Miele K 32122 i, K 32142 iF, K 34122 i, K 34142 iF User manual

Gebruiks- en montagehandleiding Koelapparaat
Lees beslist de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw appa­raat plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan uw apparaat.
nl – NL M.-Nr. 09 748 860
Inhoud
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu ............................................ 12
Energie besparen ................................................................................................13
Beschrijving van het apparaat............................................................................ 16
Bij te bestellen accessoires................................................................................... 18
Het apparaat in- en uitschakelen....................................................................... 19
Bij langdurige afwezigheid .................................................................................... 20
De juiste temperatuur ......................................................................................... 21
. . . in de koelzone ................................................................................................. 21
. . . in het vriesvak.................................................................................................. 21
Temperatuuraanduiding......................................................................................... 22
Temperatuur instellen............................................................................................ 22
Het gebruik van de functie Superkoelen........................................................... 23
De functie Superkoelen ......................................................................................... 23
Het wijzigen van instellingen..............................................................................24
Instellingsmodus ................................................................................................... 24
Vergrendeling in-/uitschakelen .............................................................................. 24
Levensmiddelen in de koelzone bewaren......................................................... 26
Gedeelten met verschillende temperaturen .......................................................... 26
Niet geschikt voor de koelzone............................................................................. 27
Waar u in de winkel al op moet letten ................................................................... 27
Levensmiddelen juist bewaren.............................................................................. 27
De binnenruimte indelen..................................................................................... 28
Deurvak/flessenvak verplaatsen............................................................................ 28
Flessensteun ......................................................................................................... 28
De plateaus verplaatsen........................................................................................ 28
Het invriezen en bewaren van levensmiddelen (afhankelijk van het model) .29
Het vriesvak........................................................................................................... 29
Wat gebeurt er bij het invriezen van verse levensmiddelen? ................................ 29
Diepvriesproducten bewaren ................................................................................ 30
Zelf levensmiddelen invriezen ............................................................................... 30
Vóór het inruimen ............................................................................................. 31
Het inruimen ..................................................................................................... 31
Ca. 24 uur na het inruimen ............................................................................... 31
Dranken snel koelen......................................................................................... 33
Accessoires gebruiken .......................................................................................... 33
2
Inhoud
Ontdooien............................................................................................................. 34
Reiniging en onderhoud...................................................................................... 36
Opmerkingen over het reinigingsmiddel ............................................................... 36
Het apparaat voor reiniging voorbereiden............................................................. 37
Binnenkant en toebehoren reinigen....................................................................... 37
Deurdichting reinigen ............................................................................................ 39
Ventilatieopeningen reinigen ................................................................................. 39
Nuttige tips........................................................................................................... 40
Oorzaken van geluiden ....................................................................................... 45
Service en garantie ............................................................................................. 46
Elektrische aansluiting........................................................................................ 47
Montage-instructies............................................................................................ 48
Plaats van opstelling ............................................................................................. 48
Klimaatklasse ...................................................................................................48
Luchttoevoer en luchtafvoer.................................................................................. 49
Vóór het inbouwen van het apparaat .................................................................... 50
Inbouwmaten ....................................................................................................... 51
Draairichting van deur veranderen .................................................................... 52
De draairichting van de deur van het vriesvak wijzigen ........................................ 53
Het apparaat inbouwen....................................................................................... 55
Het apparaat waterpas plaatsen ...................................................................... 59
Het bevestigen van de meubeldeur aan de deur van het apparaat ...................... 61
3

Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

Dit apparaat voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften. Onjuist gebruik echter kan persoonlijk letsel of beschadiging van het apparaat tot gevolg hebben.
Lees deze gebruiks- en montageaanwijzing daarom aandachtig door, voordat u het apparaat in gebruik neemt. In de gebruiks- en montageaanwijzing vindt u belangrijke instructies met betrekking tot inbouw, veiligheid, gebruik en onderhoud.
Miele kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die is ontstaan doordat de veiligheidsinstructies en waarschuwingen niet in acht zijn genomen.
Bewaar de gebruiks- en montageaanwijzing en geef deze door aan een eventuele volgende eigenaar.

Verantwoord gebruik

Dit apparaat is uitsluitend bestemd voor huishoudelijk of vergelijk-
baar gebruik. Dit apparaat is uitsluitend bestemd voor gebruik binnenshuis.
Dit apparaat is uitsluitend bestemd voor het koelen en bewaren
van levensmiddelen, voor het bewaren van diepvriesproducten, voor het invriezen en bewaren van verse levensmiddelen en voor het be­reiden van ijs. Gebruik voor andere doeleinden is ontoelaatbaar en kan gevaarlijk zijn.
4
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Dit apparaat is niet geschikt voor het koelen en bewaren van me-
dicijnen, bloedplasma, laboratoriumpreparaten en andere stoffen en producten die vallen onder de richtlijn voor medische hulpmiddelen. Wordt het apparaat daar wel voor gebruikt, dan kan dat tot kwali­teitsverlies en zelfs tot bederf van de opgeslagen producten leiden. Dit apparaat mag ook niet worden gebruikt in explosiegevoelige ruimtes. Miele is niet verantwoordelijk voor schade die is ontstaan door ge­bruik voor andere doeleinden dan hier aangegeven of door een fou­tieve bediening.
Personen die op grond van hun fysieke of psychische gesteldheid,
hun onervarenheid of gebrek aan kennis van het apparaat niet in staat zijn om het veilig te bedienen, mogen het alleen gebruiken als ze onder toezicht staan. Ze mogen het apparaat alleen dan zonder toezicht gebruiken, als ze instructies hebben gekregen over het gebruik en de risico's van het gebruik.

Wanneer er kinderen in huis zijn

Kinderen onder de acht jaar mogen alleen in de buurt van het ap-
paraat komen als ze constant onder toezicht staan.
Kinderen vanaf acht jaar mogen het apparaat alleen zonder toe-
zicht gebruiken als ze weten hoe ze dit veilig moeten bedienen. De kinderen moeten zich bewust zijn van de gevaren van een onjuiste bediening.
Kinderen mogen het apparaat niet zonder toezicht reinigen of on-
derhouden.
Houd kinderen in de gaten wanneer deze zich in de buurt van het
apparaat bevinden. Laat ze nooit met het apparaat spelen.
Houd verpakkingsmateriaal zoals plastic buiten het bereik van kin-
deren in verband met verstikkingsgevaar.
5
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

Technische veiligheid

Het koelsysteem is op lekken gecontroleerd. Het apparaat voldoet
aan de desbetreffende veiligheidsvoorschriften en de geldende EU­richtlijnen.
Dit apparaat bevat het koelmiddel isobutaan (R600a). Dit is een
natuurlijk gas dat het milieu weinig belast, maar wel brandbaar is. Het gas is niet schadelijk voor de ozonlaag en versterkt het broeikas­effect niet, maar het gebruik van dit koelmiddel heeft er wel toe ge­leid dat het apparaat meer lawaai maakt wanneer het aanstaat. Be­halve de geluiden van de compressor kunnen er dan in het hele koel­systeem stromingsgeluiden optreden. Deze effecten zijn helaas niet te vermijden, maar hebben geen nega­tieve invloed op de capaciteit van het apparaat. Let er bij het transport en bij de plaatsing van het apparaat op dat er geen onderdelen van het koelsysteem worden beschadigd. Vrijko­mend koelmiddel kan oogletsel veroorzaken! Wordt het koelsysteem toch beschadigd:
– vermijd dan open vuur of andere brandhaarden, – trek de stekker uit het stopcontact, – lucht het vertrek waarin het apparaat staat gedurende enkele mi-
nuten en
– neem contact op met Miele.
Hoe meer koelmiddel een koelapparaat bevat, des te groter moet
het vertrek zijn waarin dit koelapparaat wordt geplaatst. Wanneer het vertrek te klein is, kan zich bij een eventueel lek een brandbaar mengsel van gas en lucht vormen. Per 8 g koelmiddel moet het ver­trek minstens 1 m3 groot zijn. De hoeveelheid koelmiddel staat op het typeplaatje aan de binnenkant van het apparaat.
6
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Vergelijk voordat u het apparaat aansluit de aansluitgegevens (ze-
kering, spanning en frequentie) op het typeplaatje met die van het elektriciteitsnet. Deze moeten beslist overeenkomen zodat het appa­raat niet beschadigd raakt. Raadpleeg bij twijfel een elektricien.
De elektrische veiligheid van het apparaat is uitsluitend gegaran-
deerd, als het wordt aangesloten op een aardingssysteem dat vol­gens de geldende voorschriften is geïnstalleerd. Dit fundamentele veiligheidssysteem moet aanwezig zijn. Laat de elektrische installatie bij twijfel door een vakman/vakvrouw inspecteren.
Het apparaat kan alleen betrouwbaar en veilig functioneren, als
het op het openbare elektriciteitsnet is aangesloten.
Wanneer de aansluitkabel is beschadigd, moet deze door een
door Miele erkende vakman/vakvrouw worden vervangen om gevaar voor de gebruiker te voorkomen.
Meervoudige stopcontacten of verlengsnoeren bieden niet vol-
doende veiligheid (brandgevaar). Gebruik deze niet voor het aanslui­ten van het apparaat op het elektriciteitsnet.
Wanneer er vocht op spanningsvoerende delen of de elektriciteits-
kabel komt, kan dat kortsluiting veroorzaken. Gebruik het apparaat daarom niet in ruimtes waar met water wordt gespetterd (bijv. gara­ge, waskeuken etc.).
Dit apparaat mag niet op een niet-stationaire locatie (bijv. op een
schip) worden gebruikt.
Beschadigingen aan het apparaat kunnen uw veiligheid in gevaar
brengen. Controleer het apparaat op zichtbare beschadigingen. Een beschadigd apparaat mag niet in gebruik worden genomen.
Gebruik het apparaat alleen als het is ingebouwd zodat een veilige
functie is gewaarborgd.
Bij installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden moet het
apparaat spanningsvrij zijn. Dit is het geval als:
7
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
– de hoofdschakelaar van de huisinstallatie is uitgeschakeld of – de schroefzekeringen van de elektrische aansluiting er geheel zijn
uitgedraaid of
– de stekker uit het stopcontact is getrokken. Trek daarbij aan de
stekker en niet aan de aansluitkabel.
Door ondeskundig uitgevoerde installatie-, onderhouds- en repa-
ratiewerkzaamheden kan de gebruiker ernstig gevaar lopen. Installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden mogen alleen door een door Miele geautoriseerde vakman/vakvrouw worden uitge­voerd.
Garantieclaims komen te vervallen als het apparaat niet door
Miele-technici wordt gerepareerd.
Defecte onderdelen mogen alleen door originele Miele-onderdelen
worden vervangen. Alleen van deze Miele-onderdelen kunnen wij ga­randeren, dat zij volledig aan onze veiligheidseisen voldoen.

Veilig gebruik

Het apparaat is voor een bepaalde klimaatklasse (kamertempera-
tuur) geconstrueerd waarvan de grenzen niet mogen worden over­schreden. De klimaatklasse staat aangegeven op het typeplaatje aan de binnenkant van uw apparaat. Een te lage kamertemperatuur heeft tot gevolg dat de compressor langer afslaat, zodat het apparaat de vereiste temperatuur niet kan aanhouden.
Zorg dat de ventilatieopeningen niet afgedekt of afgesloten wor-
den. Een goede luchtgeleiding is dan niet meer gewaarborgd. Het energieverbruik neemt toe en schade aan onderdelen kan niet wor­den uitgesloten.
Indien u vet- of oliehoudende levensmiddelen in het apparaat of
de deur van het apparaat bewaart, voorkom dan dat evt. vrijkomend vet of olie in aanraking komt met kunststof onderdelen van het appa­raat. Hierdoor kunnen spanningsscheuren in de kunststof ontstaan waardoor deze knapt of scheurt.
8
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Bewaar geen explosieve stoffen en geen producten met brandba-
re drijfgassen (bijv. spuitbussen) in het apparaat. Door de elektrische onderdelen kunnen explosieve gasmengsels ontsteken en brand of explosies veroorzaken.
Gebruik geen elektrische apparaten in dit apparaat, bijv. voor het
maken van softijs. Hierdoor kunnen vonken ontstaan, wat leidt tot explosiegevaar.
Bewaar geen blikjes en flessen die koolzuurhoudende dranken be-
vatten of vloeistoffen die kunnen bevriezen in het vriesvak. De blikjes of flessen kunnen uit elkaar springen, u zou zich kunnen verwonden en er zou schade kunnen ontstaan!
Haal flessen die u in het vriesvak heeft gelegd om snel te koelen
er na maximaal één uur weer uit. Doet u dat niet, dan kunnen ze uit elkaar springen, loopt u het risico zich te verwonden en kan er scha­de aan het apparaat ontstaan!
Raak ingevroren levensmiddelen en metalen onderdelen niet met
natte handen aan om letsel aan uw handen te voorkomen.
Nuttig ijsblokjes en ijslolly's, vooral waterijsjes, nooit meteen nadat
u ze uit het vriesvak heeft gehaald om letsel aan lippen en tong te voorkomen.
Vries geheel of gedeeltelijk ontdooide levensmiddelen niet op-
nieuw in. Gebruik deze levensmiddelen zo snel mogelijk omdat ze anders aan voedingswaarde verliezen en bederven. Als ontdooide le­vensmiddelen worden gekookt of gebraden kunnen ze wel opnieuw worden ingevroren.
Wanneer u levensmiddelen eet die te lang zijn bewaard, loopt u
het risico om voedselvergiftiging op te lopen. De bewaartijd hangt van vele factoren af, zoals de versheid en kwali­teit van de levensmiddelen en de bewaartemperatuur. Neem de be­waartips en de uiterste houdbaarheidsdatum van de levensmid­delenfabrikanten in acht.
9
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Gebruik uitsluitend Miele-accessoires om te voorkomen dat ga-
rantieaanspraken vervallen.

Reiniging en onderhoud

Behandel de deurdichting niet met olie of vet om te voorkomen
dat deze in de loop van de tijd poreus wordt.
Gebruik voor het ontdooien en reinigen van het apparaat nooit een
stoomreiniger, aangezien stoom in aanraking kan komen met span­ningsvoerende delen van het apparaat en zo kortsluiting kan veroor­zaken.
Spitse of scherpe voorwerpen beschadigen de koelelementen
waardoor het apparaat niet meer functioneert. Gebruik daarom geen spitse of scherpe voorwerpen, om
– rijp- en ijslagen te verwijderen – en vastgevroren ijsbakjes en/of vastgevroren levensmiddelen los
te wrikken.
Plaats wanneer u wilt ontdooien nooit elektrische verwarmingsap-
paraten of kaarsen in het apparaat om te voorkomen dat de kunst­stof beschadigd raakt.
Gebruik geen ontdooisprays of andere middelen om te ontdooien.
Deze kunnen explosieve gassen vormen, oplosmiddelen of drijfgas­sen bevatten die de kunststof beschadigen of schadelijk zijn voor de gezondheid.

Transport

Het apparaat moet altijd rechtop en in de transportverpakking
worden vervoerd.
Het apparaat is erg zwaar. Vraag daarom iemand u te helpen bij
het vervoeren van het apparaat, anders bestaat er gevaar voor be­schadiging.
10
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

Wat te doen wanneer u het apparaat afdankt

Maak het slot onbruikbaar om te voorkomen dat kinderen in het
apparaat ingesloten kunnen raken en in levensgevaar komen.
Vrijkomend koelmiddel kan oogletsel veroorzaken. Beschadig
daarom geen onderdelen van het koelsysteem, bijv. door
– koelmiddelkanalen van de verdamper open te prikken, – buisleidingen om te buigen, – coatings af te krabben.

Symbool op de compressor (afhankelijk van het model)

Deze waarschuwing is alleen voor de recycling van belang. Bij normaal gebruik bestaat er geen gevaar!
Het is levensgevaarlijk, de olie in de compressor in te slikken of in
te ademen.
11

Een bijdrage aan de bescherming van het milieu

Verpakkingsmateriaal weg­gooien
De verpakking beschermt het apparaat tegen transportschade. Het verpak­kingsmateriaal is uitgekozen met het oog op een zo gering mogelijke belas­ting van het milieu en de mogelijkheden voor recycling.
Door hergebruik van verpakkingsmateri­aal wordt er op grondstoffen bespaard en wordt er minder afval geproduceerd. Uw vakhandelaar neemt de verpakking over het algemeen terug.
Het afdanken van het oude ap­paraat
Oude elektrische en elektronische ap­paraten bevatten meestal nog waarde­volle materialen. Ze bevatten echter ook schadelijke stoffen die nodig zijn ge­weest om de apparaten goed en veilig te laten functioneren. Wanneer u uw ou­de apparaat bij het gewone afval doet of er op een andere manier niet goed mee omgaat, kunnen deze stoffen schadelijk zijn voor de gezondheid en het milieu. Doe uw oude apparaat daar­om nooit bij het gewone huisafval.
Lever het in bij een gemeentelijk inza­meldepot voor elektrische en elektroni­sche apparatuur.
12
Let erop dat de buisleidingen van uw apparaat niet worden beschadigd, tot­dat het op vakkundige en milieuvriende­lijke wijze wordt verschroot. Alleen dan kunt u er zeker van zijn dat de koelmiddelen in het koelsysteem en de olie in de compressor niet in het mili­eu terechtkomen.
Het afgedankte apparaat moet tot die tijd buiten het bereik van kinderen wor­den opgeslagen. Zie voor meer informa­tie hierover het hoofdstuk: "Veiligheids­instructies en waarschuwingen" van de gebruiksaanwijzing.

Energie besparen

Normaal energieverbruik Te hoog energieverbruik
Plaatsing en on­derhoud
Temperatuur­instelling
Bij plaatsing in een geventi­leerde ruimte.
Niet direct blootgesteld aan zonnestralen.
Niet naast een warmtebron (verwarming, fornuis).
Bij een ideale omgevings­temperatuur van ca. 20°C.
Bij niet afgedekte en regel­matig stofvrij gemaakte ven­tilatieroosters.
Koelzone: 4 tot 5 °C Hoe lager de temperatuur,
Vriesvak: -18°C
In gesloten, niet geventileer­de ruimtes.
Direct blootgesteld aan zon­nestralen.
Naast een warmtebron (ver­warming, fornuis)
Bij een hoge omgevingstem­peratuur.
Met ventilatieroosters die zijn afgedekt of vol zitten met stof.
des te hoger het energiever­bruik!
13
Energie besparen
Normaal energieverbruik Te hoog energieverbruik
Gebruik Plaats de laden, plateaus en
vakken zoals bij levering.
Open de deur alleen indien dat nodig is en zo kort mo­gelijk. Leg de levensmidde­len bij het inruimen meteen op de goede plek.
Neem een koeltas mee als u gaat winkelen en zet uw le­vensmiddelen snel in het ap­paraat. Zet voedingsmiddelen die u uit het apparaat heeft ge­haald zo snel mogelijk weer terug, voordat ze te veel op­warmen. Laat warme gerechten en dranken eerst buiten het ap­paraat afkoelen.
Leg de levensmiddelen al­leen afgedekt of verpakt in het apparaat.
Leg ingevroren levensmid­delen in de koelzone wan­neer ze moeten ontdooien.
De deur vaak en lang ope­nen betekent koudeverlies en instroom van warme lucht in het apparaat. Het appa­raat gaat koelen. De com­pressor moet langer werken.
Als levensmiddelen nog warm of op omgevingstem­peratuur zijn wanneer ze in het apparaat worden gelegd, ontstaat er warme lucht in het apparaat. Het apparaat gaat koelen. De compressor moet langer werken.
Wanneer vloeibare stoffen in de koelzone condenseren, neemt de koelcapaciteit af.
14
Zorg ervoor dat vakken en laden niet te zwaar worden beladen, zodat de lucht kan circuleren.
Als de luchtcirculatie af­neemt, wordt de koelcapaci­teit minder.
Energie besparen
Normaal energieverbruik Te hoog energieverbruik
Ontdooien Ontdooi het vriesvak wan-
neer er een ijslaag van maxi­maal 0,5 cm in zit.
Een ijslaag bemoeilijkt het invriezen en bewaren van le­vensmiddelen.
15

Beschrijving van het apparaat

Bedieningspaneel

a
Aan/Uit-toets
b
Toets Superkoelen
c
Display
d
Menu - symbool (Instellingsmodus: Vergrendeling in- / uitschakelen)
e
Symbool Superkoelen
f
Vergrendelingssymbool
g
Temperatuuraanduiding
h
Temperatuurtoets
16
Schematische afbeelding
Beschrijving van het apparaat
a
Bedieningspaneel
b
Vriesvak (voor zover bij dit model horend)
c
Eierhouder / deurvak
d
Binnenverlichting
e
Plateau
f
Gootje voor het dooiwater en afvoer­opening voor het dooiwater
g
Deurvak voor flessen
h
Groente- en fruitlade (afhankelijk van het model)
17
Beschrijving van het apparaat

Bij te bestellen accessoires

Flessenrek

Flessen kunt u op het flessenrek in de koelzone leggen. Daarmee bespaart u ruimte. Het flessenrek kan op verschillende ma­nieren in de koelzone worden geplaatst.

Tweedelig plateau

Dit plateau bestaat uit twee delen waar­van het voorste gedeelte onder het ach­terste gedeelte kan worden geschoven. Wanneer u hoge producten in het appa­raat wilt plaatsen, bijv. flessen, kunt u hiervan gebruik maken.
Bij te bestellen accessoires kunt u bij Miele (zie achterin deze gebruiksaan­wijzing), in de webshop van Miele of bij de Miele-vakhandelaar verkrijgen.

Universeel microvezeldoekje

Het microvezeldoekje is handig bij het verwijderen van vingerafdrukken en an­der licht vuil op roestvrijstalen fronten, panelen, ramen, meubels enz.
18

Het apparaat in- en uitschakelen

Vóór het eerste gebruik

Verpakkingsmateriaal

Verwijder al het verpakkingsmateriaal
uit het apparaat.

Beschermfolie

De roestvrijstalen lijsten aan de plateaus en de deurvakken zijn tijdens het trans­port van een beschermfolie voorzien.
Trek deze folie van de roestvrijstalen
lijsten en panelen af.

Reiniging

Neem daarbij de aanwijzingen uit het hoofdstuk "Reiniging en onderhoud" in acht.
Reinig de binnenkant van het appa-
raat en de accessoires.

Accessoires

- Flessensteun

De flessensteun wordt in het deurvak voor flessen geplaatst. Flessen staan steviger wanneer u de deur van het ap­paraat opent en sluit.
Plaats de flessensteun in het midden
van de achterkant van het deurvak voor flessen.
19
Het apparaat in- en uitschakelen

Apparaat inschakelen

Druk op de Aan/Uit-toets.
De temperatuuraanduiding geeft de ge­wenste temperatuur aan. Het apparaat begint te koelen. Wanneer de deur wordt geopend, gaat de binnenverlich­ting aan.
Voordat u voor de eerste keer le­vensmiddelen in het apparaat legt, kunt u het apparaat het beste een paar uur laten voorkoelen.

Het apparaat uitschakelen

Druk op de Aan-/Uit-toets totdat het
display uit gaat. Is dat niet mogelijk, dan is de ver­grendeling ingeschakeld (zie hoofd­stuk: "Het wijzigen van instellingen", paragraaf: "Het uitschakelen van de vergrendeling").

Bij langdurige afwezigheid

Als het apparaat bij langdurige
afwezigheid wordt uitgeschakeld, maar niet gereinigd, bestaat er ge­vaar voor schimmelvorming als de deur van het apparaat gesloten blijft.
Reinig het apparaat.
Wanneer u het apparaat langere tijd niet gebruikt, neemt u de volgende stappen:
schakel het apparaat uit,trek de stekker uit het stopcontact of
schakel de zekering van de huisin­stallatie uit,
ontdooi het vriesvak,reinig het apparaat enlaat de deur openstaan om het appa-
raat te luchten en te voorkomen dat er geurtjes ontstaan.
De binnenverlichting gaat uit. De koe­ling wordt uitgeschakeld.
20
Loading...
+ 44 hidden pages