Lees beslist de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw toestel
plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u
voorkomt schade aan uw toestel.
nl-BEM.-Nr. 09 649 600
Page 2
Inhoud
Opmerkingen omtrent uw veiligheid.................................................................... 5
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu............................................. 13
Dit toestel voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften. On‐
juist gebruik echter kan persoonlijk letsel of beschadiging van het
toestel tot gevolg hebben. Lees daarom de gebruiks- en montage‐
handleiding aandachtig door, voordat u het toestel in gebruik
neemt. In de handleiding vindt u belangrijke instructies met be‐
trekking tot inbouw, veiligheid, gebruik en onderhoud. Miele kan
niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die is ontstaan
doordat de veiligheidsinstructies en waarschuwingen niet in acht
zijn genomen. Bewaar de gebruiks- en montagehandleiding en
geef deze door aan een eventuele volgende eigenaar.
5
Page 6
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Juist gebruik
Dit toestel is uitsluitend bestemd voor particulier huishoudelijk ge‐
bruik (of daarmee vergelijkbaar).
Het toestel mag niet buiten worden gebruikt.
Gebruik het toestel alleen voor de toepassingen die in deze ge‐
bruiksaanwijzing worden beschreven.
Gebruik voor andere doeleinden is niet toegestaan en kan gevaarlijk
zijn.
Personen die op grond van hun fysieke of psychische gesteld‐
heid, hun onervarenheid of gebrek aan kennis van de stoomoven
niet in staat zijn de stoomoven veilig te bedienen, mogen het alleen
onder toezicht bedienen
of wanneer ze worden geïnstrueerd door iemand die de stoomoven
kent. Ze moeten het mogelijke gevaar van een verkeerde bediening
kunnen herkennen en begrijpen.
6
Page 7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Kinderen in het huishouden
Houd kinderen onder acht jaar op een afstand, tenzij u voortdu‐
rend toezicht houdt.
Kinderen vanaf acht jaar mogen de stoomoven alleen zonder toe‐
zicht gebruiken als ze weten hoe ze het toestel veilig moeten bedie‐
nen. De kinderen moeten zich bewust zijn van de gevaren van een
foutieve bediening.
Kinderen mogen het toestel niet zonder toezicht reinigen of on‐
derhouden.
Houd kinderen in de gaten wanneer zij zich in de buurt van het
toestel bevinden. Laat kinderen nooit met het toestel spelen.
Verstikkingsgevaar! Spelende kinderen kunnen zich wikkelen in
verpakkingsmateriaal (bijv. folies) of het over hun hoofd trekken en
daardoor verstikken. Houd verpakkingsmateriaal zoals plastic buiten
het bereik van kinderen.
Verbrandingsgevaar door hete stoom! De huid van kinderen is ge‐
voeliger voor hoge temperaturen dan de huid van volwassenen.
Voorkom dat kinderen de deur van het toestel openen als het wordt
gebruikt. Houd kinderen op een afstand, totdat het toestel voldoen‐
de is afgekoeld en er geen verbrandingsgevaar meer bestaat.
Verwondingsgevaar! De deur mag met maximaal 8 kg worden be‐
last. Kinderen kunnen zich aan de geopende deur verwonden.
Voorkom dat kinderen op de geopende deur gaan staan of zitten of
eraan gaan hangen.
7
Page 8
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Technische veiligheid
Door ondeskundig uitgevoerde installaties, onderhoudswerken of
herstellingen kunnen er niet te onderschatten risico's ontstaan voor
de gebruiker. Installatie-, onderhouds- of herstellingswerken mogen
alleen door vakmensen worden uitgevoerd die door Miele erkend
zijn.
Controleer voordat de stoomoven wordt geplaatst, of hij zichtbaar
beschadigd is. Een beschadigde oven mag niet worden geplaatst en
niet in gebruik worden genomen.
De stoomoven kan alleen betrouwbaar en veilig functioneren, als
hij op het openbare elektriciteitsnet is aangesloten.
De elektrische veiligheid van de stoomoven is uitsluitend gegaran‐
deerd, als deze wordt aangesloten op een aardingssysteem dat vol‐
gens de geldende voorschriften is geïnstalleerd. Aan deze funda‐
mentele veiligheidsvoorwaarde moet worden voldaan. Laat de elek‐
trische installatie bij twijfel door een vakman inspecteren.
De aansluitgegevens (frequentie en spanning) op het typeplaatje
moeten met de waarden van het elektriciteitsnet overeenkomen, om
beschadiging van de stoomoven te voorkomen.
Vergelijk deze gegevens voor de aansluiting. Raadpleeg bij twijfel
een elektricien.
Stopcontactenblokken of verlengkabels bieden niet voldoende
veiligheidsgaranties (gevaar voor brand). Dit in verband met gevaar
voor oververhitting.
Gebruik de stoomoven enkel in ingebouwde toestand. Enkel dan
is een veilige werking gegarandeerd.
Deze stoomoven mag niet op niet-vaste plaatsen (bijv. op een
schip) worden gebruikt.
8
Page 9
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Wanneer u aansluitingen onder spanning aanraakt of de elek‐
trische en mechanische constructie wijzigt, kan dat voor u gevaar
opleveren. Het kan ook tot storingen in de werking van de stoom‐
oven leiden.
Open nooit de behuizing van de stoomoven.
Het recht op garantie vervalt wanneer de stoomoven door een
klantendienst wordt hersteld die niet door Miele is erkend.
Enkel met originele Miele-wisselstukken bent u zeker dat deze ten
volle voldoen aan de eisen qua veiligheid. Defecte onderdelen mo‐
gen alleen door originele Miele-wisselstukken worden vervangen.
Als de stekker wordt verwijderd of als de aansluitkabel geen stek‐
ker heeft, mag het toestel uitsluitend door een vakman op het net
worden aangesloten.
Als de aansluitkabel beschadigd is, moet deze door een speciale
kabel van het type H 05 VV-F (PVC-isolatie) worden vervangen. Een
dergelijke kabel is verkrijgbaar bij Miele.
Bij installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden moet de
stoomoven volledig van het elektriciteitsnet losgekoppeld zijn. Ga
daarvoor als volgt te werk:
– schakel de zekeringen in uw zekeringkast uit of
– draai de zekeringen in uw zekeringkast er helemaal uit of
– als de stekker (indien aanwezig) uit de contactdoos is getrokken.
Trek daarbij aan de stekker en niet aan de aansluitkabel.
Als het toestel achter een meubeldeur is ingebouwd, mag de deur
niet worden gesloten als u het toestel gebruikt. Achter een gesloten
deur worden warmte en vocht opgehoopt. Hierdoor kunnen het toe‐
stel, de kast en de vloer beschadigd raken. Sluit de deur pas als het
toestel volledig is afgekoeld.
9
Page 10
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Efficiënt gebruik
Verbrandingsgevaar! Het toestel wordt bij gebruik heet. U kunt
zich branden aan verwarmingselementen, de ovenruimte, het voe‐
dingsmiddel, de accessoires en de hete stoom. Draag altijd oven‐
wanten als u hete gerechten in het toestel zet of eruit haalt of als u in
het toestel bezig bent. Voorkom dat gerechten overstromen als u de‐
ze in de ovenruimte zet of eruit haalt.
Verbrandingsgevaar! Na een bereiding bevindt zich heet water in
het stoomaggregaat. Dit water wordt naar het waterreservoir terug‐
gepompt. Voorkom dat het waterreservoir kantelt als u het uit de
stoomoven haalt en neerzet.
In gesloten conservenblikken ontstaat bij het inmaken en op‐
warmen een overdruk, waardoor deze kunnen ontploffen. Gebruik
de stoomoven niet voor het inmaken en verwarmen van conserven‐
blikken.
Kunststof serviesgoed dat niet hitte- en stoombestendig is, smelt
bij hoge temperaturen en kan het toestel beschadigen.
Gebruik alleen hitte- (tot 100°C) en stoombestendig kunststof ser‐
viesgoed. Houdt u zich aan de aanwijzingen van de betreffende fa‐
brikant.
Gerechten die in de ovenruimte worden bewaard, kunnen uitdro‐
gen. Het vrijkomende vocht kan in het toestel corrosie veroorzaken.
Bewaar daarom geen klare gerechten in de oven en gebruik voor de
bereiding geen voorwerpen die kunnen roesten.
U kunt zich aan de open ovendeur verwonden of erover struike‐
len.
Laat de deur daarom niet onnodig open staan.
De deur mag met maximaal 8 kg worden belast. Ga nooit op de
geopende deur staan of zitten. Plaats er ook geen zware voor‐
werpen op. Er mag ook niets tussen de deur en de ovenruimte vast‐
geklemd raken. De stoomoven kan anders beschadigd raken.
10
Page 11
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Als u een elektrisch toestel (bijvoorbeeld een mixer) in de buurt
van het toestel gebruikt, mag de aansluitkabel niet tussen de deur
van het toestel beklemd raken. De isolatie van de kabel kan bescha‐
digd raken.
11
Page 12
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Reiniging en onderhoud
De stoom van een stoomreiniger kan terechtkomen op onderdelen
die onder spanning staan en een kortsluiting veroorzaken.
Gebruik voor het reinigen van de stoomoven nooit een stoomreini‐
ger.
Door krassen kunnen de glasplaten van de deur beschadigd ra‐
ken.
Gebruik voor de reiniging van de glasplaten dan ook geen schuur‐
middelen, geen harde sponzen of borstels en geen metalen schra‐
pers.
De geleiderails kunnen voor reinigingsdoeleinden worden verwij‐
derd (zie "Reiniging en onderhoud").
Plaats de geleiderails na afloop correct terug en gebruik het toestel
nooit zonder ingebouwde geleiderails.
Verwijder voedingsmiddelen of vloeistoffen die keukenzout bevat‐
ten meteen als deze in aanraking komen met de roestvrijstalen
wanden van de binnenruimte. U voorkomt zo dat er corrosie ont‐
staat.
Toebehoren
Gebruik uitsluitend Miele-accessoires om te voorkomen dat ga‐
rantieaanspraken vervallen. Worden er andere onderdelen gemon‐
teerd of ingebouwd, dan vervalt het recht op waarborg en/of pro‐
ductaansprakelijkheid.
12
Page 13
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het toestel voor
transportschade. Er werd milieuvriende‐
lijk en recycleerbaar verpakkingsmateri‐
aal gekozen.
Door hergebruik van verpakkingsmate‐
riaal wordt er op grondstoffen bespaard
en wordt er minder afval geproduceerd.
Uw vakhandelaar neemt de verpakking
in het algemeen terug.
Het oude toestel
Oude elektrische en elektronische toe‐
stellen bevatten meestal nog waarde‐
volle materialen. Ze bevatten echter ook
schadelijke stoffen die nodig zijn ge‐
weest om de toestellen goed en veilig
te laten functioneren. Wanneer u uw ou‐
de toestel bij het gewone afval doet of
er op een andere manier niet goed mee
omgaat, kunnen deze stoffen schadelijk
zijn voor de gezondheid en het milieu.
Bij de aankoop van uw nieuw toestel
heeft u een bijdrage betaald. Die wordt
volledig gebruikt voor de toekomstige
recyclage van dat toestel. Dat bevat
trouwens nog waardevol materiaal.
Door te recycleren wordt er dan ook
minder verspild en vervuild.
Als u vragen heeft omtrent het afdanken
van uw oud toestel, neem dan contact
op met
– de handelaar bij wie u het kocht
of
– de firma Recupel,
telefoon 02 706 86 10,
website: www.recupel.be
of
– uw gemeentebestuur als u uw toestel
naar een containerpark brengt.
13
Page 14
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu
Zorg er ook voor dat het toestel intus‐
sen kindveilig wordt bewaard voor u het
laat wegbrengen.
14
Page 15
Aanzicht stoomoven
Overzicht
a
Bedieningselementen
b
Wasemafvoer
c
Automatische deuropener voor de
stoomreductie
d
Deurdichting
e
Aanzuigbuis
f
Ruimte waterreservoir
g
Waterreservoir
h
Opvanggoot ovenruimte
i
Bodemverwarming
j
Temperatuurvoeler
k
Geleiderails
l
Stoomtoevoer
15
Page 16
Overzicht
Bijgeleverde accessoires
U kunt de bijgeleverde accessoires (en
andere accessoires) desgewenst ook
nabestellen (zie "Bij te bestellen acces‐
soires").
DGG 21
1 glazen opvangschaal om het vocht op
te vangen dat tijdens een bereiding ont‐
staat, kan ook worden gebruikt als
ovenpan.
325 x 430 x 40 mm (BxDxH)
DGGL 8
1 ovenpan met gaten,
inhoud 2,0 l / nuttige inhoud 1,7 l
325 x 265 x 40 mm (BxDxH)
Rooster
1 rooster om kookgerei op te zetten
Ontkalkingstabletten
Voor het ontkalken van de stoomoven
Bestelkaart voor gratis Miele-kook‐
boek
DGGL 1
2 ovenpannen met gaten,
inhoud 1,5 l / nuttige inhoud 0,9 l
325 x 175 x 40 mm (BxDxH)
16
Page 17
Bedieningselementen
a
Aan/Uit-toets
In- en uitschakelen en oproepen van het ontkalkingsprogramma
b
- sensortoets
Wisselen tussen stomen en automatisch programma
c
Sensortoetsen
Instellen van de temperatuur en bereidingstijd en "bladeren" in de programme‐
ring
De programmering oproepen: +
d
Sensortoets OK
Bevestiging van de invoer
e
Display
f
Optische interface
(alleen voor de dienst Herstellingen aan huis van Miele)
17
Page 18
Bedieningselementen
Sensortoetsen
De sensortoetsen reageren op aanraking met uw vinger. Telkens als u een toets
aanraakt, hoort u een akoestisch signaal. U kunt dit signaal uitzetten (zie "Instel‐
lingen – Volume – Toetssignaal").
Display
WeergaveBetekenis
Auto + Cijfer(s)Automatisch programma
Cijfers + °CTemperatuur
Cijfers + hBereidingstijd
+ cijfer(s)
Stomen
Water bijvullen of waterreservoir ontbreekt
De stoomoven moet worden ontkalkt.
18
Page 19
Functiebeschrijving
Waterreservoir
De maximale vulhoeveelheid is 2,0 liter,
de minimale hoeveelheid 0,5 liter. U
vindt de markeringen aan de zijkant van
de greep. De bovenste markering mag
niet worden overschreden!
Het waterverbruik is afhankelijk van het
voedingsmiddel en de bereidingstijd.
Als u de ovendeur tijdens het gebruik
opent, neemt het waterverbruik toe.
Vul het waterreservoir voor elke berei‐
ding tot het aangegeven maximum.
Na afloop van een bereiding wordt het
restwater uit het stoomaggregaat naar
het waterreservoir teruggepompt. Giet
het reservoir leeg, nadat u het toestel
heeft gebruikt.
Opvangschaal
Bij bereidingen met stoom: schuif de
opvangschaal altijd op het onderste ni‐
veau in het toestel als u ovenpannen
met gaten gebruikt. Vochtdruppels wor‐
den hierin opgevangen en u kunt het
vocht zo gemakkelijk verwijderen.
U kunt de opvangschaal ook als oven‐
pan gebruiken.
Temperatuur
De stoomoven heeft een temperatuur‐
bereik van 40 °C tot 100 °C. Als u het
toestel inschakelt, verschijnt in het dis‐
play 100 °C. U kunt de temperatuur in
stappen van 5°C veranderen.
Temperatuuradvies
TemperatuurToepassing
100°C– Bereiden van alle
soorten voedings‐
middelen,
– Verwarmen
– Menugaren
– Inmaken
– Sap bereiden
85° C– Voor het behoed‐
zaam bereiden van
vis
60° C– Ontdooien
40° C– Gistdeeg laten rij‐
zen
– Yoghurt maken
Bereidingstijd
U kunt een tijd instellen tussen 1 minuut
(:) en 9 uur en 59 minuten (:). Als
de bereidingstijd langer is dan 59 minu‐
ten, moet u deze in uren en minuten in‐
voeren. Bijvoorbeeld: 80 minuten =
1:20.
19
Page 20
Functiebeschrijving
Geluiden
Na het inschakelen van de stoomoven,
bij gebruik en na het uitschakelen hoort
u een (brommend) geluid. Dit geluid
duidt niet op een storing of een defect
aan de stoomoven. Het geluid ontstaat
bij het in- en afpompen van het water.
Als de stoomoven in gebruik is, hoort u
een ventilatorgeluid.
Opwarmfase
Tijdens de opwarmfase wordt de oven‐
ruimte tot de ingestelde temperatuur
opgewarmd. Het oplopen van de tem‐
peratuur kunt u op het display volgen.
De duur van de opwarmfase is afhanke‐
lijk van de hoeveelheid voedingsmiddel
en de temperatuur ervan. In het alge‐
meen duurt de opwarmfase ca. 5 minu‐
ten. Als u gekoelde of ingevroren voe‐
dingsmiddelen bereidt, neemt de tijd
toe.
Stoomreductie
Wanneer u kookt met een temperatuur
van ongeveer 80° C wordt vlak voor het
einde van de bereiding wordt de oven‐
deur automatisch iets geopend, zodat
de stoom kan ontwijken. In het display
verschijnt. De deur gaat daarna auto‐
matisch weer dicht.
U kunt de stoomreductie uitzetten (zie
"Instellingen – Stoomreductie"). Als u
de functie uitzet, komt er veel stoom vrij
als u de deur opent.
Bereidingsfase
Als de ingestelde temperatuur bereikt
is, begint de bereidingsfase. Tijdens de
bereidingsfase kunt u in het display de
resttijd aflezen.
20
Page 21
Ingebruikneming van het toestel
Kleef het typeplaatje dat bij de docu‐
mentatie bijgevoegd is, op de daar‐
voor bestemde plaats in het hoofd‐
stuk "Miele-Service, typeplaatje, ga‐
rantie".
Verwijder eventueel aanwezige be‐
schermfolies en stickers.
Het toestel wordt in de fabriek getest.
Tijdens transport kan daarom restwa‐
ter uit de leidingen in de ovenruimte
lopen.
Stoomoven voor de eerste
keer reinigen
Waterreservoir
Haal het waterreservoir uit het toestel
en reinig het handmatig.
Accessoires / ovenruimte
Haal alle accessoires uit de oven‐
ruimte.
Reinig de onderdelen met de hand of
in de afwasautomaat.
Het toestel is tijdens de productie met
een onderhoudsmiddel behandeld.
Reinig de ovenruimte met een
schoon sponsdoekje, afwasmiddel en
warm water om het onderhoudsmid‐
del te verwijderen.
21
Page 22
Ingebruikneming van het toestel
Waterhardheid instellen
Het toestel is af fabriek op waterhard‐
heid Hard ingesteld. Om ervoor te zor‐
gen dat het toestel correct functioneert
en op het juiste moment wordt ontkalkt,
moet u het toestel op de waterhardheid
van uw regio instellen. Hoe hoger het
kalkgehalte, des te harder is het water
en des te vaker moet het toestel wor‐
den ontkalkt.
Controleer welke waterhardheid is in‐
gesteld en voer zo nodig de juiste
waterhardheid in (zie "Instellingen").
Kookpunt aanpassen
Voordat u voor het eerst voedingsmid‐
delen bereidt, moet u het toestel aan
het kookpunt van het water aanpassen.
Het kookpunt is afhankelijk van de
hoogteligging van de woonplaats.
Tijdens het justeren van het kookpunt
worden ook de watervoerende delen
doorgespoeld.
U moet het kookpunt beslist juste‐
ren. Alleen dan kan het toestel cor‐
rect functioneren.
Zet het toestel vervolgens gedurende
15 minuten aan op de ovenfunctie
(100 °C). Ga daarbij te werk zoals
beschreven in het hoofdstuk "Bedie‐
ning: ovenfunctie 'Stomen'".
Kookpunt justeren (na verhuizing)
Na een verhuizing moet u het kookpunt
ook op de nieuwe locatie justeren als
het hoogteverschil minimaal 300 meter
bedraagt. Voer daartoe het ontkalkings‐
programma uit (zie "Reiniging en onder‐
houd – Onderhoud – Ontkalken").
22
Page 23
Bediening
Bedieningsprincipe
Gebruik uitsluitend koud leiding‐
water (onder 20 °C), geen gedestil‐
leerd water, mineraalwater of andere
vloeistoffen!
Schuif het reservoir tot de aanslag in
het toestel.
Plaats de opvangschaal eventueel in
het onderste niveau.
Plaats het voedingsmiddel in de
oven.
Schakel het toestel met de toets
in.
Op het display verschijnt °C.
knippert.
Als u met 100° C wilt koken, beves‐
tigt u deze waarde met "OK".
Als u een bereidingstijd
– onder 1 uur wilt instellen, bevestigt u
deze waarde met "OK".
– van meer dan 1 uur wilt instellen,
stelt u met de toets ( en hoger) of
( en lager) de gewenste uren in
en klik op "OK".
Stel met de toets ( en hoger) of
( en lager) de gewenste minuten
in.
Bevestig met OK.
De bereiding start. Het stoomaggre‐
gaat, de verlichting en de ventilator
worden ingeschakeld.
Wordt de instelling niet binnen 15 mi‐
nuten afgesloten, dan wordt het toe‐
stel uitgeschakeld.
Als u voedingsmiddelen bij een lage‐
re temperatuur wilt bereiden, verlaagt
u de temperatuur via de sensortoets
en bevestigt u met OK.
Op het display verschijnt h.
De voor de uren knippert.
23
Page 24
Bediening
Wanneer u kookt met een temperatuur
van ongeveer 80° C wordt vlak voor
het einde van de bereiding wordt de
ovendeur automatisch iets geopend,
zodat de stoom kan ontwijken. In het
display verschijnt.
Na afloop van de bereidingstijd
– In het display verschijnt h,
– blijft de ventilator ingeschakeld,
– klinkt er een akoestisch signaal.
Pas op dat u zich niet verbrandt!
U kunt zich branden aan de oven‐
ruimte, het voedingsmiddel en de
accessoires.
Draag altijd ovenwanten als u voe‐
dingsmiddelen uit de oven haalt.
Open de toesteldeur en verwijder het
voedingsmiddel.
Schakel het toestel met de toets
uit.
U kunt een nieuwe bereiding pas
starten als de automatische deurope‐
ner weer de uitgangspositie heeft be‐
reikt. Druk de deuropener niet hand‐
matig naar binnen, anders kan het
systeem beschadigd raken.
Na gebruik
Haal de opvangschaal uit het toestel
en giet deze leeg.
Haal het waterreservoir uit het toestel
en giet het leeg.
Reinig het hele toestel na elk gebruik,
zoals beschreven in het hoofdstuk
"Reiniging en onderhoud". Wrijf alle
onderdelen daarna weer droog.
Sluit de ovendeur pas wanneer de
ovenruimte droog is.
Water bijvullen
Als tijdens een bereiding het water op‐
raakt, klinkt er een akoestisch signaal
en knippert het symbool .
Haal het waterreservoir uit het toestel
en vul het met water.
Schuif het reservoir tot de aanslag in
het toestel.
Sluit de deur.
De bereiding wordt voortgezet.
24
Page 25
Bediening
Instellingen tijdens de bereiding wij‐
zigen
U kunt de temperatuur en de berei‐
dingstijd tijdens een bereiding op elk
moment wijzigen.
Temperatuur wijzigen
Raak "OK" 1x kort aan.
In het display verschijnt de tempera‐
tuurinstelling en knippert de tempera‐
tuur.
Stel de temperatuur in zoals hierbo‐
ven beschreven.
Bereidingstijd wijzigen
raakt u twee maal OK aan.
In het display verschijnt de instelling
van de bereidingstijd en het cijfer voor
de uren knippert .
Stel de tijd in zoals hierboven be‐
schreven.
Bereiding onderbreken
De bereiding wordt onderbroken als u
de deur opent. De verwarming wordt
uitgeschakeld en de resttijd wordt op‐
geslagen.
Pas op dat u zich niet verbrandt!
Er kan stoom vrijkomen als u de deur
opent.
Doe een stap terug en wacht totdat
de stoom is vervluchtigd.
Pas op dat u zich niet verbrandt!
U kunt zich branden aan de oven‐
ruimte, het voedingsmiddel, de ac‐
cessoires en de hete stoom.
Draag altijd ovenwanten als u voe‐
dingsmiddelen in de oven zet of eruit
haalt, of als u in de oven bezig bent.
De bereiding wordt voortgezet als u de
deur sluit.
Na het sluiten van de deur wordt het
drukverschil vereffend. Hierbij kan een
fluitend geluid ontstaan.
Het toestel wordt nu eerst weer op tem‐
peratuur gebracht. In het display ziet u
de oplopende temperatuur in de oven‐
ruimte.
Als de ingestelde temperatuur is be‐
reikt, wisselt de displayweergave en
loopt de resttijd af.
De bereiding wordt voortijdig beëin‐
digd als u de deur in de laatste minuut
opent (55 seconden resttijd).
25
Page 26
Automatische programma's
Het toestel heeft 20 automatische pro‐
gramma's voor de bereiding van groen‐
te. U hoeft geen temperatuur of berei‐
dingstijd in te stellen. U hoeft de groen‐
te alleen maar voor te bereiden, zoals in
de volgende tabel staat aangegeven.
Laat de ovenruimte na een bereiding
eerst tot kamertemperatuur afkoelen,
voordat u een automatisch program‐
ma start.
Tips en informatie over het stomen van
groente vindt u in het hoofdstuk "Sto‐
men > Groente".
Automatische programma's
gebruiken
Bereid de groente voor en plaats de‐
ze in een stoomovenpan met gaten in
de oven.
Gebruik voor de opvangschaal het
onderste niveau.
U kunt de ovenpan met groente naar
keuze inschuiven.
Vul het waterreservoir en schuif het
vervolgens tot de aanslag in het toe‐
stel.
Schakel het toestel in.
Tip de - sensortoets aan.
Kies met of het gewenste pro‐
gramma, bijvoorbeeld A12.
Bevestig met OK.
Kies de gewenste gaarheidsgraad
met of :
– beetgaar
26
– gemiddeld
– zacht Bevestig met OK.
Page 27
Automatische programma's
Programma-overzicht
ProgrammanummerGroentesoort
A 1BloemkoolRoosjes, gemiddeld groot
A2Bonen (groen, geel)heel
A 3BroccoliRoosjes, gemiddeld groot
A4Chinese koolReepjes
A5Erwten—
A6VenkelReepjes
A 7KoolrabiStiften
A8PompoenIn blokjes
A9MaïsKolf
A 10WortelsBlokjes/Stiften/Schijfjes
A 11PaprikaReepjes
A 12Aardappelen in schilVastkokend, gemiddeld
groot
A 13PreiRingen
A 14RomanescoRoosjes, gemiddeld groot
A 15Spruitjes—
A 16Geschilde aardappelenVastkokend, gevieren‐
deeld
A 17Asperge, groengemiddeld
A 18Asperge, witgemiddeld
A 19Spinazie—
A 20Suikererwten—
27
Page 28
Belangrijke opmerkingen en informatie
In dit hoofdstuk vindt u algemene aan‐
wijzingen. Als u bij voedingsmiddelen
en/of toepassingen bijzonderheden in
acht moet nemen, wordt u hierop ge‐
wezen.
Het bijzondere van koken met
stoom
Bij stomen gaan nauwelijks vitaminen
en mineralen verloren, omdat het voe‐
dingsmiddel niet in het water ligt.
Bij stomen blijft de eigen smaak van het
voedingsmiddel beter behouden dan bij
gewoon koken. Voeg daarom geen zout
toe of doe dat pas na de bereiding.
Daarnaast behouden de producten hun
frisse, natuurlijke kleur.
Kookgerei
Stoomovenpannen
Het toestel wordt met roestvrijstalen
kookgerei geleverd. Daarnaast kunt u
nog andere ovenpannen bestellen, al
dan niet met gaten en met een verschil‐
lende grootte (zie "Bij te bestellen ac‐
cessoires"). Zo kunt u voor elk gerecht
de meest geschikte ovenpan gebruiken.
Gebruik bij voorkeur ovenpannen met
gaten. De stoom bereikt dan van alle
kanten het voedingsmiddel, waardoor
het gelijkmatig gaar wordt.
Eigen serviesgoed
U kunt ook eigen serviesgoed ge‐
bruiken. Neem daarbij het volgende in
acht:
– Het serviesgoed moet hitte- (tot 100
°C) en stoombestendig zijn. Als u
kunststof serviesgoed wilt gebruiken,
informeer dan bij de fabrikant of het
materiaal geschikt is voor gebruik in
een stoomoven.
– Kookgerei met dikke wanden (bij‐
voorbeeld van porselein, keramiek of
aardewerk) is minder geschikt voor
stomen. Dikke wanden geleiden de
warmte slecht, waardoor de aange‐
geven bereidingstijden aanzienlijk
kunnen toenemen.
– Plaats het kookgerei op het inge‐
schoven rooster, niet op de bodem
van de stoomoven.
– Houd voldoende afstand tussen de
rand van het kookgerei en de boven‐
wand van de ovenruimte. Zo is ge‐
waarborgd dat de stoom goed bij het
voedingsmiddel kan.
Opvangschaal
Bij bereidingen met stoom: schuif de
opvangschaal altijd op het onderste ni‐
veau in het toestel als u ovenpannen
met gaten gebruikt.
Vochtdruppels worden hierin opgevan‐
gen en u kunt het vocht zo gemakkelijk
verwijderen.
28
U kunt de opvangschaal ook als oven‐
pan gebruiken.
Page 29
Belangrijke opmerkingen en informatie
Niveau
U kunt elk niveau kiezen en tegelijk op
meerdere niveaus koken. Een en ander
is niet van invloed op de bereidingstijd.
Als u voor een bereiding tegelijk meer‐
dere hoge ovenpannen gebruikt, plaats
deze dan niet recht boven elkaar. Laat
tussen de ovenpannen bij voorkeur een
niveau leeg.
Schuif de ovenpannen en het rooster
altijd tussen de spijlen van de geleide‐
rails, zodat de kantelbeveiliging ge‐
waarborgd is.
Diepvriesproducten
Bij diepvriesproducten is de opwarmtijd
langer dan bij verse voedingsmiddelen.
Hoe groter de hoeveelheid, des te lan‐
ger de opwarmfase.
Temperatuur
Bij het stomen wordt een temperatuur
van maximaal 100 °C bereikt. Op deze
temperatuur kunt u bijna alle voedings‐
middelen bereiden. Bepaalde kwetsba‐
re voedingsmiddelen (zoals bessen)
moet u op een lagere temperatuur be‐
reiden, omdat de voedingsmiddelen an‐
ders uiteenspatten. In de betreffende
rubrieken wordt u hierop gewezen.
Bereidingstijd
De bereidingstijden bij stomen komen
in grote lijnen overeen met de berei‐
dingstijden in een kookpan. Als de be‐
reidingstijd door bepaalde factoren
wordt beïnvloed, wordt u in de betref‐
fende rubrieken hierop gewezen.
De bereidingstijd is niet afhankelijk van
de hoeveelheid voedingsmiddel. De be‐
reidingstijd voor bijvoorbeeld 1 kg aard‐
appelen is gelijk aan die voor 500 g.
De in de tabellen genoemde tijden zijn
slechts algemene richtlijnen. Wij raden
u aan om eerst de kortste bereidingstijd
te kiezen. U kunt de bereidingstijd na
afloop nog verlengen.
Bereiden met vloeistoffen
Vul ovenpannen hooguit voor ²/₃ als u
gerechten met veel vocht bereidt. U
voorkomt zo dat het gerecht over‐
stroomt als u het uit de oven haalt.
Eigen recepten
Voedingsmiddelen en gerechten die u
in een pan bereidt, kunt u ook in de
stoomoven bereiden. De bereidings‐
tijden zijn ongeveer even lang. Houdt u
er wel rekening mee dat gerechten in
de stoomoven niet bruin worden.
Bij combinatie met de warmhoudlade
Bij gebruik van de warmhoudlade kan
de ovenruimte van de stoomoven een
temperatuur van 40 °C bereiken. Als u
in deze situatie een temperatuur van
40 °C instelt, zal de stoomoven geen
stoom produceren, omdat de ovenruim‐
te te warm is.
29
Page 30
Stomen
Groente
Verse producten
Bereid verse groente voor zoals u dat
normaal ook doet, bijvoorbeeld afspoe‐
len, reinigen en fijn snijden.
Diepvriesproducten
Diepvriesgroente hoeft u voor de berei‐
ding niet te ontdooien, behalve groente
die als blok is ingevroren.
Diepvries- en verse groente met een
gelijke bereidingstijd kunnen tegelijker‐
tijd worden bereid.
Maak grote, aan elkaar gevroren stuk‐
ken kleiner. De bereidingstijd vindt u op
de verpakking.
Stoomovenpannen
Voedingsmiddelen met een kleine dia‐
meter (zoals erwten en asperges) vor‐
men nauwelijks holle ruimten, zodat de
stoom nauwelijks kan binnendringen.
Voor een gelijkmatig bereidingsresultaat
moet u voor dergelijke producten platte
ovenpannen gebruiken. Vul de oven‐
pannen niet hoger dan 3-5cm. Verdeel
grote hoeveelheden over meerdere
platte ovenpannen.
Niveau
Als u in ovenpannen met gaten groente
bereidt die kleur afgeeft (zoals rode bie‐
ten), plaats dan geen andere voedings‐
middelen eronder. U voorkomt zo dat
de andere voedingsmiddelen verkleu‐
ren.
Bereidingstijd
De bereidingstijd is net als bij gewoon
koken afhankelijk van de grootte van
het voedingsmiddel en de gewenste
gaarheid. Voorbeeld:
vastkokende aardappelen, in vier stuk‐
ken = ca. 18 minuten
vastkokende aardappelen, gehalveerd =
ca. 22 minuten
spruitjes, groot, beetgaar = ca. 12 mi‐
nuten
spruitjes, klein, zacht = ca. 12 minuten
Instellingen
Stomen
Temperatuur: 100 °C
Duur: zie tabel
Verschillende groentesoorten met de‐
zelfde bereidingstijd kunt u in één oven‐
pan bereiden.
Gebruik voor groente die in vocht wordt
bereid (zoals rode kool) ovenpannen
zonder gaten.
30
Page 31
Stomen
De in de tabellen genoemde tijden zijn slechts algemene richtlijnen voor verse
groente. Wij raden u aan om eerst de kortste bereidingstijd te kiezen. U kunt de
bereidingstijd na afloop nog verlengen.
Bereid het vlees voor zoals u dat nor‐
maal ook doet.
Diepvriesproducten
Ontdooi diepvriesvlees voordat u het
bereidt (zie "Ontdooien").
Voorbereiding
Vlees dat bruin moet worden en dat u
vervolgens wilt smoren, zoals goulash,
moet u eerst op de kookplaat aanbra‐
den.
Bereidingstijd
De bereidingstijd is afhankelijk van de
dikte en de hoedanigheid van het vlees,
niet van het gewicht. Hoe dikker het
vlees des te langer de bereidingstijd.
Een stuk vlees van 500 g dat 10 cm dik
is, heeft een langere bereidingstijd dan
een stuk van 500 g dat 5 cm dik is.
Instellingen
Stomen
Temperatuur: 100 °C
Duur: zie tabel
Tips
– Als u de aromastoffen wilt behou‐
den, bereid het vlees dan in een
ovenpan met gaten. Schuif een oven‐
pan zonder gaten onder het vlees in
de oven om het vrijkomende vocht
op te vangen. U kunt het vocht dan
later gebruiken om er bijvoorbeeld
een sausje van te maken of om het in
te vriezen.
– Voor een krachtige bouillon kunt u
bijvoorbeeld een soepkip, een bout,
borstvlees, dikke rib of een runderbot
gebruiken. Doe het vlees met soep‐
groente en koud water in een oven‐
pan. Hoe langer de bereidingstijd,
des te krachtiger de bouillon.
33
Page 34
Stomen
De in de tabel genoemde tijden zijn slechts algemene richtlijnen. Wij raden u aan
om eerst de kortste bereidingstijd te kiezen. U kunt de bereidingstijd na afloop nog
verlengen.
Vlees
Bout (stuk), bedekt met water110–120
Eisbein135–140
Kippenborstfilet8–10
Schenkel105–115
Dikke rib, bedekt met water110–120
Kalfsvlees in reepjes3–4
Casselerrib, schijven6–8
Lamsragout12–16
Poularde60–70
Kalkoenrollade12–15
Kalkoenschnitzel4–6
Ribstuk, bedekt met water130–140
Rundergoulash105–115
Soepkip, bedekt met water80–90
Rundvlees, gekookt110–120
Bereidingstijd
[min]
34
Page 35
Stomen
Worstwaren
Instellingen
Stomen
Temperatuur: 90 °C
Duur: zie tabel
Worstwaren
Gekookte worst6–8
Vleesworst6–8
Witte worst6–8
Bereidingstijd
[min]
Vis
Verse producten
Bereid verse vis voor zoals u dat nor‐
maal ook doet, bijvoorbeeld schubben
en ingewanden verwijderen en reinigen.
Diepvriesproducten
Vis hoeft voor de bereiding niet hele‐
maal te worden ontdooid. Het is vol‐
doende als de buitenkant zacht genoeg
is om de kruiden op te nemen.
Voorbereiding
Besprenkel de vis voor de bereiding
met bijvoorbeeld citroen- of limoensap.
Hierdoor wordt het vlees steviger.
U hoeft de vis niet te zouten, omdat het
vlees bij stomen alle mineralen behoudt
die voor een intensieve smaak zorgen.
Stoomovenpannen
Vet ovenpannen met gaten in.
Niveau
Als u in ovenpannen met gaten vis be‐
reidt en tegelijk in andere ovenpannen
andere voedingsmiddelen wilt bereiden,
kunt u smaakbeïnvloeding vermijden
(door omlaag druppelend vocht) door
de vis meteen boven de opvangschaal
in de oven te plaatsen.
35
Page 36
Stomen
Temperatuur
85 - 90 °C
Voor het behoedzaam bereiden van
kwetsbare vissoorten, zoals zeetong.
100 °C
Voor het bereiden van vissoorten met
stevig vlees, zoals kabeljauw en zalm.
Voor het bereiden van vis in saus of
bouillon.
Bereidingstijd
De bereidingstijd is afhankelijk van de
dikte en de hoedanigheid van de vis,
niet van het gewicht. Hoe dikker de vis
des te langer de bereidingstijd. Een
stuk vis van 500 g dat 3 cm dik is, heeft
een langere bereidingstijd dan een stuk
van 500 g dat 2 cm dik is.
Hoe langer u vis kookt des te steviger
wordt het vlees. Houd de aangegeven
bereidingstijden aan. Als u de vis niet
gaar genoeg vindt, kunt u de bereiding
verlengen, maar hooguit met enkele mi‐
nuten.
– Met het visafval (graten, vinnen en
viskoppen), soepgroente en koud wa‐
ter kunt u in een ovenpan visfond
maken. Stel een temperatuur in van
100 °C en houd een bereidingstijd
aan van 60 tot 90 minuten. Hoe lan‐
ger de bereidingstijd des te krach‐
tiger de fond.
– Voor blauw koken wordt de vis in
water met azijn bereid (de vis wordt
daarbij blauw). Voor de hoeveelheden
water en azijn volgt u het recept. U
mag voor deze bereidingswijze de
huid van de vis niet beschadigen.
Geschikte vissoorten zijn karper, fo‐
rel, zeelt, paling en zalm.
Verleng de aangegeven bereidingstijden
met enkele minuten als u vis in saus of
bouillon bereidt.
Tips
– Met specerijen en kruiden, zoals dille,
kunt u de smaak van de vis intensive‐
ren.
– Bereid grote vissen in "zwemstand".
Voor de ondersteuning kunt u een
klein kopje of iets dergelijks omge‐
keerd in de ovenpan zetten. Zet de
vis met de geopende buik hierop.
36
Page 37
Stomen
De in de tabellen genoemde tijden zijn slechts algemene richtlijnen voor verse vis.
Wij raden u aan om eerst de kortste bereidingstijd te kiezen. U kunt de bereidings‐
tijd na afloop nog verlengen.
Rijst welt tijdens de bereiding en moet daarom in vocht worden bereid. Afhankelijk
van de rijstsoort is de vochtopname verschillend en daarmee ook de verhouding
rijst/vocht.
De rijst neemt het vocht compleet op en er gaan geen voedingsstoffen verloren.
Droge pasta en droge deegwaren wellen tijdens de bereiding. Deze producten
moeten dan ook in vocht worden bereid. Het vocht moet de pasta goed bedek‐
ken. Als u heet vocht gebruikt, wordt het bereidingsresultaat beter.
Verleng de door de producent aangegeven bereidingstijd met ca. ¹/₃.
Verse producten
Verse pasta en verse deegwaren (bijvoorbeeld uit de koeling) hoeven niet te wel‐
len. Gebruik hiervoor een ovenpan met gaten.
Haal aan elkaar klevende pasta/deegwaren los en verdeel het voedingsmiddel ge‐
lijkmatig over de ovenpan.
Instellingen
Stomen
Temperatuur: 100 °C
Duur: zie tabel
Verse producten
Gnocchi2
Knöpfli1
Ravioli2
Spätzle1
Tortellini2
Droge pasta/deegwaren,
bedekt met water
Lintmacaroni14
Vermicelli8
Bereidingstijd
[min]
41
Page 42
Stomen
Knoedels
Kant-en-klare knoedels in een kookbuiltje moeten goed met water worden bedekt,
omdat zij anders niet voldoende vocht opnemen en uit elkaar vallen, ook als u ze
voorheen in water heeft gezet.
Bereid verse knoedels in een ingevette ovenpan met gaten.
Instellingen
Stomen
Temperatuur: 100 °C
Duur: zie tabel
[min]
Gestoomde deegballetjes30
Gistknoedels20
Aardappelknoedels in kookbuiltje20
Deegknoedels in kookbuiltje18–20
Bereidingstijd
42
Page 43
Stomen
Graan
Granen wellen tijdens de bereiding en moeten daarom in vocht worden bereid. Af‐
hankelijk van de graansoort is de vochtopname verschillend en daarmee ook de
verhouding graan/vocht.
Granen kunnen met hele korrel of gebroken worden bereid.
Laat gedroogde peulvruchten voor het stomen minstens 10 uur in koud water we‐
ken. Door het weken kunnen peulvruchten beter worden verteerd en neemt de be‐
reidingstijd af. De geweekte peulvruchten moeten tijdens de bereiding met vocht
zijn bedekt.
Linzen moeten niet worden geweekt.
Als de peulvruchten niet zijn geweekt, moet u (afhankelijk van de soort) een be‐
Gebruik een ovenpan met gaten als u eieren wilt koken.
U hoeft de eieren voor de bereiding niet in te prikken. Omdat de eieren tijdens de
opwarmfase langzaam worden verhit, barsten ze niet tijdens het stomen.
Vet ovenpannen zonder gaten in als u daarin eiergerechten wilt bereiden.
Instellingen
Stomen
Temperatuur: 100 °C
Duur: zie tabel
[min]
Grootte S
Zacht
Gemiddeld
Hard
Grootte M
Zacht
Gemiddeld
Hard
3
5
9
4
6
10
Grootte L
Zacht
Gemiddeld
Hard
Grootte XL
Zacht
Gemiddeld
Hard
Bereidingstijd
46
5
6–7
12
6
8
13
Page 47
Stomen
Fruit
Om te voorkomen dat sap verloren gaat, kunt u fruit het best in een ovenpan zon‐
der gaten bereiden. Als u fruit in een ovenpan met gaten bereidt, schuif dan een
ovenpan zonder gaten eronder in de oven. Ook dan blijft het sap behouden.
Tip: U kunt het opgevangen sap voor andere doeleinden gebruiken.
Instellingen
Stomen
Temperatuur: 100 °C
Duur: zie tabel
[min]
Appels, in stukjes1–3
Peren, in stukjes1–3
Kersen2–4
Mirabellen1–2
Nectarines/perziken, in stukjes1–2
Pruimen1–3
Kweeappels/-peren, blokjes6–8
Rabarber, in stukjes1–2
Kruisbessen2–3
Bereidingstijd
47
Page 48
Stomen
Menugaren
Schakel bij het koken van een menu
de stoomreductie uit (zie "Instellingen
– Stoomreductie").
Met deze bereidingsfunctie kunt u een
menu samenstellen dat uit verschil‐
lende voedingsmiddelen met verschil‐
lende bereidingstijden bestaat, bijvoor‐
beeld roodbaarsfilet met rijst en broc‐
coli. De voedingsmiddelen worden ach‐
tereenvolgens op verschillende mo‐
menten in de oven gezet en zijn dan te‐
gelijk klaar.
Niveau
Schuif druppelende voedingsmiddelen
(zoals vis) en kleur afgevende voedings‐
middelen (zoals rode bieten) meteen
boven de opvangschaal / universele
bakplaat (afhankelijk van het model) in
de oven. U voorkomt zo smaakbeïn‐
vloeding en verkleuringen.
Temperatuur
De temperatuur bij het bereiden van
menu's moet 100°C zijn, omdat de
meeste voedingsmiddelen alleen bij die
temperatuur gaar worden. Kies nooit de
laagste temperatuur als voor voedings‐
middelen verschillende temperaturen
worden aanbevolen, bijvoorbeeld voor
doradefilet 85°C en voor aardappelen
100°C.
Bereidingstijd
Als u de temperatuur verhoogt, moet u
de bereidingstijd met ca. ¹/₃ verkorten.
Als voor een voedingsmiddel bijvoor‐
beeld 85°C wordt aanbevolen, test dan
eerst wat het resultaat zal zijn als u op
100°C gaat koken. Bij kwetsbare vis‐
soorten met een losse structuur, zoals
zeetong en schol, wordt het vlees op
100°C erg stevig.
48
Page 49
Werkwijze
Zet eerst de rijst in de oven.
Stel de eerste tijd in, dus 14 minuten.
Zet na die 14 minuten de roodbaarsfi‐
let in de stoomoven.
Stel de tweede bereidingstijd in, dus
2 minuten.
Zet na die 2 minuten de broccoli in de
stoomoven.
Stel de derde bereidingstijd in, dus 4
minuten.
Stomen
49
Page 50
Speciale toepassingen
Verwarmen
Voedingsmiddelen kunnen in de stoom‐
oven behoedzaam worden verwarmd.
Ze drogen niet uit en worden niet gaar‐
der. Het product wordt gelijkmatig ver‐
hit en hoeft niet te worden doorgeroerd.
U kunt bordmaaltijden (vlees, groente,
aardappelen) net zo verwarmen als af‐
zonderlijke voedingsmiddelen.
Kookgerei
Kleine hoeveelheden kunt u op een
bord, grote hoeveelheden in een oven‐
pan verwarmen.
Tijd
Het aantal borden of ovenpannen is niet
van invloed op de bereidingstijd.
De in de tabel aangegeven tijd heeft be‐
trekking op een gemiddelde portie per
bord / ovenpan. Verleng de tijd bij
grotere hoeveelheden.
Tips
– Verwarm grote stukken (zoals braad‐
vlees) niet als geheel, maar in porties
als bordmaaltijd.
– Halveer compacte voedingsmiddelen,
zoals gevulde paprika's of een rolla‐
de.
Werkwijze
Dek de voedingsmiddelen af met een
diep bord, een hitte- (tot 100°C) en
stoombestendige folie of met een
deksel.
voedingsmiddelen die in een saus
worden bereid (zoals goulash).
50
Page 51
Speciale toepassingen
Ontdooien
De ontdooitijden zijn aanzienlijk korter
dan bij ontdooien op kamertempera‐
tuur.
Temperatuur
De optimale ontdooitemperatuur is 60
°C.
Uitzonderingen: Gehakt en wild: 50 °C.
Voor en na het ontdooien / de berei‐
ding
Verwijder bij ontdooien de verpakking.
Uitzonderingen:Ontdooi brood en ge‐
bak in de verpakking, omdat deze pro‐
ducten anders vocht opnemen en zacht
worden.
Laat het ontdooide voedingsmiddel na
afloop nog enige tijd bij kamertempera‐
tuur staan. Deze doorwarmtijd is nodig
zodat de warmte zich gelijkmatig kan
verdelen (van buiten naar binnen).
Stoomovenpannen
Tips
– Vis hoeft voor de bereiding niet hele‐
maal te worden ontdooid. Het is vol‐
doende als de buitenkant zacht ge‐
noeg is om de kruiden op te nemen.
Afhankelijk van de dikte is 2–5 minu‐
ten voldoende.
– Maak producten die aan elkaar kle‐
ven (zoals bessen en stukken vlees)
na de helft van de ontdooitijd los en
verdeel ze zo goed mogelijk.
– Vries eenmaal ontdooide voedings‐
middelen niet weer in.
– Ontdooi ingevroren kant-en-klaarge‐
rechten volgens de aanwijzingen op
de verpakking.
Instellingen
Stomen
Temperatuur: zie tabel
Duur: zie tabel
Gevaar voor salmonella!
Giet het vocht van vlees en gevogel‐
te weg. Gebruik het vocht nooit!
Gebruik bij het ontdooien van levens‐
middelen waarbij vocht vrijkomt, zoals
gevogelte, een stoomovenpan met
gaatjes en schuif de opvangschaal of
universele bakplaat (afhankelijk van het
model) eronder. Zo liggen de te ont‐
dooien levensmiddelen niet in het dooi‐
vocht.
Voedingsmiddelen die niet druppelen
kunt u in een ovenpan zonder gaten
ontdooien.
Gebruik alleen verse voedingsmiddelen,
zonder lelijke en rotte plekken.
Glazen
Gebruik alleen onbeschadigde, schone
inmaakglazen en toebehoren. U kunt
glazen met een twist-off-deksel ge‐
bruiken en glazen deksels met een rub‐
beren ring.
Gebruik alleen glazen die even groot
zijn, zodat alles gelijkmatig wordt inge‐
maakt.
Reinig de rand van de glazen na het
vullen met een schone doek en heet
water en sluit de glazen.
Fruit
Selecteer het fruit zorgvuldig. Was het
kort maar grondig en laat het goed uit‐
druppelen. Reinig bessen extra voor‐
zichtig. Bessen zijn zeer kwetsbaar en
raken snel beschadigd.
Verwijder eventuele schillen, stelen, pit‐
ten, etc. Snijd groot fruit in kleinere
stukken. Snijd appels bijvoorbeeld in
partjes.
Prik grote steenvruchten met steen
(pruimen, abrikozen) verschillende ke‐
ren met een vork of een houten stokje,
omdat ze anders kunnen barsten.
Hoeveelheid/Systeeminhoud
Vul het glas losjes tot maximaal 3 cm
onder de rand. De celwanden raken be‐
schadigd als u het voedingsmiddel erin
drukt. Tik met het glas voorzichtig op
een doek, zodat de inhoud beter wordt
verdeeld.
Gebruik voor fruit een suikeroplossing.
Voor groenten kunt u een zout- of azijn‐
oplossing gebruiken.
Vlees en worst
Braad of kook het vlees voor het inma‐
ken, zodat het net gaar wordt. Neem
voor het opvullen de braadfond, die u
met water kunt strekken, of de bouillon
waarin het vlees is gekookt. Let op dat
de rand van het glas vetvrij is.
Vul de potten met worst slechts tot de
helft, omdat de worst tijdens het inma‐
ken omhoog komt.
Tips
– Maak gebruik van de restwarmte van
de oven en haal de glazen pas 30 mi‐
nuten na het uitschakelen uit de
ovenruimte.
– Laat de glazen ca. 24 uur langzaam
afkoelen, afgedekt met een doek.
Groente
Groente rafspoelen, reinigen en fijn
snijden.
Blancheer groenten voor het inmaken,
zodat de kleur behouden blijft (zie ru‐
briek "Blancheren").
54
Page 55
Speciale toepassingen
Werkwijze
Gebruik voor het rooster het onderste niveau.
Zet de glazen op het rooster. Ze mogen elkaar niet raken.
Temperatuur / Inmaaktijd
* De aangegeven inmaaktijden hebben betrekking op potten van 1,0 l. Voor weckpotten van
0,5 l moet de inmaaktijd met 15 minuten worden verkort, voor potten van 0,25 l met 20 mi‐
nuten.
56
Page 57
Speciale toepassingen
Sap bereiden
U kunt in uw oven van zacht en hard
fruit sap maken.
Met rijp fruit kunt u het best sap maken.
Hoe rijper het fruit des te meer sap en
des te aromatischer het sap.
Voorbereiding
Selecteer en reinig het fruit waarvan u
sap wilt maken en verwijder bescha‐
digde plekken.
Verwijder de steeltjes van wijndruiven
en zure kersen, omdat deze bittere stof‐
fen bevatten. De steeltjes van bessen
hoeven niet te worden verwijderd.
Snijd grote vruchten (zoals appels) in
ca. 2 cm dikke blokjes. Hoe harder het
fruit of de groente, des te kleiner moet u
deze producten snijden.
Tips
– Meng voor een nog fijnere smaak
zoet met minder zoet fruit.
Werkwijze
Doe het voorbereide fruit in een
ovenpan met gaten.
Schuif een ovenpan zonder gaten of
de opvangschaal eronder om het vrij‐
komende vocht op te vangen.
Instellingen
Stomen
Temperatuur: 100 °C
Duur: 40–70 minuten
– Bij de meeste fruitsoorten neemt de
saphoeveelheid toe en verbetert het
aroma als u suiker toevoegt. Meng de
suiker door het fruit en laat deze en‐
kele uren intrekken. Gebruik op 1kg
zoet fruit 50–100 g suiker, op 1kg
zuur fruit 100–150g.
– Wilt u het sap bewaren, doe het dan
heet in schone flessen en sluit deze
meteen.
57
Page 58
Speciale toepassingen
Yoghurt bereiden
Voor de yoghurtbereiding gebruikt u
melk en als startcultuur yoghurt of yog‐
hurtferment, bijvoorbeeld uit een re‐
formwinkel.
Gebruik verse yoghurt met levende cul‐
turen zonder toevoegingen. Gepasteuri‐
seerde yoghurt is niet geschikt.
De yoghurt moet vers zijn. Bewaar de
yoghurt niet te lang.
Voor de yoghurtbereiding kunt u onge‐
koelde houdbare melk of verse melk
gebruiken. Houdbare melk kunt u met‐
een gebruiken. Verse melk moet u eerst
tot 90 °C verhitten (niet koken!) en ver‐
volgens weer tot 35 °C laten afkoelen.
Als u verse melk gebruikt, wordt de
yoghurt iets steviger dan met houdbare
melk.
De yoghurt en de melk moeten hetzelf‐
de vetgehalte hebben.
Beweeg of schud de glazen niet tijdens
het stollen.
Er is vocht afgezet:
De glazen zijn bewogen, de yoghurt is
niet snel genoeg afgekoeld.
De yoghurt is korrelig:
De melk is te heet gemaakt, de kwaliteit
van de melk was niet optimaal, de melk
en de startyoghurt zijn niet goed ge‐
mengd.
Tip: Bij gebruik van yoghurtferment
kunt u de yoghurt met een mengsel van
melk en room bereiden. Meng 3/4 liter
melk met 1/4 liter room.
Na de bereiding moet de yoghurt met‐
een in de koelkast worden afgekoeld.
De stevigheid, het vetgehalte en de ge‐
bruikte yoghurtculturen beïnvloeden de
consistentie van de zelfgemaakte yog‐
hurt. Niet alle yoghurts zijn geschikt als
"startyoghurt".
Mogelijke oorzaken van een slecht
eindresultaat
De yoghurt is niet stevig genoeg:
De startyoghurt is niet goed bewaard,
de koelketen is onderbroken, de ver‐
pakking was beschadigd, de melk is
niet voldoende verhit.
58
Page 59
Speciale toepassingen
Werkwijze
Roer 100 g yoghurt door 1 liter melk
of maak het mengsel met yoghurtfer‐
ment volgens de aanwijzingen op de
verpakking.
Vul het melkmengsel in portieglazen
en sluit de glazen af.
Zet de gesloten glazen in een oven‐
pan of op het rooster. Ze mogen el‐
kaar niet raken.
Zet de glazen meteen na afloop in de
koelkast. Beweeg de glazen niet on‐
nodig.
Instellingen
Stomen
Temperatuur: 40 °C
Duur: 5:00 uren
Gistdeeg laten rijzen
Werkwijze
Bereid het deeg volgens het recept.
Dek de deegschaal af en zet deze op
het rooster.
Instellingen
Stomen
Temperatuur: 40 °C
Duur: zie recept
59
Page 60
Speciale toepassingen
Gelatine smelten
Werkwijze
Laat gelatinebladen 5 minuten in
een schaal met water weken. De ge‐
latinebladen moeten goed met water
bedekt zijn. Knijp de gelatinebladen
uit en giet het water weg. Leg de uit‐
geknepen gelatinebladen weer in de
schaal.
Doe gemalen gelatine in een schaal
en voeg zoveel water toe als op de
verpakking staat aangegeven.
Dek het serviesgoed af en zet het op
het rooster.
Instellingen
Stomen
Temperatuur: 90 °C
Duur: 1 minuut
Chocolade smelten
U kunt alle soorten chocolade in het
toestel smelten.
Werkwijze
Breek de chocolade in stukken.Vet‐
glazuur bereidt u bij voorkeur in de
ongeopende verpakking in een oven‐
pan met gaten.
Doe grote hoeveelheden in een oven‐
pan zonder gaten en kleine hoeveel‐
heden in een kopje of schaal.
Dek de ovenpan of het serviesgoed
af met hitte- (tot 100°C) en stoombe‐
stendige folie of met een deksel.
Roer grote hoeveelheden tussendoor
een keer om.
Instellingen
Stomen
Temperatuur: 65 °C
Duur: 20 minuten
60
Page 61
Speciale toepassingen
Voedingsmiddelen pellen
Werkwijze
Snijd voedingsmiddelen zoals toma‐
ten, nectarines, etc. bij de steelvoet
in (kruisvormig). U kunt het velletje
dan gemakkelijker verwijderen.
Doe het voedingsmiddel in een oven‐
pan met gaten.
Laat amandelen meteen na het koken
met koud water schrikken. U kunt ze
anders niet pellen.
Instellingen
Stomen
Temperatuur: 100 °C
Duur: zie tabel
Voedingsmiddel
Abrikozen1
Amandelen1
Nectarines1
[min]
Appels conserveren
U kunt onbehandelde appels langer
houdbaar maken. Bij opslag in een dro‐
ge, koele, goed geventileerde ruimte
zijn appels dan 5 tot 6 maanden houd‐
baar. Dit kan alleen met appels, niet
met andere pitvruchten.
Instellingen
Stomen
Temperatuur: 50 °C
Conserveringstijd: 5 minuten
Paprika4
Perziken1
Tomaten1
Tijd
61
Page 62
Speciale toepassingen
Blancheren
Als u groente en fruit wilt invriezen,
moet u de producten eerst blancheren.
De kwaliteit van de voedingsmiddelen
blijft dan tijdens de opslag in de vriezer
beter.
Bij groentesoorten die voor verdere ver‐
werking geblancheerd worden, blijft de
kleur beter behouden.
Werkwijze
Doe de voorbereide groente (het fruit)
in een ovenpan met gaten.
Dompel de groente (het fruit) na het
blancheren in ijswater om het product
snel af te koelen en laat het daarna
goed uitdruppelen.
Instellingen
Stomen
Temperatuur: 100 °C
Blancheertijd: 1 minuut
Uien fruiten/stoven
Bij stoven wordt een voedingsmiddel in
het eigen sap bereid, eventueel met
toevoeging van wat vet (fruiten).
Werkwijze
Snijd de uien fijn en doe de uien met
wat boter in een ovenpan zonder ga‐
ten.
Dek de ovenpan of het serviesgoed
af met hitte- (tot 100°C) en stoombe‐
stendige folie of met een deksel.
Instellingen
Stomen
Temperatuur: 100 °C
Bereidingstijd: 4 minuten
62
Page 63
Speciale toepassingen
Spek uitsmelten
Het spek wordt niet bruin.
Werkwijze
Doe het spek (in blokjes, reepjes of
plakjes) in een ovenpan zonder ga‐
ten.
Dek de ovenpan af met een hitte- (tot
100°C) en stoombestendige folie of
met een deksel.
Instellingen
Stomen
Temperatuur: 100 °C
Duur: 4 minuten
Steriliseren
In het toestel kunt u ook serviesgoed en
zuigflessen steriliseren. Na afloop van
het programma zijn deze voorwerpen
kiemvrij zoals bij het bekende uitkoken.
Controleer wel eerst of alle onderdelen
(ook de speen) bestand zijn tegen tem‐
peraturen tot 100 °C en tegen stoom.
Haal zuigflessen helemaal uit elkaar. Zet
de zuigflessen pas weer in elkaar als
deze helemaal droog zijn. Alleen zo
voorkomt u dat er opnieuw kiemvor‐
ming optreedt.
Werkwijze
Leg alle onderdelen zo in een oven‐
pan met gaten dat deze elkaar niet
raken (liggend of met de opening
naar beneden). De hete stoom kan nu
onbelemmerd alle delen bereiken.
Gebruik voor de ovenpan het onder‐
ste niveau.
Instellingen
Stomen
Temperatuur: 100 °C
Duur: 15 minuten
63
Page 64
Speciale toepassingen
Vochtige handdoekjes verwar‐
men
Werkwijze
Maak de handdoekjes vochtig en rol
ze stevig op.
Doe de handdoekjes in een ovenpan
met gaten.
Instellingen
Stomen
Temperatuur: 70 °C
Duur: 2 minuten
Honing vloeibaar maken
Werkwijze
Draai het deksel iets open en zet de
pot in een ovenpan met gaten.
Roer de honing tussendoor een keer
om.
Instellingen
Stomen
Temperatuur: 60 °C
Duur: 90 minuten (ongeacht de grootte
van de pot of de hoeveelheid in de pot)
Eierstich (ei voor soep)
Werkwijze
Roer 6 eieren door 375 ml melk (niet
tot schuim kloppen).
Kruid het ei-/melkmengsel en doe het
in een met boter besmeerde ovenpan
zonder gaten.
Instellingen
Stomen
Temperatuur: 100 °C
Bereidingstijd: 4 minuten
64
Page 65
Vanuit de fabriek heeft uw toestel be‐
paalde standaardinstellingen. U kunt de
in de tabel aangegeven instellingen wij‐
zigen.
Instellingen wijzigen en opslaan
De stoomoven is uitgeschakeld.
Raak aan en houd uw vinger erop.
Terwijl uw vinger op houdt, raakt u
een maal kort aan.
In het display verschijnt P1.
Tip de sensortoets of zo vaak
aan totdat in het display het ge‐
wenste programma verschijnt.
Bevestig met OK.
Tip of zo vaak aan totdat in het
display de gewenste status ver‐
schijnt.
Bevestig met OK.
Instellingen
De gekozen status wordt opgeslagen.
Als u de gewenste instellingen heeft
uitgevoerd, moet u de stoomoven uit‐
schakelen.
65
Page 66
Instellingen
De fabrieksinstelling wordt vet weergegeven.
ProgrammaStatus Mogelijke instellingen
P1WaterhardheidS1
S2
S3
P2Volume van de geluidssig‐
nalen
P3ToetsgeluidS0S1uit
P4StoomreductieS0S1uit
P5Eenheid temperatuurS1S2°C
P6Demo-functieS0S1uit, de stoomoven wordt verwarmd
Voer de tests uit, zoals beschreven in de daarvoor geldende (concept-) normen
(DIN EN 50304 / DIN EN 60350).
TestgerechtStoomoven‐
pannen
Hoeveelheid
[g]
1
2 [°C]
[min]
Stoomtoevoer
Broccoli (8.1) 1 x DGGL 8max.willekeurig1003
Stoomverdeling
Broccoli (8.2) 1 x DGGL 8300willekeurig1003
Vermogen bij maximale belading
Erwten (8.3)2 x DGGL 1Telkens 750
2, 4
3
100
2x DGGL 8Telkens 1000
Niveau(s) van onderen / Temperatuur / Bereidingstijd
1)
Gebruik voor de opvangschaal altijd het onderste niveau.
2)
Plaats het testgerecht in de koude oven (voordat de opwarmfase begint).
3
Schuif op de niveaus telkens 1x DGGL 1 en 1x DGGL 8 achter elkaar in de oven.
4)
De test is beëindigd als de temperatuur op de koudste plek 85 °C is.
4
67
Page 68
Reiniging en onderhoud
Reiniging en onderhoud
Letselrisico!
De stoom van een stoomreiniger kan
terechtkomen op onderdelen die on‐
der spanning staan en een kortslui‐
ting veroorzaken.
Gebruik voor het reinigen van de
stoomoven nooit een stoomreiniger.
Alle oppervlakken kunnen verkleuren
of veranderen wanneer u onge‐
schikte reinigingsmiddelen gebruikt.
Alle oppervlakken zijn krasgevoelig.
Bij glazen oppervlakken kunnen
krassen glasbreuk tot gevolg heb‐
ben.
Verwijder resten van reinigingsmid‐
delen onmiddellijk.
Gebruik geen aliphatische koolwa‐
terstofhoudende reinigings- of spoel‐
middelen. Daardor kunnen afdich‐
tingen zwellen.
Laat de stoomoven voor iedere reini‐
ging afkoelen.
Maak heel de stoomoven en alle toe‐
behoren na elk gebruik schoon en
wrijf alles droog of laat alles drogen.
Sluit de ovendeur pas wanneer de
ovenruimte droog is.
Als u het toestel gedurende een
langere periode niet gebruikt (bijvoor‐
beeld tijdens vakanties), reinig het dan
nog eens grondig om geurvorming,
etc. te voorkomen. Laat de ovendeur
daarna openstaan.
68
Page 69
Reiniging en onderhoud
Stoomovenfront
Ongeschikte reinigingsmiddelen
Om beschadigingen aan de oppervlak‐
ken te voorkomen, mogen de volgende
middelen niet worden gebruikt:
– soda-, ammoniak-, zuur- en chloride‐
houdende reinigingsmiddelen,
– kalkoplossende reinigingsmiddelen,
– schurende reinigingsmiddelen, zoals
schuurpoeder, vloeibaar schuurmid‐
del en reinigingssteen,
– oplosmiddelhoudende reinigingsmid‐
delen,
– reinigingsmiddelen voor roestvrij
staal,
– reinigingsmiddelen voor vaatwassers.
– glasreinigers,
– reinigingsmiddelen voor keramische
kookplaten,
Reinig de oppervlakken met een
schone doek, lauwwarm water en rei‐
nigingsmiddel. U kunt ook een
schoon, vochtig microvezeldoekje
zonder reinigingsmiddel gebruiken.
Het verwarmingselement bodem
kan na langdurig gebruik door drup‐
pels vloeistof verkleuren.
Verwijder blauwachtige verkleuringen
op het verwarmingselement bodem
met het Miele-reinigingsmiddel voor
keramische platen en roestvrij staal
(zie "Bij te bestellen accessoires").
Wis de oppervlakken na elke reini‐
ging met schoon water af, totdat alle
resten reinigingsmiddel verwijderd
zijn.
Wrijf de ovenruimte en de binnenkant
van de deur vervolgens met een doek
droog.
Automatische deuropener
De deuropener mag niet met voe‐
dingsmiddelen verontreinigd zijn.
Verwijder verontreinigingen op de
deuropener meteen met een schoon
sponsdoekje, afwasmiddel en warm
water.
Wis de oppervlakken na elke reini‐
ging met schoon water af, totdat alle
resten reinigingsmiddel verwijderd
zijn.
Waterreservoir
Haal het waterreservoir na elk gebruik
uit de oven, giet het leeg en droog
het af.
Reinig het reservoir met de hand.
Droog de onderdelen daarna af om
kalkafzettingen te vermijden.
De deurdichting is zo ontworpen dat
deze de hele levensduur van het toe‐
stel meegaat. Mocht deze toch moe‐
ten worden vervangen, neem dan
contact op met de dienst Onderdelen
en toebehoren van Miele (zie einde
van deze gebruiksaanwijzing).
70
Page 71
Reiniging en onderhoud
Accessoires
Alle accessoires zijn geschikt voor rei‐
niging in de vaatwasser.
Opvangschaal, rooster, stoomoven‐
pan
Reinig de opvangschaal, het rooster
en de ovenpannen na elk gebruik.
Droog de onderdelen vervolgens
weer af.
Verwijder blauwachtige verkleuringen
op de ovenpannen met het Miele-rei‐
nigingsmiddel voor keramische
platen en roestvrij staal (zie "Bij te be‐
stellen accessoires") of met azijn.
Spoel de ovenpannen na gebruik van
het reinigingsmiddel met schoon wa‐
ter af om alle resten reinigingsmiddel
te verwijderen.
Geleiderails
Haal de geleiderails eerst aan de zij‐
kant los , en dan aan de achterkant
.
Reinig de geleiderails in de afwasau‐
tomaat of met een schoon spons‐
doekje, afwasmiddel en warm water.
Plaats de geleiderails na het reinigen
correct terug (zie afbeelding). Druk de
geleiderails stevig vast, zie afbeel‐
ding.
Als u de geleiderails niet correct te‐
rugplaatst, werkt de kantel- en uit‐
trekbeveiliging niet goed. Ook kan bij
het inschuiven van ovenpannen de
temperatuurvoeler beschadigd ra‐
ken.
71
Page 72
Reiniging en onderhoud
k
Ontkalken
Wij adviseren het gebruik van Mieleontkalkingstabletten (zie "Bij te bestel‐
len accessoires"). Deze zijn speciaal
voor Miele-apparatuur ontwikkeld,
voor een optimaal ontkalkingsproces.
Andere ontkalkingsmiddelen die be‐
halve citroenzuur ook andere zuren
bevatten en/of andere ongewenste in‐
houdsstoffen (zoals chloriden), kunnen
het toestel beschadigen. Bovendien
kan bij een niet juiste concentratie van
de ontkalkingsoplossing het gewenste
effect niet worden gegarandeerd.
Ontkalkingsoplossing is zuurhou‐
dend.
Als ontkalkingsoplossing op de deur‐
greep of de metalen panelen komt,
kunnen vlekken ontstaan.
Veeg ontkalkingsoplossing dadelijk
af.
De stoomoven moet na een bepaalde
gebruiksduur worden ontkalkt. Als het
tijdstip voor het ontkalken bereikt is,
wordt het aantal resterende bereidings‐
processen op het display weergegeven.
Na het laatste verblijvende stoompro‐
ces wordt de stoomoven geblokkeerd.
Druk zo lang op de aan-uit-toets
totdat u een signaal hoort en in het
display h en het knipperende
symbool verschijnen.
Vul het waterreservoir tot aan de mar‐
kering met koud water en voeg
vervolgens 2 Miele ontkalkingstablet‐
ten toe.
Schuif het reservoir tot de aanslag in
het toestel.
Bevestig met OK.
Het ontkalken begint.
Het programma kan alleen in de
eerste 6 minuten worden afgebroken.
Zet het toestel niet voor het einde van
het ontkalkingsprogramma uit, omdat
u het programma anders volledig
moet herhalen.
Als de laatste 15 minuten zijn aange‐
broken, klinkt er een akoestisch signaal
en verschijnt het symbool in het dis‐
play.
Haal het waterreservoir uit het toestel
en giet het leeg.
Spoel het waterreservoir grondig om.
Na het laatste verblijvende stoompro‐
ces wordt de stoomoven geblokkeerd.
Wij raden u aan de stoomoven te ont‐
kalken voordat hij geblokkeerd wordt.
Tijdens het programma moet u het wa‐
terreservoir legen, omspoelen en met
vers water vullen.
72
Vul het waterreservoir met 1 liter wa‐
ter en schuif het vervolgens tot de
aanslag in de stoomoven.
Bevestig met OK.
Het symbool gaat uit. Het ont‐
kalkingsproces wordt voortgezet.
Page 73
Reiniging en onderhoud
Als de laatste 11 minuten zijn aange‐
broken, klinkt er een akoestisch signaal
en verschijnt het symbool in het dis‐
play.
Haal het waterreservoir uit het toestel
en giet het leeg.
Spoel het waterreservoir grondig om.
Vul het waterreservoir met 1 liter wa‐
ter en schuif het vervolgens tot de
aanslag in de stoomoven.
Bevestig met OK.
Na afloop van het ontkalkingsprogram‐
ma klinkt er een akoestisch signaal.
Na het ontkalken:
Schakel de stoomoven uit.
Verwijder het waterreservoir, giet het
leeg en maak het droog.
Maak de ovenruimte droog.
Sluit de ovendeur pas wanneer de
ovenruimte droog is.
73
Page 74
Reiniging en onderhoud
Deur
Verwijderen
Bereid een plek voor waarop u de
deur kunt neerleggen, bijv. een zach‐
te doek.
Voordat u de deur kunt loshalen, moet
u eerst de vergrendelingsbeugels van
de beide scharnieren ontgrendelen.
Open de deur helemaal.
Letselrisico door de houders van
de deur!
De houders van de deur klappen te‐
rug tegen de stoomoven.
Trek de deur nooit in horizontale
stand van de houders.
Sluit de deur voorzichtig tot aan de
aanslag.
De deur kan beschadigd raken.
De greep van de deur kan afbreken,
waardoor de glasplaten van de deur
worden beschadigd.
Trek de deur nooit aan de deurgreep
omhoog.
Pas op dat de deur niet kantelt bij
het uitnemen.
Ontgrendel de beugels van de beide
deurscharnieren. Draai de beugels
daarvoor tot aan de aanslag. Ze
staan dan schuin.
74
Pak de deur bij de zijkanten vast en
trek de deur gelijkmatig schuin naar
boven toe van de houders.
Leg de deur op de daarvoor be‐
stemde plaats.
Page 75
Plaatsen
De deur kan beschadigd raken.
Pas op dat de deur niet kantelt bij
het inzetten.
Plaats de deur weer op de houders.
De deur kan beschadigd raken.
De deur kan van de houders losra‐
ken en worden beschadigd, als de
beugels niet zijn vergrendeld.
Vergrendel de beugel altijd na het te‐
rugplaatsen.
Reiniging en onderhoud
Vergrendel de beugels van de beide
deurscharnieren. Draai de beugels
daarvoor tot aan de aanslag. Ze
staan dan horizontaal.
Open de deur helemaal.
75
Page 76
Nuttige tips
De meeste problemen die in de dagelijkse praktijk kunnen voorkomen, kunt u zelf
verhelpen. Het volgende overzicht helpt u daarbij.
Neem contact op met Miele (zie omslag) als u de oorzaak van een probleem niet
kunt vinden of als u het probleem niet kunt verhelpen.
Letselrisico! Ondeskundig uitgevoerde installatie-, onderhouds- en repara‐
tiewerkzaamheden leveren grote risico's op voor de gebruiker. Miele kan hier‐
voor niet aansprakelijk worden gesteld.
Laat installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden uitsluitend door vak‐
mensen uitvoeren die door Miele zijn geautoriseerd.
Open nooit de ommanteling van de stoomoven.
ProbleemOorzaak en oplossing
De stoomoven kan niet
worden ingeschakeld.
De stoomoven wordt
niet verwarmd.
Na het uitschakelen van
de oven hoort u nog
een ventilatorgeluid.
De zekering heeft gereageerd.
Activeer de zekering (minimale sterkte: zie type‐
plaatje).
Er is mogelijk sprake van een technische storing.
Maak het toestel ca. 1 minuut spanningsvrij. Doe
dat als volgt:
– schakel de hoofdschakelaar van de huisinstalla‐
tie uit c.q. draai de desbetreffende zekering(en)
eruit of
– schakel de aardlekschakelaar uit.
Schakel daarna alles weer in. Kunt u het toestel
dan nog niet in gebruik nemen, neem dan contact
op met een elektricien of met Miele-Service.
De demo-functie is geactiveerd.
De stoomoven kan worden bediend, maar de verwar‐
ming van de ovenruimte werkt niet.
Schakel de demo-functie uit (zie "Instellingen –
Handelaar").
De ventilator heeft een nalooptijd.
De oven heeft een ventilator die de wasem uit de
ovenruimte afvoert. Als u het toestel uitschakelt,
draait de ventilator nog enige tijd door. De ventilator
wordt na enige tijd automatisch uitgeschakeld.
76
Page 77
ProbleemOorzaak en oplossing
Na het inschakelen van
het toestel, tijdens het
gebruik en na het uit‐
schakelen is een (brom‐
mend) geluid te horen.
Het toestel gaat na een
verhuizing niet meer
over van de opwarmnaar de bereidingsfase.
Bij het koken komt on‐
gebruikelijk veel stoom
vrij of op andere
plaatsen dan normaal.
Bij het voortzetten van
de bereiding is een flui‐
tend geluid te horen.
In het display verschijnt
het symbool en er
klinkt eventueel een
akoestisch signaal.
Dit geluid ontstaat bij het in- en afpompen van het
water. Het geluid duidt niet op een storing of een de‐
fect.
Het kookpunt van het water is veranderd, omdat het
hoogteverschil tussen de oude en de nieuwe locatie
meer dan 300 meter bedraagt.
Om het kookpunt te justeren, moet u het ont‐
kalkingsprogramma uitvoeren (zie "Reiniging en
onderhoud – Ontkalken").
De deur is niet goed gesloten.
Sluit de deur.
De deurdichting zit niet goed.
Druk de dichting zo aan dat deze overal goed zit.
De deurdichting is beschadigd.
Neem contact op met Miele en laat de deurdich‐
ting vervangen.
Na het sluiten van de deur wordt het drukverschil
vereffend. Hierbij kan een fluitend geluid ontstaan.
Dit geluid is normaal en er is dus geen sprake van
een defect.
Het waterreservoir is niet tot aan de aanslag in de
stoomoven geschoven.
Verwijder het waterreservoir en schuif het vervol‐
gens tot de aanslag in het toestel.
Nuttige tips
In het display verschij‐
nen het symbool en
een getal tussen en .
h en knipperen.
Er zit onvoldoende water in het reservoir. Het waterni‐
veau moet zich tussen de beide markeringen bevin‐
den.
Vul het reservoir.
De stoomoven moet worden ontkalkt.
Ontkalk het toestel (zie "Reiniging en onderhoud >
Ontkalken").
77
Page 78
Nuttige tips
ProbleemOorzaak en oplossing
en andere cijfersEen technisch defect.
Communicatiefout
Schakel het toestel uit. Wacht enkele minuten en
schakel het weer in.
Als de foutmelding nog steeds wordt weergege‐
ven, neem dan contact op met Miele.
Schakel de stoomoven uit en neem contact op
met Miele.
78
Page 79
Bij te bestellen accessoires
Speciaal voor uw toestellen levert Miele
een uitgebreid assortiment aan toebe‐
horen, alsmede reinigings- en onder‐
houdsmiddelen.
U kunt deze producten heel eenvoudig
via de Miele-webshop bestellen:
De producten zijn ook verkrijgbaar bij
Miele-Service (zie einde van deze ge‐
bruiksaanwijzing) en bij uw Miele-han‐
delaar.
Stoomovenpannen
U kunt kiezen uit tal van ovenpannen
met en zonder gaatjes en in diverse for‐
maten:
DGGL 1
Ovenpan met gaten,
inhoud 1,5 l / nuttige inhoud 0,9 l
325 x 175 x 40 mm (BxDxH)
DGG 2
Ovenpan zonder gaten,
inhoud 2,5 l / nuttige inhoud 2,0 l
325 x 175 x 65 mm (BxDxH)
DGG 3
Ovenpan zonder gaten,
inhoud 4,0 l / nuttige inhoud 3,1 l
325 x 265 x 65 mm (BxDxH)
79
Page 80
Bij te bestellen accessoires
DGGL 4
Ovenpan met gaten,
inhoud 4,0 l / nuttige inhoud 3,1 l
325 x 265 x 65 mm (BxDxH)
DGGL 5
Ovenpan met gaten,
inhoud 2,5 l / nuttige inhoud 2,0 l
325x175x65 mm (BxDxH)
DGGL 6
Ovenpan met gaten,
inhoud 4,0 l / nuttige inhoud 2,8 l
325 x 175 x 100 mm (BxDxH)
DGG 7
Ovenpan met gaten,
inhoud 2,0 l / nuttige inhoud 1,7 l
325 x 265 x 40 mm (BxDxH)
DGGL 13
Ovenpan met gaten,
inhoud 3,3 l / nuttige inhoud 2,0 l
325 x 350 x 40 mm (BxDxH)
Deksel voor ovenpannen
DGD 1/3
Deksel voor ovenpannen 325 x 175 mm
DGD 1/2
Deksel voor ovenpannen 325 x 265 mm
Ovenpan zonder gaten,
inhoud 4,0 l / nuttige inhoud 2,8 l
325 x 175 x 100 mm (BxDxH)
DGGL 8
80
Page 81
Bij te bestellen accessoires
Reinigings- en onderhouds‐
middelen
Ontkalkingstabletten (6 stuks)
Voor het ontkalken van de stoomoven
Reinigingsmiddel voor keramische
platen en roestvrij staal 250 ml
Voor het verwijderen van verkleuringen
op ovenpannen
Microvezeldoekje
Diversen
DGG 21
De opvangschaal wordt bij het stomen
gebruikt om het vocht op te vangen dat
tijdens een bereiding ontstaat.
325 x 430 x 40 mm (BxDxH)
Rooster
Om kookgerei op te zetten
Voor het verwijderen van vingerafdruk‐
ken en lichte verontreinigingen
81
Page 82
Veiligheidsinstructies voor het inbouwen
Door ondeskundige inbouw kunnen gebruikers letsel oplopen
en kan er schade optreden aan het toestel.
De aansluitgegevens (frequentie en spanning) op het typeplaatje
moeten met de waarden van het elektriciteitsnet overeenkomen, om
beschadiging van de stoomoven te voorkomen.
Vergelijk deze gegevens voor de aansluiting. Raadpleeg bij twijfel
een elektricien.
Stopcontactenblokken of verlengkabels bieden niet voldoende
veiligheidsgaranties (gevaar voor brand). Dit in verband met gevaar
voor oververhitting.
De wandcontactdoos moet ook na het inbouwen van het toestel
gemakkelijk toegankelijk zijn.
Het toestel moet zodanig worden geplaatst dat de gebruiker de
inhoud van de ovenpannen op het bovenste niveau kan zien. Alleen
zo kan worden voorkomen dat de gebruiker zich brandt aan over‐
stromende gerechten of heet water.
Alle maten zijn in mm aangegeven.
82
Page 83
Front Pure
Front Contour
Gedetailleerde afmetingen front
* glazen front / ** metalen front
83
Page 84
Inbouwmaten
Inbouw in een hoge kast
a
Stoomoven
b
Inbouwnis
c
Aansluitkabel – aansluitpunt toestel
d
Aanbevolen plaats voor de elektrische aansluiting
e
Aansluitkabel, L = 2.000 mm
* glazen front / ** metalen front
84
Page 85
Inbouwmaten
Inbouw in een onderkast
Als u de stoomoven onder een kookplaat wilt inbouwen, let dan op de aanwij‐
zingen voor het inbouwen van de kookplaat en op de inbouwhoogte van de
kookplaat (zie montage-instructie kookveld).
a
Stoomoven
b
Inbouwnis
c
Aansluitkabel – aansluitpunt toestel
d
Aanbevolen plaats voor de elektrische aansluiting
e
Aansluitkabel, L = 2.000 mm
* glazen front / ** metalen front
85
Page 86
Inbouwmaten
Inbouw in combinatie met een bakoven
a
Stoomoven
b
Inbouwnis
c
Aansluitkabel – aansluitpunt toestel
d
Aanbevolen plaats voor de elektrische aansluiting
e
Aansluitkabel, L = 2.000 mm
f
Uitsparing voor de ventilatie (alleen vereist bij inbouw boven een pyrolyseoven)
g
Oven
* glazen front / ** metalen front
86
Page 87
Stoomoven plaatsen
Storing door niet juist geplaatste
stoomoven!
De stoomoven moet waterpas staan,
zodat het stoomaggregaat goed kan
functioneren. De afwijking mag niet
meer dan 2° bedragen.
Schuif de stoomoven in de inbouwnis
en justeer hem. De aansluitkabel en
de waterslangen mogen niet inge‐
klemd of beschadigd raken.
Inbouwen
Bevestig de stoomoven met de bijge‐
voegde houtschroeven (3,5 x 25 mm)
rechts en links aan de zijwanden van
de kast.
Controleer alle functies van de
stoomoven aan de hand van de ge‐
bruiksaanwijzing.
87
Page 88
Elektrische aansluiting
Aansluiting op een geaard stopcontact
wordt aanbevolen, omdat dat eventuele
werkzaamheden van de technicus ge‐
makkelijker maakt. Het stopcontact
moet ook na het inbouwen toegankelijk
zijn.
Letselrisico!
Door ondeskundige installatie- en
onderhoudswerkzaamheden of repa‐
raties kunnen zeer gevaarlijke situa‐
ties voor de gebruiker ontstaan
waarvoor Miele geen aansprakelijk‐
heid aanvaardt.
Miele kan niet verantwoordelijk wor‐
den gesteld voor (de gevolgen van)
een ontbrekende of onderbroken
aarding (bijvoorbeeld een elektrische
schok).
Als de stekker wordt verwijderd of
als de aansluitkabel geen stekker
heeft, mag het toestel uitsluitend
door een vakman op het net worden
aangesloten.
Als bij aansluiting met een stekker na
de inbouw de contactdoos niet meer
toegankelijk is of een vaste aanslui‐
ting gepland is, moet het toestel via
een schakelaar met alle polen van de
netspanning kunnen worden losge‐
koppeld. De schakelaar moet een
contactopening van minimaal 3 mm
hebben. Geschikt zijn zelf-uitschake‐
laars, zekeringen en relais. De aan‐
sluitwaarden vindt u op het typepla‐
tje. De waarden op het typeplaatje
en de waarden van het elektriciteits‐
net moeten beslist overeenkomen.
Na het inbouwen moet zijn gewaar‐
borgd dat onder spanning staande
delen niet kunnen worden aange‐
raakt.
Aansluitwaarde
Zie typeplaatje
Aansluiting
AC 230 V / 50 Hz
Voordat u het toestel aansluit, dient u
de aansluitgegevens (spanning en fre‐
quentie) op het typeplaatje te vergelij‐
ken met de waarden van het elektrici‐
teitsnet. Deze gegevens moeten beslist
overeenkomen.
Aardlekschakelaar
Voor extra veiligheid wordt in de EUvoorschriften en -richtlijnen voor België
geadviseerd om de huisinstallatie van
een aardlekschakelaar te voorzien
(30 mA).
88
Page 89
Elektrische aansluiting
Spanningsvrij maken
Lichamelijk letsel door elek‐
trische schok!
Zorg dat de netspanning niet per on‐
geluk weer kan worden ingescha‐
keld.
Moet het toestel spanningsvrij worden
gemaakt, ga dan, afhankelijk van de si‐
tuatie, als volgt te werk:
Zekeringen
Draai de zekering los en haal deze uit
de houder.
Zekeringsautomaat
Druk op de testknop (rood) totdat de
middelste knop (zwart) eruitspringt.
Inbouwzekeringsautomaat
(Zelfuitschakelaar, min. type B of C!):
tuimelschakelaar van 1 (Aan) op 0
(Uit) zetten.
Aansluitkabel vervangen
De aansluitkabel mag alleen door een
speciale kabel van het type H 05 VV-F
(PVC-isolatie) worden vervangen. Een
dergelijke kabel is verkrijgbaar bij MieleService.
Aardlekschakelaar
(Aardlekschakelaar)
Zet de hoofdschakelaar van 1 (Aan)
op 0 (Uit) of druk op de testknop.
89
Page 90
Miele-Service, typeplaatje, garantie
Afdeling Klantcontacten
Voor storingen die u niet zelf kunt verhelpen, waarschuwt u
– uw Miele-handelaar of
– de afdeling Consumentenbelangen van Miele.
De gegevens van Miele vindt u op de achterkant van deze gebruiks- en monta‐
gehandleiding.
Voor een goede en vlotte afhandeling moet de afdeling Miele-Service weten welk
type toestel u heeft en welk fabricagenummer het heeft.
Typeplaatje
Plak hier het bijgevoegde typeplaatje. Controleer of de gegevens op het typepla‐
tje overeenkomen met de gegevens op de achterzijde van deze gebruiksaanwij‐
zing.
Garantietermijn en garantievoorwaarden
De garantietermijn voor dit toestel bedraagt 2 jaar.
Voor meer informatie zie de bijgevoegde garantievoorwaarden. Voor informatie
over het Miele Service Verzekering Certificaat kunt u zich wenden tot uw Mielevakhandelaar of de bijgaande folder raadplegen.
90
Page 91
Herstellingen aan huis en andere inlichtingen: 02/451.16.16
nv Miele België
Z.5 Mollem 480
1730 Mollem (Asse)
E-mail: info@miele.be
Internet: www.miele.be
Duitsland
Miele & Cie. KG
Carl-Miele-Straße 29
33332 Gütersloh
91
Page 92
DG 6100 / DG 6200
M.-Nr. 09 649 600 / 01nl-BE
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.