Lees absoluut de gebruiksen montageaanwijzing voor u het toestel opstelt,
installeert en in gebruik neemt.
Dat is veiliger voor uzelf en
u vermijdt schade aan het toestel.
nl-BE
M.-Nr. 07 702 150
Page 2
Inhoud
Veiligheidsinstructies voor het inbouwen..............................3
Opmerkingen omtrent de inbouw.....................................4
Alle aansluitingen moeten overeen
komstig de richtlijnen die van toe
passing zijn op de opstelplaats, wor
den uitgevoerd door een vakman of
vakvrouw die erkend is door het be
voegde energiebedrijf.
Controleer vóórdat het toestel wordt
~
geplaatst, of het aan de buitenkant
zichtbaar beschadigd is.
Vergelijk zeker eerst de aansluitge
~
gevens (spanning en frequentie) op het
typeplaatje met die van het elektrici
teitsnet. Sluit daarna pas uw toestel
aan. Deze gegevens dienen absoluut
overeen te stemmen. Anders treedt er
schade op aan uw toestel. Vraag bij
twijfel inlichtingen aan een elektricien.
De elektrische veiligheid van het
~
toestel is alleen gewaarborgd als het
wordt aangesloten op een volgens de
voorschriften geïnstalleerd aardsysteem. Het is belangrijk dat u dit controleert. Laat de elektrische installatie in
uw woning bij twijfel door een elektri
cien controleren. De fabrikant kan niet
aansprakelijk gesteld worden voor
schade die werd veroorzaakt doordat
de aardleiding onderbroken was of ge
woon ontbrak. Er bestaat in dat geval
onder andere gevaar voor elektrische
schokken.
-
-
-
-
-
-
Zorg ervoor dat het stopcontact na
~
de inbouw van uw toestel nog vlot toe
gankelijk is.
-
-
Wordt de stekker van de aansluitka
~
bel verwijderd, laat het toestel dan uit
sluitend door een vakman of vakvrouw
inbouwen en aansluiten. Uw installateur
is precies op de hoogte van de toepas
selijke voorschriften en houdt zich daar
strikt aan. Wanneer er bij het inbouwen
of aansluiten van het toestel fouten wor
den gemaakt, kan de fabrikant niet aan
sprakelijk worden gesteld voor schade
die daar eventueel het gevolg van is.
Dit toestel mag niet op niet-vaste
~
plaatsen (bijv. op een schip) worden
gebruikt.
Plaats het toestel zo dat u de inhoud
~
van de stoomovenpan in het bovenste
inschuifniveau kan zien. Enkel zo kunt u
vermijden dat u morst en zich verbrandt
aan hete gerechten of heet water.
Bewaar deze montagehandleiding en
geef ze door aan wie het toestel even
tueel na u gebruikt.
Alle afmetingen zijn opgegeven in mm.
-
-
-
-
-
-
-
Gebruik uit veiligheidsoverwegingen
~
geen stopcontactenblokken of verleng
kabels om het toestel aan te sluiten. Die
bieden niet voldoende veiligheidsga
ranties. Er bestaat onder andere gevaar
voor oververhitting.
-
-
3
Page 4
Opmerkingen omtrent de inbouw
Detailafmetingen van het front
van het toestel
4
Page 5
Opmerkingen omtrent de inbouw
Nodige ruimte voor het openen
en sluiten van het bedienings
paneel
-
In de ruimte die het bedieningspaneel
nodig heeft voor het openen en sluiten
mag er zich geen voorwerp bevinden
(bijv. een deurgreep) dat het openen of
sluiten kan verhinderen.
5
Page 6
DGC 5080 XL
Toestel- en inbouwafmetingen
Inbouw in een kolomkast
a Combi-stoomoven
b Inbouwnis
c Waar de aansluitkabel in het toestel binnenkomt
d Plaats waar de elektrische aansluiting (het stopcontact) bij voorkeur wordt aan
gebracht
e Aansluitkabel
* Toestellen met glazen front
** Toestellen met metalen front
6
-
Page 7
Uitsparingen voor de ventilatie van het toestel
DGC 5080 XL
Om een optimale ventilatie van het toestel te verzekeren, dienen de volgende uit
sparingen te worden voorzien (telkens van 500 x 40 mm):
a in de bovenkant van het meubel
b in de plank boven de inbouwnis
De inbouwnis mag geen achterwand hebben.
-
7
Page 8
DGC 5080 XL
Inbouw in een onderkast
Als het toestel onder een kookvlak moet worden ingebouwd, dient u de opmer
kingen omtrent het inbouwen van het kookvlak te volgen en de inbouwhoogte
van het kookvlak te respecteren.
a Combi-stoomoven
-
b Inbouwnis
c Waar de aansluitkabel in het toestel binnenkomt
d Plaats waar de elektrische aansluiting (het stopcontact) bij voorkeur wordt aan
gebracht
e Aansluitkabel
* Toestellen met glazen front
** Toestellen met metalen front
8
-
Page 9
DGC 5080 XL
Uitsparingen voor de ventilatie van het toestel
Om een optimale ventilatie van het toestel te verzekeren, dienen de volgende uitsparingen te worden voorzien (telkens van 500 x 40 mm):
a in de steunplank van het toestel
b in de bodem van de kastruimte daaronder
De inbouwnis mag geen achterwand hebben.
9
Page 10
DGC 5080 XL
Inbouw samen met een gewone oven
a Combi-stoomoven
b Inbouwnis
c Waar de aansluitkabel in het toestel binnenkomt
d Plaats waar de elektrische aansluiting (het stopcontact) bij voorkeur wordt aan
gebracht
e Aansluitkabel
f Oven
* Toestellen met glazen front
** Toestellen met metalen front
10
-
Page 11
Uitsparingen voor de ventilatie van het toestel
DGC 5080 XL
Om een optimale ventilatie van het toestel te verzekeren, dienen de volgende uit
sparingen te worden voorzien (telkens van 500 x 40 mm):
a in de bovenkant van het meubel
b in de plank boven de inbouwnis
De inbouwnis mag geen achterwand hebben.
Uitsparing voor de ventilatie van de oven:
Raadpleeg de montageaanwijzing van de oven.
-
11
Page 12
DGC 5080 XL
Inbouw samen met EGW/ESW 50x0-14
a Combi-stoomoven
b Inbouwnis
c Waar de aansluitkabel in het toestel binnenkomt
d Plaats waar de elektrische aansluiting (het stopcontact) bij voorkeur wordt aan
gebracht
e Aansluitkabel
f Geïntegreerde bordenwarmer / geïntegreerde warmhoudlade
* Toestellen met glazen front
** Toestellen met metalen front
12
-
Page 13
Uitsparingen voor de ventilatie van het toestel
DGC 5080 XL
Om een optimale ventilatie van het toestel te verzekeren, dienen de volgende uit
sparingen te worden voorzien (telkens van 500 x 40 mm):
a in de bovenkant van het meubel
b in de plank boven de inbouwnis
De inbouwnis mag geen achterwand hebben.
-
13
Page 14
DGC 5080 XL
Inbouw samen met ESW 50x0-29
a Combi-stoomoven
b Inbouwnis
c Waar de aansluitkabel in het toestel binnenkomt
d Plaats waar de elektrische aansluiting (het stopcontact) bij voorkeur wordt aan
gebracht
e Aansluitkabel
f Geïntegreerde warmhoudlade
* Toestellen met glazen front
** Toestellen met metalen front
14
-
Page 15
Uitsparingen voor de ventilatie van het toestel
DGC 5080 XL
Om een optimale ventilatie van het toestel te verzekeren, dienen de volgende uit
sparingen te worden voorzien (telkens van 500 x 40 mm):
a in de bovenkant van het meubel
b in de plank boven de inbouwnis
De inbouwnis mag geen achterwand hebben.
-
15
Page 16
Toestel plaatsen
^
Het toestel moet waterpas staan, zodat de stoomgenerator
zonder problemen kan werken.
De positie van het toestel mag maximaal 2° afwijken van
waterpas.
^ Schroef het toestel met de bijgeleverde houtschroeven
Schuif het toestel in de inbouwnis en zet het waterpas.
3,5 x 25 mm rechts en links vast aan de zijwanden van de
kast.
16
Page 17
Aanbrengen van de watertoevoer/waterafvoer
DGC 5085 XL
a Waterkraan
b Watertoevoerslang, L = 1500 mm
c Waterafvoerslang, L = 3000 mm
d Het oplopende uiteinde van de waterafvoerslang tot aan de ingang van de sifon
mag niet hoger zijn dan 500 mm.
e Opgelet! De watertoevoerslang en waterafvoerslang van het toestel mogen bij
het inbouwen van een oven niet achter het luchtgat e worden vastgeklemd.
17
Page 18
DGC 5085 XL
Toestel- en inbouwafmetingen
Inbouw in een kolomkast
a Combi-stoomoven
b Inbouwnis
c Waar de aansluitkabel in het toestel binnenkomt
d Plaats waar de elektrische aansluiting (het stopcontact) bij voorkeur wordt aan
gebracht
e Aansluitkabel
* Toestellen met glazen front
** Toestellen met metalen front
18
-
Page 19
DGC 5085 XL
Uitsparingen voor de ventilatie van het toestel en voor de watertoevoerslang
en waterafvoerslang
Om de watertoevoerslang en waterafvoerslang aan te brengen en een optimale
ventilatie van het toestel te verzekeren, dienen de volgende uitsparingen te wor
den voorzien (telkens van 500 x 40 mm):
a in de bovenkant van het meubel (ventilatie)
b in de plank boven de inbouwnis (ventilatie)
c in de steunplank van het toestel (watertoevoerslang en waterafvoerslang)
d in de bodem van het meubel (watertoevoerslang en waterafvoerslang)
De inbouwnis mag geen achterwand hebben.
-
19
Page 20
DGC 5085 XL
Inbouw in een onderkast
Als het toestel onder een kookvlak moet worden ingebouwd, dient u de opmer
kingen omtrent het inbouwen van het kookvlak te volgen en de inbouwhoogte
van het kookvlak te respecteren.
-
a Combi-stoomoven
b Inbouwnis
c Waar de aansluitkabel in het toestel binnenkomt
d Plaats waar de elektrische aansluiting (het stopcontact) bij voorkeur wordt aan
gebracht
e Aansluitkabel
* Toestellen met glazen front
** Toestellen met metalen front
20
-
Page 21
DGC 5085 XL
Uitsparingen voor de ventilatie van het toestel en voor de watertoevoerslang
en waterafvoerslang
Om de watertoevoerslang en waterafvoerslang aan te brengen en een optimale
ventilatie van het toestel te verzekeren, dienen de volgende uitsparingen te worden voorzien (telkens van 500 x 40 mm):
a in de steunplank van het toestel
b in de bodem van de kastruimte daaronder
De inbouwnis en de kastruimte daaronder mogen geen achterwand hebben.
21
Page 22
DGC 5085 XL
Inbouw samen met een gewone oven
a Combi-stoomoven
b Inbouwnis
c Waar de aansluitkabel in het toestel binnenkomt
d Plaats waar de elektrische aansluiting (het stopcontact) bij voorkeur wordt aan
gebracht
e Aansluitkabel
f Oven
* Toestellen met glazen front
** Toestellen met metalen front
22
-
Page 23
DGC 5085 XL
Uitsparingen voor de ventilatie van het toestel en voor de watertoevoerslang
en waterafvoerslang
Om de watertoevoerslang en waterafvoerslang aan te brengen en een optimale
ventilatie van het toestel te verzekeren, dienen de volgende uitsparingen te wor
den voorzien (telkens van 500 x 40 mm):
a in de bovenkant van het meubel (ventilatie)
b in de plank boven de inbouwnis van de combi-stoomoven
(ventilatie)
c in de steunplank van de combi-stoomoven (watertoevoerslang en waterafvoer
slang)
d in de steunplank van de oven (watertoevoerslang en waterafvoerslang)
e in de bodem van het meubel (watertoevoerslang en waterafvoerslang)
De inbouwnis mag geen achterwand hebben.
Uitsparing voor de ventilatie van de oven:
Raadpleeg de montageaanwijzing van de oven.
-
-
23
Page 24
DGC 5085 XL
Inbouw samen met EGW/ESW 50x0-14
a Combi-stoomoven
b Inbouwnis
c Waar de aansluitkabel in het toestel binnenkomt
d Plaats waar de elektrische aansluiting (het stopcontact) bij voorkeur wordt aan
gebracht
e Aansluitkabel
f Geïntegreerde bordenwarmer / geïntegreerde warmhoudlade
* Toestellen met glazen front
** Toestellen met metalen front
24
-
Page 25
DGC 5085 XL
Uitsparingen voor de ventilatie van het toestel en voor de watertoevoerslang
en waterafvoerslang
Om de watertoevoerslang en waterafvoerslang aan te brengen en een optimale
ventilatie van het toestel te verzekeren, dienen de volgende uitsparingen te wor
den voorzien (telkens van 500 x 40 mm):
a in de bovenkant van het meubel (ventilatie)
b in de plank boven de inbouwnis (ventilatie)
c in de steunplank van het toestel (watertoevoerslang en waterafvoerslang)
d in de bodem van het meubel (watertoevoerslang en waterafvoerslang)
De inbouwnis mag geen achterwand hebben.
-
25
Page 26
DGC 5085 XL
Inbouw samen met ESW 50x0-29
a Combi-stoomoven
b Inbouwnis
c Waar de aansluitkabel in het toestel binnenkomt
d Plaats waar de elektrische aansluiting (het stopcontact) bij voorkeur wordt aan
gebracht
e Aansluitkabel
f Geïntegreerde warmhoudlade
* Toestellen met glazen front
** Toestellen met metalen front
26
-
Page 27
DGC 5085 XL
Uitsparingen voor de ventilatie van het toestel en voor de watertoevoerslang
en waterafvoerslang
Om de watertoevoerslang en waterafvoerslang aan te brengen en een optimale
ventilatie van het toestel te verzekeren, dienen de volgende uitsparingen te wor
den voorzien (telkens van 500 x 40 mm):
a in de bovenkant van het meubel (ventilatie)
b in de plank boven de inbouwnis (ventilatie)
c in de steunplank van het toestel (watertoevoerslang en waterafvoerslang)
d in de bodem van het meubel (watertoevoerslang en waterafvoerslang)
De inbouwnis mag geen achterwand hebben.
-
27
Page 28
DGC 5085 XL
Toestel in gereedheid brengen
Voordat u het toestel plaatst en aansluit, moet u in elk geval
de rubriek "Wateraansluiting" lezen.
Watertoevoerslang monteren
De aansluiting voor de watertoevoerslang bevindt zich
linksboven aan de achterkant van het toestel.
Draai de wartelmoer van de roestvrijstalen slang op de
^
schroefdraad.
Zorg dat de schroefkoppeling vastzit en goed afsluit.
Waterafvoerslang monteren
De aansluiting voor de waterafvoerslang bevindt zich
linksonder aan de achterkant van het toestel.
^ Sluit de slang aan op de aansluiting voor de waterafvoer-
slang op het toestel en bevestig deze met de slangklem.
Toestel plaatsen en aansluiten
^ Sluit de aansluitkabel aan op het toestel.
^ Leid de watertoevoerslang en waterafvoerslang door de
uitsparing van de steunplank van het toestel.
28
^ Schuif het toestel in en zet het waterpas.
Let erop dat de aansluitkabel en de watertoevoerslang en
waterafvoerslang niet vastgeklemd zitten of beschadigd ra
ken.
Het toestel moet waterpas staan, zodat de stoomgenerator
zonder problemen kan werken.
De positie van het toestel mag maximaal 2° afwijken van
waterpas.
-
Page 29
DGC 5085 XL
^ Schroef het toestel met de bijgeleverde houtschroeven
3,5 x 25 mm rechts en links vast aan de zijwanden van de
kast.
^ Sluit het toestel aan op de watertoevoer en -afvoer.
^ Sluit het toestel via de aansluitkabel aan op het elektrici-
teitsnet.
^ Controleer alle functies van het toestel aan de hand van de
gebruiksaanwijzing.
29
Page 30
DGC 5085 XL
Wateraansluiting
De watertoevoerslang en waterafvoerslang moeten zo aange
bracht zijn dat de Service After Sales van Miele het toestel
kan uittrekken.
Controleer vóórdat de watertoevoerslang en waterafvoerslang
worden aangesloten of ze zichtbaar beschadigd zijn.
Gegevens van de waterslangen
Roestvrijstalen toevoerslang
Lengte 1.500 mm (1,5 m) C 12,5 mm
C aansluiting waterkraan / aansluiting op het toestel allebei
33,5 mm
Kunststof afvoerslang
Lengte 3.000 mm (3,0 m) C 12,5 mm
C aansluiting sifon 26 mm / aansluiting op het toestel 15 mm
Als de waterslangen in lege buizen worden geplaatst, raden wij buizen aan met een binnendiameter van minstens
50 mm.
Opmerkingen omtrent de watertoevoer
De aansluiting op de waterleiding mag alleen door een
gekwalificeerde vakman of vakvrouw worden gerealiseerd.
-
30
Het toestel voldoet aan de eisen van IEC 61770 en
EN 61770.
De waterkwaliteit moet voldoen aan de
drinkwatervoorschriften van het land waarin het toestel
wordt gebruikt.
De waterkraan voor de watertoevoer moet nog goed toe
gankelijk zijn wanneer het toestel ingebouwd is.
Als een eigen onthardingssysteem voorgeschakeld is,
moet erop worden gelet dat het elektrisch geleidende ver
mogen van het water behouden blijft.
-
-
Page 31
DGC 5085 XL
Alle toestellen en inrichtingen die worden gebruikt om het wa
ter naar de combi-stoomoven te voeren, moeten voldoen aan
de geldige voorschriften van het land in kwestie.
Het toestel mag alleen op een koudwaterleiding worden
aangesloten.
Een terugslagklep is niet vereist; het toestel voldoet aan de
richtlijnen van DVGW.
De waterdruk moet minimum 100 kPa (1 bar) bedragen en
mag maximum 600 kPa (6 bar) bedragen. Is de druk hoger
dan 600 kPa (6 bar), dan moet een drukreduceerventiel wor
den ingebouwd.
Voor de aansluiting is een waterkraan met 3/4"-schroefkopp
eling vereist tussen de watertoevoerslang en de waterleiding.
Is er geen dergelijke waterkraan aanwezig, dan mag het toestel alleen door een erkend installateur op de drinkwaterleiding worden aangesloten.
De meegeleverde roestvrijstalen watertoevoerslang mag niet
worden ingekort.
Er is een toevoerslang met een lengte van 3.000 mm (3,0 m)
verkrijgbaar, indien nodig. De slang mag niet worden ingekort.
-
-
-
Er mogen geen oude of gebruikte slangen op het toestel
worden aangesloten.
Het is aan te bevelen alleen originele slangen van de fa
brikant te gebruiken.
De totale lengte van de slang mag maximum 7.500 mm
(7,5 m) bedragen.
Voorafgaand aan het aansluiten van het toestel en na alle
werkzaamheden aan de watertoevoerleiding moet de water
leiding worden gespoeld om aanslag of afzettingen eruit te
spoelen.
-
-
31
Page 32
DGC 5085 XL
Watertoevoer aansluiten
De wateraansluiting mag niet worden uitgevoerd terwijl het
toestel op het elektriciteitsnet is aangesloten.
Ontkoppel het toestel in dat geval van het elektriciteitsnet.
^
Sluit de roestvrijstalen slang aan op de waterkraan.
^
Zorg dat de schroefkoppelingen vast zitten en goed afslui
ten.
De schroefkoppelingen staan onder waterdruk. Controleer
daarom of de aansluiting niet lekt door de kraan langzaam
open te draaien. Corrigeer indien nodig de zitting van de
dichting en de schroefkoppeling.
-
32
Page 33
Opmerkingen omtrent de waterafvoer
De waterafvoer kan worden aangesloten op
- een op- of inbouwsifon met vaste slangaansluiting
of
- een aftakking/aansluiting
op de gootsteensifon.
DGC 5085 XL
De afvoersifon mag niet hoger worden geplaatst dan de aan
sluiting voor de waterafvoerslang op het toestel, zodat het
water volledig kan weglopen.
De temperatuur van het afgevoerde water bedraagt
ca. 70 °C.
Opgelet:
Het oplopende uiteinde van de waterafvoerslang tot aan de
aansluiting op de sifon mag niet hoger zijn dan 500 mm!
De meegeleverde waterafvoerslang mag niet worden ingekort.
Er is een afvoerslang met een lengte van 7.500 mm (7,5 m)
verkrijgbaar, indien nodig. De slang mag niet worden ingekort.
Het is aan te bevelen alleen originele slangen van de fabrikant te gebruiken.
De totale lengte van de slang mag maximum 7.500 mm
(7,5 m) bedragen.
Waterafvoer aansluiten
^
-
Sluit de waterafvoerslang met het slangmondstuk (C
21 mm) aan op de sifon.
^
Bevestig de slang met de slangklem.
33
Page 34
Elektrische aansluiting
Het is aan te bevelen het toestel via een stekker aan te sluiten
op het elektriciteitsnet. Daardoor worden onderhouds- en
herstelwerken eenvoudiger.
Zorg ervoor dat het stopcontact na de inbouw van uw toestel
nog vlot toegankelijk is.
Als de aansluiting niet via een stopcontact gebeurt, dient u
de aansluiting te laten uitvoeren door een elektricien, die
goed op de hoogte is van de nationale voorschriften en aan
vullende voorschriften van de plaatselijke elektriciteitsmaat
schappij, en die deze voorschriften nauwkeurig volgt.
Is het stopcontact voor de gebruiker niet meer toegankelijk of
is er een vaste aansluiting voorzien, dan moet die voor elke
fase met een stroomonderbreker uitgerust zijn. Als stroomon
derbrekers kunnen schakelaars worden gebruikt met een
contactopening van minstens 3 mm. Bijvoorbeeld automatische uitschakelaars, zekeringen en contactsluiters.
De vereiste aansluitgegevens vindt u op het typeplaatje.
Deze gegevens moeten overeenstemmen met de gegevens
van het elektriciteitsnet.
De fabrikant wijst erop dat hij geen aansprakelijkheid
aanvaart voor (on)rechtstreekse schade die voortvloeit uit
een ondeskundige inbouw of verkeerde aansluiting.
-
-
-
34
De fabrikant kan niet aansprakelijk gesteld worden voor
schade die werd veroorzaakt doordat de aardleiding on
derbroken was of gewoon ontbrak. Er bestaat in dat geval
onder andere gevaar voor elektrische schokken.
Na inbouw moet worden gewaarborgd dat onder span
ning staande delen niet kunnen worden aangeraakt.
-
-
Page 35
Aansluitwaarde
Zie typeplaatje.
Aansluiting en zekering
AC230V/50Hz
Zekering: 16 A
Onderbrekingskarakteristiek: type B of C
Verliesstroomschakelaar
Om extra veiligheid te kunnen garanderen, wordt in de
EU-voorschriften en richtlijnen voor België geadviseerd de
elektrische installatie van een verliesstroomschakelaar
(30 mA) te voorzien.
Elektrische aansluiting
35
Page 36
Elektrische aansluiting
Van het elektriciteitsnet loskoppelen
Als het stroomcircuit van het toestel van het elektriciteitsnet
dient te worden losgekoppeld, gaat u afhankelijk van de in
stallatie als volgt te werk:
Smeltzekeringen:
–
Neem de inzetstukken helemaal
uit de schroefkappen.
Automaat met schroefzekeringen
–
Druk op de testknop (rood) tot de
middelste knop (zwart) uitspringt.
Inbouwzekeringsautomaat
–
(stroomonderbreker, min.
type B of C):
Zet de tuimelschakelaar van 1 (aan)
op 0 (uit).of:
– Aardlekschakelaar
(verliesstroomschakelaar)
Zet de hoofdschakelaar van 1 (aan) op 0 (uit) of druk op
de testtoets.
-
of:
of:
Aansluitkabel
Als de aansluitkabel beschadigd is, moet deze worden
vervangen door een speciale aansluitkabel van het type H 05
VV-F (PVC-isolatie). Deze kabel is verkrijgbaar bij de fabrikant
of via de Service After Sales.
De kabel mag enkel worden vervangen door de fabrikant van
het toestel, de door hem erkende dienst Herstellingen aan
huis of een elektricien. De vereiste aansluitgegevens vindt u
op het typeplaatje.
Energie-efficiëntieklasse
Voor het toestel werd overeenkomstig EN 50304 de energie
-efficiëntieklasse A vastgesteld. Dit is gebaseerd op de
meetgegevens bij de functie "Speciaal gebak".
363738
-
Page 37
Page 38
Page 39
39
Page 40
Wijzigingen voorbehouden / 1012
M.-Nr. 07 702 150 / 03
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.