inbouwfornuizen
inbouwovens
H 256, H 266
H 248, H 258, H 268
Lees absoluut uw gebruiksaanwijzing
voor u uw toestel installeert en
in gebruik neemt.
Daardoor zorgt u voor uw veiligheid
en vermijdt u schade aan het apparaat. M.-Nr. 05 079 080
Over de bediening en de inbouw van
het kookvlak vindt u uitleg in de gebruiksaanwijzing die bij het kookvlak
gevoegd is.
7
Page 8
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu
De verpakking recycleren
De verpakking behoedt het toestel voor
transportschade. Er werd materiaal gekozen, dat het milieu verdraagt en dus
opnieuw kan worden benut.
Door de verpakking weer in kringloop
te brengen, wordt er grondstof gespaard en verkleint de afvalberg. Geef
deze stoffen dus niet gewoon met het
vuilnis mee. Breng ze liever naar het
dichtstbijzijnde verzamel- en sorteerterrein. Waar u dat vindt, komt u zeker bij
uw gemeentebestuur aan de weet.
Berging van uw oud toestel
Oude toestellen bevatten nog waardevol materiaal. Geef uw oud toestel dus
niet gewoon met het grof huisvuil mee.
Vraag liever inlichtingen aan uw gemeentebestuur of aan een autowrak- of
schrootverwerkend bedrijf. Die weten
vast hoe die stoffen opnieuw te gebruiken zijn.
Zorg er ook voor dat het toestel intussen kinderveilig wordt bewaard. Hou
dus rekening met de gelijknamige rubriek ‘Opmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen’.
8
Page 9
Opmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen
Opmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen
Dit toestel voldoet aan de voorgeschreven veiligheidsvoorschriften.
Bij ondeskundig gebruik kan er
schade optreden aan het toestel en
kan de gebruiker gevaar lopen.
Lees aandachtig uw gebruiksaanwijzing voordat u uw oven of fornuis in
gebruik neemt.
U vindt er belangrijke wenken omtrent de inbouw, de veiligheid, het
gebruik en het onderhoud van het
toestel. Zo beschermt u zichzelf en
vermijdt u schade aan het apparaat.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing
zorgvuldig. Geef ze door aan wie
het toestel eventueel na u gebruikt.
Deskundig gebruik
Deze oven / dit fornuis is enkel
voor huishoudelijk gebruik bestemd. U mag er enkel levensmiddelen
mee bakken, braden, ontdooien, inmaken, drogen en grilleren.
Elke andere toepassing is misschien
gevaarlijk. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade
die werd veroorzaakt doordat het toestel niet volgens de voorschriften gebruikt of verkeerd bediend werd.
Technisch veilig
Vergelijk eerst de aansluitgege-
vens (spanning en frequentie) op
het typeplaatje met die van uw huisinstallatie. Sluit daarna pas uw fornuis /
uw oven aan.
Deze gegevens dienen absoluut overeen te stemmen. Anders treedt er schade op aan uw toestel.
Vraag in geval van twijfel inlichtingen
aan uw installateur.
De elektrische veiligheid van dit
toestel wordt enkel gewaarborgd
indien het op een aardingssysteem is
aangesloten, dat volgens de voorschriften werd geïnstalleerd. Het is heel belangrijk dat deze fundamentele veiligheidsvoorziening voorhanden is.
In geval van twijfel dient u uw installatie
door een vakman te laten nakijken.
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die werd veroorzaakt doordat de aardingsleiding
onderbroken was of gewoon ontbrak.
(Er zijn elektrische schokken mogelijk).
Gebruik uw fornuis / uw oven enkel
in ingebouwde toestand. Zo bent u
zeker dat u geen elektrische onderdelen kunt aanraken.
Maak in geen geval de ommante-
ling van uw toestel open.
Raakt u eventueel aansluitingen aan,
die onder spanning staan, of wijzigt u
de elektrische en mechanische structuur, dan loopt u het gevaar een elektrische schok te krijgen. De werking van
het toestel kan dan ook in het gedrang
komen.
9
Page 10
Opmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen
Opmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen
De installatie en de herstelling van
uw elektrische toestellen mag u enkel door een erkend vakman laten uitvoeren. Door ondeskundige installatieof reparatiewerkzaamheden kunnen er
niet te onderschatten risico’s opduiken
voor wie het toestel gebruikt.
Het toestel is pas stroomloos in-
dien aan een van deze voorwaarden werd voldaan:
– de smeltstoppen van uw installatie
zijn uitgeschakeld,
– het snoer is van het elektrisch net los-
gekoppeld.
Trek niet aan het snoer, wel aan de
stekker, om het toestel stroomloos te
maken.
Het toestel mag niet met behulp
van een verlengsnoer op het net
worden aangesloten.
Verlengsnoeren zijn geen voldoende
waarborg voor de veiligheid van het
toestel. Er is bv. gevaar voor oververhitting.
De oven is voorzien voor inbouw in
een kolomkast. Wenst u hem in
een onderkast in te bouwen? Vervang
dan de roestvrijstalen rail boven het
bedieningspaneel door een dichtingsprofiel. Dit profiel beschermt de oven
ook tegen vloeistof die eventueel van
het werkblad afloopt. Het is in de Mielenaverkoopdienst verkrijgbaar.
Gebruik
Voorzichtig! U kunt zich verbranden!
In en rond de oven / het kookvlak
loopt de temperatuur hoog op!
Verbied kleine kinderen het toestel
tijdens de werking aan te raken.
Niet alleen het kookvlak wordt heet,
maar ook het ovenvenster, de wasemafvoer aan de greeplijst en het bedieningspaneel. Kinderen kunnen zich
echter ook verbranden door kookpannen naar zich toe te trekken.
De oven
Trek ovenwanten aan als u gebak,
gebraad of grillgerechten in of uit
de oven schuift of iets aan het klaar te
maken gerecht toevoegt.
Bij gebruik van de werkwijzen bovenen onderwarmte en grilleren worden
het bovenste verwarmingselement en
de beschermplaat heel erg heet. U kan
zich daaraan verbranden!
Wenst u de bovenste ovenplaat
schoon te maken? Laat het verwarmingselement dan pas zakken als u
geen risico meer loopt u te verbranden.
Duw het verwarmingselement niet
met geweld naar beneden. Door
geweld te gebruiken kan het element
schade oplopen.
10
Page 11
Opmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen
O
Gebruik enkel de speciale Miele-
spijzenthermometer. Dient die te
worden vervangen, gebruik dan eveneens enkel een originele Miele-spijzenthermometer. Die is bij uw Miele-handelaar en in de Miele-naverkoopdienst
verkrijgbaar.
Laat de spijzenthermometer niet in
de oven als u de werkwijze ‘grill 1’
of ‘grill 2’ hebt gekozen.
Door hoge temperaturen gaat de kunststof smelten.
Gebruik geen kunststof vaatwerk.
Dat smelt bij hoge temperaturen.
Bovendien kan de oven schade oplopen.
Dek de spijzen steeds af als u ze
in de oven laat staan. Door het
vocht van de spijzen kan er in het toestel corrosie optreden. Zo vermijdt u
ook dat die spijzen uitdrogen.
Wenst u het gerecht na het kook-
proces nog in de oven warm te
houden? Of wenst u de resterende
warmte te benutten? Stel dan de laagste temperatuur in. Laat de functiekiezer op de gekozen werkwijze staan.
Schakel de oven in geen geval uit. De
luchtvochtigheid neemt toe. Het bedieningspaneel beslaat. Er worden druppels gevormd onder het werkblad en/of
op de voorzijde van het inbouwmeubel.
Maak geen blikjes in de oven in. Er
ontstaat overdruk. De blikjes ontploffen. U kunt zich kwetsen en de
oven kan schade oplopen.
Schuif op de bodem van de oven
geen voorwerpen als bv. kookpannen heen en weer. Anders wordt het bodemoppervlak beschadigd.
De ovendeur kan een gewicht dra-
gen van hoogstens 10 kg. Ga niet
op de open ovendeur staan of zitten.
Zet er evenmin zware voorwerpen op
neer. Het toestel kan anders schade oplopen.
Door condenswater kan
– het inbouwmeubel / het werkblad
schade oplopen,
– er corrosie in het toestel optreden.
Leg geen diepvrieswaar als bv.
pizza op de bakplaat of de afdruipschaal.
Deze platen kunnen zo erg vervormen
dat u ze niet uit de oven kunt nemen
terwijl ze nog heet zijn. Bij elk gebruik
van de platen gaan ze nog erger vervormen.
Gebruik dus liever het rooster met bakpapier.
11
Page 12
Opmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen
Opmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen-Opmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen
Algemeen
Hou het fornuis / de oven onder
toezicht als u vet of olie gebruikt.
Vet of olie kan door oververhitting vlam
vatten. Er bestaat dan ook brandgevaar!
Gebruik uw toestel niet om het
vertrek te verwarmen. Door hoge
temperaturen in de oven of aan het
kookvlak kunnen licht ontvlambare
voorwerpen in de omgeving in brand
schieten.
Gebruikt u soms een stopcontact
in de omgeving van de oven / het
fornuis? Dan mag het snoer van het
apparaat niet tussen de hete ovendeur
geklemd geraken. Laat het snoer evenmin op het kookvlak rusten. De isolatie
van het snoer kan schade oplopen. Er
is risico op elektrische schokken!
Zorg ervoor dat de spijzen steeds
voldoende worden opgewarmd.
De nodige programmaduur hangt van
heel wat factoren af. Bv. van de aanvankelijke temperatuur, de hoeveelheid, de
soort en de kwaliteit van de spijzen.
Wellicht werd ook van het recept
afgeweken.
Zo er in de spijzen eventueel kiemen
aanwezig zijn, worden die enkel bij een
toereikende temperatuur (> 70°C) en
bij een voldoende lange programmaduur (> 10 min.) vernietigd. Twijfelt u
eraan of de spijzen voldoende worden
opgewarmd, kies dan liever een ietwat
langere tijd.
Het is eveneens van belang dat de temperatuur in de spijzen gelijkmatig wordt
verdeeld. Dit bereikt u bv. door in de
spijzen te roeren of ze om te draaien.
Gebruik om de oven / het kookvlak
schoon te maken in geen geval
een toestel dat met stoom onder druk
werkt. De stoom kan onderdelen van
het toestel aanraken, die onder spanning staan. Er kan kortsluiting optreden.
Gebruikt u om in de oven te bak-
ken of te braden alcohol als bv.
rum, cognac, wijn e.d.?
Hou er rekening mee dat alcohol bij
hoge temperatuur verdampt. Onder
minder gunstige omstandigheden kan
die damp tegen hete verwarmingselementen ontvlammen.
Berging van uw oud toestel
Bij oude, niet meer gebruikte toe-
stellen trekt u de stekker uit het
stopcontact. Maak daarna snoer en
stekker onbruikbaar. Zo vermijdt u dat
uw toestel voor verkeerde doeleinden
wordt gebruikt.
De fabrikant kan niet worden aansprakelijk gesteld voor schade die
ontstaan is doordat deze veiligheidsrichtlijnen niet in acht werden
genomen.
12
Page 13
Inrichting voor uw veiligheid
Inschakelblokkering
Deze blokkering verhindert dat de oven
en de kookplaten / -zones onverhoeds
worden ingeschakeld.
Zo activeert u de blokkering
Om de blokkering te activeren,
dient de functiekiezer op ‘0’ te staan.
De toets ‘ p’ indrukken tot het sleutelsymbool in het display opduikt.
Inrichting voor uw veiligheid
Zo maakt u de blokkering weer ongedaan:
De functiekiezer mag in gelijk welke
stand staan.
De toets ‘ p’ indrukken tot het sleutelsymbool uit het display verdwijnt.
De oven en de kookplaten / -zones
kunt u nu niet meer inschakelen.
Het sleutelsymbool gaat na 5 seconden uit. Zodra u aan de functiekiezer
draait of een toets indrukt, verschijnt
het symbool terug en blijft het weer
5 seconden lang zichtbaar.
13
Page 14
Voor het eerste gebruik
Voor het eerste gebruik
De schakelklok gelijk zetten
Na het aansluiten van het toestel knipperen in het display ‘12:00’ en de symbolen ‘f’ en ‘)’.
Het toestel schoonmaken
Maak de oven schoon met warm
water met een zacht reinigingsmiddel erin. Wrijf hem daarna met een
zuiver doek droog.
Laat de ovendeur open tot de oven
droog is.
Druk tegelijk op de toetsen ‘f’ en
‘)’.
Worden verlicht:
–‘12:00’ in het display,
– het controlelampje van de toets ‘+/–’.
Voer nu meteen, zolang het controlelampje van de toets ‘+/–’ brandt, met
behulp van de toets ‘+’ of ‘–’ de juiste tijd in uren:minuten in.
Zodra het controlelampje van de toets
‘+/–’ uitgaat, wordt de ingestelde tijd
overgenomen. De tijd wordt minuut per
minuut aangeduid. De dubbele punt
gaat knipperen.
Is uw toestel uitgerust met de ontvanger voor het signaal van een zender
die voortdurend het juiste uur uitzendt?
Dan wordt de klok automatisch juist
gezet. Raadpleeg daartoe de aparte
gebruiksaanwijzing voor de radiogestuurde klok.
Was het toebehoren af.
Nieuwetoestellen geven in het begin
wat reuk af. Door hoge temperaturen
verdwijnt die reuk sneller.
Laat de oven daarom minstens 1 uur
werken:
Draai de functiekiezer op
‘Hete lucht D’.
Stel nu meteen, zolang het controlelampje van de toets ‘+/–’ brandt,
met de toets ‘+’ de hoogste temperatuur in.
Dit proces kunt u - naar gelang van het
model - met de schakelklok automatisch stopzetten.
Zorg er intussen voor dat het vertrek voldoende wordt geventileerd.
14
Page 15
Systemen in de oven
Hete lucht D
Dit systeem werkt met een hete luchtstroom.
Door de turbine in de ovenrugwand
wordt er lucht uit de ovenruimte aangezogen. Die wordt over een ringvormig
verwarmingselement gevoerd. De verwarmde lucht wordt tenslotte via de
openingen in de rugwand teruggeblazen.
De hitte bereikt de spijzen onmiddellijk.
U hoeft de oven dus niet te laten voorverwarmen.
Uitzondering: bij het braden van rosbief
en filet of bij het bakken van donker
brooddeeg dient u de oven te laten
voorverwarmen.
Bij hete lucht kan er op verschillende niveaus tegelijk worden gebakken of gebraden.
Wegens de luchtcirculatie liggen de
temperaturen bij deze werkwijze lager
dan bij boven- en onderwarmte.
Kiest u een temperatuur van minstens
140 °C, dan wordt een snel opwarmproces in werking gesteld.
Het bovenste verwarmingselement
wordt namelijk automatisch mee ingeschakeld. Zo gaat de oven vlugger opwarmen. Meteen spaart u daarmee ook
stroom.
Systemen in de oven
Braadautomaat E
In het begin werkt de oven automatisch
met een hoge temperatuur. De poriën
in het vlees gaan zo gauw dicht.
Daarna wordt de temperatuur automatische op de ingestelde waarde teruggeschakeld.
Kiest u een temperatuur van minstens
140 °C, dan wordt een snel opwarmproces in werking gesteld.
Het bovenste verwarmingselement
wordt namelijk automatisch mee ingeschakeld. Zo gaat de oven vlugger opwarmen. Meteen spaart u daarmee ook
stroom.
Boven- en onderwarmte A
Bij deze conventionele werkwijze wordt
de warmte van boven en van onder op
de gerechten overgebracht.
De oven hoeft u enkel te laten voorverwarmen
– bij taart of gebak met een korte bak-
tijd (tot ca. 30 minuten),
– bij het bakken van delicaat deeg,
– bij het bakken van donker brood-
deeg,
– bij het braden van rosbief of filet.
Kiest u een temperatuur van minstens
150 °C, dan wordt een snel opwarmproces in werking gesteld.
Het verwarmingselement voor hete
lucht en de ventilator worden namelijk
automatisch mee ingeschakeld. Zo
gaat de oven vlugger opwarmen. Meteen spaart u daarmee ook stroom.
15
Page 16
Systemen in de oven
Ontdooien G
Het ontdooien gebeurt zonder verwarming. U kunt evenwel een temperatuur
kiezen tot 50 °C.
Stelt u geen temperatuur in, dan laat
de turbine in de ovenrugwand de koude lucht (kamerlucht) voortdurend circuleren.
Intensief bakken F
Bij het intensief bakken wordt hete
lucht gecombineerd met onderwarmte.
Deze werkwijze wordt bv. gebruikt voor
gebak met vochtig beleg.
Circulatiegrill I
Bij het grilleren met luchtcirculatie verdeelt de turbine aan de rugzijde de hitte van de grill over heel het grillgerecht.
Daardoor kunt u de temperatuur lager
instellen dan bij het gewone grilleren.
Grill 1 ,
Het binnenste gedeelte van het bovenste verwarmingselement dient om te
grilleren. Enkele minuten na het inschakelen wordt de weerstand roodgloeiend. De infrarode straling die voor het
grilleren vereist is, treedt in actie.
Deze werkwijze is bijzonder geschikt
om kleinere hoeveelheden te grilleren.
Grill 2 J
Het gehele bovenste verwarmingselement dient om te grilleren.
Deze werkwijze is daarom vooral geschikt om grotere hoeveelheden op
een breder oppervlak te grilleren.
16
Page 17
Bediening van de oven
Bedieningselementen
Als bedieningselementen voor de oven
fungeren de functiekiezer en de temperatuurkiezer.
Bediening van de oven
Functiekiezer
(uitvoering naar gelang van het model)
Hiermee bepaalt u de gewenste werkwijze.
U kunt deze knop zowel naar links als
naar rechts draaien.
17
Page 18
Bediening van de oven
Druktoetsen
Met de druktoetsen kunt u
– de oventemperatuur veranderen,
– de kerntemperatuur veranderen zo
u met de spijzenthermometer werkt
(naar gelang van het model),
– de aparte tijd activeren.
Voor elke druktoets vindt u in het dis-
play van de oven een overeenstemmend symbool.
Via de toetsen ‘+’ of ‘–’ worden alle ge-
gevens of veranderingen aan tijd of
temperatuur ingevoerd.
De temperatuur / tijd kunt u invoeren
– stap voor stap: druk dan telkens kort
op de toets.
– snel: hou de toets dan ingedrukt.
Intussen verandert
– de oventemperatuur in stappen van
5 °C,
– de kerntemperatuur in stappen van
1 °C,
– de aparte tijd in stappen van 1 min.
Door een van de druktoetsen (p, e, l )
in te drukken brandt het controlelamp-je midden in de toets ‘+/–’.
18
Zolang dit controlelampje brandt, kunt
u een tijd of temperatuur invoeren of
wijzigen.
Met elke druk op de toets ‘+/–’ alsook
op de overige toetsen wordt de beschikbare invoertijd aangepast.
Zodra dit controlelampje uitgaat, wordt
de invoer of wijziging overgenomen.
Page 19
Bediening van de oven
Een werkwijze kiezen
Met de functiekiezer kunt u de volgende werkwijzen kiezen:
– Verlichting H
Om de ovenverlichting apart in te
schakelen.
Bij H 248: zodra u de functiekiezer
op ‘Verlichting H’ draait, worden alle
werkwijzen aangeduid.
– Hete lucht D
Om op verschillende niveaus tegelijk
te bakken en te stoven.
– Bovenwarmte C
Om soufflés te bereiden, groente te
gratineren en gerechten na te bruinen.
– Boven- en onderwarmte A
Om traditionele gerechten te bakken
of te braden, om soufflés te bereiden.
– Onderwarmte B
Wordt tegen het einde van de baktijd
gekozen om het gebak onderaan
bruiner te laten worden.
– Braadautomaat E
Om de start van het braadproces en
het vervolg daarvan automatisch te
laten verlopen.
Niet geschikt om te bakken.
Uitzondering: bakken van volkorenbrood, brood van roggemeel of van
grof gemalen graan met zuurdeeg
(geen bakmengsels).
– Ontdooien G
Om diepvries behoedzaam te laten
ontdooien.
– Intensief bakken F
Om te bakken:
– gebak met vochtig deeg, bv. kwarktaart, pruimentaart, quiche,
– gebak met garneerwerk (chocolade, gelatine, e.d.), waarbij de bodem
niet op voorhand wordt gebakken.
Niet geschikt om vlak gebak te bakken. Evenmin om te braden, daar het
vleesjus anders te donker wordt.
– Grilleren met luchtcirculatie I
Om grillgerechten met een grotere
diameter te grilleren. Bv. rollade en
gevogelte.
Er wordt gegrilleerd met gesloten
ovendeur.
– Grill 1 ,
Om vlakke spijzen en kleine hoeveelheden te grilleren. Om te gratineren
in kleine bakvormen. Er wordt gegrilleerd met gesloten ovendeur.
– Grill 2 J
Om vlakke spijzen en grotere hoeveelheden te grilleren. Om te gratineren in grote bakvormen. Er wordt gegrilleerd met gesloten ovendeur.
19
Page 20
Bediening van de oven
Een temperatuur kiezen
Voorgestelde temperatuur
In de fabriek werden de volgende temperaturen ingesteld:
Stemt de u voorgestelde temperatuur
met die van uw recept overeen? Wacht
dan tot het controlelampje in de toets
‘+/–’ is uitgegaan. De voorgestelde temperatuur wordt dan als te bereiken temperatuur overgenomen. De ovenverwarming gaat dan meteen van start.
In het display verschijnt nu de werkelij-keoventemperatuur.
Zodra u een werkwijze hebt gekozen,
wordt u in het display van de oven een
temperatuur voorgesteld.
20
Op het display kunt u volgen hoe de
temperatuur stijgt tot wanneer de gewenste temperatuur bereikt is.
Doet u bv. de ovendeur open of verlaagt u de gewenste temperatuur, dan
zakt de temperatuur weer graad na
graad.
Page 21
Bediening van de oven
De temperatuur veranderen
Stemt de voorgestelde temperatuur
niet overeen met de temperatuur die in
uw recept wordt opgegeven? Dan kunt
u die, naar gelang van de gebruikte
verwarmingsmethode, tussen de volgende posities wijzigen:
Hete lucht D . . . . . . . . . . . 30 – 250 °C
Braadautomaat E . . . . . . 100 – 230°C
Bovenwarmte C . . . . . . . . 30 – 250 °C
Boven- en onderwarmte A 30 – 280 °C
Onderwarmte B . . . . . . . 100 – 250 °C
Ontdooien G . . . . . . . . . . . . 30 – 50 °C
Intensief bakken F . . . . . 50 – 250 °C
Circulatiegrill I . . . . . . . . 50 – 260 °C
Grill 1 (klein) , . . . . . . . . 200 – 300 °C
Grill 2 (groot) J . . . . . . . . 200 – 300 °C
Daartoe:
op de toets ‘ p’ drukken en
Zelf een temperatuur voorstellen en
invoeren
Indien u vaak met een temperatuur
werkt, die van de in de fabriek ingestelde waarde afwijkt, kunt u ook uw eigen
temperatuurvoorstel invoeren.
Dan hoeft u niet bij elk kookproces opnieuw de door u gewenste temperatuur
in te stellen.
Ga als volgt te werk:
Kies met de functiekiezer de gewenste verwarmingsmethode waarin u
de voorgestelde temperatuur wenst
te wijzigen.
In het display verschijnt de door de fabriek ingestelde temperatuur.
Voer nu meteen, zolang het controlelampje in de toets ‘+/–’ brandt, met
de toets ‘+’ of ‘–’ de gewenste temperatuur in.
Om op te slaan, drukt u zolang op
de toets ‘ p’ tot u een signaal hoort.
met de toets ‘+’ of ‘–’ de gewenste
temperatuur instellen.
Uw eigen temperatuurvoorstel is nu opgeslagen.
Als u de volgende keer deze verwarmingsmethode kiest, verschijnt meteen
de door u ingevoerde temperatuur.
Na een stroomonderbreking dient u uw
eigen voorgestelde temperaturen echter opnieuw in te voeren.
21
Page 22
Bediening van de oven
De oven gebruiken
Zet het gebak, gebraad of grillgerecht in de oven.
Draai de functiekiezer op de gewenste verwarmingssoort.
Worden verlicht
– de voorgestelde temperatuur in het
display van de oven,
– het controlelampje van de toets ‘+/–’.
Nu kunt u de temperatuur aanpassen
indien de voorgestelde temperatuur
niet overeenstemt met de gegevens uit
uw recept.
Druk op de toets ‘ p’.
Kies de gewenste temperatuur met
toets ‘+/–’.
Zodra het controlelampje in toets ‘+/–’
uitgaat, gaat het kookproces van start.
De verwarming wordt automatisch onderbroken zodra de ovendeur opengaat. Dan wordt namelijk de schake-laar van het deurcontact bediend.
Hierdoor worden de verwarmingssystemen uitgeschakeld en bij ‘Hete lucht’
ook de ventilator.
U kunt het kookproces ook op voorhand instellen en later laten aflopen.
Zie ‘Een kooktijd programmeren’.
De oven voorverwarmen
De oven dient u maar in enkele gevallen voor te verwarmen.
Bij ‘Hete lucht D’
– om donker brooddeeg te bakken,
– om rosbief en filet te braden.
Bij ‘Boven- en onderwarmte A’
– taart of gebak met korte baktijd (tot
ca. 30 minuten),
– delicaat deeg,
– donker brooddeeg,
– om rosbief en filet te braden.
Voorverwarmen
Draai de functiekiezer op de gewenste werkwijze.
Stel de nodige temperatuur in.
Zodra de gewenste temperatuur be-
reikt is, plaatst u het te bakken of te
braden gerecht in de oven.
Het proces onderbreken / de
oven uitschakelen
Draai de functiekiezer op ‘0’.
De oven wordt uitgeschakeld. Alle processen / symbolen worden gewist.
Uitzonderingen:
– Zo de spijzenthermometer ingesto-
ken is, wordt het symbool e verlicht.
– Zo u een aparte tijd hebt ingevoerd,
wordt het symbool l verlicht en ver-
schijnt de aflopende aparte tijd in het
display.
22
Page 23
Bediening van de oven
Snel opwarmen
Bij de werkwijzen ‘Hete lucht D’,
‘Braadautomaat E’ en ‘Boven- en
onderwarmte A’ wordt het snel opwarmen automatisch ingeschakeld zodra
de te bereiken temperatuur
– bij ‘Hete lucht D’ en ‘Braadauto-
maat E’ minstens 140 °C en
– bij ‘Boven- en onderwarmte A’ min-
stens 150 °C bedraagt.
Dat er een ‘C’ draait naast de te bereiken temperatuur, wijst erop dat het snel
opwarmproces ingeschakeld is.
Tijdens het opwarmen werken dan zowel het verwarmingselement en de turbine voor hete lucht als de weerstand
voor bovenwarmte. Zo verloopt het opwarmen nog vlotter en spaart u ook
stroom.
Zodra de gewenste temperatuur is bereikt, wordt het bijkomende verwarmingselement uitgeschakeld.
Het wordt dan niet meer ingeschakeld
zelfs niet als de temperatuur hoger
wordt ingesteld.
Het snel opwarmproces uitschakelen
Voor sommige gerechten is het zinvol
zonder snel opwarmen te werken (bv.
voor biscuit, koekjes).
Kies werkwijze en temperatuur.
Zodra de werkelijke temperatuur in het
display verschijnt, kunt u het snel opwarmen uitschakelen.
Druk op de toets ‘–’ tot de ‘C’ in het
display niet meer draait.
Het snel opwarmen is voor dit kookproces uitgeschakeld.
U schakelt het pas weer in wanneer u
de functiekiezer op ‘0’ draait.
Bovendien kunt u het snel opwarmen
voor deze drie werkwijzen ook permanent uitschakelen. Zie rubriek ‘De oveninstellingen wijzigen, programmeerfunctie 06’.
Uitzondering: verhoogt u de temperatuur voordat de gewenste temperatuur
is bereikt, dan blijft het snel opwarmproces in werking.
23
Page 24
Bediening van de oven
Spaarfunctie
Hebt u een kookproces met de schakelklok geprogrammeerd of werkt u met
de spijzenthermometer? In zo’n geval
wordt de resterende warmte automatisch benut. En dat spaart energie.
Vlak voor het einde van de kooktijd
gaat de ovenverlichting uit. In het display van de oven wordt de spaarfunctie weergegeven met "EC".
De warmte in de oven volstaat om het
kookproces te beëindigen.
Ovenverlichting
Terwijl de oven in werking is, wordt de
ovenverlichting automatisch uitgeschakeld ca. 15 seconden nadat u de laatste keer op een toets hebt gedrukt. Zo
wordt stroom gespaard.
Druk op om het even welke toets om
het licht weer voor korte tijd in te
schakelen.
De ovenverlichting gaat bovendien ook
automatisch aan wanneer u een werkwijze hebt gekozen en u de ovendeur
openmaakt.
U kunt de ovenverlichting echter ook
zo instellen dat ze altijd aangaat zodra
u een werkwijze kiest. Zie rubriek
‘Oveninstellingen wijzigen’.
Gedimde nachtverlichting
Van 22 tot 6 uur wordt de verlichting
van het display van de schakelklok
automatisch gedimd. Dit verlaagt het
stroomverbruik.
De koele-luchtventilator blijft draaien.
Naar gelang van de gekozen werkwijze
blijft ook de heteluchtventilator werken.
24
Page 25
Een aparte tijd invoeren
U kunt een aparte tijd instellen als u bv.
eieren kookt.
De aparte tijd kan onafhankelijk van
een reeds ingebracht proces ingesteld
worden.
Een aparte tijd invoeren
Na afloop van de aparte tijd
– weerklinkt er ca. 5 seconden lang
een signaal en
– knippert tegelijk ca. 1 minuut lang
het symbool ‘l’.
Een aparte tijd invoeren / wijzigen
(1 minuut - 23 uur en 59 minuten)
Druk op de toets ‘l’.
Voer de gewenste tijd met de toets
‘+’ in uren:minuten in.
Zodra het controlelampje in de toets
‘+/–’ uitgaat, wordt de ingebrachte tijd
overgenomen. De aparte tijd loopt dan
minuut per minuut af.
Indien u juist de oven gebruikt, dan
blijft de aflopende aparte tijd maar
even zichtbaar. Daarna verschijnt weer
de oven- of kerntemperatuur in het display. Het symbool ‘l’ is nog steeds verlicht en herinnert u eraan dat er een aparte tijd is ingevoerd.
Door op toets ‘l’ te drukken kunt u het
signaal en het symbool meteen wissen.
De aparte tijd wissen
Druk op de toets ‘l’.
Zet met de toets ‘–’ de ingevoerde
aparte tijd op ‘0:00’.
25
Page 26
Oveninstellingen wijzigen
Oveninstellingen wijzigen
Programmeerfuncties
U kunt gebruik maken van bijkomende
programmeerfuncties om de oven op
uw wensen af te stellen.
De afzonderlijke programmeermogelijkheden vindt u op de volgende tabel.
De programmeerfuncties in- en uitschakelen
Ga als volgt te werk:
Draai de functiekiezer op ‘0’.
Zet de ovendeur volledig open.
Draai de functiekiezer in de stand
‘Verlichting H’.
Druk op de toets ‘ p’.
In het display van de oven verschijnt
‘01:0’ ofwel de laatst gewijzigde functie.
Kies met de toets ‘+/–’ de gewenste
programmeerfunctie. Zie tabel.
Druk op de toets ‘l’.
De programmeerfunctie wordt nu in- of
uitgeschakeld.
Na de dubbele punt ziet u
– 1 bij ingeschakelde functies,
– 0 bij uitgeschakelde functies.
26
Draai de functiekiezer op ‘0’.
De instellingen worden in het geheugen van het toestel opgeslagen.
U kunt zo veel instellingen wijzigen als
u dat wenst zolang u de functiekiezer
niet op ‘0’ draait.
Hou hiermee rekening:
De programmeerfunctie 02 verschijnt
wel in het display, maar heeft geen
functie.
Page 27
uitgeschakeld:ingeschakeld:
De ingestelde werkwijze en temperatuur
01:0*
kunt u gelijk wanneer veranderen.
De verlichting gaat aan zodra u een
03:0*
werkwijze kiest.
De temperatuur wordt in °C aangeduid.
04:0*
De schakelklok heeft een 24-urendisplay.
Om stroom te sparen, wordt het licht in
05:0*
de oven na ca. 15 sec. gedoofd als de
oven werkt. Druk op eender welke toets
om het licht weer even in te schakelen.
Het ‘snel opwarmen’ is ingeschakeld.
06:0*
Tijdens de opwarmfase bij de werkwijzen ‘Hete lucht D’, ‘Braadautomaat E’
en ‘Boven- en onderwarmte A’ worden
het verwarmingselement voor hete lucht
en de ventilator alsook de weerstand van
de bovenwarmte tegelijk ingeschakeld
om zo vlug mogelijk op te warmen.
Daardoor spaart u stroom.
De klok geeft de oorspronkelijk ingevoer-
07:0*
de kloktijd weer.
De klok geeft de oorspronkelijk ingevoer-
08:0*
de kloktijd weer.
Na afloop van een kookproces weerklinkt
09:0*
een signaal (dit geldt ook voor de Miele
INFO CONTROL indien die voorhanden
is).
* In de fabriek ingesteld
Oveninstellingen wijzigen
De programmeerfunctie is
De vergrendelfunctie voor de oven is
01:1
geactiveerd: na de keus van werkwijze
en temperatuur en na het uitgaan van
het lampje in toets ‘+/–’ kan de gekozen
werkwijze niet meer worden gewijzigd.
De ingestelde gewenste temperatuur
kunt u enkel nog verlagen.
Pas als u de functiekiezer weer op
‘Verlichting H’ of op ‘0’ draait, kunt u
weer de werkwijze, de gewenste temperatuur alsook een eventueel gekozen
kooktijdprogrammering wijzigen.
De verlichting gaat aan zodra de oven-
03:1
deur opengaat, zelfs indien de functiekiezer op ‘0’ staat. Zo dient u, bv. om de
oven schoon te maken, de verlichting
niet meer in te schakelen.
De temperatuur wordt in °F aangeduid.
04:1
De schakelklok heeft een 12-urendisplay.
De ovenverlichting blijft ingeschakeld als
05:1
de oven in werking is.
Het ‘snel opwarmen’ is uitgeschakeld.
06:1
De klok wordt 1 uur vooruitgezet (vlot
07:1
omschakelen tussen zomer- of wintertijd).
De klok wordt 1 uur achteruitgezet (vlot
08:1
omschakelen tussen zomer- of wintertijd).
Na afloop van een kookproces weerklinkt
09:1
er geen signaal (dit geldt ook voor de
Miele INFO CONTROL indien die
voorhanden is).
27
Page 28
Toebehoren
Toebehoren
Bakplaat, afdruipschaal en
rooster
De uitschuifbeveiliging verhindert dat
de bakplaat, de afdruipschaal en het
rooster vallen als u ze maar gedeeltelijk
uittrekt.
Let er bij het inschuiven op dat de
uitschuifbeveiliging steeds achteraan zit.
Vetfilter
Deze filter dient u te gebruiken bij het
braden op het rooster of in een pan
zonder deksel bij ‘Hete lucht D’ en
‘Braadautomaat E’. Breng hem voor
de aanzuigopening van de turbine aan.
De door de luchtcirculatie meegenomen vetdruppels worden in de vetfilter
opgevangen. Daardoor worden de
oven en de ruimte achter de ovenrugwand merkelijk minder vuil.
Til de bakplaat, de afdruipschaal en
het rooster op om ze uit de oven te nemen.
28
Page 29
Toebehoren
Telescopische slede
Naar gelang van het model is uw toestel uitgerust met een telescopische
slede.
Let erop wanneer u de bakplaten,
de afdruipschaal of het rooster in
de oven schuift, dat de telescopische slede volledig ingeschoven is.
Toebehoren
Katalysator
Naar gelang van het model is uw toestel uitgerust met een katalysator.
De katalysator is in het koelluchtsysteem van de oven ingebouwd.
Hij filtreert vet uit de wasem en beperkt
reukhinder.
Om gerechten op niveau 1 klaar te maken, kunt u de zijdelingse steunroosters
uitnemen. Daardoor vergroot de ovenruimte en is er ook meer plaats voor
grotere braadpannen.
29
Page 30
Bediening van de schakelklok
Bediening van de schakelklok
Functies
Druktoetsen
Met de druktoetsen kunt u
– de kloktijd invoeren,
– hetbegin van een kookproces in-
voeren,
De schakelklok kan
– aanduiden hoe laat het is,
– de oven en de voorste kookplaten of
kookzones automatisch uitschakelen. Ofwel ze in- en uitschakelen. Dat
gebeurt onafhankelijk van elkaar.
– de duur van een kookproces invoe-
ren,
– het einde van een kookproces in-
voeren.
Met elke druktoets stemt een symbool
in het display van de schakelklok overeen.
Het symbool wordt verlicht zodra een
werkwijze gekozen of de knop voor een
kookzone of -plaat ingeschakeld is. U
dient ook op een van de hierboven beschreven toetsen te hebben gedrukt.
30
Page 31
Bediening van de schakelklok
Via de toetsen ‘+’ of ‘–’ kunt u alle gegevens invoeren of wijzigen.
De tijden veranderen in stappen van 1
minuut.
Zodra u op een van de druktoetsen
(f, g, )) drukt, wordt het controle-
lampje in de toets ‘+/–’ verlicht.
Bediening van de schakelklok
Display
In het display van de schakelklok verschijnen:
– de symbolen van de tijden die voor
de oven worden ingesteld wanneer
de oven geprogrammeerd wordt.
– het symbool dat met de geprogram-
meerde kookzone / -plaat overeenstemt:
‘*’links vooraan,
Zolang dit lampje brandt, kunt u tijden
invoeren of wijzigen.
Bij elke druk op de toets ‘+’ of ‘–’ of op
de overige toetsen krijgt u weer tijd om
gegevens in te brengen.
Is het controlelampje uitgegaan, dan
wordt de inbreng of wijziging door de
klok overgenomen.
‘#’rechts vooraan,
‘t’beide vooraan.
31
Page 32
Bediening van de schakelklok
Bediening van de schakelklok
Instellen hoe laat het is
(24 uur aangeduid)
Na het aansluiten van het toestel of na
een stroomonderbreking knipperen in
het display ‘12:00’ alsook de symbolen
‘f’ en ‘)’.
De aanduiding van de kloktijd uitschakelen
Om stroom te sparen, kunt u de aanduiding van de kloktijd uitschakelen.
Druk 2 keer na elkaar tegelijk op de
toetsen ‘f’ en ‘)’.
Druk tegelijk op de toetsen ‘f’ en
‘)’.
–‘12:00’ in het display
– en het lampje van de toets ‘+/–’ wor-
den verlicht.
Voer de kloktijd in met behulp van de
toets ‘+/–’ in uren:minuten.
Zodra het controlelampje in de toets
‘+/–’ uitgaat, wordt de kloktijd door de
klok overgenomen. De tijd verloopt dan
per minuut. De dubbele punt knippert.
Indien er een werkwijze geprogrammeerd is, kunt u de kloktijd niet wijzigen.
Om van winter- op zomertijd om te
schakelen of omgekeerd, kunt u gebruik maken van de programmeerfuncties 07 en 08. Zie rubriek ‘Oveninstellin-
gen wijzigen’.
De kloktijd verloopt in de achtergrond.
Indien er een werkwijze geprogrammeerd is, kunt u de aanduiding van
de kloktijd niet uitschakelen.
De aanduiding van de kloktijd inschakelen
Druk 1 keer tegelijk op de toetsen
‘f’ en ‘)’.
32
Page 33
Bediening van de schakelklok
Bediening van de schakelklok
Een kooktijd programmeren
Met de schakelklok kunt u de oven en
beide voorste kookplaten /-zones automatisch uitschakelen. U kunt ze ook op
een later tijdstip laten in- en uitschakelen.
De oven, de linker voorste en de rechter voorste kookplaat /-zone kunnen onafhankelijk van elkaar worden geprogrammeerd.
Een kooktijd programmeren voor de
oven
Zo u een kookproces op voorhand
hebt gekozen, verschijnen
– in het display van de oven het sym-
bool ‘ p’ en
– in het display van de schakelklok de
kloktijd en de symbolen van de ingevoerde tijden (f, g, )).
Bij een aflopend proces verschijnen
– in het display van de oven de werke-
lijke temperatuur en
– in het display van de schakelklok de
kloktijd.
Even voor het einde van de kooktijd
gaat de ovenverlichting uit.
De spaarfunctie treedt in werking.
In het display van de oven ziet u nu
"EC" en niet meer de werkelijke oventemperatuur.
De oven wordt weer verwarmd zodra u
– de oventemperatuur wijzigt,
– de kooktijd gevoelig verlengt.
Na afloop van de kooktijd
– weerklinkt ca. 5 seconden lang een
signaal,
– knippert tegelijk het symbool ‘)’.
Brengt u het signaal niet tot zwijgen,
dan weerklinkt het om de 5 minuten.
Het herinnert u eraan dat het proces afgelopen is. Dit herinneringsproces
duurt een uur.
Deze signalen kunt u stopzetten door
– op de toets ‘)’ te drukken.
Is het gerecht niet naar uw wensen
gaar? Voer dan een nieuwe kookduur in.
– de functiekiezer op ‘0’ te draaien.
33
Page 34
Bediening van de schakelklok
Bediening van de schakelklok
Een kooktijd programmeren voor het
kookvlak
U kunt geen kooktijd programmeren
bij kookvlakken die via de kookvlakbesturing KSE 200 bestuurd worden.
De ingeschakelde kookzone /-plaat
wordt weergegeven door een symbool
in het display:
Bij het invoeren van tijden moet het
overeenstemmende kookzone- of kookplaatsymbool in het display verlicht zijn:
Zo u een kookproces op voorhand
hebt gekozen, knippert het symbool
van de ingeschakelde kookzone/-plaat.
U ziet eveneens de kloktijd. De aanduiding boven de knop is uitgegaan.
Zodra het proces afloopt, wordt het
symbool van de ingeschakelde kookzone / -plaat verlicht.
Na afloop van de kooktijd
– wordt de kookzone / kookplaat auto-
matisch uitgeschakeld,
– weerklinkt ca. 5 seconden lang een
signaal,
– knipperen tegelijk het symbool van
de ingeschakelde kookzone /- plaat
en het symbool ‘)’.
Het symbool ‘)’ knippert niet indien er nog een kookeinde is ingevoerd voor de oven.
Brengt u het signaal niet tot zwijgen,
dan weerklinkt het om de 5 minuten.
Het herinnert u eraan dat het proces afgelopen is. Dit herinneringsproces
duurt een uur.
Deze signalen kunt u stopzetten door
– op de toets ‘)’ te drukken.
De kookzone / kookplaat is pas weer
gebruiksklaar zodra u de knop voor
de kookzone / -plaat op ‘0’ draait.
– Draai de knop voor de kookzone/
-plaat op ‘0’.
34
Page 35
Bediening van de schakelklok
Het kookproces automatisch
uitschakelen
Draai de functiekiezer of de knop
voor de kookzone / -plaat in de gewenste stand.
De verwarming gaat van start.
Druk op de toets ‘g’.
De verwarming gaat uit en in het display verschijnt ‘0:00’.
Voer met de toets ‘+’ de gewenste
tijd in. Dat gebeurt in uren:minuten
(1 min. - 23 uur 59 minuten).
Zodra het controlelampje in de toets
‘+/–’ uitgaat, gaat het kookproces van
start.
Het einde van de kooktijd wordt automatisch berekend aan de hand van de
ingevoerde duur.
Het kookproces op een later
tijdstip van start laten gaan
U heeft verschillende mogelijkheden
om een kookproces later te laten beginnen. U kunt ofwel het einde ofwel het
begin van het kookproces opschuiven.
Het einde van de kooktijd opschuiven
Draai de functiekiezer of de knop
voor de kookzone / -plaat in de gewenste stand.
Eerst voert u de kookduur in:
Druk op de toets ‘g’.
In het display verschijnt ‘0:00’.
Voer met de toets ‘+’ de kooktijd in
uren:minuten in
(1 min. - 23 uur 59 minuten).
Verschuif nu het einde van de kooktijd:
Druk op de toets ‘)’.
In het display verschijnt de kloktijd vermeerderd met de ingevoerde kookduur.
Verschuif het einde van de kooktijd
met de toets ‘+’.
Eerst verschijnt de kloktijd.
35
Page 36
Bediening van de schakelklok
Het begin van de kooktijd opschuiven
Draai de functiekiezer of de knop
voor de kookzone / -plaat in de gewenste stand.
Druk op de toets ‘f’.
In het display verschijnt ‘0:00’.
Verschuif met de toets ‘+’ het begin
van de kooktijd.
Eerst verschijnt de kloktijd.
Voer nu de kookduur in:
Druk op de toets ‘g’.
In het display verschijnt ‘0:00’.
Voer met de toets ‘+’ de kookduur in
uren:minuten in.
Indien u enkel het begin van de kook-
tijd invoert, start de oven of de kookzone / -plaat onmiddellijk.
Uitzondering: bij het braden met de
spijzenthermometer wordt de start van
de oven wel uitgesteld.
Let op het volgende:
Behalve de aangehaalde mogelijkheden kunt u ook het begin en het einde
of enkel het einde invoeren via de overeenstemmende toetsen.
De ingevoerde tijden controleren, wijzigen en wissen
Ingevoerde tijden kunt u steeds opvragen. Druk daarvoor op de overeenstemmende toets.
Zijn er tijden geprogrammeerd voor verschillende processen? Die kunt u zichtbaar maken door verschillende keren
even op de overeenstemmende toets
te drukken.
Bijvoorbeeld: zijn de oven en beide
voorste kookzones / -platen geprogrammeerd, dan betekent:
1 x drukken = de ingevoerde tijd van
de oven verschijnt,
2 x drukken = de ingevoerde tijd van
de linker voorste kookzone / -plaat en het symbool ‘*’ verschijnen.
3 x drukken = de ingevoerde tijd van
de rechter voorste kookzone / -plaat en het symbool ‘#’ verschijnen.
Een bakproces kiest u liever niet te
lang op voorhand. Het deeg droogt namelijk uit en de gist vervult zijn functie
niet.
36
Page 37
Bediening van de schakelklok
Controleren
Druk op de toets van de na te kijken
tijd.
‘f’
Het begin van het kookproces wordt
weergegeven. Deze starttijd verdwijnt
zodra het proces van start gaat.
‘g’
De ingevoerde kooktijd of de resterende tijd van een aflopend proces wordt
weergegeven.
‘)’
Het einde van het kookproces verschijnt.
Wijzigen
Druk op de overeenstemmende
toets.
Het controlelampje in de toets ‘+/–’
wordt verlicht.
Voer met de toets ‘+/–’ de gewenste
tijd in.
Wissen
Druk op de overeenstemmende
toets.
Zet de tijd op ‘0:00’ met de toets ‘–’.
Indien u de kookduur wist, wordt meteen ook het einde en het begin ervan
gewist. En omgekeerd.
Geprogrammeerde werkwijzen
wissen
Draai de functiekiezer of de knop
voor de kookzone / -plaat op ‘0’.
Bij een stroomonderbreking worden al
de geprogrammeerde werkwijzen gewist.
Zodra het controlelampje in de toets
‘+/–’ uitgaat, wordt de nieuwe kooktijd
overgenomen. In het display ziet u de
kloktijd.
Hou hiermee rekening:
Drukt u op een toets waarvan de tijd
niet geprogrammeerd, maar door het
systeem berekend werd, dan brandt
het controlelampje in de toets ‘+/–’ niet.
De tijd kan dan niet worden gewijzigd.
37
Page 38
Bakken in de oven
Bakken in de oven
Om te bakken bevelen wij u deze werkwijzen aan:
– hete lucht D
– Intensief bakken F
– boven- en onderwarmte A
Bakvormen
Let bij de keus van de werkwijze op het
materiaal van de bakvorm. Dit kan het
bakresultaat ten goede komen.
–‘Hete lucht D’ en
‘Intensief bakken F’
Als bakvorm is om het even welk ma-
teriaal geschikt. Het moet wel hoge
temperaturen kunnen verdragen.
Hete lucht D
U kunt op verschillende niveaus tegelijk bakken. Het verdient aanbeveling
de volgende niveaus te kiezen bij:
Laat gebak met hoog vochtgehalte,
cake of brood in niet meer dan 2
platen tegelijk bakken.
Let erop dat de vetfilter niet voor de
aanzuigopening van de ventilator
zit. Daardoor verlengt de baktijd.
–‘Boven- en onderwarmte A’
Gebruik bij voorkeur matte en donke-
re vormen van zwarte plaat, bruin
email, donker gemaakte witte plaat
en mat aluminium. Ook vormen van
tegen hitte bestand glas en kunststof
of die met een speciale laag.
Gebruik geen heldere bakvormen
van spiegelblank materiaal. Daar-
door verloopt het bruinen immers
ongelijkmatig of zwakjes.
Bij ‘Hete lucht D’ ligt de baktempera-tuur lager dan bij ‘Boven- en onder-
warmte A’ Hou dus rekening met de
‘Tabel voor het bakken’.
Intensief bakken F
Let erop dat de vetfilter niet voor de
aanzuigopening van de ventilator
zit. Daardoor verlengt de baktijd.
Let erop dat de vetfilter niet voor de
aanzuigopening van de ventilator zit.
Daardoor verlengt de baktijd.
Deze werkwijze is geschikt om
– gebak met hoog vochtgehalte te bak-
ken, bv. kwarktaart, pruimentaart,
quiche,
– gebak met garneerwerk waarbij de
bodem niet op voorhand wordt gebakken.
Schuif het gebak in niveau 1. Is het
van onderen te intensief gebakken,
kies dan de volgende keer een hoger
niveau.
38
Page 39
Bakken in de oven
Bakken in de oven
Boven- en onderwarmte A
Gebruik geen heldere bakvormen
van spiegelblank materiaal. Daardoor verloopt het bruinen ongelijkmatig of zwak.
De oven enkel voorverwarmen
– bij taart of gebak met korte baktijd
(tot ca. 30 minuten),
– bij delicaat deeg, bv. biscuit.
– bij donker brooddeeg.
Kies niveau 1 of 2.
Hou hiermee rekening:
Bak diepvriesproducten, als bv. pizza,
op het rooster. Leg daar eerst bakpapier op.
Fruitgebak en dik, plat gebak kunt u in
de diepe afdruipschaal bakken. Zo
blijft de oven schoner.
Hou rekening met de tabel hierna.
Vooral met de temperaturen, niveaus en tijden.
Uw gebak wordt gelijkmatig bruin indien u
– over het algemeen een gemiddelde
temperatuur kiest.
Vaak worden er hogere temperaturen
ingesteld dan die in de baktabel.
Hierdoor verkort weliswaar de baktijd, maar is de bruiningsgraad vaak
erg verschillend.
– een niveau kiest dat met het bak-
goed en de werkwijze overeenstemt.
Gebak in rechthoekige of langwerpi-gevormen plaatst u het best dwars in
de oven.
– na afloop van de kortste baktijd na-
gaat of het gebak reeds gaar is.
Steek daarvoor met een spit in het
deeg.
Kleven er geen vochtige deegkruimels aan het spit, dan is het gebak
gaar.
39
Page 40
Tabel voor het bakken
Tabel voor het bakken
Hete lucht D
Temperatuur
in °C
Roerdeeg
zandgebak
tulband
notenkoek (op plaat)
1)
notenkoek (in bakvorm)
fruitgebak met schuim- of deklaag (op plaat)
fruitgebak (op plaat)
fruitgebak (in bakvorm)
taartbodem
koekjes
Biscuitdeeg
taart
taartbodem
rolletje
1)
1) 4)
4)
1)
1)
1)
150 - 170 °C
150 - 170 °C
150 - 170 °C
150 - 170 °C
150 - 170 °C
150 - 170 °C
150 - 170 °C
150 - 170 °C
150 - 170 °C
160 - 180 °C
160 - 180 °C
160 - 180 °C
Gekneed deeg
taartbodem
notengebak
snipperkoek
1) 4)
koekjes
kwarktaart
appeltaart met deklaag
abrikozentaart met deklaag
2)
fruittaart
1)
1)
150 - 170 °C
150 - 170 °C
150 - 170 °C
150 - 170 °C
150 - 170 °C
150 - 170 °C
150 - 170 °C
190 - 210 °C
150 – 170 °C
150 – 170 °C
150 – 170 °C
190 – 210 °C
–
–
–
–
–
170 – 190 °C
–
–
–
–
–
–
–
–
1
–
–
–
–
–
–
–
–
1
1
1
1
–
–
–
–
–
1
–
–
–
–
–
30 – 35’
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
65 – 75’
50 – 60’
50 – 60’
25 – 30’
–
–
–
–
–
40 – 50’
–
190 – 210 °C1 of 225 – 35’–––
200 – 220 °C1 of 215 – 20’–––
130 – 150 °C230 – 50’–––
+
Bij de gegevens in de tabel gaat het om richtwaarden.
41
Page 42
Braden in de oven
Braden in de oven
Om te braden kunt u volgende werkwijzen gebruiken:
– Braadautomaat E
– Boven- en onderwarmte A
Braadautomaat E:
Als u een gebraad op het rooster of
in een pan zonder deksel braadt,
breng dan steeds de vetfilter voor
de aanzuigopening van de turbine
aan.
Het verdient aanbeveling in een gesloten braadpan L te braden:
– er blijft voldoende vleesjus om een
saus aan te maken,
– de oven blijft schoner dan bij het
braden op het rooster.
Zet het vaatwerk op het rooster. Het
vlees wordt in de koude oven geplaatst.
Uitzondering: om filet of rosbief te braden, dient u de oven voor te verwarmen. Neem de in het recept
opgegeven temperatuur in acht.
Maak om te braden gebruik van
niveau 1.
Uitzonderingen: om gevogelte met een
gewicht tot 1 kg, rosbief, filet of vis te
braden, kiest u bij gebruik van ‘Boven-
en onderwarmte A’ beter niveau 2.
Bij ‘Braadautomaat E’ volstaat een zowat 40 °C lagere braadtemperatuur
dan bij ‘Boven- en onderwarmte A’.
Hoe omvangrijker het gebraad, hoe lager de temperatuur die u moet kiezen.
Stel vanaf 3 kg de temperatuur ca.
10 °C lager in dan die in de braadtabel.
Het braden duurt dan weliswaar iets
langer, maar het vlees wordt gelijkmatig
gaar en er wordt niet zo’n dikke korst
gevormd.
U kunt volgend vaatwerk gebruiken:
braadpannen, vormen van vuurvast
glas, Römertopf, braadfolie.
Het vaatwerk moet handvatten hebben, die tegen hitte bestand zijn.
42
Om op het rooster K te braden,
mag de temperatuur 20 °C lager liggen
dan in een gesloten pan L.
Schuif bij het braden op het rooster
steeds rooster en afdruipschaal samen
in de oven.
De duur van het braden hangt af van
de vleessoort, van de omvang en dikte
van het gebraad.
Page 43
Braden in de oven
U kunt de braadduur als volgt berekenen:
vleesdikte x de tijd die er voor die vleessoort per cm nodig is, zie tabel.
Voorbeeld:
Rundgebraad, 8 cm dik:
8 x 15 = 120 minuten braadtijd.
Let op het volgende
Stel de braadtemperatuur niet hoger
in dan wordt opgegeven. Het vlees
wordt dan wel bruin, maar niet gaar.
Het vlees wordt pas op het einde vanhet braden bruin. Het bruint nog intensiever als u zowat halverwege het deksel van de braadpan neemt.
Braden in de oven
Braden in een braadpan L
Het vlees kruiden en in de recipiënt leggen. Leg er vlokjes boter of margarine
over. Of giet er olie of spijsvet over. Bij
omvangrijk mager gebraad (2 à 3 kg)
en vet gevogelte voegt u ca. 1/8 liter
water toe.
Braden op het rooster K
Kruid het vlees en leg het op het rooster of in de afdruipschaal. Leg er een
vlokje boter of margarine op en laat het
vlees braden. Giet er tijdens het braden een beetje vloeistof (water, room,
bouillon) over
Braden van gevogelte
Bestrijk het gevogelte 10 minuten voor
het einde van de braadtijd met licht gezouten water. Zo wordt het vel knapperig.
Na afloop van de braadtijd
neemt u het gebraad uit de oven. Wikkel het in aluminiumfolie en laat het nog
ca. 10 minuten rusten.
Bij het aansnijden gaat er dan minder
vleesjus verloren.
Braden van diepgevroren vlees
Een stuk diepgevroren vlees van ca.
1,5 kg kunt u braden zonder te ontdooien. Dan verlengt de braadtijd met ca.
20 minuten per kg.
43
Page 44
Braden met de spijzenthermometer
Braden met de spijzenthermometer
Naar gelang van het model dat u hebt
gekozen, is uw toestel uitgerust met
een spijzenthermometer.
Met de spijzenthermometer braadt u
vlees en vis met temperatuurcontrole
en tot op de graad nauwkeurig.
Steek de meetpunt van de spijzenthermometer in het vlees. De temperatuur
in het binnenste van het vlees of de
kerntemperatuur wordt nu gemeten.
Zodra deze temperatuur bereikt is,
wordt de ovenverwarming automatisch
uitgeschakeld.
De spijzenthermometer kunt u gebruiken bij:
– Braadautomaat E
– Boven- en onderwarmte A
– Hete lucht D
– Circulatiegrill I
De spijzenthermometer gebruiken
Bereid het vlees als naar gewoonte
voor. Braad het in een braadpan of
op het rooster.
De punt moet ongeveer in de kern van
het vlees terechtkomen.
Kies bij gevogelte de dikste plaats, nl.
tussen bil en buik.
Steek de punt niet door heel vet weefsel noch door beenderen. Anders
wordt de oven te vroeg uitgeschakeld.
Neem bij het braden met de spijzenthermometer de steunroosters uit de telescopische slede. Dan kunt u de telescopische slede volledig uittrekken.
U kunt ook braadfolie gebruiken. Steek
de meetpunt door de folie tot in de kern
van het braadgoed.
De meetpunt van de spijzenthermometer in het vlees steken.
44
Page 45
Braden met de spijzenthermometer
Steek de stekker van de spijzenthermometer in de aansluitopening. U
hoort duidelijk een klik.
Draai de functiekiezer op de gewenste werkwijze.
– De voorgestelde oventemperatuur,
nl. 60 °C, wordt weergegeven in het
display van de oven.
– Het controlelampje in de toets ‘+/–’
wordt verlicht.
Daartoe:
op de toets ‘e’ drukken,
met de toets ‘+’ of ‘–’ de gewenste
temperatuur invoeren.
Zodra het controlelampje in de toets
‘+/–’ uitgaat,
– gaat de ovenverwarming van start,
De voorgestelde oventemperatuur kunt
u veranderen zo u dat wenst.
Even na de inbreng van de gewenste
temperatuur
– wordt de voorgestelde kerntempe-
ratuur, nl. 60 °C weergegeven in het
display van de oven,
– wordt het controlelampje in de toets
‘+/–’ verlicht.
De te bereiken kerntemperatuur
hangt af van het te braden gerecht. Zie
braadtabel. U kunt de temperatuur wijzigen van 20 tot 99 °C.
– verschijnt de werkelijke kerntempe-
ratuur in het display van de oven.
Meet de spijzenthermometer minder
dan 20 °C? Dan wordt er 20 °C aangeduid tot de spijzen ook echt die
temperatuur bereiken.
45
Page 46
Braden met de spijzenthermometer
Aanduiding van de resterende tijd
Na een bepaalde tijd verschijnt in het
display van de oven de resterendetijd. Dat is de overblijvende, geschatte
duur van het kookproces.
De werkelijke kerntemperatuur is nu
niet meer zichtbaar. Die kan ook niet
meer opgevraagd worden.
De resterende tijd wordt uit volgende
factoren berekend: de ingestelde oventemperatuur, de te bereiken kerntemperatuur en het verloop van de stijging
van de kerntemperatuur.
Wordt tijdens de aanduiding van de resterende tijd
– de oven- of de kerntemperatuur ge-
wijzigd,
– een andere werkwijze gekozen,
dan gaan al de gegevens omtrent de
resterende tijd verloren. U ziet dan opnieuw de werkelijke kerntemperatuur.
Zo de ovendeur vrij lang bleef openstaan, wordt de resterende tijd opnieuw
berekend.
De kookduur wordt automatisch berekend.
Even voor het einde van de kooktijd
wordt de ovenverwarming uitgeschakeld.
De spaarfunctie treedt in werking. In
het display van de oven ziet u nog
steeds de resterende tijd. Drukt u op
de toets ‘ p’, dan verschijnt ‘EC’.
De oven wordt weer verwarmd zo u de
oven- of kerntemperatuur verhoogt.
De resterende tijd die aanvankelijk
wordt weergegeven, is een schatting.
Die tijd wordt tijdens het proces telkens
herberekend. De aanduiding wordt
voortdurend gecorrigeerd. Die komt
dan ook telkens wat dichter bij de echte resttijd.
46
Page 47
Braden met de spijzenthermometer
Einde van de kooktijd
Zodra de ingevoerde kerntemperatuur
is bereikt,
– weerklinkt ca. 5 seconden lang een
signaal,
– knippert tegelijk het symbool ‘e’.
Brengt u het signaal niet tot zwijgen,
dan weerklinkt het om de 5 minuten.
Het herinnert u eraan dat het proces afgelopen is. Dit herinneringsproces
duurt een uur.
Deze signalen kunt u stopzetten door
– op de toets ‘e’ te drukken.
Is het gerecht niet naar uw wensen
gaar? Voer dan een nieuwe te bereiken kerntemperatuur in.
– de functiekiezer op ‘0’ te draaien. De
ingevoerde temperaturen worden
ook gewist.
Hou hiermee rekening:
U kunt dit proces via de schakelklok
ook later van start laten gaan.
Na afloop van het braadproces bedekt
u het vlees ca. 10 minuten met aluminiumfolie. Intussen stijgt de kerntemperatuur nog 5 à 10 °C.
Blijft de spijzenthermometer na afloop
van het proces in het vlees zitten? Dan
merkt u in het display van de oven dat
de kerntemperatuur eerst stijgt en daarna daalt.
Steek de spijzenthermometer ergens
anders in het vlees en laat het proces
herbeginnen indien:
– u de spijzenthermometer bij omvang-
rijk gebraad (vanaf 3 kg) niet precies
tot in de kern kunt steken,
– het vlees niet gaar is zoals u dat
wenst.
De tijd voor het braden met tempera-
tuurcontrole komt overeen met die met
tijdinstelling.
Zo niet anders vermeld, gelden deze tijden voor niet voorverwarmde ovens.
1) Bij ‘Braadautomaat E’ de vetfilter plaatsen.
2) Braden in de pan L. Stel de temperatuur 20 °C lager in als u het rooster K gebruikt.
3) Braden met de spijzenthermometer e
4) De oven bij ‘Braadautomaat E’ en ‘Boven- en onderwarmte A’ voorverwarmen.
5) Niveau 2 bij ‘Boven- en onderwarmte A’.
6) Op zijn Engels: 40 - 45 °C, medium: 50 - 55°C, doorbraden: 60 - 65 °C.
Bij de gegevens in de tabel gaat het om richtwaarden.
48
Page 49
Ontdooien in de oven
Om te ontdooien kunt u een temperatuur instellen tot 50 °C.
– De diepvrieswaar uit de verpakking
nemen en in een schotel doen. U
kunt die ook op een bakplaat leggen.
– Gebruik om gevogelte te ontdooien
het rooster en de afdruipschaal. Dan
ligt het niet in de ontdooivloeistof.
Ga bijzonder hygiënisch te werk bij
het ontdooien van gevogelte. Maak
geen gebruik van de vloeistof die
bij het ontdooien vrijkomt. Er bestaat risico op salmonellavergiftiging!
– Vlees, gevogelte of vis dient niet vol-
ledig te worden ontdooid indien die
gerechten meteen worden bereid.
Het volstaat reeds als die eventjes
ontdooid zijn. Het oppervlak is dan
zacht genoeg om kruiden op te nemen.
Ontdooien in de oven
Ontdooitijden
Deze tijden zijn afhankelijk van de soort
en het gewicht van de diepvrieswaar:
800 g kip . . . . . . . . . . . . . 90 -120 min.
500 g vlees . . . . . . . . . . . 60 – 90 min.
1000 g vlees . . . . . . . . . . . 90 -120 min.
500 g braadworst . . . . . . 30 – 50 min.
1000 g vis . . . . . . . . . . . . . 60 – 90 min.
300 g aardbeien . . . . . . . 30 – 45 min.
500 g botercake . . . . . . . 20 – 30 min.
500 g brood. . . . . . . . . . . 30 – 40 min.
49
Page 50
Stoven in de oven
Stoven in de oven
Om te stoven kunt u de volgende werkwijzen gebruiken:
– Hete lucht D
– Boven- en onderwarmte A
Geschikt is volgend vaatwerk:
vormen van vuurvast glas en porselein,
Römertopf, kookgerei met tegen hitte
bestande handvatten.
Schuif het rooster in niveau 1 en zet
het vaatwerk erop.
bij spijzen die u wenst te stoven of te
laten sudderen als bv. aardappelen
of groenten.
Daardoor vermijdt u dat de spijzen
uitdrogen. Hebt u geen deksel voor
de recipiënt bij de hand? Dan kunt u
ook aluminiumfolie of nat perkamentpapier gebruiken.
– Stoof de levensmiddelen zonder
deksel indien u een croquant korstje
verkiest, bv. op vlees of gratin.
– Om te stoven kunt u het vaatwerk
ook boven elkaar plaatsen. Leg het
deksel van de onderste recipiënt
dan omgekeerd.
Spijzen die moeten bruinen, plaatst
u dan bovenaan.
50
Page 51
Inmaken in de oven
Om in te maken gebruikt u bij voorkeur
"Hete lucht D".
Geschikt zijn deze recipiënten:
– weckbokalen;
– bokalen met schroefsluiting;
gebruik enkel speciale bokalen die
voor het inmaken geschikt zijn.
Inmaken in de oven
Nadat er luchtbelletjes zijn gevormd
Verlaag tijdig de temperatuur. Zo
vermijdt u dat de levensmiddelen
overkoken.
– bij fruit en augurken
Schakel de oven uit.
Blikjes zijn niet geschikt!
Schuif de afdruipschaal in niveau 1
en zet er de bokalen in.
U kunt hoogstens 6 bokalen tegelijk inmaken.
Giet daar zowat 1 liter water bij.
Stel een temperatuur in: 150– 170 °C.
Deze temperatuurinstelling geldt tot bij
het borrelen. Dus tot wanneer er in alle
bokalen gelijkmatig luchtbellen opstijgen.
De bokalen nog 25 à 30 minuten verder
in de oven laten inmaken.
Laat de bokalen daarna nog 25 à 30 minuten verder in de oven inmaken.
Na het inmaken
Neem de bokalen uit de oven. Laat ze
nog ongeveer 24 uur, met een doek erover, op een tochtvrije plaats staan.
Maak de klemmen los en controleer of
alle bokalen goed dicht zijn.
51
Page 52
Grilleren in de oven
Grilleren in de oven
Voordat u grilleert, dient u de grillweerstand ca. 5 minuten voor te verwarmen. Laat de ovendeur intussen
dicht.
Sluit de ovendeur tijdens het grilleren. Daarmee spaart u stroom en
wordt er minder reuk verspreid.
Om te grilleren kunt u kiezen uit 3 werkwijzen:
Grill 2
J
Grill 1
Om kleine hoeveelheden vlakke gerechten te grilleren en om te gratineren in
kleine vormen. Het binnenste deel van
het grillelement wordt roodgloeiend.
,
Om grote hoeveelheden vlakke gerechten te grilleren en om te gratineren in
grote vormen. Het grillelement wordt
volledig ingeschakeld.
Circulatiegrill I
Breng steeds de vetfilter voor de
aanzuigopening van de ventilator
aan indien u voor circulatiegrill kiest.
Om levensmiddelen met een grotere
diameter te grilleren, bv. gevogelte, rollade.
Bij deze werkwijze kunt u ook de spijzenthermometer gebruiken. In dat
geval verloopt het grilleren met temperatuurcontrole.
De spijzenthermometer mag u niet
samen met het draaispit gebruiken.
Het snoer zou zich om het draaispit
kunnen wikkelen en schade oplopen.
52
Page 53
Grilleren in de oven
Het grillgerecht voorbereiden
Spoel het vlees snel onder koud stromend water af en droog het goed af.
Lapjes vlees voor het grilleren niet zouten. Anders gaat de jus verloren.
Mager vlees kunt u met olie bestrijken.
Andere vetsoorten worden vlug te donker of beginnen te roken. Kip kunt u
ook met boter bestrijken.
Platte vis en vislapjes schoonmaken. U
kunt ze eventueel zouten en eventjes
met citroen besprenkelen.
Grilleren op het rooster
Het niveau van de grillinrichting hangt
af van de dikte van het te grilleren gerecht:
vlakke grillgerechten =
niveau 3 of 4,
grillgerechten met grotere diameter =
niveau 1 of 2.
Grilleer bij voorkeur gelijkmatig dikke
sneetjes tegelijk. Dan verschillen de
grilltijden niet te erg.
Draai het grillgerecht na de helft van de
grilltijd om.
Grilleren aan het draaispit
Naar gelang van het model is uw toestel uitgerust met een draaispitmotor
en een grillinrichting.
Gerechten van grotere omvang, als
rollade en gevogelte, kunt u aan het
draaispit grilleren.
Schuif de afdruipschaal onder het
rooster.
Leg het grillgerecht op het rooster.
Kies de gewenste werkwijze.
Monteer de grillinrichting als op de
afbeelding.
53
Page 54
Grilleren in de oven
Om gevogelte en brochetten te grilleren bestaat er speciaal toebehoren.
Dat wordt op het draaispit gestoken.
Die hulpstukken zijn bij uw Miele-handelaar en in de Miele-naverkoopdienst verkrijgbaar.
Kies de gewenste werkwijze.
Grilltijd
Die bedraagt bij
– vlakke stukken vlees en vis ca. 5 à 6
minuten per kant,
– dikkere stukken ietwat langer,
– rollade: per cm diameter ca. 10 minu-
ten.
Grilltips
Wenst u na te gaan hoe gaar het vlees
reeds is? Druk dan met een lepel op
het vlees:
Schuif de grillinrichting in niveau 1.
Het draaispit valt automatisch in de
opening van de grillmotor aan de rugwand van de oven.
De temperatuur instellen
GerechtTemperatuur
vlak
als kotelet, steak275 °C
van grotere omvang
als gevogelte, rollade240 °C
Soms is het oppervlak van grotere stukken vlees reeds sterk gebruind en de
kern nog niet gaar. Zet het grilleren dan
voort met een lagere temperatuurinstelling.
– Is het nog erg elastisch?
Dan is het van binnen nog rood =
‘op z’n Engels’.
– Kan het een beetje worden inge-
drukt? Dan is het van binnen roze =
‘medium’.
– En als het nauwelijks meegeeft, is
het volledig gegrilleerd = ‘well done’.
54
Page 55
Tabel voor het gebruik van de grill
Tabel voor het gebruik van de grill
Laat de grillweerstand eerst ca. 5 minuten bij gesloten ovendeur voorverwarmen.
Grillgerechten
Inschuif-
niveau
Grill 1 , / Grill 2 JCirculatiegrill I
Temperatuur
in °C
Grilltijd
in min.
Temperatuur
1)
in °C
4)
Grilltijd
in min.
Vlakke grillgerechten
Rundersteaks 3 of 4275 °C10 - 16’220 °C10 - 16’
Brochetten1240 °C25 - 30’220 °C25 - 30’
Varkenslapjes3 of 4275 °C12 - 18’220 °C18 - 20’
Lever3 of 4275 °C8 - 12’220 °C10 - 14’
Hamburger3 of 4275 °C14 - 20’220 °C16 - 20’
Braadworst3 of 4275 °C6 - 10’220 °C8 - 12’
Visfilet3 of 4275 °C12 - 16’220 °C12 - 16’
Forel3 of 4275 °C16 - 20’220 °C20 - 25’
Toost4 of 5275 °C2 - 4’220 °C3 - 5’
Hawaïaanse toost3 of 4275 °C3 - 5’220 °C4 - 6’
Tomaten3 of 4275 °C6 - 8’220 °C6 - 8’
Perziken2 of 3275 °C7 - 10’220 °C7 - 10’
Grillgerechten met grotere diameter
Kip (ca. 1 kg)
Kip (ca. 1 kg)
Rollade, Ø 7 cm (ca. 1 kg)
Rollade, Ø 7 cm (ca. 1 kg)
4) Breng bij ‘Circulatiegrill I’ de vetfilter aan.
De in de tabel vermelde getallen zijn richtwaarden.
55
Page 56
Testgerechten
Testgerechten
Testgerechten volgens DIN 44 547
GebakVorm /
spritsen1hete lucht D1140 °C40 - 45’
biscuitspringvormhete lucht D1170 °C25 - 30’
gebak met
gistdeeg
* voorverwarmen zonder snelle opwarming
aantal
bakplaten
2 hete lucht D1, 3140 °C43 - 48’
3 hete lucht D1, 2, 5140 °C48 - 54’
1 boven- en
springvormboven- en
1 hete lucht D1170 °C40 - 50’
2 hete lucht D1, 3170 °C45 - 55’
1 boven- en
WerkwijzeNiveau
van onder
2170 °C
onderwarmte A
1190 °C
onderwarmte A
onderwarmte A 2200 °C40 - 50’
Temperatuur
in °C
voorverwarmd *
voorverwarmd*
Baktijd
in min.
20 - 25’ +
voorverwarming
20 - 25’ +
voorverwarming
Andere testgerechten
Gebak /
gerecht
gebak van
roerdeeg
eend
1700 g
varkensgebraad
1500 g
toostroostergrill 2 J4275 °Cvoorverwar-
Vorm /
aantal
bakplaten
cakevormhete lucht D1160 °C50 - 60’
rooster
in
afdruipschaal
rooster
in
afdruipschaal
WerkwijzeNiveau
boven- en
onderwarmte A 1170 °C55 - 65’
braadautomaatE1160 °C100 - 120’
boven- en
onderwarmte A 1200 °C100 - 120’
braadautomaat
E
boven- en
onderwarmte A 1200 °C100 - 120’
van onder
1160 °C100 - 120’
Temp er at uur
in °C
Kooktijd
in min.
men: 20 min.
grilleren:
max. 90 sec.
56
Page 57
Reiniging en onderhoud
Reiniging en onderhoud
Voorzijde van het toestel, bedieningselementen
Die kunt u met een zacht reinigingsmiddel of met een scheutje afwasmiddel in
water schoonmaken. Bij het model
H 248 kunt u de sierlijsten eveneens zo
schoonmaken. Wrijf de oppervlakken
daarna met een zachte doek droog.
Glazen voorzijde
Gebruik nooit schurende middelen.
Die maken krassen op het oppervlak.
Bij een toestel met witte voorzijde verdient het aanbeveling na elk gebruik
– de handgreep van de ovendeur
– het bedieningspaneel
met behulp van een zacht, vetoplossend reinigingsmiddel (bv. afwasmiddel) af te wassen. Daarmee verhindert
u dat vet of andere afzettingen op de
duur inbranden.
Roestvrijstalen voorzijde
Gebruik nooit reinigingsmiddelen
die zand, soda, zuur of chloride
bevatten!
Die tasten het oppervlak aan.
Om de voorzijde schoon te maken is
een niet schurend reinigingsmiddel
voor roestvrij staal geschikt. bv. sidol.
Om te vermijden dat het oppervlak
gauw weer vuil wordt, kunt u een onderhoudsmiddel voor roestvrij staal gebruiken. Bv. Neoblank, dat in de Miele-naverkoopdienst verkrijgbaar is onder het
nummer 4 565 110.
Breng het middel met een zacht doek
spaarzaam aan en verdeel het gelijkmatig over het oppervlak.
Toebehoren
De spijzenthermometer, de rails van
de telescopische slede
vochtig afwissen.
Leg de spijzenthermometer of de
rails van de telescopische slede
niet in het water. Laat ze evenmin in
de vaatwasser mee afwassen.
Steunroosters
Maak die in heet water met afwasmiddel erin ofwel met een reinigingsmiddel
voor roestvrij staal schoon.
De bakplaat, de afdruipschaal, het
rooster, het draaispit
na elk gebruik afwassen en afdrogen.
Verwijder niet afwasbaar vuil
– van roestvrijstaal:
met een reinigingsmiddel voor roestvrij staal,
– van email:
week het vuil met water los. Maak de
delen verder schoon met een zachte
borstel ofwel een vaatsponsje.
De vetfilter
maakt u in heet water met afwasmiddel
erin schoon. Ofwel laat u hem in de afwasautomaat mee afwassen.
57
Page 58
Reiniging en onderhoud
Reiniging en onderhoud
De binnenruimte van de oven
De ovenwanden zijn voorzien van een
bekleding die de schoonmaak vergemakkelijkt.
De bodem, de bovenplaat en de zijwanden hebben een bekleding van cleanemail.
Bij gebruik van ovenspray dient u
absoluut rekening te houden met de
aanwijzingen van de fabrikant.
Ovensprays mogen niet op het katalytisch email terechtkomen!
Anders loopt het email schade op.
De achterwand is met katalytisch
email bekleed.
Clean email
Dit is een bijzonder gehard email met
een uiterst glad oppervlak.
Daarom kunnen de meeste bak- en
braadresten moeiteloos worden verwijderd. Gebruik daarvoor een vaatdoekje, wat afwasmiddel en wat warm water.
Blijft het een of andere restje wat vaster
kleven, dan verwijdert u dat met een
scheermesje. Maak het email daarna
met een spons, een niet schurende reinigingscrème of een reinigingsmiddel
voor roestvrij staal schoon.
Fruitsap of gebakresten uit slecht sluitende bakvormen verdwijnen het vlotst
terwijl de oven nog warm is.
Door overgelopen fruitsap kan er ook
verkleuring optreden. Na een braadproces kunnen er in de afdruipschaal
eveneens matte vlekken opduiken.
Katalytisch email
Wegens de luchtcirculatie wordt de
rugwand erger door olie- en vetspatten
bevuild. Daarom is die ook voorzien
van een laag katalytisch email.
Dit email kan olie- en vetspatten boven
de 200 °C verwijderen. Hoe hoger de
temperatuur oploopt, hoe meer effect
dit proces heeft.
Restjes van kruiden, suikerspatten e.d.
worden door katalyse niet verwijderd.
Katalytisch email verdraagt geen
mechanische belasting noch ovensprays!
Wacht niet te lang met de schoonmaak.
In de daaropvolgende bak- of braadprocessen branden de olie- en vetspatten immers telkens hardnekkiger vast.
58
Page 59
Reiniging en onderhoud
Reiniging en onderhoud
Het email reinigen
Laat de oven eerst afkoelen voordat
u hem schoonmaakt. U kunt zich
daaraan verbranden!
Maak de oven bij voorkeur na elk
gebruik schoon.
Als u er te lang mee wacht, wordt
de schoonmaak nodeloos bemoeilijkt. In extreme gevallen wordt die
zelfs onmogelijk.
Behandel de geëmailleerde delen
nooit met harde borstels, schuurborstels, ijzeren sponsjes, messen of
andere schuurmiddelen.
Anders wordt het email beschadigd!
Neem het toebehoren uit de ovenruimte.
Maak de delen die met clean email
bekleed zijn, schoon.
Wis de rugwand vochtig af. Gebruik
een warm sopje en een zachte borstel.
Achteraf kunt u, naar gelang van de
mate waarin de katalytische rugwand
vuil is, vet- en oliespatten daarvan verwijderen door de oven te verwarmen.
Draai de functiekiezer op
‘Hete lucht D’.
Stel de hoogste temperatuur in.
Laat de oven ca. 1 uur zo werken. De
duur hangt af van de mate waarin de
oven bevuild is.
Laat dit reinigingsproces bij voorkeur
via de schakelklok aflopen. Zo vergeet
u die niet uit te schakelen.
Door de oven weer bij hogere temperaturen te gebruiken, verdwijnt het resterend vuil geleidelijk.
Het komt voor dat de katalytische
laag van de rugwand zijn effect verliest. Bijvoorbeeld doordat die verkeerd werd behandeld of erg vuil is
geworden. In dat geval kunt u bij
uw Miele-handelaar of in de Mielenaverkoopdienst een nieuwe plaat
verkrijgen.
Gebruik geen schuurmiddel!
Katalytische email verdraagt geen
mechanische belasting noch ovenspray.
59
Page 60
Reiniging en onderhoud
Reiniging en onderhoud
Om de oven gemakkelijker te reinigen,
kunt u
– de ovendeur afnemen,
– de telescopische slede of de steun-
roosters verwijderen,
– de rugwand uitnemen,
– het bovenste verwarmingselement in
de oven laten zakken.
De ovendeur afnemen
Zet de deur helemaal open.
Voordat u de deur kan afnemen,
dient u de deurscharnieren te blokkeren. Zo vermijdt u schade aan de
deur als u die uitneemt.
Doe de deur bijna dicht tot voorbij
het punt waar u weerstand ondervindt. Dan kunt u ze naar boven toe
uittrekken.
De ovendeur monteren
Steek de scharnieren tot aan de aanslag in de gleuven. Klap daarna de
deur helemaal open.
Klap de blokkeerbeugels aan beide
deurscharnieren naar omlaag.
De scharnieren zijn nu geblokkeerd.
60
Klap de blokkeerbeugels weer omhoog.
Klap de blokkeerbeugels na de
schoonmaak absoluut weer omhoog. Anders raken de scharnieren
bij het sluiten van de deur los uit de
gleuven. De deur kan dan schade
oplopen.
Page 61
De telescopische slede uitnemen
(naar gelang van het toesteltype)
Schakel de ovenverlichting in.
De verwarmingselementen van de
oven dienen uitgeschakeld te zijn.
Anders loopt u het risico u te verbranden!
Reiniging en onderhoud
Trek de bevestigingsknop naar voren.
Trek de telescopische slede uit de
oven. Neem de steunroosters weg.
Neem het raam van de slede uit de
rails weg.
Neem de rails uit de oven.
Ga in omgekeerde volgorde te werk om
die delen weer te monteren. Ga daarbij zorgvuldig te werk.
61
Page 62
Reiniging en onderhoud
Reiniging en onderhoud
De steunroosters uitnemen
(naar gelang van het toesteltype)
Schakel de ovenverlichting in.
De verwarmingselementen van de
oven dienen uitgeschakeld te zijn.
Anders loopt u het risico u te verbranden!
De rugwand uitnemen
Schroef de schroeven in de rugwand
los en neem de rugwand weg.
De oven mag niet zonder rugwand
worden gebruikt.
Er bestaat een ernstig risico op letsels!
Trek de bevestigingsknop naar voren.
Neem de steunroosters uit de oven.
Ga in omgekeerde volgorde te werk om
die delen weer te monteren. Ga daarbij zorgvuldig te werk.
62
Ga in omgekeerde volgorde te werk om
de rugwand weer te monteren. Ga
daarbij zorgvuldig te werk.
Page 63
Reiniging en onderhoud
De bovenste verwarmingsweerstand
laten zakken
Schakel de ovenverlichting in.
De verwarmingselementen van de
oven dienen uitgeschakeld te zijn.
Anders loopt u het risico u te verbranden!
Laat de weerstand pas zakken wanneer die koud staat. Anders loopt u
het risico u te verbranden!
Reiniging en onderhoud
Neem de steunroosters eruit.
Trek de bevestigingsknop aan het
verwarmingselement naar onderen.
Laat de weerstand zakken.
Duw de weerstand niet met geweld
naar beneden. Anders kan die schade oplopen.
Zo die beschermplaat vuil is, kunt u
die ook wegnemen:
Hou de plaat vast en draai de gekartelde moeren uit.
Neem de beschermplaat weg.
Ga in omgekeerde volgorde te werk om
de rugwand weer te monteren. Ga
daarbij zorgvuldig te werk.
63
Page 64
Wat gedaan als...?
Wat gedaan als...?
De installatie, het onderhoud en de
herstelling van uw elektrische toestellen mag u enkel door een erkend vakman laten uitvoeren.
Door ondeskundige installatie- en
reparatiewerkzaamheden kunnen er
voor de gebruiker grote risico’s op-
duiken.
Aan volgende storingen kunt u echter
zelf verhelpen:
Wat gedaan als . . .
. . . de oven niet heet wordt?
Controleer of
er een werkwijze en een temperatuur
werden ingesteld,
de inschakelblokkering niet geactiveerd is,
de smeltveiligheden van uw elektrische installatie niet zijn uitgesprongen. Doe in zo’n geval een beroep
op een elektricien of op de Miele-naverkoopdienst.
. . . de ovenverwarming wel en de
ovenverlichting niet werkt?
Het halogeenlampje is defect.
Maak het toestel eerst stroomloos:
Trek de stekker van het toestel uit of
schakel de smeltveiligheden van de
huisinstallatie uit.
In de wasemlijst zit er een luikje.
Schuif dat luikje naar boven toe.
Trek de metalen lijst uit.
Neem de halogeenlamp weg:
12 V, 20 W,
thermisch belastbaar tot 300 °C,
fitting G4, merk Osram, type 64428.
Ga in omgekeerde volgorde te werk om
deze delen weer te monteren.
64
Page 65
Wat gedaan als...?
. . . u de ovendeur tijdens de werking
openmaakt en geen geluid hoort?
Dit is geen storing!
Maakt u de deur tijdens een proces
open, dan schakelt de schakelaar van
het deurcontact de ovenverwarming
uit. Naar gelang van de gekozen werkwijze valt ook de turbine van de heteluchtcirculatie uit.
. . . er na een bak-, braad- of grillproces een geluid te horen is?
Dit is geen storing!
De koele-luchtventilator blijft nog een
tijdje draaien. Dit om te vermijden dat
er na het uitschakelen van de oven
vocht neerslaat in de oven, op het bedieningspaneel of op de inbouwkast.
Zodra de temperatuur in de oven tot op
een bepaalde waarde is gedaald,
wordt de koele-luchtventilator automatisch uitgeschakeld.
De temperatuur daalt vlotter als u de
ovendeur volledig of gedeeltelijk openzet.
. . . uw gebak na de tijd die in de ‘Tabel voor het bakken’ wordt opgegeven, nog niet gaar is?
Controleer de baktemperatuur.
. . . uw gebak schakeringen van
bruin vertoont?
Er is wel steeds een zeker verschil in
bruining. Daarom vindt u in de technische gegevens van een prospectus
over ovens en fornuizen ook informatie
over het verschil in bruinkleuring. Dat
wordt in percentages uitgedrukt. De
waarde die voor een bakplaat geldig is,
wordt volgens een genormaliseerd procédé gemeten.
Zo de schakeringen te groot zijn, kijk
dan eens na
– bij bakken met ‘Hete lucht D’:
of de temperatuur niet te hoog werd
ingesteld,
of de vetfilter niet voor de turbine is
aangebracht,
– bij bakken met ‘Boven- en onder-
warmte A’:
van welk materiaal en welke kleur de
bakvorm is.
Heldere, spiegelblanke vormen met
een dunne wand zijn niet zo goed
geschikt.
Bent u soms van het recept afgeweken? Misschien hebt u meer vloeistof
of eieren gebruikt. Dan is er wegens
het vochtiger deeg ook een langere
baktijd nodig.
Is de vetfilter bij het bakken met
‘Hete lucht D’ voor de turbine aangebracht? In dit geval verlengt de baktijd met 10 à 15 minuten.
65
Page 66
Wat gedaan als...?
. . . er aan het katalytisch bekleed
email roestkleurige vlekken opduiken?
Braadt u op het rooster, dan worden
door de luchtstroom zo nu en dan kruiden mee in circulatie gebracht. Die zetten zich dan af op de binnenwanden.
Zulke vlekken worden door katalyse
niet verwijderd. U kunt ze met een
warm sopje en een zachte borstel wegkrijgen.
. . . er een knop voor een kookzone/
-plaat is ingeschakeld, maar het controlelampje van die knop niet aangaat (naar gelang van het model)?
Het lampje is defect!
Het dient door de Miele-naverkoopdienst te worden vervangen.
. . . er in het display van de oven een
F met een getal erna zichtbaar wordt?
Deze combinatie duidt op een foutmelding.
– Bij foutmelding ‘F3’ is de spijzenther-
mometer defect.
Zodra u de spijzenthermometer uit
de aansluitopening haalt, verdwijnt
de foutmelding.
– Bij foutmelding ‘F6’ werd de oven tij-
dens het gebruik automatisch uitgeschakeld. Deze beveiliging wordt geactiveerd indien de oven tijdens een
ongewoon lange periode werd gebruikt. De duur van die periode
hangt af van de ingestelde werkwijze.
De oven is meteen weer gebruiksklaar zodra u de functiekiezer op ‘0’
draait. Kies het proces dan opnieuw.
– Merkt u een ‘F9’ op in het display?
Misschien werd de temperatuur van
het toestel overschreden.
Het toestel wordt dan automatisch tijdelijk uitgeschakeld. Zodra echter
de temperatuur weer daalt, verdwijnt
de foutmelding. Het toestel wordt
weer automatisch ingeschakeld.
Treedt deze foutmelding vaker op?
Doe dan een beroep op de naverkoopdienst.
– Verschijnt in het display een andere
foutmelding? Doe dan een beroep
op de naverkoopdienst.
66
Page 67
Wat gedaan als...?
. . . het display van de schakelklok
niet wordt verlicht wanneer het toestel in bedrijf wordt gesteld?
Dit is geen storing!
Wanneer de aanduiding van de kloktijd
weggeschakeld is, blijft het display onverlicht.
Door tegelijk op de toetsen f en )
te drukken, verschijnt ‘12.00’ in het display.
. . . u na een stroomonderbreking
geen kloktijd kunt invoeren?
Dit is geen storing!
Zie na of de functiekiezer ingeschakeld
is. Zo dat het geval is, draai hem dan
op ‘0’.
Nu kunt u de kloktijd invoeren.
. . . indien de spaarfunctie bij werking met de schakelklok of bij het
braden met de spijzenthermometer
niet wordt weergegeven?
Dit is geen storing!
Door een systeem wordt het moment
berekend, waarop de spaarfunctie van
start gaat. Daartoe dienen bepaalde
voorwaarden vervuld te zijn. Soms is
dat niet het geval.
. . . indien de resterende tijd bij het
braden met de spijzenthermometer
niet wordt aangeduid?
Dit is geen storing!
Door een systeem wordt de resterende
tijd berekend. Daartoe dienen bepaalde voorwaarden vervuld te zijn. Soms
is dat niet het geval.
67
Page 68
Naverkoopdienst
Naverkoopdienst
Neem in geval van storingen waaraan
u zelf niet kunt verhelpen, contact op
– met uw Miele-handelaar
of
– met de Miele-naverkoopdienst.
Wanneer u daar een beroep op doet,
geef dan a.u.b. altijd het machinetype
en -nummer op.
Beide gegevens vindt u op het typeplaatje. Dat vindt u onder de ovenruimte wanneer de ovendeur openstaat.
Het adres en de telefoonnummers van
onze Technische Dienst vindt u op de
rugzijde van deze gebruiksaanwijzing.
Geef ook het type en het nummer van
uw kookvlak op.
68
Page 69
Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren
Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren
Dit toebehoren is bij uw Miele-handelaar of in de Miele-naverkoopdienst verkrijgbaar.
De modellen H 248, H 258 en H 268
kunnen achteraf ook nog worden uitgerust met
Handgreep
om afdruipschaal, bakplaat of rooster
uit de oven te halen of erin te schuiven.
Spatpan
om tijdens het grilleren in de afdruipschaal te leggen.
Via de spatpan wordt de afdruipende
braadjus in de afdruipschaal opgevangen. De spatpan zorgt ervoor dat de
jus niet verbrandt. De jus kan dan achteraf nog worden gebruikt.
Telescopische slede
De telescopische slede heeft 5 inschuifniveaus. U kunt de slede volledig uit de
oven trekken.
Zo krijgt u een overzicht over wat u
bereidt.
Katalysator
De katalysator wordt in het koele-luchtsysteem van uw fornuis of oven ingebouwd. Hij filtreert de vette dampen
(wasem) en beperkt de reuk die de spijzen afgeven.
– een radiogestuurde klok
– Miele Info Control.
Radiogestuurde klok
Op uw oven of fornuis wordt een ontvanger aangesloten, die het signaal
ontvangt van een zender die voortdurend het juiste uur uitzendt. Zodra de
klok het signaal ontvangt, wordt die
automatisch juist gezet.
Miele Info Control
Op uw oven of fornuis wordt een radiozender aangesloten. Via de mobiele
ontvanger kunt u daarmee steeds gegevens over het kookproces opvragen,
bv. temperatuur, startuitstel, resterende
tijd enz.
69
Page 70
Elektrische aansluiting
Elektrische aansluiting
De aansluiting van uw apparaat op
het stroomnet kunt u het best aan
een bevoegd elektricien toevertrouwen. Die dient de plaatselijke reglementering te kennen en nauwgezet
te volgen.
Het verdient aanbeveling de aanslui-ting via een stopcontact uit te voeren.
Dit vergemakkelijkt immers eventuele
tussenkomsten van de naverkoopdienst.
Is het stopcontact voor de gebruiker
niet meer toegankelijk of is er een vas-te aansluiting voorzien, dan moet die
voor elke fase met een stroomonderbreker uitgerust zijn. Als stroomonderbrekers kunnen er schakelaars worden gebruikt met een contactopening van
meer dan 3 mm. Bijvoorbeeld automatische schakelaars, smeltstoppen en
contactsluiters.
Om de veiligheid te verhogen, verdient
het aanbeveling een verliesstroomschakelaar met een uitschakelstroom van
30 mA voor het toestel te schakelen.
De vereiste gegevens over de aanslui-ting vindt u op het typeplaatje. Dat
vindt u onder de ovenruimte wanneer
de ovendeur openstaat. Ga na of deze
gegevens met die van het net overeenstemmen.
Ook indien u ons later inlichtingen
vraagt, geef dan a.u.b. de spanning
(voltage) en het type- en fabricagenummer op.
70
Page 71
Elektrische aansluiting
Inbouwfornuis
Het inbouwfornuis is uitgerust met een
5-polige kabel van ca. 1,50 m lang. Het
is voorzien voor aansluiting op driefasige stroom (380-400 V met N of
220-230 V).
Zo er wordt aangesloten op eenfasige stroom (220 V), dient u zich bij
de Miele-naverkoopdienst een speciale kabel aan te schaffen.
De maximum aansluitwaarde vindt u op
het typeplaatje.
Te combineren kookvlakken
Deze Miele inbouwfornuizen mag u enkel met door Miele voorziene kookvlakken en bijpassende kookvlakbesturingen combineren.
Over de mogelijke combinaties kunt u
zich informeren bij uw Miele-handelaar
of bij de dienst ‘Consumentenbelan-
gen’ van Miele België.
Inbouwoven
De inbouwoven is uitgerust met een
3-polige kabel van ca. 1,50 m lang en
een stekker. De oven is klaar om te worden aangesloten op eenfasige stroom
230 V, 50 Hz.
De smeltveiligheden bedragen 16 A.
Er mag enkel worden aangesloten op
een degelijk geïnstalleerd stopcontact
met aarding.
De aansluitwaarde vindt u op het typeplaatje.
71
Page 72
Het fornuis en de kookvlakbesturing inbouwen
Het fornuis en de kookvlakbesturing inbouwen
Let op de verschillende inbouwvarianten naar gelang van het model.
Hou bij het model H 248 in elk geval rekening met de inbouwomstandigheden.
De kookvlakbesturing inbouwen
Maak het stopcontact stroomloos.
Bouw het kookvlak in, zie aparte
handleiding.
Sluit het fornuis elektrisch aan.
Plaats het fornuis voor de onderkast.
Naar gelang van het model bevindt
er zich aan het fornuis een geelgroene aardingsdraad. Bevestig die
op de onderzijde van het kookvlak.
Trek de knoppen voor de kookzones/
kookplaten en de stekkers van het
fornuis uit de steunen van de inzet.
Monteer de kookvlakbesturing.
72
Page 73
Het fornuis en de kookvlakbesturing inbouwen
H 256, H 266, H 268
De stekkers van fornuis of kookvlak
en de koppelingen van de kookvlakbesturing die bij elkaar horen, zijn in
dezelfde kleur uitgevoerd.
Steek de knoppen van het kookvlak
in het bedieningspaneel.
Steek de stekkers van het fornuis in
de koppelingen.
H 258, H 248
De stekkers van fornuis of kookvlak
en de koppelingen van de kookvlakbesturing die bij elkaar horen, zijn in
dezelfde kleur uitgevoerd.
Steek de knoppen van het kookvlak
in het bedieningspaneel.
Steek de stekkers van het fornuis in
de koppelingen.
Steek vervolgens de stekkers van
het kookvlak in de koppelingen.
Steek vervolgens de stekkers van het
kookvlak in de koppelingen.
73
Page 74
Het fornuis en de kookvlakbesturing inbouwen
Het fornuis inbouwen
H 256, H 258, H 266, H 268
Schuif het fornuis tot aan de wasemlijst in de onderkast. Zet het gelijk.
74
Doe de ovendeur open. Bevestig het
fornuis met 2 schroeven aan de zijkanten van de kast.
Gebruik uw toestel enkel in ingebouwde toestand.
Page 75
Het fornuis en de kookvlakbesturing inbouwen
H 248
Draai de schroeven van de sierlijsten
los. Neem de sierlijsten af.
Draai de schroeven er niet volledig
uit.
Schuif het fornuis tot aan de wasemlijst in de onderkast. Zet het gelijk.
Doe de ovendeur open. Bevestig het
fornuis met 2 schroeven aan de zijkanten van de kast.
Steek de sierlijsten weer op hun
plaats en draai de schroeven aan.
Gebruik uw toestel enkel in ingebouwde toestand.
75
Page 76
De oven inbouwen
De oven inbouwen
De oven is voorzien voor inbouw in
een kolomkast. Wenst u hem in een
onderkast in te bouwen? Vervang
dan de roestvrijstalen rail boven het
bedieningspaneel door een dichtingsprofiel. Dit profiel beschermt
de oven ook tegen vloeistof die
eventueel van het werkblad afloopt.
Het is in de Miele-naverkoopdienst
verkrijgbaar.
Let op de verschillende inbouwvarianten naar gelang van het model.
Hou bij het model H 248 in elk geval rekening met de inbouwomstandigheden.
H 256, H 258, H 266, H 268
Doe de ovendeur open. Bevestig de
oven met 2 schroeven aan de zijkanten van de kast.
Maak het stopcontact stroomloos.
Sluit de oven elektrisch aan.
Zet de oven tot aan de wasemlijst in
de inbouwkast. Zet hem gelijk.
76
Gebruik uw toestel enkel in ingebouwde toestand.
Page 77
H 248
Maak het stopcontact stroomloos.
Sluit de oven elektrisch aan.
De oven inbouwen
Zet de oven tot aan de wasemlijst in
de inbouwkast. Zet hem gelijk.
Draai de schroeven van de sierlijsten
los. Neem de sierlijsten af.
Draai de schroeven er niet volledig
uit.
Doe de ovendeur open. Bevestig de
oven met 2 schroeven aan de zijkanten van de kast.
Steek de sierlijsten weer op hun
plaats en draai de schroeven aan.
Gebruik uw toestel enkel in ingebouwde toestand.
77
Page 78
Inbouwomstandigheden H 248
Inbouwomstandigheden H 248
Hou bij de modellen H 248 rekening met de volgende inbouwomstandigheden:
78
Page 79
79
Page 80
Wijzigingen voorbehouden / 22 / 001B – 3198
M.-Nr. 05 079 080 (H 256, H 266, H 258, H 268, H 248)
Dit papier spaart het milieu doordat het uit 100 % chloorvrij gebleekte celstof bestaat.
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.