...
C ...enlaat daarna de toets Start/Stop
los.
-
-
-
Welke optie gekozen werd, wordt in het display door een cijfer aange duid, dat afwisselend verschijnt met
P.
0 De restvochtigheid wordt voch
tiger.
I Fabrieksinstelling.
(Het controlelampje Automatic + knippert 1x extra).
2 restvochtigheid wordt droger.
(Het controlelampje Automatic + knippert 2x extra).
E Door op de toets Start/Stop te druk-
ken, kunt u het getal omschakelen.
F Schakel het toestel uit.
Deze programmering is nu opgeslagen. U kunt de programmering op elk wille­keurig moment wijzigen.
Controle
^
Voer de stappen A tot D uit.
^
Schakel na stap D de droogauto maat uit.
-
-
-
D Druk 1x op de toets Behoedzaam +.
Het controlelampje Behoedzaam + knippert 2x kort.
48
Page 49
Kreukbeveiliging instellen
Om kreuken te vermijden als u het wasgoed na afloop van het program ma niet meteen uit het toestel neemt.
Programmeerfuncties
Welke optie gekozen werd, wordt in het display door een cijfer aange duid, dat afwisselend verschijnt met
-
P.
-
De kreukbeveiliging
is in de fabriek ingeschakeld. U kunt
deze functie verkorten of uitscha kelen.
is in alle programma's actief, behalve
bij Finish Wol.
moet altijd ingeschakeld blijven.
Programmeren en opslaan gebeurt in de stappen (A,B,C ...) met behulp van toetsen.
Voorwaarden:
– Deze droogautomaat is uitgescha-
keld.
– De toesteldeur is dicht.
A Houd de toets Start/Stop ingedrukt
tijdens de stappen B-C.
B Schakel het toestel in.
Wacht tot de toets Start/Stop constant brandt ...
-
0 Kreukbeveiliging uit.
I 1 uur kreukbeveiliging.
(controlelampje Automatic + knippert 1x extra)
2 Fabrieksinstelling. 2 uur kreukbe
veiliging.
(controlelampje Automatic + knippert 2x extra).
E Door op de toets Start/Stop te druk-
ken, kunt u het getal omschakelen.
F Schakel het toestel uit.
Deze programmering is nu opgeslagen. U kunt de programmering op elk wille­keurig moment wijzigen.
Controle
^
Voer de stappen A tot D uit.
^
Schakel na stap D de droogauto maat uit.
-
-
C ...enlaat daarna de toets Start/Stop
los.
D Druk 2 keer op de toets
Behoedzaam +.
Het controlelampje Behoedzaam + knippert 3x kort.
49
Page 50
Programmeerfuncties
Het volume van de zoemer instellen
De zoemer kan u in 2 volumes instel len.
Welke optie gekozen werd, wordt in het display door een cijfer aange duid, dat afwisselend verschijnt met
-
P.
-
Programmeren en opslaan gebeurt in de stappen (A,B,C ...) met behulp van toetsen.
Voorwaarden:
Deze droogautomaat is uitgescha
keld.
De toesteldeur is dicht.
A Houd de toets Start/Stop ingedrukt
tijdens de stappen B-C.
B Schakel het toestel in.
Wacht tot de toets Start/Stop constant brandt ...
C ...enlaat daarna de toets Start/Stop
los.
D Druk 3x op de toets Behoedzaam +.
Het controlelampje Behoedzaam + knippert 4x kort.
-
0 Fabrieksinstelling. Volume van de
zoemer normaal.
I Zoemer met luid volume
(Het controlelampje Automatic + knippert extra)
E Door op de toets Start/Stop te druk
ken, kunt u het getal omschakelen.
F Schakel het toestel uit.
Deze programmering is nu opgeslagen. U kunt de programmering op elk wille­keurig moment wijzigen.
Controle
^ Voer de stappen A tot D uit.
^ Schakel na stap D de droogauto-
maat uit.
-
50
Page 51
Restvochtigheid in het programma "Automatisch plus" wijzigen
De elektronica van deze droogauto maat is gericht op een zo efficiënt mogelijk en energiebesparend dro gen. In dit programma kunt u echter de droogniveaus droger of vochtiger in stellen.
Programmeren en opslaan gebeurt in de stappen (A,B,C ...) met behulp van toetsen.
Voorwaarden:
– Deze droogautomaat is uitgescha-
keld.
– De toesteldeur is dicht.
A Houd de toets Start/Stop ingedrukt
tijdens de stappen B-C.
B Schakel het toestel in.
Wacht tot de toets Start/Stop constant brandt ...
C ...enlaat daarna de toets Start/Stop
los.
-
-
-
Programmeerfuncties
Welke optie gekozen werd, wordt in het display door een cijfer aange duid, dat afwisselend verschijnt met
P.
0 De restvochtigheid wordt voch
tiger.
I Fabrieksinstelling.
(Het controlelampje Automatic + knippert 1x extra).
2 restvochtigheid wordt droger.
(Het controlelampje Automatic + knippert 2x extra).
E Door op de toets Start/Stop te druk-
ken, kunt u het getal omschakelen.
F Schakel het toestel uit.
Deze programmering is nu opgeslagen. U kunt de programmering op elk wille­keurig moment wijzigen.
Controle
^
Voer de stappen A tot D uit.
^
Schakel na stap D de droogauto maat uit.
-
-
-
D Druk 4x op de toets Behoedzaam +.
Het controlelampje Behoedzaam + knippert 6x kort.
51
Page 52
Programmeerfuncties
Stand-by instellen
Het display en de controlelampjes worden na 10 minuten gedooft en al leen de toets Start/Stop knippert langzaam: Energiebesparing.
Droogautomaat "wekken" uit Stand-by-stand
Draai aan de programmakiezer of
^
druk op een toets. Beide mogelijkhe den hebben geen invloed op een lo pend programma.
Aan
De stand-by-functie is ingeschakeld en het display en de controlelampjes wor­den na 10 minuten gedoofd:
– als u na het inschakelen van het toe-
stel geen programma kiest;
– na de start van het programma.
Let wel: na de afgelopen tijd voor de start voorselectie, aan het einde van het programma of voor het einde van de kreukherstellingsfase worden display en controlelampjes voor telkens 10 minuten ingeschakeld.
De zoemer (indien ingeschakeld) weerklinkt gedurende 10 minuten aan het einde van het programma.
-
-
Fabrieksinstelling. niet terwijl het programma loopt
Net zoals beschreven onder "Aan". Maar: display en controlelampjes do ven niet zolang het programma loopt.
Uit
display en controlelampjes doven niet zolang het toestel ingeschakeld is.
-
Programmeren en opslaan gebeurt in de stappen (A,B,C ...) met behulp van toetsen.
^ Zie volgende pagina.
-
52
Page 53
Voorwaarden:
Deze droogautomaat is uitgescha
keld.
De toesteldeur is dicht.
Programmeerfuncties
-
Welke optie gekozen werd, wordt in het display door een cijfer aange duid, dat afwisselend verschijnt met P.
-
A Houd de toets Start/Stop ingedrukt
tijdens de stappen B-C.
B Schakel het toestel in.
Wacht tot de toets Start/Stop constant brandt ...
C ...enlaat daarna de toets Start/Stop
los.
D Druk 5x op de toets Behoedzaam +.
– Het controlelampje Behoedzaam +
knippert 8x kort.
0 Aan.
I Fabrieksinstelling. Niet terwijl het
programma loopt.
(Het controlelampje Automatic + knippert 1x extra)
2 Uit.
(Het controlelampje Automatic + knippert 2x extra).
E Door op de toets Start/Stop te druk-
ken, kunt u het getal omschakelen.
E Schakel het toestel uit.
Deze programmering is nu opgeslagen. U kunt de programmering op elk wille­keurig moment wijzigen.
Controle
^ Voer de stappen A tot D uit.
^
Schakel na stap D de droogauto maat uit.
-
53
Page 54
Programmeerfuncties
Memory-functie instellen
De elektronische besturing slaat een gekozen programma met extra func tie op. Bovendien wordt de duur van een Luchten-programma opgesla gen. Bij de volgende droogbeurt worden deze instellingen gebruikt. U kunt deze instellingen aanvaarden of met een druk op de toets aanpassen.
Programmeren en opslaan gebeurt in de stappen (A,B,C ...) met behulp van toetsen.
Voorwaarden:
– Deze droogautomaat is uitgescha-
keld.
– De toesteldeur is dicht.
A Houd de toets Start/Stop ingedrukt
tijdens de stappen B-C.
B Schakel het toestel in.
-
-
Welke optie gekozen werd, wordt in het display door een cijfer aange duid, dat afwisselend verschijnt met
P.
0 Fabrieksinstelling. Memory uit.
I Memory.
(Het controlelampje Automatic + knippert extra).
E Door op de toets Start/Stop te druk
ken, kunt u het getal omschakelen.
E Schakel het toestel uit.
Deze programmering is nu opgeslagen. U kunt de programmering op elk wille­keurig moment wijzigen.
Controle
^ Voer de stappen A tot D uit.
^ Schakel na stap D de droogauto-
maat uit.
-
-
Wacht tot de toets Start/Stop constant brandt ...
C ...enlaat daarna de toets Start/Stop
los.
D Druk 6x op de toets Behoedzaam +.
Het controlelampje Behoedzaam + knippert 9 x kort.
54
Page 55
Het akoestische signaal instellen
Elk gebruik wordt akoestisch beves tigd.
Programmeerfuncties
Welke optie gekozen werd, wordt in het display door een cijfer aange
-
duid, dat afwisselend verschijnt met P.
-
Programmeren en opslaan gebeurt in de stappen (A,B,C ...) met behulp van toetsen.
Voorwaarden:
Deze droogautomaat is uitgescha
keld.
De toesteldeur is dicht.
A Houd de toets Start/Stop ingedrukt
tijdens de stappen B-C.
B Schakel het toestel in.
Wacht tot de toets Start/Stop constant brandt ...
C ...enlaat daarna de toets Start/Stop
los.
D Druk 7 keer op de toets
Behoedzaam +.
Het controlelampje Behoedzaam + knippert 1x lang en 1x kort.
-
0 Fabrieksinstelling.
Bevestigingstoon uit.
I Bevestigingstoon aan
(Het controlelampje Automatic + knippert extra).
E Door op de toets Start/Stop te druk
ken, kunt u het getal omschakelen.
E Schakel het toestel uit.
Deze programmering is nu opgeslagen. U kunt de programmering op elk wille­keurig moment wijzigen.
Controle
^ Voer de stappen A tot D uit.
^ Schakel na stap D de droogauto-
maat uit.
-
55
Page 56
Programmeerfuncties
Instelling van de geleidbaarheid wijzigen
U dient deze programmeerfunc
,
tie alleen in te stellen wanneer de restvochtigheid van het wasgoed verkeerd wordt berekend door heel kalkarm water.
Voorwaarde
Het water waarin het textiel wordt ge wassen is uiterst zacht en de geleidbaarheid is kleiner dan 150 µS. De geleidbaarheid van het drinkwater kunt u bij uw waterbedrijf opvragen.
Activeer deze programmeerfunctie echt alleen dan, wanneer aan de bovenstaande voorwaarde wordt voldaan. Anders is het droogresultaat niet bevredigend!
Programmeren en opslaan gebeurt in de stappen (A,B,C ...) met behulp van toetsen.
-
-
Het controlelampje Behoedzaam +
knippert 1x lang en 2x kort.
Welke optie gekozen werd, wordt in het display door een cijfer aange duid, dat afwisselend verschijnt met
P.
0 Fabrieksinstelling.
I Geleidbaarheidsinstelling laag
(Het controlelampje Automatic + knippert extra).
E Door op de toets Start/Stop te druk
ken, kunt u het getal omschakelen.
E Schakel het toestel uit.
Deze programmering is nu opgeslagen. U kunt de programmering op elk wille­keurig moment wijzigen.
Controle
^ Voer de stappen A tot D uit.
^ Schakel na stap D de droogauto-
maat uit.
-
-
Voorwaarden:
Deze droogautomaat is uitgescha keld.
De toesteldeur is dicht.
A Houd de toets Start/Stop ingedrukt
tijdens de stappen B-C.
B Schakel het toestel in.
Wacht tot de toets Start/Stop constant brandt ...
C ...enlaat daarna de toets Start/Stop
los.
D Druk 8x op de toets Behoedzaam +.
56
-
Page 57
Droogtegraadstappen toevoegen
U kunt bij veel programma's droogtegraadstappen toevoegen:
mangelvochtig+
(droger dan mangelvochtig).
bijna droog
(droger dan strijkvochtig).
kastdroog+
(droger dan kastdroog).
Deze programmeerfunctie is alleen ac tief bij programma's waarbij droogniveaus kunnen worden inge steld.
Het programmeren en opslaan ge­beurt met behulp van de toetsen in volgende stappen A tot F.
Voorwaarden:
– Deze droogautomaat is uitgescha-
keld.
– De toesteldeur is dicht.
A Houd de toets Start/Stop ingedrukt
tijdens de stappen B-C.
B Schakel het toestel in.
Wacht tot de toets Start/Stop constant brandt ...
C ...enlaat daarna de toets Start/Stop
los.
D Druk 9x op de toets Behoedzaam +.
Het controlelampje Behoedzaam + knippert 1x lang en 3x kort.
-
Programmeerfuncties
Welke optie gekozen werd, wordt in het display door een cijfer aange duid, dat afwisselend verschijnt met
P.
0 Fabrieksinstelling.
I Droogtegraadstappen toevoegen
(Het controlelampje Automatic + knippert extra).
E Door op de toets Start/Stop te druk
-
ken, kunt u het getal omschakelen.
E Schakel het toestel uit.
Deze programmering is nu opgeslagen. U kunt de programmering op elk wille­keurig moment wijzigen.
Controle
^ Voer de stappen A tot D uit.
^ Schakel na stap D de droogauto-
maat uit.
Zo kunt u de toegevoegde droogte graden oproepen
^
Kies een programma.
^
Druk zo vaak op de toets voor de droogtegraad tot telkens een of twee controlelampjes branden.
Controlelampje Extra droog en Kast droog = Kastdroog+
Controlelampje Kastdroog en Strijk vochtig = Bijna droog
Controlelampje Strijkvochtig en Man gelvochtig = Mangelvochtig+
-
-
-
-
-
-
575859
Page 58
Page 59
Page 60
Wijzigingen voorbehouden/5011
M.-Nr. 07 863 930 / 01
Loading...