Miele PW 5084 XL MopStar 80 User manual

Page 1
Gebruiksaanwijzing en opstellingsinstructies
Wasautomaat PW 5084
XL
MopStar 80
Lees beslist de gebruiksaanwijzing voordat u uw apparaat plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt onnodige schade aan uw apparaat.
nl-NL
M.-Nr. 09 756 440
Page 2
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu
Het verpakkingsmateriaal
De verpakking beschermt het apparaat tegen transportschade. Het verpak kingsmateriaal is uitgekozen met het oog op een zo gering mogelijke belas ting van het milieu en de mogelijkheden voor recycling.
Hergebruik van het verpakkingsmateri aal remt de afvalproductie en het ge bruik van grondstoffen. Vaak neemt de leverancier de verpakking terug. Als u de verpakking zelf wegdoet, informeer dan bij de reinigingsdienst van uw ge meente waar u die kunt afgeven.
-
-
-
-
Het afdanken van het apparaat
Oude elektrische en elektronische ap­paraten bevatten meestal nog waarde­volle materialen. Ze bevatten echter ook schadelijke stoffen die nodig zijn geweest om de apparaten goed en vei­lig te laten functioneren. Wanneer u uw oude apparaat bij het gewone afval doet of er op een andere manier niet goed mee omgaat, kunnen deze stoffen schadelijk zijn voor de gezondheid en het milieu.
Het afgedankte apparaat moet tot die tijd buiten het bereik van kinderen wor den opgeslagen.
Energie besparen
Energie- en waterverbruik
Maak zoveel mogelijk gebruik van de
­maximale beladingscapaciteit van
een programma. U gebruikt dan rela tief gezien de minste hoeveelheid energie en water.
Wasmiddel
– Gebruik de hoeveelheid wasmiddel
die op de verpakking staat aangege­ven.
– Verlaag bij een geringere belading
de wasmiddelhoeveelheid.
Als u aansluitend machinaal droogt
Kies het hoogste centrifugetoerental voor het betreffende wasprogramma. U bespaart dan energie tijdens het dro gen.
-
-
-
Verwijder uw oude apparaat dan ook nooit samen met het gewone afval, maar lever het in bij een gemeentelijk inzameldepot voor elektrische en elek tronische apparatuur. Vraag uw hande laar indien nodig om inlichtingen.
2
-
-
Page 3
Inhoud
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu........................2
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen.............................7
Bediening van de wasautomaat .....................................15
Bedieningspaneel .................................................15
Opmerking bij de eerste ingebruikneming ..............................15
Principe display ...................................................16
Eerste ingebruikneming ...........................................17
Het gebruik van de wasautomaat ....................................18
Verkorte gebruiksaanwijzing .........................................18
Symbolen op het etiket .............................................24
Centrifugeren ....................................................25
Maximaal toerental eindcentrifugeren ..................................25
Tussencentrifugeren .............................................25
Eindcentrifugeren uitschakelen (spoelstop) ...........................25
Tussencentrifugeren en eindcentrifugeren uitschakelen .................25
Uitgestelde start..................................................26
Programma-overzicht .............................................27
Programmaverloop ...............................................33
Ontwateren ......................................................34
Voorwassen/Voorspoelen ...........................................34
Programmaverloop wijzigen ........................................35
Programma afbreken ...............................................35
Programma onderbreken............................................35
Programma wijzigen ...............................................35
Wasmiddel ......................................................36
Waterontharder ...................................................36
Componentenwasmiddel............................................36
Ontkleuren/verven .................................................36
Wasverzachter, appreteermiddel of vloeibaar stijfsel ......................37
Wasverzachter, appreteermiddel of vloeibaar stijfsel automatisch doseren . . 37
Stop voor wasverzachter of appreteermiddel .........................37
Relaisaansturing voor externe dosering ..............................38
Externe dosering ..................................................38
Sensor leegmelding .............................................40
3
Page 4
Inhoud
Reiniging en onderhoud ...........................................41
Wasautomaat reinigen ..............................................41
Zeefjes watertoevoer reinigen ........................................43
Nuttige tips ......................................................44
Wat moet u doen als... ............................................44
Er kan geen wasprogramma worden gestart ............................44
In het display verschijnt een foutmelding ...............................45
Algemene problemen met de wasautomaat .............................46
Het wasresultaat is onvoldoende......................................47
De vuldeur gaat niet open ...........................................48
Programma voortzetten na een onderbreking van de stroomvoorziening ......48
Service-interval, veiligheidsvoorschrift .................................49
Piekbelastingsschakelaar ...........................................49
Vuldeur openen bij verstopte afvoer en/of stroomstoring ...................50
Water afvoeren .................................................50
Deur openen ...................................................51
Service / Klantcontacten ...........................................52
Reparaties .......................................................52
Optische interface PC ..............................................52
Bij te bestellen accessoires ..........................................52
Plaatsen en aansluiten ............................................53
Voorkant.........................................................53
Achterkant .......................................................54
Zijkant ..........................................................55
Bovenkant .......................................................55
Wasautomaat plaatsen .............................................55
Sokkelopstelling...................................................56
Plaats van opstelling ...............................................57
Transportbeveiliging verwijderen .....................................57
Transportbeveiliging monteren .......................................58
Stellen ..........................................................59
Wateraansluiting ..................................................60
Koudwateraansluiting ............................................60
Warmwateraansluiting ...........................................61
Aansluiting op heet water .........................................61
4
Page 5
Inhoud
Waterafvoer ......................................................62
Uitvoering met afvoerklep.........................................62
Uitvoering met afvoerpomp .......................................62
Elektrische aansluiting ..............................................63
Technische gegevens .............................................64
Menu "Instellingen" - standaardwaarden wijzigen ......................65
Menu "Instellingen J" .............................................66
Afkoeling waswater ................................................66
Contrast .........................................................66
Lichtsterkte ......................................................66
Menu "Instellingen/Exploitatieniveau" ...............................67
Code wijzigen ....................................................67
Dagtijd ..........................................................68
Stand-by (display) .................................................68
Exploitatieniveau ..................................................68
Memory .........................................................69
Beladingsautomaat ................................................69
Water voorwas ....................................................69
Water hoofdwas ...................................................69
Water spoelen ....................................................69
Lage waterdruk ...................................................69
Temp. standaard plus ..............................................70
MOP-ontwateren ..................................................70
Chemo-therm. desinf. ..............................................70
Thermische desinfectie .............................................70
Desinfectie hygiëne ................................................71
Microvezel-MOP ..................................................71
Behandelen standaard .............................................71
Behandelen desinfectie .............................................71
Behandelen doeken................................................71
Cent.behand.stand.,des. ............................................72
Centr.-behand. stand.+ .............................................72
Centr.-behand. doeken .............................................72
Sensor leegmelding................................................72
Meer programma's ................................................73
Niveau wit/bont ...................................................73
5
Page 6
Inhoud
Niveau kreukherstell. ...............................................73
Temp. voorwas WB ................................................73
Wastijd voorwas...................................................73
Wastijd wit/bont ...................................................74
Wastijd kreukherstell................................................74
Voorwas wit/bont/kh................................................74
Lijst speciale programma's ..........................................74
Spoelgangen wit/bont ..............................................74
Spoelgangen kreukh................................................75
Voorspoelen wit/bont ...............................................75
Voorspoel. kreukherst. ..............................................76
Temperatuureenheid ...............................................76
Gestuurd energieverbr. .............................................76
Centrifugeren gratis ................................................76
Menu "Instellingen" afsluiten .........................................76
6
Page 7
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Lees beslist deze gebruiksaanwijzing.
~
Deze automaat voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften. Onjuist gebruik echter kan persoonlijk letsel of beschadiging van het apparaat tot gevolg hebben.
Lees eerst de gebruiksaanwijzing voordat u uw automaat voor het eerst gebruikt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan het apparaat. In de gebruiksaanwijzing vindt u belangrijke in­structies met betrekking tot de veiligheid, het gebruik en het on­derhoud.
Als meerdere personen de automaat bedienen, dan moeten de veiligheidsvoorschriften en waarschuwingen voor deze personen toegankelijk worden gemaakt en/of worden uitgelegd.
Bewaar de gebruiksaanwijzing en geef deze door aan een even tuele volgende eigenaar.
-
Verantwoord gebruik
De wasautomaat is uitsluitend bestemd voor het wassen van tex
~
tiel dat volgens het wasetiket geschikt is voor machinaal wassen. Ieder ander gebruik kan gevaarlijk zijn. De fabrikant is niet verant woordelijk voor schade die wordt veroorzaakt door ander gebruik dan hier aangegeven of door foutieve bediening.
De wasautomaat moet volgens de gebruiksaanwijzing worden ge
~
bruikt, regelmatig worden onderhouden en de werking moet regelmatig worden gecontroleerd.
-
-
-
7
Page 8
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Het apparaat mag niet buiten worden gebruikt.
~
Dit apparaat mag alleen worden gebruikt door personen die in
~
staat zijn het apparaat veilig te bedienen en die volledig op de hoogte zijn van de inhoud van de gebruiksaanwijzing!
Houd kinderen onder acht jaar op een afstand, tenzij u voortdu
~
rend toezicht houdt.
Kinderen vanaf acht jaar mogen het apparaat alleen zonder toe
~
zicht gebruiken als ze weten hoe ze het apparaat veilig moeten be dienen. De kinderen moeten zich bewust zijn van de gevaren van een foutieve bediening.
Kinderen mogen het apparaat niet zonder toezicht reinigen of on-
~
derhouden
Houd kinderen in de gaten wanneer deze zich in de buurt van de
~
automaat bevinden. Laat kinderen nooit met het apparaat spelen.
Als de automaat in een vrij toegankelijke ruimte staat opgesteld,
~
moet de exploitant geschikte maatregelen treffen die voorkomen dat door mogelijke restrisico's gevaarlijke situaties voor de gebruiker ontstaan.
De desinfectiestandaard van thermische en chemothermische
~
procédés dient te worden bewaakt. Desinfectieprogramma's mogen niet worden onderbroken, omdat anders het desinfectieresultaat on gunstig kan worden beïnvloed.
-
-
-
-
8
Page 9
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Technische veiligheid
Controleer het apparaat voordat u het installeert en in gebruik
~
neemt op zichtbare schade. Een beschadigd apparaat mag niet worden geïnstalleerd en gebruikt.
De elektrische veiligheid van het apparaat is alleen gewaarborgd
~
als het wordt aangesloten op een aardingssysteem dat volgens de voorschriften is geïnstalleerd. Het is belangrijk dat u dit controleert. Laat in geval van twijfel de huisinstallatie door een vakman inspecte ren. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade als gevolg van een ontbrekende of beschadigde aarddraad.
Ondeskundig uitgevoerde reparaties leveren gevaar op voor de
~
gebruiker. Miele kan hiervoor niet aansprakelijk worden gesteld. Re­paraties mogen alleen worden uitgevoerd door vakmensen die door Miele zijn geautoriseerd, anders kan bij eventuele schade geen aan­spraak op de garantie worden gemaakt.
Voer geen aanpassingen aan de automaat uit die niet uitdrukke-
~
lijk door Miele zijn toegestaan.
-
In geval van een storing of bij reinigings- en onderhoudswerk-
~
zaamheden is de automaat alleen spanningsvrij als: –
de stekker uit de contactdoos is getrokken.
de hoofdschakelaar van de huisinstallatie uitgeschakeld is of
de desbetreffende zekering van de huisinstallatie er geheel uitge draaid is.
-
9
Page 10
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
De wasautomaat mag alleen met een nieuwe slangenset op de
~
watervoorziening worden aangesloten. Oude slangen mogen niet worden gebruikt. Controleer de slangen regelmatig. U kunt de slangen dan tijdig vervangen en waterschade voorkomen.
Defecte onderdelen mogen alleen door originele Miele-onderde
~
len worden vervangen. Alleen van die onderdelen kan Miele garan deren dat zij aan de veiligheidseisen voldoen.
Open de deur van de wasautomaat nooit met geweld. Om de
~
veiligheidsfunctie van het deurslot te waarborgen, is de deurgreep voorzien van een speciale beveiliging.
Als u het apparaat voor professionele doeleinden gebruikt, moet
~
u het apparaat periodiek door een deskundige laten controleren (bij­voorbeeld door Miele). De resultaten moeten in het zogenaamde machinevolgboek worden vastgelegd (verkrijgbaar bij Miele). Het machinevolgboek moet op de plaats van opstelling worden be­waard.
Dit apparaat mag niet op een niet-stationaire locatie (zoals een
~
boot) worden gebruikt.
-
-
10
Page 11
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Veilig gebruik
Plaats het apparaat in een vorstvrije ruimte. Bevroren slangen
~
kunnen barsten en temperaturen onder het vriespunt kunnen de werking van de elektronica beïnvloeden.
Verwijder voor de ingebruikneming de transportbeveiliging aan
~
de achterkant van de automaat (zie het hoofdstuk "Plaatsen en aan sluiten" onder "Transportbeveiliging verwijderen"). Als de beveiliging niet wordt verwijderd, kunnen de wasautomaat en ernaast geplaats te apparaten en meubels tijdens het centrifugeren beschadigd ra ken.
Sluit de waterkraan als u gedurende lange tijd afwezig bent (bij-
~
voorbeeld tijdens vakanties). Dit is vooral van belang als zich in de buurt van de automaat geen afvoerputje bevindt.
Als u voor de waterafvoer een wastafel gebruikt, controleer dan
~
van tevoren of het water in de wasbak snel genoeg wegstroomt. Zorg dat de afvoerslang niet kan wegglijden. De kracht van het uitstromende water kan een niet beveiligde slang uit de wastafel drukken.
-
-
-
Voorkom dat vreemde voorwerpen (spijkers, naalden, munten,
~
paperclips, etc.) in de machine terechtkomen. Dergelijke voor werpen kunnen de automaat beschadigen (zoals de kuip en de wastrommel). Beschadigde onderdelen kunnen op hun beurt het wasgoed beschadigen. Vooral metaalspaanders die zich in reinigingsmaterialen kunnen bevinden, moeten voor het wassen er uit worden geschud.
Bij juiste dosering van het wasmiddel hoeft de automaat niet te
~
worden ontkalkt. Mocht u toch willen ontkalken, gebruik dan een ont kalkingsmiddel dat een anti-corrosiemiddel bevat (verkrijgbaar bij Miele). Volg de aanwijzingen op de verpakking nauwkeurig op.
-
-
-
11
Page 12
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Wasgoed dat met oplosmiddelhoudende reinigingsmiddelen is
~
behandeld, moet vóór het wassen grondig met water worden ge spoeld.
Gebruik nooit reinigingsmiddelen die oplosmiddelen bevatten
~
(zoals wasbenzine). Onderdelen van de wasautomaat kunnen be schadigd raken en er kunnen giftige dampen vrijkomen. Bovendien bestaat er brand- en explosiegevaar.
Bewaar en gebruik in de buurt van de automaat geen benzine,
~
petroleum of andere licht ontvlambare stoffen. Er bestaat brand- en explosiegevaar!
Textielverf moet geschikt zijn voor gebruik in een wasautomaat.
~
Volg de aanwijzingen op de verpakking nauwkeurig op.
Ontkleuringsmiddelen bevatten vaak zwavel en kunnen corrosie
~
veroorzaken. Deze middelen mogen niet in de wasautomaat worden gebruikt.
-
-
Voorkom dat de roestvrijstalen oppervlakken (front, deksel, om-
~
manteling) in aanraking komen met vloeibare reinigings- en desin­fectiemiddelen die chloor of natriumhypochloride bevatten. Deze middelen kunnen op het roestvrije staal corrosie veroorzaken. Agressieve chloorbleekloogdampen kunnen eveneens corrosie tot gevolg hebben. Bewaar geopende reservoirs met dergelijke mid delen daarom niet in de buurt van de apparatuur.
Voor de reiniging van het apparaat mag geen hogedrukreiniger of
~
waterstraal worden gebruikt.
Let bij gebruik en combinatie van speciale reinigingsmiddelen en
~
speciale producten op de aanwijzingen van de betreffende fabri kant. Gebruik het middel alleen voor toepassingen die door de fabri kant zijn aangegeven. Hiermee voorkomt u materiaalschade en eventuele heftige chemische reacties.
12
-
-
-
Page 13
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Chloor en schade aan onderdelen
Aanwijzingen voor behandelingen met chloorbleekmiddelen en perchloorethyleen
Hoe groter de gebruikte chloorhoeveelheden, des te groter de
~
kans op schade aan onderdelen van de automaat. Het gebruik van chloorhoudende middelen, zoals natriumhypochlori de en poedervormige chloorbleekmiddelen, kan - afhankelijk van de chloorconcentratie, de inwerktijd en de temperatuur - de bescherm laag van het roestvrije staal aantasten en corrosie veroorzaken op onderdelen van de automaat. Om deze redenen dient u af te zien van het gebruik van dergelijke middelen. In plaats daarvan advise ren wij bleekmiddelen op zuurstofbasis.
Als u toch voor bepaalde verontreinigingen chloorhoudende bleek­middelen gebruikt, dient u altijd een antichloorbehandeling uit te voeren. U voorkomt zo dat onderdelen van de wasautomaat en de was onherstelbaar beschadigd raken.
Antichloorbehandeling
-
-
-
De antichloorbehandeling moet meteen aansluitend op het gebruik van het chloorbleekmiddel worden uitgevoerd! Gebruik hiervoor bij voorkeur waterstofperoxide of een was- of bleekmiddel op zuurstofbasis en zonder het water tussendoor af te pompen.
Met thiosulfaat kan, vooral bij hard water, gipsvorming optreden waardoor verontreinigingen op het wasgoed en afzettingen in de wasautomaat kunnen ontstaan. Omdat een behandeling met waterstofperoxide het neutralisatieproces van chloor ondersteunt, dient daaraan de voorkeur te worden gegeven.
De juiste hoeveelheden hulpmiddelen en de behandelingstemperaturen dienen ter plaatse volgens de doseerad viezen van de was- en hulpmiddelenfabrikanten te worden ingesteld en gecontroleerd. Ook moet worden getest of er resten actieve chloor in de was zijn achtergebleven.
-
13
Page 14
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Accessoires
Accessoires mogen alleen dan worden aan- of ingebouwd, als
~
deze uitdrukkelijk door Miele zijn vrijgegeven. Als er andere onder delen worden aan- of ingebouwd, kan Miele niet voor de gevolgen instaan en kan er geen beroep worden gedaan op bepalingen met betrekking tot garantie en productaansprakelijkheid.
Het afdanken van een apparaat
-
Als u uw oude automaat afdankt, maak dan eerst het deurslot on
~
bruikbaar. Daarmee voorkomt u dat spelende kinderen zich opslui ten en in levensgevaar komen.
Als de "Veiligheidsinstructies en waarschuwingen" niet worden opgevolgd, kan Miele niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die daarvan het gevolg is.
-
-
14
Page 15
Bedieningspaneel
Bediening van de wasautomaat
a Toets Start
Met deze toets start u het gekozen wasprogramma.
b Display met de toetsen –, OK en +
Nadere informatie over deze toetsen vindt u op de volgende pagina.
c Toets +
Met deze toets kunt u de start van een programma uitstellen.
d Optische interface PC
De optische interface gebruikt Miele voor servicedoeleinden (onder meer voor de update-functie).
e Toets Voorwas/Voorspoelen =
met controlelampje
f Programmaschakelaar
Met deze schakelaar kiest u de was­programma's. U kunt de schakelaar naar rechts en naar links draaien.
g Toets Aan-Uit s
Opmerking bij de eerste ingebruikneming
Voordat u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt, moet het correct zijn geplaatst en aangeslo ten. Zie ook het hoofdstuk "Plaatsen en aansluiten".
Voer de eerste ingebruikneming uit, zo als beschreven in het hoofdstuk "Eerste ingebruikneming".
-
-
15
Page 16
Bediening van de wasautomaat
Principe display
Toetsen–/+
Met deze toetsen wijzigt u het onder­deel dat in het display gemarkeerd is. – Deze toets verlaagt de waarde of
verplaatst de markering (omhoog).
+ Deze toets verhoogt de waarde of
verplaatst de markering (omlaag).
Toets OK b
Met deze toets bevestigt u een geko­zen waarde en kiest u een volgend on­derdeel.
Bij de programmakeuze kiest men via het display:
meer programma's
de temperatuur van sommige pro gramma's.
het toerental voor het eindcentrifuge ren.
de starttijd.
Het display toont onder meer de duur van een wasprogramma en de actuele dagtijd.
Ook het menu Instellingen J bedient u via het display.
16
-
-
Page 17
Voordat u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt, moet het correct zijn geplaatst en aangeslo ten. Zie ook het hoofdstuk "Plaatsen en aansluiten".
Om veiligheidsredenen kan voor de eerste ingebruikneming niet worden ge centrifugeerd. Om te kunnen centrifu geren, moet eerst een wasprogramma zonder wasgoed
Schakel de wasautomaat met de
^
toets K in.
Als u de automaat voor het eerst ge­bruikt, verschijnt de Duitse tekst Miele Professional Willkommen.
worden afgewerkt.
-
-
Eerste ingebruikneming
Dagtijd instellen
12:00
Dagtijd instellen
Stel met de toetsen – en + het juiste
^
uur in en bevestig deze waarde met
-
de toets OK. Stel vervolgens de mi nuten in. Nadat u ook die waarde heeft bevestigd, wisselt het display naar het basismenu.
Eerste wasbeurt
De automaat kan nu voor het eerste wasprogramma worden gebruikt.
^ Draai de waterkranen open.
-
Het welkomstscherm verschijnt niet meer als de eerste ingebruikneming afgerond is.
Het display wisselt naar de instelling van de taal.
^
Kies de gewenste taal met de toetsen – en + en bevestig uw keuze met de toets OK.
Transportbeveiliging
De transportbeveiliging moet vóór het eerste wasprogramma worden verwijderd om schade aan de was automaat te voorkomen.
^
Bevestig het verwijderen van de transportbeveiliging door op OK te drukken.
Het display wisselt naar de instelling van de dagtijd.
^ Zet de programmaschakelaar op "§
40°C".
^ Druk op de toets Start.
Na afloop van het programma is de eerste ingebruikneming afgerond.
-
17
Page 18
Het gebruik van de wasautomaat
Verkorte gebruiksaanwijzing
De met cijfers (A, B, C ...) aangege ven stappen vormen een verkorte ge bruiksaanwijzing.
A Reinigingsmateriaal en wasgoed
sorteren
Haal alle zakken leeg.
^
Voorwerpen zoals spijkers, mun
,
ten en paperclips kunnen het was goed en onderdelen van de auto maat beschadigen.
Vlekken voorbehandelen
^ Verwijder vóór het wassen eventuele
vlekken op het wasgoed. Doe dat zolang de vlekken nog niet zijn opge­droogd. Verwijder vlekken deppend met een niet afgevende doek. Niet wrijven!
Vlekken (van bloed, ei, koffie, thee, etc.) kunt u vaak eenvoudig verwijde­ren. Miele heeft hiervoor een speciale vlekkenwijzer samengesteld die u via internet kunt raadplegen.
,
Gebruik nooit chemische (oplos middelhoudende) reinigingsmidde len in de wasautomaat!
-
-
-
-
Reinigingsmateriaal sorteren
-
-
-
Schud mops, reinigingsdoeken en
^
pads goed uit, zodat grof vuil niet in de trommel komt.
Wasgoed sorteren
Sorteer het wasgoed op kleur en op
^
de symbolen in het wasetiket (in de kraag of bij de zijnaad).
Donker textiel geeft vaak af als het de eerste keren wordt gewassen. Dit kan verkleuring tot gevolg hebben. Was licht en donker wasgoed daarom ge scheiden.
Algemene tips
– Bij vitrage: Verwijder de haakjes en
het loodband of doe deze delen in een waszak.
– Sluit voor het wassen ritssluitingen,
haakjes en oogjes.
– Meer tips vindt u in het hoofdstuk
"Programma-overzicht".
Was geen textiel dat volgens het was­etiket niet wasbaar is (symbool h).
-
18
Page 19
Het gebruik van de wasautomaat
B Wasautomaat beladen
Schakel de wasautomaat met de
^
"Aan/Uit"-toets K in.
^ Open de vuldeur door aan de greep
te trekken.
Ontvouw het wasgoed en leg het los
^
jes in de trommel. Grote en kleine stukken bij elkaar zorgen voor een optimale waswerking en voor een be­tere verdeling tijdens het centrifuge­ren.
-
Open de vuldeur nooit met geweld. De deurgreep is voorzien van een speciale beveiliging. Door het losschieten van de deurgreep wordt voorkomen dat het deurslot bescha­digd raakt (hoofdstuk "Nuttige tips" onder "De vuldeur gaat niet open").
Als u de maximale beladingscapaciteit benut, is het energie- en waterverbruik relatief gezien het laagst. Bij een te vol­le trommel neemt het wasresultaat af en neemt de kreukvorming toe.
19
Page 20
Het gebruik van de wasautomaat
C Programma kiezen
Sluit de deur. Doe dit als volgt: Druk
^
de deur bijna dicht en sluit de deur met de deurgreep. Gooi de deur niet dicht.
Het wasgoed mag niet tussen
,
de deur en de trommel ingeklemd raken.
© MOPS Standaard 60°C
© MOPS Standaard plus
M6 Thermische desinfectie
M¦ Chemo-thermische desinfectie
x Meer programma's
40/60/70/95°C
^
Sluit de deur.
1. Druk de deur dicht.
2. Sluit de greep.
20
ª Pads 40°C
§ Reinigingsdoeken 40°C en
60°C
§ M Reinigingsdoeken desinfectie
hygiëne
^
Met de programmaschakelaar kiest u het gewenste wasprogramma en stelt u de temperatuur in.
In het display wordt het gekozen pro gramma weergegeven.
Reinigingsdoeken
-
Page 21
Het gebruik van de wasautomaat
Het display wisselt naar het gekozen programma.
Reinigingsdoeken
60°C Duur:
Met de toetsen – en + kunt u het cen
^
1300 omw/min
h
trifugetoerental wijzigen. Bevestig de gewenste waarde met OK.
Als u met de programmaschakelaar x kiest ("Meer programma's"), verschijnen deze programma's in het display.
Mops nieuw
E
Mops behandelen
Doeken behandelen H
^ Markeer met de toets – of + het ge-
wenste programma en bevestig uw keuze met OK.
Het display wisselt naar het gekozen programma.
Voorwassen/Voorspoelen =
Kies voor wasgoed dat veel vuil be
^
vat (zoals stof en zand) de extra functie "Voorwas". Als deze functie niet kan worden ge kozen, is de functie niet toegestaan bij het gekozen programma.
-
Uitgestelde start +
Als u de start wilt uitstellen, kunt u nu
^
de gewenste starttijd aangeven (zie het hoofdstuk "Uitgestelde start").
-
-
Vitrages
30°C Duur: 0:38 h
^
Met de toetsen – en + kunt u het ge
600 omw/min
markeerde centrifugetoerental wij zigen. Bevestig de gewenste waarde met OK. Bij sommige programma's kunt u ook de temperatuur wijzigen (met – of +).
-
-
21
Page 22
Het gebruik van de wasautomaat
D Wasmiddel doseren
Houd bij de dosering rekening met de mate van verontreiniging en met de wa terhardheid.
Bij te weinig wasmiddel
worden de reinigingsmaterialen en
het wasgoed niet schoon en na ver loop van tijd grauw en hard.
ontstaan er vetbolletjes in de was.
ontstaat er kalkafzetting op de ver
warmingselementen.
Bij te veel wasmiddel
-
-
-
Trek de wasmiddellade open en vul
^
de juiste vakjes.
– treedt er sterke schuimvorming op,
waardoor de mechanische waswer­king afneemt en de was niet goed wordt gereinigd, gespoeld en gecen­trifugeerd.
– wordt het milieu onnodig belast.
Meer informatie over wasmiddelen en doseringen vindt u in het hoofdstuk "Wasmiddel".
De wasautomaat is geschikt voor het aansluiten van externe doseer systemen voor het doseren van vloeibare was- en hulpmiddelen (zie ook "Wasmiddel").
-
i = Wasmiddel voor de voorwas j = Wasmiddel voor de hoofdwas
§ = Wasverzachter, appreteer-
middel, vloeibaar stijfsel of impregneermiddel
^ Sluit de wasmiddellade.
Trek de wasmiddellade niet tijdens het wassen uit de automaat. Gebruik de wasautomaat alleen met gesloten wasmiddellade.
22
Page 23
Het gebruik van de wasautomaat
E Programma starten
Als u het programma kunt starten, be gint de toets Start te knipperen.
Druk op de toets Start.
^
De toets Start licht op.
Als niet voor een uitgestelde start is ge kozen, verschijnt in het display de ver wachte programmaduur. De tijd wordt in minuten afgeteld. In de eerste 10 mi nuten bepaalt de wasautomaat hoeveel water het wasgoed kan opnemen. Hier door kan de programmaduur nog wor den verkort.
Daarnaast is in het display het pro­grammaverloop te zien. De automaat geeft steeds aan welke programmafase is bereikt.
F Trommel leeghalen
15 minuten na afloop van het pro­gramma wordt de automaat automa­tisch uitgeschakeld. U moet de auto­maat met de toets Start weer inscha kelen.
-
-
-
-
Open de deur met de deurgreep.
^
Haal het wasgoed uit de trommel.
^
Controleer of de trommel leeg is. Achtergebleven was kan bij een vol gende wasbeurt krimpen of af geven.
-
Zet de programmaschakelaar op
^
Einde M.
­Sluit de deur. Er kunnen anders on
^
-
bedoeld voorwerpen in de trommel terechtkomen. Deze zouden per on geluk kunnen worden meegewassen en het wasgoed kunnen bescha­digen.
^ Schakel de wasautomaat met de
toets K uit.
-
-
-
-
23
Page 24
Het gebruik van de wasautomaat
Symbolen op het etiket
Wassen
De waarde in de wastobbe geeft de maximale temperatuur aan waarmee u het product mag wassen.
9 Normale mechanische belas
ting
4 Behoedzame mechanische
belasting
c Zeer behoedzame mechani
sche belasting
/ Handwas
h Niet wasbaar
Voorbeelden voor de programmakeu­ze
Programma Wassymbool
Witte/Bonte was
Kreukherstel lend
Fijne was ac Wol / Miniwas 76
9ö8E76
-
54321
De punten geven de temperatuur aan.
q Normale temperatuur r Lage temperatuur
-
-
s Niet machinaal drogen
De punten geven het temperatuurbe reik aan.
I ca. 200°C H ca. 150°C G ca. 110°C J Niet strijken/mangelen
f Reiniging met chemische op-
p
w Natreiniging
D Niet chemisch reinigen
x Elk oxidatie-bleekmiddel is
{ Alleen zuurstofbleekmiddel is
z Niet bleken
Drogen
Strijken & mangelen
-
Professionele reiniging
losmiddelen. De letters staan voor de reinigingsmiddelen.
Bleken
toegestaan
toegestaan
24
Page 25
Centrifugeren
Maximaal toerental eindcentrifugeren
Programma omw./min
Standaard 60°C 1300
Standaard plus 1300
Therm. desinfectie 1300
Chemo-thermisch 1300
Reinigingsdoeken Hygiëne 1300
Reinigingsdoeken 40°C/60°C 1300
Pads 40°C 1300
Mops nieuw 1300
Mops behandelen* Geen weer
Doeken behandelen* Geen weer
Vitrages 600
Bonte was 1300
Witte was 1300
Intensief 1300
Intensief plus 1300
Kreukherstellend 1000
Miniwas 1300
Extra spoelen 1300
Pompen/Centrifug. 1300
*Het toerental is afhankelijk van de instellingen bij
Cent.behand.stand.,des. en Centr.-behand. doeken.
U kunt het toerental voor het eindcentri fugeren verlagen. Een hoger toerental dan in de tabel is aangegeven, is niet mogelijk.
-
gave
-
gave
Eindcentrifugeren uitschakelen (spoelstop)
Kies de instelling Spoelstop. Het
^
wasgoed blijft na de laatste spoel gang in het water liggen.
Eindcentrifugeren starten
:
De elektronica reikt u voor het centri fugeren het maximaal toegestane toerental aan. U kunt het toerental eventueel verlagen. Met de toets Start start u het eindcentrifugeren.
Tussencentrifugeren en eindcentrifugeren uitschakelen
^ Kies de instelling Zonder centrifuge-
ren. Na de laatste spoelgang wordt
het water afgepompt.
Bij de programma's Thermische
desinfectie, Chemo-thermische des­infectie en Reinigingsdoeken desin­fectie hygiëne (programma "Hygië-
ne") zijn de instellingen Spoelstop en Zonder centrifugeren niet moge lijk.
-
-
-
-
Tussencentrifugeren
De was wordt na de hoofdwas en tus sen de spoelgangen door gecentrifu
-
­geerd. Als u het toerental voor het eind centrifugeren verlaagt, wordt ook het toerental voor het tussencentrifugeren verlaagd.
-
25
Page 26
Uitgestelde start
Via een uitgestelde start kunt u het programma-einde verschuiven. U kunt de programmastart met 30 minuten tot maximaal 24 uur uitstellen. Op deze wij ze kunt u bijvoorbeeld gebruik maken van een lager tarief voor nachtstroom.
Een uitgestelde start kan alleen cor rect worden uitgevoerd als u de actu
-
-
ele dagtijd heeft ingesteld.
Uitgestelde start instellen
Druk na de programmakeuze op de
^
toets +.
7:51
Start: Einde:
7:51
9:19
Het display toont de actuele dagtijd en de tijd waarop het programma zal zijn beëindigd.
7:51
Start: Einde:
^
Kies met de toets + het gewenste
10:32
12:00
programma-einde.
Als u de eerste keer op de toets drukt, wordt het programma-einde naar het eerstvolgende hele of halve uur ver
­schoven. Bij elke volgende druk op de toets verschuift het programma-einde telkens met 30 minuten.
Uitgestelde start activeren
Druk op de toets Start.
^
-
Reinigingsdoeken
60°C Start over :
1300 omw/min
2:41 h
Het display laat zien over hoeveel uur en/of minuten het wasprogramma zal worden gestart.
Uitgestelde start wijzigen
Druk op de toets +.
^
^ Kies een ander programma-einde
met de toetsen – en +.
^ Bevestig uw keuze met de toets OK.
Uitgestelde start beëindigen
^ Druk op de toets +.
^ Haal met de toets – het
programma-einde zover naar voren dat de programmastart overeenkomt met de actuele dagtijd.
^
Bevestig uw keuze met de toets OK.
Het programma start nu meteen.
Pas na de programmastart kan de elektronica vaststellen, hoeveel was zich in de trommel bevindt. De pro grammaduur kan hierdoor eventueel korter uitvallen.
-
Als u een te lange tijd heeft ingesteld, kunt u deze met de toets – weer verkor ten.
^
Bevestig het ingestelde einde met de toets OK.
26
-
Page 27
Programma-overzicht
© Mops
© Mops 60°C Standaard max. 8,0 kg
Textielsoort Mops van katoen, mengweefsels of microvezels.
Tip
Extra functie Twee keer voorspoelen
Wasmiddel Een geschikt speciaal wasmiddel
© Mops 40/60/70/95°C Standaard plus max. 8,0 kg
Textielsoort Mops van katoen, mengweefsels of microvezels.
Tip
Extra functie Twee keer voorspoelen
Wasmiddel Een geschikt speciaal wasmiddel
* Deze instellingen kunnen in het menu Instellingen/Exploitatieniveau worden gedaan.
M6 Thermische desinfectie 85°C / 15 min max. 8,0 kg
Textielsoort Mops van katoen, mengweefsels of microvezels.
Tip – Er kan uit meerdere desinfectieprogramma's worden gekozen.*
Extra functie Twee keer voorspoelen
Wasmiddel Een geschikt speciaal wasmiddel
M¦ Chemo-therm. desinfectie 70°C / 10 min max. 8,0 kg
Textielsoort Mops van katoen, mengweefsels of microvezels.
Tip
Extra functie Twee keer voorspoelen
Wasmiddel Een geschikt speciaal wasmiddel (landspecifieke
U kunt een nabehandelingsmiddel gebruiken.*
U kunt een nabehandelingsmiddel gebruiken.*
U kunt de temperatuur wijzigen.*
– U kunt een nabehandelingsmiddel gebruiken.*
Er kan uit meerdere desinfectieprogramma's worden gekozen.*
U kunt een nabehandelingsmiddel gebruiken.*
desinfectievoorschriften dienen in acht te worden genomen)
* Deze instellingen kunnen in het menu Instellingen/Exploitatieniveau worden gedaan. Indien nodig kunt u de vakjes i en j gebruiken voor de dosering van het wasmid
del.
-
27
Page 28
Programma-overzicht
§ Reinigingsdoeken
§ M Desinfectie hygiëne 70°C / 10 min (program
ma "Hygiëne")
Textielsoort Reinigingsdoeken van katoen, mengweefsels of microvezels.
Tip
Extra functie Voorwassen
Wasmiddel Een geschikt speciaal wasmiddel (landspecifieke
§ Reinigingsdoeken 60°C max. 4,0 kg
Textielsoort Reinigingsdoeken van katoen, mengweefsels of microvezels.
Tip – U kunt een nabehandelingsmiddel gebruiken.*
Extra functie Voorwassen
Wasmiddel Een geschikt speciaal wasmiddel
§ Reinigingsdoeken 40°C max. 4,0 kg
Textielsoort Reinigingsdoeken van katoen, mengweefsels of microvezels.
Tip – U kunt een nabehandelingsmiddel gebruiken.*
Extra functie Voorwassen
Wasmiddel Een geschikt speciaal wasmiddel
U kunt een nabehandelingsmiddel gebruiken.*
Er kan uit meerdere desinfectieprogramma's worden gekozen.*
desinfectievoorschriften dienen in acht te worden genomen)
-
max. 4,0 kg
ª Pads
ª Pads 40°C max. 1,5 kg
Textielsoort Pads van microvezels
Extra functie Twee keer voorspoelen
Wasmiddel Een geschikt speciaal wasmiddel
* Deze instellingen kunnen in het menu Instellingen/Exploitatieniveau worden ge daan.
28
-
Page 29
Programma-overzicht
x Meer programma's
Mops nieuw 60°C, 80°C, 95°C max. 8,0 kg
Textielsoort Mops van katoen of mengweefsels.
Tip
Wasmiddel Universeel of bontwasmiddel
Mops behandelen max. 8,0 kg
Textielsoort Mops van katoen, mengweefsels of microvezels.
Tip
Doeken behandelen max. 4,0 kg
Textielsoort Reinigingsdoeken van katoen, mengweefsels of microvezels.
Tip – Voor het achteraf behandelen van schone reinigingsdoeken.
Machine reinigen
Wasmiddel Universeel wasmiddel
Voor nieuwe mops. Productieresten worden hierbij uit de
mops verwijderd. Het wateropnemend vermogen van de nieuwe vezels wordt verhoogd.
Voor het achteraf behandelen van schone mops.
– – Het behandelingsmiddel kan in het vakje voor de wasver-
zachter of extern worden gedoseerd.
– Het behandelingsmiddel kan in het vakje voor de wasver-
zachter of extern worden gedoseerd.
Voor het reinigen van de kuip en het afvoersysteem. –
Voer het programma zonder belading uit.
U moet wasmiddel doseren.
Als u vaak desinfectieprogramma's gebruikt, moet u het pro gramma Machine reinigen regelmatig uitvoeren.
-
29
Page 30
Programma-overzicht
Vitrages 30°C max. 4,0 kg
Textielsoort Vitrages die volgens de fabrikant geschikt zijn voor machinaal
wassen
Tip
Extra functie Voorwassen
Wasmiddel Wasmiddel voor vitrages, universeel wasmiddel of
Extra spoelen max. 8,0 kg
Textielsoort Textiel dat alleen gespoeld en gecentrifugeerd moet worden.
Pompen/Centrifugeren max. 8,0 kg
Tip – Alleen pompen: kies bij het centrifugetoerental Zonder centri-
Verlaag bij vitrages die snel kreuken het centrifugetoerental
of zet de centrifugeerfunctie uit.
bontwasmiddel (poedervormig)
fugeren.
– Voor het centrifugeren van het wasgoed: let op het centrifu-
getoerental.
30
Page 31
Programma-overzicht
Ready-to-use
Mops + behandelen 60°C, 80°C, 95°C max. 8,0 kg
Textielsoort Mops van katoen, mengweefsels of microvezels.
Tip
Extra functie Twee keer voorspoelen
Wasmiddel Een geschikt speciaal wasmiddel
Mops behandelen max. 8,0 kg
Textielsoort Mops van katoen, mengweefsels of microvezels.
Tip – Voor het achteraf behandelen van schone mops.
Extra spoelen max. 8,0 kg
Textielsoort Textiel dat alleen gespoeld en gecentrifugeerd moet worden
Pompen/Centrifug. max. 8,0 kg
Tip
De mops worden in een keer gewassen en behandeld.
Er wordt altijd een voorwas uitgevoerd.
Het behandelingsmiddel kan in het vakje voor de wasver
zachter of extern worden gedoseerd. U kunt uit vier programmavarianten kiezen, waarmee u de
restvochtwaarde kunt bepalen: ,,,, (hoge restvochtwaarde) tot , (lage restvochtwaarde).
– Het behandelingsmiddel kan in het vakje voor de wasver-
zachter of extern worden gedoseerd.
– U kunt uit vier programmavarianten kiezen, waarmee u de
restvochtwaarde kunt bepalen: ,,,, (hoge restvochtwaarde) tot , (lage restvochtwaarde).
Alleen pompen: kies bij het centrifugetoerental Zonder centri fugeren.
Voor het centrifugeren van het wasgoed. Let op het centrifu getoerental.
-
-
-
31
Page 32
Programma-overzicht
Extra programma's die bij het kiezen van Meer programma's moeten verschij­nen, kunnen via het menu Instellingen/Exploitatieniveau worden bijgeschakeld.
Bonte was 60°C
Textielsoort Textiel van katoen, linnen of mengweefsels
Tip – Was donkergekleurd textiel met een bontwasmiddel of met
een vloeibaar wasmiddel.
Extra functie Voorwassen
Wasmiddel Universeel of bontwasmiddel
Witte was 90°C
Textielsoort Textiel van katoen, linnen of mengweefsels
Extra functie Voorwassen
Wasmiddel Universeel wasmiddel
Intensief 40°C, 60°C, 80°C max. 8,0 kg
Textielsoort Sterk verontreinigd textiel van katoen, linnen of mengweefsels
Extra functie Voorwassen
Wasmiddel Universeel of bontwasmiddel
Intensief plus 60°C, 80°C, 95°C max. 8,0 kg
Textielsoort Zeer sterk verontreinigd textiel van katoen, linnen of mengweef-
sels.
Extra functie Voorwassen
Wasmiddel Universeel of bontwasmiddel
Kreukherstellend 40°C max. 4,0 kg
Textielsoort Textiel van synthetische vezels, mengweefsels of kreukherstel-
lende katoen.
Extra functie Voorwassen
Wasmiddel Universeel of bontwasmiddel
Miniwas 40°C max. 4,0 kg
Textielsoort Voor kleine hoeveelheden licht verontreinigd wasgoed dat met
het programma Bonte was kan worden gewassen
Wasmiddel Universeel of bontwasmiddel
max. 9
max. 9,0
,0 kg
kg
32
Page 33
Programmaverloop
Ont-
wateren
Voor-
spoelen
Hoofdwas Spoelen Centrifugeren
Water­niveau
Water­niveau
Spoel-
gangen
ab
Mops
Standaard 60°C LL 2 LL Standaard plus LL 2 LL Therm. desinfectie LL 3 LL Chemo-thermisch LL
e
3 LL
Reinigingsdoeken
Hygiëne - L 3 LL 60°C, 40°C - L 2 LL
Pads
Pads 40°C - L 3 LL
Meer programma's
Mops nieuw - -
Mops
behandelen - - - 2 LL
d 2 LL
Doeken behandelen - - - 2 LL Vitrages - L 3-L
Bonte was - -
was - -
Witte
Intensief
- L 2 LL
d 2 LL d 2 LL
Intensief plus - L 3 LL
Kreukherstellend - -
Miniwas
- - dd2 LL
e2 LL
Extra spoelen - - - e 2-L Pompen/Centrifug. - - - - - - L d = Laag waterniveau
= Gemiddeld waterniveau
a = Tussencentrifugeren b = Eindcentrifugeren
e = Hoog waterniveau
33
Page 34
Programmaverloop
De wasautomaat heeft een volelektronische besturing. De elektro nica bepaalt zelf de benodigde water hoeveelheid, gebaseerd op de hoe veelheid wasgoed en het wateropnemend vermogen ervan (be ladingsautomaat). Hierdoor kunnen het programmaverloop en de wastijden per wasbeurt variëren.
Het hier besproken programmaverloop heeft betrekking op het basisprogram ma bij maximale belading. Met eventu ele extra functies wordt geen rekening gehouden.
Op het display van de machine kunt u steeds zien bij welke programmafase het apparaat is.
-
-
-
Ontwateren
­Bij de programma's Standaard, Stan
daard plus, Thermische desinfectie en Chemo-thermische desinfectie worden
mops na de programmastart door kort centrifugeren ontwaterd.
Voorwassen/Voorspoelen
Sommige programma's hebben een vaste voorspoelstap voor het verwijde
­ren van grove verontreinigingen en rei
­nigingsmiddelresten. Bij zeer ernstige verontreinigingen kunt u afhankelijk van het programmma kiezen voor twee keer voorspoelen of voorwassen.
-
-
-
34
Page 35
Programmaverloop wijzigen
Programma afbreken
Na de programmastart kunt u een pro gramma op elk moment afbreken.
Zet de programmaschakelaar op
^
Einde M.
De wasautomaat pompt het aanwezige water weg en het programma wordt af gebroken.
Open de deur met de deurgreep.
^
Haal het wasgoed uit de trommel
^
of:
^ sluit de deur en start een nieuw pro-
gramma.
Na de start van een desinfectiepro­gramma voor mops of reinigingsdoeken wordt de automaat meteen vergrendeld. U kunt het pro­gramma dan niet meer afbreken of wijzigen en de deur niet meer ope­nen.
Programma onderbreken
^
Schakel de wasautomaat met de toets K uit.
Om door te gaan:
^
Schakel de wasautomaat met de toets K weer in.
Programma wijzigen
-
Wasprogramma wijzigen
Na de start van een programma kunt u het programma niet meer wijzigen.
Als u een ander programma wilt kiezen, moet u het gestarte programma afbre
­ken.
Temperatuur wijzigen
Bij sommige programma's kunt u de temperatuur tot 5 minuten na de start nog wijzigen.
^ Druk op de toets OK. De temperatuur
is gemarkeerd. Wijzig de temperatuur met de toetsen - en +. Bevestig de in­stelling met OK.
Centrifugetoerental veranderen
^ Druk zo vaak op OK totdat het centri-
fugetoerental gemarkeerd is. Met de toetsen – en + kunt u het centrifuge­toerental wijzigen. Dit is mogelijk tot aan het moment waarop het eindcen trifugeren begint.
Voorwassen/Voorspoelen
De functie Voorwassen/Voorspoelen kan na de programmastart niet meer worden in- of uitgeschakeld.
-
-
^
Bevestig de melding op het display en druk vervolgens op de toets Start.
35
Page 36
Wasmiddel
Wasmiddeldosering
Houdt u zich aan de aanwijzingen van de wasmiddelenfabrikant.
Instructies en doseeradviezen vindt u op de verpakking van het wasmiddel.
De dosering is afhankelijk van:
de hoeveelheid wasgoed.
de mate van vervuiling.
de waterhardheid.
Als u de waterhardheid in uw regio niet kent, neem dan contact op met uw waterbedrijf.
Waterhardheid
Hardheids-
graad
zacht (I) 0 - 1,5 0 - 8,4
gemiddeld (II) 1,5 - 2,5 8,4 - 14
hard (III) boven 2,5 boven 14
Hardheid in
mmol/l
Duitse hardheid
°dH
Componentenwasmiddel
Als u met meerdere componenten wast, doseer dan altijd in deze volgorde in vakje j:
1. Wasmiddel
2. Wateronthardingsmiddel
3. Vlekkenzout
Als u deze volgorde aanhoudt, kunnen de middelen goed worden ingespoeld.
Ontkleuren/verven
Gebruik geen ontkleuringsmiddelen
^
in de wasautomaat.
Houdt u zich strikt aan de aanwijzingen van de verffabrikant als u textiel in de wasautomaat wilt verven.
Waterontharder
Bij de hardheidsgraden II en III kunt u een onthardingsmiddel gebruiken om wasmiddel te besparen. De juiste dose ring vindt u op de verpakking. Doseer eerst het wasmiddel en daarna het ont hardingsmiddel.
Doseer het wasmiddel nu voor hard heidsgraad I.
36
-
-
-
Page 37
Wasmiddel
Wasverzachter, appreteermiddel of vloeibaar stijfsel
Doseer de middelen volgens de aan
^
wijzingen van de fabrikant.
Wasverzachter, appreteermiddel of vloeibaar stijfsel automatisch doseren
^ Doseer de wasverzachter, het appre-
teermiddel of het vloeibare stijfsel in het vakje §. Vul het vakje hooguit
tot de maximummarkering.
Stop voor wasverzachter of appreteermiddel
Doseer de wasverzachter of het ap
^
preteermiddel in het vakje §.
­Kies het programma Extra spoelen
^
A.
Druk op de toets Start.
^
-
Tijdens de laatste spoelgang wordt de wasverzachter, het appreteermiddel of het vloeibare stijfsel ingespoeld. Na af loop van het programma blijft in vakje
§ een kleine hoeveelheid water achter.
Reinig de wasmiddellade en met name de zuighevel, als u meermaals automatisch heeft gesteven.
-
37
Page 38
Relaisaansturing voor externe dosering
Externe dosering
De wasautomaat is voorzien van een adapter voor externe doseersystemen. U kunt maximaal zes doseerslangen aansluiten. De externe doseerpompen worden door relais in de wasautomaat aangestuurd. De relais worden steeds 2 minuten in geschakeld.
Voor het gebruik van een doseersysteem is een ombouwset vereist die uw Miele-vakhandelaar of Miele moet installeren.
-
Voor-
was
Hoofd-
was
1e signaal
Hoofd-
was
2e signaal
Behan-
delen
Laatste
spoelen
Behan-
delen
Optioneel
© Mops
Standaard 60°C - R2+R5 - R4 R6
Standaard plus - R2+R5 - R4 R6
Therm. desinfectie - R2+R5 - R4 R6
Chemo-therm. desin-
- R2 R5* R4 R6
fectie
§ Reinigingsdoeken
Reinigingsdoeken Hy-
R1 R2 R5* R4 R6
giëne
Reinigingsdoeken
-R2-R4-
40°C, 60°C
ª Pads
Pads 40°C - R 2 - R 4 -
R 1 = Relais 1 = Voorwas R 2 = Relais 2 = Hoofdwas R 3 = Relais 3 = Fijne was / WetCare R 4 = Relais 4 = Wasverzachter / WetCare R 5 = Relais 5 = Bleek- / desinfectiemiddel R 6 = Relais 6 = Behandelingsmiddel / impregneermiddel * Dosering bij het bereiken van de temperatuur
38
Page 39
Relaisaansturing voor externe dosering
Voor-
was
Hoofd-
was
1e signaal
Hoofd-
was
2e signaal
Behan-
delen
Laatste
spoelen
Behan-
delen
Optioneel
Meer programma's
Mops nieuw - R 2 - R 4 -
Mops behandelen - - - R 6 -
Doeken behandelen - - - R 6 -
Machine reinigen - R 2 - - -
Vitrages R 3 R 3 - R 4 -
Extra spoelen - - - R 4 -
Bonte was R 1 R2+R5 - R4 -
Witte was R 1 R2+R5 - R4 -
Intensief R 1 R2+R5 - R4 -
Intensief plus R 1 R2+R5 - R4 -
Kreukherstellend R 1 R 2 - R 4 -
Miniwas - R 2 - R 4 -
Ready-to-use
Mops + behandelen R 1 R2+R5 - R6 -
Mops behandelen - - - R 6
R 1 = Relais 1 = Voorwas R 2 = Relais 2 = Hoofdwas R 3 = Relais 3 = Fijne was / WetCare R 4 = Relais 4 = Wasverzachter / WetCare R 5 = Relais 5 = Bleek- / desinfectiemiddel R 6 = Relais 6 = Behandelingsmiddel / impregneermiddel * Dosering bij het bereiken van de temperatuur
39
Page 40
Relaisaansturing voor externe dosering
Sensor leegmelding
De relais worden aangestuurd, zoals in het overzicht is aangegeven. De reservoirs moeten in de aangegeven volgorde met de betreffende was­en hulpmiddelen zijn gevuld.
Gebruik geen chloor- of zuurhoudende was- en hulpmid delen.
-
Bij lege reservoirs voor vloeibare middelen verschijnt er een melding in het display van de wasautomaat als de Sensor leegmelding geactiveerd is (zie het menu Instel lingen/Exploitatieniveau).
Als een reservoir leeg is, verschijnt voor de programmastart of tijdens het pro grammaverloop de melding:
-
-
Bij de programma's Bonte was, Wit
te was, Kreukherstellend, Vitrages, Miniwas en Extra spoelen worden
de doseerpompen niet aangestuurd.
-
Een gestart programma wordt volledig afgewerkt.
^ Druk op de toets OK om de melding
in het display te wissen en vul de re­servoirs.
Bij desinfectieprogramma's verschijnt:
Het programma wordt afgebroken.
^
Druk op de toets OK om de melding in het display te wissen en vul de re servoirs.
^
Start het programma opnieuw.
Bij desinfectieprogramma's moet er bij een leeg reservoir van worden uitge gaan dat de desinfectie niet heeft plaatsgevonden. Start het programma opnieuw.
Doseerreservoir vullen
:
OK
Fout Doseerreservoir leeg
:
OK
-
-
40
Page 41
Haal de spanning van het appa
,
raat.
Wasautomaat reinigen
Gebruik geen oplosmiddelhou
,
dende reinigingsmiddelen, schuur middelen, glas- of allesreinigers. Deze middelen kunnen de kunststof oppervlakken en andere onderdelen beschadigen.
Behuizing en bedieningspaneel
^ Reinig de behuizing en het bedie-
ningspaneel met een vochtige doek en een mild reinigingsmiddel of een sopje van zeep.
^ Reinig de roestvrijstalen onderdelen
met een reinigingsmiddel voor roest­vrij staal.
-
-
Reiniging en onderhoud
Wasmiddellade reinigen
­Verwijder regelmatig eventueel achter
gebleven wasmiddelresten.
Aan de binnenkant van de lade bevindt zich een gele opener.
^ Verwijder de opener.
-
,
Spuit de wasautomaat nooit af
met een slang.
^
Trek de lade tot de aanslag naar bui ten.
1. Druk de uittrekbeveiliging met de
opener naar beneden.
2. Verwijder de wasmiddellade.
^
Reinig de lade met warm water.
-
41
Page 42
Reiniging en onderhoud
Reinig de zuighevel en het kanaal voor de wasverzachter extra gron dig als u meermaals vloeibaar stijf sel heeft gebruikt. Vloeibaar stijfsel wordt plakkerig.
-
-
Reinig de zuighevel.
^
1. Trek de zuighevel uit het vakje § en
reinig deze onder de kraan met warm water. Reinig ook het buisje waarop de zuighevel geplaatst wordt.
2. Plaats de zuighevel terug.
Ruimte voor de wasmiddellade reini gen
^ Verwijder met een flessenborstel de
wasmiddelresten en de kalkafzet­tingen van de inspuiters van de was­middellade.
-
^
Reinig het kanaal voor de wasver zachter met warm water en een borstel.
42
-
Page 43
Zeefjes watertoevoer reinigen
De automaat is voorzien van zeefjes die de watertoevoerkleppen beschermen. Deze zeefjes moeten eens per half jaar worden gecontroleerd en eventueel ge reinigd. Als de watertoevoer herhaalde lijk wordt onderbroken, moeten de zeef jes eerder worden gecontroleerd.
Zeefjes in de toevoerslangen reinigen
Draai de kraan dicht.
^
Schroef de toevoerslang van de
^
kraan.
Reiniging en onderhoud
Draai de schroefkoppeling vast op de waterkraan. Draai de kraan open. Draai de schroefkoppeling vaster als de aansluiting lekt.
-
-
Zeefjes in de koppelstukken reinigen
­Draai de geribbelde kunststof moer
^
voorzichtig met een tang los.
^
Trek het rubberen dichtingsringetje 1 uit de groef.
^
Pak het kunststof zeefje 2 bij de kam vast (met een combinatietang of spitstang) en trek het eruit.
^
Reinig het zeefje.
^
Plaats alles in omgekeerde volgorde terug.
^ Pak het zeefje met een spitstang bij
de kam vast en haal het eruit. Reinig het zeefje. Plaats de onderdelen in omgekeerde volgorde weer terug.
Plaats de zeefjes na het reinigen al
tijd weer terug.
-
43
Page 44
Nuttige tips
Wat moet u doen als...
De meeste storingen en problemen die in de dagelijkse praktijk kunnen voor komen, kunt u zelf verhelpen. Hierdoor bespaart u tijd en geld, omdat u niet de hulp van een technicus van Miele hoeft in te roepen.
De volgende tabellen helpen u de oorzaken van een storing of probleem te ach terhalen en te verhelpen. Houdt u daarbij wel rekening met het volgende:
Reparaties mogen uitsluitend worden uitgevoerd door vakmensen. Ondes
,
kundig uitgevoerde reparaties kunnen groot gevaar opleveren voor de ge bruiker.
-
-
Er kan geen wasprogramma worden gestart
Probleem Oorzaak Oplossing
Het display blijft donker en de pro­grammaschakelaar licht niet op.
Als u het program ma Pompen/Centri fugeren kiest, volgt geen programma start.
Het display is don ker.
De stroomvoorziening is niet in orde.
-
De handelingen voor
-
de eerste ingebruikne ming zijn niet uitge
-
voerd.
-
Het display wordt auto matisch uitgeschakeld om energie te bespa ren (stand-by).
Controleer of – de automaat is ingeschakeld. – de automaat elektrisch is
aangesloten.
– de zekering van de huisin-
stallatie in orde is.
Voer de handelingen voor de
-
eerste ingebruikneming uit, zo
-
als beschreven in het gelijkna mige hoofdstuk.
-
Druk op een toets. De stand-by-functie wordt beëin
-
digd.
-
-
-
-
-
44
Page 45
In het display verschijnt een foutmelding
Nuttige tips
Melding in het
display
Fout
q
Waterafvoer
Fout
p
Watertoevoer
Technische
,
fout
Oorzaak Oplossing A
De waterafvoer is ge
blokkeerd of niet in orde.
De afvoerslang is te
hoog geplaatst.
De watertoevoer is ge blokkeerd of niet in orde.
Bij een van de functies
Water voorwas, Water hoofdwas of Water spoelen is de optie Warm
ingesteld.
Er is sprake van een de­fect.
-
-
Reinig het pluizenfilter en de afvoerpomp.
De maximale opvoerhoogte is1m.
Controleer of
de kraan ver genoeg
opengedraaid is.
– de toevoerslang geknikt
is.
Zet deze instellingen op Koud, zie ook "Menu Instel­lingen/Exploitatieniveau".
Start het programma op­nieuw. Neem contact op met Miele als de foutmelding opnieuw verschijnt.
A Om een foutmelding uit het display te verwijderen, drukt u op de toets OK.
45
Page 46
Nuttige tips
Algemene problemen met de wasautomaat
Probleem Oorzaak Oplossing
De automaat blijft tij dens het centrifugeren niet stabiel staan.
Er zijn vreemde pomp geluiden te horen.
Er blijft te veel wasmid del in het wasmiddelvak achter.
De wasverzachter wordt niet goed ingespoeld of er blijft te veel water in het vakje § staan.
In het display verschijnt een vreemde taal.
De stelvoeten staan niet
-
goed en zijn niet met de contramoeren vastgezet.
Dit is geen storing! Slurpende geluiden bij het begin
-
en het einde van het pompproces zijn normaal.
De waterdruk is te laag.
-
Als poedervormige was middelen in aanraking komen met onthardings­middelen kunnen ze gaan plakken.
De zuighevel zit niet goed of is verstopt.
Onder "Instellingen J" "Taal J" is een andere taal ingesteld.
-
Zorg dat de automaat sta biel en waterpas staat. Zet de stelvoeten met de con tramoeren vast.
Reinig de zeefjes in de
watertoevoerslangen.
Reinig de wasmiddellade en doseer voortaan eerst het wasmiddel en pas daarna het onthardings­middel in het betreffende vakje.
Reinig de zuighevel (zie in het hoofdstuk "Reiniging en onderhoud" de rubriek "Wasmiddellade reinigen").
Stel de door u gewenste taal in. Het vlaggetje helpt u het juiste menu te vin den.
-
-
-
46
Page 47
Het wasresultaat is onvoldoende
Probleem Oorzaak Oplossing
De was wordt niet goed schoon met vloeibaar wasmid del.
Op het gewassen wasgoed blijven grijze, elastische bolletjes (vetbolle­tjes) achter.
Op gewassen donker textiel be­vinden zich witte, wasmiddelachtige resten.
Wasgoed met zeer vette verontreini gingen wordt niet goed schoon.
Vloeibare wasmid delen bevatten vaak geen bleekmiddel.
-
Fruit-, koffie- en thee vlekken worden dan niet verwijderd.
De dosering van het wasmiddel was te laag. Het wasgoed was met vet verontrei­nigd (olie, zalf, etc.).
Het wasmiddel bevat bestanddelen die niet in water oplosbaar zijn en voor de water ontharding dienen (zeolieten). Deze be standdelen zijn op de was neergeslagen.
Kies een programma met voorwas. Gebruik voor de
-
voorwas een vloeibaar wasmiddel.
Gebruik voor de hoofdwas waspoeder.
Voor sterk vervuilde bedrijfskleding adviseren wij voor de hoofdwas speciale wasmiddelen. Neem voor meer informa tie contact op met de leverancier van uw reinigingsmidde len.
-
Gebruik bij dergelijke vlekken
waspoeder met bleekmiddel. Doseer vlekkenzout in vakje j
-
en doe het vloeibare wasmiddel in een doseerbolletje.
Doe nooit vloeibaar wasmiddel
en vlekkenzout samen in het was middelvak.
Doseer bij dergelijk wasgoed
meer wasmiddel of gebruik een vloeibaar wasmiddel.
– Laat de automaat vóór het vol-
gende wasprogramma een 60°C-programma uitvoeren. Ge­bruik daarvoor vloeibaar wasmid­del en doe geen wasgoed in de trommel.
– Probeer de resten er na het dro-
gen af te borstelen.
Was donker textiel voortaan met
-
een wasmiddel zonder zeolieten. Vloeibare wasmiddelen bevatten
-
meestal geen zeolieten.
Nuttige tips
-
-
-
47
Page 48
Nuttige tips
De vuldeur gaat niet open
Mogelijke oorzaak Oplossing
De deur is na het afbre ken van een programma vergrendeld.
De deur kan na het was sen niet worden ge­opend.
Er bevindt zich nog wa ter in de trommel en de wasautomaat pompt het water niet weg.
De beveiliging van de greep is eruit gesprongen.
Om te voorkomen dat u zich brandt, kan de deur bij
-
een temperatuur van meer dan 50°C niet worden ge opend. Wacht totdat het apparaat is afgekoeld.
Druk tegen de deurgreep en schakel de machine uit
-
en weer in. Trek vervolgens nog eens aan de deur greep.
Controleer of het afvoersysteem verstopt is. Reinig
-
het afvoersysteem zoals verderop wordt beschre ven.
Het losschieten van de deurgreep voorkomt bescha­diging van het slot. Druk stevig tegen de deurgreep, zodanig dat de beveiliging weer hoorbaar vastklikt.
-
-
-
Programma voortzetten na een onderbreking van de stroomvoorziening
Mogelijke oorzaak Oplossing
Stroomstoring Bevestig de melding in het display met de toets OK
De wasautomaat is met de toets Aan/Uit uit- en weer ingeschakeld.
48
en druk vervolgens op de toets Start. Het program ma wordt voortgezet op basis van de opgeslagen status.
-
Page 49
Nuttige tips
Service-interval, veiligheidsvoorschrift
Als na het indrukken van de "Aan"­schakelaar de volgende melding in het display verschijnt, moet een onder houdsbeurt of de jaarlijke veiligheidscontrole worden uitgevoerd. Deze werkzaamheden mogen alleen door Miele worden uitgevoerd.
Service-interval 1
Neem contact op met Miele
Na ca. 5 seconden verschijnt het startmenu weer.
-
Piekbelastingsschakelaar
Als de piekbelastingsschakelaar rea geert, wordt de verwarming uitgescha keld en het programma stopgezet. In het display verschijnt de volgende mel ding:
Reinigingsdoeken
60°C
1300 omw/min
Piekbelasting
Als de piekbelasting voorbij is, wordt het programma automatisch voortge zet.
-
-
-
-
49
Page 50
Nuttige tips
Vuldeur openen bij verstopte afvoer en/of stroomstoring
Haal de spanning van het appa
,
raat.
Aan de binnenkant van de wasmiddel lade bevindt zich een opener voor het klepje van de afvoer.
^ Verwijder de opener.
Water afvoeren
Als de afvoer verstopt is, bevindt zich mogelijk nog veel water in de automaat
-
(maximaal 35 l).
Wees voorzichtig als u zojuist op
,
­een hoge temperatuur heeft gewas
sen. U kunt zich anders branden!
^ Druk de hendel voor de noodafvoer
naar beneden en houd deze vast tot­dat er geen water meer uit de auto­maat stroomt.
-
^
Maak het klepje naar de afvoer open.
50
Page 51
Deur openen
Wacht tot de trommel stilstaat
,
voordat u de was uit de automaat haalt. U kunt zich verwonden als u uw hand in de nog draaiende trom mel steekt.
^ Steek een geschikte schroevendraai-
er (punt ca. 4 mm) in de opening naast het deurslot. De punt moet in de groef van de ontgrendeling vallen. Door licht tegen de wijzers van de klok in te draaien, wordt de deur ont grendeld.
-
Nuttige tips
-
^
Open de deur met de deurgreep.
,
Op de deur nooit met geweld.
51
Page 52
Service / Klantcontacten
Reparaties
Voor storingen die u niet zelf kunt ver helpen, waarschuwt u
uw Miele-vakhandelaar of
de service-organisatie van Miele.
Vermeld daarbij het model en het type nummer van uw automaat.
Beide gegevens staan op het type plaatje dat zich boven het kijkglas be vindt. Hiervoor moet u de deur wel ope nen.
-
-
-
Optische interface PC
De optische interface PC gebruikt Miele voor servicedoeleinden.
Bij te bestellen accessoires
Extra accessoires voor deze wasauto
-
maat kunt u bestellen bij de Miele-vak handel en bij Miele.
-
-
-
52
Page 53
Voorkant
Plaatsen en aansluiten
a Toevoerslang koud water
b Toevoerslang warm water
c Elektrische aansluiting
d Bedieningspaneel
e Wasmiddellade
f Deur met greep
g Klep afvoerklep
h Stelvoeten
53
Page 54
Plaatsen en aansluiten
Achterkant
a Kabel voor elektrische aansluiting
b Afdekking communicatieschacht*
c Toevoerslang (warm water)
d Toevoerslang (koud water)
e Adapter voor externe dosering
(* bij te bestellen)
54
f Afvoerslang bij automaten met af
voerpomp
g Transportbeveiliging
h Afvoerbuis bij automaten met afvoer
klep
i Houder voor de toevoerslangen en
de afvoerslang
-
-
Page 55
Plaatsen en aansluiten
Zijkant
Bovenkant
Wasautomaat plaatsen
^ Transporteer de automaat naar de
plaats van opstelling.
Zorg dat de automaat tijdens het
,
transport stevig staat.
,
Til een apparaat nooit bij de
deur op.
,
De automaat mag niet worden
ondergebouwd !
55
Page 56
Plaatsen en aansluiten
Sokkelopstelling
U kunt de automaat op een stalen sok kel* (open of dicht) of een betonnen sokkel plaatsen.
Als u de automaat op een
,
aanwezige sokkel plaatst moet het apparaat met spanstrips worden vastgezet. De automaat kan anders tijdens het centrifugeren van de sok kel vallen.
^ Zet de beide voorste voetjes van de
automaat vast met de bijgeleverde spanstrips.
^
Neem de aanwijzingen uit de bijge voegde montagehandleiding in acht.
-
-
-
56
Page 57
Plaatsen en aansluiten
Plaats van opstelling
Plaats de automaat niet vlakbij
,
of boven een open waterafvoer of
-goot. Binnendringend vocht kan beschadiging van elektrische on derdelen tot gevolg hebben.
De stelvoeten en de ondergrond
,
moeten droog zijn. De machine kan anders tijdens het centrifugeren gaan glijden.
Plaats de automaat bij voorkeur op een betonnen vloer. Op een betonnen vloer zal de automaat tijdens het centrifuge­ren minder snel trillen dan op een hou­ten of anderszins "zachte" vloer.
^ Zorg dat de automaat waterpas en
stevig staat.
^ Zet de automaat niet op een zachte
vloerbedekking, omdat de machine anders tijdens het centrifugeren gaat schudden.
-
Transportbeveiliging verwijderen
^ Druk op het lipje en draai de linker
transportstang met de wijzers van de klok mee (90°).
Als u de automaat op een houten vloer plaatst:
^
Zet de wasautomaat op een triplexplaat (minimaal 69x77x3 cm). Deze plaat moet aan zoveel mogelijk vloerbalken worden vastgeschroefd, niet alleen aan vloerplanken.
Plaats het apparaat zo mogelijk in een hoek. Daar is de stabiliteit van de vloer het grootst.
^
Trek de transportstang eruit.
57
Page 58
Plaatsen en aansluiten
Druk op het lipje en draai de rechter
^
transportstang tegen de wijzers van de klok in (90°).
^
Trek de transportstang eruit.
Sluit de betreffende gaten af!
,
Als u de gaten niet afsluit, kunt u zich verwonden.
^ Sluit de gaten met de bijgeleverde
dopjes af.
,
Zonder transportbeveiliging mag de automaat niet worden getrans­porteerd. Bewaar daarom de transport­stangen. De transportbeveiliging moet weer worden gemonteerd, voordat u het apparaat vervoert (bij voorbeeld bij een verhuizing).
-
58
,
Zorg dat de automaat tijdens het transport stevig staat.
Transportbeveiliging monteren
Monteer de transportbeveiliging in om gekeerde volgorde.
-
Page 59
Stellen
Plaatsen en aansluiten
De stelvoeten en de ondergrond moe ten droog zijn. De machine kan anders tijdens het centrifugeren gaan glijden.
Om optimaal te kunnen functio
,
neren, moet de automaat stevig en waterpas staan.
Als de automaat niet correct wordt op gesteld, neemt het water- en energie verbruik toe en blijft het apparaat mo gelijk niet op zijn plaats staan.
Voetjes stellen en met contramoeren vastzetten
Het stellen van de automaat gebeurt met de vier machinevoeten (stelvoe­ten). Bij aflevering zijn alle voetjes naar binnen gedraaid.
-
-
-
-
-
^ Controleer met een waterpas of de
automaat goed staat.
^ Houd het voetje 1 met een water-
pomptang vast. Draai de contramoer 2 weer vast (met een steeksleutel te­gen de behuizing).
,
Draai de vier contramoeren alle­maal stevig tegen de behuizing. Controleer ook de voeten die bij het stellen niet zijn losgedraaid, anders blijft het apparaat mogelijk niet op zijn plaats staan.
^
Draai de contramoer 2 met de bijge leverde sleutel los (met de wijzers van de klok mee). Draai de contra moer 2 samen met de stelvoet 1 om laag.
-
-
-
59
Page 60
Plaatsen en aansluiten
Wateraansluiting
Koudwateraansluiting
De automaat mag zonder terugslagklep op het waterleidingnet worden aange sloten, omdat het apparaat gebouwd is volgens de hiervoor geldende EU-normen.
De waterdruk moet tussen 100 kPa en
1.000 kPa overdruk liggen. Is de water druk hoger dan 1.000 kPa, dan moet een reduceerventiel worden geplaatst.
Voor de aansluiting is een kraan met
3/4"-schroefkoppeling vereist. Is geen kraan aanwezig, dan mag de automaat alleen door een erkend installateur op de waterleiding worden aangesloten.
-
,De verbinding staat onder
leidingdruk. Controleer of de aan­sluiting lekt. Draai de kraan hiervoor langzaam open. Controleer of de dichting en de schroefkoppeling goed zitten.
De zeefjes (in het vrije uiteinde van de toevoerslang en in het koppel stuk van de watertoevoerklep) mo gen niet worden verwijderd. Zij die nen ter bescherming van de water toevoerklep.
Verlenging slang
Als extra toebehoren zijn slangen van
­2,5 en 4,0 m verkrijgbaar bij Miele.
-
-
-
-
De toevoerslang (koud – blauwe strepen) is niet geschikt voor aan sluiting op warm water.
Onderhoud
Als u de slang vervangt, gebruik dan uitsluitend een originele Miele-slang. Deze is bestand tegen een druk van ruim 7.000 kPa.
60
-
Page 61
Warmwateraansluiting
Om het elektriciteitsverbruik zo laag mogelijk te houden, verdient het aanbe veling het apparaat op een ringleiding voor warm water aan te sluiten. Bij de kraan mag het water niet warmer zijn dan 70 °C. Met een enkele leiding naar de warm waterbron koelt het water te snel af als de leiding niet continu wordt gebruikt. Het kost dan extra elektrische energie om het water weer op te warmen. Voor de warmwateraansluiting gelden verder dezelfde voorwaarden als voor de koudwateraansluiting.
De toevoerslang (warm – rode strepen) wordt op de waterkraan aangesloten.
Om functionele redenen is het niet mogelijk om de automaat alleen op een warmwaterleiding aan te sluiten.
-
Plaatsen en aansluiten
De programmaduur kan hierdoor toe nemen.
­Schroef de toevoerslang (warm –
^
rode strepen) eraf.
Plaats het bijgeleverde afdekkapje.
^
Aansluiting op heet water
De automaat mag op een heetwaterlei ding worden aangesloten (temperatuur 70 °C tot max. 85 °C). Hiervoor moet een speciale toevoerslang worden ge bruikt. Ook moet het apparaat door Miele of door uw Miele-vakhandelaar worden geherprogrammeerd.
-
-
-
Als de automaat niet op warm water wordt aangesloten, moet de instelling
Water hoofdwas, Water voorwas en Wa ter spoelen worden aangepast. De toe
voerslang (warm) moet worden gede monteerd.
^
Kies in het menu Instel lingen/Exploitatieniveau telkens de optie Koud.
-
-
-
-
61
Page 62
Plaatsen en aansluiten
Waterafvoer
Uitvoering met afvoerklep
Voor de waterafvoer wordt gebruik ge maakt van een motorgestuurde afvoer klep. Via een in de handel verkrijgbare haakse tuit DN 70 kan de aansluiting op het aanwezige afvoersysteem (afvoer met stankafsluiter) worden gereali seerd.
Uitvoering met afvoerpomp
Het waswater wordt door een pomp af gevoerd (maximale opvoerhoogte 1 m). Om de waterafvoer niet te belemmeren, moet de slang zonder knikken worden gelegd. De adapter aan het uiteinde is draaibaar en kan eventueel worden ver­wijderd.
Mogelijkheden voor de waterafvoer:
1. Via een kunststof afvoerbuis met rub-
beren nippel (een sifon is niet beslist noodzakelijk).
-
-
Voor een opvoerhoogte van meer dan 1 m (tot maximaal 1,6 m) is bij de Miele vakhandel en bij Miele een speciale af voerpomp verkrijgbaar.
-
-
-
-
2. Via een wastafel met kunststof nip
pel.
3. Via een afvoerputje.
Indien nodig kan de afvoerslang tot maximaal 5 m worden verlengd. De be nodigde onderdelen zijn verkrijgbaar bij de Miele-vakhandel en bij Miele.
62
-
-
Page 63
Plaatsen en aansluiten
Elektrische aansluiting
De automaat heeft een aansluitkabel zonder stekker.
Op het typeplaatje staat informa
,
tie over de nominale aansluitwaarde en de zekering. Vergelijk deze ge gevens met de waarden van het elektriciteitsnet.
Het apparaat mag alleen worden aan gesloten op een elektrische installatie die voldoet aan alle daarvoor geldende voorschriften (zoals NEN 1010).
De aansluiting mag alleen door een vakman worden uitgevoerd.
De automaat kan via een geschikte stekkerverbinding worden aangesloten.
Als er sprake is van een vaste aanslui­ting, moet het apparaat via een schake­laar met alle polen van de netspanning kunnen worden losgekoppeld. De con­tactopening in uitgeschakelde toestand moet 3 mm bedragen. Geschikt zijn zelf-uitschakelaars, zekeringen en re lais (EN 60 335).
-
-
-
-
Werkzaamheden in verband met her aansluiting, veranderingen in de instal latie of controle van de aarddraad of de zekeringen mogen alleen worden uitge voerd door een vakman die op de hoogte is van alle geldende voorschrif ten.
-
-
-
-
De stekkerverbinding en de schakelaar voor het loskoppelen van de netspan ning moeten altijd toegankelijk zijn.
,
Als de automaat van de net spanning wordt losgekoppeld, moet het betreffende systeem afsluitbaar zijn. Hierop moet op elk moment controle kunnen worden uitgeoe fend.
-
-
-
63
Page 64
Technische gegevens
Hoogte 1020 mm
Breedte 700 mm
Diepte 727 mm
Diepte bij geopende deur 1167 mm
Gewicht 140 kg
Maximale vloerbelasting als de automaat in gebruik is
Capaciteit
Aansluitspanning zie typeplaatje
Aansluitwaarde zie typeplaatje
Zekering zie typeplaatje
Geluidsemissie op de werkplek volgens EN ISO 11204/11203
Waterdruk minimaal 100 kPa (1 bar)
Waterdruk maximaal 1000 kPa (10 bar)
Lengte toevoerslang 1,55 m
Lengte aansluitkabel 1,80 m
Opvoerhoogte maximaal (afvoerpomp) 1,00 m
Gehanteerde normen inzake productveiligheid
Keurmerken zie typeplaatje
330 Newton (ca. 233 kg)
2
9,0 kg droog wasgoed
<70dBre20mPa
volgens EN 10472, EN 60335
64
Page 65
Menu "Instellingen" - standaardwaar­den wijzigen
Met de instellingen kunt u de elektronica van de wasautomaat aan veranderende situaties aanpassen.
Afhankelijk van de instellingen bij aflevering
– kunnen enkele instellingen zichtbaar zijn die alle gebruikers kunnen wijzigen
(menu Instellingen J)
of
kunnen alle instellingen onder het exploitatieniveau met een code zijn vergren deld (menu Instellingen/Exploitatieniveau).
Neem zo nodig contact op met Miele.
-
65
Page 66
Menu "Instellingen J"
Menu Instellingen J openen
A Zet de programmaschakelaar op M.
Het basismenu verschijnt.
15:03
Programma kiezen
Instellingen F ...
B Druk op de toets OK.
C U bevindt zich nu in het menu Instel
lingen.
Terug A
C
Afkoeling waswater
Contrast H
D Kies de gewenste instelling met de
toetsen – en + en bevestig uw keuze met de toets OK.
Menu "Instellingen" afsluiten
^ Kies Terug en bevestig uw keuze.
Het display wisselt naar het startmenu.
Afkoeling waswater
De afkoelfunctie dient ingeschakeld te zijn als:
de afvoerleidingen van het gebouw
niet geschikt zijn voor warmwaterafvoer.
De afkoeling van het waswater is stan daard ingeschakeld.
-
Contrast
Bij het contrast van het display kunt u uit tien standen kiezen.
Bij aflevering is stand 4 ingesteld.
Het contrast wordt meteen na het kie­zen van een andere stand aangepast.
Lichtsterkte
Bij de lichtsterkte van het display kunt u uit tien standen kiezen.
Bij aflevering is stand 5 ingesteld.
De lichtsterkte wordt meteen na het kie zen van een andere stand aangepast.
-
-
Na de hoofdwas loopt extra water in de trommel om het waswater af te koelen.
De afkoeling van het waswater vindt plaats bij wastemperaturen vanaf 70°C.
66
Page 67
Menu "Instellingen/Exploitatieniveau"
Het menu Instellingen is door een code tegen onbevoegd gebruik be veiligd (met uitzondering van de functie "Taal J").
C Contrast
Herhaal deze stappen totdat de drie
^
cijfers zijn ingevoerd.
-
Druk op OK als u alle cijfers heeft in
^
gevoerd.
In het display verschijnt:
-
Lichtsterkte
Exploitatieniveau
Kies "Exploitatieniveau" en bevestig
^
uw keuze.
C Terug A
Toegang via code
X
Code wijzigen...
^ Kies Toegang via code en bevestig
uw keuze.
Code invoeren
U wordt verzocht een driecijferige code in te voeren. Bij aflevering is de code:
000.
0 __
Code invoeren
^
Met de toets + kunt u het eerste cijfer invoeren. Bevestig het cijfer met de toets OK. Voer nu het tweede cijfer in.
Invoer OK.
1
Menu geopend
U heeft nu het exploitatieniveau geacti veerd.
Code wijzigen
Als u wilt voorkomen dat onbevoeg­den uw instellingen wijzigen, is het aan te bevelen de standaardcode te wijzigen.
C Contrast
Lichtsterkte
Exploitatieniveau
^
Kies het Exploitatieniveau en beves tig uw keuze.
C Terug A
Code wijzigen...
Kies Code wijzigen en bevestig uw keuze. Volg de aanwijzingen op het dis play.
-
-
-
67
Page 68
Menu "Instellingen/Exploitatieniveau"
Dagtijd
U kunt aangeven of de dagtijd in een 24- of een 12-uursritme wordt weer gegeven. U kunt er ook voor kiezen geen klok te laten weergeven. Vervol gens wordt de actuele dagtijd inge steld.
Als u kiest voor de instelling "Geen klok" kan de timer voor een uitgestelde start alleen als 24-uurs-timer worden weer gegeven.
Ritme instellen
^ Kies het gewenste ritme en bevestig
uw keuze.
Het display wisselt naar de instelling van de dagtijd.
Dagtijd instellen
^ Stel met de toetsen – en + het juiste
uur in en bevestig deze waarde met de toets OK. Stel vervolgens de mi­nuten in. Het display wisselt naar het menu Instellingen.
-
-
-
Stand-by (display)
Met deze functie bespaart u energie. Het display wordt na 10 minuten don ker en de toets Start begint langzaam te knipperen.
-
Het display wordt weer ingeschakeld als u de programmaschakelaar of een toets bedient.
U kunt uit 2 opties kiezen:
Aan
De stand-by-functie wordt ingescha keld:
– als na het inschakelen geen pro-
gramma wordt gekozen.
– na de programmastart.
– na afloop van het programma.
Niet in het programmaverloop daardinstelling)
De stand-by-functie wordt ingescha­keld:
als na het inschakelen geen program ma wordt gekozen.
-
-
(stan-
-
Taal J
Het display kan verschillende talen weergeven.
Via het submenu Taal kunt u de vaste taal kiezen die in het display moet wor den weergegeven.
^
Kies de gewenste taal en bevestig uw keuze.
68
Exploitatieniveau
U kunt de code voor de toegang tot het exploitatieniveau wijzigen.
^
Voer de oude code in.
-
^
Voer de nieuwe code in.
Na het bevestigen van de nieuwe code komt u bij het begin van het menu In
stellingen.
-
Page 69
Menu "Instellingen/Exploitatieniveau"
Memory
Als u aan een programma een extra functie toevoegt of de voorgepro grammeerde temperatuur of het cen trifugetoerental wijzigt, slaat de was automaat deze instellingen bij de start van het programma op.
Als u het wasprogramma opnieuw kiest, laat de wasautomaat de waarden zien die in het geheugen zijn opgeslagen.
De memory-functie is standaard uitge schakeld.
-
-
-
-
Beladingsautomaat
Als u de beladingsautomaat uitscha­kelt, wordt er bij het programmaver­loop van uitgegaan dat u de machine met maximale belading gebruikt.
Bij aflevering is deze functie ingescha­keld.
Water hoofdwas
U kunt de watersoort voor de hoofd was kiezen. Warm water is alleen mo gelijk bij een wastemperatuur van meer dan 30°C.
Bij aflevering is de watersoort Warm in gesteld.
Als de wasautomaat niet op warm water wordt aangesloten, neemt de programmaduur toe.
-
Water spoelen
U kunt de watersoort voor het laatste spoelen kiezen. Warm water is alleen mogelijk bij een wastemperatuur van meer dan 50°C.
Bij aflevering is de watersoort Koud in­gesteld.
-
-
Water voorwas
U kunt de watersoort voor de voor was kiezen. Warm water is alleen mo gelijk bij een wastemperatuur van meer dan 30°C.
Bij aflevering is de watersoort Warm in gesteld.
-
Lage waterdruk
Bij een permanent lage waterdruk (onder 100 kPa) kan deze instelling worden geactiveerd om een correcte
­watertoevoer te waarborgen.
Bij aflevering is deze optie uitgescha keld.
-
-
69
Page 70
Menu "Instellingen/Exploitatieniveau"
Temp. standaard plus
In het programma Standaard plus kan de voorgeprogrammeerde tem peratuur worden gewijzigd. U kunt uit vier temperaturen kiezen.
40°C 60°C 70°C 90°C
-
MOP-ontwateren
Bij de programma's Standaard, Stan­daard plus, Thermische desinfectie
en Chemo-thermische desinfectie kunt u natte mops bij het begin van het programma door kort centrifuge­ren ontwateren.
Bij aflevering is deze functie ingescha­keld.
Chemo-therm. desinf.
Bij het programma Chemo­thermische desinfectie kan het voor
geprogrammeerde desinfectieproces worden gewijzigd. U kunt kiezen uit vier temperaturen met bijbehorende inwerktijden.
40°C / 20 min 60°C / 20 min 70°C / 10 min 71°C / 25 min
Thermische desinfectie
Bij het programma Thermische desin­fectie kan het voorgeprogrammeerde
desinfectieproces worden gewijzigd. U kunt kiezen uit twee temperaturen met bijbehorende temperatuurstop.
75°C / 10 min 85°C / 15 min
-
70
Page 71
Menu "Instellingen/Exploitatieniveau"
Desinfectie hygiëne
Bij het programma Reinigingsdoeken desinfectie hygiëne kan het voorge
programmeerde desinfectieproces worden gewijzigd. U kunt kiezen uit vier temperaturen met bijbehorende tijden.
40°C / 20 min 60°C / 20 min 70°C / 10 min 85°C / 15 min
Microvezel-MOP
Bij de programma's Standaard, Stan­daard plus en Chemo-thermische desinfectie kunt u bij het wassen van
microvezel-mops na de hoofdwas het water tot 45°C laten afkoelen door koud water toe te voeren (Cool Down).
Bij aflevering is de optie Nee (geen Cool-Down) ingesteld.
Behandelen desinfectie
Bij de programma's Thermische des
-
infectie en Chemo-thermische desin fectie kunt u het nabehandelen van
de mops na het wassen activeren (dosering via het vakje voor de was verzachter of via een extern doseer systeem).
Bij aflevering is de optie Nee (geen be handeling) ingesteld.
Behandelen doeken
Bij de programma's
Reinigingsdoeken desinfectie hygië­ne, Reinigingsdoeken 60°C en Reinigingsdoeken 40°C kunt u het
nabehandelen van de reinigingsdoeken na het wassen acti­veren (dosering via het vakje voor de wasverzachter of via een extern do­seersysteem).
Bij aflevering is de optie Nee (geen be handeling) ingesteld.
-
-
-
-
-
-
Behandelen standaard
Bij de programma's Standaard en Standaard plus kunt u het
nabehandelen van de mops na het wassen activeren (dosering via het vakje voor de wasverzachter of via een extern doseersysteem).
Bij aflevering is de optie Nee (geen be handeling) ingesteld.
-
71
Page 72
Menu "Instellingen/Exploitatieniveau"
Cent.behand.stand.,des.
Met de instelling
Centrifugeren-behandelen stan daard, desinfectie kunt u de rest
vochtwaarde na het behandelen vastleggen voor de mop-programma's Standaard,de mop-desinfectieprogramma's en het programma Mops behandelen.
U kunt uit vier opties kiezen: ,,,, (hoge restvochtwaarde)
tot , (lage restvochtwaarde)
-
-
Centr.-behand. stand.+
Met de instelling
Centrifugeren-behandelen standaard plus kunt u de restvochtwaarde na
het behandelen vastleggen voor het programma Mops standaard plus.
U kunt uit vier opties kiezen:
Centr.-behand. doeken
Met de instelling
Centrifugeren-behandelen doeken
kunt u de restvochtwaarde na het be handelen vastleggen voor de pro gramma's Reinigingsdoeken 40°C/60°C en Doeken behandelen.
U kunt uit vier opties kiezen: ,,,, (hoge restvochtwaarde)
tot , (lage restvochtwaarde)
Sensor leegmelding
U kunt de functie Leegmelding voor reservoirs van externe vloeibare was­middelen activeren zodat er een mel­ding in het display verschijnt als re­servoirs leeg zijn.
Bij aflevering is de optie Nee (geen leegmelding) ingesteld.
-
-
,,,, (hoge restvochtwaarde)
tot , (lage restvochtwaarde)
72
Page 73
Menu "Instellingen/Exploitatieniveau"
Meer programma's
U kunt de programmakeuze, die bij Meer programma's verschijnt, met meerdere programma's uitbreiden.
0 = geen extra programma (standaard instelling).
Witte/Bonte w. toev. = de programma's Witte was en Bonte was worden toege voegd.
Intens./Intens.+ toev. = de program ma's Intensief en Intensief plus worden toegevoegd.
Kreukh./Mini toev. = de programma's Kreukherstellend en Miniwas worden toegevoegd.
Alle toevoegen = alle programma's worden toegevoegd.
-
Niveau wit/bont
Niveau kreukherstell.
Voor het programma Kreukherstel lend kan het waterniveau voor de
hoofdwas worden verhoogd.
Bij aflevering is de optie
­"Blokparameter" ingesteld. (Het waterni veau wordt gestuurd via de program magegevens die in de fabriek zijn ge
­programmeerd.)
Temp. voorwas WB
Voor de programma's Witte was en Bonte was kunt u de temperatuur
voor de voorwas kiezen.
Bij aflevering is de optie "Blokparameter" ingesteld. (De tempe­ratuur wordt geregeld via de program­magegevens die in de fabriek zijn ge­programmeerd.)
-
-
-
-
Voor de programma's Witte was en Bonte was kan het waterniveau voor de hoofdwas worden verhoogd.
Bij aflevering is de optie "Blokparameter" ingesteld. (Het waterni veau wordt gestuurd via de program magegevens die in de fabriek zijn ge programmeerd.)
-
-
Wastijd voorwas
U kunt de wastijd voor de voorwas verlengen.
-
Bij aflevering is de optie "Blokparameter" ingesteld. (De wastijd wordt gestuurd via de programmage gevens die in de fabriek zijn gepro grammeerd.)
-
-
73
Page 74
Menu "Instellingen/Exploitatieniveau"
Wastijd wit/bont
Voor de programma's Witte was en Bonte was kan de wastijd voor de
hoofdwas worden verlengd.
Bij aflevering is de optie "Blokparameter" ingesteld. (De wastijd wordt gestuurd via de programmage gevens die in de fabriek zijn gepro grammeerd.)
-
Wastijd kreukherstell.
Voor het programma Kreukherstel­lend kan de wastijd voor de hoofd-
was worden verlengd.
Bij aflevering is de optie "Blokparameter" ingesteld. (De wastijd wordt gestuurd via de programmage­gevens die in de fabriek zijn gepro­grammeerd.)
Voorwas wit/bont/kh
Lijst speciale programma's
U kunt de lijst van weergegeven spe ciale programma's wijzigen.
Standaard: weergegeven worden de programma's:
Mops nieuw Mops behandelen
-
Doeken behandelen Machine reinigen Vitrages Extra spoelen Pompen/Centrifugeren
Ready-to-use: weergegeven worden de programma's:
Mops + behandelen , Mops + behandelen ,, Mops + behandelen ,,, Mops + behandelen ,,,, Mops behandelen , Mops behandelen ,, Mops behandelen ,,, Mops behandelen ,,,, Extra spoelen Pompen/Centrifugeren
-
Voor de programma's Witte was, Bonte was en Kreukherstellend kunt u instellen of de voorwas permanent moet worden toegevoegd.
Bij aflevering is de optie Menukeuze in gesteld.
74
Spoelgangen wit/bont
Voor de programma's Standaard, Reinigingsdoeken, Witte was en Bon
-
te was kunt u het aantal spoelgangen wijzigen.
2 spoelgangen (standaardinstelling) 3 spoelgangen 4 spoelgangen 5 spoelgangen
-
Page 75
Spoelgangen kreukh.
Menu "Instellingen/Exploitatieniveau"
Voor het programma Kreukherstel lend kunt u het aantal spoelgangen
wijzigen.
2 spoelgangen (standaardinstelling) 3 spoelgangen 4 spoelgangen
-
Voorspoelen wit/bont
Bij de programma's Witte was en Bonte was kunt u ervoor kiezen de
was te laten voorspoelen.
Bij aflevering is deze optie uitgescha­keld.
75
Page 76
Menu "Instellingen/Exploitatieniveau"
Voorspoel. kreukherst.
Bij het programma Kreukherstellend kunt u ervoor kiezen de was te laten voorspoelen.
Bij aflevering is deze optie uitgescha keld.
Temperatuureenheid
U kunt aangeven of de temperaturen in °C/Celsius of in °F/Fahrenheit weergegeven moeten worden.
De standaardinstelling is °C.
Gestuurd energieverbr.
Bij de programma's Witte was, Bonte was en Kreukherstellend is het ener-
gieverbruik zo laag mogelijk, als deze functie ingeschakeld is.
Centrifugeren gratis
Als een muntautomaat is aangeslo ten, kan het programma "Centrifuge ren" worden vrijgegeven ("betaald").
Bij aflevering is deze optie uitgescha
­keld.
Menu "Instellingen" afsluiten
Kies Terug en bevestig uw keuze.
^
Het display wisselt naar het startmenu.
-
-
-
Bij aflevering is deze functie ingescha keld.
767778
-
Page 77
Page 78
Page 79
79
Page 80
Wijzigingen voorbehouden/1919
M.-Nr. 09 756
440 / 01
Loading...