Lees absoluut de gebruiksaanwijzing voor u het toestel opstelt,
installeert en in gebruik neemt.
Dat is veiliger voor uzelf en
vermijdt schade aan uw toestel.
In de reinigings- en
ontsmettingsautomaten van Miele kun
nen laboratoriumtoestellen worden ge
reinigd, gespoeld en gedroogd. Voor
zover vereist en mits naleving van de
algemene of ontsmettingshygiënische
vereisten kunnen laboratoriumtoestellen
en opnieuw te gebruiken medische pro
ducten bij temperaturen tot 95 °C ther
misch worden ontsmet.
In deze gebruiksaanwijzing wordt alge
meen de term "spoelmateriaal" gebruikt
als de te behandelen objecten
(laboratoriumtoestellen, medische pro
ducten, etc.) niet nader gedefinieerd
zijn.
De gebruiksaanwijzingen van de fabrikant van het spoelmateriaal moeten
worden opgevolgd. Van geval tot geval
moet worden gecontroleerd of het
spoelmateriaal op basis van bijv.
temperatuurweerstand en alkali- en
zuurweerstand voor machinale behandeling geschikt is.
-
-
-
-
Toepassingsgebied:
laboratoriumtoestellen
Laboratoriumtoestellen in de brede zin
van het woord zijn:
recipiënten zoals bijv. bekerglazen,
–
ronde kolven, erlenmeyerkolven, fles
sen, reageerbuisjes,
druppeltrechters,
maatrecipiënten zoals bijv.
–
maatkolven, maatcilinders, pipetten,
schalen zoals bijv. petrischalen,
–
glasschijven en
– kleine onderdelen zoals bijv. stop-
pen, spatels en roerders.
Laboratoriumtoestellen bestaan in glas,
temperatuurbestendige kunststof, keramiek, roestvrij staal of gecoat metaal
(bijv. roerders). Ze worden in
laboratoria gebruikt.
-
5
Definitie van het toestel
Toepassingsgebied: medische pro
-
ducten
De te behandelen medische producten
zijn instrumenten en toebehoren die
worden gebruikt voor gynaecologie,
urologie, hals-neus-oorheelkunde,
chirurgie, etc.
De reinigings- en ontsmettingsautomaat
is een medisch product en de
conformiteit met de fundamentele
vereisten werd op basis van EN ISO
15883-1/-2 beoordeeld.
Overeenkomstig EN ISO 15883-2 ge
beurt de thermische ontsmetting in het
programma vario TD inclusief registratie
van HBV met de parameters 90°C
(+ 5 °C, - 0 °C) met 5 min inwerktijd,
m.a.w. met een A
-waarde van 3000.
0
Het programma vario TD is een procedure voor valideerbare reiniging en ontsmetting.
- Bundesinstitut für
Infektionskrankheiten und nicht
übertragbare Krankheiten-, heeft voor
de wettelijke voorgeschreven ontsmet
ting de "Instrumentendesinfectie in rei
-
nigingsautomaten" met de
ontsmettingsparameters 93 °C, 10 min
inwerktijd bij registratie van de
werkingsbereiken A + B onder rubriek
3.2.4. van de lijst overeenkomstig § 18
IfSG opgenomen (programma SPECIAL
93°C/-10').
De werkingsbereiken zijn daarbij als
volgt gedefinieerd:
A: geschikt voor het doden van
vegetatief bacteriële kiemen inclusief
mycobacteriën en schimmels inclu
sief door schimmels veroorzaakte
sporen.
B: geschikt voor inactivering van virus
sen (incl. HBV en HIV).
Uitrusting
De reinigingsautomaat wordt standaard
geleverd met droogaggregaat, seriële
interface en waterontharder.
Optioneel is de reinigingsautomaat verkrijgbaar met:
– dampcondensor,
– spoelruimteontluchting aan de ach-
terzijde,
– AD-wateraansluiting (zonder druk).
-
6
Beschrijving van het toestel
a Tijdsaanduiding/display
b Omschakeltoets ß voor het display:
- reële temperatuur
- verstreken spoeltijd
- actief spoelblok
c Droogtoets 0 met controlelampje
d Starttoets 6 met controlelampje
e Weergave programmaverloop:
p / 6 Toevoer / afvoer
kRegenereerzout
wNeutralisatiemiddel
HNaspoelmiddel
8 DOS vloeibare reiniger;
optische poort voor
de klantendienst
g Programmakiezer
fStop
AKlant, vrij programmeerbaar
programma
BAnorganica
COrganica
BStandaard
EUniverseel
FIntensief
GKunststof
6Afpompen
DAfspoelen
varioTD
SPECIAL 93°C-10'
h Aan-uitschakelaar I-0
i Deuropener a
7
Beschrijving van het toestel
a Droogaggregaat
b Reservoir voor neutralisatiemiddel
(rood) en vloeibare reiniger (blauw)
c Reservoir voor poedervormige reini
ger
d Reservoir voor naspoelmiddel met
doseringsregelaar
e Vulpeilindicator voor naspoelmiddel
f Filter
g Reservoir voor regenereerzout
h Serviceklep
8
Aan de achterzijde van het toestel:
i Poortstekker RS 232
-
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Dit toestel voldoet aan de voorge
schreven veiligheidsvoorschriften.
Door ondeskundig gebruik kunnen
gebruikers echter letsel oplopen en
kan er schade optreden aan het toe
stel.
Voor u het toestel in gebruik neemt,
moet u de gebruiksaanwijzing aan
dachtig lezen. Dat is veiliger voor
uzelf en u vermijdt schade aan het
toestel.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing
zorgvuldig.
Juist gebruik
De reinigingsautomaat mag uitslui-
tend worden gebruikt voor de in de
gebruiksaanwijzing vermelde toepassingen. Andere toepassingen zijn niet
toegelaten en kunnen gevaarlijk zijn,
net als aanpassingen en veranderingen
aan het toestel. De procédés om te reinigen en te desinfecteren zijn alleen
voor laboratoriumtoestellen of medische producten bedoeld die volgens
de producent gereinigd en opnieuw ge
bruikt kunnen worden. U moet de aan
wijzingen van de producent van het
spoelmateriaal volgen. De fabrikant is
niet aansprakelijk voor schade die werd
veroorzaakt doordat het toestel voor an
dere doeleinden werd gebruikt of ver
keerd werd bediend.
Als u dit toestel niet op een vaste
plaats installeert, bijv. op een
schip, laat dit karwei dan enkel uitvoe
ren door vakmensen. Die moeten er
voor zorgen dat u het toestel veilig kunt
gebruiken.
-
-
-
-
-
-
-
Volg de onderstaande tips om de ver
wondingen te vermijden!
Het toestel mag alleen door de
Technische Dienst van Miele in ge
bruik genomen, onderhouden en gere
pareerd worden. Om zo goed mogelijk
aan richtlijnen, waaronder de
GLP-richtlijnen, en wettelijke voor
schriften te voldoen, is het aan te beve
len een Miele reparatie- en onder
houdscontract af te sluiten. Door on
deskundig uitgevoerde herstellingen
kunnen er niet te onderschatten risico's
voor de gebruiker ontstaan!
Het toestel mag niet worden opge-
steld in ruimtes waar ontploffingsgevaar mogelijk is of er vriestemperaturen kunnen voorkomen.
De elektrische veiligheid van het
toestel is alleen dan gewaarborgd
als het wordt aangesloten op een volgens de voorschriften geïnstalleerd
aardsysteem. Het is heel belangrijk dat
aan deze fundamentele veiligheidsvoorwaarde is voldaan. In geval van
twijfel dient u uw installatie door een
vakman te laten nakijken.
De fabrikant kan niet aansprakelijk ge
steld worden voor schade die werd ver
oorzaakt doordat de aardleiding onder
broken was of gewoon ontbrak (bijv.
elektrische schokken).
Een beschadigd toestel kan uw
veiligheid in gevaar brengen.
Schakel het toestel onmiddellijk uit en
verwittig de Miele klantendienst.
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
9
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
De personen die het toestel bedie
nen, moeten geïnstrueerd en regel
matig opgeleid worden. Personeel dat
niet geïnstrueerd en geschoold is, mag
de reinigingsautomaat niet bedienen.
Bij de omgang met de
proceschemicaliën (reinigings- en
neutralisatiemiddel,
reinigingsversterker, naspoelmiddel,
enz.) is voorzichtigheid geboden! Het
gaat deels om bijtende en irriterende
stoffen. Gebruik in geen geval organi
sche oplosmiddelen - daardoor bestaat
er o.a. explosiegevaar!
Respecteer de van kracht zijnde
veiligheidsregels. Draag een veiligheidsbril en handschoenen! Bij alle
proceschemicaliën moet u de
veiligheidsaanwijzingen van de fabrikant volgen!
Bij poedervormige reiniger het stof
niet inademen!
Als proceschemicaliën worden ingeslikt, kunnen ze brandwonden in mond
en keel veroorzaken of tot verstikking
leiden.
Het water in de spoelruimte is geen
drinkwater!
Wanneer de deur open staat, ga
daar dan niet op zitten of staan. De
reinigingsautomaat zou kunnen kan
telen of beschadigd raken.
-
-
-
-
Let op de eventuele hoge tempera
tuur tijdens de werking van de rei
nigingsautomaat. Wanneer u de ver
grendeling omzeilt om de deur te ope
nen, bestaat de kans dat u zich ver
brandt of dat u met bijtende stoffen in
contact komt. Gebruikt u
desinfecterende middelen, dan kunnen
er toxische dampen vrijkomen! Rekken,
inzetten en de lading moeten eerst af
koelen. Daarna eventuele waterresten
verwijderen uit onderdelen die water
kunnen bevatten.
Raak de verwarmingselementen
niet aan wanneer u tijdens of na
het programma de deur opent. Zelfs
enkele minuten nadat het programma
beëindigd is, kunt u zich daar nog aan
verbranden.
De reinigingsautomaat mag even-
min als de onmiddellijke omgeving
ervan met een waterslang of een hogedrukreiniger worden afgespoeld en
schoongemaakt.
Koppel het toestel los van het elek
triciteitsnet wanneer het onder
houden wordt (toestel uitschakelen, de
stekker uittrekken of de zekering
wegnemen of uitschakelen).
-
-
-
-
-
-
-
-
Wanneer u scherpe en puntige
voorwerpen rechtop in het toestel
plaatst, moet u erop letten u niet te ver
wonden. Plaats de voorwerpen zo dat
ze geen verwondingen kunnen veroor
zaken.
10
-
-
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Neem de volgende tips in acht om de
goede reiniging van
laboratoriumtoestellen en medische
producten te garanderen, om de pa
tiënten niet in gevaar te brengen en
om schade te vermijden!
Wanneer het toestel voor door de
overheid voorgeschreven ontsmet
tingen gebruikt werd, moeten de
dampcondensor en zijn verbindingen
met de spoelruimte en de toestelafvoer
bij een reparatie of een vervanging ge
desinfecteerd worden.
Bij door de overheid voorgeschre
ven ontsmettingen mag het programma na de start niet onderbroken
worden door het toestel uit te schakelen
(I-0 toets). Een
programmaonderbreking moet ook bij
alle andere programma's en de
capaciteitscontrole van de reiniging gebeuren, omdat anders het resultaat van
de verschillende stappen - reiniging,
ontsmetting en naspoelen - onvoldoende kan zijn. In het andere geval moet
het programma volledig worden her
haald.
De gebruiker moet kunnen
aantonen dat de normen op het
vlak van reiniging en ontsmetting in de
praktijk gehaald worden. De
procedures moeten regelmatig thermo
-elektrisch en door resultaatcontroles
documenteerbaar worden gecontro
leerd. Bij chemothermische procedures
zijn bijkomende controles met chemoof bio-indicatoren vereist.
-
-
-
-
Voor de thermische ontsmetting
zijn temperaturen en inwerktijden
vereist die volgens de normen en richt
lijnen en in overeenstemming met de
microbiologische en hygiënische
kennis de noodzakelijk infectieprofylaxe
garanderen.
-
-
-
Voorafgaande behandelingen (bijv.
met reinigings- of
ontsmettingsmiddelen), maar ook be
paalde vervuilingen en
proceschemicaliën, ook gecombineerd
door de chemische wisselwerking, kun
nen schuim veroorzaken. Schuim kan
het reinigings- en ontsmettingsresultaat
aantasten.
Dat de fabrikant van het toestel be-
paalde chemicaliën (zoals reiniger)
aanbeveelt, betekent niet dat hij verantwoordelijk is voor de invloed van die
chemicaliën op het materiaal van de te
spoelen stukken.
Hou er rekening mee dat wijzigingen in
de samenstelling, bewaaromstandigheden enz. die de producent van de che
micaliën niet meegedeeld heeft, de
kwaliteit van de reiniging kunnen aan
tasten.
Let bij het gebruik van reinigings
middelen en speciale producten
altijd op de aanwijzingen van de produ
cent van de reiniger. Gebruik de ver
schillende reinigingsmiddelen alleen
voor de door de producent voorziene
toepassingen, om schade aan materi
aal en sterke chemische reacties (bijv.
knalgas) te vermijden.
-
-
-
-
-
-
-
-
-
11
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
De reinigingsautomaat is
ontworpen om alleen maar met wa
ter en toegevoegde proceschemicaliën
te werken. Het toestel mag niet met or
ganische oplosmiddelen gebruikt wor
den. Dat kan o.a. tot explosiegevaar lei
den (opmerking: er zijn veel organische
oplosmiddelen waarbij er geen explo
siegevaar bestaat, maar waarbij andere
problemen kunnen voorkomen, bijv.
aantasting van onderdelen in rubber en
kunststof).
Bij kritische toepassingen, waarbij
bijzonder hoge eisen aan de reini
ging gesteld worden, moeten de omstandigheden en procédés (reiniger,
waterkwaliteit, enz.) vooraf met Miele
afgesproken worden.
Wanneer aan de reiniging en het
spoelen bijzonder hoge eisen gesteld worden (bijv. chemische analyse,
speciale industriële producties, enz.),
moet de gebruiker regelmatig kwaliteitscontroles uitvoeren om de
reinigingsnorm te kunnen garanderen.
De wagens, rekken en inzetten
voor het spoelmateriaal moeten
overeenkomstig hun bestemming wor
den gebruikt.
Stukken spoelmateriaal met een holle
ruimte moeten ook langs binnen volle
dig met het spoelwater behandeld kun
nen worden.
-
-
-
-
-
-
Er mogen geen noemenswaardige
-
-
-
resten van oplosmiddelen en zu
ren, meer bepaald zoutzuren en chlori
dehoudende oplossingen, in de spoel
ruimte terechtkomen wanneer u de te
reinigen stukken in het toestel plaatst.
Ook geen stoffen die metalen corrode
ren!
Van oplosmiddelen mogen er in combi
natie met de vervuiling (meer bepaald
bij gevarenklasse A1) alleen maar spo
ren aanwezig zijn.
Let erop dat de roestvrije buitenbe
kleding niet in contact komt met
oplossingen/dampen die zoutzuur bevatten. Dat om corrosie te vermijden.
Wanneer werkzaamheden aan het
leidingwaternet zijn uitgevoerd
moet de watertoevoerleiding naar de
reinigingsautomaat worden ontlucht.
Anders kan het onthardingssysteem
beschadigd raken.
Volg de instructies voor de installa-
tie in de gebruiksaanwijzing en installatiehandleiding.
-
-
-
-
-
-
-
Recipiënten die resten van vloei
stoffen bevatten, moeten eerst wor
den leeggemaakt voor ze worden ge
plaatst.
12
-
-
-
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Accessoires gebruiken
Er mogen alleen accessoires van
Miele voor het bedoelde gebruik
aangesloten worden.
Er mogen alleen wagens, rekken
en inzetstukken van Miele gebruikt
worden. Wanneer u de accessoires van
Miele wijzigt of wanneer u andere wa
gens en inzetstukken gebruikt, kan
Miele niet garanderen dat het resultaat
van de reiniging en ontsmetting vol
doende is. Schade die als gevolg daar
van ontstaat, valt niet onder de ga
rantie.
Er mogen alleen
proceschemicaliën worden gebruikt die volgens de producent van de
proceschemicaliën voor het bedoelde
toepassingsgebied geschikt zijn. De
producent van de proceschemicaliën
draagt de verantwoordelijkheid voor negatieve invloeden op het materiaal van
het spoelmateriaal en de reinigingsautomaat.
-
-
-
Uw toestel afdanken
Hou er rekening mee dat het toe
stel door pathogene kiemen, mo
gelijk pathogene kiemen, genetisch ge
wijzigd materiaal, bloed, etc. besmet
kan zijn en dat het daarom ontsmet
moet worden voor u het afdankt.
Uit veiligheidsoverwegingen - en om
het milieu te beschermen - verwijdert u
alle resten van chemicaliën. Volg daar
bij de veiligheidsvoorschriften (veilig
heidsbril en handschoenen ge
bruiken!).
Verwijder de deurgrendel of maak hem
onbruikbaar zodat kinderen zich niet in
het toestel kunnen opsluiten. Breng het
toestel vervolgens naar een
reglementair recyclagecentrum.
Wanneer de veiligheidsinstructies
niet worden opgevolgd, kan de fabrikant niet verantwoordelijk worden
gesteld voor schade die daar eventueel het gevolg van is.
-
-
-
-
-
-
13
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het toestel voor
transportschade. Er werd milieuvrien
delijk en recycleerbaar verpakkingsma
teriaal gekozen.
Door de verpakking weer in kringloop
te brengen, wordt er grondstof ge
spaard en verkleint de afvalberg. Uw
handelaar neemt de verpakking terug.
-
-
Het afdanken van het apparaat
Oude elektrische en elektronische ap
paraten bevatten vaak nog waardevolle
materialen. Ze bevatten echter ook
schadelijke stoffen die voor het functioneren en de veiligheid van het apparaat
nodig waren. Als u het apparaat bij het
gewone afval doet of bij verkeerde behandeling kunnen deze stoffen schadelijk zijn voor de gezondheid en het
milieu. Verwijder het afgedankte apparaat dan ook nooit met het gewone afval.
-
Als u vragen heeft omtrent het af
danken van uw oud toestel, neem dan
contact op met
de handelaar bij wie u het kocht
–
of
de firma Recupel,
–
telefoon 02 706 86 10,
website: www.recupel.be
of
uw gemeentebestuur als u uw toestel
–
naar een containerpark brengt.
Zorg er ook voor dat het toestel intus
sen kindveilig wordt bewaard voor u het
laat wegbrenge
-
-
Bij de aankoop van uw nieuw toestel
heeft u een bijdrage betaald. Die wordt
volledig gebruikt voor de toekomstige
recyclage van dat toestel. Dat bevat
trouwens nog waardevol materiaal.
Door te recycleren wordt er dan ook
minder verspild en vervuild.
14
Deur openen en sluiten
Elektrische deurvergrendeling
De reinigingsautomaat is uitgerust met
een elektrische deurvergrendeling.
De deur kan enkel worden geopend
als:
de reinigingsautomaat elektrisch aan
^
gesloten is en
de schakelaar I-0 ingeschakeld is.
^
Deur openen a
Duw de deuropener tot tegen de
^
aanslag, neem tegelijk de greeplijst
vast en open de deur.
Raak de verwarmingselementen
,
niet aan wanneer u na het beëindigen van het programma de deur
opent. Zelfs enkele minuten nadat
het programma beëindigd is, kunt u
zich daar nog aan verbranden.
Als het eerste water in het toestel is gelopen, kan de deur niet meer worden
geopend. De deur blijft vergrendeld tot
aan het einde van het programma. De
elektrische deurvergrendeling geldt niet
voor de programma's AFSPOELEN D
en AFPOMPEN 6.
Als het mogelijk moet zijn de deur
tijdens de programmafase "Drogen" te
openen, moet dit speciaal door de klan
tendienst worden geprogrammeerd.
Deur openen met de
noodontgrendeling
De noodontgrendeling mag enkel
worden bediend als de deur niet
meer op de normale manier kan
worden geopend, bijv. in geval van
een stroomonderbreking.
Let op bij SPECIAL-programma's,
zie "Opmerkingen omtrent uw veilig
heid"!
Draai de programmakiezer op f.
^
Schakel het toestel uit met de scha
^
kelaar I-0.
^
Grijp langs onder achter de
serviceklep en trek de ring van het
noodontgrendelsnoer omlaag.
-
-
-
Deur sluiten
Klap de deur omhoog en duw ze vast
tot ze vergrendelt. Duw daarbij niet op
de deuropener.
15
Waterontharder
Om goede reinigingsresultaten te krij
gen, heeft de reinigingsautomaat zacht
(kalkarm) water nodig. Als het leiding
water hard is, zet er zich een witte aan
slag af op het spoelmateriaal en op de
wanden van de spoelruimte.
Leidingwater met een waterhardheid
vanaf 4 °d (0,7 mmol/l) moet daarom
worden onthard. Dit gebeurt automa
tisch in het ingebouwde onthardings
systeem.
Bedenk: De waterontharder heeft
–
daarvoor wel regenereerzout nodig.
De reinigingsautomaat moet precies
–
worden geprogrammeerd volgens de
hardheid van uw leidingwater.
– Uw waterbedrijf kan u informatie
verstrekken over de precieze hardheid van het leidingwater.
Programmeer bij een variërende waterhardheid (bijv. 8 - 17 °d) altijd de hoogste waarde (in dit voorbeeld 17 °d).
-
-
-
-
Waterontharder programmeren
Schakel de reinigingsautomaat uit.
^
Zet de programmakiezer op f.
^
Hou de toetsen ß en 6 ingedrukt
^
en schakel tegelijk het toestel in met
de schakelaar I-0.
Op het display verschijnt de actuele
programmaversie P....
Het controlelampje p / 6 brandt.
Druk 1x op de toets 0,
^
Op het display verschijnt E01.
^ Draai de programmakiezer één scha-
kelaarstand naar rechts (stand 1 uur).
Op het display verschijnt de waarde 19
(in de fabriek ingestelde waterhardheid
in °d).
^ Druk verschillende keren op de toets
ß of hou hem ingedrukt tot de gewenste waarde (hardheidsgraad in
°d) op het display verschijnt.
De ingebouwde waterontharder kan
worden geprogrammeerd van 1 °d
tot 60 °d.
Bij een eventuele reparatie is het voor
de technicus makkelijk als u de hard
heid van het leidingwater kent.
Noteer daarom de hardheid van uw
leidingwater:
°d
16
Waarden voor de waterhardheid in °d,
mmol/l en °f vindt u in de tabel op de
volgende pagina.
Als de waarde bereikt is.
-
^
Druk op de toets 6.
SP verschijnt op het display.
^
Druk nogmaals op de toets 6.
De gewenste waarde wordt opgesla
gen. Het display gaat uit.
Gebruik enkel speciaal regenereerzout
met een zo grof mogelijke korrel, of zui
vere ingedampte zouten met een korrel
van ca. 1 - 4 mm, zoals het regenereer
zout "BROXAL compact" of "Calgonit
Professional". Gebruik nooit andere
soorten zout, zoals tafelzout, veezout of
strooizout. Deze soorten zout bevatten
soms niet in water op te lossen deeltjes
die een nadelig effect kunnen hebben
op de werking van de ontharder!
-
-
Het reservoir is geschikt voor ca.
2,5 kg zout.
Als u het zoutreservoir per ver-
,
gissing met reiniger vult, raakt de
ontharder beschadigd!
Controleer altijd goed of u een pak
zout in de hand heeft voor u het
zoutreservoir vult.
^ Neem het onderrek uit.
^
Schroef de afsluitkap af.
Voor de eerste zoutvulling:
Vul het reservoir met ca. 2,5 l water,
zodat het zout zich kan oplossen.
Nadat u de reinigingsautomaat in
gebruik hebt genomen, zit er altijd
genoeg water in het reservoir.
Plaats de vultrechter.
^
^ Vul met regenereerzout.
Tijdens het vullen loopt een deel van
het zout over.
^ Verwijder zoutresten van de schroef-
draad van het reservoir.
^ Schroef de afsluitkap goed vast.
^ Start onmiddellijk het programma AF-
SPOELEN D, zodat het overgelopen
zout wordt verdund en weggespoeld.
Als de uitvoering van het program
ma D na de start enkele minuten
vertraging oploopt, vormt dit geen
storing. In dergelijk geval wordt
eerst een vereiste regeneratie van
de ontharder uitgevoerd.
-
18
Controlelampje voor het zout
De regeneratie van de ontharder wordt
automatisch uitgevoerd terwijl een programma loopt.
Gedurende die tijd staat a k op de
programma-indicator.
^ Vul regenereerzout bij als het con-
trolelampje voor het zout b k
brandt.
Waterontharder
19
Gebruikstechniek
De reinigingsautomaat kan met telkens
één onderrek en één bovenrek of een
wagen worden uitgerust. Deze rekken
kunnen, afhankelijk van het soort en de
vorm van het te reinigen en te
ontsmetten spoelmateriaal, worden uit
gerust met verschillende inzetten. Ze
kunnen ook worden vervangen door
speciale rekken.
De rekken en inzetten moeten over
eenkomstig de uit te voeren taak
worden gekozen.
Op de volgende pagina's vindt u
uitrustingsvoorbeelden en tips voor
specifieke toepassingsgebieden.
Voor u een programma start, dient u
altijd het volgende te controleren
(visuele controle):
– Is het spoelmateriaal spoeltechnisch
juist geplaatst/aangesloten?
-
Controleer na het beëindigen van een
programma altijd het volgende:
Controleer het reinigingsresultaat van
–
het spoelmateriaal visueel.
-
Zit al het spoelmateriaal met een
–
holle ruimte nog op de juiste sproei
koppen?
Spoelmateriaal dat tijdens de
,
behandeling losgekomen is van de
adapters, moet nogmaals worden
behandeld.
Zijn de lumen van het spoelmateriaal
–
met een holle ruimte vrij
doorgankelijk?
– Zijn de sproeikoppen en de aan-
sluitingen degelijk verbonden met
het rek of de inzet?
-
–
Kan het spoelwater door de
lumen/kanalen van spoelmateriaal
met een holle ruimte lopen?
–
Zijn de sproeiarmen schoon en kun
nen ze vrij draaien?
–
Is de zeefcombinatie vrij van grof vuil
(aanwezige grote stukken verwij
deren, eventueel zeefcombinatie rei
nigen)?
–
Is de rekadapter voor de watertoe
voer naar de sproeiarmen of sproei
koppen juist aangekoppeld?
–
Zijn de reservoirs voldoende gevuld
met proceschemicaliën?
20
-
-
-
-
-
Gebruikstechniek
Spoelmateriaal plaatsen
Plaats het spoelmateriaal altijd zo,
–
dat alle vlakken door het water kun
nen worden bereikt. Enkel op die ma
nier is een goed resultaat mogelijk!
Het spoelmateriaal mag niet in elkaar
–
liggen en het mag elkaar niet bedek
ken.
Stukken spoelmateriaal met een
–
holle ruimte moeten ook langs binnen
volledig met het spoelwater behan
deld kunnen worden.
Plaats holle recipiënten met de ope
–
ningen omlaag in de overeenkomstige
rekken en inzetten, zodat het water ongehinderd in en uit kan lopen.
– Plaats spoelmateriaal met een diepe
bodem zoveel mogelijk schuin, zodat
het water eraf kan lopen.
– Plaats slanke holle recipiënten zoveel
mogelijk in het midden van de rekken. Het water kan er dan beter bij.
–
Wagens of rekken met adapter moe
ten altijd goed aangekoppeld zijn.
-
-
-
Voorbehandeling
Maak het spoelmateriaal leeg voor u
^
het plaatst en hou eventueel rekening
met de ontsmettingsvoorschriften.
Verwijder de voedingsbodem (agar)
^
uit petrischalen.
Verwijder bloedresten en bloedkoek.
^
Verwijder stoppen, kurken, etiketten,
^
zegellakresten, etc.
Resten van zuren en oplosmid
,
delen, met name zoutzuur en chlori
dehoudende oplossingen, mogen
niet in de spoelruimte terechtkomen.
Voorbehandeling voorafgaand aan de
machinale behandeling
Van geval tot geval moet worden gecontroleerd of moeilijk of niet
verwijderbare verontreinigingen zoals
vet, papieren etiketten, etc., die het
reinigings- en spoelresultaat kunnen
beïnvloeden, door middel van een voor-
-
behandeling moeten worden verwij
derd.
-
-
-
–
De sproeiarmen mogen niet worden
geblokkeerd door te hoge of langs
onder uitstekende onderdelen.
–
Gebruik enkel spoeltechnisch per
fect spoelmateriaal uit
instrumentenstaal om corrosie te ver
mijden.
–
Vernikkeld spoelmateriaal en
spoelmateriaal met kleurgeëloxeerd
aluminium is niet geschikt voor be
handeling in de machine.
–
Gebruik thermisch stabiele
kunststofonderdelen.
Bij laboratoriumtoestellen die besmet
zijn met microbiologisch materiaal,
pathogene kiemen, mogelijk pathogene
kiemen, genetisch gewijzigd materiaal,
etc. moet worden beslist of ze vooraf
gaand aan de machinale behandeling
moeten worden gesteriliseerd.
Gecontamineerde medische producten
worden na gebruik in principe zonder
voorbehandeling rechtstreeks in de rek
ken en inzetten van de reinigings- en
ontsmettingsautomaat geplaatst
(droog).
-
-
21
Gebruikstechniek
Verende adapter
watervoorziening
De verende adapter voor de
watervoorziening van de rekken of in
jectorwagen moet correct aankoppelen
bij het inschuiven in de reinigingsauto
maat, m.a.w. hij moet 4-5 mm hoger in
gesteld zijn dan de watertoevoer in de
reinigingsautomaat.
Als dit niet het geval is, de verstelbare
adapter dienovereenkomstig aanpas
sen.
-
-
Hoogte van een onderrek
aanpassen
Het onderrek kan op drie niveaus tel
kens 2 cm in de hoogte worden ver
plaatst.
Afhankelijk van de instelling van het bo
venrek en het gebruik van een inzet kan
spoelmateriaal van verschillende hoog
te in de rekken worden geplaatst.
Bovenrek verplaatsen:
Trek het bovenrek tot tegen de aan
^
slag naar voor en hef het van de
looprails.
^ Schroef de rolhouders aan beide zij-
den van het rek af met een
schroefsleutel maat 7 en zet ze in de
gewenste positie.
-
-
-
-
-
^
Maak de klemring los.
^
Schuif de adapter omhoog en draai
de klemring vast.
22
Gebruikstechniek
Laboratoriumtoestellen
Laboratoriumtoestellen met een brede
hals, bijv. bekerglazen, erlenmeyerkol
ven met een brede hals en petrischalen
of laboratoriumtoestellen met een
cilindrische vorm zoals reageerbuisjes
kunnen door middel van de ronddraai
ende sproeiarmen van binnen en van
buiten worden gereinigd en gespoeld.
Hiertoe dienen de
laboratoriumtoestellen in inzetten (volle
dig, half of kwart) te worden geplaatst
die in een lege onderrek of bovenrek
met sproeiarm zijn geplaatst.
Voor laboratoriumtoestellen met een
nauwe hals zoals erlenmeyerkolven met
een nauwe hals, ronde koven,
maatkolven en pipetten zijn
injectorwagens of injectorrekken vereist.
Voor de injectorwagens en -korven
voor laboratoriumtoestellen met een
nauwe hals is er een afzonderlijke
gebruiksaanwijzing beschikbaar.
-
-
Hieronder worden alleen de
basisaanwijzingen vermeld die bij het
voorbereiden en het plaatsen van de
laboratoriumtoestellen moeten worden
gevolgd.
Petrischalen e.d. met de verontrei
–
nigde kant naar het midden toe in
een geschikte inzet plaatsen.
Pipetten met het mondstuk naar bo
–
ven toe in de inzetten plaatsen.
Eventueel afdeknetten gebruiken om
–
te voorkomen dat het glaswerk
breekt.
– Kwartrekken moeten op minstens 3
cm afstand van de rand van de wagen worden geplaatst.
-
-
23
Gebruikstechniek
Bovenrek O 188/1
voor de bevestiging van inzetten, bijv.
E 103 voor reageerbuisjes, AK 12 voor
trechters en bekerglazen, E 118 voor
petrischalen of E 134 voor
objectdragers.
Onderrek U 874/1
voor de bevestiging van inzetten, bijv.
E 136 voor petrischalen en E 403 voor
glasschijven.
E 106/2
voor glazen met een brede hals,
maatcilinders of medicijnflesjes.
E 109
voor bekerglazen.
24
Loading...
+ 56 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.