MIELE DG 6030 User Manual [nl]

Page 1
Gebruiks- en montageaanwijzing
Stoomoven DG 6020 DG 6030
Lees absoluut de gebruiks­en montageaanwijzing voor u het toestel plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan het toestel.
nl-BE
Page 2
Inhoud
Opmerkingen omtrent uw veiligheid ..................................5
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu ......................12
Beschrijving van het toestel ........................................13
Vooraanzicht .....................................................13
Meegeleverd toebehoren ...........................................14
Hoe werkt uw toestel? .............................................15
Bedieningspaneel .................................................15
Opvangschaal ....................................................16
Waterreservoir ....................................................16
Geluiden ........................................................16
Temperatuur .....................................................17
Aanbevolen temperaturen ........................................17
Bereidingstijd.....................................................17
Opwarmfase .....................................................18
Bereidingsfase....................................................18
Het toestel in gebruik nemen .......................................19
Eerste reiniging ...................................................19
Waterhardheid instellen .............................................20
Kooktemperatuur aanpassen ........................................20
Bedieningsprincipe ...............................................21
Voorbereiden .....................................................21
Temperatuur en duur instellen........................................21
Na afloop van de duur ..............................................22
Na het gebruik ....................................................22
Bediening .......................................................23
Werking onderbreken ..............................................23
Temperatuur wijzigen ..............................................23
Duur wijzigen .....................................................23
Watertekort.......................................................24
Extra functies ....................................................25
2
Page 3
Inhoud
Belangrijke opmerkingen en wetenswaardigheden .....................26
Het voordeel van koken met stoom ....................................26
Kookgerei........................................................26
Stoomovenpannen ..............................................26
Eigen kookgerei ................................................26
Opvangschaal ....................................................27
Inschuifniveau ....................................................27
Diepvriesproducten ................................................27
Temperatuur .....................................................27
Duur (bereidingstijd) ...............................................28
Koken met vocht ..................................................28
Eigen recepten ...................................................28
Koken met stoom.................................................29
Groenten ........................................................29
Vlees ...........................................................33
Worsten .........................................................35
Vis .............................................................36
Schaaldieren .....................................................39
Mosselen ........................................................40
Rijst ............................................................41
Pasta/deegwaren..................................................42
Knoedels ........................................................43
Granen ..........................................................44
Gedroogde peulvruchten ...........................................45
Kippeneieren .....................................................47
Fruit ............................................................48
Menukoken ......................................................49
Speciale toepassingen ............................................51
Opwarmen .......................................................51
Ontdooien .......................................................53
Inmaken .........................................................57
Uitpersen ........................................................60
Yoghurt maken....................................................61
3
Page 4
Inhoud
Gistdeeg laten rijzen ...............................................63
Gelatine laten smelten ..............................................63
Chocolade laten smelten ............................................64
Levensmiddelen schillen ............................................65
Appels inmaken ...................................................66
Blancheren.......................................................66
Uien smoren......................................................67
Spek uitbakken ...................................................67
Steriliseren .......................................................68
Vochtige handdoekjes opwarmen .....................................68
Honing vloeibaar maken ............................................69
Bouillon met ei bereiden ............................................69
Instellingen ......................................................70
Reiniging en onderhoud ...........................................72
Front van het toestel / behuizing ......................................73
Ovenruimte ......................................................74
Toebehoren ......................................................75
Opvangschaal, stoomovenpannen..................................75
Steunroosters ..................................................75
Waterreservoir ....................................................76
Koppelingsdichting..............................................77
Ontkalken........................................................78
Wat gedaan als ...?................................................80
Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren ................................84
Stoomovenpannen.................................................84
Reinigings- en onderhoudsmiddelen ..................................86
Overig ..........................................................87
4
Page 5
Inhoud
Opmerkingen omtrent uw veiligheid bij inbouw ........................88
DG 6020.........................................................89
Toestel- en inbouwafmetingen .......................................89
DG 6030.........................................................94
Toestel- en inbouwafmetingen........................................94
Inbouwen .......................................................98
Voetjes monteren ..................................................98
Toestel plaatsen...................................................99
Elektrische aansluiting ...........................................100
Dienst Herstellingen aan huis, typeplaatje, garantie ...................102
5
Page 6
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Deze stoomoven voldoet aan de voorgeschreven veiligheidsvoor schriften. Door ondeskundig gebruik kunnen gebruikers echter letsel oplopen en kan er schade optreden aan het toestel.
Lees de gebruiks- en montageaanwijzing aandachtig voor u het toestel in gebruik neemt. U vindt er belangrijke opmerkingen omtrent inbouw, veiligheid, gebruik en onderhoud. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan het toestel.
Miele is niet aansprakelijk voor schade die ontstaan is doordat deze veiligheidsrichtlijnen niet in acht werden genomen.
Bewaar de gebruiks- en montageaanwijzing en geef ze door aan wie het toestel eventueel na u gebruikt.
-
6
Page 7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Juist gebruik
Deze stoomoven is bedoeld voor gebruik in het huishouden en in
~
gelijkaardige omgevingen.
Deze stoomoven is niet bestemd voor gebruik buiten.
~
Gebruik de stoomoven enkel voor toepassingen in huishoudelijke
~
context die in deze gebruiksaanwijzing vermeld staan. Gebruik voor andere doeleinden is niet toegelaten.
Personen die door hun fysieke, zintuiglijke of geestelijke mogelijk
~
heden of hun onervarenheid of gebrek aan kennis niet in staat zijn om deze stoomoven veilig te bedienen, moeten bij de bediening in het oog worden gehouden. Deze personen mogen het toestel zonder toezicht bedienen, maar alleen wanneer hun de bediening van het toestel zo uitgelegd is dat ze het veilig kunnen bedienen. Ze moeten de eventuele risico's van een foutieve bediening kunnen beseffen en begrijpen.
-
7
Page 8
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Kinderen in het huishouden
Kinderen jonger dan acht jaar moeten uit de buurt van de stoom
~
oven worden gehouden, tenzij ze constant in het oog worden ge houden.
Kinderen vanaf acht jaar mogen de stoomoven zonder toezicht
~
bedienen, maar alleen wanneer hun de bediening van het toestel zo uitgelegd is dat ze het veilig kunnen bedienen. Kinderen moeten de eventuele risico's van een foutieve bediening kunnen beseffen en begrijpen.
Kinderen mogen de stoomoven niet zonder toezicht reinigen.
~
Hou kinderen die in de buurt van de stoomoven komen in het
~
oog. Laat kinderen nooit met het toestel spelen.
Gevaar voor verstikking!
~
Spelende kinderen kunnen zich wikkelen in verpakkingsmateriaal (bijv. folies) of het over hun hoofd trekken en daardoor verstikken. Hou kinderen uit de buurt van verpakkingsmateriaal.
Gevaar voor brandwonden door hete stoom!
~
De huid van kinderen reageert gevoeliger op hoge temperaturen dan de huid van volwassenen. Kinderen mogen de toesteldeur niet openen terwijl de stoomoven in werking is. Hou kinderen van het toestel weg totdat het is afgekoeld en er geen gevaar meer bestaat dat ze er zich aan verbranden.
-
-
Gevaar voor verwonding! Kinderen kunnen zich verwonden aan
~
de geopende deur. Voorkom dat kinderen aan de geopende deur gaan hangen.
8
Page 9
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Technische veiligheid
Door ondeskundig uitgevoerde installatie-, onderhouds- of
~
herstellingswerken kunnen er voor de gebruiker aanzienlijke risico's ontstaan. Installatie-, onderhouds- of herstellingswerken mogen al leen door vakmensen worden uitgevoerd die door Miele erkend zijn.
-
Beschadigingen aan de stoomoven kunnen uw veiligheid in ge
~
vaar brengen. Controleer of het toestel zichtbaar beschadigd is. Een beschadigd toestel mag u nooit in gebruik nemen.
De elektrische veiligheid van de stoomoven is alleen gegaran
~
deerd wanneer het toestel wordt aangesloten op een volgens de voorschriften geïnstalleerd aardsysteem. Het is heel belangrijk dat aan deze fundamentele veiligheidsvoorwaarde is voldaan. Laat de elektrische installatie in uw woning bij twijfel door een elek­tricien controleren.
De aansluitgegevens (frequentie en spanning) op het typeplaatje
~
van de stoomoven moeten absoluut overeenstemmen met deze van het elektriciteitsnet. Zo voorkomt u schade aan uw toestel. Vergelijk deze gegevens voordat u het toestel aansluit. Vraag bij twijfel inlichtingen aan een elektricien.
Stopcontactenblokken of verlengkabels bieden niet voldoende
~
veiligheidsgaranties (gevaar voor brand). Gebruik deze niet om de stoomoven aan te sluiten op het elektriciteitsnet.
Gebruik de stoomoven enkel in ingebouwde toestand. Enkel dan
~
is een veilige werking gegarandeerd.
-
-
Deze stoomoven mag niet op niet-vaste plaatsen (bijv. op een
~
schip) worden gebruikt.
9
Page 10
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Wanneer u aansluitingen onder spanning aanraakt of de elek
~
trische en mechanische constructie wijzigt, kan dat voor u gevaar opleveren. Het kan ook tot storingen in de werking van de stoom oven leiden. Open nooit de behuizing van het toestel.
Het recht op garantie vervalt wanneer de stoomoven door een
~
klantendienst wordt hersteld die niet door Miele is erkend.
Enkel met originele Miele-wisselstukken bent u zeker dat ze ten
~
volle voldoen aan de eisen die Miele qua veiligheid stelt. Defecte onderdelen mogen enkel worden vervangen door originele Miele-wisselstukken.
Wordt de stekker van de aansluitkabel verwijderd of is de aan-
~
sluitkabel niet uitgerust met een stekker, dan moet de stoomoven door een vakman of vakvrouw die op de hoogte is van elektriciteitsaansluitingen, worden aangesloten op het elektriciteits­net.
Als de aansluitkabel beschadigd is, moet deze worden
~
vervangen door een speciale aansluitkabel van het type H 05 VV-F (pvc-isolatie). Deze is verkrijgbaar via de dienst Onderdelen en toe­behoren van Miele.
-
-
Tijdens installatie-, onderhouds- en herstellingswerken moet de
~
stoomoven van het elektriciteitsnet losgekoppeld zijn. Ga daartoe als volgt te werk:
schakel de zekeringen in uw zekeringkast uit of
draai de schroefzekeringen in uw zekeringkast helemaal uit of
trek de stekker van het toestel (als de aansluitkabel uitgerust is met een stekker) uit het stopcontact. Trek daarbij niet aan de aansluitkabel, wel aan de stekker.
10
Page 11
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Veilig gebruik
Gevaar voor verbranding!
~
De stoomoven wordt heet terwijl deze in werking is. U kunt zich verbranden aan de ovenruimte, gerechten, toebehoren en hete stoom. Trek ovenwanten aan om hete gerechten in te schuiven of uit te ne men en als u met uw handen in de hete ovenruimte moet komen. Als u stoomovenpannen inschuift en uitneemt, dient u op te letten dat de inhoud niet over de rand klotst.
Gevaar voor verbranding!
~
Na afloop van een bereidingsproces kan er zich heet water bevin­den in het waterreservoir. Als u het waterreservoir uitneemt en plaatst, dient u erop te letten dat het niet kantelt.
In afgesloten conservenblikken ontstaat bij het inmaken en ver-
~
warmen overdruk, waardoor deze kunnen ontploffen. Gebruik de stoomoven nooit voor het inmaken en verwarmen van conservenblikken.
-
U kunt zich verwonden aan de geopende deur van de stoom-
~
oven. Laat de deur niet onnodig openstaan.
Kunststof kookgerei dat niet hitte- en stoombestendig is, smelt bij
~
hoge temperaturen en kan het toestel beschadigen. Gebruik alleen kunststof kookgerei dat bestand is tegen temperatu ren tot 100 °C en bestand is tegen stoom. Hou rekening met de in formatie van de producent van het kookgerei.
Gerechten die in de ovenruimte worden bewaard, kunnen uitdro
~
gen en de vrijgekomen vochtigheid kan leiden tot corrosie in het toe stel. Bewaar geen klaargemaakte gerechten in de ovenruimte en ge bruik voor het bereiden geen voorwerpen die kunnen roesten.
-
-
-
-
-
11
Page 12
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Giet het waterreservoir na elk gebruik leeg. Dat is niet alleen hy
~
giënisch maar vermijdt ook condensvorming in het toestel.
Reiniging en onderhoud
De stoom van een stoomreiniger kan terechtkomen op onderde
~
len die onder spanning staan en zo een kortsluiting veroorzaken. Gebruik voor het reinigen van de stoomoven nooit een stoomreini ger.
Door krassen kan het glas van de glasplaten van de deur breken.
~
Gebruik voor het reinigen van de glasplaten van de deur geen schuurmiddelen, geen harde sponsen of borstels en geen scherpe metalen schrapers.
De steunroosters kunt u verwijderen om deze te reinigen (zie ru-
~
briek "Reiniging en onderhoud"). Plaats deze correct terug. Gebruik de stoomoven nooit terwijl de steunroosters verwijderd zijn.
-
-
-
Het waterreservoir mag niet in water worden ondergedompeld of
~
in de afwasautomaat worden gereinigd. Als u dat toch doet en het reservoir daarna in het toestel plaatst, kunt u een elektrische schok krijgen.
Toebehoren
Alleen toebehoren dat Miele uitdrukkelijk heeft goedgekeurd,
~
mag worden gemonteerd of geplaatst. Worden er andere onderde len gemonteerd of geplaatst, dan vervalt het recht op garantie en/of de productaansprakelijkheid.
12
-
Page 13
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het toestel voor transportschade. Er werd voor milieu vriendelijk en recycleerbaar verpak kingsmateriaal gekozen.
Het recycleren van het verpakkingsma teriaal vermindert de afvalproductie en het gebruik van grondstoffen. Uw han delaar neemt de verpakking terug.
-
-
Wat met een afgedankt toe stel?
Oude elektrische en elektronische toe stellen bevatten vaak nog waardevolle materialen. Ze bevatten echter ook schadelijke stoffen die voor het functio
­neren en de veiligheid van het toestel
nodig waren. Als deze stoffen bij het
­restafval terechtkomen of verkeerd wor
den behandeld, kunnen ze schade be rokkenen aan de menselijke gezond heid en het milieu. Geef uw oude toe stel dus niet mee met het gewone huis vuil.
Breng het toestel liever naar het dichtst­bijzijnde gemeentelijk containerpark. Vraag meer informatie bij uw Miele-han delaar.
-
-
-
-
-
-
-
-
-
13
Page 14
Beschrijving van het toestel
Vooraanzicht
a Bedieningspaneel
b Wasemafvoer
c Deurdichting
d Stoomkanaal
e Inschuifvak
f Waterreservoir (met inzetstuk)
g Steekcontact voor het waterreservoir
h Steunroosters met 4 niveaus
14
i Stoomtoevoer
j Opvanggootje voor de ovenruimte
k Bodemverwarmingselement
l Temperatuurvoeler
m Stoomafvoer
n Opvanggootje aan de deur
o Deuropener
Page 15
Meegeleverd toebehoren
Beschrijving van het toestel
U kunt het meegeleverde toebehoren, alsook ander toebeho ren, indien gewenst nabestellen (zie rubriek "Mits toeslag ver krijgbaar toebehoren").
Opvangschaal DGG 15
Om afdruipend vocht op te vangen 325x265x40mm(BxDxH)
DGGL 1
2 stoompannen met gaatjes Inhoud: 1,5 l / nuttige inhoud: 0,9 l 325x175x40mm(BxDxH)
Siliconenvet
Om de koppelingsdichting aan het waterreservoir in te vetten
-
-
Miele-kookboek "Stoomkoken"
Koken en genieten met Miele De beste recepten uit de keuken van Miele
15
Page 16
Hoe werkt uw toestel?
Bedieningspaneel
U bedient het toestel door de desbetreffende sensortoets (a
- c) lichtjes aan te raken. Elke aanraking wordt met een geluidssignaal bevestigd. U kunt het toetsgeluid uitschakelen (zie rubriek "Instellingen").
Terwijl het toestel in werking is, worden op het display d cij­fers en symbolen weergegeven.
Sensortoetsen
Display
16
Toet­s(en)
a s - Toestel in- en uitschakelen
b ?
;
c OK Temperatuur/duur/keuze bevestigen
s + ? Toestel in de programmeermodus zetten
Weergave Betekenis
p (knippert) Het waterreservoir moet worden bijgevuld of
Cijfers + °C Temperatuur
Cijfers + h Bereidingstijd
Cijfer(s) + k Het toestel moet worden ontkalkt
Functie
- Ontkalkingsproces oproepen
- Temperatuur en duur instellen
- Bladeren door de instellingen
het waterreservoir ontbreekt
Page 17
Opvangschaal
Hoe werkt uw toestel?
Schuif de opvangschaal op het onderste inschuifniveau in de ovenruimte telkens als u stoomovenpannen met gaatjes ge bruikt. Afdruipend vocht wordt erin opgevangen, zodat u dat gemakkelijk kunt verwijderen.
-
Waterreservoir
Geluiden
U kunt de opvangschaal indien nodig als stoomovenpan ge bruiken.
Het maximale vulvolume bedraagt 1,2 liter, het minimale 0,75 liter. Die markeringen vindt u langs binnen en langs bui ten op het waterreservoir. De bovenste markering mag in geen geval worden overschreden! Het maximale vulvolume volstaat bij 100 °C voor een berei­ding van ca. 2 uur, het minimale voor ca. 30 minuten, mits de deur niet wordt geopend. Is het waterreservoir niet ingeschoven of niet voldoende ge­vuld, dan wordt dat aangegeven door het knipperende sym­bool p.
Wanneer het toestel in werking is, hoort u de ventilator draai en. Als er stoom wordt ontwikkeld, hoort u geluiden die u ook van andere toestellen kent, bijv. van een waterkoker.
-
-
-
17
Page 18
Hoe werkt uw toestel?
Temperatuur
Het toestel heeft een temperatuurbereik van 40 °C tot 100 °C. Wanneer u het toestel inschakelt, staat het ingesteld op 100 °C. U kunt de temperatuur wijzigen in stappen van 5 °C.
Aanbevolen temperaturen
100 °C: alle soorten levensmiddelen bereiden opwarmen menu bereiden (Menukoken) inmaken uitpersen
........
85 °C: vis behoedzaam bereiden
60 °C: ontdooien
Bereidingstijd
18
40 °C gistdeeg laten rijzen yoghurt maken
......
U kunt een duur tussen 1 minuut (0:01) en 9 uur 59 minuten (9:59) instellen.
Page 19
Opwarmfase
Hoe werkt uw toestel?
Tijdens de opwarmfase wordt de ovenruimte opgewarmd tot de ingestelde temperatuur. De stijgende temperatuur in de ovenruimte wordt op het display weergegeven.
Bereidingsfase
De duur van de opwarmfase is afhankelijk van de hoeveel heid levensmiddelen en de temperatuur van de levensmid delen. In het algemeen duurt de opwarmfase ca. 7 minuten. Bij het bereiden van gekoelde of diepgevroren voedingsmid delen wordt deze langer.
U kunt de duur van de opwarmfase verkorten door het water reservoir met heet water te vullen.
Wanneer de ingestelde temperatuur bereikt is, start de berei­dingsfase. Tijdens de bereidingsfase wordt op het display de resterende tijd weergegeven.
Meer informatie over het omgaan met uw toestel en tips en trucs voor stoomkoken vindt u in de rubrieken "Stoomkoken" en "Speciale toepassingen".
-
-
-
-
19
Page 20
Eerste reiniging
Waterreservoir
Het toestel in gebruik nemen
Kleef het typeplaatje dat bij de documentatie bijgevoegd is, op de daarvoor bestemde plaats in de rubriek "Dienst Her stellingen aan huis van Miele, typeplaatje, garantie".
Verwijder eventuele beschermfolies.
^
^ Open de deur door links op de deuropener te drukken. De
deur springt op een kier open.
-
^ Neem het waterreservoir uit het toestel en verwijder het in-
zetstuk (zie rubriek "Reiniging en onderhoud > Waterreser­voir").
^ Maak het waterreservoir en het inzetstuk grondig met de
hand schoon. Gebruik daarvoor warm water zonder afwas middel.
Reinig het waterreservoir en het inzetstuk nooit in de af wasautomaat. Dompel het waterreservoir niet onder in wa ter!
Toebehoren / ovenruimte
^
Neem al het toebehoren uit de ovenruimte. Reinig het met de hand of in de afwasautomaat.
De stoomoven werd voor de levering behandeld met een on derhoudsproduct.
^
Om de film van het onderhoudsmiddel te verwijderen, rei nigt u de ovenruimte met een schone sponsdoek, handaf wasmiddel en warm water.
-
-
-
-
-
-
20
Page 21
Waterhardheid instellen
De stoomoven is standaard ingesteld op hardheidsgraad "hard" (S04). Om ervoor te zorgen dat het toestel optimaal werkt en dat u op het juiste tijdstip wordt gevraagd te ont kalken, moet u de hardheid van uw water instellen op het toe stel. Hoe harder het water, hoe vaker het toestel moet worden ontkalkt.
Controleer welke waterhardheid ingesteld is en stel indien
^
nodig de juiste waterhardheid in (zie rubriek "Instellingen").
Kooktemperatuur aanpassen
Voordat u voor het eerst levensmiddelen bereidt, moet u het toestel aanpassen aan de kooktemperatuur van het water, die afhankelijk is van de hoogte van de opstelplaats boven de zeespiegel. Bij dit proces worden ook de onderdelen die met water in aanraking komen doorgespoeld.
Het toestel in gebruik nemen
-
-
U moet het proces in elk geval uitvoeren. Zo bent u er ze­ker van dat het toestel optimaal werkt.
^ Neem het toestel gedurende 15 minuten in gebruik op
100 °C. Ga te werk zoals beschreven in de rubriek "Bedieningsprincipe".
Na een verhuis dient u het toestel aan te passen aan de nieuwe opstelplaats of de gewijzigde kooktemperatuur van het water, als de nieuwe opstelplaats minstens 300 meter ho ger of lager ligt dan de oude opstelplaats. Voer daartoe een ontkalkingsproces uit (zie rubriek "Reiniging en onderhoud > Ontkalken").
-
21
Page 22
Bedieningsprincipe
Voorbereiden
Vul het waterreservoir minstens tot de markering "min". U
^
hoeft het inzetstuk daartoe niet uit te nemen.
Gebruik uitsluitend leidingwater, zeker géén gedistilleerd water, mineraalwater of andere vloeistoffen!
Schuif het waterreservoir tot aan de aanslag in het toestel.
^
Als het waterreservoir niet goed zit, warmt het toestel niet op en wordt na enige tijd F20 weergegeven op het display (zie de rubriek "Wat gedaan als …").
Plaats het gerecht in de oven.
^
Schakel het toestel in met de sensortoets s.
^
Temperatuur en duur instellen
Op het display verschijnt "100" en "°C" knippert.
22
^ Als u het gerecht op 100 °C wilt bereiden, bevestigt u met
"OK".
Als voor het levensmiddel een lagere temperatuur vereist is, raakt u ? aan om de temperatuur te verlagen. Bevestig met "OK".
Wanneer u de temperatuur hebt bevestigd, verschijnen er op het display 3 nullen en "h" knippert.
^
Raak ; aan om vanaf 0:00 de gewenste duur te stellen (in stijgende zin) of raak ? aan om vanaf 9:59 de gewenste duur in te stellen (in dalende zin).
^
Bevestig uw keuze door "OK" aan te raken.
Het toestel start automatisch na het bevestigen.
Als het instelproces niet binnen de 15 minuten wordt vol tooid, wordt het toestel uitgeschakeld.
-
Page 23
Na afloop van de duur
Bedieningsprincipe
Na het gebruik
Na afloop van de duur weerklinkt een signaal en op het dis play verschijnen 3 nullen en knippert "h".
Schakel het toestel uit.
^
Hou ermee rekening dat de ventilator na het uitschakelen van het toestel nog enige tijd blijft draaien. U kunt de tijd dat de ventilator draait, verkorten door meteen na het uitschakelen van het toestel het waterreservoir uit te nemen.
Als u de deur opent, komt er stoom naar buiten. Zet een stap achteruit en wacht totdat de stoom verdwenen is.
Gevaar voor verbranding! U kunt zich verbranden aan de wanden van de ovenruim­te, gerechten die over de rand van het kookgerei klotsen, toebehoren en hete stoom. Trek ovenwanten aan wanneer u hete gerechten uit het toestel neemt.
^ Neem de opvangschaal uit het toestel en giet deze leeg.
^
Neem het waterreservoir uit het toestel en giet het leeg. Wanneer u het waterreservoir uitneemt, duwt u het lichtjes naar boven.
-
^
Reinig en droog heel het toestel na elk gebruik zoals be schreven in de rubriek "Reiniging en onderhoud".
Sluit de toesteldeur pas wanneer de ovenruimte volledig droog is.
Het toestel is zo ingesteld dat er na het gebruik altijd nog wat restwater in het waterreservoir staat. Als dat niet het geval is, wijst dat op een defect. Neem in dat geval con tact op met de dienst Herstellingen aan huis van Miele.
-
-
23
Page 24
Bediening
Werking onderbreken
Wanneer u de deur opent, wordt de werking onderbroken. De verwarming wordt uitgeschakeld en de resterende tijd opge slagen.
Als u de deur opent, komt er stoom naar buiten. Zet een stap achteruit en wacht totdat de stoom verdwenen is.
Bij het openen van de toesteldeur moet u opletten dat het hete water dat zich heeft verzameld in het opvanggootje aan de deur, niet over de rand klotst.
Gevaar voor verbranding! U kunt zich verbranden aan de wanden van de ovenruim te, gerechten die over de rand van het kookgerei klotsen, toebehoren en hete stoom. Trek ovenwanten aan om hete gerechten in te schuiven of uit te nemen en als u met uw handen in de hete ovenruim­te moet komen.
-
-
Wanneer u de deur sluit, wordt de werking voortgezet. Eerst wordt er opnieuw opgewarmd. Daarbij toont het display de oplopende temperatuur in de ovenruimte. Zodra de inge­stelde temperatuur bereikt is, verandert de weergave en loopt de resterende tijd af.
Temperatuur wijzigen
U kunt de temperatuur wijzigen op elk moment terwijl het toe stel in werking is. Raak 1 keer kort "OK" aan. Het display schakelt over naar de weergave voor het instellen van de temperatuur en "C" knippert. Stel de temperatuur in zoals eer der beschreven.
Duur wijzigen
U kunt de duur wijzigen op elk moment terwijl het toestel in werking is. Raak 2 keer kort "OK" aan. Het display schakelt over naar de weergave voor het instellen van de duur en "h" knippert. Stel de duur in zoals eerder beschreven.
24
-
-
Page 25
Watertekort
Bediening
Als er tijdens de werking een tekort aan water is, knippert het symbool p en weerklinkt een geluidssignaal.
Verwijder het waterreservoir en vul het met water.
^
Schuif het waterreservoir tot aan de aanslag in het toestel.
^
Sluit de deur.
^
De werking wordt voortgezet.
25
Page 26
Extra functies
Voorverwarmen
Uw toestel is voorzien van de functie "Voorverwarmen". Tijdens het voorverwarmen wordt de ovenruimte opgewarmd tot ca. 40 °C. Met een voorverwarmde ovenruimte verkort de duur van de opwarmfase en daarmee het hele bereidingspro ces.
Deze functie is in de fabriek niet geactiveerd. Als u deze functie wilt gebruiken, moet u de fabrieksinstelling wijzigen (zie rubriek "Instellingen").
-
Als de voorverwarmfunctie geactiveerd is, kunt u bij elk berei dingsproces nog altijd beslissen of u deze al dan niet wilt ge bruiken.
Tijdens het voorverwarmen moet het gevulde waterreser­voir zich in het toestel bevinden. Het voorverwarmproces wordt afgebroken wanneer u de deur opent. U kunt het proces opnieuw starten door het toestel uit en weer in te schakelen.
Voorverwarmen gebruiken
^ Schakel het toestel in.
Op het display verschijnt "100" en "°C" knippert. Bevestig niet.
Na enkele seconden start het voorverwarmproces en op het display wordt de stijgende temperatuur weergegeven.
Wanneer het proces afgerond is, verschijnt op het display "100" en "°C" knippert.
^
Plaats het gerecht in de ovenruimte.
^
Stel zoals gewoonlijk een temperatuur en duur in.
Voorverwarmen niet gebruiken
-
-
26
^
Plaats het gerecht in de ovenruimte.
^
Schakel het toestel in.
Op het display verschijnt "100" en "°C" knippert.
^
Bevestig de temperatuur of stel de gewenste temperatuur in.
^
Stel de duur in.
Page 27
Belangrijke opmerkingen en wetenswaardigheden
In deze rubriek vindt u algemene opmerkingen over het ko ken met stoom. Zijn er bij levensmiddelen en/of toepassingen bijzondere opmerkingen, dan worden die in de desbetreffen de rubriek vermeld.
Het voordeel van koken met stoom
Tijdens het stomen blijven de vitamines en mineralen nage noeg volledig behouden, want het gerecht ligt niet in water.
Bij koken met stoom blijft de typische smaak van levensmid delen beter behouden dan bij gewoon koken. Daarom raden wij aan de levensmiddelen niet of pas na het stomen te kruiden met zout. De levensmiddelen behouden bovendien hun verse, natuurlijke kleur.
Kookgerei
Stoomovenpannen
Bij het toestel is kookgerei van roestvrij staal meegeleverd. U kunt nog bijkomende stoomovenpannen van verschillende grootte aankopen, die met of zonder gaatjes leverbaar zijn (zie rubriek "Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren"). Zo kunt u voor elk gerecht de meest geschikte stoomovenpan ge­bruiken.
-
-
-
-
Eigen kookgerei
Gebruik zoveel mogelijk stoomovenpannen met gaatjes. De stoom kan dan van alle kanten bij het gerecht, waardoor het gelijkmatig gaar wordt.
U kunt eigen kookgerei gebruiken. Hou in dat geval rekening met de volgende opmerkingen:
Het kookgerei moet bestand zijn tegen temperaturen tot 100 °C en bestand zijn tegen stoom. Als u kunststof kook gerei gebruikt, neemt u contact op met de fabrikant en gaat u na of het geschikt is.
Kookgerei met een dikke wand (bijv. porselein of keramiek) is minder geschikt om te stomen. Dikke wanden geleiden de warmte niet goed verder en zorgen er zo voor dat de vermelde duur aanzienlijk langer wordt.
-
27
Page 28
Belangrijke opmerkingen en wetenswaardigheden
Plaats het kookgerei in een voldoende grote stoomoven
pan met gaatjes, niet op de bodem van de ovenruimte.
De afstand tussen de bovenste rand van het kookgerei en
het plafond van de ovenruimte moet minstens 3 cm bedra gen. Zo kan er voldoende stoom in het kookgerei binnen dringen.
Opvangschaal
Schuif de opvangschaal op het onderste inschuifniveau in de ovenruimte telkens als u stoomovenpannen met gaatjes ge bruikt. Afdruipend vocht wordt erin opgevangen, zodat u dat gemakkelijk kunt verwijderen.
-
-
-
-
U kunt de opvangschaal indien nodig als stoomovenpan ge bruiken.
Inschuifniveau
U kunt gelijk welk inschuifniveau kiezen en tegelijk meerdere gerechten op verschillende niveaus bereiden. Dat heeft geen invloed op de bereidingstijd.
Diepvriesproducten
Bij het bereiden van diepvriesproducten is de opwarmtijd langer dan bij het bereiden van verse levensmiddelen. Hoe meer diepvriesproducten er zich in de ovenruimte bevinden, hoe langer de opwarmfase duurt.
Temperatuur
In de stoomoven wordt maximaal 100 °C bereikt. Bij deze temperatuur kunnen bijna alle levensmiddelen worden be reid. Om te vermijden dat delicate levensmiddelen zoals bes sen uiteenspatten, moeten deze op een lagere temperatuur worden bereid. Hierop wordt gewezen in de desbetreffende rubrieken.
Combineren met een warmtelade Wanneer de warmtelade in werking is, kan de ovenruimte van de stoomoven opwarmen tot 40 °C. Wanneer u in dat geval een temperatuur van 40 °C instelt, wordt er geen stoom ge produceerd omdat de ovenruimte te warm is.
-
-
-
-
28
Page 29
Belangrijke opmerkingen en wetenswaardigheden
Duur (bereidingstijd)
Koken met vocht
Eigen recepten
De bereidingstijden bij het koken met stoom komen in het al gemeen overeen met die voor het koken in een kookpot. Als de bereidingstijd door bepaalde factoren wordt beïnvloed, wordt dat aangegeven in de volgende rubrieken.
De bereidingstijd is niet afhankelijk van de hoeveelheid le vensmiddelen. De bereidingstijd voor 1 kg aardappelen is even lang als voor 500 g aardappelen.
De tijden die in de tabel worden vermeld, zijn richtwaarden. Wij raden aan eerst de kortere bereidingstijd te kiezen. U kunt indien nodig nog nagaren.
Als u met vocht kookt, vult u de stoomovenpan maar voor2/ met vocht. Zo vermijdt u dat de inhoud over de rand klotst wanneer u de stoomovenpan uit de oven neemt.
Levensmiddelen en gerechten die in een kookpot worden be­reid, kunnen ook in de stoomoven worden bereid. De berei­dingstijden zijn dezelfde. Hou ermee rekening dat u met de stoomoven niet kunt bruineren.
-
-
3
29
Page 30
Koken met stoom
Groenten
Verse groenten
Bereid de groenten zoals gebruikelijk voor: was de groenten, maak ze schoon en snij ze in stukken.
Diepgevroren groenten
Stoomovenpannen
Diepvriesgroenten moeten niet vooraf worden ontdooid. Uit zondering: groenten die in een blok zijn ingevroren.
Diepvriesgroenten en verse groenten met dezelfde berei dingstijd kunnen samen worden bereid.
Snij grote, aaneengevroren stukken in kleinere stukken. De bereidingstijd vindt u op de verpakking.
Levensmiddelen met een kleine doorsnede (bijv. erwten en asperges) vormen nauwelijks holle ruimten. Zo kan de stoom er nauwelijks binnendringen. Om een gelijkmatig gaarresultaat te verkrijgen, gebruikt u voor deze levensmid­delen platte stoomovenpannen en vult u deze niet hoger dan 3-5 cm. Verdeel grotere hoeveelheden over meerdere platte stoomovenpannen.
U kunt verschillende soorten groenten met dezelfde berei dingstijd in één stoomovenpan bereiden.
Groenten die in vocht worden bereid, zoals rode kool, bereidt u in stoomovenpannen zonder gaatjes.
-
-
-
Inschuifniveau
30
Wanneer u groenten die kleur afgeven (bijv. rode bieten) in stoomovenpannen met gaatjes bereidt, mag u geen andere levensmiddelen daaronder plaatsen. Zo vermijdt u verkleu ring door afdruipend vocht.
-
Page 31
Bereidingstijd
Instellingen
Koken met stoom
De bereidingstijd is zoals bij conventionele kookprocessen afhankelijk van de grootte van het levensmiddel en de ge wenste gaarheid. Voorbeeld: Vastkokende aardappelen, in vier stukken = ca. 18 minuten Vastkokende aardappelen, gehalveerd = ca. 22 minuten Spruitjes, groot, beetgaar = ca. 12 minuten Spruitjes, klein, zacht = ca. 12 minuten
Temperatuur: 100 °C Duur: zie tabel
De tijden die in de tabel worden vermeld, zijn richtwaarden voor verse groenten. Wij raden aan eerst de kortere berei­dingstijd te kiezen. U kunt indien nodig nog nagaren.
Duur in minuten
-
Artisjokken 32–38
Bloemkool, heel 27–28
Bloemkool, roosjes 8
Groene bonen 10–12
Broccoli, roosjes 3–4
Jonge wortels, heel 7–8
Jonge wortels, gehalveerd 6–7
Jonge wortels, fijngesneden 4
Witloof, gehalveerd 4–5
Chinese kool, gesneden 3
Erwten 3
Venkel, gehalveerd 10–12
Venkel, in reepjes 4–5
Groene kool, gesneden 23–26
31
Page 32
Koken met stoom
Aardappelen, vastkokend, geschild
heel gehalveerd in vier delen
Aardappelen, redelijk vastkokend, geschild
heel gehalveerd in vier delen
Aardappelen, kruimig, geschild
heel gehalveerd in vier delen
Koolrabi, groffe julienne 6–7
Pompoen, blokjes 2–4
Duur in
minuten
27–29 21–22 16–18
25–27 19–21 17–18
26–28 19–20 15–16
32
Maïskolf 30–35
Snijbiet, gesneden 2–3
Paprika, blokjes/reepjes 2
Aardappelen in de schil, vastkokend 30–32
Prei, gesneden 4–5
Prei, stengels, gehalveerd 6
Romanesco, heel 22–25
Romanesco, roosjes 5–7
Spruitjes 10–12
Rode bieten, heel 53–57
Rode kool, gesneden 23–26
Schorseneren, heel duimdik 9–10
Selderijknol, groffe julienne 6–7
Page 33
Koken met stoom
Duur in
minuten
Asperges, groen 7
Asperges, wit, duimdik 9–10
Wortels, fijngesneden 6
Spinazie 1–2
Spitskool, gesneden 10–11
Bleekselderij, gesneden 4–5
Knolrapen, gesneden 6–7
Witte kool, gesneden 12
Savooikool, gesneden 10–11
Courgettes, schijfjes 2–3
Sluimerwten 5–7
33
Page 34
Koken met stoom
Vlees
Vers vlees
Bereid het vlees zoals gebruikelijk voor.
Diepgevroren vlees
Voorbereiding
Bereidingstijd
Tips
Ontdooi het diepgevroren vlees vooraf (zie rubriek "Ontdooi en").
Vlees dat moet worden gebruineerd en vervolgens gestoofd (bijv. goulash) moet op het kookvlak worden aangebraden.
De bereidingstijd is afhankelijk van de dikte en de toestand van het levensmiddel, en niet van het gewicht. Hoe dikker het stuk, hoe langer de bereidingstijd. Een stuk vlees van 500 g dat 10 cm dik is, heeft een langere bereidingstijd dan een stuk van 500 g dat 5 cm dik is.
Als de aromatische stoffen in het vlees behouden moeten blijven, bereidt u het vlees in een stoomovenpan met gaatjes. Schuif een stoomovenpan zonder gaatjes eronder om het concentraat op te vangen. U kunt het concentraat gebruiken om sauzen op smaak te brengen of u kunt het invriezen om het later te gebruiken.
-
34
Om een krachtige bouillon te bereiden zijn vooral soepkip en de achterpoten, het borstvlees, de dikke rib en de been deren van runderen geschikt. Doe het vlees met de soepgroenten en koud water in een stoomovenpan. Hoe langer de bereidingstijd, hoe krachtiger de fond zal zijn.
-
Page 35
Instellingen
Koken met stoom
Temperatuur: 100 °C Duur: zie tabel
De tijden die in de tabel worden vermeld, zijn richtwaarden. Wij raden aan eerst de kortere bereidingstijd te kiezen. U kunt indien nodig nog nagaren.
Vlees Duur
in minuten
Achterpoot, bedekt met water 110–120
Hammetje 135–145
Kippenborstfilet 8–10
Schenkel 105–115
Dikke rib, bedekt met water 110–120
In reepjes gesneden kalfsvlees 3–4
Casselerribsneden 6–8
Lamsragout 12–16
Kip 60–70
Kalkoenrollade 12–15
Kalkoenschnitzel 4–6
Ribstuk, bedekt met water 130–140
Rundergoulash 105–115
Soepkip, bedekt met water 80–90
Gekookt rundsvlees 110–120
35
Page 36
Koken met stoom
Worsten
Instellingen
Temperatuur: 90 °C Duur: zie tabel
Worsten Duur in minuten
Gekookte worst 6–8
Vleesworst 6–8
Witte worst 6–8
36
Page 37
Vis
Verse vis
Diepgevroren vis
Voorbereiden
Koken met stoom
Bereid de vis zoals gebruikelijk voor: maak de vis schoon, verwijder de schubben en spoel de vis af.
Ontdooi de diepgevroren vis vooraf (zie rubriek "Ontdooien").
Besprenkel de vis vooraf met citroensap of limoensap. Het zuur geeft het visvlees een vastere structuur.
Stoomovenpannen
Inschuifniveau
Temperatuur
De vis hoeft niet te worden gezouten, aangezien de minera len die de vis zijn typische smaak geven, bij het koken met stoom optimaal behouden blijven.
Vet stoomovenpannen met gaatjes in.
Als u tegelijkertijd vis in een stoomovenpan met gaatjes en andere levensmiddelen in andere stoomovenpannen bereidt, dient u te vermijden dat de smaak wordt overgedragen via af­druipend vocht. Schuif de stoomovenpan met de vis daartoe vlak boven de opvangschaal in de ovenruimte.
85°C–90°C
Om delicate vissoorten behoedzaam te bereiden (bijv. zee tong).
100 °C
Om vissoorten met vast vlees te bereiden (bijv. kabeljauw en zalm). Om vis in saus of bouillon te bereiden.
-
-
37
Page 38
Koken met stoom
Bereidingstijd
De bereidingstijd is afhankelijk van de dikte en de toestand van het levensmiddel, en niet van het gewicht. Hoe dikker het stuk, hoe langer de bereidingstijd zal zijn. Een stuk vis van 500 g dat 3 cm hoog is, heeft een langere bereidingstijd dan een stuk van 500 g dat 2 cm hoog is.
Hoe langer de vis wordt gegaard, hoe vaster het vlees wordt. Neem de vermelde bereidingstijden in acht. Als de vis niet gaar genoeg is, laat u deze nog enkele minu ten nagaren.
Verleng de vermelde bereidingstijden met enkele minuten als de vis in saus of bouillon wordt bereid.
Tips
Met kruiden zoals dille kunt u de vissmaak versterken.
Bereid grote vissen in "zwempositie". Om de vis rechtop te kunnen plaatsen, zet u een klein kopje omgekeerd in de stoomovenpan. Schuif de vis met de geopende buikkant erover.
-
38
Doe het visafval, waaronder de graten, vinnen en koppen, met soepgroenten en koud water in een stoomovenpan om visfond te bereiden. Bereid die gedurende 60 tot 90 minuten op 100 °C. Hoe langer de bereidingstijd, hoe krachtiger de fond zal zijn.
Om vis blauw te koken wordt de vis bereid in water met azijn. Belangrijk is dat u de huid van de vis niet beschadigt. Karper, forel, zeelt, paling en zalm zijn geschikt voor deze soort bereiding.
Page 39
Instellingen
Koken met stoom
Temperatuur: zie tabel Duur: zie tabel
De tijden die in de tabel worden vermeld, zijn richtwaarden voor verse vis. Wij raden aan eerst de kortere bereidingstijd te kiezen. U kunt indien nodig nog nagaren.
Temperatuur in °C Duur in minuten
Paling 100 5–7
Baarsfilet 100 8–10
Doradefilet 85 3
Forel, 250 g 90 10–13
Heilbotfilet 85 4–6
Kabeljauwfilet 100 6
Karper, 1,5 kg 100 18–25
Zalmfilet 100 6–8
Zalmsteak 100 8–10
Zalmforel 90 14–17
Pangasiusfilet 85 3
Roodbaarsfilet 100 6–8
Schelvisfilet 100 4–6
Scholfilet 85 4–5
Zeeduivelfilet 85 8–10
Zeetongfilet 85 3
Tarbotfilet 85 5–8
Tonijnfilet 100 6–8
Snoekbaarsfilet 85 4
39
Page 40
Koken met stoom
Schaaldieren
Voorbereiding
Ontdooi de diepgevroren schaaldieren vooraf.
Pel de schaaldieren, verwijder de darm en was ze.
Stoomovenpannen
Vet stoomovenpannen met gaatjes in.
Bereidingstijd
Hoe langer de schaaldieren garen, hoe vaster ze worden. Neem de vermelde bereidingstijden in acht.
Verleng de vermelde bereidingstijden met enkele minuten als de schaaldieren in saus of bouillon worden bereid.
Instellingen
Temperatuur: zie tabel Duur: zie tabel
40
Temperatuur in°CDuur in minuten
Garnalen 90 3
Reuzengarnalen 90 3
Gamba's 90 4
Krabben 90 3
Langoesten 95 10–15
Scampi's 90 3
Page 41
Mosselen
Verse mosselen
,
Mosselen die na het bereiden niet geopend zijn, mag u niet opeten. Gevaar voor vergiftiging!
Was de verse mosselen enkele uren vooraf om eventueel zand af te spoelen. Borstel de mosselen vervolgens grondig schoon.
Diepgevroren mosselen
Ontdooi de diepgevroren mosselen.
Bereidingstijd
Koken met stoom
Bereid alleen gesloten mosselen.
Instellingen
Hoe langer de mosselen garen, hoe vaster het mosselvlees wordt. Neem de vermelde bereidingstijden in acht.
Temperatuur: zie tabel Duur: zie tabel
Temperatuur
in °C
Eendenmosselen 100 2
Kokkels 100 2
Mosselen 90 12
Sint-jakobsschelpen 90 5
Zwaardscheden 100 2–4
Venusschelpen 90 4
Duur in minuten
41
Page 42
Koken met stoom
Rijst
Rijst zet uit tijdens de bereiding. Daarom moet de rijst in vocht worden bereid. De verhouding tussen rijst en vocht is afhankelijk van de soort rijst.
Instellingen
De rijst neemt het vocht compleet op. Zo gaan er geen voe dingsstoffen verloren.
Temperatuur: 100 °C Duur: zie tabel
Verhouding
rijst : vocht
Basmatirijst 1 : 1,5 15
Voorgekookte rijst 1 : 1,5 23–25
Rondkorrelrijst
Rijstpap Risotto
Volkorenrijst 1 : 1,5 26–29
Wilde rijst 1 : 1,5 26–29
1 : 2,5 1 : 2,5
Duur
in minuten
30
18–19
-
42
Page 43
Pasta/deegwaren
Gedroogde pasta/deegwaren
Koken met stoom
Gedroogde pasta en deegwaren zetten uit tijdens de berei ding. Daarom moeten ze in vocht worden bereid. De pasta moet volledig bedekt zijn door het vocht. Bij gebruik van heet vocht is het bereidingsresultaat beter.
Verleng de bereidingstijd die wordt vermeld door de produ cent, met ca.
Verse pasta/deegwaren
Verse pasta en deegwaren (bijv. uit de koelafdeling) moeten niet uitzetten. Bereid deze in een stoomovenpan met gaatjes.
Maak samengekleefde pasta of deegwaren van elkaar los en verdeel ze gelijkmatig in de stoomovenpan.
Instellingen
Temperatuur: 100 °C Duur: zie tabel
Verse pasta/deegwaren Duur in minuten
Gnocchi 3
Knöpfli 2
-
1
/3.
-
Ravioli 3
Macaroni 2
Tortellini 3
Gedroogde pasta/deegwaren, be dekt met water
Tagliatelle 14
Vermicelli 8
-
43
Page 44
Koken met stoom
Knoedels
Knoedels in een kookbuiltje moeten goed met water worden bedekt, omdat ze anders niet genoeg vocht zouden opne men en uit elkaar zouden vallen.
Bereid verse knoedels in een ingevette stoomovenpan met gaatjes.
Instellingen
Temperatuur: 100 °C Duur: zie tabel
Knoedeltjes 30
Gistknoedels 20
Aardappelknoedels in kookbuiltje 20
-
Duur
in minuten
44
Deegknoedels in kookbuiltje 18–20
Page 45
Granen
Koken met stoom
Instellingen
Granen zetten uit tijdens de bereiding. Daarom moeten gra
­nen in vocht worden bereid. De verhouding tussen granen en vocht is afhankelijk van de soort granen.
Granen kunnen als hele graankorrel of gemalen worden be
­reid.
Temperatuur: 100 °C Duur: zie tabel
Verhouding
granen : vocht
Duur
in minuten
Amarant 1 : 1,5 15–17
Bulgur 1 : 1,5 9
Groene spelt, gebro-
1:1 7
ken
Groene spelt, heel 1 : 1 18–20
Haver, heel 1 : 1 18
Haver, gebroken 1 : 1 7
Gierst 1 : 1,5 10
Polenta 1 : 3 10
Quinoa 1 : 1,5 15
Rogge, heel 1 : 1 35
Rogge, gebroken 1 : 1 10
Tarwe, heel 1 : 1 30
Tarwe, gebroken 1 : 1 8
45
Page 46
Koken met stoom
Gedroogde peulvruchten
Peulvruchten moeten vooraf minstens 10 uur in koud water worden geweekt. Door het inweken zijn ze gemakkelijker ver teerbaar en wordt de bereidingtijd verkort. Uitzondering: linzen moeten niet worden geweekt.
Vooraf geweekte peulvruchten moeten bij het bereiden met vocht bedekt zijn. Bij peulvruchten die niet vooraf zijn ge weekt, moet afhankelijk van de soort een bepaalde verhou ding tussen peulvruchten en vocht in acht worden genomen.
Instellingen
Temperatuur: 100 °C Duur: zie tabel
Bonen
-
-
-
Vooraf geweekt
Duur in minuten
46
Kidneybonen 55–65
Rode bonen (azukibonen) 20–25
Zwarte bonen 55–60
Bonte bonen 55–65
Witte bonen 34–36
Erwten
Gele erwten 40–50
Groene erwten, gedopt 27
Page 47
Koken met stoom
Niet vooraf geweekt
Duur
in minuten
Bonen
Kidneybonen 130–140 1 : 3
Verhouding
peulvruchten : vocht
Rode bonen
95–105 1 : 3
(azukibonen)
Zwarte bonen 100–120 1 : 3
Bonte bonen 115–135 1 : 3
Witte bonen 80–90 1 : 3
Linzen
Bruine linzen 13–14 1 : 2
Rode linzen 7 1 : 2
Erwten
Gele erwten 110–130 1 : 3
Groene erwten,
60–70 1 : 3
gedopt
47
Page 48
Koken met stoom
Kippeneieren
Gebruik stoomovenpannen met gaatjes wanneer u gekookte eieren wilt bereiden.
De eieren moeten vooraf niet worden doorprikt. Doordat ze tijdens de opwarmfase langzaam worden opgewarmd, spat ten ze niet uiteen bij het koken met stoom.
-
Instellingen
Vet stoomovenpannen zonder gaatjes in om daarin eierge rechten te bereiden (bijv. bouillon met ei).
Temperatuur: 100 °C Duur: zie tabel
Duur in minuten
Grootte S
zacht gemiddeld hard
Grootte M
zacht gemiddeld hard
Grootte L
zacht gemiddeld hard
Grootte XL
zacht gemiddeld hard
3 5 9
4 6
10
5 7
12
6 8
13
-
48
Page 49
Fruit
Tip
Instellingen
Koken met stoom
Om geen sap verloren te laten gaan, moet u het fruit in een stoomovenpan zonder gaatjes bereiden. Als u fruit in een stoomovenpan met gaatjes bereidt, schuift u eronder een stoomovenpan zonder gaatjes in. Op die manier gaat er ook geen sap verloren.
U kunt het opgevangen sap gebruiken om glazuur voor taarten te maken.
Temperatuur: 100 °C Duur: zie tabel
Duur in minuten
Appels, in stukken 1–3
Peren, in stukken 1–3
Kersen 2–4
Mirabellen 1–2
Nectarines/perziken, in stukken 1–2
Pruimen 1–3
Kweeperen, in blokjes 6–8
Rabarber, in stukken 1–2
Kruisbessen 2–3
49
Page 50
Koken met stoom
Menukoken
Inschuifniveau
Temperatuur
"Menukoken" is de functie voor het bereiden van verschil lende levensmiddelen met verschillende bereidingstijden om een complete maaltijd samen te stellen (bijv. roodbaarsfilet met rijst en broccoli). De levensmiddelen worden op verschil lende tijdstippen in de stoomoven geplaatst. Zo zijn ze op hetzelfde moment klaar.
Levensmiddelen waarbij vocht vrijkomt (bijv. vis) of levens middelen die kleur afgeven (bijv. rode bieten) schuift u vlak boven de opvangschaal in de ovenruimte. Zo vermijdt u smaakoverdracht of verkleuring door afdruipend vocht.
De temperatuur bij "Menukoken" moet 100 °C bedragen. De meeste levensmiddelen worden immers gaar bij deze tempe­ratuur. Wanneer voor de levensmiddelen verschillende temperaturen zijn aanbevolen (bijv. 85 °C voor doradefilet en 100 °C voor aardappelen), mag u het menu in geen geval op de lagere temperatuur bereiden.
-
-
-
Bereidingstijd
50
Wanneer voor een levensmiddel een temperatuur van bijv. 85 °C wordt aanbevolen, moet u eerst testen wat het resultaat is als het wordt bereid op 100 °C. Het vlees van delicate vissoorten met een losse structuur (bijv. zeetong en schol) wordt bij 100 °C zeer vast.
Als de aanbevolen bereidingstemperatuur wordt verhoogd, moet de bereidingstijd met ca.
1
/3worden verkort.
Page 51
Voorbeeld
Koken met stoom
Rijst 20 minuten Roodbaarsfilet 6 minuten Broccoli 4 minuten
20 minuten - 6 minuten = 14 minuten (1e bereidingstijd: rijst) 6 minuten - 4 minuten = 2 minuten (2e bereidingstijd: roodbaarsfilet) Resterende tijd = 4 minuten (3e bereidingstijd: broccoli)
Bereidings tijden
Instelling 14 min. 2 min. 4 min.
^ Doe eerst de rijst in de ovenruimte.
^ Stel de 1e bereidingstijd in (14 minuten).
^ Zodra de 14 minuten afgelopen zijn, doet u de
roodbaarsfilet in de ovenruimte.
^ Stel de 2e bereidingstijd in (2 minuten).
^
Zodra de 2 minuten afgelopen zijn, doet u de broccoli in de ovenruimte.
^
Stel de 3e bereidingstijd in (4 minuten).
-
20 min. rijst
6 min. roodbaarsfilet
4 min. broccoli
51
Page 52
Speciale toepassingen
Opwarmen
Kookgerei
Duur
Tips
Levensmiddelen worden in de stoomoven behoedzaam op gewarmd. Ze drogen daarbij niet uit en garen niet verder. Ze worden gelijkmatig opgewarmd en moeten tussendoor niet worden omgeroerd.
U kunt bereide maaltijden (vlees, groenten, aardappelen) of afzonderlijke levensmiddelen opwarmen.
Kleine hoeveelheden kunnen op een bord worden opge warmd, grotere hoeveelheden in een stoomovenpan.
Het aantal borden of stoomovenpannen heeft geen invloed op de bereidingstijd.
De vermelde duur (zie tabel) geldt voor een doorsneeportie per bord/stoomovenpan. Verleng de duur bij grotere hoeveel­heden.
Warm grote stukken zoals gebraad niet in één keer op, maar in porties.
Halveer compacte stukken zoals gevulde paprika's of rollades.
-
-
52
Gepaneerde levensmiddelen zoals schnitzels blijven niet kro kant.
Warm sauzen apart op. Een uitzondering daarop zijn ge rechten die in saus worden bereid (bijv. goulash).
-
-
Page 53
Werkwijze
Instellingen
Speciale toepassingen
Dek de levensmiddelen af met een omgekeerd diep bord,
^
een deksel of folie die bestand is tegen temperaturen tot 100 °C en bestand is tegen stoom.
Plaats borden of schotels in een voldoende grote stoom
^
ovenpan met gaatjes.
Temperatuur: 100 °C Duur: zie tabel
Duur in minuten
Bijgerechten (pasta, rijst enz.) 8–10
Eenpansgerecht 8–10
Visfilet 6–8
Vlees 8–10
-
Gevogelte 8–10
Groenten 8–10
Soep 8–10
Bereide maaltijden 8–10
53
Page 54
Speciale toepassingen
Ontdooien
Als u levensmiddelen in het toestel ontdooit, verloopt dat veel sneller dan ontdooien bij kamertemperatuur.
Temperatuur
De optimale ontdooitemperatuur bedraagt 60 °C.
Uitzonderingen: 50 °C voor gehakt en wild
Voor-/nabereiding
Verwijder voor het ontdooien alle verpakking.
Uitzonderingen:
Ontdooi brood en gebak in de verpakking. Anders neemt de vochtigheid toe en wordt het zacht.
Stoomovenpannen
Laat de levensmiddelen nadat u ze uit het toestel hebt geno men, nog enige tijd bij kamertemperatuur staan. Deze wachttijd is vereist om de warmte gelijkmatig van buiten naar binnen te brengen.
Gebruik bij het ontdooien van levensmiddelen waarbij vocht vrijkomt, zoals gevogelte, een stoomovenpan met gaatjes en schuif de opvangschaal eronder. De levensmiddelen liggen dan niet in het dooivocht.
,
Het dooivocht van vlees en gevogelte giet u meteen na het ontdooien weg. U mag dat in geen geval nog ge bruiken! Gevaar voor salmonella!
Levensmiddelen waarbij tijdens het ontdooien geen vocht vrijkomt, kunnen in een stoomovenpan zonder gaatjes wor den ontdooid.
-
-
-
54
Page 55
Tips
Speciale toepassingen
Laat vis voor de bereiding niet helemaal ontdooien. Het volstaat wanneer de buitenkant zacht genoeg is om kruiden op te nemen. Afhankelijk van de dikte is 2-5 minuten voldoen de.
Maak levensmiddelen die samenkleven (zoals bessen en stukken vlees) na het verstrijken van de helft van de ont dooitijd van elkaar los en verdeel ze.
Vries ontdooide levensmiddelen niet opnieuw in.
-
-
Instellingen
Ontdooi ingevroren kant-en-klaargerechten volgens de aan wijzingen op de verpakking.
Temperatuur: zie tabel Duur: zie tabel
-
55
Page 56
Speciale toepassingen
Levensmiddelen Gewicht
in g
Zuivelproducten
Kaas in plakken 125 60 15 10
Kwark (plattekaas) 250 60 20–25 10–15
Room 250 60 20–25 10–15
Zachte kaas 100 60 15 10–15
Fruit
Appelmoes 250 60 20–25 10–15
Stukjes appel 250 60 20–25 10–15
Abrikozen 500 60 25–28 15–20
Aardbeien 300 60 8–10 10–12
Frambozen/ rode bessen
Kersen 150 60 15 10–15
Perziken 500 60 25–28 15–20
Pruimen 250 60 20–25 10–15
300 60 8 10–12
Tempera
tuur
in °C
­dooitijd
in minuten
Ont
-
Wachttijd
in minuten
Kruisbessen 250 60 20–22 10–15
Groenten
Als blok ingevroren, bijv. groene kool, spi nazie, rode kool
Vis
Visfilets 400 60 15 10–15
Forellen 500 60 15–18 10–15
Kreeft 300 60 25–30 10–15
Krabben 300 60 4–6 5
56
-
300 60 20–25 10–15
Page 57
Speciale toepassingen
Levensmiddelen Gewicht
in g
Vlees
Gebraad in plak
ken
Gehakt 250 50 15–20 10–15
Gehakt 500 50 20–30 10–15
Goulash 500 60 30–40 10–15
Goulash 1000 60 50–60 10–15
Lever 250 60 20–25 10–15
Hazenrug 500 50 30–40 10–15
Reerug 1000 50 40–50 10–15
Schnitzel / kotelet / braadworst
Gevogelte
Kip 1000 60 40 15–20
Kippenbil 150 60 20–25 10–15
Kippenschnitzel 500 60 25–30 10–15
800 60 25–35 15–20
Temperatuur
in °C
-
60 8–10 15–20
Ontdooitijd
in minuten
Wachttijd
in minuten
Kalkoenbouten 500 60 40–45 10–15
Gebak
Blader-/ gistdeeggebak
Roerdeeggebak/­taart/cake
Brood / broodjes
Broodjes 60 30 2
Bruin brood, gesneden 250 60 40 15
Volkorenbrood, gesne den
Wit brood, gesneden 150 60 30 20
-
400 60 15 10–15
250 60 65 15
60 10–12 10–15
57
Page 58
Speciale toepassingen
Inmaken
Gebruik om in te maken enkel verse levensmiddelen die in perfecte staat zijn. Ze mogen niet beschadigd zijn of rotte plekken vertonen.
Bokalen
Gebruik alleen bokalen en toebehoren die schoon, gespoeld en niet beschadigd zijn. U kunt bokalen met een draaideksel gebruiken of bokalen met een glazen deksel en een rubberen ring.
Zorg ervoor dat de bokalen dezelfde grootte hebben, zodat alles gelijkmatig wordt ingemaakt.
Als u een bokaal hebt gevuld, dient u de glazen rand met een schone doek en heet water te reinigen voordat u de bokaal sluit.
Fruit
Selecteer het fruit zorgvuldig, was het kort maar grondig en laat het uitdruppen. Bessen dient u zeer voorzichtig te was­sen. Ze zijn zeer teer en raken snel platgedrukt. Verwijder eventueel de schil, stelen of pitten. Snij grote stukken fruit in kleinere stukken. Appels snijdt u bijv. het best in partjes. Als u steenvruchten met de pit (pruimen, abrikozen) inmaakt, doorprikt u de vruchten vooraf meerdere keren met een vork of een houten stokje. Anders zullen ze uiteenspatten.
Groenten
Vulpeil
58
Was de groenten, maak ze schoon en snij ze in stukken. Blancheer groenten vóór het inmaken, zodat de kleur behou den blijft (zie rubriek "Blancheren").
Doe de levensmiddelen losjes in de bokaal. Vul de bokaal tot max. 3 cm onder de rand. De celwanden van de levensmid delen raken beschadigd wanneer het in de bokaal wordt ge perst. Laat de bokaal zachtjes op een doek neerploffen om zo de inhoud beter te verdelen.
Vul de bokalen met vloeistof. De levensmiddelen moeten on dergedompeld zijn. Gebruik voor fruit een suikeroplossing. Voor groenten kunt u een zout- of azijnoplossing gebruiken.
-
-
-
-
Page 59
Tips
Werkwijze
Instellingen
Speciale toepassingen
Benut de restwarmte door de bokalen pas 30 minuten na het uitschakelen uit de ovenruimte te nemen.
Laat de bokalen, met een doek erover, ca. 24 uur langzaam afkoelen.
Schuif de opvangschaal op het onderste inschuifniveau in
^
de ovenruimte en een stoomovenpan met gaatjes erboven.
Zet de bokalen van gelijke grootte in de stoomovenpan met
^
gaatjes. De bokalen mogen elkaar niet raken.
Temperatuur: zie tabel Duur: zie tabel
Levensmiddelen Temperatuur in °C Duur in minuten*
Bessen
Rode bessen 80 50
Kruisbessen 80 55
Rode bosbessen 80 55
Steenvruchten
Kersen 85 55
Mirabellen 85 55
Pruimen 85 55
Perziken 85 55
Reine Claudes 85 55
* De vermelde tijden zijn bedoeld voor bokalen van 1,0 liter.
Bij bokalen van 0,5 liter is de tijd 15 minuten korter, bij bokalen van 0,25 liter 20 minuten.
59
Page 60
Speciale toepassingen
Levensmiddelen Temperatuur in °C Duur in minuten*
Pitvruchten
Appels 90 50
Appelmoes 90 65
Kweeperen 90 65
Groenten
Bonen 100 120
Dikke bonen 100 120
Augurken 90 55
Vlees
Voorgekookt 90 90
Gebraden 90 90
* De vermelde tijden zijn bedoeld voor bokalen van 1,0 liter.
Bij bokalen van 0,5 liter is de tijd 15 minuten korter, bij bokalen van 0,25 liter 20 minuten.
60
Page 61
Uitpersen
Voorbereiding
Tips
Speciale toepassingen
U kunt in uw toestel zachte vruchten uitpersen (bijv. bessen en kersen).
Overrijpe vruchten zijn perfect geschikt om sap te produceren; hoe rijper de vruchten, hoe meer sap en hoe aromatischer het is.
Selecteer en was het uit te persen fruit. Snij beschadigde stukken weg.
Verwijder de stelen van wijndruiven en zure kersen, want deze bevatten bittere stoffen. Van bessen hoeft u de stelen niet te verwijderen.
Om de smaak af te ronden, vermengt u zachte met bittere vruchten.
Bij de meeste fruitsoorten krijgt u meer sap en wordt het aro­ma beter als u suiker aan het fruit toevoegt en dat enkele uren laat intrekken. Wij adviseren voor 1 kg zoet fruit 50-100 g suiker en voor 1 kg bitter fruit 100-150 g suiker.
Werkwijze
Instellingen
Als u het verkregen sap wilt bewaren, giet u het heet in scho­ne flessen en sluit u deze onmiddellijk af.
^
Doe de voorbereide vruchten in een stoomovenpan met gaatjes.
^
Plaats een stoomovenpan zonder gaatjes of de opvang schaal eronder om het sap op te vangen.
Temperatuur: 100 °C Duur: 40-70 minuten
-
61
Page 62
Speciale toepassingen
Yoghurt maken
U hebt melk nodig en als startcultuur yoghurt of yoghurtferment (bijv. uit de reformwinkel).
Gebruik alleen natuuryoghurt met levende cultuur en zonder toevoegingen. Warmtebehandelde yoghurt is niet geschikt.
De yoghurt moet vers zijn (korte bewaartijd).
Om yoghurt te maken, kunt u ongekoelde gehomogeniseerde melk of verse melk gebruiken. Gehomogeniseerde melk kan zonder verdere behandeling worden gebruikt. Verse melk moet u eerst tot 90 °C opwarmen (niet koken!) en vervolgens weer laten afkoelen tot 35 °C. Als u verse melk gebruikt, wordt de yoghurt iets vaster dan met gehomogeniseerde melk.
Yoghurt en melk moeten hetzelfde vetgehalte hebben.
De glazen mogen tijdens de bewaartijd niet worden bewogen of geschud.
Na de bereiding moet de yoghurt direct in de koelkast wor­den afgekoeld.
62
De vastheid, het vetgehalte en de culturen die in de startyoghurt worden gebruikt, hebben invloed op de consistentie van de zelf gemaakte yoghurt. Niet alle yoghurts zijn even geschikt als startyoghurt.
Mogelijke oorzaken voor slechte resultaten
Yoghurt is niet vast: De startyoghurt werd verkeerd bewaard, de koelketen werd onderbroken, de verpakking was beschadigd, de melk werd niet voldoende opgewarmd.
Er heeft zich vocht afgezet: De glazen werden verplaatst, de yoghurt werd niet snel ge noeg afgekoeld.
Yoghurt is gruisachtig: De melk werd tot een te hoge temperatuur opgewarmd, de melk was niet meer goed, de melk en startyoghurt werden niet gelijkmatig erdoor geroerd.
-
Page 63
Tip
Werkwijze
Instellingen
Speciale toepassingen
Als u yoghurtferment gebruikt, kunt u yoghurt maken uit een mengsel van melk en room. Meng 3/4 liter melk met 1/4 liter room.
Roer 100 gram yoghurt in 1 liter melk of bereid het mengsel
^
met yoghurtferment volgens de aanwijzingen op de verpak king.
Doe dit melkmengsel in glazen en dek deze af.
^
Plaats de gesloten glazen in een stoomovenpan. De glazen
^
mogen elkaar niet raken.
Plaats de glazen direct na afloop van de duur in de koel
^
kast. Beweeg de glazen daarbij niet onnodig.
Temperatuur: 40 °C Duur: 5:00 uur
-
-
63
Page 64
Speciale toepassingen
Gistdeeg laten rijzen
Werkwijze
Bereid het deeg volgens het recept.
^
Plaats de onafgedekte deegschotel in een stoomovenpan
^
met gaatjes.
Instellingen
Temperatuur: 40 °C Duur: afhankelijk van het recept
Gelatine laten smelten
Werkwijze
^ Laat gelatinebladen 5 minuten weken in een schotel met
koud water. De gelatinebladen moeten volledig bedekt zijn met water. Druk de gelatinebladen uit en giet het water uit de schotel. Doe de uitgedrukte gelatinebladen terug in de schotel.
Instellingen
64
^ Doe gemalen gelatine in een schotel en voeg de hoeveel-
heid water toe die op de verpakking vermeld staat.
^
Dek de schotel af en plaats deze in een stoomovenpan met gaatjes.
Temperatuur: 90 °C Duur: 1 minuut
Page 65
Chocolade laten smelten
U kunt elke soort chocolade laten smelten met het toestel.
Werkwijze
Hak de chocolade in stukken.
^
Doe vetglazuur in de gesloten verpakking in een stoom ovenpan met gaatjes.
Doe grote hoeveelheden in een stoomovenpan zonder
^
gaatjes en kleine hoeveelheden in een kopje of een scho tel.
Dek de stoomovenpan of het kopje of de schotel af met
^
een deksel of folie die bestand is tegen temperaturen tot 100 °C en bestand is tegen stoom.
^ Roer grote hoeveelheden tussendoor een keer om.
Instellingen
Temperatuur: 65 °C Duur: 20 minuten
Speciale toepassingen
-
-
65
Page 66
Speciale toepassingen
Levensmiddelen schillen
Werkwijze
Maak in levensmiddelen zoals tomaten, nectarines enz.
^
een kruisvormige insnijding ter hoogte van het kroontje. Zo kan de schil gemakkelijker worden verwijderd.
Doe de levensmiddelen in een stoomovenpan met gaatjes.
^
Spoel amandelen onmiddellijk erna met koud water af. An
^
ders kan de schil niet worden verwijderd.
Instellingen
Temperatuur: zie tabel Duur: zie tabel
Levensmiddelen Temperatuur in°CDuur in minuten
Abrikozen 95 1
-
66
Amandelen 100 1
Nectarines 100 1
Paprika 100 4
Perziken 100 1
Tomaten 95 1
Page 67
Appels inmaken
Instellingen
Blancheren
Speciale toepassingen
U kunt onbehandelde appels langer houdbaar houden. Als u ze optimaal bewaart in een droge, koele en goed verluchte ruimte kunt u ze 5 tot 6 maanden bewaren. Dat geldt alleen voor appels, niet voor andere pitvruchten.
Temperatuur: 50 °C Duur: 5 minuten
In te vriezen groenten moeten eerst worden geblancheerd. De kwaliteit van de levensmiddelen blijft daardoor beter be­houden terwijl ze in de diepvrieskast worden bewaard.
Bij groenten die zijn geblancheerd voordat ze verder werden verwerkt, blijft de kleur beter behouden.
Werkwijze
Instellingen
^ Doe de voorbereide groenten in een stoomovenpan met
gaatjes.
^
Dompel de groenten na het blancheren in ijskoud water on der om ze snel af te koelen. Laat ze daarna goed afdruppen.
Temperatuur: 100 °C Duur: 1 minuut
-
67
Page 68
Speciale toepassingen
Uien smoren
Smoren betekent gaar laten worden in eigen sap, eventueel met toevoeging van wat vet.
Werkwijze
Hak de uien fijn en doe ze samen met wat boter in een
^
stoomovenpan zonder gaatjes.
Dek de stoomovenpan of het kookgerei af met een deksel
^
of folie die bestand is tegen temperaturen tot 100 °C en be stand is tegen stoom.
Instellingen
Temperatuur: 100 °C Duur: 4 minuten
Spek uitbakken
-
Werkwijze
Instellingen
68
Het spek wordt niet gebruineerd.
^ Doe het spek (in blokjes, reepjes of schijfjes) in een stoom-
ovenpan zonder gaatjes.
^
Dek de stoomovenpan af met een deksel of folie die be stand is tegen temperaturen tot 100 °C en bestand is tegen stoom.
Temperatuur: 100 °C Duur: 4 minuten
-
Page 69
Steriliseren
Speciale toepassingen
Serviesgoed en babyflessen die in het toestel zijn gesterili seerd, zijn na afloop van het programma even vrij van bacte riën als bij het uitkoken. Controleer vooraf aan de hand van de gegevens van de fabrikant of alle onderdelen bestand zijn tegen temperaturen tot 100 °C en bestand zijn tegen stoom.
Maak de onderdelen van de babyflessen los. Steek de baby flessen pas weer in elkaar als ze helemaal droog zijn. Enkel op die manier vermijdt u dat er weer kiemen ontstaan.
Werkwijze
Plaats alle stukken horizontaal of met de opening naar on
^
deren in een stoomovenpan met gaatjes. Ze mogen elkaar niet raken. Zo kan de hete stoom ongehinderd circuleren.
Instellingen
Temperatuur: 100 °C Duur: 15 minuten
Vochtige handdoekjes opwarmen
Werkwijze
^
Bevochtig de handdoekjes en rol ze op.
-
-
-
-
Instellingen
^
Leg de handdoekjes naast elkaar in een stoomovenpan met gaatjes.
Temperatuur: 70 °C Duur: 2 minuten
69
Page 70
Speciale toepassingen
Honing vloeibaar maken
Werkwijze
Draai het deksel af en plaats de bokaal in een stoomoven
^
pan met gaatjes.
Roer de honing tussendoor een keer om.
^
Instellingen
Temperatuur: 60 °C Duur: 90 minuten (niet afhankelijk van de grootte van de bokaal of de hoeveelheid honing erin)
Bouillon met ei bereiden
Werkwijze
^ Meng 6 eieren met 375 ml melk (niet schuimig kloppen).
-
Instellingen
70
^ Kruid het mengsel van eieren en melk en giet het in een
met boter bestreken stoomovenpan zonder gaatjes.
Temperatuur: 100 °C Duur: 4 minuten
Page 71
Instellingen
In de fabriek zijn bepaalde instellingen van uw toestel vooraf geprogrammeerd. De instellingen die in de tabel worden ver meld, kunt u wijzigen.
Het toestel is uitgeschakeld.
Raak de sensortoets s aan en hou uw vinger erop.
^
Terwijl u uw vinger op de sensortoets s houdt, raakt u
^
1 keer kort de sensortoets ? aan zodra het display aan gaat.
Op het display verschijnt "P 1".
Raak zo vaak de sensortoets ; of ? aan totdat het ge
^
wenste programma op het display verschijnt.
Bevestig met "OK".
^
^ Raak zo vaak de sensortoets ; of ? aan totdat de ge-
wenste status op het display verschijnt.
^ Bevestig met "OK".
^ Schakel het toestel uit nadat u de gewenste instelling(en)
hebt gewijzigd.
-
-
-
71
Page 72
Instellingen
De fabrieksinstelling is telkens vet weergegeven.
Programma Status* Mogelijke instellingen
P1 S0
S 1 Fabrieksinstellingen herstellen
P 2 Demo-modus S 0 Uit, het toestel warmt op
S 1 Aan, het toestel warmt niet op
P 3 Geluidsvolume van
het signaal
P 4 Waterhardheid
P 5 Temperatuureenheid S1 °C
P 6 Voorverwarmen S 0 Voorverwarmen niet actief
P 7 Toetsgeluid S 0 Uit
Waterhardheid Als u niet weet wat de hardheid van uw water is, neemt u contact op met uw wa terbedrijf of het gemeente- of stadsbestuur van uw woonplaats.
S 1 Zeer stil
S 2 Stil
S 3 Gemiddeld
S 4 Luid
Categorie Duitse graden mmol/h
S 1 Zacht < 8,4 °dH < 1,5
S 2 Gemid-
deld
S3 - - -
S 4 Hard >14 °dH > 2,5
S2 °F
S 1 Voorverwarmen actief
S 1 Aan
8,4-14 °dH 1,5–1,5
-
72
Page 73
Reiniging en onderhoud
Gevaar voor verwonding!
,
De stoom van een stoomreiniger kan terechtkomen op on derdelen die onder spanning staan en zo een kortsluiting veroorzaken. Gebruik voor het reinigen van het toestel nooit een stoom reiniger.
Gevaar voor beschadiging! Wanneer ongeschikte reinigings- en afwasmiddelen wor den gebruikt, kunnen de oppervlakken beschadigd raken. Om te reinigen, mag u alleen huishoudelijke afwasmid delen gebruiken.
Gebruik geen reinigings- of afwasmiddelen die alifatische koolwaterstoffen bevatten. Hierdoor kunnen de dichtingen gaan zwellen.
Reinig het toestel en het toebehoren na elk gebruik en wrijf daarna alles droog. Laat het toestel afkoelen voordat u het reinigt.
-
-
-
-
Sluit de toesteldeur pas wanneer heel het toestel goed droog is.
Als u het toestel langere tijd niet gebruikt, maak het dan grondig schoon. Zo vermijdt u dat er geurtjes optreden. Laat de toesteldeur daarna openstaan.
73
Page 74
Reiniging en onderhoud
Front van het toestel / behuizing
Verwijder vuil direct. Als vuil er langere tijd op inwerkt, kan het soms niet meer worden verwijderd en kunnen de oppervlakken verkleuren of wijzigingen ondergaan.
Reinig het front van het toestel en indien nodig de behuizing met een schone sponsdoek, handafwasmiddel en warm wa ter. Wrijf daarna alles droog met een zachte doek. U kunt om te reinigen ook een schone, vochtige microvezeldoek zonder reinigingsmiddel gebruiken.
Alle oppervlakken zijn gevoelig voor krassen. Krassen in oppervlakken uit glas kunnen ertoe leiden dat het breekt.
Alle oppervlakken kunnen verkleuren of wijzigingen onder­gaan wanneer ze in contact komen met ongeschikte reini­gingsmiddelen.
-
74
Om schade aan de oppervlakken te voorkomen, mogen de volgende middelen niet worden gebruikt om de opper­vlakken te reinigen:
– reinigingsmiddelen die soda, alkali, ammoniak, zuur of
chloor bevatten,
kalkoplossende reinigingsmiddelen,
schurende reinigingsmiddelen, zoals schuurpoeder, schuurmelk, poetsstenen,
reinigingsmiddelen met oplosmiddel,
reinigingsmiddelen voor roestvrij staal,
afwasmiddelen voor de afwasautomaat,
ovensprays,
glasreinigers,
schurende harde sponsen en borstels (bijv. schuursponsen),
speciale "wondersponsen",
scherpe metaalschrapers!
Page 75
Ovenruimte
Reiniging en onderhoud
Droog na elk gebruik de ovenruimte, de deurdichting, het op vanggootje, de binnenzijde van de deur en het inschuifvak. Het condenswater dat ontstaat, kunt u gemakkelijk met een spons of een sponsdoek opnemen.
Verwijder vuil door vet met een schone sponsdoek, handaf wasmiddel en warm water. Ga daarna met een doek die u hebt vochtig gemaakt met schoon water over de oppervlak ken.
Let erop dat er bij het reinigen van de achterwand van de ovenruimte niets blijft vastzitten achter de dichting van de stoomtoevoer en -afvoer. De dichtingen kunnen anders soms achter de achterwand van de ovenruimte worden gedrukt.
Het bodemverwarmingselement kan na lang gebruik door afdruipend vocht verkleuren. Deze verkleuringen kunt u ge­makkelijk verwijderen met het reinigingsmiddel voor glaskera­miek en roestvrij staal van Miele (zie rubriek "Mits toeslag ver­krijgbaar toebehoren"). Ga daarna met een doek die u hebt vochtig gemaakt met schoon water over het oppervlak, totdat alle resten van het reinigingsmiddel verwijderd zijn.
Vervang de deurdichting wanneer deze broos of brokkelig is geworden. U kunt een deurdichting bestellen via de dienst Onderdelen en toebehoren van Miele.
-
-
-
75
Page 76
Reiniging en onderhoud
Toebehoren
Opvangschaal, stoomovenpannen
Reinig de opvangschaal en stoomovenpannen na elk gebruik en droog ze af. Al deze onderdelen zijn geschikt voor reini ging in de afwasautomaat.
Blauwachtige verkleuringen op de stoomovenpannen kunt u verwijderen met azijn. Ook kunt u het reinigingsmiddel voor glaskeramiek en roest vrij staal van Miele gebruiken (zie rubriek "Mits toeslag ver krijgbaar toebehoren"). Om alle resten van het reinigingsmid del te verwijderen, spoelt u nadien de stoomovenpannen af met schoon water.
Steunroosters
De steunroosters kunnen in de afwasautomaat of in een sopje met afwasmiddel worden gereinigd.
-
-
-
-
76
^
Trek de rooster aan de zijkant uit.
^
Let erop dat u bij het plaatsen de roosters juist insteekt (zie afbeelding). Druk de roosters goed vast.
Wanneer de roosters niet juist worden ingestoken, werkt de kantel- en uittrekbeveiliging niet. Bovendien zou de temperatuurvoeler dan beschadigd kunnen raken bij het inschuiven van stoomovenpannen.
Page 77
Waterreservoir
Reiniging en onderhoud
Neem het waterreservoir na elk gebruik uit het toestel, giet het leeg en droog het af.
Maak het inzetstuk los door de twee greepvlakjes naar bin
^
nen te drukken. Neem het vervolgens uit.
^ Plaats het inzetstuk pas terug in het waterreservoir wanneer
beide onderdelen volledig droog zijn. Dat gaat het gemakkelijkst wanneer u het inzetstuk schuin plaatst a en laat zakken b.
-
Dompel het waterreservoir nooit onder in water en laat het in geen geval in de afwasautomaat mee afwassen!
Giet het waterreservoir na elk gebruik leeg. Dat is niet al leen hygiënisch maar vermijdt ook condensvorming in het toestel.
Wrijf er niet over met ruwe sponsen of harde borstels.
-
77
Page 78
Reiniging en onderhoud
Koppelingsdichting
Als het waterreservoir na lang gebruik slechts moeilijk of met schokken kan worden ingeschoven of uitgenomen, of als de foutmelding F20 verschijnt, wrijft u de koppelingsdichting met een weinig meegeleverd siliconenvet (zie rubriek "Beschrij ving van het toestel" > "Meegeleverd toebehoren") in. De dichting hoeft niet uit het toestel te worden genomen om deze in te vetten.
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht als u met siliconenvet omgaat:
Verwijder siliconenvet van uw huid door het af te vegen of
af te spoelen.
Als het vet in uw ogen is terechtgekomen, spoel ze dan
overvloedig met zuiver water uit.
– Als het vet werd ingeslikt, neem dan meteen contact op
met een arts.
Vervang de koppelingsdichting wanneer deze broos of brok­kelig is geworden of wanneer er op de bodem van het inschuifvak voor het waterreservoir ongewoon veel water blijft staan.
-
78
U kunt de koppelingsdichting bestellen via de dienst Onder­delen en toebehoren van Miele.
Gebruik om de dichting in te vetten uitsluitend het bijgele verde siliconenvet. Gebruik daarvoor in geen geval mar garine, olie of een ander vet uit het huishouden. Anders kan de dichting opzwellen.
-
-
Page 79
Ontkalken
Reiniging en onderhoud
Voor een optimale reiniging bevelen wij aan voor het ont kalken de speciale ontkalkingstabletten van Miele te ge bruiken (zie rubriek "Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren"). U kunt ook een ontkalkingsmiddel op basis van citroenzuur ge bruiken, dat u in de handel vindt. Neem de opmerkingen om trent de veiligheid en dosering in acht.
Let erop dat het ontkalkingsmiddel niet op metaal terecht komt. Dat kan immers vlekken veroorzaken. Als er toch ontkalkingsmiddel op terechtkomt, veegt u het direct weg.
Het toestel moet na een bepaalde bedrijfsduur worden ont kalkt. Wanneer het tijdstip nadert waarop het toestel moet worden ontkalkt, verschijnen op het display het ontkalkings­symbool k en het getal 10 wanneer u het toestel inschakelt. Het getal betekent dat u nog 10 bereidingen kunt uitvoeren. Als u het toestel niet direct ontkalkt, verschijnt er een 9 wan­neer u het toestel een volgende keer inschakelt enz.
Als er nog één bereiding overblijft, wordt het toestel geblok­keerd. Wij raden aan het toestel te ontkalken voordat het wordt ge­blokkeerd.
^ Raak s zo lang aan totdat een signaal weerklinkt en op het
display "0:22 h" en het knipperende symbool k verschij nen.
-
-
-
-
-
-
-
^
Vul 1,0 liter koud water in het waterreservoir en doe de gevraagde hoeveelheid onkalkingsmiddel erbij.
^
Schuif het waterreservoir tot aan de aanslag in het toestel.
^
Bevestig met "OK".
Het dubbele punt knippert en het symbool k brandt con stant. Het ontkalkingsproces wordt gestart.
Het ontkalkingsproces kan enkel tijdens de eerste minuut worden afgebroken. Schakel het toestel in geen geval uit terwijl het ontkalkings proces bezig is. Anders moet het programma opnieuw wor den gestart.
-
-
-
79
Page 80
Reiniging en onderhoud
Bij een resterende tijd van 10 minuten weerklinkt een signaal en het symbool p knippert.
Neem het waterreservoir uit het toestel en giet het leeg.
^
Neem het inzetstuk uit.
Spoel het waterreservoir en het inzetstuk grondig uit.
^
Plaats het inzetstuk terug, vul het waterreservoir met1lwa
^
ter en schuif het naar binnen.
-
Na het ontkalken
Het knipperende symbool p gaat uit en het symbool k knip pert.
Bevestig met "OK".
^
Het dubbele punt knippert en het symbool k brandt continu. Het ontkalkingsproces wordt voortgezet.
Wanneer het ontkalkingsproces afgerond is, weerklinkt een signaal.
^ Schakel het toestel uit.
^ Neem het waterreservoir uit het toestel en giet het leeg.
^ Wrijf de ovenruimte droog.
Sluit de toesteldeur pas wanneer de ovenruimte volledig droog is.
-
80
Page 81
Wat gedaan als ...?
De meeste problemen die zich bij het dagelijkse gebruik kunnen voordoen, kunt u zelf oplossen. Doordat u dan geen beroep hoeft te doen op de dienst Herstellin gen aan huis van Miele, bespaart u tijd en kosten.
Het onderstaande overzicht kan u helpen om de oorzaken van een probleem te vinden en problemen te verhelpen. Vergeet echter niet:
Herstellingen aan elektrische toestellen mogen alleen door vakmensen
,
worden uitgevoerd. Door ondeskundig uitgevoerde herstellingen kunnen er voor de gebruiker aanzienlijke risico's ontstaan.
Probleem Oorzaak en oplossing
-
Het toestel kan niet worden ingeschakeld.
De verwarming werkt niet. De demo-modus is ingesteld.
De zekering(en) is (zijn) gesprongen.
^ Schakel de zekering(en) in (min. zekering: zie ty-
peplaatje).
Er kan sprake zijn van een technische storing.
^ Ontkoppel het toestel ca. 1 minuut van het elek-
triciteitsnet. Ga hiertoe als volgt te werk:
– Schakel de desbetreffende zekering(en) uit of
draai de desbetreffende smeltzekering(en) vol­ledig uit, of
– schakel de aardlekschakelaar (verliesstroom-
schakelaar) uit.
Als u na het opnieuw inschakelen/opnieuw in draaien van de zekering(en) of het opnieuw in schakelen van de verliesstroomschakelaar het toestel nog steeds niet kunt gebruiken, neemt u contact op met een elektricien of met de dienst Herstellingen aan huis van Miele.
^
Deactiveer de demo-modus (zie rubriek "Instel lingen").
De ovenruimte is warm geworden door de werking van een ondergebouwde warmtelade.
-
-
-
^
Open de deur en laat de ovenruimte afkoelen.
81
Page 82
Wat gedaan als ...?
Probleem Oorzaak en oplossing
Na het uitschakelen van het toestel is nog een ventilatorgeluid te horen.
Het waterreservoir kan enkel moeizaam of schoksgewijs tot aan de aanslag in het toestel worden ge schoven of uit het toestel worden geno men.
U bent verhuisd en het toestel schakelt sindsdien niet meer over van de opwarm­fase naar de berei­dingsfase.
Terwijl het toestel in werking is, komt er ongewoon veel stoom uit het toestel of ont snapt er op andere plaatsen meer stoom dan gewoonlijk.
-
-
Het toestel is uitgerust met een ventilator die de wasem uit de ovenruimte naar buiten afvoert. De ventilator blijft nog even doordraaien nadat het toestel uitgeschakeld is. Deze wordt na enige tijd automatisch uitgeschakeld.
De koppeling van het waterreservoir is droog.
Vet de koppelingsdichting aan het waterreservoir
^
lichtjes in met siliconenvet (zie rubriek "Reiniging en onderhoud > Koppelingsdichting").
-
Uw nieuwe woonplaats ligt minstens 300 meter hoger of lager dan uw oude woonplaats. Hierdoor is de kooktem­peratuur van het water gewijzigd.
^ Voer het ontkalkingsproces uit om het toestel aan te
passen aan de nieuwe kooktemperatuur (zie rubriek "Reiniging en onderhoud > Ontkalken").
De deur is niet goed gesloten.
^ Sluit de deur.
De deurdichting zit niet goed.
^
Druk de deurdichting weer aan totdat deze overal ge lijkmatig ingepast zit.
De deurdichting is beschadigd (bijv. scheuren).
-
Na verloop van tijd ontstaan bij het ope nen en sluiten van de deur geluiden.
82
^
Vervang de deurdichting.
^
Smeer de deurscharnieren in, bijv. met het meegele verde siliconenvet.
-
-
Page 83
Probleem Oorzaak en oplossing
Wat gedaan als ...?
Op het display ver schijnt het symbool p en er weerklinkt mogelijk ook een signaal.
De opwarmfase duurt ongewoon lang.
Op het display ver­schijnen het sym­bool k en een getal tussen 1 en 10.
"0:22h" en het sym bool k knipperen.
Het waterreservoir is niet tot aan de aanslag in het toestel
-
geschoven.
Neem het waterreservoir uit het toestel en schuif het tot
^
aan de aanslag in het toestel.
Er zit niet genoeg water in het waterreservoir. Het water moet tussen de twee markeringen staan.
Vul het waterreservoir met water.
^
Het waterreservoir is sterk verkalkt doordat het toestel niet ingesteld is op de waterhardheid van het gebruikte leidingwater.
^ Stel de waterhardheid van uw leidingwater in (zie ru-
briek "Instellingen") en ontkalk het toestel zoals be­schreven in de rubriek "Ontkalken".
Is de juiste waterhardheid ingesteld of doet het probleem zich opnieuw voor, neem dan contact op met de dienst Herstellingen aan huis van Miele.
Het toestel moet worden ontkalkt.
^ Ga te werk zoals beschreven in de rubriek "Ontkalken".
-
83
Page 84
Wat gedaan als ...?
Probleem Oorzaak en oplossing
Op het display wordt een F in com binatie met een ge tal weergegeven.
-
-
F05 F06
F20 Het waterreservoir is niet tot aan de aanslag in het toestel
Technisch defect.
Schakel het toestel uit en neem contact op met de
^
dienst Herstellingen aan huis van Miele.
geschoven.
Neem het waterreservoir uit het toestel en schuif het tot
^
aan de aanslag in het toestel. Schakel het toestel uit en weer in.
De koppelingsdichting is droog.
^ Vet de koppelingsdichting aan het waterreservoir
lichtjes in met siliconenvet (zie rubriek "Reiniging en on­derhoud > Koppelingsdichting").
84
Page 85
Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren
Miele biedt een uitgebreid gamma van Miele-toebehoren dat afgestemd is op uw toestellen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan reinigings- en onderhoudsproducten.
U kunt deze producten zeer gemakkelijk bestellen in de Miele Online Shop:
U kunt deze producten ook verkrijgen via de dienst Onderde len en toebehoren van Miele (zie omslag) of bij uw Miele-han delaar.
Stoomovenpannen
Er is een ruime keuze aan stoomovenpannen van verschil­lende groottes, met of zonder gaatjes:
DGGL 1
Stoomovenpan met gaatjes Inhoud: 1,5 l / nuttige inhoud: 0,9 l 325x175x40mm(BxDxH)
DGG 2
Stoomovenpan zonder gaatjes Inhoud: 2,5 l / nuttige inhoud: 2,0 l 325x175x65mm(BxDxH)
DGG 3
Stoomovenpan zonder gaatjes Inhoud: 4,0 l / nuttige inhoud: 3,1 l 325x265x65mm(BxDxH)
-
-
DGGL 4
Stoomovenpan met gaatjes Inhoud: 4,0 l / nuttige inhoud: 3,1 l 325x265x65mm(BxDxH)
85
Page 86
Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren
DGGL 5
Stoomovenpan met gaatjes Inhoud: 2,5 l / nuttige inhoud: 2,0 l 325x175x65mm(BxDxH)
DGGL 6
Stoomovenpan met gaatjes Inhoud: 4,0 l / nuttige inhoud: 2,8 l 325x175x100mm(BxDxH)
DGG 7
Stoomovenpan zonder gaatjes Inhoud: 4,0 l / nuttige inhoud: 2,8 l 325x175x100mm(BxDxH)
DGGL 8
DGD 1/3
DGD 1/2
86
Stoomovenpan met gaatjes Inhoud: 2,0 l / nuttige inhoud: 1,7 l 325x265x40mm(BxDxH)
Deksel voor stoomovenpan 325 x 175 mm
Deksel voor stoomovenpan 325 x 265 mm
Page 87
Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren
Opvangschaal DGG 15
Om afdruipend vocht op te vangen 325x265x40mm(BxDxH)
Reinigings- en onderhoudsmiddelen
Ontkalkingstabletten 6 stuks
Om het waterreservoir te ontkalken
Reinigingsmiddel voor glaskeramiek en roestvrij staal 250 ml
Om verkleuringen van het bodemverwarmingselement door afdruipend vocht te verwijderen. Om verkleuringen op de stoomovenpannen te verwijderen
Microvezeldoek
Siliconenvet
Om vingerafdrukken en normaal vuil te verwijderen
Om de koppelingsdichting in te vetten
87
Page 88
Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren
Overig
Multi-braadpan KMB 5000-S
Braadpan van gegoten aluminium met antiaanbaklaag en roestvrijstalen deksel. Ook geschikt voor de braadzone van een inductiekookvlak, alle fornuizen en ovens. Niet geschikt voor gaskookvlakken! Inhoud: maximum 2,5 kg; afm.: 325 x 260 x 65 mm (BxDxH)
Onderbouwbehuizing DGUG
(alleen voor het model DG 6020)
Vrijstaande behuizing DGSG
(alleen voor het model DG 6020)
88
Page 89
Opmerkingen omtrent uw veiligheid bij inbouw
De aansluitgegevens (frequentie en spanning) op het ty
~
peplaatje van de stoomoven moeten absoluut overeenstem men met deze van het elektriciteitsnet. Zo voorkomt u schade aan uw toestel. Vergelijk deze gegevens voordat u het toestel aansluit. Vraag bij twijfel inlichtingen aan een elektricien.
Stopcontactenblokken of verlengkabels bieden niet vol
~
doende veiligheidsgaranties (gevaar voor brand). Gebruik deze niet om de stoomoven aan te sluiten op het elektriciteits net.
Het stopcontact moet na het inbouwen van het toestel nog
~
vlot toegankelijk zijn.
Plaats de stoomoven zo dat u de inhoud van de stoom
~
ovenpan op het bovenste inschuifniveau kunt zien. Enkel zo kunt u vermijden dat de inhoud over de rand klotst en dat u zich verbrandt aan hete gerechten of heet water.
De afmetingen zijn opgegeven in mm.
-
-
-
-
-
89
Page 90
DG 6020
Toestel- en inbouwafmetingen
Inbouw in een kolomkast
a Inbouwstoomoven
b Inbouwnis
c Aansluitkabel, plaats waar de aansluitkabel in het toestel binnenkomt
d Plaats waar de elektrische aansluiting (het stopcontact) bij voorkeur wordt aan
gebracht Bedraagt de inbouwdiepte ß 340 mm, dan mag het stopcontact zich niet achter het toestel bevinden.
e Aansluitkabel
* Toestellen met glazen front ** Toestellen met metalen front
90
-
Page 91
Inbouw in een opzetkast
DG 6020
a Inbouwstoomoven
b Inbouwnis
c Aansluitkabel, plaats waar de aansluitkabel in het toestel binnenkomt
d Plaats waar de elektrische aansluiting (het stopcontact) bij voorkeur wordt aan
gebracht
e Aansluitkabel
* Toestellen met glazen front ** Toestellen met metalen front
-
91
Page 92
DG 6020
Inbouw in een hangkast
a Inbouwstoomoven
b Inbouwnis
c Aansluitkabel, plaats waar de aansluitkabel in het toestel binnenkomt
d Plaats waar de elektrische aansluiting (het stopcontact) bij voorkeur wordt aan
gebracht
e Aansluitkabel
* Toestellen met glazen front ** Toestellen met metalen front
92
-
Page 93
Inbouw in een onderkast
DG 6020
Als het toestel onder een kookvlak moet worden ingebouwd, dient u de opmer kingen omtrent het inbouwen van het kookvlak en de inbouwhoogte van het kookvlak in acht te nemen.
-
a Inbouwstoomoven
b Inbouwnis
c Aansluitkabel, plaats waar de aansluitkabel in het toestel binnenkomt
d Plaats waar de elektrische aansluiting (het stopcontact) bij voorkeur wordt aan
gebracht
e Aansluitkabel
* Toestellen met glazen front ** Toestellen met metalen front
-
93
Page 94
DG 6020
Onderbouw onder een hangkast
a Inbouwstoomoven
b Onderbouwbehuizing (mits toeslag verkrijgbaar toebehoren)
c Aansluitkabel, plaats waar de aansluitkabel in het toestel binnenkomt
d Plaats waar de elektrische aansluiting (het stopcontact) bij voorkeur wordt aan
gebracht
e Aansluitkabel
f Afmeting mét stekker
* Toestellen met glazen front ** Toestellen met metalen front
94
-
Page 95
Toestel- en inbouwafmetingen
Inbouw in een kolomkast
DG 6030
a Inbouwstoomoven
b Inbouwnis
c Aansluitkabel, plaats waar de aansluitkabel in het toestel binnenkomt
d Plaats waar de elektrische aansluiting (het stopcontact) bij voorkeur wordt aan
gebracht
e Aansluitkabel
* Toestellen met glazen front ** Toestellen met metalen front
-
95
Page 96
DG 6030
Inbouw in een opzetkast
a Inbouwstoomoven
b Inbouwnis
c Aansluitkabel, plaats waar de aansluitkabel in het toestel binnenkomt
d Plaats waar de elektrische aansluiting (het stopcontact) bij voorkeur wordt aan
gebracht
e Aansluitkabel
* Toestellen met glazen front ** Toestellen met metalen front
96
-
Page 97
Inbouw in een hangkast
DG 6030
a Inbouwstoomoven
b Inbouwnis
c Aansluitkabel, plaats waar de aansluitkabel in het toestel binnenkomt
d Plaats waar de elektrische aansluiting (het stopcontact) bij voorkeur wordt aan
gebracht
e Aansluitkabel
* Toestellen met glazen front ** Toestellen met metalen front
-
97
Page 98
DG 6030
Inbouw in een onderkast
Als het toestel onder een kookvlak moet worden ingebouwd, dient u de opmer kingen omtrent het inbouwen van het kookvlak en de inbouwhoogte van het kookvlak in acht te nemen.
-
a Inbouwstoomoven
b Inbouwnis
c Aansluitkabel, plaats waar de aansluitkabel in het toestel binnenkomt
d Plaats waar de elektrische aansluiting (het stopcontact) bij voorkeur wordt aan
gebracht
e Aansluitkabel
* Toestellen met glazen front ** Toestellen met metalen front
98
-
Page 99
Voetjes monteren
Er zijn vier voetjes meegeleverd bij het toestel.
Inbouwen
Bij een nishoogte van 350 mm wordt het toestel zonder voet jes ingebouwd.
Bij een nishoogte van 360 mm moeten de voetjes onder het toestel worden gemonteerd vóór het inbouwen.
Bij inbouw in een vrijstaande of onderbouwbehuizing mo gen geen voetjes worden aangebracht aan het toestel.
Leg het toestel voorzichtig op de rugzijde en bevestig de
^
vier voetjes in de gaten.
-
-
99
Page 100
Inbouwen
Toestel plaatsen
Bevestig de meegeleverde houten lijsten a met de bijgele
^
verde schroeven b 3 x 20 mm aan de linkerzijde van de in bouwnis.
a
b
107
a
X
De afmeting x bedraagt bij een nishoogte van:
350mm=30±5mm 360 mm = 40 ± 5 mm.
^ Boor de bevestigingspunten in de houten lijst voor met
C 2,0 mm.
-
-
100
^ Schuif het toestel in en zet het waterpas.
^ Bevestig het toestel met de bijgeleverde houtschroeven
(telkens 2) c 3,5 x 25 mm rechts en d 3,0 x 20 mm links.
Draai de schroeven niet te vast. Anders kan de deur niet worden gesloten.
c
d
Loading...