Leica ST5020
V1.7 Nederlands – 08/2009
Bewaar deze handleiding bij het apparaat.
Lees de handleiding zorgvuldig door voordat het apparaat
in gebruik wordt genomen.
Leica ST5020
Multistainer
BELANGRIJK
De in deze documentatie aanwezige informatie,
cijfers, aanwijzingen en waardeoordelen vormen
de ons na grondig onderzoek bekend geworden
huidige stand van de wetenschap en techniek.
Wij zijn niet verplicht, dit handboek met voortdurende tussenpozen aan te passen aan nieuwe
technische ontwikkelingen en aan onze klanten
naleveringen, updates enz. van dit handboek te
verschaffen.
Voor foutieve gegevens, tekeningen, technische
afbeeldingen enz. die dit handboek bevat, is onze
aansprakelijkheid in het kader van de betrouwbaarheid volgens de telkens daarop betrekking
hebbende nationale rechtsorden uitgesloten. Met
name bestaat geen enkele aansprakelijkheid voor
vermogensschade of overige vervolgschade in
samenhang met het naleven van gegevens of
overige informatie in dit handboek.
Gegevens, tekeningen, afbeeldingen en overige
informatie van inhoudelijke alsmede technische
aard in deze gebruiksaanwijzing gelden niet als
gegarandeerde eigenschappen van onze producten.
In zoverre zijn alleen de contractuele bepalingen
tussen ons en onze klanten beslissend.
Leica behoudt zich het recht voor, veranderingen
van de technische specificatie alsmede van het
productieproces zonder voorafgaande aankondiging uit te voeren. Alleen op deze wijze is een
voortdurend technisch alsmede productietechnisch verbeteringsproces mogelijk.
Deze documentatie is beschermd onder het auteursrecht. Alle auteursrechten verblijven bij
Leica Biosystems Nussloch GmbH.
Vermenigvuldigingen van tekst en afbeeldingen
(ook bij wijze van uittreksel) door druk, fotokopie,
microfilm, Web Cam of andere procédés inclusief
middels alle elektronische systemen en media
is uitsluitend toegestaan met uitdrukkelijke voorafgaande schriftelijke toestemming van Leica
Biosystems Nussloch GmbH.
Het serienummer alsmede het fabricagejaar is te
vinden op het typeplaatje aan de achterkant van
het toestel.
1.1De symbolen in deze handleiding en hun betekenis .............................................................................. 6
1.2Indicatie voor het gebruik ............................................................................................................................ 6
4.1Voorwaarden waaraan de installatieplaats moet voldoen ................................................................. 17
4.2Plaatsing van het apparaat ....................................................................................................................... 17
4.6Adsorptiekoolfilter plaatsen ...................................................................................................................... 25
5.4.6Weergeven en afdrukken .......................................................................................................................... 45
5.8.1Laden van objectglaasjesrekjes ...............................................................................................................69
5.8.2Starten van programma’s .......................................................................................................................... 70
5.8.3Onderbreken van de kleuring .................................................................................................................... 72
5.8.4Beëindigen van programma’s ................................................................................................................... 73
6.Reiniging en onderhoud.......................................................................................................... 75
6.1Reinigen van het apparaat ........................................................................................................................ 75
7.2Oplossen van fouten ................................................................................................................................... 78
7.3Storingen in de stroomtoevoer ................................................................................................................. 78
7.4Vervangen van de secundaire zekeringen ............................................................................................. 80
8.Garantie en service.................................................................................................................. 82
10. EC Declaration of Conformity ................................................................................................. 87
Leica ST5020
5
1.Belangrijke informatie
1.1De symbolen in deze handleiding en
hun betekenis
Waarschuwingen verschijnen in een
grijs kader en worden aangegeven
met een waarschuwingsdriehoek .
Opmerkingen,
d.w.z. belangrijke informatie voor de
gebruiker verschijnen in een grijs kader en worden aangegeven met het
symbool .
Met dit symbool worden brandgevaarlijke oplosmiddelen en reagentia
aangegeven.
Dit waarschuwingssymbool duidt op
oppervlakken van het apparaat die tijdens gebruik heet worden.
Directe aanraking dient te worden
voorkomen, er bestaat gevaar voor
verbranding.
1.2 Indicatie voor het gebruik
De kleuringsautomaat Leica Multistainer ST5020
dient voor de automatische vervaardiging van
histologische en cytologische routinekleuringen.
Het apparaat is bestemd voor toepassing in pathologielaboratoria en dient daar uitsluitend voor
de volgende werkzaamheden te worden gebruikt:
•Het kleuren van weefselplakjes of cytologische monsters die op objectglaasjes zijn geplaatst.
•Het apparaat mag uitsluitend conform de instructies in deze handleiding toegepast worden.
Elk gebruik van dit apparaat voor andere doel-
einden dan hierboven beschreven wordt be-
schouwd als onjuist gebruik!
1.3Gebruikersgroep
•De Leica ST5020 mag uitsluitend door speciaal
hiervoor opgeleid personeel worden bediend.
•De gebruiker mag pas met het apparaat beginnen te werken, wanneer hij deze handleiding
zorgvuldig gelezen heeft en vertrouwd is met
alle technische details van het apparaat.
(5)
ENTER
6
Cijfers tussen haakjes verwijzen naar
positienummers in afbeeldingen.
De functietoetsen die op het aanraakscherm moeten worden ingedrukt,
worden vetgedrukt en in hoofdletters
weergegeven.
1.4Apparaattype
Alle informatie in deze handleiding heeft uitsluitend betrekking op het type apparaat dat op het
titelblad van deze handleiding staat vermeld.
Een typeplaatje
met het serienr.
is aan de achterzijde van het
apparaat bevestigd.
Handleiding V 1.7 – 08/2009
Volg de veiligheidsinstructies en waarschuwingen in dit hoofdstuk zorgvuldig op.
Lees deze ook wanneer u al vertrouwd bent met de werking en het gebruik van een Leica-apparaat.
2.1Veiligheidsinstructies
Deze handleiding bevat belangrijke instructies en
informatie over de veiligheid bij de bediening en
over het onderhoud van dit apparaat.
De handleiding is een belangrijk onderdeel van dit
product. De handleiding moet zorgvuldig doorgelezen worden voordat het apparaat voor het eerst
in gebruik wordt genomen en moet altijd bij het
apparaat worden bewaard.
2. Veiligheidsinstructies
Dit apparaat is gebouwd en getest in overeenstemming met onderstaande veiligheidsnormen
voor elektrische meet-, stuur-, regel- en laboratoriumapparatuur.
Om deze toestand te handhaven en veilig werken
te garanderen, dient de gebruiker alle aanwijzingen en waarschuwingen in de handleiding in acht
te nemen.
De handleiding dient met de nodige
instructies te worden aangevuld als
dit op grond van bestaande nationale
regel- of wetgeving ter voorkoming
van ongevallen en bescherming van
het milieu in het land van de gebruiker verplicht is.
Bladen met veiligheidsgegevens voor reagentia kunnen bij de betreffende chemiefabrikant
worden aangevraagd.
Deze kunnen ook op het volgende adres van Internet gedownload worden:
http://www.msdsonline.com
De veiligheidsinrichtingen van het apparaat en van de opties mogen niet worden verwijderd
of aangepast. Het apparaat mag uitsluitend worden geopend en gerepareerd door een
onderhoudstechnicus die door Leica daartoe bevoegd is verklaard.
Actuele informatie over toegepaste
normen vindt u in de CE-conformiteitsverklaring op Internet op:
www.leica-microsystems.com
2.2Waarschuwingen
De veiligheidsinrichtingen die door de producent aan het apparaat zijn aangebracht, vormen
slechts de basis van de ongevallenpreventie. De hoofdverantwoordelijkheid voor een arbeidsproces zonder ongevallen ligt met name bij de ondernemer die het apparaat beheert en daarnaast bij
de door hem aangewezen personen die het apparaat bedienen en onderhouden of repareren.
Om een probleemloze werking van het apparaat te garanderen, dient de gebruiker zich te houden
aan de volgende instructies en waarschuwingen.
Leica ST5020
7
2.Veiligheidsinstructies
Waarschuwingen – veiligheidsinstructies op het apparaat
De met een waarschuwingsdriehoek aangegeven veiligheidsinstructies op het apparaat betekenen, dat bij de bediening resp. het vervangen van het betreffende apparaatonderdeel de
bedieningsstappen dienen te worden uitgevoerd zoals in deze handleiding is beschreven.
Doet u dit niet, dan kan dit ongevallen, letsel en/of beschadiging van het apparaat/de toebehoren tot gevolg hebben.
Bij het juiste gebruik worden bepaalde vlakken van het apparaat heet.
Deze vlakken zijn voorzien van dit waarschuwingsteken. Het aanraken van deze
vlakken kan verbranding tot gevolg hebben.
Waarschuwingen – transport en installatie
Na het uitpakken mag het apparaat alleen horizontaal worden getransporteerd.
Om het apparaat op te tillen resp. te dragen zijn 4 personen nodig!
Plaats het apparaat op een laboratoriumtafel en zorg dat het nauwkeurig horizontaal wordt afgesteld.
Plaats het apparaat buiten bereik van direct zonlicht (ramen).
Sluit het apparaat alleen op een geaarde netaansluitdoos aan. Om de aarding in stand te houden, mag er geen verlengkabel zonder randaarde worden gebruikt.
Het apparaat herkent de aangesloten spanning/frequentie automatisch.
Indien er naderhand een warmtekamer wordt ingebouwd, dan dient deze op de aanwezige
spanning/frequentie te worden ingesteld.
De standplaats moet goed geventileerd zijn, er mogen zich daar geen ontstekingsbronnen bevinden. De in de Leica Multistainer ST5020 te gebruiken chemicaliën zijn zowel licht ontvlambaar als schadelijk voor de gezondheid.
Het gebruik in ruimten waarbij explosiegevaar bestaat, is niet toegestaan.
Bij extreme temperatuurverschillen tussen de opslag- en installatieplaats gecombineerd met
een hoge luchtvochtigheid kan condensvorming optreden. In dergelijke situaties dient een
wachttijd van ten minste twee uur in acht te worden genomen alvorens het apparaat in te
schakelen.
Waarschuwingen – werken met reagentia
Wees voorzichtig bij de omgang met oplosmiddelen!
Bij de omgang met de chemicaliën die in dit apparaat worden gebruikt, dient u steeds handschoenen en een veiligheidsbril te dragen.
De gebruikte reagentia kunnen toxisch en/of brandbaar zijn.
Bij de afvoer van verbruikte reagentia moeten de telkens geldende officiële voorschriften alsmede de voorschriften voor afvalverwijdering van de firma/het instituut waar het apparaat gebruikt wordt, in acht genomen worden.
8
Handleiding V 1.7 – 08/2009
Waarschuwingen – werken met het apparaat
Het apparaat mag uitsluitend door geschoold personeel worden bediend. Het apparaat mag
uitsluitend overeenkomstig de gebruiksbepalingen en de instructies in deze handleiding worden bediend.
Schakel het apparaat tijdens een noodsituatie uit en haal de steker uit de wandcontactdoos.
Tijdens het werken met reagentia dient u geschikte beschermende kleding (laboratoriumjas,
handschoenen, veiligheidsbril) te dragen.
Bedien het apparaat altijd met het adsorptiekoolfilter of met een ontluchtingsslang, omdat ook
bij het juiste gebruik van het apparaat oplosmiddelhoudende dampen ontstaan die zowel
schadelijk voor de gezondheid als brandgevaarlijk zijn!
Er bestaat brandgevaar, wanneer het apparaat in de directe nabijheid van open vuur (bijv.
bunsenbrander) wordt bediend (oplosmiddeldampen). Houd daarom een minimale afstand van
2 meter aan!
Waarschuwingen – onderhoud en reiniging
Voordat onderhoud aan het apparaat wordt uitgevoerd moet het altijd worden uitgeschakeld
en de steker van de stroomkabel uit de wandcontactdoos worden verwijderd.
Neem bij de omgang met reinigingsmiddelen de veiligheidsvoorschriften van de fabrikant in
acht.
De water- en reagensstations kunnen bij een temperatuur van maximaal +65 °C in een spoelmachine worden gereinigd. Er kan een standaard spoelmiddel voor laboratoriumspoelmachines worden gebruikt.
Reinig de stations nooit bij hogere temperaturen, omdat dit tot vervorming kan leiden!
Gebruik voor het reinigen van de buitenzijde van het apparaat geen alcohol, alcoholhoudende
reinigingsmiddelen (glazenreiniger!), schuurmiddelen en geen aceton-, chloor- of xyleen-houdende oplosmiddelen!
Reinig afdekkappen en behuizingen met een mild huishoudreinigingsmiddel. De gelakte vlakken zijn niet bestand tegen oplosmiddelen!
Tijdens het werken en reinigen mag er geen vloeistof in het apparaat en de transportarm terecht komen.
2. Veiligheidsinstructies
Leica ST5020
Pas op bij programma’s die met een ovenstap beginnen.
In dit geval mag het laadstation waaruit met de transportarm het objectglaasje wordt genomen, NIET gevuld zijn met een brandbaar reagens (b.v. xyleen).
De oventemperatuur bedraagt tot 80 °C, daarbij kan het reagens ontsteken en het apparaat en
de preparaten beschadigen.
Om dezelfde reden mogen programmastappen IN een oven nooit worden uitgevoerd vanuit een
reagensstation met brandbare reagentia.
1 handleiding voor de Leica ST5020 Multistainer14 0705 37103
Leica ST5020
13
3.Apparaatonderdelen en specificaties
3.4Technische specificaties
Algemene technische informatie over het apparaat
Toelatingen:C-CSA-US, C-Tick Label
Nominale spanning:100 V - 120 V +/- 10%
230 V - 240 V +/- 10%
Nominale frequentie: 50 bis 60 Hz
Opgenomen vermogen:1400 VA
Classificatie volgens IEC 1010:beschermklasse 1
verontreinigingsgraad 2
overspanningsinstallatie categorie II:
•800 V Impuls (120 V-systemen)
•1500 V Impuls (240 V-systemen)
Afstandsalarmrelais:24 V AC/DC, maximaal 2 A
aansluiting:
potentiaalvrij schakelcontact
(voor zowel normaal open als normaal
gesloten schakelingen)
Primaire zekeringen:Schurter: type FST, netaansluiting 2x T 8 A
Secundaire zekeringen:smeltzekeringen, Ø 6,3 x 32mm
Schurter: type FST
F1: T 2,0 A
F2: T 2,0 A
F3: T 2,5 A
F4: T 4,0 A
Bedrijfstemperatuurbereik:15°C tot 40°C
Relatieve luchtvochtigheid:10% tot 80%, niet condenserend
14
Handleiding V 1.7 – 08/2009
3.Apparaatonderdelen en specificaties
Afmetingen en gewichten
Afmetingen, (B x D x H), in mm:1060 x 750 x 540
Leeggewicht, zonder verpakking:ca. 90 kg
Apparaat met toebehoren:ca. 110 kg
Gewicht met verpakking:ca. 140 kg
Vermogensparameters
Doorvoercapaciteit objectglaasjes:afhankelijk van de programmering en de belading
Laadcapaciteit:max. 12 objectglaasjesrekje met 12 versch. programma’s
Opnamecapaciteit/objectglaasjesrekje:30 objectglaasjes
Stations:36 plus max. 4 warmtekamers
Reagensstations:max. 34
Aantal wasstations:max. 5 plus 1 VE-water (optioneel)
Inhoud van de reagensreservoirs:450 ml
Warmtekamer (optioneel):2 of 4
Warmtekamertemperatuur:40 °C tot 70 °C of 104 °F tot 158 °F
Retentietijdinstelling:0 sec. tot 23 uur, 59 minuten, 59 seconden
Invoer-/losstations:van elk max. 4, van elk min. 1
Capaciteit van het programmageheugen:max. 50 programma’s, met max. 40 programmastappen
Integratie:optionele aansluiting op Leica CV5030 Coverslipper
Printer
Leica ST5020
15
3.Apparaatonderdelen en specificaties
3.5Reservoirsysteem
Reagensreservoirs
De reagensreservoirs kunnen afzonderlijk weggenomen worden, om gevuld
te worden. Elk reservoir kan ca. 450 ml bevatten. De vulmarkering bevindt
6
zich aan de binnenzijde. Na het vullen worden de containers geplaatst op de
1
3
positie in het apparaat die hiervoor bestemd is in het betreffende programma.
Zorg dat de reservoirs correct zijn geplaatst en alle beugels (1) in de juiste
richting opzij zijn geklapt, zodat het transport van de objectglaasjesrekjes
niet wordt belemmerd. De deksels (6) zorgen dat er minder oplosmiddel verdampt, wanneer het reagensreservoir niet wordt gebruikt.
De reservoirs van het invoer- en losstation (E25 en L36), die niet naar
reagensstations kunnen worden geconverteerd, kunnen indien nodig ook
met reagens worden gevuld.
De incubatietijden in deze beide stations worden echter niet door het apparaat bewaakt.
Wascuvettes
Het wassysteem bestaat uit vijf (optioneel zes) doorstroom-wasstations. Elk
wasstation kan een objectglaasjesrekje opnemen. De watertoevoer geschiedt via een aansluiting (2) in de bodem van het reservoir en loopt via de
uitsparing (3) aan de linker bovenkant weer weg.
16
Op de bodem van het station bevindt zich een positioneerpen (4).
Deze kan derhalve slechts in één richting geplaatst worden.
Wees voorzichtig bij het uitnemen of plaatsen van de wascuvettes.
Wanneer u teveel kracht gebruik, kan de als afdichting gebruikte
O-ring (5) beschadigd raken. Voor het plaatsen van het wasstation
de O-ring invetten.
Voor de inbedrijfstelling van het wasstation de waterkraan in het laboratorium langzaam helemaal opendraaien. De stromingskleppen begrenzen de
stromingssnelheid in de wasstations tot een optimale waarde (1,6 l/minuten/
station).
4
2
5
Afb. 4
Daalt de stromingssnelheid onder deze waarde, dan moet de wasduur in het programma eventueel worden verlengd.
Handleiding V 1.7 – 08/2009
4.1Voorwaarden waaraan de
installatieplaats moet voldoen
•Stabiele, beslist horizontale en gladde labora-
toriumtafel, met een breedte van ten minste
1,60 m en een diepte van ten minste 0,80 m.
•Koudwateraansluiting op max. 2,5 m afstand
en waterafvoer op max. 2,0 m afstand van de
aansluitingen aan de achterzijde van het apparaat.
•Afzuiging op max. 3,50 m afstand van het ap-
paraat, wanneer het apparaat met de ontluchtingsslang moet wordt bediend.
Alternatief: bediening met adsorptiekoolfilter.
•Trillingvrije vloer.
•Voldoende vrije ruimte (ca. 90 cm) boven de
laboratoriumtafel, zodat de afdekkap probleemloos kan worden geopend.
4.2Plaatsing van het apparaat
4.Inbedrijfstelling
•Stabiele omgevingstemperatuur tussen +15 °C
en +40 °C.
•Relatieve luchtvochtigheid maximaal 80%,
daarbij niet condenserend.
•Geen andere apparaten die trillingen veroorzaken in de nabijheid.
De in de Leica ST5020 te gebruiken
chemicaliën zijn zowel licht ontvlambaar als schadelijk voor de gezondheid. De installatieplaats voor den
ST5020 moet goed worden geventileerd en er mogen geen ontstekingsbronnen aanwezig zijn.
Het gebruik van het apparaat in ruimten waarbij explosiegevaar bestaat, is
niet toegestaan.
12
Afb. 5
•Til het apparaat aan de transporthandgreep
(1, afb. 5) omhoog.
•Plaats het apparaat op de hiervoor bestemde
laboratoriumtafel.
Leica ST5020
Omdat het apparaat een gewicht van
ca. 90 kg heeft, zijn er 4 personen nodig om het apparaat op te tillen resp.
te dragen.
•Verwijder de transporthandgreep (1) en bewaar deze. Draai hiertoe de schroeven (2) los
en verwijder deze (inbussleutel SW 6).
•Trek de kunststof beschermkap omhoog van
het apparaat.
•Controleer of de geleverde toebehorendelen
compleet en conform de bestelling zijn.
Wanneer alle toebehorendelen zijn
gemonteerd, MOET het apparaat beslist zoals beschreven in hoofdstuk 4.7
horizontaal worden afgesteld.
17
4.Inbedrijfstelling
4.3Wateraansluiting
Waterfilter
Leica adviseert behalve de meegeleverde filterzeef (pos. 3 in afb. 6) tussen
het waterafnamepunt en ST5020 een sedimentfilter te installeren, die garandeert dat het apparaat alleen met schoon water wordt gebruikt.
Dit sedimentfilter moet de volgende eigenschappen hebben:
Filterfijnheid:25 μm
Doorstroomhoeveelheid:ca. 10 l/min (bij 5 wasstations)
Drukbestendigheid:10 bar
Aansluiting op filteruitgang:1/2“ buitenschroefdraad
Deze filterinzet moet regelmatig worden gecontroleerd en schoongemaakt.
Bij sterke vervuiling moet de filterinzet worden vervangen.
Watertoevoerslang aansluiten
•Watertoevoerslang uit de verpakking nemen, let hierbij op de twee
7
Afb. 6
5
•Plaats één afdichtingsring (4) in de aansluiting op het apparaat (6). Be-
•Plaats de filterzeef (3) zoals weergegeven in
18
afdichtingsringen (4).
3
4
6
7
waar de andere afdichtingsring als reserve.
afb. 6 in de wartelmoer (5),
die op de waterkraan wordt geschroefd. Gebruik geen afdichtingsring, de
filterzeef fungeert tevens als afdichting.
Handleiding V 1.7 – 08/2009
Achterzijde apparaat
Wateraansluitingen
10
8
9
Afb. 7
4.Inbedrijfstelling
•Schroef de watertoevoerslang (7 in afb. 8)
voor de waterstations 8 - 12 op de waterkraan
en de apparaataansluiting (8).
•Indien station 7 (
station moet worden gebruikt, sluit dan op dezelfde manier een tweede watertoevoerslang
(optie) op de aansluiting aan (9).
afb. 3) eveneens als water-
Achterzijde apparaat
Wateraansluitingen
7
Leica ST5020
10
12
De aansluiting (9) voorziet alleen station 7 van water of een ander medium,
waarvoor een separate aansluiting
aanwezig is. Hiertoe dient een
watercuvette te worden geplaatst en
dient het station in de stationsinstellingen als waterstation of VEwaterstation te worden gedefinieerd.
(Zie ook hoofdstuk 5.5.3)
11
Afb. 8
19
4.Inbedrijfstelling
Waterafvoerslang monteren
•De uitstroomrichting van de afvoerwateraansluiting (10) kan worden gewijzigd, afhankelijk van het feit of de waterafvoer zich links
of rechts van het apparaat bevindt.
7
13
15
14
Belangrijk!
Zorg bij de aansluiting van de afvoerwaterslang voor een hoogteverschil!
Afb. 9
•Draai hiertoe de schroef (11) van de slangklem
(12) los, totdat de aansluiting (10) kan worden
gedraaid. Stel de aansluiting af (de waterafvoeropening moet iets omlaag wijzen) en
draai de schroef (11) weer vast.
•Maak de slangklem (14) wijder door de
schroef (15) linksom te draaien (schroevendraaier), tot de klem over de slang (13) kan
worden geschoven.
•Schuif de slang (13) met de slangklem (14)
over de afvoerwateraansluiting (10) (
•Draai de schroef (15) van de slangklem (14) zo
ver aan (rechtsom), dat de slang stevig is bevestigd.
•Bevestig de afvoerwaterslang (13) aan de afvoer.
Plaats de lekbak in de opening
van de warmtekamermodule. Dit
is alleen mogelijk in de aangegeven richting.
Afb. 10
•Controleer de stand van de spanningskeuze-
schakelaar en stel indien nodig de juiste
spanning in.
Spanningsinstelling
230 - 240 V
Leica ST5020
23
24
25
Afb. 11
Belangrijk!
De spanningskeuzeschakelaar dient
op dezelfde netspanning als het apparaat te worden ingesteld.
Om de netspanning in te stellen, steekt u de
schroevendraaier (20) in de uitsparing (23) en
draait u de schakelaar voorzichtig, tot de witte
punt met de juiste apparaatspanning onder de
witte driehoek staat.
115 betekent: apparaatspanning 100 - 120 V.
230 betekent: apparaatspanning 230 - 240 V.
21
4.Inbedrijfstelling
27
26
Belangrijk bij de inbouw in een eerder gebruikt apparaat!
Schakel het apparaat uit voordat u
aanpassingen gaat uitvoeren en haal
de steker uit de wandcontactdoos.
•Verwijder de afdekplaat (26) van de rechter
binnenwand van het apparaat, zodat de
transportarm toegang tot de warmtekamerstations heeft.
27
•Draai hiertoe de zes schroeven (27) los
(binnenzeskantsleutel SW 2,5) en verwijder de
afdekplaat (26).
•Bewaar de schroeven en de afdekplaat.
22
29
29
28
29
29
30
Afb. 12
Afb. 13
•Verwijder de afdekplaat (28) aan de achterzijde van het apparaat, rechts van de elektrische aansluitingen.
•Hierbij mogen alleen de vier schroeven (29)
worden losgedraaid.
Draai de twee schroeven (30) niet los!
•Plaats de meegeleverde afsluitplaat (17
afb. 10) na de warmtekamermontage met de
vier schroeven (29) zodanig, dat het ingestelde
spanningsbereik van buitenaf zichtbaar is.
Handleiding V 1.7 – 08/2009
in
4. Inbedrijfstelling
Warmtekamer inbouwen
31
(vervolg)
15
32
18, 19
Afb. 14
Belangrijk!
Indien er slechts één warmtekamer
wordt gemonteerd, dan dient deze aan
de rechterzijde (gezien vanaf de achterzijde van het apparaaat) te worden
ingebouwd.
•Warmtekamer op de geleiderails (32) plaatsen
en naar binnen schuiven.
•Druk de warmtekamer aan tot de connec-
toraansluiting van de warmtekamer (fixeerbouten (24), connector (25), zie
afb. 11) in de
hiervoor bestemde aansluiting (31) van het apparaat klikt.
• Bevestig de warmtekamer (15) vervolgens met
de twee bevestigingsschroeven (18) en borgringen (19) in de hiervoor bestemde boringen.
•Monteer, indien aanwezig, de tweede warmtekamermodule op dezelfde manier.
•Breng de afsluitplaat (pos. 17,
afb. 10) zodanig
aan, dat het ingestelde spanningsbereik van
de warmtekamer (15) overeenkomt met het
hierop aangegeven spanningsbereik.
Vooraanzicht
Warmtekamermontage
Leica ST5020
Apparatstatus
Aanzicht met
warmtekamer
Afb. 15
Afb. 16
•Sluit het apparaat weer op de netspanning
aan en schakel het appraat in. De warmtekamermodules worden automatisch herkend
en in de apparaatstatus weergegeven.
•Geef in de stationsinstellingen de gewenste
warmtekamertemperatuur aan.
(Zie hiervoor
hoofdstuk. 5.5.3, pagina 56)
23
4.Inbedrijfstelling
4.5Ontluchtingsslang aanbrengen
(optioneel)
64
65
63
62
66
68
63
60
61
Afb. 17
Dient het apparaat zonder adsorptiekoolfilter te
worden bediend, dan moet een ontluchtingsslang
worden gemonteerd.
De ventilatorbehuizing (68) aan de linker achterzijde van het apparaat is hiervoor voorbereid.
Neem de afzonderlijke onderdelen uit de verpakking en controleer of alle onderdelen aanwezig
zijn. Aanwezig moeten zijn:
schroeven (63) in de schroefdraadboringen
(66) van de ventilatorbehuizing (68).
•Maak de slangklem (62) wijder door de
schroef (67) linksom te draaien (schroevendraaier), tot de klem over de ontluchtingsslang
(62) kan worden geschoven.
24
Afb. 18
•Schuif de ontluchtingsslang (65) met de slangklem (62) op de ontluchtingspijp (64) (afb. 18,
rechts).
•Draai de slangklem (62) met de schroef (67) zo
ver aan (rechtsom), dat de slang stevig vast
zit.
Handleiding V 1.7 – 08/2009
4.6Adsorptiekoolfilter plaatsen
51
33
34
4. Inbedrijfstelling
Belangrijk voor een goede werking:
De afdichtingsstroken (33) dienen aan de achterzijde van de
filterbehuizing te worden (34)
aangebracht.
Filter na plaatsing
Afb. 19
Zorg dat u het filter met de juiste zijde naar voren plaatst. Let
hierbij ook op het etiket (51) op
het filter – het etiket dient zich
aan de rechterzijde te bevinden
en de drie pijlen dienen omhoog te wijzen.
4.7Apparaat horizontaal afstellen
•Plaats het apparaat, wanneer alle toebehorendelen zijn gemonteerd (achterzijde!), op de uiteindelijke installatieplaats.
• Controleer voordat u het apparaat horizontaal gaat afstellen of de werkplek van de laboratoriumtafel, waarop het apparaat wordt geplaatst, glad
en horizontaal is.
•Is dit niet het geval, dan dient u met een waterpas (meegeleverd) het
hoogste punt te bepalen en de apparaatvoet, die zich na de plaatsing op
dat punt bevindt, bijna geheel omhoog te draaien (zie
Vanuit deze positie begint u met de afstelling.
Afb. 20
35
De hendel (35) dient na de
plaatsing omlaag te zijn geklapt, zodat het adsorptiekoolfilter correct in de behuizing is
bevestigd.
afb. 21).
Leica ST5020
25
4.Inbedrijfstelling
Door de
apparaatvoeten
omhoog resp.
omlaag te draaien,
kan het apparaat
horizontaal
worden afgesteld.
C
36
37
39
Afb. 22 toont alle vier de posities voor het plaatsen van
de waterpas om de horizontale afstelling van het apparaat te controleren.
Alleen het frame van de cuvettehouder (39) mag voor het
horizontaal afstellen worden gebruikt.
Ga hiervoor als volgt te werk:
•Verwijder eerst alle cuvettes uit de stations
1 - 24, zodat het frame van de cuvettehouder
Instelbare
apparaatvoeten
toegankelijk is voor het plaatsen van de waterpas.
•Om het apparaat af te stellen, zijn alle vier de
voeten (37) in hoogte verstelbaar.
Met de steeksleutel, SW 13 (meegeleverd) kan
elke apparaatvoet in hoogte worden versteld
door aan de zeskantschroef (36) te draaien.
Zorg bij het afstellen van alle
apparaatvoeten contact maken met de
ondergrond.
Afb. 21
•Plaats de waterpas (38) ten
behoeve van de afstelling af-
B
wisselend in de in afb. 22 ge-
toonde posities (A en B) op het
frame van de cuvettehouder.
•Zorg door het omhoog resp.
omlaag draaien van de appa-
39
A
raatvoeten dat het apparaat in
beide richtingen horizontaal
wordt afgesteld. Daarbij dient
D
u met de apparaatvoet tegenover het hoogste punt van de
38
Afb. 22
tafel te beginnen.
•Controleer ten slotte de afstelling van de posities
(C en D).
26
Handleiding V 1.7 – 08/2009
4.8Elektrische aansluiting
Het apparaat MOET worden aangesloten op een geaarde netaansluitdoos. Om de netsteker uit
de wandcontactdoos te verwijderen, dient deze eenvoudig bereikbaar te zijn.
Het apparaat wordt geleverd met een set verschillende voedingskabels. U mag alleen de kabel gebruiken die geschikt is voor de lokale voeding (wandcontactdoos).
Gebruik geen verlengkabel!
4. Inbedrijfstelling
Aansluitbussen voor
voeding alsmede
dataverbindingen en
secundaire zekeringen
50
48
44
45
42
Correcte aansluiting van
de voedingsspanning
49
47
43
Alle elektrische aansluitingen bevinden zich aan de
linker achterzijde van het apparaat (afb. 23).
Voeding
•De voedingskabel dient op de ingangsbus (42)
van de hoofdvoeding te worden aangesloten.
•De aansluitkabel (43) verbindt de uitgang van de
hoofdvoeding (44) met de ingang van de elektronicamodule (45).
Dataverbindingen
•Printeraansluiting (47)
Uw Leica-dealer kan u een geschikte printer (en
kabel) aanbevelen. Wanneer het aanhouden
van stralingsnormen van groot belang is, dan
dient u een speciaal afgeschermde printerkabel
te gebruiken.
•Seriële interface (48)
Maakt de toegang voor servicetechnici mogelijk.
•Aansluiting (49) voor Leica CV5030 Coverslipper.
Op deze interfaces mogen alleen apparaten worden aangesloten, die aan de
eisen van SELV-circuits voldoen.
Leica ST5020
Overige aansluitingen
•Aansluitbus voor afstandsalarm (50)
•Vier secundaire zekeringen (46)
46
Afb. 23
27
Loading...
+ 61 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.