Koelkast
K 32122 i
K 32142 iF
K 34122 i
K 34142 iF
Lees absoluut de gebruiksen montageaanwijzing voor u het toestel opstelt,
installeert en in gebruik neemt.
Dat is veiliger voor uzelf en
u voorkomt schade aan het toestel.
nl-BE
M.-Nr. 09 521 380
Inhoud
Beschrijving van het toestel .........................................4
Toestel in de nis bevestigen .........................................60
Meubeldeur op de toesteldeur bevestigen ..............................61
3
Beschrijving van het toestel
Bedieningspaneel
a Aan-uittoets
b Toets voor "Super koelen"
c Display
d Menusymbool
(instelmodus:
vergrendeling in-/uitschakelen)
e Symbool voor "Super koelen"
f Symbool voor de vergrendeling
g Temperatuuraanduiding
h Toets voor het instellen van de tem
peratuur
-
4
Beschrijving van het toestel
a Bedieningspaneel
b Vriesvak*
c Rek/eiervakjes
d Binnenverlichting
e Legplaat
f Gootje en
afvoeropening voor het dooiwater
g Flessenrek
h Fruit- en groentebakken* of
fruit- en groentebak*
* Afhankelijk van het model
Op deze afbeelding wordt ter
illustratie één model van het toestel
weergegeven.
5
Beschrijving van het toestel
Mits toeslag verkrijgbaar
toebehoren
Flessenhouder
Het mits toeslag verkrijgbaar toebe
horen is verkrijgbaar via de dienst
Onderdelen en toebehoren van
Miele, bij uw Miele-handelaar of in de
Miele Online Shop.
-
Op de flessenhouder kunt u flessen ho
rizontaal in het toestel leggen en bewaren. Zo kunt u ruimte besparen in het
toestel.
De flessenhouder kan naar eigen wens
in het toestel worden geplaatst.
Legplaat in twee delen
Om hoge waren, zoals hoge flessen of
recipiënten, te kunnen plaatsen, is er
een legplaat in twee delen, waarvan u
het voorste deel voorzichtig onder het
achterste deel kunt schuiven.
Multifunctionele microvezeldoek
De microvezeldoek helpt om
vingerafdrukken en normaal vuil te ver
wijderen op roestvrijstalen fronten, be
dieningspanelen van toestellen, ven
sters, meubels, autoruiten enz.
-
-
-
-
6
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het toestel voor
transportschade. Er werd materiaal ge
kozen dat door het milieu wordt verdra
gen en opnieuw kan worden benut.
Door de verpakking weer in kringloop
te brengen, wordt er grondstof ge
spaard en verkleint de afvalberg. Geef
deze stoffen dus niet met het gewone
vuilnis mee. Breng ze liever naar het
dichtstbijzijnde gemeentelijk container
park. Waar u dat vindt, komt u zeker bij
uw gemeentebestuur aan de weet.
Het afdanken van het apparaat
Oude elektrische en elektronische apparaten bevatten vaak nog waardevolle
materialen. Ze bevatten echter ook
schadelijke stoffen die voor het functioneren en de veiligheid van het apparaat
nodig waren. Als u het apparaat bij het
gewone afval doet of bij verkeerde behandeling kunnen deze stoffen schadelijk zijn voor de gezondheid en het
milieu. Verwijder het afgedankte appa
raat dan ook nooit met het gewone af
val.
-
-
-
-
-
Bij de aankoop van uw nieuw toestel
heeft u een bijdrage betaald. Die wordt
volledig gebruikt voor de toekomstige
recyclage van dat toestel. Dat bevat
trouwens nog waardevol materiaal.
Door te recycleren wordt er dan ook
minder verspild en vervuild.
Als u vragen heeft omtrent het afdanken van uw oud toestel, neem dan
contact op met
– de handelaar bij wie u het kocht
of
– de firma Recupel,
telefoon 02 706 86 10,
website: www.recupel.be
of
–
uw gemeentebestuur als u uw toestel
naar een containerpark brengt.
Zorg er ook voor dat het toestel intus
sen kindveilig wordt bewaard voor u het
laat wegbrengen.
-
7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Dit toestel voldoet aan de voorgeschreven veiligheidsvoor
schriften. Door ondeskundig gebruik kunnen gebruikers echter
letsel oplopen en kan er schade optreden aan het toestel.
Lees de gebruiks- en montageaanwijzing aandachtig voor u het
toestel in gebruik neemt. U vindt er belangrijke opmerkingen om
trent inbouw, veiligheid, gebruik en onderhoud. Dat is veiliger
voor uzelf en u voorkomt schade aan het toestel.
Miele is niet aansprakelijk voor schade die ontstaan is doordat
deze opmerkingen niet in acht werden genomen.
Bewaar de gebruiks- en montageaanwijzing en geef ze door aan
wie het toestel eventueel na u gebruikt!
-
Juist gebruik
Dit toestel is bedoeld voor gebruik in het huishouden en in
~
gelijkaardige omgevingen.
Dit toestel is niet bestemd voor gebruik buiten.
-
Gebruik het toestel uitsluitend in huishoudelijke context voor het
~
koelen en bewaren van levensmiddelen, het bewaren van diepvries
producten, het invriezen van verse levensmiddelen en het maken
van ijsblokjes.
Gebruik voor andere doeleinden is niet toegelaten.
8
-
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Het toestel is niet geschikt voor het bewaren en koelen van
~
geneesmiddelen, bloedplasma, laboratoriumpreparaten of andere
gelijkaardige stoffen of producten die ten grondslag liggen aan de
EU-richtlijn 93/42/EEG betreffende medische hulpmiddelen. Ver
keerd gebruik van het toestel kan leiden tot aantasting of bederf van
de bewaarde producten. Bovendien is het toestel niet geschikt voor
gebruik in explosiegevaarlijke omgevingen.
Miele is niet verantwoordelijk voor schade die werd veroorzaakt
doordat het toestel voor andere doeleinden werd gebruikt of ver
keerd werd bediend.
Personen die door hun fysieke, zintuiglijke of geestelijke mogelijk-
~
heden of hun onervarenheid of gebrek aan kennis niet in staat zijn
het toestel veilig te bedienen, moeten bij de bediening in het oog
worden gehouden.
Deze personen mogen het toestel zonder toezicht bedienen, maar
alleen wanneer de bediening van het toestel zo uitgelegd is aan hen
dat ze het veilig kunnen bedienen. Ze moeten de eventuele risico's
van een foutieve bediening kunnen beseffen en begrijpen.
-
-
Kinderen in het huishouden
Kinderen jonger dan acht jaar moeten uit de buurt van het toestel
~
worden gehouden, tenzij ze constant in het oog worden gehouden.
Kinderen vanaf acht jaar mogen het toestel zonder toezicht be
~
dienen, maar alleen wanneer de bediening van het toestel zo uitge
legd is aan hen dat ze het veilig kunnen bedienen. Kinderen moeten
de eventuele risico's van een foutieve bediening kunnen beseffen en
begrijpen.
Kinderen mogen het toestel niet zonder toezicht reinigen of onder
~
houden.
Hou kinderen die in de buurt van het toestel komen in het oog.
~
Laat kinderen nooit met het toestel spelen.
-
-
-
9
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Gevaar voor verstikking! Spelende kinderen kunnen zich wikkelen
~
in verpakkingsmateriaal (bijv. folies) of het over hun hoofd trekken
en daardoor verstikken. Hou kinderen uit de buurt van verpakkings
materiaal.
Technische veiligheid
Het koelmiddelcircuit heeft een controle op lekkage doorstaan.
~
Het toestel voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften en de
relevante EU-richtlijnen.
Dit toestel bevat het koelmiddel isobutaan (R600a), een natuurlijk
~
gas dat het milieu weinig belast maar wel brandbaar is. Het is niet
schadelijk voor de ozonlaag en draagt niet bij tot het broeikaseffect.
Het gebruik van dit milieuvriendelijke koelmiddel veroorzaakt wel
een lichte verhoging van de werkingsgeluiden. Naast
werkingsgeluiden van de compressor kunnen er ook stromingsgeluiden te horen zijn die afkomstig zijn van het koelcircuit. Deze effecten
zijn jammer genoeg niet te vermijden, maar hebben geen negatieve
invloed op de prestaties van het toestel.
Let er bij het transporteren en het inbouwen/opstellen van het toestel
op dat geen enkel onderdeel van het koelcircuit beschadigd raakt.
Wegspattend koelmiddel kan tot oogletsels leiden!
Bij beschadiging:
-
–
Vermijd open vuur of ontstekingsbronnen,
–
ontkoppel het toestel van het elektriciteitsnet,
–
verlucht gedurende enkele minuten het vertrek waarin het toestel
staat en
–
neem contact op met de dienst Herstellingen aan huis van Miele.
10
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Hoe meer koelmiddel er in een toestel zit, hoe groter de ruimte
~
moet zijn waarin het toestel wordt opgesteld. Bij een eventueel lek
kan er in een te kleine ruimte een brandbaar mengsel van gas en
lucht ontstaan.
Per 8 g koelmiddel moet het vertrek minstens 1 m
hoeveelheid koelmiddel is aangegeven op het typeplaatje in het toe
stel.
De aansluitgegevens (zekering, frequentie en spanning) op het
~
typeplaatje van het toestel moeten absoluut overeenstemmen met
deze van het elektriciteitsnet. Zo voorkomt u schade aan het toestel.
Vergelijk deze gegevens voordat u het toestel aansluit. Vraag bij
twijfel inlichtingen aan een elektricien.
De elektrische veiligheid van dit toestel wordt enkel gegaran-
~
deerd wanneer het wordt aangesloten op een volgens de voorschriften geïnstalleerd aardsysteem. Het is heel belangrijk dat aan
deze fundamentele veiligheidsvoorwaarde is voldaan. Laat de elektrische installatie in uw woning bij twijfel door een elektricien controleren.
3
groot zijn. De
-
Is de aansluitkabel beschadigd, laat dan een nieuwe installeren
~
door een vakman of vakvrouw die door Miele erkend is. Zo vermijdt
u risico's voor wie het toestel gebruikt.
Stopcontactenblokken of verlengkabels bieden niet voldoende
~
veiligheidsgaranties (gevaar voor brand). Gebruik deze niet om het
toestel aan te sluiten op het elektriciteitsnet.
Wanneer er vocht terechtkomt op onderdelen van het toestel die
~
onder spanning staan of de aansluitkabel, kan dat een kortsluiting
veroorzaken.
Gebruik het toestel daarom niet in een ruimte die wordt blootgesteld
aan vocht of waterspatten (bijv. garage, washok enz.).
11
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Dit toestel mag niet op niet-vaste plaatsen (bijv. op een schip)
~
worden gebruikt.
Beschadigingen aan het toestel kunnen uw veiligheid in gevaar
~
brengen. Controleer of het toestel zichtbaar beschadigd is. Een be
schadigd toestel mag u nooit in gebruik nemen.
Gebruik het toestel enkel in ingebouwde toestand. Enkel dan is
~
een veilige werking gegarandeerd.
Tijdens installatie-, onderhouds- en herstellingswerken moet het
~
toestel van het elektriciteitsnet losgekoppeld zijn. Het toestel is pas
van het elektriciteitsnet losgekoppeld wanneer aan een van deze
voorwaarden is voldaan:
– De zekeringen in uw zekeringkast zijn uitgeschakeld of
– de schroefzekeringen in uw zekeringkast zijn helemaal uitge-
draaid of
– de stekker is uit het stopcontact getrokken.
Trek bij aansluitkabels met een stekker niet aan de kabel maar
aan de stekker om het toestel los te koppelen van het elektriciteitsnet.
-
Door ondeskundig uitgevoerde installatie-, onderhouds- of
~
herstellingswerken kunnen er voor de gebruiker aanzienlijke risico's
ontstaan. Installatie-, onderhouds- of herstellingswerken mogen al
leen door vakmensen worden uitgevoerd die door Miele erkend zijn.
Het recht op garantie vervalt wanneer het toestel door een klan
~
tendienst wordt hersteld die niet door Miele is erkend.
Enkel met originele Miele-wisselstukken bent u zeker dat ze ten
~
volle voldoen aan de eisen die Miele qua veiligheid stelt. Defecte
onderdelen mogen enkel worden vervangen door originele
Miele-wisselstukken.
12
-
-
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Veilig gebruik
Het toestel is ontworpen voor een bepaalde klimaatklasse (bereik
~
van de kamertemperatuur) waarvan de onder- en bovengrens in
acht moeten worden genomen.
De klimaatklasse is vermeld op het typeplaatje in de binnenruimte
van het toestel. Een te lage kamertemperatuur heeft tot gevolg dat
de compressor gedurende een lange tijd stilstaat, zodat het toestel
de vereiste temperatuur niet kan aanhouden.
De luchttoevoer- en luchtafvoeropeningen mogen niet worden af
~
gedekt of afgesloten.
Als deze openingen afgedekt zijn, kan er geen goede luchtcirculatie
plaatsvinden. Het energieverbruik stijgt en schade aan onderdelen
kan niet worden uitgesloten.
Als u in het toestel of in de toesteldeur vet- of oliehoudende le-
~
vensmiddelen bewaart, dient u ervoor te zorgen dat eventueel uitlopend vet of uitlopende olie niet in contact komt met de
kunststofonderdelen van het toestel.
Er kunnen spanningsscheuren in de kunststof ontstaan, zodat die
barst of scheurt.
Bewaar geen explosieve stoffen en geen producten met brand
~
bare drijfgassen (bijv. spuitbussen) in het toestel. Ontvlambare
gasmengsels kunnen worden ontstoken door elektrische componen
ten. Gevaar voor brand en ontploffing!
Gebruik geen elektrische toestellen in het toestel (bijv. om softijs
~
te maken). Er kunnen vonken ontstaan. Gevaar voor ontploffing!
Bewaar in het vriesvak geen blikjes en flessen met koolzuurhou
~
dende dranken of vloeistoffen die kunnen bevriezen. De blikjes of
flessen kunnen ontploffen.
Gevaar voor verwonding en beschadiging!
-
-
-
-
13
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Plaats dranken met een hoog alcoholpercentage enkel rechtop
~
en goed afgesloten in de koelzone. Gevaar voor ontploffing!
Als u flessen snel in het vriesvak wilt koelen, dient u ze uiterlijk na
~
één uur weer eruit te halen. De flessen kunnen ontploffen. Gevaar
voor verwonding en beschadiging!
Raak bevroren levensmiddelen en metalen onderdelen niet met
~
natte handen aan. Uw handen zouden kunnen vastvriezen. Gevaar
voor verwonding!
Neem nooit ijsblokjes en ijslolly's, met name waterijsjes, in de
~
mond als u ze net uit het vriesvak hebt gehaald.
Door de zeer lage temperatuur van de bevroren levensmiddelen
kunnen uw lippen of tong vastvriezen. Gevaar voor verwonding!
Gedeeltelijk of volledig ontdooide levensmiddelen mogen niet op-
~
nieuw worden ingevroren. Verbruik deze levensmiddelen zo snel
mogelijk, want de levensmiddelen verliezen hun voedingswaarde en
bederven. Ontdooide levensmiddelen kunt u opnieuw invriezen nadat u ze hebt gekookt of gebraden.
Als u levensmiddelen eet die te lang werden bewaard, bestaat er
~
gevaar voor voedselvergiftiging.
De bewaarduur is afhankelijk van diverse factoren, zoals de vers
heid en kwaliteit van de levensmiddelen en de temperatuur waarop
ze worden bewaard. Neem de houdbaarheidsdatum en de
bewaarinstructies van de producent van de levensmiddelen in acht!
14
-
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Gebruik alleen origineel Miele-toebehoren. Worden er andere on
~
derdelen gemonteerd of geplaatst, dan vervalt het recht op garantie
en/of de productaansprakelijkheid.
Reiniging en onderhoud
Behandel de deurdichting niet met olie of vet.
~
Daardoor wordt de deurdichting na verloop van tijd poreus.
De stoom van een stoomreiniger kan terechtkomen op onderde
~
len die onder spanning staan en zo een kortsluiting veroorzaken.
Gebruik voor het reinigen en ontdooien van het toestel nooit een
stoomreiniger.
Gebruik geen voorwerpen met scherpe punt of rand om
~
– rijm- en ijslagen te verwijderen,
– levensmiddelen los te wrikken.
Als u dat doet, beschadigt u de koelelementen en functioneert het
toestel niet meer correct.
Plaats nooit elektrische verwarmingstoestellen of kaarsen in het
~
toestel om het te ontdooien. De kunststof zou beschadigd raken.
-
-
Gebruik geen ontdooisprays of producten om ijs te verwijderen.
~
Deze kunnen immers explosieve gassen vormen, ze kunnen oplos
middelen of drijfgassen bevatten die de kunststof aantasten of ze
kunnen de gezondheid schaden.
-
15
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Wat met een afgedankt toestel?
Vernietig het deurslot van uw toestel als u het afdankt.
~
Op die manier voorkomt u dat spelende kinderen zich in het toestel
opsluiten, wat levensgevaarlijk kan zijn.
Beschadig geen onderdelen van het koelcircuit, bijv. door
~
koelmiddelkanalen van het verdampsysteem open te prikken,
–
buizen te knikken,
–
oppervlaktecoatings weg te krabben,
–
Wegspattend koelmiddel kan tot oogletsels leiden.
16
Hoe kunt u energie besparen?
Normaal
energieverbruik
Opstellen/wachten In een verluchte ruimte.In een gesloten,
Beschermd tegen
rechtstreekse zonnestralen.
Niet naast een warmtebron
(verwarmingselement, for
nuis).
Bij een ideale kamertempera
tuur van ongeveer 20 °C.
Dek de luchttoevoer- en
luchtafvoeropeningen niet
af. Verwijder regelmatig het
stof van de luchttoevoer- en
luchtafvoeropeningen.
Verwijder minstens 1 keer
per jaar het stof van de compressor en het metalen rooster (warmtewisselaar) aan de
achterzijde van het toestel.
Verhoogd
energieverbruik
niet-verluchte ruimte.
Bij rechtstreekse
zonnestralen.
Naast een warmtebron (ver
warmingselement, fornuis).
-
Bij een hoge kamertempera
tuur.
Als de luchttoevoer- en
luchtafvoeropeningen afgedekt zijn of onder het stof zitten.
Wanneer er zich stof heeft
opgehoopt op de compressor en het metalen rooster
(warmtewisselaar).
-
-
Temperatuurinstelling
Koelzone 4 tot 5 °CBij een lage temperatuur-
Vriesvak -18 °C
instelling: hoe lager de
koelzonetemperatuur, hoe
hoger het energieverbruik!
17
Hoe kunt u energie besparen?
Normaal
energieverbruik
GebruikLaat de laden, legplaten en
rekken zoals ze waren toen
het toestel werd geleverd.
Open de toesteldeur alleen in
dien nodig en altijd zo kort
mogelijk.
Schik de levensmiddelen in
het toestel.
Neem een koelzak mee wan
neer u boodschappen doet en
plaats de levensmiddelen snel
in het toestel.
Plaats levensmiddelen die u
uit het toestel haalt altijd zo
snel mogelijk terug, voordat ze
te veel opwarmen.
Laat warme gerechten en
dranken eerst buiten het toestel afkoelen.
Verhoogd
energieverbruik
Als u de deur vaak en langdu
rig opent, treedt er koudever
lies op en stroomt er warme
kamerlucht naar binnen. Het
toestel probeert te koelen en
de compressor werkt langdu
rig.
Warme gerechten en levens
middelen die opgewarmd zijn
tot buitentemperatuur,
brengen warmte in het toestel.
Het toestel probeert te koelen
en de compressor werkt langdurig.
-
-
-
-
Plaats levensmiddelen goed
verpakt of goed afgedekt in
het toestel.
Leg ingevroren producten in
de koelzone om ze te ontdooi
en.
Doe de vakken niet te vol zo
dat de lucht kan circuleren.
OntdooienOntdooi het vriesvak bij een
ijslaag van maximaal 0,5 cm.
18
Wanneer vloeistoffen in de
koelzone verdampen en
condenseren, leidt dat tot ver
lies van het koelvermogen.
-
-
Een ijslaag vermindert de
overdracht van de koude aan
de in te vriezen levensmid
delen.
-
-
Toestel in- en uitschakelen
Vóór het eerste gebruik
Beschermfolie
De roestvrijstalen randen op de rekken
en legplaten zijn van een beschermfolie
voorzien om ze bij het transport te be
schermen.
Trek de beschermfolie van de roest
^
vrijstalen randen.
Reinigen
Reinig de binnenruimte en het toebe
^
horen. Neem daartoe de opmer
kingen in acht die vermeld staan in
de rubriek "Reiniging en onderhoud".
Toebehoren - flessenhouder
-
-
-
Toestel inschakelen
Druk op de aan-uittoets.
^
De temperatuuraanduiding licht op, het
toestel begint te koelen en de binnen
verlichting schakelt in als de deur wordt
geopend.
Om zeker te zijn dat de temperatuur
-
laag genoeg is, dient u het toestel
enkele uren te laten voorkoelen voor
dat u voor het eerst levensmiddelen
in het toestel legt.
Toestel uitschakelen
^ Druk op de aan-uittoets totdat het
display uitgaat.
-
-
De lamellen van de flessenhouder
reiken tot in het flessenrek en zorgen
ervoor dat de flessen beter op hun
plaats worden gehouden wanneer de
toesteldeur wordt geopend en geslo
ten.
^
Steek de flessenhouder in het mid
den op de achterrand van het
flessenrek.
De koeling is uitgeschakeld. Als dat
niet het geval is, is de vergrendeling in
geschakeld (zie "Instellingen wijzigen Vergrendeling uitschakelen").
-
-
-
19
Toestel in- en uitschakelen
Bij langdurige afwezigheid
Als u het toestel gedurende lange tijd
niet gebruikt, gaat u als volgt te werk:
schakel het toestel uit,
^
trek de stekker uit of schakel de des
^
betreffende zekering in uw
zekeringkast uit,
ontdooi het vriesvak (afhankelijk van
^
het model),
reinig het toestel,
^
laat de toesteldeur op een kier staan
^
om geurvorming te vermijden.
Als het toestel bij langdurige afwezigheid wordt uitgeschakeld maar
niet gereinigd, bestaat er gevaar
voor schimmelvorming als de deur
gesloten blijft.
-
20
De juiste temperatuur
Bij het bewaren van levensmiddelen is
een juiste temperatuurinstelling zeer
belangrijk. Levensmiddelen bederven
snel door de aanwezigheid van micro
-organismen. Dat proces kan door de
juiste bewaartemperatuur worden
verhinderd of vertraagd. De tempera
tuur beïnvloedt de groeisnelheid van de
micro-organismen. Hoe lager de tem
peratuur, hoe langzamer dit proces ver
loopt.
De temperatuur in het toestel stijgt
als u vaak en gedurende lange tijd
–
de toesteldeur opent,
– hoe meer levensmiddelen er worden
bewaard,
– als de verse levensmiddelen warm
zijn,
– als de kamertemperatuur van het
toestel hoog is.
Het toestel is ontworpen voor een bepaalde klimaatklasse (bereik van de
kamertemperatuur) waarvan de
onder- en bovengrens in acht moe
ten worden genomen.
-
-
-
-
...indekoelzone
Voor de koelzone raden we een
koeltemperatuur van 4°Caan.
...inhetvriesvak
(afhankelijk van het model)
Om verse levensmiddelen in te vriezen
en ze langdurig te bewaren, is een tem
-
peratuur van -18 °C vereist. Bij die tem
peratuur komt de groei van micro-orga
nismen in hoge mate tot stilstand. Zo
dra de temperatuur boven -10 °C stijgt,
begint de ontbinding door de micro-or
ganismen. De levensmiddelen kunnen
dan minder lang worden bewaard.
Daarom mogen volledig of gedeeltelijk
ontdooide levensmiddelen pas opnieuw
worden ingevroren nadat u ze hebt verwerkt (door ze te koken of braden).
Door de hoge temperaturen worden de
meeste micro-organismen gedood.
-
-
-
-
-
21
De juiste temperatuur
Temperatuuraanduiding
De temperatuuraanduiding op het
bedieningspaneel geeft altijd de ge
wenste temperatuur weer.
Temperatuur instellen
Wanneer de toesteldeur zeer vaak
wordt geopend, wanneer grote hoe
veelheden levensmiddelen in het toe
stel worden gelegd, of wanneer de om
gevingstemperatuur hoog is, is in de
koelzone een instelling van 3°Ctot5°Caangewezen.
Hoe hoger/lager de temperatuur in
de koelzone, hoe hoger/lager de temperatuur in het vriesvak.
De temperatuur kan worden ingesteld
op een temperatuurwaarde van 9 °C tot
1 °C.
-
-
-
Druk zo vaak op de toets voor het in
^
stellen van de temperatuur totdat de
gewenste temperatuur op de tempe
ratuuraanduiding wordt weergege
ven.
De eerste keer dat u erop drukt, wordt
-
de laatst ingestelde temperatuurwaarde
knipperend weergegeven.
Vervolgens wijzigt de temperatuurwaar
de ononderbroken. Als de instelling
9 °C bereikt is, keert de temperatuuraanduiding terug naar 1 °C.
De nieuwe gekozen temperatuurwaarde wordt na korte tijd automatisch opgeslagen.
De temperatuur in het toestel bereikt nu
langzaam die waarde. Tegelijkertijd
wordt in het vriesvak (afhankelijk van
het model) een gemiddelde temperatuur van ca. -18 °C ingesteld.
-
-
-
-
22
Instelmodus
Instellingen wijzigen
In de instelmodus schakelt u de ver
grendeling in of uit.
Vergrendeling in-/uitschakelenc
Wanneer het toestel in de instelmodus
staat, wordt dat aangegeven via het
menusymbool X.
Hoe u kunt de vergrendeling in- enuitschakelen, wordt hieronder be
schreven.
Vergrendeling in-/uitschakelen
Met de vergrendeling kunt u het toestel
beveiligen, zodat het niet ongewenst
wordt uitgeschakeld.
– Vergrendeling inschakelen
^
Druk ca. 5 seconden op de toets
voor "Super koelen".
Het menusymbool X brandt en op
het display knippert c.
Het toestel staat nu in de
instelmodus.
-
-
Druk kort op de toets voor
^
"Super koelen" om de vergrende
lingsfunctie op te roepen.
Op het display verschijnt c1.
Druk kort op de toets voor
^
"Super koelen" om de vergrendeling
in te schakelen.
Het symbool voor de vergrende ling 0 brandt.
Ga als volgt te werk om de instelmodus
te verlaten:
^
Druk op de aan-uittoets.
Op het display wordt de temperatuur
weergegeven.
-
23
Instellingen wijzigen
Vergrendeling uitschakelen
–
Druk ca. 5 seconden op de toets
^
voor "Super koelen".
Het symbool voor de vergrende
ling 0 en het menusymbool X bran
den. Op het display knippert c.
Het toestel staat nu in de
instelmodus.
^ Druk kort op de toets voor
"Super koelen" om de vergrendelingsfunctie op te roepen.
Op het display verschijnt c0.
^
Druk kort op de toets voor "Super
koelen" om de vergrendeling uit te
schakelen.
Het symbool voor de vergrende
ling 0 gaat uit.
-
-
-
Ga als volgt te werk om de instelmodus
te verlaten:
^
Druk op de aan-uittoets.
Op het display wordt de temperatuur
weergegeven.
24
Super koelen gebruiken
Functie Super koelen
Met de functie "Super koelen" wordt de
koelzone zeer snel op de koudste waar
de afgekoeld (afhankelijk van de ka
mertemperatuur).
De functie "Super koelen" is vooral aan
te bevelen als u grote hoeveelheden
verse levensmiddelen of dranken snel
wenst af te koelen.
Super koelen inschakelen
^ Druk op de toets voor "Super koelen".
Het symbool voor "Super koelen" ª
brandt. De temperatuur in het toestel
daalt, doordat het toestel nu werkt
met het maximale koelvermogen.
-
Super koelen uitschakelen
De functie "Super koelen" wordt auto
matisch na ca. 12 uur uitgeschakeld.
-
Het symbool voor "Super koelen" ª
gaat uit en het toestel werkt weer met
het normale koelvermogen.
Om energie te besparen, kunt u de
functie "Super koelen" zelf uitschakelen
zodra de levensmiddelen of dranken
koud genoeg zijn.
^ Druk op de toets voor "Super koelen",
zodat het symbool ª uitgaat.
De koeling van het toestel werkt weer
met het normale vermogen.
-
25
Levensmiddelen in de koelzone bewaren
in folie verpakte, bereide groenten en
Verschillende koelgedeelten
Door de natuurlijke luchtcirculatie is de
temperatuur in de koelzone niet overal
gelijk. De koude, zware lucht daalt naar
het onderste gedeelte van de koelzone.
Gebruik de verschillende koelgedeelten
wanneer u levensmiddelen in het toe
stel plaatst!
Warmste gedeelte
Het warmste gedeelte van de koelzone
bevindt zich helemaal bovenaan in het
voorste gedeelte en in de toesteldeur.
Gebruik dat gedeelte bijv. om boter te
bewaren, zodat deze gemakkelijk
smeerbaar blijft, en voor kaas, zodat
deze zijn aroma niet verliest.
Koudste gedeelte
Het koudste gedeelte van de koelzone
bevindt zich direct boven de fruit- en
groentebakken (afhankelijk van het model) of de fruit- en groentebak (afhankelijk van het model) en aan de achterwand.
Gebruik deze gedeelten voor alle ge
voelige en snel bederfbare levensmid
delen, zoals:
–
vis, vlees, gevogelte,
–
worst, kant-en-klaargerechten,
–
gebak en gerechten met eieren of
room,
–
vers deeg, taart-/cake-, pizza- en
quichedeeg,
–
in het algemeen alle verse levens
middelen waarvan de minimale
houdbaarheidsdatum is gebaseerd
op een bewaartemperatuur van min
stens 4 °C.
-
-
-
Bewaar geen explosieve stoffen en
geen producten met brandbare drijf
gassen (bijv. spuitbussen) in het
toestel.
Gevaar voor ontploffing!
Plaats sterke drank met een hoog al
coholpercentage enkel rechtop en
goed afgesloten in het toestel.
Als u in het toestel of in de toesteldeur vet- of oliehoudende levensmiddelen bewaart, dient u ervoor te
zorgen dat eventueel uitlopend vet
of uitlopende olie niet in contact
komt met de kunststofonderdelen
van het toestel.
Er kunnen spanningsscheuren in de
kunststof ontstaan, zodat die barst
of scheurt.
De levensmiddelen mogen niet te
gen de achterwand komen. Ze kun
nen anders aan de achterwand vast
vriezen.
Plaats de levensmiddelen niet te
dicht tegen elkaar zodat er gemak
kelijk lucht tussen kan circuleren.
-
-
-
-
-
-
-
-
–
kaas en andere producten op basis
van melk,
26
Levensmiddelen in de koelzone bewaren
Levensmiddelen die zeker niet
mogen worden gekoeld
Niet alle levensmiddelen kunnen in de
koelkast bij temperaturen onder 5 °C
worden bewaard, doordat ze gevoelig
zijn voor koude.
Afhankelijk van het levensmiddel, kun
nen het uitzicht, de consistentie, de
smaak en/of het vitaminegehalte van
een levensmiddel veranderen wanneer
het koel wordt bewaard.
Onder andere de volgende levensmid
delen zijn gevoelig voor koude:
Waarop moet u letten wanneer
u levensmiddelen koopt
De belangrijkste voorwaarde om le
vensmiddelen lang te kunnen bewaren,
is hun versheid. Dat is van het grootste
belang voor de bewaartijd van de prod
ucten.
Let ook op de houdbaarheidsdatum en
de juiste bewaartemperatuur.
De koelketen mag indien mogelijk niet
worden onderbroken. Let er bijv. op dat
de levensmiddelen niet te lang in een
warme auto blijven liggen.
Tip: Neem een koelzak mee wanneer u
boodschappen doet en plaats de levensmiddelen bij thuiskomst snel in het
toestel.
-
-
–
harde kazen (zoals parmezaan en
bergkaas).
27
Levensmiddelen in de koelzone bewaren
Levensmiddelen juist bewaren
Levensmiddelen moet u altijd afgedekt
of verpakt bewaren. Zo vermijdt u dat
de levensmiddelen vreemde geuren
opnemen of gaan uitdrogen. Tegelijk
voorkomt u de overdracht van eventue
le kiemen. Dat is vooral belangrijk bij
het bewaren van dierlijke levensmid
delen.
Een correcte instelling van de tempera
tuur en een aangepaste hygiëne kun
nen de houdbaarheid van de levens
middelen aanzienlijk verlengen.
Fruit en groenten
Fruit en groenten kunt u wel onverpakt
in de fruit- en groentebakken (afhankelijk van het model) of de fruit- en groentebak (afhankelijk van het model) bewaren.
-
-
-
-
-
Levensmiddelen die rijk zijn aan
eiwitten
Merk op dat levensmiddelen die rijk zijn
aan eiwitten sneller bederven.
Schaaldieren bederven bijvoorbeeld
sneller dan vis, terwijl vis sneller bederft
dan vlees.
28
Binnenruimte indelen
Rek/flessenrek aan de
binnenkant van de deur
verplaatsen
Schuif het rek/flessenrek naar boven
^
en haal het uit het toestel.
Plaats het rek/flessenrek op de ge
^
wenste plaats weer in het toestel.
Zorg er daarbij voor dat het goed op
de verhogingen wordt vastgedrukt.
-
Flessenhouder verschuiven
U kunt de flessenhouder naar rechts of
naar links verschuiven. Daardoor komt
meer plaats vrij voor drankkartons.
Legplaten verplaatsen
U kunt de legplaten in overeenstem
ming met de hoogte van de te koelen
levensmiddelen verplaatsen:
Til de legplaat vooraan eventjes op
^
en trek ze iets naar voren. Schuif ze
met de uitsparing over de
steunribben en verplaats ze naar bo
ven of naar onderen.
De aanslagrand van de achterste
beschermrand van de legplaat moet
naar boven wijzen zodat de levensmid
delen de achterwand niet kunnen raken
en er niet aan vastvriezen.
Schuifstoppen voorkomen dat de
legplaten onbedoeld uit het toestel worden getrokken.
-
-
-
De flessenhouder kan helemaal worden
weggenomen (bijv. om deze te reini
gen):
^
Schuif het flessenrek naar boven en
haal het naar voren toe uit het toestel.
^
Trek de flessenhouder vanaf de
achterrand van het flessenrek naar
boven toe af.
-
29
Invriezen en bewaren (afhankelijk van het model)
Het vriesvak gebruiken
Gebruik het vriesvak om
diepvriesproducten te bewaren,
–
ijsblokjes te maken,
–
kleine hoeveelheden levensmiddelen
–
in te vriezen.
U kunt tot 2 kg per 24 uur invriezen.
Wat gebeurt er als verse
levensmiddelen worden
ingevroren?
Verse levensmiddelen moeten zo snel
mogelijk volledig worden doorvroren,
zodat de voedingswaarde, de
vitamines, het uitzicht en de smaak behouden blijven.
Hoe langzamer de levensmiddelen worden doorvroren, hoe meer vloeistof er
uit elke cel naar de tussenruimten loopt.
De cellen krimpen.
Tijdens het ontdooien kan slechts een
deel van de voordien vrijgekomen vloei
stof naar de cellen terugvloeien.
In de praktijk betekent dit dat de le
vensmiddelen veel vocht verliezen. Dat
kunt u zelf vaststellen: tijdens het ont
dooien vormt er zich immers een grote
waterplas rond het levensmiddel.
-
-
zeer gering is. Er vormt zich slechts
een kleine waterplas!
Diepvriesproducten bewaren
Als u diepvriesproducten wilt bewaren,
controleert u tijdens de aankoop in de
winkel
de verpakking op beschadigingen,
–
de houdbaarheidsdatum en
–
de temperatuur in de koelruimte van
–
de winkeldiepvries. Als die tempera
tuur hoger is dan -18 °C, vermindert
de houdbaarheid van de diepvriesproducten.
^ Koop diepvriesproducten pas op het
einde van het winkelen, en transporteer ze in krantenpapier of in een
koelzak.
^ Plaats de diepvriesproducten direct
in het vriesvak.
Gedeeltelijk of volledig ontdooide levensmiddelen mogen niet opnieuw
worden ingevroren. Pas nadat u de
levensmiddelen hebt verwerkt (ko
ken of braden), kunt u ze opnieuw
invriezen.
-
-
Als het levensmiddel snel wordt
doorvroren, heeft de celvloeistof minder
tijd om uit de cellen naar de tussen
ruimten te lopen. De cellen krimpen
veel minder.
Tijdens het ontdooien kan de kleine
hoeveelheid vloeistof die naar de tus
senruimten was gelopen, terugkeren
naar de cellen, zodat het vochtverlies
30
-
-
Invriezen en bewaren (afhankelijk van het model)
Zelf levensmiddelen invriezen
Vries uitsluitend verse levensmiddelen
in perfecte staat in!
Hou bij het invriezen rekening met
het volgende
Onderstaande levensmiddelen kun
–
nen worden ingevroren:
vers vlees, gevogelte, wild, vis,
groenten, kruiden, onbewerkt fruit,
zuivelproducten, bakkerijproducten,
resten van gerechten, eigeel, eiwit
en talrijke kant-en-klaargerechten.
– Volgende levensmiddelen zijn niet
geschikt om in te vriezen:
wijndruiven, bladsalade, radijzen,
rammenas, zure room, mayonaise,
volledige eieren in de schaal, uien,
volledige onbewerkte appelen en peren.
– Om de kleur, de smaak, het aroma
en de vitamine C te behouden, moet
u groenten blancheren voor u ze invriest. Doe de groenten in porties ge
durende 2-3 minuten in kokend wa
ter. Neem de groenten daarna uit het
water en koel ze snel in koud water
af. Laat de groenten uitdruppen.
–
Mager vlees is beter geschikt om in
te vriezen dan vet vlees en kan veel
langer worden bewaard.
–
Plaats telkens een folie uit kunststof
tussen koteletten, steaks, schnitzels
enz. Zo vermijdt u dat ze tot één blok
samenvriezen.
-
-
-
maar lichtjes. De smaakintensiteit
van sommige kruiden verandert
tijdens het invriezen.
Warme schotels of dranken laat u
–
eerst buiten het toestel afkoelen om
te voorkomen dat reeds bevroren le
vensmiddelen gedeeltelijk ontdooien
en dat het energieverbruik stijgt.
Verpakken
Vries de levensmiddelen per portie
^
in.
Geschikte verpakking
- kunststoffolie
- zakjes en buisfolie uit polyethyleen
- aluminiumfolie
- diepvriesdozen
Ongeschikte verpakking
- pakpapier
- perkamentpapier
- cellofaan
- vuilniszakjes
- gebruikte winkelzakjes
^
Druk de lucht goed uit de verpak
king.
^
Sluit de verpakking goed af met
- elastiekjes
- kunststofclips
- touw of
- koudebestendige kleefband.
Zakjes en buisfolie uit polyethyleen
kunt u ook met een folielasapparaat
dichtlassen.
-
-
–
Rauwe levensmiddelen en geblan
cheerde groenten mag u voor het in
vriezen niet kruiden en zouten. Berei
de levensmiddelen kruidt of zout u
^
-
Noteer de inhoud en de invriesdatum
op de verpakking.
-
-
31
Invriezen en bewaren (afhankelijk van het model)
Voor u levensmiddelen in het toestel
legt
Stel ca. 4 uur voor u levensmiddelen
^
in het toestel legt, de temperatuur in
op een gemiddelde tot lage tempera
tuur (5 °C of kouder).
De levensmiddelen die al in het toestel
liggen, krijgen zo een koudereserve.
Hoe de levensmiddelen in het toestel
leggen
In te vriezen levensmiddelen mogen
niet in aanraking komen met reeds
ingevroren levensmiddelen. Anders
zouden deze ontdooien.
^ Leg de levensmiddelen droog in het
toestel om te vermijden dat ze aan elkaar of aan het toestel vastvriezen.
^ Leg de levensmiddelen naast elkaar
op de bodem van het vriesvak, zodat
ze zo snel mogelijk tot in de kern worden ingevroren.
Ca. 24 uur nadat u de
levensmiddelen in het toestel hebt
gelegd
Het invriesproces is voltooid.
^
Stel de temperatuur weer in op de
gewenste temperatuur.
Ingevroren levensmiddelen
ontdooien
Ingevroren levensmiddelen kunt u op
verschillende manieren ontdooien
-
in de microgolfoven,
–
in de gewone oven met de functie
–
"Hetelucht" of "Ontdooien",
bij kamertemperatuur,
–
in de koelkast (de koude die de inge
–
vroren levensmiddelen afgeven,
wordt gebruikt om te koelen),
in de stoomoven.
–
Platte stukken vlees en vis kunnen
licht ontdooid in een hete pan worden
gelegd.
Bij het ontdooien van stukken vlees envis (bijv. gehakt, kip, visfilet) moet u ervoor zorgen dat ze niet in aanraking
komen met andere levensmiddelen.
Vang het ontdooiwater op en verwijder
het zorgvuldig.
Fruit kan bij kamertemperatuur in de
verpakking of in een afgedekte schotel
worden ontdooid.
Groenten kunnen over het algemeen in
bevroren toestand in kokend water wor
den gedaan of in heet vet worden ge
stoofd. Wegens de gewijzigde
celstructuur is de bereidingstijd iets
korter dan bij verse groenten.
-
-
-
32
Gedeeltelijk of volledig ontdooide le
vensmiddelen mogen niet opnieuw
worden ingevroren. Pas nadat u de
levensmiddelen hebt verwerkt (ko
ken of braden), kunt u ze opnieuw
invriezen.
-
-
Invriezen en bewaren (afhankelijk van het model)
IJsblokjes maken
Vul het bakje voor ijsblokjes voor drie
^
kwart met water en leg het op de bo
dem van het vriesvak.
Gebruik een stomp voorwerp, bijv.
^
een lepelsteel, om een vastgevroren
bakje voor ijsblokjes los te maken.
^ De ijsblokjes komen gemakkelijk los
uit het bakje als u het kort onder stromend water houdt.
Drank snel koelen
Om dranken snel af te koelen, schakelt
u de functie "Super koelen" in.
Als u flessen in het vriesvak legt om ze
snel te koelen, dient u de flessen uiter-lijk na 1 uur weer uit het vriesvak te ne
men. Anders zullen de flessen ontplof
fen!
-
-
-
33
Ontdooien
Koelzone
De koelzone ontdooit automatisch.
Terwijl de compressor draait, kunnen er
rijp en waterpareltjes worden gevormd
op de achterwand van de koelzone.
Deze hoeft u niet te verwijderen. Ze ver
dampen immers vanzelf door de warm
te van de compressor.
Het dooiwater loopt via een gootje en
een afvoeropening naar een
verdampsysteem aan de achterzijde
van het toestel.
Zorg ervoor dat het dooiwater altijd
ongehinderd kan weglopen. Hou
hiertoe het gootje en de afvoeropening schoon.
Vriesvak
Het vriesvak kan niet automatisch ontdooien.
Bij normale werking zetten er zich na
verloop van tijd rijp en ijs af in het vries
vak, bijv. op de binnenwanden. De
mate waarin er rijp en ijs wordt ge
vormd, is ook afhankelijk van de vol
gende oorzaken:
–
De toesteldeur is vaak en/of gedu
rende lange tijd geopend.
–
Grote hoeveelheden verse levens
middelen zijn ingevroren.
-
-
-
-
Bij een dikke ijslaag kan de deur soms
niet meer goed worden gesloten. Bo
vendien vermindert het koelvermogen,
waardoor het energieverbruik stijgt.
Ontdooi het vriesvak regelmatig,
^
maar uiterlijk als er zich plaatselijk
-
een ijslaag van maximaal 0,5 cm dik
heeft gevormd.
Doe dat bij voorkeur wanneer
het toestel weinig of geen bevroren
–
levensmiddelen bevat,
de luchtvochtigheid van de kamer
–
lucht laag is en de omgevingstempe
ratuur laag is.
Krab de rijp- en ijslagen niet weg.
Gebruik geen voorwerpen met een
scherpe punt of rand.
Als u dat doet, beschadigt u de
koelelementen en functioneert het
toestel niet meer correct.
Vóór het ontdooien
-
^
Neem de ingevroren levensmiddelen
uit het toestel en wikkel ze in meerde
re lagen krantenpapier of in een de
ken.
^
Bewaar de ingevroren levensmid
delen op een koele plaats totdat het
vriesvak weer gebruiksklaar is.
-
-
-
-
-
-
–
De luchtvochtigheid van de kamer
lucht is gestegen.
34
-
Ontdooien
Om te ontdooien
Ontdooien moet snel gebeuren. Hoe
langer u de ingevroren levensmid
delen bij kamertemperatuur be
waart, des te korter wordt de houd
baarheid van de levensmiddelen.
Gebruik in geen geval een stoomrei
niger om het toestel te ontdooien.
Stoom kan terechtkomen op onder
delen van het toestel die onder
spanning staan en zo een kortslui
ting veroorzaken.
Plaats nooit elektrische verwarmingstoestellen of kaarsen in het
toestel om het te ontdooien. De
kunststof zou beschadigd raken.
Gebruik geen ontdooisprays of -producten om ijs te verwijderen. Deze
kunnen immers explosieve gassen
vormen, ze kunnen oplosmiddelen
of drijfgassen bevatten die de kunststof aantasten of ze kunnen de ge
zondheid schaden.
^
Schakel het toestel uit.
-
U kunt het ontdooien versnellen door
op een onderlegger een pot met heet
(niet kokend) water in het vriesvak te
-
-
plaatsen. In dat geval laat u de deur
tijdens het ontdooien gesloten, zodat
-
de warmte niet kan ontsnappen.
Verwijder losgekomen stukken ijs.
^
-
-
-
Zorg ervoor dat er geen water te
rechtkomt in de inbouwkast.
Zuig het dooiwater eventueel meer
^
maals op met een spons of een doek.
Na het ontdooien
^ Reinig het toestel en wrijf het droog.
Er mag geen reinigingswater in de afvoeropening voor het dooiwater lopen.
^ Steek de stekker van het toestel weer
in het stopcontact of schakel de desbetreffende zekering in uw
zekeringkast weer in, en schakel het
toestel weer in.
^
Leg de ingevroren levensmiddelen
weer in het vriesvak zodra de tempe
ratuur laag genoeg is.
-
-
-
Het display gaat uit. De koeling is uit
geschakeld.
Als dat niet het geval is, is de ver
grendeling ingeschakeld (zie "Instel
lingen wijzigen - Vergrendeling uit
schakelen").
^
Trek de stekker uit of schakel de des
betreffende zekering in uw
zekeringkast uit.
^
Laat de deur van het vriesvak open.
-
-
-
-
-
35
Reinigen
Zorg ervoor dat er geen water in de
elektronische besturing of de ver
lichting terechtkomt.
Er mag geen reinigingswater door
de afvoeropening voor het dooiwater
lopen.
Gebruik geen stoomreiniger. De
stoom kan in aanraking komen met
onderdelen van het toestel die onder
spanning staan en zo een kortslui
ting veroorzaken.
Het typeplaatje in de binnenruimte
van het toestel mag niet worden verwijderd. De informatie op dit plaatje is
belangrijk in geval van een storing!
Om schade aan de oppervlakken te
voorkomen, mogen de volgende middelen niet worden gebruikt om de oppervlakken te reinigen:
-
-
speciale "wondersponsen",
–
scherpe metaalschrapers!
–
Vóór het reinigen
Schakel het toestel uit.
^
Het display gaat uit. De koeling is uit
geschakeld.
Als dat niet het geval is, is de ver
grendeling ingeschakeld (zie "Instel
lingen wijzigen - Vergrendeling uit
schakelen").
Trek de stekker uit of schakel de des
^
betreffende zekering in uw
zekeringkast uit.
^ Haal de levensmiddelen uit het toe-
stel en bewaar ze op een koele
plaats.
^ Ontdooi het vriesvak.
^ Neem alle andere onderdelen die uit
het toestel kunnen worden genomen
uit het toestel om ze te reinigen.
-
-
-
-
-
–
reinigingsmiddelen die soda, ammo
niak, zuur of chloor bevatten,
–
kalkoplossende reinigingsmiddelen,
–
schurende reinigingsmiddelen, zoals
schuurpoeder, schuurmelk,
poetsstenen,
–
reinigingsmiddelen met oplosmiddel,
–
reinigingsmiddelen voor roestvrij staal,
–
afwasmiddelen voor de afwasautomaat,
–
ovensprays,
–
glasreinigers,
–
schurende harde sponsen en bor
stels (bijv. schuursponsen),
36
-
Legplaten
Voordat u de legplaat reinigt, verwijdert
u de roestvrijstalen rand en de achter
ste beschermrand. Ga daarbij als volgt
te werk:
^
Leg de legplaat op een zachte on
dergrond (bijv. een handdoek) op uw
werkblad.
^
Trek de roestvrijstalen rand af. Begin
aan één kant.
^
Trek de beschermlijst af.
^
Na het reinigen bevestigt u de roest
-
vrijstalen rand of de beschermlijst te
rug op de legplaat.
-
-
-
-
Reinigen
Binnenruimte, toebehoren
Reinig het toestel regelmatig (min
stens 1 keer per maand) en reinig het
vriesvak (afhankelijk van het model)
na elke ontdooiing.
Laat vuil niet aankoeken. Verwijder
het direct.
Reinig de binnenruimte en het toebe
^
horen met lauw water en wat handaf
wasmiddel. Ga na het reinigen met
een doek die met schoon water is
vochtig gemaakt over deze opper
vlakken. Wrijf vervolgens alles droog
met een doek.
De volgende onderdelen zijn geschiktvoor reiniging in de afwasautomaat:
– de flessenhouder, de eiervakjes, het
bakje voor ijsblokjes
(elk afhankelijk van het model meegeleverd)
– de rekken/flessenrekken in de
binnendeur
–
de legplaten (zonder het roestvrijsta
len gedeelte en zonder de
beschermlijst)
-
-
De volgende onderdelen zijn niet ge
schikt voor reiniging in de afwasau
tomaat:
de roestvrijstalen gedeelten en de
–
beschermlijsten op de legplaten
de fruit- en groentebakken of fruit- en
–
groentebak
(afhankelijk van het model)
Reinig deze onderdelen/dit toebeho
^
ren met de hand.
-
Reinig het gootje en de afvoerope
^
ning voor het dooiwater regelmatig
met een wattenstaafje of iets dergelijks, zodat het dooiwater ongehinderd kan weglopen.
^ Laat de toesteldeur korte tijd open-
staan.
Luchttoevoer- en
luchtafvoeropeningen
^
Reinig de luchttoevoer- en luchtaf
voeropeningen regelmatig met een
-
borsteltje of een stofzuiger. Wanneer
er zich stof ophoopt, stijgt het ener
gieverbruik.
-
-
-
-
-
-
De temperatuur van het gekozen af
wasprogramma mag maximaal 55 °C
bedragen!
Kunststofonderdelen kunnen in de af
wasautomaat verkleuren door contact
met bepaalde natuurlijke kleurstoffen,
bijv. in wortels, tomaten en ketchup.
Deze verkleuring heeft geen invloed
op de stabiliteit van de desbetreffen
de onderdelen.
-
-
-
37
Reinigen
Deurdichting
Behandel de deurdichting niet met
olie of vet. Anders wordt deze na
verloop van tijd poreus.
Reinig de deurdichting regelmatig
^
uitsluitend met schoon water en
droog ze daarna grondig met een
doek.
Na het reinigen
Plaats alle onderdelen in het toestel.
^
^ Steek de stekker van het toestel weer
in het stopcontact of schakel de desbetreffende zekering in uw
zekeringkast weer in, en schakel het
toestel weer in.
^ Schakel de functie "Super koelen"
een tijdje in, zodat het toestel snel
koud wordt.
^ Leg de levensmiddelen in het toestel
en sluit de toesteldeur.
38
Storingen verhelpen
De meeste problemen die zich bij het dagelijkse gebruik kunnen voordoen, kunt u
zelf oplossen. Het volgende overzicht kan u hierbij helpen.
Slaagt u er niet in aan de hand van dit overzicht de oorzaak van een storing te
vinden of een probleem te verhelpen, neem dan contact op met de dienst Herstel
lingen aan huis van Miele.
Om het koudeverlies zo beperkt mogelijk te houden, laat u indien mogelijk de deur
van het toestel gesloten totdat de storing verholpen is.
Door ondeskundig uitgevoerde installatie-, onderhouds- of herstellingswerken
kunnen er voor de gebruiker aanzienlijke risico's ontstaan. Installatie-,
onderhouds- of herstellingswerken mogen alleen door vakmensen worden uit
gevoerd die door Miele erkend zijn.
ProbleemOorzaakOplossing
-
-
Het toestel heeft
geen koelvermogen,
de binnenverlichting werkt niet terwijl de toesteldeur
geopend is en het
display gaat niet
aan.
Het toestel is niet ingeschakeld.
De stekker zit niet goed in
het stopcontact.
De desbetreffende zeke
ring in uw zekeringkast is
gesprongen. Mogelijk is er
een probleem met het
koeltoestel, de elektrische
spanning in uw huis of een
ander toestel.
-
^ Schakel het toestel in. Het
display moet aangaan.
^ Steek de stekker in het
stopcontact. Wanneer het
toestel uitgeschakeld is,
verschijnt op het display
het netaansluitingssymbool t.
^
Als dat het geval is, doet u
een beroep op een elektri
cien of de dienst Herstel
lingen aan huis van Miele.
-
-
39
Storingen verhelpen
De compressor schakelt steeds vaker in en werkt steeds langer,
zodat de temperatuur in het toestel daalt.
ProbleemOorzaakOplossing
Stel een andere tempera
De temperatuur in
het toestel is te
laag.
De temperatuur in het toe
stel is te laag ingesteld.
De deur van het vriesvak
(afhankelijk van het model)
is niet goed gesloten.
Er werd een grote hoeveel
heid levensmiddelen in één
keer ingevroren.
^
tuur in.
Controleer of de deur van
^
het vriesvak (afhankelijk
van het model) goed sluit.
Neem de opmerkingen in
^
de rubriek "Invriezen en
bewaren" in acht.
-
De compressor
werkt constant.
De functie "Super koelen" is
nog ingeschakeld. De functie schakelt automatisch uit
na ca. 12 uur.
Om energie te besparen,
schakelt de compressor bij
een gering koudeverbruik
op een laag toerental over.
Daardoor wordt de wer
kingstijd van de compressor
verlengd.
-
Om energie te besparen,
kunt u "Super koelen" zelf
eerder uitschakelen:
^ Druk op de toets voor "Su-
per koelen".
U hoeft niets te doen!
40
Storingen verhelpen
ProbleemOorzaakOplossing
Dek de luchttoevoer- en
De compressor
schakelt steeds
vaker in en werkt
steeds langer.
De luchttoevoer- en luchtaf
voeropeningen zijn afge
dekt of afgesloten.
De toesteldeur en de deur
van het vriesvak (afhankelijk
van het model) werden vaak
geopend of er werden grote
hoeveelheden levensmid
delen in het toestel geplaatst of ingevroren.
^
-
-
luchtafvoeropeningen niet
af.
Reinig de luchttoevoer- en
^
luchtafvoeropeningen re
gelmatig om stof te verwij
deren.
Open de deur alleen in
^
dien nodig en altijd zo kort
mogelijk.
De vereiste temperatuur
wordt na enige tijd vanzelf
weer bereikt.
-
-
-
De toesteldeur en/of de
deur van het vriesvak (afhankelijk van het model) zijn
niet goed gesloten.
Mogelijk heeft er zich al een
dikke ijslaag gevormd in het
vriesvak (afhankelijk van het
model).
De kamertemperatuur is te
warm.
Hoe hoger de kamertempe
ratuur, hoe langer de com
pressor werkt.
Het toestel is niet goed in
gebouwd in de nis.
-
-
^ Sluit de deuren.
De vereiste temperatuur
wordt na enige tijd vanzelf
weer bereikt.
Als er zich al een dikke ijslaag heeft gevormd, vermindert het koelvermogen.
Daardoor stijgt het energie
verbruik.
^
Ontdooi het toestel en rei
nig het.
^
Neem de opmerkingen in
acht die vermeld staan in
de rubriek "Opmerkingen
omtrent de montage Opstelplaats".
^
Neem de opmerkingen in
acht die vermeld staan in
de rubrieken "Opmer
kingen omtrent de monta
ge; "Toestel inbouwen".
-
-
-
-
41
Storingen verhelpen
De compressor schakelt steeds minder vaak in en werkt steeds korter,
zodat de temperatuur in het toestel stijgt.
ProbleemOorzaakOplossing
Stel een andere tempera
De temperatuur in
het toestel is te
warm.
De ingevroren le
vensmiddelen begin
nen te ontdooien.
-
Dit is geen storing!
De kamertemperatuur was
lager dan de kamertempe
-
ratuur waarvoor uw toestel
ontworpen is.
De compressor schakelt
minder vaak in als de kamertemperatuur te laag is.
Daardoor kan het in het
vriesvak (afhankelijk van
het model) te warm worden.
^
tuur in.
Controleer de tempera
^
tuur in het toestel op
nieuw na 24 uur.
Neem de opmerkingen in
^
acht die vermeld staan in
de rubriek "Opmerkingen
omtrent de montage Opstelplaats".
^ Verhoog de kamertempe-
ratuur.
-
-
-
Aanduiding op het display
ProbleemOorzaakOplossing
^
Neem in dat geval con
Op het display wordt
"F0 tot F9" weerge
geven.
42
Er zit een storing in het toe
-
stel.
tact op met de dienst
Herstellingen aan huis
van Miele.
-
Storingen verhelpen
Binnenverlichting
ProbleemOorzaakOplossing
Druk op de aan-uit-
De binnenverlich
ting werkt niet.
Het toestel is niet ingescha
-
keld.
^
toets.
De binnenverlichting wordt
automatisch uitgeschakeld
als de toesteldeur
ca. 15 minuten openstaat.
Dat voorkomt oververhitting.
Is dat niet het geval, dan zit
er een storing in het toestel.
Neem in dat geval contact
op met de dienst Herstellin
gen aan huis van Miele.
De ledverlichting mag alleen
door de dienst Herstellingen
aan huis van Miele worden
hersteld en vervangen. On
der de lichtafdekking bevin
den zich onderdelen die onder spanning staan. Gevaar
voor verwonding en beschadiging!
De lichtafdekking mag
niet worden afgenomen!
Er ontstaat gevaar als de
afdekking beschadigd is
of na beschadiging
weggenomen is Opgepast! Kijk nooit met
optische instrumenten
(zoals een vergrootglas
of iets dergelijks) in de
straal van de laser
(laserstraling van klasse
1M)!
-
-
-
43
Storingen verhelpen
Andere storingen
ProbleemOorzaakOplossing
Maak de levensmiddelen
De levensmiddelen
zijn vastgevroren.
Het toestel kan niet
worden uitgescha
keld.
Het toestel voelt
warm aan aan de
buitenwanden.
De verpakking van de le
vensmiddelen was niet
droog toen u de levensmid
delen in het toestel legde.
De vergrendeling is inge
schakeld. Op het display
-
brandt het symbool 0.
Dit is geen storing! De
warmte die de motor van de
compressor afgeeft bij het
koelen, wordt gebruikt om
condensatie te voorkomen.
^
los met een stomp voor
werp, bijv. een lepelsteel.
-
Schakel de vergrendeling
^
uit (zie "Instellingen wijzi
gen - Vergrendeling uit
schakelen").
U hoeft niets te doen!
^
-
-
-
De bodem van de
koelzone is nat.
De afvoeropening voor het
dooiwater zit verstopt.
^ Reinig het gootje en de af-
voeropening voor het
dooiwater.
44
Waar bepaalde geluiden vandaan komen
Heel normale ge
luiden
Brrrrr ...Gebrom komt van de motor (compressor). Dat kan even wat
Blubb, blubb ...Geborrel, geklots of gezoem komt van het koelmiddel dat
Klik ...U hoort een klik telkens als de thermostaat de motor in- of uit
Sssrrrrr ...Bij toestellen met verschillende zones of bij NoFrost-modellen
Krak ...Wanneer het materiaal in uw toestel uitzet, kunt u gekraak ho-
Hou ermee rekening dat motor- en stromingsgeluiden in het koelcircuit niet te
vermijden zijn!
Geluiden die u
vlot kunt verhelpen
Geklepper,
gerammel,
gerinkel
Waar komen ze vandaan?
-
harder worden terwijl de motor wordt ingeschakeld.
door de buisjes vloeit.
schakelt.
kunt u een zacht geruis horen van de luchtstroming in de bin
nenruimte van het toestel.
ren.
OorzaakOplossing
Het toestel staat niet waterpas.
Stel het toestel waterpas.
Schroef de voetjes in of uit
het toestel of leg iets onder
het toestel.
-
-
Het toestel raakt andere toe
stellen of meubels.
Laden, korven of legplaten tril
len of knellen.
Flessen of recipiënten raken
elkaar.
De kabelhouder hangt nog te
gen de achterwand van het
toestel.
-
Schuif het toestel van de
meubels of andere toestellen
weg.
-
Controleer de uitneembare
onderdelen en zet ze eventu
eel opnieuw op hun plaats.
Schuif de flessen of reci
piënten wat uit elkaar.
-
Neem de kabelhouder weg.
-
-
45
Service After Sales/garantie
Neem bij storingen die u niet zelf kunt
verhelpen contact op met
uw Miele-handelaar
–
of
de dienst Herstellingen aan huis van
–
Miele.
Het telefoonnummer van de dienst
Herstellingen aan huis van Miele
vindt u op de achterzijde van deze
gebruiksaanwijzing.
Om u gericht te kunnen helpen, heeft
de dienst Herstellingen aan huis van
Miele het toesteltype en het serienummer van uw toestel nodig. Beide gegevens vindt u op het typeplaatje in de
binnenruimte van het toestel.
Duur en voorwaarden van de
garantie
De duur van de garantie bedraagt
2 jaar.
Voor meer informatie over de garantie
voorwaarden in uw land neemt u con
tact op via het telefoonnummer van de
dienst Consumentenbelangen
(Productinformatie voor particulieren)
van de N.V. Miele België.
Het telefoonnummer van de dienst
Consumentenbelangen
(Productinformatie voor particulieren)
van Miele vindt u op de achterzijde
van deze gebruiksaanwijzing.
46
-
-
Gegevens voor testinstellingen
De tests moeten volgens de van toe
passing zijnde normen en richtlijnen
worden uitgevoerd.
Bij het voorbereiden en uitvoeren van
de toesteltests moet ook rekening wor
den gehouden met de volgende gege
vens van de fabrikant:
Beladingsplannen,
–
Opmerkingen in de gebruiks- en
–
montageaanwijzing.
-
-
-
47
Elektrische aansluiting
Het toestel wordt aansluitklaar geleverd
voor wisselstroom van 50 Hz,
220 – 240 V.
De zekering moet minstens 10 A bedra
gen.
Het toestel moet worden aangesloten
op een geaard stopcontact dat volgens
de voorschriften is geïnstalleerd. De
elektrische installatie moet uitgevoerd
zijn overeenkomstig de plaatselijke
voorschriften.
Het toestel moet in geval van nood snel
kunnen worden losgekoppeld van het
elektriciteitsnet. Daarom moet het stopcontact gemakkelijk toegankelijk zijn.
Het mag zich dus niet achter het toestel
bevinden.
Als het stopcontact na de inbouw niet
meer toegankelijk is, moet in de installatie een scheidingsinrichting voor elke
pool voorhanden zijn. Als stroomonderbrekers kunnen schakelaars worden
gebruikt met een contactopening van
minstens 3 mm. Denk hierbij bijvoor
beeld aan LS-schakelaars, zekeringen
en contactsluiters (EN 60335).
De stekker en de aansluitkabel van het
toestel mogen niet de achterzijde van
het toestel raken. Anders kunnen de
stekker en de aansluitkabel bescha
digd raken door trillingen van het toe
stel. Dat kan een kortsluiting veroorza
ken.
-
-
-
-
Aansluiting via een verlengkabel is niet
toegestaan, aangezien verlengkabels
niet voldoende veiligheidsgaranties bie
den. Er bestaat onder andere gevaar
voor oververhitting.
Het toestel mag niet op
gelijkstroom-wisselstroommutators wor
den aangesloten, die bijvoorbeeld bij
stroomvoorziening op zonne-energie
worden gebruikt.
In dat geval kunnen er zich bij het in
schakelen van het toestel spannings
pieken voordoen, die ertoe kunnen lei
den dat het toestel wordt uitgeschakeld
om veiligheidsredenen. De elektronische besturing kan beschadigd raken!
De stekker van de aansluitkabel van het
toestel mag niet worden vervangen
door een energiebesparende stekker
(bijv. van het merk SavaPlug). Hierdoor
wordt de energietoevoer naar het toestel verminderd en wordt het toestel te
warm.
Als de aansluitkabel moet worden
vervangen, dan mag dat alleen worden
uitgevoerd door een erkende vakman
of vakvrouw die op de hoogte is van
elektriciteitsaansluitingen.
-
-
-
-
-
Ook andere toestellen mogen niet wor
den aangesloten op stopcontacten die
zich bevinden achter het toestel.
48
-
Opmerkingen omtrent de montage
Een niet-ingebouwd toestel kan kan
-
telen!
Opstelplaats
Kies geen plaats direct naast een for
nuis, een verwarming of in de omge
ving van een venster met rechtstreekse
inval van zonnestralen. Hoe hoger de
kamertemperatuur, hoe langer de com
pressor moet werken en hoe hoger het
energieverbruik. Een droge,
verluchtbare ruimte is geschikt.
Neem de volgende opmerkingen in
acht bij het inbouwen van het toestel:
– Het stopcontact moet gemakkelijk
toegankelijk zijn in geval van nood.
Het mag zich dus niet achter het toestel bevinden.
– De stekker en de aansluitkabel van
het toestel mogen niet de achterzijde
van het toestel raken. Anders kunnen
deze beschadigd raken door trillingen van het toestel.
–
Ook andere toestellen mogen niet
worden aangesloten op
stopcontacten die zich bevinden
achter dit toestel.
-
-
Belangrijk! Bij een hoge luchtvoch
tigheid kan het vocht condenseren
en zich afzetten op de
buitenoppervlakken van het toestel.
Dat condenswater kan leiden tot cor
rosie van de buitenwanden van het
toestel.
Om dat te voorkomen, is het aanbe
volen het toestel op te stellen in een
-
ruimte die voldoende wordt verlucht,
droog is en/of airco heeft.
Controleer na het inbouwen dat de
toesteldeuren goed sluiten, dat de
aangegeven luchttoevoer- en luchtaf
voeropeningen in acht worden genomen en dat het toestel werd ingebouwd zoals beschreven.
Klimaatklasse
Het toestel is ontworpen voor een bepaalde klimaatklasse (bereik van de kamertemperatuur) waarvan de onder- en
bovengrens in acht moeten worden genomen. De klimaatklasse is vermeld op
het typeplaatje in de binnenruimte van
het toestel.
KlimaatklasseKamertemperatuur
SN
N
ST
T
van +10 °C tot +32 °C
van +16 °C tot +32 °C
van +16 °C tot +38 °C
van +16 °C tot +43 °C
-
-
-
-
Een te lage kamertemperatuur heeft tot
gevolg dat de compressor gedurende
lange tijd niet werkt. Dit kan tot hogere
temperaturen in het toestel leiden, die
nadelig kunnen zijn voor de bewaarde
levensmiddelen.
49
Opmerkingen omtrent de montage
Luchttoevoer en -afvoer
De aangegeven luchttoevoer- en
luchtafvoeropeningen moeten in elk
geval in acht worden genomen. An
ders schakelt de compressor vaker in
en werkt deze langer. Dat leidt tot een
hoger energieverbruik. Ook zorgt dat
voor een hogere werkingstemperatuur
van de compressor, waardoor deze
beschadigd kan raken.
De lucht aan de achterwand van het toe
stel wordt opgewarmd. Daarom moet de
inbouwkast zo gemaakt zijn dat de
luchttoevoer en luchtafvoer niet worden
gehinderd (zie "Inbouwafmetingen"):
-
De luchttoevoer- en luchtafvoerope
–
ningen in de sokkel (plint) van het meu
bel, in de inbouwkast en onder het pla
fond moeten overal minstens 200 cm
groot zijn, zodat de opgewarmde lucht
ongehinderd kan wegstromen.
Belangrijk! Hoe groter de luchttoevoer-
–
en luchtafvoeropeningen zijn, hoe
energiezuiniger het toestel werkt.
De luchttoevoer- en luchtafvoerope
ningen mogen niet worden afgedekt
of afgesloten.
Bovendien moeten ze regelmatig
worden gereinigd om stof te verwijderen.
Bovenste luchtafvoeropening
De bovenste luchtafvoeropening kan
op verschillende manieren worden gerealiseerd:
-
-
-
2
-
–
De luchttoevoer a verloopt via de
sokkel (plint) en de luchtafvoer b
gebeurt bovenaan, in het achterste
gedeelte van het keukenmeubel.
–
Met het oog op de luchttoevoer en
luchtafvoer moet er aan de achterzij
de van het toestel een luchtafvoerka
naal van minimum 40 mm diep voor
zien zijn.
50
a vlak boven het toestel met een venti
latierooster (vrije doorlaat van min
stens 200 cm
2
)
-
b tussen het keukenmeubel en het pla
-
-
fond
c in een vals plafond
-
-
-
Opmerkingen omtrent de montage
Voor u het toestel inbouwt
Voor u het toestel inbouwt, neemt u
^
de zak met montage-elementen en
ander toebehoren uit het toestel en
verwijdert u de boordband van de
buitenste toesteldeur.
Verwijder in geen geval het vol
^
gende van de achterzijde van het
toestel:
– de afstandshouders (afhankelijk van
het model).
Deze garanderen dat de vereiste afstand tussen de achterzijde van het
toestel en de muur bewaard blijft.
-
– de zakjes die zich in het metalen
rooster (warmtewisselaar) bevinden
(afhankelijk van het model).
Deze zijn belangrijk voor de werking
van het toestel. De inhoud is niet gif
tig en niet gevaarlijk.
^
Verwijder de kabelhouder van de
achterzijde van het toestel.
^
Controleer of de onderdelen aan de
achterwand van het toestel nergens
tegenaan kunnen komen. Buig ze zo
nodig voorzichtig de andere kant op.
-
51
Inbouwafmetingen
Voordat u het toestel inbouwt, moet u ervoor zorgen dat de inbouwkast precies
de juiste inbouwafmetingen heeft. De aangegeven luchttoevoer- en luchtafvoeropeningen moeten in elk geval in acht worden genomen om te garanderen dat
het toestel correct werkt.
Hoogte van de nis [mm]
A
K 32122 i874 - 890
K 32142 iF874 - 890
K 34122 i1220 - 1236
K 34142 iF1220 - 1236
52
De draairichting van de deur veranderen
Voer het veranderen van de draai
richting van de deur altijd met twee
personen uit.
Het toestel wordt geleverd met een
rechtsscharnierende deur. Als de deur
linksscharnierend moet zijn, moet u de
draairichting van de deur veranderen.
Om de draairichting van de deur te
veranderen, hebt u het volgende ge
reedschap nodig:
^ Open de toesteldeur.
-
Opgelet! Zodra u hieronder de
schroef van de lagersteun verwijdert,
zit de deur los!
-
^ Draai de schroef c op de lagersteun
d los.
^
Verwijder de afdekkingen a en b
met behulp van een sleufschroeven
draaier.
^
Schuif de toesteldeur e naar buiten
toe, licht ze uit de hengsels en plaats
ze even opzij.
-
53
De draairichting van de deur veranderen
Trek de bovenste lagersteun d uit en
^
plaats deze aan de andere zijde.
^ Schroef de lagersteun g los en
schroef deze aan de andere zijde
vast.
^ Verwijder de lagerbout h samen met
het schijfje en breng beide aan de
andere zijde aan.
54
^
Plaats de toesteldeur e van boven af
op de lagerbout h.
^
Sluit de toesteldeur.
^
Schroef de bovenste lagersteun d
weer vast op het toestel.
^
Draai alle schroeven nog een keer
vast.
^
Plaats de afdekking b terug.
De draairichting van de deur veranderen
Deur van het vriesvak
Open de deur van het vriesvak c.
^
Klap de afdekking op de lagersteun
^
a naar beneden.
^ Schroef de lagersteun b los en
neem de deur van het vriesvak c samen met de lagersteun weg.
^ Schroef het grendelstuk d los.
^
Plaats het grendelstuk d 180° ge
draaid aan de andere zijde en
schroef het vast.
^
Sluit de vrijgekomen openingen af
met de bijgeleverde afdekkingen e.
^
Plaats de lagersteun b samen met
de deur van het vriesvak c van bo
ven af en schroef de lagersteun b
vast.
^
Klap de afdekking op de lagersteun
a weer dicht.
-
-
55
Toestel inbouwen
Stel het toestel met zijn tweeën op.
Bouw het toestel alleen in in stabiele
^
vaststaande keukenmeubels die ge
schikt zijn voor inbouw en die zich
bevinden op een vlakke ondergrond
die waterpas ligt.
Zorg ervoor dat de inbouwkasten niet
^
kunnen omkantelen.
Voor de inbouw van het toestel hebt
u het volgende gereedschap nodig:
-
^
Controleer met een waterpas dat het
keukenmeubel waterpas staat.
De hoeken van de kast moeten in
een hoek van 90° ten opzichte van el
kaar staan omdat de meubeldeur an
ders niet tegen alle vier de hoeken
van de kast komt.
^
De luchttoevoer- en luchtafvoerope
ningen moeten in elk geval in acht
worden genomen (zie "Opmerkingen
omtrent de montage - Luchttoevoer
en -afvoer"; "Inbouwafmetingen").
56
-
-
-
Toestel inbouwen
U hebt de volgende
montage-elementen nodig
Alle montage-elementen zijn aangeduid
met cijfers. Deze aanduiding van het
montage-element wordt ook gebruikt in
de desbetreffende montagestap.
voor de inbouw van het toestel in
–
de nis:
voor de bevestiging van de meu
–
beldeur:
Alle montagestappen zijn beschre
ven voor een toestel met rechts-scharnierende deur. Als u de draairichting van de deur hebt veranderd
naar links, moet u hiermee rekening
houden in de montagestappen.
^ Stel het toestel op vlak voor de nis
van het keukenmeubel.
-
-
^
Schuif de opvullijst a in de gleuf.
57
Toestel inbouwen
Schuif het toestel voor twee derde in
^
de inbouwnis.
Let erop dat de aansluitkabel niet
gekneld raakt wanneer u het toestel
inschuift!
Tip om het toestel gemakkelijker in te
schuiven:
Bevestig een touw aan de stekker om
zo de aansluitkabel te "verlengen".
Na het inbouwen trekt u aan de andere
kant van het touw om de aansluitkabel
door het keukenmeubel heen te trek
ken, zodat u het toestel na het in
bouwen gemakkelijk op het elektrici
teitsnet kunt aansluiten.
-
-
-
^ Trek de beschermfolie van de
boordband e.
^ Kleef de boordband e op de zijde
van het toestel langs waar de deur
opengaat. De boordband moet gelijk
liggen met de voorzijde.
1. Start de boordband daarbij vanaf
de onderzijde van het bovenste be
vestigingsstuk.
2. Kleef deze vast over de hele leng
te.
-
-
^
Verwijder de afdekking b van de bo
venste hoek van het toestel. Gebruik
daarvoor een sleufschroevendraaier.
^
Schroef het bevestigingsstuk c met
de schroef d bovenaan links vast op
het toestel.
58
-
Toestel inbouwen
Toestel inbouwen
^ Schroef de onderste bevestigings-
beugel f met de schroeven g losjes
op het toestel.
^
Schuif het toestel zover in de inbouw
nis:
- totdat de bovenste bevestigings
beugel c de voorzijde van de zij
wand van het meubel raakt.
- totdat de voorzijde van de onderste
bevestigingsbeugel f en de bevesti
gingsbeugel onderaan rechts gelijk
liggen met de voorzijde van de bo
dem van het meubel.
Bij meubels met stootonderdelen (zo
als noppen, dichtingsstroken enz.)
moet de opbouwdikte van deze onder
delen worden ingecalculeerd, zodat er
ook hier een afstand van 42 mm in acht
wordt genomen.
Trek het toestel wat uit, naargelang
^
de opbouwdikte.
Tip: Verwijder de stootonderdelen! Ook
dan ligt alles gelijk met de omringende
meubeldeuren.
Als de afstand van 42 mm (van het
corpus van het toestel tot de voorzij
de van de zijwanden van het meubel) niet in acht wordt genomen,
sluit de toesteldeur mogelijk niet
goed.
Dat kan tot ijsvorming, condensvorming en andere functiestoringen leiden die het energieverbruik kunnen
verhogen!
^ Draai nu de schroeven g op de be-
vestigingsbeugel f vast.
-
-
-
-
-
-
-
-
Er moet een afstand van 42 mm (van
het corpus van het toestel tot de
voorzijde van de zijwanden van het
meubel) in acht worden genomen.
59
Toestel inbouwen
Toestel in de nis bevestigen
^ Duw het toestel tegen de wand van
het meubel en bevestig het toestel
met de schroeven h in de bevestigingsbeugel c.
Indien nodig verschuift u de opvullijst
^
totdat deze parallel ligt met de bo
venzijde van de kast. De opvullijst
mag niet uitsteken maar moet wat
inspringen!
^ Breek het uitstekende gedeelte l
van de bevestigingsbeugel c af. U
hebt dat niet meer nodig en mag dat
weggooien.
^ Plaats de afdekking b op haar
plaats.
-
^
Schroef de bevestigingsbeugel f
met de schroef i vast op de bodem
van de kast.
^
Bevestig het toestel met de schroef
j in de lagersteun k.
Zorg ervoor dat alle schroefverbin
dingen goed vastzitten.
60
^
Schuif het kunststoflipje in de
linkeropening van de afdekking m en
plaats deze op haar plaats.
-
^
Klap de afdekking van de bevesti
gingsbeugel f omlaag.
-
Toestel inbouwen
Meubeldeur op de toesteldeur
bevestigen
Stel de deurkoppeling zo af dat de
^
gesloten meubeldeur langs de zijde
van de greep niet volledig tegen de
wand van de kast komt. Er moet een
minimumafstand van 1 mm in acht
worden genomen. Dat is belangrijk
met het oog op een duurzame isola
tie.
Draai alle schroeven nog een keer
^
vast.
-
^
Bevestig de
deurkoppelingselementen n op de
toesteldeur met de schroeven o.
^
Open de deur volledig en schuif de
koppelingsrails p in de
deurkoppelingselementen n.
^
Plaats de meubeldeur op de toestel
deur en schroef de koppelingsrails p
met de schroeven q op de meubel
deur. Daarbij moet de afstand d (=
dikte van de wand van de inbouwnis)
tot de buitenzijde van de meubeldeur
in acht worden genomen.
-
-
616263
Wijzigingen voorbehouden / 0813
K 32122 i, K 32142 iF, K 34122 i, K 34142 iF
M.-Nr. 09 521 380 / 00
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.