Miele H 5244 BL, H 5244 BR Operating instructions [nl]

Gebruiks- en montageaanwijzing
Oven H 5244 BL, H 5244 BR
Lees absoluut de gebruiks­en montageaanwijzing voor u het toestel plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u vermijdt schade aan het toestel.
nl-BE
Inhoud
Opmerkingen omtrent uw veiligheid ..................................5
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu ..........................10
Beschrijving van het toestel ........................................11
H 5244 BL * ......................................................11
Uitrusting .......................................................12
Ovenelektronica...................................................12
Veiligheidsvoorzieningen............................................12
Blokkering .....................................................12
Veiligheidsuitschakeling .........................................12
Koelventilator ..................................................12
Geventileerde deur ..............................................12
Met PerfectClean veredelte oppervlakken ..............................12
Katalytisch geëmailleerde oppervlaken ................................13
Energiebesparingsvoorzieningen .....................................13
Weergave van de dagtijd .........................................13
Toebehoren ......................................................13
Bakplaat, universele plaat en rooster met uittrekbeveiliging ..............13
Uitschuifbare FlexiClip-rails .......................................14
Uitschuifbare FlexiClip-rails monteren ...............................14
Uitschuifbare FlexiClip-rails verplaatsen .............................15
Bedieningselementen .............................................16
Functiekiezer .....................................................16
Temperatuurkiezer.................................................17
Sensortoetsen ....................................................17
Symbolen in het display.............................................18
Driehoekje V in het display .......................................19
Bereidingsfuncties................................................20
Toestel in gebruik nemen ..........................................22
Dagtijd voor het eerst instellen .......................................22
Dagtijd wijzigen ................................................22
Toestel reinigen en voor het eerst aanzetten.............................23
Bediening van de oven ............................................24
Eenvoudig gebruik.................................................24
Koelventilator ..................................................24
Voorgeprogrammeerde temperatuur...................................24
Temperatuur wijzigen ............................................25
Temperatuurcontrolesymbool......................................25
2
Inhoud
Voorverwarmen ...................................................25
Bereidingsprocessen automatisch in- en uitschakelen.....................26
Duur instellen ..................................................26
Duur instellen en einde verschuiven.................................27
Na afloop van een bereidingsproces ................................28
Ingestelde tijden controleren en wijzigen ............................28
Ingestelde tijden wissen ..........................................28
Kookwekker (eierwekker) ..........................................29
Instellingen % ...................................................30
Status van een instelling wijzigen .....................................31
Vergrendeling....................................................32
Tips voor het bakken ..............................................33
Bakvorm.........................................................33
Bakpapier .....................................................33
Universele plaat ................................................33
Rechthoekige bakvorm...........................................33
Opmerkingen over de gegevens in de tabel.............................34
Temperatuur, baktijd.............................................34
Inschuifniveau..................................................34
Diepvriesproducten ................................................34
Tabellen voor het bakken ..........................................35
"Hetelucht plus U"................................................35
"Boven-onderwarmte V" ...........................................36
"Intensief bakken O" ..............................................37
Tips voor het braden ..............................................38
Tips ............................................................39
Bruinering .....................................................39
Even laten staan ................................................39
Gevogelte braden...............................................39
Diepgevroren vlees bakken .......................................39
Braadtabel ......................................................40
Garen op lage temperatuur .........................................41
Opmerkingen ..................................................41
Verloop .......................................................41
Bereidingstijden/kerntemperaturen .................................42
Tips voor het grillen...............................................43
Voedsel voorbereiden ..............................................45
3
Inhoud
Grillen op het rooster ...............................................45
Tips ............................................................45
Grilltabel ........................................................46
Ontdooien .......................................................47
Inmaken ........................................................48
Het bereiden van kant-en-klaargerechten .............................49
Gegevens voor testinstellingen .....................................50
Controlegerechten volgens EN 60350..................................50
Energierendementsklasse volgens EN 50304............................50
Reiniging en onderhoud ...........................................51
Voorzijde ........................................................51
Toebehoren ......................................................52
Backplaat, universele plaat .......................................52
Rooster, steunroosters ...........................................52
Uitschuifbare FlexiClip-rails .......................................52
Uitschuifbare rails bijsmeren ......................................53
Ovenruimte ......................................................54
Dichting, binnenkant van de deur ..................................54
Met PerfectClean veredeld email .....................................55
Katalytisch email ..................................................57
De deur uit elkaar halen.............................................58
De uitschuifbare FlexiClip-rails verwijderen .............................61
De steunroosters verwijderen ........................................61
Het verwarmingselement voor bovenwarmte/de grill neerlaten ..............62
Storingen en problemen ...........................................63
Technische Dienst van Miele .......................................65
Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren ................................66
Elektrische aansluiting ............................................68
Maatschetsen voor de inbouw ......................................69
Afmetingen van het toestel en kastuitsparing ............................69
Detailafmetingen van de voorzijde van het toestel ........................70
Oven inbouwen ..................................................71
4
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Deze oven voldoet aan de voorge schreven veiligheidsvoorschriften. Door ondeskundig gebruik kunnen gebruikers echter letsel oplopen en kan er schade optreden aan het toe stel.
Lees deze gebruiksaanwijzing daar om eerst aandachtig door voordat u deze oven in gebruik neemt. U vindt er belangrijke opmerkingen omtrent uw veiligheid, de installatie, het gebruik en het onderhoud van uw toestel. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan het toe­stel.
Bewaar de gebruiks- en montage­aanwijzing en geef ze door aan wie het toestel eventueel na u gebruikt.
-
Juist gebruik
Deze oven is bedoeld voor gebruik
~
in het huishouden en gelijkaardige om gevingen zoals
in winkels, kantoren en gelijkaardige werkomgevingen,
op boerderijen
door klanten in hotels, motels, bed­and-breakfasts en andere typische woonomgevingen.
wordt veroorzaakt door een ander ge bruik dan wat hier wordt vermeld of door foutieve bediening.
Personen die door hun fysieke,
~
zintuiglijke of geestelijke mogelijkheden
­of hun onervarenheid of gebrek aan
kennis niet in staat zijn om de oven vei lig te bedienen, mogen dit toestel al
­leen onder het toezicht of de
begeleiding van een verantwoordelijk iemand gebruiken.
Kinderen in het huishouden
Let op kinderen die in de buurt van
~
de oven komen. Laat kinderen nooit met het toestel spelen.
Kinderen mogen de oven alleen
~
maar gebruiken wanneer hen de bedie­ning ervan zo uitgelegd is dat ze de wasemkap veilig kunnen bedienen. Kin­deren moeten de eventuele risico's van een foutieve bediening kunnen besef­fen.
­Voorkom dat kinderen tijdens de
~
werking de oven aanraken. De glas plaat van de deur, het bedieningspa neel en de openingen voor de uitvoer van de lucht van de ovenruimte worden warm. De huid van kinderen reageert gevoeliger op hoge temperaturen dan de huid van volwassenen. Gevaar voor brandwonden!
-
-
-
-
-
Gebruik de oven uitsluitend in het
~
huishouden om levensmiddelen te bak ken, braden, grillen, bruineren, ontdooi en, inmaken en het drogen van etens waren. Gebruik voor andere doeleinden is niet toegelaten en kan gevaarlijk zijn. Miele is niet verantwoordelijk voor schade die
-
-
-
5
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Technische veiligheid
Installatiewerken, onderhouds
~
werken en reparaties mogen alleen worden uitgevoerd door vakmensen die door de fabrikant erkend zijn. Door ondeskundig uitgevoerde installatie-, onderhouds- of reparatiewerken kunnen er voor de ge bruiker aanzienlijke risico's ontstaan waarvoor de fabrikant niet aansprakelijk kan worden gesteld.
Controleer vóórdat de oven wordt
~
geplaatst, of de koffieautomaat zicht baar beschadigd is. Is dat het geval, neem het dan in geen geval in gebruik. Een oven die beschadigd is kan uw vei­ligheid in gevaar brengen.
De elektrische veiligheid van deze
~
oven wordt enkel gewaarborgd als het toestel op een aardsysteem aangeslo­ten is dat volgens de voorschriften werd geïnstalleerd. Het is heel belang­rijk dat aan deze fundamentele veilig­heidsvoorwaarde is voldaan. Laat de elektrische installatie in uw woning bij twijfel door een elektricien controleren. De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade die werd veroorzaakt doordat de aardleiding onderbroken was of ge woon ontbrak. Er zijn elektrische schok ken mogelijk.
-
-
Vergelijk zeker eerst de aansluitge
~
gevens (spanning en frequentie) op het typeplaatje met die van uw huisinstalla tie. Sluit daarna pas de oven aan. Deze gegevens dienen absoluut over een te stemmen. Anders treedt er scha de op aan uw toestel. Vraag bij twijfel inlichtingen aan uw elektricien.
­Gebruik uit veiligheidsoverwegingen
~
geen stopcontactenblokken of verleng snoeren om de oven aan te sluiten. Die bieden niet voldoende veiligheidsga ranties. Er bestaat onder meer gevaar voor oververhitting.
Gebruik de oven enkel in inge-
~
bouwde toestand. Enkel dan is een vei­lige werking gewaarborgd.
Open in geen geval de ommanteling
~
van de oven. Wanneer u aansluitingen onder span­ning aanraakt of de elektrische en me­chanische constructie wijzigt, kan dat voor u gevaar opleveren. Het kan ook tot storingen in de werking van het toe­stel leiden.
Laat u de oven tijdens de garantie
~
periode herstellen, dan mag dat enkel gebeuren door een technicus die door
-
de fabrikant erkend is. Anders is er bij
­schade achteraf geen aanspraak meer
op waarborg.
-
-
-
-
-
-
-
6
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Tijdens installatie-, onderhouds- en
~
reparatiewerken moet de oven van het stroomnet losgekoppeld zijn. Het toe stel is pas stroomloos als aan een van deze voorwaarden is voldaan:
De zekeringen op uw elektrische in
stallatie zijn uitgeschakeld.
De schroefzekeringen op uw elek
trische installatie zijn helemaal uitge draaid.
De stekker is uit het stopcontact ge
trokken. Trek bij toestellen met stekker niet aan het snoer maar aan de stekker om het toestel los te koppelen van het stroomnet.
Laat defecte onderdelen enkel
~
vervangen door originele Miele­wisselstukken. Enkel dan bent u zeker dat ze ten volle voldoen aan de eisen die Miele qua veiligheid stelt.
Als het aansluitsnoer beschadigd is,
~
moet een door de fabrikant erkende vakman een speciaal aansluitsnoer in stalleren.
Als u de oven niet op een vaste
~
plaats installeert, bijv. op een schip, laat dit karwei dan enkel uitvoeren door vakmensen. Die moeten ervoor zorgen dat u het toestel veilig kunt gebruiken.
-
-
Efficiënt gebruik
Opgepast! Gevaar voor brandwon den! Rond de oven treden zeer hoge temperaturen op!
-
Gebruik keukenhandschoenen om
~
heet voedsel in te schuiven of uit te ne men en als u met uw handen in de hete
­ovenruimte moet komen. Pas vooral op met het verwarmingselement voor bo
­venwarmte/de grill. Gevaar voor brand
wonden!
Hou de oven in de gaten als u olie of
~
vet gebruikt. Olie en vet kunnen door oververhitting ontvlammen. Brandge­vaar!
Volg de aanbevolen bereidings-
~
tijden wanneer u de bereidingsfuncties "Grill klein Z" / "Circulatiegrill \"ge­bruikt. Bij te lange bereidingstijden kun­nen de gerechten uitdrogen en zelfs ontvlammen. Brandgevaar.
-
Gebruik de functies "Grill Y", "Grill
~
klein Z" en "Circulatiegrill \" niet om broodjes of brood op te warmen. Ge bruik deze functies ook niet om bloemen of kruiden te drogen. Brand gevaar! Gebruik "Hetelucht plus U" of "Boven­onderwarmte V".
-
-
-
-
-
-
7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
m levensmiddelen in de oven te be
~
reiden, wordt vaak gebruik gemaakt van alcoholhoudende dranken. Door de hoge temperaturen verdampt de alcohol. Merk op dat de damp in ongunstige omstandigheden kan ontvlammen op de hete verwarmingselementen. Brand gevaar!
Dek gerechten altijd af als u ze in de
~
oven bewaart. Het vocht van de ge rechten kan corrosie in het toestel ver oorzaken. Bovendien vermijdt u zo dat het voedsel uitdroogt.
Schakel de oven niet uit als u de
~
resterende warmte wenst te gebruiken om gerechten warm te houden. Laat de gekozen functie ingeschakeld en stel de laagste temperatuur in. Schakel het toestel in geen geval uit. De luchtvochtigheid in de ovenruimte stijgt en door condenswater – kann er corrosie in de ovenruimte op-
treden.
kunnen het bedieningspaneel, het werkblad of de ombouwkast bescha digd raken.
Leg nooit aluminiumfolie op de bo
~
dem van de ovenruimte wanneer u de functies "Boven-onderwarmte V"/"On derwarmte X"/"Intensief bakken O"/ "Snel opwarmen S" gebruikt. Door de warmteophoping zou het email kunnen barsten of afspringen. Plaats geen pannen, potten en bakpla ten op de bodem van de ovenruimte.
-
-
-
Als u een bakplaat van een ander merk
­inschuift, dient u erop te letten dat de afstand tussen de onderzijde van de bakplaat en de bodem van de oven ruimte minstens 6 cm bedraagt.
Giet nooit water rechtstreeks op de
~
bakplaat, de universele plan of in de
­ovenruimte zolang de oppervlakken
nog heet zijn. De daardoor veroorzaakte waterdamp kan ernstige brandwonden veroorzaken. Door de temperatuurschok kan het email ook beschadigd raken.
Zorg ervoor dat voedsel altijd vol
~
doende wordt opgewarmd. Eventuele kiemen in het voedsel wor­den slechts bij voldoende hoge tempe­ratuur (ü 70 °C) en bij een voldoende lange tijd (ü 10 min.) gedood. Als u twijfelt of het voedsel voldoende werd opgewarmd, kiest u een iets langere tijd. Het is bovendien belangrijk dat de tem­peratuur zich gelijkmatig heeft verdeeld in het voedsel. Draai het voedsel of roer het om.
-
Enkel vaatwerk gebruiken dat ge
~
maakt is van ovenbestendige kunststof. Ander kunststofvaatwerk smelt bij hoge
-
temperaturen. De oven kan beschadigd worden.
-
-
-
-
8
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Gebruik bij het inmaken geen blik
~
ken en gebruik de oven niet om blikken met voedsel te verwarmen. Er ontstaat namelijk overdruk. De blikken kunnen ontploffen. U kunt zich verwonden en er kan schade ontstaan.
Schuif voorwerpen, zoals potten en
~
pannen, niet heen en weer op de bo dem van de ovenruimte. Het ovenoppervlak zou beschadigd kunnen raken.
Zorg ervoor dat er niets vastge
~
klemd raakt tussen de deur en de oven ruimte. De oven kan beschadigd raken.
Gebruik het toestel niet om het ver-
~
trek te verwarmen. Door de hoge tem­peraturen kunnen licht ontvlambare voorwerpen in de omgeving in brand schieten.
-
-
-
Toebehoren
Alleen toebehoren dat Miele uitdruk-
~
kelijk heeft goedgekeurd, mag worden gemonteerd of ingebouwd. Worden er andere onderdelen gemonteerd of in gebouwd, dan vervalt het recht op waarborg en/of productaansprakelijk heid.
-
-
De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade die ontstaan is doordat deze veiligheidsrichtlijnen niet in acht werden genomen.
-
9
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het toestel voor transportschade. Er werd materiaal ge kozen, dat door het milieu wordt verdra gen en opnieuw kan worden benut.
Door de verpakking weer in kringloop te brengen, wordt er grondstof ge spaard en verkleint de afvalberg. Geef deze stoffen dus niet met het gewone vuilnis mee. Breng ze liever naar het dichtstbijzijnde gemeentelijk container park. Waar u dat vindt, komt u zeker bij uw gemeentebestuur aan de weet.
-
Het afdanken van het apparaat
Oude elektrische en elektronische appa­raten bevatten vaak nog waardevolle materialen. Ze bevatten echter ook schadelijke stoffen die voor het functio­neren en de veiligheid van het apparaat nodig waren. Als u het apparaat bij het gewone afval doet of bij verkeerde be­handeling kunnen deze stoffen schade­lijk zijn voor de gezondheid en het milieu. Verwijder het afgedankte appa raat dan ook nooit met het gewone afval.
-
Bij de aankoop van uw nieuw toestel heeft u een bijdrage betaald. Die wordt volledig gebruikt voor de toekomstige
­recyclage van dat toestel. Dat bevat
­trouwens nog waardevol materiaal.
Door te recycleren wordt er dan ook minder verspild en vervuild.
Als u vragen heeft omtrent het af danken van uw oud toestel, neem dan contact op met
de handelaar bij wie u het kocht
-
of
de firma Recupel,
telefoon 02 706 86 10, website: www.recupel.be
of
– uw gemeentebestuur als u uw toestel
naar een containerpark brengt.
Zorg er ook voor dat het toestel intus­sen kindveilig wordt bewaard voor u het laat wegbrengen.
-
10
H 5244 BL *
Beschrijving van het toestel
a Functiekiezer, verzinkbaar in de nulstand b Display c Sensortoetsen V, OK, W, N d Temperatuurkiezer, verzinkbaar e Verwarmingselement voor bovenwarmte/de grill f Katalytisch geëmailleerde achterwand met aanzuigopening voor de ventilator g Steunroosters met vijf inschuifniveaus h Deur, scharnieren links
* H 5244 BR: Deur, scharnieren rechts
11
Uitrusting
Ovenelektronica
Met de ovenelektronica kunt u de ver schillende functies gebruiken voor bak ken, braden en grillen. U kunt deze ook gebruiken
als klok,
als kookwekker,
voor het automatisch uitschakelen
van bereidingsprocessen,
voor het programmeren van eigen in
stellingen.
-
Veiligheidsvoorzieningen
Blokkering
De blokkering 0 beveiligt de oven te­gen ongewenst gebruik (zie gelijknami­ge rubriek).
Veiligheidsuitschakeling
De veiligheidsuitschakeling wordt ge­activeerd wanneer het toestel geduren de een ongewoon lange tijd wordt ge bruikt. Deze tijdsduur is afhankelijk van de geselecteerde functie. Na het verstrijken van deze tijdsduur wordt het toestel uitgeschakeld en wordt de foutmelding "F 55" weergege ven. Het toestel is meteen weer gebruiks klaar wanneer u het uit- en weer inscha kelt.
Koelventilator
Bij elke bereiding wordt automatisch de koelventilator ingeschakeld. Hierdoor wordt de hete lucht uit de ovenruimte
-
-
gemengd met koude kamerlucht en af gekoeld, voor de lucht tussen de deur en het bedieningspaneel ontsnapt.
­Na een bereidingsproces blijft de koel ventilator ingeschakeld, zodat er geen luchtvochtigheid kan neerslaan in de ovenruimte, op het bedieningspaneel of op de ombouwkast. De koelventilator wordt automatisch uit geschakeld wanneer de temperatuur in de ovenruimte tot onder een bepaald
-
niveau gedaald is.
Geventileerde deur
De deur bestaat uit een open systeem met glasplaten die een warmtereflecte­rende coating hebben. Tijdens de werking wordt koellucht door de deur gevoerd, zodat de buitenste glasplaat koel blijft.
De deur kan uit elkaar worden geno­men.
-
Met PerfectClean veredelte oppervlakken
De oppervlakken van –
de ovenruimte,
de steunroosters,
de bakplaat,
-
de universele plaat en
het rooster
zijn met PerfectClean veredeld.
-
De antiaanbakeigenschappen van deze oppervlakveredeling vermijden dat het voedsel aankoekt, zodat de oven gemakkelijker te reinigen is.
Houd rekening met de aanwijzingen in de rubriek "Reiniging en onderhoud".
-
-
-
12
Uitrusting
Katalytisch geëmailleerde oppervlaken
De achterwand is met donkergrijs kata lytisch email bekleed, dat zichzelf bij hoge temperaturen van olie- en vet spatten reinigt.
Houd rekening met de aanwijzingen in de rubriek "Reiniging en onderhoud".
Energiebesparingsvoor
-
-
zieningen
Weergave van de dagtijd
De weergave van de dagtijd kan wor­den uitgeschakeld. Zo bespaart u ener­gie. Het display is dan donker wanneer het toestel uitgeschakeld is en de dag­tijd loopt op de achtergrond af (zie ru­briek "Instellingen"). De dagtijd wordt dan alleen weergege­ven wanneer u het toestel gebruikt.
Toebehoren
Bakplaat, universele plaat en rooster met uittrekbeveiliging
-
De bakplaat, de universele plaat en het rooster worden tussen de steunen van een inschuifniveau in de steunroosters geschoven.
De platen en het rooster zijn voorzien van een uittrekbeveiliging, die voorkomt dat deze onderdelen uit de steunroos­ters glijden als ze slechts gedeeltelijk moeten worden uitgetrokken. Alleen door ze op te tillen kunnen de platen en het rooster worden uitgeno­men.
Het volgende toebehoren wordt bij het toestel meegeleverd.
Ander toebehoren is verkrijgbaar bij de Technische Dienst van Miele, zie ru briek "Mits toeslag verkrijgbaar toebe horen".
-
-
Als u een plaat gebruikt met daarop het rooster, wordt de plaat tussen de steunen van een inschuifniveau ge schoven en het rooster automatisch er boven.
-
13
-
Uitrusting
Uitschuifbare FlexiClip-rails
De uitschuifbare FlexiClip-rails kunnen op elk inschuifniveau worden bevestigd en kunnen volledig uit de ovenruimte worden getrokken.
Schuif de uitschuifbare rails volledig in voordat u een van de bakplaten of het rooster plaatst.
Om te voorkomen dat de bakplaat of het rooster per ongeluk omlaag glijdt, moet u ervoor zorgen dat de onderde­len altijd tussen de voorste en achterste nokken van de uitschuifbare rails wor­den geplaatst:
Uitschuifbare FlexiClip-rails monteren
De ovenruimte moet afgekoeld zijn. Er is gevaar voor verbranding!
De uitschuifbare rails worden tussen beide steunen van een inschuifniveau bevestigd.
De uitschuifbare rail met het Miele-logo moet rechts worden gemonteerd.
Trek de uitschuifbare rails bij het monteren niet uit elkaar.
^ Plaats de uitschuifbare rail vooraan
tussen de steunen van een inschuif­niveau (1.) en schuif hem vervolgens in de ovenruimte (2.).
De uitschuifbare rails kunnen maximaal 15 kg dragen.
14
^
Zorg ervoor dat de uitschuifbare rail op de onderste steun van het in schuifniveau (3.) vergrendelt.
Als de uitschuifbare rails na de in bouw geblokkeerd zitten, dient u ze één keer krachtig uit te trekken.
-
-
Uitschuifbare FlexiClip-rails verplaatsen
De ovenruimte moet afgekoeld zijn. Er is gevaar voor verbranding!
Wilt u de uitschuifbare FlexiClip-rails verwijderen om ze op een ander in schuifniveau te plaatsen?
^ Til ze vooraan omhoog en trek ze
langs de steun van het steunrooster uit.
^ Plaats ze vervolgens op een ander
inschuifniveau. Zie rubriek "Uitrusting
- Uitschuifbare FlexiClip-rails mon­teren".
-
Uitrusting
15
Bedieningselementen
Functiekiezer
Met de linkerkiezer selecteert u de bereidingsfunctie. U kunt hem naar rechts of naar links draaien. In de nulstand kunt u hem verzinken door erop te drukken.
S Snel opwarmen
U Hetelucht plus
\ Circulatiegrill
O Intensief bakken
P Ontdooien
V Boven-onderwarmte
X Onderwarmte
Y Grill
Z Grill klein
T Verlichting: Met deze functie kan de ovenruimteverlichting
afzonderlijk worden ingeschakeld, bijv. om de oven te reinigen.
% Instellingen: In deze stand kunnen de instellingen van het toestel
worden gewijzigd.
16
Bedieningselementen
Temperatuurkiezer
Met de rechterkiezer V 6 W
stelt u de temperatuur in.
kunt u tijden instellen (in plaats van hiervoor de sensortoetsen V en W te ge
bruiken).
U kunt de temperatuurkiezer naar rechts of naar links draaien. U kunt hem in elke stand verzinken door erop te drukken.
-
Draai de kiezer naar rechts om de waarden te verhogen en naar links om de waar den te verlagen.
Sensortoetsen
Onder het display bevinden zich sensortoetsen, die reageren op het contact met uw vingers.
Elk contact wordt met een geluidssignaal bevestigd. U kunt het toetsgeluid uit­schakelen (zie rubriek "Instellingen %").
Gebruik
OK – Om de functies op het display op te roepen. Het driehoekje V wordt
weergegeven. – Om uw invoer of instellingen te bevestigen. – Om het driehoekje V op het display naar links of rechts te verschuiven.
V
Om een kortere/eerdere tijd of langere/latere tijd in te stellen.
W
Om de instelling P te selecteren en de status S te wijzigen.
N Om de kookwekker in te stellen, bijv. voor het koken van een ei.
Telkens als u op de sensortoets V of W drukt, wijzigt de tijd
bij het instellen van de duur T en het einde S in stappen van minuten.
bij het instellen van de kookwekkertijd N eerst in stappen van 5 seconden, ver volgens in stappen van minuten.
-
-
Als u lang op de sensortoetsen drukt, veranderen de waarden op het display snel ler.
-
17
Bedieningselementen
Symbolen in het display
I2:00
h
min
% N m TS0
V
Afhankelijk van de stand van de functiekiezer en/of de aanraking van een sensor toets wordt het volgende weergegeven:
Stand van de functiekiezer
0 u Dagtijd
Functie (behalve verlichting)
% P en cijfer instelling
willekeurig V gaat aan onder
willekeurig N en min. Kookwekker
Symbolen Functie/betekenis
0 Vergrendeling
Temperatuurcontrolesymbool
% Temperatuur
u Dagtijd
T en h Duur ca.
S Einde
S en cijfer Status van de instelling
De functie wordt weergegeven.
een symbool
V knippert onder
een symbool
De functie is geselecteerd en kan wor den gewijzigd.
-
-
18
Driehoekje V in het display
I60
% m TS
V
Als op een van de sensortoetsen wordt gedrukt, worden afhankelijk van de stand van de functiekiezer in het dis play de symbolen van de functies weergegeven die u kunt instellen.
Druk herhaaldelijk op de sensortoets V of W tot het driehoekje V onder het symbool van de gewenste functie staat.
Vervolgens roept u met de sensortoets OK de functie op. Het driehoekje V knippert ca. 15 se­conden.
-
Bedieningselementen
Zolang het driehoekje V knippert, kan de functie worden ingesteld. Is de insteltijd verstreken, dan moet u de gewenste functie opnieuw op roepen met de sensortoets OK.
-
19
Bereidingsfuncties
U kunt kiezen uit een brede waaier aan bereidingsfuncties.
Uw toestel beschikt over een:
a Verwarmingselement voor bovenwarmte/de grill (onder het plafond van de
ovenruimte)
b Verwarmingselement voor onderwarmte (onder de bodem van de ovenruimte) c Ringverwarmingselement (achter de aanzuigopening voor de ventilator) d Ventilator (achter de aanzuigopening voor de ventilator)
Afhankelijk van de bereidingsfuncties worden deze onderdelen gecombineerd of afzonderlijk gebruikt. Zie de informatie tussen [ ].
Bereidingsfuncties Opmerkingen V Boven-
onderwarmte
[a + b]
X Onderwarmte
[b]
Y Grill
[a]
Z Grill klein
[a]
Om klassieke recepten te bakken of te braden.
– – Om soufflés te bereiden. – Bij de bereiding van oudere recepten stelt u voor een
optimaal gebruik van uw toestel de temperatuur bij voor­keur 10 °C lager in dan de in het recept vermelde tem­peratuur. De bereidingstijd hoeft niet te worden gewijzigd.
– Selecteer deze bereidingsfunctie aan het einde van de
bereidingstijd, als de taart/cake, het gebak of het ge­recht aan de onderzijde bruiner moet worden.
– Het volledige verwarmingselement is ingeschakeld en
wordt roodgloeiend om de vereiste infraroodstraling te produceren.
Voor het grillen van grotere hoeveelheden platte ge rechten (bijv. steaks).
Voor het gratineren in grote vormen.
Alleen het binnenste gedeelte van het verwarmingsele ment is ingeschakeld en wordt roodgloeiend om de vereiste infraroodstraling te produceren.
Voor het grillen van kleinere hoeveelheden platte ge rechten (bijv. steaks).
Voor het gratineren in kleine vormen.
-
-
-
20
Bereidingsfuncties Opmerkingen S Snel op
warmen
[a + c + d]
U Hetelucht plus
[c + d]
\ Circulatie-
grill
[a + d]
O Intensief-
bakken
[b + c + d]
P Ontdooien
[c + d]
-
Om de ovenruimte voor te verwarmen.
Vervolgens moet u een gewenste bereidingsfunctie in stellen.
Om te bakken en te braden.
Er kan op meerdere inschuifniveaus tegelijk een gerecht
worden bereid. De ingestelde temperatuur is lager dan bij "Boven-
onderwarmte V". Via de luchtstroom komt de warmte onmiddellijk bij de gerechten.
Het verwarmingselement voor de grill en de ventilator
worden afwisselend ingeschakeld. Om dikke gerechten te grillen, bijv. rollades en kip.
– – De ingestelde temperatuur is lager dan bij "Grill Y"/"Grill
klein Z". Via de luchtstroom komt de warmte onmiddel­lijk bij de gerechten.
– Om taarten met vochtig beleg te bakken. – Niet geschikt om plat gebak te bakken. Ook niet om te
braden, want de braadfond wordt te donker.
– Om diepgevroren producten voorzichtig te ontdooien.
Bereidingsfuncties
-
21
Toestel in gebruik nemen
Voordat u het toestel in gebruik neemt, moet u eerst
- de bedieningselementen, door erop te drukken, naar buiten laten komen (als ze verzonken zijn).
- de dagtijd instellen.
Dagtijd voor het eerst instellen
U kunt de dagtijd alleen instellen als de functiekiezer op "0" staat.
In het display
– brandt het symbool m (dagtijd),
– knipperen de dagtijd en het drie-
hoekje V onder het symbool m.
In geval van een stroomonderbreking bewaart het toestel de actuele dagtijd gedurende ca. 24 uur. Daarna ver schijnt, zoals bij de eerste ingebruikna me, "i2:00" op het display. Na de stroomonderbreking wordt de dagtijd knipperend weergegeven en moet deze met de sensortoets OK wor den bevestigd.
Dagtijd wijzigen
Druk 2 keer op de sensortoets OK.
^
Stel eerst de uren in met de tempera
^
tuurkiezer of de sensortoets V of W.
^ Druk op de sensortoets OK.
^ Stel de minuten in met de tempera-
tuurkiezer of de sensortoets V of W.
^ Druk op de sensortoets OK.
De dagtijd is gewijzigd.
-
-
-
-
I2:00
m
V
^
Stel eerst de uren in met de tempera tuurkiezer of de sensortoets V of W.
^
Druk op de sensortoets OK.
Wanneer de uren zijn ingesteld, knippe ren de minuten.
^
Stel de minuten in met de tempera tuurkiezer of de sensortoets V of W.
^
Druk op de sensortoets OK.
De minuten zijn bevestigd.
De dagtijd is ingesteld.
22
-
-
-
Toestel in gebruik nemen
Toestel reinigen en voor het eerst aanzetten
Verwijder
- eventuele stickers.
- eventuele beschermfolie van de voorzijde van het toestel.
Neem de aanwijzingen in de rubriek "Reiniging en onderhoud" in acht.
Voordat u de oven gebruikt, dient u
het toebehoren uit de ovenruimte te
halen en te reinigen.
– het toestel één keer leeg aan te zet-
ten, zodat onaangename geuren die bij het eerste gebruik kunnen ont­staan, sneller verdwijnen.
^ Voor u het toestel aanzet, dient u met
een vochtige doek eventueel stof en verpakkingsresten uit de ovenruimte te verwijderen.
^ Duw de functiekiezer en de tempera-
tuurkiezer uit.
^
Selecteer de bereidingsfunctie "Hete lucht plus U".
Zodra de instelling aanvaard is, start de opwarming van de oven.
Verwarm de lege oven gedurende
^
minstens één uur.
Zorg gedurende die tijd voor een goede ventilatie van de keuken. Zorg ervoor dat de geuren niet naar andere kamers trekken.
Het verwarmingsproces kan ook auto matisch worden uitgeschakeld. Raad pleeg hiertoe de rubriek "Bediening van de oven - Duur instellen".
^ Wacht na het uitschakelen tot het toe-
stel weer afgekoeld is tot kamertem­peratuur.
^ Reinig de ovenruimte daarna met
warm water waaraan u een zacht rei­nigingsmiddel hebt toegevoegd. Droog alles vervolgens af met een schone doek.
Sluit de deur pas als de ovenruimte weer droog is.
-
-
-
De voorgeprogrammeerde temperatuur van 160 °C wordt weergegeven.
^
Stel de hoogste temperatuur (250 °C) in met de temperatuurkiezer.
23
Bediening van de oven
Eenvoudig gebruik
Plaats het gerecht in de ovenruimte.
^
Selecteer de gewenste
^
bereidingsfunctie (bijv. "Hetelucht plus U").
In het display verschijnt:
I60
%
V
– de voorgeprogrammeerde tempera-
tuur "160",
– het temperatuurcontrolesymbool ,
– het driehoekje V onder het symbool
%.
Tegelijk worden de ovenverwarming, de verlichting en de koelventilator inge­schakeld.
U ziet de temperatuur stijgen. Wanneer de geselecteerde temperatuur is be reikt, weerklinkt een signaal, als deze functie actief is (zie "Instellingen %P2).
^
Draai de functiekiezer na de berei ding op "0" en neem het gerecht uit de ovenruimte.
-
-
Koelventilator
Na een bereidingsproces blijft de koel ventilator nog een tijdje ingeschakeld, zodat er geen resterende vochtigheid kan neerslaan in de ovenruimte, op het bedieningspaneel of op de ombouw kast.
De ventilator wordt automatisch uitge schakeld wanneer de temperatuur in de ovenruimte tot onder een bepaald ni veau gedaald is.
-
-
-
Voorgeprogrammeerde temperatuur
Zodra een bereidingsfunctie is geselec­teerd, wordt de bijhorende voorgepro- grammeerde temperatuur weergege­ven.
Bereidingsfunctie Voorge-
program-
meerde
temperatuur
U Hetelucht plus 160 °C O Intensief bakken 170 °C V Boven-onder-
warmte
X Onderwarmte 180 °C \ Circulatiegrill 200 °C Y Grill 240 °C Z Grill klein 240 °C P Ontdooien Dagtijd S Snel opwarmen 160 °C
180 °C
-
24
Bediening van de oven
Temperatuur wijzigen
Als de voorgeprogrammeerde tempera tuur niet overeenstemt met die in uw re cept, kunt u met de temperatuurkiezer de temperatuur binnen een bepaad be reik in stappen van 5 °C wijzigen.
Bereidingsfunctie Temperatuur-
bereik
U Hetelucht plus 30 - 250 °C O Intensief bakken 50 - 250 °C V Boven-onder-
warmte
X Onderwarmte 100 - 280 °C \ Circulatiegrill 50 - 260 °C Y Grill 200 - 300 °C Z Grill klein 200 - 300 °C P Ontdooien - S Snel opwarmen 30 - 250 °C
Temperatuurcontrolesymbool
Naast de temperatuur wordt het
temperatuurcontrolesymbool
weergegeven in het display. Dat is altijd zichtbaar wanneer de ovenverwarming is ingeschakeld.
Als de geselecteerde temperatuur is bereikt, –
wordt de ovenverwarming uitgescha keld.
dooft het temperatuurcontrolesymbool.
weerklinkt een signaal, als deze functie actief is (zie "Instellingen %P2).
Zodra de temperatuur echter onder de ingestelde waarde zakt, wordt de oven verwarming weer ingeschakeld en ver
30 - 280 °C
schijnt het temperatuurcontrolesymbool weer.
-
-
Voorverwarmen
-
De meeste gerechten kunt u in de kou de ovenruimte plaatsen om ook de warmte tijdens de opwarmfase te ge bruiken. Slechts in enkele gevallen dient u de oven voor te verwarmen.
Bij Hetelucht Plus U om
donker brooddeeg te bakken,
rosbief en filets te braden.
Bij Boven-onderwarmte V om – taart en gebak met een korte baktijd
(tot ca. 30 minuten) te bakken, – delicaat deeg (biscuit) te bakken, – donker brooddeeg te bakken, – rosbief en filets te braden.
Gebruik bij pizza en delicate deeg­soorten (zoals biscuit en koekjes) voor de opwarmfase niet de bereidingsfunctie "Snel op ­warmen S". Dergelijk voedsel zou anders boven aan te snel bruin worden.
Voorverwarmen:
^
Selecteer de bereidingsfunctie "Snel
-
opwarmen S" en stel een tempera tuur in.
^
Wanneer het temperatuurcontrolesymbool voor het eerst dooft, selecteert u de ge wenste bereidingsfunctie en plaatst u het gerecht in de oven.
-
-
-
-
-
-
-
25
Bediening van de oven
Bereidingsprocessen auto
-
matisch in- en uitschakelen
Niet alleen kan het toestel gemakkelijk worden gebruikt, u kunt bereidingspro cessen ook automatisch laten uitscha kelen of in- en uitschakelen.
Hiervoor stelt u een duur of een duur en een einde in.
De duur voor een bereidingsproces be draagt maximaal 12 uur.
Vooral voor het braden is automatisch in- en uitschakelen ideaal. Als u een taart of brood wilt bakken, kunt u de bereiding beter niet te lang van tevoren programmeren. Het deeg kan uitdrogen en de werking van het rijsmiddel kan afnemen.
-
Duur instellen
Om een bereidingsproces automatisch te laten uitschakelen, moet u een duur instellen.
-
Plaats het gerecht in de ovenruimte.
^
Selecteer een bereidingsfunctie en
^
temperatuur.
De ovenverwarming, de verlichting en
­de koelventilator worden ingeschakeld.
h
0:00
% m TS
V
^ Druk zo vaak op de sensortoets W tot-
dat het driehoekje V onder het sym­bool T (duur) staat.
Op het display verschijnt "0:00".
^ Druk op de sensortoets OK.
26
^
Zolang het driehoekje V knippert, kunt u de duur met de temperatuur kiezer of de sensortoets W in uren en minuten instellen.
^
Druk op de sensortoets OK.
Als u geen andere functie selecteert, kunt u het aflopen van de duur volgen.
-
Bediening van de oven
Duur instellen en einde verschuiven
Om een bereidingsproces automatisch te laten in- en uitschakelen, moet u een duur en een einde instellen.
Een voorbeeld: Het is 10.45 uur. Een stuk vlees kan in 90 minuten wor den bereid. Het vlees moet om 13:30 uur klaar zijn.
Plaats het gerecht in de ovenruimte.
^
Selecteer een bereidingsfunctie en
^
temperatuur.
De ovenverwarming, de verlichting en de koelventilator worden ingeschakeld.
Stel nu eerst de Duur in:
h
-
0:00
% m TS
V
^
Druk zo vaak op de sensortoets W tot dat het driehoekje V onder het sym bool T (duur) staat.
In het display verschijnt "0:00".
^
Druk op de sensortoets OK.
h
Druk op de sensortoets OK.
^
Verschuif nu het Einde:
I2:I5
% m TS
V
Druk zo vaak op de sensortoets W tot
^
dat het driehoekje V onder het sym bool S (einde) staat.
Druk op de sensortoets OK.
^
Op het display verschijnt de dagtijd vermeerderd met de ingevoerde duur (10:45 + 1:30 = 12.15 uur).
I3:30
% m TS
-
-
^
Verschuif met de temperatuurkiezer of de sensortoets W de eindtijd naar het gewenste tijdstip (13:30 uur).
^
Druk op de sensortoets OK.
De ovenverwarming, de verlichting en de koelventilator worden uitgeschakeld.
V
-
-
I:30
T
V
^
Zolang het driehoekje V knippert, kunt u de duur met de temperatuur kiezer of de sensortoets W in uren en minuten (1:30) instellen.
In het display wordt de eindtijd weerge geven, zolang u het driehoekje niet on der een andere functie zet.
Zodra de starttijd (13:30 - 1:30 =
12.00 uur) bereikt is, worden de oven
-
verwarming, de verlichting en de koel ventilator ingeschakeld.
-
-
-
-
27
Bediening van de oven
Na afloop van een bereidingsproces
Na afloop van de duur
schakelt de ovenverwarming auto
matisch uit.
blijft de koelventilator draaien.
knippert het symbool S (einde).
weerklinkt een geluidssignaal, als
deze functie actief is (zie "Instel lingen %"-P2).
Zet de functiekiezer op "0".
^
Het geluidssignaal en het signaal op het display worden uitgeschakeld.
^ Haal het gerecht uit de ovenruimte.
-
-
Ingestelde tijden controleren en wijzigen
De tijden die voor een bereidingspro ces zijn ingesteld kunnen op elk mo ment worden gecontroleerd of gewij zigd. Selecteer hiertoe met de sensor toets V of W de bereidingsfunctie in kwestie.
Druk op de sensortoets OK om de in stelling te wijzigen. Zolang het drie hoekje V knippert, kunt u de instelling met de temperatuurkiezer of de sensor toets V of W wijzigen.
Ingestelde tijden wissen
^ Stel de duur in op "0:00" of draai de
functiekiezer op "0".
In geval van een stroomonderbreking worden alle ingestelde waarden gewist.
-
-
-
-
-
-
-
28
Kookwekker (eierwekker)
De kookwekker kunt u onder meer ge bruiken als u iets buiten de oven be reidt, bijvoorbeeld als u eieren kookt.
De maximale kookwekkertijd bedraagt 59 minuten en 55 seconden.
U kunt de kookwekker los van inge stelde bereidingsprocessen gebruiken, bijvoorbeeld om u eraan te herinneren dat u na een bepaalde bereidingstijd kruiden moet toevoegen of het vlees moet besprenkelen.
-
-
-
Kookwekker instellen
^ Druk op de sensortoets N.
0:00
min
N
V
Op het display verschijnt "0:00".
Na afloop van de kookwekkertijd
knippert het symbool N.
hoort u een geluidssignaal, als deze
functie actief is (zie "Instellingen % ­P3").
verspringt de tijd na afloop van de
kookwekkertijd naar boven.
Druk vervolgens op de sensortoets
^
OK.
Kookwekkertijd wissen
Selecteer de functie N met de sen
^
sortoets OK. Het driehoekje V onder het symbool moet knipperen.
^ Zet met de temperatuurkiezer of de
sensortoets V de kookwekkertijd op "0:00".
^ Druk op de sensortoets OK.
-
^ Zolang het driehoekje V knippert,
kunt u de kookwekkertijd met de tem peratuurkiezer of de sensortoets W in stellen.
^
Druk op de sensortoets OK.
Als het driehoekje V onder het sym bool N staat, kunt u de in seconden af lopende kookwekkertijd in het display volgen.
-
-
-
-
29
Instellingen %
In de fabriek zijn bepaalde instellingen van uw toestel vooraf geprogrammeerd. U kunt voor de instellingen een alternatief selecteren, door de status "s" van een instelling "P" te wijzigen (zie tabel).
Instelling Status (* fabrieksinstelling)
PI
Weergave dag tijd
P2
Geluidssignaal bereidingstijd
P3
Geluidssignaal kookwekker
P4
Toetsgeluid
P5
Volume ge­luidssignalen
P6
Tijdformaat
S0 De weergave van de dagtijd is uitgeschakeld.
-
SI* De weergave van de dagtijd is ingeschakeld.
S0 Na het verstrijken van een tijd en aan het einde van
SI*(kort) S2(lang)
S0 Na het verstrijken van de kookwekkertijd weerklinkt
SI*(kort) S2(lang)
S0 Bij het drukken op een sensortoets weerklinkt geen
SI* Bij het drukken op een sensortoets weerklinkt een
S0* tot S30
24 * De dagtijd wordt in het 24-uurs-formaat weerge
I2 De dagtijd wordt in het 12-uurs-formaat weerge
Het display is donker wanneer de functiekiezer in de stand "0" staat. De dagtijd loopt op de achter grond door.
De dagtijd verstrijkt op het display.
een opwarmfase, weerklinkt geen geluidssignaal.
Na het verstrijken van een tijd en aan het einde van een opwarmfase, weerklinkt een geluidssignaal. U kunt kiezen tussen 2 geluidssignalen.
geen geluidssignaal.
Na het verstrijken van de kookwekkertijd weerklinkt een geluidssignaal. U kunt kiezen tussen 2 geluidssignalen.
geluidssignaal.
geluidssignaal.
Als u voor het geluidssignaal voor de bereidingstijd P2en dat voor de kookwekker P3de status S2 hebt geselecteerd, kunt u het volume wijzigen.
Alsu"P2- SI"en"P3- SI" hebt geselecteerd, is dit niet mogelijk!
geven.
geven.
-
-
-
30
Status van een instelling wijzigen
Selecteer "Instellingen %".
^
Druk op de sensortoets OK.
^
PI
Op het display verschijnt "PI".
Druk zo vaak op de sensortoets V of
^
W tot het gewenste cijfer in het dis­play wordt weergegeven.
^ Druk op de sensortoets OK.
S0
Instellingen %
Na een stroomonderbreking blijven de wijzigingen behouden.
In het display wordt de actuele status "S" van de instelling weergegeven.
^
Verander de status met de sensor toets V of W.
^
Druk op de sensortoets OK.
De wijziging van de status wordt opge slagen.
Op het display verschijnt opnieuw P en het cijfer van de instelling.
Zolang de functiekiezer niet op "0" wordt gezet, kunnen andere instel lingen worden gewijzigd.
-
-
-
31
Vergrendeling
B-modellen beschikken over een ver grendeling 0.
De vergrendeling verhindert de onverhoedse inschakeling van de oven.
Zet de functiekiezer op "0".
^
-
0
0
V
Druk zo vaak op de sensortoets W tot
^
dat het driehoekje V onder het sym bool 0 staat.
^ Druk op de sensortoets OK.
I
0
V
-
-
^ Zolang het driehoekje V onder het
symbool 0 knippert, kunt u met de sensortoets V of W de instelling "I"of "0" selecteren voor de vergrendeling. "0"= uit "I"=aan
^
Bevestig de instelling met de sensor toets OK.
Wanneer "I" is ingesteld, kan de oven niet meer worden ingeschakeld.
Het symbool 0 geeft aan dat de ver grendeling ingeschakeld is.
Na een stroomonderbreking blijft de vergrendeling ingeschakeld.
32
-
-
Houd rekening met de temperatuurbereiken, de inschuifni veaus en de tijdsbereiken vermeld in de tabellen voor het bakken. Die zijn afgestemd op de verschillende bak vormen, deeghoeveelheden en bakgewoonten.
Een voorzichtige behandeling van levensmiddelen is belangrijk voor uw gezondheid.
Taart, pizza, frieten en dergelijke mogen slechts goudgeel worden gebruind en niet donkerbruin wor­den gebakken.
-
-
Bakvorm
Let bij het selecteren van de bereidingsfucntie op het materiaal van de bakvorm:
"Hetelucht plus U", "Intensief bak ken O"
Elk temperatuurbestendig materiaal kan worden gebruikt.
"Boven-onderwarmte V"
Gebruik hiervoor matte, donker ge kleurde bakvormen, bijvoorbeeld vor men van donker blik, donker email, mat aluminium, hittebestendig glas of vor men met een antiaanbaklaag.
Gebruik geen lichtgekleurde of blanke bakvormen. Deze reflecteren de stra lingswarmte van de oven. Daardoor kan de warmte het gerecht minder goed bereiken en wordt het gerecht in de
-
-
-
-
-
Tips voor het bakken
vorm ongelijkmatig of nauwelijks bruin. Onder ongunstige omstandigheden wordt het gerecht ook niet gaar.
Bakpapier
De bakplaat en de universele plaat moeten wegens de antiaanbakeigen schappen van hun met PerfectClean veredeld oppervlak voor het bakken
niet worden ingevet. U dient ook geen bakpapier te gebruiken.
U kunt het bereide product altijd zonder moeite losmaken.
Gebruik alleen bakpapier voor
zout gebak (bijv. krakelingen e.d.),
omdat de natronloog die tijdens de deegbereiding wordt gebruikt, het met PerfectClean veredelde opper­vlak kan beschadigen.
deegsoorten die wegens hun hoge
eiwitgehalte gemakkelijk vastkle­ven, zoals deeg voor biscuit,
schuimgebak of makarons.
Universele plaat
Bak fruittaarten en hoge taarten op de universele plaat; daardoor blijft de ovenruimte schoner.
Rechthoekige bakvorm
Als u cakes en dergelijke in rechthoeki ge vormen bakt, moet u deze dwars in de ovenruimte plaatsen. Zo is de warm teverdeling in de vorm optimaal en be reikt u een gelijkmatig bakresultaat.
-
-
-
-
33
Tips voor het bakken
Opmerkingen over de gegevens in de tabel
Temperatuur, baktijd
Een voorzichtige bereiding en een ge lijkmatige bruinering van taart en gebak is mogelijk als u
de laagste temperatuur in de tabel
kiest. Stel de temperatuur niet hoger in dan aangegeven is. Kies geen hogere temperatuur dan staat aangegeven. Een hoge temperatuur verkort welis waar de baktijd, maar het gebak wordt vaak niet gelijkmatig bruin en onder ongunstige omstandigheden ook niet gaar.
– Controleer na afloop van de kortste
baktijd of het gebak gaar is. Prik daartoe met een houten stokje (bijvoorbeeld een satéstokje) in het deeg. Als niets aan het stokje blijft kleven, is het gebak gaar.
Inschuifniveau
De inschuifniveaus worden van onde ren af geteld.
Als u de universele bakplaat en de bak plaat tegelijkertijd op verschillende ni veaus gebruikt, moet u de universele bakplaat onder de bakplaat plaatsen.
-
-
-
-
Bakplaten Inschuifniveau
U 12
2 1 en 3
3 1,3en5*
O 1 1 of 2
V 1 1 of 2
* Gebruik niet meer dan 2 bakplaten
tegelijk, als u vochtig gebak, taart of brood bakt.
Diepvriesproducten
Selecteer voor het bakken van diep­vriestaarten, -pizza's en -stokbroden
de laagste temperatuur in die op de verpakking vermeld staat. Bak derge­lijke producten op het rooster waarop u bakpapier heeft gelegd. Gebruik niet de bakplaat of de universele plaat. Die kunnen bij diepvriesproducten zo krom­trekken dat u ze niet meer uit de oven kunt halen als ze heet zijn. Bij elk vol­gend gebruik trekken ze weer krom.
Voor diepvriesproducten zoals frieten, kroketten en dergelijke kunt u de bak plaat of universele plaat wel gebruiken. Leg deze producten op bakpapier en
-
stel de laagste temperatuur in die op de verpakking vermeld staat. Keer de producten regelmatig om.
-
-
34
Tabellen voor het bakken
"Hetelucht plus U"
Taart/gebak
in °C
Roerdeeg
Temperatuur
Zandtaart, kerststronk Tulband Cake (bakplaat) Gemarmerde cake, notentaart (bakvorm) Fruittaart met schuim of glazuur (bakplaat) Fruittaart (bakplaat) Fruittaart (vorm) Taartbodem Klein gebak3)(koekjes)
Biscuitdeeg
Taart (3 tot 6 eieren) Taartbodem (2 eieren)
2)
Rol
3)
3)
3)
3)
150 - 170 150 - 170 150 - 170 150 - 170 150 - 170 150 - 170 150 - 170 150 - 170 150 - 170
160 - 180 160 - 180 160 - 180
Kneeddeeg
Taartbodem Kruimelkoek Klein gebak
3)
(koekjes) Kwarktaart Appeltaart, afgedekt Abrikozentaart met glazuur Zwitserse Wähe
2)
150 - 170 150 - 170 150 - 170 150 - 170 150 - 170 150 - 170 190 - 210
Gistdeeg/kwark-oliedeeg
Gistdeeg laten rijzen Gugelhupf Kruimelkoek Fruittaart (bakplaat) Witbrood Volkorenbrood Pizza (bakplaat)
2)
3)
Uientaart Appelflappen
30-50 150 - 170 150 - 170 160 - 180 160 - 180 170 - 190 170 - 190 170 - 190 150 - 170
Soezendeeg3), roemsoezen 160 - 180 1, 3 Bladerdeeg 170 - 190 1, 3 Merengue, makarons 120 - 140 1, 3
1) Deze tijden gelden, tenzij anders aangegeven, voor een oven die niet is voorverwarmd. Bij een voorverwarmde ovenruimte zijn de tijden ca. 10 minuten korter.
2) Ovenruimte voorverwarmen.
3) Schakel tijdens de opwarmfase de functie "Snel opwarmen S" uit.
4) Haal een bakplaat uit de oven, zodra het gerecht voldoende bruin is, ook als de baktijd nog niet verstreken is.
5) Plaats het rooster op de ovenruimtebodem en plaats de recipiënt op het rooster.
Aanbevolen
inschuifniveau
2 2 2 2 2 2 2 2
4)
1, 3
2 2 2
2 2
4)
1, 3
2 2 2 2
Ovenruimtebodem
2 2 2 2 2 2 2
4)
1, 3
4)
4)
4)
5)
1)
Tijd
in min.
60-70 65-80 25-40 60-80 45-50 35-55 55-65 25-30 20-25
25-35 20-25 20-25
20-25 45-55 15-25 70-90 50-70 55-75 25-35
15-30 50-60 35-45 40-50 40-50 50-60 35-45 35-45 25-30
30-40 20-25 25-50
Doorgaans kiest u het best de minimumtemperatuur. Controleer het gebak/de taart na de kortste tijd.
35
Tabellen voor het bakken
"Boven-onderwarmte V"
Taart/gebak
in °C
Roerdeeg
Temperatuur
Zandtaart, kerststronk Tulband Cake (bakplaat)
1)
Gemarmerde cake, notentaart (bakvorm) Fruittaart met schuim of glazuur (bakplaat) Fruittaart (bakplaat) Fruittaart (vorm) Taartbodem Klein gebak
Biscuitdeeg
Taart (3 tot 6 eieren) Taartbodem (2 eieren)
2) 3)
Rol
2) 3)
2) 3)
2) 3)
(koekjes)
2) 3)
2) 3)
150 - 170 170 - 190 170 - 190 150 - 170 170 - 190 170 - 190 160 - 180 170 - 190 170 - 190
170 - 190 170 - 190 180 - 200
Kneeddeeg
Taartbodem Kruimelkoek Klein gebak Kwarktaart Appeltaart, afgedekt Abrikozentaart met glazuur Zwitserse Wähe
2) 3)
(koekjes)
2)
2)
2)
170 - 190 170 - 190 160 - 180 170 - 190 170 - 190 170 - 190 220 - 240
Gistdeeg/kwark-oliedeeg
Gistdeeg laten rijzen Gugelhupf Kruimelkoek Fruittaart (bakplaat) Witbrood Volkorenbrood Pizza (bakplaat) Uientaart Appelflappen
Soezendeeg Bladerdeeg
2)
2) 3)
2)
2) 3)
, roomsoezen 180 - 200 3 35 - 45
2)
30-50 160 - 180 170 - 190 180 - 200 160 - 180 190 - 210 190 - 210 180 - 200 160 - 180
190 - 210 2 15 - 25
Merengue2), makarons 120 - 140 2 25 - 50
1) Deze tijden gelden, tenzij anders aangegeven, voor een oven die niet is voorverwarmd. Bij een voorverwarmde ovenruimte zijn de tijden ca. 10 minuten korter.
2) Ovenruimte voorverwarmen.
3) Schakel tijdens de opwarmfase de functie "Snel opwarmen S" uit.
4) Plaats het rooster op de ovenruimtebodem en plaats de recipiënt op het rooster.
5) Inschuifniveau voor gistdeeg, bij kwark-oliedeeg inschuifniveau 3 gebruiken.
Aanbevolen
inschuifniveau
2 2 2 2 2 2 2 2 3
3 3 3
2 2 3 2 2 2 1
Ovenruimtebodem
1
5)
2
5)
2
1 2 1 2 2
Tijd
in min.
60-70 65-80 25-40 60-80 45-50 35-55 55-65 20-25 15-25
20-35 15-20 12-16
15-20 45-55 15-25 70-90 45-65 55-75 25-35
4)
15-30 50-60 35-45 40-50 50-60 50-60 30-40 25-35 25-30
1)
Doorgaans kiest u het best de minimumtemperatuur. Controleer het gebak/de taart na de kortste tijd.
36
Tabellen voor het bakken
"Intensief bakken O"
Ideaal voor
Taarten met vochtig beslag (bijv. pruimentaarten), quiche lorraine.
Taarten met glazuur of niet-voorgebakken bodem (bijv. eierstruif).
Taart/gebak Roerdeeg
Fruittaart met schuim of glazuur (bakplaat) 150 - 170 2 30 - 35
Kneeddeeg
Kwarktaart Appeltaart, afgedekt Abrikozentaart met glazuur Zwitserse Wähe
Gistdeeg/kwark-oliedeeg
Pizza (bakplaat) Uientaart
1) Deze tijden gelden, tenzij anders aangegeven, voor een oven die niet is voorverwarmd. Bij een voorverwarmde ovenruimte zijn de tijden ca. 10 minuten korter.
2) Schakel tijdens de opwarmfase de functie "Snel opwarmenS" uit.
Doorgaans kiest u het best de minimumtemperatuur. Controleer het gebak/de taart na de kortste tijd.
2)
Temperatuur
in °C
150 - 170 150 - 170 150 - 170 190 - 210
170 - 190 170 - 190
Aanbevolen
inschuifniveau
2 2 2
1of2
2 2
1)
Tijd
in min.
65-75 50-60 50-60 25-30
40-50 25-35
37
Tips voor het braden
Raadgevingen Opmerkingen
Bereidingsfunctie
"Hetelucht plus U" U kunt ook "Boven-onderwarmte V" gebruiken.
Kookgerei
Elk hittebestendig kookgerei is ge schikt.
Inschuifniveau
2e van onderen af
Voorverwarmen
niet nodig
Temperatuur
Zie braadtabel
Bereidingstijd
Zie braadtabel
braadplan, braadpot, vuurvaste glazen vorm, braadzakken, römertopf, universele plaat, roostere op de universele plaat
-
Het is aan te raden in een pot te braden omdat
er dan voldoende braadfond overblijft om een saus te
bereiden. de ovenruimte schoner blijft dan als u op het rooster
braadt.
Het kookgerei wordt in de koude ovenruimte op het rooster geplaatst.
Uitzondering: Bereiding van rosbief en filet.
– Stel de temperatuur niet hoger in dan aangegeven. Het
vlees wordt anders wel bruin, maar niet gaar.
– Stel bij "Hetelucht plus U" de temperatuur ca. 20 °C la-
ger in dan bij "Boven-onderwarmte V".
– Stel bij gebraad vanaf 3 kg een temperatuur van ca.
10 °C lager in dan vermeld in de braadtabel. Daardoor duurt het braadproces weliswaar langer, maar het vlees wordt gelijkmatig gaar en krijgt geen te dikke korst.
Om te braden op het rooster, stelt u een temperatuur in die 20 °C lager ligt dan wanneer u braadt in een pot.
Bereidingstijd berekenen: De bereidingstijd kunt u bere kenen door de dikte van het vlees te vermenigvuldigen met de tijd per cm die in hieronder is aangegeven:
rund/wild: 15 - 18 min./cm
varken/kalf/lam: 12 - 15 min./cm
rosbief/filet:8-10min./cm
-
38
Tips
Bruinering
Het vlees wordt pas aan het einde van de bereidingstijd bruin. Het wordt extra bruin als u halverwege de bereidings tijd het deksel van de schaal haalt.
Even laten staan
Na afloop van de bereiding haalt u het vlees uit de ovenruimte, wikkelt u het in aluminiumfolie en laat u het ca. 10 minuten staan. Op deze manier
loopt bij het aansnijden van het vlees minder vocht weg.
Gevogelte braden
Het vel wordt extra knapperig als u het gevogelte 10 minuten voor het einde van de bereidingstijd met licht gezou­ten water bestrijkt.
-
Tips voor het braden
Diepgevroren vlees bakken
Diepgevroren vlees met een gewicht tot ca. 1,5 kg kunt u braden zonder het eerst te ontdooien. De bereidingstijd neemt per kilo met ca. 20 minuten toe.
39
Braadtabel
Aanbevolen
inschuif-
Gerechten
Rundergebraad, ca. 1 kg 2 170 - 190 100 - 120 190 - 210 100 - 120
Runderfilet of rosbief, ca. 1 kg
Wildbraad, ca. 1 kg 2 180 - 200 90 - 120 190 - 210 90 - 120
Varkensgebraad of varkensnek, ca. 1 kg
Varkensgebraad met zwoerd, ca. 2 kg
Casselerrib, ca. 1 kg 2 170 - 190 60 - 70 200 - 220 60 - 70
Gehakt, ca. 1 kg 2 160 - 180 70 - 80 190 - 210 70 - 80
Kalfsgebraad, ca. 1,5 kg 2 170 - 190 100 - 120 190 - 210 100 - 120
Lamsbout, ca. 1,5 kg 2 170 - 190 90 - 120 200 - 220 90 - 120
Lamsrug, ca. 1,5 kg
Gevogelte, 0,8-1kg 2 170-190 60-70 190-210 60-70
Gevogelte, ca. 2 kg 2 170 - 190 90 - 110 190 - 210 90 - 110
Gevogelte, gevuld, ca. 2 kg 2 170 - 190 110 - 130 190 - 210 110 - 130
Gevogelte, ca. 4 kg 2 160 - 180 150 - 180 180 - 200 150 - 180
Vis, stuk, ca. 1,5 kg 2 160 - 180 35 - 55 190 - 210 35 - 55
1) Om te braden adviseren wij de functie "Hetelucht plus U". U kunt echter ook de functie "Boven-onderwarmte V" gebruiken.
2) Temperatuuraanduiding voor de bereiding in een gesloten braadpot. Als het gebraad op het rooster wordt bereid, stelt u een temperatuur in die 20° lager is.
3) Deze tijden gelden, tenzij anders aangegeven, voor een oven die niet is voorverwarmd.
4) Ovenruimte voorverwarmen.
4)
4)
niveau
2 190 - 210 45 - 55 200 - 220 45 - 55
2 170 - 190 100 - 120 200 - 220 100 - 120
2 150 - 170 160 - 180 180 - 200 120 - 150
2 170 - 190 50 - 60 190 - 210 50 - 60
"Hetelucht plus U" "Boven-onderwarmte V"
Temperatuur
in °C
2)
Tijd
in min.
Temperatuur
3)
in °C
2)
in min.
Tijd
1)
3)
Doorgaans kiest u het best de middelste temperatuur. Controleer het gerecht na het verstrijken van de kortste tijd.
40
Garen op lage temperatuur
Deze bereiding is ideaal voor stukken vlees van een rund, varken, kalf of lam, die heel juist moeten worden gegaard.
Bij een lage temperatuur en met een lange bereidingstijd wordt het vlees be hoedzaam en zachtjes gegaard.
Eerst wordt het stuk vlees korte tijd heel warm en langs alle kanten gelijkmatig aangebraden. Bij het daaropvolgende gaarproces op een lage temperatuur "ontspant" het vlees zich. Het sap binnenin begint te circuleren en verdeelt zich gelijkmatig tot in de buitenste lagen.
Daardoor verkrijgt u een zeer mals en sappig resultaat.
Opmerkingen
Gebruik goed bestorven, mager vlees (zonder pezen en vetrandjes). Het been moet vooraf uit het vlees gesneden zijn.
Gebruik voor het aanbraden bijv. boterolie of spijsolie die geschikt is voor hoge temperaturen.
Dek het vlees tijdens het garen niet af.
De bereidingstijd is afhankelijk van de gaarheid, de bruining, de hoeveelheid en de grootte van de stukken vlees en bedraagt ca. 2-4 uur.
Het vlees kan onmiddellijk worden opengesneden. U hoeft het vlees niet eerst even te laten staan.
Verloop
Hiervoor gebruikt u het best het rooster en de universele bakplaat.
­Schuif het rooster en de universele
^
bakplaat in het 2de inschuifniveau.
Selecteer de bereidingsfunctie
^
"Boven-onderwarmte".
Verwarm de ovenruimte met het roos
^
ter en de universele bakplaat ca. 15 minuten voor op 130 °C.
Tijdens het voorverwarmen braadt u
^
het stuk vlees langs alle kanten krachtig aan op het kookvlak.
Als u een handmatige spijzenthermo­meter gebruikt, kiest u de bereidings­tijden en kerntemperaturen uit de tabel.
,
Het verwarmingselement voor bovenwarmte/de grill is heet. Er is gevaar voor verbranding!
^ Leg het vlees op het rooster.
^
Als u een spijzenthermometer ge bruikt, steekt u deze in het vlees.
^
Verlaag de temperatuur tot 100 °C.
^
Laat het vlees gaar worden.
Het is nuttig om de duur van de berei ding te programmeren. Zie rubriek "Be diening van de oven - Duur instellen". Wanneer het vlees na afloop van de duur nog in de ovenruimte blijft, heeft dit geen gevolgen voor het eindresultaat.
-
-
-
-
41
Garen op lage temperatuur
Bereidingstijden/kerntemperaturen
Gerechten Tijd
in min.
Rosbief
Saignant
Medium
Doorbak
ken
Varkensfilet 120-150 63
Casselerrib 150-210 68
Kalfsrug 180-210 63
Lamsrug 90-120 60
Tips
Dankzij de lage bereidings- en kerntemperaturen
– kan het vlees zonder problemen wor-
den warm gehouden wanneer het in de ovenruimte blijft tot het wordt ge­serveerd. Dit heeft geen gevolgen voor het eindresultaat.
-
60-90 120-150 180-240
Kerntem peratuur in °C
48 57 69
-
heeft het vlees een optimale consumptietemperatuur. Serveer het gerecht op voorverwarmde borden en doe er zeer warme saus bij, zodat het niet te snel afkoelt.
42
Tips voor het grillen
Sluit de deur om te grillen.
,
Als de deur open staat, gaat de hete lucht uit de ovenruimte niet meer automa tisch via de koelventilator en wordt die dus niet afgekoeld. De bedieningsele menten worden heet. Gevaar voor brandwonden!
Bereidingsfuncties Opmerkingen
"Grill Y": Voor het grillen van grote hoeveelheden vlakke gerechten
en voor het gratineren in grote vormen. Het hele verwarmingselement voor de grill wordt roodgloei
end.
-
-
-
"Grill klein Z": Voor het grillen van kleine hoeveelheden vlakke gerechten
en voor het gratineren in kleine vormen. De binnenkant van het verwarmingselement voor de grill
wordt roodgloeiend.
"Circulatiegrill \": Om dikke gerechten te grillen, bijv. gevogelte, rollade.
43
Tips voor het grillen
Raadgevingen Opmerkingen
Kookgerei Rooster op universele plaat
Gebruik niet de bakplaat!
Inschuifniveau (van onderen af)
Zie grilltabel
Voorverwarmen
noodzakelijk
Temperatuur
Zie grilltabel
Bereidingstijd
Zie grilltabel
Platte gerechten op 4 of 5 Dikke gerechten op 3 of 4
Verwarm het verwarmingselement voor de grill gedurende ca. 5 minuten voor, terwijl de deur gesloten is.
Platte gerechten (bijv. kotelet, steak): 275 °C
Dikke gerechten
(bijv. gevogelte, rollade): 240 °C Stel de temperatuur niet hoger in dan aangegeven. Het
vlees wordt anders wel bruin, maar niet gaar.
– Platte stukken vlees of vis, per kant ca.6-8minuten. Ho-
gere stukken hebben per kant iets meer tijd nodig. – Rollade per cm diameter ca. 10 minuten. – Draai het gerecht halverwege de bereidingstijd om.
44
Tips voor het grillen
Voedsel voorbereiden
Spoel het vlees snel af onder koud, stromend water en droog het goed af. Stukken vlees niet zouten voor het gril len, anders loopt het sap uit het vlees.
Mager vlees kunt u insmeren met olie. Andere soorten vet worden snel donker of produceren rook.
Platte stukken vis schoonmaken, zouten en besprenkelen met citroen.
-
Grillen op het rooster
^ Plaats het rooster op de universele
plaat.
^ Leg het voedsel erop.
^ Selecteer een functie en temperatuur.
Tips
U kunt het beste stukken vlees grillen die ongeveer even groot zijn, zodat de bereidingstijden niet teveel uiteenlopen.
Als tijdens het grillen blijkt dat het vlees aan de buitenkant al een korstje krijgt, terwijl het van binnen nog niet gaar is, dan kunt u op een lagere temperatuur verder grillen.
Als u wilt controleren of het vlees al vol doende gaar is, druk dan met een lepel op het vlees.
Als het nog veerkrachtig aanvoelt, is
het vlees van binnen nog rood.
– Als het een beetje meegeeft, is het
vlees van binnen roze ("medium").
– Als het bijna niet meegeeft, is het
door en door gaar ("doorbakken").
-
^
Verwarm het verwarmingselement voor de grill gedurende ca. 5 minuten voor, terwijl de deur gesloten is.
^
Plaats het voedsel in de oven en sluit de deur.
^
Draai het gerecht halverwege de be reidingstijd om.
-
45
Grilltabel
Verwarm het verwarmingselement voor de grill gedurende ca. 5 minuten voor, terwijl de deur gesloten is.
Grillgerechten "Grill Y" / "Grill klein Z" "Circulatiegrill \"
2)
2)
2)
2)
2)
2)
2)
2)
Temperatuur
in °C
275 12 - 18 220 23 - 27
275 8 - 12 220 12 - 15
275 14 - 20 220 18 - 22
275 10 - 15 220 9 - 13
275 12 - 16 220 13 - 18
275 16 - 20 220 20 - 25
275 2 - 4 220 3 - 6
275 7 - 9 220 5 - 8
Aanbevolen
inschuif-
niveau
Platte gerechten
Runderbiefstukken 4 275 10 - 16 220 20 - 25
Sjasliek 4 240 25 - 30 220 16 - 20
Gevogeltebrochet ten
Schnitzel 4 of 5
Lever 4 of 5
Frikadellen 4 of 5
Braadworst 4 of 5
Visfilet 4 of 5
Forellen 4 of 5
Toast 4 of 5
Toast Hawaï 4 of 5
Tomaten 4 275 6 - 8 220 8 - 10
Perziken 4 275 6 - 8 220 15 - 20
Dikke gerechten
Kip (ca. 1 kg)
Rollade, C 7 cm, (ca. 1 kg)
Varkensschenkel (ca. 1 kg)
Rosbief, runderfi let, ca. 1 kg
1) Draai het gerecht halverwege de bereidingstijd om.
2) Houd bij de keuze van het inschuifniveau rekening met de dikte van het gerecht.
-
-
4 240 20 - 25 200 23 - 27
3 240 50 - 60 190 60 - 65
2 240 75 - 85 200 100 - 110
2 240 100 - 120 200 95 - 100
2 - - 250 25 - 35
Totale
bereidingstijd
in min.
1)
Temperatuur
in °C
Totale
bereidingstijd
in min.
1)
46
Ontdooien
Met de functie "Ontdooien P" circu leert de ventilatorlucht bij kampertemperatuur in de ovenruimte rond.
Let op het volgende:
Haal het diepgevroren product uit de
verpakking en leg het op de univer sele plaat of in een schaal.
Gebruik voor het ontdooien van ge
vogelte het rooster met de universele plaat. Zo ligt het gevogelte niet in het ontdooivocht.
Let bij het ontdooien van gevo-
,
gelte extra op de hygiëne. Gebruik het vocht dat bij het ontdooien vrij­komt niet. De kans op bacteriën is groot (bijvoorbeeld salmonella).
– Vlees, gevogelte en vis hoeven niet
volledig ontdooid te zijn voor verdere bereiding. Gedeeltelijk ontdooien volstaat. Het oppervlak is dan zacht genoeg om kruiden op te nemen.
-
Tijden voor het ontdooien
De tijden hangen af van het gewicht en het soort voedsel dat wordt ontdooid:
kip, 800 g .............90-120min.
vlees, 500 g ............60-90min.
vlees, 1000 g ..........90-120min.
-
braadworst, 500 g .......30-50min.
-
vis, 1000 g .............60-90min.
aardbeien, 300 g ........30-40min.
botercake, 500 g ........20-30min.
brood, 500 g ............30-50min.
47
Inmaken
Voor inmaken bevelen wij de functie "Hetelucht plus U" aan.
Inmaakbokalen
Inmaakbokalen (weckpotten)
Bokalen met schroefsluiting. Gebruik enkel speciale bokalen, die in de vakhan
del verkrijgbaar zijn.
Gebruik geen conservenblikken!
-
6 bokalen
(inhoud: 1 l)
Fruit, augurken 150 - 170 °C totdat de in-
1)
Temperatuur Inmaaktijd vanaf
het borrelen
in min.
2), 3)
Resterende
warmte:
tijd in min.
Geen 25 - 30 houd gelijkmatig gaat bor­relen. Selecteer vervolgens "Ver­lichting T".
Asperges, wortels
Erwten, bonen
1) Universele plaat op inschuifniveau 1 (van onderen af) en bokalen daarop plaatsen.
2) Borrelen = het gelijkmatig opstijgen van luchtbelletjes
3) De temperatuur tijdig verlagen om overkoken te vermijden.
150 - 170 °C totdat de in­houd gelijkmatig gaat bor­relen. Daarna bij 100 °C laten doorkoken.
60-90 25-30
90 - 120 25 - 30
Na het inmaken
Neem de bokalen uit de ovenruimte en laat ze met een doek afgedekt ca. 24 uur op een tochtvrije plaats staan. Controleer of alle bokalen goed dicht zijn.
48
Het bereiden van kant-en-klaargerechten
Wij raden de functie "Hetelucht plus U" aan.
Selecteer een functie en temperatuur.
^
Zodra het temperatuurcontrolesymbool dooft, plaatst u het gerecht in de
^
voorverwarmde oven.
Bak diepgevroren gebaktaarten of pizza op het rooster waarop u bakpapier heeft gelegd. De bak- of universele plaat kunnen bij diepvriesproducten zo kromtrekken dat u ze niet meer uit de oven kunt halen als ze heet zijn. Bij elk volgend gebruik trekken ze weer krom. Diepgevroren producten zoals frieten, kroketten en dergelijke kunnen op de bakplaat of universele plaat worden bereid.
Voorbeelden van kant-en-klaargerechten
Gerechten Temperatuur
Aardappel-, pasta- of groentegratin
Lasagne, cannelloni 190 2 35 - 40 Verpakking geopend
Stokbrood, gevuld, panino
Pizza, voorgebakken 200 2 12 - 20 onafgedekt op het roos-
Minipizza, voorgebakken 220 2 8 - 10 onafgedekt op het roos
Aardappelkoekjes, rösti, kroketten
Zoute krakelingen 220 2 12 - 15 onafgedekt op het roos
in °C *
250 2 20 - 25 Gerecht in ovenschotel
200 2 12 - 15 open op het rooster met
220 2 12 - 20 onafgedekt op het roos
Inschuifniveau
(van onderen af)*
Tijd
in min.*
Opmerking
bakpapier
ter met bakpapier
ter met bakpapier
ter met bakpapier
ter met bakpapier
* Houd rekening met de instructies van de fabrikant op de verpakking in verband
met temperaturen, kookduur en inschuifniveau.
-
-
-
49
Gegevens voor testinstellingen
Controlegerechten volgens EN 60350
-
Toestel voorver warmen
ja, 5 minu­ten
2)
2)
2)
2)
2)
2)
2)
2)
2)
2)
Berei dingstijd in min.
30-50 nee
30-50 nee
15-33 ja
28-40 nee
28-40 nee
23-35 ja
30-40 nee
20-30 ja
80-105 nee
75-90 nee
10-15 2e kant: 5-10
Gerecht Bakplaat,
Sprits­gebak (8.4.1)
Kleine cakes (8.4.2)
Water­biscuittaart (8.5.1)
Afgedekte appeltaart (8.5.2)
Toast brui­neren (9.1)
Grillen van steaks (9.2)
1) Haal de bakplaat uit de oven, zodra het gerecht voldoende bruin is, ook als de bereidingstijd nog niet verstreken is.
2) Schakel tijdens de opwarmfase de functie "Snel opwarmen S" uit.
vorm
1 bakplaat "Hetelucht plus" 2 140
2 bakplaten
1 bakplaat "Boven-onder-
1 bakplaat "Hetelucht plus" 2 160
2 bakplaten "Hetelucht plus" 1, 3 160
1 bakplaat "Boven-onder-
Springvorm C 26 cm
Springvorm C 26 cm
Springvorm C 20 cm
Springvorm C 20 cm
Rooster "Grill" 3 275 5-8 nee
Rooster op uni­versele plaat
Bereidings­functie
1)
"Hetelucht plus" 1, 3 140
warmte"
warmte"
"Hetelucht plus" 2 170
"Boven-onder­warmte"
"Hetelucht plus" 2 170
"Boven-onder­warmte"
"Grill" 4 275 1e kant:
Inschuif niveau (van on deren af)
Tempe-
­ratuur in °C
-
2 160
3 160
3 180
2 180
-
Energierendementsklasse volgens EN 50304
Voor de toestellen werd overeenkomstig EN 50304 de energie-efficiëntieklasse A vastgesteld. De meetgegevens hebben betrekking op de bereidingsfunctie "Hetelucht plus U" zonder ingebouwde uitschuifbare FlexiClip-rails.
50
Reiniging en onderhoud
Gebruik in geen geval een
,
stoomreiniger om het toestel te reini gen. De stoom kan op stroomvoerende onderdelen terechtkomen en een kortsluiting veroorzaken.
Voorzijde
Vuil op de voorzijde van het toestel verwijdert u het best zo vlug moge lijk. Als het vuil er langere tijd op inwerkt, kan het soms niet meer worden ver­wijderd en kunnen de oppervlakken verkleuren of wijzigingen onder­gaan.
Reinig de voorzijde van het toestel met een schone sponsdoek, handafwas­middel en warm water. U kunt ook een schone, vochtige microvezeldoek ge­bruiken. Wrijf daarna alles droog met een zachte doek.
-
Alle oppervlakken zijn gevoelig voor
-
krassen. Krassen in oppervlakken uit glas kunnen soms ertoe leiden dat het breekt. Alle oppervlakken kunnen verkleu ren of wijzigingen ondergaan wan neer ze met niet-geschikte reini gingsmiddelen in contact komen.
Voorkom schade aan de oppervlak ken! Gebruik bij het reinigen geen
reinigingsmiddelen die soda, ammo
niak, zuur of chloor bevatten,
– kalkoplossende reinigingsmiddelen,
– schurende reinigingsproducten, zo-
als schuurpoeder, schuurmelk, poetsstenen,
– reinigingsmiddelen met oplosmiddel,
– reinigingsmiddelen voor roestvrij
staal
– afwasmiddelen voor de afwasauto-
maat,
ovensprays,
-
-
-
-
-
glasreinigers,
schurende harde sponzen en bor stels (bijv. schuursponzen),
scherpe metaalschrapers.
-
51
Reiniging en onderhoud
Toebehoren
Backplaat, universele plaat
Het geëmailleerde oppervlak is met PerfectClean veredeld.
Neem de reinigings- en onderhoudsin structies in de rubriek "Met PerfectClean veredeld email" in acht.
Rooster, steunroosters
Het verchroomde oppervlak is met PerfectClean veredeld.
Voor roosters en steunroosters gelden bijgevolg dezelfde reinigings- en on­derhoudsinstructies als voor met PerfectClean veredeld email, zie gelijk­namige rubriek.
Uitschuifbare FlexiClip-rails
De uitschuifbare FlexiClip-rails mo­gen niet in de afwasautomaat wor­den gereinigd. Het speciale vet van de uitschuifbare rails zou daardoor immers worden weggespoeld.
Gebruik bij het reinigen geen
schurende reinigingsproducten, zo als schuurpoeder, schuurmelk, poetsstenen,
Let erop dat het speciale vet tijdens het reinigen niet uit de uitschuifbare rails wordt weggespoeld. Vermijd herhaaldelijk
inweken in warm water waaraan u af
-
-
wasmiddel hebt toegevoegd,
reinigen met ovenspray,
reinigen van het kogellager.
De uitschuifbare FlexiClip-rails reinigt u het best na elke bereiding. Zo kan het vuil niet aankoeken of tijdens verder gebruik vastbranden.
Bij herhaaldelijk gebruik zonder tussen­tijdse reiniging is vuil moeilijker te ver­wijderen.
Normaal vuil
Reinig de oppervlakken van het toestel met een schone sponsdoek, handaf­wasmiddel en warm water. U kunt ook een schone, vochtige microvezeldoek gebruiken. Wrijf daarna alles droog met een zachte doek.
Verwijder resten van reinigingsmiddel grondig. Die kunnen het antiaanbakef fect immers negatief beïnvloeden.
-
-
reinigingsmiddelen voor roestvrij staal,
schurende harde sponzen en bor stels (bijv. schuursponzen).
52
-
Reiniging en onderhoud
Hardnekkig vuil
Indien nodig kunt u ook de harde zijde van de afwasspons gebruiken. Het rei nigen verloopt eenvoudiger als u het water met afwasmiddel enkele minuten laat inwerken op de resten.
Indien nodig kunt u de uitschuifbare rails kort (ca. 10 minuten) laten inweken in warm water waaraan u afwasmiddel hebt toegevoegd.
Het is mogelijk dat de uitschuifbare rails na het reinigen verkleuren en bijvoorbeeld een lichtere kleur krij gen. Dit heeft echter geen invloed op de goede werking ervan.
Let ook op het volgende:
Als u taarten met zeer vochtig beleg bakt (bijv. pruimentaarten), kan er soms vruchtensap overlopen en aan de uit­schuifbare rails blijven kleven, zodat ze nog moeilijk of helemaal niet meer kun­nen worden uitgetrokken. Gebruik voor het reinigen alleen de be schreven hulpmiddelen. Voor het reini gen van het kogellager gebruikt u een zachte borstel.
-
-
-
Uitschuifbare rails bijsmeren
Als de werking van het speciale vet in de uitschuifbare rails vermindert, kunt u de rails bijsmeren, zodat ze weer vlot kunnen worden uitgetrokken.
Het speciale vet is verkrijgbaar bij uw Miele-handelaar of bij de Technische Dienst van Miele.
Gebruik enkel dit speciale vet, want het is afgestemd op de hoge tempe raturen in de ovenruimte. Andere soorten vet kunnen door op warming verharsen en de uitschuif bare rails blokkeren.
-
-
-
-
53
Reiniging en onderhoud
Ovenruimte
Laat de oven voor de manuele reini ging afkoelen. Gevaar voor brandwonden!
Reinig de ovenruimte bij voorkeur na elke bereiding. Wacht niet te lang, want elke keer als u de oven daarna gebruikt, brandt het vuil verder in en wordt het moeilijker de oven schoon te krijgen. In extreme gevallen kan ernstige vervuiling de oppervlakken beschadigen.
De geëmailleerde ovenruimte is met PerfectClean veredeld.
Neem de reinigings- en onderhoudsin­structies in de rubriek "Met PerfectClean veredeld email" in acht.
Dankzij de lichtgrijze kleur van het email ziet de ovenruimte er zeer helder uit en heeft u optimaal zicht op het voedsel. Bovendien kunt u hierdoor na bak- of braadprocessen gemakkelijk vuil opmerken en verwijderen.
-
Om het reinigen te vergemakkelijken, kunt u
de deur uit elkaar halen.
de steunroosters verwijderen.
de uitschuifbare FlexiClip-rails verwij
deren. de achterwand met katalytisch email
verwijderen. het verwarmingselement voor boven
warmte/de grill omlaag brengen.
Meer informatie hierover vindt in de ru brieken op de volgende pagina's.
Dichting, binnenkant van de deur
De dichting tussen de binnenkant van de deur en de ovenruimte kan door vetresten broos worden en barsten.
Reinig de dichting en de binnenkant van de deur bij voorkeur na elk gebruik met een doek, afwasmiddel en warm water of met een vochtige microvezel­doek. Vervolgens reinigt u de voorkant met een zacht doekje.
-
-
-
De achterwand is voorzien van donker grijs katalytisch email. Neem de reinigings- en onderhoudsin structies in de rubriek "Katalytisch email" in acht.
54
-
-
Met PerfectClean veredeld email
Met PerfectClean veredelde oppervlak ken:
Ovenruimte
Bakplaat
Universele bakplaat
Oppervlakken die met PerfectClean veredeld zijn, vertonen een uitstekend
antiaanbakeffect en kunnen uiterst eenvoudig worden gereinigd in verge
lijking met het email dat normaal in ovens wordt gebruikt.
Bereid voedsel kan nog gemakkelijker worden losgemaakt en vuil dat achter­blijft na bak- of braadprocessen kan nog gemakkelijker worden verwijderd.
Om gedurende vele jaren te kunnen genieten van de voordelen van de antiaanbaklaag en de eenvoudige reini­ging, dient u de volgende onder- houdsinstructies te volgen.
Oppervlakken die met PerfectClean veredeld zijn kunnen ongeveer zoals glas worden gereinigd. U kunt uw voedsel op PerfectClean snijden en verdelen, zoals u dat ge woon bent met de klassieke geëmail leerde bakplaten.
Gebruik geen keramische messen op met PerfectClean veredelde op pervlakken. Deze kunnen krassen veroorzaken.
-
-
-
Reiniging en onderhoud
Er is gevaar voor verbranding!
,
Laat de ovenruimte afkoelen voordat
-
u deze met de hand reinigt.
Voor een optimaal resultaat is het be langrijk dat de oppervlakken na elk ge bruik worden gereinigd, zodat de voor delen van de antiaanbaklaag behouden blijven. Het effect neemt af als de PerfectClean-oppervlakken bedekt zijn door resten van een vorig gebruik.
-
Bij herhaaldelijk gebruik zonder tussen tijdse reiniging is vuil moeilijker te ver wijderen.
Om met PerfectClean veredelde op­pervlakken niet te beschadigen, dient u het volgende te vermijden:
– schurende reinigingsproducten, zo-
als schuurpoeder, schuurcrème en poetsstenen.
– reinigingsmiddelen voor kookvlakken
van glaskeramiek.
staalwol.
schuursponsen, zoals pannensponsen of gebruikte sponsen waarin nog resten van schuurmiddelen zitten.
ovenspray op met PerfectClean vere delde oppervlakken bij een hoge temperatuur of met een lange inwerk tijd.
reiniging in de afwasautomaat.
reiniging met mechanische reini gingsmiddelen.
-
-
-
-
-
-
-
-
55
Reiniging en onderhoud
Verwijder resten van reinigingsmid del grondig met schoon water. Deze kunnen het antiaanbakeffect immers negatief beïnvloeden.
Bij normale vervuiling reinigt u PerfectClean-oppervlakken met een afwasspons, warm water en afwasmid del. Indien nodig kunt u ook de harde zijde van de afwasspons gebruiken. Het reinigen van de bakplaten verloopt eenvoudiger als u de resten enkele minuten laat weken in een sopje met af wasmiddel.
Als de oppervlakken erg vuil zijn, kan meer werk vereist zijn.
Verwijder de katalytisch geëmail­leerde onderdelen uit de ovenruimte voor u met ovenspray reinigt. Het katalytische email wordt aangetast door de ovenspray.
Laat de te reinigen oppervlakken afkoe len tot kamertemperatuur. Breng daar na ovenspray aan en laat het product enkele minuten (ca. 10 minuten) inwer ken. Als u de speciale ovenreiniger van Miele gebruikt, kunt u ook een langere inwerktijd in acht nemen, zoals aange geven op de verpakking. Indien nodig kunt u na deze inwerktijd, terwijl de ovenspray/ovenreiniger dus nog aangebracht is, de harde zijde van een afwasspons gebruiken.
-
Als u ovenspray hebt gebruikt, dient u de oppervlakken daarna met water te reinigen en af te drogen.
Voor aangekoekte resten kunt u ook een glasschraper of een roestvrijstalen spiraal (bijv. Spontex Spirinett) ge bruiken.
-
Met de beschreven hulpmiddelen kun nen de oppervlakken grondig worden gereinigd.
Zelfs als de met PerfectClean vere delde oppervlakken toch beschadigd zouden raken door verkeerd gebruik,
­dan blijven het antiaanbakeffect en de
eenvoudige reiniging behouden, in elk geval minstens zo goed als bij onder­houdsvriendelijk email.
Hou ook rekening met het volgende:
– Vuil zoals fruitsap en taartdeeg van
slecht sluitende bakvormen kunt u gemakkelijker verwijderen terwijl de
-
ovenruimte nog wat warm is.
­–
Door overgelopen fruitsap kunnen
-
-
permanente kleurveranderingen ont staan. Deze hebben echter geen invloed op de eigenschappen van de vere deling. Probeer dergelijke vlekken niet koste wat kost te verwijderen. Gebruik enkel de beschreven hulp middelen.
-
-
-
-
-
-
Indien nodig herhaalt u deze stappen.
56
Reiniging en onderhoud
Katalytisch email
De achterwand is voorzien van een laag donkergrijs katalytisch email. Dankzij dit speciale email worden olie­en vetspatten bij hoge temperaturen vanzelf verwijderd. Hoe hoger de tem peratuur, des te beter werkt het reini gingsproces.
Katalytisch email verliest zijn zelfrei nigende eigenschappen als het wordt behandeld met
- schuurmiddelen,
- krassende borstels of sponzen,
- ovenspray. Verwijder de katalytisch geëmail­leerde delen dan ook uit de oven­ruimte voor u de oppervlakken met PerfectClean-veredeling met oven­spray reinigt.
Resten van kruiden, suiker en derge­lijke worden niet tijdens de katalyse
verwijderd. Dergelijk vuil dient u hand­matig te verwijderen. Hiertoe kunt u de delen in kwestie uit de oven nemen. Gebruik voor het reinigen warm water, handafwasmiddel en een zachte bor stel.
-
-
-
Stel de hoogste temperatuur in.
^
De oven ca. 1 uur laten werken. De be nodigde tijd hangt af van de mate van vervuiling.
Het proces kan ook automatisch wor
­den uitgeschakeld.
Als de katalytische coating erg vuil was door olie en vet, kan er zich tijdens het reinigingsproces een film vormen in de ovenruimte.
Reinig daarna de met PerfectClean
^
behandelde oppervlakken en de bin nenzijde van de deur.
Telkens als u de oven bij hoge tempe­raturen gebruikt, zal het nog aanwezige vuil geleidelijk oplossen.
Als de katalytische coating niet meer (goed) werkt door ondeskundig ge­bruik of doordat de oven erg vuil is, kunt u bij uw Miele-handelaar of bij de Technische Dienst van Miele nieuwe onderdelen aanschaffen.
-
-
-
Vet- en olievlekken op de katalytische coating verwijdert u door de oven op te warmen. Ga als volgt te werk:
^
Haal het toebehoren uit de ovenruim te.
^
Verwijder grote vuilresten uit de ovenruimte en van de binnenzijde van de deur voor u het reinigingspro ces start. Op die manier kunnen deze vuilresten niet inbranden.
^
Kies de functie "Hete lucht Plus U".
-
-
57
Reiniging en onderhoud
De deur uit elkaar halen
Mocht er onverhoopt toch iets tussen de glasplaten komen, dan kunt u de ovendeur demonteren en de binnen kanten van de glasplaten reinigen.
Gebruik voor het reinigen van de glazen oppervlakken geen schuur middelen, harde sponzen of bor stels. Gebruik ook geen scherpe metalen schrapers. Al deze mid delen kunnen krassen op het opper vlak veroorzaken. Krassen kunnen ertoe leiden dat het glas breekt.
Gebruik geen ovenspray. Deze tas­ten het oppervlak van de aluminium­profielen aan.
Let u erop dat u de glasplaten na het reinigen weer op de juiste ma­nier terugzet. De beide kanten van de glasplaten hebben namelijk een verschillende coating. Aan de kant van de ovenruimte is een warmtere­flecterende laag aangebracht.
Bewaar de gedemonteerde glaspla ten op een geschikte plek, zodat ze niet kunnen breken.
-
-
Als voorbeeld wordt hier de
,
demontage van een links geinstal
-
-
-
-
leerde deur beschreven. De demontage van de rechts geinstal leerde deur gebeurt analoog. Ver schillen worden bij de relevante stappen beschreven!
Open de deur.
^
^
Trek de afdeklijst van de deur naar boven. Het is normaal dat de de binnenste glasplaat van de deur daarbij lichtjes naar voor valt zodra deze uit de groef van de afdeklijst glijdt.
-
-
-
58
Nu kunt u alle glasplaten afzonderlijk na elkaar eruit nemen.
Aan de de binnenste glasplaat is er een opvanggootje dat niet vast met de plaat verbonden is. Het is daar om beter om de plaat bij het uitschuiven boven en onder het op vanggootje vast te houden.
-
-
^ De binnenste glasplaat en het op-
vanggootje naar boven uit de ge­leidingen uit kunststof trekken.
De middelste plaat wordt met schroefkoppen aan de zijkanten van de aluminiumprofielen gehouden.
Reiniging en onderhoud
Reinig de glasplaten en de andere
^
onderdelen. Gebruik hiervoor een schone spons doek, handafwasmiddel en warm wa ter of een schone, vochtige microvezeldoek zonder reinigings middel. Wrijf daarna alles droog met een zachte doek.
De deur weer in elkaar zetten:
-
-
-
^
Trek de glasplaat er naar boven toe uit.
^ Plaats de middelste plaat terug ach-
ter de schroefkoppen in de alumini umprofielen. De sterker afgeschuinde hoek moet zich onderaan rechts be vinden.
-
-
59
Reiniging en onderhoud
De binnenste glasplaat moet zo ge plaatst worden dat de bedrukte zijde naar de binnenkant van de deur kijkt.
Het opvanggootje moet voor de plaatsing van de binnenste glas plaat opnieuw op de plaat gescho ven worden. Het is daarom beter om de plaat bij het plaatsen boven- en onderaan het opvanggootje vast te houden.
-
-
-
^ Plaats de afdeklijst terug. Druk daar-
bij op de binnenste glasplaat zodat ze daarvoor bestemde sleuf glijdt.
^
Plaats de binnenste glasplaat in de geleidingen uit kunststof. Het op vanggootje glijdt daarbij tussen de geleidingen uit kunststof.
60
-
Reiniging en onderhoud
De uitschuifbare FlexiClip-rails verwijderen
De verwarmingselementen moeten uitgeschakeld en afgekoeld zijn. Anders kunt u zich verbranden!
^ Til de uitschuifbare FlexiClip-rails
vooraan op en trek ze langs de steun eruit.
Voor de montage gaat u te werk zoals beschreven in de rubriek "Uitrusting". Zet de delen zorgvuldig weer in elkaar.
De steunroosters verwijderen
De verwarmingselementen moeten uitgeschakeld en afgekoeld zijn. Anders kunt u zich verbranden!
^ Trek de steunroosters vooraan uit de
bevestiging en verwijder ze.
De montage gebeurt in omgekeerde volgorde. Zet de delen zorgvuldig weer in elkaar.
61
Reiniging en onderhoud
Het verwarmingselement voor bovenwarmte/de grill neerlaten
De verwarmingselementen moeten uitgeschakeld en afgekoeld zijn. Anders kunt u zich verbranden!
Haal de steunroosters uit de oven.
^
^ Draai de vleugelmoer los en laat het
verwarmingselement voor boven­warmte/de grill neer.
Duw het verwarmingselement niet met geweld omlaag.
De montage gebeurt in omgekeerde volgorde.
Let erop dat u de vleugelmoer weer goed vastdraait.
Zet de delen zorgvuldig weer in elkaar.
62
Storingen en problemen
De meeste problemen die zich bij het dagelijkse gebruik voordoen, kunt u zelf op lossen. Het volgende overzicht kan u hierbij helpen. Slaagt u er niet in aan de hand van dit overzicht de oorzaak van een storing te vinden of een probleem te verhelpen, neem dan contact op met de Technische Dienst van Miele.
U mag in geen geval zelf de ommanteling van het toestel openen!
,
Installatiewerken, onderhoudswerken en reparaties mogen alleen worden uit gevoerd door vakmensen die door de fabrikant erkend zijn. Door ondeskundig uitgevoerde installatie-, onderhouds- of reparatiewerken kunnen er voor de gebruiker aanzienlijke risico's ontstaan waarvoor de fabri kant niet aansprakelijk kan worden gesteld.
Probleem Oorzaak en oplossing
Het display is donker.
De ovenruimte wordt niet heet.
In het display knip pert de dagtijd of "i2:00".
Na een bereiding is een werkingsgeluid te horen.
– Controleer of de weergave van de dagtijd zo is ingesteld
dat ze nooit wordt ingeschakeld (zie rubriek "Instellingen % - Pi").
– Controleer of de zekering op uw elektrische installatie
gesprongen is. Als dit niet het geval is, neemt u contact op met een elektricien of de Technische Dienst van Miele.
– Controleer of de blokkering ingeschakeld is. –
Controleer of de zekering op uw elektrische installatie gesprongen is. Als dit niet het geval is, neemt u contact op met een elektricien of de Technische Dienst van Miele.
-
De stroom is uitgevallen. Bevestig de dagtijd met de sensortoets OK of stel deze op
nieuw in. Geprogrammeerde bereidingen moeten opnieuw worden ingesteld.
Na een bereiding draait de koelventilator door. Deze wordt bij een bepaalde temperatuur in de ovenruimte uitgescha keld.
-
-
-
-
-
63
Storingen en problemen
Probleem Oorzaak en oplossing
Maak het toestel stroomloos.
De verlichting van de ovenruimte is defect.
^
Trek de stekker uit het stopcontact of schakel de zekering op uw elektrische installatie uit.
Draai de lampafdekking los via een kwartslag naar links
^
en trek ze naar beneden toe uit de behuizing.
Vervang het halogeenlampje (Osram 66725 AM/A, 230 V,
^
25 W, G9).
Plaats de lampafdekking weer in de behuizing en
^
bevestig ze via een kwartslag naar rechts.
Sluit het toestel weer aan op het stroomnet.
^
De taart/het gebak is na de in de tabel aangegeven baktijd nog niet voldoende gebakken.
De taart/het gebak is niet overal even bruin.
Er bevinden zich roestkleurige vlek ken op het kataly tische email.
Op het display ver schijnt een foutmel ding: F + cijfers
-
-
Controleer of u de juiste temperatuur hebt ingesteld.
– – Controleer of u het recept hebt veranderd. Als het deeg
vochtiger is door bijvoorbeeld het toevoegen van eieren, is een langere baktijd nodig.
Kleine verschillen zijn normaal. Als het verschil in kleur erg groot is, controleert u of u de juiste temperatuur hebt inge­steld en het juiste inschuifniveau hebt gekozen. Bij Boven-onderwarmte V spelen ook het materiaal en de kleur van de bakvorm een rol. Bakvormen van licht, helder en dun materiaal zijn minder geschikt.
Bij het braden op het rooster worden deeltjes van kruiden door de luchtstroom meegevoerd. Die kleven soms aan de binnenwanden vast. Dergelijke vlekken worden door de ka talyse niet verwijderd. U kunt ze met warm water met hand afwasmiddel en een zachte borstel verwijderen.
-
Bij de volgende foutcodes kunt u het probleem zelf oplos
-
sen: –
Fout 55: De veiligheidsuitschakeling werd geactiveerd. Het toestel is meteen weer gebruiksklaar wanneer u het uit- en weer inschakelt.
Als andere foutmeldingen verschijnen, neemt u contact op met de Technische Dienst van Miele.
-
-
-
64
Technische Dienst van Miele
Neem bij storingen die u zelf niet kunt verhelpen, contact op met:
uw Miele-handelaar
of
de Technische Dienst van Miele.
Het telefoonnummer van de Tech nische Dienst van Miele vindt u op de achterzijde van deze gebruiks aanwijzing.
-
-
Wanneer u een beroep doet op de Technische Dienst, geef dan altijd het toesteltype en -nummer op.
Deze gegevens staan vermeld op het typeplaatje. Het typeplaatje bevindt zich achter de deur, op het frame van de voorzijde.
65
Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren
Het Miele-assortiment is afgestemd op uw toestel en omvat een waaier aan han dig toebehoren en reinigings- en onderhoudsmiddelen. U kunt deze producten via het internet of de Technische Dienst van Miele (zie omslag) bestellen. Ze zijn verkrijgbaar bij uw Miele-handelaar.
Uitschuifbare FlexiClip-rails
Er zijn uitschuifbare FlexiClip-rails mee geleverd, maar u kunt extra rails in de ovenruimte monteren.
Bakplaat, universele plaat, rooster
Naast de meegeleverde onderdelen kunt u ook andere bestellen.
Vermeld bij het bestellen in elk geval het toesteltype.
Handgreep
Lekblad
Het lekblad wordt op de universele bakplaat gelegd.
­Tijdens het grillen of braden voorkomt
dit element dat de afdruipende vleesjus aanbrandt. Op deze manier kan de jus worden gebruikt. Het geëmailleerde oppervlak is met PerfectClean veredeld.
Ovensteen
-
Dankzij de handgreep kunt u de univer sele bakplaat, de bakplaat en het roos ter gemakkelijker uitnemen.
66
Met de ovensteen verkrijgt u een opti maal bakresultaat bij gerechten die een krokant gebakken onderzijde moeten hebben, zoals pizza's, quiches, brood,
­broodjes, kruidige gebakjes en derge
­lijke.
De ovensteen is een vuurvaste steen uit keramiek die met glazuur bekleed is. De ovensteen wordt op het rooster ge legd. Om eten op de steen te leggen en weer weg te nemen, wordt er een ovenpaal in onbehandeld hout bijgeleverd.
-
-
-
Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren
Pizzavorm
De ronde vorm is uitstekend geschikt om pizza's, platte taarten uit gist- of roerdeeg, gebakjes en taartjes, gegrati neerde desserts of vla's te bereiden, of om diepgevroren taart of pizza op te bakken. Het geëmailleerde oppervlak is met PerfectClean veredeld.
Braadpan
De braadpan kan, in tegenstelling tot andere braadpannen, rechtstreeks in de steunroosters worden geschoven. Net zoals de universele bakplaat is de braadpan voorzien van een uittrekbe­veiliging. Het oppervlak van de braadpan is bekleed met een antiaanbaklaag.
De braadpan is verkrijgbaar in twee diepten. Vermeld bij het bestellen de correcte modelaanduiding:
Braadpandeksels
-
Er zijn deksels verkrijgbaar voor de braadpannen.
Vermeld bij het bestellen de diepte van uw braadpan.
Katalytisch geëmailleerde zijwanden en bovenplaat
De zijwanden worden achter de steun­roosters geplaatst en beschermen de wanden van de ovenruimte tegen ver­vuiling.
De bovenplaat wordt boven het bovenwarmte-verwarmingselement ge­plaatst.
Vermeld bij het bestellen in elk geval het toesteltype.
HUB 5000-M (diepte: 22 cm)
HUB 5000-XL (diepte: 35 cm)
Miele Microvezeldoek
De microvezeldoek is ideaal om nor maal vuil en vingerafdrukken te verwij deren.
Miele Ovenreinigingsmiddel
Het ovenreinigingsmiddel is geschikt om zeer hardnekkig vuil te verwijderen. De ovenruimte hoeft niet te worden op gewarmd.
-
-
-
67
Elektrische aansluiting
De aansluiting van uw toestel op het stroomnet kunt u het best aan een gekwalificeerd elektricien toevertrou wen. Die dient de plaatselijke regle mentering te kennen en nauwgezet te volgen.
Door ondeskundig uitgevoerde installatie-, onderhouds- of reparatiewerken kunnen er voor de gebruiker aanzienlijke risico's ont staan waarvoor de fabrikant niet aansprakelijk kan worden gesteld.
De aansluiting mag uitsluitend gebeu­ren op een volgens de voorschriften geïnstalleerde elektrische installatie (VDE 0100).
Voer de aansluiting bij voorkeur via een stopcontact uit (conform VDE 0701). Dit vergemakkelijkt immers eventuele tussenkomsten van de Tech­nische Dienst.
Als het stopcontact niet meer toeganke lijk is voor de gebruiker, of als een vas te aansluiting is voorzien, moet de in stallatie met een stroomonderbreker uit gerust zijn.
Als stroomonderbrekers kunnen scha kelaars worden gebruikt met een con tactopening van minstens 3 mm. Daar toe behoren LS-schakelaars, zeke ringen en contactsluiters (EN 60 335).
-
-
-
-
De vereiste aansluitgegevens staan vermeld op het typeplaatje, dat zich in de binnenkant van het toestel bevindt.
-
De informatie moet overeenkomen met de gegevens van het net.
Wanneer u een beroep doet op de Technische Dienst van Miele, geef dan altijd de spanning en het toesteltype en nummer op.
Wanneer de aansluiting wordt gewij zigd of het aansluitsnoer wordt vervangen, moet een aansluitsnoer worden gebruikt van het type H 05 VV-F of H 05 RR-F. Let op de juiste draaddiameter.
Oven
De oven is voorzien van een 3-aderige kabel van ca. 1,7 m, met stekker, en is geschikt voor aansluiting op wissel-
­stroom 50 Hz, 230 V.
-
-
De beveiliging moet met 16 A zijn be
-
veiligd. De oven moet worden aangesloten op een geaard stopcontact dat volgens de
­voorschriften is geïnstalleerd.
-
Maximale aansluitwaarde: zie type plaatje.
-
-
-
68
Maatschetsen voor de inbouw
Afmetingen van het toestel en kastuitsparing
* Toestel met glazen voorzijde ** Toestel met metalen voorzijde
69
Maatschetsen voor de inbouw
Detailafmetingen van de voorzijde van het toestel
70
Oven inbouwen
Het toestel mag uitsluitend ge
,
bruikt worden als het ingebouwd is.
Monteer geen warmtewerende lijsten aan de zijwanden van de toestelnis van de inbouwkast. Der gelijke lijsten belemmeren de koeling van het toestel!
Til het toestel tijdens het inbouwen niet met de deurgreep op. De deur kan beschadigd raken.
Voor de inbouw werden de volgende onderdelen bijgevoegd:
Als voorbeeld wordt hier de in
-
-
,
bouw van het toestel met een links geinstalleerde deur beschreven. De inbouw van een toestel met een rechts geinstalleerde deur gebeurt in spiegelbeeld.
^ De hoek a met de schroef b op de
opgegeven plaats in de inbouwkast bevestigen.
-
71
Oven inbouwen
In functie van de wanddikte van uw inbouwkast moet u de respectieve lijke afstandshouders aan de om manteling van uw toestel bevesti gen:
c bij 16 mm dikke wand d bij 19 mm dikke wand
-
-
-
^ Open de ovendeur en schroef de
oven vast aan de zijwanden van de kast.
^ De afstandhouders c of d bevesti-
gen.
Haal de spanning van het aansluit punt.
^
Sluit de oven aan op het elektriciteits net.
^
Schuif de oven in de inbouwkast tot aan de hoek en plaats het toestel wa terpas.
727374
-
-
-
75
Wijzigingen voorbehouden / 22 / 4710
(H 5244 BL, H 5244 BR)
M.-Nr. 07 959 410 / 00
Loading...