Lees beslist de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw toestel
plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u
voorkomt schade aan uw toestel.
nl-BEM.-Nr. 09 649 630
Inhoud
Opmerkingen omtrent uw veiligheid.................................................................... 6
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu............................................. 14
Dit toestel voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften. On‐
juist gebruik echter kan persoonlijk letsel of beschadiging van het
toestel tot gevolg hebben. Lees daarom de gebruiks- en montage‐
handleiding aandachtig door, voordat u het toestel in gebruik
neemt. In de handleiding vindt u belangrijke instructies met be‐
trekking tot inbouw, veiligheid, gebruik en onderhoud. Miele kan
niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die is ontstaan
doordat de veiligheidsinstructies en waarschuwingen niet in acht
zijn genomen. Bewaar de gebruiks- en montagehandleiding en
geef deze door aan een eventuele volgende eigenaar.
6
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Juist gebruik
Dit toestel is uitsluitend bestemd voor particulier huishoudelijk ge‐
bruik (of daarmee vergelijkbaar).
Het toestel mag niet buiten worden gebruikt.
Gebruik het toestel alleen voor de toepassingen die in deze ge‐
bruiksaanwijzing worden beschreven.
Gebruik voor andere doeleinden is niet toegestaan en kan gevaarlijk
zijn.
Personen die op grond van hun fysieke of psychische gesteld‐
heid, hun onervarenheid of gebrek aan kennis van de stoomoven
niet in staat zijn de stoomoven veilig te bedienen, mogen het alleen
onder toezicht bedienen
of wanneer ze worden geïnstrueerd door iemand die de stoomoven
kent. Ze moeten het mogelijke gevaar van een verkeerde bediening
kunnen herkennen en begrijpen.
7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Kinderen in het huishouden
Maak gebruik van de blokkering om te vermijden dat kinderen de
stoomoven per ongeluk inschakelen.
Houd kinderen onder acht jaar op een afstand, tenzij u voortdu‐
rend toezicht houdt.
Kinderen vanaf acht jaar mogen de stoomoven alleen zonder toe‐
zicht gebruiken als ze weten hoe ze het toestel veilig moeten bedie‐
nen. De kinderen moeten zich bewust zijn van de gevaren van een
foutieve bediening.
Kinderen mogen het toestel niet zonder toezicht reinigen of on‐
derhouden.
Houd kinderen in de gaten wanneer zij zich in de buurt van het
toestel bevinden. Laat kinderen nooit met het toestel spelen.
Verstikkingsgevaar! Spelende kinderen kunnen zich wikkelen in
verpakkingsmateriaal (bijv. folies) of het over hun hoofd trekken en
daardoor verstikken. Houd verpakkingsmateriaal zoals plastic buiten
het bereik van kinderen.
Verbrandingsgevaar door hete stoom! De huid van kinderen is ge‐
voeliger voor hoge temperaturen dan de huid van volwassenen.
Voorkom dat kinderen de deur van het toestel openen als het wordt
gebruikt. Houd kinderen op een afstand, totdat het toestel voldoen‐
de is afgekoeld en er geen verbrandingsgevaar meer bestaat.
Verwondingsgevaar! De deur mag met maximaal 8 kg worden be‐
last. Kinderen kunnen zich aan de geopende deur verwonden.
Voorkom dat kinderen op de geopende deur gaan staan of zitten of
eraan gaan hangen.
8
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Technische veiligheid
Door ondeskundig uitgevoerde installaties, onderhoudswerken of
herstellingen kunnen er niet te onderschatten risico's ontstaan voor
de gebruiker. Installatie-, onderhouds- of herstellingswerken mogen
alleen door vakmensen worden uitgevoerd die door Miele erkend
zijn.
Controleer voordat de stoomoven wordt geplaatst, of hij zichtbaar
beschadigd is. Een beschadigde oven mag niet worden geplaatst en
niet in gebruik worden genomen.
De stoomoven kan alleen betrouwbaar en veilig functioneren, als
hij op het openbare elektriciteitsnet is aangesloten.
De elektrische veiligheid van de stoomoven is uitsluitend gegaran‐
deerd, als deze wordt aangesloten op een aardingssysteem dat vol‐
gens de geldende voorschriften is geïnstalleerd. Aan deze funda‐
mentele veiligheidsvoorwaarde moet worden voldaan. Laat de elek‐
trische installatie bij twijfel door een vakman inspecteren.
De aansluitgegevens (frequentie en spanning) op het typeplaatje
moeten met de waarden van het elektriciteitsnet overeenkomen, om
beschadiging van de stoomoven te voorkomen.
Vergelijk deze gegevens voor de aansluiting. Raadpleeg bij twijfel
een elektricien.
Stopcontactenblokken of verlengkabels bieden niet voldoende
veiligheidsgaranties (gevaar voor brand). Dit in verband met gevaar
voor oververhitting.
Gebruik de stoomoven enkel in ingebouwde toestand. Enkel dan
is een veilige werking gegarandeerd.
Deze stoomoven mag niet op niet-vaste plaatsen (bijv. op een
schip) worden gebruikt.
9
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Wanneer u aansluitingen onder spanning aanraakt of de elek‐
trische en mechanische constructie wijzigt, kan dat voor u gevaar
opleveren. Het kan ook tot storingen in de werking van de stoom‐
oven leiden.
Open nooit de behuizing van de stoomoven.
Het recht op garantie vervalt wanneer de stoomoven door een
klantendienst wordt hersteld die niet door Miele is erkend.
Enkel met originele Miele-wisselstukken bent u zeker dat deze ten
volle voldoen aan de eisen qua veiligheid. Defecte onderdelen mo‐
gen alleen door originele Miele-wisselstukken worden vervangen.
Als de stekker wordt verwijderd of als de aansluitkabel geen stek‐
ker heeft, mag het toestel uitsluitend door een vakman op het net
worden aangesloten.
Als de aansluitkabel beschadigd is, moet deze door een speciale
kabel van het type H 05 VV-F (PVC-isolatie) worden vervangen. Een
dergelijke kabel is verkrijgbaar bij Miele.
Bij installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden moet de
stoomoven volledig van het elektriciteitsnet losgekoppeld zijn. Ga
daarvoor als volgt te werk:
– schakel de zekeringen in uw zekeringkast uit of
– draai de zekeringen in uw zekeringkast er helemaal uit of
– als de stekker (indien aanwezig) uit de contactdoos is getrokken.
Trek daarbij aan de stekker en niet aan de aansluitkabel.
Als het toestel achter een meubeldeur is ingebouwd, mag de deur
niet worden gesloten als u het toestel gebruikt. Achter een gesloten
deur worden warmte en vocht opgehoopt. Hierdoor kunnen het toe‐
stel, de kast en de vloer beschadigd raken. Sluit de deur pas als het
toestel volledig is afgekoeld.
10
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Efficiënt gebruik
Verbrandingsgevaar! Het toestel wordt bij gebruik heet. U kunt
zich branden aan verwarmingselementen, de ovenruimte, het voe‐
dingsmiddel, de accessoires en de hete stoom. Draag altijd oven‐
wanten als u hete gerechten in het toestel zet of eruit haalt of als u in
het toestel bezig bent. Voorkom dat gerechten overstromen als u de‐
ze in de ovenruimte zet of eruit haalt.
Verbrandingsgevaar! Na een bereiding bevindt zich heet water in
het stoomaggregaat. Dit water wordt naar het waterreservoir terug‐
gepompt. Voorkom dat het waterreservoir kantelt als u het uit de
stoomoven haalt en neerzet.
In gesloten conservenblikken ontstaat bij het inmaken en op‐
warmen een overdruk, waardoor deze kunnen ontploffen. Gebruik
de stoomoven niet voor het inmaken en verwarmen van conserven‐
blikken.
Kunststof serviesgoed dat niet hitte- en stoombestendig is, smelt
bij hoge temperaturen en kan het toestel beschadigen.
Gebruik alleen hitte- (tot 100°C) en stoombestendig kunststof ser‐
viesgoed. Houdt u zich aan de aanwijzingen van de betreffende fa‐
brikant.
Gerechten die in de ovenruimte worden bewaard, kunnen uitdro‐
gen. Het vrijkomende vocht kan in het toestel corrosie veroorzaken.
Bewaar daarom geen klare gerechten in de oven en gebruik voor de
bereiding geen voorwerpen die kunnen roesten.
U kunt zich aan de open ovendeur verwonden of erover struike‐
len.
Laat de deur daarom niet onnodig open staan.
De deur mag met maximaal 8 kg worden belast. Ga nooit op de
geopende deur staan of zitten. Plaats er ook geen zware voor‐
werpen op. Er mag ook niets tussen de deur en de ovenruimte vast‐
geklemd raken. De stoomoven kan anders beschadigd raken.
11
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Als u een elektrisch toestel (bijvoorbeeld een mixer) in de buurt
van het toestel gebruikt, mag de aansluitkabel niet tussen de deur
van het toestel beklemd raken. De isolatie van de kabel kan bescha‐
digd raken.
12
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Reiniging en onderhoud
De stoom van een stoomreiniger kan terechtkomen op onderdelen
die onder spanning staan en een kortsluiting veroorzaken.
Gebruik voor het reinigen van de stoomoven nooit een stoomreini‐
ger.
Door krassen kunnen de glasplaten van de deur beschadigd ra‐
ken.
Gebruik voor de reiniging van de glasplaten dan ook geen schuur‐
middelen, geen harde sponzen of borstels en geen metalen schra‐
pers.
De geleiderails kunnen voor reinigingsdoeleinden worden verwij‐
derd (zie "Reiniging en onderhoud").
Plaats de geleiderails na afloop correct terug en gebruik het toestel
nooit zonder ingebouwde geleiderails.
Verwijder voedingsmiddelen of vloeistoffen die keukenzout bevat‐
ten meteen als deze in aanraking komen met de roestvrijstalen
wanden van de binnenruimte. U voorkomt zo dat er corrosie ont‐
staat.
Toebehoren
Gebruik uitsluitend Miele-accessoires om te voorkomen dat ga‐
rantieaanspraken vervallen. Worden er andere onderdelen gemon‐
teerd of ingebouwd, dan vervalt het recht op waarborg en/of pro‐
ductaansprakelijkheid.
13
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het toestel voor
transportschade. Er werd milieuvriende‐
lijk en recycleerbaar verpakkingsmateri‐
aal gekozen.
Door hergebruik van verpakkingsmate‐
riaal wordt er op grondstoffen bespaard
en wordt er minder afval geproduceerd.
Uw vakhandelaar neemt de verpakking
in het algemeen terug.
Het oude toestel
Oude elektrische en elektronische toe‐
stellen bevatten meestal nog waarde‐
volle materialen. Ze bevatten echter ook
schadelijke stoffen die nodig zijn ge‐
weest om de toestellen goed en veilig
te laten functioneren. Wanneer u uw ou‐
de toestel bij het gewone afval doet of
er op een andere manier niet goed mee
omgaat, kunnen deze stoffen schadelijk
zijn voor de gezondheid en het milieu.
Bij de aankoop van uw nieuw toestel
heeft u een bijdrage betaald. Die wordt
volledig gebruikt voor de toekomstige
recyclage van dat toestel. Dat bevat
trouwens nog waardevol materiaal.
Door te recycleren wordt er dan ook
minder verspild en vervuild.
14
Als u vragen heeft omtrent het afdanken
van uw oud toestel, neem dan contact
op met
– de handelaar bij wie u het kocht
of
– de firma Recupel,
telefoon 02 706 86 10,
website: www.recupel.be
of
– uw gemeentebestuur als u uw toestel
naar een containerpark brengt.
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu
Zorg er ook voor dat het toestel intus‐
sen kindveilig wordt bewaard voor u het
laat wegbrengen.
15
Overzicht
Aanzicht stoomoven
a
Bedieningselementen
b
Wasemafvoer
c
Automatische deuropener voor de
stoomreductie
d
Deurdichting
e
Aanzuigbuis
f
Ruimte waterreservoir
16
g
Waterreservoir
h
Opvanggoot ovenruimte
i
Bodemverwarming
j
Temperatuurvoeler
k
Geleiderails
l
Stoomtoevoer
Overzicht
Bijgeleverde accessoires
U kunt de bijgeleverde accessoires (en
andere accessoires) desgewenst ook
nabestellen (zie "Bij te bestellen acces‐
soires").
DGG 21
1 glazen opvangschaal om het vocht op
te vangen dat tijdens een bereiding ont‐
staat, kan ook worden gebruikt als
ovenpan.
325 x 430 x 40 mm (BxDxH)
DGGL 8
1 ovenpan met gaten,
inhoud 2,0 l / nuttige inhoud 1,7 l
325 x 265 x 40 mm (BxDxH)
Rooster
1 rooster om kookgerei op te zetten
Ontkalkingstabletten
Voor het ontkalken van de stoomoven
Bestelkaart voor gratis Miele-kook‐
boek
DGGL 1
2 ovenpannen met gaten,
inhoud 1,5 l / nuttige inhoud 0,9 l
325 x 175 x 40 mm (BxDxH)
17
Bedieningselementen
a
Aan/Uit-toets
In- en uitschakelen
b
Bedrijfsmoduskiezer
Het kiezen van de ovenfuncties
c
Display
Voor de weergave van de dagtijd en van informatie voor de bediening
d
Draaiknop
Het instellen van waarden en het "bladeren" in de keuzelijsten.
e
Sensortoets OK
Bevestiging van de invoer
f
- sensortoets
Voor stapsgewijs terugspringen
g
- sensortoets
Kookwekkertijd instellen
h
- sensortoets
Voor het in- en uitschakelen van de ovenverlichting
i
- sensortoets
Instellingen oproepen
j
Optische interface
(alleen voor de dienst Herstellingen aan huis van Miele)
18
Bedieningselementen
Bedrijfsmoduskiezer
Met de functieschakelaar kiest u de ovenfuncties.
U kunt de functieschakelaar naar rechts en naar links draaien. Wanneer deze op
de stand staat, kunt u deze verzinken door erop te drukken.
Ovenfuncties
Stomen
Verwarmen
Ontdooien
Automatische programma's
Eigen programma’s
Andere programma's
Draaiknop
Met de draaiknop
– bladert u in de keuzelijsten naar boven en naar beneden. Tijdens het bladeren
worden de menupunten achtereenvolgens gemarkeerd. Het menupunt dat u wilt
kiezen, moet gemarkeerd zijn.
– kunt u de waarden verhogen (naar rechts draaien) of verlagen (naar links draai‐
en).
U kunt de schakelaar rechts- en linksom draaien en in elke stand verzinken
(door erop te drukken).
19
Bedieningselementen
Sensortoetsen
De sensortoetsen reageren op vingercontact. Elke aanraking wordt met een toets‐
geluid bevestigd. U kunt dat toetsgeluid uitschakelen (zie hoofdstuk "Instellingen –
Volume – Toetsgeluid").
Sensor‐
toets
Functie:Aanwijzingen
Voor het oproepen
van instellingen.
Voor het in- en uit‐
schakelen van de
verlichting
Voor het instellen
van een kookwek‐
kertijd.
Voor stapsgewijs
terugspringen
Als het toestel ingeschakeld is, verschijnt bij aan‐
raking van de toets de keuzelijst van de instel‐
lingen.
Als het display donker is, moet u de stoomoven
eerst inschakelen, voordat de sensortoets rea‐
geert.
Tijdens een bereiding kunt u via deze toets bij‐
voorbeeld de temperatuur wijzigen of een berei‐
dingstijd instellen.
Als de dagtijd zichtbaar is, kunt u met de toets
de verlichting in- en uitschakelen, bijvoorbeeld
voor reinigingsdoeleinden.
Als het display donker is, moet u de stoomoven
eerst inschakelen, voordat de sensortoets rea‐
geert.
Afhankelijk van de gekozen instelling dooft de ver‐
lichting bij een bereiding na 15 seconden of blijft
continu aan.
Als de dagtijd zichtbaar is, kunt u op elk moment
een kookwekkertijd instellen (bijvoorbeeld om eie‐
ren te koken).
Als het display donker is, moet u de stoomoven
eerst inschakelen, voordat de sensortoets rea‐
geert.
20
Bedieningselementen
Sensor‐
toets
OKVoor het oproepen
Functie:Aanwijzingen
van functies en het
opslaan van instel‐
lingen.
Als functies op het display gemarkeerd zijn, kunt u
deze oproepen door op de OK-toets te drukken.
Vervolgens kunt u de gekozen functie wijzigen.
Als u op de OK-toets drukt, worden de wijzigingen
opgeslagen.
Als op het display een informatievenster verschijnt,
bevestigt u de melding met de OK-toets.
21
Bedieningselementen
Display
Op het display wordt de dagtijd weergegeven en kunt u informatie aflezen over de
ovenfuncties, de temperaturen, de bereidingstijden, de automatische program‐
ma's, de eigen programma's en de instellingen.
Afhankelijk van de gekozen functie en/of het aanraken van de toets verschijnen
er informatievensters of keuzelijsten.
Na het inschakelen van de stoomoven met de Aan/Uit-toets wordt u verzocht
een ovenfunctie te kiezen Kies de gewenste functie.
Als de dagtijd zichtbaar is en u geen ovenfunctie heeft gekozen, verschijnt bij aan‐
raking van de toets de keuzelijst van de instellingen.
Als een ovenfunctie is gekozen (behalve ), verschijnt bij aanraking van de toets
de keuzelijst voor een bereiding.
U selecteert een menupunt door met de draaiknop in de keuzelijst te blade‐
ren, totdat het gewenste menupunt gemarkeerd is.
Bevestig uw keuze vervolgens met OK.
22
Bedieningselementen
Symbolen
In het display kunnen ook de volgende symbolen verschijnen:
SymboolBetekenis
Als er twee of drie keuzemogelijkheden zijn, verschijnen er pijltjes
aan de rechter kant. Blader door de keuzelijst. Hierbij lichten de
beschikbare menupunten na elkaar op.
Als er meer dan drie keuzemogelijkheden zijn, verschijnt er een
balkje aan de rechter kant. Blader door de keuzelijst. Hierbij
lichten de beschikbare menupunten na elkaar op.
Als u door een keuzelijst bladert, verschijnt aan het eind een on‐
derbroken streep. Daarna bent u weer bij het begin van de lijst.
Het vinkje geeft de actuele instelling aan.
Dit symbool geeft aan dat er extra informatie is of dat er aanwij‐
zingen zijn voor de bediening. Bevestig dergelijke informatieven‐
sters met "OK".
Kookwekker
Instellingen, zoals de lichtsterkte van het display en het volume
van de geluidssignalen, stelt u met behulp van een balkje in.
23
Functiebeschrijving
Waterreservoir
De maximale vulhoeveelheid is 2,0 liter,
de minimale hoeveelheid 0,5 liter. U
vindt de markeringen aan de zijkant van
de greep. De bovenste markering mag
niet worden overschreden!
Het waterverbruik is afhankelijk van het
voedingsmiddel en de bereidingstijd.
Als u de ovendeur tijdens het gebruik
opent, neemt het waterverbruik toe.
Vul het waterreservoir voor elke berei‐
ding tot het aangegeven maximum.
Na afloop van een bereiding wordt het
restwater uit het stoomaggregaat naar
het waterreservoir teruggepompt. Giet
het reservoir leeg, nadat u het toestel
heeft gebruikt.
Opvangschaal
Bij bereidingen met stoom: schuif de
opvangschaal altijd op het onderste ni‐
veau in het toestel als u ovenpannen
met gaten gebruikt. Vochtdruppels wor‐
den hierin opgevangen en u kunt het
vocht zo gemakkelijk verwijderen.
U kunt de opvangschaal ook als oven‐
pan gebruiken.
Temperatuur
Aan sommige ovenfuncties is een voor‐
geprogrammeerde temperatuur toege‐
wezen. U kunt deze voorgeprogram‐
meerde temperatuur voor een enkele
bereiding of definitief wijzigen (zie "In‐
stellingen – Voorgeprogrammeerde
temperaturen").
Bereidingstijd
U kunt een tijd instellen tussen 1 minuut
(0:01) en 10 uur (10:00). Als de berei‐
dingstijd langer is dan 59 minuten,
moet u deze in uren en minuten in‐
voeren. Bijvoorbeeld: bereidingstijd 80
minuten = 1:20.
Geluiden
Na het inschakelen van de stoomoven,
bij gebruik en na het uitschakelen hoort
u een (brommend) geluid. Dit geluid
duidt niet op een storing of een defect
aan de stoomoven. Het geluid ontstaat
bij het in- en afpompen van het water.
Als de stoomoven in gebruik is, hoort u
een ventilatorgeluid.
24
Functiebeschrijving
Opwarmfase
Terwijl de stoomoven tot de ingestelde
temperatuur wordt opgewarmd, worden
in het display de oplopende tempera‐
tuur en de Opwarmfase weergegeven
(uitzondering: Automat. programma's,
Ontkalken).
De duur van de opwarmfase is afhanke‐
lijk van de hoeveelheid voedingsmiddel
en de temperatuur ervan. In het alge‐
meen duurt de opwarmfase ca. 5 minu‐
ten. Als u gekoelde of ingevroren voe‐
dingsmiddelen bereidt, neemt de tijd
toe.
Bereidingsfase
Als de ingestelde temperatuur bereikt
is, begint de bereidingsfase. Tijdens de
bereidingsfase kunt u in het display de
resttijd aflezen.
Stoomreductie
Vlak voor het einde van de bereiding
wordt de ovendeur automatisch iets ge‐
opend, zodat de stoom kan ontwijken.
In het display verschijnt Stoomreductie.
De deur gaat daarna automatisch weer
dicht.
Ovenverlichting
Om energie te besparen, is de stoom‐
oven standaard zo ingesteld dat de
ovenverlichting na de start uitgaat.
Als u wilt dat de ovenruimte tijdens het
gebruik continu verlicht wordt, moet u
de standaardinstelling wijzigen (zie "In‐
stellingen – Verlichting").
Als de deur na afloop van een bereiding
geopend blijft, wordt de verlichting na 5
minuten automatisch uitgeschakeld.
Als u op de toets op het bedienings‐
paneel drukt, wordt de verlichting ge‐
durende 15 seconden ingeschakeld.
U kunt de stoomreductie uitzetten (zie
"Instellingen – Stoomreductie"). Als u
de functie uitzet, komt er veel stoom vrij
als u de deur opent.
25
Ingebruikneming van het toestel
Basisinstellingen
U mag de stoomoven alleen ge‐
bruiken als het is ingebouwd.
Als de stoomoven op de netspanning
wordt aangesloten, wordt het automa‐
tisch ingeschakeld.
Welkomstscherm
In het display verschijnt een begroeting.
Daarna wordt u gevraagd enkele instel‐
lingen uit te voeren die voor de inge‐
bruikneming van de stoomoven nodig
zijn.
Volg de instructies op het display.
Taal instellen
Blader in de keuzelijst, totdat de ge‐
wenste taal oplicht.
Bevestig met OK.
Land instellen
Blader in de keuzelijst, totdat het ge‐
wenste land oplicht.
Bevestig met OK.
Datum instellen
Stel achtereenvolgens de dag, de
maand en het jaar in.
Bevestig steeds met "OK".
Dagtijd instellen
U stelt de uren en de minuten in.
Bevestig met OK.
U kunt de dagtijd ook in een 12-uursformaat laten weergeven (zie "Instel‐
lingen – Dagtijd – Tijdformaat)".
26
Ingebruikneming van het toestel
Dagtijdweergave
Stel ten slotte de weergave van de dag‐
tijd voor het uitgeschakelde toestel in
(zie "Instellingen - Dagtijd - Weergave").
– Aan
De dagtijd wordt altijd in het display
weergegeven.
– Uit
Het display blijft donker om energie
te besparen. Bepaalde functies zijn
beperkt beschikbaar.
– Nachtuitschakeling
De dagtijd verschijnt alleen van 5 tot
23 uur en is 's nachts uitgeschakeld
om energie te besparen.
Blader in de keuzelijst, totdat het ge‐
wenste weergaveformaat oplicht.
Bevestig met OK.
Er verschijnt een melding over het ener‐
gieverbruik.
Bevestig met OK.
De melding Eerste ingebruikname succes-
vol afgerond verschijnt.
Bevestig met OK.
De stoomoven is klaar voor gebruik.
Als u per ongeluk een taal heeft geko‐
zen die u niet beheerst, volg dan de
aanwijzingen onder "Instellingen - Taal
".
Kleef het typeplaatje dat bij de docu‐
mentatie bijgevoegd is, op de daar‐
voor bestemde plaats in het hoofd‐
stuk "Miele-Service, typeplaatje, ga‐
rantie".
Verwijder eventueel aanwezige be‐
schermfolies en stickers.
Het toestel wordt in de fabriek getest.
Tijdens transport kan daarom restwa‐
ter uit de leidingen in de ovenruimte
lopen.
Stoomoven voor de eerste
keer reinigen
Waterreservoir
Haal het waterreservoir uit het toestel
en reinig het handmatig.
Accessoires / ovenruimte
Haal alle accessoires uit de oven‐
ruimte.
Reinig de onderdelen met de hand of
in de afwasautomaat.
Het toestel is tijdens de productie met
een onderhoudsmiddel behandeld.
Reinig de ovenruimte met een
schoon sponsdoekje, afwasmiddel en
warm water om het onderhoudsmid‐
del te verwijderen.
27
Ingebruikneming van het toestel
Waterhardheid instellen
Het toestel is vanuit fabriek op water‐
hardheid Hard ingesteld. Om ervoor te
zorgen dat de stoomoven correct func‐
tioneert en op het juiste moment wordt
ontkalkt, moet u de stoomoven op de
waterhardheid van uw regio instellen.
Hoe hoger het kalkgehalte, des te har‐
der is het water en des te vaker moet
de stoomoven worden ontkalkt.
Controleer welke waterhardheid is in‐
gesteld en voer zo nodig de juiste
waterhardheid in (zie "Instellingen").
Kookpunt aanpassen
Voordat u voor het eerst voedingsmid‐
delen bereidt, moet u het toestel aan
het kookpunt van het water aanpassen.
Het kookpunt is afhankelijk van de
hoogteligging van de woonplaats.
Tijdens het justeren van het kookpunt
worden ook de watervoerende delen
doorgespoeld.
U moet het kookpunt beslist juste‐
ren. Alleen dan kan het toestel cor‐
rect functioneren.
Zet de stoomoven vervolgens gedu‐
rende 15 minuten aan op de oven‐
functie (100 °C). Ga daarbij te
werk zoals beschreven in het hoofd‐
stuk "Bediening: ovenfunctie 'Sto‐
men'".
Kookpunt justeren (na verhuizing)
Na een verhuizing moet u het kookpunt
ook op de nieuwe locatie justeren als
het hoogteverschil minimaal 300 meter
bedraagt. Voer daartoe het ontkalkings‐
programma uit (zie "Reiniging en onder‐
houd – Onderhoud – Ontkalken").
28
Hoofd- en submenu's
OvenfunctieVoorgeprogram‐
Temperatuurbereik
meerde temperatu‐
ren
Koken met stoom
Voor het bereiden van alle voe‐
dingsmiddelen, voor inmaken, sap
maken en speciale toepassingen
Opwarmen
Voor het verwarmen van reeds be‐
reide gerechten
Ontdooien
Voor het behoedzaam ontdooien
van diepvriesproducten
Automat. programma's
100°C40 - 100°C
100°C80 - 100 °C
60°C50 - 60°C
De keuzelijst van beschikbare automatische programma's wordt opgeroepen
Gebruik uitsluitend koud leiding‐
water (onder 20 °C), geen gedestil‐
leerd water, mineraalwater of andere
vloeistoffen!
Schuif het reservoir tot de aanslag in
het toestel.
Plaats het voedingsmiddel in de
oven.
Kies .
In het display verschijnt Stel de tempera-
tuur in.
Wijzig zo nodig de voorgeprogram‐
meerde temperatuur.
De voorgeprogrammeerde tempera‐
tuur wordt binnen enkele seconden
overgenomen.
Indien nodig kiest u om terug te
keren naar de temperatuurinstelling.
Bevestig met OK.
In het display verschijnt Stel de berei-
dingstijd in.
Stel de bereidingstijd in. U kunt een
tijd instellen tussen 1 minuut en
10 uur.
Bevestig met OK.
De bereiding start. Het stoomaggre‐
gaat, de verlichting en de ventilator
worden ingeschakeld.
Als u met een temperatuur vanaf ca.
80 °C heeft gewerkt, verschijnt vlak
voor het einde van de bereidingstijd
de melding Stoomreductie en wordt de
deur automatisch iets geopend.
Na afloop van de bereidingstijd
– verschijnt in het display Proces afge-
rond,
– blijft de ventilator ingeschakeld,
– weerklinkt een geluidssignaal of een
melodie (zie "Instellingen – Geluids‐
signalen").
U kunt uw instellingen als eigen pro‐
gramma opslaan (zie "Eigen program‐
ma's") of de bereiding via ver‐
lengen. Als u op drukt, verschijnt het
hoofdmenu.
Pas op dat u zich niet verbrandt!
U kunt zich branden aan de oven‐
ruimte, het voedingsmiddel en de
accessoires.
Draag altijd ovenwanten als u voe‐
dingsmiddelen uit de oven haalt.
Wacht tot de melding Stoomreductie
verdwijnt, voordat u de deur opent en
het voedingsmiddel verwijdert.
Schakel het toestel met de toets
uit.
U kunt een nieuwe bereiding pas
starten als de automatische deurope‐
ner weer de uitgangspositie heeft be‐
reikt. Druk de deuropener niet hand‐
matig naar binnen, anders kan het
systeem beschadigd raken.
30
Bediening
Na gebruik
Haal de opvangschaal uit het toestel
en giet deze leeg.
Haal het waterreservoir uit het toestel
en giet het leeg.
Reinig het hele toestel na elk gebruik,
zoals beschreven in het hoofdstuk
"Reiniging en onderhoud". Wrijf alle
onderdelen daarna weer droog.
Sluit de ovendeur pas wanneer de
ovenruimte droog is.
Water bijvullen
Als tijdens een bereiding het water op‐
raakt, klinkt er een akoestisch signaal
en verschijnt in het display het verzoek
water bij te vullen.
Haal het waterreservoir uit het toestel
en vul het met water.
Schuif het reservoir tot de aanslag in
het toestel.
Sluit de deur.
De bereiding wordt voortgezet.
Bereiding onderbreken
De bereiding wordt onderbroken als u
de deur opent. De verwarming wordt
uitgeschakeld en de resttijd wordt op‐
geslagen.
Pas op dat u zich niet verbrandt!
Er kan stoom vrijkomen als u de deur
opent.
Doe een stap terug en wacht totdat
de stoom is vervluchtigd.
Pas op dat u zich niet verbrandt!
U kunt zich branden aan de oven‐
ruimte, het voedingsmiddel, de ac‐
cessoires en de hete stoom.
Draag altijd ovenwanten als u voe‐
dingsmiddelen in de oven zet of eruit
haalt, of als u in de oven bezig bent.
De bereiding wordt voortgezet als u de
deur sluit.
Na het sluiten van de deur wordt het
drukverschil vereffend. Hierbij kan een
fluitend geluid ontstaan.
Het toestel wordt nu eerst weer op tem‐
peratuur gebracht. In het display ziet u
de oplopende temperatuur in de oven‐
ruimte.
Als de ingestelde temperatuur is be‐
reikt, wisselt de displayweergave en
loopt de resttijd af.
De bereiding wordt voortijdig beëin‐
digd als u de deur in de laatste minuut
opent (55 seconden resttijd).
31
Bediening
Uitgebreide bediening
Meer bereidingstijden instellen
U heeft het voedingsmiddel in de oven
gezet, een temperatuur en een berei‐
dingstijd ingesteld.
Raak aan.
Er verschijnen meer menupunten die u
voor een bereiding kunt instellen of wij‐
zigen:
– Klaar om
– Start om
Als u een waarde invoert bij Klaar om of
Start om kunt u de stoomoven automa‐
tisch laten in- en uitschakelen.
– Klaar om
Hiermee legt u het tijdstip vast waar‐
op een bereiding moet zijn beëin‐
digd.
– Start om
Hiermee legt u het tijdstip vast waar‐
op een bereiding moet starten.
Het bereidingsresultaat kan negatief
worden beïnvloed als tussen het in‐
schuiven van het gerecht en de
starttijd veel tijd ligt. Verse voedings‐
middelen kunnen verkleuren en zelfs
bederven.
Bereidingsproces automatisch in- en
uitschakelen
Als u een bereidingsproces automa‐
tisch wilt laten in- en uitschakelen, kunt
u de tijden op verschillende manieren
invoeren. Via:
– Bereidingstijd en Klaar om
– Bereidingstijd en Start om
Voorbeeld: Het is 11:45 uur. Het ge‐
recht kan in 5 minuten gaar zijn en moet
om 12:30 uur gereed zijn.
Raak aan.
Blader in de keuzelijst, totdat Klaar om
gemarkeerd is.
Bevestig met OK.
Blader in de keuzelijst, totdat Wijzigen
gemarkeerd is.
Bevestig met OK.
Stel "12:30" uur in.
Bevestig met OK.
Start om wordt automatisch berekend.
Aan de ingevoerde bereidingstijd
wordt de door de stoomoven bere‐
kende opwarmtijd toegevoegd.
In het display verschijnt Start om 12:18.
Op dit tijdstip start de bereiding auto‐
matisch.
U kunt deze functie niet gebruiken als
de temperatuur in de ovenruimte te
hoog is, bijvoorbeeld na het einde van
een bereiding. De functies Klaar om en
Start om worden in dit geval niet weer‐
gegeven. Laat de ovenruimte met ge‐
opende deur afkoelen.
32
Bediening
Verloop van een automatische berei‐
ding
Tot aan de start verschijnen in het dis‐
play de ovenfunctie, de gekozen tem‐
peratuur, de bereidingstijd (resttijd),
Start om en de starttijd.
Na de start kunt u de opwarmfase vol‐
gen, tot het bereiken van de ingestelde
temperatuur.
Zodra die temperatuur bereikt is, weer‐
klinkt een geluidssignaal of een melodie
(zie rubriek "Instellingen – Geluidssigna‐
len").
Na afloop van de opwarmfase kunt u
het aflopen van de bereidingstijd vol‐
gen. De laatste minuut loopt in secon‐
den af.
Kort voor afloop van de opwarmfase
verschijnt Stoomreductie (alleen bij een
temperatuur van ca. 80 °C).
Aan het einde worden het stoomaggre‐
gaat en de verlichting uitgeschakeld.
Proces afgerond verschijnt en er weer‐
klinkt een geluidssignaal of een melodie
(zie rubriek "Instellingen – Geluidssigna‐
len").
U kunt uw instellingen als eigen pro‐
gramma opslaan (zie "Eigen program‐
ma's") of de bereiding via ver‐
lengen. Als u op drukt, verschijnt het
hoofdmenu.
Instellingen tijdens de bereiding wij‐
zigen
Raak aan.
In het display verschijnen:
– Temperatuur
– Bereidingstijd
– Klaar om
– Start om
Als de temperatuur in de ovenruimte
te hoog is, worden Klaar om en Start om
niet weergegeven.
Temperatuur wijzigen
Blader in de keuzelijst, totdat Tempe-
ratuur gemarkeerd is.
Bevestig met OK.
Wijzig de temperatuur.
Bevestig met OK.
Het bereidingsproces gaat met de ge‐
wijzigde temperatuur verder.
U kunt de voorgeprogrammeerde tem‐
peratuur ook definitief aan uw per‐
soonlijke wensen aanpassen, zie "In‐
stellingen - Voorgeprogrammeerde
temperaturen".
33
Bediening
Bereidingstijd wijzigen
Blader in de keuzelijst, totdat Berei-
dingstijd gemarkeerd is.
Bevestig met OK.
Wijzig de tijd.
Bevestig met OK.
De bereiding start opnieuw met de in‐
gestelde bereidingstijd.
Einde van de bereidingstijd
Blader in de keuzelijst, totdat Klaar om
gemarkeerd is.
Bevestig met OK.
Blader in de keuzelijst, totdat Wijzigen
gemarkeerd is.
Bevestig met OK.
Wijzig de tijd.
Bevestig met OK.
Start om wordt automatisch opnieuw
berekend. De bereidingstijd loopt op
het ingestelde tijdstip af.
Ovenfunctie wijzigen
U kunt de ovenfunctie tijdens een be‐
reiding wijzigen.
Kies met de functieschakelaar de ge‐
wenste ovenfunctie.
In het display verschijnen de gewijzigde
ovenfunctie en de bijbehorende voorge‐
programmeerde temperatuur.
Wijzig zo nodig de temperatuur.
Bevestig met OK.
Wijzig zo nodig de bereidingstijd.
Bevestig met OK.
Bereiding afbreken
Draai de ovenfunctiekiezer op de
stand •.
Het stoomaggregaat en de verlichting
worden uitgeschakeld. De ingestelde
bereidingstijden worden gewist.
Einde bereidingstijd wissen
Blader in de keuzelijst, totdat Klaar om
gemarkeerd is.
Bevestig met OK.
Blader in de keuzelijst, totdat Wissen
gemarkeerd is.
Bevestig met OK.
De bereiding start met de ingestelde
bereidingstijd.
34
Automatische programma's
De stoomoven beschikt over vele au‐
tomatische programma's voor de
meest uiteenlopende gerechten. Met
deze programma's bereikt u comforta‐
bel en veilig een optimaal bereidings‐
resultaat.
Kies het bij uw gerecht passende pro‐
gramma en volg de aanwijzingen op
het display.
Overzicht voedingsmiddelcate‐
gorieën
De automatische programma's roept u
op via de functie .
– Groenten
– Vis
– Rijst
– Kippeneieren
– Fruit
– Schaaldieren
– Speciale toepassingen
Automatische programma's
gebruiken
Kies .
Er verschijnt een keuzelijst met voe‐
dingsmiddelcategorieën.
Kies de gewenste categorie.
Bevestig met OK.
De bij de categorie behorende automa‐
tische programma's verschijnen.
Kies het gewenste automatische pro‐
gramma.
Bevestig met OK.
De afzonderlijke stappen tot aan de
start van een automatisch programma
worden overzichtelijk in het display
weergegeven.
Bij sommige programma's verschijnen
aanwijzingen met betrekking tot het
tijdstip van inschuiven.
35
Automatische programma's
Aanwijzingen voor het gebruik
– De gaarheid stelt u in aan de hand
van een balkje met zeven segmenten.
Standaard staat de markering in het
midden van de balk (gemiddelde in‐
stelling). U kiest de door u gewenste
instelling door de markering naar
links of rechts te verschuiven.
– De gewichtsaanduidingen betreffen
het gewicht per stuk. U kunt dus één
moot zalm van 250 g bereiden, maar
ook tien moten van 250 g tegelijk.
– Laat de ovenruimte na een bereiding
eerst tot kamertemperatuur afkoelen,
voordat u een automatisch program‐
ma start.
– Open de deur voorzichtig als u het
voedingsmiddel in een hete oven‐
ruimte plaatst. Er kan hete stoom vrij‐
komen. Doe een stap achteruit en
wacht tot de stoom vervluchtigd is.
Voorkom dat u in aanraking komt met
hete stoom of met de hete oven‐
wanden. U kunt zich anders branden!
– De starttijd kunt u via Start om of Klaar
om worden verschoven.
– Als u een automatisch programma
voortijdig wilt beëindigen, hoeft u de
stoomoven niet helemaal uit te scha‐
kelen. Druk op •.
– Als een gerecht na een automatisch
programma nog niet helemaal gaar
is, kiest u de functie Nagaren.
– Automatische programma's kunnen
via ook als Eigen programma's wor‐
den opgeslagen.
36
Eigen programma’s
U kunt maximaal 20 eigen programma's
samenstellen en opslaan.
– U kunt maximaal tien bereidingsstap‐
pen combineren om het verloop van
de bereiding van uw lievelingsrecep‐
ten vast te leggen. Voor elke berei‐
dingsstap kunt u individuele instel‐
lingen uitvoeren.
– Ten slotte kunt u voor uw recept een
programmanaam invoeren.
Als u uw programma opnieuw oproept
en start, wordt het automatisch uitge‐
voerd.
Andere mogelijkheden om eigen pro‐
gramma's samen te stellen:
– Sla na afloop een automatisch pro‐
gramma als eigen programma op.
– Sla na afloop een bereiding met de
ingestelde bereidingstijd op.
Voer vervolgens een programmanaam
in.
Eigen programma's samen‐
stellen
Kies .
Als u nog geen eigen programma heeft
samengesteld, verschijnt Programma sa-
menstellen.
Bevestig met OK.
Als u al eigen programma's heeft sa‐
mengesteld, verschijnen de program‐
manamen en daaronder Programma be-
werken.
Blader in de keuzelijst, totdat Pro-
gramma bewerken gemarkeerd is.
Bevestig met OK.
Programma samenstellen is geselecteerd.
Bevestig met OK.
U kunt nu de instellingen voor de 1e
bereidingsstap vastleggen.
Volg de aanwijzingen op het display.
Kies en bevestig de gewenste oven‐
functie, het vermogen, de tempera‐
tuur en de bereidingstijd.
Alle instellingen voor de 1e bereidings‐
stap zijn vastgelegd.
U kunt verdere stappen toevoegen, bijv.
als u met een andere temperatuur ver‐
der wilt bereiden:
Kies en bevestig Bereidingsstap toe-
voegen en ga te werk zoals beschre‐
ven voor de eerste bereidingsstap.
Zodra u alle vereiste bereidingsstap‐
pen heeft vastgelegd, bladert u in de
keuzelijst tot Programma afsluiten
wordt geselecteerd.
37
Eigen programma’s
Bevestig met OK.In het display verschijnt een samenvat‐
ting van uw instellingen.
Controleer de instellingen en bevestig
deze met OK.
Blader in de keuzelijst, totdat Opslaan
gemarkeerd is.
Bevestig met OK.
Voer de programmanaam via het
toetsenbord in.
Naast het alfabet vindt u de volgende
symbolen:
Sym‐
Betekenis
bool
␣Spatie
Alfabet in hoofdletters
Alfabet in kleine letters
Cijfers van 0 tot 9 en het ver‐
bindingsstreepje Programmanaam bevestigen
Blader in de keuzelijst, totdat het ge‐
wenste teken oplicht.
Bevestig met OK.
Het geselecteerde teken verschijnt in
de bovenste regel.
Kies op dezelfde wijze de overige te‐
kens.
Er zijn maximaal 10 tekens beschik‐
baar.
Met kunt u de tekens één voor één
wissen.
Als u de programmanaam heeft inge‐
voerd, bladert u in de keuzelijst, tot‐
dat gemarkeerd is.
38
Bevestig met OK.
In het display verschijnt de bevestiging
dat uw programmanaam is opgeslagen.
Bevestig met OK.
U kunt het opgeslagen programma
meteen of uitgesteld starten of de be‐
reidingsstappen wijzigen.
Het menupunt Bereidingsstappen wijzi-
gen wordt beschreven onder "Eigen
programma's wijzigen".
Eigen programma’s
39
Eigen programma’s
Eigen programma's starten
Plaats het voedingsmiddel in de
oven.
Kies .
In het display verschijnen de program‐
manamen Programma bewerken.
Blader in de keuzelijst, totdat het ge‐
wenste programma oplicht.
Bevestig met OK.
U kunt het opgeslagen programma
meteen of uitgesteld starten of de be‐
reidingsstappen laten weergeven.
– Meteen starten
Het programma wordt meteen ge‐
start. De verwarming wordt inge‐
schakeld.
– Start om
Hiermee legt u het tijdstip vast waar‐
op een bereiding moet starten.
– Klaar om
Met "Einde om" bepaalt u het tijdstip
waarop de bereiding moet eindigen.
– Bereidingsstappen wijzigen
U kunt de instellingen van telkens
een stap wijzigen of stappen toevoe‐
gen.
Blader in de keuzelijst, totdat de ge‐
wenste tijd oplicht.
Eigen programma's wijzigen
Stappen wijzigen
De bereidingsstappen van automa‐
tische programma's die u onder een
eigen naam heeft opgeslagen, kunt u
niet wijzigen.
Kies .
In het display verschijnen de program‐
manamen Programma bewerken.
Blader in de keuzelijst, totdat het ge‐
wenste programma oplicht.
Bevestig met OK.
Blader in de keuzelijst, totdat Berei-
dingsstappen wijzigen gemarkeerd is.
Bevestig met OK.
De 1e stap is gemarkeerd. U kunt de in‐
stellingen van telkens een stap wijzigen
of stappen toevoegen.
Blader in de keuzelijst, totdat de ge‐
wenste bereidingsstap of Bereidings-
stap toevoegen oplicht.
Bevestig met OK.
Wijzig het programma (zie "Eigen
programma's samenstellen").
Bevestig met OK.
In het display verschijnt een samenvat‐
ting van uw instellingen.
Bevestig met OK.
Afhankelijk van de gekozen start- of
eindtijd wordt het programma gestart.
40
Controleer de instellingen en bevestig
deze met OK.
Blader in de keuzelijst, totdat Opslaan
gemarkeerd is.
Bevestig met OK.
Eigen programma’s
Wijzig de naam als dat nodig is (zie
"Eigen programma's samenstellen")
en blader in de keuzelijst tot op‐
licht.
Bevestig met OK.
In het display verschijnt de bevestiging
dat uw programmanaam is opgeslagen.
Bevestig met OK.
De gewijzigde stappen worden opge‐
slagen.
Naam wijzigen
Kies .
In het display verschijnen de program‐
manamen Programma bewerken.
Blader in de keuzelijst, totdat Pro-
gramma bewerken gemarkeerd is.
Bevestig met OK.
Blader in de keuzelijst, totdat Pro-
gramma wijzigen gemarkeerd is.
Bevestig met OK.
Blader in de keuzelijst, totdat het ge‐
wenste programma oplicht.
Bevestig met OK.
Blader in de keuzelijst, totdat Naam
wijzigen gemarkeerd is.
Bevestig met OK.
Wijzig de naam (zie "Eigen program‐
ma's samenstellen").
Als u de nieuwe naam heeft inge‐
voerd, bladert u in de keuzelijst, tot‐
dat gemarkeerd is.
Bevestig met OK.
In het display verschijnt de bevestiging
dat uw programmanaam is opgeslagen.
Bevestig met OK.
41
Eigen programma’s
Eigen programma’s wissen
Kies .
In het display verschijnen de program‐
manamen Programma bewerken.
Blader in de keuzelijst, totdat Pro-
gramma bewerken gemarkeerd is.
Bevestig met OK.
Blader in de keuzelijst, totdat Pro-
gramma wissen gemarkeerd is.
Bevestig met OK.
Blader in de keuzelijst, totdat het ge‐
wenste programma oplicht.
Bevestig met OK.
In het display verschijnt wissen?.
Blader in de keuzelijst, totdat Ja ge‐
markeerd is.
Bevestig met OK.
Het programma wordt gewist.
U kunt ook alle eigen programma's te‐
gelijk wissen (zie "Instellingen – Fa‐
brieksinstellingen – Eigen program‐
ma's").
42
Kookwekker
De kookwekker kunt u onder meer ge‐
bruiken als u iets buiten de oven be‐
reidt, bijvoorbeeld als u eieren kookt.
U kunt de kookwekkertijd ook ge‐
bruiken als u al tijden voor het automa‐
tisch in- of uitschakelen van de oven
heeft ingesteld (bijvoorbeeld om u er‐
aan te herinneren dat u na een be‐
paalde tijd kruiden wilt toevoegen of
vlees wilt besprenkelen).
U kunt een kookwekkertijd van maxi‐
maal 9 uur, 59 minuten en 59 seconden
instellen.
Kookwekkertijd instellen
Als u voor de instelling Tijd|Weergave|
Uit heeft gekozen, moet u eerst de
oven inschakelen om een kookwek‐
kertijd te kunnen instellen. De aflo‐
pende kookwekkertijd wordt dan
weergegeven, terwijl de oven uitge‐
schakeld is.
Voorbeeld: U wilt eieren koken en stelt
een tijd in van 6 minuten en 20 secon‐
den.
Raak aan.
In het display licht "0:00:00"
(uren:minuten:seconden) op.
Stel met de draaiknop "0:06:20"
in.
Bevestig met OK.
Na afloop van de kookwekkertijd
– knippert in de display,
– begint de tijd op te lopen,
– weerklinkt een geluidssignaal of een
melodie (zie "Instellingen – Geluids‐
signalen").
Kies om de akoestische en op‐
tische signalen uit te zetten.
Kookwekkertijd wijzigen
Raak aan.
In het display verschijnt Kookwekker en
Wijzigen licht op.
Bevestig met OK.
Wijzig de tijd.
Bevestig met OK.
De gewijzigde kookwekkertijd wordt
opgeslagen en begint dadelijk af te lo‐
pen.
Kookwekkertijd wissen
Raak aan.
In het display verschijnt Kookwekker en
Wijzigen licht op.
Blader in de keuzelijst, totdat Wissen
gemarkeerd is.
Bevestig met OK.
De kookwekkertijd wordt gewist.
Als de oven uitgeschakeld is, verschijnt
de aflopende kookwekkertijd op het
display.
Als de oven in gebruik is, verschijnt de
kookwekker in het onderste gedeelte
van het display.
43
Belangrijke opmerkingen en informatie
In dit hoofdstuk vindt u algemene aan‐
wijzingen. Als u bij voedingsmiddelen
en/of toepassingen bijzonderheden in
acht moet nemen, wordt u hierop ge‐
wezen.
Het bijzondere van koken met
stoom
Bij stomen gaan nauwelijks vitaminen
en mineralen verloren, omdat het voe‐
dingsmiddel niet in het water ligt.
Bij stomen blijft de eigen smaak van het
voedingsmiddel beter behouden dan bij
gewoon koken. Voeg daarom geen zout
toe of doe dat pas na de bereiding.
Daarnaast behouden de producten hun
frisse, natuurlijke kleur.
Kookgerei
Stoomovenpannen
Het toestel wordt met roestvrijstalen
kookgerei geleverd. Daarnaast kunt u
nog andere ovenpannen bestellen, al
dan niet met gaten en met een verschil‐
lende grootte (zie "Bij te bestellen ac‐
cessoires"). Zo kunt u voor elk gerecht
de meest geschikte ovenpan gebruiken.
Gebruik bij voorkeur ovenpannen met
gaten. De stoom bereikt dan van alle
kanten het voedingsmiddel, waardoor
het gelijkmatig gaar wordt.
Eigen serviesgoed
U kunt ook eigen serviesgoed ge‐
bruiken. Neem daarbij het volgende in
acht:
– Het serviesgoed moet hitte- (tot 100
°C) en stoombestendig zijn. Als u
kunststof serviesgoed wilt gebruiken,
informeer dan bij de fabrikant of het
materiaal geschikt is voor gebruik in
een stoomoven.
– Kookgerei met dikke wanden (bij‐
voorbeeld van porselein, keramiek of
aardewerk) is minder geschikt voor
stomen. Dikke wanden geleiden de
warmte slecht, waardoor de aange‐
geven bereidingstijden aanzienlijk
kunnen toenemen.
– Plaats het kookgerei op het inge‐
schoven rooster, niet op de bodem
van de stoomoven.
– Houd voldoende afstand tussen de
rand van het kookgerei en de boven‐
wand van de ovenruimte. Zo is ge‐
waarborgd dat de stoom goed bij het
voedingsmiddel kan.
Opvangschaal
Bij bereidingen met stoom: schuif de
opvangschaal altijd op het onderste ni‐
veau in het toestel als u ovenpannen
met gaten gebruikt.
Vochtdruppels worden hierin opgevan‐
gen en u kunt het vocht zo gemakkelijk
verwijderen.
44
U kunt de opvangschaal ook als oven‐
pan gebruiken.
Belangrijke opmerkingen en informatie
Niveau
U kunt elk niveau kiezen en tegelijk op
meerdere niveaus koken. Een en ander
is niet van invloed op de bereidingstijd.
Als u voor een bereiding tegelijk meer‐
dere hoge ovenpannen gebruikt, plaats
deze dan niet recht boven elkaar. Laat
tussen de ovenpannen bij voorkeur een
niveau leeg.
Schuif de ovenpannen en het rooster
altijd tussen de spijlen van de geleide‐
rails, zodat de kantelbeveiliging ge‐
waarborgd is.
Diepvriesproducten
Bij diepvriesproducten is de opwarmtijd
langer dan bij verse voedingsmiddelen.
Hoe groter de hoeveelheid, des te lan‐
ger de opwarmfase.
Temperatuur
Bij het stomen wordt een temperatuur
van maximaal 100 °C bereikt. Op deze
temperatuur kunt u bijna alle voedings‐
middelen bereiden. Bepaalde kwetsba‐
re voedingsmiddelen (zoals bessen)
moet u op een lagere temperatuur be‐
reiden, omdat de voedingsmiddelen an‐
ders uiteenspatten. In de betreffende
rubrieken wordt u hierop gewezen.
Bereidingstijd
De bereidingstijden bij stomen komen
in grote lijnen overeen met de berei‐
dingstijden in een kookpan. Als de be‐
reidingstijd door bepaalde factoren
wordt beïnvloed, wordt u in de betref‐
fende rubrieken hierop gewezen.
De bereidingstijd is niet afhankelijk van
de hoeveelheid voedingsmiddel. De be‐
reidingstijd voor bijvoorbeeld 1 kg aard‐
appelen is gelijk aan die voor 500 g.
De in de tabellen genoemde tijden zijn
slechts algemene richtlijnen. Wij raden
u aan om eerst de kortste bereidingstijd
te kiezen. U kunt de bereidingstijd na
afloop nog verlengen.
Bereiden met vloeistoffen
Vul ovenpannen hooguit voor ²/₃ als u
gerechten met veel vocht bereidt. U
voorkomt zo dat het gerecht over‐
stroomt als u het uit de oven haalt.
Eigen recepten
Voedingsmiddelen en gerechten die u
in een pan bereidt, kunt u ook in de
stoomoven bereiden. De bereidings‐
tijden zijn ongeveer even lang. Houdt u
er wel rekening mee dat gerechten in
de stoomoven niet bruin worden.
Bij combinatie met de warmhoudlade
Bij gebruik van de warmhoudlade kan
de ovenruimte van de stoomoven een
temperatuur van 40 °C bereiken. Als u
in deze situatie een temperatuur van
40 °C instelt, zal de stoomoven geen
stoom produceren, omdat de ovenruim‐
te te warm is.
45
Stomen
Groente
Verse producten
Bereid verse groente voor zoals u dat
normaal ook doet, bijvoorbeeld afspoe‐
len, reinigen en fijn snijden.
Diepvriesproducten
Diepvriesgroente hoeft u voor de berei‐
ding niet te ontdooien, behalve groente
die als blok is ingevroren.
Diepvries- en verse groente met een
gelijke bereidingstijd kunnen tegelijker‐
tijd worden bereid.
Maak grote, aan elkaar gevroren stuk‐
ken kleiner. De bereidingstijd vindt u op
de verpakking.
Stoomovenpannen
Voedingsmiddelen met een kleine dia‐
meter (zoals erwten en asperges) vor‐
men nauwelijks holle ruimten, zodat de
stoom nauwelijks kan binnendringen.
Voor een gelijkmatig bereidingsresultaat
moet u voor dergelijke producten platte
ovenpannen gebruiken. Vul de oven‐
pannen niet hoger dan 3-5cm. Verdeel
grote hoeveelheden over meerdere
platte ovenpannen.
Verschillende groentesoorten met de‐
zelfde bereidingstijd kunt u in één oven‐
pan bereiden.
Niveau
Als u in ovenpannen met gaten groente
bereidt die kleur afgeeft (zoals rode bie‐
ten), plaats dan geen andere voedings‐
middelen eronder. U voorkomt zo dat
de andere voedingsmiddelen verkleu‐
ren.
Bereidingstijd
De bereidingstijd is net als bij gewoon
koken afhankelijk van de grootte van
het voedingsmiddel en de gewenste
gaarheid. Voorbeeld:
vastkokende aardappelen, in vier stuk‐
ken = ca. 18 minuten
vastkokende aardappelen, gehalveerd =
ca. 22 minuten
spruitjes, groot, beetgaar = ca. 12 mi‐
nuten
spruitjes, klein, zacht = ca. 12 minuten
Instellingen
| Groenten | ... | Koken met stoom
of
| Groenten bereiden
of
Temperatuur: 100 °C
Bereidingstijd: zie tabel
Gebruik voor groente die in vocht wordt
bereid (zoals rode kool) ovenpannen
zonder gaten.
46
Stomen
De in de tabellen genoemde tijden zijn slechts algemene richtlijnen voor verse
groente. Wij raden u aan om eerst de kortste bereidingstijd te kiezen. U kunt de
bereidingstijd na afloop nog verlengen.
Bereid het vlees voor zoals u dat nor‐
maal ook doet.
Diepvriesproducten
Ontdooi diepvriesvlees voordat u het
bereidt (zie "Ontdooien").
Voorbereiding
Vlees dat bruin moet worden en dat u
vervolgens wilt smoren, zoals goulash,
moet u eerst op de kookplaat aanbra‐
den.
Bereidingstijd
De bereidingstijd is afhankelijk van de
dikte en de hoedanigheid van het vlees,
niet van het gewicht. Hoe dikker het
vlees des te langer de bereidingstijd.
Een stuk vlees van 500 g dat 10 cm dik
is, heeft een langere bereidingstijd dan
een stuk van 500 g dat 5 cm dik is.
Instellingen
|Vlees bereiden
of
Temperatuur: 100 °C
Bereidingstijd: zie tabel
Tips
– Als u de aromastoffen wilt behou‐
den, bereid het vlees dan in een
ovenpan met gaten. Schuif een oven‐
pan zonder gaten onder het vlees in
de oven om het vrijkomende vocht
op te vangen. U kunt het vocht dan
later gebruiken om er bijvoorbeeld
een sausje van te maken of om het in
te vriezen.
– Voor een krachtige bouillon kunt u
bijvoorbeeld een soepkip, een bout,
borstvlees, dikke rib of een runderbot
gebruiken. Doe het vlees met soep‐
groente en koud water in een oven‐
pan. Hoe langer de bereidingstijd,
des te krachtiger de bouillon.
49
Stomen
De in de tabel genoemde tijden zijn slechts algemene richtlijnen. Wij raden u aan
om eerst de kortste bereidingstijd te kiezen. U kunt de bereidingstijd na afloop nog
verlengen.
Vlees
Bout (stuk), bedekt met water110–120
Eisbein135–140
Kippenborstfilet8–10
Schenkel105–115
Dikke rib, bedekt met water110–120
Kalfsvlees in reepjes3–4
Casselerrib, schijven6–8
Lamsragout12–16
Poularde60–70
Kalkoenrollade12–15
Kalkoenschnitzel4–6
Ribstuk, bedekt met water130–140
Rundergoulash105–115
Soepkip, bedekt met water80–90
Rundvlees, gekookt110–120
Bereidingstijd
[min]
50
Stomen
Worstwaren
Instellingen
Temperatuur: 90 °C
Bereidingstijd: zie tabel
Worstwaren
Gekookte worst6–8
Vleesworst6–8
Witte worst6–8
Bereidingstijd
[min]
Vis
Verse producten
Bereid verse vis voor zoals u dat nor‐
maal ook doet, bijvoorbeeld schubben
en ingewanden verwijderen en reinigen.
Diepvriesproducten
Vis hoeft voor de bereiding niet hele‐
maal te worden ontdooid. Het is vol‐
doende als de buitenkant zacht genoeg
is om de kruiden op te nemen.
Voorbereiding
Besprenkel de vis voor de bereiding
met bijvoorbeeld citroen- of limoensap.
Hierdoor wordt het vlees steviger.
U hoeft de vis niet te zouten, omdat het
vlees bij stomen alle mineralen behoudt
die voor een intensieve smaak zorgen.
Stoomovenpannen
Vet ovenpannen met gaten in.
Niveau
Als u in ovenpannen met gaten vis be‐
reidt en tegelijk in andere ovenpannen
andere voedingsmiddelen wilt bereiden,
kunt u smaakbeïnvloeding vermijden
(door omlaag druppelend vocht) door
de vis meteen boven de opvangschaal
in de oven te plaatsen.
51
Stomen
Temperatuur
85 - 90 °C
Voor het behoedzaam bereiden van
kwetsbare vissoorten, zoals zeetong.
100 °C
Voor het bereiden van vissoorten met
stevig vlees, zoals kabeljauw en zalm.
Voor het bereiden van vis in saus of
bouillon.
Bereidingstijd
De bereidingstijd is afhankelijk van de
dikte en de hoedanigheid van de vis,
niet van het gewicht. Hoe dikker de vis
des te langer de bereidingstijd. Een
stuk vis van 500 g dat 3 cm dik is, heeft
een langere bereidingstijd dan een stuk
van 500 g dat 2 cm dik is.
Hoe langer u vis kookt des te steviger
wordt het vlees. Houd de aangegeven
bereidingstijden aan. Als u de vis niet
gaar genoeg vindt, kunt u de bereiding
verlengen, maar hooguit met enkele mi‐
nuten.
Verleng de aangegeven bereidingstijden
met enkele minuten als u vis in saus of
bouillon bereidt.
– Met het visafval (graten, vinnen en
viskoppen), soepgroente en koud wa‐
ter kunt u in een ovenpan visfond
maken. Stel een temperatuur in van
100 °C en houd een bereidingstijd
aan van 60 tot 90 minuten. Hoe lan‐
ger de bereidingstijd des te krach‐
tiger de fond.
– Voor blauw koken wordt de vis in
water met azijn bereid (de vis wordt
daarbij blauw). Voor de hoeveelheden
water en azijn volgt u het recept. U
mag voor deze bereidingswijze de
huid van de vis niet beschadigen.
Geschikte vissoorten zijn karper, fo‐
rel, zeelt, paling en zalm.
Instellingen
|Vis| ... |Koken met stoom
of
|Vis bereiden
of
Temperatur: zie tabel
Bereidingstijd: zie tabel
Tips
– Met specerijen en kruiden, zoals dille,
kunt u de smaak van de vis intensive‐
ren.
– Bereid grote vissen in "zwemstand".
Voor de ondersteuning kunt u een
klein kopje of iets dergelijks omge‐
keerd in de ovenpan zetten. Zet de
vis met de geopende buik hierop.
52
Stomen
De in de tabellen genoemde tijden zijn slechts algemene richtlijnen voor verse vis.
Wij raden u aan om eerst de kortste bereidingstijd te kiezen. U kunt de bereidings‐
tijd na afloop nog verlengen.
Rijst welt tijdens de bereiding en moet daarom in vocht worden bereid. Afhankelijk
van de rijstsoort is de vochtopname verschillend en daarmee ook de verhouding
rijst/vocht.
De rijst neemt het vocht compleet op en er gaan geen voedingsstoffen verloren.
Droge pasta en droge deegwaren wellen tijdens de bereiding. Deze producten
moeten dan ook in vocht worden bereid. Het vocht moet de pasta goed bedek‐
ken. Als u heet vocht gebruikt, wordt het bereidingsresultaat beter.
Verleng de door de producent aangegeven bereidingstijd met ca. ¹/₃.
Verse producten
Verse pasta en verse deegwaren (bijvoorbeeld uit de koeling) hoeven niet te wel‐
len. Gebruik hiervoor een ovenpan met gaten.
Haal aan elkaar klevende pasta/deegwaren los en verdeel het voedingsmiddel ge‐
lijkmatig over de ovenpan.
Instellingen
Temperatuur: 100 °C
Bereidingstijd: zie tabel
Verse producten
Gnocchi2
Knöpfli1
Ravioli2
Spätzle1
Tortellini2
Droge pasta/deegwaren,
bedekt met water
Lintmacaroni14
Vermicelli8
Bereidingstijd
[min]
57
Stomen
Knoedels
Kant-en-klare knoedels in een kookbuiltje moeten goed met water worden bedekt,
omdat zij anders niet voldoende vocht opnemen en uit elkaar vallen, ook als u ze
voorheen in water heeft gezet.
Bereid verse knoedels in een ingevette ovenpan met gaten.
Instellingen
Temperatuur: 100 °C
Bereidingstijd: zie tabel
[min]
Gestoomde deegballetjes30
Gistknoedels20
Aardappelknoedels in kookbuiltje20
Deegknoedels in kookbuiltje18–20
Bereidingstijd
58
Stomen
Graan
Granen wellen tijdens de bereiding en moeten daarom in vocht worden bereid. Af‐
hankelijk van de graansoort is de vochtopname verschillend en daarmee ook de
verhouding graan/vocht.
Granen kunnen met hele korrel of gebroken worden bereid.
Laat gedroogde peulvruchten voor het stomen minstens 10 uur in koud water we‐
ken. Door het weken kunnen peulvruchten beter worden verteerd en neemt de be‐
reidingstijd af. De geweekte peulvruchten moeten tijdens de bereiding met vocht
zijn bedekt.
Linzen moeten niet worden geweekt.
Als de peulvruchten niet zijn geweekt, moet u (afhankelijk van de soort) een be‐
Gebruik een ovenpan met gaten als u eieren wilt koken.
U hoeft de eieren voor de bereiding niet in te prikken. Omdat de eieren tijdens de
opwarmfase langzaam worden verhit, barsten ze niet tijdens het stomen.
Vet ovenpannen zonder gaten in als u daarin eiergerechten wilt bereiden.
Instellingen
|Kippeneieren| ... |Koken met stoom
of
Temperatuur: 100 °C
Bereidingstijd: zie tabel
[min]
Grootte S
Zacht
Gemiddeld
Hard
Grootte M
Zacht
Gemiddeld
Hard
3
5
9
4
6
10
Grootte L
Zacht
Gemiddeld
Hard
Grootte XL
Zacht
Gemiddeld
Hard
Bereidingstijd
62
5
6–7
12
6
8
13
Stomen
Fruit
Om te voorkomen dat sap verloren gaat, kunt u fruit het best in een ovenpan zon‐
der gaten bereiden. Als u fruit in een ovenpan met gaten bereidt, schuif dan een
ovenpan zonder gaten eronder in de oven. Ook dan blijft het sap behouden.
Tip: U kunt het opgevangen sap voor andere doeleinden gebruiken.
Instellingen
|Fruit| ... |Koken met stoom
of
Temperatuur: 100 °C
Bereidingstijd: zie tabel
[min]
Appels, in stukjes1–3
Peren, in stukjes1–3
Kersen2–4
Mirabellen1–2
Nectarines/perziken, in stukjes1–2
Pruimen1–3
Kweeappels/-peren, blokjes6–8
Rabarber, in stukjes1–2
Kruisbessen2–3
Bereidingstijd
63
Stomen
Menugaren
Schakel bij het koken van een menu
de stoomreductie uit (zie "Instellingen
– Stoomreductie").
Met deze bereidingsfunctie kunt u een
menu samenstellen dat uit verschil‐
lende voedingsmiddelen met verschil‐
lende bereidingstijden bestaat, bijvoor‐
beeld roodbaarsfilet met rijst en broc‐
coli. De voedingsmiddelen worden ach‐
tereenvolgens op verschillende mo‐
menten in de oven gezet en zijn dan te‐
gelijk klaar.
Niveau
Schuif druppelende voedingsmiddelen
(zoals vis) en kleur afgevende voedings‐
middelen (zoals rode bieten) meteen
boven de opvangschaal / universele
bakplaat (afhankelijk van het model) in
de oven. U voorkomt zo smaakbeïn‐
vloeding en verkleuringen.
Temperatuur
De temperatuur bij het bereiden van
menu's moet 100°C zijn, omdat de
meeste voedingsmiddelen alleen bij die
temperatuur gaar worden. Kies nooit de
laagste temperatuur als voor voedings‐
middelen verschillende temperaturen
worden aanbevolen, bijvoorbeeld voor
doradefilet 85°C en voor aardappelen
100°C.
Bereidingstijd
Als u de temperatuur verhoogt, moet u
de bereidingstijd met ca. ¹/₃ verkorten.
Als voor een voedingsmiddel bijvoor‐
beeld 85°C wordt aanbevolen, test dan
eerst wat het resultaat zal zijn als u op
100°C gaat koken. Bij kwetsbare vis‐
soorten met een losse structuur, zoals
zeetong en schol, wordt het vlees op
100°C erg stevig.
64
Werkwijze
Zet eerst de rijst in de oven.
Stel de eerste tijd in, dus 14 minuten.
Zet na die 14 minuten de roodbaarsfi‐
let in de stoomoven.
Stel de tweede bereidingstijd in, dus
2 minuten.
Zet na die 2 minuten de broccoli in de
stoomoven.
Stel de derde bereidingstijd in, dus 4
minuten.
Stomen
65
Sous-vide
Bij deze methode van toebereiding wor‐
den uw levensmiddelen in een vacuüm‐
verpakking langzaam en bij een lage,
constante temperatuur bereid.
Dankzij het getrokken vacuüm ver‐
dampt tijdens het garen geen vocht en
blijven alle voedingstoffen en smaken
behouden.
Het resultaat is een smaakintensief en
gelijkmatig toebereid levensmiddel.
Vries uitsluitend verse levensmid‐
delen in perfecte staat in!
Let er op dat u hygiënisch verant‐
woord te werk gaat en zorg dat de
levensmiddelen gekoeld blijven.
Gebruik uitsluitend tegen hitte be‐
stendige en kookvaste vacuümzak‐
jes.
Bereid geen levensmiddelen in hun
verpakking, zoals vacuüm getrokken
diepvriesartikelen, omdat wellicht
geen geschikte vacuümzak werd ge‐
bruikt.
Gebruik de vacuümzak maar één
keer, niet vaker.
Trek de zak met de te bereiden le‐
vensmiddelen uitsluitend met behulp
een kamervacuümtoestel luchtledig,
mits u daarmee een vacuüm van
minstens 99,8% kunt realiseren.
66
Sous-vide
Belangrijke tips voor het ge‐
bruik
Neem onderstaande aanwijzingen in
acht als u een optimaal bereidingsresul‐
taat wilt bereiken:
– Gebruik minder specerijen en kruiden
dan u gewend bent te doen bij de
traditionele manier van toebereiden,
omdat bij het garen de invloed ervan
op de smaak intensiever is.
U kunt de te bereiden levensmid‐
delen ook zonder specerijen koken
en pas hierna uw eten kruiden.
– Door zout, suiker of vloeistoffen toe
te voegen kunt u de bereidingstijd
verkorten.
– De te bereiden levensmiddelen krij‐
gen meer beet door zuurhoudende
levensmiddelen, zoals citroen of
azijn, toe te voegen
– Gebruik geen alcohol of knoflook,
omdat daardoor een onaangename
bijsmaak kan ontstaan.
– Bij hoge temperatuur en/of langere
bereidingsduur kan tekort aan water
optreden. Controleer tussendoor de
indicatie op het display.
– Laat de deur tijdens het bereidings‐
proces gesloten. Door de deur te
openen verlengt u het bereidingspro‐
ces en kan het resultaat anders zijn
dan u verwacht.
– Gebruik uitsluitend vacuümzakjes,
die passen bij de maat van de te be‐
reiden levensmiddelen. Als het vacu‐
ümzakje te groot is, kan er teveel
lucht in achterblijven.
– Wilt u een aantal levensmiddelen in
een enkel vacuümzakje bereiden?
Leg dan die levensmiddelen naast el‐
kaar in het zakje.
– Wilt u de inhoud van een aantal va‐
cuümzakjes tegelijk bereiden? Leg
dan die zakjes naast elkaar op het
rooster.
– De bereidingstijden zijn afhankelijk
van de dikte van het product.
67
Sous-vide
Tips
– Vries vloeistoffen, zoals marinade, in
voordat u gaat vacuümtrekken. Zo
voorkomt u dat uw marinade uit het
vacuümzakje lekt.
– Sla de randen van het vacuümzakje
na het vullen naar buiten toe om. Zo
krijgt u schone en goede lasnaden.
– Wilt u de bereide levensmiddelen niet
onmiddellijk na het bereiden nutti‐
gen? Leg ze dan onmiddellijk in ijs‐
water en bewaar die levensmiddelen
vervolgens bij maximaal 3 °C. Zo be‐
houdt u kwaliteit en smaak en ver‐
lengt u de houdbaarheid.
– Snij het vacuümzakje na het bereiden
aan alle kanten open om de bereide
levensmiddelen gemakkelijk te kun‐
nen uitnemen.
– Braad vlees en stevige soorten vis
(zoals zalm) heel kort even aan alvo‐
rens te serveren. Zo kan de aromati‐
sche smaak van geroosterd vlees of
vis zich goed ontwikkelen.
– Gebruik het kooknat of de marinade
van groenten, vis of vlees voor het
toebereiden van saus.
Werkwijze
Spoel het voedingsmiddel met koud
water af en droog het af.
Leg de te bereiden levensmiddelen in
een vacuümzakje; voeg zo nodig
kruiden of vloeistoffen toe.
Trek met behulp van het kamerva‐
cuümtoestel het zakje luchtledig.
Leg het gevacumeerde levensmiddel
(bij meerdere zakjes naast elkaar) op
het rooster.
Kies .
Blader in de keuzelijst, totdat Sous-vi-
de gemarkeerd is.
Bevestig met OK.
Wijzig zo nodig de voorgeprogram‐
meerde temperatuur.
Bevestig met OK.
Stel de bereidingstijd in. U kunt een
tijd instellen tussen 1 minuut en
10 uur.
Bevestig met OK.
– Serveer de bereide levensmiddelen
op voorverwarmde borden.
68
Mogelijke oorzaken van een
slecht eindresultaat
Het vacuümzakje is opengegaan:
– de lasnaad was niet schoon of sterk
genoeg en is opengegaan.
– het zakje is door een scherp botje
beschadigd.
Het gerecht had een onaangename bij‐
smaak of een vreemde smaak:
– u hebt het voedingsmiddel verkeerd
opgeslagen, de koelketen werd on‐
derbroken.
– uw handen of de werkbladen waren
niet goed schoon.
– er zijn teveel ingrediënten (bijv. spe‐
cerijen) toegevoegd.
– het zakje of de lasnaad waren niet in
goede staat.
Sous-vide
– het vacuüm was lager dan 99,8%.
– het gericht werd niet direct na de be‐
reiding genuttigd of gekoeld.
69
Sous-vide
GerechtVoorafje
SuikerZout
Vis
Kabeljauwfilet, 2,5 cm dikx5435
Zalmfilet, 3 cm dikx5230
Zeeduivelfiletx6218
Snoekbaarsfilet, 2 cm dikx5530
Groente
Bloemkoolroosjes, middel‐
groot tot groot
Hokkaido-pompoen, in schij‐
ven
Koolraap, in schijfjesx8530
Asperge, wit, heelxx8522–27
Zoete aardappel, in plakjesx8518
Fruit
Ananas, in schijvenx8575
Appel, in schijfjesx8020
Babybananen, heel6210
Perziken, gehalveerdx6225–30
Rabarber, in stukjes7513
Pruimen, gehalveerdx7010–12
Diversen
Bonen, wit, geweekt in de ver‐
houding 1 : 2
(Bonen : vocht)
Eendenborst, geheelx667235
Kalfsvlees, geheelx5761360
Lamsrug met bot586250
Biefstuk van de haas, 4 cm
dik
Biefstuk, 2,5 cm dik56–120
Varkensfilet; volledigx636760
Temperatuur / bereidingstijd
* Gaarheid
De gaarheid "door" komt overeen met een gaarheid met een hogere kerntemperatuur dan
"medium", maar is niet 'door en door' gaar in de traditionele betekenis.
[°C] [min]
ken*
5661120
71
Speciale toepassingen
Verwarmen
Voedingsmiddelen kunnen in de stoom‐
oven behoedzaam worden verwarmd.
Ze drogen niet uit en worden niet gaar‐
der. Het product wordt gelijkmatig ver‐
hit en hoeft niet te worden doorgeroerd.
U kunt bordmaaltijden (vlees, groente,
aardappelen) net zo verwarmen als af‐
zonderlijke voedingsmiddelen.
Kookgerei
Kleine hoeveelheden kunt u op een
bord, grote hoeveelheden in een oven‐
pan verwarmen.
Tijd
Het aantal borden of ovenpannen is niet
van invloed op de bereidingstijd.
De in de tabel aangegeven tijd heeft be‐
trekking op een gemiddelde portie per
bord / ovenpan. Verleng de tijd bij
grotere hoeveelheden.
Tips
– Verwarm grote stukken (zoals braad‐
vlees) niet als geheel, maar in porties
als bordmaaltijd.
– Halveer compacte voedingsmiddelen,
zoals gevulde paprika's of een rolla‐
de.
Werkwijze
Dek de voedingsmiddelen af met een
diep bord, een hitte- (tot 100°C) en
stoombestendige folie of met een
deksel.
voedingsmiddelen die in een saus
worden bereid (zoals goulash).
72
Speciale toepassingen
Ontdooien
De ontdooitijden zijn aanzienlijk korter
dan bij ontdooien op kamertempera‐
tuur.
Temperatuur
De optimale ontdooitemperatuur is 60
°C.
Uitzonderingen: Gehakt en wild: 50 °C.
Voor en na het ontdooien / de berei‐
ding
Verwijder bij ontdooien de verpakking.
Uitzonderingen:Ontdooi brood en ge‐
bak in de verpakking, omdat deze pro‐
ducten anders vocht opnemen en zacht
worden.
Laat het ontdooide voedingsmiddel na
afloop nog enige tijd bij kamertempera‐
tuur staan. Deze doorwarmtijd is nodig
zodat de warmte zich gelijkmatig kan
verdelen (van buiten naar binnen).
Stoomovenpannen
Gevaar voor salmonella!
Giet het vocht van vlees en gevogel‐
te weg. Gebruik het vocht nooit!
Tips
– Vis hoeft voor de bereiding niet hele‐
maal te worden ontdooid. Het is vol‐
doende als de buitenkant zacht ge‐
noeg is om de kruiden op te nemen.
Afhankelijk van de dikte is 2–5 minu‐
ten voldoende.
– Maak producten die aan elkaar kle‐
ven (zoals bessen en stukken vlees)
na de helft van de ontdooitijd los en
verdeel ze zo goed mogelijk.
– Vries eenmaal ontdooide voedings‐
middelen niet weer in.
– Ontdooi ingevroren kant-en-klaarge‐
rechten volgens de aanwijzingen op
de verpakking.
Instellingen
of
Temperatuur: zie tabel
Ontdooitijd: zie tabel
Gebruik bij het ontdooien van levens‐
middelen waarbij vocht vrijkomt, zoals
gevogelte, een stoomovenpan met
gaatjes en schuif de opvangschaal of
universele bakplaat (afhankelijk van het
model) eronder. Zo liggen de te ont‐
dooien levensmiddelen niet in het dooi‐
vocht.
Voedingsmiddelen die niet druppelen
kunt u in een ovenpan zonder gaten
ontdooien.
Gebruik alleen verse voedingsmiddelen,
zonder lelijke en rotte plekken.
Glazen
Gebruik alleen onbeschadigde, schone
inmaakglazen en toebehoren. U kunt
glazen met een twist-off-deksel ge‐
bruiken en glazen deksels met een rub‐
beren ring.
Gebruik alleen glazen die even groot
zijn, zodat alles gelijkmatig wordt inge‐
maakt.
Reinig de rand van de glazen na het
vullen met een schone doek en heet
water en sluit de glazen.
Fruit
Selecteer het fruit zorgvuldig. Was het
kort maar grondig en laat het goed uit‐
druppelen. Reinig bessen extra voor‐
zichtig. Bessen zijn zeer kwetsbaar en
raken snel beschadigd.
Verwijder eventuele schillen, stelen, pit‐
ten, etc. Snijd groot fruit in kleinere
stukken. Snijd appels bijvoorbeeld in
partjes.
Prik grote steenvruchten met steen
(pruimen, abrikozen) verschillende ke‐
ren met een vork of een houten stokje,
omdat ze anders kunnen barsten.
Hoeveelheid/Systeeminhoud
Vul het glas losjes tot maximaal 3 cm
onder de rand. De celwanden raken be‐
schadigd als u het voedingsmiddel erin
drukt. Tik met het glas voorzichtig op
een doek, zodat de inhoud beter wordt
verdeeld.
Gebruik voor fruit een suikeroplossing.
Voor groenten kunt u een zout- of azijn‐
oplossing gebruiken.
Vlees en worst
Braad of kook het vlees voor het inma‐
ken, zodat het net gaar wordt. Neem
voor het opvullen de braadfond, die u
met water kunt strekken, of de bouillon
waarin het vlees is gekookt. Let op dat
de rand van het glas vetvrij is.
Vul de potten met worst slechts tot de
helft, omdat de worst tijdens het inma‐
ken omhoog komt.
Tips
– Maak gebruik van de restwarmte van
de oven en haal de glazen pas 30 mi‐
nuten na het uitschakelen uit de
ovenruimte.
– Laat de glazen ca. 24 uur langzaam
afkoelen, afgedekt met een doek.
Groente
Groente rafspoelen, reinigen en fijn
snijden.
Blancheer groenten voor het inmaken,
zodat de kleur behouden blijft (zie ru‐
briek "Blancheren").
76
Speciale toepassingen
Werkwijze
Gebruik voor het rooster het onderste niveau.
Zet de glazen op het rooster. Ze mogen elkaar niet raken.
Temperatuur / Inmaaktijd
* De aangegeven inmaaktijden hebben betrekking op potten van 1,0 l. Voor weckpotten van
0,5 l moet de inmaaktijd met 15 minuten worden verkort, voor potten van 0,25 l met 20 mi‐
nuten.
78
Speciale toepassingen
Sap bereiden
U kunt in uw oven van zacht en hard
fruit sap maken.
Met rijp fruit kunt u het best sap maken.
Hoe rijper het fruit des te meer sap en
des te aromatischer het sap.
Voorbereiding
Selecteer en reinig het fruit waarvan u
sap wilt maken en verwijder bescha‐
digde plekken.
Verwijder de steeltjes van wijndruiven
en zure kersen, omdat deze bittere stof‐
fen bevatten. De steeltjes van bessen
hoeven niet te worden verwijderd.
Snijd grote vruchten (zoals appels) in
ca. 2 cm dikke blokjes. Hoe harder het
fruit of de groente, des te kleiner moet u
deze producten snijden.
Tips
– Meng voor een nog fijnere smaak
zoet met minder zoet fruit.
Werkwijze
Doe het voorbereide fruit in een
ovenpan met gaten.
Schuif een ovenpan zonder gaten of
de opvangschaal eronder om het vrij‐
komende vocht op te vangen.
Instellingen
Temperatuur: 100 °C
Duur: 40-70 minuten
– Bij de meeste fruitsoorten neemt de
saphoeveelheid toe en verbetert het
aroma als u suiker toevoegt. Meng de
suiker door het fruit en laat deze en‐
kele uren intrekken. Gebruik op 1kg
zoet fruit 50–100 g suiker, op 1kg
zuur fruit 100–150g.
– Wilt u het sap bewaren, doe het dan
heet in schone flessen en sluit deze
meteen.
79
Speciale toepassingen
Yoghurt bereiden
Voor de yoghurtbereiding gebruikt u
melk en als startcultuur yoghurt of yog‐
hurtferment, bijvoorbeeld uit een re‐
formwinkel.
Gebruik verse yoghurt met levende cul‐
turen zonder toevoegingen. Gepasteuri‐
seerde yoghurt is niet geschikt.
De yoghurt moet vers zijn. Bewaar de
yoghurt niet te lang.
Voor de yoghurtbereiding kunt u onge‐
koelde houdbare melk of verse melk
gebruiken. Houdbare melk kunt u met‐
een gebruiken. Verse melk moet u eerst
tot 90 °C verhitten (niet koken!) en ver‐
volgens weer tot 35 °C laten afkoelen.
Als u verse melk gebruikt, wordt de
yoghurt iets steviger dan met houdbare
melk.
De yoghurt en de melk moeten hetzelf‐
de vetgehalte hebben.
Beweeg of schud de glazen niet tijdens
het stollen.
Er is vocht afgezet:
De glazen zijn bewogen, de yoghurt is
niet snel genoeg afgekoeld.
De yoghurt is korrelig:
De melk is te heet gemaakt, de kwaliteit
van de melk was niet optimaal, de melk
en de startyoghurt zijn niet goed ge‐
mengd.
Tip: Bij gebruik van yoghurtferment
kunt u de yoghurt met een mengsel van
melk en room bereiden. Meng 3/4 liter
melk met 1/4 liter room.
Na de bereiding moet de yoghurt met‐
een in de koelkast worden afgekoeld.
De stevigheid, het vetgehalte en de ge‐
bruikte yoghurtculturen beïnvloeden de
consistentie van de zelfgemaakte yog‐
hurt. Niet alle yoghurts zijn geschikt als
"startyoghurt".
Mogelijke oorzaken van een slecht
eindresultaat
De yoghurt is niet stevig genoeg:
De startyoghurt is niet goed bewaard,
de koelketen is onderbroken, de ver‐
pakking was beschadigd, de melk is
niet voldoende verhit.
80
Speciale toepassingen
Werkwijze
Roer 100 g yoghurt door 1 liter melk
of maak het mengsel met yoghurtfer‐
ment volgens de aanwijzingen op de
verpakking.
Vul het melkmengsel in portieglazen
en sluit de glazen af.
Zet de gesloten glazen in een oven‐
pan of op het rooster. Ze mogen el‐
kaar niet raken.
Zet de glazen meteen na afloop in de
koelkast. Beweeg de glazen niet on‐
nodig.
Instellingen
|Speciaal|Yoghurt bereiden
of
Temperatuur: 40 °C
Tijd: 5:00 uur
Gistdeeg laten rijzen
Werkwijze
Bereid het deeg volgens het recept.
Dek de deegschaal af en zet deze op
het rooster.
Instellingen
|Deeg laten rijzen
Duur: zie recept
of
Temperatuur: 40 °C
Duur: zie recept
81
Speciale toepassingen
Gelatine smelten
Werkwijze
Laat gelatinebladen 5 minuten in
een schaal met water weken. De ge‐
latinebladen moeten goed met water
bedekt zijn. Knijp de gelatinebladen
uit en giet het water weg. Leg de uit‐
geknepen gelatinebladen weer in de
schaal.
Doe gemalen gelatine in een schaal
en voeg zoveel water toe als op de
verpakking staat aangegeven.
Dek het serviesgoed af en zet het op
het rooster.
Instellingen
|Speciaal|Gelatine laten smelten
of
Temperatuur: 90 °C
Duur: 1 minuut
Chocolade smelten
U kunt alle soorten chocolade in het
toestel smelten.
Werkwijze
Breek de chocolade in stukken.Vet‐
glazuur bereidt u bij voorkeur in de
ongeopende verpakking in een oven‐
pan met gaten.
Doe grote hoeveelheden in een oven‐
pan zonder gaten en kleine hoeveel‐
heden in een kopje of schaal.
Dek de ovenpan of het serviesgoed
af met hitte- (tot 100°C) en stoombe‐
stendige folie of met een deksel.
Roer grote hoeveelheden tussendoor
een keer om.
Instellingen
|Speciaal|Chocolade laten smelten
of
Temperatuur: 65 °C
Duur: 20 minuten
82
Speciale toepassingen
Voedingsmiddelen pellen
Werkwijze
Snijd voedingsmiddelen zoals toma‐
ten, nectarines, etc. bij de steelvoet
in (kruisvormig). U kunt het velletje
dan gemakkelijker verwijderen.
Doe het voedingsmiddel in een oven‐
pan met gaten.
Laat amandelen meteen na het koken
met koud water schrikken. U kunt ze
anders niet pellen.
Instellingen
Temperatuur: 100 °C
Duur: zie tabel
Voedingsmiddel
Abrikozen1
Amandelen1
Nectarines1
[min]
Appels conserveren
U kunt onbehandelde appels langer
houdbaar maken. Bij opslag in een dro‐
ge, koele, goed geventileerde ruimte
zijn appels dan 5 tot 6 maanden houd‐
baar. Dit kan alleen met appels, niet
met andere pitvruchten.
Instellingen
| Fruit | Appels | Heel | Inmaken
of
Temperatuur: 50 °C
Conserveringstijd: 5 minuten
Paprika4
Perziken1
Tomaten1
Tijd
83
Speciale toepassingen
Blancheren
Als u groente en fruit wilt invriezen,
moet u de producten eerst blancheren.
De kwaliteit van de voedingsmiddelen
blijft dan tijdens de opslag in de vriezer
beter.
Bij groentesoorten die voor verdere ver‐
werking geblancheerd worden, blijft de
kleur beter behouden.
Werkwijze
Doe de voorbereide groente (het fruit)
in een ovenpan met gaten.
Dompel de groente (het fruit) na het
blancheren in ijswater om het product
snel af te koelen en laat het daarna
goed uitdruppelen.
Instellingen
|Blancheren
of
Temperatuur: 100 °C
Blancheertijd: 1 minuut
Uien fruiten/stoven
Bij stoven wordt een voedingsmiddel in
het eigen sap bereid, eventueel met
toevoeging van wat vet (fruiten).
Werkwijze
Snijd de uien fijn en doe de uien met
wat boter in een ovenpan zonder ga‐
ten.
Dek de ovenpan of het serviesgoed
af met hitte- (tot 100°C) en stoombe‐
stendige folie of met een deksel.
Instellingen
|Speciaal|Uien smoren
of
Temperatuur: 100 °C
Bereidingstijd: 4 minuten
84
Speciale toepassingen
Spek uitsmelten
Het spek wordt niet bruin.
Werkwijze
Doe het spek (in blokjes, reepjes of
plakjes) in een ovenpan zonder ga‐
ten.
Dek de ovenpan af met een hitte- (tot
100°C) en stoombestendige folie of
met een deksel.
Instellingen
|Speciaal|Spek laten uitzweten
of
Temperatuur: 100 °C
Tijd: 4 minuten
Steriliseren
In het toestel kunt u ook serviesgoed en
zuigflessen steriliseren. Na afloop van
het programma zijn deze voorwerpen
kiemvrij zoals bij het bekende uitkoken.
Controleer wel eerst of alle onderdelen
(ook de speen) bestand zijn tegen tem‐
peraturen tot 100 °C en tegen stoom.
Haal zuigflessen helemaal uit elkaar. Zet
de zuigflessen pas weer in elkaar als
deze helemaal droog zijn. Alleen zo
voorkomt u dat er opnieuw kiemvor‐
ming optreedt.
Werkwijze
Leg alle onderdelen zo in een oven‐
pan met gaten dat deze elkaar niet
raken (liggend of met de opening
naar beneden). De hete stoom kan nu
onbelemmerd alle delen bereiken.
Gebruik voor de ovenpan het onder‐
ste niveau.
Instellingen
|Steriliseren
Tijd: 1 minuut tot 10 uur
of
Temperatuur: 100 °C
Duur: 15 minuten
85
Speciale toepassingen
Vochtige handdoekjes verwar‐
men
Werkwijze
Maak de handdoekjes vochtig en rol
ze stevig op.
Doe de handdoekjes in een ovenpan
met gaten.
Instellingen
|Speciaal|Vochtige handdoekjes
of
Temperatuur: 70 °C
Duur: 2 minuten
Honing vloeibaar maken
Werkwijze
Draai het deksel iets open en zet de
pot in een ovenpan met gaten.
Roer de honing tussendoor een keer
om.
Eierstich (ei voor soep)
Werkwijze
Roer 6 eieren door 375 ml melk (niet
tot schuim kloppen).
Kruid het ei-/melkmengsel en doe het
in een met boter besmeerde ovenpan
zonder gaten.
Instellingen
Temperatuur: 100 °C
Tijd: 4 minuten
Instellingen
|Speciaal|Honing vloeibaar maken
of
Temperatuur: 60 °C
Tijd: 90 minuten (ongeacht de grootte
van de pot of de hoeveelheid in de pot)
86
Menu "Instellingen" oproepen
Schakel het toestel in.
Raak aan.
Er verschijnt een keuzelijst met instel‐
lingen.
U kunt nu de instellingen controleren of
wijzigen.
Het vinkje achter een menupunt
geeft aan welke instelling actief is.
Instellingen wijzigen en opslaan
Raak aan.
Blader in de keuzelijst, totdat het ge‐
wenste menupunt oplicht.
Bevestig met OK.
Blader in de keuzelijst totdat de ge‐
wenste instelling geselecteerd is.
Wijzig de instellingen met de balkjes
(bijv. volumes) en tevens met de
draaiknop .
Instellingen
Bevestig met OK.
De instelling wordt opgeslagen.
Raak aan om weer naar het ho‐
gere menuniveau te gaan of , om
een ovenfunctie te kiezen.
WarmhoudenAan / Uit *
StoomreductieAan * / Uit
Voorgeprogr. temperatu-
ren
Vergrendeling Aan / Uit *
WaterhardheidZacht
HandelaarDemo-functie
FabrieksinstellingenInstellingen
Solo toon
g * / lb / lb/oz
Temperatuur
°C * / °F
Gemiddeld
Hard *
Aan / Uit *
Eigen programma's
Voorgeprogr. temperaturen
*Fabrieksinstelling
88
Instellingen
Taal
U kunt uw eigen taal en land instellen.
Nadat u uw keuze heeft gemaakt en be‐
vestigd, verschijnt in het display met‐
een de gekozen taal.
Tip: Tip: Als u per ongeluk een taal
heeft gekozen die u niet beheerst, kunt
u aan de hand van het symbool ge‐
makkelijk weer terug naar het submenu
Taal .
Kloktijd
Weergave
Kies de gewenste weergave van de
dagtijd voor de uitgeschakelde stoom‐
oven:
– Aan
De dagtijd is altijd in het display te
zien. Met de betreffende sensortoet‐
sen kunt u meteen de verlichting
in- en uitschakelen en de kookwek‐
ker gebruiken.
– Uit
– 24 uur
De dagtijd wordt in het 24-uurs-for‐
maat weergegeven.
– 12 uur
De dagtijd wordt in het 12-uurs-for‐
maat weergegeven.
Instellen
U stelt de uren en de minuten in.
Na een stroomstoring verschijnt de
actuele dagtijd weer. De stoomoven
bewaart de informatie ca. 200 uur in
het geheugen.
Het display is donker. U bespaart zo
energie. U moet de stoomoven in‐
schakelen, voordat u deze kunt be‐
dienen. Dit geldt ook voor de func‐
ties "Verlichting en "Kookwekker‐
tijd" .
– Nachtuitschakeling
Om energie te besparen, is de dag‐
tijd alleen tussen 5 en 23 uur te zien.
De resterende tijd is het display don‐
ker.
Tijdformaat
U kunt het tijdformaat van de dagtijd
kiezen:
89
Instellingen
Datum
Met deze functie stelt u de datum in.
De datum verschijnt bij uitgescha‐
kelde stoomoven alleen als u kiest
voor de instelling Tijd|Weergave|Aan.
Verlichting
– Aan
De ovenverlichting blijft tijdens de
hele bereiding ingeschakeld.
– 15 seconden "Aan"
De verlichting wordt tijdens een be‐
reiding na 15 seconden uitgescha‐
keld. Als u op drukt, wordt de ver‐
lichting weer 15 seconden ingescha‐
keld.
Lichtsterkte display
De instelling van de lichtsterkte van het
display kunt u aflezen op een balkje
met zeven segmenten.
Kies Donkerder of Lichter, om de licht‐
sterkte te wijzigen.
Akoestische signalen
Melodieën
Als een functie is beëindigd, hoort u
met tussenpozen meermaals een melo‐
die.
De instelling van het volume kunt u afle‐
zen op een balkje met zeven seg‐
menten.
Als alle segmenten gevuld zijn, is het
maximale volume ingesteld. Is geen en‐
kel segment gevuld, dan is het signaal
uitgezet.
Kies Zachter of Harder, om het volume
te wijzigen.
Solo-toon
Als een functie is beëindigd, hoort u
enige tijd een continu signaal.
De toonhoogte van dit signaal wordt
weergegeven op een balkje.
Kies Lager of Hoger, om de lichtsterk‐
te te wijzigen.
90
Instellingen
Toetsgeluid
Het volume van de signalen die u hoort
als u een toets aanraakt, wordt weerge‐
geven als een balkje met zeven seg‐
menten.
Als alle segmenten gevuld zijn, is het
maximale volume ingesteld. Is geen en‐
kel segment gevuld, dan is het signaal
uitgezet.
Kies Zachter of Harder, om het volume
te wijzigen.
Eenheden
Gewicht
– g
Bij de automatische programma's
wordt het gewicht van de voedings‐
middelen in gram weergegeven.
– lb
Bij de automatische programma's
wordt het gewicht van de voedings‐
middelen in pond weergegeven.
– lb/oz
Bij de automatische programma's
wordt het gewicht van de voedings‐
middelen in pond/ounce weergege‐
ven.
Temperatuur
– °C
De temperatuur wordt in graden Cel‐
sius weergegeven.
– °F
De temperatuur wordt in graden Fah‐
renheit weergegeven.
91
Instellingen
Warmhouden
Houdt u er rekening mee dat bepaalde
gerechten, zoals vis, door het warm‐
houden nog gaarder worden.
– Aan
Bij de ovenfunctie Koken met stoom
wordt ook een warmhoudfunctie ge‐
activeerd, als u met een temperatuur
vanaf ca. 80 °C werkt. Als u het ge‐
recht na de bereiding niet uit het toe‐
stel haalt, wordt deze functie na ca. 5
minuten ingeschakeld. In het display
verschijnt Warmhouden. Het gerecht
wordt nu ca. 15 minuten warmge‐
houden met een temperatuur van
70 °C. Als u de deur opent of een
toets aanraakt, wordt de warmhoud‐
functie afgebroken.
– Uit
De warmhoudfunctie is uitgescha‐
keld.
Stoomreductie
– Aan
Wanneer u kookt met een tempera‐
tuur van ongeveer 80° C wordt vlak
voor het einde van de bereiding de
ovendeur automatisch iets geopend,
zodat de stoom kan ontwijken. De
deur gaat daarna automatisch weer
dicht.
– Uit
Als u de stoomreductie uitzet, wordt
automatisch ook de functie Warm-
houden uitgezet. Er komt veel stoom
vrij als u de deur opent bij uitgescha‐
kelde stoomreductie.
92
Instellingen
Voorgeprogrammeerde tempe‐
raturen
Als u vaak met afwijkende temperaturen
werkt, kan het zinvol zijn de voorgepro‐
grammeerde temperaturen te wijzigen.
Zodra u het menupunt heeft opgeroe‐
pen, verschijnt de keuzelijst met de
ovenfuncties.
Kies de gewenste functie.
Als u een ovenfunctie kiest, licht de
voorgeprogrammeerde temperatuur op.
Tegelijk verschijnt het bereik waaruit u
kunt kiezen.
Wijzig de voorgeprogrammeerde
temperatuur.
Bevestig met OK.
Vergrendeling
De vergrendeling voorkomt dat de
stoomoven onbedoeld wordt ingescha‐
keld.
Als de vergrendeling geactiveerd is,
kunt u nog wel een kookwekkertijd in‐
stellen.
De vergrendeling blijft ook na een
stroomstoring actief.
– Aan
De vergrendeling wordt geactiveerd.
Voordat u de stoomoven kunt ge‐
bruiken, nadat u hem hebt ingescha‐
keld, houdt u het symbool minimaal
6 seconden ingedrukt.
– Uit
De vergrendeling is gedeactiveerd. U
kunt de stoomoven gewoon ge‐
bruiken.
93
Instellingen
Waterhardheid
Het toestel is vanuit fabriek op water‐
hardheid Hard ingesteld. Om ervoor te
zorgen dat de stoomoven correct func‐
tioneert en op het juiste moment wordt
ontkalkt, moet u de stoomoven op de
waterhardheid van uw regio instellen.
Hoe hoger het kalkgehalte, des te har‐
der is het water en des te vaker moet
de stoomoven worden ontkalkt.
– Zacht
< 8,4 °dH, < 1,5 mmol/l
– Gemiddeld
8,4 - 14 °dH, 1,5 - 2,5 mmol/l
– Hard
> 14 °dH, > 2,5 mmol/l
Demomodus voor de vakhan‐
del
Met deze functie kan de vakhandel de
stoomoven presenteren, zonder dat de
verwarming wordt ingeschakeld (demofunctie). Voor particulier gebruik is deze
instelling niet relevant.
Demo-functie
Hebt u de demo-functie geactiveerd,
dan verschijnt Demo-functie ingescha-
keld. De verwarming werkt niet, zodra u
de stoomoven inschakelt.
– Aan
De demo-functie wordt geactiveerd
als u het veld "OK" minimaal 4 se‐
conden ingedrukt houdt.
– Uit
De demo-functie wordt gedeacti‐
veerd als u het veld "OK" minimaal 4
seconden ingedrukt houdt. Daarna
kunt u de stoomoven gewoon weer
gebruiken.
94
Fabrieksinstellingen
– Instellingen
Alle instellingen worden weer op de
fabrieksinstellingen gezet.
– Eigen programma's
Alle eigen programma's worden ge‐
wist.
– Voorgeprogr. temperaturen
De gewijzigde voorgeprogrammeerde
temperaturen worden weer op de fa‐
brieksinstellingen gezet.
Instellingen
95
Gegevens voor testinstellingen
Testgerechten stomen
Voer de tests uit, zoals beschreven in de daarvoor geldende (concept-) normen
(DIN EN 50304 / DIN EN 60350).
TestgerechtStoomoven‐
pannen
Hoeveelheid
[g]
1
2 [°C]
[min]
Stoomtoevoer
Broccoli (8.1) 1 x DGGL 8max.willekeurig1003
Stoomverdeling
Broccoli (8.2) 1 x DGGL 8300willekeurig1003
Vermogen bij maximale belading
Erwten (8.3)2 x DGGL 1Telkens 750
2, 4
3
100
2x DGGL 8Telkens 1000
Niveau(s) van onderen / Temperatuur / Bereidingstijd
1)
Gebruik voor de opvangschaal altijd het onderste niveau.
2)
Plaats het testgerecht in de koude oven (voordat de opwarmfase begint).
3
Schuif op de niveaus telkens 1x DGGL 1 en 1x DGGL 8 achter elkaar in de oven.
4)
De test is beëindigd als de temperatuur op de koudste plek 85 °C is.
4
96
Reiniging en onderhoud
Reiniging en onderhoud
Letselrisico!
De stoom van een stoomreiniger kan
terechtkomen op onderdelen die on‐
der spanning staan en een kortslui‐
ting veroorzaken.
Gebruik voor het reinigen van de
stoomoven nooit een stoomreiniger.
Alle oppervlakken kunnen verkleuren
of veranderen wanneer u onge‐
schikte reinigingsmiddelen gebruikt.
Alle oppervlakken zijn krasgevoelig.
Bij glazen oppervlakken kunnen
krassen glasbreuk tot gevolg heb‐
ben.
Verwijder resten van reinigingsmid‐
delen onmiddellijk.
Gebruik geen aliphatische koolwa‐
terstofhoudende reinigings- of spoel‐
middelen. Daardor kunnen afdich‐
tingen zwellen.
Laat de stoomoven voor iedere reini‐
ging afkoelen.
Maak heel de stoomoven en alle toe‐
behoren na elk gebruik schoon en
wrijf alles droog of laat alles drogen.
Sluit de ovendeur pas wanneer de
ovenruimte droog is.
Als u het toestel gedurende een
langere periode niet gebruikt (bijvoor‐
beeld tijdens vakanties), reinig het dan
nog eens grondig om geurvorming,
etc. te voorkomen. Laat de ovendeur
daarna openstaan.
97
Reiniging en onderhoud
Stoomovenfront
Ongeschikte reinigingsmiddelen
Om beschadigingen aan de oppervlak‐
ken te voorkomen, mogen de volgende
middelen niet worden gebruikt:
– soda-, ammoniak-, zuur- en chloride‐
houdende reinigingsmiddelen,
– kalkoplossende reinigingsmiddelen,
– schurende reinigingsmiddelen, zoals
schuurpoeder, vloeibaar schuurmid‐
del en reinigingssteen,
– oplosmiddelhoudende reinigingsmid‐
delen,
– reinigingsmiddelen voor roestvrij
staal,
– reinigingsmiddelen voor vaatwassers.
– glasreinigers,
– reinigingsmiddelen voor keramische
kookplaten,
Reinig de oppervlakken met een
schone doek, lauwwarm water en rei‐
nigingsmiddel. U kunt ook een
schoon, vochtig microvezeldoekje
zonder reinigingsmiddel gebruiken.
Het verwarmingselement bodem
kan na langdurig gebruik door drup‐
pels vloeistof verkleuren.
Verwijder blauwachtige verkleuringen
op het verwarmingselement bodem
met het Miele-reinigingsmiddel voor
keramische platen en roestvrij staal
(zie "Bij te bestellen accessoires").
Wis de oppervlakken na elke reini‐
ging met schoon water af, totdat alle
resten reinigingsmiddel verwijderd
zijn.
Wrijf de ovenruimte en de binnenkant
van de deur vervolgens met een doek
droog.
Automatische deuropener
De deuropener mag niet met voe‐
dingsmiddelen verontreinigd zijn.
Verwijder verontreinigingen op de
deuropener meteen met een schoon
sponsdoekje, afwasmiddel en warm
water.
Wis de oppervlakken na elke reini‐
ging met schoon water af, totdat alle
resten reinigingsmiddel verwijderd
zijn.
Waterreservoir
Haal het waterreservoir na elk gebruik
uit de oven, giet het leeg en droog
het af.
Reinig het reservoir met de hand.
Droog de onderdelen daarna af om
kalkafzettingen te vermijden.
De deurdichting is zo ontworpen dat
deze de hele levensduur van het toe‐
stel meegaat. Mocht deze toch moe‐
ten worden vervangen, neem dan
contact op met de dienst Onderdelen
en toebehoren van Miele (zie einde
van deze gebruiksaanwijzing).
99
Reiniging en onderhoud
Accessoires
Alle accessoires zijn geschikt voor rei‐
niging in de vaatwasser.
Opvangschaal, rooster, stoomoven‐
pan
Reinig de opvangschaal, het rooster
en de ovenpannen na elk gebruik.
Droog de onderdelen vervolgens
weer af.
Verwijder blauwachtige verkleuringen
op de ovenpannen met het Miele-rei‐
nigingsmiddel voor keramische
platen en roestvrij staal (zie "Bij te be‐
stellen accessoires") of met azijn.
Spoel de ovenpannen na gebruik van
het reinigingsmiddel met schoon wa‐
ter af om alle resten reinigingsmiddel
te verwijderen.
Geleiderails
Haal de geleiderails eerst aan de zij‐
kant los , en dan aan de achterkant
.
Reinig de geleiderails in de afwasau‐
tomaat of met een schoon spons‐
doekje, afwasmiddel en warm water.
Plaats de geleiderails na het reinigen
correct terug (zie afbeelding). Druk de
geleiderails stevig vast, zie afbeel‐
ding.
100
Als u de geleiderails niet correct te‐
rugplaatst, werkt de kantel- en uit‐
trekbeveiliging niet goed. Ook kan bij
het inschuiven van ovenpannen de
temperatuurvoeler beschadigd ra‐
ken.
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.