Gebruiks- en montagehandleiding
Inbouwoven met microgolf
Lees beslist de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw toestel
plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u
voorkomt schade aan uw toestel.
nl-BEM.-Nr. 10 230 360
Inhoud
Opmerkingen omtrent uw veiligheid ................................................................... 7
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu ............................................ 18
Overzicht oven met microgolffunctie ............................................................... 19
Dit toestel voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften. Onjuist gebruik echter kan persoonlijk letsel of beschadiging van het
toestel tot gevolg hebben. Lees daarom de gebruiks- en montagehandleiding aandachtig door, voordat u het toestel in gebruik
neemt. In de handleiding vindt u belangrijke instructies met betrekking tot inbouw, veiligheid, gebruik en onderhoud. Miele kan niet
aansprakelijk worden gesteld voor schade die is ontstaan doordat
de veiligheidsinstructies en waarschuwingen niet in acht zijn genomen. Bewaar de gebruiks- en montagehandleiding en geef deze
door aan een eventuele volgende eigenaar.
7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Juist gebruik
Dit toestel is uitsluitend bestemd voor particulier huishoudelijk ge-
bruik (of daarmee vergelijkbaar).
Het toestel mag niet buiten worden gebruikt.
Het toestel is uitsluitend bestemd voor het ontdooien, koken, gril-
leren, bakken, braden, inmaken en drogen van voedingsmiddelen.
Gebruik voor andere doeleinden is niet toegestaan en kan gevaarlijk
zijn.
Brandgevaar! Als u in de de oven ontvlambare producten droogt,
verdampt het vocht. De producten kunnen daardoor uitdrogen en
vanzelf ontvlammen.
Gebruik de oven daarom nooit voor het bewaren of drogen van ontvlambare producten.
Personen die op grond van hun fysieke of psychische gesteldheid,
hun onervarenheid of gebrek aan kennis van de oven niet in staat zijn
de oven veilig te bedienen, mogen het alleen onder toezicht bedienen
of wanneer ze worden geïnstrueerd door iemand die de oven kent.
Ze moeten het mogelijke gevaar van een verkeerde bediening kunnen herkennen en begrijpen.
8
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Kinderen in het huishouden
Houd kinderen onder acht jaar op een afstand, tenzij u voortdu-
rend toezicht houdt.
Kinderen vanaf acht jaar mogen de oven alleen zonder toezicht
gebruiken als ze weten hoe ze het toestel veilig moeten bedienen. De
kinderen moeten zich bewust zijn van de gevaren van een foutieve
bediening.
Kinderen mogen het toestel niet zonder toezicht reinigen of onder-
houden.
Houd kinderen in de gaten wanneer deze zich in de buurt van het
toestel bevinden. Laat ze nooit met het toestel spelen.
Verstikkingsgevaar! Spelende kinderen kunnen zich wikkelen in
verpakkingsmateriaal (bijv. folies) of het over hun hoofd trekken en
daardoor verstikken. Houd verpakkingsmateriaal zoals plastic buiten
het bereik van kinderen.
Verbrandingsgevaar! De huid van kinderen is gevoeliger voor hoge
temperaturen dan de huid van volwassenen. Het toestel wordt heet
bij het deurglas, het bedieningspaneel en bij de openingen waar de
ovenlucht vrijkomt. Zorg dat kinderen uit de buurt van het toestel blijven als het in gebruik is.
Verwondingsgevaar! De deur mag met maximaal 8kg worden be-
last. Kinderen kunnen zich aan de geopende deur verwonden.
Voorkom dat kinderen op de geopende deur gaan staan of zitten of
eraan gaan hangen.
9
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Technische veiligheid
Door ondeskundig uitgevoerde installaties, onderhoudswerken of
herstellingen kunnen er niet te onderschatten risico's ontstaan voor
de gebruiker. Installatie-, onderhouds- of herstellingswerken mogen
alleen door vakmensen worden uitgevoerd die door Miele erkend
zijn.
Controleer voordat de oven wordt geplaatst, of hij zichtbaar be-
schadigd is. Een beschadigde oven mag niet worden geplaatst en
niet in gebruik worden genomen.
Als een defect toestel wordt ingeschakeld, kunnen er microgolven
vrijkomen die gevaarlijk kunnen zijn voor de gebruiker. Gebruik de
oven niet als
– de deur is verbogen,
– de deurscharnieren los zitten,
– er gaatjes of scheuren in de ommanteling, de deur of de binnen-
wanden van de oven zitten,
De elektrische veiligheid van de oven is uitsluitend gegarandeerd,
als hij wordt aangesloten op een aardingssysteem dat volgens de
geldende voorschriften is geïnstalleerd. Laat de elektrische installatie
bij twijfel door een elektricien inspecteren.
De aansluitgegevens (frequentie en spanning) op het typeplaatje
van de oven moeten absoluut overeenstemmen met deze van het
elektriciteitsnet. Zo voorkomt u schade aan uw oven. Deze moeten
beslist overeenkomen. Raadpleeg bij twijfel een elektricien.
Stopcontactenblokken of verlengkabels bieden niet voldoende
veiligheidsgaranties (gevaar voor brand). Dit in verband met gevaar
voor oververhitting.
Gebruik de oven enkel in ingebouwde toestand. Enkel dan is een
veilige werking gegarandeerd.
Deze oven mag niet op niet-vaste plaatsen (bijv. op een schip)
worden gebruikt.
10
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Wanneer u aansluitingen onder spanning aanraakt of de elek-
trische en mechanische constructie wijzigt, kan dat voor u gevaar
opleveren. Het kan ook tot storingen in de werking van de oven leiden.
Open nooit de behuizing van de oven.
Het recht op garantie vervalt wanneer de oven door een klanten-
dienst wordt hersteld die niet door Miele is erkend.
Defecte onderdelen mogen alleen door originele Miele-onderdelen
worden vervangen. Alleen van deze Miele onderdelen kunnen wij garanderen, dat zij volledig aan onze veiligheidseisen voldoen.
Als de oven zonder aansluitkabel wordt geleverd of als een be-
schadigde aansluitkabel moet worden vervangen, moet een speciale
aansluitkabel worden geïnstalleerd door een vakman of vakvrouw die
door Miele erkend is (zie rubriek "Elektrische aansluiting").
Tijdens installatie-, onderhouds- en herstellingswerken moet de
oven van het elektriciteitsnet losgekoppeld zijn, bijv. als de ovenverlichting defect is (zie rubriek "Wat gedaan als...?". Daarvoor moet u
het volgende doen
– schakel de zekeringen in uw zekeringkast uit of
– draai de zekeringen in uw zekeringkast er helemaal uit of
– als de stekker (indien aanwezig) uit de contactdoos is getrokken.
Trek daarbij aan de stekker en niet aan de aansluitkabel.
Voor een goede werking heeft de oven voldoende luchttoevoer
nodig. Zorg ervoor dat de toevoer van koele lucht niet wordt belemmerd (bijv. door de inbouw van warmte-isolatielijsten in de ombouwkast). Bovendien mag de vereiste koellucht niet door andere warmtebronnen (bijv. vaste brandstofoven) overdreven worden verwarmd.
11
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Als de oven achter een meubelfront (bijv. een deur) is geplaatst,
sluit deze nooit terwijl de oven in werking is. Achter een gesloten
meubeldeur wordt warmte en vocht opgestuwd. Daardoor kunnen
oven, ombouwkast en vloer worden beschadigd. Sluit een meubeldeur pas als de oven volledig afgekoeld is.
Efficiënt gebruik
Verbrandingsgevaar! Het toestel wordt bij gebruik heet. Afhankelijk van de gekozen ovenfunctie wordt met name het bovenwarmte-/grillelement zeer heet. U kunt zich ook branden aan de
verwarmingselementen, de ovenwanden, het voedingsmiddel en
de accessoires. Draag daarom altijd ovenwanten als u hete gerechten in het toestel zet of eruit haalt of als u in het hete toestel
bezig bent.
Voorwerpen in de nabijheid van het ingeschakelde toestel kunnen
door de hoge temperaturen beginnen te branden.
Gebruik het nooit om ruimten te verwarmen.
Olie en vet kunnen bij oververhitting vlam vatten. Houd het toestel
goed in de gaten als u met olie en/of vetten werkt. Gebruik het toestel niet om ermee te frituren. Blus een brand met olie of vet nooit
met water. Schakel het toestel uit en doof de vlammen door de deur
gesloten te houden.
Houd bij ontdooien, verwarmen of koken met een ovenfunctie met
microgolf rekening met het feit dat de bereidingstijden vaak veel korter zijn dan bij ovenfuncties zonder microgolf. Bij te lange bereidingstijden droogt het voedingsmiddel uit en kan zelfs in brand vliegen.
Houd bij ovenfuncties met grill de aanbevolen tijden aan. Gebruik de
ovenfunctie "Microgolf" niet voor het drogen van bijvoorbeeld
bloemen, kruiden, brood en broodjes. Gebruik de ovenfuncties met
grill niet voor het afbakken van brood en broodjes en ook niet voor
het drogen van bloemen en kruiden. Gebruik hiervoor de ovenfunctie
"Hetelucht Plus " en blijf in de buurt van het toestel!
12
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Als u bij de bereiding van voedingsmiddelen alcoholhoudende
dranken gebruikt, moet u er rekening mee houden dat alcohol bij hoge temperaturen verdampt en op hete oppervlakken kan ontsteken.
Als u de restwarmte voor het warmhouden van gerechten wilt ge-
bruiken, kan door hoge luchtvochtigheid en condenswater corrosie
in het toestel ontstaan. Ook het bedieningspaneel, het werkblad en
de keukenkast kunnen beschadigd raken Dek gerechten die u met
de ovenfunctie "Microgolf " bereidt altijd af. Kies na de bereiding
een lager microgolfvermogen, zodat niet te veel waterdamp vrijkomt.
Schakel het toestel niet uit, maar stel de laagste temperatuur van de
gekozen ovenfunctie in. De ventilator blijft dan ingeschakeld.
Gerechten die in de ovenruimte worden warm gehouden of be-
waard, kunnen uitdrogen. Het vrijkomende vocht kan in het toestel
corrosie veroorzaken. Dek gerechten daarom af.
Het toestel kan door warmteophoping beschadigd raken. Leg
nooit aluminiumfolie of iets dergelijks op de bodem van de ovenruimte als u de ovenfunctie "Hetelucht Plus " gebruikt. Zet ook
geen pannen, glazen schalen en dergelijke op de bodem van het
toestel.
Het is belangrijk dat de temperatuur in het gerecht gelijkmatig
wordt verdeeld en hoog genoeg is.
Roer het gerecht daarom regelmatig door of keer het. Let bij ontdooien, verwarmen en koken op de aangegeven doorwarmtijden
(de tijd waarin de warmte zich gelijkmatig verdeelt).
Als u gerechten met de microgolffunctie verwarmt, ontstaat de
warmte in het voedsel zelf, waardoor het serviesgoed minder heet
wordt. Het serviesgoed wordt alleen warm door de warmte die het
gerecht afgeeft.
Als u het gerecht uit de oven haalt, controleer dan of de temperatuur
goed is. Beoordeel de temperatuur niet op basis van de temperatuur
van het serviesgoed. Let vooral bij babyvoeding op de juiste tem-peratuur! Babyvoeding goed doorroeren of schudden. Proef er zelf
even van, zodat u zeker weet dat de baby zich er niet aan brandt.
13
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Het toestel is niet geschikt voor het reinigen en desinfecteren van
gebruiksvoorwerpen. Bovendien kunnen er hoge temperaturen ontstaan, waardoor u zich kunt branden als u de voorwerpen uit het toestel haalt.
Als u gesloten potten of flessen verhit, wordt in de verpakking
druk opgebouwd. Het voorwerp kan daardoor ontploffen. Verhit
daarom nooit voedingsmiddelen of vloeistoffen in afgesloten potten
of flessen.
Verwijder bij zuigflessen eerst de dop en de speen.
Bij het koken en vooral het naverwarmen van vloeistoffen met de
microgolffunctie kan het kookpunt worden bereikt, zonder dat de bekende luchtbelletjes opstijgen. De vloeistof kookt dan niet gelijkmatig. Als u een glas of beker uit de oven haalt, kan de vloeistof ineens
gaan borrelen en overkoken. Als de vloeistof nog in het toestel staat
en plotseling gaat koken, kan de deur openspringen.
U voorkomt dit probleem door de vloeistof voor het verhitten door te
roeren en na de bereiding nog minimaal 20 seconden te laten staan.
U kunt ook een glazen lepel of iets dergelijks in het glas of de beker
plaatsen.
Als u eieren zonder schaal met de microgolffunctie verhit, kan het
eigeel er na het koken onder hoge druk uit spuiten.
Prik daarom van tevoren altijd enkele gaatjes in de dooier.
Als u eieren met schaal met de microgolffunctie kookt, ontploffen
de eieren. Dat kan ook gebeuren, nadat u ze al uit het toestel heeft
gehaald. Kook eieren met schaal alleen in speciaal daarvoor bestemd serviesgoed.
Verwarm geen gekookte eieren met de microgolffunctie.
Als u voedingsmiddelen waarvan de schil of het vel hard is (toma-
ten, worstjes, aubergines, etc.) verhit, kunnen deze ontploffen.
Maak daarom eerst een paar gaatjes of inkepingen in de schil of het
vel. Zo kan de vrijkomende damp ontsnappen.
14
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Kwik- en vloeistofthermometers zijn niet geschikt voor hoge tem-
peraturen en breken gemakkelijk. Onderbreek het bereidingsproces
als u de temperatuur van het gerecht wilt meten en gebruik uitsluitend speciale thermometers.
Kussens met kersenpitten, gel en vergelijkbare producten mogen
niet in het toestel worden verhit. Zulke producten kunnen in brand
vliegen, ook nadat ze uit het toestel zijn gehaald.
Laat de toesteldeur dicht als de voedingsmiddelen in de oven-
ruimte rook ontwikkelen. Eventuele vlammen worden zo gedoofd.
Zet de oven uit en trek de stekker uit het stopcontact. Open de deur
pas als de rook is weggetrokken.
Voor de microgolffunctie is serviesgoed met holle handgrepen en
knoppen ongeschikt. Hierin kan zich vocht ophopen, waardoor druk
ontstaat en de delen ontploffen (tenzij de betreffende delen goed
ontlucht zijn).
Gebruik dergelijk serviesgoed niet.
Brandgevaar! Kunststof serviesgoed dat niet geschikt is voor mi-
crogolfovens kan beschadigd raken en daarbij ook de oven beschadigen.
Gebruik ook geen metalen pannen, geen aluminiumfolie, geen bestek, geen serviesgoed met een metalen laagje, geen kristal dat lood
bevat, geen schalen met een kartelrand, geen kunststof die niet hittebestendig is en geen houten serviesgoed. Gebruik ook geen metalen clips, geen kunststof en papieren clips waar ijzerdraad in zit en
geen kunststof bekertjes waarvan het aluminium dekseltje niet helemaal is verwijderd (zie "Serviesgoed voor de microgolfoven").
Bij ovenfuncties zonder microgolf: Kunststof serviesgoed dat niet
ovenbestendig is, smelt bij hoge temperaturen en kan het toestel beschadigen. Gebruik alleen kunststof serviesgoed dat ovenbestendig
is. Neem de aanwijzingen van de betreffende fabrikant in acht.
15
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Wegwerpbakjes van kunststof zijn geschikt als ze voldoen aan de
eisen die vermeld staan onder "Serviesgoed voor de microgolf Kunststof".
Blijf bij het toestel als u voedingsmiddelen met de microgolffunctie
bereidt in wegwerpbakjes van kunststof, papier of andere brandbare
stoffen.
Isolatieverpakkingen bestaan onder meer uit een laagje alumini-
umfolie dat de microgolven terugkaatst. Hierdoor kan de verpakking
oververhit raken en vlam vatten.
Verwarm daarom met de microgolffunctie geen gerechten in isolatieverpakking, zoals braadzakken voor kip.
Bij de ovenfunctie "Microgolf " en bij de ovenfuncties kan het
toestel beschadigd raken als u het leeg of met een verkeerde inhoud
gebruikt. Gebruik microgolffuncties niet voor het verwarmen van serviesgoed of het drogen van kruiden. Gebruik hiervoor de ovenfunctie
"Hetelucht Plus ".
In gesloten conservenblikken ontstaat bij het inmaken en op-
warmen een overdruk, waardoor deze kunnen ontploffen.
Gebruik de oven niet voor het inmaken en verwarmen van conservenblikken.
U kunt zich aan de open ovendeur verwonden of erover struikelen.
Laat de deur daarom niet onnodig open staan.
De deur mag met maximaal 8 kg worden belast. Ga nooit op de
geopende deur staan of zitten. Plaats er ook geen zware voorwerpen
op. Er mag ook niets tussen de deur en de ovenruimte vastgeklemd
raken. De oven kan anders beschadigd raken.
16
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Reiniging en onderhoud
De stoom van een stoomreiniger kan terechtkomen op onderdelen
die onder spanning staan en een kortsluiting veroorzaken.
Gebruik voor het reinigen van het toestel nooit een stoomreiniger.
Door krassen kunnen de glasplaten van de deur beschadigd ra-
ken.
Gebruik voor de reiniging van de glasplaten dan ook geen schuurmiddelen, geen harde sponzen of borstels en geen metalen schrapers.
Verwijder voedingsmiddelen of vloeistoffen die keukenzout bevat-
ten meteen als deze in aanraking komen met de roestvrijstalen
wanden van de binnenruimte. U voorkomt zo dat er corrosie ontstaat.
Accessoires
Gebruik uitsluitend Miele-accessoires om te voorkomen dat ga-
rantieaanspraken vervallen. Worden er andere onderdelen gemonteerd of ingebouwd, dan vervalt het recht op waarborg en/of productaansprakelijkheid.
17
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het toestel voor
transportschade. Er werd milieuvriendelijk en recycleerbaar verpakkingsmateriaal gekozen.
Door hergebruik van verpakkingsmateriaal wordt er op grondstoffen bespaard
en wordt er minder afval geproduceerd.
Uw vakhandelaar neemt de verpakking
in het algemeen terug.
Het oude toestel
Oude elektrische en elektronische toestellen bevatten meestal nog waardevolle materialen. Ze bevatten echter ook
schadelijke stoffen die nodig zijn geweest om de toestellen goed en veilig te
laten functioneren. Wanneer u uw oude
toestel bij het gewone afval doet of er
op een andere manier niet goed mee
omgaat, kunnen deze stoffen schadelijk
zijn voor de gezondheid en het milieu.
Bij de aankoop van uw nieuw toestel
heeft u een bijdrage betaald. Die wordt
volledig gebruikt voor de toekomstige
recyclage van dat toestel. Dat bevat
trouwens nog waardevol materiaal.
Door te recycleren wordt er dan ook
minder verspild en vervuild.
Als u vragen heeft omtrent het afdanken
van uw oud toestel, neem dan contact
op met
18
– de handelaar bij wie u het kocht
of
– de firma Recupel, telefoon 02 706 86
10,
website: www.recupel.be
of
– uw gemeentebestuur als u uw toestel
naar een containerpark brengt.
Zorg er ook voor dat het toestel intussen kindveilig wordt bewaard voor u het
laat wegbrengen.
a
Bedieningselementen
Overzicht oven met microgolffunctie
b
Grillelement
c
3 niveaus voor de glazen schaal en het rooster
d
Frontgedeelte met typeplaatje
e
Deur
19
Bedieningselementen
a
Aan/Uit-toets
In- en uitschakelen
b
Bedrijfsmoduskiezer
Het kiezen van de ovenfuncties
c
Display
Voor de weergave van de dagtijd en
van informatie voor de bediening
d
Draaiknop
Het instellen van waarden en het
"bladeren" in de keuzelijsten.
e
Sensortoets OK
Voor het bevestigen van instellingen
en meldingen
f
- sensortoets
Voor stapsgewijs terugspringen
g
- sensortoets
Voor het instellen van een kookwekkertijd.
h
- sensortoets
Voor het in- en uitschakelen van de
ovenverlichting
j
- sensortoets
Voor het in- en uitschakelen van de
functie "Snel opwarmen".
k
- sensortoets
Voor het starten van de functie
"Popcorn"
l
- sensortoets
Voor het starten van de functie
"Quick-start"
m
Optische interface
(alleen voor de dienst Herstellingen
aan huis van Miele)
i
- sensortoets
Instellingen oproepen
20
Bedieningselementen
Bedrijfsmoduskiezer
Met de functieschakelaar kiest u de
ovenfuncties.
U kunt de schakelaar rechts- en linksom draaien en in elke stand verzinken
(door erop te drukken).
U kunt de schakelaar rechts- en
linksom draaien en in elke stand verzinken (door erop te drukken).
U selecteert een menupunt door met
de draaiknop in de keuzelijst te bladeren, totdat het gewenste menupunt
gemarkeerd is.
kunt u de waarden verhogen (naar
rechts draaien) of verlagen (naar links
draaien).
U kunt waarden van instellingen met
een segmentbalkje (zoals het volume)
verhogen (knop naar rechts draaien)
of verlagen (knop naar links draaien).
Bevestig uw keuze of instelling met
OK.
– Drogen
– Verwarmen
– Servies verwarmen
– Gistdeeg laten rijzen
– Microgolf + Grill
– Pizza
21
Bedieningselementen
Sensortoetsen
De sensortoetsen reageren op vingercontact. Elke aanraking wordt met een toetsgeluid bevestigd. U kunt dat toetsgeluid uitschakelen (zie hoofdstuk "Instellingen –
Volume – Toetsgeluid").
Sensor-
toets
OKVoor het oproepen
Voor stapsgewijs
Voor het in- en uit-
FunctieAanwijzingen
van functies en het
opslaan van instellingen.
terugspringen
Voor het instellen
van een kookwekkertijd.
schakelen van de
verlichting
Als functies op het display gemarkeerd zijn, kunt u
deze oproepen door op de OK-toets te drukken.
Vervolgens kunt u de gekozen functie wijzigen.
Als u op de OK-toets drukt, worden de wijzigingen
opgeslagen.
Als op het display een informatievenster verschijnt,
bevestigt u de melding met de OK-toets.
Als de dagtijd zichtbaar is, kunt u op elk moment
een kookwekkertijd instellen (bijvoorbeeld om eieren te koken).
Als het display donker is, moet u de oven eerst inschakelen, voordat de sensortoets reageert.
Als de dagtijd zichtbaar is, kunt u met de toets
de verlichting in- en uitschakelen.
Als het display donker is, moet u de oven eerst inschakelen, voordat de sensortoets reageert.
Afhankelijk van de gekozen instelling dooft de verlichting bij een bereiding na 15 seconden of blijft
continu aan.
22
Bedieningselementen
Sensor-
toets
Voor het oproepen
Voor het in- en uit-
PopcornDe microgolfoven start met 850 W en een berei-
Quick-startDe microgolfoven start met het maximale vermo-
FunctieAanwijzingen
Als het toestel uitgeschakeld is, moet u het inscha-
van instellingen
schakelen van de
functie "Snel opwarmen"
kelen om de keuzelijst van de instellingen te kunnen oproepen. De functieschakelaar moet daarbij
op staan.
Tijdens een bereiding kunt u na het kiezen van deze toets bijvoorbeeld de temperatuur wijzigen, een
bereidingstijd instellen en bij de ovenfunctie "microgolf" en bij de gecombineerde ovenfuncties het
microgolfvermogen instellen.
Bij sommige ovenfuncties wordt de sensortoets
verlicht. Als u de toets kiest, kunt u de functie
"Snel opwarmen" uit- of inschakelen (zie "Bediening: Ovenfuncties zonder microgolf – Snel opwarmen").
dingstijd van 2:45 minuten (zie "Popcorn").
De functieschakelaar moet op • staan.
gen van 1000W en een bereidingstijd van 1
minuut (zie "Quick-start"). Door de sensortoets
meermaals aan te tippen, kunt u de bereidingstijd
stapsgewijs verlengen.
De functieschakelaar moet op • staan.
23
Bedieningselementen
Display
Op het display wordt de dagtijd weergegeven en kunt u informatie aflezen
over de ovenfuncties, de temperaturen,
de microgolfvermogens, de bereidingstijden, de automatische programma's,
de eigen programma's en de instellingen.
Afhankelijk van de gekozen functie en/
of het kiezen van de toets verschijnen er informatievensters of keuzelijsten.
Na het inschakelen van het toestel met
de Aan/Uit-toets volgt het verzoek
Kies de gewenste functie.
Als de dagtijd zichtbaar is en u geen
ovenfunctie heeft gekozen, verschijnt
na het kiezen van de keuzelijst van
de instellingen:
– Taal
– Tijd
– Datum
– Handelaar
– Fabrieksinstellingen
Als een ovenfunctie is gekozen (behalve ), verschijnt na het kiezen
van de keuzelijst voor een bereiding:
– Temperatuur
– Vermogen
– Bereidingstijd
– Bereidingstijd microgolf
– Klaar om
– Start om (alleen bij instelling van Berei-
dingstijd/Klaar om)
– Opwarmfase U selecteert een menupunt door met
de draaiknop in de keuzelijst te bladeren, totdat het gewenste menupunt
gemarkeerd is.
In het display kunnen ook de volgende symbolen verschijnen:
SymboolBetekenis
Kookwekker
Als u door een keuzelijst bladert, verschijnt aan het eind een on-
Instellingen, zoals de lichtsterkte van het display en het volume
Het vinkje geeft de actuele instelling aan.
Dit symbool geeft aan dat er extra informatie is of dat er aanwij-
De vergrendeling van het toestel of de toetsenvergrendeling is in-
Als er twee of drie keuzemogelijkheden zijn, verschijnen er pijltjes
aan de rechter kant. Blader door de keuzelijst. Hierbij lichten de
beschikbare menupunten na elkaar op.
Als er meer dan drie keuzemogelijkheden zijn, verschijnt er een
balkje aan de rechter kant. Blader door de keuzelijst. Hierbij
lichten de beschikbare menupunten na elkaar op.
derbroken streep. Daarna bent u weer bij het begin van de lijst.
van de geluidssignalen, stelt u met behulp van een balkje in.
zingen zijn voor de bediening. Bevestig dergelijke informatievensters met "OK".
geschakeld (zie "Instellingen – Vergrendeling "). Het toestel kan
niet worden bediend.
25
Uitvoering
Type-aanduiding
Een overzicht van de beschreven modellen vindt u op de achterkant van het
boekje.
Typeplaatje
Het typeplaatje bevindt zich achter de
deur, op het frontgedeelte.
Hier vindt u de type-aanduiding van uw
oven, het fabricagenummer en de aansluitgegevens (spanning/frequentie/
maximale aansluitwaarde).
Zorg dat u deze informatie bij de hand
heeft, als u vragen of problemen heeft.
Miele kan u dan gericht verder helpen.
Bijgeleverd
Het volgende wordt bijgeleverd:
– De gebruiks- en montagehandleiding
van het toestel.
– Een receptenboek.
Bijgeleverde en bij te bestellen
accessoires
Het toestel beschikt altijd over een
glazen schaal en een rooster.
Alle genoemde accessoires, reinigingsen onderhoudsmiddelen zijn op het
Miele-toestel afgestemd.
U kunt deze producten via internet
(www.miele-shop.com), bij Miele of bij
uw Miele-vakhandelaar bestellen.
Vermeld bij uw bestelling altijd de typeaanduiding van uw toestel en de aanduiding van de gewenste accessoires.
– Schroeven voor de bevestiging van
de oven in de keukenkast.
– Diverse accessoires.
26
Uitvoering
Glazen schaal
U kunt de glazen schaal voor alle ovenfuncties gebruiken.
Gebruik voor de ovenfunctie "microgolf" altijd de glazen schaal.
Belast de glazen schaal met niet
meer dan 8kg.
Zet de hete glazen schaal niet op een
koude ondergrond, zoals een werkblad van graniet of tegels. De schaal
kan anders beschadigd raken. Gebruik geschikte onderzetters.
Rooster met uittrekbeveiliging
Het rooster kan worden gebruikt voor
een oven met de gecombineerde functie en een oven zonder microgolf. Het is
niet geschikt voor gebruik in de microgolfoven.
Verbrandingsgevaar! Het rooster
wordt bij bereidingen met een gecombineerde ovenfunctie met microgolf heet. Draag daarom altijd ovenwanten als u hete gerechten in het
toestel zet of eruit haalt of als u in het
hete toestel bezig bent.
De oven kan door vonken beschadigd raken. Plaats het rooster niet op
de bodem van de ovenruimte en gebruik het niet voor de ovenfunctie
"microgolf".
Belast het rooster met niet meer dan
8kg.
Het rooster heeft een uittrekbeveiliging
die voorkomt dat u het rooster helemaal
uit de oven trekt, terwijl u het slechts
gedeeltelijk wilde uittrekken.
Bij het inschuiven moet de uittrekbeveiliging zich aan de achterkant bevinden.
27
Uitvoering
Als u het rooster tot de uittrekbeveili-
ging uit de oven heeft getrokken, kunt
u het helemaal uit de oven halen door
het rooster aan de voorkant iets op te
tillen.
Ronde bakvorm HBF27-1
De ronde bakvorm kan door microgolven beschadigd raken.
Gebruik de ronde bakvorm niet voor
bereidingen met de ovenfunctie "microgolf" en niet voor gecombineerde ovenfuncties met microgolf.
De ronde bakvorm is uitstekend geschikt om pizza's, platte taarten uit gistof roerdeeg, zoete en hartige gebakjes
en taartjes, gegratineerde desserts of
plat brood te bereiden, of om diepgevroren taart/cake of pizza af te bakken.
Zet de bakvorm op het rooster.
Het geëmailleerde oppervlak is met
PerfectClean veredeld.
Gebruik voor bepaalde bereidingen
(bijvoorbeeld voor braden op het
rooster) het rooster én de glazen
schaal.
28
Uitvoering
Braadpannen van de HUB-reeks en
deksels voor braadpannen van de
HBD-reeks
De braadpan kan door microgolven
beschadigd raken.
Gebruik de braadpannen en deksels
niet voor bereidingen met de ovenfunctie "microgolf" en niet voor
gecombineerde ovenfuncties met microgolf.
Plaats de braadpannen op het rooster
op het 1e niveau van onderen.
Het oppervlak van de braadpannen
heeft een anti-aanbaklaag.
De braadpannen zijn verkrijgbaar met
een diepte van 22 cm of 35 cm. Breedte
en hoogte zijn gelijk.
Voor de braadpannen zijn deksels verkrijgbaar. Vermeld bij aanschaf de typeaanduiding.
Diepte: 22cmDiepte: 35cm
HUB61-22
HUB62-22
HUB61-35
*
**
HBD60-22HBD60-35
*
Geschikt voor inductiekookplaten
**
De braadpan HUB61-35 kan niet samen
met het deksel worden ingeschoven,
doordat de totale hoogte groter is dan de
beschikbare ovenruimte.
Miele-microvezeldoek
De microvezeldoek is ideaal om normaal vuil en vingerafdrukken te verwijderen.
Ovenreiniger van Miele
De ovenreiniger is geschikt om zeer
hardnekkig vuil te verwijderen. Verwarmen van de ovenruimte is niet nodig.
29
Uitvoering
Ovenelektronica
Door de elektronica van het toestel is
het mogelijk de verschillende ovenfuncties te gebruiken voor bakken, braden,
grilleren en verwarmen.
Daarnaast dient de elektronica:
– voor de dagtijdweergave,
– als kookwekker,
– voor het automatisch in- en uitscha-
kelen van het toestel,
– voor het gebruik van automatische
programma's,
– voor het samenstellen van eigen pro-
gramma's,
– voor het invoeren van individuele in-
stellingen.
Beveiligingen
Vergrendeling
De vergrendelingsfunctie voorkomt dat
de oven onbedoeld wordt bediend (zie
"Instellingen – Vergrendeling ".
De vergrendeling blijft ook na een
stroomstoring actief.
Koelventilator
De ventilator wordt bij elke bereiding
automatisch ingeschakeld. De ventilator
mengt de hete ovenlucht met de lucht
uit de keuken. Zo wordt de ovenlucht
afgekoeld, voordat deze tussen de deur
en het bedieningspaneel vrijkomt.
De ventilator blijft na een bereiding nog
enige tijd ingeschakeld, om te voorkomen dat er vocht in de ovenruimte, op
het bedieningspaneel of in de inbouwkast neerslaat. De ventilator wordt automatisch uitgeschakeld.
Automatische uitschakeling
Een bereiding met een ovenfunctie zonder microgolf kunt u starten zonder dat
u eerst een tijd moet invoeren. Om te
voorkomen dat het toestel te lang aanstaat en er brandgevaar ontstaat, wordt
het toestel afhankelijk van de ovenfunctie en de temperatuur na een bepaalde
tijd automatisch uitgeschakeld (1 tot
maximaal 12uur nadat u het toestel
voor het laatst heeft bediend).
Als u na een bereiding met microgolf
nog een bereiding met microgolf wilt
uitvoeren, wordt het microgolfsysteem
pas na ca.10 seconden ingeschakeld.
Start een tweede bereiding pas na afloop van die tijd.
30
PerfectClean-veredelde oppervlakken
PerfectClean-veredelde oppervlakken
hebben zeer goede anti-aanbakeigenschappen en zijn heel eenvoudig te reinigen.
Na het bakken of braden laat het gerecht gemakkelijk los en verontreinigingen kunt u eenvoudig verwijderen.
Op PerfectClean kunt u uw gerechten in
stukken snijden en verdelen.
Gebruik geen keramische messen op
PerfectClean-veredelde oppervlakken, omdat deze krassen kunnen
veroorzaken.
PerfectClean-veredelde oppervlakken
zijn, wat de reiniging betreft, vergelijkbaar met glas.
Volg de aanwijzingen in het hoofdstuk
"Reiniging en onderhoud", zodat de
voordelen van de anti-aanbaklaag en de
eenvoudige reiniging behouden blijven.
Uitvoering
De ovenruimte en het rooster zijn
PerfectClean-veredeld.
31
Ingebruikneming van het toestel
Basisinstellingen
U mag het toestel alleen ge-
bruiken als het is ingebouwd.
Als het toestel op de netspanning
wordt aangesloten, wordt het automatisch ingeschakeld.
Welkomstscherm
In het display verschijnt een begroeting.
Daarna wordt u gevraagd enkele instellingen uit te voeren die voor de ingebruikneming van het toestel nodig zijn.
Volg de instructies op het display.
Taal instellen
Blader in de keuzelijst, totdat de ge-
wenste taal oplicht.
Bevestig met OK.
Land instellen
Blader in de keuzelijst, totdat het ge-
wenste land oplicht.
Datum instellen
Met deze functie stelt u de datum in.
Bevestig met OK.
Dagtijd instellen
Stel vervolgens de dagtijd in (24-uursformaat).
U stelt de uren en de minuten in.
Bevestig met OK.
U kunt de dagtijd ook in een 12-uursformaat laten weergeven (zie "Instellingen – Dagtijd – Tijdformaat)".
Bevestig met OK.
32
Ingebruikneming van het toestel
Dagtijdweergave
Stel ten slotte de weergave van de dagtijd voor het uitgeschakelde toestel in
(zie "Instellingen - Dagtijd - Weergave").
– Aan
De dagtijd wordt altijd in het display
weergegeven.
– Uit
Het display blijft donker om energie
te besparen. Bepaalde functies zijn
beperkt beschikbaar.
– Nachtuitschakeling
De dagtijd verschijnt alleen van 5 tot
23 uur en is 's nachts uitgeschakeld
om energie te besparen.
Blader in de keuzelijst, totdat het ge-
wenste weergaveformaat oplicht.
Bevestig met OK.
Er verschijnt een melding over het energieverbruik.
Bevestig met OK.
De melding Eerste ingebruikname succes-
vol afgerond verschijnt.
Bevestig met OK.
Het toestel is nu klaar voor gebruik.
Als u per ongeluk een taal heeft gekozen die u niet beheerst, volg dan de
aanwijzingen onder "Instellingen - Taal
".
33
Ingebruikneming van het toestel
Oven voor het eerst opwarmen
Als u de oven voor het eerst opwarmt,
kunnen er onaangename geurtjes ontstaan. Als u de lege oven gedurende
minimaal één uur verhit, verdwijnen deze geurtjes snel.
Zorg daarbij voor een goede ventilatie van de keuken. U voorkomt zo
dat de geurtjes in andere vertrekken
te ruiken zijn.
Verwijder eventueel aanwezige stic-
kers en beschermfolie uit de oven en
van de accessoires.
Haal de accessoires uit het toestel en
reinig deze grondig (zie "Reiniging en
onderhoud").
Reinig de ovenruimte voor het op-
warmen met een vochtige doek. U
verwijdert zo stof en eventuele verpakkingsresten.
Schakel de oven in.
Kies de ovenfunctie "Hetelucht
Plus".
De voorgeprogrammeerde temperatuur
(160°C) is gemarkeerd.
De temperatuur wordt binnen enkele
seconden automatisch overgenomen.
Kies om terug te gaan naar de temperatuurinstelling.
Verhit de ovenruimte gedurende minimaal een uur.
Na minimaal een uur:
Draai de ovenfunctiekiezer op de
stand .
Schakel de oven uit.
Na het eerste opwarmen
Verbrandingsgevaar! Laat de
ovenruimte voor de handmatige reiniging eerst afkoelen.
Schakel de oven in.
Kies om de ovenverlichting in te
schakelen.
Reinig de ovenruimte met warm wa-
ter, afwasmiddel en een schoon
sponsdoekje of met een schoon,
vochtig microvezeldoekje.
Wrijf alles daarna met een zachte
doek droog.
Schakel de ovenverlichting en de
oven uit.
Sluit de deur pas als de ovenruimte
droog is.
Stel de maximale temperatuur
(250°C) in.
Bevestig met OK.
De ovenverwarming wordt ingeschakeld.
34
Instellingen
Menu "Instellingen" oproepen
Af fabriek heeft uw toestel bepaalde instellingen die u in het menu Instellingen
kunt wijzigen.
De actuele instellingen worden met een
vinkje aangegeven.
Kies of om weer naar het hogere
menuniveau te gaan.
U kunt instellingen alleen wijzigen als
op dat moment geen bereiding plaatsvindt.
Instellingen wijzigen en opslaan
Schakel de oven in.
Kies .
Er verschijnt een keuzelijst met instellingen.
Blader met de draaiknop in de keuze-
lijst, totdat het gewenste menupunt
oplicht.
Bevestig met OK.
Blader met de draaiknop in de keuze-
lijst, totdat de gewenste instelling oplicht. Wijzig instellingen met een segmentbalkje (zoals het volume) eveneens met de draaiknop.
Nadat u uw keuze heeft gemaakt en bevestigd, verschijnt in het display meteen
de gekozen taal.
Tip: Tip: Als u per ongeluk een taal
heeft gekozen die u niet beheerst, kunt
u aan de hand van het symbool gemakkelijk weer terug naar het submenu
Taal .
Kloktijd
Weergave
Kies de gewenste weergave van de
dagtijd voor het uitgeschakelde toestel:
– Aan
De dagtijd is altijd in het display te
zien. Met de betreffende sensortoetsen kunt u meteen de verlichting
in- en uitschakelen en de kookwekker gebruiken.
– Uit
Tijdformaat
U kunt het tijdformaat van de dagtijd
kiezen:
– 24 uur
De dagtijd wordt in het 24-uurs-formaat weergegeven.
– 12 uur
De dagtijd wordt in het 12-uurs-formaat weergegeven.
Instellen
U stelt de uren en de minuten in.
Na een stroomstoring verschijnt de
actuele dagtijd weer. De oven bewaart
de informatie ca.200uur in het geheugen.
Datum
Met deze functie stelt u de datum in.
Het display is donker. U bespaart zo
energie. U moet de oven inschakelen, voordat u deze kunt bedienen.
Dit geldt ook voor de functies "Kookwekker" en "Verlichting".
– Nachtuitschakeling
Om energie te besparen, is de dagtijd
alleen tussen 5 en 23 uur te zien. De
resterende tijd is het display donker.
38
Instellingen
Verlichting
– Aan
De ovenverlichting blijft tijdens de
hele bereiding ingeschakeld.
– 15 seconden "Aan"
De verlichting wordt tijdens een bereiding na 15 seconden uitgeschakeld. Als u op drukt, wordt de verlichting weer 15 seconden ingeschakeld.
Lichtsterkte display
De instelling van de lichtsterkte van het
display kunt u aflezen op een balkje met
zeven segmenten.
Kies Donkerder of Lichter, om de licht-
sterkte te wijzigen.
Akoestische signalen
Melodieën
Als een functie is beëindigd, hoort u
met tussenpozen meermaals een melodie.
De instelling van het volume kunt u aflezen op een balkje met zeven segmenten.
Als alle segmenten gevuld zijn, is het
maximale volume ingesteld. Is geen enkel segment gevuld, dan is het signaal
uitgezet.
Kies Zachter of Harder, om het volume
te wijzigen.
Solo-toon
Als een functie is beëindigd, hoort u
enige tijd een continu signaal.
De toonhoogte van dit signaal wordt
weergegeven op een balkje.
Als alle segmenten gevuld zijn, is het
maximale volume ingesteld. Is geen enkel segment gevuld, dan is het signaal
uitgezet.
Kies Lager of Hoger, om de lichtsterkte
te wijzigen.
39
Instellingen
Toetssignaal
Het volume van de signalen die u hoort
als u een toets aanraakt, wordt weergegeven als een balkje met zeven segmenten.
Als alle segmenten gevuld zijn, is het
maximale volume ingesteld. Is geen enkel segment gevuld, dan is het signaal
uitgezet.
Kies Zachter of Harder, om het volume
te wijzigen.
Eenheden
Gewicht
– g
Bij de automatische programma's
wordt het gewicht van de voedingsmiddelen in gram weergegeven.
– lb
Bij de automatische programma's
wordt het gewicht van de voedingsmiddelen in pond weergegeven.
– lb/oz
Bij de automatische programma's
wordt het gewicht van de voedingsmiddelen in pond/ounce weergegeven.
Temperatuur
– °C
De temperatuur wordt in graden Celsius weergegeven.
– °F
40
De temperatuur wordt in graden Fahrenheit weergegeven.
Instellingen
Quick-start
Zodat de microgolfoven meteen kan
starten, zijn een vermogen van 1000 W
en een bereidingstijd van 1 minuut
voorgeprogrammeerd.
– Vermogen
U kunt een vermogen van 80 W, 150
W, 300 W, 450 W, 600 W, 850 W en
1000 W instellen.
– Bereidingstijd
De maximaal in te stellen bereidingstijd is afhankelijk van het gekozen
vermogen:
80–300W: maximaal 10minuten
450–1000W: maximaal 5minuten
Popcorn
Om de microgolfoven meteen voor het
bereiden van popcorn te kunnen
starten, zijn een microgolfvermogen van
850 W en een bereidingstijd van 2:45
minuten voorgeprogrammeerd. Dit komt
overeen met de waarden die de meeste
fabrikanten aanbevelen voor de bereiding van popcorn in microgolfovens.
Warmhouden
– Aan
Bij de ovenfunctie "microgolf"
wordt ook een warmhoudfunctie geactiveerd, als u een vermogen van
minimaal 450W instelt en een bereidingstijd van minimaal 10 minuten.
Als u het gerecht na de bereiding niet
uit het toestel haalt, wordt deze functie na ca.5 minuten ingeschakeld. In
het display verschijnt Warmhouden.
Het gerecht wordt nu ca.15 minuten
warmgehouden met een vermogen
van 150W. Als u de deur opent,
wordt de warmhoudfunctie afgebroken.
– Uit
De warmhoudfunctie is uitgeschakeld.
U kunt de bereidingstijd wijzigen, maar
niet het microgolfvermogen.
– Bereidingstijd
U kunt een tijd van maximaal 4 minuten instellen.
41
Instellingen
Naloop koelventilator
Om te voorkomen dat er vocht in de
ovenruimte, op het bedieningspaneel of
in de inbouwkast neerslaat, blijft de
ventilator na een bereiding nog enige
tijd ingeschakeld. Instelmogelijkheden:
– Temperatuurgestuurd
De ventilator wordt bij een temperatuur in de oven onder ca.70°C uitgeschakeld.
– Tijdgestuurd
De ventilator wordt na ca.25minuten
uitgeschakeld.
Door condenswater kunnen de kastombouw en het werkblad beschadigd raken en kan er corrosie in het
toestel ontstaan.
Als u in het toestel voedingsmiddelen
warmhoudt, zal bij de instelling Tijd-
gestuurd de luchtvochtigheid toene-
men. Hierdoor kunnen het bedieningspaneel en het meubelfront beslaan en kan er condensvorming onder het werkblad kan optreden.
Houd bij de instelling Tijdgestuurd
geen voedingsmiddelen warm in het
toestel.
Voorgeprogrammeerde temperaturen
Als u vaak met afwijkende temperaturen
werkt, kan het zinvol zijn de voorgeprogrammeerde temperaturen te wijzigen.
Zodra u het menupunt heeft opgeroepen, verschijnt de keuzelijst met de
ovenfuncties.
Kies de gewenste functie.
Als u een ovenfunctie kiest, licht de
voorgeprogrammeerde temperatuur op.
Tegelijk verschijnt het bereik waaruit u
kunt kiezen.
Wijzig de voorgeprogrammeerde tem-
peratuur.
Bevestig met OK.
42
Instellingen
Voorgeprogrammeerde vermogens
Als u vaak met afwijkende microgolfvermogens werkt, kan het zinvol zijn de
voorgeprogrammeerde microgolfvermogens te wijzigen.
U kunt de voorgeprogrammeerde vermogens voor de ovenfunctie "Microgolf
" en voor de gecombineerde ovenfuncties wijzigen.
Zodra u het menupunt heeft opgeroepen, verschijnt de lijst met ovenfuncties
en het betreffende voorgeprogrammeerde vermogen.
– microgolf:
80W, 150W, 300W, 450W, 600W,
850W, 1000W
– Gecombineerde ovenfuncties:
80W, 150W, 300W
Kies de gewenste functie.
Wijzig het voorgeprogrammeerde ver-
mogen.
Vergrendeling
De vergrendeling voorkomt dat de oven
onbedoeld wordt ingeschakeld.
De vergrendeling blijft ook na een
stroomstoring actief.
Om de vergrendeling te kunnen gebruiken, moet u de functie activeren.
Kies hiervoor de instelling Aan.
Als de vergrendeling geactiveerd is,
kunt u nog wel een kookwekkertijd instellen.
– Aan
De vergrendeling wordt geactiveerd.
Voordat u de oven kunt gebruiken,
moet u de toets OK minimaal 6 seconden ingedrukt houden.
– Uit
De vergrendeling is gedeactiveerd. U
kunt de oven gewoon gebruiken.
Bevestig met OK.
43
Instellingen
Demomodus voor de vakhandel
Met deze functie kan de vakhandel de
oven presenteren, zonder dat de verwarming wordt ingeschakeld (demofunctie). Voor particulier gebruik is deze
instelling niet relevant.
Demo-functie
Als u de demo-functie heeft geactiveerd, verschijnt de melding Demo-
functie ingeschakeld. De verwarming werkt
niet, zodra u de oven inschakelt.
– Aan
De demo-functie wordt geactiveerd
als u het veld "OK" minimaal 4 seconden ingedrukt houdt.
– Uit
De demo-functie wordt gedeactiveerd als u OK minimaal 4 seconden
ingedrukt houdt. Daarna kunt u de
oven gewoon weer gebruiken.
Fabrieksinstellingen
– Instellingen
Alle instellingen worden weer op de
fabrieksinstellingen gezet.
– Eigen programma's
Alle eigen programma's worden gewist.
– Voorgeprogrammeerde vermogens
De gewijzigde microgolfvermogens
worden weer op de fabrieksinstellingen gezet.
– Voorgeprogr. temperaturen
De gewijzigde voorgeprogrammeerde
temperaturen worden weer op de fabrieksinstellingen gezet.
44
Kookwekker
De kookwekker kunt u onder meer gebruiken als u iets buiten de oven bereidt, bijvoorbeeld als u eieren kookt.
U kunt de kookwekkertijd ook gebruiken als u al tijden voor het automatisch in- of uitschakelen van de oven
heeft ingesteld (bijvoorbeeld om u eraan
te herinneren dat u na een bepaalde tijd
kruiden wilt toevoegen of vlees wilt besprenkelen).
U kunt een kookwekkertijd van maximaal 9 uur, 59 minuten en 59 seconden
instellen.
Kookwekkertijd instellen
Als u voor de instelling Tijd – Weergave
– Uit heeft gekozen, moet u eerst de
oven inschakelen om een kookwekkertijd te kunnen instellen. De aflopende kookwekkertijd wordt dan
weergegeven, terwijl de oven uitgeschakeld is.
Voorbeeld: U wilt eieren koken en stelt
een tijd in van 6 minuten en 20 seconden.
Kies .
"0:00:00" (h:min:sec) is gemarkeerd.
Stel "0:06:20" in.
Bevestig met OK.
De tijd wordt opgeslagen.
Als de oven uitgeschakeld is, verschijnt
de aflopende kookwekkertijd op het
display.
Als de oven in gebruik is, verschijnt de
kookwekker in het onderste gedeelte
van het display.
45
Kookwekker
Na afloop van de kookwekkertijd
– knippert.
– begint de tijd op te lopen,
– hoort u een signaal, als deze functie
ingeschakeld is (zie "Instellingen –
Akoestische signalen").
Kies.
Het akoestische en optische signaal
worden uitgeschakeld.
Kookwekkertijd wijzigen
Kies.
In het display verschijnt Kookwekker en
Wijzigen is gemarkeerd.
Bevestig met OK.
De kookwekkertijd verschijnt.
Wijzig de tijd.
Bevestig met OK.
De gewijzigde tijd wordt opgeslagen.
Kookwekkertijd wissen
Kies.
In het display verschijnt Kookwekker en
Wijzigen is gemarkeerd.
Blader in de keuzelijst, totdat Wissen
gemarkeerd is.
Bevestig met OK.
De kookwekkertijd wordt gewist.
46
Overzicht ovenfuncties
Voor de bereiding van gerechten kunt u uit diverse functies kiezen.
Ovenfuncties zonder microgolf
Sommige ovenfuncties kiest u rechtstreeks met de functieschakelaar. Nog meer
functies vindt u onder .
OvenfunctieVoorgepro-
grammeerde
temperaturen
Grill
Voor het grilleren van platte stukken vlees en voor
bruineren. Het gehele verwarmingselement (voor
de bovenwarmte/grill) wordt roodgloeiend. Het
verwarmingselement levert de infraroodstraling die
voor het grilleren nodig is.
Hetelucht Plus
Voor bakken en braden. U kunt meerdere niveaus
tegelijk gebruiken.U kunt met lagere temperaturen
werken dan bij "Boven-Onderwarmte", omdat
de ventilator de warmte meteen over het voedingsmiddel verdeelt.
Circulatiegrill
Voor het grilleren van voedingsmiddelen met een
grote diameter, zoals een kip. U kunt met lagere
temperaturen werken dan bij "Grill", omdat de
ventilator de warmte meteen over het voedingsmiddel verdeelt.
Stand 3Stand 1–3
160 °C30–250 °C
200 °C100–220 °C
Tempera-
tuurbereik
47
Overzicht ovenfuncties
OvenfunctieVoorgepro-
grammeerde
temperaturen
Braadautomaat
Voor braden. Tijdens de aanbraadfase wordt de
oven eerst op een hoge temperatuur ingeschakeld
(230°C). De oven schakelt daarna vanzelf terug
naar de ingestelde temperatuur (doorbraadtemperatuur).
Bruineren
Voor het bereiden van ovenschotels en gratins die
een krokant laagje moeten krijgen.
160 °C100–230 °C
190 °C100–230 °C
Bereidingsfunctie "Microgolf"
OvenfunctieVoorgepro-
grammeerd
vermogen
Microgolfoven
Voor het snel ontdooien, verwarmen en bereiden
van voedingsmiddelen
1000W80–1000W
Tempera-
tuurbereik
Vermogens-
bereik
48
Overzicht ovenfuncties
Gecombineerde ovenfuncties met microgolf
Bij de gecombineerde ovenfuncties worden bepaalde verwarmingselementen en
de microgolf afwisselend ingeschakeld. De verwarmingselementen zorgen ervoor
dat het voedingsmiddel bruin wordt en de microgolf verkort het bereidingsproces.
Het maximaal instelbare microgolfvermogen is 300W.
Sommige ovenfuncties kiest u rechtstreeks met de functieschakelaar. Nog meer
functies vindt u onder .
OvenfunctieVoorgepro-
grammeerde
temperaturen
Microgolf + Hetelucht Plus
Voor het snel verwarmen en bereiden van voedingsmiddelen. De voedingsmiddelen worden
hierbij gebruineerd. Bij deze combinatie is de tijden energiebesparing het grootst.
Kies voor bakken een microgolfvermogen van
maximaal 150W.
Microgolf + Braadautomaat
Voor aanbraden op hoge temperaturen en doorbraden op lagere temperaturen. Tijdens de aanbraadfase wordt de oven eerst op een hoge temperatuur ingeschakeld (230°C). De oven schakelt
daarna vanzelf terug naar de ingestelde temperatuur (doorbraadtemperatuur). Door het inschakelen van de microgolf neemt de bereidingstijd af.
Het maximaal instelbare microgolfvermogen is
300W.
160 °C30–220 °C
160 °C100–200 °C
Tempera-
tuurbereik
49
Overzicht ovenfuncties
OvenfunctieVoorgepro-
grammeerde
temperaturen
Microgolf + Grill
Voor het grilleren van platte stukken vlees en voor
bruineren. Het gehele verwarmingselement (voor
de bovenwarmte/grill) wordt roodgloeiend. Het
verwarmingselement levert de infraroodstraling die
voor het grilleren nodig is. Door het inschakelen
van de microgolf wordt de bereidingstijd verkort.
Het maximaal instelbare microgolfvermogen is
300W.
Microgolf + Circulatiegrill
Voor het grilleren van gerechten met een grote diameter, zoals een rollade of een kip. U kunt met
lagere temperaturen werken dan bij "microgolf+
Grill", omdat de ventilator de warmte meteen
over het voedingsmiddel verdeelt. Door het inschakelen van de microgolf wordt de bereidingstijd verkort.
Het maximaal instelbare microgolfvermogen is
300W.
Stand 3Stand 1–3
200 °C100–200 °C
Tempera-
tuurbereik
50
Microgolffunctie
Principe
In de oven zit een microgolfbuis. Deze
zet stroom om in elektromagnetische
golven: de microgolven. Deze microgolven worden gelijkmatig over de ovenruimte verdeeld. Daarnaast worden ze
door de metalen zijwanden gereflecteerd, zodat ze van alle kanten bij en in
het voedingsmiddel kunnen komen.
Omdat de microgolven bij het voedingsmiddel moeten kunnen komen,
moet het serviesgoed geschikt zijn voor
gebruik in microgolfovens. Microgolven
dringen door porselein, glas, karton en
kunststof heen, maar niet door metaal.
Gebruik daarom geen metalen pannen
of schalen of pannen en schalen met
een metaalhoudend decorlaagje. Metaal kaatst de golven terug, waardoor
vonken kunnen ontstaan.
Als het juiste servies wordt gebruikt,
dringen de microgolven meteen door
tot in het gerecht. Voedingsmiddelen
bestaan uit moleculen. Deze moleculen,
vooral watermoleculen, worden door de
microgolven in trilling gebracht (maar
liefst 2,5 miljard bewegingen per seconde). Hierdoor ontstaat warmte die zich
vanaf de buitenkant van het voedsel
naar binnen verplaatst. Hoe meer water
een gerecht bevat, des te sneller werkt
de microgolfoven.
Voordelen
– Een gerecht kan over het algemeen
met weinig of geen extra vloeistof of
vet met de microgolffunctie worden
bereid.
– Ontdooien, verwarmen en koken
gaan sneller dan op een kookplaat of
in een traditionele oven.
– Voedingsstoffen zoals vitaminen en
mineralen blijven voor het grootste
deel behouden.
– De natuurlijke kleur en smaak van de
voedingsmiddelen veranderen nauwelijks.
De microgolffunctie wordt uitgeschakeld, zodra u het bereidingsproces onderbreekt of de deur van de oven
opent. Tijdens een bereiding biedt de
gesloten deur voldoende bescherming
tegen de microgolven. De deur mag
niet beschadigd zijn.
Microgolfvermogen wijzigen
U kunt de volgende vermogensstanden
kiezen:
80W, 150 W, 300 W, 450 W, 600W, 850
W, 1000 W
51
Serviesgoed voor de microgolfoven
Let op bij de ovenfunctie "Microgolf
" en bij gecombineerde ovenfuncties met microgolf: Brandgevaar!
Serviesgoed dat niet geschikt is voor
de microgolf kan beschadigd raken
en daarbij ook het toestel beschadigen.
Microgolven worden door metaal teruggekaatst.
Microgolven dringen door glas, porselein, kunststof en karton heen.
Microgolven worden door het voedingsmiddel opgenomen.
Het materiaal en de vorm van het serviesgoed zijn van invloed op de bereidingstijd.
Het beste kunt u ronde of ovale platte
schalen gebruiken. De voedingsmiddelen worden dan gelijkmatiger verwarmd dan in rechthoekige schalen.
Servies dat geschikt is voor de
microgolfoven
Glas
Vuurvast glas en keramisch glas zijn
zeer geschikt.
Uitzondering: Kristalglas dat meestal
lood bevat, kan barsten. Gebruik
daarom geen kristalglas.
Porselein
Porseleinen serviesgoed is zeer geschikt.
Uitzondering: Gebruik geen porseleinen serviesgoed met decoraties
die metaal bevatten (zoals een gouden of kobaltblauwe rand) of met
holle handgrepen.
52
Serviesgoed voor de microgolfoven
Aardewerk
Beschilderd aardewerk is alleen geschikt als het motief zich onder een glazuurlaag bevindt.
Verbrandingsgevaar! Aardewerk kan
heet worden. Trek daarom altijd
ovenwanten aan.
Kunststof
U kunt kunststof serviesgoed en wegwerpbakjes van kunststof voor de ovenfunctie "Microgolf " gebruiken, als
deze microgolfbestendig zijn. Uit milieuoverwegingen kunt u beter geen wegwerpbakjes gebruiken.
Blijf bij de oven als u voedingsmiddelen bereidt in wegwerpbakjes van
kunststof, papier of andere brandbare stoffen.
Kunststof serviesgoed moet hittebestendig zijn (tot minimaal 110 °C).
Anders kan de kunststof vervormen
of smelten en een reactie aangaan
met het voedingsmiddel.
Gebruik kunststof serviesgoed alleen
voor de ovenfunctie "Microgolf "
en niet voor gecombineerde ovenfuncties.
– Kunststof serviesgoed voor micro-
golfovens
Kunststof serviesgoed voor microgolfovens is verkrijgbaar in speciaalzaken.
– Kunststof serviesgoed van piep-
schuim
Serviesgoed van piepschuim (bijvoorbeeld polystyreen) kunt u gebruiken, als
u gerechten maar eventjes wilt verwarmen.
– Kunststof kookbuiltjes
Kunststof kookbuiltjes kunt u voor het
verwarmen en koken van de inhoud gebruiken. Prik eerst gaatjes in het builtje
zodat de stoom eruit kan.
Daardoor voorkomt u dat de druk te
hoog wordt en het builtje uiteenspat.
Er zijn ook speciale kookbuiltjes waarin
u geen gaatjes hoeft te prikken. Houdt u
zich aan de betreffende gebruiksaanwijzing.
– Braadzakken en braadfolie
Houdt u zich bij braadzakken en braadfolie aan de aanwijzingen van de betreffende fabrikant.
Brandgevaar!
Gebruik geen metalen clips of clips
van kunststof of papier waar ijzerdraad in zit.
– Kunststof serviesgoed van melamine
Kunststof serviesgoed van melamine is
niet geschikt, omdat het energie opneemt en daardoor te heet wordt. Informeer dus altijd eerst van welk materiaal
kunststof serviesgoed is.
53
Serviesgoed voor de microgolfoven
Servies dat niet geschikt is
voor de microgolfoven
Voor de microgolffunctie is ser-
viesgoed met holle handgrepen en
knoppen ongeschikt. Hierin kan zich
vocht ophopen, waardoor druk ontstaat en de delen ontploffen (tenzij
de betreffende delen goed ontlucht
zijn).
Gebruik dergelijk serviesgoed niet.
Metaal
Metaal kaatst microgolven terug, waardoor het gerecht niet warm wordt.
Gebruik voor gecombineerde ovenfuncties met microgolf geen metalen schalen, aluminiumfolie en bestek. Hetzelfde
geldt voor serviesgoed met een metaalhoudend laagje (bijvoorbeeld een gouden of kobaltblauw randje).
Door resten van aluminium deksels
(zoals bij roombekertjes) kunnen
vonken ontstaan. Gebruik daarom
geen kunststof bekertjes, waarvan
het aluminium deksel niet helemaal is
verwijderd.
Uitzonderingen:
Het bijgeleverde rooster is geschikt
voor ovenfuncties zonder microgolf
en voor gecombineerde ovenfuncties
met microgolf. Plaats het rooster niet
op de bodem van de ovenruimte,
maar schuif het altijd op een van de
niveaus in het toestel.
– Metalen bakvormen kunt u ook ge-
bruiken voor gecombineerde ovenfuncties.
– Kant-en-klaarmaaltijden in aluminium
bakjes kunt u in dit toestel ontdooien
en verwarmen. Verwijder van tevoren
het deksel.
Bij gebruik van aluminium bakjes
kunnen knetterende geluiden of
vonken ontstaan. Plaats dergelijke
bakjes niet op het rooster, maar op
de glazen schaal. Aluminium bakjes
moeten minimaal 2cm van de ovenwanden verwijderd blijven!
Het gerecht wordt alleen van boven
verwarmd. Als u het gerecht uit de
verpakking haalt en in een geschikte
schaal doet, wordt de warmte over het
algemeen gelijkmatiger verdeeld.
54
Serviesgoed voor de microgolfoven
– Aluminiumfolie
Vlees met een onregelmatige vorm, zoals gevogelte, wordt het beste ontdooid
en bereid als u de platte delen de
laatste paar minuten met stukjes aluminiumfolie afdekt.
De folie moet minstens 2cm van de
binnenwanden van het toestel verwijderd blijven!
– Metalen spiesen en klemmen
Deze metalen delen kunt u alleen gebruiken als het vlees veel groter is dan
het metaal.
Servies met een glazuurlaagje of verf
Sommige glazuur- en verfsoorten bevatten metalen. Dergelijk serviesgoed is
niet geschikt voor de microgolfoven.
Hout
Tijdens een bereiding verdampt het water dat zich in het hout bevindt, waardoor het uitdroogt en barst. Houten
schalen of bakjes zijn daarom niet geschikt.
Test
Als u niet zeker weet of u serviesgoed
van glas, aardewerk of porselein in de
microgolf kunt gebruiken, kunt u het
servies als volgt testen:
Schuif de glazen schaal op niveau1
van onderen in de oven. Zet het lege
serviesgoed midden op de glazen
schaal.
Sluit de deur.
Kies de ovenfunctie "Microgolf ".
Stel het hoogste vermogen in
(1000W) en een bereidingstijd van
30seconden.
Bevestig met OK en start de functie.
Kraakt het serviesgoed en springen
er vonkjes af, schakel de oven dan
meteen uit en open de deur. Serviesgoed dat tot een dergelijke reactie
leidt, is niet geschikt voor de microgolf. Informeer bij twijfel bij de fabrikant of winkelier of het servies geschikt is voor de microgolf.
Met het bovenstaande kunt u niet
controleren of eventuele holle handgrepen voldoende ontlucht zijn.
55
Serviesgoed voor de microgolfoven
Serviesgoed in de oven zetten
Schuif de glazen schaal op niveau1
van onderen in de oven.
Zet het serviesgoed met het voe-
dingsmiddel altijd midden op de glazen schaal.
Als u het voedingsmiddel op de bodem van de ovenruimte zet, wordt het
onvoldoende en ongelijkmatig verwarmd. De microgolven kunnen het
voedingsmiddel dan niet van onderen
bereiken.
Deksel
Het gebruik van een deksel biedt de
volgende voordelen:
– Het voorkomt dat bij lange berei-
dingstijden te veel waterdamp ontsnapt.
– Het zorgt ervoor dat het voedings-
middel sneller warm wordt.
– Het voorkomt dat het voedingsmiddel
uitdroogt.
– Het houdt de ovenruimte schoon.
56
Gebruik bij bereidingen met de oven-
functie "Microgolf " daarom altijd
een microgolfovenbestendig deksel
van glas of kunststof.
Geschikte deksels zijn in de handel
verkrijgbaar.
U kunt ook speciale microgolffolie gebruiken. Pas op met gewone huishoudfolie. Deze kan vervormen en een
verbinding aangaan met het voedsel.
Serviesgoed voor de microgolfoven
Het materiaal van een kunststof
deksel moet hittebestendig zijn tot
110°C. Gebruik bij hogere temperaturen (zoals bij de ovenfuncties
"Grill" en "Hetelucht Plus") geen
kunststof deksel. Het materiaal kan
anders vervormen en een verbinding
aangaan met het voedsel. Gebruik
een kunststof deksel alleen voor de
ovenfunctie "microgolf".
Het deksel mag de betreffende
schaal niet helemaal afsluiten. Als de
schaal een kleine diameter heeft, kan
het voorkomen dat de stoom niet
door de openingen aan de zijkant
van het deksel kan ontsnappen. Het
deksel wordt dan te heet en kan
smelten.
Gebruik in de volgende situaties
geen deksel:
– Voor het verwarmen van gepaneerde
gerechten.
– Als het voedingsmiddel een korstje
moet krijgen, bijvoorbeeld toast.
– Bij een gecombineerde ovenfunctie
met microgolf.
Als u gesloten potten of flessen
verhit, wordt in de verpakking druk
opgebouwd. Het voorwerp kan daardoor ontploffen.
Verhit daarom nooit voedingsmiddelen of vloeistoffen in afgesloten
potten of flessen. Verwijder bij zuigflessen eerst de dop en de speen.
57
Tips om energie te besparen
Bereiding
– Haal alle accessoires uit de oven die
niet voor een bereiding nodig zijn.
– Verwarm de oven alleen voor als dat
in het recept of de bereidingstabel
staat.
– Open de deur niet onnodig tijdens
een bereiding. Als u de deur tijdens
een bereiding met een ovenfunctie
zonder microgolf opent, wordt de verwarming automatisch uitgeschakeld.
De ventilators blijven aan. Een bereiding zonder microgolf wordt na het
sluiten van de deur meteen voortgezet.
– Kies in het algemeen de laagste tem-
peratuur uit het recept of de bereidingstabel en controleer het product
na de kortste tijd.
– Gebruik bij voorkeur matte, donkere
bakvormen en ovenschalen van nietreflecterende materialen (geëmailleerd staal, hittebestendig glas, gegoten aluminium).). Blanke materialen
zoals roestvrij staal of aluminium reflecteren de warmte, zodat deze het
gerecht slechter bereikt. Bedek de
bodem van de ovenruimte of het
rooster ook nooit met warmtereflecterend aluminiumfolie.
– Controleer de bereidingstijd om ener-
gieverspilling bij het bereiden van
voedingsmiddelen te voorkomen.
Stel indien mogelijk een bereidingstijd
in of gebruik een kerntemperatuurvoeler.
– Gebruik de ovenfunctie "Hetelucht
plus ". U werkt dan met lagere
temperaturen dan bij andere ovenfuncties, omdat de ventilator de
warmte meteen over het voedingsmiddel verdeelt.
– Voor veel grillgerechten kunt u de
ovenfunctie "Circulatiegrill" gebruiken. U grilleert dan met lagere
temperaturen dan bij andere grilleerfuncties op maximale temperatuur.
– Bereid zo mogelijk altijd meerdere ge-
rechten gelijktijdig. Plaats deze naast
elkaar of op meerdere niveaus.
– Kook gerechten, die u niet gelijktijdig
kunt toebereiden, zo mogelijk direct
na elkaar, zodat u de al aanwezige
warmte gebruikt.
Benutting restwarmte
– Bij bereiding met temperaturen boven
140°C en bereidingstijden van langer
dan 30minuten kunt u de temperatuur
ca. 5 minuten voor het einde van de
bereiding op de minimaal instelbare
temperatuur verlagen. de aanwezige
restwarmte is voldoende om het gerecht gereed te koken. Koelventilator
en, afhankelijk van de ovenfunctie, de
heteluchtventilator blijven ingeschakeld. Schakel de oven echter in geen
geval uit (zie hoofdstuk "Veiligheidsinstructies en waarschuwingen").
58
Tips om energie te besparen
– Bij bereidingen met automatische uit-
schakeling wordt de ovenverwarming
vlak voor het einde van de bereiding
automatisch uitgeschakeld. De restwarmtebenutting wordt geactiveerd.
De restwarmte is voldoende om de
bereiding te voltooien. In het display
verschijnt Energiebesp. fase. De koelventilator en, afhankelijk van de ovenfunctie, de heteluchtventilator blijven
ingeschakeld.
Instellingen
– Als u voor de dagtijdweergave de fa-
brieksinstelling Tijd – Weergave – Uit
heeft gekozen, is uw oven zo ingesteld dat het toestel zo weinig mogelijk energie verbruikt.
– Met de fabrieksinstelling Verlichting –
15 seconden "Aan" wordt de ovenver-
lichting tijdens een bereiding automatisch na 15 seconden uitgeschakeld.
U kunt de verlichting op elk moment
weer inschakelen door te kiezen.
Energiebesparende functie
Tip: Om energie te besparen, wordt het
toestel automatisch uitgeschakeld als
het na het inschakelen of na afloop van
een bereiding gedurende enige tijd niet
wordt bediend. De tijd is afhankelijk van
de gekozen instellingen (ovenfunctie,
temperatuur, bereidingstijd).
– Bij bereidingen met automatische uit-
schakeling wordt de ovenverwarming
vlak voor het einde van de bereiding
automatisch uitgeschakeld. De restwarmtebenutting wordt geactiveerd.
De restwarmte is voldoende om de
bereiding te voltooien. In het display
verschijnt Energiebesp. fase. De koelventilator en, afhankelijk van de ovenfunctie, de heteluchtventilator blijven
ingeschakeld.
59
Bediening: ovenfuncties zonder microgolf
Eenvoudige bediening
Schakel de oven in.
Plaats het voedingsmiddel in de
oven.
Kies de gewenste functie.
De ovenfunctie, de voorgeprogrammeerde temperatuur en het temperatuurbereik verschijnen.
De ovenverwarming, de verlichting en
de ventilator worden ingeschakeld.
Wijzig zo nodig de voorgeprogram-
meerde temperatuur.
De voorgeprogrammeerde temperatuur wordt na enkele seconden overgenomen.
Bevestig met OK.
De ingestelde en de werkelijke temperatuur verschijnen.
U kunt het stijgen van de temperatuur
op het display volgen. Als de ingestelde
temperatuur voor het eerst wordt bereikt, klinkt er een akoestisch signaal als
deze functie is ingeschakeld (zie het
hoofdstuk "Instellingen – Akoestische
signalen").
Koelventilator
Om te voorkomen dat er vocht in de
ovenruimte, op het bedieningspaneel of
in de keukenkast neerslaat, blijft de
ventilator na een bereiding nog enige
tijd ingeschakeld.
De ventilator wordt automatisch uitgeschakeld als de ovenruimte onder een
bepaalde temperatuur komt.
U kunt deze fabrieksinstelling wijzigen
(zie "Instellingen – Naloop ventilator").
Na de bereiding:
Haal het voedingsmiddel uit de oven.
Schakel de oven uit.
60
Bediening: ovenfuncties zonder microgolf
Uitgebreide bediening
U heeft het voedingsmiddel in de oven
gezet, een ovenfunctie gekozen en een
temperatuur ingesteld.
Kies .
Er verschijnen meer menupunten die u
voor een bereiding kunt instellen of wijzigen:
– Temperatuur
– Bereidingstijd
– Klaar om
– Start om (Verschijnt pas als een waar-
de voor Bereidingstijd of Klaar om is ingesteld.)
Ovenfunctie wijzigen
U kunt de ovenfunctie tijdens een bereiding wijzigen.
Kies de gewenste functie.
In het display verschijnen de gewijzigde
ovenfunctie en de bijbehorende voorgeprogrammeerde temperatuur.
Wijzig zo nodig de temperatuur.
Bevestig met OK.
61
Bediening: ovenfuncties zonder microgolf
Temperatuur wijzigen
Zodra u een ovenfunctie kiest, verschijnt de bijbehorende voorgeprogrammeerde temperatuur met het temperatuurbereik (zie "Overzicht ovenfuncties").
Als de voorgeprogrammeerde tempe-
ratuur overeenkomt met de temperatuur uit uw recept, bevestigt u de
waarde met OK.
Wijzig de waarde als de voorgepro-
grammeerde temperatuur niet overeenkomt met de temperatuur uit het
recept.
U kunt de voorgeprogrammeerde temperatuur ook definitief aan uw persoonlijke wensen aanpassen, zie "Instellingen - Voorgeprogrammeerde
temperaturen".
Voorbeeld: U heeft "Hetelucht Plus"
en 170°C ingesteld. U kunt het stijgen
van de temperatuur op het display volgen.
U wilt de temperatuur tot 155°C verlagen.
Kies .
De ingestelde temperatuur is gemarkeerd.
Bevestig met OK.
Wijzig de temperatuur.
De temperatuur verandert in stappen
van 5°C.
Bevestig met OK.
De gewijzigde temperatuur wordt opgeslagen.
Kies daarna als u de werkelijke
temperatuur wilt zien en de temperatuurverandering wilt volgen.
De gewijzigde temperatuur verschijnt.
62
Bediening: ovenfuncties zonder microgolf
Snel opwarmen
Met de functie "Snel opwarmen" wordt
de opwarmfase verkort. Het verwarmingselement voor de bovenwarmte/
grill, het ringvormige verwarmingselement en de ventilator worden tegelijk ingeschakeld, zodat het toestel zo snel
mogelijk de gewenste temperatuur bereikt.
Bij de ovenfuncties "Hetelucht
Plus" en "Braadautomaat"
wordt de functie "Snel opwarmen"
automatisch ingeschakeld, als u een
temperatuur boven 100°C instelt. De
sensortoets is verlicht.
Pizza en kwetsbare deegsoorten (zoals bij biscuit en koekjes) worden met
de functie "Snel opwarmen" te snel
bruin van boven. Zet bij dergelijke producten de functie "Snel opwarmen"
uit.
Met de sensortoets kunt u de functie
"Snel opwarmen" tijdens de opwarmfase uit- of inschakelen:
Als u de functie "Snel opwarmen" wilt
uitschakelen, kiest u de verlichte sensortoets.
De functie "Snel opwarmen" is uitgeschakeld. In het display verschijnt Op-
warmen en de verlichte toets dooft.
Als u de functie "Snel opwarmen" wilt
inschakelen, kiest u de onverlichte
sensortoets.
"Snel opwarmen" is ingeschakeld. In
het display verschijnt Snelopwarmf. en de
sensortoets is verlicht.
63
Bediening: ovenfuncties zonder microgolf
Ovenruimte voorverwarmen
U hoeft de ovenruimte slechts bij weinig
bereidingen voor te verwarmen.
De meeste gerechten kunt u in de koude oven zetten. Zo benut u ook de
warmte van de opwarmfase.
Verwarm de oven bij de ovenfunctie
"Hetelucht Plus" voor de volgende
bereidingen voor:
– Donker brooddeeg.
– Rosbief en filet.
Kies de ovenfunctie en de tempera-
tuur.
Schakel bij pizza en gevoelige deeg-
soorten (zoals biscuit en koekjes) de
functie "Snel opwarmen" uit tijdens
het opwarmen.
Wacht tot de opwarmfase voorbij is.
Als de ingestelde temperatuur wordt
bereikt, hoort u een signaal, als deze
functie ingeschakeld is (zie "Instellingen").
Plaats het voedingsmiddel in de
oven.
64
Bediening: ovenfuncties zonder microgolf
Bereidingstijden instellen
U heeft het voedingsmiddel in de oven
gezet, een ovenfunctie gekozen en een
temperatuur ingesteld.
Als u een waarde invoert bij Bereidings-
tijd, Klaar om of Start om kunt u het toe-
stel automatisch laten uitschakelen of
laten in- en uitschakelen.
– Bereidingstijd
Hier voert u de tijd in die voor een
bereiding nodig is. Na afloop van die
tijd wordt de ovenverwarming automatisch uitgeschakeld. U kunt een
maximale bereidingstijd van 12uur
instellen.
– Klaar om
Hiermee bepaalt u het tijdstip waarop
de bereiding moet eindigen. Op dat
tijdstip wordt de ovenverwarming automatisch uitgeschakeld.
– Start om
Deze functie verschijnt pas in het menu als u een waarde voor Bereidingstijd
of Klaar om heeft ingesteld. Met Start
om bepaalt u het tijdstip waarop de
bereiding moet starten. Op dat tijdstip wordt de ovenverwarming automatisch ingeschakeld.
Bereidingsproces automatisch uitschakelen
Het is 11:45 uur. Het gerecht kan in 30
minuten gaar zijn en moet om 12:15uur
gereed zijn.
U kunt nu Bereidingstijd kiezen en
0:30uur instellen of Klaar om kiezen en
12:15uur instellen.
Na die tijd of op het ingestelde tijdstip
wordt de oven uitgeschakeld.
Bereidingstijd instellen
Kies .
Blader in de keuzelijst, totdat Berei-
dingstijd gemarkeerd is.
Bevestig met OK.
Voer de tijd in die voor de bereiding
nodig is.
Bevestig met OK.
"Einde om" instellen
Kies .
Blader in de keuzelijst, totdat Klaar om
gemarkeerd is.
Bevestig met OK.
Stel de tijd in waarop de bereiding
moet eindigen.
Bevestig met OK.
65
Bediening: ovenfuncties zonder microgolf
Bereidingsproces automatisch in- en
uitschakelen
Automatisch in- en uitschakelen is ideaal voor het braden van vlees. Als u
een taart of brood wilt bakken, kunt u
de bereiding beter niet te lang van tevoren programmeren. Het deeg kan
uitdrogen en de werking van het rijsmiddel kan afnemen.
Als u een bereidingsproces automatisch
wilt laten in- en uitschakelen, kunt u de
tijden op verschillende manieren invoeren. Via:
– Bereidingstijd en Klaar om
– Bereidingstijd en Start om
– Klaar om en Start om
Voorbeeld: Het is 11:45 uur. Het gerecht
kan in 5 minuten gaar zijn en moet om
12:30 uur gereed zijn.
Kies Bereidingstijd en stel "00:05" uur
in.
Verloop van een bereiding met automatische in- en uitschakeling
Tot aan de start verschijnen in het dis-
play de ovenfunctie, de gekozen temperatuur, de bereidingstijd (resttijd), Start
om en de starttijd.
Na de start kunt u de opwarmfase volgen, tot het bereiken van de ingestelde
temperatuur.
Als die temperatuur bereikt is, hoort u
een signaal, als deze functie ingeschakeld is (zie "Instellingen – Akoestische
signalen").
Na de opwarmfase verschijnt de resterende bereidingstijd (resttijd).
U kunt het aflopen van de bereidingstijd
volgen. De laatste minuut loopt in seconden af.
Aan het einde van de bereiding hoort
u een signaal, als deze functie ingeschakeld is (zie "Instellingen – Akoestische signalen").
Kies Klaar om en stel 12:30uur in. Start om wordt automatisch berekend.
In het display verschijnt Start om samen
met het berekende tijdstip.
Op dat tijdstip wordt de bereiding automatisch gestart.
66
De verwarming en de verlichting worden uitgeschakeld. In het display verschijnt Proces afgerond en Opslaan is gemarkeerd.
U kunt nu uw instellingen als eigen programma opslaan (zie "Eigen programma's").
Tijdens de afkoelfase blijft de ventilator ingeschakeld.
Bediening: ovenfuncties zonder microgolf
Ingestelde bereidingstijden wijzigen
Kies .
Alle menupunten die u kunt wijzigen,
verschijnen.
Blader in de keuzelijst, totdat de ge-
wenste tijd oplicht.
Bevestig met OK.
Wijzigen is geselecteerd.
Bevestig met OK.
Wijzig de ingestelde tijd.
Bevestig met OK.
Bij een stroomstoring worden de instellingen gewist.
Bereiding afbreken
Draai de ovenfunctiekiezer op de
stand •.
De verwarming en de verlichting worden uitgeschakeld. De ingestelde bereidingstijden worden gewist.
67
Bediening: ovenfunctie "Microgolf"
Eenvoudige bediening
Schakel de oven in.
Plaats het voedingsmiddel in de
oven.
Kies de ovenfunctie "Microgolf ".
De ovenfunctie, het voorgeprogrammeerde microgolfvermogen en het veld
voor de bereidingstijd verschijnen.
De ovenverlichting wordt ingeschakeld.
Wijzig zo nodig het voorgeprogram-
meerde microgolfvermogen.
Bevestig met OK.
Stel de bereidingstijd in.
De maximaal in te stellen tijd is afhankelijk van het gekozen microgolfvermogen.
Bevestig met OK.
Het microgolfvermogen en de bereidingstijd verschijnen. Start is gemarkeerd.
Bevestig met OK.
De bereiding start. De microgolf en de
ventilator worden ingeschakeld.
De resttijd verschijnt. U kunt de bereiding op elk moment onderbreken door
te kiezen.
Na afloop van de bereidingstijd
– verschijnt in het display Proces afge-
rond,
– blijft de ventilator ingeschakeld,
– hoort u een signaal, als deze functie
ingeschakeld is (zie "Instellingen –
Akoestische signalen").
Is het voedingsmiddel nog niet helemaal gaar, dan kunt u de bereidingstijd verlengen. Voer hiervoor een
nieuwe bereidingstijd in. U kunt uw instellingen als eigen programma opslaan (zie "Eigen programma's").
Haal het voedingsmiddel uit de oven.
Draai de ovenfunctiekiezer op de
stand •.
Schakel de oven uit.
Koelventilator
Om te voorkomen dat er vocht in de
ovenruimte, op het bedieningspaneel of
in de keukenkast neerslaat, blijft de
ventilator na een bereiding nog enige
tijd ingeschakeld.
De ventilator wordt tijdgestuurd uitgeschakeld.
68
Bediening: ovenfunctie "Microgolf"
Uitgebreide bediening
U heeft het voedingsmiddel in de oven
gezet, een microgolfvermogen en een
bereidingstijd ingesteld.
Kies .
Er verschijnen meer menupunten die u
voor een bereiding kunt instellen of wijzigen:
– Vermogen
– Bereidingstijd
– Klaar om
– Start om
Microgolfvermogen wijzigen
In de fabriek is voor de ovenfunctie "Microgolf " een voorgeprogrammeerd
vermogen van 1000W ingesteld.
Als het voorgeprogrammeerde ver-
mogen met uw recept overeenkomt,
bevestigt u de waarde met OK.
Wijzig de waarde als het voorgepro-
grammeerde vermogen niet overeenkomt met de waarde uit het recept.
Het microgolfvermogen en de bereidingstijd verschijnen.
Bereidingstijd wijzigen
Kies .
Blader in de keuzelijst, totdat Berei-
dingstijd gemarkeerd is.
Bevestig met OK.
Wijzig de bereidingstijd.
Bevestig met OK.
Kies .
Het microgolfvermogen en de bereidingstijd verschijnen. Start is gemarkeerd.
Bevestig met OK.
De bereiding start opnieuw met de gewijzigde bereidingstijd.
Ovenfunctie wijzigen
U kunt de ovenfunctie tijdens een bereiding wijzigen (zie "Bediening: ovenfuncties zonder microgolf – Ovenfunctie wijzigen").
U kunt het voorgeprogrammeerde vermogen ook definitief aan uw persoonlijke wensen aanpassen (zie "Instellingen – Voorgeprogrammeerde vermogens").
Kies .
Wijzig het microgolfvermogen.
Bevestig met OK.
Het gewijzigde vermogen wordt opgeslagen.
Kies .
69
Bediening: ovenfunctie "Microgolf"
Meer bereidingstijden instellen
U heeft het voedingsmiddel in de oven
gezet, een microgolfvermogen en een
bereidingstijd ingesteld.
Als u een waarde invoert bij Klaar om of
Start om kunt u het toestel automatisch
laten uitschakelen of laten in- en uitschakelen.
– Klaar om
Hiermee bepaalt u het tijdstip waarop
de bereiding moet eindigen. Op dat
tijdstip wordt de ovenverwarming automatisch uitgeschakeld.
– Start om
Hiermee bepaalt u het tijdstip waarop
het bereidingsproces moet beginnen.
Op dat tijdstip wordt de ovenverwarming automatisch ingeschakeld.
Bereidingsproces automatisch in- en
uitschakelen
Als u een bereidingsproces automatisch
wilt laten in- en uitschakelen, kunt u de
tijden op verschillende manieren invoeren. Via:
– Bereidingstijd en Klaar om
– Bereidingstijd en Start om
Voorbeeld: Het is 11:45 uur. Het gerecht
kan in 5 minuten gaar zijn en moet om
12:30 uur gereed zijn.
Stel een microgolfvermogen in en een
bereidingstijd van 5:00min.
Kies .
Blader in de keuzelijst, totdat Klaar om
gemarkeerd is.
Bevestig met OK.
Stel 12:30 uur in.
Bevestig met OK.
Kies .
70
Start om wordt automatisch berekend. In
het display verschijnt Start om12:25.
Start is geselecteerd.
Bevestig met OK.
Op het ingestelde tijdstip wordt de bereiding automatisch gestart.
Bediening: ovenfunctie "Microgolf"
Verloop van een bereiding met automatische in- en uitschakeling
Tot aan de start verschijnen in het dis-
play de ovenfunctie, het microgolfvermogen, de bereidingstijd, Start om en de
starttijd.
Na de start verschijnt de resterende
bereidingstijd (resttijd).
U kunt het aflopen van de bereidingstijd
volgen.
Aan het einde van de bereiding hoort
u een signaal, als deze functie ingeschakeld is (zie "Instellingen – Akoestische signalen").
De microgolffunctie en de ovenverlichting worden uitgeschakeld. In het display verschijnt Proces afgerond.
U kunt nu uw instellingen als eigen programma opslaan (zie "Eigen programma's").
Ingestelde bereidingstijden wijzigen
Kies .
Alle menupunten die u kunt wijzigen,
verschijnen.
Blader in de keuzelijst, totdat de ge-
wenste tijd oplicht.
Bevestig met OK.
Als u de instellingen voor Klaar om of
Start om wilt wijzigen, bevestigt u Wijzigen met OK.
Wijzig de betreffende tijd.
Bevestig met OK.
Kies en bevestig uw keuze met
OK als de bereiding al actief is.
Bij een stroomstoring worden de instellingen gewist.
71
Bediening: ovenfunctie "Microgolf"
Einde bereidingstijd wissen
Kies .
Blader in de keuzelijst, totdat de ge-
wenste tijd oplicht.
Bevestig met OK.
Blader in de keuzelijst, totdat Wissen
gemarkeerd is.
Bevestig met OK.
De eindtijd wordt gewist.
Kies .
Het microgolfvermogen en de bereidingstijd verschijnen. Start is gemarkeerd.
Bevestig met OK.
De bereiding start met de ingestelde
bereidingstijd.
Bereiding afbreken
Draai de ovenfunctiekiezer op de
stand •.
De ingestelde bereidingstijden worden
gewist.
72
Bediening: gecombineerde ovenfuncties
Bij de gecombineerde ovenfuncties
wordt de ovenfunctie "microgolf" gecombineerd met een andere ovenfunctie (bijvoorbeeld "Hetelucht Plus"
of "Braadautomaat"). De bereidingstijd
neemt hierdoor af.
Eenvoudige bediening
Schakel de oven in.
Plaats het voedingsmiddel in de
oven.
Kies de gewenste functie.
De ovenfunctie, het voorgeprogrammeerde microgolfvermogen en het bereik verschijnen.
De ovenverlichting wordt ingeschakeld.
Bij de gecombineerde ovenfuncties is
het maximaal instelbare microgolfvermogen 300W.
Wijzig zo nodig het voorgeprogram-
meerde microgolfvermogen.
Bevestig met OK.
De voorgeprogrammeerde temperatuur
en het temperatuurbereik verschijnen.
Stel de bereidingstijd in.
U kunt een bereidingstijd van maximaal 2:00uur instellen.
Bevestig met OK.
Het microgolfvermogen, de temperatuur
en de bereidingstijd verschijnen. Start is
gemarkeerd.
Bevestig met OK.
De bereiding start. De ovenverwarming
en de ventilator worden ingeschakeld.
Het microgolfvermogen, de ingestelde
en de werkelijke temperatuur verschijnen op het display. U kunt het stijgen
van de temperatuur op het display volgen. Als de ingestelde temperatuur voor
het eerst wordt bereikt, klinkt er een
akoestisch signaal als deze functie is ingeschakeld (zie het hoofdstuk "Instellingen – Akoestische signalen").
De resttijd verschijnt.
De microgolf wordt pas vanaf het bereiken van de ingestelde temperatuur
ingeschakeld.
De voorgeprogrammeerde temperatuur en het temperatuurbereik van de
betreffende ovenfunctie vindt u in het
hoofdstuk "Overzicht ovenfuncties".
Wijzig zo nodig de voorgeprogram-
meerde temperatuur.
De voorgeprogrammeerde temperatuur wordt na enkele seconden overgenomen.
Bevestig met OK.
73
Bediening: gecombineerde ovenfuncties
Na afloop van de bereidingstijd
– verschijnt in het display Proces afge-
rond,
– wordt de ovenverwarming automa-
tisch uitgeschakeld,
– blijft de ventilator ingeschakeld,
– hoort u een signaal, als deze functie
ingeschakeld is (zie "Instellingen –
Akoestische signalen").
Is het voedingsmiddel nog niet helemaal gaar, dan kunt u de bereidingstijd verlengen. Voer hiervoor een
nieuwe bereidingstijd in. U kunt uw instellingen als eigen programma opslaan (zie "Eigen programma's").
Haal het voedingsmiddel uit de oven.
Draai de ovenfunctiekiezer op de
stand •.
Schakel de oven uit.
Koelventilator
Om te voorkomen dat er vocht in de
ovenruimte, op het bedieningspaneel of
in de keukenkast neerslaat, blijft de
ventilator na een bereiding nog enige
tijd ingeschakeld.
De ventilator wordt automatisch uitgeschakeld als de ovenruimte onder een
bepaalde temperatuur komt.
U kunt deze fabrieksinstelling wijzigen
(zie "Instellingen – Naloop ventilator").
74
Bediening: gecombineerde ovenfuncties
Uitgebreide bediening
U heeft het voedingsmiddel in de oven
gezet, een temperatuur, een microgolfvermogen en een bereidingstijd ingesteld.
Kies .
Er verschijnen meer menupunten die u
voor een bereiding kunt instellen of wijzigen:
– Temperatuur
– Vermogen
– Bereidingstijd
– Klaar om
– Start om
– Bereidingstijd microgolf (U kunt de duur
van de bijgeschakelde microgolffunctie verkorten.)
Temperatuur wijzigen
Kies .
De ingestelde temperatuur is gemarkeerd.
Bevestig met OK.
Wijzig de temperatuur.
De temperatuur verandert in stappen
van 5°C.
Bevestig met OK.
De gewijzigde temperatuur wordt opgeslagen.
Kies .
De gewijzigde temperatuur verschijnt in
het display.
Microgolfvermogen wijzigen
Kies .
Blader in de keuzelijst, totdat het mi-
crogolfvermogen gemarkeerd is.
Bevestig met OK.
Wijzig het microgolfvermogen.
Bevestig met OK.
Het gewijzigde vermogen wordt opgeslagen.
Kies .
Het gewijzigde vermogen verschijnt in
het display.
75
Bediening: gecombineerde ovenfuncties
Snel opwarmen
Bij de ovenfuncties "Microgolf+ Hetelucht Plus" en "Microgolf+ Braadautomaat" wordt de functie "Snel
opwarmen" automatisch ingeschakeld, als u een temperatuur van meer
dan 100°C instelt (zie "Bediening:
ovenfuncties zonder microgolf – Snel
opwarmen").
Ovenfunctie wijzigen
U kunt de ovenfunctie tijdens een bereiding wijzigen (zie "Bediening: ovenfuncties zonder microgolf – Ovenfunctie wijzigen").
Meer bereidingstijden instellen
U kunt een bereidingsproces automatisch laten in- en uitschakelen (zie "Bediening: ovenfunctie "microgolf" –
Meer bereidingstijden instellen").
Bereidingstijd met microgolf instellen
Bij de gecombineerde ovenfuncties
wordt de ovenfunctie "microgolf" gedurende de hele bereidingstijd bijgeschakeld die u heeft ingesteld. Dit is bijvoorbeeld bij bakken handig, om het deeg
beter te laten rijzen.
Door Bereidingstijd microgolf te kiezen,
kunt u de duur van de bijschakeling verkorten.
Kies .
Blader in de keuzelijst, totdat Berei-
dingstijd microgolf gemarkeerd is.
Bevestig met OK.
Stel de tijd in gedurende welke de mi-
crogolf moet worden bijgeschakeld.
Bevestig met OK.
Kies .
76
Automatische programma's
De oven beschikt over vele automatische programma's voor de meest
uiteenlopende gerechten. Met deze
programma's bereikt u comfortabel en
veilig een optimaal bereidingsresultaat. Kies het bij uw gerecht passende
programma en volg de aanwijzingen
op het display.
Overzicht voedingsmiddelcategorieën
De automatische programma's roept u
op via de functie .
Er verschijnt een keuzelijst met voedingsmiddelcategorieën.
Blader in de keuzelijst, totdat de ge-
wenste categorie oplicht.
Bevestig met OK.
De beschikbare automatische programma's verschijnen.
Blader in de keuzelijst, totdat het ge-
wenste programma oplicht.
Bevestig met OK.
De afzonderlijke stappen tot aan de
start van een automatisch programma
worden overzichtelijk in het display
weergegeven.
Afhankelijk van het programma krijgt u
aanwijzingen over:
– het te gebruiken kookgerei,
– Niveau
– Bereidingstijd
Volg de instructies op het display.
Tip: Voor recepten zie het receptenboek.
77
Automatische programma's
Aanwijzingen voor het gebruik
– Bij gebruik van de automatische pro-
gramma's dienen de bijgevoegde recepten als oriëntatiehulpmiddel. Met
een bepaald programma kunt u ook
soortgelijke recepten met afwijkende
hoeveelheden bereiden.
– Laat de ovenruimte na een bereiding
eerst tot kamertemperatuur afkoelen,
voordat u een automatisch programma start.
– Bij sommige programma's moet na
een deel van de bereidingstijd vocht
worden toegevoegd. In het display
verschijnt dan een betreffende aanwijzing met tijdsaanduiding.
– Bij sommige programma's moet de
oven worden voorverwarmd voordat
u het gerecht in de oven kunt zetten.
Een betreffende aanwijzing met tijdsaanduiding verschijnt in het display.
– De aangegeven bereidingstijd voor
een automatisch programma is een
schatting. Afhankelijk van het verloop
van de bereiding kan de werkelijke
tijd iets korter of iets langer zijn. De
bereidingstijd is ook afhankelijk van
de temperatuur van het voedingsmiddel. Dit geldt vooral voor vlees.
78
Eigen programma’s
U kunt maximaal 20 eigen programma's
samenstellen en opslaan.
– U kunt maximaal tien bereidingsstap-
pen combineren om het verloop van
de bereiding van uw lievelingsrecepten vast te leggen. Voor elke bereidingsstap kiest u instellingen als een
ovenfunctie, een temperatuur en een
bereidingstijd.
– U kunt ook de niveaus voor het voe-
dingsmiddel vastleggen.
– Ten slotte kunt u voor uw recept een
programmanaam invoeren.
Als u uw programma opnieuw oproept
en start, wordt het automatisch uitgevoerd.
Andere mogelijkheden om eigen programma's samen te stellen:
– Sla na afloop een automatisch pro-
gramma als eigen programma op.
– Sla na afloop een bereiding met de
ingestelde bereidingstijd op.
Voer vervolgens een programmanaam
in.
Eigen programma's samenstellen
Kies .
Als u nog geen eigen programma heeft
samengesteld, verschijnt Programma sa-
menstellen.
Bevestig met OK.
Als u al eigen programma's heeft samengesteld, verschijnen de programmanamen en daaronder Programma be-
werken.
Blader in de keuzelijst, totdat Pro-
gramma bewerken gemarkeerd is.
Bevestig met OK.
Programma samenstellen is geselecteerd.
Bevestig met OK.
U kunt nu de instellingen voor de 1e bereidingsstap vastleggen. Volg de aanwijzingen op het display:
Kies en bevestig de gewenste instel-
lingen.
Tip: Afhankelijk van de gekozen ovenfunctie kunt u via Overige instelmogelijkhe-
den de functie "Snel opwarmen" inscha-
kelen.
79
Eigen programma’s
Alle instellingen voor de 1e bereidingsstap zijn vastgelegd.
U kunt nog meer bereidingsstappen
toevoegen, bijvoorbeeld omdat u na de
eerste ovenfunctie nog een andere
ovenfunctie wilt gebruiken.
Als er nog meer bereidingsstappen
nodig zijn, kiest u Bereidingsstap toe-
voegen en gaat u verder te werk zoals
beschreven voor de 1e bereidingsstap.
Zodra u alle bereidingsstappen heeft
vastgelegd, kiest u Programma afslui-
ten.
Leg vervolgens de niveaus voor het
voedingsmiddel vast:
Kies en bevestig de gewenste ni-
veaus.
In het display verschijnt een samenvatting van uw instellingen.
Controleer de instellingen en bevestig
deze met OK.
Blader in de keuzelijst, totdat het ge-
wenste teken oplicht.
Bevestig met OK.
Het geselecteerde teken verschijnt in de
bovenste regel.
Met kunt u de tekens één voor één
wissen.
Er zijn maximaal 10tekens beschikbaar.
Kies op dezelfde wijze de overige te-
kens.
Als u de programmanaam heeft inge-
voerd, bladert u in de keuzelijst, totdat gemarkeerd is.
Bevestig met OK.
In het display verschijnt de bevestiging
dat uw programmanaam is opgeslagen.
Bevestig met OK.
Blader in de keuzelijst, totdat Opslaan
gemarkeerd is.
Bevestig met OK.
Voer vervolgens de programmanaam in.
Naast het alfabet vindt u de volgende
symbolen:
Sym-
Betekenis
bool
␣Spatie
Alfabet in hoofdletters
Alfabet in kleine letters
Cijfers van 0 tot 9 en het ver-
bindingsstreepje -
Programmanaam bevestigen
80
Eigen programma’s
Eigen programma's starten
Plaats het voedingsmiddel in de
oven.
Kies .
In het display verschijnen de programmanamen Programma bewerken.
Blader in de keuzelijst, totdat het ge-
wenste programma oplicht.
Bevestig met OK.
In het display verschijnt een keuzelijst:
– Meteen starten
Het programma wordt meteen gestart. De verwarming wordt ingeschakeld.
– Start om
Hiermee bepaalt u het tijdstip waarop
de bereiding moet starten. Op dat
tijdstip wordt de ovenverwarming automatisch ingeschakeld.
– Klaar om
Blader in de keuzelijst, totdat het ge-
wenste menupunt oplicht.
Bevestig met OK.
Bevestig de melding over het niveau
waarop het voedingsmiddel moet
worden ingeschoven met OK.
Het programma start meteen of op het
ingestelde tijdstip.
Hiermee bepaalt u het tijdstip waarop
de bereiding moet eindigen. Op dat
tijdstip wordt de ovenverwarming automatisch uitgeschakeld.
– Bereidingsstappen wijzigen
Het menupunt wordt beschreven onder "Eigen programma's wijzigen".
81
Eigen programma’s
Eigen programma's wijzigen
Stappen wijzigen
De bereidingsstappen van automatische programma's die u onder een
eigen naam heeft opgeslagen, kunt u
niet wijzigen.
Kies .
In het display verschijnen de programmanamen Programma bewerken.
Blader in de keuzelijst, totdat het ge-
wenste programma oplicht.
Bevestig met OK.
Blader in de keuzelijst, totdat Berei-
dingsstappen wijzigen gemarkeerd is.
Bevestig met OK.
De 1e stap is gemarkeerd. U kunt de instellingen van telkens een stap wijzigen
of stappen toevoegen.
Blader in de keuzelijst, totdat de ge-
wenste bereidingsstap of Bereidings-
stap toevoegen oplicht.
Wijzig het programma (zie "Eigen pro-
gramma's samenstellen").
Bevestig met OK.
Controleer de instellingen en bevestig
deze met OK.
Blader in de keuzelijst, totdat Opslaan
gemarkeerd is.
Bevestig met OK.
De gewijzigde stappen worden opgeslagen.
Wijzig de naam als dat nodig is (zie
"Eigen programma's samenstellen").
In het display verschijnt de bevestiging
dat uw programmanaam is opgeslagen.
Bevestig met OK.
Bevestig met OK.
82
Eigen programma’s
Naam wijzigen
Kies .
In het display verschijnen de programmanamen Programma bewerken.
Bevestig met OK.
Blader in de keuzelijst, totdat Pro-
gramma wijzigen gemarkeerd is.
Bevestig met OK.
Blader in de keuzelijst, totdat het ge-
wenste programma oplicht.
Bevestig met OK.
Blader in de keuzelijst, totdat Naam
wijzigen gemarkeerd is.
Bevestig met OK.
Wijzig de naam (zie "Eigen program-
ma's samenstellen").
Als u de nieuwe naam heeft inge-
voerd, bladert u in de keuzelijst, totdat gemarkeerd is.
Bevestig met OK.
In het display verschijnt de bevestiging
dat uw programmanaam is opgeslagen.
Eigen programma’s wissen
Kies .
In het display verschijnen de programmanamen Programma bewerken.
Bevestig met OK.
Blader in de keuzelijst, totdat Pro-
gramma wissen gemarkeerd is.
Bevestig met OK.
Blader in de keuzelijst, totdat het ge-
wenste programma oplicht.
Bevestig met OK.
In het display verschijnt wissen?.
Blader in de keuzelijst, totdat Ja ge-
markeerd is.
Bevestig met OK.
Het programma wordt gewist.
U kunt ook alle eigen programma's tegelijk wissen (zie "Instellingen – Fabrieksinstellingen – Eigen programma's").
Bevestig met OK.
De gewijzigde naam wordt opgeslagen.
83
Quick-start
Met de "Quick-start"-toets start de
microgolfoven met een bepaald vermogen en een bepaalde bereidingstijd, bijvoorbeeld voor het verwarmen van
vloeistoffen.
Voorgeprogrammeerd zijn het maximale
vermogen van 1000W en een bereidingstijd van 1 minuut.
Tip: U kunt het microgolfvermogen en
de bereidingstijd wijzigen. De maximaal
instelbare bereidingstijd is afhankelijk
van het gekozen microgolfvermogen
(zie "Instellingen – Quick-start").
U kunt deze functie alleen gebruiken
als op dat moment geen andere bereiding actief is en de functieschakelaar
op • staat.
Druk op totdat de bereiding start.
Als u meermaals op de sensortoets
drukt, verlengt u de bereidingstijd
stapsgewijs.
De aflopende resttijd verschijnt in het
display.
U kunt de bereiding op elk moment
onderbreken met OK en afbreken met
de Aan/Uit-toets.
Na afloop van de bereiding
– verschijnt in het display Proces afge-
rond,
– hoort u een signaal, als deze functie
ingeschakeld is (zie "Instellingen –
Akoestische signalen").
84
Popcorn
Met de "Popcorn"-toets start de
microgolfoven met een bepaald vermogen en een bepaalde bereidingstijd.
De microgolf start standaard met een
vermogen van 850W en een bereidingstijd van 3 minuten. Dit komt overeen met de waarden die de meeste fabrikanten aanbevelen voor de bereiding
van popcorn in microgolfs.
Tip: U kunt de bereidingstijd wijzigen en
maximaal 4 minuten instellen (zie "Instellingen – Popcorn"). Het microgolfvermogen kan niet worden gewijzigd.
U kunt deze functie alleen gebruiken
als op dat moment geen andere bereiding actief is en de functieschakelaar
op • staat.
Druk op , totdat de bereiding
start.
De aflopende resttijd verschijnt in het
display.
U kunt de bereiding op elk moment
onderbreken met OK en afbreken met
de Aan/Uit-toets.
Blijf in de buurt van de oven en
houdt u zich aan de aanwijzingen op
de verpakking.
Na afloop van de bereiding
– verschijnt in het display Proces afge-
rond,
– hoort u een signaal, als deze functie
ingeschakeld is (zie "Instellingen –
Akoestische signalen").
85
Bakken
Een behoedzame behandeling van
levensmiddelen is belangrijk voor uw
gezondheid.
Taart, pizza, frieten of dergelijke mogen slechts goudgeel worden gebakken, niet donkerbruin.
Ovenfuncties
Hetelucht Plus
Deze ovenfunctie is ideaal voor het bakken van koekjes, roerdeeg, soezendeeg,
bladerdeeg en appelflappen.
Microgolf + Hetelucht Plus
Deze gecombineerde functie is ideaal
voor het bakken van deeg met een
langere baktijd, zoals gistdeeg, kwarkoliedeeg, cakebeslag en kneeddeeg.
De bereidingstijd neemt bij deze ovenfunctie af.
Stel voor de gehele bereidingstijd een
microgolfvermogen in van maximaal
150W.
Bakvorm
De keuze van de bakvorm is afhankelijk
van de ovenfunctie en van de bereiding.
– Hetelucht Plus
De bakvorm mag van elk hittebestendig materiaal zijn. U kunt ook lichtkleurige, blanke, dunwandige vormen
gebruiken, al zijn die niet aan te bevelen.
– Microgolf + Hetelucht Plus
Gebruik alleen microgolf- en hittebestendige bakvormen (zie "Serviesgoed voor de microgolf"), zoals vormen van hittebestendig glas of hittebestendige keramiek. De microgolven
dringen door deze materialen heen.
Metalen vormen reflecteren de microgolven, waardoor de golven het voedingsmiddel alleen van boven bereiken. De bereiding duurt daardoor
langer en er kunnen vonken ontstaan.
Plaats de vorm zo op de glazen
schaal dat de vorm de ovenwanden
niet raakt. Ontstaan er nog steeds
vonken, gebruik de vorm dan niet
meer voor deze combinatiefunctie.
86
Bakpapier
Leg bakpapier onder patat, kroketten
en soortgelijke producten.
Bakken
Tabel bakken
De gegevens voor de aanbevolen ovenfunctie zijn vet gedrukt.
Deze tijden gelden, tenzij anders aangegeven, voor een oven die niet is voorverwarmd. Bij een voorverwarmde oven
zijn de baktijden ca.10 minuten korter.
Temperatuur
Kies in principe de gemiddelde temperatuur.
Bij hogere temperaturen dan aangegeven verkort weliswaar de baktijd, maar
kan de bruinering heel onregelmatig
worden en wordt in het ongunstigste
geval het gerecht niet eens gaar.
Baktijd
Controleer algemeen na afloop van de
kortste bereidingstijd of uw gerecht genoeg gebakken is.Prik daartoe met een
houten stokje in het deeg. Als niets aan
het stokje blijft kleven, is het gerecht
gaar.
Niveau
– Hetelucht Plus
Taart/cake in bakvormen: niveau1
van onderen
Plat gebak (zoals koekjes en plaatkoek): niveau2 van onderen
Bakken op twee niveaus tegelijk (afhankelijk van de hoogte van het gebak):
niveau1+3 van onderen of niveau2+3 van onderen
– Microgolf + Hetelucht Plus
Schuif de glazen schaal op niveau 1
van onderen in het toestel en zet de
bakvorm erop.
Tips
– Stel een bereidingstijd in. Als u een
taart of brood wilt bakken, kunt u de
bereiding beter niet te lang van tevoren programmeren. Het deeg kan uitdrogen en de werking van het rijsmiddel kan afnemen.
– Stel bakvormen en langwerpige vor-
men bij voorkeur dwars in de oven.
Op die manier is de warmteverdeling
in de vorm optimaal en bereikt u een
gelijkmatig bakresultaat.
Hetelucht Plus / microgolf+Hetelucht Plus
Temperatuur / microgolfvermogen bij gecombineerde ovenfuncties / Niveau (van
onderen) / Bereidingstijd
*)
De instellingen gelden ook voor richtlijnen volgens EN 60350.
1)
Verwarm de ovenruimte voor.
2)
Verwarm de ovenruimte niet met de functie "Snel opwarmen" voor.
3)
Haal de glazen schalen zo nodig op verschillende momenten uit de oven als het product
voldoende bruin is, ook als de bereidingstijd nog niet is verstreken.
Met deze combinatie wordt de bereidingstijd verkort.
Stel voor de gehele bereidingstijd het
volgende microgolfvermogen in:
– bij vlees en vis: max. 300W.
– bij gevogelte: 150W.
Deze ovenfuncties zijn niet geschikt
voor het braden van kwetsbaar vlees,
zoals rosbief en filet. Het vlees wordt
anders al gaar, voordat het een korstje
krijgt.
Kookgerei
Houd bij de keuze van de ovenfunctie
rekening met het materiaal van het
kookgerei:
stendig kookgerei zonder metalen
deksel (zie "Serviesgoed voor de microgolf").
Braden in een pan met deksel
Wij adviseren het gebruik van een
braadpan met deksel. Het vlees blijft
dan lekker sappig. Bovendien blijft de
oven schoner dan bij braden op het
rooster. Ook blijft er genoeg fond over
voor het bereiden van een saus.
Kruid het vlees en leg het in de pan.
Leg er blokjes boter of margarine op
of giet er olie of vet overheen. Voeg
bij grote magere stukken vlees (2 tot
3kg) en vet gevogelte ongeveer
1/8liter water toe.
Houdt u zich bij gebruik van braadfo-
lie of een braadzak aan de aanwijzingen van de betreffende fabrikant.
Braden op het rooster
Mager vlees kunt u met vet bestrijken,
met plakjes spek bedekken of larderen.
Giet er tijdens het braden niet te veel
vocht bij, anders wordt het vlees niet
goed bruin.
– Hetelucht Plus / Braadauto-
maat:
Gebruik bijvoorbeeld braadpannen,
hittebestendige glazen schalen of een
Römertopf.
Het serviesgoed moet hittebestendige grepen hebben.
– Microgolf + Hetelucht Plus /
Microgolf+ Braadautomaat:
Gebruik alleen microgolf- en hittebe-
90
Tips
– Bruineren: Het vlees wordt pas aan
het einde van de bereidingstijd bruin.
Het wordt extra bruin als u halverwege de tijd het deksel van de pan
haalt.
– Rusttijd: Haal het vlees na de berei-
ding uit de oven, wikkel het in aluminiumfolie en laat het ca.10 minuten
staan ("rusten"). Het vlees verliest
dan minder vocht als u het snijdt.
– Braden van gevogelte: Het vel wordt
extra knapperig als u het gevogelte
10minuten voor het einde van de bereiding met licht gezouten water bestrijkt.
Braden
91
Braden
Tabel braden
De tijden gelden, tenzij anders aangegeven, voor een niet voorverwarmde
ovenruimte.
Houdt u zich aan de aangegeven temperaturen, microgolfvermogens, niveaus
en tijden. Daarbij is rekening gehouden
met divers kookgerei, diverse vleessoorten en gewoonten.
Temperatuur
Kies in het algemeen de gemiddelde
temperatuur.
Bij hogere temperaturen wordt het vlees
(voedingsmiddel) weliswaar bruin, maar
niet altijd gaar.
Hoe groter het stuk vlees, hoe lager de
temperatuur. Stel de temperatuur vanaf
3kg ca.10°C lager in dan in de tabel is
aangegeven.
Het braden duurt dan iets langer, maar
het vlees wordt gelijkmatig gaar en de
korst wordt niet te dik.
Stel bij braden op het rooster een temperatuur in die ca.20°C lager is dan bij
braden in een gesloten pan.
Voorverwarmen
Voorverwarmen is meestal niet nodig,
alleen bij rosbief en filet.
Bereidingstijd
U kunt de bereidingstijd bepalen door
de dikte van de betreffende vleessoort
[cm] te vermenigvuldigen met de tijd
per cm [min/cm]:
– Rund/wild: 15–18minuten/cm
– Varken/kalf/lam: 12–15minuten/cm
– Rosbief/filet: 8–10minuten/cm
Bij diepgevroren vlees neemt de bereidingstijd met ca.20minuten per kilo
toe. Diepgevroren vlees met een gewicht tot ca.1,5kg kunt u braden zonder het eerst te ontdooien.
Controleer na afloop van de kortste bereidingstijd of het voedingsmiddel gaar
is.
Niveau
– Hetelucht Plus / Braadauto-
maat:
Gebruik voor het rooster met het voedingsmiddel niveau1 van onderen.
92
– Microgolf + Hetelucht Plus / Mi-
crogolf + Braadautomaat:
Gebruik voor het rooster of de glazen
schaal met het voedingsmiddel niveau1 van onderen.
Braden
Rundvlees, wild en gevogelte
Vlees
Rundsgebraad, ca. 1kg/170–190–100–120
Runderfilet/rosbief, ca. 1kg
3)
/
Wild (bout), ca. 1 kg/180–200–100–120
Wild (rug), ca. 1 kg/180–200–70–100
Gevogelte, ca. 1kg/170–190–55–65
/18015045–55
Gevogelte, ca. 4kg/170–190–200–220
/160150120–150
Hetelucht Plus / Braadautomaat / microgolf+Hetelucht Plus/ micro-
golf+Braadautomaat
Temperatuur / microgolfvermogen bij gecombineerde ovenfuncties / Bereidingstijd
1)
Gebruik een pan met deksel. Stel bij braden op het rooster of op de glazen schaal een
20°C lagere temperatuur in dan bij braden in een dichte pan.
2)
Stel de temperatuur niet hoger in dan aangegeven. Het vlees wordt anders wel bruin,
maar niet gaar.
3)
Dek het voedingsmiddel niet af.
4)
Verwarm de ovenruimte zonder de functie "Snel opwarmen" voor.
1) 2)
[°C]
190–210
[W]
4)
[min]
–40–60
93
Braden
Varkens-, kalfs-, lamsvlees en vis
Vlees/vis
Varkensvlees (fricandeau, nekstuk),
ca.1kg
3)
/170–190–110–130
/18015090–100Casselerrib, ca. 1kg/170–190–70–80
/18015060–70Vleesbrood ca. 1kg/
/
Kalfsgebraad, ca. 1 kg/170–190–80–100
/18015070–80Lamsbout, ca. 2 kg/170–190–110–130
/18015090–110
Lamsrug, ca. 2 kg
3)
/170–190–60–80
Vis, stuk, ca. 1,5kg/160–180–45–55
/17015035–45
Hetelucht Plus / Braadautomaat / microgolf+Hetelucht Plus/ micro-
golf+Braadautomaat
Temperatuur / microgolfvermogen bij gecombineerde ovenfuncties / Bereidingstijd
1)
Gebruik een pan met deksel. Stel bij braden op het rooster of op de glazen schaal een
20°C lagere temperatuur in dan bij braden in een dichte pan.
2)
Stel de temperatuur niet hoger in dan aangegeven. Het vlees wordt anders wel bruin,
maar niet gaar.
3)
Dek het voedingsmiddel niet af.
4)
Verwarm de ovenruimte zonder de functie "Snel opwarmen" voor.
1) 2)
[°C]
160–180
4)
180
[W]
4)
–65–75
30035–45
[min]
94
Grilleren
Verbrandingsgevaar! Als u de
deur niet sluit, wordt de uitstromende hete lucht niet langs de koelventilator geleid en dus niet afgekoeld. De
bedieningselementen worden dan
heet.
Sluit de ovendeur tijdens het grilleren.
Ovenfuncties
Grill
Voor het grilleren van platte stukken
vlees en voor bruineren.
Het gehele verwarmingselement (voor
de bovenwarmte/grill) wordt roodgloeiend en levert de warmtestraling die voor
het grilleren nodig is.
Circulatiegrill
Voor het grilleren van gerechten met
een grote diameter, zoals een kip.
Het verwarmingselement voor de bovenwarmte/grill en de ventilator worden
afwisselend ingeschakeld.
Kookgerei
Gebruik voor grilleren bij voorkeur het
rooster.
Bestrijk het rooster voor het grilleren
met olie en leg het vlees erop. Zorg
dat de stukken ongeveer even dik
zijn, zodat de bereidingstijden niet te
veel verschillen.
Vlees voorbereiden
Spoel het vlees snel onder koud, stromend water af. Droog het goed af. Zout
het vlees niet vóór het grilleren, omdat
het anders te veel vocht verliest.
Bestrijk mager vlees alleen met olie.
Gebruik geen andere vetsoorten. Deze
worden snel te donker of leiden tot
rookontwikkeling.
Maak platte vissen en stukken vis zoals
gewoonlijk schoon. Daarna zouten en
met citroensap besprenkelen.
Met deze combinatie wordt de bereidingstijd verkort.
Het maximaal instelbare microgolfvermogen is 300W.
95
Grilleren
Grilleren
Verwarm het bovenwarmte-/grillele-
ment ca. 5minuten voor. Houd de
ovendeur gesloten.
Schakel gedurende die tijd niet de
microgolffunctie in!
Leg het te bereiden product op het
rooster.
Bij de ovenfuncties "Grill" en "mi-
crogolf+Grill": Kies de ovenfunctie, het microgolfvermogen en de
grilleerstand.
Bij de ovenfuncties "Circula-
tiegrill" en "microgolf+Circulatiegrill": Kies de ovenfunctie, het
microgolfvermogen en de temperatuur.
Verbrandingsgevaar!
Draag altijd ovenwanten als u voedingsmiddelen in de oven zet of eruit
haalt, of als u in de oven bezig bent.
Schuif het voedingsmiddel op het
juiste niveau in de oven (zie "Tabel
grilleren").
Sluit de deur.
Keer het product halverwege de tijd
om, indien dat mogelijk is.
Grilltabel
De gegevens voor de aanbevolen ovenfunctie zijn vet gedrukt.
Controleer het gerecht na het verstrijken
van de kortere tijd.
Houdt u zich aan de aangegeven temperaturen, niveaus en tijden. Daarbij is
rekening gehouden met diverse vleessoorten en gewoonten.
Grilleerstand (Grill, microgolf+Grill)
– Stand 3: Platte producten die u in
korte tijd op geringe afstand van het
grillelement wilt bereiden.
– Stand2: Voor een lichte bruinering,
zoals bij gratins.
– Stand 1: Als het product een grote di-
ameter heeft, moet het op een
grotere afstand van het grillelement
worden geplaatst.
Temperatuur (Circulatiegrill,
microgolf+Circulatiegrill):
Kies in het algemeen de laagste temperatuur. Bij hogere temperaturen wordt
het vlees (voedingsmiddel) weliswaar
bruin, maar niet altijd gaar. Voor platte
stukken vlees adviseren wij een temperatuur van 220°C, voor dik vlees (grote
diameter) een temperatuur van maximaal 180–200°C.
96
Grilleren
Voorverwarmen
Voor grilleren moet u de oven voorverwarmen. Verwarm het bovenwarmte-/
grillelement ca.5 minuten voor. Houd
de ovendeur gesloten.
Schakel gedurende die tijd niet de
microgolffunctie in!
Niveau
– Grill, microgolf+Grill:
Gebruik afhankelijk van de grootte
van het voedingsmiddel niveau 2 of 3
van onderen.
– Circulatiegrill, microgolf+Circu-
latiegrill:
Gebruik afhankelijk van de grootte
van het voedingsmiddel niveau 1 of 2
van onderen.
Bereidingstijd
– Grilleer platte stukken vlees/vis per
kant ca.6–8 minuten.
Zorg dat de stukken ongeveer even
dik zijn, zodat de bereidingstijden niet
te veel verschillen.
Is het vlees gaar?
Als u wilt controleren of het vlees voldoende gaar is, drukt u met een lepel
op het vlees.
Rood:Als het vlees heel veer-
krachtig aanvoelt, is het
van binnen nog rood ("rare").
medium:Als het vlees een beetje
meegeeft, is het van binnen roze.
Doorbakken:
Controleer na afloop van de kortste bereidingstijd of het voedingsmiddel gaar
is.
Tip: Als een groot stuk vlees van buiten
al behoorlijk bruin wordt, terwijl het van
binnen nog niet gaar is, kunt u het vlees
op een lager niveau in de oven plaatsen
of op een lagere temperatuur verder
grilleren.
Als het vlees nauwelijks
nog meegeeft, is het doorbakken ("well done").
– Grilleer dikkere stukken iets langer:
ca.7–9 minuten per kant.
– Rollade: ca.10 minuten per cm dikte.
97
Grilleren
Verwarm het bovenwarmte-/grillelement voor de grilleerfuncties ca.5 minuten
voor. Schakel gedurende die tijd niet de microgolffunctie in!
Niveau / Grill / Circulatiegrill / Temperatuur / Grilltijd
*)
De instellingen gelden ook voor richtlijnen volgens EN 60350.
1)
Keer het product halverwege de tijd om.
2)
Houd bij het niveau rekening met de grootte van het voedingsmiddel.
3)
Gebruik voor de ovenfunctie "Circulatiegrill " niveau 2 van onderen.
4)
Kies de ovenfunctie "Microgolf + Circulatiegrill".
98
Microgolf: ontdooien/verwarmen/koken
Ovenfunc-
/ Geschikt voor:
tie
Ontdooien80Wzeer kwetsbare voedingsmiddelen:
room, boter, slagroom- en crèmetaart,
kaas
150Walle andere producten
Verwarmen
450WBaby-, kindervoeding.
600WDiverse gerechten; diepgevroren kant-
850W
en-klaarmaaltijden die niet bruin hoeven
te worden.
1000WDranken
Garen850W
Aankoken
450W
Doorkoken
Ovenschotels; wellen van bijvoorbeeld
dessertrijst, griesmeel; diepgevroren
producten die niet bruin hoeven te worden
150W
Verder wellen
Kies een met microgolf gecombineerde ovenfunctie als u de bereidingstijd wilt verkorten en een bruin korstje wilt krijgen:
300 W +
160–180 °C
300 W +
150–170 °C
Voor aanbraden op hoge temperaturen
en doorbraden op lagere temperaturen
Gerechten die gegratineerd of gebruineerd moeten worden, bijvoorbeeld gratins
Ovenfunctie "microgolf"/microgolfvermogen / microgolf+Braadautomaat / mi-
crogolf+Hetelucht Plus / Temperatuur
De tijd die nodig is voor de bereiding, is afhankelijk van de kwaliteit en de hoeveelheid van
het product en de temperatuur ervan op het moment dat u het in de oven doet. Voor voedingsmiddelen uit de koelkast bijvoorbeeld is meer tijd nodig dan voor voedingsmiddelen
op kamertemperatuur. Zie voor de tijden de tabellen op de volgende pagina's.
99
Microgolf: ontdooien/verwarmen/koken
Voor het ontdooien, verwarmen en koken
Doe het product in microgolfovenbe-
stendig serviesgoed en dek het af.
Zet het serviesgoed midden op de
glazen schaal op niveau 1 van onderen.
Bij gecombineerde ovenfuncties
Gebruik alleen microgolf- en hittebe-
stendig serviesgoed.
Gebruik over het algemeen geen deksel.
Gebruik voor bereidingen met de
ovenfuncties "microgolf+Braadautomaat" en "microgolf+Grill"
nooit een deksel, omdat de voedingsmiddelen anders niet bruin worden.
Schuif de glazen schaal op niveau 2
van onderen in de oven.
Zet kant-en-klaargerechten in aluminium bakjes op de glazen schaal.
Tijdens het ontdooien, verwarmen en koken
U moet de voedingsmiddelen tijdens
de bereiding herhaaldelijk omkeren,
verkleinen of omroeren. Roer de buitenste lagen naar het midden toe (de
buitenkant wordt het eerst warm).
Na het ontdooien, verwarmen
en koken
Let op de aangegeven doorwarmtijden
(de tijd waarin de warmte zich gelijkmatig verdeelt).
Laat het gerecht een paar minuten op
kamertemperatuur staan, zodat de
temperatuur zich gelijkmatig over het
gerecht kan verdelen.
Verbrandingsgevaar!
Let vooral bij babyvoeding op de
juiste temperatuur. Babyvoeding
goed doorroeren of schudden. Proef
er zelf even van, zodat u zeker weet
dat de baby zich er niet aan brandt.
Verbrandingsgevaar!
Als u gerechten met de microgolffunctie verwarmt, ontstaat de warmte
in het voedsel zelf, waardoor het serviesgoed minder heet wordt. Het serviesgoed wordt alleen warm door de
warmte die het voedingsmiddel afgeeft.
Draag altijd ovenwanten als u voedingsmiddelen uit de oven haalt.
Zorg dat voedsel altijd voldoende
wordt verwarmd en voldoende gaar
is.
Als u twijfelt of het gerecht warm of
gaar genoeg is, stel dan opnieuw een
tijd in.
Zorg dat zeer bederfelijke voedings-
middelen (zoals vis, gevogelte en gehakt) correct worden bereid.
100
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.