MIELE KFNS 37432 iD User Manual [nl]

Gebruiks- en montageaanwijzing
Koel-vriescombinatie met NoFrost-systeem en DynaCool KFN(S) 37432 iD
Lees absoluut de gebruiks­en montageaanwijzing voor u het toestel opstelt, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan het toestel.
nl-BE
M.-Nr. 09 521 220
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het toestel voor transportschade. Er werd materiaal ge kozen dat door het milieu wordt verdra gen en opnieuw kan worden benut.
Door de verpakking weer in kringloop te brengen, wordt er grondstof ge spaard en verkleint de afvalberg. Geef deze stoffen dus niet met het gewone vuilnis mee. Breng ze liever naar het dichtstbijzijnde gemeentelijk container park. Waar u dat vindt, komt u zeker bij uw gemeentebestuur aan de weet.
Het afdanken van het apparaat
Oude elektrische en elektronische ap­paraten bevatten vaak nog waardevolle materialen. Ze bevatten echter ook schadelijke stoffen die voor het functio­neren en de veiligheid van het apparaat nodig waren. Als u het apparaat bij het gewone afval doet of bij verkeerde be­handeling kunnen deze stoffen schade­lijk zijn voor de gezondheid en het milieu. Verwijder het afgedankte appa raat dan ook nooit met het gewone af val.
-
-
­Bij de aankoop van uw nieuw toestel heeft u een bijdrage betaald. Die wordt volledig gebruikt voor de toekomstige
-
recyclage van dat toestel. Dat bevat trouwens nog waardevol materiaal. Door te recycleren wordt er dan ook minder verspild en vervuild.
Als u vragen heeft omtrent het af­danken van uw oud toestel, neem dan contact op met
– de handelaar bij wie u het kocht
of
– de firma Recupel,
telefoon 02 706 86 10, website: www.recupel.be
of
-
­–
uw gemeentebestuur als u uw toestel naar een containerpark brengt.
Zorg er ook voor dat het toestel intus sen kindveilig wordt bewaard voor u het laat wegbrengen.
2
-
Inhoud
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu ...........................2
Beschrijving van het toestel .........................................6
Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren ...................................9
Metalen flessenhouder ............................................9
Opmerkingen omtrent uw veiligheid .................................10
Hoe kunt u energie besparen? ......................................19
Toestel in- en uitschakelen .........................................21
Toestel bedienen ..................................................22
Toestel inschakelen ................................................22
Toestel uitschakelen ...............................................23
Koelzone afzonderlijk uitschakelen .................................23
Koelzone weer inschakelen .......................................24
Bij langdurige afwezigheid ..........................................24
De juiste temperatuur .............................................25
...indekoelzone .................................................25
...indevrieszone.................................................25
Temperatuuraanduiding ............................................26
Temperatuur instellen ..............................................26
Super koelen, Superfrost en DynaCool gebruiken ......................28
Functie Super koelen ...............................................28
Functie Superfrost .................................................29
DynaCool ........................................................30
Temperatuur- en deuralarm ........................................31
Temperatuuralarm .................................................31
Deuralarm .......................................................32
Andere instellingen wijzigen........................................33
Vergrendeling 0 ..................................................33
Akoestische signalen ) ............................................34
Lichtsterkte van het display s........................................35
Sabbat-modus ¬ ..................................................36
Levensmiddelen in de koelzone bewaren .............................38
Verschillende koelgedeelten .........................................38
Levensmiddelen die zeker niet gekoeld mogen worden....................39
Waarop moet u letten wanneer u levensmiddelen koopt ...................40
Levensmiddelen juist bewaren .......................................40
Fruit en groenten................................................40
Levensmiddelen die rijk zijn aan eiwitten .............................40
3
Inhoud
Binnenruimte indelen .............................................41
Rek/flessenrek aan de binnenkant van de deur verplaatsen ................41
Flessenhouder verschuiven..........................................41
Legplaat / legplaat met verlichting ....................................41
Legplaat / legplaat met verlichting verplaatsen ........................41
Metalen flessenhouder verplaatsen....................................42
Invriezen en bewaren..............................................43
Maximaal invriesvermogen ..........................................43
Wat gebeurt er als verse levensmiddelen worden ingevroren? ..............43
Diepvriesproducten bewaren ........................................43
Zelf levensmiddelen invriezen ........................................44
Hou bij het invriezen rekening met het volgende .......................44
Verpakken.....................................................44
Voor u levensmiddelen in het toestel legt.............................45
Hoe de levensmiddelen in het toestel leggen .........................45
Ingevroren levensmiddelen ontdooien .................................46
IJsblokjes maken ..................................................46
Drank snel koelen .................................................46
Koudeaccu gebruiken ..............................................47
Ontdooien .......................................................48
Koelzone ........................................................48
Reiniging en onderhoud ...........................................49
Legplaat / legplaat met verlichting ..................................50
Binnenruimte, toebehoren ...........................................51
Deurdichting .....................................................52
Luchttoevoer- en luchtafvoeropeningen ................................52
Storingen verhelpen ..............................................54
Waar bepaalde geluiden vandaan komen .............................63
Service After Sales/garantie ........................................64
Duur en voorwaarden van de garantie ...............................64
Gegevens voor testinstellingen .....................................65
Informatie voor handelaars.........................................66
Demo-functie r....................................................66
4
Inhoud
Elektrische aansluiting ............................................68
Opmerkingen omtrent de montage ..................................69
Side-by-side......................................................69
Opstelplaats......................................................69
Klimaatklasse ..................................................69
Luchttoevoer en -afvoer.............................................70
Voor u het toestel inbouwt ...........................................71
Inbouwafmetingen ................................................72
Deurscharnieren instellen..........................................73
De draairichting van de deuren veranderen ...........................74
Toestel inbouwen.................................................78
Meubeldeuren monteren ............................................85
Deur uitlijnen ...................................................88
5
Beschrijving van het toestel
Bedieningspaneel
a Het complete toestel
in-/uitschakelen
b Optische interface
(alleen voor de dienst Herstellingen aan huis van Miele)
c De koelzone of de vrieszone selecte-
ren
d De functie DynaCool
(automatische temperatuurverdeling) in-/uitschakelen
e De functie "Super koelen" of "Super-
frost" in-/uitschakelen
f De temperatuur instellen
(X voor kouder), toets om een keuze te maken in de instelmodus
g Een keuze bevestigen (OK-toets)
h De temperatuur instellen
(Y voor warmer), toets om een keuze te maken in de instelmodus
i Het toestel in de instelmodus zetten
of eruit halen
j Het temperatuur- of deuralarm uit-
schakelen
k Display met temperatuuraanduiding
en symbolen (symbolen alleen zicht baar in de instelmodus, bij een alarm/een melding; zie tabel voor de betekenis van de symbolen)
-
6
Beschrijving van het toestel
Betekenis van de symbolen
Symbool Betekenis Functie
0 Vergrendeling Beveiliging tegen ongewenste uitschakeling,
ongewenste wijziging van de temperatuur, ongewenste inschakeling van DynaCool, "Super koelen" of "Superfrost" en ongewens te wijziging van instellingen
) Akoestische signalen Keuzemogelijkheden voor het toetsgeluid en
het akoestische waarschuwingssignaal bij een deur- en temperatuuralarm
-
s Lichtsterkte van het
display
¬ Sabbat-modus Het toestel in de sabbat-modus zetten of er-
t Netaansluiting Wanneer het toestel niet ingeschakeld is,
; Alarm Brandt bij een deuralarm; knippert bij een
r Demo-functie
(alleen zichtbaar wan neer de demo-functie ingeschakeld is)
De lichtsterkte van het display instellen
uit halen
bevestigt dit dat het toestel aangesloten is op het elektriciteitsnet; knippert bij een stroomonderbreking
temperatuuralarm, stroomonderbreking en andere foutmeldingen
De demo-functie uitschakelen
-
7
Beschrijving van het toestel
a Bedieningspaneel
b Ventilator
c Rek/eiervakjes
d Legplaat
e Legplaat met
verlichting (FlexiLight)
f Flessenrek
g Metalen flessenhouder
h Binnenverlichting
Fruit- en groentebak
i Fruit- en groentebak
j Gootje en
afvoeropening voor het dooiwater
k Vriesladen
8
Beschrijving van het toestel
Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren
Metalen flessenhouder
Op de metalen flessenhouder kunt u flessen horizontaal in het toestel leggen en bewaren. Zo kunt u ruimte besparen in het toestel. De metalen flessenhouder kan naar ei­gen wens in het toestel worden ge­plaatst.
Toebehoren voor het onderhoud van roestvrij staal
Met het middel voor het onderhoud
van roestvrij staal brengt u een water- en vuilafstotende bescher mende film aan telkens als u het mid del aanbrengt. Hiermee verwijdert u op behoedzame wijze waterstrepen, vingerafdrukken en andere vlekken en geeft u de oppervlakken een ge lijkmatige stralende uitstraling.
De reinigingsdoek voor roestvrij staal
is doordrenkt met het middel voor het onderhoud van roestvrij staal. Deze heeft dezelfde reinigende en beschermende eigenschappen als het middel voor het onderhoud van roestvrij staal.
Multifunctionele microvezeldoek
De microvezeldoek helpt om vingerafdrukken en normaal vuil te ver­wijderen op roestvrijstalen fronten, be­dieningspanelen van toestellen, ven­sters, meubels, autoruiten enz.
-
-
-
Het mits toeslag verkrijgbaar toebe horen is verkrijgbaar via de dienst Onderdelen en toebehoren van Miele, bij uw Miele-handelaar of in de Miele Online Shop.
-
9
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Dit toestel voldoet aan de voorgeschreven veiligheidsvoor schriften. Door ondeskundig gebruik kunnen gebruikers echter letsel oplopen en kan er schade optreden aan het toestel.
Lees de gebruiks- en montageaanwijzing aandachtig voor u het toestel in gebruik neemt. U vindt er belangrijke opmerkingen om trent inbouw, veiligheid, gebruik en onderhoud. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan het toestel.
Miele is niet aansprakelijk voor schade die ontstaan is doordat deze opmerkingen niet in acht werden genomen.
Bewaar de gebruiks- en montageaanwijzing en geef ze door aan wie het toestel eventueel na u gebruikt!
-
Juist gebruik
Dit toestel is bedoeld voor gebruik in het huishouden en in
~
gelijkaardige omgevingen. Dit toestel is niet bestemd voor gebruik buiten.
-
Gebruik het toestel uitsluitend in huishoudelijke context voor het
~
koelen en bewaren van levensmiddelen, het bewaren van diepvries producten, het invriezen van verse levensmiddelen en het maken van ijsblokjes. Gebruik voor andere doeleinden is niet toegelaten.
10
-
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Het toestel is niet geschikt voor het bewaren en koelen van
~
geneesmiddelen, bloedplasma, laboratoriumpreparaten of andere gelijkaardige stoffen of producten die ten grondslag liggen aan de EU-richtlijn 93/42/EEG betreffende medische hulpmiddelen. Ver keerd gebruik van het toestel kan leiden tot aantasting of bederf van de bewaarde producten. Bovendien is het toestel niet geschikt voor gebruik in explosiegevaarlijke omgevingen. Miele is niet verantwoordelijk voor schade die werd veroorzaakt doordat het toestel voor andere doeleinden werd gebruikt of ver keerd werd bediend.
Personen die door hun fysieke, zintuiglijke of geestelijke mogelijk-
~
heden of hun onervarenheid of gebrek aan kennis niet in staat zijn het toestel veilig te bedienen, moeten bij de bediening in het oog worden gehouden. Deze personen mogen het toestel zonder toezicht bedienen, maar alleen wanneer hun de bediening van het toestel zo uitgelegd is dat ze het veilig kunnen bedienen. Ze moeten de eventuele risico's van een foutieve bediening kunnen beseffen en begrijpen.
-
-
Kinderen in het huishouden
Kinderen jonger dan acht jaar moeten uit de buurt van het toestel
~
worden gehouden, tenzij ze constant in het oog worden gehouden.
Kinderen vanaf acht jaar mogen het toestel zonder toezicht be
~
dienen, maar alleen wanneer hun de bediening van het toestel zo uitgelegd is dat ze het veilig kunnen bedienen. Kinderen moeten de eventuele risico's van een foutieve bediening kunnen beseffen en begrijpen.
Kinderen mogen het toestel niet zonder toezicht reinigen of onder
~
houden.
Hou kinderen die in de buurt van het toestel komen in het oog.
~
Laat kinderen nooit met het toestel spelen.
-
-
11
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Gevaar voor verstikking! Spelende kinderen kunnen zich wikkelen
~
in verpakkingsmateriaal (bijv. folies) of het over hun hoofd trekken en daardoor verstikken. Hou kinderen uit de buurt van verpakkings materiaal.
Technische veiligheid
Het koelmiddelcircuit heeft een controle op lekkage doorstaan.
~
Het toestel voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften en de relevante EU-richtlijnen.
Dit toestel bevat het koelmiddel isobutaan (R600a), een natuurlijk
~
gas dat het milieu weinig belast maar wel brandbaar is. Het is niet schadelijk voor de ozonlaag en draagt niet bij tot het broeikaseffect. Het gebruik van dit milieuvriendelijke koelmiddel veroorzaakt wel een lichte verhoging van de werkingsgeluiden. Naast werkingsgeluiden van de compressor kunnen er ook stromingsgelui­den te horen zijn die afkomstig zijn van het koelcircuit. Deze effecten zijn jammer genoeg niet te vermijden, maar hebben geen negatieve invloed op de prestaties van het toestel. Let er bij het transporteren en het inbouwen/opstellen van het toestel op dat geen enkel onderdeel van het koelcircuit beschadigd raakt. Wegspattend koelmiddel kan tot oogletsels leiden! Bij beschadiging:
-
Vermijd open vuur of ontstekingsbronnen,
ontkoppel het toestel van het elektriciteitsnet,
verlucht gedurende enkele minuten het vertrek waarin het toestel staat en
neem contact op met de dienst Herstellingen aan huis van Miele.
12
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Hoe meer koelmiddel er in een toestel zit, hoe groter de ruimte
~
moet zijn waarin het toestel wordt opgesteld. Bij een eventueel lek kan er in een te kleine ruimte een brandbaar mengsel van gas en lucht ontstaan. Per 8 g koelmiddel moet het vertrek minstens 1 m hoeveelheid koelmiddel is aangegeven op het typeplaatje in het toe stel.
De aansluitgegevens (zekering, frequentie en spanning) op het
~
typeplaatje van het toestel moeten absoluut overeenstemmen met deze van het elektriciteitsnet. Zo voorkomt u schade aan het toestel. Vergelijk deze gegevens voordat u het toestel aansluit. Vraag bij twijfel inlichtingen aan een elektricien.
De elektrische veiligheid van dit toestel wordt enkel gegaran-
~
deerd wanneer het wordt aangesloten op een volgens de voor­schriften geïnstalleerd aardsysteem. Het is heel belangrijk dat aan deze fundamentele veiligheidsvoorwaarde is voldaan. Laat de elek­trische installatie in uw woning bij twijfel door een elektricien con­troleren.
3
groot zijn. De
-
Is de aansluitkabel beschadigd, laat dan een nieuwe installeren
~
door een vakman of vakvrouw die door Miele erkend is. Zo vermijdt u risico's voor wie het toestel gebruikt.
Stopcontactenblokken of verlengkabels bieden niet voldoende
~
veiligheidsgaranties (gevaar voor brand). Gebruik deze niet om het toestel aan te sluiten op het elektriciteitsnet.
Wanneer er vocht terechtkomt op onderdelen van het toestel die
~
onder spanning staan of de aansluitkabel, kan dat een kortsluiting veroorzaken. Gebruik het toestel daarom niet in een ruimte die wordt blootgesteld aan vocht of waterspatten (bijv. garage, washok enz.).
13
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Dit toestel mag niet op niet-vaste plaatsen (bijv. op een schip)
~
worden gebruikt.
Beschadigingen aan het toestel kunnen uw veiligheid in gevaar
~
brengen. Controleer of het toestel zichtbaar beschadigd is. Een be schadigd toestel mag u nooit in gebruik nemen.
Gebruik het toestel enkel in ingebouwde toestand. Enkel dan is
~
een veilige werking gegarandeerd.
Tijdens installatie-, onderhouds- en herstellingswerken moet het
~
toestel van het elektriciteitsnet losgekoppeld zijn. Het toestel is pas van het elektriciteitsnet losgekoppeld wanneer aan een van deze voorwaarden is voldaan:
– de zekeringen in uw zekeringkast zijn uitgeschakeld of
– de schroefzekeringen in uw zekeringkast zijn helemaal uitge-
draaid of
-
– de stekker is uit het stopcontact getrokken.
Trek bij aansluitkabels met een stekker niet aan de kabel maar aan de stekker om het toestel los te koppelen van het elektrici­teitsnet.
Door ondeskundig uitgevoerde installatie-, onderhouds- of
~
herstellingswerken kunnen er voor de gebruiker aanzienlijke risico's ontstaan. Installatie-, onderhouds- of herstellingswerken mogen al leen door vakmensen worden uitgevoerd die door Miele erkend zijn.
Het recht op garantie vervalt wanneer het toestel door een klan
~
tendienst wordt hersteld die niet door Miele is erkend.
Enkel met originele Miele-wisselstukken bent u zeker dat ze ten
~
volle voldoen aan de eisen die Miele qua veiligheid stelt. Defecte onderdelen mogen enkel worden vervangen door originele Miele-wisselstukken.
14
-
-
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Veilig gebruik
Het toestel is ontworpen voor een bepaalde klimaatklasse (bereik
~
van de kamertemperatuur) waarvan de onder- en bovengrens in acht moeten worden genomen. De klimaatklasse is vermeld op het typeplaatje in de binnenruimte van het toestel. Een te lage kamertemperatuur heeft tot gevolg dat de compressor gedurende een lange tijd stilstaat, zodat het toestel de vereiste temperatuur niet kan aanhouden.
De luchttoevoer- en luchtafvoeropeningen mogen niet worden af
~
gedekt of afgesloten. Als deze openingen afgedekt zijn, kan er geen goede luchtcirculatie plaatsvinden. Het energieverbruik stijgt en schade aan onderdelen kan niet worden uitgesloten.
Als u in het toestel of in de toesteldeur vet- of oliehoudende le-
~
vensmiddelen bewaart, dient u ervoor te zorgen dat eventueel uitlo­pend vet of uitlopende olie niet in contact komt met de kunststofonderdelen van het toestel. Er kunnen spanningsscheuren in de kunststof ontstaan, zodat die barst of scheurt.
Bewaar geen explosieve stoffen en geen producten met brand
~
bare drijfgassen (bijv. spuitbussen) in het toestel. Ontvlambare gasmengsels kunnen worden ontstoken door elektrische componen ten. Gevaar voor brand en ontploffing!
Gebruik geen elektrische toestellen in het toestel (bijv. om softijs
~
te maken). Er kunnen vonken ontstaan. Gevaar voor ontploffing!
Bewaar geen blikjes en flessen met koolzuurhoudende dranken
~
of met vloeistoffen die kunnen bevriezen in de vrieszone. De blikjes of flessen kunnen ontploffen. Gevaar voor verwonding en beschadiging!
-
-
-
15
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Plaats dranken met een hoog alcoholpercentage enkel rechtop
~
en goed afgesloten in de koelzone. Gevaar voor ontploffing!
Als u flessen snel in de vrieszone wilt koelen, dient u ze uiterlijk
~
na één uur weer uit de vrieszone te halen. De flessen kunnen ont ploffen. Gevaar voor verwonding en beschadiging!
Raak bevroren levensmiddelen en metalen onderdelen niet met
~
natte handen aan. Uw handen zouden kunnen vastvriezen. Gevaar voor verwonding!
Neem nooit ijsblokjes en ijslolly's, met name waterijsjes, in de
~
mond als u ze net uit de vrieszone hebt gehaald. Door de zeer lage temperatuur van de bevroren levensmiddelen kunnen uw lippen of tong vastvriezen. Gevaar voor verwonding!
Gedeeltelijk of volledig ontdooide levensmiddelen mogen niet op-
~
nieuw worden ingevroren. Verbruik deze levensmiddelen zo snel mogelijk, want de levensmiddelen verliezen hun voedingswaarde en bederven. Ontdooide levensmiddelen kunt u opnieuw invriezen na­dat u ze hebt gekookt of gebraden.
-
Als u levensmiddelen eet die te lang werden bewaard, bestaat er
~
gevaar voor voedselvergiftiging. De bewaarduur is afhankelijk van diverse factoren, zoals de vers heid en kwaliteit van de levensmiddelen en de temperatuur waarop ze worden bewaard. Neem de houdbaarheidsdatum en de bewaarinstructies van de producent van de levensmiddelen in acht!
Gebruik alleen origineel Miele-toebehoren. Worden er andere on
~
derdelen gemonteerd of geplaatst, dan vervalt het recht op garantie en/of de productaansprakelijkheid.
16
-
-
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Reiniging en onderhoud
Behandel de deurdichting niet met olie of vet.
~
Daardoor wordt de deurdichting na verloop van tijd poreus.
De stoom van een stoomreiniger kan terechtkomen op onderde
~
len die onder spanning staan en zo een kortsluiting veroorzaken. Gebruik voor het reinigen en ontdooien van het toestel nooit een stoomreiniger.
Gebruik geen voorwerpen met scherpe punt of rand om
~
rijm- en ijslagen te verwijderen,
– en levensmiddelen los te wrikken.
Als u dat doet, beschadigt u de koelelementen en functioneert het toestel niet meer correct.
Plaats nooit elektrische verwarmingstoestellen of kaarsen in het
~
toestel om het te ontdooien. De kunststof zou beschadigd raken.
Gebruik geen ontdooisprays of producten om ijs te verwijderen.
~
Deze kunnen immers explosieve gassen vormen, ze kunnen oplos­middelen of drijfgassen bevatten die de kunststof aantasten of ze kunnen de gezondheid schaden.
-
17
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Wat met een afgedankt toestel?
Vernietig het deurslot van uw toestel als u het afdankt.
~
Op die manier voorkomt u dat spelende kinderen zich in het toestel opsluiten, wat levensgevaarlijk kan zijn.
Beschadig geen onderdelen van het koelcircuit, bijv. door
~
koelmiddelkanalen van het verdampsysteem open te prikken,
buizen te knikken,
oppervlaktecoatings weg te krabben,
Wegspattend koelmiddel kan tot oogletsels leiden.
18
Hoe kunt u energie besparen?
Normaal energieverbruik
Opstellen/wachten In een verluchte ruimte. In een gesloten,
Beschermd tegen rechtstreekse zonnestralen.
Niet naast een warmtebron (verwarmingselement, for nuis).
Bij een ideale kamertempera tuur van ongeveer 20 °C.
Dek de luchttoevoer- en luchtafvoeropeningen niet af. Verwijder regelmatig het stof van de luchttoevoer- en luchtafvoeropeningen.
Verwijder minstens 1 keer per jaar het stof van de com­pressor en het metalen roos­ter (warmtewisselaar) aan de achterzijde van het toestel.
Verhoogd energieverbruik
niet-verluchte ruimte.
Bij rechtstreekse zonnestralen.
Naast een warmtebron (ver warmingselement, fornuis).
-
Bij een hoge kamertempera
­tuur.
Als de luchttoevoer- en luchtafvoeropeningen afge­dekt zijn of onder het stof zit­ten.
Wanneer er zich stof heeft opgehoopt op de compres­sor en het metalen rooster (warmtewisselaar).
-
-
Temperatuur­instelling
Koelzone 4 tot 5 °C Bij een lage temperatuur-
Vrieszone -18 °C
instelling: hoe lager de koel-/vrieszonetemperatuur, hoe hoger het energiever bruik!
-
19
Hoe kunt u energie besparen?
Normaal energieverbruik
Gebruik Laat de laden, legplaten en
rekken zoals ze waren toen het toestel werd geleverd.
Open de toesteldeur alleen in dien nodig en altijd zo kort mogelijk.
Schik de levensmiddelen in het toestel.
Neem een koelzak mee wan neer u boodschappen doet en plaats de levensmiddelen snel in het toestel.
Plaats levensmiddelen die u uit het toestel haalt altijd zo snel mogelijk terug, voordat ze te veel opwarmen.
Laat warme gerechten en dranken eerst buiten het toe­stel afkoelen.
Verhoogd energieverbruik
Als u de deur vaak en langdu
­rig opent, treedt er koudever lies op en stroomt er warme kamerlucht naar binnen. Het toestel probeert te koelen en de compressor werkt langdu rig.
Warme gerechten en levens
­middelen die opgewarmd zijn tot buitentemperatuur, brengen warmte in het toestel.
Het toestel probeert te koelen en de compressor werkt lang­durig.
-
-
-
-
20
Plaats levensmiddelen goed verpakt of goed afgedekt in het toestel.
Leg ingevroren producten in de koelzone om ze te ontdooi en.
Doe de vakken niet te vol zo dat de lucht kan circuleren.
Wanneer vloeistoffen in de koelzone verdampen en condenseren, leidt dat tot ver lies van het koelvermogen.
-
-
-
Toestel in- en uitschakelen
Vóór het eerste gebruik
Verpakkingsmaterialen
Verwijder alle verpakkingsmaterialen
^
uit de binnenruimte.
Beschermfolie
De roestvrijstalen randen en roestvrij stalen gedeelten zijn van een be schermfolie voorzien om ze bij het transport te beschermen.
Trek de beschermfolie van de roest
^
vrijstalen randen/gedeelten.
Onderhoud en reiniging
^ Wrijf de roestvrijstalen oppervlakken
onmiddellijk na het afnemen van de beschermfolie in met het middel voor het onderhoud van roestvrij staal van Miele.
Belangrijk! Telkens als u het middel voor het onderhoud van roestvrij staal van Miele aanbrengt, brengt u een water- en vuilafstotende beschermen de film aan!
^
Reinig de binnenruimte en het toebe horen. Neem daartoe de opmer kingen in acht die vermeld staan in de rubriek "Reiniging en onderhoud".
-
-
-
Toebehoren
Flessenhouder
De lamellen van de flessenhouder reiken tot in het flessenrek en zorgen ervoor dat de flessen beter op hun plaats worden gehouden wanneer de toesteldeur wordt geopend en geslo ten.
-
^ Steek de flessenhouder in het mid-
den op de achterrand van het flessenrek.
– Koudeaccu
-
Plaats de koudeaccu in de bovenste vrieslade. Na ca. 24 uur kan de koudeaccu zijn maximale koelvermogen
­leveren.
-
21
Toestel in- en uitschakelen
Toestel bedienen
U kunt dit toestel bedienen door de sensortoetsen aan te raken (te selecte ren).
Elke aanraking wordt met een toetsgeluid bevestigd. U kunt dat toetsgeluid uitscha kelen (zie "Andere instellingen wijzigen – Akoestische signalen").
Toestel inschakelen
Zodra het toestel aangesloten is op het elektriciteitsnet, verschijnt na enkele ogenblikken het netaansluitingssymbool t op het dis­play.
^ Raak de aan-uittoets aan.
Het netaansluitingssymbool t gaat uit en het toestel begint te koelen.
Op het bedieningspaneel verschijnen de sensortoetsen voor de selecteerbare zones:
Wanneer u de deur van de koelzone opent, gaat de binnenverlichting aan en de lichtsterkte van de ledverlichting van
­de legplaten neemt toe totdat de maxi
male lichtsterkte bereikt is.
Wanneer u het toestel voor het eerst in
­gebruik neemt, knipperen de sensor
toetsen voor de zones en het symbool voor het alarm ; totdat de ingestelde temperatuur bereikt is.
Zodra de desbetreffende ingestelde temperatuur bereikt is, brandt de sen sortoets voor de zone continu en gaat het symbool voor het alarm ; uit.
Om zeker te zijn dat de temperatuur laag genoeg is, dient u het toestel enkele uren te laten voorkoelen voor­dat u voor het eerst levensmiddelen in het toestel legt. Pas wanneer de temperatuur in de vrieszone laag genoeg is (minstens
-18 °C) legt u levensmiddelen in de vrieszone.
-
-
-
Koelzone Vrieszone
De sensortoets voor de koelzone heeft een gele kleur en op het display ver schijnt de temperatuur die in de koelzo ne heerst.
22
-
-
Toestel in- en uitschakelen
Voor elke zone kunt u de instellingen af zonderlijk wijzigen.
Raak daartoe de sensortoets aan
^
voor de zone waarvoor u de instel lingen wilt wijzigen.
De geselecteerde sensortoets licht geel op.
U kunt nu voor de koelzone de functie "Super koelen" en DynaCool selecteren of de temperatuur wijzigen.
U kunt nu voor de vrieszone de functie "Superfrost" selecteren of de tempera­tuur wijzigen.
Meer informatie vindt u in de desbetref­fende rubrieken.
-
Toestel uitschakelen
-
Raak de aan-uittoets aan.
^
Als dat niet mogelijk is, betekent dit dat de vergrendeling ingeschakeld is!
Op het display gaat de temperatuur aanduiding uit en verschijnt het netaansluitingssymbool t.
De binnenverlichting gaat uit. De koeling is uitgeschakeld.
Koelzone afzonderlijk uitschakelen
U kunt de koelzone afzonderlijk uitscha­kelen terwijl de vrieszone ingeschakeld blijft. Dat is bijv. interessant wanneer u op vakantie bent.
-
Als vervolgens een andere zone wordt geselecteerd, blijven de instellingen voor de eerder geselecteerde zone be houden.
-
^
Druk op de sensortoets voor de koel zone totdat de toets niet meer gese lecteerd is.
Op het display worden gedurende kor te tijd streepjes weergegeven.
-
-
-
23
Toestel in- en uitschakelen
Koelzone weer inschakelen
De koelzone kan vervolgens weer af zonderlijk worden ingeschakeld.
Druk op de toets voor de koelzone.
^
De temperatuuraanduiding voor de koelzone gaat aan. De koelzone begint te koelen en de binnenverlichting wordt ingeschakeld wanneer de deur wordt geopend.
-
Bij langdurige afwezigheid
Als u het toestel gedurende lange tijd niet gebruikt, gaat u als volgt te werk:
schakel het toestel uit,
^
trek de stekker uit of schakel de des
^
betreffende zekering in uw zekeringkast uit,
reinig het toestel,
^
laat de toesteldeuren op een kier
^
staan om geurvorming te vermijden.
Als het toestel bij langdurige afwe zigheid wordt uitgeschakeld maar niet gereinigd, bestaat er gevaar voor schimmelvorming als de toe­steldeur gesloten blijft.
-
-
24
De juiste temperatuur
Bij het bewaren van levensmiddelen is een juiste temperatuurinstelling zeer belangrijk. Levensmiddelen bederven snel door de aanwezigheid van micro
-organismen. Dat proces kan door de juiste bewaartemperatuur worden verhinderd of vertraagd. De tempera tuur beïnvloedt de groeisnelheid van de micro-organismen. Hoe lager de tem peratuur, hoe langzamer dit proces ver loopt.
De temperatuur in het toestel stijgt
als u vaak en gedurende lange tijd
de toesteldeur opent,
– hoe meer levensmiddelen er worden
bewaard,
– als de verse levensmiddelen warm
zijn,
– als de kamertemperatuur van het
toestel hoog is. Het toestel is ontworpen voor een be­paalde klimaatklasse (bereik van de kamertemperatuur) waarvan de onder- en bovengrens in acht moe ten worden genomen.
-
-
-
-
...indekoelzone
Voor de koelzone raden we een koeltemperatuur van 4°Caan.
...indevrieszone
Om verse levensmiddelen in te vriezen en ze langdurig te bewaren, is een tem peratuur van -18 °C vereist. Bij die tem
-
peratuur komt de groei van micro-orga nismen in hoge mate tot stilstand. Zo dra de temperatuur boven -10 °C stijgt, begint de ontbinding door de micro-or ganismen. De levensmiddelen kunnen dan minder lang worden bewaard. Daarom mogen volledig of gedeeltelijk ontdooide levensmiddelen pas opnieuw worden ingevroren nadat u ze hebt ver­werkt (door ze te koken of braden). Door de hoge temperaturen worden de meeste micro-organismen gedood.
-
-
-
-
-
25
De juiste temperatuur
Temperatuuraanduiding
De temperatuuraanduiding op het display geeft bij normale werking de
gemiddelde, daadwerkelijke koelzonetemperatuur en de tempe ratuur van de warmste plaats in de vrieszone weer die momenteel
heerst in het toestel.
Als de temperatuur in de vrieszone niet binnen het mogelijke temperatuurbereik ligt, knipperen op het display alleen streepjes.
Afhankelijk van de kamertemperatuur en de instelling kan het enkele uren du­ren voor de gewenste temperatuur be­reikt is en permanent wordt weergege­ven.
Als de temperatuur gedurende lange tijd warmer was dan -18 °C, controleert u of de ingevroren le­vensmiddelen gedeeltelijk of volle­dig ontdooid zijn. Als dat het geval is, dient u deze levensmiddelen zo snel mogelijk te verbruiken!
-
Temperatuur instellen
De temperatuur in de koel- en de vries zone kunt u los van elkaar instellen.
Selecteer de koel- of de vrieszone.
^
Stel met de twee toetsen onder het
^
display de temperatuur in.
Het aanraken van de toetsen heeft het volgende effect:
– Hiermee wordt de temperatuur kou-
der.
-
26
Hiermee wordt de temperatuur war mer.
Tijdens het instellen wordt de tempera tuurwaarde knipperend weergegeven.
-
-
De juiste temperatuur
De volgende wijzigingen zijn op het dis play merkbaar als u de toetsen aan raakt:
Eén keer aanraken: de laatst inge
stelde temperatuurwaarde wordt knipperend weergegeven.
Telkens als u de toets nogmaals aan
raakt: De temperatuurwaarde wijzigt in stappen van 1 °C.
Uw vinger op de toets laten rusten:
De temperatuurwaarde wijzigt ononderbroken. Wanneer de laagste of hoogste tem­peratuurwaarde bereikt is, weerklinkt een negatief toetsgeluid (als het toetsgeluid ingeschakeld is).
Ongeveer 5 seconden nadat u de laatste keer op de toets hebt gedrukt, geeft de temperatuuraanduiding auto­matisch de daadwerkelijke tempera­tuur weer die momenteel in het toestel heerst.
-
-
Mogelijke instelwaarden voor de tem
-
peratuur
De temperatuur kan als volgt worden ingesteld:
In de koelzone van 1 °C tot 9 °C.
In de vrieszone van -15 °C tot -26 °C.
-
-
Of
^
raak de OK-toets aan om uw keuze te bevestigen.
Als u de temperatuur hebt gewijzigd, controleert u de temperatuuraanduiding
na ca. 6 uur als er weinig levensmid delen in het toestel zitten en na ca. 24 uur als het toestel volledig ge vuld is. Pas dan is de gekozen tempe
ratuur werkelijk ingesteld.
Als de temperatuur na die tijd te hoog of te laag is, stelt u een andere tempe ratuur in.
-
-
-
-
27
Super koelen, Superfrost en DynaCool gebruiken
Functie Super koelen
Met de functie "Super koelen" wordt de koelzone zeer snel op de koudste waar de afgekoeld (afhankelijk van de ka mertemperatuur).
Super koelen inschakelen
De functie "Super koelen" is vooral aan te bevelen als u grote hoeveelheden verse levensmiddelen of dranken snel wenst af te koelen.
^ Raak de toets voor de koelzone aan.
Het symbool voor de koelzone licht geel op.
-
Super koelen uitschakelen
De functie "Super koelen" wordt auto matisch na ca. 12 uur uitgeschakeld.
­Het toestel werkt weer met het normale koelvermogen.
Om energie te besparen, kunt u de functie "Super koelen" zelf uitschakelen zodra de levensmiddelen of dranken koud genoeg zijn.
^ Raak de toets voor de koelzone aan.
Het symbool voor de koelzone licht geel op.
-
^
Raak de toets voor "Super koelen" aan, zodat deze geel oplicht.
De temperatuur in het toestel daalt, doordat het toestel nu werkt met het maximale koelvermogen.
28
^
Raak de toets voor "Super koelen" aan, zodat deze niet langer een gele kleur heeft.
De koeling van het toestel werkt weer met het normale vermogen.
Loading...
+ 64 hidden pages