MIELE H 6401 B User Manual [nl]

Gebruiks- en montageaanwijzing Ovens
Lees absoluut de gebruiks- en montageaanwijzing voor u het toestel plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan het toestel.
M.-Nr. 09 609 270nl-BE
Inhoud
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu ......................18
Aan-uittoets K ....................................................21
Sensortoetsen ....................................................21
Display ..........................................................24
Uitrusting .......................................................26
Toesteltype ......................................................26
Typeplaatje ......................................................26
Meegeleverd en mits toeslag verkrijgbaar toebehoren.....................26
Zijroosters .....................................................27
Bakplaat, universele bakplaat en rooster met uittrekbeveiliging ...........27
FlexiClip-geleiders HFC71 ........................................28
FlexiClip-geleiders plaatsen en verwijderen...........................28
Vergrendeling 0 van de oven .....................................32
Veiligheidsuitschakeling ..........................................32
Koelventilator ..................................................32
Geventileerde deur ..............................................32
Met PerfectClean veredelde oppervlakken ..............................33
Katalytisch geëmailleerde oppervlaken ................................33
Basisinstellingen ..................................................34
Oven voor het eerst opwarmen en het verdampingssysteem doorspoelen .....36
Instellingen ......................................................38
Instellingen wijzigen en opslaan....................................40
Taal J...........................................................40
Tijd .............................................................41
Weergave .....................................................41
Tijdsformaat ...................................................41
Instellen.......................................................41
Datum ..........................................................41
Verlichting .......................................................42
2
Inhoud
Lichtsterkte display ................................................42
Volume ..........................................................42
Geluidssignalen ................................................42
Toetsgeluid (Toetssignaal) ........................................42
Eenheden........................................................43
Gewicht.......................................................43
Temperatuur ...................................................43
Naloop ventilator ..................................................43
Veiligheid ........................................................44
Vergrendeling
Toetsenvergrendeling............................................45
Handelaar .......................................................45
Demo-functie ..................................................45
Fabrieksinstellingen ................................................45
Kookwekker N ...................................................46
Kookwekkertijd instellen ..........................................46
Kookwekkertijd wijzigen ..........................................47
Kookwekkertijd wissen ...........................................47
Restwarmtebenutting ............................................50
Koelventilator .....................................................51
Functie wijzigen ...................................................52
Snel opwarmen ...................................................54
Ovenruimte voorverwarmen .......................................54
Bereidingsproces automatisch uitschakelen ..........................55
Bereidingsproces automatisch in- en uitschakelen .....................56
Verloop van een bereidingsproces dat automatisch wordt in- en uitgeschakeld
.............................................................56
Ingestelde bereidingstijden wijzigen ................................57
Bereidingsproces afbreken .......................................57
0 ................................................44
3
Inhoud
Profi d.........................................................58
Verloop van een bereidingsproces bij gebruik van de ovenfunctie Profi d ....60
Temperatuur instellen ............................................60
Aantal stoomstoten instellen .......................................60
Tijdstip van de stoomstoten:.......................................61
Water klaarzetten en opzuigproces starten ...........................61
Functie wijzigen ................................................62
Automatische stoomstoot .........................................63
1, 2 of 3 stoomstoten ............................................63
Restwaterverdamping meteen uitvoeren .............................64
Restwaterverdamping overslaan ...................................65
Overzicht ........................................................66
Opmerkingen omtrent het gebruik ..................................67
Eigen programma's ...............................................68
Bereidingsstappen wijzigen .......................................71
Naam wijzigen .................................................72
Bakken .........................................................74
Baktabel.........................................................76
Braden..........................................................80
Braadtabel .......................................................82
Grillen ..........................................................86
Grilltabel.........................................................89
Bruineren .....................................................90
Ontdooien .....................................................91
4
Inhoud
Drogen .......................................................92
Opwarmen ....................................................93
Deeg laten rijzen................................................93
Pizza .........................................................94
Servies verwarmen ..............................................94
Diepgevroren producten/kant-en-klaargerechten .........................96
Controlegerechten volgens EN 60350 ...............................97
Energie-efficiëntieklasse..........................................97
Tips ............................................................99
Normaal vuil ......................................................99
Hardnekkig vuil (op andere oppervlakken dan op de FlexiClip-geleiders).....100
Hardnekkig vuil op de FlexiClip-geleiders..............................101
Vuil op de katalytisch geëmailleerde achterwand........................101
Vuil door kruiden, suiker en dergelijke verwijderen ....................101
Vuil door olie en vet verwijderen...................................102
Deur uit elkaar halen............................................104
Deur plaatsen ...................................................107
Steunroosters met FlexiClip-geleiders verwijderen .......................108
Verwarmingselement voor bovenwarmte/de grill omlaagklappen............109
Verloop van een ontkalkingsproces ................................110
Ontkalkingsproces voorbereiden ..................................111
Ontkalkingsproces uitvoeren .....................................111
Dienst Herstellingen aan huis van Miele en garantie ...................120
Detailafmetingen van het front van de oven ............................125
5
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Deze oven voldoet aan de voorgeschreven veiligheidsvoor
­schriften. Door ondeskundig gebruik kunnen gebruikers echter letsel oplopen en kan er schade optreden aan het toestel.
Lees de gebruiks- en montageaanwijzing aandachtig voor u de oven in gebruik neemt. U vindt er belangrijke opmerkingen omtrent inbouw, veiligheid, gebruik en onderhoud. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan de oven. Miele is niet aansprakelijk voor schade die ontstaan is doordat deze opmerkingen niet in acht werden genomen.
Bewaar de gebruiks- en montageaanwijzing en geef ze door aan wie het toestel eventueel na u gebruikt.
6
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Juist gebruik
Deze oven is bedoeld voor gebruik in het huishouden en in
~
gelijkaardige omgevingen.
Deze oven is niet bestemd voor gebruik buiten.
~
Gebruik de oven uitsluitend in huishoudelijke context voor het
~
bakken, braden, grillen, bereiden, ontdooien, inmaken en drogen van levensmiddelen. Gebruik voor andere doeleinden is niet toegelaten.
Personen die door hun fysieke, zintuiglijke of geestelijke mogelijk
~
heden of hun onervarenheid of gebrek aan kennis niet in staat zijn de oven veilig te bedienen, moeten bij de bediening in het oog wor­den gehouden. Deze personen mogen de oven zonder toezicht bedienen, maar al­leen wanneer hun de bediening van het toestel zo uitgelegd is dat ze het veilig kunnen bedienen. Ze moeten de eventuele risico's van een foutieve bediening kunnen beseffen en begrijpen.
-
7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Kinderen in het huishouden
Kinderen jonger dan acht jaar moeten uit de buurt van de oven
~
worden gehouden, tenzij ze constant in het oog worden gehouden.
Kinderen vanaf acht jaar mogen de oven zonder toezicht bedie
~
nen, maar alleen wanneer hun de bediening van het toestel zo uitge legd is dat ze het veilig kunnen bedienen. Ze moeten de eventuele risico's van een foutieve bediening kunnen beseffen en begrijpen.
Kinderen mogen de oven niet zonder toezicht reinigen of onder
~
houden.
Let op kinderen die in de buurt van de oven komen. Laat kin-
~
deren nooit met de oven spelen.
Gevaar voor verstikking! Spelende kinderen kunnen zich wikkelen
~
in verpakkingsmateriaal (bijv. folies) of het over hun hoofd trekken en daardoor stikken. Hou kinderen uit de buurt van verpakkingsma­teriaal.
-
-
-
8
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Gevaar voor verbranding!
~
De huid van kinderen reageert gevoeliger op hoge temperaturen dan de huid van volwassenen. De glasplaat van de deur, het bedie ningspaneel en de openingen voor de uitvoer van de lucht van de ovenruimte worden warm. Voorkom dat kinderen tijdens de werking de oven aanraken.
Gevaar voor verwonding!
~
De deur kan maximaal 15 kg dragen. Kinderen kunnen zich verwon den aan de geopende deur. Voorkom dat kinderen op de geopende deur gaan staan of zitten of eraan gaan hangen.
-
-
9
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Technische veiligheid
Door ondeskundig uitgevoerde installatie-, onderhouds- of
~
herstellingswerken kunnen er voor de gebruiker aanzienlijke risico's ontstaan. Installatie-, onderhouds- of herstellingswerken mogen al leen door vakmensen worden uitgevoerd die door Miele erkend zijn.
Beschadigingen aan de oven kunnen uw veiligheid in gevaar
~
brengen. Controleer of het toestel zichtbaar beschadigd is. Een be schadigde oven mag u nooit in gebruik nemen.
De elektrische veiligheid van de oven wordt enkel gegarandeerd
~
wanneer het toestel wordt aangesloten op een volgens de voor­schriften geïnstalleerd aardsysteem. Het is heel belangrijk dat aan deze fundamentele veiligheidsvoorwaarde is voldaan. Laat de elek­trische installatie in uw woning bij twijfel door een elektricien con­troleren.
-
-
De aansluitgegevens (frequentie en spanning) op het typeplaatje
~
van de oven moeten absoluut overeenstemmen met deze van het elektriciteitsnet. Zo voorkomt u schade aan de oven. Vergelijk deze gegevens voordat u het toestel aansluit. Vraag bij twijfel inlichtingen aan een elektricien.
Stopcontactenblokken of verlengkabels bieden niet voldoende
~
veiligheidsgaranties (gevaar voor brand). Gebruik deze niet om de oven aan te sluiten op het elektriciteitsnet.
Gebruik de oven enkel in ingebouwde toestand. Enkel dan is een
~
veilige werking gegarandeerd.
Deze oven mag niet op niet-vaste plaatsen (bijv. op een schip)
~
worden gebruikt.
10
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Wanneer u aansluitingen onder spanning aanraakt of de elek
~
trische en mechanische constructie wijzigt, kan dat voor u gevaar opleveren. Het kan ook tot storingen in de werking van de oven lei den. Open nooit de behuizing van de oven.
Het recht op garantie vervalt wanneer de oven door een klanten
~
dienst wordt hersteld die niet door Miele is erkend.
Enkel met originele Miele-wisselstukken bent u zeker dat ze ten
~
volle voldoen aan de eisen die Miele qua veiligheid stelt. Defecte onderdelen mogen enkel worden vervangen door originele Miele-wisselstukken.
Als de oven zonder aansluitkabel wordt geleverd of als een be-
~
schadigde aansluitkabel moet worden vervangen, moet een specia­le aansluitkabel worden geïnstalleerd door een vakman of vakvrouw die door Miele erkend is (zie rubriek "Elektrische aansluiting").
Tijdens installatie-, onderhouds- en herstellingswerken (bijv. wan-
~
neer de ovenverlichting defect is) moet het toestel van het elektrici­teitsnet losgekoppeld zijn (zie rubriek "Wat gedaan als ...?"). Ga daartoe als volgt te werk:
schakel de zekeringen in uw zekeringkast uit of
-
-
-
draai de schroefzekeringen in uw zekeringkast helemaal uit of
trek de stekker van het toestel (als de aansluitkabel uitgerust is met een stekker) uit het stopcontact. Trek daarbij niet aan de aansluitkabel, wel aan de stekker.
11
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Om optimaal te kunnen werken, heeft de oven een voldoende
~
toevoer van koellucht nodig. Let erop dat de toevoer van koellucht niet wordt belemmerd (bijv. door de inbouw van warmte-isolatielijsten in de inbouwkast). Bovendien mag de vereiste koellucht niet door andere warmtebronnen (bijv. kachels op vaste brandstof) overmatig worden verwarmd.
Wanneer de oven achter een meubelfront (bijv. een deur) wordt
~
ingebouwd, mag u dat nooit sluiten terwijl u de oven gebruikt. Ach ter het gesloten meubelfront zou er een ophoping van warmte en vochtigheid ontstaan. Daardoor kunnen de oven, de inbouwkast en de vloer beschadigd raken. Sluit de meubeldeur pas wanneer de oven volledig afgekoeld is.
-
12
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Veilig gebruik
Gevaar voor verbranding!
,
De oven wordt heet terwijl deze in werking is. U kunt zich verbranden aan verwarmingselementen, de oven ruimte, gerechten en toebehoren. Trek ovenwanten aan om hete gerechten in te schuiven of uit te nemen en als u met uw handen in de hete ovenruimte moet komen.
Voorwerpen in de omgeving van de ingeschakelde oven kunnen
~
in brand vliegen door de hoge temperaturen. Gebruik de oven nooit om het vertrek te verwarmen.
Olie en vet kunnen door oververhitting ontvlammen. Laat de oven
~
nooit zonder toezicht achter als u olie of vet gebruikt. Brand door olie of vet mag u nooit met water blussen. Schakel de oven uit. Verstik vlammen in de ovenruimte door de deur gesloten te laten.
-
Bij het grillen van levensmiddelen kunnen te lange grilltijden ertoe
~
leiden dat de gerechten uitdrogen en mogelijk ontvlammen. Neem de aanbevolen grilltijden in acht.
13
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Bepaalde levensmiddelen drogen snel uit en kunnen door hoge
~
grilltemperaturen zelfs in brand vliegen. Gebruik nooit de grillfuncties om broodjes of brood af te bakken. Gebruik de grillfuncties ook nooit om bloemen of kruiden te drogen. Gebruik de ovenfunctie "Hetelucht Plus" U of "Boven-onderwarmte" V.
Gebruikt u bij het bereiden van levensmiddelen alcoholische
~
dranken, dan moet u ermee rekening houden dat alcohol bij hoge temperaturen verdampt. Deze damp kan ontvlammen op de hete verwarmingselementen.
Als u de resterende warmte benut om gerechten warm te houden,
~
kan er door de hoge luchtvochtigheid en condenswater corrosie op­treden in de oven. Ook het bedieningspaneel, het werkblad of de in­bouwkast kunnen beschadigd raken. Schakel de oven nooit uit maar laat de gekozen functie ingescha­keld en stel de laagste temperatuur in. De koelventilator blijft dan automatisch ingeschakeld.
Gerechten die in de ovenruimte worden warmgehouden of be-
~
waard, kunnen uitdrogen en de vrijgekomen vochtigheid kan leiden tot corrosie in de oven. Dek de gerechten daarom af.
Het email op de bodem van de ovenruimte kan door warmteop
~
hoping barsten of afspringen. Bedek de bodem van de ovenruimte nooit met aluminiumfolie, be schermfolie voor ovens of iets anders. Plaats geen braadpannen, pannen, kookpotten of bakplaten rechtstreeks op de bodem van de ovenruimte.
Het email op de bodem van de ovenruimte zou door het heen en
~
weer schuiven van de voorwerpen beschadigd kunnen raken. Wanneer u in de ovenruimte kookpotten of pannen bewaart, mag u deze niet op de bodem van de ovenruimte schuiven.
14
-
-
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Wanneer een koude vloeistof op een heet oppervlak wordt gegoten,
~
ontstaat er damp. Deze kan ernstige brandwonden veroorzaken. Boven dien kunnen hete geëmailleerde oppervlakken beschadigd raken door de plotse temperatuurschok. Giet nooit direct koude vloeistoffen op hete geëmailleerde oppervlakken.
Bij bereidingsprocessen met vochtregeling en tijdens de
~
restwaterverdamping ontstaat waterdamp, die ernstige brandwon den kan veroorzaken. Open nooit de deur terwijl een stoomstoot bezig is of terwijl de restwaterverdamping bezig is.
Het is belangrijk dat de temperatuur zich gelijkmatig verdeelt in
~
het gerecht en dat de temperatuur hoog genoeg is. Roer de ge­rechten regelmatig om of keer ze regelmatig om ervoor te zorgen dat ze gelijkmatig worden verwarmd.
-
-
Kunststof kookgerei dat niet ovenbestendig is, smelt bij hoge
~
temperaturen. Dergelijk kookgerei kan de oven beschadigen of kan in brand vliegen. Gebruik alleen kunststof kookgerei dat ovenbestendig is. Hou re­kening met de informatie van de producent van het kookgerei.
In afgesloten conservenblikken ontstaat bij het inmaken en ver
~
warmen overdruk, waardoor deze kunnen ontploffen. Gebruik de oven nooit voor het inmaken en verwarmen van conser venblikken.
U kunt zich verwonden aan de geopende deur van de oven of
~
zich eraan stoten. Laat de deur niet onnodig openstaan.
De deur kan maximaal 15 kg dragen.
~
Ga niet op de geopende deur staan of zitten en plaats er geen zwa re voorwerpen op. Zorg er ook voor dat er niets vastgeklemd raakt tussen de deur en de ovenruimte. De oven kan beschadigd raken.
-
-
-
15
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Reiniging en onderhoud
De stoom van een stoomreiniger kan terechtkomen op onderde
~
len die onder spanning staan en zo een kortsluiting veroorzaken. Gebruik voor het reinigen van de oven nooit een stoomreiniger.
Door krassen kan het glas van de glasplaten van de deur breken.
~
Gebruik voor het reinigen van de glasplaten van de deur geen schuurmiddelen, geen harde sponsen of borstels en geen scherpe metalen schrapers.
De steunroosters kunt u verwijderen om deze te reinigen (zie ru
~
briek "Reiniging en onderhoud"). Plaats deze correct terug. Gebruik de oven nooit terwijl de steun­roosters verwijderd zijn.
De katalytisch geëmailleerde achterwand kunt u verwijderen om
~
deze te reinigen (zie rubriek "Reiniging en onderhoud"). Plaats deze correct terug. Gebruik de oven nooit terwijl de achter­wand verwijderd is.
-
-
16
Toebehoren
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Gebruik alleen origineel Miele-toebehoren. Worden er andere on
~
derdelen gemonteerd of geplaatst, dan vervalt het recht op garantie en/of de productaansprakelijkheid.
De Miele-braadpannen HUB 5000-M/HUB 5001-M/HUB 5000-XL
~
(indien voorhanden) mogen niet op niveau 1 in de oven worden ge schoven. De bodem van de ovenruimte zou anders beschadigd raken. Door de kleine afstand zou een warmteophoping ontstaan en zou het email kunnen barsten of afspringen. Schuif de Miele-braadpannen ook nooit op de bovenste steun van het niveau 1. Daar zijn ze immers niet beveiligd door de uittrekbevei­liging. Doorgaans gebruikt u het best het niveau 2.
-
-
17
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het toestel voor transportschade. Er werd voor milieu vriendelijk en recycleerbaar verpak kingsmateriaal gekozen. Het recycleren van het verpakkingsma teriaal vermindert de afvalproductie en het gebruik van grondstoffen. Uw handelaar neemt de verpakking te rug.
-
-
Wat met een afgedankt toe stel?
Oude elektrische en elektronische toe stellen bevatten vaak nog waardevolle materialen. Ze bevatten echter ook
-
schadelijke stoffen die voor het functio neren en de veiligheid van het toestel nodig waren. Als deze stoffen bij het
-
restafval terechtkomen of verkeerd wor den behandeld, kunnen ze schade be rokkenen aan de menselijke gezond heid en het milieu. Geef uw oude toe stel dus niet mee met het gewone huis vuil.
Breng het toestel liever naar het dichtst­bijzijnde gemeentelijk containerpark. Vraag meer informatie aan uw Miele
-handelaar.
-
-
-
-
-
-
-
-
-
18
Zorg ervoor dat het toestel kindveilig wordt bewaard voor u het wegbrengt.
Overzicht van de oven
a Bedieningselementen van de oven
b Verwarmingselement voor bovenwarmte/de grill
c Openingen voor de stoomtoevoer
d Aanzuigbuisje voor het verdampingssysteem
e Katalytisch geëmailleerde achterwand
f Aanzuigopening voor de ventilator met daarachter het ringverwarmingselement
g Zijroosters met 3 niveaus
h Bodem van de ovenruimte met daaronder het verwarmingselement voor onder
warmte
i Frame van het front met het typeplaatje
j Deur
-
19
Bedieningselementen van de oven
a Aan-uittoets K
b Sensortoetsen voor de ovenfuncties
c Display
d Pijltoetsen Y, X en sensortoetsen OK, #
e Sensortoetsen *, R, X, I, N
20
Bedieningselementen van de oven
Aan-uittoets K
De aan-uittoets K bevindt zich in een holte en reageert op vingercontact.
Hiermee schakelt u de oven in en uit.
Sensortoetsen
De sensortoetsen reageren op vinger contact. Elke aanraking wordt met een toetsgeluid bevestigd. U kunt het toetsgeluid uitschakelen (zie rubriek "Instellingen – Volume – Toetsgeluid").
Ovenfuncties
U Hetelucht Plus O Intensief bakken [ Braadautomaat V Boven-onderwarmte Y Grote grill d Profi \ Circulatiegrill c Automatic
~ Eigen programma's Overige programma's
– Onderwarmte – Bruineren –
Ontdooien
Drogen
Opwarmen
Servies verwarmen
Deeg laten rijzen
Pizza
Ontkalken
Instellingen
-
21
Bedieningselementen van de oven
Overige sensortoetsen
Sensor toets
YX Om te bladeren
OK Om functies op te
Functie Opmerkingen
-
(scrollen) in de keuzelijsten
Om waarden te wijzigen
roepen en instel lingen op te slaan
# Om stapsgewijs
terug te keren
X Om instellingen
op te roepen
Met de pijltoetsen bladert (scrolt) u omhoog of om laag in de keuzelijsten. Bij het bladeren worden de menupunten één voor één geselecteerd.
Het menupunt dat u wilt kiezen, moet geselecteerd zijn.
Waarden die geselecteerd zijn, kunt u met de pijltoetsen verhogen of verlagen.
Wanneer functies op het display geselecteerd zijn, kunt u deze oproepen door de OK-toets aan te ra
­ken. Vervolgens kunt u de gekozen functie wijzigen.
Door de OK-toets aan te raken, slaat u de wijzi­gingen op.
Wanneer op het display een informatievenster ver­schijnt, bevestigt u dat met de OK-toets.
Raakt u X aan terwijl de tijd (het uur) zichtbaar is, dan verschijnt de keuzelijst met de instellingen.
Is het display donker, dan moet u eerst de oven in­schakelen voordat de sensortoets X reageert.
Raakt u deze toets aan terwijl een bereidingsproces bezig is, dan kunt u bijv. de temperatuur wijzigen of een bereidingstijd instellen.
-
-
22
Bedieningselementen van de oven
Sensor toets
Functie Opmerkingen
-
I Om de ovenver
lichting in en uit te schakelen
N Om een kookwek
kertijd in te stellen
* Om de
stoomstoten te activeren
R Om de functie
"Snel opwarmen" in en uit te scha kelen
Is de tijd (het uur) zichtbaar, dan kunt u de ovenver
-
lichting in- en uitschakelen door I aan te raken, bijv. om de oven te reinigen.
Is het display donker, dan moet u eerst de oven in schakelen voordat de sensortoets I reageert.
Afhankelijk van de gekozen instelling gaat de oven verlichting na 15 seconden uit bij een bereidingspro ces of blijft deze continu ingeschakeld bij een berei dingsproces.
Is de tijd (het uur) zichtbaar, dan kunt u op elk ge
­wenst moment een kookwekkertijd instellen, bijv. om eieren te koken.
Is het display donker, dan moet u eerst de oven in­schakelen voordat de sensortoets N reageert.
Zijn bij de ovenfunctie "Profi" d handmatige stoomstoten gekozen, dan activeert u deze door de sensortoets * aan te raken.
De sensortoets * licht op zodra een stoomstoot kan worden geactiveerd.
Terwijl een stoomstoot bezig is, wordt op het display * weergegeven.
Wanneer u de ovenfuncties "Hetelucht Plus" U, "Braadautomaat" [, "Profi" d en
-
"Boven-onderwarmte" V gebruikt, licht de sensor toets R op. Door R aan te raken, kunt u de functie "Snel opwarmen" uit- of inschakelen (zie rubriek "Geavanceerde bediening – Snel opwarmen").
-
-
-
-
-
-
-
23
Bedieningselementen van de oven
Display
Op het display worden de tijd (het uur) of verschillende meldingen weergege ven over ovenfuncties, temperaturen, bereidingstijden, automatische pro gramma's, eigen programma's en in stellingen.
Afhankelijk van de gekozen functie en/of het feit of u X aanraakt, verschij nen informatievensters of keuzelijsten.
Na het inschakelen van de oven via de aan-uittoets K verschijnt de instructie "Ovenfunctie kiezen".
-
-
Raakt u X aan terwijl de tijd (het uur) zichtbaar is en terwijl geen ovenfunc tie gekozen is, dan verschijnt de
-
keuzelijst met de instellingen:
Taal
– – – – –
­–
– – – – – Handelaar – Fabrieksinstellingen
Raakt u X aan terwijl een ovenfunc­tie (een andere ovenfunctie dan c) gekozen is, dan verschijnt de keuzelijst voor een bereidingspro­ces:
– Temperatuur – Bereidingstijd – Klaar om –
!
Tijd Datum Verlichting Lichtsterkte display Volume Eenheden Naloop ventilator Voorgeprogr. temperaturen Veiligheid
Start om (alleen wanneer "Berei dingstijd"/"Klaar om" ingesteld is) Ovenfunctie (alleen bij de ovenfunc tie "Profi" d)
-
-
-
24
^
Kies een menupunt door met de pijltoetsen te bladeren in de keuzelijst totdat het gewenste menupunt gese lecteerd is.
^
Vervolgens roept u uw keuze op door de OK-toets aan te raken.
-
Bedieningselementen van de oven
Naast de tekst verschijnen mogelijk ook de volgende symbolen:
Symbool Betekenis
N Kookwekker
Y
X
#
ZZZZZZZZZZZZZZZZZZZ Bij het bladeren in een keuzelijst met meer dan 3 menu-
P P P P G G GM Sommige instellingen worden via een balk met segmenten
( Het vinkje geeft de huidige instelling aan.
: Dit symbool geeft extra informatie en opmerkingen omtrent
0 De vergrendeling is ingeschakeld (zie rubriek "Instellingen –
* Stoomstoten
F Ontkalken
Wanneer 2 of 3 keuzemogelijkheden beschikbaar zijn, ver schijnen pijlen aan de rechterkant. Met de pijltoetsen bladert u in de keuzelijst.
Daarbij worden de beschikbare menupunten één voor één geselecteerd.
Wanneer meer dan 3 keuzemogelijkheden beschikbaar zijn, verschijnt een balk aan de rechterkant. Met de pijltoetsen bladert u in de keuzelijst.
Daarbij worden de beschikbare menupunten één voor één geselecteerd.
punten verschijnt aan het einde een streepjeslijn. Daarna wordt weer het begin van de keuzelijst weergegeven.
gewijzigd (bijv. "Lichtsterkte display", "Volume", "Stel de brui­ning in").
de bediening aan. Deze informatievensters bevestigt u met de OK-toets.
Veiligheid"). De bediening is vergrendeld.
-
25
Uitrusting
Toesteltype
Op de achterzijde vindt u een opsom ming van de toesteltypen die worden beschreven.
-
Typeplaatje
Het typeplaatje is zichtbaar op het frame van het front wanneer u de deur opent.
Daarop vindt u het toesteltype van uw oven, het serienummer en de aansluit gegevens (netspanning/frequen tie/maximale aansluitwaarde).
Hou deze informatie bij de hand wan­neer u vragen of problemen hebt, zodat Miele u gericht kan helpen.
-
-
Wat is er meegeleverd?
Het volgende is meegeleverd:
– de gebruiks- en montageaanwijzing
om de ovenfuncties te bedienen,
een receptenboekje met recepten voor bijv. de ovenfunctie "Profi" d en de automatische programma's,
Meegeleverd en mits toeslag verkrijgbaar toebehoren
Uitrusting afhankelijk van het toesteltype! In elk geval beschikt uw oven over zijroosters, een universele bakplaat en een bak- en braadrooster (kortweg: rooster). Afhankelijk van uw toesteltype, is uw oven daarnaast ook uitgerust met an der toebehoren dat hier wordt ver meld.
Al het vermelde toebehoren, waaronder reinigings- en onderhoudsmiddelen, zijn afgestemd op de Miele-toestellen.
U kunt deze bestellen in de Miele Online Shop op www.miele-shop.com of via de dienst Onderdelen en toebe­horen van Miele. Ze zijn ook verkrijg­baar bij uw Miele-handelaar.
Geef bij het bestellen het toesteltype van uw oven op en de naam of de aan­duiding van het gewenste toebehoren.
-
-
schroeven om uw oven te bevestigen in de inbouwkast,
ontkalkingstabletten en een kunststofslang met houder om het verdampingssysteem te ontkalken,
toebehoren.
26
Uitrusting
Zijroosters
In de ovenruimte bevinden zich aan de rechter- en linkerkant de zijroosters met de niveaus ³ om het toebehoren in de oven te schuiven.
De aanduiding van de niveaus kunt u aflezen op het frame van het front.
Elk niveau bestaat uit twee boven el kaar liggende steunen:
Het toebehoren (bijv. de rooster)
schuift u tussen de steunen in de oven,
– de FlexiClip-geleiders (indien voor-
handen) plaatst u op de onderste steun.
U kunt de zijroosters verwijderen om deze te reinigen (zie rubriek "Reiniging en onderhoud").
-
Bakplaat, universele bakplaat en rooster met uittrekbeveiliging
Bakplaat HBB71:
Universele bakplaat HUBB71:
Rooster HBBR71:
Schuif dit toebehoren altijd tussen de steunen van een niveau in de zijroosters.
Schuif de rooster altijd met het bereidingsvlak naar onderen gericht in de oven.
Dit toebehoren is aan de korte zijden voorzien van een uittrekbeveiliging in het midden. Deze voorkomt dat het toebehoren uit de zijroosters omlaagglijdt als u het toe behoren slechts gedeeltelijk wilt uittrek ken.
Wanneer u de universele bakplaat ge bruikt met daarop de rooster, wordt de universele bakplaat tussen de steunen van een niveau geschoven en de roos ter vanzelf erboven.
-
-
-
-
27
Uitrusting
FlexiClip-geleiders HFC71
U kunt de FlexiClip-geleiders op elk ni veau plaatsen.
Schuif de FlexiClip-geleiders volle dig in de ovenruimte voordat u toe behoren erop plaatst. Wanneer u dan toebehoren plaatst, wordt het vanzelf veilig geplaatst tussen de nokken vooraan en achteraan en kan het niet omlaagglijden.
-
-
FlexiClip-geleiders plaatsen en verwijderen
Gevaar voor verbranding!
,
De verwarmingselementen moeten uitgeschakeld zijn. De ovenruimte moet afgekoeld zijn.
De FlexiClip-geleiders worden tussen
­de steunen van een niveau geplaatst.
De FlexiClip-geleider met het Miele-logo moet rechts worden ge plaatst.
Trek de FlexiClip-geleiders bij het plaatsen of verwijderen niet uit el­kaar.
-
De FlexiClip-geleiders kunnen 15 kg dragen.
28
^
Haak de FlexiClip-geleider vooraan vast op de onderste steun van een niveau (1.) en schuif deze via de steun in de ovenruimte (2.).
Klik de FlexiClip-geleider vast op de
^
onderste steun van het niveau (3.).
Als de FlexiClip-geleiders na het plaatsen geblokkeerd zitten, moet u ze één keer krachtig uittrekken.
Uitrusting
Bakplaat met gaatjes, HBBL71
De bakplaat met gaatjes is speciaal ontwikkeld voor het bakken van bakwaren op basis van vers gistdeeg en kwark-oliedeeg, brood en broodjes. De fijne perforatie ondersteunt de brui ning van de onderzijde van het gerecht. U kunt deze ook gebruiken om te dro gen.
Het geëmailleerde oppervlak is met PerfectClean veredeld.
-
-
Ga als volgt te werk om een FlexiClip-geleider te verwijderen:
^ Schuif de FlexiClip-geleider volledig
naar binnen.
^
Til de FlexiClip-geleider vooraan om hoog (1.) en trek deze via de steun van het niveau uit (2.).
Grill- en braadplaat HGBB71
De grill- en braadplaat wordt op de uni­versele bakplaat gelegd. Tijdens het grillen of braden voorkomt deze dat de afdruipende vleesjus ver brandt. Op die manier kan de jus wor den gebruikt.
­Het geëmailleerde oppervlak is met
PerfectClean veredeld.
-
-
29
Uitrusting
Ronde bakvorm HBF27-1
De ronde bakvorm is uitstekend ge schikt voor het bereiden van pizza's, platte taarten/cakes uit gist- of roer deeg, zoete en hartige taart, gegrati neerde desserts en plat brood of voor het afbakken van diepgevroren taart/cake of pizza.
Het geëmailleerde oppervlak is met PerfectClean veredeld.
Baksteen HBS60
Met de baksteen verkrijgt u een opti­maal bakresultaat bij gerechten die een krokant gebakken onderzijde moeten hebben, zoals pizza's, quiches, brood, broodjes, pikante gebakjes en derge lijke. De baksteen is een vuurvaste steen uit keramiek die met glazuur bekleed is. De steen wordt op de rooster gelegd. Om er eten op te leggen en weer van te nemen, is een houten spatel van onbe handeld hout meegeleverd bij de baksteen.
-
-
-
-
Braadpannen van de HUB-reeks en deksels voor braadpannen van de HBD-reeks
De braadpannen van Miele kunnen, in tegenstelling tot andere braadpannen, rechtstreeks in de zijroosters worden geschoven. Net zoals de rooster is ook de braadpan voorzien van een uittrek beveiliging. Het oppervlak van de braadpannen is bekleed met een antiaanbaklaag.
De braadpannen zijn verkrijgbaar met een diepte van 22 cm of 35 cm. De breedte en hoogte zijn gelijk.
Bijpassende deksels zijn afzonderlijk verkrijgbaar.
Vermeld bij het bestellen het type.
Diepte: 22 cm Diepte: 35 cm
HUB5000-M HUB5001-M*
HBD60-22 HBD60-35
-
* Geschikt voor inductiekookvlakken
** De braadpan HUB5000-XL kan niet
samen met het deksel worden inge schoven, doordat de totale hoogte groter is dan de beschikbare oven ruimte.
HUB5000-XL**
-
-
-
30
Uitrusting
Warmhoudplaat WHP
Met de warmhoudplaat kunt u uw ge rechten op tafel warmhouden.
U warmt de warmhoudplaat gewoon op in de ovenruimte en neemt deze vervol gens met behulp van de twee meegele verde handgrepen veilig uit het toestel.
Handgreep HEG
Dankzij de handgreep kunt u de univer­sele bakplaat, de bakplaat en de roos­ter gemakkelijker uitnemen.
Ontkalkingstabletten, kunststofslang met houder
-
Katalytisch geëmailleerd toebehoren
Bovenwand
De bovenwand wordt boven het ver warmingselement voor bovenwarm te/de grill geplaatst en beschermt de bovenzijde van de ovenruimte tegen vuil.
Achterwand
Bestel een wisselstuk als het kataly
­tische e-mail door onjuiste behan
­deling of zeer zware vervuiling zijn
zelfreinigende eigenschappen heeft verloren.
Vermeld bij het bestellen het toesteltype van uw oven.
Microvezeldoek van Miele
De microvezeldoek is ideaal om nor­maal vuil en vingerafdrukken te verwij­deren.
Ovenreiniger van Miele
De ovenreiniger is geschikt om zeer hardnekkig vuil te verwijderen. De ovenruimte hoeft niet te worden opge warmd.
-
-
-
-
-
Dit toebehoren hebt u nodig om de oven te ontkalken.
31
Uitrusting
Elektronische besturing van de oven
Met de elektronische besturing van de oven kunt u de verschillende ovenfunc ties gebruiken om te bakken, braden en grillen en ook
het uur weergeven,
een kookwekkertijd instellen,
bereidingsprocessen automatisch in-
en uitschakelen,
gerechten bereiden met
vochtregeling,
– automatische programma's ge-
bruiken,
– eigen programma's samenstellen,
– eigen instellingen programmeren.
Veiligheidsvoorzieningen
Vergrendeling 0 van de oven
De vergrendeling beveiligt de oven te gen ongewenste bediening (zie rubriek "Instellingen – Vergrendeling 0").
De vergrendeling blijft ook na een stroomonderbreking ingeschakeld.
-
Veiligheidsuitschakeling
De veiligheidsuitschakeling wordt auto matisch geactiveerd wanneer de oven gedurende een ongewoon lange tijd
­wordt gebruikt. Na hoeveel tijd de vei
ligheidsuitschakeling wordt geacti veerd, is afhankelijk van de gekozen ovenfunctie.
Koelventilator
De koelventilator wordt automatisch in geschakeld bij elk bereidingsproces. Hierdoor wordt de hete lucht uit de ovenruimte gemengd met koude ka merlucht en afgekoeld, waarna de lucht tussen de deur en het bedieningspa­neel wegstroomt.
Na een bereidingsproces blijft de koel­ventilator ingeschakeld, zodat er geen luchtvochtigheid kan neerslaan in de ovenruimte, op het bedieningspaneel of op de inbouwkast.
De koelventilator wordt automatisch uit­geschakeld wanneer de temperatuur in de ovenruimte tot onder een bepaald niveau gedaald is.
Geventileerde deur
De deur bestaat uit glasplaten die een gedeeltelijk warmtereflecterende coa ting hebben.
-
-
-
-
-
-
32
Tijdens de werking wordt lucht door de deur gevoerd, zodat de buitenste glas plaat van de deur koel blijft.
U kunt de deur verwijderen en uit elkaar halen om deze te reinigen (zie rubriek "Reiniging en onderhoud").
-
Uitrusting
Met PerfectClean veredelde oppervlakken
Met PerfectClean veredelde oppervlak ken kenmerken zich door uitstekende antiaanbakeigenschappen en een bui tengewoon eenvoudige reiniging.
U kunt het bereide gerecht altijd zonder moeite losmaken. Na bak- of braadpro cessen kunt u vuil gemakkelijk verwij deren.
U kunt uw gerecht op met PerfectClean veredelde oppervlakken snijden en ver delen.
Gebruik geen keramische messen. Deze kunnen immers krassen ver­oorzaken op met PerfectClean vere­delde oppervlakken.
Met PerfectClean veredelde oppervlak­ken kunnen ongeveer zoals glas wor­den gereinigd.
Lees de opmerkingen in de rubriek "Reiniging en onderhoud", zodat de voordelen van de antiaanbakeigen schappen en de buitengewoon eenvou dige reiniging behouden blijven.
-
-
-
De volgende onderdelen zijn met PerfectClean veredeld:
ovenruimte,
-
zijroosters,
FlexiClip-geleiders,
universele bakplaat,
-
bakplaat,
rooster,
grill- en braadplaat,
-
bakplaat met gaatjes,
– ronde bakvorm.
Katalytisch geëmailleerde oppervlaken
De achterwand van de ovenruimte is met katalytisch email bekleed, dat zichzelf bij hoge temperaturen van vuil door olie en vet reinigt.
Lees de opmerkingen in de rubriek "Reiniging en onderhoud".
-
33
Eerste ingebruikname
Basisinstellingen
De oven mag enkel in inge
,
bouwde toestand worden gebruikt.
Wanneer de oven wordt aangesloten op het elektriciteitsnet, wordt deze au tomatisch ingeschakeld.
Welkomstscherm
De begroeting "Miele Willkommen" ver schijnt. Vervolgens wordt u gevraagd enkele in stellingen in te stellen die nodig zijn voor de eerste ingebruikname van de oven.
Volg de instructies op het display.
Taal instellen
Eerst kiest u uw taal:
^ Blader in de keuzelijst totdat de ge-
wenste taal geselecteerd is.
-
Land instellen
Vervolgens kiest u uw land:
Blader in de keuzelijst totdat het ge
^
wenste land geselecteerd is.
Raak de OK-toets aan.
^
-
Datum instellen
Stel de datum in.
^
Raak de OK-toets aan.
^
-
Tijd instellen
-
Vervolgens stelt u de tijd in in het 24-uurs-formaat.
^ Stel de uren en minuten in.
^ Raak de OK-toets aan.
U kunt de tijd ook weergeven in het 12-uurs-formaat (zie rubriek "Instel­lingen – Tijd – Tijdsformaat").
-
^ Raak de OK-toets aan.
34
Weergave van het uur
Eerste ingebruikname
Raak de OK-toets aan.
^
Ten slotte kiest u of de weergave van de tijd (het uur) ingeschakeld moet zijn wanneer de oven uitgeschakeld is (zie rubriek "Instellingen – Tijd – Weergave").
Aan
De tijd (het uur) wordt altijd weerge geven op het display.
Uit
Het display is donker om energie te besparen. Sommige functies zijn be perkt.
– Nachtuitschakeling
De tijd (het uur) wordt alleen van
5.00 uur tot 23.00 uur weergegeven op het display en is 's nachts uitge­schakeld om energie te besparen.
^ Blader in de keuzelijst totdat het ge-
wenste soort weergave geselecteerd is.
^ Raak de OK-toets aan.
Er verschijnt een melding over het ener gieverbruik.
De melding "Eerste ingebruikname succesvol afgerond" verschijnt.
Raak de OK-toets aan.
^
De oven is klaar voor gebruik.
Hebt u per vergissing een taal geko
­zen die u niet begrijpt? Ga dan te
werk zoals beschreven in de rubriek "Instellingen – Taal J".
-
-
-
35
Eerste ingebruikname
Oven voor het eerst opwarmen en het verdampingssysteem doorspoelen
Wanneer de oven voor het eerst op warmt, kunnen er onaangename geu ren ontstaan. Verwijder deze door de lege oven gedurende minstens 1 uur op te warmen. Tegelijkertijd is het zinvol om het ver dampingssysteem door te spoelen.
Zorg gedurende het opwarmproces voor een goede verluchting van de keuken. Zorg ervoor dat de geuren niet naar andere kamers trekken.
^ Verwijder eventuele stickers of
beschermfolies van de oven en het toebehoren.
^ Reinig de ovenruimte voorafgaand
aan het opwarmen met een vochtige doek om eventueel stof en verpakkingsresten te verwijderen.
-
-
-
De temperatuur wordt na enkele se conden automatisch overgenomen en het keuzescherm voor stoomstoten verschijnt. Raak # aan om terug te keren naar het scherm voor temperatuurinstel ling.
Stel de hoogst mogelijke temperatuur
^
(250 °C) in.
Raak de OK-toets aan.
^
"Automatische stoomstoot" is geselec teerd.
^ Raak de OK-toets aan.
De instructie voor het opzuigproces verschijnt.
^ Open de deur.
^ Klap het aanzuigbuisje uit, dat u links
onder het bedieningspaneel vindt.
-
-
-
^
Plaats de FlexiClip-geleiders op de zijroosters en schuif alle bakplaten en de rooster in het toestel.
^
Zet een recipiënt met ca. 100 ml vers leidingwater klaar.
^
Schakel de oven in.
^
Kies de ovenfunctie "Profi" d.
De voorgeprogrammeerde temperatuur (160 °C) is geselecteerd.
36
^
Doe het aanzuigbuisje in de recipiënt met leidingwater.
Eerste ingebruikname
Raak de OK-toets aan.
^
Het opzuigproces start.
De daadwerkelijke opgezogen hoeveel heid leidingwater kan kleiner zijn dan de gevraagde hoeveelheid, waardoor er wat in de recipiënt overblijft.
Verwijder de recipiënt na afloop van
^
het opzuigproces.
Bevestig de melding dat het opzui
^
gen voltooid is met de OK-toets.
Sluit de deur.
^
De melding verdwijnt.
Er is nog een kort pompgeluid te horen. Dat geeft aan dat het resterende water in het aanzuigbuisje wordt opgezogen.
De ovenverwarming wordt ingescha­keld.
Na enige tijd wordt automatisch een stoomstoot geactiveerd.
-
Nadat het toestel voor het eerst is opgewarmd
-
Gevaar voor verbranding!
,
Laat de ovenruimte afkoelen voordat u deze met de hand reinigt.
Schakel de oven in.
^
Raak I aan om de ovenverlichting in
^
te schakelen.
Neem al het toebehoren uit de oven
^
ruimte en reinig het met de hand (zie rubriek "Reiniging en onderhoud").
^ Reinig de ovenruimte met warm wa-
ter, handafwasmiddel en een schone sponsdoek. U kunt ook een schone, vochtige microvezeldoek gebruiken.
^ Wrijf de oppervlakken droog met een
zachte doek.
^ Schakel de ovenverlichting en de
oven uit.
-
,
Gevaar voor verwonding! Waterdamp kan brandwonden ver oorzaken. Terwijl een stoomstoot bezig is, mag u niet de deur ope nen.
Warm de oven gedurende minstens 1 uur op.
Ga als volgt te werk nadat minstens 1 uur is verstreken:
^
Schakel de oven uit.
Sluit de deur pas wanneer de oven-
-
-
ruimte droog is.
37
Instellingen
Overzicht van de instellingen
Deze instellingen kunnen alleen worden gewijzigd wanneer er geen berei dingsproces bezig is.
De fabrieksinstellingen zijn in de tabel in het vet gedrukt.
Instelling Keuzemogelijkheden
Taal J ...
deutsch
english ... / Australia / United Kingdom / ...
... ...
Tijd Weergave Aan / Uit / Nachtuitschakeling
Tijdsformaat 24 uur /12uur
Instellen U kunt de tijd instellen.
Datum U kunt de datum instellen.
Verlichting Aan
15 seconden "Aan"
Lichtsterkte dis­play
Volume U kunt het volume van het geluidssignaal en het toetsgeluid
Eenheden Gewicht g
Donkerder P P P P G G GM Lichter
instellen of het geluidssignaal en het toetsgeluid uitscha­kelen.
Geluidssignalen Zachter P P P P P P P Harder
Toetsgeluid (Toetssignaal)
Temperatuur °C
... ... / Duitsland / Luxemburg / ...
Zachter P P P P P P P Harder
lb/oz
°F
-
38
Instelling Keuzemogelijkheden
Naloop ventilator Temperatuurgestuurd
Tijdgestuurd
Voorgeprogr. tem peraturen
Veiligheid Vergrendeling Aan
Handelaar Demo-functie Aan
Fabrieksinstel­lingen
U kunt de voorgeprogrammeerde temperaturen wijzigen bin
­nen het weergegeven temperatuurbereik.
Uit
Toetsenvergrendeling Aan
Uit
Uit
Instellingen Herstellen / Niet herstellen
Eigen programma's Wissen / Niet wissen
Voorgeprogr. temperatu­ren
Herstellen / Niet herstellen
Instellingen
-
39
Instellingen
Menu "Instellingen" oproepen
Schakel de oven in.
^
Raak X aan.
^
De keuzelijst met de instellingen ver schijnt.
U kunt de instellingen controleren of wijzigen.
Het vinkje ( naast een menupunt geeft aan welke instelling actief is.
Door # of X aan te raken, keert u terug naar het keuzescherm voor de ovenfunctie.
Tip: Hebt u voor de weergave van de tijd (het uur) "Aan" of "Nachtuitschakeling" gekozen, dan hoeft u de oven niet eerst in te scha­kelen. U kunt rechtstreeks de keuzelijst met de instellingen oproepen door X aan te raken.
Instellingen wijzigen en opslaan
-
Taal J
U kunt uw taal en uw land instellen.
Na het instellen en bevestigen ver schijnt op het display onmiddellijk de gewenste taal.
Tip: Hebt u per vergissing een taal ge kozen die u niet begrijpt? Zoek dan in het menu naar J om het submenu "Taal J" te openen.
-
-
^
Raak X aan.
^
Blader in de keuzelijst totdat de ge wenste instelling geselecteerd is.
^
Raak de OK-toets aan.
^
Wijzig de instelling.
^
Raak de OK-toets aan.
^
Raak # of X aan.
40
-
Instellingen
Tijd
Weergave
Kies of de weergave van de tijd (het uur) ingeschakeld moet zijn wanneer de oven uitgeschakeld is:
Aan
De tijd (het uur) wordt altijd weerge geven op het display.
Uit
Het display is donker om energie te besparen. U moet eerst de oven in schakelen voordat u deze kunt be dienen. Dat geldt ook voor de func­ties "Kookwekker" N en "Verlichting" I.
– Nachtuitschakeling
Om energie te besparen, wordt de tijd (het uur) alleen van 5.00 uur tot
23.00 uur weergegeven op het dis­play. De rest van de tijd is het dis­play donker.
Tijdsformaat
U kunt het tijdsformaat van de tijd (het uur) kiezen:
24 uur
De tijd wordt weergegeven in het 24-uurs-formaat.
12 uur
-
-
-
De tijd wordt weergegeven in het 12-uurs-formaat.
Instellen
Hiermee stelt u de uren en minuten in.
Na een stroomonderbreking ver­schijnt opnieuw de actuele tijd. Tijdens een stroomonderbreking blijft de tijd ca. 200 uur opgeslagen.
Datum
Hiermee stelt u de datum in.
41
Instellingen
Verlichting
Aan
De ovenverlichting blijft tijdens het hele bereidingsproces ingeschakeld.
15 seconden "Aan"
De ovenverlichting wordt tijdens een bereidingsproces na 15 seconden uitgeschakeld. Door I aan te raken, schakelt u deze 15 seconden in.
Lichtsterkte display
De lichtsterkte wordt via een balk met 7 segmenten weergegeven.
P P P P G G GM
Met X verlaagt u de lichtsterkte van het display en met Y verhoogt u de licht­sterkte van het display.
Volume
Geluidssignalen
Het volume wordt via een balk met 7 segmenten weergegeven.
P P P P G G GM
Met X verlaagt u het volume van de geluidssignalen en met Y verhoogt u het volume van de geluidssignalen.
Wanneer alle segmenten gevuld zijn, is het maximumvolume gekozen. Wanneer er geen segment gevuld is, is het geluidssignaal uitgeschakeld.
Toetsgeluid (Toetssignaal)
Het volume van het toetsgeluid, dat bij het aanraken van een sensortoets weerklinkt, wordt via een balk met 7 segmenten weergegeven.
P P P P G G GM
Met X verlaagt u het volume van het toetsgeluid en met Y verhoogt u het volume van het toetsgeluid.
42
Wanneer alle segmenten gevuld zijn, is het maximumvolume gekozen. Wanneer er geen segment gevuld is, is het toetsgeluid uitgeschakeld.
Instellingen
Eenheden
Gewicht
g
Het gewicht van gerechten in auto matische programma's wordt in gram ingesteld.
lb/oz
Het gewicht van gerechten in auto matische programma's wordt in pond/ons ingesteld.
Temperatuur
–°C
De temperatuur verschijnt in Celsius.
–°F
De temperatuur verschijnt in Fahrenheit.
Naloop ventilator
Na een bereidingsproces blijft de koel ventilator ingeschakeld, zodat er geen luchtvochtigheid kan neerslaan in de ovenruimte, op het bedieningspaneel of
­op de inbouwkast.
Temperatuurgestuurd
De koelventilator wordt uitgescha
-
keld wanneer de oventemperatuur lager is dan ca. 70 °C.
Tijdgestuurd
De koelventilator wordt uitgescha keld na ca. 25 minuten.
Kiest u de instelling "Tijdgestuurd" voor de naloop van de ventilator, dan mag u geen gerechten warm­houden in de ovenruimte. De luchtvochtigheid zou stijgen, waardoor het bedieningspaneel zou beslaan, er druppels zouden wor­den gevormd onder het werkblad en het front van het meubel zou be­slaan. Door condenswater kan de inbouw kast en het werkblad beschadigd ra ken en kan er corrosie optreden in de oven.
-
-
-
-
-
43
Instellingen
Voorgeprogr. temperaturen
Het is zinvol de voorgeprogrammeerde temperaturen te wijzigen als u vaak met afwijkende temperaturen werkt.
Wanneer u het menupunt oproept, ver schijnt de keuzelijst met de ovenfunc ties.
Wanneer u een ovenfunctie kiest, ver schijnt de voorgeprogrammeerde tem peratuur. Deze is geselecteerd. Tege lijkertijd verschijnt het temperatuurbe reik waarbinnen u de voorgeprogram meerde temperatuur kunt wijzigen.
Met X verlaagt u de voorgeprogram­meerde temperatuur en met Y verhoogt u de voorgeprogrammeerde tempera­tuur.
-
-
-
-
-
-
-
Veiligheid
Vergrendeling 0
De vergrendeling verhindert dat de oven ongewild wordt ingeschakeld.
De vergrendeling blijft ook na een stroomonderbreking ingeschakeld.
U moet de vergrendeling activeren. Dat doet u door de optie "Aan" te kiezen.
Aan
De vergrendeling wordt geactiveerd. Om de oven te kunnen gebruiken, raakt u eerst minstens 6 seconden lang de OK-toets aan.
Wanneer de vergrendeling geacti­veerd is, kunt u nog steeds meteen een kookwekkertijd instellen.
– Uit
De vergrendeling is gedeactiveerd. U kunt de oven zoals gewoonlijk ge­bruiken.
44
Instellingen
Toetsenvergrendeling
De toetsenvergrendeling voorkomt dat een bereidingsproces per ongeluk wordt uitgeschakeld of gewijzigd. Wanneer de toetsenvergrendeling ge activeerd is, worden alle sensortoetsen enkele seconden na de start van een bereidingsproces vergrendeld.
Aan
De toetsenvergrendeling is geacti veerd. Om de sensortoetsen weer te kun nen gebruiken, moet u eerst min stens 6 seconden lang de OK-toets aanraken. De toetsenvergrendeling wordt dan korte tijd gedeactiveerd.
– Uit
De toetsenvergrendeling is gedeacti­veerd. De sensortoetsen reageren onmiddellijk wanneer u deze aan­raakt.
-
-
-
-
Handelaar
Met deze functie kan de handelaar de oven zonder verwarming presenteren. Voor privégebruik is deze instelling overbodig.
Demo-functie
Aan
De demo-functie wordt geactiveerd wanneer u de OK-toets minstens 4 seconden lang aanraakt.
Hebt u de demo-functie geactiveerd, dan verschijnt de volgende melding: "Demo-functie ingeschakeld. De ver­warming werkt niet".
– Uit
De demo-functie wordt gedeacti­veerd wanneer u de OK-toets min­stens 4 seconden lang aanraakt. U kunt de oven zoals gewoonlijk ge­bruiken.
Fabrieksinstellingen
Instellingen Alle instellingen worden hersteld door deze terug op de fabrieksinstel lingen te zetten.
Eigen programma's Eigen programma's worden gewist.
Voorgeprogr. temperaturen De gewijzigde voorgeprogram meerde temperaturen worden hersteld door deze terug op de fa brieksinstellingen te zetten.
-
-
-
45
Kookwekker N
Kookwekker N gebruiken
De kookwekker kunt u onder andere gebruiken als u iets buiten de oven be reidt, bijv. als u eieren kookt.
U kunt de kookwekker ook gebruiken terwijl u tijden hebt ingesteld voor het automatisch in- of uitschakelen van een bereidingsproces (bijv. om u eraan te herinneren dat u na het verstrijken van een deel van de bereidingstijd kruiden moet toevoegen of het vlees moet be sprenkelen).
U kunt een kookwekkertijd van maxi maal 9 uur, 59 minuten en 55 seconden instellen.
Tip: Gebruik bij de ovenfunctie "Pro ­fi" d de kookwekker om u eraan te herinneren wanneer u handmatig de stoomstoten moet activeren.
Kookwekkertijd instellen
Voorbeeld: U wilt eieren koken en stelt een kook­wekkertijd van 6 minuten en 20 secon den in.
Hebt u de instelling "Tijd – Weergave – Uit" gekozen, dan moet u eerst de oven inschakelen om een kookwek kertijd te kunnen instellen. Het aftellen van de kookwekkertijd wordt dan weergegeven terwijl de oven uit geschakeld is.
-
-
-
-
-
Raak N aan.
^
"0 : 00 : 00" verschijnt (h : min : sec). Het cijferblok voor de uren is geselec
­teerd.
Raak de OK-toets aan.
^
Het cijferblok voor de uren wordt opge slagen. Het cijferblok voor de minuten is geselecteerd.
Raak een van de pijltoetsen zo vaak
^
aan totdat "06" verschijnt.
Raak de OK-toets aan.
^
Het cijferblok voor de minuten wordt opgeslagen. Het cijferblok voor de se­conden is geselecteerd.
^ Raak een van de pijltoetsen zo vaak
aan totdat "20" verschijnt.
^ Raak de OK-toets aan.
De kookwekkertijd wordt opgeslagen.
Wanneer de oven uitgeschakeld is, ver­schijnt het aftellen van de kookwekker­tijd. U kunt het aftellen volgen op het display.
Is een bereidingsproces bezig, dan verschijnt de kookwekkertijd in het on derste gedeelte van het display.
-
-
-
46
Kookwekker N
Na afloop van de kookwekkertijd
knippert N,
loopt de tijd verder in stijgende zin,
weerklinkt een geluidssignaal, als het
geluidssignaal ingeschakeld is (zie rubriek "Instellingen – Volume – Geluidssignalen").
Raak N aan.
^
Het akoestische en optische signaal worden uitgeschakeld.
Kookwekkertijd wijzigen
Raak N aan.
^
"Kookwekker" verschijnt en "Wijzigen" is geselecteerd.
Raak de OK-toets aan.
^
De kookwekkertijd verschijnt.
Wijzig de kookwekkertijd.
^
Raak de OK-toets aan.
^
De gewijzigde kookwekkertijd wordt op geslagen.
Kookwekkertijd wissen
^ Raak N aan.
"Kookwekker" verschijnt en "Wijzigen" is geselecteerd.
^ Blader in de keuzelijst totdat "Wissen"
geselecteerd is.
^ Raak de OK-toets aan.
De kookwekkertijd wordt gewist.
-
47
Overzicht van de ovenfuncties
U kunt kiezen uit verschillende oven functies voor het bereiden van ge rechten.
Afhankelijk van de ovenfunctie worden andere verwarmingselementen inge schakeld, al dan niet in combinatie met de ventilator (zie de informatie tussen haakjes).
Sommige ovenfuncties kunt u rechtstreeks op het bedieningspa neel kiezen. Andere verschijnen wanneer u aanraakt.
-
-
-
-
Rechtstreeks te kiezen via de symbolen op het bedienings­paneel:
Hetelucht Plus U
(ringverwarmingselement + ventilator)
Om te bakken en te braden. U kunt op verschillende niveaus tegelijkertijd ge­rechten bereiden. U kunt met lagere temperaturen berei den dan bij de ovenfunctie "Boven-onderwarmte" V. De warmte wordt door de ventilator immers direct over het gerecht verdeeld.
Intensief bakken O
Braadautomaat [
(ringverwarmingselement + ventilator)
Om te braden. Tijdens de aanbraadfase wordt de oven eerst op een hoge aanbraadtempera tuur (ca. 230 °C) opgewarmd. Zodra deze temperatuur bereikt is, gaat de oven automatisch naar de inge stelde bereidingstemperatuur (door braadtemperatuur).
Boven-onderwarmte V
(verwarmingselement voor bovenwarm te/de grill + verwarmingselement voor onderwarmte)
Om traditionele recepten te bakken en braden, om soufflés te bereiden en om te garen op lage temperatuur.
Bij recepten uit oude kookboeken stelt u de temperatuur 10 °C lager in dan vermeld. De bereidingstijd hoeft niet te worden gewijzigd.
Grote grill Y
­(verwarmingselement voor bovenwarm te/de grill)
Om platte gerechten te grillen (bijv. steaks) en om gerechten met een korstje te bedekken.
-
-
-
-
-
(ringverwarmingselement + ventilator + verwarmingselement voor onderwarm te)
Om taarten/cakes met vochtige garnering te bakken. Gebruik deze ovenfunctie niet om plat gebak te bakken. Gebruik deze ook niet om te braden, want de braadfond wordt te donker.
48
-
Overzicht van de ovenfuncties
Profi d
(ringverwarmingselement* + ventilator* + verdampingssysteem)
Om te bakken en te braden met vochtregeling.
* Stemt overeen met de ovenfunctie
"Hetelucht Plus". Het verdampingssysteem kunt u ook gebruiken in combinatie met andere ovenfuncties (zie rubriek "Profi").
Circulatiegrill \
(verwarmingselement voor bovenwarm te/de grill + ventilator)
Om dikke gerechten te grillen (bijv. rollades, kip). U kunt met lagere tempe­raturen grillen dan bij de ovenfunctie "Grote grill" Y. De warmte wordt door de ventilator immers direct over het ge­recht verdeeld.
Automatic c
(afhankelijk van het programma)
Te kiezen onder Overige pro gramma's :
Onderwarmte
(verwarmingselement voor onderwarm te)
Kies deze ovenfunctie aan het einde van de bereidingstijd, wanneer meer bruining nodig is aan de onderzijde van het gerecht.
Ontdooien
(ringverwarmingselement + ventilator)
­Om diepgevroren producten behoed-
zaam te ontdooien.
Bruineren
(ringverwarmingselement afgewisseld met verwarmingselement voor boven­warmte/de grill + ventilator)
Om ovenschotels en gratins te berei­den en van een korstje te voorzien.
-
-
De keuzelijst met beschikbare automa tische programma's wordt opgeroepen.
-
49
Bediening van de oven
Tips om energie te besparen
Neem al het toebehoren uit de oven
ruimte dat u niet nodig hebt voor het desbetreffende bereidingsproces.
Verwarm de ovenruimte alleen voor
als dat wordt vermeld in het recept of in de bereidingstabel.
Open de deur niet tijdens een berei
dingsproces, indien mogelijk.
Doorgaans kiest u het best de lagere
temperatuur die wordt vermeld in het recept of de bereidingstabel. Con troleer het gerecht na het verstrijken van de kortere tijd die wordt vermeld.
– Bereid gerechten met de ovenfunctie
"Hetelucht Plus" U. Met deze oven­functie kunt u gerechten met 10-30 °C lagere temperaturen berei­den dan met andere ovenfuncties.
– Voor veel grillgerechten kunt u de
ovenfunctie "Circulatiegrill" \ ge­bruiken. Daarbij grilt u met lagere temperaturen dan bij grillfuncties die werken met een maximale tempera tuurinstelling.
-
-
Restwarmtebenutting
Bij bereidingsprocessen op temperatu
­ren boven de 140 °C en met berei dingstijden van meer dan 30 minuten kunt u het bereidingsproces ca. 5 minu ten voor afloop uitschakelen.
De aanwezige resterende warmte volstaat om het gerecht te garen totdat
­het klaar is.
Energiebesparende modus
Als u na het inschakelen van de oven of na afloop van een bereidingsproces de oven niet verder bedient, wordt de oven na een bepaalde tijd automatisch uitge­schakeld om energie te besparen.
Na hoeveel tijd dat gebeurt, is afhanke­lijk van de gekozen instellingen (oven­functie, temperatuur, bereidingstijd).
De tijd (het uur) wordt weergegeven of het display is donker (zie rubriek "Instel­lingen – Tijd – Weergave").
-
-
-
Wanneer u voor de weergave van de tijd (het uur) de fabrieksinstelling "Tijd – Weergave – Uit" hebt gekozen, is uw oven zo ingesteld dat deze zo weinig mogelijk energie verbruikt.
Met de fabrieksinstelling "Verlichting – 15 seconden "Aan"" wordt de oven verlichting tijdens een bereidingspro ces automatisch uitgeschakeld na 15 seconden. U kunt deze op elk ge wenst moment weer inschakelen door I aan te raken.
50
-
-
-
Bediening van de oven
Eenvoudige bediening
Schakel de oven in.
^
Plaats het gerecht in de ovenruimte.
^
Kies de gewenste ovenfunctie.
^
De ovenfunctie, de voorgeprogram meerde temperatuur en het tempera tuurbereik verschijnen.
De ovenverwarming, de verlichting en de koelventilator worden ingeschakeld.
Wijzig indien nodig de voorgepro
^
grammeerde temperatuur.
De voorgeprogrammeerde tempera­tuur wordt na enkele seconden over­genomen.
^ Raak de OK-toets aan.
De gekozen en reële temperatuur ver­schijnen.
U kunt het stijgen van de temperatuur volgen. Zodra de gekozen temperatuur bereikt is, weerklinkt een geluidssignaal, als het geluidssignaal ingeschakeld is (zie rubriek "Instellingen – Volume – Geluidssignalen").
-
-
-
Koelventilator
Na een bereidingsproces blijft de koel ventilator ingeschakeld, zodat er geen luchtvochtigheid kan neerslaan in de ovenruimte, op het bedieningspaneel of op de inbouwkast.
Zodra de temperatuur in de ovenruimte onder een bepaalde waarde is ge daald, wordt de koelventilator automa tisch uitgeschakeld.
Deze fabrieksinstelling kunt u wijzigen (zie rubriek "Instellingen – Naloop venti lator").
-
-
-
-
Na afloop van het bereidingsproces:
^
Neem het gerecht uit de ovenruimte.
^
Schakel de oven uit.
51
Geavanceerde bediening
U hebt het gerecht in de ovenruimte geplaatst, een ovenfunctie gekozen en een temperatuur ingesteld.
Raak X aan.
^
Er verschijnen meer menupunten die u voor een bereidingsproces kunt instel len of wijzigen:
Temperatuur
Bereidingstijd
Klaar om
Start om
(Verschijnt pas wanneer "Bereidings tijd" of "Klaar om" ingesteld is.)
– Ovenfunctie
(Verschijnt alleen bij de ovenfunctie "Profi" d. U kunt de stoomstoten combineren met een andere oven­functie.)
Functie wijzigen
U kunt van functie veranderen tijdens het bereidingsproces.
Kies de gewenste ovenfunctie.
^
"Functie wijzigen" verschijnt en "Ja" is
­geselecteerd.
Raak de OK-toets aan.
^
Op het display verschijnen de gewij zigde ovenfunctie en de bijhorende voorgeprogrammeerde temperatuur.
Stel indien nodig de temperatuur in.
^
­Raak de OK-toets aan.
^
-
52
Geavanceerde bediening
Temperatuur wijzigen
Wanneer u een ovenfunctie kiest, ver schijnt de bijhorende voorgeprogram meerde temperatuur in combinatie met het beschikbare temperatuurbereik.
In de fabriek zijn de volgende voorge programmeerde temperaturen inge steld:
Hetelucht Plus ....160°C(30–250 °C)
Boven-onderwarmte180 °C (30–280 °C)
Profi ...........160°C(130–250 °C)
Intensief bakken . . . 170 °C (50–250 °C) Braadautomaat* . . 160 °C (100–230 °C)
Grote grill .......240°C(200–300 °C)
Circulatiegrill ....200°C(100–260 °C)
Bruineren .......190°C(100–250 °C)
Ontdooien..........25°C(25–50 °C)
Onderwarmte ....190°C(100–250 °C)
* Aanbraadtemperatuur ca. 230 °C,
doorbraadtemperatuur 160 °C
^ Als de voorgeprogrammeerde tem-
peratuur overeenstemt met de tem­peratuur in uw recept, raakt u de OK-toets aan.
-
-
-
-
Voorbeeld: U hebt "Hetelucht Plus" U en 170 °C ingesteld en kunt de temperatuurwijziging volgen.
U wilt de gekozen temperatuur verla gen tot 155 °C.
Raak X aan.
^
De gekozen temperatuur is geselec teerd.
Raak de OK-toets aan.
^
Stel de temperatuur in.
^
De temperatuur wijzigt in stappen van 5 °C.
^ Raak de OK-toets aan.
De gewijzigde gekozen temperatuur wordt opgeslagen.
^ Raak vervolgens X aan als u de
reële temperatuur wilt zien en de temperatuurwijziging wilt volgen.
De gewijzigde gekozen temperatuur verschijnt.
-
-
^
Stemt de voorgeprogrammeerde temperatuur niet overeen met de temperatuur in uw recept, dan kunt u deze wijzigen voor dit bereidingspro ces.
U kunt de voorgeprogrammeerde temperatuur permanent aan uw persoonlijke kookgewoonten aanpas sen (zie rubriek "Instellingen – Voor geprogr. temperaturen").
-
-
-
53
Geavanceerde bediening
Snel opwarmen
"Snel opwarmen" dient om de opwarm fase te verkorten.
Bij de ovenfuncties "Hetelucht Plus" U, "Braadautomaat" [, "Boven-onderwarmte" V en "Profi" d is de functie "Snel opwarmen" R auto matisch ingeschakeld wanneer u een temperatuur van meer dan 100 °C in stelt.
De sensortoets R is verlicht.
Pizza en delicaat deeg (bijv. biscuit, klein gebak) worden met de functie "Snel opwarmen" bovenaan te snel bruin. Schakel bij het bereiden van derge­lijke gerechten de functie "Snel op­warmen" uit.
Door de sensortoets R aan te raken, kunt u de functie "Snel opwarmen" tijdens de opwarmfase uit- of inscha­kelen:
^
Raak de verlichte sensortoets R aan.
In plaats van "Snel opwarmen" ver schijnt "Opwarmen" en de toetsverlichting dooft.
Zolang "Opwarmen" op het display wordt weergegeven, kunt u "Snel op warmen" opnieuw inschakelen door de onverlichte sensortoets R aan te raken.
-
-
-
-
-
Ovenruimte voorverwarmen
Het voorverwarmen van de ovenruimte is slechts bij weinig bereidingen nodig.
U kunt de meeste gerechten in de kou de ovenruimte plaatsen om ook de warmte tijdens de opwarmfase te be nutten.
Bij de volgende bereidingen moet u de ovenruimte voorverwarmen:
Hetelucht Plus U
donker brooddeeg,
rosbief en filet.
Boven-onderwarmte V
– taart/cake en gebak met een korte
baktijd (tot ca. 30 minuten), – delicaat deeg (bijv. biscuit), – donker brooddeeg, – rosbief en filet.
^ Kies de ovenfunctie en de tempera-
tuur.
^ Schakel bij pizza en delicaat deeg
zoals biscuit of klein gebak de functie "Snel opwarmen" uit tijdens het voor verwarmen.
^
Wacht totdat de opwarmfase afge rond is.
Zodra de ingestelde temperatuur be reikt is, weerklinkt een geluidssignaal, als het geluidssignaal ingeschakeld is (zie rubriek "Instellingen – Volume – Geluidssignalen").
-
-
-
-
-
54
^
Plaats het gerecht in de ovenruimte.
Geavanceerde bediening
Bereidingstijd instellen
U hebt het gerecht in de ovenruimte geplaatst, een ovenfunctie gekozen en een temperatuur ingesteld.
Door "Bereidingstijd", "Klaar om" of "Start om" in te stellen, kunt u berei dingsprocessen automatisch in- en uit schakelen.
Bereidingstijd
U stelt de tijd in die nodig is voor de bereiding van het gerecht. Wanneer die tijd verstreken is, wordt de ovenverwarming automatisch uit geschakeld. De maximale bereidingstijd die u kunt instellen, is 12:00 uur.
– Klaar om
U legt het tijdstip vast waarop een bereidingsproces afgerond moet zijn. De ovenverwarming wordt op dat tijdstip automatisch uitgescha­keld.
– Start om
Deze functie verschijnt pas in het menu wanneer u eerst "Bereidings tijd" of "Klaar om" hebt ingesteld. Met "Start om" legt u het tijdstip vast waarop een bereidingsproces moet starten. De ovenverwarming wordt op dat tijdstip automatisch ingescha keld.
-
-
Bereidingsproces automatisch uitschakelen
Voorbeeld: Het is 11.45 uur. Uw gerecht moet 30 minuten in de oven en u wilt dat het klaar is om 12.15 uur .
-
U kunt "Bereidingstijd" kiezen en 0:30 uur instellen of u kunt "Klaar om" kiezen en 12:15 uur instellen.
Wanneer de tijd verstreken is, wordt de ovenverwarming automatisch uitge schakeld.
-
"Bereidingstijd" instellen
^ Raak X aan.
^ Blader in de keuzelijst totdat "Berei-
dingstijd" geselecteerd is.
^ Raak de OK-toets aan.
^ Stel de tijd in die nodig is voor de be-
reiding van het gerecht.
^ Raak de OK-toets aan.
"Klaar om" instellen
^
Raak X aan.
^
Blader in de keuzelijst totdat "Klaar om" geselecteerd is.
^
Raak de OK-toets aan.
-
^
Stel het tijdstip in waarop het berei dingsproces afgerond moet zijn.
-
-
^
Raak de OK-toets aan.
55
Geavanceerde bediening
Bereidingsproces automatisch in- en uitschakelen
Vooral voor het braden is automa tisch in- en uitschakelen ideaal. Als u een taart/cake of brood wilt bakken, kunt u de bereiding beter niet te lang vooraf programmeren. Het deeg kan uitdrogen en de wer king van het rijsmiddel kan afnemen.
Om een bereidingsproces automa tisch in en uit te schakelen,kuntuop verschillende manieren de tijden instel len:
– "Bereidingstijd" en "Klaar om"
– "Bereidingstijd" en "Start om"
– "Klaar om" en "Start om"
Voorbeeld: Het is 11.30 uur. Uw gerecht moet 30 minuten in de oven en u wilt dat het klaar is om 12.30 uur .
^ Kies "Bereidingstijd" en stel 0:30 uur
in.
^
Kies "Klaar om" en stel 12:30 uur in.
"Start om" wordt automatisch berekend. Op het display verschijnt "Start om 12:00".
Op dat tijdstip wordt het bereidingspro ces automatisch ingeschakeld.
-
-
-
Verloop van een bereidingsproces dat automatisch wordt in- en uitgeschakeld
Tot aan de start worden de ovenfunc
tie, de gekozen temperatuur, "Start om" en de starttijd weergegeven.
Na de start kunt u de opwarmfase vol gen totdat de gekozen temperatuur be reikt is.
Zodra die temperatuur bereikt is, weer klinkt een geluidssignaal, als het geluidssignaal ingeschakeld is (zie ru
­briek "Instellingen – Volume –
Geluidssignalen").
Na de opwarmfase verschijnt de reste­rende bereidingstijd (resttijd).
U kunt het aftellen van de bereidingstijd volgen. De laatste minuut wordt in se­conden afgeteld.
Na afloop van het bereidingsproces
weerklinkt een geluidssignaal, als het geluidssignaal ingeschakeld is (zie ru­briek "Instellingen – Volume – Geluidssignalen").
De ovenverwarming en -verlichting wor den uitgeschakeld. "Proces afgerond" verschijnt en "Opslaan" is geselecteerd.
U kunt uw instellingen als eigen pro gramma opslaan (zie rubriek "Eigen
­programma's").
-
-
-
-
-
-
-
56
Tijdens de afkoelfase blijft de koelven tilator ingeschakeld.
-
Ingestelde bereidingstijden wijzigen
Raak X aan.
^
Alle menupunten die kunnen worden gewijzigd, verschijnen.
Blader in de keuzelijst totdat de ge
^
wenste instelling geselecteerd is.
Raak de OK-toets aan.
^
"Wijzigen" is geselecteerd.
Raak de OK-toets aan.
^
Wijzig de ingestelde tijd.
^
Raak de OK-toets aan.
^
Als de stroom uitvalt, worden de in­stellingen gewist.
Bereidingsproces afbreken
Geavanceerde bediening
-
^ Raak # aan.
^ Wanneer "Bereiding afbreken?" ver-
schijnt, kiest u "Ja".
De ovenverwarming en -verlichting wor­den uitgeschakeld. De ingestelde be reidingstijden worden gewist.
-
57
Profi d
Uw oven is uitgerust met een verdam pingssysteem voor bereidingsproces sen met vochtregeling. Bij het bakken, braden of bereiden met de ovenfunctie "Profi" d garanderen de optimale stoomtoevoer en luchtcirculatie een ge lijkmatige gaarheid en bruining.
Nadat u de ovenfunctie "Profi" d hebt gekozen, stelt u de temperatuur in en legt u het aantal stoomstoten vast.
U hebt de keuze uit:
Automatische stoomstoot
Zet de hoeveelheid water voor 1 stoomstoot klaar. De oven activeert de stoomstoot automatisch na de op­warmfase.
– 1 stoomstoot
2 stoomstoten 3 stoomstoten Zet de hoeveelheid water klaar die nodig is voor het aantal stoomstoten. U activeert de stoomstoten zelf.
-
-
Het verse leidingwater wordt door het verdampingssysteem opgezogen via het aanzuigbuisje, dat u links onder het bedieningspaneel vindt.
-
Als u andere vloeistoffen dan
,
water gebruikt, zal de oven bescha digd raken. Gebruik alleen leidingwater voor be reidingsprocessen met vochtregeling.
Het water wordt tijdens het bereidings proces als stoom in de ovenruimte ver spreid. De openingen voor de stoomtoevoer bevinden zich in de linkerbovenhoek achteraan in de ovenruimte.
Een stoomstoot duurt ca. 5-8 minuten.
-
-
-
-
58
Profi d
Het aantal stoomstoten en het tijdstip ervan baseert u op basis van het ge recht:
Gistdeeg rijst beter met een
stoomstoot aan het begin van het be reidingsproces.
Brood en broodjes rijzen beter met
een stoomstoot aan het begin van het bereidingsproces. De korst krijgt een mooie glans als er op het einde van het bereidingsproces nog een stoomstoot is.
Bij het braden van vetrijk vlees
zorgt een stoomstoot aan het begin van het braadproces ervoor dat het vet beter uitbraadt.
Bereiden met vochtregeling is niet ge­schikt voor deegsoorten die zeer veel vocht bevatten (bijv. meringue). Hier moet tijdens het bakken een droogpro­ces plaatsvinden.
Tip: Gebruik de receptvoorbeelden als leidraad.
-
Ovenfunctie
De ovenfunctie "Profi" d combineert standaard de ovenfunctie "Hetelucht Plus" met vochtregeling.
-
Door X aan te raken en "Ovenfunctie" te kiezen, kunt u vochtregeling met een andere ovenfunctie combineren:
Boven-onderwarmte
Intensief bakken
Braadautomaat
59
Profi d
Verloop van een bereidingsproces bij gebruik van de ovenfunctie Profi d
Het is normaal dat tijdens een stoomstoot vochtigheid neerslaat op de binnenste glasplaat van de deur. Deze neerslag verdampt tijdens het bereidingsproces.
Bereid het gerecht voor en plaats het
^
in de ovenruimte.
Kies de ovenfunctie "Profi" d.
^
De voorgeprogrammeerde temperatuur (160 °C) verschijnt.
De ovenverwarming, de verlichting en de koelventilator worden ingeschakeld.
Temperatuur instellen
Stel de gewenste temperatuur in.
^
Raak de OK-toets aan.
^
Aantal stoomstoten instellen
Tip: Gebruik de receptvoorbeelden als
leidraad.
Ga als volgt te werk wanneer u wilt dat de oven automatisch een stoomstoot activeert na de opwarmfase:
Kies "Automatische stoomstoot".
^
Ga als volgt te werk wanneer u één of meerdere stoomstoten op bepaalde tijdstippen wilt activeren:
^ Kies "1 stoomstoot", "2 stoomstoten"
of "3 stoomstoten".
^ Raak de OK-toets aan.
60
Profi d
Tijdstip van de stoomstoten:
Dit keuzescherm verschijnt alleen wanneer u 1, 2 of 3 stoomstoten hebt gekozen.
Tip: Als u meer dan één stoomstoot kiest, moet de 2e stoomstoot minstens 10 minuten na de start van het berei dingsproces worden geactiveerd.
Stoomstoot handmatig
Ga als volgt te werk als u de stoomstoten zelf wilt activeren:
^ Kies "Stoomstoot handmatig".
Stel een kookwekkertijd N in om u te herinneren aan het tijdstip.
– Stoomstoot tijdgestuurd
Ga als volgt te werk als u het tijdstip voor elke stoomstoot wilt instellen:
^ Kies "Stoomstoot tijdgestuurd".
^ Stel het gewenste tijdstip voor elke
stoomstoot in. De oven activeert de desbetreffende stoomstoot na het verstrijken van de ingestelde tijd. Het aftellen van de tijd begint na de start van het bereidings proces.
^
Raak de OK-toets aan.
De instructie voor het opzuigproces verschijnt.
-
Water klaarzetten en opzuigproces starten
Vul een recipiënt met de gevraagde
^
hoeveelheid leidingwater.
Open de deur.
^
Klap het aanzuigbuisje uit, dat u links
^
onder het bedieningspaneel vindt.
^ Doe het aanzuigbuisje in de recipiënt
met leidingwater.
^
Raak de OK-toets aan.
Het opzuigproces start.
-
De daadwerkelijke opgezogen hoeveel heid leidingwater kan kleiner zijn dan de gevraagde hoeveelheid, waardoor er wat in de recipiënt overblijft.
U kunt het opzuigproces op elk ge wenst moment onderbreken en weer verder zetten door de OK-toets aan te raken.
-
-
61
Profi d
Verwijder de recipiënt na afloop van
^
het opzuigproces.
Bevestig de melding dat het opzui
^
gen voltooid is met de OK-toets.
Sluit de deur.
^
Er is nog een kort pompgeluid te horen. Dat geeft aan dat het resterende water in het aanzuigbuisje wordt opgezogen.
De ovenverwarming en de koelventila tor worden ingeschakeld. De gekozen en reële temperatuur verschijnen.
U kunt het stijgen van de temperatuur volgen. Zodra de gekozen temperatuur bereikt is, weerklinkt een geluidssignaal, als het geluidssignaal ingeschakeld is (zie rubriek "Instellingen – Volume – Geluidssignalen").
Wanneer u "Stoomstoot tijdgestuurd" hebt gekozen, verschijnt het tijdstip waarop de volgende stoomstoot wordt geactiveerd. U kunt de tijd voorafgaand aan het activeren ver schuiven via X.
-
-
-
Functie wijzigen
Bij sommige recepten is het aangewezen om van functie te veran deren.
Raak X aan.
^
Blader in de keuzelijst totdat "Oven
^
functie" geselecteerd is.
Raak de OK-toets aan.
^
Kies de gewenste ovenfunctie.
^
Raak de OK-toets aan.
^
-
-
62
Profi d
Waterdamp kan brandwonden veroorzaken. Terwijl de stoomstoten bezig zijn, mag u niet de deur openen. Bovendien zou er waterdamp neerslaan op de sensortoetsen, waardoor deze minder snel zouden reageren.
Automatische stoomstoot
Na de opwarmfase wordt de stoomstoot automatisch geactiveerd.
Het water verdampt in de ovenruimte. Terwijl een stoomstoot bezig is, wordt op het display * weergegeven.
Na afloop van de stoomstoot dooft * op het display.
^ Laat het gerecht garen totdat het
klaar is.
1, 2 of 3 stoomstoten
Stoomstoot handmatig
Wanneer u "Stoomstoot handmatig" hebt gekozen, kunt u de stoomstoten activeren zodra de sensortoets * op licht.
Wacht totdat de opwarmfase afge rond is, zodat de waterdamp zich gelijkmatig verdeelt in de opgewarmde lucht in de ovenruimte.
Voor het tijdstip van de stoomstoten baseert u zich op het recept.
Tip: Stel een kookwekkertijd N in om u te herinneren aan het tijdstip.
^ Raak * aan.
De stoomstoot wordt geactiveerd, de toetsverlichting gaat uit en * verschijnt op het display.
^
Ga op dezelfde manier te werk als u meer stoomstoten wilt activeren.
-
-
Na afloop van een stoomstoot dooft * op het display.
^
Laat het gerecht garen totdat het klaar is.
Stoomstoot tijdgestuurd
De oven activeert de desbetreffende stoomstoot na het verstrijken van de in gestelde tijd.
-
63
Profi d
Restwaterverdamping
Bij een bereidingsproces met vochtregeling dat zonder onderbreking verloopt, is er achteraf geen resterend water in het systeem. Het water wordt volledig verdeeld over het aantal stoomstoten.
Als een bereidingsproces met vochtregeling handmatig of door een stroomonderbreking wordt onderbro ken, is er water in het verdampingssys teem dat nog niet verdampt is.
De volgende keer dat u de ovenfunctie "Profi" d of een automatisch program­ma met vochtregeling gebruikt, ver­schijnt "Restwater verdampen?" met de opties "Overslaan" en "Ja".
Start de restwaterverdamping indien mogelijk meteen, zodat bij het vol­gende bereidingsproces uitsluitend vers water wordt gebruikt voor de stoomtoevoer.
-
Restwaterverdamping meteen uitvoeren
Waterdamp kan brandwonden ver oorzaken. Terwijl de restwaterverdamping be zig is, mag u niet de deur openen.
Kies de ovenfunctie "Profi" d of een
^
automatisch programma met vochtregeling.
­"Restwater verdampen?" verschijnt.
Blader in de keuzelijst totdat "Ja" ge
^
selecteerd is.
^ Raak de OK-toets aan.
"Restwater verdampen" en een tijdsaan­duiding verschijnen.
De restwaterverdamping start. U kunt het verloop volgen.
De weergegeven tijd is afhankelijk van de hoeveelheid water die zich in het verdampingssysteem bevindt. Afhanke­lijk van de daadwerkelijk aanwezige hoeveelheid water wordt de tijd moge lijk gecorrigeerd tijdens de restwaterverdamping.
-
-
-
-
64
Profi d
Na afloop van de restwaterverdamping verschijnt de melding "Proces afge rond".
Raak # aan.
^
U kunt nu een bereidingsproces met de ovenfunctie "Profi" d of een automa tisch programma met vochtregeling uit voeren.
Tijdens de restwaterverdamping slaat vochtigheid neer in de ovenruimte en op de deur. Verwijder deze vochtigheid in elk ge val nadat de ovenruimte afgekoeld is.
-
-
-
Restwaterverdamping overslaan
De restwaterverdamping mag u
,
niet overslaan of afbreken, indien mogelijk. Het verdampingssysteem kan in het slechtste geval immers overlopen in de ovenruimte wanneer
-
er opnieuw water wordt opgezogen.
Kies de ovenfunctie "Profi" d of een
^
automatisch programma met vochtregeling.
"Restwater verdampen?" verschijnt en "Overslaan" is geselecteerd.
^ Raak de OK-toets aan.
U kunt nu een bereidingsproces met de ovenfunctie "Profi" d of een automa­tisch programma met vochtregeling uit­voeren.
65
Automatische programma's
Uw oven beschikt over talrijke auto matische programma's, waarmee u telkens weer gemakkelijk optimale bereidingsresultaten bereikt voor een waaier aan gerechten. Kies gewoon het programma dat past bij het gerecht dat u wilt berei den en volg de instructies op het dis play.
De automatische programma's roept u op via de ovenfunctie "Automatic" c.
Overzicht
– Taart/cake
– Gebak
– Brood
– Gemengd brood
– Broodjes
– Vlees
– Wild
Gevogelte
Vis
Dessert
-
-
-
Automatische programma's gebruiken
Kies c.
^
De keuzelijst met de gerechtcategorieën verschijnt.
Blader in de keuzelijst totdat de ge
^
wenste gerechtcategorie geselec teerd is.
Raak de OK-toets aan.
^
De beschikbare automatische program ma's verschijnen.
Blader in de keuzelijst totdat het ge
^
wenste automatische programma ge­selecteerd is.
^ Raak de OK-toets aan.
De afzonderlijke stappen tot de start van een automatisch programma wor­den overzichtelijk weergegeven op het display.
Afhankelijk van het programma worden instructies weergegeven over
de braad- of bakvorm,
het niveau,
de benodigde hoeveelheid water bij automatische programma's met vochtregeling,
-
-
-
-
66
de bereidingstijd.
^
Volg de instructies op het display.
In het receptenboekje "Bakken – Braden – Profi" vindt u een waaier aan recepten voor de automatische programma's.
Automatische programma's
Opmerkingen omtrent het gebruik
De meegeleverde recepten zullen u
helpen bij het gebruik van de auto matische programma's. Met de programma's kunt u ook gelijkaardige recepten met afwij kende hoeveelheden bereiden.
Laat de ovenruimte na een berei
dingsproces eerst tot op kamertem peratuur afkoelen voor u een auto matisch programma start.
De bereidingstijd die wordt vermeld
voor een automatisch programma, is een geschatte tijdsaanduiding. Af­hankelijk van het verloop van het be­reidingsproces wordt de bereidings­tijd mogelijk korter of langer. De be­reidingstijd is afhankelijk van de tem­peratuur van het levensmiddel. Vooral bij vlees is dat het geval.
Bij sommige programma's moet u
tijdens het bereidingsproces vocht
-
-
-
-
-
toevoegen. Op het display wordt u daaraan herinnerd via een melding met een tijdsaanduiding (bijv. "Voeg ... vocht toe om ...").
Bij sommige programma's moet u
wachten totdat de oven voorver warmd is voordat u het gerecht in de ovenruimte plaatst. In dat geval wordt op het display een melding met een tijdsaanduiding weergege ven.
-
-
67
Eigen programma's
U kunt tot 20 eigen programma's sa menstellen en opslaan.
U kunt tot 10 bereidingsstappen
combineren om het verloop van lievelingsrecepten of vaak gebruikte recepten nauwkeurig te beschrijven. Daarbij kiest u voor elke bereidingsstap de ovenfunctie, de temperatuur en de bereidingstijd.
U kunt het niveau of de niveaus voor
het gerecht programmeren.
U kunt het programma opslaan on
der een zelfgekozen programma naam (bijv. de naam van het desbe­treffende recept).
Wanneer u uw programma opnieuw op­roept en start, verloopt het automatisch.
Andere mogelijkheden voor het instel­len van eigen programma's:
– Bevestig "Opslaan" na afloop van
een automatisch programma.
– Bevestig "Opslaan" na afloop van
een bereidingsproces waarvoor u een bereidingstijd had ingesteld.
-
-
-
Eigen programma's samenstellen
Kies ~.
^
Het eerste eigen programma instel len:
Hebt u nog geen eigen programma sa mengesteld, dan verschijnt "Program ma samenstellen".
Raak de OK-toets aan.
^
Extra eigen programma's samenstel len:
Hebt u al eigen programma's samenge steld, dan verschijnen de programma­namen en daaronder "Programma be­werken".
^ Blader in de keuzelijst totdat "Pro-
gramma bewerken" geselecteerd is.
^ Raak de OK-toets aan.
"Programma samenstellen" is geselec­teerd.
^
Raak de OK-toets aan.
-
-
-
-
-
Vervolgens voert u een programma naam in.
68
-
Eigen programma's
U kunt nu de instellingen voor de 1e bereidingsstap vastleggen. Volg de instructies op het display:
Kies en bevestig de gewenste oven
^
functie, temperatuur en bereidings tijd.
Afhankelijk van de gekozen oven functie kunt u via "Overige instelmo gelijkheden" de functie "Snel op warmen" inschakelen.
Alle instellingen voor de 1e bereidingsstap zijn vastgelegd.
U kunt extra bereidingsstappen toevoe­gen, bijv. wanneer na afloop van het proces met de eerste ovenfunctie nog andere ovenfuncties moeten worden gebruikt.
Wanneer er extra bereidingsstappen vereist zijn:
^ Kies "Bereidingsstap toevoegen" en
ga te werk zoals beschreven voor de 1e bereidingsstap.
Zodra u alle vereiste bereidingsstappen hebt vastgelegd:
^
Kies "Programma afsluiten".
-
-
-
-
-
Op het display verschijnt een samenvatting van uw instellingen.
Controleer de instellingen en raak de
^
OK-toets aan.
Blader in de keuzelijst totdat "Op
^
slaan" geselecteerd is.
Raak de OK-toets aan.
^
Vervolgens voert u de programmanaam in. Naast het alfabet vindt u de vol gende symbolen:
Sym
bool
ABC Alfabet in hoofdletters
abc Alfabet in kleine letters
123
^ Blader in de keuzelijst totdat het ge-
wenste teken geselecteerd is.
^
Raak de OK-toets aan.
Het gekozen teken verschijnt op de bo venste regel.
Betekenis
-
Spatie
Cijfers van 0 tot 9 en koppelteken -
( Programmanaam bevestigen
-
-
-
Vervolgens legt u het niveau of de ni veaus voor uw gerecht vast:
^
Kies en bevestig het gewenste ni veau of de gewenste niveaus.
-
-
69
Eigen programma's
U kunt de tekens één voor één wis sen door # aan te raken.
Er zijn maximaal 10 tekens beschik baar.
Kies de overige tekens.
^
Wanneer u de programmanaam hebt
^
ingevoerd, bladert u in de keuzelijst totdat ( geselecteerd is.
Raak de OK-toets aan.
^
Op het display verschijnt de bevesti ging dat uw programmanaam opgesla gen is.
^ Raak de OK-toets aan.
-
-
-
Eigen programma's starten
Kies ~.
^
Op het display verschijnen de program manamen en daaronder "Programma bewerken".
Blader in de keuzelijst totdat het ge
^
wenste programma geselecteerd is.
Raak de OK-toets aan.
^
Op het display verschijnt een keuzelijst:
Meteen starten
Het programma wordt meteen ge start. De ovenverwarming wordt met
-
een ingeschakeld.
– Start om
U legt het tijdstip vast waarop het programma moet starten. De oven­verwarming wordt op dat tijdstip au­tomatisch ingeschakeld.
-
-
-
-
70
– Klaar om
U legt het tijdstip vast waarop het programma afgerond moet zijn. De ovenverwarming wordt op dat tijdstip automatisch uitgeschakeld.
Het menupunt "Bereidingsstappen wijzigen" wordt beschreven in de ru briek "Eigen programma's wijzigen".
-
Eigen programma's
Blader in de keuzelijst totdat het ge
^
wenste menupunt geselecteerd is.
Raak de OK-toets aan.
^
Bevestig de melding over het in
^
schuifniveau van het gerecht met de OK-toets.
Het programma start meteen of op het ingestelde tijdstip.
-
Eigen programma's wijzigen
-
Bereidingsstappen wijzigen
De bereidingsstappen van automa tische programma's die u onder een zelfgekozen naam hebt opgeslagen, kunnen niet worden gewijzigd.
Kies ~.
^
Op het display verschijnen de program manamen en daaronder "Programma bewerken".
Blader in de keuzelijst totdat het ge
^
wenste programma geselecteerd is.
^ Raak de OK-toets aan.
^ Blader in de keuzelijst totdat
"Bereidingsstappen wijzigen" gese­lecteerd is.
^ Raak de OK-toets aan.
De 1e bereidingsstap is geselecteerd. U kunt de vastgelegde instellingen per bereidingsstap wijzigen of extra bereidingsstappen toevoegen.
-
-
-
^
Blader in de keuzelijst totdat de ge wenste bereidingsstap of "Bereidingsstap toevoegen" geselec teerd is.
^
Raak de OK-toets aan.
-
-
71
Eigen programma's
Wijzig het programma naar wens (zie
^
rubriek "Eigen programma's samen stellen").
Raak de OK-toets aan.
^
Controleer de instellingen en raak de
^
OK-toets aan.
Blader in de keuzelijst totdat "Op
^
slaan" geselecteerd is.
Raak de OK-toets aan.
^
Wijzig indien nodig de naam (zie ru
^
briek "Eigen programma's samenstel len").
De gewijzigde bereidingsstappen in uw programma worden opgeslagen.
-
-
-
Naam wijzigen
Kies ~.
^
Op het display verschijnen de program manamen en daaronder "Programma bewerken".
Raak de OK-toets aan.
^
Blader in de keuzelijst totdat "Pro
^
gramma wijzigen" geselecteerd is.
Raak de OK-toets aan.
^
Blader in de keuzelijst totdat het ge
^
­wenste programma geselecteerd is.
Raak de OK-toets aan.
^
^ Blader in de keuzelijst totdat "Naam
wijzigen" geselecteerd is.
^ Raak de OK-toets aan.
^ Voer de nieuwe naam in (zie rubriek
"Eigen programma's samenstellen").
^ Wanneer u een nieuwe naam hebt in-
gevoerd, bladert (scrolt) u totdat ( geselecteerd is.
-
-
-
72
^
Raak de OK-toets aan.
Op het display verschijnt de bevesti ging dat uw programmanaam opgesla gen is.
^
Raak de OK-toets aan.
De gewijzigde naam voor uw program ma wordt opgeslagen.
-
-
-
Eigen programma's wissen
Kies ~.
^
De programmanamen en daaronder "Programma bewerken" verschijnen.
Raak de OK-toets aan.
^
Blader in de keuzelijst totdat "Pro
^
gramma wissen" geselecteerd is.
Raak de OK-toets aan.
^
Blader in de keuzelijst totdat het ge
^
wenste programma geselecteerd is.
Raak de OK-toets aan.
^
Op het display verschijnt "XYZ wis­sen?".
^ Blader in de keuzelijst totdat "Ja" ge-
selecteerd is.
-
Eigen programma's
-
^ Raak de OK-toets aan.
Het programma wordt gewist.
U kunt ook alle eigen programma's tegelijk wissen (zie rubriek "Instel­lingen – Fabrieksinstellingen – Eigen programma's").
73
Bakken
Als u behoedzaam omgaat met le vensmiddelen, komt dat uw gezond heid ten goede. Taart, pizza, frieten en dergelijke mogen slechts goudgeel worden gebakken, niet donkerbruin.
Ovenfuncties
Afhankelijk van de bereiding, kunt u "Hetelucht Plus" U, "Intensief bakken" O, "Profi" d of "Boven-onderwarmte" V gebruiken.
Bakvorm
Welke bakvorm u het best kiest, is af­hankelijk van de ovenfunctie en de be­reiding.
– Hetelucht Plus U, Intensief bak -
ken O, Profi d: bakplaat, universele bakplaat, bak­vormen van om het even welk ovenbestendig materiaal.
Boven-onderwarmte V: matte en donkere bakvormen van onvertind blik, donker email, donker gemaakt vertind blik of mat alumini um; hittebestendige glazen bak vormen; bakvormen met een antiaanbaklaag. Vermijd lichtgekleurde bakvormen van glanzend materiaal. Daarmee wordt het gerecht in de bakvorm on gelijkmatig of nauwelijks bruin, en onder ongunstige omstandigheden wordt het gerecht ook niet gaar.
-
-
Plaats bakvormen altijd op de roos
ter.
-
-
-
Rechthoekige of langwerpige bak vormen plaatst u het best dwars op de rooster. Zo zorgt u voor een opti male warmteverdeling in de bakvorm en bereikt u een gelijkmatig bakre sultaat.
Bak fruittaarten/-cakes en hoge
plaatkoeken op de universele bak plaat.
Bakpapier, invetten
Al het toebehoren van Miele, zoals de bakplaat, de universele bakplaat, de bakplaat met gaatjes of de ronde bak­vorm, zijn veredeld met PerfectClean.
Doorgaans hoeven met PerfectClean veredelde oppervlakken niet te worden ingevet en hoeft u er geen bakpapier op te leggen.
Bakpapier is alleen vereist bij
– zout gebak, omdat de natronloog die
tijdens de deegbereiding wordt ge bruikt, het met PerfectClean vere delde oppervlak kan beschadigen,
deeg dat wegens zijn hoge eiwitgehalte gemakkelijk vastkleeft (bijv. biscuit, schuimgebak, maka rons),
het bereiden van diepgevroren pro ducten op de rooster.
-
-
-
-
-
-
-
-
-
74
Bakken
Opmerkingen omtrent de baktabel
Temperatuur 6
Doorgaans kiest u het best de lagere temperatuur.
Als u hogere temperaturen kiest dan de temperatuur die wordt vermeld, verkort u weliswaar de baktijd maar het risico bestaat dan dat het gerecht zeer onge lijkmatig bruin wordt en onder bepaalde omstandigheden niet gaar is.
Baktijd +
Doorgaans controleert u het best na het verstrijken van de kortere tijd of het ge­recht al gaar is. Prik met een houten stokje in het deeg. Als er geen vochtig deeg aan het stokje blijft kleven, is het gerecht gaar.
Niveau ³
Het niveau waarop u het gerecht in de oven plaatst, kiest u op basis van de ovenfunctie en het aantal bakplaten.
Hetelucht Plus U
1 bakplaat: niveau 2 2 bakplaten: niveau 1+2
Wanneer u de universele bakplaat en de bakplaat tegelijkertijd op verschil
­lende niveaus gebruikt om te bak
ken, moet u de universele bakplaat op een lager niveau dan de bakplaat plaatsen.
– Profi d
1 bakplaat: niveau 2
– Intensief bakken O
1 bakplaat: niveau 1 of 2
– Boven-onderwarmte V
1 bakplaat: niveau 1 of 2
-
-
75
Bakken
Baktabel
Taart/cake/gebak
6
[°C]
Roerdeeg
Zandtaart 150–170 2 60–70
Tulbandcake 150–170 1 65–80
Muffins (1 bakplaat) 150–170 2 30–50
Kleine cakes (1 bakplaat)
Kleine cakes (2 bakplaten)
Cake (bakplaat) 150–170 2 25–40
Marmercake, notentaart (bakvorm) 150–170 2 60–80
Vruchtentaart met baiser/glazuur (bakplaat) 150–170 2 45–50
Vruchtentaart (bakplaat) 150–170 2 35–55
Vruchtentaart (bakvorm) 150–170 2 55–65
Taartbodem
Klein gebak/koekjes
Kneeddeeg
Taartbodem 150–170 2 20–25
Kruimelkoek 150–170 2 45–55
Klein gebak
Zandkoekjes
Kwarktaart 150–170 2 70–95 Appeltaart (bakvorm C 20 cm)
Appeltaart, afgedekt
Abrikozentaart met glazuur (bakvorm) 150–170 2 55–75
Zwitserse quiche/quiche
1)
1)
(1 [2] bakpla(a)t(en)) 150–170 2 [1+24)] 15–25
1) 2)
(1 [2] bakpla(a)t(en)) 140 2 [1+24)] 30–50
1) 2)
1) 2)
1)
(1 [2] bakpla(a)t(en)) 150–170 2 [1+24)] 20–25
1) 2)
1)
150 2 25–35
3)
140
150–170 2 25–35
160 2 80–105
160–180 2 50–70
U
³ +
[min]
1+2 25–30
De gegevens voor de aanbevolen ovenfunctie zijn in het vet gedrukt.
De tijden gelden, tenzij anders aangegeven, voor een ovenruimte die niet is voor verwarmd. Bij een voorverwarmde ovenruimte zijn de tijden ca. 10 minuten korter.
Doorgaans kiest u het best de lagere temperatuur. Controleer het gerecht na het verstrijken van de kortere tijd.
76
-
Bakken
VO
6
[°C]
150–170 2 60–70
150–170 1 65–80
160–180 2 25–45
3)
160
––––––
170–190 2 25–40
150–170 2 60–80
170–190 2 45–50
170–190 1 35–55
160–180 2 55–65
170–190 2 20–25
160–180
3)
³ +
[min]
2 20–30 –––
2 15–25
6
[°C]
³ +
[min]
170–190 2 15–20
170–190 2 45–55
160–180 2 15–25
3)
160
160–180 2 85–95 150–170 2 75–90
180 1 80–100 –––
170–190 1 45–65 160–180 1 50–70
170–190 1 55–75 150–170 2 50–60
220–240
U Hetelucht Plus / V Boven-onderwarmte / O Intensief bakken
6 temperatuur / ³ niveau / + baktijd
1) Schakel tijdens de opwarmfase de functie "Snel opwarmen" uit. Raak daartoe de ver
lichte sensortoets R aan.
2) De instellingen gelden ook voor de richtlijnen volgens EN 60350.
3) Verwarm de ovenruimte voor.
4) Neem de bakplaat uit het toestel zodra het gerecht voldoende bruin is, ook als de ver melde baktijd nog niet verstreken is.
3)
2 15–30 –––
1 35–50 190–210
3)
1 25–40
-
-
77
Bakken
Baktabel
Taart/cake/gebak
6
[°C]
Biscuitdeeg
Taartbodem (2 eieren)
Biscuit (4 tot 6 eieren)
Waterbiscuit
1)
Rol
Gistdeeg/kwark-oliedeeg
Deeg laten rijzen 50
Tulbandcake 150–170 1 50–60
Stollen 150–170 2 55–65
Kruimelkoek 150–170 2 35–45
Vruchtentaart (bakplaat) 160–180 1 40–60
Wit brood 160–180 2 50–60
Volkorenbrood 170–190
Pizza (bakplaat)
Uientaart 170–190 2 35–45
Appelflappen (1 [2] bakpla(a)t(en)) 150–170 2 [1+2
Soezendeeg1), soezen (1 bakplaat) 160–180 2 30–45
Bladerdeeg (1 bakplaat) 170–190 2 20–25
Meringue, makarons (1 [2] bakpla(a)t(en)) 120–140 2 [1+24)] 25–50
1)
1) 2)
1)
1)
1)
170–190 2 15–20
175–195 2 22–30
185 2 22–30
160–180 2 15–25
170–190 2 35–45
U
³ +
3)
[min]
5)
2 50–60
15–30
4)
] 25–30
De gegevens voor de aanbevolen ovenfunctie zijn in het vet gedrukt.
De tijden gelden, tenzij anders aangegeven, voor een ovenruimte die niet is voor verwarmd. Bij een voorverwarmde ovenruimte zijn de tijden ca. 10 minuten korter.
Doorgaans kiest u het best de lagere temperatuur. Controleer het gerecht na het verstrijken van de kortere tijd.
78
-
6
[°C]
Bakken
VO
³ +
[min]
6
[°C]
³ +
[min]
50
3)
3)
3)
3)
2 10–20 –––
2 20–40 –––
2 20–45 –––
2 12–16 –––
5)
15–30
170–190
170–190
150–180
180–200
160–180 1 50–60
150–170 2 55–65
170–190 2 35–45
170–190
1)
2 40–55 170–190 2 40–55
160–180 2 50–60
190–210
3)
2 50–60
190–210 1 30–45 170–190 2 40–50
180–200 1 25–35 170–190 2 25–35
160–180 2 25–30
180–200
190–210
120–140
3)
3)
3)
2 30–40
2 20–25
2 25–50
U Hetelucht Plus / V Boven-onderwarmte / O Intensief bakken 6 temperatuur / ³ niveau / + baktijd
1) Schakel tijdens de opwarmfase de functie "Snel opwarmen" uit. Raak daartoe de ver
-
lichte sensortoets R aan.
2) De instellingen gelden ook voor de richtlijnen volgens EN 60350.
3) Verwarm de ovenruimte voor.
4) Neem de bakplaat uit het toestel zodra het gerecht voldoende bruin is, ook als de ver
-
melde baktijd nog niet verstreken is.
5) Plaats de rooster op de bodem van de ovenruimte en plaats de recipiënt op de rooster.
79
Braden
Ovenfuncties
Afhankelijk van de bereiding, kunt u "Hetelucht Plus" U, "Profi" d, "Braad automaat" [, "Boven-onderwarmte" V of automa tische programma's gebruiken.
-
Kookgerei
U kunt om het even welk ovenbestendig kookgerei gebruiken:
braadpan, braadpot, hittebestendige glazen vorm, braadzakken, römertopf, universele bakplaat, universele bak plaat met daarop de rooster en/of de grill- en braadplaat (indien voor­handen).
Wij raden aan te braden in de braad­pan, zodat er voldoende braadfond overblijft om een saus te bereiden. Bovendien blijft de ovenruimte zo scho­ner dan wanneer u op de rooster braadt.
-
Opmerkingen omtrent de braadtabel
-
Temperatuur 6
Doorgaans kiest u het best de lagere temperatuur. Als u hogere temperaturen kiest dan de temperatuur die wordt vermeld, wordt het vlees wel bruin maar niet gaar.
Kies bij "Hetelucht Plus" U, "Profi" d of "Braadautomaat" [ een ca. 20 °C lagere temperatuur dan bij "Boven-onderwarmte" V.
Kies bij stukken vlees die meer dan 3 kg wegen, een temperatuur die ca. 10 °C lager is dan de temperatuur die wordt vermeld in de braadtabel. Daardoor duurt het braadproces wat langer, maar het vlees wordt gelijkmatig gaar en krijgt geen te dikke korst.
Wanneer u braadt op de rooster, kiest u een temperatuur die 10 °C lager ligt dan wanneer u braadt in de braadpan.
80
Voorverwarmen
Voorverwarmen is doorgaans niet no dig. Het is alleen vereist bij het berei den van rosbief en filets.
-
-
Braden
Braadtijd +
U kunt de braadtijd bepalen door de hoogte van het gebraad [cm] te verme nigvuldigen met de tijd per cm hoogte [min/cm] voor het desbetreffende soort vlees:
rund/wild: ............15–18 min/cm
varken/kalf/lam: ........12–15 min/cm
rosbief/filet: ............8–10 min/cm
Bij diepgevroren vlees neemt de braad tijd per kg met ca. 20 minuten toe. Diepgevroren vlees met een gewicht tot ca. 1,5 kg kunt u braden zonder het eerst te ontdooien.
Doorgaans controleert u het best na het verstrijken van de kortere tijd of het ge­recht al gaar is.
Niveau ³
Gebruik afhankelijk van de hoogte van het gerecht niveau 1 of 2.
Tips
Bruining
­Het vlees wordt pas aan het einde van de braadtijd bruin. Het vlees wordt ex tra bruin als u na het verstrijken van on geveer de helft van de braadtijd het deksel van het kookgerei verwijdert.
Even laten staan
Na afloop van het braadproces neemt u
­het vlees uit de ovenruimte, wikkelt u
het in aluminiumfolie en laat u het ca. 10 minuten staan. Zo loopt er bij het aansnijden minder vleessap uit.
Gevogelte braden
Het vel wordt extra knapperig als u het gevogelte 10 minuten voor het einde van de braadtijd met licht gezouten wa­ter bestrijkt.
-
-
81
Braden
Braadtabel
Vlees/vis U / [
6
[°C]
Rundergebraad, ca. 1 kg 170–190 100–130 Runderfilet/rosbief, ca. 1 kg 200–220 45–55 Wildbraad, ca. 1 kg 140–160 100–120 Varkensgebraad/rollade, ca. 1 kg 160–180 100–120 Varkensgebraad met zwoerd, ca. 2 kg 160–180 130–160 Casselerrib, ca. 1 kg 150–170 60–80 Vleesbrood (gehakt), ca. 1 kg 160–180 60–70 Kalfsgebraad, ca. 1,5 kg 180–200 80–100 Lamsbout, ca. 1,5 kg 170–190 90–120 Lamsrug, ca. 1,5 kg 170–190 50–60 Gevogelte, 0,8–1,2 kg 180–200 60–70 Gevogelte, ca. 2 kg 170–190 90–110 Gevogelte, gevuld, ca. 2 kg 170–190 110–130 Gevogelte, ca. 4 kg 160–180 150–180 Vis, stuk, ca. 1,5 kg 160–180 35–55
De gegevens voor de aanbevolen ovenfunctie zijn in het vet gedrukt.
+
[min]
2)
3)
4)
4)
4)
4)
4)
4)
4)
De tijden gelden voor een niet-voorverwarmde ovenruimte.
Doorgaans kiest u het best de lagere temperatuur. Controleer het gerecht na het verstrijken van de kortere tijd.
De temperatuurgegevens gelden voor het bereiden in een onafgedekte braadpan. Verlaag de temperatuur met 10 °C als u rechtstreeks op de universele bakplaat of rechtstreeks op de rooster met de universele bakplaat braadt.
82
Braden
1)
d
6
[°C]
+
[min]
6
[°C]
––190–210 110–140 200–220 45–55
140–160 100–120
160–180 110–130 170–190 130–160
160–180 60–80
170–190 60–70
170–190 90–110 170–190 90–120
4)
4)
4)
4)
4)
4)
4)
150–170 100–120
180–200 100–120 190–210 130–160
170–190 80–100
190–210 60–70
190–210 100–120 200–220 90–120
––190–210 50–60
190–210 60–70 190–210 60–75 180–200 90–110 180–200 100–120 180–200 100–120 180–200 110–130 170–190 140–170 180–200 150–180 170–190 35–55 190–210 35–55
U Hetelucht Plus / d Profi / V Boven-onderwarmte
6 temperatuur / + braadtijd
Gebruik afhankelijk van de hoogte van het gerecht niveau 1 of 2.
1) Na de opwarmfase: Activeer de handmatige stoomstoten gespreid over de bereidingstijd.
2) Bereid het gerecht eerst met het deksel. Verwijder het deksel na het verstrijken van de helft van de tijd en voeg ca. 0,5 l vocht toe.
3) Verwarm de ovenruimte voor. Schakel echter de functie "Snel opwarmen" uit door de ver lichte sensortoets R aan te raken.
4) Voeg na het verstrijken van de helft van de tijd ca. 0,5 l vocht toe.
V
+
[min]
2)
3)
4)
4)
4)
4)
4)
4)
4)
-
83
Garen op lage temperatuur
Dit bereidingsproces is ideaal voor deli cate stukken vlees van een rund, var ken, kalf of lam die heel juist moeten worden gegaard.
Braad het stuk vlees eerst korte tijd langs alle kanten gelijkmatig aan op een zeer hete temperatuur.
Vervolgens doet u het vlees in de voor verwarmde ovenruimte. Daar wordt het vlees bij een lage temperatuur en met een lange bereidingstijd behoedzaam en zachtjes gegaard totdat het klaar is.
Daarbij ontspant het vlees zich. Het sap binnenin begint te circuleren en ver­deelt zich gelijkmatig tot in de buitenste lagen. Het gaarresultaat is zeer mals en sap­pig.
-
Tips
– Gebruik alleen goed bestorven, ma-
ger vlees (zonder pezen en vetrandjes). Het been moet vooraf uit het vlees gesneden zijn (uitgebeend).
Gebruik voor het aanbraden bijv. boterolie of spijsolie die geschikt is voor zeer hoge temperaturen.
Dek het vlees tijdens het garen niet af.
De bereidingstijd bedraagt ca. 2-4 uur en is afhankelijk van het gewicht en de grootte van het stuk vlees en ook van de gewenste gaarheid en bruining.
Zo gaat u te werk
-
Gebruik de universele bakplaat met de rooster erop.
Gebruik voor het voorverwarmen niet de functie "Snel opwarmen".
-
Schuif de universele bakplaat met de
^
rooster erop in de oven op niveau 1.
Kies de ovenfunctie
^
"Boven-onderwarmte" V en een temperatuur van 130 °C.
Schakel de functie "Snel opwarmen"
^
uit door de verlichte sensortoets R aan te raken.
^ Verwarm de ovenruimte ca. 15 minu-
ten voor terwijl de universele bak­plaat en de rooster zich in de oven bevinden.
^ Terwijl de ovenruimte wordt voorver-
warmd, braadt u het stuk vlees langs alle kanten krachtig aan op het kook­vlak.
,
Gevaar voor verbranding! Trek ovenwanten aan om hete ge rechten in te schuiven of uit te ne men en als u met uw handen in de hete ovenruimte moet komen.
^
Leg het aangebraden vlees op de rooster.
-
-
84
Garen op lage temperatuur
Raak X aan.
^
"Temperatuur" is geselecteerd.
Raak de OK-toets aan en verlaag de
^
temperatuur tot 100 °C.
Gaar het vlees totdat het klaar is.
^
Het bereidingsproces kan automatisch worden uitgeschakeld (zie rubriek "Geavanceerde bediening – Berei dingstijd instellen").
Na afloop van het bereidingsproces
Aangezien de bereidings- en kerntemperaturen zeer laag zijn,
– kunt u het vlees direct aansnijden. U
hoeft het vlees niet eerst even te la­ten staan.
– wordt het gaarresultaat niet negatief
beïnvloed wanneer het vlees na af­loop van de bereidingstijd nog in de ovenruimte blijft. U kunt het zonder problemen warmhouden totdat het wordt geserveerd.
-
Bereidings
-
tijden/kerntemperaturen
Vlees Berei
dingstijd
[min]
Rosbief
saignant: 60–90 48
medium (rosé, à
point) doorbakken
(bien cuit): Varkensfilet 120–150 63 Casselerrib* 150–210 68 Kalfsrug* 180–210 63 Lamsrug* 90–120 60
* Zonder been
** Om de stijging van de kerntempera-
tuur te controleren, kunt u een spij­zenthermometer gebruiken.
120–150 57
180–240 69
Kern
-
tempe ra
-
tuur**
[°C]
-
-
heeft het vlees een optimale consumptietemperatuur. Serveer het gerecht op voorverwarmde borden en doe er zeer warme saus bij, zodat het niet te snel afkoelt.
85
Grillen
Gevaar voor verbranding!
,
Wanneer u grilt terwijl de deur open staat, gaat de hete lucht uit de ovenruimte niet meer automatisch via de koelventilator en wordt deze dus niet afgekoeld. De bedienings elementen worden heet. Sluit de deur tijdens het grillen.
Kookgerei
-
-
Ovenfuncties
Grote grill Y
Om platte gerechten te grillen en om te gratineren.
Het hele verwarmingselement voor bo­venwarmte/de grill wordt roodgloeiend om de vereiste warmtestraling te produceren.
Circulatiegrill \
Om dikke gerechten te grillen, bijv. kip.
Het verwarmingselement voor boven­warmte/de grill en de ventilator worden afwisselend ingeschakeld.
Gebruik de universele bakplaat met de rooster of de grill- en braadplaat (indien voorhanden) erop. Deze voorkomt dat de afdruipende vleesjus verbrandt, waardoor de jus kan worden gebruikt.
Gebruik niet de bakplaat.
86
Grillen
Opmerkingen omtrent de grilltabel
Temperatuur 6
Doorgaans kiest u het best de lagere temperatuur. Als u hogere temperaturen kiest dan de temperatuur die wordt vermeld, wordt het vlees wel bruin maar niet gaar.
Voor platte gerechten kiest u door gaans het best de temperatuurinstelling 275 °C, voor dikke gerechten een tem peratuur van maximaal 220 °C.
Voorverwarmen
Voorverwarmen is vereist bij grillen. Verwarm het verwarmingselement voor bovenwarmte/de grill ca. 5 minuten voor, terwijl de deur gesloten is.
Niveau ³
Kies het niveau op basis van de dikte van het gerecht.
Platte gerechten: niveau 2
Dikke gerechten: niveau 1
Grilltijd +
Voor platte stukken vlees of vis hebt u per kant ca. 6-8 minuten nodig. Hogere stukken hebben per kant iets meer tijd nodig. Zorg ervoor dat de stukken ongeveer even groot zijn, zodat de grilltijden niet te veel uiteenlopen.
-
-
Test
Als u wilt controleren of het vlees al vol doende gaar is, drukt u met een lepel op het vlees:
Saignant: Als het vlees nog zeer
veerkrachtig aanvoelt, is het vanbinnen nog rood.
Medium (rosé, à point):
Doorbak ken/ bien cuit:
Doorgaans controleert u het best na het verstrijken van de kortere tijd of het ge­recht al gaar is.
Als het vlees een beetje meegeeft, is het vanbinnen roze.
Wanneer het vlees nauwe
­lijks nog meegeeft, is het doorbakken.
-
Tip
Als tijdens het grillen van grotere stuk­ken vlees blijkt dat het vlees aan de buitenkant al een korstje krijgt, terwijl het vanbinnen nog niet gaar is, kunt u het op een lager niveau of op een lage re temperatuur verder grillen. Zo ver mijdt u dat het vlees aan de buitenkant een te donkere kleur krijgt.
-
-
-
Keer het gerecht indien mogelijk om wanneer de helft van de grilltijd is verstreken.
87
Grillen
Levensmiddelen voorbereiden op het grillen
Spoel vlees snel af onder koud stro mend water en dep het droog. Zout stukken (lapjes) vlees niet voorafgaand aan het grillen. Anders loopt de vleesjus uit het vlees.
Mager vlees kunt u bestrijken met olie. Gebruik geen andere soorten vet of bo ter. Deze worden immers snel donker of produceren rook.
Maak platte vissen en stukken vis schoon en zout deze. U kunt deze ook besprenkelen met citroensap.
-
Grillen
Leg de rooster of de grill- en braad
^
plaat (indien voorhanden) op de uni versele bakplaat.
Plaats het gerecht erop.
^
Kies de ovenfunctie en de tempera
^
tuur.
Verwarm het verwarmingselement
^
­voor bovenwarmte/de grill
ca. 5 minuten voor, terwijl de deur gesloten is.
Gevaar voor verbranding!
,
Trek ovenwanten aan om hete ge­rechten in te schuiven of uit te ne­men en als u met uw handen in de hete ovenruimte moet komen.
^ Plaats het gerecht in de oven op het
desbetreffende niveau (zie grilltabel).
^ Sluit de deur.
^ Keer het gerecht indien mogelijk om
wanneer de helft van de grilltijd is verstreken.
-
-
-
88
Grillen
Grilltabel
De gegevens voor de aanbevolen ovenfunctie zijn in het vet gedrukt. Tenzij anders aangegeven, verwarmt u het verwarmingselement voor bovenwarm te/de grill ca. 5 minuten voor, terwijl de deur gesloten is. Keer het gerecht om wanneer de helft van de tijd is verstreken. Controleer het gerecht na het verstrijken van de kortere tijd.
-
Grillgerecht
³ 6
Platte gerechten
Runderbiefstukken 2 275 15–22 220 15–20
Beefburger
Sjasliek 2 275 25–30 220 25–30
Gevogeltebrochetten 2 275 20–25 220 12–16
Procureursteaks 2 275 18–25 220 17–23
Lever 2 275 8–12 220 12–15
Gehaktballen 2 275 20–25 220 18–22
Braadworst 2 275 12–18 220 13–19
Visfilet 2 275 20–25 220 13–18
Forellen 2 275 16–20 220 20–25
Toast
Toast Hawaï 2 275 10–15 220 10–15
Tomaten 2 275 6–10 220 8–10
Perziken 2 275 6–10 220 15–20
Dikke gerechten
Kip, ca. 1,2 kg 1 210 60–70 200 60–70
Varkensschenkel, ca. 1 kg 1 200 95–100
Rosbief, runderfilet, ca. 1 kg 1 250 35–45
Y Grill / \ Circulatiegrill / ³ niveau / 6 temperatuur / + grilltijd
1) De instellingen gelden bij gebruik van de ovenfunctie "Grote grill" Y ook voor de richt
lijnen volgens EN 60350.
2) Verwarm het verwarmingselement voor bovenwarmte/de grill niet voor.
1)
1) 2)
2 300 17–28 ––
2 300 5–10 220 7–10
Y\
[°C]
+
[min]
6
[°C]
+
[min]
-
89
Overige toepassingen
Overige programma's
Bruineren
De ovenfunctie "Bruineren" is geschikt om ovenschotels en gratins te berei den, die een knapperige bovenkant moeten hebben.
U kunt een temperatuur tussen 100 en 250 °C instellen.
Kies .
^
Kies "Bruineren" en wijzig indien no
^
dig de voorgeprogrammeerde tem peratuur.
^ Volg de instructies op het display.
-
In de tabel vindt u enkele toepassingsvoorbeelden.
Gerecht 6
[°C]
Lasagne 190 1 45–60
Aardappelgratin 180 1 55–65
Groenteschotel 180 1 55–65
­Pastaschotel ge
­gratineerd
6 temperatuur / ³ niveau / + bereidings-
tijd
Als u andere recepten bereidt, kunt u uitgaan van de temperaturen en tijden voor "Hetelucht Plus" U.
­190 1 40–50
³ +
[min]
90
Overige toepassingen
Ontdooien
De ovenfunctie "Ontdooien" is ontwik keld om diepgevroren producten be hoedzaam te ontdooien.
U kunt een temperatuur tussen 25 en 50 °C instellen.
Kies .
^
Kies "Ontdooien".
^
Wijzig indien nodig de voorgepro
^
grammeerde temperatuur en stel de bereidingstijd in.
Volg de instructies op het display.
^
De lucht in de ovenruimte circuleert en het diepgevroren product wordt be­hoedzaam ontdooid.
-
-
-
,Gevaar voor salmonella!
Let bij het ontdooien van gevogelte extra op de hygiëne. Het ontdooivocht mag u niet gebruiken.
Tijden voor het gedeeltelijk of volle dig ontdooien
De tijden zijn afhankelijk van het soort product en het gewicht van het diepge vroren product:
Diepgevroren product
Kip 800 90–120 Vlees 500 60–90
Braadworst 500 30–50 Vis 1 000 60–90 Aardbeien 300 30–40 Boterkoek 500 20–30 Brood 500 30–50
Gewicht
[g]
1 000 90–120
Tijd
[min]
-
-
Tips
Haal het diepgevroren product uit de verpakking en leg het op de univer sele bakplaat of in een schotel.
Gebruik voor het ontdooien van ge vogelte de universele bakplaat met de rooster erop. Zo ligt het gevogelte niet in het ontdooivocht.
Vlees, gevogelte en vis hoeven niet volledig ontdooid te zijn voor verdere bereiding. Gedeeltelijk ontdooien volstaat. De buitenkant is dan zacht genoeg om kruiden op te nemen.
-
-
91
Overige toepassingen
Drogen
Dit programma is ontwikkeld om ge rechten op de traditionele manier in te maken door ze te drogen.
U kunt een temperatuur tussen 80 en 100 °C instellen.
Het fruit en de groenten moeten vers en voldoende rijp zijn en mogen geen drukplekken hebben.
Bereid de producten goed voor.
^
Appels schilt u eventueel, ontdoet u
van het klokhuis en snijdt u in ca. 0,5 cm dikke ringen.
– Pruimen ontpit u eventueel.
– Peren schilt u, ontdoet u van het
klokhuis en snijdt u in partjes.
– Bananen schilt u en snijdt u in schijf-
jes.
– Champignons maakt u schoon en
halveert u of snijdt u in schijfjes.
Peterselie of dille ontdoet u van dikke stengels.
^
Verdeel de producten gelijkmatig over de universele bakplaat.
-
Product Droogtijd
Fruit 2–8 uur Groenten 3–8 uur Kruiden* 50–60 minuten
* Aangezien bij dit programma de ven
tilator ingeschakeld is, gebruikt u om kruiden te drogen de ovenfunctie "Boven-onderwarmte" V op een temperatuur van 80-100 °C.
Verlaag de temperatuur wanneer er
^
zich waterdruppels vormen in de ovenruimte.
Gevaar voor verbranding!
,
Trek ovenwanten aan wanneer u de producten uit het toestel neemt.
^ Laat gedroogd fruit of gedroogde
groenten afkoelen.
Gedroogd fruit moet volledig droog zijn maar zacht en veerkrachtig aanvoelen. Bij het breken of snijden mag er geen sap meer ontsnappen.
^
Bewaar de producten in goed afge sloten bokalen of conversenblikken.
-
-
U kunt ook de rooster of de bakplaat met gaatjes gebruiken, indien voor handen.
^
Kies .
^
Kies "Drogen".
^
Wijzig indien nodig de voorgepro grammeerde temperatuur en stel de bereidingstijd in.
^
Volg de instructies op het display.
92
-
-
Overige toepassingen
Opwarmen
Dit programma is ontwikkeld om berei de maaltijden op te warmen en werkt met vochtregeling.
U hebt de keuze uit:
Gebraden vlees + groenten
Gebraden vlees + aardappelen
Gebraden vlees + knoedels
Gebraden vlees + pasta
Vis met groenten
Vis met aardappelen
Groenteschotel
Pastaschotel gegratineerd
Pastagerechten met saus
– – Pizza – Ragout met saus
Gebruik hittebestendig kookgerei.
^ Plaats het gerecht dat u wilt op-
warmen onafgedekt op de rooster.
^ Kies .
^ Kies "Opwarmen" en wijzig indien no-
dig de voorgeprogrammeerde tem­peratuur.
Deeg laten rijzen
Dit programma is ontwikkeld om gist
­deeg te laten rijzen zonder vochtregeling.
U kunt een temperatuur tussen 30 en 50 °C instellen.
Kies .
^
Kies "Deeg laten rijzen".
^
Wijzig indien nodig de voorgepro
^
grammeerde temperatuur en stel de bereidingstijd in.
Volg de instructies op het display.
^
Wanneer u gistdeeg met vochtregeling wilt laten rijzen, ge­bruikt het desbetreffende automa­tische programma.
-
-
^
Volg de instructies op het display.
,
Gevaar voor verbranding! Trek ovenwanten aan wanneer u het kookgerei uit het toestel neemt. Aan de onderkant van het kookgerei kunnen zich waterdruppels vormen.
93
Overige toepassingen
Pizza
Dit programma is ontwikkeld om pizza's te bakken.
U kunt een temperatuur tussen 160 en 250 °C instellen.
Kies .
^
Kies "Pizza".
^
Wijzig indien nodig de voorgepro
^
grammeerde temperatuur en stel de bereidingstijd in.
Volg de instructies op het display.
^
-
Servies verwarmen
Dit programma is ontwikkeld om servies te verwarmen.
U kunt een temperatuur tussen 50 en 80 °C instellen.
Gebruik hittebestendig servies.
Schuif de rooster op niveau 1 in het
^
toestel en plaats het servies dat u wilt verwarmen erop.
Kies .
^
Kies "Servies verwarmen".
^
^ Wijzig indien nodig de voorgepro-
grammeerde temperatuur en stel de bereidingstijd in.
^ Volg de instructies op het display.
,
Gevaar voor verbranding! Trek ovenwanten aan wanneer u het servies uit het toestel neemt.
94
Inmaken
Overige toepassingen
Inmaakrecipiënten
Gevaar voor verwonding!
,
In afgesloten conservenblikken ont staat bij het verwarmen overdruk, waardoor deze kunnen ontploffen. Gebruik de oven nooit voor het in maken en verwarmen van conser venblikken.
Gebruik enkel speciale bokalen, die in de vakhandel verkrijgbaar zijn:
inmaakbokalen,
– bokalen met schroefsluiting.
Fruit en groenten inmaken
Wij raden hiervoor de ovenfunctie "He­telucht Plus" U aan.
De gegevens gelden voor 6 bokalen met een inhoud van 1 l.
^ Schuif de universele bakplaat in de
oven op niveau 1 en plaats de bokalen erop.
-
-
Fruit/augurken
Stel de laagste temperatuur in zodra
^
-
u ziet dat de vloeistof in de bokalen begint te "borrelen". Vervolgens laat u de bokalen nog 25-30 minuten in de warme ovenruimte staan.
Groenten
Verlaag de temperatuur tot 100 °C
^
zodra u ziet dat de vloeistof in de bokalen begint te "borrelen".
Asperges, wortels 60–90 Erwten, bonen 90–120
^ Stel na afloop van de inmaaktijd de
laagste temperatuur in. Vervolgens laat u de bokalen nog 25-30 minuten in de warme ovenruimte staan.
Na het inmaken
Inmaaktijd
[min]
^
Kies "Hetelucht Plus" U en een tem peratuur van 150-170 °C.
^
Wacht totdat de vloeistof in de bokalen begint te "borrelen", met an dere woorden totdat er in de bokalen gelijkmatig luchtbelletjes opstijgen.
Verlaag tijdig de temperatuur om overkoken te vermijden.
-
,
Gevaar voor verbranding! Trek ovenwanten aan wanneer u de bokalen uit het toestel neemt.
-
^
Neem de bokalen uit de ovenruimte.
^
Leg een doek over de bokalen en laat ze ca. 24 uur op een tochtvrije plaats staan.
^
Controleer vervolgens of alle bokalen goed dicht zijn.
95
Overige toepassingen
Diepgevroren producten/kant-en-klaargerech ten
Tips
Taart/cake, pizza, stokbroden
Bak dergelijke diepgevroren pro
ducten op de rooster, waarop u bak papier hebt gelegd. Bij het bereiden van dergelijke diep gevroren producten kan de bakplaat of de universele bakplaat kromtrek ken zodat u deze mogelijk niet meer uit de ovenruimte kunt nemen terwijl deze heet is. Elk verder gebruik ver­oorzaakt dan nog meer kromtrekking.
– Kies de lagere temperatuur van de
temperaturen die worden aanbevo­len op de verpakking.
Frieten, kroketten en dergelijke
– Dergelijke diepgevroren producten
kunt u op de bakplaat of de universe­le bakplaat bereiden. Leg deze diepgevroren producten op bakpapier om ze behoedzaam te bereiden.
Kies de lagere temperatuur van de temperaturen die worden aanbevo len op de verpakking.
-
-
-
Bereiding
Als u behoedzaam omgaat met le vensmiddelen, komt dat uw gezond heid ten goede.
Taart/cake, pizza, frieten en derge lijke mogen slechts goudgeel wor
-
den gebakken, niet donkerbruin.
-
Kies de ovenfunctie en temperatuur
^
die worden aanbevolen op de ver pakking.
Verwarm de ovenruimte voor.
^
^ Plaats het gerecht op het niveau dat
op de verpakking wordt aanbevolen, in de voorverwarmde ovenruimte.
^ Controleer het gerecht na het
verstrijken van de kortere bereidings­tijd die wordt aanbevolen op de ver­pakking.
Tip: Voor sommige diepgevroren pro­ducten/kant-en-klaargerechten zijn au­tomatische programma's beschikbaar (zie rubriek "Automatische program ma's").
-
-
-
-
-
-
Keer de producten regelmatig om.
96
Gegevens voor testinstellingen
Controlegerechten volgens EN 60350
Controle-gerechtBakplaat/bakvorm Ovenfunc
Zandkoekjes (8.4.1)
Kleine cakes (8.4.2)
Waterbiscuit (8.5.1)
Appeltaart (8.5.2)
Toast bruineren (9.1)
Beefburger gril­len (9.2)
1 bakplaat U 140
2 bakplaten 1 bakplaat V 160 1 bakplaat U 150 2 bakplaten U 140 1 bakplaat V 160 Springvorm C 26 cm Springvorm C 26 cm Springvorm C 20 cm Springvorm C 20 cm Rooster Y 300 2 5–10 Nee
Rooster op universele bakplaat
1)
3)
3)4)
3)
3)
tie
U 140
U 185 V 150–180 U 160 V 180
Y 300 2 1e kant:
U Hetelucht Plus / V Boven-onderwarmte / Y Grote grill
6 temperatuur / ³ niveau / + bereidingstijd
1) Neem de bakplaat uit het toestel zodra het gerecht voldoende bruin is, ook als de ver­melde baktijd nog niet verstreken is.
2) Schakel tijdens de opwarmfase de functie "Snel opwarmen" uit. Raak daartoe de ver­lichte sensortoets R aan.
3) Plaats de bakvorm op de rooster.
4) Doorgaans kiest u het best de lagere temperatuur. Controleer het gerecht na het verstrijken van de kortere tijd.
6
-
[°C]
2)
2)
2)
2)
2)
2)
2)
2)
2)
³ +
[min]
2 30–50 Nee
1+2 30–50 Nee
2 15–30 Ja
2 25–35 Nee
1+2 25–30 Ja
2 20–30 Ja
2 22–30 Nee
2)
2 20–45 Ja
2 80–105 Nee
1 80–100 Nee
10–16
2e kant:
7–12
Voorver
warmen
Ja,
5 minuten
-
Energie-efficiëntieklasse
Het vaststellen van de energie-efficiëntieklasse gebeurt volgens EN 50304.
Energie-efficiëntieklasse: A
Gebruikte ovenfunctie: Bruineren K
Opmerkingen omtrent het uitvoeren van de test:
zonder dat er FlexiClip-geleiders geplaatst zijn
97
Reiniging en onderhoud
Gevaar voor verbranding! De
,
verwarmingselementen moeten uit geschakeld zijn. De ovenruimte moet afgekoeld zijn.
Gevaar voor verwonding! De
,
stoom van een stoomreiniger kan te rechtkomen op onderdelen die on der spanning staan en zo een kort sluiting veroorzaken. Gebruik voor het reinigen van de oven nooit een stoomreiniger.
Alle oppervlakken kunnen verkleu­ren of wijzigingen ondergaan wan­neer u ongeschikte reinigingsmid­delen gebruikt. Vooral het front van de oven raakt beschadigd door ovenreiniger en ontkalkingsmiddel. Verwijder resten van reinigingsmid­delen direct.
-
Ongeschikte reinigingsmid delen
­Om schade aan de oppervlakken te
voorkomen, mogen de volgende mid delen niet worden gebruikt om de op pervlakken te reinigen:
reinigingsmiddelen die soda, ammo
-
-
niak, zuur of chloor bevatten,
kalkoplossende reinigingsmiddelen
op het front van de oven,
schurende reinigingsmiddelen (bijv.
schuurpoeder, schuurmelk, poetsstenen),
– reinigingsmiddelen met oplosmiddel,
– reinigingsmiddelen voor roestvrij
staal,
– afwasmiddelen voor de afwasauto-
maat,
– glasreinigers,
– reinigingsmiddelen voor kookvlakken
van glaskeramiek,
-
-
-
-
Alle oppervlakken zijn gevoelig voor krassen. Krassen in oppervlakken uit glas kunnen ertoe leiden dat het breekt.
98
schurende harde borstels en sponsen (bijv. schuursponsen, ge bruikte sponsen die nog resten van een schuurmiddel bevatten),
speciale "wondersponsen",
scherpe metaalschrapers,
staalwol,
reiniging met mechanische reini gingsmiddelen,
ovenreinigers*,
roestvrijstalen spiraalsponsen*.
* Toegelaten bij hardnekkig vuil op
met PerfectClean veredeld email
-
-
Als vuil langere tijd inwerkt op op
pervlakken, kan het onder bepaalde omstandigheden niet meer worden verwijderd. Als u het toestel meerdere keren ge bruikt zonder het tussendoor te rei nigen, kan het zeer moeilijk zijn om het toestel schoon te krijgen. Vuil verwijdert u het best direct.
Het toebehoren is niet geschikt voor reiniging in de afwasautomaat.
-
Tips
– Vuil zoals sap van fruit of
taart-/cakedeeg van slecht sluitende bakvormen kunt u gemakkelijker ver­wijderen terwijl de ovenruimte nog wat warm is.
– Om de oppervlakken gemakkelijker
te kunnen reinigen, kunt u de deur verwijderen en uit elkaar halen, de zijroosters samen met de FlexiClip-geleiders (indien aanwezig) verwijderen, de katalytisch geëmail leerde achterwand verwijderen en het verwarmingselement voor boven warmte/de grill omlaagklappen.
Reiniging en onderhoud
Normaal vuil
Raadpleeg de rubriek "Vuil op de ka talytisch geëmailleerde achterwand" voor opmerkingen omtrent de reini ging van de achterwand.
-
-
Rond de ovenruimte bevindt zich een delicate glaszijdedichting als af dichting voor de binnenzijde van de deur. Als u erop zou wrijven of schu ren, zou deze beschadigd kunnen raken. Reinig deze niet, indien mogelijk.
^ Verwijder normaal vuil bij voorkeur di-
rect met warm water, handafwasmid­del en een schone sponsdoek. U kunt ook een schone, vochtige microvezeldoek gebruiken.
^ Verwijder resten van reinigingsmid-
delen grondig met schoon water. Dat is heel belangrijk voor met PerfectClean veredelde onderdelen. Resten van reinigingsmiddelen kun
-
nen immers een negatieve invloed hebben op de antiaanbakeigen schappen.
-
^
Wrijf de oppervlakken vervolgens droog met een zachte doek.
-
-
-
-
-
-
99
Reiniging en onderhoud
Hardnekkig vuil (op andere oppervlakken dan op de FlexiClip-geleiders)
Door overgelopen sap van fruit of braadresten kunnen op geëmail leerde oppervlakken permanente kleurveranderingen of matte vlekken ontstaan. Deze hebben geen nega tieve invloed op de gebruikseigenschappen. Probeer dergelijke vlekken niet kost wat kost te verwijderen. Gebruik enkel de be schreven hulpmiddelen.
^ Verwijder de aangekoekte resten met
een glaskrabber of een roestvrijstalen spiraalspons (bijv. Spontex Spirinett).
Het katalytische email raakt bescha­digd door ovenreiniger. Verwijder de katalytisch geëmailleerde onderde­len voordat u ovenreiniger gebruikt.
-
-
-
Bij zeer hardnekkig vuil op met
^
PerfectClean veredeld email brengt u de ovenreiniger van Miele aan op de desbetreffende oppervlakken wan neer deze afgekoeld zijn. Laat deze zo lang inwerken als beschreven op de verpakking.
Ovenreinigers van andere producen ten mag u alleen op afgekoelde op pervlakken aanbrengen en maximaal 10 minuten laten inwerken.
U kunt na deze inwerktijd ook de har
^
de zijde van een afwasspons ge bruiken.
^ Verwijder de resten van de
ovenreiniger grondig met schoon wa­ter en wrijf de oppervlakken droog.
-
-
-
-
-
100
Loading...