Lees beslist de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw toestel
plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u
voorkomt schade aan uw toestel.
nl-BEM.-Nr. 09 578 480
Inhoud
Opmerkingen omtrent uw veiligheid.................................................................... 5
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu............................................. 13
Dit toestel voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften. On‐
juist gebruik echter kan persoonlijk letsel of beschadiging van het
toestel tot gevolg hebben. Lees daarom de gebruiks- en montage‐
handleiding aandachtig door, voordat u het toestel in gebruik
neemt. In de handleiding vindt u belangrijke instructies met be‐
trekking tot inbouw, veiligheid, gebruik en onderhoud. Miele kan
niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die is ontstaan
doordat de veiligheidsinstructies en waarschuwingen niet in acht
zijn genomen. Bewaar de gebruiks- en montagehandleiding en
geef deze door aan een eventuele volgende eigenaar.
5
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Juist gebruik
Dit toestel is uitsluitend bestemd voor particulier huishoudelijk ge‐
bruik (of daarmee vergelijkbaar).
Het toestel mag niet buiten worden gebruikt.
Gebruik het toestel alleen voor de toepassingen die in deze ge‐
bruiksaanwijzing worden beschreven.
Gebruik voor andere doeleinden is niet toegestaan en kan gevaarlijk
zijn.
Personen die op grond van hun fysieke of psychische gesteld‐
heid, hun onervarenheid of gebrek aan kennis van de stoomoven
niet in staat zijn de stoomoven veilig te bedienen, mogen het alleen
onder toezicht bedienen
of wanneer ze worden geïnstrueerd door iemand die de stoomoven
kent. Ze moeten het mogelijke gevaar van een verkeerde bediening
kunnen herkennen en begrijpen.
6
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Kinderen in het huishouden
Houd kinderen onder acht jaar op een afstand, tenzij u voortdu‐
rend toezicht houdt.
Kinderen vanaf acht jaar mogen de stoomoven alleen zonder toe‐
zicht gebruiken als ze weten hoe ze het toestel veilig moeten bedie‐
nen. De kinderen moeten zich bewust zijn van de gevaren van een
foutieve bediening.
Kinderen mogen het toestel niet zonder toezicht reinigen of on‐
derhouden.
Houd kinderen in de gaten wanneer zij zich in de buurt van het
toestel bevinden. Laat kinderen nooit met het toestel spelen.
Verstikkingsgevaar! Spelende kinderen kunnen zich wikkelen in
verpakkingsmateriaal (bijv. folies) of het over hun hoofd trekken en
daardoor verstikken. Houd verpakkingsmateriaal zoals plastic buiten
het bereik van kinderen.
Verbrandingsgevaar door hete stoom! De huid van kinderen is ge‐
voeliger voor hoge temperaturen dan de huid van volwassenen.
Voorkom dat kinderen de deur van het toestel openen als het wordt
gebruikt. Houd kinderen op een afstand, totdat het toestel voldoen‐
de is afgekoeld en er geen verbrandingsgevaar meer bestaat.
Verwondingsgevaar! De deur mag met maximaal 8 kg worden be‐
last. Kinderen kunnen zich aan de geopende deur verwonden. Voor‐
kom dat kinderen op de geopende deur gaan staan of zitten of eraan
gaan hangen.
7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Technische veiligheid
Door ondeskundig uitgevoerde installaties, onderhoudswerken of
herstellingen kunnen er niet te onderschatten risico's ontstaan voor
de gebruiker. Installatie-, onderhouds- of herstellingswerken mogen
alleen door vakmensen worden uitgevoerd die door Miele erkend
zijn.
Controleer voordat de stoomoven wordt geplaatst, of hij zichtbaar
beschadigd is. Een beschadigde oven mag niet worden geplaatst en
niet in gebruik worden genomen.
De stoomoven kan alleen betrouwbaar en veilig functioneren, als
hij op het openbare elektriciteitsnet is aangesloten.
De elektrische veiligheid van de stoomoven is uitsluitend gegaran‐
deerd, als deze wordt aangesloten op een aardingssysteem dat vol‐
gens de geldende voorschriften is geïnstalleerd. Aan deze funda‐
mentele veiligheidsvoorwaarde moet worden voldaan. Laat de elek‐
trische installatie bij twijfel door een vakman inspecteren.
De aansluitgegevens (frequentie en spanning) op het typeplaatje
moeten met de waarden van het elektriciteitsnet overeenkomen, om
beschadiging van de stoomoven te voorkomen.
Vergelijk deze gegevens voor de aansluiting. Raadpleeg bij twijfel
een elektricien.
Stopcontactenblokken of verlengkabels bieden niet voldoende
veiligheidsgaranties (gevaar voor brand). Dit in verband met gevaar
voor oververhitting.
Gebruik de stoomoven enkel in ingebouwde toestand. Enkel dan
is een veilige werking gegarandeerd.
Deze stoomoven mag niet op niet-vaste plaatsen (bijv. op een
schip) worden gebruikt.
8
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Wanneer u aansluitingen onder spanning aanraakt of de elek‐
trische en mechanische constructie wijzigt, kan dat voor u gevaar
opleveren. Het kan ook tot storingen in de werking van de stoom‐
oven leiden.
Open nooit de behuizing van de stoomoven.
Het recht op garantie vervalt wanneer de stoomoven door een
klantendienst wordt hersteld die niet door Miele is erkend.
Enkel met originele Miele-wisselstukken bent u zeker dat deze ten
volle voldoen aan de eisen qua veiligheid. Defecte onderdelen mo‐
gen alleen door originele Miele-wisselstukken worden vervangen.
Als de stekker wordt verwijderd of als de aansluitkabel geen stek‐
ker heeft, mag het toestel uitsluitend door een vakman op het net
worden aangesloten.
Als de aansluitkabel beschadigd is, moet deze door een speciale
kabel van het type H 05 VV-F (PVC-isolatie) worden vervangen. Een
dergelijke kabel is verkrijgbaar bij Miele.
Bij installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden moet de
stoomoven volledig van het elektriciteitsnet losgekoppeld zijn. Ga
daarvoor als volgt te werk:
– schakel de zekeringen in uw zekeringkast uit of
– draai de zekeringen in uw zekeringkast er helemaal uit of
– als de stekker (indien aanwezig) uit de contactdoos is getrokken.
Trek daarbij aan de stekker en niet aan de aansluitkabel.
Als het toestel achter een meubeldeur is ingebouwd, mag de deur
niet worden gesloten als u het toestel gebruikt. Achter een gesloten
deur worden warmte en vocht opgehoopt. Hierdoor kunnen het toe‐
stel, de kast en de vloer beschadigd raken. Sluit de deur pas als het
toestel volledig is afgekoeld.
9
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Efficiënt gebruik
Verbrandingsgevaar! Het toestel wordt bij gebruik heet. U kunt
zich branden aan verwarmingselementen, de ovenruimte, het voe‐
dingsmiddel, de accessoires en de hete stoom. Draag altijd oven‐
wanten als u hete gerechten in het toestel zet of eruit haalt of als u in
het toestel bezig bent. Voorkom dat gerechten overstromen als u de‐
ze in de ovenruimte zet of eruit haalt.
In gesloten conservenblikken ontstaat bij het inmaken en op‐
warmen een overdruk, waardoor deze kunnen ontploffen. Gebruik
de stoomoven niet voor het inmaken en verwarmen van conserven‐
blikken.
Kunststof serviesgoed dat niet hitte- en stoombestendig is, smelt
bij hoge temperaturen en kan het toestel beschadigen.
Gebruik alleen hitte- (tot 100°C) en stoombestendig kunststof ser‐
viesgoed. Houdt u zich aan de aanwijzingen van de betreffende fa‐
brikant.
Gerechten die in de ovenruimte worden bewaard, kunnen uitdro‐
gen. Het vrijkomende vocht kan in het toestel corrosie veroorzaken.
Bewaar daarom geen klare gerechten in de oven en gebruik voor de
bereiding geen voorwerpen die kunnen roesten.
U kunt zich aan de open ovendeur verwonden of erover struike‐
len.
Laat de deur daarom niet onnodig open staan.
Als u een elektrisch toestel (bijvoorbeeld een mixer) in de buurt
van het toestel gebruikt, mag de aansluitkabel niet tussen de deur
van het toestel beklemd raken. De isolatie van de kabel kan bescha‐
digd raken.
De stoomoven is zo ingesteld dat er na gebruik altijd restwater in
het waterreservoir achterblijft. Als er geen restwater achterblijft, is er
sprake van een storing. Neem dan contact op met Miele.
10
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Dompel het waterreservoir niet in water en reinig het niet in de af‐
wasautomaat. U loopt anders kans op een elektrische schok als u
het reservoir terugplaatst!
Giet het waterreservoir na elk gebruik leeg. Dit in verband met de
hygiëne en om condensvorming in het toestel te voorkomen.
Verbrandingsgevaar! Na een bereiding bevindt zich heet water in
het stoomaggregaat. Dit water wordt naar het waterreservoir terug‐
gepompt. Voorkom dat het waterreservoir kantelt als u het uit het
toestel haalt en neerzet.
11
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Reiniging en onderhoud
De stoom van een stoomreiniger kan terechtkomen op onderdelen
die onder spanning staan en een kortsluiting veroorzaken.
Gebruik voor het reinigen van de stoomoven nooit een stoomreini‐
ger.
Door krassen kunnen de glasplaten van de deur beschadigd ra‐
ken.
Gebruik voor de reiniging van de glasplaten dan ook geen schuur‐
middelen, geen harde sponzen of borstels en geen metalen schra‐
pers.
De geleiderails kunnen voor reinigingsdoeleinden worden verwij‐
derd (zie "Reiniging en onderhoud").
Plaats de geleiderails na afloop correct terug en gebruik het toestel
nooit zonder ingebouwde geleiderails.
Verwijder voedingsmiddelen of vloeistoffen die keukenzout bevat‐
ten meteen als deze in aanraking komen met de roestvrijstalen
wanden van de binnenruimte. U voorkomt zo dat er corrosie ont‐
staat.
Toebehoren
Gebruik uitsluitend Miele-accessoires om te voorkomen dat ga‐
rantieaanspraken vervallen. Worden er andere onderdelen gemon‐
teerd of ingebouwd, dan vervalt het recht op waarborg en/of pro‐
ductaansprakelijkheid.
12
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het toestel voor
transportschade. Er werd milieuvriende‐
lijk en recycleerbaar verpakkingsmateri‐
aal gekozen.
Door hergebruik van verpakkingsmate‐
riaal wordt er op grondstoffen bespaard
en wordt er minder afval geproduceerd.
Uw vakhandelaar neemt de verpakking
in het algemeen terug.
Het oude toestel
Oude elektrische en elektronische toe‐
stellen bevatten meestal nog waarde‐
volle materialen. Ze bevatten echter ook
schadelijke stoffen die nodig zijn ge‐
weest om de toestellen goed en veilig
te laten functioneren. Wanneer u uw ou‐
de toestel bij het gewone afval doet of
er op een andere manier niet goed mee
omgaat, kunnen deze stoffen schadelijk
zijn voor de gezondheid en het milieu.
Bij de aankoop van uw nieuw toestel
heeft u een bijdrage betaald. Die wordt
volledig gebruikt voor de toekomstige
recyclage van dat toestel. Dat bevat
trouwens nog waardevol materiaal.
Door te recycleren wordt er dan ook
minder verspild en vervuild.
Als u vragen heeft omtrent het afdanken
van uw oud toestel, neem dan contact
op met
– de handelaar bij wie u het kocht
of
– de firma Recupel,
telefoon 02 706 86 10,
website: www.recupel.be
of
– uw gemeentebestuur als u uw toestel
naar een containerpark brengt.
13
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu
Zorg er ook voor dat het toestel intus‐
sen kindveilig wordt bewaard voor u het
laat wegbrengen.
14
Aanzicht stoomoven
Overzicht
a
Bedieningselementen
b
Wasemafvoer
c
Deurdichting
d
Stoomkanaal
e
Ruimte waterreservoir
f
Waterreservoir (stoomaggregaat) met
inzet
g
Contactpunt waterreservoir
h
Geleiderails met 4 niveaus
i
Stoomtoevoer
j
Opvanggoot ovenruimte
k
Bodemverwarming
l
Temperatuurvoeler
m
Stoomafvoer
n
Opvanggoot deur
o
Deuropener
15
Overzicht
Bijgeleverde accessoires
U kunt de bijgeleverde accessoires (en
andere accessoires) desgewenst ook
nabestellen (zie "Bij te bestellen acces‐
soires").
DGG 15
1 glazen opvangschaal om het vocht op
te vangen dat tijdens een bereiding ont‐
staat, kan ook worden gebruikt als
ovenpan.
325 x 265 x 40 mm (BxDxH)
DGGL 1
2 ovenpannen met gaten,
inhoud 1,5 l / nuttige inhoud 0,9 l
325 x 175 x 40 mm (BxDxH)
Siliconenvet
1 tube voor het invetten van de dichting
in het waterreservoir
Bestelkaart voor gratis Miele-kook‐
boek
16
Bedieningselementen
a
Aan/Uit-toets
In- en uitschakelen en oproepen van het ontkalkingsprogramma
b
Sensortoetsen
Instellen van de temperatuur en bereidingstijd en "bladeren" in de programme‐
ring
De programmering oproepen: +
c
Sensortoets OK
Bevestiging van de invoer
d
Display
e
Optische interface
(alleen voor de dienst Herstellingen aan huis van Miele)
17
Bedieningselementen
Sensortoetsen
De sensortoetsen reageren op aanraking met uw vinger. Telkens als u een toets
aanraakt, hoort u een akoestisch signaal. U kunt dit signaal uitzetten (zie "Instel‐
lingen – Volume – Toetssignaal").
De maximale vulhoeveelheid is 1,2 liter,
de minimale hoeveelheid 0,75 liter. Op
het reservoir vindt u markeringen. De
bovenste markering mag niet worden
overschreden!
Het waterverbruik is afhankelijk van het
voedingsmiddel en de bereidingstijd.
Als u de ovendeur tijdens het gebruik
opent, neemt het waterverbruik toe.
Als in het waterreservoir niet voldoende
water is gevuld of het waterreservoir
niet is ingeschoven, knippert in het dis‐
play het symbool .
Opvangschaal
Bij bereidingen met stoom: schuif de
opvangschaal altijd op het onderste ni‐
veau in het toestel als u ovenpannen
met gaten gebruikt. Vochtdruppels wor‐
den hierin opgevangen en u kunt het
vocht zo gemakkelijk verwijderen.
U kunt de opvangschaal ook als oven‐
pan gebruiken.
Temperatuur
De stoomoven heeft een temperatuur‐
bereik van 40 °C tot 100 °C. Als u het
toestel inschakelt, verschijnt in het dis‐
play 100 °C. U kunt de temperatuur in
stappen van 5°C veranderen.
Temperatuuradvies
TemperatuurToepassing
100°C– Bereiden van alle
soorten voedings‐
middelen,
– Verwarmen
– Menugaren
– Inmaken
– Sap bereiden
85° C– Voor het behoed‐
zaam bereiden van
vis
60° C– Ontdooien
40° C– Gistdeeg laten rij‐
zen
– Yoghurt maken
19
Functiebeschrijving
Bereidingstijd
U kunt een tijd instellen tussen 1 minuut
(:) en 9 uur en 59 minuten (:). Als
de bereidingstijd langer is dan 59 minu‐
ten, moet u deze in uren en minuten in‐
voeren. Bijvoorbeeld: 80 minuten =
1:20.
Geluiden
Als het toestel in gebruik is, hoort u een
ventilatorgeluid. Bij de stoomproductie
ontstaan geluiden die u van een water‐
koker kent.
Opwarmfase
Tijdens de opwarmfase wordt de oven‐
ruimte tot de ingestelde temperatuur
opgewarmd. Het oplopen van de tem‐
peratuur kunt u op het display volgen.
De duur van de opwarmfase is afhanke‐
lijk van de hoeveelheid voedingsmiddel
en de temperatuur ervan. In het alge‐
meen duurt de opwarmfase ca. 7 minu‐
ten. Als u gekoelde of ingevroren voe‐
dingsmiddelen bereidt, neemt de tijd
toe.
U kunt de opwarmfase verkorten door
het waterreservoir met heet water te
vullen.
Bereidingsfase
Als de ingestelde temperatuur bereikt
is, begint de bereidingsfase. Tijdens de
bereidingsfase kunt u in het display de
resttijd aflezen.
20
Ingebruikneming van het toestel
Kleef het typeplaatje dat bij de docu‐
mentatie bijgevoegd is, op de daar‐
voor bestemde plaats in het hoofd‐
stuk "Miele-Service, typeplaatje, ga‐
rantie".
Verwijder eventueel aanwezige be‐
schermfolies en stickers.
Het toestel wordt in de fabriek getest.
Tijdens transport kan daarom restwa‐
ter uit de leidingen in de ovenruimte
lopen.
Stoomoven voor de eerste
keer reinigen
Deur openen
Waterreservoir
Haal het waterreservoir uit het toestel
en verwijder de inzet (zie het hoofd‐
stuk "Reiniging en onderhoud / Wa‐
terreservoir").
Spoel het waterreservoir en de inzet
grondig met heet water om. Doe dat
handmatig en gebruik geen afwas‐
middel.
Beschadiging van het waterreservoir
Reinig het waterreservoir en de inzet
nooit in de afwasautomaat! Dompel
het waterreservoir niet in water.
Accessoires / ovenruimte
Haal alle accessoires uit de oven‐
ruimte.
Reinig de onderdelen met de hand of
in de afwasautomaat.
Het toestel is tijdens de productie met
een onderhoudsmiddel behandeld.
Open de deur door links op de deur‐
opener te drukken.
De deur springt dan een stukje open.
Reinig de ovenruimte met een
schoon sponsdoekje, afwasmiddel en
warm water om het onderhoudsmid‐
del te verwijderen.
21
Ingebruikneming van het toestel
Waterhardheid instellen
Het toestel is af fabriek op waterhard‐
heid Hard ingesteld. Om ervoor te zor‐
gen dat het toestel correct functioneert
en op het juiste moment wordt ontkalkt,
moet u het toestel op de waterhardheid
van uw regio instellen. Hoe hoger het
kalkgehalte, des te harder is het water
en des te vaker moet het toestel wor‐
den ontkalkt.
Controleer welke waterhardheid is in‐
gesteld en voer zo nodig de juiste
waterhardheid in (zie "Instellingen").
Kookpunt aanpassen
Voordat u voor het eerst voedingsmid‐
delen bereidt, moet u het toestel aan
het kookpunt van het water aanpassen.
Het kookpunt is afhankelijk van de
hoogteligging van de woonplaats.
Tijdens het justeren van het kookpunt
worden ook de watervoerende delen
doorgespoeld.
U moet het kookpunt beslist juste‐
ren. Alleen dan kan het toestel cor‐
rect functioneren.
Zet het toestel gedurende 15 minuten
aan op de ovenfunctie (100 °C). Ga
daarbij te werk zoals beschreven in
het hoofdstuk "Bediening".
Kookpunt justeren (na verhuizing)
Na een verhuizing moet u het kookpunt
ook op de nieuwe locatie justeren als
het hoogteverschil minimaal 300 meter
bedraagt. Voer daartoe het ontkalkings‐
programma uit (zie "Reiniging en onder‐
houd – Onderhoud – Ontkalken").
22
Bedieningsprincipe
Gebruik uitsluitend koud leiding‐
water, geen gedestilleerd water, mi‐
neraalwater of andere vloeistoffen!
Schuif het reservoir tot de aanslag in
het toestel.
Bediening
In het display verschijnen en .
Stel met de toets ( en hoger)
of ( en lager) de gewenste be‐
reidingstijd in.
Als u het waterreservoir niet goed
plaatst, zal de verwarming van de
stoomoven niet reageren en verschijnt
na enige tijd de foutmelding (zie
ook het hoofdstuk "Nuttige tips").
Plaats de opvangschaal eventueel in
het onderste niveau.
Plaats het voedingsmiddel in de
oven.
Schakel het toestel met de toets
in.
In het display verschijnen en °.
Als u met 100° C wilt koken, beves‐
tigt u deze waarde met "OK".
Als u voedingsmiddelen bij een lage‐
re temperatuur wilt bereiden, verlaagt
u de temperatuur via de sensortoets
en bevestigt u met OK.
Bevestig met OK.
De bereiding start. Het stoomaggre‐
gaat, de verlichting en de ventilator
worden ingeschakeld.
Wordt de instelling niet binnen 15 mi‐
nuten afgesloten, dan wordt het toe‐
stel uitgeschakeld.
23
Bediening
Na afloop van de bereidingstijd
– verschijnt in het display ,
– blijft de ventilator ingeschakeld,
– klinkt er een akoestisch signaal.
Pas op dat u zich niet verbrandt!
Er kan stoom vrijkomen als u de deur
opent.
Doe een stap terug en wacht totdat
de stoom is vervluchtigd.
Pas op dat u zich niet verbrandt!
U kunt zich branden aan de oven‐
ruimte, het voedingsmiddel en de
accessoires.
Draag altijd ovenwanten als u voe‐
dingsmiddelen uit de oven haalt.
Open de toesteldeur en verwijder het
voedingsmiddel.
Schakel het toestel met de toets
uit.
U kunt de nalooptijd van de afzuiging
verkorten, door het waterreservoir di‐
rect na het uitschakelen te verwij‐
deren.
Na gebruik
Haal de opvangschaal uit het toestel
en giet deze leeg.
Haal het waterreservoir uit het toestel
en giet het leeg. Duw het waterreser‐
voir bij het uitnemen iets omhoog.
Reinig het hele toestel na elk gebruik,
zoals beschreven in het hoofdstuk
"Reiniging en onderhoud". Wrijf alle
onderdelen daarna weer droog.
Sluit de ovendeur pas wanneer de
ovenruimte droog is.
De stoomoven is zo ingesteld dat er
na gebruik altijd restwater in het wa‐
terreservoir achterblijft. Als er geen
restwater achterblijft, is er sprake
van een storing. Neem bij ontbre‐
kend restwater contact op met Mie‐
le.
Water bijvullen
Als tijdens een bereiding het water op‐
raakt, klinkt er een akoestisch signaal
en knippert het symbool .
Haal het waterreservoir uit het toestel
en vul het met water.
24
Schuif het reservoir tot de aanslag in
het toestel.
Sluit de deur.
De bereiding wordt voortgezet.
Bediening
Instellingen tijdens de bereiding wij‐
zigen
U kunt de temperatuur en de berei‐
dingstijd tijdens een bereiding op elk
moment wijzigen.
Temperatuur wijzigen
Raak "OK" 1x kort aan.
In het display verschijnt de tempera‐
tuurinstelling en knippert °.
Stel de temperatuur in zoals hierbo‐
ven beschreven.
Bereidingstijd wijzigen
raakt u twee maal OK aan.
In het display verschijnt de instelling
van de bereidingstijd en knippert .
Stel de tijd in zoals hierboven be‐
schreven.
Bereiding onderbreken
De bereiding wordt onderbroken als u
de deur opent. De verwarming wordt
uitgeschakeld en de resttijd wordt op‐
geslagen.
Pas op dat u zich niet verbrandt!
Er kan stoom vrijkomen als u de deur
opent.
Doe een stap terug en wacht totdat
de stoom is vervluchtigd.
Pas op dat u zich niet verbrandt!
U kunt zich branden aan de oven‐
ruimte, het voedingsmiddel, de ac‐
cessoires en de hete stoom.
Draag altijd ovenwanten als u voe‐
dingsmiddelen in de oven zet of eruit
haalt, of als u in de oven bezig bent.
De bereiding wordt voortgezet als u de
deur sluit.
Na het sluiten van de deur wordt het
drukverschil vereffend. Hierbij kan een
fluitend geluid ontstaan.
Het toestel wordt nu eerst weer op tem‐
peratuur gebracht. In het display ziet u
de oplopende temperatuur in de oven‐
ruimte.
Als de ingestelde temperatuur is be‐
reikt, wisselt de displayweergave en
loopt de resttijd af.
De bereiding wordt voortijdig beëin‐
digd als u de deur in de laatste minuut
opent (55 seconden resttijd).
25
Bediening
Voorverwarmen
Het toestel heeft een voorverwarmfunc‐
tie. Bij het voorverwarmen wordt de
ovenruimte tot ca. 40°C opgewarmd.
Als de oven voorverwarmd is, wordt de
opwarmfase korter en daarmee neemt
ook de gehele bereidingstijd af.
Deze functie is standaard niet actief. Als
u deze functie wilt gebruiken, moet u de
standaardinstelling wijzigen (zie "Instel‐
lingen / Voorverwarmen").
Ook als de voorverwarmfunctie actief
is, kunt u bij elke bereiding beslissen of
u de functie wilt gebruiken of niet.
Tijdens het voorverwarmen moet het
gevulde waterreservoir zich in de
stoomoven bevinden.
De voorverwarmfunctie wordt afge‐
broken als u de deur opent. U kunt de
functie opnieuw starten als u de
stoomoven uit- en weer inschakelt.
Voorverwarmen gebruiken
Schakel het toestel in.
In het display verschijnt en ° knip‐
pert. Bevestig nu niet.
Na enkele seconden begint het voor‐
verwarmen. In het display wordt de op‐
lopende temperatuur weergegeven.
Na het voorverwarmen verschijnt in het
display en knippert °.
Plaats het voedingsmiddel in de
oven.
Stel de temperatuur en de berei‐
dingstijd in, zoals hierboven beschre‐
ven.
Voorverwarmen niet gebruiken
Plaats het voedingsmiddel in de
oven.
Schakel het toestel in.
In het display verschijnen en °.
Bevestig deze waarde met OK of stel
de gewenste temperatuur in, zoals
hierboven beschreven.
26
Stel de tijd in zoals hierboven be‐
schreven.
Belangrijke opmerkingen en informatie
In dit hoofdstuk vindt u algemene aan‐
wijzingen. Als u bij voedingsmiddelen
en/of toepassingen bijzonderheden in
acht moet nemen, wordt u hierop ge‐
wezen.
Het bijzondere van koken met
stoom
Bij stomen gaan nauwelijks vitaminen
en mineralen verloren, omdat het voe‐
dingsmiddel niet in het water ligt.
Bij stomen blijft de eigen smaak van het
voedingsmiddel beter behouden dan bij
gewoon koken. Voeg daarom geen zout
toe of doe dat pas na de bereiding.
Daarnaast behouden de producten hun
frisse, natuurlijke kleur.
Kookgerei
Stoomovenpannen
Het toestel wordt met roestvrijstalen
kookgerei geleverd. Daarnaast kunt u
nog andere ovenpannen bestellen, al
dan niet met gaten en met een verschil‐
lende grootte (zie "Bij te bestellen ac‐
cessoires"). Zo kunt u voor elk gerecht
de meest geschikte ovenpan gebruiken.
Gebruik bij voorkeur ovenpannen met
gaten. De stoom bereikt dan van alle
kanten het voedingsmiddel, waardoor
het gelijkmatig gaar wordt.
Eigen serviesgoed
U kunt ook eigen serviesgoed ge‐
bruiken. Neem daarbij het volgende in
acht:
– Het serviesgoed moet hitte- (tot 100
°C) en stoombestendig zijn. Als u
kunststof serviesgoed wilt gebruiken,
informeer dan bij de fabrikant of het
materiaal geschikt is voor gebruik in
een stoomoven.
– Kookgerei met dikke wanden (bij‐
voorbeeld van porselein, keramiek of
aardewerk) is minder geschikt voor
stomen. Dikke wanden geleiden de
warmte slecht, waardoor de aange‐
geven bereidingstijden aanzienlijk
kunnen toenemen.
– Zet het kookgerei in een voldoende
grote ovenpan met gaten, maar niet
op de bodem.
– Houd voldoende afstand tussen de
rand van het kookgerei en de boven‐
wand van de ovenruimte. Zo is ge‐
waarborgd dat de stoom goed bij het
voedingsmiddel kan.
Opvangschaal
Bij bereidingen met stoom: schuif de
opvangschaal altijd op het onderste ni‐
veau in het toestel als u ovenpannen
met gaten gebruikt.
Vochtdruppels worden hierin opgevan‐
gen en u kunt het vocht zo gemakkelijk
verwijderen.
U kunt de opvangschaal ook als oven‐
pan gebruiken.
27
Belangrijke opmerkingen en informatie
Niveau
U kunt elk niveau kiezen en tegelijk op
meerdere niveaus koken. Een en ander
is niet van invloed op de bereidingstijd.
Schuif de ovenpannen en het rooster
altijd tussen de spijlen van de geleide‐
rails, zodat de kantelbeveiliging ge‐
waarborgd is.
Diepvriesproducten
Bij diepvriesproducten is de opwarmtijd
langer dan bij verse voedingsmiddelen.
Hoe groter de hoeveelheid, des te lan‐
ger de opwarmfase.
Temperatuur
Bij het stomen wordt een temperatuur
van maximaal 100 °C bereikt. Op deze
temperatuur kunt u bijna alle voedings‐
middelen bereiden. Bepaalde kwetsba‐
re voedingsmiddelen (zoals bessen)
moet u op een lagere temperatuur be‐
reiden, omdat de voedingsmiddelen an‐
ders uiteenspatten. In de betreffende
rubrieken wordt u hierop gewezen.
Bij combinatie met de warmhoudlade
Bij gebruik van de warmhoudlade kan
de ovenruimte van de stoomoven een
temperatuur van 40 °C bereiken. Als u
in deze situatie een temperatuur van
40 °C instelt, zal de stoomoven geen
stoom produceren, omdat de ovenruim‐
te te warm is.
Bereidingstijd
De bereidingstijden bij stomen komen
in grote lijnen overeen met de berei‐
dingstijden in een kookpan. Als de be‐
reidingstijd door bepaalde factoren
wordt beïnvloed, wordt u in de betref‐
fende rubrieken hierop gewezen.
De bereidingstijd is niet afhankelijk van
de hoeveelheid voedingsmiddel. De be‐
reidingstijd voor bijvoorbeeld 1 kg aard‐
appelen is gelijk aan die voor 500 g.
De in de tabellen genoemde tijden zijn
slechts algemene richtlijnen. Wij raden
u aan om eerst de kortste bereidingstijd
te kiezen. U kunt de bereidingstijd na
afloop nog verlengen.
Bereiden met vloeistoffen
Vul ovenpannen hooguit voor ²/₃ als u
gerechten met veel vocht bereidt. U
voorkomt zo dat het gerecht over‐
stroomt als u het uit de oven haalt.
Eigen recepten
Voedingsmiddelen en gerechten die u
in een pan bereidt, kunt u ook in de
stoomoven bereiden. De bereidings‐
tijden zijn ongeveer even lang. Houdt u
er wel rekening mee dat gerechten in
de stoomoven niet bruin worden.
28
Stomen
Groente
Verse producten
Bereid verse groente voor zoals u dat
normaal ook doet, bijvoorbeeld afspoe‐
len, reinigen en fijn snijden.
Diepvriesproducten
Diepvriesgroente hoeft u voor de berei‐
ding niet te ontdooien, behalve groente
die als blok is ingevroren.
Diepvries- en verse groente met een
gelijke bereidingstijd kunnen tegelijker‐
tijd worden bereid.
Maak grote, aan elkaar gevroren stuk‐
ken kleiner. De bereidingstijd vindt u op
de verpakking.
Stoomovenpannen
Voedingsmiddelen met een kleine dia‐
meter (zoals erwten en asperges) vor‐
men nauwelijks holle ruimten, zodat de
stoom nauwelijks kan binnendringen.
Voor een gelijkmatig bereidingsresultaat
moet u voor dergelijke producten platte
ovenpannen gebruiken. Vul de oven‐
pannen niet hoger dan 3-5cm. Verdeel
grote hoeveelheden over meerdere
platte ovenpannen.
Niveau
Als u in ovenpannen met gaten groente
bereidt die kleur afgeeft (zoals rode bie‐
ten), plaats dan geen andere voedings‐
middelen eronder. U voorkomt zo dat
de andere voedingsmiddelen verkleu‐
ren.
Bereidingstijd
De bereidingstijd is net als bij gewoon
koken afhankelijk van de grootte van
het voedingsmiddel en de gewenste
gaarheid. Voorbeeld:
vastkokende aardappelen, in vier stuk‐
ken = ca. 18 minuten
vastkokende aardappelen, gehalveerd =
ca. 22 minuten
spruitjes, groot, beetgaar = ca. 12 mi‐
nuten
spruitjes, klein, zacht = ca. 12 minuten
Instellingen
Temperatuur: 100 °C
Bereidingstijd: zie tabel
Verschillende groentesoorten met de‐
zelfde bereidingstijd kunt u in één oven‐
pan bereiden.
Gebruik voor groente die in vocht wordt
bereid (zoals rode kool) ovenpannen
zonder gaten.
29
Loading...
+ 67 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.