Miele PW 5084 XL MopStar 80 User manual

Gebruiksaanwijzing en opstellingsinstructies
Wasautomaat PW 5084
XL
MopStar 80
Lees beslist de gebruiksaanwijzing voordat u uw apparaat plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt onnodige schade aan uw apparaat.
nl-NL
M.-Nr. 09 756 440
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu
Het verpakkingsmateriaal
De verpakking beschermt het apparaat tegen transportschade. Het verpak kingsmateriaal is uitgekozen met het oog op een zo gering mogelijke belas ting van het milieu en de mogelijkheden voor recycling.
Hergebruik van het verpakkingsmateri aal remt de afvalproductie en het ge bruik van grondstoffen. Vaak neemt de leverancier de verpakking terug. Als u de verpakking zelf wegdoet, informeer dan bij de reinigingsdienst van uw ge meente waar u die kunt afgeven.
-
-
-
-
Het afdanken van het apparaat
Oude elektrische en elektronische ap­paraten bevatten meestal nog waarde­volle materialen. Ze bevatten echter ook schadelijke stoffen die nodig zijn geweest om de apparaten goed en vei­lig te laten functioneren. Wanneer u uw oude apparaat bij het gewone afval doet of er op een andere manier niet goed mee omgaat, kunnen deze stoffen schadelijk zijn voor de gezondheid en het milieu.
Het afgedankte apparaat moet tot die tijd buiten het bereik van kinderen wor den opgeslagen.
Energie besparen
Energie- en waterverbruik
Maak zoveel mogelijk gebruik van de
­maximale beladingscapaciteit van
een programma. U gebruikt dan rela tief gezien de minste hoeveelheid energie en water.
Wasmiddel
– Gebruik de hoeveelheid wasmiddel
die op de verpakking staat aangege­ven.
– Verlaag bij een geringere belading
de wasmiddelhoeveelheid.
Als u aansluitend machinaal droogt
Kies het hoogste centrifugetoerental voor het betreffende wasprogramma. U bespaart dan energie tijdens het dro gen.
-
-
-
Verwijder uw oude apparaat dan ook nooit samen met het gewone afval, maar lever het in bij een gemeentelijk inzameldepot voor elektrische en elek tronische apparatuur. Vraag uw hande laar indien nodig om inlichtingen.
2
-
-
Inhoud
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu........................2
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen.............................7
Bediening van de wasautomaat .....................................15
Bedieningspaneel .................................................15
Opmerking bij de eerste ingebruikneming ..............................15
Principe display ...................................................16
Eerste ingebruikneming ...........................................17
Het gebruik van de wasautomaat ....................................18
Verkorte gebruiksaanwijzing .........................................18
Symbolen op het etiket .............................................24
Centrifugeren ....................................................25
Maximaal toerental eindcentrifugeren ..................................25
Tussencentrifugeren .............................................25
Eindcentrifugeren uitschakelen (spoelstop) ...........................25
Tussencentrifugeren en eindcentrifugeren uitschakelen .................25
Uitgestelde start..................................................26
Programma-overzicht .............................................27
Programmaverloop ...............................................33
Ontwateren ......................................................34
Voorwassen/Voorspoelen ...........................................34
Programmaverloop wijzigen ........................................35
Programma afbreken ...............................................35
Programma onderbreken............................................35
Programma wijzigen ...............................................35
Wasmiddel ......................................................36
Waterontharder ...................................................36
Componentenwasmiddel............................................36
Ontkleuren/verven .................................................36
Wasverzachter, appreteermiddel of vloeibaar stijfsel ......................37
Wasverzachter, appreteermiddel of vloeibaar stijfsel automatisch doseren . . 37
Stop voor wasverzachter of appreteermiddel .........................37
Relaisaansturing voor externe dosering ..............................38
Externe dosering ..................................................38
Sensor leegmelding .............................................40
3
Inhoud
Reiniging en onderhoud ...........................................41
Wasautomaat reinigen ..............................................41
Zeefjes watertoevoer reinigen ........................................43
Nuttige tips ......................................................44
Wat moet u doen als... ............................................44
Er kan geen wasprogramma worden gestart ............................44
In het display verschijnt een foutmelding ...............................45
Algemene problemen met de wasautomaat .............................46
Het wasresultaat is onvoldoende......................................47
De vuldeur gaat niet open ...........................................48
Programma voortzetten na een onderbreking van de stroomvoorziening ......48
Service-interval, veiligheidsvoorschrift .................................49
Piekbelastingsschakelaar ...........................................49
Vuldeur openen bij verstopte afvoer en/of stroomstoring ...................50
Water afvoeren .................................................50
Deur openen ...................................................51
Service / Klantcontacten ...........................................52
Reparaties .......................................................52
Optische interface PC ..............................................52
Bij te bestellen accessoires ..........................................52
Plaatsen en aansluiten ............................................53
Voorkant.........................................................53
Achterkant .......................................................54
Zijkant ..........................................................55
Bovenkant .......................................................55
Wasautomaat plaatsen .............................................55
Sokkelopstelling...................................................56
Plaats van opstelling ...............................................57
Transportbeveiliging verwijderen .....................................57
Transportbeveiliging monteren .......................................58
Stellen ..........................................................59
Wateraansluiting ..................................................60
Koudwateraansluiting ............................................60
Warmwateraansluiting ...........................................61
Aansluiting op heet water .........................................61
4
Inhoud
Waterafvoer ......................................................62
Uitvoering met afvoerklep.........................................62
Uitvoering met afvoerpomp .......................................62
Elektrische aansluiting ..............................................63
Technische gegevens .............................................64
Menu "Instellingen" - standaardwaarden wijzigen ......................65
Menu "Instellingen J" .............................................66
Afkoeling waswater ................................................66
Contrast .........................................................66
Lichtsterkte ......................................................66
Menu "Instellingen/Exploitatieniveau" ...............................67
Code wijzigen ....................................................67
Dagtijd ..........................................................68
Stand-by (display) .................................................68
Exploitatieniveau ..................................................68
Memory .........................................................69
Beladingsautomaat ................................................69
Water voorwas ....................................................69
Water hoofdwas ...................................................69
Water spoelen ....................................................69
Lage waterdruk ...................................................69
Temp. standaard plus ..............................................70
MOP-ontwateren ..................................................70
Chemo-therm. desinf. ..............................................70
Thermische desinfectie .............................................70
Desinfectie hygiëne ................................................71
Microvezel-MOP ..................................................71
Behandelen standaard .............................................71
Behandelen desinfectie .............................................71
Behandelen doeken................................................71
Cent.behand.stand.,des. ............................................72
Centr.-behand. stand.+ .............................................72
Centr.-behand. doeken .............................................72
Sensor leegmelding................................................72
Meer programma's ................................................73
Niveau wit/bont ...................................................73
5
Inhoud
Niveau kreukherstell. ...............................................73
Temp. voorwas WB ................................................73
Wastijd voorwas...................................................73
Wastijd wit/bont ...................................................74
Wastijd kreukherstell................................................74
Voorwas wit/bont/kh................................................74
Lijst speciale programma's ..........................................74
Spoelgangen wit/bont ..............................................74
Spoelgangen kreukh................................................75
Voorspoelen wit/bont ...............................................75
Voorspoel. kreukherst. ..............................................76
Temperatuureenheid ...............................................76
Gestuurd energieverbr. .............................................76
Centrifugeren gratis ................................................76
Menu "Instellingen" afsluiten .........................................76
6
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Lees beslist deze gebruiksaanwijzing.
~
Deze automaat voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften. Onjuist gebruik echter kan persoonlijk letsel of beschadiging van het apparaat tot gevolg hebben.
Lees eerst de gebruiksaanwijzing voordat u uw automaat voor het eerst gebruikt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan het apparaat. In de gebruiksaanwijzing vindt u belangrijke in­structies met betrekking tot de veiligheid, het gebruik en het on­derhoud.
Als meerdere personen de automaat bedienen, dan moeten de veiligheidsvoorschriften en waarschuwingen voor deze personen toegankelijk worden gemaakt en/of worden uitgelegd.
Bewaar de gebruiksaanwijzing en geef deze door aan een even tuele volgende eigenaar.
-
Verantwoord gebruik
De wasautomaat is uitsluitend bestemd voor het wassen van tex
~
tiel dat volgens het wasetiket geschikt is voor machinaal wassen. Ieder ander gebruik kan gevaarlijk zijn. De fabrikant is niet verant woordelijk voor schade die wordt veroorzaakt door ander gebruik dan hier aangegeven of door foutieve bediening.
De wasautomaat moet volgens de gebruiksaanwijzing worden ge
~
bruikt, regelmatig worden onderhouden en de werking moet regelmatig worden gecontroleerd.
-
-
-
7
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Het apparaat mag niet buiten worden gebruikt.
~
Dit apparaat mag alleen worden gebruikt door personen die in
~
staat zijn het apparaat veilig te bedienen en die volledig op de hoogte zijn van de inhoud van de gebruiksaanwijzing!
Houd kinderen onder acht jaar op een afstand, tenzij u voortdu
~
rend toezicht houdt.
Kinderen vanaf acht jaar mogen het apparaat alleen zonder toe
~
zicht gebruiken als ze weten hoe ze het apparaat veilig moeten be dienen. De kinderen moeten zich bewust zijn van de gevaren van een foutieve bediening.
Kinderen mogen het apparaat niet zonder toezicht reinigen of on-
~
derhouden
Houd kinderen in de gaten wanneer deze zich in de buurt van de
~
automaat bevinden. Laat kinderen nooit met het apparaat spelen.
Als de automaat in een vrij toegankelijke ruimte staat opgesteld,
~
moet de exploitant geschikte maatregelen treffen die voorkomen dat door mogelijke restrisico's gevaarlijke situaties voor de gebruiker ontstaan.
De desinfectiestandaard van thermische en chemothermische
~
procédés dient te worden bewaakt. Desinfectieprogramma's mogen niet worden onderbroken, omdat anders het desinfectieresultaat on gunstig kan worden beïnvloed.
-
-
-
-
8
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Technische veiligheid
Controleer het apparaat voordat u het installeert en in gebruik
~
neemt op zichtbare schade. Een beschadigd apparaat mag niet worden geïnstalleerd en gebruikt.
De elektrische veiligheid van het apparaat is alleen gewaarborgd
~
als het wordt aangesloten op een aardingssysteem dat volgens de voorschriften is geïnstalleerd. Het is belangrijk dat u dit controleert. Laat in geval van twijfel de huisinstallatie door een vakman inspecte ren. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade als gevolg van een ontbrekende of beschadigde aarddraad.
Ondeskundig uitgevoerde reparaties leveren gevaar op voor de
~
gebruiker. Miele kan hiervoor niet aansprakelijk worden gesteld. Re­paraties mogen alleen worden uitgevoerd door vakmensen die door Miele zijn geautoriseerd, anders kan bij eventuele schade geen aan­spraak op de garantie worden gemaakt.
Voer geen aanpassingen aan de automaat uit die niet uitdrukke-
~
lijk door Miele zijn toegestaan.
-
In geval van een storing of bij reinigings- en onderhoudswerk-
~
zaamheden is de automaat alleen spanningsvrij als: –
de stekker uit de contactdoos is getrokken.
de hoofdschakelaar van de huisinstallatie uitgeschakeld is of
de desbetreffende zekering van de huisinstallatie er geheel uitge draaid is.
-
9
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
De wasautomaat mag alleen met een nieuwe slangenset op de
~
watervoorziening worden aangesloten. Oude slangen mogen niet worden gebruikt. Controleer de slangen regelmatig. U kunt de slangen dan tijdig vervangen en waterschade voorkomen.
Defecte onderdelen mogen alleen door originele Miele-onderde
~
len worden vervangen. Alleen van die onderdelen kan Miele garan deren dat zij aan de veiligheidseisen voldoen.
Open de deur van de wasautomaat nooit met geweld. Om de
~
veiligheidsfunctie van het deurslot te waarborgen, is de deurgreep voorzien van een speciale beveiliging.
Als u het apparaat voor professionele doeleinden gebruikt, moet
~
u het apparaat periodiek door een deskundige laten controleren (bij­voorbeeld door Miele). De resultaten moeten in het zogenaamde machinevolgboek worden vastgelegd (verkrijgbaar bij Miele). Het machinevolgboek moet op de plaats van opstelling worden be­waard.
Dit apparaat mag niet op een niet-stationaire locatie (zoals een
~
boot) worden gebruikt.
-
-
10
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Veilig gebruik
Plaats het apparaat in een vorstvrije ruimte. Bevroren slangen
~
kunnen barsten en temperaturen onder het vriespunt kunnen de werking van de elektronica beïnvloeden.
Verwijder voor de ingebruikneming de transportbeveiliging aan
~
de achterkant van de automaat (zie het hoofdstuk "Plaatsen en aan sluiten" onder "Transportbeveiliging verwijderen"). Als de beveiliging niet wordt verwijderd, kunnen de wasautomaat en ernaast geplaats te apparaten en meubels tijdens het centrifugeren beschadigd ra ken.
Sluit de waterkraan als u gedurende lange tijd afwezig bent (bij-
~
voorbeeld tijdens vakanties). Dit is vooral van belang als zich in de buurt van de automaat geen afvoerputje bevindt.
Als u voor de waterafvoer een wastafel gebruikt, controleer dan
~
van tevoren of het water in de wasbak snel genoeg wegstroomt. Zorg dat de afvoerslang niet kan wegglijden. De kracht van het uitstromende water kan een niet beveiligde slang uit de wastafel drukken.
-
-
-
Voorkom dat vreemde voorwerpen (spijkers, naalden, munten,
~
paperclips, etc.) in de machine terechtkomen. Dergelijke voor werpen kunnen de automaat beschadigen (zoals de kuip en de wastrommel). Beschadigde onderdelen kunnen op hun beurt het wasgoed beschadigen. Vooral metaalspaanders die zich in reinigingsmaterialen kunnen bevinden, moeten voor het wassen er uit worden geschud.
Bij juiste dosering van het wasmiddel hoeft de automaat niet te
~
worden ontkalkt. Mocht u toch willen ontkalken, gebruik dan een ont kalkingsmiddel dat een anti-corrosiemiddel bevat (verkrijgbaar bij Miele). Volg de aanwijzingen op de verpakking nauwkeurig op.
-
-
-
11
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Wasgoed dat met oplosmiddelhoudende reinigingsmiddelen is
~
behandeld, moet vóór het wassen grondig met water worden ge spoeld.
Gebruik nooit reinigingsmiddelen die oplosmiddelen bevatten
~
(zoals wasbenzine). Onderdelen van de wasautomaat kunnen be schadigd raken en er kunnen giftige dampen vrijkomen. Bovendien bestaat er brand- en explosiegevaar.
Bewaar en gebruik in de buurt van de automaat geen benzine,
~
petroleum of andere licht ontvlambare stoffen. Er bestaat brand- en explosiegevaar!
Textielverf moet geschikt zijn voor gebruik in een wasautomaat.
~
Volg de aanwijzingen op de verpakking nauwkeurig op.
Ontkleuringsmiddelen bevatten vaak zwavel en kunnen corrosie
~
veroorzaken. Deze middelen mogen niet in de wasautomaat worden gebruikt.
-
-
Voorkom dat de roestvrijstalen oppervlakken (front, deksel, om-
~
manteling) in aanraking komen met vloeibare reinigings- en desin­fectiemiddelen die chloor of natriumhypochloride bevatten. Deze middelen kunnen op het roestvrije staal corrosie veroorzaken. Agressieve chloorbleekloogdampen kunnen eveneens corrosie tot gevolg hebben. Bewaar geopende reservoirs met dergelijke mid delen daarom niet in de buurt van de apparatuur.
Voor de reiniging van het apparaat mag geen hogedrukreiniger of
~
waterstraal worden gebruikt.
Let bij gebruik en combinatie van speciale reinigingsmiddelen en
~
speciale producten op de aanwijzingen van de betreffende fabri kant. Gebruik het middel alleen voor toepassingen die door de fabri kant zijn aangegeven. Hiermee voorkomt u materiaalschade en eventuele heftige chemische reacties.
12
-
-
-
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Chloor en schade aan onderdelen
Aanwijzingen voor behandelingen met chloorbleekmiddelen en perchloorethyleen
Hoe groter de gebruikte chloorhoeveelheden, des te groter de
~
kans op schade aan onderdelen van de automaat. Het gebruik van chloorhoudende middelen, zoals natriumhypochlori de en poedervormige chloorbleekmiddelen, kan - afhankelijk van de chloorconcentratie, de inwerktijd en de temperatuur - de bescherm laag van het roestvrije staal aantasten en corrosie veroorzaken op onderdelen van de automaat. Om deze redenen dient u af te zien van het gebruik van dergelijke middelen. In plaats daarvan advise ren wij bleekmiddelen op zuurstofbasis.
Als u toch voor bepaalde verontreinigingen chloorhoudende bleek­middelen gebruikt, dient u altijd een antichloorbehandeling uit te voeren. U voorkomt zo dat onderdelen van de wasautomaat en de was onherstelbaar beschadigd raken.
Antichloorbehandeling
-
-
-
De antichloorbehandeling moet meteen aansluitend op het gebruik van het chloorbleekmiddel worden uitgevoerd! Gebruik hiervoor bij voorkeur waterstofperoxide of een was- of bleekmiddel op zuurstofbasis en zonder het water tussendoor af te pompen.
Met thiosulfaat kan, vooral bij hard water, gipsvorming optreden waardoor verontreinigingen op het wasgoed en afzettingen in de wasautomaat kunnen ontstaan. Omdat een behandeling met waterstofperoxide het neutralisatieproces van chloor ondersteunt, dient daaraan de voorkeur te worden gegeven.
De juiste hoeveelheden hulpmiddelen en de behandelingstemperaturen dienen ter plaatse volgens de doseerad viezen van de was- en hulpmiddelenfabrikanten te worden ingesteld en gecontroleerd. Ook moet worden getest of er resten actieve chloor in de was zijn achtergebleven.
-
13
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Accessoires
Accessoires mogen alleen dan worden aan- of ingebouwd, als
~
deze uitdrukkelijk door Miele zijn vrijgegeven. Als er andere onder delen worden aan- of ingebouwd, kan Miele niet voor de gevolgen instaan en kan er geen beroep worden gedaan op bepalingen met betrekking tot garantie en productaansprakelijkheid.
Het afdanken van een apparaat
-
Als u uw oude automaat afdankt, maak dan eerst het deurslot on
~
bruikbaar. Daarmee voorkomt u dat spelende kinderen zich opslui ten en in levensgevaar komen.
Als de "Veiligheidsinstructies en waarschuwingen" niet worden opgevolgd, kan Miele niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die daarvan het gevolg is.
-
-
14
Bedieningspaneel
Bediening van de wasautomaat
a Toets Start
Met deze toets start u het gekozen wasprogramma.
b Display met de toetsen –, OK en +
Nadere informatie over deze toetsen vindt u op de volgende pagina.
c Toets +
Met deze toets kunt u de start van een programma uitstellen.
d Optische interface PC
De optische interface gebruikt Miele voor servicedoeleinden (onder meer voor de update-functie).
e Toets Voorwas/Voorspoelen =
met controlelampje
f Programmaschakelaar
Met deze schakelaar kiest u de was­programma's. U kunt de schakelaar naar rechts en naar links draaien.
g Toets Aan-Uit s
Opmerking bij de eerste ingebruikneming
Voordat u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt, moet het correct zijn geplaatst en aangeslo ten. Zie ook het hoofdstuk "Plaatsen en aansluiten".
Voer de eerste ingebruikneming uit, zo als beschreven in het hoofdstuk "Eerste ingebruikneming".
-
-
15
Bediening van de wasautomaat
Principe display
Toetsen–/+
Met deze toetsen wijzigt u het onder­deel dat in het display gemarkeerd is. – Deze toets verlaagt de waarde of
verplaatst de markering (omhoog).
+ Deze toets verhoogt de waarde of
verplaatst de markering (omlaag).
Toets OK b
Met deze toets bevestigt u een geko­zen waarde en kiest u een volgend on­derdeel.
Bij de programmakeuze kiest men via het display:
meer programma's
de temperatuur van sommige pro gramma's.
het toerental voor het eindcentrifuge ren.
de starttijd.
Het display toont onder meer de duur van een wasprogramma en de actuele dagtijd.
Ook het menu Instellingen J bedient u via het display.
16
-
-
Voordat u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt, moet het correct zijn geplaatst en aangeslo ten. Zie ook het hoofdstuk "Plaatsen en aansluiten".
Om veiligheidsredenen kan voor de eerste ingebruikneming niet worden ge centrifugeerd. Om te kunnen centrifu geren, moet eerst een wasprogramma zonder wasgoed
Schakel de wasautomaat met de
^
toets K in.
Als u de automaat voor het eerst ge­bruikt, verschijnt de Duitse tekst Miele Professional Willkommen.
worden afgewerkt.
-
-
Eerste ingebruikneming
Dagtijd instellen
12:00
Dagtijd instellen
Stel met de toetsen – en + het juiste
^
uur in en bevestig deze waarde met
-
de toets OK. Stel vervolgens de mi nuten in. Nadat u ook die waarde heeft bevestigd, wisselt het display naar het basismenu.
Eerste wasbeurt
De automaat kan nu voor het eerste wasprogramma worden gebruikt.
^ Draai de waterkranen open.
-
Het welkomstscherm verschijnt niet meer als de eerste ingebruikneming afgerond is.
Het display wisselt naar de instelling van de taal.
^
Kies de gewenste taal met de toetsen – en + en bevestig uw keuze met de toets OK.
Transportbeveiliging
De transportbeveiliging moet vóór het eerste wasprogramma worden verwijderd om schade aan de was automaat te voorkomen.
^
Bevestig het verwijderen van de transportbeveiliging door op OK te drukken.
Het display wisselt naar de instelling van de dagtijd.
^ Zet de programmaschakelaar op "§
40°C".
^ Druk op de toets Start.
Na afloop van het programma is de eerste ingebruikneming afgerond.
-
17
Het gebruik van de wasautomaat
Verkorte gebruiksaanwijzing
De met cijfers (A, B, C ...) aangege ven stappen vormen een verkorte ge bruiksaanwijzing.
A Reinigingsmateriaal en wasgoed
sorteren
Haal alle zakken leeg.
^
Voorwerpen zoals spijkers, mun
,
ten en paperclips kunnen het was goed en onderdelen van de auto maat beschadigen.
Vlekken voorbehandelen
^ Verwijder vóór het wassen eventuele
vlekken op het wasgoed. Doe dat zolang de vlekken nog niet zijn opge­droogd. Verwijder vlekken deppend met een niet afgevende doek. Niet wrijven!
Vlekken (van bloed, ei, koffie, thee, etc.) kunt u vaak eenvoudig verwijde­ren. Miele heeft hiervoor een speciale vlekkenwijzer samengesteld die u via internet kunt raadplegen.
,
Gebruik nooit chemische (oplos middelhoudende) reinigingsmidde len in de wasautomaat!
-
-
-
-
Reinigingsmateriaal sorteren
-
-
-
Schud mops, reinigingsdoeken en
^
pads goed uit, zodat grof vuil niet in de trommel komt.
Wasgoed sorteren
Sorteer het wasgoed op kleur en op
^
de symbolen in het wasetiket (in de kraag of bij de zijnaad).
Donker textiel geeft vaak af als het de eerste keren wordt gewassen. Dit kan verkleuring tot gevolg hebben. Was licht en donker wasgoed daarom ge scheiden.
Algemene tips
– Bij vitrage: Verwijder de haakjes en
het loodband of doe deze delen in een waszak.
– Sluit voor het wassen ritssluitingen,
haakjes en oogjes.
– Meer tips vindt u in het hoofdstuk
"Programma-overzicht".
Was geen textiel dat volgens het was­etiket niet wasbaar is (symbool h).
-
18
Het gebruik van de wasautomaat
B Wasautomaat beladen
Schakel de wasautomaat met de
^
"Aan/Uit"-toets K in.
^ Open de vuldeur door aan de greep
te trekken.
Ontvouw het wasgoed en leg het los
^
jes in de trommel. Grote en kleine stukken bij elkaar zorgen voor een optimale waswerking en voor een be­tere verdeling tijdens het centrifuge­ren.
-
Open de vuldeur nooit met geweld. De deurgreep is voorzien van een speciale beveiliging. Door het losschieten van de deurgreep wordt voorkomen dat het deurslot bescha­digd raakt (hoofdstuk "Nuttige tips" onder "De vuldeur gaat niet open").
Als u de maximale beladingscapaciteit benut, is het energie- en waterverbruik relatief gezien het laagst. Bij een te vol­le trommel neemt het wasresultaat af en neemt de kreukvorming toe.
19
Het gebruik van de wasautomaat
C Programma kiezen
Sluit de deur. Doe dit als volgt: Druk
^
de deur bijna dicht en sluit de deur met de deurgreep. Gooi de deur niet dicht.
Het wasgoed mag niet tussen
,
de deur en de trommel ingeklemd raken.
© MOPS Standaard 60°C
© MOPS Standaard plus
M6 Thermische desinfectie
M¦ Chemo-thermische desinfectie
x Meer programma's
40/60/70/95°C
^
Sluit de deur.
1. Druk de deur dicht.
2. Sluit de greep.
20
ª Pads 40°C
§ Reinigingsdoeken 40°C en
60°C
§ M Reinigingsdoeken desinfectie
hygiëne
^
Met de programmaschakelaar kiest u het gewenste wasprogramma en stelt u de temperatuur in.
In het display wordt het gekozen pro gramma weergegeven.
Reinigingsdoeken
-
Het gebruik van de wasautomaat
Het display wisselt naar het gekozen programma.
Reinigingsdoeken
60°C Duur:
Met de toetsen – en + kunt u het cen
^
1300 omw/min
h
trifugetoerental wijzigen. Bevestig de gewenste waarde met OK.
Als u met de programmaschakelaar x kiest ("Meer programma's"), verschijnen deze programma's in het display.
Mops nieuw
E
Mops behandelen
Doeken behandelen H
^ Markeer met de toets – of + het ge-
wenste programma en bevestig uw keuze met OK.
Het display wisselt naar het gekozen programma.
Voorwassen/Voorspoelen =
Kies voor wasgoed dat veel vuil be
^
vat (zoals stof en zand) de extra functie "Voorwas". Als deze functie niet kan worden ge kozen, is de functie niet toegestaan bij het gekozen programma.
-
Uitgestelde start +
Als u de start wilt uitstellen, kunt u nu
^
de gewenste starttijd aangeven (zie het hoofdstuk "Uitgestelde start").
-
-
Vitrages
30°C Duur: 0:38 h
^
Met de toetsen – en + kunt u het ge
600 omw/min
markeerde centrifugetoerental wij zigen. Bevestig de gewenste waarde met OK. Bij sommige programma's kunt u ook de temperatuur wijzigen (met – of +).
-
-
21
Het gebruik van de wasautomaat
D Wasmiddel doseren
Houd bij de dosering rekening met de mate van verontreiniging en met de wa terhardheid.
Bij te weinig wasmiddel
worden de reinigingsmaterialen en
het wasgoed niet schoon en na ver loop van tijd grauw en hard.
ontstaan er vetbolletjes in de was.
ontstaat er kalkafzetting op de ver
warmingselementen.
Bij te veel wasmiddel
-
-
-
Trek de wasmiddellade open en vul
^
de juiste vakjes.
– treedt er sterke schuimvorming op,
waardoor de mechanische waswer­king afneemt en de was niet goed wordt gereinigd, gespoeld en gecen­trifugeerd.
– wordt het milieu onnodig belast.
Meer informatie over wasmiddelen en doseringen vindt u in het hoofdstuk "Wasmiddel".
De wasautomaat is geschikt voor het aansluiten van externe doseer systemen voor het doseren van vloeibare was- en hulpmiddelen (zie ook "Wasmiddel").
-
i = Wasmiddel voor de voorwas j = Wasmiddel voor de hoofdwas
§ = Wasverzachter, appreteer-
middel, vloeibaar stijfsel of impregneermiddel
^ Sluit de wasmiddellade.
Trek de wasmiddellade niet tijdens het wassen uit de automaat. Gebruik de wasautomaat alleen met gesloten wasmiddellade.
22
Het gebruik van de wasautomaat
E Programma starten
Als u het programma kunt starten, be gint de toets Start te knipperen.
Druk op de toets Start.
^
De toets Start licht op.
Als niet voor een uitgestelde start is ge kozen, verschijnt in het display de ver wachte programmaduur. De tijd wordt in minuten afgeteld. In de eerste 10 mi nuten bepaalt de wasautomaat hoeveel water het wasgoed kan opnemen. Hier door kan de programmaduur nog wor den verkort.
Daarnaast is in het display het pro­grammaverloop te zien. De automaat geeft steeds aan welke programmafase is bereikt.
F Trommel leeghalen
15 minuten na afloop van het pro­gramma wordt de automaat automa­tisch uitgeschakeld. U moet de auto­maat met de toets Start weer inscha kelen.
-
-
-
-
Open de deur met de deurgreep.
^
Haal het wasgoed uit de trommel.
^
Controleer of de trommel leeg is. Achtergebleven was kan bij een vol gende wasbeurt krimpen of af geven.
-
Zet de programmaschakelaar op
^
Einde M.
­Sluit de deur. Er kunnen anders on
^
-
bedoeld voorwerpen in de trommel terechtkomen. Deze zouden per on geluk kunnen worden meegewassen en het wasgoed kunnen bescha­digen.
^ Schakel de wasautomaat met de
toets K uit.
-
-
-
-
23
Het gebruik van de wasautomaat
Symbolen op het etiket
Wassen
De waarde in de wastobbe geeft de maximale temperatuur aan waarmee u het product mag wassen.
9 Normale mechanische belas
ting
4 Behoedzame mechanische
belasting
c Zeer behoedzame mechani
sche belasting
/ Handwas
h Niet wasbaar
Voorbeelden voor de programmakeu­ze
Programma Wassymbool
Witte/Bonte was
Kreukherstel lend
Fijne was ac Wol / Miniwas 76
9ö8E76
-
54321
De punten geven de temperatuur aan.
q Normale temperatuur r Lage temperatuur
-
-
s Niet machinaal drogen
De punten geven het temperatuurbe reik aan.
I ca. 200°C H ca. 150°C G ca. 110°C J Niet strijken/mangelen
f Reiniging met chemische op-
p
w Natreiniging
D Niet chemisch reinigen
x Elk oxidatie-bleekmiddel is
{ Alleen zuurstofbleekmiddel is
z Niet bleken
Drogen
Strijken & mangelen
-
Professionele reiniging
losmiddelen. De letters staan voor de reinigingsmiddelen.
Bleken
toegestaan
toegestaan
24
Loading...
+ 56 hidden pages